Unst n°32

Page 1



«

LEES HET INTERVIEW MET CHRIS OP PAGINA 4

WERK MAKER OPLEIDING

PHIPHI CHRIS RIJK FINE ART


«

LEES HET INTERVIEW MET HYO OP PAGINA 1

WERK BINNEN VIER MUREN MAKER HYO KAAG OPLEIDING AUDIOVISUAL MEDIA WEB WWW.FACEBOOK.COM/BINNENVIERMUREN


ツォ

LEES HET INTERVIEW MET DANIテ記 OP PAGINA 6

WERK THIS NEW TECHNOLOGY MAKERS DANIテ記 DE BRUIN OPLEIDING PRODUCT DESIGN WEB WWW.DANIELDEBRUIN.NL


«

LEES HET INTERVIEW MET FLORIAN OP PAGINA 10

WERK WHAT ABOUT A MAN? MAKER FLORIAN WALRAVEN OPLEIDING ANIMATION WEB WWW.VIMEO.COM/FLORIANWALRAVEN


«

LEES HET INTERVIEW MET JORIS OP PAGINA 12

WERK HAVOC MAKER JORIS WEERTS OPLEIDING AUDIOVISUAL MEDIA WEB WWW.CARGOCOLLECTIVE.COM/JORISWEERTS


«

LEES HET INTERVIEW MET JORN OP PAGINA 16

WERK THE SHEEP SHOP MAKER JORN LEEUWERINK OPLEIDING ANIMATION WEB WWW.AAPJE.NET


«

LEES HET INTERVIEW MET ROOS OP PAGINA 18

WERK NO TITLE MAKER ROOS COENRAAD OPLEIDING FINE ART AND DESIGN IN EDUCATION WEB WWW.ROOSCOENRAAD.COM


VAN HET ZWARTE GAT NAAR HET WITTE DOEK TEKST JOHAN KUHLMANN BEELD HYO KAAG

«

LEES HET INTERVIEW MET VINCENT OP PAGINA 22

WERK MAKER OPLEIDING WEB

DUST_2_DUST VINCENT KIERKELS IMAGE AND MEDIA TECHNOLOGY WWW.VIMEO.COM/USER10350451

JA, DAAR STA JE DAN. VIER JAAR OPGELEID BIJ AUDIOVISUAL MEDIA, STAGE GELOPEN BIJ VERSCHILLENDE FILMPRODUCTIES, AFGESTUDEERD OP SCENARIO EN REGIE, HEEL VEEL GELEERD, HEEL VEEL GEDAAN, EINDEXAMENFILM SUCCESVOL AFGEROND, EN DAN? HYO KAAG VERTELT HOE ZE HAAR WEG ZOEKT EN DAARIN TROUW PROBEERT TE BLIJVEN AAN ZICHZELF. 25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

1


Binnen Vier Muren ook ontstaan. Twee zussen van mijn oma hebben hun hele leven bij elkaar gewoond. Ik vind dat bijzonder. Het is anders dan een liefdesrelatie, maar net zo krachtig. Ik zag dezelfde patronen, een rolverdeling net als bij partners. Het is ook een keuze van mensen om zo te leven. Dat wilde ik laten zien. Wat bindt ze en wat gebeurt er met ze als het door omstandigheden anders moet? Ik praatte ook met de acteurs en gebruikte hun ideeën.’

gelaten af wat er gaat gebeuren. Waarom reageren ze zo verschillend als ze hun comfortzone moeten verlaten? En hoe maak ik dat zichtbaar?’ training In feite moest Hyo de afgelopen maanden ook haar comfortzone verlaten en nieuw gebied betreden. ‘Een opleiding kan je daar niet goed op voorbereiden. Voor iedere afgestudeerde is deze fase anders.

‘IK BEN GEFASCINEERD DOOR WAT ER IN MENSEN OMGAAT’ ‘Ik voelde mij de afgelopen maanden behoorlijk onzeker,’ geeft Hyo toe. ‘Ik mis mijn klasgenoten. De structuur in de dag is weg. Ik schuif mijn voornemens voor me uit. Morgen kan het ook. Wie ben ik eigenlijk als filmmaker? Hoe goed ken ik mijzelf?’ onrustig Sommige klasgenoten vonden snel een baan als technicus of productieassistent op de set bij een filmproject. Wil Hyo dat ook? ‘Het is wel gemakkelijker… Nee, ik wil verhalen schrijven en die verfilmen. Maar dat moet allemaal uit mezelf komen. Dat maakt mij onrustig. Hoe kom ik tot schrijven? Op welk idee ga ik door? Hoe kom ik aan een netwerk, de juiste contacten om een verhaal film te laten worden? Voor filmfestivals in Leeuwarden en Eindhoven is mijn eindexamenfilm geselecteerd. Mooi, maar wat gaat het opleveren? Zou er een producent zijn die met mij aan de slag wil? Maar wil ik dan met dit thema nog wel meer films maken?’

‘Voor mijn gevoel ben ik intussen een stap verder. Tijdens de Proeftuin op het Nederlands Film Festival leerde ik mensen kennen met wie ik een feedbackgroepje heb gevormd. Dat is fijn. Het werkt als een schop onder de kont. Als er geen deadline staat, ben ik lui. Ik spreek ook weer bevriende oudklasgenoten. En ik heb een parttime baantje gevonden als receptioniste aan de balie van een advocatenkantoor. Dat geeft structuur aan mijn dagen. Ik heb best veel tijd daarnaast. Daarin ik ga schrijven, met mensen praten en misschien zelf iets opzetten. Ik heb er een jaar voor uitgetrokken.’ Hyo heeft altijd een boekje bij zich om ideeën te noteren of dingen die ze meemaakt op te schrijven. ‘Het kan ook iets zijn wat ik lees of hoor dat iemand heeft meegemaakt. Schrijven deed ik altijd al, maar ik wilde er ook beeld van maken. Fictie, geïnspireerd door de realiteit en getekend door mijn eigen associaties, met voor mij bekende situaties. Zo is

Hyo had een documentaire kunnen maken over wat ze ziet, maar koos bewust voor fictie. ‘Dan kan ik nog preciezer bepalen wat het verhaal is. Ik houd van stil spel, weinig woorden, rustig tempo, eenvoud en minimalisme. Daar voel ik mij comfortabel bij. Ik ben gefascineerd door wat er in mensen omgaat, hoe ze reageren in een onverwachte situatie. Waarom gedragen mensen zich verschillend als hun vliegtuig vertraagd is of de trein maar niet komt? Waarom wordt de één boos of onrustig, gaat druk heen en weer lopen of ruzie maken, wat allemaal niet helpt. Een ander wacht op een bankje rustig of

Het zou goed zijn als er tijdens de opleiding veel mensen uit de praktijk worden uitgenodigd om hun verhaal te vertellen. En een training voor de gesprekken met producenten kan ik nog steeds wel gebruiken. Voor nu richt ik me allereerst op het schrijven van scenario’s. Over een jaar hoop ik een paar goede concepten te hebben, waar ik mij comfortabel bij voel en mee de boer op kan. Hopelijk is dat het beginpunt voor het maken van een nieuwe film.’

Binnen Vier Muren is een klein, intiem verhaal over twee bejaarde broers die al hun hele leven in dezelfde boerderij wonen. Het delen van een bloedband is geen garantie voor broederliefde, maar wanneer die er is kan dit heel speciaal zijn. Hoe lang houden ze hun levensstijl nog vol als de ouderdom zijn tol eist? Met primitieve oplossingen houden de mannen hun poot stijf, maar op een gegeven moment kunnen ze niet meer ontkennen dat het zo niet langer meer kan. Dan maken ze een ingrijpende keuze. BEKIJK BINNEN VIER MUREN HTTP://UNST.HKU.NL/833

2

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

3


TEKST MARCELLA DAS BEELD CHRIS RIJK

CHRIS RIJK STOPTE MET ZIJN OPLEIDING FINE ART EN KWAM NA EEN WEEK WEER TERUG. MET ALTER EGO PHIPHI. DE CONTINUE FEEDBACK VAN KLASGENOTEN EN DOCENTEN WAS HEM EVEN TE VEEL GEWORDEN, MAAR TOCH MISTE HIJ DE ACADEMIE. ‘PHIPHI IS NU MIJN BESCHERMENGEL. EN IK BESCHERM HAAR. IN MIJN EENTJE BEN IK EEN KUNSTENAARSDUO.’ Zit je hier als Chris of PhiPhi? Als Chris. Dat vragen mensen wel vaker, bijvoorbeeld als ik moet presenteren. Toen ik mijn werk op .UNST zette, stond ik er trouwens niet zo bij stil dat ik er ook iets over moest vertellen. Dat vind ik best moeilijk, het is altijd een beetje vaag. Ik dacht: dat doe ik wel even, maar toen mijn werk opeens op .UNST Facebook stond schrok ik wel een beetje. Wat maakte dat eng? Op de HKU zit ik tussen veilige muren. Als je met je werk uit die wereld stapt, hebben mensen er een mening over. En die is lang niet altijd: “Goh, dat heb je leuk geprobeerd”. Zij weten niet hoe het er hier aan toe gaat, wat het proces erachter is. Zij zien alleen dat beeld. Dat maakt je kwetsbaar. Ja, kwetsbaar is het goede woord.

4

Ben je dan nu ook bang voor mijn oordeel? Of van de lezers? Voor iedereen die dit leest. Als ik met studenten praat en zeg: ik ben een man en ik doe alsof ik een vrouw ben, snappen zij dat. In de buitenwereld heersen conventies en vooroordelen. Hier zit ik met gelijkgestemden, ook al zijn het studenten van een andere discipline.

‘ZIJ BEGINT WAAR IK OPHOUD’ Waarom zit je hier nu dan niet als PhiPhi? Ik treed nooit naar buiten als PhiPhi, want dan wordt het een rol. Ik ben geen drag queen. Het is een hulpmiddel en een concept. Drag is een van de doelen, een man in een jurk als entertainment, maar ik denk dat PhiPhi daaraan voorbij gaat. Door haar kan ik werk maken dat ik als mezelf niet zou durven

.UNST N° 32 2015

maken. Als iemand daar een oordeel over heeft, zeg ik: dan moet je bij PhiPhi zijn.Dit interview doe ik als mezelf: PhiPhi mag namelijk lekker spelen en dingen doen, maar ze moet wel onder mij blijven. Ik ben haar, maar tegelijkertijd ook niet. Zij begint waar ik ophoud. Als ik een grens tegenkom, zet ik Phiphi in en dan kan ik die grens over. Wat is de grootste drempel? De academie en thuis zijn veilige havens, maar de weg van huis naar de academie is metaforisch gezien een heikel punt. De heersende moraal dat een man geen rok draagt en dat je meteen een travestiet bent als je dat wel doet. Zo veroordeelt de samenleving veel dingen, bijvoorbeeld pedofilie. Daar kun je echter niets aan doen, je valt gewoon op kinderen en dat is dan rot voor je. Natuurlijk moet je die kinderen niet misbruiken, maar je zit er zelf mee. Misschien kan het wel als het kind het ook fijn vindt. Aan de andere kant zeg ik: nee, natuurlijk niet. Hoe kun je dat weten, of een kind het fijn vindt? Het gaat me ook niet om het antwoord, zelf heb ik er namelijk geen behoefte aan, maar het gaat erom dat ik over dat soort dingen nadenk.

Waarom ben jij zelf niet zoals PhiPhi? De docenten vinden het heel belangrijk dat je verantwoording aflegt voor alles wat je doet. Het is aan de student of je daarnaar luistert, maar ik vind het zelf moeilijk om het te negeren. PhiPhi niet. Laatst heb ik als haar een roze vagina gemaakt van papier maché. Als docenten vragen waarom, zeg ik: ‘Gewoon. Daar had PhiPhi zin in’. Kun je je eeuwig achter PhiPhi blijven verschuilen? Nee, dat niet. De docenten vinden haar nu een heel goed concept, maar ooit zal ik afscheid moeten nemen. Of één worden met haar. Op de academie leer ik om zeker genoeg te worden om straks als mezelf de buitenwereld in te stappen.

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

MEER PHIPHI HTTP://UNST.HKU.NL/821

5


TEKST YVO NAFZGER BEELD DANIËL DE BRUIN

DANIËL DE BRUIN (PRODUCT DESIGN) DRONG ALS VEERTIENJARIGE PUBER IN HET HOLST VAN DE NACHT HET GEMEENTEDEPOT BINNEN. OP ZOEK NAAR GOUD OF GELD? NEE, NAAR AFGEDANKTE RESTAPPARATUUR. PRINTERS, FAXEN EN TELEFOONS REDDE HIJ VAN EEN ENKELTJE VUILNISHOOP. HIJ NAM HET ALLEMAAL MEE NAAR HUIS. ‘IK MAAKTE DE APPARATEN OPEN OM TE KIJKEN HOE ZE ER ONDER DE KAP UITZAGEN.’

Als klein kind was hij al benieuwd naar wat er zich precies binnenin de föhn van zijn moeder afspeelde. ‘De mechanieken en bewegingen die dingen tot stand kunnen brengen vind ik zeer interessant. Waarom? Het zit in me.’ Zijn huis staat er inmiddels vol mee. ‘Ik heb kratten staan met uit elkaar gehaalde spullen: motortjes, circuitjes, veertjes. Alles is gecategoriseerd, en het begint nu behoorlijk veel te worden.’ verlengstuk Afgelopen oktober stond Daniël met This New Technology op de Dutch Design Week. Hij fabriceerde een machinale, en dus analoge, 3D-printer die werkt zonder elektriciteit. Maar waarom ontwierp hij zo’n 6

.UNST N° 32 2015

gecompliceerde machine? Je kunt immers met één druk op de knop van een digitale printer een sneller, en wie weet consistenter, resultaat behalen. ‘Ik heb de machine gemaakt omdat ik merkte dat er een bepaalde leegte huist in het digitale 3D-printen. Het voelde niet meer als mijn product; ik moest de credits delen met het apparaat. Ik raakte voor mijn gevoel iets kwijt, en dat kon ik alleen terugkrijgen door de machine ook zelf te bouwen. Toen de machine het eerste printje ging maken, had ik het gevoel dat het weer van mij was. De machine heeft me erbij geholpen, is nu een verlengstuk van mij. Zoals de pen de schrijver helpt bij het schrijven, maar het boek uiteindelijk niet van de pen is.’

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

7


‘ EEN DIGITALE 3D-PRINTER IS EIGENLIJK MAAR EEN DOM WEZEN’

Daniëls werk lijkt zodoende de nadruk te leggen op het proces, maar volgens Daniël moeten we die stelling van twee kanten bekijken: ‘Wat mijn machine print is an sich niet altijd even interessant, maar wel als je bedenkt hoe het is gemaakt. Het proces geeft waarde aan het product en andersom. Een digitale 3D-printer is eigenlijk maar een dom wezen dat gewoon dingen doet omdat het zo is geprogrammeerd. Daarom denk ik dat we moeten oppassen met te veel waarde halen uit 3D-prints.’ Een zweem van onbegrip vult de ruimte. ‘Laat ik het anders zeggen. Toen ik met vrienden de tentoonstelling van Dutch Design Week bekeek, voelden we vaak teleurstelling als het werk een 3D-print was. Het voelde te makkelijk. Kwamen we iemand tegen die een product zelf had gefabriceerd, dan kreeg dat automatisch meer waarde.’ steriliteit Volgens Daniël zijn we sinds de Industriële Revolutie erg goed geworden in het reproduceren van producten die allemaal hetzelfde zijn. ‘Neem Legoblokjes. Daar mag geen enkele afwijking in zitten. Hoewel het een prachtig product is, vind ik die steriliteit verschrikkelijk. Het uniek maken van de

dingen die er zijn, is belangrijk en voegt zo waarde toe. De natuur doet dit in wezen ook. Een boom is een boom, hetzelfde ‘product’ weliswaar, maar toch is geen enkele boom hetzelfde.’ verwondering Maar toch. Heeft in deze hyperefficiënte wereld een mechanische 3D-printer, die bijvoorbeeld ‘slechts’ eenvoudige theekopjes maakt, wel nut? ‘Het grootste nut is de zoektocht voor mij persoonlijk. De vakman die zijn hart en ziel in een project legt en fysiek bezig is. Je maakt fouten die een computer niet maakt, maar juist door die fouten ontdek je dingen die je anders nooit was tegengekomen. Tijdens mijn expositie heb ik jongeren gezien die het idee van de machine ter discussie stelden, en tegelijkertijd verwondering in de ogen van kinderen, die niet begrepen dat mijn machine zonder elektriciteit werkte. Op die manier maak je mensen, vooral de digitale generatie, bewust van het proces waarmee de dingen om ons heen tot stand worden gebracht. Een moeder die na afloop zegt: Kom, laten we thuis ook maar eens een föhn uit elkaar halen. Dat is toch het mooiste om te horen.’

BEKIJK THIS NEW TECHNOLOGY HTTP://UNST.HKU.NL/835

8

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

9


‘ VOOR ELKE GRAP IS ER EEN TIJD, EEN PLAATS EN EEN MOMENT’ IN WHAT ABOUT A MAN? VERTELLEN ZEVEN KARAKTERS IEDER OP HUN EIGEN MANIER HETZELFDE VERHAAL. FLORIAN WALRAVEN (26), AFGELOPEN ZOMER AFGESTUDEERD BIJ ANIMATION, WON ER NET GEEN VERS-AWARD MEE. HET BLEEF BIJ EEN EERVOLLE VERMELDING. EN DAT IS OOK WAT WAARD.

Florian, vertel eens. Wat voor briljants moet je bedenken voor zo’n vermelding?

Viel mee. Het idee voor de film ontstond als het ware per ongeluk.

Dat komt neer op zeven personages die vertellen hoe zij het verhaal over een bokser zouden vertellen.

Het filmidee waarmee je bent afgestudeerd en bijna een VERS-Award won, ontstaat per ongeluk? Of je bent geniaal, of je liegt dat je barst.

De karakters zijn lekker vet aangezet: typische maffioso, slicke Hollywoodproducers en dronken filosofen uit Rusland. Daar houd ik zelf ook van. Realisme vind ik kaal en saai.

Nou, kat in het bakkie. Niet bepaald. Het was vreselijk zoeken en op het laatst trouwens behoorlijk stressen: deadline in zicht, verhaal nog niet sluitend en nog zoveel te tekenen. Toen kneep ik hem wel even. Maar ja, je kan je afstudeerfilm niet niet maken. Wat hielp was dat de zoektocht van de personages - hoe vertellen we een verhaal op de beste manier - ook mijn zoektocht was. Wat heb je gevonden aan het eind van die tocht?

Een vermakelijk verhaal. Vonkende meningen, knetterende overtuigingen of anarchistische neigingen zijn mij vreemd. Ik ben een animator die met een goed verteld beeldverhaal mensen wil amuseren. Volgens mij moet dat mogen.

Mijn hart ligt bij comedy, ook omdat ik dat zelf het leukst vind om te maken. Het maakproces van een tragedie lijkt me veel lastiger. Als ik echt in een project zit, leef, slaap en eet ik dat project. Wanneer je zoiets als Maus maakt (een grafische roman over de Holocaust – red.), dan sleep je al die narigheid elke dag met je mee. Mij niet gezien. Heath Ledger heeft al bewezen hoe ongezond dat kan zijn. Alsof comedy alleen maar lollig is!

Tuurlijk niet. Ook voor grappenmakers is het oppassen geblazen. Laatst nog: een kennis van mij was aan het wachten totdat een filmpje ge-upload was: ‘’Im raping my f5 key,’’ twitterde hij. Nou, dat heeft ie geweten. Binnen no time veroordeelde het halve internet ‘de misselijke grap van een zieke sadist met humor over de rug van verkrachtingsslachtoffers’. Wat dat betreft kijk ik wel uit.

Van mij wel. L’art pour l’art weet je. Laat ik het anders zeggen: ik laat veel per ongeluk gebeuren en kies dan het beste ongelukje uit.

Over wat voor types hebben we het dan?

Wat was dit keer het beste ongelukje?

Hoe verliep het maakproces? Bloed, zweet en tranen? 10

TEKST PIM LEEUWENKAMP BEELD FLORIAN WALRAVEN

iemands spreken een bepaald ritme heeft. Door dat ritme kon ik het verloop van de scènes bepalen.

.UNST N° 32 2015

Ik ben van huis uit opgeleid als tekenaar. Als animator ben ik gewend om vanuit beeld te denken. Dat was nu anders. Het begon met de stemmen van de personages: hun accenten en woordkeus kwamen eerst. Aan de hand van hun stemgeluid tekende ik de personages. Ik ontdekte dat

Je doet aan zelfcensuur? Daarom. Misschien dat ik zijdelings wel wat ‘zeg’. Bijvoorbeeld met de Hollywoodproducer die het verhaal seksualiseert omdat hij snel poen wil verdienen. Dat maak ik een beetje belachelijk. Maar je blijft wel vriendelijk...

Niet meer dan anderen. Voor elke grap is er een tijd, een plaats en een moment. In principe zou elke grap gemaakt kunnen worden. Of elke grap gemaakt moet worden, is een heel andere kwestie.

BEKIJK WHAT ABOUT A MAN? HTTP://UNST.HKU.NL/831

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

11


BEWAKER VAN DE SAMENHANG DE TRAILER VAN HAVOC LAAT IN TWINTIG SECONDEN EEN IJZERSTERKE INDRUK ACHTER. DE FILM ZELF BESTAAT UIT DRIE INDRUKWEKKENDE MINUTEN DIE DE MAKERS NIET ZIJN KOMEN AANWAAIEN. ‘IK BEN ER EEN JAAR MEE BEZIG GEWEEST,’ ALDUS JORIS WEERTS, REGISSEUR EN DERDEJAARS AUDIOVISUAL MEDIA. ‘EEN JAAR VOOR DRIE MINUTEN FILM.’ TEKST MARCELLA DAS BEELD JORIS WEERTS

12

.UNST N° 32 2015

Het mag dan een hoop werk geweest zijn, Havoc heeft Joris zeker geen windeieren gelegd. ‘Vanaf het moment dat we de teaser hadden gelanceerd, kreeg de film heel veel aandacht. Dat was bijzonder, maar op een bepaalde manier ook spannend. De verwachtingen lagen nu heel erg hoog. Er waren zelfs mensen uit het buitenland die belangstelling toonden.’ Joris vertelt hoe er pitch over de film uitgebracht moest worden uitgebracht moest worden om de film met crowdfunding op voordekunst.nl te kunnen financieren. ‘Er was 2500 euro nodig, een bedrag dat ruim binnen de tijd op de teller stond.’

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

13


‘AAN HET DIPLOMA ZELF HEB IK EIGENLIJK NIKS’ De aftiteling van Havoc onthult de samenwerking van een grote groep verschillende mensen. De oorsprong ligt bij Jazz Kuipers, student aan het Amsterdam Fashion instituut, die Joris benaderde om een film te maken voor één van haar kledingcollecties. Joris: ‘Een heel mooie uitdaging voor mij. Ik ben al een tijdje met film bezig, maar dit is de eerste keer dat fashion op mijn pad kwam. Ik vind het werk van Jazz cool, omdat ze rebelleert tegen alle fashion-standpunten. De collectie is ruig en mannelijk en gaat in tegen het huidige modebeeld.’ Jazz verwachtte dat Joris langs zou komen om wat beelden te schieten van de collectie, maar Joris had iets meer in petto. Van de acteurs tot de kleding, van het sounddesign tot het camerawerk, en van de montage tot het uiteindelijke product: dankzij zijn regie ademt de hele film toewijding en professionaliteit. ‘Ik ben er zelf ook wel tevreden mee’, zegt Joris bescheiden. Havoc heeft nieuwe deuren voor hem geopend en daar

is hij nog enigszins beduusd van. Productiehuis Revolver bood hem meteen een baan aan, waardoor hij eigenlijk met de opleiding zou kunnen stoppen. ‘Ik heb dat overwogen, maar ga mijn studie toch afmaken. Al is het maar om een grote studieschuld te voorkomen. Ik moet wel zeggen dat ik in de praktijk zoveel meer leer dan op de HKU.’ Joris vertelt dat hij na een eerdere opleiding tot editor verder wilde studeren voor filmmaker. Hij koos voor HKU vanwege het creatieve aspect, in plaats van de filmacademie waar hij voor zijn gevoel zou worden klaargestoomd tot een kant en klare regisseur. ‘Op de HKU mis ik de verbinding met de realiteit en lessen over hoe je jezelf verkoopt. Ik heb vaak gehoord dat ik het conceptmatig klein moest houden, maar mijn tip voor iedereen is toch om vooral naar je instinct te luisteren en niet te veel naar andere mensen.’

BEKIJK DE TRAILER HTTP://UNST.HKU.NL/822

14

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

15


EEN FLINKE DOSIS ZWARTE HUMOR TEKST EDWIN VERHOEVEN BEELD JORN LEEUWERINK

VOOR JORN LEEUWERINK KOMT HET VERTELLEN VAN EEN OORSPRONKELIJK VERHAAL OP DE EERSTE PLAATS. DE TWEEDEJAARS ANIMATION ZIET OP INTERNET VEEL PARODIEËN OP VIDEOSPELLEN, EEN TREND WAAR HIJ NIET ENTHOUSIAST OVER IS. ‘IK HEB LIEVER DAT MENSEN ORIGINELE KARAKTERS GEBRUIKEN. DAT SPREEKT ME VEEL MEER AAN DAN HET ZOVEELSTE SUPER MARIO-FILMPJE.’ In het boek The Animator’s Survival Kit beschrijft de auteur dat hij iemand achtervolgde vanwege zijn opvallende manier van lopen. Zo’n loopje wil je als animator in je geheugen opslaan. Jorn: ‘Dat soort dingen heb ik ook. Niet dat ik mensen achtervolg, maar in de trein zou ik soms wel een foto willen nemen van een karakteristiek hoofd tegenover mij. Meestal onthou ik het via een aanknopingspunt; een aparte bril of een gekke neus. Als ik aan het tekenen ben, zoek ik bijna nooit op hoe iets eruitziet. Ik doe het uit mijn hoofd. Dan wordt het fantasievoller dan wanneer ik dingen ga nabootsen.’ trui Zijn eigen animatie The Sheep Shop werd veel vergeleken met Wallace and Gromit. Jorn had zijn idee al uitgewerkt toen hij de overeenkomsten met A Close Shave ontdekte. ‘Daarin krijgt een

schaap ook een trui aan. De gelijkenis vind ik een beetje pijnlijk omdat het geen bewust voorbeeld voor me was. Ik wil mijn eigen ding doen. De komende jaren is het ontwikkelen van een eigen stijl daarom heel belangrijk.’ Een flinke dosis zwarte humor blijkt tot nu toe een constante factor in zijn werk. In Turd Eating Cat (ook te zien op .UNST) koppelt Jorn die aan een uitgesproken 8-bits-stijl. ‘Die stijl verbinden kijkers meteen aan een computerspelletje en ze vroegen dan ook wanneer ik er een spel van ging maken. Een leuk compliment, maar niet echt mijn bedoeling. Ik ben een animator, geen game-ontwerper.

enorme sweatshops waarmee zij hun arbeidskosten laag houden. Jorn: ‘Ik heb die foto’s natuurlijk ook gezien, maar verder geen onderzoek gedaan naar de rol die Nike precies speelt. Meer dan een inspiratiebron voor mijn verbeelding is zo’n foto niet.’ The Sheep Shop is dus niet ge-

zeker niet de enige. Jorn: ‘Wat ik zelf heel interessant vind, is dat de schapen die de truien kopen ze eigenlijk niet nodig hebben. Ze hebben immers al een wollen vacht. Mensen kopen ook steeds meer dingen die overbodig zijn. De schapen die geschoren zijn, hebben geen vacht

‘ZO WINT DE GROOTSTE SLECHTERIK ALSNOG’ maakt vanuit de gedachte kritiek te leveren op een maatschappelijke kwestie. Dat er een soort gelaagdheid in zit, vindt Jorn wel van belang. ‘Ik wil filmpjes maken die grappig zijn, maar ze moeten ook inhoudelijk interessant zijn.’ kannibalisme Als Jorn de beelden van Aziatische fabrieken nooit had gezien, had hij misschien niet specifiek zo’n sweatshop met lange rijen gemaakt. Voor hem is die link met de werkelijkheid ook

meer en krijgen helemaal niks. Een soort kannibalisme is het, de andere schapen gebruiken de wol van hun eigen soort voor hun eigen plezier.’ Een happy end is door Jorn bewust omzeild. ‘Volgens mij gebeurt het wel vaker dat de boosdoener er mee wegkomt en de andere mensen de schuld krijgen. In dit geval worden de slavendrijvers gegrepen, maar ziet de oma kans om daar weer een slaatje uit te slaan. Zo wint de grootste slechterik alsnog.’

The Sheep Shop zou je kunnen zien als kritiek op de praktijken van multinationals als Nike. De media tonen ons al een paar jaar beelden van de BEKIJK THE SHEEP SHOP HTTP://UNST.HKU.NL/815

16

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

17


TEKST ELLEN DORRESTEIN BEELD ROOS COENRAAD

GEEN TITEL ... ROOS COENRAAD MAAKTE VOOR HAAR EINDEXAMEN FINE ART TWEE INSTALLATIES. DIE WILDE ZE DELEN OP .UNST, MAAR HOE KOMT EEN INSTALLATIE ONLINE HET BEST TOT ZIJN RECHT? ‘ACHTERAF GEZIEN MISSCHIEN MET EEN VIDEO,’ ZEGT ROOS. HET WERDEN TWEE FOTO’S. ‘MAAR EEN FOTO VAN MIJN WERK IS EIGENLIJK EEN SLECHTE KOPIE.’ Haar installaties moeten namelijk live ervaren worden. Roos: ‘Ergens naar kijken is voor mij te eendimensionaal. Een ruimte moet je instappen. Dat prikkelt meerdere zintuigen en creëert een ervaring. Daarom vond ik het belangrijk dat mijn eindwerk uit ruimtes bestond.’ De ene ruimte hing Roos vol met dikke boeken, klaar om in te bladeren. De andere ruimte voorzag ze van drie typemachines, een hoop papier en papierversnipperaars. Beide installaties hebben geen titel. ‘Een goed kunstwerk heeft geen uitleg nodig. Met het geven van een titel stuur je de interpretatie van de kijker. Dat vind ik iets heel nadeligs: hij zal niet meer met een open blik naar je kunst kunnen kijken.’ Dat haar publiek niet per se haar bedoeling achter de installaties

18

zal achterhalen, vindt Roos niet erg. Kunst is immers subjectief. ‘Ik wil graag werk maken dat iets teweegbrengt, maar dat betekent niet dat het voor iedereen dezelfde betekenis moet hebben.’ Dat Roos geen uitleg geeft, wil niet zeggen dat ze niet goed over haar werk heeft nagedacht. ‘Het nadenken is een belangrijk onderdeel van het proces dat tot het eindproduct leidt. Je bent constant bezig met reflecteren en keuzes maken. Maar als het werk er eenmaal is, moet het op zichzelf kunnen staan.’ Met haar twee ruimtes bekritiseert Roos de statusmaatschappij waarin wij leven en de prestatiedruk die veel van haar leeftijdsgenoten volgens haar voelen. ‘Kennis is macht, wordt ons ingeprent.

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

19


GEEN UITLEG?

Dus moeten we wel doorstuderen en doorleren. Het invoelbaar maken van de drukkende massa van die kennis was mijn doel.’ Vandaar het overweldigende aantal boeken dat met hun kaft tegen de muren en het plafond zijn bevestigd: een verbeelding van de overvloed aan kennis die wij bezitten. De typemachines en versnipperaars verbeelden juist de mogelijkheid die kennis te verwerken en los te laten.

ze zelfs belangrijker dan dat haar visie erin wordt herkend. ‘Ik ervaar mijn werk als iets dat heel erg van mijzelf is, maar probeer wel een brug te slaan naar de maatschappij. Mijn eigen gedachtes vormen het uitgangspunt voor dit werk. Al heel snel ontdekte ik echter dat we allemaal dezelfde maatschappelijke druk ervaren. Dat maakt dit project voor mij tot een succes. Het ontstond vanuit mijn

‘KENNIS IS MACHT, WORDT ONS INGEPRENT’ Roos ziet in dat haar kunst een therapeutische werking voor haar heeft. ‘Ik was graag in mijn ruimtes aanwezig. Daar kon ik al mijn gedachten uittypen en vervolgens versnipperen. Dat gaf rust.’ Het verrichten van die handelingen werkt louterend. Het geeft Roos ook de mogelijkheid haar publiek op zowel een mentaal als fysiek niveau aan te spreken. De installaties zijn immers interactief. Haar publiek kan door het bladeren in de boeken, het typen op de typemachines en het versnipperen van het papier dezelfde loutering ervaren als Roos. brug De afstand tussen haar persoonlijke fascinatie en het publiek probeert Roos bewust te overbruggen. Ze gaat op zoek naar een maatschappelijke context zodat ze anderen kan aanspreken met haar werk. Dat mensen zichzelf herkennen in haar werk vindt

eigen denken, maar door mijn idee in een bredere context te plaatsen bereik ik ook anderen.’ filosofie Onlangs maakte een docente Roos erop attent dat ze tijdens haar HKU-tijd een bijzondere ontwikkeling heeft doorgemaakt. Waar ze eerst uitsluitend vanuit haar gevoel werkte, vertrouwt ze nu steeds meer op haar kennis en verstand om tot kunst te komen. ‘Ze vond mijn eindwerk mooi omdat ik het goed kon onderbouwen met mijn eigen filosofie en gedachtes. Maar ze wilde wel dat ik me bewust was van die ontwikkeling.’ Het één sluit het ander zeker niet uit: een kunstwerk dat tot stand komt met behulp van de ratio kan het publiek nog steeds aanspreken op een emotioneel niveau. Roos’ installaties laten het publiek vrij. Zonder sturende titel mag het zelf beslissen: denken of voelen.

BEKIJK NO TITLE HTTP://UNST.HKU.NL/807

20

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

21


‘IN DER BESCHRÄNKUNG ZEIGT SICH ERST DER MEISTER’ IS EEN BEKENDE UITSPRAAK VAN GOETHE. EEN WAARHEID ALS EEN KOE, ALS JE HET VINCENT KIERKELS VRAAGT. IN DUST_2_DUST, EEN PROJECT MET DJ GEORGEBROKEN, WERKTE DE TWEEDEJAARS IMAGE AND MEDIA TECHNOLOGY PUUR MET PIXELS EN LIJNEN. ‘PAS ALS JE JEZELF BEPERKT, KUN JE BETER WORDEN IN WAT JE DOET.’

TEKST YVO NAFZGER BEELD VINCENT KIERKELS

De pixelige, Atari-achtige stijl van de videoclip kwam Vincent bij wijze van toeval aanwaaien. ‘In de brainstormfase sprak ik met dj GeorgeBroken over de games uit onze jeugd. We bleken allebei fan van de Atari-spelcomputer waar we vroeger Super Mario en Pacman op speelden. De stijl van Atari, Commodore64 en de vroege dagen van Nintendo sprak ons nog steeds erg aan. Toen dat uitgangspunt helder was, begon ik te experimenteren met pixels. DJ GeorgeBroken ging verder met het ontwikkelen van zijn nummer, waar uiteindelijk een sample van gesproken woorden in terechtkwam. ‘We are all nothing but dust’. Vandaar de titel.’ prullenbak Wil het duo iets zeggen met het nummer en de clip, waarin de zinssnede ‘Pretty soon we will turn into dust’ te zien is? Vincent: ‘Nee, dat we op die naam kwamen lag eigenlijk voor de hand, de tekst zat nu eenmaal in het sampletje.’ Mijn A4 vol filosofische vragen belandt als prop in de prullenbak. ‘In de letterlijke zin zijn we wel op dat thema

ingegaan hoor. We werkten veel met ruis. Ik wilde ook dat de mix van het nummer veel televisieruis zou bevatten. “Cyberdust” zou je dat kunnen noemen. Daar ligt ook de koppeling met de wereld om ons heen. Wij mensen verworden niet meer tot stof zoals wij dat kennen, maar juist tot digitale stof.’ Is dat de boodschap die Vincent met dit werk wil uitdragen? ‘De clip is geen narratief. Ik kan me voorstellen dat kijkers er een verhaallijn in zien, maar dat is absoluut niet mijn uitgangspunt.’

Dust_2_Dust blijkt een project dat Vincent heeft aangegrepen om de gereedschapskist van zijn kunnen uit te breiden. Dan zou de gehanteerde stijl op zijn Vimeo-kanaal bij zijn commerciële werk ook herkenbaar moeten zijn. Vincent: ‘Nee, want daar vind ik mezelf nog te jong voor. Ik vind het gevaarlijk om direct een eigen stijl in werk voor betalende opdrachtgevers te stoppen. Misschien zou ik dat doen als iemand me specifiek daarom vraagt, maar anders niet. Stijl is namelijk niet iets dat je kunt forceren of meteen kunt oproepen. Je kweekt het niet uit keuze, je krijgt het naarmate je ervaring opdoet. Je kunt ook niet je eigen bijnaam kiezen, dat doen de mensen om je heen voor je.’ Is dat niet beperkend voor het maakproces? ‘Ik beperk mezelf, net als ik binnen dit project heb gedaan door alleen met pixels en lijnen te werken. Soms moet dat. Pas als je jezelf beperkt, kun je beter worden in wat je doet.’

‘STIJL IS NIET IETS DAT JE KUNT FORCEREN’

atoomkern ‘Ik maak veel narratieve filmpjes, maar juist omdat ik iets anders wilde probeerde ik daar deze keer zo ver mogelijk vandaan te blijven. Dat was soms best lastig. Zo is er een beeld van een elektron die om een atoomkern draait. Die had ik eerst aan het einde geplaatst, maar daardoor werd het een verhaal. Nu staat dat beeld ergens in het midden, waardoor het meer op zichzelf staat en niet bijdraagt aan een narratief.’

BEKIJK DUST_2_DUST HTTP://UNST.HKU.NL/814

22

.UNST N° 32 2015

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

23


DE REDACTIE IN DRIE RUBRIEKEN DE BETOVERING DAG 101 Tekst en beeld komen samen in De Betovering. De illustratie is van Nik van Es, de woorden zijn van Yvo Nafzger of Edwin Verhoeven. Het resultaat delen we wekelijks op .UNST.

HET INTERVIEW DAG 1 Een serie interviews van HKU-studenten Theater. Voor het vak Kunst van Ondernemerschap spraken zij met collega’s uit het werkveld over hun dromen en daden.

MORAALRIDDERS DAG 103 In Moraalridders schrijven HKU’ers over de essentie van kunst en kunstonderwijs. In deze aflevering vraagt Ruben Jacobs zich af wat theorie is.

24

.UNST N° 29 2014

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

25


SUPERMAN #7

HOEWEL HET ALTIJD PIJN DOET KLOP IK, SLA IK, SCHOP IK, MET TRANEN IN DE OGEN TEGEN ALLES IN DE WERELD AAN

DE KERKEN EN MOSKEEËN MOETEN HET ONTGELDEN DE DOEKEN VAN MONET RIJT IK IN MIJN HOOFD AAN STUKKEN

DE LEGE OGEN IN DE STRAAT DIE TUREN NAAR BENEDEN TERWIJL IK MET EEN MES HET RODE WITTE BLAUW BEWERK

MISSCHIEN ALS ALLES STUK IS, KAPOT EN NAAR DE KANKER, DAT IEMAND UIT DE WACHTRIJ STAPT HET HOOFD OPLICHT EN VRAAGT: ‘WAT DOE JE?’

TEKST YVO NAFZGER BEELD NIK VAN ES

Uit zeven Betoveringen op .UNST selecteerde dichter Ingmar Heytze deze aflevering voor het blad. ‘Het mooiste is als je het beeld ziet, het gedicht leest, en dan het beeld met andere ogen ziet. Superman vind ik in dat opzicht het allerbest gelukt - het meest betoverend.’

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

27


‘IK KAN ME GEEN LEVEN ZONDER INSPIRATIE VOORSTELLEN’

TEKST CARO DE FEIJTER BEELD KEKE KEUKELAAR

ALS THEATERMAKER IN OPLEIDING VRAAG IK ME VAAK AF HOE IK INSPIRATIE KAN BLIJVEN OPDOEN EN WAAROM IK DOE WAT IK DOE. DE VRAGEN WAAR IK ZELF GEEN ANTWOORD OP HEB, STELDE IK AAN DE SCHRIJFSTER DIE VOOR MIJ EEN GROTE INSPIRATIEBRON IS: ESTHER GERRITSEN.

28

.UNST N° 32 2015

Waarom schrijf je? Dat is de moeilijkste vraag denkbaar. We willen graag geloven dat er een noodzaak achter zit maar ik sluit niet uit dat het leven van toevalligheden aan elkaar hangt en dat die toevalligheden me een schrijver maakten. Het schrijven vormt je zo dat je op een dag niet meer anders kunt, dat je als een schrijver denkt, in zinnen, dat je elke gedachte, elke waarneming tot een verhaal vervormt. Waardoor raak jij over het algemeen geïnspireerd? (bijvoorbeeld spullen, mensen, ruimtes, andere kunstenaars, et cetera) Ik kan me geen leven zonder inspiratie voorstellen, het is een voortdurende manier van denken die tot verhalen leidt, daar is geen specifieke aanleiding voor nodig. Ik stel me constant voor hoe dingen uit de hand kunnen lopen, wat er gebeurt als je bepaald gedrag uitvergroot. Hoe begin je met schrijven? Voor een column pak ik iets wat me een middag lang interesseert, voor een boek iets waarvan ik vermoed dat ik er jaren mee bezig wil zijn. Het begint met één gedachte (column) of een groter thema (boek), daarna bedenk ik hoe ik het in een verhaal zal gieten. Hoe zorg je dat je doorgaat met schrijven? Dat is domweg discipline. Ik doe niet anders, elke dag. In een interview zei je over je nieuwe boek Dorst: ‘Ik wou graag een boek schrijven over iemand met heel veel liefde voor voorwerpen, voor spullen.’ Hoe verhoud jij je tot spullen? Hoe je je tot spullen verhoudt is niet anders dan hoe je je tot jezelf verhoudt. We kunnen spullen nergens de schuld van geven, dus schrijven over spullen gaat over zelfreflectie. Spullen beschrijven is ook een manier om over eenzaamheid te schrijven.

Je schrijft vaak over depressieve mensen, wat fascineert je aan depressie? Het boeit me dat een mens zo’n tegennatuurlijk iets kan voelen: geen levenslust, geen overlevingsdrift, alsof er iets mis is met onze natuur. Hoe zorg je dat je niet te veel tunnelvisie krijgt in je werk? Ik weet niet of ik daar last van heb. Dat zou ik zelf ook niet kunnen zien, maar mijn redacteur wel. Hoe ontstaan je personages? Ik begin met een vaag idee (iemand die van spullen houdt en graag alleen is) en dan onderzoek ik wat voor type mens dat zou zijn. Welke schrijvers inspireren jou? Virginia Woolf, Philip Roth, Coetzee, Arnon Grunberg. Stel dat je alles had kunnen worden, was dat dan schrijver geweest? In tegenstelling tot wat ik bij de eerste vraag beweer denk ik soms van wel. Ik heb me altijd vrij gevoeld te kiezen wat ik wilde. Schrijver worden was geen ambitie maar blijkbaar het prettigst om te doen. Hoe zie je jezelf over vijf jaar? Ik droom gek genoeg nooit over werk, ik denk niet verder dan een volgend boek. Ik fantaseer alleen over een groter huis, dus hoop ik dat zo’n boek goed verkoopt. Laten je teksten duidelijk zien hoe jij tegen de wereld aan kijkt? Ja, dat geloof ik wel. Wat dat betreft is het net zoiets als droomduiding.

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

29


WAT IS THEORIE? THEORIE IS VOOR DE PRAKTIJK ALS HET THEORIEEXAMEN VOOR DE RIJSCHOOLLEERLING: JE BENT DE HELFT ALWEER VERGETEN ALS JE IN DE AUTO ZIT. MEESTAL MOET DE PRAKTIJKMENS OOK NIETS HEBBEN VAN AL DAT ABSTRACTE GEZWETS. EN GEEF HEM EENS ONGELIJK: UITEINDELIJK MOET HIJ DAGELIJKS TOT HANDELEN OVER GAAN. PRECIES DAN VALLEN DIE ‘KUNSTMATIG’ OPGEBOUWDE HYPOTHESEN MEESTAL IN DUIGEN. KORTOM, WAT HEB JE EIGENLIJK AAN THEORIE? Daarvoor moeten we eerst bepalen wat we onder theorie verstaan. Is het een model, een correlatie tussen fenomeen A en B, een verklaring voor gedrag, een hypothese, een denk- of wensbeeld? Dat zou allemaal kunnen, want theorie is in veel gevallen een rekbaar begrip. De gemene deler: het is vooral een idee over de waarheid. Een academische opvatting over de werkelijkheid, waarbij het concept ‘theorie’ staat voor een toetsbaar model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid. Het is de bril waarmee we naar de fysieke werkelijkheid kunnen kijken. In het hoger beroepsonderwijs, en dat is mijn observatie, staat de gehele gevoelswereld rondom het woord ‘theorie’ echter voornamelijk symbool voor de wereld van het abstracte denken, 30

.UNST N° 32 2015

TEKST RUBEN JACOBS BEELD NIK VAN ES

het universum van de kamergeleerde. En voor veel van mijn studenten voelt het alsof die wereld ver afstaat van hun dagelijkse ervaring. ruiken Zouden mijn studenten zonder theorie door het leven kunnen? Of met slechts één theorie: eentje die er vanuit gaat dat kennis voortkomt uit ervaring. Anders geformuleerd: dat alleen doen inzicht oplevert. Learning by doing! Ik hoor dat maar al te vaak. Er zit natuurlijk wel wat in. Het uitproberen, het ruiken aan de fysieke wereld, leert ons een hoop over die wereld. We ontwikkelen vaardigheden, verzamelen tastbare kennis, leren omgaan met de flow van het alledaagse, maar lopen ook tegen de grenzen van deze pragmatische houding aan. Toch, en dit is wat ik mijn studenten met wisselend succes probeer wijs te maken, kan dat alles niet zonder theorie. Wij zijn immers, zoals de Britse filosoof Wilfrid Sellars ooit schreef, ‘theoriegeladen’ mensen. Een alledaags voorbeeld: om een boom te kunnen waarnemen, moet je eerst weten wat een boom is. Ook moet je weten wat het verschil is met een struik of een heg. Je hebt bepaalde kennis nodig, en de overtuiging dat die kennis de juiste is om een specifieke waarneming te kunnen doen. Dat wil niet zeggen dat daarmee de volledige werkelijkheid van een boom is beschreven, maar wel dat we deze in een categorie hebben kunnen plaatsen. Zo werkt het ook met theorie. We geven de dingen vorm

25 AUGUSTUS — 7 DECEMBER 2014

31


en plaatsen ze in een kader, en doen dat door middel van theorieën (ideeën) over die fysieke wereld. Neem bijvoorbeeld de piramide van Maslow, een van de meest gebruikte en aangehaalde theorieën onder mijn studenten. Daarin wordt een hiërarchisch beeld geschetst van behoeftebevrediging, beginnend bij lichame-

kunnen volgens Vaihringer simpelweg niet anders. Juist door middel van al die abstracties of theorieën (lees: creatieve verbeelding) zijn we in staat om te handelen, om een stapje vooruit (of achteruit) te maken. Nieuwe ficties leveren nieuwe handelingsmogelijkheden op. De oplettende student zal mij erop wijzen dat er toch

‘THEORIEËN ZIJN VAAK ONBEWUST DE VORMGEVERS VAN ONZE WERELD’ lijke behoefte en eindigend bij zelfontplooiing. Deze zeer invloedrijke theorie heeft ons menselijk handelen fundamenteel veranderd. Tegenwoordig streven we niet zozeer naar een eervol maar vooral naar een persoonlijk bestaan, een eigen Ik. En daarmee kijken we als het ware door de (westerse) bril van Maslow. Zal dit altijd zo blijven? Waarschijnlijk niet. Als men tot de conclusie komt dat deze bril niet meer accuraat of toereikend genoeg is, zal deze worden vervangen door een andere.

ook waarnemingen zijn waar we geen woorden aan kunnen verbindingen, dingen die we nog nooit eerder hebben gezien. Dat klopt. Maar dan is het ook niet verrassend dat we over het algemeen moeite hebben met waarnemingen die we niet kunnen plaatsen, waar we geen concepten voor hebben. Zoiets komt vaak voor bij abstracte kunst, maar juist door het concept ‘kunst’ kunnen we iets visueel onbegrijpelijks een plek geven. Kunst is dan ook niet voor niets pas vaak kunst als we het als kunst definiëren.

quarks Theorieën zijn vaak onbewust de vormgevers van onze wereld. Ze maken een onderscheid tussen wat erbij hoort en wat moet worden afgestoten, wat zichtbaar wordt en wat niet. De Duitse filosoof Hans Vaihinger, die ruim 100 jaar geleden een boek schreef met de intrigerende titel De filosofie van het alsof, gaat nog een stapje verder. Hij beweert dat theorie in feite fictie is. Dat de waarheid, zoals we die denken te kennen alleen kan worden benaderd door er allerlei fictieve denkbeelden op los te laten. Men weet niet zeker of quarks (eerder waren dit atomen) de kleinste bouwstenen van het bestaan zijn, maar men doet alsof. Men weet ook niet zeker of de ‘vrije wil’ bestaat, maar men doet alsof. Dat is niet zonder reden: we

hulpmiddel We kunnen niet zonder theorieën, zonder al die abstracties (samenleving, individu, economie) om ons heen. Daarbij is het wel belangrijk ze niet als vasstaand te zien. Zo kan de heersende visie op economie ervoor zorgen dat we bij dit onderwerp te lang in termen van geld blijven denken. Een theorie is hoe dan ook een tijdelijk hulpmiddel, een bril waardoor we de wereld op een bepaalde manier zien. Op een gegeven moment zijn de glazen verouderd en hebben we een nieuwe bril nodig. Die nieuwe bril kan ons worden aangereikt door kunstenaars. Juist zij zijn, met hun artistieke verbeeldingskracht, als geen ander in staat verder te kijken dan de gangbare theorieën en abstracties.

COLOFON .UNST .UNST IS EEN UITGAVE VAN HKU EN VERSCHIJNT DRIE KEER PER JAAR IN EEN OPLAGE VAN 1500 STUKS. POST .UNST POSTBUS 1520 3500 BM UTRECHT MAIL EDWIN.VERHOEVEN@.HKU.NL BLOG HTTP://UNST.HKU.NL .UNST FACEBOOK JEROEN CALLAARS AYDEN DIJKSTRA HOOFD- EN EINDREDACTIE EDWIN VERHOEVEN ART DIRECTION LEON MARTAKIS REDACTIONELE MEDEWERKERS MARCELLA DAS ELLEN DORRESTEIN NIK VAN ES JOHAN KUHLMANN YVO NAFZGER PIM LEEUWENKAMP MET BIJDRAGEN VAN CARO DE FEIJTER RUBEN JACOBS GRAFISCH ONTWERP HOAX DRUK PANTHEON DRUKKERS

NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN GEREPRODUCEERD ZONDER VOORAFGAANDE TOESTEMMING VAN HKU.

32

.UNST N° 32 2015


NUMMER 32 - JANUARI 2015


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.