I I I
HISTORISCHE VERETVIGfiVG
GEMEET{TE BEILEI{
jaargang 2 - nurnmer 2-1990
2
- mei
1990
Ă? 12,95
Verkooppriis:
Losse nummers
Inhoudsopgave:
blz. 1 "De gemeente Beilen in de oorlogsjaren"
- G. J. Dijkstra blz. 13 "Een stad op de heide" - B. Prinsen blz. 19 "Winterhulp en Nederlandse Volksdienst in Drenthe" P. E. v. d. Herberg blz.23 "Vorderingen" - T. L. Kroes blz.32 "Onderduikers" - T. L. Kroes blz. 36 "Radio Oranje" - M. Stadman-Eefting blz. 36 "Enige herinneringen" - B. Koning blz.40 "Oorlogsjaren in Wijster" - H. L. G. Schuur blz.43 "De bewijding van Beilen" - G. Peeks blz.47 "Oranje tijdens de oorlogl - H. Bos blz. 49 "De bevrijding van Oranje" - H. Bos blz. 53 "De bewijding van Hijken" - R. Wessels blz.57 "De bevrijding van Hooghalen" - A. Hulzebos
De auteurs:
H. Bos, Speenkruid 4,9411CS Beilen G. J. Dijkstra, Pinksterbloem 42,9411 CH Beilen P. E. van de Herberg, Hekstraat 36, 9411 NH Beilen A. Hulzebos, De Drift 23,9414 BA Hooghalen B. Koning, Van Boelenslaan 11, 92448L Beetsterzwaag T. L. Kroes, Hijkerweg 79,941L LS Beilen G. Peeks, Teresjkowastraat 44,1562 BW Krommenie B. Prinsen, p/a Herinn.centr. Kamp Westerbork, post Hooghalen H. L. G. Schuur, Nieuwe Es 10,9418 PS Wijster M. J. Stadman-Eefting, Laaghalerstraat 30, 9414 AKHooghalenR. Wessels, Asserstraat 42,94L1LM Beilen
Foto's:
De foto's van J. Ludwig, Schapendrift 38, 9411 BT Beilen, tel. 05930-3336, zijn de vereniging exclusief aangeboden om in dit nummer te gebruiken. Daarom kan de Hist. Ver. niet aan verzoeken voor nabestellingen voldoen. Behalve door particulieren zijn er ook foto's voor dit nummer beschikbaar gesteld door o.a.: W. Bakker, Kievitlaan 13, 9411 HD Beilen, tel. 05930-31 67; Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De postzegels "Winterhulp" en "Ned. Volksdienst" werden in 1944 uitgegeven.
De redactie van
T. L. Kroes, Hijkerweg 19,94Ll LS Beilen, tel. 05930-3382 (eindredacteur) G. J. Dijkstra, Pinksterbloem 42,9411 CH Beilen, tel. 05930-4826 R. Wessels, Asserstraat 42,941L LM Beilen, tel. 05930-3458
dit nummer was in handen van: Het volgend nummer:
Op 6 september 1990 verschijnt het derde nummer van deze jaargang. Uw bijdragen, zowel foto's als artikelen en verhalen, zijn zeer welkom.
Foto titelblad.:
Het monument aan
d.e
2-1990
Torenlaan in Beilen (Archief Hist. Ver.)
INLEIDING Deze keer ontvangt u een speciaal nummer, waarin gebeurtenissen uit de oorlogsjaren en de bewijding van de gemeente
Beilen centraal staan. Dankzij een goede samenwerking met de "Beiler Courant" zijn wij in staat zowel in dit tijdschrift als in de "Beiler Courant" een groot aantal artikelen en verhalen te publiceren. De redactie wil graag haar dank betuigen aan allen die aan de totstandkoming van deze publicaties hebben meegewerkt, in het bijzonder de heren D. Rosenberg, B. Sanders en F. C. Kerkhove voor hun adviezen; het uitgeven van dit themanummer werd mede mogelijk gemaakt dankzij ÍinanciëIe steun van de "Beiler Courant" en de gemeente Beilen. Wel wil de redactie u er op attent maken, dat zij ook na dit nummer graag van u verhalen, gegevens, foto's, enz. ontvangt
DE GEMEENTE BEILEN IN DE OORLOGSJAREN DE CRISISJAREN In de jaren dertig van deze eeuw werden de }andbouwers zwaar getroffen door de economische crisis van die tijd. Het landbouwbeleid van de overheid over 1935 kreeg in de regionale pers kwalificaties als "vrij primitief',"er zit geen lijn in" en "goedbedoelde probeersels" 1 ). Eind 1936 waren de problemen voor de landbouwers nog steeds zeer groot. In Assen werden in december 1936 in de zalen van Bellevue en het Concerthuis massale protestbijeenkomsten gehouden,
waar enige duizenden boeren aanwezig waren. Ook tijdens deze bijeenkomsten werd gewezen op de moeilijkheden in de landbouw en het falend overheidsbeleid 2). Met de oprichting van de Nationale Bond
betreffende de jaren' 40-' 45. Aanvullingen zíjn zeer welkom. Uw foto's worden gereproduceerd, zodat u uw waardevolle documentatie slechts een paar dagen behoeÍt afte staan. Aan dit nummer hebben verder meegewerkt: H. Bos (verzending), A. NijdamSchipper (typewerk), C. Nicolai-de Jong (typewerk) en A. Zijnge (computervertaal-
werk).
"Landbouw en Maatschappij" wilden de landbouwers hun positie verbeteren. De Bond wilde geen politieke partij zíjn, rnaar zij wilde de politiek via de bekende kanaIen bereiken. Aangezien de leden van deze Bond bij verschillende politieke partijen waren aangesloten, wilde deze Bond zich niet aan een partij binden. Bij verkiezingen gaf de Bond een stembusadvies. In 1935 werd opnieuw een stembusadvies gegeven, maar nu voor de Nationaal Socialistische Beweging, omdat in deze beweging goede "Landbouw- en Maatschappijfrgutert" zatett. De NSB kreeg vooral stemmen van liberale Drentse boeren. Bij de statenverkiezingen van 1935 stemde 71,8Va van de kiezers op de NSB 3). Toch is het niet zo, dat de hier genoemde kiezers ook sympathie hadden voor de ideologie van de Nationaal-Socialistische Beweging. Van de 36.000 NSB-leden in Nederland woonden er slechts 625 ín Drenthe. In 1939 was dit aantal iets gestegen, namelijk 650. Boekholt komt in de "Geschiedenis van Drenthe" dan ook tot de conclusie, dat Drenthe 2-1990
een der zwakste NSB-provincies was. Ook de trage opkomst van NSB-kringen en de
geringe actieve deelname van NSB-leden wijst er op, dat de Drenten weinig zageÍr
in
de ideologie van de NSB.a)
Naast de boeren werden ook groepen als veenarbeiders, landarbeiders en middenstanders door een beweging als de NSB aangesproken. Deze beweging wees op het falend beleid waar de hier genoemde groepen het slachtoffer van waren. Een beweging, die allerlei veranderingen belooft, spreekt uiteraard aan. Verder kan gesteld worden, dat veel Drenten zíchte weinig politiek ofkerkelijk gebonden voelden om op één van de traditionele partijen een stem uit te brengen. Zowel bij de verkiezing voor de Provinciale Staten als bij gemeentelijke verkiezingen komt men veelvuldig lijsten met personen tegen als bijvoorbeeld "lij st Oosterman", "lijst Arling".5) Met het verkiezingssucces van 1935 van de NSB waren de traditionale partijen gewaarschuwd. Voor de verkiezingen van 1937 werd de verkiezingsstrijd feller. De partijen waarschuwden in harde bewoordingen voor het gevaar van het nationaal-socialisme. Deze anti-propaganda had succes. Landelijk zakte het percentage NSB-stemmers van 7,94 7o naar 4,22 Vo.lnDrenthe liep het percentage terug van 11,19 naar 8,64. Bij de laatste verkiezingen van voor de oorlog, die voor de Provinciale Staten van 1939, zakte de NSB landelijk weg naar een kiezerspercentage van 3,89. Maar in Drenthe, waar vertrouwde personen het gezícht van de NSB bleven bepalen, bleef het kiezerspercentage in vergelijking met de landelijke uitslag nog hoog: 8,24 Vo 6). Het aantal kiezers in Beilen dat zijn stem op de NSB uitbracht, lag beneden het provinciaal gemiddelde. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in'35 en'39 en bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1937 lag het percentage stemmers op de NSB in 2-1990
de gemeente Beilen net boven de 67o . Hoewel er landelijk en provinciaal een daling van het aantal stemmers op de NSB te zien viel, was er in de gemeente Beilen een lichte daling. Van 216 in'35 naar 245 in'37 en vervolgens 207 in 1939.
De stembusuitslag van 1935 liet een opmerkelijk verschil zient.a.v. de aan-
hang van de NSB:
Kiesdistrict: totaal NSB Beilen, kom I Beilen, kom II Beilen, kom III Hijken Hooghalen Wijster Tiendeveen eindtotaal
586 492
554
8 18 62 62 35 28
311
3
532 495 443
3413 216
in
Vo
7,4 3r7
It,7 12,5 7,9 5,0
1,0 6,3
Interessant is het om bij deze tabel te weten dat Beilen, kom I (stembureau in het Wilhelminagebouw) omvatte het dorp Beilen (de oneven nummers), de Paltz (de oneven nummers) en Brunsting. In Beilen, kom II (stembureau Gemeentehuis) lagen de huizen van het dorp Beilen (de even nummers), de Paltz (de even nummers) en Eursing. Voor het stembureau in de openbare lagere school voor Beilen, kom III kwamen de kiezers uit Ter Horst, Smalbroek, Makkum, Lieving, Holthe, Alting, Klatering en Beilervaart 7). Opmerkelijk is het verhoudingsgewijs groot aantal NSB-kiezers in Beilen in kom III en in Hijken, en het gering aantal kiezers in Beilen in kom I en kom II en in Tiendeveen. Toch ligt een conclusie voor de hand. Het is in de gemeente Beilen de Iandbouwbevolking geweest die met name in de dertigerjaren op de NSB heefgestemd. VERKTEZINGSBIJEENKOMSTEN VAN DE NSB Een verkiezingsbijeenkomst van de NSB.
in april1937 in hotel Prakken te Beilen eindigde in rumoer. In een zaalrr,et ongeveer 200 aanwezigen hield ds. Van Duyl een redevoering over de beginselen van de NSB. Uit de laatste zinnen van het verslag blijkt dat in de zaal niet alleen sympathisanten van de NSB zatet: "Even over elf uur sloot de heer Veldmeijer (Groningen) de zeer rumoerige vergadering met het zingen van het Wilhelmus, waarbij een groot aantal personen de zaal uitliepen". Tijdens deze bijeenkomst vond ook een incident plaats. Eén van de aanwezigen weet hierover nog het volgende te vertellen: "Jan Blokzijl uit Tiendeveen, bijgenaamd "de Snorre", vanwege zijn flinke snor, werd bij binnenkomst direct door Arie Brunsting uitgenodigd bij hem plaats te nemen. Hij kreeg enkele'neutjes' van Arie en werd steeds rumoeriger. Hij was een felle anti-nazi. Toen het zover was, zeí Arie: "Laat jij je dit zo maar gezeggen door die NSB-er?" "Natuurlijk niet", antwoordde Jan. Hij stoof naar voren en schreeuwde ds. Van Duyl op het podium een vloed van scheldwoorden toe. Dit was juist de bedoeling van Arie. De Snorre werd door majoor Doedens van de rijkspolitie uit de zaal verwijderd, hetgeen met de nodige tegenstand gepaard ging. Hij verloor zijn pet hierbij en die werd hem later nagebracht. Er ontstond tijdens dit gebeuren een grote hilariteit in de zaal. Buiten de zaal was Jan nog aan het schelden op de NSB." 8). Opvallend is dat de vergadering werd
x.s.B.
geleid door een NSB-er uit Groningen. In Beilen was op dat moment vermoedelijk nog niemand te vinden die een plaatselijke NSB-afdeling wilde en kon leiden. Wat dat laatste betreft is het dan ook niet vreemd dat er geen gemeentelijke NSB-lijst was bij de gemeenteraadsverkiezingen. Twee jaar later ging het heel wat rustiger toe op een NSB-bijeenkomst in hotel Prakken. Spreker was H. J. Woudenberg, Tweede Kamerlid uit IJmuiden. De verslaggever van de bijeenkomst kan enige sympathie voor de spreker en de beweging niet worden ontzegd: "De zaal was tot in alle hoeken bezet toen de spreker het podium beklom en vervolgens een duideIijk uiteenzetting gafvan doel en streven der NSB, terwijl het beleid der tegenwoordige regeering ten strengste werd afgekeurd. Met aandacht werd de rede van spreker gevolgd. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd een druk gebruik gemaakt. Deze vragen werden alle min of meer duidelijk en uitgebreid door den spreker beantwoord, waarna sluiting der vergadering volgde." s).
HOUDING POLITIEKE PARTIJEN Tijdens een provinciale bijeenkomst van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij in december 1936 bestempelt partijvoorzitter K. Vorrink de NSB en het communisme als een duidelijk maatschappelijk geYaar: "Nationaal-Socialisme en Communisme zijn in wezen de aasgieren van de Maatschappelijke slachtoffers. Zij
DE UEnKIEZIXGEX XIDEREII ll EAX ZULÏ GE }IOEÏEII KIEZETI:
UOOR OF
X.S.B.
TEGEil
MU§SERT
BTZOTXÏ
DÀANOil
DE
Belangrijke Openbare Vergadering der N.S.B.
oP
!Pl-,:, -ï j9:-=-. spnsxEn: Ds. UÀX DUYI
DoTDERDAG
Te
: Y A A RO Èf H U S S E R T Tocgang l0 cert, I uur, UNU DEBIÏ
oxDrnyrnp
1íl
PRAKKEI|
O E T Uí I 11 1l
Àanvang
2-1990
E 1l
I
lÀIerkloozen vrij.
YRII DEBÀÏ
Aduertentie NSBbijeenkomst uan ds. Van Duyl in het
Nieuwsblad uoor Beilen uan 23 april 1937.
hebben slechts een gemeenschappelijk doel, nl. geweld en dictatuur." 10). Ook tijdens een 1 mei-feest in hotel Mulder werd door de gastspreker, L. C. A. Franken (Assen), gewaarschuwd voor de beginselen van de NSB11).
Het kamerlid Tj. Krol van de Christelijk Historische Unie kwam in 1937 niet tot een veroordeling van de NSB. In zijn betoog in het Wilhelminagebouw schetste hij in een kort tijdsbestek de toekomst van de NSB. Hij voorzag in zijn bespiegeling geen grootse toekomst voor deze beweging. Er lag in zijn beleving een groot verschil tussen het politiek beleven in Duitsland en Nederland. De Duitsers moesten na de Eerste Wereldoorlog kiezen tussen het fascisme en het communisme. In Nederland was er direct na de oorlog de keuze tussen revolutie of Evangelie. En met dat laatste gaf hij aan, dat het nationaalsocialisme in Nederland nooit veel aanhang zou krijgen r2). Ook in maart 1938 geeft Krol een brede uiteenzetting over de landspolitiek, zonder dat hij veel woorden besteedt aan het nationaal-socialisme r3). In maart 1938 kwam kamerlid mr. A. M. Joekes van de Vrijzinnig Democratische Bond naar Beilen yoor een lezíng voor de pas opgerichte afdeling. Aan het nationaal-socialisme wijdde hij niet meer aandacht dan de constatering, dat het Nederlandse volk door de verkiezingsuitslag van 1937 het extremisme had verworpen. Zijn referaat ging vervolgens over's lands zaken
1a).
Uit de verslaggeving van politieke bijeenkomsten blijkt, dat met name een partij als de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij) heel duidelijk stelling neemt tegen de NSB. Hoewel er geen berichten over vergaderingen van de ARP ( Anti-Revolutionaire Partij) in dejaren 1935-1940 gepubliceerd zijn, mag men aannemen dat ook in Beilen binnen deze groepering duidelijk stelling is genomefrtegen de NSB. Verder btjÉt uit de verslaggeving dat de CHU (Christelijk-Historische Unie) ert de Vrijzinnig Democraten zich schijnbaar 2-1990
minder druk hebben gemaakt over een beweging als de NSB, hoewel zij het politieke systeem van het nationaalsocialisme afwijzen. In Drenthe laten de confessionele partijen ARP en de RKSP (Rooms Katholiek Staats Partij) bij de verkiezingsuitslagen een vrij constante lijn zien, mede door de duidelijke afwijzende houding van de R.K. Kerk en de Gereformeerde Kerk. De Ned. Hervormde Kerk laat het als instituut afweten. Doordat er geen duidelijke veroordeling van de NSB komt, hebben sommige Drentse hervormde kiezers er geen probleem mee om hun stem op de NSB uit te brengen 15). De verkiezingsuitslagen van 1935, 1937 en 1939 laten voor de gemeente Beilen een aantal verschuivingen zien, die het gevolg zijn van de hierboven geschetste houding
van de politieke partijen. Binnen de gemeente Beilen bleven de meer orthodoxe Hervormde kiezers stemmen op de Christelijk Historische Unie. Het percentage stemmers op deze partij varieerde tussen de lSVo en de 22Vo. De aanhang van de ARP blijft trouw aan haar politieke partij. Het percentage kiezers blijft tussen de 22Vo en de 25lo schommelen. De SDAP ziet iets meer verschuiving in haar aantal kiezers. Tot aan de gemeenteraadsverkiezing van 1939 varieert het kiezerspercentage tussen de237o ende28lo. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1 939 daalt het percentage SDAP-kiezers naar een dieptepwt: 17 ,4 Vo . Dít laatste heeft ongetwijfeld te maken met de eenwording van de Vrijzinnige Bond met de Vrijzinnig Democraten tot de Vrijzinnig Democratisehe Bond. De NSB vond in de gemeente Beilen dan ook niet haar kiezers in kringen van trouwe kerkgangers, noch bij aanhangers van de SDAP, maar in de liberale vrij zinnig hervormde boerenbevolking. Ten opzichte van de provinciale aanhang van landarbeiders en middenstanders kan gesteld worden, dat deze beide groepen in Beilen nauwelijks enige aanhang van betekenis voor de NSB vormden. Onderstaande tabel geeft e.e.a. nog eens duide-
lijk
aan:
aantal stemmets iÍr
Eo
'35
'35
p.s.
',37
t.k.
'39
p.s.
13,6 8,1 4,9 0 015 6,4 5,3
Vrijzinnig Dem. 2. Vrijheids Bond 3. Neutrale Partij 4. Nat. Soc. Beweging
13
6
t4,3
3,8 2,8 6,3
TOTAAL:
27,3 28,9 24,9 28,4
1.
0 0
',39
g-Í32,9 0 0 0 32,9
Verklaring gebruikte aÍkortingen: g.r. = gemeenteraadsverkiezingen; p.s. = provinciale staten verkiezingen; t.k. = tweede kamerverkiezingen 16).
"DE MAN MET DEN BAARD" Onder dit pseudoniem schreef G.A. de Ridder, voorganger van de Ned. Protestanten Bond in Beilen, satirische stukjes in het Nieuwsblad voor Beilen, waarin hij de spot dreef met politieke leiders op plaatseIijk niveau. Incidenteel verruimt hij zijn
blik tot het landelijke en/of internationale niveau. Zo beschrijft hij in oktober 1937 een bezoek aan politiek Den Haag, waarbij hij het niet kan nalaten Mussert op de korrel te nemen 17.):
li,ffË"ns"sq q+.! t
'e Middaea hett f -^o or"l in Den Haa
l§:q+g,nmr*mffi
rm#tffiffiuw
iffitrffi:§i'*rxnffi'-"*
1ï'ffi."*wlsst&iffi DE AANVAL Na jaren van spanning breekt in mei 1940 ook voor Nederland de oorlog uit. Zowel
door politieke leiders, radioverslagen als door krantenverslagen was men goed geïnformeerd over de internationale
spanningen en gebeurtenissen. Hoewel de Duitse aanval onverwachts kwam, moet deze aanval door velen verwacht zijn... ondanks de strikte neutraliteitspolitiek. In de woege ochtend van 10 mei 1940 valt de Duitse infanterie Nederland binnen. Nog dezelfde dag rijden Duitse legervoertuigen door Beilen. In één dag is Drenthe door de Duitsers bezet. In de eerste dagen van de bezetting bleven burgemeesters en ambtenaren op hun post. Zíj moesten in functie blijven zolang van hen geen diensten gevraagd werden die de bezetters meer nut zouden opleveren dan de eigen bevolking 18).
AMBTENAREN Ambtenaren bleven hun werk doen. De Duitsers hebben van deze lokale administratie dankbaar gebruik gemaakt. De administratie van de burgelijke stand draaide zonder haperen en fouten door. Hiervan maakte de bezettende macht gebruik voor de Arbeidsdienst (verplichte arbeid voor de Duitsers in Nederland) en de arbeidsinzet (verplichte tewerkstelling in Duitsland). Op het gemeentehuis waren voor de Duitsers namen, leeftijden, adressen dusdanig goed gesystematiseerd aanwezíg, dat het voor de bezetter eenvoudig was om arbeiders te rekruteren. Het waren dan ook ambtenaren die bijvoorbeeld de administratie van de Arbeidsdienst inl944 verzorgden. Beiler mannen moesten meehelpen met het aanleggen van prikkeldraadversperringen, bij de aanleg van het vliegveld van Havelte, het gïaven van dekkingsgaten en andere verdedigingswerken. Bij het doorbladeren van dit archiefmateriaal is het opvallend hoe weinig verzuim er is. Ziektemeldingen komen nauwelijks voor. Het is niet de beloning voor deze arbeid (f. 0,52 per uur) geweest, maar de angst voor de Duitse represailles die mannen bereid maakte voor de Duitsers te werken 1e). Hoewel ook op het gemeentehuis van Beilen collaborateurs zaten, waren veel ambtenaren in hun optreden tegenover de Duitsers nu niet bepaald loyaal. Uit de verhalen van ambtenaren uit de oorlogsjaren
2-1990
blijkt duidelijk, dat men op voorzichtige wijze enig verzet pleegde. Maar uit de verhalen blijkt eveneens de grote vrees voor Duitse represailles. Een terechte vrees!
2o).
DE GELIJKSCIIAKELING Aanvankelijk werd zowel op provinciaal als op gemeentelijk niveau weinig gemerkt van de bezetter. Het normale leven hervond na de mei-dagen van 1940 weer zijn gewone gang. Zo was er in de gemeenteraad, maar ook in het Nieuwsblad voor Beilen veel aandacht voor de bouw van een nieuw raadhuis. Een kwestie die de gemoederen in Beilen eind 1940, begin 1941 nogal bezig hield 21). In de loop van 1940, maar zeker in 1941 merkte men in het dagelijkse leven ook de invloeden van de Duitse bezetler. Zokreeg in de plaatselijke pers de Nederlandse Unie veel aandacht. Deze organisatie was op 24 juli 1940 opgericht.Zíj wilde onder "erkenning der gewijzigde verhoudingen" in overleg met de bezetter een betere
Nederlandse samenleving opbouwen. Nadat er aanvankelijk een welwillende samenwerking tussen de bezetter en de Nederlandse Unie was, verkoelden de
relaties in 1941 en werd de Unie in december 1941 verboden 22). Voorbeelden van een po$ng tot vergroting van Duitse invloeden zljnte vinden in het idee van de gelijkschakeling van Nederland. Met de "nieuwe orde" wilden de Duitsers de gelijkschakeling bewerkstelligen. Boeren, tuinders en vissers moesten zich aansluiten bij de Landstand. Deze nationaal-socialistische organisatie kreeg weinig aanhang. Dit bleek onder andere uit de contributie-inningen. ln 7942 Ieverde de eerste contributie-heffing 44lo weigeraars op. Drenthe scoorde wat dit betreft het laagst: 24 7o weígeraars. Naast deze Landstand werden ook andere instellingen naar Duits voorbeeld opgericht: de Winterhulp en de Nederlandse Volksdienst. De eerste instelling zou steun verlenen aan behoeftige Nederlanders. De Nederlandse Volksdienst zou de eenheidsorganisatie voor het maatschappelijk werk worden. Beide instellingen hadden weinig sympathie bij de bevolking.ZrJ bleven functioneren -zover men hiervan kan spreken- dankzij Duitsgezinde NSB-ers 23). Gelijkschakeling was er ook voor de lokale pers. Na een periode van censuur, waarin de dagbladen neutraal of Duitsgezind waren, moesten de dagbladen plaats maken voor één krant: Het Drentsche Dagblad. Het Nieuwsblad voor Beilen werd in 1941 uit de roulatie genomen 2a). DUITSE VORDERINGEN Verder waren er de Duitse vorderingen van paarden, auto's en fietsen 25). In december 1942 vorderden de Duitsers kerkklokken van de verschillende gemeenten. Elke gemeente had voldoende aan één kerkklok. Hoewel men allerlei argumenten naar Yoren heeft gebracht om de Commissaris van de provincie Drenthe te vermurwen de kerkklokken niet uit de toren van de Beiler kerk te verwijderen, werd op 20 maart 1943 een bronzen klok met een diameter van74 cm en een
6
2-1990
gewicht van circa 265 kilo uit de kerktoren gehaald. Uit de kerktoren van Wijster werd een bronzen klok met een diameter van 37 712 cm gehaald met een gewicht van ca. 32 kilo 26). In mei/juni 1943 moesten de inwoners van Beilen hun radiotoestellen op vastgestelde tijden en plaatsen inleveren. Maar Iiefst 693 radio's, waarvan 354 het merk Philips hadden, werden bij de bezetter ingeleverd. Een aantal mensen heeft nog
DE NSB EN DE BEZETTER De veranderingen kwamen geleidelijk op de Drentse bevolking af. Voor sommigen verliepen de veranderingen te langzaam. De NSB-ers die zich verheugd hadden op de Duitse komst voelden zich eigenlijk bedrogen, doordat er zo weinig van de bezetters te merken was. Anderen verlieten de NSB juist vanwege de bezetting. Weer anderen sloten zich bij de NSB aan, omdat zij van de nieuwe situatie wilden profiteren. Lid zijn van de NSB betekende in de be -t.ssr.,B zettingsjaren ëaÈ::§@r§L lt! ?/Í Jf|- (lc alilrl meestal ook een ::=::,Ir!rt§al 3G.lrlibrl , ?8n.rtrg tf,§tt i keuze voor de be'àtt t:::.: ta zetter. Aangezien in l§g§r alle dorpen en buurtschappen wel NSB-ers woonden, Èra;t dlt fu rsrtirsbrj,Jrett,yaa LB rlaturrFl 19{r, I nr' tSfiz, Ct Ert aal ilErbiJ ggyoegilsn tt4t' b.tF ffrnÀ. al. y.lila.llog d.r betekende dit ook proylnol.. grèo; tot rtJÀ bllrft dJ orrrÈlllve4dr lloxxltr oEt ilot t€ trllrEstcl1ugr d*t öol lt. eFs§*. k:,n} nit rlr tatl* iler f,aÀrtrrÉfu een voortdurende plaatl ilo rsqaaralar l! a! ilat E rt ts BeÍlaÀ. iaror vorac!furg 1r blarre ooÀ 6iEa!}.I1JL Uob*or. htroIC Í.à hat oarluctr t. Haotlbedreiging voor hen plrata Ed totilG. raen 18 al. aaatrlal zooalö-lh u Ë[l nrJa b!l.t rar e, D.o.aÈa, L9{2. D/;t b. nn die niets met de (fr efd.) rerde na.Liitc.L1. b oD dsEa klol hgt torgrBuitort aÍgh gtàIit, ïorihrrns ?aà ilöi. klok Bal AEq oot tón8svol8r hcbbÉn ittt bezeíter te doen hbt urnrcrt Eroot.ra,e.U r1J! ilorbrtlGDal t lILatr oot *a!!art ilo ,bg6uJkhelil bóstut bat rt ta .tclhÀ oÉ 0o Ll.ll..ra óiralllo* wilden hebben of de EtJtrr ni.at reE'hat mgàr@! itrr klot c!tr rlag rl. hlok. EGyo.llgc l'c.À v.Ia! - ralft 1[ rlJnra otrrl -r rBarroot bat tor.uBsDuitsers zelfs "oor r:
bestreden 28). Ook in de gemeente Beilen hebben NSBers met de Duitse bezetters gecollabo-
!a lursmaaàta: ïr[ Xa.llaí,
J<
er;
reerd. In een van de eerste nummers van het Nieuwsblad voor Beilen van na de oorlog wordt zelfs een aparte oproep met de kop"Hij
is er" geplaatst om meer gegevens over de misdragingen
geprobeerd om via een verzoekschriít hun van de gevangen genomen persoon te radiotoestel te mogen houden. Argumen- ontvangen2e) .
ten die daarbij naar voren werden gebracht, waren onder andere: chronische ziekte; hoge ouderdom; bedlegerigheid; aan huis gebonden zijn met een ziek been; het kunnen luisteren naar kerk- en wij-
dingsdiensten2T).
DE BESTUURDERS De Nederlandse bestuurders bleven na de inval in functie. Vanaf het begin waren er voor de bestuurders momenten, waarop zij zich beraadden ofzij er goed aan deden op
2-1990
hun positie te blijven. Aftreden betekende een plaats inrrrimen voor een met de Duitsers sympathiserende N.S.B.-er. De aÍkondiging van Verordening L52179 4L van 12 augustus 1941 hield in, dat per 1 september 1941 de werkzaamheden van onder andere de gemeenteraden en de wethouders werden opgeschort. De burgemeesters zouden het in de gemeente alleen voor het zeggeln krijgen, zijhet dat een bestuursraad als een adviserend lichaam hen nog zou bijstaan. Het Duitse leidersprincipe moest ook op lokaal niveau worden ingevoerd 3o). In Beilen moest burgemeester mr. dr. H. J. Wytema plaats maken voor een NSBburgemeester H. Cool, nadat hij op 2 oktober 1942 weígerde mee te werken aan de deportatie van joden naar kamp Westerbork. Voor zover bekend, was Wytema de enige burgemeester die weigerde aan deze maatregel mee te werken. 31) WESTERBORK
In 1939 was bij Hooghalen een vluchtelingenkamp gebouwd. In dit kamp van een 50-tal barakken zaten bij de Duitse inval zdn'750 gevluchte Duitse joden. Bij de inval sloegen zij op de vlucht. Op 27 mei werden de meesten van hen vanuit Leeuwarden teruggebracht naar kamp Westerbork. Tot medio 1942 bleef het kamp onder Nederlandse leiding. Het aantal joden in het kamp nam snel toe. In augustus 1941 1300 joden; in maart 1941 rond de 1500. Na maart 1942 vond de Beauftragte (de hoogste Duitse bestuurder in Drenthe) dat de joden in Drenthe zo snel mogelijk getransporteerd moesten worden. Verder vond hij dat de burgemeesters en veldwachters zouden moeten assisteren bij de opsporing van de 1.500 joden die in Drenthe woonden. Van de 107.000 gedeporteerde joden keerden er na de oorlog zo'n 5.000 naar Nederland terug. Viervijfde van alle Nederlandse joden had de verschrikking van de kampen niet overleefd. Toen het kamp W'esterbork op 12 april1945 werd bevrijd, zaten er nog ongeveer 900joden gevangen 32). 2-1990
Gemeente Beilen. Arbeidskrachlen gevraagd : Voor werkkamp te Hooghalen kampmeisies
en
eerr kampknecht tegen een loon von respectieveliilt Í ó.- en f 7, per week.
Voor België en Noord-Frankriik eenige duizenden bouwvekarbeiders. Voor Duitschland o.a. bakkers, bouwvakorbeiders, groadwerkers, Íabrielsarbeiders, kanloorbedienden, Iondarbeiders, metaalbewerkers, molenaars, ongeschoolden, schoenmokers, technici, winkelbedienden, tevens dienstboden en vrouweliik fobriekspersoneel enz.
Zeer goede verdiensten, met Gxtrà vergoedingen yoor de gezinnen. Reis'en vertëtingskosten op reii
worden vergtrekt zonder ierugbetaling, Voorschotten kunnen gegJven *,oiden bij vertrek aanschafÍing van kleeding en schoe-lsè1:::*ot een "-oor bedrog van Í 20.-,
Meldt U aon voor bovengenoemde werkgelegenof vraagt inlichtinsen bii den Agent der Ar-
heden
beidsbemiddeling elken werkdag des voormiddagr van.9.30- 12.30 uur, in hat gettrëentehuis, ' ': '
Aduertentie uit het Nieuwsblad uoor Beilen
uan december 1940 In de gemeente Beilen woonden op 1 januari 1940 52 personen die de "Nederduitsche Israëlitische" godsdienstige gezindte hadden. Op l januari 1943 werd er bij de bevolkingsopgave van godsdienstige gezindten nog 1 "Nederduitsche Israëlitische" persoon vermeld, vermoedelijk Jacob Kats, die getrouwd \Mas met een niet-joodse vrouw en hierom niet direct is weggevoerd. Later is hij alsnog gevangen genomen en op transport gesteld. Op 1januaril946 telt Beilen 15 Neder duitse IsraëIieten. De "Endlösung" had ook in de Beiler joodse gemeenschap op een zeer trieste wijze zíjr. sporen nagelaten 33).
MEI1943 - APRIL 1945 Eind april1943 brak in Nederland voor de tweede keer - na de Februari-staking in Amsterdam - een massaal protest uit tegen de Duitse bezetter. Daarvoor was er ook wel sprake van een vorm van vetzet, maar dat lag meer in de sfeer van het zoveel mogelijk yertragen van de invoering van Duitse maatregelen, ze niet goed uitvoeren, vervalsing van gegevens, van administraties een puinhoop maken en het opvangen van onderduikers. De directe aanleiding tot het protest was de Duitse
oproep dat alle krijgsgevangen Nederland-
militairen, die in de mei-dagen van 1940 hadden gevochten, te werk zouden worden gesteld in Duitsland. Hoewel op veel plaatsen werd geprotesteerd, bleefhet in Beilen (maar ook in Assen en Hoogeveen) betrekkelijk rustig. Tijdens deze staking lieten de Drenten ook duidelijk hun aĂ?keur jegens NSB-ers blijken. VoIIe melkbussen van NSB-boeren werden se
omgegooid. Op sommige plaatsen in Drenthe werden zelfs boerderijen van NSB-ers in brand gestoken 3a). In Beilen en omgeving bleef de zuivelstaking beperkt tot het leeggooien van melkbussen in de sloten en het oppakken van twee ambtenaren, die niets vermoedend op de
moesten de gemeenten arbeiders leveren voor de aanleg van start- en rolbanen en bij de bouw van hangars en andere gebouwen. In september 1944 werd het vliegveld door geallieerde vliegtuigen zwaar onder
vuur genomen. Wat in twee jaar was opgebouwd werd grotendeels vernield. Onder zware bedreigingen werden Nederlanders gedwongen om meteen na de luchtaanval aan het werk te gaan met de herstelwerkzaamheden. Medio maart 1944 was het vliegveld weer grotendeels klaar. Maar op 25 maart 1945 werd al het werk weer vernietigd door een geallieerde luchtaanval. Ook mannen uit de gemeente Beilen hebben bij de aanleg van dit vliegveld moeten meehelpen 37).
markt rondliepen. Verder intimideer-
den de Duitsers de boerenbevolking in Drijber en Wijster door een aantal landbouwers tijdelijk gevangen te nemen. Deze maatregel was voldoende om elke poging
van verzet van landbouwers in de kiem te smoren
35).
Door het verloop van de oorlog dwong de bezetLer de bevolking steeds meer voor zichte werken. De Drenten moesten werkzaamheden voor de verdediging van de Duitse posities verrichten. Langs de doorgaande wegen moesten schuilhutten worden gebouwd, zogenaamde "Splitterboxen". Langs deze wegen hielden jonge Nederlanders zogenaamde "Strassenwache". Bij het horen van motorengeronk rran naderende vliegtuigen moesten zij met een
"LUCHTBESCHERMING" In het gemeentehuis van Beilen bevindt zich een archief met 72 proces-verbalen over alles wat uit de lucht naar beneden is gevallen en al dan niet schade heeft opgeIeverd. In dit archief vindt men allerlei gedetailleerde gegevens over neergestorte vliegtuigen, weerkundige meetinstrumenten, strookjes zilverpapier (uitgestrooid door geallieerde vliegtuigen om de Duitse radarapparatuur te ontregelen), brandbommen, fosforbommen, pamfl etten, flesjes met vloeistof, Iuchtaanvallen op treinen en auto's, parachutisten en lege benzinecylinders 38). Op zondagavond
witte vlag chauffeurs van Duitse legervoertuigen waarschuwen, die op hun beurt de wagens in de "Splitterboxen" manoeuvreerden.
Naast de wegen moesten in de weilanden mansdiepe schuttersputjes gegĂŻaven worden. Jongelui moesten in de herfst van 1944 landbouwers helpen met het rooien van de aardappels. Vooral NSB-boeren hadden het in deze oorlogsjaren vaak moeilijk om op tijd de oogsten binnen te krijgen 36). Een van de grootste werken van de Duitsers in Drenthe was de aanlsg van het vliegveld bij Havelte. Eind 1942 werd begonnen met de aanlgg. Vanaf begin 1944 2-1990
.200,- (situatie
26 november L944 om ca. 22.30 luur vallen
totaalbedrag van f.
in de kom van het dorp Hooghalen twee bommen. Een bom explodeerde ca. 4 meter van de boerderij van J. Hoogeveen (huisnummer D-24). De tweede bom viel vlakbij de woning van B. Dik (huisnummer D-97). De materiĂŤle schade in Hooghalen was zeer groot. De schade aan de boerderij van Hoogeveen bedroeg naar de waarde op 10-5-1940 f. 7.448,-, en naar de waarde in 1944 f.14.796,-. Voor de woning van Dik waren deze bedragen respectievelijk f. 4.600,- en f. 9.050,-. Zo'tt 60 woningen in Hooghalen liepen schade op voor een
10-5-1940) en naar de situatie van 26-rl-7944 f. 37.400.- 3e).
27
HET VERZET Uit de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO)ontstond de Landelijke Knokploegen (LKP), die op verzoek van de eerste organisatie via overvallen op distributiekantoren voor bonkaarten voor de onderduikers zorgden. In Beilen en omgeving bevonden zich op diverse plaatsen onderduikadressen. Zowel in het Zutden als in het Noorden van de provincie opereerden actieve knokploegen. Verzetslieden liepen vaak grote risico's. Ook Beiler verzetsmensen zijn door verraad in handen gekomen van de Duitsers. Gedode verzetslieden
uit
de gemeente i::::1. :!:::':li:iri:,,:i:iriii
ffiffi mw n:i::;.::::t:
,;i'i:ri,i
"tt"
..,iiil.ii...ru.
i
ffi
10
2-1990
Ui
::::::::i:i::j:::::::in
ffi.:t.i"r
Beilen waren (zie foto,s v.l.n.r.): Lamber_ tus (Henk) Bruulsema, Willem Dijkema. Hendrik Ch. Kuiper, Franciscus J. H. Overhand Landberg, Jacob Mijnheer, Koop Schra, Hendrik Sevinga, Jan Vroom. Klaas J. Westerbeek, Hendrik Wiegers en Lammert Zwanenburg.
Niet iedereen was in het verzet actief. Meestal kwam van het een het andere. Men begon met een kleine verzetsactivi_ teit, waarna men langzaam maar zeker bij grotere verzetsactiviteiten werd ingescha_ keld. Verzetsstrijders waren geen helden, zij kenden ook hun angsten en momenten van vertwijfeling. Ook mensen die onderduikers verborgen, kenden angst; zij waren geen heldenlHet was ook niet voor een ieder weggelegd om verzetstrijder te zijn of onderduikers te verbergen. Voor het eerste moest men toch in zekere mate geschikt zijn, voor het tweede moest men ook een geschikte gele_ genheid hebben. Het is dan ook niet À, dat alleen zij die in het verzetstreden of zij die onderduikers verborgen ',goede Nederlanders" waren. DOLLE DINSDAG De bevrijding van het Zuidenzorgde voor
grote paniek onder de N.S.B.-ers in het Zuiden en in het Westen van het land. Velen vluchtten naar het Noorden en zelfs
naar Duitsland. Deze laatste groep kwam in de winter van1944-1945 welr tàrug in ons land en werd voor een deel ingekirar_ tierd bij Drentse gezinnen a1). DE BEVRIJDING Begin april 1945 wijst alles op een snel naderende bevrijding van Beilen. Op zaterdagavond 7 april 1945 wordt eàn bombardement uitgevoerd op een Duitse munitietrein bij het Beiler station. In de Stationslaan, De Paltz en de Bisschops_ straat sneuvelen veel ruiten. In de late avond van zaterdag 7 april worden parachutisten gedropt orrà", andere bij Spier, Brunsting, Vorrelveen en Halerbrug. Deze parachutisten verstoppen zich nog dezelfde nacht in boerensch".Ë"
ofrinden
een
schuilplaats in de bossen bij Spier. In deze bossen durven de Duitsers zich in deze iaatste dagen van de oorlog niet meer te wagen. Bij de weg van Spier naar Beilen speelde zich het drama af van de moord op 21 willekeurige Nederlanders, die door de Duitsers beschuldigd werden van hulp aan de parachutisten. Door nekschoten werden zij op gruwelijke wiize om het leven gebracht.
Een eenuoudig kruis getuigt uan het drama dat bij Spier heeft plaatsgeuonden. (Foto: Archief Hist. Ver.)
Op maandag en dinsdag was het in zekere zin rustig in het dorp. Toch was het een ieder duidelijk dat de bevrijding niet lang meer op zich liet wachten. Op dinsdagmid_ dag 10 april bliezen de Duitsers de pàltz_ brug nog op. Op woensdagmiddag 11 april zochten de Duitsers stelling bij de Linthorst Homan_ brug en in de buurt van de Markt en de Havenstraat. Diezelfde middag omstreeks vier uur brak de strijd los. 's Woensdagsavonds ging de De beurijders in de Brunstingerstraat. (Foto: fam. J. Ludwig)
2-1990
t1
boerderij van de fam. Prakken op SmaIbroek 3 in vlammen op. Op donderdag 12 april, "de bevrijdingsdag" voor Beilen, kwamen de eerste Canadezen om half zeven 's morgens vanuit
Brunsting via de Brunstingerstraat Beilen binnenrijden. Bij de gevechten in de Brunstingerstraat ging het huis van de fam. Beugel verloren. Ook het huis van A. Koerts werd vernield. In de omgeving van de Havenstraat werden veel Duitsers gearresteerd. De huizen van de families Bos en Hepping aan de Markt brandden af. Dezelfde morgen moest ook de telefooncentrale er aan geloven. Deze centrale werd door de Duitsers opgeblazen. In Beilen was dit een van de laatste wandaden van de Duitse bezettera2).
ARRESTATIES Direkt na de bewijding werden alle "foute" Nederlanders gearresteerd. Aanvankelijk werden zij in verschillende gebouwen vastgezet, o.a. in de Herv. school aan de Molenstraat. De verhoren vonden plaats in "Rustoord" (Beileroord). De zware gevallen werden geïnterneerd in kamp Westerbork. Vele landwachters waren in de laatste dagen van de oorlog naar Duitsland gevlucht. Een van de meest beruchte landwachters uit de gemeente Beilen werd in mei 1945 in Duitsland gearresteerd. Hij werd teruggebracht naar Nederland, waarna hij naar Beileroord werd gebracht om verhoord te worden as). De gezinsleden van de gearresteerden
kwamen veelal in grote problemen. Vrouwen hadden geen inkomen meer en in sommige gevallen zelfs geen huis. Hun geld en hun goederen waren verbeurd ARCHIEF:
verklaard. De gearresteerden, hun vrouwen en hun kinderen, die al tijdens de oorlog de nodige minachting moeten hebben gevoeld, ondervonden na de oorlog nog meer aversie. Aan het eind van de oorlog waren er in Drenthe 3.000 NsB-leden verdeeld over zo'n 2.000 families. In november 7947 waren er 2.100 leden &). Ook in Beilen zijn woningen van NSB-ers geplunderd6). OUDE TIJDEN KEREN WEER Op 20 april1945 verschijnt het Nieuwsblad voor Beilen weer. Redacteur G. A. de Ridder opent het blad met de beeltenis van koningin Wilhelmina en de wens dat zij spoedig weer in Nederland zal zljn. Verder schrijft hij een hoofdartikel onder de kop "Geen nazi-methoden", dat de Nederlanders er met elkaar "voor moeten waken niet af te dalen tot het zedelijk peil" van de Duitsers tijdens de oorlogsjaren 46). Ook in de sociaal-maatschappelijke verhoudingen keren oude tijden weer terug. Na de bewijding neemt burgemeester Wytema zijn post weer in. Mewouw Wytema wil ook wel weer in Beilen wonen, maar dat is alleen mogelijk als zij ook een dienstmeisje tot haar beschikking heeft....a7). i!|^i9saqï z'tf ;;;[e]ii -"Xï'fr ,§;f i;í."d,[]i§J3:iï,]'*""*:r,1, n
,u;**r*ffi
DE TI!ϧEYER.
MEvR. À{E{ËRtr{o,
ririr*ià,
G. J. Dijkstra nieuwste tijd, 1 850-1 945.
Gemeentearchief Beilen
Kroniek van het bewijdingsjaar, Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1946II, Assen 1947 - G. A. Bontekoe Ondergang. De venolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 I, 's-Gravenhage 1977. J. Presser Het Grote Gebod. Gedenkboek van het Verzet in LO en LKP
LITERATUUR: Kranten: Nieuwsblad voor Beilen, 1935-1941 en 1945 Emmer Courant,1939
Kampen 1951, R. van Aerde e.a.
Boeken: Geschiedenis van Drenthe, Assen,1985, J. Heringa e.a. Hieruit: hoofdstuk XIII: P. Th. F. M. Boekholt - De
L2
2-1990
1) Nieuwsblad voor Beilen, 3-1-1936 2) Nieuwsblad voor Beilen, 11-12-1936 3) Boekholt, p. 651-652
,
5) 6) 7)
Ibidem, p. 653 Ibidem, p. 655 en Nieuwsblad voor Beilen,18-4-1935 Boekholt, p. 655-656 Nieuwsblad voor Beilen, 18-4-1935, 28-5-1937 ; Niet uitgegeven scriptie yan L. Maat van de Chr. MAVO
Gemeentearchief Beilen. 8) Nieuwsblad voor Beilen, 7-5-1937 en infomatie van B. Sanders ,) Nieuwsblad voor Beilen, 10-3-1939 ,o) Nieuwsblad voor Beilen, 24-12-1936 ,,) Ibidem, T-5-1937 ,r) Ibidem, 12-3-1937 ,t) Ibidem, 25-3-1938 ,n) Ibidem, 1-4-1938 ,u) Boekholt, p. 656 Niet uitgegeven scriptie van L. Maat van de Chr MAVO ,r) Nieuwsblad voor Beilen, 1-10-1937 ,t) Boekholt, p. 657 ,n) Gemeentearchief Beilen, inv.nr. 1.865 ,o) zie artikel B. Koning, p.36 ,r) Nieuwsblad voor Beilen van: 7 -72-7940, 14-12-7940, 4-7 -7941, 11-1-1941, 18-1-1941 en 28-2-1941 ,r) Nieuwsblad voor Beilen, o.a. íal.27-7-1940, 3-8-1940 en 10-8-1940 ,r) Boekholt, p. 663-665 zie artikel P. van der Herberg, p. 19 24) Boekholt, p. 665
EEN STAD OP DE HEIDE INLEIDING. Een groot landelijk dagblad schreef op 14 oktober 1939: "Tusschen Hooghalen, Amen, Grollo, Schoonloo en Westerbork en het spoorwegstation Beilen, ligt een onafzienbaar stuk veld. Heide met schaarsche ontginningen, oud enjongbosch, een enkele boerderij, een boschwachterswoning en daar, middenin, net op het punt waar de Drentsche gemeenten Beilen, Rolde en Westerbork bij elkaar komen, ligt een stad in aanbouw". Deze stad is inmiddels verdwenen. Op het kampterrein staan een aantal bomen. Het is goed mogelijk dat één van de Duitse vluchtelingen die hier in 1939 ondergebracht werden, meegeholpen heeft bij de aanplant. Tussen de barakken, waarïan hier en daar nog de resten van de fundamenten zíchtbaar zijn, zouden paden komen die opgesierd moesten worden met meidorens,
%)
6)
,) È) 4) il) ,t)
r) s) &)
s) s) 3r)
s) 3e)
4)
a1) n2) a3) nn)
nu)
nr)
Nieuwsblad voor Bei]en, 1941 zie artikel T. L. Krres, p. 23 Gemeentearchief Beilen, inv.nr. 7.865.282 Gemeentearchief Beilen, inv.nr. 1.865.28 Boekholt, p.659 Nieuwsblad voor Beilen, 29 meí1945 Boekholt, p.660-61 zie artikel B. Koning, p. 36 en Presser p. 304-305 Bekholt, p.667-668 Geneenterchief Beilen, Volkstellingen, inv.nr. 1.755.36 Brekholt, p. 668-670 Infomatie van B. Koning. Zie ookzljn artikel op p. 36 Informatie van F. C. Kerkhove Boekholt, p.672-673 Gemeentearchief Beilen, inventarisnummer 1.865.28 Gemeentearehief Beilen, inv.nr. 1.865.28 Ibidem, inv.nr. 1.865.28, nr. 63 Informatie van F. C. Kerkhove, B. Sanders, R. van Aerde p.178-193. Zie ook het artikel van T. L. Kroes over de onderduikers bij de familie Veenstra, p. 32 Boekholt, p. 675 Bontekoe, p.4l-70 Boekholt, p. 676 Nieuwsblad voor Beilen, 29 mei1945 Boekholt, p. 677 Nieuwsblad voor Beilen, 20 april 1945 Nieuwsblad voor Beilen, 20 april 1945 Nieuwsblad voor Beilen, 25 apnl7945
acacia's, lijsterbessen en vogelkersen. Langs de hoofdwegen Yan het kamp werden eiken geplant. Bij de bouw van het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork was f. 3.000,- begroot voor de groenvoorziening. Dit bedrag was slechts een fraktie van het totale bedrag dat het Ministerie van Binnenlandse Zaker. nodig dacht te hebben voor de bouw en inrichting van een kamp voor de in Nederland vertoevende joodse vluchtelingen uit Duitsland. De één en een kwart miljoen gulden die begroot waren moesten worden opgebracht door een hulpcomité dat door joodse Nederlanders was opgericht om steun te verlenen aan hun geloofsgenoten die gevlucht waren voor het anti-semitisme van de Duitse nationaal-socialisten. Dit comité stelde zich garant voor de kosten en zou vanaf1941 het bedrag aflossen. Door de bezetting is
het niet zover gekomen. Op 19 juli 1939 werd opdracht gegeven tot de bouw van het kamp. Staatsbosbeheer stelde een afgelegen heidegebied van 200 hectare groot beschikbaar in de gemeente Westerbork. Daarvan was een aantal hectare bestemd voor het eigenlijke kampterrein dat 500
2-1990
13
meter lang en evenzo breed was. De huidige bosrand geeft de grenzen van het kampterrein aan. Tevens werd boerderij Schattenberg aan het kamp verpacht. Bij de bouw van het kamp werd gebruik gemaakt van werklozen die via werkverschaffingsprojekten werden ingezet. De barakwoningen die zij bouwden, mochten niet tè mooi worden. Minister De Wilde van Financiën vond namelijk dat "de huisvesting van de vluchtelingen niet te zeer Ínag afsteken bij die van de bewoners van de arme streken van de provincie Drenthe". Het mocht wel gezellig zijn: "Boeren bontgoed, dat doet het zeer goed achter de heldere ruitjes". Het kamp moest zo afgelegen liggen om te voorkomen dat de Duitse joden deel gingen uitmaken van de Nederlandse gemeenschap. Het einddoel van de regering was het vertrek van de vluchtelingen uit Nederland. Om de mogelijkheden daartoe zo groot mogelijk te maken, kregen de bewoners een opleiding die van nut zou zijn voor vestiging in Palestina, Amerika of elders. De boerderij werd gebruikt voor het landbouwonderwijs. "Op veel ruimer schaal dan tot nu toe mogelijk was, leerden de menschen de waarde van den landarbeid in den breeden zin van het woord en worden ze daardoor meer bruikbaar om, \Manneer de gelegenheid daarvoor bestaat, te emigreren. Zemoeten leeren datze elders in de wereld met hun handen weer een toekomst moeten opbouwen". Op 19 oktober 1939 kwam de eerste groep vluchtelingen in het kamp aan. Het was de bedoeling dat er zo'n2500 zouden worden gehuisvest. Op 10 mei 1940 waren dat er 750. Zíj mochten al spoedig het kamp niet meer verlaten. InL942 waren zij de eerste bewoners van het'Durchgangslager'.
DE BOUW. Op 19 juli werd de offrciële opdracht tot de bouw van het kamp gegeven door de Minister van Financiën H. Colijn. De bouw van de barakken werd uitbesteed aan de gebroeders Bruns en Bonke, 14
aannemers te Almelo. In samenwerking met de plaatselijke houtvester en de Rijksgebouwendienst werd begonnen met de inrichting van het kampterrein. Het gehele complex zott 200 ha groot worden: 52 ha bouwland; 32 ha grasland;25 ha kampterrein en de rest bos en water. Tot het complex hoorde tevens de boerderij Schattenberg die zo'n anderhalve kilometer ten zuiden van het kampterrein lag. De gravers en spitters, de bouwers en electriciëns konden aan het werk. In de herfst van 1939 kon het kamp in gebruik worden genomen. De vluchtelingen werden, al dan niet onder geleide van politie of marechaussees, naar de Drentse heide gebracht.
De directeurswoning in aanbouw. (Foto: Herinnering scentrum Kamp Westerbork.) Hoe zou het kamp er uit zien? Een verslaggever van het Nieuwsblad van het Noorden bezocht eind augustus 1939
onder begeleiding van de burgemeester van Westerbork het kampterrein. Op 29 augustus publiceerde hij een uitvoerig artikel over de aanbouw van het centraal vluchtelingenkamp. Laten we met zijn ogen naar die bouwplaats kijken: "Er wordt hard gewerkt aan den opbouw. Enkele barakken zijn al bijna klaar, andere verkeren in eenjonger stadium. Hierdoor was het ons onmogelijk te ziera hoe degelijk en solide alles tot stand komt. De diverse gebouwen worden opgetrokken op een betonlaag, waarop nog weer een houten vloer wordt gelegd. Achter het hout der wanden en afscheidingen gaat drijfsteen schuil, zodat de gebouwen er voor jaren zullen staan, hopelijk i
2-1990
i
Ianger dan ze voor hun eerste bestemming noodig zullen blijken. Het laatste ligt hoogstwaarschijnlijk in een ver verschiet, zoodat men zich over de toekomstige bevolking van dit kamp nog niet het hoofd behoeft te breken".
van het afgelegen oord uit minder goed zou kunnen geschieden dan van Holland uit, is ten eenen male ongegrond, zooals de minister destijds in de Tweede Kamer reeds heeft uiteengezet". De verslaggever eindigt aldus: "Het is nog slechts een kwestie van weken voordat men de eerste vluchtelingen in het kamp zal opnemen. Moge het voor hen, ondanks het gemis van veel dat zij hadden, een veilig haven zijn".
Het Centraal Vluchtelingenhamp in. aanbouw. (Foto : Herinneringscerttrum Kamp Westerbork) "Zooals men weet lag het aanvankelijk in het voornemen speciaal ook Katholieke en
Protestantsche vluchtelingen hierheen te brengen. Nu de plannen defrnitieven vorm hebben aangenomen, is men daarvan afgestapt. Uitsluitend joden zullen hier worden samengebracht in groepen dan wel in gezinsverband. Het wordt een zeer gemèleerd gezelschap, waarin het intellect zeker niet zal ontbreken. Zoo zijr, er dokters, chirurgen, ingenieurs en kooplieden onder, ja, zelfs wordt een oud-minister verwacht. Nu zijn al dezen over een dertigtal inrichtingen rran ons land verspreid, straks zullen zij samen één gemeenschap moeten vormen. Zij zullen hun eigen medischen dienst hebben - onder
toezicht van een Nederlandschen arts -, zelf het onderwijs yerzorgen, in de centrale keuken de maaltijden voor allen in het kamp bereiden, en eigen brandweer vormen. De vakmenschen zullen voor hun lotgenooten mogen werkzaam zijn. Nieuwe vaklui zullen in de werkplaatsen worden gevormd en de aan het kamp grenzende boerderij zal door zijn bewoners geheel in exploitatie worden genomen. Dit alles is noodig, omdat de emigratiemogelijkheden uitgebreid zullen worden. De wees, dat dit
De centrale h.euhen. (Foto: Herinnerings-
centrum Kamp Westerborh,.) DE VLUCHTELINGEN. Het Comité voor Joodsche Vluchtelingen financierde het kamp en was derhalve nauw betrokken bij aan-, op- en inrichting ervan. Het comité had het volste vertrouwen in de goede bedoelingen van de Nederlandse regering. Net als de overheid stond het comité op het standpunt dat de uitgeweken Duitse joden zo snel mogelijk uit Nederland vertrekken moesten. De werkzaamheden van het comité richtten zich dan ook met name op scholing en dergelijke om de emigratiekansen zo groot mogelijk te maken. Het lag van aanvang af in de bedoeling dat het Centraal Muchtelingen Kamp Westerbork naast een opvangkamp voor semipermanent verblijf, vooral mensen moest opleiden om ze zo meer mogelijkheden tot emigratie te geven. Kamp Westerbork werd dus niet alleen een woon- maar ook een opleidingskamp.
'\I oor Zíjne Excellentie, De eerste groep vluchtelingen is in het kamp aangekomen op 9 october. Zij bestond
2-1990
15
uit 5 man uit Rotterdam, 1 1 man uit Amsterdam en 6 man uit Eindhoven. Tot Zwolle is het transport begeleid door Mej. Cohen, vanaf Zwolle door ondergeteekende. De stemming was uitstekend, er stond een stevige soep klaar, de barak was klaar voor de ontvangst en maakte met de prima bedden en prachtige dekens een uitstekende indruk en nog denzelfden avond gingen de eerste berichten uit, dat het nog niet zoo kwaad was in het nieuwe kamp". Aldus de directeur van het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork, de heer D. A. Syswerda in zijn eerste schriftelijke rapport gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken. Deze 22 vluchtelingen kwamen niet in een kant en klaar kamp. Nee, zij waren heuse pioniers die zelfeen deel van de opbouw van het kamp op zich moesten nemen. Ze moesten de door het ministerie aangestelde arbeiders assisteren. Timmerwerk, graafwerkzaamheden, maar ook huishoudelijk werk en dergelijke. We zullen Syswerda's betoog hier nog even volgen Vluchtelingen in Kamp Westerbork, 1939. (Foto : Herinneringscentrum Kamp We ster bork)
om aldus een beeld te krijgen van die eerste tijd in het kamp.
"De goede stemming is op een enkele uitzondering na gebleven. Er zijn verschilIende werkgïoepen gevormd voor huisdienst, schoonmaken der barakken, hulp voor den timmerman, in het magazijn enz. Jammer, heel jammer dat er zoo weinig timmerlui onder de vluchtelingen voorkomen; immers is er bij den bouw van het kamp op gerekend, dat het maken van stellingen enz. in rnagazijn, kofferloods, Iinnenkamer ettz. ertz. door eigen krachten zou geschieden en dat werk gaat door het veel te kleine aanta] timmerlieden veel te langzaam. Er wordt overigens met animo gewerkt en de omstandigheden welke speciaal met het slechte weer, als het terrein één modderpoel is met plassen van barak tot barak tot een diepte van 20 en meer centimeter, toch wel heel anders zijn dan die, waaraan deze menschen (in het bizonder die uit Rotterdam een Amsterdam, die gewend waren iederen dag hun uitgangetje naar de groote stad te hebben) gewend waren, worden goed "genomen". Bij allen leeft de gedachte, dat het goed zal worden, als alles klaar is, en zij vinden het een prettige gedachte, zelf daaraan meegewerkt te hebben". De groep van22 pioniers werd na enkele weken uitgebreid. Het kamp dat voor 2500 mensen bestemd was, naderde slechts langzaam zijn voltooiing. We zullen nu
kijken door de ogen Yan Werner Bloch, een Duitse jood die na de Reichskristallnacht naar Nederland vluchtte. Hij werd achtereenvolgens ondergebracht in vluchtelingenkampen in Reuver en Hoek van Holland. Eind oktober 1939 werd hij naar Westerbork gebracht. "Toen wij uit Hoek van Holland vertrokken, werden we op wachtwagens geladen. In het begin kwamen we door verschillende grote plaatsen en steden. Aangezien we helemaal niet wisten waar Drenthe lag en waar we naar toe gingen, waren we nog een beetje hoopvol en dachten: "Misschien is het hier in de buurt". eens
16
2-1990
Maar uren verstreken. Hoe verder we kwamen des te eerrzarrrer werd het. Op een gegeven moment zag je alleen nog maar heidevelden. Af en toe bosjes. En waar uiteindelijk het vluchtelingenkamp zou komen, was een enorm grote vlakte waar alleen hei en zand zích bevonden en wat erg troosteloos was. Maar we hadden zelf niets te bestemmen en moeten er genoegen mee nemen. Dat zou onze volgende verblijfplaats worden. We wisten niet voor hoelang en hoe het verder zou moeten gaan. Wij kwamen in het kamp aan op 23 oktober 1939. Het leek op een grote werkplaats. Een puinhoop. Overal lag hout, grote hopen zand en andere bouwmaterialen. We werden in noodbarakken ondergebracht en moesten uiteindelijk meehelpen bij het bouwen van de barakken waar we later gehuisvest werden. Allemaal houten barakken. We krijgen laarzen en werkkleding. Uit de eerste periode herinner ik me dat we heel erg vroeg op moesten staan en de hele dag de bouwspullen moesten aangeven. Stenen en hout. En helpen sloten te maken om het water af te laten vloeien. Doodmoe kwamen we's avonds in de barakken. We waren blij dat we konden slapen. Maar om zes uur's morgens werden we weer gewekt en moesten we weer aan het werk. Dag in dag uit gingen we 's ochtends met een voorman op stap. Later bestond ons werk er in om sloten te graven, een meter diep. Dan een nieuwe sloot en de aarde van deze werd in de vorige gedaan enzovoorts. Toen dat klaar was, werden er lupines gezaaid. Het volgende jaar stonden er prachtige lupines. Het doel daarvan was de grond te bemesten maar dat hoorden we later pas. Op een gegeven moment was het kamp een klein dorp geworden. De barakken waren opgebouwd. Er kwamen meer barakken, er was een pleintje en er was een keuken. Er kwamen ook vluchtelingen-gezinnen. Vrouwen en kinderen kwamen in het kamp. Er werden wat werkplaatsen ingericht. Ik had genoeg van het buiten werken en gaf me op voor de timmermanswerkplaats. Ik had wel de gelegenheid om een en ander aan te leren.
De meester was een Nederlander, maar er waren ook vluchtelingen die er veel van wisten. Het enige wat ik weet, en dat is mijn persoonlijke ervaring, dat de avonden hoofdzakelijk voor bij scholing gebruikt werden. Ik herinner me dat er iemand met een Franse cursus begon, en iemand met een Engelse. Ikzelf - op het gymnasium waar ik afgetrapt ben vanwege mijn joodzijn, ben ik niet voldoende ver gekomen met Latijn - grng, toen er een Latijnse cursus ging lopen in Westerbork deze volgen en ik heb er met veel meer genoegen Latijn geleerd dan dat ik het ooit op school gedaan heb.
Het kamp had dus wel de structuur van een dorp, maar alles wat er gebeurde bleef binnen de gemeenschap. Dus ook sportwedstrijden en dergelijke bleven beperkt tot de gemeenschap. Er omheen was niets. Eventuele dorpen in de buurt? Ten eerste was er de taalbarrière. Die was nog groter, omdat de Drenten in principe alleen maar Drents spraken. Maar er was ook geen aÍfiniteit om met elkaar dingen te doen, want het verschil was zodanig groot, dat dat soort dingen nooit plaats hebben gevonden. De gezelligheid die we toch opgebouwd hadden in het vluchtelingenkamp Westerbork werd natuurlijk somberder en somberder naarmate we er meer van overtuigd raakten, dat de Duitse inval zou plaatsvinden." Werner Bloch verbleef tot 1944 ín Westerbork om vervolgens via zijn vaderland naar Auschwítz te worden gedeporteerd. Hij overleefde de oorlog en vond nal945 in Nederland een nieuw vaderland. De vluchtelingen werden dus ingezet bij de opbouw van het kamp en ontginning van de omgeving; de huidige bossen van boswachterij Hooghalen zijn deels door
Duitse vluchtelingen aangeplant. Voor velen zal het lichamelijk werk in de bouw, ontginning en landbouw op de bij het kamp horende boerderij een zware opgave geweest zijn. Vanaf het allereerste begin waren werk en opleiding voor de overheid uitgangspunten in de opvang van vluchtelingen. De vluchtelingen moesten zo snel
2-1990
L7
mogelijk Nederland weer verlaten. Eventuele emigratie-landen waren USA, Aïgentinië, Zuid-Afrika en Palestina. Met name met een opleiding in de landbouw zou het voor de vluchtelingen mogelijk zijn daar een nieuw bestaan op te bouwen. Het landbouwonderwijs nam derhalve een belangrijke plaats in in het vluchtelingenkamp. Er zijn slechts heel weinig mensen vanuit het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork geëmigreerd. De oorzaak was dat op het moment dat de opleidingen goed en wel draaiden Nederland bezet was door de Duitsers en het iiberhaupt moeilijk was Nederland te verlaten. Verder stonden de gedachte emigratielanden niet te popelen om Duits-joodse vluchtelingen op te nemen. De bevolking van het kamp groeide niet echt snel. In december 1939, zo rond Kerst, woonden er nog geen 150 vluchtelingen. In feite was het kamp nog niet eens opgeleverd. Dat is pas een maand later het geval en dan ook pas konden grote groepen vluchtelingen naar Westerbork komen. Tot 10 mei 1940 nam de bevolking toe tot meer dan 700 zielen. Een van hen was mevrouw Hildegard Stroober. Zij woonde met haar man en zonen in 'post Hooghalen'. De familie wilde dolgraag emigreren naar Amerika, maar al hun pogingen liepen op niets uit. Zlj formuleerde het als volgt: "Je bent natuurlijk erg gedeprimeerd, maar je moest het nemen. Je was blij dat je nog leefde, dat je er nog goed van afgekomen was. Maar we hadden natuurlijk niet gedacht dat de Duitsers zouden komen. Je was gewoon gedeprimeerd. Het was niks. Je wist niet wat er komen zou. Je leefde gewoon. Je vertelde datje naar Amerika wilde, maar je kreeg de kans niet, je kreeg gewoonweg de kans niet." Ook mevrouw Stroober overleefde de oorlog. Haar, achteraf geformuleerde, opinie over Westerbork maakt veel, heel veel duidelijk. Ondanks alle goede doelstellingen van overheid en hulpcomité's kwam er voor de uitgewekenen weinig terecht van de uitwerking ervan. De organisatie in en om het kamp was rom18
2-1990
melig, de directeur was een incompetente figuur, de opleidingen weliswaar goed, maar het doel ervan: emigratie, onhaalbaar. En wat voor de vluchtelingen beIangrijk was: hun situatie scheen hopeloos, positieve vooruitzichten waren hun niet te bieden. Daar komt nog bij, dat de ligging van het kamp in de gemeente Westerbork de vluchtelingen veel zorgen baarde. Immers: Duitsland lag zowat om de hoek. Er heerste onder de vluchtelingen een grote angst voor een eventuele Duitse inval. Reeds op 8 februari 1940 zonden de kampbewoners een verzoek naar de Minister van Binnenlandse Zaken om maatregelen te treffen om de vluchtelingen in geval van nood te evacueren. De directeur van het kamp ondersteunde dit verzoek om de angst bij de bewoners weg te nemen. Immers: de vluchtelingen hadden niet de bewegings-vrijheid van de Nederlanders en daarbij waren zijbijzonder gehaat bij de Duitse nazi's. De Minister honoreerde het verzoek en liet een evacuatieplan ontwikkelen. EVACUATIE Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers NederIand binnen. De schrik in Kamp Westerbork was erg groot. De vijand, de partij waarvoor men het vaderland ontvlucht was, zat hen nu weer op de hielen. Zo'n 700 vluchtelingen vertrokken in alle woegte in de richting van station HooghaIen om daar in de aI enige tijd gereedstaande trein te stappen. Deze trein zou de uitgewekenen naar Zeeland brengen, zodat ze vandaar naar Engeland konden vluchten. Het Nederlands personeel en 16 vluchtelingen bleven achter om het kamp te bewaken tegen ondermeer diefstal. Op papier was het evacuatieplan een uitstekend plan. Het verliep tot aan Zwolle precies volgens het boekje. Daar echter was de spoorbrug over de lJssel opgeblazen en kon de trein de reis niet vervolgen. Tragiek ten top: de trein keerde terug naar het noorden, niet naar Hooghalen maar richting Leeuwarden. In Leeuwarden strandde de trein wederom, nu omdat de Duitsers reeds in de
directe omgeving van de Friese hoofdstad waren aangekomen. Leeuwarden werd eerder bezet dan Westerbork. In deze stad werden de vluchtelingen in eerste instantie ondergebracht bij gezinnen. Eind mei moesten ze allen weer terug naar het kamp en waren daar in afwachting van wat komen ging. De Nederlandse autoriteiten wilden het kamp echter wel opheffen en de uitgewekenen onderbrengen bij Nederlandse gezinnen. De Duitse autoriteiten voelden echter helemaal niet voor de verspreiding van de vluchtelingen over het hele land en zeker niet rroor een onderbrenging bij gezinnen. Ze wilden niet dat Westerbork opgeheven werd. In'Tagesmeldung van de Sicherheitspolizei' te Groningen aan die van Den H.aagvanl7 juni stond: "Eine Auflรถsung des Lagers ist
(.....) erst dann angebracht, wenn feststeht, wohin die Juden abgeschoben werden
kรถnnen". Om het beheer te vereenvoudigen, maar vooral om een strafrechtelijke reden te vinden voor internering van joodse vluchtelingen, werd Westerbork bij beschikking van 16 juli ondergebracht bij Justitie. Er was namelijk nooit een rechtsgrond geweest om de (legale) joodse vluchtelingen in kampen onder te brengen. Om dit te bewerkstelligen moest eerst een artikel uit de Vreemdelingenwet van 1918 veranderd worden, waardoor Justitie het recht kreeg tot internering van weemdelingen, die gevaarlijk werden geacht voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid. Na de overdracht van Binnenlandse Zaken en Justitie eisten de Duitse autoriteiten, dat aIle joodse vluchtelingen in Westerbork moesten worden ondergebracht. Toen het interneringskamp voor joodse
vluchtelingen in juli 1942 door de Duitse bezetter werd overgenomen, woonden lang niet alle Duits-joodse vluchtelingen in het kamp. Slechts 1500 verbleven er op dat moment. Zii waren de eerste inwoners van "Durchgangslager Westerbork" 1) Ben Prinsen. 1) Dit artikel is gebaseerd op de expositie "Uitgeweken
Wachthuisje bij de hoofdingang uan het uluchtelingen lzamp, 194 1. (Foto : Herinne rirugscentrun't Kamp We sterborh,)
Duitse vluchtelingen in Nederland 1933-1940" die de auteur in 1989 samenstelde voor het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. "De voorgeschiedenis van kamp Westerbork" onder redaktie van Dirk Mulder en Ben Prinsen, in 1989 verschenen, is verkriigbaar bii het
-
Herinneringscentrum. ISBN: 90-72486-11-0)
WINTERHULP EN NEDERLANDSE VOLKSDIENST IN DRENTHE Het gematigde optreden van de Duitse bezetters had tot gevolg dat in de tweede helft van mei 1940 de aanvankelijke paniekstemming verdween. Het leven van de meeste Nederlands hernam min of meer zijn normale gang. Het Duitse militair gezag werd eind mei
1940 door een burgelijk gezag onder leiding van Rijkscommissaris SeyssInquart vervangen. Dit Rijkscommissariaat in Nederland was een instelling met een voorbijgaand
2-1990
19
karakter. Of Nederland op zou gaan in een Groot-Germaans Rijk of als lid van een Statenbond met behoud rran een zekere mate van zelfstandigheid aan Duitsland ondergeschikt zou zijn, duidelijk was wel dat Nederland in eerste instantie gelijkgeschakeld en uiteindelijk genazifrceerd moest worden.
Gelijkschakeling betekent simpelweg dat instellingen en beroepsgroepen onder Duitse controle gebracht werden en zonodig volgens Duits model ge(re)organiseerd. De pers werd uiteraard als eerst onder controle gesteld. De SDAP en het NW werden al spoedig onder gezag van een commissaris gebracht, er kwam een Artsenkamer, een Kultuurkamer, etc. Gelijkschakeling is dus in de eerste plaats dwang. Nazificatie is iets anders. Nazificatie is het ingang doen vinden van de nationaalsocialistische wereldbeschouwing. Daarvoor is dwang niet het middel, maar de weg der geleidelijkheid moet bewandeld worden: opvoeding. Het ging de Duitsers bij dit opvoedingsproces niet uitsluitend om de Nederlandse volwassenen, maar met name om de kinderen. De Duitsers dachten de tijd te hebben. Het was Hitlers streven om aan het eind van zijn leven de expansie van het Duitse Rijk voltooid en de oorlog beëindigd te hebben. Zijn opvolger moest dan het nieuwe GrootDuitse rijk tot bloei brengen.
Winterhulp Nederland IWHN) en Nederlandse
Volks-
..:
dienst (NVD) moesten '. mede de instrumenten worden om het Neder- r landse volk tot het nationaal-socialisme op te voeden. De Winterhulp is van de twee de bekendste instelling. Beide instellingen waren organisatorisch nauw met elkaar verbonden en in feite was de Volksdienst uit Duits oogpunt de belangrijkste. 1:]
20
2-1990
DE WINTERHULP. De taak van de Winterhulp was propaganda en hulpverlening. Hulpverlening geschiedde door in het Winterhulpseizoen (van oktober t/m maart) aan mensen met de laagste inkomens één keer of vaker een uitkering te verschaffen. Dit gebeurde in de vorm van waardebonnen die uitsluitend bestemd waren voor de aanschafvan kleding, voedsel en brandstof. De waardebonnen konden besteed worden bij de plaatselijke winkeliers, die deze waardebonnen dan weer voor geld konden omwisselen bij het hoofdkantoor van WHN en NVD in Assen. Vooral in de laatste oorlogsjaren werden voornamelijk uitkeringen in natura gedaan, omdat in de winkels weinig meer te krijgen was. De uitkeringen
hadden een gemengd
karakter: naast steunverlening was het een vorm Yan propaganda. Dit gemengde karakter geldt ook voor de Winterhulpkollektes: naast inkomstenbron een propagandamiddel. Bekend zijn nog altijd de Winterhulpkollektes waarbij speldjes uitgereikt werden. Er waren verschillende
series zoals: bloemen, verkeerstekens, zeehelden en de bekendste: het lichtgevende molentje (Zo joh,loop jij met molentjes?). Er waren afwisselend straat- en
lijstkollektes. Bij de lijstkollektes werd huis aan huis gekollekteerd. De opbrengsten van de lijstkollektes waren altijd hoger dan die van de straatkollektes. Men gaf iets om er maar van af te zljn of men was bang voor moeilijkheden. Opgemerkt moet nog worden dat alle andere openbare inzamelingen verboden waren. Een lucratieve en bij de Nederlandse bevolking zelfs populaire Winterhulpactiviteit was de loterii die iniuni 1941 van
start ging. De opzet was 6 miljoen loten te plaatsen voor de prijs van 50 cent per stuk. Bij de straatverkoop moest uit een bak een enveloppe getrokken worden waarin twee nummers zaten. Eén daarvan kon direct een prijs opleveren en het tweede nummer kon een prijs opleveren bij de premieloterij die gehouden werd nadat alle loten geplaatst waren. In het eerste zowel als in het tweede jaar werden alle zes miljoen loten geplaatst. In het derde jaar zelfs 10 miljoen loten. Van de totale Winterhulpinkomsten van 13 miljoen gulden in 1943 maakten de loterijopbrengsten f. 2.350.000,- uit. Als u deze cijfers met 10 vermenigvuldigt, heeft u ongeveer de huidige waarde. Velen in Nederland waren ervan overtuigd dat van de gelden die de Winterhulp inzamelde een deel aan Duitsland of de NSB werd afgedragen. Het tegendeel is waar. De Duitsers en de NSB hebben van de Winterhulp niets ontvangen. Integendeel, de Duitsers hebben de Winterhulp met grote subsidies gesteund.
In haar bestaan heeft de Winterhulp voor ongeveer 26 miljoen gulden uitgekeerd, waarvan in Drenthe ongeveer 1 miljoen. Om voor een uitkering in aanmerking te kunnen komen, mocht een echtpaar met twee kinderen bijvoorbeeld niet meer dan f. 60,- per maand verdienen. Een geschoolde arbeider verdiende toen ongeveer f. 120,- per maand. In het Winterhulpseizoen 1943144 hebben in Drenthe ongeveer 25.000 mensen een uitkering gekregen. Dat was ongeveer 10 procent van de Drentse bevolking. In de gemeenten in zuid-oost Drenthe werd relatief het meest uitgekeerd. Daarnaast in Assen en Hoogeveen. In 1943144 hebben in de gemeente Beilen ongeveer tweehonderd mensen een uitkering ontvangen. Dat is ongeveer twee procent van de Beiler bevolking. Iedereen die aan de inkomensnormen voldeed, kon voor een Winterhulpuitkering in aanmerking komen. Tot medio 1942 ookJoden. De Winterhulp was, ook organisatorisch, een onderdeel van de Nederlandse Volksdienst.
NEDERIÀNDSE VOLKSDIENST. Er zijn srs2gnlijke verschillen tussen de Winterhulp sa fls \,r6lksdienst. De doelstel'ling van de Winterhulp was degenen die daarvoor volgens inkomensnormen in aanmsrking kwamen, gedurende de wintermaanden een extra-tje te geven. De Nederlandse Volksdienst stond een wezenlijk ander doel voor ogen. Volgens artikel 2 van de statuten van de in juni 1941 opgerichte Volksdienst was het doel: "De verzor-
§"
.G:r*tt*'
ging van alle Nederlanders, uit een oogpunt van de zorg voor het volk en de welYaatt, zoomede overeenkomstige opgaL't'tlt ven".
Dit liikt tamelijk onschuldig, maar: "Alle Nederlanders", moest volgens de Landelijk Leider der WHN en NVD geïnterpreteerd worden als: "... alle Nederlanders, ongeacht hun politieke of geloofsovertuiging, die blijkens hun geestelijke en lichamelijke eigenschappen de dragers zijn van de NederIandse volkskracht en natuur". Dit is puur nazi-jargon. De zin is waarschijnlijk
letterlijk uit
de Duits vertaald.
uit principe niet voor hulpverlening in aanmerking kwamen, waren derhalve: bejaarden, geestelijk of lichamelijk gehandicapten en als nietdragers van de Nederlandse volkskracht en cultuur: joden, zigeuners en a-sociale personen en gezinnen. Degenen die dus
Het gezonde gezin, met de nadruk op moeder en kind, was de voornaamste doelgroep van de Volksdienst. Wanneer zo'r. gezin in de problemen kwam, verleende de Volksdienst tijdelijke hulp tot het gezin er weer bovenop was. De hulp was niet afhankelijk van inkomensnormen, maar individueel naar ontstane problemen. Bijvoorbeeld: in een aantal gevallen werd voor een kleine boer wiens paard doodgegaan was, een nieuw paard gekocht, zodat het bedrijfie voortgezet kon worden.
2-1990
2t
Direkte hulpverlening was maar één kant van het werk van de Volksdienst, maar dat werd niet als het belangrijkste beschouwd. Het ging om het bereiken van het gezin; het invloed krijgen op de basis van de samenleving. Het middel daartoe was de oprichting van de Hulpposten Moeder en Kind. Het belang van deze Hulpposten blijkt uit een citaat uit een toespraak van de Provinciaal Leider voor Drenthe uit 1943: "De vrijwillige post van Hulppostleider is wel de belangrijkste in den Volksdienst. Het contact met de hulp verstrekte moeders moet blijvend zijn. Hierdoor is het geheele gezin in de belangensfeer van den Volksdienst getrokken". Om het gezin te kunnen bereiken, trachtte de Volksdienst de Kruisverenigingen met hun consultatiebureaus over te nemen. Dit mislukte, daar de besturen van de Kruisverenigingen zích hiertegen verzetten, met als verweer tegen de overname, dat de medewerkers het werk zouden staken. De Volksdienst was niet in staat om het Kruiswerk in zijn geheel met eigen medewerkers over te nemen, maar bovendien zou de hele affaire teveel anti-propaganda
opleveren. Mede door het mislukken rran de overname werden de Hulpposten Moeder en Kind geen succes. Bij het Groene Kruis werden op de consultatiebureaus alleen in 1942 aL33.821 consulten verstrekt. Het totaal aantal bezoekers, vanafde opening van de eerste Hulppost Moeder en Kind in november 1942 tot de ineenstorting van
het Volksdienstwerk in september 1944, bedroeg minder dan 7.000. In het totaal werden in Drenthe 23 van deze HuIpposten geopend. De hulppost in Beilen opende in oktober 1943. De ruimte ontbreekt hier om op de overige activiteiten van de Volksdienst in te gaan. Ik zal ze slechts noemen: gezinshulp, Moeder en Kinderuitzending in Nederland en Duitsland naar herstellingsoorden, Schoolvoeding en Centrale keukens. 22
2-1990
De bestuurlijke organisatie van de Volks-
dienst in Drenthe was als volgt: Aan het hoofd stond de Provinciaal Leider in Assen met zijn staf. Daaronder kwamen buurtschappen, oorspronkelijk de 34 Drentse gemeenten. De grotere gemeenten werden weer onderverdeeld in aparte buurtschappen. Beilen was onderverdeeld in de buurtschappen Beilen, Hooghalen en Wijster. Aan het hoofd van het buurtschap stond het buurtschapshoofd met zijn staf. De buurtschappen werden weer onderverdeeld in wijken en de wijken in blokken, met aan het hoofd wijk- en blokhoofden. Deze pyramidegewijze opbouw volgens het Leidersprincipe lijkt sterk op de NSBorganisatie, die bestond uit districten, kringen, groepen en blokken. De NSB is onlosmakelijk verbonden met Winterhulp en Volksdienst en dat was niet de bedoeling van de Duitsers. Want hoewel de NSB in het najaar van 1940 een
streepje voor had gekregen, hadden de Duitsers zich nog niet willen binden aan de NSB. Het risico dat bij een falen van de NSB om voldoende aanhang te krijgen ook een potentieel succesvol propagandamiddel als de Winterhulp zou mislukken, werd door de Duitsers te groot geacht. Het bleek onmogelijk de NSB buiten de deur te houden. Aanvankelijk gingen de betaalde baantjes op het hoofdbureau en de provinciale bureaus naar niet-NSB-
terwijl het vrijwilligerswerk door
ers,
NSB-ers gedaan werd. Dit gafgrote ergernis onder de NSB-ers en in juni 1942 werd een nieuw Landelijk Leider benoemd die wel NSB-er was;vanaf die tijd mochten de vrijwilligers bijvoorbeeld in NSB-uniform collecteren. Er werd echter tot het eind toe vastgehouden aan de fictie dat Winterhulp
politiek ongebonden organisaties waren. Voor de bevolking waren het echter gewoon NSB-organisaties. en Volksdienst
De Volksdienst was een vereniging. Je kon
er dus lid van worden. Het grootste aantal Ieden in Drenthe werd op 31 augustus 1944 bereikt: 2680. In de gemeente Beilen woonden 86leden: in Hooghalen 17, in Wijster 22 enin Beilen en de overige dorpen samen 47.
Het ligt voor de hand het aantal Volksdienstleden te relateren aan het aantal NSB-ers in Drenthe, daar zowel de Volksdienst als de NSB aan het eind van de oorlog tegen de 3.000 leden in Drenthe telden. Echter, het enige concrete gegeven hierover (de NSB-archieven in Drenthe zijn verloren gegaan) is dat in februari 1943 van de circa 2.800 NSB-leden in Drenthe, verdeeld over circa 1.800 famiIies, er ongeveer 800 Iid van de Volksdienst waren. De Volksdienst had eind februari 1943 1.579 leden, zod,at geconcludeerd moet worden dat toen ongeveer 800 Volksdienstleden geen lid van de NSB waren. Het lijkt reëel het aantal NSB-ers onder de Volksdienstleden op maximaal 50 procent te schatten. De NSB-leden in de Volksdienst moeten in de eerste plaats gezocht worden onder de vrijwilligers in de buurtschappen, een aantal dat maximaal 1.378 geweest is. Het is aannemelijk dat vanaf 1943 toen
VORDERINGEN Het archief van de gemeente Beilen verschaft soms interessante informatie die als illustratie kan dienen bij de problemen waar men in de oorlogsjaren mee geconfronteerd werd. PAARDENVORDERING Midden in de dertiger jaren werd een vorderingsplan voor paarden ten behoeve van
san alles gebrek ontstond een aantal mensen lid van de Volksdienst werd, omdat men dacht dan makkelijker wat te kunnen krijgen.
CONCLUSIE Winterhulp Nederland en Nederlandse Volksdienst waren middelen om tot nazificatie van het Nederlandse volk te komen. De NSB mocht er geen prominente rol in spelen, maar zonder de medewerking van NSB-ers zouden de organisaties niet van de grond gekomen zijn. De Winterhulp was in de eerste plaats propaganda en als zodanig is ze een succes geworden, als propaganda tenminste opgevat wordt als bekendheid. Succes heeft de Volksdienst in Drenthe
nauwelijks gehad. Het ledenbestand van de Volksdienst bestond voor ongeveer de helft uit NSBers en voor de andere helft uit mensen die hoopten via de Volksdienst aan kleding, schoeisel of andere moeilijk te krijgen zaken te komen. "Dagelijks is groter waardering merkbaar," aldus Landelijk Leider Van Vloten tijdens een bespreking onder leiding van Mussert in januari 1944."J[.fen accepteert ons." 'Accepteert men öns of vàn ons?" woeg Mussert toen. Van Vloten ging het antwoord uit de weg. Mij lijkt nader commentaar ook overbodig. P. E. van de Herberg
het Nederlandse leger opgesteld. In geval van mobilisatie wilde de legerleiding weten over hoeveel paarden men kon beschikken. Beilen werd aangewezen als vorderingsplaats. Op l juni 1938 was er een alfabetische lijst van paardebezitters aangelegd. Men kwam tot een totaal van 505 paarden in de gemeente Beilen 1) . Op 1 juni 1939 was het aantal te vorderen paarden 575.In augustus 1939 heeft men een lijst voorbereid, waarop de
2-1990
23
vergoedingen genoteerd staan die door de militaire autoriteiten zullen worden uitbetaald in geval men tot vordering zou overgaan. Daarop staan 56 te vorderen paarden vermeld voor een totaal bedrag
varaf.2L.577,5I. Op 2l mei 1940 kwam een schrijven van de Commissaris der Koningin in de Provincie Drenthe binnen (rrr.22), waarin gewaagd wordt hoeveel paarden er in de gemeente Beilen zijn. Op 22 mei 1940 kan burgemeester Wytema antwoorden: "Ter voldoening aan bovenvermelde circulaire bericht ik U dat het aantal paarden boven de 4 jaar in mijne gemeente 657 bedraagt.De gemiddelde prijs van die paarden is f. 650,-2). Men ging dus 12 dagen na de inval van de bezetter keurig verder met inventariseren. Ongetwijfeld zal hier ook het belang van de landbouw meegespeeld hebben (voedselvoorziening), maar zou men niet beseft hebben op deze wijze ongewild de Duitsers inzicht te geven in het aantal te vorderen paarden? Op 25 augustus 1941 moet de gemeente
Beilen een overzicht samenstellen van "alle paarden alsmede de namen der eigenaren en houders." Er moeten alleen paarden aangemeld worden die voor vordering in aanmerking komen. "Vrijgesteld zijn hengsten, klophengsten, geheel blinde paarden, paarden beneden de hoogtemaat van 1.48 m (stokmaat), paarden geboren in het loopende ofin één der drie daaraan voorafgaandejaren en paarden die uitsluitend gebruikt worden voor het jagen van schepen.."3). In het noordelijk deel der gemeente (Hooghalen en omgeving, Hijken en Rheeveld) komt men tot een totaal van 266 paarden. Het district Wijster, Tiendeveen, Drijber, Spier kan totaal 311 paarden leveren. Het district Beilen (met Brunsting, Eursing, Beilervaart, Holthe, Makkum, Alting, Klatering) telt 235 paarden die in aanmerking komen. In de gemeente Beilen zijn dat totaal 812 paarden. In oktober 1941 komt de aap uit de mouw. De burgemeester ontvangt een brief van de Provinciale Voedselcommissaris rroor 24
2-1990
Drenthe, waarin deze schrijft: "Ik heb de eer U te berichten, dat op Donderdag, 6 November a.s. een monstering zal worden gehouden van alle paarden (met inbegrip van hengsten, pony's en hitten), ezels, muildieren en muilezels in het district Beilen, voor zoover geboren vóór 1939. Er zal worden gemonsterd door een commissie, aangewezen door de Duitse Weermacht." Er wordt een schets van het monsteringsterrein bijgevoegd.
É,
,// " ,,"/ ''-...
Schets u an het rnonsteringsterrein.
In
de administratietent dienen 3 tafels en 6 stoelen aanwezig te zijn. "Eenige agenten van politie (zorgen) voor het handhaven van de orde en de rust. Een arbeider met bezem en schop (dient) voor het
reinigen van de monsterbaan (aanwezig te zijn)." Aardig is de laatste alinea: "Tenslotte breng ik nog onder Uw aandacht, dat alle kosten uit Uw bemoeiingen voortvloeiende voor rekening van Uw gemeente komen en dus niet bij mijn bureau gedeclareerd kunnen worden" a). De aanplakbiljetten, waarin opgeroepen werd voor deze monstering, werden verzonden op 31 oktober 1941. Klaarblijkelijk heeft de monstering van 6 november 1941 niet het gewenste inzicht gegeven, want op 19 mei 1942 ontvangen de "Heeren burgemeesters in de Provincie
Drenthe" een nieuw schrijven van de Provinciale Voedselcommissaris voor Drenthe. "In verband met een opdracht van de Duitse Weermacht, op zeer korte termijn een nieuwe registratie van de Nederlandsche paardenstapel door te
voeren, zullen vóór 31 Mei al de in Drenthe aanwezige paarden, geboren in 1941 of vroeger moeten worden gemonsterd." Helaas ontbreken aantekeningen hoe bovenstaande monsteringen zijn verlopen. Een laatste brief in het Beiler gemeentearchief betreffende het beschikbaar stellen van paarden kwam 19 juli 1944 binnen: Aan de Burgemeesters
Geregistreerd staan 5 vrachtwagens, 1 takelwagen en 3 niet nader aangeduide motorrijtuigen (motorrijwielen?). In augustus 1939 is de voorbereide lijst van uitbetaalde gelden voor door de militaire autoriteiten gevorderde motorrijtuigen gereed. Deze lijst zíet er als volgt uit:
nr.v/d bon
Naam eigenaar
10
M. Holwerda H. Hellendoorn
der Gemeenten. in Drenthe. Doord,at in uerschillende gerneenten landbou^ wers met paard,en te werh worden gesteld uoor het aanleggen uan Weermachtswerhen, bestaat het geuaar, dat de oogst niet tijdig gereed han homen. Teneind.e eenig inzicht te hrijgen hoe groot de beteehenis oan deze tewerhstelling is, uerzoeh ih U beleefd mij iedere Zaterdag te willen opgeuen hoeueel paarden d.e homende weeh beschihbaar moeten worden gesteld. Met dit cijfermdteriaal zal bij de Weermachtsinstanties getracht worden geheele of gedeeltelíjhe urijstelling te uerhrijgen. Bedoelde opgaue zou ih ooh nog gaarne ontuangen ouer de weeh uan 10 t I m 15 juli en ueruolgens iedere uolgende week. Voor Uw medewerhing zeg ik U bij uoor-
baat danh. Hoogachtend, P rou incial e Voe dsel co mmi s s aris uoor Drenthe, (was getehend)
Ir.
G.
A. Thijn.
s)
*De redactie van dit tijdschrift stelt het op prijs reacties te ontvangen n.a.v. bovenstaand artikel. Zouden ooggetuigen van genoemde paardenmonsteringen inlichtingen kunnen geven?
AUTOVORDERING Evenals voor de paarden was er in de vooroorlogse jaren een vorderingsplan voor motorrijtuigen opgesteld. In maart 1939 wordt "den Chef van den Generalen Staf' bericht welke motorrijtuigen bestemd zijn voor "algemeene vordering in de gemeente Beilen. Deze motorrijtuigen moeten den eersten mob. dag te 8.00 uur op het vorderingsterrein Hooghalen aanwezig zijn. Te volgen weg: Langs kortsten weg", aldus het schrijven.
11
t2 13 63 66 68
Uitbetaald bedrag
A. Hummel E. Blauw J. Kiewiet
f. f. f. f. f. f. f.
TOTAAL
f. 13000,-
G. Schans G. Schans
825,L925,1350,1950,2000,2525,2425,-
Men was het klaarblijkelijk niet eens met het uit te betalen bedrag, gezien de brief van 5 april 1940 van de Commissaris der Koningin te Assen. Hierin wordt vermeld, dat M. Holwerda 6) te Beilen bezwaar heeft gemaakt "tegen de toegekende schadeloosstelling adf.825,- voor het Yan hem, krachtens het bepaalde bij artikel 32van de Inkwartieringswet, gevorderde motorvoertuig, gemerkt D-9943. (Men was dus inderdaad tot vordering overgegaan.) Gezien het rapport van de te dezer zake ingestelde Commissie, belast met de hertaxatie van voornoemd voertuig; HEEFT GOEDGEVONDEN de schadeloosstelling voor meergenoemd motorvoertuig nader te bepalen op negenhonderd gulden." 6). De hertaxatie levert H. Hellendoorn niets extra's op. De Commissie blijft bij haar eerstgeschatte waarde van f . 1925,- ). Laatstgenoemde brieven tonen een interessant detail. De brief aan M. Holwerda begint met "De Commissaris der Koningin in de Provincie Drenthe" en eindigt daar ook mee. In de brief aan H. Hellendoorn is het woord "Koningin" in de aanhef doorgestreept, maar de ambtenaar vergat dit (opzettelijk?) te doen aan het slot van de brief, waar weer voluit staat "De Commissaris der Koningin voornoemd...."
2-1990
7
25
Op 2 mei 1941 komen twee brieven op het gemeentehuis binnen. Eén van het "Parket van den Procureur-Generaal te Leeuwarden" en een brief van "Der Generalbevollmàchtigte fi.ir das Kraftfahrwesen". De eerste brief 8) volgt hieronder in z'n geheel. De tweede brief e) wordt als illu-
stratie toegevoegd. *Aan Heeren Hoofden uan plaatselijke politie in het ressort. (In afschrift ter hennisneming aan den Heer
Diuisie-Commandant der Marechaussee te Groningen)
Uw gemeente ressorteert, ten einde uan dien functionaris te uernemen., in hoeuerre in Uw gemeente motorrijtuigbezitters hebben uerzuimd of uerzuimen hun motorrijtuigen ter uord,ering aan te bieden en ter bepaling uan tijd en plaats waarop die aanbiedingen onder politiedwang alsnog zullen geschieden. Door de politie moet dan zorg gedragen worden, dat de aanbieding, desnoods met behulp uan den sterken arm, wordt doorgeuoerd. Hiertoe hunt U desnoodig hulp uan rijhspolitie inroepen, welhe onuerwijld moet worden uerleend. Ik moge U uerzoekeru met het uorenstaande wel nauwkeurig rehening te willen houden en te doen houden,.
Leeuwarden, den 1 Mei 1941
D e P ro
c
ureur - Generaal,
fgd. Directeur uan Politie De Höhere SS.-und Polizeffihrer beim Reichs-
De Hoofdambtenaar, toegeuoegd uoor bijz. diensten, die besetzten niederliindischen filr Römelingh Gebiete, SS. -Gruppenfiihrer und Generalleutnant der Polizei Hanns Rauter heeft De brief uan Der Generalbeuollmrichtigte fiir das Kraftfahrwesen. aan den. wnd. Secretaris-Generaal uan het iJi,TI,i'N Departement uan Juslry.kffiÉ
hommissar
titie medegedeeld, dat
Der Oeuuftmgtc
Fr
è€n DicriohtcsploÍr
heeft geuorderd. Een groot aantal uan deze
rytl
191
30.Apr11 í141 t.h,g§ÀSS Àa: dcn Ilc.r 3u,r'geme;si;er der GeneenLe Beilen.-
een tamelijk groot
aantal Nederlandsche mot orrij t uig - b e zitt e r s de motorrijtuigen
2Ret, No..
de Generalbeuollmiichtigte filr das Kraftfahrwesen uan
,
-.'
';."t.r.'
-,t, ' ._l ', f"n gebe Ilmen davon KcmtnÍs, das :Lcil m lle4stae, den 6.l.ai I t1 ;" f.irer Geneinde 3ul Llen, Pa'ke.rterrein' l.iarkt, cine Scl.ï Lz ,n.; ebrauc--uer lir e.f"farrlcugc vor-
motorr ij tuigb e zitte r s heeft aan deze uorde-
ring geen gehoor gegeuen. De Höhere und P oliz eifiihrer heeft daarorn bepaald, dat de Nederlandsche S S.
-
ll ti
1LI
-.$
{i.}
Ë*t Y'J§.
politie wordt ingeschakeld en er uoor moet zorg dragen, dat iedere Nederlandsche motorrijtuigbezitter aan een zoodanige uordering gehoor geeft. Ter uoldoening aan deze aanwijzíng uan den Höhe: en SS.-und Polizeifilhrer gelieue (J zich onuerwijld in uerbinding te stellen met den Rijksinspecteur uoor het uerheer, onder wien
26
2-1990
Helaas ontbreken dan in het archief yerdere gegevens betreffende motorrijtuigen. In de map 'rijwielen'bevinden zich evenwel enkele brieven, waarin de schrijvers klagen over het feit, dat na de vordering van hun auto nu hun fiets aan de
beurt is.
Maar er waren auto's en motorrijwielen 'ondergedoken'; Iang niet alle eigenaren waren volledig geweest in hun aangifte. Vandaar dat de NSB-burgemeester Cool in de donkerste tijd van de bezetting het volgende liet bekendmaken:
wichtigen Fahrstrassen ist ; dasz es dringend notwendig ist, dasz er die Verfilgung ilber seinen Wagen behtilt damit er sich schnell in der Gemeinde uerlegen hann, da
ihm auf andere Weise einerichtige Ausilbung seines Amtes und eine gute Kontrolle nicht rnöglich ist. Der Biirgermeister der Gemeinde Beilen.
Behendmahing Aangifte motorrlituig en, enz. ln
opdracht van den Wehrmachlsbefehlshaber in den
Niederlanden maakt de BurgemeesteÍ van Beilen bekend, dat alle motorÍijtuighoude§ (privé-personen, maatschappijen en vereenigingetr van iedere soort, Nederlandsche instanties) en alle eigenaren, houders of bedrijfsleiders van garages en herstel-
k, uit er lij k ten gemeent€huize moelen vervoegetr, teneinde een formulier voor hel doen van aangilte af te halen. Ook zij, die in het bezit zijn vil opgelegde motorrijiuigen ol ondeÍdeelen daaÍvan hetben hieÍaan te yoldoen. plaatsen voor motorijtuigen zich on m i d d e I I ij
l0 Januari a,$
Het niet-voldoen aan dezen oproep zal als sabotage woÍden beschouwd en naar oorlogsrecht worden gestraft.
De Burgemeesler vooÍnoemd, H. COOL. Beiler, 9 Januari 1945.
Op 15 januari 1945 verzocht Cool aan de Weermachtcommandant vrijstelling van
vordering te krijgen:
e")
Januari 1945 Herrn Wehrmachthommandant in AS SEN 15
Der unterzeichnete, H. Cool, Biirgermeister der Gemeinde Beilen ersucht hiermit ihm Freistellung zu erteilen filr sein Auto, Marhe D.K.W.
Jahr 1939, Rahmen nr.3149247, eingerichtet filr Methangas, prou.Kennzeichen D 11379. Zur Erliiuterung dieses Ersuchens teilt er mit: dasz der Gemeinde Beilen eine Fld.che uon 16.000 ha. hat und eine Liinge uan 40 km. und der zweitgröszte Gemeinde der Prouinz Drenthe
ist; dasz der Gemeinde Beilen ein Knotenpunht uon
wg. H. Cool
RIJWIELVORDERING Tenslotte nog enige opmerkingen over de rijwielvordering.Op 12 oktober 1934 kwam er bij de burgemeester een schrijven binnen van de Garnizoenscommandant van Assen betreffende yordering van rijwielen bij mobilisatie. Hij schrijft: " Teneinde een ouerzicht te uerhrijgen uan het
aantal rijwielen dat bij mobilisatie geuorderd zou kunnen worden ten behoeóen uan de troepen, welhe te Assen mobiliseren uerzoeh ih wel Uwe medewerhing te willen uerleenen opdat ih in het bezit hom uan de adressen uan fabrihanten uan en hand,elaars in rijwielen in Uwe gemeente. Gao,rne zou ih daarbij uernemen: 7e: Het aarutal nieuwe rijuielen dat onmiddellijh geleuerd han worderu. (Bed,oeld wordt het aantal dat fabrihant of handelaar in uoorraad heeft zonder aanuulling uan elders.) 2e: Het aantal nieuwe rijwielen dat binnen 24 uur geleuerd han worden, ruadat deze uit de
uoorradige onderd.eelen in elkaar gezet zijn" 10). Vervolgens wordt aan een vijfentwintigtal
rij wielhandelaars/-herstellers verzocht opgave te doen. Het is niet na te gaan of de opgave in het archief compleet is, maar met de aanwezige gegevens kwam ik tot
adl: 4l rijwielen; ad2l.9 à 10 stuks. Men was in het gemeentehuis waarschijnlijk niet geheel op de hoogte met de activiteiten van de burgers, want F. Koops te Hijken schrijft: "Bij dezen deel ik u mede, dat ik geen handelaar in rijwielen ben, dus noch rijwielen noch onderdeelen in huis aanwezig heb." Al vlot na de inval sloegen de Duitsers toe. Dat blijkt uit een brief die de burgemeester van Beilen ontving Yan de "N. V. 2-1990
27
Simplex Machine- en Rijwielfabrieken te Amsterdam". Het is dan 5 september
t940: "Edelachtbare Heer, Wij zijn zoo urij het uolgend,e schrijuen tot U te richten. In dato 6 Mei 1940 werd, d.oor ons een rijwiel uerzonden aan A. Oosterhof te Westerborh. Op 31 Mei hregen wij bericht uan de Nederlandsche Spoorwegen, dat dit rijwiel niet hon worden afgeleuerd aangezien het door de Duitsche militairen in beslag was genonxen, u)aaruoor een bon was afgegeuen. Deze zending was onder rernboursement tot een bedrag uan f.46,66. Wij hebben op grond., dat een bon was afgegeuen bij de Ned.erlandsche Spoorwegen op betaling uan dit bedrag aangedrongen, doch eerst hed,en uerwijzen dezen ons naar U, door opnieuw weer med,e te deelen, dat het rijwiel d.oor de Duitsche bezetting in beslag is genonten, een bon hieruoor werd afgegeuen, welke op uerzoeh uan de Duitsche bezetting aan U werd
hoofd uan het gezin, weder word,en ingeleuerd (-). Ooh zij die reeds een dctnurdge indienden, n'Loeten opnieuw op het uoorgeschreuen forrnulier aanuragen. Alle reed,s inged,iende aanurageru
zijn ueruallen.
Het tijdstip, waorop de bewijzen uan urijstelling kunnen worden afgehaald, wordt nader behend gemaakt.
Bij het alhalen der urijstelling moet het rijwiel word.en medegebracht, om het uan gemeentewege udn een herkenningsteeken te uoorzien. Alleen die rijwielen, welke uan dit herhenningsteeken zijn uoorzien, zijn urij uan uordering. Alle rij wielen, u) aoraan dit herhennin g steehen niet is aangebracht, hunnen elk oogenblih worden geuorderd. Het is dus in het belang uan ieder, dat hij deze
urijstelling aanuraagt en daarbij alle in het formulier geuraagde gegeuens nauwkeurig uerstrekt. Inuullen in strijd met de waarheid han uordering uan alle rijwielen uan den betrokkene tengeuolge hebben.
ter hand gesteld, waarbij werd, med,eged,eeld, dat zij er utel meer uan zouden hooren, hetgeen echter tot op heden nog niet is geschied. Zij geuen ons derhalue in ouerweging ons tot U te wenden, hetgeen wij bij dezen doen."
N.B. Deze behendmahing wordt door middel
Hoe men uiteindelijk in het gemeentehuis op deze brief gereageerd heeft is jammer
Men had klaarblijkelijk haast. Bovenstaande brief was gedateerd: 11 Augustus l942.De volgende dag moest men de formulieren aÍhalen en de dag daarop inleveren.'Waarom die haast? Probeerde men op deze manier een lawine van aanvragen voor vrijstelling te voorkomen? Er zijn verzoeken binnengekomen van o.a. een reizend boekhouder, een leerling van de Ambachtsschool te Hoogeveen, een HBS-er die naar Assen moest fietsen, een jachtopziener, een ambtenaar van de Centrale Vereniging voor den Opbouw van Drenthe, diverse vertegenwoordigers/reizigers, een directeur en assistent van het Biologisch Station te Wijster, een krantenbezorger enz. eÍrz. Er is een lijst aanwezig, waarop vermeld staat welke personeelsleden van Beileroord vrijstelling kregen. Een aantal aanvragers maakten hun verzoek des te dwingender door te vermelden dat zij hun rijwiel nodig hadden in hun functie van luchtbeschermer.
In de marge van de ontyangen brief staat een groot waagteken; men wist waarschijnlijk ook niet goed wat men met deze brief aan moest 11). In het archiefis geen antwoord gevonden. genoeg niet bekend.
In augustus 1942kon men een aanvraag om vrijstelling van vordering van rijwielen indienen: "De burgemeester der gemeente Beilen brengt ter kennis uan belanghebbenden, dat urijstel-
ling uan de uorderirug uan rijwielen op een uan gemeentewege uerstreht formulier moet worden crdngeurad,gd. Deze formulieren hunnen w orden afgehaald. op Woensd,ag 72 Augustus a.s. (-). De hoofd,en uan gezinnen moeten de gegeuens uoor het geheele gezin uerstrekken op één formulier. De ingeu ulde forrnulieren moeten den uolgenden dag, dus Donderd.ag 73 Augustus a.s., des uoormiddags, onderteehend door het
28
2-1990
uan de schoolhinderen uerspreid. Ouders uan schoolgaande hinderen worden uerzocht dit belangrijhe bericht zooueel mogelijk aan ande-
ren door te geuen".
o"*"n "r.*i;n"s
;
rijwielfront; steeds komen burgers terug
Y"Yf-'*-
op genomen besluiten; zij verzoeken om
herziening. Het volgende standaardbriefie werd daarvoor gemaakt: Gemeente Beilen
Beilen,
Beschikbaarstelling rij w ielen u oor D uit s che Weermacht
Aan den heer ....... te
Beilen De burgemeester der Gemeente Beilen deelt U mede, dat Uw rijwiel,gernerht ........., tut.........., ter beschikking moet blijuen uan te Beilen aanwezige Duitsche bezettingstroepen, uoor het geual deze het onder bepaalde omstandigheden noodig mochten zijn. Intussen hunt U het ongehinderd gebruihen. U moogt het rijwiel echter niet uan de hand doen. Hij wijst U er - uoor zooueel noodig -op, dat merh en numnler door de politie is genoteerd en aan den command,ant uan de bezettingstroepen is doorgegeuen. De burgemeester uoornoemd,
Het gemeente-
lijk formulier.
wlw @&Am ur,r*fufe bhs&l Nffilffi YtrffiÍ '6fr& .*ir.*€Hf,Y
.s t8 Dec.I942. :ka.tà.2tfr Am den lÍeer Bugeneesèr
r*l.E
Ettelijke briefies in het archief getuigen van het feit dat veel burgers zich grote zorgern maakten over hun rijwiel. Als ze hun fiets moesten afstaan, zou de mobiliteit toch wel heel erg in gevaar komen. Zo schrijft D. N.:
1". den heer x Èif,aal,
*oneirde te Bellen , ala pryjr8[eester y& verlers v& dq I,ieAetleasehen Ío1L6àiàiii"tàË,i.ï;: ''"*"' ta zlJn fuctie als 'l'l n 2". gmoemde )( pemÍngoeester regelEati€ vu ecn rÍiwj eI .' ,4 gebsj& ooet makea. gebsj-k ,tr"'i/ " \tl"'il /Í, y'f" Redena waeon voomoeEale X ongetwijfeld rcor vriJstellirg ve rijwielvorderlng ,,1' iE affielkirg !oBt, terrii:. #i U nögë adyt* ceeren intlie reèd6 tot 'rcidering is ovefg§6M, fia8treggltr te. wi11e ÀëeeB teneirde d.eug Yorderirg on8ed@ te maks&,
de bqurtscha! !ei1@ tot dc actiqve nede-
in
Weled. Achtbare Heer, Ondergeteehende uerzoeht U beleefd hem een bewijs te willen geuen, waaruit blijht dat hij urijgesteld is uan de leuering uan zijn riju;iel bij een euerutueele rijwieluordering, omdat hij zeer slecht ter been is en niet best han loopen (hij is 78 jaar oud) en als arbeid.er uoor landbouwdoeleinden zijn rijwiel zeer slecht han missen."
In het archief vond ik een lijst, waarop 41 verzoeken om vrijstelling genoteerd staan. Maanden daarna blijft het onrustig op het
^
ne ?rov. ieider
fi.
T
f.
Drenthe
'"'"uftIt;r,i..
De actieue helpers uan de Duitsers gebruikten een.'laruiwagen' om hun fiets te kunnen behouden.
2-1990
29
Op 17 december 1942 is er een lijst klaar, (de gemeentepolitie Beilen beschikt daarover) waarop de rijwielen vermeld staan
die ter beschikking staan van de in Beilen aanwezige Duitse bezettingstroepen. Men mocht zo'n geregistreerde fiets intussen blijven gebruiken, maar je kon hem kwijtraken aan de Duitsers. GEBÍffiLIÍIE
&
ËtJiàIàrr r.Ib t* AeÉÓl&ry .tq ,s è6 it Bè11!À .&sdgg
tuh u kE 9 kH , E8drst ? UlASld 10 BdÈ5tlst 2a !!@st!st ,4 ldÈstt&t 55 B&6b8t 50 l!i&st!4t ,, È1*st!4i 4, tubh*t 2 lèbt!@t , tubtr@t 16 SéLsttst 1, kI&t!@t 6, kds6Llcl I &q1§sit*t lZ bulBBt.st 15 edÈ.t.Bt 1, &oor.tlat 22 {ooBt!4t 26 p bor.tut Bls.obo!.tr4t 2 bleehst 6 4sÀe!.r*t È ÀsseEh4t 6 Às6elEkést U ÀÉEelsh4t & tutnè{edrlksbt.
&ryéI. kÈoo. tury!6
,6549 EOq
I
F5?
Eos&É
,614-\l
&try tuSË tu!1o! §tsJfud
5\r9 35LU 5ar1
*T1
a.s.
tuè. sèEo
t62Q
&luoos !€airud+
1029
B.S.
\ro94
Udoa
144re1
l.S.À. létbtdt !tsodÈ
m66 1to2
Poryé!6
2501
hàtq
w754 ,6610&55
Duitsche autoriteiten, uan inleuering zijn urijgesteld". 12).
22n2
!oDS!5
(Er@e &4. &oou trletb À.tc
oa4a,
Wie eeru cursus Duitse 92165
ture116
ook
64A9?5 119426
hgla. bFl Eut.r sé!.Id
472@9 ?14
BuAë!È
t?
Dècauà6r 1942
u
taal
rij ge steld u an rijw
utotgd.e, werd,
ielu ordering.
DEPARÏEMENT YAN BINNENLÀNDSCH
145g
mÍm,
spraak han mahen.(-) Intussen uestig ih hier met narne Uw aandacht op geestelijken, artsen, apothekers, uerplegers uoorzoouer zij een heerenrijwiel dringend noodig hebben. Voorts op personerl, die bij de leuensmiddelenuoorziening werhzaam zijn en hun rijwiel uit hoofde uan hun beroep beslist nod.ig hebben (bahhers, slagers, hruid.eniers enz.) Eueneens wijs ih U op personen, die in uitale bedrijuen werhzaatn zijn; ofschoon onder deze categorie strikt genomen niet begrepen waren inualide personen, die uan een rijwiel gebruih plegen te maken, eueneens zooueel ntogelijk uoor urijstelling in aanmerhing te brengen. Tenslotte teehen ih nog o.cln, dat ook alle Rijhsduitschers in geuolge opdracht uan de
trt.
-J. e@trq - J. 8do.I!.b - J. PadÀ1ry _ R.E. q6.t6!hot - ,. c11' - À. O!t.a - g. B€ugeJ14 - À zo€! -8. ru Dd.E - (.J. Iéstorb66L -1. tuÍt - E. !o1 - A. st€vd - C. fegte!tuh -J. gèU4 - !. h&.! - J. sdt -J. DijÈ$la - J. de v!i.s - J. &Íe!hp .À. Paddlq - l. lretig -J. Oosti4 -0. lr:@tiry E.!. lde -À. aoo! - l. cÍ18 - !. Mdde! _ !-!. !e ae! sll - P.C- Mèloudt
urijstelling te uoorzien. Uiteraard mag slechts dan een bewijs worden afgegeuen, indien de aanurager op deugdelijhe wijze (bij uoorkeur door ou erlegging u an schriftelij he bes cheiden) han aantoonen, dat hij op urijstelling aan-
.
l;r Dat men ook in Den Haag voorzag dat de mobiliteit van de bevolking gevaar liep, blijkt wel uit de brief van het Departement van Binnenlandse Zaken van 24 juli 1942. Daarin schrijft de Secretaris-Generaal o.a.: practijk is n.l. gebleken, dat deze perso(nl. nen degenen die een urijstelling hebben gehregen) uan hun rijwiel geen gebruih duruen mahen uit urees, dat dit alsnog in beslag genonxen zal worden. Teneinde te beuorderen dat het maatschappelijh leuen zoo min mogelijh "In
de b6md€ immchriJtéD -selde Indim de dor U insed;eode lii§ktr ir verb&ld mct staande wijzigirg hèh-@M, ,al iÈ ait ga&me Eet
de
wordt gestoord, uerzoek ih U uoor de(ze) personen (-) de gelegenheid te openen zich op een door U op de gebruikelijhe wijze behend te maken plaats en tijd uctn een bewijs uan
30
2-1990
ÍJ.
De
q1
Secehris-Gmml vm het FR.EDERItrS.
Àm
Bwgewest*§ èet
oadx*hzídere
Íar
DePeriéhflí@r Bidelaill§cfe U'!oí'
.
èrh
ll@e
het voEn-
't»ed
gwewia.
$ r:os'r'o:re.rrtor
Poticele pwàe dq wdqilcelm um w k ew.odlwffiiwiel bij ea totate oowde oa f 50.-.
{rmo tmpm s. Lettingwiel en 2 pedalea
oruks
.I.5-80
.
8.90 1.40 1.90 0.80 l.5O 0.86 1.80 ?.40 2.15 0.15 0.?5
.
vmk bolhofddeolen o. luteamhaek spatbodea (rco m mht+r)
.
vmuf m.s. . vwiel z-nmÍma'. . . . Torpedor@f (terugtiapmíaas.fl ehtffiiol z. nqaf volgkoordeo . . kettiry. &sttingLast . 6hrqr. hagdwtter .., bel bagagelilreger mddpen . adel gooed*bapslmchje m. oliespuit!: . d;amo m, roorlmp csupl@t ,. scbterliclt m, lmpje , ole.tdsahe k&bel 2buitenbar.ilm. : 2 biueobudm motagrkotm en divers fotel
-,.
:
,.95 1.30 0.10 0.45 0.90 0.?0 3.30 0.40 5,25 0.55 0.15
3.-
l.1.55
. f. 50.*
Aardig is de prijslijst die tussen de archiefstukhen aanwezig is.
Uit voorgaande brief blijkt, dat er ook ten onrechte rijwielen in beslag waren geno"Het is de uitdruhhelijhe wensch uan het Duitsche bestuur, dat deze personen, indien eenigszins mogelijh hetzij hun eigen rijwiel, hetzij een ander rijwiel terugontuangen".
Binnenlandse Zaken had met deze mogelijkheid rekening gehouden en in een telegram van 18 }uJi1942 de burgemeesters in overweging gegeven llllltl!
"een grooter adntdl rijwielen te uorderen dan dat, hetwelk da.n den beuoegden Ortshommandant door de betreffende gemeente moet worden geleuerd. Uit het surplus han - indien het door U in te stellen onderzoek daartoe aanleiding geeft - aan hen, die daaruoor in aanmerhing homen, hetzij het eigen rijwiel, hetzij een ander rij w iel w or den terug gegev e n".
Op 3 september7942 waren er nog niet genoeg fietsen gevorderd. Binnenlandse
Zaken schrijft: "Aangezien in een aantal gemeenten het uereischte getal rijwielen nog niet adn de Duitsche Weerrnacht geleuerd is kunnen worden, wordt
in die gemeenten nog uoortgegadn met het
u orderen u an fletsen. (-) Personen, uan wie nd. 1 September 7942 een rijwiel geuord,erd is, hunnen het uerzoeh tot het uerkrijgeru uan een schadeloosstelling ad f.50,c.q. een (ander) rijwiel indienen uiterlijh op den tienden dag, uolgende op dien, waarop de uordering geschied is" 13).
In het najaar .varl944 is het goed raak wat de effectieve vordering van rijwielen betreft. Het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart kent evenwel de problemen die daardoor opgeroepen worden. De Hoofdinspecteur voor de Distributie in het Noorden des Lands schrijft op 31 oktober !944: Aan de Burgem.eesters, H oofden u an D i strib utiehring e n, in d,e prouincies Groningen en Drenthe.
Naar ih uerneenl. bestaat de mogelijhheid, dat op korten termijn Llordt ouergego,ctn tot uordering uan rijwielen. Ofschoon dit uóor uelen
ltlt r
b X.al-at§ tB ahot. lr§o *ttl$, a.a í. loolmro F.arbrf !. Ihtler 16 {. rltótcl{ il d$ -f* ar|ɧ rf -ta tB .IJÈ ralrLL
t[r&. a, al:rÍ l9*lr !i lGa.ia& r6È-L
fi+o--.= De dominee hoefde niet te lopen.
ongerief zal ueroorzdhen, zcll het toch ongetwijfeld niet in de bedoeling líggen deze plannen in die mate tot uituoering te brengen, dat geen rehening wordt gehouden nxet de noodzahelijhste leuensbelangen uan de beuolhing. Het uoorgaande geeft mij aanleiding Uw speciale aandacht te uestigen op de ta.ah uan de
distributie, n'Leer in het bijzonder onder de huidige abnormale onxstandigheden. Zooals begrijpelijh nl.oeten de uitreihingen, die zeer
2-1990
til:r:l
31
uaah op groote afstanden uan de woonplaats o an betrokkenen plaatsu inden, regelmatig doorgang hunnen. uinden. Het gebruih uan een fiets is uoor betrohkenen dan ooh dringend noodzahelijh, wil geen onou erhomelij he stagna-
tie optreden
Nauwelijks is Beilen bevrijd of er worden (bescheiden) pogingen in het werk gesteld weer in het bezit van een'complete'frets te komen: Beilen, 17-4-'45
1a).
Aan den Burgemeester
Dan komt een stroom van aanvragen voor ontheffing op gang. De burgemeester had daartoe, in maart L945 nog, veel formulieren nodig. Het volgende briefie illustreert dat: 1a') F a h rr a dfre iste llu ng e n
Herrn
S ozialreferent
I Miirz
1945
beim Beauftragten fur die Prouinz Drenthe,
des Reichskommissars
Assen.
Ich bitte Sie höflichst an ilberbringer dieses mitgeben zu wollen 150 blanho Fahrradfreistellungen, die ich lhnen wieder ausgefiillt zur unt er schre ib ung zu senden w erd,e. Die Freistellungen sind benötigt fiir das Ge' meind,epersonal, die Gemeindeiirzte, die F ilrsor geschwester, das Personal des Luftschutzes und der Feuerwehr. Der Biirgermeister der Gemeinde Beilen
Beilen.
Hiermede deel ih u mede, dat in October 1944 mijn fiets is geuorderd door Cool, toen ten tijde Burgemeester udn Beilen. Ih heb alle moeite gedaa.n een nieuwe (andere) fiets weer op te scharrelen doch ben daarin niet geslaagd. Wel heb ih een frame zonder banden, trdppers en bel hunnen krijgen, doch uerder heb ih't niet kunnen brengen. Waar ik moeilijk zonder fiets han en met enkele dagen weer naar 't land moet te melhen, zou ih willen uragen bestaat er ook mogelijhheid dat ik een fiets of 't ontbrehende aan mijn fiets terug han hrijgen? Hoogachtend, Uw dwd. X " 15)
Het heeft nog wel een aantal jaren geduurd, totdat iedereen weer een ordenteIijk rijwiel bezaL, en nog kan men hier en daar de kreet opvangen: "Wanneer krijg ik mijn fiets terug?" T. L. Kroes
wg. H. Cool 1) archiefl.S 65.281.1 nr. 'z) 1.865.281.1 nr.1253 1.865.281. nr.2695 4) 1.865.281.1 nr.4328 5) 1.865.281.1 nr.l711 In bedoelde brief staat: H. Holwerda. Navraag maakte duidelijk dat dit een ambtelijk vergissing is. Bedoelde Holwerda was inderdaad Meme Holwerda die na beurtschipper te zijn geweest, wachtrijder werd. Ook H. Hellendoorn was eerst beurtschipper. Zie ook de foto van garage Beugel en
)
Fernim elders in dit tijdschrift; de vrachtwagen rechts van de garage is de later gevorderde van Meme Holwerda.
ONDERDUIKERS Tijdens de oorlogstijd woonde de familie Veenstra in de kosters\Moning in de Hekstraat naast de pastorie. Die kosterswoning stond op de plek waar nu de parkeerplaats is voor de R.K.-kerk, de toenmalige Gereformeerde kerk. 32
ud,n
2-1990
6) 1.865.282.1 nr.891 7) 1.865.282. nr.3705 8) 1.865.28 nr.l586 e) 1.865.28 nr.l577 s) 1.865.282.1 1o) 1.865.282 nr.2409 t1) 1.865.28.2 nr.2509 vorderingen; B-verrichtingen.
r)
B61K
t3) 1.865.28nr.2774 ta) L.865/28m.2514 ta")
1.865.28.S/F nr.380
15) 1.865.28
m.694
"Daar hebben wij, zeker de laatste maanden van de oorlog vaak in gïote angst geleefd," zo vertelt mevrouw Wiesje Veenstra-ten Oever. "Omstreeks eind'42 raakten wij langzamerhand betrokken bij het ondergrondse werk. Niet dat wij dat zochten, maar wij rolden er eigenlijk in; zoiets ging vaak vanzelf. Ds. P. Hekman (predikant te
-t Ortskommandantur gaf mij de nodige elektriciteit om bijvoorbeeld te kunnen strijken. Het omkopen van NeIIie kostte ons wel worst en spek, maar dank zlj extra bonnen van het yerzet lukte het ons daar aan te komen. Het belangrijkste bleef evenwel het stempel waarover NeIIie kon
Het hoge huis in het midden was de pastorie waarin de Ortslzommandantur geuestigd was. Linh,s daaruan staat de kosterswoning waar de familie Veenstra gedurende de oorlogsjaren u)oonde. (Foto: Archief Hist. Ver.)
Beilen van 1928 tot 1949) woonde naast ons in de pastorie, maar omstreeks 1943 kregen wij nieuwe buren: het huis werd gevorderd voor de Ortskommandant, een buurman waar wij natuurlijk nĂet zo gelukkig mee waren. Een zekere Nellie Klomp was daar dienstmeisje. Dat was een prima kind. Als wij een "adelaar" (stempel) op een Ausweis voor een onderduiker nodig hadden, wist zĂj zo'n stempel op het papier te krijgen. Dat kostte ons dan een stuk spek, maar er was weer iemand geweldig geholpen. Zij had zelfs voor ons een ontsnappingsroute bedacht. In geval van gevaar zou zij ons waarschuwen. Wij konden dan via een klein raam aan de zijkant van ons huis naar buiten komen. Je stond dan in een gangetje tussen de beide huizen. Zijkon er dan voor zorgen, dat je via de Ortskommandantur een vluchtweg kon inslaan. Vluchten via het hol van de leeuw! Mijn man heeft zich een keer daardoor weten te redden. Dank zij Nellie beschikten wij nog lang oyer stroom. Een aftakking vanuit de
In de Geref. pastorie woonde
'beschikken'. Wie Nellie Klomp precies geweest is, hebben wij nooit geweten. Een week of zes voor de bevrijding van Beilen was ze opeens verdwenen; er was een man uit Beieren voor haar in de plaats gekomen. Toen ik vroeg waar NeIIie was, kreeg ik te horen dal zij dood was. "En jullie zijn
partisanen," beet hij mij toe. Na de oorlog heeft Jan zijn uiterste best gedaan haar op te sporen. Alles heeft hij nagetrokken; hij is er voor tot in Limburg geweest, maar niemand heeft ooit inlichtingen over haar kunnen geyen. Wat heeft er zich ooit afgespeeld naast ons? Dat zal altijd een vraag blijven. De gevaarlijkste maanden zijn de laatste drie voor de bevrijding geweest. Op een gegeven moment werd ons gevraagd drie joodse onderduikers onder te brengen: Samuel en Dinie Kats en hun zoon Salco.
de Ortslzom-
mandant. Toen Beilen beurijd was, uterd het gehate bord snel uerwijderd. (Foto: fam. J. Ludwig) 33
2-1990
De kosterswoning. (Foto: Archief Hist. Ver.)
Zij waren al op verscheidene plaatsen verborgen geweest, o.a. bij Schra (hun zoon Koop is vanwege zijn aandeel in het verzet gefusilleerd), bij Oosterveen, bij Zwanenburg. Jan moest hen's avonds bij de overburen halen. Die wisten nict waar het drietal naar toe glng. Z1j moesten de gordijnen stijÍ'gesloten houden; als je niets wist, kon je ook niets vertellen. Die avond was de Hitlerjugend nogal actief bij onze
buren de Ortskommandant. Hun activiteit was zelfs zo groot, dat er een brandje ontstond. De brandweer moest er aan te pas komen en de drukte die toen ontstond, bood de gelegenheid de onderduikers veilig in het kerkgebouw te krijgen. In een ruimte boven het plafond van één van de lokalen werden ze verborgen. Jan had de planken van de avondmaalstafel die de eerste drie maanden niet gebruikt zouden worden over de balken gelegd en vastgetimmerd. Zo was er een vloer ontstaan waar men zich op kon bevinden. Wel was het geboden overdag doodstil te zijn, want de lokalen bij de kerk waren overdag in gebruik als naaikamer van Beileroord; een aantal verpleegden werkte daar (Beileroord was door de Duitsers gevorderd en als hospitaal in gebruik.). Ik was elke dag doodsbenauwd dat iemand iets zou horcn," aldus mevrouw Veenstra. "Wij hadden slechts één persoon ingelicht over de onderduikers. Dat was dokter Hemmes, de directeur van Beileroord. Hij was het ook die ons vertelde het gezin Kats's avonds uit hun schuilplaats te laten komen om in de donkere kerk wat 34
2-1990
beweging te krijgen. Het was toen erg koud, maar gelukkig waren er beneden voldoende dekcns van Beileroord. Die gaven de nodige warmte, maar wat moester, z1j zich behelpen! Overdag was geen enkel contact met hen mogelijk vanwege de aanwezigheid van personecl van Beileroord. 's Avonds als het geheel donker was, konden wij met voedsel van het kostershuis naar de kerk lopen. Het cten deden wij in een emmer. Daar bovenop werd hout of turf gelegd, want je wist maar nooit of er iemand vanuit het huis van de Ortskommandant naar ons keek. Alles wat nodig was, moest's avonds aangesleept worden: eten, water, toiletbenodigdheden errz. enz. Via een ladder in een kast kregen wij dit alles naar boven in de
schuilplaats. Daarbij ontvingen wij nog het bericht dat het vooÍ .Ian niet geraden was om thuis te zijn. Dus ook hij heeft heel wat nachten in de schuilplaats door'gebracht. Ik was dan allcen met mijn zoontje en drie evacués, kinderen uit Utrecht en Rotterdam. Die kinderen hebben nooit gemerkt wat er zich afspeclde. Dankzij dokter Hemmes heb ik het weten vol te houden. Achter de kosterswoning was de apotheek van Beileroord ondergebracht. Hij bracht mij pilletjes om kalm te blijven. Inderdaad, van buiten was ik kalm, maar binnen in mij werd het steeds ingewikkelder... Het angstigste moment was wel toen wij 's nachts wakker werden door lawaai. Er stonden enkele landwachters en Griinen voor de deur met de mededeling dat de kerk gevorderd werd om NSB-ers in onder te brengen. Jan was al door het keukenraampje gevlucht. Ik kreeg de opdracht de deur van de kerk los te laten, zodat ze er zo in konden. Over een uurtje zoud.en ze terugkomen met stro voor ligplaatsen. Toen steeg de angst hier huizenhoog. Samen met Samuel en ziin gezin voelden wij ons reddeloos verloren. "De haven is in zicht en nog moeten wij verloren gaart," zei Samuel. En zo leek het zeker. Moesten zij bij ons met al die kinderen en overdag nog kostgangers in dat kleine huis? Daar zouden zij toch nooit onopgemerkt kunnen
blijven! Dinie en Salco durfden wel in hun oorspronkelijke schuilplaats te blijven - de kerk stond tenslotte niet direkt in verbinding met het lokaal waarboven hun schuilplaats was. Maar Samuel wilde er beslist weg, hetgeen ook goed te begrijpen was. Jan en ik waren de wanhoop nabij en ik zal je eerlijk vertellen dat wij toen de Heer gebeden hebben om hulp. Dat gafons rust. Alle drie kwamen ze in de kosterij. De volgende dag heeft mijn man een kamertje afgetimmerd waar de onderduikers konden verblijven. Hoe gevaarlijk het daar was, bleek toen een van de kinderen 's nachts iemand had horen hoesten. De kinderen durfden toen alleen nog maar bij ons op een kermisbed in de kamer te slapen. Wij zeiden hen, dat ze beter beneden konden slapen, omdat het's nachts met al die overvliegende vliegtuigen toch maar gevaarlijk was om boven te slapen. En laat ik vooral niet denken aan het constante gevaar rondom ons huis! Naast ons woonde de Ortskommandant, de huizen van Beugel (achter de kerk) en van Doedens (Prins Hendrikstraat) waren ook gevorderd door Duitsers die bij het hospitaal hoorden en in de Hekstraat twee huizen van ons vandaan loerde het gevaar ook. Dat }:,et zo goed is gegaan, is een godswonder. Iedereen kreeg huiszoeking naar achtergehouden radio's. Bij ons zijn ze nooit geweest, maar wij hadden wel enkele toestellen in de toren van de kerk verstopt. Daar luisterde Jan altijd naar de berichten. Een paar dagen voor de bevrijding kwam een politieman mijn man vragen of hij de springlading onder het PTT-gebouw durfde te verwijderen. De telefooncentrale was door de Duitsers ondermijnd, opdat hij niet onbeschadigd in geallieerde handen zou vallen. Jan bekeek het plan en besloot in actie te komen. Toen ik dat hoorde, werd ik bijna panisch van ellende. "Dat gebouw blijft misschien behouden, maar ik moet nog zien ofjij levend terugkomt. Ik gil het hele dorp bij elkaar als jij dat doet," zei ik. Gelukkig heeft hij er van afgezĂen. Trouwens, niemand anders durfde het te doen. Maar toen wij op de dag van de bevrijding met z'n allen in de
kelder zatert, vloog de Centrale de lucht in. Jan zei: "Dat had ik kunnen voorkomen als jij niet zo bang was geweest." "Ja, antwoordde ik, "dan was ik nu weduwe geweest en Joop had geen vader meer. " De keuze tussen zo'n gebouw en een mensenleven was voor mij niet moeilijk. Ach, over de bevrijding hoef ik niet zo veel te vertellen, dat doen anderen wel. Wel zie ik de Ortskommandant drijfnat terugkomen. Hij was vanuit Smalbroek op de vlucht geslagen en had door de Beilervaart moeten zwemmen. De onderduikers konden eindelijk weer de vrijheid proeven. Dinie durfde echter eerst niet naar buiten; vijfjaar angst is geen kleinigheid. De onderduikers en wij zijn die zware periode doorgekomen; zoveel anderen mochten dat niet beleven. Ondanks alle moeilijkheden en naweeĂŤn achteraf merk je hoe die spanning op je geest inwerkt, maar dank zij de voortreffeIijke zorgen van Beileroord kwam ik er langzaam weer bovenop - mag je dankbaar zijn voor de goede afloop, aldus Wiesje Veenstra-ten Oever. T. L. Kroes De door de Duitsers uernielde telefooncentrale. (Foto: fam. J. Ludwig)
2-1990
35
ENIGE HERINNERINGEI{ Het plan om persoonlijke belevenissen en ervaringen in kort bestek op papier te zetten is eerder bedacht dan uitgewerkt. Ik aarzel even, omdat ik niet zo direct weet, hoe ik die vijf nooit te vergeten jaren moet samenvatten. Alles is niet te beschrijven, daarom enige herinneringen.
Ik begin toch maar bij de overrompeling van ons land door het Duitse geweld op 10 mei 1940. Reeds vóór mijn vertrek op de frets van Eemster (Dwingeloo) naar de secretarie van Beilen (12 km) had ik thuis al voor de radio gehoord, dat het Duitse leger ons land was binnengevallen. Nooit in miin leven vergeet ik de woorden van koningin Wilhelmina voor de radio, waarin zij met vlammende verontwaardiging de woorden van Hitler, dat ons land zijn neutraliteit niet bewaarde, van de hand wees. Oorlog dus! Wat nu te doen? WeI of niet naar m'n werk gaan? Ik wist toch maar niet wat mij onderweg zou kunnen overkomen. Ik was Loen22jaar oud. Toch maar doorzettenl
In de oorlogstijd moest ik als wij bijvoorbeeld bezoek hadden altijd oÉ
tijd naar "Badio r' ,, Oranje" Iuisteren. Later kon ik dan een bepaalde
l
vertellen hoe de zaken ervoor stonden. Dat zoiets best gevaarlijk kon zijn, bleek we1 uit het volgende feitVeldwachter Koopman waarschuwde ons nogal eens. "Als jullie wat te verbergen hebben, doe dat dan vlug, want ze, komen zo hier en daar huiszoeking doen." Ze zijn er een keer geweest en dreigden ons toen mee te nemen als ze een radio zouden vinden. Wij ontkenden halsstarrig dat wij zo'n ding hadden. Maar wij hebben wat met de radio afgesjouwd om er een veilig plekje voor te vinden. Door het seintje van Koopman zijn wij er goed van af gekomen. ,
M. Stadman-Eeft,ing
toch onder zeer grote spanning en angst. Ik weet niet meer hoe laat het was , maar plotseling stormde een drietal militairen van de zgn. stoottroepen - het leek wel of zij zo fiL de rimboe waren losgelaten - de secretarie binnen met de rechterhand gestrekt vooruit en met de woorden: "HeiI Hitler! Wir mtissen Wasser habenl" Een oudere collega antwoordde in het Nederlands: "Als je even doorloopt, vind je wel een pomp." Het leek er op, dat de Duitsers grote haast hadden, want zij waren zeer
Burgemeester H. J. Wytema. (Foto: Archief Hist. Ver.) Vroeg in de ochtend waren de Duitse troepen, aldus de radioberichten, ook bij
Drenthe de grens overgestoken, zodat het niet zo lang meer zou duren of ook Beilen zolJ aaÍt de beurt zijn voor de bezetting. We probeerden op de secretarie nog wel een beetje ons werk te doen, maar dan 36
RADIO ORA}{JE
2-1990
snel terug
met
een wildemanskreet: "Und
wo liegt hier England?" (Ze waren inderdaad van mening dicht bij de kust te zijn!) "Oh, moet je daar naar toe," antwoordde die collega. 'Als je nog even doorrijdt, {ietst of loopt, ben je er gauw." Met cen bijna verwoestende blik vertrokken ze
weer met: "Heil Hitler". (Voor wie het niet weet, wijs ik er even op, dat het door ons bedoelde "Engeland" een dorpje is, dat valt onder de gemeente Ruinen). Of bedoeld drietal verder is gekomen dan onze Afsluitdijk weten we niet. Wel weet ik, dat in de nachten na de "overval" heel wat Duitse legerwagens via Beilen naar de "Heimat" teruggingen (met gesneuvelden
t,
en gewonden?)
Wij waren dus bezet en hebben de krijgsliederen o.a. "IJnd wir fahren gegen EngeIand" dagelijks kunnen horen. Eerst konden wij de radio nog gebruiken om contact met de vrije wereld te hebben,
maar toen moesten de radiotoestellen ingeleverd worden. Thuis hebben we er lange tijd mee gewacht om het toestel in te leveren, maar de gevaren en straffen waren te groot om het eigen toestel te laten 'onderduiken'. Gelukkig kreeg mijn kostbaas in Beilen later een mogelijkheid om een radio onder de'dakpannen' te laten verdwijnen. Wij bleven dus wel op de hoogte met de ontwikkelingen door het nieuws vanuit Londen door "Radio Oranje". Een'verkeerde' typiste op de secretarie, toen benoemd door de latere NSB-burgemeester, vroeg mij eens op de secretarie:
Toen burgemeester Wytema door de Duitse SD was gearresteerd, heeft het gemeerutepersorueel een foto laten makeru door fotograaf H. C. Kuiper. De lege 'burgemeestersstoel' staat symbolisch in het midderu. Bouenste rij u.l.n.r.: B. Konirug (secretarie), H. Bosch (lzantoor gem. ontuanger), M. Brouwer en K. Meijer (politie), G. Bazuin (soc. zaken), F. u. d. Broek, (gem.werken), A. u. d. Velde (secretarie), J. L. Thalen (secretarie), A. Drost (secretarie). Middelste rij u.l.ru.r.: J. Th. uan Engen. (secretarie, gem.bode), F. J. H. Ouerhand Larudberg (secretarie), J. Vos (soc. zahen), H. Biemold (politie), ir. C. Meima (dir. gem.werhen), H. Boeleru (secretarie), J. Koopman en J. Kruit (politie). Onderste rij u.l.n.r.: H. Follzerts (secretarie), H. Thalen (gem. secretaris; uader uan J. L. Thalen), lege stoel uoor burgemeester mr. dr. H. J. Wytema, N. G. ViĂŠtor (horpschef gem. politie), H. Joosten (gem.ontuaruger) enW. J. L. Tijmes (secretarie). (Foto: archief B. Koning.)
37 2-1990
"En Koning, wat zei de Engelse zender nen nagaan, vanmiddag over de oorlog?" "Engelse zender zeg je?" was mijn reactie. "Dacht je werkelijk, dat ik daar naar luister? Ik kijk wel uit, ik wil niet worden opgepakt. Ik ben het volledig met je eens: hoe eerder Duitsland Engeland onder de knie krijgt, hoe liever mij dat is." En na dat antwoord was de bewuste typiste (aangesloten bij de Jeugdstorm) weer erg tevreden. Voor mij was het evenwel een geweldige leugen, die in dejaren daarna nog door honderden zou worden gevolgd, zelfs bij het zware verhoor in de Asser gevangenis toen men mij voor een dag had vastgezet onder verdenking van deelname aan de bekende mei-staking 1). Dóór moet ik niet weer naar toe, dacht ik bij mijn
vrijlating. Maar ruim een jaar later scheelde het maar een 'haar' of ik was er weer gevangen gezet. Gelukkig was ik juist op tijd verdwenen door onder te duiken. Echter drie verzetsvrienden van onze LO (Landel;ijke Organisatie voor hulp aan onderduikers) zijn toen wel 's nachts uit hun bed gelicht en enkele dagen later in het kamp Westerbork doodgeschoten. Dat waren L. Bruulsema, H. Wiegers enL. Zwanenburg. Ik had toen een veilig onderdak weten te krijgen bij eer, zeer bejaard echtpaar van boven de B0
jaar. De Moffen hebben heel wat moeite gedaan om mij te pakken te krijgen; ook bij mijn ouders in Eemster hebben ze gezocht.Ik heb de rest van mijn onderduiktijd in Oldemarkt doorgebracht. Vóór mijn onderduikperiode hebben op de secretarie van Beilen enkele arrestaties plaats gehad. De toenmalige burgemeester mr. dr. H. J. Wytema 2) werd op 2 oktober L942 gearresteerd, omdat hij weigerde en bleef weigeren - ook na zware druk - aan de Beiler politie opdracht te geven de joodse inwoners op te pakken en naar het kamp Westerbork over te brengen. Wij hebben hem in de overvalwagen zien stappen die hem naar de Asser gevangenis bracht. Negen weken is hij gevangen gehouden. Gelukkig was hij na de bevrijding weer in ons midden. Voor zover wii hebben kun38
2-1990
was hij de enige - in ieder geval één van de zeer weinige'burgervaders'- die dit bevel naast zich neerlegde. Hij was toen voor ons allen een groot voorbeeld.
Toen de burgemeester de Asser gevangenis mocht verlaten, werd hij uit de noordeIijke provincies verbannen, zijn nieuwe woonplaats werd Dalfsen. In de'vakature Wytema'werd voorzien door de benoeming van een NSB-burgemeester, H. Cool, landbouwer uit Witteveen ("boer CooI"), die het secretariepersoneel dagelijks begroette met"Hot-Zee" en "HeiI Hitler". Mijn afdelingschef werd op een middag op de secretarie door drie Nederlandse politiemensen in Duitse dienst (in burger) gevangen genomen. (1944). Al had de gemeentebode aanvankelijk drie onbekende mannen in burger de toegang tot de
secretarie geweigerd, zij kwamen onder bedreiging toch binnen. Daarbij negeerden zij de dienstdoende politieman bij de controle. Eén van hen kwam via de burgemeesterskamer, de tweede door de secretariskamer en de derde kwam rechtstreeks onze afdeling binnen. Het was hen blijkbaar om een van ons begonnen. Op dat moment waren wij met z'n drieën op onze afdeling aanwezig. Het is niet te beschrijven wat er dan door je heen gaat, omdat wij veel van elkaar wisten. Wie??? Een kort moment om nooit te weer te vergeten. Ze stapten op onze chef F. J. H. Overhand Landberg 3) toe, vroegen naar zijn naam, die ze -zo bleek al direct - wel wisten,
maar hun'beleefdheid'wilden ze ook nog in acht nemen en sloegen hem onder bedreiging van twee revolvers in de boeien. "Dàar ga
ik , heren!" waren zijn laatste
woorden die wij, totaal verslagen, van hem hoorden. Via de Asser gevangenis is hij overgebracht naar het kamp Amersfoort, vandaar naar Vught en daarna naar Sachsenhausen. Daar is hij - half verlamd - bezweken, zo bleek ons na de bevrijding volgens berichten van een andere gevangene. H. Wiegers, een collega op het distributie-
kantoor, waar ook mijn vrouw werkte, nam alle schuld op zich, toen bij een ingesteld onderzoek bleek, dat de'boekhouding' van de distributiebonnenvoorraad enz. niet klopte. Hij werd gearresteerd; wij hebben hem nooit weer gezien. Het kostte hem zijn leven.... Secretarie-collega A. Drost a) lukte het tijdig aan arrestatie te ontsnappen. Met hem wisten wij, dat hij om bepaalde redenen gevaar liep te worden opgepakt. Direct onderduiken wilde hij nog niet, maar wij vonden het wel gewenst tijdig een'ontsnappingsplan' op te zetten. Daarbij werd ook de gemeentebode ingeschakeld, want deze was bij het openen van de voordeur van het gemeentehuis toch de eerste die onraad kon ontdekken. Op een gegeven dag was het dan zo ver. Twee onbekende frguren vroegen de NSBburgemeester - deze had vaak eenjachtgeweer op zijn bureau liggen - te mogen spreken. De bode voldeed aan dat verzoek, maar gafons een van te voren afgesproken teken. De bewuste collega verdween onmiddellijk. Even later belde de burgemeester mij en verzocht of die ambtenaar even bij hem wilde komen. "H|j zit," zo zei Ik, "niet aan zijn bureau; waarschijnlijk is hij even naar het toilet. Ikzal hem opzoeken en zeggen, dat hij bij
u moet komen." Maar direct daarop stormde de burgemeester met beide partijvrienden de secretarie binnen met het bevel aan mij: "Wijs deze kameraden de weg naar de w.c.!" Ik deed dat in de geruststellende overtuiging dat hij daar volgens ons plan niet zct zijn. Geen vangst! Vervolgens lokte ik hen naar het archiefboven op zolder onder de mededeling, dat hij gezegd had een bepaald archiefstuk te willen opzoeken. Maar ook daar bleef 'succes'uit. Onderweg naar boven kreeg ik nog wel een stomp in de rug om op te schieten; het duurde de 'heren' telang. ZĂj stormden mij op de trap voorbij met de revolver in de aanslag. Na ook op de zolder bot gevangen te hebben, gingen zeweer naar beneden. Ik heb nooit drie mensen zo beteuterd bij elkaar zien staan. Hun koppen waren rood van woede. "Ik kan er echt niets aan doen," zei ik nog. De bewuste collega is. zo hoorde ik later, Het gebouw linh,s is het oude Wilhelminagebouw. Tijderus de oorlogsjaren was hier eeru officierson derhomen. Het gebouw rechts is het oude gemeerutehuis. Aaru de rechterharut beuond zich de burgemeestershamer. Rechts uan het gemeentehuis was de SD (Sicherheits Dienst) gehuisuest. (Foto: Archief Hist. Ver.)
TII III IIT I:* 7,"Xt,
.
ffi &, 39
2-1990
rustig tussen het gemeentehuis en het aangrenzende Wilhelminagebouw (volledig in gebruik door de Duitsers) doorgewandeld. 's Avonds is hij in politie-uniform met de trein van Beilen naar Utrecht vertrokken. Daar is hij tot de bevrijding gebleven. Ik ga hier niet in op mijn onderduiktijd;
dat valt buiten het bestek van dit tijdschrift. Natuurlijk was ik ontzettend gclukkig dat ik na de bevrijding weer in vrijheid kon gaan en staan. De terugkeer op de secretarie van Beilen laat zich moeilijk beschrijven. Het weerzien van de (oude) burgemeester, de secretaris, collega's, vrienden was heerlijk. Maar naast de grote vreugde, was er ook het vcrdriet over hen die niet terugkeerden.
Aan het verzoek van de burgemeester om voorlopig wat orde op zaken te stellen, voldeden we graag. De toestand van de
administratie was bepaald niet betrouwbaar; noem het maar rustig een chaos. VeeI'burgers in nood' waren'administratief van het aardrijk verdwenen. Het kostte nogal wat tijd om alles weer in goede banen te leiden. Toch wil ik nog de naam van een medestrijder noemen, de chef van de gemeentepolitie Viétor. Hij was tijdens de bezetting juist op tijd verdwenen, en tegelijk met de Canadezen weer present. Hij is enkele weken na de bevrijding omgekomen bij het vervoer van enkele gevangen genomen 'zware' jongens. De auto, waarin het vervoer plaats vond, botste toen op een onverlichte militaire wagen. Het gevolg hiervan was, dat de bij de bevolking zeer gcwaardeerde Viétor het leven heeft verloren. Dat was een zwaar verlies voor het politiekorps en voor de gemeente Beilen. B. Koning
1) Waarschijnlijk heeft eeri pro-Duits persoon eon collega en mij beschuldigd. Wij moesten in Assen bij dc Beauftrage Schmelzer komen. Wij zouden doelloos en dus provocerend op dc Markt gelopen hebben. Wij lverden flink aan de tand gevoeld rvat onzc houding tegenover de Duitsers betreft. Dreigementen werdr:n ons toegeblaft. Wij lverden ieder afzonderlijk verhoord. Onze verhalcn hcbben toch redtlijk gelijk gekkrnken; we hebben daar staan liegen dat wij niet antiI)uits rvaren. Toen u'erd een verklaring opgesteld die wij rnoesten ondcrtekcnen. Daarna konden wij vcrtrekken. 'Ioen lvij buiten stonden, rvas dat een helc opluchting. Er was in die dagcn van de mei-staking cen zekere onrust
OORLOGSJAREN IN WIJSTER: 1940-1 945. In het algemeen was de plattelandsbevolking door de economische crisis van de jaren '30 zwaar getroffen. Veel kritiek was er op de opeenvolgende ministeries Colijn (1933-1939), die naar men vond onvoldoende oog hadden voor de noden van de 40
2-1990
te bespeuren. Er warcn zelfs brrcren die hun melk niet met:r wilden afleveren; zrj lieten de melk in de sloot weglopen. Ik herinner mij nog goed, dat er vcehouders werden opgcpakt en naar clders wcrden gebracht in open Duitse militaire rvagt:ns, Ze werden enige tiid gevan6qcn gehouden in Assen. ))
\Ír.
dr. H. J. \['1,tcma rverd bij Koninklijk Besluit van 28 augustus 1936 benoernd tot burgemeestcr van dc gemeente Beilen. 3) F. J. H. Overhand Landberg had nogal wat gegevens uit de burgerlijke stand verwiiderd. t) Collega Drost had geu,eigerd zich te melden voor de "Arbeitseinsatz",
door de economische crisis zwaar getroffen boeren. Een en ander leidde tot de opkomst van de boerenorganisatie "Landbouw en Maatschappij", waarin ook een anti-democratische stroming, gedragen door NSB-ledenL/sympathisanten, zich deed gelden. Zíj wezen o.a. op de gunstige positie van de landbouw in het totalitaire Duitsland na de machtsovername door
Hitler (1933). In Wijster bestond de eerste kennismaking met de oorlog uit het verre dreunen
rran het geschut dat op de vroege ochtend van 10 mei 1940 tijdens melktijd in de richting van de Duitse grens hoorbaar was.
Niet lang daarna, zo rond 06.00 uur trokken vanuit oostelijke richting (Hamveld) de eerste Duitse militairen per fiets Wijster binnen; het geweer vuurklaar voor op de fiets, scherp om zich heen kijkend naar mogelijk gevaar. De bevolkingreageerde over het algemeen kalm en gelaten, alhoewel er toch een zekere spanning heerste over wat de toekomst brengen zou. Ook aI was Drenthe en daarmee Wijster nu bezet gebied, veel veranderde er voorlopig niet. Van het aantal inwoners stond naar schatting 30Vo níet onwelwillend tegenover de bezetter.Deze groep van 307ovaríeerde van enkele uitgesproken actieve NSBIeden tot leden wier activiteiten zich beperkten tot het betalen van de contributie en tot sympathisanten met begrip voor de Duitse zaak, wat dat dan ook in hun ogen mocht zijn. De grootste groep inwoners trachtte ook deze tijd zonder al te grote schade door te komen. Men hield zich nogal afzijdig van actief verzet; wel werden enige onderduikers geherbergd. Ook vonden er illegale aktiviteiten plaats in het Biologisch Station, toendertijd onder leiding van de stichter-eigenaar, dr. W. Beyerinck, maar dit station stond eigenlijk buiten de Wijsterse gemeenschap. Tekenend voor de situatie is wel dat een onderduiker, aÍkomstig van het Biologisch Station, en met zijn baard zeker geen alledaagse verschijning, zích veelvuldig in Wijster vertoonde zonder dat hem door wie dan ook een strobreed in de weg werd gelegd. Deze onderduiker, over wie werd verteld dat hij dhr. Cort van der Linden, de burgemeester van Groningen, was bracht meestal de nacht door op de Vosseberg, waar vanafmei 1943 ook een deel van de mannelijke bevolking uit Wijster die vreesde bij de nachtelijke razzia voor de arbeidsinzet te worden opgepakt, de nacht in een schuilhut doorbracht. Van illegale activiteiten was's avonds of
's nachts soms iets te bespeuren als achter Drijber een vliegtuig materialen dropte voor het verzet. Hierbij werden lichtsignalen gegeven die in deze tijd van verplichte verduisternis natuurlijk opvielen.
Naar aanleiding van het besluit dat de krijgsgevangenen van het voormalige Nederlandse leger weer in krijgsgevangenschap zouden worden afgevoerd, braken in apriVmei 1943 overal in het oosten van het land stakingen uit. Evenals elders weigerden ook veehouders in Wijster om 's
morgens hun melk aan de weg te zetlen. Deze melkstaking ondervond een brede steun, ook van NSB-sympatisanten. Stakende boeren vluchtten de koolzaadakkers in voor de dreigende komst van de
Duitsers. Geruchten deden de ronde, zij bleken laten waar, dat stakende boeren zouden worden opgepakt en zonder pardon neergeschoten. Het gevolg was dat in Wijster de melkstaking dezelfde avond was verlopen en de bussen weer aan de weg werden geplaatst. Een drietal boeren van de Bruntingerweg, Jan Hulzebosch, Willem Abbing en Klaas Klooster, waren's morgens aI in een koolzaadveld opgepakt. Aan de Drijberseweg werden Johannes Leunge, Hermannus Knegt en Albert Boer opgepakt. Ook in Drijber werden enige boeren gevangen genomen. Allen zijn tijdelijk gevangen gehouden.
Koolzaad was tijdens de oorlog een veelverbouwd gewas, omdat de uitgeperste raapolie voorzag in de vervanging van oliën en vetten die door de oorlogsomstandigheden niet verkrijgbaar waren. Bij Joop
Kolk in Drijber, vrachtrijder en handelaar, bestond de mogelijkheid om het koolzaad te laten persen , een en ander op basis van ruilhandel. Zakjes rogge en gerst liet men malen bij Dillingh aan de Kampsweg;hij was mulder van de afgebroken molen aan de noordpunt van de Zuideres geweest. Op vrij uitgebreide schaal werd clandestien handel gedreven in levensmiddelen; in enkele gevallen zelfs met soldaten
2-1990
4t
Yan de Wehrmacht. Op het gebied rond de VAM waar de
treinen de vuilnis uit Den Haag bleven aanvoeren, werd door daar woonachtige boeren een levendige handel gedreven met het personeel van de VAM-trein. De verhandelde waren zullen in het westen van Nederland ongetwijfeld een goede (zwarte) prijs hebben opgebracht. De mogelijkheid om aan vlees te komen was op het platteland geen al te groot probleem; af en toe werd er clandestien geslacht. Meestal werden jonge varkens geslacht die niet waren aangegeven en dus niet geregistreerd stonden. Hierbij deed zich echter een ander probleem voor: gebrek aan zottt. Gezienus Weggemans vertelt er het volgende over: "Af en toe werd stiekem eens wat geslacht. Maar voor dat vlees moest men zout gebruiken en dat hadden we niet voldoende. Met nog twee buren (Jan Gritter en Hendrik Snijder) werd overlegd eens wat zout te gaan halen uit de buurt van BoekeIo. In de week voor Kerstmis 0944) gingen we's morgens om 05.00 uur met de Ă?iets op pad. De fietsen hadden massieve banden die door de plaatselijke rijwielhersteller Smit waren vervaardigd uit een oude autoband. Omstreeks het middaguur waren we bij een neef van mij in Vroomshoop. Na wat uitgerust te hebben gingen we verder richting Almelo. Daar troffen we Duitsers die een razzia hielden. Wij werden ook aangehouden, maar mochten doorrijden. Wij hadden allemaal wat spek bij ons om te ruilen voor zout, maar dit werd niet opgemerkt. In Almelo was geen zout. Wij fietsten dus verder naar Hengelo waar het ons tenslotte gelukte in een winkel wat zout te krijgen. Toen reden weer terug richting Almelo en naar Vroomshoop waar we de nacht doorbrachten. Eerste kerstdag kwamen we dodelijk vermoeid weer thuis met het begeerde zout. Later ging een zekere Bolding, een scharrelaar, met flink wat rogge van de boeren als ruilwaar op de wagen in die richting. Een paar dagen laten kwam hij terug met een lading zotttbij zich". 42
2-1990
De oorlogshandelingen lieten Wijster vrijwel onberoerd. Er waren enkele inwoners die hun blikveld in Rusland 'verruimden',en er werden geregeld vliegtuigaanvallen op treinen uitgevoerd. Deze aanvallen vonden meestal plaats in de buurt van de Grondsels, destijds nog behorend tot de z.g. "woeste gronden", waar ook turfwerd gestoken en waar, door het nagenoeg ontbreken van geboomte, treinen een gemakkelijk doelwit in een ideaal schootsveld vormden. We laten Gezienus Weggemans weer aan het woord:
"Tijdens mijn werk als controleur van de Algemene Nederlandse Keuringsdienst, heb ik eens meegemaakt dat ik bescherming moest zoeken achter een boerderij. De Amerikaanse jagers voerden een beschieting uit op een Duitse (militaire) trein, die daarbij in brand raakte. Daarna moesten wij op last van de Duitsers
meehelpen met emmertjes water uit de spoorsloot het vuur te blussen. Dagelijks waren dezejagers aanwezig voor hun
vernietigend werk; ook bij het turfgraven moest men uitkijken". In de zomer van1944 moesten inwoners van Wijster werkzaamheden verrichten in de buurt van Dwingeloo, Eemster en Geeuwenbrug (voornamelijk graven) voor de Organisation Todt, maar duidelijk was wel dat Duitsland de oorlog zou verliezen. De bevrijding kwam in de maand april. Op 7 april vond aI een schermutseling plaats bij de Hamveldbrug. Hierbij waren Poolse militairen betrokken. Op 11 april werd Wijster bevrijd vanuit Spier door de 2e Canadese Infanterie Divisie. In de buurt van de Vosseberg openden de "Brenguncarrriers" het vuur om eventueel Duits verzet in de kiem te smoren, maar deze voorzorgsmaatregel bleek niet nodig. Wel vluchtte een gedeelte van de inwoners uit hun huizen het vrije veld in, vanwaar ze de tanks van de bevrijders Wijster zager binnenkomen op hun doormars naar het noorden. H. L. G. Schuur.
DE BEVRIJDING VAN BEILEN 12 APRIL 1945
Deze datum roept bij mij nog altijd onvergetelijke herinneringen op. Hoewel ik sinds oktober 1951 niet meer in het dorp Beilen woon, denk ik op de 12e april altiid nog terug aan de oorlogstijd en de bevrijding. Uiteraard wordt daar in huiselijke kring over gesproken en meestal ook via een praatje met een eveneens uit Beilen afkomstige collega op mijn werk bij de belastingdienst te Amsterdam.
Ik woonde toentertijd op de Hijkerweg nr. 21, dus even buiten het dorp. Ons huis was omgeven door landerijen, boswallen en enkele zandwegen, o.a. de bekende Schapendrift. Op korte afstand van ons woonden enkele buren. In het begin van 1945 hoefden we al geruime tijd niet meer naar school. De scholen waren veranderd in kazernes en de lokaliteiten waar we te hooi en te gras les kregen, waren voor andere doeleinden door de bezetters gevorderd ofwaren te gevaarlijk gelegen, zoals het toenmalige café Wolthuis, vlak bij het NS-station. Wij
hadden dus aIIe tijd om de omgeving te verkennen samen met enkele wienden. Wat ons in die dagen voor de bevrijding
Stationshoffiehuis achtereenuolgerus uan Jager, Sprenger, Heuff en Wolthuis. Op de
plaats uan dit pand uindt fii.en nu de uoormalige'haasmah,erij' uan de DOMO. (Foto: Archief Wim Bakher)
opviel, waren veel aktiviteiten en een koortsachtige drukte aan de kant van de Duitse bezettingstroepen. Zo ontdekten we in de buurt van de Schapendrift, ter hoogte van de plaats waar jaarlijks het traditionele paasvuur werd ontstoken, een groot aantal ingegraven militairen. Later bleek dit een bewust gekozen en strategische plek te zijn. Onze schrik was groot evenals de boosheid bij de soldaten. Zo vlug wij konden verlieten wij deze plaats. Wij holden naar huis, want de schrik zat er bij ons goed in. Een in onze ogen pot-
sierlijke aanblik was het wel geweest, dreigend ook: zwarte gezichten met daar omheen takken ter camouflage. We waren pienter genoeg om te concluderen dat er spoedig spannende dingen gingen gebeuren. Daarbij kwam nog het veelvuldig spektakel in de lucht, de vliegtuigen varr de Tommy's, en in de verte was op z'ntijd kanongebulder te horen. Op de 11e april werd er langdurig luchtalarm gegeven. Iedereen moest dan binnenblijven tot het moment dat de sirene het signaal "veilig" gaf. Dit bleef echter deze keer uit, zodat we een bange nacht vol onzekerheid in gingen. Vader, moeder en mijn oudste broer gingen om beurten waken. Het bleef echter, naar omstandigheden redelijk rustig. alleen de bombardementsvluchten naar Duitsland gingen, zoals altijd bij goed weer, door. Het was de stilte voor de storm. Wij zouden die'storm' de volgende dag aan den lijve ondervinden. Die volgende ochtend zager' we in onze buurt overal dekking zoekende soldaten
met allerlei gevaarlijk ogend wapentuig bij zích. Ze zochten bij de boswallen een onderkomen in de eerder gemaakte schuttersputjes of achter de wallen zelf. Voorzichtíg glurend door de ramen hielden wij hen in de gaten om in geval van nood alert te kunnen reageren; natuurlijk was de nieuwsgierigheid ons ook niet vreemd. Toch was de angst in huis groot, aI probeerde vader die te verbloemen door ons gerust te stellen. De waardevolle spullen waren zo teergezet, daí ze in geval van nood zo mee naar buiten genomen konden worden. Er lag ook een groot mes klaar om 2-1990
43
de touwen van de koeien, die nog op stal
stonden, door te snijden wanneer het huis in brand zou geraken. Onderwijl hoorden wij de geluiden die bij de oorlog horen. Kanonschoten vanuit het zuiden op ons dorp gericht, kwamen dreunend en angstaanjagend dicht bij ofraakten hun doelen. In mijn herinnering zie ik nog die wat oudere soldaat met een'Panzerfaust'op de schouder bij zo'n dreunend schot ineen krimpen en in paniek dekking zoeken in een langs de weg lopende, droge sloot. Het was die 12e april een mooie zonnige voorjaarsdag. Tot onze verbazing echter zagela we dat de omgeving van het ene moment in het andere in nevel gehuld was, nadat er een vliegtuigje was overgevlogen. Achteraf bleek het een kunstmatige nevel geweest te zijn. Maar een beklemmend gevoel overviel ons toen wel. Je ziet van je omgeving niets nreer en hoort in een paniekerige toestand allerlei ontploffingen en geweer- en mitrailleurvuur. Nadat het rookgordijn was opgetrokken, zagen we dat er in Beilen brand was uitgebroken. Vanuit ons standpunt dachten we aan de Brinkstraat, de Markt of omgeving van de haven. In de eerstgenoemde straat woonde mijn broer met zíjn gezin, dus onze ongerustheid werd er niet minder op. Vanuit een zijraam zagela we allerlei vreemde voertuigen met daarop een witte ster vanuit Brunsting in de richting van Beilen rijden. Dat leverde grote vreugde op, want datzorr wel eens de doorbraak kunnen zijn. Ik herinner mij nog de uitroepen van mijn moeder; haar haat tegenover de Duitsers liet ze nog eens openlijk blijken; een begrijpelijke reactie. De gebeurtenissen volgden elkaar in sneltreinvaart op. We vielen van de ene verrassing in de andere, zijheí met nog steeds de nodige angst. Vanafde (oude red.) Eursingerweg zagetn wij door het land en over de Drift soldaten oprukken, gekleed in heel andere uniformen dan de ons maar al te bekende en zo gehate groenlgnjze van de moffen. De helmen waren ook heel anders; een grappig model en dus heel opvallend. De gevoelens die
44
2-1990
Aan de Markt ging het pand uan Hepping in ulammen op. (Foto: fam. J. Ludwig) dan over je komen, kun je niet onder woorden brengen; de emotie is dan te groot. Onder de in stelling liggende Duitsers brak een soort paniek luit. Ze vluchtten over een zandweg of over de akkers, waarbij sommigen nog trachtten hun fiets mee te nemen. Ze g1ngen uiteraard in
noordelijke richting, naar de Halerbrug. Het was een schitterend schouwspel om de overheersers als angsth azen te zíen weglopen. Wij geraakten buiten zinnen en renden in onze onschuld naar de bevrijders, de Canadezen. Achterafbesefje pas hoe levensgevaarlijk dat geweest moet zijn. De Canadezen waren in onze ogen helden. Zondet schroom en onverschrokken zetten zij de achtervolging op de Duitsers in. Het leek wel of zij geen gevaar kenden of zij kenden dat na zo'n lange strijd niet meer. De Duitsers bleken echter niet van plan zich zonder slag of stoot over te geven en begonnen op de Canadezen en dus ook op ons terug te schieten. Die momenten zal ik nooit vergeten. Wij lagen bij de Canadezen in de sloot en hoorden het fluiten van de kogels over ons heen. Het gekrijs van een in paniek over straat rennende buurwouw op weg naar huis ging door merg en been. Het liep wonderlijk genoeg goed af. Nooit heb ik weer in mijn leven zoveel angst
gekend! Gelukkig vielen er bij ons in de buurt geen slachtoffers; elders gebeurde dat helaas wel. Voor onze ogen voltrok zich een schouwspel dat wij later in fiIms wel eens weer zouden zien: oprukkende bevrijders, dan weer kruipend en dan weer rennend van de ene beschutting naar de andere, strijdend voor onze bevrijding. Na ongeveer een half uur of drie kwartier waren de kruitdampen wat opgetrokken en konden we uit onze benarde positie te voorschijn komen. Toen was het tiid om onze blijdschap te uiten. Ik danste met een Rotterdams meisje dat door de hongersnood haar stad had verlaten in ons gezin was opgenomen. Dc krijgsgevangenen werden verzameld bij garage Beugel en Fernim op de hoek van de Asserweg/ Hijkerweg. Onder bewaking werden ze Ă?\aar het dorp
schermen. Sommigen, door haatgevoelens gedreven, stoven op de moffen af om ze te bespugen, te beschimpen of een klap te geven. De opgekropte gevoelens van vijf jaar bezetting kwamen tot uitbarsting en hoewel niet goed, was dit wel begrijpelijk.
gebracht. Die bewaking was zeker nodig om hen tegen woedende inwoners te be-
Brinkie). (Foto: fam. J. Ludwig)
Garage Beugel eru Fernim omstreeks 1939. Voor de open deur staat Gradus Welbergeru, bij de smeerbrug Otte Fernim;bij de motorfiets Jan Horstman? en Derh Beugel. De urachtwagen rechts is de later geuorderde wagen uan M. Holwerda (zie Autouordering). (Foto: fam. Fernim)
Geuctngen genomen Duitsers op weg noor de uerzamelplaats bij de hauen (Klein
Overal lagen de resten van de strijd, zoals helmen, ransels, pionierschoppen, pantservuisten en cnkele geweren. Ik vond een soort mitrailleur onder de bosjes in een perkje aan het einde van de Markt. Voor de jeugd was het een waar paradijs. Het was een sport om zoveel mogelijk spullen te verzamelen en alles wat aan de
2-1990
45
Geuangen geruomen Duitsers wachtert om afgeuoerd te worden. (Foto: fam. J. Ludwig)
Duitse weermacht herinnerde te slopen. Op verschillende plaatsen in ons dorp waren de sporen van de strijd duidelijk zichtbaar, zoals enige brandende huizen, vcel kapotte ramen en daken. Op de Markt stond een zwartgeblakerde bunker, waarop de vlammenwerpers en de kanonnen hun werk grondig hadden gcdaan; hij stond daar als een symbool van de verslagen vijand. De Hervormde kerk bleek een voltreffer te hebben gehad, evenals enkele andere hoge punten. In de haven waren enkele schepen gezonken. In die buurt was flink gevochten hoorden wij later en onze telefooncentrale, de plaatseIijke trots, was een triestc puinhoop. Op straat was het een dolle tocstand. Zingende mensen, jeeps en gevechtswagens met ster vol met opgetogen dorpsgenoten, Canadezen die orde op zaken stelden, mensen die huilden als kinderen, anderen die demonstratief hun "Ausweis" verscheurden, iedereen was uit z'n gewone doen. De eerste vlaggen werden uitgestoken, doch die moesten weer snel naar binnen, de Duitsers konden immers nog terugkomen, want in de buitendorpen Hijken en Hooghalen werd nog duidelijk hoorbaar gevochten. Een trekpleister was de aanleg van de "Baileybrug" over het Linthorst Homankanaal. De Duitsers hadden de oude brug laten springen. Daarom moesten de Canadezen via de Beilervaart en Brunsting in Beilen ziente komen. Ook de brug over de Beilerstroom in de Paltz had er 46
2-1990
aan moeten geloven en een aantal huizen in die buurt kwam gehavend uit de strijd. Onderwijl was door de Canadezen een tentenkamp opgeslagen op een weiland bij de'dikke boom'bij de hoek Esweg/Asserstraat. Wij raakten niet uitgekeken op alle nieuwe dingen en hadden al snel door dat je met eieren aan begeerlijke zaken als zeep, biscuit, chocola e.d. kon komen. AI die indrukken zijn onvergetelijk. Mensen omhelsden elkaar op straat en dat voor toch altijd wat ingetogen Drenten! Wel werd de blijdschap getemperd door de onzekerheid over het lot van gezinsleden die als dwangarbeider in Duitsland waren tewerkgesteld of die weggevoerd warcn naar concentratiekampen. De volgende dagen waren vol afwisseling. BS-ers samen met de bevrijders bepaalden grotendeels het straatbeeld. NSB-ers en
anderen die met de Duitsers kwade zaken hadden gedaan, werden van huis gehaald en veelal op een wagen naar het gebouw van de Stichting Beileroord gebracht waar ze o.a. gedlvongen werden het Wilhelmus te zingen. Wij jongeren stonden tussen de vele belangstellenden natuurlijk met de neus vooraan. Helaas gebeurden er ook schaamteloze zaken; niet iedereen wist met de herwonnen vrijheid goed om te gaan. Ikzal tenslotte nooit het moment vergeten, waarop mijn vader de houten vloer in de kamer ging openbreken om daaruit de radio te halen die daarjaren verborgen was geweest. Wij kindcren wisten niet beter of vader had hem braaf ingeleverd. De radio had een overval met een intensieve huiszoeking van de SD overleefd. Dat was ongelooflijk spannend geweest. Ze hadden toen naar onderduikers gezocht, maar je wist natuurlijk maar nooit. Het
geluid van de radio klonk ons letterlijk als muziek in de oren, want het toestel was nog puntgaaf. Zo is de bevrijding van Beilen een van de hoogtepunten in mijn leven. Hoe ouder een mens wordt, hoe meer hij beseft hoe zuinig wij moeten zijn op onze onaĂ?hankelijkheid. G. Peeks.
Key, overleefden de crash. De andere vijf kwamen jammerlijk orr.. Zij werden op last van de Duitsers op 11 maart begraven op de begraafplaats te Hoogersmilde. Er was die dag een grote menigte aanwezig, maar een Duits peloton gelastte iedereen de beg::aafplaats te verlaten. Oranje bleef niet onopgemerkt voor de Engelse jagers. De aardappelcampagne draaide op volle toeren, toen in de nacht var. 2l oktober 1942 omstreeks half een directeur Mulder (hij was aangesteld als blokhoofd) zich telefonisch in verbinding stelde met het hoofd van de luchtbeschermingsdienst in Beilen met de mededeling dat de fabriek verschillende keren door
ORANJE TIJDENS DE OORLOG ENIGE BELANGRIJKE MOMENTEN. Tijdens de oorlogsjaren telde Oranje ongeveer 175 zielen. De meeste mannen verdienden hun brood in de in 1913 opgerichte aardappelmeelfabriek. Toen op 10 mei 1940 de Eerste Duitse Kavallerie Divisie te paard en op de fiets en wat daar bij hoorde Oranje passeerde op weg naar de Afsluitdijk, veranderde er voor de bevolking nauwelijks iets. Alleen was de angst voor het ongewisse binnengeslopen. De fabriek, het centrale punt van Oranje, bleef in bedrijf. Tijdens de campagne was het dan druk door de aanwezigheid van vele aardappelschepen die hun vracht door de Drentse wijken en kanalen aanvoerden om na een korte wachttijd gelost te worden. Op het dorpsschooltje was het dan druk-
ker geworden vanwege de schipperskinderen die daar tijdelijk onderricht kregen. Ook in het plaatselijk café was het tijdens de campagne extra druk. Het was het trefpunt geworden voor iedereen, want veel vertier was er tijdens de oorlogsjaren níet. Zo leek het, dat de oorlog alleen maar dóór Oranje was getrokken; de grote gebeurtenissen vonden ver weg van ons dorpje plaats. WeI was het irritant dat iedereen een persoonsbewijs moest bezitten, en dat de radio's ingeleverd moesten worden; dat waren impopulaire maatregelen van de bezetter. Op een nacht werd het dorpje opgeschrikt door het neerstorten van een vliegtuig. Men was al wel een beetje gewend geraakt
aan de overvliegende bommenwerpers die op weg waren naar Duitsland. Het was een Manchester van het 83e Squadron 1) die in de nacht van 8 op maaftl942 brandend neerstortte op korte afstand van de boerderii van de familie Motz. Aan boord bevonden zíc}, zeyen bemanningsleden, twee van hen, George Rex en Alfred
I
Engelse vliegtuigen was beschoten. Hierdoor was er brand ontstaan in het kantoor, ook werd er een stoomleiding lekgeschoten en aan de directeurswoning was ook schade aangericht. De brand werd geblust en de machines konden weer draaien. Enkele maanden later, op de avond van 17 december, vond er een luchtgevecht plaats boven de fabriek. Door verdwaalde kogels werd er bij Jacob Boeijsma, die in een van de fabriekswoningen woonde, een ruitje
stukgeschoten. Bij Hendrikus Hendriks, even verderop, doorboorde een kogel het kozijn van zijn schuurdeur alsmede de w.c.-deur. Ook aan de andere zijde van het
kanaal drongen verdwaalde kogels enkele woningen binnen, gelukkig zonder nare gevolgen.
Ruim een jaar later werd de bevolking nogmaals opgeschrikt toen er in de late avond van 31 augustus 1943 een bom op korte afstand explodeerde. Een vliegtuig, in nood gezeterr, had een bom laten vallen. Twaa1f ruiten Yan de school werden vernield; ook van verschillende boerderijen sprongen de ruiten. De inslag werd pas op 2 september in het heideveld ontdekt; de bomkrater had een diameter van 10 meter en was ongeYeer 5 meter diep. Regelmatig yonden er nu overdag luchtgevechten plaats. Dit kwam mede, omdat de
USAAF, de Amerikaanse luchtmacht, hier steeds actiever werd. De 'vliegende forten', vanuit Engeland opgestegen, vlogen vrijwel dagelijks in grote formaties over
2-1990
47
om doelen in Duitsland te bombarderen; zij werden omringd door bescherming gevende jachtvliegtuigen. Deze jagers
waren geduchte tegenstanders van de Duitse jachtvliegers. Op maandag 20 december 1943 toen er weer massaal overgevlogen werd, kwam het tot een treffen in de lucht. Even voor twaalf uur in de middag werd een Duits toestel door een Amerikaanse jager neergehaald en stortte op loopafstand van Oranje neer in de bossen van Korteweg. De piloot, Oberfeldwebel Erich Carius kwam hierbij om het leven. Stukken van zijn verminkte
lichaam hingen in de bomen. Iets van de jodenvervolging drong ook door tot Oranje. Een schuur, enigszins achteraf gelegen, werd voor joden ingericht. Deze schuur werd in de volksmond "Het Kamp" genoemd. Op de gevel was een plank met opschrift aangebracht; het is mij niet meer duidelijk wat er opstond. De mensen die daar werden ondergebracht werden te werkgesteld op het fabrieksland of in de fabriek. Het is bekend dat een van deze mensen in een donkere nacht is verdronken in de wijk die naast de fabriek is gelegen. Op een gegeven moment zijn ze weggehaald. "Het Kamp" werd toen een
48
2-1990
onderkomen voor de Hitledeugd. Op de 6e maart 7944was het weer raak. Reeds woeg in de morgen steeg de 95e bomb-group op van hun basis in Hampden (Engeland) voor een vlucht naar Berlijn. Voor een aantal van deze vliegtuigen zou het een rampdag worden. Zo ookvoor het toestel dat gevlogen werd door de eerste luitenant Garland Lloyd. Hij was met zijn tweeĂŤntwintigste missie bezĂg. Reeds op de heenweg werden ze door Duitse jagers onder vuur genomen. De onderkant werd doorzeefd met kogels en de neuskoepel
werd aan flarden geschoten. Russel Allman, de bommenrichter, werd deerlijk aan zijn rechterhand gewond. Na het afwerpen van de bommenlast boven Berlijn werden ze op de terugweg even voor de Nederlandse grens geraakt door Duits afweergeschut. De rechtervIeugel vloog in brand en in de buurt van Oranje gaf Lloyd het bevel het toestel te verlaten. De tienkoppige bemanning kwam in de buurt van Vorrelveen en Hijken terecht, waar het merendeel van hen direkt werd opgepakt2). Het viermotorige vliegtuig stortte brandend neer aan de rand van het dorp op het land van de familie Dijksterhuis (de huidige eigenaar). "Het Kamp" (Foto: Archief Hist. Ver.)
Een maand later, op 8 april 1944, glng tijdens een luchtgevecht een Amerikaanse jager verloren. De Lightning P-38, gevlogen door de eerste luitenant F. Knudson, werd achterna gezeten door een overmacht aan Duitse jagers en moest het onderspit delven. Zijn toestel kwam neer op korte afstand van de boerderij van Boerhofaan de Beilervaart. Knudson kwam hierbij om het leven.
het niet-bevrijde deel van Nederland te voorzien van verdedigingsstelsels. Op strategische punten werden versterkingen aangebracht en bruggen werden ondermijnd met springstof. Ook Oranje moest mannen leveren. Zo werd het hoofd van de school, meester Wieringa, te werk gesteld. De school werd door de Wehrmacht gevorderd. Alle spullen die zich in de klassen bevonden, werden op een boerenwagen geladen en afgevoerd naar de fabriek. Vervolgens werd in de school stro over de vloer uitgestrooid; het onderkomen voor de soldaten was hiermee kompleet. Achter de school op het tegelplein werd een veldkeuken ingericht. Zo was Oranje toch niet een rustige plek midden in een oorlogvoerende wereld gebleven; en het zou nog erger worden...
Toen wij hoorden dat op 6 juni 1944 de
geallieerden geland waren in Normandië, gaf dat ons enorm veel hoop. Wel maakten de tegenmaatregelen van de Duitsers ons angstig. Ook mannen uit Oranje werden opgeroepen om in Duitsland te werken. Enkelen gingen onderduiken. In het veld, wat zuidelijk van het kanaal, was een onderduikershol gegraven dat bij onraad een veilig onderkomen bood. Tot het eind toe hebben de Duitsers hier niets van geweten.
t) De gegevens
omtrent de oorlog die zich in de lucht afspeelde, zijn aÍkomstigvan de Groep Luchtoorlog Studiegroep '40-'45. De eerste piloot ontsnapte via de pilotenlijn naar Noord-
Rond oktober 1944 kwam de Organisation Todt tot stand; afgekort OT. Deze organisatie hield in, dat vrijwel de gehele mannelijke bevolking werd ingeschakeld om
Brabant. Vandaar werd hij Belgiè bimengesmokkeld, waar hij in Antwerpen door de Gestapo werd geanesteerd. De navigator, 2e luitenant Skinner, wist bij de geallieerden terug te komen; zijn ontsnapping lukte.
DE BEVRIJDING VANI ORAI\JE In de nacht van 7 op 8 april 1945 ging er veel gebeuren, een voorteken voor een
aan boord twee bataljons van Franse
spoedige bevrijding. Reeds enige dagen
eerder \Maren aan enkele inwoners van de buurtschappen't Vorrelveen en de Beilervaart in het diepst geheim mededelingen gedaan over de komende gebeurtenissen. Iemand van de ondergrondse en een Engelse officier hadden Boerhof, Koldenhof, Van der Kooi en nog enkele anderen instructies gegeven over de komende gevechtsacties. De liggng van hun boerderijen en de reeds bestaande contacten met het verzet maakten hen tot ingewijden. In deze nacht stegen een aantal viermotorige Stirlings op van de basis Rivenhale bij Ipswitch in het Zuiden van Engeland met
origine van de Special Air Service (SAS). De operatie "Amherst" was begonnen met als doel de opmars van de geallieerden te bespoedigen en de Duitse tegenstand zoveel mogelijk te breken. Deze parachutisten werden vanwege het slechte zicht gedropt op een hoogte van 1500 voet. Na hun landing werd door de bevelhebbende officier direct contact gezocht met de geheime adressen. De manschappen, de vele kisten met munitie en levensmiddelen werden zo spoedig mogelijk ondergebracht bij de mensen die hun leven hiervoor wel in gevaar brachten. Het was zeer riskant, want de volgende morgen, zondagmorgen 8 april,
2-1990
49
kwamen enige Duitsers bij Koldenhof en Van der Kooi een inval doen. Blijkbaar had men lont geroken. Bij Koldenhof vonden zij echter niets; wel werden er twee fietsen meegenomen. Ook Van der Kooi werd verhoord en bedreigd, zijn vrouw kwam tussenbeide, maar zij werd door de wantrouwige Duitsers het huis uit gejaagd. Het kwam nog tot een schermutseling tussen de gewaarschuwde para's en de Duitsers, maar de eerstgenoemden wisten te ontsnappen, zodat alles goed afliep. Uit wraak werd er bij Van der Kooi veel vernield en gestolen. In de loop van deze zondagmorgen kwamen de parachutisten in aktie. Drie van hen werden uitgezonden naar de brug van Tol en drie naar de brug van Nijenheim. Deze bruggen lagen over de Beilervaart en werden niet door de Duitsers bewaakt. Deze klus werd dan ook spoedig geklaard. Nog eens drie para's trokken door de velden om de brug over het Oranjekanaal bij Oranje in handen te krijgen. Onderweg kwamen ze enkele inwoners van het dorp tegen die op de hei en in de weilanden bezig waren eieren te zoeken. Met deze confrontatie waren de para's bepaald niet blij; hun geheimhouding liep hierdoor gevaar, maar spoedig begreep men elkaar en werden zij erop gewezen dat de brug door Duitsers bewaakt werd. EĂŠn van de eierzoekers was Harrie Timmer. Hij werd later op de middag door de Duitsers gezocht, omdat hij de para's aanwijzingen had gegeven. Hij wist zich te verstoppen in de schuilkelder van Dijksterhuis, waar hij nog andere kleren aandeed om niet herkend te worden. Om ongeveer half twaalf bereikten de drie Franse para's het huis van bakker Kramer. De brug was nu dicht genaderd. De Duitsers bewaakten hem goed en daarbij had een aantal zich verschanst in de aardappelmeelfabriek. Spoedig kwam het tot een vuurgevecht. Door dc grote overmacht slaagden de para's er niet in hun doel te bereiken, integendeel, ze werden aIIe drie gevangen genomen en op transport gesteld naar Hooghalen. Halverwege 50
2-1990
verscheen er een geallieerd vliegtuig; de Duitsers stopten in paniek en zochten dekking. De gevangenen namen hun kans waar en ontvluchtten. Zij waren de volgende morgen weer bij hun legereenheden. De schietpartij had inmiddels de aandacht getrokken van een aantal SS-ers, die zich aan boord bevonden van twee schepen die in de Beilervaart lagen. Toen deze kwamen kijken, waren de gevechtshandelingen reeds gestaakt. De schermutseling op deze zondagmorgen had de inwoners van Oranje angst ingeboezemd. Men had gezien dat twee Duitsers sneuvelden en dat er een gewond was geraakt. Maar de parachutisten waren gevangen genomen en wij waren dus bepaald nog niet bevrijd. Wel hadden wij ons vrolijk gemaakt over een Duitse wachtpost die tiidens het gevecht in paniek de brug was opgerend om aan de overkant te komen. Halverwege was hij uit angst over de leuning pardoes het kanaal ingedoken en daarbij werd zijn schoenzool door een kogel doorboord. Van de bevolking had hij de naam'Klakkebos' gekregen, vernoemd naar een frguur uit een stripverhaal dat dagelijks in de krant stond. De Duitsers bcgrepen dat de brug een strategisch punt voor de verdere opmars zou zijn. Een zware springlading werd dan ook onder de brug aangebracht. De mensen waren bepaald benauwd voor de zware explosie die zou komen. Men kon in geval van nood vluchten naar "Het Kamp". Deze verbouwde schuur stond iets achteraf, zodat men bij gevechtshandelingen redeIijk beschermd zou zijn. Velen maakten van deze mogclijkheid gebruik. De volgende morgen maakten de Duitsers bekend, dat de brug zou worden opgeblazen. Men kreeg een korte tijd toegemeten om een goed heenkomen te zoeken,en weldra klonk er een doffe dreun, stukken hout en ijzer vlogen door de lucht en de brug van Oranje was er niet meer. De ontploĂ?fing veroorzaakte nogal wat glasschade. Verder bleefhet die dag rustig. Ook de dinsdag bracht niets nieuws. Veel mensen hadden reeds hun spullen gepakt
korenmijten om zo een beter gezichtsveld te krijgen. Zo werd het dorpje Oranje één lange gevechtszone.
De u ernielde aardappelmeelfabriek u an Oranje. De meeltransportband bleef gespaard, euenals de meelloods (rechts). Op de uoorgrond hebben een aantal mensen
Nog voor de middag kon men de Canadese
zich uerzameld rorudom een militair uoertuig. (Foto: Archief Hist. Ver.)
infanterie door het open veld vanafde Beilervaart zien naderen, steeds dekking zoekend achter een aarden wal ofin een greppel of gebruik makend van de rook die hen omhulde door een in brand gestoken stuk heide. Spoedig klonken de eerste salvo's; de korenmijten van R. de Jong vlogen in brand en het gevecht kwam tot volle omvang. Van de fabriek was niets meer de redden en de woningen waarin de Duitsers zich verschanst hadden, werden doorzeefd met kogels.
Even was er een kleine gevechtspauze. Intussen naderden steeds meer Canadezen met hun voertuigen uit zuidelijke richting. Het schieten begon opnieuw, zware mitrailleurs vuurden hun kogels op de vijand af. Een zwaar stuk geschut, dat opgesteld stond bij Kruit nabij de Beilervaart mengde zich in de strijd. De fabriek werd nogmaals onder vuur genomen; de granaten sloegen links en rechts in. Huizen die in de vuurlinie kwamen te liggen, werden platgeschoten en door brand 52
2-1990
verwoest. Bewoners aan de noordzijde van het kanaal vluchtten in paniek naar het Diependal (een stuk woeste grond ten noorden van Oranje), weg uit die hel, die met het uur erger werd. Soms waagde iemand het om voorzichtig vanuit de schuilkelder naar buiten te kijken. Zwarte, verstikkende rookwolken hingen boven het geteisterde dorpje, en inslaande granaten en overvliegende kogels beletten een ieder om maar één stap verder gaan.
In de loop van de middag nam het vuren af, maar niemand waagde zich nog op straat. De Canadezen hadden reeds overdag een aantal Duitsers gevangen genomen en op transport gesteld, maar tot ieders verbazing hoorde men 's nachts ook afmarcherende soldaten, de resten van het verslagen leger vertrokken heimelijk. Was men nu werkelijk vrij? Het bleef die nacht verder rustig. Eerst de volgende morgen kwam er beweging in het
korenmijten om zo een beter gezichtsveld te krijgen. Zo werd het dorpje Oranje één lange gevechtszone. Nog voor de middag kon men de Canadese infanterie door het open veld yanafde Beilervaart zien naderen, steeds dekking zoekend achter een aarden wal ofin een greppel of gebruik makend van de rook die hen omhulde door een in brand gestoken stuk heide. Spoedig klonken de eerste salvo's; de korenmijten van R. de Jong vlogen in brand en het gevecht kwam tot volle omvang. Van de fabriek was niets
meer de redden en de woningen waarin de Duitsers zich verschanst hadden, werden doorzeefd met kogels. Even was er een kleine gevechtspauze. Intussen naderden steeds meer Canadezenrnet hun voertuigen uit zuidelijke richting. Het schieten begon opnieuw, zware mitrailleurs vuurden hun kogels op de vijand af. Een zwaar stuk geschut, dat opgesteld stond bij Kruit nabij de Beilervaart mengde zich in de strijd. De fabriek werd nogmaals onder vuur genomen; de granaten sloegen links en rechts in. Huizen die in de vuurlinie kwamen te liggen, werden platgeschoten en door brand 52
2-1990
De u ernielde aardappelmeelfabriek u an Oranje. De meeltransportbarud bleef gespaard, euenals de meelloods (rechts). Op de uoorgrond hebben een aantal mensen zich uerzameld rondom een militair uoer-
tuig. (Foto: Archief Hist. Ver.) verwoest. Bewoners aan de noordzijde van het kanaal vluchtten in paniek naar het Diependal (een stuk woeste grond ten noorden van Oranje), weg uit die hel, die met het uur erger werd. Soms waagde iemand het om voorzichtig vanuit de schuilkelder naar buiten te kijken. Zwar te, verstikkende rookwolken hingen boven het geteisterde dorpje, en inslaande granaten en overvliegende kogels beletten een ieder om maar één stap verder gaan.
In
de loop van de middag nam het vuren af, Ír.aar niemand waagde zich nog op
straat. De Canadezen hadden reeds overdag een aantal Duitsers gevangen genomen en op transport gesteld, maar tot ieders verbazing hoorde men 's nachts ook afmarcherende soldaten, de resten van het verslagen leger vertrokken heimelijk. Was men nu werkelijk vrij? Het bleef die nacht verder rustig. Eerst de volgende morgen kwam er beweging in het
dorp; de mensen kwamen uit hun schuilplaatsen en ook verschenen opnieuw de Canadezen nu met hun tanks en gevechtswagens en ze werden met gejuich begroet. Sigaretten en chocoladerepen werden uitgedeeld; we waren werkelijk bevrijd!
Gelukkig was niemand van de bevolking gedood of gewond. WeI was er droefheid over het sneuvelen van de Canadese soldaat John Kibzey; hij was nog maar 21 jaar ! Hij werd begraven in een voorlopig graf; zijn helm hing aan een paaltje aan het hoofdeinde.... H. Bos Oranje 13 april 1945. Geallieerde legerwagens (Cheurolets) in Oranje. Links Janrues Beugel; zijn ouderlijk huis werd door oorlogsgeweld uerwoest. De jongeman rechts is Jo Dijk; ooh zijn ouderlijh huis ging in ulammen op. Rechts meurouw Haueman, de urouw uan de toenmalige brugwachter. Het brugwachtershuis is nog gedeeltelijla te zien. (Foto: Archief Hist- Ver.)
DE BEVRIJDING VAN HIJKEN Op 11 april 1945 heerst er in Hijken een
zenuwachtige drukte. Eigenlijk is het de hele week aI "anders dan anders". Op het kantoor in Assen hoor ik van een NSBbureauhouder telefonisch een ooggetuigeverslag van de intocht der geallieerde tanks door de straten van Westerbork. In het Hijkerveld, achter Vorrelveen, zijn 's nachts Franse parachutisten gedropt. Ze hebben zichverzameld in een leegstaande schuur. Bij een schietpartij met de moffen zijn enkele gewonden gevallen. Een gewonde Franse soldaat wordt door de moffen geyangen genomen en gebracht naar de boerderij van Gerrit Jan Heijink 1). Dokter P. H. T. Meijering uit Beilen verklaart aan de Duitse bevelhebber dat hij moet rusten en vooral niet vervoerd mag worden! Meester J. van den Hof, hoofd van de Hervormde school gaat er geregeld op bezoek. Er zijn veel troepenbewegingen van de
Duitsers. Achter het Oranjekanaal, in de dijk, zijn eenmansgaten gegraven. Het Duitse hoofdkwartier is gevestigd in de
schuur van Ep Huisman, die daar niet erg blij mee is. Muchtende NSB-ers (landwachters, enz.) trekken naar het oosten, waar ergens de "Heimat" moet liggen. Bij Roelof Jonkers slaapt er zo'n vluchteling'n paar nachten in het hooi. Na zijn vertrek vindt Roelof diens jachtgeweer in het hooi
verstopt. Niemand doet nog z'n normale werk. Er is veel rumoer in de lucht. Grote eskaders Amerikaanse vliegtuigen vliegen hoog langs de blauwe lucht, richting Duitsland. Op de terugtocht worden aangeschoten vliegtuigen vaak achtervolgd door Duitse jagers vanafde vliegvelden Eelde en Leeuwarden. Op een tip groenland aan de Meerweg bij Hendrik Jonkers zit een Duits mitrailleurnest bovenin een hooimijt. Geallieerde vliegtuigen schieten op alle bewegende voertuigen; vooral locomotieven moeten het ontgelden. Duitse soldaten trekken met het geweer in de aanslag en vaak een borrel in de kraag
2-1990
53
voor de'courage'Iangs de Meerweg, in de richting van Brunsting. 's Middags keren ze half laveloos terug. Overal zijn de mensen bezig met het bouwen van schuilkelders, in de tuin of op het erf. Waar komt toch zo'n initiatief opeens vandaan? Ook vader Jan Wessels maakt samen met Hendrik, die al ruim een jaar bij ons ondergedoken zit, een schuilkelder van zand. Vader heeft er weinig vertrouwen in en wij dus ook. 's Nachts komen, als gewoonlijk, de Tommy's overvliegen. De motoren van hun vliegtuigen maken een
wat stotterend geluid, r.et of ze elk ogenblik kunnen uitvallen. Volgens de Engelse zender moet je erbij denken: "Love you, love you."
Ergens valt een bom. Boven de oostelijke horizon is veel lichtschijnsel: 'kerstbomen' (een tros lichtkogels ter markering van het te bombarderen gebied) boven Duitse steden en zoeklichten vanafde grond. Verder hangt er een eigenaardige stilte en 'We weten, dat er elk spanning in de lucht. ogenblik iets kan gebeuren, dat de bevrijding, waar we zo veel jaren op gewacht hebben voor de deur staat. Het wonderlijke is, dat we te gespannen zijn om ons echt blij te voelen. Hoe zal het aflopen, zal het wel goed komen,wat zal er allemaal gebeuren? Op de morgen van72 april staan we al vroeg buiten op straat..... Het belooft een zonnige dag te worden. Ook Hendrik Jonkers en Mat en Roelof Jonkers met z'rt jongens staan buiten voor de baanderdeur. Vanaf de Vorrelveense weg naderen 'vreemde' voertuigen.'Brencarriers' horen we later, met zwaar bewapende soldaten. "Dutch, Dutch, Dutch!" horen we duidelijk over de radio's. Ze rijden Hijken in. Er stopt een wagen bij de boerderij van Roelof Jonkers en een tweede bij de boerderij van Aaldert en Annechien Stadman. Soldaten springen er uit. Even later vliegen mooi gekleurde lichtkogels met een boog over de boerderij heen, in de richting van het
kanaal. "De kelder in!!!" is nu het devies. 54
2-1990
Het gaat beginnen! Moeder heeft aI de dag tevoren aI het nodige in de kelder gebracht, wat melk en brood en we kunnen ergens zitten. Nu maar afwachten. Het is erg spannend, niet mooi, zoals in een boek, maar rauwe werkelijkheid. Het duurt niet lang of het schieten begint. Een vliegtuigje cirkelt steeds maar rond boven Hijken en omgeving, maar we weten niet of het vriend of vijand is, bevrijder of mof. Wij weten nergens van. Verdwaalde kogels ketsen door het grind voor het kelderraam. Er klinkt nu ook zwaarder gedreun, gedonder van kanonnen oftanks. Vader is nog niet erg optimistisch. De moffen zijn sterk en ze geven zich niet gauw over. Tegen elf uur wil moeder naar boven om koĂ?fie te zetten. Het is elf uur, koffietijd! Het schieten is nu op z'n hevigst en vader wil het niet hebben. Als het's middags iets rustiger is, gaat hij zelf even kijken. Er wordt nog aan alle kanten geschoten en het brandt in Hijken. Een vuurgloed hangt boven het dorp. Wachten, wachten, de tijd kruipt traag voorbij. Tegen een uur of vier is er opeens gerommel in de kamer en de deur van de kelder wordt opengegooid. In de trapopening staat een gehelmde en bezwete soldaat met het geweer in de aanslag. "Friends, friends," roepen we. Ja, dat ziet hij ook wel. Hij roept iets in het Engels en daalt het trapje af. Een bewijder! De eerste Engelse soldaat of Amerikaan of wat hij maar is, die we ooit gezien hebben. Hij is een nog erg jonge vent. Hij is zenuwachtig en gejaagd. Ik weet niet meer wat we precies gezegd hebben, maar we waren erg 'grateful'en zo en wilden hem een glas
melk aanbieden, maar hij wuifde alles weg en gafons een sigaret, een echte Engelse! Zelf vloog hij de trap op naar de zolder en schoot vanuit een raam op de vliering, kwam weer haastig naar beneden rennen en weg was hij. Vader, Hendrik, Harm en ik steken onze echte sigaret aan. We hebben er vijfjaar lang niet een geproefd. Een heerlijk aroma vult de benauwde kelderruimte. Het is net
De boerderij waar landbouwer Geert Vredeueld woonde, u)erd in 1945 in brand geschoten. Vredeueld zette later een nieuwe boerderij in "t Oosteinde; zijn. dochter woont daar nog.
Op deze foto staan Jahob Jonkers en Geertruida Snijders met hun. dochtertje Dine Jonhers. De boerderij uan Jonhers lVredeueld stond een eindje uan de straat; uoor de boerderij was een appelhof. Tegenwoordig staat ongeueer op deze pleh bakkerij Kramer. (Werhgroep Geschiedschrijuing Hij keru)
ofje door de grond gaat bij de eerste halen. We zijn ze zó niet meer gewend. Tegen een uur ofvijfhoudt het schieten wat op en gaan we naar boven en naar buiten. Bij de boerderij van'Hennuk en Mat'staat een hele groep Amerikaanse soldaten en ofÍicieren, nonchalant rondhangend, dobbelend en kauwend. In ons beste school-Engels, zoekend naar de juiste woorden, vragen we aan de commandant of de Duitsers ook aan de andere kant van het kanaal verdreven zijn. Hij weet het niet zeker of doet alsof. Alle bruggen zijn onbruikbaar.Ze doen er erg gemakkelijk over; wij zíjn er nog niet helemaal gerust op. De volgende morgen gaan we Hijken in. Op straat loopt het vol Hijkers en soldaten. Er staan tanks in het dorp en bij de Hervormde school staat een klein kanon op het schoolplein. Dat heeft onder meer
een groot stuk muur weggeslagen van de schuur van Ep Huisman. Ze wisten blijk-
baar drommels goed, dat daar het hoofdkwartier van de moffen zat.De familie Huisman heeft bange uren doorgemaakt. Dine heeft nog tegen de Duitse officieren geroepen: "Man, goar hier toch vot, ie jaagt oes allemaol in't ongeluk!" Het is een drukte van belang en je hoort de vreemdste verhalen. Piet'Poepe' Vredeveld, zat met zijn gezin in de zelfgemaakte schuilkelder buiten op het erf, maar toen de kogels en tankgranaten de zandwal in stukken reten, kregen ze}:,et zo benauwd dat ze midden onder het vuur hals over kop naar binnen vluchtten. Er was nogal wat opgebrand 2), de moffen waren toch nog het kanaal over geweest, in roeibootjes en langs de winkel van Kas 3) en vlak langs de huizen het dorp ingelopen,
2-1990
bb
richting Weóteind, waar een paar tanks stonden aehíer de boerderijen. Die wilden ze met pantservuisten uitschakelen. Ze werden ontvangen door een zeeYarr kogels, versèholen zich achter een boerderij, maar werden toen door vlammenwerpers verdreven. Toen we op straat liepen, werd er ineens weer geschoten. We vlogen
allemaal naar binnen. Later blijkt, dat in de boerderij van Roelof Smeenge nog enkele fanatiekelingen zítten. AIs ze naar Assen willen vluchten, wordt er een door een Canadese scherpschutter neergeschoten, terwijl hij net op z'rt fiets wil springen. 's Middags is het echt feest. Rijen geallieerde tanks trekken langs de noordzijde
van het kanaal. De nog levende moffen zijn teruggetrokken op Assen en Groningen. Hier en daar hangt een gesneuvelde Duitse soldaat op z'n kop in een mangat. Duitse geweren en ander wapentuig wordt achteloos in de vaart gesmeten. Het doet ons niets. Vijfjaar bezetting hebben wel
afgestompt. Achter de kanaaldijk hebben velen flink in de rats gezeten. De Canadese soldaten zijn onder dekking van tank- en kanonvuur achter rookgordijnen uit simpele doosjes die ze 'op zak' droegen door de weiden naar het kanaal gekropen om daar de moffen met geweervuur en handgranaten te bestoken. Bij Koendert Visscher achter de diik, waar we zoveel jaren intens gelukkig in een heel klein kamertje hebben gewoond, zijn de handgranaten in de appelbomen voor de ramen uiteengespat. Alle ruiten zijn stuk. Er ligt een gesneuvelde Duitse soldaat op de dijk. Zelf hebben we ook wat kapotte ruiten en in de slaapkamerdeur zitten wat verdwaalde kogels.
nenlandse Strijdkrachten) worden opgepakt en met karren weggevoerd. Het geeft ons niet eens een gevoel van triomf, hoe vaak je ook wraak gezworen hebt. Maar in dit geval zijn het toch altijd nog dorpelingen, bekenden. En vader en moeder zijn de oorlogstijd doorgekomen, dank zij een NSB-boer, die nu en dan eens wat boter of een zak graan bracht. De meisjes uit het dorp flirten met de soldaten. Die zijn nogal gul met sigaretten en chocola. Wij eten een stuk witbrood,
heerlijk! 's Avonds krijgen we bezoek van de commandant. Hij komt een praatje maken en terloops informeren naar gevaarlijke NSBers. Nou, die hadden we in Hijken niet. We kunnen hem alleen een kopje surrogaatkoffre met een surrogaatkoekje aanbieden. Hij vertelt, dat hij zoveel bos bezit in Canada, dat hij dagelijks met een privévliegtuigie op bosbranden controleert. Wij, die nog in de tijd van de keuterboeren leven, staan met onze oren te wapperen. Later komen nog geregeld soldaten aanwippen. Ze drinken veel rum. Wij proberen een heel klein slokje, met water er door. Het is ofje in brand staat! Op de hof van Sikken is een heel stel soldaten met tanks. Ze roken, lachen en dobbelen. Halfvolle mitrailleurbanden worden achteloos, nog geen spit diep, in de grond begraven. Die achteloosheid komt enkele Hijkenaren later nog duur te staan a). Maar wat een opluchting, wat een bevrijding, wat een feest, wat een heerlijke, onvergetelijke, vreemde dagen!
november 1989 R. Wessels t)
Geallieerde tanks verzamelen zich nu achter de draai, de lopen gericht op Diependal, waarachter, volgens geruchten, Duitse troepen zich zouden hergroeperen. Het blijkt niet waar te zijn of niet door te gaan, want de tanks keren terug. Het is nu feest in het dorp. Iedereen is blij, behalve de NSB-ers, die door de BS (Bin56
2-1990
Volgens zoon Johan Heijink (Apeldoorn) was hij in de schuur van Van de Kooi in het hooi gekropen; hij was geraakt door een kogel van de Duitsers die lukraak schoten.
2) Behalve de boerderij van Vredeveld werden ook de boerderijen van Seubring, Oosting, Thijms en Schuring in brand geschoten. 3) Kas (Karst) Bosman. Hij had een kruidenierswinkel, maar hij kon je van alles leveren. a) Enige tijd later werd die munitie door enkele Hijkenaren opgegraven. Men ging er mee spelen. Een granaat ontplofte. Enige personen raakten gewond; er was één zwaargewonde.
Voor het militaire kamp hadden de Duitsers twee stukken geschut geplaatst. Aangezien de Duitsers heftig verzet boden, zochten de meeste Hooghalers hun zelfge-
DE BEVRIJDING VAN HOOGHALEN 12 APRIL 1945
De dag begon met een mooie heldere lucht. De Duitse soldaten die in ons dorp hun bivak hadden, waren al woeg in de weer. Onze bewijders, de Canadezen, waren de
maakte schuilkelders op. De Duitsers hadden zich verschanst achter de spoordijk. Door alle boerderijen aan het Middendorp in brand te schieten, hadden ze eeta vrij schootsveld naar de Hoofdstraat.
vorige dag ons dorp aI dicht genaderd. AI enige dagen waren er al schermutselingen geweest van Duitse soldaten tegen Franse para-
chutisten in de staatsbossen. Tegen negen uur zagefl wij een ver-
kenningsvliegtuigje in de lucht, dat de posities van de Duitsers doorgaf aan het Canadees geschut. Al vrij gauw vlogen de granaten over ons dorp. Een Duitse motorordonnans die net uit het militaire kamp de weg opdraaide, kreeg een voltreffer op zijn motor. Voor hem was de oorlog afgelopen. De door de oorlogshandelingen uerdwenen
boerderijen. Links woonde Albert Niemeijer ert rechts Lucas Zwiers. De boerderij in het midden was uan Gerrit Wiggerinh. Achter dc linker boerderij (niet zichtbaar) stond d.e boerd.erij uan Harm Hagens. (Foto: Archief Wim Bakher) ,
Linhs de in 1945 afgebrande boerd,erij uan Jan Beugel. De boerderij rechts staat er nog; daar woonde Berend Abbing. Rechts tegenouer Jan Beugel heeft de boerderij uan Koop Boer gestaan. Op deze,owde ansichtleaart staat linhs uoor dàbaander de linnenwagen, een linnen huif Íion, ouer de wagert gespannen worden. Eert linnenwa.gen werd gebruikt om op uisitdte gaan, ïLa.ar er werden ook biggen rmee nd,ar dnií markt gebracht. Voor de lage déur uan de achter ste schuur staat w aarschijnlij k Jannes Beugel (uader uan Jan Bangel) met de eigenaar uan de hondelear dfe rechts uan het hek staat. (Foto: Archief Wim.tBahhcr) De hele dag werd er hard gevochten. Er was veel mitrailleur- en geweervuur. Een Canadese tank werd vanuit despeeltuin
van Hotel Mulder door een'Panzérfaust' getroffen en uitgeschakeld; enkele bevrijders vonden daarin de dood. Ook de bevrijder die achter boerderij Vording even een sigaretje wou opsteken,\werd door een Duitse sluipschutter dodelijk 2-1990
51
Links de boerderij uan Harm Hageru, daarachter die uaru Gerrit Wiggerinlz; beide uerbrand. In het midden de boerderij uan Bertus Dik; de lindebomen die er uoor stonden, staaru nog in het land. Rechts Jan Beugel, ïLqar nu uan de artdere hant; deze boerderij is na de oorlog herbouwd.
1)
(Foto: A. Hulzebos)
geraakt. Verschillende huizen werden beschadigd door granaten. Vele tientallen Duitsers hebben hun tegenstand met de dood moeten bekopen, maar ook velen wilden niet vechten en gingen op de vlucht ofvroegen aan de bevolking burgerkleren om te deserteren en zich over te geven. Om ongeveer vijf uur in de middag konden wij onze schuilkelders verlaten en onze bevrijders begroeten. Ons dorp had wel een zware tol moeten betalen; ongeveer tien boerderijen werden in brand geschoten. Deze boerderijen waren de oudste van
Met dit eenuoudige monument eert Hooghalen de zes gesneuuelde geallieerde
militairen. (Foto: Archief Hist. Ver.) ons dorp "Halen".
Gelukkig waren er onder de dorpsbevolking geen slachtoffers te betreuren, maar zes rran onze bevrijders hebben hun leven gegeven voor onze bevrijding.2) De mensen in Laaghalen waren de hele dag buiten geweest en hadden alles kun-
nen aanschouwen wat er in Hooghalen gebeurde. Het was net ofvoor hen een oorlogsÍilm draaide, maar voor ons was het een angstige dag.
Aldere verbrande boerderijen zijn die van: Gezusters Timmeman (Hoofdstraat), Otto Meijering en
:".::
.&" q:
titlt'w
Men lzreeg ouerheidssteun om de uernielde boerderijen weer op te bouwen. Deze geuelsteen zit aan de achterzijde uan de boerderij u an Meij ering ( Stations straat). Foto: Archief Hist. Ver. 58
2-1990
2)
Hoogeveen (tegenover elkaar aan de Stationsstraat), de kapschuur van Piet Timmerman. Het huis van aannemer J. Hidding brandde af en nog enige burgerwoningen, o.a. de woning van Arend Hidding. De gesneuvelde geallieerde militairen zijn eerst in Hooghalen begraven naast de smederij van E1slo. Later zijn zij herbegraven op de erebegraafplaats op de Holterberg. Nadere informatie maakte ons duidelijk dat in Hooghalen 3 à 4 gealiieerden gesneuveld zijn; de anderen, ten zuiden van Assen gesneuveld, zijn tijdelijk in Hooghalen begraven.
V.l.n.r.: orubeh,end, meur. Scheringa, meur. Nicolai,, Menruo Nicolai, ... uan Es, Canadees, Bram Padding (bouen), Minie Ludwig, onbehend, meur. Hof, Canadees, Jaap Hof, Jan Padding, onbekend, Canadees, huishoudster uaru Jan Padding, Jaap LudwĂq, meur. Ludwig, meur. Voorham met dochter Hennie (onderaan) en man geheel rechts onbehend.
V. l.n.r.: onbehend, men.. Boon (uit Den Haag, hostganger bij Ludwig), Canadees, Candees, Canadees, Wim Ruts, Minie Ludwig, Gerrit Blorusma (lzostgaruger bt1 Ludwig), meur. Ludwig, Tinie Huiziruga (in de lzost bij Ludwid, orubelzend, meur. Nicolai, Menno
Nicolai, Canadees, Jaru Hulzebosch, Max Breimer, onbehend, Candees. 2-1990
59
Graf uan een Franse parachutist. Begraafplaats aaru de Torenlaan.
Herderukingsteken te Spier. (Foto: Archief Hist. Ver.)
(Foto: Archief Hist. Ver.)
Grauen op de begraafplaats aan de Torenlaaru uan de bemanning uan de te Smalbroelz rueergeschoten Engelse bommenwerper. (Foto: Archief Hist. Ver.) 60
2-1990
Bestuur Historische Vereniging Gemeente Beilen: drs. G. J. Dijkstra, Pinksterblotem 42,9411 CH Beilen, t€I. 05930-4826 - voorzitter mr. G. Lindeyer, Esweg 133, 941-1, AE Beilen, tel. 05930-5587 - secretaris D. J. Rosenberg, 't Spiek 77,94LL IO( Beilen, tel. 05930-2698 - penningm. en ledenadm. L. Kinds, Hoofdstraat 17 ,94L4 AA Hooghalen, tel. 05939-478 A. Rutgers-Gerrits, Brinkkampen 37, 9417 TC Spier, tel. 05936-694 G. Schuringa-Terpstra, Esweg 75,94L4 AC Beilen, tel. 05930-5991 H. L. G. Schuur, Nieuwe Es 10, 9418 PS Wijster, tel.05936-4L2 B. Tattje-Bos, Westeinde 43,9475 PH Hijken, tel. 05930-3475.
Lidmaatschap
Lidmaatschap van de vereniging bedraagt Í 27,50 per jaar. Bankrek.nr . 30.65.27 .7 7 4 t.n.v. Hist. Ver. Gem. Beilen. Postbank nr. 3090700.
Lezingen, activiteiten:
26 april1990: Rondleiding door het Herinneringscentrum kamp Westerbork, Oosthalen 8, Hooghalen, aanvang 20.00 uur. AÍhankelijk van de opkomst, in twee groepen; aan de ene gïoep wordt een film getoond, de andere groep krijgt een korte inleiding en een rondleiding. In de pauze is er koffie. Na de pawze worden de groepen gewisseld. De entree bedraagt p.p f 2,50. Uitdeling van het thema-nummer over de gemeente Beilen in de jaren'40-'45. 30 april1990: In Hijken is er een infomarkt. De werkgroep Hijken is daar ook aanwezig. 6 september 1990: te Hijken in het activiteitencentrum "de Dorpshoeve", Westeinde 6: een programma van de historische werkgroep van Hijken. Uitdeling van het derde nummer van de tweede jaargang. 4 oktober 1990: Lezing van dr. H. Gras (Groningen) over Armen-
zorgin Drenthe te Spier in cafr-restaurant Schortinghuis, Brinkkampen 1. 1 november 1990: Lezing van drs. G. J. Dijkstra over Criminaliteit in het kerspel Beilen in de achttiende eeuw te Beilen. Uitdeling van het vierde nummer van de tweede jaargang.
Introducées
Voor het bijwonen van lezingen mag U introducées meenemen.
Zij hebben gratis toegang.
Nabestellen foto's:
Het is mogelijk om foto's uit het tijdschrift na te bestellen. De prijs voor een foto van het formaat 15 x 10 cm is voorlopig vastgesteld op f. 3,-, excl. verzendkosten. Het gaat hierbij om foto's uit het foto-archiefvan de vereniging en foto's van particulieren of instellingen die toestemming voor het vermenigvuldigen van de foto's hebben gegeven. Foto's uit de eerste drie nummers van het tijdschrift kunnen tot uiterliik 1 mei 1990 nabesteld worden bij T. L. Kroes, tel. 05930-3382. Bij de heer W. Bakker kunnen foto's uit zijn foto-archief worden bijbesteld: tel. 05930-3167.
2-1990
NA DE BEVRIJDING
Schoon en stralend is, gelijk, toen, het uoorjaar, Koud des n'Lorgens, ntaar als de dagen uerder Opengaan, is de eeuwige lucht een wond.er Voor de geredden.
In't doorzichtig waas ouer al de brake Landen ploegen weder de trage paarden Als altijd., wijl nog de nabije uerten Dreunen uan oorlog.
Dit beleefd te hebben, dit heellijfs uit te Mogen spreken, ieder ontwaken weer te Weten: heen is, en nu uoorgoed, de welhaast
Duldlooze knechtschap
-
Waard is het, uijf jaren gesmacht te hebben, Nu opstandig, dan weer gelaten, en niet EĂŠn uan de ongeborenen zal de urijheid Ooit zo beseffen.
J. C. Bloem
Kei aan de Esweg. Op I september 1944 werd op deze plaats Willem Hendrik Klein, wachtmeester der Marechaussee, neergeschoten (Archief Hist. Ver.) . Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door financiĂŤle bijdragen van de gemeente Beilen en de "Beiler Courant".
2-1990