3 Vakblad voor de groenvoorziening | 36e jaargang | 30 januari 2014
Voortuin als kijkobject Winterbloeiende Camellia Plantenvoedsel Clean Mower
Inhoud Nieuws 4 Steeds meer producten groensector met keurmerk 5 Werkgevers positief over nieuwe cao voor hoveniers en g roenvoorzieners 6 Code Beheer Groenvoorzieningen later klaar 7 Willy-Jan Boerman: ’Machinaal straten begint met de hand’ 8 Uitgesproken: ’De jaarlijks tuintrends zijn niet duurzaam en veel te commercieel’ 9 Tuin en Landschap online
Sortiment 14
10 Asarum: het bodembedekkende hart van de schaduw 14 Kleur in de winter met Camellia
Bedrijf en Organisatie
Foto voorplaat Miranda Vrolijk
18 Maatregelen nodig voor behoud boomkwaliteit 20 Oldenzaal wil voorbeeldfunctie in groenbeheer 23 Zo-zit-dat: Wanneer is opzegging door werknemer rechtsgeldig? 24
Ontwerp en Inrichting 24 Pronktuin in wintertooi 28 Kunstzinnige jungletuin rondom Parijs’ museum
Aanleg en Onderhoud 32 Plantenvoedsel: licht, water, lucht en dan de rest 35 Cambiummineervlieg 37 Werk in Uitvoering: Graven van plantgaten
Machines en Gereedschap 32
38 Clean Mower neemt handmatig bosmaaien over
Service 43 44 46 47
Gespot: iBoom app geeft snel indicatie boomschade Leveranciersnieuws Agenda Groene Gast: Iverna Zaalberg
38
TuinenLandschap | 03 | 2014
3
Nieuws
Het Lagerhuis op de Tuinprofessionaldagen Foto Peter Bennink
Steeds meer producten groensector met keurmerk
Op de Tuinprofessionaldagen in Bunnik zochten leveranciers de interactie met de hoveniers op, in vier workshops van een uur. De bezoekers werden bevraagd over hun kennis van het planten van bomen en hagen, konden prijzen winnen met hun kennis van ledverlichting, werden uitgenodigd om ter plekke een vijver te bekleden met rubberfolie en konden hun mening geven in een â&#x20AC;&#x2122;Lagerhuissessieâ&#x20AC;&#x2122; over bestrating. Leveranciers konden op deze manier hun product onder de aandacht brengen en tegelijkertijd horen wat er onder hun doelgroep leeft. Hoveniers konden vragen stellen, ervaringen delen en kennis opdoen. <
Het aantal beschikbare producten voor de groensector met een keurmerk of label groeit. Behalve producten met een duurzaamheidspaspoort van NL Greenlabel komen binnenkort ook bomen met Groenkeur op de markt. Enkele jaren geleden kondigde de overheid aan alleen nog duurzame producten en diensten te gaan inkopen. Reden voor bedrijven in de groensector om een keurmerk te behalen. Het streven is dat in 2015 alle overheden voor 100% duurzaam inkopen. Inmiddels verschijnen steeds meer groenproducten op de markt met een label of keurmerk. Sinds 2012 timmert NL Greenlabel aan de weg met producten en diensten voor de openbare ruimte waar een duurzaamheidspaspoort aan gekoppeld is. Dit jaar staan er voor het eerst producten met NL Greenlabel op de Milieulijst van de overheid. Producten op deze lijst
komen in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek (MIA) of willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Voor producten met label A of B geldt de mogelijkheid van 75% willekeurige afschrijving en 27% belastingaftrek voor investeringskosten. De leveranciers van de producten die onder NL Greenlabel vallen komen uit sectoren als bouw, energie, infra, groen, metaal, hout, steen, kennis en diensten.
Groenkeur Dit voorjaar komen de eerste producten met het Groenkeurboomkwekerijcertificaat op de markt. De richtlijn is in overleg met de Vereniging Duurzame Boomkwekers Nederland ontwikkeld. Groenkeur wil met dit certificaat een nog belangrijker rol spelen in de groene afzetketen. De nieuwe beoordelingsrichtlijn van Groenkeur wordt half februari gepubliceerd. <
Co mentaar
Serieus Het is een tijdje stil geweest rond het beleid duurzaam inkopen van de overheid. Enkele kabinetten geleden timmerde minister Cramer hier flink mee aan de weg. Binnen enkele jaren moesten alle overheden 100% duurzaam inkopen. Het bedrijfsleven sidderde voor het regime van Cramer. Immers, geen duurzaam product of dienst, dan ook geen overheidsopdracht. De economische crisis en een verandering van regering temperden de ambities van de overheid. De oorspronkelijke verplichting ging er af, en er werd gesproken van doelstellingen. Ondernemers wrongen zich intussen in allerlei bochten om aan de duurzame eisen van de overheid te voldoen. Begrijpelijkerwijs voelden zij zich bekocht toen die overheid vervolgens gewoon voor de laagste prijs inkocht. Inmiddels lijkt een kentering op te treden. In overheidsaanbestedingen wordt steeds meer naar
4
TuinenLandschap | 03 | 2014
Groenkeur of iets gelijkwaardigs gevraagd. En dit jaar verschijnen voor het eerst producten met NL Greenlabel op de Milieulijst van het Rijk. Het gaat om producten uiteenlopend van bakstenen tot beplanting, en van led-verlichting tot zonnepanelen. Binnenkort gaat een grote groep boomkwekers via Duurzame Boomkwekers Nederland over op het nieuwe Groenkeur-boomkwekerijcertificaat. Zo komt er steeds meer keuze op gebied van duurzame groenproducten. Ook de ambities van de overheid op duurzaamheidsgebied staan niet stil. Zo is er dankzij de nieuwe Aanbestedingswet meer aandacht voor zaken als social return. Ook werkt de Europese Commissie aan criteria voor duurzaam inkopen. Voor zover deze verplicht zijn, zullen ze worden overgenomen door de Nederlandse regering. Alle reden dus voor bedrijven om niet stil te blijven staan, en keurmerken en certificaten serieus op te pakken. Ralph Mens vakredacteur
Werkgevers positief over nieuwe cao voor hoveniers en groenvoorzieners VHG en vakbonden FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen hebben een akkoord bereikt over een nieuwe cao Hoveniersbedrijf in Nederland. VHG-voorzitter Rien van der Spek noemt de nieuwe cao positief. Belangrijkste onderdeel van de nieuwe cao is het Jaarurenmodel, waardoor meer flexibiliteit mogelijk is bij het inzetten van werknemers. Van der Spek: „Wij hechten als sector aan vaste mensen, en de markt vraagt om meer flexibiliteit. We zijn daarbij afhankelijk van weersomstandigheden. In feite betekent dit een legalisering van wat in de praktijk al bij veel bedrijven gebeurt.” Ook positief vindt Van der Spek dat er één pot komt voor meeruren. Flexpotten en de Tijd voor tijd-pot worden afgeschaft. Restsaldi kunnen worden uit-
betaald of geconverteerd naar het nieuwe systeem. Van der Spek vindt de extra vergoedingen voor opleidingen die in de cao zijn vastgelegd ook belangrijk. „Om vaste mensen aan je te binden zijn opleidingen heel belangrijk. Naast de afspraken uit het sectorplan voor een Winterbonus van €2.000 voor BBL-leerlingen, voorziet de cao in een individueel ontwikkelbudget van maximaal €1.500. Ook gaan de Floriumsubsidies voor BBLleerlingen omhoog.” De loonsverhoging van 2,5% vindt Van der Spek te verantwoorden. „De winst zit in de uren die je kunt inzetten in je bedrijf. Ook is er de laatste jaren niet veel gebeurd qua loonsverhoging, en de verhoging wordt uitgesmeerd over 26 maanden. Ik vind dat je mensen die prestaties leveren,
goed moet belonen. Je werknemers zijn de ambassadeurs voor je bedrijf, die moeten wel gemotiveerd blijven.”
Afspraken De nieuwe cao heeft een looptijd van 1 januari 2014 tot en met 29 februari 2016. Dit zijn de belangrijkste afspraken uit de nieuwe cao Hoveniersbedrijf in Nederland: Lonen: Structurele loonsverhoging van vijfmaal 0,5% (1/1 2014, 1/7 2014, 1/1 2015, 1/7 2015, 1/1 2016). BBL: Vergoedingen voor BBLleerlingen via Florium worden voor 2013-2014 verhoogd: €3.000 voor 1e jaar, €2.000 voor 2e jaar, €1.000 voor 3e jaar. Wintervergoeding: Bedrijven die een BBL-leerling in dienst hebben, komen in aanmerking voor eenmalige bijdrage van €2.000.
Employabilitybudget: Er komt een individueel ontwikkelingsbudget voor werkgerelateerde scholing van maximaal €1.500. Dit wordt bekostigd uit het scholingsfonds van Colland. Jaarurenmodel: Per 1 april gaat een nieuw systeem in waarin arbeidsduur en werktijden zijn geregeld. Uitgangspunt is een voltijds werkweek van gemiddeld 37 uur. Per jaar wordt 1.930 uur gewerkt. De jaarnorm wordt opgebouwd aan de hand van gewerkte uren, vakantiedagen en feestdagen. Het dagvenster blijft ongewijzigd, van 6.00 tot 19.00 uur. Alle uren boven de 9,5 uur gelden als overwerk. De daglengte bedraagt minimaal 3 uur en maximaal 11 uur. Seniorenregeling: De looptijd van de seniorenregeling wordt maximaal vijf jaar, vanaf zeven jaar voorafgaand aan de aow. <
Grote verplant-operatie in Amersfoort Foto BTL Bomendienst
Bijna veertig eiken van 15 tot 18 m hoog zijn deze maand in Amersfoort verplant door BTL Bomendienst. Het bedrijf gebruikte hiervoor de grootste verplantmachine van Europa: de Optimal 3000. Hiermee kunnen eiken met een kluitdiameter van 3 m worden verplant. Daarnaast kan de machine de bomen uitsteken, kantelen, transporteren en planten, zonder tussenkomst van andere machines. De eiken worden verplaatst vanwege de aanleg van een busbaan. Ruim een jaar geleden is BTL begonnen met het voorbereiden van de bomen. Onder meer zijn de kluiten geïnjecteerd met een meststof waardoor de bomen werden gestimuleerd om nieuwe wortels aan te maken. <
TuinenLandschap | 03 | 2014
5
Nieuws
De nieuwe gedragscode Beheer Groenvoorzieningen is waarschijnlijk dit voorjaar klaar. Momenteel doorloopt de nieuwe gedragscode de goedkeuringsprocedure bij Dienst Regelingen. Oorspronkelijk was de bedoeling om de nieuwe gedragscode naadloos aan te laten sluiten op de oude gedragscode, die in december 2013 afliep. In de praktijk betekent dit dat sinds 20 december 2013 het juridisch inzetbereik van de bestaande gedragscode beperkt is. Insteek blijft het voorkomen van een overtreding van de Flora- en faunawet. Zorgvuldig handelen blijft daarbij de leidraad. Dit is ook de reden waarom bij rust- en verblijfplaatsen deskundige vakkrachten moeten worden ingezet. De nieuwe gedragscode is op hoofdlijnen gelijk aan de bestaande gedragscode. Op basis van actuele inzichten, evaluatie van de bestaande gedragscode
o l
en aanvullende toetscriteria van het Rijk zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd. Deze hebben betrekking op zorgvuldig handelen bij jaarrond beschermde nestlocaties, deskundigheid voor inventarisaties, meer aandacht voor werkvoorbereiding en het toezicht op de realisatie, omgang met calamiteiten, en handvatten voor een plan van aanpak. Begin 2014 zal de gedragscode breed in de sector worden geïntroduceerd. Stadswerk en VHG zullen hiervoor regiobijeenkomsten organiseren. Op 13 februari vindt een informatiebijeenkomst plaats bij IPC Groene Ruimte in Arnhem over de huidige stand van zaken met betrekking tot de gedragscode. Ook wordt gesproken over hercertificering. Momenteel kan het certificaat Zorgvuldig handelen Flora- en faunawet, nadat het is verlopen, alleen worden verkregen door opnieuw examen te doen. <
Foto Miranda Vrolijk
Code Beheer Groenvoorzieningen later klaar
Herinrichting Kooipark van Dudok in volle gang Een graafmachine schraapt grote plakken asfalt weg in het Leidse Kooipark. Het monumentale park krijgt de oorspronkelijke inrichting van architect Willem Marinus Dudok uit 1920 deels terug. Dit betekent dat de centrale vijver wordt vergroot en de twee diagonale paden die de zichtassen vormen, weer zichtbaar worden gemaakt. Langs die paden komen heesterrozen. Het ontwerp is van de gemeente, de technische uitwerking van Jos van de Lindeloof uit Delft. Krinkels uit Zoeterwoude is verantwoordelijk voor de uitvoering. In mei moet het park klaar zijn. <
m n
Inspirators Inspirators. Dat zijn de beide Henken voor mij. Onlangs kwam Henk Dijkman bij het ontwerpersplatform van de VHG spreken over inspiratie. Hij is al jaren een inspirator voor mij met zijn blad Terra Architectura. Een blad voor ontwerpers om hen te inspireren. In zijn tv-programma ’Passie voor Tuinen’ zag ik waarschijnlijk voor de eerste keer Nederlandse tuinen op de beeldbuis. Henk vertelde die avond wie hem heeft geïnspireerd om, na Het Rietveld, de stap te zetten naar de tuinwereld. Het is mijn eerste tuinheld: Henk Weijers. Samen beklommen zij als wielrenner elke zomer de Mont Ventoux. Henk Dijkman werd meegezogen in de wielen van Henk Weijers. Tuincoach Wiebe Postma vertelde mij die avond dat Henk Weijers volgens een zeer strak schema werkte. De weken voor hij op vakantie ging, bezocht hij zijn nieuwe klanten. In Frankrijk kwamen de eer-
6
TuinenLandschap | 03 | 2014
ste schetsen in vogelperspectief. Na de vakantie de plannen uitwerken en voor de winter inviel, begon de aanleg met heesters en bomen. In het voorjaar volgde de aanplant van vaste planten en waterplanten. En zo ieder jaar weer. Wat vond ik zijn tuinen ongelooflijk mooi. Vijvers in strakke belijningen, vlonders en veel plantengeweld eromheen. Je kreeg het gevoel alsof je in een strak aangelegde Biesbosch vertoefde. Grasvelden aanleggen deed hij niet. „Dan bel je maar een andere hovenier”, waren Henks woorden. Tulpen trok hij direct de grond uit bij klanten. „Die horen niet in mijn tuinen.” Helaas is Henk Weijers ons ontvallen, maar die andere Henk bracht hem deze avond weer even tot leven. Henken bedankt. Jullie waren mijn eerste inspirators om de tuinwereld in te stappen.
Jack van Haperen ontwerper/hovenier Ruud Vermeer hovenier Bart Hoes tuinontwerper
Ruud Vermeer info@meneervermeertuinen.nl
Willy-Jan Boerman:
’Machinaal straten begint met de hand’ Sinds 1999 bent u begonnen met machinaal straten, waarom? ,,Straten is arbeidsintensief, eentonig en fysiek zwaar werk. De één zit voortdurend op zijn knieën om de stenen te leggen en de ander is voordurend aan het kruien. Omdat wij heel veel straten, vond ik dat dat anders moest. In Duitsland heb ik destijds een gebruikte bestratingsmachine op de kopt getikt. Toen we daarmee begonnen, werd er zelfs nog om gelachen. Die machine beviel echter zo goed dat ik in meer machines ben gaan investeren. Nu straten we bijna alles machinaal.’’
Hoe ziet uw machinepark eruit? ,,We hebben één straatmachine met een hydraulische verlegklem. Ook hebben we diverse hydraulische verlegklemmen die aan een shovel of een kraan kunnen worden gebouwd. Met die klemmen kunnen we alle soorten materialen en verbanden leggen. Daarnaast hebben we de werkbus arbotechnisch uitgerust met een autolaadkraantje, dat de trilmachine makkelijk in en uit de bus laadt, en een stamperlift, om de wackerstamper in en uit te laden zodat de jongens zo licht en gemakkelijk mogelijk kunnen werken.’’
Foto Boerman Hovenier en Bestratingen
Boerman Hovenier en Bestratingen uit Nieuwleusen won eind vorig jaar de Gouden Straatsteen van 2013. FNV Bouw reikt deze prijs om het jaar uit aan een bedrijf dat uitblinkt in machinaal straten.
Straat u alles machinaal? ,,Vanaf 1,5 m breedte kan alles met machines worden gedaan. Alle verbanden en materialen, zelfs gebakken dikformaatjes doen we met de machine.’’
Straat u dan helemaal niet meer de hand? ,,Natuurlijk wel, er is altijd wel een hoekje waar de machine niet bij kan. Ook de jongens die bij mij in de leer zijn – ik ben een erkend leerbedrijf – laat ik met de hand beginnen. Want als je niet weet hoe je een touwtje moet spannen of een haakse hoek moet maken, dan mag je ook niet op de machine. Dat willen ze wel, maar ze moeten eerst de basis in de vingers hebben.’’
De jury was te spreken over het feit dat u uw medewerkers stimuleert om naar het Periodiek
Willy-Jan Boerman
Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO) te gaan. Waarom vindt u dat belangrijk? ,,Het is belangrijk dat mijn medewerkers gezond blijven. Omdat ze nog jong zijn, gaan ze één keer per jaar langs de bedrijfsarts voor een APK. Slijtage van knieën of rug wordt zo snel opgemerkt. Je voorkomt dat ze ermee doorlopen zoals
dat vroeger gebeurde en werknemers tegen hun vijftigste compleet versleten waren.’’
Wat levert de prijs u op? ,,Eeuwige roem. Nee zonder dollen, het is goed voor onze naamsbekend richting leveranciers en opdrachtgevers: je hebt iets om mee voor de dag te komen.’’ <
Wat zijn de voordelen van machinaal straten? ,,Het werkt sneller en het straatwerk ligt strakker. Bovendien beschadig je de stenen veel minder dan wanneer je handmatig aan het kruien bent, dan springt er altijd wel ergens een stukje vanaf. En uiteraard is het arbeidstechnisch veel beter.’’
De verharding rondom het kantoor van NOC*NSF op Nationaal Sportcentrum Papendal in Arnhem is machinaal bestraat door Boerman Hovenier en Bestratingen.
TuinenLandschap | 03 | 2014
7
Uitgesproken
„Het is weer de tijd van het jaar dat je er niet omheen kunt: de tuintrends van 2014. In de bladen en op de beurzen, overal vind je ze terug: de Golden Age Garden, de Twisted Garden en de Biotope Garden. Door deze trends voed je de consument op een verkeerde manier. De trends zijn niet duurzaam, te commercieel en ze presenteren de tuin als iets dat voortdurend aan de mode onderhevig is. Ten eerste zijn de drie gepresenteerde tuinen veel te veel op de materialen gericht: het gaat over decoratief vlechtwerk, pilaren, potten en bestrating. De beplanting komt er bekaaid af, bovendien wordt een sortiment toegepast dat vaak niet winterhard is. Neem bijvoorbeeld
Zoek het woord ’tuin’ eens op in het woordenboek
De Biotope Garden, daarin ’heeft de natuur vrij spel, maar desondanks heeft de tuin geen armoedige uitstraling, omdat kostbare, natuurlijke materialen zorgen voor een luxe en uniek karakter’. Dat is toch raar? Waar draait het nu uiteindelijk in de tuin om? De materialen of de planten? Laten we het woord tuin dan maar weer eens opzoeken in het woordenboek. De tuintrends, maar bijvoorbeeld ook modeltuinen op beurzen, presenteren de tuin als een kant-en-klaar iets wat één op één is toe te passen in elke tuin. Maar dat kan per definitie niet: elke tuin is anders, heeft een andere omgeving met andere tuineigenaren. Je kunt niet overal zomaar een modeltuin kopiëren. Dat is ook de verkeerde volgorde. Je moet beginnen met een visie, een concept, een goed grondplan en
dan komt de inrichting. En niet andersom. Al die modeltuinen geven de indruk dat een tuin een instant product is. Maar een tuin heeft tijd nodig om te groeien. En dan heb je na drie jaar eindelijk de tuin die op de plaatjes staat en dan zou die weer op de schop moeten om de volgende trend te volgen. Wel wil ik weten waar de mensen mee worden gevoed. Dus ik ga naar de beurzen en lees de bladen over de tuintrends. Want als een klant bij mij komt met de vraag om een Golden Age Garden, dan vind ik dat ik moet weten waar hij het over heeft. Dat neemt niet weg dat ik die plaatjes opzijschuif en eerst het gesprek met de klant aan ga. Wat wil je, wat heb je en hoe gaan we dat realiseren? We beginnen niet met de pilaren en het vlechtwerk: eerst moet er een sterke visie op tafel komen.’’ <
Foto Frans Photography
De jaarlijkse tuintrends zijn niet duurzaam en veel te commercieel
Daniëlle Hulsebos is tuin- en landschapsontwerper en runt in Vught haar Tuin Ontwerp Buro
www.tuinenlandschap.nl
vhg
Deze kolom valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
Positiviteit De afgelopen weken heb ik diverse bijeenkomsten in het land bezocht. De Vakbeurs Hardenberg, nieuwjaarsbijeenkomsten en regionale afdelingen. Alle stonden in het teken van de start van het nieuwe jaar en bij die gelegenheid heb ik veel ondernemers uit onze branche mogen spreken. Het is me opgevallen, dat ik overwegend positieve reacties heb ontvangen over de ontwikkelingen in de particuliere markt. De bedrijfsresultaten over 2013 vielen niet tegen, waarbij de lage btw op arbeid als een succesnummer werd genoemd. De consument heeft weer meer vertrouwen in zijn toekomst en lijkt ook weer bereid om te investeren in zijn tuin.
8
TuinenLandschap | 03 | 2014
De openbare markt is een ander verhaal. De bezuinigingen bij gemeenten zetten zich door. Nieuw volume groen komt er nog maar nauwelijks bij. Ik hoor diverse reacties op de huidige aanbestedingspraktijk. EMVI is de norm, maar dit uit zich toch nog regelmatig in de laagste prijs. Er is dringend noodzaak, dat marktpartijen weer meer en open naar elkaar communiceren. Waar de één een probleem heeft, heeft de ander een oplossing. Daar moeten we samen aan werken. Genoeg uitdagingen dus in 2014. Als we dat doen vanuit het vertrekpunt van positiviteit, dan zullen we vaart maken.
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
Entente Florale 2014 van start
John Koomen @johnkoomentuin Zachte winter. Gemeente @gem_opmeer is volop in de wijk aan het schoffelen. Het maaien zal ook niet lang meer op zich laten wachten...
Op 12 februari vindt de start plaats van Entente Florale 2014. In de categorie ’steden’ komen Bergen op Zoom, Culemborg, Doetinchem, Dronten en Oisterwijk tegen elkaar uit. In de categorie ’dorpen en kleine steden’ gaan Beesel, Hoenderloo, Werkendam, Willemstad en Vianen voor goud.
iVerde en Vitale Groene Stad op campagne
RVO.nl @RVO_Nederland Nieuwe Green Deal: Amsterdam gaat voor grassen en gewassen. #samenwerken #biobasedeconomy bit.ly/1mABWix
De Vitale Groene Stad en iVerde roeren zich in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Beide bestoken lokale politici met informatie over de waarde van groen. Ook middenstand en scholen worden benaderd.
Vitale Groene Stad @VitaleGroenStad Helmondse kinderen planten #bomen voor 'Blauw en groen, dat moet je doen’ tinyurl.com/pwtc3cr
Nationale Bomenbank neemt activiteit over van PPD
Ron van de Straat @Tuynplan Deze week de cursus 'ontwerp je eigen tuin' weer gestart bij de @VUOSS. 5 enthousiaste cursisten op weg helpen naar hun tuinparadijs.
Nationale Bomenbank heeft de activiteiten en materieel van de Plagen Preventie Dienst (PPD) overgenomen op het gebied van eikenprocessierupsbestrijding. Deze activiteiten dragen er toe bij dat Nationale Bomenbank de opdrachtgever ook kan ontzorgen bij ziekten- en plagenbestrijding.
Verbena wint Glazen Tulp Award Verbena Lanai Twister Blue is winnaar van de Glazen Tulp Award 2014 bij de tuinplanten. Volgens de jury „een fantastische, dankbare langbloeiende Verbena met een prachtige kleurencombinatie”.
Heeft groenafval als biomassa toekomst? tuinenlandschap.nl Hoogeveen schrapt plannen voor een biomassacentrale. Wat denkt u, zit er muziek in het verwerken van groenafval als biomassa?
Bijdrage Groene Woud voor Mooi Straten
Doe mee aan de discussie in de tuinenlandschap-groep
57% Foto Stichting Mooi Straten
zei ja tegen de stelling: ’Het zachte winterweer tot nu toe is een zegen voor de groensector’ Stem mee over de volgende peiling:
’De nieuwe cao is gunstig voor hoveniers en groenvoorzieners’
Stichting Mooi Straten ontwikkelt initiatieven om de landschappelijke identiteit van Buurtschap Straten tussen Best en de Notel te versterken. Zo worden landpoorten geplaatst om de samenhang van het gebied te benadrukken. Het project ontvangt een bijdrage uit Streekfonds Het Groene Woud.
ap
an
enL
Filmpjes
Dossiers
Documenten en links naar websites
f
ie r b ws u ie
Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s
h dsc
Praat mee
N
TuinenLandschap | TuinenLandschap Tuin enLandschap 03 | 2014
NieuwsPag_8-9.indd 9
9 27-01-14 12:24
Sortiment Altijd in topvorm en onderhoudsvrij. Asarum europaeum is typisch zo’n bodembedekker die al heel lang wordt gekweekt, zeer betrouwbaar is en toch relatief weinig wordt toegepast. Behalve A. europaeum vormt nog een aantal andere soorten de prachtigste groene tapijten. Tekst Gerard van Buiten, Hortulanus Botanische Tuinen Universiteit Utrecht Beeld Gerard van Buiten en Wiert Nieuman
D
e echte mansoor, Asarum europaeum, is de enige soort die in Europa in het wild voorkomt. Hij groeit meestal in loofbossen op kalkrijke bodems in vrijwel heel Europa, behalve in Nederland, grote delen van Scandinavië en de Britse eilanden. Mansoor is hier eeuwen geleden als medicinale tuinplant ingevoerd, waardoor hij soms verwilderd voorkomt. De meeste andere soorten komen uit gematigde streken van Oost-Azië en een flinke groep uit Noord-Amerika. Het zijn planten van de bosbodem: ze kruipen met een wortelstok in de strooisellaag. De fraaie ronde of hartvormige bladeren zijn meestal wintergroen. Bij sommige
soorten sterft het blad ’s winters af. Deze bladeren kunnen glanzend of dofgroen zijn, effen of juist prachtig wit gemarmerd. Een ding hebben alle Asarum gemeen: de bloemen zitten verscholen onder het blad en zijn pas na goed kijken te zien. Ze zijn vaak onopvallend bruinig van kleur, maar uit China komen ook soorten met fraai getekende bloemen. Alle hier beschreven soorten zijn gemakkelijk te kweken op een plek in de schaduw en in een rijke, vochtige, humeuze bodem die goed afwatert. Asarum is een waardevolle bodembedekker, die een welkome aanvulling op het sortiment vormt. Alleen: slakken zijn er gek op! <
Het bodembedekkende ha Asarum europaeum is van alle soorten de bekendste en goed verkrijgbaar in de handel. De glimmend groene, niervormige bladeren zijn perfect wintergroen en vormen een keurig tapijt van zo’n 15 cm hoog. De kleine, bruinrode bloemetjes zitten in april en mei goed verstopt onder het blad. De plant groeit niet zo snel, maar eenmaal gesloten komt er weinig onkruid tussen en kan hij jaren vast blijven staan. Een sterke, onderhoudsarme plant die het tot in behoorlijk diepe schaduw goed doet. Als er maar een humuslaag aanwezig is, groeit hij op de zwaarste kleigrond nog.
10
TuinenLandschap | 03 | 2014
Asarum caudatum is afkomstig uit de vochtige bossen van de westkust van NoordAmerika. Het is een snelle groeier die 20 cm hoog wordt en een rommeliger karakter heeft dan A. europaeum. Het min of meer hartvormige blad is ook wintergroen, maar grover en dof. Op een te zonnige standplaats treedt verbranding op. De planten groeien het best op een flinke humuslaag en bedekken dan snel grote oppervlakken. A. caudatum ’Alba’ heeft crème-groenige bloemen en groeit minder snel dan de soort.
De bloem van Asarum caudatum heeft lange draadvormige aanhangsels die insecten naar de bloem lokken. De plaatsing van de bloemen onder het blad wijst echter op een bijzondere bestuiving waar nog veel onduidelijkheid over is. Weinig insecten weten de bloemen te vinden en voor een deel zijn de bloemen zelfbestuivend. Als ze worden bestoven, dan is dat door paddenstoelmugjes en kevertjes die in de strooisellaag rondscharrelen. De verspreiding van de zaden gebeurt door andere insecten. De zaden hebben een eiwitrijk aanhangsel, een ’mierenbroodje’. Vanwege deze lekkernij slepen mieren de zaden over de bosbodem.
rt van de schaduw
Asarum canadense is bladverliezend met harig blad. Het is een soort uit het oosten van de VS en Canada. De planten houden van een vochtige, losse humusrijke bodem en bedekken dan snel grote oppervlakken. Bij ons groeit deze soort het best op een wat zuurdere grond. In het voorjaar loopt het blad fraai frisgroen uit, terwijl de bruinrode bloemen verschijnen. Een super bodembedekker voor onder bladverliezende heesters en bomen. >
TuinenLandschap | 03 | 2014
11
Asarum hartwegii
Asarum splendens
Het wintergroene blad van Asarum hartwegii is bijzonder fraai getekend en doet op het eerste gezicht denken aan dat van Cyclamen. Ook hier weer roodbruine bloemen onder het blad, maar daar plant je ze niet voor. Deze soort is afkomstig uit de bergbossen van NoordCalifornië en het zuiden van Oregon, waar behoorlijk wat regen valt. Het is een traaggroeiende soort die het best wat dicht geplant kan worden, maar dan een van de mooiste wintergroene tapijten vormt die je maar kunt bedenken.
is nog niet zo lang geleden geïntroduceerd vanuit China. De pijlvormige, glanzend donkergroene bladeren zijn wit gemarmerd en in niet te strenge winters wintergroen. De soort wordt zo’n 15 cm hoog en groeit door ondergrondse wortelstokken snel uit tot een flinke groep. De bloemen zijn groot en tamelijk bizar: donkerbruin met een wrattig oppervlak en een lichte ring rond het hart. Een dikke humuslaag, goed doorlatende grond en voldoende vocht in het groeiseizoen zijn voor alle Chinese soorten een absolute voorwaarde om goed te kunnen groeien. Slakken zijn er gek op...
Asarum delavayi Deze soort kregen we een aantal jaren geleden binnen vanuit China; de naam houden we voorlopig op Asarum delavayi. Zoals een groot deel van de Chinese soorten heeft ook deze prachtig glanzend blad met een fraaie tekening. De pijlvormige bladeren zijn groot, tot wel 20 cm lang. De plant verspreidt zich redelijk snel via ondergrondse rhizomen en is prima winterhard. Slakken vormen ook hier weer een bedreiging. Uit China komen de laatste jaren veel vergelijkbare soorten waarvan de bruikbaarheid voor in de tuin nog uitgetest moet worden.
12
TuinenLandschap | 03 | 2014
Toepassing
Geneeskrachtig
A. europaeaum, caudatum en canadense zijn zeer geschikt als onderbeplanting onder bladverliezende heesters en bomen, en kunnen gebruikt worden voor grote vlakken. Door hun robuustheid zijn ze ook goed toe te passen in het openbaar groen. De andere soorten zijn meer geschikt als blikvanger in de schaduwtuin. Door het ronde, hartvormige blad vormen ze een mooi contrast met allerlei varens, die je er ruim tussendoor kunt planten. Combineren met overblijvende bolgewassen als Colchicum, Narcissus en Scilla geeft eveneens een prachtig resultaati: het afrijpende blad na de bloei verdwijnt al snel tussen de bladeren van mansoor. Vermeerdering van de plant gaat het gemakkelijkst door scheuren. Wie op internet zoekt naar Asarum vindt daar een enorme verscheidenheid aan andere soorten, vormen en kleuren, vooral bij Japanse kwekers. De ervaring leert dat veel van de soorten hier nauwelijks te kweken zijn door geringe winterhardheid, lage groeikracht en grote vochtbehoefte in het groeiseizoen.
Asarum behoort tot de pijpbloemfamilie (Aristolochiaceae). Het geslacht omvat zo’n honderd verschillende soorten. De meeste soorten hebben een sterke, gemberachtige geur wanneer je de wortelstokken kneust. A. europaeum is eeuwenlang gekweekt vanwege de geneeskrachtige werking, onder andere als vochtafdrijvend middel. Ook de Indianen in NoordAmerika gebruikten Asarum als geneeskruid en vanwege de gembersmaak als smaakmaker. De volksnaam daar is dan ook nog steeds Wild Ginger. Toch is het gebruik sterk af te raden: sommige soorten bevatten aristolochiazuur, een kankerverwekkende stof die ook de werking van de nieren kan aantasten.
Asarum maximum is de meest legendarische onder liefhebbers en wordt wel ’Pandaflower’ genoemd. De zwarte fluweelachtige bloem met een contrasterend wit hart is prachtig en doet inderdaad denken aan een pandabeer. Ook dit is een soort uit China, die overigens nog maar mondjesmaat bij specialistische kwekers te krijgen is. Het glanzend groene blad heeft een mooie marmertekening, maar wat minder uitgesproken dan bij A. splendens. De plant wordt ongeveer 20 cm hoog, groeit vrij langzaam en is vooral in het voorjaar zeer in trek bij slakken.
TuinenLandschap | 03 | 2014
13
Sortiment
De Nederlandse winter is vaak een saaie, grijze periode. Winterbloeiende Camellia kunnen daar echter verandering in brengen. Voor dit artikel selecteerde boomkweker Cor van Gelderen (Plantentuin Esveld) uit zijn sortiment, acht verschillende Camellia die in de winter of vroeg in het jaar bloeien.
H
et plantengeslacht Camellia kent tienduizenden verschillende soorten en cultivars. Er worden ongeveer drieduizend cultivars en hybriden gekweekt. Camellia japonica (vaak kortweg Camellia genoemd) is de meest gekweekte soort, met meer dan tweeduizend benoemde cultivars, gevolgd door Camellia reticulata (ruim vierhonderd cultivars) en Camellia sasanqua (ruim driehonderd cultivars). Populaire hybriden zijn Camellia hiemalis (Camellia japonica × Camellia sasanqua) en Camellia williamsii (Camellia japonica × Camellia saluenensis). De in Nederland aangeboden cultivars zijn over het algemeen goed winterhard.
Tekst en beeld Hans Clauzing
De bloemen van de Camellia kunnen natuurlijk bij een flinke nachtvorst ook bevriezen, maar het is zeldzaam als alle bloemen verloren gaan. Een paar dagen na de vorst gaan alweer nieuwe bloemknoppen open. De afgelopen twee winters hebben veel planten winterschade ondervonden. De Camellia uit dit artikel zijn er echter goed doorheen gekomen, tenminste bij Kwekeij Esveld. Bij strenge vorst kun je de plant (vooral jonge planten zijn vorstgevoelig) afdekken met enkele lagen vliesdoek. Belangrijk is dat de plant minstens vijf jaar oud is, en voldoende afgehard voordat hij de tuin in mag. <
Kleur in de winter met Camellia sasanqua ’Cleopatra’ is een vroege winterbloeier met geurende, zuiverroze bloemen. De hoofdbloei valt midden in de winter, in de kaalste en grauwste tijd van het jaar. Daarmee is ze een welkome aanvulling in de wintertuin. Net als alle andere Camellia is ook deze soort een langzame groeier. De hoogte na tien jaar is 2 m. Camellia sasanqua is met het verdragen van temperaturen tot maximaal -17°C, zeer goed winterhard.
14
TuinenLandschap | 03 | 2014
Camellia japonica ’Can Can’
Camellia sasanqua ’Apple Blossom’
doet haar naam eer aan met de zachtroze gevulde bloemen die veel associaties oproepen met de onderjurken van de dames van de Moulin Rouge. Een erg vrouwelijke cultivar vol met roesjes en kantjes. De bloeiperiode is wat later in de winter, zo rond maart. Na tien jaar heeft deze Camellia met haar robuuste, brede groeivorm een hoogte bereikt van ongeveer 2 m. Deze Camellia-variëteit is ook goed winterhard.
is een enkelbloemige soort met heerlijk geurende bloemen. De bloemkleur is roze en wit. Het lijkt alsof de buitenste randen zijn aangestipt met wat lichtroze verf. ’Apple Blossom’ is toch wel de meest elegante variëteit van alle sasanqua. Deze plant is goed winterhard. De bloeiperiode is januari - februari. De hoogte na tien jaar is ongeveer 2 m.
Camellia
Camellia japonica ’Freedom Bell’ bloeit rijk met zuiver lichtrode, vrij kleine, half dubbele bloemen. Als de bloemen zijn uitgebloeid blijven zij niet hangen, maar worden ze afgeschud. Het is een late winterbloeier, prima winterhard en met vrij klein blad. De hoogte is na tien jaar ongeveer 1,5 m.
>
TuinenLandschap | 03 | 2014
15
Camellia ’Winter’s fire’
Camellia williamsii ’St. Ewe’
is een enkelbloemige Camellia - Ackermann hybride, ontwikkeld in Amerika. De bloemkleur is rozerood. De bloeiperiode is aan het begin van de winter, zo rond november - december. De hoogte is na tien jaar ongeveer 2,5 m. Deze plant is goed winterhard.
is een mooie enkelbloemige variëteit. Williamsii is de hybridenaam voor de kruising van de Japanse Camellia japonica en de relatief kleinbloemige Chinese Camellia saluenensis. Deze laatste soort is zeer winterhard en draagt daarmee bij aan de geschiktheid van de williamsii-cultivars voor ons klimaat. Deze cultivar bloeit gemakkelijk met redelijk flinke bloemen en vormt een middelgrote stoere struik.
Camellia japonica ’Hi-no-tsuri’ is een traditionele Japanse selectie met een mooi hart van meeldraden in een enkele roze bloem met een iets lichter hart. Japanse elegantie. De hoogte na tien jaar is 2,5 m. De bloemkleur is roze met een iets lichter hart. Deze plant is matig winterhard. De bloeiperiode is februari - maart.
16
TuinenLandschap | 03 | 2014
Verzorging
Standplaats en grondsoort
Plant bij voorkeur in het voorjaar na de vorst. In de herfst kan ook, maar bij een strenge winter in datzelfde jaar kan de plant veel schade oplopen doordat Camellia zich niet heeft kunnen wortelen. Meng bij het planten compost met gelijke delen turf in het plantgat, eventueel vermiculiet toevoegen in zanderige bodems. De kluit moet goed vochtig zijn bij het aanplanten door bijvoorbeeld even goed onder te dompelen in een emmer water. Geen plons water in het plantgat, dat verpest de losse luchtige bodemstructuur waar Camellia zo van houdt. Camellia houden erg van een regelmatige douchebeurt van het gebladerte. In de zomer dan ook royaal gieten met zacht (kalkarm) water, bij voorkeur regenwater. De plant moeten zeer weinig bemest worden en dan nog alleen maar in de bloeitijd. Veelal sterven planten eerder door te veel mest dan te weinig. Te veel mest geeft planten met veel bladeren en weinig bloemen. Na de bloei begint de plant weer uit te lopen en knoppen te zetten voor het komende bloeiseizoen. Camellia hoeven nauwelijks te worden gesnoeid, maar door te snoeien kan de bloei worden gestimuleerd en de plant weer in vorm gebracht.
Camellia is in de natuur over het algemeen een plant van de bosrand. Daarom heeft dit geslacht een voorkeur voor vergelijkbare omstandigheden in de tuin. Liever niet de gehele dag in de volle zon en bij voorkeur humusrijke grond. Camellia is geen liefhebber van kalkrijke grond, de pH mag bij voorkeur niet hoger zijn dan 5. Kalk kan de opname van ijzer blokkeren waardoor er bladchlorose kan optreden. De eisen die de plant aan de bodem stelt, lijken sterk op die van Rhododendron. Staat de Camellia niet naar haar zin, bijvoorbeeld in kleigrond in de volle zon, dan worden de bladeren geel. De plant wordt gevoelig voor schildluis en de groei komt vrijwel tot stilstand. Vooral jonge planten kunnen gevoelig zijn voor winterse koude, een beschermende mulchlaag is dan aan te raden. Plant ze niet op een op het oosten gerichte plaats. Vermijd een bevroren grond (uitdrogen!) en een winterse ochtendzon.
Camellia sasanqua ’Rosea’ is een roze bloeiende variëteit met een opgaande groeiwijze en een open vertakking. Haar glimmende donkergroene bladeren zijn dun, leerachtig en elliptisch van vorm. In het begin van de winter vormt deze Camellia kleine enkelvoudige bloemen. De plant bloei lang en ondanks dat de bloemen klein zijn, bloeit zij talrijk. Het is niet ongewoon om planten bedekt te zien met vele geopende knoppen.
TuinenLandschap | 03 | 2014
17
Bedrijf en Organisatie
Maatregelen nodig voor behou De VHG-vakgroep boomspecialisten maakt zich zorgen over de kwaliteit van het gemeentelijke bomenbestand. Een onderzoek van HAS Kennistransfer heeft zeven knelpunten aan het licht gebracht, van krimpende groenbudgetten tot gebrek aan gemeentelijk toezicht.
Tekst Ralph Mens | Beeld Peter Bennink
H
et onderzoek is gericht op de vraag of de kwaliteit van het bomenbestand behouden kan blijven, ondanks vermindering van gemeentelijke budgetten. Uit het onderzoek komt naar voren dat aanbestedingsprijzen voor snoeibestekken steeds verder achteruit gaan. De prijzen zijn zo sterk gedaald dat sommige bedrijven niet meer inschrijven op aanbestedingen. Oorzaak van de dalende prijzen zijn krimpende gemeentelijke budgetten, waardoor er minder opdrachten zijn en deze veelal op laagste prijs worden gegund. Dit kan uiteindelijk consequenties hebben voor de kwaliteit van het bomenbestand binnen gemeenten.
Waarde van bomen Volgens de onderzoekers wordt de waarde van bomen door gemeenten niet voldoende opgenomen op de kapitaalbalans. Hierdoor worden investeringen meteen afgeboekt als kosten en worden ook geen afschrijvingen (reservering voor vervanging) opgenomen. Daarnaast spelen gemeentelijke bezuinigingen een rol. Budgetten voor boombeheer worden steeds verder afgeroomd. De gelden die door bezuinigingen overblijven, worden onttrokken aan groenbeheer en aan algemene middelen toebedeeld. De VHG-vakgroep maakt zich ook zorgen over het beroep van boomspecialist. Door de krimpende overheidsbudgetten komt het vak steeds verder onder druk te staan.
Zeven knelpunten In het rapport worden zeven knelpunten geïdentificeerd. Vervolgens worden, in
18
TuinenLandschap | 03 | 2014
samenspraak met de vakgroep boomspecialisten, oplossingsrichtingen aangedragen. 1. Onvoldoende toezicht Knelpunt: De gemeentelijke opdrachtgever voert het toezicht op de werkzaamheden omtrent boombeheer niet voldoende uit. Oplossing: Toezicht kan uitgevoerd worden door de gemeente, een adviesbureau of de aannemer. Wanneer een gemeente zelf een toezichthouder heeft, is het opnemen van ’stoppunten’ in het bestek een goede optie. Bij een vooraf vastgesteld aantal gesnoeide bomen neemt de aannemer contact op met de toezichthouder. Deze kan controleren of de kwaliteit voldoet aan de bestekseisen.
middel van losse, specifieke boombestekken, in plaats van geïntegreerde contracten. 4. Kennis en expertise ontbreekt bij gemeente Knelpunt: Kennis en expertise op gebied van boombeheer ontbreekt steeds vaker bij gemeentelijke instanties. Hierdoor is het voor gemeenten relatief lastig om adviesbureaus en aannemers goed te controleren. Oplossing: Met een ontzorgingsmodel kunnen gemeenten beter worden ontzorgd. Hierbij nemen aannemers het gehele boombeheer voor hun rekening, zoals VTA, snoeien, calamiteiten en het oplossen van klachten. 5. Kosten boombeheer niet inzichtelijk Knelpunt: De gemeenteraad, die het budget beschikbaar stelt, heeft geen weet van de consequenties van een lager budget voor het bomenbestand binnen de gemeente. Oplossing: De vakgroep boomspecialisten kan een model ontwikkelen dat de gevolgen aantoont voor het bomenbestand, wanneer wordt beslist om onderhoud op financiële gronden vooruit te schuiven.
2. Beperkt gemeentelijk budget Knelpunt: De gemeentelijke opdrachtgever heeft steeds minder budget beschikbaar voor het boombeheer. Oplossing: De waarde van bomen moet beter in beeld worden gebracht. Zo kunnen de huidige publicaties over de waarde van bomen meer onder de aandacht van gemeenten worden gebracht. Daarnaast kunnen onafhankelijke financiële kengetallen worden uitgewerkt voor het beheer van bomen.
6. Groenkeur Knelpunt: Aannemingsbedrijven die het Groenkeurcertificaat bezitten, werken niet altijd volgens de kwaliteitseisen van Groenkeur. Oplossing: Er moeten onaangekondigde audits worden uitgevoerd door een onafhankelijke controlerende instantie. Dit staat ook in de Beleidsvisie 2020 van Groenkeur. Tevens moet het klachtenmeldpunt van Groenkeur meer bekendheid krijgen bij opdrachtgevers.
3. Toename concurrentie Knelpunt: Er is toenemende concurrentie onder aannemers, met lage inschrijfprijzen tot gevolg. Aannemers halen opdrachten binnen door tegen, of zelfs onder kostprijs te werken. Oplossing: De toenemende concurrentie kan deels worden ondervangen door
7. Geen eenduidige kwaliteitseisen Knelpunt: Gemeenten houden er verschillende kwaliteitseisen op na. Zo worden het Handboek Bomen, Stadsbomen Vademecum of zelfontworpen kwaliteitseisen gehanteerd. Oplossing: Eenduidige kwaliteitseisen opstellen voor het snoeien van bomen.
d boomkwaliteit Dit kan door het veelgebruikte Handboek Bomen te integreren met het CROW.
Kengetallen Uit het onderzoek is gebleken dat gemeenten het budget voor het snoeien van bomen veelal baseren op oude ramingen en op inschrijfprijzen van aannemers. De VHG-boomspecialisten kunnen een oplossing bieden in de vorm van kengetallen voor gemeenten. Deze kengetallen moeten duidelijk maken welk budget een gemeente nodig heeft om een kwalitatief goed bomenbestand te ontwikkelen. De VHG-vakgroep kan deze kengetallen in samenwerking met VNG, Stadswerk, LTO, CROW en advies-
bureaus ontwikkelen, waardoor er breed draagvlak ontstaat voor deze cijfers bij gemeenten en aannemers. Belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat er maatregelen getroffen moeten worden die ervoor zorgen dat de kwaliteit van het bomenbestand niet achteruitgaat als gevolg van prijsdruk en krimpende gemeentelijke budgetten. Als er geen maatregelen worden getroffen, kan de huidige kwaliteit van het bomenbestand niet behouden blijven. Als opdrachtnemer en opdrachtgever zich samen sterk maken voor een kwalitatief goed bomenbestand, kan het tij nog worden gekeerd. <
Onderzoek HAS Kennistransfer Het onderzoek ’Kan de kwaliteit van het bomenbestand gewaarborgd worden, ondanks vermindering van gemeentelijke budgetten?’ is uitgevoerd door HAS Kennistransfer in opdracht van VHGvakgroep boomspecialisten. Voor het onderzoek zijn interviews gehouden met groenbeheerders, adviesbureaus en aannemers. Het onderzoek werd uitgevoerd door vierdejaarsstudenten Tuin- en landschapsmanagement Bernd Meijer en Wout van de Wiel als afstudeerproject aan de HAS Hogeschool. Projectleider was Johan Vriezekolk. Het volledige onderzoek kan worden ingezien via de website van VHG.
Door krimpende gemeentebudgetten en dalende prijzen voor onderhoud komt de kwaliteit van het gemeentelijke bomenbestand in gevaar, vreest VHG. TuinenLandschap | 03 | 2014
19
Bedrijf en Organisatie
Oldenzaal wil voorbeeldfuncti Uitbesteden is dé trend als het gaat om groenbeheer in gemeenteland. Tegen de stroom in ontmantelt Oldenzaal haar werkvoorzieningsbedrijf en neemt SW-medewerkers zelf in dienst. Hiermee wil de gemeente geld besparen, maar ook een voorbeeldfunctie innemen. De integratie van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt is echter een complex traject.
Tekst Ank van Lier | Beeld gemeente Oldenzaal
D
e Twentse gemeenten Losser, Dinkelland en Oldenzaal regelden de sociale werkvoorziening jarenlang gezamenlijk, door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt onder te brengen in het gezamenlijke werkvoorzieningsbedrijf Top-Craft. In 2011 werd besloten TopCraft te ontmantelen. De ontmanteling van Top-Craft had diverse redenen, vertelt VVD-wethouder Yuri Liebrand van de gemeente Oldenzaal. „Top-Craft draaide al jarenlang miljoenenverlies: in financieel opzicht was het niet meer verantwoord om op deze manier verder te gaan. Daarbij zagen wij als gemeente Oldenzaal mogelijkheden om Top-Craft-medewerkers die al jarenlang werden gedetacheerd binnen ons team Beheer en onderhoud Openbare Ruimte (BOR), zelf te gaan inzetten. Dit zou een meerwaarde kunnen bieden voor onze organisatie. Daarbij willen wij als gemeente een voorbeeldfunctie vervullen.’’
Liebrand vervolgt: „In het kader van de Participatiewet, die in 2015 van kracht wordt, moeten werkgevers zich zoveel mogelijk gaan inzetten om het aandeel arbeidsgehandicapten binnen hun bedrijf te vergroten. Onze visie is dat gemeenten hierin een voortrekkersrol moeten vervullen: we hebben als overheid immers een maatschappelijke taak. Vandaar dat we de medewerkers uit de sociale werkvoorziening binnenboord houden en niet kiezen voor outsourcing.” Sinds 1 januari 2014 kent de gemeente Oldenzaal een nieuwe stichting, de Stichting Werkprojecten Oldenzaal. Medewerkers die voorheen werkzaam waren bij werkvoorzieningsbedrijf Top-Craft komen in dienst van deze stichting. Deze detacheert mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij reguliere bedrijven, maar ook bij de gemeente. De coördinatie is in handen van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Oldenzaal. „Per 1 januari is het merendeel van de
De gemeente Oldenzaal neemt tegen de landelijke trend in het groenbeheer weer in eigen handen en integreert SW’ers in de eigen organisatie.
20
TuinenLandschap | 03 | 2014
e in groenbeheer werknemers van Top-Craft overgegaan naar de nieuwe stichting”, vertelt Guus Bekhuis, teamleider BOR bij de gemeente Oldenzaal. „De mensen die werkzaam zijn in het groen - dit zijn er 82 - volgen op 1 april. Dan blijft alleen nog een groep mensen over die valt binnen de categorie ’Beschut Werken’. Zij gaan pas eind van het jaar over.”
Uitgebalanceerde verdeling Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die tot nu toe via Top-Craft werden ingezet bij de gemeente Oldenzaal, blijven straks dus gewoon aan het werk in het gemeentelijk groenbeheer. Alleen worden zij vanaf 1 april gedetacheerd vanuit de gemeentelijke stichting én gaat de gemeente de aansturing zelf regelen. Hier ligt een van de grootste uitdagingen, erkent Liebrand. Daarnaast is ook de integratie van de SW-medewerkers een aandachtspunt.
„We gaan niet over één nacht ijs. De divisie Stadswerken, waar de afdeling BOR onder valt, heeft een globale risicoanalyse opgesteld die door adviesbureau Cyber is verdiept en uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in een bedrijfsplan voor het nieuwe BOR-team dat op 1 april de naam ’team Buitenbeheer’ krijgt. Ook met deze naamsverandering willen we de integratie van de SW-medewerkers bevorderen, cultuurverschillen overbruggen en echt een nieuwe start maken.” Bekhuis geeft aan dat het grootste risico schuilt in de vraag of er jaarrond voldoende werk is voor de nieuwe medewerkers. Via Top-Craft werden zij alleen ingehuurd als de werkzaamheden er om vroegen. Om dit risico te ondervangen, kiest de gemeente ervoor om meer seizoensgebonden te gaan werken. „We worden bijvoorbeeld flexibeler in de lengte van de werkweek: in de winter kunnen we naar 30 uur gaan, in de zomer naar 42,5 uur. Door de werktijden af te stemmen op de hoeveelheid werk, en kritisch te kijken naar onze jaarplanning kunnen we het genoemde risico grotendeels ondervangen.”
Anders georganiseerd Het gemeentelijke groenbeheer wordt vanaf 1 januari ook anders georganiseerd en aangestuurd: het team Buitenbeheer moet een leer- en ontwikkelbedrijf worden. Bekhuis: „Het nieuwe team Buitenbeheer bestaat straks uit 122 mensen, waarvan 82 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er zijn zes uitvoerders benoemd die verantwoordelijk worden voor de aansturing en begeleiding van de mensen. Ook moeten zij er, samen met drie productieleiders, voor zorgen dat mensen zich verder kunnen ontwikkelen en kunnen doorgroeien, zodat zij op termijn wellicht kunnen doorstromen naar een regulier bedrijf.” Liebrand en Bekhuis zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit van het groenbeheer ook na 1 april gewaarborgd kan blijven. „De nieuwe collega’s blijven het werk doen waarvoor zij tot nu toe ook
’Zorgvuldige aanpak voorwaarde voor succes’ Om ’oude’ en ’nieuwe’ medewerkers optimaal te laten samensmelten binnen het team Buitenbeheer, bereidt de gemeente Oldenzaal beide groepen zo goed mogelijk voor op de nieuwe werksituatie. „Alle BOR-medewerkers volgen één of meerdere maatwerk-opleidingen over hoe ze de voormalige SWmedewerkers het beste kunnen benaderen”, vertelt Guus Bekhuis. „De groenmedewerkers van Top-Craft bereiden we sinds 1 januari langzaam voor op de veranderingen. Hun werk verandert in feite niet, maar wel hun werkgever en hun collega’s. Stap voor stap laten we hen hieraan wennen. Een zorgvuldige aanpak is een van de belangrijkste voorwaarden om dit project tot een succes te maken.”
Guus Bekhuis, teamleider BOR.
werden ingezet: vooral repeterende werkzaamheden als schoffelen, het opruimen van zwerfvuil, vegen en grasmaaien. Hierbij hebben ze ook hun eigen wijk, waar ze overigens heel trots op zijn en zich maximaal voor inzetten.” Liebrand benadrukt dat de nieuwe aanpak niet betekent dat de gemeente Oldenzaal geen externe hoveniersbedrijven en groenbedrijven meer zal inzetten. „Deze blijven in beeld, met name voor het uitvoeren van specialistische werkzaamheden.” De wethouder gaat er vanuit dat de nieuwe constructie meervoudige winst oplevert voor de gemeente. Enerzijds doordat het financieel noodlijdende Top-Craft is ontmanteld, en anderzijds doordat SW-medewerkers een verrijking betekenen voor de gemeentelijke organisatie. „Het voelt goed. Dat merkte ik ook tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst, toen de mensen voor het eerst samenkwamen. Je voelde dat er een klik was, men vult elkaar aan. Daarbij hopen we een voorbeeld te kunnen zijn voor andere overheden en bedrijven.” <
TuinenLandschap | 03 | 2014
21
Zo-zit-dat
Wanneer is opzegging door werknemer rechtsgeldig? Een van de werknemers van Hovenier Kuipers* heeft twee maanden geleden zijn contract opgezegd en is overgestapt naar een concurrent. De werknemer heeft spijt en wil graag terugkeren. Kuipers heeft daar wel oren naar, maar wil de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd sluiten. Kuipers vraagt zich af of dit kan. Tekst Tessa Viragh | Beeld Peter Moorman
A
ls werkgever en werknemer besluiten tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, aansluitend of met een tussenpoos van drie maanden of minder aan een overeenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij het om min of meer dezelfde werkzaamheden gaat, eindigt de overeenkomst voor bepaalde tijd alleen op de afgesproken datum als die eerdere arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd door ’rechtsgeldige opzegging’ is geëindigd of door ontbinding door de rechter.
beidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten kon worden, die van rechtswege zou eindigen zonder dat een ontslagvergunning of ontbinding door de kantonrechter was vereist. Bijvoorbeeld als een werknemer zijn arbeidsovereenkomst opzegt om bij een andere werkgever in dienst te treden, om vervolgens binnen drie maanden toch weer terug te keren bij de oude werkgever. Of een gepensioneerde werknemer die toch nog een paar jaar zijn pensioen wilde aanvullen en bij zijn werkgever kon blijven.
Ragetlie-regel
Ontslagtoets
Deze regel staat in de wet en wordt de Ragetlie-regel genoemd (naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad uit 1986 waar de werknemer Ragetlie heette). In de praktijk ging men ervan uit dat onder rechtsgeldige opzegging ook opzegging door de werknemer werd verstaan. Men ging ervan uit dat als de werknemer had opgezegd een ar-
Op 20 december 2013 heeft de Hoge Raad korte metten gemaakt met deze praktijk. De situatie was vergelijkbaar met die van Kuipers. De Hoge Raad vindt dat de ratio van de wet is dat er een ontslagtoets (door een rechter of het UWV) moet zijn geweest voordat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde
tijd. Daar was hier geen sprake van (de werknemer had immers opgezegd) en dus was de werknemer weer bij de werkgever in dienst getreden voor onbepaalde tijd (of beter gezegd: eindigde de nieuwe overeenkomst niet van rechtswege).
Toestemming De Ragetlie-regel is niet van toepassing als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eerst is geëindigd door een beslissing van de rechter of door opzegging na verkregen toestemming van het UWV. Is die ontslagtoets er wel, dan kunnen partijen aansluitend een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd sluiten die van rechtswege eindigt na afloop van de bepaalde tijd. Let op: volgens het wetsvoorstel Werk en Zekerheid dat op dit moment in behandeling is in het parlement, geldt de Ragetlie-regel straks ook als de tussenpoos tussen de contracten korter is dan zes maanden (dat is nu drie maanden). >
Tessa Viragh is juridisch adviseur bij Grant Thornton, E Tessa.viragh@gt.nl
Hoe-zit-dat?
* Deze naam is fictief
Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap | 03 | 2014
23
Ontwerp en Inrichting
Pronktuin in wintertooi Zowel ’s zomers als in de winter ziet de grote voortuin in Westerhoven er mooi uit. Het is dan ook een kijktuin in optima forma: niet alleen de eigenaren genieten ervan vanuit hun woning, ook het voorbijsnellende verkeer wordt een blik in de tuin gegund door het venster in de witte muur. Hovenier Arjan Fokker tekende zowel voor het ontwerp als de aanleg van de pronktuin. Tekst en Beeld Miranda Vrolijk
24
TuinenLandschap | 03 |2014
In elke tuin probeert Fokker kleur te verkopen, in deze tuin heeft hij de spiegelvijver omlijst met een paarse streep: die verbindt de paarse tinten van de toegepaste Lavandula angustifolia, Verbena bonariensis en Geranium ’Patricia’. Aan het einde van de vijver tegen de witte muur heeft Fokker twee donkere eikenhouten vlonders toegepast met twee Cedrus deodara ’Pendula’.
D
e eigenaren van het huis in Westerhoven wilden graag langs hun oprit in de voortuin extra parkeerplaatsen. Zij schakelden daarvoor hovenier Arjan Fokker in die in het naburige plaatsje Duizel zijn bedrijf runt en jaren eerder al een deel van hun achter- en voortuin had aangepakt. In het voorjaar van 2013 ging de tuin volledig op de schop. Niet alleen zijn er extra parkeerplaatsen door Fokker aangelegd, ook de 1.500 m2 grote voortuin is door hem opnieuw ingericht. Die bestond tot dan toe uit een groot gazon met daaromheen een wildgroei aan bomen en heesters. „Daar was na de aanplant niet veel meer aan gedaan, een wilde zooi dus.’’ De voortuin moest van de eigenaren een strakke vormgeving krijgen met een rechte lijnvoering. Daarnaast moet de tuin niet al te veel onderhoud vergen. Niet alleen de voortuin is fors: achter het huis ligt ook een lap grond en de eigenaren willen die beiden zelf blijven onderhouden. „Maar dat moet dan wel te doen zijn.’’
Blauwe waterzuiveraars
Arjan Fokker en zijn vrouw Jacqueline www.fokker-tuinen.nl
Fokker heeft de voortuin als kijktuin beschouwd. „Zowel achter als voor direct grenzend aan het huis, hebben de eigenaren al veel zitruimte, de voortuin moet er daarom vooral mooi uitzien, zowel in de zomer als in de winter.’’ Centraal in de tuin ligt een grote (30 bij 5 m) spiegelvijver. Fokker heeft deze zichtlijn afgestemd op het raam van de woonkamer. Aan het einde van de tuin schiet de vijver een stukje onder een witte muur door: achter de muur is het stukje vijver moerassig: dit is het helofytenfilter met waterzuiverende, blauwbloeiende planten als Iris ensata ’Prairie Glory’, I. ensata ’Royal Banner’, I. ensata ’Variegata’. en Pontederia cordata. Dit gedeelte zorgt ervoor dat de rest van de vijver met daarin verschillende Nymphaeasoorten schoon blijft.
De witte platoflex muur (zie kader ’Uitgelicht’) is het meest opvallende element in de tuin. De hovenier legt uit dat de eigenaren door de dichte begroeiing van bomen en heesters gewend waren om vrij van de weg te zitten die langs het perceel ligt. Omdat dit een van de toegangswegen tot Westerhoven is, komt hier veel verkeer langs. „Nu we die bomen en heesters weghaalden, moest daarvoor iets in de plaats komen.’’ De eigenaren wilden het liefst op de erfgrens een rij leibomen met beukenhagen plaatsen. Fokker heeft hun wens in de tuin toegepast, maar dan wel met een twist. „Als je leibomen met hagen precies op de erfgrens plaatst, krijg je algauw een box en dat vind ik niet mooi.’’ Daarom heeft hij op 5 m van de weg dwars op de vijver de 18 m lange witte muur geplaatst. Aan weerszijden van de muur zijn leibomen gezet van Platanus hispanica. De bomen staan staan echter niet in de hagen van Fagus sylvatica, die zijn verder naar achteren geplaatst. „Zo krijg je meer diepte in de tuin.’’ Langs de zijkanten van de tuin staan de platanen wel in de beukenhagen. Dwars op de vijver heeft Fokker banen met beplanting aangelegd die onderbroken worden door grindpaden. „Die paden spelen een rol in het lijnenspel, ze zijn niet bedoeld als wandelpaden.’’ Toch hebben ze ook een praktische functie. Met name voor het onderhouden van de tuin: de eigenaar kan er gemakkelijk met een kruiwagen overheen en waar hij zich ook in de tuin bevindt, het dichtstbijzijnde pad ligt op 6 m. De beplanting bestaat uit banen met een overvloed aan Pennisetum alopecuroides ’Hameln’ gecombineerd met Verbena bonariensis dicht bij het huis of met een slingerende baan Persicaria amplexicaulus voor een rood accent tegen de witte muur. De banen worden onderbroken door blokhagen van hulst en vierkanten met lavendel. Rhododendron en Hydrangea paniculatum ’Limelight’ omlijsten de tuin.
TuinenLandschap | 03 | 2014
>
25
26
Groen- en bruintinten domineren de tuin in de winter. Daarnaast zorgen de bloemresten van Hypericum paniculatum ’Limelight’ en de zaaddozen van Verbena bonariensis voor sierwaarde. Fokker heeft veel Pennisetum alopecuroides ’Hameln’ toegepast. Hun bruinverkleuring zorgt in de winter ook voor sierwaarde. Daarnaast maakt het lampepoetsergras de tuin onderhoudsarm volgens de hovenier: na één groeiseizoen is de tuin volledig dichtgegroeid, waardoor onkruid geen kans krijgt.
Voor de 3 bij 3 m grote blokhagen heeft Fokker Ilex x meserveae ’Blue Maid’ gekozen. De keuze viel op de meserveae-soort vanwege het grove, donkere gebladerte en omdat hij geen stekels heeft. Ondanks dat de planten geknipt worden, geven ze bessen. Uiteindelijk is twee keer per jaar knippen genoeg voor goede strakke hagen aldus Fokker. De hovenier heeft ze gekocht bij hulstkweker V.d. Hurk in St.Oedenrode. Zo’n 1.000 stuks zijn er de grond in gegaan.
Dwars op de inrit heeft Fokker zes parkeerplaatsen gecreëerd. Die zijn extra groot (6 bij 3 m) om het in- en uitrijden te vergemakkelijken. De bestrating van de bestaande inrit heeft hij ook toegepast bij de parkeerplaatsen. Die bestaat uit granietkeitjes (8 bij 10 cm) in schelpenverband met een 70 cm brede omlijsting van gebakken klinkers. De rode rand contrasteert volgens Fokker mooi met het grijze graniet, daarnaast fungeert de rand als looppad voor de eigenares, die geregeld hoge hakken draagt.
Vanaf de openbare weg kun je door een opening in de middelste muur een deel van de tuin zien. Fokker heeft die bewust laag gehouden zodat je de woning niet kunt zien. Daarmee blijft de privacy van de eigenaren gewaarborgd.
TuinenLandschap | 03 |2014
Uitgelicht
Platoflex muren bruikt van 6 cm dik. Die liggen 5 cm onder de grond op een zandbed van 20 cm dik. Daarop zijn de muren vastgeschroefd. „Meer is niet nodig’’, aldus de hovenier. De verschillende stukken zijn door middel van rvs-buizen met elkaar verbonden. Ook het schoonmaken van de muren is eenvoudig, een keer per jaar met een hogedrukreiniger de boel schoonspuiten is genoeg. Omdat de platoflex-muren geen vocht opnemen, groeit er nagenoeg geen alg op, zoals dat wel bij andere materialen gebeurt.
>
De witte muren zijn door de mannen van Arjan Fokker in een dag gezet. De drie delen zijn elk 3 m hoog, 6 m breed en 15 cm dik. Ze zijn gemaakt van platoflex, een kunststof dat bespoten is met een polyesterachtig materiaal. Daardoor lijkt het net alsof de muren gestuct zijn. Platoflex heeft volgens Fokker als grote voordeel dat het zo licht is: twee man konden samen een stuk muur tillen. Daarnaast is er geen diepe fundering nodig. In deze tuin heeft Fokker 60 bij 60 cm-tegels ge-
N
www.tuinenlandschap.nl
TuinenLandschap | 03 | 2014
27
Ontwerp en Inrichting
Om de muren van de buurgebouwen aan de oostzijde van de tuin te camoufleren, groeien er leibomen van Acer campestre. Ook hier is weer gekozen voor bomen die in de herfst opvallen met hun herfstverkleuring.
28
TuinenLandschap | 03 | 2014
Twee open ruimtes zijn de clairière de clematites en de clairière des roses-liane. Pergola-achtige constructies worden hier overgroeid door respectievelijk Clematis en ramblerrozen. De overkoepelende stalen constructie heeft de contouren van een schildpadschild.
Kunstzinnige jungletuin rondom Parijs’ museum Als eerste vallen de kleuren van het gebouw op. Wie verder kijkt, merkt dat die kleuren terugkomen in de beplanting en daar per seizoen wisselen. Drie ontwerpers kwamen er aan te pas om de tuin rond Musée du quai Branly te realiseren. Samen creëerden ze een mini-jungle met de inmiddels welbekende Parijse mix van kunst en planten.
Tekst en Beeld Emiel van den Berg
O
p steenworp afstand van de Eiffeltoren, aan de oever van de Seine, ligt Musée de Quai Branly. Dit etnografische museum werd op 23 juni 2006 geopend door de toenmalige Franse president Jacques Chirac. Hij zag dit project als zijn culturele bijdrage aan de stad Parijs zoals oud-president George Pompidou dat voor ogen had met het door hem geïnitieerde Centre Pompidou en François Mitterand met ’zijn’ piramide voor Het Louvre. Het museum, met een vloeroppervlak van iets meer dan 40.000 m2, is een ontwerp van architect Jean Nouvel en kenmerkt zich aan de noordelijke gevel door de naar buiten uitstekende ’dozen’ in natuurlijke oranje-, oker- en roodtinten. Om het museum ligt een tuin waarin dezelfde kleuren op een geraffineerde manier en wisselend met de seizoenen
terugkomen. Om de natuurlijke uitstraling van de tuin te versterken, bevindt zich aan de noordzijde van het museum ook een 200 m lange en 12 m hoge begroeide gevelwand. Het langwerpige museumterrein is oost-west gelegen met in de oosthoek het kleine restaurant en in de westhoek het hoofdgebouw met entree. Tussen deze twee gebouwen is de tuin overdekt door het ’zwevende’ deel van het museum, de belangrijkste tuindelen bevinden zich daarom aan de noord- en zuidzijde.
Enorme glaswand In de eerste bouwplannen was 7.500 m² voor de tuin gereserveerd. Architect Nouvel wilde echter meer ruimte. Zijn gedachte was dat gebouw en tuin als vanzelfsprekend in elkaar over moesten
lopen, elkaar moesten versterken. Hij besloot daarom het tuinoppervlak ruim te verdubbelen tot 17.500 m². In het hart van het museum creëerde hij een grote glazen ’cilinder’ van waaruit de museumbezoeker het best zicht op de tuin heeft. Om de passerende wandelaars en autobestuurders ook een blik op de tuin te gunnen, plaatste Nouvel op de tuingrens aan de kant van de Seine een immens glazen scherm. Die beschermt de beplanting tevens tegen de over de rivier waaiende wind en zorgt ervoor dat de tuinbezoeker in stilte kan rondlopen, zonder de geluiden van de passerende verkeersstroom. Het zwevende middendeel van het museum staat op ’poten’ om openheid tussen het noordelijk en zuidelijk tuindeel te creëren. Voor de realisatie van de tuin deed Nouvel beroep op drie
TuinenLandschap | 03 | 2014
>
29
ontwerpers; Gilles Clément, Patrick Blanc en Yann Kersalé. Gilles Clément tekende voor het ontwerp van de tuin. Omdat Nouvel een tuin wenste met beweging koos Clément voor een tuin met een jungleachtige beplanting in een ontwerp met veel glooiende lijnen. Zowel in het horizontale als verticale vlak. De ontwerper creëerde zo een contrast met de strakke contouren van zowel het museumgebouw als de oude Parijse woningen liggend aan de zuidelijk aangrenzende Rue de l’Université. Bewust speelde Clément met wisselende plantvolumes, die vooral op de plattegrond goed waarneembaar zijn: de tuin bestaat als het ware uit vele kleine planteneilanden waardoorheen de paden slingeren. Op plaatsen met halfverharding krijgt het groen gecontroleerde vrijheid waardoor de grenzen tussen paden en beplanting soms vervagen. Meest opmerkelijke van de tuin is het verfijnde contrast tussen de beplanting in de noordelijke en zuidelijke tuin. De zuidelijke kant is vooral een lichte kant. De sombere donkerrode gevel dient als
achtergrond voor verschillende bomen met lichtroze voorjaarsbloesem als Prunus en Magnolia, waarbij verschillende Prunus ook in de herfst opvallen met hun herfstverkleuring. De eronder liggende glooiende plantvakken zijn gevuld met grassen als Carex pendula en Stipa gigantea. Hier en daar staan groepen Abelia en Rosa ’Mutabilis’, die beide voor een rijke (na)zomerbloei zorgen. Tegen de Rue de l’Université ligt een langwerpige vijverpartij met rieteilanden. Het water voorkomt dat nachtelijke bezoekers de tuin in komen. Diegene die toch door het water wil stappen, loopt al snel tegen een kunstzinnig hekwerk aan dat bestaat uit dicht opeen geplaatste gebogen spijlen die op een natuurlijke manier overgaan in de beplanting van riet en grassen.
Veel eiken De schaduwrijke noordkant is donkerder en zwaarder. Met de gevel in verschillende natuurtinten als achtergrond groeien hier veel eiken en in kleinere aantallen Acer en Prunus. Veelal bomen met een
geelachtige herfstverkleuring met daaronder hoofdzakelijk grassen en bamboes die worden afgewisseld met groepen van onder andere witbloeiende herfstanemonen en Eupatorium. Hield Clément zich vooral bezig met het horizontale vlak, voor het verticale tuindeel werd Patrick Blanc gevraagd. Hij maakte voor een deel van de noordgevel een mur vegetal. Blanc gebruikte 15.000 planten verdeeld over 150 verschillende soorten. Met het museum in gedachten koos hij planten uit Japan, China, Noorden Zuid-Amerika en Europa. De bijdrage van Yann Kersalé is vooral te zien in de nachtelijke uren. Tussen de overdaad aan grassen plaatste hij lichtarmaturen in de vorm van rechtopstaande tl-buizen. Overdag zijn ze verstopt tussen de grassen, zodra de zon ondergaat, beginnen ze te schijnen en verandert de tuin in een sprookjesachtige omgeving. Zo maakt de tuin niet alleen 12 maanden per jaar maar ook 24 uur per dag indruk. Zoals Jean Nouvel het zelf omschrijft: „De tuin is er niet om het museum te ondersteunen, de tuin ís het museum.’’ <
Musée du quai Branly Opdrachtgever Gemeente Parijs Tuinoppervlak 17.500 m2 Hoeveelheid planten 72.000. Bij de 169 bomen veel Quercus (Q. libani, Q. petraea, Q. pubescens, Q. pedunculata, Q. cerris, Q. robur) en Prunus (P. sargentii, P. padus, P. serrula, P. maackii en P. avium). Daarnaast Acer, Carpinus, Magnolia en - passend bij het thema van het museum - de vrij recent ’herontdekte’ conifeer Wollemia nobilis. Grassen Carex comans, pendula en morrowii, Luzula nivea, Stipa gigantea en Miscanthus. Vaste planten Acanthus mollis, Heuchera ’Pluie de Feu’, Ophiopogon japonicus, Equisetum japonicum, Scirpus lacustris en grote groepen Anemone ’Honorine Jobert’ en Eupatorium maculatum ’Atropurpureum’ Heesters Abelia grandiflora, Hydrangea paniculata, Hydrangea quercifolia, Rosa ’Mutabilis’ Let op Van 16 t/m 19 mei 2014 organiseert Tuin en Landschap weer een vakreis, dit keer neer Parijs. De tuin van Musée de Quai Branly is een van de tuinen die bezocht wordt. In TenL 4 volgt een uitgebreide beschrijving van de reis. Vanaf dat moment kunt u zich ook opgeven.
30
TuinenLandschap | 03 | 2014
Ook in de jardin de la cistude (moerasschildpad) een verwijzing naar de schildpad door de halfronde vorm van een van de terrassen. De op de grond liggende terracottakleurige gebroken dakpannen worden begrensd door massief houten balken. Het merendeel van de grassen op de foto bestaat uit Carex pendula, de boom is een Prunus sargentii.
In de clairière de candi staat een stenen bank met houten liggers, die een ovaal terras in twee gelijke delen verdeelt. Op de grond liggen dunne stroken blauw leisteen met daarin verwerkt ovale leisteen tegels. Midden in de bank groeit een Prunus maackii ’Amber Beauty’, die opvalt met okerkleurige bast, voorjaarsbloei en herfstverkleuring.
Op veel plaatsen zijn ook de paden kunstwerken. Door het grijze beton lopen lichtroze lijnen met daarin michaschiste – glinsterend natuursteen – afgewisseld met glazen ’amuletten’ waarin schelpen, plantaardige delen, insecten en dierentanden zijn verwerkt. Op de achtergrond is de glazen wand zichtbaar. Links een lichtroze bloeiende Magnolia.
De aan de noordkant van het museum begroeide gevel naar het ontwerp van Patrick Blanc heeft geregeld te lijden van winterkou, ondanks dat het irrigatie- en drainagesysteem perfect werkt. Opvallend is de weerspiegeling in de onderste ramen van de bomen die langs de kade groeien. Samen met de verticale beplanting vormen ze een geheel. Links is het hoge glazen scherm nog zichtbaar.
De metalen staven van het bijzondere hekwerk weerspiegelen in het water, zoals ook het woekerende riet dat doet. De waterpartijen worden dagelijks schoongemaakt om het water zo zuiver mogelijk te houden.
TuinenLandschap | 03 | 2014
31
Aanleg en onderhoud
Plantenvoedsel: licht, water, lu Iedere groene professional heeft op school geleerd over N, P, K en sporenelementen. Voeding voor planten lijkt dan ook vrij eenvoudig, maar het creëren van een bodem die langdurig voldoende voeding levert aan een diverse plantengemeenschap vereist inzicht en boerenverstand. Tekst Peter Bennink | Beeld Cjp24
E
en van de bijzondere eigenschappen van planten is dat ze hun eigen voedsel produceren uit licht, lucht en water: fotosynthese. Zes watermoleculen en zes kooldioxidemoleculen worden in de bladgroenkorrels omgezet in een glucosemolecuul en 6 zuurstofmoleculen. Voor hun energiehuishouding hebben planten meer dan genoeg aan hun eigen ’zonnepanelen’. Planten zijn daardoor autotroof, dat wil zeggen, voor hun energiebehoefte niet afhankelijk van andere organismen. Dat planten zo zelfredzaam zijn, betekent niet dat ze kunnen bestaan zonder beschikbaarheid van elementen van buitenaf. Plantencellen zijn uiteindelijk opgebouwd uit elementen zoals calcium, stikstof, zwavel, kalium en magnesium die uit de bodem moeten komen. Verschillende elementen hebben verschillende specifieke functies binnen de plant. Fosfor is bijvoorbeeld belangrijk voor de energieoverdracht, en stikstof en calcium zijn belangrijke bouwstenen voor cellen.
’Hoofdelementen’ Het is overigens niet zo dat de ’hoofdelementen’ belangrijker zijn dan de spoorelementen. De gangbare indeling in hoofdelementen stikstof (N), Fosfor (P) en Kali (K) en overige elementen is dan ook op zijn best arbitrair. Een gebrek aan ijzer, zwavel of molybdeen kan net zulke ernstige gevolgen hebben als een gebrek aan stikstof. Pier Oosterkamp van meststoffenleverancier Ecostyle: „De nadruk op N,P en K is er, omdat daaraan in onze streken vaak een gebrek is.” Volgens teeltadviseur René Jochems van Groeibalans heeft de dominantie van de NPK-leer in de agrarische sector meer te maken met de industriële macht van
32
TuinenLandschap | 03 | 2014
de chemie, dan met de vraag of het de juiste benadering van bemesting is: „Wij kijken meer naar de balans in de bodem met een bodembalansanalyse. De onderlinge verhoudingen tussen mineralengehaltes zijn daarbij belangrijker dan de hoeveelheden.” Volgens Jochems is de scheikundige kant van de bodem in de NPK benadering volkomen los komen te staan van de biologische kant van de bodem, die veronachtzaamd wordt. „Als je naar de biologie van de bodem kijkt dan zijn hele andere elementen het belangrijkst, naast koolstof zijn dat calcium, magnesium en kalium. Je ziet dan dat er op onze landbouwgronden vaak een gebrek is aan calcium en magnesium en een overmaat aan stikstof en fosfor.”
Symbiose Om in hun minerale bestanddelen voor groei te voorzien hebben planten in de natuur een uitgebreid systeem van samenwerking met andere organismen zoals schimmels en bacteriën. De glucose die de plant maakt, staat hij voor een groot deel af (ongeveer 40%) aan de schimmels en bacteriën in de wortelzone. Deze organismen leveren, in ruil voor de glucose, allerlei mineralen in een voor de plant opneembare vorm. Jochems licht toe: „Het meeste voedsel dat planten uit de bodem halen is van organische oorsprong en halen ze uit de fysiologisch geactiveerde substantie in de bodem. Deze substantie is een mix van hormonen, vitaminen en mineralen in koolstofverbindingen die ontstaat door een samenspel van schimmels, bacteriën en de plant.” Natuurlijk is er ook een andere manier om de plant aan zijn mineralen te laten komen. In water oplosbare kunstmeststoffen kunnen vrijwel direct door de
plant worden opgenomen (hoewel bacteriën ook hierbij nog een rol spelen). Minerale meststoffen kunnen op de (minimale) behoefte van de plant worden afgestemd en maken zo bijvoorbeeld substraatteelt mogelijk. In de praktijk van de tuin kleven er echter een aantal belangrijke bezwaren aan het gebruik van kunstmeststoffen. Afgezien van gecoate meststoffen, zijn kunstmesten snelwerkende stoffen, die doordat ze in water oplossen ook snel uitspoelen. Strooi je dus in het voorjaar kunstmest bij je pioenen, dan hebben de rozen die in de zomer bloeien daar al niets meer aan. Ruud Snijders van meststoffenleverancier Innogreen: „Kunstmeststoffen zijn niet ontwikkeld voor de tuin, maar voor de akkerbouw. Daar heb je monoculturen van gewassen, waarin je precies kunt bepalen wanneer ze welke mineralen nodig hebben om te groeien, te bloeien of vrucht te zetten.” Kunstmesten zijn gericht op de scheikundige kant van de plant, op de elementen die de plant nodig heeft. Niet op de biologische kant van de plant: de symbiose met schimmels en bacteriën. Doordat de plant de biologische partners niet meer nodig heeft voor de levering van mineralen, neemt de vitaliteit van de bodem af. Bovendien bestaat de meeste kustmest uit zouten die funest zijn voor het bodemleven. René Jochems: „Vooral door de grote stikstof- en fosforgiften is er op veel gronden niet veel over van het bodemleven. Er zijn overigens wel minerale mesten, vooral carbonaten die je prima kunt gebruiken. Het is wel van belang dat voedsel voor planten aan koolstof is gebonden.”
Organische meststoffen Organische meststoffen worden door schimmels en bacteriën omgezet in voor de plant opneembare vorm. Ze leggen daarbij de elementen vast in de bodem, waardoor deze voor langere tijd beschikbaar zijn. Snijders: „Je legt als het ware een lopend buffet aan voor de plant. Het maakt daarom eigenlijk ook niet zo veel uit op welk moment van het jaar je bemest. Het komt bij de plant terecht op het moment dat het nodig is.”
cht en dan de rest Door met organische mest het bodemleven te voeden en daarmee indirect de plant, profiteer je van alle voordelen van een gezond en divers bodemleven. Dit is te zien aan een betere bodemstructuur, een hogere weerstand tegen ziekten en plagen en een betere vochthuishouding en wateropnamecapaciteit. Bij het bepalen wanneer je moet bemesten en welke meststoffen je zou moeten gebruiken, is het gebruik van gezond verstand het beste wapen en de natuur het beste voorbeeld. De natuur wordt bemest met afgevallen blad en dode plantenresten. Laat je dus in de
tuin of het openbaar groen het afgevallen blad liggen en is er een strooisellaag die de bodem bedekt, dan is extra bemesten overbodig. Wanneer je de tuin ieder najaar netjes maakt door vaste planten af te knippen en dood blad weg te blazen, verarm je de bodem en moet je dit compenseren. Ook bij elementen waar veel materiaal vanaf gesnoeid wordt, zoals hagen of pergolaâ&#x20AC;&#x2122;s met Wisteria, is er behoefte aan een toevoer van elementen. Doe dit dan bij voorkeur met compost of een andere organische meststof. Dan voed je het bodemleven en werk je met de natuur mee
in plaats van ertegenin. Het bodemleven is bovendien in staat om allerlei elementen die niet in de meststoffen zitten, vrij te maken uit de bodem. Zeker op kleigronden zijn volgens Oosterkamp veel elementen van nature voldoende aanwezig. Bij nieuwe (grote) projecten of bodemproblemen is het raadzaam om een bodemanalyse te doen. Je kunt vervolgens gericht de bodem verbeteren. Voor verschillende benaderingen (NPK of bodembalansanalyse) zijn er testen op de markt, met daaraan gekoppeld een bemestingsadvies. <
Kunstmest laat planten groeien, maar is meestal slecht voor het bodemleven en daarmee de weerbaarheid van planten en de bodemstructuur. TuinenLandschap |â&#x20AC;&#x2030;03â&#x20AC;&#x2030;| 2014
33
Aanleg EN ONDERHOUD
Cambiummineervlieg Tijdens het dunnen en zagen in houtwallen en beplantingen worden op het zaagvlak van stammen vaak opvallende ringen van donkere vlekjes geconstateerd. De oorzaak is moeilijk thuis te brengen. Het gaat om de larvengangen van een klein vliegje.
H
et verschijnsel komt voor bij dunne stammetjes van populier, wilg, lijsterbes en berk. De vlekjes zitten op het zaagvlak van een stam altijd in een ringvormig patroon binnen een jaarring. Het gaat om dwarsdoorsneden van talloze larvengangen. Als je de dunne schors in mei-juni van de stam van jonge boompjes zou pellen, dan komen er tot 2 m lange, enigszins kronkelige gangen tevoorschijn. Het betreft het vraatbeeld van de larve van de cambiummineervlieg Phytobia cambii. Dit is een tot 5 mm lang zwart vliegje dat veel op de kamervlieg lijkt, hoewel het wat kleiner is.
Levenswijze Het vrouwtje draagt aan het achterlijf een korte legboor. In mei-juni legt de vlieg haar eitjes met de legboor in de schors. Zodra de larve uit het ei komt begint deze naar beneden te mineren.
De larve is draadvormig en wit-transparant van kleur met een zwarte kop. De lengte van een volwassen larve bedraagt tot 20 mm met een breedte van 1 mm. De vraatgangen liggen deels in het cambium en deels in het spinthout, want de larven voeden zich met het afschaven en wegvreten van cellen in de cambiale zone. De tot 3 mm brede vraatgangen groeien later dicht met witte parenchymcellen die vaak tot donkere vlekjes verkleuren. Deze vlekjes komen tijdens de diktegroei van jaar tot jaar steeds meer naar binnen te liggen. Wanneer de larve in juli-augustus volwassen is, knaagt ze een ontsnappingsgaatje naar buiten en laat zich op de grond vallen om als pop in het strooisel te overwinteren. Er zijn verschillende specifieke sluipwespen beschreven die pieken en dalen in aantastingen veroorzaken. In sommige jaarringen zijn veel vlekjes te vinden, in andere juist heel weinig.
Tekst en beeld Leen Moraal, externe
medewerker Alterra Wageningen UR
Schade Aan de buitenkant van de boom is helemaal niets van de aantasting te zien. Doordat de larvengangen vanuit de mergstralen worden opgevuld met parenchymcellen, verandert de oorspronkelijke houtstructuur en ontstaan er minuscule zwakke zones in het hout. Het onverwacht afknappen van lucifers van populierenhout kan hiermee worden verklaard. In Finland wordt berkenhout veel gebruikt voor de fabricage van parket, meubels en fineerhout. Er is weinig berkenhout zonder oude larvengangen. Als je het fenomeen eenmaal kent, zie je in veel berkenparket de larvengangen als lange bruine verkleuringen zitten. De cambiummineervlieg ondermijnt niet de sterkte van de boom en er is geen relatie met secundaire ziekten en plagen. <
TuinenLandschap |â&#x20AC;&#x2030;03â&#x20AC;&#x2030;| 2014
35
Werk in uitvoering
Wat Wie
Tekst en beeld Peter Bennink
Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar
pbennink@hortipoint.nl
Graven van plantgaten Gemeente Amstelveen Medewerkers van de Gemeente Amstelveen graven plantgaten in een plantsoen in de wijk Kostverloren. Later zullen zij hierin Malus ’Rudolph’ planten. Naast de vier sierappels komen er in het plantvak heesters te staan zoals Spiraea, Symphoricarpos, Forsythia en Cornus kousa. Zoals meer plantsoenen in deze wijk wordt het plantvak volledig gerenoveerd. De oude beplanting van Crataegus, Amelanchier, Cornus en Spiraea
was deels overwoekerd met Hedera en brandnetels. De krentenboompjes kampten bovendien met een teruglopende vitaliteit. De oude beplanting is verwijderd en op de bodem is een laag van ca 10 cm zand opgebracht. Dit om het onderhoud (schoffelen) op de kleigrond te vergemakkelijken. In de winter beheert de gemeente het plansoen zelf, in de zomer wordt het werk uitbesteed. <
TuinenLandschap | 03 | 2014
37
Machines en Gereedschap
Clean Mower neemt handma Met een Clean Mower, een aangepaste bosmaaierkop die op een klepelmaaier of ander maaidek wordt gemonteerd, is na het machinale maaien een handmatige gang met de bosmaaier rondom de obstakels overbodig. Tekst en beeld Marein Kolkmeijer
38
TuinenLandschap | 03 |2014
V
erhart Groen heeft op Groen Techniek Holland in Biddinghuizen met de Clean Mower-obstakelmaaikop de Gouden Klavertje Vier-innovatieprijs gewonnen. De Clean Mower is een aangepaste Stihl-bosmaaierdraadkop die met een hydraulisch armpje op een maaier wordt gemonteerd. De maaikop kan zowel op een voorof zijmaaidek als op een klepelbak aan een arm worden bevestigd. De arm en de maaikop worden vanuit de cabine met een pookje bediend. In de eerste situatie wordt meestal één Clean Mower geplaatst op de rechter zijkant van het dek. Bij een klepelbak werkt het het best met twee gespiegelde Clean Mowers. Die werken dan tegelijkertijd aan twee kanten om het obstakel heen. De Clean Mower kan volgens Verhart afhankelijk van de situatie tot 50% besparen op handmatig bosmaaien waarmee de kosten dalen.
De Clean Mower past op alle klepelmaaiers en op ten minste 80% van de gazonmaaiers en vangrailmaaiers. De extra arm wordt met tweemaal vier bouten aan de machine bevestigd, waarbij de buitenmaten van de totale machine niet veranderen. De arm heeft een eigen zweefstand, onafhankelijk van die van het maaidek; daarbij rust het middendeel van de maaikop permanent op de grond. Een zware veer voorkomt ongewenste draadverlenging. Met het bedieningspookje kun je extra druk op de kop uitoefenen om de draad gecontroleerd te verlengen. De bosmaaierkop is nauwkeurig langs bomen, bankjes en andere obstakels te sturen. De 25 cm lange maaidraden maken het mogelijk om zelfs onder parkbankjes te maaien. Een ervaren machinist kan binnen enkele uren goed met de Clean Mower overweg. <
Aan de klepelmaaier Wanneer je aan een klepelmaaier twee gespiegeld werkende Clean Mowers monteert, bespaar je in buitengebieden een extra man die na het klepelen nog met een bosmaaier aan de gang moet om rond de obstakels te maaien.
Extra hydraulische pomp Tenzij de machine een extra hydraulische aansluiting heeft, is een extra hydrauliekpomp nodig voor de aandrijving van de Clean Mower. Deze zou anders te veel vermogen weg halen van de basismaaifunctie. Er wordt niet ingegrepen in een bestaand circuit.
Bediening Voor de bediening van de CleanMower wordt een kastje met een pookje in de cabine geplaatst. In het geval van twee Clean Mowers krijg je een kastje met twee pookjes. Op deze demonstratiemachine zaten drie CleanMowers, vandaar die drie pookjes.
tig bosmaaien over Clean Mower Benodigde hydrauliek bij gazonmaaiers per maaikop 12 l/min bij 150 bar Gewicht maaikop 20 kg Benodigde hydrauliek bij klepelmaaiers per maaikop 12 l/min bij 150 bar Gewicht maaikop 30 kg
Beschermschijf De arm van de Clean Mowers is horizontaal verend opgehangen: bij tegendruk tegen de beschermschijf veert de bosmaaierkop terug. Je kunt dus zonder risico van schade aan arm met de beschermschijf tegen het obstakel aan werken.
Draadmes De aangepaste Stihl-bosmaaierdraadkop is voorzien van een draadmes, waardoor de draadlengte nooit langer is dan 25 cm. De beschermschijf is kleiner en moet dus naar eigen inzicht op enige afstand rondom een boom worden gestuurd. ▸▸Verhart Groen bv (0348) 47 07 16 www.cleanmower.nl
TuinenLandschap | 03 | 2014
39
ESPALIER
Gespot
▸iBoom ▸ app ▸Van ▸ Helvoirt Groenprojecten ▸www.vanhelvoirtgroenprojecten.nl/ ▸ overons/iboom-app
iBoom app geeft snel indicatie boomschade Van Helvoirt Groenprojecten uit Berkel-Enschot heeft een nieuwe app op de markt gebracht, de iBoom app. Met deze app kan snel een inschatting van schade aan bomen worden gemaakt. De app is samen met iHandhaving ontwikkeld. Hieronder vallen diverse toepassingen voor beheer in de openbare ruimte. Tekst Ralph Mens Beeld Van Helvoirt Groenprojecten
Aan bomen ontstaan regelmatig schades, bijvoorbeeld tijdens werkzaamheden of bij een aanrijding. Ook kan bij de voorbereiding van bouwprojecten een inschatting van de waarde gewenst zijn. Met behulp van de app kan zonder volledige taxatie een eerste inschatting worden gemaakt van de waarde van de boom of schade. Met de iBoom app kunnen op eenvoudige wijze gegevens van bomen, omgeving en eventuele schades worden geregistreerd. Dit gebeurt met behulp van een kaart met GPS-locatie en foto’s. In een invulscherm worden gegevens als locatie van de boom, omtrek, leeftijd, soort boom ingevuld. Ook kan het soort schade (wortelschade, bast- en weefselschade, kroonschade) worden aangegeven. Deze
gegevens worden automatisch naar een geregistreerd boomtaxateur gestuurd. Deze geeft binnen 48 uur op basis van de gegevens een indicatie van de waarde en eventuele schade aan een boom. De eigenaar of beheerder kan vervolgens beslissen of vervolgstappen nodig zijn. Nu wordt vaak bij schade geen actie ondernomen vanwege taxatiekosten, waardoor bijvoorbeeld gemeenten jaarlijks aanzienlijke schadebedragen mislopen. Met de indicatie in de hand kan contact worden opgenomen met de schadeveroorzaker of de verzekering. Uitgaande van de indicatieve waarde kan besloten worden een volledige taxatie uit te laten voeren. De indicatie heeft namelijk niet dezelfde status als een taxatie. Voor uitbetaling door een verzekering is een taxatie wel noodzakelijk. De app kan gratis worden gedownload in de appstore via iToezicht, waar de iBoom app onderdeel van is. Door uw emailadres en de code ’iboom’ in te vullen, krijgt u een inlogcode toegestuurd waarmee u de app kunt uitproberen. Er zijn geen vaste kosten of abonnementskosten aan verbonden. Als beheerder of eigenaar koopt u een aantal boomwaarde- en schade-indicaties in die u kunt inzetten wanneer het uitkomt. De kosten van vijf indicaties bedragen €175, voor tien indicaties betaalt u €300. <
TuinenLandschap | 03 | 2014
43
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Luxe spa in de tuin Leverancier van hoogwaardige wellness producten U-spa heeft een collectie buitenspa's van Villeroy & Boch in het assortiment. In de showroom in Breukelen zijn de spa's te bekijken. De spa's van Villeroy & Boch zijn uitgerust met de JetPak, een systeem waarbij een persoonlijke zithouding samen met zestien JetPacks zorgt voor een ontspannen massage. De technologie heeft geen lange leidingen, waardoor het risico op lekkages minimaal is. De spa's van Villeroy & Boch zijn leverbaar in verschillende maten en modellen, voor twee tot acht personen.
▸▸U-Spa | (0346) 25 20 10 | www.u-spa.nl
Hout, staal en beton Het assortiment van Falco is uitgebreid met parkpank FalcoAzura. In deze parkbank zijn de materialen hout, staal en beton samen verwerkt tot een moderne zitbank. Het grijze beton geeft samen met het gecoat staal een robuuste look. Het gebruikte hout is FSC-gecertificeerd. Omdat hardhouten delen gebruikt worden, is het op maat maken van de bank eenvoudig. Gekozen kan worden voor verschil-
lende variaties: met beton en staal, beton en hout en een variant zonder rugleuning. De parkbank is comfortabel en onderhoudsvriendelijk. De bank heeft geen fundatie nodig of extra bevestigingsmateriaal. De betonnen zijsteunen worden ingegraven en daarmee tegelijkertijd gefundeerd. FalcoAzura is ontworpen in samenwerking met ontwerpbureau ipv Delft.
▸▸Falco | (0546) 55 44 44 | www.falco.nl
Duurzaam gevlochten Borek, leverancier van buitenmeubelen, presenteert stoel Verdasio. Deze stoel is leverbaar in twee armloze modellen van teakhout en zandkleurig geknoopte rope. Hoewel de combinatie van materialen doet denken aan meubelontwerpen uit de jaren '50 is Verdasio een kwaliteitsstoel met eigentijds zitcomfort. De materiaal- en kleurcombinatie is goed op elkaar afgestemd. Bijpassend is een tafel leverbaar uit de collectie Bellinzona. Twee vierkante formaten (80 x 80 of 90 x 90 cm) en twee rechthoekige modellen (80 x 160 of 90 x 240 cm) maken dat er keuze is. De poten lopen licht taps toe, wat zorgt voor een vintage-look. ▸▸Borek | (013) 528 88 66 | www.borek.eu
44
TuinenLandschap | 03 | 2014
Natuurlijk spelen Dekowood levert duurzaam geproduceerde houtsnippers voor natuurlijk spelen in de openbare ruimte. De snippers worden verkregen uit de verwerking van schone pallets. Door de snippers te kleuren met een milieuvriendelijk pigment is het product leverbaar in verschillende kleuren. Dekowood snippers hebben een lange levensduur, zijn
Tüv-goedgekeurd en voordelig. In een test op toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers kwam het product positief naar voren. Houtsnippers beschermen de bodem tegen uitdroging en overmatige verdamping, zijn goed te gebruiken als onkruidpreventie en structuurverbetering van de tuin en tegelijkertijd geven ze een decoratieve natuurlijke uitstraling.
▸▸Dekowood | (0547) 28 66 00 | www.dekowood.nl
Groene muur voor kleur en geur Een nieuw systeem voor modulair tuinieren is Air Garden. Het stapelbare systeem zorgt gemakkelijk voor verticale, groene muren. Air Garden kan dienen als scheidend element tussen percelen of terrassen en is een natuurlijke geluidswal. De beplanting zorgt voor kleur en
▸▸Air-Garden | (0034) 945 26 61 63 | www.air-garden.com
Kort Meerlanden richt een Innovatieraad op. Het bedrijf werkt samen met gemeenten en bewoners aan een schone en duurzame leef- en werkomgeving en is specialist op gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Meerlanden wil met de Innovatieraad op de hoogte blijven van ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. ▸▸Meerlanden | (0297) 38 17 77 | www.meerlanden.nl
Stichting Groenkeur heeft besloten het contract met J. de Vries, senior beleidsadviseur, te beëindigen. De Vries is van betekenis geweest voor het ontwikkelen en opstellen van de verschillende Groenkeur-beoordelingsrichtlijnen, reglementen en voorschriften.
geur. Een druppel-bevloeiing maakt dat het watergebruik gereguleerd is. Er kan gekozen worden voor enkelzijdige of dubbelzijdige beplanting. Omdat het systeem ook binnen toegepast kan worden, heeft het tal van mogelijkheden.
Internet Met zijn kennis van de kwaliteitszorg heeft hij Groenkeur binnen de internationale eisen van de Raad voor Accreditatie geloodst. ▸▸Groenkeur | (030) 659 56 63 | www.groenkeur.nl
Willy Koppens is de nieuwe directeur van Helicon MBO in Velp. Koppens volgt huidige directeur Anke Visser op. Leonie Heijkants wordt directeur bij Studio T in Tilburg. Helicon Opleidingen biedt groen onderwijs op vier vmbo-scholen en negen mbo-scholen in Noord-Brabant en Gelderland, Studio T brengt de opleiding Green Business Studies. ▸▸Helicon | (0411) 67 76 18 | www.helicon.nl
Tuinregie heeft een stap gezet in specialisatie. Wim Kanters
is sinds kort volledig eigenaar van het bedrijf, Frank Roosen gaat zelfstandig verder met de specialisatie tuintechniek. Tuinregie zal de expertise van Roosen aantrekken als een tuin daarom vraagt. ▸▸Tuinregie | (0162) 38 70 22 | www.tuinregie.nl
Euro Grass ontwikkelt zich verder als DSV zaden Nederland. Het bedrijf zet met deze naamswisseling een stap richting de sterke positie van het Duitse moederbedrijf Deutsche Saatveredelung AG. DSV richt zich op graszaden voor voeder- en recreatiedoeleinden, bodemverbeteraars en groenbemesters, granen en koolzaad. DSV Nederland heeft ook maisrassen. ▸▸DSV zaden Nederland | (0485) 55 06 10 | www.dsv-zaden.nl
De drie winnaars van de Green Deal Runner Up Award zijn de Green Deal Tijdelijke Natuur, de Green Deal Bedrijven en Biodiversiteit en de Green Deal Verduurzaming Betonketen. Dit is een aanmoedigingsprijs voor de Runner Up Award die vanaf 2014 wordt uitgereikt aan succesvolle Green Deals. ▸▸www.levenopdaken.nl
In het jaarboek Nieuw Kapitaal - Ruimtevolk staat een selectie van blogs en niet eerder gepubliceerde interviews over Nieuw Kapitaal voor stedelijke en regionale ontwikkeling. Verschillende thema's als sociaal kapitaal, netwerken en nieuwe verbindingen komen aan de orde. ▸▸Nieuw Kapitaal - Ruimtevolk | ISBN 978-90-819612-1-9 | €20 bestellen: www.ruimtevolkshop.nl
TuinenLandschap | 03 | 2014
45
Agenda
Cursussen
IPM Vakbeurs, t/m 31 januari, Essen, Duitsland.
Florall Beurs, 4 en 5 maart, Gent, België.
▸▸www.messe-essen.de
▸▸www.florall.be
Voorjaarsbeurs Menkehorst 3 t/m 6 februari, Hengelo.
Stinzenplanten en andere vroege bloeiers Zondagwandeling, 9 maart, Leiden.
▸▸www.menkehorst.nl
▸▸www.hortusleiden.nl
Vakmanschap | wetenschap en ontwerptraditie Lezing, 7 februari, Houten. ▸▸www.makeblijde.nl
Afrikaanse liefdeslelie en meer Afrikaanse schonen Bollenweekend, 15 en 16 maart, Utrecht. ▸▸www.uu.nl/botanischetuinen
Varens en mierenplanten Zondagwandeling, 9 februari, Leiden.
Onderzoeksbijeenkomst Dutch School of Landscape Architecture 5 februari, Amsterdam
Duurzaam groenbeheer Kennisdag, telt mee voor spuitlicentie, 13, 25 februari, Langeveen (13) en Monster (25).
▸▸www.dutchschooloflandscape architecture.nl
▸▸www.innogreen.nl
EMVI - Gunnen op waarde Cursus voor aanbesteders, o.a. 5 februari, 12 maart, 7 mei, diverse plaatsen.
Participatie; de burger als opdrachtgever Bijeenkomst CROW, 12 februari, Rhoon.
▸▸www.crow.nl
▸▸www.levende-stad.nl
Groendag Oost Diverse workshops, 6 februari, Zwolle.
Toepassing techniek en persoonlijke bescherming Licentieverleging gewasbescherming, 12 februari, 13 maart, Alkmaar.
▸▸www.groendagoost.nl
Vakmanschap | vakmanschap in uitvoering Lezing, 21 maart, Houten.
Mollen en woelratbestrijding Cursus, 7 februari, Alkmaar.
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
Tuinbouw Relatiedagen 11 t/m 13 februari, Gorinchem.
▸▸www.makeblijde.nl
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
Bomen en buren Juridische verdieping, 13 februari en 10 april, Cuijk.
▸▸www.evenementenhal.nl
Freisinger Gartentage 10 t/m 12 mei, Freisinger, Duitsland.
Sketchup Vierdaagse basiscursus, start 7 februari, Utrecht.
▸▸www.cobra-adviseurs.nl
Sneeuwklokjes in het duin Evenement, 16 februari, Bakkum (Castricum).
▸▸www.freisingergartentage.de
▸▸www.tuinontwerpen3d.nl
Veilig heftruckrijden Cursus, 14 februari, Alkmaar.
Dag van de stadslandbouw Congres, 14 t/m 17 mei, Utrecht.
Snoeien van jonge fruitbomen Workshop, 8 februari, Ochten.
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
▸▸www.dagvandestadslandbouw.nl
▸▸www.fruitpark.nl
IABR-2014 Urban by Nature Tentoonstelling over architectuur en stadslandschappen, 24 mei t/m augustus, Rotterdam.
Motorkettingzagen Driedaagse basiscursus, 10 februari, Alkmaar.
BHV herhaling levensreddende handelingen Cursus, 17 februari, Alkmaar.
▸▸www.hortusleiden.nl
▸▸www.doornduyn.nl
Tuinidee Beurs, 20 t/m 23 februari, 's-Hertogenbosch. ▸▸www.tuinidee.nl
Nederlandse rondhoutveiling 22 februari, Arnhem. ▸▸www.bosgroepen.nl
Huis & Tuin Beurs, 27 februari t/m 2 maart, Leeuwarden. ▸▸www.huis-tuin-beurs.nl
Stinzenplanten Lezing door Heilien Tonckens, 2 maart, Leiden.
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
▸▸www.kunsthal.nl
Motorkettingzagen 1, lichte velling Cursus, 10 februari, Alkmaar.
Projectmanagement openbare ruimte Start cursus, 18 februari, Den Bosch.
Fleurig Beurs, 11 t/m 15 juni, Bennekom (Ede).
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
▸▸www.haskennistransfer.nl
▸▸www.fleurig.nl
Snoeien van bomen en heesters Zesdaagse cursus, 10 februari, Alkmaar.
Motorkettingzagen 2, zware velling Driedaagse cursus, 19 februari, Alkmaar.
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
▸▸www.onderwijsgroepnwh.nl
Update boomveiligheidscontrole Cursus, 11 februari, Hoeven.
Beoordelingscriteria bij kappen Cursus, 20 februari, Driebergen.
▸▸www.ocbor.nl
▸▸www.ekootree.nl
GaLaBau Beurs, 17 t/m 20 september, Nuremberg, Duitsland. ▸▸www.galabau-messe.com
▸▸www.hortusleiden.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
Redactie Bakker hoofdredacteur 06 35 11 56 17 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Marrit Molenaar, Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Bert Hassing, John Jennissen vormgevers ▸ Wendy
▸ Basisvormgeving
46
TuinenLandschap | 03 | 2014
Gerrie van Adrichem
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld (0342) 49 48 44 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2011 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvul dige wijze en naar beste weten is samengesteld; even wel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de infor matie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslis singen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
Foto Twan Wiermans
Groene Gast
Iverna Zaalberg Waar staat u op de foto? „Dit is het park van Kasteel Aerwinkel. Sinds juni 2012 woon ik hiernaast in Sint Odiliënberg. Ik loop hier zo het bos in en ervaar elke dag hoe belangrijk natuur is.’’
Waarom heet uw ontwerpbureau Natuur bij Huis?
Iverna Zaalberg runt in Sint Odiliënberg haar ontwerpbureau Natuur bij Huis.
„Die naam staat voor natuurbeleving bij huis. Een groene omgeving is van grote invloed op onze gezondheid. Groen maakt gelukkig. Toch verstenen de Nederlandse tuinen, omdat mensen denken dat dat onderhoudsvriendelijker is. Ik zie het als uitdaging de buitenruimte om te toveren tot een leefbaar stukje ’Natuur bij Huis’. De wereld kan niet zonder biodiversiteit, iedereen met een tuin kan daaraan een bijdrage leveren. De tuin maakt immers deel uit van
een groter geheel, de natuur.’’
Waar komt die passie voor natuur in de tuin vandaan? „Al voordat ik kon lopen, namen mijn ouders mij mee op het water om te zeilen. Ik kon urenlang genieten van de lucht en het landschap. Toen ik twintig was, begon ik met tuinieren. Deze passie groeide uit tot een royale boerderijtuin. Toen ik na een scheiding in 2006 mijn tuin moest verruilen voor een tuin bij een twee-ondereen-kapwoning en bovendien mijn functie in ons bedrijf kwijtraakte, heb ik besloten om van mijn passie mijn beroep te maken.’’
Heeft u al reacties op gekregen op uw tweet over het insturen van versteende tuinen en een gratis tuinadvies van uw kant?
„Tot nu toe zeven. Maar wel heel veel retweets en dat is fijn: hoe meer we de boodschap uitdragen hoe beter. Ik heb een Facebookpagina ’Stop de verstening’ aangemaakt, like en deel!’’
U biedt op de website ’Border als boeket’ kant-en-klare vasteplantenpakketten aan. Wat bedoelt u met een border als boeket? „Een boeket bloemen kost al gauw €20 en staat als je geluk hebt tien dagen op de vaas. Terwijl je van bloemen in de tuin maanden plezier kan hebben en dat jarenlang. Om het mensen makkelijker te maken de tuin te vergroenen, heb ik pakketten samengesteld die aantrekkelijk zijn voor bijen en vlinders en veelal geschikt als snijbloem. Dus tegels eruit en planten erin! <
TuinenLandschap | 03 | 2014
47