Bkw62015

Page 1

20 maart 2015

6

Buxus: werken aan vertrouwen 38

Boskoop als toeristische attractie 12 Klimaat en bemesting belangrijk bij afharden 26 De lange weg naar de Chinees 42



Inhoud

Omslag: Ron Barendse

4

Nieuws

Gebruik van illegale middelen 4

Commentaar: Mooi

5

Stelling: Greenpeace, wees sportief en promoot Nederlands product

6

Kwekers Opheusden profileren zich als één sterke vereniging

Bedrijf 11 Ondernemersvragen: Is de VAR 2014 toch nog steeds geldig? 12 Boskoop als toeristische attractie 14 Toenemende druk op de grondmarkt 16 ’We willen weten waar we aan toe zijn’

14 Concurrentie bij grond kopen

Teelt & Gewas 19 Bodemleven verrijken met gefermenteerd materiaal 20 Biopotten nog te stevig voor biologische afbraak 22 Boomkwekers gaan voor schone sloten 24 Een mooie partij 26 Klimaat en bemesting belangrijk bij afharden vaste planten 28 Toepassing chemische middelen steeds beperkter 35 Keuze gecoate meststof vergt goede afwegingen

Markt & Afzet

40 Extra aandacht voor de vaste plant

38 Buxus: openheid over Cylindrocladium moet handel vertrouwen geven 40 Kwekers en tuincentra organiseren themaweek vaste planten 42 Lange weg naar de Chinees 44 Marktnieuws

Service 46 LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten 47 Vaktaal en Agenda

Op www.DeBoomkwekerij.nl vindt u actueel nieuws, marktnieuws, fotoreportages, video’s, blogs en het magazine in digitale vorm. Problemen met inloggen? Kijk dan op www.DeBoomkwekerij.nl/inloghulp.

COLOFON Redactie

Schipholweg 1, Postbus 9324, 2300 PH Leiden E-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl Website: deboomkwekerij.nl Hoofdredactie Wim du Mortier (071) 565 96 82 Vakredactie Arno Engels 565 96 86 Ketura Haveman 565 96 83 Ron Barendse 565 96 84 Bureauredactie Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker Vormgeving Diseno vormgeving Fotografie Gerdien de Nooy Directie Elbert van den Berg Secretariaat Linda Laman 565 96 78 Alice Hoogenboom

Exploitatie

Koninklijke BDU Uitgevers B.V., Afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld Uitgever: Wiljo Klein Wolterink MBA T (0342) 494 263 F (0342) 413 141 Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Advertentie-exploitatie Media adviseur: Gert-Jan Bloemendal T (0342) 49 48 07 E g.bloemendal@bdu.nl, Internet: bdu.nl Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Abonnementenservice Aanvraag (ook via website deboomkwekerij.nl) en wijziging abonnement naar Koninklijke BDU Uitgevers, afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld, T (0342) 494 844, F (0342) 494 299, E abonnementen@bdu.nl. Op werkdagen

telefonisch bereikbaar van 8.30 – 14.00 uur Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via deboomkwekerij.nl of bij de abonnementenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor vervaldatum bij de abonnementenservice wordt opgezegd. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Jaarabonnement: €236,65 (exclusief 6% btw). Studenten en scholieren krijgen 25% korting. Buitenlandse abonnees betalen een kleine toeslag.

Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. 28ste jaargang ISSN-nummer: 0923-2443 De Boomkwekerij is een uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en de Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebru ken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden: op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Koninkijke BDU Uitgevers B.V. zijn van toepassing de voorwaarden, welke z jn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK.

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

3


Foto: Ron Barendse

NIEUWSINTERVIEW

Michiel van Geelen, campagneleider Landbouw, Greenpeace Nederland over PPO-rapport:

’Ook Nederlandse kwekers gebruiken illegale middelen’ PPO Wageningen UR heeft op verzoek van KAVB, Anthos en de LTO Vakgroep Boomkwekerij en Vaste Planten, de bevindingen van Greenpeace uit het voorjaar van 2014 naar aangetroffen residu geanalyseerd. Volgens dit onderzoek komt een aanzienlijk deel van de niet-toegestane middelen uit het buitenland. Van Geelen noemt dit deels speculatie.

Wat vindt u van het PPO-rapport?

„Het is een interessante aanvulling op ons rapport, al kunnen we sommige conclusies over herkomst residuen niet helemaal volgen. De hoofdconclusies en aanbevelingen van PPO komen grotendeels overeen met die van ons.” Volgens het PPO-rapport is een aan-

Michiel van Geelen

zienlijk deel van de niet-toegestane middelen op in Nederland verkochte tuinplanten afkomstig uit het buiten-

geldt dit ook voor deze kwekers.” Het PPO-rapport noemt de aantallen residuen per monster die eerder door Greenpeace zijn gevonden, ’verklaarbaar’. Wat vindt u van die conclusie?

„Deels begrijpelijk omdat kwekers resistentie van gewassen willen tegengaan. Dat neemt niet weg dat het van de zotte is dat planten die worden gekocht voor in de tuin regelmatig bespoten zijn met zeer giftige en/of niet-toegelaten middelen.”

land. Vindt u dit aannemelijk?

„Soms wel, maar in een aantal gevallen is het speculatie. Uit onze meting in december 2014 blijkt dat het overgrote deel (85%) van de bemonsterde sierteeltproducten uit Nederland komt. Uit de laatste cijfers van de Nvwa blijkt ook dat Nederlandse kwekers regelmatig illegale middelen gebruiken. Als een deel van de planten uit het buitenland komt, dan

COMMENTAAR

Wat vindt u van de conclusies rondom de schadelijkheid van gebruikte middelen voor bijen?

„Het is onacceptabel dat PPO er klakkeloos van uitgaat dat toegelaten toepassingen per definitie geen enkel risico vormen voor bijen. Bovendien zijn de door ons gevonden concentraties residu hoger dan het gehalte dat volgens PPO verwacht zou mogen

PEILING

Mooi In Opheusden is het historische besluit genomen om alle boomkwekersclubs in een organisatie samen te voegen. Die gaat verder onder de naam Tree Centre Opheusden (TCO). De aanleiding is in feite niet fraai: de terugloop van het aantal leden van verschillende clubs dwingt tot samenwerking. Maar het resultaat mag er zijn. Een nieuwe sterke vereniging die slagkracht heeft en kan opkomen voor de belangen van de ondernemers

Huisvesten tijdelijke krachten op eigen bedrijf niet van deze tijd

in de regio. En nieuwe ontwikkelingen in gang zetten, met het oog op de toekomst. Overal in het land zien we de laatste maanden soortgelijke bewegingen. In Boskoop ontstond de Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop. En het lijkt wel alsof het Wim du Mortier Hoofdredacteur

in de regio sindsdien bruist van de activiteit en positiviteit. Wie onlangs de bijeenkomsten bijwoonde waar onder aanvoering van Berenschot aan de achterban werd gevraagd mee te denken over de toekomst van de sector, proefde er een nieuw elan.

Eens 43%

Oneens 57%

Treeport in Zundert vormde zich om tot een coöperatie, en ook in Limburg sloegen organisaties al eerder de handen ineen. Allemaal initiatieven die de behartiging van de belangen van boomkwekers vernieuwen en als het goed is versterken. En dat is mooi om te zien. Het roept wel de vraag op wat de functie is en blijft van oudere organisatieverbanden zoals de cultuurgroepen. Opmerkelijk is ook dat met deze organisatievorming bestuurders van buiten de sector hun intrede doen. Oud-PT-medewerker Michiel Gerritsen in Boskoop, SGP-politicus Eppie Klein in Opheusden. Het aantrekken van ’buitenstaanders’ kost wat, maar lost in elk geval het tekort aan boomkwekerbestuurders op waar veel organisaties mee kampen.

De nieuwe peiling luidt:

Tuinplanten moeten worden verkocht met uniforme iconen op het etiket

En ze brengen een scheepsvracht aan ervaring en misschien wel belangrijker, contacten met zich mee. Of die investering loont, moet zich gaan bewijzen.

4

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

Stem mee op deboomkwekerij.nl.


Opinie COLUMN COEN DEKKERS

Keurige keuring worden vlak na toepassing. Dit wijst op een toepassing van een veel hogere dosering dan wettelijk is toegestaan. Zelfs wanneer een kweker zich houdt aan de wettelijke voorschriften kunnen er nog steeds grote risico’s voor bijen ontstaan. Dit wijst op grove tekortkomingen in de door Ctgb gehanteerde risicobeoordelingen.”

’Goedemorgen meneer, ik ben van de (peep), en ik kom dit jaar bij U de veldkeuring doen. Schikt het vanmiddag?’ ’Ja hoor, ik ben van half 3 tot half 4 even weg, de rest van de middag ben ik beschikbaar’. ’O, wat gaat U doen dan, ik had een bezoek ingepland bij U om 3 uur’. Ik slik mijn commentaar weg: ’U kunt gerust komen om 3 uur hoor, dan kunt U zelf vast aan de slag, dan kom ik er om half 4 bij’. ’O, oké… nou, laten we dat maar doen dan’. ’Goh, ik had u dunner verwacht’. Ik stap op hem af en geef hem een hand. ’Goedemiddag meneer, ze hebben U al koffie gegeven zie ik?’ ’Ja hoor, dan konden we dat Brabants kwartiertje eruit laten’. Ik kijk op mijn horloge, het is 5 voor half 4. ’Goed meneer Dekkers, zullen we beginnen? Ik ben al in de kas geweest, dus nu alleen het administratieve gedeelte nog’.

Het rapport zegt dat blootstelling

De man klapt zijn laptop open en start hem op. ’Ja, want jullie Brabanders zijn vaak te laat hè. Het zit

aan residu mede bepalend is voor het

in jullie aard. Wij hebben ook zoiets in het Westland joh, maar hier in Brabant, jullie zijn daarin niet

risico voor bijen. Hoe ziet u dat?

te overtreffen. Er wordt hier ook veel drugs gebruikt, veel meer dan in de rest van Nederland. Daar

„Daar zijn we het mee eens, ook al is er onvoldoende informatie om hier met grote zekerheid iets over te zeggen. Cijfers geven ons echter reden tot ongerustheid.”. <

zouden jullie eens over na moeten denken, waarom dat is. Ik denk dat jullie luier zijn of zo. Ah, hij is opgestart, we kunnen beginnen. Even kijken, hier… en hier… en dan deze openen... waarom doet hij het niet? Ah… ik zat verkeerd, nu moet hij het doen’. De man kijkt onafgebroken naar zijn scherm. ’U heeft digitaal aangifte gedaan vorig jaar?’ ’Euhm, nee, uw collega komt altijd hier en dan zet ik een handtekening, daarna krijgt hij een stuk gebak en is het weer geregeld’. ’Ik kan het niet vinden hier meneer, heeft u wel aangifte gedaan?’ ’Als ik hier druk, heb

Lees op www.deboomkwekerij.nl meer over de inhoud van het PPOrapport.

ik zo’n pijn dokter’. ’Eens kijken, sorry meneer, hij is wat traag hoor. U moet dus nog aangifte doen. Dat moet U zelf digitaal doen. Even kijken, waar kan ik dat invullen. Ja hier, mag ik de naam van uw gewas en uw beschikbare teeltoppervlakte meneer’. En gebruikt U onze formulieren? ’Ik krijg het niet opgeslagen meneer, heeft u verstand van extensies?’ ’Meneer Dekkers? Meneer Dekkers, bent U er nog?’

STELLING

Greenpeace, wees sportief en promoot Nederlands product Jan-Willem Rotteveel, Gebr.

Rob

Rotteveel, Noordwijk:

Coniferen BV, Wijster:

kerij Jan H. Kloosterhuis en

„Uit het rapport van PPO

„Daar ben ik voor, ze zijn

Zn, Winschoten:

valt onder andere op te

altijd erg goed in praten over

„Greenpeace heeft vele ogen

maken dat het rapport van

slechte dingen, laat ze nu

geopend. We moeten goed

Greenpeace

betreffende

eens praten over goede din-

en bewust omgaan met ons

’Gifplanten’ wel erg kort door de bocht is. Als

gen. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de voedselin-

milieu wereldwijd. Maar de confronterende

er al residuen gevonden zijn, is het niet dui-

dustrie, er wordt wel van alles geroepen, maar

methoden zijn zonder veel respect en soms

delijk in welke mate en of er daadwerkelijk

volgens mij is het nergens zo goed voor elkaar

ondoordacht. Ondernemers in de agrarische

blootstelling is voor bijen en andere insecten.

als in Nederland. In Europa moet men aan

sector zijn geen bewuste vervuilers of crimi-

Ik ben dan ook erg benieuwd naar de reactie

allerlei regels voldoen, maar geïmporteerd

nelen. Nederland produceert ten opzichte van

van Greenpeace hierop en of zij hun conclu-

vlees uit bijvoorbeeld Brazilië mag wel, omdat

veel andere landen eerlijk en schoon en laat

sies gaan herzien. Terecht zou het in ieder

we een handelsverdrag hebben. Wat dat vlees

Greenpeace deze producten toch promoten in

geval wel zijn als Greenpeace (Nederlandse)

bevat, daar staat in Nederland zo’n beetje de

plaats van de sector kapotmaken. We hebben

tuinplanten gaat aanprijzen, het zijn immers

doodstraf op! Hetzelfde geldt voor boomkwe-

de plicht producten te beschermen tegen ziek-

kwekers die zorgen voor de beschikbaar-

kerijproducten. Spanjaarden en Italianen heb-

ten en plagen, daar zijn middelen voor nodig.

heid van een breed assortiment tuinplanten

ben dezelfde regels, maar die werken daar

Laat ze eens naar vervuilende geneesmidde-

dat een basis vormt voor het leefmilieu van

niet naar. Nederlanders remmen al als het

len kijken, die kunnen wel eens schadelijker

vlinders, bijen, vogels en andere dieren en

stoplicht op oranje staat, zij geven nog wat

zijn. Politici komen onmiddellijk met maatre-

insecten. Toch ben ik bang dat promotie van

gas bij. Het zijn altijd de vroomste jongens van

gelen als een milieuorganisatie iets roept en

sierteeltproducten geen doelstelling is van

de klas die overal de schuld van krijgen.”

hoort de tegenpartij niet, kiezers zijn belang-

Greenpeace. Zullen we dat dan maar weer zelf

Fokkens,

Fokkens

Jan Kloosterhuis, Boomkwe-

rijker dan een hardwerkende agrariër.”

gaan doen?” De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

5


Foto’s: Arno Engels, Arie Jan Broere

Kwekers Opheusden profileren zich als één Na Boskoop fuseren nu ook alle kwekersorganisaties in regio Opheusden tot één grote vereniging. Rond de 160 bedrijven treden voortaan gezamenlijk naar buiten onder de noemer Tree Centre Opheusden. Ze zien de noodzaak in van ’samen sterk’.

In de laanboomregio wordt het als een historisch moment gezien, toen maandag 2 maart op een bijeenkomst in Echteld, een grote meerderheid van bedrijven instemde met samenvoeging van drie bestaande organisaties: Boomkwekersvereniging Opheusden en Omgeving (Kring), Vereniging

Met Expo TCO bewezen kwekers in Opheusden al dat ze samen verder komen. De fusievereniging TCO borduurt hierop voort.

Bomen- en Plantenbeurs Opheusden en Boomteeltstudieclub Opheusden. Frans Moree, woordvoerder van de nieuwe fusievereniging Tree Centre Opheusden (TCO), kan het haast niet geloven welke stap er is gezet. „Ik verbaas me er nog over dat er 200 kwekers binnenkwamen, onder wie opvallend veel jongere kwekers. En vrijwel iedereen zag de noodzaak in van de fusie; er werden eigenlijk geen kritische vragen gesteld.” Als voormalig Kringvoorzitter toonde Moree zich altijd een vurig voorstander van meer samenwerking onder de kwekers. Bij zijn afscheid in 2012 was hij dan ook heel trots dat er in dat jaar de eerste Expo TCO werd gehouden. Er was toen al een cultuuromslag bezig in Opheusden, dat van oudsher vrij gesloten was. Moree zei bij zijn afscheid echter ook dat er nog meer samenwerking mogelijk moet zijn, want hij vond het te gek voor woorden dat er naast de Kring nog andere organisaties voor kwekers actief waren. De gewenste fusie is dus toch gekomen. „Het is zeer zeker historisch”, zegt Moree.

KORT

6

Britse tuincentra moeten online

Ctgb positief over drie middelen

Veel inzendingen Excellence Roses

Steeds meer Britse tuincentra richten zich op omni-channel retailing, ofwel verkopen via diverse kanalen. Met name onlineverkoop onder het motto ’click and collect’ is trend: bestel de plant via internet en haal ’em op in de winkel. De tuincentra moeten planten ook wel online aanbieden, omdat ze anders de toekomst niet halen. Dat bleek op de Garden Retail Supply Chain Summit in Londen, opgezet door Horticulture Week.

Het Ctgb heeft Sanmite 10 SC toegelaten tegen spintmijt in de bedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten. Callisto mag worden ingezet op tijdelijk onbeteeld land met een teeltverbod vanwege knolcyperus. De toelating is tot stand gekomen via de verkorte procedure voor kleine toepassingen. Mycotal mag na herregistratie tegen wittevlieg worden gebruikt in de bedekte teelt van boomkwekerijgewassen.

Afgelopen weken zijn struiken van 19 nieuwe rozenrassen geplant op rosaria in Nederland en België. De rozen dingen mee naar het internationale predicaat Excellence Roses. In 2013 en 2014 zaten al 36 rassen in de driejarige keuring; komend jaar worden dus 55 rassen beoordeeld op groei, bloei en ziekteresistentie. Excellence Roses werkt geheel volgens het keuringsmodel van de World Federation of Rose Societies.

B&Q wil import verminderen

Limburgse meldplicht grondwater

Amerikaanse bacterie bedreiging

B&Q probeert tuinplantenproducties weg te zetten bij Britse kwekers, zodat de Britse bouwmarktketen minder hoeft te importeren. Dat kondigde hoofdinkoper Tim Clapp aan op de Garden Retail Supply Chain Summit. „Als er genoeg Britse Buxus is, overweeg ik die te kopen. Zo ook Britse lavendel, want het lijkt alsof buitenlandse kwekers lavendel van intensive care halen.”

Limburgse kwekers met (on)bedekte containerteelt moeten straks grondwateronttrekkingen melden. Dat hebben Waterschap Peel en Maasvallei, waterschap Roer en Overmaas alsmede provincie Limburg besloten, na overleg met onder andere de LLTB. Nieuwe grondwateronttrekkingen zullen in de toekomst worden getoetst aan een beleidsregel. Het beleidsontwerp ligt ter inzage tot en met 13 april.

Xylella fastidiosa is een schadelijke Amerikaanse bacterie die in Italië al olijfbomen heeft verwoest en nog veel meer soorten bedreigt. Via import van planten uit besmette gebieden kan ook Nederland met maatregelen te maken krijgen, meldt de NVWA. Waardplanten zijn onder andere Prunus, Vitis, Quercus, Neriumoleander, Ulmus americana, Platanus occidentalis en Liquidambar styraciflua.

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)


Nieuws

sterke vereniging Hij noemt het moment extra bijzonder. „Dit jaar is de Beurs precies 40 jaar geleden uit de Kring ontstaan. Nu zijn ze weer bij elkaar.”

Diverse redenen voor fusie De fusie was noodzaak geworden om diverse redenen. Door een teruglopend ledenaantal bij de Kring dreigde allereerst de belangenbehartiging op te houden. „De Kring had ooit meer dan 100 leden. Toen de NBvB opging in LTO, haakten leden af. Nu is het ledenaantal geslonken tot 50”, aldus Moree. „Als de Kring om de tafel zat met de overheid, vroeg ze: Hoeveel kwekers vertegenwoordigt de Kring? 50? Waar zijn die andere 100 dan?” Ook bij de Beurs liep het ledenaantal terug, toen de fysieke beurzen van vroeger werden vervangen door een online systeem. Dit was aanvankelijk gesloten voor de leden, maar binnen de Beurs werd steeds meer gepleit voor openheid en samenwerking. De opzet van Expo TCO heeft ook heel wat in beweging gezet, aldus Moree. „Meer kwekers zoeken elkaar op, ze staan meer open voor elkaar. Er zijn de laatste jaren diverse muurtjes afgebroken die er ooit stonden.” Het verdwijnen van het Productschap Tuinbouw zorgde ook nog voor een duwtje

richting de fusie. Hoewel diverse kwekers in Opheusden blij waren dat de verplichte vakheffing verdween, was er volgens Moree wel altijd waardering voor het onderzoek dat via het PT werd geregeld: vroeger door de Boutenburg, nu door Randwijk. „De laatste jaren dragen demo-bijeenkomsten in de regio bij aan begrip voor het onderzoek. ’Er gebeuren goede dingen voor onze sector’, ’We moeten onderzoek vasthouden, want er zijn nog ideeën genoeg’, hoor je onder kwekers.” Enkele grote bedrijven betaalden tot dusver mee aan regionaal onderzoek naar bijvoorbeeld innovaties. Nu tonen ook kleinere bedrijven belangstelling, aldus Moree.

Vier werkgroepen aan de slag De laatste jaren zijn er meer dwarsverbindingen tussen de Kring, Beurs en studieclub ontstaan, alleen het laatste zetje richting een fusie was niet zomaar gedaan. Anderhalf jaar lang hebben vertegenwoordigers van de organisaties gewerkt aan een fusieplan. Moree: „Het is heel zorgvuldig gebeurd.” Het plan omvat bijvoorbeeld een organogram en statuten van TCO. Vanuit de nieuwe vereniging gaan vier werkgroepen aan de slag: Belangenbehartiging (richting overheid

en bijvoorbeeld het komende ABC-clusterterrein), Productie & Handel, Innovatie (inclusief teeltonderzoek) en Boomteeltstudieclub (waaronder excursies). Er komt nog een verenigingsbestuur bestaande uit vijf personen, onder wie drie kwekers. Vooralsnog is iemand van buiten de laanboomregio benoemd tot interimvoorzitter: Eppie Klein, Statenlid en eigenaar van een organisatieadviesbureau. Door dit laatste had hij al contacten in Opheusden. „Hij heeft veel bestuurlijke ervaring en is kind aan huis bij de provincie”, aldus Moree. „Dat zal zeker voordelen hebben voor TCO.” De leden van TCO zullen contributie betalen die afhankelijk is van de bedrijfsgrootte. Voor een groot aantal kwekers zal het bedrag waarschijnlijk evenveel zijn als wat ze totaal aan de afzonderlijke organisaties betaalden. Moree: „Een aantal kwekers zal meer moeten betalen, omdat ze bijvoorbeeld alleen van de Beurs lid waren.” Een collectief lidmaatschap van LTO, waarnaar de Kring sinds het najaar streeft, is nog niet uitgewerkt. Eerst wordt TCO verder opgetuigd. De positie van TCO in de belangenbehartiging door LTO en handelsbond Anthos moet volgens Moree nog uitkristalliseren. <

Het laatste nieuws leest u elke dag op www.DeBoomkwekerij.nl

Expo TCO verhuist

Algen doden met heet water

Expo TCO in Opheusden wordt 24 en 25 juni op een nieuwe locatie gehouden: op bedrijven midden in het laanbomengebied zelf. Zo krijgt de beursbezoeker de kans de streek in al zijn facetten met eigen ogen te zien en beleven. In die zin sluit de nieuwe locatie haarzuiver aan bij het doel van de beurs: het laanbomengebied in en rond Opheusden op de kaart zetten.

Bij Hulst Tuinplanten in Hazerswoude is voor het eerst een containerveld algenvrij gemaakt met dezelfde heetwatertechniek die gangbaar is in openbare ruimten. Via Broere Beregening heeft Hopmans Verhuur deze machine getest. Het werkt goed tegen algen, maar de vraag is nog of het doek ook tussen de vezels in schoon is geworden. Dat zal de komende tijd blijken. <

Anthos wil Residu Indicator Anthos werkt samen met Wageningen UR-PPO en de gewasbeschermingsmiddelenindustrie aan een Residu Indicator. Deze indicator moet informatie geven over het middelengebruik per gewas en hiermee de retail vertrouwen geven dat de boomkwekerij- en bloembollensector staan voor duurzaamheid. Anthos heeft overleg gevoerd met Nefyto en Bayer en heeft met name gekeken naar de kennis die binnen de voedingstuinbouw aanwezig is.

Iets minder bosplantsoen omgezet

Wisselende omzet containerteelt

Bos- en haagplantsoenbedrijven hebben in het najaar iets minder omzet per ha behaald dan najaar 2013. Uit het nieuwste sectorrapport van accountantsbureau Van Oers Agro blijkt dat de grotere bedrijven hun omzet wel redelijk op peil hielden, doordat ze nog meer dan voorheen de eigen kwekerij eerst leegrooiden, en dan pas bijkochten bij anderen. Kleinere bedrijven vonden echter onvoldoende afzet.

Containerteeltbedrijven hebben in het najaar wisselende omzetresultaten geboekt, meldt Van Oers Agro. Met name de grotere bedrijven bleken niet in staat om hun aanbod aan de teruglopende vraag aan te passen. Middelgrote bedrijven (1,5 tot 3,5 ha) haalden wel meer omzet per m2 ten opzichte van najaar 2013. Door hun omvang kunnen ze makkelijker inspringen op een veranderende vraag. De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

7





Ondernemersvragen

Illustratie: Peter Moorman

Is de VAR 2014 toch nog steeds geldig? In mijn boomkwekerij besteed ik werk uit aan zzp’ers. Deze zzp’ers hebben allen een VAR-verklaring. Eind 2014 waren er berichten over de afschaffing van de VAR. Hiervoor zou de BGL in de plaats komen. Wat is op dit moment de stand van zaken?

Jan Mulder Alfa Accountants en Adviseurs, Dodewaard j.mulder@alfa.nl

Stuur uw vragen of suggesties naar Postbus 9324, 2300 PH Leiden. U kunt ook bellen of mailen met (071) 565 96 82, boomkwekerij@hortipoint.nl

Door middel van de VAR geeft de Belastingdienst een oordeel over de vraag van de zzp’er of zijn inkomen als loon wordt gezien of niet. Zzp’ers tonen de VAR vervolgens aan hun opdrachtgevers, zodat die weten dat ze geen loonheffing hoeven in te houden en af te dragen. Met de BGL (Beschikking Geen Loonheffing) worden de zzp’er én de opdrachtgever samen verantwoordelijk voor de vraag of er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. Als dat zo is, moet dat leiden tot afdracht van loonbelasting en premies. Bij invoering van de BGL moet de opdrachtgever (met behulp van een module op een website) op basis van feiten en omstandigheden beoordelen of sprake is van een dienstbetrekking of van echte zelfstandigheid. Het uitsluitend vastleggen van afspraken op papier, is niet voldoende om aan te tonen dat er geen sprake is van een dienstverband. Deze afspraken dienen in de dagelijkse praktijk terug te komen.

Op de lange baan geschoven Omdat er veel kritiek is op het wets-

voorstel, is de behandeling hiervan op de lange baan geschoven. De BGL zou in de loop van 2015 de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) vervangen. Maar ook dat is dus uitgesteld. Staatssecretaris Wiebes heeft recent laten weten dat de VAR 2014 langer geldig blijft. Dit hangt samen met de vertraging die de invoering van de BGL heeft opgelopen. Pas na het voorjaar van 2015 verwachten wij meer duidelijkheid over de geldigheidsduur van de VAR 2014 en de invoering van de BGL.

Voorstel alternatief systeem Inmiddels is een alternatief systeem neergelegd door de opdrachtgeversen zelfstandigenorganisaties. Dit alternatief houdt kort gezegd in dat er maatwerkafspraken met de Belastingdienst gemaakt gaan worden per branche of per sector. In het voorjaar van 2015 verwachten wij meer duidelijkheid over dit alternatief.

voegde daar wel aan toe dat dit alleen zo is als de opdrachtnemer in 2015 hetzelfde werk doet als in 2014, onder dezelfde feiten en omstandigheden. Doet een zzp’er inmiddels ander werk, of zijn de feiten en omstandigheden waaronder de werkzaamheden worden verricht gewijzigd, dan kunt u dus geen zekerheid meer ontlenen aan de VAR 2014.

VAR 2015 aanvragen? Het kan daarmee toch nodig zijn dat een zzp’er een VAR 2015 aanvraagt als hij/zij ander werk gaat doen dan in 2014, of als de omstandigheden waaronder de werkzaamheden worden verricht veranderd zijn. Als opdrachtgever moet u vooral alert zijn op de juistheid van de omschrijving van de werkzaamheden. Komen de in de VAR 2014 genoemde werkzaamheden niet overeen met de werkzaamheden die de zzp’er in uw boomkwekerij verricht, dan zal hij of zij een nieuwe VAR moeten aanvragen. <

VAR 2014 nog geldig? Wiebes heeft toegezegd dat de VAR 2014 daarom langer geldig blijft. Hij De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

11


Tekst en Foto’s: Ketura Haveman

Boskoop als toeristische attractie Tuinpad Rijneveld laat mensen kennis maken met het cultuurhistorisch landschap en de bijbehorende boomkwekerij in Boskoop. Het initiaitief won in februari de STIP 2015. Mede-initiatiefnemer Fred Booy over boomkwekerij, landschap en het project.

De zon schijnt, tussen het afgevallen blad komen de eerste krokussen te voorschijn. „Het was vorig jaar rond deze tijd, misschien net een maand later. De zon scheen net als vandaag en het eerste groen liet zich zien, het voorjaar hing in de lucht. Dat was het moment dat ik dacht: wat is dit toch mooi om naar te kijken, maar wat zonde dat andere mensen dit niet zien”, blikt Fred Booy terug. Zes bedrijven, waarvan vier kwekerijen, startten het project Tuinpad Rijneveld op, waarmee ze het mogelijk maken dat mensen ook kunnen genieten van de mooie Boskoopse kwekerijen. Doel is om mensen kennis te laten maken met de sector en de door de eeuwen heen opgebouwde landschappelijke inrichting van Boskoop. Mensen worden op de traditionele manier vervoerd van de ene naar de andere kwekerij, namelijk per schouw. „Met het varen beleef je Boskoop echt. Mensen zien van dichtbij hoe het oude Boskoop eruit zag met zijn smalle percelen, houtakkers en het vele water.” Overeenkomst tussen de deelnemende kwekerijen, Mr Blueberry, Esveld, Mark en Rein Bulk en Fred Booy, is de passie voor de boomkwekerij. „Maar ook dat we de vooruitgang niet willen zoeken in schaalvergroting. We willen het authentieke behouden, evenals het cultuurhistorische landschap.” „Mensen hebben de drang om vooruitgang te boeken en dat zoeken ze in modernisering en schaalvergroting. Maar vooruitgang is niet altijd een verbetering. Soms is het

Opgeknapte gebouwtjes op de kwekerij als vakantieverblijf ingericht.

12

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

beter om te behouden wat je heb. Dat je die landschappelijke inrichting wilt behouden, hoeft overigens geen stilstand van de ontwikkeling te betekenen.”

Schaalvergroting Of Booy tegen schaalvergroting is? „Nee, ik ben niet tegen schaalvergroting. Het is een vorm van vooruitgang en moderniseren. Ik vind het ook mooi om te zien hoe dergelijke grootschalige kwekerijen functioneren. Maar je moet wel rekening houden met het landschap. Het veengedeelte van Boskoop, het echte oude kwekersgebied, leent zich in mijn optiek niet voor schaalvergroting.” Booy pakt een landschapsrapport van enige tijd geleden. „Kijk, ze hebben bedacht dat je het landschap kon behouden en schaalvergroting mogelijk kon maken. Er werd in het rapport bepaald waar zogenoemde zichtwatergangen waren. Die moesten dan worden verbreed, zodat je elders watergangen kon dempen. Op die manier ontstonden er grotere percelen. Maar het landschap blijft op die manier niet behouden, de uitstraling verandert. Je houdt misschien evenveel water, maar je haalt de ziel uit het gebied.” In de ontvangstruimte hangen drie kaarten van het gebied. Een daarvan is meer dan honderd jaar oud. Op de kaart is het typische Boskoopse landschap zichtbaar, met zijn vele watergangen, smalle percelen en de dunne houtakkers die ertussen liggen. Er hangt ook een recentere luchtfoto van begin jaren negentig. Daarop is al verandering zichtbaar. Voor op de percelen staan grote kassen, tunnels en loodsen, het aantal watergangen is verminderd en houtakkers zijn verdwenen. Wat Booy betreft staat het als een paal boven water dat het landschap behouden moet blijven. „Iets wat al vijfhonderd jaar zo is, ga je niet zomaar weggooien. Want eenmaal veranderd, krijg je het niet meer terug. Als je het wilt veranderen, moet je dus een hele goede reden heb-

Drie kaarten van Boskoop. Aan de hand van kaarten geeft Booy aan geïnteresseerden uitleg over het Boskoopse landschap.


Imago

Fred Booy is een van de initiatiefnemers van het Tuinpad Rijneveld waar mensen een dagje uit in de boomkwekerij zijn.

ben. Het aanpassen om vooruitgang te boeken, kan een goede reden zijn. Dan moet je wel zeker weten dat je met die aanpassing weer honderden jaren vooruit kan. Zolang dat niet het geval is, moet je niet weggooien wat we nu hebben.”

Rendabel Voor Booy hebben de houtakkers op zijn bedrijf ook een functie. De ruimtes op de kwekerij, inclusief het huis, worden verwarmd door houtgestookte kachels. Het hout voor de kachels, kapt hij uit de houtakkers. „Kappen van houtakkers is noodzakelijk. Als je een houtakker niet onderhoudt en tijdig kapt, dan vallen de bomen om en gaat de akker verloren.” Daarnaast huist in de houtakker een grote diversiteit aan dieren. „De vogels en insecten die er leven, helpen me om de kwekerij vrij van ziekten en plagen te houden. Ze maken het mogelijk om biologisch te kweken. Zonder mijn houtakkers zou me dat niet lukken.” Booy ziet echter dat veel kwekers de houtakker zien als nutteloze grond, waar ze geen planten op kunnen kweken. „Als je meer wilt kweken, wil je uitsluitend productieve grond hebben.”

Inzetten op toerisme ziet Booy als een alternatief voor schaalvergroting. De landschappelijke inrichting blijft behouden en er wordt een nieuwe inkomstenbron aangeboord. „We denken dat we met het Tuinpad een andere manier hebben om de boomkwekerij in Boskoop te behouden, zonder dat we groter moeten. We behouden het landschap en ondertussen geven we het een nieuwe functie, namelijk die van recreatie. Je kan dus toch behouden en ondertussen 0ontwikkelen.” Of toerisme een rendabele tegenhanger van schaalvergroting is, durft Booy niet te zeggen. „Niet zoals we het nu doen. De deelnemers zijn gelukkig financieel geen van allen afhankelijk van het Tuinpad, want het is nu vooral liefhebberij. We willen onze passie voor tuinen, planten en omgeving delen met anderen.” Er zijn volgens de kweker echter wel mogelijkheden om toerisme echt tot inkomstenbron te maken. „Het Tuinpad kan een kapstok zijn. Je trekt mensen, waardoor je meer planten aan particulieren kan verkopen. Maar je kan ook dagjes organiseren, waarbij bezigheden op de tuin onderdeel zijn van het programma. De houtakker kappen zou een teambuildingsuitje kunnen zijn en een oude kas achter op de kwekerij zou je kunnen verhuren als weekendverblijf. Mogelijkheden zijn er genoeg.” <

Op de kwekerij van Booy zijn de houtakkers nog steeds aanwezig. Het hout wordt gebruikt om te stoken en de vogels en insecten helpen bij de biologische teelt.

Deze meest recente watergang tussen de kwekerijen aan het Rijneveld dateert uit de jaren 50 en werd gegraven voor een sneller vervoer per schouw. De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

13


Tekst en Foto: Arno Engels

Toenemende druk op de grond De boomkwekerij merkt al jaren druk op de grondmarkt. Het melkquotum verdwijnt wel per 1 april, maar de verwachting is dat melkveehouders landelijk niet voor extra druk zorgen. Concurrentie bij grond kopen of pachten komt eerder van andere gebruikers zoals vollegrondsgroentetelers en beleggers. Voor diverse teelten is geschikte grond nog steeds niet makkelijk te vinden, zoals voor de laanboomteelt in regio Opheusden. „Goede grond is voor ons schaars”, zegt Jan Arends, van boomkwekerij Arends den Heuvel. „De beschikbaarheid is al jaren een probleem. Iedereen heeft het liefst zijn grond dichtbij huis, maar dat is hier moeilijk te krijgen.” De Rijn en de Waal vormen al natuurlijke barrières. Kweken aan de overzijde van de Waal is geen optie, aldus Arends, doordat bruggen te ver weg liggen en rijafstanden te groot worden. Het verste perceel voor Arends ligt nu op 20 minuten rijden, met de auto vanuit Opheusden. „Het duurt nog langer als we file hebben. En nog langer met de trekker.” De mogelijkheden om te kweken over de Rijn, in de gemeente Rhenen, zijn beperkt. Niet alleen omdat daar zandgrond ligt in plaats van kleigrond, maar ook door het bestem-

mingsplan. „Rhenen geeft veeteelt meer de ruimte. Voor laanboomteelt kunnen we daar geen nieuwe percelen meer huren.” Arends ziet nu wel een kentering in de productie. Omdat de afzetmarkt onder druk staat, zal de productie bij de meeste bedrijven niet uitbreiden, verwacht de kweker. Marinus Roseboom van AgriTeam Makelaars ziet binnen de laanboomregio wel een tweedeling. „Kwekers met overproductie maken inderdaad een pas op de plaats. Maar een aantal kwekers weet toch rendement te behalen door de productie te verhogen.”

Prijs stijgt al jaren Al jaren stijgt in heel Nederland de gemiddelde prijs van losse percelen: van €34.000/ha in 2002 naar €53.000/ ha in 2014. De grond is met gemiddeld €75.000/ha het duurst in de Flevopolder en in de Kop van Noord-

ONTWIKKELING

Geschikte grond sneller bekend Kwekers die in hun eigen regio verse grond hebben gevonden, kennen vaak wel de historie van een perceel: of er bijvoorbeeld lage plekken in het perceel zijn waar water niet goed kan wegzakken, of er plekken zijn waar gewassen minder goed groeien dan elders op het perceel. Op basis van dit alles is te beoordelen in hoeverre de grond goed genoeg is voor een nieuwe teelt. Dankzij sensortechnologie kun je een perceel beter, sneller en nauwkeuriger op geschiktheid onderzoeken. Veel perceelsdata zijn bijvoorbeeld al beschikbaar als er eerder met gps op het perceel is gewerkt, of als er bodemscans zijn uitgevoerd. Dan weet je bijvoorbeeld hoe vruchtbaar de grond is, wat er in voorgaande jaren is bemest, en waar er mogelijk storende lagen in de bodem zitten. Binnen topsector Agro & Food zetten onderzoek en bedrijfsleven nu het programma Precisielandbouw 2.0 op; begin april is de opzet klaar. De bedoeling is om de praktische toepassing van onder andere sensortechnologie verder te onderzoeken. Perceelsdata zijn dan beter te interpreteren. Perceelshistorie kan dan worden opgebouwd en informatie aan de gebruiker verschaffen. Via het online-platform Akkerweb zijn de data makkelijk te raadplegen en met elkaar te combineren.

14

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

Holland. In Brabant en Limburg bijvoorbeeld gaat het om gemiddeld €65.000/ha. Kwekers bevestigen dat de prijzen voor pacht of koop nog steeds stijgen. In de boomteelt is meestal geliberaliseerde pacht van toepassing. Bij deze pachtvorm wordt een overeenkomst aangegaan voor zes jaar of korter. Laanboomteelt duurt meestal niet langer dan vijf jaar. Vruchtboomteelt, waarvoor ook verse grond nodig is, duurt hooguit drie jaar. Pachter en verpachter zijn vrij om een prijs af te spreken, want bij geliberaliseerde pacht korter dan zes jaar geldt geen maximumprijs. Bij reguliere pacht gelden er hoogst toelaatbare pachtprijzen per regio. Met €941 is die het hoogst in de IJsselmeerpolders. In het Rivierengebied (waaronder Opheusden) is €760 het maximum, en bijvoorbeeld in Zuidwest-Brabant (waaronder Haaren en Zundert) is dat €607.


Nieuwe percelen

markt

Als boeren in de omgeving van boomkwekerij meer koeien willen houden om mest kwijt te raken, kan de vraag naar grond toenemen. Er zijn ook boeren die kiezen voor afvoer via mestverwerking.

Ook vraag blijft stijgen Grondprijzen variëren sterk per locatie. „Waar ligt de grond, wat is de kwaliteit en wat is de gronddruk: deze factoren bepalen de prijs”, aldus Roseboom. De makelaar verwacht de komende jaren geen directe daling in de prijzen. De vraag stijgt immers nog steeds. „Beleggers zoeken nu hun toevlucht in grond, omdat geld op de bank minder opbrengt.” Ook melkveehouders zullen meer naar grond vragen, verwacht Roseboom. Het was al jaren geleden aangekondigd, maar per 1 april 2015 gaat het echt gebeuren: dan verdwijnt het melkquotum. Boeren zijn dan vrij om hun melkproductie te verhogen. Vanwege mestregelgeving is voor meer koeien wel meer grond nodig. „Dat heeft invloed op de grondprijs, maar het hangt af van de plek waar actieve veehouders zitten.” Pieter van Rijn, voorzitter van de

LTO-cultuurgroep voor fruitgewassen, vraagt zich af of boeren wel gaan investeren in nieuwe grond. „De melkprijs wordt een kwestie van vraag en aanbod. Als de melkproductie toeneemt doordat het quotum eraf gaat, zal de prijs eerder dalen.” Hij verwacht daarom dat kwekers niet meer concurrentie van boeren hebben te duchten. Andere tuinders zorgen wel voor meer concurrentie, in elk geval in de regio NoordoostBrabant waar Van Rijn kweekt. „Tuinders met prei en aardbeien proberen hier alles te huren wat ze kunnen krijgen.” Er ontstaat ook meer gronddruk door aaltjes. „Steeds meer percelen zijn niet meer geschikt om in te planten, omdat ze besmet zijn.”

Boeren berekenen behoefte Boeren zullen eerder grond aan kwekers verkopen dan aan andere boeren. Omdat boomteelt kapitaal-

intensiever is en per hectare veel meer oplevert dan maïs of gras, aldus Margo Meijerink, secretaris van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. „Kwekers zijn bereid om meer voor grond te betalen dan melkveehouders; dat verschil is er nu al.” Door afschaffing van het melkquotum maken boeren nu rekensommen. Meijerink ziet verschillende sommen, afhankelijk van de bedrijfssituatie. De ene boer berekent dat hij meer grond nodig zal hebben, om meer koeien te kunnen houden en te voldoen aan mestregels. „De andere boer kiest voor mestverwerking.” Eind vorig jaar is de Wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij door de Kamer aangenomen. Die bepaalt dat extra geproduceerde mest volledig verwerkt moet worden. Die wet komt bovenop de verplichting voor mestverwerking die er er al is voor bedrijven met meer mest dan grond. Dit jaar komt er naar verwachting een AMvB die bepaalt in welke mate groei grondgebonden moet zijn. „Dat zal tot extra gronddruk leiden”, aldus Meijerink. „Anderzijds zijn er melkveehouders die stoppen met hun bedrijf, waardoor je verwacht dat er meer grond beschikbaar komt.”

Herziening pachtwet Vanaf dit voorjaar zullen de gevolgen van het afgeschafte melkquotum blijken: geen extra druk op de grondmarkt, of toch wel? Dit voorjaar is ook duidelijk of de herziening van de pachtwet doorgaat. Gerard Snijders, pachtrechtadvocaat en nauw betrokken bij de herziening, verwacht dat de wet dan over twee of drie jaar zal gelden. „Niet eerder dan 2017.” Pachter en verpachter mogen dan zelf de pachtprijs bepalen. In plaats van kopen of pachten, is grond ruilen ook een optie. Van Rijn ruilt steeds meer met akkerbouwers in de regio. Zij moeten immers, net als de kweker, aan vruchtwisseling doen voor een gezond gewas. < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

15


Tekst en Foto: Ron Barendse

Kweker wacht op vergunning voor huisvesting werknemers:

’We willen weten waar we aan toe Nog voordat Boomkwekerij Richard Dorst in Hazerswoude-Dorp wist of zij hiervoor wel een vergunning zou krijgen, investeerde het bedrijf €30.000 in nieuwe huisvesting voor haar Poolse werknemers. De gemeente Alphen aan den Rijn buigt zich nu over de zaak.

Het voorjaar komt er aan en dat betekent in het Boskoopse – maar ook op andere plaatsen – dat er weer volop een beroep zal worden gedaan op buitenlandse werknemers om het werk gedaan te krijgen. Zo ook bij Boomkwekerij Richard Dorst, waar met name Polen niet alleen maar werken maar ook op het bedrijf gehuisvest zijn. „Wij werken al zeker 20 jaar met buitenlandse werknemers en al die jaren hebben er ook altijd wel een aantal op het bedrijf geslapen”, zegt Kees Mourits die bij Boomkwekerij Richard Dorst onder andere verantwoordelijk is voor arbeidszaken. Hij vertelt dat de ruimtes waar de buitenlandse werknemers – in hun geval met name Polen – sliepen waren verouderd. Het bedrijf besloot daarom het afgelopen najaar om fors

Kees Mourits in de recent opgeknapte accomodatie voor de buitenlandse werknemers: „Dit is toch een prima onderkomen?”

te investeren in nieuwe huisvesting. Ook al is het nog niet helemaal af, met enige trots laat Mourits alvast het vernieuwde onderkomen zien waar ruimte is voor zes medewer-

ACHTERGROND

’Dit bedrijf is exemplarisch voor veel andere’ Namens de gemeente Alphen aan den Rijn zegt Ricardo Heijne, beleidsadviseur Ruimtelijke Ordering, dat de situatie bij Boomkwekerij Richard Dorst omtrent de huisvesting van buitenlandse werknemers exemplarisch is voor veel andere bedrijven in het buitengebied en daarom absoluut de aandacht heeft. Omdat het conceptbeleidskader Tijdelijk Wonen nog ter inzage ligt – en de gemeenteraad dit nog wil bespreken – is volgens hem nog niet te zeggen hoe de regels precies zullen uitpakken. Wel is dit volgens hem vergelijkbaar met het beleid dat vorig jaar in Holland Rijnland, een samenwerkingsverband van veertien gemeenten waaronder Alphen aan den Rijn, onder andere in samenwerking met LTO-Noord is vastgesteld. Heijne zegt dat de provincie Zuid-Holland een belangrijke rol heeft bij de uitvoering van het beleid in het buitengebied. De provincie ziet volgens hem nieuwe onderkomens voor werknemers in het buitengebied als een stedelijke functie en daarom eigenlijk niet passend in een buitengebied. „We moeten als gemeente dus diep in de regels duiken om te zien of er eventele legalistiemogelijkheden zijn. Daar gaan we de komende tijd aan werken”, aldus de beleidsadviseur.

16

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

kers. „Een aannemer heeft dit met hulp van een Poolse medewerker van ons neergezet en opgeknapt. Volgens mij is dit toch een prima onderkomen, maar als ze morgen komen dat het niet is toegestaan, dan kan het zomaar over zijn.” Met ’ze’ bedoelt Mourits de gemeente Alphen aan de Rijn. Want ook al wonen er al decenia werknemers op kwekerijen in de regio Boskoop, officieel is dit volgens Mourits niet toegestaan. Het is een van de redenen geweest waarom hij bij de gemeente aan de bel heeft getrokken om voor de huisvesting een omgevingsvergunning aan te vragen. De gemeente heeft deze aanvraag half januari in behandeling genomen waarbij zij volgens een brief aan de kweker deze aanvraag gaat beoordelen op twee punten. Het eerste is of er wordt voldaan aan de wettelijk


Huisvesting

zijn’ neerkomen op de eisen die voor een normale woning gelden, terwijl het bij ons gaat om tijdelijke bewoning in voornamelijk de zomermaanden.” De gemeente Alphen aan den Rijn heeft in de afgelopen periode een concept-beleidskader Tijdelijk Wonen opgesteld, dat nog ter inzage ligt tot 24 maart. Vooruitlopend op het definitieve beleid heeft de gemeente in februari aan Mourits laten weten de situatie op het bedrijf zoals deze nu is in ieder geval te gedogen tot en met september van dit jaar. „Dat is alvast een geruststelling”, zegt Mourits, maar kijkend naar de huisvestingseisen zoals deze nu zijn geformuleerd, heeft hij er toch een hard hoofd in dat het met zijn huidige huisvesting voor volgend jaar goed gaat komen.

Onzekerheid Mourits ziet in zijn omgeving dat de onzekerheid over de huisvestingsregels andere kwekers tegenhoudt om te investeren. „Kwekers die graag

gestelde bouweisen. Daarnaast moet de gemeente beoordelen hoe om te gaan met het ’strijdig gebruik gronden/bouwwerken’. Oftewel, mogen er wel mensen wonen op een plek met een agrarische bestemming.

Wettelijke bouweisen Om te kijken of voldaan is aan de wettelijke bouweisen heeft de gemeente de kweker verzocht antwoord te geven op een tiental vragen. Deze hebben met name betrekking op brandveiligheid, elektriciteitsplan, bouwtekeningen, aantal personen dat wordt gehuisvest. Ook wordt gevraagd om een rapport waaruit blijkt dat de woning voldoet aan de normering Stichting Normering Flexwonen. „Alles bij elkaar is dit nogal wat”, zegt Mourits begin februari. „Het lijkt erop dat de eisen die nu worden gesteld

een unit willen neerzetten doen dat nu niet, omdat ze niet weten waar ze aan toe zijn. En kwekers die nu al wel medewerkers op hun bedrijf huisvesten – en dat zijn er hier in de omgeving ondanks dat het officieel niet mag toch een heel aantal – investeren hierin het minimale. Dit komt de kwaliteit van de huisvesting ook niet ten goede. Een gedoogvergunning voor bijvoorbeeld vijf jaar zou niet alleen ons, maar ook andere bedrijven al helpen.” Want volgens Mourits biedt ook het op handen zijnde hotel voor arbeidsmigranten in Boskoop geen oplossing. „De oude locatie van Connexxion wordt op korte termijn in gebruik genomen als hotel voor arbeidsmigranten, maar is zoals het zich nu laat aanzien niet bedoeld voor werknemers in de boomkwekerij. Het zijn vooral Polen die in het logistiek centrum van postorderbedrijf Otto werken. Oftewel, hiermee is de huisvesting voor medewerkers in de boomkwekerij nog niet opgelost. <

MENING

’Soepel huisvestingsbeleid zou ons helpen’ Bij uitzendbureau AB Service uit Hazerswoude Dorp zegt André Bax dat hij graag zou zien dat de gemeente Alphen aan den Rijn soepel zou omgaan met het toestaan van huisvesting van werknemers op kwekerijen. „Wij hebben in de voorjaarspiek 250 medewerkers in de regio Boskoop aan het werk, maar ik denk dat er straks een aantal toch moeite heeft om woonruimte in de buurt te vinden.” Een van de redenen voor het mogelijke tekort aan woonruimte is dat AB Service zelf is gestopt met de verhuur van woningen aan buitenlandse werknemers. Tot voorkort had het bedrijf tien woningen die het verhuurde, maar nu niet meer. „Het werk in de regio verschuift steeds meer naar het voorjaar en daardoor bleek het steeds moeilijker om de huizen jaarrond goed bezet – en daarmee rendabel – te houden.” En omdat de piek van de arbeid meer in een kortere periode valt, zou dat er volgens Bax voor pleiten om de regels voor huisvesting van buitenlandse arbeidskrachten op een kwekerij niet te streng te maken. „De meeste Polen willen kleinschalig wonen. Bovendien is mijn ervaring dat je maximaal acht werknemers op één plek moet huisvesten om overlast te voorkomen.” Het toestaan van huisvesting op de kwekerij zou volgens Bax aan veel van de genoemde punten tegemoet komen. De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

17


samengestelde organisch-minerale meststof NPK 10-4-8 (3)

NU OOK ZONDER P! DCM NK-MIX

NPK 10-4-8 + 3 MgO MINIGRAN® TECHNOLOGY en korrel Complete basisbemesting met lange werkingsduur

NK 10-0-8 + 3 MgO MINIGRAN® TECHNOLOGY en korrel

36% organische stof Optimale productie

Zelfde vertrouwde werking als DCM MIX 5, maar gunstiger met de nieuwe fosfaatnorm

Sterkere en aantrekkelijkere planten Extra magnesium voor het goed op kleur komen van de bladeren

AR

E ED ARA

NT

E D

GU

ARA

TE

ED

www.dcm-info.com

DCM MIX 5

Aldert Engelsman • Zuid-Holland, Zeeland 06-236 89 287 • a.engelsman@dcmnederland.com Andre de Ridder • Noord-Holland, Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland • 06-513 10 492 • a.deridder@dcmnederland.com Michel Jongenelen • Noord-Brabant, Limburg, Utrecht 06-105 56 403 • m.jongenelen@dcmnederland.com toepasbaar in rijbemesting

continue en gelijkmatige groei

stimuleert bodemleven

DCM Nederland B.V. • Valkenburgseweg 62 A • 2223 KE Katwijk • Nederland tel: +31(0)71 401 88 44 • info@dcmnederland.com


Kringloop

Tekst en Foto: Tijs Kierkels

Bodemleven verrijken met gefermenteerd materiaal Boomkwekers uit de regio Zundert maakten vorige week bij Boomkwekerij Poppelaars in Sprundel kennis met de Bokashitechniek. Dit is een manier om organisch materiaal te fermenteren, waarbij rijk bodemleven ontstaat. Bokashi is overgewaaid uit Japan. Bermmaaisel en eigen materiaal zoals snoeihout worden in een hoop gemengd met nuttige bacteriën, schimmels, gisten, kalk en kleimineralen en vervolgens afgedekt met plastic. Er ontstaat een zuurstofloos fermentatieproces, dat acht tot twaalf weken duurt, afhankelijk van de buitentemperatuur. In tegenstelling tot compostering loopt de temperatuur in de hoop niet op. Onkruidzaden kiemen in de hoop en gaan dood. De bijeenkomst bij Poppelaars vond plaats binnen het project VICOE (Vitale Circulaire Organische Economie). Dit onderzoekt de mogelijkheden van korte regionale kringlopen. Projectleider René Jochems (GroeiBalans) noemt het een interessante manier om het bodemleven te verrijken en organisch materiaal aan te voeren. „2% van het bodemleven is pathogeen, 98% is juist positief. Je kunt dat bodemleven voeden met compost of met Bokashi. Sommige organismen houden van het één, sommige van het andere. Samen krijg je een rijkere bodembiologie. Hierdoor krijg je een betere structuur, de weerbaarheid tegen ziekten stijgt, en je ziet veel meer wormen.”

Slootmaaisel afzetten Gemeenten en waterschappen zijn geïnteresseerd in Bokashi. „We zijn bezig met kleine kringlopen in de directe omgeving”, vertelde René Rijken van Waterschap Brabantse Delta. „Als we slootmaaisel bij naburige

bedrijven kunnen afzetten, beperken we het aantal gereden kilometers. Ook hopen we dat kwekers het eigen slootmaaisel fermenteren. Nu blijft dat vaak op de slootrand liggen, het verteert half en mineralen komen deels weer in het water terecht.” Boomkwekerij Poppelaars heeft op verzoek van de gemeente Rucphen zo’n hoop aangelegd. Die werd tijdens de bijeenkomst opengemaakt en uitgereden over het land. „Wij zijn altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen. Daarom doen we mee”, vertelde Hans Poppelaars. „De mineralennormen worden strenger en het middelenpakket smaller. Dan heb je een krachtige bodem nodig.” De gemeente heeft €10 per kuub bijgedragen. Dat is precies kostendekkend, geeft Poppelaars aan, overigens zonder dat loonwerkkosten zijn meegerekend. Als je de kleimineralen weglaat, daalt de kostprijs met de helft. Gjalt Jan Feersma Hoekstra van Agriton, dat de ingrediënten voor de techniek levert, wees er echter op dat de klei vrijkomende mineralen vasthoudt. Bovendien is aanvoer van klei op zandgrond niet verkeerd; het

spaart steenmeel uit, vulde Jochems aan. Hij benadrukte om je niet blind te staren op de korte-termijnkosten. „Het levert op de langere termijn een besparing op gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest op. Je houdt immers de mineralen beter op het bedrijf, zonder dat je Bokashi mee hoeft te tellen bij de mineralenaanvoer. Een belangrijke vraag is nog wat er precies in de bodem gebeurt. Daar moet nog meer zicht op komen.”

In het bijzijn van de excursiegroep werd de Bokashi-hoop bij Boomkwekerij Poppelaars opengemaakt en beoordeeld.

Voorwaarden Tijdens een discussie kwam een aantal voorwaarden aan de orde, wil Bokashi interessant zijn voor de kweker. Ten eerste moet het materiaal van derden schoon zijn. Kwekers kunnen immers niet metaal en plastic eruit sorteren. Ten tweede moeten onkruidzaden worden gedood. Tot slot moet het fermentatieproces zorgvuldig verlopen. De techniek is niet beschermd; elke leverancier kan erop inspelen. Maar bij onvolledige fermentatie kan er toch mineralenverlies optreden, evenals onvoldoende doding van onkruidzaad. < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

19


Tekst: Wendy Venhorst Foto: Desch Plantpak

Biopotten nog te stevig voor biologi De boomkwekerijsector kent maar weinig bedrijven die in biologisch afbreekbare potten kweken. De reden is simpel: de biopotten die op de markt beschikbaar zijn en voldoen aan de teelt- en verkoopeisen, breken niet of niet snel genoeg af in de grond. Onderzoeken laten zien dat de afbraak in de grond een heikel punt is. In de boomkwekerijsector is al jaren belangstelling voor biologisch afbreekbare potten. Er zijn de afgelopen jaren dan ook verschillende onderzoeken gedaan naar de ideale biopot. Zo testte PPO rond 2000 al verschillende biopotten. Ook deden PPO en Wageningen UR in 2005-2006, samen met Intratuin, FloraHolland, het toenmalige Ministerie van EL&I, Desch Plantpak en Eerbeek Plantencentrum, onderzoek naar biologisch afbreekbare bloempotten. Daarbij zijn verschillende mengsels van PLA getest: een composteerbare plastic op basis van melkzuur, dat wordt gewonnen uit producten als aardappels, maïs en tarwe. Voordeel van PLA is de goede prijs-kwaliteitverhouding. Daarnaast is het thermoplastisch te verwerken en levert het een schoon product op. Ook blijkt PLA geen invloed te hebben op de plantengroei en zijn de potten goed te verwerken.

Beter bestand tegen warmte Wageningen UR en Desch Plantpak besloten het onderzoek door te starten met als doel het product te optimaliseren. „Het was nog niet klaar voor een marktintroductie, eerlijk is eerlijk”, vertelt Pascal Rossen van Desch Plantpak, dat per jaar bijna twee miljard bloempotten produceert, waaronder een paar miljoen biopotten. Zo bleek dat de potten niet goed tegen warmte konden. Rossen: „Polymelkzuur vervormt bij 50°C. Daarom hebben we geprobeerd de hittebestendigheid op orde te krijgen. Hoe? Dat is het geheim van de smid. Maar neem maar van mij aan dat het maken van biopotten een lastig proces is.” Uiteindelijk leidde dit in 2009 tot een plantaardige en composteerbare pot die de naam D-Grade kreeg. De pot is bedoeld als kweekpot en wordt niet in de grond afgebroken; maar je mag hem wel in de GFT-bak gooien.

MENING

’Niet geschikt voor consumenten, wel voor openbaar groen’ Als biopotten niet of niet snel genoeg biologisch afbreken, dus eigenlijk niet waarmaken wat ze beloven: heeft het voor kwekers dan wel zin om erin te investeren? De reguliere plastic potten die nu worden afgevoerd, worden immers gerecycled. Pascal Rossen (Plantpak) denkt dat grootschalig gebruik van biopotten

De pot is ongeveer drie keer zo duur als een gangbare kunststofpot, is populair in het kruidensegment en vindt zijn weg vooral naar supermarkten in Europa. Voor de boomkwekerijsector is de pot niet of nauwelijks interessant. „Kwekers willen hun producten met pot en al kunnen planten. Daar is deze pot niet geschikt voor”, licht Rossen toe. De tegenstrijdige eisen zijn volgens Rossen het probleem. „Op de kwekerij moet de pot stevig zijn, terwijl hij in de grond snel moet afbreken. Dat is een lastig evenwicht.”

uitblijft zolang sprake is van een behoorlijk prijsverschil. Ook Gerald Schennink (Wageningen UR) is van mening dat de ideale biopot nog niet bestaat. „En de potten die in de grond afbreken, zijn niet geschikt voor de consumentenmarkt, omdat retailers geen vieze potten in de winkel willen.” De openbaargroenmarkt biedt daarentegen wel kansen volgens de onderzoeker. Daar maakt het immers niet uit of er schimmel op de potten zit. Bovendien kopen overheden steeds vaker duurzaam in. „Als er geen potten afgevoerd hoeven te worden, kan er bij de aanleg van plantsoenen veel geld worden bespaard.” Schennink vindt dan ook dat de biopot voor de nabije toekomst enkel interessant is voor specifieke markten. Voor grootschalig gebruik zal eerst een doorbraak moeten komen. „Stapje voor stapje komen we dichterbij de oplossing. Maar het ei van Columbus heb ik nog niet gezien.”

20

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

Andere stoffen toegevoegd Toch hebben Desch Plantpak en Wageningen UR het er niet bij laten zitten. „De vraag vanuit kwekers stimuleerde ons om door te gaan”, licht Rossen toe. Gerald Schennink, projectleider bij Wageningen UR Food & Biobased Research, vertelt


Onderzoek

sche afbraak dat iedereen zomaar claimt dat een materiaal afbreekbaar is. Ook moet er overeenstemming zijn over wat je bijvoorbeeld in de GFT-bak mag gooien. Als daar geen regels voor zijn, weet niemand waar hij aan toe is.”

Te zwaar of te duur

De plantaardige D-Grade-potten zijn weliswaar composteerbaar, maar uit nader onderzoek moet nog blijken hoe ze op natuurlijke wijze in de grond kunnen worden afgebroken.

dat beide partijen zich de afgelopen jaren hebben verdiept in de vraag hoe de D-Grade-pot in de grond kan worden afgebroken. Daarbij zijn nieuwe technieken en materialen toegepast. Zo zijn er naast PLA andere grondstoffen aan de bestaande D-Grade-pot toegevoegd die de afbraak in de grond moet verbeteren. Hoewel de eerste resultaten positief zijn, is het volgens hem nog te vroeg om conclusies te trekken. Inmiddels heeft Desch Plantpak de productie opgeschaald, om nader onderzoek te kunnen doen. Ook in Europees verband staan biologisch afbreekbare potten in de belangstelling. Zo loopt er sinds november 2012, onder de naam Degricol, een onderzoek naar de afbraak van diverse land- en tuinbouwproducten. Hierin wordt bepaald welke factoren de afbraak beïnvloeden. Schennink: „Ik kan en mag er niet te veel over vertellen, maar er wordt

gekeken naar mechanismen om materiaal op commando af te breken.”

EU-normen afbreekbaarheid Vorig jaar is een EU-project gestart waarin EU-normen worden ontwikkeld voor de afbreekbaarheid van producten in grond en water. Aan het project werken veertien Europese onderzoeksinstituten en bedrijven mee. Wageningen UR doet binnen dit project onderzoek naar de kwaliteitseisen aan biobased producten: op het gebied van sterkte, flexibiliteit, doorlaatbaarheid, recyclebaarheid en biologische afbreekbaarheid. Belangrijk speerpunt binnen dit project is de ontwikkeling van een richtlijn voor de labeling van, en informatie over biobased producten. Uiteindelijk moet dit leiden tot een harmonisatie van EU-normen en regels. „Dat is belangrijk”, benadrukt Schennink. „Je moet voorkomen

Schennink weet dat er wel potten zijn die in de grond afbreken, maar dat deze niet door de markt worden opgepakt. „Er komt meer kijken bij een goede biopot dan alleen productietechniek. Denk aan gewicht, prijs en verwerkbaarheid bij de kweker.” De onderzoeker noemt het voorbeeld van turf- en kokospotten. Deze zijn vaak wel afbreekbaar in de grond, maar vanwege de niet-uniforme maatvoering lastig te verwerken in bijvoorbeeld de oppotmachine. Ook worden deze potten vies als ze vochtig worden, wat niet wordt geaccepteerd in een tuincentrum of supermarkt. Schennink wijst op de geperste vezelpotten van het Duitse Biofibre, die volgens hem veel te zwaar zijn. Daardoor zijn ze lastig te verwerken en is het transport duur. En de plastic potten van het Belgische Ecovas hebben weliswaar het zogeheten ’OK biodegradable SOIL’-label, maar zijn volgens Schennink „vier tot vijf keer zo duur.”

In andere pot verkopen? Een andere oplossing is dat producten in een andere pot worden opgekweekt dan ze worden verkocht. „Maar dat is een extra handeling. Wie gaat dat betalen?”, vraagt Schennink zich hardop af. Voorwaarde voor succes is volgens de onderzoeker dat de hele keten erachter staat. „Nu worden de kosten vaak bij één partij neergelegd, in dit geval de kweker. Maar die krijgt de kosten niet vergoed, omdat een retailer de potten elders goedkoper kan krijgen. Het moet wel doorberekend kunnen worden.” < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

21


Tekst en Foto: Wilco Dorresteijn, DLV Plant

Boomkwekers gaan voor schone Het praktijknetwerk ’Boomkwekers gaan voor schone sloten’ heeft zich afgelopen twee jaar beziggehouden met een efficiënte en duurzame gewasbescherming en bemesting. Er zijn verschillende maatregelen uitgevoerd die goed zijn voor de teelt en voor de waterkwaliteit.

De waterkwaliteit in regio Boskoop is de afgelopen tien jaar flink verbeterd, maar bij metingen worden nog regelmatig te hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen, stikstof en fosfaat gemeten. Vanwege Europese wetgeving (Kaderrichtlijn Water) moeten waterschappen maatregelen nemen om te zorgen dat de waterkwaliteit verder verbeterd. Ook boomkwekers hebben belang bij voldoende en schoon oppervlaktewater. Iedereen wil immers een schone woon- en werkomgeving. Tevens is het belangrijk voor het middelenbehoud. Wanneer gewasbeschermingsmiddelen regelmatig in te hoge concentraties in het water worden gevonden, kan er discussie ontstaan over de toelating en kan deze worden beperkt of zelfs helemaal worden ingetrokken. Voor het Hoogheemraadschap van Rijnland was dit alles aanleiding om in 2011 het project ’Slootgerichte aanpak’ te starten. Binnen dit project hebben boomkwekers in de Berkenbroek in Reeuwijk samen met het waterschap, DLV Plant en andere partijen gedurende twee jaar gewerkt aan praktische maatregelen om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen in het water komen. Er zijn onder meer spuitdemonstraties gehouden met verschillende driftarme doppen, er is gespoten op basis van waarschuwingsmodellen en er is ervaring opgedaan met het lozen van restvloeistof op een Phytobac. „Het was interessant om met elkaar kennis uit te wisselen”, vertelt buxuskweker Rian Laban. „We waren echter nog niet uitgeleerd. We wilden onze kennis delen met andere

22

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

boomkwekers in Greenport Boskoop en kijken welke maatregelen er nog meer waren om efficiënter met gewasbeschermingsmiddelen en ook met meststoffen om te gaan.” De kwekers hebben daarom in 2013 subsidie voor een praktijknetwerk aangevraagd en gekregen van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Het ministerie van Economische Zaken is eindverantwoordelijk voor deze regeling in Nederland.

Kroos en algen In 2013 en 2014 zijn verschillende themabijeenkomsten georganiseerd over waterkwaliteit, gewasbescherming en bemesting. Daarnaast zijn verschillende maatregelen getest. Wat bemesting betreft zijn er praktijkdemo’s uitgevoerd om te kijken of de stikstof- en fosfaatgift kunnen worden geoptimaliseerd. Vanuit milieuoogpunt mag het oppervlaktewater niet te veel meststoffen bevatten. Te veel stikstof en fosfaat in de sloot geven een sterke groei van algen en waterplanten die op het water drijven zoals kroos en grote kroosvaren. Die zorgt voor donker en troebel water en zuurstofloze omstandigheden. De biodiversiteit neemt sterk af doordat planten die onder water groeien, vissen en diverse andere organismen licht en zuurstof nodig hebben. John van Gemeren van Watersnip Advies legde dit uit tijdens een excursie in het nieuwe watercompensatiegebied De Lansing op de grens van Boskoop en Reewijk. Hij toonde de kwekers daar diverse ’gewenste’ waterplanten waaronder

Grof Hoornblad en Krabbescheer. Deze waterplanten verlangen schone en niet te voedselrijke sloten.

Bemesting optimaliseren Terugdringen van de concentraties stikstof en fosfaat in de sloot is niet eenvoudig. Door mineralisatie van veen komt stikstof vrij. Ook fosfaat is van oudsher volop gebruikt, waardoor de bodem nog lang fosfaat kan naleveren. Toch zijn er wel mogelijkheden om de bemesting te optimaliseren. Nitraatstikstof uit kalksalpeter is uitspoelingsgevoelig. Binnen het praktijknetwerk hebben kwekers in de vollegrond gebruikgemaakt van gecoate meststoffen en organische meststoffen waardoor minder kans is op uitspoeling. Ook blijkt vaak voldoende fosfaat in de grond aanwezig voor de plant, waardoor bijmesten niet nodig is. In een praktijkdemo


Milieu

sloten middelen die natuurlijke vijanden sparen en een lage milieubelasting hebben. Zo is Teppeki tegen luis ingezet. Middelen zoals imidacloprid (onder andere Admire) die door waterschappen worden aangemerkt als probleemstof, zijn niet gebruikt. In de glastuinbouw wordt ook veel onderzoek gedaan naar het voorkomen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen door de zuivering van drainwater. Daarom hebben de deelnemers een bezoek gebracht aan het IDC Water (Innovatie- en Demonstratie Centrum) in Bleiswijk.

Betere waterkwaliteit?

John van Gemeren van Watersnip Advies geeft kwekers uitleg over het effect van meststoffen op de biodiversiteit in het water.

met verschillende fosfaatmeststoffen en doseringen zijn geen groeiverschillen waargenomen. In de containerteelt zit standaard vaak een basisbemesting van PG-mix door de grond voor de eerste weken van de teelt. Bij oppotten in het najaar of vroeg in het voorjaar kan dit dikwijls achterwegeblijven om uitspoeling te voorkomen. Ook kunnen kwekers kritisch kijken naar hun fosfaatgift. De fosfaatbehoefte van de meeste gewassen is relatief laag. In Buxus P9 is een vergelijkingsproefje uitgevoerd met Multicote 17-11-11 en Multicote 15-7-15. Er was aan het eind van het seizoen geen verschil in groei zichtbaar. Wel moet worden opgemerkt dat er ook nog oplosmest is gegeven.

Gewasbescherming De kwekers uit de Berkenbroek in Reeuwijk hadden binnen het pro-

ject ’Slootgerichte aanpak’ al de nodige kennis opgedaan over het voorkomen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater en een efficiënt gebruik. Binnen het praktijknetwerk is deze kennis verder ontwikkeld en gedeeld met andere boomkwekers uit de regio. Bedrijven hebben gebruikgemaakt van waarschuwingsmodellen van QMS Boomteelt voor de bestrijding van buxusbladvlo, schildluis, Cylindrocladium en het bepalen van het optimale spuitmoment. De modellen geven aan wanneer: een plaag actief is, de infectiedruk van een schimmel hoog is en de weersomstandigheden optimaal zijn voor een goed spuitresultaat. Hierdoor verbeterde de effectiviteit van een bespuiting en konden boomkwekers middel besparen. Tevens is gekeken naar de middelenkeuze. Kwekers hebben meer gebruikgemaakt van selectieve

Het praktijknetwerk is eind 2014 afgerond. De deelnemers hebben veel nieuwe kennis opgedaan door de toepassing van nieuwe maatregelen en de kennisbijeenkomsten die door DLV Plant waren georganiseerd met medewerking van Jiffy potgrond, Broere Beregening, Gebroeders Olieman, Everris, Haifa en Rijnland. Deze kennis is ook breed binnen regio Boskoop verspreid. Zo was er afgelopen december een grote bijeenkomst met bijna 100 kwekers in het Beursgebouw in Hazerswoude waar diverse driftarme spuittechnieken zijn gedemonstreerd. De grote vraag is of door het project de waterkwaliteit ook daadwerkelijk is verbeterd. Dat is echter niet hard te maken. In 2012 en 2013 is alleen imidacloprid enkele keren in het oppervlaktewater bij het gemaal Berkenbroek boven de norm aangetroffen. Er zijn echter geen metingen vanuit het verleden beschikbaar en de gegevens uit de Berkenbroek kunnen (door verschillende uitgangspunten) niet worden vergeleken met andere meetpunten. Positief is dat er slechts enkele overschrijdingen waren en de jaargemiddelde KRW-norm voor gewasbeschermingsmiddelen niet is overschreden. Je mag ervan uitgaan dat de toename van de kennis en het bewustzijn hieraan positief hebben bijgedragen. < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

23


Tekst en Foto: Arno Engels

Een mooie partij En alweer vliegt er een zware kluit door de lucht, die door Leen Ruijgrok radiografisch boven op de wagen wordt gedirigeerd. De ene medewerker is klaar om de Metasequoia glyptostroboides te ontvangen, de ander legt intussen de strop om de volgende boom. Het is de tweede wagen die wordt geladen, de eerste staat al vol op de inrit van het perceel, van Boomkwekerij L.B. Ruijgrok vof in Randwijk. „Het is een mooie partij”, aldus Ruijgrok. „Metasequoia is mooi om te zien, maar het is ook mooi dat we er zoveel van mogen rooien.” Via Opheusdense tussenhandel gaan de bomen, vijf jaar doorgekweekte zaailingen, onder andere naar gemeente Almere en naar een gebruiker in Zweden. <

24

De Boomkwekerij 6 (20 maart 20 5)


De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

25


Tekts: Emiel van den Berg, Foto’s: Floralook

Klimaat en bemesting belangrijk bij afhar Het afharden van plantmateriaal bij vaste planten is een precisieklus. Ook eenmaal opgepot blijft oplettendheid vereist. Kwalitatief goed plantgoed, klimaat en bemesting zijn de aandachtspunten. Essentieel is het ook om de afzonderlijke soorten goed in de gaten te houden.

Kees Pastoor, adviseur bij DLV-plant, adviseert bij de inkoop van plantgoed goed op te letten of de leverancier wel adequaat investeert in het afharden. „Is dat niet het geval ga dan terug en bespreek dat. Of neem eventueel zelf maatregelen door stektrays bijvoorbeeld onder schaduwdoek te zetten. Een week of twee is vaak al voldoende.” Kweker Jos Swinkels stekt bewust zelf. „We merkten dat we bij ingekochte stek regelmatig de varenrouwmug meekregen.” De larve vreet zich in de wortelhals van planten en zeker bij stilstand in de winter kan dit leiden tot een flinke aantasting. Hij zet in op zware kwaliteit. „Niet op stek dat in zes weken is opgekweekt. Het is een kwaliteitsverhaal.” Stekplanten staan ook niet onder extra verlichting of verwarming. „Ze staan in de koude kas of buiten. Ze moeten zelf kunnen overleven. Wat deze periode doorstaat, gaat niet meer dood.” Kweker Leon Hereijgers koopt bijna al het plantgoed in bij circa 25 verschillende leveranciers. „Ik kweek circa 1.800 verschillende soorten en cultivars, te veel om daarvan zelf plantgoed te maken.” Kwaliteit en levertijd is bij gestekt materiaal het meest betrouwbaar. Bij plantgoed uit meristeemcultuur kan met name de kwaliteit nog wel eens wisselen. „En zaailingen zijn het meest onvoorspelbaar. Het gangbare lukt nog wel, maar bij moeilijkere gewassen kan het wisselen. Soms wordt niets geleverd omdat het zaad niet of slecht kiemt.” Niet altijd is het geleverde plantgoed voldoende afgehard. „Dan maken we zelf de keuze om dat materiaal wel of niet al buiten te zetten. Soms, uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden, houden we het nog een aantal dagen in de kas.”

Sporenelementen Bij het afharden van eenmaal opgepot plantgoed noemt Pastoor klimaat en bemesting aandachtspunten. Bij klimaat spelen temperatuur, vocht en licht een rol. Om plantmateriaal te laten wortelen zijn een relatief hoge temperatuur en vocht nodig. Vaak staat dat materiaal daarom onder de beneveling. Eenmaal aan de wortel verhuist het materiaal naar minder vochtige ruimtes. „Anders ontstaat er een te weelderige groei en zijn de planten kwetsbaar. Dat kan stress veroorzaken wat een goede doorgroei stagneert en voor uitval kan zorgen.”

26

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

Ook bladhoudende planten als Thymus vulgaris en Lavandula houdt Swinkels in

Hetzelfde geldt voor de temperatuur die naarmate de planten geworteld zijn, moet afnemen. „Op een gegeven moment moet de temperatuur in kas of tunnel gelijk worden met de buitentemperatuur.” Bij licht is het ook noodzakelijk om de buitenomstandigheden na te streven. „In kas en schaduwhal mag het zeker niet te donker worden, dan gaan de planten strekken waardoor ze gevoelig raken voor ziektes en aantastingen. Je wilt de planten juist compact, stevig en hard hebben.” De bemesting van het plantmateriaal is een tweede aandachtspunt. Over het algemeen kan gezegd worden dat als de plant begint te wortelen, fosfaatgiften de groei van de wortels bevorderen. Is het plantmateriaal eenmaal aan de groei dan mag begonnen worden met stikstof. „En heel snel ook met kali en calcium voor stevige celwanden, wat weer een extra bescherming is tegen ziekten en plagen.” Pastoor noemt ook het belang van sporenelementen als mangaan en borium. „Meestal worden die later wel gegeven in de vorm van oplosbare mengmest. Zeker in het volwassen stadium van de plant is dat gewenst, maar ook in de aangroeifase is het goed om meststoffen te geven waarin sporenelementen zitten.”


Kwaliteit

den vaste planten TIPS > Laat de planten wortelen in een warme en vochtige ruimte. > Verplaats de planten na wortelzetting richting koude kas. > Voor de doorgroei verhuizen de planten naar de schaduwhal. > Zorg voor lichtomstandigheden zoals buiten. > Gebruik kwaliteitspotgrond die vocht voldoende vasthoudt. > Geef fosfaat tijdens de aangroei van wortels. > Geef stikstof, kalium en calcium zodra zich blad vormt. > Heb aandacht voor sporenelementen. > Volg de groei bij de verschillende plantgroepen aandachtig. > Neem gewasbescherming mee tijdens de opkweek.

de winter buiten. „In de kas moet je veel te veel spuiten tegen schimmels.”

Bij twijfel over de hoeveelheid en samenstelling van de te geven meststoffen adviseert Pastoor een analyse van de potkluit te maken om te kijken wat er aan hoofd- en sporenelementen aanwezig is. „Met plantsapmetingen is dat ook mogelijk, maar meestal gebeurt dat in een latere fase.” Bij elke bemestingkeuze is het belangrijk te weten of het om snel of traag wortelende gewassen gaat. „Dat is vooral een kwestie van goed observeren.” Bemesting gaat bij Swinkels standaard wekelijks mee met het water. Groeien planten te hard dan worden ze apart gezet. „Dan geven we alleen nog mest om ze op kleur te houden.” Door handmatig met de slang water te geven, kan de gift per soort makkelijk worden aangepast. De verschillende vaste planten staan naar gelang hun behoeftes bij elkaar.

Minder onkruid Pastoor ziet de groep vaste planten als één geheel, maar vindt het essentieel om goed te blijven kijken naar de onderlinge partijen. Groeit een enkele groep te snel, dan is maaien een optie. „Dat geeft een stevige uitstoeling,

een compacte plant, snelle doorgroei en daardoor minder kans op onkruid.” Bij een goede doorkweek is weghalen van het snoeiafval niet nodig. „Alleen met heel mals blad is er vergroting van schimmelrisico’s.” Bij potgrond benadrukt hij het belang van kwaliteit. Plug en kluit moeten egaal vochtig kunnen zijn en blijven, geen pieken of dalen hebben. „Op het moment van uitplanten is het belangrijk dat de kluit goed vochtig is. Te droge kluiten die naderhand worden beregend, krijg je nooit meer helemaal vochtig.” Een laatste tip van Pastoor is om tijdens het opkweekproces ook al aan gewasbescherming te denken. „Bijvoorbeeld bij gewassen die gevoelig zijn voor spint kun je al vroeg roofmijten uitzetten.” <

Bijna al het plantgoed wordt in plug opgekweekt. Grove planten als Astilboides, Pulmonaria, Rodgersia en Hemerocallis heeft Hereijgers meestal uit de vollegrond.

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

27


Foto: Certis

Toepassing chemische middelen steeds beperkter De gewasbescherming wordt steeds ingewikkelder door de beperkingen op etiketten en toenemende eisen van klanten, zoals het opleggen van het verbod op neonicotino誰den en Decis.

Margareth van der Horst Plant Care Education info@plantcareeducation.nl

Wat houdt de beperking van het gebruik van neonicotino誰den in? Voor de boomteelt gaat het om Admire, Calypso, Actarra en Gazelle. Het zijn systemische insecticiden voor de bestrijding van zuigende insecten. Admire en Calypso worden tevens ingezet voor de bestrijding van taxuskever en vlinders/motten. Voor een vroege aantasting van bladluizen kan Teppeki met uitvloeier worden ingezet. Dit middel werkt door contact en opname. Het middel is vriendelijk voor natuurlijke vijanden (integreerbaar met biologische bestrijding) maar schadelijk voor hommels en bijen. Dosering 0,14 kg/ha, 3x per 12 maanden en interval tussen toepassing minimaal 21 dagen. Bij voldoende gewasactiviteit in de buitenteelt, kunt u kiezen voor Movento. Dit middel moet door het gewas opgenomen worden en heeft nauwelijks contactwerking. Dit middel heeft ook een werking op dopluizen en nevenwerking op alle mijten. Dosering is 50 ml/100 l water, 2x per jaar. Ook dit middel is veilig voor natuurlijke vijanden, maar niet voor bestuivende insecten. Door beperking in het aantal toepassingen en het risico op resistentie moeten bij herhaaldelijke bladluisaantasting, andere middelen worden ingezet. In de binnenteelten kunt u sluipwespen en galmuggen

Roofmijten zijn goed inzetbaar voor de bestrijding van spint en trips.

28

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

uitzetten. Als corrigerende maatregel kunt u NeemAzal EC spuiten. Deze olie-achtige formulering (niet mengen met uitvloeiers) kan scherp zijn voor sommige gewassen. Pas daarom een proefbespuiting toe. De biologische spintmijtbestrijding in binnen- en buitenteelten is goed mogelijk. Het preventief inzetten van Amblyseius californicus of A. andersoni werkt goed. U kunt deze mijten strooien, blazen of door middel van waterafstotende zakjes uitzetten. Het voordeel van zakjes en linten is dat de roofmijten gedurende zes weken uitkomen. Weekhuidmijten en citrusspinten worden niet bestreden. Twee weken voor het inzetten van roofmijten kunt u Carex EC inzetten daarbij goed opletten, kan scherp zijn voor het gewas of Vertimec Gold die bestrijdt tevens trips. Als in uw situatie Actara niet ingezet kan worden en u bent beperkt in het gebruik van Vertimec Gold (2 of 3x per teelt), zet dan Amblyseius cucumeris in (50 tot 100/m2, herhalen afhankelijk van infectiedruk). Hang blauwe vangplaten op om de tripspopulatie goed te volgen. U kunt corrigeren met NeemAzal of bij zwaardere aantasting Vertimec Gold om na ongeveer tien dagen opnieuw A. cucumeris uit te zetten. <


Teeltadvies

Lever coniferen af zonder oude gewasschade In coniferen is nog oude schade te zien van smucht en taksterfte. Zijn deze gewassen middels snoei nog leverbaar te maken? Bekijk verder uw aanpak van taxuskever en het eerste onkruid.

Hans Pijpers Cultus Agro Advies hanspijpers@cultus.nl

Door de toenemende temperatuur komt er weer activiteit in de coniferen. Afgelopen jaar waren er veel problemen met smucht en taksterfte, als gevolg van de natte maanden juli en augustus. Veel van deze oude schade is nog zichtbaar. Overweeg in leverbare gewassen of deze door snoei, nog voordat het eerste schot wordt gevormd, alsnog leverbaar kunnen worden gemaakt. In nietleverbare gewassen staat meestal nog wel een snoeibeurt in de planning. Kijk ook kritisch naar de ruimte tussen de planten, zowel in de vollegrond als in de containers. Staan de planten te kort op elkaar? Neem dan tijdig maatregelen, zoals uitdunnen, wijderzetten of snoeien. Let op bij partijen waarin een aantasting heeft gezeten, en/of een gewas wat kort op elkaar staat, voor nieuwe schimmelaantasting. Preventief kunt u spuiten met bijvoorbeeld Captan, Mirage Plus of Switch. Let ook op de aanpak van taxuskever. Inzet van aaltjes heeft vooral een goed resultaat voordat verpopping van de larven wordt waargenomen. In het voorjaar is in die fase echter de bodemtemperatuur nog erg laag.

Als de bodemtemperatuur lager dan circa 10°C is, is de werking van aaltjes beduidend minder dan bij circa 15°C. In kassen en tunnels kan deze temperatuur eerder worden bereikt; houd daar rekening mee met inzetten. Het beste moment voor inzet is als de larven nog zeer jong zijn. Dat is over het algemeen rond september. Als u aaltjes niet effectief kunt inzetten, is bestrijding van de eerste kevers van groot belang. Ondertussen worden in de vollegrond de eerste percelen weer aangeplant. Zorg dat u tijdig Butisan of Sultan inzet, voordat het eerste onkruid begint te kiemen. Op vaststaande percelen kunt u nog steeds Kerb inzetten. Zorg in de containerteelt tot slot voor het tijdig bijmesten om de gewassen weer op kleur te krijgen. Vaak zijn de potten geheel doorworteld en is er weinig beschikbare voeding meer aanwezig. Van belang is dat er ook direct beschikbare voeding wordt toegediend; enkel langzaam werkende meststoffen kunnen te laat effect laten zien. Bedenk dat het type meststof en de manier van toedienen per situatie anders is. <

Bestrijd onkruid in rozen rond het afknippen Op dit moment zijn/worden er veel geoculeerde (stam)rozen afgeknipt. Het is belangrijk dat u net voor of na dit koppen, het onkruid volvelds bestrijdt. De rozen zijn namelijk alweer actief.

François van Abeelen DLV Plant f.vanabeelen@dlvplant.nl

Er zijn twee redenen om rond het koppen te spuiten tegen onkruid. Ten eerste mogen de oculaties niet te ver zijn uitgelopen, anders is er risico van opname door het nieuwe blad, waardoor er groeiremming kan optreden. Dit geldt ook voor wilde scheuten. Ten tweede is het belangrijk dat de toplaag van de bodem vochtig is op het moment van spuiten. Wacht dus niet te lang met deze bespuiting. Wanneer de toplaag te droog is, hechten de bodemherbiciden zich minder goed aan het organische stof en wordt de werkingsduur duidelijk verkort. Om de werking van bodemherbiciden te verbeteren is het toevoegen van een hechter verstandig. In de praktijk wordt hiervoor Grounded (hechter) of Codacide (plantaardige olie) gebruikt. Uit proeven in het verleden is gebleken dat deze middelen een positieve werking hebben op de werkingsduur van bodemherbiciden. Op zandgronden wordt in de praktijk 0,75 l/ha Butisan S plus 0,5 l/ha Linuron plus een hechter gespoten. Op een zwaardere grond met meer lutum kunt u de dosering verhogen naar 1,25 l/ha Butisan S plus 0,75 l/

ha Linuron plus een hechter. Ook bestaat de mogelijkheid om na het afknippen als de wonden zijn ingedroogd, eventueel 1,5-2 l/ha Basta 200 mee te spuiten met Linuron en Butisan S. Dit kan alleen wanneer de geoculeerde ogen nog niet te ver zijn uitgelopen. Wanneer het eerste echte blad zich heeft ontwikkeld bij de uitgelopen oculaties, wordt het risico op groeiremming te groot en moet u Basta 200 niet meer toevoegen. Gebruik dit middel alleen indien er veel bestaand onkruid op een perceel aanwezig is. Let erop dat de etiketten van de onkruidmiddelen zijn aangepast. Butisan S en Sultan hebben een maximale toepassing van twee keer per twaalf maanden, een maximale dosering van 6 l/ha en geen toepassing in waterwingebieden. Linuron en Afalon mag u allebei slechts één keer per twaalf maanden toepassen, met een maximale dosering van 1,6 en 1,7 l/ha. Op percelen die grenzen aan oppervlaktewater, moet u tot slot 90% driftreducerende spuitdoppen gebruiken tijdens het toepassen van deze middelen. < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

29







Bemesting

Tekst: Tijs Kierkels Foto’s: Everris International

Keuze gecoate meststof vergt goede afwegingen De variatie in gecoate meststoffen is erg gegroeid. Het zijn er zoveel dat je als kweker door de bomen het bos niet meer ziet. Hoe moet je daar een keuze in maken? Op die simpele vraag past een genuanceerd antwoord: zaken goed afwegen.

Niet alleen voor de containerteelt, maar ook voor de vollegrondsteelt van boomkwekerijgewassen zijn diverse formuleringen gecoate meststoffen verkrijgbaar. Ze verschillen inhoudelijk van elkaar in NPK-verhouding, toevoeging van andere voedingselementen en afgifteduur.

Alleen al marktleider Everris heeft zo’n dertig soorten gecoate meststoffen die relevant zijn voor de boomkwekerij. Samen met de producten van Haifa, Mivena en Ekompany telt dat op tot krap tachtig producten waaruit je kunt kiezen (kader Overzicht). Ze bestaan allemaal uit een mix van meststoffen, omhuld door een coating. Die zorgt ervoor dat de mineralen heel langzaam worden afgegeven, gedurende drie, vier, zes, acht of zelfs zestien maanden. Na toediening van de gecontroleerd vrijkomende meststoffen (interna-

tionaal afgekort als CRF, Controlled Released Fertilisers) aan de grond, dringt het water door de coating en lost de voedingstoffen op. Er ontstaat een verschil in concentratie tussen binnen en buiten. Dat zorgt voor een osmotische druk die de meststoffen heel langzaam naar buiten stuwt.

Werkingsduur geldt bij 21°C De afgiftesnelheid wordt bepaald door de temperatuur. De geclaimde werkingsduur van de meststoffen voor containerteelt geldt bij 21°C. Als

de gemiddelde bodemtemperatuur lager is, werkt het product langer. Wat er werkelijk opneembaar is voor de plant, hangt ook af van de vochtigheid van de (pot)grond. Heel veel regen op een dag spoelt de meststoffen weg. Als het erg droog en heet is, zal er wel veel vrijkomen, maar laat het transport door de grond te wensen over. Dan kan een te hoge concentratie ontstaan. Irrigatie lost dit probleem overigens op. Verschillende typen coatings reageren verschillend op temperatuurschommelingen. Hoe kom je nu tot een goede keuze?

>

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

35


OVERZICHT

Een veelheid aan keuzes > Gecontroleerd vrijkomende meststoffen verschillen in mineralensamenstelling, afgifteduur en werkingsprincipe. Er zijn vier leveranciers actief op de boomkwekerijmarkt: marktleider Everris biedt Osmocote (containerteelt) en Agroblen (vollegrondsteelt). Haifa heeft Multicote (containers) en Multigro (vollegrond). Mivena levert Horti-Cote (containers) en Field-Cote (vollegrond), Ekompany biedt Ekote. > Alle leveranciers hanteren veel formuleringen, die verschillen in NPK-verhouding en de toevoeging van andere hoofd- en sporenelementen. Verder verschilt de afgifteduur, variërend van drie tot zestien maanden. > Everris biedt de meest geavanceerde producten. Naast de gewone gecoate meststoffen, heeft de fabrikant twee gespecialiseerde lijnen. Deze zijn afgestemd op specifieke gewasbehoeften en ritmes. Het meest geavanceerde product heeft twee coatings, waardoor het afgiftepatroon gedurende het seizoen varieert, bijvoorbeeld eerst twee maanden niets en dan een aantal maanden gelijkmatige afgifte. Of in de tweede helft van het seizoen een hogere afgifte. Voor vollegrondsteelten is een andere formulering nodig, omdat de bodemtemperatuur lager is dan in potten en containers en langzamer opwarmt danwel afkoelt.

de prijs, want gecoat is relatief duur.” Soms is er geen keuze voor wel of niet gecoat. Het Activiteitenbesluit schrijft voor dat je CRF’s moet gebruiken op een containerveld zonder recirculatie. „In zo’n geval moet je rekening houden met de specifieke behoefte van je gewas. Dan kies je soms voor de geavanceerde producten om tot het juiste afgiftepatroon te komen, bijvoorbeeld een product dat in de tweede helft van het seizoen meer afgeeft. Bij andere gewassen kun je voor de meer gewone gecoate producten kiezen.”

> Ekompany onderscheidt zich van de andere leveranciers met duurzaamheid. Het coatingsproces is minder milieubelastend dan traditioneel, aldus Ekompany. Dat zorgt ervoor dat in de teelt geen ongewenste stoffen vrijkomen. Verder is de coating van organische oorsprong.

DLV-adviseur Arie Schipper noemt op welke componenten meespelen bij de beslissing: „Het gewas of de cultivar en zijn specifieke behoeften, de teeltduur, bladhoudend of -verliezend, het moment van oppotten, de samenstelling en werkingsduur van de meststof. En de mogelijkheid om al of niet bij te mesten. En natuurlijk

Coating geheim De kwaliteit van CRF’s staat of valt met de kwaliteit van de coating. Op dat vlak vinden allerlei ontwikkelingen plaats. Maar hoe de coating voor het verschil in werkingsduur zorgt, is het geheim van de smid. „Dat is bijna hetzelfde als bij Coca-Cola naar het recept vragen”, zegt salesmanager Eric Brachter van Everris lachend. „We komen tot veel verschillende formuleringen, omdat klanten ernaar vragen. Hun gewas heeft bijvoorbeeld meer stikstof of kalium nodig, of bepaalde sporenelementen. Of ze willen een kortere of langere

werkingsduur, en een verschillende afgifte gedurende het seizoen.”

’Stem af op gewasbehoefte’ Schipper raadt kwekers aan meer gebruik te maken van de mogelijkheden op de markt. „In gewasspecifiek bemesten zit nog wel een verbeterpunt. Niet op de hele kwekerij dezelfde gecoate meststof gebruiken, maar afgestemd op de behoefte van de soort, en rekening houdend met ziektegevoeligheid. Dat is belangrijker dan dat je kiest voor merk A of merk B. De meeste potgrondleveranciers kunnen diverse merken door hun substraat mengen, maar ze hebben niet alles op voorraad. Dat is voor een kweker wel belangrijk om naar te informeren.” Om meer zicht te krijgen op de specifieke behoeften van gewassen en cultivars, laten de leveranciers voortdurend proeven doen. Onder andere bij DLV Plant in Boskoop. Jeroen van der Meij, projectleider onderzoek: „De vraagstelling is vaak welk gewas welke specifieke doseringen en meststof nodig heeft, al dan niet aangevuld met wateroplosbare meststoffen via de beregening. Elk gewas reageert weer anders op

ERVARING

’Veel nodig, daarom beslissen we op prijs’ Boomkwekerij B. Wansinck in Hazerswoude gebruikt Multigro met een NPK-gehalte van 21-0-10, bij de Buxus-teelt in de vollegrond. „Onze grond bevat al veel fosfaat; vandaar de keuze voor een meststof zonder fosfaat. We hebben dit bepaald samen met onze teeltvoorlichter”, vertelt Barry Wansinck. „We hebben veel gecoate meststof nodig en beslissen daarom op grond van prijs. En natuurlijk op grond van de mineralengehaltes.” Hij kiest voor een gecontroleerd vrijkomende meststof omdat het arbeidsbesparend is. „Je bemest in één keer voor een heel seizoen.” Wel houdt hij in de zomer de stikstofontwikkeling goed in de gaten, aan de hand van grondmonsters. Als het nodig is, bemest hij bij met kalkammonsalpeter. Voor aflevering worden de planten opgepot. De potgrondleverancier mengt standaard Multicote 6 met een NPK-gehalte van 17-11-11 (plus magnesium en sporenelementen) door de grond. Hiermee blijft het product bij de consument nog meerdere maanden groen, aldus Wansinck. Bij oppotten in het najaar kiest hij voor een langere afgifteduur (Multicote 8). „We hebben dit één keer uitgedokterd en zijn er tevreden over.”

36

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)


Bemesting

Wortelontwikkeling bij gebruik van Osmocote Exact 8-9 maanden door de potgrond. Aan de blauwe korrelkleur is deze werkingsduur te herkennen.

de aangeboden bemesting. Het is daarom van groot belang de werkelijke mestbehoefte van specifieke gewassen inzichtelijk te krijgen om emissie te voorkomen.”

Bijsturen blijft toch nodig Je kunt met CRF’s een goede basis leggen voor precisiebemesting, maar er is één factor die de precisie weer ondergraaft: de onvoorspelbaarheid van het weer. In een mooi constant seizoen doet de meststof wat je verwacht, maar de grilligheid van het weer neemt toe. Schipper: „De ene meststof doet het het ene jaar beter, de andere in een ander jaar. Wil je naar een optimaal voedingsniveau, dan zul je toch moeten bijsturen aan de hand van potgrondmonsters.” Romke Postma van het Nutriënten Management Instituut (NMI) in Wageningen wijst echter op het volgende: „Als je langzaam vrijkomende meststoffen gebruikt, is het voor een

laboratorium soms moeilijk vast te stellen wat de actuele beschikbaarheid is van de mineralen.” Dat maakt de beslissing over bijbemesten een lastige, aldus Postma. „Het theoretische voordeel ’Je dient één keer de goede mix toe en je hebt er geen omkijken meer naar’, heeft in de praktijk dan ook haken en ogen.” Schipper adviseert dan ook: welk product je ook kiest, blijf meten. „Houd de EC in de gaten en laat grondmonsters analyseren.”

Onderzoek naar emissie Henk van Reuler van PPO Boomkwekerij heeft onderzocht in hoeverre CRF’s een bijdrage kunnen leveren aan de emissieproblematiek in de vollegrondsteelt. „Het resultaat was wisselend. In eerste instantie leek het erop dat een groter deel van de mineralen werd opgenomen, maar in een andere proef (onder andere met rozen) kwam dat er niet uit. Je

bent bij zulke proeven sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Het ligt trouwens wel in de lijn van de rede, dat er minder uitspoelt bij CRF’s.”

Arbeidsbesparing in vollegrond Een belangrijke reden om CRF’s in de vollegrondsteelt te gebruiken, is de arbeidsbesparing ten opzichte van een bijmestsysteem. Weliswaar zijn CRF’s niet goedkoop. „Maar dat is arbeid zeker ook niet”, geeft Van Reuler aan. Verder hoef je met CRF’s minder over het land te rijden, wat ook gunstig kan zijn. Bij het uit de grond telen van gewassen (zoals laanbomen in een gotensysteem), ben je dankzij het gebruik van CRF’s niet verplicht om te recirculeren. „Dat is een enorm voordeel”, aldus Van Reuler. „In alle gevallen is het zaak goed af te wegen wat je wint bij het gebruik.” < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

37


Tekst en Foto: Ron Barendse

Buxus: openheid over Cylindroclad Buxuskwekers en handelaren hebben al een aantal jaren te maken met de problemen rondom Cylindrocladium. Hoe gaan zij hier richting het komende leverseizoen mee om en hoe zorgen zij dat hun klanten blijven kopen? Een rondgang langs een aantal betrokkenen.

De markt voor Buxus staat al een paar jaar onder druk en de problemen met de schimmel Cylindrocladium zijn hier volgens veel kwekers mede schuldig aan. Het aantal kwekers neemt mede daardoor al een aantal jaren af, van zo’n 798 in 2010 tot 634 in 2014. Maar door minder kwekers is het aanbod vooralsnog niet minder. Sterker nog, het areaal lijkt volgens de laatste voorlopige cijfers uit de CBS-landbouwtelling in 2014 zelfs weer te stijgen. De piek van het Nederlandse areaal lag in 2011 op 1.684 ha. In 2013 was dit gedaald tot 1.502 ha. In 2014 was er weer een stijging tot 1.544 ha. De stijging van het areaal Buxus komt in ieder geval niet overeen met het beeld wat bij Gert Koert, mededirecteur van Groen-Direkt leeft. Hij merkt onder zijn klanten veel onzekerheid. „Moeten wij nog wel Buxus kopen, vragen sommige van onze klanten zich af.” Koert heeft hier vooralsnog geen goed antwoord op en dat heeft mede te maken met de

ervaringen van vorig jaar. Toen kreeg Groen-Direkt door problemen met Buxus tegen de €10.000 aan claims voor de kiezen. „In ieder geval durven wij onze klanten niet te garanderen dat een product vrij is van Cylindrocladium. Soms, als wij de planten zien of als een klant ze uitpakt, zien ze er goed uit. Maar de ervaring leert dat na een paar weken er alsnog problemen kunnen optreden en dit maakt de schuldvraag complex.” Groen-Direkt wil de handel in Buxus koesteren en acht daarom een soepel reclame-traject noodzakelijk. „We moeten uitkijken dat Buxus geen bijproduct wordt. Ik schat dat in vier jaar tijd onze buxusomzet is gehalveerd”, zegt Koert. Hij geeft het voorbeeld van een Zwitserse klant met drie tuincentra, die tijdens de beurs in augustus vorig jaar nog Buxus kocht maar na kwaliteitsproblemen vorig jaar dat dit jaar niet meer doet. De afzetorganisatie vraagt zich af hoe ze de problemen het beste kan

MENING

’Je kunt nooit alles zien’ Wilma Windhorst van Agropoli kent de wens van kwekers en handelaren om zeker te zijn dat de Buxus die ze willen verhandelen vrij is van Cylindrocladium. Maar zij zet haar vraagtekens bij het nut van testen van Buxusmateriaal in een laboratorium. „Je kunt een perceel niet zomaar testen door hier en daar wat plantmateriaal te nemen en onder een microscoop te leggen. Als daar uitkomt dat planten geen sporen van Cylindrocladium bevatten, zegt dat niet zo veel. Een paar planten verder kan wel sprake zijn van aantasting.” Windhorst ziet veel meer in visuele inspectie van een perceel aangevuld met de voorgeschiedenis van de

aanpakken. „We zijn daar momenteel over aan het brainstormen. Een deel van de oplossing ligt er waarschijnlijk in om de informatie verderop in de keten te verbeteren.” Koert doelt daarbij op tuincentra waar de omstandigheden voor Buxus niet altijd ideaal zijn. Maar ook is hij in gesprek met partijen als DLV Plant en kwekerij Top Buxus om te kijken welke adviezen zij aan hun klanten kunnen geven. Maar zoals de vlag er nu bij hangt zegt hij: „Wij zorgen er voor dat planten bij uitleveren visueel vrij van Cylindrocladium zijn, maar geven geen garantie verderop in de keten”.

teelt waarbij het door de kweker gehanteerde spuitschema van belang is. „Ik durf pas met redelijke mate van zekerheid te zeggen dat een partij vrij is van Cylindrocladium als er geen aantasting te zien is én als bodem, bemesting en spuitschema bij de kweker in orde zijn.” De incubatietijd van Cylindrocladium – de tijd tussen infectie met sporen en het zichtbaar worden van de eerste vlekjes – maakt bemonstering en keuring volgens Windhorst lastig. „De incubatietijd is acht dagen en planten kunnen een infectie hebben opgelopen zonder dat deze zichtbaar is.” Maar de kans op het ontwikkelen van Cylindrocladium is bij kwekers die teelttechnisch hun zaakjes op orde hebben veel kleiner dan bij kwekers die dit niet hebben.” <

38

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

Monsters van alle percelen Van Lint in Boskoop is gespecialiseerd in grote retailorders van onder andere Buxus. Verkoper Jeroen van Gils zegt dat ze dit jaar voor het eerst


Afzet

ium moet handel vertrouwen geven

Bij de afzet van Buxus speelt een mogelijke aanwezigheid van Cylindrocladium een rol. Kwekers en handelaren ondernemen verschillende acties om risico’s op de schimmelziekte te beperken.

van àlle acties die ze uitleveren vooraf de percelen laten bemonsteren en op Cylindrocladium laten controleren door laboratorium Groen Agro Control. „Voorheen deden we dit alleen voor één klant, aan wie we ook nog eens altijd het spuitschema van de geleverde producten overleggen.” Maar nu gaat Van Lint dit dus voorafgaand doen aan alle acties en dat is een wezenlijk verschil met voorgaande jaren. Van Gils: „We hadden het gevoel dat we echt iets moesten doen en dat we hierover naar onze klanten toe open moesten zijn. Door het meesturen van laboratoriumrapporten willen we klanten meer zekerheid bieden en het imago van Buxus verbeteren.” En Van Lint is niet de enige die hiervoor bij het laboratorium aanklopt. „We zien recent een toename van buxuskwekers waarvoor we hun planten op Cylindrocladium laten tes-

ten”, aldus Ines van Marrewijk van Groen Agro Control.

Geen klanten kwijt Van Gils zegt dat ze de afgelopen jaren geen klanten zijn kwijt geraakt door de problemen met Cylindrocladium, maar dat klanten wel voorzichtiger bestellen. Dit heeft overigens niet alleen met Cylindrocladium te maken. Klanten in met name ZuidDuitsland, Oostenrijk en Zwitserland lijken volgens hem misschien wel meer problemen te hebben met de schade door rupsen van de buxusmot, dan met de schimmelziekte. Toch bespeurt Van Gils bij zijn klanten, veelal exporteurs, de wil om met Buxus te blijven werken. „Qua omzet blijft het een belangrijke productgroep die ze niet kwijt willen en echte alternatieven als vervanger zijn er niet voorhanden. Ilex crenata is

bijvoorbeeld een stuk duurder.” André Hubregtse van Buxuskwekerij J.A. Laban in Reeuwijk zegt dat zijn klanten niet vragen om een schriftelijke verklaring dat hun Buxus vrij is van Cylindrocladium. „Duitse en Franse retailers vragen bijvoorbeeld eerder om een MPS-GAP-certificering dan dat ze vragen naar een verklaring dat onze Buxus vrij is van Cylindrocladium. Wat de schimmel betreft kunnen we er wel voor zorgen dat planten ziektevrij ons bedrijf verlaten, onder andere met medewerking van onze teeltadviseur, maar dat is geen garantie dat er verderop in de keten geen problemen kunnen ontstaan.” Het belangrijkste argument van Hubregtse richting zijn klanten is een preventieve aanpak van Cylindrocladium. „En niet alleen door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, maar ook door de planten minimaal een jaar voor afleveren in pot te kweken. Ten opzichte van potgedrukte planten scheelt dit vlak voor aflevering een belangrijk stressmoment voor de planten wat de kans op besmetting met Cylindrocladium verkleint.” Dit heeft er volgens Hubregtse onder andere voor gezorgd dat de buxusafzet op hun bedrijf de laatste jaren is gegroeid. „Misschien dat we daarbij een stukje van de markt van potgedrukte Buxus hebben overgenomen.”

Vertrouwen in Buxus Maarten Graafland van de gelijknamige handelskwekerij is ervan overtuigd dat kwalitatief goede Buxus het hoofd kan bieden aan de nadelen van het product. „Ik zal richting klanten niet ontkennen dat Buxus – vooral op consumentenniveau – problemen kan opleveren. Maar ik stuur onze Buxus met vertrouwen richting onze klanten, zonder dat we deze een testrapport meegeven.” De kweker wil wel gaan kijken hoe ze klanten kunnen adviseren hoe verderop in de keten met Buxus moet worden omgegaan. „Daar ligt voor ons nog een taak.” < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

39


Tekst: Ketura Haveman Foto: Tuinbranche Nederland

Kwekers en tuincentra organiseren th Twee jaar geleden organiseerden de vasteplantenkwekers een Dag van de Vaste Plant. Vorig jaar leek het initiatief stil te vallen, maar dit jaar krijgt de vaste plant wederom extra aandacht. Tuincentra en de kwekers van Perennial Power organiseren van 21 tot en met 29 maart de Week van de Vaste Plant. In de laatste week van maart zullen tuincentra de vaste planten extra onder de aandacht brengen van de consument. De themaweek is georganiseerd door Tuinbranche Nederland en Perennial Power. Als thema is er gekozen voor ’vaste planten kleuren je tuin jaarrond’. „Dat is op verzoek van de tuincentra”, vertelt Brenda Horstra van Tuinbranche Nederland. „Consumenten willen jaarrond kunnen genieten van hun tuin. Met het thema willen de tuincentra benadrukken dat je met vaste planten jaarrond kan zorgen voor een aantrekkelijk tuin.” De week van de vaste plant is de eerste van de vijf thema’s die tuincentra dit jaar organiseren. Met de thema’s willen ze de aandacht van de consument vestigen op biodiversiteit. „De biodiversiteit moet en kan beter, en consumenten kunnen daar zelf een belangrijke rol in spelen door de biodiversiteit in hun tuin te verbeteren. Enerzijds door natuurlijk meer groen in de tuinen te planten, maar ook door te zorgen dat er een grote diversiteit in soorten en variatie in bloeitijden aanwezig is.” Vaste planten zijn een productgroep die zich daar goed voor leent. „Met vaste planten kun je zorgen dat bijen, vlinders en andere bestuivers jaarrond voedsel tot hun beschikking hebben.”

Publiciteit Om ruchtbaarheid te geven aan de themaweek, heeft Tuinbranche Nederland redactionele pagina’s gemaakt met allerhande wetenswaardigheden over vaste planten. Daarop is ook vermelding gemaakt van de themaweek. Deze pagina's

40

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

zijn landelijk verzonden naar alle huis-aan-huisbladen. Daarnaast zijn er folders gemaakt. „Het is eigenlijk een foldertje. Want het is ter grote van een visitekaartje, maar is uitvouwbaar. In de folder wordt antwoord gegeven op de vraag wat een vaste plant is en worden enkele combinatiemogelijkheden genoemd. Daarnaast wordt er van 16 soorten een foto getoond met daarbij kort informatie over naam, standplaats, bloeihoogte en bloeitijd. Alle leden van Tuinbranche Nederland zijn geïnformeerd over de themaweek, waarbij ook is gemeld dat er promotiemateriaal op de site van de organisatie beschikbaar is en dat er folders opgevraagd kunnen worden. „Daar hebben we goede reacties op gehad en er zijn behoorlijk wat folders opgestuurd”, weet Horstra. „Wat tuincentra er uiteindelijk mee gaan doen is echter afwachten.

Presentatie Intratuin Zuidplas in Zevenhuizen is een van de tuincentra die gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om folders op te vragen. „Het is een leuk initiatief”, meent Jan Duijndam van Intratuin Zuidplas. „Wat we er echter precies mee gaan doen weten we nog niet helemaal.” Momenteel staan de presentatietafels voor vaste planten inmiddels helemaal vol. „Maar het is natuurlijk leuk om in de themaweek wat extra aandacht te vestigen op de planten. Hoe we dat precies gaan doen, beslissen we eigenlijk de week vooraf.” Duijndam heeft wel een voorkeur. „Het zou leuk zijn als we de zaterdag of zondag van de themaweek een

vasteplantenkweker op de winkelvloer hebben. Wij kunnen de klanten wel informatie geven, maar ze stellen hun vragen liever direct aan een kweker. Die kan natuurlijk ook veel meer vertellen over de planten, dan wij kunnen.” Duijndam realiseert zich echter wel, dat dit lastig te regelen is. „Intratuin wordt beleverd door één kweker en die man kan natuurlijk ook niet in alle winkels tegelijk zijn. En ik snap ook wel dat het voor een andere kweker misschien niet leuk is als hij in een winkel zijn verhaal vertelt en vragen beantwoordt, terwijl het niet zijn planten zijn.” Duijndam denkt echter wel dat het een grote meerwaarde voor een themaweek betekent, als kwekers een actieve rol spelen door een dag bij een tuincentrum aanwezig te zijn. „Voor dit jaar is het te kort dag, maar voor volgend jaar liggen er wel mogelijkheden. Als kwekers zich


Promotie

emaweek vaste planten In Memoriam Jo Bömer-Meeuwissen Op 4 maart 2015 is in haar woning in Zundert Jo Bömer op 71 jarige leeftijd onverwacht overleden. Door haar opleiding in Boskoop, de RMTS gevolgd door de tuinarchitectenopleiding HOTA ontwikkelde Jo zich tot een kenner van het boomkwekerijsortiment. In Boskoop leerde ze Maarten Bömer kennen en samen begonnen ze in 1967 een kwekerij in Zundert. Aanvankelijk een traditioneel bedrijf maar uitgroeiend tot een sortimentskwekerij. Al vanaf het begin werden vele reizen ondernomen naar kwekerijen en parken, onder andere naar Engeland, Frankrijk maar in die tijd nog heel bijzonder ook naar landen in het voormalig Oostblok. Veel plantmateriaal kwam in de kwekerij in Zundert terecht, beuken, eiken en Ginkgo behoorden tot hun favorieten. Planten die jaarrond de tuin kleuren, is de boodschap die Tuinbranche Nederland uitzend naar consumenten via fotomateriaal en redactionele pagina's.

Binnen de boomkwekerij is veelvuldig een beroep gedaan op Jo. Ze was bestuurslid van de KVBC, actief

de zaterdag of zondag beschikbaar stellen en dit bijvoorbeeld bij Tuinbranche aangeven, dan kunnen tuincentra daar aangeven dat ze van de mogelijkheid gebruik willen maken. Ik weet zeker dat meer tuincentra dat graag zouden willen.” Overigens hoeven het niet uitsluitend kwekers te zijn, volgens Duijndam. „Een Hosta-specialist van de Hostavereniging of iets vergelijkbaars, zou ook binnen het thema passen.”

Vervolg Hoewel de eerste editie van Week van de Vaste Plant nog van start moet, zijn Perennial Power en Tuinbranche Nederland het er over eens dat er volgend jaar een vervolg komt. De ambitie van Tuinbranche Nederland is om te kijken of ze dan meer promotiemateriaal kunnen organiseren voor gebruik op de winkelvloer.

„Het was dit jaar allemaal redelijk kort dag, waardoor de mogelijkheden beperkt waren. Voor volgend jaar zou het mooi zijn als we bijvoorbeeld banners kunnen regelen of ander presentatiemateriaal. Het liefst willen we een soort van standaardtoolkit maken waarmee tuincentra relatief eenvoudig een goede presentatie neer kunnen zetten.” Voor vasteplantenkwekers is de datum nog een onderwerp van discussie. Jan-Willem Rotteveel, deelnemer Perennial Power: „Wij hadden natuurlijk het liefst de eerste week van mei gehad, omdat het product er dan veel beter uitziet. Voor tuincentra lag dit echter lastig vanwege Moederdag. Maar het zou fijn zijn als de themaweek iets dichter bij de eerste week van mei ligt.” Daarnaast wil Perennial Power de Week van de Vaste Plant graag internationaal op de kaart zetten. Daarover is overleg met ISU. <

lid van de Nederlandse Dendrologische Vereniging, namens wie ze in de redactie zat van Dendroflora. Met de VKC nam Jo deel aan het keuren van de stands op tentoonstellingen onder andere op Plantarium. Maar minstens zo belangrijk waren de vele informele contacten. Je deed nooit tevergeefs een beroep op Jo en haar kennis. Internationaal was ze een autoriteit voor de geslachten Quercus en Fagus. In 2010 besloten Jo en Maarten het wat rustiger aan te doen. De kwekerij werd toen al geleid door David en Chantal. In Jo verliest de boomkwekerij een gedreven boomkweker met een enorme kennis. Niet alleen van het sortiment maar ook van de geschiedenis van de planten, waar komen ze vandaan en hoe zijn ze in het sortiment gekomen. Het vak is Jo veel dank verschuldigd. W.S.

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

41


Tekst en Foto: Arno Engels

Lange weg naar de Chinees China vraagt in het buitenland niet alleen naar plantmateriaal voor de fruitteelt (zie vorige Vakblad). De Aziatische grootmacht heeft behoefte aan meer boomkwekerijproducten. Voor Nederlandse bedrijven liggen er exportkansen. Maar je hebt niet snel toegang tot de Chinese markt, en ook niet met ieder product.

Buiten Europa is China de grootste afzetmarkt voor agrarische producten uit Nederland, aldus het ministerie van Economische Zaken. De Chinese behoefte is groot en Nederlandse producten hebben in China een goede reputatie: ze staan er te boek als betrouwbaar en veilig, vooral om te eten. Zo zijn problemen rond Chinees melkpoeder deels opgelost met Nederlandse babyvoeding. Ook Nederlandse pootaardappelen dragen bij aan de Chinese voedselzekerheid. Maar Chinezen willen ook gewoon producten eten die voor hen nieuw zijn, zoals Conference. Het meest geteelde perenras in Nederland kennen ze nog maar amper in China. Daar komt nu verandering in, want dit seizoen is de Chinese markt, na jaren van lobbyen, geopend voor peren uit Nederland. De markt gaat naar verwachting ook open voor appels, tomaten en paprika’s uit Nederland.

In China worden enorm veel boomkwekerijproducten verhandeld, maar ondanks de grote Chinese productie is er behoefte aan buitenlandse bomen en heesters.

Veel nieuwbouw, veel groen De Chinezen willen ook zelf meer en ander fruit gaan produceren. Daarvoor hebben ze veel plantmateriaal nodig. Maar het gaat de Chinezen beslist niet alleen om fruitgewassen. Ze vragen ook steeds meer naar siergewassen. Die ontwikkeling houdt gelijke tred met de verstedelijking en nieuwbouw in China.

FEITEN

Chinese import en productie > China importeerde in 2013 voor €12 miljoen aan sierplanten uit de EU. Daarin had Nederland het belangrijkste aandeel (€9 miljoen), gevolgd door Spanje (€1,3 miljoen), België/Luxemburg (€640.000) en Italië (€520.000). > De Chinese import van fruitbomen en heesters was in 2013 €2 miljoen waard. Dit materiaal was afkomstig uit Nederland (€650.000), Spanje (€1,2 miljoen) en Italië (€168.000). > In 2013 is voor €114.000 aan rozenstruiken geïmporteerd uit de EU: grotendeels uit het Verenigd Koninkrijk. > De Chinese boomkwekerij had in 2013 totaal 714.101 ha, met een productiewaarde van bijna €8 miljard. Die sector groeit de laatste jaren flink, want in 2006 was er ’nog maar’ 401.639 ha. Ter vergelijking grote boomkwekerijlanden van EU: Nederland had vorig jaar 17.499 ha; Duitsland 21.753 ha. Bron: China Flower Association/International Statistics Flowers and Plants 2014 (publicatie AIPH/Union Fleurs)

42

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

China heeft 1,3 miljard inwoners. De steden groeien snel, omdat er miljoenen boeren naartoe blijven trekken. Ze hopen daar beter betaald werk te krijgen dan op het platteland. Economisch gaat het ook steeds beter in de steden, en overal verrijzen nieuwe gebouwen. „Maar de steden willen geen betonnen jungles worden”, weet Tim Briercliffe, secretaris van de internationale sierteeltorganisatie AIPH. „Daarom investeren ze zwaar in een groene omgeving.” Beijing bijvoorbeeld heeft ambitieuze plannen met groen. China’s hoofdstad, met 20 miljoen inwoners, heeft immers al het percentage groen verhoogd van 15% in 2010 naar 25% in 2013. „Er staan al veel bomen, en er komen er nog meer”, aldus Briercliffe. Smog boven de metropool is een bekend probleem. „Al die bomen helpen wel om de lucht te zuiveren, maar ze zullen het probleem niet volledig oplossen.”


Verre markt

bedrijven in China, aldus Zhang. „Die kansen zijn reëel. Chinezen hebben nieuwe variëteiten van bomen en heesters nodig. Nederlandse bedrijven kunnen die overzenden als ze in China betrouwbare partners vinden om mee samen te werken.”

Kwekersrechtsysteem loopt Buitenlandse variëteiten zijn nieuw voor Chinezen. Net zoals met appels en peren, gebruiken ze zelf nog maar een beperkt sortiment siergewassen. Bij de Nederlandse ambassade wordt wel gewaarschuwd voor het overzenden van kwekersrechtelijk beschermde variëteiten. Zhang: „Het kwekersrechtsysteem in China loopt nu wel, maar je kunt hier nog steeds illegale vermeerdering vinden.” Ook Briercliffe van de AIPH wijst op mogelijke gevolgen van export naar China. „Chinezen leren snel om plantmateriaal zelf te produceren. Het zal niet lang duren voordat ze in een positie zijn om in Europa te concurreren met eigen producten.” Institutionele afnemers zoals overheden zijn in China de grootste afnemers van boomkwekerijproducten. Daarna volgen vastgoedmakelaars, zegt Lily Zhang van de Nederlandse ambassade in Beijing. „Private afnemers vormen maar een klein deel van de Chinese markt.”

Markt verschilt per regio Volgens Zhang stijgt de Chinese vraag naar bomen de komende jaren, maar in welke omvang is niet duidelijk. Ze wijst naar de grootte van het Aziatische land (ongeveer net zo groot als Europa) en de verscheidenheid aan klimatologische en geografische omstandigheden. Hierdoor verschilt de markt per regio. Het Chinese aanbod is groot, er zijn duizenden boomkwekerijen die voor de lokale markt produceren. Ondanks die forse Chinese productie liggen er kansen voor Nederlandse

Chinees importbeleid Los van kwekersrecht is markttoegang nodig. Chinezen komen, net als andere buitenlanders, niet zomaar Europa binnen met plantmateriaal. Er gelden natuurlijk fytosanitaire regels. Houdt een land zich daar niet aan, dan kan dat leiden tot sancties. Bekend voorbeeld was het EU-importverbod op Acer uit China, vanwe-

ge vondsten van de Oost-Aziatische boktor. Maar andersom heeft China natuurlijk ook een importbeleid. En net als EU-regels kunnen ook Chinese regels veranderen. De Chinese overheid maakt momenteel een nieuwe lijst van soorten bomen en planten die in China geïmporteerd mogen worden. Fytosanitaire dienst AQSIQ gaat dan deze lijst hanteren bij importinspecties. De Nederlandse ambassade wacht op die lijst, aldus Zhang. „Er is nog veel onduidelijke informatie. Sommige soorten behoeven geen markttoegang omdat ze tot de traditionele handel behoren. Andere soorten horen tot nieuwe handel en hebben daarom nog geen markttoegang.”

Gewijzigde exporteisen NVWA De laatste wijzigingen in de exporteisen dateren van afgelopen januari, aldus de NVWA. De tekst over waardplanten van Phytophthora ramorum is aangepast. De waardplanten (73 geslachten van Abies tot Viburnum) komen alleen voor export naar China in aanmerking, als ze gekweekt zijn op een bedrijf dat ziektevrij is verklaard. Deze eis stelt China aan alle landen waar de ziekte heerst(e). Er geldt een Chinees importverbod op Fraxinus, uit alle landen waar Chalara fraxinea voorkomt: zo’n beetje heel Europa. Er mag ook geen Ulmus worden ingevoerd uit landen waar de iepziekte voorkomt. Dat is dus onder andere Nederland. <

TIPS

Advies bij zakendoen met Chinezen > Zoek contact met de ambassade in Beijing, via de site agroberichtenbuitenland.nl. > Raadpleeg andere Nederlandse ondernemers die al actief zijn in China; mogelijk kunnen zij u verder wegwijs maken of helpen aan een Chinese zakenpartner. > Probeer aansluiting te vinden bij een bestaande joint venture in China. > Regel een Chinese tolk als u zelf toegang zoekt. Veel Chinezen kennen geen Engels. > Verdiep u in de Chinese cultuur, en onthoud dat Chinezen meesters zijn in onderhandelen. Dit begint pas als er een contract is ondertekend. > Zorg dat u in een Chinees netwerk van sociale en zakelijke contacten komt. Dat is van doorslaggevend belang in het zakendoen. Er geldt: ’Wie goed doet, goed ontmoet’. De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

43


Foto’s: Arno Engels, Wendy Venhorst

P RO D U C TA N A LYS E

Wisselend beeld bij verkoop Cornus De markt voor Cornus-soorten die het moeten hebben van hun mooie wintertakken is volgens kwekers ronduit moeizaam. Dit in tegenstelling tot Cornus-soorten die hun sierwaarde ontlenen aan bloei in het voorjaar of de zomer. De vraag naar soorten uit deze laatste groep is juist prima.

Bij Esri Potcultuur noemt Agnes Vermeeren de markt voor Cornus die hun sierwaarde danken aan mooie takken in de winter, zoals C. alba ’Siberica’ ’bar en boos’. „Van ons aanbod is bijna niets weggegaan. Eigenlijk was het vorige winter ook al slecht en sindsdien hebben we weinig nieuw opgeplant. Er is gewoon geen vraag, waarom weet ik niet.” Ook bij leverancier van uitgangsmateriaal Chiel Boer van M.G. de Boer loopt de verkoop moeizaam.

Bij Harry Menkehorst Kwekerijen herkent René Japink bovenstaand beeld. „De gemeentelijke aanlegmarkt staat onder druk en dat zorgt voor lage prijzen voor Cornus die ook veel als bos- en haagplantsoen wordt aangeboden. In particuliere tuinen wordt juist C. kousa veel gebruikt.” <

HANDELSSTEMMING

HOE LOOPT HET?

Positieve sfeer op Belgische Florall

’Zweedse tuincentra vol rijden’

Nederlandse deelnemers kijken tevreden terug op Florall. De sfeer was goed en er was interesse voor de producten. Ook de overstap van een tweedaagse naar een ééndaagse beurs, bevalt kwekers goed.

Deelnemers aan Florall noemen de handelsstemming positief. „Het aantal mensen dat de beurs bezoekt is beperkt, maar de kwaliteit van het bezoek is goed. De bezoekers hadden echt interesse in het product en de sfeer was goed”, aldus Richard Bregman van Bremmer Boomkwekerijen in Waddinxveen. Ook José Mulders van Mulders Sierteelt in Middelbeers is tevreden. „Voor ons was het de eerste keer, maar er was veel interesse.” Behalve de gebruikelijke Belgische bezoekers, waren er ook veel kopers uit Nederland, Noord-Frankrijk en ook Noord-Italië op de beurs. „De Nederlandse bezoekers zijn veelal bekenden, maar tussen de Belgische

44

„Klanten die winterkornoeljes kweken in bijvoorbeeld 3 en 5 l-container hebben moeilijke jaren. Wij merken dat momenteel aan de matige verkoop van uitgangsmateriaal.” Heel anders is de markt voor Cornus die het van de bloei moet hebben. „De vraag naar veredelde C. kousa en C. florida is prima”, zegt kweker Wil van Ooi. Het bedrijf verkoopt vooral Cornus in 5 l-container, maar ziet bij tuincentra ook de vraag naar 7,5 l-containers en grote solitairen toenemen. Daarnaast verkoopt het ook planten in p9 voor de doorkweek naar bijvoorbeeld Oost-Europese landen. Ook Duitse kwekers zijn klant. „Veredelde soorten hebben een hogere prijs maar klanten hebben het er voor over. Er is geen sprake van prijsdruk zoals deze in winterkornoeljes is te zien.”

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

en met name de Franse bezoekers zitten wel veel potentiële nieuwe klanten”, meent Bregman. Jos Swinkels van de gelijknamige vasteplantenkwekerij in Sterksel, nuanceert de positieve stemming wat. „De sfeer was goed, maar het blijft toch afwachten of deze uiteindelijk omgezet wordt in verkoop. Vorig jaar was de sfeer ook goed, maar de verwachte verkoop bleef toen helaas uit. Dat moet dit jaar wel echt anders worden. Je merkt echter dat tuincentra voorzichtig zijn. Ze willen wel, maar durven niet zo goed. Ze zoeken het vooral in producten met een snelle doorlooptijd.” Na de positieve reacties op de ééndaagse beurs in augustus vorig jaar, heeft de organisatie besloten dat ook de voorjaarseditie van Florall één dag is in plaats van de gebruikelijke twee. Kwekers zijn hier positief over. „Het is wel een lange dag, maar je haalt wel meer rendement uit je tijd. Je hebt nu gedurende de hele dag aanloop”, ervaart Swinkels. <

Handel in week 10

Jan Janssen, Blomsterlandet

’Achterstand aan het inlopen’ Handel in week 11

Hans Koster, R&G Export

Lees van bovenstaande handelaren de volledige tekst - over hoe de handel volgens hen loopt - op deboomkwekerij.nl


Markt & Afzet P RO D U C TA N A LYS E

Gleditsia springt nog niet uit bomenhandel Gleditsia is door kenners aangewezen als een toekomstbestendige boom, maar vooralsnog is er van een stijgende vraag weinig te merken. Met name Gleditsia triacanthos en enige cultivars lopen vrij gewoon mee in de reguliere handel. De markt voor de gelauwerde Street Keeper is in opbouw.

Gleditsia triacanthos ’Draves’ (Street Keeper) was de beste nieuwigheid van GrootGroenPlus 2012. Een jaar eerder was deze cultivar in Amerika, waar hij is geselecteerd, verkozen tot Boom van het Jaar. De Amerikanen zien Street Keeper namelijk als een ideale stadsboom, omdat deze vrij smal groeit, geen problemen ondervindt door verhardingen, en bestand is tegen extremen van een landklimaat: hitte en koude.

In Nederland beginnen vraag en aanbod van Street Keeper langzaam te groeien, maar de markt is nog vrij klein – het gaat hooguit om enkele duizenden bomen. Gezien de goede eigenschappen en de populariteit in de VS en Canada, zal de cultivar op termijn ook in Europa meer gevraagd worden, verwachten kwekers. Tot dusver concentreert de Europese handel in G. triacanthos zich rondom ’Sunburst’, ’Skyline’ en in mindere mate ’Elegantissima’ en G. triacanthos inermis. ’Sunburst’ blijft al jaren de meest gevraagde Gleditsia voor particuliere tuinen. Dat is mede te danken aan de gele bladkleur en de lichtdoorlatende kroon. Door zijn brede groeiwijze is ’Sunburst’ echter niet zo geschikt als laanboom. Langs straten wordt

van Gleditsia daarom hoofdzakelijk ’Skyline’ aangeplant. Deze cultivar groeit immers met een doorgaande kop omhoog en het onderhoud is vrij gemakkelijk. En ook ’Skyline’ wordt toegepast vanwege de transparante kroon; men ervaart meer licht op straat toch als prettig. <

LANGS DE KASSA

Andreas Tüber:

’Het begin is goed!’ Naam bedrijf: Gartenkultur Tüber Locatie: Gescher (Duitsland) Medewerkers: 5

Jullie verkopen alleen groen? „Ja, we zijn een echt groencentrum met klassieke boomkwekerijproducten. Daarnaast hebben we een hoveniersafdeling en een boomkwekerij van 7 ha. Zo’n 80% verkopen we via Landgard; de overige 20% via het groencentrum, kwekers en hoveniers.”

Waar kopen jullie in? „Bij andere kwekers en via Landgard. Maar om het sortiment compleet te maken, kopen we ook bij Twenthe Plant en Menkehorst. In Nederland kopen we vooral planten waar we hier niet zo makkelijk aan kunnen komen en bijzondere of mediterrane producten.”

Hoe loopt de verkoop? „De afgelopen weken waren goed, maar alles komt tegelijk en je krijgt nauwelijks tijd om alles op orde te brengen. Maar het begin is goed. De winter lijkt voorbij te zijn en de mensen willen weer.” Wat verwacht u van de komende weken? „Ik heb een goed gevoel. De afgelopen twee jaar waren slecht voor de hele branche. Mensen waren terughoudend met kopen. Maar ik denk dat er inmiddels behoefte is om dat in te halen. Wij krijgen in ieder geval weer veel aanvragen.” Hebben jullie ook Nederlandse klanten? „Ja, een paar. Vroeger werd beweerd dat het in Nederland goedkoper was, maar we zijn niet meer duurder. Misschien zelfs goedkoper. We stellen wel hoge eisen aan de kwaliteit en de mensen die hier komen willen niet het goedkope spul uit de bouw- en supermarkten. Ze willen traditionele producten, direct van het land!” < De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

45


Veel inzendingen Excellence Roses keuringen De afgelopen weken zijn de inzendingen van de nieuwe rozenrassen voor de Excellence Roses keuringen vanaf 2015 in vier rosaria in Nederland en een rosarium in België aangeplant. Het gaat in totaal om negentien verschillende rozenrassen van vijf veredelaars uit vier Europese landen. Op de foto ziet u de aanplant in Rosarium Boskoop. Dit jaar is het derde jaar dat de keuringen door de Stichting Excellence Roses worden uitgevoerd. De Kandidaten Excellence Roses worden drie jaar lang vier keer per seizoen gekeurd. Doordat in de vijf rosaria nagenoeg geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, zijn de planten blootgesteld aan natuurlijke infectie. Alleen rassen die dit in goede gezondheid overleven - en daarnaast voldoen aan de overige gestelde strenge keuringseisen - kunnen in aanmerking komen

voor het Europese certificaat Excellence Rose. Het certificaat is bestemd voor de gezondste duurzame rozen die het beste groeien en bloeien in het West-Europese klimaat. De keuringen worden vanaf 2014 gedaan volgens een nieuw wereldwijd in te voeren keuringsmodel van de World Federation of Rose Societies (WFRS). Er wordt gekeurd op algemene indruk, bloem, gezondheid en geur. De roos met de hoogste score kan worden verkozen tot Excellence Rose van het jaar 2016. De Stichting Excellence Roses is de eerste in de wereld die geheel volgens deze systematiek werkt. Dit jaar zal het keuringstraject verder worden geprofessionaliseerd in samenwerking met Naktuinbouw en PCSierteelt. Voor meer informatie en het gehele artikel kunt u contact opnemen met: info@ excellenceroses.eu

Bestuursvergadering van de vakgroep Vorige week was er breed bestuurlijk overleg van de vakgroep. Dit overleg is bedoeld om de klokken gelijk te zetten tussen de vijf vakgroepbestuurders en de andere bestuurders die in LTO-verband voor boom- of vasteplantenteelt actief zijn. Dit zijn kringvoorzitters, cultuurgroepen of (tijdelijk) afgevaardigden vanuit heel Nederland. In totaal een groep van circa vijftig kwekers die aan de lat staan voor de verbinding tussen LTO en de praktijk, en het stellen van de juiste prioriteiten. Er komen tussen de twintig en dertig personen, afhankelijk van onderwerp en drukte thuis. Zo’n bijeenkomst is verre van saai: er komen altijd veel meer zaken

D B m

46

v l V

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

V

m

073 2173263

op tafel dan in de tijd past. Op 10 maart is onder andere stilgestaan bij de gehele LTO-organisatie. Hoe werkt dit nu? De meeste thema’s zoals arbeid, gewasbescherming en mineralen zijn voor alle plantaardige sectoren belangrijk. Hoe komt jouw input nu op de juiste bureau’s terecht bij gemeente, provincie, rijksoverheid, waterschap en EU? Een conclusie is dat LTO als landelijke ondernemersvertegenwoordiger vooral uniek is doordat zij tot in de haarvaten, de gemeente, is georganiseerd. Voor alle aanwezigen een uitdaging om daar zijn/haar voordeel mee te doen.

i m

LTO V @

Betrokken en scherp Als bestuurder is één van je kerntaken overleggen en afstemmen. Vergaderen met een doel is absoluut waardevol. Echter te vaak zit ik in een overleg waarbij een vraagstuk dat gevoelig ligt niet tot besluitvorming komt, maar weer wordt meegenomen naar de volgende vergadering. Ik heb een broertje dood aan dit soort overleg waar ego’s, politieke spelletjes, eigenbelang of besluiteloosheid hoogtij vieren. Als ondernemer wil je graag meters maken en resultaat boeken. Ik heb geleerd dat sommige zaken tijd en zorgvuldigheid vragen. Maar wat mij betreft liever af en toe een besluit waar je op terug moet komen, gevolgd door ’sorry’ dan te dralen zonder beslissing. Ik vraag me dan ook regelmatig af: doen we als belangenbehartiger wel de goede dingen? Vaak ga ik dan terug naar waar ik zelf als kweker mee wordt geconfronteerd. Zoals de vraag: zit mijn spuitprotocol wel goed in elkaar na de nieuwe heretikettering. Met de neus op de feiten gedrukt na een controle door NVWA op verzoek van Greenpeace (hoge bomen?)? En hoe ga ik om met de flexibele arbeid na de veranderende regelgeving op het gebied van ziektewet en transitievergoeding? Hoe dek ik de grote risico’s af, en behoud ik toch goed personeel? Hoe krijg ik mijn teelt rondgezet met het wegvallen van allerlei gewasbeschermingsmiddelen? En zie daar: we hebben vaak toch dezelfde agenda. Daarin vind ik dan ook mijn grootste motivatie. Wat goed is voor de sector is ook goed voor mijn onderneming. De besluiten die je als bestuurder neemt ook voelen in je eigen portemonnee, houd je betrokken en scherp. Henk Raaijmakers

Voorzitter LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten.


Service

Foto: Boomkwekerijen Zundert

BEDRIJFSNIEUWS

VAKTAAL

Bijeenkomst marktkansen Turkije Turkije is de snelst groeiende economie van Europa. Dit schept nieuwe kansen voor afzet en productie van bloemen en planten. De themabijeenkomst ’Marktkansen voor de sierteelt in Turkije’, georganiseerd door Innovatiemotor Greenport Aalsmeer samen met FloraHolland en Fatusch Productions, probeert antwoord te geven op de vraag welke kansen Turkije kwekers biedt. Experts van onder meer FloraHolland en de Rabobank delen er hun kennis. De bijeenkomst wordt 31 maart van 15.00 tot 17.00 uur in het personeelsrestaurant van FloraHolland Aalsmeer gehouden.

Hester van Gent naar Anthos Hester van Gent is door het bestuur van Anthos aangesteld als beleidsmedewerker. In deze functie houdt ze zich gedurende drie dagen per week vooral bezig met onderzoek en onderwijs. Van Gent heeft veertien jaar onderzoeksprojecten in de boomkwekerijsector gecoördineerd bij het Productschap Tuinbouw. Verder werkte ze onder meer als bedrijfseconomisch onderzoeker bij PPO en het afgelopen jaar als beleidsmedewerker bij de KAVB.

AGENDA Binnenland 26 maart, 2 april Spuitlicentie 1,

Ochten fruitpark.nl 31 maart Workshop Kwaliteit van boomkwekerijgewassen, Ochten naktuinbouw.nl 11 april Nationale rotsplantendag, Botanische tuin, Utrecht uu.nl/botanischetuinen 11 en 12 april Kom in de Kas landelijk evenement komindekas.nl

Buitenland t/m 22 maart Vakbeurs For

Garden, Praag, Tsjechië for-garden.cz 20 t/m 22 maart Tuinbeurs Gartenträume, Rheinberg, Duitsland gartentraeume.com 20 t/m 22 maart Blühendes Österreich, Wels, Oostenrijk gartenmesse.at

25 t/m 27 maart Vakbeurs Horti-

flora, Addis Abeba, Ethiopië hppexhibitions.com 25 t/m 29 maart Vakbeurs Flower Spring, Plovdiv, Bulgarije fair.bg 26 t/m 29 maart Beurs voor tuinen landschapsinrichting House and Garden, Moskou, Rusland garden-expo.ru 26 t/m 29 maart Vakbeurs Spring Garden Expo, Helsinki, Finland kevatpuutarha.fi 26 t/m 29 maart Beurs Nordic Gardens, Stockholm, Zweden eugardens.eu 26 t/m 29 maart Vakbeurs Expo Flowers & Garden, Boekarest, Roemenië eugardens.eu 31 maart t/m 2 april Vakbeurs Flowers & Hortech, Kiev, Oekraïne flowershortech-expo.com

Bijdragen Meer informatie op: DeBoomkwekerij.nl/Tips

Bijdragen voor de service-pagina’s kunnen worden gestuurd naar Redactie ‘De Boomkwekerij’, Postbus 9324, 2300 PH Leiden, e-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl.

Lisette Domen Leeftijd: 51 Opleiding: bezigheidstherapie Bedrijf: Boomkwekerijen Zundert Plaats: Rijsbergen

Hoe bevalt de nieuwbouw? „Prima. We wonen hier al 25 jaar, en nu wandelen we zo naar de loods. De meeste kwekerijen van ons liggen achter de loods, dus het scheelt voor mijn man Lex ook veel rijden. Vanaf juli zitten we hier. Ik vind het wel grappig met al die plaatsnamen: Boomkwekerijen Zundert zit aan de Antwerpseweg in Rijsbergen.” Was de loods al lang wenselijk? „Ja, en nu het zo fijn werken is, denk je: dit hadden we eerder moeten doen. We hadden al langer bouwplannen. We zaten eerst bij Expertrees aan de Meirseweg, we werkten meer dan 20 jaar samen. Met de nieuwbouw hebben we besloten zelfstandig door te gaan. We zaaien uitgangsmateriaal voor andere kwekers.” Ook een koelcel in de loods? „Ja, en die zit nog vrij vol. Het uitleveren is dit seizoen wat minder dan voorgaande jaren. Het loopt achter omdat kwekers voorzichtiger zijn met bestellen. Maar als ik alle geluiden om ons heen hoor, dan mogen wij niet klagen. Ik zeg altijd: ’Een slecht seizoen is nog geen slecht leven’. Het seizoen is nog lang niet afgelopen, en in korte tijd kan er nog veel gebeuren. Maar het is geen superseizoen.”

Sortiment: onderstammen, bos- en haagplantsoen en spillen Oppervlakte: 20 ha

Straks minder zaaien? „Elk jaar nemen we de te zaaien hoeveelheden onder de loep, en we gaan sommige soorten inderdaad minder zaaien. Het hangt immers allemaal aan elkaar: als kwekers minder producten in pot kunnen verkopen, kunnen ze minder gaan oppotten, en dan hebben ze minder zetstammen nodig. En als het mij goed gaat, bestel ik meer zaad.” Wat telt in uw zakendoen? „In onze handel is het toch elkaar iets gunnen. Niet alleen de prijs telt, maar zeker ook hoe je met elkaar omgaat. Onze meeste klanten zijn immers kwekers die met ons materiaal doorgaan. Er zit een lijn in die afzet. Ze kiezen een route en passen die wel eens wat aan, maar ze blijven die route volgen. Ze gaan niet ineens van laanbomen naar potten.” Het vak blijft mooi? „Zeker. Ik vind het machtig mooi als alle zaden straks in het voorjaar opkomen, en als de klanten het volgende seizoen weer terugkomen. De verscheidenheid van kopers en kwekers, dat vind ik ook mooi, en vooral om met ze samen te werken. En de variatie aan werk spreekt me erg aan.” <

De Boomkwekerij 6 (20 maart 2015)

47



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.