Het weer
Strenge winters in de goede oude tijd
G.J. Dijkstra
In onze Nederlandse winters ligt een eigenaardige bekoring: het verlangen naar een zachte of een strenge winter. Een winter laat zich niet voorspellen. Sommige mensen verlangen in de herfstmaanden naar een winter met zacht weer vanwege redenen van gezondheid of maatschappelijke belangen. Anderen onder ons, die graag schaatsen, wensen een strenge winter met heel veel ijs. Niemand evenwel kan vooruit zeggen wiens wens vervuld zal worden. Soms komt in geen jaren een strenge winter voor, terwijl dan weer betrekkelijk kort op elkaar enige strenge winters volgen.
De zeventiende eeuw De winter van 1606 zou erg koud zijn geweest. Men zou in deze winter wel vier maanden op het ijs van de Zuiderzee hebben geschaatst. De winter van 1667 was ook bijzonder streng, want een oud rijmpje zegt van deze winter: ‘In zestienhonderdzevenenzestig, toen vroor en sneeuwde het zeer heftig.’
Schaatsenrijden in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Detail uit een prent.
1
De achttiende eeuw De winter van 1709 was buitengewoon streng. De volgende koude winter was die van 1740. Deze is niet alleen door zijn gestrengheid, maar ook door de zeer lange duur bekend geworden. Pas op 22 mei 1740 zag men blaadjes aan de bomen verschijnen. Tot juli 1740 bleef de noordenwind heersen en ook na die
Strenge wintersin de goede oude tijd