Natuurlijk, een vitaal gewas NIEUW!
Volledig gecoat Calcium en Magnesium Bevat ook Nitraat stikstof - Breed inzetbaar: voor pot- en perkplanten, vaste planten en containerboomkwekerijgewassen. - Vitalere planten door Calcium en Magnesium: tot 4 maanden lang. - Gemakkelijk door uw potgrondleverancier te mengen. - Speciaal bij gebruik van regenwater of water met een laag Calcium-gehalte.
Natuurlijk
Product van:
Bezoek ons ook op Plantarium, standnummer 280
Commentaar: Stopping power Nieuwsinterview: Jos van Lint over Plantarium 2016 Werkelijke pachtprijs boomkwekerij: tot 2,5 keer de norm
Schrijvende boomkweker: Jan Oprins trots op zijn boek over bamboe Boomkwekerij lijkt Participatiewet niet nodig te hebben Reportage: Boomkwekerij Patrick Braspenning Rijsbergen Ondernemersvragen: ’Wat als het mij wel overkomt?’
Veel te zien en te beleven op Plantarium 2016 Een nieuw etiket is geen abc’tje ’Houd niet te lang vast aan je oude etiketten’ Maurits Philippo van Royal Lemkes: ’Ik zie in Engeland betere etiketten’ In beeld: Pink Crispy komt bij je langs Retaildeskundige Sandra Könings: ’Goede etiketten zijn zeldzaam’
Moleculaire test voor optimale bloei hortensia Onderzoek: Steenmeel vergelijken in Buxus Teeltadvies: Gebruik hulpmiddelen bij waarnemen insecten
Markt & Afzet: Vraag naar Pittosporum klein maar goed Hoe loopt 't?
LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten Leveranciersnieuws Vaktaal en Agenda
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-704490
gedrukt
„Alle programmaonderdelen kun je kort aandoen en combineren met het beursbezoek. Loop bijvoorbeeld eens langs het Plein van de Toekomst waar acht pitches worden gehouden van ideeën. Die hoef je niet allemaal te zien, want pitches die je hebt gemist staan er uitgestald. Loop daar even langs, vorm je mening en deponeer een stemmuntje. Dat is gewoon leuk, moet je doen!” „Als beurs willen we ook een doorkijkje geven naar veranderingen in de wijze van presentatie op beurzen die wij voorstaan. Drie inspiratieplekken - de Experience ruimte, het Europaplein en de corridor - spelen daar op in. Loop daar eens langs; je zult worden verrast. Met deelnemers en het beursbestuur hebben we een visie op de toekomst gevormd. Het draait daarbij om drie begrippen: inspiratie, beleving en innovatie.
Daar proberen we proactief iets mee te doen. Het betekent dat we met deelnemers al voor de beurs in conclaaf gaan en proberen combinaties te vormen. Zo ontstaan inspirerende presentaties die laten zien wat je met producten kunt doen. Dat willen we introduceren.” „Als het allemaal wil lukken willen we iedereen op de beurs een soort videocard geven. Daarop staat een animatie die in één oogopslag duidelijk maakt wat we met die verandering bedoelen. Ik ben er trots op als dat lukt.”
Wij willen een lans breken voor het zoeken naar nieuwe planten of nieuwe toepassingen voor bestaand sortiment. Als tegenhanger van geluiden over uniform kweken en grote partijen. Ook omdat je met sortiment en toepassingen combinaties kunt
maken waarmee je je kunt onderscheiden. Natuurlijk zal een inkoper in perioden die lavendel, die Skimmia of hortensia willen kopen. Maar dat snoepgoed, die leuke dingen, apart gepresenteerd en toegepast is ook belangrijk. Daar schenken we met een symposium, met weer korte pitches, aandacht aan. Om ook kwekers op te roepen ervoor te zorgen dat hun sortimentskennis niet verschraalt.”
„Wij moeten er voor zorgen dat we als beurs de deelnemers in een optimale positie manoeuvreren. Dat houden we met elkaar goed in de gaten. Het programma helpt daarbij en dat hebben ze mede bepaald; wie betaalt bepaalt. En ik mag daar uitvoering aan geven en doe dat graag en met zeker enthousiasme.” <
Bij het kunnen pachten van grond voor boomkwekers zijn de zorgen over beschikbaarheid, grote concurrentie, kwaliteit van de grond, bereikbaarheid of GLB-geld groter dan de stijgende pachtnormen. Elk jaar berekent het LEI de pachtnormen op basis van grondbeloning
over een bepaalde periode. Die ligt voor los tuinland in de regio Rest van Nederland op €1.073 per hectare. Boomkwekerijgebied Boskoop ligt in de regio Westelijk Holland (vooral bloembollen) met een hectareprijs van €2.652, maar valt buiten de berekening. Hier is weinig reguliere pacht en de grondbeloning staat door intensief grondgebruik niet in verhouding tot die in andere opengrondstuinbouw. ,,De pachtnorm werkt bij ons in de praktijk niet’’, stelt Pieter van Rijn, kweker in Uden en voorzitter van de LTO Cultuurgroep fruitgewassen. Hij stelt dat de pachtprijs per hectare in zijn regio in vijf jaar van €1.500 tot €2.500 is gestegen. ,,Maar in de Flevopolder is die nog hoger. Hoe meer concurrentie, des te hoger de prijs. De markt bepaalt. Zit je in een gebied samen met veel aardbeien- of aspergetelers, dan weet je dat.’’ De gestegen grondprijs vertalen in een hogere prijs voor het product is niet reëel, stelt Van Rijn. ,,Je probeert eerder de opbrengst te verhogen met dezelfde beschikbare grond, dat je
Tuincentrumketen GroenRijk gaat het belang van groen in haar winkels vergroten. Dat zegt Jacky Michels, sinds een half jaar interim-directeur GroenRijk Nederland in Tuinzaken. Vanaf dit najaar staat volgens Michels, nog meer dan voorheen, alles ten dienste van groen. En verder zegt zij: „Cocreatie met leveranciers is essentieel; echt een andere filosofie dan een leverancier die zichzelf positioneert en blijft denken vanuit een product”, zegt Michels.
Tree Centre Opheusden gaat zich inzetten voor scholing van ondernemers en medewerkers én voor een betere aansluiting op het onderwijs. Het bedrijfsleven in Opheusden en omstreken steekt daarvoor honderdduizenden euro’s in het project Human Capital Agenda. TCO streeft daarbij naar scholing van ondernemers, medewerkers en ZZP’ers. Verder wil zij een grotere instroom van leerlingen en het onderwijs betrekken bij innovatie op de bedrijven.
Peter Kroes is sinds 1 juni mededirecteur van Van Vliet New Plants in Stroe. Hij neemt een deel van de werkzaamheden van Sander van Vliet over. Volgens het bedrijf komt de kennis van Kroes op het terrein van kweken onder licentie en kwekersrecht - de hoofdactiviteit van Van Vliet - goed van pas. Van Vliet New Plants ziet in binnen- en buitenland een toename in vraag naar nieuwe en betere soorten tuinplanten en dan liefst gekweekt onder licentie.
Banken ondersteunen alleen bedrijven met water- of hagelschade die in de kern gezond zijn. Ze vinden een ruimere borgstelling van de overheid niet nodig. Dat staat in een rapportage van de werkgroep die gevolgen van noodweer in Zuidoost-Nederland bekijkt. Staatssecretaris Van Dam stuurde hierover een Kamerbrief. Banken sluiten niet uit dat er bedrijven omvallen.
Sinds 2014 zijn agrarische producten uit de EU niet toegelaten in Rusland, maar de Nederlandse ambassade meldt dat het land interessant blijft als exportbestemming. Poetin wil dat Rusland in 2020 zelfvoorzienend is in de voedselketen. Wat boomkwekerijproducten betreft biedt dit kansen voor leveranciers van vruchtbomen, onderstammen en winterhandveredelingen.
Voedingstekorten in gewassen zijn straks op te sporen met een app voor smartphone of tablet. Die werkt dan vrijwel net zo precies als een fluorescentiemeter. Dat meldt wetenschapsjournalist Gert van den Berg. Hij verwacht dat straks met een smartphone een gebrek is vast te stellen, geruime tijd voordat de eerste verschijnselen met het blote oog zijn te zien.
85% in plaats van 80% opbrengst van goede kwaliteit haalt.’’
De hogere pachtprijzen zijn vooral lastig voor kwekers zonder eigen grond, maakt rozenkweker John Seuren uit Lottum duidelijk. ,,We hebben zelf grond, kunnen ruilen. Is dat niet het geval, sta je achter in de rij. Moet je het misschien doen met schuine percelen en andere ongemakken.’’ Seuren bevestigt dat prijs voor pachtgrond stijgt. ,,Een kwestie van vraag en aanbod. Behalve de prijs spelen ook factoren als de duur van de teelt en de kwaliteit mee.’’ Hij noemt het voorbeeld van de extra tijd die nodig is voor het aaltjesvrij maken van grond, waarvoor je voor tweejarige teelt wel drie tot vier jaar nodig hebt, wat het lastig maakt om te pachten. Coniferenkweker Harald Leuveld uit Twente zegt de pachtnorm weinig. ,,Het maakt niet zoveel uit. Als de transportafstanden maar te doen zijn en je goede beregeningsmogelijkheden hebt. Dan is die grondprijs minder belangrijk.’’ De Twentse boomkweker zegt dat bij hem in de buurt de pacht redelijk stabiel is gebleven. ,,Als de melkprijs op dit
niveau blijft, verandert dat niet. De melkveehouderij heeft hier de meeste hectares in gebruik. Daarnaast zit ik vlakbij de grens met Duitsland. Daar staan de bedrijven met biogasinstallaties onder druk, waardoor er genoeg grond beschikbaar is.’’ Laanboomkweker Henk Mauritz van Combinatie Mauritz uit Opheusden bevestigt dat in zijn teelt de huurprijzen fors hoger zijn dan de pachtnorm. Hij noemt zelfs een hectareprijs van €3.000 als uitschieter. ,,Voor goede grond betaal je een hoge prijs. Dat is altijd zo geweest. Bij meer gegadigden kan dat oplopen.’’ Regio Opheusden is volgens hem populair onder kwekers. ,,We zitten hier met zijn allen op een kluitje op het smalste stuk van de Betuwe tussen twee rivieren.’’ Hij schat dat in regio Opheusden met 70% pacht en 30% eigendom de druk op de grond groot is. Mauritz denkt wel dat er een relatie is met de pachtnorm. ,,Als de prijs aan de onderkant stijgt, dan heeft dat effect op de bovenkant. En voor de laanboomteelt speelt dat we grond nodig hebben voor vijf jaar of meer. Dan verhuurt een eigenaar liever voor een lagere prijs aan een ander, als die huurder maar voor een jaar de grond nodig heeft. De eigenaar heeft dan meer vrijheid.’’
Op 6 en 7 augustus organiseerde De Vlinderstichting voor de achtste keer de tuinvlindertelling. Met de actie wil De Vlinderstichting de vlinderpopulatie in het stedelijk gebied in kaart brengen. Tegelijk wil de stichting een grote groep mensen in contact brengen met de natuur vlak bij hun huis en hen aanmoedigen om iets te doen voor vlinders in hun tuin. Naast aandacht voor vlinders zorgt dit ook voor extra aandacht voor vlindervriendelijke planten.
Voorzitter LTO Nederland, Albert Jan Maat, pleitte 10 augustus bij BNR Nieuwsradio voor een deltaplan voor klimaatrisico's in de landbouw. Maat denkt daarbij aan een overheidsfonds dat wordt aangevuld op het moment dat een calamiteit zich voordoet. Boeren en tuinders moeten zich volgens hem daarbij voor een fatsoenlijk bedrag kunnen bijverzekeren.
Henk Raaijmakers, voorzitter van de LTO vakgroep Bomen en Vaste Planten, over het belang van de pachtnormen: ,,Die spelen minder in de boomkwekerij. De pacht is vaak hoger dan in de akkerbouw of de veeteelt. In onze sector is onder meer bij grond de afstand tot het bedrijf belangrijk: hoe dichterbij voor het personeel voor verzorging, des te beter. En er wordt gelet op de kwaliteit, zoals de vochthoudendheid of het AM-vrij zijn.’’ Hij kent de verhalen over regionale verschillen. ,,Dan heb je met name veel concurrentie in Boskoop en Zundert bij boomkwekers onderling, terwijl in Midden-Brabant of Limburg melkveehouderij of groenteteelt ook grond zoekt. Pachtnormen spelen vooral in de polders maar ook elders waar overheden of investeerders eigenaar zijn van gronden.’’ Nog een factor die volgens Raaijmakers een rol speelt is GLB-geld dat op grond rust. ,,Neem een boer die 150 ha in eigendom heeft en er daarvan een paar verpacht aan een boomkweker, waar voor de akkerbouwer laten we zeggen €50.000 GLB aan verbonden is. Dan moet die eigenaar goed erop letten hoe er binnen de regels met de verpachte grond wordt omgegaan, om dat GLB-recht niet op het spel te zetten.’’ <
Oud-politicus en schrijver Jan Terlouw opent zaterdag 27 augustus om 11 uur de Tuin en Landschap Experience op Plantarium voor het publiek. Zijn boek De Koning van Katoren is bron van inspiratie voor het ontwerp geweest. Vanaf 24 augustus is de Experience al te bezichtigen voor vakbezoekers. Bij deze tentoonstelling wordt aandacht gegeven aan klimaatverandering.
Het is volgens Achmea onvermijdelijk dat verzekeringspremies gaan stijgen als gevolg van klimaatverandering. Het noodweer in juni heeft bij veel klanten van Achmea voor schade gezorgd en de verzekeraar verwacht dat in de toekomst schade als gevolg van het veranderende klimaat zal toenemen. Via preventie probeert Achmea samen met andere organisaties toekomstige schade te verkleinen.
Greenpark Boskoop bv heeft de inventaris overgenomen van het failliete Floralis Boskoop. Dit moet een mogelijke doorstart voor een nieuwe partij op de locatie van Floralis Boskoop makkelijker maken. „Wij zijn op zoek naar kandidaten die niet alleen specifiek in de plantenhandel zitten, maar juist ook bedrijven die de combinatie zoeken met toegevoegde waarde” aldus Jos Van Lint, directeur Greenpark Boskoop.
E C N E I R E P EX
www.tuinenlandschap.nl/experience
Oprins was een van de eerste ’fans’ van bamboe onder kwekers. Het heeft er mede toe geleid dat zijn bedrijf in Rijkevorsel (België) bekend is door een nieuwe vermeerderingsmethode voor bamboe. Over technologie gaat het daarom natuurlijk in de 144 bladzijden tellende publicatie uit 2004. Maar ook voor een brede lezersgroep valt er volgens Jan Oprins veel te halen uit Bambuseae, dat hij uitgaf en met anderen schreef. Waarom bamboe? ,,Veertig jaar geleden ben ik met de kwekerij begonnen. Ik heb een passie voor bomen en nieuwe dingen. Zo kwam bamboe op mijn weg. Een plant met veel mogelijkheden en grote uitdagingen.’’ De mogelijkheden zijn velerlei, vertelt de Belgische kweker. In de tuin voor de sier, als onderdeel van een duurzame keuken, voor herbebossing op andere continenten, maar ook in de bouw, waar stellingen tot tientallen meters hoog van bamboe kunnen worden gemaakt.
Geïnteresseerd in biotechnologie als Oprins is, vond hij het boeiend te experimenteren met vermeerderen. ,,Stekken is niet mogelijk, scheuren wel. Maar ik vond dat het te langzaam ging.’’ Met behulp van in-vitroweefselteelt, op basis van vegetatieve vermeerdering, is Oprins in samenwerking met Universiteit Gent erin geslaagd nieuwe en betere soorten snel en in grote aantallen te laten groeien. ,,Twintig jaar geleden was bamboe hier onbekend. Nu voert China voor tien miljard euro per jaar uit aan bamboeproducten. Met het boek wilde ik aandacht besteden aan het belang van bamboe. Op dat moment waren er veel enthousiaste boeken over de plant, en dan nog vaak in het Engels. Maar ik wilde wat anders. Het unieke aan dit boek is namelijk de koppeling van theorie en praktijk.’’ Oprins doelt op de combinatie van de toepassingen beschrijven en de achtergronden schetsen. In Bambuseae neemt hij de technologie bij het vermeerderen voor zijn rekening. Anderen gaan in op de oorsprong van de plant, de soorten in de tuin zoals Fargesia en Phyllostachys, het Franse bamboepark La Bambouseraie en ecologische aspecten. ,,Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd dat er twee types zijn: die wél en niet uitlopen. We erkennen eerlijk het probleem van woekeren en vertellen in het boek wat de oplossing daarvoor is. Ook de mysterieuze bloei van bamboe
komt aan bod.’’ Het bamboeboek heeft Oprins meer tijd gekost dan verwacht, maar het resultaat stemt hem tevreden. ,,Er gaat veel werk zitten in het ontwikkelen van ideeën: hoe het eruit moet zien, je spreekt er met specialisten over. Er komt heel wat bij kijken. Het is wel iets speciaals geworden. Er is fierheid als je het dan in de winkel ziet liggen. Het is een schoon boek geworden. Met veel beeld, goede foto’s.’’ Zo’n vijfduizend stuks zijn er volgens Oprins gedrukt, in vier talen. ,,Behalve in Nederland en België is er belangstelling voor in Engeland, Duitsland, Frankrijk en de VS. Van zowel specialisten als tuinliefhebbers.’’ En de ontvangst? ,,De reacties zijn goed. Zowel door de achtergrondinformatie als door de voorbeelden van wat je met bamboe kunt doen. We verkopen het nog steeds. De waarde zit hem in niet zozeer in het geld dat het oplevert, maar meer in de erkenning. In dat opzicht heeft het boek tevens commerciële waarde: in bijvoorbeeld onderhandelingen met een dierentuin over bamboe voor pandaberen, kun je dat laten zien.’’ <
GrootGroenPlus geeft in 2016 extra aandacht aan de rol van vakliteratuur in de kennisoverdracht. In een serie artikelen daarom aandacht voor kwekers die boeken schrijven.
er gegevens voor de hele agrarische sector. „De laatste arbeidsmarktanalyse van het UWV laat zien dat acht procent van de agrarische bedrijven een medewerker in dienst heeft met een arbeidshandicap. De quotumnorm ligt op vijf procent, dus hier wordt al ruimschoots aan voldaan. Mijn gevoel is dat de boomkwekerij deze norm ook haalt”.
Totaal overbodig. Belemmerend en belerend. Dat is kort samengevat de mening van Jan van Leeuwen, bestuurslid van de LTO vakgroep Bomen en Vaste Planten, over de Participatiewet. „In de boomkwekerijsector werkten altijd al veel mensen met een arbeidsbeperking, gewoon omdat de werkzaamheden zich hiervoor lenen. En veel mensen in deze sector hebben de overtuiging: als ik deze mensen aan het werk kan helpen, doe ik dat. Dat is voor hen niet meer dan logisch. Dat doen ze uit zichzelf, niet omdat ze worden gedwongen door een of andere wet. Dat werkt averechts en brengt alleen maar extra rompslomp met zich mee.”
Even het geheugen opfrissen: de Participatiewet werd op 1 januari 2016 van kracht en verving de Bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong (jong gehandicapten). Doel is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag te helpen bij reguliere werkgevers. In het bedrijfsleven moeten 100.000 mensen worden geplaatst, bij de overheid 25.000. Stok achter de deur is de quotumregeling: worden de genoemde aantallen niet gehaald, dan worden bedrijven op termijn verplicht om minimaal vijf procent van hun arbeidsbehoefte in te vullen met arbeidsgehandicapten.
De uitvoering van de Participatiewet is in handen van gemeenten. In de 35 arbeidsmarktregio’s die ons land telt zijn zogeheten werkggeversservicepunten ingericht, waar ondernemers zich kunnen melden die ‘aan de slag’ willen met kandidaten vanuit de Participatiewet. Om ondernemers hiertoe te stimuleren, werd vanuit het Sectorplan Agrarisch en Groen het project ‘Agro Werkt Onbeperkt’ opgezet. Door ondernemers te ondersteunen en te ontzorgen, werd in 2015 en begin 2016 geprobeerd de instroom van mensen met een arbeidsbeperking te stimuleren.
Ondanks inspanningen vanuit ‘Agro Werkt Onbeperkt’ en diverse regionale projecten is het aantal plaatsingen binnen de boomkwekerijsector niet in een stroomversnelling gekomen door de Participatiewet. „De meeste kwekers die ‘iets’ met deze doelgroep willen en een bedrijf hebben dat zich hiervoor leent, hadden dat al geregeld voordat deze wet er kwam”, zegt Jan van Leeuwen. „Volgens mij voldoen wij als sector al ruimschoots aan onze verplichting op dit vlak. Werken met arbeidsgehandicapten zit in de genen van onze sector, is een vanzelfsprekendheid. Projectleider Liesbeth van der Vegt van LTO Noord geeft aan dat er geen cijfers beschikbaar zijn van het aantal arbeidsbeperkten dat werkzaam is in de boomkwekerij, wel zijn
Dat de boomkwekerijsector goed scoort, betekent niet dat de sector verschoond blijft van het quotum dat mogelijk wordt ingevoerd. Wordt de doelstelling van 100.000 banen niet gehaald, dan moeten bedrijven met meer dan 25 medewerkers vanaf 2022 minimaal vijf procent van hun arbeidsbehoefte invullen met mensen met een beperking. „Deze regeling geldt dan voor alle bedrijven in ons land, geen enkele sector is gevrijwaard”, zegt Van der Vegt. „Voordeel is wel dat de boomkwekerijsector relatief weinig bedrijven telt met meer dan 25 werknemers.” Van Leeuwen vindt een ‘generiek’ quotum een slechte zaak. „Mijn mening is dat dit alleen moet gelden voor sectoren waarin nog weinig gebeurt.”
Hoewel de boomkwekerij dus goed op koers ligt, kent de huidige opzet van de Participatiewet ook haken en ogen. Zo zorgt bijvoorbeeld het herkeuren voor problemen, geeft Jan van Leeuwen aan. „Een kweker die iemand met een arbeidsbeperking in dienst neemt, worden financieel gecompenseerd voor het verschil in productiviteit. Na een bepaalde periode voert het UWV een herkeuring uit. Dit is echter een momentopname. Dikwijls lijkt het alsof de medewerker op dat moment prima functioneert, maar men ziet niet dat hij de week erna enkele dagen
thuis moet blijven. Gevolg is dat deze medewerker fors wordt ‘opgewaardeerd’ en de ondernemer de volle mep moet gaan betalen. Dan wordt
het simpelweg te duur, aangezien deze mensen zich qua productiviteit niet kunnen meten met een ‘gewone’ medewerker. Hierdoor zijn al diverse
samenwerkingen spaak gelopen. Daarbij weerhoudt dit risico ondernemers ervan om aan de slag te gaan met arbeidsgehandicapten.” <
len een beukenhaag planten”, hoort Braspenning. „Maar ze willen geen haag van Carpinus. Dat snap ik niet altijd, en hoveniers snappen het ook niet, want Carpinus groeit makkelijk weg, terwijl beuk niet op ieder grondtype goed aanslaat. Maar een beukenhaag blijft juist dicht en dat willen mensen. Ze willen niet hun buren zien.” De laurier die Braspenning kweekt, ’Rotundifolia’, ’Caucasica’ en ’Otto Luyken’, liep afgelopen seizoen net zo goed als de beuken. Waarschijnlijk om dezelfde populariteit als haagtoepassing. „Als ik mijn sortiment ga uitbreiden, zou ’Novita’ en Prunus lusitanica er wel bij passen.”
Van het ene gewas kan Patrick Braspenning wel verklaren waarom het afgelopen seizoen goed of minder goed liep, maar van het andere gewas snapt de kweker het juist weer niet. Aan de kwaliteit ligt het niet zo, want die factor probeert hij constant goed te houden bij al zijn gewassen. En de prijs? „Ik probeer het maximale eruit te halen en zoveel mogelijk te verkopen”, zegt hij, „maar prijs is een kwestie van vraag en aanbod.” De boomkweker uit Rijsbergen levert aan de Zundertse handel, en aan groencentra en handelsbedrijven in heel Nederland en België waar hoveniers komen kopen. De beuken zijn wel allemaal opgegaan, maar niet via de Zundertse handel. „Daar heb ik geen enkele beuk verkocht. Dat komt omdat de meeste handelskwekers contractteelt hebben. Als hun beuken niet opgaan, kom je niet aan de beurt. Veel klanten hebben ook vaste leveranciers. Ook al heb je superkwaliteit, je komt er niet zomaar tussen.” Zijn beuken hebben vooral hun weg via groencentra gevonden. Hoveniers werken voor particulieren. „Die wil-
Zijn sortiment Salix uit winterstek heeft het redelijk gedaan in de afzet, maar andere jaren zit Braspenning daar best goed mee. De concurrentie is ook niet zo groot. „Met Salix ben je in Zundert bijvoorbeeld één van de tien kwekers, met beuken ben je daar één van de honderd. Als de handel Salix nodig heeft, komt die eerder bij jou”, ervaart Braspenning. Hoewel de aantallen beuken voor tuinen groter zijn. „Salix wordt soms ook wel in aantallen ingetekend in tuinen, maar meestal niet in aantallen.” De kweker heeft nog grote Buxus-bollen op een perceel staan. Keurig machinaal gesnoeid. Naar Buxus had hij juist weinig vraag. „Te weinig, er ging niet veel weg. Als er iets gaat afvallen van mijn sortiment, dan is het Buxus. Want voor mij is de teelt nu verre van rendabel.” Braspenning houdt de rentabiliteit van zijn gewassen goed in de gaten. Bezien over een aantal jaren, want het is niet zo dat hij per seizoen gaat wisselen. De kweker denkt wel veel na over sortiment dat wel of niet rendabel is. Toen hij begon met kweken, deed hij dat te weinig. „Op mijn 18e jaar had ik een eerste tunnel gekocht en
probeerde ik Hedera, laurier en Buxus te stekken. Dat ging meteen goed. Het eerste jaar lukt alles.” Nu heeft hij een paar tunnels vol met Hedera staan. Braspenning staat op het punt om te beslissen hoe hij verder gaat met die tunnels, want het folie is aan vervanging toe. „Zet ik een nieuwe tunnelkas, of trek ik nieuw folie over de tunnels heen? Het is een moeilijke keus, ook omdat de containerteelt een neventeelt is geworden.”
Zijn hoofdteelten zitten in de vollegrond. Drie jaar geleden heeft Braspenning een grote investering gedaan om handiger bos- en haagplantsoen te kunnen verwerken: een grote loods met een kantoor erin, een kantine, een werkplaats en sorteertafels. Plus een open deel om trekkers en machines te stallen. „De loods was prioriteit voor mij”, vertelt Braspenning. Voorheen stonden er varkensstallen van zijn ouders. „Ik stond eerst te sorteren in een werkruimte voor in de stal. Daar kon maar één pallet binnen staan. Dat werkte niet meer.” De stallen zijn gesloopt ten gunste van de loods. Van jongsaf aan vindt Braspenning de boomkwekerij veel interessanter en leuker dan de veehouderij. „Mijn ouders staan 100% achter me.” Voor de financiering van de loods stond ook de bank
achter Braspenning. De kredietverlening werd toen wel steeds moeilijker, maar de jonge kweker kwam met een goed onderbouwde kredietaanvraag. „Ze zagen aan mijn jaarcijfers dat ik deze investering moest aankunnen.” Iedere investering beoordeelt Braspenning op noodzakelijkheid. „Als iets nodig is, zal ik er zeker niet op besparen. Een rooier heb ik bijvoorbeeld voor alle planten op het land nodig, die moet gewoon goed zijn, dus die heb ik nieuw gekocht. Maar een afpenmes dat ik maar voor een paar bedden nodig heb, dat koop ik wel tweedehands.” Toch is het aantal draaiuren of het grondoppervlak niet altijd leidend. Zo wordt veel van zijn grond gespit, maar Braspenning zal geen spitmachine kopen. „Het is goedkoper om een loonwerker te laten spitten. Die werkt met een grotere capaciteit en legt de grond gelijk klaar om te beplanten. Zo weeg ik altijd alles tegen elkaar af.” Qua personeel zit de kweker nu wel tegen het nieuwe afzetseizoen aan te hikken. „Ik heb echt een tractorchauffeur nodig, want heel de dag moet ik op verschillende plaatsen tegelijk zijn, met rooien, sorteren en afleveren. Ik heb wel enkele Poolse uitzendkrachten, maar het zijn niet altijd dezelfde en ze kunnen geen tractor bedienen. Die bieden voor mij dus geen vastigheid.” <
Vidi Fortum Voorheen bekend als ProFortum
Meer wortelactiviteit en een betere groei
â&#x20AC;˘ Vidi Fortum stimuleert de biologische activiteit rond de wortels, waardoor voedingselementen opnieuw of beter beschikbaar komen voor de plant. Dit vertaalt zich in een betere vegetatieve groei en een hoger weerstandsniveau tegen stress en ziekteverwekkers. â&#x20AC;˘ Vidi Fortum is erkend voor gebruik in de biologische landen tuinbouw
Tel. +31 (0)10 514 04 44 info@koppert.nl
www.koppert.nl
In zo’geval kan het verstandig zijn een Stichting administratiekantoor (Stak) op te richten. Met een Stak kunnen stemrechten op aandelen en rechten op dividend worden ’losgekoppeld’. Dit wordt ook wel ’certificering van aandelen’ genoemd. Degenen met het recht op de winst krijgen namelijk certificaten in ruil voor de aandelen. Certificering biedt de mogelijkheid stemrecht op aandelen bij een beperkte groep te concentreren, namelijk het bestuur van de Stak. De aandeelhouder draagt de aandelen over aan de Stak en deze reikt vervolgens certificaten uit aan de oorspronkelijke aandeelhouder(s). De directie van de Stichting oefent dan het stemrecht uit. Waarom zou u de aandelen van uw vennootschap certificeren? Misschien wilt u langzamerhand terugtreden, maar toch enige mate van toezicht behouden. Of er zijn veel aandeelhouders, waardoor het moeilijk is om in de ver-
gadering van aandeelhouders overeenstemming te bereiken, bijvoorbeeld over het uitkeren van dividend. Ook voor een familiebedrijf kan certificering interessant zijn om zo zeggenschap (familieleden die actief zijn in de onderneming) en winstrechten (alle familieleden) te scheiden.
Het grote voordeel van een Stak is dat de continuïteit van de onderneming gewaarborgd blijft. Bij bijvoorbeeld langdurige ziekte van de DGA (directeur grootaandeelhouder) kan de opvolgende (tijdelijke) bestuurder de noodzakelijke beslissingen met betrekking tot de onderneming nemen. Bij overlijden van de DGA wordt de onderneming (door)bestuurd door een op voorhand door de DGA aan te stellen bestuurder. De erfgenamen blijven alleen economisch gerechtigd. Naast de oprichting van een Stak kan het wenselijk zijn om
een aandeelhoudersovereenkomst op te stellen. Hierin kunt u in aanvulling op de statuten van de bv en de wettelijke regels aanvullende afspraken vastleggen. Deze zijn niet inzichtelijk voor derden. Immers, u heeft als aandeelhouders naast het gezamenlijke belang van de vennootschap ook ieder een eigen belang. Er zijn verschillende onderwerpen die u in een aandeelhoudersovereenkomst kunt regelen. U kunt hierbij denken aan het dividendbeleid, concurrentiebepalingen en uittredingsbepalingen. U en uw medeaandeelhouder(s) worden door een aandeelhoudersovereenkomst contractueel gebonden om de afspraken na te komen. In tegenstelling tot het vastleggen in de statuten van de vennootschap hebben deze slechts werking tussen de betrokken partijen onderling. Omdat iedere situatie op zichzelf staat, is het verstandig hierover uw adviseur te raadplegen. <
voor al uw coniferenstekken
www.stekbedrijf.nl Stekbedrijf van Gils de Hoef 3 5096 BJ Hulsel Nederland tel 013-5092401 fax 013-5092718 info@stekbedrijf.nl
9.000.000 in een groot assortiment perfecte kwaliteit concurrerende prijzen
Honderden stands van bedrijven uit binnen- en buitenland vormen als elk jaar met elkaar op Plantarium een staalkaart van de internationale boomkwekerijsector. Dat, is in de eerste plaats waarom zo veel bezoekers de beurs aandoen, versterkt door huisbeurzen in de omgeving en onder met motto Ticket To Boskoop de mogelijkheid om ook GroenDirekt te bezoeken. Op Plantarium is er dit jaar ook van alles te doen dat een blik op de toekomst geeft, kennis deelt, inspireert of aan het denken zet. Die activiteiten duren meestal kort, zodat ze goed te combineren zijn met het beursbezoek.
Uiteraard zien weer tientallen nieuwe variëteiten het levenslicht op de beurs. Daarnaast is er een symposium over het belang van het (brede) sortiment onder de titel Sortiment on Stage. Sprekers uit binnen en buitenland geven op de beurs en in de Sortimentstuin Harry van der Laar korte lezingen. Waaronder twee sprekers uit de Verenigde Staten: Pete Kruger, Director New Products and Licensing bij Star Roses and Plants en Chris Hansen van Garden Solutions,. Het symposium wordt vrijdag 27 augustus gehouden.
Nieuw is dit jaar ook de wedstrijd voor het beste ’Green Team’. Genomineerde teams strijden op vrijdag om de eer. Daarnaast zijn
door studenten en bedrijven ideeën ingezonden die dingen naar de prijs voor het Beste Idee Plantarium 2016. Elke beursdag komen inzenders kort vertellen wat hun idee is.
Tot slot zijn er tal van presentaties te bezoeken van verschillende bedrijven of organisaties. Naktuinbouw bijvoorbeeld geeft workshops en de Rabobank geeft aandacht aan ’internationaal zaken doen’. De TuinZaken Retail Experience Shop on tour geeft
een blik op de beurspresentatie van de toekomst waarbij product en toepassing een rol spelen. Tot slot is er de Tuin en Landschap Experience die aandacht schenkt aan een klimaatbestendige ruimte. Deze presentatie is een samenwerking tussen de vakbladen Tuin en Landschap en De Boomkwekerij, een groep ontwerpers, Plantarium en een aantal bedrijven in de boomkwekerij en het hoveniersvak. <
Kwekers die op zoek zijn naar een nieuw etiket kloppen doorgaans aan bij een van de bedrijven die zich actief met het drukken van etiketten bezighouden: de namen van FloraMedia, ElburgSmit en Designstar vallen daarbij onder boomkwekers het meest. Gespecialiseerde marketingbedrijven of trendanalisten worden daarentegen veel minder vaak genoemd, laat staan bezocht. Het lijkt erop dat die stap voor veel kwekers nog een brug te ver is. ,,Maar merkdenken doe je niet bij de drukker’’, zegt retaildeskundige Sandra Könings van bureau Trendlogic. ,,Het is typisch voor de sierteeltsector dat kwekers die op zoek zijn naar een nieuw etiket als eerste aankloppen bij een van de grote etikettenbedrijven.’’ Zij zou graag zien dat kwekers het anders aanpakken: ,,Bepaal eerst met een in marketing gespecialiseerd bureau wat je merkwaarden en productwaarden zijn. Daarna is pas het etiket aan de beurt
en kan een creatieve, trendbewuste designer aan de slag. Vervolgens kun je met een uitgewerkt idee naar een of meerdere grotere drukkers stappen met de vraag om dit idee te realiseren.’’
De kans is aanwezig dat kwekers die op zoek gaan naar een nieuw etiket of een andere, nieuwe uitstraling van hun product, op zeker moment het gevoel hebben om op de divan van de psychiater te zijn beland. ’Welk gevoel geeft deze plant u?’, ’Waarop bent u het meest trots?’ en ’Welke dromen wilt u waarmaken?’. Het zijn niet alleen de gespecialiseerde marketingbureaus die deze vragen stellen, maar ook de bedrijven die door kwekers veelal ’etikettenboeren’ worden genoemd. De laatste jaren profileren deze bedrijven zich namelijk meer als ’marketingspecialist’ en ’merkenbouwer’
dan als drukker. Termen als beleving, branding en conceptdenken vallen bij deze bedrijven regelmatig tijdens de zoektocht naar een nieuw etiket.
,,We zijn naast een drukkerij toch vooral een groen communicatiebedrijf en daarmee voor kwekers een one-stop-shop’’, zegt Rezja Blaas, marketingmanager bij FloraMedia. Blaas spreekt daarbij van vier werelden waarin FloraMedia actief is: creatie, content, multimedia en print. En dat hij daarbij print als laatste noemt is geen toeval: als een kweker bij FloraMedia aanklopt, wordt eerst een aantal stappen doorlopen voordat er sprake is van het drukken van etiketten. De eerste stap is het leren kennen van de kweker, zegt Blaas. Welke doelstellingen heeft de kweker voor
zijn product? Hoe ziet hij z’n afzetkansen? In een volgende stap wordt gekeken naar de afzetkant. Wie zijn de afnemers? Wat verwacht deze klant - of klant van de klant - van het product? Steeds vaker komt het volgens Blaas voor dat de kweker met zijn afnemer bij hem aan tafel zit om gezamenlijk een etiket of andere communicatieuiting te bespreken. ,,Kwekers moeten hun afnemer als partner zien. Als je samen optrekt, ontdek je meer en kom je uiteindelijk tot een beter resultaat’’, aldus Blaas. Pas als de kweker en klant goed in beeld zijn volgt het creatieve proces waarbij FloraMedia met een groepje van met name eigen creatieve mensen om de tafel gaat. Hierbij kunnen ook de pro-
ducten van concurrerende kwekers of retailers ter beoordeling voorbijkomen. ,,We geven een etiket of product bij voorkeur een eigen gezicht zodat het uniek is ten opzichte van andere concepten binnen dezelfde productgroep’’, aldus Blaas.
Ook ElburgSmit in Sassenheim loodst geïnteresseerde kwekers door verschillende fases heen. ,,Het product waarmee een kweker bij ons aanklopt én de markt waarvoor het product bestemd is, zijn bepalend voor het uiteindelijke etiket’’, stelt accountmanager Marjolein Belt. Hoewel het volgens haar moeilijk is om in algemene zin iets te zeggen over
welk etiket het beste bij een product past, zijn er wel enkele trends of uitgangspunten die een rol spelen. Zo ziet Belt dat een groeiend aantal afnemers met een eigen label (private label) werkt. ,,Deze bedrijven zijn niet geïnteresseerd in een etiket waarop het logo of naam van een kwekerij staat, maar maken – soms zelfs per order – hun eigen etiket. Daarbij is het niet per definitie zo dat er altijd sprake hoeft te zijn van het mooiste etiket dat er is. Als een retailer wil uitstralen goedkope producten te verkopen, moet ook een etiket juist zo’n uitstraling hebben.’’ In het verlengde van private labeling speelt branding door kwekers een steeds grotere rol. ,,Kwekers slagen er in toenemende mate in om hun product zo vorm te geven dat het een consumentenmerk wordt. Addenda vind ik hiervan een goed voorbeeld, maar ook individuele kwekers lukt het steeds vaker om hun hele sortiment een uniforme en sfeervolle uitstraling te geven.’’ Waar voorheen een etiket vooral een informatiedrager was, is dit nu veel meer een onderdeel van de marketing geworden. ,,Het meegeven van informatie is nog steeds belangrijk, maar informatie verhuist wel steeds meer naar de achterkant van het etiket zodat op de voorkant meer plaats is voor het creëren van sfeer.’’
Bij Designstar in Boskoop ziet Leo van Antwerpen nog een belangrijke trend. ,,Etiketten worden steeds groter, en in sommige gevallen echt fors groter’’, vertelt hij, waarna hij een 40 cm lang kleurig etiket zien dat zij onlangs voor hun moederbedrijf Van der Starre hebben gemaakt. ,,De resultaten laten zien dat een groot, in het oog springend etiket meer verkopen – in dit geval van klimplanten – oplevert. We zien dan ook dat steeds meer van onze klanten, waaronder grotere retailers, minder bescheiden zijn als het gaat om het formaat van de gebruikte etiketten.’’ <
Hedera
Hedera
Hedera
Hedera
Philippo is bij Royal Lemkes verantwoordelijk voor de plantenafzet naar de Britse bouwmarkt B&Q. Omdat bij B&Q alle producten onder private label in de schappen staan, heeft hij voor die klant eigenlijk weinig te maken met etiketten die door kwekers worden gebruikt. B&Q heeft met Verve een eigen label dat niet alleen voor planten wordt gebruikt, maar voor alle tuinproducten; van tuinslangen tot meststoffen.
Volgens Philippo maken kwekers geen kans om planten onder hun eigen etiket in het B&Q-schap te krijgen. ,,B&Q heeft het streven om het eigen merk Verve te versterken. In dat beleid passen geen kwekers met hun eigen etiket. Dat geldt ook voor kwekersgroepen die al langer aan de weg timmeren zoals bijvoorbeeld Decorum of Addenda. Een van de problemen is dat leveranciers van groene producten niet de mogelijkheden hebben hun producten op het schap te kunnen controleren of onderhouden. Voor kwekers geldt dan ook: hoe mooi hun etiket ook is, het zal de schappen van B&Q niet halen.’’
De enige uitzondering is Suttons, maar daaruit hoeven kwekers volgens Philippo geen hoop te putten. ,,Suttons is in Engeland zo’n enorm sterk merk voor onder andere groenteplanten en zaden, dat die als uitzondering onder eigen label in de winkels staat.’’ Het Verve-etiket wordt door B&Q momenteel enigszins vernieuwd. Volgens Philippo gebeurt dit ongeveer om de vier jaar en dit jaar wordt het beeld iets groter maar blijft de tekst op het etiket ongeveer hetzelfde. ,,Op orderniveau hebben we een werkbeschrijving van zo’n dertig pagina’s om het proces van etiketten maken te stroomlijnen. In een format zetten we de tekst, lettertype en beeld, en bij B&Q wordt dit vervolgens beoordeeld.’’ Als een etiket groen licht krijgt, wordt het bij de drukker geprint en vervolgens naar de kwekers gestuurd. ,,Van onze tuinplantenorders zijn vooraf de aantallen bekend. We draaien vaste lijnen bij veelal dezelfde kwekers, waardoor zij altijd etiketten op voorraad hebben.’’ Het Verve-label is overigens niet alleen in B&Q-winkels te vinden, maar ook in winkels van de Frans-Poolse bouwmarktketen Castorama. Beide winkels zijn onderdeel van Kingfisher en dat is dus op het schap te zien. Kwekers mogen er dan bij B&Q (en ook Castorama) niet in slagen hun etiketten in de schappen te krijgen, dat geldt zeker niet voor alle klanten waar Royal Lemkes zaken mee doet. Zo werken onder andere bouwmarktketen OBI en diverse Franse en Engelse klanten niet – of slechts gedeeltelijk – onder private label. Voor die klanten is het van belang dat kwekers wel voor een goed etiket zorgen. En op dat gebied kan bij Nederlandse kwekers volgens Philippo nog wel een en ander worden verbeterd.
Philippo pakt er een aantal etiketten bij. ,,Kijk eens’’, zegt hij, terwijl hij een etiket van een Engelse Phalaenopsis-
kweker toont. Op de achterkant staat een en ander uitgelegd over de verzorging van de plant en wordt de lezer bij voorbaat gefeliciteerd met de aankoop van dit product. ,,Het is informatief, het leest bijna als een leuk verhaal en je wordt enthousiast gemaakt om de plant te kopen.’’ Op het etiket staan ook zo’n acht zinnen, in het Engels, over hoe je de plant water moet geven, en hoeveel. ,,Dit etiket is duidelijk voor de Engelse markt gemaakt. Dat vind ik een stuk beter dan etiketten van veel Nederlandse kwekers die bijvoorbeeld symbolen gebruiken of in vier talen uitleg geven. Zowel symbolen als meerdere talen zijn een vorm van gemakzucht zodat een etiket te gebruiken is in meerdere landen, maar dat komt de verkoop in het land waar het product terechtkomt niet ten goede.’’ Hij vindt dan ook dat Nederlandse kwekers qua etiketten iets kunnen leren van hun collega’s in Engeland: ,,Be good, and tell it. Nederlandse kwekers zijn er wel goed in om hun product te laten zien, maar vertellen nog onvoldoende waarom consumenten juist hun product zouden moeten kopen.’’ Kwekers kunnen volgens Philippo veel meer nadenken
over de unique selling points van hun planten en die op het etiket benadrukken. ,,De sfeer die een etiket uitstraalt en de foto zijn van belang, maar de informatie die erop staat is minstens zo belangrijk. Wij gaan met planten meer de kant op van voeding, waarbij het ook steeds belangrijker wordt om te vertellen wat de oorsprong is van een product en op welke manier je het kunt gebruiken. Consumenten willen dat steeds vaker weten.’’
Philippo gaat nog even verder in op de onduidelijkheid van veel symbolen. ,,Wat betekent bijvoorbeeld deze gieter? Moet deze kamerplant iedere dag een gieter water, of één keer per week, of... zeg het maar. Mij zegt dit symbool niets.’’ Een ander voorbeeld is het etiket bij fruitbomen. ,,Ook hier zie ik dat regelmatig symbolen worden gebruikt, maar ik denk dat je voor een product als fruitbomen veel beter een verhaaltje kunt schrijven over wat er zo leuk of bijzonder is aan fruitbomen, dan dat je via symbolen op een etiket hierover uitleg aan consumenten geeft.’’ <
Deze zomer heeft Van Riemsdijk Reklame een trailer van Van Zaal Transport omgetoverd tot rijdende promotie voor Photinia serratifolia Pink Crispy, gekweekt door Van Oploo Tuinplanten. „Het idee is heel simpel”, legt Alexander van Oploo uit. „Pink Crispy heeft aandacht nodig en met deze promotie kan ik me onderscheiden.” De promotrailer zit nu in de planning van Van Zaal, wat betekent dat hij langs handelaren en exporteurs kan komen die de Photinia nog niet kennen. Hij staat ook ergens rond Plantarium geparkeerd; Show it! is niet voor niets het beursthema.
„Dit kan echt niet meer”, zegt Könings met regelmaat als ze een rondje loopt over de zomereditie van de lagenbeurs van Groen-Direkt. „Ik zie veel etiketten met lettertypes van 20 jaar terug, witte randen zijn ook helemaal uit en ik zie veel te veel gepriegel op de etiketten.”
Van kwekers krijgt Konings maar al te vaak excuses te horen als het gaat over het gebuik van etiketten. Van ’een goed product verkoopt zichzelf’ tot ’tuincentra willen hun eigen etiket en niet dat van mij’. „Onzin”, zegt Könings met name over dat laatste, terwijl ze wijst naar een in haar ogen foeilelijk etiket. „Kijk, als je zo'n etiket aan je planten hangt moet je inderdaad niet raar opkijken als een tuincentrumeigenaar zegt dat hij jouw etiket niet wil. Mijn ervaring is dat relevante etiketten er door de keten heen wél op blijven zitten.”
Aan welke eisen moet een etiket volgens Könings in ieder geval wel voldoen? „Een etiket moet stoppingpower hebben en de consument verleiden tot aankoop.” En die voorbeelden zijn er volgens Könings - ook hier - gelukkig wel te vinden. <
TreeCommerce
Hét digitale communicatie platform voor de boomkwekerij.
De officiële dealer van Mayer
and ederl in N elgië. & B
Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen! Volg TreeCommerce ook via twitter: @Treecommerce
www.visser.eu/potmachines www.treecommerce.com
Hulpstoffen voor gewasbescherming Hasten, Elasto G5 en Atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel: 0317-451217 e-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com/trading
Aan- en verkoop, onteigeningen, taxatie en bedrijfsbegeleiding van boomkwekerijen Engelandlaan 58 2391 PN Hazerswoude-Dorp I ITC Boskoop
Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl
T: 0172 - 53 48 79 W: www.vdsm.nl E: info@vdsm.nl
+ '( %$..(5
( ;3(57,6(%85($8
VDH Foliekassen BV Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl
www.bakkerexpertise.nl
Voor AL uw boomkwekerijbenodigdheden: • Kluitmaterialen • Tonkinstokken • Bindmaterialen • Gewasbeschermingsmiddelen • etc. etc. Tielsestraat 95 Hoofddealer van: 4041 CS Kesteren tel: 0488 – 483275 fax: 0488 – 482895 info@agrodearend.nl www.agrodearend.nl www.felco.com DE PARTNER met visie voor de kweker!
Tel: 0031 (0) 172 2359 90 Fax: 0031 (0) 172 2359 95 Mail: info@foliekassen.com Web: www.foliekassen.com Frankrijklaan 9 2391 PX Hazerswoude-dorp (NL)
Vroeger waren de winters koud en had de hortensia geen moeite om in bloei te komen. Maar de laatste jaren zijn de winters warmer geworden en wil de consument de hortensia steeds vroeger kopen. Dat betekent dat de planten niet altijd goede bloemen kunnen vormen. Om de planten in bloei te krijgen moeten ze vanaf het veld de koelcel in. Dat kan pas als de knopaanleg voldoende is gevorderd. Het precieze moment luistert nauw. Te vroeg betekent dat een deel van de planten niet in bloei komt. Tot voor kort was een kweker, als hij wilde bepalen of de knoppen ver genoeg waren ontwikkeld, aangewezen op zijn binoculair. Op die manier waren knopstadia 1 tot en met 7 te
onderscheiden. Bij stadium 5 of 6 besloot de teler dan om de planten in de koeling te zetten. „Het is echter te beperkt om alleen naar het knopstadium te kijken”, vindt teler
Marc van Dijk (Dijk van Dijk in De Lier). „In een warme winter kon het knopstadium onder de binoculair ver genoeg lijken, maar kwam er toch niet altijd een bloem uit. Aan de andere kant leidde een onrijp knopstadium soms toch tot de aanleg van voldoende bloemen. Er zijn dus nog meer factoren dan koude alleen die ervoor zorgen dat de bloem wordt aangelegd.”
In opdracht van een internationale groep hortensiatelers, bijeengebracht door Kees Eveleens en Robin van Dijk, is NSure in 2012 gestart met de ontwikkeling van een test die nauwkeuriger kan bepalen wanneer een partij veilig naar de koelcel kan. NSure had al met andere planten ervaring op dit vlak. Zo hebben zij voor Scandinavië commerciële testen ontwikkeld waarmee de vorsttolerantie
Voor het onderzoek zijn twee cultivars genomen die qua knopaanleg ver uit elkaar liggen, namelijk ’Early’ en ’Red Baron’. Filip van Noort (Wageningen UR Glastuinbouw) is gevraagd om de planten te beoordelen. Die gegevens zijn gekoppeld aan de moleculaire resultaten.
Het resultaat van dit onderzoek is een moleculaire toets: de BloomNSure test. Met een testkit kunnen kwekers zelf tien representatieve planten bemonsteren. Het genetisch materiaal wordt gefixeerd op een kaartje en gaat op de post naar NSure, waar het monster wordt geanalyseerd. Binnen 48 uur na de ontvangst in het laboratorium kan de kweker de uitslag verwachten. De uitslag wordt weergegeven in een waarde tussen 0 en 100. Bij een bepaalde grenswaarde weet de kweker dat de knoppen voldoende ontwikkeld zijn en dat de partij veilig de koelcel in kan. Zo kan een DNA-test aangeven of hortensia gereed is om de koelcel in te gaan. van dennen en sparren kan worden vastgesteld. Ook voor aardbeienplanten is onlangs een test ontwikkeld om te bepalen wanneer deze veilig de koelcel in kunnen.
Bij de ontwikkeling van hortensiaknoppen zijn verschillende genen betrokken. Vooraf was niet bekend welke genen dat precies zijn. Om dit te achterhalen heeft NSure de Next Generation Sequencing-techniek gebruikt, waarin gekeken wordt naar alle actieve genen (RNA). Door de gen-activiteit bij meer en minder ontwikkelde knoppen met elkaar te vergelijken heeft NSure honderden genen kunnen identificeren die bij dit proces betrokken zijn. Op basis van proeven is een selectie gemaakt van een tiental genen die het belangrijkste verschil maken, legt Nathalie Verhoef, onderzoekster bij NSure uit.
Elke cultivar is anders, maar het zou ideaal zijn om één universele test te hebben voor alle cultivars. Vooralsnog lijkt het erop dat binnen de groep van hortensiarassen dezelfde genen te gebruiken zijn. De genen reageren op dezelfde manier. „We gaan kijken of andere cultivars andere grenswaarden hebben”, vertelt Van Dijk. „De test moet als het ware nog geijkt worden voor de andere cultivars.” Op dit moment wordt gekeken naar de grenswaarden van de hoofdsoorten ’Hot Red’ en ’Wudu’. Geen enkele test is 100% betrouwbaar, en dat geldt ook voor deze test. „Op basis van drie jaar ervaring schatten we de betrouwbaarheid op 95%”, zegt Peter Balk, technisch directeur van NSure. Een dergelijke test zou ook kunnen worden ontwikkeld voor andere sierteeltgewassen
die een koudebehandeling moeten ondergaan. „Het is vooral nuttig voor gewassen waarbij je op dit moment iets moet doen en pas over een half jaar weet of je het goed hebt gedaan”, verklaart onderzoeker Van Noort. „Met deze test kan de bedrijfszekerheid toenemen.
De BloomNSure test is beschikbaar voor alle telers binnen de onderzoeksgroep. Daar komt hij op een paar honderd euro per monstername. De test wordt ook aan derden beschikbaar gesteld, tegen een instaptarief. De groep die de opdracht heeft gegeven, is namelijk voor een deel eigenaar van de test geworden. Met de subsidieverstrekker - het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Uitgangsmaterialen - zijn daar afspraken over gemaakt. „Dat is het voordeel van dit soort onderzoek”, vindt Van Noort. „We hebben iets tastbaars ontwikkeld. Kennis is best moeilijk te vermarkten, maar voor een test is dat veel makkelijker.” Van Dijk heeft zijn binoculair nog niet bij het grofvuil gezet. „Ik kijk nog wel naar de knoppen. Het geeft een indicatie. Maar het zegt niet alles meer.” <
media
Ergon Kwekerij introduceert nieuwe cultivars Berberis Vorig jaar presenteerde Ergon de twee onderstaande Berberissen. In de nabije toekomst volgen er nog enkele zeer interessante cultivars.
Berberis thunbergii ‘Orange Ice’ PBR Berberis van gemiddelde grootte. Wordt na zes jaar circa 60 tot 70 cm hoog en 30 cm breed. Dichte, compacte opgaande groeiwijze. Het blad heeft een intensieve licht oranje kleur. Vereist een zonnige standplaats. Stelt geen speciale eisen aan de grond en is winterhard. Geschikt voor de aanleg in kleine en middelgrote tuinen, alsmede in potten voor op het terras.
Berberis thunbergii ‘Ruby Star’ PBR Is een langzaam groeiende, zeer compacte Berberis. Wordt na zes jaar circa 30 cm hoog en 40 cm breed. Het blad heeft een prachtige karmijnachtige kleuring. Bloemen zeer klein, geel in de maand mei. Vereist een zonnige standplaats. Tolerant op een minder humusrijke grond en is goed winterhard. Aanbevolen voor kleine haagjes en tuinranden, alsmede in rotstuinen. Presenteert zich ook goed in potten op het terras Beide cultivars zijn aangemeld voor het kwekersrecht in de Europese Unie. De planten zijn gewonnen door Maria en Janusz Szewczyk uit Krzywaczka, Polen. Ergon Kwekerij presenteerde de planten op Plantarium 2015 en introduceert ze in de handel.
Volledige voorraadlijst P9½ op aanvraag of op www.ergon.nu/kwekerij en www.varb.nl
刀漀礀愀氀 䐀攀 刀甀椀琀攀爀 䈀嘀 ☀ 匀氀甀椀琀攀爀 䔀氀氀眀漀漀搀椀椀 䈀嘀 最攀稀愀洀攀渀氀椀樀欀 愀愀渀眀攀稀椀最 琀椀樀搀攀渀猀 倀氀愀渀琀愀爀椀甀洀 ㈀ 㘀 椀渀 䈀漀猀欀漀漀瀀 瘀愀渀 ㈀㐀 琀⼀洀 ㈀㜀 愀甀最甀猀琀甀猀 洀攀琀 猀琀愀渀搀渀甀洀洀攀爀 㔀㌀⸀ 匀氀甀椀琀攀爀 䔀氀氀眀漀漀搀椀椀 䈀嘀 椀猀 搀攀 漀昀昀椀挀椀氀攀 瘀攀爀洀攀攀爀搀攀爀愀愀爀 瘀漀漀爀 搀攀 글 刀漀猀愀 刀漀猀愀 吀攀爀爀愀稀稀愀 氀椀樀渀 瘀愀渀 刀漀礀愀氀 䐀攀 刀甀椀琀攀爀 瘀漀漀爀 䔀甀爀漀瀀愀⸀ 嘀漀漀爀 洀攀攀爀 椀渀昀漀爀洀愀琀椀攀 漀瘀攀爀 漀渀稀攀 猀愀洀攀渀眀攀爀欀椀渀最㨀 椀渀昀漀䀀猀氀甀椀琀攀爀⸀挀漀洀 最攀渀攀爀愀氀䀀搀攀爀甀椀琀攀爀⸀挀漀洀 眀眀眀⸀搀攀爀甀椀琀攀爀⸀挀漀洀
media
眀眀眀⸀爀漀猀愀琀攀爀爀愀稀愀⸀挀漀洀
眀眀眀⸀猀氀甀椀琀攀爀⸀挀漀洀
Steenmeel is een verzamelnaam voor gemalen vulkanisch gesteente of lavagesteente. Er zijn bekende en minder bekende soorten steenmeel. Afgelopen jaren werd vooral eifelgold bekend, maar er zijn er meer. De keuze voor een specifieke steenmeelsoort wordt bepaald door het gewas waarin het steenmeel wordt toegepast en de grond waarin het gewas wordt gekweekt. Afgelopen jaren is er wereldwijd veel onderzoek verricht naar het effect van steenmeel op gewas en bodem. Daaruit is gebleken dat steenmeel wordt toegepast om verschillende redenen. Een van de voornaamste is het verbeteren van de bodemstuctuur. Steenmeel vergroot de bindingscapaciteit van de grond. Hierdoor spoelen voedingselemen-
ten zoals nitraten en sulfaten minder snel uit. Tevens is uit onderzoek gebleken dat sommige steenmelen ook een hechtingsplaats vormen voor bodemleven. De proeven hebben de afgelopen jaren echter ook laten zien dat enig bodemleven in de grond noodzakelijk is om het steenmeel te kunnen verweren. In sommige gevallen moet ook extra bodemleven worden toegevoegd als een soort vliegwiel voor de verwering van steenmeel. Steenmeel wordt ook gebruikt als silicium-meststof. Silicium vergroot de weerbaarheid van de planten. Het wordt opgeslagen in de celwanden. De stevigere celwanden zijn minder makkelijk aan te prikken door insecten en binnen te dringen door schimmels. Door de stevigere cel-
wanden kunnen de planten bovendien in een droge periode meer vocht transporteren. Door silicium kunnen andere spoorelementen beter worden opgenomen door de plant. Opname van silicium vergroot bijvoorbeeld de opname van calcium door de plant en dat stimuleert op zijn beurt de opname van spoorelementen en fosfaat en molybdeen. Uit onderzoek blijkt bovendien dat silicium in omstandigheden met hoge aluminium-, natrium- en mangaanwaarden in de grond, de toxiciteit van deze elementen reduceert.
Afgelopen drie jaar is er in het kader van het Praktijknetwerk â&#x20AC;&#x2122;Rol van steenmeel bij bodemverbeteringâ&#x20AC;&#x2122; veel onderzoek verricht naar de mogelijkheden van steenmeel in de boomkwekerij. Experts, onder-
toepassing van de diverse steenmelen. Een hogere CEC geeft aan dat de bindingscapaciteit van de grond om voedingsstoffen te binden is vergroot. Er zullen daardoor ook minder voedingsstoffen uitspoelen. Enkele steenmeelsoorten laten een toename van het aantal gunstige bodemschimmels zien en toename van het biochemisch zuurstofverbruik. Dit laatste is ook een indicatie van de activiteit van het bodemleven. Per behandeling is wel verschil zichtbaar in biochemisch zuurstofverbruik. Bij een aantal steenmelen was er een lager aantal sulfidevormende bacteriĂŤn, wat betekent dat daar meer zuurstof in de grond aanwezig is. De bladmonsters laten zien dat sommige behandelingen een hoger siliciumgehalte hebben dan andere behandelingen. Steenmelen laten dus een verschil in verwering zien en planten nemen navenant meer silicium op.
zoekers en toeleveranciers hebben kennis ingebracht over bodemverbetering en steenmelen. Door de uitvoering van ruim tien demoproeven is er door de kwekers zelf ervaring opgedaan met diverse steenmeelsoorten. Deze demoproeven waren kleinschalig en praktisch van opzet. In het praktijknetwerk bleek echter ook veel behoefte te zijn aan een grootschaligere proef om de soorten steenmeel te vergelijken, zonder inmenging van extra producten, wat doorgaans op de kwekerij wel gebeurt. Voorjaar 2015 is daarom een tweejarige proef aangelegd met diverse steenmeelsoorten op de proeftuin van Delphy in Boskoop. In de proef op de proeftuin in Boskoop zijn in het voorjaar 2015 een vijftal steenmelen (zie kader) in vier herhalingen aangelegd op het proefveld en vergeleken met onbehandeld. In 2016 worden de behandelingen met elkaar vergeleken als het gaat
om de groei van het gewas (lengtegroei en vers- en drooggewicht) en de aantasting van Cylindrocladium. Ook worden de behandelingen met elkaar vergeleken als het gaat om effect op de bodem: aanwezigheid bodemleven, organischestofgehalte, bindingscapaciteit en aanwezigheid van spoorelementen. De steenmelen zijn gestrooid na uitvoering van het grondwerk en met de cultivator licht ingewerkt. Bij aanvang van de proef zijn er schimmel- en bacteriepreparaten meegegeven om het bodemleven te stimuleren. Op het proefveld is Buxus sempervirens geplant. Vooraf en aan het einde van het jaar zijn er Koch 2-bodemanalyses uitgevoerd.
Eind 2015 hebben we de eerste resultaten kunnen waarnemen. Er was een verhoging van de CEC, door
In aardappelen en bieten heeft toepassing van steenmeel geleid tot een opbrengstverhoging (onderzoek Gino Smeulders en Bert Carpay). De proef in Buxus op de proeftuin moet aantonen of toepassing van steenmeel ook een betere groei in Buxus geeft. In de proef op de proeftuin van Delphy zijn tot nu toe nog geen groeiverschillen waargenomen. De proef loopt echter nog door tot eind 2016. Daarnaast is het ook de vraag of de planten meer voedingsstoffen opnemen, waardoor er meer droge stof in de planten aanwezig is en of dit leidt tot grotere planten en een groter wortelvolume. Tevens wordt het effect van steenmeel op de aantasting van Cylindrocladium bepaald. Van alle behandelingen worden in 2016 ook bladmonsters genomen. Wat men met het blote oog niet ziet, is wel te zien aan de hand van drogestofanalyses van het blad. Eind 2016 zijn de resultaten van de proef bekend. <
Voor trips is het ophangen van blauwe vangplaten een goed hulpmiddel. Een à twee keer per week goed waarnemen is noodzakelijk. De biologische bestrijding met roofmijten (Neoseilius cucumeris) en spintmijten (Amblyseius andersoni of N. californicus) verloopt meestal wel naar tevredenheid. Hoeveel platen moet u ophangen in een kas of tunnel? Vangplaten hebben louter een signaleringsfunctie, dus hang er zoveel op die u tweewekelijks kunt bekijken. De platen dienen net boven het gewas te hangen: de plek waar insecten vliegen. Hang de platen hoger naarmate het gewas groeit. Schrijf de ophangdatum op de platen om de infectiedruk te kunnen volgen.
De efficiëntie van vangplaten kunt u vergroten door lokferomonen of geurextracten erop te plakken. De geurstof Lurem-TR lokt mannetjes en vrouwtjes van meerdere soorten trips, zoals tabakstrips, Californische trips en rozentrips. De werkingsduur is minimaal vier weken of zolang vloeistof zichtbaar is in de dispenser. Er is ook lokstof op basis van seksferomoon. ThriPher-dispensers bevatten seksferomonen om zowel mannelijke als vrou-
welijke Californische trips aan te trekken. In tegenstelling tot de geurstoffen werken seksferomonen soortspecifiek. Bij bloeiende planten (zoals Magnolia, Choisya of Rhododendron) kunt u gemakkelijk bloemen kloppen op eventueel een wit vel papier. De verhouding roofmijt-trips wordt vastgesteld aan de hand van de aanwezigheid van trips. Uitroeiing van de plaag is in de zomer periode niet mogelijk; het doel is om de schade zo klein mogelijk te houden. Voor signalering van bladluizen, cicaden of witte vlieg kunt u gele vangplaten uitzetten. De aanwezigheid van cicaden en witte vlieg laten zich snel verraden door wegvliegen tijdens verstoring bij het waarnemen. Spintmijten en dopluizen vragen meer speurwerk. Taxuskevers maken ronde hapjes aan de randen van het blad. In de vollegrond kunt u planken op de grond leggen en in de ochtend omkeren, om aanwezigheid van kevers te signaleren. In gewassen waar de kevers eitjes in de wortelkluit leggen, zonder duidelijke vraatschade op bladeren (bijvoorbeeld bij Sedum of Hedera) kunt u Euonymus fortunei ’Dart’s Blanket’ als vangplanten ertussen zetten. Tijdig signaleren is dus belangrijk om vroeg biologische bestrijders in te zetten, en de verdere bestrijdingsstrategie te bepalen. <
Met name de hoeveelheid regen in rozenregio Lottum wijkt sterk af van andere jaren. Dit heeft direct gevolgen voor de bemesting, de gewasbescherming en ook de teelt zelf. In augustus is het veelal warm en geeft echte meeldauw meestal problemen in de teelt. Nu kunnen we vaststellen dat echte meeldauw dit jaar niet het grootste probleem is. Valse meeldauw, roest en ook sterroetdauw geven dit jaar juist problemen. Bij de wilde rozen zal met name de roest het probleem zijn. Voor de bestrijding van roest zijn er inmiddels niet meer veel middelen voorhanden. Als de eerste sporenhoopjes zichtbaar zijn kunt u gebruikmaken van Folicur (vóór 1 december 2016 opgebruiken), Topaz en Tilt. Tilt geeft echter een sterke groeiremming en kan daardoor rond het oculeren niet gebruikt worden. Bij de tamme rozen was er rond de bloei een tekort aan voeding. Voldoende voeding is nodig om de nieuwe grondscheuten uit te laten lopen. Dat bepaalt dus de uiteindelijke kwaliteit van de plant. Naast bemesting speelt hier ook de gewasbescherming een rol. Er zijn met name problemen met valse
meeldauw en sterroetdauw. Tegen valse meeldauw kunt u Fubol Gold, Fenomenal of Previcur inzetten. Voor de volledige etiketten kunt u de site ctgb.nl raadplegen; uw adviseur voor de juiste combinatie. Sterroetdauw komt meestal vanaf september voor. Nu dus al in juli. Sterroetdauw start vaak onder in het gewas. Het zijn vaak zwart ronde vlekken op de bladeren. Bij een flinke aantasting volgt bladval, wat kan leiden tot kale struiken. Bladval is nooit goed in deze tijd van het jaar vanwege hergroei van het gewas. Naast problemen zijn er ook meevallers in de rozenteelt. Behalve echte meeldauw zijn dat dit jaar luizen en spint. Lagere temperaturen en met regelmaat water zijn daar de oorzaak van. Tot slot valt te melden dat we met diverse kwekers bezig zijn met plantversterkers. Een eindoordeel is nog vroeg, maar er is nu al wel zichtbaar dat die mogelijkheden bieden. Plantversterkers zullen uiteindelijk ook de toekomst zijn, in combinatie met het verhogen van de biodiversiteit van de omgeving. Een uitdaging voor ons allen. <
Planten die niet goed groeien, hebben matige wortels. Soms zien we dat wortels onderin weggerot zijn en zich bovenin wel ontwikkelen. Voor dergelijke gewassen is op tijd beregenen heel belangrijk. Doordat het gewas een beperkt wortelgestel heeft, kan het minder goed vocht en voeding opnemen. Uit recente bodemanalyses kan dan blijken dat er voldoende voorraad van nutriënten is, maar laat het gewas toch een gebrek zien. Vanwege deze omstandigheden kunnen plant en wortel gestimuleerd worden met een plantversterker en bladvoeding, bijvoorbeeld Foliplus Amino NPK en Nutrifite Complete. Dosering van beide middelen is 300 ml/100 l water. Spuit met ongeveer 600 l water per hectare. Pas niet met warm weer toe, en bij voorkeur vroeg in de ochtend. Het is mogelijk dit te combineren met de meeldauw- en schurftbestrijding, afhankelijk van het toe te passen middel. Een ander alternatief voor bladvoeding is Agroleaf Power Magnesium, met de samenstelling 10+5+10+16MgO+32SO3+TE. De adviesdosering is 3,0-5,0 kg/ha. Door het vele water is er stikstof (N) uitge-
spoeld. Maar ook kalium (K) en in mindere mate magnesium (Mg) zijn uitspoelingsgevoelige elementen. Het is lastig aan te geven of er een kaliumtekort zal ontstaan. Dat heeft te maken met de voorraad die aanwezig was voordat de vele neerslag kwam, maar natuurlijk ook met de hoeveelheid neerslag op uw perceel, en de hoeveelheid aangevoerde nutriënten voor het planten. Meten is weten, maar het is zeer aannemelijk dat een gedeelte van de beschikbare kali weg is. Het kan daarom raadzaam zijn om nog wat patentkali (150-200 kg/ha) te strooien. Dit bevat 30% K2O, 10% MgO en 42% SO3. Wanneer u ook nog stikstof wilt geven, is 1210-18 aan te raden – om ervoor te zorgen dat het gewas niet met tekorten te maken krijgt in het najaar. Indien de bodem vochtig is, kunt u onderdoor spuiten met bodemherbiciden. Er is veel gewijzigd binnen het pakket van herbiciden. Springbok (1,7 l/ha) in combinatie met Linuron (0,75 l/ha) is een goede optie om onderdoor te spuiten. Eventueel kunt u hier nog Finale of Basta (1-2 l/ha) aan toevoegen om het bestaande onkruid aan te pakken. <
Aangeboden
De Waal Stek Hoeve 25 6851EP Huissen Tel. 06-55322725 www.waalstek.nl
Beworteld Buxus Sempervirens stek 2/cup 160 gaats tray Bossig en gezond, grote en kleine aantallen geen probleem.
hebe thuj a
buxus
Smidstraat 1, 6691 ES Gendt, Nederland www.wilbertstek.nl
erus junip mus y n o eu s ypari c e a cham s i l i s nob lauru a l du lavan psis thujo
prun us rosm arin us thym us taxu s ilex
U kweekt. Wij doen de rest. Zet uw voorraadlijst op onze marktplaats!
inkoop@sapholland.nl
De laatste jaren was het toch vooral kommer en kwel bij de afzet van Acer palmatum. Het faillissement van handelaar Baas Plantenservice ijlde lang na en ook het faillissement van grote Acer-producent Bos & Hoogenboom zorgde tot vorig jaar voor onrust op de markt. Dit jaar lijkt er sprake van een voorzichtige ommekeer. Volgens kweker Giel Bevers van J. Bevers & zn. uit Wernhout zijn alle aantallen die hij leverbaar had dit jaar weggelopen. „Het seizoen begon
in januari maar tot juni gingen de leveringen door. Dat is langer dan andere jaren en bovendien ging de verkoop ook iets makkelijker”. Ook bij Boomkwekerij Out zijn alle leverbare planten weg, maar makkelijk ging het volgens Jan Out dit jaar zeker nog niet. „We hebben al een paar jaar te maken met forse prijsdruk, zeker in het 3 l-containersegment waar wij in zitten. Ik heb het idee dat de markt wel iets stabiliseert. Maar prijzen gaan nog niet zomaar omhoog.” „Bijzonder tevreden”, zegt Jan Zekveld van kwekerij Ronald Roos. „Met Acer palmatum in 1 tot 3 l-containers richten we ons op het retailsegment van bouw- en supermarkten. Met een product dat niet te groot en niet te duur is, zijn we hier dit jaar goed mee weggekomen.”
Gasa Group Germany hield in Kevelaer in week 32 hun huisbeurs die door de Duitse afzetorganisatie wordt gezien als een aftrap van het najaarsseizoen. „Het is nog te vroeg om echt iets te kunnen zeggen over het Calluna-seizoen, daarvoor wil ik wachten tot dat we onze beurs tijdens Plantarium achter de rug hebben”, zegt Gerald Derksen. Derksen heeft geluiden gehoord dat de productie van Calluna en Erica met een paar procent zou zijn toegenomen, maar hij kan niet met zekerheid zeggen of dat ook zo is. Ook heeft hij nogal wat spookverhalen gehoord dat er bij kwekers in de Duitse Niederrhein veel schade zou
zijn in Calluna. „Mijn indruk is dat het heel erg meevalt”, zegt Derksen. „De grote hoeveelheid neerslag die in juni is gevallen zorgde er voor dat van kwekers wel veel teelttechnische vakkennis is gevraagd om hier mee om te gaan, maar mijn idee is dat kwekers de schade beperkt hebben weten te houden. De kwaliteit die nu op de markt komt is mijns inziens vergelijkbaar met voorgaande jaren”. Kweker Dirk van Oost uit het Belgische Afsnee ziet dat de eerste handel in Calluna vrij goed loopt. „Wij zijn altijd een van de eersten met Calluna en we merken nu ook al dat de handel stilaan op gang begint te komen. Tijdens de maandelijkse beurs van de AVBS op 3 augustus hadden wij maar ook mijn collega-kwekers - een redelijk goede respons van handelaren uit met name Lochristi. Ik denk dat de handel iets beter loopt dan vorig jaar om deze tijd het geval was.” Bij Groen-Direkt zegt mede-directeur Gert Koert over het Callunaseizoen: „We zijn zo'n vier weken
Bij Groen-Direkt lag volgens mededirecteur Gert Koert het prijspeil voor Acer palmatum in 2013 op het dieptepunt. De laatste jaren is steeds een stijging te zien. Dit jaar ligt de prijs 10% boven die van vorig jaar. <
bezig en de verkoop loopt gewoon heel goed.” Daarmee wordt bij GroenDirekt de lijn doorgezet van deze zomer. „Alle visueel aantrekkelijke planten hebben gedurende de zomer goed gelopen.” Koert merkt niets van mogelijke waterschade onder Calluna-kwekers. „We zijn wel alert op wortelschade die mogelijk is ontstaan, niet alleen bij Calluna, maar ook bij andere producten. Tot nu toe zijn we echter wat dat betreft nog geen problemen tegen gekomen.” <
Sommige cash-and-carry’s hebben Pittosporum niet standaard op voorraad, omdat de vraag klein is, en omdat inkopers en klanten het wintergroene product niet winterhard genoeg vinden (hoewel kwekers denken dat Pittosporum in Nederland juist harder is dan de veelvuldig verhandelde Viburnum tinus). De hoveniers die Pittosporum wel bestellen, kennen het product of willen het uitproberen in een tuin.
Maar als dat tegenvalt, kiezen ze voor alternatieven als V. tinus, V. davidii of bijvoorbeeld Sarcococca. Ook op handelsbeurzen voor tuincentra is Pittosporum geen hoogvlieger. Zowel de vraag als het aanbod is daar klein; het komt binnen via enige kwekers of via de Italiaanse handel. Plantencentra en webshops die daarentegen bekend staan om het sortiment, ontvangen wekelijks enige bestellingen van Pittosporum vanuit tuinminnende particulieren in diverse landen. En zo kijken de weinige kwekers die het product in kleine aantallen producten, ook tevreden naar hun verkoop – aan handelaren die het exporteren naar Engeland en Frankrijk. In Nieuw-Zeeland, maar ook in Australië, is Pittosporum in veel
„Nee, eigenlijk zijn de verkopen gedurende de vakantieperiode goed stabiel gebleven. We hebben geen pieken, maar ook geen dalen gehad. Het zomerseizoen is duidelijk aan het afvlakken. Onze zomeromzet ziet er beter uit dan vorig jaar. Ook nu is de aanloop best goed.”
„In algemene zin zien we dat tuinplanten sterker plussen dan perkplanten. Dat is al een paar jaar gaande, maar dit seizoen extremer merkbaar. Consumenten kopen met name grote, visueel aantrekkelijke planten. Momenteel doet de bloeiende Clematis het heel goed, maar ook de Hy-
tuinen en plantsoenen te vinden: als solitaire heester of kleine boom, als groepje of als haag. Veel soorten, waaronder P. tenuifolium, zijn inheems in NZ en worden door tuincentra en hoveniers daarom geadviseerd. In Nederland heet P. tobira ook wel Australische laurier. <
drangea. Ook is er best wat vraag naar de eerste Hebe. We schakelen al wat eerder over op het herfstassortiment dan andere jaren, omdat we eerder door het zomeraanbod heen waren en er nog maar weinig van beschikbaar is. Het herfstige weer speelt ook een rol natuurlijk.”
„Op de veiling en bij Groen-Direkt. Directe handel heeft mijn voorkeur omdat ik zo kan kiezen voor de beste kwaliteitskwekers, mijn specifieke eisen kan opgeven en direct contact heb met de kweker. Van de betere kwekers koop ik blind in en ben dan verzekerd van verkoop en navraag. Op goedkope bulk maak je één keer een leuke marge, maar daarna ben je de klant kwijt. Klanten kiezen steeds meer voor kwaliteit en betalen daar graag wat meer voor. Ze hebben liever één mooie, goede plant dan vier goedkope die weinig plezier geven. Die trend zien we na de crisisjaren weer heel erg opleven.” <
Meedenken vanaf het begin
om uw idee te realiseren.
Innoveren in food & agri Slim en duurzaam innoveren is een must voor agrarische ondernemers. Daarom denken wij graag vanaf het begin met u mee. We delen ons netwerk en onze ervaring om te zorgen dat uw idee een succesvolle innovatie wordt.
Meer weten? Kijk op rabobank.nl/agrarisch Een aandeel in elkaar
„In de zomer verkopen we met name Hibiscus, Campsis, Caryopteris, Buddleja en Perovskia. Deze zomer hebben we meer planten verstuurd dan vorig jaar zomer, omdat juli in Frankrijk vrij koel was. Ook is Silence ça pousse! nog steeds op tv, een bekend tuinierprogramma in Frankrijk waarvan wij als Minier de naam mogen gebruiken in de verkoop. Dat alles helpt de verkoop wel. De verkoop in het voorjaar was
een hele uitdaging, omdat de Franse economie absoluut een invloed erop heeft en nu algemeen in mineur zit. Het weer was in het voorjaar hier ook te lang te koud. Daardoor liep de groei ook achter bij wat wij hadden verwacht. Minier verkoopt niet alleen in Frankrijk. Ik schat dat ongeveer 35% van onze boomkwekerijproducten export is. Naar Duitstalige landen, naar het Verenigd Koninkrijk. En naar nog meer landen in Europa – ook naar bijvoorbeeld Nederland. Het is dan hoofdzakelijk plantgoed voor andere boomkwekerijen en handelsbedrijven. Ik verkoop vooral in het VK, waar ik vandaan kom. Na het referendum over de Brexit merkten ook wij meteen dat de koers van het pond zakte. Voor de Engelsen is het nu duurder
„De hele zomerperiode lopen we al behoorlijk voor op vorig jaar. Zelfs tijdens de vakantieperiode blijft de vraag goed op peil. Echt mooi weer blijft uit, dus mensen gaan eerder naar een tuincentrum dan naar zee. De economie krabbelt langzaam op en er is dit jaar een betere balans ontstaan in vraag en aanbod. Al die factoren dragen er aan bij dat we een goede zomer draaien en daarbij een gezond prijsbeeld zien. Zowel klanten als leveranciers zijn dan ook tevreden. De zomerhandel loopt langer door dan andere jaren. Volledige stilte komt bijna niet meer voor. Dat maakt de handel stabieler en beter te plannen. Momenteel is het één en al dag-
handel. Onze tuincentra draaien nu volop Hibiscus, grassen, Echinacea, Hydrangea en Lavandula. Met de herfst in aantocht is er ook al behoorlijk wat vraag naar Skimmia, Erica en Gaultheria. Pas na onze huisbeurs – gelijktijdig aan Plantarium – zal het zomergoed volledig verdwijnen. We pakken onze huisbeurs dit jaar anders aan. We zetten maar summier wat voorjaarsproducten neer en gaan volop focussen op de herfst- en winterhandel voor zowel kamer- als tuinplanten en kerstbomen. Normaal gesproken reden we de tent al vol met voorjaarsproducten, maar verkochten we daar maar weinig van. Tuincentra denken nog niet aan Magnolia en Syringa in augustus, dus het is zonde om daarin op de beurs te investeren. En we willen nu juist de herfsthandel een boost geven, door een selectief assortiment de volle aandacht te geven. Zoals concepten met onder meer Skimmia, Hebe, Leucothoe, Gaultheria en Pernettya. Ik verwacht geen problemen door de uitval bij Duitse producenten van herfstproducten. Onze reserveringen
om in eurolanden te kopen, maar ze zullen wel blijven kopen, omdat ze niet alles zelf kweken. De Brexit is ook nog geen feit. Als er nog gevolgen komen, dan merkt de boomkwekerijsector dat veel later. Want het is een langzaam bewegende sector.” <
zijn niet in gevaar en ook hebben we wat meer bij Nederlandse producenten vastgelegd. Als alles loopt zoals verwacht, gaan we een positieve herfst tegemoet. Ons bedrijf loopt door, terwijl veel medewerkers nu natuurlijk wel met vakantie zijn. Zelf ben ik in de vroege zomer een weekje weg geweest, in het najaar ga ik nog een weekje. Het is goed om er bij te blijven nu de handel zo goed loopt, maar ook qua voorbereidingen op de beurs.” <
Trendlogic organiseert de lezing ’NOtifications for horticulture’. Deze lezing is exclusief voor de sierteeltsector: kwekers, veredelaars handelaren en retailers. In de lezing worden door Sandra Könings van Trendlogic praktische en commerciële tips gegeven. Onderdeel van de lezing is het tonen van een collectie die een vertaalslag is van de
Importeur Hissink & Zonen uit Oeken brengt een nieuwe serie tractors op de markt van de Italiaanse fabrikant Antonio Carraro. De serie van Carraro heet Tony en bestaat uit twee modellen. De Tony TR is een fuseegestuurde, omkeerbare en hydrostatisch aangedreven tractor. De Tony SR is nagenoeg dezelfde tractor, maar dan knikgestuurd.
zogenaamde ’NOtifications’. Het doel van de lezing is om te verduidelijken waar verkoopkansen liggen voor de sierteelt. Wanneer: 22 september van 12.30 tot 17.30 uur. Prijs: €222,voor één persoon, per twee personen €400,-. Locatie: Dutch Innovation Factory, Bleiswijkseweg 37, 2712 PB, Zoetermeer. Meer informatie: s.konings@ trendlogic.nl en trendlogic.nl.
Jungheinrich heeft een nieuwe instaplijn van compacte palletwagens en stapelaars ontwikkeld. Volgens de fabrikant zijn deze geschikt voor het midden- en kleinbedrijf. De palletwagens zijn de modellen EJE M13 en M15. Ze hebben een elektrische rijmotor van 0,6 kW en kunnen lasten tot maximaal 1.500 kg vervoeren. Zonder vertraging is van rijrich-
ting te wisselen.
Elke tractor heeft een Linde-
Coöperatieve Rabobank De Zuidelijke Baronie U.A. in Zundert blijft nog eens drie jaar sponsor van de vakbeurs GrootGroenPlus. Bij de opening van de vakbeurs in Zundert zullen de bank en het beursbestuur daarvoor een overeenkomst tekenen. Het geld van de bank wordt ondermeer gebruikt om wifi op de beursvloer te optimaliseren. Dat
moet het mogelijk gaan maken
hydrostaat die gekoppeld is aan een automatisch geschakelde vier-groepsbak plus Yanmardieselmotor van 86 pk. De Nederlandse introductie is in september tijdens de landbouwvakbeurs Agro Techniek in Holland, van 7 tot en met 10 september in Biddinghuizen. Meer informatie: hissinkoeken.nl
De stapelaars, modellen EJC M10 E en EJC M10 ZT, hebben 1.000 kg capaciteit. EJC M10 E heeft een monomast met hefhoogte van 1.540 mm of 1.900 mm. EJC M10 ZT heeft een tweevoudige telescoopmast met hefhoogte variërend van 2.300 mm tot 3.300 mm. Meer informatie: profishop.nl.
dat de app goed kan worden gebruikt in de hallen. De Rabobank blijft met deze overeenkomst ook voorzitter van de standkeuring voor de Jan van Dongen- en Jac Loddersprijzen. GrootGroenPlus wordt van 5 tot en met 7 oktober gehouden in Zundert.
Laanboomkwekerij J.C. van der Beek in Genderen doet zaterdag 20 augustus mee aan de Boerenerfdag georganiseerd door de ZLTO afdeling Altena Biesbosch. Met deze dag mikt de belangenorganisatie op consumenten en hoopt die iets te kunnen laten zien van wat er op de bedrijven achter de schermen gebeurt. De laanbomenkweker met ook vruchtbomen in het sortiment - gaat bijvoorbeeld laten zien hoe grote bomen worden verplant. Ook voor kinderen is er een en ander te beleven op deze open dag. Meer informatie: www.facebook.com/Boerenerfdag