VOORJAARSBEURS Waregem Expo - België
Waregem Expo Zuiderlaan 20, 8790 Waregem | België
FLORALL is de Belgische vakbeurs voor sierplanten en boomkwekerijproducten. Kwekers, verschillende toeleveringsbedrijven & handelaren uit de sierteeltsector stellen hun assortiment voor aan een internationaal vakpubliek. Naast de productiebedrijven nemen ook belangrijke handels- en exportbedrijven deel aan FLORALL.
GRATIS toegang voor professionelen registreer online via www.florall.be GRATIS parking bekijk het plan op www.florall.be GRATIS catalogus overzicht van het volledige assortiment
@FLORALLfair
4
Nieuwsinterview: ’Succesvolle kwekers rijden niet zelf’
5
Commentaar: Alles beter?
6
Anthos en LTO kijken terug op 2017 en blikken vooruit
9
Ondernemersvragen: Wat moet ik met het nieuwe basiscontract?
11 Trekker van de toekomst wordt energiezuinig en multifunctioneel 14 Column Coen Dekkers: Topprijzen 14 Nieuwe gebruiksvoorschriften voor insecticiden en acariciden 16 Jan van den Brandhof: ’Kwaliteit en betrouwbaarheid verbeterd’ 19 Ongekend: Abies concolor 20 Vakgeluiden: Nu plantklaar maken, scheelt werk in het voorjaar 24 Keuze kalk hangt af van toepassing 26 Teeltadvies: Verwerk gerooid bos- en haagplantsoen goed
28 Beurzen en evenementen in 2018 32 Nieuwe veilingtarieven bij boomkwekers goed ontvangen 33 GrootGroenPlus zoekt samenwerking voor nieuwe voorjaarsbeurs 34 Markt en afzet: Goede prijzen voor Gaultheria 37 Hoe loopt 't
38 Column LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten: Vol gas vooruit 39 Vaktaal: Armand Nieuwesteeg
Wat is de status van het project Greenflow Boskoop? „Greenflow is een werknaam om slimme logistiek te promoten. Sinds drie maanden is de subsidie hiervoor gestopt, maar een aantal activiteiten worden door Boskoopse ondernemers voortgezet.” U ziet nog steeds te weinig bundeling van transport. Waardoor komt dat? „In de regio Boskoop is qua logistiek sprake van een micro-economisch probleem. Kwekers kijken onvoldoende naar kosten. Ik schrik nog steeds van de verhalen die ik hoor, zoals: ’M'n vader vindt het nog steeds leuk om bomen rond te brengen, dus zolang hij het doet blijf ik in ieder geval nog met eigen vervoer rijden’.” Kwekers kunnen niet rekenen? „Het regelmatig leveren van kleine partijen kan financieel niet uit, maar daar is niet iedereen zich van bewust.
Succesvolle en veelal grotere kwekers zeggen vaker ’nee’ tegen kleinere leveringen en maken in bijna alle gevallen gebruik van collectief vervoer. In mijn ogen snappen die het.” Kijkend naar de verschillende Greenflow initiatieven. Hoe gaat het met de GreenFlow App? „Deze is getest maar nog bij niemand in gebruik. Wel is er interesse van bijvoorbeeld Royal FloraHolland.” En de ’busroute’ in combinatie met de pilot elektrisch vervoer? „Elektrisch transport is niet rendabel gebleken en van de ’busroute’ die door Hazerswoude Boskoop Transport wordt gereden om kleine partijtjes op te halen, maken volgens mij vijf kwekers frequent gebruik.” Volgens geluiden is het aantal planten op de hub aan de oostkant van Boskoop zeer beperkt. Wat kunt u
daarover zeggen? „Er is een aantal frequente gebruikers en de hub gaat ook komend jaar door. Volgens een aantal kwekers zouden meer handelaren gebruik van de hub moeten maken.” Wat is de reversed hub? „Dit is het initiatief van Houtman Logistiek en Logistiek Centrum Boskoop (LCB) om voor handelaren planten in de regio Boskoop te verzamelen. Dit leidt naar verwachting tot 4.000 hefbrugmijdingen in 2018.” Dit is toch meer het succes van deze commerciële partijen dan van het project Greenflow Boskoop? „Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Greenflow heeft de mindset van een deel van de kwekers in de afgelopen periode veranderd. Wij hebben de mensen steeds opgeroepen gebruik te maken van de faciliteiten die er zijn. Bij deze wil ik dat nogmaals doen.” <
Ik ga in 2018 mijn klanten vragen wat zij echt willen Ik heb meer verdiend in 2017
Met ingang van 1 januari zijn alle potjes van het Productschap Tuinbouw op en daarmee komt er ook een eind aan de financiële middelen die gebruikt werden voor het betalen van de Coördinator effectief middelen pakket (Cemp). „Zonder Cemp hebben wij straks geen effectief middelenpakket meer tot ons beschikking”, meent Henk Raaijmakers, voorzitter van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste
planten. Het nut van de Cemp staat binnen de sector niet echt ter discussie. De Cemp heeft volgens menigeen zijn waarde voor de sector afgelopen jaren wel bewezen. Toen eerder dit jaar werd voorgesteld om met de pet rond te gaan om geld in te zamelen voor het voortbestaan van de functie, bleek dat echter lastig. Want moet je als LTO alleen onder leden werven of ook onder niet-leden? „Ten tijde van het PT betaalde natuurlijk iedere kweker mee aan de Cemp en terecht, want alle kwekers hebben er ook profijt van. Daarom is het lastig als wij wanneer LTO alleen onder leden geld inzamelen. De last voor het in stand houden van het middelenpakket komt dan maar bij een deel van de kwekers te liggen, terwijl de anderen er wel van meeprofiteren”, aldus Raaijmakers. Om die reden is er uiteindelijk voor gekozen om de Cemp via een aparte organisatie te regelen. Bij de nieuw op te zetten coöperatie kunnen alle kwekers van Nederland zich aansluiten.
Leden van LTO betalen in ieder geval mee aan de Cemp, omdat per lid €50 contributiegeld wordt gereserveerd voor de coöperatie. Maar het aantal deelnemers moet groter. LTO heeft daarom Treeport en TCO benaderd en gaat bij de Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop het voorstel neerleggen dat niet-leden van LTO via de regioorganisaties deelnemen aan de coöperatie. Daarnaast is het ook voor kwekers mogelijk om op individuele titel lid te worden. Alle leden krijgen, zoals dat in een coöperatie werkt, inspraak in de werkwijze en bepalen de koers. Leden beslissen waar de Cemp zijn tijd en energie in steekt. „Als een gewasgroep sterk vertegenwoordigd is, mag het duidelijk zijn dat die gewasgroep meer aandacht krijgt. Datzelfde geldt voor regio's waar bepaalde knelpunten spelen in verband met de grondsoort of het waterbeheer. Als een dergelijke regio sterk vertegenwoordigd is, zal een dergelijk knelpunt meer aandacht
krijgen. Dat is ook de reden waarom het voor de boomkwekerijcentra interessant is om collectief aan de coöperatie deel te nemen”, meent Raaijmakers. Kwekers die niet meebetalen hebben geen inspraak. Middelen die door inmenging van de Cemp een toelating krijgen, kunnen zij echter wel gebruiken. Raaijmakers: „Het zou natuurlijk mooi zijn als je het gebruik ook alleen voor leden zou kunnen reserveren, maar die mogelijkheid biedt het toelatingsbeleid niet.” In de overige tuinbouwsectoren blijven de Cemp's ook actief. Het geld voor deze coördinatoren wordt via lidmaatschap van LTO en afzonderlijke gewascoöperaties bijeen gebracht. Indien een gewascoöperatie betaalt, zijn zij ook degenen die bepalen wat de Cemp doet. Voor de boomkwekerij heeft het voortbestaan van deze overige Cemp's overigens wel toegevoegde waarde, omdat er veel uitwisseling is tussen de aanvragen van de diverse Cemp's. <
Wir sind auf der IPM 23. - 26.01.2018 Halle 11 · Stand 11A16
Bramkampsweg 8 • D-26215 Wiefelstede • Tel. +49 4458/810 • Fax +49 4458/1490 info@schroeder-rhododendron.de • www. schroeder-rhododendron.de
Het doel van deze wijziging van de arbowetgeving is om werknemers en werkgevers meer te betrekken bij arbodienstverlening en preventie een nog belangrijkere rol laten spelen. Zo worden de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts aangescherpt, krijgt het medezeggenschapsorgaan een grotere rol bij het arbobeleid en wordt de positie van de preventiemedewerker versterkt.
In het basiscontract moet per 1 juli 2017 staan: > hoe de toegang tot de bedrijfsarts (bijvoorbeeld open spreekuur) is geregeld. > hoe het overleg met de bedrijfsarts, de ondernemingsraad en de preventiemedewerker is geregeld. > dat de bedrijfsarts iedere werkplek kan bezoeken; > dat een werknemer een second opinion bij een andere
bedrijfsarts kan aanvragen wanneer hij twijfelt aan het oordeel van zijn bedrijfsarts; > dat de bedrijfsarts adviseert over preventieve maatregelen; > dat de bedrijfsarts beroepsziekten meldt aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten; > welke werkwijze de arbodienst of bedrijfsarts hanteert wanneer een werknemer eventuele klachten over de dienstverlening wil indienen. De contracten die op of na 1 juli 2017 worden of zijn afgesloten moeten gelijk aan de wettelijke verplichtingen voldoen. De Inspectie SZW gaat hier scherper op toezien en werkgevers kunnen een boete krijgen als zij niet aan de wetgeving voldoen. Voor de contracten die voor 1 juli 2017 zijn afgesloten geldt een overgangstermijn van één jaar. Voor 1 juli 2018 moeten alle contracten voldoen aan de nieuwe wetgeving. Als u bij Colland en bij SAZAS bent
aangesloten of afzonderlijk een contract heeft met Stigas of een andere arbodienst, dan zijn alle zaken met betrekking tot het basiscontract voor u geregeld.
In de agrarische sector komt het vaak voor dat werkgevers enkel voor kortere periodes seizoenarbeiders in dienst hebben. Vaak zijn deze werkgevers niet verzekerd voor verzuim en hebben ze geen contract met een arbodienst. Deze werkgevers dienen dit nu wel te doen. Dit punt heeft de aandacht van de beleidsadviseurs van LTO. Er zijn partijen die hier rekening mee hebben gehouden. Heeft u geen vaste medewerkers in dienst en heeft u derhalve geen regulier arbocontract, dan biedt het ’Stigas arbopakket zelfstandigen met seizoenskrachten’ een oplossing voor werkgevers met dit soort tijdelijke dienstverbanden. <
Machinefabriek Boessenkool bouwt de Multi Tool Trac. We bezoeken de fabriek, in Almelo, samen met Martijn Holtslag van Boomkwekerij Holtslag en Harald Leuveld van Leuveld Boomkwekerijen: twee bedrijven waar de werkzaamheden in onder andere coniferen al danig zijn gemechaniseerd. Maar de grens is nog niet bereikt. Bij het rooien van machinaal rondgestoken planten, bijvoorbeeld, komt toch nog aardig wat seizoensarbeid kijken. „Hoelang zullen Polen
en Roemenen het werk nog doen? We moeten dus nog meer mechaniseren”, meent Holtslag. Ook het planten zorgt voor een arbeidspiek. „In een korte tijd van het jaar moeten we veel werk doen”, zegt Leuveld. „Daarom planten we al op gps.” De kwekers zetten nog steeds stappen in de mechanisatie. Holtslag heeft bijvoorbeeld geïnvesteerd in een standaard New Holland maar wel op hoge wielen, om over hogere planten te kunnen rijden. Leuveld,
die al een tijd met een Rath-portaaltrekker en allerlei apparatuur eraan werkt, op een spoorbreedte van 1,8 m, kijkt vooruit: „Meer doen in dezelfde werkgang, daar is nog veel winst te behalen.”
De uitvinder en directeur van de Multi Tool Trac, Paul van Ham, luistert aandachtig naar de kwekers. „We kunnen ons concept zo breed en zo
hoog bouwen als we willen”, zegt Van Ham, die van oorsprong een Wageningse landbouwtechnicus is. „Stel, je gaat niet op een bed van 1,8 m werken, maar op een bed van 3,6 m zodat je twee keer zoveel kunt meenemen in dezelfde werkgang?” Met het vergroten van een werkbreedte heb je, uitgaand van een trekker met standaard vier wielen, minder rijsporen nodig. „Grond die je niet berijdt, daar zit de winst”, aldus Van Ham, die uitlegt hoe het idee voor de Multi Tool Trac is ontstaan. „We hebben een jaar lang gebrainstormd met zeven biologische akkerbouwers. Die wilden af van brede banden en bodemverdichting.” Bodemverdichting is volgens Van Ham overal aan de orde. „Op iedere grondsoort, en juist op zandgrond. De hoofdoorzaak is het totale gewicht van een machine. Je kunt er wel dikke banden onder leggen, maar die zorgen er juist voor dat de grond onder de bouwvoor steeds dieper verdicht.” Het heeft volgens Van Ham geen zin om een verdichte bodemlaag los te trekken met bijvoorbeeld een diepwoeler, als je de grond willekeurig blijft berijden met dezelfde banden en hetzelfde gewicht.
Controlled Traffic Farming (CTF) biedt wel een blijvende oplossing. Dat betekent telkens over dezelfde sporen rijden met gps. Het heet ook wel onbereden beddenteelt. „Het omschakelen naar vaste rijpaden is ingewikkeld, maar je spaart de grond ertussen”, zegt Van Ham. „Boeren halen er gemiddeld 15-20% meer opbrengst mee.” Hoe minder rijpaden, en hoe minder vaak je er hoeft te rijden, des te beter dat natuurlijk is voor de grond. Maar hoe groot is dan de optimale spoorbreedte, vragen de kwekers zich af. De bio-akkerbouwers kwamen uit op een CTF-systeem van 3 m en een werktuigendrager die dus op sporen van 3 m rijdt. „Breed op het veld, maar smal op de weg.”
De trekker moest wel in het biologisch plaatje passen. Geen standaardtrekker, dus, op diesel. „Dat concept is al meer dan 100 jaar lang onveranderd”, vertelt Van Ham, „maar ik geloof niet dat het rijden op diesel is vol te houden. Daarom hebben wij een ander concept ontwikkeld: een trekker op vier grote wielen en een elektrische aandrijflijn.” Dat concept is dus de Multi Tool Ins en outs Multi Tool Trac ( Trac). De uitvinder laat ons impressies zien, van het onderwerp, en van het eerst gebouwde prototype. Het roept vraag na vraag op. „Hoeveel kracht levert die?”, wil Leuveld bijvoorbeeld weten. „Op de wielen kunnen we 240 pk zetten”, antwoordt Van Ham. „Elektrisch, want dat levert maximaal koppel op. Bij diesel moet je eerst toeren maken.”
Werktuigendragers en portaaltrekkers die nu in de boomkwekerij werken, hebben een mechanische of hydrostatische aandrijving. Sommige standaardtrekkers van DeutzFahr zijn verhoogd tot portaalversies, met een kettingaandrijving onder de achterwielas. Vergeleken met dit alles reageert Holtslag op de Multi
Tool Trac: „De manier van aandrijving staat me zeker aan. Maar is het werken met accu’s wel te doen?” „Accu’s zijn nog een drama”, erkent Van Ham. Het accupakket dat op de eerste Multi Tool Trac zit, kan een totaal vermogen van 22 kWh leveren. Maar de ontwikkelingen gaan snel. Accu’s leveren nu meer vermogen en kosten minder. Zo introduceerde Fendt recent een elektrische trekker met een accu van 100 kWh. „In een paar jaar tijd hebben trekkeraccu’s vijf keer zoveel vermogen gekregen, voor hetzelfde geld.” Eenzelfde ontwikkeling is bij elektromotoren te zien. Rigitrac had al eens een trekker met elektrische aandrijving gebouwd. „Met aan elk wiel een elektromotor van €50.000 per stuk. De elektromotoren die wij nu gebruiken, kosten een factor tien minder. En er zit een tandwielset bij.”
We gaan de Multi Tool Trac in het echt zien. Van Ham loopt ons voor, door een grote hal van Boessenkool. Buiten staat de werktuigendrager klaar voor een testrit. „Dat is een heel bouwwerk”, reageert Leuveld verrast, terwijl Van Ham via een trap op de trekker klimt. Het gevaarte staat op
>
vier hoge wielen, is bijna 4 m hoog en de wielbasis is 5,5 m. Met 2,25 m valt de spoorbreedte nu nog mee. Als de uitvinder in de cabine zit, schuift de trap automatisch naar boven, zodat die niet een achterwiel kan raken. Want elk wiel kan onafhankelijk sturen, zo blijkt als de trekker na starten vrij stilletjes wegrijdt. Onder het rijden demonstreert de chauffeur het vergroten van de spoorbreedte. Hij laat de assen en daarmee de wielen automatisch naar buiten schuiven, totdat die in de maximale stand staan: op een spoor van 4,2 m breed. Deze trekker heeft drie posities voor hefinrichting en aftakas, dus hieraan zou je drie aparte machines kunnen hangen. De werktuigendrager is robuust gebouwd zodat je er bijvoorbeeld ook mee kunt ploegen. Voor gewasverzorging in de boomkwekerij is echter weinig kracht nodig. „Als je wilt schoffelen of spuiten, kan de trekker minder robuust zijn”, denkt Holtslag. „Dit concept biedt wel mogelijkheden voor de boomkwekerij.” Dan houdt de trekker stil voor een andere demonstratie. De cabine schuift automatisch een stuk
naar voren, en weer naar achteren. Afhankelijk van welke machine je eronder zou hangen, kijk je dus bovenop het werk. Leuveld: „Je ziet dus goed wat je doet, dat valt mee bij zo’n grote machine.” We mogen ook meerijden. In de cabine zijn de beelden van drie camera’s te zien, die hangen voor, achter en onder de trekker.
Maar dan klinkt een startende dieselmotor. De Multi Tool Trac heeft weliswaar een elektrische aandrijflijn, elektromotoren op de wielen en een accupakket. Maar die accu’s zijn vooralsnog al na één uur leeg. Daarom zit er toch nog een dieselmotor op deze trekker. Het blijkt een zescilinder-Steyr die liefst 210 pk kan leveren en die een generator aandrijft voor de stroomvoorziening onderweg. Het is dus een hybride. „Het duurt nog wel even voordat zo’n trekker in de boomkwekerij komt”, zegt Leuveld als de werktuigendrager in de fabriek wordt geparkeerd en aan de netstroom gaat. Het opladen van het accupak-
ket duurt een uur of vijf, vertelt Van Ham. „Het hangt ook van de oplader af: hoe duurder, hoe sneller.”
Boessenkool is de productie van de Multi Tool Trac al wel gestart, want er is vraag naar het trekkerconcept. Dat concept won trouwens al in 2014 een innovatieprijs op het boerenevenement AgroTechniek Holland, toen er niet eens een prototype was. De eerste boer gaat nu echt werken met de Multi Tool Trac, op 80-100 ha met diverse gewassen in de Noordoostpolder. Dat zal volgens Van Ham deze besparingen opleveren: 20% minder brandstof („€3.000 diesel/ jaar minder”), 20% minder werktijd („2.000-3.000 uur/jaar minder”) en 20% hogere gewasopbrengst. De uitvinder verwacht in de toekomst meerdere gebruikers. Wellicht geeft de Floriade 2022 een zetje, want daar richt Multi Tool Trac een E-Farm in: een proeftuin met trekkers die op windenergie rijden. „Op de Floriade laten we zien dat onze trekker volledig elektrisch kan werken.” <
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) is de laatste jaren samen met fabrikanten bezig met een heretikettering van alle gewasbeschermingsmiddelen. Oude etiketten met daarop een wettelijke gebruiksvoorschrift (WG) en een gebruiksaanwijzing (GA) worden omgezet naar een nieuw wettelijk gebruiksvoorschrift (WG). Het doel hiervan is een eenduidig, handbaar en naleefbaar etiket. Op het nieuwe WG staat een tabel met daarin het toepassingsgebied, het type toepassing of te bestrijden organisme, de dosering, de maximale dosering per ha, een maximum aantal toepassingen per jaar en een minimum interval tussen toepassingen. De heretikettering gebeurt in fasen. Sinds juli 2015 zijn de nieuwe etiketten voor alle onkruidmiddelen van kracht. Vanaf 1 januari 2018 krijgen ook alle insecticiden en acariciden een nieuw etiket. Voor middelen met het oude etiket geldt een aflevertermijn tot 1 juli 2018 en een opgebruiktermijn tot 1 juli 2019. Voor alle fungiciden wordt de heretikettering een jaar later van kracht.
Door de beperkingen op het etiket is de onkruidbestrijding er de laatste jaren niet gemakkelijker op geworden. Kwekers moeten goed van te voren nadenken over hun bestrijdingsstrategie en er rekening mee houden hoe vaak ze een bepaald middel maximaal mogen gebruiken.
Dit gaat nu ook spelen voor de bestrijding van insecten en mijten. Het is verstandig met uw gewasbeschermingsadviseur de gevolgen van de nieuwe gebruiksvoorschriften voor uw bedrijf in kaart te brengen De eerste stap is om voor de middelen die u veel gebruikt de nieuw wettelijke gebruiksvoorschriften op te zoeken op de toelatingenbank op de website van het Ctgb. Als een etiket wijzigt wordt dit op het etiket aangeduid met een W-code, bijvoorbeeld W1, W2, W3 et cetera. Op de verpakking staat deze code omcirkeld achter het toelatingsnummer. Op de site ziet u wat het nieuwe W-nummer is en wat de opgebruiktermijn is voor het oude W-nummer Print het meest recente etiket uit. Lees dat goed zodat u op de hoogte bent hoe van de nieuwe wettelijke eisen en vooral hoe vaak u een bepaald middel maximaal mag toepassen. Kijk of dat gevolgen heeft voor uw bestrijdingsstrategie.
Voor insecticiden of acariciden die recent zijn toegelaten verandert er weinig. Deze middelen hebben bij de toelating al direct een nieuw wettelijk gebruiksvoorschrift gehad. Voor sommige middelen die al langer zijn toegelaten, zijn de etiketwijzigingen drastisch en ontstaan knelpunten. Zo mag u Runner volgens het nieuwe gebruiksvoorschrift uitsluitend in de ondekte teelt toepassen en niet vaker dan 1 keer per jaar. Voor kwekers die regelmatig problemen met rupsen
hebben, vraagt dat een aanpassing van hun gewasbeschermingsstrategie. De bacteriepreparaten Turex en Xentari zijn een alternatief en mogen respectievelijk 6 en 8 keer per jaar worden toegepast. Deze middelen werken echter met name op jonge rupsen en als de temperatuur voldoende hoog is.
Decis mag maximaal drie keer per jaar (niet in laanbomen), maar dat is een middel dat niet-selectief werkt waardoor ook natuurlijke vijanden worden gedood. Taxuskeverbestrijding was al een knelpunt sinds Steward is verboden. Calypso met Decis kwam in het verleden ook goed uit on-
derzoek. Voor Calypso geldt in de buitenteelt een minimum interval van 60 dagen tussen twee bespuitingen. Zeker bij een hoge keverdruk is dat spuitinterval te groot. Het wordt daarom puzzelen met het beschikbare middelenpakket om toch een goede bestrijdingsstrategie te realiseren. <
„Toen ik in juni 1975 begon, was het heel primitief. In Opheusden was het oude gaardsysteem nog volop in gebruik. Prunus, Ulmus, Tilia, Salix en Populus: alles stond door elkaar. Als een wilg werd gerooid, werd er bijvoorbeeld een iep terug geplant. Dat was een mooie vorm van natuurlijk kweken, want je kreeg geen bodemmoeheid. Met keuren liep je soms wel door de stalmest, die werd met kruiwagens de kwekerij op gereden.”
„Dat klopt, we keurden alleen de nutsbomen, zoals bepaalde wilgen, populieren, iepen, linden en esdoorns: bomen voor een nut zoals houtproductie of laanbeplanting. Ook de vruchtbomen en kleinfruit zaten toen in de verplichte keuring. Dat was toen al volgens een wettelijke basis, de Zaaizaad- en plantgoedwet. Voor de keuring moesten kwekers daarom aangesloten zijn bij de NAKB.”
„Ja, ik had vaak zes ordners in de auto liggen, want voor elk perceel had je een formulier waarop je schreef welke gewassen er stonden. Kwekers gebruikten toen nog geen labels, maar je moest wel alles uit elkaar zien te houden.”
„Van mijn voorgangers in rayon Midden- en Noord-Nederland leerde ik de basis; de rest heb ik vooral geleerd door zelfstudie. Gijs Arends had kantoor aan huis, in Opheusden, en vandaaruit werkten ook Chris van Valburg en ik.”
„Je zag langzaamaan meer vermenging doordat kwekers hout bij henzelf of andere kwekers gingen knippen. Maar ze kenden niet alle gewassen goed. Zonder dat ze het wisten dachten ze bijvoorbeeld Acer pseudoplatanus ’Rotterdam’ te knippen, maar dan was het een andere cultivar.”
„Het was goedkoper. Ik snap het wel, maar uiteindelijk kun je wel duurder uit zijn, omdat je bomen bijvoorbeeld
niet in de handel kunt verkopen. Je moet soort- en rasechte planten verkopen. Als bijvoorbeeld Malus ’Red Sentinel’ wordt gevraagd, kun je het niet maken om ’Evereste’ te leveren – tenzij je dat van tevoren tegen de afnemer zegt.”
„Ja, dan belden ze op: ’Het is een Sorbus maar ik weet niet welke het is!’. Ze waardeerden het heel erg als ik zei welke Sorbus het was, want zo voorkwamen ze problemen. Mijn devies is altijd: begin met gezond én soort- en rasecht uitgangsmateriaal. En zorg dat de gewassen goed op papier staan of in je computersysteem zijn opgeslagen, dan is de kwekerij ook goed te keuren.”
„De meeste kwekers nu wel, maar vroeger niet altijd. Het verschilde wel per kweker en het lag ook aan gewassen en ziekten. In bepaalde bomen kan bijvoorbeeld de quarantaine-ziekte bacterievuur voorkomen. Dan zien kwekers de meerwaarde wel in van de keuring, want je kunt aangeven dat het bacterievuur is. Maar bij coniferen en kwaliteitsziekten zagen kwekers de waarde minder.”
„Nee. Iedereen die keurmeester wordt, moet een cursus ziekten en plagen volgen bij de NVWA. Je moet jezelf er ook in willen verdiepen. Zelf deed ik veel onderzoek, dat vond ik interessant en leuk. Als ik twijfelde aan een virus, schimmel of insect, stuurde ik vroeger een monster naar de PD in Wageningen – vooral met Henny van Kesteren had ik veel contact, dé specialist daar – en later naar het lab van Naktuinbouw. Je kunt niet alles weten, hè.”
„Ja, prima. Ik vond eens een behoorlijke aantasting van bacterievuur, de kweker ging gelijk mee om de bomen te vernietigen. Goed is goed, ziek is ziek. Als kweker moet je ook het goede willen en ook eerlijk zijn, dan kun je elkaar versterken. Het gaat erom dat je een betrouwbaar product krijgt. Gezondheid en identiteit zijn daarbij heel belangrijk.”
„Toen werd er meer gerommeld, maar later kwam ik het vrijwel niet meer tegen. De kwaliteit is in 40 jaar écht met sprongen omhooggegaan, in de hele boomkwekerij in mijn rayon. Het is echt betrouwbaar materiaal, en mede daardoor zie je ook dat de handel is toegenomen. Ik ben blij dat ik daaraan mijn steentje mocht bijdragen.”
mooi. Op een goede manier je werk doen, en op een integere manier kwekers helpen, daar gaat het mij om. Als je kennis van iets hebt, heb je de mogelijkheid om die over te brengen aan kwekers die die kennis niet hebben. Ik ben Naktuinbouw echt dankbaar dat ik er zo lang heb mogen werken. Ik ben ook bijzonder dankbaar dat ik mijn werk in goede gezondheid heb kunnen doen.”
„Ik wist het werk altijd wel te relativeren, ook als ik het heel druk had. Ik had en heb nog steeds een passie voor bomen, planten en mensen. Die combinatie vind ik heel
„Ik voel me fit en gezond en wil graag actief blijven. Ik ga graag door met vrijwilligerswerk voor onder andere de Kasteeltuin in Hemmen, studieclub van Tree Centre Opheusden, KVBC en Nederlandse Planten Collecties.” <
De circa 40 soorten Abies komen over bijna het gehele noordelijk halfrond voor. In grote delen van Azië (Rusland, China, Japan en de Himalaya), CentraalEuropa en Noord-Afrika en Noord-Amerika kunnen deze statige bomen worden aangetroffen. Abies concolor, de Colorado zilverspar, is één van de NoordAmerikaanse soorten en groeit van nature in het zuidwesten van de Verenigde Staten, in het bijzonder in de staten Colorado, New Mexico, Arizona, Utah, California en Oregon. Uit het verspreidingsgebied kan worden afgeleid dat A. concolor een soort is die van wat meer warmte en relatieve droogte houdt. Natuurlijk komt de boom niet in de woestijnachtige gebieden in genoemde staten voor maar meer in de wat hoger gelegen gebieden. De Colorado zilverspar is een grote boom. In de natuur kan hij 60 m of hoger worden, in cultuur wordt hij echter zelden hoger dan 20-25 m. Hoewel er voorbeelden van circa 40 m hoge exemplaren zijn. De boom vormt een doorgaande harttak met horizontaal afstaande zijtakken. De bast is lange tijd licht bruingrijs tot grijs. Pas op latere leeftijd kleurt deze grijsbruin met ondiepe lengtegroeven. De naalden zijn relatief lang, tot circa 7 cm. Ze variëren enigszins in kleur van groen (soms onder de ongeldige naam A. concolor var. lowiana verhandeld) tot helder groenig blauw. De vormen en cultivars met helder groenig blauwe naalden zijn in praktijk veel populairder. Deze mooie combinatie van naaldlengte en –kleur is de grootste sierwaarde van de bomen. De opstaande kegels zijn tot 15 cm groot. Aanvankelijk zijn ze lichtgroen tot purperrood en bij rijpen verkleuren naar bruin. Er zijn tientallen benaamde cultivars van A. concolor, die niet allemaal even breed gekweekt worden. Een oude cultivar van Nederlandse origine is 'Wattezii'. Deze cultivar werd al rond 1900 in Bussum gevonden
als mutatie in A. concolor. Het is een dichtvertakte plant die langzamer groeit dan de soort. De jonge scheuten hebben opvallend bleekgele naalden die later in het seizoen intens zilverachtig groenblauw kleuren. Ook de naalden aan de jonge scheuten van 'Wintergold' zijn geel. 's Zomers kleuren ze groen, maar in de winter verkleuren de naalden wederom groengeel tot donkergeel. Een goede cultivar die ook nog eens op redelijke schaal wordt gekweekt en ook nog eens beduidend kleiner blijft dan de soort is 'Archer's Dwarf'. De naam is prima gekozen: na circa 15 jaar is deze cultivar slechts een kleine 2 m hoog en bijna anderhalve meter breed. De naalden zijn mooi groenblauw van kleur. A. concolor kan op vele manieren worden toegepast. De boom kan op vele grondsoorten prima groeien, ook op droge grond. Met name op voedzame zandgronden zullen de naaldkleuren intenser zijn. Daarbij is de boom warmtebestendig en zeer winterhard. Vanwege de naaldkleuren kunnen de soort en de cultivars als accentplant worden geplant. De compactere cultivars kunnen goed als achtergrond van een vaste plantenborder worden toegepast. <
’Nu werken we korte dagen, in het voorjaar lange’
„Het plantgoed van de minder winterharde
we nu doen gaat het oppotten in het voorjaar
soorten als Juniperus, Taxus en Chamaecyparis
sneller. Fijn, want in die periode is het druk-
maken we nu klaar om over te potten”, vertelt
ker, terwijl het doorgaans in december/janu-
ongeveer 50% van het werk op de kwekerij.
Paul Bremmer. Op de kwekerij van Bremmer
ari vrij rustig is.”
Buiten worden ondertussen de onderstam-
betekent dat de potten van de planten worden
Bremmer werkt veel met vaste krachten.
ook nog overuren worden gemaakt. Het winterklaar maken vormt momenteel
men opgebonden, gesnoeid, van eventueel
gehaald, de planten worden schoongemaakt
„Dat kan omdat wij een redelijk gelijkmatige
en de bovenste centimeter van de grond wordt
arbeidsfilm hebben. In de wintermaanden
gehaald. „Door het verwijderen van de to-
is het wel wat rustiger en in het voorjaar
ontruimen en verwijderen van het contai-
plaag van de pot zijn we gelijk het mos en alle
drukker. We werken daarom in de winter-
nerveld dat naast de kas ligt. „We gaan onze
onkruidzaden kwijt. Dat voorkomt dat deze
maanden een uur minder, dan maken we
kas uitbreiden van 6.000 m2 naar 11.000
zaden volgend jaar weer overlast geven.” Ver-
dagen van 7,5 uur. Dat is ook prettiger omdat
m2. In april moet deze klus geklaard zijn.”
volgens gaan de planten in kisten de koelcel in.
het zo laat licht en vroeg donker wordt. In
Het voorbereidende werk als opschonen,
Daar worden ze enkele dagen terug gekoeld.
het voorjaar werken we dan iedere dag een
vervangen van de beschoeiing aan de sloot-
Daarna worden de kisten ingeseald en weder-
uur langer en wordt er dus standaard 8,5 uur
kant en dergelijke is deels uitbesteed, maar
om in de koelcel geplaatst en bewaard bij -2ºC.
gewerkt.” Helemaal afdoende is dat overigens
waar mogelijk worden dingen zelf gedaan.
„Eind februari beginnen we met het oppotten
niet. Het voorjaar kent ook bij Bremmer een
„Een klus waar we nu dus aardig druk mee
van deze planten, maar door het voorwerk wat
arbeidspiek, waardoor er naast dat extra uur
zijn.” <
onkruid en mos ontdaan en overgepot. Een andere klus die aandacht vraagt is het
„We zijn nu volop aan het rooien en sorteren”, vertelt vaste plantenkweker Theo Vilier. Tot half december gebeurt het rooien veelal op order, daarna wordt er meer voor de voet uit gerooid. „Dat is nodig, want januari zijn drukke
’De kwaliteit van de planten is goed’
weken en het is dan een hele toer om de orders bij elkaar te krijgen.” Niet alle gewassen rooit Vilier voor de voet uit. „De gewassen die het eerst bovengronds afsterven zoals Dicentra, Astilbe en Hosta, worden ook als eerste in zijn geheel gerooid. Gewassen die min of meer groen de winter doorgaan zoals Anemone, Waldsteinia, Lavandula en grassen, laten we op het land staan en rooien we in delen als we moeten uitleveren.” Over de kwaliteit van de planten is Vilier goed te spreken. „Voor ons was de zomer als deze een goede. Her en der hebben we weinig regen gehad, maar dat kunnen we zelf met beregening corrigeren.” Tot op heden voldoet zowel de maat als de aantallen aardig goed aan de inschatting die in september op het veld is gemaakt. „Met een enkel soort zitten we wel eens 5 of 10% ernaast. Soms omdat het aantal afwijkt, soms is de maat kleiner. Met ruim 200 soorten komt niet elke schatting goed uit. <
Op de kwekerij van Corné Leenaerts wordt momenteel volop gerooid en dat verloopt voorspoedig. „De sneeuw voor de kerst heeft ons weinig parten gespeeld en ook de regen zit ons qua werkzaamheden nog niet dwars“, laat Leenaerts weten. Door de neerslag is het wel lastig om gewassen van laaggelegen percelen te halen. „Dat moet je nu niet willen, want dan rij je de grond kapot. Gelukkig hebben we voor orders voldoende van alle soorten op voorraad, waardoor we ervoor kunnen kiezen om onder natte omstandigheden uitsluitend te rooien op de hooggelegen percelen.” De lengtegroei van de gewassen is afgelopen jaren goed geweest, de vertakking valt in sommige gewassen tegen. „We wijten dat met name aan de late vorst die we in april hebben gehad. Uitgelopen knoppen zijn toen kapot gevroren en dat is nu dus zichtbaar door een minder vertakt gewas.” Het rooien loopt bij Leenaerts nog door tot half maart. „We zijn nooit erg vroeg klaar, maar dat geeft niet. Het plantgoed voor eigen gebruik ligt in de koelcel om te voorkomen dat het vroegtijdig uitloopt.” <
’De laaggelegen percelen hebben hinder van de regen’
TreeCommerce
HĂŠt digitale communicatie platform voor de boomkwekerij. Meld u aan en vergroot uw verkoopkansen! Volg TreeCommerce ook via twitter: @Treecommerce
Yo u r A d j u v a n t S p e c i a l i s t
Hulpstoffen voor gewasbescherming
www.treecommerce.com
Hasten, elasto G5 en atplus verbeteren de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen en groeiremmers SURfaPLUS BV, Wageningen tel. 0317-451217 E-mail: info@surfaplus.com www.surfaplus.com
+ '( %$..(5
( ;3(57,6(%85($8
Aan- en verkoop, onteigeningen, taxatie en bedrijfsbegeleiding van boomkwekerijen Engelandlaan 58 2391 PN Hazerswoude-Dorp I ITC Boskoop T: 0172 - 53 48 79 W: www.vdsm.nl E: info@vdsm.nl
Specifieke boomkwekerij schade-expertise bij: • schade aan plantopstanden • schaderegeling • onteigening • planschade • LRGD geregistreerd deskundige • NIVRÉ Register-Expert • Lid N.V.A.E. • Tevens uitgave Prijzenregister Boomkwekerijproducten
Compleet in teeltvloeren Telefoon: 0182 - 351144 • Bergambacht info@houdijkdenboer.nl • www.houdijkdenboer.nl
VDH FOLIEKASSEN BV
De Akker 100, 2743 DP Waddinxveen bakkerexpertise@planet.nl
www.bakkerexpertise.nl
Tel. 0172-235990 | www.foliekassen.com
Leverancier van:
Floramat teeltvloeren · Licht en sterk · Gemakkelijk te verwerken · Uitstekende drainage eigenschappen
www.mastop.nl
com
Kalk is calciumcarbonaat (CaCO). Het vindt zijn oorsprong vele miljoenen jaren geleden en bestaat grofweg uit twee bronnen: opgestapelde resten van kalkhoudende zeeorganismen (voornamelijk skeletjes: organisch gevormde kalksteen) en neergeslagen kalk (door hoge zoutconcentraties in zeewater: anorganisch gevormde kalksteen). Deze opeenstapeling van skeletjes, samen met een laag kalkmodder, vormen de kalklagen die in de loop der miljoenen jaren naar de oppervlakte zijn bewogen en vandaag de dag te vinden zijn in de kalkmijnen waar kalkproducten vandaan komen.
In een kalkmijn zijn verschillende soorten kalk te vinden. Voor toepassing in de land- en tuinbouw worden twee soorten kalk onderscheiden, afhankelijk van de diepte waarin de kalk wordt gewonnen. In het bovenste gedeelte van de mijn is coccolietenkalk te vinden, een jonge kalksoort die zeer poreus is. Deze eigenschap maakt coccolietenkalk geschikt voor een snelle pH-correctie, en als bron van calcium die snel beschikbaar is voor planten. Een voorbeeld van een product met coccolietenkalk is DCM Zeewierkalk. Dieper in de kalkmijn treft men dolomietenkalk aan. Deze kalk is ook afkomstig van organische en anorganische processen, maar dolomietenkalk is veel ouder dan coccolietenkalk. Doordat deze kalk zich in dieper gelegen lagen bevindt
en de druk door bovenliggende lagen heeft toegenomen, heeft een proces van dolomisatie plaatsgevonden. Dit proces zorgt ervoor dat de kalk harder en minder poreus is geworden en bovendien een hoger gehalte aan magnesium bevat. Dolomietenkalk is onder meer bekend als dolokal en dologran. Door de harde vorm is deze kalksoort minder geschikt als directe calciumbron voor de plantenvoeding, maar voornamelijk als langzame pH-verhoger. Op nog diepere lagen wordt kalk aangetroffen die niet meer geschikt is voor landbouwtoepassingen. Diverse processen (cementatie en rekristallisatie) en toenemende druk in de grond hebben deze dieper gelegen kalklagen dusdanig verdicht, dat hieruit marmer is ontstaan.
Kalk wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het verhogen van de pH. Een optimale bodem-pH zorgt namelijk dat de meeste voedingselementen goed kunnen worden opgenomen door de plantenwortels. Daarnaast presteert het bodemleven optimaal bij een pH tussen de 5,5 en de 6,5. Bij het kiezen van een kalk dient rekening te worden gehouden met de huidige bodem-pH en de jaarlijkse verzuring van de grond. De verzuring kan verschillende oorzaken hebben: natuurlijke verzuring, bodemverzuring door (kunst)meststoffen of de verzurende werking door de plantenwortels zelf. Kalk wordt ook gebruikt als structuurverbeteraar, vooral op slemp-
gevoelige gronden. Calcium is een groot molecuul en kan als het ware tussen de kleideeltjes structuurbruggen vormen. Daardoor ontstaat een betere vocht-luchtverhouding in de grond, waardoor de plant een betere wortelgroei en (daardoor) plantontwikkeling vertoont.
Een jonge kalkbron kan ook dienen als calciummeststof. Jonge coccolietenkalk is snel oplosbaar en kan daarom snel calcium vrijstellen. Calcium is een belangrijke bouwsteen voor de stevigheid van celmembranen. Mede daardoor draagt een goede calciumbeschikbaarheid bij aan de ziekteweerbaarheid van een plant. Het zorgt voor het verstevigen van het celmembraan en het reguleert de verzwakkende stoffen die een plant uitscheidt bij aantasting. Daarnaast remt het weefselafbraak, bijvoorbeeld bij schade, en zorgt het voor gezonde planten. Ook op kleigronden met een pH tot 7,4 is een jonge coccolietenkalk geschikt als calciumbron. Een jaarlijks lichte onderhoudsgift zorgt voor calcium die snel beschikbaar is voor planten, zonder dat er iets aan de pH wordt gedaan. Daarnaast zorgt het carbonaatgedeelte in de kalk ervoor dat het bodemleven blijft bespaard, in tegenstelling tot gips. Calcium kan enkel worden opgenomen door jonge worteldelen en wanneer de pH hoger is dan 5,5. Calcium kan ook in grote hoeveelheden uitspoelen, tot wel 400 kg CaO per jaar. Het is daarom raadzaam om
hier rekening mee te houden wanneer je verouderde grondmonsters raadpleegt.
De herkomst van de kalk bepaalt dus voor een groot deel voor welke toepassing deze geschikt is. In principe zijn coccolieten- en dolomietenkalk geschikt voor het verhogen van de pH, waarbij de eerste en jongste variant het snelst zijn werk zal doen. Dit heeft te maken met de reactiviteit van de kalk, die wordt bepaald door de fijnheid van de kalk en het magnesiumgehalte in de kalk.
Coccolietenkalk heeft een laag magnesiumgehalte waardoor deze sneller reageert en snel oplost. Om die redenen is deze kalksoort ideaal om planten te voeden met calcium en snel de pH te verhogen. Dolomietenkalk heeft een hoger magnesiumgehalte (15-19%) en daardoor een lagere reactiviteit. Hierdoor lost dolomietenkalk trager op. Dolomietenkalk is daarom ideaal om de pH traag te verhogen en om magnesium aan te brengen. Vaak wordt een combinatie van zowel coccolietenkalk als dolomietenkalk gebruikt. Deze mengeling zorgt voor een snelle oplosbaarheid
van de kalk, waar behalve calcium (coccolietenkalk) ook magnesium (dolomietenkalk) vrijkomt en zorgt voor een groenkleuring.
Welke kalk is het best? Dat is dus volledig afhankelijk van de gewenste toepassing. Geen enkele kalk is slecht, mits toegepast in de juiste situatie en de juiste dosering. Laat u daarom vooraf goed informeren over de mogelijkheden en maak een weloverwogen keuze. Want op de vraag â&#x20AC;&#x2122;ik moet gewone kalk hebbenâ&#x20AC;&#x2122; heeft niemand antwoord. <
Laat planten eerst wat opdrogen en het water eruit zakken, voordat ze de koeling ingaan. Hoewel planten goed vochtig mogen zijn in een koelcel, is het niet verstandig om er te veel water in te laten zitten. Veel ijs tussen de planten en wortels kan bovendien voor beschadigingen zorgen: wortels breken vaak af en bast kan verkleven en loskomen na dooi uit ijs. Dit gebeurt normaal gesproken niet vaak. Meestal wordt er eerst gesorteerd, maar omdat de omstandigheden niet ideaal zijn kan het, om snel te kunnen werken, gemakkelijk lijken planten tijdelijk en recht van het land op te slaan in de koeling. Sowieso vraagt opslag van planten na verwerking de nodige aandacht. Hoe beter dit verzorgd wordt, hoe beter de kwaliteit en vitaliteit bij uitleveren of uitplanten in het voorjaar zal zijn. De zaailingen die verplant gaan worden, kunnen na het sorteren in de koeling of kuilhoek gaan. Dit geldt ook voor winterstek. Let er bij het inpakken op dat ze goed in het folie zitten, zodat u uitdroging in de koeling voorkomt. Bij grote leverbare planten kan wikkelen in folie goed werken. Probeer daarnaast de luchtvochtigheid in de koeling hoog genoeg te houden, anders kunnen uw planten uitdrogen. Langdurig koelen is immers vocht onttrekken. Wanneer wortels uitdrogen, kunnen er later schim-
mels op komen of is de weggroei minder. De percelen blijven onder deze natte omstandigheden vaak kapotgereden achter. De schade is dieper dan menigeen denkt. Structuurschade kan lang doorwerken in de vervolgteelten. Geef het perceel voldoende rust en bewerk het pas als het droog is. Voeg na bodemanalyses de nodige mineralen toe en organisch materiaal in de vorm van groencompost en/of ruige stalmest. De hoeveelheden zijn afhankelijk van de uitslagen van de analyses. Zaai daarna bij voorkeur een seizoen een goede groenbemester die de bodemstructuur weer mee opbouwt. Moet u weer in de grond kweken, vanwege ruimtegebrek, dan geldt ook dat deze volgorde van toepassing. Houd er rekening mee dat dit niet ideaal is. Kijk in het sortiment welke soorten op welk perceel komen. Zet soorten die u later kunt planten en minder last hebben van structuurbederf, op de moeilijkste percelen. Met kritischere gewassen, zoals Acer campestre en Fagus, gaat het al gauw fout op kapotgereden percelen. Vaststaande percelen met structuurproblemen kunt u ook in de winterperiode nog wat helpen. Mulchen met groencompost of bladmulch en werken met een wielpadwoeler, kan percelen erdoor trekken. Mits de weersomstandigheden meewerken. <
In 2017 hebben diverse bedrijven roofmijten ingezet tegen trips. Vaak wordt de bodemroofmijt Stratiolaelaps scimitus (voorheen Hypoaspis miles) ingezet om de tripspoppen in de grond te bestrijden. Bovengronds wordt vaak gekozen voor de roofmijten Amblyseius swirski en/of Neoseiulus cucumeris om de kleine larven te prederen. Afgelopen jaar zijn er ook ervaringen opgedaan met de roofmijten Amblydromalus limonicus en Amblyseius montdorensis. De voordelen van deze roofmijten zijn met name hun activiteit bij lagere temperaturen en hun veelzijdige voedselpatroon. Komend jaar komen er meer ervaringen met deze relatief nieuwe roofmijten en zal hun rol in de boomkwekerij duidelijker worden. Ook zijn er in 2017 meer ervaringen opgedaan met plantversterkers en toepassingen van meststoffen die de planten weerbaarder maken. ’Plantversterkers’ is een verzamelnaam geworden van ontzettend veel verschillende middelen die op de markt verkrijgbaar zijn. Door bepaalde stoffen op een juist moment aan een gewas aan te bieden lijken wel voordelen behaald te zijn,
bijvoorbeeld het spuiten van aminozuren. In bepaalde gewassen in een bepaald stadium gaf het spuiten van aminozuren betere groei. Ook het spuiten van de bladmeststof silicium leek in bepaalde gewassen de ziektedruk te verlagen, doordat het blad harder werd en schimmels minder kans kregen. Zo ook het spuiten van bladmeststof calcium. De resultaten zijn echter niet klakkeloos naar alle gewassen te kopiëren. In het ene gewas valt wel een voordeel te behalen met het toedienen van bepaalde stoffen, en in een ander gewas weer niet. Plantversterkers zullen ook in 2018 weer de aandacht krijgen door te zoeken naar de juiste toepassingen. Verder gaan we ook kijken naar de toepassingen van relatief nieuwe biologische middelen zoals het middel Flipper, een biologische insecticide op basis van natuurlijke carbonzuren van plantaardige oorsprong. Het hoe en wanneer toepassen van biologische middelen, zodat het gewenste resultaat bereikt wordt, zal hierin de leidraad zijn. Ook 2018 zal weer nieuwe ervaringen gaan brengen voor 2019. Zo blijft de biologische bestrijding in ontwikkeling. <
De beoordeling van uw planten nu kan de basis zijn voor een bemestingsplan. Om de bemesting te sturen is een goed grondmonster belangrijk. Wij adviseren op basis van een Bodembalansanalyse. Daarbij ligt de nadruk op calcium, magnesium, kali en sporen, en vooral op de verhoudingen tussen elementen. Neem grondmonsters bij voorkeur in de winter als de planten in rust zijn, en geen invloed hebben op de pH. Voor de dikte van de takken is het belangrijk dat vroeg in het seizoen voldoende calcium beschikbaar is. Calcium bepaalt het aantal cellen in groeiende plantendelen, en de stevigheid. Later in het seizoen kunnen cellen, en dus takken, dikken door bemesting met kalium. Het aantal takken per plant wordt mede door snoeien bepaald Om alle ogen te laten uitlopen na snoei is het van belang dat de plant stikstof en voldoende borium ter beschikking heeft. De vertakking is ook afhankelijk van de beworteling. Hoe vertakter de wortels zijn, des te beter vertakt de plant. Voor een goed wortelgestel is fosfaat nodig. In het voorjaar is de bodemtemperatuur
echter nog laag en is fosfaat in de grond niet beschikbaar voor de plant. Zorg daarom dat u uw heesters in het voorjaar bemest met een fosfaatmeststof die snel opneembaar is; een kleine gift is al erg effectief. De lengte van de plant wordt grotendeels beïnvloed door stikstof. Zodra de bodemtemperatuur richting de 10°C gaat worden de wortels van de planten actief, en kunnen de planten weer voeding opnemen. Vanaf dit moment kan stikstof worden toegepast. Grond met veel organische stof levert veel stikstof na, maar dat komt pas in de loop van juni op gang. Daarom is een stikstofgift in het voorjaar vaak nodig. Beperk de stikstof tot het benodigde, want een overmaat maakt planten vatbaarder voor ziekten en plagen. Voor heesters die worden opgepot is het belangrijk dat de wortels gaan doorkiemen in de pot. Via de bemesting kan dit worden bevorderd met fosfaat of kaliumfosfiet. Naast deze meststoffen zijn er goede producten op de markt op basis van bacteriën en/of zeewierextracten die het kiemen van de wortels stimuleren. Sommige producten zijn wel temperatuurafhankelijk. <
>
tarieven komen aan onze wensen tegemoet en daar zijn we blij mee.” In de week na de algemene ledenvergadering kwam de Royal FloraHolland Productcommissie Boomkwekerijproducten (FPC) bij elkaar. Volgens voorzitter Peter Bontekoe is het voorstel van de veiling bij boomkwekers in goede aarde gevallen. „Ik heb bij onze achterban geen onvrede gemerkt. Ook niet over de verhoging van de kloktarieven.” Bontekoe vindt dat de gekozen tariefstructuur eerlijk is en aansluit bij de huidige ontwikkelingen. „Ik denk dat het goed is dat de kosten daar komen te liggen waar ze horen. En bij het kosten-maker-kosten-drager-principe ligt het in de lijn van de ontwikkelingen dat de klok duurder wordt. Maar daarbij is het ook goed dat de klok nog altijd ’gesubsidieerd’ wordt door de directe handel. Zo blijft de kostenverhoging beperkt.” Volgens de voorzitter zijn de nieuwe tarieven met name gunstig voor de huidige contractzenders in de boomkwekerij. „Wij lobbyen als FPC al een aantal jaar voor lagere tarieven voor contractzenders. De nieuwe
Scheidend algemeen directeur Lucas Vos schetste tijdens de ledenvergadering een beeld dat afzet via de klok de afgelopen vier jaar relatief en absoluut is afgenomen. De angst die een aantal leden heeft, is dat de afzet via de klok de komende jaren versneld afneemt en dat de klok in een neerwaartse spiraal raakt. Hogere tarieven voor klokaanvoer in combinatie met hogere inkooptarieven voor handelaren, maken afzet via de klok immers minder aantrekkelijk. Om te zorgen dat de klok niet verdwijnt, dient ze volgens alle betrokkenen versterkt te worden. Begin volgend jaar gaat de Ledenraad met het onderwerp ’versterken van de klok’ aan de slag, en dat belooft een lastige klus te worden.
Bij een sterke klok gaat het over een hoge kwaliteit van de aanvoer, betrouwbare informatie, een breed
sortiment en het voorkomen van aanvoerexcessen. Dit alles moet leiden tot een betere prijsvorming zodat aanvoeren op de klok lonend blijft ondanks de hogere tarieven. Onderscheid in kwaliteit en op basis daarvan de veilvolgorde bepalen, kan volgens sommigen de klok aantrekkelijker maken. De kans is dan groter dat kwaliteit wordt beloond, want vaak worden voor de producten die als eerste worden geveild de hoogste prijzen gegeven. Maar de vraag werpt zich dan op hoe deze kwaliteit beoordeeld moet worden. De veiling heeft immers geen keurmeesters meer. Een groep snijbloemenkwekers die in aanloop naar de ledenvergadering bezwaar maakte tegen het voorstel, ziet op hun beurt graag dat trouwe klokaanvoerders vooraan geveild worden en dat kwekers die vooral directe handel doen apart geveild worden. Dit roept de vragen op of trouwe aanvoerders per definitie staan voor kwaliteit en of ze nooit zorgen voor piekaanvoer voor de klok. Bontekoe: „Ik geloof er niks van dat er een veilvolgorde kan worden gemaakt op basis van kwaliteit. Ik zie vooral toekomst voor de klok als we het hebben over vandaag-voor-morgen-veilen, waarbij kwekers vooraf een minimum prijs kunnen opgeven. Daarmee wordt de klok interactiever, worden er geen producten tegen bodemprijzen verkocht en sturen kwekers alleen handel af die op voorhand is verkocht. <
Op de site van GrootGroenPlus is bij de aankondiging van de eerste Voorjaarsbeurs GrootGroenPlus een verwijzing naar drie andere beurzen te zien. Het illustreert van de kant van GrootGroenPlus de wens tot samenwerking met de beurzen Groenbeurs Brabant in Sint-Oedenrode, Groenbeurs Haaren in Haaren en Treevention in Venlo. Eind 2016 nam European Plant Support, als licentiehouder van GrootGroenPlus het initiatief om te komen tot samenwerking of krachtenbundeling van voorjaarsbeurzen. Zij nodigde daartoe 36 personen uit die direct of indirect betrokken zijn bij een van de voorjaarsbeurzen. Het resulteerde al snel tot de conclusie dat er zeker behoefte is aan een voorjaarsbeurs waarbij de verkoop van producten centraal staat. Maar onder de aanwezigen bestond ook duidelijk geen behoefte om te komen tot één grote voorjaarsbeurs. Aan de ene kant omdat centralisatie voor sommige deelnemers kostenverhogend zou werken, maar de belangrijkste reden lijkt toch ook dat de beurzen in Haaren, Sint-Oedenrode en Venlo tevreden zijn met hun huidige opzet. De beurzen zijn relatief kleinschalig en door het regionale karakter een podium waarop de regio extra kan
worden gepromoot. Dat laatste vormt voor GrootGroenPlus ook een belangrijk argument voor het organiseren van haar eerste voorjaarsbeurs. Het waren immers kwekers in de regio Zundert die bij de organisatie kenbaar maakten hieraan behoefte te hebben. Het tijdstip van de beurs is daarbij afgestemd op die van de beurzen in Haaren en Sint-Oedenrode. Een koppeling van de najaarsvakbeurs aan een voorjaarsbeurs maakt het volgens de beursorganisatie aantrekkelijker en makkelijker om te adverteren en buitenlandse inkopers te bereiken.
Voor de organisatie van GrootGroenPlus is het ’wel even schakelen’. „We verwachten uiteindelijk zo'n 20 standhouders op onze eerste editie. We zijn niet ontevreden over de animo, alhoewel het er best meer mogen worden. Het is natuurlijk heel wat anders dan de ruim 300 standhouders die we in het najaar mogen begroeten.” En over de sa-
menwerking met de andere beurzen. „We hebben de afspraak gemaakt om elkaar te ondersteunen om gezamenlijk bezoekers naar het zuiden te trekken. Dit jaar is een opstartjaar, maar we hebben alle vertrouwen in de toekomst.” <
Kwekers zijn eerder door hun Gaultheria heen dan gebruikelijk. De schaarste in de afgelopen weken, vooral in de potmaten tot P12, zorgde voor goede prijzen. „Duitsland heeft een aantal jaren geleden de productie flink opgeschroefd. Maar door uitval en tegenvallende kwaliteit, lijkt die overvoering nu eindelijk te stoppen. Dat komt de totale markt ten goede”, legt Siebe Feenstra van Special Plant Zundert uit. Dat Nederland de productie niet navenant
aanvulde, komt vooral omdat er strengere spuitrestricties gelden. „Het is lastig om met alternatieven dezelfde kwaliteit en aantallen te handhaven. Nieuwelingen stappen al helemaal niet in”, zegt Peter Vriends van About Plants. Pieter Heemskerk van kwekerij Van der Salm kijkt terug op een superseizoen. „Met onze teelt op roltafels, hebben we kwalitatief gezien een voorsprong. Ook speelt mee dat we ProductProof kunnen leveren.” Intratuin had flink wat Gaultheria gereserveerd, maar de afzet ging aan het begin van het seizoen harder dan verwacht. Inkoper Hans van der Stap zegt namens de tuincentrumketen: „Omdat er in Duitsland afgelopen jaren minder is opgezet is er meer druk op de markt gekomen. Opgeteld bij meer vraag in onze eigen winkels,
De omzet van tuinplanten (totaal van klok en directe verkoop) kwam bij Royal FloraHolland in november 4,7% hoger uit dan vorig jaar in dezelfde maand. De omzetstijging komt met name door een stijging van de aanvoer met 3,9% bij een nagenoeg gelijkblijvende middenprijs. De markt voor Helleborus lijkt in november iets meer in balans te
zijn. In oktober was nog sprake van bijna 25% aanvoerstijging in stuks, in november bedraagt deze 6,7%. Ook was er sprake van enig prijsherstel. In oktober lag de middenprijs nog 6% lager dan het jaar ervoor, in november is deze nog 2,2% lager. De aanvoer van Skimmia lag in november 11,4% hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. De prijs kwam daarbij 19% lager uit. Skimmia-kwe-
zijn we eerder leeg en is bijkopen lastig. Veel kwekers zijn al los. Zelfs tweede keus in P10,5 gingen begin december €1,55 op de klok.” De inkoper heeft de kwaliteit van Gaultheria de afgelopen jaren flink zien verbeteren. „De bes zit nu mooi bovenop. Dat heeft de vraag goed gedaan.” <
ker Roland van der Werf hierover: „Het valt mij op dat dit jaar de handel minder lang doorloopt dan andere jaren. September was een geweldige maand en dat geldt ook voor de eerste drie weken van oktober. Daarna is de handel plotseling teruggevallen. De aanvoerstijging komt volgens mij doordat een aantal kwekers hun productie heeft uitgebreid.” <
Sinds de afzet van bos- en haagplantsoen weer voorzichtig in een stijgende lijn zit, willen kwekers zekerheden van zaadbestellingen hebben. De oogst van diverse zaadsoorten viel in het najaar echter tegen, niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland. Vooral als gevolg van natuurlijke omstandigheden. In het geval van beuk was 2016 een mastjaar, waarna er in 2017 veel beukennoten zijn gezaaid. Maar 2017 was een beurtjaar, waardoor er
nu heel wat minder beukennoten beschikbaar zijn. Zaadbestellingen kunnen vaak slechts ten dele worden ingevuld. Meer vraag dan aanbod: dat drijft logischerwijs de prijs op. Een jaar geleden kostte beukenzaad ter illustratie iets meer dan een tientje per kilo, dit jaar al gauw meer dan het dubbele. Wie minder zaait, zal natuurlijk minder oogsten op den duur. Volgend jaar zullen er naar verwachting wel voldoende tweejarige en driejarige beuken op de markt zijn, maar daarna zal er wellicht een gat komen in het aanbod. Dat kan wel weer voor een prijsstijging zorgen, iets waarnaar kwekers al jaren snakken. Als gevolg van de verbeterde marktsituatie konden kwekers in het najaar betere prijzen halen voor hun beuken, haagbeuken en meidoorns.
Deze drie producten trokken toch wel de kar van het bos- en haagplantsoensegment. Andere soorten zaailingen liepen namelijk nog niet zo hard in het najaar. De komende maanden zullen uitwijzen in hoeverre het bos- en haagplantsoen werkelijk is hersteld van het dal waarin de sector verkeerde. <
„Voor het eind van het seizoen proberen we nog de vaste planten te verkopen, zodat we zo weinig mogelijk voorraad in de winter overhouden. Dat lukt niet altijd, dus dan verpotten we ze en zetten ze in de koude kas. Dat geldt ook voor de mediterrane planten.”
„Dit is een gemengd bedrijf, met naast het tuincentrum een hoveniersbedrijf. Onze hoveniers planten nog wel. Vanmorgen zijn catalpa’s geleverd en ik heb wat olijfbomen besteld en Quercus ilex. Die is bladhoudend en heel erg in. Deze wordt de laatste jaren wat meer gebruikt
om ‘een haag in de lucht’ te creëren. Je krijgt vandaag de dag de gekste bomen in leivorm, tot een Liquidambar aan toe. Ook platanen liggen de laatste jaren goed in de markt. Ze hebben groot, mooi, frisgroen blad en zijn een allemansvriend. Hij groeit lekker snel en is te buigen. De leilinde doet het wat minder.”
„Nee, we doen het erbij. We hebben alleen A-kwaliteit en daar hebben we al jaren een vaste kern klanten voor. Daarbij: het is het einde van het jaar. Als je het dan nog verdienen moet…”
„Qua boomkwekerij niet zo veel, of het moet al in de aanleg zitten. En je hebt niet alles in de hand. Als het in januari of februari vriest, krijg je geen aanvoer. De boom die je in de tuin van de klant wilt poten, blijft dan in Brabant staan.” <
Uitgebreid assortiment in laanen sierbomen, fruitbomen, spillen, dakplantanen en leilindes (vormbomen).
ZOWEL IN DE VOLLE GROND ALS IN CONTAINER Het juiste adres voor de beste kwaliteit! Kijk op onze website voor meer informatie:
WWW.MABO.NL
Achterstraat 12 | 6668 AA Randwijk T +31 488 49 1271 | F +31 488 49 1342 E info@mabo.nl | I www.mabo.nl
„Wij van Boningale hebben meer geïmporteerd, en ik zou niet verrast zijn als de Europese export, en zeker de Nederlandse export, van boomkwekerijproducten naar het Verenigd Koninkrijk is toegenomen. Want onze tuin- en landschapsmarkt liet afgelopen jaar een goede groei zien. Dat hebben we laatst nog besproken met andere Britse handelskwekers. Die zijn allen verheugd over de afzet. De situatie rond de Brexit is interessant. Ik ben oud genoeg om recessies
Conica’
„In week 50 deed de handel een flinke stap terug. Eigenlijk begon dat al in week 49. Nu de kerstinkopen zijn gedaan, zie je dat afnemers alleen nog nabestellingen doen van producten die harder lopen dan verwacht. Dat zijn nu bijvoorbeeld Helleborus, ’Ellwoodii’, Ilex met bes, conifeertjes met sneeuw, slingers of kleine cadeautjes als toegevoegde waarde. Tot aan Sinterklaas was het bizar druk, echt gigantisch. Veel producten raakten op, niet altijd zozeer de producten zelf, maar ook door de toegevoegde waarde waarmee het als eindproduct werd aangeboden. Zoals bij ’Conica’ en ’Ellwoodii’. Op het laatste moment zag je dat er toch wel weer wat werd vrijgegeven, waar-
te kunnen herinneren. Zodra economische kranten berichten over een recessie, daalt het Britse vertrouwen. Ik was best geschokt toen anderhalf jaar geleden werd gekozen voor de Brexit, en ik had chaos verwacht, een periode van grote onzekerheid en een gebrek aan vertrouwen. Tot mijn verbazing gebeurde dat allemaal niet. De Britse economie doet het juist best goed, groeit nog steeds. En onze leveringen blijven doorgaan. Door de Brexit en de vraag naar Britse producten zijn bedrijven hier nog steeds enthousiast voor productie-uitbreiding, maar een significant grote uitbreiding heeft nog niet plaatsgevonden. Zo’n uitbreiding gaat ook niet van vandaag op morgen. Daar gaat een lange periode overheen. Dus als de Britse economie het goed blijft doen, hebben we meer
producten nodig van het vasteland – ondanks dat het pond zwakker is dan een jaar geleden. In december is wel een eerste deal over de Brexit gesloten, maar wat de uittreding voor onze sector gaat betekenen, is nog lang niet bekend. <
schijnlijk omdat gereserveerde partijen bij anderen niet altijd geleverd hoefden te worden. De laatste twee weken van het jaar draait het vooral om nabestellingen en het uitleveren van orders voor Rusland en Montenegro, die twee weken later dan wij Kerst vieren. Het hele seizoen zit onze afdeling Tuin al flink in de lift. Tot begin december plusten we maar liefst met 60%. Met name door nieuwe klanten, maar ook bestaande klanten doen het beter. Je merkt echt aan alles dat de tuin meer belangstelling krijgt. En die nieuwe belangstelling gaat minder uit naar bomen voor 30 jaar, maar meer naar visuele producten voor de kortere termijn. Tuinartikelen worden meer en meer wegwerpproducten, en worden daardoor sneller aangevuld. Mooi voorbeeld is Picea pungens 'Super Blue', een spar die sterk in opkomst is als kerstboom. Deze staan enkele weken, gaan daarna bij het vuilnis en het jaar erop koopt men een nieuwe. Dat doet de handel goed. We sluiten dus een zeer goed jaar af, met de hoop dat het volgend net
zo goed of beter wordt. Gezien de reserveringen die nu al binnenkomen voor het voorjaar en zelfs al Kerst, zit de stemming er in elk geval goed in. Ik wens de hele sector een gezond, gelukkig en zakelijk voorspoedig nieuwjaar. En voor mezelf wens ik er wat nieuwe medewerkers bij. Het is moeilijk om nieuwe mensen te vinden. We hebben een flyer later drukken gericht op scholieren, met de boodschap dat ze bij ons hun wintersport konden bijverdienen. Maar er was totaal geen belangstelling.” <
Advertentie
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716
gedrukt