Actieperiode: 1 maart t/m 30 juni
2016
!"4$4%&'%!!()*+$!,造.
Zo’n 500 kinderen en 200 genodigden plantten bomen in het Kanaalpark naast het nieuwe Maximakanaal in Den Bosch. Als sluitstuk van het werk buiten, plantten kinderen van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, samen met kinderen uit ’s-Hertogenbosch, twaalf vredesbomen (ratelpopulieren)
in een Bomencirkel. Stichting Nationale Boomfeestdag wil zo tot uiting brengen dat samenwerken in en voor de natuur kinderen niet alleen de waarde van een gezonde natuur laat inzien, maar dat het ook verbroedert. Behalve het planten van de bomen was er ook een heel binnenprogramma georganiseerd in de Intratuin in Rosmalen. Op een groenmarkt leerden de kinderen van alles over de natuur en het milieu, en ze gingen in debat over de inhoud van een ’Europees Bomenverdrag’, dat oproept tot meer bomen planten door kinderen in Europa. Het Bomenverdrag is een samenwerking tussen ’s-Hertogenbosch, One Tree Per Child en Boomfeestdag. De dag werd feestelijk afgesloten met een optreden van Maan (the Voice of Holland).
Boomfeestdag werd uiteraard niet alleen in Den Bosch
15 maart. Dat was de datum waarop het verbod voor chemische onkruidbestrijdingsmiddelen voor professionele gebruikers uiterlijk in zou gaan. Op moment van schrijven is het inmiddels bijna een week later, en tegen de tijd dat u dit leest zijn we anderhalve week verder. U maakt vast regelmatig afspraken, over oplevering van een klus, en natuurlijk weten we allemaal dat de werkzaamheden soms uitlopen door omstandigheden. Dat kan gebeuren. Maar je moet wel heel sterk in je schoenen staan, wil je dag en maand noemen als uiterlijke datum waarop iets in moet gaan, om vervolgens deze deadline doodleuk te laten verstrijken, zonder taal noch teken. In de Tweede Kamer hebben ze blijkbaar belangrijkere dingen te doen, want er heeft voor zover ik kan zien nog niemand aan de bel getrokken bij de staatssecretaris over het verstrijken van de deadline. En de
gevierd, maar in 290 van de 390 gemeenten van Nederland. In elke provincie is er één accentgemeente waar een gedeputeerde van de provincie of de Commissaris van de Koning de dag bijwoont. In Eelde (gemeente Tynaarlo) werd een bijenbos geplant. De imkersvereniging HarenPaterswolde en het IVN EeldePaterswolde hadden hiervoor het initiatief genomen. De gemeente heeft een braakliggend terrein beschikbaar gesteld voor het bos. Met een inzamelingsactie is geld ingezameld om de bomen en heesters te kopen en de kinderen hebben ze geplant. In Rotterdam werd een drijvend bos geopend. Het dobberende bos is in de Rotterdamse Rijnhaven en bestaat uit 20 iepen in oude zeeboeien. Het groene kunstwerk blijft voor tenminste vijf jaar in de Rijnhaven en moet aandacht vragen voor kunst, innovatie en duurzaamheid. <
groensector zit ondertussen vertwijfeld te wachten op een besluit terwijl het onkruidseizoen met rasse schreden nadert. Het lijkt er toch meer en meer op dat de politiek zich op dit dossier vooral heeft laten leiden door de emotie, zonder daarbij de ratio in acht te nemen. Aangespoord door berichten over bijensterfte en normoverschrijdingen in het grondwater, is gekoerst op een verbod van middelen die gewoon netjes zijn toegelaten in Nederland en elders in Europa. Inmiddels dringt het besef door bij de regering dat je zulke middelen niet doodleuk even uit de handel kunt halen zonder goed onderbouwd bewijs. En dat ook gerenommeerde wetenschappelijke instituten met elkaar in de clinch liggen over de vraag of een stof schadelijk is of niet, dat helpt de besluitvorming natuurlijk ook weer gehaald...
Wat houdt sinusbeheer in? „Een gefaseerd maaibeheer voor bloemrijk grasland, maar dan niet in roterende blokken, maar in een slingerpatroon. Bij elke maaibeurt verleg je het patroon en varieer je met grote en kleine lussen waarbij je telkens insnijdt op het vorige patroon. Bij een maaifrequentie van twee keer per jaar, creëer je daarmee een vegetatie waarin alle fasen zijn vertegenwoordigd: stukken die gemaaid zijn in juni/juli, en stukken die pas gemaaid worden in september/ ktober en stukken die helemaal niet gemaaid worden. Je creëert overal overgangen van schraal naar ruig naar zelfs een bosrandvegetatie.’’ Wat is daarvan het voordeel? „De enorme variatie in vegetatie. Voor bijvoorbeeld dagvlinders, waarin ik in het bijzonder ben geïnteresseerd, is het nodig dat je alle situaties aanbiedt. Vegetatie waarin ze nectarbronnen vinden, maar ook opwarmplekken, afzetplekken voor eitjes en overwinteringsplekken. Je combineert met het sinusbeheer een botanisch verschralingsbeheer - gericht op de soortenrijkdom in bloemen met een faunabeheer, gericht op het creëren van een habitat voor insecten.’’
In het mozaïekbeheer gebeurt dat toch ook? „Slechts ten dele. Bij het mozaïekbeheer verdeel je het terrein in blokken, waarvan je elke maaibeurt er één of twee laat staan. Die blokken laat je roteren. Als toevallig in dat ene blok geen nectarbronnen voor vlinders aanwezig zijn, moeten de vlinders op zoek naar alternatieven die er vaak niet zijn in de omgeving. Bij een blok dat in een ongunstige toestand verkeert, is de kans niet onbestaand dat je een bepaalde vlindersoort op die manier eruit maait. Bij sinusbeheer zijn er overal op een perceel situaties waarin de vegetatie in een variërende toestand voorkomt. Het mozaïekbeheer gaat er vanuit dat er in de buurt van een perceel genoeg andere graslandjes of corridors voor vlinders te vinden zijn, maar dat is achterhaald! Percelen liggen vaak totaal geïsoleerd in het landschap.’’ Maar die verruiging, is dat niet erg dan? „Die hoort er nu eenmaal bij, daarin overwinteren bijvoorbeeld bepaalde vlindersoorten. Vanuit botanisch oogpunt snap
ik dat die verruiging pijn doet, het is ook visueel aantrekkelijker om een volledig verschralingsbeheer toe te passen. Maar voor de fauna is het funest. Die knop moet echt om bij beheerders en beleidsmakers.’’ Leg dat maar eens uit aan bewoners die de verruiging een rommeltje zullen vinden. „Dat is inderdaad nog een mentaal probleem van de maatschappij. Communicatie is ontzettend belangrijk. Bij een aantal bloemrijke bermen van gemeenten waar we nu ook het sinusbeheer toepassen, hebben we daarom educatieborden geplaatst om uit te leggen wat we daar doen. Maar de revolutie op dat gebied moet echt nog plaatsvinden.’’ In uw onderzoeksverslag noemt u bloemrijke bermen ’een insectenval’. Wat bedoelt u hiermee? „Bloemrijke bermen zijn vaak nog de enige corridors voor insecten, en trekt zodoende alles aan. Wanneer je echter twee keer per jaar alles maait en opzuigt op een moment dat veel insecten actief zijn, dan haal je in een klap alle insecten weg.’’
En als je het maaisel een paar dagen laat liggen? „Dat is al een stuk beter, maar voor sommige soorten blijft het problematisch. Neem het zwartsprietdikkopje, dat is een vlinder waarvan de rupsen zich op 20 à 30 cm hoge vegetatie bevinden. Als je alles maait, dan haal je dus ook alle rupsen weg. Vaak wordt er ook niet onder ideale omstandigheden gemaaid, als dat om 7.00 uur ’s morgens is of bij nat weer, dan hebben vlinders (koudbloedige insecten, red.) ook geen plek meer om op te warmen en ze kunnen niet wegvliegen bij het maaien.’’ Krijgt uw onderzoek een vervolg? „Ja, de Nederlandse Vlinderstichting en de Werkgroep Dagvlinders van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie gaan de komende drie jaar in verschillende gebieden in Nederland en Vlaanderen het sinusbeheer toepassen en kijken wat dit oplevert.’’ <
In november 2014 is de Verordening Invasieve Uitheemse Soorten door Europa vastgesteld. Volgens deze verordening moeten soorten die door de EU als invasief worden gekenmerkt door alle lidstaten worden aangepakt. Een soort die door landen in Zuid-Europa als invasief wordt gezien, kan hierdoor ook in Noord-Europa worden verboden. Bij de Europese Commissie ligt nu een eerste lijst met veertien invasieve uitheemse soorten. Deze soorten mogen binnenkort niet meer gekweekt, verhandeld en worden toegepast in het openbaar groen
en particuliere tuinen. Op de lijst staan zeven terrestrische planten: onder meer Lysichiton americanus. Daarnaast worden zeven waterplanten verboden: Cabomba caroliniana, Eichhornia crassipes, Hydrocotyle ranunculoides, Lagarosiphon major, Ludwigia , Ludwigia peploides en Myriophyllum aquaticum. Behalve deze lijst, is er een tweede lijst in de maak. Van verschillende soorten liggen de risico-analyses ter behandeling bij het wetenschappelijk comité van de EU. Hierop staan onder meer Acer negundo (vederesdoorn), Gunnera tinctoria, Impatiens glandulifera (reuzenbalsemien) en Lupinus polyphyllus (vaste lupine). Van verschillende soorten worden momenteel risico-analyses opgesteld, die kunnen leiden tot een verbod; onder meer van Ailanthus altissima (hemelboom), Cornus sericea, Fallopia x bohemica (Boheemse duizendknoop) en Spiraea tomentosa. <
Iedereen heeft het wel eens. Je moet er even tussenuit. Genoeg van alle deadlines, dagelijkse beslommeringen en de routine van de dag. Tijd om de de stekker er uit te trekken en op pad te gaan. Wel nu, ik ben er op uit en meer bepaald in Chili. Wat een land om er tussenuit te zijn. De meest adembenemende landschappen volgen elkaar in rap tempo op. Besneeuwde vulkaantoppen omzomen eeuwenoude bossen met daarin uitgestrooide azuurblauwe meren en lagunes. Araucaria’s, onze minkukel van menig voortuin, volwassen uitgegroeid tot palmsilhouetten versterken de bergkammen en immense bossen van Nothofagusen rijzen tot de hemel. Ravijnen met overvloedige watervallen rijkelijk begroeid met mossen, varens en manshoge Gunnera’s. Wist je trouwens dat je deze kunt eten? De stengels kort gestoomd in een salade en de bladeren omgevouwen tot stoomzak voor kip. In de droogste woestijnen van
Midden in Amsterdam, aan de Middenweg, is een PopinnPark geopend. Het is een initiatief van Stichting Groen in Grijs. Diverse groenbedrijven werkten mee aan de totstandkoming. Het PopinnPark speelt in op de leegstand in winkelstraten en zorgt voor een andere invulling van de leegstaande panden. Daarnaast wordt ingehaakt op de trend van stadslandbouw en eetbaar groen en worden er lezingen, workshops en presentaties georganiseerd. Maar net als bij een echt park kun je er gewoon binnenlopen en even ontspannen in een groene ruimte. <
de wereld, waar het goed sterren kijken is, rijzen steden op als welkome verkoelende groene oases in de woestijn. Met bewateringssystemen die berusten op technieken waarvan de ontstaansgeschiedenis terug te traceren is naar de Mapuché, de oorspronkelijke bevolking van het land. De planten die je hier tegenkomt zijn rechtstreeks geïmporteerd in onze woonkamers en tuinen. Graslelies tieren hier weelderig en fuchsia’s torenen hier makkelijk boven je uit. Echt een land waar je dus helemaal tot rust komt, zul je wel denken. Nee, eigenlijk niet! Zoveel impressies en indrukken zijn bijna niet te bevatten. „Reizen maakt moe’’, stelde een nieuwe vriend op deze reis. Echter, de batterij is wel opgeladen. De geest bruist en de vingers kriebelen om de nieuwe ideeën en de opgedane inspiratie, om te zetten in nieuwe ontwerpen en plannen. We vliegen er weer in vanaf april. Hasta Pronto!
Vorige maand kondigde Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer onverwacht aan dat het gebruiksverbod voor particulieren voorlopig van de baan is. Dit op advies van de Raad van State in verband met de juridische houdbaarheid van het verbod. In een debat met de Tweede Kamer zei de staatssecretaris vervolgens dat het verbod voor professionele gebruikers uiterlijk 15 maart in zou gaan. Tot op
heden is er echter geen besluit gepubliceerd. Vanuit de hoek van hoveniers en groenvoorzieners komt steeds nadrukkelijker de vraag wat nu de stand van zaken is. Zolang er geen besluit wordt gepubliceerd, blijft het gewoon toegestaan om chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen te gebruiken. Voor de sector is het echter funest dat er, zo kort voor de start van het nieuwe onkruidbestrijdingsseizoen, nog geen uitsluitsel is.
VHG-directeur Egbert Roozen maakt zich ook zorgen over het uitblijven van duidelijkheid voor de groensector. „Het groeiseizoen staat voor de deur. Mijn boodschap aan de politiek is te zorgen voor duidelijkheid op zo kort mogelijke termijn. Dan weten ondernemers waar ze aan toe zijn.” Roozen vindt het ook nog
steeds onwenselijk dat er wel een verbod voor professionele gebruikers komt, maar niet voor de particulier. „Ik pleit, zoals we dat vanaf het begin gedaan hebben, voor een verbod dat gelijktijdig ook voor particulieren geldt. Het is moeilijk uit te leggen aan een professional, die alle benodigde opleidingen en voorzorgsmaatregelen heeft genomen, dat hij onder bepaalde voorwaarden geen gewasbeschermingsmiddelen mag toepassen en een ondeskundige particulier wel.” Volgens Roozen zijn er ook voor particulieren inmiddels diverse alternatieve methoden en middelen in de markt, waarmee de invoering van het verbod te onderbouwen is.
Wat ook een rol speelt in de Nederlandse discussie, is dat er op Europees niveau evenmin duidelijkheid is of glyfosaat wel of geen nieuwe toelating krijgt.
Afgelopen week heb ik een inleiding gegeven bij de introductie van het nieuwe TEEB-project. Het gaat om het vervolg op de TEEB-Stad tool, die een paar jaar geleden is gepresenteerd. TEEB staat voor The Economy of Ecosystems and Biodiversity. Met TEEB kun je de baten van groen in ruimtelijke plannen berekenen. Ook in geld. Door vervolgens in gesprek te gaan met degene die van deze verzameld voor het realiseren van een groenproject. Als voorbeeld gebruik ik altijd het winkelcentrum in Almelo. Daar was het plan om 28 bomen te planten. Met TEEB is uitgerekend, dat deze bomen zorgen voor in dat gebied. Waarom? Groen maakt een gebied aan-
Hierover moest in Brussel deze maand een besluit worden genomen. Doordat echter ook wetenschappelijke instituten het niet met elkaar eens zijn over de vraag of glyfosaat schadelijk is voor mens en milieu, hebben diverse lidstaten waaronder Nederland, aangedrongen op uitstel van een besluit hierover. Dit besluit moet echter uiterlijk in juni worden genomen, aangezien dan de huidige toelating van glyfosaat eindigt. Het lijkt er ook op dat de Nederlandse besluitvorming in een impasse verkeert waar het een verbod op onkruidbestrijding betreft. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor leveranciers van zogeheten laagrisicomiddelen, die eveneens door een verbod op chemische onkruidbestrijding worden getroffen. Maar ook de ontwikkeling van machines voor geïntegreerde onkruidbestrijding is zo goed als stil komen te liggen, in afwachting van een besluit. <
trekkelijker. Mensen blijven er langer en geven meer uit. Dergelijke berekeningen zijn onder meer ook te Voor onze branche is TEEB een veelbelovende tool. Als we de waarde van groen in euro’s kunnen uitdrukken, dan kunnen we wellicht opdrachtgevers, gen om in groen te investeren. Binnenkort tekenen we met diverse partijen een speciale deal en gaat de doorontwikkeling van de TEEB-Stad tool van start.
De hoveniersbranche sloot het laatste kwartaal van 2015 af met een omzetgroei van 4,8% ten opzicht van een jaar eerder. De jaaromzet steeg zelfs met 7% in vergelijking met 2014. Dat blijkt uit de Kwartaalmonitor van het CBS.
De actuele dekkingsgraad van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL) bedroeg eind januari 92,5%. Als gevolg van de dalende rentestand glijdt de dekkingsgraad steeds verder weg.
De NVWA heeft de ecologische risicoâ&#x20AC;&#x2122;s van 23 uitheemse energiegewassen in kaart gebracht. Tot en met 11 juni ligt deze risicoanalyse ter inzage.
Negen publieke partners hebben op 9 maart de City Deal klimaatadaptatie ondertekend. De ondertekening vond plaats in Zwolle.
Van der Tol en Nationale Bomenbank gaan de krachten bundelen in Noord-Holland.
In het parkbos in Haarzuilens is een oude traditie nieuw leven ingeblazen: sneeuwklokjes scheuren. Texelse sneeuwklokjestelers kwamen naar het nieuwe cultuurbos om vrijwilligers van Natuurmonumenten deze techniek te leren. Het parkbos is met 70 ha het grootste nieuwe natuurpark in de provincie Utrecht.
Design: Sfa Print
endroloog Rob Schoenmaker verzamelt rondom zijn monumentale boerderij bijzondere bomen en heesters. In de Noord-Ierse Rowallane Garden roemt hij Viburnum plicatum. In die tuin staat behalve de daar gevonden V. plicatum ’Rowallane’ ook een groep van de cultivar ’Mariesii’. Schoenmaker vindt de Japanse sneeuwbal ondergewaardeerd. „De plant bloeit rijk, is sterk en gezond en heeft mooi verkleurend herfstblad.” Hij ziet meer kansen voor de heester in het openbaar groen, bijvoorbeeld als groepsaanplant boven gesloten lage heesterbeplanting.
Omdat hij zelf op zware, relatief natte en slecht doorlatende kleigrond tuiniert, benoemt Schoenmaker nog wat minder bekende planten die op zo’n lastige plek goed gedijen. „Acer circinatum is mooi met ring. Deze esdoorn kan in de winter tijdelijk met zijn wortels onder water staan. Net als Viburnum cassinoides. En Quercus nigra lijkt er beter bestand tegen dan Q. palustris. In de huidige problematiek van klimaatverandering zijn dit misschien de planten voor de toekomst.” ra nr. 49 waarin een overzicht staat van planten voor natte locaties. „Daarin las ik
ook over Abies balsamea, die in mijn tuin vele weken 10 cm onder water stond, met uitstekend resultaat.” Hij benadrukt daarbij dat het soms wel zoeken is naar bijzonder sortiment. „Gelukkig zijn er nog gespecialiseerde kwekers met een goed aanbod en kennis.”
Freek Derks is een sortimentsliefhebber met een stadsarboretum. Hij verwijst naar een Arbutus unedo die al twintig jaar in zijn tuin staat. De bloei is jaarlijks gegarandeerd, vruchtzetting hangt af van de zomer die volgt. „De struik wenst wel een beschutte standplaats tegen
wind uit het noorden en oosten.” Vanwege de gunstige ervaringen met Arbutus noemt Derks Luma apiculata (syn. Myrtus) een heester die meer aandacht verdient. Hij wijst daarbij naar een meerstammig exemplaar in de tuinen van Mount Stewart. „Op een beschutte standplaats moet ook met Luma een goed resultaat te behalen zijn.” Verder noemt hij Sassafras albidum als boom die meer geplant mag worden. Hij noemt als voorbeeld een groepsaanplant langs het Apeldoorns Kanaal. „Mensen blijven er vaak naar kijken. De habitus met rechte stam en regelmatige kroon is fraai, net als de herfstkleur. Extra is het decoratieve, meervormige blad.” Ook noemenswaardig vindt hij Emmenopteris henryi. De boom bloeit slechts om de circa tien jaar. „Aan de ene kant is dat een nadeel, maar eenmaal weer bloeiend zal iedereen ernaar kijken. Goed voor het sortiment.” Tot slot noemt hij nog twee planten die volgens hem meer aandacht verdienen: Sorbus wardii >
(Tibetaanse lijsterbes) met zilvergrijs ovaal blad en oranje bessen, en Edgeworthia chrysantha vroege bloei en ronde habitus.
Twan Gremmen is landschapsarchitect en werkt voor een gemeente. In de tuin van Florence Court staat hij stil bij een Stewartia pseudocamellia. „Een decoratieve heester tot kleine boom met een mooie en vaak meerstammige habitus, bijzondere bloei, decoratieve bast, vurige herfstkleur en als extra decoratieve zaaddozen die de hele winter aanblijven.” Hij denkt wel dat Stewartia zich het best ontwikkelt op een beschutte standplaats. „In de tuinen die we hier in Ierland bezoeken, zie je vaak een solide opbouw van hoge bomen, met daaronder hoge heesters en lagere beplanting van heesters en vaste planten. In die beschutting doet Stewartia het heel goed.” Gremmen ziet het liefst meerstammige exemplaren als solitair of verspreid her en der in randen aangeplant. „Net als Amelanchier. De onderste takken wat opsnoeien laat de decoratieve stammen tot hun recht komen.” Gremmen benoemt ook de volwassen coniferen die in de Ierse tuinen te zien zijn. Met name Pinus vindt hij bruikbaar in openbaar groen. „Mooi in combinatie met loofbomen.” Hij benadrukt dat Pinus
de eerste jaren nog bossig is. Pas jaren later ontwikkelt Pinus zich tot een boomvorm met een kroon op een hoge stam. „Als het eenmaal zover is, dan vormt zich een jaarrond beeldbepalende boom met veel ruimte eronder.” In de tuin van Glenveagh Castle heeft Pinus een onderbeplanting van Rhododendron molle (Azalea mollis). „Dankbaar vanwege de rijke bloei en sterke geur.” Gremmen benadrukt het belang van kwekers die minder bekend sortiment aanbieden.
Paleobotanist (specialist in fossielen van planten) Johan van der Burgh noemt Calycanthus als heester die meer aandacht verdient. „Een makkelijke plant, de bloei is rijk met interessante bloemen en de geur van het hout is noemenswaardig. Met name van het dode hout. De plant is via wortelstek te vermeerderen dus goedkoop in productie. Belangrijk voor het huidige openbaar groen.” Boomkweker Mart van den Oever vindt Acer platanoides een ondergewaardeerde boom. „Het zit een beetje in de traditie. In Nederland kiezen we vaker voor A. pseudoplatanus. A. platanoides gaat veel richting Duitsland.” Hij wijst op een volwassen exemplaar in de tuin van Florence Court en vertelt over de
voordelen als: goede gezondheid, staande gele bloeiwijze vóór het uitkomen van het blad, mindere overlast van zaden en betere winterhardheid. „De boom heet niet voor niets Noorse esdoorn.” Met name de cultivars ’Columnare’ en ’Olmsted’ worden volgens Van den Oever vanwege de zuilvorm in Nederland nog wel aangeplant, net als ’Emerald Queen’ die een sterke herfstverkleuring heeft. De kweker vindt ook Celtis australis vermeldenswaardig. In de tuin van Seaford ziet hij er een staan. „Herkenbaar aan het zilvergroene blad.” Hij prijst de habitus, het attractieve blad, de herfstverkleuring en winterhardheid. „Zo’n boom kan ook goed tegen verharding dus mag vaker als straat- of laanboom worden aangeplant.” Bij Liquidambar , die in verschillende bezochte (Noord-)Ierse tuinen groeit, benadrukt Van den Oever de waarde van de cultivar ’Worplesdon’. „Er is veel vernieuwing met sterk op elkaar lijkende cultivars, maar ’Worplesdon’ heeft een uniforme habitus en een sterke herfstverkleuring.”
Van den Oever benadrukt tot slot het belang van de standplaats en andere groeiomstandigheden. „Succes hangt nooit alleen af van de keuze van de soort of cultivar. Neem bijvoorbeeld Cercis siliquastrum, als laanboom zelden een succes, maar in de luwte van een park vaak een prachtige solitair.”
Dendroloog Margreet Pels Rijcken zat in de jaren ’60 op de Middelbare Tuinbouwschool Huis te Lande. Ze noemt Zelkova en Parrotia als bomen die ze zich nog goed uit die tijd herinnert. „Gelukkig zijn die nog altijd behoorlijk bekend.” Bij de heesters vindt ze het jammer dat Clethra alnifolia, die ze tegenkomt in de tuin van Talbot Botanic Gardens, in de vergetelheid is geraakt. „In het kleine arboretum bij mijn oude school stonden exemplaren, maar ik herinner me ook aanplant in het Vondelpark.” Behalve de rijke bloei vindt ze de geur en herfstverkleuring sierwaarden. „En het is een sterke plant, dus geschikt voor openbaar groen.” <
et nieuwe bomenbeleidsplan was toevallig het eerste agendapunt dat de nieuwe Lissese wethouder groenbeleid, Evert Jan Nieuwenhuis in 2014 door de nieuwe gemeenteraad moest loodsen. Er lag een kersvers bestuursakkoord, waarin was overeengekomen dat de inwoners van Lisse voortaan bij de beleidskeuzes betrokken zouden worden. Daarom ging een bomenklankbordgroep van twaalf ge誰nteresseerde burgers meepraten over de nieuwe bomenverordening en een set beleidsregels voor de gemeente zelf. Veel bomenbeleid was er op dat moment niet. Lisse had alleen een lijst met waardevolle bomen. Nu kwam er
voor het eerst ook een categorie structuurbomen tussen de waardevolle en de gewone functionele bomen. De nieuwe bomenverordening regelt de bescherming van de waardevolle bomen in de gemeente, terwijl de beleidsregels vooral zijn bedoeld om het gemeentelijke bomenbestand te beheren en de herplantplicht te reguleren.
Lisse heeft 11.000 bomen binnen de bebouwde kom in kaart gebracht; ongeveer een halve boom per inwoner. Bomenwacht introduceerde daarnaast een methodiek om per wijk ook het
aantal bomen per woning aan te geven, met daarbinnen de vuistregel van 4% waardevolle bomen, 29% structuurbomen en 67% functionele bomen. Met de categorale herplantplicht weten alle plannenmakers nu wat hen te doen staat. Want net als de bebouwings- en parkeernormen, liggen nu de bomennormen ook vast. Groener kan altijd, maar grijzer niet. Na tien bijeenkomsten zit het werk er voor de bomenklankbordgroep op, maar op initiatief van de wethouder en beleidsmedewerker Paul Wolvers is besloten om voorlopig vier keer per jaar bijeen te blijven komen als adviesgroep bomen.
Voor bomenbeleid geldt dat de tegenstanders het altijd te veel zullen vinden en de voorstanders te weinig. Wethouder Evert Jan Nieuwenhuis (SGP/ ChristenUnie) kwam daar op de eerste dag van zijn politieke carrière direct mee in aanraking. „Als er bomen worden gekapt slaan mensen daarop aan. Is dat nu nodig? Kan dat niet anders? Had het niet even kunnen wachten? Toen ik twee jaar geleden wethouder werd was het sentiment: er wordt in Lisse wel heel makkelijk gekapt.” Er lag een bomenbeleidsplan; nu nog draagvlak. De nieuwe wethouder vond zelf ook dat de balans te vaak naar de verkeerde kant doorsloeg. „Ik begrijp dat, maar ik wilde meer gewicht aan de bomenkant van de schaal hebben. Bomen beschermen; alleen kappen als het niet
Beleidsmedewerker Paul Wolvers van de gemeente Lisse had direct positieve verwachtingen van de bomenklankbordgroep. „De indieners van zienswijzen op het bomenbeleidsplan kwamen voornamelijk uit het vakgebied. Het merendeel is wel kritisch, maar je kunt er ver mee komen. Het probleem is namelijk dat je soms besluiten moet nemen die over een aantal jaren pas zichtbaar zijn. Dat hoef je aan vakmensen niet uit te leggen, want die snappen dat.” De gemeente vroeg de indieners van de zienswijzen zitting te nemen in de klankbordgroep en de meesten gaven daar gehoor aan. Daarnaast werden
anders kan. Maar dan ook herplanten of op een andere plek compenseren. Bij lopende projecten knelt dat, maar er komt een moment dat je tegen de projectontwikkelaars zegt: nu was het bomenbeleid er toch écht eerder.” Nieuwenhuis is aangenaam verrast door de constructieve sfeer in de bomenklankbordgroep. „Bij de start stond de emotionele bankrekening niet bepaald in de plus. Het ging er ook weleens heftig aan toe, maar niemand zit daar voor z’n privébelangen te pleiten. Dat helpt enorm. De toon is ook niet dat er nooit een boom weg mag, maar als het verhaal niet stevig genoeg is, roept dat vragen op.”
Het Lissese bomenbeleidsplan gaat uit van 11.000 bomen in de gemeente; ongeveer een halve boom per inwoner. Op het eerste gehoor lijkt dat niet erg
geïnteresseerden via de gemeenterubriek in de lokale krant uitgenodigd. De eerste bijeenkomst werd in het najaar van 2014 gehouden.
„In het verleden zijn niet altijd heldere keuzes gemaakt. Er moesten zoveel mogelijk parkeerplaatsen tussen de bomen worden gewrongen. Na een paar jaar zie door oplopen. Soms zoveel dat ze alsnog weggezaagd moeten worden. Je moet soms rigoureus keuzes maken, hoewel je dat niet altijd in dank wordt afgenomen. Soms moet je opnieuw beginnen. Maar dan moet je zorgen dat er een structuur staat waar je 80 jaar mee verder kunt. Bomen op de juiste plek met de juiste ruimte.”
ambitieus. „Maar ik heb gemerkt dat het een hele kunst is om te houden wat we hebben. Er is veel duw- en trekwerk voor nodig om dat vanzelfsprekend te krijgen. Ik wilde weten welke kapaanvragen er binnenkwamen en er meteen bijzetten wat de herplantplicht is. Niet achteraf een boompje planten als dat zo uitkomt, maar aan de voorkant van het proces zien waar de bomen terugkomen!” De boomnorm gaat nu als eis mee in de projecten. „Daarom ben ik ook blij dat die bomengroep alert blijft. Nu zitten we er met z’n allen bovenop, maar straks zit er een andere raad en een andere wethouder. Je hebt met elkaar de morele plicht om er alert op te blijven. Zonder groen is het natuurlijk allemaal makkelijker. De grond die je uitgeeft, daar verdien je aan; het openbaar groen krijg je terug in je onderhoud. Die rekensom is snel gemaakt, maar we zoeken het beste voor het dorp.”
Wolvers ziet de klankbordgroep ook als een steuntje in de rug. „Als er nu in een project iets moet gebeuren zeg ik: de bomenklankbordgroep kijkt met ons mee. Daar wordt toch meer rekening mee gehouden. Het kan natuurlijk weleens lastig zijn, maar er zijn heel veel voordelen. Het houdt de hele organisatie scherp. Als dat niet zou gebeuren heeft de klankbordgroep geen toegevoegde waarde.” Dit jaar gaat de gemeente Lisse zo’n 300 particuliere adressen bezoeken voor een inspectie van de waardevolle bomen. „Ik heb van de particuliere eigenaren geen negatieve reacties gehad. De meeste mensen zijn trots op hun boom. Ze hebben vragen; willen weten wat ze moeten doen. We gaan van elke boom een rapport opstellen wat er moet gebeuren.”
>
Er was in Lisse behoefte aan een praktische invulling van het bomenbeleid, gecombineerd met een langetermijnvisie. Gerbrand van de Weerd en Susanne Driessen van Bomenwacht Nederland hebben daarom geen ruimtelijke visie neergelegd, maar een technische beheervisie. „In de praktijk zien we dat er heel veel emotie is over bomen die helemaal niet zo waardevol zijn”, zegt Van de Weerd. „De opgave was: hoe kun je beleid maken, zodat het helder en meetbaar is wat je doet. En je moet ook kunnen sturen als je afwijkt van je eigen beleid.” Gemeente en Bomenwacht kozen voor een technocratische benadering. Een halve boom per inwoner, met
Het groen leeft; ontwikkelt zich. Het blijft subjectief. Dat is wel zo, maar als we dat altijd blijven doen, missen we de mogelijkheid om het bestuur met de feiten te confronteren.” Driessen vult aan: „In het grijs zijn wel allerlei normen en zolang die er voor het groen niet zijn zullen de bomen altijd het onderspit delven.” Van de Weerd: „Denk aan de parkeernorm. Daar is ook een compensatiefonds voor. De manier waarop de parkeernorm werkt in de discussie met de politiek was ons voorbeeld. Je kunt er onder gaan zitten, maar dan moet je zoeken naar een oplossing. Technisch is er heel veel mogelijk, bijvoorbeeld op het gebied van groeiplaatsconstructies. Er wordt alleen nooit naar gekeken, omdat het niet afgedwongen wordt. We komen nog altijd weg met dat kuubje bomenzand met een boompje erin.”
gorale indeling: waardevol, structuur, functioneel. „De hele groene sector vindt het moeilijk om dingen meetbaar te maken.
Alle Lissese bouw- en renovatieplannen krijgen een groenparagraaf volgens de boomnorm. Als daarvan wordt afgeweken zal het college van B en W om een
Ted Wiegman woont - met 0,7 boom per inwoner - in de groenste wijk van Lisse, de Componistenbuurt. Als adviseur op het gebied
Een paar jaar geleden ben ik vanwege plotselinge grootschalige kap tegen de gemeente Lisse gaan zeuren. Er was wel een groenatlas, maar verder alleen een beheerplan. Dat is trouwens in heel veel Nederlandse gemeenten het geval.”
al meer dan tien jaar bezig met FSC en PEFC zou de gemeente nog een paar stappen extra hebben gezet bij het beschermen van de waardevolle en structuurbomen. „Jammer dat er geen berekening van de werkelijke boomwaarde in het bomenbeleidsplan is geïntroduceerd. Een grote tekortkoming.” Wiegman stond aan de basis van het bomenbeleidsplan en de klankbordgroep. „Het is goed dat ze ermee aan de slag zijn gegaan, maar dat wil nog niet zeggen dat ik langs de kant sta te juichen. Oké, we zijn op de goede weg.
Wiegman ergert zich aan de onaantastbare positie van de parkeerplaats in de openbare ruimte. „De auto is een heilige koe, maar gaan we nu een stukje blik hoger plaatsen dan een boom? Gooi nou die auto’s onder de grond. Kijk eens naar de social return, naar de gevoelswaarde van een duurzame leefomgeving. Ze hebben amateur-experts nodig om de langetermijnvisie te verbreden. Ik zie het elke keer weer. De klankbordgroepen op diverse terreinen en thema’s, dat moet een continu proces worden. Iedereen
onderbouwing vragen. Uiteindelijk is het de gemeenteraad die een keus moet maken. De bomenklankbordgroep blijft de stok achter de deur. „Ik ben er trots op dat we iets in handen hebben gekregen om het bomenbeleid meetbaar en objectiever te maken, waardoor je de discussie uit de emotionele hoek kunt halen”, zegt Van de Weerd. „Er zijn in Nederland meer gemeenten die een boomnorm hebben, maar die koppelen het niet aan projectontwikkeling, waardoor het als beleidsinstrument op de achtergrond raakt.” Hoe kijkt Bomenwacht Nederland aan tegen het inschakelen van een klankbordgroep met deskundige burgers? Van de Weerd: „Wij hebben gemerkt dat de gemeente het best wel spannend vindt om de bewoners in de keuken te laten kijken, maar uiteindelijk zie je dat ze er zelf veel sterker door staan.’’ Driessen: „Het is een mooie manier om te laten horen wat je wilt. Een verordening is iets waar het bestuur de bewoners aan kan houden; een beleidsregel dat is juist iets waar de bewoners het bestuur aan kunnen houden.”
moet elkaar steunen en scherp houden. Wiegman vindt dat de gemeente Lisse zich te veel bezighoudt met deelplannetjes van projectontwikkelaars: „Denk nou eens een keer wat breder! Ze zeggen: we moeten seniorenwoningen bouwen, maar het barst in het dorp van die blokkendozen. Creëer nou eens een mooi kwalitatief centrum met behoud van oude, gezonde bomen; dan hebben die mensen een plek waar ze naartoe kunnen gaan! Creëer een warme leefomgeving. Ik blijf er gewoon tegen ageren, hoor. Daar kunnen ze van op aan.” Hij is per saldo toch niet ontevreden. „Qua communicatie zijn we van een 3 naar een 6 gegaan. En ondanks dat je als individu nooit zult bereiken wat je zou willen, hebben we die bomengroep heel hard nodig. Als is het alleen maar om beleidsmakers langzaam maar zeker een duurzame, groene richting op te sturen.” <
aatschappelijk verantwoord ondernemen wordt steeds belangrijker, ook in de groensector. Ter Riele, dat zo’n zeventig medewerkers telt en actief is in groenvoorziening, hovenierswerkzaamheden en boomverzorging, ziet dat mvo steeds zwaarder weegt in de selectie van aannemers. „Dat merken we bij grote overheidsbestekken en bij opdrachten van het bedrijfsleven. Maar ook particulieren, die ook tot onze klanten horen, vinden het belangrijk dat je verantwoord bezig bent”, zegt projectleider Ron van Wijk. Om deze reden zijn mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een vaste waarde binnen het bedrijf. De laatste jaren merkte Ter Riele ook dat steeds meer opdrachtgevers belang hechten aan een gunstige CO2-uitstoot. „Een bestek van de Provincie Gelderland vormde vorig jaar de aanleiding om hiermee aan de slag te voor de CO2-prestatieladder als voorwaarde gesteld. Dat deed ons besluiten Om ons te onderscheiden in de markt, willen we als bedrijf altijd een stap extra zetten.” Meedoen aan de CO2-prestatieladder betekent niet dat de ondernemer een kant-en-klaar lijstje met eisen krijgt waaraan hij moet voldoen. „Het is de bedoeling dat je als ondernemer zelf een plan maakt en daarin je eigen doelen bepaalt. Dit moeten wel ambitieuze doelen zijn, waar je als bedrijf echt een inspanning voor moet leveren.” Stap 1 voor Ter Riele was het inzichtelijk maken van alle energiestromen binnen het bedrijf; hoeveel elektriciteit,
diesel en gas wordt precies verbruikt en waaraan? „Veel hadden we al op papier staan, maar het vergde ook nog behoorlijk wat uitzoekwerk.”
De belangrijkste en meest in het oog springende maatregel die het bedrijf nam, was het investeren in zonnepanelen. Met deze panelen, die op de loods liggen, wekt Ter Riele 95% van de eigen elektriciteit op. „Een ander belangrijk aandachtspunt is het stimuleren van de bewustwording onder het personeel. Tijdens de maandelijkse ISO- en VCAtoolboxen snijden we ook het onderwerp CO2-uitstoot aan. Is het wel nodig om de bus ’s ochtends een kwartier te laten warmdraaien? En moet je per se de hele week rondrijden met die berg zand op de aanhanger? Het moet tussen de oren komen te zitten dat dit brandstof kost. We zien dat dit langzaam maar zeker steeds meer beklijft. Ons dieselverbruik is vorig jaar bijvoorbeeld gedaald van 1 op 10 naar 1 op 11,5. Bedrijfsbreed scheelt dat een slok op een borrel. We hebben inmiddels een brandstofbesparing van 2% gerealiseerd, maar willen toe naar 10%.” Een ander belangrijke verandering is dat Ter Riele zoveel mogelijk gaat werken met klein elektrisch gereedschap. Hiermee werd afgelopen jaar al een proefproject uitgevoerd. „We zagen dat hiermee veel CO2-winst te behalen is. De gereedschappen worden namelijk aangedreven door de zonne-energie die we zelf opwekken. Dit spaart een heleboel brandstof.” Ter Riele heeft op dit moment al enkele elektrische heggenscharen, bosmaaiers en kettingzagen in
bezit, maar gaat dit jaar fors uitbreiden. „Het is de bedoeling dat twee ploegen in het groot groen volledig elektrisch gaan werken. Door de accu’s vooraf op te laden, kunnen ze hier lang genoeg mee vooruit. Daarbij is het prettiger werken voor ons personeel. Er is immers minder gereedschap een stuk lichter.” Ter Riele stapte in op de hoogste trede van de CO2-prestatieladder. „We leggen de lat altijd zo hoog mogelijk”, zegt Van Wijk. „Dat is gelukt; tijdens de audit behaalden we een 100%-score, we hoefden niets meer aan te passen. Dat is uniek, en daar zijn we als bedrijf best een beetje bijzonder, vooral omdat wij tot de eerste hoveniers- en groenvoorzieningsbedrijde nieuwe norm. Deze norm, die onder andere meer aansluit bij internationale normen, is in juni vorig jaar ingegaan.” forse investeringen, maar heeft volgens Van Wijk absoluut een meerwaarde. Enerzijds omdat besparen op CO2 hand in hand gaat met kostenbesparing. „Iedere liter brandstof die we besparen, levert geld op. Het mes snijdt dus aan twee kanten.” Ook in de markt heeft de CO2prestatieladder toegevoegde waarde. De
in bestekken. „De CO2-prestatieladder geeft vaak nét dat extra zetje om voor ons te kiezen; het levert ons absoluut extra werk op. Mede omdat we met de elektrische gereedschappen veel rustiger en stiller kunnen werken. Ook particulieren zijn hiervan gecharmeerd. Maar om de inspanningen daadwerkelijk effect te laten hebben, moet je wel duidelijk com-
municeren wat je op dit vlak doet.” Van Wijk verwacht dat een lage CO2-uitstoot in de toekomst een standaardeis zal worden. „De trend van maatschappelijk verantwoord ondernemen is nog lang niet ten einde. Uiteindelijk moet iedereen hierin mee. Daarom blijven wij onze CO2uitstoot de komende jaren actief monitoren en kijken we waarop we nog kunnen besparen. Dit is een continu proces.” <
et geschil vloeit voort uit een overeenkomst tussen een ondernemer en consument. De ondernemer heeft zich verplicht tot het leveren van materialen en planten, en het verrichten van werkzaamheden voor de prijs van â&#x201A;Ź78.000. Enkele jaren na de oplevering bemerkt de consument dat het tuinhuis dat door de ondernemer is geleverd en geplaatst, verzakt is. Daardoor is het tuinhuis scheluw geworden en sluit de schuifdeur niet meer. De consument is van mening dat het tuinhuis op kosten van de ondernemer moet worden gefundeerd.
De ondernemer constateert eveneens dat het tuinhuis - zij het minimaal - is verzakt. Hij voelt zich hiervoor echter niet verantwoordelijk. Volgens de ondernemer heeft hij er alles aan gedaan om het tuinhuis goed te funderen. Het plaatsen van het houten tuinhuis op een gefundeerd zandbed met grote tegels, en op een dorpel om rotting tegen te gaan, is een gebruikelijke opbouwmethode in de groenbranche. Onderheien zou voor een dergelijk tuinhuis een verhoudingsgewijs veel te dure optie zijn geweest. In de offerte en mondeling in het offertetraject is duidelijk aangegeven hoe het tuinhuis zou worden geplaatst.
De door de Geschillencommissie ingeschakelde deskundige stelt dat de verzakking is ontstaan door een hoger percentage aan inklinken van de bodem aan de linkerzijde. Dit is gebeurd na grondaanvullingen in verband met het plaatsen van damwanden aan de slootzijde. De fundering van zand met daarop tegels van 60 x 60 cm geven volgens de deskundige voldoende draagkracht voor het plaatsen van het tuinhuis, mits dit niet gebeurt op plaatsen van diep geroerde dan wel bewerkte kleibodem. Herstel is technisch mogelijk door het uitvul-
len van de fundering aan de linkerzijde, zodat de tegels onder de funderingsbalkjes in zijn geheel weer waterpas komen te liggen. Kosten voor herstel van de fundering bedragen â&#x201A;Ź1.520 (32 manuren) en â&#x201A;Ź120 aan materialen.
Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer het tuinhuis op een deugdelijke en in de branche gebruikelijke wijze gefundeerd. Dat de tuin, en daarmee ook het tuinhuis, in de jaren na de aanleg op bepaalde punten is gaan verzakken, kan de ondernemer niet worden verweten. Dit gegeven is inherent aan de omstandigheden ter plaatse. Slechts door middel van onderheien van het tuinhuis zou verzakking met zekerheid zijn uitgesloten. Onderheien is echter een verhoudingsgewijs zeer dure optie die volstrekt ongebruikelijk is bij een dergelijk tuinhuis. Dat de ondernemer deze optie niet heeft aangedragen in het offertestadium kan hem dan ook niet worden verweten. <
ien jaar oud is de tuin in het Zeeuwse plaatsje IJzendijke nabij de Belgische grens. De tuin is van Corinne Lecluyse die samen met Tom de Witte een ontwerpbureau voor de buitenruimte in Eede runt. En niet onverdienstelijk, vorig jaar maakten ze twee tuinen voor de Garden and Flowershow in Japan en wonnen daarmee de derde prijs. Ten tijde dat de tuin werd ingericht vormden ze nog geen duo, maar hun vriendschap is al zo oud dat het ontwerp een gezamenlijk product is. „Een sterk ontwerp, want tien jaar later staat de structuur nog steeds, we staan er nog steeds helemaal achter als ontwerpers’’, zegt De Witte. De tuin van 5 bij 17 m is omsloten door een samenraapsel aan muren, die horen bij de uitbouw en schuren van zowel de buren als die van Lecluyse zelf. Haar belangrijkste wens was daarom dat de tuin niet te complex zou worden met allerlei toevoegingen en gebruik van verschillende materialen. „Daar wordt de ruimte alleen maar onrustiger van.’’ Een vrije ruimte wilde ze graag. Die wens resulteerde in de houten vlonder die doet denken aan een afgeknotte ietwat vervormde ellips. In dit element zijn twee verschillende verblijfsruimtes geïntegreerd: voorin een grote leefruimte en achterin een verdiepte meer intieme plek daar waar de avondzon schijnt. „Geen aparte terrassen, geen padenstructuur, het is één lijn, één krachtig element waarin alles bij elkaar komt. De vorm volgt de functies’’, legt De Witte uit. De vlonder ligt los van zijn omgeving, de randen langs de muren en gevels zijn allemaal beplant. „Hij vormt een mooi contrast met het allegaartje aan muren’’, zegt Lecluyse. De vorm is niet recht en ook niet geometrisch te noemen, maar heeft evenmin een organische vorm. „Maar door zijn beweging geeft hij wel degelijk richting aan de tuin, het zorgt voor dynamiek’’, vindt De Witte. De vlonder ligt ter hoogte van de vloer van de
aanbouw, het terras achterin ligt een trede lager. Dit zorgt voor spanning in de tuin volgens de ontwerpers en op die manier is de meer intieme ruimte ontstaan. „Bovendien heb je nu een rand waar je ook op kunt zitten, bij grotere gezelschappen is dat erg handig’’, zegt Lecluyse. Zonder dat dit gebruik echter vast ligt.
De twee leefruimtes bieden allebei een andere blik op het centrale plantvak. Dit ligt ter hoogte van het tweede verdiepte terras. „Ook weer om spanning en dynamiek in de tuin te creëren’’, legt De Witte uit. De beplanting in dit vak – een combinatie van vaste planten en siergrassen – is gevarieerd en gelaagd, in elk seizoen ziet het er anders uit. Het vormt een scherp contrast met de beplanting langs de randen die uit één soort bestaan. Langs de uitbouw van Lecluyse en de achtergevel is dat Hakonechloa macra en langs de verhoogde rand die de rug van het centrale plantvak vormt is dat Molinia caerulea ’Moorhexe’. De monotone siergrassen versterken het gevarieerde beeld van het middenvak. In het centrale vak groeit een Sorbus vilmorinii, de boom is drie jaar oud en vervangt een Acer griseum die de twee oorspronkelijk hadden gezet, maar die niet goed gedijde in de zware grond. De en de mooie paarsrode bladkleur en bessen in de herfst. Behalve de boom zorgen bij het grote leefterras twee clematissen (C. ’Princess Diana’ en C. ’Prince Charles’) en een druif (Vitis ’Boskoop Glory’) voor verticaal groen langs de muren. Achterin rondom de kleine verdiepte zitplek zijn bamboes gezet om de ruimte af te schermen, samen met een Cercis siliquastrum zorgen zij hier voor hoogte. Ook hier groeit langs een van de muren een Clematis, C. ’Etoile Violette’.
>
ijdens de lessen in Londen volgen de onderwerpen elkaar snel op. Dit artikel gaat over ontwerpkunde met daarin wat ontwerpgeschiedenis door Andrew Wilson, een bekend Brits tuinontwerper met een eigen bureau, WilliamMcWilson Studio. Hij is de grondlegger van de London College of Garden Design en zit in de jury van de Chelsea Flower Show. Naast veel plaatjes van prachtige tuinen en dito showtuinen komen twee andere aspecten van de creatie van een tuin voorbij, namelijk het belang van de bodem en de mogelijkheden van het aanleggen van een volwassen tuin door middel van gebruik van volwassen materiaal. Hiervoor is Mark Gregory ingevlogen, de man met de meeste (gouden) medailles op de Chelsea Flower Show. Dit jaar legt hij er weer drie aan, één daarvan is ook door zijn bedrijf ontworpen.
Andrew Wilson vliegt door de laatste honderd jaar tuingeschiedenis en weet verhelderend de opbouw en schematische weergave te laten zien van verschillende ontwerpstijlen. We beginnen met de klassieke Engelse border zoals die bekend is geworden door de grote tuinen bij landhuizen die nog steeds wereldberoemd zijn, zoals Sissinghurst en Great Dixter. Het zijn mooie plaatjes, maar statische borders die bekeken moeten worden vanuit één vast gezichtspunt met de klassieke opbouw van laag naar hoog tegen een strakke achtergrond (zie illustratie). Deze manier van werken is geëvolueerd naar een modernere manier van ontwerpen. Het betreft een luchtigere opbouw, waar hagen kunnen fungeren
als scherm, achtergrond of tussenwand en de beplanting zich vormt rondom ’sleutelsoorten’ (structural plants of key species) die sterk gerelateerd zijn aan het concept. Daarna wordt doorgebouwd met planten die sterk contrasteren óf juist een eenheid vormen met de sleutelsoort. Transparantie en beweging worden als laatste toegevoegd, net als vullers die anoniem een achtergrond en neutraliteit leveren. Als de beplantingsstijl dan nog losser en relaxter wordt, ontwikkelt het zich verder tot een beplanting die selectief geredigeerd wordt als deze zich tot volwassenheid ontwikkelt. Dat kan met of zonder hagen, al dan niet in gravel of in een volledig ingeplante tuin. Hierbij gaat Wilson uit van dezelfde beplantingsopbouw, alleen bij de toepassing van gravel kun je tussen de planten doorlopen. We krijgen voorbeelden te zien van minimalistisch beplanten, prairie-, steppeen weidebeplantingen. Ook deze zijn schematisch weer te geven waarin ze van heel simpel naar meer gevarieerd gaan. Met als laatste bekende voorbeeld de naturalistisch ogende beplanting met drifts erin, waarvan Piet Oudolf vaak goede voorbeelden heeft. Hoewel dit college geen diepgravend historisch overzicht bracht, vind ik de schematische weergave een goed begrip geven van de opbouw en het systeem van beplanting. Het is heel verhelderend om een beplanting op deze manier te analyseren, hetzij voor het verder ontwerpen/renoveren, hetzij voor een nieuw te maken plan. Mark Gregory, meewerkend eigenaar van Landform Consultants in Chobham,
is een gepassioneerde groenaannemer. Zijn bedrijf is toonaangevend in Engeland: hij heeft net nog de rozentuin van Queen Elizabeth op Buckingham Palace gerenoveerd. Hij benadrukt keer op keer dat de grond toch echt het allerbelangrijkste is van al je werk. Hij komt met een lijst van soorten grond die je kan laten bezorgen en waar je allemaal op moet letten daarbij. Optie 6 is: werken met de aanwezige grond... Ik ben de discussie maar niet aangegaan en verwacht dat dit cultuurverschil niets met Engeland te maken heeft, maar alles met werken voor een clientèle die te veel geld, te weinig tijd en hele grote wensen heeft, zoals morgen een kant-en-klare privÊgolfcourse in de achtertuin. Bij dat soort projecten ontkom je niet aan grootschalige grondverbetering.
Een project waarbij hij een fantastische oplossing heeft gevonden voor het grondprobleem is het realiseren van een park op de rots van Gibraltar. Gibraltar is een rots en ondergrond bestaat dus ook uit kale rots. Let wel: er is geen grond en er is zelfs nergens een stukje gazon te vinden. Als ondergrond heeft Gregory rondgekeken op Gibraltar en gezien dat er een lo-
catie is waar alle puinafval naartoe gaat. Dat heeft hij als basis gebruikt om grond te maken. Gravel is great! Met bodemconsultant Tim Oâ&#x20AC;&#x2122;Hare heeft hij een recept gemaakt waarmee deze gravellaag als ondergrond kon dienen. Gespewerden geplant (40 cm diep) en voor gras
(15 cm diep). Met name voor bomen is de les dat een hele ondiepe topsoil (zwarte grond met humuslaag) al snel voldoende is voor bomen om prima in te groeien. Bomen worden ook vaak te diep geplant en het plantgat wordt te vaak gevuld met compost en ander spul: niet doen! Meer hierover in een volgend artikel. <
Briza
Carex 35 mm
26 mm
1740
2135
6
6
Finesse Lite
Botanic 24 mm
37 mm
191 1
1701
8
6
Urban Garden
Finesse
26 mm
28 mm
2098
2339
8
8
Finesse de Luxe
Vision
37 mm
32 mm
2734
3111
8
6
ennis Zuidgeest is trots op de verkiezing van ’zijn’ Zuidkoop in De Lier tot ’Interieurbeplanter van het Jaar’. Het was voor het eerst dat deze verkiezing werd georganiseerd door de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG). ,,We hebben veel reacties ontvangen. Hartstikke leuk’’, aldus mede-eigenaar Dennis Zuidgeest. Het gesprek vindt plaats in de openbare bibliotheek in Schiedam, de plek waar Zuidkoop de binnentuin aanlegde die uiteindelijk leidde tot de overwinning in de verkiezing. ,,In de aanloop naar de verkiezing kon elk bedrijf een project indienen. Uiteindelijk hebben vijftien interieurbeplanters dit gedaan en dit project in Schiedam is als beste of meest bijzondere hieruit naar voren gekomen.’’
Er zijn verschillende redenen waarom Zuidkoop juist dit project indiende bij de jury. Zuidgeest: ,,Het totaalplaatje klopt. De complete groene oase komt in dit monumentale pand goed tot zijn recht. En een project van deze omvang heb je bijna in geen enkel bedrijf. Dat is natuurlijk ook mooi om te doen.’’ Daarnaast was het project ook in technisch opzicht een uitdaging. Zo was nen te krijgen, staat het gebouw scheef en is er in de ruimte een hoogteverschil van 80 cm. Ook daar moest bij het ontwerp rekening mee worden gehouden. ,,De planten staan in grote bakken en we hebben gekeken wat er zou gebeuren als je ze water planten aan de ene kant en verdrogen ze aan de andere. Daarom hebben we de grote bakken
onderverdeeld in kleinere vakken, zodat het water goed op de plek blijft staan’’, licht Zuidgeest toe.
De opdracht die Zuidkoop van de bibliotheek meekreeg, was om het groen weer terug te brengen in de stad. Samen met Hanrath Architecten en tuinarchitect Huib Sneep werd het totaalplaatje tot stand gebracht. Het bijzondere aan dit project vindt Zuidgeest bovendien dat de bibliotheek een openbare ruimte is en voor iedereen toegankelijk is. Dat is bij veel interieurbeplantingsprojecten niet het geval. Ook wat betreft de keuze voor het groen staat dit project op zich. ,,Het doel was om een stuk groen van buiten terug naar binnen te brengen. Daarom hebben we bijvoorbeeld niet gekozen voor palmen, maar voor Pachira, Ficus en Clusia’’, legt Zuidgeest uit. In de bakken staan daarnaast verschillende soorten groene planten zoals Fatsia, Asparagus en Aglaonema. Vanwege de glazen overkapping op het gebouw is gekozen voor sterke soorten. De kap is niet winddicht waardoor het in de winter koud kan worden in de bibliotheek; tijdens het interview staan er enkele kacheltjes te draaien. ,,Met de keus van de planten moet je hier rekening mee houden, de planten moeten tegen een stootje kunnen. Ze hebben ons overigens beloofd dat de temperatuur nooit onder 12°C komt.’’
In Schiedam hebben de planten alle ruimte. Eenmaal per kwartaal komt Zuidkoop in de bibliotheek om het groen bij te snoeien en het specia-
>
listische vakwerk te doen. De medewerkers nemen zelf de verdere verzorging van de planten voor hun rekening. Daar is wel een stukje begeleiding aan voorafgegaan. „In de eerste maanden hebben wij de beplanting verzorgd, maar nu pakt een aantal vrijwilligers dit op. Deze groene omgeving is het visitekaartje van de bibliotheek en moet dat ook blijven. Dan moet je de verzorging door mensen laten doen die het leuk vinden en bij wie het tot het takenpakket behoort. Het gaat hier in Schiedam goed.’’ Groen krijgt op de werkvloer niet altijd de verzorging die het nodig heeft. Zuidgeest: ,,Planten zijn lange tijd een bezuinigingspost geweest. Steeds vaker deden bedrijven zelf het onderhoud. Nu merk je dat de markt weer in beweging komt en dat er weer wat meer in groen en onderhoud wordt geïnvesteerd. Het is aan de klant hoe hij het wil organiseren, maar wij leveren bij voorkeur beplanting met een onderhoudscontract. Wij vinden eigenlijk dat klanten alleen maar van het groen moeten genieten.’’
Dat er meer aandacht voor groen is, merkt de interieurbeplanter ook in de gesprekken die hij met klanten voert. Steeds vaker komt het thema gezondheid naar voren en wordt er gesproken over het effect dat planten hebben op de mensen. ,,Je merkt dat klanten daar meer bekend mee zijn. Ook steeds meer architecten zijn op de hoogte van dit verhaal. Het is onze taak om ze te overtuigen van de invloed die groen op de omgeving heeft. Telers pakken dit thema ook meer en meer op. Dat is alleen maar positief. Het helpt allemaal mee. Uiteindelijk moeten we het verhaal met zijn allen zien over te brengen’’, meent Zuidgeest. Een andere ontwikkeling zijn de groene wanden. Er zijn verschillende systemen op de markt en ook Zuidkoop heeft zijn eigen groene wand: Natural Wall. Bij entrees, vergaderzalen en in kantoren worden steeds meer van deze wanden geplaatst. Als laatste trend noemt Zuidgeest de ontwikkeling dat het groen weer belangrijker is dan de pot waarin het staat. „Jarenlang was de plantenbak het belangrijkst en was de plant daaraan ondergeschikt. Dat is niet meer zo. Groen moet het uiteindelijk doen.’’ Wat de groenondernemer betreft heeft groen absoluut het tij mee. Daar kunnen veel partijen
<
HELTHUIS Tuin en Parkmachines B.V.
“Poort van Midden Gelderland” Oranje 2 6666 LV Heteren www.helthuis.com
T F E
+31 (0)26 – 4723 464 +31 (0)26 – 4722 722 kathy@helthuis.com
Bedreiging voor jonge bomen
e eikenspintkever Scolytus intricatus is een 2-3 mm lange kever met een zwart lichaam en roodbruine dekschilden. Het is een secundaire soort, dat betekent dat de kever zich alleen kan ontwikkelen in verzwakte of pas dode bomen. De belangrijkste waardplant is eik met uitzondering van de Amerikaanse eik. Ook tamme kastanje, iep, beuk en populier worden soms aangetast.
De eikenspintkever overwintert als larve in de boom, vanaf medio april vindt de verpopping plaats. Van mei tot juni komen de eerste volwassen kevers via 2 mm ronde gaatjes tevoorschijn. De jonge kevers leggen hun eitjes van mei tot september in halfdode eikentakken in bossen, houtwallen en wegbeplantingen. Ook vers gezaagd openhaardhout is geschikt. Er is dus overal wel een besmettingsbron aanwezig. De kever boort een 2 mm rond gaatje
in de schors van een jonge eik waaruit soms schuimend plantensap lekt. Onder de schors wordt een 1-3 cm lange moedergang dwars op de stam geknaagd waarin de eitjes worden gelegd. Na twee weken komen de eitjes uit en de witte tot 4 mm lange pootloze larven ook diepe groeven in het spinthout. De larvengangen lopen loodrecht op de moedergang in de lengterichting van de stam. Eerst mooi parallel naast elkaar, maar later lopen de 10-20 cm lange gangen kris-kras door elkaar. De larven overwinteren en de cyclus is rond. Er is ĂŠĂŠn generatie per jaar.
De laatste decennia lijken aantastingen veel vaker voor te komen dan vroeger. Komt het omdat er tegenwoordig vaker zware eiken worden geplant dan voorheen? Zijn die gevoeliger of moeten die anders worden nabehandeld?
Kevers en larven zijn zeer moeilijk te bestrijden omdat ze onder de schors zitten. De werkzaamheid van nematoden is weinig onderzocht. Zwaar aangetaste jonge bomen kan men beter verbranden om de keverpopulaties te verkleinen. Een preventieve bestrijding is echter het belangrijkste. Zorg ervoor dat de bomen niet verzwakt raken. Daarbij is bijvoorbeeld de geschiktheid van de groeiplaats belangrijk, maar ook het verhinderen van uitdroging en bevriezing van de wortelkluit. Daarnaast is de nazorg belangrijk, met name water geven. Geef op lichte gronden wekelijks water in een gietkraag met 600-1.000 l/m2 op jaarbasis. Meerdere kleine watergiften zijn daarbij beter dan weinig grote, watergifte is pas effectief vanaf 20 l/m2. Vergeet ook geen water te geven in vakantieperiodes en houd het water geven 4-5 jaar vol op droge bodems. Verminder de wortelconcurrentie door het schoonhouden van de boomspiegels. <
AQUA XP waterdoorlatend voegen
Zwart
Voorkom onkruid
Basalt
Verbeterde formule Steengrijs
Goudgeel
AQUA XP
Naturel
• Verwerkbaar op natte stenen • Verbeterde formule • Optimale hechting • Sterk en duurzaam • Aantrekkelijk geprijsd
Normeco introduceert de nieuwe Aqua XP. Voegen zoals u gewend bent maar dan nóg beter. De verbeterde formule zorgt voor een 30-40% snellere droogtijd. Dit geeft een optimale hechting aan de bestrating. Aqua XP is verkrijgbaar in emmers van 12,5 kg of verpakking van 2,5 kg. De professionele hovenier werkt al jaren met kant-en-klare voegproducten. Een logische keuze want er kan met zowel zon als regen worden gevoegd. Hierdoor kan het project direct afgerond worden en is het terras eerder gebruiksklaar. Met Aqua XP kiest u voor een eenvoudige verwerking en een beter eindresultaat. Met als voordeel een zeer aantrekkelijke consumenten prijs en een ruime marge voor de vakman. Normeco gaat uw eerste project met Aqua XP ondersteunen door het u gratis aan te bieden. *Vraag naar de voorwaarden
Neem nu contact met ons op en profiteer van deze actie.
normeco ECOLOGIC SOLUTIONS
www.normeco.nl
+31 (0)6 45 60 56 29
Test nu Aqua XP en uw eerste project is gratis! * Niet tevreden, geld terug!
Medewerkers van ABL Boomverzorging uit Ede snoeien de Robinia pseudoacacia die op het binnenplein van kasteel Doorwerth staat. In totaal hebben ze eenderde uit de kruin genomen om het gewicht van de boom te beperken. Een ingrijpende operatie die nodig was, omdat de boom richting één kant aan het verzakken was. „We waren bang dat hij om ging vallen’’, legt ABL-eigenaar Henk Abbink uit, die de boom al acht jaar in onderhoud
heeft. En dat zou eeuwig zijn omdat de boom uit 1678 dateert en zelfs beschietingen uit de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd. „Daaraan dankt hij zijn grillige vorm. Zijn weelderige armen, knobbels en grote kruin tonen de verwevenheid met de historie van het kasteel.’’ De eeuwenoude acacia behoort waarschijnlijk tot één van de drie bomen die Anton de Eerste, Rijksgraaf van Aldenburg, plantte ter ere van de Vrede van Nijmegen. <
e belangrijkste reden om zelf een onderwaterstofzuiger te ontwikkelen was dat andere merken, waar zwemvijverbedrijf LilyPond momenteel mee werkt, niet alle soorten vuil aan kunnen. „De een kan geen zand aan, de ander geen blad en de volgende geen draadalg”, zegt LilyPond-directeur Vincent van den Briel. Een ander probleem van veel onderwaterstofzuigers is de capaciteit. Ze bleken niet geschikt voor langdurig, zwaar gebruik in grote zwemvijvers. Daarnaast zijn de vele handelingen, vaak nodig omdat apparaten niet zelfaanzuigend zijn, een probleem. Hierdoor wordt het werken ermee erg arbeidsintensief. Vandaar dat Van den Briel en technische man Jornt Schröder besloten om in 2013 de zelfaanzuigende LilyPond Provac 1.0 te ontwikkelen met een zuigkracht van zo’n 7 à 8 m3/u. Momenteel is er de keuze uit twee
vuilopvangkorven, maar LilyPond gaat op termijn meer varianten ontwikkelen. „De kunst bij de ontwikkeling van een dergelijk apparaat is dat hij zo veel mogelijk vuil uit de zwemvijver haalt met zo min mogelijk waterverlies.”
Speciaal voor de Provac 1.0 ontwikkelde LilyPond een bladzuiger. Als er veel blad in de zwemvijver ligt kan deze ingezet worden om gericht het blad er uit te zuigen. Hierdoor voorkom je dat de stofzuigervoet of de slang verstopt raakt. Een verstopping boven water is niet zo’n probleem, onder water echter wel. De stofzuigervoet van de Provac 1.0 is verzwaard zodat hij stabiel op de bodem rust. Op het apparaat zit een pvckogelkraan om het apparaat te kunnen ontluchten en hem makkelijk schoon te kunnen maken. Eind 2016 komt LilyPond met de kleinere Provac 2.0 op de markt.
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
' systems
URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS
TE DOEN KLANTEN
FACTUUR MEDEWERKER
www.buiterbeton.nl
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
Daktuincentrum • Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Dakgrind en daktegels
Alles is op voorraad! 1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
WWW.GEDRAGSCODEGROEN.NL Postbus 112 9780 AC Bedum T: 0343 481 348
Een verantwoordelijke functie voor een ambitieuze boomverzorger met het ETWcertificaat voor uitbreiding van ons team.
Dordrecht / 36 uur per week Je onderhoudt en beheert het bomenbestand, ongeveer 45.000 stuks, binnen de gemeente Dordrecht. Dit doe je in een team van 4 boomverzorgers. Snoeien, rooien en kappen van bomen (zowel klimmend als met een hoogwerker) Daarnaast kan je incidenteel ingezet worden om andere (uitvoerende) werkzaamheden in diverse taakvelden te verrichten. Denk hier bij aan het assisteren bij vloedschottencontrole, rampenbestrijding en calamiteiten. Afgeronde (V)MBO opleiding richting groen / boomverzorging Diploma Europeaan Tree Worker Kennis van relevante wet- en regelgeving Ca. 3 jaar ervaring in een (soort) gelijke functie Rijbewijs BE Je kan goed samenwerken, neemt initiatief, bent klant- en resultaatgericht en hebt gevoel voor humor. De sector Stadsbeheer beheert en onderhoudt de openbare ruimte van de gemeente Dordrecht. Het beheer en onderhoud van wegen, constructies, verkeer- en parkeervoorzieningen, riolen, groen, havens, sloten en vijvers, de straatverlichting, stadsmeubilair, speelvoorzieningen: dat is het werk van Stadsbeheer. Stadsbeheer bestaat uit twee Clusters namelijk Productbeheer en Stadsonderhoud. Boomverzorging valt binnen het cluster Stadsonderhoud. Stadsbeheer staat onder leiding van een directieteam en wordt ondersteund door het bedrijfsbureau. De opzichter zorgt voor de dagelijkse aansturing van de boomploeg. Het betreft een fulltime dienstverband van maximaal 36 uur per week. Het salaris is afhankelijk van je opleiding en ervaring en bedraagt maximaal â&#x201A;Ź 2.452,- (schaal 5). De gemeentelijke rechtspositie is van toepassing met een aantrekkelijk pakket van secundaire arbeidsvoorwaarden waaronder deelname aan het bedrijfszorgpakket van IZA, reiskostenvergoeding woon- werkverkeer en betaald ouderschapsverlof. Je kunt direct online solliciteren via www.werkenbijdrechtsteden.nl/vacatures. Solliciteren kan tot en met 14 april 2016. Informatie over de functie en de procedure kun je opvragen bij Jack Legierse, Teamleider Wijkonderhoud en Services, bereikbaar op telefoonnummer 06-10609890. Acquisitie n.a.v. deze vacature stellen wij niet op prijs.
Normeco introduceert Aqua XP, een kant-en-klaar voegmiddel. Het middel is geschikt voor het voegen van nieuwe of bestaande bestrating. Zowel smalle voegen vanaf 3 mm als brede voegen vanaf 8 mm kunnen met Aqua XP gevoegd worden. Het voegzand is op basis van epoxy en geschikt
voor diverse doeleinden. Bij gebruik op bestaande bestrating moeten het oude voegmateriaal en onkruid verwijderd worden. Een verbeterde formule zorgt volgens de leverancier voor 30 tot 40% snellere droogtijd voor optimale hechting aan de bestrating. Het middel is te gebruiken op natte bestrating.
Hitachi introduceert twee 800W decoupeerzagen: DJ160V met een beugelhandgreep en CJ160VA met handpalmgreep. De zagen worden geleverd in een koffer. Met de zaagbladgeleiding is het mogelijk nog nauwkeuriger te zagen. Verder zijn de zagen voorzien van een variabel
instelbaar toerental met automatische constante snelheidsregeling en elektronische stuurschakeling tussen stille modus en power modus. Een uitklapbare onderzool maakt ingewikkelde vormen zagen mogelijk. Door minder vibratie en minder geluid zijn de machines rustig in gebruik.
Tuintrekkermodellen van John Deere uit de X300- en X500-serie worden voorzien van updates. Zo hebben de machines nieuwe maaidekken, een vernieuwd instrumentendisplay met maaizone-indicator en eenvoudig te bedienen regelelementen. De grasmaaiers zijn leverbaar
in verschillende maaibreedten: 107, 122 en 137 cm (42, 48 en 54 inch). Het diepe dek met vlakke bovenkant laat het maaisel uit de grote uitworp strooien, wat zorgt voor een hoge productiviteit. Minimale verhakseling verbetert de capaciteit en het beschikbare vermogen van de maaier.
Avo speeltoestellen introduceert een duo schommelzitje, waarbij een volwassene samen met een baby of peuter kan schommelen. De zitjes zijn zo gemonteerd dat men op ooghoogte zit en elkaar kan aankijken. De duo-schommel is bedoeld voor plaatsing in een bestaand
schommelstel. Het veiligheidszitje voor de kinderen is ook geschikt voor kinderen met een beperking, door de stevige zit en de ondersteuning van de rug. Het speeltoestel is degelijk geconstrueerd en beschikbaar in elke gewenste RAL-kleur. Standaard wordt de set geleverd in de kleur blauw.
Magni verreikers zijn uitgevoerd met een Stage 4-Final motor, die zorgt voor een lagere uitstoot van emissie en brandstofbesparing. Daarnaast onderscheiden de verreikers zich met een volzicht werkcabine. De cabine is voorzien van overdruk en airco. Met de milieuvriendelijke Magni modellen komen ondernemers in aanmerking
Agro Tractors heeft het contract voor distributie van Landini en McCormick met Nagel beëindigd. Agro staat voortaan in Benelux zelf in contact met het dealernetwerk voor verkoop en service.
International Tree Service heeft sinds kort kantoor, winkel en afhaalmagazijn in Baambrugge, bij Amsterdam. ITS is leverancier van boomtechnische producten.
De AOC is onlangs verhuisd naar het duurzame bedrijfsverzamelgebouw Plus Ultra op de campus van Wageningen UR. Het gebouw huisvest organisaties op gebied van onderwijs, bedrijfsleven en innovaties. AOC Raad | www.aocraad.nl
de MIA/VAMIL-regeling. Collé Rental & Sales biedt de machines aan in hun verhuur- en verkoopassortiment. Magni Forestry is speciaal geschikt voor snoei- en rooiwerkzaamheden.
De nieuwe collectie Panama van Borek is ontworpen door designer Frans van Rens. Panama is een collectie aluminium buitenmeubilair met groot zitcomfort. Het opengewerkte design loopt van de zitting tot in de rug. Dit detail is zowel praktisch (voor afwatering) als optisch aan-
DSV zaden biedt bestekteksten aan voor haar grasmengsels. Met deze teksten kan per gebruiksdoeleinde het geschikte mengsel worden voorgeschreven.
Stichting Het Tuinpad Op maakt tijdens ’Tuinmarathons’ bezienswaardige tuinen voor publiek toegankelijk in Groningen, Drenthe en Noordwest-Duitsland. Het doel is tuincultuur bevorderen.
trekkelijk. In de collectie zijn drie stoelvarianten te vinden, diverse formaten tafels, een luxe verrijdbare lounger en een dressoir voor het opbergen van bijvoorbeeld servies. Het dressoir is uitgevoerd met soft close systeem en uitneembare dragers. Panama is uitgevoerd in wit of antraciet.
Snoeiafval kippen én machines kunnen laden, met de TwinTrailer is het mogelijk. De lader is zowel kipper als transporter en met een druk op de knop te transformeren. Als transporter heeft TwinTrailer een drempelloze oprijklep van twee meter breed met een helling van 10°. De 3,5 tons
aanhangwagen is leverbaar in twee afmetingen: 352 of 402 cm lang en altijd 192 cm breed. Hij is voorzien van een sterk chassis, een aluminium vloerplaat uit een stuk, 40 cm hoge zijborden, automatische steunpoten en sjormogelijkheden in en aan de buitenzijde van de laadbak.
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-373384
gedrukt
„Dit is een particuliere zwemvijver in Driebergen. Daarmee heeft LilyPond onlangs de titel Zwemvijver van het Jaar 2016 gewonnen. Daar zijn we heel trots op.’’
„Ik heb inderdaad aquacultuur in Wageningen gestudeerd. Je krijgt tijdens die studie wel veel over aquatische ecologie, maar de stof is erg gericht op hoe je zo veel mogelijk vis produceert. Onze passie ligt juist bij het hele ecosysteem. Wij willen daar op een extensieve manier mee omgaan. Dus met meer oog voor de beleving en de natuurwaarde van de aquatische ecologie.’’
„Ja, want we gebruiken de groene waarden die de natuur ons aanreikt om schoon en veilig zwemwater te creëren. Daarnaast kun je de klant echt meenemen naar wat er onder de waterspiegel afspeelt aan leven. Je gaat immers met je lijf het water in? Een ecologische zwemvijver is namelijk helder omdat die leeft, terwijl een traditioneel zwembad helder is omdat die dood is.’’
„Ja we doen alles. We hebben in de loop der jaren een geheel eigen systeem ontwikkeld waarmee we de vijvers aanleggen en schoonhouden. Hoveniers kunnen overigens van dit LilyPond-systeem
franchiser worden. Het ontwerp gaat wel vaak in overleg met de ontwerper of tuinarchitect. Bovenstaande tuin is bijvoorbeeld door Arie Tuinarchitectuur ontworpen.’’
„Omdat we hem vanwege de rechte vormen goed vinden passen bij de formele stijl van het huis, zonder dat dit ten koste gaat van de natuurbeleving. De langgerekte moerasvegetatie (links) trekt salamanders, groene kikkers en libellen aan. Daarnaast dragen de gekozen planten vanwege hun bloeiwijze en groeivorm bij aan de vijverromantiek, aan het visuele aspect. Voor de helderheid van het de andere kant van de vijver en een technische voorziening.’’ <
Oprijvrachtwagens van 7 tot 27 ton Oprij CF 28-79 SV 88 cm laadvloerhoogte 17,0 ton laadvermogen
huurprijs â&#x201A;Ź 2.750,=/maand
VELDHUIZEN heeft een OPRIJ CF ontwikkeld voor transport van zware machines in stedelijke gebieden. Om gemakkelijk machines te laden, wordt zowel de voor- als achteras uitgevoerd met luchtveren. Hierdoor zakt de oprijhoogte naar 45 cm. Voor vervoer van lange ladingen is er een optie om de oprijkleppen horizontaal te vergrendelen. De oprijkleppen zijn uitgerust met stootbalk en verlichting. Zo ontstaat een compacte vrachtwagen waarmee ladingen tot 10 mtr. binnen wettelijke eisen kunnen worden vervoerd.
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu