Varb gratis uitproberen? varb.nl/demoaccount
kwekers & handelar
aanbods regels
Varb t. +31 (0) 172 235 020 w. varb.nl
zoek opdrachten
aanvragen
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716
gedrukt
U zei eens dat 10 ha al lastig is. Hoezo lukt 100.000 ha dan wel? „100.000 ha klinkt enorm veel, maar het is maar 2% van Nederland. Om dat aan te kunnen leggen moet je wel provincies mee krijgen, en combinaties zoeken met andere invullingen van grond. Zoals gebieden voor tijdelijke wateropvang met moerasbos.”
De politiek is niet duidelijk over meer aanplant, om klimaatdoelen te halen. „Nee, maar de politiek moet wel zeggen dat er meer bos moet komen. Nu is er nog geharrewar. Nederland wil een bio-economie zijn en wil van fossiele brandstoffen af. Dan zijn er wel houtproducten en grond nodig. Resthoeken van de landbouw zijn bijvoorbeeld geschikt voor bos.”
Wat is dat geharrewar? „Vanwege het klimaatakkoord van Pa-
rijs komt er een EU-regulering - die is er zo goed als - over het terugdringen van CO2-emissies. Er zitten limieten aan wat landen mogen opvoeren voor hun bossen. Zweden en Finland leggen met hun bossen al veel emissies vast, dus die zeggen dat ze klaar zijn. Milieuorganisaties zeggen: ’die bossen zijn in het verleden aangelegd, daar krijg je nu geen credits voor’.”
Europees bos veroudert toch, dus minder CO2-opname? „Veel Europese bossen zijn inderdaad aan het verouderen; die zijn in de jaren ’40-’50-’60 aangelegd. De jaarlijkse bijgroei is rond de 800 miljoen kubieke meter hout, maar de jaarlijkse oogst is 500 miljoen kuub: dus jaarlijks wordt er nog wel meer CO2 vastgelegd. Vanwege die veroudering zeggen wij wel dat landen meer moeten aanplanten. Maar het gaat niet alleen om CO2-vastlegging.”
Wat nog meer dan? „Er is klimaatslim bosbeheer nodig, want de aandacht voor bouwen met hout neemt toe, in het buitenland en ook in Nederland. Als je dat wilt stimuleren en meer wilt aanplanten, moet je de hele bos- en houtverwerkingsketen aanpakken. Via onderzoek – we hebben veel bosinventarisaties liggen en toekomstige effecten van aanplant in beeld – proberen we die ketenaanpak ook te stimuleren.”
Wordt er al meer aangeplant? „Dat zie je wel gebeuren, in delen van Duitsland en Frankrijk, en ook in bijvoorbeeld Slovenië. In landen als Roemenië en Bulgarije is bosaanleg nog een uitdaging, want daarvoor wordt landbouwgrond onttrokken. In Nederland zie je een lichte kentering. 20 jaar is er alleen gekapt en natuurlijke verjonging geprobeerd, maar nu wordt er echt weer actief geplant.” <
6% loonsverhoging maakt werken in de boomkwekerij aantrekkelijk Op de beurs Augustus 2018 ga ik eerst naar: Plantarium / GroenDirekt
Tagetes
„Samenwerking tussen de mboopleidingen is echt nodig, anders is het niet vol te houden”, zegt Van Gijtenbeek. Naast voorzitter Landelijk Boomteeltdocentenoverleg is hij ook teamleider Agro en Bloem van mboopleiding De Groene Welle in Zwolle. Hij wijst daarbij naar de aantallen studenten die momenteel een
mbo-opleiding richting boomteelt volgen. Niet dat het aantal studenten afneemt, dit is de laatste vier jaar redelijk stabiel gebleven, en met in totaal 149 studenten dit jaar zelfs exact hetzelfde aantal als vorig jaar. Het probleem is dat dit aantal verdeeld is over zes verschillende locaties, verdeeld is over voltijdsopleidingen
(BOL) en deeltijdopleidingen (BBL) en ook nog eens over verschillende leerjaren. (zie kader: Aantal boomkwekerijstudenten per mbo-school) Dit zorgt voor een versnippering die het volgens Van Gijtenbeek voor sommige opleidingen en docenten moeilijk maakt om voldoende diepgang en specialisatie van het boomkwekerijonderwijs te bieden.
Bij sommige locaties neemt het aantal boomteeltstudenten toe, maar met name op sommige locaties is het aantal studenten volgens Van Gijtenbeek wel erg klein geworden. „Ik denk dat het op termijn onvermijdelijk is dat er minder locaties overblijven waar nog specifiek boomteeltonderwijs wordt gegeven”. Deze situatie heeft twee jaar geleden onder andere geleid tot de oprichting van het Landelijk Boomteeltdocentenoverleg en dit initiatief werpt volgens Van Gijtenbeek inmiddels z'n vruchten af, zowel voor
Niet kwekers, maar gemeenten betalen de afdracht van het OOGst-fonds (Ontwikkelen Onderzoek Groen in de Stad). Dat stelt Leendert Koudstaal, voorzitter van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen die het fonds heeft ingesteld. Handelsbond Anthos en vijf bedrijven maakten er bezwaar tegen; ze suggereerden dat kwekers met de afdracht een onwenselijke heffing kregen opgelegd.
De Deense fabrikant Uni-Troll lanceert een nieuw karrenconcept wat geschikt is voor transport van sierteeltproducten, inclusief Normpack 200-trays. Uni-Troll wil ook een poolsysteem opzetten. Directeur is Søren Bøgede Andersen. Hij was jarenlang bestuurder bij Container Centralen.
Vanuit het project ’Samen de schop de grond in’ doen 14 ledenkwekers van Tree Centre Opheusden mee aan een subsidieaanvraag voor de aankoop van 12 schoffelmachines en 4 lvs-apparaten. Als de aanvraag lukt, krijgen de kwekers 40% subsidie op de investering. Het is geld van de EU, provincie Gelderland en waterschap Rivierenland.
studenten als docenten. Zo wordt lesmateriaal vaker gedeeld, wordt vaker gebruik gemaakt van dezelfde gastdocenten en gaan de docenten gezamenlijk op excursie. En verder - en daar merken boomkwekers af en toe ook iets van - worden er voor studenten landelijke excursies georganiseerd. Op 8 november bijvoorbeeld waren zo'n 50 studenten van zeven mbo-scholen de hele dag te gast in de regio Boskoop waar diverse bedrijven werden bezocht. „Zo'n dag wordt nu door één onderwijslocatie georganiseerd waarbij andere locaties aanhaken. De volgende excursie wordt door een andere locatie georganiseerd. Op deze manier kost het een ieder minder tijd”, aldus Van Gijtenbeek die deze vorm van samenwerking als noodzaak ziet om de kwaliteit van het mbo-onderwijs op niveau te houden.
In het Boomteeltdocentenoverleg wordt ook nagedacht over hoe het
boomteeltonderwijs verder kan worden gepromoot. „We zien dat studierichtingen met mooie namen als Sport en Bewegen om maar iets te noemen, populair zijn. Maar het perspectief op een baan is na zo'n opleiding vele malen kleiner dan bij een opleiding gericht op de boomkwekerijsector. In de boomkwekerij ligt voor studenten het werk voor het oprapen. Dat willen we samen met het bedrijfsleven veel meer uitdragen.”
Binnen het hbo-onderwijs zijn overigens geen gerichte boomkwekerijopleidingen en is vooralsnog van samenwerking op dat gebied geen sprake. Studenten doen op het hbo boomkwekerijkennis op binnen algemene vakken als bodemkunde, biologie en management. Verder kunnen zij bij stages en opdrachten kiezen voor de boomkwekerijsector en zo hun kennis op dit gebied vergroten. <
Groen onderwijs van alle niveaus, in Nederland en in België, gaat werken met eenzelfde sortimentslijst. Hiermee is 16 november een start gemaakt tijdens een docentenbijeenkomst in Houten. De lijst omvat circa 4.000 meerjarige houtige soorten en vaste planten, inclusief soorten die bijvoorbeeld bijvriendelijk zijn en fijnstof afvangen.
Duitsland telt in 2017 1.700 boomkwekers met een gezamenlijke oppervlakte van 18.600 ha. Dat zijn ruim 500 boomkwekers minder dan bij de laatste meting door het Statistische Bundesamt in 2012. Het totale areaal nam in diezelfde periode met 14% af. Dat betekent dat er de afgelopen vijf jaar zo’n 3.000 ha boomkwekerij-areaal is verdwenen.
De biologische kwekers van Pure Organic werkten al samen, maar zijn sinds kort officieel een vereniging. „We willen groeien en als vereniging kunnen we daadkrachtiger naar buiten treden”, zegt Frank Radder van Puur Aroma. Pure Organic levert aan een aantal vestigingen van Intratuin.
Sinds het sluiten van de poorten van Plantarium in augustus, is de beurs intensief in gesprek gegaan met deelnemers en zijn de resultaten geanalyseerd van de enquêtes onder bezoekers. De beurs ging rond de afgelopen editie veelvuldig over de tong. Het animo zou afnemen, zo werd door sommigen gesuggereerd en in gesprekken trokken enkelen zelfs het bestaansrecht in twijfel. Het sterke merk Plantarium kwam zo in een wat negatief daglicht te staan. Vorige week maakte het beursbestuur bekend dat het roer stevig om gaat. En bij de keuzes die zijn gemaakt is nadrukkelijk geluisterd naar de reacties van deelnemers en oud-deelnemers. „Mijn analyse na afloop van de beurs was dat er een mismatch was ontstaan tussen wat wij bedachten en de behoeften van deelnemers”, vertelt beursvoorzitter Jan Willem Griep. Hij constateerde met zijn
collega-bestuurders dat het niet de goede kant opging met de beurs, ondanks alle goede bedoelingen van iedereen die aan de beurs werkte of meewerkte. „En dat vraagt om stevig ingrijpen. Dat mag van het bestuur worden verwacht. Met een beetje bijsturen komen we er niet; we moeten echt uit een ander vaatje tappen.”
De nieuwe koers bestaat kort gezegd uit twee delen: ’onder één dak’ en ’terug naar de basis’. Zowel Plantarium als Groen-Direkt zijn tevreden over het feit dat zij al weer enkele jaren samenwerken en er een fysieke verbinding tussen beide beurzen is gelegd. Maar dat kan nog beter: samen onder één dak. Deelnemers aan Plantarium hebben het samenbrengen van de twee beurzen genoemd als de belangrijkste gewenste koerswijziging. En die gaat in 2018 ook worden uitgevoerd; de hallen naast Groen-Direkt gaan plaats bieden aan Plantarium. Er komt één gezamenlijke ingang. Maar dat samengaan betekent geen fusie: elk behoudt zijn eigen indentiteit. Groen-Direkt richt zich op de directe verkoop; Plantarium is de plek voor inspiratie en innovatie.
beurs biedt daar wel de ruimte voor, maar laat dat aan deelnemers over of zij daarvan gebruik willen maken. Deelnemers kunnen straks kiezen tussen drie heldere presentatie mogelijkheden, elk met zijn eigen prijs. Er komt een kwekersplein, er kunnen stands worden ingericht en het wordt mogelijk volledig vrij een presentatie vorm te geven.
Daarnaast gaat de beurs terug naar de kern van haar functie: het bieden van een plek waar iedereen die actief is in de boomkwekerij kan samenkomen, elkaar kan ontmoeten, zakendoen en kennis kan nemen van de innovaties in de sector. Onder het motto ’terug naar de basis’ wordt het aantal beursdagen naar drie teruggebracht en verdwijnt de consumentendag. Ook andere nevenactiviteiten rond de beurs krijgen niet meer de aandacht die ze eerder kregen. Terug naar de basis betekent ook dat Plantarium niet meer actief invulling probeert te geven aan ontwikkelingen die zij wil stimuleren, legt beursvoorzitter Griep uit. Er worden bijvoorbeeld geen partijen meer bijeen gebracht om samen een House Of Inspiration in te vullen. De
In een brief aan deelnemers van Plantarium reageren verschillende kwekers enthousiast op de plannen. Waaronder Jim Koot van Van Son & Koot uit Kaatsheuvel, een oud-deelnemer. „Ik kan me goed vinden in de opzet die gekozen is”, licht hij zijn reactie in die brief toe. „We moeten er zuinig op zijn dat Plantarium niet verdwijnt uit Nederland want we zijn de laatste jaren al een aantal mooie beurzen kwijtgeraakt. En zonder Plantarium heeft Groen-Direkt ook weer niet de aantrekkingskracht die ze nu hebben in augustus.” Hij verkoos enkele jaren terug bewust niet meer op Plantarium te staan omdat naar zijn zeggen de lat steeds hoger kwam te liggen. „Het is meer een showbeurs geworden. Niet meer laagdrempelig genoeg. Ik wil niet al vier weken van tevoren met Plantarium bezig zijn.” Ook de grote hoeveelheid beurzen bracht hem tot het maken van een keuze daartussen. Het kwekersplein van Groen-Direkt behoorde wel tot zijn selectie. Koot gaat op basis van de nieuwe plannen van Plantarium zijn keuze wel weer serieus heroverwegen. „Ik ga zeker in die hal staan, maar op welke plaats weet ik nog niet.” Waar Koot nog een slag om de arm houdt over terugkeer op Plantarium, doen anderen dat zonder reserve, vertelt beursvoorzitter Griep. „We horen geluiden dat bedrijven van plan zijn weer terug te komen en daar hopen we natuurlijk op. Ik wens ons toe dat mensen zien en herkennen welke stappen we zetten, en weer gaan deelnemen.” <
Als ik stel dat enkele tientallen jaren geleden het adagium was ’zo snel mogelijk aan het werk na afronden van de lagere of de middelbare school’, dan denk ik dat u dat herkent. De complexiteit van een bedrijf was toen van een ander kaliber dan nu. ICT-toepassingen bijvoorbeeld, stonden nog in de kinderschoenen. Het opleidingsniveau stijgt nu fors. Een wat oudere lezer stelt misschien dat opleiding en kennis vergaren alleen voor de jeugd is, voor de nieuwe generatie. Het is waar dat het van groot belang is dat jongeren goede (beroeps)opleidingen volgen die hen in staat stellen te ondernemen in deze tijd. En dat kan in Nederland gelukkig op hoog niveau. Ik zou er echter ook voor willen pleiten dat bijvoorbeeld de ondernemer die al 25 jaar in het vak zit en is gaan werken vanaf (de lagere) school, ook zijn horizon verbreedt door kennis te vergaren. Daar zijn een aantal
redenen voor. Het is ook in uw bedrijf belangrijk aansluiting te blijven vinden met de volgende generatie. Elkaar blijven begrijpen, motiveren en corrigeren gaat nu eenmaal beter als op zoveel mogelijk hetzelfde niveau wordt gecommuniceerd. Het toepassen in uw boomkwekerij van een nieuwe techniek kan een succes worden als iedereen het doel daarvan begrijpt. Wie een brede algemene kennis heeft en in veel zaken is geïnteresseerd, heeft een voorsprong ten opzichte van veel partijen waar u zaken mee doet. Met onderbouwde argumenten kunt u prima een gesprek voeren met de bank of een personeelslid, enzovoorts.
Moet u dan allemaal een universitaire opleiding gaan volgen? Dat zeg ik niet. Er zijn veel verschillende mogelijkheden om kennis te vergaren. Denkt
u bijvoorbeeld aan studiegroepen, bijeenkomsten van vakorganisaties, een seminar van de bank of een masterclass bij een opleidingsinstelling. Een mooie bijkomstigheid is dat u ook andere professionals en collega's ontmoet met andere kennis en vaardigheden. Het vergroot uw netwerk. Dit kan leiden tot betere prestaties van uw bedrijf. Misschien niet direct meetbaar, maar niet alles hoeft ook in geld te worden uitgedrukt. Ik zou u dan ook willen stimuleren om niet alleen zelf de handschoen op te pakken, maar ook uw personeel in staat te stellen opleidingen en cursussen te volgen. Dat is een investering, en ik durf te stellen dat dit uw bedrijf ten goede komt. Ook creëert u betrokkenheid en binding van uw personeel. De conclusie is dat niemand te oud is om te leren en niemand te oud om kennis te delen. Kennis is macht, of voorsprong zo u wilt. <
12 Leendert Molendijk, expert grondontsmetting en aaltjes bij Wageningen University & Research in Lelystad, verwacht nieuwe chemische middelen en geeft aan waarom bepaalde biologische methoden wel werken. Of niet.
Basamid is voorlopig niet meer toegelaten. Toepassing van metam-natrium is zodanig ingeperkt dat deze stof praktisch niet meer te gebruiken is. Wat moet je dan doen als je niet kunt schoffelen tegen onkruid, als je niet wilt dat aaltjes je gewas aantasten en daarmee je afzet beletten, als je niet wilt dat je gewas ziek wordt van schadelijke bodemschimmels? Chemisch ontsmetten staat steeds meer onder druk. Dat is niet iets van de laatste jaren. Al decennia geleden werd methylbromide in Nederland verboden, vanwege de giftigheid van deze werkzame stof voor het milieu. De vraag is hoe de toekomst voor chemie eruitziet, nu steeds meer onderzoeksresultaten naar buiten komen over hoe slecht bepaalde stoffen zijn voor het milieu en jezelf. De vraag is ook of fabrikanten nog wel brood zien in een toelatingsaanvraag. Kosten spelen ook een rol in de keus van middelen of methoden. Kwekers hikken vaak aan tegen enkele duizenden euro’s voor een ontsmetting per hectare, maar als ze die kosten afzetten tegen bijvoorbeeld teruggedrongen arbeid en verhoogd percentage leverbaar product, blijkt ontsmetten toch lonend te zijn. Geen enkele methode garandeert volledige afdoding van onkruidzaden of ziekteverwekkers, of herbesmetting. Wat werkt dan wel, hoe zijn de ervaringen? Lees de antwoorden en meer op de volgende tien pagina’s. <
15 De biologische ontsmettingsmethode Bodem Resetten wint terrein, eerst vooral in de glastuinbouw, nu ook in buitenteelten. Fleuren test als eerste boomkwekerij de methode op vrij grote schaal. Maar klassiek biologisch ontsmetten met gras is ook mogelijk.
18 Vasteplantenkweker Arie Verschoor past al enige jaren met succes inundatie toe. De grond blijft schoon, maar om die situatie te behouden neemt de kweker in Haarlem meerdere maatregelen dan alleen percelen onder water zetten.
20 In de Nederlandse boomkwekerij loopt vooralsnog één stoommachine, maar in Pinneberg zijn het er meer. Al zo’n 25 kwekers in de Noord-Duitse teeltregio zijn bezig met stomen. Met begeleiding vanuit de regionale onderzoeks- en adviesdienst.
„Je hebt een geslaagde ontsmetting als de volgteelt geen schade meer heeft van een oorzaak. Dat hoeft geen 100% bestrijding te zijn. Als je bijvoorbeeld met natte grondontsmetting 80-90% afdoding in de teeltlaag bereikt, heb je het heel goed gedaan en dan staat de grond toch weer stijf van het bodemleven – door die resterende 10-20%. Met Tagetes kun je meer dan 90% afdoding van Pratylenchus penetrans (Pp) halen, maar 70% kan voor de volgteelt ook al genoeg zijn.”
„Wij hebben in onderzoek bevestigd dat Pp op zandgrond in veel gevallen de oorzaak is van groeiremming bij herinplant. Op zavelgrond, zoals bij ons in Lelystad, en bijvoorbeeld op kleigrond met laanbomen in de Betuwe, is Verticillium vaak de oorzaak. Verder zijn er geen organismen aantoonbaar die dé oorzaak zijn van herinplantziekte. Die kan dan diverse oorzaken hebben.”
„Zodra je niet meer weet waarom een gewas niet groeit, wordt het moeheid genoemd. Daar is een en al spraakverwarring over. Meestal zijn aaltjes de veroorzaker, zoals Pp bij rozenmoeheid. Of het peencysteaaltje bij peenmoeheid. Maar aspergemoeheid bleek door een Fusarium te worden veroorzaakt.”
„Algemeen geldt: waar wortels zitten, zitten ook organismen. En die zijn inderdaad mobiel, want ze kunnen vanuit een diepere teeltlaag naar boven komen. Bij chemische ontsmetting kun je zeggen: dat het gewoon niet dieper lukt dan de bouwvoor.”
„Een toekomst zonder chemie: dat hoeft niet zo te zijn. De vraag is of de chemische industrie zijn energie blijft steken in Europa, waar een toelating zo moeilijk is. Methylbromide is al heel lang verboden in Nederland, maar het wereldwijde verbod is pas in 2015 ingegaan. De
Amerikanen dachten dat de Italianen het middel wilden handhaven, maar de Italianen lagen niet dwars bij het verbod, dus dat is er gekomen. In Nederland wordt metam-natrium nog wel in de bollen gebruikt, maar met 3.000 ha houdt het areaal wel op. Voor een nieuwe toelating van Basamid loopt een aanvraag. Er lopen aanvragen voor meerdere nieuwe chemische middelen.”
„Dat is wel voor de hand liggend, maar specifiek in Europa is dat dus niet makkelijk. Alle nematiciden staan op de EU-lijst van ongewenste middelen. Het gros van de toelatingsdossiers gaat over toxiciteit: in hoeverre zijn werkzame stoffen van fumiganten – want het zijn gassen – giftig voor het waterleven, wat houd je aan biodiversiteit overeind?”
„Bayer is bezig met de toelating van Velum, wat fluopyram als werkzame stof heeft. Ik denk dat de eerste toelating in de bollen komt. Certis is bezig met Basamid. Certis was ook samen met Arkema bezig met een toelating van Paladin, waarin DMDS zit ofwel dimethyldisulfide, maar heeft mogelijk even pas op de plaats gemaakt omdat fumigeren, vergassen, een slechte naam heeft bij het publiek. Dat maakt de PR heel lastig.”
„In het algemeen gaan actieve stoffen steeds meer naar een specifieke werking toe, chemisch of biologisch. Het kan zijn dat het middel alleen een Meloidogyne-soort bestrijdt, een wortelknobbelaaltje. Of alleen een Pratylenchus-soort, dus een wortellesieaaltje. De toepassing wordt maatwerk. Maar er zijn zoveel soorten aaltjes. Qua fysiologie kunnen die enorm van elkaar verschillen, het gaat bij wijze van spreken van een kolibrie naar een olifant.”
„In de akkerbouw waren nematiciden tot halverwege de jaren 80 de basis van het bouwplan. Nu zijn die een vangnet: je kunt erop terugvallen, als je geen andere opties hebt. Vaak hoef je ze niet te gebruiken als je weet wat de
uitgangssituatie is van je grond, welke aaltjessoorten er aanwezig zijn. Daarom heeft de akkerbouw een aaltjesmanagementbrochure uitgegeven, waarin staat welke aaltjes er zijn, hoe je schade kunt herkennen en wat je ertegen kunt doen. Die is een goed hulpmiddel bij aaltjesbeheer. Ook op aaltjesschema.nl vind je die informatie. Daar staat ook informatie op over aaltjes in de boomkwekerij.”
„Ja, en dat afstemmen gebeurt nu ook. Het zou goed zijn als sectoren meer bij elkaar over de schutting kijken. Ik zie dit voor me: je gaat steeds meer aan integraal per-
ceelsbeheer doen, ongeacht de sector die erop zit. Die strategie werkt ook bij huurland. Hoe kom je nu aan percelen? Je kijkt naar het gewas wat er al op staat. Maar grond die slecht is voor aardappelen, kan bijvoorbeeld wel goed zijn voor prei. Ik denk dat het haalbaar is om voor elk perceel een kwaliteitsplan te maken. Wat wil je met het perceel, wat moet je doen om het te verbeteren? Bijvoorbeeld een groenbemester zaaien voor meer organische stof? Je moet dan ook afwegen welke maatregel het zwaarst weegt. Misschien moet je wel voor minder organische stof zorgen, > als je niet uit de bocht wilt vliegen met aaltjes.”
„Ja, dat is echt opletten, zeker nu met al die groenbemester-mengsels die in de handel zijn. Geloof niet zomaar wat de leverancier over zo’n mengsel beweert. Aaltjes bestrijden met biodiversiteit klinkt interessant, maar in mengsels zitten megavermeerderaars van aaltjes. Dat is het paard achter de wagen spannen. In de aardappelen is al bewezen dat de opbrengst na zo’n mengsel zelfs lager kan zijn.”
„Biofumigatie is linke soep, want veel cruciferen (kruisbloemigen, red.) zijn waardplanten en dus vermeerderaars van aaltjes. In het meest optimistische scenario zorgt biofumigatie wél voor isothiocyanaten: natuurlijke gifstoffen die vrijkomen na vertering van de groenbemester. Maar die hebben weinig toxisch effect want de concentraties die ontstaan zijn te laag. Je vermeerdert dus eerst aaltjes, waarna je ze probeert af te doden met weinig effect: niet doen.”
„Wat wij hebben aangetoond is dat anaerobe ontsmetting met gras, de klassieke biologische methode, op lichte gronden goed werkt. Maar dan moet het gras wel vers zijn en eiwitten bevatten, en de grond moet redelijk warm zijn, 16°C, anders ontstaat er geen anaerobe situatie. Gras in de winter is wel organisch, maar het is dood vergeleken met gras in de zomer.
Anaerobe ontsmetting met Herbie, de methode Bodem Resetten, geeft meer zekerheid, ook op zwaardere gronden. Want Herbie is een product met een gegarandeerd eiwitgehalte.”
„Dat denken veel mensen, en daarom is inundatie ook doorgeschoten: het wordt in alle seizoenen toegepast. Maar het werkt niet in de winter, omdat de bodemtemperatuur dan te laag is. Aaltjes zijn waterorganismen en verzuipen dus niet in een verzadigde bouwvoor. Inundatie werkt voldoende als de grond 8-14 weken in het groeiseizoen onder water staat. Dat werkt dan ook dieper dan de bouwvoor, dan een chemisch middel. Maar als je slecht inundeert en je laat de grond dichtslibben, dan heb je beton.”
„Nee, ik zie meer toekomst in inunderen. Stomen wordt het niet, ten eerste omdat je maar een hele dunne grondlaag kunt behandelen. Bij stomen in de kas is gebleken dat die laag echt steriel is, de bodemweerbaarheid is dan echt nul. Stoom wil omhoog, dus je krijgt het niet voor elkaar om diep te gaan. Bij stomen komt ook een wereld aan mineralen vrij, wat andere effecten heeft op de grond. Bij stomen moet je goed kijken in welke situatie het je iets oplevert. Werkt het bijvoorbeeld wel tegen Meloidogyne chitwoodi of M. hapla in de bovenste 10 cm van de grond? Dan heb je toch schade aan gewassen die wortelen tot 30 cm diep. Met stomen verstook je minimaal €10.000 per hectare aan diesel. Als je toch zoveel kosten kunt maken, kun je beter inunderen of anaerobe ontsmetting toepassen.” <
Met metam-natrium kon je knolcyperus nog zo goed als volledig uitroeien, maar sinds april 2015 is die behandeling niet meer toegestaan. Een alternatief tegen het onkruid, dat in delen van Nederland en Vlaanderen een groeiend probleem wordt, was nog niet voorhanden. Het besmette perceel onder water zetten helpt wel tegen akkerkers (gele kiek), maar inundatie werkt niet tegen knolcyperus. In laboratoriumproeven van Wageningen University & Research bleek de biologische ontsmettingsmethode
Bodem Resetten wel effectief te zijn tegen het onkruid. Voor voldoende effect moest de dosering van Herbie, een biologisch product wat bij een behandeling door de grond wordt gespit, wel hoog genoeg zijn. Ook moest de behandelde grond twee tot drie weken zijn afgedekt met gasdicht folie, om te zorgen dat de ontsmetting anaeroob (zuurstofloos) kon plaatsvinden. Het waren laboratoriumproeven, dus de werking in het veld zal zich nog moeten bewijzen. Het effect op knolcyperus is wel het volgende
effect van Bodem Resetten. Eerder was al, zowel in onderzoeken als in praktijksituaties, namelijk al bewezen dat de methode werkt tegen grondgebonden ziekten als Verticillium, Fusarium en aaltjes. â&#x20AC;&#x17E;Onze methode kan alle bodemziekten aan die tot op heden zijn getestâ&#x20AC;?, stelt Henk Meints, programma-manager van Thatchtec, het Wageningse bedrijf dat Bodem Resetten sinds 2009 toepast in de land- en tuinbouw. In dat jaar slaagde de methode bij een biologische tomaten- en paprikakwekerij. In de kas-
>
grond was Verticillium verspreid. „We hebben de grond vrij gekregen van de ziekte”, aldus Meints. Sinds de behandeling is de gewasopbrengst bovendien hoger dan op gestoomde grond in een andere kas: „44 kg tomaten per vierkante meter kas, tegen 30 kg na stomen.”
Inmiddels is de methode toegepast in meer dan 150 situaties in binnenen buitenland. Voorafgaand aan kasteelten, met name van bloemen en groenten, maar ook voorafgaand aan buitenteelten, van zomerbloemen, aardbeien en asperges. Meints merkt dat de belangstelling toeneemt sinds natte grondontsmetting met metam-natrium flink aan banden is gelegd. „Nu, twee jaar na het verbod op Monam, nemen problemen met ziekten toe. Die kunnen wij oplossen.” In de boomkwekerij is de toepassing van Bodem Resetten vooralsnog beperkt. Vorig jaar legde Delphy, op zijn proeftuin in Boskoop, een demo volgens de methode aan (kader: Demo op Buxus-perceel). Fleuren beproefde, als eerste boomkwekerij, de methode al op kleine schaal in 2014. Het eerste jaar na de behandeling groeide het plantgoed bijna niet in die grond, maar het tweede jaar ineens tot 110 cm hoog, zonder dat de vruchtbomen last hadden van schurft of luis. In
onbehandelde grond werd slechts 15 cm groei bereikt. Het grote groeiverschil was aanleiding om op grotere schaal te ’resetten’. Afgelopen voorjaar is Fleuren met Thatchtec gestart met het praktijkonderzoek. Op vier momenten in het jaar is de granulaatvorm van Herbie door de grond gespit, in verschillende doseringen. Iedere vier weken wordt een deel van het folie waarmee de grond is afgedekt, verwijderd. Vier weken later gaat er plantgoed de grond in (kader: ’Terugkomen op zelfde perceel zou veel waard zijn’).
Om ziekteverwekkers volledig te kunnen doden doseert Thatchtec standaard 28 ton Herbie per hectare. „Dat werkt nog steeds bedrijfszeker”,
zegt Meints, „maar het is een discutabele dosering. Het kan ook met minder.” In Nederland zijn lagere doseringen nog maar weinig geprobeerd. In het buitenland wel, zoals 14 ton/ha of nog veel minder. „In Italië hadden we veldproeven behandeld met 5 ton/ha. Daar haalden we nog steeds doding. In Nederland bekijken we nu het effect van 6 ton/ha.” Hoe lager de dosering is, des te lager de kosten zijn. Nu kost Bodem Resetten €1,20/m2: in een kas en met een hoge dosering. Bij 5 ton/ha gaat de prijs richting €0,25/m2. Met schaalvergroting, vloeibare Herbie in plaats van granulaat, en andere afdekmethoden dan (plastic) folie kunnen de kosten nog lager uitvallen. Meints: „Je verdient het terug in je gewasopbrengst, zeggen klanten. Een gewas op grond met een biologieprobleem ontwikkelt zich altijd beter met Herbie, dan zonder.”
De methode werkt volgens Meints niet alleen tegen elke bodemziekte, maar ook op elke grondsoort. „In principe maakt het niets uit waar je het toepast.” Het vochtgehalte van de grond kan wel een verschil maken. Om zo’n verschil goed te kunnen aantonen, gaat Thatchtec een bollenperceel volgen dat vorig jaar met Herbie is behandeld en waar vervolgens inundatie is toegepast. „Zo leren we nog steeds elke dag.” <
kunnen komen op dezelfde grond. Want specifieke bodemmoeheid is er nog steeds.” Hoe kan Bodem Resetten jullie probleem oplossen? „Stel dat we met een winterbehandeling genoeg doding krijgen van aaltjes, dan kunnen we de methode dus toepassen na het rooien van de bomen, en het volgende seizoen weer op het perceel terugkomen. Dat zou voor ons heel veel waard zijn, omdat we nu steeds verder weg moeten voor verse grond.” Is er al een kostenplaatje gemaakt? „Nee, we zijn nu gericht op het oplossen van het probleem in de grond. We proberen nu niet alleen hele doseringen van Herbie uit, maar ook halve doseringen. We weten niet wat de ondergrens is. Een hele dosering kost €15.000 per hectare, maar dat is niet realistisch in ons geval. Ik schat dat een behandeling tussen €4.000 en €5.000 per hectare gaat kosten.” Wat zou de investering meer opleveren dan aaltjesdoding? „Als we kunnen terugkomen op percelen, kunnen we daarin meer gaan investeren. Bijvoorbeeld een vaste beregeningsinstallatie, compost of Bokashi. Dan maak je een beheersplan van je percelen en ga je daarop veel meer sturen.”
Boomkwekerij Fleuren onderzoekt sinds april het effect van Bodem Resetten op 900 m2 van een eigen perceel. Yannick Smedts van het bedrijf uit Baarlo denkt dat die biologische methode het best werkt tegen aaltjes.
Waarom niet Tagetes? „Sinds Monam maar heel beperkt is te gebruiken, zaaien we wel , maar met de afrikaantjesteelt verlies je één jaar. De teelt lost ook niet ons probleem op: dat we terug
Worden fruittelers bij je onderzoek betrokken? „Ja, we hebben klanten van ons uitgenodigd om te komen kijken. In de fruitteelt is Bodem Resetten niet toegepast, maar we bekijken of we fruittelers wel achter ons kunnen scharen. Zij willen namelijk ook dat onze bomen goed weggroeien zonder last te hebben van aaltjes.”
<
Een jaar of zes geleden is A. Verschoor Horticulture begonnen met inundatie. Voor die tijd gebruikte het vasteplantenbedrijf in Haarlem in de bloementeelt een granulaat dat alle aaltjes in de grond zou bestrijden, Vydate. „Leuk spul”, zegt Arie Verschoor, een van de eigenaren van het familiebedrijf, „maar er treedt waarschijnlijk een vorm van bodemadaptatie op; dan werkt het niet. Bovendien doodt Vydate ook de goede aaltjes.” Verschoor stopte daarom met Vydate, maar nog meer omdat het bedrijf helemaal af wilde van chemische middelen. „We willen een duurzaam bedrijf zijn, door schone producten in schone grond te kweken, en door schoon te blijven.” In die strategie past geen chemische ontsmetting. Stomen zag Verschoor niet zitten. „Dat is niet rendabel en het werkt alleen tegen onkruidzaden.” De percelen voor vaste planten moesten schoon worden, en blijven, van wortelknobbelaaltjes. „Anders is het einde verhaal voor onze export naar Noord-Amerika.” In de bollenteelt werden die aaltjes al langer op biologische wijze bestreden met inundatie: percelen een tijd onder water zetten, zodat de aaltjes door zuurstofgebrek stikken.
Een perceel kun je elk moment onder water zetten, maar globaal is er onderscheid tussen zomerinundatie en winterinundatie. In de zomermaanden werkt de methode het best, zo had Verschoor al lang beredeneerd. „Omdat het bodemleven dan het actiefst is, waardoor aaltjes het snelst doodgaan. Maar je verliest dan wel een groeiseizoen.” De kweker begon toch eerst met winterinundatie, omdat dat zo uitkwam op zijn bedrijf, en zodat hij de grond in het voorjaar erop meteen weer kon beplanten. Rond oktober werd het eerste perceel onder water gezet. In het najaar is het bodemleven nog wel actief, maar de activiteit vermindert door de dalende grondtemperatuur. De essentie van inunderen is dat het aanwezige microleven de zuurstof opmaakt, waardoor de aaltjes doodgaan. „Bij een te lage temperatuur werkt dit systeem niet.” Wil winterinundatie nog een beetje slagen, dan mag het
niet vriezen, omdat je dan een laag ijs kunt krijgen op het perceel. „Dan trek je de grond droog zonder dat je het ziet. Je mag bij winterinundatie daarom niet uitgaan van 100% aaltjesdoding.” De eerste keer inundatie op het bedrijf slaagde enigszins. „We hadden het geluk dat er geen vorst was en dat de bodemtemperatuur bij de start nog redelijk hoog was.” Sindsdien past Verschoor wel alleen nog zomerinundatie toe. Elk jaar een perceel volgens dezelfde methode (kader: Zo inundeert Verschoor). Het bedrijf heeft zes percelen die totaal 13 ha omvatten. Afgelopen zomer is het laatste perceel gedaan. „We zijn nu rond.”
De mate van afdoding wordt gecontroleerd door middel van grondmonsters te nemen: zowel voor als na de inundatie. Verschoor bemonstert elk perceel elk jaar, telkens op een paar andere plekken, ook nu de hele kwekerij onder water heeft gestaan. Het is geen standaardmonster. Behalve op plantparasitaire aaltjes zoals wortelknobbelaaltjes, laat de kweker ook bemonsteren op positieve aaltjes – die juist gezond zijn voor het bodemleven. „Daar moet je het lab wel om vragen.” Omdat aaltjesmonsters momentopnamen zijn (eenzelfde plek kan per monster meer of minder aaltjes bevatten), legt Verschoor alle monsteranalyses van de afgelopen jaren naast elkaar. „Dan krijg je een overzicht van de situatie op je perceel.” Na het inunderen en het opdrogen blijft Verschoor nog twee weken van het perceel af (als het droog weer is, en anders langer). Hij komt er beslist niet met een trekker op vanwege structuurbederf. Is de grond weer goed berijdbaar, dan trekt hij die los met een diepwoeler.
Vervolgens wordt er Japanse haver op het perceel gezaaid. Deze groenbemester is in tegenstelling tot andere grassen geen vermeerderaar van wortelknobbel- en lesieaaltjes, aldus Verschoor. Hij zaait Japanse haver vanwege de diepe
doorworteling, en de groene massa die het oplevert. Het bodemleven moet na inundatie immers weer op gang komen. De groenbemester wordt ondergewerkt, waarna de kweker compost uitrijdt. „Dat alles helpt de ontwikkeling van het bodemleven, inclusief positieve aaltjes.” De kweker dient nu ook ieder jaar mycorrhiza’s toe aan elk perceel. Zodat die positieve schimmels een symbiose kunnen aangaan met de wortels van de vaste planten. Volgens Verschoor is dat al in één teeltseizoen mogelijk. „We kunnen de natuur niets afdwingen, maar wel iets stimuleren.” Hij ziet effecten van de toediening. De planten krijgen volgens hem betere en langere wortels, en ze zijn minder gevoelig voor een tripsaantasting. „Een natuurlijke afweer zegt veel meer over je grond dan een grondmonster.”
Verschoor heeft de bodems van alle percelen nu volledig in beeld. Niet alleen dat ze schoon blijven van wortelknobbelaaltjes, maar ook qua structuur en organische stof. Eens in de vijf jaar laat hij namelijk de bodems scannen met het Veris-systeem. Daarmee achterhaalt hij bijvoorbeeld waar lichte en donkere plekken in een perceel zitten. „Lichte plekken zijn bijvoorbeeld stuifgevoelig. Donkere plekken kunnen natter zijn. Het is verrassend hoeveel je te weten kunt komen met bodemscans.” De scans leveren data op die in taakkaarten worden verwerkt, zodat de loonwerker met gps bijvoorbeeld plaatsspecifiek compost kan strooien. „Zo proberen we een egale en optimale bodemstructuur te krijgen.” Door alle maatregelen houdt Verschoor de grond dus schoon en gezond. Dat ziet hij als dé basis van elke teelt. Vervolgens zorgt hij dat er ook een schoon product wordt
geplant. Dat zijn planten die een milieuvriendelijke aaltjesbehandeling hebben ondergaan, ofwel CATT (Controlled Atmosphere Temperature Treatment). Aaltjesgevoelige gewassen zoals Phlox krijgen standaard zo’n behandeling. „Om zoveel mogelijk herbesmetting te voorkomen. Aaltjes die er niet zijn, kun je ook niet vermeerderen. Ze komen niet aanvliegen.” <
„Voor ons is stomen hét alternatief voor Basamid”, zegt Heinrich Lösing, bedrijfsleider van Versuchs- und Beratungsring Baumschulen (VuB) in Ellerhoop (Pinneberg), de onderzoeks- en adviesdienst voor de Noord-Duitse boomkwekerijregio. Hij begeleidt kwekers bij het stomen, om de methode het best af te stemmen op hun praktijk. Dat gebeurt met Brusselse subsidie van het Europees Innovatie Partnerschap. Volgend jaar loopt het innovatieproject af. De laatste paar jaar is het stomen in Pinneberg goed op gang gekomen. Zo’n 25 boomkwekers hebben er nu ervaring mee opgedaan. Eerst huurden ze een stoommachine van de firma Mobildampf.de in Zuid-Duitsland.
Inmiddels is zo’n stomer gekocht door Rudolf Krohn Baumschulen. Het is een halfautomaat: een getrok-
ken machine die de stoom via een paneel in de grond perst en een lang zeil meesleept over de grond – zodat de stoom er langer in blijft. Krohn stoomt niet alleen voor zichzelf, maar ook voor andere kwekers in de regio. De Duitse halfautomaat behandelt één bed.
In Pinneberg is nu ook een machine die drie bedden tegelijk stoomt. Franz Lüdemann Baumschulen in Pinneberg en Lüdemann Pflanzen in Hollenstedt hebben geïnvesteerd in een volautomaat die gebouwd is door Möschle Seifert Dämpftechnik (MSD), Duitse fabrikant van allerlei stoomapparatuur. De nieuwe machine kost rond de drie ton.
Gezamenlijk bouwen de NoordDuitse kwekers ervaring op met de ontsmettingsmethode. Dit jaar was dat moeilijk, aldus Lösing. „Het was een nat jaar, en als het te nat is, kan een tractor met een stoommachine niet makkelijk over het land rijden.” Bij Baumschule Paulsen, die al sinds vier jaar stoomt, bleek al dat de combinatie over vaste sporen moet rijden, anders kon die er afroetsjen. Als de grond te nat is, gaat de stoom
ling wordt dan ook duurder doordat er meer brandstof nodig is. In Pinneberg is berekend dat stomen dan 0,50-0,75 l olie per vierkante meter kost. Tot 20-25 cm diepte stomen is wel wenselijk, want het werkt volgens Lösing tegen bodemmoeheid. „Ongeacht welke aaltjessoort moeheid veroorzaakt.” Bij Paulsen is die werking gebleken, op een perceel dat al jaren in gebruik is voor Rosaceae. Voor het inzaaien van Sorbus was een deel van dat perceel gestoomd, en een deel niet. „De groei op gestoomde grond was veel beter”, zegt Lösing, die dezelfde grote verschillen ook bij andere Rosaceae zag. „Zoals Amelanchier, en natuurlijk ook rozenzaailingen zelf.” Stomen heeft ook langer effect dan het eerste jaar, zo werd in Pinneberg ook geconstateerd. Dan zou je dus een tweede keer op hetzelfde perceel kunnen zaaien en kweken. Maar of dat effect twee of drie jaar kan duren? „Dat is moeilijk te zeggen.”
ook moeilijker erin. Het is überhaupt al moeilijk om hete damp (80-85°C) in de grond te krijgen en erdoor te mengen. Vandaar dat de grond in Pinneberg vooraf wordt losgemaakt met een eg. Om de bewegende delen van de machine te smeren, is bovendien speciaal vet nodig. „Vet dat 200°C kan hebben”, vertelt Lösing. „Dat maakt het extra moeilijk.” De kwekers stomen hun grond vooral voordat ze naaldhoutgewassen zaaien, omdat die in Pinneberg breedwerpig worden gezaaid. Het ontsmetten is dan bedoeld tegen onkruidzaden en vindt vooral in de bovenste 10 cm van de grond plaats. Loofhout staat meestal op rijen, wat mechanische onkruidbestrijding makkelijker maakt.
Dieper dan 10 cm stomen is mogelijk, maar dus moeilijker. De behande-
De kwekers in Noord-Duitsland blijven doorzetten met stomen. „We
doen het alleen maar meer”, zegt Thomas Paulsen. „Want er zijn geen alternatieven.” Op het proefstation in Ellerhoop heeft de Landwirtschaftkammer Schleswig-Holstein twee jaar geleden weliswaar DMDS (dimethyldisulfide) beproefd tegen aaltjes in rozenzaailingen, met positief resultaat. Maar die werkzame stof heeft nog geen toelating in EU. Daar moet je volgens Lösing nog jaren op wachten. Grond afbranden is geprobeerd in Pinneberg, maar het effect was onvoldoende. „Het ging niet diep genoeg, nog geen centimeter diep. Daar zitten wel onkruidzaden, maar die zitten ook dieper.” In de Noord-Duitse regio wordt al lang Tagetes gezaaid; Lösing schat dat het ieder jaar om 300-400 ha gaat. Dat areaal neemt echter niet toe sinds chemisch ontsmetten ook in Duitsland aan banden ligt. Tagetes blijft wel de meest gebruikte groenbemester in Pinneberg. „Niet alleen om aaltjes te bestrijden, maar ook om meer organische stof en een betere structuur in de grond te krijgen.” <
’Planten groeien beter onder folie dan onder glas’
Bij Rob van den Beucken verrees afgelopen zomer een foliekas van 5000 m2 van een type
van containervelden.” Om in het najaar en de winter te kunnen op-
biedt onder andere voldoende mogelijkheden voor luchting. We kunnen de achterzijde
dat met name wordt gebruikt in de aardbeien-
potten en op deze manier meer arbeidssprei-
opengooien en aan de zijkant luchten. Ook is er
teelt. De kweker nam de kas in september in
ding te creëren, investeerde Van den Beucken
nokluchting over de hele lengte van de kas. En
gebruik. Inmiddels is deze voor 80% gevuld met
in de foliekas. Doel is om de planten hier te
bij één grote foliekas is sprake van een gelijk-
opgepotte Prunus, Photinia en Taxus. Eind dit
laten overwinteren en door te laten wortelen,
matiger klimaat dan in losse tunnels. Verder
jaar moet de foliekas vol staan.
waarna ze in het voorjaar naar buiten kun-
is het gewoon een mooie, strakke kas die
nen. De kweker nam diverse opties onder de
voldoet aan alle eisen, bijvoorbeeld wat betreft
het besluit om de boomkwekerijtak verder uit
loep. „Mijn voorkeur ging uit naar een foliekas,
sneeuwbelasting.”
te bouwen. „We willen vooral uitbreiden in
omdat de planten hier beter in groeien. Op
de containerteelt. Sinds enkele jaren richten
onze huurlocatie hadden we een glazen kas,
het klimaat en de plantgroei in de foliekas, die
we ons, naast de vollegrondsteelt, ook op het
maar ik was niet tevreden over de groeiom-
ook is uitgerust met een beregeningsinstal-
oppotten en afleveren van leverbare haagplan-
standigheden.”
latie. ,„De eerste planten, die begin september
De investering in deze kas komt voort uit
Van den Beucken is tot dusver tevreden over
ten. Deze pottenteelt willen we uitbouwen
Van den Beucken heeft gekeken naar losse
zijn opgepot en in de tunnel zijn gezet, zijn al
vanwege een groeiende vraag. De gemeente
folietunnels, maar de foliekas van de Belgische
redelijk doorgeworteld. Hoewel deze foliekas
heeft, vanwege aanpassing van het bestem-
producent Vermako paste prijs- en teelttech-
meer kostte dan reguliere folietunnels, heb ik
mingsplan, groen licht gegeven voor de aanleg
nisch het best, aldus de kweker. „Deze kas
geen spijt van deze investering.” <
„We zijn op dit moment druk met het rooien van de landplanten”, vertelt Gerard Heemskerk. „We starten hier in september en oktober mee; dan gaat het nog om kleine orders die we klaarmaken op het veld. Op 1 november zijn we begonnen met het rooien van grote aantallen die we in de schuur verwerken.”
’Kwaliteit is goed, opbrengst is lager’
Inmiddels zijn de pioenrozen gerooid en is een begin gemaakt met Hosta en Hemerocallis. „Het rooien van Iris stellen we uit tot in december. Deze plant heeft namelijk meer tijd nodig om in rust te komen.” Volgens de vasteplantenkweker is de kwaliteit van de planten goed, maar ligt de opbrengst lager dan vorig jaar. „De laatste maanden bleef de groei achter. Vooral de weersomstandigheden, met te veel regen, waren hier debet aan. Hierdoor halen we minder massa uit de grond.” De planten worden opgeslagen in geconditioneerde cellen, die zijn voorzien van een koelen bevochtigingsinstallatie. „Door te sturen op een vochtpercentage van 95% hoeven we geen folie rond de pallets te trekken. Dat scheelt arbeid. Daarnaast ademt het product beter door en boeken we kwaliteitswinst.” <
Bij Mabo staat alles in het teken van het rooien van de bomen. Dit gebeurt met een rooimachine voor blote wortel van Damcon. Voor de bomen met kluit wordt een externe partij ingehuurd. „We zijn in de eerste helft van oktober begonnen met rooien en uitleveren en hopen in ieder geval te kunnen doorgaan tot begin december”, vertelt Niels Mauritz. De rooiomstandigheden zijn volgens Mauritz perfect. „Het is niet te nat, dus we kunnen prima het land op. En dat het af en toe ’s nachts vriest, is alleen maar goed. Dit draagt ertoe bij dat de bomen goed in rust blijven.” Het feit dat de herfst, en daarmee de bladval, langer dan gemiddeld op zich liet wachten heeft niet tot grote problemen geleid. „Hier en daar hebben we een partij ietwat later moeten leveren, dat is alles.” Mauritz is tevreden over de kwaliteit van de bomen, die worden geleverd in de maten 8-10 tot 30-35. Volgens de kweker hebben de bomen weinig geleden van de storm waarmee de kwekerij medio september te maken kreeg. Toen ging een groot aantal bomen plat. „Doordat we deze binnen één of twee dagen weer rechtop hebben gezet, bleef de impact beperkt.” <
’Af en toe nachtvorst is alleen maar goed’
TreeCommerce
HĂŠt digitale communicatie platform voor de boomkwekerij.
Specialist in Koeltechniek Jan Goos & Zonen | Minervum 7047 4817ZL Breda
Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen! Volg TreeCommerce ook via twitter: @Treecommerce
+31(0)161-412346 info@baroniekoeltechniek.nl www.baroniekoeltechniek.nl
Yo u r A d j u v a n t S p e c i a l i s t
Hulpstoffen voor gewasbescherming
www.treecommerce.com
Hasten, elasto G5 en atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel. 0317-451217 E-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com
+ '( %$..(5
( ;3(57,6(%85($8
Aan- en verkoop, onteigeningen, taxatie en bedrijfsbegeleiding van boomkwekerijen Engelandlaan 58 2391 PN Hazerswoude-Dorp I ITC Boskoop T: 0172 - 53 48 79 W: www.vdsm.nl E: info@vdsm.nl
Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten
Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl
VDH FOLIEKASSEN BV
De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl
www.bakkerexpertise.nl
Tel. 0172-235990 | www.foliekassen.com
Leverancier van:
Floramat teeltvloeren · Licht en sterk · Gemakkelijk te verwerken · Uitstekende drainage eigenschappen
www.mastop.nl
com
Veel bedrijven zijn momenteel druk bezig met het klaarmaken van plantgoed voor de bewaring. Het voorkomen van knoprot oftewel Botrytis tijdens de bewaring is een belangrijk aandachtspunt. De meeste planten worden vanaf het buitenveld op karren gezet en gaan later rond december/januari de koelcel in. Zorg dat gewassen goed zijn afgehard, dit vermindert de kans op knoprot. De koude nachten die we al hebben gehad zijn daarbij een voordeel. Verwijder regelmatig afgevallen blad en spuit tevens enkele malen preventief tegen de schimmelziekte. Uit grootschalig onderzoek van Delphy al een aantal jaren geleden bleek dat planten die al drie maal op het containerveld zijn gespoten minder knoprot krijgen tijdens de bewaring dan planten die alleen worden behandeld voordat ze de koelcel in gaan. Bestrijding is mogelijk met bijvoorbeeld Frupica, Signum, Switch, Rovral, Teldor of spuitzwavel. Het gewas moet goed opdrogen na een behandeling. Als knoppen nat blijven, ontstaan zeker problemen. Maak tijdig goede afspraken met het koelbedrijf over de bewaring. Overleg met uw adviseur over keuzes als bewaartemperatuur, RV, wel of niet insealen van karren afgestemd op de bewaarperiode en uw situatie. Bezoek tijdens de bewaring regelmatig de
koelcellen en controleer het gewas op Botrytis. Pas ook zo nodig koelinstellingen aan.
Bij de teeltevaluatie is trips een belangrijk aandachtspunt. De laatste jaren is de Japanse bloementrips, ofwel Thrips setosus, namelijk een nieuw en toenemend probleem in Hydrangea. Als ik samen met telers het teeltseizoen evalueer, bespreken we ook de aanpak voor trips voor het komende seizoen. Thrips setosus heeft een vergelijkbare levenscyclus als Californische trips: ei-larveschijnpop-adult. De trips ontwikkelt zich optimaal tussen de 17 en 27ºC. De ontwikkelingstijd van ei tot volwassen stadium is volgens de literatuur zo’n 13 dagen bij een constante temperatuur van 25ºC. De snelle cyclus maakt het extra belangrijk tijdig in te grijpen en bij een aantasting meerdere keren kort achter elkaar te spuiten om de levenscyclus te doorbreken. Het is daarbij belangrijk om goed de onderkant van het blad te raken. Thrips setosus bevindt zich namelijk vooral aan de onderkant van het blad. Om die reden is het goed om te kijken naar de spuittechniek. Kijk daarnaast naar de mogelijkheden met biologische bestrijding. <
De toepassing van geïntegreerde bestrijding is op alle bedrijven een feit. Bedrijfshygiëne, frequent waarnemen, minder gevoelig sortiment kiezen, mechanisch bestrijding en waar mogelijk biologische bestrijding inzetten wordt de norm. Als alternatieven niet het gewenste resultaat opleveren, worden (liefst) selectieve bestrijdingsmiddelen ingezet en milieuaspecten in ogenschouw genomen. Deze aspecten horen bij duurzame gewasbescherming. Het is een moeizaam proces omdat milieuvriendelijke methoden niet altijd voorhanden zijn, zoals bij de bestrijding van taxuskever (adult), wantsen en cicades. Bij schimmelaantastingen richten we onze pijlen op plantversterkende preparaten. Er zijn tal van plantversterkers, biostimulatoren en plantversterkende meststoffen in de handel. Het effect van deze middelen verschilt per aantasting, per gewas maar ook per cultivar en teeltomstandigheden. Deze middelen werken preventief, dus die moet u frequenter spuiten: dat resulteert in hogere kosten. De praktijkervaringen lopen uiteen: de ene kweker is enthousiast over compostthee, serenade, silicium. De ander is
De fase waar kwaliteit nog eens extra belangrijk is, is nu gaande. Hoe gaat u om met de planten als ze gerooid en afgeleverd worden? Kwaliteit zit niet alleen in de maatvoering, stevigheid en vertakking van de plant. Kwaliteit is ook de vitaliteit van de plant. Het is belangrijk om in het proces van rooien tot planten zo min mogelijk uitdroogmomenten te hebben. Dat begint al direct na het rooien. Hoe lang liggen de planten onbeschermd boven de grond voordat ze in de loods zijn? Let daarbij ook op het transport. Tien minuten met de trekker over de weg lijkt kort, maar kan wel een uitdroogmoment zijn. Wees daarvan bewust en rijd met een dichte zeilwagen. Houd de deur van de loods zoveel mogelijk dicht. Let goed op de relatieve luchtvochtigheid binnen; maak wortels desnoods vochtig als ze van het veld komen. Gebruik eventueel een luchtbevochtiger in de ruimte waar planten tijdelijk staan. Vooral in loodsen met een betonvloer is de RV al snel te laag. Zorg ook voor een snelle omloopsnelheid. Planten die langer in de loods blijven staan, kunt u beter opkuilen.
teleurgesteld of terughoudend. Toeleveranciers promoten nieuwe middelen, maar de wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt soms. Vraag altijd om de samenstelling en onafhankelijke onderzoeksresultaten.
De biologische bestrijding van spint en trips is veelal goed verlopen. Tegen trips waren meestal correctiebespuitingen nodig omdat het evenwicht tussen plaag en biologie onvoldoende was. Selectieve correctiemiddelen tegen trips beperkt zich tot Atrazin (bedekte teelten) of NeemAzal (bedekt en onbedekt). Vroeg in het voorjaar werden in veel gewassen (Prunus, klimplanten en Buddleja) cicades en wantsen waargenomen. De beperking van toegelaten selectieve middelen is zorgelijk. Rupsen zijn in veel gewassen, zelfs in bladrammenas, herhaaldelijk gespoten met Runner of Xentari. Runner heeft als voordeel dat het eistadium bestreden wordt waardoor het infectieniveau lager is gebleven. <
Laat uw klant of transporteur niet wegrijden voordat de planten goed zijn afgeschermd. Natuurlijk is dat zijn verantwoordelijkheid, maar bewust maken van de risico’s is wel uw taak. Het is ook een kleine moeite. Het is zo jammer als alle energie die u in kwaliteit gestoken hebt, met één transportbeweging verloren gaat. Als de drukte straks wat afneemt, neem de winterbespuiting onder de loep. Dit najaar is er nog veel onkruid gekiemd. Omdat het lang warm weer was, is het onkruid ook groot geworden. In de winter is het nog meer van belang om het juiste spuitmoment te pakken. Middelen als Kerb en Chloor IPC werken in december en januari het best. Ook is het tijdig bestrijden van het onkruid een winstpunt. Hoe langer u wacht, des te groter wordt het onkruid met mogelijk kans op zaadvorming in het vroege voorjaar. Ook zijn grotere onkruiden moeilijker te bestrijden. Wees er dus op tijd bij en maak vooraf een plan van aanpak. De ervaring leert dat, wanneer u schoon de winter uitkomt, het teeltseizoen erna duidelijk minder onkruiddruk geeft. Dat is winst. <
Op het Floriadeterrein wordt met een trekker de grond bewerkt, netjes om de bomen die mogen blijven staan heen. Mezen doen zich tegoed aan de restanten van als groenbemester ingezaaide zonnebloemen. Jaap Smit buigt zich voorover en pakt wat vers opengetrokken grond. „Ik was bang dat het dichte klei zou zijn, maar dit valt me helemaal niet tegen. Ik had ook een open vlakte verwacht waar de wind vrij spel zou hebben. Dat is niet zo. Het is een beschutte plek. Hier is goede groei mogelijk.” De eerste contouren van de Floriade en wat daarna een woonwijk van Almere zal zijn, worden met het grondwerk nu zichtbaar. Op 2 maart van dit jaar werden boomkwekers over de plannen geïnformeerd. Sindsdien zijn die verder uitgewerkt en op 30 november vindt de aftrap plaats voor de aanplant van bomen en dus de uitvoering van die plannen. Dendroloog Jaap Smit is door de gemeente Almere aangetrokken om dat in goede banen te leiden. Een klus waar hij zichtbaar zin in heeft. Wat Smit drijft is tweeledig. In dienst van de gemeente moet hij ervoor zorgen dat de bomen nog tot in lengte van jaren dienst kunnen doen. De beplanting wordt immers niet alleen voor de tentoonstelling neergezet, maar doet daarna nog dienst in de woonwijk die Almere met de Floriade wil realiseren. Daarnaast voelt de dendroloog het als een opdracht om ervoor te zorgen dat de bomen van de boomkwekers goed voor de dag komen. En daarom maakt hij zich hard voor bijvoorbeeld een gedegen groeiplaatsonderzoek en maatregelen die moeten waarborgen dat de bomen er goed kunnen groeien. Teleurstelling als bij voorgaande edities van de tentoonstelling moeten hoe dan ook worden voorkomen. „Wat ik belangrijk vind is dat het goed gaat met de bomen op de Floriade. Dat het goed groeit en er fantastisch uitziet in 2022 én ook daarna.”
Het beplantingsplan voor de Floriade is klaar. Smit pakt zijn telefoon en opent een app waarin het plan van het Weerwatereiland is te zien. Over het hele Floriadeterrein staan alle soorten op alfabetische volgorde, gegroepeerd in kavels. Langs de randen van die kavels komt beplanting. Meest in de klei; bomen die daarin niet gedijen, komen in
bakken te staan. De grote variatie en het speelse karakter in de aanplant worden nog eens versterkt doordat gebruik wordt gemaakt van veertig jaar oude bomen. Deze staan al op het terrein en worden door ontwerpers Winy Maas, Ria van Dijk en Christiaan Pfeiffer aangeduid als ’cadeautjes’. Smit wijst ze wandelend over het terrein aan: een hazelaar, een rij elzen. De zorg van Smit gaat uit naar goede groeiomstandigheden voor de bomen. Er is groeiplaatsonderzoek gedaan, er zijn profielkuilen gegraven en met een penetrologger is de indringingsweerstand gemeten. Die is gemiddeld laag genoeg om goede groei mogelijk te maken, verzekert de dendroloog. Ook het organischstofgehalte is gunstig en met een pH van gemiddeld net boven 7 is er voor de meeste soorten geen vuiltje aan de lucht.
Na 30 november start een website waarop kwekers kunnen aangeven welke bomen zij willen aandragen. Zij kunnen er een profiel aanmaken met hun naam, adresgegevens en emailadres. Daarna kunnen zij de kaart van het beplantingsplan inzien en de lijst van gezochte bomen, en aankruisen wat zij willen inzenden. De ingezonden bomen worden na de Floriade 2022 eigendom van de gemeente Almere. Volgens plan krijgt een kweker na inschrijving een keer bezoek en worden de bomen gekeurd volgens kwaliteitsvoorwaarden die gebruikelijk zijn in de handel in boomkwekerijproducten. Smit wil bomen die binnen een straal van 250 km van de Floriade zijn opgekweekt, om er zeker van te zijn dat ze gezond en goed geacclimatiseerd zijn. Medio februari 2018 start dan het afroepen van de bomen. Een vervoerder haalt de bomen in opdracht van de gemeente op en brengt ze naar een depot. „Ik wil het zo makkelijk mogelijk maken voor de kwekers”, zegt Smit. Die dragen met hun bomen en het werk dat zij daar in steken immers al heel wat bij. De gemeente zorgt voor het transport, de aanplant en de nazorg. Via meervoudige onderhandse aanbesteding worden partijen gezocht die dat gaan uitvoeren. Daarbij gaat de voorkeur uit naar bedrijven die ervaring hebben met de omstandigheden in de polder. Smit wil ook op de ’Almeerse
manier’ planten. De gemeente is het gewoon een ruimte van 2 bij 2 m te nemen, de grond los te maken en daarin te planten. Daar zijn goede ervaringen mee. Drainage zorgt dat water makkelijk weg kan en voorkomt dat de bomen in die plantgaten verzuipen. „Er is straks veel toezicht op het planten. Ik heb er vertrouwen in dat het zo goed komt”, zegt de dendroloog, zich bewust van scepsis bij boomkwekers, mede op basis van ervaringen bij voorgaande edities van de Floriade.
Wat kwekers in ruil voor de bomen krijgen, berust nog op ideeën: zoals een naamsvermelding op de website van de Floriade. En dat zij op hun website een logo mogen plaatsen en communiceren dat zij inzender voor de Floriade zijn. Of klanten laten zien waar hun bomen staan. „En je kunt al meedoen met één boom”, zegt Smit lachend. „Het blijft tijdens de Floriade en ook daarna duidelijk dat jij die boom hebt geleverd. Hoe dat wordt gecommuniceerd? Misschien lopen we over vijf jaar wel met een bril rond die ons informatie over de bomen geeft.” Behalve de voordelen die een individuele kweker heeft bij deelname, moet de Floriade voor het hele vak business gaan opleveren. De aanplant op de Floriade zal als het ware een staalkaart zijn van wat de boomkwekerij te bieden heeft aan sortiment dat bijdraagt aan een gezonde, groene stad. De beplanting dient ook als voorbeeld hoe je een breed sortiment kunt inzetten. Smit: „Het motto is Growing Green Cities. In die zin is het een voorbeeldproject van hoe de aanplant in de steden van de toekomst zal gaan. Er wordt een breed sortiment toegepast en nee, juist niet alleen maar inheems. Die staan er wel bij, maar in de stad van de toekomst moet je juist ook exoten planten. Het is sowieso warmer in de stad
- daar heerst al een landklimaat - en dan krijgen we de klimaatverandering er nog overheen. Er zijn allerlei argumenten om te zorgen voor een niet al te groot aandeel inheemse soorten in de stad.” Smit verklapt dat er de ambitie is om van het Floriadeterrein de 27e Nederlandse botanische tuin te maken, nota bene in een functionerende woonwijk. Met een breed sortiment aan bomen, aangeplant volgens de nieuwste inzichten en rekening houdend met veranderingen in het klimaat. „We hopen dat het mensen aan het denken zet. Dat je ook kunt kiezen voor een gezonde kastanje als Aesculus x arnoldiana die geen last heeft van mineermot of kastanjebloedingsziekte. En dat we niet het hele geslacht in de ban hoeven te doen, wat nu de praktijk is. Zodat onze kinderen ook nog met kastanjes kunnen spelen zoals wij dat vroeger deden.” <
Ligustrum ovalifolium ’Josalig 1’ ontstond als zaailing van L. ovalifolium en valt direct op door de sterke vertakking van de twijgen. Waar een “gewone” L. ovalifolium lange, rechte takken maakt die nauwelijks vertakken, zal ’Josalig 1’ van nature sterk vertakken. Hierdoor ontstaat een duidelijk meer gedrongen, zeer dichte struik. De plant zal uiteindelijk circa 1,5 m hoog worden, eveneens beduidend lager dan andere ligusters. De bladeren lopen frisgroen uit en kleuren ’s zomers donkergroen. Het blad is opvallend stevig, bijna “dik”. Het blijft in het najaar zeer lang aan de planten en is in milde winters zelfs vrijwel wintergroen. De kleine witte bloemen verschijnen in eindstandige pluimen. Deze zijn niet erg groot en de plant bloeit ook niet bijzonder
rijk. Ze kunnen worden gevolgd door glanzende purperzwarte vruchten.
Door de veel meer gedrongen en dichter vertakte groeiwijze ten opzichte van andere V. ovalifolium kan 'Josalig 1’ zeer goed worden gebruikt in lage, brede hagen. Ook als blokhaag zal de plant goed voldoen, wederom dankzij de dichte vertakking. Tenslotte kan ook worden gekozen voor een toepassing in (kleine) groepen, afgewisseld met andere heesters of tussen bodembedekkers. Uiteraard is deze gedrongen plant ook geschikt voor toepassing in particuliere tuinen. Ook dan kan voor een toepassing als haag worden gekozen, waarbij deze een donkergroene achtergrond vormt voor bloeiende heesters of vaste planten. Maar ook kan worden gedacht aan het planten van 'Josalig 1' in een mooie grote pot op balkon of terras. 'Josalig 1' is prima winterhard en groeit, net zoals andere L. ovalifolium, op iedere goed doorlaatbare bodem.
’Josalig 1’ wordt onder de handelsaanduiding Green Diamond gekweekt en verkocht. De plant werd ontwikkeld en ter keuring aangeboden door HECO Stekcultures uit Biezenmortel en wordt geïntroduceerd door Breederplants, uit Gouda. <
Royal FloraHolland heeft een nieuw relatievormenmodel uitgedacht. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 7 december kunnen kwekers hierover stemmen. De veiling spreekt van een definitief voorstel en daarom zijn grote wijzigingen hierin niet meer te verwachten. Maar als gezegd, er moet nog over worden gestemd.
Vanaf januari 2018 komen er volgens het voorstel twee relatievormen: LidAanvoerder en Aanvoerder. De relatievorm Lid-aanvoerder is vergelijkbaar met het huidige lidmaatschap. Dit is de vorm met de laagste kosten maar daartegenover staat wel 100% aanvoerplicht via Royal FloraHolland. Het basistarief voor directe handel is 1,5% en bij meer omzet wordt hierop een korting verkregen van maximaal 0,7%. Voor Klok en Klokvoorverkoop (KVV) wordt een opslag geheven die lager is dan voor Aanvoerders. Lid-aanvoerders mogen onbeperkt gebruik maken van de klok. Bij de relatievorm Aanvoerder is het basistarief voor directe handel 2,25% en is geen korting mogelijk. Aanvoerders hebben geen veilplicht
en kunnen onbeperkt - maar onder voorwaarden - gebruik maken van de klok. Aanvoerders betalen meer opslag voor Klok en Klokvoorverkoop dan Lid-Aanvoerders.
> Voor leden: Kwekers die nu lid zijn betalen 2,5% klokprovisie tegen 2,7% straks als Lid-Aanvoerder. Zij betalen nu 1,6% provisie directe handel tegen 1,5% in het nieuwe voorstel. Verder betalen zij nu nog 0,3% kernbijdrage directe handel over de eerste 1 miljoen omzet en 1% liquiditeitsbijdrage. In het nieuwe voorstel wordt dit 0,5% variabele contributie over de eerste â&#x201A;Ź750.000 en 0,5% vermogensbijdrage over de omzet. > Voor Aspirant-leden: Om boomkwekers tegemoet te komen is door de veiling een aantal jaar geleden het Aspirant-lidmaatschap ingevoerd. Kwekers kunnen vanaf een omzetaandeel van 20% instappen. Hun omzetaandeel moet jaarlijks gemiddeld met 10% groeien. Uiteindelijk volstaat 70% omzetaandeel via de veiling. Aspirant-leden mogen net als leden onbeperkt ge-
bruikmaken van de klok. Een Aspirant-lid betaalt per saldo 4% voor klok en 3,1% voor directe stromen en betaalt dezelfde kern- en liquiditeitsbijdrage als leden. In het nieuwe voorstel verdwijnt deze vorm en Aspirant-leden moeten straks dus kiezen voor de relatievorm Lid-Aanvoerder of Aanvoerder. Een keuze voor Aanvoerder zal daarbij in veel gevallen het meest voor de hand liggen (Als zij Lid-aanvoerder willen worden, zouden zij normaal gesproken nu ook al wel lid zijn). Een Aspirant-lid gaat als Aanvoerder 1,35% meer betalen voor de Klok (4% nu, tegen 5,35% straks) en 0,85% minder voor Directe handel (3,1% nu, tegen 2,25% straks). > Voor Contractzenders: Contractzenders zullen veelal kiezen voor de vorm Aanvoerder. Zij betalen voor Klok nu 7% en als Aanvoerder straks 5,35%. Voor Direct kunnen zij sinds een jaar gebruik maken van een staffel waardoor zij tussen de 2,5 en 4% betalen. Als Aanvoerder betalen zij in het nieuwe voorstel voor Direct 2,25%. Naar verwachting kunnen zij als Aanvoerder straks makkelijker gebruik maken van Klok dan als Contractzender. <
November is misschien niet de maand bij uitstek om visueel aantrekkelijk sortiment te laten zien, boomkwekers op de Trade Fair lijken met het beurstijdstip prima uit de voeten te kunnen. Belangrijkste reden: Er bestaat onder klanten nu eenmaal een grote diversiteit aan inkoopmomenten.
Voor de echt grote retailers geldt dat zij hun orders voor komend voorjaar al lang en breed hebben ingekocht. Zij gebruiken de beurs dan ook niet om zich te oriënteren op het voorjaar, maar kijken al naar kerst 2018 en zelfs voorjaar 2019. Voor kwekers met Helleborus en kerstproducten als versierde conifeertjes komt deze beurs op een prima tijdstip om met de grote retailers in gesprek te gaan. „Mooier dan nu worden ze niet”, zegt Martijn Stolwijk in de stand van Hoogeveen Plants over de gepresenteerde Helleborus. Het bedrijf kiest er deze beurs voor om vooral uit te pakken met deze kerstroos in plaats van bijvoor-
beeld Clematis die het bedrijf ook volop kweekt. „Voor najaar en kerst 2018 is dit een goed moment om Helleborus te laten zien, maar ondanks dat het seizoen al volop bezig is, kunnen we hier ’voor direct’ nog zaken doen. Een andere reden om juist Helleborus en geen Clematis te laten zien, is dat Helleborus bij ons een steeds belangrijker product wordt.”
Sommige standhouders vinden dat het belang van deze Trade Fair richting grootschalige retailers ook weer niet moet worden overschat. Bij Van Son & Koot zegt Puck Wirken daarover: „Veel klanten bezoeken een beurs als deze ’snel-snel’, waarbij ze in korte tijd zo veel mogelijk willen zien en dat is niet de manier om in gesprek te zijn met grote retailers. Bij hen zitten we namelijk sowieso een paar keer per jaar aan tafel om alles door te nemen. Daar is meer tijd voor nodig dan wij of zij op de beurs hebben.” Grote retailers mogen dan al over dit voorjaar heen kijken, voor veel
potentiële klanten geldt dat niet. Juist kleine en middelgrote retailers grijpen deze beurs aan om nog voor komend voorjaar zaken te doen.
„Voor mij komt deze beurs op een prima moment”, zegt kweker Jan Out. „Qua daghandel doe ik hier niet veel zaken, maar klanten hebben nu wel de tijd om langs te komen en zo ideeën voor het voorjaar op te doen. Dit is bovendien een beurs waarnaar veel klanten hun eindklanten mee-
nemen en dus een goed moment om ook met hen in contact te komen.”
Out noemt - net als eigenlijk alle kwekers op de beurs - de handelsstemming prima. Dat betekent volgens hem dat er ook meer planten worden gereserveerd dan voorgaande jaren. „Ik reserveer daarbij alleen planten voor vaste klanten en probeer rekening te houden met alle scenario’s. Prima dat de handelsstemming nu zo goed is, maar ik loop
al even mee en dan weet je ook dat er weer eens een voorjaar kan komen dat niet alles zomaar wegloopt.” De goede handelsstemming zorgt er tevens voor dat ook klanten nu planten reserveren die dat voorheen niet deden. Tot voor kort greep eigenlijk niemand van de klanten mis, maar die marktsituatie lijkt inmiddels grotendeels achterhaald. Of zoals Bram Fransen van Florizon Plants het zegt: „Niemand van de klanten hangt meer achterover. Deze beurs is mede daardoor een topbeurs.” <
Op de beurs in Aalsmeer stond dit jaar een aantal nieuwe gezichten vanuit de boomkwekerijsector; een direct gevolg van een pilot waarin de
veiling maatwerkafspraken maakt met contractzenders. Tot vorig jaar moesten kwekers nog lid of aspirantlid zijn om te mogen deelnemen en
werd er door de veiling maar sporadisch een uitzondering gemaakt. Sinds dit jaar is het door de pilot voor contractzenders makkelijker gewor-
den om een plekje op de beurs te krijgen. „Hiermee sorteren we alvast voor op nieuw FloraHolland-beleid richting 2020”, zegt Michel Verbeek, Productmanager bij Royal FloraHolland.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van Royal FloraHolland op 7 december stemmen de leden onder andere over een nieuw ledenbeleid. Hierbij ligt het volgens Verbeek in de lijn der verwachting dat de veiling kiest voor een meer ’open marktplaats’ waarbij het voor aanvoerders die geen lid zijn, makkelijker wordt om van de marktplaats gebruik te maken. Gezien dit feit én het feit dat de veiling boomkwekerijproducten als speerpuntartikel beschouwt, verwacht Verbeek in de toekomst meer kwekers op de Trade Fair. „Maar deelname voor contractzenders is niet vrijblijvend. Met hen maken we een contractuele afspraak waarin we doelstellingen vastleggen voor omzetgroei via Royal FloraHolland. Daarbij geldt vooralsnog ook de regel dat een aanvoerder die geen lid is, alleen op de beurs mag staan als zijn sortiment iets extra’s toevoegt aan het bestaande veilingsortiment.”
Een van de bedrijven die in ieder geval blij is met het versoepelde beleid, is Griffioen Wassenaar. Dit
bedrijf stond er voor het eerst nadat ze naar eigen zeggen flink hadden gelobbyd bij de beursorganisatie. „Het is al lang een wens van ons om hier te staan en na veel praten is dat gelukt”, zegt John Frederiks namens de vaste plantenkweker. „De veiling wil meer boomkwekerijproducten op de beurs en wat wij laten zien is echt onderscheidend. Daarom staan wij hier ondanks dat we contractzender zijn en dus geen lid of aspirant-lid.” Ook Eugène Breukers stond er als contractzender voor het eerst. „Ik kreeg pas laat te horen dat ik hier mocht staan. Ondanks dat ik geen lid ben wilden ze mij er graag bij hebben vanwege mijn sortiment van mini-stammetjes.” Ook Piet de Jong uit Made maakte zijn debuut in Aalsmeer. „Een paar maanden geleden las ik dat er nog plek was voor deelname en heb ik de stoute schoenen aangetrokken en een aanvraag ingediend om hier te mogen staan. Mijn concepten met bodembedekkers vond de veiling blijkbaar interessant genoeg.”
De kwekers die nieuw op de beurs staan melden vrijwel allemaal dat de veiling voorwaarden stelt aan hun deelname: de omzet van de betreffende bedrijven via de veiling moet wel een groei laten zien om ook in de toekomst te kunnen deelnemen. <
Uitgebreid assortiment in laanen sierbomen, fruitbomen, spillen, dakplantanen en leilindes (vormbomen).
ZOWEL IN DE VOLLE GROND ALS IN CONTAINER Het juiste adres voor de beste kwaliteit! Kijk op onze website voor meer informatie:
WWW.MABO.NL
Achterstraat 12 | 6668 AA Randwijk T +31 488 49 1271 | F +31 488 49 1342 E info@mabo.nl | I www.mabo.nl
Jaarrond leverbaar Heesters, kruiden en vaste planten o.a. Cotoneaster Euonymus Hedera Hydrangea Lavandula Rosmarinus Sedum 0031 (0) 172 587403 www.djhendriksen.nl
hebe thuj a
buxus erus junip mus euony
Smidstraat 1, 6691 ES Gendt, Nederland www.wilbertstek.nl
aris aecyp cham ilis b o n s lauru la u d n lava psis thujo
prun us rosm arin us thym us taxu s ilex
De klimplant Parthenocissus dankt een belangrijk deel van z’n sierwaarde aan de mooie herfstverkleuring van het blad. Maar van de najaarsverkoop moeten de meeste tuincentra het over het algemeen niet hebben. Het zou volgens sommigen een verklaring kunnen zijn waarom de klimplant het in verhouding qua afzet minder goed doet dan andere tuinplanten. Zo spreekt Gert Koert, mede-directeur van Groen-Direkt dit jaar weliswaar van een opleving van het het product, maar worden nog
niet de verkoopaantallen gehaald van topjaar 2012. Bij Royal FloraHolland steeg dit jaar de aanvoer en omzet van Parthenocissus met 5%. De middenprijs bleef gelijk. Het gaat hierbij om op soort verkochte planten en die maken maar een klein deel van de veilingomzet uit. De meeste worden namelijk via de veiling als mix verkocht en zijn niet als Parthenocissus in de omzet terug te vinden. Bij Van der Starre zegt Bert van der Starre over de klimplant: „Wij maken mixen waarbij we veel verschillende klimplanten gebruiken. Klanten maken daarbij hun eigen mix. Ik denk dat Parthenocissus gemiddeld 3% van de mix uitmaakt. Veel beweging zie ik daarbij niet in de afzet. Wellicht dat er lichte groei in zit, maar zeker niet veel.”
Kweker Steef de Boer kweekt Parthenocissus volvelds en stokt en bindt deze pas vanaf half oktober. „Na vijf goede jaren, loopt de verkoop van dit product wat stroever dan we gewend zijn. Maar het is nog geen mei, dus er zijn nog kansen genoeg.” <
„De verkoop viel vorig jaar hoger uit dan verwacht. Hierdoor raakten veel verkooppunten uitverkocht”, zegt Bolhuis. „Handelaren willen dat dit jaar voorkomen en daarom zien veel kwekers dat de voorverkoop nu beter is. Uit een enquête onder onze kwekers bleek dat ze gemiddeld verwachten dat de verkoop in stuks 7% hoger uitvalt dan vorig jaar.” Dat kwekers deze extra aantallen ook kunnen leveren, komt volgens Bolhuis omdat er een aantal jaren geleden tekorten waren en kwekers toen extra aantallen hebben opgezet. De goede handelsstemming is vooral terug te voeren op een gestegen vraag naar bomen in pot of met
kluit, zowel in Nederland als in het buitenland. „In Nederland hebben we een geschikte bodem om bomen met kluit te kweken. Dit in tegenstelling tot belangrijke teeltgebieden van kerstbomen zoals het Sauerland en de Ardennen waar veel stenen in de bodem zitten. Dit laatste maakt het veel moeilijker om bomen met kluit te rooien.” Een andere reden waarom Bolhuis positief gestemd is, is dat hij het idee heeft dat kunstkerstbomen op zijn retour zijn. „We merken dat mensen ’terug naar de natuur’ willen. Daarbij past een echte boom.” Als Bolhuis een grove schatting moet doen dan denkt hij dat er zo’n 2.000 ha kerstbomen in Nederland staat. „Maar oppervlakte zegt niet alles, wij produceren veel meer stuks per hectare. Ik denk dat wij in Nederland een teeltduur hebben van zo’n vijf jaar en dichter planten dan in het buitenland. De teeltduur in het buitenland is veel langer.” Uit de enquête blijkt dat Abies
fraseri in Nederland aan een opmars bezig is. Deze geurende boom wordt zowel veel met kluit als gezaagd verkocht. Voordeel van A. fraseri ten opzichte van A. nordmanniana is dat deze makkelijker met kluit te rooien is. Deze laatste vormt namelijk een wortelpen die rooien met kluit lastig maakt. Toch neemt de teelt van A. nordmanniana in Nederland toe. Deze worden ook steeds meer in pot gekweekt en/of met pot en al gerooid. Ook Picea omorika blijft vooral met kluit en pot populair. <
De concurrentie komt uit verschillende hoeken. Om te beginnen uit een land waar rozen goedkoper zijn te oculeren en te kweken, en waar een betere marge valt te halen. Zo viel een grote order van een Britse retailketen grotendeels in Polen, terwijl die vorig jaar was ingevuld vanuit Nederland. Daarnaast is er concurrentie van andere boomkwekerijproducten. Volgens inkopers is de actiematige verkoop van potrozen in maart, die
jaren geleden nog vrij groot was, gedaan. Retailers zetten in die maand hun winkels liever vol met producten die dan al visueel aantrekkelijk zijn, en waarmee dus omzet valt te maken, dan potrozen waarvan de ogen net beginnen te schuiven. In de periode dat potrozen wel visueel aantrekkelijk zijn, is er echter ook concurrentie van andere (bloeiende) tuinplanten. Die komen ook uit eigen familie: gestekte potrozen uit bloemisterijkassen. Kwalitatief zijn het andere potrozen, maar die zijn wel goedkoper voor consumenten. Zij zien die gestekte potrozen bovendien tijdens het frequente boodschappen doen; waardoor ze handiger zijn mee te nemen voor binnenshuis of het terras. De aanloop in supermarkten is per slot van rekening veel groter dan in tuincentra.
„Ja, enorm. Onze kerstshow is één van de grootste en best bezochte in de wijde omgeving. Mensen vanuit Rotterdam tot Antwerpen komen erop af. Het is echt een dagje uit voor de consument, ook voor de kinderen is er van alles te doen en te beleven. De tuinplantenafdeling
profiteert daar uiteraard ook van. Hoewel die nu wel wat kleiner is dan een paar weken geleden, wordt het segment zeker niet verdrukt door de kerstaandacht. In een tuincentrum van 30.000 m2 is ruimte geen probleem. Het volledige tuinassortiment staat er dus gewoon, veel met toegevoegde waarde in kerstsfeer.”
De gemiddelde consument heeft echter weinig verstand van potrozen en gaat er meestal niet speciaal voor op pad. De rozenliefhebber weet echter de weg nog steeds te vinden naar bijvoorbeeld rozencentra. Daar steeg de verkoop weer wat, vooral als gevolg van de opgekrabbelde huizenmarkt en de aanleg van tuinen. <
„Gaultheria staat met stip op 1, die stond ook in onze folder deze week, gevolgd door Skimmia. Een opvallende topper deze periode is Leucothoe. De omzet daarvan is dit jaar zo’n beetje verdriedubbeld. Je ziet dat mensen er echt verliefd op zijn. Daarnaast zijn ’Conica’, Viburnum en Helleborus hardlopers.”
„Die zijn fors hoger dan vorig jaar. Waar men vorig jaar nog met moeite €5,99 betaalde voor een tuinplant, geven klanten nu met gemak €14,99 uit. Ze hebben weer wat over voor kwaliteit en kiezen vaker voor de grotere, betere planten en bomen.”
„We beginnen het laatste weekend van november met de verkoop. Ik verwacht niet veel verschuivingen in sortiment en vraag ten opzichte van vorige jaren.” <
„Toen de Ierse markt in 2008 in een crisis kwam, verloren we 40% van onze afzet in een jaar tijd. Dat was helemaal niet fijn. Door de crisis hebben we natuurlijk wat minder geproduceerd, maar we zijn vooral efficiënter gaan werken en kosten gaan beheersen. Veel andere kwekers ging fors snijden in hun productie en sortiment, maar wij probeerden een breed sortiment voor onze klanten te behouden. Dat is gelukt: nu het beter gaat, bestellen tuincentra liever zo’n
sortiment bij één bedrijf, dan dat ze wekelijks kiezen uit tien mails met een beperkt aangeboden sortiment. Algemeen is de stemming op de Ierse markt weer best goed. Vooral de huizenbouw is weer goed bezig en dat merken we in de handel. De markt is wel veranderd. Tien jaar geleden hadden we nog veel najaarshandel, maar nu is 70% van onze afzet tussen februari en mei. Alle producten van ons blijven op het eiland: 90% verkopen we in Ierland, 10% in Noord-Ierland. Ongeveer 85% van de producten gaat naar tuincentra, 10% naar landscapers en 5% naar afnemers zoals golfbanen. Na de Brexit wordt het aan de Noord-Ierse grens misschien lastiger. Hopelijk gaan de Britten niet strengere fyto- en douaneregels invoeren. Ierland let bij import ook meer op
plantgezondheid, en wij ook, onder andere vanwege Xylella. 80% van onze producten kweken we zelf, 20% importeren we uit Nederland, Duitsland en Italië – afhankelijk van product, kwaliteit en prijs. Ierse klanten kunnen erg prijsgedreven zijn.” <
„Vooral de eerste dagen van week 46 is het razend druk geweest. Ik denk niet dat het te maken had met de beurs die net was afgelopen. Het waren de gebruikelijke klanten die gewoon wat harder trokken aan het basisassortiment. En dan heb ik het vooral over Helleborus. Het is ongelofelijk, hoe hard dat product loopt. Het staat in onze ranglijst van omzetmakers bij tuinplanten met stip bovenaan. Er gaat veel meer van weg dan in voorgaande jaren. Vraag me niet waarom. Is het een trend, de economie? Gelukkig is de beschikbaarheid nog ruim voldoende. Met onze vaste leveranciers hebben we korte lijntjes en ik verwacht daar geen problemen. Opvallend vind ik de populariteit van
de bladloze Helleborus onder het label Verboom Beauty. De markt gaat daar helemaal los mee dit jaar. Maar ook de ‘gewone’ ’Christmas Carol’ loopt uitstekend. Daarnaast is het Skimmia e ’Conica’ die nu veelgevraagd zijn. Gaultheria loopt tegen het einde van het seizoen aan, maar doet ook nog leuk mee. Salix neemt het stokje over, daar zijn we al langzaam mee begonnen. We voegen dit jaar voor het eerst zelf ook waarde toe aan seizoensproducten die nu een rol spelen. Een sfeervolle pot, een kerstslingertje, een bijsteker in de vorm van een rendier of een kerstman. Dat loopt best goed tot nu toe. De komende weken verwacht ik niet veel drukte. Het productenpakket is nu klein en de vraag richting kerst is doorgaans beperkt. We grijpen dat aan om voorbereidingen te treffen voor het komende jaar, lijnen uit te zetten en de bestelsystemen bij te werken. Het hele najaar – wat zeg ik, het hele jaar – lopen we al een tandje harder dan normaal. Op de beurs vo-
rige week was de stemming dan ook zeer positief. Het gebeurt maar weinig, maar ik heb geen klacht gehoord. Iedereen heeft groei meegemaakt en kijkt tevreden terug. Ik heb één dag op de beurs rondgelopen, maar had er ook in twee dagen nog niet alles kunnen zien. De Trade Fair wordt steeds groter. Echt veel nieuws onder de zon was er niet. De enige interessante noviteit die ik tegenkwam, was een tuincactus die tegen temperaturen kan tot -15. Daar ben ik wel heel benieuwd naar!” <
Tagetes
Bent u van plan in 2018 een beurs te houden? Meld dat dan nu aan de redactie van het vakblad De Boomkwekerij. In januari publiceert uw vakblad een handig overzicht van de handelsbeurzen die het komende jaar worden gehouden. Als u wilt dat uw beurs daarin wordt vermeld, stuur dan uw informatie voor 9 december naar boomkwekerij@horti-
point.nl. Om te worden opgenomen in het overzicht zijn de volgende gegevens nodig: > Datum en plaats (adresgegevens); > Naam en korte omschrijving van de beurs; > Telefoonnummer en/of emailadres; > Website waarop meer informatie over de beurs te vinden is.
Floweracademy geeft dit jaar en volgend jaar weer diverse cursussen. Ook staan er marktbezoeken op het programma. Een overzicht: > 21 december 2017 Marktverkenning Parijs; > 18 januari 2018 Cursus Sociale Media; > 28 januari 2018 Marktverkenning Noord-Italië; > 9 maart 2018 Retailsafari
Londen, Moederdag; > 12 april 2018 Marktverkenning Denemarken-Zweden; > 15 april 2018 Marktverkenning Istanboel, Turkije; > 25 mei 2018 Retailsafari Parijs, Moederdag; > 13 september 2018 Cursus sortiment tuinplanten.
SDF gaat naar eigen zeggen back to basics met de ’automatische bestellijst module’. Deze nieuwe module komt kwekers tegemoet die nog niet zo ver zijn met digitalisering. Met de ’automatische bestellijst module’ kunnen kwekers in het SDF-pakket een aanbiedingslijst maken en beheren. Vervolgens kunnen kwekers deze lijst naar hun klanten mailen. Die vullen
op hun beurt de aantallen in en
Verpakkingsbedrijf Broekhof werkt sinds 1 november samen met Soendgen Keramik. Broekhof levert verpakkingsen decoratiematerialen voor de sierteeltsector en Soendgen Keramik is producent van keramiek. Door de samenwerking heeft Broekhof de beschikking over een breed sortiment keramiek en dit sluit volgens het bedrijf perfect aan
bij hun sortiment. Soendgen Keramik vergroot haar bereik doordat zij gebruik kan maken van het wereldwijde netwerk van Broekhof. De samenwerking sluit volgens de bedrijven goed aan bij hun groeiambities. Broekhof heeft vestigingen in Noordwijkerhout, Rijnsburg, Honselersdijk, Aalsmeer, Colombia, Kenia, Vietnam en de Verenigde Staten.
sturen die naar de kweker terug. Kwekers kunnen vervolgens deze lijst eenvoudig in het SDFpakket importeren. Hierdoor is overtypen van bestellingen volgens SDF verleden tijd. Ook nieuw is dat handelaar Hamiplant een veld ’eindklant’ gebruikt. Kwekers met SDF Provice kunnen hier zien voor welk klantsegment een bestelling is.
Meer informatie: floweracademy.nl
Boomteeltstudieclub Horst aan de Maas organiseert dinsdag 28 november zijn jaarlijkse open Kwekerscafé, dan met als kernvraag: kun je je het best richten op automatisering, of op innovatieve en intensieve teelten waarbij juist meer mankracht nodig is? Erik Pekkeriet (Wageningen Universiteit & Research) gaat in op automatisering en robotisering. Rick Dijkshoorn (Rabobank) geeft uitleg over financiering van bedrijven die groter en kapitaalintensiever worden. Ook niet-leden van de studieclub zijn welkom. Het Kwekerscafé vindt plaats bij Café Oud Meerlo, Hoofdstraat 20a in Meerlo. De avond begint om 19.30 uur en duurt tot 21.45 uur. Meer informatie: boomteeltstudieclub.nl.
Feestdagen Actie