BKW_10-2014

Page 1

16 mei 2014

10

Potten én trays in Deense machine 20

Gedoe over ’teeltondersteunende voorzieningen’ 8 Resultaten uit rozenproeven 18 Leuk dagje uit op Floraliën 34 Omslag_BKW14-10.indd 1

12-05-14 15:20


558419.indd 2

9-5-2014 15:49:35


Inhoud

Omslag: Arno Engels

6

Nieuws

Rapport niet zonder gevolgen 4

Commentaar: Plofplant

4

Opinie: ’Nederlandse gemeenten laten milieuopbrengst bomen veel te weinig uitrekenen’

5

Stelling: Boomkweker moet weten waarop te stemmen bij Europese verkiezingen

6

Consumenten en tuinbranche reageren op Greenpeace-onderzoek

Bedrijf 8

14

Alertheid geboden bij teeltondersteunende voorzieningen

10 Ondernemersvragen: Is buurmans grond maar één keer te koop?

Planty Pot doet het goed

11 Coöperatie Treeport inventariseert ideeën

Teelt & Gewas 14 Planty Pot doet niet onder voor plastic pot 18 Nieuwste resultaten uit rozenproeven Cultus 20 Compacte Deense oppotmachine verwerkt ook trays 22 Waarschuwingsmodellen zorgen voor goede aanpak Cylindrocladium 24 Teeltadvies: Plaaginsecten passen zich aan andere tijden aan 26 Groeiwinst uit/in de grond verschilt per soort

32

Rechtstreeks contact met consument

28 Saruma henryi 29 Sneller op AM laten onderzoeken

Markt & Afzet 32 Living Creations: samenspel van kweker, handelaar en consument 34 Floraliën bezorgt bezoekers een leuk dagje uit 36 Marktnieuws

Service 38 LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten 39 Vaktaal en Agenda Op www.DeBoomkwekerij.nl vindt u actueel nieuws, marktnieuws, fotoreportages, video’s, blogs en het magazine in digitale vorm. Problemen met inloggen? Kijk dan op www.DeBoomkwekerij.nl/inloghulp.

COLOFON Redactie

Schipholweg 1, Postbus 9324, 2300 PH Leiden E-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl Website: deboomkwekerij.nl Hoofdredactie Wim du Mortier (071) 565 96 82 Vakredactie Arno Engels 565 96 86 Ketura Haveman 565 96 83 Ron Barendse 565 96 84 Bureauredactie Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker Vormgeving Diseno vormgeving Fotografie Gerdien de Nooy Directie Elbert van den Berg Secretariaat Linda Laman 565 96 78 Alice Hoogenboom

Exploitatie

Koninklijke BDU Uitgevers B.V., Afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld Uitgever: Wiljo Klein Wolterink MBA T (0342) 494 263 F (0342) 413 141 Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Advertentie-exploitatie Media adviseur: Gert-Jan Bloemendal T (0342) 49 48 07 E g.bloemendal@bdu.nl, Internet: bdu.nl Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Abonnementenservice Aanvraag (ook via website deboomkwekerij.nl) en wijziging abonnement naar Koninklijke BDU Uitgevers, afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld, T (0342) 494 844, F (0342) 494 299, E abonnementen@bdu.nl. Op werkdagen

telefonisch bereikbaar van 8.30 – 14.00 uur Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via deboomkwekerij.nl of bij de abonnementenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor vervaldatum bij de abonnementenservice wordt opgezegd. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Jaarabonnement: €236,65 (exclusief 6% btw). Studenten en scholieren krijgen 25% korting. Buitenlandse abonnees betalen een kleine toeslag.

Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. 25ste jaargang ISSN-nummer: 0923-2443 De Boomkwekerij is een uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en de Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden: op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Koninklijke BDU Uitgevers B.V. zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Inhoudspagina-BKW14-10.indd 3

3

12-05-14 15:37


Foto: Van den Berk

NIEUWSINTERVIEW

Brenda Swinkels, Van den Berk Boomkwekerijen:

’Nederlandse gemeenten laten milieuopbrengst bomen veel te weinig uitrekenen’ Van den Berk Boomkwekerijen kan sinds anderhalf jaar voor zijn afnemers uitrekenen wat de milieuopbrengst is van gekochte bomen. Hierdoor is de toegevoegde waarde van groen in harde cijfers uit te drukken. Nederlandse gemeenten laten deze kans echter onbenut. Onbegrijpelijk, schrijft Brenda Swinkels van het bedrijf in Sint-Oedenrode. Brenda Swinkels, Van den Berk Boomkwekerijen

„Wij hebben een rekenmodel bedacht waarmee we in kaart brengen hoeveel CO2 een partij bomen heeft uitgestoten bij het moment van afleveren. PPO heeft dit model getoetst en onderschrijft deze. Het gaat om de uitstoot tijdens de productie op de kwekerij en tijdens het transport naar de afnemer toe. Daarnaast rekenen we uit hoeveel kilo CO2 de bomen tijdens hun leven op het moment van afleveren al hebben vastgelegd. Dit is natuurlijk afhankelijk van de stamomtrek van de bomen: hoe groter de bomen, hoe meer CO2 ze al hebben vastgelegd. We maken de CO2-vastlegging zo concreet mogelijk. Daarbij vergelijken we het aantal vastgelegde kilo’s met autokilometers en vrachtwagenkilometers. Zo staat 469 kg vastgelegde CO2 bijvoorbeeld gelijk aan de uitstoot van 25.346 autokilometers. Ook

COMMENTAAR

bieden we afnemers een prognose aan: we rekenen uit hoeveel CO2 de partij gekochte bomen één, vijf en tien jaar na aanplant zullen vastleggen. Met de uitgerekende kilo’s CO2 hebben gemeenten een sterk argument in handen om groen hoog op de politieke agenda te krijgen. Ambtenaren kunnen daarmee binnen hun gemeente meer bewustwording creëren over hoe goed groen is voor de leefomgeving. Ze hebben dan immers harde getallen in handen. Het uitrekenen bieden we gratis aan, en we vermelden deze service op elke offerte, op beurzen, tijdens lezingen, overal. Desondanks maken gemeenteambtenaren in Nederland er maar mondjesmaat gebruik van. Dat verbaast mij enorm, aangezien iedereen roept dat groen zo belangrijk is. De daad wordt helaas te weinig bij het woord gevoegd, en dat vind ik een gemiste

PEILING

Plofplant De discussie is niet nieuw maar komt zo af en toe weer eens als een boemerang terug: moet je wel planten op een onnatuurlijk moment bloeiend aanbieden? ’Plofplanten’, zo karakteriseerde Greenpeace dat laatst mediageniek. Deze discussie kwam tijdens de deelnemersbijeenkomst van GrootGroenPlus op tafel. Daar zaten vooral personen bijeen die vinden dat het verlengen van het seizoen ertoe leidt dat consumenten gaan denken

De boomkwekerij moet met Greenpeace gaan samenwerken.

dat ze alleen in het voorjaar iets in de tuin kunnen doen. En dat het vak zich daarmee op de lange duur in de eigen voet schiet. Zij voerden ook het duurzaamheidsargument aan. Plofplanten verkopen zou leiden tot teleurstelling bij consumenten; die smijten zo’n Wim du Mortier Hoofdredacteur

uitgewoonde plant na een poosje weg. Dit argument heeft paternalistische trekjes: er is een drang om de consument uit te leggen dat wat die wil, eigenlijk niet goed voor ’m is. De andere zijde van de medaille is dat iedereen in het vak een botenham wil verdienen. En een flink deel van de consumenten koopt simpelweg wat er op het oog aardig uitziet.

Eens 37%

Oneens 63%

Ze kiezen zelf voor die plant-als-een-bosje-snijbloemen. En dat levert de hele branche leuk omzet op. Misschien zou het wat helderheid geven als iemand kan uitrekenen wat het nu zou kosten én opleveren wanneer het vak afziet van die ’plofplanten’. Want deze discussie leidt nu tot een patstelling. Het draait om de overtuiging van personen en de keuze of er duurzaam moet worden geproduceerd, of dat de markt regeert. De steen die Greenpeace onlangs in de vijver smeet, blijft het vak ondertussen bezig-

De nieuwe peiling luidt:

Floraliën is een aanwinst voor het vak.

houden. Kwekers die of uit overtuiging of uit marktstrategie al langer duurzaam werken, biedt het rapport de kans hun inspanningen en meerkosten nu eens te verzilveren. Loon naar werken, zou je denken. Al zal het ook wel scheve gezichten oogsten als je als kwe-

Stem mee op deboomkwekerij.nl.

ker roept dat jij schoon bent, en daarmee anderen in feite diskwalificeert.

4

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Nieuws opinie BKW 14-10.indd 4

12-05-14 15:16


Opinie COLUMN COEN DEKKERS

Slechtnieuwsgesprek

kans. Uiteindelijk zijn we toch allemaal ambassadeurs van het groen? Of je nu boomkweker bent of bij de gemeente werkt. De toegevoegde waarde van groen moeten we juist voortdurend laten horen richting de politiek. Blijkbaar is het uitrekenen momenteel niet urgent genoeg voor gemeentelijke afnemers. Zijn ze meer gefixeerd op prijs en kwaliteit, zitten ze misschien langer in een economisch moeilijke positie dan in het buitenland? In het buitenland is namelijk juist wel belangstelling voor ons rekenmodel. Wij geven de moed niet op en vertrouwen erop dat ook Nederland meer de waarde van groen gaat uitrekenen.” <

’Goedemorgen, wil jij voortaan je aanbod bij ons aanbieden via de VIP-lijst uit Plantconnect, de webshop van Floraholland?’ Yes, de VIP-lijst! Ik voel me vereerd. Kunnen we tenminste stoppen met dat onhandige op en neer gemail van die Excel-sheetjes. En ik ben VIP! Very Important. Of slaat dat eigenlijk meer op mijn klant? Is dat de VIP? Maakt niks uit, enthousiast vul ik het in en klik op ’Opslaan’. ’Hoi Coen, met mij nog een keer. Bedankt voor het invullen. Ik wil je nog even mededelen dat wij vanaf nu stoppen met bestellen.’ BAM. Mijn hart zit in mijn keel. Hoe kan dit? Van VIP naar SIP in een paar minuten. Verdomde webshops ook. Weg contact met je klant, alles digitaal, geen manier meer om je te onderscheiden. Bestellingen komen binnen via Florecom of de mail. Weg mogelijkheid om die laatste twee laagjes op je kar te lullen zodat die wel helemaal vol is. Geen kans meer om, als die witte op zijn, die andere soort witte te verkopen. Waarom doet die klant dit? Juist omdat we alleen nog contact hadden via die vervloekte Excel-sheetjes reed ik een paar keer per jaar naar deze klant toe. Ging ik kijken en vragen hoe het was. Droeg ik oplossingen aan voor kleine probleempjes. Laatst nog, vonden ze het wat vers en konden ze het niet zo goed bewaren in hun hal. Stelde ik voor om tijdelijk kleinere partijen af te sturen tegen hetzelfde geld. Zodat ze vaker verse handel binnenkregen. Het leek mij geld te kosten, maar ik verkocht ineens zoveel meer. Toen waren we allebei helemaal blij. Hij belde nog op om me te bedanken voor het meedenken. En dan nu dit? Terwijl ik echt alles doe wat ze vragen? Oké, klantspecifiek aanbod maken via Plantconnect bleek toch niet goed genoeg te werken. Maar dit VIP leek het helemaal. Niet dus. ’Ben je er nog?’ ’Uh ja, sorry, ik schrok even, maar dat kan toch zomaar niet? We doen al zo lang zaken en ik zag dit toch echt niet aankomen.’ Ze lacht. ’Nou, maar als jij dat kommaatje weer een plekje naar achteren zet, en normale prijzen hanteert, dan gaan we weer vrolijk verder hoor.’ ’Pfvieww, ik schrok al.’

STELLING

Boomkweker moet weten waarop te stemmen bij Europese verkiezingen Wilco Beugeling, Rob

Harry Schrama,

Willem Torn Broers, Torn Broers

de Boer Vasteplanten,

Vruchtbomenkwekerij Mts

Boomkwekerijen, IJzendoorn:

Frederiksoord:

Schrama, Biddinghuizen:

„Verkiezingen zijn altijd

„Niet alleen boomkwekers

„Stemmen op 22 mei? Ik ben

belangrijk, ik vind dat je ver-

zouden zich goed moe-

het eigenlijk niet van plan.

plicht bent om te stemmen,

ten oriënteren, maar alle

Onze invloed met een stem

je hebt daarmee de keus het

Nederlanders. Echter wan-

is volgens mij totaal nutteloos. Mocht de poli-

beleid door jouw partij te laten beïnvloeden.

neer we de politici in ons eigen land al niet

tiek beweren dat er wat mee gedaan wordt,

Steeds meer bevoegdheden worden overge-

meer kunnen vertrouwen met hun loze belof-

geloof ik het direct, maar tot nu toe heb ik er

dragen naar Brussel en steeds meer zaken

ten, hoe kun je de boomkwekers dan moti-

niets van gemerkt. Ook zij maken naar mijn

met betrekking tot landbouw wordt Europees

veren om dit voor de Europese verkiezingen

mening de dienst niet uit. Zij dienen te roeien

geregeld. Voor Nederland is het niet zo ver-

wel te doen? Ik vraag me af of het enige zin

met de riemen die ze hebben. De groep waar-

keerd dat zaken als bestrijding en bemesting

heeft. Nederland is een heel klein stukje van

van zij afhankelijk zijn - ’de ambtenaren’ - gaan

overal dezelfde regels krijgen, om een gelijk-

het grote Europa. Zolang wij vol blijven inzet-

gewoon door, vaak onwetend wat zij aanrich-

waardige concurrentiepositie te krijgen. Verder

ten op een gezamenlijk Europa, heb ik weinig

ten. Zij zitten goed en met de politiek is het

is Europa voor mij een ver-van-mijn-bedshow.

verwachting van de Europese en landelijke

zo dat er morgen weer een ander zit, terwijl

Niet dat ik tegen Europa ben hoor, ik vind die

politiek voor ons vak.”

ze hun eigen werk ook niet opheffen. Steeds

gemeenschappelijke munt bijvoorbeeld erg

meer zaken waar we geen vat op hebben

handig in de handel.”

en steeds meer ambtenaren met onzinnige regels. Normeringen die gewoon niet lukken en gelijke behandeling is er sowieso niet. Ik houd niet van nutteloos gedrag.”

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Nieuws opinie BKW 14-10.indd 5

5

12-05-14 15:17


Foto’s: Ron Barendse, Telermaat

Consumenten en tuinbranche reageren op Gr Het onderzoek van Greenpeace heeft bij tuincentra tot vragen van consumenten geleid. Misschien reageerden consumenten niet massaal, maar volgens de betrokken tuincentra mag en zal het rapport niet zonder gevolgen voor de branche blijven.

Het onderzoek van Greenpeace, waaruit blijkt dat op tuinplanten resten van bestrijdingsmiddelen zijn gevonden, heeft bij Intratuin en Groenrijk tot diverse reacties van consumenten geleid. Nico Koppenol, directeur van GroenRijk retail bv, zegt dat er voorheen eigenlijk nauwelijks vragen

werden gesteld door consumenten over de mogelijke aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op tuinplanen. Maar sinds het rapport van Greenpeace verscheen, in combinatie met de uitzending van Radar op Tweede Paasdag, is het volgens hem meer een issue geworden. Hij denkt ook dat de berichtgeving een bepaalde groep klanten bij een tuincentrum weghoudt. „Er is een categorie klanten die op zoek zal gaan naar biologische producten zoals door een bedrijf als De Hessenhof worden aangeboden.” De eigenaren van dit laatste bedrijf kwamen in de uitzending van Radar aan het woord over de milieuvriendelijke manier van kweken op hun bedrijf.

Teleurstelling

De mogelijke aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op tuinplanten is volgens betrokkenen een issue onder consumenten.

Koppenol proeft dat er bij tuincentrumklanten een mate van teleurstelling heerst. „Groen was in de ogen van consumenten altijd groen en dat er mogelijk te veel bestrijdingsmiddelen op konden zitten was bij hen niet bekend.” Bovendien is er volgens

KORT EU-registratie nieuwe fruitrassen

Britten laten platanen weer toe

’Omzet plantsoen toch lager’

Bestaande fruitrassen die al met naam in de handel bekend zijn, hoeven hoogstwaarschijnlijk niet alsnog beschreven te worden als de toekomstige EU-fruitrassenregistratie gaat gelden. Dat bleek laatst op een minisymposium bij Naktuinbouw. Directeur John van Ruiten verwacht dat Brussel eind juni/begin juli een besluit neemt over de voorgestelde EU-fruitrassenregistratie. Voor siergewassen is er geen EU-registratie in aantocht, maar er gaat een beschrijvingsverplichting gelden. De meeste siergewassen voldoen al aan die verplichting.

Platanen van Nederlandse herkomst mogen weer geëxporteerd worden naar het Verenigd Koninkrijk. Nederland voldoet nu namelijk volledig aan de Britse importeisen voor ’pest free area’: de Britten beschouwen Nederland als één groot gebied dat geheel vrij is van Ceratocystis platani, de schimmel die platanenkanker veroorzaakt. Export is mogelijk op basis van de specifieke Zone Protecta-code ZPc01.

Voor bos- en haagplantsoenkwekers valt de omzet in het afgelopen seizoen toch tegen. Dat meldt accountant Van Oers Agro. Aanvankelijk waren er optimistische geluiden, omdat het relatief warme weer in het eerste kwartaal van 2014 de afzet in de kaart speelde. Het seizoen eindigde echter al in april, wat de voorsprong van het eerste kwartaal teniet deed, aldus Van Oers.

Minder pachtgrond beschikbaar Veehouders zullen minder grond verpachten als gevolg van aangescherpte mestregelgeving, zo vrezen akkerbouwers. Binnen de zogeheten derogatie mogen veehouders meer graasdierenmest gebruiken als ze minimaal 80% grasland hebben. Eerst hadden ze minimaal 70% nodig.

6

Roemenië omarmt De Groene Stad Roemenië is van plan om te investeren in groenvoorziening volgens De Groene Stad. Dit gedachtengoed is uitgelegd tijdens een Nederlandse handelsmissie naar Roemenië, onder leiding van minister Ploumen. Anthos en enkele bedrijven uit de vruchten laanboomsector waren hierbij. De handelsbond verwacht dat Nederlandse kwekers kunnen profiteren van EU-geld dat Roemenië de komende jaren ontvangt.

Kweker laat planten onderzoeken Vasteplantenkwekerij Decker-Jacobs heeft naar aanleiding van de uitzending van Tros Radar over de gewasbeschermingsmiddelen op tuincentrumplanten, haar bij- en vlinderlokkende vaste planten laten onderzoeken. Op de planten werden geen voor bijen schadelijke insecticiden gevonden. Kweker Sicco de Boer stelt dat uit het onderzoek blijkt dat al hun vaste planten bijvriendelijk zijn, omdat de hele kwekerij met dezelfde middelen wordt bespoten.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW14-10.indd 6

12-05-14 15:44


Nieuws

op Greenpeace-onderzoek hem ook een categorie klanten die niets zegt, maar bij wie wellicht nu toch een minder positieve mening over tuinplanten is gevormd. Ik denk dan ook dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij tuinplanten, als gespreksonderwerp terug zal blijven komen.”

Honderd vragen Bij Intratuin zijn in de afgelopen periode zo’n honderd vragen van consumenten binnen gekomen die een directe relatie hadden tot het Greenpeace-rapport. Leontine van der Kaaden, Senior Communicatieadviseur van Intratuin noemt dit een ’best wel redelijk aantal’. Het betreft hier het totaal van reacties die rechtstreeks of via een van de 59 vestigingen op het hoofdkantoor is binnengekomen. Daarnaast heeft de communicatieafdeling de berichtgeving over het onderwerp via de diverse sociale media gevolgd. Hieruit spreekt volgens Van der Kaaden ongerustheid onder een deel van de consumenten. „Wij hebben begrip voor deze ongerustheid en wij bieden ze daarom tekst en uitleg. Onze klantenservice heeft dan ook met veel van de bezorgde consumenten een-op-eencontact gehad.” Volgens Van der Kaaden speelt de emotie met name bij de

categorie mensen die al sentiment hebben voor milieuonderwerpen, maar blijft het aantal reacties in de massamedia beperkt.

Petitie Red de Bij Op de site van Greenpeace is een petitie ’Red de bij, koop gifvrij’ gestart, waar sitebezoekers Intratuin kunnen oproepen om gifvrije planten en bloemen te verkopen. Deze is twee weken na de start door zo’n 66.000 mensen ondertekend. „Dat is natuurlijk niet fijn om te zien”, zegt Van der Kaaden die aangeeft dat de reacties van hun klanten met name gaan over de bezorgdheid over de bijensterfte, boven de bezorgheid over de eigen gezondheid. Zowel Koppenol als Van der Kaaden hebben bezwaren tegen delen van de inhoud van het rapport en de soms tendentieuze manier waarop de resultaten van het rapport naar buiten zijn gebracht. Maar bij beiden leeft de overtuiging dat het Greenpeace-rapport niet zonder gevolgen voor de branche mag en zal blijven. Intratuin reageerde vorige week al door aan te kondigen dat alle onkruidbestrijdingsmiddelen met glyfosaat, waarvan RoundUp de bekendste is, per direct door alle vesti-

gingen niet meer kunnen worden besteld. Dit ondanks dat de middelen volgens de tuincentrumketen voldoen aan de wettelijke bepalingen. Het feit dat (milieu)organisaties al langere tijd pleiten voor een verbod van glyfosaat, speelde hierbij een belangrijke rol.

Intratuin gaat zelf testen Tevens is Intratuin van plan om zelf structureel tuinplanten van leveranciers te gaan controleren op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen. Over hoe deze controles er gaan uitzien wordt volgens Van der Kaaden momenteel intern overleg gevoerd. Over de herkomst van de planten waarop door Greenpeace sporen van verboden bestrijdingsmiddelen zijn gevonden, is volgens Van der Kaaden nog geen duidelijkheid. Ook is over een mogelijk omzetverlies bij Intratuin is volgens Van der Kaaden niets te zeggen. Daarvoor is volgens haar de periode dat deze discussie speelt te kort. Ook bij Groenrijk durft Koppenol over een mogelijke omzetderving geen uitspraak te doen. „Perioden zijn moeilijk met elkaar te vergelijken, dit voorjaar is veel beter dan vorig jaar, maar de geluiden die nu spelen helpen niet mee bij het maken van omzet.” <

Het laatste nieuws leest u elke dag op www.DeBoomkwekerij.nl

Correctie

Zaadmatten uitgerold voor proeven

In het fotobijschrift van het artikel ’Schimmel dwingt kweker te zoeken naar alternatieven’ in De Boomkwekerij 9 staat een fout. De rechterplant is behandeld met B!oFeed, de rechterplant is onbehandeld.

Afgelopen week zijn bij vier boomkwekerijen in de regio Zundert (Roelands, Zundert, De Rutven en Leenaerts) zaadmatten van Terraseed uitgerold. Op de matten zijn gestratificeerde zaden geplakt van tien verschillende soorten bos- en haagplantsoen. Telermaat zal de praktijkproeven volgen en letten op onder andere kieming, gewasgroei en onkruidonderdrukking.

Greenpeace wil actieplan Intratuin Greenpeace verwacht van Intratuin dat zij actie onderneemt naar aanleiding van de uitkomsten van het recente Greenpeaceonderzoek. Uit dit onderzoek bleek dat tuinplanten resten van bestrijdingsmiddelen bevatten. „We willen een actieplan, met een concrete tijdslijn”, aldus Greenpeace.

Onderzoek naar middelen Het RIVM start een langlopend onderzoek naar de effecten van blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. Belanghebbenden wordt gevraagd mee te denken over de opzet en uitvoering van het onderzoek.

Vasteplantenkwekers sluiten aan

Actie verbetering plantenklok

Vasteplantenkwekers Griffioen Wassenaar en Lageschaar uit Aalten hebben zich aangesloten bij de Vitale Groene Stad. Beide kwekers willen op deze manier het belang van vaste planten in het openbaar groen onder de aandacht brengen van bestuurders en uitvoerders van de overheid. Platform de Vitale Groene Stad streeft naar goede groenvoorzieningen in het stedelijk gebied.

FloraHolland gaat aan de slag om de prijsvorming en koopkracht op de plantenklokken te verbeteren. Actiepunten zijn multitransactieveilen, klokvoorverkoop, het meegeven van ophoudprijs door kweker, heroverweging van CC-veilen, verbetering aanvoerinformatie door kwekers en het streven naar 100% representatieve partijfoto’s. Landelijk veilen en beeldveilen planten zijn voorlopig in de koelkast gezet. De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW14-10.indd 7

7

12-05-14 15:44


Tekst en Foto: Tijs Kierkels

Alertheid geboden bij teeltonder st Steeds meer boomkwekers en andere bedrijven gebruiken teeltondersteunende voorzieningen. Wat toegestaan is, kan per gemeente verschillen. Omdat er veel nieuwe bestemmingsplannen in de maak zijn, is het zaak goed op te letten. Een paar kleine lettertjes kunnen de zaak al veel lastiger maken. Meer dan voorheen ligt de bal bij de ondernemer zelf. Door een aantal ontwikkelingen zal het aanzien van het platteland flink veranderen: er komt een drastische toename van wat in jargon de teeltondersteunende voorzieningen (TOV) heet. Zo is er in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar mogelijkheden om vollegrondsteelten de grond uit te tillen. Het project ’Teelt de Grond uit’ heeft zo tot veel innovatieve teeltsystemen geleid en de komende jaren zal dat zeker zijn gevolgen krijgen. Daarnaast wordt in veel buitenteelten gezocht naar beheersing van de risico’s van hagel, vorst te veel regen en wind. Ook hierdoor rukken de teeltondersteunende voorzieningen op. Die voortdurende toename valt op bij burgers maar ook bij overheden die zich geroepen voelen de TOV te reguleren. TOV is een verzamelnaam voor heel verschillende zaken: vlakplastic, lage tunnels, teeltstellingen, containervelden, schermhallen, hagelnet-

ten, regenkappen en kleine ondersteunende kassen (glas of folie).

Geen grote problemen Discussies gaan vrijwel altijd over permanente voorzieningen, en dan met name over tunnels en kassen. „Op dit moment zien we geen grote problemen voor ondernemers”, zegt Henk Raaijmakers, vice-voorzitter van de LTO-vakgroep Bomen en Vaste Planten. „Maar het is wel een aandachtspunt. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen om de maatschappelijke acceptatie vast te houden. Door een goede landschappelijke inpassing, maar bijvoorbeeld ook door zichtlijnen op een mooi dorpsgezicht te handhaven. En door tijdelijke voorzieningen ook inderdaad op te ruimen als ze niet meer nodig zijn.” Verder benadrukt hij dat de tijd voorbij is dat belangenbehartigers de zaak konden sturen via overleg met de provincie. Dat komt omdat

ERVARING

’Gemeenten ’knippen en plakken’ stukken tekst' Bij het doornemen van het concept-bestemmingsplan van Deurne kwam Henk Raaijmakers, vice-voorzitter van de LTO-vakgroep Bomen en Vaste Planten, op ruim 300 pagina’s ambtelijke taal geen struikelblokken tegen. „Daarna volgden nog de bijlagen en ik twijfelde of ik die ook nog zou doorlezen. Gelukkig heb ik dat gedaan want ergens rond pagina 400 stond dat er geen teeltondersteunende voorzieningen (ook geen folie) gebruikt mochten worden binnen 25 m van een bos, sloot of ander water. Dat betekent dus 80% van het buitengebied! Later kwamen we precies diezelfde zin tegen in concept-bestemmingsplannen van andere gemeenten. Een adviesbureau heeft het ooit zo geformuleerd en de gemeenten knippen en plakken het fragment in het rapport. Als je het dan aankaart, blijkt dat ze het zo nooit bedoeld hadden. Het ging hun louter om bescherming van kwetsbare natuur. Maar als je het laat staan, wordt het in deze vorm wel wet en biedt het aanknopingspunten voor iedereen die wil protesteren.”

8

de gemeenten door de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening veel meer armslag hebben gekregen. In de beginjaren hebben ze daar nog niet zoveel gebruik van gemaakt, en leunden ze toch sterk op provinciale beleidsregels. Maar dat is veranderd. Het besef dringt steeds meer door dat een ambitieuze wethouder of ambtenaar de instrumenten in handen heeft om zaken anders te regelen. Dat kan leiden tot extra beperkingen bovenop de provinciale regels.

Onbedoelde regels Tegelijkertijd staan met name kleinere gemeenten sterk onder druk. Ze hebben steeds meer taken gekregen en de werklast is zo hoog, dat regelmatig gekozen wordt voor de gemakkelijke weg: lenen van anderen met de ogen dicht (zie kader: ’Gemeenten ’knippen en plakken’ stukken tekst)

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Regelgeving layout.indd 8

12-05-14 14:44


Regelgeving

er steunende voorzieningen ijnens eigen gemeente Peel en Maas – toch een echt boomkwekerijcentrum – de ambtenaren nog overtuigd moesten worden van het belang van de sector. „Vijf jaar geleden hadden ze helemaal geen oog voor de boomkwekerij. Maar het besef dringt nu wel door, door ons lobbywerk. De omzet van de boomkwekerij in Limburg is groter dan die van de glasgroentensector. Dat werkt wel overtuigend”, zegt hij.

Persoonlijke ergernis

Teeltondersteunende voorzieningen rukken op. Voor ondernemers is het goed om in de gaten te houden welke voorzieningen door een gemeente wel of niet zijn toegestaan.

In Zuid-Holland kunnen de verschillen tussen de gemeenten het meest oplopen. Hier heeft de provincie namelijk nauwelijks iets geregeld. „De bal ligt bij de gemeenten en dat is eigenlijk ook het goede niveau”, zegt Andries Middag, beleidsadviseur van LTO Noord voor West-Nederland. „De gemeente Boskoop erkent dat TOV onlosmakelijk onderdeel zijn van de teelt en gaat daar op een goede manier mee om.” Voor containervelden geldt geen enkele beperking en steunen (voor bijvoorbeeld schaduwhallen) mogen tot een hoogte van vier meter opgezet worden binnen de agrarische bestemming. Alleen voor kassen is de regelgeving wat stringenter. In het algemeen zijn telers in echte boomkwekerijgemeenten het beste af. Maar als je de enige kweker in het dorp bent, is het oppassen. Op de Zuid-Hollandse eilanden wil men

bijvoorbeeld de openheid behouden. Daar gaat volgens Middag de discussie bijvoorbeeld over hagelnetten die zo hoog opgespannen zijn dat je er met de gewasbeschermingsapparatuur onderdoor kunt rijden.

Alertheid geboden Ook Limburg beperkt zich tot de hoofdlijnen en heeft vooral oog voor bescherming van kwetsbare landschappen. Daardoor hebben de gemeenten veel manoeuvreerruimte en dat vergt voortdurende alertheid. Pieter Heijnen, portefeuillehouder ruimtelijke ordening van de LLTBvakgroep boomkwekerij noemt als voorbeeld een teler die op vierhonderd meter van de bosrand niet mocht uitbreiden, terwijl het provinciale beleid dat wel toeliet. Uiteindelijk haalde de gemeente bakzeil. Apart fenomeen is dat zelfs in He-

Alertheid van bestuurders alleen is niet meer genoeg. „Iedere kweker moet er zelf op letten wat in zijn gemeente mag en dat in zijn afwegingen meenemen”, waarschuwt Raaijmakers. „Verzeker je je tegen hagel of neem je hagelnetten? In dat laatste geval moet het bestemmingsplan dat wel toelaten. En zodra het bestemmingsplan verandert, moet je daar heel alert op zijn.” Volgens Raaij makers is de tijd dat belangenbehartigers het allemaal konden regelen voorbij. „Het is nu de verantwoordelijkheid van iedere ondernemer om het zelf te signaleren, zeker als je nog één van de weinige agrariërs in je gemeente bent.” Daar komt bij dat de incidentenpolitiek oprukt. Dat leren de ervaringen in Noord-Brabant – de provincie die het meeste grip op de TOV probeert te houden. In een poging om verspreid liggend glas een halt toe te roepen, wilde de provincie in 2012 alle solitaire bedrijven op slot zetten. „We hebben de Provinciale Statencommissie er toen van kunnen overtuigen dat dat niet de goede weg is. Maar het volgend jaar stond het weer op de agenda. De gedeputeerde ergerde zich aan één bepaalde foliekas en zag daarin aanleiding de hele discussie over te doen. Dit fenomeen – maatregelen op grond van persoonlijke gevoelens – sluipt steeds meer de politiek in, bij provincies en gemeenten. Snel reageren is dan geboden en lobbywerk loont.” < De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Regelgeving layout.indd 9

9

12-05-14 14:44


Ondernemersvragen

Illustratie: Peter Moorman

Is buurmans grond maar één keer te koop? Grond is een belangrijk bezit voor boomkwekers. In veel gebieden is de grond schaars en stijgen de prijzen. Wanneer is het nog een bedrijfseconomisch verantwoorde beslissing om over te gaan tot koop van (buurmans) grond?

Henk Heij Roza Accountants & Adviseurs, Opheusden hcheij@roza.nl

Stuur uw vragen of suggesties naar Postbus 9324, 2300 PH Leiden. U kunt ook bellen of mailen met (071) 565 96 82, boomkwekerij@hortipoint.nl

10

Sinds mensenheugenis wordt het bezit van grond gezien als teken van een gezonde onderneming. Ook blijkt op basis van het verleden dat grond een waardevast bezit is. Zeker in de huidige onzekere economische en financiële omstandigheden waarin het vertrouwen in banken is afgenomen, ziet men grond ook als een solide belegging. Wat zijn nu voor veel boomkwekers de overwegingen om over te gaan tot aankoop van grond? In de praktijk wordt door boomkwekers veelal goed nagedacht over aankoop van grond. Men weegt verschillende zaken af. Wat is de kwaliteit van de grond? Welke ligging heeft het perceel? Hoe is de opbouw van het perceel oftewel is een economische bewerking van het perceel mogelijk? En hoe verhoudt de prijs zich tot voorgenoemde zaken?

Uitbreidingsplannen Breder gezien zal een goede boomkweker zich ook de vraag stellen of de aankoop past in zijn toekomstplannen. Sluit het aan bij mogelijke uitbreidingsplannen van het bedrijf of wordt de aankoop gedaan met

het oog op de volgende generatie. En als het gaat om het huisperceel te kunnen uitbreiden, zullen zeker de voordelen worden meegewogen van bijvoorbeeld tijdsbesparing van transport van personeel, machines en bomen.

Financieren Een andere belangrijk vraag is of de aankoop ook kan worden betaald met of zonder hulp van financiers. Of wordt in geval van financieren de rest van de ontwikkeling van het bedrijf tijdelijk op slot gezet? Een bank wil zeker gezonde bedrijven met een goede solvabiliteit en voldoende toekomstige cashflow nog financieren. Zorgt u dan wel voor een onderbouwde prognose naar de toekomst qua rendement en liquiditeit waarin het effect van de aankoop is verwerkt. Houdt daarbij rekening met aanvullende investeringen van aankoop van opstanden en het op orde brengen van het perceel zoals het aanleggen van betonpaden. Moet tot elke prijs grond van de buurman worden gekocht? In de prakijk wil een verkoper hieruit wel

eens een slaatje slaan. Er dient goed overwogen te worden in hoeverre het verantwoord is om een meerprijs te betalen. In dit kader is het gezegde ’beter een goede buur dan een verre vriend’ ook belangrijk. Als men als buren door de jaren heen een goede verstandhouding heeft en elkaar helpt als het nodig is, dan zal er ook een stuk gunning optreden van verkoper naar koper. Een gevolg hiervan zou zo maar kunnen zijn dat er een reële prijs wordt gerekend.

Nee zeggen Vaak is inderdaad buurmans grond maar één keer te koop. En op grond van te behalen voordelen is deze grond binnen redelijke grenzen meer waard dan de op dat moment geldende marktprijs. Past de aankoop binnen de bedrijfsfilosofie en zijn er mogelijkheden van financiering, dan is het verstandig tot koop over te gaan. Maar durf ook nee te zeggen als de verhouding prijs en voordeel niet matcht. <

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Ondernemersvragen linkerpag-BKW14-10.indd 10

08-05-14 15:29


Samenwerking

Tekst en Foto: Ron Barendse

Coöperatie Treeport inventariseert ideeën Coöperatieve Vereniging Treeport maakt zich op voor de toekomst. Voor de zomer wil de nieuwe coöperatie haar organisatie rond hebben en beslissen welke projecten prioriteit krijgen. In Zundert werd op 1 mei het eerste Treeportcafé gehouden van de recent opgerichte Coöperatieve Vereniging Treeport. Zo’n 50 bezoekers werden door ad-interim voorzitter van de coöperatie Marc Lodders bijgepraat over de huidige stand van zaken. Voor de gelegenheid hadden in café Neefs de stoelen en tafels plaats gemaakt voor statafels. De organisatie wilde hiermee de interactie bevorderen tussen sprekers en bezoekers. Lodders had de bezoekers wat de samenstelling van de nieuwe organisatie betreft nog weinig nieuws te melden ten opzichte van de laatste bijeenkomst in februari. „We werken met een longlist van mensen die mogelijk in het bestuur willen komen. Deze zullen we voor de zomer terugbrengen naar een shortlist.” Deze werkwijze geldt volgens Lodders ook voor de functie van de beoogde voorzitter. De Coöperatieve Vereniging Treeport wil in elk geval voor de zomervakantie in de startblokken staan, zodat in de Algemene Ledenvergadering in september knopen kunnen worden doorgehakt.

Ledenraad Met het huidige aantal van 101 leden dat zich heeft ingeschreven voor de nieuwe coöperatie betekent dit dat er tien gegadigden nodig zijn om zitting te nemen in de ledenraad. Ook voor deze functies geldt dat het streven is dat kandidaten zich voor de zomer hebben gemeld. In dat kader zegt Lodders dan ook: „De

coöperatie is wel opgericht, maar de inrichting bij lange na nog niet. Meld je aan, of kijk om je heen wie voor een van de functies geschikt is.”

Inventarisatie projecten Programmamanager Gerard de Baaij vertelde de aanwezigen dat per 1 oktober de nieuwe coöperatie echt van start gaat en dat voor die datum er een keuze moet worden gemaakt welke projecten de coöperatie gaat oppakken. Uitgangspunt hierbij is dat Treeport geen commerciele activiteiten wil ontplooien die gericht zijn op handel, afzet en teelt. Uitgezonderd daarbij is de positie die Treeport inneemt in bv’s zoals bijvoorbeeld Plantypot en Treerun. Tijdens het Treeportcafé werden tien sprekers in de gelegenheid gesteld, om in een twee minuten durende pitch, een onderwerp onder de aandacht van de aanwezigen te brengen. Voor de zomer wordt een vergelijkbare pitch-sessie nog een of twee keer herhaald waarna de leden uit het totaal van aangedragen ideeën een keuze kunnen maken.

De op 1 mei gepitchte ideeën > Marc Lodders (kweker) - Behoud van bufferzones (bacterievuur). > Bert van Vuuren (Natural Plastics) Duurzame boomverankering. > Ronald van de Pas (Kamer van Koophandel) - Wil aan de slag met duurzame energie op bedrijven. > Hans Jochems (kweker) - Pleit voor samenwerking bij het deelnemen aan buitenlandse beurzen. > Harry Groenbroek (Scholing) - Cursus marketing en management. > John Dictus (kweker) - Mechanische onkruidbestrijding door middel van luchtdruk. > Gerard de Baaij (Treeport) - Zoekt middels project Praktijkleren samenwerking tussen scholieren en bedrijven. > Didier Hermans (Groot Groen Plus)Wil aanleg regiotuin tijdens Groot Groen Plus om regio te promoten. > Rene Jochems (Groeibalans) - Wil zich sterk maken voor een Greendeal met de overheid op het gebied van gewasbescherming. > Miel Hooydonk (Masterclass EVTO)Organiseert asterclass over bedrijfsopvolging. <

Bert van Vuuren (rechts) van Natural Plastics legt tijdens het Treeportcafé aan een bezoeker de werking uit van een duurzame boomverankering. Eerder op de avond was hij met dit onderwerp een van de tien pitchers.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Treeport layout.indd 11

11

08-05-14 15:29


558420.indd 8

9-5-2014 15:50:49


558421.indd 9

9-5-2014 15:51:17


Tekst: Wendy Venhorst Foto’s: Arno Engels

Planty Pot doet niet onder voor pla sti

In de proef bleek dat bamboe ongeveer net zo goed in witte Planty Potten groeit, als in traditioneel zwarte plastic potten.

De ontwikkeling van planten opgekweekt in Planty Potten doet niet onder voor die in plastic potten. Dat is de belangrijkste conclusie uit een praktijkproef. Wel blijken er nog een paar belangrijke aandachtspunten te zijn: het visuele aspect en de verteerbaarheid in de grond.

De groei van bamboe (Fargesia), rozen en Hedera in Planty Potten is redelijk vergelijkbaar met de groei van deze gewassen in plastic potten, zo blijkt uit de praktijkproef (kader). Wel was de weggroei in de Planty Potten de eerste maanden wat minder. Deze achterstand werd gedurende de teelt ingehaald, zo vertelt Nico Geurts, teeltbegeleider en projectleider bij GroeiBalans. „Daarmee deed de groei van de planten in de Planty Pot niet onder voor die in plastic potten.” Ook de kwalitatieve groei was volgens Geurts gemiddeld genomen vergelijkbaar; in sommige gevallen zelfs beter. Vooral de groei in standaard witte Planty Potten was goed.

14

Daarnaast bleek dat ook het planten wortelgewicht van de gewassen in de Planty Pot redelijk in de buurt kwamen, of beter waren dan de resultaten in de plastic pot. Zo was het wortelgewicht bij Fargesia in de Planty Potten bijna overal hoger dan het wortelgewicht in de plastic potten. Bij Hedera was het wortelgewicht hoger of vergelijkbaar. Bij Rosa bleek het wortelgewicht vergelijkbaar of minder.

Machinaal te verwerken De Planty Pot was goed te verwerken met de oppotmachine en de uitzetvork: de randen van de potten bleken

er sterk genoeg voor. De mate van afbreekbaarheid was volgens Geurts beperkt. Aan het eind van de proef werden de potten wel wat zachter en waren ze makkelijk te breken. Ook bleek de Planty Pot enigszins te vervormen gedurende de teelt. Potten met zogenoemde UV-blocks (ultraviolet licht dat wordt tegengehouden) vervormden het minst. Daarnaast heeft de Planty Pot een warmte- en vriestest goed doorstaan. De extreme behandelingen hadden weinig invloed op de kwaliteit van pot. De warmte zorgde er wel voor dat de potten wat boller werden. De kwekers die betrokken waren bij de praktijkproef, waren niet ontevre-

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Planty.indd 14

08-05-14 15:30


Biopotten

pla stic pot den over de resultaten. Zo bleek bij kweker Aad Vermeer in Haaren dat de bamboe in Planty Potten weliswaar minder lengte had, maar wel bossiger en voller was en meer stengels had. Daarnaast viel het Vermeer op dat de wortels niet roteren, maar vertakken en naar beneden groeien. „De planten in de Planty Potten hadden een beter vertakt wortelgestel. Wat we in het gewas zagen, zagen we dus ook bij de wortels.”

PROEFOPZET

Acht opstellingen getest bij drie kwekers In de tweede helft van 2013 is de Planty Pot bij een drietal boomkwekerijen getest: bij Kwekerij Aad Vermeer in Haaren (bamboe), Mulders Rosa & Acers in Zundert (rozen) en Boot & Co in Zundert (Hedera). In totaal zijn er acht proefopstellingen getest: 1. Referentiepot (plastic pot) los op containerdoek 2. Referentiepot in een teeltplaat op containerdoek 3. Standaard Planty Pot, wit, los op containerdoek 4. Standaard Planty Pot, wit, in een teeltplaat op containerdoek

Twijfels in het begin Vermeer geeft toe dat hij in het begin toch wel twijfels had over de potten. „Ik dacht dat we groeiachterstand zouden krijgen of kleurverschillen. Maar ik ben positief verrast over het eindresultaat. De verschillen zijn klein en het resultaat is een goed product.” Daarnaast had hij verwacht dat de potten met een hoger UVblock betere resultaten zouden opleveren. Dat was niet het geval. „De pot met de laagste UV-block (2%) gaf de beste vertakking. Licht op de wortels creëerde een meer bossige plant.” Rozenkweker Eric Mulders uit Zundert heeft, naast de praktijkproeven, het afgelopen jaar zelf ook een paar duizend rozen in Planty Potten gezet. „Ik zie geen verschil”, concludeert Mulders. „De planten waren niet beter, maar ook niet slechter. De rozen zijn er goed in te kweken. Wel zijn de potten wat broos aan het eind van het teeltseizoen, maar dat is niet erg: het bevordert de afbraak.” Wat volgens Mulders wel een aandachtspunt is, is dat de potten visueel nog niet mooi genoeg zijn. „Daar valt nog wel iets te verbeteren. De retailer, maar ook de eindgebruiker is niet gewend aan een vuile pot. Om dat op te vangen, zetten we de planten nu in een schone pot.” Ook de vermarkting is volgens Mulders nog een punt van aandacht. „Bij gemeentes staat er een enorme druk op de prijs. En omdat de potten al snel 10% of meer duurder zijn, moet je wel partijen hebben die bereid zijn om extra te betalen voor duurzaam-

5. Planty Pot met een terracotta kleur 6. Planty Pot, wit, met een UV-block van 2% 7. Planty Pot, wit, met een UV-block van 2,5% 8. Planty Pot, wit, met een UV-block van 3% UV-block: percentage ultraviolet licht dat wordt tegengehouden door de pot. De proef duurde ruim een half jaar, waarbij is gekeken naar de effecten op de groei en de kwalitatieve ontwikkeling van het gewas. Daarnaast is de houdbaarheid van de Planty Pot onderzocht. Proefbegeleiding kwam vanuit GroeiBalans.

heid. Idealen hebben is prima, maar het moet wel worden betaald.”

Niet composteerbaar Ook Geert Mutsaers, bedrijfsleider bij Boot & Co in Zundert, is van mening dat er goed valt te kweken in de Planty Pot. „Hij vervormt wel wat onder invloed van licht en warmte, maar dat is voor onze teelt geen probleem. We hebben er een perfect gewas in kunnen kweken.” Wel vindt hij het jammer dat de pot wit is en niet composteerbaar blijkt te zijn in de grond. „Daarmee schiet de pot zijn doel voorbij. Een hovenier is niet bereid om zoveel meer voor een pot te betalen, die je er vervolgens toch nog af moet halen.” Boot & Co kweekt al zo’n vijftien jaar in biopotten. Eerst in kokospotten, en nu al meer dan tien jaar in Napac-potten. Toch heeft het bedrijf de ideale afbreekbare pot nog niet gevonden. „Het zijn allemaal redelijk dure potten. Wil de Planty Pot voor onze markt - de openbaargroenmarkt - een succes worden, moet hij verder worden verbeterd.”

Wat de ontwikkeling van de planten betreft, zag Mutsaers geen verschillen tussen de Planty Pot en Napac-pot. „Ik had eigenlijk verwacht dat de beworteling in de Planty Potten aan de randen slecht zou zijn, omdat het licht er enigszins doorheen gaat. Dat was niet het geval. Wel is het zo dat een witte pot in het voorjaar langer koud blijft, waardoor de groei later op gang komt.”

Vertrouwen om door te gaan Vincent van Rijsewijk, initiatiefnemer van de Planty Pot, noemt de resultaten bij de kwekers boven verwachting goed. „Het biedt meer dan voldoende basis en veel vertrouwen om door te gaan. Bovendien hebben we nu handvatten om dingen concreet aan te pakken, zoals de samenstelling van het materiaal.” Met een eerdere uitvoering van de Planty Pot waren proeven in gemeentelijke plantsoenen uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat die uitvoering niet geschikt was om met plant en al in de grond te zetten. Begeleider Geurts: „De pot verteerde niet tot De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Planty.indd 15

15

08-05-14 15:30


Biopotten

De wand van de recente Planty Pot is dunner dan vorige versies, en de bovenrand is beter intact. Onderzoek moet nog de afbreekbaarheid uitwijzen.

nauwelijks, waardoor de wortels te weinig contact konden maken met de grond en er uitdroging optrad.”

Eigenschappen recente versie De meest recente versie van de Planty Pot heeft (ten opzichte van eerdere versies) dunnere wanden, waardoor minder materiaal nodig is en dus minder kosten gemaakt hoeven te worden. Daarnaast blijft de bovenrand beter intact en is de ontwatering verbeterd. Het visuele aspect is volgens Van Rijsewijk nog een aandachtspunt. „De pot is wat viezig en slap, maar dat wisten we van tevoren: dat brengt wit met zich mee.” De kleur was echter bewust gekozen. „Omdat bioplastics minder warmte aan kunnen, vervormt de pot eerder. En omdat wit minder warmte absorbeert dan zwart, vervormt een witte pot minder snel.” Sinds twee jaar vallen Planty Pot en de oorspronkelijke Vereniging Planty! onder Treeport Zundert, het samenwerkingsverband van zo’n 170 kwekers uit Zundert en omgeving. Vol-

16

gens Van Rijsewijk versterken beide partijen elkaar. Zo heeft Treeport een aantal duurzaamheidsdoelstellingen die gelijk zijn aan die van Planty! en zoekt Planty! aansluiting en draagvlak. „Treeport is bekend bij de overheid en weet zich gesteund door 170 leden. Dat is veel waard.”

Afbreekbaarheid bekijken Van Rijsewijk laat weten dat de Planty Pot klaar is voor de volgende stap in het proces. „We beseffen dat we aan het begin staan en dat er zeker nog onderzoek moet komen. Op dit moment hebben we nog verschillende denkrichtingen uitstaan. We moeten nu keuzes maken.” Die keuzes zijn onder meer afhankelijk van de ontwikkelingen in het 3D-printen en de bioplastics. Zo wil Van Rijsewijk onderzoeken of het mogelijk is een programmeerbare afbreekbaarheid te ontwikkelen, zodat er potten voor specifieke teelten en toepassingen kunnen worden gemaakt. „Voor een meerjarige teelt heb je andere potten nodig dan voor een teelt van zes weken.”

Bovendien zit de Planty Pot in een fase van opschaling. „Om alles wat grootschaliger aan te pakken, zijn we momenteel in gesprek met een aantal partijen. Voordeel van opschaling is dat de prijzen aanzienlijk kunnen dalen. Het streven is om qua prijs zo dicht mogelijk bij de kostprijs van een oliepot te komen.” Op dit moment worden er per week 10.000 tot 15.000 potten gemaakt. Daarmee voldoet de productie aan de vraag, aldus Van Rijsewijk. De biopotten zijn voor iedereen beschikbaar en de distributie vindt plaats via toeleveranciers. Volgens Van Rijsewijk neemt de vraag langzaam toe. Het uiteindelijke doel is een plasticvrij boomkwekerijproduct waarmee de kweker een meerwaarde in handen heeft, aldus Van Rijsewijk. Hij denkt dat het haalbaar is dat zo’n vijf procent van de kwekers over een jaar of vijf, zes overgaat op biopotten. „We hebben een flinke ambitie: uiteindelijk willen we naar miljoenen potten per jaar. Het kan anders dan met plastic potten, en dat willen we bewijzen met Planty Potten.” <

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Planty.indd 16

08-05-14 15:30


558422.indd 17

12-5-2014 9:37:40


Tekst en Foto: Edwin Kohrman (Cultus Agro Advies)

Nieuwste resultaten uit rozenproev en Plantversterkers dragen nog niet positief bij aan de beheersing van echte meeldauw in rozen. Enige nieuwe middelen bieden wel perspectief tegen echte of valse meeldauw. Dit blijkt uit proeven die Cultus in 2013 deed in opdracht van fabrikanten. De uitvoering gebeurde in praktijknetwerken, met steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. In het praktijknetwerk ’Plantversterkers’ is in 2012 en 2013 onder andere gekeken naar de mogelijkheden van plantversterkende middelen in de rozenteelt. Daarbij is gefocust op het effect op echte meeldauw, om zogenoemde biotische stress te voorkomen. Soortgelijk onderzoek is in de akkerbouw uitgevoerd: dit was gericht op de vermindering van droogtestress in aardappel, ook wel abiotische stress genoemd. In 2012 kon geen effect worden aangetoond van de gebruikte middelen. In eerste instantie was gekeken of er minder aantasting in rozenzaailingen zou ontstaan door het gebruik van enkel en alleen plantversterkers. Omdat we hier geen positief effect van signaleerden, is geprobeerd of we met dezelfde middelen wel iets konden bereiken door deze toe te voegen aan de gangbare meeldauwbestrijding. Ook hiervan zagen we in 2012 geen toegevoegde waarde.

Plantversterkers plus Flint In 2013 is daarom de strategie gewijzigd. In de teelt van rozenzaailingen (’Laxa’) is gestart met plantversterkers op het moment dat er normaal ook wordt gestart met de preventieve echte meeldauwbestrijding. In de praktijk wordt dan veelal aan het begin van de teelt gestart met Flint. De plantversterkende middelen zijn in totaal zeven keer toegepast, waarvan de eerste drie keer in combinatie met Flint. De toepassing was telkens met een interval van circa zeven dagen. Ook in deze proef zagen we echter geen meerwaarde van de gebruikte plantversterkers op de bescherming tegen echte meeldauw.

18

Cultus probeert verder te gaan met dit onderzoek, aangezien er veel plantversterkers op de markt zijn die nog niet zijn getest op effect in de teelt van rozenzaailingen. Mogelijk zit er een middel bij dat een positieve bijdrage kan leveren aan de beheersing van echte meeldauw. Ook zouden de geteste middelen in een andere rozen- of boomteelt een effect kunnen hebben.

Bestrijding echte meeldauw In 2013 heeft Cultus ook onderzoek gedaan naar de bestrijding van echte meeldauw, zowel met enkele nieuwe middelen als met reeds toegelaten producten. Dit is uitgevoerd in opdracht van onder andere Syngenta, Bayer, BASF en Certis. Voorafgaand aan de proef is er twee keer met Frupica gespoten, met een interval van circa tien dagen. Dit is gedaan omdat in de proef ook enkele strobilurines getest moesten worden. Vaak wordt aan de start van de teelt namelijk Flint toegepast, dat ook een strobilurine is. Daarna is er drie keer gespoten in juli met een interval van zeven dagen. Bij iedere bespuiting is uitgegaan van 400 l water per ha. Het spuiten is uitgevoerd met een proefveldspuit voorzien van een spuitboom en perslucht voor de juiste spuitdruk.

(Ergosterol Biosynthese Remmers) tegenvallen in de bestrijding van echte meeldauw in roos (Sphaerotheca pannosa), is ook steeds meer in de praktijk te zien. Het effect van Folicur op echte meeldauw in eik (Microsphaera alphitoides) is wel goed. De EBR-groep is wel nodig om te kunnen afwisselen tussen de groepen. Curatief zijn in de boomkwekerij op dit moment namelijk alleen Nimrod, Folicur en Topaz (alleen voor roos) ter beschikking als systemisch middel. Folicur wordt in de praktijk gemengd met Flint: dan is er wel een goed effect.

Werking EBR’s viel tegen

Nieuwkomers in aantocht

Met de toegelaten middelen werd het beste resultaat bereikt met Nimrod (2,0 l/ha plus uitvloeier). Folicur en Topaz vielen in deze proef tegen, wat effect op echte meeldauw betreft. Het beeld dat deze zogeheten EBR’s

Bayer is bezig met de toelating met een nieuw middel voor de boomkwekerij. Dit middel valt in een voor de boomkwekerij nieuwe groep en laat al in diverse proeven zeer goede resultaten zien. Het wordt een zeer

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Rozenproeven.indd 18

08-05-14 15:30


Rozen

ev en Cultus gebruikgemaakt van bladmeststoffen, om de planten weerbaarder te maken tegen valse meeldauw. Opgemerkt dient te worden dat de dosering van 1,0 kg Fubol Gold niet wordt ondersteund door de fabrikant, in verband met de kans op resistentie. Met bijna alle middelen viel een goed effect te behalen, ook met de lagere dosering Fubol Gold. Opmerkelijk is dat valse meeldauw heel goed onder controle kon worden gehouden met kaliumfosfiet en Bio-Imune. Daarbij presteerde kaliumfosfiet in de hoge dosering (4,0 l/ha) iets beter dan 2,0 l/ha. Beide middelen hebben een plantversterkend effect en zijn als meststof op de markt; er wordt ook geen directe bestrijding van valse meeldauw geclaimd. De planten worden dus beter weerbaar gemaakt tegen infectie.

Verder met kaliumfosfiet Diverse proeven zijn uitgevoerd op percelen met ’Laxa’, omdat deze rozenzaailing gevoelig is voor echte en valse meeldauw. Middelen kunnen hier dus goed worden getest.

welkome aanvulling op het pakket aan gewasbeschermingsmiddelen. In het onderzoek tegen meeldauw waren nog meerdere middelen beproefd die mogelijk een toelating krijgen in de toekomst. Eén daarvan was Signum van BASF. Dit middel heeft onlangs een toelating gekregen als fungicide in de boomkwekerij. Signum heeft een goed effect laten zien in de rozenproef.Opvallend was ook het resultaat van Flint. Ook hiermee werd een goed resultaat bereikt na twee keer spuiten met Frupica. Een andere nieuwkomer is Karma. Dit middel van Certis heeft vorig jaar een toelating gekregen. Karma lag in twee doseringen in deze proef: 3,0 kg en 5,0 kg per ha. Er was gekozen voor een solo-toepassing. De werking viel enigszins tegen. In de fruitteelt worden wel goede resultaten behaald als Karma wordt gemengd met zwavel. Karma is toegelaten in biologische teelten en er is geen gevaar voor

resistentie. In 2014 bekijkt Cultus daarom de verdere mogelijkheden van Karma in de rozenteelt.

Bestrijding valse meeldauw Afgelopen jaar is ook een proef uitgevoerd tegen valse meeldauw (Pseudoperonospora sparsa) in rozenzaailingen (wederom ’Laxa’). Cultus kiset vaak voor rozenzaailingen, omdat ’Laxa’ als zaailing gevoelig is voor zowel echte als valse meeldauw. Proeven in deze teelt hebben dus een grote kans van slagen. In het praktijknetwerk ’Bodem, Klimaat en Biodiversiteit in een Duurzame Boomteelt’ was vorig jaar, als vervolg op proeven in 2012, weer een proef aangelegd om te bekijken of er mogelijkheden zijn om de milieubelastingspunten te verlagen bij de beheersing van valse meeldauw in rozenzaailingen. Daarbij is naast de gewasbeschermingsmiddelen ook

In 2014 gaat Cultus verder kijken naar het effect van kaliumfosfiet op de bescherming van rozen tegen valse meeldauw. Er liggen nog vragen op het gebied van mengen van kaliumfosfiet met middelen die worden ingezet tegen echte meeldauw: heel vaak wordt in de zaailingenteelt nu apart gespoten tegen valse en echte meeldauw. Als dit kan worden samengevoegd, kan de kweker besparen op arbeid, gewasbeschermingsmiddel en dus op kosten. Het is wel bekend dat kaliumfosfiet bij menging met andere meststoffen of middelen aan effectiviteit kan inboeten, of zelfs tot schade kan leiden. In de rozen heeft Cultus tot nu toe geen schade gevonden. Kaliumfosfiet valt onder de kaliumfosfonaten: deze zijn vorig jaar door de EU aangemerkt als werkzame stof van gewasbeschermingsmiddelen. Kaliumfosfiet moet voor gebruik dus geregistreerd zijn in Nederland. Bij een aantasting met valse meeldauw blijven Fubol Gold en Fenomenal het beste. Previcur Energy moet preventief worden ingezet. < De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Rozenproeven.indd 19

19

08-05-14 15:30


Tekst en Foto’s: Arno Engels

Compacte Deense oppotmachine ve rw WTM de Boer werkt als eerste Nederlandse boomkwekerij met een oppotmachine van Bekidan uit Denemarken. Het is een compacte, computergestuurde machine die in één werkgang potten in trays zet, afvult met grond en plantgaten boort. Pot- en traymagazijnen zijn handig te verwisselen. De naam Bekidan zal in Nederland bij weinig boomkwekers een belletje doen rinkelen, en waarschijnlijk ook niet in verband met oppotmachines. Bij zulk soort machines wordt namelijk meestal gedacht aan fabrikanten uit Nederland, België en Duitsland. Bekidan is dan ook hoofdzakelijk bekend in Denemarken zelf, waar de machinefabrikant is gevestigd. Verschillende kwekers potten daar machinaal op met een Bekidan. De fabrikant exporteert ook wel eens machines naar verschillende landen, tot in NoordAmerika aan toe. Maar zijn markt is dus grotendeels de Deense markt. Ook Steef de Boer, van WTM de Boer Boomkwekers in Leiderdorp en Boskoop, had nog nooit eerder van Bekidan gehoord. Totdat hij

20

de Deense oppotmachine eind vorig jaar toevallig op internet tegenkwam. Rond die tijd wilde De Boer gaan investeren in een nieuwe oppotmachine: een machine met een hoge capaciteit die niet alleen kan oppotten, maar potten ook eerst in trays kan zetten.

Liefst geen lange lijn Met de mechanisatie van bekende fabrikanten zou dan wel veel ruimte nodig zijn op het bedrijf, aangezien het om meerdere machines zou gaan die in één lange lijn staan opgesteld. Maar dat wilde De Boer niet. Het oppotten moest niet alleen met meer man tegelijk mogelijk zijn. „We wilden ook dat één persoon alleen kan oppotten. Dan wil je

niet 10 m langs de machine lopen en weer terug, om bijvoorbeeld potten bij te vullen.” Er was daarom een compacte machine gewenst. De Boer wilde met zo’n machine bovendien verschillende maten potten en trays kunnen draaien: zowel vierkante 9 cm-potten als 1,5 l-containers, en zowel 12 gaats-trays als 24 gaats-trays. Bij Bekidan kon de kweker met al zijn wensen terecht. In de basis zijn de oppotmachines van de Deense fabrikant gelijk. Het is telkens een machine van 3,1 m lengte, 1,7 m breedte en 2,1 m hoogte. Ze wordt elektronisch aangestuurd door een plc (programmable logic controller) en bediend door een touchscreen. En alle handelingen gebeuren binnen in de machine en stapsgewijs in één werkgang:

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Deense oppotmachine.indd 20

08-05-14 15:30


Automatisering

ve rwerkt ook trays

trays ontstapelen, potten ontstapelen, potten in trays plaatsen, per tray afvullen met potgrond, voorzien van plantgaten en tot slot uit de machine voeren.

Op maat uitbouwen Volgens Kenneth Hansen, werktuigbouwkundige van Bekidan, kan iedere machine verder op maat worden gebouwd. „Er zijn veel mogelijkheden, bijvoorbeeld in het aantal maten potten en trays. Ook kan je er Jiffy-potten mee draaien.” Daarnaast kan gekozen worden voor een bepaalde wijze van grondtoevoer. De Boer heeft bijvoorbeeld zijn bestaande grondbunker via een bestaande transportband aan

de Deense potmachine gekoppeld. Zo ook de afvoer van gevulde potten in trays: welk systeem de kweker ook maar wenst of al gebruikt, is mogelijk aldus Hansen. „Je kunt de potten op een bufferband laten overzetten. En je kunt de trays laten opstapelen.” De Deense fabrikant heeft het eerste model van zijn oppotmachine weliswaar jaren geleden ontwikkeld, maar het is daarna verschillende malen aangepast en verbeterd. „Om de machine nog beter en sneller te laten werken”, aldus Hansen. Afhankelijk van de uitvoering is een capaciteit van 30.000 potten per uur haalbaar. De machine van De Boer kan per uur vijfhonderd 24 gaats-trays verwerken, wat dus neerkomt op 12.000 opgepotte planten per uur.

Eenvoudig te verstellen Volgens Hansen kan iedereen met een Bekidan werken. Van tevoren zijn op de touchscreen allerlei zaken in te programmeren, zoals de potmaat, de hoeveelheid potten per tray alsmede de hoeveelheid grond die per pot nodig is. Zodra je een bepaald programma kiest, past de plc automatisch alle draaiende delen van de machine aan. De magazijnen van potten en trays zijn bovendien heel gemakkelijk te verwisselen, evenals de boorunit en de aandrukplaat. Hansen: „Je hoeft maar een magazijn eruit te pakken en een ander erin terug te plaatsen: en de machine draait weer.” <

Kenneth Hansen van Bekidan demonstreert hoe eenvoudig een pottenmagazijn is te verwisselen door een magazijn met een andere potmaat. Even een paar kabels van de pneumatica losmaken, magazijn eruit tillen en op een aparte stellage plaatsen.

Zicht van bovenaf in de machine. Een bakje met grond wordt boven de tray gelost. De benodigde hoeveelheid grond is ingeprogrammeerd en wordt via een elevator onder in de machine gehaald. Een plaatsysteem drukt de grond nog aan in alle 24 gevulde potten.

Gevulde potten in 12 gaatstray verlaten de machine. Bij De Boer schuiven ze daarna op een transportbandje dat langs het handmatige oppotten loopt. Het is ook mogelijk om de uitvoer te bufferen of te stapelen: net hoe de kweker het liefst werkt.

De boorunit (hier met 24 boorkoppen) is met aandrijfmotor en al eenvoudig uit de machine te hijsen. Dat gebeurt pneumatisch, waarna je de unit boven een verrijdbare stellage dirigeert. Vervolgens kan er een andere boorunit in de machine worden gezet.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Deense oppotmachine.indd 21

21

08-05-14 15:31


Tekst: Jeroen van der Meij, Johan van den Broek, DLV Plant Foto: DLV Plant

Waarschuwingsmodellen zorgen voor go Buxuskwekers kunnen de bestrijding van Cylindrocladium optimaliseren door gebruik te maken van waarschuwingsmodellen. Door alleen preventief te spuiten als een hoge infectiedruk wordt verwacht, wordt een goede bestrijding gerealiseerd met minder bespuitingen. Dat blijkt uit onderzoek van DLV Plant.

Om problemen met Cylindrocladium in Buxus te voorkomen, wordt er op bedrijven met buxusteelt veelal om de paar weken preventief gespoten. De laatste jaren is de toelating van veel gebruikte preventieve middelen als maneb en Daconil vervallen. Maneb is geheel vervallen en Daconil mag nog alleen in de kas. In 2013 heeft DLV Plant op de proeflocatie ’Onderzoekscentrum Boomkwekerij’ in Boskoop onderzoek uitgevoerd naar de preventieve bestrijding van Cylindrocladium. Binnen het onderzoek is gekeken naar de preventieve werking van toegelaten en enkele nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. De fabrikanten BASF, Adama (voorheen Makhteshim-Agan) en Bayer CropScience hebben voor het onderzoek een bestrijdingsstrategie met hun eigen producten opgesteld. Voor BASF is het nieuwe preventieve systemisch werkende middel Signum getest. Adema heeft een spuitschema met Mirage Plus afgewisseld met Spirit aangedragen. En voor Bayer is een nieuw nog niet toegelaten middel getest in afwisseling met Folicur. De spuitschema’s van de fabrikanten zijn vergeleken met onbehandeld en een preventieve aanpak met spuitzwavel. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van het waarschuwingsmodel QMS Boomteelt. De middelen zijn alleen ingezet op de momenten dat het waarschuwingsmodel een hoge

22

Spuiten op basis van weerwaarneming levert een besparing van het aantal bespuitingen op.

infectiedruk voor Cylindrocladium voorspelde.

Wat is QMS Boomteelt Bij QMS Boomteelt meet een weerstation op de kwekerij de klimaatomstandigheden in het gewas. Zo worden onder meer factoren als

temperatuur, luchtvochtigheid, en bladnatperiode gemeten. Deze meetcijfers worden door het weerstation naar de computer gestuurd. Daarnaast worden door DLV Plant weersvoorspellingen op GPS-locatieniveau aangekocht. Deze gegevens worden gebruikt voor waarschuwingsmodellen en andere doeleinden zoals ad-

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Cylindrocladium.indd 22

08-05-14 15:30


Heesters

oor goede aanpak Cylindrocladium viezen voor het juiste spuitmoment en groeimodellen. Een boomkweker kan deze gegevens bekijken op zijn computer of smartphone en weet zo wanneer hij het beste een bespuiting kan uitvoeren.

Zes bespuitingen In het seizoen zijn zes bespuitingen uitgevoerd. Dat was op 29 mei, 11 juni, 2 juli, 24 juli, 6 augustus en 6 september. Op basis van de weersvoorspellingen werd rond deze data door QMS Boomteelt een verhoogde infectiedruk voorspeld. Eind september en in oktober werd ook een zeer hoge infectiedruk voorspeld en gerealiseerd. Toen is echter niet meer gespoten om de duurwerking van de preventieve behandelingen te testen. Gedurende het seizoen zijn geregeld waarnemingen uitgevoerd. De aantasting van Cylindrocladium was vanaf half juli significant hoger bij de onbehandelde veldjes dan bij de behandelde objecten. Bij de laatste waarneming op 1 november was sprake van een zeer zware aantasting. Bij de behandeling met spuitzwavel was de Cylindrocladium tot begin oktober onder controle. Daarna nam de aantasting echter toe. Aan het eind van de proef op 1 november was er meer aantasting dan bij de andere spuitbehandelingen. Dit geeft aan dat de preventieve werking van spuitzwavel goed is maar de duurwerking beperkt. Dit is logisch omdat spuitzwavel een bedekkingsfungicide is. Bij de bestrijdingsstrategieĂŤn van BASF, Bayer Cropscience en Adama was de Cylindrocladium op 1 november nog onder controle en is slechts sprake van zeer lichte aantasting van hier en daar een aangetast blaadje. Dit geeft aan dat de middelen goed werken en een goede duurwerking hebben. Daarnaast blijkt een preventieve bestrijdingsstrategie op basis van het waarschuwingsmodel QMS Boomteelt succesvol. Kwekers kunnen met minder bespuitingen toch

Figuur. Gerealiseerde infectiedruk van Cylindrocladium buxicola in de periode van eind mei tot begin november. De rode lijn geeft de kritische grens aan. Daarboven is de druk hoog.

Figuur. Effectiviteit behandelingen. Tot eind september houden alle preventieve middelen Cylindrocladium onder controle. Daarna neemt de aantasting toe bij de behandeling met het contactmiddel spuitzwavel, omdat er niet meer is gespoten. De andere middelen hebben een goede duurwerking. Dit komt door de systemische werking.

een goede bestrijding realiseren. De verwachting is dat het aantal bespuitingen tegen Cylindrocladium nog verder kan worden teruggebracht als er meer rekening wordt gehouden met de duurwerking van de middelen. In 2014 wordt er verder onderzoek gedaan naar Cylindrocladium in Buxus. Ook dan worden de verschillende

middelen getest in combinatie met de strategie van de leverancier. Dit jaar doen ook kwekers mee aan het onderzoek, waarbij de strategie van de kwekers wordt onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door DLV Plant en deelnemende fabrikanten en kwekers financieren het onderzoek. < De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Cylindrocladium.indd 23

23

08-05-14 15:30


Foto: Agropoli

Plaaginsecten passen zich aan andere tijden aan De warme winter heeft de insecten ontregeld. Sommige vormen extreem vroeg al een plaag, terwijl andere juist slecht de warme winter zijn doorgekomen.

Wilma Windhorst Agropoli wwindhorst@agropoli.nl

Van sommige insecten zoals taxuskever en buxusbladvlo zien we nu al extreem zware aantastingen. Dat komt doordat taxuskever laat in het najaar en de winter nog eieren heeft afgezet en doordat zowel taxuskever als buxusbladvlo in groten getale de winter hebben overleefd. Andere plagen zijn minder aanwezig. Zo is trips als volwassen insect overgebleven in plaats van pop. De trips zou dan in het vroege voorjaar direct eieren kunnen afzetten, een potentieel probleem. Dat is echter nauwelijks gebeurd, mogelijk door de lange periode die het insect moest overbruggen met maar beperkt voedsel. Nu pas vinden we de eerste verse trips. Het is zinnig om nu een systeem met biologische vijanden op te starten. Zet daarvoor in eerste instantie preventief Amblysieus cucumeris in en stuur indien nodig bij met meer roofmijten of met de Amblysieus swirskii of de roofwants Orius. Ook spint vinden we minder dan verwacht. Door de hoge temperatuur eind oktober leken de mijten ’in de war’. We zagen de wintereieren van Buxus- en sparre- en citrusspint toen al uitkomen, en kasspint zette ongewoon laat eieren af. De overleving van de stadia, die er normaal niet horen te zijn, lijkt slecht waardoor de spintdruk meevalt. Roofmijten Amblyseius andersoni of

californicus kunnen nu worden ingezet als preventieve bestrijder: deze eten ook stuifmeel en bouwen een populatie op die opkomende hoeveelheden spint de baas kan. Het is belangrijk dat het gewas elkaar ongeveer raakt als roofmijt wordt uitgezet.

Plofengerlingen Meikeverengerlingen hebben zich anders dan anders ontwikkeld. Larven uit eieren van afgelopen zomer zijn soms in plaats van in het eerste al in het tweede larvale stadium beland. Een extreem snelle ontwikkeling die we wijten aan de hoge bodemtemperatuur in de winter: de engerlingen hebben gewoon door gegeten. Analoog aan de term plofkippen noemt een collega van mij ze plofengerlingen. Ze hebben wel wat afwijkingen ten opzichte van normaal, en we zullen volgen hoe deze zich verder ontwikkelen. Bestrijding met nematoden heeft een effect van ongeveer 60%. Het resultaat is te verbeteren als de aaltjes niet op, maar in de grond worden aangebracht. Hiervoor zijn diverse technieken bruikbaar. Plaaginsecten zijn overlevers, ze passen zich aan op een manier waarvan we, ook na jaren waarneming, verbaasd kunnen staan. <

De engerlingen zijn ongewoon groot doordat ze de hele winter hebben door gegeten.

24

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Teeltadvies BKW14-10.indd 24

08-05-14 15:30


Teeltadvies

Het teeltseizoen voor rozen is weer gestart De aanslag van de rozen is goed. De eerste meeldauwbestrijding wordt momenteel uitgevoerd en het is tijd voor het bepalen van de stikstofbemesting.

Dirand van Wijk Cultus Agro Advies dirandvanwijk@cultus.nl

Na een goede aanslag blijken veel percelen last te hebben van zogenaamde kroeskoppen. Een oorzaak van kroeskop is niet bekend, evenals de manier om het te voorkomen. Vast staat wel dat het gebonden is aan bepaalde cultivars en de plaats van de rozen in de grond. Momenteel zijn de meeste kwekers aan het toppen en sommige al voor de tweede ronde. De meeste planten zijn geplant. De eerste vraatschade ( kever en rups) is geweest en de eerste meeldauwbestrijding zal worden toegediend. Start met een preventief fungicide zoals Flint. Een andere mogelijkheid is zwavel of Karma. Karma is sinds 2014 toegelaten in de teelt van vollegrondsrozen en mag 20 keer in een seizoen worden toegepast. Signum is ook een nieuw middel in de rozenteelt voor preventief gebruik. Daarnaast zijn er plantversterkers. Dit jaar doen we een test waarin alleen gebruik wordt gemaakt van plantversterkers in de teelt van vollegronds struikrozen. Deze periode is ook de periode om uw stikstofgift te bepalen. Doe dit bij voorkeur op basis van een N-mineraal monster, waar-

bij de aanwezige stikstof is bepaald. Een stikstofgift is veelal niet nodig in de wilde planten maar wel in de tamme rozen. Bepaal aan de hand van het monster de benodigde hoeveelheid stikstof en bereken dan de stikstofruimte. Deze is gekoppeld aan de gewasnorm. De toediening kan gebeuren met kunstmest of organische meststoffen.

Zaailingen De rozenzaailingen zijn momenteel deels gezaaid. In het noorden van het land zaaien ze altijd wat eerder dan in het zuiden. Door de regen en de koude nachten van de afgelopen week kan er meer kiemplantenziekte optreden. Direct na opkomst kan hiervoor een behandeling worden uitgevoerd met Rovral Aquaflow. Let hierbij ook op het aantal goed gekiemde planten. Als dit al hoog is dan is een behandeling wellicht helemaal niet noodzakelijk. Bij kieming van onkruid kan Betanal worden ingezet. De dosering van deze herbiciden wordt bepaald door de omstandigheden en de grootte van het onkruid. Raadpleeg hiervoor altijd uw adviseur. <

Wees in coniferen alert op vroege insecten Dit jaar zien we al vroeg problemen met taksterfte in coniferen. Ook insecten als bladrollers en dopluizen zijn al duidelijk aanwezig.

Alwin Scholten Plant Grow alwin@plantgrow.nl

Taksterfte door de schimmels Pestalotia en Kabatina komt vrij algemeen voor. Dit jaar is het erg vroeg, mogelijk komt dat omdat er in oktober nog infecties zijn geweest waarvan de uiterlijke kenmerken toen niet zichtbaar waren, maar die nu vroeg in het jaar wel zichtbaar worden. Op percelen waar in september en oktober nog (preventieve) bespuitingen zijn uitgevoerd, zijn deze infecties niet. Bestrijden kan door een blokbespuiting van Captan + hechter, Mirage Plus of Spirit. De werking van deze bespuiting is te versterken door het toevoegen van koperbladvoeding. Bladrollers zijn de afgelopen weken ook al duidelijk aanwezig. Vooral de anjerbladroller in Thuja is relatief veel gezien. De rhododendronbladroller in Taxus komt ook voor. Deze kan verder voorkomen in Juniperus, Larix en Pinus. Bestrijden kan door te spuiten met bijvoorbeeld een bacteriepreparaat als XenTari WG, of met selectieve middelen zoals Runner (niet in waterbeschermingsgebieden), Steward of Fame (alleen in bedekte teelten). Let de komende maanden ook goed op Ju-

niperus- en Thuja-mineermotten. Die worden verwacht in grote aantallen.

Dopluizen In Taxus zitten nu onder in de oudere planten de eerste dopjes van dopluizen waar eitjes onder zitten. Het duurt nog een paar weken voordat deze witte eitjes roze kleuren, groenig worden en pootjes krijgen, alles onder het dopje. Daarna kruipen ze onder het dopje vandaan waarna ze te bestrijden zijn. Controleer de ontwikkeling door elke week een paar dopjes los te wippen. Laat het dopje met inhoud in uw hand vallen en bekijk met een loep de ontwikkeling zoals boven omschreven. Zodra de eerste larven op uw hand rond gaan lopen, komen ze binnen een week ook onder de dopjes vandaan en zwermen uit over de Taxus. Bestrijd dan met Envidor, Calypso en/of Movento. Deze laatste alleen spuiten als de Taxus voldoende nieuw gewas heeft om de werkzame stof van Movento op te nemen. Bespuiting na tien Ă veertien dagen herhalen. < De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Teeltadvies BKW14-10.indd 25

25

08-05-14 15:30


Tekst en Foto’s: Bart van der Sluis, Henk van Reuler (PPO)

Groeiwinst uit/in de grond verschilt pe Spillen eerst één seizoen opkweken in het gotensysteem, en daarna twee seizoenen doorkweken in de vollegrond of in containers tot laanbomen. Binnen het project ’Teelt de grond uit’ is onderzocht welk doorteeltsysteem de meeste groeiwinst oplevert. PPO kwam tot opmerkelijke verschillen in diktemaat.

Van de toetsgewassen Prunus avium ’Plena’, Sorbus aucuparia ’Edulis’, Pyrus calleryana ’Chanticleer’, Ulmus ’Dodoens’ en Quercus robur ’Fastigiata Koster’ werden van de eerste vier winterhandveredelingen (op een tweejarige onderstam) in het voorjaar in de goot opgeplant. Bij Quercus was materiaal opgeplant dat het jaar eerder in september was geënt. In het gotensysteem bereikten de spillen in zeven tot acht maanden tijd een lengtemaat van ruim 1 m (Quercus en Pyrus) tot circa 2 m (Sorbus, Prunus en Ulmus). Vanaf 2010 werd de teelt gedurende twee jaar voortgezet, deels in de vollegrond en deels in containers. Beide groepen hadden dus in het begin dezelfde kwaliteit van het wortelgestel. De wortels van de bomen uit de goot waren te karakteriseren als ’veel en zeer fijn vertakt’.

op de aanslag en hergroei van de gewassen. Welke specifieke eisen stelt de boomsoort aan de ondergrond? Prunus prefereert bijvoorbeeld lichtere grond en zal dan een veel betere groei laten zien in vergelijking met de groei op zware kleigrond. Andere soorten zullen op zware klei een trage hergroei vertonen, maar na aanslag een goede groei. Ook de overgang naar een andere groeimedium heeft invloed. Zeker voor bomen met een fijn vertakt wortelstelsel is de overgang naar zware rivierklei een grote verandering ten opzichte van potgrond. Daarnaast hebben de weersomstandigheden een belangrijke invloed op de vollegrondsteelt. Deze waren voor beide onderzoeksjaren (2010 en 2011) redelijk gunstig: het groeiseizoen van 2010 kende een

koel voorjaar, een warme juli en een natte augustus. Het groeiseizoen in 2011 begon in de lente zacht en was koel en nat in de zomer.

Resultaten twee seizoenen De verschillen in het uiteindelijk groeiresultaat zijn opmerkelijk. Bij Prunus en Sorbus in containers is in beide onderzoeksjaren duidelijke groeiwinst gemeten. Prunus in container groeide in twee groeiseizoenen (vanaf lengte 200/250 en omtrek 4 cm) naar diktemaat 12-14, terwijl de bomen in de vollegrond niet verder kwamen dan diktemaat 8-10. Sorbus in containers groeide van 4-6 naar 12-14 terwijl de vergelijkingsgroep in de vollegrond diktemaat 6-8 bereikte. De groeiwinst van de containerbomen ten opzichte van de vollegrond was gemiddeld 4,2 cm bij Prunus en liefst 6,6 cm bij Sorbus. Bij Ulmus, Quercus en Pyrus werd weliswaar in het eerste jaar een forse groeiwinst behaald in containers, maar in het tweede jaar werden deze verschillen in de vollegrond ingelopen. Ulmus groeide in de container naar diktemaat 14-16 en in de vollegrond naar 12-14. Was de groeiwinst in de containers in het eerste jaar ruim 2

Diverse factoren van invloed De groeiomstandigheden in de tweede fase liepen sterk uiteen. De vervolgteelt in de vollegrond vond plaats in zware rivierklei, terwijl de teelt in containers (50-60 l) werd voortgezet in veensubstraat en in uiteenlopende containertypen. Maar niet alleen het groeimedium, ook andere factoren zijn van invloed

Gotenteelt van Pyrus calleryana ’Chanticleer’ leverde veel en fijn vertakte wortels op (links), terwijl vollegrondsteelt tot een grover wortelgestel leidde (rechts).

26

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Gotenonderzoek.indd 26

08-05-14 15:31


Laanbomen Lees dit artikel nog eens na op uw tablet, laptop of PC. Scan de QR-code en u krijgt via de mail een link naar deze publicatie.

ilt per soort

Figuur. De diktegroei van vijf verschillende laanbomen in twee teeltsystemen: van goot naar container en van goot naar vollegrond.

cm, in het tweede jaar werd de groeiwinst gerealiseerd door de bomen in vollegrond (1,4 cm). Bij Pyrus was de groeiwinst in containers het eerste jaar 3 cm ten opzichte van Pyrus in de vollegrond. In het tweede jaar groeiden de bomen in de vollegrond beter (bijna 1 cm). Tenslotte bleek dit ook voor Quercus met een groeiwinst (0,7 cm) in het eerste jaar in container. In het tweede jaar werd in de vollegrond een groeiwinst (0,4 cm) behaald.

Conclusies Deze vergelijking maakt duidelijk dat de winst die qua diktegroei kan worden behaald, duidelijk afhankelijk is van de boomsoort en de situatie. Voor soorten als Prunus en Sorbus zal teelt uit de vollegrond een duidelijke groeiwinst opleveren. Ook de spreiding rondom de gemiddelde resultaten liet dat bij deze twee gewassen zien: er was geen overlap in de spreiding. Maar er zijn uitzonderingen. Bij

Ulmus en bij Quercus liep de gemiddelde groei in het tweede jaar in. Pyrus neemt een middenpositie in: er was wel een inhaaleffect, maar toch nog een groot verschil te zien tussen de teelt in containers en die in de vollegrond. Bij Ulmus, Quercus en Pyrus is het dan de vraag of de meeropbrengst van teelt uit de grond voldoende hoog is om de hogere teeltkosten terug te verdienen. Hierbij moet wel betrokken worden dat er qua werkverdeling en slagingspercentages wel degelijk (positievere) verschillen zijn met traditionele vollegrondsteelt. Aandachtspunt bij zowel de gotenteelt als de containerteelt is dat de watergift en bemesting afgestemd dienen te zijn op de soort en het groeimedium. Voor de teelt in de vollegrond zijn de specifieke bodemeisen van de soort belangrijk, maar zeker ook de vochtvoorziening. Het is onbekend of aanvullende beregening hier extra groei had gegeven. Door de groeiverschillen kan de kweker dus een afweging maken welk teeltsysteem voor zijn specifieke situatie financieel het meest aantrekkelijk is. <

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Gotenonderzoek.indd 27

27

08-05-14 15:31


Ongekend

Tekst: Ronald Houtman Foto's: Plants & Pictures, Rens Kromhout

Pas zo’n dertig jaar geleden werd deze Chinese vaste plant in westerse tuinen en kwekerijen geïntroduceerd. Inmiddels is Saruma henryi bezig aan een opmars.

Saruma henryi Op het eerste gezicht zegt de naam Saruma weinig mensen iets. De plant is echter verwant aan Asarum en bij het beschrijven van de plant werd de ’A’ verplaatst naar achteren waardoor Saruma als naam ontstond. Zo gemakkelijk kan nomenclatuur dus zijn. Het geslacht Saruma kent maar één soort, S. henryi. De plant komt voor in bosachtige gebieden in westelijk Centraal-China. Het is een bossig groeiende vaste plant die in de natuur bijna een meter hoog kan worden maar in cultuur nauwelijks hoger dan 60 cm wordt. De hartvormige bladeren zijn zacht behaard. Ze lopen bronskleurig uit en kleuren later dof grijsgroen. In april verschijnen de zachtgele bloemen die uit drie bloemblaadjes (kroonbladen) bestaan. Juist de aanwezigheid van deze kroonbladen onderscheidt Saruma van Asarum. Bij Asarum zijn de kroonbladen af-

UIT DE PRAKTIJK „Omstreeks vijftien jaar geleden kocht ik S. henryi op een buitenlandse beurs. Ik kende de plant niet en heb hem, zonder de achtergronden te onderzoeken, gewoon in de tuin geplant. Het

wezig of nauwelijks ontwikkeld. De bloemen van S. henryi verschijnen gedurende het hele voorjaar en vroege zomer vanuit de bladoksels. Zolang de scheuten groeien worden er bloemen gevormd. Van origine komt S. henryi voor in bosrijke gebieden in de halfschaduw. Maar in cultuur voldoet een zonnige standplaats ook, mits de grond ’s zomers voldoende vochtig blijft. Ook in volle schaduw kan S. henryi groeien. De grond moet voldoende vochtig zijn, maar toch goed doorlatend, zodat er geen stilstaand water rond de wortels blijft staan. De plant heeft een voorkeur voor een licht zure, zandiglemige grond. Op te droge grond zal de bloei minder lang aanhouden en het blad in de nazomer verschrompelen. De eenvoudigste methode van vermeerderen is scheuren. De vermeerderingsfactor is weliswaar niet groot, maar er kan weinig misgaan. Zaaien kan natuurlijk ook. Maar als er geen zaad kan worden ingekocht, zal het zelf moeten worden verzameld. Dit moet op tijd gebeuren, anders zijn de zaden al verspreid. Het mooie blad, dat een goede achtergrond vormt voor de langdurige bloei, en de prima winterhardheid zijn de belangrijkste redenen waarom deze onbekende vaste plant meer bekendheid verdient. <

is een sterke, langlevende vaste plant gebleken; de originele plant staat er nog prima bij en zaait zich zelfs uit. De plant staat in de volle zon, in enigszins vochtige grond. Volgens de litera-

PLUS

MIN

voorjaar en de vroege zomer, als de plant in volle bloei staat

+ Mooi loof en bloemen

- Gevoelig voor te droge

en het blad nog fris is, verkoopt de plant zichzelf. De bekend-

+ Lange bloeitijd

grond

heid zal hopelijk wel gaan toenemen; in de nieuwe tuin van het

+ Veel standplaatsen

- Vermeerdering kan wat

Rijksmuseum is een flink vak Saruma henryi aangeplant.”

+ Prima winterhard

langzaam gaan

tuur niet gunstig, maar in praktijk doet de plant het prima. Nog Hans Kramer, Ede

28

steeds is de plant onbekend bij tuinliefhebbers, maar in het

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Ongekend Saruma.indd 28

08-05-14 15:31


Bodem

Tekst: Arno Engels Beeld: NAK

Sneller op AM laten onderzoeken Boomkwekers hoeven niet meer weken te wachten op AM-onderzoek. Ze kunnen bij het digitale loket van de NAK kiezen tussen verschillende snelheden van monstername en onderzoek. Op zijn snelst duurt de hele procedure acht werkdagen. Klachten van boomkwekers over de snelheid van AM-onderzoek, waren voor LTO en de NAK aanleiding om met elkaar om de tafel te gaan zitten. Kwekers vonden dat ze lang moesten wachten op zo’n onderzoek, vanaf het moment dat er grondmonsters voor werden genomen, totdat de monsteruitslag binnen was. „Wij waren vroeger wat anders gewend”, zegt Jan Veltmans van de LTO-Vakgroep Bomen en Vaste planten. „Je belde de monsternemer, die kwam al de volgende dag, en ook de uitslag kwam snel binnen.” Nu kan het zijn dat je zes weken na bemonstering moet wachten op de uitslag. Voor kwekers had dit voor zover bekend geen vervelende consequenties, aldus Veltmans. „We vroegen ons alleen af: waarom duurt de uitslag zo lang?”

Verschillende perceptie Kwekers en de NAK bleken een verschillende perceptie te hebben van de term ’standaard’. „Ze hadden het idee dat je bij ons een onderzoek alleen ’standaard’ kon aanvragen en dat hierbij ook direct werd bemonsterd”, zegt Ton Stolte, manager operations bij de NAK in Emmeloord. Voor de NAK betekent ’standaard’ echter dat de uitslag zes weken na monstername op zich kan laten wachten, en dat de monstername niet altijd direct gebeurt. Bij de NAK kan je echter ook kiezen voor een snellere procedure: naast ’standaard’ is er nog ’versneld’ en

’spoed’ (kader). „Als je bijvoorbeeld nú huurland hebt waarvan je nú de status van aardappelmoeheid wilt weten”, legt Stolte uit. Aardappeltelers kiezen steeds vaker voor ’standaard’, vanwege de gedachte: ’Als ik maar lang genoeg wacht met onderzoek en de grond eerst ploeg, dan is de kans kleiner dat er aardappelcysten worden gevonden’. „Dit is een misverstand”, aldus Stolte. „Als er een haard van cysten in de grond zit, blijf je nog vijftien jaar lang levende larven tegenkomen. En door ploegen spreid je juist een haard. Het moment van bemonsteren heeft nauwelijks invloed op de kans dat je een besmetting vindt.”

is hiervoor erkend door de NVWA. Stolte adviseert kwekers om een AM-aanvraag digitaal in te dienen, via de website nak.nl bij het NAKLoket. „Dat is het handigst, want de aanvraag is dan snel en duidelijk bij ons binnen.” Kwekers kunnen dan bovendien de status van de aanvraag online volgen. <

Bij het NAK-Loket op de website van de keuringsdienst is AM-onderzoek snel en handig aan te vragen.

UITLEG

Drie snelheden van AM-onderzoek > Standaard: monstername binnen twee weken, uitslag binnen zes weken na bemonstering. Hiervoor hanteert de NAK een basis-

Lab als enige erkend De praktijk van aardappeltelers is niet dezelfde als die van boomkwekers, dat is nu bij de NAK begrepen. „We kenden al onze klanten eerst niet goed”, erkent Stolte. Boomkwekers zijn nieuwe klanten geworden, omdat commerciële laboratoria geen officieel AM-onderzoek meer mogen uitvoeren. Alleen het lab van de NAK

tarief van €55,45 per hectare. > Versneld: monstername binnen een week, uitslag binnen twee weken na bemonstering. Dit kost €69,25 per hectare. > Spoed: monstername binnen drie werkdagen, uitslag binnen vijf werkdagen na bemonstering. Hiervoor geldt het basistarief (€55,45/ha) plus €51,25 per aanvraag en €10,25 per monster. Genoemde tarieven gelden voor huidig seizoen 2013-2014. Aanvragen voor dit seizoen moeten vóór 1 juni 2014 bij de NAK binnen zijn. Voor alle bemonsteringen geldt: mits monstername mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld niet als het perceel te nat is of pas geploegd is. De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

AM onderzoek.indd 29

29

08-05-14 15:31


558423.indd 30

9-5-2014 15:52:40


558424.indd 31

9-5-2014 16:04:14


Tekst: Ron Barendse Foto's: Ron Barendse, Living Creations

Living Creations: samenspel van kweker, handelaar en consument Sinds dit voorjaar brengt kweker Alex Schoemaker zijn hortensia op de markt via het vernieuwde Living Creations-concept. Onderdeel van het concept is het rechtstreekse contact met de consument. „Over vijf jaar hoop ik 45.000 adressen te hebben van mensen die een hortensia van mij hebben gekocht”, zegt Schoemaker.

Consumenten willen volgens Alex Schoemaker wel veel weten, maar niet veel lezen. Met het aanbieden van productinformatie heeft zijn bedrijf hiermee rekening gehouden.

De laatste jaren ging de afzet van zijn hortensia goed. Een echte aanleiding om het Living Creations-concept aan te passen was er eigenlijk niet. „Maar juist als het goed gaat is het het juiste moment om te innoveren”, zegt Alex Schoemaker op zijn kantoor in Boskoop. „Als de curve naar beneden gaat, ben je eigenlijk al te laat met ingrijpen en ben je zo beneden.” Al vijf jaar brengt hij hortensia op de markt die vergezeld gaan van Living Creations-etiketten en hij vond het vanlieverlee tijd worden om aanpassingen door te voeren. „Ik wilde het product beter in de markt zetten en vooral de consument beter

32

informeren. Aan het etiket wilde ik nog niet eens zoveel veranderen, maar wel meer informatie toevoegen. Ik wist alleen nog niet hoe ik het zou aanpakken.”

Young professionals Ruim een jaar geleden raakte Schoemaker in gesprek met Jorn Dost, student Communicatie en Creative Business aan Hogeschool InHolland in Den Haag. Waar andere bedrijven wellicht naar een marketingbureau zouden stappen, deed Schoemaker dat niet. „Jorn is creatief, weet veel van digitale marketing en heeft een

netwerk van enthousiaste jonge mensen met ieder hun eigen specialisme. De een is fotograaf en dtp’er, de ander ict’er en weer een ander tekstschrijver. Met deze mensen hebben we verschillende keren hier op kantoor brainstormsessies gehouden.” Schoemaker spreekt in dit verband over een team van ’young professionals’ met wie het goed sparren was. „Ik vond het prettig om deze jongeren een kans te bieden om praktijkervaring op te doen, maar daarnaast was het voor mij goed dat het een club was die ’out of the box’ kon denken.”

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Living Creations layout.indd 32

08-05-14 15:32


Marketing

Als eerste werd gekeken naar wat ze aan het huidige etiket wilden toevoegen en deze informatie werd op een moodboard geplaatst. Elementen die naar voren kwamen waren bijvoorbeeld ’echtheid’, ’met je handen werken’, ’trots op je product’ en ’personalisatie’. Om met marketingtermen te spreken: storytelling. Een probleem daarbij is volgens Schoemaker dat consumenten wel veel informatie willen krijgen, maar dit vervolgens niet gaan lezen. Om die reden werd besloten om geen tekst meer op het etiket te zetten, maar alleen nog pictogrammen.

Twaalf pictogrammen In totaal werden 125 pictogrammen ontworpen waarvan, afhankelijk van soort of cultivar, er twaalf op een etiket komen. Deze pictogrammen moeten duidelijk genoeg zijn om de consument informatie te geven, maar mensen die meer willen weten kunnen via een QR-code naar een site gaan voor extra informatie. Deze is beschikbaar in zeventien talen en de bezoeker krijgt de infomatie in de taal die door de site wordt ’herkend’ als de juiste. Consumenten in Duitsland krijgen daardoor de informatie in het Duits en consumenten in Frankrijk in het Frans.

Veel informatie wordt via een filmpje gebracht. Zo is bij het pictogram van een snoeischaar een filmpje te zien hoe een hortensia moet worden gesnoeid.

ERVARING

’Omzet kwekersconcepten stijgt’ Arie Bouman Tuinplanten, leverancier van tuincentra, is een van de klanten die dit voorjaar is gestart met de verkoop van het con-

Hologram met uniek nummer Een ander belangrijk element op het etiket is een hologram met een uniek nummer. Consumenten kunnen door het intikken van dit nummer hun plant ’bij de kweker’ registreren. Schoemaker deed hiermee eerder al ervaring op. „We kregen tijdens een proef zo’n 1,5% respons. Als we dat straks ook jaarlijks krijgen op onze 600.000 hortensia, betekent dit 9.000 geregistreerde consumenten per jaar, oftewel 45.000 na vijf jaar. We gaan hen via de mail een paar keer per jaar tips geven zoals ’Denk eraan dat dit de beste tijd is om uw hortensia te snoeien’. Maar ook kunnen we ze op de hoogte brengen als we een nieuwe cultivar op de markt brengen en waar deze te koop is.” Schoemaker denkt dat de hele keten profijt zal hebben van dit concept. „Als wij in het voorjaar consumenten kunnen laten weten dat bij onze klanten de tafels worden volgezet, levert dit extra vraag op waar de retailer van meeprofiteert”. Schoemaker verwacht dat zo’n 80% van zijn hortensia dit jaar het

Een team van 'young professionals' hielp bij de totstandkoming van Living Creations.

cept Living Creations. Zij doen dit in de vorm van een tafelconcept. Op een tafel staan 120 hydrangea in diverse cultivars. „Het voordeel van het werken met tafelconcepten is dat onze klanten in het voorjaar direct starten met een leuke order om de tafel te vullen. Bovendien claimen we de ruimte voor een groot deel van de rest van het jaar”, zegt inkoper Eric Kessels. „We hebben nu 68 concepten van kwekers in ons sortiment en we zien het belang hiervan groeien. Oftewel: de omzet van producten die via een goed concept worden aangeboden stijgt ten koste van producten zonder concept. Wat meespeelt is dat we planten die via een concept worden verkocht en die klanten aan het einde van het seizoen nog over hebben, voor 50% crediteren. Het voordeel van Living Creations is dat de planten een groot deel van het jaar zijn te verkopen: namelijk van februari tot september.”

bedrijf met een Living Creationsetiket verlaat. De meerprijs van het etiket speelt daarbij eigenlijk geen rol. „We verkopen hortensia van een hoge kwaliteit en de prijs is nooit een issue. Het concept moet de consument het vertrouwen in ons product geven en als het ware het verkoopgesprek doen. Merkenbouw op consumentenniveau is misschien moeilijk, maar ik ben er van overtuigd dat Living Creations zorgt voor merkbeleving en daardoor de verkoop stimuleert.” <

Alex Schoemaker (rechts) werkte ook nauw samen met student Jorn Dorst.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Living Creations layout.indd 33

33

08-05-14 15:32


Tekst en Foto's: Ron Barendse

Floraliën bezorgt bezoekers een leuk da Bezoekers met groene vingers kunnen op de eerste Nederlandse Floraliën hun hart ophalen. Het evenement biedt hen voldoende ingrediënten voor een leuk dagje uit. Of kwekers hiervan de vruchten gaan plukken is moeilijk meetbaar, maar het lijkt er wel op dat er nog kansen zijn blijven liggen. „Prachtig” en „Heel mooi”. Bezoekers aan Floraliën leken over het algemeen tevreden huiswaarts te keren na een dag of dagdeel Floraliën. Het evenement is met name bedoeld om consumenten te inspireren en daar lijkt de organisatie gezien de eerste reacties prima in geslaagd. Daarnaast streeft de organisatie ernaar dat deelname voor kwekers

commercieel succesvol is. Daartoe werden kwekers in de gelegenheid gesteld om - meer dan het geval is bij Floraliën in andere landen - middels een informatiebord iets over hun product te vertellen. Maar juist hierin lijkt de organisatie kwekers nog meer tegemoet te kunnen komen. Bij veel bomen en planten was het nu niet duidelijk welk soort of welke cultivar het betrof of was het minimaal een zoekplaatje. „Ik had een boekje meegenomen om leuke planten in op te kunnen schrijven wanneer ik er een tegen zou komen, maar dat boekje kon ik in m’n binnenzak laten zitten”, aldus een van de bezoekers.

Opening

Annemarie Jorritsma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, opende Floraliën. „Het is goed om de nieuwe gemeentebesturen er aan te blijven herinneren dat groen goed is voor ons welzijn.”

Jan Oprins, directeur van de Gentse Floraliën, noemde in zijn openingsspeech de eerste Nederlandse Floraliën een voorbeeld van goede samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland. „De Vlaamse creativiteit combineren we hier met de Nederlandse handelsgeest”. <

Floraliën is ook een plek voor verhalen. Den Mulder Boomteelt vertelt onder andere over verliefde stelletjes die knopen leggen in berkenbomen om hun liefde te bezegelen.

34

Bekijk meer foto’s op deboomkwekerij.nl

Bezoekers kunnen struinen in voorbeeldtuinen en zo inspiratie opdoen voor de eigen tuin.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Floralien.indd 34

12-05-14 15:16


Evenement

uk dagje uit

l

Waardering was er alom voor de Belgische inzending, zoals dit gedeelte met onder andere Rhododendron. De Belgen maakten hierbij gebruik van hun opgedane ervaring aan eerdere Gentse Floraliën.

Hoofdarchitect van Floraliën Niek Roozen noemt het eindresultaat van het evenement indrukwekkend. Volgens hem zijn er veel nieuwe soorten en variëteiten te zien en resulteert een rondje Floraliën voor bezoekers in een plezierige wandeling.

In het Tuintheater worden doorlopend informatieve voordrachten gehouden. Onder andere door tuinspecialist Jurgen Smit die bezoekers enthousiast van alles over bloemen en planten vertelt.

Greenport Boskoop was met een royale inzending aanwezig. In beeld liet de regio het heden en verleden van de boomkwekerij zien.

In de beurshal stond een handjevol boomkwekers. Onder hen Bogreen Outdoor Plants, die hier uit eerste hand van consumenten wilde horen wat ze van hun product vinden. „We hebben zelfs een enquêteformulier bij ons”, zegt Jennifer Boers (rechts). De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Floralien.indd 35

35

12-05-14 15:16


Foto's: Arno Engels, Sandra Sanders, Stolker Plants

P RO D U C TA N A LYS E

Wisselende geluiden over seizoen haagconiferen De prijzen in de daghandel van haagconiferen waren dit voorjaar veelal beter dan de prijzen die kwekers vooraf op contract hadden afgesloten. Dat kon volgens sommige kwekers ook bijna niet anders, gezien de prijsdruk die er op grootschalige retailcontracten van Thuja en Chamaecyparis staat. Het voorbije warme voorjaar betekende goed nieuws voor de daghandel in coniferen. Door het mooie voorjaar kwamen er behalve de reguliere daghandel ook relatief veel nabestellingen op de eerste orders. Toch wisten niet alle kwekers hun volledige productie te verkopen en worden binnenkort enkele percelen vernietigd. De grootste pijn dit voorjaar zat volgens veel kwekers vooral in de prijsdruk die er volgens hen is op de retailmarkt. Om zo’n half jaar van te-

nen op het gebied van kwaliteit, maar voor het grootschalig leveren aan retailers is ook de bedrijfsorganisatie belangrijk. Voor kwekers die niet de slagkracht hebben om in korte tijd op de juiste manier grote orders uit te leveren is volgens kwekers de grootschalige teelt van haagconiferen slecht rendabel. <

HANDELSSTEMMING

HOE LOOPT HET?

Handel in tuinplanten in mineur

’Het moet wel betaalbaar blijven’

Na een aanvankelijk redelijk goede start van het seizoen is de prijsvorming van tuinplanten sinds een paar weken matig tot slecht. Zowel FloraHolland als GroenDirekt zien, naast een grote aanvoer, de voorbije warme winter als belangrijke oorzaak. Er is niets doodgevroren en doordoor hoeft er door consumenten in de tuin maar weinig te worden vervangen. Volgens Luus Hooyman, veilingmeester van FloraHolland in Aalsmeer, zijn de prijzen sinds drie weken behoorlijk ingezakt. Vooral van coniferen, Buxus, Rhododendron en andere heesters zijn de prijzen matig. Ook is volgens haar de aanvoer van potrozen erg groot, onder andere omdat er vorig jaar bij kwekers planten zijn overgebleven. De rozenprijzen voor de klok liepen in aanloop naar Moederdag dan ook niet op. In verhouding doen vaste planten het voor de klok iets beter. Hooyman noemt de aanvoer van tuinplanten momenteel behoorlijk groot, onder andere omdat de rechtstreekse handel stagneert. Hande-

36

voren orders te kunnen noteren, was het volgens hen nodig om extreem laag in te schrijven. De prijsdruk kwam voor een deel omdat retailers volgens kwekers voorzichtiger waren met hun eerste orders. Het koude voorjaar van 2013 zorgde bij veel retailers voor onverkochte partijen en om dat scenario te voorkomen, werden voor dit voorjaar kleinere aantallen ingekocht. Daarnaast hebben sommige kwekers het idee dat de prijsdruk wordt veroorzaakt omdat er meer productie is dan een paar jaar geleden. Volgens kwekers kijken sommige collega-kwekers die de retail beleveren terug op een seizoen met dramatisch slechte prijzen. Daarbij leeft het idee dat de verschillen tussen kwekers onderling steeds groter worden. Kwekers moeten sowieso meekun-

laren kopen volgens haar gepast in omdat ze niet het risico willen lopen om producten over te houden. Daarnaast ziet zij dat kopers kiezen voor kwalitatief goede producten. Producten van een iets mindere kwaliteit zijn, zelfs voor een lage prijs, voor hen nog steeds niet interessant. Jeroen van Sprang is veilingmeester in Naaldwijk en zegt dat ook de ontwikkelingen in Oekraïne en Rusland voor stagnerende handel zorgen en daardoor voor extra aanvoer op de klok. Ook is er volgens hem extra aanvoer van planten die eigenlijk bestemd waren voor het failliet gegane Praktiker/Max Bahr. Gert Koert, mede-directeur bij Groen-Direkt zegt dat de handel bij hen sinds week 17 extreem tegenvallend verloopt. „Tuincentra verkopen minder dan je bij dit relatief goede weer zou verwachten”, zegt hij. Ook hij ziet de warme winter als belangrijke oorzaak. Het lijkt er volgens hem ook op dat consumenten minder uitgeven dan voorheen. <

Handel in week 18

Peter van der Heiden, H&B Plant bv

’Prijsvorming voor niemand goed' Handel in week 19

Joost Stolker, Stolker Plants

Lees elke week beschouwingen over hoe de handel loopt op de boomkwekerij.nl

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Markt en Afzet BKW14-10.indd 36

12-05-14 15:15


Markt & Afzet P RO D U C TA N A LYS E

Lindes deden het algemeen vrij goed Ook nu weer bewezen lindes dat ze tot de populairste boomsoorten horen. Vrijwel het hele sortiment verkocht algemeen vrij goed in Europa. De afzet van bepaalde maten en soorten was echter minder dan het seizoen ervoor. En de export naar Oost-Europa liep afgelopen seizoen moeizaam.

In de branche wordt gezegd dat de Oost-Europese markt onvoorspelbaar is, en dat is de afgelopen seizoenen gebleken. De export van Tilia bereikte in het seizoen 2012/2013 nog een hoogtepunt, maar als gevolg van de onrust in Oekraïne kwamen vorig seizoen minder aanvragen vanuit de hele regio. Bedrijven die al relaties met afnemers hebben opgebouwd, plukten in het najaar nog de vruchten hiervan. Vastgelegde orders

gingen weg en werden betaald. De afzet van Tilia in West-Europa was te vergelijken met die in voorgaande seizoenen. In landen als Duitsland blijft Tilia een goed gevraagd artikel. Lindes gaan wel in grote aantallen weg, zeker voor de opplant, maar ze worden ook in grote aantallen gekweekt. Voorraden van verschillende soorten en cultivars zijn intussen verdwenen uit online vraag- en aanbodsystemen, maar van bijvoorbeeld T. europaea ’Pallida’ en T. platyphyllos zijn nog genoeg bomen over. Daarnaast was het aanbod van grotere maten groter dan de vraag. Dat vertaalde zich in een lagere prijs. Voor maat 20-25 werd evenveel betaald als voor 16-18, terwijl de bomen toch twee jaren van elkaar verschillen.

Van T. cordata ’Greenspire’ werden weer de meeste bomen verhandeld. Bij diverse bedrijven raakte de voorraad dusdanig op dat de vraag naar T. cordata ’Roelvo’ als vanzelf toenam. ’Roelvo’ wordt door afnemers als een alternatief gezien voor ’Greenspire’, maar de kroonstructuur is grover. <

LANGS DE KASSA

Bert Daling:

’Er komt weer meer groen in de tuinen’ Naam bedrijf:

Groenrijk Assen Locatie:

Assen Medewerkers: 14

Hoe gaat de verkoop? „We zitten weer op het niveau van 2010. Een aantal producten staat onder druk, maar niet de boomkwekerijproducten. Bij duurdere planten, zoals dakplatanen, zie je wel dat mensen prijzen vergelijken. Visueel aantrekkelijke planten maken 85% van de verkoop uit. Je houdt dat niet

tegen, ook al is het van de zotte dat er nu al bloeiende Astilbe is. Mensen komen nauwelijks meer met een lijstje, maar bepalen spontaan wat ze gaan kopen.” Welke ontwikkelingen ziet u in het aankoopgedrag van uw klanten? „Het groen komt weer meer in de

tuinen terug, en ik heb het idee dat mensen wat meer vaste planten gebruiken. Ook vervangen ze planten sneller. Verder bestaat een groter deel van hun aankopen uit aanbiedingen, als deze de moeite waard zijn, zoals sixpacks met bodembedekkers.” Onlangs kwamen bestrijdingsmiddelen op planten negatief in het nieuws. Biedt u klanten die dat willen een alternatief? „We hebben met name een biologische lijn van kruiden. Boomkwekers zouden wel meer biologisch geteelde producten aanbieden als de consument erom zou vragen, maar ik vind dat kwekers daarin zelf een voortrekkersrol zouden moeten vervullen. De hele tendens naar duurzame producten komt echt wel. Bijenhuisjes en vlinderkasten zijn de populairste cadeautjes voor Moederdag, hoorde ik. Wij zijn partner van NL Greenlabel. Daar zitten ook partners met duurzaam gekweekte producten bij. Ik verwacht daar in de toekomst wel wat van.” < De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Markt en Afzet BKW14-10.indd 37

37

12-05-14 15:15


Praktische workshop bacterievuur Naktuinbouw organiseert in augustus een eendaagse workshop over herkenning, bestrijding en preventie van bacterievuur. De workshop start met theorie over de aard van bacterievuur en gevoelige soorten planten in heggen, boom- en fruitteelt. Daarna volgt hoe u bacterievuur herkent, hoe deze ziekte zich verspreidt, en welke bestrijding mogelijk is. Ook het wettelijke kader met onder meer de bufferzones komt aan bod. Indien gewenst gaat de docent ook in op andere actuele ziekten en plagen. Tijdens veldbezoeken krijgen deelnemers inzicht in de herkenning

en opsporing van bacterievuur. Een vroegtijdige herkenning is immers van belang om de schade te beperken. De veldbezoeken en discussies koppelen vanuit praktische invalshoeken de theorie direct aan de praktijk. De eendaagse workshop vindt plaats van 12.30 tot 17.00 uur op verschillende data en locaties in augustus. De kosten bedragen €198 per deelnemer, dit is inclusief lesmateriaal en exclusief btw. Na afloop ontvangt u een bewijs van deelname. Meer informatie vindt u op www.naktuinbouw.nl via de knop ’opleidingen’ (aanmelden uiterlijk 3 juli).

’De Groene Stad’ online LTO, Anthos en VHG hebben - onder de vlag van de stichting iVerde - het kennisplatform ’De Groene Stad’ (www. degroenestad.nl) nieuw leven ingeblazen. De Groene Stad zal de vernieuwde website continu blijven actualiseren met (wetenschappelijke) informatie over de maatschappelijke, economische en functionele waarde van groen. Met haar internationale tak, ’the Green City’ (www.thegreencity.com), bouwt De Groene Stad bovendien haar positie

1

Kinderen ontwikkelen zich beter in een groene omgeving

2

Je werkt beter en fijner in een bedrijf met groen

JA NATUURLIJK!

3

Patiënten met uitzicht op groen herstellen sneller

WWW.IVERDE.ORG

4

Uw huis is meer waard in een groene omgeving

5

Zorgkosten dalen in een groene omgeving

6

Huizen in een groene omgeving zijn energiezuiniger

7

Een groene stad geeft schone lucht

GROEN

GROEN JA NATUURLIJK! WWW.IVERDE.ORG

GROEN WERKT closer 2 green

in het internationale netwerk verder uit. Ambitie van ’De Groene Stad’ is het maatschappelijke belang en de (financiële) baten van groen te ontsluiten. Partijen die verantwoordelijk zijn voor de planning en ontwikkeling van het stedelijke gebied vinden hier de actuele informatie over hoe zij groen functioneel en renderend kunnen inzetten. De website bevat eigen redactionele berichten, maar ontsluit ook bestaande (wetenschappelijke) kennis over de toepassing van groen. U vindt er de laatste tweets, nieuwsberichten, persberichten, nieuwsbrieven en interviews. De Groene Stad is onderverdeeld in zes belangrijke thema’s: gezondheid, klimaat, economie, biodiversiteit, sociale cohesie en trends. Als u wilt weten over wat ’De Groene Stad’ voor u kan betekenen, neem dan gerust contact op: info@degroenestad. nl of 070-3697138 (Mireille van Velde). closer 2 green

TKI, PPS, PT

Het getuigt van lef als een onderneming besluit fors te krimpen of soms zelfs te stoppen voordat een bank of leverancier, schuldeiser dit voor jou als ondernemer beslist. Na twee of drie jaar slechte rendementen of fors verlies is het reëel jezelf af te vragen of dit niet structureel is. Het flexibel groeien of krimpen van de productie en dus kosten, bij voorkeur gelijk opgaand met de omzet en winst, is geen vanzelfsprekendheid. Niet zelden lopen ondernemers rond met een te beperkt gezichtsveld. Als er nog financiële ruimte is om in te grijpen, is het zeer aan te bevelen om er een onafhankelijk deskundige bij te halen. Vaak is een accountant of financieringsdeskundige te eenzijdig gespecialiseerd. Bij (Z)LTO zijn ondernemerscoaches in dienst die kunnen helpen de ondernemer een spiegel voor te houden. Spiegelen met vragen als: is dit de juiste markt; de goede bedrijfsgrootte; de juiste personeelsopbouw en benut ik wel alle potenties? Maar de belangrijkste vraag: geloof ik in de noodzakelijke verandering tot verbetering? Deze zoektocht kan doorslaggevend zijn voor toekomstig succes. Weg van de druk van te lage liquiditeit en angst om te falen. En op naar enthousiast, zorgvuldig maar vooral weer met plezier ondernemen.

Henk Raaijmakers koepelprojecten voor de belangrijkste (onderzoeks)vragen die op de sector afkomen. Daarbij werkt de vakgroep samen met bijvoorbeeld andere sectoren, Anthos en VHG.

Deze bijdrage valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. Voor informatie: (073) 2173263, e-mail: helma.hoff@zlto.nl., www.lto.nl.

38

Voor veel kwekers zit het afleverseizoen er voor het grootste gedeelte weer op. Het weer werkt voor het pot- en containerteeltproduct nog wel mee. Maar voor de vollegrond was het een kort seizoen. Veel bedrijven hadden na een slechte omzet in 2013 een goed jaar nodig. En dat is niet iedereen gelukt. Getuige de eerste faillissementen en ontslagen van grotere aantallen personeel op gerespecteerde boomkwekerijbedrijven.

Ik wens iedereen veel wijsheid toe en vraag eens een paar vreemde ogen om kritisch met je mee te kijken!

closer 2 green

Op dit moment staan er verschillende calls open voor het indienen van projecten. Ook vanuit de LTO-vakgroep wordt er hard aan gewerkt om daar invulling aan te geven. We richten ons daarbij op de ontwikkeling van

Bedrijf in problemen

Vice-voorzitter LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten.

De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

LTO linkerpag-BKW14-10.indd 38

12-05-14 15:01


Service

Foto: Patricia van Riel

BEDRIJFSNIEUWS

VAKTAAL

Onderhoud transportbanden Bouw- en metaalbewerkingsbedrijf Hobe uit Berkel Enschot biedt een onderhouds- en renovatieservice voor alle merken transportbanden in de boomkwekerij. Het bedrijf heeft een eigen techniek ontwikkeld om de rvs-banden lichter te laten lopen. Volgens het bedrijf is dit voordelig als de banden nat zijn door beregening of neerslag. Door onderhoud neemt bovendien het aantal storingen af en verbetert de levensduur van de banden. Hobe kan de transportbanden zowel op locatie als in de eigen werkplaats onderhouden en repareren. Meer informatie is te vinden op hobe.nl.

Aanmelden Tree Battle

Ondernemers kunnen tijdens de Meet&Green een gratis onderzoek winnen. Has Hogeschool organiseert de innovatiewedstrijd, de Tree Battle, dit jaar voor de tweede keer. Kwekers kunnen 26 juni op de Meet&Green in Swolgen hun innovatieve idee in vijf minuten presenteren. Het meest innovatieve idee wint een onderzoek dat uitgevoerd wordt door studenten van de HAS in Den Bosch. Aanmelden kan bij Cultus Agro Advies via chielvandervoort@ cultus.nl of bij Logiq assist via info@logiqassist.nl.

AGENDA Binnenland t/m 18 mei Vasteplantenshow,

Lisse, Willem-Alexanderpaviljoen www.keukenhof.nl t/m 18 mei Tuinbouwevenement Floraliën, Den Bosch, Brabanthallen www.2xpo.nl t/m 19 mei Libelle zomerweek, Almere, libellezomerweek.nl

20 en 21 mei, 17 en 18 juni

Lagenbeurs, Ede, Plantion www.plantion.nl 21 mei KNPV-voorjaarsbijeenkomst, debat, Wageningen www.knpv.org 31 mei en 1 juni Themaweekend Groninger groentedagen, Eenrum www.dekleineplantage.nl 3 t/m 5 juni Kijk op de zomer!, Boskoop www.floralisboskoop.nl 5 juni Start tuinplantenseizoen, Naaldwijk, Tuinplantenplaza www.floraholland.com

5 juni Bijeenkomst Groene baten

door simme plantkeuze, Leeuwarden, www.vitalegroenestad.nl

Buitenland 20 en 21 mei GASA presenteert

zomerse verkooptrends, Kevelaer, Duitsland, www.gasa-germany.de 20 t/m 24 mei Bloemen, planten en tuinbeurs Chelsea Flower Show, Londen, Verenigd Koninkrijk rhs.org.uk 24 en 25 mei Mechanisatie demonstratie beurs voor de tuinbouw Werktuigendagen, Sint Truiden, België stugu.be/WTD 28 t/m 30 mei Internationale tuinbouwvakbeurs Hortitec, Sao Paulo, Brazilië hortitec.com.br 29 mei t/m 1 juni Tuinbeurs Gartenträume, Linslerhof, Duitsland gartentraeume.com

Bijdragen Meer informatie op: DeBoomkwekerij.nl/Tips

Bijdragen voor de service-pagina’s kunnen worden gestuurd naar Redactie ‘De Boomkwekerij’, Postbus 9324, 2300 PH Leiden, e-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl.

Leo van Riel Leeftijd: 51 Opleiding: Middelbare tuinbouwschool Bedrijf: Van Riel Sierplanten Plaats: Beringe

Staan jullie planten dit jaar weer op de Keukenhof? „Ja, natuurlijk. Wij doen ieder jaar mee aan de vasteplantenshow op de Keukenhof, dus ook dit jaar. Het viel me wel op dat er dit jaar minder inzendingen zijn dan andere jaren. Dat is wel jammer.” Waarom doen jullie ieder jaar mee? „Om ons product te promoten, niet zozeer mijn eigen kwekerij. In al die jaren Keukenhof, is er nooit een klant bij mij gekomen vanwege de planten op de Keukenhof. Maar het is wel een goede manier om de vaste planten en siergrassen onder de aandacht te brengen.” Dus volgend jaar weer? „Natuurlijk en dan stuur ik wat meer planten in. Want ik wil die prijs wel winnen. Dat heeft overigens ook geen toegevoegde waarde voor de buitenwereld, maar dat is puur een wedstrijd die wij als deelnemers leuk vinden. Ik wil het zuiden als teeltgebied op de kaart zetten dus het is altijd leuk als er meer prijzen naar het zuiden gaan.” Wat is de motivatie om ook aan de Floraliën mee te doen? „Tja, dan ben ik even stil... Toch weer die promotie. Als je de moge-

Sortiment: breed sortiment siergrassen Oppervlakte: 3,5 ha, waarvan 1,5 ha kas

lijkheid hebt om consumenten te laten zien wat ze met je product kunnen, moet je dat vooral doen. Floraliën is ook een stuk beleving die je laat zien. Wij hebben een gezamenlijke inzending met de Vereniging van Vasteplantenkwekers die is ontworpen door Niek Roozen. Daarmee laten we zien wat consumenten met onze planten kunnen doen in de tuin.” Is zoveel promotie nodig? „Ik denk het wel. Tuinen bestaan te vaak uitsluitend uit verharding. Het is belangrijk dat we consumenten inspireren om planten te gebruiken. Bovendien moeten we het tuinieren in het najaar weer op de kaart zetten. Het bezig zijn in eigen tuin moet laagdrempelig en leuk zijn.” Heeft u hier wel tijd voor? „April was te rustig, dus ik had te veel tijd. Maart begon goed, maar de concurrentie van de perkplanten was dit jaar vroeg. Gelukkig hebben we met grassen altijd een lang seizoen tot in het najaar, maar ik durf geen uitspraak te doen over mijn verwachting voor dit jaar. Er zijn kwekers die zeggen dat het niet slechter kan dan vorig jaar. Ik hoop dat ze gelijk hebben en dat het zeker niet slechter maar echt beter wordt dan vorig jaar.” De Boomkwekerij 10 (16 mei 2014)

Service-BKW14-10.indd 39

39

12-05-14 15:31


558425.indd 40

9-5-2014 15:52:01


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.