Uitgave Hogeschool Utrecht, september 2012 Fotografie Bart Versteeg (cover, p. 11), Jan Willem Groen (p. 4), Ed van Rijswijk (p. 14) Vormgeving Vormers, Utrecht Drukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam Aan de inhoud van dit boekje zijn geen rechten te ontlenen.
ia_b_0912_dv xx_x_xxxx_dv
Colofon
HANDLEIDING VOOR SCHOLEN Studie en Werk
Inhoud Voorwoord
3
Wat is er nieuw?
5
De 4 modellen in vogelvlucht 6 Studentbegeleiding
10
Wie begeleidt wat?
12
Organisatie van de begeleiding
15
Meer informatie
16
“NIEMAND BETER DAN EEN LERAAR WEET DAT DE BESTE MANIER OM IETS TE LEREN HET ONDERWIJZEN VAN DAT IETS IS.”
JEAN PIAGET (1896-1980)
pag 3
Handleiding voor scholen
voorwoord In september 2012 start Instituut Archimedes met een Nieuw Educatief Ontwerp (NEO). In samenwerking met het beroepenveld, de scholen, is de lerarenopleiding van Instituut Archimedes verder ontwikkeld. Met het vernieuwde curriculum wil Instituut Archimedes de competentiegerichte opleiding bij de tijd houden en de aansluiting op de praktijk verder verbeteren. Een belangrijk onderdeel van dit vernieuwde curriculum is het onderdeel Studie en Werk, waarin onder andere het werkplekleren (de stage) is ondergebracht. Binnen Studie en Werk worden de competenties die de studenten op de opleiding en tijdens het werkplekleren verwerven op elkaar afgestemd. Hierin is een aantal onderdelen veranderd en dat heeft consequenties voor het begeleiden van de studenten op de scholen. Deze brochure informeert de scholen over deze veranderingen. Instituut Archimedes September 2012
pag 4
Handleiding voor scholen
pag 5
Handleiding voor scholen
wat is er nieuw? Vier samenwerkingsmodellen Vanaf september 2012 werkt Instituut Archimedes met een nieuwe indeling van scholen, die gebaseerd is op de indeling van de Onderwijsraad. Er worden vier samenwerkingsmodellen onderscheiden: • Netwerkmodel • Partnermodel • Coördinatiemodel • Stagemodel Voorheen werkte Instituut Archimedes met keurmerkscholen en scholen met SOS- of IDEE- studenten. De projecten SOS en IDEE zijn opgegaan in de nieuwe indeling. Het keurmerk blijft bestaan. Keurmerkscholen kunnen een netwerkschool of partnerschool zijn. Studie en Werk en beroepsproducten Een van de grootste veranderingen voor studenten in het nieuwe curriculum is dat de studieloopbaanbegeleiding en het werkplek leren niet meer als aparte onderdelen worden aangeboden, maar zijn geïntegreerd in het nieuwe onderdeel Studie en Werk. Een tweede groot verschil is dat studenten beroepsproducten gaan uitvoeren in opdracht van de school. Zie voor meer informatie hierover de brochure Handleiding voor Scholen: Beroepsproducten. Deze beroepsproducten komen in plaats van de vroegere schoolprojecten. Begeleiding op de school We blijven Samen Opleiden in de School. Dat betekent dat studenten op netwerk- en partnerscholen begeleid worden door een instituutsopleider van Archimedes en een werkplekbegeleider op de school. Voor scholen waar minimaal zestien studenten van Instituut Archimedes een leerwerkplek hebben, is er een vaste instituutsopleider, die ook regelmatig op de school aanwezig zal zijn. Deze scholen hebben ook een schoolopleider, met wie de instituutsopleider samenwerkt. De precieze invulling van de begeleiding is per samenwerkingsmodel verschillend.
pag 6
Handleiding voor scholen
DE 4 MODELLEN IN VOGELVLUCHT Netwerkmodel In dit model is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding en werkt ook actief mee aan de ontwikkeling van het programma. De school heeft een opleidingsteam bestaande uit (een) opleider(s) op school en coaches die vakdidactisch geschoold zijn. Dit team verzorgt de delen van de opleiding die gericht zijn op het concrete handelen van de leraar en de professionele ontwikkeling van de op te leiden leraar. Een netwerkschool is een geaccrediteerde opleidingsschool en/of een school die zich herkent in onderstaand profiel. Kenmerken van een netwerkschool: • De school heeft het keurmerk. • Opleiden in de school, school- en professionele ontwikkeling en onderzoek zijn gekoppeld. • Het opleiden in de school wordt uitgevoerd op basis van een SamenOpleidenPlan. • De instituutsopleider ondersteunt het opleiden in de school, de schoolontwikkeling en speelt een grote rol in de begeleiding van de beroepsproducten. • De schoolopleider en de instituutsopleider zijn de spil in het opleiden in de school. • Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de school. De student maakt drie à vijf beroepsproducten. • Ca. 40% van het curriculum wordt in samenwerking met de school uitgevoerd, dit wordt onder meer gerealiseerd in de studieonderdelen Studie en Werk, beroepsproducten en de minor. • De werkplekbegeleiders zijn geschoold/gecertificeerd als (algemeen) begeleider. • Op de school zijn minimaal zestien Archimedesstudenten (alle leerjaren en zowel voltijd als deeltijd) aanwezig.
pag 7
Handleiding voor scholen
Partnermodel In dit model is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding. Naast het coachen van de op te leiden leraar verzorgt de school een deel van de opleiding. Hiertoe stelt de school een of meer schoolopleiders en werkbegeleiders binnen de school aan. Kenmerken van een partnerschool: • De school heeft het keurmerk. • Opleiden, school- en professionele ontwikkeling zijn gekoppeld. • Het opleiden in de school wordt uitgevoerd op basis van een SamenOpleidenPlan. • De school heeft een gecertificeerde schoolopleider. • De instituutsopleider ondersteunt het opleiden in de school, de schoolontwikkeling en speelt een rol in de begeleiding van de beroepsproducten. • De schoolopleider en de instituutsopleider zijn de spil in het opleiden in de school. • Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de school. De student maakt drie à vier beroepsproducten. • De school geeft de student de gelegenheid om onderzoek in de school te doen. • De werkplekbegeleiders zijn geschoold. • Op de school (één locatie of alle locaties samen) zijn minimaal zestien Archimedesstudenten (alle leerjaren zowel voltijd als deeltijd) aanwezig.
pag 8
Handleiding voor scholen
Coördinatormodel Dit model is een variant van het stagemodel, maar is op weg naar het partnermodel. Het verschil zit erin dat de school voor de begeleiding van de op te leiden leraar één ervaren collega aanwijst die als schoolopleider optreedt. Deze persoon coördineert de werkzaamheden van de werkplekbegeleiders op zijn school en neemt soms ook een deel van de taak van de werkplekbegeleider over. Kenmerken van een coördinatorschool: • De school biedt studenten de mogelijkheid tot ervaring opdoen op de werkplek. • De rol van de schoolopleider is meer gericht op coördineren van de stages dan op sturing van het opleiden in de school. • Begeleiding van studenten is vooral een individuele aangelegenheid van de werkplekbegeleider. • Opleiden in de school is nog geen schoolbeleid. • De student maakt drie beroepsproducten. • Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de student en/of de opleiding en/of de school. • Het is niet standaard dat de school de student de gelegenheid geeft om onderzoek te doen. • Vanuit Instituut Archimedes wordt de student begeleidt door een studie- en werkbegeleider, die op lesbezoek komt. • Het aantal Archimedesstudenten op dit type school varieert van een tot acht studenten. • Een coördinatormodelschool is in de regel een aspirant keurmerkschool. Dit houdt in dat er een afspraak is gemaakt met de keurmerkcommissie en dat het auditgesprek binnen afzienbare tijd plaats vindt.
pag 9
Handleiding voor scholen
Stagemodel In dit model is de school de werkplek waar de op te leiden leraar in de praktijk functioneert. Hij wordt daarbij begeleid door een ervaren leerkracht annex collega; de werkplekbegeleider. Alle andere opleidingsactiviteiten liggen bij Instituut Archimedes. Kenmerken van een stageschool: • De school biedt studenten de mogelijkheid tot ervaring opdoen op de werkplek. • Begeleiding van studenten is vooral een individuele aangelegenheid van de werkplekbegeleider. • De student maakt drie beroepsproducten. • Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de student en/of de opleiding. • Het is niet standaard dat de school de student de gelegenheid geeft om onderzoek te doen. • Vanuit Instituut Archimedes wordt de student begeleid door een studie- en werkbegeleider, die op lesbezoek komt. • Intervisie en thema’s gericht op ‘morgen doe ik het beter’ vinden op het instituut plaats en worden begeleid door de studie- en werkbegeleider. • Het aantal Archimedesstudenten op dit type school is meestal een of twee, vaak deeltijdstudenten, die een baan hebben op de school. • Met uitzondering van de LIO-stage is dit type school niet geschikt voor voltijd studenten.
pag 10
Handleiding voor scholen
STUDENTENBEGELEIDING De begeleiding van de studenten op de scholen is per model anders. Netwerkschool Op een netwerkschool werken de instituutsopleider van Archimedes en de (gecertificeerde) schoolopleider van de school nauw samen. Er is een projectgroep Opleiden in de School en de werkplekbegeleiders zijn gecertificeerd. De instituutsopleider van Archimedes is betrokken bij de schoolontwikkeling. De instituutsopleider en schoolopleider geven samen intervisie- en themabijeenkomsten op de school. Studenten maken extra beroepsproducten op de school. Partnerschool Ook op een partnerschool werken de instituutsopleider van Archimedes en de (gecertificeerde) schoolopleider van de school nauw samen. De werkplekbegeleiders zijn gecertificeerd. De instituutsopleider en schoolopleider geven samen intervisie- en themabijeenkomsten op de school. Coรถrdinatorschool Aan een coรถrdinatorschool is (meestal) een instituutsopleider van Archimedes verbonden, maar deze kan studenten op meerdere scholen onder zijn hoede hebben. Er is een schoolopleider of stagecoรถrdinator op de school, maar deze hoeft niet gecertificeerd te zijn. Ook de werkplekbegeleiders hoeven niet gecertificeerd te zijn. De instituutsopleider geeft intervisie- en themabijeenkomsten, maar deze vinden wellicht niet altijd plaats op de school. Stageschool Op stagescholen worden de studenten niet begeleid door een instituutsopleider die aan de school verbonden is, maar worden ze op het instituut begeleid door de studie- en werkbegeleider. Deze stages worden niet gecoรถrdineerd door een schoolopleider of stagecoรถrdinator. De werkplekbegeleiders zijn niet gecertificeerd.
pag 11
Handleiding voor scholen
pag 12
Handleiding voor scholen
WIE BEGELEIDT WAT? Een ontwikkelingsportfolio voor studenten Studenten gaan gedurende hun gehele opleiding werken aan ĂŠĂŠn ontwikkelingsportfolio voor Studie en Werk, waarin zowel verslag gedaan wordt van activiteiten en opdrachten voor het werkplekleren, als gewerkt wordt aan het beschrijven van de competentieontwikkeling. Dit ontwikkelingsportfolio komt in de plaats van het dossier voor de studieloopbaanbegeleiding en het WER-dossier voor het werkplekleren. Tot nu toe werden bij het werkplekleren veel losse producten van studenten gevraagd. Dit gaat veranderen: de studenten gaan werken met een ontwikkelingsportfolio waarin opdrachten als bewijsstukken worden ondergebracht. Tevens wordt er meer gewicht toegekend aan de beoordeling van het functioneren van de studenten als docent in de praktijk op de leerwerkplek. De werkplekbegeleider krijgt hierbij een belangrijke rol. In de eerste helft van elk studiejaar worden studenten beoordeeld op het leerproces en krijgen ze feedback op hun functioneren als docent. In de tweede helft van elk studiejaar worden ze beoordeeld zowel op het leerproces als op het functioneren als docent. Dit laatste gebeurt op basis van een beoordelingsadvies van de werkplekbegeleider en een beoordelend lesbezoek door de instituutsopleider. Aan het eind van hun studie doen alle studenten het assessment startbekwaam, waarin hun competentieniveau integraal wordt beoordeeld. Ze stellen daarvoor een apart presentatieportfolio samen. Daarbij maken ze gebruik van zaken die ze gedurende hun hele studie in hun ontwikkelingsportfolio hebben verzameld. Tevens sluiten voltijdstudenten hun propedeuse af met het assessment hoofdfasebekwaam. Beide assessments gaan op dezelfde manier als voorheen, het assessment afstudeerbekwaam voor voltijdstudenten is echter vervallen.
pag 13
Handleiding voor scholen
Taken van de verschillende begeleiders De studie- en werkbegeleider van Instituut Archimedes heeft een begeleidende en ondersteunende rol met betrekking tot studieplanning, keuzes, procedures, reflecteren, competentieontwikkeling en het portfolio. Concreet vindt deze begeleiding plaats in ongeveer veertien groepsbijeenkomsten, in voortgangsgesprekken met de student en door feedback te geven op het portfolio. De student krijgt apart vakdidaktische opdrachten. De instituutsopleider van Archimedes heeft een begeleidende en ondersteunende rol met betrekking tot leren en functioneren op de leerwerkplek. De instituutsopleider is echter ook verantwoordelijk voor de beoordeling van de student op basis van het advies van de werkplekbegeleider, lesbezoek en portfolio. Concreet vindt deze begeleiding plaats in ongeveer veertien groepsbijeenkomsten, zo mogelijk op de school samen met schoolopleider. Verder geeft de instituutsopleider feedback op en beoordeelt het portfolio. De instituutsopleider doet lesbezoeken en voert beoordelings足gesprekken en beoordeelt ook opdrachten uit het beroepsdeel van de opleiding. De werkplekbegeleider en de schoolopleider van de opleidingsschool verzorgen de begeleiding van het werkplekleren op de school. De werkplekbegeleider is de persoonlijke begeleider van de student, de schoolopleider zorgt samen met de instituutsopleider onder andere voor intervisiebijeenkomsten en het verwerven van opdrachten voor beroepsproducten. Concreet vindt deze begeleiding plaats door de student dagelijks te begeleiden en als vraagbaak te fungeren en door lesobservaties en feedback op het functioneren als docent. De werkplekbegeleider geeft een ontwikkelingsgericht advies en een beoordelingsadvies, organiseert en begeleidt intervisie. Tenslotte hebben schoolopleider en werkplekbegeleider een belangrijke rol in het begeleiden van de studenten bij het maken van hun beroepsproducten op de school.
pag 14
Handleiding voor scholen
pag 15
Handleiding voor scholen
ORGANISATIE VAN DE BEGELEIDING De groepsbijeenkomsten zijn als volgt georganiseerd: Voltijd: - Wekelijks een groepsbijeenkomst Studie & Werk basis op Instituut Archimedes onder leiding van de studie- en werkbegeleider. - Om de week een groepsbijeenkomst Studie & Werk intervisie op de school of Instituut Archimedes onder leiding van de instituutsopleider (mogelijk samen met de schoolopleider). Deeltijd: - Wekelijks een groepsbijeenkomst Studie & Werk basis onder leiding van de studie- en werkbegeleider. De ene week Studie & Werk basis, de andere week Studie & Werk intervisie. Waar mogelijk nemen deeltijdstudenten met een leerwerkplek op een coรถrdinator-, partner- of netwerkschool deel aan de Studie & Werk intervisiebijeenkomsten die de aan die school verbonden instituutsopleider voor de voltijdstudenten organiseert. Studie & Werk basis
Studie & Werk intervisie
Netwerkschool Partnerschool
Studie- en werkbegeleider op Instituut Archimedes
Instituutsopleider op de school
Coรถrdinatorschool Stageschool
Studie- en werkbegeleider op Instituut Archimedes
Studie- en werkbegeleider op Instituut Archimedes of eventueel stagebegeleider
pag 16
Handleiding voor scholen
Meer informatie Voor vragen of overleg over mogelijkheden tot samenwerking kunt u contact opnemen met Bureau Ondersteuning Leerlijnen (BOL) van Instituut Archimedes. Op werkdagen is BOL bereikbaar tussen 9.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 088- 481 71 52 of via e-mail bol.archimedes@hu.nl
Uitgave Hogeschool Utrecht, september 2012 Fotografie Bart Versteeg (cover, p. 11), Jan Willem Groen (p. 4), Ed van Rijswijk (p. 14) Vormgeving Vormers, Utrecht Drukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam Aan de inhoud van dit boekje zijn geen rechten te ontlenen.
ia_b_0912_dv xx_x_xxxx_dv
Colofon
HANDLEIDING VOOR SCHOLEN Studie en Werk