3 Vakblad voor de groenvoorziening | 37e jaargang | 29 januari 2015
Noviteiten Hardenberg Vaste planten in wintertooi Vitura: natuur als heelmeester Bruisend hart voor Erasmus
Voorplaat.indd 1
26-01-15 12:07
Vraag onze brochure aan via de website www.gardentours.nl en bekijk ons reisaanbod 2015! James Wattstraat 2a, 3261 MB Oud Beijerland, Tel.: 088 - 0071300 e-mail: info@gardentours.nl, website: www.gardentours.nl
SemiSchuinTuinenLandschap.indd 1
620650.indd 2
20-1-2015 11:42:12
26-1-2015 12:32:54
Inhoud
Nummer 3 | 29 januari 2015
Nieuws 4 5 6 7 8 9
’Aanbestedingswet zet rem op groeninnovatie’ Minister Schultz geeft officiële aftrap voor het Jaar van de Ruimte Minder deelnemers voor groencompetitie Entente ’De tijd van grote organisaties is voorbij’ Privétuinen zijn bouwstenen voor veerkrachtige samenleving en omgeving Tuin en Landschap online
Sortiment 10
10 Wintersilhouet in de vasteplantenborder 15 Quercus suber
Bedrijf en Organisatie 16 In Vitura is natuur de beste leermeester 19 Zo-zit-dat: Moet overwerkvergoeding worden doorbetaald? 20 ’In-company’ groenopleiding houdt rekening met praktijk
Ontwerp en Inrichting 16
22 Plantenpark Verstappen prikkelt met plantcombinaties 26 Een strategisch plan voor Erasmus
Aanleg en Onderhoud 30 Goede inrichting essentieel bij beheer op kwaliteitsniveau C
Machines en Gereedschap 34 Nieuws uit Hardenberg 43 Werk in uitvoering: Verplaatsen roekennesten 26
Service
Foto voorplaat Ralph Mens
44 Leveranciersnieuws 46 Agenda en cursussen 47 Groene Gast: Marco Hoffman
Inhoud.indd 3
34
TuinenLandschap | 3 | 2015
3 26-01-15 13:43
Nieuws
Tuinprofessionaldagen trekt veel hoveniers Foto Ralph Mens
’Aanbestedingswet zet rem op groeninnovatie'
De vijfde editie van de Tuinprofessionaldagen, die 20 en 21 januari werden gehouden bij boomkwekerij Van den Berk in Sint-Oedenrode, trok veel hoveniers. Over twee dagen bezochten meer dan zeshonderd hoveniers de beurs en workshops die werden verzorgd door diverse leveranciers van tuinproducten. De groene vakmensen kwamen niet alleen uit de regio Brabant, maar uit heel Nederland. De hoveniers konden gerichte informatie inwinnen en kennis opdoen over diverse producten zoals verlichting, vijvers, keramische tegels en kunstgras. Ook kon er een excursie over de uitgestrekte kwekerij van Van den Berk worden gemaakt. <
De Aanbestedingswet is een remmende factor bij het behouden en verder uitbouwen van de baten en waarden van groen. Dat schrijft VHG in een position paper naar aanleiding van een evaluatie van de nieuwe wet. De markt voor openbaar groen staat onder grote druk. Hoewel het belang van groen breed wordt erkend, is daarvan in de dagelijkse praktijk weinig terug te zien. Om niet meer maatschappelijk kapitaal te vernielen, zou volgens VHG moeten worden ingezet op behoud en uitbouw van de baten en waarden van groen. Daarvoor is ruimte om te innoveren nodig, maar die komt in de huidige markt niet uit de verf. VHG trekt haar conclusies op basis van praktijkervaringen en rondetafelgesprekken met vertegenwoordigers van aanbestedende diensten en opdrachtnemers uit de groene sector. „De nieuwe Aanbestedingswet ziet er op papier goed uit, maar de
implementatie verdient nadere aandacht. Vooral in de relatie tussen aanbestedende dienst en opdrachtnemer valt veel te verbeteren. Angst en krampachtigheid lijken te regeren. Bovendien leiden onduidelijkheden en fouten tot juridisering van de aanbestedingspraktijk.” Om aanbestedingen beter te laten verlopen is volgens VHG meer aandacht nodig voor kennisvergaring door inkopers in het voortraject en duidelijkheid over het plan van aanpak als onderdeel van de gunning. Ook zijn onderscheidende en relevante EMVI-criteria van belang. Daarin zou kwaliteit zwaarder moeten wegen en meer ruimte moeten zijn voor innovatie. Er is een tool gemaakt voor EMVI-criteria in bestekken voor boomonderhoud. Zo’n leidraad komt er ook voor inkoop van groenvoorzieningen. Verder wordt gedacht aan een marktdossier groenvoorziening met analyses en verkenningen, en aan voorlichting en training. <
Commentaar
Tuinprofessionals Verbaasd was ik, dat ik op de Tuinprofessionaldagen in Brabant een hovenier tegenkwam die ik een week eerder nog in Hardenberg had ontmoet. Zijn FC Groningen-sjaal verraadde dat hij niet uit de regio kwam. Sowieso kwamen er opvallend veel ’noorderlingen’ op de Tuinprofessionaldagen die dit jaar bij boomkwekerij Van den Berk in Sint-Oedenrode werd gehouden. Er waren er zelfs die zeiden Hardenberg te hebben overgeslagen, om in plaats daarvan naar de Tuinprofessionaldagen te komen. Zo’n kleine, kennisgerichte bijeenkomst voorziet klaarblijkelijk in een behoefte. Persoonlijk was ik ook positief verrast door het grote aantal deelnemers en de vakinhoudelijke workshops. Tot de laatste minuut bleven de deelnemers, blauwbekkend van de kou, geïnteresseerd luisteren naar de uitleg van leveranciers over de installatie van zwemvijvers, de aanleg van kunstgras en de ins
4
TuinenLandschap
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 4
| 3 | 2015
en outs van drainagesystemen voor in de tuin. Blijkbaar is de hovenier op zoek naar dit soort praktische, vakgerichte kennis. Niet iedereen kan immers overal in gespecialiseerd zijn en overal verstand van hebben. Zo bleek de gemiddelde hovenier in 2014 anderhalve vijver te hebben aangelegd. En iedereen doet dat ook nog eens op zijn eigen manier. Dat verklaart waarschijnlijk het grote aantal deelnemers bij de workshop ’Hoe wordt water in de tuin weer een spetterend succes?’ Maar ook de workshops over verlichting, keramische tegels en combineren met materialen werden uitstekend bezocht. Natuurlijk blijft Hardenberg hét jaarlijkse trefpunt voor de groensector met zijn brede aanbod aan nieuwe machines en apparaten en grote hoeveelheid deelnemers. Maar ik voorspel een mooie toekomst voor kleinschalige, kennisgerichte evenementen. Mits er gratis eten en drinken is uiteraard. Ralph Mens vakredacteur
26-01-15 12:31
Minister Schultz geeft officiële aftrap voor het Jaar van de Ruimte Onder het motto ’Wie maakt Nederland?’ heeft minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu, op 15 januari in de Beurs van Berlage de officiële aftrap gegeven voor het Jaar van de Ruimte. Dit wordt vormgegeven middels meer dan vijftig bijeenkomsten, publicaties en onderzoeken. Doel is om tijdens de slotbijeenkomst op 15 december een breed gedragen manifest te presenteren. Minister Schultz schetste een aantal mogelijke ontwikkelingen die grote invloed kunnen gaan hebben op de ruimte in Nederland. Denk aan slimme verkeersinformatiesystemen die onderling communiceren, de groei van thuiswerken én –produceren, en het delen van spullen en ruimtes. Gevolg zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat er minder parkeerplek nodig is
en die ruimte kan dan worden ingericht voor groen, ontmoeting of spelen. In de praktijk zet het ministerie in op concrete trajecten, concrete kennis en uiteraard op de nieuwe Omgevingswet. Neelie Kroes, oud-minister van Verkeer en Waterstaat, sprak van fascinerende ontwikkelingen en hoopt dat, met 2040 als nieuw punt op de horizon, Nederland een leidende rol zal gaan spelen, vooral op het gebied van smart cities.
Vinexwijken Dat dit themajaar in 2015 valt is niet toevallig. Het is namelijk 25 jaar geleden dat de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening uitkwam, gevolgd door de Vinex, de Vierde Nota Extra. Deze nota’s hebben grote invloed gehad op de ruimtelijke kwaliteit van ons land. De focus lag vooral op
woningbouw en economische groei; in dit kader zijn onder andere vele Vinexwijken, de haven van Rotterdam en de uitbreiding van Schiphol ontstaan. Omdat 2015 de planninghorizon was van de Vinex lijkt dit jaar een goed moment om terug én vooruit te kijken. Ook omdat Nederland wederom voor een aantal belangrijke ruimtelijke vraagstukken staat, zoals krimpgebieden, klimaatverandering en de kansen die ICT en robotisering bieden. Duidelijk is dat het de komende periode, anders dan 25 jaar geleden, niet over groei en nieuwbouw zal gaan, maar over transformatie, met name in de stad.
Nieuwe perspectieven Het Jaar van de Ruimte wordt ondersteund door een groot
aantal partijen. De initiatiefnemers willen nieuwe perspectieven ontwikkelen voor de leefomgeving. Hoewel de minister fijntjes opmerkte dat de vijfhonderd genodigden in de zaal een nogal homogeen gezelschap vormden en dat voorkomen moet worden dat het een ’onderonsje’ wordt, hopen de initiatiefnemers dat een breed debat op gang komt over de ruimtelijke toekomst van Nederland.
Agenda Daarmee lijkt de vraag ’Wie maakt Nederland?’ meteen ook beantwoord: ’Wij maken Nederland.’ Iedereen wordt dan ook uitgenodigd mee te doen. Op de website wiemaaktnederland.nl staat de agenda van de diverse activiteiten door het jaar heen. <
Rigoureus kappen in ratjetoe Foto Persbureau Noordoost
Medewerkers van de gemeente De Friese Meren zijn bezig met kapwerkzaamheden in park Herema State in Joure. Op advies van bureau NoordPeil uit Sneek wordt het park heringericht naar het ontwerp van Lucas Pieters Roodbaard. Door onder meer achterstallig onderhoud was het park een onherkenbare ratjetoe geworden. Om de zichtlijnen en de openheid te herstellen, verdwijnen 145 bomen verspreid over het park, evenals 31 lindes langs de laan. Langs de grote vijverpartijen komt reliëf, de slingerende paden worden geaccentueerd en er komen nieuwe bruggen. De uitvoering vindt in fases plaats. De zichtlijnen en de padenstructuur moeten voor 1 september zijn hersteld. <
TuinenLandschap | 3 | 2015
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 5
5 26-01-15 12:31
Nieuws
Nationale groencompetitie Entente Florale heeft dit jaar minder deelnemers dan anders. Door collegewisselingen en de decentralisatie houden gemeenten de boot even af. Voor 2016 en 2017 zijn er al wel volop kandidaten. Pr-man Frank van Suchtelen: „Gemeenten hebben in 2015 al genoeg op hun bord, maar doen graag mee met komende edities.”
Op 21 januari vond in het Limburgse Beesel, het groenste dorp van 2014, de startbijeenkomst plaats voor de Entente Florale. Beide categorieën kennen dit jaar drie deelnemers, een absoluut minimum vindt ook Van Suchtelen. Toch leeft de competitie onder gemeenten. „Het is een uitstekende aanleiding om het groenbeleid tegen het licht te houden. Daarbij krijgen gemeenten handvatten om zaken te verbeteren, het gaat echt ergens om.” In de categorie dorpen en klei-
ne steden doen dit jaar mee de gemeente Berkelland met de kern Borculo, gemeente Dinkelland met de kern Ootmarsum en Zaltbommel. In de categorie steden komen uit Capelle a/d IJssel, Oisterwijk en Zwijndrecht. In de jurering zijn enkele zaken aangepast. „De jurering is geen statisch gebeuren, we kijken wat er speelt in het openbaar groen. Zo hebben we de percentages aangepast en laten we beheer zwaarder wegen in de beoordeling. Ook is er een nieuw certificaat Klimaat waarbij we kijken naar zaken als waterhuishouding en andere klimaataspecten. Duurzaamheid en biodiversiteit staan ook weer op de agenda.” Volgens Van Suchtelen zijn de certificaten geen doekje voor het bloeden. „Er wordt beoordeeld aan de hand van duidelijke criteria. Deze certificaten worden door de winnende gemeenten dan ook erg gewaardeerd.” <
Foto Peter Bennink
Minder deelnemers voor groencompetitie Entente
Voorlente is weer vroeg Door de hoge temperaturen bloeiden half januari al speenkruid, gele kornoelje, sleedoorn, krokus en narcis. Dat is ruim een maand vroeger dan normaal, schrijft Natuurbericht.nl. Uit de Eindejaars Plantenjacht van FLORON bleek dat rond de jaarwisseling een kwart van alle in Nederland voorkomende plantensoorten bloeiden. Uiteraard kan het nog volop winter worden. In 2012 ontstond veel vorstschade aan (tuin)planten en bomen door een combinatie van hoge temperaturen in december en januari, gevolgd door 20 graden vorst begin februari. <
c o l u m n
Mijn bovenmeester „De tuin is niet alleen een plek voor afzondering en fysieke oefening. Hij is in zichzelf een plek van intellectuele stimulans omdat hij twee fundamentele filosofische principes verenigt: mensheid en natuur. De tuin is de vermenselijkte natuur.” Mijn hemel! Op mijn deurmat vind ik het boek ’Filosoferen in de tuin’ van Damon Young. Een boek over grote geesten die vertellen over de tuinen waar ze van hielden of die ze verafschuwden. Een kerstgeschenk van Hans Sint. Met Hans bezoek ik af en toe tuinen maar bovenal was hij het die mij op het Clusius College in Alkmaar leerde beplantingsplannen te maken, zo’n dertig jaar geleden. Hoe creëer je een intieme, magische, bijna onbereikbare plek met behulp van beplanting? Gewoon door onder een grijsbladige treurpeer, staand achter een vijver, bijvoorbeeld hondstand, armeluis orchidee of kievitsbloemen te planten. Bijzondere planten op een
6
TuinenLandschap
NieuwsPag_6-7.indd 6
| 3 | 2015
bijzondere plek. Hans zorgde ervoor dat planten tot onze verbeelding gingen spreken. Vijftien jaar later was hij wéér degene die zei dat ik de stap naar een eigen bedrijf makkelijk kon maken: „Doe het, je kunt het en het is beter voor je!” Ik twijfelde enorm, maar voelde ook dat ik bepaalde creatieve uitingen in mijn toenmalige werk niet kwijt kon. Nu weer zo’n vijftien jaar verder, krijg ik het idee dat mijn bovenmeester mij het volgende zetje wil geven. Dat mijn volgende levensstap tuinfilosoof zal zijn en dat ik dan als Voltaire zal gaan praten: „Het leven is vergeven van de doorns; ik ken geen andere oplossing dan je tuin verzorgen.” Oké, aan de bak, als de meester het zegt. Lezen en filosoferen. Ik ben benieuwd of jullie mijn komende columns nog zullen begrijpen.
Jack van Haperen ontwerper/hovenier Ruud Vermeer hovenier Bart Hoes tuinontwerper
Ruud Vermeer info@meneervermeertuinen.nl
26-01-15 13:56
Copijn zet in op samenwerking
De afgelopen tijd heeft Copijn drie partnerschappen aangekondigd. Wat is daarvoor de reden? „De markt is sterk veranderd. De opdrachten in het groen liggen niet meer voor het oprapen. Ik geloof daarom dat we ons moeten focussen op onze kerncompetenties. Die gebieden waarin we het sterkst zijn, zoals ontwerp, advies en innovatie. We zullen in de toekomst meer gaan fungeren als kenniscentrum, maar met minder uitvoerende mensen. Op projectbasis kunnen we vervolgens samenwerken met deze verschillende partnerbedrijven, maar ook met zzp’ers.
Ik denk dat de tijd van grote eigen organisaties voorbij is.” Welke rol spelen de verschillende partners in die samenwerking? „Met Hoek Hoveniers werken we eigenlijk al jaren samen. Dat komt ook doordat Hoek Hoveniers aandeelhouder in Copijn is. Hoek is sterk in binnentuinen, en dak- en gevelgroen. Op die terreinen zoeken we de samenwerking op. Sinds begin dit jaar is ook de AWGroep aandeelhouder in Copijn. AW-Groep is een aannemersbedrijf met een groenonderdeel. Daarmee kunnen we dus goed samenwerken op het gebied van aanleg en beheer. De samenwerking met Van Helvoirt is vooral gericht op het boomspecialistische werk.” De samenwerking met Van Helvoirt werd apart aangekondigd als het gevolg van het vertrek van een aantal boom-
specialisten. Wat was daar aan de hand? „Vorig jaar is er gereorganiseerd en ook het een en ander veranderd bij onze boomspecialistentak. Een aantal boomspecialisten kon zich hierin niet vinden en heeft besloten om ergens anders een frisse start te maken. Zij vertrekken per 1 februari. Dit heeft de samenwerking met Van Helvoirt in een stroomversnelling gebracht. Wij hadden nu te weinig mensen voor de opdrachtenportefeuille en Van Helvoirt had juist een overcapaciteit. We vullen elkaar dus goed aan. Daarbij kennen de bedrijven elkaar op aandeelhoudersniveau al jaren goed. Het wederzijdse vertrouwen was er dus al.” Wat kunnen we in de toekomst verwachten van het afgeslankte Copijn? „We blijven alles doen wat we al deden. Opdrachtgevers
Tjeerd van der Schee
kunnen nog steeds terecht bij ons voor ingewikkelde en specialistische vraagstukken en opdrachten. Alleen zullen we daarin steeds vaker partners betrekken voor de uitvoering, terwijl we zelf de regie in handen houden. Daarnaast blijven we innoveren. Daarom starten we ook een denktank met alle partnerbedrijven waarin we periodiek bij elkaar komen om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Opgeteld hebben we 250 jaar ervaring in het groen en door onze kennis te delen kunnen we die ook vermenigvuldigen.” <
Gezonde Stad op Groendag Hoorn Zo’n 350 bezoekers en 40 bedrijven kwamen op woensdag 21 januari naar Hoorn voor de Groendag. Op de Groendag worden werknemers, ambtenaren en leerlingen in workshops bijgepraat door specialisten uit het groene vak. Het thema was dit jaar: De gezonde stad. De workshops hadden dan ook veelal een link met dit thema. Zo waren er workshops over het voorkomen van rugklachten, en de ontstressende werking van groen. Veel belangstelling ging daarnaast uit naar workshops over actuele thema’s als onkruidbestrijding op verharding. Belangstellenden hadden keus uit 23 workshops waarvan elke deelnemer er vier kon volgen. <
Foto Peter Bennink
Foto Peter Bennink
Copijn heeft vorig jaar intensief gereorganiseerd en onlangs kondigde directeur Tjeerd van der Schee samenwerking aan met Hoek Hoveniers, AW-groep en Van Helvoirt. Aan Tuin en Landschap legt de vorig jaar mei aangetreden directeur uit waarom.
Foto Copijn
’De tijd van grote organisaties is voorbij’
TuinenLandschap | 3 | 2015
NieuwsPag_6-7.indd 7
7 26-01-15 13:56
Uitgesproken
„Tuinen dragen een veelheid aan functies in zich: ze zijn nooit enkel gazon, speelveld, plantenborder of moestuin. Ze kunnen belangrijke ecosysteemdiensten ondersteunen zoals voedselproductie, bestuiving en beleving van de natuur. Elke tuin kan een steentje bijdragen aan de aanpak van problemen zoals klimaatverandering en verlies van biodiversiteit. Aandacht voor die collectieve functies van privétuinen kan ervoor zorgen dat ze meer kunnen betekenen voor onze samenleving. Ondanks de aanzienlijke oppervlakte worden tuinen zelden meegenomen in onderzoek en beleid rond landgebruik en milieu. Ten onrechte, want tui-
Elke tuin kan een steentje bijdragen aan de aanpak van klimaatverandering
nen hebben veel te bieden aan onze maatschappij. Ze vormen de schakel tussen samenleving en omgeving. Door alle tuinen als één geheel te beschouwen, als één ’tuincomplex’, kan in kaart gebracht worden welke van deze mogelijkheden er nog in verborgen liggen. Zo blijkt dat tuiniers meer meststoffen gebruiken dan eigenlijk nodig is. Dit zorgt voor een negatieve impact op het milieu. Anderzijds blijken gazonbodems mogelijkheden te bieden voor de opslag van koolstof, een positieve eigenschap in het teken van klimaatverandering. Tuinen vormen dus een meervoudige buffer in het kader van voedselnood, natuurbehoud en klimaataanpassing. Als we deze mogelijkheden willen realiseren, zullen we met andere ogen naar onze tuinen moeten kijken. Individuele veranderingen in tuinbeheer en -ontwerp lijken onbeduidend, maar wan-
neer duizenden tuiniers zo’n verandering doorvoeren, kan de impact aanzienlijk zijn. Door stil te staan bij de collectieve waarde van onze eigen tuin, zou het in de toekomst vanzelfsprekend kunnen worden dat we ons tuinbeheer bijsturen in functie van maatschappelijke waarden. Er zijn ook hindernissen zoals het private aspect van tuinen en het gebrek aan pasklare informatie om milieuvriendelijk te tuinieren. Maar die hindernissen kunnen overwonnen worden, door het geven van op maat gemaakt tuinadvies en door het opstellen van vrijwillige overeenkomsten rond milieuvriendelijk beheer. Er zijn verschillende acties nodig om van het tuincomplex een collectieve bron van ecosysteemdiensten te maken. Maar dit mag ons er niet van weerhouden om na te denken over de vele mogelijkheden ervan.” <
Foto PR
Privétuinen zijn bouwstenen voor veerkrachtige samenleving en omgeving
Valerie Dewaelheyns Doctoraat KU Leuven - ILVO
www.tuinenlandschap.nl
vhg
Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
Longen Gemiddeld sterven we er een jaar eerder door. Fijnstof in de lucht. Ik weet dat fijnstof schadelijk is voor onze longen en toch ben ik verrast. Een jaar! Best heftig. Vandaag had ik een kennismakingsgesprek met het Longfonds. Ik was uitgenodigd om uit te komen leggen wat wij als groene sector allemaal voor gezonde lucht doen. Met mijn boodschap dat groen bijdraagt aan de kwaliteit van onze leefomgeving, de bevordering van biodiversiteit en de gezondheid van mensen, had ik meteen een geïnteresseerd gehoor. De rol van groen in het afvangen en binden van fijnstof is een tijdje geleden al onderzocht. Conclusie was, dat groen van grote invloed is op de luchtkwaliteit.
8
TuinenLandschap
NieuwsPag_8-9.indd 8
| 3 | 2015
Om die functie goed te kunnen vervullen, moet het juiste groen op de juiste plaats staan. In een nauwe straat met hoge bebouwing werken bomen minder goed. Hier zou je beter aan bijvoorbeeld groene gevels kunnen denken. Daar komt onze groene kennis in beeld. Mijn gesprekspartner reageerde enthousiast op onze activiteiten bij onder meer het aanjagen van wetenschappelijk onderzoek, de voorlichting via De Groene Stad en Intogreen en wat we met groene schoolpleinen willen. Geïnspireerd door zoveel raakvlakken, zijn we uit elkaar gegaan. Dit gaan we vast en zeker een vervolg geven.
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
26-01-15 12:31
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
Hendriks waarnemend vakgroepvoorzitter hoveniers
alluretuinen @alluretuinen We worden een beetje suf van die wind! Toch maar liever een graad vorst. Wel goed weer om op kantoor de plannen voor 2015 uit te werken.
Het bestuur van de VHG Vakgroep Hoveniers heeft Hans Hendriks, directeur van Hendriks Hoveniers in Duiven, benoemd tot waarnemend vakgroepvoorzitter. Dat is besloten tijdens de bestuursvergadering op donderdag 22 januari.
Jan P. Mauritz VRT @boomoloog Nieuwe ’Bomenbijbel’ van Van den Berk. Fantastisch boek!!!
Floraliën Nederland krijgt vervolg Ondanks het exploitatietekort van Floraliën Nederland, dat in mei 2014 plaatsvond, komt er in 2017 een vervolg. De Nederlandse editie van de indoor bloemen- en plantenexpositie zal opnieuw worden georganiseerd in de Brabanthallen in Den Bosch.
De Groene Stad @DeGroeneStad Met trots presenteren wij vandaag ons nieuwe #logo! Elisabeth Groen @ElisabethGr033 It giet aon: 1e werkzaamheden tbv sloop en aanleg van het nieuwe stadspark Elisabeth Groen!...
Groen onderwijs groeit, niveau neemt toe Het totaal aantal BOL-leerlingen op het mbo-groen stijgt met 4,4%. Dat blijkt uit de nieuwe onderwijscijfers. Binnen het mbo-groen vindt een verschuiving plaats naar de hogere niveaus 3 en 4. Waar in 2012 nog 32% een opleiding volgde op niveau 1 of 2, is dat in 2014 nog maar 24%.
Carla Oldenburger @oldenburgerc Gisteren geconstateerd dat alle laantjes uit 1808 in het Trapeziumbos (oud-Amelisweerd) zijn verdwenen, op één na.
Investeringen in De Levende Tuin fiscaal aftrekbaar Investeringen in De Levende Tuin, die bijdragen aan de versterking van de biodiversiteit, komen in aanmerking voor investeringsaftrek. Op verzoek van VHG zijn deze investeringen opgenomen in de Milieulijst.
Aanbestedingswet remt groeninnovatie tuinenlandschap.nl Volgens een position paper van de VHG is de nieuwe Aanbestedingswet een remmende factor waar het gaat om groeninnovatie. Is dit ook uw ervaring?
Reclame voor lage btw-tarief op bedrijfswagen
Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep
58% zei ja tegen de stelling: Foto Ralph Mens
’Het zachte winterweer tot nu toe is een steuntje in de rug voor de groensector’ Stem mee over de volgende peiling:
’De nieuwe Aanbestedingswet zet een rem op groeninnovatie’
Tot 1 juli van dit jaar geldt nog het lage btw-tarief op renovatiewerkzaamheden. Deze hovenier draagt dit luid en duidelijk uit via de bedrijfswagen. Veel hoveniers maken zich wel zorgen over een mogelijke dip in werkzaamheden na 1 juli.
ap
an
Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s
Filmpjes
Dossiers
Documenten en links naar websites
h dsc
Praat mee
nL ine
f
ie r b s uo eer euw n on Ni Ab e pd
Tu
TuinenLandschap | 3 | 2015
NieuwsPag_8-9.indd 9
9 26-01-15 12:31
Sortiment
Als je de snoeischaar in de zak houdt, geven een aantal vaste planten met hun silhouet een extra dimensie aan de winterse tuin. Het beeld wordt helemaal oogstrelend als rijp of verse sneeuw de planten bedekken. Maar ook bodem, insect en dier varen wel bij het laten staan van vaste planten.
H
et is verbazingwekkend hoeveel kleur een rietkraag langs het water geeft aan een winters landschap, zeker als de zon erop schijnt. De dode stengels, bladeren en pluimen vallen nog meer op dan in de zomer. Eigenlijk vormen ze het meest karakteristieke beeld van riet. Het spel van afwisselend wel of geen zonlicht, wind, sneeuw en rijp maakt het nog meer de moeite waard. Ook een aanzienlijk aantal vaste planten blijft de hele winter mooi, waarvan ik er hier maar een paar beschrijf. Door bij de aanplant rekening te houden met het wintersilhouet van sommige soorten kun je maandenlang extra sierwaarde aan de
Tekst en beeld Gerard van Buiten, hortulanus Botanische tuin Utrecht
border toevoegen. Je kunt in het najaar vroeg ingestorte en erg rommelige soorten afknippen, maar vaak is het mooier om de hele beplanting ongemoeid te laten. Zoals gezegd geeft een laagje rijp of sneeuw een extra dimensie. Na de last van een echt pak sneeuw zijn de meeste planten bezweken en is het mooiste er vanaf. Het tot in het vroege voorjaar laten staan van de dode stengels heeft grote voordelen. De planten en microorganismen in de grond worden erdoor beschermd, de bodem slaat minder dicht door winterregens en de wintergroeiende onkruiden krijgen veel minder kans.
Wintersilhouet in de vastepla Eupatorium en Vernonia De hoge stengels met grote tuilen van bloemhoofdjes van Vernonia-soorten en Eupatorium-soorten zijn in de nazomer en herfst echte â&#x20AC;&#x2122;vlindermagnetenâ&#x20AC;&#x2122;. De meeste Eupatorium bloeien met purperrode schermen, terwijl Vernonia meer paarse bloemen heeft. In de winter blijven de stevige stengels prima overeind staan. Bij Vernonia blijven de pluizige zaden nog lang zitten. Met een laag rijp of verse sneeuw krijg je fraaie witte schermen die mooi contrasteren met de donkere stengels. Vernonia doet het beter op droge grond dan Eupatorium.
10
TuinenLandschap
Sortimentwintersilhouet.indd 10
| 3 | 2015
22-01-15 15:29
Phlomis russeliana
Siergrassen
Phlomis russeliana is een dankbare vaste plant met vrij grof, wollig behaard blad. De bloemstengels met fraaie kransen van grote lichtgele lipbloemen worden tot zoâ&#x20AC;&#x2122;n 80 cm hoog. De bloei is van juni tot in augustus en de bloeiwijzen houden de hele winter prachtig hun vorm. Het (half) wintergroene blad maakt de plant zeer geschikt als bodembedekker omdat onkruid ertussen bijna geen kans maakt. Phlomis russeliana groeit op goed doorlatende grond in de volle zon. Phlomis tuberosa bloeit paarsroze, wordt hoger en mist het wintergroene blad.
De populariteit van siergrassen is grotendeels te danken aan hun fraaie herfst- en winterbeeld. Ze vormen in de winter letterlijk het geraamte van de beplanting en houden andere vaste planten die ertussen staan overeind. De bladeren van veel soorten zijn in de winter strogeel uitgebleekt; de wuivende halmen zetten de border in een gouden glans bij een winterzon. Niet alle siergrassen blijven zo mooi in de winter; het beste zijn alle soorten Miscanthus (foto), Pennisetum en veel vormen van Panicum en Calamagrostis.
eplantenborder
Sempervivum Wie het kleine niet eert... Bij winterskelet denk je het eerst aan forse, stevige vaste planten. Maar ook voor de (piep)kleine tuin is er, voor wie goed kijkt, genoeg te vinden. De schichtachtige bloeiwijzen van Sempervivum blijven als bruine tentakels keurig overeind staan. De wintergroene rozetten blijven mooi en worden met een laagje rijp van de meest fantastische zilveren bladranden voorzien.
TuinenLandschap | 3 | 2015
Sortimentwintersilhouet.indd 11
>
11 22-01-15 15:29
Astilbe
Aster
Astilbe zijn klassieke voorbeelden van planten met een fraai winterskelet. De pluimen van Astilbe chinensis (op foto ’Pumila’) zijn compact en blijven de hele winter mooi. Andere soorten hebben wat lossere, meer open pluimen die minder lang meegaan maar wel erg sierlijk zijn. Op vochtige grond doet Astilbe het perfect. Ze hebben de naam stijve vaste planten te zijn in zuurstokkleuren, maar dat is te kort door de bocht. Vooral de hogere vormen van A. chinensis en oude cultivars met meer open pluimen als A. ’Rosenschleier’ en A. ’Brautschleier’ verdienen vaker een plek in de border.
De meeste soorten Aster (op foto ’Herfstweelde’) zijn niet uitgesproken spectaculair als het gaat om winterse sierwaarde, maar ze geven de winterborder een goede vulling. Het zijn over het algemeen dichte, bossige planten die in hoogte kunnen variëren van 30 tot 150 cm. Vaak blijven ook de bladeren lang hangen aan de afgestorven stengels hetgeen het bossige karakter versterkt. De uitgebloeide bloemhoofdjes zijn klein, maar bij sommige soorten geeft het zaadpluis bij droog zonnig weer een extra glans.
Dipsacus fullonum Dipsacus fullonum, de overbekende kaardebol, is geen vaste plant maar een tweejarige. Hij zaait zich uit en blijft zo in de border aanwezig. De uitgebloeide bloemhoofden op stevige, tot 2 m hoge stengels vormen misschien wel de mooiste wintersilhouetten in een beplanting. De zaden zijn erg in trek bij vogels. Wie ooit in zijn tuin een koppel distelvinken in de kaardebol bezig heeft gezien, wil elk jaar een paar planten in zijn tuin! Soms kan de plant zich wat al te enthousiast uitzaaien en is selectief wieden van de meeste bladrozetten nodig.
12
TuinenLandschap
Sortimentwintersilhouet.indd 12
| 3 | 2015
22-01-15 15:30
Dierenleven
Maaien en mulchen
De afgestorven beplanting heeft in de winter van alles te bieden aan allerlei dieren. Vogels en kleine zoogdieren kunnen er prima tussen schuilen. Mezen en vinkachtige maken dankbaar gebruik van het gevarieerde zadenaanbod. De ene plantensoort is natuurlijk meer favoriet dan de andere. Planten met wat grotere of oliehoudende zaden zijn het meest in trek. In en tussen de dode bladeren, bloeiwijzen en stengels vinden diverse insecten een schuilplaats voor de winter. Een deel van die insecten wordt weer door de vogels verorberd. Over de waarde van zulke beplantingen als overwinteringsplek voor insecten heb ik wel zo mijn twijfels: de dode stengels worden immers afgemaaid en verwerkt voordat de meeste insecten actief worden of de poppen uit kunnen komen.
Aan het einde van de winter worden de bovengrondse delen van de vaste planten afgeknipt of afgemaaid. Het tijdstip kan verschillen: wie sneeuwklokjes of krokus in de border heeft staan, doet dat natuurlijk voordat deze boven de grond komen. In andere gevallen kan er later geknipt of gemaaid worden. De beste tijd is zo rond eind februari, begin maart, voordat de planten weer beginnen uit te lopen. De afgeknipte of gemaaide plantendelen kun je kleiner knippen of hakselen om daarna als mulch tussen de planten te strooien. Deze mulchlaag houdt de bovengrond luchtig, voedt het bodemleven en onderdrukt het onkruid. In grotere tuinen kan voor het afmaaien prima de bosmaaier worden gebruikt, het mulchmes verkleint het grovere materiaal. Eventueel kan je er nog een keer met een cirkelmaaier inclusief mulchdek overheen om het materiaal echt fijn te maken. In grote projecten voldoet een kleine klepelmaaier.
proven chte, . Vaak hetjes g
Sedum Ook een klassieker is Sedum ’Herbstfreude’. Al begin jaren ’80 leerde ik op de tuinbouwschool dat je voor deze plant een uitzondering moest maken en deze niet moest afknippen bij de najaarsbeurt. Sommige klanten vonden dat nog goed ook. De donkere, brede tuilen blijven tot diep in de winter stevig overeind staan. Verse sneeuw maakt ze tot absolute sieraden. S. ’Herbstfreude’ is nog steeds een vorm met de meest forse bloemschermen, maar ook de andere vormen van Sedum spectabile en S. telephium (of kruisingen daartussen) hebben deze winterse sierwaarde. Oudere planten hebben op rijkere grond nogal eens de neiging om uit elkaar te vallen. Dat kun je verhelpen door ze regelmatig te scheuren en opnieuw te planten.
<
TuinenLandschap | 3 | 2015
Sortimentwintersilhouet.indd 13
13 22-01-15 15:30
NIEUWSBRIEF
TIJD OM DOOR TE GROEIEN! TABLET
MOBIEL
SOCIAL
TABLET Tuin en Landschap is er niet alleen in de papieren versie, maar ook als website en e-magazine. Zo kan je waar en wanneer je wilt via je tablet het laatste vaknieuws lezen.
620651.indd 14
MOBIEL Nu ook het laatste nieuws 24/7 op je smartphone, via de nieuwe en overzichtelijke mobiele website.
NIEUWSBRIEF Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Door de nieuwsbrief van Tuin en Landschap ben je op de hoogte van wat er in de sector speelt. Meld je nu aan via www. tuinenlandschap.nl/nieuwsbrief en ontvang wekelijks het laatste nieuws per mail.
SOCIAL Volg jouw vakblad ook via social media. We zijn actief op LinkedIn, Twitter (@ tuinenlandschap) en Facebook.
26-1-2015 12:44:13
Sortiment
Quercus suber Hij dankt zijn Nederlandse naam aan zijn diepgegroefde, met kurk bezette stam: de kurkeik. Van origine een zonminnende Zuid-Europeaan die steeds vaker in Nederland is te zien. Op een beschutte plek geplant overleeft hij de huidige winters en is deze groenblijver een welkome aanvulling op het wintergroene sortiment. Tekst en beeld Ronald Houtman, sortimentsdeskundige
W
+ Wintergroene boom + Fraaie kurkbast + Stelt weinig eisen
– Winterhardheid op jonge leeftijd
ie de boom nooit in het echt heeft gezien, kent vast wel de foto’s van plantages met kurkeiken in Portugal. Delen van de bast van de bomen zijn gestript waardoor de verse, intens bruinrode onderbast zichtbaar wordt. De cyclus van het oogsten van kurk is zeven tot tien jaar, afhankelijk van de leeftijd en groeikracht van de bomen. In de buitenste cellagen wordt zogenaamd kurkcambium gevormd. Nadat deze cellen afgestorven zijn blijven ze op de bast aanwezig waardoor het kurk aangroeit. De celwanden van de kurkcellen bevatten een vettige, waterafstotende stof, suberine genaamd. Het is niet toevallig dat deze stof naar Q. suber is genoemd. De kurkeik komt van nature voor in ZuidEuropa, van Portugal tot in Kroatië en Marokko. De boom groeit daar op droge, zonnige plaatsen. Het is een grote wintergroene boom met een breed ovale tot ronde kroon tot circa 15 m hoogte. De bast is al vanaf jonge leeftijd sterk met kurk bezet en diep gegroefd. Het glanzend donkergroene blad is ovaal tot eivormig en heeft gewoonlijk een getande bladrand. De jonge scheuten zijn grijsbehaard. Het volwassen blad is aan de bovenkant kaal en aan de onderkant ook iets grijsbehaard, maar soms ook kaal. Zoals andere eiken bloeit ook Q. suber met katjes. Deze verschijnen in het late voorjaar en de vroege zomer. De lichtgele bloei is relatief onopvallend. De bloemen worden gevolgd door langwerpige eikels van 1,5 – 3 cm lang die eerst groen zijn maar bij rijpen donkerbruin tot zwartbruin kleuren. Ze zijn voor een derde tot de helft omsloten door de met schubben bezette cup
(napje). De eikels rijpen in hetzelfde jaar als de bloei plaatsvond. Er is één variëteit, Q. suber var. occidentalis, deze komt voor langs de Atlantische kust. Deze variëteit bloeit zowel in het voorjaar als het najaar, waarbij de eikels zowel in het najaar (na voorjaarsbloei) als in de zomer (na najaarsbloei) rijpen.
Winterhardheid Q. suber werd lang beschouwd als een boom die niet winterhard is en daardoor niet geschikt voor ons klimaat. In Zuid-Engeland staan echter oude volgroeide bomen die ook in hun leven vorst hebben overleefd. Door de klimaatveranderingen die de afgelopen decennia zijn ingezet, blijkt dus dat er voor deze boom ook mogelijkheden zijn om in Nederland toe te passen. Zeker op een min of meer beschutte plaatsen en vooral in een stedelijke omgeving, waar de temperaturen hoger zijn door de omgevingswarmte, kan Q. suber een goede aanvulling vormen in het sortiment wintergroene bomen. De boom stelt weinig eisen aan de bodem maar verdraagt niet te veel vocht. Plant Q. suber bij voorkeur in een vrij droge tot zeer droge kalkrijke, zandige bodem. Verder verdraagt Q. suber strooizout en luchtvervuiling, dus ook toepassing in industriegebieden kan tot de mogelijkheden behoren. Maar eerst en vooral zal de kurkeik toegepast worden als parkboom. En het blijft natuurlijk een Zuid-Europese boom, dus tijdens strenge vorst moet de boom, zeker op jonge leeftijd, wel worden beschermd. <
TuinenLandschap | 3 | 2015
Quercus suber.indd 15
15 22-01-15 15:30
Bedrijf en Organisatie
In Vitura is natuur de beste leermeester In april 2014 opende Vitura Vitaliteitscentrum in Biezenmortel haar deuren voor mensen die in en met de natuur willen herstellen van hun burn-out. Initiatiefnemer van dit eerste vitaliteitscentrum in Nederland is Bert van Helvoirt. Hij maakt met hulp van de wetenschap de helende werking van de natuur tastbaar en toepasbaar.
Tekst Wendy Bakker | Beeld Vitura Vitaliteitscentrum en BeeldWerkt/Jeroen de Jong
16
TuinenLandschap
Vitura Vitaliteitscentrum.indd 16
| 3 | 2015
26-01-15 10:27
A
ls ik ging wandelen moest ik altijd een doel hebben om naar toe te lopen en sjeesde daar ” zo snel mogelijk naar toe. Ik vergat om me heen te kijken. Tot ik me realiseerde dat een doel hebben niet nodig is in de natuur, dat wandelen, om je heen kijken en dan ook genieten voldoende is.” Met dit persoonlijke voorbeeld geeft Bert van Helvoirt, eigenaar van Van Helvoirt Groenprojecten en SHFT en initiatiefnemer van Vitura Vitaliteitscentrum in Biezen-Mortel, aan dat natuur een ’relatieve doelloosheid’ kent. En dat daarin wel eens de rustgevende kracht zou kunnen schuilen. Hoe kunnen we verklaren dat natuur rust brengt en een helende werking heeft op het welbevinden en de gezondheid van mensen? De omgevingspsychologie onderzoekt deze vraag al geruime tijd. Voor Van Helvoirt is het duidelijk: ,,Wij zijn natuur. We hebben daarom geen moeite om een natuurlijke omgeving te duiden en te begrijpen. Het kost geen energie. Dit in tegenstelling tot een drukke stad of intermenselijk contact. Dat zijn omgevingen waar we inspanning voor moeten leveren om het te begrijpen.” Daarbij geeft de innovatieve ondernemer aan dat de natuur krachtige metaforen biedt die de mens inzicht geeft in zijn eigen emotie en handelen. ,,De natuur is de beste leermeester.” De vraag hoe een groene omgeving maximaal kan bijdragen aan de kwaliteit van leven en welke interventies leiden tot de beste zorg houdt hem dagelijks bezig.
Vitaliteitscentrum Zweden Initiatiefnemer Bert van Helvoirt (links), creatief therapeute Maaike Remerij en psycholoog Joop Verlinden in de tuin van Vitura Vitaliteitscentrum.
Bert van Helvoirt vormt samen met de groenondernemers Thod Binder (Binder Groenprojecten), André Hoek (Hoek Hoveniers) en Peter van de Haar (Van de Haar Groep) de denktank UPP (Unconventional ideas for people, planet, profit). Sinds 2005 zoeken zij naar de toegevoegde waarde van natuur die zij vertalen in nieuwe producten, diensten en verdienmodellen. Hierbij richten zij zich op de thema’s gezondheid en duurzaamheid (C2C). In 2007 gaan de vier ondernemers op bezoek bij de Zweedse Landbouwuniversiteit SLU in Alnarp. Bij de universiteit ligt een tuin met verschillende tuinkamers waarin mensen met een zware burnout - vier jaar ziekteverzuim of langer - worden behandeld. De universiteit doet onderzoek naar de effecten van therapie in combinatie met de natuur bij stressgerelateerde klachten, nature assisted health therapy. De resultaten van het onderzoek zijn positief; van de mensen met een burn-out keert 75% terug naar een fulltime baan en 10% naar een parttime functie. De effecten van de natuurgeleide therapie zijn groter dan die van de reguliere cognitieve gedragstherapie. Er is sprake van een belangrijke vermindering in zorggebruik. Zo neemt bijvoorbeeld het aantal opnames in
psychiatrische instellingen significant af. Het vitaliteitscentrum is inmiddels op elf plekken in Zweden uitgerold. Bert van Helvoirt raakt geïnspireerd door hetgeen in Alnarp is neergezet en besluit om een dergelijk vitaliteitscentrum voor mensen met een burn-out ook in Nederland te realiseren. Persoonlijke overwegingen spelen daarbij een rol. ,,Mijn vader heeft jaren geleden een burn-out gehad en ik weet dus uit ervaring wat dat met een mens en zijn directe omgeving doet. Achter elke innovatie zit een persoonlijke drive, zegt hij. ,,Met puur ondernemerschap red je het niet, want er liggen zoveel obstakels op de weg.” Daarnaast is hij als innovatief entrepreneur geïnteresseerd in de methodiek van het vitaliteitscentrum in Alnarp, die het beste combineert van verschillende werelden: een multidisciplinaire aanpak voortvloeiend uit een holistische benadering, wetenschappelijk onderzoek die de natuurlijke interventies meetbaar maakt en praktische ondernemerschap met een sluitende bussinesscase. Hij richt dan ook, naast het Vitura Vitaliteitscentrum, samen met zijn UPP-partners en de Zweedse partners, de Nature Assisted Health Foundation (NAHF) op. Deze stichting stimuleert wetenschappelijk onderzoek en businessontwikkeling op het snijvlak van natuur en gezondheid (zie kader).
Lange weg Het duurt zeven jaar voordat het Vitaliteitscentrum zijn poorten op Landpark Assisië in Biezenmortel kan openen. Vanaf april 2014 staat een team aan therapeuten en vakmensen - psychotherapeut, beeldend creatief therapeut, twee tuintherapeuten, psychosomatisch fysiotherapeut en een hovenier - klaar om de eerste cliënten te ontvangen. Zij doen dit vooralsnog naast ander werk als therapeut en vakman. De weg naar de start was lang. ,,Dat is inherent aan innovatie”, verklaart Van Helvoirt. Allereerst heeft hij zich het domein van de zorg eigen moeten maken. ,,Ik moest eerst de talen van de vakwerelden leren spreken: die van de zorgverzekeraar, de arts, de therapeut, de overheid en de omgevingspsycholoog. Want dan bouw je vertrouwen op en laat de ander je toe in zijn vakgebied.” Hij weet verzekeraar Achmea, het ondernemersplatform Midpoint Brabant, de Kamer van Koophandel, de Provincie Noord-Brabant en de Universiteit Tilburg voor zijn plannen te interesseren. Hij kiest in eerste instantie voor de projectmatige aanpak waarbij het doel duidelijk is en menskracht, tijd en financiën gedurende een bepaalde tijd worden ingezet om dat doel te bereiken. ,,Maar dat werd te kostbaar. In een innovatieve >
TuinenLandschap | 3 | 2015
Vitura Vitaliteitscentrum.indd 17
17 26-01-15 10:27
omgeving weet je niet wat je niet weet en daardoor loop je veel risico.” Van Helvoirt ondervindt de complexiteit van de zorgfinanciering. ,,We hebben het in Nederland zo enorm complex en versnipperd gemaakt, dat in tegenstelling in Zweden waar de overheid volledig verantwoordelijk is voor de zorg. Ik heb in al die tijd maar één persoon ontmoet die echt doorgrondt hoe het systeem in elkaar steekt. Niemand heeft het overzicht. En dan spelen er ook nog allerlei belangen mee.” Nieuwe combinaties, zoals die van groen en gezondheid, passen vooralsnog niet in het zorgstelsel zoals dat in Nederland is georganiseerd. De financiële sturing, maar ook onze privacywetgeving in de zorg, remt vernieuwingen eerder af dan dat het deze mogelijk maakt. De ondernemer beslist dan ook om zijn risico’s te verkleinen, het project terug te schalen en het vitaliteitscentrum stap voor stap te ontwikkelen. Een dag per week wijdt hij aan Vitura, naast zijn andere werkzaamheden. Daarmee is de doorlooptijd langer geworden.
NAHF De Nature Assisted Health Foundation stimuleert en faciliteert initiatieven op het snijvlak van groen en gezondheid, de zogenoemde ’living labs’. Hierin worden nieuwe zorgmethoden in de praktijk toegepast en door de wetenschap gevolgd. Onderzoek en business-ontwikkeling gaan hand in hand. Op deze manier wil NAHF inzicht krijgen in de beste manier van natuurgeleide zorgprogramma’s en daarmee de ontwikkeling van nieuwe bedrijvigheid stimuleren. Hiermee denkt NAHF een bijdrage te kunnen leveren aan de reductie van zorgkosten. Het Vitura Vitaliteitscentrum in zo’n ’living lab’ waarin samengewerkt wordt met de Zweedse onderzoekers van de landbouwuniversiteit SLU in Alnarp en onderzoekers van de Universiteit Tilburg. De Nederlandse en Zweedse resultaten worden vervolgens uitvoerig vergeleken en geanalyseerd. Op dit moment loopt er eveneens onderzoek naar dementie en borstkanker in samenwerking met UKON (Onderdeel van Radbout Universiteit), VUMC Amsterdam en Universiteit Tilburg.
Vier programma’s
In een van de tuinen kunnen deelnemers, omringd door een weelderig weidemengsel, zich terugtrekken en tot rust komen.
18
TuinenLandschap
Vitura Vitaliteitscentrum.indd 18
Het Vitura Vitaliteitscentrum kent vier programma’s, preventief en curatief, waarbij zowel het individu als de werkomgeving centraal staat: het Vitaliteitsprogramma, het Vitura Preventieprogramma, het ’Natuurlijk omgaan met veranderingen’ en het Management&Medewerker Fit programma en (zie ook www.vitura.nl). Deze laatste wordt nog verder ontwikkeld in samenwerking met collega’s in Alnarp en op aanvraag van werkgevers. ,,We zijn gestart met deelnemers voor het Vitaliteitsprogramma. Dit is gericht op mensen met langdurige stressgerelateerde klachten of
burn-out.’’ In een intensief traject van drie maanden werken zij onder begeleiding van het medisch multidisciplinair team aan herstel, aanpassing, re-integratie en voorkoming van terugval. Het programma heeft een follow-up en een nazorgtraject. Het therapiecentrum ligt in een groene omgeving met bos, park, natuurgebied en water (66 ha). Bij het centrum zijn tuinen aangelegd in verschillende sferen die de zintuigelijke waarneming op verschillende manieren prikkelen. Deze sferen zijn gebaseerd op acht kenmerken, zogenoemde tuinkarakters, uit onderzoek (1991) van de Zweedse professor Patrick Grahn, zoals sereen, rijk aan plant- en diersoorten, wild, maar ook ontmoeting, ontspanning en activiteit. Afhankelijk van wat de deelnemer zelf wil en nodig acht, kan deze eerst tot rust komen in het groen, een veilige plek zoeken, waarnaar hij onder begeleiding stap-voor-stap haalbare doelen gaat stellen en activiteiten gaat verrichten zoals zaaien, snoeien, planten, oogsten en/of creatieve werkvormen. In de daarbij ondersteunende therapieën gebruiken de vaktherapeuten symbolen en metaforen uit de natuur, waarmee deelnemers inzicht verwerven in hun eigen emotie en handelen. De kosten voor deelname aan het Vitaliteitsprogramma worden nu vergoed door de werkgever. Op dit moment loopt er een aanvraag voor deelname aan het innovatieprogramma van Zorgverzekeraars Nederland, omdat het therapiecentrum niet onder de reguliere zorg valt. Nu de eerste klanten er zijn, kan het programma verder ’gefinetuned’ worden. <
| 3 | 2015
26-01-15 10:27
Zo-zit-dat
Moet overwerkvergoeding worden doorbetaald? Een van de medewerkers van hovenier Lodewijk Vermeulen* is sinds enige tijd ziek thuis wegens rugklachten. Nu sprak die medewerker hem erop aan dat hij ook recht heeft op overwerkvergoeding, omdat hij die als hij niet ziek was ook zou hebben gekregen. Vermeulen is van mening dat hij overwerk niet hoeft door te betalen; de medewerker is immers ziek. Tekst Tessa Viragh | Beeld Peter Moorman
E
r is nog vaak discussie over de vraag welk bedrag een zieke werknemer moet ontvangen gedurende zijn ziekte. Werkgevers zijn begrijpelijkerwijs geneigd het begrip ’loon’ zo beperkt mogelijk uit te leggen. De wet bepaalt dat tijdens ziekte het ’naar tijdruimte vastgestelde loon’ (lees: het loon per maand of vierweekse periode) moet worden betaald. Hieronder valt in beginsel ook de gemiddelde overwerkvergoeding die een werknemer had kunnen verdienen indien hij niet door zijn ziekte verhinderd was geweest te werken. Hetzelfde geldt voor bonussen en provisie. Ingewikkelder ligt het ten aanzien van loon dat niet in geld wordt betaald. Een bekend voorbeeld is de auto. Over de vraag of een zieke werknemer in de bedrijfsauto mag blijven rijden bijvoorbeeld, wordt verschillend geoordeeld. Dit speelt natuurlijk met name als de werknemer ook privé gebruik mag maken van de bedrijfsauto. Het is aan te raden voor dergelijke zaken een specifieke regeling te treffen en daarin te vermelden dat de auto (of laptop of telefoon) moet worden ingeleverd bij ziekte.
Hof Den Bosch Het Hof Den Bosch werd recent geconfronteerd met een vraag naar doorbeta-
Tessa Viragh is juridisch adviseur bij Grant Thornton, E Tessa.viragh@gt.nl * Deze naam is fictief
ling van overwerkvergoeding. Het Hof gaf daarop heel duidelijk aan dat in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte naast (minimaal) 70% van het basissalaris, ook de gemiddelde overwerkvergoeding betaald moet worden die een werknemer had kunnen verdienen, indien hij niet door zijn ziekte verhinderd was geweest te werken. Bij het bepalen van de hoogte van de overwerkvergoeding moet volgens het Hof gekeken worden naar het aantal overuren die zijn gemaakt door directe collega’s in dezelfde functie, die niet in vrije tijd zijn gecompenseerd maar zijn uitbetaald. Als zijn collega’s collectief overwerk hebben gedraaid, wordt al snel aangenomen dat hij daaraan ook zou hebben deelgenomen. Het mag dan weer niet gaan om overwerk dat die collega’s moesten verrichten juist omdat deze werknemer ziek was. Als de werkgever überhaupt betwist dat er overwerk zou zijn verricht in de
betreffende periode, moet de werknemer aantonen dat hij wel degelijk zou hebben overgewerkt als hij niet ziek zou zijn geweest. Dat is natuurlijk lastig, maar de werkgever moet hem daarmee in zoverre helpen, dat hij hem de werkstaten van zijn collega’s moet tonen.
Loondoorbetaling beperken? Wanneer Vermeulen de doorbetalingsverplichting bij ziekte wil beperken, moet hij dat uitdrukkelijk in de arbeidsovereenkomst bepalen, door te stellen dat overwerk alleen in tijd wordt gecompenseerd. In de cao voor Hoveniers die verplicht van toepassing is, geldt bijvoorbeeld een toeslag voor bepaalde overuren en een specifieke regeling van doorbetaling van 100% van het loon tijdens de eerste 26 weken ziekte, daarna 90% en in het tweede jaar 70%. Hiervan kan Vermeulen niet afwijken. <
Hoe-zit-dat? Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap | 3 | 2015
Zo-zit-dat.indd 19
19 22-01-15 15:30
Bedrijf en Organisatie
’In-company’ groenopleiding houdt rekening met praktijk Behalve de gangbare BBL-Hoveniersopleiding worden op twee plantencentra in Nederland ook hoveniers opgeleid voor een erkend mbo-diploma. De opleiding wordt volledig op maat aangeboden aan BBL’ers, waarbij sterk rekening wordt gehouden met de dagelijkse hovenierspraktijk. Tekst en beeld Dick van Doorn
S
Het overgrote deel van de soorten die leerlingen tijdens de groenopleiding moeten determineren is op het bedrijfsterrein van VeluwePlant fysiek aanwezig.
20
TuinenLandschap
Veluweplant.indd 20
inds een aantal jaren zijn op twee plaatsen in ons land speciale groenopleidingen die door AOC Oost ’incompany’ worden verzorgd bij groenbedrijven. Het gaat om VeluwePlant in Lunteren en plantencentrum Schonenberg in Volkel. De opleidingen zijn tot stand gekomen omdat het bedrijfsleven van mening is dat de afstand tussen wat zij vragen en wat groenopleidingen bieden te groot is. Bij VeluwePlant houdt bedrijfsleider Arjen Timmer zich bezig met de mbo BBL-Groenopleiding op het eigen bedrijf. Hij is ook lid van de stuurgroep van de groenopleiding, net als Jarno Gudden die met hem samenwerkt als projectleider vanuit AOC Oost. Timmer: „Onze stuurgroep, waarin ook hoveniers zitting hebben, denkt na over de opzet en inhoud, binnen de kaders van het kwalificatiedossier van de opleiding, en ze bewaakt de kwaliteit. Het opleidingstraject leidt op voor een erkend mbo-diploma en voldoet aan alle exameneisen.” Reden voor VeluwePlant om samen met AOC Oost een nieuwe BBL-Hoveniersopleiding op te zetten was de vraag uit de sector zelf. Timmer: „Veel hoveniers op ons afhaalcentrum klaagden over de kwaliteit van de opleiding van hun personeel.” Vandaar dat directeur Leen Konijn van VeluwePlant besloot met AOC Oost in gesprek te gaan over een in-company opleiding. „Mijn kinderen gingen voor een groenopleiding naar een andere aoc, maar regelmatig vielen lessen uit. Verder vonden velen de afstand een probleem. Vandaar dat veel jongeren in de regio noodgedwongen voor sectoren als metaal of houtbewerking kozen.”
Boven de ontvangst-, kantine- en kantoorruimte van VeluwePlant is een professionele lesruimte gecreëerd. De jongens zitten tijdens de lessen continu in de groene omgeving waar ze ook als werknemer of zelfstandig hovenier komen na hun studie. „En dat motiveert”, aldus Timmer. Bij VeluwePlant worden uitsluitend BBL’ers opgeleid, omdat de hoveniersbedrijven in de regio bij voorkeur met deze constructie werken. Timmer: „Veel van deze jongens hebben een goede agrarische werkmentaliteit. De insteek is dat de jongens tijdens de pauzes over het bedrijfsterrein lopen en de sfeer kunnen proeven, of eventueel met een hovenier die bij ons inkoopt een praatje maken.”
Plantenkennis Een van de speerpunten van de mbo BBLGroenopleiding is volgens Timmer de plantenkennis. „Een belangrijk onderdeel dat volgens veel hoveniers op reguliere groenscholen onder de maat is.” Hierbij gaat het uiteraard om het herkennen van planten, maar ook om zaken als de beste standplaats voor een plant in een tuin, de eigenschappen, de gebruikstoepassing en de snoeiwijze. „Het mooie is dat het overgrote deel van de soorten die ze moeten kennen, hier op ons bedrijfsterrein fysiek aanwezig is.” Verder wisselen de leerlingen onderling veel informatie uit. Timmer: „Leerling A werkt bijvoorbeeld bij een hovenier die gazons bemest, maar leerling B bij een hovenier die gazons niet bemest. Of de een werkt bij een hovenier die met graszoden werkt, een ander die liever inzaait of graag met kunstgras werkt.”
| 3 | 2015
22-01-15 15:30
Bedrijfsleider VeluwePlant Arjen Timmer (links) en Jarno Gudden, projectleider AOC Oost. Beiden zijn lid van de stuurgroep van de groenopleiding.
Ook plantencentrum Schonenberg is een aantal jaren geleden begonnen met een in-company opleiding in samenwerking met AOC Oost. „Hoveniers die planten en heesters bij ons afhaalcentrum kochten, hadden moeite met de kwaliteit van de gangbare opleidingen. Bijvoorbeeld de mate van plantenkennis van de BBL-leerlingen”, zegt directeur Gert-Jan Schonenberg. „Ook met het moment van werkervaring opdoen, in januari/februari, waren sommigen niet tevreden. Zij hebben liever in het drukke voorjaar extra mankracht.” Vandaar dat de stuurgroep van deze opleiding, waar ook Schonenberg in vertegenwoordigd is, besloot om het opdoen van werkervaring in het voorjaar te plannen. „Het grootste aantal lesuren is nu in de winterperiode en voldoet daarmee aan de wettelijke onderwijstijd. Door alles op maat te maken voor de werkgever is de doelstelling van een aantal jaren geleden behaald. Wij willen dat bedrijven op den duur zeggen tegen de BBL’ers die bij hen willen werken of studeren: ’Je moet bij Schonenberg naar school, dan word je goed opgeleid’.” Volgens de projectleider bij AOC Oost, Jarno Gudden, is de uitval van lessen bij een in-company opleiding nihil.
„Het aanwezigheidspercentage van de leerlingen ligt ieder jaar gemiddeld boven de 95%. Zodra we iemand missen, bellen we meteen naar zijn werkgever.” Verder is de klasomvang aanzienlijk kleiner dan bij andere groenopleidingen. „Bij veel groenopleidingen is de klasomvang zo’n 25 tot 30 leerlingen. Bij VeluwePlant houden we de groepsgrootte bijvoorbeeld op maximaal 12 tot 15 leerlingen waardoor
we meer individuele aandacht en tijd aan de leerlingen kunnen geven.” Deze erkende mbo BBL-Groenopleiding is daarmee wel iets duurder dan bij andere aoc’s. Hiervoor krijg je volgens Timmer en Gudden echter wel een opleiding die perfect op maat gesneden is naar wens van de hoveniers- en groenvoorzieningsbedrijven zelf. <
Objectief en onaf hankelijk examen in de praktijk Niet alleen voldoet de mbo BBLGroenopleiding aan alle eisen van het kwalificatiedossier, ook wordt de onafhankelijkheid van het examen gegarandeerd. Gudden: „Tijdens de opleiding wordt de ’Proeve van Bekwaamheid’ afgenomen door twee voor de leerling onbekende examinators.” De examinator krijgt een speciale tweedaagse training van AOC Oost aangeboden voor het op de juiste manier afnemen van de ’Proeve van Bekwaamheid’. Ook krijgt de leerling een onbekende docent als schoolexaminator. Wat hoveniers prettig vinden aan de opleiding is dat de onderwijstijd en de kwaliteit gehaald worden. „Wat ze
in het bijzonder waarderen is dat ze nauw betrokken worden bij de opleiding van ’hun’ nieuwe personeel”, aldus Gudden. Twee tot drie keer per jaar bezoekt de docent de leerling en werkgever in de praktijksituatie. Tijdens het bedrijfsbezoek kan de werkgever vragen stellen over de inhoud van de lessen en de ’Proeve van Bekwaamheid’ waar de leerling aan zal moeten kunnen voldoen, en worden afspraken gemaakt inzake de studievoortgang. Woensdag 4 februari is er van 11.00 tot 19.00 uur de Open dag van deze mbo BBL-Groenopleiding bij Veluweplant aan de Scharrenburgersteeg 14 in Lunteren. TuinenLandschap | 3 | 2015
Veluweplant.indd 21
21 22-01-15 15:30
Ontwerp en Inrichting
Links: Mark Verstappen, www.plantencentrumverstappen.nl Rechts: Frank Stegers, www.frankstegers.nl
Plantenpark Verstappen prikkelt met plantcombinaties Teler en hovenier Mark Verstappen besloot het roer volledig om te gooien toen hij vijf jaar geleden de kwekerij van zijn vader overnam. Niet alleen het sortiment heesters en bomen is volledig veranderd ook de kwekerij heeft een nieuwe jas gekregen, het is een tuincentrum geworden compleet met showpark waarin een uitgebreide reeks vaste planten, heesters en bomen worden getoond. Tekst Miranda Vrolijk I Beeld Frank Stegers
M
ark Verstappen (30) nam in 2009 het stokje van zijn vader over. Die had in de afgelopen veertig jaar heesters en bomen geteeld op 2,2 ha in Someren. Verstappen junior besloot dat de kwekerij op de schop moest. Het moest anders, moderner. Hij besloot om van de kwekerij een plantencentrum te maken waar de klant zelf zijn planten kon halen. Maar hoe die klant – de gewone consument maar ook de hovenier – op zijn bedrijf te krijgen? Hoe hen op ideeën te brengen, te inspireren en de schoonheid van de plant in combinatie met andere planten te laten zien? „Een schoonheid die niet te zien is als een plant in een pot in een veld vol soortgenoten staat.’’ Een showtuin moest er komen, besloot Verstappen. „De klant moet geprikkeld worden.’’ Daarvoor nam hij zijn vriend Frank Stegers (51) in de arm. Die runt
22
TuinenLandschap
PlantenparkVerstappen.indd 22
in Helmond zijn tuinontwerpbureau en nam de opdracht gretig aan. „1.600 m2 inrichten met zo veel mogelijk verschillende soorten planten, ik voelde me als een kind in een snoepwinkel.’’ „En dan niet de uitgekauwde soorten’’, vult Verstappen aan. „Aan de andere kant mogen de planten ook weer niet al te zeldzaam zijn.’’ Maar hierbij heeft Verstappen als voordeel dat hij sommige zeldzame soorten zelf kweekt, de zevenzonenboom Heptacodium miconioides bijvoorbeeld. Wat als eerste aan de showtuin opvalt, is de grote hoeveelheid bijzondere bomen die in de tuin staat, zowel meerstammigen als gewone solitairen. Verstappen, die zijn kwekerij combineert met een baan als hovenier bij Fons Linders in Nuenen, is dan ook een echte bomenman. Daarom staan er zo’n veertig stuks in de showtuin. Nagenoeg allemaal geschikt voor de
kleine tuin. „De combinaties moeten één op één kunnen worden toegepast bij de particulier thuis, en omdat de gemiddelde tuin in Nederland niet groot is zijn hier alleen maar bomen van de tweede en derde grootte gebruikt’’, zegt Verstappen. Er staan vooral veel bijzondere Magnolia-soorten, „speciaal voor de vroege voorjaarsbeleving’’, verklaart hij. Magnolia tripetala bijvoorbeeld, opvallend vanwege de reusachtig grote bladeren, of Magnolia ’Daybreak’, een zuilvormige Magnolia en Magnolia ’Black Tulip’, die met opvallend donkere bloemen bloeit. Andere in het oog springende bomen zijn Parottia persica ’Bella’, Koelreuteria paniculata ’Coral Sun’, waarvan het blad in het voorjaar koraalroze uitloopt, Stewartia pseudocamellia ’Koreana’ en Acer griseum. Kalopanax septemlobus valt op in de winter vanwege de stam die bezaaid is met
| 3 | 2015
22-01-15 15:30
De muren die voor een coulissenwerking in de tuin zorgen, worden ook gebruikt om leivormen en klimplanten te tonen. Zoals deze leipeer (geheel links) met rode vruchten, aan de andere kant groeit wilde wingerd. Op de voorgrond een formele beplanting met onder meer Geranium wlassovianum, Kalimeris incisa ’Madiva’ en Aruncus ’Horatio’, en Ilex crenata ’Stokes’ in haagvorm gesnoeid. Aan de overkant onder meer verschillende rode Acer en Magnolia tegen een achtergrond van Phyllostachys aureosulcata ’Aureocaulis’ (foto boven). Het hoofdpad doorsnijdt de showtuin diagonaal (foto links).
>
TuinenLandschap | 3 | 2015
PlantenparkVerstappen.indd 23
23 22-01-15 15:30
stekels. Rhus typhina ’Bailtiger’ (TIGER EYES) heeft goudgelig blad en een mooie herfstverkleuring. Daarnaast is er zowel een dwergvorm als een dakvorm van Ginkgo aangeplant, respectievelijk Ginkgo biloba ’Jesophat’ en Ginkgo biloba ’Horizontalis’. Ook groeien er de coniferen Sequoia sempervirens ’Loma Prieta Spike’, Sequoiadendron giganteum ’Compactum’ en Sequoiadendron giganteum ’Pendulum’, die door Verstappen zelf gekweekt wordt. En de al eerder genoemde Heptacodium miconioides, de zogenoemde zevenzonenboom, die in augustus, september met witte bloemen op rode steeltjes bloeit en een afbladderende geelwitte stam heeft.
Thema, kleur en plantwijze De 1.600 m2 grote showtuin die tussen het woonhuis langs de Kerkendijk en de foliekas achter op het perceel ligt, is door Stegers ingedeeld in verschillende tuindelen. Die hebben elk een eigen thema, kleur of beplantingswijze gekregen. Zo heb je een bostuin, een cottagegarden en
een rotstuin. Daarnaast is een vak met een overwegend paarsblauw-bloeiende beplanting en een grijswit vak. Ook de manier waarop de planten zijn gerangschikt verschilt, er is een strook met matrixbeplanting, waarin vaste planten en grassen onregelmatig repeteren. Molinia caerulea ’Poul Petersen’ is als basis gebruikt met daarin accenten van Geranium sanguineum ’Max Frei’, Anemone hybr. ’Pamina’ en Echinacea purpurea ’JS Dark Pink Prairie’. Daarnaast zijn er stukken met planten in groepen, op een formele en op informele manier gerankschikt. Bovendien heeft Stegers het in Duitsland succesvolle vasteplantenmengsel ’Silbersommer’ aangeplant. Ook is er een deel met daarin losgroeiende heesters, die in de rest van de tuin vooral als solitair of haag zijn toegepast. „Ik wilde laten zien wat je allemaal met planten kunt doen.’’ De hoofdas in de tuin wordt gevormd door een diagonaal pad dat van de entree naar de foliekas achter in de kwekerij loopt. Een slingerend pad vormt de
secundaire routing die meermaals de hoofdas snijdt. „Zo kun je alle themagebieden bekijken, maar dat hoeft niet, je kunt bijvoorbeeld als hovenier ook direct met je klanten naar het deel lopen dat je hen graag wilt laten zien.’’ Ook zijn er doorsteekjes naar het containerveld naast de tuin. „Zodat klanten daar direct de planten kunnen uitzoeken die ze in de tuin hebben gezien’’, legt Stegers uit. Vier muren, twee rode en groene zorgen voor een coulissenwerking in de tuin, het maakt nieuwsgierig naar wat er achterin te vinden is. „Je hebt bouwwerken in de tuin nodig, met alléén maar planten wordt het een grote brij’’, aldus Stegers. In het seizoen zijn alle soorten die in de tuin staan – ook de vaste planten en bollen – te krijgen bij Plantencentrum Verstappen. Een deel kweekt hij zelf; de rest koopt hij in. Het centrum is nu een jaar open en dat bevalt goed. „Mensen hebben het nodig om op ideeën gebracht te worden.’’
Plantencentrum Verstappen Locatie Someren Grootte 2,2 ha waarvan 1,2 ha vollegrondskwekerij, 1.600 m2 showtuin en de rest bestaat uit containervelden Showtuin aangelegd in 2013 Bomen geplant in 2010/2011 Ontwerp Frank Stegers Aanleg en onderhoud Mark Verstappen Openingstijden op zaterdag en op afspraak Bomen veertig stuks, zowel meerstammigen als gewone solitairen Heesters als solitair toegepast in de gehele showtuin. Daarnaast is er een apart heestervak aangelegd waarin verschillende losse vormen zijn gecombineerd. Er groeien onder meer Physocarpus opulifolius ’Diabolo’, Buddleja davidii ’Santana of Border Beauty’, Ceratostigma willmottianum ’Forest Blue’, Genista hispanica en Perovskia atriplicifolia ’Lacey Blue’ Vaste planten zowel in groepen, mengbeplanting, matrixbeplanting en als onderbeplanting toegepast. Bollen in verschillende tuindelen toegepast. Onder meer Narcissus ’Carlton’ en Hyacinthoides non-scripta in de matrixbeplanting en Tulipa praestans ’Fuselier’, en Allium spaerocephalon in het mengsel Silbersommer.
>
N
24
TuinenLandschap
PlantenparkVerstappen.indd 24
Kijk voor extra foto’s en winterbeeld op www.tuinenlandschap.nl
| 3 | 2015
22-01-15 15:30
Sommige combinaties leverden onverwacht verrassend mooie effecten op volgens Stegers. Zoals hier de Cornus controversa ’Variegata’ in combinatie met Nepeta sibirica ’Souvenir d’ André Choudron’, Anaphalis triplinervis, Sesleria autumnalis, Agastache ’Black Adder’. Op de voorgrond Artemisia ludoviciana ’Silver Queen’ met Echinacea purpurea ’Tiki Torch’. Op de achtergrond Magnolia ’Galaxy Sunsation’.
Achterin is een prairiebeplanting aangeplant. Zo groeit er onder meer Pennisetum alopecuroides ’Cassian’, Monarda ’Prairienacht’, Artemisia lactiflora ’Elfenbein’ en Rudbeckia fulgida ’Goldsturm’. Op de achtergrond de Heptacodium miconioides.
Het Silbersommer-mengsel met onder meer Achillea ’Coronation Gold’, Allium spaerocephalon, Scabiosa columbaria ’Butterfly Blue’, Anaphalis triplinervis ’Silberregen’. Op de achtergrond de afbladderende stammen van Acer griseum.
Het overwegend paars-, blauw- en rozebloeiende deel. Nepeta subsessilis ’Laufen’, Salvia nemerosa ’Pink Friesland’ en ’Blauhügel’ zijn in groepen aangeplant. Op de achtergrond de dak-Ginkgo. <
TuinenLandschap | 3 | 2015
PlantenparkVerstappen.indd 25
25 22-01-15 15:31
Ontwerp en Inrichting
,,
Aan weerszijden van de Institutenlaan zijn bomen van de eerste grootte aangeplant, in dit geval Gleditsia. Juurlink koos voor deze soort vanwege het fijne blad: „dat geeft mooi gefilterd licht.” De onderbeplanting bestaat uit een mengsel van Acer campestre, Ligustrum vulgare en Prunus spinosa, een stevige, wilde, bloeiende boerenhaag die half wintergroen is.
26
TuinenLandschap
CampusRotterdam.indd 26
In de boombakken op de Plaza staan meerstammige Acer rubrum ’Brandywine’. Juurlink: „Het knalrode blad in de herfst kleurt mooi bij het cortenstaal van de bakken. Ook vormt het een mooi contrast met de Gleditsia aan de Institutenlaan.” De onderbeplanting bestaat Carex morrowii ’Mosten’ met Helictrotrichon sempervirens ’Saphirsprudel’ en vaste planten.
| 3 | 2015
22-01-15 15:31
Huub Juurlink www.jeng.nl
Een strategisch plan voor Erasmus Juurlink [+] Geluk en Jaakko van ’t Spijker wonnen in 2007 de prijsvraag om een masterplan te maken voor campus Woudestein van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Inmiddels is de eerste fase gereed en werd de campus uitgeroepen tot Beste Openbare Ruimte 2014. Ontwerper Huub Juurlink: „We wisten niet meteen of het ging lukken.” Tekst Jacqueline van Wetten | Beeld René de Wit
,,
T
amelijk ongelukkig.” Zo voelde Huub Juurlink van ontwerpbureau Juurlink en Geluk zich toen hij voor het eerst de Rotterdamse campus Woudestein bezocht. „Soms kom je ergens en spreekt een locatie tegen je. Je weet dan direct wat je moet doen. Hier wisten we niet meteen of het ging lukken.” De stedenbouwkundige zag zich geconfronteerd met het beton, de wind van alle kanten, de vele her en der geparkeerde auto’s, nergens een plek om elkaar te ontmoeten. „De faculteiten zaten met z’n allen op een parkeerplaats.” En dat is een probleem als een universiteit zich internationaal wil positioneren. „Want studenten willen niet alleen goed onderwijs, ze willen ook ergens studeren waar het leuk is, waar ze zich thuis voelen.” Geef ons een bruisend hart. Dat was de opdracht van de universiteit. Maar achter
die vraag zat veel meer, ontdekte Juurlink na, wat hij zelf noemt, een janboerenfluitjes-onderzoek. „Met wat zoeken op google kom je snel te weten waarmee buitenlandse campussen eruit springen, zonder dat je direct overal zelfnaar toe hoeft.” Juurlink laat foto’s op zijn laptop zien. „Van Oxford zijn de klassieke gebouwen mondiaal herkenbaar, Washington University in Saint Louis onderscheidt zich door de lommerrijke padenstructuur, en studenten van de Universiteit van California laten zich allemaal fotograferen bij de bronzen toegangspoort van campus Berkeley of een landmark als de Sather Tower.” Campus Woudestein moet zich met die buitenlandse universiteiten kunnen meten. „Met de kwaliteit van het onderwijs zit dat wel goed. Maar aan de
openbare ruimte moest nog het een en ander gebeuren”, legt Juurlink uit.
Ruimte vinden Al vanaf het ontstaan van het campuscomplex in 1962 is het terrein stukje bij beetje uitgebreid. Nieuwe gebouwen zijn bijgebouwd en locaties werden bijna lukraak in gebruik genomen als parkeerterrein. Van de oorspronkelijke inrichtingsplannen van landschapsarchitect Wim Boer zijn op het huidige terrein nauwelijks nog herkenningspunten terug te vinden. Op dit moment groeit het aantal studenten in Rotterdam jaarlijks 3%. Juurlink: „Op een gegeven moment is het terrein vol. En dan? Uitbreiden buiten de grenzen van de campus is duur. We moesten daarom ergens op het terrein zelf ruimte vinden om massa te maken.” >
TuinenLandschap | 3 | 2015
CampusRotterdam.indd 27
27 22-01-15 15:31
Het idee ontstond om twee sferen te maken. De auto’s die op het noordelijke deel van de campus ruimte innemen, zijn verplaatst naar het zuidelijke deel en daar opgeborgen in een parkeergarage. Zo komt er in het noorden ruimte voor groen en krijgt dat deel een landschappelijk karakter. Het zuidelijke deel, waar al veel (hoge) bebouwing is gerealiseerd, wordt verder verdicht met straatjes en pleintjes en krijgt een stedelijke sfeer. Juurlink wijst op de ondergrondse parkeergarage. „Toen we de prijsvraag wonnen, stond die nog niet op de tekening. Zoiets wordt anders meteen van tafel geschoven als zijnde te duur. Dat we die parkeergarage nu toch hebben kunnen bouwen is dankzij uitgebreide berekeningen. Die toonden aan dat een dergelijke voorziening economisch uit kon omdat op de vrijgekomen ruimte nieuwe gebouwen kunnen worden gebouwd. Door de auto’s op te bergen wordt bovendien de verblijfskwaliteit stukken beter.” Bovenop de parkeergarage werd een Plaza gerealiseerd. De ruime boulevard met houten bankjes en meerstammige
Canadese esdoorns in cortenstalen boombakken vormt het scharnierpunt tussen het stedelijke deel van de campus met het lager gelegen landschappelijke deel. „Op een garage bomen planten vergt extra investeringen, maar het moest”, zegt Juurlink. „Anders zou je een kale vlakte krijgen zo groot als de Rotterdamse Willemsbrug die de campus doormidden splijt in plaats van verbindt.”
Forse ingreep De bestaande Institutenlaan, loodrecht op de Plaza, werd door Juurlink als tweede belangrijke hoofdas aangemerkt. Maar om die weg echt door te laten lopen naar de universiteitsgebouwen in het zuidelijke deel was een forse ingreep nodig. Juurlink: „Er moest een gat komen in het gebouw van Wim Quist. We zijn dus maar direct gaan praten met de architect.” Tijdens het bezoek haalde Quist een oude tekening van het gebouw tevoorschijn. Juurlink: „En wat bleek? Dat gat zat er oorspronkelijk ook al in, maar was door bezuinigingen nooit gerealiseerd.
Nu kon Quist zelf een nieuw gat in zijn oude gebouw maken.” De Plaza en de Institutenlaan vormen het nieuwe assenstelsel waar het hele plan op steunt. „De routing is totaal anders geworden. Dat is het leuke van stedenbouw; dat het complex is. Iedere locatie vraagt om een specifieke oplossing. Met een standaard recept kom je er niet.” De universiteit heeft een nieuw hart gekregen, zoals gevraagd werd, dat is het nieuwe paviljoen, zegt Juurlink wijzend om zich heen naar de mensen die de hele dag door het grand café in- en uitlopen om er koffie te drinken of iets te eten. „Met deze inrichting krijgt de universiteit ook een strategisch plan waarmee ze zeker vijftig jaar vooruit kan.” Juurlink vindt campus Woudestein een van zijn beste projecten. Maar wat hem vooral tevreden stemt is als hij ziet dat ruimtes en locaties als vanzelfsprekend door mensen gebruikt worden. „Die ene trappenpartij bij de vijver daar, is tevens bedoeld als tribune. Afgelopen zomer zag ik dat daar een college werd gegeven. En daar gaat het me om. Dat het werkt.” <
Institutenlaan
Campus Woudestein
Plaza boulevard
28
TuinenLandschap
CampusRotterdam.indd 28
Grootte 28 ha Opdrachtgever Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) Ontwerp Masterplan door Juurlink [+] Geluk (www.jeng.nl ) en Jaakko van ’t Spijker (www. jvantspijker.com). Inrichting buitenruimte door Juurlink [+] Geluk. Start project 2007 Oplevering In 2013 (EUR bestaat 100 jaar) fase 1: ontwikkeling campushart en Plaza met ondergrondse parkeergarage, nieuwbouw paviljoen en Hatta building. In 2016 fase 2: bouw van nieuw multifunctioneel gebouw aan Plaza, uitbreiding parkeergarage, aanleg park en sportvelden. Van 2017-2028 fase 3: renovatie en nieuwbouw gebouwen afhankelijk van ontwikkelingen. Uitvoering en aanleg groen GRIP projecten uit Badhoevedorp (onder andere aanleg waterberging, groenvoorziening en bestrating, aanleg daktuin op verdiepte parkeergarage, kappen van 180 bomen, verplanten van 85 bomen, omleggen van 26 km kabels en leidingen). Onderhoud Erasmus Facilitair Bedrijf (EFB).
| 3 | 2015
26-01-15 11:13
Midden op de campus waar de twee belangrijkste assen (de Plaza van oost naar west en de Institutenlaan van noord naar zuid) elkaar kruisen, staat het nieuwe paviljoen, een ontwerp van Powerhouse Company en De Zwarte Hond. Het paviljoen is open naar alle zijden en huisvest een grand café, studie- en werkplekken en een theater (zie ook foto rechts).
Iets voor het midden is aan de zuidzijde van de vijver een klein plateau (links op de foto is nog net een puntje te zien) gemaakt voor presentaties of voorstellingen. De trappenpartij tussen Plaza en vijver dient op die plek tevens als tribune. Op twee plekken worden de traptredes onderbroken door een gemengde boerenhaag.
Aan weerszijden van de vijver zijn meerstammige Prunus aangeplant. De nieuwe bomen herinneren aan een kersenlaantje elders op het terrein dat bij de vernieuwing van de campus sneuvelde.
Voor de bestrating zijn rechthoekige en flagstonevormige betontegels met een minerale toplaag van gele split gebruikt. In de Institutenlaan is de middenweg bestraat met rechthoekige tegels en zijn voor de plinten flagstones gebruikt. Juurlink en Geluk ontwikkelden zelf een nieuwe V-vormige betonnen goot. „Op de U-vormige molgoten verzwikken mensen hun enkels.”
Onder de trappen die van de Plaza naar de vijver leiden, zitten aggregaten verstopt, daarom zijn enkele traptreden uitgevoerd met metalen roosters. Juurlink: „Over dat soort zaken vergader je urenlang, maar ik wil geen rotzooi van aggregaten in de openbare ruimte. Het zijn net de details die ertoe doen.”
TuinenLandschap | 3 | 2015
CampusRotterdam.indd 29
29 22-01-15 15:32
Aanleg en Onderhoud
Goede inrichting essentieel bij b Waar gemeenten het openbaar groen voorheen vaak op A- of B-niveau beheerden, verlagen veel van hen de gevraagde kwaliteit in het beeldbestek naar niveau C. Er moet immers fors worden bezuinigd. Toch levert deze kwaliteitsverlaging lang niet altijd de gewenste bezuiniging op. Hoe kun je met het beheer op C-niveau toch de gewenste bezuinigingen bereiken? Frans Bouwman van Cyber Adviseurs vertelt over zijn ervaringen.
Frans Bouwman
Tekst Wendy Venhorst Beeld Tuin en Landschap, Cyber,
gemeente Twenterand en Wim Kuijt
Medewerkers doen het werk vaak tĂŠ goed voor wat nodig is om een beeldkwaliteitsniveau C te realiseren. Een van de redenen waardoor de overgang van B naar C-niveau niet altijd de verwachte bezuinigingen oplevert.
30
TuinenLandschap
Beheren op C-niveau.indd 30
| 3 | 2015
22-01-15 15:31
bij beheer op kwaliteitsniveau C Z
o’n 70% van de gemeenten beheert de openbare ruimte op beeldkwaliteit. Waar veel gemeenten een jaar of vijf geleden in het centrum en in belangrijke gebieden nog niveau A hanteerden, in woongebieden op niveau B zaten en in buitengebieden en op extensieve bedrijfsterreinen niveau C toepasten, kunnen veel gemeenten dat door de bezuinigingen niet meer betalen. Frans Bouwman, mede-eigenaar van Cyber Adviseurs, schat dat inmiddels zo’n 40% van de gemeenten in basisgebieden als woonwijken kiest voor niveau C. Toch levert dit niet altijd de gewenste besparing op. „Volgens de CROW-schaalbalk moet het onderhoud op C-niveau goedkoper zijn dan op niveau B. De schaalbalk wordt daarbij gezien als een rechte lijn. Maar omdat niveau C nauwelijks voorkwam, was het niet meer dan een meetpunt. Je haalt B niet? Dan zit je op C. Maar nu niveau C een inspanningsniveau is geworden, heeft er een fundamentele verandering plaatsgevonden en heeft de praktijk uitgewezen dat het helemaal niet zo rechtlijnig is.” Volgens Bouwman zijn er een paar factoren van belang bij het behalen van de gewenste bezuinigingen. Eén van de belangrijkste is de inrichting. „Wij hebben in Nederland een traditionele inrichting die is gebaseerd op niveau B. Je kunt best niveau C voorstellen, maar dat vraagt een andere inrichting. Een mooi sierplantsoen kan namelijk niet met een bosmaaier worden onderhouden.” Bouwman geeft aan dat we eigenlijk een beetje terug bij af zijn. „In Nederland zijn we de laatste dertig jaar naar een inrichtingsniveau gegroeid dat best bijzonder is. En er was altijd genoeg geld voor het onderhoud. Als dat niet meer matcht, loop je vast op de inrichting.”
Plaggen toestaan Daarom moet de openbare ruimte volgens de adviseur dusdanig veranderen dat het past bij het grove onderhoud dat op niveau C wordt toegepast. „Dus niet meer kiezen voor een sierplantsoen, maar voor gras of een plantsoen waar je met een klepelmaaier overheen kunt. Hetzelfde geldt voor de verharding. Kies
Eric Bosma, afdelingshoofd openbare ruimte, gemeente Dinkelland en Tubbergen:
’Het wordt hier nooit echt niveau C’ Gemeente Dinkelland en gemeente Tubbergen werken sinds 1 januari 2013 samen in werkorganisatie ’Noaberkracht Dinkelland Tubbergen’. De gemeenten blijven zelfstandig bestaan, maar pakken wel zoveel mogelijk zaken samen op om kosten te besparen en kennis te delen. Gemeente Tubbergen werkt sinds 2006 met beeldbestekken. Om financiële redenen is de gemeente in 2010 overgestapt van niveau B naar C. Gemeente Dinkelland werkt sinds 2014 met beeldbestekken, op niveau B. „Dat gaan we wel harmoniseren naar C, maar niet klakkeloos’’, zegt Eric Bosma. „De inrichting moet zijn aangepast op het niveau dat je kiest. Dat is de hele crux.’’
Omvorming Met de overstap naar beeldkwaliteit, begon gemeente Tubbergen in 2006 met een rigoureuze omvorming. De inrichting was namelijk niet overal op orde. Bepaalde stukken structuurgroen bleven behouden; andere werden omgevormd naar gras. Voor de overgebleven heester- en rozenvakken werd de inboet geregeld. „We hebben een eenmalige investering gedaan om alles op peil te brengen. Daarmee kunnen we weer een tijd vooruit en dat is ook een must. Als de inrichting niet geschikt is voor C, span je het paard achter de wagen.” Gemeente Tubbergen werkt al zeven jaar met een sociale werkvoorziening. „Het probleem is alleen dat ze het te goed doen. Wij betalen voor niveau C, maar de jongens presteren op B-niveau. En dat betekent dat je te veel men-
niet voor fijne steentjes waar veel onkruid tussen komt, maar voor verharding dat minder onkruid oplevert.” Daarnaast vindt Bouwman dat plaggen toegestaan zouden moeten worden, zodat de bosmaaier kan worden gebruikt. „Ook moeten we makkelijker omgaan met gras rondom obstakels. Het maakt niet zoveel uit of er nu twaalf of twintig keer moet worden gemaaid met een grote maaimachine. Maar als je alle obstakels
sen nodig hebt.” Oftewel als de medewerkers minder goed werk zouden afleveren, zouden ze sneller klaar zijn en ergens anders ingezet kunnen worden. Bosma denkt dat de burgers niet hebben gemerkt dat de gemeente is overgegaan op niveau C. „Maar de mensen in het oosten van het land zijn sowieso heel opgeruimd en zuinig op de woonomgeving. Dat in combinatie met de inzet van de sociale werkvoorziening zorgt ervoor dat het hier nooit echt niveau C zal worden.” De inwoners zijn ook betrokken bij het plantsoenonderhoud in de buurt, omdat de gemeente er geen geld meer voor heeft. Zeven jaar geleden werden 36 contracten uitgegeven, waarvan er nog 19 over zijn. „De essentie is dat je burgers meer verantwoordelijk maakt voor hun eigen omgeving.”
Besparingen De omvorming en kwaliteitsverlaging hebben ongeveer 7% besparing opgeleverd op een begroting van €1,2 miljoen. Bosma schat dat die besparing nog met zo’n €50.000 kan toenemen als over een paar jaar opnieuw wordt aanbesteed. Als de politiek wil dat er nog meer wordt bezuinigd, moeten er volgens hem gebieden worden overgeslagen. „Lager dan niveau C is niet te doen, dan weet je niet waar het eindigt. En anders moeten we zoeken naar meer manieren om de samenleving erbij te betrekken. Dat werkt hier in ieder geval goed!”
ook schoon moet houden, is dat heel kostbaar.”
Grover werken Volgens Bouwman moet de mindsetting echt anders. „Dus grover werken met grovere machines en daar je inrichting op aanpassen.’’ Wel merkt hij hierbij op dat niveau D niet moet worden toegestaan. „Daar wil ik voor pleiten. Lager
TuinenLandschap | 3 | 2015
Beheren op C-niveau.indd 31
>
31 22-01-15 15:31
dan C betekent namelijk niets doen, het is een soort ondergrens.’’ Toch zit er wel een addertje onder het gras. Zo mag je volgens de CROW-richtlijnen 10% onder de voorgeschreven kwaliteit zitten. Als een partij dus kiest voor niveau C, zou 10% D mogen zijn. „Maar dan kom je in de afbraak en moet je veel inspanning leveren om weer op niveau C te komen. Zo moet je op niveau D ongeveer acht keer zoveel investeren om een vierkante meter op orde te krijgen dan bij C. Niveau D kost dus voor iedereen geld. Als je wilt onderhouden op niveau C, moet je je richten op de onderkant van B.’’
Differentiatie Daarnaast is het volgens de adviseur van belang om te differentiëren. „Gelukkig zie ik dat gemeenten steeds vaker accenten aanbrengen. Zit er in een woonwijk een klein winkelcentrum? Dan wordt de kwaliteit van het groen daar iets beter. Dan
gaat het dus om differentiatie binnen een niveau.’’ Het is iets wat volgens hem inzicht en begrip van de aannemer vergt. „Maar goede aannemers begrijpen dat.’’ Tegelijkertijd weet Bouwman dat we aan het begin van het C-tijdperk staan en dat aannemers en vakmensen er nog niet echt gelukkig mee zijn. „Als je dertig jaar je best hebt gedaan en het ineens veel minder moet, is dat wel emotioneel. Daarom stellen aannemers bij een nieuw contract toch al snel voor om de kwaliteit op bepaalde plekken iets beter te maken. Dat is wel iets duurder, maar in het grote geheel valt het dan nog mee.’’ Bouwman weet dat er in landen als Frankrijk, Spanje en Duitsland ook op die manier wordt gewerkt. „Dat soort landen kiest ook heel bewust voor bepaalde hotspots. In het centrum ziet het er dan geweldig uit, terwijl het er in de woonwijken een stuk minder mooi uitziet. Maar een toerist gaat echt niet naar een woonwijk.’’
Een andere belangrijke factor is dat de burger goed wordt geïnformeerd over wat er gebeurt en waarom. „Doordat er minder geld beschikbaar is voor het onderhoud, gaat het openbaar groen achteruit. Burgers zien dat ook en gaan daar, begrijpelijk, tegen ageren. Met een goede voorlichting en communicatie heb je al een belangrijke slag te pakken. Als je veel klachten krijgt, frustreert dat namelijk behoorlijk en dat kost tijd en geld. Anderzijds kun je de burgers in het verhaal betrekken door ze zelf de handen uit de mouwen te laten steken. Iets dat in verschillende gemeenten al gebeurt.”
Andere denkwijze Om het C-niveau voor iedereen acceptabel te maken, moeten ook aannemers en collega’s volgens de adviseur onderling veel opener communiceren. „Hoe je dat gaat bereiken? Door een andere denk-
Willem Kuijt, opzichter wijkbeheer, gemeente Wageningen:
’Medewerkers moeten leren onkruid te laten staan’ beheer; 25% is in handen van de sociale werkvoorziening. De eigen onderhoudsploegen bestaan uit vier tot vijf mensen die het onderhoud in een vaste wijk verzorgen. Waar ze voorheen in zes weken de wijk doorgingen, beperken ze zich nu tot de belangrijke gebieden. „Ze gaan van hot naar her door een wijk en moeten dus zelf signaleren waar het niveau niet wordt gehaald. Dat is een totaal andere werkwijze.”
Cultuurshock Gevolgen van het uitmaaien van beplantingsvakken met een bosmaaier in plaats van schoffelen in de gemeente Wageningen. Bij het uitmaaien wordt de beplanting beschadigd, waardoor er geleidelijk aan steeds minder van is: de rest wordt gras. De beplantingsvakken binnen de gemeente Wageningen zijn daar namelijk niet op ingericht.
Gemeente Wageningen werkt sinds 1 januari 2014 met het beheer op beeldkwaliteit, waarbij direct is ingezet op niveau C. Alleen in het centrum geldt niveau B. Willem Kuijt vertelt dat de gemeente altijd al op een laag niveau heeft beheerd, maar dan volgens een frequentiebestek. Zo’n 75% van het onderhoud is in eigen
32
TuinenLandschap
Beheren op C-niveau.indd 32
Kuijt ervaart dat de overgang naar het werken met beeldbestekken tijd kost. „Het duurt even voordat het goed tussen de oortjes zit. Voor mensen die al dertig jaar in dienst zijn, is het ook wel een cultuurshock. Via cursussen met praktijkvoorbeelden proberen we de omslag te maken.” Hij merkt dat medewerkers het soms te goed willen doen. „Ze moeten leren om onkruid te laten staan en zwerfvuil te laten liggen. Voorheen werd alles uitgeharkt; nu moeten we doorgaan. Dat is wel moeilijk.” Ook voor de mensen van de sociale werkvoorziening is het een proces. „Het is heel belangrijk dat zij goed worden begeleid. Ook zij willen het te goed doen.”
Achteruitgang Kuijt vindt dat het niveau van het groen er het afgelopen jaar niet op is vooruitgegaan. „Persoonlijk vind ik het niveau dat we hanteren droevig; het is uitholling van je groen. Maar het is de keus van de gemeente en daar schik ik me in.” Probleem is volgens Kuijt dat de inrichting niet is aangepast op het beheer. „Dat is de grootste fout. Door het lage niveau dat indertijd is vastgesteld, pas je een bepaald beheer toe. Maar doordat de inrichting daar niet op is afgestemd, maak je het groen dusdanig kapot dat het beeld nog verder achteruitgaat.” Wel is afgelopen voorjaar begonnen met een opwaardering en is zo’n 1,5 ha onder handen genomen. Sommige stukken zijn daarbij omgevormd naar gras; op andere plekken is afgeschreven groen vervangen. „Dat willen we de komende jaren voortzetten.” Hoewel de nieuwe werkwijze nog geen besparingen oplevert in geld, denkt Kuijt dat het op den duur eerder kwaliteitsverhogend dan -verlagend zal werken. Zo merkt hij dat er minder klachten binnenkomen via de servicelijn. „Als medewerkers de wijk en pijnpunten goed kennen, kun je sneller ingrijpen. Daardoor kun je de lastige gebieden beter onder controle houden.”
| 3 | 2015
22-01-15 15:31
wijze en meer samenwerking en onderling begrip.’’ Daarnaast vindt Bouwman dat we stil moeten staan bij de vraag wat niveau C inhoudt en hoe we het kunnen bereiken. „Veel partijen zeggen dat het efficiënter moet. Als dat het punt is, heb je de afgelopen tien jaar geslapen en inefficiënt gewerkt. Het beheer op C-niveau vergt een andere manier van denken en werken.” Ook pleit hij ervoor om in contracten soms af te wijken van de CROW-norm. „Ik ben voorstander van CROW, maar als het om niveau C gaat zeg ik: ’Durf af te wijken en probeer de norm te verleggen.’ Niveau C laat namelijk bepaalde dingen niet toe, terwijl die wel nodig zijn om een goed beheer te kunnen uitvoeren.”
Geen nette snede eisen Bouwman licht toe: „Je mag geen methode voorschrijven, maar indirect schrijf je wel voor dat je moet schoffelen. Probeer
daar vanaf te wijken en laat een bepaald percentage plaggen toe. Accepteer ook dat de inhoud van het plantsoen grover wordt en dat fijne heesters niet allemaal even netjes terugkomen. Datzelfde geldt voor gras. Als het gras wat ruwer is, moet je geen nette snede eisen of een bepaalde maaihoogte. Het maakt het allemaal minder mooi, maar het wordt wel beter bewerkbaar. Daarom vind ik dat de schaalbalk een keer moet worden aangepakt. De kracht van de beeldsystematiek is namelijk niet hoe je het doet, maar welk beeld het oplevert.” Daarnaast adviseert Bouwman gemeenten om de overgang geleidelijk vorm te geven. „De grootste fout die je kunt maken is om zonder voorbereiding over te stappen op niveau C. Dan krijg je te maken met zeer teleurgestelde vakmensen en een volksopstand.” Ook wijst hij erop dat vooruit moet worden gekeken. „Ontwerp een nieuwe wijk, maar bedenk ook dat je het niet
meer op de oude manier kunt onderhouden. Ik ben ervan overtuigd dat als de ontwerper en beheerder meedenken, er ondanks de bezuinigingen toch mooie dingen kunnen worden gemaakt. Mede door de microdifferentiatie.” Bouwman raadt daarom aan om eens een woonwijk van Barcelona of een Duitse stad te bezoeken en te kijken hoe ze het daar hebben aangepakt. „Als Duitsers een betere straat willen, betalen ze zelf mee. En soms gebeurt dat niet en is de kwaliteit minder. Men accepteert dat. Dat is toch ook een idee voor Nederland? We hadden het hier erg goed voor elkaar, maar dat gaat veranderen. Er gaat echt structureel minder geld naar de openbare ruimte. En daar moeten we met z’n allen op inspringen!”
Hugo Wiggers, groen en cultuurtechnisch werkvoorbereider, gemeente Twenterand:
’Zonder omvorming hadden we de bezuinigingen niet gehaald’ Om een kwart te bezuinigen op het beheer en onderhoud van de buitenruimte, stapte gemeente Twenterand in 2011 over op niveau C. Uit berekeningen bleek echter dat de bezuinigingen daarmee niet zouden worden gehaald. Daarom koos de gemeente ervoor om eerst een groot deel om te vormen en te renoveren en daarna in te zetten op niveau C. Zo zijn heesterplantsoenen veranderd in gras en is op verschillende plekken een lager beheerniveau aangehouden. Volgens Hugo Wiggers is dit op een paar kleine plekken niet goed gegaan, bijvoorbeeld wanneer te kleine vakken zijn omgevormd naar gazon of bij veel obstakels in het groenvak. Daar is de situatie weer terug veranderd. „Anders houd je jezelf voor de gek.’’
Duidelijkheid De gemeente koos ervoor om de omvorming over drie jaar uit te smeren. Om kosten te besparen, is voor die omvorming zo veel mogelijk de eigen buitendienst ingezet. Het onderhoud ervan wordt verzorgd door Werkvoorzieningsschap Soweco. Wiggers ziet dat er sinds de kwaliteitsverlaging niet heel anders wordt gewerkt. „Ik denk doordat we de inrichting goed
alleen het beeld dat ze willen, omdat ze het nu zelf onderhouden.” Om te bezuinigen heeft de gemeente daarnaast stukjes snippergroen verkocht en rotondes per opbod verhuurd. „Dit laatste geeft dubbele winst: we hoeven het onderhoud niet meer zelf te verzorgen en krijgen een vergoeding.”
Ander beeld In Vriezenveen wordt de gehele openbare ruimte, op het centrum en de begraafplaats na, op niveau C beheerd.
hebben aangepast.” Wel heeft hij aan den lijve ondervonden hoe belangrijk het is dat voor burgers duidelijk is wat er gaat gebeuren. De gemeente kreeg namelijk veel klachten over de communicatie. Nu wordt per kern een uitdraai gemaakt van de renovaties en wordt hierover in de informatiekrant en op de website gepubliceerd. Ook zorgde de weerstand ervoor dat mensen het beheer van de buitenruimte zelf wilden verzorgen. Uiteindelijk zijn er zo’n twintig onderhoudsovereenkomsten afgesloten. „De bewoners krijgen geen vergoeding, geen beplanting en we halen ook geen afval op. Ze krijgen
Volgens Wiggers is het kwaliteitsverschil tussen nu en een paar jaar geleden niet zo groot. Wel is het beeld veranderd; veel plantvakken zijn omgevormd naar gazon. „Hoe dat wordt ervaren? De een vindt het een achteruitgang, de ander vindt het rustiger en ruimtelijker.” Uiteindelijk zijn de gewenste bezuinigingen gehaald. „Maar als we niet eerst hadden omgevormd, was dat zeker niet gelukt.” Belangrijk is volgens Wiggers dat het beheersysteem goed op orde is. „En je moet een heel goede communicatie hebben tussen de binnen- en buitendienst. Buiten weten ze namelijk precies wat er speelt. Iets bedenken vanachter het bureau heeft weinig kans van slagen. Je moet het samen doen!” <
TuinenLandschap | 3 | 2015
Beheren op C-niveau.indd 33
33 22-01-15 15:31
machines en gereedschap
Nieuws uit Hardenberg De Groene Sector Vakbeurs op 12, 13 en 14 januari in Hardenberg trok 18.247 bezoekers, ongeveer evenveel als voorgaande jaren. Zoals altijd was het echt een relatiebeurs, maar bezoekers kregen ook de nodige nieuwigheden te zien. Hierbij een greep uit de getoonde noviteiten.
Tekst en beeld Peter Bennink
Bladblazers, slagmessen en helmen Husqvarna pakte flink uit met de ’Husqvarna Experience’. In een aparte hal tussen twee grotere hallen in konden bezoekers vijf workshops volgen over accugereedschap, Husqvarna Fleet Services, het bewerken van harde materialen, ergonomie en veiligheid, automatisch gazononderhoud met de Automower en automatische besproeiing. Natuurlijk waren er ook de nodige nieuwigheden. Twee compleet nieuwe bladblazers bijvoorbeeld. De 525BX (foto rechts) is een professionele handgedragen 2-takt bladblazer, die je er makkelijk even bij pakt om snel iets schoon te blazen. De machine heeft trillingsdemping en een S-bocht in de blaaspijp die de girokrachten tegengaat
34
TuinenLandschap
Nieuws uit Hardenberg.indd 34
zodat je die niet met de hand hoeft te compenseren. De 536 LiB is een handgedragen accubladblazer met ’cruise control’, te gebruiken met ruggedragen accu of accu in de machine zelf. Ook nieuw zijn het slagmes voor de accumotorzeis, het zwaardere maaidek voor de 500 serie zitmaaiers en de nieuwe bosbouwhelm (foto links). Deze helm is 150 g lichter dan het vorige model, heeft extra ventilatiegaten boven- en achterin, een bevestigingspunt voor een hoofdlamp en de zonneklep is verplaatst van de helm naar het vizier voor een beter zicht naar boven als het vizier weggeschoven is.
| 3 | 2015
22-01-15 15:31
Ergonomische maaiers Lozeman Tuinmachines toonde op de beurs drie vernieuwde grasmaaiers van Gianni Ferrari. Van de Turbo 4 (foto rechts) en de PG serie, zijn vooral het bedieningsgemak en het comfort verbeterd. Bij de Turbo4 is de opstap verplaatst van rechts naar links. Aan de rechterzijde zijn nu alle bedieningshendels bijeengebracht en voorzien van kruisventielen, zodat je nog maar twee hendels nodig hebt om het maaidek en de kiepinstallatie van de 1.300 l opvangbak te bedienen. De machine is voorzien van een snelheidsregeling en een ruimere rustplaats voor de linkervoet. Ook de PG serie is vernieuwd en heeft nu kruisven-
tielen voor de maaier en vangbak bediening. Het voetplateau dempt trillingen, de vernieuwde uitlaat is stiller en het stuur is nu te verstellen. Tevens heeft Gianni Ferrari een dieselversie uitgebracht van de TurboZ, namelijk de Turbo Z 322 D (foto links) met een 22 pk 3 cilinder Kubota motor. Het maaidek is hydraulisch opklapbaar en in hoogte verstelbaar. De Turbo 4, de PG serie en de Turbo Z hebben alledrie een aftakas voor frontmount aanbouwwerktuigen zodat ze ook voor andere werkzaamheden dan grasmaaien inzetbaar zijn.
TuinenLandschap | 3 | 2015
Nieuws uit Hardenberg.indd 35
>
35 22-01-15 15:32
Accugereedschap en loopmaaier met één arm
Stihl/Viking presenteerde een hele rits nieuwigheden. Geen motorzagen of bosmaaiers maar wel vernieuwde heggenscharen. De hele lijn professionele motorheggenscharen heeft een nieuwe motor waarmee de uitstoot met 70% gereduceerd wordt en het brandstofverbruik met 30%. Doordat de uitlaat van ander materiaal gemaakt is, zijn de machines ook 100 g lichter geworden. Nieuw in het accugamma is de accusnoeischaar (foto links). Deze wordt verbonden aan een rugtas met losse accu. Het apparaat
wordt geleverd in een plastic kist compleet met rugtas, smeervet, multispray en holster. Een andere nieuwigheid is de accustokheggenschaar. Deze machine heeft de motor vlak achter de snoeikop, doordat er geen aandrijfas door de buis loopt is het mogelijk om er een telescopische steel op te zetten. Uitgeschoven heeft het apparaat een werklengte van 330 cm. De kop kan 125° draaien. Naast de synthetische en biologisch afbreekbare varianten heeft Stihl nu ook minerale kettingolie. Deze olie is wat goedkoper dan de
andere twee, maar voldoet tot temperaturen van -15°C. Stihl/Viking heeft hoge verwachtingen van de nieuwe professionele (foto rechts) loopmaaier de MB 756YC. Deze professionele maaier heeft een enkele stuurboom waardoor je de opvangbak er gemakkelijker uit kunt halen. De hydrostatisch aangedreven machine heeft een magnesium maaidek waardoor het gewicht beperkt is tot 59 kg.
Breedwerkende heteluchtmachine HOAF heeft een lange traditie van verschillende machines voor onkruidbestrijding. De nieuwe Weedair is de eerste heteluchtmachine van de Oldenzaalse fabriek. De machine heeft een werkbreedte van 1 m en door het geringe gewicht van 120 kg kun je al met een lichte werktuigdrager uit de voeten. De werksnelheid is zo’n 2 tot 2,5 km/u. De brander en de techniek eromheen zijn van roestvrijstaal om het onderhoud te beperken. De bak eromheen is van aluminium met een isolatielaag van 80 mm eronder. Van bovenaf wordt lucht aangevoerd om de hete lucht naar beneden te drukken. De Weedair werkt op elk soort gas. De gasfles kan op de Weedair geplaatst worden of op de werktuigdrager.
36
TuinenLandschap
Nieuws uit Hardenberg.indd 36
| 3 | 2015
22-01-15 15:32
Hetelucht voor gevelhoeken WeedControl presenteerde met de Air Handunit Trolly Pack een nieuwe telg in de familie heteluchtonkruidbestrijders. De Trolly Pack is bedoeld voor moeilijk bereikbare plaatsen zoals gevelhoeken. De machine bestaat uit een karretje met een gasfles, een brander en een motor die voor luchtdruk zorgt. De temperatuur is instelbaar tussen 190°C en 290°C De hete lucht komt uit een lans die, wanneer die in de houder staat, de juiste hoek en afstand tot de grond heeft om gevelhoeken te bereiken zodat je de lans meestentijds in de houder kunt laten tijdens het werk. Veel onkruidverdelgers voor moeilijke plaatsen werken met een open vlam, met alle brandgevaar van dien. Deze machine is speciaal ontwikkeld voor bedrijven waarvoor social return een belangrijk thema is. De machine is ook voor sw-ers gemakkelijk en veilig te bedienen.
Werktuigdrager en klepelmaaiers Hissink presenteerde de nieuwe Antonio Carraro SP 5008 werktuigdrager (foto rechts).Het is de grotere broer van de SP 4400. De 5008 heeft een 4 cilinder Yanmar dieselmotor van 46 pk. De werktuigdrager wordt standaard geleverd met joystickbediening, airco en een luchtgeveerde stoel. Doordat de airco en de verwarming niet in het dak maar naast de stoel verwerkt zitten, is de hoogte beperkt tot onder de twee meter. De machine heeft naast hydraulische ventielen een aftakas aan de voorzijde zodat kan worden gekozen voor mechanische of hydraulische aandrijving van het werktuig. Van het Italiaanse Seppi liet Hissink twee nieuwe klepelmaaiers zien. De Seppi M Sport (foto onder) is een klepelmaaier die geschikt is voor het maaien van sportvelden. Door de soort klepels en de stand ervan op de as en ten opzichte van de slaglijsten geeft de machine een strak maaibeeld op gazons en sportvelden. De M Sport is verkrijgbaar in werkbreedtes van 155 tot 225 cm. De Seppi M S9 Coupé klepelmaaier heeft een hardox kast en een binnenbeplating die te vervangen is net als de slaglijsten. Zo hoeft bij beschadiging of slijtage niet de hele machine vervangen te worden.
>
TuinenLandschap | 3 | 2015
Nieuws uit Hardenberg.indd 37
37 22-01-15 15:32
Semi-smalspoortrekker New Holland heeft een nieuwe lijn semi-smalspoortrekkers. De T3 is een trekker met een breedte van slechts 1,43 m, maar veel vermogen, de T3 55F heeft 55 pk en de T3 65F (foto boven) heeft een vermogen van 65 pk. De serie vult de ruimte op tussen de Boomer en de 3.000 serie. Met de T3 serie mikt New Holland op hoveniers, gemeenten, groenvoorzieners en golfbanen. Voor dezelfde doelgroep was er al de eerder genoemde Boomer. De 25 pk sterke Boomer 25 (foto onder) heeft een update gehad. In plaats van het grote truimelpedaal zijn er nu aparte pedalen om voor- en achteruit te rijden. Ook is er een 4 stijlencabine met ruim zicht rondom beschikbaar.
Shovel op LPG Hanenberg uit Nistelrode presenteerde een LPG variant van de Sherpa 300 wiellader. De machine heeft een 30 pk 3 cilinder Kubota DF972 gasmotor en hydraulische aandrijving met 4 wielmotoren. Oorspronkelijk is deze uitvoering ontwikkeld voor een bedrijf uit Peru dat problemen had met de diefstal van brandstof uit de machines. Omdat LPG minder aantrekkelijk is om te stelen voor de lokale bevolking bleek dit een goede oplossing en heeft dit bedrijf vier van deze machines in dienst genomen. Inmiddels is deze LPG-shovel ook in Nederland aan het werk. Onder meer op een aantal gemeentewerven en bij recyclingbedrijven. Vooral op plaatsen waar de machines ook binnen rijden kun je met de LPG-motor die minder schadelijke uitlaatgassen produceert, goed uit de voeten.
38
TuinenLandschap
Nieuws uit Hardenberg.indd 38
| 3 | 2015
22-01-15 15:32
Heetwater-onkruidbestrijder Meclean is een nieuwe speler op het gebied van onkruidbestrijding. De Terneuzense producent van onder meer hogedruk- en stoomreinigingsmachines is de afgelopen twee jaar beziggeweest met de ontwikkeling van twee heetwater-onkruidbestrijdingsmachines. Onder de merknaam Aqualutions worden de modellen Weedsolution l (foto onder), ll en Compact (foto rechts) op de markt gebracht. Bijzonder aan de machines is volgens de producent de constante watertemperatuur van 99,5°C doordat het toerental van de pomp die het water naar de branders brengt, reageert op de watertemperatuur. Een andere bijzonderheid is dat er de keuze bestaat voor verschillende aandrijvingen van de pomp (elektrisch of met benzine/ LPG) en verschillende brandstoffen voor het verhitten van het water (lpg of diesel). Met name de variant met een elektrisch aangedreven pomp en een brander op lpg moet een flinke milieu- en kostenbesparing opleveren en gebruik van de machines aantrekkelijk maken bij aanbestedingen. De Weedsolution Compact is bedoeld voor kleinere oppervlakten en bijvoorbeeld geschikt voor de hovenier in particuliere tuinen. De machine heeft een dieselbrander die 10 l water per minuut verhit. Het hete water wordt met een haspel (10 m
slang) en een spuitlans op het onkruid gebracht. Een langere slang (tot 50 m), een handspuitbalk van 50 cm, een handspuitbalk op wielen en een vaste spuitbalk zijn optioneel. De Weedsolution l (één haspel en één bran-
der) en de Weedsolution ll (twee haspels en twee branders) zijn machines voor grotere oppervlakten. De Weedsolution l kan worden voorzien van een spuitbalk van 50 cm, de Weedsolution ll van een spuitbalk van 1 m.
<
TuinenLandschap | 3 | 2015
Nieuws uit Hardenberg.indd 39
39 22-01-15 15:32
BRANCHEWIJZER Afhaalcentrum
Automatisering
Automatisering
Daktuinsystemen
Eenvoudig meer controle ZinCo Benelux B.V.
' OHYHUDQFLHU YDQ VRǽZDUH YRRU
Adviseur en leverancier van daktuinsystemen. Sedumdaken - Daktuinen Hellende groendaken Parkeerdaken - Gevelgroen
*URHQH 3URIHVVLRQDOV 3URMHFWDGPLQLVWUDWLH 2QWZHUS %HKHHU
%HZH]HQ VRǽZDUH ZDDUPHH XZ EHGULMI QRJ VXFFHVYROOHU NDQ ZRUGHQ
ZZZ WVG QO
www.zinco.nl daktuin@zinco.nl Tel.: +31(0) 20 667 4852
INFOGROEN Software BV T +31 (0)172 23 54 44 www.groenvision.com/hovenier Powered by
Daktuinsystemen
WWW.EKOGRAS.COM SPECIALE PRIJZEN VOOR PROFESSIONALS
Complete software oplossingen voor de hovenier en groenvoorziener
Beton OOK VOOR SEDUMROLL MATTEN/PLUGS telefoon: 06 1029 2513 email: info@ekogras.com
ALLES VOOR UW TUIN
GROEIEN IN DE JUISTE VORMEN Het volledige calculatieprogramma dat aansluit bij een praktische en doeltreffende werkwijze 0413 - 28 71 09
www.espalier.nl
EasySedum tegel
Ruim 30 jaar ervaring in: - Siertegels - Gebakken stenen - Sierbestrating - Natuursteen
EĂ? TPGUXBSF WPPS VX CFESJKG
- Muur-/Stapelelementen
MOOI EN GEMAKKELIJK! Daktuincentrum de Mient Verkoop drainagematerialen Daktuinsubstraat Terra Top 40 ltr. Kwekerij sedumpluggen XL 1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
- Voor ieder budget
Buiter Beton, verrassendâ&#x20AC;Ś veelzijdig... flexibel !! 1SPGFTTJPOFFM FO [FFS HFCSVJLFSTWSJFOEFMJKL
www.buiterbeton.nl
JOGP!JUHTPGUXBSF OM
Bel of mail voor meer informatie over advertentiemogelijkheden: tel: 0342-494889, fax: 0342-494299, e-mail: svstraffic@bdu.nl
620652.indd 40
26-1-2015 12:34:49
BRANCHEWIJZER Groeiplaatsverbetering
www.tfi4000.nl info@tfi4000.nl
Machines
Onafhankelijk Keurmerk
Natuurlijke afscheiding
KWALITEIT, VAKMANSCHAP EN GARANTIE
GROENPROFESSIONAL,
t 035-5770970 f 035-5770971 m 06-10961851
Meststoffen
Het onafhankelijke keurmerk voor groene kwaliteit Geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie Aangesloten bij de Geschillencommissie Groen Vermeld op Consuwijzer
-
Silva Cell Groeiplaatsconstructie Wortelschermen Boombakken Boomverankering Boomstambescherming Beluchting en Bewatering en diverse aanverwante producten
Stichting Groenkeur T 030 - 659 5663 F 030 - 659 5655
Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak
www.greenmax.eu
E info@groenkeur.nl I www.groenkeur.nl
Personeelsdiensten
WAAR VINDT U DIE BREDE KEUZE IN SCHERP GEPRIJSDE NATUURLIJKE ERFAFSCHEIDING?
TUINCHAMP.NL
Taxaties
Overig
Groene rentmeester
MET HOVENIERSUPPORT EEN HOGER RENDEMENT GREEN-PERSONEELSDIENSTEN.NL
WWW.HOVENIERSUPPORT.NL
Bel of mail voor meer informatie over advertentiemogelijkheden: tel: 0342-494889, fax: 0342-494299, e-mail: svstraffic@bdu.nl
620653.indd 41
26-1-2015 12:35:20
Werk in uitvoering
Wat Wie
Tekst Peter Bennink Beeld Evert Jan Slot, Viridis
Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar
pbennink@hortipoint.nl
Verplaatsen roekennesten Snoekgroep en Viridis Cornelis van der Wal van Boomrooierij Van der Wal (onderdeel van Snoekgroep) is bezig met het verplaatsen van roekennesten. In samenwerking met een ecoloog van Viridis zijn veertien nesten uit twee roekenkolonies naar nieuwe locaties met dezelfde boomsoort (Fraxinus excelsior) gebracht. De nesten zijn veelal in gevorkte takken gemaakt en zijn in de oude locatie met vork en al uit de bomen gezaagd. Op de nieuwe locatie worden ze
met tiewraps vastgemaakt in de bomen. Naast de echte roekennesten plaatsen Van der Wal en Viridis ook een aantal mandjes in de bomen die als kunstnesten moeten fungeren. De bomen waar de roeken in nestelden zijn gerooid door de boomrooierij om plaats te maken voor de vernieuwde N31 in Harlingen. Omdat roeken niet alleen zelf beschermd zijn, maar ook hun nestplaatsen, is voor deze oplossing gekozen. <
TuinenLandschap | 3 | 2015
WIU roekennesten.indd 43
43 26-01-15 10:26
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Nieuwe bodemverbeteraars Den Ouden Groenrecycling heeft schimmelrijke compost, gazoncompost en vulkacompost opgenomen in het assortiment. Deze producten zorgen voor gezonde doorgroei van bomen en planten over een langere periode. De schimmelrijke compost heeft extra schimmels en is
geschikt voor plantgatverbetering bij de aanplant van nieuwe bomen. Gazoncompost is zeer fijn en geschikt om als voeding over het gazon te strooien. Door goede rijping heeft het een boslucht. Vulkacompost is een korrelcompost, waarmee dichtgeslagen gronden weer snel luchtig te krijgen zijn.
Moerheim New Plant wil Surfinia, de koningin van de petunia’s, opnieuw in de markt zetten. Het verkoopconcept is uitgewerkt met potcovers, etiketten en meer promotiemateriaal. Moerheim introduceert veertien noviteiten op de IPM in Essen. Een van deze noviteiten
is Surfinia Sumo, een petunia met grote bloemen en een imposante bloeivorm. Sumo groeit snel, bloeit vlot en kan opgekweekt worden in zes weken kweektijd, erg snel voor een plant van deze grootte. De variant is verkrijgbaar in twee kleuren: Sumo Rose en Sumo Purple.
▸ Den Ouden Groenrecycling | (073) 543 10 00 | www.denoudengroep.com
▸ Moerheim New Plant | (0172) 50 67 00 | www.suntorycollection.info
Calculeren en factureren
Slimme kaart voor veiligheid
Espalier lanceert een vernieuwd online calculatieprogramma. Met deze methode kan een hovenier calculeren en factureren. Het programma is eenvoudig, overzichtelijk en persoonlijk. Een calculatie voor een offerte is in drie stappen gemaakt. Krijgt deze offerte een op-
drachtbevestiging, dan zijn er nog twee stappen nodig voor een professionele factuur. Alle modules bieden functionaliteit om eenvoudig de administratie te digitaliseren, dit kan op elke online plek, zowel op kantoor als bij de klant. Offertes en facturen zijn flexibel te personaliseren.
▸ Espalier | (0413) 28 71 09 | www.espalier.nl
44
Imposante bloeivorm
TuinenLandschap
Alle PAL Cards van IPAF zijn sinds kort voor machines leesbaar en worden Smart PAL Cards genoemd. Hiermee wordt voorkomen dat een hoogwerker of hefsteiger bediend wordt door iemand die niet opgeleid is. De smartcard bevat een chip en een klein WiFi-symbool.
Op de chip zijn gegevens opgeslagen als naam, registratienummer en opleidingscategoriën van de kaarthouder. Een kaartlezer op de hoogwerker leest de gegevens en kan ingesteld worden om bepaalde gegevens te accepteren, bijvoorbeeld trainingsniveau of machinecategorieën.
▸ IPAF | 06 30 42 10 42 | www.ipaf.org
| 3 | 2015
Leveranciers_7kaders+KortNW.indd 44
26-01-15 10:26
Voor groene wand en dak
Zomeratelier
Innogreen heeft voor verticale groene wanden en groenvegetatie op daken nieuwe meststoffen ontwikkeld. De juiste voeding is afhankelijk van de plantenkeuze en het watergeefsysteem. Greenroof Organic en Greenroof Subfeed zijn ontwikkeld voor groene wanden en Greenroof Sedum-mix en Greenroof Allroud-mix voor dakvegetatie. Organic is een meststof voor daktuinen in het algemeen, met sporenelementen en ijzer. Subfeed is een combinatiemeststof met zeewier en humus, voor gevelbegroening. De Sedum-mix is voor alle sedumdaken en de Allround-mix bevat micro-organismen en is geschikt voor alle daktuinen met heesters, bomen en vaste planten.
Dit jaar zal het Zomeratelier plaatsvinden van 10 tot en met 16 augustus in de beeldentuin Land en Beeld in Asperen aan de Linge. Als thema is gekozen voor ’En de wereld werd landschap’. Een week lang kunnen jonge mensen (tot 30 jaar) gratis participeren in het project. Naast de vaste curator komt elke dag een mystery guest een korte lezing geven voor extra impuls. Aan het Zomeratelier mogen tien mensen deelnemen, die gekozen worden door een selectiecommissie. Voorwaarde voor deelname is professioneel actief zijn met het maken, ontwerpen of bespelen van de ruimte. Kunstenaars, choreografen, scenografen, ontwerpers van licht en architecten van de buitenruimte worden gevraagd hun curriculum vitae en motivatie te sturen over het thema en over samenwerken met anderen. Insturen kan in pdf tot 2 maart 2015. Op 2 april worden de deelnemers bekendgemaakt.
▸ Innogreen | (0183) 50 97 96 | www.innogreen.nl
▸ het ontwerp instituut | www.ontwerpinstituut.nl
Moestuinieren Nature van Outside Living Industries biedt oplossingen en adviezen om een vruchtbare omgeving te creëren voor een groene tuin. Een van de producten in deze lijn is de Tuintunnel. Door een aluminium frame met een diameter van 25 mm is de Tuintunnel eenvoudig te
Snoeien in hoge bomen verplaatsen. Het folie is UVbestendig en wordt met behulp van koppelstukken aan het frame bevestigd. Een ritssluiting maakt dat de tunnel open en dicht te doen is. Andere producten in het assortiment zijn bijvoorbeeld biostekpotten, groeihoezen, tuinkassen en tunnelbogen.
▸ Outside Living Products | (072) 567 16 61 | www.outsideliving.com
Voor het snoeien van dikke takken in hoge bomen heeft Wolf Garten de Power Dual Cut ontwikkeld. De snoeischaar is uitgevoerd met een papagaaibek-snijtechniek. Power Dual Cut wordt in twee versies op de markt gebracht, met vaste steel van 2 of 4 m. Het bereik met de snoeischaar
is respectievelijk 3,5 en 5,5 m. De takken die de snoeischaar aankan, zijn tot een diameter van 32 mm. Snoeien kan op twee manieren: een snelle knipbeweging met High Speed Cut of extra kracht met High Power Cut. De snijkop kan in elke gewenste positie worden gedraaid.
▸ Wolf Garten | (073) 523 58 50 | www.wolf-garten.nl
TuinenLandschap | 3 | 2015
Leveranciers_7kaders+KortNW.indd 45
45 26-01-15 10:26
Agenda
Cursussen
Voorjaarsbeurs tuinplanten en boomkwekerijgewassen 2 t/m 5 februari, Hengelo
Conceptueel ontwerpen Cursus, 5 februari, Capelle aan den IJssel
Schimmels Licentieverlenging, 10 februari, Alkmaar
Motorkettingzagen 2 Meerdaagse cursus, 16 februari, Alkmaar
▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
Voorjaarsbeurs 3 en 4 februari, Boskoop.
Ontwerpen met beplanting Cursus, 5 februari, Capelle aan den IJssel
Bosmaaier Meerdaagse basiscursus, 12 februari, Alkmaar
Veilig werken met de bosmaaier Opfriscursus, 16 of 17 februari, Zeewolde
▸ www.floralisboskoop.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.menkehorst.nl
Dag van de openbare ruimte Beurs, 4 en 5 februari, Brussel, België. ▸ www.openbareruimte.be
Kantinegesprek ’De Boom’ 11 februari, Apeldoorn ▸ www.ontwerpinstituut.nl
Tuinidee Beurs, 26 februari t/m 1 maart, ’s Hertogenbosch. ▸ www.tuinidee.nl
Groene Ruimte Experience Workshops, speeddates en expo, 3 maart, ’s Hertogenbosch. ▸ www.hashogeschool.nl
UAVgc Cursus, 5 februari, 5, 17 maart, 1, 16, 30 april, 20 mei, 2, 17, 30 juni, diverse locaties
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
▸ www.degroenepraktijk.nl
Tuinontwerpen met maquettes Cursus, 12 februari, Utrecht ▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
▸ www.crow.nl
VOL VCA Cursus, 12 februari, 2 maart, Biddinghuizen
B-VCA/VOL VCA Tweedaagse cursus, 6 februari, Alkmaar
▸ www.degroenepraktijk.nl
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
Inspecteur veiligheid van speelgelegenheden Opfriscursus, 13 februari, Sevenum
Snoeien van laanbomen en heesters Meerdaagse cursus, 9 februari, Alkmaar ▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
Veilig werken langs de weg I en II 9 en 10 februari, Biddinghuizen
Boomveiligheidscontroleur Meerdaagse cursus, 17 februari, Alkmaar
Bescherm uzelf Licentieverlenging, 19 februari, Alkmaar ▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
▸ www.keurmerk.nl
Ontwerpen met de natuur Meerdaagse cursus, 20 februari, meerdere locaties ▸ www.ontwerpinstituut.nl
Bestekken lezen en toepassen Tweedaagse cursus, 13 februari, Alkmaar
WAS Studieochtend, 23 februari, Zwolle
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
▸ www.keurmerk.nl
Mollenbestrijding Tweedaagse cursus, 13 februari, Alkmaar
Veilig werken met de shreddermes Cursus, 25 februari, Zeewolde
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
▸ www.degroenepraktijk.nl
▸ www.degroenepraktijk.nl
Zuid-Nederlandse Groendag 5 maart, Helmond. ▸ www.zuidnederlandsegroendag.nl
Communiceren met je opdrachtgever Driedaagse cursus, 9, 16 en 23 februari, Apeldoorn
Huis & Tuin Beurs, 5 t/m 8 maart, Leeuwarden.
▸ www.ontwerpinstituut.nl
SketchUp Cursus voor gevorderden, 13 februari, Utrecht
Quickstart sketchUp Cursus, 27 februari, Utrecht
▸ www.wtchuistuin.nl
Werkvoorbereiding, organisatie en planning Tweedaagse workshop, 10 (en 24) februari, Elspeet
▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
Orchideeën Fotoworkshop, 15 februari, Leiden
Ledendag Bijeenkomst voor oudcursisten, 28 februari, Apeldoorn
▸ www.hortusleiden.nl
▸ wwwww.ontwerpinstituut.nl
Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 16 februari, Zwolle
Klanten binden, opdrachten winnen Tweedaagse workshop, 3 (en 17) maart, Elspeet
Lentetuin Bolbloemenshow, 5 t/m 9 maart, Breezand. ▸ www.lentetuin.nl
Landelijke Dag van de Vlinderstichting 7 maart, Wageningen. ▸ www.vlinderstichting.nl
▸ www.hoveniersacademie.nl
Effecten van bomen op het stedelijk klimaat Cursus, 10 februari, Oosterbeek ▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.keurmerk.nl
▸ www.hoveniersacademie.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
46
TuinenLandschap
Agenda_Cursus3kolomNW.indd 46
Redactie Bakker hoofdredacteur (071 565 96 55 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2015 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
| 3 | 2015
26-01-15 10:26
Foto Gerdien de Nooy
Groene Gast
Marco Hoffman Hoe bevalt het bij Naktuinbouw?
Welke bijvoorbeeld?
Dat klinkt ingewikkeld…
„Heel goed. Hier heb ik weer volop kansen, kansen die bij PPO een stuk minder waren geworden door het wegvallen van de PT-gelden.”
„Het CPVO, het agentschap van de Europese Unie dat de kwekersrechten verleent. En de UPOV (The International Union for the Protection of New Varieties of Plants, red.), het wereldwijde overkoepelende overheidsorgaan dat ook richtlijnen geeft voor de naamgeving. Zij vertegenwoordigen de wetgeving. Daarnaast heb je de wetenschap die wil dat de naam van een plant zijn identiteit beschrijft. En dan zijn daar de handels- en merknamen van de kwekers bijgekomen die ze gebruiken als aanvullende verkooptool. Die drie componenten komen hier bij elkaar. In de naamlijsten willen we ze alledrie bedienen. De namen moeten wetenschappelijk verantwoord zijn, volgens de wet kloppen, maar ze moeten ook praktisch zijn.”
„Ja, de naamgeving is volop in ontwikkeling. Neem nu Symphoricarpos, dertig jaar geleden had je pak ’m beet acht verschillende rassen, wat erg overzichtelijk was. Nu zijn er vele tientallen en worden er jaarlijks bij Naktuinbouw diverse nieuwe rassen aangemeld. Of Hydrangea paniculata waarin de ontwikkelingen ook razendsnel gaan. De rol van Naktuinbouw wordt hierin overigens steeds belangrijker, omdat hier door onder meer onafhankelijk dna-onderzoek kan worden vastgesteld of een aangemeld ras echt nieuw is.”
Is uw werk inhoudelijk veranderd? „Het is grotendeels hetzelfde gebleven, maar er zijn accentverschuivingen. Zo blijf ik de trekker van de naamlijsten Houtige Gewassen en Vaste planten die nu ondergebracht zijn bij Naktuinbouw. Maar deed ik bij PPO sortimentsonderzoek, waarbij de goede en de slechte rassen werden uitgesorteerd, bij Naktuinbouw hou ik me bezig met kwekersrechtonderzoek, waarbij de vraag centraal staat of een aangemeld ras daadwerkelijk Marco Hoffman is taxonoom nieuw is. Dat is een heel andere en specialist rassenonderzoek Siergewassen & Fruit bij insteek. Daarom zit ik nu ook met Naktuinbouw. andere partijen aan tafel.”
Wanneer verschijnen de nieuwe naamlijsten Houtige gewassen en Vaste Planten? „Eind dit jaar willen we de lijsten gemoderniseerd hebben.”
TuinenLandschap | 3 | 2015
GroeneGast_1pag.indd 47
47 22-01-15 15:32
advertentie_hovenier (3).indd 7 620655.indd 48
1/26/2015 11:01:32 AM 26-1-2015 12:34:27