TEL 26-2016

Page 1


Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie. Bedrijven die in het bezit zijn van een Groenkeur-certificaat tonen hiermee aan dat zij kwaliteit serieus nemen en voldoen aan de eisen die opdrachtgevers en andere belanghebbenden aan hen stellen. Een bedrijf met Groenkeur heeft zijn zaken intern goed op orde. Het stelt de opdrachtgever centraal en werkt voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit. Opdrachtgevers weten zich hierdoor verzekerd van vakwerk dat tot uitdrukking komt in de aantoonbare kwaliteit van de uitvoering van het project én het eindproduct.

‘Met Groenkeur in een bestek voldoen opdrachtgevers aan de eisen van maatschappelijk verantwoord inkopen van groenvoorzieningen.’

Stichting Groenkeur Postbus 1010

info@groenkeur.nl

3990 CA Houten

www.groenkeur.nl

030 – 659 5663

@groenkeur


klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-373384

gedrukt


teria waarop bomen moesten voldoen waren toepasbaarheid, gezondheid en verkrijgbaarheid. Deze uitvraag leidde tot een grote diversiteit aan voordrachten. Een jury van tien leden koos hieruit de drie genomineerde bomen.

Als sluitstuk van de renovatie van de Markt in Arnhem heeft De Enk Groen & Golf de plantvakken ingericht volgens het Zorgeloos Groen-concept. De gemeente Arnhem heeft hier gekozen voor een A-kwaliteit beplantingsbeeld met lage onderhoudskosten. Buro Mien Ruys maakte het ontwerp, boomkwekerij Boot & Dart leverde de beplanting, De Enk Groen & Golf verzorgt de aanleg en het onderhoud. Het concept is eerder al toegepast op diverse plekken in Nijmegen, langs de N208 in Hillegom en bij het Bronovo in Den Haag. Voor de toepassing richten de betrokken partijen zich op A-locaties zoals winkelcentra, ziekenhuizen, verzorgingshuizen en woonomgevingen.

Het is een goede traditie om in het laatste nummer van het jaar even terug te blikken op het jaar dat achter ons ligt en tegelijkertijd vooruit te kijken naar het nieuwe jaar. Niet voor niets is de maand januari vernoemd naar Janus, de Romeinse god met twee gezichten. Maar dit jaar breken we met deze traditie. We beperken ons tot het vooruitblikken naar de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg van 10 tot en met 12 januari. Welke noviteiten worden er op de beurs gepresenteerd? En wat is er allemaal verder te doen op 'nieuwjaarsbeurs' in de Evenementenhal? Wat het nieuwe jaar ons verder brengt, is vooral ongewis. Op 20 januari wordt Donald Trump benoemd tot 45e president van de Verenigde Staten. Ongetwijfeld zal zijn beleid wereldwijd voor opschudding zorgen, maar niemand weet welke kant het op gaat. Ook wordt uiterlijk voor april volgend jaar een

Net iets minder populair bleek de Quercus cerris (moseik) en de populier eindigde op de derde plek (het ging om meerdere soorten als Populus nigra, P. tremula en P. x canescens). In totaal was een dertigtal bomen voorgedragen door onder meer kwekers, gebruikers en lezers van de vakbladen Tuin en Landschap en De Boomkwekerij. Thema van de verkiezing is Wegbomen. Daarmee vestigt de sector de aandacht op interessante bomen die langs wegen in Nederland en in het buitenland zijn aan te planten. Bij wegbomen, vooral in het buitengebied, wordt vaak al snel gedacht aan inheems sortiment. Maar dat was geen vereiste voor nominatie. De cri-

De jury bestond onder andere uit boomkwekers, sortimentspecialist Jan Mauritz, Marco Hoffman als wetenschapper, Tuin en Landschap-correspondent Ton Stolk namens de vakpers, Rien Van der Spek namens de VHG en als voorzitter Dick Nieuwesteeg van de KVBC. Carpinus betulus scoorde sterk op alledrie de criteria en voldoet als inheemse boom ook aan het beeld dat veel mensen hebben van een boom in het buitengebied. De haagbeuk is overigens al eens eerder boom van het jaar geweest, maar dan in de vorm van de cultivar ’Frans Fontaine’, als boom die geschikt is voor smalle straten.

begin gemaakt met de Brexit, het vertrek van de Britten uit de Europese Unie. Volgens sommige komt hiermee een einde aan het Anglo-Amerikaanse model dat sinds de Tweede Wereldoorlog dominant was in de wereld. Wat zal deze breuk verder teweeg brengen? En niet te vergeten, op 15 maart vinden in Nederland de Tweede Kamer-verkiezingen plaats. Na vier jaar VVD-PvdA treedt er een nieuwe ploeg aan. De uitslag van de verkiezingen en de uitkomst van de coalitiebesprekingen zal duidelijk moeten maken welke richting Nederland de komende vier jaar op gaat. Wat het ook wordt het komende jaar, wij zullen als vakblad alle ontwikkelingen weer op de voet volgen, en daarbij natuurlijk de nadruk leggen op alle groene ontwikkelingen en innovaties. Rest ons nog iedereen een hele fijne jaarwisseling toe te wensen, en zowel op persoonlijk als op zakelijk vlak de beste wensen voor 2017!


Het herstel van de Nederlandse economie zet door. Dit jaar groeide de economie met 2,1%. Grote aanjager is de woningmarkt, blijkt uit de Decemberraming van het Centraal Planbureau (CPB). Het jaar 2016 wordt naar verwachting afgesloten met een groei van 2,1%, waardoor de productie per hoofd van de bevolking terugkomt op het niveau van 2008. Grote aanjager van het economisch herstel is de

consumptie van huishoudens. De investeringen in woningen, hoewel minder dan in 2015 en 2016, blijven hard groeien, dit jaar met 9%. De positieve ontwikkelingen op de woningmarkt geven een verdere stimulans aan de consumptie, bijvoorbeeld door uitgaven voor de inrichting en verhuizing. Ook de groensector profiteert hier van, met name wat betreft aanleg van nieuwe tuinen. De inkomensgroei van huishoudens in de afgelopen twee jaar zal voor een deel pas in 2017 worden uitgegeven. Dit betekent dat de economische groei ook in het komende jaar doorzet.

Meer goed nieuws komt uit de grote steden. Deze gaan de komende jaren flink bijbouwen om aan de behoefte aan wo-

ningen te voldoen. Amsterdam en de omliggende gemeenten gaan nog eens 20.000 extra nieuwbouwwoningen bijbouwen tot 2021. Het totaal aantal nieuwe woningen in de regio komt daarmee op ruim 60.000. Utrecht wil voor 2019 ruim 12.000 nieuwe woningen bijbouwen. Het huidige aantal woningen in Utrecht is ongeveer 150.000. In 2040 moeten dat er 192.000 zijn. Rotterdam heeft zelfs een speciale bouwcoรถrdinator aangesteld die obstakels voor projecten uit de weg moet ruimen. De gemeente wil tot 2030 16.000 nieuwe woningen bouwen. Daarnaast worden oude woningen vervangen en worden kantoorpanden tot appartementen omgebouwd. Groningen wil tot 2019 minstens 4.300 nieuwe woningen bouwen. Hiervan moeten er 4.000 door woning-

corporaties worden gebouwd.

In totaal zijn dit al ruim 92.000 nieuwe woningen. Tel daar bij op het feit dat iedere nieuwe woning zorgt voor vier verhuisbewegingen. Daarnaast moeten nieuwe wijken worden voorzien van openbaar groen. Het lijkt dan ook geen toeval dat de hoveniers en groenvoorzieners die bij de VHG zijn aangesloten positief zijn over hun verwachting voor het eerste kwartaal van 2017. Bijna 44% is positief tot zeer positief gestemd over het eerste kwartaal van 2017, blijkt uit de laatste e-mail-poll van de VHG. 45% van de respondenten verwacht een gelijkwaardig resultaat te behalen ten opzichte van dezelfde periode in 2016. Ruim 11% is negatief tot zeer negatief.


Aan de invoering van het kenteken voor trekkers is een lang traject voorafgegaan. Opvallend is dat diverse organisaties uit de agrarische en groene sector voorstander zijn van de invoering van het kenteken. Onderdeel van het verplichte kenteken was namelijk toegang op rondwegen en tevens een snelheidsverhoging naar 40 km/h.

Nu het kenteken is verworpen door de Kamer, komt de snelheidsverhoging er ook niet. Zonder het kenteken mogen

trekkers niet harder rijden dan 25 km/uur. De Kamer wil de maximumsnelheid wel verhogen naar 40 km/uur, maar volgens minister Schultz was het kenteken daarvoor juist een voorwaarde. Cumela, brancheorganisatie voor ondernemers in groen, grond en infra, reageert teleurgesteld. Volgens de brancheorganisatie is het verwerpen van het trekkerkenteken slecht nieuws voor de verkeersveligheid. Het aantal verkeersdoden daalt al jaren gestaag in Nederland, behalve het aantal dodelijke slachtoffers waarbij trekkers en andere landbouwvoertuigen betrokken zijn. De tegenstemmers deden dit omdat volgens hen de meeste trekkers sporadisch op de openbare weg komen. Ook zou de plicht een forse lastenverzwaring betekenen voor trekkerbezitters. Gemiddeld zou het kenteken â‚Ź450 per bedrijf gaan kosten.

We zitten midden in de feestdagen en verscheidene onder ons pikken daar een extra graantje van mee, onder meer met de verkoop van kerstbomen. Ik vroeg me laatst dan ook af: Hoeveel kerstbomen zouden er jaarlijks in Nederland verkocht worden? Tijd voor een klein onderzoekje. Volgens GFK.nl worden elk jaar in Nederland ongeveer 2,6 miljoen echte kerstbomen verkocht. Waarvan naar schatting de helft van deze in Nederland op de zandgronden in Oost-Brabant, Noord-Limburg en Drenthe groeien. Van al deze bomen wordt 60% verkocht wordt met kluit. Daarnaast vroeg ik me af: Zijn deze 'natuurlijke' bomen nou meer of minder belastend dan de kunstkerstbomen. Helaas dat is niet bekend volgens Milieucentraal.nl. Hun impact is namelijk te verschillend. Lettend op het klimaat, en met name de CO2-uitstoot, zijn er wel vergelijkingen te trekken. De klimaatim-

Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu heeft op 13 december de aftrap gegeven van het Kennis- en Innovatieprogramma Bodem en Ondergrond (KIBO). Hierin werkt het ministerie samen met een consortium van waterschappen, universiteiten en kennisinstellingen. Het project wil innovatieve maatregelen op gebied van bodem en water in de praktijk brengen. Een gezonde bodem helpt namelijk bij het vasthouden en afvoeren van regenwater. Het totale programma heeft een looptijd van vijf jaar en kost â‚Ź8 miljoen.

pact over de productie, het transport en afvoeren van een echte of kunstkerstboom is vrijwel gelijk aan 25 kilometer autorijden. Om eerlijk te zijn veel minder dan ik verwachte. Wat maakt dan daadwerkelijk het verschil? De lampjes. Want hang je er gloeilampjes in en laat je deze dag en nacht branden, dan hebben deze meer invloed op het klimaat dan je hele kerstboom - al dan niet natuurlijk - bij elkaar. Wel denk ik dat een levende kerstboom het toch altijd zou moeten winnen van een kunstboom. Denk alleen al dat ze gekweekt worden op vaak overstukjes grond en dat de kerstboom in de jaren dat-ie groeit CO2 en fijnstof opneemt, en daarbij een mooi biotoop voor verschillende dieren oplevert. Dat zie ik een kunstkerstboom nog niet doen. Zelf heb ik dit jaar dan ook opnieuw gekozen voor een echte kerstboom. Fijne feestdagen aan jullie allen, en tot in 2017.


te kunnen maken wat betreft het groenbeheer, is deelname aan de benchmark een manier die veel inzicht kan verschaffen in de effecten van beleidskeuzes.

In het gemeentelijk groenbeheer gaat jaarlijks ruim €650 miljoen om. Sinds een aantal jaar wordt de Databank Gemeentelijk Groenbeheer ontwikkeld door Alterra in samenwerking met steeds meer gemeenten. Uit deze benchmark is af te lezen dat gemeenten hun groen tegen steeds lagere kosten beheren. Er bestaan grote verschillen tussen gemeenten, zowel qua hoeveelheden groen per inwoner, opbouw van het groen als de organisatie van het beheer. Om toch een kostenvergelijking

Zo blijkt dat de kosten per vierkante meter in de loop van de tijd aanzienlijk zijn gedaald. In 2015 lagen de kosten per vierkante meter op 70-80% van de kosten in 2004. In dezelfde periode steeg het areaal per inwoner met 20%. Dit verklaart ook waarom desondanks de kosten per inwoner in de afgelopen tien jaar vrijwel gelijk zijn gebleven. Wat niet duidelijk is, is of er sprake is van een toename van het aantal meters groen, of dat het groen tegenwoordig beter wordt geregistreerd. Een andere opvallende trend is de verschuiving tussen de verschillende beheercategorieën. Zo zijn gazon en ruw gras in oppervlakte-aandeel flink toe-

genomen, terwijl er een kleiner oppervlakte-aandeel struiken werd beheerd. Uit de benchmark zijn ook gegevens te halen over de kosten per vierkante meter per beheercategorie in de loop van de tijd. Voor de meeste categorieën is de vierkantemeterprijs gedaald, vooral gazon, ruw gras en plantenperken zijn sterk in prijs gedaald. Bomen is de enige categorie die is gestegen, ongeveer 25% ten opzichte van de benchmark in 2004. Deze stijging is ongeveer gelijk aan de inflatie over de afgelopen jaren.

Uit de benchmark valt voor gemeenten veel af te leiden over het eigen groenbeheer. Toch bestaat de wens om verder te kunnen gaan dan nu het geval is. Daarom wordt momenteel een nieuwe tool, benchlearning ontwikkeld. Dit betekent niet alleen zien waar de problemen zich voordoen, maar ook kun-

Groen heeft een grote maatschappelijke waarde. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Kijken we naar gezondheid: 15% minder hoofdpijn, 23% minder astma, 25% minder depressies. Die cijfers schudden we niet uit onze mouw. Ook de effecten van groen op de kwaliteit van de leefomgeving en de biodiversiteit laten zich in aansprekende cijfers vangen. Wetenschappelijk onderzoek is belangrijk, maar niet de enige onderbouwing van groene waarden. Maatschappelijke waarde wordt ook toegekend door mensen zelf. Op basis van wat ze voelen, zien, ervaren en vinden. Niet alle groene waarden laten zich daarom in cijfers of geld vangen. De waarde van groen is ook gevoel. Hoe groter het belang dat we eraan hechten, hoe meer we er voor over hebben. Dick Joustra, adviseur Beheer Openbare Ruimte van de gemeente Heerhugowaard, heeft onlangs zijn

nen bepalen hoe het anders zou kunnen. Alterra werkt aan een methode die de naam Diagnose heeft gekregen. Hiermee wordt het mogelijk om te zien of een gemeente, gezien haar kenmerken, relatief te veel geld uitgeeft aan groenbeheer. Ook kan worden gekeken wat de oorzaken hiervan zijn. Ten slotte wordt een traject vastgesteld om de prestaties van een gemeente te verbeteren. Het doorlichten van een gemeente kan gebeuren tijdens een individueel gesprek of tijdens een groepsgesprek met meerdere gemeenten. Tijdens dit gesprek wordt ingezoomd op mogelijke knelpunten en worden verbeteropties besproken. Tijdens de presentatie in Almere werd tevens een nieuwe naam gelanceerd. Na zeventien jaar verandert de naam van Databank Gemeentelijk Groenbeheer in Benchmark Gemeentelijk Groen. <

masteropleiding Project- en Procesmanagement met een onderzoek op dit thema afgerond. Hij zocht uit hoe je kunt komen tot groenontwerpen, die een zo groot mogelijke maatschappelijke waarde opleveren. Dick stelde vast, dat de waarde van groen al breed bekend is maar nog niet de plaats heeft die het verdient. Hij ontwikkelde een afwegingskader voor gemeenten, waarmee je op basis van de principes van people, planet, profit/purpose een zo maximaal mogelijke maatschappelijke waarde van groen kunt realiseren. Ik heb met veel enthousiasme zijn rapport gelezen en daarna met hem besproken. Er is trouwens nog een woord uit zijn rapport, dat vooraan op mijn netvlies staat. Er moet een ‘drive’ voor groen zijn. Overtuigd van groene baten, groen in jouw eigen dna. Als VHG helpen we gemeenten, waterschappen en provincies graag om dit verder mee te ontwikkelen.


Met ingang van 14 december 2016 is de keuringsplicht voor apparatuur voor de professionele toepassing van gewasbeschermingsmiddelen uitgebreid. Voortaan moeten ook granulaat- en poederstrooiers en mechanisch voortbewogen onkruidstrijkers en neerwaartse spuitapparatuur met een spuitboom kleiner tot 3 meter worden gekeurd.

Spiraea betulifolia ’Tor Gold’ is na een veldkeuring door de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen met een zilveren KVBC-Award bekroond. Spiraea betulifolia ’Tor Gold’ lijkt op de cultivar ’Tor’, maar de bladeren zijn geelgroen in het voorjaar, later groener en in de herfst kleuren ze creme tot licht zalmroze.

Op 1 januari 2017 stijgen de brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon. In vergelijking met 1 juli 2016 stijgt het wettelijk minimumloon met 0,94%.

De kentekenplicht voor trekkers is onverwacht verworpen. Cumela, brancheorganisatie voor ondernemers in groen, grond en infra, reageert teleurgesteld.

De meest geschikte bloembollen tussen bomen en struiken zijn verwilderingsbollen. De losse, humusrijke grond die hier vaak te vinden is, is perfect voor deze bollen. Als de verwilderingsbollen uitgebloeid zijn, moet het loof gewoon blijven zitten. Daar zit het voedsel in voor de bloembol.


Innogreen organiseert weer haar jaarlijkse seminars. We behandelen bodemkwaliteit, voeding, gras, actuele ziekten en plagen. Bovendien telt deze dag mee voor de spuitlicentie verlenging. Wanneer:

18 januari, 25 januari, 1 februari

Meer informatie en aanmelden kan via onze website www.innogreen.nl Innogreen vof / organische meststoffen en biologische gewasbescherming, bemonstering en advies. Beatrixhaven 25 Werkendam. www.innogreen.nl

media


mdat de stinkende lis in WestEuropa wild voorkomt en niet zo opvallend is, moeten we aannemen dat hij nog niet zo heel lang als sierplant gekweekt wordt. Ook nu wordt de plant nog nauwelijks gebruikt en dat is zonde. Deze Iris is meteen te herkennen. En dat komt vooral door het donkergroene, glanzende blad dat in hartje winter nog gaaf en strak erbij staat. Ben je nog steeds niet zeker, dan is een vluchtige aanraking met het blad voldoende om de laatste twijfel weg te nemen. Het stevige, massieve blad is ruim twee cm breed en afgeplat. Het is zo sterk en taai dat het goed bestand is tegen (zee) wind. Alleen als het streng vriest, kan het beschadigen en ik moet toegeven dat ik wel eens in een hele koude winter planten kwijt geraakt ben. Voor de bloemen die in juni verschijnen, hoef je deze plant niet te nemen.



oorheen kochten gemeenten bijna louter op prijs in. „Maar die tijd is voorbij; nu gaat het om maximale kwaliteit tegen een marktconforme prijs. En verder vindt men social return erg belangrijk: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk helpen. En ook duurzaamheid komt weer terug”, vertelt inkoopmanager Bart van Brunschot van Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant (Bizob), waar 22 gemeenten bij zijn aangesloten. Veel gemeenten zijn te klein voor een eigen afdeling inkoop en missen de tijd om marktontwikkelingen in de gaten te houden. Om die reden besteden ze aanbestedingen en ook onderhandse inkopen uit aan Bizob. „Wij verzamelen kennis over de markt en mogelijke leveranciers. Ook nodigen we partijen uit om mee te doen aan procedures”, vertelt inkoper Barry Verbeek. Bizob werkt op drie terreinen: openbare ruimte, sociaal domein en facilitair/ict. Jaarlijks maakt het bureau een inkoopplan samen met de aangesloten gemeenten. Als er overlap is in de wensen, kan bundeling plaatsvinden. Daarna stelt Bizob een inkoopstrategie op. „Hoe gaan we inkopen, hoeveel partijen zijn er, hoe betrek je het lokale MKB erbij, wat zijn eisen op het gebied van social return en duurzaamheid?”, somt Van Brunschot op.

Vervolgens stelt Bizob het aanbestedingsdocument op met een programma van eisen, gunningscriteria en concept-contracten. Het bureau beoordeelt de binnengekomen inschrijvingen niet zelf; dat doen de gemeenten. „Wel doen we aan procesbegeleiding en houden we de objectiviteit in de gaten; er wordt nooit door één persoon beoordeeld”, zegt de inkoopmanager. Bij lage opdrachtwaarden wil de gemeente nog wel eens zelf inkopen. Ook is meervoudige onderhandse aanbesteding mogelijk, bijvoorbeeld bij vier bedrijven die allemaal dezelfde informa-

tie krijgen. „Als het om bomen, heesters of vaste planten gaat, oriënteren we ons waar we op moeten letten en welke partijen er zeker bij moeten zijn, bijvoorbeeld lokale ondernemers. We kunnen percelen splitsen om het aantrekkelijk te maken voor kleinere bedrijven om mee te doen. We willen namelijk niemand uitsluiten. Het moet wel nog werkbaar blijven; je wilt niet een veelheid aan contracten”, geeft Verbeek aan. Bizob beoordeelt de inschrijvingen op papier. Dat betekent dat het document goed in elkaar moet zitten. Vooral de grotere bedrijven blijken daar bedreven in; die hebben soms mensen in dienst die zich speciaal met aanbestedingen bezighouden. „Boomkwekers zijn van nature geen schrijvers”, ziet de inkoper. „Inschakelen van een adviseur wil dan nog wel eens helpen.”

De nieuwe Aanbestedingswet schrijft aanbesteding op grond van Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) voor. Hierbij zijn volgens Van Brunschot drie mogelijkheden van aanbestedingscriteria: laagste prijs, total cost of ownership (de totale kosten over de levensduur van het product) of beste prijs-kwaliteitverhouding. „Bij facilitair, ict en sociale domein gaat 90% volgens het derde criterium. Bij de openbare ruimte varieert het heel sterk en is de invulling ook voor discussie vatbaar.” Collega Verbeek vult aan: „We gaan daarom met de groenambtenaren in gesprek om te achterhalen op welke punten meerwaarde zit. Bij een uniform product kies je voor de laagste prijs, bij meer eisen kom je uit bij de andere twee criteria.” Via Bizob sluiten de gemeenten ook raamovereenkomsten met leveranciers, met een looptijd van vier jaar. Dat biedt zekerheid voor beide partijen, aldus Bizob. Als de gevraagde bomen of heesters bij de gemeente binnenkomen, controleert de beleidsmedewerker of er geleverd is conform de vraag. Die


medewerker geeft pas akkoord voor betaling, nadat de accountant heeft gecontroleerd of contract en factuur met elkaar overeen komen. Volgens Van Brunschot is er nog genoeg vakkennis bij de gemeenten aanwezig om de kwaliteit van de producten te kunnen beoordelen. Kwaliteit blijft altijd wel een discussiepunt. „We worden steeds creatiever in het bevragen; een marktpartij moet kunnen benoemen waar de kwaliteit in zit.

Van de andere kant worden bedrijven steeds beter in aanbesteden, waarbij wel de constatering is dat dat vooral voor de grotere geldt.” Kwekers zien het toenemen van de aanbestedingen wel eens als bedreiging, aldus Van Brunschot. „Maar je kunt het ook als een kans zien om bij een gemeente binnen te komen waar je voorheen geen toegang had. De tijd dat altijd dezelfde kweker de vraag kon invullen, is voorbij.” <


„Bokashi is gefermenteerd organisch materiaal. We hebben het bladafval in de gemeente verzameld en bij wijze van proef een deel daarvan, ongeveer 400 ton, samen met kleimineralen, kalk en bacteriën onder vrijwel zuurstofloze omstandigheden laten fermenteren. Na een paar maanden is dat gebeurd en houdt je de Bokashi, wat wij in de gemeente ’bladaarde’ noemen, over. Die bladaarde is weer een geschikt product om verder te gebruiken.”

„We hebben in onze gemeente jaarlijks zo'n 2.000 ton bladafval. Voorheen voerden we dat allemaal af. Dat kostte ons €30 per ton en daaraan hielden we niets over. We hebben toen gekeken hoe we de afvalketen konden sluiten en er een circulair proces van konden maken. In de pilot kostte het maken van de

Bokashi uiteindelijk ook €30 per ton. De keuze voor de gemeente was dus eigenlijk makkelijk. €30 betalen en niets terugkrijgen of €30 betalen en een mooi product overhouden.”

„Fermenteren is een hoogwaardiger manier van verwerken dan composteren, er gaat veel minder verloren. Je hebt eigenlijk drie treden als het om het verwerken van organisch afval gaat. De onderste trede is vergisten, dan zet je groenafval om in biogas en digestaat, zo haal je eigenlijk alleen een deel van

de energie eruit. De tweede trede is composteren, dan houd je weliswaar een bruikbaar restproduct over, maar de helft ben je ongeveer kwijt aan CO2 en methaangas, met alle gevolgen voor het broeikaseffect. De derde trede is fermenteren, je behoudt ongeveer 98% van de stof en de voedingsstoffen komen pas vrij als je het product gebruikt. Er komt ook geen CO2 of methaangas vrij.”

„Die bladaarde brengen we als mulchlaag terug in de plantsoenen maar ook op akkers en in de gemeentelijke


„Het verzamelen van het bladafval gaat hetzelfde als alle andere jaren. In plaats van het af te voeren met een vrachtwagen is het op een hoop gegooid. Vervolgens zijn er voor het fermenteren een bacteriecultuur, kleimineralen en schelpenkalk aan het bladafval toegevoegd. Met een kraan heeft een loonwerker deze materialen over het bladafval verspreid en vermengd. Vanwege de hoeveelheid eikenblad, meer dan een derde, was het kneuzen van het bladafval wenselijk. Daarom is er voor gekozen om het bladafval met behulp van een silagemachine in slurven te brengen. Deze machine vermaalt het bladafval en mengt de toegevoegde materialen en bacteriën nog beter door het blad heen. Door het bladafval in slurven te persen, wordt de zuurstof afgedreven. Vervolgens heeft het een paar maanden de tijd gekregen om te fermenteren. In maart was het product klaar en kon het direct worden toegepast.”

Groentuin SWB. In die Groentuin, een kwekerij waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken, is de bladaarde door de bodem gewerkt en als mulchlaag aangebracht. De ’schoffeldruk’ is daardoor spectaculair gedaald. Ze hebben één keer geschoffeld, in het voorjaar en de rest van het jaar niet. Normaal gesproken moeten ze 7 of 8 keer per jaar schoffelen. We hebben daarnaast in een aantal plantsoenvakken bewust aan de ene kant wel bladaarde toegepast en aan de andere kant niet. De planten met de mulchlaag van bladaarde bleken duidelijk beter te groeien.”

„We hebben er heel goed op gelet dat we een product gingen maken dat goed toepasbaar is. We hebben ook al eens Bokashi gemaakt van keukenafval, maar als dat gefermenteerd is, ziet het er nog steeds uit als keukenafval, je ziet de bananenschillen en klokhuizen nog zitten. Het is dan wel een goed product om in de tuin te verwerken, maar niemand doet het omdat het er niet netjes uitziet. We wilden dus een product maken dat er goed uitziet en goed van samenstelling is. Doordat de bladaarde vermalen is voor het fermentatieproces, is het een mooie homogene massa, het ziet eruit als teelaarde. Een ander punt is dat we bang waren voor een hoog gehalte aan looizuur, omdat meer dan een derde van het blad van eiken afkomstig is. Maar uit analyses blijkt dat er van looizuur geen sprake is.

Het bladafval had voordat het in de slurf ging, een pH-waarde van 6,5 en een C/N factor van 90. Na het proces had het een pH van 6 en een C/N factor van 30.”

„Ja er zit wel zwerfvuil in, als we het blad verzamelen uit de plantsoenen zit er rotzooi in en als we het er weer in terugbrengen zit nog steeds dezelfde rotzooi erin. We proberen daar overigens wel wat aan te doen. De gemeente Hengelo houdt geregeld zwerfafvalcampagnes, waarbij onder meer scholen en scoutinggroepen worden benaderd om de straat op te gaan om zwerfvuil te verzamelen. Volgend jaar willen we dat graag intensiveren en in november plannen, zodat er vlak voordat we het blad verzamelen een ronde gedaan wordt. Zo kunnen we al een aardige slag slaan.”

„Zeker, je kunt Bokashi maken van allerlei groenafval. Het is ook toepasbaar voor waterbodemculturen, bermmaaisel, grof tuinafval, snoeihout, etensresten, noem maar op.”

„Ik heb het geluk in de gemeente Hengelo te werken, waar het bestuur meestal wel openstaat voor dit soort nieuwe ontwikkelingen. Mijn functie als Projectmanager Circulaire Economie heeft het natuurlijk ook in zich om dit soort systemen en kringlopen te activeren. Voor het werkschema van de groendienst is er ook het een en ander veranderd. Waar ze eerst door het jaar heen veel aan het schoffelen waren, zijn ze nu in een korte periode heel druk met het aanbrengen van de bladaarde. Maar goed, dat kun je natuurlijk gewoon doen. Waarom niet iedere gemeente dit doet weet ik ook niet precies. In principe kan dat wel, natuurlijk!” <


LRRIERPHQ ]ÄŽ Q YDQ RXGVKHU LQWLHP YHUERQGHQ PHW KHW ODQGVFKDS 'LW ERHN EHVFKUÄŽ IW PHHU GDQ ORRIERRPVRRUWHQ HQ K\EULGHQ GLH R D EHODQJUÄŽ N ]ÄŽ Q YRRU RSHQEDDU JURHQ $DQ ERG NRPHQ KHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HFRORJLH HQ EHKHHU (HQ VWDQGDDUGZHUN YRRU OLHIKHEEHUV HQ YDNPHQVHQ 0HW YHHO DFKWHUJURQGLQIRUPDWLH HQ UÄŽ N JHÃŒOOXVWUHHUG

• • • • •

Bestel nu voor €49,90!

0HHU GDQ VRRUWHQ ORRIERPHQ K\EULGHQ HQ YDULÈWHLWHQ HHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HQ EHKHHU GHVFKLHGHQLV YDQ KHW ERRPJHVODFKW HQ VWDQGSODDWVHQ LĎ VW YDQ FROOHFWLHV YDQ ERRPJHVODFKWHQ HQ PRQXPHQWDOH ERPHQ 0HW PHHU GDQ NOHXUHQIRWRpV

Onmisbaar voor bomenliefhebbers, boomkwekers- en verzorgers, beheerders, hoveniers, tuin- en landschapsarchitecten. HHW ERHN LV WH EHVWHOOHQ YRRU b LQFO EWZ exFO YHU]HQGNRVWHQ GRRU HHQ PDLO WH VWXUHQ QDDU LQIR#KRUWLSRLQW QO

KOLTEC

Schoenen en werkkleding droog en hygiënisch Info: drytech.nl • Wim Troost • w.troost@drytech.nl • 06 26 02 23 32


ls werkgever heeft u de verplichting het loon van een zieke werknemer twee jaar lang door te betalen. Als uw werknemer aan het eind van deze termijn nog niet, of nog niet volledig, aan het werk is, dan beoordeelt het UWV of u én uw werknemer voldoende hebben gedaan om uw werknemer te re-integreren. Dit kan in uw eigen organisatie zijn of bij een andere werkgever. Dit is de zogenaamde Poortwachtertoets. De uitslag van deze toets kan alleen zijn dat er wel of niet voldoende re-integratieactiviteiten zijn verricht. Als het UWV oordeelt dat er voldoende re-integratieactiviteiten zijn verricht, dan zal het UWV verder gaan met de WIA-beoordeling (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Het gebeurt echter steeds vaker dat het UWV oordeelt dat een werkgever niet voldoende heeft gedaan om een uitgevallen werknemer weer aan het werk te krijgen. Het gevolg is dat de werkgever verplicht wordt het loon van de werknemer maximaal één jaar door te betalen. En let op: uw verzuimverzekering geeft geen vergoeding voor de loonsanctie van dit derde jaar loondoorbetaling, waardoor deze kosten volledig voor uw rekening komen.

De Poortwachtergarantie betekent dat de werkgever door SAZAS en Stigas gevrijwaard wordt voor een eventuele loonsanctie van het UWV mocht bij een WIA-aanvraag het UWV oordelen dat er onvoldoende inspanningen geleverd zijn. De Poortwachtergarantie geldt voor nieuwe ziektegevallen vanaf 1 januari 2017.

De Poortwachtergarantie biedt werkgevers diverse voordelen: een garantie op de kwaliteit van de dienstverlening; de werkgever loopt bij het opvolgen van de adviezen geen risico op een loonsanctie; het voldoen aan de re-integratieverplichtingen draagt bij aan het verkorten van de verzuimduur, wat de verzuimkosten laag houdt.

Het is belangrijk dat de werkgever zich houdt aan de Wet verbetering Poortwachter en de adviezen van de arbodienst opvolgt. Daarnaast moet hij de voorschriften uit de Arbowet opvolgen, waaronder de wettelijk verplichte risico-inventarisatie. De werkgever wordt hierbij ten volle ondersteund. De Poortwachtergarantie is gekoppeld aan het pakket ‘SAZAS Verzuimmanagement Compleet’.

Jan Hordijk, manager Schadeservice SAZAS: „Eigenlijk werken we al lang Poortwachter proof, maar met de Poortwachtergarantie laten we klanten hier nog eens extra van meeprofiteren.” Lucy Beld, coördinerend arbeidsdeskundige Stigas: „De Poortwachtergarantie is een logisch gevolg uit onze gezamenlijke ketenaanpak en zal voor ons een extra drijfveer vormen om het voor de klanten nog beter te willen doen.” <


n de afgelopen zeventien jaar groeide De Groene Sector Vakbeurs uit tot hét kennis- en netwerkmoment voor de groene branche. Vakmensen ontmoeten er hoveniers, boomkwekers, beslissers binnen de gemeentelijke groenvoorziening en tuin- en landschapsarchitecten. Dit jaar staat de beurs in het teken van verandering. Stilstand is immers achteruitgang. De beurs is groter dan voorgaande jaren en er is weer van alles te beleven. Zo pakt Stihl groots uit in hal 7 waar ze samen met IPC Groene Ruimte interactieve workshops geven. Daarnaast wordt in samenwerking met de Tuinprofessionals een belevingstuin aangelegd.

Primeur dit jaar is Het Groene Inspiratiepark, verzorgd door Husqvarma Nederland B.V., Van Vliet Kastanjehout, Innogreen V.O.F en Espalier. In dit park kunnen bezoekers duurzame, inspirerende praktijkoplossingen zien, voelen en vooral ervaren. Ook op kennisgebied ontbreekt het de bezoekers aan niets. In het hart van het park bevindt zich Het Kennistheater, waar tal van sprekers o.a. hun visie geven op het thema ‘duurzaamheid’ en relevante innovaties. De Groene Sector Vakbeurs komt dit jaar met een nieuw initiatief: Het Groene Inspiratiepark. Het concept focust zowel op gemeenten als op de hovenierssector. Welke tools zijn er als je duurzaam wilt werken in het groen? Hoe pas je duurzaamhei en innovaties toe op je eigen werkwijze? Hoe kun je onderscheidend zijn in je werk? Hoveniers hikken tegen deze vragen aan. In Het Groene Inspiratiepark kunnen bezoekers praktische oplossingen van de ‘groene toekomst’ zien, voelen én

ervaren. „Oplossingen van aanleg tot onderhoud, bodem tot groen, en alles wat daar tussen valt,” aldus adviseur Ramon Schlepers van Evenementenhal. Initiatiefnemers van het Groene Inspiratiepark zijn Husqvarna, Espalier, Van Vliet Kastanjehout & Innogreen. In het inspiratiepark komen diverse productleveranciers te staan: per segment één exposant. De leveranciers tonen bezoekers innovaties met een directe vertaalslag naar de praktijk. Vragen kunnen direct gesteld worden en oplossingen gedemonstreerd. In het hart van het park bevindt zich het kennistheater, waar bezoekers geïnspireerd worden door praktijklessen.

Traditioneel organiseert het Axetreme Team drie wedstrijden: Beste Bosbouwschool, Kettingzaag Cup en een EKselectiewedstrijd Forestry Skills. In een speciaal opgebouwde arena vinden de wedstrijden plaats. Op 10 januari staat de Beste Bosbouwschool van Nederland centraal. Scholen gaan tijdens deze wedstrijd met elkaar de strijd aan. Een team bestaat uit vier personen. De Kettingzaag Cup 2017 wordt gehouden op woensdag 11 januari. Deelnemers aan deze wedstrijd zijn werkzaam bij sociale werkbedrijven. Op 12 januari staat een EK-selectiewedstrijd op het programma. Deze wedstrijd bepaalt welke vier studenten Nederland vertegenwoordigen in mei 2017 tijdens het EK Forestry Skills in Zwitserland.

Een ander traditioneel onderdeel is de

Nationale Wedstrijd Tuinaanleg. Tijdens deze wedstrijd worden de talenten van leerling-hoveniers in de leeftijd tot en met 22 jaar op de proef gesteld. Bovendien vormen de wedstrijden een stimulans voor de deelnemers, medeleerlingen en schoolleiders om hoog in te zetten op vakmanschap. Andere activiteiten op de beurs zijn de nieuwsjaarsreceptie van de VHG die op 10 januari wordt gehouden. Verder vinden er diverse productlanceringen en demonstraties plaats. Ook is er dit jaar een uitgebreid programma met lezingen en presentaties.

14.00-14.30 uur 'Online in de tuin. Calculatieprogramma voor hoveniers' Espalier - Lotte de Jong 15.00-15.30 uur 'Internet technologie in de groene sector' Husqvarna - Douwe Snoek 16.00-16.30 uur 'Groen, de absolute inspirator. Een reis door de meest inspirerende projecten en beplantingen waarbij groen alles heeft overtroffen. Een presentatie over beplanting die de meest inspiratieloze omgeving omtovert tot een onvergetelijke beleving' Boomkwekerij Ebben - Evert Johan van der Meulen 17.00-17.30 uur 'Tijdreis door de bodem. Bodem en bemesting' Innogreen - Ruud Snijders

14.00-14.45 uur 'Groen is Goud, kansen op de arbeidsmarkt! VMBO-stagecoördinatoren in Noordoost Nederland' Onderwijsplein - Reinier van den Berg 15.00-15.30 uur 'Groen is Goud, kansen op de arbeidsmarkt!' Husqvarna - Douwe Snoek 16.00-16.45 uur 'Klimaatverandering, wat brengt mij dat als groenbedrijf?' 4Groen Groen - Reinier van den Berg 17.00-17.30 uur 'Het eetbare bomen sortiment' 4Groen Groen - Van den Berk Bomen 18.00-18.30 uur 'Met beplantingsplanOnline.nl direct inzicht in uw groene business. BeplantingsplanOnline.nl is ontworpen voor hoveniers, grootgroen, werkvoorbereiders, inkopers en architecten. BeplantingsplanOnline.nl is gratis


en alleen voor groenprofessional' Olaf Nijenkamp - Wilco Boksebeld 19.00-19.30 uur 'Trees for All' Van Vliet Kastanjehout - Wilma Stegink

14.00-14.30 uur 'Naast winst een positieve impact maken op sociaal en ecologisch gebied: dat zijn B Corps. B Corp is een wereldwijde movement van bedrijven die, naast dat zij winst nastreven, ook middels een assessment hebben bewezen een hoge positive impact op sociaal en ecologisch gebied te hebben'

WA verlichting - Merel Hoftijzer 15.00-15.30 uur '3D visualisatie als showroom van uw bedrijf. TSD automatisering' 4Groen Groen - Hans Gageler 16.00-16.30 uur 'Circulair grondbeheer' 3Greensolutions - Bert van Vuren 17.00-17.30 uur 'Internet technologie in de groensector' Husqvarna - Douwe Snoek 18.00-18.30 uur 'Europees hout in de moderne tuin' Van Vliet Kastanjehout - Ruud Vermeer 19.00-19.30 uur 'Prijsuitreiking' NWT Skills De beurs is geopend van 13.00-21.00 uur.

► ► ► ► ► ► ► ►


et huidige ConnectedGardensysteem is nog in opbouw, maar op basis van de uitontwikkelde prototypes is het de verwachting dat het systeem snel kan worden uitgerold. „We zijn dan ook nog maar net begonnen,” zegt René Voogt, medeoprichter en CEO bij ConnectedGarden, tijdens de innovatiesessie bij Abbing Tuinaanleg in Zeist. ConnectedGarden is opgericht door Voogt in samenwerking met de Delftse bedrijven SpingSmart en Disdrometrics. Hierdoor heeft ConnectedGarden directe toegang tot de allernieuwste technologie. Het bedrijf combineert groene kennis met zogenoemde Internet of Things (analyse) technologie en slimme sensoren. Ook krijgt de start-up ondersteuning vanuit het Let it Grow-programma van FloraHolland. Tijdens de innovatiesessie werd een demonstratie gegeven van de diverse prototypes waar ConnectedGarden momenteel praktijktesten mee doet. Voogt: „Onze missie is heel duidelijk: meer tuinplezier met minder gedoe. In ieder geval is nu al zeker dat het een modulair systeem wordt waardoor er iedere keer nog zaken aan toegevoegd kunnen worden. Verder is het de bedoeling om het systeem in eerste instantie via aangesloten hoveniers- en/of groenvoorzieningsbedrijven te vermarkten.”

De ConnectedGardenCloud combineert onder meer weerdata en botanische data met de gegevens van de sensoren in de grond. De draadloze, autonome sensoren meten vocht op worteldiepte, licht, temperatuur en regenval. Voogt: „We kiezen

ervoor om de tuin of het park daarbij op te delen in zones met een redelijk identieke biotoop. Sensoren worden, als de situatie erom vraagt, ook geplaatst bij losse solitairen in de grond of in potten. Van iedere zone wordt vervolgens ook alle beplanting aan de ConnectedGardenCloud toegevoegd, inclusief belangrijke kenmerken zoals voorkeuren op het gebied van vocht, licht en temperatuur. Zodoende kan een tuin of groenproject zeer gedetailleerd gemonitord worden.” Via een speciaal dashboard kan de situatie van iedere zone en solitair bekeken worden. Als er bijvoorbeeld vorst in aantocht is of een tekort aan water dreigt, kan het systeem dit melden. Voogt: „We zijn dus ook in gesprek met bedrijven die automatische beregeningsinstallaties leveren om onze systemen te koppelen, zodat op den duur ook volautomatisch beregend of bemest kan worden.” ConnectedGarden geeft alarmberichten bij dringende taken en taakberichten bij minder dringende taken. Beide varianten van deze ‘slimme’ berichten kunnen zowel naar de hovenier of groenvoorziener als tuineigenaar of naar een van beiden.

Een van de meest bijzondere onderdelen van ConnectedGarden, is het speciaal ontwikkelde algoritme. Hierdoor wordt niet alleen data verzameld om het systeem te laten waarschuwen of automatisch een taak te laten uitvoeren, zoals bijvoorbeeld beregening of afdekken van planten bij vorst, maar ook een slimme analyse van de data. Zodoende ontstaat


een zichzelf verbeterend systeem. Voogt: „Nu werkt het systeem dus nog op basis van standaardinstellingen, maar door continue vergelijkingen kan het systeem zichzelf steeds verder verbeteren.” Momenteel werken de sensoren nog op oplaadbare batterijen, maar in de toekomst zullen ze volledig zelfstandig kunnen werken via zonnepanelen. ConnectedGarden kan hoveniers en groenvoorzieners helpen om in contact te blijven met de klant, overzicht te houden over de status van verschillende tuinen en om een beter eindbeeld te kunnen garanderen. Voogt: „Je kunt ons systeem dus ook toevoegen als een onderdeel van het onderhoudscontract met klanten.” Na de demonstratie was er voor deelnemers gelegenheid om in groepjes van gedachten te wisselen over verschillende aspecten van het systeem. Een vertegenwoordiger van een grote boomkwekerij merkt op: „Wij zouden het kunnen gebruiken om aannemers te controleren of ze de beplanting wel voldoende water geven.” Ook de hoveniers en groenvoorzieners die aanwezig zijn zien mogelijkheden op dit vlak. Een vertegenwoordiger van Abbing Tuinaanleg vraagt: „Hoe gaat ConnectedGarden er voor zorgen dat de consument dit leuk gaat vinden?” Dat is

volgens Voogt inderdaad een belangrijk punt. „Wij denken dat de ConnectedGarden-app een heel persoonlijk iets moet worden. En dat je voor tuinbezitters of omwonenden ook leuke dingen toevoegt, zoals wanneer een boom gaat bloeien of wanneer je moet gaan snoeien. Het moet zowel functioneel als leuk zijn, zodat het uiteindelijk leidt tot meer tuinplezier.” ConnectedGarden wil ook op de al-

lernieuwste trends inspelen. Zo werken steeds meer gemeentes er naartoe dat particulieren en bedrijven hun eigen hemelwater zelf (her)gebruiken in plaats van het af te voeren naar het riool. „Op al dit soort nieuwe ontwikkelingen zullen wij met ons systeem direct inspelen. Slimme oplossingen die straks niet meer weg te denken zijn,” aldus Voogt. <



Bio Press van B&J is een samengestelde vloeibare meststof met een indirecte werking tegen mos. De leverancier adviseert om het product vòòr het verticuteren te gebruiken. Het heeft een zichtbare indirecte werking tegen mos in gazons binnen 24 uur. Bovendien is het een 100% plantaardig product. Bio Press is een concentraat dat je moet aanlengen met water ( 2 liter product mengen met 18 liter water). 2 liter Bio Press is goed voor 240 m² gazon. Het product is verkrijgbaar in verpakkingen van 0.5, 2 en 5 liter verpakking. B&J uit Burgum staat in standnummer 109 op de Groene Sector Vakbeurs.

Top Buxus Carpet bestaat uit natuurlijke vezels die je in een 3 cm dikke laag 20 cm rondom Buxus aanbrengt om een hygienische omgeving te creëren tegen schimmels. Eens per 3-4 jaar moet het aangevuld worden. Top Buxus Health Mix is een natuurlijk middel dat Buxus versterkt en schim-

mels tegengaat. De tabletten worden, opgelost in water, als bladmeststof over de planten verspreid. Top Buxus Carpet is verkrijgbaar in zakken van 70 liter. Top Buxus Health Mix is verkrijgbaar in potjes met 10 tabletten en in emmertjes van 100 tabletten. B&J uit Burgum staat in standnummer 109.

Workwear24 heeft een oplossing tegen doorweekte werkdagen. Voor regenachtige dagen heeft de online kledingwinkel een assortiment waterdichte werkkleding. De collectie bestaat onder meer uit regenbroeken met verstelbare pijpen, ademende regenjacks en regenoveralls

SIP Protection heeft, naast een voor de bosbouw ontwikkelde regenjas, nu ook een regenbroek. Zowel de jas als de nieuwe broek zijn opgebouwd uit de bekende Siopor buitenstof. Deze stof voldoet aan EN 343 klasse 3-3. De waterdichte maar ademende regenboek heeft een ritsluiting aan de achterzijde van iedere broekspijp. Deze loopt vanaf net onder het zitvlak naar de pijpuiteinden waardoor de gebruiker in staat is met zaagbroek en zaagschoenen aan de broek aan te trekken. Leverbaar in de maten S t/m 3XL, prijs €67,83 excl. btw.

die u droog houden. Elk kledingstuk is volledig wind- en waterdicht. De kleding is direct online te bestellen vanuit de webshop met levering in Nederland én België. Verzending van bestellingen vanaf €45 is gratis in Nederland.


Simpul komt met een nieuwe software-applicatie voor hoveniers. Hiermee krijgen ondernemers meer grip op hun bedrijfsvoering. Het softwarepakket is ontwikkeld in samenwerking met hoveniersbedrijven De Langstraat, MV Tuinadvies, Visio Verio Tuinen en De Groot Hoveniers. Simpul

is een online applicatie. Hierdoor kunt u altijd bij uw gegevens, via smartphone, tablet, laptop of pc. Denk aan relatieen projectbeheer, calculeren en offertes maken, werkbonnen schrijven, factureren, uren registreren en na-calculeren. Simpul staat op de Groene Sector Vakbeurs in stand nr. 334.

Living Luxury staat in standnr. 315 met een nieuwe metalen afboording. Met deze afboording kan grind of split op een stijlvolle manier worden gescheiden van andere tuindelen. De afboording is verkrijgbaar in vijf verschillende afwerkingen, zodat deze altijd binnen de gewenste tuinstijl past. Er is

keuze uit wit, zwart, verzinkt, roestvrij staal en corten staal. Ook zijn er diverse nieuwe kleurrijke grindsoorten. Bijvoorbeeld beach pebbles in de kleur antracietgrijs met beige accenten. De vorm van de stenen is mooi afgerond, zodat ze prachtig passen op sier- of looppaden en op de oprit.

Stihl staat met een volledig assortiment op de Groene Sector Vakbeurs, waarbij het accent ligt op accu-aangedreven producten. „Wij willen klanten informeren en adviseren over het gebruik, de veiligheid en het klein onderhoud van machines. Dat doen we door workshops, waarbij bezoekers

de producten in werking kunnen zien,” zegt Tommy Nagtegaal van Stihl. „We moeten blijven vernieuwen. Ik geloof in deze interactie en beleving, mensen moeten kunnen zien wat er allemaal mogelijk is. Wat mij betreft zou deze beurs meer een one-stop-shop mogen worden.” Standnr. 701.

HoveniersAcademie & Groene Technieken introduceren twee nieuwe opleidingen op de Groene Sector Vakbeurs. De kadertraining Werkleider is voor medewerkers die hun leidinggevende kwaliteiten verder willen ontwikkelen en aanscherpen. Dit is een 10-daagse opleiding waarin

praktisch leidinggeven aan bijzondere doelgroepen centraal staat. In de workshop Arbo: Veilig en gezond vakwerk leren leidinggevenden hoe zij in het hoveniersbedrijf het veilig en gezond werken versterken. Met meer winst door minder schades en uitval tot gevolg. Te vinden in standnr. 527.


Compo Expert is deze editie van de Groene Sector Vakbeurs voor het eerst aanwezig. Het bedrijf produceert zowel vaste als vloeibare meststoffen voor de professionele markt. Compo Expert is van oorsprong een Duits bedrijf dat de komende tijd wil inzetten op groei in Nederland, vooral in de hovenierswereld. Zo wordt op de beurs bodemverbeteraar Karisol onder de aandacht gebracht. Dit middel, dat nog niet in Nederland wordt gebruikt, heeft een organische stofgehalte van 73%. Dit zorgt ervoor dat je er in verhouding minder kilo van nodig hebt dan van andere bodemverbeteraars met minder organische stof. Standnr. 202.

GreenMax komt met een nieuw boombunkersysteem. De TreeParker is ontwikkeld om de kosten van de groeiplaatsconstructie te verlagen, te bezuinigen op installatietijd en te combineren met regenwateropvang. Het systeem is ontwikkeld dankzij de ervaring opgedaan door beproevin-

Op 10 januari vindt op de Groene Sector Vakbeurs om 16 uur een productlancering plaats in standnr. 206 van Felco. Het Zwitserse bedrijf is met name bekend om zijn snoeischaren en handzagen.

Auga staat op de Groene Sector Vakbeurs in standnr. 303 met nieuwe techniekputten die volop in ontwikkeling zijn, uitgevoerd met verschillende filtratiesystemen.

Van den Berk Boomkwekerijen is ook deze editie weer aanwezig. In standnr. 160 praten ze u bij over de nieuwste ontwikkelingen en trends in de sector.

TSD IT introduceert apps die de binnendienst op kantoor met de uitvoerder of ploegleider verbinden. Alle gegevens en functies die buiten nuttig zijn voor business-gebruikers, staan ook in de app op locatie ter beschikking. Standnr. 127.

De Groene Sector Vakbeurs heeft deze editie een eigen app waarop alle informatie staat. De app is te downloaden via de Google Play Store en de Apple Store.

gen, projecten en discussies met diverse actoren. Naast functies zoals dragen van verkeerslasten en bieden van ongehinderde wortelgroei, zijn andere factoren van belang: eenvoudig design, duurzaamheid, variabele inbouwdiepte en hoog percentage grond in het systeem. Standnr. 105.

Om mobiel werken op locatie nog makkelijker te maken, introduceert Infogroen op de Groene Sector Vakbeurs VisionMobile, de geheel vernieuwde versie van mobiel werken in GroenVision. Bij de ontwikkeling is vooral aandacht besteed aan het optimaliseren van bedieningsgemak, de logica

van de menustructuur en de gebruikte iconen. Hierbij is gebruik gemaakt van studies die onderzochten hoe mensen een beeldscherm bekijken en welke menustructuur en -knoppen als meest toegankelijk worden ervaren. Maak in standnr. 112 van Infogroen kennis met Vision-Mobile.


NOMINATED



it dakterras in Millingen aan de Rijn heeft alle kenmerken van een gewone tuin. Martijn de Groot van het gelijknamige hoveniersbedrijf in Volkel heeft zijn eerste daktuin dan ook ingericht zoals hij elke tuin zou inrichten. Drie jaar geleden klopten de eigenaren bij De Groot Hoveniers aan, nadat ze bij vrienden kennis hadden gemaakt met een van zijn tuinen. „Zo’n tuin wilden zij ook.’’ De eigenaren hebben een meubelstoffeerderij en wonen boven hun winkel. Jaren geleden hadden zij hun dakterras al eens laten inrichten met een groot vlonderterras en klimop op de erfgrens. „Maar dat terras was saai, onbeschut en niet gezellig, daar maakten ze nooit gebruik van.’’ De huidige inrichting is drie jaar oud. De Groot vond het belangrijk om een tuingevoel op het dak te creëren. Daarom heeft hij drie zitplekken gemaakt, die aparte ruimtes vormen door het gebruik van hoogteverschillen, de opstelling van de planten en de plaatsing van het kunstgras. Zo bevindt zich onder de overkapping het eetterras, schuin daartegenover in de hoek ligt het verhoogde zonneterras, en recht boven de winkelstraat is een loungeterras gemaakt. Als er een festiviteit in de straat is, dan zitten de eigenaren op de eerste

rij. „Erg leuk, want vanaf die plek hebben ze heel gemakkelijk contact met andere mensen.’’ Behalve de drie terrassen zorgt het waterelement volgens De Groot voor een tuingevoel en beleving. Vanaf de verschillende terrassen, en vanuit de woonkamer heb je zicht op het vallende water. „Het vormt het verbindende element’’, aldus de hovenier. Onder de waterbak is een extra stalen balk geplaatst om het gewicht ervan te dragen. Veel groen is ook een belangrijke voorwaarde volgens De Groot om een tuinbeleving te creëren. „Daarom hebben we ook planten in het hart van de tuin gezet en niet alleen op de erfgrens zoals op het vorige dakterras het geval was.’’ De hovenier heeft vooral voor onderhoudsvriendelijke, sterke planten gekozen, daarnaast heeft hij zich beperkt tot slechts een paar soorten om rust op het dak te houden. Zo heeft hij een grootbladige Hydrangea toegepast, omdat deze plant lang en uitbundig bloeit en een mooi wintersilhouet heeft. Ook staan er verschillende vaste planten en siergrassen als Pennisetum alopecuroides ’Hameln’, Molinia arundinacea ’Karl Foerster’ en Liriope muscari ’Big Blue’. Voor hoogte zorgen een meerstammige sering, een solitaire Carpinus betulus ’Fastigiata’ en een Nandina domestica. Op de erfgrens is Prunus lusitanica ’Angustifolia’ toegepast; die wordt wel in haagvorm geknipt, maar dat gebeurt met de hand met een snoeischaar om een losse vorm te creëren. De planten groeien allemaal in aluminium bakken. Dit materiaal gaat lang mee volgens De Groot en is makkelijk schoon te maken. Daarnaast vonden de eigenaren de strakke uitstraling


het beste bij de tuin passen. Voor de kleuren wit en antraciet is gekozen, omdat ze binnen in de woning deze kleuren ook veel hebben toegepast. De bakken variëren in grootte en hoogte. Ook heeft De Groot een aantal losse blokken geplaatst, die fungeren als sokkels of als extra zitplek. De plantenbakken zijn daar gezet waar de constructie genoeg draagkracht heeft. Bij de bestaande jacuzzi is een buitendouche geplaatst, in hetzelfde materiaal als de omlijsting van de haardhoutopslag. Die opslag staat daar overigens voor de sier, om het tuingevoel te vergroten, in de tuin is niet voorzien in een vuurplaats. „De opslag geeft een mooi natuurlijk contrast tegenover alle strakke gladde materialen’’, verklaart De Groot. De tuin is voorzien van een uitgebreid lichtplan van in-lite. Dat is een voorwaarde als je met De

Groot Hoveniers in zee gaat. „Ik vind het belangrijk om het tuinseizoen daarmee te verlengen’’, legt de hovenier uit. De speciale elementen, de heesters en het waterelement bijvoorbeeld, worden uitgelicht. Daarnaast zijn de trappen van de vlonder voorzien van inbouwspots en wordt de veranda eveneens verlicht. <


oor haar afstudeerwerk ’Tweede Natuur’ raakte Hannah Schubert gefascineerd door Louis le Roy. In haar scriptie onderzoekt Schubert hoe je vervallen gebouwen deels geregisseerd kunt transformeren naar landschap. Dit zal uiteindelijk met elk gebouw gebeuren zodra je het aan zijn lot overlaat. Door kleine ingrepen kun je dit proces versnellen. Een gebouw kan een oase in het landschap worden omdat het zijn eigen natuurtype aantrekt. Dit voortbouwen op wat er al is zonder vooropgezet plan en de natuurlijke processen een handje helpen, ziet Schubert terug in het werk van Le Roy, bouwer van verschillende ecokathedraalprojecten in het Noorden van het land (zie kader). Evenals het op een andere manier waarderen van onze omgeving, door de waarde niet uit te drukken in geld, maar in schoonheid en ecologie. Toen Schubert in 2013 met haar onderzoek begon, was Louis le Roy een jaar eerder overleden. Toch koos ze hem als oude meester, omdat ze benieuwd is naar zijn beweegredenen, zijn gedachtegoed en zijn leven. Interviewpartner is architect Rob Hendriks. Jarenlang trok hij met Le Roy op, nadat hij door de Belgische architect Lucien Kroll bij hem was

geïntroduceerd. Schubert: Wat was de connectie tussen Lucien Kroll en Louis le Roy? Hendriks: Le Roy en Kroll bouwden beiden aan projecten die zich in de tijd evolueerden, Kroll met zijn gebouwen en Le Roy met zijn tuinen. Bij diverse projecten heeft Kroll Le Roy erbij gevraagd. Bijvoorbeeld in de jaren zeventig toen hij voor de Universiteit van Leuven samen met studenten een aantal universiteitsgebouwen ontwierp. Le Roy heeft daar hetzelfde gedaan als in Heerenveen, hij is samen met studenten puin gaan verzamelen, stenen gaan stapelen en heeft stukken ingezaaid. Schubert: Kwam de betrokkenheid van Le Roy bij dit soort projecten voort uit zijn fascinatie voor de natuur? Hendriks: Le Roy zag natuur als een tijdelijke verschijningsvorm die voortdurend in verandering is. Het ging hem alleen maar om het proces. Dat beeld waar


mensen verliefd op worden, dat boeide hem helemaal niet. ’O mooie tuin heeft u hier’, als je hem boos wilde krijgen, moest je dat zeggen! Zijn grootste succes is als bijvoorbeeld in Mildam biologen komen, die de hele toestand daar inschatten op tweehonderd jaar oud. Terwijl het maar 45 jaar oud is, het is pas in 1970 begonnen. Hij heeft die versnelling weten te bewerkstelligen, door precies die dingen te doen, die de natuur al van plan was te gaan doen. Schubert: Ziet Le Roy die natuur als bijproduct of heeft hij die versnelling in gang gezet vanuit zijn liefde voor de natuur? Hendriks: Hij is niet die botanicus die al de Latijnse namen weet en etaleert. Niet lang voor zijn dood liep ik met hem door zijn tuin in Oranjewoud. Dan wees hij op een frambozenstruik die er veertig jaar over had gedaan om te verkassen, die was zelf aan het zoeken naar de meest optimale plek. Van dat soort dingen kon hij heel erg genieten. Hij is niet zozeer gefascineerd

door de schoonheid van de natuur, maar meer door de kracht van de natuur. Het vermogen om te overleven. Schubert: Bij het vormgeven van onze gebouwen en het inrichten van onze buitenruimte is alles erop gericht om verval zo lang mogelijk buiten te houden. Terwijl verval onderdeel is van ons. Hoe kunnen we dat systeem wat losser laten? Hoe ging Le Roy daarmee om? Hendriks: In zijn boek Natuur uitschakelen, natuur inschakelen dat in 1973 verscheen, zegt hij dat het systeem waar wij met zijn allen inzitten – die fixatie op een af eindbeeld en beheersing daarvan – dat dat prima is. Maar elk systeem heeft een tegenhanger nodig om te kunnen overleven, want als een systeem alleen maar in een soort monofunctionele rechtlijnigheid doorgaat dan zit er nooit meer ontwikkeling in. Hij eist daarom van de wereld dat 1% als een tegenkracht wordt ingericht. Ik

weet niet of hij het prima had gevonden als dat bijvoorbeeld zelfs 80 en 90% zou zijn geworden, maar ik ben er zeker van dat hij niet wilde dat dat het complete nieuwe systeem wordt. Bij hem gaat het altijd over symbiotische constructies, daarom is jouw afstudeerscriptie ook zo interessant, omdat het over meerdere lagen gaat, de ene laag is niet weg, maar de nieuwe laag bouwt erop voort. Die twee gaan samen. Le Roy en dat zie ik ook bij Kroll, heeft een soort grenzeloze acceptatie van alles, hij bouwt nieuwe dingen door ergens op voort te borduren. Door te analyseren wat er al is. Schubert: Hoe staat het vak er nu voor, ik zie namelijk wel een verschuiving richting Le Roy, is zijn gedachtegoed vergeten of juist geland? Hendriks: Wat ik in de architectuur zie – waarin ik het meeste thuis ben - is dat in veel gevallen de oude manier van denken niet meer werkt. Die ontwikkeling oude

>


stijl, waarbij er één iemand is, met één programma, een zak geld en een tijdsmoment waarop het af moet zijn. Le Roy improviseerde continu met wat er voorhanden was aan materiaal, kennis en energie. Dat vond ik schitterend. Om een voorbeeld te geven: geregeld dumpte er in Mildam een vrachtwagen het restmateriaal van stratenmakers, de ene keer waren dat driehonderd trottoirbanden, een andere keer stoeptegels, stukken metselwerk of oude funderingen. En altijd als die man kwam en hij kiepte die hele berg om, dan zei Le Roy: ’Dat is preciés wat we nodig hebben’ en dan ging hij ermee aan de slag. Of er diende zich op de Kennedylaan een school aan die mee wilde doen en dan paste hij dat op de een of andere manier in. Ik merk dat dat nodig is – het gebruiken van wat voorhanden is - om processen überhaupt van de grond te krijgen. Daarin is het gedachtegoed van Le Roy superactueel. Schubert: Kun je een voorbeeld geven? Hendriks: Mijn bureau is betrokken bij de inrichting van 40 ha weiland bij Ten Boer, een forenzengemeente op 10 km van Groningen. De gemeente heeft dit weiland gekocht om een nieuwbouwwijk te bouwen, maar acht jaar later is er nog geen enkele woning gebouwd. De gemeente wist ook niet precies wat ze er nu mee wilde, iets groens, iets duurzaams. Wij, mijn twee partners en ik, hebben tijdens een bewonersbijeenkomst van de

wethouder heel grootmoedig van haar de ruimte gekregen om te peilen welke ideeën er onder de bewoners leven en om te kijken of we die bij elkaar kunnen brengen. Dat was in februari 2014, afgelopen maand is er een contract getekend door de gebiedscoöperatie Woldwijk, de gemeente en de provincie. Het hele gebied is overgedragen aan de coöperatie. We hebben nu zo’n vijftien initiatieven waar we mee gaan beginnen, van boeren met vleeskoeien waarop je een abonnement kunt nemen tot een moestuinproject, een lokale energiecoöperatie en een proeftuin voor aardbevingsbestendige bouw. Ook in andere van dit soort rug-tegen-de-muursituaties kun je eigenlijk niet meer in één keer tot een oplossing komen. Bijvoorbeeld dorpen die door krimp te maken hebben met leegstand. We moeten nu oefenen met een ongewisse toekomst. We willen iets, we weten niet wat, maar die eerste stap die kunnen we net overzien. Als we die genomen hebben, dan kijken we verder en zetten we de volgende stap. Schubert: Dat zelf organiserend vermogen van een gemeenschap, is dat ook een link met Le Roy? Hendriks: Ja, Le Roy wilde dat mensen weer grip kregen op hun leefomgeving. Dat, én die stapsgewijze ontwikkeling, je hebt meer een idee dan een afgerond beeld. Schubert: In mijn afstudeerwerk wil ik

mensen meenemen, laten zien dat de transformatie van een verlaten gebouw een stapsgewijs proces is. Ik ben ervan overtuigd dat als je mensen de tijd gunt om te wennen aan die nieuwe situatie, je medewerking in plaats van tegenwerking krijgt. Dat zie ik ook in het werk van Le Roy. In eerste instantie waren zowel de gemeente als de bewoners niet heel enthousiast over zijn plannen en later is dat veranderd. Hendriks: Jouw betoog klopt, ik ben het er ook erg mee eens, maar het is natuurlijk reuze lastig om daar vóóraf ruimte aan te geven, want daarmee kun je vreselijk struikelen. Dat is met name voor politici heel vervelend. Hoe vaak Le Roy niet verzoeken heeft gehad van steden uit Duitsland of Zwitserland dat zij op een Gartenschau ook zo’n schitterende tuin wilde, hoeveel dat dan ging kosten en vooral wanneer het klaar zou zijn. Het enige wat Le Roy zei, was: ’Ik wil vijftien jaar de tijd, minstens’, dan waren ze snel uitgepraat. Overal waar de ecokathedralen door hebben mogen gaan, daar heeft het zo uitgepakt als jij vertelt, daar zijn de bewoners er zelf mee verder aan de slag gegaan. De wijk Lewenborg in Groningen bijvoorbeeld waar 6,5 ha groengebied door Le Roy is ontwikkeld. Hij is daar samen met bewoners tien jaar lang mee aan de slag geweest, heeft vijvers gegraven, puin gestort, bloemzaad gezaaid en wilgen geplant. Uiteindelijk is hij daar door de nieuwe wethouder weggebonjourd,


maar de bewoners zijn zonder hem doorgegaan. Een stuk of twintig initiatieven onder leiding van de stichting LeRoy Groningen lopen daar nu nog steeds: je hebt een pinetum, kinderboerderij, een speeltuin, volkstuincomplexen en boomgaarden. Hele binnentuinen zijn door bewoners zelf voorzien van barbecuekuilen en zitplekken. Schubert: Dat is eigenlijk het ideaal, Le Roy heeft het proces in gang gezet en het is overgenomen door de mensen zelf. Hendriks: Ja, Lewenborg is in dat opzicht zijn meest succesvolle project, al heeft Le Roy dat tijdens zijn leven nooit beaamd, want hij was zeer getroffen door hoe hij daar is weggestuurd. Schubert: Le Roy bouwde zonder vooropgezet plan. Door het stapelen van stenen ontstonden er structuren die behoorlijk architectonisch zijn. Over één van de nieuwere bouwwerken ’De Poort’ in Mildam zijn de meningen verdeeld. Ik vind hem echt prachtig. Wat vind jij daarvan? Hendriks: Het is een prachtig, indrukwekkend object, dat is ontegenzeggelijk waar. Maar hij past helemaal niet bij Le Roy. Het is namelijk een af-ding! Le Roy bouwde bijvoorbeeld altijd onder een bepaalde hoek met die steentjes, dan kwam er grond achter, en dat was precies de goede hoek om op het bouwwerk natuur te laten ontwikkelen en om

hem overeind te houden. Dit bouwwerk echter is met een waterpas aangelegd en heeft een horizontale bovenkant, terwijl bij Le Roy die stapels altijd net als bij de Grieken eindigen met een soort stekeinde uit het beton, want er kan nog wel eens een verdieping op gebouwd worden. De twee bouwers hebben hier anderhalf jaar aan gewerkt en toen ze klaar waren, wisten ze niet meer wat ze moesten doen. Zij hadden hun ding gedaan. Die ontdekten zelf ook: wat moeten we nu? Schubert: Die verleiding is wel heel begrijpelijk, de neiging om te plannen en om naar iets toe te werken. Hendriks: Ja, of om iets achter te laten. Het is ook zeker leuk om te kunnen zeggen ’dat object heb ik gemaakt’. Dat is boeiender dan wanneer je zegt ’ik heb hieraan meegewerkt, ik was er bij’. Als je in lange tijdstrajecten denkt, dan komt het overigens wel weer goed met die Poort. Hij zal als vanzelf opgaan in het grotere geheel. Er zal van alles in en op gaan groeien, delen zullen afbrokkelen en er komt ooit een keer een volgende groep mensen die verder gaat op het punt waar de vorige gebleven is. En over tien jaar moet je nog zoeken om hem terug te vinden. ’Hij moet weg’, dat zou Le Roy dus nooit hebben gezegd, hij was ervan overtuigd dat er uitsluitend voortgebouwd zou moeten worden op hetgeen er al is. <




3DTUIN Designer

Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!

Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%

✔ ✔

Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp

DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN

' systems

www.3dtuindesigner.nl URENBRIEF

HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !

www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS

TE DOEN KLANTEN

FACTUUR MEDEWERKER

www.buiterbeton.nl


VCA Europese Richtlijnen

Daktuincentrum

7

CE-markering

Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht, betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995

op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo

Eisen machines en gereedschap

• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels

Aan welke eisen moeten machines en aangedreven gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering • Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt Bewegende delen moeten afgeschermd zijn • Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier

Alles is op voorraad!

www.tfi.nl

ECOLAT ECOPIC • Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk

kunststof randafwerking

voor vijver/border/tuinpad

1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

• De werkgever verzorgt de periodieke keuring • Geldigheidsduur met sticker of kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig? Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )

• Geschikt voor het uit te voeren werk • In goede staat zijn Door dagelijks onderhoud van de werknemer

Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen

www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!

foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany

€ 199

v.a.

excl. btw

,= * p.p.

www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl praktijk.nl

*bel voor info

& voorwaarden:

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

0651 126 942

Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering

O A

ntwerp cademie

Boomstambescherming Beluchting & Bewatering Kantopsluitingen Amfibieënschermen

www.greenmax.eu

Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag

Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl

www.foreestgroenconsult.nl

verdeler Nederland www.stabu.com kunststof en techniek voor groen - infra 0499-575715


â– Tel. Web. E-mail

0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl

zaden van inheemse planten en kruidenmengsels

en W

e


„Afgelopen zomer ben ik 65 geworden. Daarom is het een goed moment om het stokje over te dragen. Ik blijf nog wel twee jaar betrokken bij het project 'Schoon water' en de uitwerking van de Green Deal Sportvelden. Hier ben ik maximaal één dag per week mee bezig.”

„Die vraag wordt mij de afgelopen tijd veel gesteld! Ik heb in ieder geval al wat cursussen besteld, ik verdiep mij namelijk in de filosofie. Daarnaast reis ik graag. Enkele jaren geleden ben ik in Alaska geweest en was toen gefascineerd door de beplanting die er groeit in de korte groeiperiode. Daar wil ik nog een keer naar toe. Verder ga ik mijn vliegbrevet halen, ik krijg in

maart de eerste les van een oud F16-piloot, maar niet in een F16... Zo lang je gezond bent, moet je niet thuis blijven zitten.”

„Ik heb voor ik met Eco Consult begon veel bij overheden gewerkt, op gebied van planologie, groen, openbare werken. Dat heb ik altijd boeiend gevonden. Bij Eco Consult bekeek ik hetzelfde werkterrrein, maar dan van de andere kant, met een andere insteek dan een ambtenaar. Ook hier vond ik veel voldoening in, met name in het samen met creatieve collega's bedenken hoe het beter kan. Ik hoop dat mijn opvolgers hier op dezelfde manier in staan.”

„In 1988 kwam het ministerie met een meerjarenplan gewasbescherming buiten de landbouw. Ik werd toen gevraagd bij de uitwerking. Daarvoor had ik in Rotterdam al ervaring met reductie van bestrijdingsmiddelen en dacht: 'Het kan best chemievrij'. In die tijd stond het milieu-aspect minder voorop. Uiteindelijk is het echter goedkoper om mee te bewegen met de natuur dan er tegen in te gaan.”

„Ik blijf genieten van de samenwerking met mensen binnen Eco Consult. In een bedrijf ben je toch vrijer dan in een ambtelijke situatie. Ik geniet ervan als mensen zich ontwikkelen in de groene sector, en als anderen ook de natuur beginnen te waarderen. Het is voor een deel toch zendingswerk.” <



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.