Commentaar: Gevoel en verstand Stelling: Waterschade: de enige oplossing is een verzekering afsluiten Koersdaling maakt Brexit nu al voelbaar
Ramp of geen ramp; dat is de vraag ’Ik ben blij dat ik nog leef’ ’Ik stond te janken op het veld’ Ondernemersvragen: Kan ik medewerker die dronken op het werk verschijnt ontslaan? Scholieren en veiligheid; hou rekening met het puberbrein
De werking van plantversterkende middelen Er is nog veel te leren over plantversterkers Proefsgewijs ervaring opdoen met plantversterkers Ervaringen van kwekers zijn wisselend Bijmesten en spuiten in rozenteelt
Royal FloraHolland past provisiestructuur voor boomkwekers aan Marktnieuws Hoe loopt 't?
LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten Leveranciersnieuws Vaktaal en Agenda
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-704490
gedrukt
„Wij zien een aantal ontwikkelingen in de markt voor het openbaar groen waar we beiden als bedrijf onvoldoende op kunnen inspringen. Daarvoor ontbreekt ons nu nog met name de schaalgrootte. Door onze samenwerking kunnen we daar daadkrachtiger aan gaan werken”.
„We zien dat het aantal aanbestedingen groeit en ook dat de grootte van de aanbestedingen toeneemt. Dit komt onder andere omdat gemeenten steeds vaker samenwerken in inkoopverbanden zoals bijvoorbeeld het Bureau Inkoop Zuid-Oost Brabant (Bizop). Door een toenemende grootte van de aanbestedingen neemt ook de vraag naar professionaliteit toe. Van ons wordt verwacht dat we advies
kunnen geven en just-in-time een duurzaam geteeld topproduct voor een gunstige prijs kunnen leveren.”
„Als groter bedrijf is het rendabeler om bijvoorbeeld een adviseur in dienst te nemen. Ook doen beide bedrijven aan veredeling maar gebeurt dit part-time. Het nieuwe bedrijf kan full-time gaan veredelen.”
„Dat vind ik wel. Beiden merkten we dat we als bedrijf onder andere door onze beperkte schaalgrootte in sommige opzichten kwetsbaar zijn. Maar we hebben het over twee mooie, gezonde bedrijven die gaan samenwerken omdat ze daarmee hun slagkracht kunnen vergroten. Die kans wilden we
pakken. Het nieuwe bedrijf wil dan ook groeien.”
„Nee, want we werken op sommige gebieden al zeker acht jaar samen. Zo kopen we planten bij elkaar en kweken we elkaars soorten. Deze samenwerking was nodig om een goede invulling aan aanbestedingen te kunnen geven.”
„Boot & Co kweekt zelf veel, maar we kopen ook veel bij andere kwekers. Dat geldt ook voor Darthuizer. De inkoop gaan we centraliseren maar ik verwacht daarin niet veel verschuivingen. Er zijn veel kwekers die al aan beide bedrijven leveren en zij zullen dat na 1 september aan het nieuwe bedrijf doen.” <
„We moeten onze prijzen verhogen, maar onze klanten begrijpen dat”, zegt Kees Cammeraat van lijnrijder Plantline in Hazerswoude. Hij zegt dit naar aanleiding van de koersdaling van het Britse pond een week nadat de keuze van het Britse volk voor een Brexit een feit werd. Het bedrijf haalt
haar omzet met name uit Verenigd Koninkrijk. Ondanks de benodigde prijsverhoging ziet Cammeraat niet dat z'n klanten meteen minder bestellen. Maar goed meetbaar is dat volgens hem niet. „De handel staat nu richting de zomer sowieso op een laag pitje”. En verder zegt hij over de mogelijke effecten van Brexit op de verkoop van boomkwekerijproducten: „Het is allemaal net gebeurd. Ik kan er eigenlijk geen zinnig woord over zeggen wat de gevolgen zullen zijn.”
Dat de koersdaling van het Britse pond nadelig is voor de exportpositie van Nederland daar is iedereen het wel over eens. Anthos, LTO Nederland, VGB en FloraHolland, allen spraken zij in de afgelopen dagen hun zorgen uit over de koersdaling. Zo ook kweker Peter Bontekoe. Voor hem is de Britse markt erg belangrijk omdat zo'n 70% van zijn Salix naar het Verenigd Koninkrijk gaat. „Ik ver-
Floralis Boskoop is failliet. De cash & carry is 29 juni door de rechtbank in Den Haag failliet verklaart nadat ze zelf haar faillissement had aangevraagd. Een van de oorzaken van het faillissement is het wegvallen van het Duitse BKN Strobel dat vorig jaar zelf failliet ging. Volgens curator Van Lent van TK advocaten zijn er concrete overnamekandidaten. Floralis Boskoop zou op vrijdag 1 juli haar deuren sluiten, maar in afwachting van onderhandelingen blijft de cash & carry naar verwachting in ieder geval open tot 8 juli. Voor kwekers geldt een afkoelingsperiode die volgens de curator naar verwachting 2 maanden is. In deze periode kunnen kwekers de producten die zij op de cash & carry hebben staan niet ophalen. De curator zegt deze tijd nodig te hebben om een en ander te kunnen inventariseren. Floralis Boskoop heeft geen eigen voorraad. Floralis Boskoop startte in 2012 nadat FloraHolland de locatie van de hand deed.
Bij Alterra, kennisinstituut voor de groene leefomgeving, verdwijnen de komende jaren zestig arbeidsplaatsen. Alterra moet inkrimpen om de financiën op orde te krijgen. Vorig jaar leed het instituut €4 miljoen verlies. Dit kwam doordat Alterra minder onderzoeksopdrachten van het ministerie van Economische Zaken kreeg. Ook bleken projecten uit andere onderzoeksmarkten, zoals de EU, verliesgevend te zijn.
Een Britse investeringsgroep neemt Dobbies Garden Centres over van supermarktgigant Tesco. Na maanden van geruchten bevestigde Tesco de verkoop van Dobbies aan een investeringsgroep geleid door Midlothian Capital Partners en Hattington Capital. Met de verkoop is circa €280 miljoen gemoeid. Reden voor de verkoop is dat Tesco zich weer gaat concentreren op de core-business, en dat is food.
In mei steeg de omzet van pot- en tuinplanten met 12% tot €263 miljoen. Planten deden het daarmee in verhouding beter dan bloemen. De resultaten per land verschillen volgens VGB sterk. De groothandel blijft gematigd optimistisch over de de wereldmarkt waarop Nederland actief is. De afzet naar Duitsland groeit en Engeland bleef in mei stabiel. VGB bestempelt de verkoop naar Frankrijk als moeizaam.
De nieuwighedenkeuring van de HTA National Plant Show in Engeland is gewonnen door Salvia Blue Marvel, ingezonden door Darby Nursery Stock. Beste in de categorie ’Heesters en klimplanten’ was Rosa Lovely Parfuma van Rosemasters. De categorie ’Bomen en coniferen’ is gewonnen door Betula pendula ’Fastigiata Joes’, een inzending van Frank P Matthews. Deze boom is van Boomkwekerij John de Lepper.
wacht dat de koersdaling van het Britse pond blijvend is en dat betekent dat er per saldo minder handel die kant op gaat.” Ook over de vastgelegde orders die hij in de komende periode moet uitleveren, maakt hij zich meer zorgen dan hij anders zou doen. „Ik verwacht dat het pond blijvend tussen de €1,10 en €1,20 zal bewegen. Dan hebben we het over een koersval van 15-20% waardoor producten in het Verenigd Koninkrijk een stuk duurder worden. Het is dan niet denkbeeldig dat door afnemers veel minder handel zal worden gekocht. Ook zullen de vastgelegde aantallen de komende tijd eerder naar beneden dan naar boven worden bijgesteld.” Maar de Brexit werpt bij Bontekoe ook al z'n schaduw vooruit naar het volgend voorjaar. „De komende periode is het de bedoeling dat offertes voor volgend voorjaar worden doorgesproken en orders worden vastgelegd. Bovendien is de kans nu groter dat ze door de onzekere situatie die is ontstaan na Brexit een kleiner aantal vastleggen dan zij in eerste instantie van plan waren.” Bij handelaar Javado zegt inkoper Cees van Soest in de week na de keuze voor een Brexit, dat ze het direct konden merken bij de bestellingen van hun Engelse klanten. „Onze planten zijn ineens een stuk duurder gewor-
den en waarschijnlijk zoeken onze klanten nu eerst lokale producten.”
De Brexit zorgt voor wisselende geluiden over een mogelijk toekomstig stringenter importbeleid door het Verenigd Koninkrijk. Maar veel meer dan koffiedik kijken is het vooralsnog niet. „Ik denk het wel mee zal vallen met mogelijke extra restricties die het Verenigd Koninkrijk aan EU-landen gaat opleggen”, zegt Henk Raaijmakers, voorzitter van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. „Zij zijn immers net zo gebaat als wij met zo min mogelijk handelsbelemmerende maatregelen. Als zij hun regels gaan verzwaren zal de EU dat op hun beurt ook doen. Ik verwacht niet dat het die kant op zal gaan.” Een mening die ook Henk Westerhof, voorzitter van Anthos min of meer is toegedaan, maar uitsluiten doet hij mogelijke handelsbelemmeringen door het Verenigd Koninkrijk niet. „Het zou kunnen dat het Verenigd Koninkrijk met eigen fytosanitaire importregels komt. Dat hebben we eerder gezien met bepaalde boomziekten. Maar het is lastig om te zeggen of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren.”
De potrozenshow in Lottum is gewonnen door potroos Chandos Beauty van Frank Coenders. De vakjury noemde de inzending ’een superroos met mooi glanzend blad, prachtig gevormde lichtroze en vaste bloem met een echte heerlijke geur’. Beste stamroos was Sedana van Tuincentrum Lottum. BM Roses had het beste vensterbankroosje ingezonden, Red Beau Monde. Arie Bouman had de beste algemene presentatie.
Nederlandse boomkwekerij- en bloembollenexporteurs hebben half juni een succesvolle handelsmissie naar Roemenië gehad, aldus Anthos. De deelnemers hebben contacten gelegd met potentiële afnemers: architecten, lokale overheden, aannemers en kwekers. Als vervolg op de missie willen de deelnemers invulling geven aan een openbaar groenproject, wat een visitekaartje moet worden voor Nederland.
Ondanks de zorgen over de Brexit zijn er ook verschillende signalen die Nederlandse boomkwekers vertrouwen moeten geven. Raaijmakers zegt in dat kader: „Nederlandse exporteurs hebben een goede reputatie in het Verenigd Koninkrijk. Vooral het feit dat Nederlandse exporteurs in staat zijn om een compleet sortiment snel en betrouwbaar te leveren, wordt door klanten in Engeland gewaardeerd. Brexit zal in de goede positie van Nederlandse exporteurs niet zomaar verandering brengen.” Een mening die kracht bij wordt gezet door Geoff Caesar van de Engelse handelskweker The Bransford Webbs Plant Company. „We willen dat de zaken blijven doorgaan zoals ze nu gaan. We kopen in Nederland plantgoed, afgekweekte producten en ook licenties van nieuwe planten.”
Voor Nederlandse boomkwekers is het Verenigd Koninkrijk na Duitsland het belangrijkste afzetland. In 2014 bedroeg volgens Lei Wageningen UR de exportomzet van boomkwekerijproducten richting het Verenigd Koninkrijk €177 miljoen, waarmee het VK goed is voor een exportaandeel van 14%. <
Op Meet&Green in Venray is Bright Tree gestart, een consortium dat fundamenteel onderzoek naar planten en gezondheid gaat doen. Deze partijen hebben de samenwerkingsovereenkomst ondertekend: Boomteeltstudieclub Horst aan de Maas, HAS Hogeschool, Brightlabs, Roba Laboratorium, Cultus Agro Advies, Vitelia, gemeente Horst aan de Maas en provincie Limburg.
Acer ’Ample Surprise’ en Caryopteris clandonensis ’Elst33’ (Blue Empire) hebben beiden een KVBC-Award Brons gekregen na een veldkeuring in Zundert. Acer ’Ample Surprise’, gevonden door P.C. de Jong, werd in 2013 al op GrootGroenPlus geïntroduceerd door David Bömer en bekroond met een bronzen medaille. Caryopteris Blue Empire werd in 2014 door Boomkwekerij Elst-Van Bergen op de markt gebracht.
De Europese Commissie verlengt de vergunning voor glyfosaat met achttien maanden. Dat heeft eurocommissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid Vytenis Andriukaitis bekendgemaakt. Afgelopen weken slaagden de EU-lidstaten er niet in om een meerderheid te vinden voor een nieuwe toelating voor glyfosaat. De Europese Commissie heeft daarom besloten de toelating tijdelijk te verlengen.
Donderdag 23 juni. Boven België ontstaan een paar onweersbuien die tegen 8 uur in de avond Brabant bereiken. De omstandigheden zijn volgens het KNMI uitzonderlijk.
Na hevige buien in het westen van het land eerder die dag, loopt de temperatuur hard op. De lucht zit barstens vol vocht. Een van de buien groeit plots uit tot wat een supercel wordt genoemd. Deze bui trekt in noordoostelijke richting over pakweg Bergeijk in Brabant tot Venray in Limburg. Plaatselijk vallen hagelstenen zo groot als tennisballen en richten voor honderden miljoenen euro’s schade aan; aan auto’s en woonhuizen, én aan kassen, loodsen en gewassen. De desastreuze bui volgt na een periode waarin er in ZuidoostNederland al ongekend veel water is gevallen. Die regen zet percelen onder water. Zo lang dat de gewassen het begeven. „Water is een sluipmoordenaar. Gewassen verzuipen”, zal ZLTO-voorzitter Hans Huijbers later aan iedereen die het horen wil uitleggen. De hagel die daar overheen kwam deelde ook op veel van deze percelen de genadeklap uit.
Al voor de supercel toesloeg in Someren had LLTB-voorzitter en boomkweker Léon Faassen staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) uitgenodigd te komen kijken. De aandacht die rond waterstromen aan natuur wordt gegeven, gaat op plaatsen zo ver dat de afwatering wordt belemmerd, wilde Faassen aankaarten. Dat is één van de argumenten, naast de uitzonderlijke hoeveelheid neerslag, om voor hulp van de overheid te pleiten. Van Dam kwam kijken in het getroffen gebied rond Someren. Faassen en Huijbers hebben Van Dam uitgelegd waarom het hier een uitzonderlijke situatie betreft. Daarbij speelt de kenschets door het KNMI van de bui als ’extreem’ een grote rol. Dat moet de overheid ertoe bewegen om deze zaak uit te roepen tot ’ramp’. Dat maakt het mogelijk de Wet tegemoetkoming schade bij rampen in werking te stellen. Dan kan de overheid getroffen bedrijven financieel helpen. Van Dam wil dat niet. Wel wil hij tal van andere maatregelen nemen en met banken en verzekeraars gaan praten om wat verlichting te brengen. Maar een ramp, daar is volgens hem geen sprake van. LLTB en ZLTO leggen zich hier nog niet bij neer en lobbyen verder. Faassen benadrukt dat in België, amper 10 km verwijderd van in Nederland getroffen ondernemers, wel steun gaat worden gegeven. Met dit pleidooi hebben Faassen en Huijbers inmiddels oppositieleider Sybrand Buma achter zich gekregen. De CDAfractievoorzitter gaat in de Tweede Kamer voorstellen boeren, tuinders en boomkwekers wél financieel te hulp te schieten. Wordt vervolgd. <
„Onvoorstelbaar”, zegt Herman Huijbers. „Als dit toch overdag was gebeurd, met schooljeugd en ander personeel in de kassen aan het werk...” De boomkweker loopt door zijn werkruimte, een kleine week nadat de extreme hagelstorm over Someren trok. Het opruimen van de ravage is in volle gang. Er liggen bergen glasscherven op de grond, rondom oppotmachines en overzetrobots. Rolcontainers zijn uit de kassen gehaald, zodat personeel veilig de scherven kan verwijderen die op de planten liggen; veelal beworteld stek van Picea glauca ’Conica’. In de kassen zelf heerst namelijk gevaar van vallend glas. Behoedzaam probeert ander personeel losliggende ruiten van het dek te halen. De kasreparateur is al gearriveerd. „Vorig jaar hebben we hier een windhoos gehad”, vertelt Huijbers. Een medewerker stond op dat moment op een trap in de kas. Die zag de windhoos komen en ging meteen van de trap af. „Hij had niet eens de tijd om het pad te bereiken; hij dook onder de eerste rolcontainer. Zo snel kwam de windhoos.” En zo snel ontstond ook de supercel boven Someren. De kweker zat op de bewuste avond van 23 juni buiten met zijn vrouw. „De lucht trok dicht, en ik zei nog tegen haar: ’We hebben geluk, het trekt voorbij’. Maar ineens werd het wit.” Daarop rende de kweker naar zijn kantoor, vooraan in de kassen. „Om de luchtramen dicht te sturen. En toen begon het te kletteren, als een mitrailleur. Ik durfde niet meer naar buiten. En ik stond machteloos, ik kon helemaal niks doen. Blij dat ik nog leef.”
Huijbers heeft 2 ha aan kassen. „Van 1 ha is de helft van de ruiten kapot, van de andere 1 ha schat ik 30% kapot.” Dat is nog niet alles. Op sommige plaatsen zijn de grote hagelstenen zelfs door de eb- en vloedbodems van rolcontainers gegaan. Dwars door het kasdek heen, stektunnels en stekken van ’Conica’. Het wordt tijd dat het kasdek weer dicht komt, want de bescherming tegen buien is weg. Dat is ook de situatie bij Buxus-planten. „Ik spuit nooit tegen Cylindrocladium”, zegt de kweker, „en dat hoeft ook niet, want ik voorkom de ziekte met mijn eb- en vloedsysteem. Maar nu de ruiten
eruit liggen, kun je erop wachten. Bij stortbuien krijg je watervallen over de goten heen.” Buiten de kassen is er ook veel schade. Nu staan alle planten weer rechtop, maar door de supercel waren ze op het containerveld omver geblazen. De hagelstenen hadden vervolgens de potten doorboord. Dat gebeurde ook bij de P9’s op rolcontainers. „Machinaal sorteren gaat niet meer, want de robot kan de potten niet meer pakken.” En dan is er ook nog schade aan de planten op zich, waaronder kapot geslagen takjes.
De kassen en de gewassen en apparatuur erin zijn verzekerd tegen hagelschade. Maar voor de gewassen die buiten staan, heeft Huijbers geen hagelverzekering afgesloten. „De premie is niet omhoog gegaan, maar het eigen risico wel, dat is nu 30%. Veel te hoog.” Met de windhoos had de kweker een ton schade aan de kassen. „Die is vergoed, maar was peanuts vergeleken met de schade nu.” Dagen na de supercel kan Huijbers beter relativeren. „We proberen nu te redden wat er te redden valt. Alles zag er eerst pico bello uit. Het is nu helaas anders.” <
Aan de keukentafel doet Jan Martens zijn relaas. Het is woensdag 29 juni, nog geen week nadat de supercel een spoor van vernieling trok in Someren, het epicentrum, en ook nog richting Deurne en Venray. „Ik wist eerst niet eens wat een supercel was”, zegt de kweker van coniferen en Buxus. Hij praat vrij snel, soms met een lachje. Maar dat was donderdagavond 23 juni wel anders. Het was die avond broeierig weer. Martens en zijn gezin hadden net gebarbecued. Zijn vrouw ruimde de boel op, de kweker was nog even op het veld met zijn zoon, om diens motor aan te trekken met een shovel. Plots werd het pikkedonker, gevolgd door veel wind en een zware regenbui. En ineens zag hij vanuit de cabine een witte kolk. „Ik dacht nog: als daar iets uitkomt, moet ik wegwezen.” Martens reed naar huis, en nog geen halve minuut later begon het gedonder. „Het leek wel oorlog. Het ging supersnel, en zo angstaanjagend hard. Ik drukte de shovel aan de zijkant gelijk in grote laurier, want ik dacht dat alles kapot ging.” Er vielen hagelstenen van wel 10 cm in doorsnede. De kweker loopt even naar zijn diepvries. „Kijk, ik heb er een bewaard. Een grote klont van allemaal kleine stenen.” Zijn gezin was gelukkig veilig binnen. De kweker schat dat de supercel een minuut of vier boven zijn bedrijf tekeer ging. Daarna was het geweld voorbij. Dakpannen waren kapot geslagen; binnen lekte het wat. „We gingen het dak op om pannen te wisselen, want we vonden het belangrijk dat we weer droog zaten; het begon weer keihard te regenen.”
Tegen middernacht pakte Martens zijn zaklamp om het veld in te lopen. De maïs van zijn buurman was helemaal kapotgeslagen. Zijn eigen coniferen zag hij vanaf de noordkant. „Ik dacht dat het bij ons wel meeviel.” Daarop ging hij naar bed, maar slapen lukte niet. Bij het ochtendgloren liep hij nogmaals naar het veld. Toen werden ook de andere kanten van de coniferen zichtbaar. „Het was foute boel.” De hagelstenen hadden gaten geslagen in de planten, takken waren afgescheurd. En het veld stond alweer vol met water. „Ik stond echt te janken op het veld”, zegt de kweker. Sinds begin juni kampt hij al met wateroverlast. „Twee dagen lang stonden de planten onder water.” Hij
weet zeker dat het door het waterschap komt, want zijn percelen zijn gedraineerd, gekilverd en liggen op afschot. In het midden is nog een extra sloot aangelegd. „Het waterschap had sloten niet gemaaid en stuwen te laat opengezet.” In de ochtend na de supercel reed Martens in zijn omgeving rond. Hij trof veel ander leed aan. „Kippenstallen waren geperforeerd, kassen kapot.” Zijn vader van 85 jaar reageerde: ’Dit heb ik nog nooit van m’n leven gezien’. De kweker blijft vrij snel praten. En nog af en toe met een lachje. „Praten helpt bij het verwerken van leed.” Hij vertelt zijn verhaal aan iedereen die het horen wil, want hij wil een signaal afgeven. „Ik heb anderhalf jaar geen inkomen meer, geen liquiditeit meer. De bank heeft net gebeld; ik val nu onder Bijzonder Beheer.”
Martens vertelt dat hij niet meer is verzekerd tegen schade als gevolg van noodweer. Tot afgelopen november had hij wel een hagelverzekering. Die is opgezegd op basis van expertise en overleg met andere kwekers en de verzekeraar, want als er hagelschade was in Picea glauca ’Conica’, zijn hoofdteelt, dan was die minimaal. „Nu zegt de verzekeraar: ’Je bent niet verzekerd tegen hagel, dus ik kan niets voor je doen’. Maar hagel bestaat normaal uit kleine korrels. Hier vielen ijsballen van 10 cm groot. Wat valt er over een paar jaar uit de lucht, brokken ijs?” Dan is het even stil aan de keukentafel. Martens blijkt nog meer nare dingen te hebben meegemaakt. Gedupeerd door een faillissement toen hij nog varkenshouder was. Longkanker. Gesteggel met overheden over een natuurbeschermingswetvergunning. De boomkwekerij is er sinds 2005; het is nu een 10 ha tellend bedrijf met een moderne uitrusting. En dit jaar was hij weer trots op de behaalde kwaliteit op het veld. „Het stond er fris bij, het blonk gewoon. We dachten nu alles onder controle te hebben. Tot deze juni, dus.” De kweker kijkt door het keukenraam naar buiten. De lucht begint te betrekken. „Kom, we gaan het veld op voordat het weer gaat regenen.”
Met de laarzen aan loopt Martens dwars over de percelen
achter zijn huis. Tussen de rijen met ’Conica’ heeft zichtbaar water gestroomd. De grond is nog steeds verzadigd. De kweker trekt een plant eruit. Zwarte wortels komen tevoorschijn. De plant zelf ziet niet fris maar dof uit. Takjes beginnen bruin te worden. Takjes liggen los op de grond, soms op een hoopje omdat ze zijn meegesleurd met het stromende water. Het lijkt net alsof hier heel fout is gesnoeid. „Door de hagelstenen zijn takjes gewoon eraf geslagen.” Dan de rijen met Picea pungens. De blauwsparren laten dezelfde schadebeelden zien. Een andere kweker zou er nog veel stekken van knippen. Martens, op cynische toon: „Ik heb hem gebeld en gezegd: ’Ik weet niet hoeveel stek je wilt hebben, maar het ligt hier al overal op de grond.” In sommige rijen staat het nog steeds blank. De planten zijn langzaam aan het verzuipen, er valt niets meer aan te redden. Want takken zijn al bruin, verdord, en er is geen kiemwortel meer te bespeuren. De hagelstenen hebben ook in andere coniferen gaten geslagen, zoals in Thuja occidentalis ’Smaragd’. Taxus baccata lijkt nog groen te ogen, en weinig van de ijsklonters geleden te hebben. Maar takken kleuren toch bruin. De kweker hoopt op financiële compensatie, maar verwacht het niet. „Tegen een natuurramp als deze is niemand en niets bestand. Ik ben bezig te overleven, ik ben dubbel getroffen: door wateroverlast en door hagelballen. Hoe zuur kan het zijn?” <
Bezoek de FLORALL najaarsbeurs Op woensdag 24 augustus kan u terecht ht iin dde hhallen ll van G Gentt E Expo p voor dde FLORALL-najaarsbeurs: de Belgische vakbeurs voor de sierteeltsector waarop kwekers, toeleveranciers en handelaars hun assortiment presenteren.
Locatie: Flanders Expo Gent (België)
Gratis parking en beurscatalogus.
Toegang is gratis voor professionelen. Schrijf u nu ONLINE in op www.orall.be
@FLORALLfair
Keurmerk voor duurzame Boomkwekerijproducten Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie. Groenkeur ontwerpt kaders en borgt kwaliteit in de groene sector. Wij maken promotie voor ons kwaliteitslabel op beurzen en congressen. Wij zitten aan tafel bij opdrachtgevers vanuit de overheid waardoor Groenkeur als gunningscriterium wordt opgenomen bij aanbestedingen.
‘Groenkeur voldoet aan de eisen van maatschappelijk verantwoord inkopen en is het selectiecriterium bij aanbestedingen voor groenvoorzieningen.’
Stichting Groenkeur Postbus 1010 3990 CA Houten T 030 - 659 5663 E info@groenkeur.nl I www.groenkeur.nl
De werknemer, 61 jaar oud, is sinds 2010 in dienst in een technische functie. Hij is tevens voorzitter van de OR. Op een ochtend komt hij naar kantoor terwijl hij - volgens zijn collega's - sterk naar alcohol ruikt. Op verzoek van de werkgever werkt hij vrijwillig mee aan een blaastest. Daaruit blijkt dat hij inderdaad alcohol in zijn bloed heeft. Het percentage alcohol is zodanig dat hij zijn werkzaamheden, op grond van regelgeving, niet meer mag verrichten en de werkgever stuurt hem naar huis. De werkgever verzoekt de kantonrechter vervolgens om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst op basis van verwijtbaar handelen, een in de wet vastgelegde â&#x20AC;&#x2122;redelijke grondâ&#x20AC;&#x2122; voor ontslag. De werknemer voert verweer en stelt dat hij ziek is.
De rechter vindt dat geen
sprake is van ziekte. De werknemer had zich niet op juiste wijze ziek gemeld en uit het huisartsrapport blijkt wel van alcoholmisbruik maar niet van een verslaving. Het opzegverbod bij ziekte is dan niet van toepassing. De rechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat de werknemer de regels heeft geschonden. Ook zijn grote functieverantwoordelijkheden en voorbeeldfunctie als voorzitter van de OR spelen hierbij een rol. Maar de rechter vindt niet dat de werknemer zo verwijtbaar heeft gehandeld dat zijn arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. De rechter vindt relevant dat de werknemer heeft meegewerkt aan de blaastest, direct heeft erkend een fout te hebben gemaakt en professionele hulp heeft gezocht. Gelet op de gevolgen van een ontbinding voor de werknemer, waarbij de rechter zijn leeftijd, moeilijke positie op de arbeidsmarkt en zijn goede
staat van dienst in aanmerking neemt, is ontbinding een te verstrekkend middel en wordt dan ook afgewezen.
Op basis van de uitspraak kunnen een aantal tips worden gegeven. Als eerste raad ik aan om in een intern protocol op te nemen dat het niet is toegestaan om onder invloed van alcohol op het werk te verschijnen. Een tweede tip is om - vooral in een situatie als deze - eerst nog een laatste waarschuwing te geven. Gaat hij de volgende keer in de fout, dan wordt overgegaan tot ontbinding. Tenslotte doet u er verstandig aan goed in de gaten te houden of er misschien sprake is van verslavingsproblematiek. Als dat zo is, kan van de werkgever worden verwacht een afkicktraject aan te bieden. Dit helpt de werkgever als partijen uiteindelijk bij de rechter uitkomen. <
„Begin, als scholieren bij je aankloppen, niet alleen met bedenken of er werk voor hen is. Belangrijker is of er iemand op je bedrijf rondloopt die hen kan begeleiden”, stelt Marieke van Esveld, preventie-adviseur bij Stigas, adviesbureau voor gezond, veilig en vitaal werken in de agrarische sector. „Toezicht is een van de belangrijkste vereisten uit de Arbowet. Dertien- en veertienjarigen moet je permanent onder je hoede nemen. Ook bij vijftienjarigen moet je in de buurt zijn. Op die permanente begeleiding moet je bedrijf berekend zijn en de begeleider moet iemand zijn die kan inschatten wat ze aankunnen. Zoek medewerkers die gezag hebben. Tieners luisteren vaak alleen naar mensen waar ze respect voor hebben.”
De ene veertienjarige is de andere niet. De een heeft meer uitleg of een oogje in het zeil nodig dan de ander. Puberhersens functioneren anders dan een volwassen brein. Pubers registreren risico’s, maar zien ze vaak niet als gevaar. Ze stoppen bovendien langzamer met een gevaarlijke handeling dan volwassenen. Ze overschatten zichzelf vaak en zien zichzelf als onkwetsbaar. Ze kampen vaak met slaaptekort en zijn snel afgeleid. Van Esveld: „Een groot gevaar kortom, is het typische tienergedrag. Laat je niet verleiden om een vijftienjarige bijvoorbeeld op een trekker te zetten. Ook niet als ze al ervaring hebben, dolgraag willen en zelf denken dat ze het kunnen. De gulden regel is:
hou je aan de wet en kijk verder wat een kind aankan. Soms kun je ze meer verantwoordelijkheid geven, soms moet je zelfs strenger zijn dan de wet. Maar neem hen wel serieus. Geef ze keuzes en feedback, daardoor krijgen ze zelfvertrouwen en werken ze beter.” Gerrit Crum, business controller bij Batouwe Boomkwekerijen, beaamt dat je tieners anders leiding moet geven dan volwassenen. „We hebben verschillende medewerkers met talent ervoor. Zij dwingen respect af doordat ze duidelijk zijn, zonder hard te zijn. We stralen sowieso uit dat we verwachten dat scholieren zich houden aan de regels die in ons bedrijf gelden. Afspraak is afspraak werkt het beste bij tieners.”
Scholieren zijn in de groei. Dat betekent dat hun lijf nog minder dan een
ren niet bij machines in de buurt. Er zijn maar weinig machines in het bedrijf en de jongeren zitten in het veld tussen de bomen of in de stekruimte. „In de stekruimte zijn altijd vier tot vijf volwassenen bij de scholieren. In het veld is er ook altijd een vaste medewerker mee. Bespuitingen doen we alleen ’s avonds. De dag erna mag op dat perceel niet gewerkt worden. We gebruiken sowieso alleen middelen waarbij je na het spuiten geen beschermend materiaal aan hoeft”, zegt Crum. „Risico’s voorkomen we door héél duidelijk te zijn in onze afspraken over wat de scholieren wel of niet mogen en waar ze mogen komen. Speciaal voor scholieren hebben we een huishoudelijk reglement gemaakt dat elke scholier krijgt voordat hij bij ons aan het werk gaat. Bij tieners werkt de groepsdruk in het voordeel. Als niemand naar een draaiende machine loopt, dan doen nieuwelingen dat ook niet.”
volwassen lichaam tegen langdurig repeterend of zwaar werk kan. Van Esveld: „Daarom is het goed om de scholieren alles mee te laten doen, ook het voorbereiden en het opruimen. Dat zorgt vanzelf voor variatie.” Crum: „Jongens werken bij ons vaak in de spillen, meisjes op de stekafdeling. Niemand werkt bij ons een volle werkweek, want zeker jongere jeugd heeft per week minimaal één extra dag vrij nodig. We zorgen dat onze scholieren niet te lang achter elkaar hetzelfde doen. Elke twee uur is er een pauze. Ze zitten niet dag in dag uit binnen, maar werken ook buiten. Per seizoen varieert het werk ook. Afwisseling is niet alleen fysiek goed, het houdt het werk ook aantrekkelijk.”
Jongeren mogen niet in dezelfde ruimte zijn als machines, met uit-
zondering van een lopende band, waarvoor specifieke regels gelden. Henk Mauritz, eigenaar van Combinatie Mauritz in Opheusden: „Ons bedrijf is groot genoeg en we hebben genoeg handwerk. Onze scholieren komen daardoor simpelweg niet in de buurt van machines, vorkheftrucks, pneumatisch of elektrisch gereedschap. Ze zitten meestal op het veld, ver van alles wat rijdt vandaan.” Voor scholieren die zichzelf later wel in de agrarische sector zien werken, is bij Mauritz altijd plek. „Als zo’n tiener hier vanaf zijn veertiende rondstapt, kan hij op zijn zeventiende natuurlijk wel meer verantwoordelijkheid aan. Maar zelfs dan werkt hij nooit alleen en kijken we zorgvuldig wat we hem wel en niet laten doen. We hebben genoeg volwassen en gekwalificeerd personeel om niet tegen een scholier te hoeven zeggen: spring jij even op die heftruck.” Ook bij De Batouwe komen scholie-
Gerrit Crum wijst erop dat de sociale veiligheid minstens zo belangrijk is als de fysieke veiligheid. „De medewerkers die onze scholieren begeleiden, zullen nooit hun stem verheffen. Een meisje van 13 kun je niet hetzelfde aanspreken als een man van 35 jaar. Als we een nieuwe scholier aannemen, kijken we vooral of hij of zij in de groep past. Leuke collega’s zijn een van de drie drijfveren voor scholieren om te werken, naast de beloning en de inhoud van het werk. Als de sfeer goed is, zijn scholieren veel productiever en is het voor de begeleiders ook prettiger om de begeleiding te geven.” Laanboomkweker Mauritz beaamt dat: „Jongeren komen echt niet naar ons omdat ze een missie hebben om de laanbomen langs de wegen te verbeteren. Zelfs achttienjarigen sturen we niet alléén het veld in. We gaan altijd met een ploegje. Voor die gezelligheid komen ze.” <
TreeCommerce
Hét digitale communicatie platform voor de boomkwekerij.
De officiële dealer van Mayer
and ederl in N elgië. & B
Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen! Volg TreeCommerce ook via twitter: @Treecommerce
www.visser.eu/potmachines www.treecommerce.com
Hulpstoffen voor gewasbescherming Hasten, Elasto G5 en Atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel: 0317-451217 e-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com/trading
Aan- en verkoop, onteigeningen, taxatie en bedrijfsbegeleiding van boomkwekerijen Engelandlaan 58 2391 PN Hazerswoude-Dorp I ITC Boskoop
Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl
T: 0172 - 53 48 79 W: www.vdsm.nl E: info@vdsm.nl
+ '( %$..(5
( ;3(57,6(%85($8
VDH Foliekassen BV Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl
www.bakkerexpertise.nl
Voor AL uw boomkwekerijbenodigdheden: • Kluitmaterialen • Tonkinstokken • Bindmaterialen • Gewasbeschermingsmiddelen • etc. etc. Tielsestraat 95 Hoofddealer van: 4041 CS Kesteren tel: 0488 – 483275 fax: 0488 – 482895 info@agrodearend.nl www.agrodearend.nl www.felco.com DE PARTNER met visie voor de kweker!
Tel: 0031 (0) 172 2359 90 Fax: 0031 (0) 172 2359 95 Mail: info@foliekassen.com Web: www.foliekassen.com Frankrijklaan 9 2391 PX Hazerswoude-dorp (NL)
De definitie van plantversterkers is een lastige, waarover veel onenigheid is. Je zou kunnen stellen dat plantversterkers stoffen zijn die de plant helpen om de weerstand te verbeteren tegen ziekten en plagen, zonder een bestrijdende werking te hebben op deze ziekten en plagen. Heeft een stof een bestrijdende werking, dan is hij namelijk een bestrijdingsmiddel. Het doel van een plantversterker is om de kracht van de plant te vergroten. Plantversterkers bevatten stoffen van minerale, plantaardige of dierlijke oorsprong. Ze kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieĂŤn, namelijk bodemverbeteraars, meststoffen en planthormonen. Iedere categorie heeft op haar eigen manier invloed op de weerbaarheid van planten.
Steeds duidelijker wordt de essentiĂŤle rol van de bodem op de plantgezondheid. Problemen met de bodem leiden onherroepelijk tot problemen met de planten. Om de bodem te verbeteren, kunnen er verschillende teeltmaatregelen worden genomen of kan er gebruik worden gemaakt van bodemverbeteraars. Deze bodemverbeteraars worden vaak aangemerkt als plantversterkende middelen. Ze zijn echter vooral gericht op het verbeteren van de bodemstructuur, bodemkwaliteit en bodembiodiversiteit, met als uiteindelijk doel het verbeteren van de wortelomgeving
van de plant, dus dat de wortels beter gaan functioneren. Bodemverbeteraars zijn dus eigenlijk een soort indirecte plantversterkers en dat maakt ze ook gelijk de lastigste in de groep van plantversterkende middelen. Hoewel er veel aandacht voor de bodem is en er veel onderzoek naar wordt gedaan, wordt gelijktijdig steeds duidelijker dat de bodem een complex systeem is, waar meer niet dan wel over bekend is. Effecten en resultaten laten zich daardoor ook moeilijk in kaart brengen en hebben doorgaans een langere periode nodig om zichtbaar te worden.
Meststoffen als stikstof, fosfaat en kali worden niet als plantversterkers gezien, hoewel ze natuurlijk grote invloed hebben op de weerbaarheid van een plant. Spoorelementen worden vaak wel aangemerkt als plantversterkers, alhoewel hier discussie over is. Doel van het inzetten van spoorelementen is het verstevigen van celwanden. Zo worden calcium, maar ook magnesium, kali en borium ingezet om de celwanden te verstevigen. Stevige cellen zijn immers minder makkelijk aan te vallen. Spoorelementen hebben echter ook
nog andere plantversterkende eigenschappen. Zo gebruiken planten calcium tijdens een afweerreactie tegen biotrofe schimmels. Wordt een plant aangevallen door een schimmel, dan zorgt de plant dat de cellen worden gevuld met calcium, waardoor de plant het aangetaste gedeelte kan laten afsterven en de schimmel wordt opgesloten. Ook silicium en kaliumfosfiet zijn meststoffen die de planten helpen bij hun afweer. Beide hebben invloed op de aanmaak van het planthormoon salicylzuur, een hormoon dat de plant aanmaakt om zich te verdedigen. Hoewel kaliumfosfiet en silicium dus geen bestrijdende werking hebben, is in eerdere onderzoeken naar de bestrijding van verschillende schimmels zoals Phytophthora wel aangetoond dat deze meststoffen, en dan met name kaliumfosfiet, een belangrijke rol spelen bij het onderdrukken van schimmels. Dat komt doordat de plant zich beter kan weren of verdedigen.
Planthormonen worden getriggerd door stress. Als een plant gestresst raakt door droogte, plagen of ziekten, gaat hij extra plantenhormonen maken. Zodra deze hormonen in verhoogde dosis in de plant aanwezig zijn, gaat de plant afweereiwitten maken. In de verdediging van planten spelen twee hormonen de hoofdrol: salicylzuur en jasmonzuur. Salicylzuur helpt de plant bij het beschermen tegen biotrofe schimmels als Pythium en meeldauw. Jasmonzuur helpt bij het verweer tegen necrotrofe schimmels als Botrytis. Deze twee hormonen kunnen elkaar wel in de weg zitten: als de hoeveelheid salicylzuur verhoogd is, kan de plant geen jasmonzuur aanmaken en vice versa. Bij de keuze voor een plantversterkend middel is het belangrijk om te weten wat de â&#x20AC;&#x2122;werkzame stofâ&#x20AC;&#x2122; van een versterkend middel is en om te kijken of die past bij het doel dat wordt nagestreefd. <
Onderzoek naar de werking van plantversterkers is niet vanzelfsprekend. Daar waar producenten van gewasbeschermingsmiddelen of bestrijdingsmiddelen met onderzoek de werking van een middel moeten aantonen, is dat voor de zogenaamde plantversterkers niet wettelijk verplicht. Hoe kunnen kwekers dan het kaf van het koren scheiden en weten welke plantversterkers daadwerkelijk de weerbaarheid van planten verbeteren? Proeven en onderzoeken moeten de mogelijkheden zichtbaar maken. Dat plantversterkers werken, is inmiddels wel bewezen, maar uit onderzoek blijkt dat de verschillen per plantversterker groot zijn. Sommige laten een duidelijke verbetering van de weerbaarheid van de plant te zien, terwijl bij andere niet of nauwelijks werking wordt geconstateerd. Het lastigste is dat er daarbij niet eenvoudig een lijst te maken is van middelen die werken en niet werken. De resultaten wisselen namelijk per gewas, ziekte en teeltsysteem.
Een voorbeeld hiervan is het PPOonderzoek naar de beheersing van echte meeldauw in 2015, door Jantineke Hofland-Zijlstra. In het onderzoek werden zes verschillende plantversterkers getest tegen meeldauw in potgerbera, pottomaat, kalanchoë
en potroos. In het onderzoek werden Hicure, Fado, Serenade, Formit, Synvital en AQ10 getest, waarbij diverse middelen ook gecombineerd werden ingezet. Bij alle geteste producten hadden de planten een verhoogde activiteit van ziektegerelateerde eiwitten, maar de mate waarin de planten uiteindelijk daadwerkelijk minder gevoelig waren voor meeldauw varieerde tussen de 50% en meer dan 90%. Er bleek bovendien een verband te bestaan tussen de hoeveelheid bladgroen en de gevoeligheid voor meeldauw, terwijl de plantversterkers hier geen effect op hebben. Bij meer bladgroenkorrels is de plant gevoeliger voor meeldauw. Een combinatie van Formit, Fado, Synvital en Serenade zorgde er overigens voor dat toetsgewassen tomaat en gerbera volledig vrij bleven van meeldauw. De inzet van afzonderlijke producten gaf een wisselend resultaat per gewas. Zo bleek met name Formit per gewas een ander resultaat te geven. De middelen werden preventief ingezet tegen meeldauw, maar AQ10 - een middel op basis van de antagonistische schimmel Ampelomyces quisqualis - bleek curatief een werking te hebben als het werd ingezet na een besmetting met meeldauw.
Duidelijke conclusie uit het onderzoek van PPO is dus dat het noodzakelijk is om middelen te testen in een gewas om vast te kunnen stellen of ze wel of niet resultaat hebben. Effecten in andere gewasgroepen tonen wel aan dat een middel werking toont. Maar pas na proeven in een betreffend gewas kan worden bepaald of en waartegen een plantversterker resultaat heeft. Afgelopen jaren hebben Delphy, Cultus Agro Advies en GroeiBalans diverse proeven uitgevoerd met plantversterkers. Soms op verzoek van de producenten, soms in het
kader van praktijknetwerken of onderzoeken vanuit Productschap Tuinbouw. Zo zijn in het praktijknetwerk ’Duurzame aanpak van ziekten, plagen en onkruiden in de boomkwekerij’ Equitec, Lecitec en Cupratec (alle van Agrotechnologica), Natural Green en Pretect (beide van PlantHealtCure), FytoForce (SoilTech) en VitiSan (Biofa) getest in meerdere boomkwekerijgewassen als Quercus, Crataegus, Amelanchier, Cornus, Mahonia en Prunus lauroceracus. Ook uit dit onderzoek blijkt wederom dat alle genoemde middelen wel degelijk een werking hebben, maar dat het per gewas erg verschilt in welke mate en waartegen ze werken. Zo bleek in Amelanchier compostthee in combinatie met chemie goed te werken tegen meeldauw, terwijl in Cornus uitsluitend compostthee het beste resultaat gaf. In Mahonia bleek compostthee tegen bladvlekken minder resultaat te geven dan Pretect en de combinatie Equitec/Lecitec.
Binnen het Koepelproject staat het zoeken naar weerbare teeltmethoden centraal en zijn er diverse onderzoeken waarin de werking van plantversterkende middelen en maatregelen wordt onderzocht. Zo worden er plantversterkers getest in potrozen, vaste planten, wortelrotgevoelige gewassen en in stekmateriaal. Al deze onderzoeken zijn vorig jaar gestart; de proeven liggen er nu voor het tweede jaar. Definitieve conclusies zijn er dus nog niet te trekken, enkele eerste waarnemingen vallen wel op. In de behandeling van gevoelig stekmateriaal zijn Natugrow, Serenade, Hicure en Titon getest in verschillende soorten stek. Met name Natugrow en Serenade gaven goede resultaten. Het eindresultaat met deze producten was vergelijkbaar met de gangbare methode. Er moest vanwege de hoge schimmeldruk twee keer chemisch worden ingegre-
pen, maar dat is altijd nog zes keer minder dan in de gangbare methode. Dit jaar wordt de proef grootschaliger opgezet met uitsluitend Natugrow en Serenade. In de vaste planten zijn Hicure, Vivisol, compostthee, Photo Finish en steenmeel getest om vast te stellen in hoeverre zij de planten weerbaarder maken tegen roest, bladvlekken en wortelrot.Wat opvalt is dat Vivisol een betere groei laat zien, met name in Geranium. Ook steenmeel resulteert in iets zwaardere planten, maar dit geldt juist in mindere mate voor Geranium. Het voorkomen van bladvlekken en roest is in geen enkele behandeling gelukt, wel laten
de plantversterkers in geringe mate een onderdrukkend effect zien. Met name de resultaten tegen bladvlekken werd als teleurstellend ervaren. Dit jaar wordt de proef herhaald met dezelfde producten.
In het Koepelproject wordt ook gekeken naar een preventieve manier om Buxus te kweken die weerbaar is tegen Cylindrocladium. Hier wordt natuurlijk al langer naar gezocht. Zo hebben GroeiBalans, AgroPoli en Delphy al eerder proeven gedaan met diverse plantversterkende middelen. Bij Buxus wordt er gekeken naar een
methode waarbij een combinatie van bemesting, plantversterkers en teeltmaatregelen de afhankelijkheid van chemie vermindert. Al met al lopen er zowel in de boomkwekerij als in de andere sectoren diverse onderzoeken naar de mogelijkheden die plantversterkers bieden om planten weerbaarder te maken, zodat de afhankelijkheid van chemie vermindert. Dat er mogelijkheden zijn is duidelijk, dat diverse middelen een werking hebben ook. Toch is er nog veel te ontdekken: in welke teelten welke middelen - al dan niet in combinatie - het meest optimaal kunnen worden ingezet tegen ziekten en plagen. <
Of kwekers er goed aan doen om plantversterkers in te zetten op hun kwekerij, is volgens de adviseurs te beantwoorden met een volmondig ja. Of zoals een van hen verwoordt: „Het is niet zozeer de vraag of je het moet willen. Er komen steeds minder chemische alternatieven voor gewasbescherming. Je moet daar nu op anticiperen door planten weerbaarder te gaan kweken, waardoor je als kweker minder afhankelijk bent van chemische oplossingen. Plantversterkers of plantversterkende maatregelen geven kwekers die mogelijkheid om sterkere en gezondere planten te kweken.”
Om te kunnen adviseren wat kwekers kunnen doen, wordt onderscheid gemaakt in de verschillende soorten plantversterkers of plantversterkende maatregelen. Zo kan er een indeling worden gemaakt in ondergronds en bovengronds, of in meststoffen en ’middelen’. Bij de inzet van meststoffen is het streven gericht op een gezonde, sterke en stevige plant. De inzet van ’middelen’ heeft tot doel de plant weerbaarder te maken tegen ziekten; ze bestaan uit aminozuren, bacteriën of schimmelpreparaten. Een deel van de plantversterkende middelen die op de markt zijn,
bevatten een combinatie van bladmeststoffen en middelen. De eerste basis ligt volgens de adviseurs in het versterken van de plant. „De basis van een sterke plant, ligt natuurlijk in een gezond wortelstelsel en gerichte bemesting, waarbij ook aandacht is voor spoorelementen of nutriënten”, aldus Wilma Windhorst van AgroPoli. „Een goede balans in bemesting voorkomt al veel problemen.” Het klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. „We weten inmiddels natuurlijk al veel meer over het effect van meststoffen en diverse spoorelementen. Stikstof geeft een snelle groei, maar maakt de plant zwak. Magnesium en calcium zorgen daarentegen voor sterkere cellen. De juiste verhouding kan echter per gewas verschillen en is daardoor een zoektocht. Bovendien ontdekken we nog steeds nieuwe dingen en soms komen we oude kennis tegen in de literatuur, die vergeten was. Zo blijkt Rhizoctonia een verband te hebben met zinktekort. Iets dat ze in 1957 al in de groenteteelt hadden ontdekt,
maar het verband is ergens in de vergetelheid geraakt bij de intrede van de kunstmeststoffen.”
daarvoor een te grote impact op de teelt, waardoor de ziektedruk sterk varieert.”
Een kant-en-klaarlijstje of recept voor de inzet van plantversterkers is niet te geven. „Gewassen zijn te divers, teeltmethodes verschillen en bovendien hebben we te maken met een buitenteelt, waar het klimaat een grote rol speelt”, beargumenteert Dirand van Wijk van Cultus Agro Advies. De inzet van middelen en methodes kan daardoor per kwekerij verschillen. Belangrijk is dat kwekers de inzet van middelen of maatregelen daarom in eerste instantie proefsgewijs testen. „Daarbij is het belangrijk dat je altijd een deel met het middel of de methode behandelt en een deel niet, want alleen dan kan je een vergelijk maken”, aldus Dorresteijn. Bovendien kan er niet na één groeiseizoen al een conclusie worden getrokken. „Het weer heeft
Ondanks alle variaties zijn bepaalde lijnen wel steeds beter zichtbaar. „Er is nog veel te leren over bemesting, maar we weten natuurlijk al wel een aantal do’s en don’ts op dit gebied. Het te ontdekken gebied zit in details, specifieke kennis over het effect van spoorelementen op bepaalde ziekten en plagen”, aldus Windhorst. In de middelen geldt dat ten dele ook. „Door onderzoek en ervaring, kan ik als adviseur het gebruik van bepaalde middelen inmiddels wel adviseren. Denk bijvoorbeeld aan producten als Hicure, Serenade en Vivisol. Die producten hebben wij op onze proeflocatie getest en ik heb gezien dat ze een bepaalde preventieve werking hebben. Dat helpt om een product bij kwekers te adviseren”, aldus Dorresteijn. Dorresteijn stipt daarmee wel een probleem aan binnen de plantversterkende middelen. Er zijn meer dan honderd plantversterkende producten op de markt, maar slechts een klein gedeelte hiervan is inmiddels getest op proeflocaties of in praktijknetwerken. „Als er geen kennis over of ervaring met een product is, dan zal ik het minder snel aanraden om te proberen.” Volgens Windhorst speelt daarbij mee dat lang niet alle producenten openheid geven over de samenstelling van hun product. „Als je weet wat er wel en niet in een product zit, kan je op zijn minst een
inschatting maken van wat je kan verwachten. Koppert en PlantHealthCure doen dat bijvoorbeeld wel, waarbij PlantHealthCure dat zelfs heel gedetailleerd doet in aantallen. Ik heb het ooit laten analyseren en de genoemde aantallen klopten. Daardoor ben ik als adviseur ook sneller geneigd om het product te testen. Zonder informatie moet je maar vertrouwen op de blauwe ogen van een verkoper. Ik heb liever feiten.” Het testen van producten op proeflocaties zou meer duidelijkheid geven en maakt het voor adviseurs, maar ook voor kwekers makkelijker om te bepalen of de inzet van een product nut heeft in specifieke situaties. Tot op heden is hiervoor echter geen wettelijke verplichting. Op Europees niveau wordt hier wel over gesproken. Voor het echter zover is, zal nog wel een tijd duren. „Ondertussen zie je echter dat steeds meer kwekers zelf op onderzoek uitgaan. Als het enigszins kan, adviseer ik kwekers om dat gezamenlijk te doen. Hierdoor krijg je namelijk een beter beeld of een product werkt. Soms kan een product in een bepaalde teelt weinig resultaat laten zien, terwijl in een andere gewas wel een duidelijke werking wordt gesignaleerd”, weet Van Wijk. Kunnen plantversterkers op termijn chemische gewasbescherming overbodig maken? ’Nee’, menen de adviseurs. „Ze kunnen je afhankelijkheid wel sterk verminderen. Preventief kun je een plant beter beschermen, maar bij een te hoge infectiedruk, zal chemische correctie waarschijnlijk wel noodzakelijk blijven.” <
Buxus Cylindrocladium Buxus Cylindrocladium rens
Buxus sempervi-
Buxus Buxus sempervirens Cylindrocladium, Cylindrocladium
Waar gecontroleerd vrijkomende meststoffen zijn toegepast, is te zien dat deze na stortbuien zijn weggespoeld en zich ophopen in de wielsporen of op het kopeind. Daarnaast zal, ongeacht de toegepaste meststof, stikstof zijn uitgespoeld. Mogelijk ook kali en in mindere mate magnesium. Het is daarom aan te raden een extra gift kunstmest te strooien. Neem daarvoor eerst een N-mineraal monster om de voedingstoestand van de bodem te meten. Aan de hand van de uitslag kunt u, op basis van wat er tot nu toe is gestrooid, eventueel wat bijstrooien. De gemeten waarden liggen nu rond de 10-40 kg. Vul dit nu aan tot 70 kg zuivere beschikbare stikstof. Gezien de tijd van het jaar is het verstandig een niet-langzaamwerkende meststof te kiezen. Ook in de potrozen is het verstandig een bemestingsgift uit te voeren. Na de overvloedige regenval is de EC in de potten zeer laag. Doordat op sommige plekken de potgrond nog behoorlijk nat is, zullen langzaam vrijkomende meststoffen slecht bij de plant komen door een beperkte afgifte en overmatig vocht in de pot. Strooi daarom wat snelwerkende meststoffen op de pot, afhankelijk van het uitgangswater en het type langzaamwerkende meststof die is doorgemengd in de potgrond.
In percelen met wilde â&#x20AC;&#x2122;Laxaâ&#x20AC;&#x2122; is een toename van echte meeldauw te zien. Zorg daarom dat u tijdig spuit met Nimrod of Luna. Met laatstgenoemd middel zijn ondertussen goede resultaten. Hier kunt u eventueel kaliumfosfiet (2 l/ha) aan toevoegen tegen valse meeldauw, die nu ook onder in het gewas zit. Door het weer in de afgelopen periode is de druk van valse meeldauw in de zaailingen hoog. In veel gevallen is er al gespoten. Zorg, indien dat nog niet gebeurd is, dat u op korte termijn twee curatieve bespuitingen met Fubol Gold (2,25 kg/ha) uitvoert. Hier kan kaliumfosfiet (2 l/ha) nog worden bijgemengd.
In de tweejarige rozen is het een overweging om in de soorten waar het nog kan, onderdoor te spuiten tegen het onkruid. Een mogelijke mix is Springbok (1,7 l/ha) plus Linuron 0,75 l/ha plus Finale 1-2 l/ha plus Codacide 1 l/ha. In plaats van Linuron is het ook mogelijk om Dual Gold te kiezen. Let in zaailingen op met het gebruik van producten die fenmedifam bevatten. Het gewas is kwetsbaar, waardoor er een grotere kans op schade bestaat. Het mengen van andere herbiciden met fenmedifam is daarom sowieso nu af te raden. <
Een goede fysische kwaliteit wil zeggen ook onder natte omstandigheden voldoende lucht (minimaal 15% lucht bij -10cm). Een betere fysische kwaliteit wordt verkregen door grovere grondstoffen, het ontbreken van fijne delen en stabiliteit van de grondstoffen. Zo’n potgrond is weliswaar duurder, maar de ervaring dit jaar leert dat het zijn geld opbrengt. De planten houden zuurstof bij de wortel, waardoor deze niet afsterven en de opnamecapaciteit behouden blijft. Er is minder uitval en de bemesting is effectiever. Uiteraard zitten er ook nadelen aan een grovere grond. Bij warm zomerweer moet meer water worden gegeven en luchtige potgronden hebben minder buffer in EC en pH. Na veel regen is het extra belangrijk voldoende aandacht te besteden aan de bemesting. Ook bij gebruik van een volledige dosering langzaamwerkende meststof, is het zeker niet vanzelfsprekend dat het voedingsniveau weer redelijk goed wordt. Meet daarom regelmatig de EC, ook als u al aan het bijmesten bent. Met de metingen krijgt u inzicht in het effect van de bemestingen. Let bij bemonstering ook op goede gehalten
van de sporenelementen. Voldoende sporen zijn belangrijk voor de groei, kwaliteit en kleur van de gewassen. Geef extra sporen bij gebrek in de containerteelt, bij voorkeur via de grond: dat is veel effectiever en goedkoper dan via een bladbemesting. Bij aanhoudend wisselvallig weer is het raadzaam een hoge EC (bijvoorbeeld 2,0 tot 3,0) te geven om voeding in de pot te krijgen. Naregenen is dan wel noodzakelijk. Geeft u veel met een te lage EC, dan kan dat weer tot extra uitspoeling leiden. Goede ervaringen heb ik met meststofvarianten met wat meer afgifte in de nazomer. Sommige kwekers kiezen ervoor om een samengestelde meststof op de pot te leggen. Dit is in een erg natte periode bij grotere potten zeker effectief, maar pas hierbij wel op voor overdosering en daardoor verbranding van wortels. Tot slot: snoei coniferenplantgoed in pot tijdig en éénmaal. Na de snoei kan de plant rustig hergroeien, verhouten en afharden. Het plantgoed hoeft voor doorteelt in bijvoorbeeld een 2 l-container ook niet al te groot te zijn. Vaak is mooi compact plantgoed met een goed wortelstelsel beter. <
De grote hoeveelheden neerslag hebben gevolgen voor de beschikbaarheid van stikstof. Het is dan ook goed om een N-mineraal monster te nemen en te bepalen of een overbemesting nodig is. Ga ervan uit dat er nu in de bouwvoor circa 100 kg beschikbare stikstof aanwezig moet zijn voor een goede groei en vertakking. In de geplante kwekerij moet dat 60-70 kg zijn. Wordt de hoeveelheid niet gehaald, dan kunt u met kalkammonsalpeter bemesten om het verschil tussen de gewenste en de gemeten hoeveelheid stikstof aan te vullen. Ook aan de hand van bladmonsters kunt u vaststellen welke elementen eventueel met een bladbemesting moeten worden aangevuld. Op verschillende plaatsen is zowel mangaan- als magnesiumgebrek. Wees in deze periode alert op bacterievuuraantastingen. Controleer de kwekerij (en waardplanten in de omgeving) op aantastingen. Zwarte vaantjes, leerachtig blad, slijmafscheiding en kankerachtige wonden zijn de symptomen. Instrueer uw medewerkers zodat ze de symptomen tijdens werkzaamheden herkennen en dit melden. Staak bij
twijfel direct het werk, totdat een deskundige oordeel over de aantasting is gegeven. Haal een eventuele aantasting ruimschoots weg. Ervaring leert dat bij zuinig weghalen in de directe omgeving opnieuw aantastingen zichtbaar worden. Dat heeft te maken met de periode tussen aantasting en het zien van de symptomen. Plaats de aantastingen in een zak en knoop deze voor het afvoeren dicht. Kies altijd de kortste weg uit het perceel. Ook is het raadzaam om alvorens de aantasting uit het perceel te dragen, de overall uit te trekken en handschoenen en laarzen te ontsmetten met Dettol of spiritus. Doe dat ook met het gebruikte gereedschap. Een grote bron van herbesmetting is de mens zelf. Plan het weghalen van een aantasting als laatste werk op een dag, zodat de kleding erna direct in de wasmachine kan. Bij twijfel kunt u ook met een testkit snel vaststellen of het werkelijk om bacterievuur gaat. De behandelingen tegen spint en roestmijt geven een wisselend beeld. Controleer de gewassen op aantasting en spuit eventueel nog eens. Plan dit zodanig dat het erna enkele dagen warm en droog is. <
hebe thuj a
buxus erus junip mus y n euo
Smidstraat 1, 6691 ES Gendt, Nederland www.wilbertstek.nl
aris aecyp cham ilis s nob lauru dula lavan psis thujo
prun us rosm arin us thym us taxu s ilex
Aangeboden
De Waal Stek Hoeve 25 6851EP Huissen Tel. 06-55322725 www.waalstek.nl
Beworteld Buxus Sempervirens stek 2/cup 160 gaats tray Bossig en gezond, grote en kleine aantallen geen probleem.
Sinds 1 januari 2014 hanteert Royal FloraHolland in het kader van het leden-niet-ledenbeleid voor boomkwekers een apart lidmaatschapsbeleid. Per 1 juli 2016 is dit, mede op advies van de FloraHolland Product Commissie Boomkwekerijproducten (FPC Boomkwekerijproducten) op twee punten aangepast om boomkwekers tegemoet te komen. Volgens Henk Weijs, Strategisch accountmanager Royal FloraHolland, gaat het goed met de veilingomzet van boomkwekerijproducten. „Tot en met met half juni lopen we een kleine 8% voor op vorig jaar. De veranderingen in de provisiestructuur voeren we vooral in om dingen nog beter te doen.” Nu zijn er drie lidmaatschapsvormen: lid, aspirant-lid en contractzender. (zie kader: Hoe zit het ook alweer?) Per 1 juli is er een nieuwe lidmaatschapsvorm bijgekomen:
contractzender boomkwekerij direct. Contractzenders die geen gebruik wensen te maken van de klok, betalen daardoor straks minder provisie over hun directe handel. Ook is er vanaf die datum voor loyale aspirant-leden een voorschotvrije vorm van aspirant-lidmaatschap. Loyale aspirant-leden hoeven niet meer te wachten op 2,9% restitutie in het
volgende jaar, maar betalen direct een lagere provisie.
Kwekers die kiezen voor de nieuwe lidmaatschapsvorm ’contractzender boomkwekerij direct’, krijgen de mogelijkheid om directe handel te verrekenen tegen een tarief dat lager is dan het tarief dat geldt voor gangbare contractzenders. Contractzenders boomkwekerij direct mogen daarentegen geen gebruikmaken van de klokken van Royal FloraHolland en Veiling Rhein-Maas. Voor contractzenders geldt nu een tarief van 7% voor kloktransacties en 7% voor directe handel. Kwekers die kiezen voor de lidmaatschapsvorm ’contractzender boomkwerij direct’ gaan een gestaffelde provisie betalen over hun directe handel. Voor omzet tot €100.000 betalen zij 4%, vanaf
vorm echt als een helpende hand voor contractzenders om te kunnen groeien naar aspirant-lid.”
€100.000 tot €500.000 betalen zij 3% en vanaf €500.000 betalen zij 2,5% provisie. Volgens Weijs heeft de veiling gekozen voor deze nieuwe lidmaatschapsvorm omdat het tarief van 7% dat geldt voor contractzenders, voor veel kwekers een belemmering vormt om transacties via de veiling te verrekenen. De nieuwe lidmaatschapsvorm wordt door de veiling gezien als een manier om contractzenders op termijn makkelijker de overstap naar het aspirant-lidmaatschap te laten maken. Nu nog zorgt de relatief hoge provisie volgens Weijs voor een behoorlijke afstand tussen contractzenders enerzijds en (aspirant-)leden anderzijds. De nieuwe lidmaatschapsvorm is volgens Weijs niet bedoeld voor kwekers om alleen de minder betrouwbare klanten via de veiling te verrekenen om zo het betalingsrisico te beperken. „We zien de nieuwe
Per 1 juli wil Royal FloraHolland haar loyale aspirant-leden belonen. Aspirant-leden die de laatste twee jaar voldoende loyaal aan de veiling zijn gebleken, betalen vanaf 1 juli geen 6,9% voor kloktransacties en 6% voor directe handel, maar respectievelijk 4% en 3,1%. Tot nu toe betalen aspirant-leden eerst 6,9% voor kloktransacties en 6% voor directe handel. Als na afloop van het jaar blijkt dat ze voldoen aan het criterium van voldoende omzetgroei via de veiling, krijgen ze 2,9% provisie terug. Voor veel kwekers zorgt deze restitutieregeling voor nogal wat onzekerheid. Zij weten niet met welke kosten ze moeten rekenen omdat ze nog niet zeker weten of ze wel of niet voor restitutie in aanmerking komen. Aan de wens van kwekers om eerder zekerheid te krijgen over de exacte hoogte van de te betalen provisie, wil de veiling met de nieuwe regeling tegemoetkomen. Als uit een accountantsverklaring blijkt dat een kweker de afgelopen twee volledige jaren, te weten 2014 en 2015, aan zijn doelstelling omtrent het aspirantlidmaatschap heeft voldaan, kan hij met ingang van 1 juli worden belast met een verlaagde provisie.
Kwekers moeten nog wel zelf bij de veiling aangeven gebruik te willen maken van deze voorschotvrije vorm. Vervolgens hoeven zij niet meer te wachten op 2,9% restitutie in het volgende jaar, maar betalen zij direct het 2,9% lagere tarief. De veiling keert - bij gebleken loyaliteit de provisie die in de eerste helft van 2016 is betaald, nog komend najaar uit. Kwekers die hun doelstelling van het aspirant-lidmaatschap niet halen, hoeven geen naheffing te betalen. Wel worden zij in het daaropvolgende jaar weer ingedeeld als aspirant-lid dat wél voorschotprovisie betaalt. Bij de bepaling of een aspirant-lid aan zijn verplichtingen heeft voldaan, gaat de veiling uit van het volgende. Een aspirant-lid kon twee jaar geleden instappen bij een minimaal omzetaandeel via Royal FloraHolland van 20%. Om aspirant-lid te kunnen blijven, moet er jaarlijks sprake zijn van 10% groei van het omzetaandeel via de veiling. Kwekers die in slechts een van de twee laatste jaren hun doelstelling hebben gehaald, kunnen geen gebruikmaken van de voorschotvrije regeling maar kunnen wel aspirant-lid blijven. Aspirant-leden die in zowel in 2014 als 2015 hun doelstelling niet hebben gehaald, worden overgezet naar het contractzenderschap. Kwekers die in 2015 of 2016 aspirant-lid zijn geworden, kunnen nog geen gebruikmaken van de voorschotvrije vorm. Dit kan pas na twee volledige jaren. <
De Nederlandse handel in Olea europaea bestaat met name uit (halfwas) planten die worden geïmporteerd en in Nederland worden afgekweekt. Van de aanvoer bij FloraHolland komt de meeste aanvoer uit Italië (70%), Spanje (25%) en een klein deel uit Portugal, Israël en Griekenland. Bij Groen-Direkt ziet mede-directeur Gert Koert dat het aantal verkochte stuks Olea europaea van 2012
tot 2014 is gehalveerd, maar sindsdien weer bezig is aan een opmars. „Maar qua aantallen zitten we nog lang niet op het niveau van 2012. Ik denk dat het voor consumenten ook een redelijk duur product is”, zegt hij. Wel spreekt hij van stabiele prijzen. Marc de Baan, Productmanager Balkon & Terrasplanten bij FloraHolland, spreekt bij de afzet van olijfboompjes van een goed voorjaar. De omzet steeg tot en met week 25 met ruim 22% en de prijs kwam daarbij 0,2% hoger uit dan in dezelfde periode vorig jaar. Bij kweker Luiten in Bleiswijk noemt Jeroen Soeterbroek het afgelopen voorjaar qua afzet vergelijkbaar met vorig voorjaar. „En dat ondanks de negatieve geluiden rondom Xylella. Vooral klanten op de Franse markt zijn na eerdere vondsten van Xylella
in dat land huiverig geworden.” En de quarantaineziekte wordt ook door anderen genoemd als storende factor in de afzet. De Baan zegt wel dat de keten goed is geïnformeerd en dat mede door invoering van paspoortnummers de angst voor verspreiding van Xylella niet is doorgezet. <
Onder de noemer Retailsafari Duitsland bezocht Harrie Groenbroek van Groenbroek Advies met overwegend boomkwekers een aantal Duitse retailers. „Ik heb een positieve indruk over gehouden aan wat wij gezien hebben. Het was op deze woensdag overal lekker druk en er werd door consumenten zo op het oog ook goed gekocht”, zegt Groenbroek. „Wat verder opviel is dat de schappen goed vol stonden en alles er kwalitatief goed bij stond. Dat geldt niet alleen voor de tuincentra die we bezochten, maar ook voor de bouwmarkten. Vorig jaar stonden bijvoorbeeld bij een vestiging van Floraland (Hagebau) de planten er niet goed op,
maar dit jaar was dat echt veel beter. Het lijkt erop dat ze kwalitatief een slag hebben gemaakt, maar het kan ook momentopname zijn geweest. Vorig jaar was het bijvoorbeeld heel warm in de periode dat ik Floraland bezocht.” Bij een vestiging van Dehner viel het Groenbroek op dat aan veel planten onderhoud wordt gepleegd. „Medewerkers plukten bloemen en ik zag relatief veel oudere planten staan waarvan je je kan afvragen of het niet beter is om deze weg te gooien. Zowel de volle schappen als de aanwezigheid van relatief veel oudere planten zouden kunnen duiden op een stagnerende verkoop, maar daarvan lijkt geen sprake. Diverse ondernemers of medewerkers gaven aan terug te kijken op een relatief goed voorjaar waarbij over het algemeen juist is geplust. In de schappen stond veel hortensia. In verhouding veel Endless Summer-soorten, maar ten opzichte van vorig jaar lijken de Magical en
Forever&Ever soorten marktaandeel te winnen. Ondanks de opkomst van Ilex-soorten staat er nog steeds in verhouding veel meer Buxus in de Duitse schappen. Van een mogelijke voorkeur naar local for local was weinig te merken. Franse retailers lijken daaraan veel meer waarde te hechten dan Duitse retailers. De zomer lijkt tijdens het bezoek op 22 juni aan de retailers nog niet ingezet. De volle, goed uitziende schappen lijken er op te duiden dat juni nog een goede verkoopmaand is.” <
De Nederlandse vraag komt vooral van overheden die met autochtoon plantmateriaal een ecologische doelstelling nastreven. Die vraag wordt ook steeds bewuster in bestekken gezet, hoewel deze volgens kwekers nog niet allemaal waterdicht zijn. In de afzetketen zou dus nog autochtoon verwisseld kunnen worden met regulier. Echter, al het autochtoon materiaal dat door de keten gaat, hoort van begin tot eind aantoonbaar
„De topmaanden zijn achter de rug, maar het loopt nog steeds best goed. De eerste helft van dit jaar hebben we 30% meer omzet gedraaid dan vorig jaar, met name in levend groen. Dat kwam vooral omdat ik het buitengedeelte een make-over heb gegeven. De tuinplanten komen
autochtoon te zijn middels een herkomstcertificaat van Naktuinbouw. Het aanbod is vooralsnog van een beperkt aantal kwekers dat reeds lang bezig is met selectiemateriaal. Het aantal kwekers kan groeien omdat Staatsbosbeheer sinds kort openheid geeft over zijn beschikbaarheid aan autochtone herkomsten en planten. Maar de hogere zaadprijs schrikt kwekers toch af. Bij autochtoon in Nederland draait het voornamelijk om struiken. In Duitsland, waar het ’gebiedseigen’ wordt genoemd, gaat het om struiken en bomen. In 2020 is toepassing van gebiedseigen wettelijk verplicht in het Duitse landschap. Diverse Duitse kwekers bereiden zich hierop voor met meer opplant van gebiedseigen bomen die gecertificeerd zijn
veel beter uit de verf op de mooie verkoop- en presentatietafels. Alle planten zijn nu geprijsd en voorzien van foto-etiketten en informatie.”
volgens ZgG. Enkele Nederlandse leveranciers met ZgG merkten dat afgelopen seizoen in positieve zin: ze konden zelfs meer leveren als ze meer aanbod hadden. Voor komend seizoen zijn weer de eerste orders binnen. De markt is dus nog steeds in opbouw. <
zijn nog altijd heel populair. Prunus en leibomen liepen in het voorjaar heel goed, nu minder. De komende weken zetten we vooral de Hydrangea Magical in de spotlights. Het wordt vanaf nu wel steeds lastiger om aan goede handel te komen.”
„Hydrangea is nog altijd de koploper in het assortiment en fruitboompjes „Doorgaans wel, terwijl ik heel kritisch ben. Mijn klanten zijn dat ook. Hier langs de kust woont men wat ruimer en wordt er veel getuinierd. Men geeft graag een paar euro meer uit als de kwaliteit top is.”
„Soms staan kleine planten in een te grote pot. Ook zijn de kleuren van de potten niet altijd goed afgestemd op de kleur van de bloem. Daarnaast merk ik dat kwekers soms beknibbelen op de kwaliteit van de potgrond. Dat is wel de basis van het succes van een plant, dus dat vind ik onverstandig.” <
„We moeten op het vasteland inkopen, want hier is niet genoeg productie. De laatste jaren hebben Britse kwekers minder geproduceerd, omdat de markt toen niet goed was. Maar nu de markt wel goed is, kunnen ze niet zomaar meer uitbreiden. Want er is veel druk op land en er zijn te weinig vakmensen. Onze ervaring is ook dat Nederlandse en Belgische kwekers sneller kunnen leveren. We hebben goede
relaties met hen; wat ons betreft zetten we die voort. En 100% Brits product bestaat niet, want veel plantgoed is Nederlands. Na de uitslag over de Brexit daalde de koers van het pond, maar voorlopig zijn we beschermd. We hadden namelijk eerder best veel euro’s gekocht, genoeg om facturen te betalen. Op lange termijn zijn de economische voorspellingen wel belangrijk, maar op de korte termijn is de weersvoorspelling het belangrijkst. Het plantwerk gaat nog steeds door; de grond is aardig nat. Sinds september gaat de verkoop goed. Ook in de winter, en de verkoop in mei was zelfs een record. Hoe dat komt? De economie is sterker, er is veel ontwikkeling en nieuwbouw hier. We hebben enorm veel heesters verkocht. Diverse producten als
Choisya ternata ’Sundance’ kunnen we bijna nergens meer vinden. Ook zijn cultivars van Cornus kousa en C. florida goed verkocht. We hebben die extra gepromoot, want veel landscapers kennen die verrassend genoeg niet.” <
„Engeland is een belangrijk afzetland voor ons als het om tuinplanten gaat. In deze periode gaat er bijvoorbeeld enorm veel Hydrangea naar toe. De uitkomst van het referendum was dan ook een flinke tegenvaller. Ook onze Engelse klanten zaten daar beslist niet op te wachten. Het was meteen merkbaar aan de handel afgelopen week. Bovenop het slechte weer kwam ook nog eens de vraaguitval op Engeland. Onze planten zijn nu een stuk duurder voor hen en waarschijnlijk zoekt men nu eerst naar lokale producten. Nu is het de koers nog, maar de grote vraag is natuurlijk wat er gaat gebeuren als er straks nieuwe handelsafspraken zijn, er andere belastingen gelden en de
procedures complexer worden. Het wordt een onzekere periode en onzekerheid is niet goed voor de handel. Feit is dat we er allemaal links- of rechtsom last van gaan krijgen. Aan de andere kant zien we een kleine plus in de afzet op Frankrijk en Duitsland en liggen we in het eerste half jaar iets voor op vorig jaar. Er is nog aanbod zat van de seizoensproducten die nu centraal staan. Dat zijn voor ons met name Lavandula, Hydrangea en Echinacea. Buxus hobbelt rustig door. Langzaamaan verhandelen we nu ook de eerste Nandina en Hydrangea paniculata. Die worden de komende weken belangrijker. De kwaliteit is over het algemeen goed, wel merken we dat sommige producten smet hebben opgelopen door de zware regenval in de afgelopen weken. Het heeft niet tot tekorten geleid, maar het was vervelend dat sommige kwekers hun uitval niet doorvoerden in onze aanbodsystemen. De FlowerTrials heb ik wel bezocht, maar zijn voor het buitenassortiment niet echt interessant. Toch is
het altijd goed om er iets van mee te krijgen. Wel interessant vond ik de huisbeurs van vijf kwekers bij kwekerij FN Kempen. Daar kwam ik bijvoorbeeld een bijzondere, nieuwe plant tegen: Digiplexis. Het is een kruising tussen Digitalis en Isoplexis en heeft een hele fraaie bloem. De vakantieperiode zet nu een rem op de handel. Intussen zijn we wel al bezig met het inventariseren van het najaarsaanbod. Vooruit plannen en goede afspraken zijn wat dat betreft heel belangrijk.” <
media
Meststoffenfabrikant ICL Specialty Fertilizers heeft een nieuwe doseringsadvieslijst uitgebracht voor gebruik van Osmocote Exact in de containerteelt van boomkwekerijgewassen. De lijst is vernieuwd qua opzet
Stichting Groenkeur heeft een nieuwe huisstijl. Na dertien jaar was het tijd voor een nieuwe, frisse en eigentijdse uitstraling, aldus de stichting. Er zijn twee verschillende logoâ&#x20AC;&#x2122;s; een voor gecertificeerde bedrijven en een voor gecertificeerd product. Deze laatste heeft betrekking op de boomkwekerij waarvan het product is gecertificeerd.
en uitgebreid met de laatste Osmocote Exact-producten. De doseringen zijn gebaseerd op niet-bemeste potgrond. Per gewas is de voedingsbehoefte vermeld. De lijst is zowel gedrukt als digitaal beschikbaar. Meer informatie: icl-sf.nl.
De nieuwe huisstijl werd gepresenteerd tijdens het congres Groenspiratie. Tijdens de middag vertelden diverse sprekers vanuit hun werkveld over nieuwe ontwikkelingen, maatschappelijke bewegingen en innovatie. De eerste Groenspiratie werd goed bezocht, aldus de Stichting. De bedoeling is dat het congres een vervolg krijgt. Meer informatie: groenkeur.nl.
Jungheinrich introduceert een nieuwe serie LPG-heftrucks, met hefcapaciteiten van 4 ton, 4,5 ton en 5 ton. Deze TFG 5-serie is gebaseerd op de kleinere 3- en 4-series. De nieuwe heftrucks hebben een koppelomvormer ofwel hydrodynamische aandrijving, waardoor ze volgens Jungheinrich zeer geschikt zijn voor middellange tot lange rijafstanden.
Brenda Swinkels is het nieuwe hoofd van het verkoopteam van Van den Berk Boomkwekerijen. Swinkels werkt sinds veertien jaar bij het bedrijf in Sint-Oedenrode en is jarenlang de sturende kracht binnen het Nederlandse verkoopteam. Swinkels valt op in de traditioneel door heren gedomineerde branche. Ze heeft echter haar kennis en kunde al volop be-
De trucks beschikken over een LPG-motor van Kubota. Die heeft een hoog koppel bij een laag toerental, waardoor het brandstofverbruik en het geluidsniveau laag zijn. Verder hebben de trucks slijtagevrije, natte multi-disc schijfremmen. Deze zijn ingekapseld, waardoor de trucks inzetbaar zijn in stoffige omstandigheden. Meer info: jungheinrich.nl.
wezen, aldus Van den Berk. Swinkels zal leiding geven aan een verkoopteam dat ook benaderd kan worden voor advies op technisch vlak of soortkeuze. Het verkoopteam is te bereiken onder (0413) 48 04 80 en office@ vdberk.nl. Meer info: vdberk.nl
Van vrijdag 12 tot en met maandag 15 augustus wordt in Lottum weer het Rozenfestival georganiseerd. Tijdens die dagen is het Noord-Limburgse rozendorp uitbundig versierd met miljoenen rozenknopjes die verwerkt zijn in mozaïeken, modeltuinen en objecten. Dit jaar wordt hierbij ingespeeld op het thema ’Rozen uit de kunst’. Er zijn tevens rozen- en bloemschikdemonstraties. Daarnaast is er een tuinfair. Vast onderdeel van het Rozenfestival is De Rozenhof, het rosarium waarin de beste rozen voor toepassing in Nederland en omringende landen staan opgeplant. Daaronder Excellence Roses en ADR-rozen. Meer informatie: rozendorp.nl.