Bkw 11 2016

Page 1



Commentaar: Trek de portemonnee Stelling: Bodemverbeteraars? Weggegooid geld Netwerk Gebruikswaarden Bomen wacht op financiering

Crisis als startpunt voor een nieuwe aanpak Ondernemersvragen: Hoe hou ik grip op de groei van mijn bedrijf? Toeristenbelasting jaagt kwekers op kosten ’Versterken positie boomkwekerij vraagt om internationale aanpak’

Snoeien laanbomen: open kroon en dunne takken Alert zijn op Trips setosus in hortensia Extra bijen voor goede bestuiving Aandachtspunten uit proeven met gecoate meststoffen Teeltadvies: Aaltjes beheersen met inhoudsstoffen Veel mogelijkheden met Iris

Even naar Plantasjen voor feestdag FlorAccess ziet brood in de boomkwekerij Marktnieuws Hoe loopt ’t?

LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten Leveranciersnieuws Vaktaal en Agenda

klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-704490

gedrukt


„Wij zijn tijdens de handelsmissie in het gebied rondom Antalya geweest, Het viel mij op dat er veel is, en nog steeds wordt, geïnvesteerd in openbaar groen. Dat heeft uiteraard te maken met de Expo 2016 die dit jaar wordt gehouden, maar ook in andere grote steden zoals bijvoorbeeld Ankara wordt geld uitgegeven aan openbaar groen. Gezegd wordt dat de Turkse president Erdogan het als een prestigeproject ziet om de uitstraling van steden te verbeteren. Maar ik hoor ook geluiden dat de groei er momenteel wel uit is.”

„Zeker in het gebied rondom Antalya speelt het toerisme een grote rol. Door recente aanslagen in Turkije blijven Europese toeristen weg, maar ook Russische toeristen blijven weg van-

wege de onenigheid tussen de twee landen. Lokale boomkwekers hebben hier last van en ook de export naar Turkije staat hierdoor onder druk.”

„Rusland was tot voor kort een belangrijke handelspartner voor Turkije maar dat staat nu op een laag pitje en dat geldt ook voor de doorvoer naar landen als Iran, Abchazië en Kirgizië. Toch verwacht ik dat, als de huidige problemen wellicht over twee of drie jaar voorbij zijn, Turkije zich weer ontwikkelt tot een nog serieuzer afzetgebied dan het nu al is.”

„Op de consumentenmarkt zie ik minder kansen. Van wat ik hier in de omgeving heb gezien, bestaat de markt van visueel aantrekkelijke producten met name uit eenjarigen


en verkopen tuincentra maar heel beperkt heesters of vaste planten. Het warme klimaat speelt hierbij ook een rol. Bovendien heeft Italië als handelspartner, mede door hun klimaat, op deze markt al een voorsprong op Nederland.”

„De Expo is groot en op zich best mooi. Wel vind ik dat de kwaliteit van de - veelal lokaal gekweekte - bomen en planten op veel plekken te wensen over laat en dat het sortiment beperkt is. Er waren veel eenjarigen te zien en maar weinig heesters, coniferen en vaste planten. Het Nederlandse paviljoen vormde daarin echt een positieve uitzondering. Verder denk ik dat alle deelnemers aan de handelsmissie wel contacten hebben opgedaan waar ze iets mee kunnen.” <


Het kennisuitwisselingssysteem is in de maak binnen het Netwerk Gebruikswaarden Bomen. Hierin zitten vertegenwoordigers van allerlei organisaties die zich bezighouden met

teelt, onderzoek, gebruik en beheer van bomen in de stedelijke omgeving. Het netwerk is een vervolg op het gebruikswaardeonderzoek straat- en laanbomen, dat vanaf 1997 liep met kwekersgelden van het Productschap Tuinbouw. Totdat het geld op was in 2012 waardoor het onderzoek stopte. Maar ook voor het vervolg is nog geen geld beschikbaar, zegt Jan van Leeuwen, voorzitter van de LTO Cultuurgroep Laanbomen die aan de wieg stond van zowel het netwerk als het gebruikswaardeonderzoek. Deelnemers brengen eigen middelen in. Geen klinkende munt, dus, maar tijd, energie en kennis. „Het is een kwestie van halen en brengen, dan pas doe je mee in het netwerk.”

Vier jaar na het stoppen van het gebruikswaardeonderzoek is er alleen maar gepraat over het vervolg. De ontwikkeling gaat erg langzaam, betreuren Fons van Kuik en Jelle Hiemstra, onderzoekers van Wageningen UR/PPO Bomen. „Wij willen wel vooruit”, aldus Van Kuik, „en fi-

De curator van het failliete Baas Plantenservice verwijt het voormalige management van de plantenexporteur onbehoorlijk bestuur. Schuldeisers liepen hierdoor volgens hem geld mis. Op 30 mei om 9.30 uur vindt over de zaak in Den Haag een openbare zitting plaats. De curator vordert €2,4 miljoen van de voormalige bestuurder - of de bv's waar hij eigenaar van is - terug. Niet bekend is òf en voor welk bedrag boomkwekers rekeningen hebben open staan.

De omzet van FloraHolland in 2015 kwam 1,4% hoger uit dan het jaar ervoor. De winst bedroeg €12 miljoen en dat is volgens Lucas Vos positief. De veiling had er in eerdere begrotingen rekening mee gehouden dat geen winst zou worden behaald. Redenen voor de winststijging zijn betere kwekersprijzen en minder personeelskosten.

VARB verlaagt met ingang van seizoen 2016-2017 haar tarief met ruim €50,-. Door de verlaging komt het basistarief voor een jaar VARB uit op €590,- exclusief btw. De verlaging wordt mogelijk omdat VARB sinds vorig jaar is gestart met het doorvoeren van het principe kostenmaker-kostendrager. Daarnaast werkt VARB aan een vernieuwd platform dat in de zomer van 2017 gereed moet zijn.

De eerste brancheorganisatie in de landen tuinbouw gaat bedragen innen onder akkerbouwers om daarmee onderzoek te kunnen financieren. De organisatie heeft van minister Kamp van Economische Zaken alle benodigde erkenningen gekregen om behalve onder georganiseerde, ook bij niet-georganiseerde boeren geld op te halen. Een brancheorganisatie in de sierteelt is nog in oprichting.

Op de locatie van het failliete John Woods Nurseries komt een nieuw plantencentrum met particuliere verkoop. Horticulture Week meldt dat de locatie in Pettistree (Woodbridge) nu wordt gehuurd door The Gardening Club van Park View Nurseries in Londen. De locatie, eigendom van William Notcutt, bestaat uit kassen, containervelden en loodsen.

Werkgevers doen een eindbod voor een nieuwe cao voor de open teelten met daarin 2,75% loonsverhoging over een periode van 21 maanden. De werkgevers proberen daarmee de impasse in de onderhandelingen te doorbreken. Alleen over de loonstijging werden sociale partners het daarin niet eens. De cao loopt volgens het voorstel van de werkgevers van 1 juli 2015 tot en met 31 maart 2017. CNV Vakmensen adviseert hun leden met het bod in te stemmen.


nanciering van het systeem zou ook geregeld kunnen worden. Maar wie zet de eerste stap om mee te betalen?” Onder kwekers is nog niet met de pet rondgegaan, en dat is ook nog niet gebeurd onder groenvoorzieners; hun organisatie VHG zit ook in het netwerk. Geen enkel bedrijf heeft zich bovendien spontaan gemeld om mee te betalen. Binnen het netwerk is de verwachting dat bedrijven niet vrijwillig zullen meebetalen, aangezien velen blij waren toen de verplichte PT-heffing verdween en zij via het PT al het eerdere onderzoek hadden betaald.

Leendert Koudstaal, voorzitter van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen en deelnemer aan het netwerk, vindt de inzet vanuit het bedrijfsleven teleurstellend. Niet alleen omdat bedrijven commercieel belang hebben bij de aanplant en het onderhoud van bomen. „Ook omdat wij subsidies van Economische Zaken mislopen. De landelijke overheid betaalt namelijk pas mee als het bedrijfsleven over de brug komt.” De hoop is gevestigd op de lokale overheid. „Wij hopen, en denken ook, dat gemeenten zullen bijdragen”, zegt Koudstaal. Er is nog een lobby bezig. Daarin wordt het kennisuit-

wisselingssysteem gekoppeld aan systemen waarmee je de waarde van bomen concreet kunt uitrekenen. Zoals TEEB-stad en het Amerikaanse programma i-Tree. „TEEB-stad is een ideale rekentool voor beplantingsprojecten. En met i-Tree kun je bomen op straatniveau blijven volgen.” Voor deze zomer is duidelijk hoe het kennisuitwisselingssysteem gaat werken. Het is de bedoeling dat beheerders van stedelijke gebieden hun ervaringen met bepaalde typen stadsbomen in een soort database zetten. Wageningen UR gaat dan die database bijhouden. „En we gaan gegevens valideren om de database onafhankelijk te maken”, aldus Van Kuik, „want die onafhankelijkheid willen we allemaal in het netwerk.” Het instituut voerde eerder het gebruikswaardeonderzoek uit en publiceerde de resultaten op straatbomen.nl. Dat onderzoek is nog steeds de basis voor het systeem van het Netwerk Gebruikswaarden Bomen. „Maar het systeem gaat veel verder”, aldus Koudstaal. Zo worden er meer soorten en cultivars gemonitord. „Er is bijvoorbeeld ziekteresistente Aesculus ontwikkeld voor gemeenten.” Hoe de monitoring precies zal werken is nog niet helder, maar digitale middelen zullen hierbij wel worden ingezet. Zogenoemde City Labs zijn mogelijk. „Een webcam kan bij-

Vijftien innovaties dingen mee naar de GreenTech Innovation Award. Een van de genomineerden is Degrasive GrowCoon (Maan Biobased Products) voor de biokweekpluggen. Prijzen worden uitgereikt op 14 juni, bij de opening van GreenTech Amsterdam. De vakbeurs voor de glastuinbouw duurt tot en met 16 juni in Amsterdam RAI.

GrootGroenPlus 2016 staat in het teken van het thema ’My favourite plant!’ Met dit thema hoopt de vakbeurs iedereen in de groensector aan te zetten om de kennis en ervaring met groene producten met anderen te delen. Plantarium gaat op zijn beurt podium bieden aan de ’Tuin & Landschap Experience’ met daarin aandacht voor klimaatverandering. De vaktitels Tuin en Landschap en De Boomkwekerij leveren hieraan een bijdrage.

voorbeeld per locatie een aanplant langdurig volgen. Via i-Tree kun je dan bijvoorbeeld de ontwikkeling van kronen en ziekten in beeld brengen”, vertelt Koudstaal. „Dat gebeurt al in steden als New York en Londen, om bijvoorbeeld de groeiplaats te verbeteren.”

Middels monitoring zijn volgens Koudstaal ook effecten van klimaatverandering op stadsbomen beter inzichtelijk te maken. „Klimaatverandering komt op ons af. Tot nu toe hebben we vooral vragen over de effecten, maar we moeten ook antwoorden hebben voor aanplant en beheer van bomen.” Het netwerk richt zich primair op uitwisselen van Nederlandse kennis, maar buitenlandse kennis wordt ook meegenomen. Contacten met vergelijkbare netwerken, zoals het GALK in Duitsland, zijn al aanwezig, zegt onderzoeker Hiemstra. Nederlandse kennis is volgens hem ook te vertalen naar het buitenland, waar tenslotte de meeste Nederlandse bomen worden afgezet. „Van de straatbomen die in Nederland staan, kunnen we aardig inschatten hoe ze presteren in landen met vergelijkbare omstandigheden zoals Duitsland, België en Engeland.” <

Om het aantal transportbewegingen binnen Boskoop te beperken is Hazerswoude Boskoop Transport (HBT) op 9 mei gestart met een busroute voor het transport van kleine bestellingen Volgens Alwin Hoogmoed van HBT is de dienst nog onvoldoende bekend waardoor het aantal transportbewegingen beperkt bleef. HBT kon als pilot gebruik maken van een elektrische bus. <

De NVWA heeft een tijdelijke vrijstelling verleend voor Centurion Plus. De herbicide mag tot 30 juli 2016 in de onbedekte vollegrondsteelten van bos- en haagplantsoen, vruchtbomen en -onderstammen, rozen, coniferen en heesters tot eind juli eenmalig worden toegepast in een dosering van 2 l/ ha. Het mag uitsluitend worden ingezet tegen straatgras waar deze de groei van de gekweekte planten verminderd.

De Europese Commissie heeft een besluit over een nieuwe toelating voor glyfosaat voor de tweede maal uitgesteld. Opnieuw ontbrak de benodigde meerderheid om voor te stemmen. Het voorstel voor een nieuwe toelating voor een periode van 9 jaar lijkt voor een aantal lidstaten een brug te ver. Voor eind juni moet er een definitief besluit worden genomen.



de crisis en de verwarring die het veroorzaakt. De eigen creativiteit aanspreken, je laten inspireren door anderen en langzamerhand komen tot ideeën die de start kunnen vormen van een nieuwe cyclus. En daar verstrekkende beslissingen in durven nemen (aangegeven met ’charismatisch leiderschap’ in de figuur). „De fase waarin je bedrijf zit, is nooit zo lastig te benoemen. Maar het creatieve proces doorlopen vergt vaak hulp van buitenaf. Van iemand die meedenkt, je een spiegel voorhoudt en prikkelt. Het is in deze fase zeer aan te bevelen om buiten je eigen bedrijf en regio rond te kijken en te praten met andere ondernemers, ook in heel andere takken van de economie”, zegt de adviseur. „Laat anderen naar je kijken; nodig

mensen uit, stel vragen, luister. Dat helpt zeker als je omgeving vast blijft houden aan oude patronen. Voor een klein deel van de kwekers kan het helpen om mensen uit de creatieve sector (zoals ontwerpers) eens naar je product te laten kijken.” <

Vincent van Rijsewijk geeft samen met Fridy Latijnhouwers de masterclass ’State of Mind in duurzaam ondernemerschap’ waarin onder andere wordt ingegaan op aspecten die in dit artikel zijn genoemd.


Juist in deze tijd van bespreking van uw jaarrekening en de verdere bedrijfs- en marktontwikkeling, zijn vragen over hoe u grip houdt op ontwikkelingen binnen het bedrijf volop aan de orde. Maar waarom zou u eigenlijk een jaar wachten alvorens een duidelijk inzicht te krijgen in de cijfers van uw onderneming? Het opstellen van de jaarrekening staat nog steeds centraal in de dienstverlening van accountantskantoren voor het midden- en kleinbedrijf. Maar er is meer te doen. In algemeen gesproken kan er vanuit uw accountantskantoor steeds meer toegevoegde waarde geleverd worden door bijvoorbeeld elk kwartaal af te sluiten, online inzicht in de geboekte cijfers en/of samen met u aandacht te besteden aan proces- en verwerkingsoptimalisatie via rechtstreekse, digitale, koppelingen.

Hebt u grip op deze cijfers en daarmee de zaakjes op orde? Besteed dan ook voldoende aandacht aan de interne bedrijfsprocessen. Veel routi-

nematige werkzaamheden blijken uit gewoonte te zijn ontstaan en daarbij onnodig tijdrovend geworden. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat soms gegevens en andere informatie meerdere malen worden ingevoerd; dit valt te ondervangen door gebruik te maken van de mogelijkheden die een online boekhoudprogramma biedt. Door goed te kijken waar het efficiënter kan, is snel besparing te boeken. Dit resultaat kan worden versterkt door de eigen medewerkers te betrekken in deze gesprekken; oplossingen en verbeteringen komen vaak uit de organisatie en hierdoor ontstaat een breed draagvlak voor veranderingen.

Ondernemers lijken vaak benauwd voor extra rekeningen wanneer ze door het jaar heen het accountantskantoor inschakelen. Daar staat tegenover dat door elk kwartaal in plaats van elk jaar af te spreken, u direct inzicht krijgt in de gerealiseerde tussentijdse cijfers. Op die manier vallen afwijkingen eerder op, kunnen ontwikkelingen op begroting, omzet

en kosten worden bijgestuurd en dan meteen ook maatregelen worden genomen. Dit kan besparingen en heel wat extra’s opleveren. Met tussentijdse besprekingen bespaart u kosten in het laatste deel van de verwerking van de cijfers: een groot deel van het werk is immers al door het jaar heen gedaan. Daarnaast zal uw accountant en het team veel beter op de hoogte zijn van wat voor u als ondernemer echt belangrijk is. Gericht op samen vooruitkijken: wat moet beter, waar kan ik extra op letten, wat zijn fiscale aantrekkelijke opties, welke ondersteunende subsidies dan wel kennisvouchers zijn haalbaar. U kunt hierdoor meer rendement halen uit de strategische afspraken met uw accountantskantoor. Samen met uw accountantskantoor kunt u hier verder invulling aan geven om niet alleen de jaarrekening en de fiscale aangifte te regelen, maar samen aan de toekomst van uw bedrijf te werken. Vanuit deze rol van adviseur. Met de blik naar voren maar lerend uit verleden, zien vier ogen immers méér dan twee! <


Steeds meer gemeenten kiezen ervoor om het verblijf van arbeidsmigranten te belasten op grond van hun verordening toeristenbelasting. Om hoeveel gemeenten het gaat is niet bekend. De gemeente Alphen aan den Rijn doet het bijvoorbeeld niet, maar ’boomkwekerijgemeenten’ als Peel en Maas, Horst aan de Maas en Zundert heffen in ieder geval al toeristenbelasting op overnachtingen van arbeidsmigranten. Volgens LTO strookt deze maatregel niet met het idee achter toeristenbelasting en met het feit dat arbeidsmigranten een belangrijke bijdrage leveren aan onze economie. ,,Gemeenten hebben veel vrijheid bij het innen van toeristenbelasting: van ieder persoon die niet is ingeschreven in de gemeente – dus ook van arbeidsmigranten – kan het verblijf worden belast’’, stelt Hans Koehorst, specialist economisch en fiscaal beleid bij LTO. ,,Gemeenten heffen belasting om extra inkomsten te genereren. Het argument is dat ook arbeidsmigranten gebruikmaken van gemeentelijke voorzieningen.’’

Toeristenbelasting kan een fikse kostenpost vormen voor kwekers die hun buitenlandse seizoensarbeiders zelf huisvesten. „Gemiddeld moet €1 per nacht worden betaald”, zegt Koehorst. ,,Wordt de huisvesting geregeld door een uitzendbureau, dan

moet dat de heffing betalen.’’ Ondernemers kunnen de belasting doorberekenen aan de arbeidsmigrant. Maar dat lukt niet altijd, stelt Jan van Leeuwen, bestuurslid van de LTO vakgroep Bomen en Vaste Planten. ,,De aanslag komt vaak achteraf, als de buitenlandse medewerker al terug is naar zijn eigen land.’’ Volgens Van Leeuwen zorgt deze maatregel in de boomkwekerij echter niet voor grote problemen, zeker niet in vergelijking met andere agrarische sectoren. ,,In de boomkwekerijsector is vaak sprake van langdurigere arbeidsovereenkomsten; blijft een arbeidsmigrant langer dan vier maanden, dan moet hij zich inschrijven als inwoner van de gemeente en vervalt de toeristenbelasting. Maar desondanks is het wel een item in onze sector, vooral bij kwekers die te maken hebben met korte arbeidspieken. Denk aan werk in vruchtbomen, rozen en bos- en haagplantsoen.’’

LTO is tegen het heffen van toeristenbelasting bij huisvesters van arbeidsmigranten. ,,Een arbeidsmi-

grant is geen toerist, maar levert juist een bijdrage aan de lokale economie’’, zegt Van Leeuwen. ,,Bovendien vloeit het betaalde geld niet terug naar de agrarische sector.’’ Diverse ondernemers tekenden al bezwaar aan bij hun gemeente en in enkele gevallen resulteerde dit zelfs in een rechtszaak. Volgens recente uitspraken zijn gemeenten echter geoorloofd om toeristenbelasting te heffen voor huisvesting van arbeidsmigranten, mits dit is opgenomen in de verordening. De meeste gemeenten stellen wel als voorwaarde dat de arbeidsmigrant betaalt voor zijn verblijf. De Limburgse gemeenten Peel en Maas en Leudal hebben deze voorwaarde echter geschrapt, waardoor ook ondernemers die gratis huisvesting beschikbaar stellen belasting moeten betalen.

LTO adviseert kwekers om in de gaten te houden of hun gemeente van plan is om toeristenbelasting te gaan heffen voor arbeidsmigranten en zo nodig te lobbyen om dit tegen te gaan. <


Dit voorjaar loopt de afzet van boomkwekerijproducten voor de Belgische boomkwekers vrij goed, meent Lucien Verschoren, voorzitter van de vakgroep Boomkwekerij van het Algemeen Verbond Belgische Sierteelt (AVBS). Toch is de afzet de grootste zorg die de Belgische boomkwekerij momenteel kent. „Er komen veel uitdagingen op ons pad: fytosanitaire problemen, mestregelgeving, invasieve-exotenbeleid. Hier moeten en kunnen we als verbond actie op ondernemen. De prijsvorming is echter een probleem dat we moeilijk kunnen aanpakken.” Verschoren meent dat er op het punt van de prijsvorming wat moet gebeuren, wil de boomkwekerij in België op de lange termijn toekomst hebben. „De mensen in deze sector werken keihard en het baart me zorgen dat ze daar een veel te lage prijs voor krijgen. Ze moeten toch gewoon een belegde boterham kunnen verdienen? En die moeten ze ook krijgen, willen ze door kunnen blijven gaan.” De recente prijsdruk is met name een gevolg van de Ruslandboycot. „Wezenlijk is Rusland niet een grote afnemer. De belangrijkste exportlanden voor België zijn Frankrijk, Nederland, Duitsland en Engeland in volgorde van belangrijkheid. Slechts ongeveer 5% van onze export gaat naar Rusland. Maar die 5% maakt net wel het verschil of het goed gaat of niet. Als die 5% blijft hangen, wordt de druk op de binnenlandse markt te hoog.”

De Ruslandboycot is overigens niet het enige wat de Belgische boomkwekerij parten speelt. De prijsdruk die al enkele jaren gaande is, wordt ook veroorzaakt door marktontwikkelingen. De digitalisering in de verkoop en het bundelen van de inkoop van tuincentra zetten de kwekers onder druk om voor een minimale prijs te leveren. „Die drang naar steeds goedkoper is geen goede, want uiteindelijk verdient niemand er meer iets aan.” De openbare aanbestedingsregels werken de slechte prijsvorming ook in de hand, signaleert Verschoren. „Terwijl juist in het openbaar groen en de tuinaanleg de kansen liggen voor de boomkwekerij. Maar dan moet de aanplant niet de sluitpost zijn, zoals nu het geval is.” De vakgroep zet daarom in op extra aandacht voor tuinaanleg en groene beplanting. „ De AVBS heeft ’Meer groen in

de stad’ daarom als jaarthema benoemd. We zullen ook op de studiedag voor gemeenteambtenaren en openbare besturen er op blijven hameren dat er meer aandacht moet zijn voor groen.” Overigens verwacht Verschoren niet dat op dit gebied het tij binnen een jaar kan worden gekeerd. „We zijn hier al jaren mee bezig en de aandacht voor groen groeit wel, maar we zijn er nog niet.”

Om meer aandacht voor groen te krijgen moet de focus volgens Verschoren vooral liggen op de positieve aspecten van groen. „Je moet laten zien wat de invloed van groen is op de leefomgeving en gezondheid. Dat een groene omgeving je meer laat genieten, plezieriger is en schoon voor het oog is.” Verschoren gelooft in die positieve aanpak: „Dat geldt niet alleen voor de aanleg. Ik denk dat je geen angst moet kweken, maar moet kijken hoe je problemen kunt voorkomen, zodat je op een positieve manier bezig bent om verder te komen. Niet bestrijden van ziekten en plagen, maar bijvoorbeeld zoeken naar gewassen die resistent zijn. Het kweken van een breed sortiment helpt daarbij en maakt ons minder kwetsbaar.” In het benaderen van politieke problemen zoekt Verschoren naar mogelijkheden en kansen. „Ik zoek de confrontatie doorgaans niet. Ik wil vooral inzichtelijk maken wat kwekers positief doen. Zo hebben we onlangs de minister van milieu uitgenodigd bij de boomkwekerij. Tijdens zo’n bezoek kun je het gesprek aangaan, je kunt laten zien wat kwekers allemaal doen en hoeveel ze moeten doen om uiteindelijk een goed eindproduct te kweken. In gesprek gaan geeft vaak een beter resultaat dan de confrontatie aangaan. De andere partij moet begrijpen wat het probleem is.”

„In België zijn de boomkwekers goed georganiseerd. 80 tot 90% van de boomkwekers is aangesloten bij de AVBS, mede omdat eigenlijk bijna alle grote boomkwekers lid zijn van de AVBS. Dat maakt ons in België een serieuze gesprekspartner voor partijen en hierdoor kunnen wij nationaal goed opkomen voor de belangen van onze leden.” Veel van de huidige uitdagingen - zoals Verscho-



Altijd actueel vraag & aanbod op de slimste bomensite van Nederland! Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen Volg Treecommerce nu ook via twitter: @Treecommerce www.treecommerce.com

Hulpstoffen voor gewasbescherming Hasten, Elasto G5 en Atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel: 0317-451217 e-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com/trading


Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl

Voor AL uw boomkwekerijbenodigdheden: • Kluitmaterialen • Tonkinstokken • Bindmaterialen • Gewasbeschermingsmiddelen • etc. etc. Tielsestraat 95 Hoofddealer van: 4041 CS Kesteren tel: 0488 – 483275 fax: 0488 – 482895 info@agrodearend.nl www.agrodearend.nl www.felco.com

+ '( %$..(5

DE PARTNER met visie voor de kweker!

( ;3(57,6(%85($8

VDH Foliekassen BV Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl

www.bakkerexpertise.nl

Tel: 0031 (0) 172 2359 90 Fax: 0031 (0) 172 2359 95 Mail: info@foliekassen.com Web: www.foliekassen.com Frankrijklaan 9 2391 PX Hazerswoude-dorp (NL)


Robert Smarius van Boomkwekerijen M. van den Oever & Zonen vertelt dat de huidige tendens is dat de meeste laanbomen verkocht worden vanaf maat 14-16. De kweek is erop gericht dat bomen in die maat vrijwel altijd een kale stam van 2,0-2,2 m lengte hebben. Ook Henk den Mulder van Den Mulder Boomteelt kiest ervoor de stammen van zijtakken te ontdoen. Dat heeft volgens hem geen nadelige invloed op het dikken. „Drie keer verplante bomen met een kroon op 2 m zijn voldoende gedikt.” Om diktegroei te stimuleren, heeft Den Mulder wel de plantafstand verruimd. Herman Mauritz van Mabo Boomkwekerijen benadrukt dat de exacte kroonhoogte wel afhangt van de afnemer. „Dat heeft te maken met standplaats en land. In Engeland hebben ze graag stamhoogte 1,8-2,0 m, dat past bij het beeld dat ze daar van een boom hebben. Duitsland wil vaak tot 2,5 m en Zwitserland soms nog hoger.” Uiteraard is deze aanpak afhankelijk van de soort. Smarius noemt zuilvormen van eik als uitzondering. „Die houden we beveerd, dan dikt de stam eerder. Gedeeltelijk snoeien we ook op omdat naar beide vormen vraag is.” Andere uitzonderingen zijn sommige Liquidambar-cultivars als L. styraciflua ’Slender Silhouette’ („De soort zelf knippen we meestal op”) en van Carpinus betulus de cultivars ’Fastigiata’ en ’Frans Fontaine’. Mauritz kiest ervoor om op te kronen zuilvormen niet te lang beveerd te laten. Dat geeft volgens hem grote stamwonden en stagneert de hoogtegroei. Hij noemt in dit rijtje ook Fagus sylvatica. De indruk lijkt gewekt dat het bij niet opsnoeien met name om zuilvormen gaat, maar Smarius legt uit dat het vooral in de trage groeisnelheid zit. Ook minder gekweekte langzame groeiers als Nyssa sylvatica, Maackia amurensis en bijvoorbeeld Ginkgo biloba kweekt hij beveerd op. Bij korte, dikke en langzame groeiers als Aesculus snoeit Den Mulder de stam juist helemaal kaal. Hij haalt zelfs alle zijknoppen weg. „De topscheut wordt daardoor 20 tot 30 cm langer dan normaal.”

Andersom gaat het bij snelle groeiers als Populus en Salix. Onder de 12-14 houdt Smarius deze nog laag vertakt,

daarna wordt opgeknipt. „Knip je te snel op, dan stimuleer je de hoogtegroei. Dan jaag je op.” Terugknippen van het zijhout gebeurt daarom bij deze bomen, waaronder ook Alnus en Betula, nooit helemaal tot op de stam. Mauritz: „Toch moet dat op tijd gebeuren om te grote snoeiwonden te voorkomen.” Liefst ziet hij de stammen zo glad mogelijk. „Vanaf het voorjaar stropen we nieuwe takjes meteen af. Wacht je te lang, dan veroorzaakt dat ongewenste snoeiwonden.” Opkronen is volgens Den Mulder gebonden aan de leeftijd van de boom. Bij drie keer verplant, maat 12-14, begint de kroon pas vanaf 2 m. Bij vier keer verplant heeft de boom al maat 16-18 of 18-20. „Die kunnen we dan opkronen tot 2,5 m.” Dikke gesteltakken probeert Den Mulder zoveel mogelijk te voorkomen. „Bij kronen vanaf 4 m ontkom je daar natuurlijk niet meer aan.” Bij maat 12-14 of 14-16 ziet ook Smarius graag een kroon vanaf 2,0-2,2 m. Die 20 cm kan veel uitmaken. Met name dikke takken rond die hoogte snoeit hij weg. Een eindgebruiker die wil corrigeren of wil opknippen naar 2,5 m, hoeft dan nooit grote wonden te maken. Is er sprake van een uitgerekte kroon, dan kroont hij makkelijker op. Acer is hiervan


een voorbeeld. Crataegus en Malus hebben een meer compacte groei, waardoor Smarius voorzichtiger opkroont. Verder is het belangrijk om zijtakken te verenkelen. Bij takken die splitsen wordt een van de twee takken weggehaald om de kroon open te houden, en om dikken te voorkomen. Hoe meer de sapstroom door kan stromen, hoe dikker de tak. Mauritz topt daarom gelijktijdig ook takken die te snel groeien. Dat bovengronds uitdunnen zo belangrijk is, heeft ook te maken met het inkorten van de wortels tijdens het rooien. Door bomen met een open kroon en dunne takken af te leveren, kan elke afnemer alle kanten op. „Wij geven de voorzet”, aldus Smarius.

Smarius denkt graag mee tot en met de uiteindelijke standplaats. Ontzorgen lijkt belangrijker voor de toekomst. „De knowhow bij gemeenten wordt soms minder en ook bezuinigingen kunnen spelbreker zijn. Daarom is het belangrijk dat wij de boom zo afleveren, dat toekomstig onderhoud beperkt blijft.” Het is voor kwekers lastig dat de marges steeds minder worden en advies daarom

soms niet of slecht betaald wordt. Voor Mauritz is dat de reden om niet in te zetten op nazorg. „Soms worden adviesbureaus ingehuurd waarvoor wel betaald wordt, terwijl van ons wordt verlangd dat we dat gratis doen.” Marinus Bunt van Boomkwekerij M. Bunt is pas twee jaar actief als zelfstandig boomkweker. Hij vindt zichzelf nog te weinig ervaring hebben om voldoende over het onderwerp mee te praten. Wel vindt hij het belangrijk goed contact te houden met de afnemer. „Je hebt maar één product en daarmee wil je een goede naam opbouwen. Onderlinge communicatie is essentieel.” Den Mulder zit op dezelfde lijn. Ook hij zet in op goed contact tussen kweker en inkoper. „Specifieke kennis kun je niet inkopen. Ik houd de lijntjes daarom liefst zo kort mogelijk, vertrouwen is belangrijk.” <


De opmars van Trips setosus was een belangrijk onderwerp tijdens de gewasbijeenkomst Snijhortensia van LTO Glaskracht Nederland op 20 april in Bleiswijk.

Bij een pothortensiateler heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in september 2014 een aantasting van Trips setosus vastgesteld, zowel in kassen als op containervelden. De vondst in Europa was volgens de NVWA opmerkelijk, omdat deze trips in de laatste dertig jaar niet gemeld is in relatie tot internationale handel. De trips bleek minstens een jaar op het bedrijf aanwezig te zijn. De soort werd niet alleen in het gewas, maar

ook rondom het perceel aangetroffen, is te lezen in het NVWA-rapport fytosanitaire signaleringen 2014. De soort heeft een groot aantal waardplanten. Ze vormt dus niet alleen een risico door de directe schade die ze kan veroorzaken, maar ook omdat

de soort bekend is als vector van het tomatenbronsvlekkenvirus. Trips setosus is wijdverbreid in Japan en in Zuid-Korea en kan waarschijnlijk de Nederlandse winters goed overleven. Na de eerste vondst in september werd bij nog eens drie hortensiatelers in verschillende regio’s de trips geconstateerd. Ook na een uitgebreidere survey kon de aanvoerroute niet in beeld gebracht worden, aldus de NVWA. Er is besloten om geen officiële uitroeiingsmaatregelen te nemen, omdat uitroeiing vrijwel kansloos is. De aanwezigheid in meerdere regio’s, de mogelijkheid van overwintering en het ontbreken van goed zicht op de route waarlangs de trips Nederland is binnengekomen, maken uitroeiing feitelijk onmogelijk. Via de reguliere fytobewaking wordt deze trips de komende tijd in de gaten gehouden. In een quickscan die na de vondst is gemaakt, wordt gemeld dat Trips


Pijnakker, onderzoekster bij Biobest. Dus verspreiding via deense karren is mogelijk. Pijnakker verdiept zich al twee jaar in Trips setosus. In Westerse literatuur is de trips nog nauwelijks beschreven. Het is een typische bladtrips, die niet of weinig vliegt en zich niet voedt met stuifmeel. Scouten via vangplaten heeft daarom weinig zin. Eigen gewasobservatie blijft de beste methode, ook al is Trips setosus moeilijk te onderscheiden van echinotrips. Het is een zwarte trips die graag op en onder bladeren vertoeft. Trips setosus veroorzaakt schade op zowel bloemen als bladeren. Op bladeren is dat de typische tripsvoedschade van zilveren vlekken met donkere stippen.

setosus veel waardplanten heeft, waaronder verscheidene sierteeltgewassen. Met name bedekte teelten die minder aantrekkelijk zijn voor de Californische trips (Frankliniella occidentalis) zijn aantrekkelijker voor Trips setosus.

Op de bijeenkomst van LTO Glaskracht Nederland was te vernemen dat Trips setosus zich inmiddels wijd verspreid heeft onder hortensiatelers in Nederland. Ruim dertig kwekers waren aanwezig, afkomstig uit het gehele land. Meldingen uit andere gewassen waren nog niet te horen. Er werd beaamd dat de trips een groot probleem is. De verspreiding wordt vooral verklaard door besmet plantmateriaal en door veilingkarren. De trips kan inderdaad buiten het gewas makkelijk een tot drie dagen zonder gewas overleven, meldt Juliette

Op basis van de summiere gegevens die tot dusver bekend zijn van Trips setosus, waagde Pijnakker zich op de bijeenkomst wel aan een voorlopige bestrijdingsstrategie (zie kader). Uit de praktijk zijn nog niet veel bestrijdingsmethoden bekend, omdat telers overvallen zijn door deze nieuwe plaag. Met nog nadrukkelijker focussen op schoon starten, hopen kwekers de trips dit jaar beter onder de duim te houden. Kortom, beginnen met preventief spuiten met de daarvoor bekende middelen. Een teler uit de zaal meldt dat hij half maart met een overkill aan natuurlijke vijanden is begonnen, zoals hij dat zelf typeert. Welke

natuurlijke vijanden deelt hij niet mee, omdat het ook deels om een experiment gaat. „Ik heb zo veel natuurlijke vijanden uitgezet dat het commercieel niet interessant is. Het is puur om ervaringen op te doen. En ik moet zeggen tot dusverre naar tevredenheid. Elke tien dagen hebben we blaadjes geplukt en de aantallen Trips setosus zie je sterk afnemen. Het vergt wel discipline om niet naar de spuit te grijpen. Ik moet toegeven dat ik wel bang was om zonder chemie te starten.”

Nadrukkelijk plaatst Pijnakker bij haar bestrijdingsstrategie de kanttekening dat hetgeen in laboratoriumtesten is bepaald niet altijd representatief is voor wat er in de teelt gebeurt. „Wat je ziet, is niet altijd wat je losgelaten hebt”, benadrukt de onderzoekster. Ze raadt daarom kwekers aan om alert en kritisch te blijven en vooral die roofmijten te kiezen die affiniteit hebben met hortensia en die zich in het gewas kunnen vestigen. En daarbij vooral ook spontaan optredende roofmijtsoorten niet over het hoofd te zien. Pijnakker hoopt ook dat ervaringen worden gedeeld met elkaar. „Onderzoekers en telers doen er goed aan strategieën met elkaar te testen. Niet met grof geschut en ieder voor zich, maar via gericht onderzoek. Liever goed opgebouwde veldproeven dan kennis delen via demonstraties”, aldus Pijnakker. <




De werkingsduur van gecoate meststoffen wordt doorgaans aangegeven bij een temperatuur van 21°C. Werkingsduur en afgiftepatroon zijn belangrijke factoren in het functioneren van de meststof. In onafhankelijke onderzoeken komen verschillende scenario’s terug. Bijvoorbeeld een te snelle afgifte in de eerste maanden; te hoge start-EC’s zijn niet bevorderlijk voor de groei. Een ander scenario is een afgevlakte afgifte aan het eind van het seizoen. Als er in de eindfase te weinig voeding beschikbaar is, moet u immers veel bijmesten.

Steeds meer afnemers willen weten op welke wijze planten zijn geproduceerd. Het effect op het milieu tijdens de productie is daarbij het centrale thema. Ook hier is het afgiftepatroon van belang. Er vindt namelijk minder

uitspoeling plaats van stikstof en fosfaat, als nutriënten worden afgegeven op het moment dat de plant ze nodig heeft. Het minimaliseren van milieubelasting en terugdringen van uitspoeling is heel belangrijk voor afnemers. Dat is het best te realiseren door nutriënten te doseren in een hoeveelheid die voor de plant dagelijks opneembaar is.

Bij gewasvoeding wordt in de praktijk vaak de rol van stikstof belicht, en daarnaast de rol van fosfaat en kalium. In aanvulling op deze NPK’s mogen de functies van sporenelementen en calcium zeker niet onderbelicht raken. Uit proeven waaraan ICL Specialty Fertilizers heeft meegewerkt (kader: Onderzoek), komt het volgende naar voren met betrekking tot sporenelementen, calcium en kalium.

Sporenelementen zijn belangrijk voor met name de fotosyntheseprocessen in gewassen. Deze elementen helpen de plant bij de opname van stikstof. Voor boomkwekerijgewassen zijn sporenelementen over het algemeen moeilijk opneembaar, door de relatief lage temperaturen in het voorjaar en door de overwegend lage pH-niveaus.


heesters hebben veel baat bij extra ondersteuning op gebied van sporenbemesting.

Uit Duitse onderzoeken van de afgelopen jaren blijkt dat een continu aanbod van ijzer in het wortelmilieu belangrijk is voor de ijzeropname. Planten verwerken ijzer makkelijker als er dagelijks een kleine hoeveelheid aanwezig is, dan wanneer bijvoorbeeld eens per week een ijzerpiek wordt aangeboden. Daarnaast is de vorm waarin u sporenelementen aanbiedt van belang voor de effectiviteit. In veensubstraten (potgronden) hebben sulfaatgebonden sporenelementen de voorkeur boven chelaatgebonden elementen (zoals EDTA, DTPA en EDDHA). Chelaten spoelen snel uit, omdat ze niet aan het veen gebonden worden. Daardoor hebben chelaatgebonden sporen geen duurwerking. Sulfaatgebonden producten worden wel gebonden aan het veencomplex. Houd daarmee rekening bij de keuze en samenstelling van uw potgrond. Siergrassen en groenblijvende

In de teelt van vaste planten en groenblijvende heesters in pot is compacte groei van belang, in combinatie met een goede kleur en goede beworteling. Het groeipatroon van de meeste planten vraagt om een weloverwogen bemesting. De EC-waarden in de pot gedurende de eerste weken moeten beperkt worden, om daarmee een optimale beworteling te stimuleren. Zouten in beperkte hoeveelheden tijdens de eerste drie maanden van de teelt, zorgen voor een goede startgroei en sterke wortels. Wees ervan bewust dat calcium moeilijk opneembaar is voor het gewas. De meeste gewassen nemen het element alleen actief op; groei en verdamping zijn daarvoor nodig. Voldoende aanbod gedurende de eerste

groeifase is daarom van groot belang. Zorg voor calcium dat goed verdeeld is tussen de jonge wortels van uw gewas. Daarnaast kunt u optimale opname bewerkstelligen door pieken in uw kasklimaat en watergift zoveel mogelijk af te vlakken gedurende het voorjaar.

In de tweede fase van het groeiseizoen, als de wortel op gang is gekomen, hebben planten veel stikstof nodig voor het ontwikkelen van eiwitten voor de groei. Indien compacte groei gewenst is, kunt u het beste kiezen voor een meststof met een hoog kaligehalte. Een stikstof-kaliverhouding van ongeveer 1:2 zorgt voor een stevige plant en rustige groei. Zorg er wel voor dat u meer magnesium aanbiedt, naarmate u meer calcium geeft. Deze elementen kunnen elkaar namelijk uit de pot verdringen, waardoor magnesiumtekort op de loer ligt. <


Het is belangrijk om op aaltjesvrije percelen te kunnen kweken. Voor een goede vruchtwisseling en aaltjesbeheersing is grondruil noodzakelijk. Percelen worden bemonsterd op aanwezige aaltjes en zo nodig werd een chemische grondontsmetting uitgevoerd. Dit is echter niet meer toegestaan. Een alternatieve methode is de aaltjes verdrijven via aaltjeswerende stoffen. Een van de beschikbare middelen hiervoor is Nemater. Dit middel is een kruidenextract met inhoudsstoffen die aaltjes afweren en planthormonen die wortelgroei stimuleren. In een praktijkproef in Astilbe is de werking van Nemater gevolgd. Bij het planten van de neuzen is 100 kg Nemater granulaat/ha in de plantsleuf gestrooid met een rijenstrooier. In het seizoen zijn daarnaast nog bespuitingen met Nemater vloeibaar uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat Nemater granulaat een positief effect heeft op de wortelontwikkeling van Astilbe. De planten maken een fijner en meer vertakt wortelgestel. De onderzijde van het plantgoed (‘de kont’) heeft een betere bezetting van wortels in vergelijking met niet behandelde partijen. Het geheel voorkomen van een aaltjesaantasting is niet realistisch, maar de aaltjesaantastingen wordt wel zeer beperkt. Nemater is met name een bewortelings-

stimulator en zorgt voor het afweren van schadelijke aaltjes door het gewas onaantrekkelijk te maken. Nemater granulaat laat een sterke toename zien van het vrijlevende aaltje (T. dubius). Deze is niet schadelijk voor het gewas.

De inhoudsstoffen van onder andere look en Tagetes zorgen ervoor de het wortelmilieu onaantrekkelijk wordt voor aaltjes. De extra toegevoegde planthormonen auxine en cytokinines stimuleren de wortelgroei. Deze hormonen worden door de plant zelf ook geproduceerd door jonge scheuten en wortelpunten ter stimulering van de groei. Dankzij de wortelstimulerende- en gewasverzorgende bestanddelen zullen wortels, bladeren en bodem een verhoogde weerstand en een eigen afweersysteem ontwikkelen. Bodembiologie is een omvangrijk proces waarin alle puzzelstukjes moeten kloppen. Weerbare grond is belangrijk om probleemaaltjes te voorkomen. Vergeet daarom niet het organische stof, voedingsbron van al het bodemleven, op peil te houden. Dit seizoen zullen nieuwe en bekende inhoudsstoffen worden beproefd. We houden u hiervan op de hoogte. <



Het vasteplantengeslacht Iris is al eeuwenlang bekend en geliefd en daarom niet meer weg te denken uit het sortiment vaste planten. Niet voor niets was de plant in 2006 in Nederland nog vaste plant van het jaar. De grootste kracht van Iris is de overdaad aan toepassingsmogelijkheden en uiteraard de bijzondere bloei. Meest bekende Iris voor de tuin zijn I. sibirica, I. germanica en I. pumila. Door de eeuwen heen is een uitgebreid aanbod van cultivars ontstaan. Door kruisingen die de laatste jaren plaatsvonden met als voornaamste doel het vinden van nieuwe kleuren en/of kleurencombinaties is de gezondheid van cultivars soms uit het oog verloren. Door terug te kruisen met oude, sterke cultivars wordt geprobeerd om dit probleem weer terug te dringen. Een tweede aandachtspunt bij de hedendaagse kruisingstrajecten is de hoeveelheid bloemen per stengel. Bij nieuwe cultivars wordt geselecteerd op planten die per stengel meerdere bloemen produceren. Meerdere bloemen per stengel betekent in de regel een langere bloeipe-


riode. Een belangrijke ontwikkeling omdat Iris de naam heeft van een kortbloeiende vaste plant. Bij die meerdere bloemen per stengel wordt ook gestreefd naar bloemen die om de beurt open gaan en op voldoende afstand van elkaar staan zodat ze volledig kunnen openen. Streven is eveneens dat die nieuwe variĂŤteiten sterkte stengels hebben; die moeten stevig overeind blijven staan wanneer de bloemen geheel geopend zijn. Bovengenoemde drie Iris-soorten staan bekend om de grote variatie in bloemkleuren, ook per bloem kunnen verschillende kleuren voorkomen. In Nederland zijn de effen bloemen het meest populair, in bijvoorbeeld de Verenigde Staten zijn tweekleurige cultivars geliefd en zien ze ook graag bloemen met gekleurde randen, gekleurde vlekken en zogenaamde ruffles (golvende randen).

Interessant zijn de ontwikkelingen bij de Japanse iris, Iris ensata (syn. I. kaempferi) en kruisingen daarvan met de bekende vijverplant I. pseudacorus, de gele lis. Van de eerste bereiken de bloemen doorsnedes tot wel 20 cm. Omdat verbeterde nieuwkomers vaak duurder zijn dan de oude bekende, zet de ontwikkeling binnen deze soort echter langzaam door. Kwekerij Joosten in Rutten is momenteel bezig met het testen van kruisingen tussen bovengenoemde twee soorten onder de naam I. x pseudata. Deze nieuwe groep valt op door de grote bloemen en het grote, donkere oog in het hart van elke bloem. Ze worden daarom ook wel Eye Shadow-Iris genoemd. I. x pseudata heeft in de vijver dezelfde filterende eigenschappen als de gele lis. Er zijn inmiddels al enkele selecties op de markt. I. foetidissima is een bekende Iris die juist op droge standplaatsen goed gedijt. De soort is met name geliefd om de felrode bessen in de herfst. Omdat de teelt lastig is, blijft het aanbod vaak achter bij de vraag. <


hebe thuj a

buxus erus junip mus y n euo

Smidstraat 1, 6691 ES Gendt, Nederland www.wilbertstek.nl

aris aecyp cham ilis s nob lauru l du a lavan psis thujo

prun us rosm arin us thym us taxu s ilex


STEKBEDRIJF G VAN DER LOO BV

Gewortelde stek: Heesters, Coniferen en Siergrassen in pluggen Hooghoutseweg 27, 5074 NA Biezenmortel tel: 0411-643094 fax: 0411-643597 e-mail: infovdloo@stekbedrijf.com

www.stekbedrijf.com

Aangeboden

De Waal Stek Hoeve 25 6851EP Huissen Tel. 06-55322725 www.waalstek.nl

Beworteld Buxus Sempervirens stek 2/cup 160 gaats tray Bossig en gezond, grote en kleine aantallen geen probleem.


Pinksterzondag in Kongsberg. Alle winkels in dit stadje, in het zuiden van Noorwegen, zijn gesloten. Behalve het tuincentrum van Plantasjen, gelegen boven op een berg aan een toegangsweg. Voordat Plantasjen op het middaguur opent, wachten de eerste dames bij de deur. „Ik ben toch maar blij dat dit tuincentrum nu open is”, zegt er een. „Jaren geleden kon je op zondag geen planten kopen.” De Noorse heeft nog planten nodig om haar tuin op te fleuren. Zoals gewoonlijk duurde de winter hier weer vrij lang, van november tot april. Er lag ook weer veel sneeuw, en het vroor wel eens tot -20°C, maar nu is het ineens voorjaar. De zon schijnt al dagen flink en het wordt overdag rond de 15°C. „Ik ga iets met bloemen kopen, maar wat? Dat zie ik zo wel”, zegt ze als het tuincentrum opent. Deze Plantasjen is relatief nieuw. Pas vier jaar geleden gebouwd, zegt een medewerkster. „We zijn ook relatief klein, we hebben ongeveer 2.000 m² binnen en 1.200 m² buiten. In andere steden zijn grotere tuincentra.” Maar de winkel in Kongsberg trekt wel altijd veel bezoekers uit de wijde omtrek. Er komen ook veel mensen langs die in de bergen een hytta hebben, een hut als tweede huis. Noren verblijven namelijk graag buitenshuis, in de natuur.

Binnen worden de eerste bloeiende planten in karretjes geladen. Een jong stel met een kindje wandelt gemoedelijk rond met blauwe Lobelia in de kar. „Een mooie kleur, vandaar”, wordt de aankoop verklaard. De planten zijn bedoeld voor over twee dagen. Dan is het 17 mei, in Noorwegen de Dag van de Grondwet. Die wordt elk jaar gevierd met pracht en praal, met parades en klederdracht. En dan moeten alle tuinen netjes zijn. „We wonen in een flat met een gemeenschappelijke tuin; ook die maken we mooi.” Het is niet zo dat er alleen bloeiende planten worden gekocht. Die zijn ook nog niet allemaal voorhanden, zeker de meerjarige tuinplanten niet. Op de buitenafdeling begint Rhododendron uitbundig te bloeien. Veel andere planten hebben net jong schot. „Er wordt nu veel op impuls gekocht, dus wat er mooi uitziet”, zegt een medewerker. „Hier letten ze ook vooral op hardheid.”

De hardheidszone wordt op alle labels aangegeven. Vrij summier, bijvoorbeeld H6, maar in Noorwegen weten ze dan dat een plant met die code aardig vorst kan hebben: tot -20°C. „Hier kopen ze vooral planten met H4, die kunnen tegen -10°C, en planten met H5, tegen -15°C”, aldus de medewerker. Hij blijkt oorspronkelijk Nederlands te zijn. Er is wel meer Nederlands bij Plantasjen. Alle klimplanten, bijvoorbeeld, te herkennen aan dezelfde potten die ook op Nederlandse tuincentra worden verkocht. Plantasjen is marktleider in Scandinavië; het is een keten van 114 butikker in vooral Noorwegen (waar het in 1986 is ontstaan), en daarnaast in Zweden en Finland. Ook vaste planten in blauwe potten hebben als herkomst Nederland, evenals tafels vol met coniferen als Thuja occidentalis ’Tiny Tim’ en ’Little Giant’. Er staan ook nog pallets met enorm grote kluiten van ’Brabant’ erop. „De meeste planten voor Plantasjen worden centraal ingekocht”, zegt de Nederlandse medewerker Wouter


Kunzel. Hij zet forse Buksbom-bollen in containers neer voor de verkoop. Buxus, uit Nederland.

Plantasjen koopt echter ook veel in Noorwegen in. Dat heeft veelal te maken met stringente fytosanitaire importregels. Het Scandinavische land is geen lid van de EU en bepaalt daardoor zijn eigen regels. Er gelden diverse invoerverboden, zoals voor waardplanten van bacterievuur uit landen waarin de ziekte voorkomt. Een waardplant als Cotoneaster is daarom Noors gekweekt. Camellia, Kalmia, Pieris, Rhododendron en Viburnum mogen wel worden ingevoerd, maar omdat dit waardplanten van Phytophthora ramorum zijn, moeten ze bij import afkomstig zijn van geregistreerde bedrijven. Door importregels worden bepaalde planten liever in Noorwegen zelf gekweekt en ingekocht. Ooit belemmerden ook hoge invoerrechten de import. „Om rozen te kunnen importeren moesten we rond de 300% invoerheffing betalen”, illustreert Kunzel. „Toen was het lucratiever om rozen hier zelf te kweken en in te kopen.”

Een Noorse herkomst van planten springt bij Plantasjen niet opvallend in het oog. Enkele labels vermelden de term Norsk Dyrket, wat ’Noors gekweekt’ betekent. Ook is er op een aantal labels, op de voor- of achterzijde, een kleine Noorse vlag afgedrukt. Planten met het Noorse keurmerk E-plante, die volgens Noorse kwekers het meest geschikt zijn voor hun klimaat, zijn hier bij Plantasjen in Kongsberg niet te koop. Klanten van dit tuincentrum letten vrijwel niet of helemaal niet op de herkomst van planten. „Als ze maar goed groeien in onze tuin en de winter overleven”, bevestigt een dame die een dichte Thuja-haag wil maken. „’Brabant’? Die vind ik wat los. Toch maar ’Smaragd’?” De Noren kijken hier ook amper naar prijzen. Wat iets kost, wordt betaald. Ook de hoeveelheid planten lijkt weinig uit te maken. Zo besluit een klant al snel om acht olijfboompjes van 249 kronen (zo’n €25) per stuk te kopen. „Die heb ik nodig voor 17 mei.” De Noorse feestdag, dus. Pinksterzondag in Kongsberg, Plantasjen is nu een uur open. Bij de kassa staat een rij klanten met planten. Buiten is de parkeerplaats vol en de zon schijnt volop. Voor dit tuincentrum is het vandaag al een feestdag. <


media


,,Nog een platform? Ik begrijp de reactie van mensen die dit zeggen en daarbij verwijzen naar de diverse andere platforms die er al zijn’’, zeggen Ewoud Goorts en Pieter Kroese van FlorAccess. Toch zijn ze er zeker van dat er plek is op de markt voor hun business-to-business-platform. FlorAccess, dat zijn oorsprong vindt in het aanbieden van zomerbloemen en kamerplanten, onderscheidt zich volgens hen van andere platforms in de sierteeltsector, zoals FloraXchange en PlantConnect.

Een belangrijk verschil is dat FlorAccess internationaler is dan andere platforms, stelt Goorts. ,,Ons platform bereikt klanten in zestien taalgebieden. Dat betekent dus dat producten die leveranciers op ons platform zetten onder de aandacht komen van een internationaal publiek.’’ Bovendien werkt FlorAccess volgens Goorts in het buitenland ook actief aan de vindbaarheid van zijn site. ,,Zo willen wij ervoor zorgen dat afnemers, of die nou in Rusland of in Kenia zitten, via Google of andere zoekmachines terechtkomen op onze site. Daarom werken wij er hard aan dat wij niet alleen in het Nederlands of Engels, maar ook in veel andere talen worden gevonden.’’ Een ander belangrijk verschil met

de eerdergenoemde platforms is dat FlorAccess zich niet conformeert aan de standaarden van Floricode. Deze standaarden, die de basis vormen voor de handel die via de Nederlandse veilingen verloopt, zijn volgens Goorts alleen maar een beperking. ,,Wij kunnen prima buiten de veilingen om zaken doen. Wij redeneren met name vanuit buitenlandse vraag en daarbij zien we dat voor veel afnemers de veilingstandaarden geen toegevoegde waarde hebben.’’

Op dit moment bieden volgens eigen cijfers van FlorAccess zo’n 300 bedrijven met uiteenlopende achtergronden ruim 1.3000 producten aan via het platform: bloemenkwekers, kamerplantenkwekers en in toenemende mate ook boomkwekers. Kroese: ,,We zien dat er in verhouding veel vraag is naar boomkwekerijproducten. Ik denk dat dit deels te verklaren is doordat voor deze producten geconditioneerd vervoer een minder grote rol speelt. Dat maakt export eenvoudiger dan bijvoorbeeld die van snijbloemen.’’ FlorAccess trekt volgens Goorts

en Kroese zo’n 17.000 bezoekers per maand en daarmee kan de site volgens hen een belangrijk hulpmiddel zijn voor in- en verkopers van groene producten. Goorts: ,,Als platform faciliteren we partijen die zaken met elkaar willen doen. We handelen dus niet zelf, maar brengen partijen met elkaar in contact. Hierbij moet je niet alleen denken aan kwekers en afnemers, maar ook aan bedrijven die de logistiek kunnen regelen en partijen die voor de financiële kant van een transactie kunnen zorgen. Voor ons is het belangrijk om de partijen die hun diensten aanbieden goed te selecteren. In die fase zitten we nu.’’ Volgens Kroese komen via het platform vragen binnen uit alle delen van Europa en soms ook daarbuiten. ,,We krijgen bijvoorbeeld vragen uit Turkije, Rusland en landen uit Oosten Zuid-Europa. En recent kwam er een aanvraag binnen voor de levering van 2.000 bomen aan een afnemer in Kroatië.’’ Eén van de aandachtspunten is nog de gewenste uitbreiding van het aanbod. ,,Wij gaan de komende tijd kwekers benaderen om het sortiment kloppend te krijgen’’, aldus Kroese. <


Tuincentra waren dit vroege voorjaar over het algemeen wat minder voorzichtig bij het ’inrijden’ van de eerste handel dan voorgaande jaren. Een vroege bloeier als Forsythia lijkt hiervan te hebben geprofiteerd. Kweker Léon van Lint zegt hierover:„Eigenlijk hebben alle bladverliezende heesters dit jaar wel goed gelopen en Forsythia vormde hierop geen uitzondering”. Terugkijkend zegt hij: „Het najaar is qua verkoop te verwaarlozen maar het voorjaar was goed en begon

vroeg; in januari heb ik de eerste al geleverd.” Hierbij gaat het bij Van Lint met name om planten in 3 l-container die voor een klein deel in een mix met andere heesters weg gaan. „De planten gaan vooral via de daghandel richting tuincentra in Nederland en de ons omliggende landen.” Bij kwekerij M. van den Oever spreekt Rens van den Oever dit jaar van een beetje een vreemd seizoen voor Forsythia. „Het weer was in het vroege voorjaar niet optimaal, maar toch heeft de verkoop heel aardig gelopen.” Hij ziet daarbij wel een groot verschil tussen afzetmarkten. „Compactere tuincentrumcultivars als ’Weekend’ en ’Goldrausch’ deden het goed, terwijl een cultivar als ’Spectabilis’, dat veel voor de aanleg in onder andere Rusland wordt gebruikt, juist minder liep.” Het is een

Bij FloraHolland gaat april - net als maart - dit jaar de boeken in als een relatief kille lentemaand. Voor de aanvoer van tuinplanten betekende dit een daling in stuks van 12% en een omzetdaling van 2,1%. Dat de omzetdaling beperkt bleef kwam doordat de middenprijs in april met 11% steeg ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Het lijkt er op dat meerjarige tuinplanten minder last hadden van het koele weer dan eenjarige tuinplanten. Van geranium

werd bijvoorbeeld 17% minder stuks aangevoerd terwijl van Hydrangea, Rosa en Lavandula de aanvoer juist flink hoger lag. Hydrangea-kweker Peter van den Bos van Islandplant herkent het veilingbeeld. „Het seizoen van de tuinhortensia begint in week 14. Wij zagen dat in de weken er voor kamerhortensia al goed liep en dat is vaak een voorteken dat tuinhortensia ook goed gaat lopen. De acties die wij richting bouw- en supermarkten heb-

beeld dat kweker Steef de Boer van W.T.M de Boer herkent. „Wij richten ons vooral op de aanlegmarkt en pakkethandel en wij hebben dit jaar nog wat Forsythia over. Ook vorig jaar was de verkoop minder terwijl juist de vijf, zes voorgaande jaren wel goed waren. <

ben gedraaid liepen goed weg. Alle aantallen zijn daarbij gehaald en er is zelfs bijbesteld.” Ook rozenkweker Frank van der Burg van FBB Plant ziet dat de verkoop van struik- en stamrozen goed liep in april. „We zijn begonnen met kleurtonend te leveren maar zijn uiteindelijk steeds rauwer gaan leveren. Een goed teken. Het lijkt er op dat consumenten weer makkelijker geld uitgeven.” <


Het extra werk voor leveringen is echter nauwelijks betaald. Prijzen van onderstammen konden ook bijna niet omhoog, omdat kwekers die ze gebruiken voor de doorteelt ook geen hogere prijzen voor hun eindproducten konden hanteren. Leveranciers hopen dat de prijzen in bijvoorbeeld de laan- en sierbomen gaan stijgen, zodat de onderstammen ook duurder mogen worden. Want prijsstijgingen zijn in elke teelt

„Omdat wij van oorsprong perkplantenkwekers zijn, ligt de focus in ons tuincentrum ook nog steeds op het perkplantenseizoen. Tot eind april was het nog vrij rustig, door de kou en de hagelbuien. Toen het zomers warm werd, sloeg het in één keer om. Het buitenterrein wordt nu constant

hard nodig. Kwekers vinden echter de kwaliteit van de onderstammen belangrijker dan de prijs. Ze hebben liever goed uitgangsmateriaal zonder problemen, dan minder goed materiaal wat hen in de doorteelt parten kan spelen. Groeien onderstammen niet goed, dan word je daar immers nog jaren mee geconfronteerd. De prijzen van gezaaide onderstammen zijn doorgaans wel beter dan de prijzen van regulier bos- en haagplantsoen. Het is ook andere kwaliteit, om erop te enten moet een onderstam zo recht mogelijk zijn. Uitgangsmateriaal voor de laan- en sierboomteelt is ook geen massa. Vruchtboomonderstammen gaan altijd wel in grote aantallen de deur uit. Afgelopen seizoen zijn die onder-

bijgevuld. Ten opzichte van vorig jaar zitten we in de plus.”

„Hydrangea is een topper, maar ook rozen lopen nu hard. Stamboompjes als Salix, Ceanothus en olijf zijn heel populair, net als Robinia en Photinia. Rhododendron gaat er nu langzaam

stammen algemeen goed verkocht. Rozenonderstammen zijn daarentegen in minder grote aantallen verkocht. Komende zomer worden dus alweer minder rozen geoculeerd. Kwekers willen namelijk geen risico lopen met een te groot aanbod rozen op een krimpende markt. <

uit, Hebe-struiken doen nog wel leuk mee. Daarnaast verkopen we veel bloeiende Lavandula, Salvia, Lupinus en siergrassen. En laat ik ook de fruitboompjes niet vergeten, die trend zet zich goed door.”

„Dat zien we nog maar zelden. Het moet nu mooi zijn, hoe het er over een maand uitziet interesseert hen maar weinig. Vanwege die visuele impuls, hebben we ook steeds meer voorkeur voor conceptleveranciers als Arie Bouman Tuinplanten en Vasteplantenkwekerij Griffioen.”

„Steeds meer, dat wel. Maar er zijn nog steeds een hoop kwekers die te beroerd zijn om zelfs ook maar de volledige naam van hun plant te vermelden. Klanten willen pertinent weten wat ze kopen. Doe daar als kweker iets mee, anders verlies je klanten.” <


„Tot week 19 draaiden we nog min of meer break-even met vorig jaar. Vanaf Hemelvaart zijn we flink ingelopen op het voorgaande jaar. We merken dat de consument de zuinigheid voorbij is en eindelijk weer bereid is om geld uit te geven voor mooie grote heesters of goede merken. Bij Hydrangea zien we dat heel sterk. Series en concepten als Magical, Forever&Ever en Double Flowers krijgen we steeds makkelijker verkocht, ook in grotere maten.

Hydrangea is sowieso weer een topproduct dit seizoen. Rozen beginnen nu ook leuk mee te doen, deels nog uit de kas, maar ook al van de buitenteelt. Beide producten lopen wel wat achter qua bloei. Buxus loopt nog prima en fruitboompjes blijven onverminderd populair. Ondanks de relatieve schaarste bij veel producten, merk ik niet dat de prijzen zo veel hoger zijn op het moment. Blijkbaar is de markt goed in balans. Over de hele linie is het aanbod wat beperkter. Bij het plannen van de productie, stellen kwekers de aantallen nu vaak af op 80% verzekerde afzet en 20% voor de vrije markt. Producenten gaan dus meer op zeker en dat snap ik goed. Ik zie verder dat de proactieve, marktgerichte kwekers overwegend heel positief zijn over het seizoen.

„Na april is het gedaan met de afzet van blote wortel, wat we nu nog leveren bestaat meestal uit orders die eerder zijn geplaatst. Er zijn ook nog wel wat aanvragen voor planten in pot en container, maar dat is niet ons hoofdartikel. Onze planten zijn vooral bestemd voor de bosaanleg in gans Europa. Ik heb nog niet rondgereden in Zundert, maar het kan niet anders dan dat er nog veel planten op percelen staan. Een groot deel van onze kwekerij is goed verkocht, dat wil zeggen qua aantallen, want de prijzen van bosplantsoen waren weer heel slecht. Dat is al vier, vijf jaar aan de hand.

Ook afgelopen seizoen was er geen massa in de vraag. De bosaanleg in Duitsland loopt niet echt denderend. Het ziet er niet naar uit dat de afzet gaat beteren, want er is daar geen overheidsgeld, en er wordt geen aandacht aan bosbouw besteed. Ze planten in Duitsland veel minder aan. Ook per hectare, want vroeger was de plantdichtheid hoger dan nu. Voor bedrijven die in de bosaanleg zitten, is de situatie dus moeilijk. Vorig jaar kregen we nog signalen dat deze zou beteren, maar volumes worden niet meer gevraagd. Wij proberen de productie elk jaar goed af te stemmen op de vraag, maar ik heb al twee jaar geen zicht meer op die vraag. Als je aan het begin van het seizoen al aanvragen en reserveringen krijgt, dan loopt de vraag wel. Maar als orders pas in november worden vastgelegd, dan weet je het wel. Dan loopt het niet goed. En dan komt er zoveel druk op de prijzen; dat is wel jammer.

Vaste reserveringen doen we vrijwel niet, maar in overleg met onze partner-leveranciers leggen we voor elk nieuw seizoen ervaringscijfers en prognoses naast elkaar en stemmen we in het seizoen zelf de vraag en het aanbod zo goed mogelijk op elkaar af. Dat werkt prima.” <

Het seizoen wordt nu afgesloten; eind juni weten we precies de stand van zaken. Met die slechte prijzen ziet het er niet best uit. Ik hoop volgend jaar op een betere sfeer in de boomkwekerij. In de afzet aan de retail gaat het volgens mij wel beter, maar dat is niet onze markt.” <




Greenport Boskoop organiseert 18 juni voor de zesde keer de Open Kwekerijdag. Van 10 tot 17 uur zijn diverse boomkwekerijbedrijven in de Nessepolder aan de Molenkolk en Jagerspad geopend voor het publiek. Dit jaar kunnen bezoekers een kijkje nemen op kwekerijen met snijheesters, klimfruit en klimplanten, de teelt van Skimmia en Buxus in allerhande vormen. Op de deelnemende bedrijven worden rondleidingen gegeven, er zijn diverse demonstraties, worden planten verkocht en er zijn diverse activiteiten voor kinderen. Meer informatie: openkwekerijdag.nl



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.