IBSR in de praktijk van MarieOdiel van Rhijn en Esther Leuning is het eerste handboek over de methode van Byron Katie. Het boek biedt niet alleen een methodische en wetenschappelijke onderbouwing van de methode, maar laat ook zien wat de overeenkomsten en verschillen zijn met cognitieve gedragstherapie, dialectische gedragstherapie, EMDR, ACT en mindfulness. In overzichtelijke hoofdstukken worden de verschillende stappen van IBSR toegelicht en afgewisseld met praktijkvoorbeelden. Talloze casusbeschrij vingen in en tussen de hoofdstukken laten zien hoe buitengewoon krachtig en effectief deze methode is.
• Narratieve therapie • Oplossingsgerichte therapie • Mindfulness en contact met het nu (DVD) • Positieve psychologie • Acceptatie en commitment therapie • Psychodynamische therapie • Emotiegerichte therapie • Schemagerichte therapie • Cognitieve gedragstherapie • Rationeel-emotieve gedrags therapie • Dialectische gedragstherapie • Psychodrama • Psychoanalyse en psycho analytische therapie • Persoonsgerichte therapie
MarieOdiel van Rhijn
Sinds de ontwikkeling van haar methode, die Byron Katie The Work noemde, zijn haar (zelfhulp)boeken in vele talen en landen verschenen en hebben hun weg naar veel mensen gevonden. Ondanks deze aandacht en succes is er tot op heden nog geen handboek over haar methode verschenen.
IBSR in de praktijk is het 15de deel in de zeer succesvolle serie In de praktijk. Eerder verschenen:
en Esther Leuning
Inquiry-Based Stress Reduction (IBSR) is de therapeutische toepassing van The Work van Byron Katie. De kern ervan is stressreductie op basis van meditatief zelfonderzoek. Dit zelfonderzoek bestaat uit vier vragen en optionele subvragen, plus enkele zogenoemde ‘omkeringen’. Met behulp van deze vragen kan de cliënt geholpen worden om de koppeling tussen de situatie enerzijds en de subjectieve interpretatie anderzijds los te maken. Hierdoor ontstaat er ruimte voor andere interpretaties met als gevolg een minder stressvolle reactie op de situatie.
M a r i e O d i e l va n R h i j n e n E s t h e r L e u n i n g
Inquiry-based stress reduction in de praktijk The Work van Byron Katie in psychotherapie
IBSR in de praktijk is een toegankelijk en praktisch toepasbaar boek voor zowel psychologen, therapeuten als coaches. Het geeft een uitgebreid en uitputtend overzicht van de wijze waarop The Work van Byron Katie ingezet kan worden in psychotherapeutische settings, het bedrijfsleven of op andere levensgebieden.
Hogrefe Publishing Group Göttingen · Berne · Vienna · Oxford Boston · Paris · Amsterdam · Prague Florence · Copenhagen · Stockholm Helsinki · São Paulo www.hogrefe.com
VANRHIJN_IBSR_WT_HR.indd 1
ISBN 978-94-9229-700-6
9 789492 297006
Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk
MarieOdiel van Rhijn is psycholoog, psychotherapeut, supervisor van de VGCt en certified facilitator van The Work. Zij geeft al jaren supervisie, leertherapie en bijscholingen in deze methode. Esther Leuning is kinderen jeugdpsycholoog, cognitief gedragstherapeut, dialectisch gedrags therapeut, EMDR practitioner en participator van the School for The Work.
14-03-16 10:35
Disclaimer Dit boek is naar ons beste vermogen geschreven op grond van de ons bekende bronnen over The Work van Byron Katie en vanuit onze kennis als cognitief gedragstherapeut. Alle casussen betreffen echte cliënten. We hebben ze geanonimiseerd en met hun toestemming opgenomen. Mocht je als lezer jezelf erin herkennen, dan klopt dat. Iedereen heeft alle eigenschappen en iedereen is tot elk gedrag in staat. Niets menselijks is ons vreemd.
Copyright © 2016 Hogrefe Uitgevers, Amsterdam Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel dit boek met zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek. Redactie: Wouter Scheen, Amsterdam Vormgeving omslag: Studio Jan de Boer, Amsterdam Vormgeving binnenwerk: Annelies Bast, Amsterdam Grafische productie: Graficonnect, Son ISBN 978 94 92297 00 6 NUR 777 www.hogrefe.nl
Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk The Work van Byron Katie in psychotherapie
MarieOdiel van Rhijn en Esther Leuning
Inhoud
Deel 1 IBSR Overzicht van casussen in deel 1
11
Inleiding: de werkwijze van IBSR
13
1 Wat is IBSR?
23
De oorsprong van het IBSR gedachtegoed
23
IBSR als psychotherapie
25
Overeenkomsten en verschillen tussen IBSR en cognitieve therapie
27
Overeenkomsten en verschillen tussen IBSR en ACT en mindfulness
33
Overeenkomsten en verschillen tussen IBSR en EMDR
35
Overeenkomsten en verschillen tussen IBSR en DGT
36
Werkzame factoren en unieke aspecten van IBSR
38
Samenvatting
39
2 Voordat je met IBSR kunt beginnen
45
Indicaties en contra-indicaties
45
Plaats in het (gedrags)therapeutische proces
45
Psycho-educatie: uitleg van de rationale en verkrijgen van
47
informed consent
Toepassen van IBSR
51
3 Van hulpvraag tot uit te dagen concepten
59
Werkblad Cognities opsporen
59
Kiezen van een concept om uit te dagen
70
Samenvatting
74
4 De vier vragen van IBSR
75
Vier vragen om de geldigheid en het effect van de gedachte
75
te onderzoeken
Vraag 1: ‘Is het waar?’
77
Vraag 2: ‘Kun je absoluut weten dat het waar is?’
79
Vraag 3: ‘Hoe reageer je, wat gebeurt er wanneer je die gedachte gelooft?’ 81
Vraag 4: ‘Wie zou je zijn zonder de gedachte?’
91
Samenvatting
94
5 De omkeringen en de voorbeelden
101
De omkeringen
101
De voorbeelden bij de omkeringen
115
Samenvatting
118
6 De opbouw van een IBSR-behandeling en het gebruik van huiswerk 123
Wat in elke sessie aan bod komt
123
Wat in de opeenvolging van de sessies aan bod komt
124
Hulpmiddelen en materialen
124
Het hele Werkblad Cognities opsporen behandelen
125
Onderliggende overtuigingen
128
Afronding van de sessie
131
Het huiswerk
131
Het afsluiten van de behandeling
136
Samenvatting
137
7 Interactie tussen therapeut en cliënt
139
De rol van de therapeut
139
De rol van de cliënt
145
IBSR bij ‘moeilijke’ cliënten
146
Wanneer IBSR niet lijkt te werken
152
Samenvatting
152
8 IBSR in een groep
157
157
Waarom IBSR in een groep?
Contra-indicaties
158
Hoe te handelen bij moeilijk gedrag in de groep
158
Open of gesloten groep
158
Werkwijze
159
Wat in de sessies aan bod komt
159
Overzicht van een groepssessie
161
De meerwaarde van groepsgewijze IBSR
163
Samenvatting
164
9 IBSR bij kinderen en jongeren
167
The Work met kinderen en jongeren
167
Onderzoek naar de effectiviteit van CGT bij kinderen en jongeren
168
Algemene aandachtspunten bij de toepassing van IBSR bij kinderen
169
en jongeren
De toepassing van IBSR per leeftijdsfase
173
Rosa en Tijger-tijger
178
Samenvatting
182
10 Onderzoeksbevindingen
183
Vermindering van ervaren stress door IBSR bij gezonde proefpersonen 183
Vermindering van irrationele cognities en disfunctionele overtuigingen 185
door IBSR bij psychologen in leertherapie
Afname van stress en negatief oordeel door IBSR bij gezonde
proefpersonen
Verbeterde slaapkwaliteit en kwaliteit van leven door IBSR
bij (borst)kankeroverlevers
Vermindering van psychopathologische symptomen door IBSR
bij deelnemers aan training
Verbetering van algemeen welbevinden door IBSR bij deelnemers
aan training
Afgeronde en nog niet gepubliceerde manuscripten
192
Lopend onderzoek naar de effectiviteit van IBSR bij depressie
192
Aanbevelingen voor verder onderzoek
193
190 190 191 192
Deel 2 15 keer uitgedaagd Overzicht van casussen in deel 2
195
Nawoord en dankwoord
259
Literatuur
263
Bijlagen Overzicht van de bijlagen
269
Over de auteurs
285
Inleiding
De werkwijze van IBSR
Mensen komen doorgaans in behandeling omdat ze klachten hebben. Tijdens elke behandeling komt er een moment waarop duidelijk wordt dat de manier waarop de cliënt tegen de realiteit aankijkt vertekend is: onrealistisch, onwaar, overdreven, te negatief, generaliserend en/of projecterend. Bij cognitieve therapie is dit een van de expliciete pijlers van de behandeling. Daar wordt er ook vanuit gegaan dat de meeste mensen niet weten dat hun interpretatie van de situatie of gebeurtenis de oorzaak is van hun emotionele, fysiologische, lichamelijke en gedragsmatige reactie en hun klachten. Zij geloven dat die reactie veroorzaakt wordt door de situatie of gebeurtenis zelf. Die reactie treedt immers onmiddellijk op en lijkt gekoppeld te zijn aan die gebeurtenis. Het lijkt een eenheid, omdat het voelt als één coherent geheel. Het is alsof de gebeurtenis onherroepelijk en onlosmakelijk verbonden is met de interpretatie en de erbij horende emotionele reactie. Het is dan heel moeilijk om hier anders over te gaan denken en voelen. Byron Katie heeft een methode ontwikkeld om de koppeling tussen de situatie en de subjectieve interpretatie met de eraan verbonden emotionele, fysiologische, fysieke en gedragsmatige reacties los te maken. Hierdoor ontstaat er ruimte voor andere meer realistische interpretaties van en minder stressvolle reacties op de situatie. In 1986 ontstond hiermee The Work als methode voor zelfonderzoek. Ze wordt inmiddels door veel therapeuten gebruikt als techniek om cognities te onderzoeken. Bij toepassing in de klinisch therapeutische praktijk wordt deze techniek Inquiry-Based Stress Reduction (IBSR) genoemd. Bij IBSR ontdekt en ervaart de cliënt dat het niet de situatie is die de desbetreffende emotionele, fysiologische, fysieke en gedragsmatige reactie oproept, maar zijn gedachten over die situatie. Ook ontdekt hij dat die gedachten niet per se waar zijn en dat tegengestelde gedachten over de situatie eveneens waarheid bevatten. Het resultaat is dat de geloofwaardigheid van de onderzochte stressvolle
13
gedachte en daarmee de emotionele reactie op de situatie sterk afnemen. Dit leidt tot blijvende veranderingen in gevoel en gedrag. De opzet van IBSR is om eerst de gedachten die stress en lijden veroorzaken op een rustige en vastomlijnde manier te inventariseren, om ze daarna op een meditatieve manier te onderzoeken. Dit onderzoeken gebeurt met een vaste set van vier vragen en optionele subvragen, gevolgd door zogenoemde omkeringen, waardoor de cliënt een andere interpretatie van de realiteit kan ervaren.
De vier vragen en omkeringen van IBSR Voorbeeld: ‘Tom waardeert mij niet.’ 1 Is het waar? (Ja of nee. Bij nee, ga naar vraag 3.) 2 Kun je absoluut weten dat het waar is? (Ja of nee.) 3 Hoe reageer je, wat gebeurt er wanneer je die gedachte gelooft? 4 Wie zou je zijn zonder de gedachte? Keer de gedachte om: •
met betrekking tot jezelf (‘Ik waardeer mezelf niet’).
•
met betrekking tot de ander (‘Ik waardeer Tom niet’).
•
in het tegenovergestelde (‘Tom waardeert mij’).
Vind dan minstens drie specifieke, echte voorbeelden van hoe iedere omkering in deze situatie voor jou waar is.
Byron Katie benadrukt dat IBSR alleen werkt als de cliënt ‘naar binnen gaat’ en simpelweg de vragen en subvragen beantwoordt, en zich niet verliest in uitleg en verhalen. Daarin zit de kracht van de methode. Als cliënten op deze manier werken, vinden ze in en door deze antwoorden een nieuwe werkelijkheid. Ze ervaren dat de geloofwaardigheid en de lading van de onderzochte stressvolle gedachten verdwijnen. Ze doen verrassende ontdekkingen, die leiden tot blijvende emotionele veranderingen. Hun overtuigingen komen op losse schroeven te staan doordat de methode hen uitnodigt hun vertrouwde denkschema’s los te laten.
14
.
Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk
‘Ze vindt mij geen goede vader’ En daarom verdient ze klappen IBSR bij huiselijk geweld Aanmelding Ashraf (twintig jaar) wordt aangemeld met stressklachten en slaapproblemen. ‘Ik word gek in mijn hoofd’, zegt hij. Er is sprake van geweld in de relatie met zijn (ex-) vriendin, de moeder van zijn jonge dochtertje. Hij kan zich vaak niet inhouden en gedraagt zich dan verbaal en fysiek agressief tegen zijn omgeving. Ashraf is enkele maanden geleden uit de jeugdgevangenis ontslagen. Sindsdien is hij dakloos. Hij heeft schulden en woont in een crisisopvang. De maatschappelijk werker heeft hem gemotiveerd om voor zijn stressklachten in behandeling te gaan. Tijdens het eerste gesprek maakt Ashraf een vermoeide en geprikkelde indruk. Hij houdt zich groot en legt de schuld van de problemen met zijn (ex-)vriendin buiten zichzelf. ‘Had ze mij maar niet moeten uitdagen!’ Het belangrijkste doel in zijn leven is een goede vader te zijn voor zijn dochtertje, maar door de ruzies met haar moeder ziet hij haar weinig. Ashraf blowt om zijn stress te onderdrukken en hij gebruikt wel eens harddrugs. Hij wil stoppen met blowen, maar zegt dat hij dit nu niet kan vanwege de stress in zijn hoofd, zijn gebrekkige agressieregulatie en zijn slaapproblemen. Hij had zich voorgenomen niet meer in aanraking te komen met politie en justitie. Nu dit niet lijkt te lukken nemen de stressklachten toe.
Voorgeschiedenis Ashraf groeide op met een depressieve moeder, twee jongere zusjes en een vader die afwisselend vastzat of zich bezighield met criminele activiteiten en alcoholgebruik. Er was sprake van huiselijk geweld door vader, gericht op alle gezinsleden. In de periodes dat vader er niet was, was het rustig in huis. Rond zijn twaalf begon Ashraf te zwerven en te spijbelen. Hij was soms nachten van huis, vooral in de periodes dat vader thuis was. Op zijn veertiende werden zijn zusjes door de Raad van de Kinderbescherming uit huis geplaatst. Ashraf werd kort daarop, gescheiden van zijn zusjes, in een leefgroep geplaatst. Vanaf dat moment namen de gedragsproblemen toe: drugsgebruik, geweld en criminele activiteiten. Op zijn zestiende werd Ashraf in een instelling voor gesloten jeugdzorg geplaatst. Op zijn negentiende werd hij vader. Met de moeder van zijn dochter heeft hij een ‘knipperlichtrelatie’, die gekenmerkt wordt door veel ruzies en huiselijk geweld.
De werkwijze van IBSR
.
15
Waarom IBSR? Ashraf wantrouwt de hulpverleners omdat hij weinig succeservaringen in zijn leven en met hulpverlening heeft gehad. Hij heeft begeleiding en behandeling gehad, voornamelijk binnen een gedwongen kader, waar hij zich nooit beter door voelde. ‘Kijk wie ik nu ben – het heeft allemaal niet geholpen, dus wat kan jij dan doen?’, vraagt hij geïrriteerd. Het is de eerste keer dat hij vrijwillig om hulp vraagt. Hij heeft wel zijn twijfels. Aan de ene kant wil hij niet meer leven zoals hij dat deed, aan de andere kant wil hij niet in behandeling. Hij praat liever niet over het verleden, hij wil het achter zich laten en doorgaan. Hij wil vooral groot en sterk zijn. Hij wil een eigen woning en een baan, en hij wil voor zijn dochtertje gaan zorgen. Belangrijk is nu dat hij zijn dochtertje kan verliezen en dus weet hij dat hij zijn agressie moet leren reguleren. Daarom zit hij nu bij de therapeut, met weinig vertrouwen en geloof in zijn eigen kracht. Juist omdat Ashraf snel verandering wil, zonder eerst over het verleden te praten, is IBSR voor hem geschikt. Met IBSR kunnen de actuele klachten in korte tijd afnemen (het huiselijk geweld), hetgeen de motivatie voor eventuele verdere behandeling vergroot. De weerstand om over het verleden te praten hoeft niet bestreden te worden, waardoor sneller vertrouwen in de hulpverlener kan ontstaan. De aanpak is transparant en neemt het idee weg dat er kunstjes worden uitgehaald (Ashrafs mening over zijn eerdere niet-succesvolle ervaringen in de hulpverlening). Bovendien kan hij IBSR snel zelf toepassen, hetgeen ‘empowerend’ werkt en zijn gevoel van autonomie en grip op zijn leven zal vergroten.
Verloop van de behandeling Ter voorkoming van een nieuwe geweldsescalatie richt de behandeling zich eerst op zijn problemen met zijn (ex-)vriendin en zijn dochtertje. Op een later moment kan de probleemsamenhang in kaart worden gebracht, om daarna aan eventueel onverwerkte zaken uit het verleden te werken. Om de stressvolle gedachten te inventariseren vult Ashraf op verzoek van de therapeut het Werkblad Cognities opsporen in, dat bestaat uit zes incomplete zinnen die moeten worden aangevuld. Hij schrijft over een voorval dat kortgeleden gebeurd is: zijn (ex-)vriendin Sabrina had de afspraak dat hij zijn dochtertje zou mogen komen ophalen afgezegd, omdat ze naar de dokter moest.
Werkblad Cognities opsporen 1 ‘Ik ben woedend op Sabrina, omdat ze mij geen goede vader vindt.’ 2 ‘Ik wil dat Sabrina eerlijk tegen mij is.’ 3 ‘Sabrina zou moeten bedenken wat haar gelukkig maakt en dan een goede keuze moeten maken.’
16
.
Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk
4 ‘Ik wil dat Sabrina mij als een goede vader ziet.’ 5 ‘Sabrina is een bitch, een egoïste en een slechte moeder.’ 6 ‘Ik wil nooit meer meemaken dat Sabrina zegt dat ik mijn dochter nooit meer mag zien.’
Uitdagen met de vier vragen De eerste gedachte die onderzocht wordt met de vaste vier vragen en de omkeringen van IBSR is: ‘Sabrina vindt mij een slechte vader.’ (Vraag 1) Therapeut: Ashraf. Sabrina vindt jou in die situatie een slechte vader. Is dat waar? Cliënt: Ja. (Vraag 2) T: Kun je absoluut weten dat het waar is, dat Sabrina jou een slechte vader vindt? C: Ja! (Het volume neemt toe en hij kijkt gespannen.) (Vraag 3) T: Ashraf, hoe reageer je in die situatie, wat gebeurt er wanneer je de gedachte ‘Sabrina vindt mij een slechte vader’ gelooft? C: Dan word ik boos, echt boos! Het geeft me heel veel stress! T: Wat nog meer? C: Ik krijg spanning in mijn vuisten en in mijn nek. Die wordt helemaal stijf. Ik heb het gevoel dat ik niet meer kan ademhalen. T: En wat nog meer, hoe reageer je en wat gebeurt er wanneer je de gedachte ‘Zij vindt mij een slechte vader’ gelooft? C: Dan ga ik harder tegen haar praten, ik ga haar overtuigen waarom ik een goede vader ben. En dan zie ik die minachtende blik in haar ogen. Ze daagt mij uit. Ik zie dat ze liegt. Ik kijk haar ook aan alsof ze niets is. Ik walg van haar. Ik krijg zin haar een klap te geven. (Vraag 4) T: Ashraf, wie zou je zijn in die situatie zonder de gedachte ‘Sabrina vindt mij een slechte vader’? C: (Stilte) Ik snap het niet. T: Wie zou je zijn zonder de gedachte ‘Sabrina vindt mij een slechte vader’ in de situatie dat ze tegen je zegt dat je je dochtertje niet kan komen ophalen. Ze zegt: ‘Het kan niet want ik moet naar de dokter.’ Wie zou je zijn als je in die situatie niet de gedachte zou hebben ‘Zij vindt mij een slechte vader’? C: Dan zou ik rustig blijven. Dan zou ik vragen om een nieuwe afspraak of ik zou vragen of het dan eerder of later zou kunnen. Ik zou rustig blijven en haar niet uitschelden. Ik zou haar vertellen hoe belangrijk dit voor mij is. T: Wat nog meer? Wie zou je zijn zonder de gedachte ‘Zij vindt mij een slechte vader’? Kijk in Sabrina’s ogen, wat zie je?
De werkwijze van IBSR
.
17
C: Angst. Dan zie ik dat ze het lastig vindt om het bezoek af te zeggen. Ze is bang voor mij. Ze is bang dat ik agressief word. (Stilte, slikt emotie weg.) T: Wat nog meer? C: (Stilte. Slikt emotie weg.) Het is heel gek … (Stilte)... Ik zie dat ze van mij houdt. (Zucht diep.) Wat raar, wat raar... (Zucht diep.) Dit kan niet waar zijn. Wanneer hij zich voorstelt wie hij zou zijn zonder de gedachte dat Sabrina hem een slechte vader vindt, realiseert Ashraf zich ineens dat Sabrina bang is dat de situatie weer escaleert. Dat heeft hij niet eerder willen en kunnen zien.
Omkeringen T: Keer de gedachte ‘Sabrina vindt mij een slechte vader’ eens om naar jezelf? Door de zin te beginnen met ‘ik’. C: Ik vind mezelf een slechte vader. Bij het geven van voorbeelden voor deze omkering is de belangrijkste ontdekking voor Ashraf dat hij zichzelf een slechte vader vindt. Dat maakt hem verdrietig. Het geeft hem wel meer grip op de situatie: hij kan zijn eigen gedrag veranderen. T: Keer de gedachte ‘Sabrina vindt mij een slechte vader’ nu eens om naar het tegenovergestelde? C: ‘Sabrina vindt mij een goede vader.’ Ook deze omkering raakt hem. Hij ziet er genoeg bewijzen van. Dit maakt hem milder en hij toont meer begrip voor haar. Doordat hij zelf de bewijzen moet aandragen, ontstaat er geen discussie of verdediging, geen ‘Ja maar…’ In de daaropvolgende sessies worden de volgende gedachten onderzocht met IBSR: •
‘Sabrina daagt mij uit.’
•
‘Ik kan niet leven zonder mijn dochter.’
Als huiswerk krijgt hij de opdracht om een videofragment van Byron Katie te bekijken en zijn stressmomenten op te schrijven. In de sessies erna begint Ashraf meer te vertellen over wat er in hem omgaat en wat er in het verleden is gebeurd. Twee kernovertuigingen worden opgespoord: •
‘Anderen zijn niet te vertrouwen.’
•
‘Ik ben waardeloos.’
18
.
Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk
Ashrafs coping-mechanisme was vechten en vluchten. Hierdoor is hij doodmoe. Dat wil hij nu niet meer. Hij gaat akkoord met het onderzoeken van de concepten over zijn jeugd en neemt zich voor het blowen af te bouwen. Een volgende gedachte die wordt uitgedaagd is: •
‘Mijn moeder heeft mij in de steek gelaten.’
Het belangrijkste inzicht vindt hij door de omkering ‘Ik heb mijzelf in de steek gelaten’, namelijk ‘door dingen te doen die ik niet wilde doen, zoals inbraken, straatroven, een oma van haar tas beroven’.
Uitdagen met de vier vragen Vervolgens wordt Ashrafs overtuiging ‘Door mijn vader ben ik een crimineel geworden’ onderzocht. (Vraag 1) Therapeut: Ashraf, door jouw vader ben jij een crimineel geworden. Is dat waar? Cliënt: Ja, hij heeft mij het verkeerde voorbeeld gegeven, hij heeft mijn jeugd verpest… T: Ik onderbreek je even. Het werkt alleen als je de vraag met alleen ja of nee beantwoordt. Ashraf, ‘Door je vader ben je een crimineel geworden’, is dat waar? C: Ja. (Vraag 2) T: Ashraf, kun je absoluut weten dat het waar is dat je door je vader een crimineel bent geworden? C: ... Nee, dat kan ik niet. (Hij zucht diep.) (Vraag 3) T: Hoe reageer je, wat gebeurt er wanneer je de gedachte ‘Door mijn vader ben ik een crimineel geworden’ gelooft? C: ... Eh, dan ben ik boos op mijn vader. Ik wil hem niet meer zien. Ik zie beelden van voeger. Door mijn vader ben ik een crimineel. T: Waar voel je dat in je lichaam? C: Overal, ik word dan steeds agressiever. Hier, hier voel ik dat. (Ashraf wijst naar zijn hoofd.) Stress. T: Hoe behandel je jezelf als je de gedachte ‘Door mijn vader ben ik een crimineel geworden’ gelooft? C: Dan doe ik niks, ik blijf de hele dag in bed liggen. Dan ga ik blowen om al die shit van vroeger te vergeten. Ik leef zonder toekomst, alsof er geen toekomst is. Een mislukkeling. T: Wanneer in je leven had je voor het eerst de gedachte ‘Door mijn vader ben ik een crimineel geworden’?
De werkwijze van IBSR
.
19
C: … Toen ik op school werd gepest omdat mijn vader een crimineel was. Hij zat toen weer eens in de gevangenis. Shit ja toen, toen begon het… (Ashraf zucht diep.) (Vraag 4) T: Ashraf, wie zou je zijn zonder de gedachte ‘Door mijn vader ben ik een crimineel geworden’? C: Dan zou ik rustiger zijn, niet zo boos. Dan zou ik mijn vader gewoon een loser vinden. Dan had ik waarschijnlijk wat nuttigs gedaan met mijn leven. Naar school gegaan, misschien wel een diploma.
Omkeringen T: Keer de gedachte ‘Door mijn vader ben ik een crimineel geworden’ eens om? C: ‘Ik ben niet door mijn vader een crimineel geworden.’ (Stilte) … T: Door wie ben jij een crimineel geworden? Zijn je zusjes ook crimineel geworden? C: Door mijzelf. Ik heb er zelf voor gekozen. Ik ben door mijzelf een crimineel geworden... T: Oké, nu hebben we de volgende omkering al: ‘Ik ben door mijzelf een crimineel geworden.’ Geef nog eens een voorbeeld, een bewijs dat dit waar is? C: Ik heb zelf gekozen om in te breken. Ik heb zelf het gedaan. Mijn vader was er toen niet eens. Hij heeft altijd gezegd dat wij naar school moesten gaan, een vak leren en … niet worden zoals hij… T: Keer nu de gedachte eens om naar de ander, door de personen om te wisselen? C: ‘Mijn vader is door mij een crimineel geworden.’ (Ashraf kijkt verbaasd en geschokt over deze ontdekking.) Ja, omdat hij graag mij een goed leven wilde geven is hij gaan stelen. (De tranen stromen over zijn wangen.) Ja, hij wilde ons een beter leven geven. (Zucht diep.) T: Er is nog een omkering. Wil je hem weten? C: Ja. T: Wat is het tegenovergestelde van ‘Ik ben een crimineel geworden’? C: Het gaat beter met mij. T: Zeg het zo eens: ‘Door mijn vader...’ C: ‘Door mijn vader gaat het beter met mij?’ Hm, die snap ik niet. Het gaat toch helemaal niet goed met mij? T: Doordat je vader was wie hij was, deed wat hij deed of niet deed... Wat heeft dat bijgedragen in je leven dat het nu beter gaat met jou? C: O ja, ja. Ik wil niet zoals mijn vader worden, daarom ben ik gestopt met stelen en zo. En daarom ben ik gestopt met harddrugsgebruik. Ik wil echt niet een
20
.
Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk
vader zijn zoals mijn vader was... Wat dat betreft heb ik naar mijn vader geluisterd. Hij vroeg mij niet te worden zoals hij was. (Hij glimlacht.) Ashraf vertelt dat hij zich sinds zijn veertiende erg schuldig voelt ten opzichte van zijn zusjes en dat hij dat altijd heeft weggestopt. De gedachte er niet voor hen te zijn geweest geeft hem het idee dat hij alleen op de wereld is. Hierdoor voelt hij zich eenzaam. Ook deze gedachte wordt uitgedaagd: ‘Ik ben er niet voor mijn zusjes geweest.’ Het uitdagen van deze gedachte geeft verdriet, maar lucht hem uiteindelijk erg op. Dit wil hij niet meer. Als thuisopdracht gaat Ashraf een e-mail schrijven naar zijn zusjes, waarin hij zijn excuses aanbiedt omdat hij er niet voor hen is geweest, dat hij hen mist en dat hij graag een keer wil afspreken. De sessie daarna heeft hij zijn e-mail nog niet verstuurd. De gedachte ‘Mijn zusjes zijn boos op mij en dat betekent dat ze geen contact met mij willen’ had hem ervan weerhouden. Deze gedachte wordt in de sessie onderzocht en omgekeerd.
Het verdere verloop van de behandeling: sessie 5 tot en met 12 In de resterende sessies worden nog verschillende cognities uitgedaagd. Het vertrouwen in de behandeling groeit. Hij oefent met communicatievaardigheden ‘echt luisteren’ en met het vergeven van zijn vader en zijn moeder. Door naar zijn eigen gedrag en naar zijn onderliggende schuldgevoelens te kijken wordt Ashraf rustiger in zijn hoofd. De stress neemt af. De behandeling duurt in totaal zes maanden. Er vindt geen fysieke agressie meer plaats.
Nabeschouwing De therapeut gaf Ashraf geen advies en ze confronteerde hem niet met zijn geweld. Ashraf was degene die zich met zichzelf confronteerde, waardoor weerstand en ‘Ja, maar’-uitspraken werden voorkomen. Door de antwoorden op de vragen te vinden vond er een omwenteling plaats, van alles buiten zichzelf leggen naar het erkennen van zijn eigen aandeel. Dit raakte Ashraf. Het was confronterend. Hij kon er niet meer omheen. Niemand anders dan hijzelf hield hem een spiegel voor. Hierdoor kwam er een verschuiving van externaliseren naar verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen gedrag en zijn leven. Hij stapte uit de slachtofferrol, die hem jarenlang had verlamd. Ashraf ziet zijn dochter nu wekelijks. De (liefdes)relatie met Sabrina is uit. Hij heeft een uitkering en woont in een project begeleid wonen voor jongvolwassenen. Hij blowt nog steeds, maar wel beduidend minder. Met het gebruik van harddrugs is hij gestopt.
De werkwijze van IBSR
.
21