Een unieke kans voor de ervaren en representatieve Hovenier! Is het onderhouden en werken op een particulier landgoed (bos- tuin en park) jouw passie? Dan hebben wij de ideale baan met uitstekende arbeidsvoorwaarden. Bel voor meer informatie dhr. H. Penning: 06-34880277 of kijk voor de volledige vacatureomschrijving op onze website!
Ook hebben wij nog de volgende vacatures! Particulier Hovenier aanleg (Reeuwijk) Vaste baan! (voor de zelfstandige en ondernemende hovenier met ervaring) Hovenier aanleg & onderhoud (Oud-Beijerland) Voor een groeiend bedrijf zoeken wij een vakbekwaam Hovenier voor aanleg- en onderhoud! (vast contract) Groenvoorziener/Maaimachinist (Naarden) Gemeentelijk groenonderhoud en maaiwerk in de prachtige vestingstad Naarden! Een vast contract en prima arbeidsvoorwaarden! ETW’er / (leerling)Boomverzorgers (regio Tilburg) Voor onze klant, een grote aannemer op het gebied van boombestekken zoeken wij vaklieden en leerlingen die verder opgeleid willen worden. Tractorchauffeurs (Zuid-Holland)In de regio Zuid-Holland zijn wij nog op zoek naar trekkerchauffeurs met ervaring in maaiwerk en het werken met een balenpers. Kijk voor meer informatie over deze vacatures op onze website of solliciteer direct via info@baneninhetgroen.nl BANENINHETGROEN.NL IS DÉ BEMIDDELAAR IN VACATURES IN DE GROENSECTOR! Ben jij op zoek naar een nieuwe uitdaging? Neem dan contact met ons op!
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-373384
gedrukt
Hein Koningen, voormalig hoofdopzichter van de plantsoenendienst Amstelveen, plantte begin april de boom eigenhandig in het Amstelveense Broersepark. De schietwilg is een nakomeling van een wilg die er al stond toen het Broersepark in 1927 werd aangelegd. Vanwege de groeikracht en de resistentie tegen watermerkziekte van die boom, ontfermde een kweker zich over stekmateriaal ervan. Daardoor is de boom nog altijd verkrijgbaar, onder de naam Salix alba ’Amstelveen’. Het zojuist geplante exemplaar heeft de naam Hein Koningenboom gekregen. In een korte afscheidsrede in het Broersepark stelde Koningen: „Mijn grootste liefde zijn de wilde planten.’’ Die heeft hij dan ook in zijn tijd bij de
gemeente Amstelveen zoveel mogelijk de ruimte gegeven. Mede dankzij zijn werk heeft nu een groot deel van het Amstelveense groen een monumentale status gekregen. Ook gaf hij de toehoorders een boodschap mee: „Anders dan gebouwd erfgoed dat statisch is, is groen erfgoed altijd in ontwikkeling, het leeft. Ik hoop dat bestuurders daar ook in de toekomst goed mee omgaan.’’ Koningen pleitte voor een bescheiden opstelling. „Wij zijn immers slechts een blaadje in het seizoen. In de lente komen er nieuwe blaadjes die een nieuwe generatie mensen vertegenwoordigen.’’
VKGE-voorzitter Jan-Willem Edinga sprak zijn waardering
Het gaat goed met de woningmarkt in Nederland. Het aantal woningverkopen nam in een jaar tijd met 20% toe. Zoals bekend leidt iedere nieuwe woningverkoop weer tot meerdere verhuisbewegingen. En meer verhuizingen betekent meer nieuwe tuinen en dus meer werk voor hoveniers. Een recente Klusmonitor in opdracht van Werkspot wijst uit dat 26% van de Nederlanders in het komende halfjaar een vakman in wil huren voor een klus. De tuin wordt, na schilderklussen, het meest genoemd. Ook het gemiddelde klusbedrag zit in een opwaartse spiraal. Alsof dit allemaal nog niet genoeg goed nieuws is, laat ook de architectenbranche voor het eerst in jaren weer tekenen van herstel zien. Dit betekent dat er ook nieuwe woningen en bedrijfsgebouwen gebouwd worden de komende periode, wat ook weer leidt tot meer aanleg van groen, en dus meer werk
uit voor het werk van Koningen. „Hein was vanaf het begin van de vereniging als trekker van veel initiatieven een betrokken vakdocent. We hebben
veel van zijn wijsheid gebruik kunnen maken. De aanplant van deze boom symboliseert zijn afscheid, maar markeert tevens een nieuw begin.’’
voor groenvoorzieners en hoveniers. De enige markt die achterblijft is de openbaargroenmarkt. Uit een recent onderzoek blijkt dat gemeenten het meest bezuinigen op aanleg en beheer van openbaar groen. Het ziet er niet naar uit dat deze markt zich op korte termijn zal herstellen. Eerder zal er nog iets meer worden gekort op groen in parken en plantsoenen, zolang de burger niet te veel klaagt. Wat wel als een paal boven water staat, is dat groen belangrijk is voor de gezondheid, voor sociale cohesie en voor biodiversiteit. Die boodschap kan niet vaak genoeg worden herhaald. Want het is leuk dat er nieuwe tuinen worden aangelegd, maar nog veel te vaak verworden deze tot een tegelparadijs. Fijn voor wie stratenmaker wil zijn, maar slecht nieuws voor hoveniers met een passie voor groen.
Het
Het aantal mensen dat verwacht het komende half jaar een klus uit te besteden, is gestegen met 2,5% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In totaal zegt 26% van de Nederlanders een vakman in te gaan huren voor een klus in het komende halfjaar. Dit houdt in dat er het komende halfjaar 3,4 miljoen klussen uitbesteed worden. Woningmarkt Een belangrijke indicator van
het aantal uitbestede klussen is de woningmarkt. In het eerste kwartaal van 2016 wisselden 34.810 bestaande koopwoningen van eigenaar, bijna 20% meer dan een jaar geleden. Op de totale bestaande koopwoningmarkt gaat het naar schatting om 45.000 transacties. Vooral de stedelijke gebieden, zoals Amsterdam, Leiden, Utrecht en Groningen, doen het erg goed. Ook hier zijn overeenkomsten te zien met de klusmarkt. Zo is de provincie waar de komende zes maanden de meeste klussen worden uitbesteed, de provincie Groningen met 36% van de inwoners. Verder zit het gemiddelde klusbedrag in een opwaartse spiraal. Momenteel betalen consumenten gemiddeld €3.755 voor een klus. In dezelfde periode vorig jaar was dit nog €2.655.
Architecten Een andere sector die traditioneel als belangrijke indicator voor de groenbranche geldt, is die van de architecten. Ook hier zijn de vooruitzichten voor het eerst in jaren positief. De werkvoorraad is 4,5 maanden tegen 3,5 maanden in 2014 en 4,3 maanden in 2015. Ook in deze branche zijn de regionale verschillen tussen groei- en krimpgebieden groot. In de regio Amsterdam, Brabant, Rotterdam en Den Haag is de werkvoorraad bovengemiddeld. In de regio’s Noord- en Midden-Limburg, Gelderland, Oost- en Noord-Nederland ligt deze onder het gemiddelde. Fred Schoorl, directeur van Branchevereniging van Nederlandse architectenbureaus (BNA): “De resultaten bevestigen dat het écht beter gaat. De demografische en sociaal
economische structuur van regio’s is bepalend.” Volgens 54% van de bureaus neemt de vraag naar ontwerpen voor woningen aan belang toe. Dit is significant aangezien iedere nieuwbouwwoning in de praktijk zorgt voor vier verhuisbewgingen. Zorg, gemengde projecten en stedenbouw dragen ook bij aan de groei. Particulieren blijven belangrijk. Projectontwikkelaars, bedrijfsleven en aannemers worden voor het eerst in lange tijd weer genoemd als bron van groei. Transformatie, hergebruik, verbetering, verduurzaming en nieuwbouw van woningen zijn de typen opdrachten waar bureaus veel van verwachten. Ten aanzien van kantoren, onderwijs en winkels zijn de verwachtingen minder hoog gespannen.
Zeker in de eerste drie larvale stadia van de rups, tot ongeveer eind mei, kunnen de mezen de rupsen zonder problemen eten omdat ze dan nog geen brandharen hebben. Volgens de gemeente en specialiste Silvia Hellingman hebben de vogels echter ook een manier om de brandharen bij oudere rupsen te verwijderen. Ze schudden ze heen en weer en wrijven ze over een tak om de brandharen te verwijderen.
De kasten hangen vooral op plaatsen waar vorig jaar veel rupsen waren. Welke invloed de kasten op de populatie eikenprocessierupsen heb-
ben, zal in de praktijk moeten blijken. Hierover zijn nog geen cijfers bekend. Wel is het de ervaring van Hellingman dat er op plaatsen waar veel (insectenetende) vogels zijn, de overlast van eikenprocessierupsen minder is. Emmen is niet de enige gemeente die nestkasten inzet tegen de eikenprocessierups. Ook in onder meer Westerveld, Borger-Odoorn en Smallingerland hangen mezenkasten. In de gemeente Weststellingwerf maakt het plaatsen van nestkasten onderdeel uit van een bredere, duurzame aanpak van de eikenprocessierups door biodiversiteit, die bestaat uit het aanleggen van bloemrijke bermen/percelen, streekeigen voorjaarsbloemen (bollen), het maken en plaatsen van nestkasten en insectenhotels om de biotoop voor de natuurlijke vijanden zoals vogels, vleermuizen en insecten, van de rups te verbeteren.
Afgelopen donderdag was ik uitgenodigd om op een Technasium les te geven over moestuinieren. Een uitnodiging waar ik graag op in ga. De les past in een project waar brugklassers een plan smeden voor het realiseren van een dakakker. Een vierde van de groep, zo’n vijftig leerlingen, gaat praktisch aan de slag met het inrichten en later onderhouden van vierkantemetertuintjes. Beginnend aan de les bevroeg ik de kinderen over hun theoretische kennis. Zonder veel problemen werden mijn vragen beantwoord: wat een plant nodig heeft, hoe die groeit, en waar ze verder zoal op moeten letten tijdens het groeiseizoen. Dus we konden snel naar buiten. De tuintjes opzoeken, om het gekende in de praktijk te brengen. Maar dit was een ander paar mouwen. Een paar kinderen pakten de klaar liggende spades en schopjes al snel ter hand en hakten op het
Het weer werkte niet echt mee tijdens het eerste weekend van de Floraliën in Gent, maar het aantal bezoekers was er niet minder om. In één weekend telde het groenfestival al 45.000 bezoekers. Tijdens het festival in Gent worden creaties van nationale en internationale topfloristen, siertelers, tuinarchitecten en florale kunstenaars getoond, op vier locaties door de stad: de Bijloke, de Leopoldskazerne, het Sint-Pietersplein en het Citadelpark. De Floraliën, die zowel binnen- als buitententoonstellingen kent, duurde tot en met zondag 1 mei.
onkruid in dat sinds vorig jaar veelvuldig in de vierkantemetertuintjes groeide. De anderen moesten extra aangespoord worden om het tuingereedschap ter hand te nemen en in de aarde te gaan wroeten. Al snel kwamen de kinderen de eerste regenwormen en slakken tegen. Een avontuur op zichzelf dat elk kind op geheel eigenwijze tot zich nam; joelend, walgend en vertederd. Na alle commotie om de beestjes, lagen de tuintjes daarna vlot klaar om bezaaid te worden. De handen vies, de wangen rood, verwachtingsvol op wat komt. De kiem is gelegd.. en niet alleen in de vierkantemetertuintjes.
Al in 2007 ontstonden de eerste ideeën voor het herstel van de tuin. „Hoewel de structuren van de oude tuin nog herkenbaar waren, had de tuin aan allure verloren”, vertelt Peter Verhoeff, landschapsarchitect bij Stichting In Arcadië en ontwerper van de nieuwe tuin. „Ook werd de tuin nauwelijks bij het kasteel betrokken. Bezoekers gingen wel naar het kasteel, maar de tuin werd nauwelijks bezocht. Daarom wilden we de oorspronkelijke relatie tussen huis en tuin weer in ere herstellen.” Dankzij het rijke archief van Huis Bergh werd een beeld gevormd van de geschiedenis van
de tuin. De vermeldingen gaan over de tuinmannen en hun gereedschappen, over fonteinen en tuinbeelden, over aankopen van zaden en bloempotten en over de vele werkzaamheden in de tuin. Het ontwerp van de nieuwe tuin is geïnspireerd op een kaart uit 1727 van cartograaf Theodoor Bucker. Toch werd er al in 1461 melding gemaakt van een tuin bij Huis Bergh. De archiefstukken laten zien dat de functie van de tuin door
de eeuwen heen nauwelijks is veranderd: de tuin moest een fijne plaats zijn om tijd door te brengen en werd daarom gesierd door fonteinen, tuinbeelden en mooie bloemen. Maar de tuin moest ook nuttig zijn en oogst opleveren. Er stonden dus niet alleen bijzondere bloemen, maar ook groenten en fruitbomen. In het nieuwe ontwerp werden elementen gekozen die verwijzen naar de tuin uit 1727. Dit heeft geresulteerd in een tuin
Uit recent onderzoek zou blijken dat groen nog steeds een populaire bezuinigingspost is. Tegelijkertijd zegt een ander onderzoek, dat burgers best tevreden zijn over de kwaliteit van het openbare groen. Spreekt dat elkaar tegen? Of doen wij desondanks ons werk nog steeds zo goed, dat het niet opvalt dat er steeds minder geld is voor de aanleg en het onderhoud van groen? Wellicht gaan de antwoorden en conclusies een beetje te kort door de bocht. Met mijn Voorjaarsbrief, die ik onlangs naar alle colleges van burgemeester & wethouders en gemeenteraden in Nederland heb gestuurd, heb ik aandacht gevraagd voor de functionele baten van groen en opgeroepen om meer in het groen te investeren. Ik heb er diverse positieve reacties op ontvangen.
met aan de rechterkant speelse, bakstenen paadjes en een vijver met een triton, een mythologisch zeewezen. De triton is een kopie van de triton uit het Rijksmuseum en dient, net als eeuwen geleden, als fontein in de centrale waterpartij. Aan de linkerkant van de tuin ligt de boomgaard met oude fruitrassen en bloemrijk gras. Hierin staan onder andere appelbomen (Glorie van Holland, Bloemeezoet, Rode Tulappel), perenbomen (Kleipeer, Winterrietpeer, Zoete Brederode), kersenbomen (Dubbele Morel) en hazelnoten (Corylus avellana ’Gunslebert’). In totaal is er drie jaar aan de nieuwe tuin gewerkt, die zo’n €300.000 heeft gekost. De tuin is aangelegd door Green M2 uit Doetinchem. Tijdens de opening van de tuin is ook een tentoonstelling geopend die de tuinhistorie van Huis Bergh laat zien, compleet met een app waarmee de bezoeker de tuingeschiedenis kan beleven. <
Bovendien heb ik al een aantal uitnodigingen in mijn agenda staan om bij gemeenten langs te komen en van gedachte te wisselen over de mogelijkheden. Afgelopen week had ik bijvoorbeeld gesprekken bij drie grote gemeenten. Stuk voor stuk bijzonder geïnspireerd en enthousiast om er concreet mee aan de slag te gaan. Het is goed om met bovenstaande onderzoeken de vinger aan de pols te houden, maar we moeten ons er niet door laten afleiden. Wat mij betreft is het tijd voor actie!
De uitgever van Tuin en Landschap verandert van naam. Vanaf heden gaan de uitgeverij-activiteiten van Stichting Vakinformatie Siergewassen verder onder de werknaam Hortipoint.
Wereldtentoonstelling Expo 2016 in Antalya is 23 april geopend. Het Nederlandse paviljoen is ontworpen door tuinen landschapsarchitect Niek Roozen en heeft als titel â&#x20AC;&#x2DC;de groene stadâ&#x20AC;&#x2122;.
De Cultuurprijs Zuid-Holland is toegekend aan Rachelle Eerhart. De nieuwe provinciale onderscheiding is bedoeld voor mensen die op een positieve manier bijdragen aan het woonklimaat in de provincie. Dit jaar is gekozen voor het werkgebied Natuur.
Het minimumjeugdloon wordt in stappen afgeschaft vanaf 21 jaar. Ook komt er een mogelijkheid om via de cao een uitzondering voor seizoensgebonden werk te maken op de Wet werk en zekerheid.
Jong geleerd, oud gedaan, denken ze bij Welkoop. In april organiseerde het tuincentrum overpotmiddagen voor de populaire moestuintjes van Albert Heijn. Kinderen kwamen met hun plantjes naar de winkels en leerden hoe ze deze moeten splitsen en in een groter potje kunnen overzetten.
en verzoek aan de redactie om langs te komen bij de stand van boomkwekerij Jan Mouws op GrootGroenPlus 2015. De kweker wil graag meer bekendheid geven aan Naturaplants. Planten die dienstbaar zijn aan de mens en die invloed hebben op de menselijke gezondheid door hun energetische werking. Het bericht wekt mijn nieuwsgierigheid op. Op de eerste beursdag in september sta ik dan ook in de stand van Naturaplants en spreek met Brita Meijer. Brita heeft net als Jan Mouws, zo vertelt ze, het intuïtieve vermogen om de energetische kwaliteit van de plant af te stemmen op de mens. Deze kwaliteit, die voor elke plantensoort anders is, kan de mens helpen bij zijn genezingsproces. De werkwijze is als volgt. De naam en woonplaats van degene die hulp kan
gebruiken bij herstel van ziekte of welbevinden schrijft Brita op een kaartje. Ze hoeft de persoon niet te kennen, en ook niet te weten wat de klachten zijn. Op de kwekerij loopt zij tussen de planten door en dan 'meldt' een plant zich bij haar aan. Intuïtief voelt zij welke plant iets kan betekenen voor de persoon die op het kaartje staat. „Het is echt een fysieke gewaarwording, alsof ik een soort stroomstoot krijg.” Ze plaatst het kaartje bij die plant, deze 'switcht zich om' en stelt zich in op het energieveld van de persoon op het kaartje.” Brita geeft aan dat het moeilijk te verklaren is, „maar we weten dat het werkt, puur op basis van ervaring. Er zijn mensen die van hun klachten af zijn. Dat zijn concrete resultaten.” Een bezoek aan de website laat een overzicht van reacties
zien van mensen die baat hebben bij de planten. Ik kan me er nauwelijks een voorstelling van maken. Ik zeg haar dat ik er sceptisch tegenover sta en niet zo goed weet hoe hier aandacht aan te besteden. Ik ben een nuchtere Noord-Hollandse en wetenschappelijk geschoold, maar weet ook dat niet alles te verklaren is, of nóg niet te verklaren is, omdat onze kennis nog niet zo ver reikt. Ik neem de proef op de som. Ik vraag Brita of ze mijn naam op een kaartje wil schrijven en een plant voor mij wil selecteren. Ik vertel haar niet wat mijn klachten zijn. We spreken af dat ze me op de hoogte houdt van de selectie en dat ik mijn plant kom ophalen. Dat combineer ik met een interview. Het mailtje komt enkele weken later binnen. De heester die zich heeft gemeld
is een Stachyurus chinensis ‘Celina’. Ik ben blij verrast. De staartaar staat al lang op mijn verlanglijstje vanwege zijn mooie hangende aren met groengele kelkjes die voor het blad aan de takken verschijnen. Een aanwinst voor het vroege voorjaar; daarvoor is nog wel plek in de tuin. 'Toch wonderlijk dat ze juist die selecteert', denk ik. Omdat ik weet dat ik mezelf aan dit experiment blootstel en niet geheel objectief ben, besluit ik om de naam van mijn dochtertje aan Brita en Jan door te geven. Vol van alle indrukken van de dag valt zij zeer moeilijk in slaap. We hebben al van alles geprobeerd maar niets heeft tot nu toe geholpen. Ik vertel mijn dochtertje niets. Haar helende planten zijn eveneens een Stachyurus en een doornloze braam. Later in het najaar rijd ik naar
de kwekerij in Wernhout om de heesters op te halen en meer te leren begrijpen van de energetische werking van planten. Het is ongeveer tien jaar geleden dat Jan Mouws zich openstelde voor hetgeen niet met het oog is te ontwaren, niet naar wetenschappelijke maatstaven is te verklaren, maar wat je wel als mens kunt ervaren: de energetische werking van de natuur. Jan omschrijft het als volgt: „Het is een bepaalde trilling, een innerlijke verbinding die je met planten, dieren en mensen hebt. Het is datgene wat je - bewust of onbewust - een fijn of minder fijn gevoel geeft. Datgene waarvan je weet dat het bij je bron, je mens-zijn past.” Elke plant heeft zijn eigen energetische eigenschappen of kwaliteit. Hoewel in potentie elke plant een Naturaplant kan worden, zijn sommige planten meer
geschikt dan andere. Brita legt uit dat er planten zijn die de energie van mensen nog niet kunnen verwerken. Zo zijn er in de loop der jaren planten uit het assortiment verdwenen en anderen toegevoegd, vooral eetbare planten. Bosbes, braam, stevia, laurier, siergember en bamboe zijn erbij gekomen. De energetische kwaliteit, de innerlijke kracht van de plant wordt versterkt door de wijze waarop de boomkweker kweekt: met diep respect voor de natuur. Op de kwekerij wordt ecologisch geteeld. Pot- en containerteelt is ver verwijderd van de natuurlijke groeisituatie, maar Jan Mouws probeert op natuurlijke wijze de plant in balans te brengen. Hij pot op in schimmelgedomineerde potgrond en voegt mycorrhiza toe aan de planten. Voorheen vernevelde hij ook >
nog zelfgemaakte compostthee op de planten, maar is daarmee gestopt omdat dat niet meer nodig is. „Het was een van de stappen om de kwekerij in balans te brengen.” Hij gebruikt al bijna vijf jaar geen chemische plaagbestrijding meer op de planten. „Alles in de natuur heeft een betekenis. Zo zaten er trips in Wisteria, de planten waren uit balans. De natuur werkt als een eenheid en de planten roepen hulp in. De trips komen de planten helpen. Als kweker probeer ik dan te voelen wat er verkeerd gedaan is en wat gedaan moet worden om het te herstellen, zodat de trips niet meer nodig zijn en weer vanzelf verdwijnen.” Het water dat in de kassen en op het veld gebruikt wordt, komt uit een halfgesloten systeem. Regenwater wordt opgevangen van de kassen en containervelden in bassins. De kweker ziet het water als informatiedrager. Stoffen die zelf microscopisch niet meer zichtbaar zijn, laten toch hun werking in het water
achter, zoals in homeopathische middelen. Als het nodig is voegen ze natuurlijke stoffen toe aan het regenwater. Voor de beregening van Naturaplanten wordt het water door een boomstam geleid, gebaseerd op flowform. Een flowform laat het water op een natuurlijke manier in een constante beweging meanderen, als een lemniscaat. „Hierdoor wordt kosmische informatie opgenomen, daar heeft de natuur het meanderen voor bedoeld”, zegt Mouws. De wenteling van het water bevordert de levenskrachten in het water en in de levende organismen die ermee in contact komen. Na het interview is het tijd voor een rondleiding over het bedrijf én het selecteren van de planten die ik straks meeneem naar huis. Welke plantensoorten dat zijn, is al bekend, maar welk individu uit het hele veld met Stachyurus gekozen gaat worden, nog niet. Brita loopt langs de heesters en blijft bij één stilstaan. Deze zet ze, net als de andere geselecteerde individuen, in het pad. Ze
steekt de kaartjes met onze namen bij de planten, concentreert zich en maakt verbinding met de plant. Ze stemt haar intuïtieve vermogen af op het plantvermogen, zodat deze zich kan instellen op mijn energieveld en dat van mijn dochtertje. Wat er precies gebeurt, is niet waarneembaar, maar op een of andere manier word ik er door geraakt. Ik vind het bijzonder dat zij met zoveel oprechte aandacht een plant voor ons selecteert die ons zal bijstaan in het oplossen van de klachten. Alleen dat is al heel waardevol. In de auto terug naar huis laat ik alle informatie nog eens op me inwerken. Ik probeer toch nog steeds te verklaren, maar kom daar natuurlijk niet verder mee als het gaat om voelen. Ik heb met Jan en Brita afgesproken dat het artikel over een aantal maanden verschijnt om de werking van de planten te kunnen ervaren. Ik ben benieuwd naar wat gaat komen. De heesters hebben voorlopig een plek
in grote potten gekregen, want mijn tuin gaat dit voorjaar op de schop. Inmiddels staat Stachyurus in bloei en verschijnt zijn frisgroene blad. Ik word er vrolijk van. Tot nu is dat het enige effect wat ik na maanden waarneem. Mijn dochtertje slaapt nog steeds moeilijk in en ik heb nog geen verlichting in mijn klachten bemerkt. Wat zegt dit dan? Dat het allemaal onzin is? Ik durf het nog steeds niet te zeggen. Er zijn mensen die aangeven er wel baat bij te hebben. Misschien zijn er andere factoren die bij ons de werking verstoren of sta ik er toch onvoldoende voor open. Of moet een ieder voor zichzelf afwegen of hij het de moeite waard vindt. Wat ik wel weet is dat ik nu drie kwalitatief goede heesters heb, die mij elke keer herinneren aan twee mensen die moeite hebben genomen om via de plant in ons te investeren als mens. Oprecht, integer en met compassie. <
e anjer valt onder de familie Caryophyllaceae, er zijn meer dan 300 soorten bekend. Voor de tuin zijn vooral de wintergroene vaste planten interessant. Ook zijn er enkele alpine soorten die gebruikt kunnen worden voor stapelmuurtjes en in de rotstuin. De wintergroene bladeren van Dianthus zijn smal, grasachtig en hebben vaak een blauwgroene kleur. De bloemen bestaan uit ĂŠĂŠn of meerdere kransen van bloemblaadjes, die langs de randen ingesneden zijn (getand of gefranjerd). In het geval van enkele bloemen gaat het om vijf bloemblaadjes, bij gevulde kunnen het er wel 60 zijn. De bloemen geuren en blijven erg lang mooi, daarom zijn ze geliefd als snijbloem. Ver doorgekweekte cultivars zijn meestal kortlevend, ze hebben dik gevulde bloemen, zeer geliefd om te tonen op plantenshows. Dianthus caryophyllus en Dianthus chinensis worden als eenjarige perkplant gekweekt. Maar er zijn zeker ook waardevolle vaste anjers, die op de juiste plek jarenlang achter elkaar zullen bloeien. Ze zijn vooral mooi in combinatie met andere lage vaste planten langs de rand van de border, zoals Silene maritima,
Saponaria ocymoides, Stachys byzantina of Potentilla x tonguei. De wat hogere Dianthus carthusianorum is prachtig in combinatie met borderplanten zoals Achillea, Nepeta en siergrassen. De duizendschoon (Dianthus barbatus) is meestal tweejarig, de bladrozet overwintert en in het tweede jaar verschijnen de bloemen. Deze soort is soms ook vast en vanwege de lange bloei heel decoratief. Alle anjers houden van volle zon en een vrij droge, kalkrijke en goed doorlatende bodem. Dianthus deltoides groeit echter graag in zure grond. Teveel nattigheid in de winter kan fataal zijn, een verhoogd bed is daarom ideaal voor anjers. De soorten die geschikt zijn voor de rotstuin groeien goed in stenige grond, of tussen stenen. Het gaat om Dianthus x allwoodii, D. deltoides, D. gratianopolitanus en D. myrtinervius. Voor de liefhebber zijn er nog veel meer soorten. Dianthus japonicus en D. gratianopolitanus zijn bestand tegen zout en zeewind. Knip na de bloei de bloemen diep terug, dan ontstaat er een mooie dichte zode. Alle Dianthus is makkelijk te stekken in het voorjaar. <
ijdens zijn studie begon Daan de Jong in 2008 met zijn hoveniersbedrijf Buitenpracht. De liefde voor het groen zat er al jong in. Op twaalfjarige leeftijd werkte hij bij Evers Groen in Opheusden. „Met name daar is mijn liefde voor tuinen en het vormgeven van groen ontstaan.” In de periode daarna ging hij zelfstandig naar mensen met heggenschaar en bladblazer om de tuin bij te houden of om een straatje aan te leggen. „Ik kreeg echter steeds meer de vraag van mensen of ik een schutting wilde plaatsen, een veranda kon maken of zelfs de hele tuin wilde inrichten.” Inmiddels kan De Jong zeggen dat zijn bedrijf boven verwachting loopt. Hij heeft een flinke portfolio vol tevreden klanten. „Maar dat gaat niet zomaar hoor. Het heeft me heel wat geteken en gereken gekost. Maar daar leer je van. Inmiddels heb ik zoveel ervaring dat ik me een tuinspecialist durf te noemen,” zegt hij enthousiast.
De Barneveldse ondernemer houdt ervan om, samen met zijn personeel, van elke tuin iets bijzonders te maken. „Het moet iets zijn waar mensen stil bij blijven staan en denken: Prachtig! Tegelijkertijd moet de inrichting passen bij de bewoners en het huis. Een hele uitdaging, maar geweldig om te doen.” Voordat de hoveniers aan de slag gaan, wordt er gezorgd voor een gedetailleerde tekening. Volgens Daan is harmonie en evenwicht essentieel in het ontwerp. „Eenvoud, gecombineerd met verrassende details in materiaal of kleur, resulteert in een uniek en fraai concept.” Zodra de opdracht binnen is, wordt een planning gemaakt in overleg met de klant. De materialen worden direct besteld of handgemaakt in de eigen werkplaats. Dat veel materialen nog handmatig gemaakt worden, getuigt van de ambachtelijkheid van de Barneveldse onderneming. De Jong gebruikt alleen materialen van hoogwaardige kwaliteit en zorgt ervoor dat alles op tijd geleverd wordt. Zijn gediplomeerde team kan desgewenst de huidige tuin ‘strippen’ en klaar maken zodat hij opnieuw ingericht kan worden. „Wij willen onze klanten volledig ontzorgen door het bieden van een totaalconcept. Dus niet alleen beplanting en straatwerk, maar ook verlichting, waterpartijen en bijvoorbeeld beregening. Wij willen voorop lopen door continu mee te gaan met de nieuwste ontwikkelingen. Een combinatie dus van ambachtelijk handwerk en de nieuwste tuinscoops die ieder jaar weer anders zijn.”
Een andere specialiteit van De Jong is het volledig verzorgen van houtbouwprojecten. Van ontwerp tot realisatie. „Het sterke punt daarbij is dat we unieke projecten maken. Dus volledig op maat gemaakte veranda’s, tuinhuisjes, schuren en nog veel meer. We leveren nooit standaard houtbouw.” Je kunt direct merken dat zijn hart bij houtbouw ligt. „Hout is een mooi natuurproduct met een warme sfeer. Je kunt er eindeloos veel kanten mee op. De houten buitenverblijven die we gemaakt hebben, vind ik allemaal prachtig. Terwijl ze stuk voor stuk anders zijn door de variatie in model, kleur, maar ook hang- en sluitwerk en alle andere details. Omdat we ook alles eromheen uitvoeren zoals vloeren, wanden en verlichting wordt de klant helemaal ontzorgd. We zijn ook gespeciali-
>
seerd in haarden en kachels. Absoluut een aanrader: het staat prachtig en het is sfeerverhogend, maar is vooral ook heerlijk warm in de avonduren of op koudere dagen.” De Jong gaat enige tijd voor het uitbrengen van de offerte op de desbetreffende locatie kijken. Zodoende kan hij de buitensituatie goed in zich opnemen en veel beter met de klant van gedachten wisselen over de mogelijkheden. Het ontwerp van het buitenverblijf wordt altijd in een 3D-animatie aan de klant gepresenteerd. Daarbij kan de hovenier zelfs de inrichting van het buitenverblijf laten zien. Op dit moment heeft de Barneveldse hovenier twee projecten lopen waarbij hij een luxe tuinkamer levert inclusief toilet, douche en alle andere sanitaire voorzieningen. „Pas hebben we bij klanten een houten huisje in hun tuin gezet en als hun kinderen die in het buitenland wonen, overkomen, kunnen die daar wonen tijdens hun verblijf.”
Niet alleen in de uitvoering van projecten wil De Jong kwaliteit leveren, ook alle materialen en het groen dat hij aankoopt is uitsluitend van A-kwaliteit. Buitenpracht gebruikt alleen materialen van
hoogwaardige kwaliteit, zodat een lange levensduur gegarandeerd kan worden. Standaard geeft het bedrijf dan ook tien jaar garantie. De hovenier geeft meteen toe dat de prijzen hoger liggen dan die van de bouwmarkt. „Maar wij gaan dan ook voor exclusiviteit en topniveau. Als het nodig is, snijd ik liever in kwantiteit dan in kwaliteit,” aldus de hovenier. Een ander punt waar het bedrijf sterk in is, is dat er altijd één aanspreekpunt is. Die weet tot in detail welke werkzaamheden bij een klant uitgevoerd gaan worden. De Jong: „Voordeel daarvan is dat niet jan-en-alleman binnen het bedrijf als aanspreekpunt fungeert. Wij huren ook zelden een ander bedrijf in en ik verricht de werkzaamheden meestal met eigen personeel. Mogelijk overigens dat ik er binnenkort een timmerman als personeelslid bij zoek.” Op de site van Buitenpracht kunnen klanten een cijfer geven aan het bedrijf. Gemiddeld scoort de onderneming maar liefst een 9,1 voor klanttevredenheid. „Dat toont dus wel aan dat klanten onze aanpak waarderen.” Kijk voor meer informatie over Buitenpracht Hoveniers en Buitenpracht Stijlvolle Houtbouw op respectievelijk www.buitenpracht.nl en www. buitenpracht-houtbouw.nl. <
Organische meststoffen, bodemverbetering, boomverzorging, biologische gewasbescherming, bemonstering, advies & opleiding. GrasZ贸, BioBasis, BioBodem, Mosvrij gazonmix, RoBo Gazonmix, Sedummix, Bio Haag, , Agrimix, Vilt-remover, Quickgrow, beendermeel, bloedmeel, kieseriet, (maerl) kalk, Structuur-Actief, Hoveniers potgrond, Innogreen Air, Cito, zeewier, vloeibare organische meststoffen, aaltjes, lieveheersbeestjes, XenTari, basaltgruis, bentoniet, zeolite, bodemkundig onderzoek, bemestingsadvies, cursussen.
www.innogreen.nl / info@innogreen.nl / T0031(0)183-509796
Keurmerk voor duurzame Boomkwekerijproducten Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie. Groenkeur ontwerpt kaders en borgt kwaliteit in de groene sector. Wij maken promotie voor ons kwaliteitslabel op beurzen en congressen. Wij zitten aan tafel bij opdrachtgevers vanuit de overheid waardoor Groenkeur als gunningscriterium wordt opgenomen bij aanbestedingen.
â&#x20AC;&#x2DC;Groenkeur voldoet aan de eisen van maatschappelijk verantwoord inkopen en is het selectiecriterium bij aanbestedingen voor groenvoorzieningen.â&#x20AC;&#x2122;
Stichting Groenkeur Postbus 1010 3990 CA Houten T 030 - 659 5663 E info@groenkeur.nl I www.groenkeur.nl
eel ondernemers zijn zo druk met de onderneming zelf dat er weinig aandacht wordt gegeven aan de toekomst van de onderneming. Daarom is het goed om een dergelijke vraag verder door te denken. Waarom overdragen aan het personeel? In veel gevallen is het overdragen aan het personeel een hele goede optie omdat daarmee de continuïteit qua bedrijfsvoering goed geregeld kan worden. Het personeel kent de klanten van de onderneming, kent de werkwijze van de onderneming, en de beoogde opvolger kent ook de andere werknemers. Hierdoor kan de onderneming op dezelfde wijze worden voortgezet. Ook het geleidelijk overdragen van de onderneming kan vaak op een geleidelijke wijze plaats vinden. Is overdragen aan het personeel de beste optie? Om deze vraag te beantwoorden is het nodig te weten welke mogelijkheden er zijn en welke eisen en wensen u aan de opvolger stelt. In een overnametraject zult u daarom goed naar de volgende aspecten moeten kijken: 1. Moet de verkoop de hoogste prijs opleveren? 2. Wilt u de onderneming in één keer overdragen of moet dat in termijnen van
een aantal jaren? 3. Bent u bereid een deel van de overnamesom te financieren? 4. Zijn er andere bedrijven die geïnteresseerd zijn om de onderneming over te nemen? 5. Heeft het personeelslid voldoende kennis in huis om de onderneming voort te zetten? Zo niet, dan kan scholing de komende jaren daar een goede voorbereiding op zijn. 6. Heeft het personeelslid ook voldoende ondernemersgeest in zich? 7. Moet de onderneming de komende jaren op dezelfde wijze worden doorgezet of moeten er structurele veranderingen worden doorgevoerd? 8. Is het personeelslid bereid privégeld in de onderneming te stoppen of privérisico’s te dragen bij de overname? Hoe maak ik dit bespreekbaar bij de beoogde medewerker? Op het moment dat u zaken wilt gaan
bespreken, kunt u ook verwachtingen scheppen als werkgever. Op het moment dat later blijkt dat de verwachtingen niet uitkomen, is er een behoorlijk afbreukrisico en kan het zijn dat de teleurgestelde medewerker vertrekt. Als er meerdere personeelsleden mogelijk in aanmerking komen, moet u ook kijken of het een optie is als beiden de onderneming overnemen. Om verkeerde verwachtingen te voorkomen, is het nuttig om de beoogde kandidaten te vragen naar hun toekomst over 5 of 10 jaar. Wat willen ze bereiken en hoe denken ze dat te realiseren? Dat kan heel goed in het functioneringsgesprek. U kunt dan vele aspecten op een rustige wijze bespreken zonder direct verwachtingen te scheppen. Als een persoon ambities heeft voor ondernemerschap, dan kunt u zonder dat u toezeggingen doet de medewerker wel de benodigde opleidingen en coaching geven.<
Op lesdag 1 beginnen we met de basis: hoe werkt communicatie? Want presenteren ís communiceren. Of dat nu bij de inlevering van het definitieve ontwerp is, het voorstellen van een schetsidee, bij het kennismakingsgesprek of in de algemene publiciteit. Daarnaast krijgen we allerlei praktische tips over het presenteren zelf. Een van de onderwerpen die aan de orde komt, is het zogenoemde vier-aspectenmodel van communicatie, geformuleerd door de Duitse communicatiewetenschapper en psycholoog Friedemann Schulz von Thun. Want waar het vaak misgaat, constateert Lafaille, is dat wij als ontwerper denken te weten wat de opdrachtgever wil, maar dat dat in werkelijkheid niet zo is. Volgens Schulz von Thun bestaat de boodschap van de zender uit vier verschillende aspecten en moet de ontvanger op alle vier die aspecten letten om de boodschap volledig te begrijpen zoals die bedoeld is; hij moet zogezegd met vier oren luisteren. Lafaille stelt dat met name bij het samenstellen van het ‘Programma van Eisen’ het van groot belang is om je als ontwerper bewust te zijn van dit model. „Want de zender (in dit geval de opdrachtgever) stuurt informatie, maar de ontvanger (ontwerper) hoort slechts één of twee van de vier aspecten.’’
e denken allemaal dat we kunnen uitleggen, maar hoe vaak slaan we de plank niet mis? Blijkt de opdrachtgever niet te hebben begrepen wat jij hem probeerde duidelijk te maken. Of loopt de interactie met een groter publiek maar moeizaam. Aan de kwaliteit van het ontwerp hoeft dat zeker niet te liggen, het is de presentatie ervan waar het nogal eens aan schort. Aan het eind van de cursus zegt Michel Lafaille het daarom nog maar eens: „75% van ons werk is presenteren, aan jezelf, je opdrachtgever, de pers of de gemeente. Geloof daarom in een goede presentatie.’’ Drie maandagen op rij is hij onze docent geweest van de cursus ‘Leren presenteren van jezelf en je ontwerp’. Aangezien Lafaille zelf tuinontwerper en voormalig theaterregisseur is, kan hij uit een schat aan ervaring putten. Voor de editie in februari hebben zich zes deelnemers gemeld. Ieder met een eigen leerdoel: de één moet binnenkort zijn onderzoeksresultaten op de Hogeschool van Larenstein presenteren, de ander wil uit haar ‘comfortzone’ komen en weer een ander is op zoek naar een nieuwe doelgroep.
Wat zijn die vier aspecten? Elke boodschap bestaat uit een zakelijk, een expressief, een relationeel en een appellerend aspect. Bij het zakelijke aspect draait het om de feiten: wat wil de opdrachtgever dat er gebeurt? Hierbij is het zaak om als ontwerper dit niet te snel in gedachten in te vullen, omdat je ernaast kunt zitten. Een van de cursisten noemt in dit geval de ‘grote planten’ die een van haar opdrachtgevers wilde, in gedachten vulde zij in dat het dus om planten ging die behoorlijk fors kunnen uitgroeien. Achteraf bleek de klant echter ‘volgroeide planten’ te bedoelen. Het expressieve aspect gaat over de informatie die de zender over zichzelf uitzendt, de ontvanger (afwisselend de opdrachtgever en de ontwerper) beoordeelt de zender. Wanneer je als ontwerper in de zenderrol zit, is het daarom belangrijk om authentiek te zijn en op je lichaamstaal te letten. „Men ziet wie je bent, men interpreteert je boodschap aan de hand van je lichaamstaal.’’ Het relationele aspect gaat over de relatie tussen de zender en de ontvanger. Als ontwerper sta je aan het begin van een relatie met de opdrachtgever, daarom is het belangrijk om bijvoorbeeld een zin als ‘U zult toch wel begrijpen’ te vermijden, want hoe vrij kun je al zijn in de relatie? Met het appellerende aspect wordt de invloed bedoelt die de zender uitoefent, dat wat je tussen >
de regels door kunt lezen. Als ontwerper is het belangrijk om tijdens een gesprek de vier aspecten afzonderlijk te toetsen. Door bijvoorbeeld vragen te stellen en actief te luisteren. Heb je begrepen wat de ander wil?
Lafaille gaat de eerste lesdag ook uitvoerig in op wat hij noemt ‘de twee grote beslismomenten’ waarbij presentatie een cruciale rol speelt. De beslissing van de opdrachtgever om voor jou te kiezen en de tweede beslissing om voor jouw ontwerp te kiezen. Die twee moet je niet door elkaar halen, jij niet, maar de opdrachtgever ook niet. Een van de tips die hij meegeeft, is om na een eerste kennismakingsgesprek wanneer de opdrachtgever op het punt staat om voor jou te kiezen, dit gevoel van hem te bevestigen. Door snel een paar foto’s te mailen van de tuin of een leuk gerecht dat ter sprake kwam, een brochure of folder achter te laten of op korte termijn een tweede afspraak te maken voor de presentatie van een eerste schets. „Jouw magie is weg wanneer je niet meer fysiek aanwezig bent.’’ Het gaat erom dat je in gedachten blijft van de opdrachtgever. „Wanneer alles is beklonken, dan kun je meer tijd nemen.’’ Voor het presenteren van het ontwerp zelf geeft Lafaille allerlei prakische tips. Of dat nu in huise-
lijke kring is of in een volle zaal. Het kiezen van je plek in de ruimte is bijvoorbeeld belangrijk: „Laat je opdrachtgevers met hun gezicht naar de tuin zitten, zorg voor openheid, dat er niks tussen jullie in staat.’’ In een grote zaal is oogcontact belangrijk. „Betrek iedereen bij je verhaal.’’ Gebruik woorden die je publiek begrijpt, dus geen wetenschappelijke plantennamen. Let op de houding van je luisteraar, begrijpt die wat je zegt? Blijf niet te lang stilstaan, maar beweeg zacht door de ruimte. Of, wanneer je bij mensen thuis zit, spreek ook met je handen. Gebruik alleen beelden die je verhaal verhelderen en ondersteunen en zoek bevestiging in de trant van: ‘Fijn dat u het mooi vindt’ en ‘Goed dat we samen…’.
Voor de tweede lesdag heeft iedereen een presentatie voorbereid over een eigen ontwerp. Elke cursist is zo’n tien minuten aan het woord en gebruikt daarbij, niemand uitgezonderd, veel beeldmateriaal (Powerpoint of op papier) om zijn presentatie te ondersteunen. Er zijn complimenten, maar de feedback is vooral eerlijk over wat er niet goed gaat. ’Te weinig voorbereid, waardoor de presentatie de losjesheid ontbeert die het nodig heeft’ is er daar één van. „Als je je goed voorbereid, zijn zenuwen overbodig, voor hoeveel mensen je ook staat’’, is de stellige overtuiging van Lafaille. Waar bijna iedereen last van heeft, is het willen laten zien van ‘je huiswerk’ zoals de docent het noemt. „Al het werk wat je gedaan hebt om tot het uiteindelijke resultaat te komen. Eigenlijk wil je daarmee zeggen: ik ben mijn factuur waard. Maar je slaat je publiek dood met informatie.’’ Ook wordt duidelijk dat het stellen van een vraag aan het publiek niet zonder gevaar is. Interactie is goed, maar dan moet de vraag niet te groot zijn, want dan kun je lang wachten totdat iemand zijn mond opentrekt.
Tijdens de les is er ook aandacht voor presentatie als profilering van jezelf. Het imago dat van je bestaat, dat voor je uitloopt en op grond waarvan potentiële opdrachtgevers voor jou kunnen kiezen. Op dat imago heb je wel degelijk invloed. Hoe de ander ons ziet, hangt af van wat we zelf laten zien en niet laten zien. Welke verwachtingen schep je bijvoorbeeld op je website over jezelf, in een advertentie of op Facebook? Wat ontvangt en begrijpt de ontvanger daarvan? Als je bijvoorbeeld kritisch kijkt naar websites, dan blijken veel vakmensen te
vervallen in algemeenheden, zonder te vertellen waar ze echt goed in zijn of wat hen nu onderscheidt van een ander. Als oefening laat Lafaille ons onze voor- en nadelen benoemen. Daarbij is een goede analyse en een heldere formulering ontonbeerlijk. Zo is ‘In alle tuinstijlen kunnen ontwerpen’ geen voordeel, maar bijvoorbeeld wel ‘Ik kan erg goed vertalen wat mensen willen, elke tuin is anders’. Want tot welke formulering zal een opdrachtgever zich meer aangesproken voelen?
De derde maandag staat helemaal in het teken van de essentie. Waar gaat het nu om in je ontwerp, wat is de kern? Bij wijze van spreken zou je aan de achterkant van een bierviltje genoeg moeten hebben om je boodschap aan je opdrachtgever uit te leggen. Afbeeldingen, muziek,
vormgeving, allerlei zaken waarmee je je presentatie kunt optuigen, zorgen vaak ook voor veel ruis. Door door te dringen tot de essentie, wordt je boodschap krachtig en helder, dan heb je helemaal geen PowerPoint meer nodig. Om daarmee te oefenen laat Lafaille ons nog een keer onze presentatie doen van les 2, maar dan met een leeg vel papier en wat houtskool. En dan blijkt het nog verbazingwekkend moeilijk om tot de kern te komen. Sommige van de cursisten worden telkens opnieuw in hun verhaal door hem afgebroken, omdat ze toch weer te veel gaan uitleggen, ‘hun huiswerk laten zien’ net als in les 2, allerlei overbodige informatie vertellen waarbij je gesprekspartner in het café allang zou zijn afgehaakt, zoals Lafaille het verwoordt. Telkens moeten we opnieuw beginnen, tot het frustrerende toe. En dan is er aan het einde toch applaus wanneer met slechts enkele zwarte halen op papier de kern is verteld, ontdaan van alle franje. <
Myco-Gazon
Werkzaam vanaf 5 â °C
Voordelen: Snellere werking in het voorjaar Groener en sterker gras Betere groei onder koude omstandigheden
www.ecostyle.nl
„
ijk, wij blèren dat al heel lang, maar nu hebben we bewijs’’, stelt Kees Beelaerts van Blokland, erfgoedhovenier in hart en nieren en gevestigd in Vreeland. „Bewijs dat een erfgoedhovenier zijn vak echt anders uitoefent dan een gewone hovenier.’’ Hij doelt op de recentelijk vastgestelde Uitvoeringsrichtlijn Hovenierswerk historische tuinen en parken van de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). Een hele mond vol, daarom ook wel kortweg URL genoemd (zie kader). In dit document wordt van alle mogelijke beheerklussen waar groen erfgoed om vraagt, omschreven hoe het werk moet worden uitgevoerd: van de verzorging van kuipplanten tot het onderhoud van waterpartijen. Het document is in eerste instantie bedoeld als instrument voor de opdrachtgever. Die kan daarmee een betere opdracht verstrekken aan het bedrijf dat hij in dienst heeft. Ruurd van Donkelaar uit Koekange, ook al zo’n fervent liefhebber van histo-
risch groen was de auteur van de URL. Zowel hij als Beelaerts van Blokland zijn eveneens nauw betrokken bij de Kwaliteitsregeling Kennis & Kunde Groen Erfgoed van de provincie Gelderland, die sinds eind vorig jaar van kracht is. „Het is maar een klein wereldje, dat historisch groen’’, verklaren ze beiden hun betrokkenheid. De Gelderse kwaliteitsregeling is wezenlijk anders dan de URL, het is een beoordelingsrichtlijn benadrukken de twee, en geen uitvoeringsrichtlijn zoals die van de ERM. Met de kwaliteitsregeling wordt het kaf van het koren gescheiden. Hoveniersbedrijven kunnen zich aanmelden om beoordeeld te worden. Wanneer dit positief uitpakt, worden ze opgenomen in een openbaar (online) register van de Monumentenwacht Gelderland. Deze bedrijven worden hiermee richting opdrachtgevers aanbevolen als bedrijven door wie je je mooie cultuurhistorische groen met een gerust hart kan laten onderhouden (zie kader). Overigens heeft stichting ERM een soortgelijke beoorde>
lingsrichtlijn momenteel ter inzage liggen, hij is alleen nog niet vastgesteld.
De URL is volgens Beelaerts van Blokland en Van Donkelaar een buitengewoon waardevol document omdat alle beschikbare informatie over het beheer van groen erfgoed voor het eerst is gebundeld. „Die kennis was er niet of alleen fragmentarisch aanwezig”, zegt Beelaerts van Blokland. Van Donkelaar vult aan: „Wanneer een hovenier iets over bijvoorbeeld stinzenplanten of kuipplanten zoekt, dan kan hij wel her en der in een boekje wat vinden, maar niet in één boek alles.’’ „Bovendien is die informatie vaak heel beschrijvend’’, zegt Beelaerts van Blokland, „Hóe je praktisch op een verantwoorde manier cultuurhistorisch groen beheert, dat staat nergens.’’ Daarnaast is in de URL ook mondelinge informatie opgetekend. Beelaerts van Blokland brengt een voorbeeld ter sprake waar zelfs hij en Van Donkelaar van hebben geleerd: zo gebruikt een van de huidige tuinbazen de bladblazer om het zaad van stinzenplanten over het gazon te verspreiden. „Hierdoor ontstaat binnen de aanwezige stinzenvoorraad een grotere diversiteit, met subtiele kleurverschillen.” Van Donkelaar: „Meestal wordt het gewoon opnieuw volgeplant, want er zijn maar weinig mensen die weten dat stinzenbollen ook zaad zetten.’’ Het tekent ook precies waarin een erfgoedhovenier verschilt van een ’gewone’ hovenier. „De erfgoedhovenier is onderdeel van een tijdslijn, hij is onderdeel van het dynamische proces tussen natuur en cultuur, dat in historische tuinen soms al eeuwenlang plaatsvindt’’, zegt Beelaerts van Blokland. Daarom zijn een beheervisie en -plan ook zo belangrijk, om het beheerproces vast te leggen voor de volgende generatie, evenals het samenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Beelaerts van Blokland: „De uitvoeringsrichtlijn van de ERM wijst de opdrachtgever op zijn verantwoordelijkheid om een hovenier te kiezen die het
werk volgens de URL uitvoert.’’ En dat is broodnodig volgens de twee, omdat buitenplaatsen nogal eens wisselen van eigenaar en bovendien allang niet meer door één hovenier worden onderhouden, waardoor kennis over de groene rijksmonumenten wegsijpelt. Maar ook gemeenten kunnen hun voordeel doen met de URL, vinden de twee, want die hebben ook veel historisch groen in onderhoud. „Denk aan pastorietuinen, stadsparkjes, historische boerenerven, begraafplaatsen en villatuinen’’, somt Van Donkelaar op. „Dat hoeven dan niet eens beschermde rijksmonumenten te zijn, maar het is wel heel waardevol groen.’’
Om te illustreren wat er fout kan gaan als er zonder erfgoedbril naar het onderhoud wordt gekeken, noemt Beelaerts van Blokland een rij leilindes die onlangs in zijn eigen woonplaats Vreeland is gesnoeid. Met de motorkettingzaag welteverstaan. Die leilindes zijn onderdeel van een reeks overtuinen langs de Vecht en minimaal 150 jaar oud. „Wil je dat goed doen, dan moet je iedere tak op zich zagen of knippen en het liefst met de hand. Nu is door de motorkettingzaag de bast op sommige plekken ook weg-
gezaagd. De bomen hebben nog jaren last van die wonden. Hoe simpel kan het zijn? En toch gaat het verkeerd.’’ Om het opdrachtgevers makkelijker te maken om een terzakekundig bedrijf te kiezen voor het onderhoud van historisch groen, heeft de provincie Gelderland de kwaliteitsregeling Kennis & Kunde Groen Erfgoed ontwikkeld. Tegelijkertijd is het voor hoveniersbedrijven een manier om zich als erfgoedspecialist te onderscheiden. Tegen een geldbedrag van een paar honderd euro kunnen ze zich laten beoordelen. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Vorig jaar heeft de provincie als pilot drie hoveniersbedrijven en een tuindienst beoordeeld. Van Donkelaar was een van de beoordelaars van de bedrijven; Beelaerts van Blokland zat in de commissie die vervolgens het beoordelingsrapport onder de loep nam. „Alle lof voor provincie Gelderland”, benadrukt Beelaerts van Blokland, „Zij vinden hun groene monumenten dusdanig belangrijk, dat zij deze kwaliteitsregeling in het leven hebben geroepen.” Opdrachtgevers die bij de provincie een subsidieaanvraag doen voor restauratie of herstel van hun buitenplaats of landgoed, maken een grotere kans hierop als zij een gekwalificeerd bedrijf in de arm nemen. Op die manier heeft de provincie
>
meer zekerheid dat dit kwalitatief goed wordt uitgevoerd. Hoveniersbedrijven kunnen zich op acht vakdisciplines laten beoordelen: van het specialisme hagen, topiaria en berceaus tot het onderhoud van grasland, gazon en bermen. Hiermee wil de provincie het ook voor kleinere bedrijven en adviesbureaus aantrekkelijk maken om zich te laten toetsen. Die hebben wellicht niet alle uitvoeringstechnieken in huis, maar zijn wel op een van de acht vakdisciplines deskundig. Voor de beoordeling van de hoveniersbedrijven bezoeken de beoordelaars één of twee referentieprojecten, daarnaast gaan ze een dag lang in gesprek met zowel het kantoorpersoneel als de uitvoerende medewerkers. Met name die laatste gesprekken wegen zwaar. „Het gaat om de uitvoerkwaliteit, dus de kennis en de betrokkenheid van het personeel op de werkvloer zijn bepalend’’, legt Van Donkelaar uit. Hoewel er een pakket papier aan objectieve criteria onder de arm meegaat, bestaat de beoordeling heel nadrukkelijk niet uit het afvinken van een checklist, maar uit een gesprek. Van Donkelaar illustreert dit met het voorbeeld van een hovenier
die tijdens een bezoek oude fruitbomen aan het snoeien was. „Aan de manier en het enthousiasme waarop zo iemand vertelt waarom hij de ene tak laat zitten - er nestelde namelijk een uil in - en de andere niet, merk je gauw genoeg of iemand betrokken is bij zijn vak en of hij kennis van zaken heeft.’’
Wat uit de pilot met name naar voren kwam, is dat de vier bedrijven een opleiding missen, een waar hun personeel echt de specifieke historische beheertechnieken kan leren. „Als uit de beoordeling verbeterpunten volgen, waar kunnen ze hun personeel dan laten opleiden? Nergens!’’, stelt Beelaerts van Blokland. „In de huidige hoveniersopleidingen komt het beheer van groen erfgoed nauwelijks aan bod en de HASopleiding Groen Ruimtelijk Erfgoed in Den Bosch is ten eerste te theoretisch en ten tweede een veel te grote tijdsinvestering.’’ Van Donkelaar voegt toe: „Je kunt niet van bedrijven vragen dat ze hun medewerkers een fulltime opleiding laten volgen’’ Daarom heeft de provincie Gelderland besloten om in samenwer-
king met de Vereniging van Erfgoedhoveniers zelf een opleiding in het leven te roepen. Een van de onderwerpen die in de cursus aan de orde komt, is het leren kijken en signaleren. Als voorbeeld noemt Beelaerts van Blokland wat grijzige rotsjes die je als uitvoerende tijdens het werk in een bos kunt tegenkomen. „Dan moet je daar niet zomaar aan voorbij lopen, maar nieuwsgierig worden, wellicht dat ze daar in een context liggen en onderdeel zijn van een zogenoemd ‘Cement Rustique’.’’ „Je kunt je opdrachtgever hierop attent maken’’, vult Van Donkelaar aan. „Aan hem is dan de keuze of hij er wat mee doet of niet.’’ Een ander onderwerp dat in de cursus behandeld wordt, is historische materialen. „Stel dat je een pad moet vervangen in een tuin met een gemengde stijl, dan is het aan de uitvoerende om na te gaan welke materialen er in die periode werden gebruikt om de spreidlagen van de fundering te maken. Gewoon wat puin kiepen is er als erfgoedhovenier niet bij’’, aldus Beelaerts van Blokland. Het streven is dat dit najaar nog de eerste cursus, die zo’n drie tot vier dagen zal duren, van start gaat. <
n de Rotterdamse Rijnhaven dobberen sinds maart 2016 twintig bomen in het water. De bomen maken deel uit van het Dobberend Bos, een kunstwerk dat is bedacht door kunstenaar Jorge Bakker. Kunstproducent Jeroen Everaert, eigenaar van Mothership, was de drijvende kracht achter de realisatie. Hij zag bij Bakker een aquarium met miniatuurboompjes, vastgeplakt op dobbertjes. „Ik vond het zo tof dat ik dacht: als we die dobbertjes vervangen door zeeboeien en er bomen in zetten, krijg je volgens mij iets heel moois.” En zo was een innovatief idee geboren. Om te onderzoeken of het idee haalbaar was, zijn studenten van verschillende scholen ingeschakeld. Zo hebben studenten van Van Hall Larenstein onderzocht welke boom geschikt is om in een boei te plaatsen en het beste kan overleven in het brakke milieu. De studenten moesten daarbij rekening houden met wind, neerslag, reflectie, temperatuur, golfslag, deining, stroming, getijden en waterkwaliteit. Na een literatuurstudie en interviews met deskundigen, kwamen er twee potentieel geschikte bomen naar voren: Ulmus ‘Columella’ (Hollandse iep) en Acer campestre (veldesdoorn). Uiteindelijk is de keuze gevallen op de Ulmus ‘Columella’, omdat deze zuilvormige boom bestand is tegen harde wind, ongevoelig is voor verbranding en vorst, zouttolerant is, geen explosieve wortelgroei heeft, een relatief grote wortelkluit heeft (verankering), een smalle kroonvorm (stabiliteit) en niet wintergroen is (sneeuwbelasting).
Wim Timmermans, voormalig lector bij Van Hall Larenstein en nu werkzaam bij Alterra in Wageningen, vertelt dat veel mensen op voorhand riepen dat het helemaal niet kon. „Daarom was ons eerste doel om aan te tonen dat het wel degelijk kan. Dit soort dingen gebeuren overigens wel vaker; het groene wereldje is behoorlijk conservatief. Maar je moet juist proberen de grenzen van het vakgebied te zoeken. Daar zit de innovatie!”
In 2014 is samen met Mercon Steel Structures een eerste prototype ontwikkeld. Hierbij is een ring om een bestaande boei gemaakt om meer drijfvermogen te krijgen. Het prototype werd gemonitord in het Aqua Dock in Rotterdam, een testlocatie voor innovaties op het water. Toen bleek dat dit eerste prototype financieel niet haalbaar was, is GKB Groep uit Barendrecht gevraagd om een tweede prototype te ontwikkelen in een originele boei. GKB is een familiebedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de aanleg en het onderhoud van groenprojecten en civieltechnische projecten. Het tweede prototype is in 2015 te water gelaten, waarna ook dit prototype uitgebreid is gemonitord. Uiteindelijk is gekozen voor het tweede ontwerp. Maar hoe ziet de groeiplaats in dit tweede prototype eruit? Volgens Arjan Kraaijeveld, directeur van GKB, was het van belang dat het geheel niet te zwaar zou worden. Daarom is de teelaarde gemengd met argexkorrels. Ook is de hoeveelheid grond tot een minimum beperkt. „Normaal heb je een kuub grond per boom per
>
jaar nodig. Dit project is in principe voor vijf jaar; dan moet het ook met drie kuub kunnen.” Om het geheel zo stabiel mogelijk te maken, is de boom verankerd met spanbanden. „Belangrijk is dat het wortelgestel vast in de grond blijft; de boom en de boei moeten één geheel zijn. Hierdoor voorkom je dat de haarwortels afscheuren door het bewegen van de boei.” Waar in eerste instantie werd gekozen voor de smal opgaande ‘Columella’, is in de praktijk toch gekozen voor een andere variëteit die wat wijder uitstaat: de Ulmus ‘Dodoens’. „Dit om een betere verhouding te krijgen tussen de boom en boei”, licht Kraaijeveld toe. „Ook waren we bang dat de wind teveel parten zou spelen; de bomen liggen in veel ruimer water dan de prototypes.” Verwacht wordt dat de bomen zo’n twaalf meter groot worden. Het onderhoud neemt GKB op zich. Zo'n twee keer per jaar zullen ze de bomen langslopen: „We zullen dan inderdaad naar de bomen moeten varen om ze te controleren en eventueel te snoeien. Maar dat is niet erg; we kunnen dan ook meteen kijken hoe de boom erbij staat en hoe het met de groeiplaats is.”
Omdat er te weinig regenwater in de boei komt en het water uit de haven te zout is, moest ook worden nagedacht over de watervoorziening. Daarom is onderin de boei een waterreservoir aangelegd met behulp van een kratjessysteem, waar 600 liter water in kan worden opgeslagen. De onderhoudskosten zijn volgens Kraaijeveld niet exorbitant: „Het water geven is wat lastiger, omdat we daar niet op zijn ingesteld. Maar we hebben geregeld dat de waterboot van waterbedrijf Evides de bomen vier keer per jaar van zoet water voorziet. Verder kost het snoeien misschien een uurtje meer, omdat je er naartoe moet varen. Maar ook dat is goed te overzien.” De grote kostenpost zit volgens de aannemer in het maken van de plantplaatsen. „Daar heeft CityLab010 - een platform waar bedrijven samenwerken om innovatieve ideeën te realiseren - wel een aardige duit in het zakje gedaan.”
Het kunstproject heeft volgens Everaert als doel om te communiceren en verwonderen. „Daarbij is het ook een stukje citymarketing; mensen lopen of fietsen er voor om.” Dat wil volgens hem niet zeggen dat deze nieuwe toepassing van bomen geen perspectieven biedt voor de groensector. „Het realiseren van een drijflichaam is alleen een vrij kostbare zaak.” Hij licht toe dat de bijna twintig partners allemaal tijd, expertise of materialen hebben ingebracht. „Als we alles meetellen, zou het project vier ton kosten. Nu heeft het minder dan de helft gekost.”
Voor Kraaijeveld is het project een aanzet om te laten zien dat water geschikt is om er bomen op te laten groeien. Het initiatief zal volgens hem doorontwikkeld moeten worden naar drijvende eilanden, zoals je in andere delen van de wereld ook drijvende parken hebt. „In Nederland staat het drijvend groen nog in de kinderschoenen. Er wordt wel geëxperimenteerd met drijvende eilandjes, maar die bestaan veelal uit rietvegetatie.” De aannemer vertelt dat GKB nadenkt over de ontwikkeling van een drijvend eiland van zo’n 20 bij 30 meter. Hij vindt het leuk om met dit soort nieuwe dingen bezig te zijn en een stukje markt te creëren. „Groen op het water is echt een innovatie.” Timmermans ziet het kunstproject als iets waar
de groenwereld van kan leren. „Het mooie is dat het groen aan het begin en niet aan het eind heeft gestaan. Bovendien is het interessant om over de traditionele grenzen te kijken. De sector moet meer voorop lopen; dan ontstaan er ook nieuwe dingen.” Ook Everaert is blij met het resultaat. „Twee partijen met bootjes en waterfietsen hebben al interesse getoond. Dat is wat een kunstwerk kan doen: positieve aandacht genereren.” Neemt niet weg dat het proces niet altijd makkelijk is geweest. „Het was een puzzel; zo bleek het prototype in eerste instantie veel te duur. We gingen continue twee stappen vooruit en een achteruit. Maar we hebben volgehouden en telkens weer een oplossing gevonden. Dat maakt me heel trots!” <
„We hebben er nu 100 draaiuren opzitten met de AIR Variator. Waar we geweest zijn dat putten we mooi uit, dat sterft af, het onkruid. We hebben nog wel wat residu zitten op het oppervlak van de oude chemische onkruidbestrijding, daar teren we misschien nog een beetje op nu. Maar de manier waarop we rijden, de snelheid, de bodemafstand en de temperatuur, die is ook heel belangrijk, in onze beleving gaat dat heel goed. Het is een kwestie van meters maken. Het gebruik van de machine zowel het gas als de brandstof van de werktuigdrager is beduidend minder. We hebben al 8 jaar ervaring met hete lucht. We merken wel dat de techniek met sprongen vooruit is gegaan. De snelheid van werken is ook omhoog gegaan en dat hoor je natuurlijk graag als aannemer.”
„We zijn nu een maand volop bezig met de machine. Hij bevalt prima. We hadden al twee traditionele machines van WeedControl en nu dus twee Variators erbij. Die hebben een effectievere inzetbaarheid op bepaalde plaatsen omdat je de lucht kunt sturen. WeedControl heeft een Award gewonnen, de Innovatie Award tijdens de afgelopen Future Green City beurs, dat zegt al genoeg. De machine is beter doorontwikkeld, verfijnd qua milieubelasting, inzetbaarheid. Ik heb voor deze machine gekozen omdat hij de helft minder gas verbruikt als zijn concurrenten. Ik heb ook naar water gekeken, maar de productie daarvan per dag valt tegen. Er is veel energie voor nodig om water op temperatuur te krijgen en je moet vaak tanken. Voor mij heeft de AIR Variator op alle fronten gewonnen.”
„We kregen de eerste AIR Variator vorig voorjaar. We hadden hem als een van de eersten in gebruik, nog voor hij officieel in productie was genomen, om feedback te geven. We hebben er nu twee en de derde komt eraan. Het fijne van de machine is dat hij helemaal computergeregeld is, je hoeft zelf weinig technische handelingen te verrichten om hem op te starten. En je bent wat wendbaarder doordat de lucht ook zijwaarts in te stellen is, je kunt ook meteen de obstakels behandelen als je er langs rijdt. Je hoeft minder met de hand na te werken. De rijsnelheid is verder wel het zelfde gebleven. Er is weinig onderhoud. De glijsloffen onder het dek moet je denk ik één keer in het seizoen vervangen, die slijten. Maar dat zijn gewoon slijtdelen.”
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
' systems
URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS
TE DOEN KLANTEN
FACTUUR MEDEWERKER
www.buiterbeton.nl
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
Daktuincentrum
• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels
Alles is op voorraad!
1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
ntwerp O Academie
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
en W
â&#x2013;
e
aterschap Zuiderzeeland is zo enthousiast dat zij hoopt dat de autonoom opererende maaier, die gelijk ook het maaisel afvangt, binnen tien jaar is ontwikkeld. Het probleem is namelijk meerledig, legt Sikko Medema uit. „De slootkanten zijn lastig te bereiken. Bovendien blijft het grasmaaisel liggen. Zonde, omdat in de polder een tekort aan organische stof is. Die kan goed gebruikt worden voor compostering, biovergisting of raffinage. Maaien en daarna ophalen is echter te duur. Ook vinden de agrariërs al die transportbewegingen over het erf onwenselijk.” Het drietal ging met de opdracht voor het profielwerkstuk aan de slag. De leerlingen lieten zich inspireren door de Curiosity, het voertuig van de NASA dat zich
autonoom op Mars voortbeweegt. „Een maaier die overal kan komen en zich in elke situatie kan redden, dat is het idee.” Uitkomst is een drone en een apparaat dat zichzelf oplaadt met elektriciteit en is uitgevoerd met GPS en sensoren. „Een robot die autonoom maait en het maaisel direct inzamelt.”
Waterschap Zuiderzeeland is blij met het ontwerp en hoopt dat de Marsmaaier snel kan worden geproduceerd. De leerlingen weten dat de ontwikkeling nog wel wat tijd vergt. „We kennen nu al auto's en ook maaiers die autonoom op sensoren rijden. Deze robot rijdt offroad en moet dus extra scherp zijn afgesteld op materialen en dieren in de berm. Dat aspect moet nog verder worden uitgewerkt. De accu's zijn bovendien nog niet goed genoeg om grootschalig slootkanten te beheren.” De technisch onderlegde havisten, die momenteel druk aan het blokken zijn voor het aanstaande examen, sloten hun profielwerkstuk af met een 7,5 als cijfer. Met psychologische, medische en multimediale vervolgstudies lijkt de toekomst van de drie niet in machinebouw of robotisering te liggen. Hun 3D-ontwerp van de Marsmaaier ligt in ieder geval op het bureau van het Flevolandse waterschap. <
Flint is een buitenhaard met uniek design van Jokjor. De haard wordt gemaakt in Nederland en is ontworpen door Olav van Lede en Boudewijn Roest. De vuurkorf brengt warmte en gezelligheid, is vrijwel onderhoudsvrij en gemaakt van extra dik (3 mm) cortenstaal.
Het materiaal zal na verloop van tijd door roest verkleuren tot een diepe chocoladebruine kleur. Flint is 41 cm breed en 50 cm hoog en is ook verkrijgbaar in een grijze, handgeborstelde roestvaststalen variant. Door zijn uiterlijk kan de buitenhaard gezien worden als een sculptuur voor de tuin.
Nieuw in het assortiment van Kijlstra Bestrating is de productlijn Patio. Deze tegels zijn voorzien van een beschermlaag en zijn duurzaam. De coating die gebruikt is voor de beschermlaag dringt diep in de poriĂŤn van het beton, zodat een transparante laag ontstaat. Deze laag zorgt er
voor dat de kleuren in de tegels dieper worden. Het assortiment bestaat uit diverse warme kleuren en is verkrijgbaar in de maten 60x60x4, 60x30x5 en 30x20x6. Formaat 60x30 is geschikt voor het maken van verbanden. De tegels met een dikte van 6 cm zijn geschikt voor zware belasting.
De nieuwe serie Robomow robotmaaiers zijn ontworpen voor zowel de grote als de kleine tuin. De maaiers
kunnen via de smartphone bestuurd worden. De robotmaaier heeft nauwelijks menselijke interventie nodig. Hij vindt zelfstandig het basisstation en plant de maaibeurten in. De modellen voor gazons van 1.200 m2 en groter zijn standaard voorzien van een gsm-communicatiemodule. Deze zendt operationele en veiligheidsmeldingen naar de smartphone. Voor kleinere modellen is de functie optioneel. RS615, RS625 en RS635 beschikken over dubbele messen van 56 cm voor een breed maaioppervlak.
Valtra N174 ontving de onderscheidingen 'Machine of the Year 2016' en 'Golden Tractor for Design 2016'. Om dit te vieren brengt de fabrikant een gouden versie van de tractor op de markt. De gouden tractor zal worden ingezet op speciale evenementen en beurzen. Voor de eindverbruiker is de Valtra
N-serie verkrijgbaar met 'Unlimited' specificatie. De samengestelde Valtra N174 heeft gouden graphics, getinte ruiten en 'golden award' stickers op de deurstijlen. Het interieur van de cabine is voorzien van een bruin lederen bekleed stuurwiel en zitting en een exclusieve donkergrijze vloermat.
DCM brengt Vivisol op de markt, een organische bodemverbeteraar voor plantengroei en wortelontwikkeling. Het middel wordt aangeboden in korrel en fijn microgranulaat. Vivisol bevat een hoog gehalte aan stabiele en snel afbreekbare organische stof en verrijkt de bodem met humus. Hierdoor verbetert de fysische en biologische bodemvruchtbaarheid. Samen met extra Bacillus zorgt dit voor een rijk bodemleven en een optimale gezondheidstoestand van de bodem. Plantenwortels worden gestimuleerd door vrij opneembare bodemfosfor. Meerwaarde is volgens de leverancier bewezen in wetenschappelijk onderzoek.
In Gärten des Jahres is een selectie te vinden van de vijftig beste particuliere tuinen in Duitstalige landen in 2016. De voorbeelden variÍren van dicht bij de natuur tot architectonisch en van weelderig beplant tot minimalistisch. Het boek laat zien wat de verschillende mogelijkheden zijn in particuliere tuinen en dient door de vele Duitse trends als inspiratiebron.
Het zakboek voor de stadstuinier is een praktisch boek voor tuinieren zonder tuin. Tuinspecialist Jean Vanhoof zet in het boek stadsbewoners aan te tuinieren op balkon of stoep. Handige lijstjes, stap-voor-stapfoto's en verzorgingstips maken het boek compleet. Zakboek voor de stadstuinier is het vervolg op Groen in de hoogte.
Manifesto toont Novara en Ortello, twee nieuwe collecties die volgens de leverancier tijdloos zijn en de toekomstige klassiekers moeten worden. Ortello is volumineus en Novara komt vooral in een kleine ruimte tot zijn recht. Zowel Novara als Ortello doet door het aluminium frame
en het kunststof vlechtwerk denken aan het vintage design uit de jaren zestig. Het aluminium frame is licht in gewicht en daarom eenvoudig te verplaatsen. Het vlechtwerk is van stevig kunststof. Aluminium roest niet, waardoor de stoelen het hele jaar buiten kunnen blijven staan.
Tuingeschiedenis in Nederland II is een overzicht van de Nederlandse tuinkunst van 1500 tot 2000. Meer dan twintig professionals uit het vak reiken hiermee het vervolg aan op het eerste deel uit deze boekenserie. In chronologische volgorde staan artikelen in het boek over ontwerp en geschiedenis van tuinen, (stads)parken, en buitenplaatsen.
Met een rondreis door de landschapstypen van Friesland laat Vloeiend landschap zien dat het nog niet te laat is voor het Nederlandse landschap. Bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines een verschrompeld veenweidegebied zorgen voor 'landschapspijn'. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen ontstaan volgens het boek kansen.
Onderhoudsmedewerker groen (medewerker technische uitvoering III) 36 uur per week vac.nr.: 16-006 De gemeenten Voorschoten en Wassenaar hebben gekozen voor vergaande samenwerking. Dit doen zij in de per 1 januari 2013 van start gegane Werkorganisatie Duivenvoorde. Deze gemeenschappelijke regeling zal met respect voor de eigen identiteit en het lokale beleid de beide gemeentebesturen bedienen. De organisatie zelf bestaat uit 6 afdelingen en wordt aangestuurd door een tweehoofdige concerndirectie (secretarissen van beide gemeenten). Afdeling Omgevingsbeheer De focus van de afdeling Omgevingsbeheer (OGB) ligt op het op orde houden van de openbare ruimte, de woon- en leefomgeving van de inwoners van Voorschoten en Wassenaar. De afdeling wordt aangestuurd door het afdelingshoofd. De afdeling OGB bestaat uit de teams Beheer, Civiel, Reiniging en inzameling en Onderhoud Openbare Ruimte en Groen. Deze bestaan uit respectievelijk 20, 10, 20 en 50 medewerkers. Inclusief afdelingshoofd en de collega’s van Managementondersteuning omvat de afdeling in totaal 110 medewerkers. Voor het team Onderhoud Openbare Ruimte en Groen zoeken wij een onderhoudsmedewerker groen. De functie In deze functie ben je verantwoordelijk voor het uitvoeren van werkzaamheden op het terrein van aanleg, onderhoud of beheer in het openbaar groen. Werkzaamheden die zowel in eigen beheer of in samenwerking met private partijen worden uitgevoerd. De werkzaamheden De onderhoudsmedewerker groen: • Verricht volgens planning onderhoud-, aanleg- en/of reparatiewerkzaamheden in het openbaar groen. • Lost eenvoudige storingen op. • Bedient gereedschappen, voertuigen en hulpapparatuur. • Verricht klein onderhoud aan machines en gereedschappen. Wij bieden Wij bieden een uitdagende en zelfstandige werkplek, voor 36 uur per week met vaste werktijden. Aanstelling vindt plaats voor een jaar, met uitzicht op een vast dienstverband bij goed en volledig functioneren. Het salaris is afhankelijk van je kennis, ervaring en opleiding en bedraagt maximaal € 2.452,- bruto per maand op basis van 36 uur per week (schaal 5; salarispeil 1 april 2015), exclusief 8% vakantiegeld en 6% eindejaarsuitkering. Daarnaast heeft u recht op een inconveniëntentoelage van € 150,- bruto per maand op basis van 36 uur per week. Wij vragen • Een werk- en denkniveau op VMBO-niveau. • Aantoonbare recente werkervaring in het groen (minimaal 5 jaar). • Goede vakkennis en kwaliteitsbewustzijn. • Moet zowel zelfstandig als in teamverband kunnen werken. • Rijbewijs B + E. • Certificaat voor gebruik motorkettingzaag, bosmaaier en andere onderhoudsmachines. • EHBO en VCA • Bereidheid om buiten de normale werktijden mee te werken bij gladheidsbestrijding en calamiteiten. Competenties Zelfstandig en in teamverband kunnen werken Goede mondelinge communicatieve vaardigheden Verantwoordelijkheidsgevoel, betrokkenheid en loyaliteit Inlichtingen Voor meer informatie over deze functie kun je bellen naar Erik Buijs, teamleider Onderhoud Openbare Ruimte & Groen, via telefoonnummer (088) 654 9 719. Solliciteren Herken je jezelf in bovenstaande omschrijving? Vul het sollicitatieformulier in en stuur je gemotiveerde reactie met CV ter attentie van John Kerstens (afdelingshoofd Omgevingsbeheer). Je sollicitatie ontvangen wij graag uiterlijk op 27 mei 2016. Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld.
„Ik ben al jaren op zoek naar een combinatie tussen schrijven en beplantingswerkzaamheden, tussen hoofd, handen en hart. Het werk op een redactie is redelijk intensief, waardoor het moeilijk is om tot die combinatie te komen. Door een aanpassing in de organisatie van de uitgever van Tuin en Landschap, ga ik nu de stap maken.”
„Ik blijf actief in het groene vakgebied en de journalistiek, en wil daarnaast andere zaken oppakken. Ik zit altijd vol plannen en ideeën, en heb nu de ruimte om die te ontwikkelen. Zo ben ik bezig met een idee voor eenjarige beplanting in potten, in combinatie met eetbare gewassen, voor balkon en terras.”
„Ik kijk terug op een mooie periode, allereerst door de samenwerking met leuke, professionele collega's. Daarnaast ben ik op de prachtigste plekken geweest en heb ik veel gepassioneerde mensen ontmoet. Professionals uit het groene vak zijn bevlogen en vertellen graag over hun vak. Dat maakt het journalistieke werk inspirerend.”
„Heel positief. Toen ik begon was de groene stad-gedachte nog heel pril, er moest op vele deuren worden geklopt, het ging allemaal heel moeizaam. Nu zie je dat door maatschappelijke vraagstukken zoals klimaat en gezondheid het
groen steeds meer een rol gaat spelen. De tijd is rijp voor het groene vak om dit ook toe te passen. Ik geloof dat deze trend zich zal doorzetten, want het zijn echt grote maatschappelijke vraagstukken. Die kun je niet afwimpelen.”
„Ik noem dit de bostuin van landgoed Te Werve in Rijswijk. Het ligt op vijf minuten fietsen van mijn huis. Ik loop er wekelijks met mijn hardloopclub. Het is rijk aan verschillende beplantingen, vooral stinzenflora. Elke week bloeit er weer iets anders, het gaat met de seizoenen mee. Het begint met massa's sneeuwklokjes, nu bloeit daslook en judaspenning. Je ziet hier zo mooi de veranderingen in de natuur.” <