29 mei 2015
11
Tweeling aan het roer 10 Pruimensortiment in beweging 14 Bomen op eigen wortel 18 Tuincentra slaan weg in van vergroening 34
Omslag_BKW15-11.indd 1
21-05-15 15:16
Holland
Polen
IPP Holland B.V. Sluiskil 6 - 7681 KD Vroomshoop
598090_.indd 2
Tel. (+31) 0546 647255 E-mail: info@ippholland.nl www.ippholland.nl
21-5-2015 11:50:31
Inhoud
Omslag: Ketura Haveman
4
Nieuws
Ronald Houtman over KVBC-Award 4
Commentaar: Brexit
5
Stelling: Leveren aan consumenten is leerzaam maar niet rendabel’
6
Verkoop buitengroen in Duitsland plus 4,8% in 2014
Bedrijf
10 Zelfde kwekerij met een iets andere aanpak 13 Ondernemersvragen: Kan ik transitievergoeding voorkomen door een contract van 23 maanden aan te bieden?
Teelt & Gewas
24 Oakover Nurseries in Kent (GB)
14 Pruimensortiment staat niet stil 16 Cultivarnamen versus handelsnamen en merknamen 18 Alle bomen op eigen wortel 20 Rhodo’s knoppen 22 Aandacht voor hygiëne en water om mos te voorkomen 24 Brits gekweekt vanaf zaad 26 Zo maak je een bedrijf ’lean en mean’ 28 Teeltadvies
32 Jan Fase over Scandinavische markt
Markt & Afzet
32 ’Persoonlijk contact blijft belangrijk op Scandinavische markt’ 34 Tuincentra slaan weg in van vergroening 36 Marktnieuws
Service
38 LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten 39 Vaktaal en Agenda
Op www.DeBoomkwekerij.nl vindt u actueel nieuws, marktnieuws, fotoreportages, video’s, blogs en het magazine in digitale vorm. Problemen met inloggen? Kijk dan op www.DeBoomkwekerij.nl/inloghulp.
COLOFON Redactie
Schipholweg 1, Postbus 9324, 2300 PH Leiden E-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl Website: deboomkwekerij.nl Hoofdredactie Wim du Mortier (071) 565 96 82 Vakredactie Arno Engels 565 96 86 Ketura Haveman 565 96 83 Ron Barendse 565 96 84 Bureauredactie Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker Vormgeving Diseno vormgeving Fotografie Gerdien de Nooy Directie Elbert van den Berg Secretariaat Linda Laman 565 96 78 Alice Hoogenboom
Exploitatie
Koninklijke BDU Uitgevers B.V., Afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld Uitgever: Wiljo Klein Wolterink MBA T (0342) 494 263 F (0342) 413 141 Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Advertentie-exploitatie Media adviseur: Gert-Jan Bloemendal T (0342) 49 48 07 E g.bloemendal@bdu.nl, Internet: bdu.nl Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Abonnementenservice Aanvraag (ook via website deboomkwekerij.nl) en wijziging abonnement naar Koninklijke BDU Uitgevers, afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld, T (0342) 494 844, F (0342) 494 299, E abonnementen@bdu.nl. Op werkdagen
telefonisch bereikbaar van 8.30 – 14.00 uur Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via deboomkwekerij.nl of bij de abonnementenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor vervaldatum bij de abonnementenservice wordt opgezegd. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Jaarabonnement: €236,65 (exclusief 6% btw). Studenten en scholieren krijgen 25% korting. Buitenlandse abonnees betalen een kleine toeslag.
Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. 28ste jaargang ISSN-nummer: 0923-2443 De Boomkwekerij is een uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en de Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden: op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Koninklijke BDU Uitgevers B.V. zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Inhoudspagina-BKW15-11.indd 3
3
21-05-15 15:17
Foto: Ronald Houtman
NIEUWSINTERVIEW
Ronald Houtman, Secretaris keuringscommissie KVBC
’De KVBC-Award staat voor bewezen goed’ De Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen (KVBC) introduceert een nieuwe bekroning: de KVBC-Award. Ronald Houtman legt uit waar de bekroning voor staat en wat de meerwaarde van de Award is.
Ronald Houtman
Wat is de nieuwe KVBC-Award?
„Het is een bekroning voor gewassen die op het veld zijn gekeurd en zich in de praktijk hebben bewezen. Tijdens deze keuring wordt er gekeken naar verschillende eigenschappen en kenmerken van een plant gedurende het groeiseizoen. Alleen vaststaande planten worden gekeurd, dus vaak staan ze al minimaal een jaar op het veld.” Veldkeuringen bestaan toch al? Waarom dan een KVBC-Award?
Deze veldkeuringen zijn inderdaad niet nieuw, als KVBC doen we dat al heel lang. Voorheen kregen deze gewassen een getuigschrift. Dat is uiteindelijk vervallen en gewassen kregen daarna medailles: brons, zilver of goud. Bij de noviteitenkeuring op bijvoorbeeld Plantarium en GrootGroenPlus, krijgen gewassen
ook een medaille. Daardoor lijken beide keuringen gelijkwaardig. Maar dat is natuurlijk niet waar; een noviteitenkeuring is een momentopname, terwijl een veldkeuring laat zien dat de plant bewezen goed is.” Wat bepaalt of een plant goed is?
„We keuren de plant aan de hand van een nieuw ontwikkeld beoordelingsformulier. Op dit formulier staan een tiental punten waarop wordt beoordeeld, zoals bloemkleur, bloeirijkheid, plantgezondheid en vernieuwing voor het sortiment. Middels dit formulier willen we meer transparantie geven aan de keuringsmethode. Het wordt ook zichtbaar hoe planten scoren op de verschillende onderdelen en waarom een plant al dan niet brons, zilver of goud verdiend. Deze drie gradaties blijven ook bij de Award gehandhaafd.”
COMMENTAAR
Brexit De verkiezingen in Groot-Brittannie waren erg spannend dit jaar. Vanwege de voorspelde nek-aan-nekrace tussen Labour en de conservatieven en de opmars van de anti-Europese UK Independence Party. Maar ook omdat een referendum over het lidmaatschap van de EU een van de belangrijkste items was. Het behoeft geen uitleg dat zo’n referendum in potentie van groot economisch belang is voor de boomkwekerij. Hoewel, misschien moet het wel worden uitgelegd want uit rondvraag blijkt dat er nog nauwelijks iemand in de sector over heeft nagedacht. Toegegeven, het referendum moet eerst nog maar worden gehouden en de uitkomst is uiteraard onzeker. Het kan zijn dat de anti-Europa-sfeer in het land omslaat als het er echt om gaat. En dan nog is het de vraag wat de politiek gaat doen met een uitslag en wat onderhandelingen tussen de Britten en de EU allemaal nog kunnen opleveren. Wim du Mortier Hoofdredacteur
En ja, het duurt nog jaren voor de effecten merkbaar zullen zijn. Maar toch: Groot-Brittannie is de laatste jaren een van de weinige lichtpuntjes in de export voor de boomkwekerij. Dankzij de economische groei daar trekt de vraag naar ons groen goed aan. En daarbij is het land na Duitsland toch een van onze beste klanten. Op grond van die feiten zou je denken dat er wel reden is om je zorgen te maken over een eventuele negatieve uitslag van een referendum en een ’Brexit’; dat de Britten de open markt van de EU verlaten. Komt er weer meer administratieve rompslomp en gaat de grens dicht als de Britten uit angst voor ziekten toegeven aan hun protectionistische natuur? Je zou verwachten dat de branche een visie heeft hoe je de resterende tijd kunt benutten om of de Britten te overtuigen EU-lid te blijven of alternatieve afzetbestemmingen te ontwikkelen. VNO-NCW heeft dat wel uitgezocht en de conclusie getrokken dat de Nederlandse economie ernstig kan worden geschaad. Nu de boomkwekerij nog.
n op de
4
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Nieuws opinie BKW15-11.indd 4
21-05-15 16:01
Opinie COLUMN COEN DEKKERS
Druppeltjes
Wat is de meerwaarde voor de
’Doe de deur maar dicht. Het moet zo donker mogelijk zijn’. Daar staan we dan. Vier volwassen kerels in
consument of eindgebruiker?
mijn eigen, zojuist gecreëerde, darkroom. In het pikkedonker. ’Ok, start de lamp maar op’. En dan staren
„De planten worden gekeurd door kwekers, handelaren en consumenten. Het is dus mede een oordeel namens consumenten. Als een plant een KVBC-Award krijgt weten ze dat ze een goede plant hebben.”
we langs het blacklight naar blauw-wit lichtgevende druppels op mijn net bespoten plantjes. Redelijk bizar, het is net CSI: Miami. Of Rob Geus. ’Dus die linkse tray is zoals ik al veertien jaar spuit? Die middelste, daar zit dan wat uitvloeier bij en die rechtse is met dat kleinere spleetdopje? Ik schrik van wat ik zie. Ik hoor die DLV’er naast me zachtjes mompelen. ’Die zag ik ook niet aankomen, potverdikkie’. Het wordt stil, doodstil. We kijken naar grote druppels die alleen op de topjes van de plant zitten. Naar iets kleinere druppels die al wat meer bedekken. En dan naar een hele fijn waas van druppeltjes die ook nog eens tot onder in de plant komen.
Hoe komt de eindgebruiker er achter
Maar nu komt het allerergste. Ik hoef geen wetenschapper te zijn om te zien dat die rechtse tray veruit
voor welke planten hij moet kiezen?
het beste geraakt is. En dat is gespoten met een dopje wat al die jaren werkloos op mijn spuitboom
„Uiteraard staan de Award-winnaars op onze site, samen met het beoordelingsformulier. Kwekers, handelaren maar ook tuincentra en particulieren kunnen dit zien. Daarnaast kunnen kwekers het gebruiken bij hun promotie en versturen wij persberichten naar vakbladen voor kwekers, maar ook naar bladen als Groei & Bloei. Maar het is wel lastig om zonder PPH de eindgebruiker te bereiken.” <
zat. Kansloos. Het was een teejet-weeskindje. Ja, ik heb hem in het begin wel eens gebruikt, maar hij zat zo vaak verstopt, daar was geen lol aan. Bovendien ging met die andere dop ook alles kapot, dus waarom zou ik nog terug willen naar dat kleine rot-openingetje. Ik had het kunnen weten. Een kleinere spuitopening, fijnere druppels, dieper in het gewas. De DLV’er rekent me snel voor dat dit me 50% aan water kan besparen. Dus misschien ook wel de helft aan middel. Met een beter resultaat! Heb je wel eens een fles Vertimec gekocht? Meer hoef ik toch niet te zeggen. En ik had het al hé! Wat is er door deze verspilling veel geld uit mijn broekzak gedruppeld. Maar ja, zo kun je natuurlijk niet denken. Ik ben nooit naar een betaalde kapper geweest (bedankt mam). Ik heb nooit gerookt (op die drie jointjes na dan (sorry mam) en dat geld zit nu ook niet in mijn portemonnee. Maar ik schaam me mateloos. Sta ik dan, met mijn hbo, en met vier kerels in een donkere doucheruimte. Maar wel in een klap mijn middelengebruik gehalveerd.
PEILING
STELLING
Leveren aan consumenten is leerzaam maar niet rendabel Cees Nienhuis, Fa. Corn.
Jan-Willem Rotteveel, Gebr.
Nienhuis, Heiligerlee:
Rotteveel, Noordwijk:
„Leerzaam is het zeker.
„Het leveren aan de con-
Rendabel is het als je de
sument lijkt me zeker leer-
marge maar hoog genoeg
zaam. De manier waarop een
houdt. Op vrijdag en zater-
consument denkt, zijn inko-
dag hebben we ook particuliere verkoop. De
pen doet, de vragen die hij stelt en hoe consu-
doorsnee consument heeft geen enkele affi-
menten te inspireren zijn tot het aankopen van
niteit meer met planten. Het moet mooi zijn,
ons product, rete-interessant. Of het rendabel
mooi blijven en direct op hoogte zijn en niet
is, is natuurlijk afhankelijk van de situatie.
groter worden. Helaas werkt dat niet zo.
Ik geloof wel dat het niet zomaar iets is wat ‘je
Wij hebben ook een webshop. Het heeft een
er even bij doet’. Naast een groot assortiment
meerwaarde als het om oriëntatie gaat. Er
en goede kwaliteit zijn ook advies, inspiratie,
staat informatie op over de hoogte, bloei-
service en duidelijke communicatie van groot
kleur enzovoorts van de plant. We verwijzen
belang en dat kost veel tijd en inspanning. Ook
er vaak naar. Daadwerkelijke verkoop valt
in een webshop moet de consument ‘verleid’
tegen. Kleine planten kun je nog wel verstu-
worden, met service, advies en inspiratie, net
ren maar een enkele boom op transport zet-
als in een fysieke winkel. Anders is het onder-
ten valt veel te duur uit.”
scheid op andere webshops alleen de prijs, en de vraag is of het dan nog rendabel is…”
Als kweker de consument bedienen is een vak apart
Eens 90%
Oneens 10%
De nieuwe peiling luidt:
Maak van KVBC-Award kwaliteitskeurmerk voor de markt Stem mee op deboomkwekerij.nl.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Nieuws opinie BKW15-11.indd 5
5
21-05-15 16:01
Figuur: Industrieverband Garten Foto: Combinatie Mauritz
Verkoop buitengroen in Duitsland plus 4,8% in De verkoop van buitengroen in Duitsland steeg vorig jaar met 4,8%. Bouwmarkten verloren hierbij marktaandeel, maar de verwachting is dat dit maar tijdelijk is. De hoveniersomzet steeg 16,4% en tuincentra behielden hun positie binnen de Duitse tuinbranche.
Dat blijkt uit een dit voorjaar verschenen rapport van branchevereniging Industrieverband Garten (IVG). Bij IVG zijn zowel leveranciers van groene als niet-groene producten in de tuinbranche aangesloten. De stijging van de verkoop van buitengroen met 4,8% liep in de pas
Miljoenen in euro’s
met de toegenomen verkoop van alle tuingerelateerde artikelen in Duitsland. In 2014 liet de totale omzet, van zowel groene als niet-groene productgroepen voor de tuin, ook een stijging zien van 4,8% en kwam daarmee uit op ruim €18 miljard. Daarmee is de omzetdaling van 2013, die toen bijna 5% bedroeg, in 2014 weer zo goed als gecompenseerd.
Bouwmarkten verliezen omzet
Verandering in omzet tov vorig jaar in % Omzetontwikkeling tuinmarkt
In 2014 maakte de Duitse omzet in groene en niet-groene producten voor de tuin, het in 2013 opgelopen verlies weer goed.
In 2014 waren in Duitsland bij een aantal verkoopkanalen opvallende ontwikkelingen te zien. Zo verloren de bouwmarkten vorig jaar 2,6% omzet ten opzichte van het jaar ervoor. De belangrijkste reden hiervoor is het wegvallen van de winkels van het failliete Praktiker/Max Bahr, waardoor eind 2013 zo’n 2 miljoen m² vloeroppervlak verdween. In het eerste halfjaar van 2014 was hiervan ongeveer een kwart weer in gebruik genomen door overnames en tegen het einde van het jaar was dit ongeveer 860.000 m². Volgens het rapport is de omzet per m2 van de bestaande en de
KORT Viburnum wint op Chelsea
Potrozenkeuring Lottum vernieuwd
Noodmaatregelen tegen Xylella
Viburnum plicatum ’JWW5’ (Kilimandjaro Sunrise) is benoemd tot Chelsea Plant of the Year 2015. De nieuwigheid was op de Britse show, vorige week in Londen, ingezonden door Van Son & Koot, Javado UK en Burncoose Nurseries. De winner van Kilimandjaro Sunrise is kweker Jan-Willem Wezelenburg uit Hazerswoude.
Nieuwe potrozen zullen tijdens de Week van de Potroos, van 21 tot en met 28 juni in Lottum, anders worden beoordeeld dan voorheen. In plaats van diverse keuringscategorieën op basis van potmaat, zijn er voortaan slechts twee. In de eerste categorie let de jury op kwaliteit, gezondheid en schoonheid van de potroos. In de tweede categorie gaat het om presentatie en show. Dit jaar is er ook een publieksjury.
De Europese Commissie heeft vorige week noodmaatregelen ingevoerd tegen Xylella fastidiosa. Import van buiten de EU is voorlopig niet mogelijk voor 27 geslachten en 160 soorten bomen en planten. Volgens de NVWA is import vanuit landen buiten de EU pas weer mogelijk, als die landen hebben duidelijk gemaakt of de bacterie al dan niet voorkomt in hun land. Als dat wel zo is, dan moet plantmateriaal van waardplanten bij import in de EU op de bacterieziekte worden getoetst. In Zuid-Italië zijn al talloze olijfbomen besmet met de bacterie.
TCO werkt hard aan zomerexpo Tree Centre Opheusden gaat zelfstandig verder met de organisatie van komende Expo TCO, op 24 en 25 juni. De vereniging legt zelf contacten met deelnemers en regelt de pr en promotie. Vorige week had 65% van het deelnemersveld van afgelopen editie zich reeds opgegeven, verwachting is dat een aantal bedrijven zich op het laatste moment inschrijft. De werkgroep had de beurs samen met Proba voorbereid. Na de beurs wordt bekeken wat samen weer mogelijk is voor de najaarseditie in 2016.
6
’Frans gekweekt’ tegen import De Franse sierteeltsector maakt zich sterk om eigen producten te promoten. Doel is terrein terug te winnen op import. De Franse sector levert immers nog maar 15% van de nationale consumptie, meldt Agroberichten Buitenland. Met drie labels maken de Franse kwekers zich sterk: Plante Bleue (sociaal en milieuverantwoorde productie), Label Rouge (onder andere rozen van hoge kwaliteit) en Fleurs de France (bloemen).
Subsidie voor beveiliging Het ministerie van Veiligheid en Justitie geeft tijdelijk 50% subsidie op enkele maatregelen waarmee kwekers hun bedrijf beter kunnen beveiligen tegen diefstal. Het ministerie en LTO Nederland voeren een campagne om kwekers aan te sporen beter te letten op hun bezit.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW15-11.indd 6
21-05-15 15:17
Nieuws
% in 2014 heropende bouwmarkten vorig jaar gestegen waardoor het verlies van vloeroppervlak deels werd gecompenseerd. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat een bedrag van 150 miljoen aan groene en niet-groene omzet in de tuinbranche is overgegaan naar andere verkoopkanalen. De verwachting voor 2015 is dat - ondanks dat er nog bijna een miljoen m² vloeroppervlak van Praktiker/Max Bahr te koop staat - de omzet van tuinproducten via het bouwmarktkanaal dit jaar weer op het oude niveau komt of misschien zelfs hoger wordt dan voorgaande jaren. Hierbij wordt in het rapport van uitgegaan dat de verslechterde positie van het bouwmarktkanaal een tijdelijke is.
Hoveniersomzet plust Volgens het rapport zijn Duitse hoveniers de winnaars van 2014 waar het gaat om de omzetontwikkeling. Met een omzetstijging van 16,4% zagen zij ook hun marktaandeel binnen de tuinbranche toenemen. De stijging wordt verklaard uit het feit dat er een trend is dat consumenten in Duitsland steeds minder ’met hun handen’ in de tuin willen werken maar wel van een tuin willen genieten.
De omzet van Duitse tuincentra steeg vorig jaar met 4,4%. Het rapport spreekt daarmee van een solide positie van een kwaliteitsegment binnen de tuinbranche. Ook zagen kwekerijen die rechtstreeks aan consumenten verkopen, na een aantal jaar met stabiele verkoop, hun omzet vorig jaar met 5% stijgen. Daarnaast signaleert IVG op de Duitse markt de ontwikkelingen rondom de thema’s prijs en gemak. Deze thema’s zorgden er vorig jaar voor dat branchevreemde aanbieders als supermarkten en andere discounters hun marktaandeel in de tuinbranche konden uitbreiden van 6,9 naar 7,5%.
Internetverkoop profiteert De internetverkoop steeg vorig jaar met 19% tot €612 miljoen. Hiermee komt het marktaandeel van onlineverkoop van tuinproducten in Duitsland op 3,4%. De onlineverkoop van groene producten blijft hierbij achter bij de overige productgroepen in de tuinbranche. Terwijl groene producten voor binnen en buiten samen een marktaandeel hebben van 56% via de traditionele verkoopkanalen, is het aandeel van groen binnen de onlineverkoop slechts 18%.
2015 start moeizaam Het lijkt er op dat de handel richting Duitsland 2015 slecht is begonnen. De VGB meldt over de eerste vier maanden een afname van de export van bloemen en planten vanuit Nederland naar Duitsland van 6%. Het Duitse Gabot.de meldt op haar beurt dat de verkoop van levend groen bij bouwmarkten in het eerste kwartaal van dit jaar 13,7% in de min zit ten opzichte van vorig jaar.
Cijfers wijzen uit dat het marktaandeel van bedrijven die naast internetverkoop een fysieke winkel hebben - en dus multichannel zaken doen - de laatste tien jaar is toegenomen. Het marktaandeel van bouwmarkten in de internetverkoop was in 2013 zo’n 20%, die van tuincentra/bloemenwinkels 15% en het marktaandeel van fabrikanten, waaronder ook kwekers vallen, 13%. Het marktaandeel van internetwinkels (dus zonder fysieke winkel) in de tuinbranche bedroeg in 2013 zo’n 15%. In het rapport wordt de verwachting uitgesproken dat de internetverkoop in de tuinbranche met 40% zal zijn gegroeid in 2018 ten opzichte van 2014. Daarmee komt het marktaandeel van onlineverkopen in de Duitse tuinbranche in 2018 op 4,5%. <
Het laatste nieuws leest u elke dag op www.DeBoomkwekerij.nl
Kan hond gewasziekten opsporen?
Uitbreiding natuur op kwekerij
Het Innovatie- en Demonstratie Centrum Bollen & Vaste planten laat onderzoeken of detectiehonden inzetbaar zijn bij het opsporen van ziekten en plagen in gewassen. Eind augustus moet duidelijk zijn of de honden kunnen worden ingezet bij keuringen. Detectiehonden worden al langer ingezet om drugs, geld en tabak te vinden. In de medische wetenschap onderzoekt men nu of honden ook kanker kunnen ruiken.
In mei leggen alle vogels een ei, en die eitjes komen dan ook nog eens uit: Henk Mauritz treft dit wonder der natuur regelmatig aan op zijn bedrijf, Combinatie Mauritz in Opheusden. Deze mereltjes kwamen uit een nest dat bovenin in een teeltzak was gemaakt. Ze zullen ongetwijfeld helpen bij de rupsenbestrijding. „Echt milieuvriendelijk kweken”, aldus de vogeltjesliefhebber.
Project naar resistente appelrassen
’Brexit’ leeft nog niet
Exploitatie FloraHolland op koers
Zeven onderzoeksprojecten starten met overheidssteun, om de biologische landbouw vooruit te helpen. Daaronder een project naar nieuwe appelrassen die resistent zijn tegen schurft en vruchtboomkanker. Bedoeling is methoden te ontwikkelen waardoor de resistentie snel is te herkennen. Het ministerie van Economische Zaken trekt voor de zeven projecten totaal €1 miljoen uit. Ieder project duurt vier jaar.
Volgens Henk Westerhof van Anthos leeft een mogelijke Britse uittreding uit de EU nog niet onder handelaren. Een referendum hierover wordt verwacht in 2017 en voor die tijd zal er volgens de voorzitter wel een moment komen dat het gaat leven. Als mogelijk gevolg van uittreding noemt hij strengere fytosanitaire regelgeving door Groot-Brittannië, maar dat is volgens hem vooralsnog koffiedik kijken.
De exploitatie van FloraHolland ligt in de eerste vier maanden van dit jaar op koers. De veiling koerst af op het begrote resultaat van €0. De verschuiving van klok naar bemiddeling zet door. Het aantal bloemen en planten dat in de eerste achttien weken van 2015 voor de klok kwam, lag 9% lager dan vorig jaar. Via bemiddeling werd 7% meer stuks verhandeld. De omzet ligt in deze periode 0,9% achter bij vorig jaar. < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW15-11.indd 7
7
21-05-15 15:17
598091_.indd 8
21-5-2015 10:21:56
598092_.indd 9
21-5-2015 10:22:20
Tekst en Foto’s: Ketura Haveman
Zelfde kwekerij met een iets andere aa In 2014 stapten de broers Erik en John Rijnbeek in de kwekerij van hun vader Robert. Na zijn overlijden zetten de jonge ondernemers de kwekerij voort, maar wel met een eigen manier van aanpak en een iets andere kijk op het sortiment, gaan ze optimistisch de toekomst tegemoet.
In de schuur is John Rijnbeek bezig achter de potmachine. Zijn moeder staat intussen het Rhodo-plantgoed klaar te maken voor het oppotten. Even later komt John’s tweelingbroer Erik er ook aan. Officieel runnen de twee broers van 25 jaar sinds een jaar de kwekerij. Onofficieel lopen ze er al wat langer rond en hebben ze de kwekerij samen met hun moeder in 2013 voorgezet toen hun vader Robert Rijnbeek overleed. Voor de jongens was het altijd wel duidelijk dat ze de boomkwekerij in zouden gaan, alleen was dat in eerste instantie niet op de kwekerij van hun vader. „Pa vond dat we het vak ergens anders moesten leren. Stage lopen mochten we ook niet bij hem. Ik denk dat hij bang was dat we er dan misschien eerder de kantjes af zouden lopen”, vertelt Erik. Hun stage liepen ze gezamenlijk bij Ben Rijnbeek en na hun opleiding bleven ze daar in eerste instantie ook werken. „Maar we wilden uiteindelijk graag voor onszelf beginnen. Dat hebben we gedaan, met een deel van de
De broers kweken sinds dit jaar ook rozen.
10
planten op een stuk van de kwekerij bij pa en we zijn elders op een huurlocatie van start gegaan”, aldus John. Boomkwekerij J & E Rijnbeek was een feit. Toen hun vader echter ziek werd, gingen ze daar meer helpen en het was logischer om deze kwekerij uiteindelijk voort te zetten, inclusief de bestaande naam. „Hij is met de kwekerij begonnen, zijn naam heeft meer bekendheid en we vinden het ook mooi om het zo te laten”, vertelt Erik. Het logootje is echter nog een kleine verwijzing naar hun eerste eigen kwekerij.
Eigen koers Achter de kas ligt de grond klaar, bemest en al. Komende maand worden daarop de bakken gezet voor de Clematisstekken. „Een gewas waar we indertijd zelf mee begonnen zijn en wat we zijn blijven doen”, aldus John. Overigens maken ze van Clematis alleen plantgoed. Ze kweken het zelf niet door tot leverbare plant. In het sortiment zijn afgelopen twee jaar meer wijzigingen doorgevoerd en er staan er ook nog een aantal op de planning. Zo hebben Erik en John ook de teelt van Sarcococca en Rhododendron toegevoegd aan het bestaande sortiment van hun vader met onder andere coniferen, Viburnum, Magnolia en Hamamelis. „De coniferen gaan uit het oude sortiment”, zegt Erik stellig. Als motivatie voert hij de kostprijs op. „Wij kunnen met onze kleinschalige manier van kweken, zonder mechanisatie, niet concurreren met de grootschalige coniferenkwekers. Onze kostprijs ligt te hoog. Met de huidige lage marktprijzen, ligt
De nadruk komt meer te liggen op bloeiende gewassen.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Reportage tweeling Rijnbeek.indd 10
21-05-15 15:18
Heesters en coniferen
re aanpak
Boomkwekerij Robert Rijnbeek, Boskoop Sortiment: Heesters, waarbij Magnolia, Hamamelis, Viburnum, Campsis, Rhododendron en Sarcococca de voornaamste zijn. Momenteel hebben ze ook nog coniferen, maar die gaan in de toekomst uit het sortiment verdwijnen. Afzet: Het grootste deel van de planten gaat naar Boskoopse handelsbedrijven. Sinds januari dit jaar heeft de kwekerij een persoonlijk verkoper (pv) van de veiling. Oppervlakte: 2 ha, waarvan een deel kas, een deel containerveld en een deel vollegrond. Het containerveld en de vollegrond zijn ongeveer even groot. Personeel: John en Erik runnen het bedrijf samen met hun moeder. Daarnaast hebben ze nog één vast personeelslid. Website: robertrijnbeek.nl
John (links) en Erik (rechts) runnen officieel sinds een jaar Boomkwekerij Robert Rijnbeek.
onze kostprijs zelfs hoger dan wat we ervoor krijgen.” De broers leggen zich meer toe op bloeiende gewassen. „Daar is meer vraag naar, mensen kopen liever een plant met bloemen.” Zelfs in het bestaande sortiment van Viburnum, zoeken de broers naar verbetering. Daarbij zoeken Erik en John naar soorten die rijker bloeien of juist jonger op de pot al bloeien. „We gaan daarom meer naar de plicatum soorten.” In de kas laten ze als voorbeeld een Viburnum zien van amper 20 cm hoog die nu al vier tot zes bloemtrossen heeft. „Moet je voorstellen hoe een dergelijke plant er na een jaar kweken uitziet. Dan is het een wolk van bloemen.” Ook hebben ze sinds dit jaar rozen in het sortiment opgenomen. De nieuwe persica-soorten van Jan Spek. Over hoe ze tot hun keuze zijn gekomen: „We hebben al eerder met rozen gewerkt, een leuk gewas wat ons ligt. En het bloeit”, lacht Erik.
Leermomenten Een strikte werkverdeling hebben de broers niet. „Het werk moet gebeuren en vaak is in anderhalf woord geregeld wie wat doet of we doen het gewoon samen”, aldus John. Maar gaandeweg ontstaan er wel wat patronen. Zo is Erik naar buiten de contactpersoon. Hij doet daarom ook vaak de beurzen. John regelt meestal het leveren
en pakken. „Maar we doen het vooral samen, met onze moeder natuurlijk en ons personeelslid die hier al 20 jaar werkt. En ma doet de facturering, dat is altijd al zo geweest en dat is nog steeds zo.” De verkoop hebben ze sinds dit jaar uitbesteed aan een persoonlijk verkoper bij de veiling. Hans Vlekke regelt voor zes kwekers de verkoop. Erik gaat wel met hem mee, als hij op beurzen als Plantarium, Groen Direct of de Spring Fair staat. Of het bevalt, is nog te vroeg om te zeggen. „Je bouwt niet in een jaar een nieuwe klantenkring op. Dat moet groeien. Hij zorgt er in ieder geval wel voor dat onze naam wordt gezien en dat potentiële klanten zien wat voor product we hebben.” Voor teelttechnische of ondernemersvragen worden de jonge ondernemers ondersteund door familie en vrienden. „Als we vragen hebben, kunnen we eigenlijk altijd terecht bij familie of vrienden van onze vader. We hoeven het dus niet allemaal zelf te bedenken”, legt Erik uit. John: „Wat overigens niet wil zeggen dat alles daardoor gelijk goed gaat. We hebben zat leermomenten.” Zo wijzen de broers naar een groepje Magnolia die door een foutje achterbleven in groei en een Acer die slechts een enkele opgaande scheut maakt. „We hebben hem wel teruggeknipt, maar het soort blijkt als stek vermeerderd slecht te vertakken „Tja, leermomentjes. Zou het graag zonder doen, maar die horen er schijnbaar bij.” < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Reportage tweeling Rijnbeek.indd 11
11
21-05-15 15:18
598093_.indd 12
21-5-2015 11:49:31
Ondernemersvragen
Illustratie: Peter Moorman
Kan ik de transitievergoeding voorkomen door een contract van 23 maanden aan te bieden? Vanaf 1 juli 2015 hebben werknemers die één dienstverband of meerdere tijdelijke dienstverbanden hebben gehad, van in totaal tenminste 24 maanden recht op een transitievergoeding bij uitdiensttreding. Kan het uitbetalen van een transitievergoeding worden vermeden door een contract van bijvoorbeeld 23 maanden aan te bieden?
Diana Eleveld Werkgeverslijn landen tuinbouw deleveld@ltonoord.nl
Allereerst: een transitievergoeding is een vergoeding om de werknemer te compenseren voor het feit dat hij na afloop van zijn contract geen werk meer heeft. De werknemer kan deze vergoeding inzetten om zich aantrekkelijk te maken of te houden voor de arbeidsmarkt. Als de werkgever de vergoeding niet uitbetaalt kan de werknemer naar de rechter stappen. Dit kan hij doen tot drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Er vindt geen controle plaats op de uitbetaling van de transitievergoeding.
Een dag korter
Stuur uw vragen of suggesties naar Postbus 9324, 2300 PH Leiden. U kunt ook bellen of mailen met (071) 565 96 82, boomkwekerij@hortipoint.nl
In principe is het mogelijk het tweede of derde contract minimaal één dag korter te laten zijn zodat de werknemer minder dan 24 maanden bij u in dienst is en u dus geen transitievergoeding hoeft te betalen. Een manier om onder het betalen van de transitievergoeding uit te komen, en de nieuwe ketenbepaling te omzeilen, is door bijvoorbeeld uw werknemer in eerste instantie een contract voor zeven maanden aan te bieden met een proeftijd van één maand. Voldoet de werknemer, dan kunt u nog een tweede en derde contract voor acht maanden aanbieden. Een vaste aanstelling is daarna optioneel.
Goedkoper uit U betaalt echter wel een hoge sectorpremie van 7,47% (2015) bij arbeidsovereenkomsten die korter duren dan een jaar. Na berekeningen blijkt dat u hierdoor niet ’voordeliger’ uit bent. Het betalen van de hoge WW-premie
over één of meerdere contracten leidt in de meeste gevallen tot een hogere kostenpost dan het aanbieden van twee jaarcontracten (met toepassing van de lage sectorpremie) en het betalen van een transitievergoeding. <
Welke spelregels gelden er voor de regeling piekarbeid? Per 1 januari 2015 is de regeling gelegen-
pensioen en het nabestaandenpensioen.
heidsarbeid vervangen door de regeling
De compensatie moet worden berekend
piekarbeid. Wat zijn de spelregels?
over het geldende loon (dit is excl. 20%
In de regeling piekarbeid mag u een
vakantierechten), en geldt ook voor piek-
werknemer maximaal acht aaneengeslo-
arbeiders jonger dan 21 jaar.
ten weken per jaar in dienst nemen voor
Voorwaarde voor het mogen toepassen van
seizoensgebonden, uitsluitend routine-
de regeling is dat u de piekarbeider uiter-
matige werkzaamheden die gerelateerd
lijk op de vijfde werkdag aanmeldt bij BPL.
zijn aan oogst- en teeltwerkzaamheden
Aanmelden gebeurt aan de hand van het
(incl. be- en verwerkingen van de oogst).
BSN nummer. Indien u de piekarbeider niet
Per werknemer mag de regeling piekarbeid
binnen vijf werkdagen aanmeldt is er geen
éénmaal per kalenderjaar worden toege-
sprake van piekarbeid. Bij het aanmelden
past. Voor piekarbeiders geldt een vrijstel-
kunt u direct zien of de piekarbeider dat ka-
ling voor de sectorfondsen (BPL en Colland
lenderjaar al eerder bij een andere werkge-
arbeidsmarkt).
ver aan de slag is geweest als piekarbeider.
Alle werkgevers die direct onder de cao’s
Wilt u een werknemers als piekarbeider
Glastuinbouw of Open Teelten vallen
in dienst nemen die al eerder regulier bij u
mogen de regeling toepassen . In de cao’s
in dienst is geweest, dan is dit alleen mo-
is opgenomen dat piekarbeiders beloond
gelijk als er minimaal zes maanden tussen
worden tegen het wettelijk minimum
beide dienstverbanden zit. Wanneer u een
(jeugd)loon. Daarnaast mogen de vakantie-
werknemer regulier in dienst wilt nemen na
rechten worden afgekocht met een toeslag
het piekarbeid dienstverband dan dient er
van 20%. Verder ontvangt de piekarbeider
minimaal 31 dagen tussen te zitten om de
een compensatie van 0,7% voor het weg-
premievrijstelling niet in gevaar te brengen.
vallen van het arbeidsongeschiktheidsDe Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Ondernemersvragen-BKW15-11.indd 13
13
21-05-15 15:18
Tekst: Emiel van den Berg Foto’s: Frijns, De Batterijen, The Greenery, Fruittuin.com
Pruimensortiment st In grote lijnen zijn het de van oudsher bekende pruimenrassen die de markt bepalen. Toch zijn er nieuwe ontwikkelingen, zowel binnen het sortiment voor de fruittelers als voor de particulier. Ook bij de onderstammen is sprake van vernieuwing.
Pruim ’Mirabelle Ruby’.
In de pruimenmonografie die Wiel Broex in 2012 samenstelde, schreef hij over de verschraling van het sortiment. Slechts ’Opal’ en ’Victoria’ worden vanwege hun grote en uniforme volumes nog gevraagd door supermarkten. Navraag bij fruittelers leert dat die situatie anno 2015 niet veel is veranderd. ’Opal’ en ’Victoria’ blijven de belangrijkste rassen. Onderzoeker fruitteelt Gondy Heijerman van PPO benadrukt echter de ontwikkelingen met het concept Lazoet. „Een mix van drie kwekersrechtelijk beschermde blauwe rassen. Zowel vroeg, middel als laat oogstbaar. Nu nog simpelweg met 1, 2 en 4 aangeduid.” Belangrijk is dat de vruchten van de diverse rassen allemaal eenzelfde omvang, kleur en smaak hebben. Zo zijn ze over een lange periode onder eenzelfde naam aan te bieden. „Met één ras red je dat niet. ’Opal’ is rond begin juli drie weken te oogsten, ’Victoria’ drie weken rond half augustus.” Het onderzoek binnen het concept is nog steeds aan de gang. Momenteel zijn er drie rassen ondergebracht, maar pruimenveredelaars zoeken naar meer.
WAT DE SPECIALISTEN ZEGGEN
14
Boomkwekerij De Batterijen ver-
Boomkwekerij Frijns verhandelt
Via internet verkoopt Fruittuin.com
Boomkwekerij J. Rongen & Zn le-
handelt circa dertig rassen. „Voor
ruim veertig rassen. Alex Frints:
aan particulieren. De site meldt 25
vert aan fruittelers en tuincentra.
de professionele telers gaat het
„Niet naar alles is evenveel vraag
pruimenrassen. „Onze klanten zijn
Het sortiment is al jaren vrijwel
om ’Opal’ en ’Victoria’, in mindere
maar je moet sortiment hebben.”
liefhebbers, die zoeken specifieke
hetzelfde. „De gangbare, meest
mate om ’Avalon’ en ’Excalibur’”,
Voor het eerst houdt het bedrijf dit
soorten die je bij doorsnee tuincen-
gevraagde rassen”, vertelt Sjaak
vertelt Erik Stuurbrink. „Nieuwe
jaar de bekende ’Victoria’ over en is
tra niet vindt”, aldus Jan ter Huurne.
Rongen. De vraag is de laatste jaren
ontwikkelingen zijn er met het con-
er van de onbekende ‘Anna Späth’
Naast het standaardsortiment biedt
stabiel. Ondanks dat er weinig ruim-
cept Lazoet, met de rassen 1 t/m
een tekort. Frints benadrukt dat er
het bedrijf nieuwkomers. Goed
te op de markt is, dankt Rongen
4 waarvan nr 4 een goede lijkt.”
momenteel wel een overproductie
vindt Ter Huurne de nieuwe Duitse
dat vooral aan de huidige belang-
Voor consumenten is er een breed
is aan pruimenbomen. „Ondanks de
kwetsen ’Hanita’, ’Tegera’ en ’Tipala’.
stelling voor eten uit eigen tuin.
sortiment, ook oude rassen. „De
populariteit bij de particulier.” De
Verder noemt hij ’Aprimira’. „Deze
„Zonder die trend was de vraag mis-
consument vraagt naar historische
verkoop aan fruittelers was dit jaar
Zuid-Duitse kruising geeft een
schien wel wat gezakt.” Hij merkt
rassen. Die promoten we op onze
echter beter dan vorige jaren. Po-
pruim met de structuur van een
op dat de vraag naar laag-, half- of
website en tijdens lezingen bij bij-
pulair daarbij waren ’Opal’, ’Victoria’
abrikoos.” Vooral vanuit Duitsland,
hoogstam wel per jaar kan wisse-
voorbeeld moestuinverenigingen.”
en ’Jubileum’. Dat nieuwe ontwik-
waar het bedrijf veel verkoopt, is
len. De ontwikkelingen binnen het
Bij de consument ligt de nadruk
kelingen belangrijk zijn, bewijst de
er vraag naar deze nieuwkomer.
pruimensortiment worden gevolgd,
op laagstam en leivormen. De ras-
introductie op komend Plantarium
De vraag naar oude rassen blijft.
maar Rongen ziet weinig vernieu-
sen uit de Reine Claude-groep blij-
van ’Mirabelle Ruby’. Een zuilvorm
„Fruit uit eigen tuin is helemaal in.
wing. „Wat mij betreft hoeven er
ven veel gevraagd, net als ‘Opal’.
van collegakweker Mathews. „Een
Met name kleine laagstammen en
ook niet echt nieuwe rassen bij te
„Die laatste is voor mij de beste.”
aanwinst voor de particuliere tuin.”
leivormen zijn gevraagd.”
komen, er is al voldoende.”
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Sortiment Pruimen-BKW15-11.indd 14
21-05-15 15:17
Sortiment
ent staat niet stil
Pruim uit Lazoet-concept.
Pruim ’Victoria‘.
Dat er meer onderzoek gewenst is, bevestigt Piet van der Woerd. Hij heeft aanplant van Lazoet-rassen 2 en 4 en een duidelijke voorkeur voor 4. „Ras 4 kun je in één keer plukken en heeft grotere vruchten. Ras 2 moet je doorplukken wat voorzichtigheid vraagt en uitdunnen.” Samen met The Greenery en PPO komen telers geregeld bijeen om ervaringen met deze rassen uit te wisselen.
Overeenkomst met abrikoos Er zijn ook ontwikkelingen met nieuwkomers bij de kwetsen. ’Tipala’, ’Hanita’ en ’Tegera’ zijn voorbeelden. Daarnaast is ’Aprimira’ een nieuwkomer waarvan werd gedacht dat het een kruising is tussen een pruim en een abrikoos. Meer aanneembaar is het volgens Peter Braun, van de Universiteit van Geisenheim in Duitsland, dat ’Aprimira’ een cultuurpruim is met als een van de ouderplanten ’Mirabelle von Herrenhausen’. De bestuiver hiervan is vooralsnog onbekend. De overeenkomsten met de vrucht van de abrikoos noemt hij echter een belangrijke vernieuwing. Het vruchtvlees is oranjegeel en stevig van textuur. De vruchten hangen bij rijping vrij vast aan de boom, waardoor een langere oogstperiode mogelijk is. Tot slot staan ook de ontwikkelingen bij de onderstammen niet stil. Ondanks dat het hier al jaren draait om ’St Julien A’ en ’VVA 1’ zijn er ontwikkelingen met ’Pixi’ die echter nog in de kinderschoenen staan. Pruimentelers zijn geïnteresseerd in nieuwkomers, met name om een zwakkere groei te krijgen. Ze verwijzen naar ’Gisela 5’ die bij de kersen voor een kleinere, productievere boom zorgt. Interessant zijn daarom de ontwikkelingen met een onderstam van Prunus spinosa. De eerste uit een reeks met verschillende groeikracht is de afgelopen jaren virusvrij gemaakt en kwekersrechtelijk beschermd. Afgelopen jaar is Wageningen UR/PPO Fruit gestart met de marktintroductie. Voor de zomer hoopt men met de definitieve merknaam te komen. <
Pruim ’Hanita'.
ACTUEEL SORTIMENT
Meest verhandelde pruimenrassen ’Opal’ – blauwpaarse, vrij kleine vrucht; zelfbestuivend; zeer vroeg rijp ’Reine Claude d’Oullins’ – ronde, goudgele vrucht; gedeeltelijk zelfbestuivend; vroeg ’Reine Claude Verte’ – kleine, groengele vrucht; de zoetste Reine Claude; middentijds ’Monsieur Hâtif’ – donkerblauwe vrucht; niet zelfbestuivend; middentijds ’Victoria’ – grote, langwerpige, lichtrode vrucht; zelfbestuivend; laat ’Reine Claude d’Althan’ – violetrode vrucht, goede opbrengst, niet zelfbestuivend, laat ’Hauszwetsche’ – blauwe pruim; langwerpig; zelfbestuivend; laat ’Anna Späth’ – roodblauwe vrucht; beperkt zelfbestuivend; zeer laat
Nieuwkomers
’Jubileum’ – roodpaarse tot blauwpaarse vrucht; gedeeltelijk zelfbestuivend; laat ’Tipala’ – kleine, gele kwets; beperkt zelfbestuivend; middelvroeg ’Hanita’ – grote, ovale, blauwe kwets; zelfbestuivend, middentijds ’Tegera’ – donkerblauw tot violette kwets; zelfbestuivend; middentijds ’Aprimira’ – grote, eivormige vrucht; geel met rode blos; vroeg; zelfbestuivend ’Mirabelle Ruby’ – rode vrucht; trage groei; zuilvormige habitus; zelfbestuivend Lazoet-concept – mix van blauwe vruchtrassen met opeenvolgende pluktijden De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Sortiment Pruimen-BKW15-11.indd 15
15
21-05-15 15:17
Tekst en Foto: Marco Hoffman, Naktuinbouw
Cultivarnamen versus handelsnamen en Een correcte en eenduidige naamgeving van boomkwekerijgewassen is van groot belang voor de groensector. Het is belangrijk voor de garantie van soortechtheid en daarmee een wezenlijk onderdeel van de plantkwaliteit. Wat zijn de fundamentele verschillen tussen cultivar-, handels- en merknamen en wanneer is welke naam zinvol om te gebruiken? Onze boomkwekerijsector telt tienduizenden verschillende cultivars en jaarlijks komen er door kruising en selectie honderden bij. Al deze cultivars hebben een unieke cultivarnaam om de identiteit van een specifieke plant aan te geven. Deze naam wordt wereldwijd gebruikt, waarmee ook de internationale communicatie en handel gediend is. Zowel in wetenschappelijke regelgeving als in wettelijke regelgeving is een cultivar- of rasnaam verplicht. Dit is in het belang van optimale kwaliteit en betrouwbaarheid. Daarbij moet deze naam door iedereen gebruikt kunnen worden en mag er geen beperkingen worden opgelegd vanuit het merkenrecht. Een cultivarnaam bestaat uit de botanische naam van het gewas (een geslachtsnaam en/of soortaanduiding) en een specifieke cultivaraanduiding die tussen hooggeplaatste komma’s staat, bijvoorbeeld Acer
palmatum ’Ornatum’ en Hemerocallis ’Stella de Oro’. De cultivarnaam staat garant voor de identiteit van de cultivar. Daarnaast kan de cultivarnaam een goede verkoopnaam zijn. Een extra handelsnaam is in principe niet nodig.
Commercieel nut Toch worden er regelmatig extra handelsnamen aan gewassen gegeven. Dit kunnen handelsnamen zijn voor series van cultivars, zoals ENDLESS SUMMER voor een serie van doorbloeiende hortensia’s. Maar ze kunnen ook bedoeld zijn als (extra) verkoopnaam voor een cultivar. Soms wil een kweker een optimale verkoopnaam voor een bepaald segment of een bepaald land. De bekende roos Rosa ’Korbin’, kent in diverse landen/regio’s aangepaste handelsnamen als SCHNEEWITTCHEN in Duitsland en ICEBERG in Engeland.
FEITEN
Foute praktijken Ondanks het feit dat handelsnamen slecht passen in het taxonomische naamgevingssysteem van Linnaeus, worden ze in het belang van de sector toch geregistreerd in praktijkregisters als de Naamlijsten en in PlantScope. Voorwaarde is een correcte registratie en weergaven van de naam. Helaas worden handelsnamen en merken, bewust of onbewust, in praktijk soms foutief gebruikt. > Het niet-vermelden van de cultivarnaam. De identiteit van de plant wordt weergegeven met de cultivarnaam. Ook is alleen met een cultivarnaam te achterhalen of een plant kwekersrechtelijk is beschermd. > Het merkenrechtelijk beschermen van de cultivaraanduiding. Een cultivaraanduiding is vanwege fundamenteel principe een vrij te gebruiken naam en kan daardoor niet merkenrechtelijk beschermd worden. In het verleden is dit wel gebeurd, nu wordt er strenger op gecontroleerd. > Het gebruiken van een merknaam als cultivaraanduiding. Door de merknaam aan een specifiek ras te hangen, wordt een merknaam generiek, waarmee het merkenrecht voor gelijke of gelijksoortige waren of soms voor de hele klasse komt te vervallen. Zeker als aangetoond kan worden dat het ’merk’ in officiële of commerciële registers is opgenomen als cultivarnaam.
16
Het kan ook zijn om verschillende verschijningsvormen aan te duiden. Een goed voorbeeld is Hydrangea macrophylla ’Rambo’, waarbij de roze verschijningsvorm met RAMBO ROSE wordt aangeduid, de geblauwde vorm met RAMBO BLAUW en de verschijningsvorm als snijtak met MAGICAL TOPAZ. Een andere toepassing is om bekende handelsnamen over te nemen naar andere, vaak verbeterde, cultivars. Een voorbeeld hiervan is de handelsaanduiding ILLUMINATION, die in eerste instantie werd gegeven aan de cultivar Vinca minor ’Cahill’, maar ook aan de verbeterde versie hiervan: Vinca minor ’Cahillil’. Bovenstaande toepassingen van handelsnamen zijn in principe legitiem. Voor de gebruiker en de sector als geheel is het wel verwarrend dat je op deze manier soms meer handelsnamen hebt voor dezelfde cultivar en dat soms dezelfde
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Naamgeving.indd 16
21-05-15 15:18
Nomenclatuur
en en merknamen gebruiken en je dit in praktijk ook doet. Eventuele juridische claims zullen echter altijd door een rechter bepaald moeten worden. Voor optimale bescherming van je merk is het aan te bevelen deze als toevoeging aan de cultivarnaam te gebruiken. Belangrijk is ook om bij aanmelding van een merk bij het merkenbureau zo duidelijk mogelijk te vermelden binnen welk gewas(sen) het gebruikt gaat worden. Hoe duidelijker dit vermeld wordt, hoe sterker je merknaam.
Betrouwbare sector
Rosa ‘Korbin’ kent in diverse landen/regio’s aangepaste handelsnamen: SCHNEEWITTCHEN (Duitsland), ICEBERG (UK), FEE DES NEIGES (Frankrijk) en BIANCANEVE (Italië).
handelsnaam wordt gebruikt voor meerdere cultivars. Om de verwarring te beperken is het nodig om in de genoemde gevallen ook de cultivarnaam te vermelden. Deze staat immers garant voor de identiteit van de plant. Daarbij is het aan de kweker of eerst de cultivarnaam of eerst de handelsnaam wordt vermeld. De cultivaraanduiding achterwege laten, zorgt voor onduidelijkheid over de identiteit van de cultivar. Bedenk bijvoorbeeld dat in officiële registers, zoals kwekersrechtbureaus en het Nederlandse Rassenregister, handelsnamen niet erkend en geregistreerd worden. Met alleen een handelsnaam kun je dus geen wettelijke informatie (bijvoorbeeld kwekersrecht) over een cultivar vinden.
Beschermde namen Handelsnamen worden ook gebruikt om deze te kunnen beschermen.
Een cultivarnaam kan in principe niet merkenrechtelijk beschermd worden. Een handelsnaam kun je wel merkenrechtelijk beschermen en dan wordt het een zogenaamde merknaam. Het merkenrecht moet niet verward worden met het kwekersrecht, waarbij de cultivar zelf wordt beschermd. Met een merkenrechtelijk beschermd naam, kun je anderen verbieden deze naam te gebruiken of beperkingen opleggen in het gebruik. Daarbij zijn er wel juridische grenzen. Als je een merk hebt dat gebruikt wordt voor een bepaald gewas of voor een bepaald ras, dan heb je daarvoor een goede merkenrechtelijke bescherming. Het is niet zo dat wanneer je het merk bijvoorbeeld gebruikt voor een roos, je merkenrecht ook geldt voor esdoorn en voor aster. Tenzij je bij het merkenbureau specifiek hebt aangegeven dat je je merk ook voor deze gewassen wilt
In principe hebben we een goed internationaal systeem voor het weergeven van onze plantnamen. Linnaeus heeft hiervoor een goede basis gelegd. In het belang van het bedrijfsleven zijn er naast soortnamen en cultivarnamen ook mogelijkheden voor het opnemen en weergeven van handelsnamen, ondanks het feit dat dit bepaald niet in het belang is van een eenduidige en uniforme naamgeving. Daarnaast is er een goed systeem voor het beschermen van cultivars (kwekersrecht) en het beschermen van handelsnamen (merkenrecht). Genoemd geheel van naamgeving en verschillende beschermingsvormen is voor veel kwekers en gebruikers lastig te begrijpen. Uiteindelijk is het wel een goed werkend systeem en er is voor elk wat wils. Voorwaarde is dat de registratie en handel eerlijk en transparant moeten zijn. Dit is in het belang van onze hele sector en uiteindelijk ook voor de afnemer; die wil immers een kwalitatief goed groenproduct en heeft het recht om te weten wat hij precies koopt. Het is de verantwoordelijkheid van elke boomkweker om hieraan mee te werken. Gelukkig zijn er steeds meer individuele bedrijven die hun cultivars correct benamen en zich hiermee profileren als betrouwbaar kwaliteitsbedrijf. < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Naamgeving.indd 17
17
21-05-15 15:18
Tekst en Foto’s: Arno Engels
Alle bomen op eigen wortel Op de markt is een trend te bespeuren naar laan- en sierbomen op eigen wortel. Boomkwekerij Letteland uit Opheusden is volledig overgeschakeld van geënte soorten naar gestekte soorten. Die laten nu (eind april op de foto’s) in de opkweek een uniforme groei zien. Bij Letteland worden vanaf nu geen laan- en sierbomen meer geënt. Het bedrijf van de broers Gijsbert en Geurt van Setten is de laatste jaren overgeschakeld op het stekken van bomen. De broers hadden hiervoor genoeg redenen. Ze wilden niet meer tegen problemen aanlopen die bekend zijn met geënte bomen: bepaalde soorten geven best veel uitval na
Als Prunus padus geënt zou zijn, zouden Gijsbert (links) en Geurt van Setten nu al het eerste wild moeten verwijderen. Bij gestekte P. padus komt er vanuit de grond misschien nog wel ongewenste scheutgroei, maar amper, aldus de broers.
enten, ze vergroeien niet mooi met de onderstam, waardoor de bomen niet uniform worden. Ook kunnen ze gevoelig zijn voor een ziekte, doordat ze op een onderstam staan. En sommige vormen veel wild. Ondanks dat geënte bomen krachtig groeien en stevig verankerd zijn in de grond, ondervinden afnemers steeds meer de nadelen van enten, aldus Van Setten. Er komt volgens de broers daarom steeds meer vraag naar bomen op eigen wortel. De bomen zijn als zomerstek beworteld en opgekweekt in een RollAir-kas. Daarna zijn ze in september afgehard uit die kas gekomen en uitgeplant in de vollegrond. Er zijn toen gelijk stokken bijgezet. Twee maanden later stonden de bomen volgens Van Setten al vast in de grond. Van Setten stekt nu circa honderd soorten en breidt het sortiment gestaag uit. Maar de vermeerdering is volgens de broers niet gemakkelijk. Het stekken luistert nauw en het bewortelingspercentage kan per soort of per jaar vrij veel verschillen. <
Gestekte bomen zoals deze Prunus subhirtella ’Autumnalis’ vertonen bij Van Setten nagenoeg geen uitval. De broers planten namelijk alleen de goed bewortelde bomen uit, als ze in september geacclimatiseerd uit de kas met openslaand dek komen.
18
Behalve bekende soorten zijn ook niet-alledaagse soorten te stekken, is de ervaring van Van Setten. Zoals deze Zanthoxylum simulans, ook wel de kiespijnboom geheten. Omdat de besjes verdovend werken tegen kiespijn, als je erop kauwt.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Bomen eigen wortel.indd 18
21-05-15 15:18
Teeltsysteem
Dit is Ulmus ’Columella’, de iep die het meest resistent is tegen de iepziekte. Met gestekte ’Columella’ voorkomt Van Setten nadelen van geënte iepen: ze groeien wisselend, er treedt onverenigbaarheid op, of de iepziekte treft alsnog de onderstam.
Links Acer rubrum ’October Glory’ en rechts Prunus yedoensis: allemaal bomen op eigen wortel. Totaal heeft Van Setten nu zo’n 10 ha beteeld met gestekte bomen; circa honderd soorten. Ze staan op een groot perceelsblok in Oosterhout, bij Nijmegen.
Als je Laburnum ’Vossii’ ent, moet je veel wildopslag verwijderen. Van Setten spaart dat werk voortaan uit met deze gestekte ’Vossii’. Beworteld in 2013, en komende zomer groeien de spillen uit tot diktematen 8-10 en 10-12, verwacht Van Setten.
Sierappels als Malus ’Red Obelisk’ en ’Evereste’ en sierkersen als Prunus serrulata ’Kanzan’ zijn goed op eigen wortel te kweken, aldus Van Setten. De bomen zijn dan ook uniform. Nadeel van veel wild zoals bij geënte ’Evereste’ speelt dus niet meer.
Van Setten ervaart dat gestekte Pyrus calleryana ’Chanticleer’ vrijwel geen meeldauw krijgt, omdat de bomen niet geremd worden. Dit treedt wel op bij ’Chanticleer’ die geënt is op P. communis. Dan vormt de ent ook ongewenste knobbels. De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Bomen eigen wortel.indd 19
19
21-05-15 15:18
Tekst en Foto: Ketura Haveman
Rhodo’s knoppen Bij kwekeij De Buurte in Oene zijn medewerkers sinds begin mei bezig met het knoppen van Rhododendron. „Dat is later dan normaal”, vertelt Aart Jan de Ruiter. „Doorgaans moeten we twee tot drie weken eerder beginnen met weghalen van de bloeiknoppen, maar met name door de koude nachten zijn de planten dit voorjaar later.” De Ruiter is wel blij met de natuurlijke vertraging. „Het is een tijdrovende klus die veel arbeid vraagt in een tijd dat het topdrukte is op de kwekerij. Nog idealer zou het natuurlijk zijn als we de klus in de winter konden doen, maar dan zijn de knoppen keihard en is het uitbreken erg lastig.” <
20
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Spread rhodo knoppen.indd 20
21-05-15 15:18
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Spread rhodo knoppen.indd 21
21
21-05-15 15:18
Tekst: Ketura Haveman Foto: Groeibalans
Aandacht voor hygiëne en water om m Mos is een lastig probleem in de vasteplantenteelt. Bij afzet moeten de potten vrij zijn van mos. Het handmatig verwijderen van mos bij het afzetklaar maken is tijdrovend. Voorkomen is dus beter, maar in de praktijk blijkt dat lastig. Een afdoende oplossing is er niet, wel zijn er meerdere maatregelen mogelijk om de mosdruk te verminderen. Mos lijkt een steeds groter probleem te worden in de vaste planten. In de hele sector is er geen enkel bedrijf dat er niet mee te maken heeft. „Het helemaal voorkomen van mos is eigenlijk onmogelijk. Sporen zijn overal aanwezig en een besmetting is dus snel gemaakt”, meent Eugene van Abeelen, teeltadviseur bij DLV Plant. Ook de andere teeltadviseurs in de vasteplantenteelt beamen dat voorkomen eigenlijk onmogelijk is. „Het is echter wel mogelijk om met allerhande verschillende maatregelen de mosdruk binnen de perken te houden zodat het werkbaar blijft”, aldus René van Gastel van Groeibalans. Bij de maatregelen spelen hygiëne en water de hoofdrol. Om te beginnen kunnen kwekers inzetten op het minimaliseren van infectiemogelijkheden. „Dat begint bij het starten op een schone teeltvloer. Een containerveld waar al mos aanwezig is,
zorgt er natuurlijk voor dat de sporen in de kortste keren ook in de potten zitten”, waarschuwt Marco Schuurmans van Cultus Agro Advies. Daarnaast ligt een belangrijke infectiebron bij het uitgangsmateriaal. „Zorg dat de pluggen vrij zijn van mos”, adviseert Van Abeelen. Van Gastel gooit daar nog een schepje bovenop: „Realiseer je ook dat als er mossporen aan de onderkant van de plant aanwezig zijn, de sporen snel door de hele plug zitten. Alleen verwijderen van het zichtbare mos, volstaat dan niet.” Van Gastel adviseert daarom om in de pluggen een chemische bestrijding uit te voeren zodra de eerste mosjes zichtbaar zijn. „Een start met schoon uitgangsmateriaal zorgt dat het later ook behapbaar blijft.” Van Abeelen waarschuwt ook dat beregeningswater een mogelijke invalsbron van sporen is. „Als er vanuit een bassin water wordt gegeven, moeten kwekers zich ervan bewust
TIPS
Maatregelen om mos te voorkomen > Start met een schone teeltvloer. Sporen van de grond komen anders snel in de pot. > Filter het drainwater met een biologisch filter. Sporen zijn moeilijk tot niet uit te filteren. Minder N en P sporen in het bassin voorkomen echter woekering van de groei. > Gooi eens in de 3-5 jaar het bassin in het najaar leeg, reinig het bassin en start met schoon water. > Start met schoon uitgangsmateriaal. Als er mos op de stekplug aanwezig is, woekert het na oppotten verder. > Grijp tijdig in. > Werk met een potgrondmengsel dat aan de bovenkant snel droogt. Kokos in het potgrondmengsel zorgt ervoor dat de bovenkant sneller droog is. > Geef gedoseerd water. Liever een grote beurt, dan tien kleine. Als de bovenkant van de pot nat blijft, krijgt mos de kans om te groeien. > Geef aan de laatste mm van de gietbeurt een uitvloeier mee. Hierdoor zullen de plant en de bovenkant van de pot sneller drogen. - Geef in de ochtend water, zodat de plant en bovenkant van de cup zo kort mogelijk nat blijven.
22
zijn dat daarin sporen zitten.” Hij adviseert daarom om het water te filteren. Met filteren zullen de sporen niet allemaal eruit worden gehaald. Een biologisch filter zorgt er wel voor dat de hoeveelheid meststoffen in het water verminderen, waardoor mos en algen minder snel groeien in het water.
Het draait om water De impact van water op mos is groot. Water vormt niet alleen een invalsbron, het bepaalt ook de optimale groeiomstandigheden. Kortweg kan worden gesteld dat mos gebaat is bij vocht. Zorgen dat de bovenkant van de potten opdrogen is dus een belangrijke maatregel om mos te minimaliseren. Laurens Lageschaar van Lageschaar Vaste Planten probeert het water geven daarom te beperken tot ’s morgens. „Op deze manier drogen de potten aan de bovenkant snel
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Mos op pot.indd 22
21-05-15 15:18
Vaste planten
m mos te voorkomen
Tijdige bestrijding van mos op het uitgangsmateriaal, voorkomt dat het doorwoekert na het oppotten.
op, zodat ze droog de nacht in gaan.” Deze maatregel hanteert Lageschaar de laatste jaren en zelf is hij positief over het effect. „Het helpt wel, maar helemaal voorkomen doe je het niet. Zodra je een natte periode hebt, zoals vorig jaar in augustus, dan krijg je alsnog mos.” Jack de Roover van de gelijknamige kwekerij zoekt de oplossing in een combinatie van gedoseerd water geven en het potgrondmengsel. Hij geeft overdag water en liever één grote beurt dan tien kleintjes. Daarnaast heeft hij enkele jaren geleden gekozen voor een aanpassing in zijn potgrondmengsel. „We hebben nu meer kokos in de potgrond waardoor de potten sneller opdrogen. Dat werkt vrij goed.” Lageschaar is momenteel nog aan het experimenteren met zijn potgrondmengsel en heeft onder andere proeven liggen met minder veen en met toevoegen van bladcompost. Of en wat
werkt, kan hij nu nog niet zeggen. Van Gastel heeft nog een extra tip voor het sneller opdrogen van de bovenlaag: voeg een uitvloeier toe aan het laatste deel van de watergift. De uitvloeier zorgt ervoor dat zowel de plant als de bovenlaag van de pot sneller opdrogen.
Bestrijding Chemisch is er eigenlijk maar één middel voor handen, Mogeton. Het is een opnamemiddel dat werkt op de fotosynthese van mossen en algen, waarbij ze zichzelf kapot groeien. Voor een optimale werking is het daarom belangrijk dat het groeizaam weer is. „De jaarlijks toegelaten dosering is beperkt en inzetten is bovendien kostbaar. Het is daarom belangrijk dat het inzetten op het juiste moment gebeurt; dat is met zonnig, groeizaam weer”, aldus Van Abeelen. Voor een optimale werking adviseren
de teeltadviseurs om bitterzout toe te voegen omdat dit de fotosynthese bevordert. De werking van Mogeton wordt door de combinatie versterkt. Spuiten bij donker weer, geeft een nadelig rendement van het middel. Een ander alternatief is Moskade, maar de ervaringen met dit middel zijn niet zo positief. De werking wisselt. Dat heeft te maken met het moment van inzet, maar dat lijkt niet het enige te zijn wat het middel parten speelt. Het middel heeft voldoende temperatuur nodig, volgens advies moet het minimaal 12°C zijn. „Mijn ervaring is dat beter minimaal 15-16ºC kan worden aangehouden. Bovendien moet het medium gedurende langere tijd voldoende vochtig zijn en moet er voldoende instraling zijn, anders werkt het middel ook niet”, aldus Van Abeelen. Momenteel liggen er nog onderzoeken naar biologische alternatieven. Dit zijn veelal middelen op basis van zuren. „Maar het is even afwachten wat dit gaat opleveren”, vertelt Van Gastel. „Maar er wordt dus wel gezocht naar andere en ook biologische alternatieven.”
Afdekken Afdekken is ook een maatregel in de strijd tegen mos, waar in de vasteplantenteelt nog winst te behalen is. Als afdekmateriaal wordt vooral aan bark gedacht door de teeltadviseurs. „Je moet een materiaal hebben dat in een zo breed deel van het sortiment kan worden ingezet en wat ook qua kostprijs haalbaar is. Dan kom je snel op bark. Het afstrooien kan je automatiseren bij je potmachine en de meerderheid van de planten kan er goed doorheen groeien”, aldus Van Gastel. Kwekers zijn hier echter nog niet zo happig op, vanwege de rotzooi die het materiaal zowel op de kwekerij als in het handelskanaal geeft. Als oplossing daarvoor noemt Van Gastel het verlijmen van het materiaal, waardoor het minder snel afvalt. < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Mos op pot.indd 23
23
21-05-15 15:18
Tekst en Foto’s: Arno Engels
Brits gekweekt vanaf zaad Oakover Nurseries heeft in het Engelse Kent bijna 180 ha aan productie. Op een regendag half mei laat Brian Fraser enige indrukken van de boomkwekerij zien. Onderweg vertelt de algemeen manager dat de Britse afzet aardig consistent is. Er zit groei in Brits gekweekt vanaf zaad. Maar ook in aandacht voor plantgezondheid.
Oakover Nurseries lijkt verstopt in Kent. Langs de A20 bij het dorpje Hotchfield zie je wel Oakover Plants liggen, maar dat is een plantencentrum. De verkoper lacht. „Chauffeurs die voor het eerst laden bij Oakover, vragen mij waar de boomkwekerij ligt. Daar, achter die struiken.” Door de verscholen ligging voorkomt de boomkwekerij dat particulieren het erf betreden. Oakover Nurseries verkoopt puur aan professionals. „Vooral andere kwekers”, vertelt algemeen manager Brian Fraser op kantoor. De productie is sinds de start van het bedrijf, in 1976, enkele keren veranderd. Oakover kweekte eerst alleen naaldhout voor de bosbouw, maar toen de vraag daalde, kwam er meer loofhout bij. „Britse laanboomkwekers waren onze klanten, maar toen ook hun vraag daalde, zijn we weer van markt veranderd. Nu kweken we producten af om door te verhandelen en door te kweken.” Fraser trekt een veiligheidshesje aan. „Kom, we gaan de
Oakover zaait het meeste in de vollegrond, maar Quercus ook in grote pluggen.
24
kwekerij op rijden, voor indrukken van ons sortiment. We hebben meer dan 400 acres, ruim 160 ha.” Het regent vandaag; voor het eerst sinds lange tijd. „De regen kunnen we goed gebruiken, want de grond was zo droog, dat we al een paar keer moesten beregenen.”
Overgang afzet- naar teeltseizoen De Brit stuurt zijn auto langs grote loodsen achter het kantoor. Het afzetseizoen is net voorbij, het is de overgang naar het teeltseizoen. Een medewerker veegt de sorteerloods schoon, een ander maakt een spuitmachine klaar voor gebruik. In een werkplaats staat een tractor om na te kijken. „Onze chauffeurs zijn onze monteurs.” Fraser was laatst bij kwekers in Zundert en sprak ook met collega’s in Pinneberg. Gesprekken gingen uiteraard over de afzet. „Ook voor ons was het seizoen moeilijk, net zoals het seizoen ervoor”, zegt Fraser. Ook zijn afnemers, hoofdzakelijk Britse bedrijven, gaat het immers niet voor de wind. „Het gaat hier wel beter dan op het continent, want onze omzet zakt niet. Die is aardig consistent.” De auto wordt even voor een hek geparkeerd. De percelen van Oakover zijn omheind. De reden is gauw duidelijk; hazen en konijnen rennen weg. Fraser loopt langs enige percelen met ingezaaide bedden. Coniferenzaailingen komen al zichtbaar goed op. Enige bedden zijn afgedekt met vliesdoek, en ook hieronder is volop activiteit te zien. Bijna al het zaad zit erin. „We moeten nog een weekje zaaien. Vanwege de regen zijn we daarmee even gestopt.” Er is buiten nog genoeg ander werk te doen. Fraser rijdt naar de containerteelt van Oakover. „We zijn aan het oppotten, onder andere hulst.” Het plantgoed wordt uit een kas gereden, kluitjes op een kar achter een tractor. Het is
Onder het vliesdoek kiemen zaden beschermd in een soort microklimaat.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Oakover Nurseries.indd 24
21-05-15 15:19
Buitenland
Oakover Nurseries, Hotchfield Sortiment: bos- en haagplantsoen, sierbomen, heesters, coniferen. Plantgoed, onderstammen en leverbare producten. Afzet: 85% andere boomkwekerijen, 15% landscapers en kerstboomkwekers. Hoofdzakelijk Britse bedrijven, daarnaast export naar Europese vasteland. Oppervlakte: 160 ha eigen land, 12 ha pacht. Personeel: 22 vaste medewerkers, aangevuld met uitzendkrachten. Website: oakovernurseries. co.uk
Bekijk meer foto’s van dit bedrijf op deboomkwekerij.nl.
Algemeen manager Brian Fraser noemt het vorige afzetseizoen „moeilijk, maar onze omzet blijft de laatste jaren gelukkig wel stabiel”.
een Nederlandse kas en ook de oppotmachine buiten is Nederlands. „We hebben niet veel techniek in eigen land.”
Meeste hulst van het land Medewerkers in regenpakken potten het plantgoed op, zetten er stokken bij, tangen de planten aan en plaatsen ze op gronddoek. Het gebeurt allemaal in een lijn, terwijl de planten over een transportbandje naar de groeiplaats lopen. „Dit werkt voor ons het meest efficiënt.” Hulst is een groot gewas voor Oakover. Fraser meent dat het bedrijf de meeste Ilex aquifolium van het Verenigd Koninkrijk (VK) kweekt; ruim 130.000 planten per jaar. Ze worden eerst allemaal in de vollegrond gezaaid. „In september potten we de zaailingen op, en aan het eind van het volgende seizoen zijn ze 40 tot 80 cm hoog.” Sommige gewassen worden direct in grote pluggen gezaaid. Zo laat Fraser in de kas enige Quercus-soorten zien, en Acer palmatum en Cornus kousa chinensis om op te enten. De grootste productie van zaailingen vindt echter traditioneel in de vollegrond plaats. En de meeste zaden zijn van Britse herkomst. „Sommige van onze Britse klanten vragen nu bewust waar het materiaal vandaan komt.” De Britse vraag naar Brits gekweekte planten stijgt, zo merkt Fraser. Die trend gaat volgens hem gelijk op met de Britse bezorgdheid om uitheemse ziekten en plagen.
Verlies door vervoersverbod essen „Plantgezondheid is nu een politiek onderwerp, en klanten willen dat boomkwekerijmateriaal vrij is van ziekten en plagen”, zegt Fraser. Bron van dat onderwerp is Chalara fraxinea, de schimmel die zich verspreidt in het VK. De gevolgen zijn bekend: landbouwministerie Defra stelde een vervoersverbod op Fraxinus in, scherpte importregelgeving aan voor onder andere Platanus en Castanea, en stelde een risicoregister op van uitheemse bedreigingen. „Importregels hebben geen groot effect op ons bedrijf”, reageert Fraser, omdat Oakover niet veel importeert en de regels naleeft. „Misschien gaan we door die regels meer Platanus en Castanea kweken. Maar het vervoersverbod op Fraxinus heeft ons 50.000 pond gekost.” Defra is volgens Fraser te laat begonnen met de controle op Chalara. „De ziekte was hier al in de jaren ’90. Het vervoersverbod is pas verdwenen als de wetenschap concludeert dat we Chalara niet kunnen beheersen en de politiek happy is. Maar zal de markt weer Fraxinus kopen? Nu worden alternatieven als Alnus en Sorbus gevraagd.” Fraser verwacht dat de Britse markt groeit. „De Bank of England voorziet economische groei, nieuwbouw is begonnen en architecten zijn druk met ontwerpen. Maar ik zie het nog niet terug in orders. De groei ligt nog op de ontwerptafel. De markt heeft vertrouwen nodig.” < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Oakover Nurseries.indd 25
25
21-05-15 15:19
Tekst en Foto: Joef Sleegers
Op zoek naar fouten en verspillingen
Zo maak je een bedrijf ’lean en mean Op elk bedrijf zijn er mogelijkheden om nog meer ’lean en mean’ te worden; efficiënt en effectief. Een groep leerlingen van Lentiz ging samen met adviesbureau Kenlog naar rozenkweker Leo van der Harg in Vierpolders, en keek daar kritisch naar het logistieke proces. Om de puntjes op de i te zetten. Overal worden fouten gemaakt, en die kosten geld. Dat is de boodschap van Henk van Eijk, directeur van Kenlog. Hij geeft onder meer trainingen om bedrijven ’lean en mean’ te maken, ofwel ’efficiënt en effectief’. Een jaar lang begeleidde hij een groep leerlingen van Lentiz Cursus & Consult die deelnamen aan de cursus ’Logistiek in de Versketens’. Samen gingen ze in maart een kijkje nemen op het potrozenbedrijf van Leo van der Harg in Vierpolders.
26
Dat gebeurde op uitnodiging van bedrijfsleider Robin Romswinckel, die zelf ook aan de cursus deelnam. Het doel was om de verspillingen in het logistieke proces te herkennen en ideeën aan te dragen voor verbetering.
Denken aan de klant Efficiënt werken betekent zo veel mogelijk doen in zo min mogelijk tijd. Effectief werken is gericht
werken om een bepaald ondernemingsdoel te bereiken. Fouten en verspilling strooien daarbij zand in de machine. „Op elk bedrijf komen we verspillingen tegen”, vertelde Van Eijk. „Voor een buitenstaander zijn die vaak makkelijker te herkennen dan voor de ondernemer zelf.” Deze methode van procesoptimalisatie is afkomstig uit de Japanse auto-industrie (zie kader ’Acht vormen van verspilling). Door het proces op zijn bedrijf te optimaliseren, kan de ondernemer zijn marge verhogen. Dat gaat het beste als hij de afnemer in gedachten houdt. Waar wil deze voor betalen? Welke handeling voegt werkelijk waarde toe? „Door deze vragen te stellen, word je vanzelf kritischer”, aldus Van Eijk. Een ander positief effect is dat de klanttevre-
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Lean en Mean-BKW15-11.indd 26
21-05-15 15:19
Logistiek
mean’ denheid stijgt. En dat is belangrijk, want de klanten betalen voor het product. Normaal gesproken wordt bij zo’n onderzoek het hele proces stap voor stap in kaart gebracht. „We gaan op locatie kijken en houden interviews met de medewerkers en de leiding. Zelf kijken we ook wat er beter kan. Dat mondt uit in een advies.”
Veelgemaakte fouten Sommige fouten komt Van Eijk op veel bedrijven tegen. Bijvoorbeeld dat werknemers geen duidelijke instructies hebben. „Vaak weten mensen niet precies wat hun taak is of met welk doel ze die uitvoeren. Maar als er iets fout gaat, worden ze daar wel op afgerekend. Daarom verbergen ze de fout. Vervolgens krijgt de klant niet waar hij om gevraagd heeft: de verkeerde producten, onjuiste aantallen of niet op de afgesproken tijd. De klant gaat klagen. De leidinggevende moet hierop actie ondernemen. Dit doet hij echter niet om zichzelf en zijn ondergeschikte te beschermen. Hij lost de zaak zelf op of hij stopt de zaak in de doofpot. Dergelijke bedrijven noemen we ’niet-lerend’.” Een andere fout berust op een slechte communicatie tussen afdelingen. Als bijvoorbeeld de voorraden slecht worden bijgehouden, kan het gebeuren dat de schuur vol staat met verpakkingen en de oogst er niet meer bij past. Ook gebeurt het vaak dat karren met bloemen verkeerd zijn gestickerd, bijvoorbeeld met onjuiste informatie over de aantallen of de kleur. Dat geeft de klant ergernis, en dat gaat ten koste van de winst. Verspilling is ook de tijd die verloren gaat met zoeken naar producten
Bedrijfsleider Robin Romswinckel (l): „In grote lijnen klopt het proces wel, maar kleine veranderingen kunnen al een groot verschil maken.”
of informatie. Als voorbeeld noemt Van Eijk een kweker die een geavanceerd logistiek systeem heeft, dat veel informatie aan de planten mee geeft. Als de planten de kwekerij verlaten, wordt die informatie weggegooid. Het argument van de kweker luidt: de klant wil er niet voor betalen. „Mijn advies zou zijn: stuur die informatie de keten in, ongeacht of de klant ervoor betaalt.”
ACHTERGROND
Acht vormen van verspilling Procesoptimalisatie is begonnen in de auto-industrie. In de jaren 80 heeft de Japanner Taiichi Ohno een organisatiemodel ontwikkeld voor Toyota, gebaseerd op zeven vormen van verspilling. Inmiddels wordt daar een achtste vorm aan toegevoegd. Deze verspillingen elimineren kan een grote efficiencywinst opleveren. De vrijkomende arbeid kan elders worden ingezet.
1. Productie
Wachten op potrozen Op de organisatie van de potrozenkwekerij was niet zo veel aan te merken. Daarbij speelde waarschijnlijk mee dat de leerlingen slechts een uurtje de tijd hadden om het bedrijf onder de loep te nemen. Ze kwamen met enkele aanbevelingen. Het was hen opgevallen dat de stekmachine wel eens een stekje vergat, waardoor er drie in plaats van vier stekjes in de pot terechtkwamen. „Er wordt blijkbaar niet gecontroleerd of de machine goed staat afgesteld”, was de conclusie. „Deze plantjes brengen minder op of men moet deze potten achteraf eruit gaan halen. In beide gevallen is het verspilling.” Soms kwam het voor dat werknemers enkele minuten zaten te wachten op de robot, die de potten met afleverbare potrozen aanleverde. „Misschien zouden de werknemers tijdelijk iets anders kunnen doen”, opperden de leerlingen. „Er is dan iemand nodig die daar het voortouw in neemt.” Overigens is de verwachting dat de robot meer tempo kan maken. Hij is pas enkele weken in bedrijf en moet nog ’gefinetuned’ worden. „Wat ik van deze training heb geleerd is om kritischer naar ons proces te kijken”, vertelt bedrijfsleider Romswinckel. „In grote lijnen klopt het proces wel, maar kleine veranderingen kunnen al een groot verschil maken. Ik denk dat we in de tuinbouw nog heel veel kunnen leren, ook van elkaar.” <
In de productie bestaan twee soorten verspilling: overproductie en onderproductie. Overproductie betekent te vroeg of te veel produceren, bijvoorbeeld voor de volgende medewerker in het proces, of voor de klant. Bij onderproductie is dat net andersom: er wordt te laat of te weinig geproduceerd.
2. Wachten Wachten is het gevolg als stappen in de productie of het transport niet goed op elkaar zijn afgestemd. Tijdens onnodig wachten wordt geen waarde toegevoegd. 3. Transport Als transport te vroeg of te laat plaatsvindt, ontstaan er wachttijden of voorraden. Het devies is: alles precies op tijd.
4. Proces Het proces is het hart van alle waardetoevoegingen en verspillingen. Verspilling kan bijvoorbeeld voorkomen door te veel complexiteit, verkeerd gereedschap, overbodige of slecht ingerichte stappen. Een ideaal proces staat niet stil, maar is flexibel wanneer een klant daarom vraagt.
5. Opslag Verspilling door opslag is het oppakken, verplaatsen, neerzetten en laten stilstaan van materialen en informatie. In klantprocessen kan dit ook voor mensen gelden. Een kleine, goed doordachte tussenvoorraad is in de meeste gevallen het optimum.
6. Onnodig bewegen Te veel onnodig bewegen is een verspilling. Dit geldt voor heen en weer lopen tussen allerlei apparaten en afdelingen, of bijvoorbeeld voor het zoeken naar materialen, gereedschap of informatie. Te weinig bewegen is overigens ook niet goed, want het kan leiden tot arbeidsongeschiktheid. Dat is eveneens verspilling, die moeilijk zichtbaar is.
7. Defecte producten Verspilling door productiefouten die hersteld moeten worden.
8. Verspilling van talent Als achtste verspilling wordt gezien: niet gebruikmaken van de intelligentie, creativiteit en ervaring van medewerkers. Deze verspilling zit overal doorheen. De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Lean en Mean-BKW15-11.indd 27
27
21-05-15 15:19
Foto: René van Gastel
Cylindrocladium en galmug in Buxus Met de zwaardere buien die momenteel langskomen, neemt de infectiedruk van Cylindrocladium sterk toe. Ook galmuggen verdienen nu aandacht, om schade te voorkomen.
René van Gastel GroeiBalans renevg@groeibalans.nl
De laatste jaren zien we eind mei-begin juni de eerste serieuze infectiemomenten van Cylindrocladium. Bij zware buien die in deze periode voorkomen, is het belangrijk na te gaan of de bedekking van preventieve middelen nog volledig is. Let op de gewasgroei: bijgegroeid blad is onbedekt en raakt vaak besmet bij zware buien. Let ook op de hoeveelheid regen sinds de laatste bespuiting: reken voor de preventieve middelen zoals Captan en spuitzwavel met een hechter 50 mm voor er weer gespoten moet worden. Voor Flint, Signum, Ortiva, Luna geldt ook dat ze 50-60 mm regenvast zijn. Bij zware buien ’slijten’ middelen sneller, herhaal een bespuiting dan sneller. Mocht er onverhoopt niet preventief gespoten kunnen worden, dan kan er op percelen waar aantasting heeft gezeten 36 uur na infectie curatief gespoten worden met Mirage Plus, Spirit of Folicur. Later curatief spuiten heeft geen zin, bij infectieweer kan er daarom weer beter preventief ingezet worden.
Galmug De eerste aantastingen van galmuggen is al een tijdje geleden waargenomen in bollen en piramiden. Bij hogere temperaturen in combinatie met een vochtige bodem zien we
vaak een vlucht van galmuggen. De geeloranjekleurige larfjes zorgen voor zuigschade in de schuivende knoppen van de Buxus waardoor ze niet uitlopen. Spuit bij het waarnemen van de eerste larven twee keer kort achter elkaar met Movento op een groeiend gewas. Movento laat de natuurlijke vijanden met rust en heeft daarnaast een werking op bladvlo en luis. Is er schade aanwezig van deze galmuggen, dan kunt u daar het komend jaar rekening mee houden.
Spint De laatste weken neemt de druk van spint toe. In Buxus kunnen twee verschillende soorten spint voorkomen, de bonenspint en de buxusspint. De buxusspint is bruinrood met opvallend grote poten, de bonenspint is geelwit van kleur met twee donkere vlekken op de zijkanten. De eitjes van de buxusspint zijn moeilijk waarneembaar met het blote oog, met een loep zijn deze oranjerode eitjes goed te zien. Schade door de buxusspint uit zich in bleke, kommavormige streepjes, vooral op het oude blad. Controleer daarom nu goed planten waar vorig jaar een spintaantasting heeft gezeten en voer daar waar nodig een bestrijding uit. Veel spint zorgt ervoor dat het tweede schot minder uitloopt. <
Galmuggen kunnen vroeg in het voorjaar schade geven aan jonge groeipunten, vooral in Buxusbollen
28
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Teeltadvies BKW15-11.indd 28
21-05-15 15:19
Teeltadvies
Wees alert op echte meeldauw in laanbomen Momenteel regent het regelmatig, waardoor schimmels extra aandacht vragen. Met name echte meeldauw zal zich komende periode weer laten zien.
Jan van Lavieren AgruniekRijnvallei Plant j.vanlavieren@agruniek rijnvallei.nl
Door de neerslag zal bij hogere temperaturen de schimmeldruk toe gaan nemen. Echte meeldauw heeft zich alleen laten zien in Malus en Pyrus. Deze meeldauwschimmel ontwikkelt zich als eerste vanuit overwinterde meeldauwpluimen. De beste bestrijding is en blijft het wegsnoeien van deze pluimen. Daarna kunnen bladvoeding en een goede bestrijdingsstrategie zorgen voor een goede beheersing van deze meeldauwschimmel. Echte meeldauw in gewassen zoals Acer, Quercus en Crataegus kunnen vanaf nu worden verwacht. Echte meeldauw is een groep van schimmels die ieder specifiek op een gewas kunnen voorkomen. De echte meeldauw die voorkomt in Quercus is een andere schimmel dan die op Acer. De symptomen zijn echter wel vergelijkbaar. Het afwisselen van middelen uit verschillende groepen of met een ander werkingsmechanisme is belangrijk omdat het ene middel sterker is op een specifieke meeldauwschimmel dan het andere. Er kan worden gewerkt met preventieve middelen zoals Flint, Nimrod en Spuitzwavel. Deze middelen kunnen breed in de laanbomen worden
ingezet. Een nieuw middel is Luna Privilege. Een preventief middel uit een nieuwe groep. Lees het etiket voor gebruik en raadpleeg uw adviseur op welke plaats Luna het beste past in een bestrijdingsschema. De interval tussen de bespuitingen is afhankelijk van een aantal factoren. Bij echte meeldauw zijn koude, natte dagen of extreem droge en warme omstandigheden ongunstig voor de ontwikkeling van de schimmel. Bestrijding is dan niet nodig. Zijn de omstandigheden wel gunstig voor deze schimmel, dan zijn gewasgroei en hoeveelheid neerslag bepalend als een eerder preventieve behandeling opgevolgd moet worden. Van Flint en Nimrod is bijvoorbeeld bekend dat ze enorm regenvast zijn, terwijl een fikse onweersbui de werking van spuitzwavel al snel vermindert. Een snelle explosieve groei vraagt om een snellere opvolging. Nieuw gegroeid blad is tenslotte onbedekt en kan vrij geïnfecteerd worden. Door de levenswijze van een schimmel en de middeleneigenschappen goed te kennen, kan prima worden ingespeeld op de wisselende weersomstandigheden. <
Best practices bij het planten van vaste planten Op dit moment zijn veel kwekers nog bezig met het planten van bewortelde vaste planten in een plugje, zowel in de vollegrond als in pot. Een paar ‘best practices’.
Kees Pastoor DLV Plant k.pastoor@dlvplant.nl
Zorg er in de eerste plaats voor dat het plugje voldoende vochtig de grond in gaat. Eenmaal geplant of opgepot wordt een plug langzaam nat en bij warm of schraal weer lijdt een plant daar meteen onder. De groei laat dan onnodig lang op zich wachten, terwijl het onkruid wel groeit. De tweede belangrijke factor is de voeding. Geef op de pot niet meteen te veel voeding mee, maar laat de wortels eerst iets ontwikkelen en stimuleer de beworteling met (poly) fosfaat, als dat nodig is. In de vollegrond is in de meeste gevallen al bemest met compost en stalmest en zijn meststoffen zoals fosfaat en kali al meegegeven. Moet er nog worden bemest, strooi dan organische mestkorrels. Werk de korrels in de grond door schoffelen of ze vlak voor het planten te strooien. Dit geldt ook voor gecontroleerd vrijkomende meststoffen. Geef voldoende sporenelementen zoals mangaan en ijzer. Er zijn diverse sporenmixen op de markt om te strooien. Een derde aspect is het telen van een compacte plant en het dichtgroeien van het gewas. Dit kan bij veel soorten worden bereikt door ze te maaien of toppen. Hierdoor
wordt het uitlopen van scheuten gestimuleerd met als resultaat een compact gewas dat de grond snel bedekt. Onkruid heeft dan minder kans. Wanneer dit zo’n twee tot drie keer wordt gedaan blijft het gewas vitaal, is het minder gevoelig voor schimmelaantastingen en is de onkruiddruk minder. Tot slot: onkruid blijft aandacht en tijd vragen. Bestrijding is belangrijk omdat onkruid concurreert met het gewas als het gaat om ruimte, voeding en vocht. Ook is onkruid een bron van ziekten, plagen en virussen. Zorg dat binnen twee weken de hele kwekerij onkruidvrij kan worden gemaakt door te wieden. Wanneer dit meer tijd vergt, is het wijs om extra arbeid in te zetten. Chemische onkruidbestrijding biedt ook mogelijkheden, bijvoorbeeld door bodemherbiciden zoals Goltix. Maak de grond van tevoren nat en voeg een hechtmiddel toe. Dit scheelt veel onkruiddruk. Maar let op: chemische onkruidbestrijding is riskant. Het gewas groeit minder goed en is gevoeliger voor aantastingen. Voer altijd eerst proefbespuitingen uit. Het sortiment vaste planten is erg breed en de gevoeligheid is al even divers. < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Teeltadvies BKW15-11.indd 29
29
21-05-15 15:19
598094_.indd 30
21-5-2015 10:22:40
598095_.indd 31
21-5-2015 10:23:04
Tekst en Foto: Arno Engels
Exporteur Jan Fase:
â&#x20AC;&#x2122;Persoonlijk contact blijft belangrijk op Sc Dit voorjaar is het vijftig jaar geleden dat Jan Fase (71) voor het eerst naar Zweden ging exporteren. Later is daar export op Noorwegen bij gekomen. In die halve eeuw zag de Boskoopse exporteur allerlei zaken veranderen, zoals het sortiment en de kennis erover. Maar sommige zaken zijn nog steeds hetzelfde in ScandinaviĂŤ.
32
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Jan Fase.indd 32
21-05-15 15:19
Traditionele handel
op Scandinavische markt’ De eigenaar van Boomkwekerij Jan Fase & Son heeft zijn eerste orderbrief uit Zweden nog liggen. Gedateerd 22 mei 1965, toen Jan Fase 21 jaar was. Het was bijna logisch dat hij naar Zweden ging, omdat familieleden al sinds de jaren ’20 actief waren in de handel op het Scandinavische land. Fase ging eerst op Zweedse bedrijven werken, om de Zweedse taal te leren. Daarna ging hij gewoon de boer op. Adressen van plantskolan (boomkwekerij) haalde hij uit een Zweeds telefoonboek, en via de plaatselijke postbode of bakker kwam hij op de plek waar hij wezen moest. „Ik reed bij iemand het erf op, had de beste man nog nooit eerder gezien, begon mijn verhaaltje, taxeerde even zijn bedrijf op netheid. En daarna verkocht ik”, kijkt Fase terug. „Zo ging het niet altijd, hoor, maar wel vaak.” De klantenkring bestond uit boomkwekerijen en tuincentra. In het begin gingen de producten nog per spoor vanuit Boskoop naar Zweden. „Je moest ze aan de Otweg laden. In Denemarken voeren de wagons de pont op naar Helsingborg, en vandaaruit ging ze per spoor Zweden in.” Rond de jaren ’70 ging het transport over op vrachtwagens. Fase heeft dat altijd uitbesteed aan expediteurs. „Aan de beste en de goedkoopste. De prijs staat nu behoorlijk onder druk, want er zijn vrachtwagens genoeg. Transport is nu zo simpel geworden.”
klanten dan eerder bestellen? Bepaalde artikelen moeten ze wel gericht vragen, zoals Cryptomeria, maar een artikel als Hydrangea petiolaris is altijd te vinden.”
Veel online inkopen
’Koffertje inkopers is net zo leeg als hun hoofd’
Deadline voor import De transportperiode is wel veranderd. Vroeger moesten de Zweden uiterlijk 15 april hun producten hebben, in verband met de coloradokever. Vanaf die datum zou de kever zich namelijk ontwikkelen, zeiden de Zweden, en daartegen wilden ze hun bomen beschermen. „Het was de grootste flauwekul, want de kevers kwamen van nature al met miljoenen aanvliegen vanuit Estland.” De deadline was ook nodig vanwege het klimaatsverschil: als je vanuit de Nederlandse lente nog kluit- of wortelgoed naar Zweden exporteerde, kreeg het een klap omdat de Zweedse winter nog niet was afgelopen. Tegenwoordig gaan veel Nederlandse producten in winterrust de Zweedse koeling in. „Vroeger waren er geen koelhuizen. Na de zomer gingen tuincentra dan ook dicht.” Het afreizen van klanten is altijd gebleven; Fase bezocht ze altijd een of twee keer per jaar om orders te schrijven. „Ik ging altijd begin mei weg, om concurrenten uit Boskoop voor te blijven. Want in Zweden kwam je elkaar weer tegen.” Ook in januari ging Fase op reis. Het orderboek ziet er nu wel heel anders uit. „Vroeger had ik in mei al 80% van de omzet bij me, in mijn orderboek. In januari kwam dan de resterende 20%. Als klanten niet vroeg genoeg bestelden, liepen ze het risico dat producten op waren. Maar nu heb ik na een reis nog geen 5% bij me. Omdat er altijd wel aanbod is. Waarom zouden
Zoals vroeger heeft Fase een vaste groep leveranciers om zich heen. Daarnaast koopt hij bij andere kwekers in. Om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, vindt Fase het wel jammer dat de fysieke Boskoopse beurs er niet meer is. Maar nu koopt hij veel online via VARB in, of via zijn eigen site. „Als ik een Zweedse order heb, zet ik die op mijn site, en dan laat ik kwekers aanbiedingen doen. Ik hoef niet de goedkoopste, maar ik zie wel de prijsontwikkeling.” Internet heeft de handel gemakkelijk gemaakt, aldus Fase. Het zakendoen via telefoon, fax en mail is allemaal minder geworden, hoewel hij toch nog klanten heeft die hem regelmatig bellen. „Zweden stellen persoonlijk contact op prijs. Als je hen belt of bezoekt, hoef je niet per se te verkopen, maar je bepraat met elkaar of het allemaal naar de zin gaat. Dan komt er vanzelf wel een order uit.” Persoonlijk contact blijft ook belangrijk om klanten sortimentskennis bij te brengen. „De kennis bij Zweedse tuincentra wordt minder. Er zijn maar weinig inkopers met verstand van sortiment. Ze lopen wel met een mooi koffertje, maar dat is net zo leeg als hun hoofd.”
Vernoemen van bloeitijden
’Vroeger was orderboek na reizen gevuld’
Fase noemt zichzelf „een man van aparte dingen. Zo heb ik voor tuincentra een Clematis-pakket van vijftig soorten samengesteld en opgedeeld in bloeitijden. Dat maakt de keus voor kopers makkelijker. Ze weten namelijk niet hoe een Clematis heet, maar wel wanneer die bloeit. Je ziet nu meer tuincentra die bloeitijden gaan vernoemen.” De Zweden kopen ook meer op impuls. Om die reden heeft Fase bijvoorbeeld een coniferenpakket geselecteerd op basis van visualiteit. Daaronder zitten kleine coniferen die toepasbaar zijn in bloemenbakken. „Die coniferen smoelen goed en concurreren dan met geraniums.” Fase heeft het gevoel dat de Zweden nog altijd bereid zijn om geld neer te leggen voor boomkwekerijproducten. Maar ze kopen graag producten uit eigen land. Een aantal Zweedse (en Noorse) bedrijven biedt die al jaren onder het keurmerk E-planta aan. „Als ik die planten zou kopen om in Nederland verder te kweken, vervalt de E-status. Dat is protectionisme en belemmert de vrije handel.” Al jaren hoopt Fase dat Brussel optreedt tegen E-planta. „Onze handelsbond is er nog steeds mee bezig. We wachten het af.” Het belemmert de 71-jarige Fase in elk geval niet in zijn passie voor de export op Zweden. „Zolang ik het leuk vind, ga ik door. Ik ben nu wel over de helft...” < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Jan Fase.indd 33
33
21-05-15 15:19
Tekst: Ron Barendse, Emiel van den Berg Foto's: Emiel van den Berg, Tuincentrum Xxl Deventer
Tuincentra slaan weg in van vergroen Tuincentra hebben het moeilijk en volgens veel deskundigen moeten tuincentra vooral weer gaan doen waar ze oorspronkelijk mee zijn begonnen. Namelijk met het verkopen van groen. Twee tuincentra die in april hun deuren (her)openden sloegen deze groene weg inderdaad in.
Herman Wesselink, Tuincentrum Xxl Deventer:
’Op groen zit de meeste marge’ „Zoals het vroeger was, wordt het nooit meer”, zegt Herman Wesselink over de stagnerende omzet bij tuincentra in bepaalde productgroepen. En met vroeger bedoelt hij het tijdperk voordat er spullen via internet werden verkocht. „Nu is de markt van tuinsets en barbecues een moeilijke markt geworden. Klanten komen in de winkel naar een mooie Weber-barbecue kijken om deze vervolgens goedkoper via internet te bestellen. Hetzelfde verhaal geldt voor tuinsets.” Het maakte voor Wesselink de keuze makkelijker om in zijn nieuwe winkel - op 24 april opende hij tuincentrum Xxl Deventer - de nadruk vooral op groen te leggen. Daarmee borduurt hij voort op de beslissing die hij vorig jaar ook al nam bij Tuindeko Xxl in Zutphen. Als eigenaar schrapte hij toen een heleboel, zoals hij het noemt, ’onzinnige dingen’ als pannensets en barbecues uit het sortiment.
Groener sortiment En nu voert hij dus ook in Deventer een groener sortiment. „En dan geen tweehonderd blauwe hortensia die toevallig goedkoop zijn, maar veel eerder zes kleuren in een iets kleiner aantal.” Ook is er plaats ingeruimd voor vakken met zand waarin onder andere Taxus met kluit worden neergezet. „Klanten kunnen bij ons een haag kopen van 20 m lengte en dat is iets dat ze bij veel andere tuincentra niet kunnen.” Via Betuweplant koopt hij een bomensortiment. En verder is er veel aandacht voor alles wat met
34
eetbaar te maken heeft. „Kleinfruit, leifruit, bessenstruiken en biologische kruiden. Dat zijn producten die consumenten nu echt in een tuincentrum willen zien. De tafel met biologische kruiden is bij ons momenteel qua verkoop de beste tafel.” Omdat Wesselink wil zorgen voor een breed sortiment koopt hij ook op verschillende plekken in. Hij doet dit onder andere bij Arie Bouman Tuinplanten en de cash-and-carry’s van Veiling Vaassen en Twenthe Plant. „Klanten zijn gek op aparte plantjes en dat is dan ook iets waarnaar ik altijd op zoek ben.”
komt terug, daarin geloof ik heel sterk”. Alles bij elkaar schuilt hierin volgens Wesselink het grote voordeel van groen. „Met veel producten kunnen we qua prijs niet concurreren met internet, maar voor groen ligt dit anders. Daardoor kunnen we op groen ook de meeste marge maken.”
Kamerplanten Opvallend noemt hij in dat verband ook de stijging in de verkoop van kamerplanten. „Kamerplanten zijn bij ons terug van weggeweest en we voeren een mooi sortiment, waaronder veel orchideeën. Als ik dan zie dat sommige tuincentra een enorme afdeling diervoeding hebben en dat de kamerplantenafdeling hun kleinste afdeling is, vraag ik me af of dit voor een tuincentrum de juiste weg is.” En waar volgens Wesselink grotere tuincentra steeds minder personeel hebben, zorgt hij juist voor voldoende mensen op de winkelvloer. „Service is belangrijk. Of het nou gaat om klanten te helpen die een etiket niet kunnen lezen - en dat zijn er veel of om klanten advies te geven. Ook bezorgen we de grotere bestellingen gratis en mensen kunnen bij ons ook planten laten ompotten. Een klant die zich geholpen voelt
Herman Wesselink schrapte een hoop ’onzinnige dingen’, zoals pannensets en barbecues, uit het sortiment.
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Groene tuincentra lay out.indd 34
21-05-15 15:19
Afnemers
groening Hendrik-Jan Verheijen, De Landerije Tuin & Dier Roosendaal:
’Qua bloeitijd klanten niet voor de gek houden’ Op de plek waar Groenrijk vorig jaar november stopte vanwege een faillissement, opende Hendrik-Jan Verheijen 2 april een nieuw groencentrum. „Ik werkte bij deze Groenrijk, maar vijf jaar geleden ben ik er weggegaan omdat planten er te veel naar de achtergrond verdwenen.” Na het faillissement zag Verheijen zijn kans schoon en met zijn net geopende groencentrum wil hij back to basics. Tuincentra zijn volgens hem te veel op Blokker gaan lijken terwijl het toch in wezen om het groen zou moeten gaan. „Met beleving hebben veel tuincentra de afgelopen jaren geprobeerd toch voldoende klanten te trekken, maar nog altijd gebeurde dat te veel buiten het groen om.”
Geen barbecues Zo’n 80 % van de verkoopvloer bestaat uit planten. De rest behelst groen gerelateerde artikelen. „Daar ben ik streng in hoewel ik, na diverse aanvragen voor tuinmachines, hier toch iets mee wil gaan doen.” Voor tuinmeubels, barbecues en bijvoorbeeld kerstartikelen gaat hij niet door de knieën. Van de aangeboden planten bestaat ongeveer 80% uit visueel aantrekkelijk materiaal, corresponderend met het natuurlijke bloeimoment. „Dus geen voorgetrokken herfstasters in het voorjaar. Ik wil de koper niet voor de gek houden.” Zo staan er momenteel in bloei getrokken Brunnera macropylla naast exemplaren die recht van het land komen. Belangrijk vindt hij het daarbij om de klant te attenderen op het feit dat de tuin vier seizoenen kent en dat er jaarrond visueel aantrekkelijke planten zijn. De verkoopvloer wisselt daarom steeds van aanzien. Zoals ook de tuin dat doet. „Het is het heropvoeden van de klant die de laatste jaren steeds meer voor de gek is gehouden.”
„Ik wil de klant er op attenderen dat een jaar vier seizoenen kent en dat er jaarrond visueel aantrekkelijke planten te krijgen zijn.”
Verheijen kiest voor een breed sortiment. Komt een klant met de vraag naar een niet aanwezige plant dan zoekt hij die op. „Ik zit in het gebied van Zundert dus dat is relatief eenvoudig.” Het sortiment staat er in diverse potmaten en sommige planten zijn rechtstreeks van de kwekerij in pot gedrukt of van gaasnet voorzien. Ook staat er in bundels opgepot haagplantsoen.Er is ook gekozen voor enkele concepten zoals het Concepts of Nature bij vaste planten. „De planten komen rechtstreeks van het land, zijn natuurgetrouw met de neuzen nu nog net boven de grond
en voorzien van duidelijke etiketten.” Belangrijk bij de weg die hij is ingeslagen, vindt Verheijen kundig personeel. Bijna automatisch kwam hij terecht bij oudere werknemers, mensen met ervaring, die van hun vak houden. Voor de toekomst zet hij in op een compleet plantencentrum met jaarrond klanten over de vloer en een afdeling voor dierbenodigdheden, vijverplanten en snijbloemen. Om nog meer de nadruk op groen te leggen hoopt hij op termijn een groothandel te openen voor hoveniers uit de omgeving. < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Groene tuincentra lay out.indd 35
35
21-05-15 15:19
Foto’s: Arno Engels, Ron Barendse, Dutch Greenroof
P RO D U C TA N A LYS E
Retailmarkt haagconiferen blijft prijsvechten De retailmarkt van haagconiferen staat al een aantal jaar onder druk en dat is dit jaar niet anders. Kwekers spreken van overproductie. Deze overproductie zorgt voor lage prijzen en voor het feit dat nog niet iedereen door zijn leverbare voorraad heen is.
Het grootste volume van coniferen gaat naar Duitsland en Oost-Europa maar die markt lijkt volgens kwekers niet meer te groeien. Het is volgens hen een van de oorzaken van de stagnerende markt waarin haagconiferen zich bevinden. René Pijnenburg verkoopt de coniferen van kweker Green Dutchman vooral richting de grootschalige retail. Hij spreekt van een wisselend seizoen. „Klanten die dit voorjaar coniferen hebben gedraaid, zijn hierover best tevreden. Ik denk dat er
Bij kweker Jan-Dirk van de Bijl is een ander geluid te horen. Hij levert coniferen - sinds vorig jaar ook via een website - aan particulieren. „Dit voorjaar was prima. We leveren naast gangbare maten grote maten en bezorgen ook bij mensen thuis. Onze klanten komen niet alleen uit Nederland, maar ook steeds vaker uit het buitenland. <
HANDELSSTEMMING
HOE LOOPT HET?
Tuincentra zijn gematigd positief
’Handel wat stil door korte weken’
De verkoop van tuinplanten bij tuincentra loopt tot nu toe niet slecht, maar de vlag kan nog niet in top. Toch is er bij betrokkenen wel vertrouwen in de rest van het seizoen. Het weer is vooralsnog gematigd en dat lijkt er voor te zorgen dat de handel ook redelijk door blijft lopen. Vorig jaar ging na een prachtig voorjaar, vanaf eind april de handel volledig onderuit. Maar daarvan is nu geen sprake. Het relatief koele weer zorgt vooralsnog misschien niet voor grote pieken in de verkoop, van een diep dal zoals vorig jaar is nu in ieder geval ook geen sprake. Gert Koert, mede-directeur van Groen-Direkt, noemt de handelsstemming ’positief, maar terughoudend’. Hij wijt die terughoudendheid aan de afgelopen twee jaar. „Toen kwam het seizoen steeds plotseling ten einde en daarom blijft het nu ook afwachten hoe lang de handel door blijft lopen.” Maar positief is hij over de huidige omzetontwikkeling. „Met Pasen hadden we nog een omzet-
36
beter verkocht is dan vorig voorjaar.” Ook is het seizoen volgens hem nu (week 21, red.) nog niet voorbij. „Richting Scandinavië gaan nog steeds coniferen weg.” Volgens Pijnenburg is de leverbare voorraad nog niet helemaal verkocht en dat heeft volgens hem onder andere te maken met overproductie. „Er zit bij kwekers nog voldoende vrije handel.” Kweker Ad Vromans heeft er dit jaar voor gekozen om geen retailorders meer te leveren. „De prijzen staan zo onder druk dat we een keuze hebben gemaakt voor daghandelklanten en geen grote retailklanten meer leveren. Ik denk trouwens dat die slechte prijsvorming niet alleen iets is bij coniferen, maar dat bij veel andere producten die grootschalig richting retail gaan, sprake is van een slechte marktsituatie.”
achterstand, maar deze is sinds de week na Moederdag ingelopen.” Dennis van Willigen van Arie Bouman Tuinplanten denkt dat tuincentra best een goede Moederdag hebben gedraaid gezien het aantal bestellingen dat er in de week erna bij het bedrijf is binnengekomen. Bovendien zorgt het gematigde weer er voor dat er geen pieken zijn in de aanvoer. „De seizoenen van violen, boomkwekerijproducten en perkgoed sluiten nu veel beter op elkaar aan dan bij een warm voorjaar.” Jeroen Harberts van Tuincentrum Almeerplant XXL in Almere Buiten noemt het seizoen tot nu toe ’niet slecht, maar ook niet heel goed’. Hij zegt dat de verkoop van boomkwekerijproducten achterblijft op vorig jaar. „De verkoop van heesters gaat niet goed en coniferen en laanbomen verkoop ik bijna helemaal niet meer. Hoe dat komt weet ik niet. De verkoop van vaste planten gaat prima en de verkoop van hortensia gaat eigenlijk altijd wel goed. <
Handel in week 20
Bart Meijs, Maasplant bv
’Buitengewoon goede week Handel in week 21
Jochem Nieuwesteeg, Plant Collect
Lees elke week beschouwingen over hoe de handel loopt op de boomkwekerij.nl
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Markt en Afzet BKW15-11.indd 36
21-05-15 15:19
Markt & Afzet P RO D U C TA N A LYS E
Prijs vegetatiematten staat onder druk Het aantal kwekerijen van Sedum- en andere vegetatiematten is afgelopen tien jaar toegenomen. In eerste instantie was er ruimte voor toename. De laatste paar jaar lijkt de groei echter uit de markt te zijn en momenteel komt daardoor de prijs steeds meer onder druk te staan.
Er is de laatste tien jaar een groeiende aandacht voor dakgroen en daktuinen en wist de sector jaarlijks te groeien. De aandacht voor het onderwerp is onverminderd. Desondanks staat de kostpijs van de vegetatiematten onder druk de laatste jaren, zo signaleren de kwekers. Dat de markt onder druk staat, heeft onder andere te maken met de groei van het aantal kwekers van vegetatiematten. Concurrentie uit het
buitenland lijkt beperkt. Het zijn met name Nederlandse kwekers die de teelt van Sedum-matten oppakken. De toename van het aantal kwekers is echter niet de enige oorzaak. De bouw van huizen en bedrijfspanden stagneert de laatste jaren door de economische recessie, waardoor er ook minder groene daken worden aangelegd. Hoewel renovatie van panden toeneemt, is dit niet voldoende om de afgenomen bouw te compenseren. Bij recentere projecten wordt bovendien vaker beknibbeld op de prijs van de groene daken. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van afwatering en substraatdikte en de prijs voor de vegetatiematten. Het effect van de gemeentelijke subsidies voor dakgroen is wisselend voor kwekers. Kwekers die zich
richten op de grootschalige of nieuwbouwprojecten, merken weinig van de subsidies, omdat de subsidie gericht is op particulieren met een beperkte oppervlakte. Kwekers die zich op de particuliere markt richten, merken wel een toenemende vraag uit een regio zodra er een subsidieregeling komt. <
LANGS DE KASSA
Gerald Hetzenauer:
’Wij kopen vooral bij Noord-Duitse leveranciers’ Naam bedrijf:
Unser Lagerhaus, Bau und Gartenmarkt Locatie:
Kirchdorf, Tirol, Oostenrijk Medewerkers:
19, waarvan 5 op de buitenafdeling
Hoe verloopt het voorjaar? „De verkoop is dit jaar begin maart op gang gekomen en dat komt overeen met een normaal jaar. Vorig jaar was dit een paar weken vroeger. Toen hadden we in het voorjaar veel minder sneeuw en was het eerder warm. Het is nu begin mei en de stemming onder klanten is goed.”
U heeft veel eetbare producten? „Ik zit hier nu veertien jaar en de verkoop van eetbare producten wordt ieder jaar meer. Dat komt ook omdat ik het zelf een leuke productgroep vind. We hebben veel keuze in fruitbomen waarbij kersenbomen er qua sortiment uitspringen.”
Waar koopt u in? „Ik ben, net als alle Lagerhaus-vestigingen in Oostenrijk, franchisenemer van Austria Franchise System. Deze organisatie regelt inkoop, promotie en winkelinrichting. Ook zorgen zij voor voorkeursleveranciers die tegen vooraf vastgestelde prijzen werken. In prijsdiscussies met leveranciers hoef ik me dan ook niet te mengen. De voorkeursleveranciers van planten zijn met name handelaren in het Noord-Duitse Ammerland.” U verkoopt ook Nederlands product? „Ja, dat klopt. Ik weet niet precies waar de Duitse leveranciers kopen maar dat is zeker ook in Nederland. Daarnaast komt hier ook een Nederlandse lijnrijder met exclusieve vormbomen van Taxus en Buxus. Deze producten zijn voor onze klanten veelal te duur, maar een stukje verder in Kitzbühel wonen meer mensen met geld en daar weet ik dat deze planten beter worden verkocht. < De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Markt en Afzet BKW15-11.indd 37
37
21-05-15 15:19
Koepelproject Plantgezondheid gestart Het Koepelproject Plantgezondheid is gestart. Een unieke samenwerking tussen adviespartijen (Cultus, DLV, Groeibalans, Agropoli en Hessel Marketing) onder projectleiding van ZLTO. Mogelijk gemaakt met een bijdrage van het Productschap Tuinbouw, en uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Raad voor de Boomkwekerij. De eerste proeven zijn door de verschillende uitvoerders aangeplant en bewerkt. De nadruk ligt in dit project op de bewust-
wording dat chemie een belangrijk onderdeel is binnen de bedrijfsvoering, maar dat er daarnaast ook alternatieven zijn als plantversterkers en biologische gewasbeschermingsmiddelen. De toenemende maatschappelijke druk en nieuwe wetenschappelijke inzichten over effecten van chemische middelen geven meer en meer de noodzaak aan nog meer op milieuverantwoorde wijze te gaan produceren. Informatie: peter.van.t.westeinde@zlto.nl.
Nederlandse aanpak Groene Stad in China Onlangs bracht Henk Raaijmakers, een bezoek aan de Chinese steden Nanjing en Shanghai. Op uitnodiging van enkele grote Chinese organisaties die zich bezighouden met landschapsarchitectuur en groene stedelijke vernieuwing. Met enkele presentaties heeft hij de Nederlandse aanpak van de Groene Stad-filosofie in China op de kaart
gezet. Volgens Raaijmakers kan dit bezoek worden gezien als een mooie verdere stap in de Chinees-Nederlandse betrekkingen op groengebied. De Nederlandse kennis en aanpak voor de inzet van groen bij problemen zoals luchtverontreiniging en hittestress, wordt in China met veel interesse gedeeld. Zo zullen er naar aanleiding van dit bezoek, een aantal artikelen over de Groene Stad-filosofie verschijnen in een Chinees landelijk vakblad. Ook zal er vanuit Nederlandse hoek input en kennis worden geleverd voor een nieuw te ontwikkelen stadswijk van ongeveer 1 miljoen inwoners. Inspirerend was een bezoek aan een tuincentrum op de achtste verdieping van een gebouw, met showtuinen om mensen te inspireren meer groen te gebruiken. Informatie: henk@oude-aa.nl.
Wet voor extra banen arbeidsbeperkten De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten regelt dat er extra banen komen voor mensen met een ziekte of handicap. Werkgevers moeten voor deze mensen tot 2026 in totaal 100.000 banen creëren. De regeling geldt voor bedrijven die minimaal 40.575 uren per jaar loon uitbetalen. De overheid regelt dit voor 25.000 mensen. Wordt het afgesproken aantal banen niet gehaald? Dan wordt er vanaf 2018
een quotumheffing opgelegd van €5.000 per niet-gerealiseerde werkplek per jaar. LTO Nederland werkt samen met VNO-NCW en MKB-Nederland in het initiatief ’Op naar de 100.000’, een online magazine over de banenafspraak met daarin praktische informatie en praktijkvoorbeelden. Neem een kijkje op www.opnaarde100000.nl. Informatie: info@werkgeverslijn.nl of (088) 8886688.
Deze bijdrage valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. Voor informatie: (073) 2173263, e-mail: helma.hoff@zlto.nl., www.lto.nl.
38
Hebben werkgevers toekomst? De afgelopen maanden komen er veel zaken op onze werkgevers af. Het gedoe over de wet Werk en Zekerheid is er zo één, maar de toekomst van de cao net zo goed. Alles gaat voor de doorsnee werkgever in de agrarische sectoren en onze sector in het bijzonder gepaard met grote onzekerheid, verzwaring van lasten in centen, administratie, en emotionele druk. Vanuit de vakgroep en LTO proberen we een en ander te verbeteren, maar het valt niet mee. Als onze LTO-voorzitter Albert Jan Maat het aankaart bij minister Asher wordt hij nauwelijks serieus genomen, terwijl hij wel de dagelijkse praktijk laat zien. Het gaat veel werkgevers aan het hart om afscheid te moeten nemen van werknemers, die hen met plezier vele jaren geholpen hebben. Maar het financiële risico is te groot om met deze mensen door te gaan. Alles is door de vakbeweging en minister bedoeld om meer vaste banen te krijgen. Maar men vergeet dat het werk in de open teelten vooral wordt bepaald door het weer, en het weer laat zich niet leiden door regels en wetten. Wat mij betreft onnozelheid ten top. Verder zijn we aan het nadenken over de toekomst van onze cao. Deze ’T-Ford’ uit 1926 is hard aan een grondige revisie toe. Maar dat valt met een ook wat houterige vakbeweging niet mee. Maar onze missie vanuit de werkgeverscommissie boomkwekerij is duidelijk: er is nog maar één weg, en dat is een nieuwe weg! We moeten naar arbeidsvoorwaarden op maat, passend voor de werknemer én de werkgever. Alleen met een vernieuwingsslag hebben onze werkgevers toekomst. Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd, maar de herbouw van de cao moet wel echt beginnen, willen we toekomstgericht gereedschap hebben voor modern werknemer- en werkgeverschap.
Jan van Leeuwen Portefeuillehouder werkgeverschap en arbeid
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
LTO linkerpag-BKW15-11.indd 38
21-05-15 15:19
Service
Foto: Ketura Haveman
BEDRIJFSNIEUWS
VAKTAAL
Hulp bij keuze juiste spuitdop Via de site spuitdoppenkeuze.nl kunnen kwekers makkelijk zien wat voor hen de beste spuitdop is. De site is een tool waar kwekers in kunnen vullen wat hun rijsnelheid, waterhoeveelheid, boomhoogte, gewenste driftreductie en spuittechniek is. De tool komt vervolgens binnen enkele seconden met een advies welke spuitdoppen de kweker kan gebruiken.
Het is ook mogelijk informatie op te zoeken over specifieke doppen. De tool geeft dan weer of de dop gebruikt kan worden in de door de kweker ingevulde omstandigheden. CLM heeft de tool ontwikkeld in opdracht van RIWA Maas, Fedecom, Procincie Noord-Brabant en Agentschap NL. De site is vanaf 18 mei online en is gratis.
Open Kwekerijdag op 20 juni Dit jaar wordt voor de vijfde keer de Open Kwekerijdag in Boskoop georganiseerd. Dit jaar zetten op 20 juni kwekers aan het Rijneveld hun deuren open. Er zijn zes deelnemende bedrijven en ook op Sortimentstuin Harry van de Laar worden deze dag
rondleidingen gegeven. Op de kwekerijen is een grote diversiteit aan producten te zien. Daarnaast is er voor de kinderen van alles te beleven zoals zelf stek maken, een springkussen, en een speurtocht. Meer informatie is te vinden op openkwekerijdag.nl.
AGENDA Binnenland 9 en 10 juni Verkoopbeurs Lagen-
beurs Plantion, Ede plantion.nl 14 t/m 21 juni Tuinevenement Fleurig, Appeltern fleurig.nl 17 juni Demodag voor de boomkwekerij Meet & Green, Lottum meetengreen.nl 20 juni Open kwekerijdag Greenport Boskoop openkwekerijdag.nl 24 en 25 juni Vakbeurs Expo TCO, Dodewaard treecentreopheusden.nl 9 juli Tentoonstelling en keuringen Internationaal rozenconcours, Scheveningen denhaag.nl 24 juli t/m 2 augustus Tuinevenement Bloem & Tuin, Nuenen bloem-en-tuin.nl 30 juli Themadag kleurenborders,
Nunspeet. kijktuinen.nl
Buitenland 3 t/m 5 juni Tuinbouwvakbeurs
IFTEX, Nairobi, Kenia hppexhibitions.com 11 t/m 14 juni Tuinbeurs RHS Flower Show, Birmingham, Engeland rhs.org.uk 17 t/m 19 juni Tuinbouwvakbeurs Hortitec, Sao Paulo, Brazilië hortitec.com.br 20 en 21 juni Beurs en tentoonstelling Rosen und Gartenmesse, Königsberg, Duitsland gartenmesse.de 23 en 24 juni Beurs en tentoonstelling HTA National Plant Show, Engeland, Coventry nationalplantshow.co.uk 11 t/m 14 juli Sierteeltvakbeurs Cultivate15, Ohio, Verenigde Staten americanhort.org
Bijdragen Meer informatie op: DeBoomkwekerij.nl/Tips
Bijdragen voor de service-pagina’s kunnen worden gestuurd naar Redactie ‘De Boomkwekerij’, Postbus 9324, 2300 PH Leiden, e-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl.
Jan-Willem Wezelenburg Leeftijd: 37 Opleiding: MTuS Boskoop Bedrijf: Jan WIllem Wezelenburg vof Plaats: Hazerswoude-Dorp Sortiment: breed sortiment bladverliezende
gewassen, waarvan 90% sierheesters en 10% coniferen Oppervlakte: Ongeveer 2,5 ha waarvan 1 ha containerveld en kas, 1 ha vollegrondsteelt en 0,5 ha moerplanten en testveld
Blij met de prijs op Chelsea? „Natuurlijk is het leuk dat Viburnum plicatum Kilimandjaro Sunrise is uitgeroepen tot Chelsea Plant of the Year. Het is echt een vernieuwing binnen het sortiment, die aandacht verdient. Voor de inzending ben ik overigens niet zelf verantwoordelijk. Dat hebben Javado met Van Son & Koot geregeld. Samen met Van Vliet New Plants die alle licenties en marketing voor onze soorten doet.”
„Een plant moet natuurlijk echt vernieuwend zijn, een aanvulling op wat er al is. Goed wil verder zeggen dat een plant naast vernieuwend sterk en gezond is. Ik kan in mijn kas natuurlijk alles laten groeien, maar ik vind het ook erg belangrijk dat de consument uiteindelijk jaren plezier heeft van zijn plant zonder dat hij ziek wordt. Ik wil dat mijn planten garant staan voor een goede kwaliteit.”
Wat maakt de plant de titel waard? „Hij is anders dan wat er al is. Het is een zaailing van Viburnum plicatum Kilimandjaro, maar de plant is wezenlijk anders. Hij heeft een veel gedrongener groei en bloeit licht roze in plaats van wit. De overeenkomst tussen beide is wel dat het sterke, gezonde planten zijn.”
Bent u veredelaar of kweker? „Ik ben beide. We hebben de kwekerij Jan-Willem Wezelenburg vof wat een kwekerij is van een breed sortiment heesters en enkele bladverliezende coniferen. Daarnaast heb ik een aparte bv: Jan-Willem Wezelenburg Boskoop waaronder ik de eigen soorten op de markt zet.”
Hoe weet u dat zo zeker? „Voor ik een plant op de markt breng, heb ik hem eerst 7-8 jaar zelf getest. Vervolgens zet ik hem bij enkele kwekers neer. Daar staat hij 2 tot 3 jaar voor zij een mening geven. In zo'n lange periode ontdek je wel of een plant sterk en gezond is.” Wat bepaalt voor u of een plant goed genoeg is voor introductie op de markt?
Zijn het echt twee aparte bedrijven? „Het zijn wel afzonderlijke bedrijven, maar beide bedrijven profiteren natuurlijk wel van elkaar. Zo heeft de kwekerij als eerste recht op de eigen nieuwe soorten. Anderzijds gebruik ik grond van de kwekerij voor het testen en kruisen van nieuwe planten. Er is dus zeker een verband tussen beide. Dankzij het ene kan ik het andere doen.” <
De Boomkwekerij 11 (29 mei 2015)
Service-BKW15-11.indd 39
39
21-05-15 15:20
598097_.indd 40
21-5-2015 11:48:03