.UNST n°26

Page 1

NUMMER 26 — JAN 2013


3


«

Lees het interview met MARTIJN op pagina 1

Werk KALME ZEE Maker MARTIJN VAN MIERLO Opleiding PHOTOGRAPHY WEB WWW.MARTIJNVANMIERLO.NL

5


«

Lees het interview met EVELIEN op pagina 4

Werk SMART TEXTILES Maker EVELIEN BREEMAN Opleiding ILLUSTRATION WEB WWW.EVELIENBREEMAN.NL


«

Lees het interview met MAURITS op pagina 6

Werk WOESTE ZEE VAN EEN EX-CHRISTEN Maker MAURITS MALSCHAERT Opleiding AUDIOVISUAL MEDIA WEB HTTP://MMALSCHAERT.NL


Lees het interview met Cliff op pagina 20

«

Lees het interview met SHARI op pagina 10

Werk THE STRENGHT OF THE PACK IS THE WOLF, THE STRENGHT OF THE WOLF IS THE PACK Maker SHARI KLEIN Opleiding MASTER OF ARTS IN ARTS MANAGEMENT ONTWERP JAN PIET JORIS & CORNEEL (WWW.JPJC.NL) WEB WWW.SHARIKLEIN.COM


« werk maker opLeiding weB

Lees het interview met fIN op pagina 14 MOTIVATION CAMPAIGN fIN KINGMA INTERACTION DESIGN WWW.fINKINGMA.COM


« werk maker opLeiding weB

Lees het interview met DORA op pagina 16 REMOTION DORA KLOPPENBURG ILLUSTRATION WWW.DORAKLOPPENBURG.COM


«

Lees het interview met JEROEN op pagina 18

Werk MYTH OF FIRE Maker JEROEN KOFFEMAN Opleiding ANIMATION WEB JEROENKOFFEMAN.BLOGSPOT.NL


tekst ANNET BREMEN beeld MARTIJN VAN MIERLO

«

Lees het interview met LEX & JOOST op pagina 20

Werk Makers Opleiding WEB

SOUND SCULPTURE LEX HOOGENDAM & JOOST VAN DALEN FINE ART & COMPOSTION AND MUSIC TECHNOLOGY http://vimeo.com/user4223238

Een kalme zee, teruggebracht tot twee vlakken in gekorreld grijs. Tweedejaars Photography Martijn van Mierlo houdt van minimalisme. Vertellen over zijn werk doet hij minder graag, terwijl zijn beschrijving op .UNST toch het skelet is van dit interview. ‘Buiten school spreek ik met niemand over wat ik doe.’ 20 augustus — 8 december 2012

1


‘IK MOET VOORTDUREND DENKEN: In woord en tekst ben ik niet sterk. Voor mij is fotografie het medium om met de buitenwereld te communiceren. ‘Wat in mijn hoofd zit, kan ik moeilijk verwoorden. Ik praat ook niet graag over mijn werk; liever laat ik mijn beelden spreken. De mensen die ik ken hebben helemaal niks met kunst. Daarom spreek ik buiten school met helemaal niemand over wat ik doe. Met klasgenoten wel. Die spreken dezelfde taal, dat gaat vanzelf.’ Binnen de fotografie ben ik voortdurend aan het onderzoeken en aftasten wat voor mij het fi jnst werkt. ‘In het begin van de opleiding hield ik me strikt aan de opdrachten. Waar ik toen concreet naar het einddoel toewerkte, experimenteer ik nu met het onderzoek. Door te spelen met de regels en met de opdracht kom ik op andere ideeën. Ik maak foto’s van dingen die niet binnen de opdracht lijken te passen en ontdek veel meer dan je uiteindelijk in het resultaat terug ziet.’ ‘Om mezelf uit te dagen zoek ik ook qua onderwerpen graag de grenzen op. Mijn serie BDSM is daarvan een goed voorbeeld. Een vriendin bracht me in contact met een groep mensen die bondage beoefent. Ik kwam terecht in een wereld die ik niet kende

2

en dacht: ik hoor hier eigenlijk niet te zijn. Toch legde ik die eerste keer alles vast wat op me af kwam. Alles was interessant om te laten zien. De keren daarna wist ik wat ik kon verwachten en kon ik kijken naar vlakverdeling, licht, schaduw. Door de manier waarop BDSM is vastgelegd en door de keuze voor zwart-wit, laat ik het onderwerp op een andere manier zien. In kleur zou de serie veel platter, realistischer en heftiger zijn. In zwart-wit is het minder direct voor mensen die er normaal gesproken niet naar zouden kijken. Pas toen ik de beelden terugzag, besefte ik wat ik had meegemaakt. Dit is echt gebeurd, dacht ik. Het was een bijzonder moment.’ Zodra ik het idee heb dat het wel ‘aardig klopt’ ben ik alweer verveeld en teleurgesteld in mijn eigen kunnen. ‘Hoe spannend BDSM ook was, daarbij gebeurde het ook. Het moment dat zo’n opdracht af lijkt te zijn. Het moment dat mensen om je heen zeggen: Dit komt in de buurt. Het moment dat je denkt: Nu ben ik zolang aan het worstelen met iets, dit klopt. Op dat moment laat ik het los. Onderzoek en onderwerp zijn dan niet meer spannend. Het is een onrust, een onvrede. Ik moet voortdurend denken: Is dit wel

.UNST N° 26 - JAN 2013

IS DIT WEL GOED?

KLOPT HET?’

goed? Klopt het? Alsof ik verslaafd ben aan die knagende vragen. Als ik me dat niet meer kan afvragen, heb ik het blijkbaar onder de knie. Dan moet het weer moeilijker worden.’

dende lampjes in de appartementen. Vervolgens wil ik ook de interieurs met hun bewoners vastleggen. Samen moet het méér vertellen. De mensen schermen zich van elkaar af, terwijl ze zo dicht op elkaar wonen. Misschien moet ik die mensen wel bij elkaar gaan brengen. Misschien moeten ze wel met z’n allen op de foto. Het zou kunnen dat ze elkaar nog nooit gesproken of gezien hebben. Daarnaast wil ik dit keer met video werken. Als je langs zo’n flat rijdt, zie je soms allemaal fl itsende lichtjes: mensen die tv kijken met het licht uit. Fotografie kan dat niet vastleggen. Met video kun je spelen met de beweging van licht dat aan of uit gaat en mensen die op een galerij voorbij lopen. Zo onderzoek ik hoe ik video en fotografie kan combineren en mijn werk kan oprekken tot meer dan stilstaand beeld. Ik heb zelf het idee dat ik steeds iets anders maak, maar mijn werk wordt vaak poëtisch genoemd. Volgens mij is het vooral dat donkere. Het gaat verder dan alleen registrerend vastleggen; de foto’s ademen een sfeer en gevoel. Weemoed, melancholie. Ja, ik denk dat het daar in zit.’

De afgelopen tijd heb ik geprobeerd zo minimalistisch mogelijk te werken. Door natuurlijke situaties zo vast te leggen dat ze veelal uit enkele vlakken lijken te bestaan. ‘Ik begon met documentairefotografie en werkte registrerend. Daarbij liet ik juist vaak motieven in beeld zien. Nu wil ik verder. Ik hou van minimalisme, dat je er echt moet induiken als kijker. Tegelijkertijd onderzoek ik hoe je met licht en vlakken kunt spelen. Ik leer hierdoor beter te kijken, beter na te denken over wat ik daadwerkelijk wil vastleggen. Het is een oefening in regisserend werken in plaats van registrerend. Hoe ik bewust een beeld componeer dat precies vertelt wat ik wil vertellen, zonder onnodige ruis eromheen.’ De beelden spreken op hun manier een taal; weliswaar mijn taal. ‘Eén van de opdrachten op dit moment is “Achter de schermen”. Mijn plan is de grotere naoorlogse galerijflats ‘s nachts te fotograferen, met al die bran-

Bekijk meer werk op WWW.MARTIJNVANMIERLO.NL

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER 2012

3


JE MOET MET ELKAAR DOOR ÉÉN DEUR tekst PIM LEEUWENKAMP BeeLd EVELIEN BREEMAN

ILLUSTRATOR EVELIEN BREEMAN ERVAART DE HKU ALS EEN PRETTIGE SPEELTUIN WAARIN ZE NAAR HARTENLUST OP HAAR BEK KAN GAAN. ALS VIERDEJAARS VOND ZE HET SAMENWERKEN IN EEN GROEP NIET MEEVALLEN. ‘TIJDENS ZO’N PROJECT WORD JE NU EENMAAL GEDWONGEN OM DE SfEER LEEfBAAR EN WERKBAAR TE HOUDEN.’

‘Mijn projectgroep werkt samen met de TU Eindhoven. Vanuit de HKU zijn er drie Product Designers, een Fashion Designer en ikzelf bij betrokken. We ontwerpen hulpmiddelen voor ouderen en maken daarbij gebruik van smart textiles. Dit is textiel dat bijvoorbeeld stroom kan geleiden of van kleur verandert onder invloed van temperatuurswisselingen. De gebreide kunstheup die ik op .UNST publiceerde, is onderdeel van een serie gedachte-experimenten voor de TU. Dat soort experimenten ligt me wel. Als je iets kan bedenken, zou het logischerwijs ooit kunnen bestaan. Zo zag ik laatst een concept voor gebreide bloedvaten...’

kapitein Evelien bekent dat ze echt heeft moeten leren om in een projectgroep te werken. ‘Samenwerken met anderen zag ik altijd als belemmering. Wanneer je met ieders wensen en voorkeuren rekening moet houden, voel ik me geremd in mijn creativiteit en maakproces. Vooral als er vanuit de groep druk ontstaat om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Dan krijg je producten die vlees noch vis zijn. Ik ben er daarom sterk van overtuigd dat democratie in de kunst niet werkt. Uiteindelijk heb je één kapitein nodig die de koers bepaalt. Aan de andere kant heb ik wel heel veel geleerd van dit samenwerkingsproces. Van nature ben ik vrij direct in de omgang: ik zeg rustig dat ik een illustratie drie

keer niks vind. Van de weeromstuit vind ik het zelf ontvangen van feedback nog steeds lastig en schiet ik snel in de verdediging. Ik ben mezelf echt behoorlijk tegengekomen. Tijdens zo’n samenwerkingsproces word je nu eenmaal gedwongen om de sfeer leefbaar en werkbaar houden. Je moet met elkaar door één deur. Ondertussen was het daardoor de perfecte voorbereiding op het werkveld: daar zal je ook moeten geven en nemen. kaf In dat werkveld blijven qua kunstenaars volgens Evelien alleen de mensen over die echt willen. ‘Het klinkt misschien gek uit mijn mond, maar ik zie de stop op kunstsubsidies voornamelijk als uitdaging. Het kaf wordt eindelijk van het koren gescheiden. Er moet nu eenmaal bezuinigd worden; waarom niet in de kunstsector? Neem bijvoorbeeld het wegvallen van het mediafonds. Erg jammer, maar als je echt een fi lm wilt maken, ga je op zoek naar andere fondsen en crowdfunding. Eerlijk gezegd heb ik over kunstsubsidies sowieso een dubbel gevoel. Volgens mij houden we daarmee dingen in leven waar de maatschappij niet op zit te wachten. Als dat laatste namelijk wel het geval was, waren ze niet afhankelijk van die subsidies.’ Met haar illustraties over de meubelboulevard tijdens de paasdagen stelt Evelien ons consumptiegedrag aan de orde. ‘Mensen vergeten totaal waar de paasdagen oorspronkelijk voor stonden. Misschien komt het door mijn christelijke achtergrond, maar volgens mij is shoppen voor mensen de nieuwe religie. Consumeren geeft betekenis, hoop en troost. Precies de dingen die het geloof ook biedt. Niettemin moet ik altijd een beetje lachen om mensen die beweren een ‘anti-consument’ te zijn. Dat is in onze maatschappij simpelweg onmogelijk. Tenzij je ergens in een hutje op de hei gaat zitten - en dan wordt het nog knap lastig. Toch is het belangrijk om bewust te consumeren.

Dat aanbidden van Steve Jobs en Apple bijvoorbeeld... Mensen meten zich een identiteit aan en stoppen daar hun geld in, terwijl ze niet doorhebben dat die identiteit enkel en alleen bedacht is opdat zij er veel geld aan besteden.’ ‘Als kunstenaar vind ik de hang naar originaliteit van mensen even fascinerend als lachwekkend. Originaliteit is een contradictio in terminis. Er is altijd iemand die jouw idee al eerder had, en diegene heeft het weer van iemand anders gekopieerd. Vanwege dat paradoxale vind ik de drang om origineel te zijn zo aandoenlijk. Neem bijvoorbeeld de Macbookjongeren, de hipsters. Allemaal een zwarte hoornen bril, allemaal een ruitjeshemd, allemaal vegetariër en allemaal een kaarsje branden toen Steve Jobs was overleden. En dat omdat ze allemaal “nu eenmaal zo lekker anders zijn.’’ ’

‘ ALLEMAAL EEN ZWARTE HOORNEN BRIL, ALLEMAAL EEN RUITJESHEMD ’ factuur Een prettige speeltuin waarin ze naar hartenlust op haar bek kan gaan. Zo ervaart Evelien haar tijd op de HKU. Een tijd waarin het proces minstens zo belangrijk is als het eindproduct. Frustraties, die zijn er ook. Evelien: ‘Wat ik frustrerend vind, is dat er hier nog steeds met dedain naar commercialiteit wordt gekeken. Mijn klasgenoten en ik zijn totaal niet voorbereid op de zakelijke kant van de beroepspraktijk. Een factuur opstellen? Ik heb nog steeds geen idee hoe. Sinds een jaar ben ik lid van de Opleidingscommissie. Ik hamer er consequent op dat dit echt anders moet. De overtuiging dat geld verdienen met kunst iets vies is, is echt passé. Dames en heren, wake up and smell the coffee.’

Bekijk meer werk op WWW.EVELIENBREEMAN.NL

tekst PIM LEEUWENKAMP BeeLd EVELIEN BREEMAN 4

.UNST N° 26 - JAN 2013

20 AUGUSTUS 1 APRIL ——20 8 DECEMBER JULI 2012 2012

5


Schuld, boetedoening en een hel die als Zwaard van Damocles boven zijn binnenwereld hing. Al op jonge leeftijd drukte het christelijke geloof een loodzwaar stempel op het leven van Maurits Malschaert. In het SLOTjaar van zijn HKU-studie deed hij met zijn eindexamenfilm een sprong naar persoonlijke vrijheid. ‘Hier ontdekte ik dat voelen niet verkeerd is.’ ‘Ik wilde ergens uitstappen en met mijn ouders bespreken wat voor gevolgen dat zou hebben,’ vertelt Maurits. ‘Dat het geen statement was, heeft heel erg geholpen. Daardoor heb ik Woeste zee van een ex-christen kunnen maken. Ik hoor dat ook terug: mensen vinden het knap dat het een film is over een zoektocht in plaats van eentje met een hele scherpe toon. Er komen zeker confronterende kwesties aan bod, maar steeds vanuit een zoekende houding.’

‘ Er was helemaal geen leven ‘ Aan het begin van zijn examenjaar voerde Maurits al gesprekken over het geloof met zijn ouders. Het besluit om die te verfilmen kwam echter van de een op de andere dag. Hoe is het om je ouders voor de lens te vragen? Maurits: ‘Ze waren vooral enthousiast over mijn nieuwsgierigheid. Ze vonden het fijn dat ik redelijk open vragen had. Over de bronnen van het geloof, hoe zij in het leven staan en hoe ze denken dat het is wanneer je niet meer gelooft. Als ik ze puur mijn besluit had verteld, was het heel anders gelopen.’ Voor zichzelf besloot Maurits ongecensureerd in de spiegel van het geloof en zijn familie te kijken. Zijn vader zegt in de documentaire dat we uiteindelijk ‘allemaal voor Hem moeten verschijnen’. Maurits antwoordt dat hij juist daar zo’n angst voor heeft. ‘Ik was heel erg bang voor de hel. In het hele proces van losbreken was ik veel aan het lezen; ook de dagboeken uit mijn tienertijd. Daar schrok ik heel erg van. Ik was daarin zo geforceerd en absoluut bezig. Er was helemaal geen leven. De aantekeningen over mijn eigen leven stonden allemaal sterk in het teken van zonde en wat slecht is, en dat je je moet bekeren. Ik heb religie ervaren als een pakket dat op je ligt. Daar moet je maar in passen. Als tiener ervaar je echter zoveel dingen - bij mij vooral rondom seks – waarin je uit de pas loopt. Ik was constant bezig met het corrigeren van mezelf. Als er dan een religie is die over hel spreekt, beland je op een heel angstig vlak.’

tekst Edwin Verhoeven beeld Maurits Malschaert

6

.UNST N° 26 - JAN 2013

20 augustus — 8 december 2012

7


Maurits feestte nooit en ging elke zondag naar de kerk. Van jongsaf aan was hij zich sterk bewust van een andere dimensie. ‘Hoe die er precies uitziet, weet ik niet. Maar vaak werd ik badend in het zweet wakker en voelde ik een diepe angst voor een andere dimensie. Heel angstaanjagend. De dingen die ik wilde, deed ik niet vanwege de angst ervoor gestraft te worden. Ik ben een zeer gedisciplineerd mens en erg technisch in mijn denken. Daarom hield die angst me zo bezig. Anderzijds ben ik een heel gevoelig persoon... een lastige combinatie met het oog hierop. Het christendom is een redelijk technisch verhaal. Er zijn twee wegen: rechtsaf naar de hemel en linksaf naar de hel. Een technisch mens als ik wil heel graag die rechterkant op... maar het leven is niet technisch. Het leven is ook voelen.’

‘Ik zal er nog jaren over doen om dat een plek te geven’ luik De HKU bleek een omgeving die sterk aan Maurits’ gevoel appelleerde. ‘Hier ontdekte ik dat voelen niet verkeerd is. Daardoor durfde ik op den duur voor mijn eigen overtuigingen te kiezen. Een kunstenaar - of die nu filmmaker, webdesigner of architect is, werkt vanuit zichzelf, vanuit zijn eigen hart. Ik denk dat je dat ten diepste niet kunt als je geheel zwart-wit denkt. Er moet een luik zijn dat je open durft te gooien, anders kan er niks stromen. Dat absolute van ik leef goed en de rest is slecht... dat is zo gesloten dat je niets meer kunt creëren. Dan is er geen spanning, geen nieuwsgierigheid, niks.’ ‘Of ik dit met mijn film onbewust ook tegen mijn ouders heb willen vertellen? Dat denk ik wel. Ik wilde mijn ouders laten delen in mijn zoektocht en ze medestanders maken. In zekere zin is dat gelukt. Een eerlijk gesprek met hen vind ik het mooiste wat er is. Zeker als je daarin ontdekt dat je niet veel van elkaar verschilt. Mijn moeder heeft me ook altijd veel geschreven. We hadden een keer een gesprek over de hel waarin ik haar vertelde dat ik daar niets meer mee kon. Zoals wel vaker schreef ze me daar de dag erna een lange brief over. Over de angst voor de hel, en dat mijn vader daar vroeger veel last van had. Dat had ik wel eens meegekregen, maar niet zo concreet. In de brief van mijn moeder proefde ik ook dat het goed was als ik daarmee zou stoppen.’ Twee dagen later kreeg Maurits een brief van zijn vader. ‘Ze hadden het duidelijk niet over de brief van moeder gehad, want mijn moeder schreef over vader en mijn vader schreef over moeder. Mijn vader vertelde in die brief dat hij heel lang bang is geweest voor de hel. Als kind en als tiener ook. Wat hij schreef was voor mij zo herkenbaar.’

8

.UNST N° 26 - JAN 2013

sporen Woeste zee van een ex-christen is een indringende documentaire geworden. Samen met zijn ouders, zijn broers en een oom verkent Maurits de grenzen van het geloof en neemt hij afscheid van de overtuigingen uit zijn jeugd. Is hij nu gevoelsmatig ook onafhankelijk van religie? ‘Nee, helemaal niet. Bij vlagen heb ik gevoeld dat er geen angst meer is, maar de ideeën van het christendom hebben enorm diepe sporen getrokken. Ik zal er nog jaren over doen om dat een plek te geven en ik denk niet dat ik er ooit helemaal

van los kom. Ik ben ook geen atheïst geworden. Het idee van een andere dimensie vind ik heel mooi. Daar zal ik wel altijd mee bezig zijn. Alleen niet in de oude vorm.’

20 augustus — 8 december 2012

Bekijk de trailer op http://unst.hku.nl/340

9


tekst JOHAN KUHLMANN BeeLd RUUD HERMANS

De HKU ziet interdisciplinair werken steeds meer als een van haar onderscheidende karakteristieken. Uit de HKU storyline: ‘We zagen kansen om door verbindingen tussen kunstdisciplines vernieuwende meerwaarde te creëren. Samenwerken en nieuwe verbindingen aangaan om tot nieuwe inzichten te komen werd ons motto. Die manier van kunstonderwijs, dat is de kunst van HKU.’ Wat kan de HKU uit het onderzoek van Shari Klein leren?

EEN BIJZONDER AffICHE EN EEN ONDERZOEKSVERSLAG VORMEN HET MANAGEMENTPRODUCT WAARMEE SHARI KLEIN DIT JAAR HAAR MASTER Of ARTS IN ARTS MANAGEMENT BEHAALDE. IN ‘THE STRENGTH Of THE PACK IS THE WOLf, THE STRENGTH Of WOLf IS THE PACK’ BESCHRIJfT ZE HOE JE INTERDISCIPLINAIR WERKEN IN DE CREATIEVE SECTOR KUNT LEIDEN.

10

.UNST N° N° 26 - JAN 2013

MADE Voor haar masteronderzoek ging Shari naar Berlijn, de culturele hub van Europa. Als cultureel platform ontwikkelt MADE daar sinds drie jaar interdisciplinaire projecten. Met succes. MADE is een commercieel bedrijf, waarin ABSOLUT VODKA niet alleen als sponsor maar ook als creatief partner participeert. Een van de initiatiefnemers heeft speciaal voor MADE een grote ruimte ontworpen. Opvallend zijn de verplaatsbare wanden en een ingenieuze lichtinstallatie die bij projecten kan worden ingezet. Shari: ‘In het creatieve landschap wordt steeds meer waarde gehecht aan hoe iets tot stand komt. Tijdens mijn bachelorstudie Theatermanagement aan de HKU waren er weinig kansen om interdisciplinair te werken. Dat heb ik wel gemist. We kregen in onderwijsprojecten wel coole opdrachten van echte opdrachtgevers, maar werkten er alleen met studenten Theatermanagement aan. Je werd niet echt uitgedaagd om met kunstenaars uit het werkveld aan de slag te gaan. Bij stages was dit vaak ook het geval: je belandde meestal op een marketing- of productieafdeling. Niks mis mee, maar direct samenwerken met kunstenaars, theatermakers of andere creatieven kwam nauwelijks voor. Een stage bij Pakhuis de Zwijger in Amsterdam opende mijn ogen voor een andere werkwijze. Ik ben mij daarin gaan verdiepen. Ik wilde niet alleen meer met Theater bezig zijn, maar kunstdisciplines bij elkaar brengen. Het gaf mijn ontwikkeling een nieuwe impuls en de richting voor mijn visie en mijn bedrijf.’

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER 2012

11


‘Mijn masteronderzoek is een casestudie. Ik interviewde de organisatoren van MADE - niet de kunstenaars - over samenwerken in interdisciplinaire teams en wat je in acht moet nemen als je zo’n proces wil leiden. Tijdens de interviews kwamen vaak dezelfde woorden voorbij, zoals bewustzijn, vertrouwen, open heldere communicatie en proces. Toen ik die termen op een rijtje zette kwam ik tot een lijst van twaalf woorden; elementen* die je kunt gebruiken als je in een interdisciplinair team werkt. Eén van de geïnterviewden zei: “Het middelpunt van alles is het proces, iedereen met elkaar in verbinding brengen. Als je dat als kern ziet komt het wel goed.” Ik vond dat zoiets moois. Waarom moet iedereen altijd zo gefocust zijn op de uitkomst, en niet op wat je van elkaar kunt leren - waardoor het misschien een veel mooier resultaat oplevert?’ wolvenkop Vanaf het begin hield Shari vanuit Berlijn de grafisch ontwerpers van Jan Piet Joris & Corneel in Amsterdam op de hoogte van haar ervaringen. Dat bleek heel nuttig in het ontwerpproces. JPJC heeft de twaalf elementen geordend in drie overkoepelende begrippen: Space, Team, Leader. Deze zijn visueel vertaald in drie woorden met diamantvormen: een rechthoekige, een vierkante en een druppel. De diamantvormen liggen over elkaar heen, the pack, met als uitsparing een wolvenkop. Op de andere kant van het affiche zijn de achterkanten van de diamanten zichtbaar. The pack and the wolf door elkaar heen: ‘één geheel, unieke samenwerking, samen sterk. Openheid en transparantie.’

* TWELVE ELEMENTS strUCtUre and BLUe print diversitY FLeXiBiLitY proCess awareness CommUniCation attitUde team FUnCtioning (working) environment diFFerent perspeCtives Leadership stYLes trUst

mindset ‘Ik ben onlangs door de Faculteit Kunst en Economie gevraagd lessen te geven over Design Thinking. Ik zie Design Thinking als een benadering waarmee je problemen kunt oplossen. Je gaat hierbij uit van de gebruiker en ziet het proces als middelpunt. Je toont empathie en inlevingsvermogen voor de eindgebruiker van een product of dienst en gaat van daaruit op zoek naar een passende oplossing. Ik geef hierover colleges aan masterstudenten en ga vooral met ze in gesprek. Daardoor kunnen ze tot een nieuw inzicht komen. Ik heb de indruk dat de HKU interdisciplinair werken op dit moment ziet als een werkwijze waar je op een bepaald moment in je curriculum mee in aanraking kunt komen. Het zou dan gaan om vrijheid van werken, weinig structuur. Ik zie het meer als een metakader, een mindset waar je vanaf dag 1 mee werkt. Na een paar jaar kun je daar een term als Design Thinking aan koppelen. Mijn onderzoek kan van pas komen als je aan een interdisciplinair project werkt. Het helpt de teamleden zich bewust te worden van alles wat er speelt in dat proces.’

‘ WAAROM MOET IEDEREEN ALTIJD ZO GEfOCUST ZIJN OP DE UITKOMST?’ Bekijk de video op HTTP://UNST.HKU.NL/315

12

.UNST N° N° 26 - JAN 2013

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER 2012

13


LEEf VOOR JEZELf 14

tekst MARCELLA DAS BeeLd fIN KINGMA

fIN KINGMA ONDERZOCHT HOE JE MENSEN ZOVER KRIJGT DINGEN TE DOEN WAAR ZE EIGENLIJK NIET ZO VEEL ZIN IN HEBBEN. ‘KIES JIJ MAAR’, ZEGT DEZE PAS AfGESTUDEERDE INTERACTION DESIGNER ALS IK VRAAG WELKE UTRECHT-LOCATIE HIJ HET MEEST MOTIVEREND VINDT VOOR DIT INTERVIEW. ‘IK ZIE HET ALS EEN TRAINING OM MEZELf IN ELKE SITUATIE COMfORTABEL TE VOELEN.’

Je laat mij de locatie kiezen, waarmee je de controle uit handen geeft. Doe je dat bewust? ‘Ja. En dat komt vooral uit mijn eigen ervaringen. Ik wil me graag op mijn gemak voelen in elke situatie. Zo snel mogelijk alles verkennen, weten wat ik hier kan, waar alles te vinden is. Er is een theorie die stelt dat intrinsieke motivatie bestaat uit autonomy, competence en relatedness. Autonomy is de vrijheid om te kiezen, competence gaat erover dat je je in elke situatie kunt redden en relatedness staat voor je verbinding met andere mensen.’

Waarom wil je jezelf zo graag overal kunnen redden? ‘A ls creatieveling was ik bezig met hoe ik het best kan brainstormen. Ik ontdekte dat hoe meer ik beweeg en nieuwe prikkels op doe, hoe meer associaties ik krijg voor het ontwerpen van nieuwe producten. Alles wat in mijzelf zit aan motivatie, ken ik al.’ Wat is dat dan? ‘Mensen helpen, daar komt het op neer. Iets kunnen betekenen in het leven dat ik hier heb. Ik heb veel affi niteit met fi losofie en mythologie en daaruit leer ik hoe onbelangrijk het leven kan zijn. Daarom vind ik het juist belangrijk aan het eind van mijn leven iets neergezet te hebben.’

Op je Facebookpagina staat de uitspraak ‘Leef voor jezelf, sterf voor anderen’. Waarom? ‘Je moet niet bang zijn om te sterven. Je geeft je leven ergens voor. Maar zorg er dan wel voor dat het iets is waarmee je iemand geholpen hebt.’

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER

Waarom dan niet ook: ‘Leef voor anderen’? ‘Omdat de wil om te leven wel uit jezelf moet komen. Je moet je niet laten leiden door angsten, durven te leven en alles doen wat je zelf zou willen. Daarbij vind ik het belangrijk dat mensen niet alleen op zichzelf gericht zijn. Het zijn eigenlijk twee credo’s in één zin. Ik vind dus dat je vanuit jezelf keuzes moet maken, maar ook vanuit jezelf de motivatie moet vinden om anderen te helpen. Dat moet je weer niet voor de ander doen, maar voor jezelf.’

En als mensen nu wel puur voor zichzelf leven? ‘Kun je doen, maar zelf zou ik dat niet willen. Want als je dan klaar bent met het leven, blijft er niets van je over. Zo las ik laatst over een bergbeklimmer die heel veel van zijn tochten had geleerd en op basis daarvan later motivatietrainingen is gaan geven. Als er bergbeklimmers zijn die dat niet doen en uiteindelijk in de bergen sterven, vind ik het zonde dat ze hun ervaringen niet hebben gedeeld.’ Je bent dus fan van sharen, maar hebt geen smartphone? ‘Ik wil graag zelf in de hand hebben wanneer ik me afsluit voor afleiding en wanneer niet. Maar ik bied wel mijn kennis aan, bijvoorbeeld via open sourcing.’ Ben je niet bang dat anderen er met je ideeën en dus je brood vandoor gaan? ‘Ik zou me juist vereerd voelen. Ik vind het wel belangrijk dat iemand erkent dat hij mijn kennis gebruikt, maar als hij die veel groter maakt vind ik dat alleen maar mooi. Waar het om gaat is dat de wereld ermee verder kan.’

STERf VOOR ANDEREN .UNST N° 26 - JAN 2013

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER 2012

Zou je ook in het leger willen dienen of FARC-strijder kunnen worden zoals Tanja Nijmeijer? ‘Ik heb het idee dat ik met ontwerpen meer kan betekenen, maar als het echt nodig zou zijn en ik achter het doel kan staan: absoluut.’ Tot slot: wat vind je van deze locatie en hoe helpt het LHC bij je creatieve proces? ‘Het is niet alleen dit bezoek, maar ook de reis erheen. De herkenning van het pleintje hiervoor. De oude camera die ik hier zie staan. Wellicht levert dat associaties op die ik ooit eens kan gebruiken bij het ontwerpen van een product. Hier binnen komt het wat chaotisch over; de mensen althans. Het gebouw zelf is juist vrij rustig, maar dat merk ik heel vaak: de manier waarop mensen zich gedragen is tegenovergesteld aan de setting. Op een kermis vind ik de mensen altijd vrij rustig.’

voor meer Fin WWW.fINKINGMA.COM

15


Bij schoenen moet je ook bouwen; ze hebben ook dat technische aspect. Dat zag ik op de Dutch Health Tec Academy, waar ik een opleiding ambachtelijk schoenmaken volgde tijdens mijn HKU-tijd. Ik leerde patronen maken, hakken, zolen, stikken. Nog steeds sta ik het liefst in de houtwerkplaats leesten te maken. Alleen al met dat hout kun je de hele vorm ontwerpen.’

‘ Ik vind het belangrijk dat je er echt op kunt lopen’

tekst Annet Bremen beeld Dora Kloppenburg

Product Designer Dora Kloppenburg studeerde in juni 2012 af met de schoenenserie Remotion. De serie stond eind oktober op de Dutch Design Week in Eindhoven en verhuisde daarna naar het Grassi Museum in Leipzig. Voor de inspiratiebron reizen we nog verder: naar het Rusland uit de Bauhaus-tijd.

Voordat Dora Kloppenburg op de HKU bij Product Design begon, legde ze een avontuurlijke route af. Dora: ‘Mijn aanvankelijke doel was modeontwerper te worden. Daarom ging ik naar de Modevakschool en liep ik stage bij verschillende modeontwerpers: Alexander van Slobbe, Mada van Gaans en Joline Jolink. Aan de KABK volgde ik daarna de opleiding Mode en Textiel om het vak verder te ontdekken. Je leerde er alles: breien, weven, zeefdrukken. Toch ontdekte ik na twee jaar dat ik liever dingen wilde bouwen. Daarom koos ik voor Product Design op de HKU, met het idee meubels te gaan maken. Ik heb één stoel gemaakt...’ houtwerkplaats In haar tweede jaar op de HKU ontwierp Dora voor een vriendin een work-outschoen van fineerhout, zodat ze haar oefeningen overal kon doen. Dora: ‘Het idee was dat je met je voet in de schoen op en neer kon bewegen. De hak is los te koppelen, zodat hij weer gewoon naar beneden kan. Voor mij is een schoen een combinatie van mode en een meubel.

16

.UNST .UNST N° 26 N° 25 - JAN 2012 2013

Een boek over communistische architectuur zette Dora op het spoor van haar afstudeerproject Remotion. ‘Daarin stonden Russische woningen, hele rare blokken... haast buitenaardse ruimteschepen. Mooi vond ik het, hoewel niet mooi om in te wonen. Ik had meer zoiets van: “Wat bizar dat mensen dit soort dingen bedenken.” De gebouwen waren een product van het communisme en bedoeld om zoveel mogelijk mensen in onder te brengen. Uiteindelijk kwam ik uit bij Oskar Schlemmer van Bauhaus. Zijn kostuums waren constructies die door mensen in beweging moesten worden gezet. De mens was geen mens meer met uitingsvormen, maar een machine. Constructies en beweging waren altijd al grote inspiratiebronnen voor wat ik maak. In Schlemmers werk vond ik die beide.’ Dora begon zelf constructies te maken die door mensen in beweging moeten worden gezet. ‘Eerst ontwierp ik allerlei dingen op het lichaam, maar uiteindelijk werden het toch alleen schoenen. Remotion is een serie van drie paar schoenen die je daadwerkelijk kunt dragen. Er zijn ook ontwerpers die schoenen maken die qua beeld kloppen, maar waar je absoluut niet op kunt staan omdat ze dan breken. Ik vind het belangrijk dat je er echt op kunt lopen. Remotion heeft daarnaast ook het vervreemdende van die constructivistische architectuur; je ziet niet gelijk dat het schoenen zijn. In eerste instantie zie

je niets, want er gebeurt niets. Pas als je gaat lopen verandert er iets: de mens zet de schoen in beweging en wordt een soort machine. Ik wilde dat duidelijk laten zien en maakte uiteindelijk een stop motionfilmpje van de collectie: het hakkelende, machineachtige beeld met het staccato geklik van de hakken als soundtrack. Het is niet zo dat ik met deze schoenen wil laten zien dat de mens een machine is. Dat idee en de kaders van het communisme en constructivisme vormden een inspiratiebron. Het thema is niet kenmerkend voor mijn werk. De beeldtaal wel: grafisch, strak, minimalistisch.’ kopiëren Dora heeft genoeg ideeën om de serie verder uit te breiden. Dora: ‘De vraag is echter: Wat heb ik er nu aan? Misschien kan ik beter een serie schoenen maken die ik echt kan verkopen. Ook zou ik graag bij een schoenenmerk willen werken. Ik produceer mijn schoenen momenteel zelf, maar als je ze echt wil laten maken moet je een bepaald soort tekeningen aanleveren. Als ik dat leer, kan ik het toepassen op mijn eigen werk. Toch vind ik commercieel niet niet interessant: het is vooral kopiëren wat de concurrent doet. Als je voor jezelf begint, komt daar wel veel bij kijken. Je moet zorgen voor publiciteit en er geld mee verdienen. Die dingen zijn in feite belangrijker dan het ontwerpen, terwijl juist dat ontwerpen het leukst is. Uiteindelijk wil ik mijn eigen schoenenlijn. Of eigenlijk twee lijnen: één die iedereen kan dragen en één die meer conceptueel is.’

Bekijk DORA’S STOP-MOTION OP http://unst.hku.nl/298

20 augustus 1 APRIL ——20 8 december JULI 2012 2012

17


tekst AYDEN DIJKSTRA BeeLd JEROEN KOffEMAN

JEROEN KOffEMAN STUDEERDE IN DE ZOMER Af MET MYTH Of fIRE. IN ZIJN ANIMATIES ZOEKT HIJ STEEDS NAAR BALANS TUSSEN DE fEITEN EN HET DRAMA. EEN VORM VAN EDUTAINMENT, WAARIN DE ANIMATOR HET NUTTIGE MET HET AANGENAME VERENIGT. ‘IK HOOP DAT DE KIJKER GEPRIKKELD WORDT OM DIEPER IN HET ONDERWERP TE DUIKEN.’ Jeroen werkt het liefst vanuit een bestaand verhaal. ‘Als ik zelf plotlijnen schrijf, wordt het vaak zo ingewikkeld dat ik er zelf niet mee kan werken. De uitdaging van een bestaand verhaal is uit te zoeken of het bij mijn tekenstijl past en hoe ik het in beeld om kan zetten.’ Voor zijn afstudeerwerk werd dat het oerverhaal over vuur. ‘Ik wilde echt iets met de evolutie doen. De keuze voor Afrika lag voor de hand; genetisch gezien komt de mens daar vandaan. Vanuit die gedachte heb ik gezocht naar Afrikaanse mythen en kwam ik uit bij Myth of Fire.’

‘ZONDER DRAMA ZOU DIT EEN UITGEKAUWD fILMPJE WORDEN’

Het vuurverhaal gebruikte Jeroen in eerste instantie als ondertiteling bij zijn storyboard. Vervolgens is hij op zoek gegaan naar een stemacteur om het verhaal in te spreken. Hij vond de Keniaanse stemacteur John Kayongo. Jeroen: ‘Tijdens dit proces vroeg ik me continu af wat ik als maker met dit verhaal wilde zeggen. Toen ik uiteindelijk met John in de studio stond, maakte hij er gewoon een mooi verhaal van. Dat is het in feite ook, bedacht ik me. Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat het iets zegt over de relatie tussen mens en natuur. Vuur speelde een grote rol in de evolutie van de mens. Ook is het menselijk om in een kring bij elkaar te zitten en afstand te nemen van de natuur door de wereld te vermenselijken. Misschien ben ik daar als maker wel wat kritisch over.’ Jeroen mikt erop dat zijn werk daadwerkelijk ergens voor gebruikt wordt. Ook Myth of Fire is een vorm van edutainment. ‘Als je een fi lmpje van mij hebt gezien, hoef je niet per se het gevoel te hebben dat je daadwerkelijk iets geleerd hebt. Wel hoop ik dat het je prikkelt om verder in het onderwerp te duiken.’ Tijdens zijn werkproces stonden het educatieve element en het drama regelmatig op gespannen voet met elkaar. Jeroen: ‘Een serieus probleem, want zonder drama zou mijn animatie een uitgekauwd fi lmpje worden. Feiten kun je met animatie op een leuke en luchtige manier vertellen, maar je moet ervoor zorgen dat het educatieve element niet wordt ondergesneeuwd.’ Myth of Fire is wat hem betreft het eerste in een reeks fi lmpjes over mythes en hoe mensen door de tijd heen naar de wereld kijken. Daarmee wil Jeroen niet zeggen dat hij alleen met bestaande verhalen zal blijven werken. ‘Als ik mijn eigen tekeningen ga animeren, wil ik vaak gewoon een leuk fi lmpje maken. Dan ligt de nadruk op mooie beelden en de volgorde daarvan. Wanneer ik echt vanuit een verhaal werk, moet dat verhaal natuurlijk centraal staan. Het beeld is er dan alleen om het verhaal te versterken.’ Bekijk mYth oF Fire op HTTP://UNST.HKU.NL/328

18

.UNST N° 26 - JAN 2013

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER 2012

19


HET IS GOED OM OVER DE SCHUTTING TE KIJKEN TWEE WETEN MEER DAN ÉÉN. BIJ LEX HOOGENDAM (TWEEDEJAARS fINE ART) EN JOOST VAN DALEN (TWEEDEJAARS COMPOSITION AND MUSIC TECHNOLOGY) ZORGDE DAT UITGANGSPUNT VOOR EEN VLOEIENDE SAMENWERKING. ZE COMBINEERDEN HUN KENNIS EN MAAKTEN EEN SOUND SCULPTURE: TWEE PVC-BUIZEN WAARIN WATER, LUCHT EN TRILLINGEN SAMEN WORDEN OMGETOVERD TOT GELUID WAAR MUZIEK IN ZIT.

20

.UNST N° 26 - JAN 2013

tekst MARCELLA DAS BeeLd LEX HOOGENDAM

Lex zegt net dat jullie eigenlijk kinderen van tien zijn… Lex: ‘Net als kinderen weten wij in principe nog helemaal niets. Hier op school ben ik gaan beseffen dat ik het beste alles los kan laten; dan zoek je namelijk veel sneller de grenzen op. We worden bijna letterlijk weer kind, om alles wat je ziet op een nieuwe manier te bekijken en te verwerken. Alles heeft met kijken te maken. De meeste mensen zien eigenlijk niets.’ Joost: ‘Op straat loop ik soms naar boven te turen. Dat zie ik maar weinig mensen doen. Wat Lex zegt over kind zijn herken ik ook, maar vooral omdat ik niet volwassen wil worden. Je moet het leven niet te serieus nemen.’ Wordt dat loslaten gedoceerd of is het een eigen ontdekking? Lex: ‘Ik heb geleerd dat het belangrijk is te focussen op het proces in plaats van op het eindproduct. Je begint niet met het eind. Je begint gewoon en daaruit ontstaat iets. Zoals onze samenwerking.’ Joost: ‘Zeker. Ik was bezig met een computerprogramma dat ik wilde leren kennen door van alles uit te proberen. Zo ontstond onze soundscape.’ Werden jullie aangemoedigd de samenwerking met een andere discipline aan te gaan? Lex: ‘Nee, wij zijn gewoon al lang vrienden. Ik haalde Joost erbij toen ik tegen een technische grens liep. Waarom mijn tijd verdoen om zoiets specifieks te leren als ik de hulp kan inroepen van iemand die er al zo lang mee bezig is?’ Joost: ‘Op KMT zit dit soort projecten wel in het onderwijs. In het derde jaar hebben wij een verplichte samenwerking met het Utrechts Conservatorium en met Fine Art. Zo zou een percussionist van het conservatorium iets kunnen spelen dat we bij onze soundscape betrekken.’ Lex: ‘Ik heb daar niet zo concreet over nagedacht, want ik wil voorkomen dat ik aan een bepaald idee ga vastzitten. Dat is wel een verschil in mentaliteit tussen ons.’

20 AUGUSTUS — 8 DECEMBER 2012

21


Wat is jullie verschil in mentaliteit? Joost: ‘Hij is een beetje zweverig. Ik ben veel concreter. Dat verschil zit ‘m ook in de opleiding. Lex wordt echt opgeleid tot kunstenaar. Wat ik overigens raar vind klinken, want ik denk dat die creativiteit al in je zit en dat je die hier ontplooit.’ Lex: ‘Hetzelfde geldt toch voor jouw technische opleiding? De creativiteit zit al in jou en je kunt zelf zo’n programma uitvogelen.’ Joost: ‘Klopt, maar ik ben veel concreter bezig. Bij jou is het: Bouw iets. Of je bent bezig met een of ander sculptuur waar ik geen touw aan vast kan knopen. Ik krijg de opdracht: ga nu oefenen om straks 6 minuten te improviseren met muziek gekoppeld aan technologie.’ Dat laatste klinkt toch ook als een vrije opdracht? Lex: ‘Ja.’ Joost: ‘Ja, maar het is doelgerichter.’ Joost, wat heb jij van Lex geleerd? (lange stilte waarin Lex wat aanzetjes geeft) Vind je het moeilijk een compliment te geven? Joost: ‘Helemaal niet. Ik vind het een topgozer en ik hou echt van hem, maarruh...’

‘ Ik kan me ook niet voorstellen

dat ik ooit met jou een BV begin’

Lex: ‘Dit wordt wel een beetje gay. Bromance!’ Joost: ‘Kijk, ik maak zelf ook muziek en Lex heeft er altijd een andere kijk op. Waar ik toch wel weer van leer.’ Lex, wat waardeer jij in Joost? Lex: ‘Zijn droogheid. Joost is altijd heel down to earth. Geen poespas, niet moeilijk doen, maar wel altijd goed nadenkend over alle technische aspecten. Toen we bezig waren met die buizen, kwam hij met allerlei natuurkundige benaderingen over geluidsgolven. Ik dacht totaal niet aan dat soort invalshoeken en vond het daarom heel aanvullend. Ik waardeer het echt dat hij op zijn manier dan ook enthousiast wordt. Binnen de korste keren staat er dan opeens iets.’ Stel dat ik over vijf jaar hoor dat jullie gezamenlijke BV ontbonden is, waar is het dan mis gegaan? Joost: ‘Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit met jou een BV begin.’ Lex: ‘Haha, dat is weer een vraag apart. Nou, Joost kan soms zijn zin wel eens doordrijven.’ Joost: ‘Klopt, ik ben eigenwijs! Zou de HKU de samenwerking tussen faculteiten beter kunnen stimuleren? Lex: ‘Er is een Catlab-project, waarbij zo’n vijftig mensen van verschillende faculteiten worden samengebracht. Op een informatiedag ontmoet je elkaar en vanaf daar gaat er hopelijk een balletje rollen om samen projecten te starten.’

Joost: ‘En wij hebben dus die verplichte samenwerkingen in het derde jaar.’ Lex: ‘Ik denk dat het bij ons heel vanzelfsprekend is dat wij al samenwerkingen opzoeken, al is het misschien goed als ze daar wat bewuster aandacht aan besteden.’ Joost: ‘Wij waren dit project bijvoorbeeld nooit gestart als wij elkaars vrienden niet waren. Al had ik dan wel op enig moment een andere samenwerking opgezocht. Dat zit wel in mijn aard.’ Lex: ‘Ik ben er nog meer over na gaan denken. Het is goed om over de schutting te kijken, want de grenzen tussen de disciplines worden sowieso steeds vager.’ Joost: ‘Er moeten veel mogelijkheden geboden worden. Nu had ik toevallig tijd, maar meestal ben ik erg druk en dan is het fijn als school aanbiedt dat je het in je studietijd kan doen. Dat Catlab-project is trouwens helemaal aan me voorbij gegaan, maar ik heb ook nul structuur.’ Dus je houdt enerzijds heel veel van structuur en anderzijds heb je het niet? Joost: ‘Ik heb zo weinig structuur dat hij me moet sms-en: ‘Kom om half 12’, want anders ben ik er om 12 uur niet.’ Lex: ‘Als Joost nul structuur heeft, dan heb ik min 1 structuur.’

Kijk de video op http://unst.hku.nl/359

22

.UNST N° 26 - JAN 2013

20 augustus — 8 december 2012

23


DE REDACTIE IN DRIE RUBRIEKEN PROFEET IN EIGEN LAND DAG 29 Bedacht door student Writing for Performance Helena Hoogenkamp. In dit feuilleton beschrijft ze wekelijks de avonturen van dikke dronken Percy, visionair tegen wil en dank. De collages zijn gemaakt door HKU-alumnus Joost Stokhof.

TIEN minuten met... DAG 52 Voor de rubriek Tien minuten met... interviewt Edwin Verhoeven HKU-alumni die onlangs in het nieuws waren. Bram Schouw beet het spits af. Hij studeerde in 2005 af bij Audiovisual Media aan de Faculteit Kunst, Media & Technologie. Op het Nederlands Film Festival 2012 won hij een Gouden Kalf voor zijn korte film Sevilla.

REVIEW DAG 102 Kim Bos is journalist en schrijft over beeldende kunst, cultuur en meer. Ze pendelt tussen Utrecht en Berlijn. Eerder beschreef ze voor .UNST haar Berlijnse leven in de onvolprezen serie Grüsse aus Berlin. Voor de rubriek REVIEW recenseert ze wekelijks een zinnenprikkelende, afgrijselijkeof belangrijke expositie.

24

.UNST N° 26 - JAN 2013

20 augustus — 8 december 2012

25


tekst Edwin Verhoeven beeld Jesse Schouw

LINKS Bram

RECHTS Jesse

Zonder wie was deze film er niet gekomen? ‘Ik heb heel veel te danken aan de nieuwe productiemaatschappij BALDR film. Zij hebben echt de sprong gewaagd met Sevilla. BALDR is een jonge enthousiaste club mensen die volledig achter ons filmidee ging staan en het perfecte plan bedachten voor de uitvoering ervan.’ Wat is je persoonlijke definitie van een goede film? ‘Als je vergeet te kijken als maker, vind ik het echt een goede film. Ik ben een groot bewonderaar van Inárittu en de Franse regisseur Audiard. Toen ik van hem Un Prophète zag, vergat ik alles. De manier waarop hij filmische middelen inzet om zijn verhaal te vertellen... hij flirt met melodrama en kitsch – maar nergens wordt het pathetisch. Een film moet voor mij een emotionele kijkervaring zijn en niet een rationele. Dat zie ik ook als de kracht en de toekomst van de Nederlandse en Europese cinema: gevoelens op een niet-Amerikaanse manier tot uitdrukking brengen.’

OP Vrijdagavond 5 oktober 2012 ontving Bram Schouw een Gouden Kalf voor zijn korte film Sevilla. De film gaat over drie jonge mensen die een roadtrip naar Sevilla maken die hun leven voorgoed zal veranderen. Wat betekent deze prijs voor je? ‘Het winnen van een Gouden Kalf is een bijzonder compliment. Ik vind het een eervolle onderscheiding en beschouw het als een aanmoediging om mijn droom verder na te jagen: speelfilms maken die je in het hart raken.’ Wat was de aanleiding voor Sevilla? ‘Een opmerking van mijn vriendin Paloma Aguilera Valdebenito. Zij zei dat ik een film moest gaan maken over de relatie die ik heb met mijn broer. Hij is mijn beste vriend. Ik ben er meteen over gaan nadenken en heb het idee uitgewerkt. Het thema onvoorwaardelijke vriendschap leent zich voor een lange speelfilm, maar ik wilde het in tien minuten voelbaar maken.’

26

.UNST N° 26 - JAN 2013

Hoe ben je aan je commerciële klussen gekomen? ‘Productiemaatschappij Hazazah heeft me uitgenodigd na het zien van mijn eindexamenfilm. Hazazah produceert commercials; voor mij een prachtige kans om vlieguren als regisseur te maken. Je moet veel op de set staat; daar leer je het vak. Ik ben daar niet voor het geld en maak alleen commercials voor organisaties die ik een warm hart toedraag. Ik probeer altijd te luisteren naar mijn hart en wil trots zijn op de dingen die ik maak. Dat gold ook voor mijn eindexamenfilm. Dat is echt je visitekaartje. Ik ben een jaar langer op de HKU gebleven om te sparen voor mijn eindexamenfilm, die ik per se op 35 mm wilde draaien. Als ik studenten iets zou aanraden, is het dit: zorg dat je mooi afstudeert. Je eindexamenfilm moet je echt als je kickstart zien.’ Hoe moeilijk is het om in deze tijden een film te maken? ‘Dat is tegenwoordig juist heel makkelijk. Er staat je niets meer in de weg. Je kunt met je fotocamera een film opnemen en op je laptop kun je hem editen. Als je echt wat te vertellen hebt, zorg je met geduld en wilskracht ervoor dat die film er komt. Nederland heeft zoveel bijzondere acteurs, zoveel goede cameramannen en crewleden die staan te springen om iets moois te maken. Natuurlijk is de kaalslag in de kunstsector treurig, maar ik word er vooral daadkrachtig van.’

20 augustus — 8 december 2012

27


tekst Helena Hoogenkamp beeld THE THINGS WE ARE

AFLEVERING 3 DE OGEN VAN NANCY

Nancy was ‘Nieuw.’ Zo noemden we iedereen die zich na de Ramp bij ons aansloot, al voltrok die zich inmiddels zo lang geleden dat niemand meer precies wist hoe die gebeurd was. Zelfs Kneeper had de geschiedenis van die tijd niet opgetekend. Nancy kwam aanlopen uit de Woestijn, een mager roodharig kind in een gescheurde tuinbroek. Door het stof onder haar ogen liepen verticale streepjes. Ik was te jong om kinderen op te pakken, maar toen juffrouw Stephanie Nancy in één vloeiende beweging van de grond plukte en tegen zich aan hield, voelde ik hoe lang me dat zou spijten. Ze omklemde juffrouw Stephanie als een pulletje dat voor het eerst beweging ziet. Toen de tweeling drie jaar later kwam, leek het alsof ze hun eeneiïgheid hadden afgekeken van hun moeder en pleegzus. Drie dagen voordat Nancy verscheen was ik te oud geworden voor spelletjes, maar ik deed mijn best. We renden door het oogstveld, zij vlug en voorzichtig zodat haar kleine voetjes niets vertrapten, ik maïsplanten ommaaiend met mijn buik. Na de geboorte van de tweeling dacht ik als speelkameraadje te worden afgedankt, maar ze had niets met huilende baby’s. Nancy werd gefascineerd door oude dingen, zoals ik en mijn hobby’s. Ze stampvoette door mijn hutje toen ze erachter kwam dat ik haar eerste glas whisky had vermengd met een scheut melk. Iemand had haar verteld dat whisky brandt. Thomas was mijn hoofdverdachte. Die deed nooit met ons mee, zwaaide zelfs niet terug als Nancy onder zijn raam ronddanste. Met een strak gezicht zat hij over zijn boeken gebogen. Hij kreeg les van zijn moeder in bestuurskunde, waterkunde en retorica. Madame Sylvester had de opvoeding van haar enige zoon nooit toevertrouwd aan de ongehuwde moeder van twee baby’s en een woestijnwees. ‘Tijd voor de stemming,’ zei Kneeper. Behulpzame handen sjorden me op het podium waar Thomas soepel opsprong. Even hield ik mijn buik in, ademde toen uit. Het zou nauwelijks uitmaken op de schaal van vernedering.

28

.UNST N° 26 - JAN 2013

Thomas hield een speech over waarden van weleer, moreel verval en sterk leiderschap. Achter me siste Kneeper: ‘Sta dan tenminste rechtop.’ en ‘Schande voor ons dorp.’ Ik was van plan een beetje te lallen met mijn armen boven het hoofd, terwijl het hemd dat ik droeg omhoog kroop over mijn blote pens. Misschien zou ik me zelfs voorover van het podium laten vallen. Thomas knikte ingestudeerd bescheiden, boog en stapte achteruit. Kneeper porde me naar voren. Nancy was op de eerste rij gaan zitten. Haar ogen waren heel groen en zo groot als de dag dat ze opdook uit de Woestijn. Ik nam me voor om haar niet aan te kijken, deed het toen toch. Er stond iemand op het podium die mijn huid droeg en zei: ‘Ik zou alles anders doen. Beter.’

20 augustus — 8 december 2012

29


twee en Nederland één, of Portugal twee en Nederland één, dan verliest Nederland. Maar hoe scoort een kunstenaar? Dat werkt subjectiever.

tekst KIM BOS beeld KRIS BORGERINK

Van kunstprijzen raak ik meestal een beetje in de war. Ze zijn door zoveel mist omgeven. Wie bepaalt de criteria? En hoe ziet de jury of het werk of de kunstenaar daaraan voldoet? Kan de sport hierin als voorbeeld dienen? Daarin zijn de regels doorgaans heel eenvoudig... Neem nou voetbal. De KNVB publiceert regelmatig de actuele spelregels. ‘Een doelpunt is gescoord, wanneer de bal geheel en al over de doellijn tussen doelpalen en onder de doellat is gegaan, mits er geen overtreding van de spelregels is gemaakt door de partij die scoort. De partij die het meest heeft gescoord, heeft gewonnen,’ Aldus regel tien ‘Hoe er wordt gescoord’, uit de Spelregels veldvoetbal 2011/’12. Dus als Denemarken één doelpunt scoort en Nederland geen, of Duitsland

30

.UNST N° 26 - JAN 2013

grondhouding De Piet Bakker Prijs wordt sinds 1996 jaarlijks uitgereikt aan een afgestudeerde BKV’er van de HKU. De prijs is een nagedachtenis aan Piet Bakker, voormalig directeur onderwijs van de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving die in 1995 tijdens een dienstreis in de Verenigde Staten om het leven kwam. De ‘criteria’ waaraan de winnaar moet voldoen, worden op de website tamelijk cryptisch omschreven. ‘Het profiel van de Piet Bakker Prijs spitst zich meer toe op de grondhouding van de kandidaten dan op de inhoudelijke kant van het werk.’ Mijn vraag zou dan zijn: weerspiegelt het kunstwerk de grondhouding dan niet? Let wel: ‘Dit betekent (…) niet dat dit de kwaliteit van het werk minder belangrijk maakt maar geeft meer de richting aan hoe naar kwaliteit gekeken dient te worden in relatie tot de prijs.’ Ingewikkeld. Het wordt nog complexer, want er is ook een lijst kernbegrippen samengesteld die bij de grondhouding van de student moeten passen: ‘eigenwijs/eigenzinnig’, ‘durft risico’s te nemen’, ‘non-conformistisch’, ‘moedig’, ‘het ‘jongehondengevoel’’, ‘durft een stellige persoonlijke uitspraak te doen’. Overigens is het bij kunstprijzen eerder regel dan uitzondering, zo’n nevelige omschrijving van de eisen. De juryleden van de Cobra Kunstprijs zijn bijvoorbeeld op zoek naar ‘het experimentele, vernieuwende elan dat (…) herinnert aan de roemruchte jaren van de CoBrA kunstbeweging.’ Ga er maar aanstaan, als jurylid. Ik neem aan dat er ieder jaar flink wordt gesoebat over de betekenis van de kernbegrippen, want ze zijn allemaal subjectief. Ik zie bezwete voorhoofden en vuurspuwende ogen, jeukende handen en zenuwtrekjes. Het kan ook niet anders, want kunst valt niet objectief en concreet te benaderen. Het gaat over het ongrijpbare: gevoel, interpretatie, context. Dan is mijn vraag: moeten kunstwerken in het kader van een wedstrijd worden beoordeeld? Bovengenoemde vragen en gedachtes spookten door mijn hoofd tijdens mijn bezoek aan de Academiegalerie. Het leek me niet goed dat zo’n prijs mijn aandacht af leidde van de kunstwerken zelf. Dus sprak ik mezelf vermanend toe. En keek. Rudie van den Berg (Art & Education), Paul van de Kant (Graphic Design), Sofia Montenegro (Fine Art), Kim David Bots (Illustration) en Lieske Schreuder (Product Design) waren de genomineerden.

20 augustus — 8 december 2012

31


De jury koos, bij wijze van hoge uitzondering, twee winnaars: Montenegro en Bots. Montenegro exposeert twee werken. Conversations of the last decade is een installatie die bestaat uit beeld en tekst. De tekst is vormgegeven als een woordenboek. Montenegro presenteert een selectie van woorden die sinds 11 september 2001 zijn toegevoegd aan de Oxford English Dictionary. Een greep: ‘Offensive weapon’, ‘OMG’, ‘One-worldism’, ‘Overpopulated’, ‘Panic attack’, ‘Personal distance’. De video (vier minuten) toont de zoekresultaten van Google Image Search. Het werk laat zien hoe de wereld het afgelopen decennium op allerlei vlakken is

bestuurlijk niveau.’ Het zowel verontrustende als humorrijke verhaal ontvouwt zich in de dossiers. Botanicus en ecoloog Ary Lee Rosenbaum wordt genegeerd door de wetenschappelijke wereld omdat ze een extreem succesvolle serie erotische romans schreef. Bots speelt kundig met narrativiteit. Het verhaal is niet meteen duidelijk, maar moet door de toeschouwer bij elkaar gezocht worden. discussie Ook het werk van de ‘verliezers’ is indrukwekkend. Lieske Schreuder ontwierp een machine die slakkenpoep omzet in een bruikbaar nieuw materiaal. Rudie van den Berg (zie beeld bij deze REVIEW)

‘ OOK HET WERK VAN “DE VERLIEZERS” IS INDRUKWEKKEND ’ veranderd. Daar is niet precies de vinger op te leggen, maar dat lijkt Montenegro ook niet te willen. Het is veel, alles is anders en dat is vaak niet ten positieve. Film for Franco is het tweede werk. Het is een fi lm (17 minuten) die is samengesteld uit beelden die in het dictatoriale Spanje ten prooi vielen aan censuur. Een betoverende compilatie die telkens weer opnieuw bekeken moet worden om ontdekkingen te doen. chaos Het werk van Kim David Bots, de andere winnaar, heeft ook tijd nodig. All’s well, I’m in Montana with Jack Nicholson is een extensieve installatie van illustraties: vijf rijen met ieder twaalf verschillende tekeningen van gelijke grootte. Het lijkt, qua tekenstijl, op een stripboek waarvan de pagina’s voorzichtig zijn losgescheurd en aan de wand gehangen. Het is: meer. Iedere rij is een dossier van een inwoner van ‘een middelgrote stad’. In die stad is een besmettelijke ziekte uitgebroken waardoor al vier inwoners om het leven kwamen. ‘Na een korte periode van chaos en hysterie ontstaat er een sterkere vorm van structuur dan voorheen, op zowel persoonlijk als

32

laat de bezoeker nadenken over de logica van zijn dagelijkse handelingen. Paul van de Kant ontwierp een nieuw monetair systeem. ‘Eigenwijs/eigenzinnig’, ‘durft risico’s te nemen’, ‘non-conformistisch’, ‘moedig’, ‘het ‘jongehondengevoel’’, ‘durft een stellige persoonlijke uitspraak te doen’. De begrippen zijn subjectief gezien bijna allemaal van toepassing op de werken. Over dat ‘jongehondengevoel’ heb ik mijn twijfels; dan zie ik eerder fl itsende MTV-reclamefi lmpjes voor me. Maar dat is persoonlijk. Nog onder de indruk van de hoge kwaliteit kom ik tot de conclusie. Als een kunstprijs mooie projecten onder de aandacht brengt (en daarnaast, gewild of ongewild, ook een discussie over de subjectiviteit van kunstprijzen aanwakkert) mag kunst in zekere zin een wedstrijd zijn. Maar kan die wedstrijd niet wat vriendschappelijker? Waarom bezwete voorhoofden, voorspuwende ogen, jeukende handen en trekkende zenuwen? Waarom vijf kampioenen nogmaals door een trechter gehaald en uit dat werk – dat van elkaar verschilt als werelden – slechts één winnaar kiezen?

.UNST N° 26 - JAN 2013

CoLoFon .UNST is een Uitgave van de hogesChooL voor de kUnsten UtreCht. .Unst versChijnt drie keer per jaar in een opLage van 1500 stUks.

ContaCt .UNST POSTBUS 1520 3500 BM UTRECHT maiL EDWIN.VERHOEVEN@CENTRAL.HKU.NL BLog HTTP://UNST.HKU.NL hooFd- en eindredaCtie EDWIN VERHOEVEN art direCtion LEON MARTAKIS redaCtioneLe medewerkers KIM BOS ANNET BREMEN MARCELLA DAS AYDEN DIJKSTRA HELENA HOOGENKAMP JOHAN KUHLMANN PIM LEEUWENKAMP JOOST STOKHOf graFisCh ontwerp HOAX drUk LIBERTAS

.Unst is Co2-neUtraaL geprodUCeerd niets Uit deZe Uitgave mag worden gereprodUCeerd Zonder vooraFgaande toestemming van de hkU.


HTTP://UNST.HKU.NL .UNST N째 25 2012

52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.