Nieuwe marktplaats voor
Uitgangsmateriaal Op de beurs van 27 september
www.groen-direkt.nl
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-704490
gedrukt
Woordvoerder van de nieuwe stichting, Sierteelt Logistiek, is John Knecht. Hij was in 2010 ook woordvoerder van een stichting, Plant Chain Logistics, die kritiek uitte op de omlabelactie van CC: alle karren kregen RFID-chips en gebruikers moesten investeren in echtheidsscanners. Nu heeft Knecht dus de nieuwe sta-
len CC-platen (genaamd CC Solid) in het vizier. „De impact van die platen is veel groter dan de impact van onderstellen met RFID”, aldus Knecht. Sinds CC medio juni de nieuwe platen aankondigde, heeft Knecht „talrijke gesprekken gevoerd met betrokken partijen, met name kwekers, exporteurs en transporteurs. We maken ons allemaal zorgen over de nieuwe platen.” Die partijen willen wel anoniem blijven, omdat ze vrezen voor hun relatie met CC.
De stichting heeft twijfels of de platen alleen maar voordelen bieden voor gebruikers, zoals CC volgens de stichting naar buiten brengt. Volgens de stichting kleven er ook nadelen aan. Een nadeel zou oplopende kosten zijn. CC-topman Roel de Jong zei eerder in De Boomkwekerij dat het grootste deel van de investering uit eigen middelen komt. „En een deel zal van onze klanten moeten komen.” Volgens de stichting worden klanten
LTO Nederland gaat opnieuw reorganiseren. Enerzijds wordt daarbij meer ruimte gegeven aan de sectoren. Zij mogen hun eigen koers bepalen en zelf samenwerking aangaan met bijvoorbeeld afzet-, brancheof producentenorganisaties. Anderzijds wordt het landelijk team van deskundigen van LTO versterkt en op een plek bijeengebracht. De drie regionale organisaties steunen het plan.
Royal FloraHolland is het deels niet eens met een artikel in Het Financieele Dagblad over Certi. In het artikel wordt - volgens de veiling ten onrechte - gesuggereerd dat kwekers via consumentenmerk Certi de veiling en groothandel kunnen overslaan. De veiling zou volgens het FD samenwerken met handelaar Timmermans. Over die mogelijke samenwerking is branchevereniging voor handelaren VGB weer ontstemd.
De Nordic Flower Expo, die vorig jaar voor het eerst werd gehouden, gaat volgend jaar op herhaling. Van 21 tot en met 23 maart 2017 vindt de sierteeltbeurs plaats in Malmö, Zweden. De beurs is recentelijk volledig in handen gekomen van BureauSierteelt. De beurs zoekt meer samenwerking met lokale partijen. Ook komt er een programma met seminars.
Het Duitse Cultivaris gaat Bailey Nurseries uit Amerika ondersteunen bij activiteiten op de Europese tuinplantenmarkt. De ondersteuning bestaat onder andere uit het uitbouwen van het netwerk van licentiekwekers in Europa. Garry Grüber is namens Cultivaris hiervoor verantwoordelijk. Hij was eerder betrokken bij de lancering van tuinplantenmerken als Proven Winnersen Surfinia. Bailey Nurseries heeft onder andere Endless Summer-hortensia ontwikkeld.
Vanaf dit najaar introduceert Valkplant, samen met Spring Meadow Nursery uit Amerika, een heesterlijn in Europa onder het merk Proven Winners. Dit merk is al enige jaren op de Europese markt, maar alleen voor eenjarige planten. Valkplant brengt op termijn ruim dertig heestervariëteiten op de Europese markt in de Proven Winners-stijl: in witte potten met een luxe diamantvormig informatieboekje.
Op de Four Oaks Trade Show is Coreopsis UpTick benoemd tot beste nieuwigheid. De nieuwigheid werd op de Engelse vakbeurs ingezonden door Ball Colegrave. De jury was onder de indruk van de doorbloei, de goede habitus, vorm en bloemgrootte. Verder werd Miscanthus sinensis ’Red Cloud’ van Hogendoorn Holland door de jury nog sterk aanbevolen. Four Oaks vond op plaats op 6 en 7 september in Lower Withington.
echter geen eigenaar van de platen. Ook zouden ze een poolfee moeten blijven betalen voor reparatierechten, terwijl CC volgens de stichting medio 2017 stopt met reparatie. K.G. van Vliet is geen lid van Sierteelt Logistiek en heeft er ook geen relatie mee, zegt Bob IJpelaar van het karrenverhuurbedrijf uit Aalsmeer. „Maar de stichting heeft het wel bij het rechte eind, jammer genoeg.” K.G. van Vliet is volgens IJpelaar de grootste klant van CC, maar zit niet in de captains group van CC-klanten die klankbord zijn voor de nieuwe platen. „We hebben ons wel aangeboden, maar we voelen ons niet gehoord door CC.” Ook K.G. van Vliet vreest voor nadelen van de stalen platen. Dat is ook geuit door klanten als kwekers en handelaren. „Klanten zijn furieus”, aldus IJpelaar. „Ze zeggen bijvoorbeeld dat ze overgaan op DC-karren, omdat hun machines om karren op te bouwen, niet de nieuwe platen kunnen verwerken. Ze moeten hun machines dus aanpassen of nieuw laten bouwen.”
IJpelaar verwacht na de invoering van de platen ook een groot capaciteitsprobleem. „Er worden maar 14 miljoen platen vervangen, terwijl er 45 miljoen in omloop zijn.” K.G. van Vliet heeft een zienswijze opgesteld ten aanzien van de nieuwe CC-platen. Die zienswijze is gebaseerd op vragen die het bedrijf heeft gesteld aan CC, plus antwoorden van CC daarop. Dat alles is naar klanten van K.G. van Vliet verstuurd, in het Nederlands, Engels en Duits. „We hebben onze klanten om een reactie gevraagd”, zegt IJpelaar, „en niet één is positief over de invoering van de nieuwe platen.” Zowel stichting Sierteelt Logistiek als K.G. van Vliet stelt dat er iets moet gebeuren aan de huidige houten CC-platen. Kapotte platen zorgen immers voor de grootste reparatiekosten binnen de CC-pool. Een paar jaar geleden was CC kunststofplaten aan het testen als mogelijke vervanger van de houten. K.G. van Vliet had toen ook een eigen prototype van een kunststofplaat
ontwikkeld. Het bedrijf gaat nu weer door met een eigen ontwikkeling, aldus IJpelaar. „We hebben nog geen concept, maar we zijn weer alternatieven aan het testen.” <
Om bos- en landschapsbeplantingen te blijven verbeteren, is toepassing van de grootst mogelijke genetische variatie en de Rassenlijst Bomen een must. Dat was de conclusie van een symposium bij Wageningen UR, georganiseerd vanwege de pensionering van onderzoeker Sven de Vries. Volgens Krieno Fikkert (Raad voor plantenrassen) wordt de Rassenlijst nog steeds te weinig gebruikt.
In De Boomkwekerij nummer 17A is voor Ligularia dentata ’Pandora’ een onjuiste omschrijving geplaatst. Dat moet zijn: Winner/ veredelaar: Kwekerij De Boezem; ’Pandora’ is een compacte Ligularia met donker blad. Het blad is donkerpaars, licht gezaagd en ongewoon klein. De plant wordt 20-40 cm hoog. CNB New Plants brengt de plant op de markt. Kwekersrecht: PBR. In e-magazine nummer 17A staat de juiste informatie in het Engels.
Landgard en beurs Spoga+gafa zijn blij met elkaar. Landgard stond al weer voor het derde jaar op rij met haar najaarsorderbeurs op Spoga+gafa. De partijen maakten ook nog eens bekend dat de samenwerking met drie jaar is verlengd. Voor Spoga+gafa zorgt de orderbeurs van Landgard voor vergroening waarnaar de breed georiënteerde tuinbeurs nadrukkelijk op zoek is.
Na een onderbreking van bijna 40 jaar gaan Boomkwekerij Bart Faassen en J.H. FaassenHekkens weer samen verder. Doel van de fusie is één efficiënte organisatie. Voorlopig blijven beide bedrijven onder eigen naam voortbestaan. De regie komt in handen van Bart Faassen, die algemeen directeur wordt. Léon Faassen wordt commercieel directeur, naast zijn voorzitterschap van de LLTB. De locatie in Tegelen wordt de hoofdlocatie.
De omzet van bos- en haagplantsoenbedrijven is in seizoen 2015/2016 verder gedaald, zo blijkt uit de nieuwste sectorrapporten van Van Oers Agro. De omzetdaling was wel minder sterk dan in de voorgaande drie seizoenen. Containerteeltbedrijven wisten vorig jaar het tij al te keren door te ruimen. Volgens Van Oers kunnen die bedrijven wel tevreden terugkijken op het seizoen 2015/2016. <
Als aan een werknemer een bestelauto ter beschikking wordt gesteld, dan wordt deze ook geacht voor privédoeleinden ter beschikking te staan. In dat geval moet een percentage (in beginsel 25%) van de catalogusprijs van de auto tot het loon van de werknemer worden gerekend. Dit is alleen anders als blijkt dat de bestelauto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden wordt gebruikt. Peter kan een bijtelling voorkomen met een verklaring ’geen privégebruik bestelauto’ of een verklaring ’uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. Bij gebruik van een verklaring ‘geen privégebruik bestelauto’ mag Peter de bestelauto voor privédoeleinden gebruiken, mits dit niet meer dan 500 kilometer per jaar is. Dit moet worden aangetoond met een rittenregistratie. Bij gebruik van een verklaring ’uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ mag Peter de bestelauto niet voor privé-
doeleinden gebruiken. Er hoeft geen rittenregistratie te worden bijgehouden. Op verzoek van de Belastingdienst moet echter wel de zakelijkheid van een bepaalde rit kunnen worden aangetoond, dus een goede documentatie kan nuttig zijn.
Door de aard van het werk kan een bestelauto doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers. Dit maakt het lastig om vast te stellen of en aan wie die bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. In dat geval kan een ondernemer gebruik maken van de ’eindheffingsregeling’. Het privégebruik van de bestelauto wordt dan door middel van een eindheffing van €300 op jaarbasis bij u als werkgever belast. De bewijslast voor het toepassen van de eindheffingsregeling rust bij u. Dit kan u bijvoorbeeld aantonen aan de hand van een overzicht van welke
werknemers afwisselend over welke auto’s kunnen beschikken alsmede dienstroosters. Onlangs werd in een procedure bij rechtbank Gelderland door de Belastingdienst gesteld dat de eindheffingsregeling ten onrechte was toegepast. Het betrof een situatie waarin twee bestelauto’s overdag weliswaar door verschillende werknemers afwisselend werden gebruikt, maar deze voor privédoeleinden feitelijk slechts aan twee werknemers ter beschikking waren gesteld. Zij namen de bestelauto’s ’s avonds mee naar huis en privégebruik was niet verboden. Omdat een bestelauto 's avonds regelmatig aan Peter wordt meegegeven, loopt u dus het risico op een naheffingsaanslag loonheffingen met een boete. De bestelauto staat hierdoor voornamelijk aan hem voor privégebruik ter beschikking. Peter houdt geen rittenregistratie bij en privégebruik van de bestelauto is niet verboden. <
Rozenkwekers Ann en man Rudy Velle bestieren LensRoses in het Belgische Oudenburg. „Mijn man doet vooral de techniek en teelt, ik de verkoop en het kruisen. Het was een eigen idee om aandacht te besteden aan de Rosa moschata, een groep hybriden, en dan bijvoorbeeld ook aan de geschiedenis ervan. Daar valt elders niet zoveel over te vinden. Ook was het een verzoek van de uitgever, die al het vorige boek ‘Rozen voor altijd’ heeft uitgebracht.” Over de geschiedenis van de Rosa moschata, waarmee het boek zich volgens Ann onderscheidt: „Die gaat terug tot begin twintigste eeuw in Engeland. De grondlegger van de moschata-hybriden was dominee Joseph Pemberton. Hij had succes met een nieuwe groep heesterrozen. Maar eigenlijk is zijn werk weer gebaseerd op de roos 'Trier' van de Duitse kweker Peter Lambert uit Trier.” De historische lijn wordt in het boek doorgetrokken naar Louis Lens, de vorige eigenaar van de onderneming Lens-Roses. „Hij was uitgekeken op theehybriden. Door het werk van Pemberton te bestuderen en te kruisen met de moschata-hybride 'Trier' heeft hij de groep moschata enorm uitgebreid.”
Ann Velle vertelt met passie over rozen, noemt ze de koninginnen onder de bloemen, en de moschata in het bijzonder. Ze legt uit waarom. „De moschata zijn onze specialiteit. De rozen zijn niet alleen sierlijk met gevarieerde geur, maar ook onderhoudsvriendelijk, behoren tot de meer struikachtigen, blijven goed in blad en gaan goed samen met andere planten in een tuin.” Andere pluspunt is volgens Ann de biodiversiteit. „Veel moschata-rozen hebben enkele bloemen met meeldraden die bijen aantrekken. En er zijn nogal wat moschata met bottels in de herfst die in trek zijn bij vogels.” Behalve veel aandacht voor de geschiedenis in het 166 bladzijden tellende boek 'Uitbundig bloeiende rozen' wordt ingegaan op de toepassing in de tuin en is er advies hoe te snoeien. De lezer weet zodoende dat de rozen solitair, als perkroos, als haagplant en in combinatie met andere planten zijn te gebruiken. Ruim een derde tenslotte is ingeruimd voor omschrijving van circa tachtig soorten moschata. Ann is heel tevreden over het resultaat, in samenwerking met fotograaf Philippe Debeerst. „Ik vond het er mooi
uitzien. Daarnaast is het praktisch en interessant. De eerste druk was in 2011 in het Nederlands, vierduizend stuks. Die is alleen nog bij Lens-Roses zelf verkrijgbaar. Een tweede oplage met even veel boeken verscheen in het Frans twee jaar later. Daarvan zijn nog exemplaren in de winkels te koop.” De doelgroep zijn tuinliefhebbers. Maar ook tuinaanleggers en architecten kunnen veel te weten komen over moschata, meent Ann. Over de werkwijze: „Ik heb zelf een grote collectie boeken en er is de nalatenschap van Louis Lens. Op basis daarvan is het boek geschreven. Dat was hard werken. Je leert er zelf ook bij. Het boek bevat veel kennis. Je kunt echt iets meedelen aan het publiek, het heeft absoluut een meerwaarde.” Het echtpaar Velle merkt dat de moschata-hybriden het beter doen sinds het verschijnen van het boek. Ann rept van een revival. „Het boek heeft zeker bijgedragen aan een grotere bekendheid van de moschata. Er is bij ons meer vraag naar deze rozen en bijvoorbeeld minder naar theehybriden. We kweken een collectie van achthonderd rozen maar geven de voorrang aan de moschata.” <
GrootGroenPlus geeft in 2016 extra aandacht aan de rol van vakliteratuur in de kennisoverdracht. In een serie artikelen daarom aandacht voor kwekers die boeken schrijven.
TreeCommerce
Hét digitale communicatie platform voor de boomkwekerij.
De officiële dealer van Mayer
and ederl in N elgië. & B
Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen! Volg TreeCommerce ook via twitter: @Treecommerce
www.visser.eu/potmachines www.treecommerce.com
Hulpstoffen voor gewasbescherming Hasten, Elasto G5 en Atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel: 0317-451217 e-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com/trading
Aan- en verkoop, onteigeningen, taxatie en bedrijfsbegeleiding van boomkwekerijen Engelandlaan 58 2391 PN Hazerswoude-Dorp I ITC Boskoop
Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl
T: 0172 - 53 48 79 W: www.vdsm.nl E: info@vdsm.nl
+ '( %$..(5
( ;3(57,6(%85($8
VDH Foliekassen BV Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl
www.bakkerexpertise.nl
Voor AL uw boomkwekerijbenodigdheden: • Kluitmaterialen • Tonkinstokken • Bindmaterialen • Gewasbeschermingsmiddelen • etc. etc. Tielsestraat 95 Hoofddealer van: 4041 CS Kesteren tel: 0488 – 483275 fax: 0488 – 482895 info@agrodearend.nl www.agrodearend.nl www.felco.com DE PARTNER met visie voor de kweker!
Tel: 0031 (0) 172 2359 90 Fax: 0031 (0) 172 2359 95 Mail: info@foliekassen.com Web: www.foliekassen.com Frankrijklaan 9 2391 PX Hazerswoude-dorp (NL)
,,We beginnen en eindigen met marktonderzoek. We maken nieuwe rozen die beter zijn dan bestaande rozen. En we slaan een brug tussen wetenschap en praktijk door biotechnologie te gebruiken, waarmee we sneller resultaten behalen dan met klassieke veredeling’’, verwoordt Biljana Božanic Tanjga de strategie van Pheno Geno Roses. Božanic Tanjga is directeur van het Nederlands-Servische bedrijf. Mirjana Vukosavljev is hoofd onderzoek
en veredeling. Twee jongedames uit Servië die allebei doctor in de rozen zijn. Ze hebben gestudeerd en gewerkt bij grote instituten in Nederland en België: Vukosavljev bij Wageningen UR, Božanic Tanjga bij ILVO in Melle. ,,We hebben allebei een achtergrond in de veredeling’’, zegt Božanic Tanjga. Die basis verklaart de naam Pheno Geno, die is afgeleid van de veredelingsbegrippen ’fenotype’ en ’genotype’. De gebruikte biotechnologie is
een moderne vorm van veredeling, de merkertechniek (kader: Basisbegrippen in veredeling). Vukosavljev is in Wageningen gepromoveerd op toepassing van deze techniek bij tuinrozen. Dat gebeurde in een project dat in gang was gezet door Holeja. Directeur Peter Cox wilde een eigen rozenveredeling opzetten, omdat hij dacht dat veredelaars afzetkansen lieten liggen in Oost-Europa, met name in Rusland. Hun rozen zouden te weinig stressgenen bezitten en
daardoor onvoldoende bestand zijn tegen extreme vorst en hitte – wat in Rusland vrij normaal voorkomt.
Ook in Servië, dat in Zuidoost-Europa ligt, komen door het landklimaat vaak winterse temperaturen van -20°C en zomerse temperaturen van 30°C voor. ,,Zeer geschikt om nieuwe rozen te testen’’, aldus Cox. De regio Vojvodina, in het noorden tegen Hongarije aan, leent zich volgens Cox ook heel goed voor het kweken. ,,Een van de meest vruchtbare gronden van Europa.’’ Via Wageningen UR heeft Cox daarom in Servië Pheno Geno Roses opgezet, in 2009. Vukosavljev en Božanic Tanjga zijn in dienst gekomen, en later is het team uitgebreid met andere medewerkers in Servië. Er zijn ook diverse instituten en andere bedrijven bij betrokken; studenten voeren bijvoorbeeld marktonderzoek uit (zie kader op de laatste pagina). Het bedrijf houdt kantoor in Novi Sad, een stad die centraal in de vruchtbare regio Vojvodina ligt. Het veredelen en selecteren gebeurt op twee locaties: in een nieuw gebouwde kas in Temerin, ten noorden van Novi Sad, en in een kas van rozenkweker Frank Coenders in Grubbenvorst. ,,Om risico’s te spreiden en
om resultaten te vergelijken tussen Nederland en Servië’’, verklaart Cox. Het testen van nakomelingen uit de veredeling vindt hoofdzakelijk in Temerin plaats, en op een tweede Servische locatie in Mali Idoš. Veelbelovende nieuwe rozen worden ook door contractkwekers in Senta geoculeerd. Dit productiegebied – tegen Hongarije en Roemenië aan – is goed voor circa 1 miljoen rozen per jaar. Het Servische totaal bedraagt naar schatting vijf miljoen struiken.
Eind juli is de kas in Temerin half leeg; er stonden meer dan 3.000 bakken in met wel 200.000 zaden waaruit ruim 70.000 zaailingen kiemden. De beste zijn eruit geselecteerd om mee verder te gaan. Cox legt uit dat Pheno Geno de zaden voor het zaaien altijd stratificeert. ,,Dat doen andere veredelaars van tuinrozen niet, maar bij snijrozen gebeurt het wel.’’ Een hoger kiemingspercentage is het resultaat. ,,We halen nu bijna 40%. Zonder stratificatie is 20% normaal.’’ De kas staat half vol met moederplanten; 900 forse struiken in grote potten. Hiervan wordt ieder jaar ongeveer 20% vervangen door nieuwe rassen. ,,De overige struiken houden we met snoeien bij’’, vertelt Božanic Tanjga. Het is het uitgangsmateri-
aal voor het kruisingswerk, dat met allerlei wilde soorten en bestaande rassen wordt uitgevoerd. ,,Dit jaar hebben we 35.000 kruisingen gemaakt. Vorig jaar wel 50.000.’’
Klassieke rozenveredeling bestaat globaal uit negatieve selectie in een kas, gevolgd door positieve selectie op een testveld. Dat traject duurt acht tot tien jaar. Dankzij merkers weet Pheno Geno het traject met een paar jaar te versnellen. Merkers maken verschillen in DNA exact zichtbaar; het zijn stukjes DNA die matchen met bepaalde genen in een plant. Vukosavljev: ,,In het lab zien we dan welke genen ervoor zorgen dat een roos bijvoorbeeld resistent is tegen een ziekte.’’ Merkertechniek werkt sneller en exact, maar er zijn volgens Vukosavljev wel kritische fasen in het proces. Te beginnen met de selectie van de ouders: ,,Het is belangrijk om eerst het ploïdieniveau van elke ouder te controleren: hoeveel kopieën van chromosomen zitten er op het DNA? Rozen kunnen namelijk verschillende niveaus hebben. Als je bijvoorbeeld een diploïde roos met een tetraploïde roos kruist, is het resultaat anders dan kruisingen tussen twee tetraploïde ouders.’’
>
Bepaalde kruisingscombinaties kunnen ook tot inteelt leiden. ,,Dat is een probleem in de veredeling van rozen’’, stelt Vukosavljev. ,,Daarom moet je de genetische achtergrond van de ouders weten.’’ Ook fenotypering is een kritische fase: nakomelingen beoordelen aan de hand van visuele kenmerken. Pheno Geno doet dit volgens een protocol dat gebaseerd is op rozenbeoordeling door de American Rose Society. Cox: ,,Dat systeem is er al en werkt goed.’’
Rozenveredeling is monnikenwerk, en het levert enorm veel data op. De 35.000 kruisingen die Pheno Geno dit jaar heeft gemaakt, leveren gemiddeld 4,5 zaden per kruising op. Om alle informatie over ouders, genen, merkers en resultaten op te slaan, heeft het bedrijf een digitale database ontwikkeld. ,,Dit is uniek’’, aldus Božanic Tanjga, ,,want zo’n database was er nog niet.’’ De database helpt bij toekomstige veredeling. Het DNA van ouders en nakomelingen is namelijk snel terug te vinden. Labels aan de moederplanten en de bakken met zaailingen bevatten bijvoorbeeld een specifieke QR-code met informatie die is te scannen. Met de data kan gesleuteld worden nieuwe kruisingen; dit noemt men ook wel bio-informatica. Op het testveld in Temerin zijn al vele resultaten van het kruisingswerk te zien. ,,De eerste jaren hebben we vooral op winterhardheid geselecteerd’’, legt Vukosavljev uit. ,,De laatste
jaren focussen we ook meer op geur, grootte van bloemen en hittetolerantie.’’ Selectie op gezondheid is standaard. ,,Selecteren op geur én gezondheid is niet makkelijk.’’
Pheno Geno beperkt zich niet tot tuinrozen voor de sier. ,,Kwekers hebben andere markten nodig’’, weet Božanic Tanjga. ,,Rozenblaadjes en -bottels zijn bijvoorbeeld goed te gebruiken in voedsel. Ze zijn gezond, want ze bevatten grote hoeveelheden aan antioxidanten zoals vitamine C. Soms zelfs meer dan blauwe bessen.’’
Er is internationale interesse in rozen voor voedselproductie. Pheno Geno heeft bijvoorbeeld al testen lopen in Turkije. En er zijn nu contacten met kwekers in Thailand. Daar ligt iets bijzonders in het verschiet. ,,Onze rozen zijn door chefkoks gebruikt als ingrediënt om nieuwe aantrekkelijke maaltijden te creëren voor de Thaise keuken. Als vervolg daarop sturen we nu struikrozen naar Thailand, die gebruikt worden in een speciale rozenshow ter ere van de verjaardag van koning Bhumipol’’, zegt Božanic Tanjga trots. ,,Als je voor zo’n land struiken kunt produceren, maken we de rozenmarkt groter.’’ <
De Nederlandse ambassade in Belgrado heeft een sterkte/zwakte-analyse gemaakt van Servië als land voor agrarische productie. Sterke punten zijn het klimaat en de aanwezigheid van natuurlijke bronnen. Het groeiseizoen is warm, er is veel zon, het grondwater is goed van kwaliteit en er is veel vruchtbare grond. Andere pluspunten zijn de beschikbaarheid van vakbekwaam personeel en het lage loon: gemiddeld €2 per uur.
Daarnaast zijn er gunstige handelsovereenkomsten. Servië heeft bijvoorbeeld sinds 2000 een vrijhandelsakkoord met Rusland. Servië probeert momenteel wel lid te worden van de EU, maar vooralsnog geldt de Russische importstop van agrarische producten uit de EU dus niet voor Servië. Sinds 2000 is er ook een handelsverdrag met de EU. Door het akkoord met Rusland groeit de export vanuit Servië. Dat biedt volgens de ambassade ook kansen voor Nederlandse bedrijven die in Servië produceren. Voorwaarde voor die export is wel dat 80% van de teeltduur op Servische grond plaatsvindt. Export naar andere landen in het zuidoosten, zoals Turkije, is ook goed mogelijk aangezien Servië geografisch uitstekend ligt. Sinds 2012 is Servië kandidaatlidstaat van de EU, waardoor EUfondsen reeds beschikbaar zijn voor de agrosector en de infrastructuur in het land. Buitenlands geld is nodig, want zwakke punten van Servië zijn koopkracht en investeringen.
Dat geldt niet alleen voor Servische bedrijven, maar ook voor Servische consumenten. ,,Het gemiddelde maandinkomen is hier €400’’, illustreert landbouwraad Maarten Wegen.
Het investeringsklimaat is echter moeilijk, wat een bedreiging vormt voor bedrijven. De Servische overheid investeert bijvoorbeeld ook niet veel in onderzoek en innovatie. ,,Hier is geen topsectorenbeleid.’’ Andere bedreigingen zijn bureaucratie, onvoorspelbaar beleid en Servische wet- en regelgeving. Zo zijn rassenlijsten niet conform de EU. De EU-richtlijnen voor gewassen gelden er evenmin; Servië kent zijn eigen inspectiesysteem van fytokwaliteit. ,,Fytosanitaire regels zijn hier in principe streng’’, zegt Wegen. ,,Maar wij moedigen Servië aan om het Nederlandse systeem te gebruiken.’’ Ook helpt de ambassade bij problemen aan de grens. ,,Als een vrachtwagen lang moet wachten, kunnen we zorgen voor snellere inspectie.’’ Nederlandse bedrijven krijgen steun van de ambassade bij het za-
kendoen in Servië en mogen jaarlijks deelnemen aan het Holland Paviljoen van de Agricultural Fair in Novi Sad, de grootste Servische landbouwbeurs. Meer informatie: agroberichtenbuitenland.nl/servie. <
De tweejarige bomen groeien goed bij Seveplant, zoals het dochterbedrijf van Verbeek Boomkwekerijen in Servië heet. Bijna te goed. „Nu moeten ze eigenlijk stoppen met groeien, de knoppen afsluiten. Anders gaan ze door”, zegt Milenko Pejovic als hij eind juli uit Nederland is gekomen, om de groei met zijn in Servië woonachtige collega’s Duro Marijan en Nenad Puric te beoordelen. Het heeft hier, bij het dorp Kula, net weer 25 mm geregend, en de grond plakt onder de schoenen. Pejovic vormde voor Verbeek de eerste band met Servië. Vanwege de
oorlog in Joegoslavië vluchtte hij in 1999 naar Nederland, samen met zijn vrouw en baby, om daar een veilige toekomst op te bouwen. „Ik kwam bij Verbeek te werken en daar ben ik gebleven”, zegt Pejovic in heel goed Nederlands. Ook zijn gezin is gebleven; er kwam een tweede baby bij. „Het zijn nu twee grote jongens die in Nederland zijn opgegroeid.”
Ook Marijan volgde de weg naar Nederland. Nadat hij eerst bij een fruitteler had gewerkt, kwam ook hij
in 2002 bij Verbeek terecht. Jaren later wilde hij echter graag terug naar Servië. Tegelijkertijd dacht Verbeek na over productie in het buitenland, vanwege de stijgende kosten in Nederland. Servië bleek genoeg kansen te bieden, met name de regio Vojvodina in het noorden. „De grond is heel vruchtbaar, omdat er veel organische stof in zit. En het klimaat is ook heel goed om kwaliteit te kweken”, vertelt Marijan terwijl het kwik eind juli rond 35°C is gestegen. „Dat is hier ’s zomers normaal.” Verse grond bleek ook volop beschikbaar te zijn, tegen lagere
pachtkosten dan in Nederland. „We betalen hier €500-600 per hectare per jaar”, zegt Pejovic. Voor Verbeek was de stap naar Servië dan ook helder, mede omdat zijn Servische medewerkers er de weg wisten. Seveplant, een samentrekking van Servië en Verbeek, werd opgericht en ter plaatse geleid door Marijan, Pejovic vanuit Nederland, en diens neef Puric in Servië.
Seveplant begon in 2014 met 15 ha. In 2015 is 30 ha beplant, en afgelopen voorjaar ruim 40 ha. De eerste bomen van de tweejarige teelt zijn dus afgelopen herfst gerooid. „We kweken op dezelfde manier als in Nederland, alleen met wat minder machines. Maar als we groter worden, moeten er wel meer machines komen, hè”, zegt Pejovic met een knipoog, verwijzend
naar de verregaande mechanisatie bij Verbeek in Steenbergen. Vooralsnog beschikt Seveplant over een sleuvenfrees („We planten nu nog met de hand”), drie standaardtrekkers, een portaaltrekker om te spuiten en te schoffelen, een getrokken spuit en twee klembandrooiers. Alles uit Nederland. Een vierde trekker komt er al aan, vertelt Marijan. „Dan kunnen we in de herfst met twee teams rooien.” Terwijl Verbeek al danig zijn Servische productie opschaalt, pakt Boomkwekerij Fleuren het bescheidener aan in Servië. Fleuren is vorig jaar, dus een jaar na Verbeek, begonnen met 6 ha aanplant. „Bij wijze van proef”, legt productiemanager Vladimir Kecman op het perceel bij Ruma uit, een plaats zo’n 90 km ten zuiden van Kula. Dit jaar is 10 ha beplant. „Er is een groot verschil tussen het kweken hier en in Kula.”
Zoals Verbeek en Fleuren wel eens sparren over elkaars productie in Nederland, doen hun medewerkers in Servië dat ook. Waar de grond in Kula na regenval onder de schoenen blijft plakken, is de grond in Ruma eerder droog, aldus Kecman. „Als het 30 mm regent, kan ik er morgen weer met de tractor op.” Maar het regent hier niet vaak. „Vorig jaar leek het hier wel een woestijn, toen had het twee maanden niet geregend. Dit jaar gaat het wel, maar toch moet ik bijna iedere dag de irrigatie aanzetten.” Het is druppelirrigatie: langs elke rij ligt een slang. Die vorm van beregening werkt veel efficiënter dan haspelberegening. De druppels komen namelijk meteen bij de wortels, waardoor er vrijwel niets verloren gaat door verdamping. En Kecman hoeft maar een pomp te starten, en het systeem werkt. „10 ha in vier
>
blokken van één uur, dus in vier uur ben ik rond.” Het grondwater is volgens Kecman van goede kwaliteit, maar het zit in Ruma wel diep. Er zijn twee putten geslagen, de een 110 m en de ander 220 m diep. Dit is een ander groot verschil met Seveplant in Kula, waar het grondwater op slechts 25-30 m zit. Ook in Kula zien ze de voordelen in van druppelirrigatie. „We zijn vorig jaar begonnen met 5 ha slangen”, aldus Pejovic. „Nu gaan we die overal trekken na het planten.”
De investeringen in Seveplant worden puur gedaan door Verbeek, en er zit ook geen subsidie op het Servische dochterbedrijf. De bedrijfsvorm waarmee Fleuren in Ruma onderneemt is anders. Het is een fifty-fifty joint venture samen met Donerra - een lokaal fruitbedrijf - die Fleunerra is gedoopt. Donerra (kader) kwam enkele jaren geleden bij Fleuren als klant binnen. Fleunerra heeft als ondertitel Holland Tree, om duidelijk te maken dat de bomen in Servië van Nederlandse kwaliteit zijn. Fleunerra pacht de grond van het fruitbedrijf. Ook productiemanager Kecman komt van Donerra. Bij de vruchtboomteelt wordt de Serviër
bijgestaan door diverse mensen van Fleuren, die regelmatig ter plaatse komen kijken. Daarnaast delen ze ervaringen en wisselen ze foto’s met elkaar uit via een Whatsapp-groep. „Ik
ben zelf ook in Nederland geweest, om te leren van het kweken daar.”
Voor het veredelen gebruiken Seveplant en Fleunerra Nederlandse onderstammen; bij appel gaat het louter om ’M 9’. Beide bedrijven zijn ook begonnen met winterhandveredelingen uit Nederland. „Al ons plantmateriaal is kwaliteit”, zegt Pejovic. Nu gebeurt het veredelen steeds meer in Servië, waarbij zonodig hulp wordt ingeschakeld van Servische vakmensen. „In het zuiden zijn veel kleine kwekers die goed kunnen enten.” Die ervaring heeft ook Kecman, maar dan met vakmanschap uit Centraal-Servië. „Een koppel kan 4.000 onderstammen per dag enten. Dit jaar is 60% hier geënt en het resul-
taat is perfect. Dus ik denk dat we in de toekomst alles hier enten.”
Het sortiment van Fleunerra bestaat voorlopig alleen uit appelrassen, met name Golden Delicious, Red Delicious, Gala en Granny Smith. Ook Seveplant kweekt deze rassen, en daarnaast onder andere Braeburn, Fuji, Jonagold en de perenrassen Conference en Williams. Ze worden allemaal als tweejarige knipbomen geteeld, hoewel Fleunerra ook negenmaandenbomen zal produceren. „Nu nog niet”, zegt Kecman, „maar in de toekomst zeker wel. Want Servische fruittelers planten vooral zulke bomen.” De Servische markt is wel klein. Van de leverbare bomen heeft Seveplant
afgelopen jaar 5% in Servië verkocht. „Dat was wel ons eerste jaar: de fruittelers leren ons net kennen”, aldus Pejovic. Fleunerra deed afgelopen mei voor het eerst mee aan de Agricultural Fair in Novi Sad, onder de vlag van de Nederlandse ambassade in Servië. Voor Seveplant was dit de tweede keer. „De ambassade helpt ons veel, en ook heel goed.”
Toch moet Seveplant het hoofdzakelijk van de export hebben. Vorig jaar is 95% van de leverbare bomen in verschillende landen afgezet. Pejovic somt op: „Kazachstan, Oekraïne, Rusland, Italië, België, Polen, terug naar Nederland. En misschien kunnen we dit jaar ook in China leveren. Van Servië hoeven wortels niet gespoeld
te worden, maar als China dat wel wil, dan doen we dat.” Servië is (nog) geen lid van de EU, daarom is de EU-richtlijn Fruitgewassen er niet van kracht. Het land hanteert eigen fytosanitaire regels. Een keurmeester komt twee keer per jaar de bomenproductie daarop controleren. „Hij schrijft een fytocertificaat uit. We hangen een geel-oranje waarmerkstrookje aan de bomen als het CAC-materiaal is, en een blauw strookje als het gecertificeerd virusvrij materiaal is.” De eerste bomen van Fleunerra worden deze herfst gerooid. Dit bedrijf richt zich voor de afzet ook op Servië en op oostelijke landen als Rusland, Kazachstan en China. Maar ook op bijvoorbeeld India. „Al die landen hebben bomen nodig voor de fruitteelt.” <
De Multi Tool Trac was een van de vele aandachtstrekkers op AgroTechniek Holland, de boerenbeurs die vorige week in Flevoland was. De mega-werktuigendrager (wielbasis 5,5 m) is elektrisch aangedreven (accu 30 kW; dieselgenerator 160 kW). In de stand liet hij wat kunstjes zien: sturen met alle vier de wielen, veranderen van de spoorbreedte, verschuiven, tillen en zakken van de cabine. Dit is het eerste prototype, een tweede is bij Osse Equipment Manufacturing Group in de maak voor bioboeren. De fabrikant denkt nu aan een kleinere versie. Een portaalversie? Geen probleem, aldus de fabrikant. <
Tegenwoordig wordt behoorlijk wat onderzoek besteed aan het sortiment Aster wat inmiddels interessante selecties heeft opgeleverd. Die selecties komen uit verschillende hoeken omdat de vele botanische soorten – ruim 600 – breed verspreid te vinden zijn, makkelijk hun weg richting de tuin vinden en omdat zaailingen behoorlijk wat variatie opleveren. Daarnaast is Aster relatief eenvoudig te stekken wat, in vergelijking met scheuren, gezondere en meer uniforme planten oplevert. De grootse variatie zit bij de groep Aster voor de liefhebber. Vrijwel allemaal goed bruikbare borderplanten, wisselend in bloeitijd, hoogte en kleur en waarvan kwekerijen als De Hessenhof en De Noordhoek rond de 50-60 soorten en cultivars leveren. In zowel de particuliere als hoveniershandel is daar vraag naar. A. ericoides is populair, met name ‘Pink Cloud’, een rijk bloeiende herfstaster met heel fijn loof. Kwekers prijzen ook de uit dezelfde groep afkomstige A. ‘Pink Star’ en A.
‘Monte Casino’. De laatste heeft als nadeel dat de bloei zo laat is dat de bloemen niet elk jaar allemaal openen. Ook genoemd als goede Aster worden A. ptarmicoides ‘Major’ en A. rugulosus ‘Asrugo’. Als onterecht onbekend komt A. linosyris naar voren; geelbloeiend – voor een Aster ongewoon – en met fijn loof. A. lateriflorus en met name de cultivars ‘Prince’ en ‘Lady in Black’ hebben heel het seizoen sierwaarde met hun donkere blad terwijl de bloemen pas laat openen. Belangrijk is ook de groep die bloeit vanaf de zomerperiode. A. amellus, A. thomsonii en hun kruisingsvorm A. x frikartii zijn de belangrijkste. Deze rijke bloeiers zijn goed bruikbare borderplanten en voor tuincentra interessant omdat die liefst niet te veel najaarsbloeiende Aster inkopen. Uiteraard is er voor de border nog veel meer keuze bij met name de liefhebberskwekers.
Ook in het openbare groen heeft Aster zich inmiddels bewezen. In verschillende concepten is de vaste plant te vinden. A. ageratoides groeit zo sterk dat hij onkruid goed de baas is. Daarnaast is de plant dicht vertakt, redelijk lang bloeiend en goed strooizoutbestendig. ‘Starshine’ is de compacte vorm. A. divaricatus is geschikt omdat hij droogte en schaduw verdraagt. A. cordifolius is min of meer vergelijkbaar, maar wordt minder gekweekt, net als de wat grovere A. macrophyllus. Naast deze bekende soorten noemt Hans Kramer A. novae-angliae ‘Purple Dome’ als goed bruikbaar, net als de minder bekende A. ‘Tina’ die een dicht gesloten gewas maakt. Ook vindt hij A. umbellatus en A. glehnii ‘Agleni’ goed bruikbaar. Bij de visuele markt draait alles om de compacte groeiers. A. alpinus – waar dit jaar weer ruim vraag naar was – levert de voorjaarsbloei, de groep A. dumosus de late bloei. <
Dit jaar is gebleken dat laaggelegen percelen niet de ideale plaatsen zijn voor de teelt van Buxus. Hier kunnen namelijk ziekten zoals Fusarium, Phytophthora, Verticillium en Pythium ontstaan. Wanneer er storende lagen aanwezig zijn is het handig om, middels een profielkuil, te achterhalen waardoor deze storende lagen ontstaan zijn. Deze kunt u desnoods met een diepwoeler breken. Daarnaast is het belangrijk om een goed grondmonster te nemen. Hoofd- en sporenelementen die een tekort op uw monster laten zien, kunt u dan aanvullen. Ook kunt u waar nodig een bekalking uitvoeren om een ideale pH (water) van 6,4 te krijgen. Tevens kunt u zien hoeveel stabiele organische stof er aanwezig is. Is deze te laag (wat op veel percelen speelt), dan kunt u kiezen voor een geschikte organische stof. Dit kan groencompost zijn, maar vaak ook een combinatie van groencompost met goed verteerde stalmest. Dit laatste moet niet teveel zijn, zeker niet op gronden waar het fosfaatgehalte al hoog genoeg is. Neem de ruimte in uw planning om dit alles goed voor te bereiden. Kijk ook goed met welke grondbewerking u kunt volstaan. Probeer zo weinig mogelijk kerende bewegingen te maken, want kerende grondbewer-
kingen gaan ten koste van de bodembiologie.
Tot nu toe zijn er dit jaar, mede door het wisselvallige natte weer met hoge etmaaltemperaturen, veel aantastingen geweest van Cylindrocladium buxicola (in BelgiĂŤ ook wel Calonectria pseudonaviculata genoemd). Op percelen waar nog nooit Buxus heeft gestaan, valt het op dat de schimmel toch voorkomt. Die moet dan met uw stek of plantgoed zijn meegekomen. Als u uitgangsmateriaal aankoopt of zelf vermeerdert, is het daarom raadzaam om nu goed te controleren op aantastingen: is het stek of plantgoed wel vrij van de schimmel? Eerste besmettingen op percelen komen te vaak via deze route mee. Nu kunnen aantastingen in stek of plantgoed lastig te zien zijn. Er hoeft niet altijd een aantasting op het blad meer aanwezig te zijn, maar de zwarte streepjes op de stengels zijn altijd zichtbaar. Hier zitten sporen die onder ideale omstandigheden kunnen sporuleren op uw perceel en zo de eerste infecties kunnen veroorzaken. Komt u dergelijke partijen planten tegen, gebruik die nooit. Vernietig ze onmiddellijk en laat dit uw leverancier weten. <
De laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor sporenelementen. Wat eerder onbelangrijk was lijkt nu opeens superbelangrijk. Hoe komt dit? Door de huidige regels wordt het steeds moeilijker om voldoende organische mest te geven. Eerder werd er meer mest op een land gereden dan dat het gewas opnam. Nu kunnen we duidelijk te weinig organische mest brengen, maar we halen er meer vanaf. Het is dus noodzakelijk geworden om de buffer van hoofd- en sporenelementen op peil te brengen en te houden. In grondmonsteranalyses zie je een duidelijke achteruitgang van sporenelementen. Maar ook in de bossen is dat te zien. Nu er duidelijk minder of geen zure regen valt, komt er te weinig zwavel op planten en bodem. Als een plant tekort aan zwavel heeft gaan de plantencellen suikers lekken, wat schimmels duidelijk meer kans geeft om te infecteren. Zo is de laatste jaren ook te zien dat meeldauw in bossen, en ook langs wegen, steeds erger wordt. Er is al jaren ervaring van bladvoeding in
allerlei middelen die duidelijk werken voor een gezonder blad en minder ziekten. Uiteindelijk is dit een cosmetica in de bomen, omdat diverse elementen niet of nauwelijks mobiel zijn in de plant. Het blad wordt bemest, maar de plant blijft een gebrek vertonen. Dit is ook te zien als u stopt met spuiten: dan komen gebreken weer tevoorschijn. Breng daarom de juiste hoeveelheid sporenelementen (aan de hand van een grondmonster) op de kwekerij zodat de bomen de voedingsstoffen vanuit de grond kunnen trekken. De beste tijd om deze bemesting te doen is maart-april, maar in de praktijk heeft een kweker er geen tijd voor. In septemberoktober is er vaak wel wat meer tijd, en is de grond nog goed te berijden. Doe daarom nu de sporenbemesting. Hoe zit het dan met uitspoeling? De ervaring leert dat als de bemesting zelfs net voor de winter is gedaan, tijdens de bladval, deze ook is opgenomen. Komend seizoen is er dan een duidelijk groeiverschil te zien, behalve op klei ook op zand. <
In eerste instantie was de gedachte dat veel 1+1 teelten niet aan de maat zouden komen. Door de zomerse temperaturen van de laatste tijd groeien sommige soorten met de dag. Er komt nu voldoende stikstof uit de bodem vrij, omdat er nu nog veel mineralisatie is. Dat is ook te zien aan bladkleur en bladgrootte. Zorg daarom dat de gewassen ook meer stevigheid krijgen. Dat kan door extra bitterzout mee te spuiten bij bijvoorbeeld een meeldauwbestrijding. Gebruik de bitterzoutvariant EPSO Microtop met extra mangaan en borium, zodat deze spoorelementen voldoende voor de plant beschikbaar zijn. Mangaan is belangrijk voor de aanmaak van bladgroen; voor een gezond blad zal mangaan voldoende beschikbaar moeten zijn. Borium is een belangrijk element voor de groeipunt van de plant. Wanneer er te weinig borium beschikbaar is, kan de groeipunt indrogen. Wanneer er veel stikstof, kalium of calcium in de bodem beschikbaar is, wordt borium echter moeilijker opgenomen. Ook kan een hoge pH leiden tot verminderde opname.
Voor optimale groei is het ook belangrijk om nog wel op ziekten en plagen te letten. Zo komen in sommige gewassen nog veel luizen voor. Ook komt beukenbladluis op dit moment weer meer op. Omdat er nu veel jong schot is en de temperatuur hoog is, is het raadzaam hier nog iets aan te doen. In een actief gewas zou Movento een goede keuze zijn. Let wel op de beperking van de totale inzet van Movento: totaal mag u 1 l/ha inzetten in twee toepassingen. Anders heeft Teppeki de voorkeur vanwege het sparen van natuurlijke vijanden. Ook meeldauw kan nog een rol spelen. Met warm weer en actieve meeldauw is de combinatie van Nimrod met spuitzwavel een sterke combinatie. Wanneer de inzet preventief is, dan zou Luna Privilege goed zijn. Het schoonhouden van voldoende grote gewassen kan alleen met spuitzwavel. Door veel neerslag is op diverse percelen de grond dichtgeslagen. Teelten die blijven liggen, zullen daar volgend jaar ook hinder door ondervinden. Zorg daarom dat deze percelen beter ontwaterd worden. Trek wielsporen bijvoorbeeld los. <
Op het eerste gezicht is Dipelta wat moeilijk te plaatsen. Het lijkt een beetje op een Kolkwitzia, een beetje op een uit de kluiten gewassen Abelia en nog het meest op een Weigela. Logisch, deze planten behoren allemaal tot dezelfde familie, de Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie). Maar dat is het allemaal (net) niet. Dipelta is een klein geslacht dat uit slechts vier soorten bestaat. In de Naamlijst van Houtige Gewassen (ed. 2016) staan drie soorten: D. floribunda, D. ventricosa en D. yunnanensis. Deze worden op kleine tot zeer kleine schaal in Nederland en België gekweekt. Twee andere soorten, D. elegans en D. wenxianensis, zijn in de lage landen niet in cultuur. Alle soorten zijn inheems in Centraal- en Zuidwest-China en lijken vrij sterk op elkaar. Zo wordt D. ventricosa door sommige taxonomen beschouwd als een synoniem van D. yunnanensis. Dat de soorten min of meer hetzelfde verspreidingsgebied hebben is eveneens aanleiding voor de gedachte dat er natuurlijke hybriden zijn. Alle Dipelta zijn middelgrote, bladverliezende struiken. De bladeren staan steeds tegenover elkaar en de bloemen verschijnen in bundels of in korte pluimen. Onderscheidend kenmerk van Dipelta is dat de vruchtbeginsels gevleugeld zijn. Deze zitten direct achter de bloemen en zijn al tijdens de bloei zichtbaar als twee of drie brede vleugels. Als de bloemen zijn uitgebloeid en de vruchten rijpen, kleuren deze gevleugelde vruchten vaak roodbruin tot bruin. Ze vormen zo een mooie sierwaarde in de herfst. En dan is er ook nog de bast, die opvallend afschilferend is, vooral bij oudere struiken. Met name D. floribunda kan op latere leeftijd een prachtige geelbruine afschilferende bast krijgen. De bloemen zelf zijn natuurlijk ook een belangrijke sierwaarde. Aan de hand van de bloemen zijn de
soorten vrij eenvoudig uit elkaar te houden. Alle soorten hebben buisvormige bloemen die het meest lijken op Weigela bloemen. D. floribunda heeft zeer lichtroze bloemen waarbij de lobben vrijwel wit zijn. Het honingmerk (de “vlek” aan de binnenkant van de bloem) is geel. D. ventricosa is de meest kleurrijke soort met lichtpaarse bloemen met witte lobben. Het honingmerk is oranjegeel. D. yunnanensis tenslotte, zit een beetje tussen beide andere soorten qua bloemkleuren. De bloemen zijn zeer licht zalmroze met witte lobben. Het honingmerk is oranjegeel. Het gebruik van Dipelta is gelijk aan dat van de hoger groeiende Weigela. De planten houden van een goed doorlatende bodem die licht zuur tot basisch mag zijn. Bij voorkeur staan de planten in de volle zon of halfschaduw. Vanwege de iets grotere vorstgevoeligheid, vooral op jonge leeftijd, zijn de planten minder geschikt voor toepassing in het openbaar groen. Ook prijstechnisch is de plant minder geschikt voor deze markt; Dipelta is iets moeilijker te stekken waardoor de prijs iets hoger zal zijn. Als tuinstruik zijn het echter prachtige blikvangers die twee keer per seizoen
hebe thuj a
buxus erus junip mus y n euo
Smidstraat 1, 6691 ES Gendt, Nederland www.wilbertstek.nl
aris aecyp cham ilis s nob lauru dula lavan psis thujo
prun us rosm arin us thym us taxu s ilex
,,Veel van onze buitenlandse tuincentrumklanten hebben naast een tuincentrum ook een eigen kwekerij.’’ Zo verklaart Gert Koert, mededirecteur van Groen-Direkt, de stap om naast visueel aantrekkelijke tuinplanten ook uitgangsmateriaal te gaan verkopen. ,,Het zijn juist die buitenlandse klanten die bij ons vragen om diverse soorten uitgangsmateriaal.’’ Koert denkt dan ook dat er voldoende markt is voor kortetermijnhandel in allerlei soorten stekmateriaal. ,,Natuurlijk zijn er veel kwekers die hun productieschema voor het hele jaar rond hebben, maar ik zie ook dat er vooral bij buitenlandse bedrijven nog veel op het laatste moment wordt beslist. Als er in het tuincentrum of op de kwekerij bepaalde producten goed lopen, ontstaan er plots lege plekken in de kwekerij die de ondernemers snel opgevuld willen
zien.’’ Het is een signaal dat ook door stekbedrijven wordt herkend. Er zijn klanten die bijvoorbeeld Ceanothus kopen als dit nog over is, maar net zo makkelijk kiezen voor iets anders als er geen Ceanothus meer leverbaar is. Het klantenbestand van Groen-Direkt bestaat voor zo’n 80% uit buitenlandse klanten, schat Koert in. En die buitenlandse klanten hebben naast
hun tuincentrum ook in meerderheid een eigen kwekerij. ,,Een serieuze doelgroep dus’’, aldus Koert. Ook buitenlandse kwekers vormen voor Groen-Direkt een interessante klantengroep. ,,Nederlandse bedrijven weten veelal wel waar ze terecht moeten voor hun uitgangsmateriaal, maar voor buitenlandse bedrijven ligt dit toch vaak wat anders.’’ Het zijn niet alleen de vragen van buitenlandse afnemers die GroenDirekt tot haar besluit hebben gebracht. Ook van enkele Nederlandse stekbedrijven kwam de vraag of Groen-Direkt niet iets kon betekenen in de verkoop van uitgangsmateriaal. ,,Veel stekbedrijven zetten op voorhand zo’n 20% meer op dan ze op dat moment hebben verkocht. Voor deze laatste 20% kan Groen-Direkt straks ook een uitkomst bieden’’, aldus Koert. Naar verwachting zullen zo’n vijftien bedrijven die uitgangsma-
geleden is hij als proef gestart met het aanbieden van uitgangsmateriaal met blote wortel. Na een moeizaam eerste jaar was het tweede jaar qua verkoop al een stuk beter. ,,We hebben ons sortiment aangepast aan klanten in Oost-Europa die ons materiaal gebruiken om op te potten. Dat heeft in het tweede seizoen al vruchten afgeworpen.’’ Stekbedrijven noemen vooral de goede logistiek van Groen-Direkt een reden waarom zij verwachten meer omzet te gaan behalen. Zij hebben nu ook al tuincentra met een eigen kwekerij als klant, maar qua volume zijn dit vaak kleine klanten waardoor transportkosten in verhouding zwaar wegen. Zij verwachten dat straks een kleine bestelling mee kan met andere producten die een klant koopt bij Groen-Direkt. Een voordeel daarbij is dat uitgangsmateriaal veelal onder dezelfde condities – zoals temperatuur en luchtvochtigheid – vervoerd kan worden als de tuinplanten die Groen-Direkt normaal gesproken verhandelt. teriaal verkopen deelnemen aan de beurs op 27 september. Veel van deze bedrijven merken eveneens dat er vooral bij buitenlandse klanten vraag naar is.
Chiel de Boer van M.G. de Boer uit Hazerswoude-Dorp heeft qua verkoop van uitgangsmateriaal al enige ervaring met Groen-Direkt. ,,We stonden recent voor de derde opeenvolgende keer op de Najaarsbeurs. We treffen hier kwekers, maar ook zowel tuincentra als hoveniers met een eigen kwekerij. Dat Groen-Direkt nu serieus werk maakt van het aanbieden van uitgangsmateriaal zal ons op termijn meer buitenlandse klanten opleveren. Maar ik verwacht wel dat dit moet groeien.’’ Dat er groei mogelijk is, heeft Marc Lodders van Lodders Boomkwekerijen uit Wernhout al ervaren. Twee jaar
Welke rol de lagenbeurs gaat spelen bij de verkoop van uitgangsmateriaal zal in de toekomst moeten blijken. Bij de verkoop van het gangbare Groen-Direkt-sortiment, dat het moet hebben van visuele aantrekkelijkheid, is de lagenbeurs belangrijk, maar voor uitgangsmateriaal is het volgens de stekbedrijven toch een
ander verhaal. Bovendien voeren zij veelal een enorm breed sortiment waarbij vijfhonderd cultivars geen uitzondering zijn, wat het lastig maakt om het sortiment in z’n geheel op een lagenbeurs te laten zien. Groen-Direkt is voornemens om vanaf volgend jaar ieder voor- en najaar een beurs te houden waarbij uitgangsmateriaal extra in de schijnwerpers wordt gezet. Het lijkt erop dat stekbedrijven in meerderheid ervoor kiezen om in ieder geval die twee keer hun producten in hun stand te laten zien op het Product Promotie Plein. Daarnaast geven veel stekbedrijven aan jaarrond gebruik te gaan maken van de webshop van Groen-Direkt. Deze webshop neemt wellicht, nog meer dan bij visueel aantrekkelijke producten, de plek in van de lagenbeurs.
Stekbedrijven noemen onder andere de week van de Flower Trials, die komend jaar in juni wordt gehouden, als goede week voor Groen-Direkt om een beurs te organiseren die in het teken staat van uitgangsmateriaal. De afzetorganisatie denkt vooralsnog aan een beurs in februari en eentje in september, maar wil ook eerst de ervaringen van de eerste editie afwachten. Of zoals Bernd Rötjes van Rötjes young plants het zegt: ,,We gebruiken de komende periode om te proberen en te evalueren.’’ <
Bij kwekerij Bamboo Giant in Asten merkt Bennie Nielen dat hun klanten dit jaar wat makkelijker kopen dan voorgaande jaren. „Hoveniers nemen weer vaker een wat grotere maat mee en voor het gebruik in hagen gebruiken ze soms ook weer wat meer planten per strekkende meter. Gebruikten ze er voorheen bijvoorbeeld 2/m, nu is dat vaker 2,5 of 3/m.” Hij ziet daarnaast dat het seizoen dit jaar lang is doorgelopen. „Voorgaande jaren stopte de afzet na mei, maar
deze zomer is de afzet goed blijven doorlopen. Ik verwacht voor dit najaar ook wel weer een goede verkoop, alhoewel die door de huidige warme periode wel wat later op gang komt”, aldus Nielen. Al jaren is er een verschuiving aan de gang van woekerende naar nietwoekerende bamboe-soorten van de Fargesia-familie. „Nieuwe rassen komen alleen nog uit de hoek van de niet-woekerende soorten en dat is een indicatie dat hierin de meeste toekomst zit”, zegt Nielen. „Maar wij verkopen bijvoorbeeld nog steeds de wel woekerende Phyllostachys-cultivars voor plaatsen waar veel ruimte is en waar ze echt hoge planten - tot bijvoorbeeld 6 m nodig hebben.” Ook Philippe Bogaerts van Oprins Plant merkt dit jaar dat er veel vraag is naar niet-woekerende bamboe.
„Wij minderen fors met Phyllostachys. Er zijn in het niet-woekerende sortiment nu voldoende goede vervangers. Niet alleen in de kleine maten, maar ook in de wat grotere maten die door tuinaanleggers worden gevraagd.” <
De Royal FloraHolland Autumn Fair is de bescheiden editie van de grotere Trade Fairs die FloraHolland in het voor- en najaar organiseert. Geen rode lopers op de vloer; de laagdrempelige beurs heeft vooral een focus op zaken doen. En dat deden de ongeveer 100 standhouders van kamer- en tuinplanten over het algemeen naar tevredenheid. Het warme weer zorgde daarbij voor wisselende geluiden. Terwijl de één spreekt van een stagnerende daghandel door het warme weer, vindt een ander juist dat het in deze tijd van het jaar niet snel meer te warm is. Bij slecht weer gaat er in september helemaal niemand naar een tuincentrum, is
hun redenering. Martin van der Velden van kwekerij Freek van Velden stond op de beurs met Helleborus. Het is dit jaar voor het eerst dat het bedrijf in behoorlijke aantallen Helleborus leverbaar heeft. „We hebben gekozen voor ’Christmas Carol’ vanwege zijn vroege bloei. Voor de kerst willen we los zijn. Deze beurs komt wat dat moment op een goed moment, nu moeten we de interesse van kopers trekken. Het is te warm voor de daghandel die van lieverlee op gang mag komen, maar qua aanvragen ben ik dik tevreden. De beurs wordt goed bezocht en ik merk dat kopers in deze tijd van het jaar ook tijd hebben om zich te oriënteren.” Jan van Wierst is bij 4AllGreen uit Heemskerk onder andere verantwoordelijk voor de verkoop van Buxus die het bedrijf in Hongarije kweekt. „Ik stond vorig jaar niet op de beurs, maar ik hoor van mijn collega dat de stemming dit jaar beter is dan vorig jaar. Ik heb diverse aanvra-
gen gekregen en daarmee is dit voor mij een goede beurs.” Op de tweede dag van de Autumn Fair werd ook Orchideeënplaza gehouden. Volgens standhouders van de Autumn Fair was dit een goede zet van de organisatie want dit zorgde voor behoorlijk wat extra publiek. Toch had het volgens Calluna-kweker Harry Verheul alles bij elkaar nog wel iets drukker mogen zijn. „Ik vond het de tweede dag toch ook nog wel erg rustig, maar daarentegen heb ik wel interessante klanten gesproken.” <
Hoe de komende afzet eruit gaat zien, zal pas over een maand of nog later duidelijk worden. Maar nu al lijken er tekorten te komen aan eenjarige zaailingen. Dat is vooral te wijten aan de natuur. Vorig jaar waren er amper beukennoten beschikbaar dan in het mastjaar 2014. Er is dus minder gezaaid. Daar komt nog bij dat zaaibedden in Zuid-Nederland, maar ook in België, verloren zijn gegaan door de
nattigheid van juni. Beuken kunnen immers niet goed tegen natte voeten. Productievermindering door kwekers lijkt nog maar weinig te gebeuren. Waar de pot- en containerteelt in de regio Zundert sinds vorig jaar afzetverbetering ziet omdat producties zijn geruimd, is er in de beuken – het meest gekweekte bos- en haagplantsoen in die regio – nog altijd sprake van overproductie. Toch zijn er kwekers die genoeg hebben van het gestunt met prijzen, en minder gaan zetten of op contract proberen te kweken voor een ander. Ook kwekers buiten de regio Zundert hebben last van de prijsstelling, maar die hebben met beuken minder slecht gedraaid dan vorig seizoen. Een enkeling is best tevreden over de afzet van beuken, maar dan wel
„September is zo’n beetje de beroerdste maand van het jaar. Na de vakantie is het geld op, gaan de kinderen weer naar school en moet iedereen weer in het ritme komen. Voordat er weer aankopen worden gedaan, moet er eerst geld binnenkomen. Dat zie je ieder jaar terugkomen.”
„We verkopen vooral ’snelle’ boomkwekerijproducten, de snacks van het tuincentrum. Denk aan bloeiende heesters en vaste planten. Planten die er leuk uitzien worden meegenomen; mensen zijn vooral visueel ingesteld. Bomen leveren we alleen nog maar op bestelling. Jaren
beuken met bosbouwherkomsten. Door de overproductie hadden handelaren afgelopen seizoen keus genoeg. Afhankelijk van de kwaliteit die klanten wensten, en de prijs die ze ervoor wilden betalen, werden aantallen gezocht. Handelaren draaiden iets beter dan vorig jaar. <
geleden konden we alles kwijt in de Vinex-wijken in Houten. Maar sinds de huizenmarkt is ingestort, is dat niet meer zo.”
„Klopt, zowel op de website als op het tuincentrum kunnen mensen filmpjes bekijken. Bijvoorbeeld over de toepassing van klimplanten. Zo kan ik mensen adviseren en op ideeën brengen. Voordeel is dat we minder vragen krijgen en mensen vaak ook grotere aantallen kopen.”
„Ik verwacht een redelijk najaar. De stemming is beter en mensen hebben weer meer te besteden. Je voelt dat het beter gaat. Tegelijkertijd is het najaar nooit spannend. Mensen gaan alleen in de tuin aan het werk als het mooi weer is. En ik geloof niet dat we ze in het najaar nog met de laarzen de tuin in krijgen. Dat klinkt misschien pessimistisch, maar het is wel de realiteit.” <
media
Investeerder zoekt mede investeerder 4 jaar geleden een int. handelskwekerij met specialisaties en visie/focus op web en logistiek gestart. Na de eerste periode met goede cijfers (verwachting goed toekomstperspectief) zoek ik iemand met liefde en aandacht voor het vak. Aangeboden: actieve adviesrol Gevraagd: het vermogen om in overleg mee te investeren tot niet meer dan een 50-70 k. Mail voor meer info naar deboomkwekerij@outlook.com Of stuur uw reactie naar: BDU Vakmedia Brief onder nummer 1306 Postbus 67 3770 AB Barneveld
Op 28 en 29 september vindt in de Jaarbeurs in Utrecht de Dag van de Openbare Ruimte plaats. Na twaalf jaar lang in Houten te zijn georganiseerd wordt dit jaar de sprong gemaakt naar de Jaarbeurs in Utrecht. Op de beursvloer komen alle denkbare producten en diensten voor openbare ruimte aan bod: spelen, licht, groen, straatmeubilair, bestrating, ondergronds, landschapsarchitectuur & ontwerp en advies & beheer. De toegang is gratis na registratie via de website. Op beide dagen is de beurs van 10 tot 17 uur geopend. Meer informatie: openbareruimte.nl