•
www.belchim.nl
•
•
•
Teppeki® (12757 N – 50% onicamid) is een product van ISK Biosciences Europe S.A. Lees aandachtig het etiket voor gebruik.
:
www.belchim.nl
Milbeknock® (12364 N – 1% milbemectin) is een product van Belchim Crop Protection nv/sa Lees aandachtig het etiket voor gebruik.
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-704490
gedrukt
De Cultuurgroep van rozen en rozenonderstammen zit onder de vlag van Anthos. Henk Westerhof, voorzitter van de handelsbond, wil het niet groter maken dan dat het is. „De cultuurgroep is een zelfstandige vereniging, met eigen statuten en een eigen bankrekening. De cultuurgroep bepaalt zelf wat er met het geld gebeurt. Het gaat om zo’n dertig kwekers en wij faciliteren hen.” Deze werkwijze past in de structuur van Anthos. Om de handelsbond zitten allerlei stichtingen heen die Anthos betalen voor diensten. Zoals stichting Afzetbevordering USA/Canada, waarlangs de financiering van het preshipment-programma voor bollen en vaste planten loopt. Ook bollenpromotor iBulb is zo’n stichting. Het totale budget van alle stichtingen bij Anthos is €5 miljoen.
„De cultuurgroep krijgt secretariële ondersteuning, bestaande uit bestuurs- of ledenvergaderingen voorbereiden, notuleren en uitvoeren van besluiten. Het bestuur van de cultuurgroep stelt wel het beleid vast, niet Anthos. Als de cultuurgroep een probleem heeft met markttoegang, helpen wij om dat via de NVWA op te lossen. Zoals laatst is gelukt voor vruchtbomen naar Rusland. Ik vind het prima dat kwekers lid zijn van LTO; ze hoeven niet ook lid van Anthos te worden. Maar een cultuurgroeplid dat geen lid is van Anthos, kan geen aanspraak maken op onze dienstverlening.”
„Ik heb een eigen club te runnen, ik ga geen oordeel vellen over een andere club. De kwekers van Tree Centre Opheusden zijn volgens hetzelfde verhaal bij ons gekomen: hoe kunnen wij hen ondersteunen? Ook de TCO-leden hoeven niet alsnog lid te worden van Anthos. De ontwikkelingen met de cultuurgroep en TCO hebben wel geleid tot enige animositeit en dat vind ik jammer.”
„Nee. Bij ons zit geen enkele irritatie, we gaan professioneel om met belangenbehartiging. Als dat nieuwe leden trekt is dat goed voor ons. Als men daardoor het lidmaatschap van LTO beëindigt, ligt dat niet aan ons. Maar wij jagen niet op nieuwe leden, dat is niet correct. Iedere ondernemer moet zelf beslissen of én van wie hij lid is.
Volgens Westerhof heeft Anthos veel kennis over internationale markten in huis, wat voordelig is voor ondernemers in de boomkwekerij. De voorzitter gaat spontaan terug naar 1996, toen de handelsbonden voor bollen en bomen fuseerden tot het huidige Anthos. „Toen zei ik dat de boomkwekerij kan profiteren van de kennis die al in de bollen was. Zo hebben we voor de bollen met bilaterale protocollen markttoegang gerealiseerd in de VS, Canada, Japan, China, Taiwan en Zuid-Korea. Van deze kennis en internationale netwerk kan de boomkwekerij profiteren, ook omdat de sector steeds meer afzet zoekt in landen buiten de EU, zoals Rusland en China.”
„De culturen zijn vrijwel dezelfde. De boomkwekerij is een kleine sector, de bollensector is dat ook. In beide sectoren neemt het aantal bedrijven af, en de schaalvergroting neemt toe. En fytosanitaire vraagstukken in de bollen en de bomen zijn vergelijkbaar. Die kunnen we dus via de NVWA oplossen. Maar ook op het gebied van promotie kunnen beide sectoren prima hand in hand gaan.”
„Met de Raad is er klankbordoverleg, en dat gaat allemaal perfect. Maar vraagstukken die de export raken, overlegt de NVWA met de handelskoepels: bij bloemen met de VGB, bij plantaardig uitgangsmateriaal met Plantum, bij bollen en bomen met ons. De handelskoepels zijn het eerste aanspreekpunt voor de NVWA.”
„Dan doen we hetzelfde als destijds met de boktor in Boskoop: dan gaan de betrokken partijen om de tafel met het ministerie en de NVWA, en bedenken samen een scenario hoe we het probleem oplossen. Want het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid, niet van organisatie A of organisatie B. Haantjesgedrag zoals ’Wij weten het beter’ moet je niet vertonen.”
„De Raad is een afstemmingsorgaan tussen LTO en Anthos. Na de val van het PT loopt via de Raad de financiering van een aantal projecten op het gebied van onder-
zoek en innovatie. Als die zijn afgerond behoudt de Raad naar mijn mening zijn oude rol als overlegorgaan. Maar de Raad heeft geen eigen budget. Dat geldt net zo voor iVerde; ook deze stichting draait op geld van het PT.”
„Waar kom je elkaar tegen? In Nederland bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het was ongelukkig dat we allebei een vergelijkbare campagne voerden. Er zijn wel gesprekken geweest om de clubs bij elkaar te brengen, maar die
zijn op niets uitgelopen. Ik weet niet hoe lang De Vitale Groene Stad nog subsidie krijgt van Economische Zaken, maar het blijft jammer dat het samengaan niet gelukt is. De Groene Stad gaat in elk geval door. iVerde heeft met FloraHolland en Wageningen UR een bijdrage ontvangen vanuit het Topsectorenbeleid. Dan hebben we een budget van ruim €2 miljoen beschikbaar om de toegevoegde waarde van groen nog steviger op de kaart te zetten. Ook loopt nog een EU-traject. In ENA-verband (European Nurserystock Association, red.) is iVerde bezig om EUsubsidie voor De Groene Stad binnen te halen. Acht ENAlanden zijn al bereid om te investeren in gezamenlijke >
activiteiten. Het gaat op jaarbasis om anderhalve ton en dat is 20% van het budget. 80% zou dan uit Brussel komen. Ik kan me haast niet voorstellen dat Brussel de aanvraag niet honoreert, want de hele EU vaart wel bij meer groen.”
„Daar waar het kan, leggen we kruisverbanden tussen iBulb en iVerde. iBulb hadden we al voor de val van het PT opgezet. We kunnen met één druk op de knop ongeveer 3.500 mediacontacten – bladen, kranten, tv – benaderen. Van Japan tot Noord-Amerika. Per jaar sturen we via iBulb zo’n honderd persberichten in twaalf talen, inclusief Chinees, allemaal met trendfotografie. Tegen lage kosten kunnen we de boomkwekerij daarin faciliteren.”
„Ja. Als je als groep rozenkwekers dat wenst, kun je samen met onze specialisten een projectplan schrijven dat wij uitvoeren. Zo’n groep moet wel zelf de campagne bekostigen. Het budget voor bijvoorbeeld iBulb komt immers uit de bijdrage van bollenbedrijven. Er zit een verdienmodel achter iBulb. Achter iVerde nog niet; dat proberen we nog samen met LTO en de VHG te ontwikkelen. Zodat we de baten van activiteiten kunnen verwaarden.”
„Dat sluit ik zeker niet uit, want tijdens hun laatste ledenvergadering toonden ze daar serieus belangstelling voor. Daarover zullen we zeker het gesprek nog met ze aangaan. En dat het mogelijk is, bewijzen de vasteplantenkwekers met hun campagne Perennial Power. Met onderzoek weet ik het niet. Dat PPO alweer moet reorganiseren, is natuurlijk een zorgelijke ontwikkeling. Als je niet gezamenlijk investeert in onderzoek, boer je achteruit en dat is niet goed.”
„Anthos staat hier kritisch tegenover. We vinden dat de brancheorganisatie geen speeltje mag worden voor sectororganisaties, om gelden te collecteren voor allerhande doelen. In de boomkwekerij is het moeilijk om draagvlak te vinden, denk ik. Als je in de boomkwekerij een teeltprobleem hebt, bel je een teeltadviesbureau en dan wordt aan een oplossing gewerkt. Maar als de sector met een fundamenteel probleem wordt geconfronteerd, kun je dat niet oplossen met praktijkonderzoek. Dan heb je fundamenteel strategisch onderzoek nodig. Ik ben bang dat dat voor de boomkwekerij als geheel moeilijk is te organiseren. Dat is mogelijk makkelijker te doen voor een gewasgroep of regio. Maar de ondernemers beslissen, want zij moeten betalen.”
„GroentenFruit Huis is wel een samengaan van twee grote organisaties, DPA en Frugi Venta, maar een derde, LTO Glaskracht, is er geen onderdeel van. Moet je naar één geheel in de boomkwekerij? Die vraag kun je pas beantwoorden als je duidelijk de voor- en nadelen voor het bedrijfsleven in beeld hebt.Ondernemers willen altijd weten: what’s in it for me? En als samenwerking leidt tot effectievere en efficiëntere belangenbehartiging, dan komt de vorming van één huis dichterbij. Wat dat betreft vind ik het nog altijd jammer dat de NBvB destijds niet serieus gekeken heeft naar Anthos, maar gelijk haar blik had gericht op LTO, waarmee de samenwerking is aangegaan. Als toen een andere keuze was gemaakt, had het Boomkwekerij Huis er nu gestaan.” <
Uw adres voor Claas en Kioti tractoren, Weidemann shovels, Hardi veldspuiten, Stihl & Viking en Stiga tuin- en parkmachines, Laag volume strooisysteem (LVS) opbouw en servicepunt. Voor meer informatie bezoek onze website
CREATING SOLUTIONS
Creating solutions, ofwel samen met u als klant zoeken naar de juiste oplossing voor Ăşw bedrijf; dat is wat wij de gehele dag met heel veel passie doen. Met o.a. vele mooie projecten in de boomkwekerij als resultaat. Kijk op onze website voor een impressie van al onze Mazzotti projecten.
Schippersvaartweg 56 - 2211 TL Noordwijkerhout - 0252-434222 WWW.MAZZOTTI.NL
WWW.WOUTHOGERVORST.NL
Het terughalen van geleverde producten bij een afnemer die failliet is gegaan, is mogelijk indien u een eigendomsvoorbehoud bent overeengekomen of een beroep doet op het recht van reclame. Veel bedrijven nemen in hun algemene voorwaarden een zogenaamd eigendomsvoorbehoud op om te voorkomen dat ze het nakijken hebben als de levering niet wordt betaald. Met een eigendomsvoorbehoud komt u met uw afnemer overeen dat, ondanks dat de goederen zijn afgeleverd, de eigendom pas over gaat op de afnemer als de goederen zijn betaald. Het gaat dus om een levering onder de opschortende voorwaarde van betaling. Gaat uw afnemer failliet, dan kunt u de curator dus laten weten dat de goederen uw eigendom zijn en dat u deze terugeist. Een voorwaarde is uiteraard wel dat de goederen die zich bij de afnemer bevinden te identificeren zijn als uw goederen. Gaat het om goederen die inmiddels zijn vermengd met andere goederen of verwerkt zijn tot een ander product dan heeft u helaas het nakijken. Een leverancier van potgrond kan bijvoor-
beeld een lading die vermengd is met de lading van een andere leverancier niet terugvorderen.
Als u geen eigendomsvoorbehoud heeft bedongen, dan is er nog een andere remedie, namelijk het recht van reclame. Bij faillissement dient u de curator schriftelijk te laten weten dat u de koopovereenkomst ontbindt en dat u uw goederen terugvordert. De curator kan er in dat geval alsnog voor kiezen om de producten te betalen of om zekerheid te stellen voor uw vordering. In dat geval kan de curator de producten behouden. Doet de curator dit niet dan moeten de producten geretourneerd worden. Het is daarbij van belang dat u uw recht van reclame tijdig schriftelijk inroept. Indien er namelijk zes weken zijn verstreken nadat uw vordering tot betaling opeisbaar is geworden en er bovendien zestig dagen zijn verstreken vanaf de dag van aflevering, dan vervalt het recht van reclame. Uw vordering wordt opeisbaar vanaf de vervaldatum van de factuur. Als een van uw afnemers failliet
gaat, doet u er dus verstandig aan om na te gaan of u een eigendomsvoorbehoud bent overeengekomen. Als dat het geval is, schrijft u de curator aan en doet u een beroep op uw eigendomsvoorbehoud. Als u wilt weten wie de curator is dan kunt u dat opzoeken op www.rechtspraak.nl. Het is verstandig om de curator te laten weten dat u ook uw recht van reclame inroept voor het geval de curator met succes de rechtsgeldigheid van uw eigendomsvoorbehoud betwist. Daar kan bijvoorbeeld sprake van zijn indien u uw algemene voorwaarden niet heeft overhandigd aan uw afnemer voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. De curator kan in dat geval uw voorwaarden buitengerechtelijk vernietigen, zodat het eigendomsvoorbehoud niet geldt. Heeft u in dat geval niet tevens een beroep op het recht van reclame gedaan en is de termijn daarvoor verstreken, dan vist u misschien alsnog achter het net. De curator moet u na uw schriftelijke verklaring berichten of uw goederen nog aanwezig zijn en zal u in staat moeten stellen de goederen op te halen. <
de groenteteelt en akkerbouw
onkruidbestrijding
finetuning
Afgelopen jaren zijn er met enige regelmaat op demodagen voor de boomkwekerij machines gedemonstreerd uit de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt. Een sector die hierin dus al wat verder lijkt dan de boomkwekerij. Wat wordt daar momenteel allemaal ingezet? „Er worden al veel verschillende methoden ingezet in de strijd tegen onkruid waarbij ieder gewas zijn eigen eigenschappen en dus ook mogelijkheden heeft. Het aantal kwekers wat gebruikmaakt van mechanische onkruidbestrijding groeit de laatste jaren sterk”, ervaart Christoffel den Herder, teeltadviseur bij Delphy in de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt en specialist in precisielandbouw en mechanisatie. Globaal zijn de nu toegepaste technieken in de vollegrondsgroente en akkerbouw in vier groepen te verdelen: schoffelen, aanaarden, eggen en thermisch afbranden. In alle vier de groepen vinden ontwikkelingen plaats om de techniek te verbeteren en te optimaliseren.
Bij schoffelen is de ontwikkeling er vooral op gericht om ook de laatste
centimeters in de rij te kunnen pakken. De manier waarop dat wordt gedaan, is met behulp van cameragestuurde schoffels of inzet van GPS. De inzet van camera’s op een bestuurbare schoffel zorgt ervoor dat de planten zeer nauwkeurig worden gevolgd en schoffels dus naar links of rechts worden bijgestuurd zodra de plantrij iets wijkt ten opzichte van
het bandenspoor van de trekker. De inzet van GPS groeit ook.„Doordat er zowel met GPS gezaaid als geschoffeld wordt, kan er nauwkeuriger worden gewerkt.” Hiervoor wordt steeds vaker RTK-GPS ingezet. RTKGPS werkt met een correctiesignaal van een nabijgelegen basisstation. Hierdoor kan er tot 2 cm nauwkeurig worden gewerkt. „Blijft overigens wel dat als je met zaaien 2 cm naar rechts afwijkt en met schoffelen 2 cm naar links, dat dit planten kan kosten”, aldus Den Herder. In de praktijk zijn de ervaringen echter goed, meent de teeltadviseur. Nog een andere nieuwe techniek binnen het schoffelen is het op de rij schoffelen met behulp van camera’s. De camera’s herkennen de plant en zorgen dat de schoffel wegklapt zodra er een plant wordt gesignaleerd. Deze techniek is nog
zie ik daar goede resultaten mee. De enige belemmering voor grootschalige inzet is momenteel de capaciteit.”
vrij jong. „Maar ik verwacht dat de komende jaren deze ontwikkeling in een stroomversnelling zal komen. De inzet van camera’s is denk ik over enkele jaren niet meer weg te denken’’, meent De Herder.
Aan de oude eg is de laatste decennia hard gesleuteld. Een eg is een eenvoudig en daardoor relatief goedkope machine. Nadeel is dat de machine in diverse gewassen voor schade kan zorgen. „Daar is met de intrede van de Treffler-eg veel in veranderd”, ziet Den Herder. Bij de Treffler-eg zijn de wiedtanden scharnierend aan het frame bevestigd en hebben ze niet de bekende veerkrul boven aan de tand. Elke tand is met een kabel en veer verbonden aan een centrale buis. Die veer zorgt ervoor dat de druk op iedere tand constant is. De spanning op de veer is in te stellen. In jong zacht gewas kan de druk worden verlaagd, bij steviger gewas of hardere grond kan hij worden verhoogd. Doordat de druk instelbaar is, kan de eg in veel meer gewassen worden ingezet zonder dat er schade ontstaat. Ook aan de oude bekende eggen is overigens gesleuteld. Tanden zijn in meerdere diktes verkrijgbaar, waardoor ook deze wiedeg in meer gewassen toepasbaar is. In de biologische teelt is de wiedeg daardoor een basiswerktuig voor de onkruidbestrijding.
In de akkerbouw wordt afbranden ook veelvuldig ingezet, zowel tegen In verschillende akkerbouwgewassen wordt aanaarden gebruikt om onkruidgroei tegen te gaan. Meerdere malen worden de ruggen geschoffeld en aangeaard. „Je ziet dat de machines hiervoor steeds verder verfijnen. Ze schoffelen de ruggen exacter en het terugleggen van de ruggen gebeurt netter.” Een andere vorm van aanaarden, die nog niet veel wordt toegepast, maar waar volgens Den Herder wel potentie inzit, is het aanaarden of afstrooien met compost. „In proeven
onkruid als voor het afsterven van het aardappelloof. „Hoewel al veelvuldig ingezet, is het ook nog een techniek waar volop aan gesleuteld wordt”, ervaart Den Herder. Er wordt nog gezocht naar optimaliseren van de brandduur die nodig is voor onkruidbestrijding waarbij zo min mogelijk brandstof wordt verbruikt. „Hier zijn afgelopen jaren al grote stappen gemaakt. Voorheen werd er 250 l brandstof per hectare verbruikt, nu ligt dat op ongeveer 80 l.” Ook wordt er gekeken of er in plaats van fossiele brandstof biobrandstof kan worden ingezet. „Want hoewel je geen chemische middelen inzet, staat afbranden wel ter discussie. Het is natuurlijk niet een erg milieuvriendelijke methode.”
Mogelijkheden genoeg voor onkruidbestrijding. Toch wordt er nog verder gezocht naar nieuwe mogelijkheden. Zo draaien er momenteel proeven met elektriciteit en lasers tegen onkruid. Bij de inzet van elektriciteit worden onkruiden aangeraakt met een draad die onder spanning staat en krijgen ze een hoge stroomstoot. Den Herder: „Tegen wortelonkruiden als ridderzuring en distel werkt dit goed. Het onkruid en de wortel sterven af.” Wanner de methode daadwerkelijk ook geschikt is voor toepassing in de praktijk is nog even afwachten. De inzet van elektriciteit is juridisch vooralsnog lastig. <
„Wij ontwikkelen en maken veel machines, maar voor de boomkwekerij verkopen wij vooral veel losse onderdelen als schoffels, vingerwieders of torsiewieders”, aldus een van de fabrikanten van machines voor mechanische onkruidbestrijding. Boomkwekers kloppen inderdaad vaak aan bij de in de boomkwekerij bekende mechanisatiebedrijven. Reden is dat deze bedrijven bekend zijn met de toegepaste teeltmethoden in het gebied en bekend zijn met de problematiek waar kwekers tegenaan lopen bij mechanisatie. „We zijn enerzijds bekend met de mogelijkheden die er door de fabrikanten worden geboden en in andere teelten worden toegepast, anderzijds zijn we natuurlijk op de hoogte van de manier van kweken en de eigenschappen van het gewas in dit gebied”, aldus Anne Koster van Damcon uit Opheusden. Kwekers kiezen doorgaans niet voor een ’standaard’-machine, maar voor één die specifiek is aangepast op hun kwekerij en hun gewas. In dat laatste zit echter gelijk ook een
belangrijk knelpunt, want binnen het sortiment kunnen de verschillen zo groot zijn waardoor mechanisatie toch lastig blijft.
Mechanische onkruidbestrijding is dan ook nog lang geen gemeengoed binnen de boomkwekerij, menen de mechanisatiebedrijven. „Vooralsnog is het een selecte club kwekers die hier overigens wel een hoop tijd en energie insteken”, aldus Frank Nouws van Nouws Mechanisatie in Rijsbergen. Nouws is lid van Treeport en volgt de projecten in de regio als het om mechanisatie gaat. „Maar het zijn vaak dezelfde kwekers die je dan tegenkomt. Het zijn kwekers die vooral uit overtuiging bezig zijn met onder andere mechanische onkruidbestrijding.” Koster herkent dat ook in de regio Opheusden. „Het mechanisch onkruid bestrijden heeft vooral met wil en overtuiging te maken. Die zijn bepalender dan de eventuele obstakels die de methode heeft. Kwekers
die uit overtuiging met mechanische onkruidbestrijding aan de slag gaan, vinden vaak al dan niet gezamenlijk met ons, wel een oplossing die past binnen hun teelt en hun wensen.” Die oplossingen zijn doorgaans niet heel ’vernieuwend’. „Ik zie nog steeds de Clemens Radius-cultivator rondrijden. Die reden hier 25 jaar geleden ook al in de regio”, weet Koster. Het zijn met name schoffels, vingerwieders, torsiewieders, cultivators en eggen die worden ingezet of een combinatie van deze middelen. „En op zich zijn al deze onderdelen natuurlijk ook niet nieuw, alhoewel het sortiment wel groter is en er nu meer wordt gekeken naar de combinatiemogelijkheden van de verschillende onderdelen. Schoffels vormen daarbij vaak de basis, omdat ze tussen de rij gewoon een goede werking hebben en bovendien goedkoop zijn. „Het knelpunt zit vooral op de rij, waar je dus een oplossing voor moet
sneller worden opgepakt of in ieder geval worden uitgeprobeerd”, aldus Gooren. De boomkwekerij profiteert hier volgens hem wel van mee. Zo lopen er in de regio meer machines rond waarvan de basis is ontwikkeld voor de asperges.
zoeken die past binnen het gewas en binnen een budget”, aldus Koster.
Binnen de mogelijke oplossingen zien de mechanisatiebedrijven wel verschillen per gebied. „Een eg kom je in regio Opheusden zelden tegen”, meent Koster. „Opheusden is een gebied waar schoffels de dienst uitmaken.” Nouws ziet in het Zundertse wel eggen, maar ook schoffels, vingerwieders en torsiewieders. Wat wordt ingezet heeft ook met het gewas te maken. Zo zie je hier dat torsiewieders lang niet altijd kunnen worden ingezet, omdat ze niet alleen het onkruid maar ook de jonge aanplant uit de grond slaan.” Wat in een regio voorkomt heeft ook te maken met hetgeen de voortrekkers in een gebied doen. „Hier in Zundert heeft een werkgroepje
van Treeport hun oog laten vallen op lucht als ondersteuning voor het schoffelen, waarbij tussen de rij wordt geschoffeld en op de rij met lucht onder druk het onkruid wordt weggeblazen. Je merkt dat als iemand met een nieuwe of onbekende techniek aan de slag gaat, anderen meekijken en een relatief nieuwe methode doet dan zijn intrede in een gebied. Of het overigens op de lange termijn ook een veel toegepaste methode gaat worden, durf ik nog niet te zeggen. De inzet van de methode is in de boomkwekerij nog vrij jong. In de vaste planen wordt het wel toegepast”, vertelt Nouws. In Limburg wordt momenteel getest met branders, signaleert Pieter Gooren van Coenders uit Lottum. Dat testen gebeurt overigens niet in de boomkwekerij, maar in de aspergeteelt. „In de aspergeteelt is de bereidheid tot investeren wat groter, waardoor nieuwe technieken wat
Actief ontwikkelen van nieuwe technieken en machines doen niet alle mechanisatiebedrijven. „Wij zijn geen fabrikant die nieuwe producten ontwikkelt, wij moeten onze klanten helpen een oplossing te vinden voor een probleem dat ze signaleren”, aldus Nouws. „Alhoewel ik het leuk vind, is het niet waar ik mijn boterham mee moet verdienen.” Wat de mechanisatiebedrijven vooral doen is het volgen van de ontwikkeling in de andere gebieden maar ook in de andere sectoren. „Als ik iets zie wat in de groente of akkerbouw werkt, wat mogelijk ook een oplossing kan zijn in de boomkwekerij, dan wijs ik klanten daar wel op”, vertelt Nouws. „In die sectoren gebeurt momenteel wel het nodige op het gebied van mechanische onkruidbestrijding, kijk bijvoorbeeld naar het cameragestuurd schoffelen in de sla”, signaleert Nouws. „Momenteel zijn deze technieken voor de boomkwekerij echter nog een ver-van-hunbed-show. De technieken zijn vaak te kostbaar en de boomkwekerij is veelal te divers en kleinschalig om in dergelijke technieken te willen en kunnen investeren.” Vooralsnog zitten er dus geen grote nieuwe machines in de pijplijn bij de mechanisatiebedrijven. „Wij zijn vooral bezig met het finetunen. We voegen bekende mogelijkheden als schoffels, vingerwieders, portaaltrekkers en parallellogrammen en dergelijk samen om tot een machine te komen die specifiek passend is gemaakt voor de kwekerij waar hij uiteindelijk zijn werk moet doen”, vat Koster samen. <
Ruim tien mannen staan aandachtig te kijken naar een schoffelmachine. Ieder detail wordt bekeken en besproken: de grote van schoffels, de afstand van de schoffels onderling, de dikte van de luchtslang, de grootte van de nozzels en de dikte en de lengte van lasnaden. De zoektocht naar de meest optimale schoffelmachine gaat over details. Binnen het project ’Schoon water Boomteelt’ in Zundert draait een werkgroep mechanische onkruidbestrijding. Deze werkgroep ging drie jaar geleden in hun zoektocht naar mechanische mogelijkheden een kijkje nemen bij een vasteplantenkweker die schoffelde met luchtondersteuning, het zogenaamde pneumatisch schoffelen. Dit zette de kwekers aan het denken. Als lucht in de vaste planten een manier is om onkruid op de rij te bestrijden, dan moest dat voor bos- en haagplantsoen toch ook een mogelijkheid zijn. Om te kijken of het inderdaad in het Zundertse ook werkte, werd de machine naar de kwekerij van John Dictus gehaald om daar test te draaien en dat pakte positief uit. Ondanks een eerste enthousiaste reactie, was de machine echter nog niet helemaal naar de zin van de kweker. In de boomkwekerijwereld is de ene kwekerij de andere natuurlijk niet. Nadeel van de machine was volgens de bos- en haagplantsoenkweker met name de capaciteit.
Het geteste model kan één bed doen. Om rendabel te kunnen schoffelen meent Dictus dat de machine meer bedden gelijktijdig moet kunnen schoffelen. Maar het idee was geboren en de denkrichting was duidelijk. Het moest een schoffelmachine worden waarbij de schoffels het werk tussen de rijen doen en lucht het onkruid op de rij bestrijdt. Dictus ging samen met mechanisatiebedrijf Frank Nouws en Loonbedrijf W. Huijbregts om tafel en bouwde vervolgens een schoffelmachine met luchtondersteuning met een grotere capaciteit die aangepast was op zijn kwekerij. Inmiddels draait de machine die drie bedden gelijktijdig doet op de kwekerij van Dictus.
In de werkgroep is Dictus echter niet de enige die knutselt aan machines. Door andere leden van de werkgroep wordt ook gewerkt aan nieuwe al dan niet aanpassingen van bestaande machines. Doel is het komen tot een effectieve mechanische onkruidbestrijding. Hoe die effectieve manier eruit ziet, verschilt per kwekerij. Hoewel de omstandigheden voor iedere kwekerij weer anders zijn, wordt er wel veel overlegd tussen de kwekers onderling. Zo heeft de werkgroep een eigen WhatsApp-groep. „Makkelijk om snel te sparren over een oplossing van een probleem”, aldus de kwekers. Via het medium worden echter ook filmpjes en foto’s uitgewisseld van de bouwprojecten. Af en toe komen de kwekers ook bij elkaar om elkaars werk ’live’ te bekijken en van gedachten te wisselen. Bij kwekers Corné Leenaerts, Styen Herijgers en op de kwekerij van Harrie Verpaalen wordt ook gewerkt aan nieuwe schoffelmachines, waarvan er twee met lucht. Tijd voor de groep om bij deze projecten een kijkje te nemen.
Op de kwekerij van Leenaerts wordt in de schuur een kijkje bij de machine genomen. Een zesrijige schoffelmachine die voor op de trekker wordt gedragen. De machines zijn stuk voor stuk opgebouwd uit deels gekochte en deels zelfgemaakte onderdelen. „Ach, we zijn toch allemaal een beetje eigenwijs, waardoor we er iets van onszelf aan toe willen voegen”, aldus Leenaerts. De kweker heeft de ganzenvoetjes van HAK gebruikt, maar de metalen pijpjes waar het lucht doorheen wordt geblazen, zijn door de kweker zelf gemaakt en op de schoffels gemonteerd. Gezamenlijk kijken de werkgroepleden naar het resultaat en dat blijkt al voer voor een eerste discussie: hoe rond moeten de uiteindes lopen om te voorkomen dat de schoffels ergens achter blijven hangen en welke dikte van buizen is wenselijk voor een optimaal effect. Leenaerts demonstreert de werking van de machine vervolgens op het veld. Hij rijdt met een snelheid van 1,5-2 km/h. De lucht blaast hij onder een druk van 3 bar. Het noemen van de details zorgt onmiddellijk wederom voor discussie onder de aanwezigen. De rijsnelheid en de toegepaste luchtdruk verschillen onderling nogal, zo blijkt. Zo meent de een dat een druk van 3 bar echt maximaal is, waar een ander 5 bar ook haalbaar acht. In deze discussies wordt ook duidelijk dat ondanks het feit dat ze allen bos- en haagplantsoen kweken, de verschillen per kwekerij nog steeds groot kunnen zijn. Zo is de grondslag in regio Zundert wisselend, maar ook het gewas, teeltmethode of plantafstanden zijn bepalend in de keuze die de afzonderlijke kwekers maken.
Bij Hergo Boomkwekerijen, de kwekerij van Herijgers, zijn ze met diverse technieken bezig om mechanisch onkruid te bestrijden. Zo zijn ze begonnen met wiedeggen met
een één-bed brede machine in de zaailingen. Deze machine hebben ze aangepast met loopwielen om ervoor te zorgen dat hij van voor tot achter in de rij overal het zand evendiep los krabt. In het grotere bos- en haagplantsoen werken ze met een hydraulische wiedeg die drie bedden gelijktijdig pakt. De machine is gemaakt door Jacobs Contstructie en Apparatenbouw uit Wernhout. Tijdens de ontwikkeling van de machine heeft Herijgers meegedacht en proefgedraaid op zijn kwekerij. Tijdens het rondje van de werkgroep wil hij echter wat anders laten zien. Niet alle machines binnen de werkgroep zijn even ver qua ontwikkeling. Herijgers laat zijn jongste project zien. De schoffelconstructie hangt achter een GPS-gestuurde trekker. Dat geeft Herijgers de mogelijkheid om de trekker zijn ding te laten doen, terwijl hij achter de trekker aanloopt met het bedieningspaneel van de schoffel in zijn hand. „Straks moet dit gewoon in de trekker komen, hoor”, vertelt hij tegen de rest. Vooralsnog vindt hij dit echter wel even handig, omdat hij dan precies kan zien of en hoe het systeem werkt. Hij heeft gekozen voor een maximale schoffelgrootte die binnen zijn plantafstand haalbaar is met slechts 1,5 cm afstand van de plant. Sommige kwekers vragen of dit niet tot schade van het gewas leidt. Herijgers vindt dat dit meevalt en heeft hier bewust voor gekozen omdat hij op deze manier minimale onkruid houdt op de rij. Als laatste wordt er een kijkje genomen bij de kwekerij van Verpaalen. Inmiddels is de dag echter ten einde en is het te donker om nog buiten te demonstreren. Binnen wordt nog even nagepraat en worden plannen gesmeed voor het nieuwe seizoen: „De biologische akkerbouw loopt best wel voorop qua mechanische onkruidbestrijding, zouden we daar niet een kijkje kunnen nemen om nieuwe ideeën op te doen.’’ De eerste aanzet naar een volgend klusproject lijkt alweer gezet. <
Het is raadzaam om spuitmachines in orde te maken. Vervang de spuitdoppen van zowel de onkruidspuit als de gewasspuit. Daarbij is het goed om de juiste doppen te kiezen, omdat u veel middelen alleen mag toepassen met driftarme doppen. Straks komt het moment om een behandeling uit te voeren tegen luizen en rupsen. Een mooie indicator is de ontwikkeling van de beukenbladluis. Een natuurlijke controle van deze luis is goed mogelijk als u kiest voor een strategie die natuurlijke vijanden spaart. Goed monitoren, volgen van beukenbladluis en natuurlijke vijanden zijn voorwaarden om deze strategie te laten slagen. Vervolgens is, bij het overschrijden van de schadedrempel door beukenbladluis, de middelenkeuze belangrijk. Er is een groot verschil in selectiviteit van beschikbare middelen. Ze zijn dus niet allemaal vriendelijk voor natuurlijke vijanden. Bij de keuze moet u ook kijken naar middelen waarmee u mengt. Kies ook hierbij middelen die natuurlijke vijanden sparen. Door monitoren is het ook goed mogelijk dat een verwachte plaag zich op een laag niveau ontwikkelt, en een behandeling niet nodig is. Overleg met uw adviseur welke middelen het minst schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden en op welk moment de schade-
drempel overschreden is (door u bepaald). Bepaal ook op welke momenten u gaat waarnemen. Het is vooral durven loslaten van oude gebruiken, en vertrouwen op de natuur.
Aan het begin van het groeiseizoen wordt er in een groot aantal gevallen een bemesting uitgevoerd. De keuze van het type bemesting is afhankelijk van de gewasbehoefte en de bodemvoorraad, die inzichtelijk is gemaakt door een bodemanalyse. Er zijn veel mengsels op de markt, veelal van NPK plus magnesium. Deze zijn het meest effectief als de benodigde elementen ook in de gebrachte verhouding nodig zijn. Dit is niet altijd het geval. Ook voor het gebruik van mengmeststoffen geldt dat de mengmeststof bij de gewasbehoefte en bodemvoorraad moet passen, anders kunt u beter voor enkelvoudige meststoffen kiezen. Wilt u het bodemleven maximaal ondersteunen, dan zijn er andere meststoffen beschikbaar, veelal enkelvoudig. Deze zijn inzetbaar op gewasbehoefte, bodemvoorraad en biologische activiteit. Laat u goed adviseren welke meststoffen u gaat gebruiken, en altijd met een recente bodemanalyse. <
Er is een toename aan rupsen van de wintervlinder, in onder andere Fagus, Carpinus en Crataegus, maar ook Quercus. Voordat er echt sprake is van schade, moet er wel een behoorlijk aantal zitten. Bepaal de schadedrempel voor uzelf; een lichte aantasting is geen probleem. Met rupsen op gekiemde zaailingen is dit uiteraard een ander verhaal. Enkele rupsen geven al meteen grote schade. In de praktijk bestaat nog steeds de neiging om bij een serieuze aantasting direct te spuiten met Decis, maar dat kan later in het seizoen diverse andere problemen versterken, omdat je met Decis alle natuurlijke vijanden van ondere andere beukenbladluis, roestmijt in Carpinus en eikentopgalmug bestrijdt. Het is veel beter om een selectief middel te gebruiken. Ook is het erg belangrijk om de gewasbeschermingsstrategie af te stemmen op de natuurlijke vijanden. De voordelen zijn divers, en het aantal middelen om plagen onder controle te houden is beperkt. Ook bij chemische onkruidbestrijding is een aantal beperkingen op de etiketten gekomen. Er zijn wel nieuwe middelen bij
gekomen, en het kan zinvol zijn om deze uit te proberen. Toch adviseren wij om dit met de nodige voorzichtigheid te doen, omdat veel van deze middelen nog niet uitgebreid zijn getoetst op selectiviteit. Er zijn ook nog geen praktijkervaringen. Stammen raken wordt vaak ontraden en er zijn periodes dat je de nieuwe middelen niet mag toepassen. Ga bij de onkruidstrategie altijd uit van onderdoor spuiten. Vooral direct na het planten, en bij het jonge schot, zijn planten namelijk het gevoeligst op contactschade en opname via de wortel. De eerste vluchten met kiemend onkruid in uitgeplant bosplantsoen kunt u ook prima met schoffelen en wiedeggen onder controle houden. Dit geeft de plant de tijd om goed te wortelen en steviger te worden. Dit helpt dan ook weer bij de weerstand tegen onkruidbestrijding. Een groep kwekers heeft volop ervaring opgedaan met allerlei technieken van mechanische onkruidbestrijding. Het is zeker goed om u hierin te verdiepen. Het biedt kansen om gemakkelijker te voldoen aan eisen aan chemisch gebruik. Ook geeft het de nodige bodemverbetering voor de gewasgroei. <
Elaeagnusbladvlo komt specifiek op Elaeagnus voor en de buxusbladvlo alléén op Buxus. Bij waarneming is de productie van was een belangrijk signaal. Voor beide is de bestrijding moeizaam door deze aanwezigheid van wasdraden. Aleganusbladvlooien zijn exoten uit China, Taiwan en Korea en zijn in 2000 voor het eerst in Nederland in kassen aangetroffen. Inmiddels treffen we deze bladvlo ook in de buitenteelten en particulieren tuinen aan. Ze zijn kenmerkend door het aanmaken van wasdraden en de hoge honingdauwproductie. Dit laatste is suikerafscheiding waarop de roetdauwschimmel de planten bevuilen en deze onverkoopbaar maken. Als de aantasting niet tijdig wordt waargenomen dan druipen de planten van honingdauw en wasdraden. De topbladen krullen om en er ontstaat groeiremming. Deze bladvlo is het hele jaar actief en heeft overlappende generaties. Deze winter zijn volwassen exemplaren buiten actief gebleven. Momenteel zien we in aangetaste planten de adulte, bruinzwart gevleugelde insecten, en bleekbruine larven over de hele plant.
Biologische bestrijding is niet voorhanden. Naast neonicotinoïdes als Admire (alleen toegelaten in binnen teelten) Calypso, Gazelle en Actara, kunt u Decis of Movento (alleen buitenteelten) inzetten. Lees voor gebruik het etiket. De buxusbladvlo is nu actief en kort daarop zal de topmijt ontwaken. De buxusbladvlo overwintert als larve in de knoppen. De larven zuigen aan de groeipunten, waardoor de bladeren lepelvormig omkrullen. Vanaf mei-juni worden volwassenen waargenomen. Dit zijn 3-5 mm lange slanke groene insecten met vleugels die op cicade lijken. Aan het einde van de zomer leggen ze eitjes in de buitenste schubben van nieuwe koppen. In de buitenteelten kunt u bij een beginaantasting Movento inzetten. Dit middel is systemisch en wordt door de sapstroom in de plant getransporteerd. Voor een goede werking moet de plant actief zijn. De aanvangswerking is trager dan bij contactinsecticiden. Bij een hoge aantasting de eerste bespuiting met Decis of Calypso inzetten. <
Altijd actueel vraag & aanbod op de slimste bomensite van Nederland! Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen Volg Treecommerce nu ook via twitter: @Treecommerce www.treecommerce.com
Hulpstoffen voor gewasbescherming Hasten, Elasto G5 en Atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel: 0317-451217 e-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com/trading
Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl
+ '( %$..(5
( ;3(57,6(%85($8
Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl
www.bakkerexpertise.nl
Voor AL uw boomkwekerijbenodigdheden: • Kluitmaterialen • Tonkinstokken • Bindmaterialen • Gewasbeschermingsmiddelen • etc. etc. Tielsestraat 95 Hoofddealer van: 4041 CS Kesteren tel: 0488 – 483275 fax: 0488 – 482895 info@agrodearend.nl www.agrodearend.nl www.felco.com DE PARTNER met visie voor de kweker!
VDH Foliekassen BV
Tel: 0031 (0) 172 2359 90 Fax: 0031 (0) 172 2359 95 Mail: info@foliekassen.com Web: www.foliekassen.com Frankrijklaan 9 2391 PX Hazerswoude-dorp (NL)
Bart de Vries checkt nog één keer of zijn vrachtwagen vol met bloemen goed op slot zit. Met een ferme klap maakt hij met een hangslot de achterdeur onwrikbaar dicht. „Daar kan niemand meer in”, weet de chauffeur. En dat is maar goed ook. De Vries, en nog zeker tien ander chauffeurs die deze maandagmiddag hun trucks staan vol te laden bij Holland Indoor Plants op het terrein van FloraHolland Aalsmeer, staan op het punt naar Engeland te vertrekken. Een van de uitdagingen onderweg: voorkomen dat er verstekelingen mee gaan. Er worden verhalen opgehaald over de overtocht naar het Verenigd Koninkrijk. „Het langste dat ik bij Calais heb staan wachten? 17 uur”, vertelt iemand. Intussen scheuren de Deense karren met tuinplanten, coniferen, narcissen en hyacinten af en aan om alle vrachtwagens zo snel mogelijk vol te krijgen. Ronald, chauffeur bij John Pronk transport, vertelt: „We rijden tegenwoordig in één ruk door naar Calais, want als je stopt is er het risico dat
migranten op je wagen klimmen. Ook al kunnen ze er niet meer in vanwege de extra sloten, ze kunnen er nog wel aan gaan hangen of op de assen gaan liggen. Ik heb meegemaakt dat ze met stenen naar me gooiden en pallets op de weg legden; alles om je maar te laten stoppen.”
De afgelopen maanden was het rustiger rondom Calais in vergelijking met de vorige zomer, menen de chauffeurs. „Er zijn veel maatregelen genomen en die lijken te werken”, stelt ook Renée Reijers, woordvoerster van Transport en Logistiek Nederland (TLN). „Het parkeerterrein voor de Eurotunnel is veel beter beveiligd, daar kun je nu van buiten nauwelijks meer op komen. Tevens worden de vrachtwagens veel beter gecontroleerd, 80% van de bedrijven doet dat inmiddels standaard. Een jaar geleden was dat nog maar 20%.” Verladersorganisatie EVO beaamt een voor de vervoersbedrijven positieve trend, maar plaatst kant-
tekeningen bij het optimisme. „We zijn nog altijd beducht voor een waterbedeffect. Als mensen de moed opgeven bij Calais, zouden ze het op andere plekken kunnen proberen”, aldus woordvoerder Raymond Mens. „Ook al slagen verstekelingen er dankzij de betere sloten nauwelijks meer in om daadwerkelijk aan boord van de vrachtwagens te komen, het blijft problematisch, zeker voor versproducten als bloemen en planten, als door alle controles de wachttijden enorm oplopen.” „Op Engeland rijden? Gelukkig niet zeg, ik doe tegenwoordig Scandinavië”, zegt één van de chauffeurs die staat in te laden bij Holland Indoor Plants. „Geen gezeik met al die vluchtelingen onderweg. Hoewel je ook op de veerboot naar Denemarken een beetje moet opletten.” Het is een veelgehoorde klacht. De situatie rondom Calais was op zeker moment
jaar was een slecht jaar voor ons. De ellende kostte ons klauwen met geld.”
zo intimiderend dat bepaalde chauffeurs hun baan opzegden. Dat blijkt uit een rapportage van transportbedrijf Van der Luyt, gemaakt op het hoogtepunt van de Calais-crisis in de zomer van vorig jaar.
„Hoeveel schade er is geleden, is lastig een-twee-drie uit te rekenen”, vertelt Gert Been van Van der Luyt vanuit Oegstgeest. „Kijk alleen eens wat al die extra sloten kosten; tenminste €100 per vrachtauto. Dat zijn eenmalige kosten. Vervolgens zijn chauffeurs langer onderweg, dus ze werken langer. Ook raakten we een goede klant in Engeland kwijt die maar niet begreep waarom we opeens niet meer op tijd konden komen.” Het bedrijf heeft ’sinds jaren’ weer te maken met verloop; chauffeurs
die op zoek zijn gegaan naar banen op minder risicovolle trajecten. Been is blij met de relatieve rust die momenteel in Calais heerst, maar benadrukt dat er nog altijd een paar problemen onopgelost blijven. „Als de chauffeurs bij Hazeldonk de grens over rijden, dan mogen ze eigenlijk al niet meer stoppen om te voorkomen dat mensen op of aan de truck gaan zitten. Wanneer je er dan wat langer over doet dan volgens de rijtijdenwet is toegestaan, dan kun je direct een boete verwachten. Die kan oplopen tot wel € 2.500.” Ook TLN onderkent dat weleens problemen met de rijtijdenwet ontstaan. Op haar website, waar een hele pagina gewijd is aan tips om meenemen van verstekelingen tegen te gaan, wordt ook geadviseerd in België nergens te stoppen. Been: „Wanneer je die rijtijdenwet overtreedt, zijn ze meedogenloos. Vorig
Transporteurs gingen afgelopen zomer op zoek naar alternatieven en kwamen uit bij het belangrijkste vervoersmiddel van het pre-kanaaltunneltijdperk: de veerboot. „Vakbonden zeiden: dan ga je toch gewoon met de boot als Calais te onveilig is”, herinnert Been zich. „Dat was overigens veel makkelijker gezegd dan gedaan. De tunnel is inmiddels goed voor 60% van het vervoer richting het Verenigd Koninkrijk, nog maar 40% neemt de boot. Het is dus een illusie te denken dat we opeens met zijn allen tegelijk de boot kunnen nemen. Daar is simpelweg veel te weinig capaciteit voor.” Harwich is een van die alternatieve routes. Hoek van Holland is tevens de plaats die het vaakst genoemd wordt in het ’waterbed’scenario nu het migrantenkamp bij Calais (deels) ontruimd is. Ook een ander kamp, iets noordelijker bij de Franse stad Duinkerken, werd in de afgelopen weken ontruimd. Maar dat betekent niet dat de vluchtelingen niet meer willen oversteken. „In de eerste twee maanden van dit jaar hebben onze leden al melding gemaakt van in totaal 145 illegale verstekelingen die bij Hoek van Holland ontdekt werden”, aldus Renée Reijers van TLN. „En dat terwijl het er in 2015 in het hele jaar 454 waren. Vermoedelijk proberen ze het nu dus toch steeds vaker hier in Nederland.” Veel chauffeurs vinden de omstandigheden waarin de vluchtelingen verkeren geen excuus om, soms op gewelddadige wijze, te proberen op vrachtwagens naar Engeland mee te rijden. „Als je hulp en opvang nodig hebt, dan is met stenen naar vrachtauto’s gooien niet de beste manier om sympathie op te wekken”, zegt een chauffeur. „Ik heb geen enkel begrip voor die aanvallen”, stelt een ander. <
Importeur van o.a. Orec. Bel 0481-371423 of kijk voor meer informatie of de dealer bij u in de buurt op: www.lozeman.nl De Orec RMK150 met denker voor het maaier onder bijvoorbeeld vangrails of onder stellingen bij een kweker. Deze speciale Orec RM60 zitmaaier is slechts 68,5 cm breed. U kunt met deze machine moeiteloos door smalle paden.
Met een Orec maait u moeiteloos door hoog gras, over moeilijk begaanbaar terrein, over schuine hellingen en langs obstakels. media
Scan de QR-code voor de video Orec
In aanloop naar Pasen bezocht Wil de Bresser een aantal Duitse retailers om te zien hoe boomkwekerijproducten in de schappen er bij staan. Hij zag een aantal opvallende verschuivingen binnen het aanbod, maar was vooral zeer te spreken over de kwaliteit van de aangeboden producten. „Alle planten die ik zag waren verse planten. Ik kwam geen overjarige planten tegen en over het algemeen stonden de producten er perfect bij.” De Bresser bezocht winkels van Hornbach, Obi, Bauhaus, Dehner, Blumen Risse en Ritter Gartencentre in de omgeving van Keulen.
Het viel De Bresser op dat het aanbod voor een groot deel bestaat uit visueel aantrekkelijke producten zoals lavendel, vaste planten, viooltjes, Camellia en in bloei getrokken Rhododendron. Daarbij werd er weinig onderscheid gemaakt tussen eenjarige en meerjarige planten. „Juist in het voorjaar lijken de producten nog meer door elkaar te worden gepresenteerd dan anders. Het visueel aantrekkelijke speelt dan een veel belangrijkere rol dan het feit of een plant wel of niet winterhard is.” Keurmerken die duurzaamheid nastreven zijn volgens De Bresser niet zichtbaar aanwezig en worden dus ook niet als verkoopargument ingezet. Alleen bij de verkoop van kruiden was nadrukkelijk te lezen dat deze biologisch zijn gekweekt.
Verder viel het De Bresser op dat diverse bouwmarkten een breder sortiment lijken te verkopen dan voorheen. „Het is moeilijk meetbaar, maar ik dacht minder deense karren te zien met daarop slechts één product, terwijl het aantal deense karren en verkooptafels met daarop meerdere producten juist toeneemt.” Het zijn ook geluiden die De Bresser bij kwekers opvangt. „Er wordt minder actiematig van één product gedaan richting Duitsland, maar de vraag naar mix-karren of het leveren van kleinere aantallen neemt bij kwekers wel toe.”
naar het oosten heeft verplaatst. Onderdeel van het verkopen van een breder sortiment is volgens De Bresser ook de toename van het aantal potmaten, en dan met name de grotere. „Het aanbod bestaat in de Duitse retail traditioneel met name uit planten in 2, 3 l- en 5 l-container. Maar ik zie nu ook steeds meer planten in veel grotere potmaten.” Bovendien zijn deze volgens de adviseur Delphy bijna allemaal potgekweekt en dat is volgens hem een heel verschil met een aantal jaar geleden toen er veel meer potgedrukte planten in de schappen stonden.
Coniferen zijn volgens De Bresser een van de producten die actiematig minder worden verkocht richting Duitsland. „Het lijkt er op dat Duitsland een beetje coniferenmoe is. De massa’s coniferen die voorheen in kluit of pot op de winkelvloer te zien waren, zie ik nu niet meer. Ook van kwekers hoor ik dat er vanuit Duitsland minder vraag is en dat de vraag zich verder
Het viel De Bresser op dat er weinig tot geen (sier)bomen werden aangeboden. „De kuilhoeken zijn van lieverlee overal verdwenen. Maar het verbaast mij dat er ook geen aanbod was van bomen in container, terwijl hierin - onder andere bij Nederlandse kwekers - toch voldoende aanbod is. Ik vraag me dan ook af waar Duitse consumenten in de toekomst hun bomen inkopen.” <
STEKBEDRIJF G VAN DER LOO BV
Gewortelde stek: Heesters, Coniferen en Siergrassen in pluggen Hooghoutseweg 27, 5074 NA Biezenmortel tel: 0411-643094 fax: 0411-643597 e-mail: infovdloo@stekbedrijf.com
www.stekbedrijf.com
Aangeboden
De Waal Stek Hoeve 25 6851EP Huissen Tel. 06-55322725 www.waalstek.nl
Beworteld Buxus Sempervirens stek 2/cup 160 gaats tray Bossig en gezond, grote en kleine aantallen geen probleem.