TA M A R C H A N S K Y
HET LUKT TOCH NIET … HET ZAL NOOIT LUKKEN … EN HET LIGT AAN MIJ ...
In Het lukt toch niet… laat Tamar Chansky zien hoe negatief denken bij kinderen ontstaat en hoe je er samen mee aan de slag kunt. Met behulp van eenvoudige, maar zeer doeltreffende strategieën leren kinderen hun emotionele veerkracht te vergroten. Door een positievere denkwijze kunnen zij zich beter wapenen tegen negatieve gedachten en effectiever omgaan met teleurstelling, mislukking en frustratie.
Elke ouder met een pessimistisch, negatief denkend kind moet dit boek lezen! Judith Beck, directeur van het Beck Institute for Cognitive Therapy and Research Tamar Chansky is een vooraanstaand expert op het gebied van kinderen en angststoornissen in de VS. Ze is oprichter en directeur van het Children’s Center for OCD and Anxiety. Ze woont met haar man en dochters in Philadelphia.
HET LUKT TOCH NIET...
Vreemd genoeg is er tot op heden nog maar weinig aandacht voor negatief denken bij kinderen. Er is wel aandacht voor angst en depressie afzonderlijk, maar niet of nauwelijks voor deze verlammende mix van (faal)angst en depressie. Het lukt toch niet… is het eerste Nederlandstalige boek dat ouders, leerkrachten, psychologen en hulpverleners praktische handvatten biedt om negatief denken bij kinderen aan te pakken.
TA M A R C H A N S K Y
Een verontrustend groot aantal kinderen bekijkt zichzelf en de wereld met een negatieve bril. Ze blazen mislukkingen op en leggen de oorzaak bij zichzelf. Negatief denken is voor hen een gewoonte geworden.
HET LUKT TOCH NIET... Effectieve en praktische strategieën om negatief denken bij kinderen te verminderen
Het lukt toch niet‌ Effectieve en praktische strategieÍn om negatief denken bij kinderen te verminderen
Tamar Chansky
Inhoud
Introductie: open de schatkamer Deel 1 De gedachten van je kind veranderen
9 19
1 Negatief denken begrijpen: geprogrammeerd om (te snel) op te geven
21
2 Breng je kind op andere gedachten: het negatieve brein tegenspreken
37
3 Het doorstaan van de storm van grote, negatieve gevoelens: nodig ze uit en los ze op
67
4 Focus op de sterke kanten van je kind: de kracht van je kind vinden en toepassen
91
5 Van ‘nee’ naar ‘weten’: masterplan om negatief denken te doorbreken
109
Deel 2 Navigeren door de wisselvalligheden van het leven
131
6 In de greep van negativiteit: heeft mijn kind professionele hulp nodig?
133
7 Verlies, mislukking en jaloezie (o jee!): leid je kind met compassie door tegenslagen in het leven
157
8 De rol van de ouders: maak van één negatief persoon geen twee
183
Deel 3 De as van mogelijkheden omkeren 9 Veerkracht om mee te nemen en geluk om te houden
197 199
10 Alledaags optimisme: ontwerp een positief gezinsleven
215
11 Verlicht het pad naar de toekomst: houd je kind op het juiste spoor
237
Dankwoord
251
Over de auteur
255
Introductie: open de schatkamer
Ik luister bijna twintig jaar naar de ‘wat als?’-vragen van angstige kinderen: ‘Wat als dit gebeurt? Wat als dat gebeurt? Wat als dat fout gaat? Wat als ik het verpest? Wat als ik faal?’ Altijd vragen die uitgaan van het slechtste scenario. Na verloop van tijd begon ik ook andere verhalen te horen. Van kinderen die geplaagd werden door negatieve gedachten. Deze kinderen werden niet belaagd door een lawine van mogelijke rampen die moesten worden afgewend. Ze stelden geen vragen, maar hadden wel alle antwoorden. Alleen klonk geen van hun antwoorden positief: ‘Het maakt niet uit, ik geef het op, het gaat altijd zo, niets werkt, alles is verpest’, of gewoon: ‘Nee.’ Na het geraas van ‘wat als’ hoorde ik nu de stilte van de dichtgeslagen kluisdeur. Alle kostbaarheden waren weggeborgen, want deze kinderen verwachtten niet alleen het ergste, maar aanvaardden het ook. Hun ouders probeerden de code van de kluis te kraken: ‘Maar je bent in veel dingen goed; dit is niet belangrijk.’ De schatkamer werd echter bewaakt door de kameraden Hopeloos en Onmogelijk. De kostbaarheden waren onbereikbaar en de kinderen bleven ervan overtuigd dat het geen zin had om iets op een andere manier te proberen. Als ik ouders vertelde dat hun kind depressieve gedachten had, reageerden zij direct en terecht dat hij niet depressief was. Ik legde uit hoe hun kind leed aan wat Aaron Beck, de vader van cognitieve therapie, de depressieve triade noemde: een negatief beeld van het zelf, van de wereld en van de toekomst. Beck beschreef deze triade als een driedubbele mokerslag: Ik schoot naast het doel; ik haat mezelf (eerste slag), voetbal is stom (slag twee); ik ben in alles slecht (en een knock-out).1 Een uur later is het kind alweer met iets anders bezig en vraagt het met een blije glimlach: ‘Wat eten we?’, alsof er niets is gebeurd. Ondertussen zijn de ouders uitgeput door hun pogingen om hun kind uit het dal te halen en staan ze voor een raadsel. Ze zuchten, maar voelen geen
9
opluchting, want de rust is waarschijnlijk van korte duur: de depressieve triade ligt op de loer. Bij de volgende teleurstelling zal een nieuwe aanval van het negatieve brein hun kind opnieuw vellen. Hoewel deze ouders me verzekerden dat hun kinderen niet depressief waren, waren ze duidelijk wel depressief-in-wording. We willen allemaal dat onze kinderen onverschrokken en gelukkig in het leven staan. Als ouders kunnen we bezorgd en verbijsterd toekijken hoe onze kinderen bij de minste kritiek of teleurstelling verschrompelen, dichtklappen of instorten. We vragen ons af hoe zoiets kleins zo groot kan worden en, belangrijker, hoe we ervoor kunnen zorgen dat het de levens van onze kinderen niet meer verpest. Als we in het brein van ons kind zouden kunnen kijken, zouden we zien dat er paden in de hersenen worden afgesneden. Ze leggen neurale, kortere wegen aan die A en Z met elkaar verbinden. Als er iets misgaat, is dat voor deze kinderen permanent en onveranderbaar fout. Het heeft een impact op alles en ze denken meestal dat het hun schuld is. Geen slechte gebeurtenis kan tijdelijk, incidenteel, specifiek of veranderbaar zijn. In de jaren tachtig identificeerde Martin Seligman van de Universiteit van Pennsylvania dit patroon als een pessimistische verklaringsstijl: negatieve gebeurtenissen worden gezien als permanent (niet tijdelijk), pervasief (niet alleen betrekking hebbend op dat specifieke domein, maar op alles) en persoonlijk (het is allemaal mijn fout). Dit noemen we de drie P’s. Hij ontdekte dat kinderen hier niet overheen groeien, maar er juist in groeien en er de steeds groter wordende cirkel van gebeurtenissen en aspecten in hun leven mee verklaren. Al deze ervaringen zorgen ervoor dat deze kinderen een automatische en ondoordringbare manier van denken ontwikkelen die de poort tot een ware depressie vormt. Net als bij elke gewoonte wordt deze hogesnelheidsverbinding in het brein op den duur zo efficiënt dat het kind erdoor overtuigd raakt, zelfs als hij niet zo wil denken en het in zijn hart niet gelooft. Het is immers het antwoord dat hij keer op keer als eerste kreeg. Een alternatieve kijk op een realistischer en veelbelovender spoor blijft verborgen. De kinderen zijn of te ontmoedigd om deze overstap te vinden, of ze weten niet eens dat het een optie is. Seligman en zijn collega’s hebben twee dingen ontdekt: (a) je kunt kwetsbare kinderen beschermen tegen het ontwikkelen van depressie door hen de vaardigheden aan te leren om alternatieve routes te ontdekken en (b) de bescherming die een dergelijke training geeft, houdt jaren stand. Bij kinderen die deze vaardigheden hadden geleerd was het percentage dat later een depressie ontwikkelde ver-
10
.
HET lUkT TOCH NIET …
minderd met de helft vergeleken met kinderen die de vaardigheden niet hadden geleerd.2 Hoe kunnen we een patroon veranderen dat zo’n automatisme is geworden? Het brein wordt goed in wat het het meeste doet. Jeffrey Schwartz en Sharon Begley beschrijven dit in hun boek The Mind and the Brain3 als ‘het overleven van de drukste’. De neurale circuits die het meest worden gebruikt hebben vaak de meeste hulpbronnen van het brein tot hun beschikking. Als onze kinderen dagelijks rondjes rennen op de depressiebaan worden ze sprinters die zonder inspanning tot verkeerde, volledig ondermijnende conclusies komen. Als we op dezelfde manier nieuwe paden aanleggen, zoals: ‘Sommige dingen zijn tijdelijk’, of ‘Het is één ding, het is niet alles’, kunnen ze leren deze nieuwe denkcircuits op te zoeken. Na verloop van tijd zullen ze kunnen omgaan met ups en down, zonder neer te gaan en uiteindelijk zullen deze nieuwe, gezonde, realistische gedachten misschien zelfs de negatieve vervangen. Nieuwe antwoorden en nieuwe (neurale) paden leveren dus gelukkigere kinderen op. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Demotivatie ligt op de loer wanneer ouders hun kind helpen nieuwe paden aan te leggen. Tot nu waren hun pogingen frustrerend ineffectief. Ze probeerden hun kind snel gerust te stellen, maar als dat niets opleverde, maar wel iedereen had uitgeput, schreeuwden ze: ‘Nu is het genoeg!’, en voelden ze zich verschrikkelijke, ongevoelige ouders. Het kind nam dit ongemak en de onzekerheid van zijn ouders waar en dat zorgde voor nog meer deining onder het toch al onstabiele bootje. Aan de ene kant zien de ouders dat hun kind lijdt en willen ze het helpen zich beter te voelen; aan de andere kant kan het gesprek erover ontaarden in op zijn best een klaagfestijn en op zijn slechtst een gebed zonder eind. Het kind, dat als aan een anker vasthoudt aan de negatieve gedachten, is er niet alleen niet klaar voor om los te laten, maar sleurt zijn ouders mee naar beneden. De ouders zijn altijd de eersten die reageren op de behoeften van hun kinderen. Ik heb in mijn praktijk vaak gezien hoe ouders met de juiste handvatten hun angstige kinderen konden trainen in anders denken en hen konden leren de valkuilen in hun geest te ontwijken. Op dezelfde manier kunnen ouders van kinderen en tieners die van nature negatief denken, of op een andere manier vatbaar zijn voor depressieve gedachten, leren herkennen dat hun kind wegglijdt in die gesloten schatkamer. De ouders kunnen hun kinderen de code leren om de kluis te kraken en hun schatten te behouden, zelfs
INTRODUCTIE : OPEN DE SCHATkAMER
.
11
in het geval van incidentele, maar onvermijdelijke teleurstellingen of mislukkingen. In plaats van te hopen dat hun kind niet struikelt op de wisselvallige levensweg, kunnen ouders en kinderen leren zich te richten op een uitweg. Het pad door het moeras van negatieve gedachten is specificeren: het grote, overweldigende wereldprobleem terugbrengen tot een specifieke aanleiding. kinderen beseffen niet dat ze zich zo overweldigd voelen, doordat ze hun omstandigheden honderd keer uitvergroten. Zelfs iets bekends als een haar wordt onder een microscoop onherkenbaar (en zelfs eng of afschrikwekkend). Als het kind leert de microscoop bij te stellen, kan hij de vertekening herkennen en het probleem terugbrengen tot ware grootte. We kunnen onze kinderen leren twee gedachtesporen te ontwikkelen, waarbij ze de sombere bril afdoen en de ‘competente bril’ opzetten. Als ze geleerd hebben een situatie met een andere bril te bekijken, kunnen we ze leren hoe ze deze kunnen aanpakken (namen als ‘Rampenman’ of ‘De Overdrijver’ helpen kinderen bij het relativeren en terugdringen van de macht van hun negatieve gedachten. Dit kan ook helpen bij het besef dat er meerdere interpretaties van een situatie mogelijk zijn). In onze geschiedenis is er nooit een urgenter moment geweest voor deze lessen. Volgens statistieken is in de VS het aantal kinderen dat een depressie ontwikkelt onthutsend:
•
Depressie kost de Verenigde Staten 43.7 miljard dollar per jaar aan medische kosten en verloren productiviteit.
•
Tien tot vijftien procent van de kinderen en adolescenten heeft op een bepaald moment symptomen van depressie.
•
Een op de 33 kinderen heeft ooit een klinische depressie. Bij adolescen-
•
Peuters zijn de snelst groeiende groep met depressie: meer dan een mil-
ten kan dit zelfs een op de acht zijn. joen peuters hebben een klinische depressie.
• •
Vijftien procent van de depressieve mensen zal zelfmoord plegen. Depressie zal in 2020 na hart- en vaatziekten de grootste doodsoorzaak zijn en uit onderzoek blijkt dat depressie een risicofactor is voor fatale hart- en vaatziekten.
•
Zelfmoord is de derde doodsoorzaak bij jonge mensen tussen de 15 en 24 jaar. Nog schokkender is dat het de zesde doodsoorzaak is bij kinderen tussen de 5 en 14 jaar.
12
.
HET lUkT TOCH NIET …
Het heel goede nieuws is dat ouders van kinderen die van nature negatief denken, hun kinderen kunnen leren om anders te denken. Met de strategieën uit dit boek leren ouders niet alleen hoe ze hun depressieve-kind-in-wording kunnen helpen depressie te voorkomen, maar ook hoe ze hun kinderen in staat kunnen stellen voor zichzelf op te komen, in hun gedachten en in de echte wereld. Hun kinderen ontwikkelen flexibiliteit waardoor een obstakel niet langer ‘opgeven’ uitlokt, maar overkomelijk is en op verschillende manieren aangepakt kan worden. Dit is de formule voor veerkracht, vindingrijkheid en geluk in het leven.
De rol van de ouders Voor veel kinderen is geluk een gegeven, hoewel het zelfs voor de vrolijkste kinderen niet altijd normaal is. Voor anderen moet alles precies volgens verwachting verlopen, zonder een enkele kink in de kabel. Als er ook maar iets misgaat, is dat het einde van de wereld. Wanneer we onze kinderen zo zien lijden, worden we zelf gekweld door hun pijn. Als ouders moeten we eveneens twee gedachtesporen ontwikkelen: we moeten hun pijn voelen, maar ook de mogelijkheden voor verandering zien. We kunnen tot het uiterste proberen om ervoor te zorgen dat onze kinderen zich beter voelen, op eieren lopen en alle obstakels uit de weg ruimen, zodat er niets mis kan gaan. Maar zoals alle ouders van kinderen met een aanleg voor negatief denken weten, er is altijd iets waaraan we niet hebben gedacht. De neus voor het negatieve is bij sommige kinderen als een allergie: bij de minste tegenslag of bij de minste onvrede belanden ze in een neerwaartse spiraal. Alleen maar positief en optimistisch zijn, werkt evenmin (het is als verven op een slecht voorbereide ondergrond: hoe mooi de verf ook is, hij blijft niet zitten). Als je vrienden en familie zeggen dat je gewoon strenger moet zijn en tough love moet gebruiken bij je ‘norse’ en ‘verwende’ kind, slaan ze de plank volledig mis: deze kinderen zouden het dolgraag anders doen. Ze willen niet op deze manier denken en voelen, maar ze kunnen niet anders. Het doel is niet je kind uit het ongelukkige spoor te tillen en neer te zetten op het gelukkige spoor. Je doel is niet harder, maar juist slimmer te werken, om uit te vinden hoe de gedachten van je kind hem in de eerste plaats op die plek hebben gekregen. Daarna kun je hem leren hoe hij het negatieve spoor kritisch moet bekijken, zodat hij zelf naar het andere spoor gaat. Jij bent de reisleider die je kind de weg wijst uit ongelukkige of uitdagende tijden: als je kind
INTRODUCTIE : OPEN DE SCHATkAMER
.
13
(en soms jijzelf) de oplossing voor een probleem niet ziet, betekent dat niet dat er geen oplossingen zijn. Ze wachten er alleen op om ontdekt te worden. Onderzoekers hebben keer op keer vastgesteld dat het pad naar geluk niet wordt bepaald door hoge cijfers op school, goede opleidingen, hoge salarissen, of grote huizen. Uit onderzoek blijkt juist dat geluk samenhangt met het doen van betekenisvolle en bevredigende dingen, het verbonden blijven met anderen en het voelen van dankbaarheid voor wat je hebt.
Experts in negatief denken Het doel van dit boek is om jou een expert te maken in negatief denken, zodat je je kinderen op dezelfde nuchtere manier kunt leren omgaan met teleurstelling en tegenslag als met het oversteken van de straat: eerst naar links en rechts kijken voor je oversteekt. Deze vaardigheden omvatten onder meer wat je moet doen met de intense gevoelens die negatief denken veroorzaken, hoe je de logica van een foute hersenbedrading uit elkaar haalt en vervangt voor een beter systeem om gebeurtenissen te interpreteren. Daarnaast leer je hoe je positieve ervaringen in het dagelijkse leven van je kind opspoort en waardeert. Als je begrijpt wat er achter de schermen voor zorgt dat je kind zich op een bepaalde manier gedraagt, word je een geloofwaardiger reisleider voor je kind. Als je wilt dat hij nieuwe horizonten in denken en doen ontdekt, moet je hier zelf vertrouwd mee zijn. In dit boek leer je alert te zijn op negatieve buzzwoorden als ‘altijd’, ‘nooit’, ‘niemand’ en ‘iedereen’. Met de precisie van een werktuigbouwkundige ontdek je hoe de foute conclusies van je kind ontstaan, waarna je in staat bent deze onderuit te halen en te vervangen voor een accurater (realistischer) perspectief. Je leert ook de positieve momenten te markeren en je kind stap voor stap te helpen bij de reconstructie ervan, zodat ze het opnieuw kunnen doen. Je zult met je kind een nieuw communicatiesysteem ontwikkelen dat teleurstellingen, ongeluk of verdriet zal verlichten. In plaats van zinnen als: ‘Dat is niet zo erg’, of: ‘Waarom ga je altijd van het slechtste uit?’, zul je de negativiteit zo herlabelen dat het je kind helpt bij het scheppen van afstand en je het niet in de verdediging drukt. Je zegt bijvoorbeeld tegen je kind: ‘Ik denk dat je negatieve brein zegt dat naast het doel schieten iets is wat je voortaan altijd zult doen.’ Misschien kun je je kind zelfs zijn negatieve gedachten laten zingen, om wat verlichting en afstand te scheppen.
14
.
HET lUkT TOCH NIET …
Negatieve gedachten: zaadjes van depressie Toen we ons eerste huis betrokken, moesten we letterlijk door de enorme, woekerende taxus heenkijken die de voortuin had overgenomen en ons terras volledig overschaduwde. Het was een monsterlijk ding dat weg moest. Toen ik mijn schoonvader, een gewaardeerd wetenschapper, het probleem voorlegde, zei ik: ‘En dan te bedenken dat het waarschijnlijk als een klein zaadje is begonnen.’ Hij grinnikte en zei geduldig: ‘Zoals alles.’ Ik probeerde voor ogen te houden dat de vorige eigenaar waarschijnlijk een nette, overzichtelijke en hanteerbare heg wilde hebben, maar dat het wat uit de hand was gelopen. We willen voor onze kinderen geen ‘negativiteitspolitie’ zijn die reageert op elke zucht, rollende ogen of onprettig commentaar. We moeten echter wel waakzaam zijn en de zaadjes aanpakken als ze klein zijn, voordat ze de boel overnemen. En, mocht de negativiteit het uitzicht van onze kinderen blokkeren, dan moeten we er zeker van zijn dat ze hun gedachten terug kunnen snoeien zodat het licht van de realiteit naar binnen kan schijnen.
Interactief optimisme Is je kind er klaar voor? Ben jij er klaar voor? Als je deze nieuwe ideeën en strategieën doelbewust identificeert en vormgeeft, kun je ze voor je kind neerleggen als stenen in een rivier. Je kind zal dan eerder voor dit pad kiezen dan voor het pad van de grotere weerstand. Je kunt het als een leraar voorleggen, maar misschien moet je de concepten subtieler introduceren en hints opnemen in je eigen denken en gedrag. Je kunt bijvoorbeeld opmerken dat je tegen je kind staat te schreeuwen: ‘Je ruimt nooit je kamer op!’, en vervolgens zeggen: ‘Wacht, dat was te algemeen, wat ik bedoelde te zeggen was dat je je kamer zelden opruimt.’ Je kind zal zich gerehabiliteerd en geïntrigeerd voelen: dat zeldzame en spectaculaire moment van een ouder die zichzelf corrigeert. Hij gaat zich dan misschien ook afvragen wat die woorden algemeen, specifiek en tijdelijk eigenlijk betekenen. Als je tijdens het werken met dit boek merkt dat je de strategieën op jezelf toepast: goed zo! Ik noem dit interactief optimisme en het is de kern van dit boek dat over de opwaartse spiraal van optimistisch denken gaat. Je kunt niet iemand anders dwingen te veranderen, maar je kunt jezelf veranderen. Wees dus niet verrast als je vanuit je ooghoeken onverwachte mogelijkheden in je eigen leven ziet opduiken en je eigen negatieve denken steeds minder vaak
INTRODUCTIE : OPEN DE SCHATkAMER
.
15
het slotakkoord is. Je communicatie met anderen zal verbeteren en je zult waarachtiger worden als je er met je kind mee bezig bent. Jullie zijn tenslotte reisgenoten op de levensweg. Deze lessen zijn vooral waardevol op momenten van verdriet, als je kind een slechte dag heeft gehad en je zijn pijn zou willen overnemen (in plaats daarvan zul je denken: ‘Dit is tijdelijk; er zijn dingen die hij eraan kan doen; ik kan hem helpen.’). Of als je gefrustreerd raakt door de reactie van je kind en je begint te denken: ‘Dit is hopeloos, hij zal nooit leren om voor zichzelf te zorgen’ (in plaats daarvan zul je zeggen: ‘Dit is niet voor de eeuwigheid. Dit is een slecht moment. Morgen is er weer een kans.’).
Hoe dit boek is opgebouwd Deel 1, ‘De gedachten van je kind veranderen’, behandelt de achtergronden en de basisstrategie. In hoofdstuk 1 gaan we in op de verschillende theorieën over de oorzaken van negatief denken en wat hiermee samenhangt. Hoofdstuk 2 en 3 behandelen achtereenvolgens het denkende en voelende deel waaruit onze reacties op gebeurtenissen zijn opgebouwd en gaan in op strategieën om hier samen met je kind aan te werken. In hoofdstuk 4 bespreken we verschillende manieren om de sterke kanten van je kind te ontdekken: hoe beter hij ze zelf kent, des te makkelijker hij eruit kan putten. Deze hoofdstukken zijn een voorbereiding op hoofdstuk 5, waar alle onderdelen samenkomen in een masterplan met een script hoe je deze ideeën aan je kind kunt voorleggen. Het kan gebruikt worden voor kinderen van de peuterleeftijd tot de late adolescentie. In Deel 2, ‘Navigeren door de wisselvalligheden van het leven’, gaan we in hoofdstuk 6 in op de diagnose en behandeling van depressie voor ouders die denken dat hun kind risico loopt depressie te ontwikkelen. We bekijken vervolgens nader hoe het masterplan kan worden toegepast op specifieke situaties die je met je kind kunt tegenkomen. Hoofdstuk 7 is gewijd aan het efficiënt omgaan met moeilijke onderwerpen als verlies, falen en jaloezie. In hoofdstuk 8 bekijken we hoe om te gaan met de beproevingen die ouders tegenkomen in hun rol als gids en coach. Vervolgens biedt hoofdstuk 9 een spiekbrief om het gesprek gaande te houden als je kind dichtklapt en manieren om het positieve in de dag van je kind te laten groeien. Hoofdstuk 10 bekijkt het optimisme van alledag: strategieën voor de optimalisatie van effectiviteit en tevredenheid voor het hele gezin. In het slothoofdstuk beschrijven
16
.
HET lUkT TOCH NIET …
ouders liefdevol de keerpunten, waarbij ze hun kind zagen groeien naar een levenshouding die niet alleen maar beschermt tegen teleurstellingen, maar hen ook verder brengt. Sommige scripts met informatie en suggesties zijn opgesteld voor specifieke leeftijdsgroepen, maar de tips in dit boek kunnen flexibel worden toegepast op kinderen van alle leeftijden, van peuterspeelzaal tot universiteit. Op de volgende pagina’s staan strategieën om de communicatie met je kinderen te versterken en effectiever te maken, of je kind nu denkt in metaforen, of de voorkeur geeft aan concrete logica.
De weg vinden door de haag van ongeluk Tot slot is het belangrijk te beseffen hoe we als ouders tegenover onze inspanningen staan om de weg te effenen voor onze kinderen. Alle ouders willen hun kinderen het beste geven, maar hoe we ‘geven’ en ‘het beste’ definiëren is heel belangrijk. We moeten geluk herdefiniëren. Als we onze kinderen leren hoe ze zelf dingen voor elkaar kunnen krijgen, door hard werken, doorzetten, risico’s nemen en teleurstellingen te boven komen, brengen we het beste in hen boven. De ultieme voldoening komt voort uit handelen, zelfstandig handelen en even succesvol als anderen kunnen zijn. De afgelopen jaren heb ik gezien hoe bekwaam ouders de levenskoers van hun kinderen kunnen bijsturen, zodra ze de landkaart hebben van het negatieve landschap van de geest van hun kind. Ik hoop dat dit boek je de woorden, beelden en ideeën voor deze reis geeft en je inspireert tot creativiteit en het vinden van je kracht, zodat dit niet alleen een leerervaring is, maar ook een bevredigende en positieve manier om betekenis te brengen in het leven dat je met je kinderen deelt.
INTRODUCTIE : OPEN DE SCHATkAMER
.
17
TA M A R C H A N S K Y
HET LUKT TOCH NIET … HET ZAL NOOIT LUKKEN … EN HET LIGT AAN MIJ ...
In Het lukt toch niet… laat Tamar Chansky zien hoe negatief denken bij kinderen ontstaat en hoe je er samen mee aan de slag kunt. Met behulp van eenvoudige, maar zeer doeltreffende strategieën leren kinderen hun emotionele veerkracht te vergroten. Door een positievere denkwijze kunnen zij zich beter wapenen tegen negatieve gedachten en effectiever omgaan met teleurstelling, mislukking en frustratie.
Elke ouder met een pessimistisch, negatief denkend kind moet dit boek lezen! Judith Beck, directeur van het Beck Institute for Cognitive Therapy and Research Tamar Chansky is een vooraanstaand expert op het gebied van kinderen en angststoornissen in de VS. Ze is oprichter en directeur van het Children’s Center for OCD and Anxiety. Ze woont met haar man en dochters in Philadelphia.
HET LUKT TOCH NIET...
Vreemd genoeg is er tot op heden nog maar weinig aandacht voor negatief denken bij kinderen. Er is wel aandacht voor angst en depressie afzonderlijk, maar niet of nauwelijks voor deze verlammende mix van (faal)angst en depressie. Het lukt toch niet… is het eerste Nederlandstalige boek dat ouders, leerkrachten, psychologen en hulpverleners praktische handvatten biedt om negatief denken bij kinderen aan te pakken.
TA M A R C H A N S K Y
Een verontrustend groot aantal kinderen bekijkt zichzelf en de wereld met een negatieve bril. Ze blazen mislukkingen op en leggen de oorzaak bij zichzelf. Negatief denken is voor hen een gewoonte geworden.
HET LUKT TOCH NIET... Effectieve en praktische strategieën om negatief denken bij kinderen te verminderen