10 Vakblad voor de groenvoorziening | 36e jaargang | 8 mei 2014
Taaie Lathyrus vernus Kwaliteit boomcontroles weinig getoetst Ravotten in de polder FloraliĂŤn naar Nederland
Voorplaat.indd 1
05-05-14 12:46
557292.indd 2
5-5-2014 11:05:09
Inhoud
Nummer 10 | 8 mei 2014
Nieuws 4 5 6 7 8 9
Platform 247Green wil groenpromotie bundelen Onderzoek naar essentaksterfte krijgt toch vervolg dankzij crowfunding ’Ook na crisis minder geld voor gemeentelijk groen’ Weer Nederlandse deelnemer in Chaumont Uitgesproken: ’Meervoudige democratie: meer ruimte voor burgerinitiatieven in natuur’ Tuin en Landschap online
Foto voorplaat Henryk Koscielny
Sortiment 14
10 De Biesbosch: Land van wilg en water 14 Hans Kramer stelt voor: Lathyrus vernus
_
Bedrijf en Organisatie 18 Kwaliteit boomcontroles onvoldoende getoetst 21 Zo zit dat: Payrollers kun je niet ’zomaar’ ontslaan
Ontwerp en Inrichting
26
23 Floraliën voor het eerst in Nederland 26 Ravotten in de speelpolder 30 Buitenhaard als blikvanger
Aanleg en Onderhoud 34 Helmond plant nog alleen bomen in open grond 37 Werk in Uitvoering: Onkruid wieden in heempark
Machines en Gereedschap 38 Hitachi 36 V accu, liever op je rug dan in je handen
Service 34
44 Leveranciersnieuws 46 Agenda l Colofon 47 Groene Gast: Jeroen Heindijk
38
TuinenLandschap | 10 | 2014
Inhoud.indd 3
3 05-05-14 12:40
Nieuws
Foto Ronald Bakker
Tuinen open tijdens Amster- Platform 247Green wil groenpromotie bundelen damse Tulpen Dagen
In de tuin van het Prins Bernhard Cultuurfonds aan de Herengracht stonden de tulpen er op 3 en 4 mei nog goed bij. Bezoekers konden er tijdens de ’Amsterdamse Tulpen Dagen’ een kijkje nemen, net als in dertien andere grachten- en museumtuinen in de hoofdstad. Eén tuin, die van Leidsegracht 11, moest gesloten worden omdat de tulpen daar door het warme voorjaar al waren uitgebloeid. In andere tuinen plantte organisator Saskia Albrecht verse tulpen, zoals in die van burgemeester Eberhard van der Laan. Toch was het voor bezoekers niet alleen om de tulpen te doen, ze kwamen ook om tuinen te bezichtigen die normaal gesproken niet toegankelijk zijn. <
Dit najaar wordt 247Green in Nederland gelanceerd. Initiatiefnemer is teler en veredelaar Peter van de Pol. Het nieuwe promotieplatform moet consumenten enthousiast maken voor alles wat met groen te maken heeft. Volgens Van de Pol is de promotie nu te versnipperd, waardoor er te weinig slagkracht is om de consument in Nederland en daarbuiten te bereiken. 247Green gaat via een digitale themazender entertainment en informatie uitzenden over bloemen, planten, buitenleven en tuinieren. Daarnaast komt er een website en worden er evenementen georganiseerd. Van de Pol wil de groensector betrekken bij het initiatief: „Het is de opzet dat 247Green een collectief initiatief is, van en voor de sector. Collectieve promotie 2.0 zogezegd. Daarom bieden we partijen ook aan om aandeelhouder te worden, zodat toekomstige opbrengsten ook weer terug
zullen vloeien naar de sector.” VHG-directeur Egbert Roozen bevestigt dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met Van de Pol en partners. Roozen: „In de profilering van groen zou het mijn voorkeur hebben om dit niet in het vakje van één zender te stoppen. Groen heeft brede verbindingen met bijvoorbeeld lifestyle, mode, leefomgeving, gezondheid en recreatie. Die relatie is prima te leggen door aan te sluiten bij programma’s binnen het bestaande medialandschap en hierbij de best passende optie te kiezen.” Roozen zegt dat 247Green in die afweging een optie zou kunnen zijn, maar niet de enige optie. „Hoewel ik het initiatief positief waardeer, heeft VHG op dit moment niet de ambitie om een partnerschap met 247Green aan te gaan.” VHG is momenteel samen met Anthos en LTO-vakgroep Bomen en Vaste Planten actief in promotieorganisatie iVerde. <
Commentaar
Post-collectief De contouren van een post-collectieve wereld na het wegvallen van het Productschap Tuinbouw (PT) worden steeds duidelijker zichtbaar. Zo verschijnt het ene na het andere initiatief op gebied van sectorpromotie. iVerde timmert al een tijd aan de weg, evenals De Vitale Groene Stad. Maar nu verschijnen ook initiatieven zoals 247Green dat groenpromotie wil bundelen, en Stimuflori dat zich vooral op de sierteelt richt. Ook op onderzoeksgebied zijn er ontwikkelingen. Zoals verwacht viel door het verdwijnen van het PT veel onderzoeksgeld weg. Maar dankzij social media weten creatieve onderzoekers als Sven de Vries belanghebbenden toch te bereiken en nieuwe fondsen aan te boren voor vitaal onderzoek. Want het is toch eigenlijk onbestaanbaar dat, terwijl een ziekte als essentaksterfte op grote schaal om zich heen grijpt, de overheid geen stuiver in dit onderzoek steekt. Een andere ontwikkeling die al een tijd aan de
4
TuinenLandschap | 10 | 2014
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 4
gang is maar nu in volle hevigheid zichtbaar wordt, is een overheid die steeds meer taken bij burgers legt. Zo roept Dordrecht burgers op om te helpen bij groenonderhoud. Doen ze dit niet, dan worden voorzieningen als bloem- en boombakken en bloemperken geschrapt. Tot nu toe werden dit soort oproepen ingekleed met modieus klinkende woorden als burgerparticipatie en stadslandbouw. Maar nu wordt de botte bezuinigingsbijl zonder pardon gehanteerd. Als we de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur mogen geloven, is dit de nieuwe realiteit. Gemeenten hebben door verliezen op grond en vastgoed ook na de crisis fors minder te besteden. Ook hier zullen burgers en bedrijven dus aan de bak moeten. VHG in Houten gaf vorige week alvast het goede voorbeeld met het adopteren van het openbaar groen bij het bedrijfspand van de branchevereniging. En goed voorbeeld doet hopelijk volgen. Ralph Mens vakredacteur
05-05-14 12:40
Onderzoek naar essentaksterfte krijgt toch vervolg dankzij crowdfunding Eind vorig jaar zag het er nog somber uit voor het vervolgonderzoek naar essentaksterfte. Na het wegvallen van financiering door het Productschap Tuinbouw leek het onderzoek dood te bloeden. Via crowdfunding krijgt het project nu echter toch een vervolg. Met de aanplant van onderstammen van Fraxinus excelsior bij Kwekerij Westhof in ’s-Heer Abtskerke is vorige week het vervolgonderzoek naar essentaksterfte van start gegaan. Komende zomer wordt een twintigtal klonen op de onderstammen geoculeerd, vertelt Peter van ’t Westeinde, medeeigenaar van Kwekerij Westhof. „Al deze klonen lijken de goede richting op te gaan qua tolerantie voor essentaksterfte.” Volgend jaar worden de geoculeerde klonen kunstmatig geinfecteerd. „Misschien kan dan
al een selectie worden gemaakt van klonen die het meest tolerant zijn tegen de ziekte.” Van ’t Westeinde doet mee aan het vervolgonderzoek omdat hij vindt dat er een markt moet blijven voor essen. „We vinden dat essen, zeker als laanboom, in stand moeten worden gehouden.” Zijn grootvader heeft ooit voor een bekende selectie in het essensortiment gezorgd: F. excelsior ’Westhof’s Glorie’.
Wanhoopspoging Sven de Vries, onderzoeker van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van Wageningen UR, deed eind vorig jaar via YouTube een oproep aan belanghebbenden om het vervolgonderzoek te financieren. Wat leek op een wanhoopspoging, heeft toch geresulteerd in het voortbestaan van het onderzoek.
Uiteindelijk hebben twee boomkwekers en een terreinbeheerder zich aangemeld. De Vries: „Met deze drie partijen dekken we het hele gebied van kwekers en afnemers. Het zou wel mooi zijn als er ook een overkoepelende gemeentelijke instantie bij zou zitten.” Vooralsnog hebben zich geen gemeenten gemeld. „Al zouden er maar twee of drie gemeenten meedoen. Ook particuliere terreineigenaren zijn welkom.” De Vries denkt dat gemeenten zich niet aansluiten omdat ze bezig zijn met het opzetten van een overkoepelend bomenfonds. „Ze willen niet op twee fronten tegelijk strijden.”
Kamervragen Wat de onderzoeker tegenvalt is dat het ministerie van Economische Zaken het heeft laten afweten. „Essensterfte
zit overal, het zou dus logisch zijn als de overheid dit zou oppakken. Nu gaat er vooral veel geld verloren met praten over oplossingen, maar gebeurt er weinig op praktisch gebied.” Het steekt De Vries ook dat bij de beantwoording van Kamervragen over de essentaksterfte vorig jaar slechts twee van de zeven vragen daadwerkelijk zijn beantwoord. „De Kamer heeft zich met een kluitje in het riet laten sturen.” De Vries is nu bezig met het schrijven van een onderzoeksvoorstel voor de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. „In totaal is er €71 miljoen beschikbaar. We hebben een goed onderzoeksvoorstel dat prima past bij de omschrijving van de topsector. Ik heb er een positief gevoel over.” <
Hoveniersbedrijf loopt op zonne-energie Foto Alex de Haan
Anne Elverdink van Elverdink Hoveniers uit Garyp schoffelt tussen de panelen in zijn zonnepark. Dankzij 112 zonnepanelen is het hoveniersbedrijf 100% energieneutraal. Deze grootste veldopstelling in Friesland levert 25.000 kWh aan stroom, gelijk aan het verbruik van het hoveniersbedrijf dat vier man personeel heeft. De zonne-energie wordt ingezet voor de verwarming van het pand en het laden van de accu’s waar het gereedschap op draait. De polykristallijnpanelen leveren een jaarlijkse besparing op van €4.800. Met aftrek van de subsidie is de investering in vijf jaar terugverdiend. <
TuinenLandschap | 10 | 2014
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 5
5 05-05-14 12:40
Nieuws
Ook na de crisis zal het grondbeleid van gemeenten minder inkomsten opleveren. Er zal daarom minder in groen en andere openbare voorzieningen worden geïnvesteerd. Dat schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het rapport Kwaliteit zonder groei.
Geschat wordt dat gemeenten hun grondeigendommen in totaal voor een bedrag van maximaal €6 miljard moeten afwaarderen. De financiële gevolgen daarvan zijn soms zeer verreikend; mogelijk kunnen veertig gemeenten die verliezen niet opvangen uit hun reservepositie. Jarenlang hebben gemeenten verdiend aan stads- en dorpsuitbreidingen door de waardestijgingen van grond en vastgoed. De winst werd onder meer gebruikt voor investeringen in de openbare ruimte. In sommige gevallen werd zelfs
de reguliere vervanging en het onderhoud van straatmeubilair en openbare groenvoorzieningen gefinancierd door het gemeentelijk grondbedrijf. Die tijd keert niet terug, aldus de Rli. Er moeten daarom veel scherpere keuzen worden gemaakt: welke voorzieningen vinden gebruikers nodig en wat willen zij ervoor betalen? Gemeenten die meer in de openbare ruimte willen investeren moeten de keuzevrijheid hebben om dat te doen door herschikking van taken of door de belastinginkomsten te verhogen. Daarom vindt de Rli dat het Rijk de mogelijkheid voor gemeentelijke belastingheffing moet verruimen. Verder bepleit de Rli om private investeerders, zoals particulieren, bedrijven, woningbouwcorporaties of wijkverenigingen, meer vrijheid te geven om hun directe leefomgeving zo in te richten zoals ze dat zelf graag wensen. <
Foto Miranda Vrolijk
’Ook na crisis minder geld voor gemeentelijk groen’
Zevenbladtuin in Appeltern In de Tuinen van Appeltern is de Zevenbladtuin aangelegd. De tuin is één van de thematuinen in de Wilde Weelde Wereld en bedacht en aangelegd door hovenier Connie Ettema uit Heelsum. Het is een experiment benadrukt Ettema; ze wil in haar tuin onderzoeken of je zevenblad - één van de vijf meest gehate onkruiden - ook kunt toepassen als borderplant. Kun je een selectie van planten nemen die de concurrentie aankunnen met zevenblad? Hoeveel onderhoud is er dan nodig? Op deze vragen wil Ettema een antwoord krijgen. Om ook ondergronds te zien wat de wortels van zevenblad doen, is de verhoogde border afgescheiden met een cortenstalen wand waarin glazen kijkgaten zitten. <
c o l u m n
Penisse! Ik luisterde in de auto naar een interview met Jan Kuitenbrouwer over zijn nieuwste boek ’Eik Bes leuk’. Het leek over mijn vakgebied te gaan dus mijn oren spitsten zich vanzelf. Ik werd echter op het verkeerde been gezet. Het boek gaat over taal. ’Eik bes leuk’ staat voor de uitspraak ’eigenlijk best leuk’ zoals dat met het huidige turbotempo wordt uitgesproken. Ook in het groene vakgebied kan het, wat taalgebruik betreft in elk geval, allemaal niet snel genoeg. Zo zal menig consument even moeten nadenken als hoveniers het over rodoos hebben als Rododendronplanten wordt bedoeld. Aan het begin van mijn groene carrière werd ik al geconfronteerd met deze turbotuintaal. Vroeg ik ’s ochtend wat we gingen doen die dag, was het antwoord: „Simfies plante!’’ Bleek dat we Symphoricarpos albus laevigatus gingen zetten, kortweg aangeduid als: ’simfies plante’. Nu ken ik inmiddels veel snelle afkortingen van tuinplanten. Zo planten
6
TuinenLandschap | 10 | 2014
NieuwsPag_6-7.indd 6
wij onder meer penisse (Pennisetum), liries (Liriope) en annabellen (Hydrangea arborescens ’Annabelle’). Als een klant vertelt dat er veel mos in het gras zit, zal de (Brabantse) hovenier zeggen: „Moede kalke!” Dat is een samenvatting van: „Mos gedijt vooral op zure gronden. U kunt de bodem minder zuur maken door kalk te strooien zodat het mos verdwijnt.” Tempo is waar het om gaat. Er ontstaan ook steeds nieuwe woorden. Een nieuw lekker snel woord is bijvoorbeeld de ’quickhedge’. Deze kant-en-klare haagelementen bieden na aanplant meteen privacy. Dat bekt dus net zo lekker snel als het resultaat! Taal ontwikkelt zich en zo is dat ook met onze vaktaal. Daar is niets mis mee, zo lang we maar weten wat er wordt bedoeld. Al zag ik laatst een klant wel even opkijken toen een collega vroeg: „Joh, als jij toch naar voren loopt, breng effe een kistje penisse mee.”
Bart Hoes tuinontwerper Jack van Haperen ontwerper/hovenier Ruud Vermeer hovenier
Jack van Haperen sales@formaverde.nl
05-05-14 12:40
Foto Miranda Vrolijk
Dit jaar is er weer een Nederlandse deelnemer op het Franse tuinenfestival in Chaumont-surLoire. Arie van der Hout van Arie Tuinarchitectuur in Amsterdam maakte naar aanleiding van het thema ’Tuinen van de zeven hoofdzonden’ het ontwerp ’Paradis inversé’. Tot 2 november zijn de 26 festivaltuinen te bezichtigen. Waarom besloot u mee te doen? „Als eerste omdat het me uit bedrijfsmatig oogpunt verstandig leek. Ik wil groeien met mijn bedrijf. Bewust heb ik tot 2013 gewacht met het inleveren van een ontwerp. Ik voelde dat de economie in 2014 weer zou gaan aantrekken en wilde daarom juist dit jaar op de voorgrond treden. Daarnaast mag je bij een festival als dit buiten de kaders ontwerpen. Je bent helemaal vrij. De enige beperking was het thema.”
Waar dacht u als eerste aan bij het horen van het thema ’Tuinen van de zeven hoofdzonden’?
Foto Emiel van den Berg
„Meteen aan hebzucht, lust, duistere beelden en zwartgal-
ligheid. Zwart staat voor de slechte kant van de mens. De gedachte om vanuit al dat negatieve iets positiefs te creëren, was voor mij een uitdaging. Meestal ontwerp je vanuit iets positiefs.”
Wat verbeeldt uw tuin? „Het is een verwijzing naar de op olie gebaseerde economie en het gevolg ervan voor de aarde. We halen de aarde leeg. Daaraan verbonden zit de hebzucht van de mens en de blindheid die we met zijn allen hebben als het gaat om hoe slecht we met de aarde omgaan. Ieder individu weet dat, maar we doen er weinig aan. Symbool voor de olie-industrie staan auto’s en specifiek autobanden. Die werden daarom mijn uitgangspunt. Ik heb een zwart landschap van autobanden gecreëerd met op de bodem grove stukken van de buitenlaag van autobanden en rubbergranulaat, een halffabrikaat dat dient als grondstof voor onder andere rubbertegels. De vlonderlatten zijn gemaakt van een mix
van houtvezels en gerecycled rubber en de verticale schotten zijn bespannen met rekbaar EPDM-folie dat gebruikt wordt als vijverfolie. Zo is een dood landschap ontstaan, een zwarte woestijn. En omdat de natuur uiteindelijk altijd zal overwinnen, lopen er door het zwarte landschap groene scheurlijnen omkaderd door in de grond gestoken leisteen. De beplanting in die lijnen bestaat uit zachtbladige en witbloemige planten. Die staan voor hoop, voor nieuwe natuur. De lijnen staan ook symbool voor ons mensen. Als we weer meer met de omgeving in balans komen, is dit ons nieuwe paradijs.”
U staat nu prominent in de belangstelling. Geen angst voor kritiek van vakgenoten? „Nee. Kritiek is altijd goed om naar te luisteren, maar als ontwerper wil ik me geen enkele restrictie opleggen. Dat is de enige manier om jezelf te kunnen ontwikkelen. Als ik me conformeer aan de mening van vakgenoten haal ik mijn
Foto Emiel van den Berg
Weer Nederlandse deelnemer in Chaumont
Tuin- en landschapsarchitect Arie van der Hout
visie onderuit. Het festival in Chaumont vraagt juist om experimentele ontwerpen die reacties oproepen.”
Smaakt de deelname naar meer? „Ik heb inmiddels contacten gelegd met de directie van de Chelsea Flower Show en met een hoveniersbedrijf dat er werkzaam is. Komende editie ga ik er zeker ook kijken. Daarnaast is het mijn ambitie een keer mee te doen aan het International Garden Festival in Montreal. De wereld zie ik als mijn werkveld. De Engelsen zeggen het mooi met ’to aim high’.” Het ’Paradis inversé’ van Arie van der Hout: in een zwart dood landschap overwint uiteindelijk de natuur.
TuinenLandschap | 10 | 2014
NieuwsPag_6-7.indd 7
7 05-05-14 12:40
Uitgesproken
„Overheden willen burgerinitiatieven graag faciliteren, maar bevinden zich nog volop in een zoekproces naar de nieuwe relatie tussen overheid en burgers in het publieke domein. Geregeld stellen zij daarbij de vraag hoe democratisch burgerinitiatieven zijn en of deze participatieve vorm van democratie in ons representatieve democratische systeem past. Onderzoek van Wageningen UR Alterra laat zien dat burgerinitiatieven en overheidsbeleid ieder op een eigen manier invulling geven aan de democratische waarden ’vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Zo zijn recht op eigen initiatief en ruimte voor direct zeggen-
’Samenspel overheden en burgerinitiatieven nodig om natuurwaarden te realiseren’
schap bij burgerinitiatieven een belangrijke invulling van vrijheid. Overheidsbeleid biedt voor dergelijke vrijheid weinig ruimte. Bij burgerinitiatieven zijn eigenheid en de kracht van het verschil belangrijke drivers. Het gelijkheidsdenken van de overheid is er juist op gericht om willekeur en ongelijkheid te voorkomen door middel van uniformiteit en gelijke behandeling, waardoor mooie kansen vanuit burgerinitiatieven niet altijd de kans krijgen. Door deze verschillende invulling van democratische waarden kunnen overheidsbeleid en burgerinitiatieven elkaar in de praktijk goed aanvullen en elkaars tekortkomingen deels wegnemen. In het natuurdomein betekent dat bijvoorbeeld dat overheden ruimte geven aan ’pop-up’ natuur die burgerinitiatieven spontaan realiseren vanuit lokale
gebiedsidentiteit. Als zij dit nodig vinden kunnen overheden zelf natuur realiseren op plekken waar de samenleving dat niet organiseert. Een ander voorbeeld is dat overheden ruimte bieden aan kleinschalige natuur die burgerinitiatieven willen realiseren. Overheden kunnen deze natuur betrekken bij de realisatie van grootschalige samenhangende natuur vanuit biodiversiteitsdoelen. Burgerinitiatieven kunnen de representatieve democratie goed aanvullen, ook op het gebied van natuur en landschap. Zo kunnen overheden ruimte geven aan natuurdoelen van burgerinitiatieven en tegelijk hun eigen beleidsdoelen realiseren. Dit samenspel tussen overheden en burgerinitiatieven is nodig om allerlei soorten natuurwaarden en natuurdoelen te realiseren die de samenleving belangrijk vindt.”
Foto Alterra Wageningen UR
’Meervoudige democratie: meer ruimte voor burgerinitiatieven in natuur’
Drs. Irini Salverda Onderzoeker Alterra Wageningen UR
www.tuinenlandschap.nl
vhg
Deze kolom valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
Boodschappenlijst Over een paar weken zijn de verkiezingen voor het Europese Parlement. Dit is de kans om te laten zien hoe jij over Europa denkt. In de verkiezingsretoriek over meer of minder Europa staan we er eigenlijk niet zo bij stil welke impact Brussel op ons dagelijks leven heeft. Hebben we er altijd even veel invloed op gehad? Misschien niet, maar dat hangt erg af van hoe proactief je erbij betrokken bent. Als VHG lobbyen we op Europees, nationaal en lokaal niveau. Bijvoorbeeld over de waarde van groen of het effect van de lage btw. Een paar maanden geleden bracht CDA-Europarlementariër Lambert van Nistelrooij een werkbezoek aan onze branche. Hij was geïnteresseerd
8
TuinenLandschap | 10 | 2014
NieuwsPag_8-9.indd 8
in hoe onze branche innoveert en hiervoor gebruik maakt van Europese fondsen. Vorige week kwam Dennis de Jong, lijsttrekker voor de SP voor de komende verkiezingen, op werkbezoek bij onze Vakgroep Interieurbeplanters. Hij wilde weten tegen welke belemmeringen ondernemers oplopen en wat hij hieraan kan doen. Dennis maakt hiervan een boodschappenlijst met punten, die hij in de komende vijf jaar vanuit het Europese Parlement wil realiseren. Deze belangstelling voor onze branche is opmerkelijk en positief. Wij worden gezien in Brussel en tonen mee te willen doen als volwaardige partner. Op die manier halen wij Europa voor ons dichtbij.
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
05-05-14 12:41
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
’Nu starten met bestrijding eikenprocessierups’
Britta Mantel @VanderTolbv Prachtige grote #bomen aangeplant in particuliere #tuin. Daar gaat je hoveniershart sneller van kloppen.
Om grote aantallen eikenprocessierupsen en overlast later dit jaar te voorkomen moet nu al gestart moeten worden met de bestrijding ervan. Dat schrijft de NVWA in een mededeling plantenziekten en plagen.
Danielle Hulsebos @danielle_tuin We zijn klaar! My home is my Castle vanaf nu te zien in Appeltern.
Lintje voor VHG-voorzitter Rien van der Spek Tijdens de jaarlijkse lintjesregen ontving VHG-voorzitter Rien van der Spek vanochtend een onderscheiding. Van der Spek is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Vitale Groene Stad @VitaleGroenStad #MeerjarigGroenprogramma 2014-2017 blijft voor de nieuwe Utrechtse coalitie het uitgangspunt voor de komende tijd.
Geen nationaal moratorium neonicotinoïden
Piet de Jong @pietplant Morgen starten met de basis van de stand op de @FloralienNL Sterk ontwerp! "Buitenzinnig" 100 m2 bodem bedekken.
Een volledig nationaal moratorium op alle neonicotinoïden is juridisch niet uitvoerbaar. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.
Hans Kaljee @bomenconsulent Loot van Anne Frank Boom geplant bij Capitol Hill, Amerika.
Natuur bijna een maand vroeger dan vorig jaar Uit waarnemingen van De Natuurkalender blijkt dat de ontwikkeling van planten nog steeds bijna een maand vroeger is dan normaal. Ook met vorig jaar is het verschil een maand.
’Gifplanten’ ook verantwoording groensector tuinenlandschap.nl Onderzoek toont aan dat veel tuinplanten verboden middelen bevatten. Hoveniers en groenvoorzieners hebben een eigen verantwoordelijkheid in hun keuze voor gifvrij plantmateriaal.
Invloed Van der Kloet op beplanting Keukenhof
Discusieer mee in de tuinenlandschap-groep
94% zei ja tegen de stelling: Foto Ralph Mens
’Terecht dat er een Europees verbod komt op handel in invasieve exoten zoals waternavel’
De invloed van Jacqueline van der Kloet is duidelijk zichtbaar in de beplanting op Keukenhof in Lisse. Steeds vaker wordt gekozen voor tulpen in combinatie met andere planten wat een natuurlijke en eigentijdse aanblik geeft.
Stem mee over de volgende peiling:
’Leuk zo’n promotieplatform 247Green, maar iVerde moet eigen koers blijven varen’
hap
Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s
Filmpjes
Dossiers
Documenten en links naar websites
Praat mee
uin eT
enL
sc and
f
ie r b o s u eer euw n on Ni Ab pd
TuinenLandschap | 10 | 2014
9
Sortiment
Karakteristiek beeld van De Biesbosch met uitgegroeide grienden van Salix alba, schietwilg.
De Biesbosch
Land van wilg en water De Biesbosch is een uniek gebied dat de oernatuur in ons land het dichtst nadert. Het landschap bestaat uit grillige kreken, moerasvegetatie en wilgen. Deze laatste zijn de nalatenschap van griendwerkers die het land eeuwen bewerkten. Het gebied herbergt dan ook een schat aan wilgensoorten- en variĂŤteiten met een hoge natuur- en cultuurhistorische waarde. Tekst en beeld Bert Maes i.s.m. Arnout Zwaenepoel, Eric Cosyns, RenĂŠ van Loon en Theo Muusse
10
TuinenLandschap | 10 | 2014
Wilgen Biesbosch.indd 10
01-05-14 16:41
D
Salix fragilis ’Fragilis’, de kraakwilg in vrucht. Een inheemse wilgensoort, hout onder andere geschikt voor hoepelhout.
Salix x dasyclados ’Angustifolia’ (Duitse dot, kloon Kattekletter), ook wel salieblad of zilverblad genoemd.
Detail van een vrouwelijke laurierwilg, Salix pentandra, met de karakteristieke glimmende bladeren.
Salix x rubens ’Caerulea’, (de ’Cricket bat willow’) met griendwerkershuisje op de achtergrond.
e Biesbosch heeft echt het karakter van een wildernis door de vele waterlopen, kreken en moerasvegetatie, de ruige begroeiing en de vele grote bemoste wortelkluiten van omgevallen bomen. Hier is nog ruimte voor allerlei watervogels, grote roofvogels en de bever. Toch wordt deze wildernisbeleving in de Biesbosch gedomineerd door vele in cultuur gebrachte soorten, hybriden en cultivars van griendwilgen. Dat bleek uit een gedetailleerd onderzoek van Vlaamse en Nederlandse onderzoekers in opdracht van Staatsbosbeheer. Zij inventariseerden in 2012 en 2013 wilgensoorten en variëteiten in het gebied. Wilgen zijn de algemeenste boomen struiksoorten van de Biesbosch en bepalen in grote mate het landschapsbeeld. De onderzoekers noteerden meer dan vijftig wilgentaxa. Wilde autochtone wilgen zijn er verreweg in de minderheid. Van de wilgen blijken 90% allerhande
cultivars te zijn die in het kader van de griendcultuur in de loop van de 18e - 20e eeuw werden aangeplant. Dankzij de Vlaamse wilgenspecialist Arnout Zwaenepoel konden vrijwel alle wilgen van de Biesbosch op naam gebracht worden. Een enkele bleef naamloos. Daar ligt nog een uitdaging want de oude griendwerkers aan wie nog vragen waren te stellen, zijn niet meer in leven.
Talloze toepassingen De griendcultuur in de Biesbosch is een typisch Nederlands voorbeeld van cultuurhistorisch erfgoed met belangrijke natuurwaarden. Van oudsher kennen wilgentakken en -twijgen vanwege hun buigzaamheid vele toepassingen: manden, visfuiken, hoepels, klompen maar ook sportattributen als cricketstokken. Daarbij is de wilg voor bijenteelt en tal van insectensoorten waardevol. Tot in
de jaren ’50 van de vorige eeuw werd er in Nederland onderzoek gedaan naar betere kwaliteit wilgen. Nieuwe cultivars en hybridewilgen werden beproefd in proefgrienden. In de Biesbosch vind je deze hier en daar in verwaarloosde staat terug. Soorten uit Azië en Amerika werden uitgeprobeerd. Na circa 1950 is het nagenoeg gedaan met de grienden in ons land. Alleen voor de deltawerken was er tot 1970 nog enige vraag. De wilgenmanden werden vervangen door kunststof of pitriet uit lagelonenlanden. Het griendwerk, dat vooral handwerk is, was onaantrekkelijk en te duur. Grote delen van de Biesbosch groeiden uit tot opgaand bos.
Van vreemde bodem In 1421 zet een dramatische overstroming, de zogenoemde Elisabethsvloed, de hele Biesbosch met landbouwgebied en enkele dorpen onder water. De eerste
TuinenLandschap | 10 | 2014
Wilgen Biesbosch.indd 11
>
11 01-05-14 16:41
Griend met de zeldzame laurierwilg, Salix pentandra.
Salix alba, de dikste wilg van De Biesbosch met een stamomvang van 7 m, met de wilgenspecialist Arnout Zwaenepoel. De boom werd gespaard bij het ontbossingsprogramma in de Brabantse Biesbosch.
aanplant van wilgen gebeurde pas nadat het land geleidelijk aan door opslibbing weer droog viel. Biezenaanplant en rietaanplant gaan aan de wilgen vooraf. Al in de 15de eeuw werden de eerste wilgen weer aangeplant. Soorten worden op dat moment niet genoemd, maar wél zijn er boomvormige wilgen. Vanaf de 19e eeuw komen allerlei introducties voor. Het ’Belgisch rood’ Salix x rubens ’Basfordiana’ - wordt eind 19e eeuw ingevoerd, het Amerikaantje rond 1920, de Duitse dot - Salix dasyclados ’Angustifolia’ - rond 1930. Vanaf 1936 start griendveredelaar Tuinzing met proeven van nieuwe wilgen, die op diverse plaatsen teruggevonden zijn bij de inventarisatie: Zwarte driebast (vrouwelijke kloon amandelwilg met zeer donkergekleurde twijgen), Meyerijsche katteen en Belgische kat van Hooymans (katwilgklonen uit België), ’Franse Weda’ (Franse katwilgkloon), Oeverkat (Silezische katwilgkloon), Koningskat (Silezische of Duitse katwilgkloon), Salix longifolia (vermoedelijk de vrouwelijke Salix x holosericea), ’Röhmisches Holz’ (vermoedelijk een tweede Duitse dotkloon), Grijze Rijsenburgse kat (= Groene daggelder, = Schmidtstam 368, wellicht een katwilg van Poolse herkomst). In 1938 introduceert Tuinzing Salix x rubens ’Caerulea’ (de ’Cricket bat willow’ van de Engelsen). In 1943 worden berijpte wilg (Salix daphnoides) en Kaspische zandwilg (Salix acutifolia) uitgetest. Vanaf 1953 is de uit Polen afkomstige ’Stam 65 van Schmidt’ sterk gepromoot. Deze werd tijdens het karteerproject geïdentificeerd als een drievoudige bastaard met katwilg (Salix viminalis) bittere wilg (Salix purpurea) en amandelwilg (Salix triandra) als ouders.
Uit eigen land Ondanks de recessie in de griendteelt was er toch enig optimisme en zijn ook na 1962 door het Bosbouwproefstation van Wageningen proefaanplanten verricht. De lokale mensen herinneren zich de kloon Salix alba ’Liempde’, maar weten ook dat er veel meer cultuurvariëteiten waren. Wellicht staat daar de hele cultuurreeks van de in Nederland uitSalix x rubens ’Basfordiana’ f. basfordiana in een oude proefgriend in de Dordtse Biesbosch.
12
TuinenLandschap | 10 | 2014
Wilgen Biesbosch.indd 12
01-05-14 16:42
Zeldzaam geworden griendbeeld met amandelwilg, Salix triandra. Wilgensoort geschikt voor hoepelhout.
geteste schietwilgklonen (Salix alba) van de jaren 1950, 1960, 1970: Belders, Calva Drakenburg, Rockanje, Barlo, Bredevoort, Het Goor, Lichtenvoorde en Lievelde.
Van nature Hoewel er hoofdzakelijk cultuurwilgen in de Biesbosch staan, komen ook wilgen voor die er van nature thuis horen. Vooral de Schietwilg (Salix alba), bij uitstek de karakteristieke wilg van het rivierengebied in ons land, komt er geregeld voor, soms zelfs dominant. Vermoedelijk zijn het nog de nazaten van de wilgen die oorspronkelijk in onze natte rivierbossen groeiden. Andere inheemse wilgen zijn de kraakwilg, Salix fragilis, boswilg, Salix caprea, bittere wilg, Salix purpurea en spontane struikwilgen als grauwe wilg, Salix cinerea subsp. Cinerea, en rossige wilg, Salix cine-
rea subsp. oleifolia. Maar ook hier zijn er vraagtekens. Vermoedelijk is de amandelwilg inheems in de Biesbosch. De katwilg, Salix viminalis, is er al heel lang. Wellicht al vanaf de Romeinse tijd, misschien uit Oost-Europa geĂŻmporteerd.
Nog plek voor de wilg? Wat te doen met al deze nieuwe kennis over de wilgen? Hun betekenis als natuur- en cultuurhistorisch erfgoed is duidelijk. Ofschoon de Biesbosch hoge natuurwaarde heeft, vooral ook door het voorkomen van de vele water- en moerasvogelsoorten, is er geen sprake van oernatuur. Doordat het natuurlijke getijritme eerder is verdwenen, is de waterhuishouding sterk veranderd en daarmee de vegetatie. Rijkswaterstaat ontbost het gebied nu deels uit veiligheidsoverwegingen, waarmee wilgenpopulaties en oude kreekelementen ver-
dwijnen. Voor de vogels zullen de nieuw gegraven plassen zeker in positieve zin gaan werken, maar de vegetatie is lang niet optimaal. Het belang van de verschillende wilgentaxa is door het Staatsbosbeheer al langer onderkend. De organisatie brengt door middel van het Biesboschmuseum en een fraaie wilgentuin (salicetum), de boeiende geschiedenis van de grienden, de griendwerkers en de wilgenvariĂŤteiten tot leven. Ook zal de levende wilgencollectie worden uitgebreid. De Nationale Genebank van autochtone bomen en struiken in Dronten neemt enkele inheemse soorten op. De nieuwe informatie over de wilgen biedt mogelijkheden om betere keuzes te maken in de natuurontwikkeling en het beheer van de Biesbosch, zoals bijvoorbeeld een nog goed bewaard gebleven griend als cultuurhistorisch erfgoed. <
TuinenLandschap | 10 | 2014
Wilgen Biesbosch.indd 13
13 01-05-14 16:42
Sortiment
1
2 3
4
Hans Kramer stelt voor:
Lathyrus vernus Een plant waar je niet te veel naar hoeft om te kijken, dat wil elke klant en dus ook de hovenier. De taaie, maar redelijk onbekende, Lathyrus vernus voldoet daar volledig aan. Deze vaste vorm van de pronkerwt floreert jaar na jaar. Hij kent geen ziektes, is droogtebestendig en woekert niet. Daarbij ziet de voorjaarsbloeiende Lathyrus er na de fraaie bloei nog maandenlang aantrekkelijk uit.
14
Tekst Hans Kramer | Beeld Hans Kramer
TuinenLandschap | 10 | 2014
Lathyrus HansKramer_4.indd 14
01-05-14 16:42
Hans Kramer is vasteplantenkweker. Hij bestrijdt eentonigheid in Nederlandse tuinen en plantsoenen door onbekend, maar goed toepasbaar sortiment onder de aandacht te brengen. www.hessenhof.nl
1 Lathyrus vernus ’Roseus’ 2 Lathyrus vernus ’Albiflorus’ 3 Lathyrus vernus ’Alboroseus’ 4 Lathyrus vernus ’Subtle Hints’
D
it jaar was Lathyrus vernus vroeg. Half maart kwamen de eerste stengels al uit de grond. De wat draderige stengels rekken zich en laten dan al snel de bloemknoppen zien. Het fijngeveerde blad bestaat uit lichtgroene, eivormige deelblaadjes die soms met vier paar aan een stengel zitten. Ze zijn wel zo luchtig dat er alle ruimte overblijft voor de bloemen. Deze staan in langgesteelde trossen en zijn in de meest geziene vorm purperrood, waarbij ze later verkleuren naar groenig blauw. De typische ’vlinderbloemige’ is hier goed in te herkennen. De zogenoemde ’vlag’, het bovenste deel van de bloem, is meestal het felst gekleurd en dient om insecten te lokken. Hieronder zitten aan weerszijden de ’vleugels’ en dan aan de onderzijde de ’kiel’, de zitplek voor de insecten. Het zijn lieflijke, herkenbare bloemen die een ieder aanspreken. Mensen verwachten dat een Lathyrus geurt, maar dat doet deze plant niet. Na de bloei, meestal eind mei, neemt het fijne lichtgroene loof de bloei over en groeit uit tot een nette bol die tot diep in de herfst aantrekkelijk blijft.
Variatie Bij veel planten geldt: hoe groter het verspreidingsgebied, hoe groter de variatie, zowel in bloem als blad. Bij Lathyrus vernus gracilis zijn de eironde deelblaadjes vergroeit tot bijna draadvormige slippen, wat de plant een nog fijner uiterlijk geeft. De bloemen in deze vorm zijn net als de oervorm purperrood van kleur. Nog niet zo lang kweken we de uit Engeland afkomstige cultivar ’Madeleine’, met zijn fijne draadvormige blad, duidelijk een vorm van L. vernus gracilis, maar in dit geval met zeer fraaie lichtroze bloemen. Lathyrus vernus ’Flaccidus’ heeft ook fijn blad, maar wordt een hogere plant met een meer overhangende groeiwijze. Bovendien valt de bloei later. In de bloemkleur is eveneens veel variatie. Met een beetje zoeken vinden we kleuren van zuiverwit, roze, paars-rood en zelfs blauw. De witte Lathyrus vernus
’Albiflorus’ is moeilijk te bemachtigen. De plant wordt bijna altijd uit zaad gekweekt en variërt dan sterk. Meestal zit er een roze ondertoon in. Een goede, zuiver witte vorm is een juweel. Bekender zijn de roze varianten. Sinds jaar en dag kweken we de ’Alboroseus’ waarvan de vlag het roze voor zijn rekening neemt en de kiel wit bloeit. Helemaal roze is ’Roseus’ die we tegenwoordig onder het zaadras ’Rosenelfe’ aangeboden zien. Ik zie geen verschil tussen beide planten. Heel bijzonder van kleur is ’Subtle Hints’, een forsgroeiende plant met een subtiele mengeling van zachtlila, grijs en wit. De meestgezochte is echter de zuiverblauwe die onder de naam ’Cyaneus’ of ’Caeruleus’ door het leven gaat. Meestal wordt een zwak aftreksel uit zaad aangeboden, wat meer purper en lila dan blauw is. Zo’n mooie vorm moet beslist vegetatief vermeerderd worden.
Tolerant Alhoewel de planten van nature graag op kalkrijke gronden groeien, merken we op de kwekerij, die gelegen is op zure Veluwse zandgrond, geen eenkennigheid. Ze groeien hier prima, zowel in de volle zon als in de halfschaduw. Natte gronden die slecht draineren worden niet verdragen. Met droogte kan de plant goed omgaan. Wie wel eens een oude plant verplant heeft, weet waarom. De taaie wortels gaan hier gemakkelijk 70 cm diep, maar ze kunnen wel tot 1 m diep de grond indringen. Hierdoor is de plant moeilijk op te graven en te scheuren. De vegetatieve vermeerdering van cultivars is dan een hele klus. Daarom zien we ze ook zo weinig aangeboden. Plant de voorjaarspronkerwt in losse groepjes samen met Polygonatum, Lamium en Asarum onder een niet te dichte heesterbeplanting. Ze zullen zich jarenlang handhaven en zelfs licht uitzaaien. Ook in een halfbeschaduwde tot zonnige border zijn er leuke combinaties te maken. Het fijne blad contrasteert mooi met dat van Pulmonaria en Epimedium. <
Naam en herkomst Bij de naam Lathyrus denkt iedereen gelijk aan de eenjarige klimmende sier-of pronkerwten. Ze behoren tot de familie van de vlinderbloemigen, Leguminosae. Het is enigszins onduidelijk wat de naam, die uit het Grieks stamt, precies betekent. ’La’ zou slaan op erg, zeer en ’thoures’ betekent stimulant. De zaden zouden zinnenprikkelende eigenschappen hebben. Opgemerkt dient te worden dat bijna alle cultivarnamen Latijnse namen zijn. Het zijn dus zeer oude selecties. Een bewijs dat deze planten vroeger al de aandacht trokken. Het geslacht is veel groter dan je denkt, er zijn minstens 150 soorten. Dat er ook vaste en zelfs niet-klimmende Lathyrus zijn is bij het gros van de mensen niet bekend, maar bij de tuinliefhebbers is Lathyrus vernus de onbetwiste topper. Deze Europese plant bestrijkt een enorm gebied en komt alleen in het uiterste noorden en westen van Europa niet voor. In Nederland is hij niet inheems. In Midden-Europa kom je ze daarentegen overal tegen: in lichte bossen, struwelen en houtwallen. Ze groeien dan bijna altijd op kalkrijke grond. Wetenschappelijke naam Lathyrus vernus Nederlandse naam Voorjaarspronkerwt Bloeitijd maart-mei Hoogte 40 cm Grondsoort kalkrijk maar is zeer tolerant Standplaats halfschaduw- volle zon
TuinenLandschap | 10 | 2014
Lathyrus HansKramer_4.indd 15
15 01-05-14 16:42
557293.indd 16
5-5-2014 9:51:50
557294.indd 17
5-5-2014 9:52:21
Bedrijf en Organisatie
Kwaliteit boomcontroles onvol d Boomveiligheidscontroles leveren in de praktijk lang niet altijd de vereiste kwaliteit op. Zo kan een derde van de gemeenten bij schade door bomen niet aantonen dat aan de zorgplicht is voldaan. De oorzaak zit in het niet of niet voldoende toetsen van de kwaliteit van de controles.
Tekst Ralph Mens en Erwin Moerman | Beeld Tuin en Landschap
E
18
rwin Moerman, vierdejaars student Management Buitenruimte aan Hogeschool Van Hall Larenstein, onderzocht in opdracht van Bomenwacht Nederland de kwaliteit van boomveiligheidscontroles. De onderzoeksresultaten laten zien hoe gemeenten de kwaliteit van hun boomveiligheidscontroles ervaren en hoe zij deze waarborgen. Voor het onderzoek is een enquĂŞte verstuurd naar een groot aantal gemeenten, verspreid over heel Nederland. Uiteindelijk hebben 36 gemeenten de enquĂŞte volledig ingevuld. Het onderzoek toont duidelijk aan dat de boomveiligheidscontrole noodzakelijk is. Zo blijkt uit de reacties dat ruim 90% van de gemeenten ooit aansprakelijk is gesteld bij schade door bomen. Bij 30% van deze schadegevallen kon de gemeente niet aantonen dat zij aan de zorgplicht had voldaan. Veel voorkomende oorzaken van schade door bomen zijn het niet opvolgen van beheeradviezen en het ontbreken van correcte registratiegegevens.
Uit het onderzoek kwam naar voren hoe gemeenten de kwaliteit van de boomveiligheidscontrole waarborgen. Dit begint bij het opstellen van kwaliteitseisen. Aan de hand van deze eisen kan de kwaliteit worden getoetst, veelal door het uitvoeren van een datacontrole en door steekproeven in het veld. Een meerderheid van de gemeenten geeft aan positief te zijn over de kwaliteit van hun boomveiligheidscontroles. Uit de reacties blijkt dat zij tevreden zijn met de gegevens over hun bomenbestand, juist omdat er nauwelijks of geen sprake blijkt te zijn van incidenten met bomen. De kwaliteitseisen die gemeenten hanteren ten aanzien van boomveiligheidscontrole zijn redelijk standaard en hebben voornamelijk betrekking op de vaardigheden en opleiding van de uitvoerende boomveiligheidscontroleur. Uit de reacties blijkt dat veel gemeenten vertrouwen op de kennis en kunde van de boomveiligheidscontroleurs en de kwaliteit die zij leveren.
Waarborgen
Datacontrole
De meerderheid van de gemeenten kon, wanneer zij aansprakelijk werden gesteld bij schade door bomen, wel aantonen dat zij aan de zorgplicht hadden voldaan. Het aantonen gebeurt met behulp van de registratie van de boomveiligheidscontrole. Hierbij geldt dat een gedegen registratie en een goede kwaliteit van de boomveiligheidscontrole van belang zijn om daadwerkelijk aan de zorgplicht te kunnen voldoen.
Bij het uitvoeren van een datacontrole worden de gegevens afkomstig van de boomveiligheidscontrole gecheckt op fouten en hiaten. Een datacontrole haalt voornamelijk de registratiefouten naar boven door combinaties van velden te vergelijken en door te controleren of alle noodzakelijke velden zijn ingevuld. Bijna 80% van de respondenten geeft aan zelf een datacontrole uit te voeren. Uit de reacties blijkt dat niet iedereen dit
even consequent doet. Veelal blijkt het te gaan om een snelle controle, door enkele velden te checken op volledigheid. Ruim 20% geeft aan in het geheel geen datacontrole uit te voeren. Een deel hiervan zegt erop te vertrouwen dat de boomveiligheidscontroleur de gegevens goed registreert. Een andere reden voor het niet uitvoeren van de check is de tijd die dit in beslag neemt. Daarnaast geeft een enkeling aan dat er binnen de organisatie geen kennis aanwezig is om de data te kunnen controleren.
Steekproeven Een steekproef in het veld is bedoeld om te checken of de boomveiligheidscontrole goed is uitgevoerd. Deze check wordt uitgevoerd door een onafhankelijke partij die steekproefsgewijs de bomen opnieuw controleert. Hierdoor kunnen verschillen in de beoordeling naar voren komen. Wanneer blijkt dat de oorspronkelijke beoordeling niet klopt, is het aan de boomveiligheidscontroleur om zich te verantwoorden bij de opdrachtgever. Het komt voor dat een gemeente door een verkeerde beoordeling niet aan zijn zorgplicht voldoet. Ook kan het gebeuren dat bomen onnodig voor nader onderzoek worden geselecteerd, wat vervolgens voor gemeenten onnodige extra kosten met zich meebrengt. Ruim 40% van de ondervraagden voert geen steekproeven uit in het veld. Ook hieruit blijkt dat veel gemeenten vertrouwen hebben in de boomveiligheidscontroleurs en daarom geen tijd en geld willen investeren in steekproeven. Opnieuw werd als reden aangegeven dat steekproeven te veel tijd in beslag nemen.
Positief Een meerderheid van de gemeenten geeft aan positief te zijn over de kwaliteit van hun boomveiligheidscontroles, zonder degelijke kwaliteitseisen te stellen. Dit positieve oordeel hangt grotendeels samen met het ontbreken van serieuze incidenten met bomen. De werkelijke kwaliteit van de boomveiligheidscontrole
TuinenLandschap | 10 | 2014
Boomveiligheid.indd 18
01-05-14 16:42
ol doende getoetst is echter in veel gevallen nooit getoetst. De belangrijkste oorzaak hiervan is het ontbreken van steekproeven in het veld die, naast de datacontroles, nodig zijn om de kwaliteit van de inspectie te kunnen toetsen. Gebrek aan kennis en tijd is vaak de reden voor het niet (laten) uitvoeren van deze controles. Door de kwaliteit consequent te controleren, kan het risico van een claim wegens het niet-nakomen van de zorgplicht worden verminderd.
Vragen Een groot deel van de gemeenten geeft aan te vertrouwen op de kwaliteit die hun boomveiligheidscontroleurs leveren.
Hierbij rijst een aantal vragen. Staan de eisen die bij het certificeren van een boomveiligheidscontroleur gesteld worden, wel garant voor kwaliteit? Heeft tijds- en/of prijsdruk al dan niet een negatieve invloed op de kwaliteit die boomveiligheidscontroleurs leveren? Als er geen kwaliteitseisen beschreven worden, is het moeilijk om de kwaliteit te beoordelen. Dit zijn zaken die nader onderzocht zouden moeten worden. < Kijk voor een overzicht van alle gegevens van het onderzoek op:
www.tuinenlandschap.nl
Onderzoek kwaliteit boomveiligheidscontroles Er hebben 36 gemeenten aan het onderzoek meegewerkt, waarvan 11 kleine (minder dan 30.000 inwoners), 17 middelgrote (30.00080.000 inwoners) en 8 grote gemeenten (groter dan 80.000 inwoners). De meeste gemeenten (91,7%) laten controles uitvoeren. Een klein aantal gemeenten (8,3%) voert geen controles uit. Van de gemeenten die boomveiligheidscontroles uitvoeren, laat 45,5% dit doen door eigen personeel, terwijl 54,5% het uitbesteedt. Argumenten om zelf controles uit te voeren: ΩKostenbesparend. ΩMeer lokale (gebieds)kennis. ΩKennis en expertise binnen de organisatie houden. Argumenten om controles uit te besteden: ΩGeen tijd. ΩTe weinig capaciteit. ΩOnvoldoende kennis binnen de organisatie. ΩSlager hoort eigen vlees niet te keuren
Een derde van de onderzochte gemeenten kan bij schade door bomen niet aantonen dat aan de zorgplicht is voldaan. TuinenLandschap | 10 | 2014
Boomveiligheid.indd 19
19 01-05-14 16:42
557295.indd 20
5-5-2014 9:52:29
Zo-zit-dat
Payrollers kun je niet ’zomaar’ ontslaan Hovenier Arie Sloot* overweegt om een aantal van zijn werknemers via een payrollbedrijf in dienst te nemen, zodat hij niet meer de verantwoordelijkheid als werkgever heeft. Hij vraagt zich af of dit verstandig is.
Tekst Tessa Viragh | Beeld Peter Moorman
O
ver payrolling is inmiddels het nodige gezegd en geschreven. Een opmerkelijke uitspraak van de kantonrechter Almelo op 21 maart 2013 is aanleiding om dit onderwerp weer eens voor het voetlicht te brengen. Bij payrolling worden werknemers meestal voor langere tijd ter beschikking gesteld aan een inlener. Anders dan bij een uitzendbureau speelt de allocatiefunctie – het bij elkaar brengen van vraag en aanbod met betrekking tot arbeid – meestal geen rol. De werving en selectie van werknemers geschiedt namelijk vaak door de inlener zelf, niet door de payrollonderneming. In de kwestie die diende in Almelo was het ontslag van negen werknemers door een payrollonderneming aan de orde. De kantonrechter Almelo verklaarde de payrollonderneming in zijn ontbindingsverzoeken niet ontvankelijk, omdat er tussen de onderneming en de werknemers geen arbeidsovereenkomst zou bestaan. Feitelijk heeft de arbeidsrelatie tussen de payrollonderneming en werknemer
enkel en alleen bestaan uit het plaatsen van werknemer op de loonlijst van de payrollonderneming, zijnde een andere rechtspersoon dan de ’echte’ werkgever, de inlener, in dit geval de gemeente Enschede. De inlener wilde van de werknemers af wegens bezuinigingen.
Uitspraak De volgende aspecten speelden een grote rol bij de conclusie van de kantonrechter: ▸ de inlener heeft de werknemers geselecteerd en geworven; ▸ de inlener heeft deze werknemers vervolgens ’aangereikt’ aan de payrollonderneming die daarop met de werknemers een ’arbeidsovereenkomst’ heeft gesloten; ▸ de werknemers zijn door de payrollonderneming exclusief ter beschikking gesteld aan de inlener; ▸ de inlener had het instructierecht; ▸ de werknemers werden beoordeeld door de inlener; ▸ de inlener maakte met de werknemers afspraken over hun vakantiedagen, de te
volgens opleidingen en wisselingen van werkplek; ▸ het payrollbedrijf oefende op geen enkel wijze gezag uit.
Navolging De uitspraak heeft tot veel ophef binnen de payrollsector geleid en heeft inmiddels door andere kantonrechters navolging gekregen. Voor Arie Sloot geldt dat een payrollbedrijf daadwerkelijk een allocatiefunctie moet hebben om te beoordelen of de payrollconstructie houdbaar is. Verder geldt dat naarmate de invulling van het werkgeverschap door Sloot zelf (als inlener) groter is, er minder snel sprake zal zijn van een arbeidsovereenkomst met het payrollbedrijf. Sloot zal dan kunnen worden beschouwd als werkgever, met alle daaraan verbonden verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. De verplichtingen die Sloot nu juist op de payrollonderneming wil afwentelen, komen dan als een boemerang terug. <
Tessa Viragh is juridisch adviseur bij Grant Thornton, E Tessa.viragh@gt.nl
Hoe-zit-dat?
* Deze naam is fictief
Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap | 10 | 2014
Zo-zit-dat.indd 21
21 01-05-14 16:42
557296.indd 22
5-5-2014 9:57:59
Ontwerp en Inrichting
Floraliën voor het eerst in Nederland De Floraliën komen naar Nederland. Van 9 tot en met 18 mei staan de Brabanthallen in het teken van dit tiendaagse tuinbouwevenement dat eerder al in Frankrijk, Italië, Spanje en België plaatsvond. Landschapsarchitect Niek Roozen heeft de hallen tijdelijk omgetoverd tot een binnenpark met onder meer verticaal groen, een verboden tuin met wiet- en papaverplanten en een grote stadsvijver met bijzondere waterplanten.
Tekst Miranda Vrolijk Beeld Alpha Communications
D
e Floraliën bestaan al ruim tweehonderd jaar en vinden eens in de vijf jaar plaats. De Nederlandse editie wordt georganiseerd door Libéma en de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde in Gent (KMLP). Hoofdarrangeur is Niek Roozen, die eerder in 2002 ook al het ontwerp voor de Floriade maakte en in 2010 het centrale park in Shanghai voor de Wereldtentoontstelling. Hij heeft het evenement ingericht als immens binnenpark waar kwekers en veredelaars hun planten en concepten tonen in de vorm van arrangementen, beplante percelen en tuinen. Naast inspiratie is er steeds een vertaling naar de praktische toepassing.
Vijf werelden De Floraliën zijn 40.000 m2 groot en bestaan uit vijf verschillende werelden: ▸ Internationale bloemenpracht: met onder meer een unieke collectie rhododendrons en azalea’s uit België. ▸ The Green City: deze wereld toont innovatieve groenoplossingen voor de ’betonnen’ stad, zoals ecodaken en verticale tuinen. ▸ Fleurig interieur: hier zijn bloemen en kunst te bezichtigen met onder meer de expo ’tafelen in het groen’ en het NK bloemschikken. ▸ Tuinen: in deze wereld zijn verschillende tuinen aangelegd waaronder een ’Verboden tuin’ met wiet- en papaverplanten, een vlindertuin en een legotuin. ▸ Indoor stadspark: een park met onder meer een enorme vijver met bijzondere waterplanten en hoge bomen. Alle segmenten van de tuinbouwsector zijn vertegenwoordigd zoals waterplanten, patioplanten, één- en tweejarige zomerbloeiers, boomkwekerijproducten,
bolgewassen en groenten en fruit. In totaal worden er 125.000 - 150.000 bezoekers verwacht.
Vakavonden ’s Avonds zijn de Floraliën exclusief geopend voor VIP-gasten tijdens de vakavonden. Zo wordt op dinsdag 13 mei een avond voor tuincentra en hoveniers georganiseerd in samenwerking met Tuinbranche Nederland en branchevereniging VHG. Die laatste maakt dan onder meer de winnaar van de Tuin van het Jaar 2014 bekend. Donderdag 15 mei is er een speciale vakavond voor gemeenten en overheden. Stadswerk verzorgt twee le-
zingen: Pauline de Koning van Buro GRAS en omgeving vertelt meer over ’Wat kan groen voor je doen?’ Haar lezing gaat over het verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving. Stedelijk architect Miek Witsenburg van Buro Witsenburg gaat in op het fenomeen postzegelparken.
Praktische informatie De Floraliën Nederland worden gehouden van 9 tot en met 18 mei en zijn dagelijks geopend van 10.00 tot 18.00 uur; ’s avonds exclusief voor bedrijven. Tickets kosten €17,50 p.p. (kinderen tot en met 12 jaar gratis) en online in de voorverkoop €12,50. <
TuinenLandschap | 10 | 2014
Floralien.indd 23
23 05-05-14 12:46
557297.indd 24
5-5-2014 10:09:50
557297.indd 25
5-5-2014 10:09:53
Ontwerp en Inrichting
GZH heeft er bewust voor gekozen om van het informatiebord geen verbodsbord te maken. „De speelpolder is het terrein van de kinderen, ze mogen hier in principe alles.” Wel geeft het bord ideeën wat je allemaal kunt doen in de polder zoals het bestuderen van insecten of het waterpeil ontdekken. Ook staan er aantal gedragsregels op onder het kopje ’Hoe houden we het leuk?’.
26
Het bos met essen bestond al. Er zijn een paar open plekken gecreërd en een aantal heuvels is opgeworpen om het extra spannend te maken. Daarnaast is er een brug aangelegd met een wilgenboog om het bos toegankelijk te maken.
TuinenLandschap | 10 | 2014
Speelpolders.indd 26
01-05-14 16:43
Monique Banus projectmanager bij Groenservice Zuid-Holland www.speelpolders.nl
Ravotten in de speelpolder In zuidelijk Zuid-Holland kunnen kinderen lekker in de polders ravotten. Groenservice Zuid-Holland heeft daar vier stuks als natuurspeelplaats ingericht. De terreinbeheerder hoopt dat kinderen door de speelpolders gestimuleerd worden op eigen houtje dit oer-Hollandse landschap verder te gaan ontdekken. „Net zoals wij dat vroeger ook zelf deden.”
Tekst en Beeld Miranda Vrolijk
Z
odra Skye (6) en Kyte (3) samen met hun moeder in natuurspeelplaats Polderrijk aankomen, rennen ze naar het avonturenbos. Over de sloot onder de wilgenboog door gaan ze op zoek naar hun hut, die ze dagen eerder hebben gebouwd. Het verleidelijke slingertouw of de loopbrug, de ’echte’ speeltoestellen, laten ze links liggen. Het bos is blijkbaar veel spannender. Sinds 2012 ligt tussen Krimpen aan de Lek en Krimpen aan den IJssel de speelpolder Polderrijk. Het is een van de vier natuurspeelplekken die door Groenservice Zuid-Holland (G.Z-H) is aangelegd. Monique Banus, projectmanager bij G.Z-H, legt uit dat haar organisatie zo’n 13.000 ha groen in Zuid-Holland in beheer heeft, die grond is veelal eigendom van recreatieschappen, bijvoorbeeld het Natuur- en Recreatieschap
Krimpenerwaard waaronder Polderrijk valt. G.Z-H zocht naar een manier om kinderen meer te laten bewegen en meer in aanraking te laten komen met de natuur. De vele polders die de organisatie beheert zijn daarvoor volgens Banus uitermate geschikt. Maar om kinderen te verleiden daadwerkelijk die polders in te gaan is tegenwoordig meer nodig dan ze alleen toegankelijk te maken. „Het lijkt heel logisch dat kinderen op eigen houtje gaan struinen in de polders, net zoals wij dat vroeger deden. Maar dat is tegenwoordig niet meer zo, je hebt meer nodig om kinderen van hun computerscherm los te scheuren.’’ G.Z-H besloot om delen van polders in te richten als natuurspeelplaats. De locaties voor de speelpolders liggen allemaal aan de rand van het stedelijk gebied waar steevast veel kinderen wonen. Polderrijk
tussen Krimpen aan de Lek en Krimpen aan den IJssel op tien minuten fietsen van de beide dorpen. Hoewel met name de wat oudere kinderen deze afstand best in hun eentje kunnen afleggen, wordt deze afstand door sommige ouders als ver ervaren. „Je moet er moeite voor doen om hier te komen, maar wie hier komt, komt ook echt voor de speelpolder.’’ En dat ziet Banus als een voordeel. „Ook houdt het de speeldruk relatief laag waardoor het groen een kans krijgt. En je hebt hier de ruimte, zover het oog reikt, zie je andere polders. De speelpolder is niet zoals speelplekken in het stedelijk gebied strikt afgebakend. Kinderen kunnen hier meer ontdekken dan alleen de speelpolder, die houdt in principe niet op bij de grens.’’ Daarnaast heeft de verre ligging nog een voordeel zoals Willeke Peterse, moe- >
TuinenLandschap | 10 | 2014
Speelpolders.indd 27
27 01-05-14 16:43
der van Skye en Kyte, opmerkt: „Hangjongeren vinden het ook te ver’’. Centraal thema in de speelpolder is de natte natuur. Het uiteindelijke ontwerp is een samenwerking tussen de ontwerpers van G.Z-H, een extern bureau (Bureau Sybolt Meindertsma uit Amsterdam) en de gebruikers zelf: kinderen uit Krimpen aan de Lek mochten ook hun zegje doen. Grofweg bestaat Polderrijk uit twee delen: het natte polderdeel en het avonturenbos. In het polderdeel is naast de bestaande diepe sloot een extra ondiepe sloot gegraven. Over beide zijn diverse speelaanleidingen geplaatst – lange horizontale boomstammen of een reeks verticaal geplaatste stammen – waarmee kinderen het water kunnen oversteken. Diverse lagergelegen plekken langs het water zijn ingeplant met riet waarin kinderen zelf hun avonturenpaden kunnen maken. Daarnaast zijn aan de kopse kanten van de sloten bloemenmengsels ingezaaid die ook gebruikt mogen worden. Ook vind je er een grote zitplek van in de lengte doorgezaagde stammen, een wilgentunnel en een insectenhotel.
In het polderdeel staan maar twee ’echte’ speeltoestellen: een slingertouw en een loopbrug. Deze toestellen kunnen eigenlijk maar op één manier gebruikt worden, ze prikkelen niet de fantasie van kinderen om een eigen spel te verzinnen. Desondanks hebben ze wel een enorme aantrekkingskracht op ze. „Die toestellen hebben we bewust neergezet om kinderen te verleiden hier te komen spelen’’, legt Banus uit. „Wat je ziet gebeuren is dat kinderen eerst naar het slingertouw rennen, een paar keer heen en weer slingeren, en als ze dat zat zijn de rest van de speelpolder gaan ontdekken, die eigenlijk veel interessanter is omdat je met de natuur veel meer kan doen.’’
Overal takkenbruggen Het tweede deel van de speelpolder, het avonturenbos, bestond al. Het essenbos is echter wel toegankelijk gemaakt door een brug en er zijn wat open plekken gemaakt. Zowel in dit bos als in het polderdeel mogen kinderen hun gang gaan. „Dit is hun terrein, in principe mag alles,
ook mogen de kinderen alles gebruiken”, benadrukt Banus. Dat dit niet tegen dovemansoren is gezegd is goed te zien aan de brede diepe sloot die zowel het bos als het polderdeel ’begrenst’. In de sloot liggen op diverse plekken takkenbruggen waarmee kinderen geprobeerd hebben om naar het weiland aan de overkant te komen waar een boer een aantal koeien laat grazen. „Dat vinden we prima’’, zegt Banus. Sterker nog, G.Z-H stimuleert dit actief. Zo heeft de organisatie al eens een middag georganiseerd waarbij kinderen een demonstratie kregen hoe je met een polsstok over sloten springt. Onlangs zijn er in de speelpolder bessenstruiken aangeplant, ook vind je er bramen, Japanse wijnbessen, noten en appels. „Zodat kinderen op den duur ook kunnen eten uit de speelpolder.’’ Daarnaast is met de laatste NL Doet actie een insectenhotel gebouwd, ook hebben vrijwilligers in het bos een knuppelpad aangelegd. „We verzinnen elke keer weet wat nieuws, de speelpolder is nooit af’’, zegt Banus. „Eigenlijk is het net een tuin: hoe ouder, hoe mooier die wordt.’’ <
Speelpolder Polderrijk Eigenaar Natuur- en recreatieschap Krimpenerwaard Locatie Tussen Krimpen aan de Lek en Krimpen aan den IJssel Grootte circa 2 ha Ontwerp Groenservice Zuid-Holland en Bureau Sybolt Meindertsma in Amsterdam Aanleg Multituin en landschap in Driebruggen Beheer Groenservice Zuid-Holland Website www.speelpolders.nl, via deze website en op de facebookpagina van de speelpolders geeft GZH geregeld nieuwe tips hoe je de polders kunt gebruiken. Zo heeft de organisatie een lijst samengesteld met de ’50 dingen die je gedaan moet hebben voor je 12e’. Met je schepnet bekijken wat er allemaal in de sloot zwemt bijvoorbeeld, jaarringen tellen of jezelf verstoppen onder bladeren.
Kijk voor meer foto’s op:
www.tuinenlandschap.nl
28
TuinenLandschap | 10 | 2014
Speelpolders.indd 28
01-05-14 16:43
De speelpolder ligt op een kruising van fiets- en voetpaden, zodat hij goed bereikbaar is en in het zicht ligt. Om de polder zelf toegankelijk te maken is over de sloot een brede dam gelegd.
In het avonturenbos is onlangs samen met vrijwilligers een knuppelpad aangelegd. Dat de boomstammetjes voor een groot deel alweer door de kinderen als speelmateriaal is gebruikt, is niet erg volgens Monique Banus. „Ze mogen hier hun gang gaan en alles gebruiken.”
In het ondiepe slootje zijn diverse speelaanleidingen geplaatst, zodat de kinderen op verschillende manieren naar de overkant kunnen komen. De driejarige Kyte gaat op zijn knieën naar de overkant. Het slingertouw op de achtergrond is een van de twee echte speeltoestellen, die zijn dan ook door hoveniersbedrijf Multituin en landschap gekeurd geleverd en krijgen jaarlijks een herkeuring.
Tijdens NL Doet op 21 maart hebben vrijwilligers het insectenhotel gebouwd. Drie scholen uit Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk hebben elk een etage van het hotel gevuld. Voortdurend organiseert GZH nieuwe activiteiten in de speelpolder samen met bijvoorbeeld scholen, scoutingclubs en BSO’s. Zo vonden er onlangs op 25 april ook Koningspelen plaats. „ We willen kinderen telkens weer met de speelpolder in aanraking laten komen”, aldus Banus.
Vier banken van doorgezaagde boomstammen vormen een grote zitplek. Sommige scholen gebruiken de plek om lessen te geven. Ook is de plek volgens Banus geschikt voor een ’kampvuur’. Daarvoor dient echter wel zelf een vuurkorf te worden meegenomen, want open vuur is in de polder verboden. Het gras in de polder wordt beheerd als ruigtegras, twee keer per jaar maaien is in principe voldoende.
TuinenLandschap | 10 | 2014
Speelpolders.indd 29
29 01-05-14 16:43
Ontwerp en Inrichting
Buitenhaard als blikvanger De opdrachtgevers wilden een compleet nieuw tuinontwerp in een eigentijdse stijl, passend bij hun vrijstaande woning in Amersfoort. Verschillende terrassen, een buitenhaard en een vijver stonden hoog op de wensenlijst. Karin van den Hoven ontwierp een tuin met schuine lijnen en een hoofdrol voor de open haard.
Tekst en Beeld Modeste Herwig
30
TuinenLandschap | 10 |2014
TuinVanKarinHoven.indd 30
01-05-14 16:43
Foto links en boven: Vanuit de woning is een zichtlijn gemaakt naar de tuinhaard, versterkt door een pad van drie stapstenen door de vijver. Tussen de muren zijn rvs-kabels gespannen, die steun geven aan een druif, de ranken breken de strakke lijnen. Rechts de Ficus carica in kuip. Deze vijg is vorige winter bevroren, maar is weer flink uitgelopen vanuit de wortels.
D
e verwaarloosde tuin bestond voornamelijk uit grote grindterrassen, met in de plantvakken bodembedekkers en heesters. Een vijver en een buitenhaard stonden hoog op de verlanglijst van de bewoners. De beplanting moest onderhoudsvriendelijk zijn, maar wel goed de seizoenen aangeven. Tuinontwerper Karin van den Hoven maakte een nieuw ontwerp met royale terrassen, een L-vormige waterpartij en een loungeterras. Naast de woning tekende ze een bomenlaantje, een strook met hortensia’s, vasteplantenborders en een extra grindterras om de droogmolen te plaatsen. In 2010 werd de tuin aangelegd.
Schuine lijnen
Karin van den Hoven www.karinvandenhoven.nl
De woning staat schuin op het perceel. Om toch voor rechte lijnen te zorgen, zijn de paden, terrassen en de vijver parallel aan de gevels geplaatst. De hoeken die overblijven zijn gevuld met beplanting, zo vallen de schuine lijnen van het perceel nauwelijks op. Omdat de eigenaren veel zitruimte wilden, heeft Van den Hoven gekozen voor veel bestrating. Bij de woning is een terras gemaakt voor een grote eettafel. Daarnaast een zitplek voor de ochtendzon, een plek voor de avondzon en een schaduwterras. De blikvanger is het loungeterras voor de hoge tuinmuur met ingebouwde tuinhaard, met daarvoor een smalle vijver. Om eenheid te creëren zijn slechts twee materialen gebruikt: oud-Hollandse 100 x 50 cm tegels van Schellevis en Ardenner split. De L-vormige vijver is waterdicht gemaakt met op maat gemaakte vijverfolie van Ecolan. De randen zijn afgewerkt met vierkante houten latten. Aan de rechterkant is een eenvoudige fontein geplaatst die bestaat uit een betontegel waar een gat in is geboord. Lichtgetinte muurtjes, aan de bovenzijde af-
gewerkt met hardsteen, versterken de lijnen van het ontwerp en zorgen voor contrast met de losse beplanting. Opvallend zijn de twee muurtjes die boven het water nog een stukje doorlopen. Ze zijn 60 cm hoog waardoor ze voor veel extra zitruimte zorgen. Dit was gewenst omdat er vaak veel mensen worden ontvangen in de tuin. In de muurtjes is verlichting aangebracht, onder de bomen zijn grondspots geplaatst.
Onderhoudsvriendelijke beplanting In de plantvakken staan sterke vaste planten en heesters, die van het voorjaar tot in het najaar voor kleur zorgen. Van den Hoven heeft ook regelmatig wintergroene planten gebruikt. Bij de vijver is een smalle strook met Echinacea purpurea, Deschampsia cespitosa, Euphorbia palustris en Lythrum salicaria. In de smalle strook voor de haag witbonte Hosta, Miscanthus sinensis ’Morning Light’ en Hydrangea macrophylla. Voor het bomenlaantje in de zijtuin is Amelanchier lamarckii gekozen. In de gemetselde plantenbakken tegen de woning groeit Helleborus angustifolius. Met planten in potten zijn opvallende accenten gemaakt. Op de hoek van het terras staan bollen van Buxus, bij het loungeterras staan vier bakken met eenjarigen en in de grote kuip bij de vijver groeit een Ficus carica. Een lang vak met Ardenner split wordt versierd met vier grote bakken met olijfboompjes op stam, ernaast een strook met Carex morrowii ’Variegata’. De voortuin is rustig gehouden, met ook hier lage muurtjes als accent voor de lijnen. De plantvakken zijn gevuld met Hydrangea arborescens ’Annabelle’, Pennisetum alopecuroides ’Hameln’, Carex morrowii ’Variegata’ en Fargesia murieliae. Een tot grote bonsai gesnoeide esdoorn is hier de blikvanger. < >
TuinenLandschap | 10 |2014
TuinVanKarinHoven.indd 31
31 01-05-14 16:43
Het bomenlaantje in de zijtuin bestaat uit vier exemplaren van Amelanchier lamarckii. De lange lijn naast de woning wordt hierdoor versterkt. ’s Avonds geven de grondspots een bijzonder effect. De borders zijn gevuld met sterke vaste planten en heesters. Achter de bomen een vak vol Hydrangea paniculata ’Limelight’ met een onderbeplanting van Vinca minor.
De losse beplanting in smalle stroken langs het water geeft een natuurlijke uitstraling aan de vijver. Lythrum salicaria is een oeverplant die ook prima in wat drogere tuingrond groeit. Op de achtergrond het terras met de eettafel bij de woning.
32
In de voortuin staat links de als grote bonsai gesnoeide esdoorn (Acer palmatum). Ook hier zijn de lijnen van het ontwerp parallel gehouden aan de gevel, ze lopen schuin naar de stoep toe. De beplanting is onderhoudsvriendelijk. Zo groeit voor het muurtje Carex morrowii ’Variegata’ en erachter Hydrangea arborescens ’Annabelle’. De strook siergras voorkomt opspatten van zand tegen de muur.
Een bijzonder detail bij de vijver: de muurtjes zweven boven het water. Aan het eind ervan is een lamp gemonteerd, dit zorgt ’s avonds voor een bijzonder lichtspel op het water.
De smalle L-vormige vijver omsluit het terras, tussen de lage muurtjes en water is ruimte voor beplanting. Hier groeien Echinacea purpurea, Deschampsia cespitosa, Euphorbia palustris en Lythrum salicaria door elkaar. Voor het oog is het een echte oeverbeplanting, het gaat echter om een smalle strook met normale tuingrond.
TuinenLandschap | 10 |2014
TuinVanKarinHoven.indd 32
01-05-14 16:43
Uitgelicht
Tuinhaard Bij het terras is een hoge tuinmuur geplaatst met een tuinhaard. Het ontwerp is van Karin van den Hoven, Hoveniersbedrijf Bosman Tuinen uit Hoogland heeft hem gebouwd. De tuinhaard van vuurvaste steen is tijdens het metselen op zithoogte in de muur geplaatst, achterlangs volgt de muur de vorm van de haard. De muur van betonblokken (Solid Blox) is 2 m hoog en heeft een u-vorm. De blokken zijn verlijmd en vervolgens afgestreken met een stuclaag op cementbasis. Aan de bovenzijde is de muur afgewerkt met hardsteen. In de muur is direct voor de haard een op maat gemaakte 3 m brede, 50 cm diepe en 6 cm dikke hardstenen tafel bevestigd, met daaronder ruimte voor het droog opbergen van haardhout. De bak waarin as wordt
opgevangen ligt onder het niveau van de hardstenen tafel, hier is een rooster geplaatst. De ruimte tussen de muur en de haard is tot aan de bovenkant gevuld met brandwerend isolatiemateriaal. De warmte stuwt hierdoor zo veel mogelijk naar voren de haard in, er verdwijnt zo weinig mogelijk warmte in de muur. De kachelpijp is voorzien van een loodslab, om inregenen te voorkomen. Bovenop de muur rond de haard heeft Bosman Tuinen een schuin geplaatste vuurvaste plaat op de betonblokken geplaatst, de naden zijn dichtgekit. De kachelpijp steekt 1 m boven de muur uit en is aan de bovenzijde afgewerkt met een ronde plaat om inregenen te voorkomen. De tuinhaard zelf is gekocht bij Hooijer in Amersfoort.
> N TuinenLandschap | 10 |2014
TuinVanKarinHoven.indd 33
33 01-05-14 16:44
Aanleg en Onderhoud
Duurzaamheid, het blijft een lastig begrip. Wat betekent het als het gaat om aanplant van bomen in de stad? Helmond heeft hiervoor een Standaard voor straatbomen opgesteld, als verfijning van haar Bomenvisie uit 2004. De gemeente plant nu alleen nog bomen in open grond.
Tekst Ton Stolk Beeld Erwin van de Waarsenburg,
Gemeente Helmond
Helmond plant nog alleen bomen in open grond plek niet geschikt is. Te vaak zijn wij in die valkuil getrapt.” Landschapsarchitect Wolfgang Holz voegt daaraan toe: „Er is een eeuwige strijd met vooral projectontwikkelaars. Die vinden dat in elke woonstraat bomen in de openbare ruimte moeten staan, ook als er in feite onvoldoende ruimte is. Die bomen fungeren er dan vooral als groene saus.”
Zicht op kwaliteit
G
een bomen meer in de verharding. Met dit statement draagt de groenafdeling van de gemeente Helmond haar ’Standaard, duurzame aanplant bomen’ uit, als aanscherping van de Bomenvisie van 2004. Het belangrijkste uitgangspunt is dat bomen, ook in de stad, gezond en tegen beheersbare kosten hun eindbeeld bereiken. Daarvoor is het nodig dat de natuurlijke groeiomstandigheden voor bomen zo dicht mogelijk worden benaderd. Deze standaard voor het aanplanten van bomen in Helmond kwam er niet van de ene op de andere dag. De afgelopen tien jaar is over dit onderwerp intern veel gediscussieerd, laat boomspecialist en ETT’er John van den Berg weten over het traject naar de standaard. „We stellen ons te snel onvoldoende hard op. Het blijft moeilijk om anderen te zeggen dat je een boom niet gaat planten omdat de
34
Tussen de Standaard van nu en de Bomenvisie ligt een kleine tien jaar. Ondanks de titel ’Kwaliteit voor kwantiteit’ die de Bomenvisie meekreeg, zijn sindsdien in Helmond veel bomen met onvoldoende zicht op kwaliteit geplant. De kernboodschap ’Plant een boom goed, of plant hem niet’, was in die jaren onvoldoende de maatstaf. Het stuk bleek valse hoop te bieden. Nu, tien jaar later stelt men dat de Bomenvisie te abstract was. Van den Berg: „Tradities in het werk zijn lastig te veranderen.'' Bomen in verharding leveren veel beheerproblemen op. Of de bomen kwijnen er weg, of ze doen het er juist te goed: worden te groot en geven overlast door wortelopdruk. Die bomen leggen een groot beslag op het gemeentelijk beheerbudget. Bovendien beantwoorden beide categorieën bomen niet aan de verwachting. Het beoogde eindbeeld blijft een illusie. Alle hoop is nu gevestigd op de nieuwe aanplantstandaard. Sinds de nota vorig jaar door het college van burgemeester
en wethouders is vastgesteld, hebben alle vakrichtingen die in de buitenruimte werken zich aan de Standaard te houden. Daarom is er veel tijd in gestoken om iedereen, die in zijn werk te maken heeft met aanplant van bomen, te informeren en te overtuigen van het algemeen belang van de nieuwe werkwijze. Intussen zijn verschillende projecten volgens de Standaard gerealiseerd, met het Stationsplein als meest opvallende herinrichting. De nota is op de eerste plaats een praktische handleiding waaraan aanplant van bomen, van ontwerp tot realisatie, moet voldoen. Een vijfkoppige werkgroep stelde zich tot doel dat bomen in Helmond een duurzame groeiplaats krijgen. Groeiomstandigheden en groeiruimte zijn er afgestemd op de beoogde levensduur van de bomen. Behalve Holz en Van den Berg bestond de werkgroep ook uit beleidsmedewerker Joke Polak, projectleider Jack Vogels en boomtechnisch adviseur Henk Coopmans. Allereerst wordt die levensduur vastgesteld. Zo zijn er: ’parkbomen’ met een levensduur van minimaal 100 jaar, bomen langs hoofdstructuren met een minimale levensduur van 60 jaar en bomen in nevenstructuren (woonstraten) met een omlooptijd van minimaal 30 jaar. Onder parkbomen worden alle bomen gerekend die zich buiten de invloedsfeer van verharding ontwikkelen. Dat betekent dat er tot 1 m buiten de kroonprojectie (bij eindbeeld) geen verharding ligt. Om die levensduur voor de drie boomsituaties te bereiken is in Helmond meer
TuinenLandschap | 10 | 2014
Bomen Helmond.indd 34
01-05-14 16:44
te maken met de beoogde levensloop (respectievelijk 60 en 30 jaar). Bomen van de 3e grootte krijgen in woonstraten bij hangwater een plantplaats van 10 m3 en bij een grondwaterprofiel 6 m3. Algemene uitgangspunten in Helmond zijn dat bomen niet dieper wortelen dan 1 m en dat ze op grondwaterprofielen tussen de doorwortelbare ruimte en de gemiddeld hoogste grondwaterstand 15 cm grond nodig hebben als drainagelaag (volcapillaire zone). Die 15 cm mag niet worden meegerekend als groeiruimte.
Oordeel van boomspecialisten
Deze oudere Quercus palustris aan de Molenstraat had een plantvak van 1 x 1 m met aan alle kanten bestrating. Links naast de boom is een parkeervak verwijderd. Na gronduitwisseling heeft deze boom nu een plantvak van 25 m2 als doorwortelbare ruimte. nodig dan alleen een ruim plantgat graven. Per boomgrootte zijn minimale eisen gesteld aan de doorwortelbare ruimte die bovendien onverhard blijft. Doel is dat iedere nieuw aangeplante boom groeiomstandigheden krijgt die zo natuurlijk mogelijk zijn.
Keuze van boomgrootte Voor de aanleg van plantplaatsen wordt onderscheid gemaakt in bomen van de 1e, 2e en 3e grootte en vormbomen. Bomen van de 1e grootte – die hoger worden dan 15 m – komen bij voorkeur niet in woonstraten. Daar staat tegenover dat
langs hoofdstructuren in principe geen bomen van de 3e grootte – uiteindelijke hoogte 5 tot 10 m – worden neergezet. Voor de groei is de vochtvoorziening een belangrijk punt. Onderscheid is er in Helmond tussen grondwaterprofielen en hangwaterprofielen. De Standaard schrijft voor dat bomen van de 1e grootte op een hangwaterprofiel langs hoofdstructuren 32 m3 doorwortelbare ruimte krijgen. Op een grondwaterprofiel is dat 19 m3. Voor bomen van de 2e grootte langs hoofdstructuren is dat respectievelijk 21 en 13 m3 en in woonstraten 13 en 8 m3. Dit verschil in kuubs langs hoofdstructuren en woonstraten heeft alles
Om een duurzame aanplant van bomen te bereiken, schrijft de Standaard bodemonderzoek voor door een boomspecialist. Op basis daarvan volgt advies over noodzakelijke groeiplaatsverbeteringen en mogelijke planaanpassingen bij sterke afwijking van aannames in het voorontwerp. Een belangrijk gegeven in Helmond is dat de oorspronkelijke bodem uit zand bestaat met zo’n 2,5% organische stof. Voor een goede start wordt 5% noodzakelijk geacht. Om die situatie te verbeteren biedt de Standaard drie oplossingen. Het meest ingrijpend is de uitwisseling van grond met teelaarde. Verrijken van de grond met houtcompost is een tweede mogelijkheid en soms is spitten voldoende om bodemverdichting of gelaagdheid in de bodem op te heffen. Essentieel bij al die grondbewerkingen is dat die vakkundig gebeuren. Ook hiertoe staat in de Standaard een aantal eisen. Zo worden ontgravingen en grondbewerkingen uitgevoerd met een open bak met tanden. Dit voorkomt versmering van zijwanden en bodem. Invullen met teelaarde gebeurt laagsgewijs (maximaal 40 cm per laag). Bij bodemverbetering en doorspitten geldt bovendien homogene verwerking van de grond. Na afwerking van de plantplaats is de bodem tussen 1,3–1,5 MPa verdicht en treedt geen verslemping op door plasvorming na regenval. Volledigheidshalve stelt de Standaard tot slot dat er tijdens de uitvoering voldoende cultuurtechnisch toezicht is. Veel van het werk zit onder de grond en is nadien dus niet zichtbaar. <
TuinenLandschap | 10 | 2014
Bomen Helmond.indd 35
35 01-05-14 16:44
557298.indd 36
5-5-2014 11:08:49
Werk in uitvoering
Wat Wie
Tekst en beeld Peter Bennink
Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar
pbennink@hortipoint.nl
Onkruid wieden in heempark Hoveniers gemeente Amstelveen Elke middag wieden de gemeentelijke hoveniers onkruid in de heemparken van Amstelveen. Een team van vier in park De Braak en een team van vier in het Jac P. Thijssepark. Het wieden is precisiewerk; minuscule onkruidjes worden al weggehaald met een klein mesje. Het herkennen van de kiemplantjes vergt veel plantenkennis. Hoewel de parken er heel natuurlijk uitzien, is alles precies uitgedacht. Alle planten moeten
dan ook op hun plek blijven. Dat betekent dat ook bijzondere soorten zoals duizendguldenkruid en klimopklokje zonder pardon worden weggehaald. Voorman Walter Busse: â&#x20AC;&#x17E;Veel zeldzame planten hebben een slechte concurrentiekracht, daardoor zijn ze ook zeldzaam. Juist doordat we zo consequent wieden, krijgen ook die zwakkere planten een kans, maar het ontwerp is heilig en daaraan houden we onverbiddelijk vast.â&#x20AC;? <
TuinenLandschap | 10 | 2014
WIUJacpThijsse.indd 37
37 01-05-14 16:44
Machines en Gereedschap
Hitachi 36 V accu, liever op je ru Bij het professionele Hitachi 36 V accugereedschap kun je ook voor een rugzakaccu kiezen. Daarmee kun je een hele dag werken want hij levert tien keer zoveel stroom als de kleine aan de machine geklikte accu. Vooral voor geluidsgevoelige omgevingen zoals een privé tuin of vlakbij een ziekenhuis of school is het werken met accugereedschap ideaal.
Rugzakaccu
Verschillende gereedschappen
Lade
Een volle 36 V rugzakaccu bevat 21 Ah stroom. Je kunt daar zo’n acht uur mee werken, afhankelijk van welk gereedschap; een kettingzaag vraagt meer vermogen dan de heggenschaar. ’s Nachts laad je de accu op. Daar heeft hij tien uur tijd voor nodig. Om tijdens het werken de conditie van de accu te controleren zit de indicator aan een snoertje.
Het Hitachi accutuingereedschap is op de rugzakaccu (type BL36200) aangesloten middels een adapter. Deze komt in de plaats van de op de machine bevestigde 36 V accu van 2,1 Ah. Je hebt keuze uit verschillende 36 V tuingereedschappen: een accuheggenschaar, een accukettingzaag, diverse trimmers en een bladblazer.
Om d de ad lader geklik LI-ion meeg mee j oplad
Tekst en beeld Marein Kolkmeijer
38
TuinenLandschap | 10 | 2014
MachinesGereedschap_2.indd 38
05-05-14 12:41
Ervaringen
Martin, eigenaar van Martin’s Hoveniersbedrijf in Uithoorn: „Ik gebruik het accugereedschap van Hitachi nu voor het tweede seizoen en heb een accukettingzaagje, een heggenschaar en een trimmer. Je doet aardig lang met een volle accu en je hebt geen uitstoot. Ik heb wel een motorzaag achter de hand. Al heb ik nog nooit meegemaakt dat de accu ermee stopte als ik bezig was. Wel is het vermogen beperkt. Maar je kunt een Golf ook niet vergelijken met een Mercedes. Alle waar is naar zijn geld. Ik doe er zoveel mogelijk mee. Het gewicht op je rug is even wennen, maar je hoeft het dan niet in je hand te houden. Als je lang met een motorheggenschaar bezig bent en ver moet reiken dan voel je je nek en je armen wel.”
Juul de Kruijf, eigenaar van hoveniersbedrijf De Wilde Roos in Opheusden: „Sinds de zomer van 2013 heb ik een Hitachi accuheggenschaar, die is vooral goed voor het snoeien van Taxus en Buxus. Hij bevalt goed. Voor mijn gevoel is hij wat te kwetsbaar voor een zwaardere beukenhaag. Voor het grovere werk gebruik ik een korte Stihl motorschaar. Maar voor het gangbare werk gebruik ik zoveel mogelijk de accuschaar want die is beter voor de gezondheid. Dat je geen uitlaatgassen hebt is een hele vooruitgang. Daar ben ik een groot voorstander van. De accuheggenschaar is ook lichter dan de korte Stihl. Wat het geluid betreft, dat is toch wel een beetje scherp op den duur. Als ik veel knip doe ik wel oordopjes in. Ik ben heel zuinig op mijn oren.”
Jan Parre, hovenier bij Visser Hoveniers BV in Papendrecht: „We hebben de accuheggenschaar. Voor kleinere klussen gebruik ik de heggenschaar met aangeklikte accu. Die pak je makkelijk even op. Dat is puur voor het gemak. De rugzakaccu gebruik ik alleen als ik wat langer achter elkaar knip, een lange ligusterhaag bijvoorbeeld. Ik vind die rugzakaccu niet zwaar. Het is geen fysieke belasting. Je kunt er behoorlijk lang mee werken. Ook wat het accuvermogen betreft. Je moet wel rekening houden met de dikte die je knipt. Bij dikkere takken gebruikt hij meer stroom. Dan denk ik niet dat je er een hele dag mee kunt werken. Ik heb wel altijd een losse kleine accu bij me en we nemen er nog een tweede kleine accu bij, die kunnen we bij de klant opladen.”
je rug dan in je handen
de ebt en:
Hitachi accutuingereedschap
Lader
Kettingzaag
Om de rugzakaccu op te laden, sluit je hem met de adapter aan op de luchtgekoelde lader, dezelfde lader als waarmee je de kleine aan de machine geklikte accu’s oplaadt. De rugzakaccu is een LI-ion accu die in principe achthonderd ladingen meegaat. Hij heeft ook een USB-aansluiting waarmee je bijvoorbeeld tegelijkertijd je telefoon kunt opladen.
De accukettingzaag heeft een zwaardlengte van 300 mm. Het is een kleine handzame machine met een gewicht van 3,6 kg. Hij is ideaal voor gebruik in de wijk. Je hoort hem in vergelijking met een motorzaag bijna niet. Er zit led-verlichting op waarmee je bij minder goed licht kunt zien wat je doet en om het kettingoliepeil te controleren.
Rugzakaccu type BL36200 Capaciteit rugzakaccu 36 V / 21 Ah Gewicht 6,3 kg L x H x B (mm) 109 x 330 x 250 Prijs €908 excl. btw (zonder lader) Capaciteit kleine accu 36 V 2,0 Ah Gewicht 0,75 kg Prijs kleine accu €164 excl. btw (met lader) Accuheggenschaar €164 excl. btw Accukettingzaag €247 excl. btw Div. trimmers v.a. €305 excl. btw Bladblazer €251 excl. btw (zonder accu)
▸ www.hitachi-powertools.nl info@hitachi-powertools.nl
TuinenLandschap | 10 | 2014
MachinesGereedschap_2.indd 39
39 05-05-14 12:41
557300.indd 40
5-5-2014 10:01:54
557301.indd 41
5-5-2014 10:02:27
557302.indd 42
5-5-2014 11:05:50
557299.indd 43
5-5-2014 9:58:28
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Lamp en plant als geheel Buitenlamp Salute vormt voorovergebogen samen met een plant één geheel. De lamp is ontworpen door Diederik Hol en wordt verkocht door Heijderhoff. De stalen constructie wordt solide in de grond verankerd met een betonvoet. Aan de achterzijde van de lamp zitten
bindogen, waarmee een plant te leiden is. De constructie biedt de mogelijkheid voor het monteren van een sproeier, stopcontact, waterkraan of kan dienen als oplaadpunt voor elektrische auto’s. De standaard lamp is gemaakt van cortenstaal en heeft een doorloophoogte van 210 cm.
Opruimen in de tuin wordt eenvoudig met de Patio Box van Trimetals. De hoogwaardige box is een oplossing voor iedereen met weinig ruimte. De box is vervaardigd van pvc gecoat gegalvaniseerd staal. Dit maakt hem onderhoudsvrij en stevig. De schroeven en scharnieren zijn van edelstaal,
een materiaal waarbij 25 jaar garantie gegeven wordt tegen roestvorming. Een handgreepcilinderslot maakt dat tuingereedschap, kinderspeelgoed of loungekussens veilig en weersbestendig opgeborgen worden. De 187,5 x 78,5 x 72,5 cm grote Patio Box is leverbaar in verschillende kleuren.
▸ Heijderhoff | (0485) 51 71 30 | www.heijderhoff.nl
▸ Trimetals | (0529) 48 28 08 | www.trimetals.nl
Graszoden renoveren
Verlichte sleufgoot
Graszodensnijder BA-RS30 is geschikt voor het renoveren van de graszode. De machine heeft een capaciteit van 200 m² per uur en heeft een eenvoudige bediening. De werkbreedte van de BARS30 is 30 cm. Traploos heeft de machine een werkdiepte tot maximaal 3,5 cm. Met het mes kan aan twee kan-
ten gesneden worden. Eén versnelling en achterwielen aangedreven door een ketting maken hem eenvoudig bedienbaar en functioneel zonder problemen op moeilijk terrein. Anti-vibratie gummies in de handgreep maken dat de machine minimaal vibreert. BA-RS30 meet 80 x 64 x 60 cm en weegt 93 kg.
▸ Bauma | 0049 24 51 24 88 | www.bauma-maschinen.de
44
Weersbestendig opruimen
Aco combineert afwatering met sfeerverlichting met de EasyGarden Led-Line. De goot met geïntegreerde led-verlichting is eenvoudig op te nemen in nieuwe of bestaande tuinbestrating. De functionele sleufgoot zorgt ervoor dat er geen water op de bestrating blijft staan. Omdat de bestrating steeds meer
uit grote tegels bestaat, en voegen bewerkt worden met een voegvuller tegen onkruid, is afwatering door minder voegen een probleem. Een goede afwatering voorkomt wateroverlast. De verlichting is naadloos en veilig in de goot verwerkt en is energiezuinig. Standaard is de sleufgoot 1 m lang.
▸ Aco | (0314) 36 82 80 | www.aco.nl
TuinenLandschap | 10 | 2014
LeveranciersTEL10.indd 44
01-05-14 16:44
Handheld voor veldwerk
Transport hoge machines
Duranmatic introduceert de nieuwe Nautiz X4 van Handheld. Deze robuuste handheld computer is multifunctioneel en gebouwd voor de mobiele werknemer. Nautiz X4 is ontwikkeld voor veldwerk onder zware omstandigheden. Met zijn afmeting van 156 x 74 x 25,5 cm en zijn gewicht van 330 gram is de handheld handzaam te noemen. Het lcd-scherm heeft een hoge helderheid en het touchscreen is zonlicht resistief. De ongevoeligheid voor stof en bestandheid tegen water maakt X4 geschikt voor buiten en een 5 megapixel camera maakt hem compleet. Een meegeleverde high performance 1D laserscanner of 2D imager maakt dat scannen snel en nauwkeurig gebeurt.
Voor het transporteren van hoge landbouwvoertuigen op onverhard terrein heeft Veldhuizen een verdiepte DAF ontwikkeld. Als basis is gekozen voor de LF(45). Het chassis is verwijderd en vervangen door een dieplader chassis met een geheel vlakke laadvloer van 55
▸ Duranmatic | (078) 653 18 72 | www.duranmatic.nl
▸ Veldhuizen | (0346) 25 96 00 | www.veldhuizen.eu
cm. Tijdens het laden kan de oprijhoogte door middel van luchtveren zakken naar 35 cm. De oprijhoek wordt hierdoor 8°, zodat een hoogwerker of heftruck geladen kan worden. De verdiepte DAF is leverbaar met een bakmaat van 7,2 x 8 x 2,45 m en heeft een laadvermogen van 9 tot 11 ton.
Boeken In Regel die burgerinitiatieven staan verhelderende analyses van 67 burgerinitiatieven uit de gemeenten Den Helder, Deventer en Venray. Het boek geeft inzicht in juridische kansen en valkuilen, maar ook in gedogen, stimuleren en adopteren. Het geeft inspirerende praktijkvoorbeelden en een handige analysetool geeft aansprakelijkheidsrisico’s per project weer.
Groen in de hoogte laat nieuwe ideeën zien over verticaal tuinieren. Auteur Jean Vanhoof gaat dieper in op alle mogelijke vormen van groen in de hoogte en vertelt hoe een eigen groene plek in de stad gecreëerd kan worden. Daarbij toont hij professionele tuinsystemen als vegetale muren. Praktische informatie en tips zijn in het boek gebundeld.
Het boek Wildplukken toont welke eetbare producten er in de natuur te vinden zijn. Het boek bevat beschrijvingen van 36 wilde vruchten in Nederland en België en vertelt hoe ze in de oogst verwerkt kunnen worden. Ook niet-eetbare vruchten zijn in overzicht gebracht. Een uitvouwbare Wildplukkaart toont in één oogopslag oogstijd, vindplaats en toepassing.
De gids Stadsplanten van Breda bespreekt 150 algemene stadsplanten. Daarnaast kregen vijftig favoriete planten van de auteurs een plaats in het boek. Het dient niet alleen als bruikbare gids voor de planten in Breda, maar kan in elke stad in Nederland geraadpleegd worden. Naast talloze kleurenfoto’s bevat het boek uitgebreide beschrijvingen van de planten.
▸ Regel die burgerinitiatieven | €25 | Acquire Publishing
▸ Groen in de hoogte | ISBN 97894-014-140-8 | €19,99
▸ Wildplukken | ISBN 978-90-5011478-3 | €17,95
▸ Stadsplanten van Breda | ISBN 978-90-9027830-8 | €12,50
TuinenLandschap | 10 | 2014
LeveranciersTEL10.indd 45
45 01-05-14 16:45
Agenda
Cursussen
Flora romdom Dever Tentoonstelling t/m 18 mei, Lisse.
EMVI - Gunnen op waarde Cursus voor inschrijvers, 15 mei, 3 juni, 17 juni, 30 september, diverse plaatsen.
Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 22 mei, 5 juni, 8 september, 16 oktober, 17 november, 12 december, diverse locaties.
▸ www.crow.nl
▸ www.keurmerk.nl
Bomen op begraafplaatsen Cursus, 15 mei, Cuijk.
Wilgen op vrije grond Studiemiddag, 22 mei, Appingedam.
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.nvtl.nl
Speelnatuur in de stad Studiedag, 15 mei, Antwerpen, België.
UAVgc Cursus, 22 mei Ede.
▸ www.kasteeldever.nl
250 jaar Copijn in het groen Tentoonstelling, t/m 1 augustus, Wageningen. ▸ www.wageningenur.nl
Natuurkracht Zomertentoonstelling, t/m 7 september, Apeldoorn. ▸ www.coda-apeldoorn.nl/natuurkracht
▸ www.crow.nl
▸ www.jongeren.antwerpen.be
Planten uit de oertijd Tentoonstelling t/m 1 oktober, Leiden. ▸ www.hortus.leidenuniv.nl
Kroonjuwelen van de Hortus Tentoonstelling, t/m 31 december, Amsterdam. ▸ www.dehortus.nl
Dendrologie Start eerste leergang, 17 mei, Den Haag.
Update nieuwe aanbestedingswet Workshop, 27 mei, 11, 12, 17, 20, 25 juni, diverse locaties.
▸ www.dendrologie.nl
▸ www.crow.nl
WAS Studieochtend, 19 mei, 10 oktober, 20 november, diverse locaties.
Actuele insectenaanpassingen in bomen Cursus, 1 juni, Arnhem. ▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.keurmerk.nl
Freisinger Gartentage 10 t/m 12 mei, Freisinger, Duitsland. ▸ www.freisingergartentage.de
Toepassen van vaste planten, innovatie in het openbaar groen Cursus, 20 mei, Zoetermeer.
Dag van de stadslandbouw Congres, 14 t/m 17 mei, Utrecht.
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.dagvandestadslandbouw.nl
Natuurlijk spelen en het WAS Cursus, 21 mei, 2 juni, 24 september, 13 november, diverse locaties.
Dag van de projectontwikkeling ’Ruimte voor vakmanschap en ondernemerschap’, 15 mei, Den Bosch. ▸ www.dagvandeprojectontwikkeling.nl
NatuursteenVakdag 23 mei, Harderwijk.
Landschapstriënnale Evenement, 25 mei t/m 21 september, Elst. ▸ www.landschapstriennale.nl
▸ www.crow.nl
Groene baten door slimme plantkeuze Kennisbijeenkomst, 5 juni, Leeuwarden.
Werken aan de duurzame stad Bijeenkomst, 6 juni, Rotterdam. ▸ www.ruimtevolk.nl
Duurzaam onkruidbeheer op verharding en in openbaar groen Verlenging spuitlicentie, 7 juni, Schinnen. ▸ www.dlvplant.nl
Herkenning en toepassen van loofbomen en heesters Cursus, 10 en 11 juni, Wageningen en Ede. ▸ bomenkennis@hotmail.com
Permacultuur en duurzaam ondernemen Kennismakingsmodule cursus, 11 en 12 juni, Alkmaar. ▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
Excursie Platform Ontwerpers 14 juni. ▸ www.vhg.org/platformen/ontwerpers
Inspecteur veiligheid van speelgelegenheden Opfriscursus, 19 juni, 11 september, 2 oktober, 7 november, 8 december, diverse locaties.
▸ www.vitalegroenestad.nl
▸ www.keurmerk.nl
▸ www.keurmerk.nl
Praktijkmiddag beeldkwaliteit Bijeenkomst CROW, 25 juni, Ede.
Het grote EMVI-spel Training, 22 mei, 9 oktober, diverse plaatsen.
▸ www.levende-stad.nl
Beeldkwaliteit Praktijkmiddag, 25 juni, Ede. ▸ www.crow.nl
EMVI - Gunnen op waarde Cursus voor aanbesteders, 25 juni, 24 september, 8 oktober, diverse plaatsen.
Prairietuin Cursus, 2 en 9 juli, De Wilp.
▸ www.crow.nl
▸ www.brancheplatformnatuursteen.nl
Beeldbestekken Cursus, 4 juni, Eindhoven.
▸ www.speelruimte.nl
Plandag 2014 Ontmoeting en uitwisseling tussen leden van Nederlandse en Vlaamse vakgemeenschappen, 22 mei, Zaanstad. ▸ www.plandag.net/2014/
▸ www.crow.nl
Speelruimtebeleid Cursus, 4 en 5 juni, Utrecht.
▸ www.siergras.nl
Dendrologie Start tweede leergang, 5 juli, Geldrop. ▸ www.dendrologie.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
46
Redactie Bakker hoofdredacteur (06) 35 11 56 17 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2014 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
TuinenLandschap | 10 | 2014
Agenda_Cursus3kolomTEL10.indd 46
05-05-14 12:41
Foto Gerdien de Nooy
Groene Gast
Jeroen Heindijk Uw onderneming bestaat twintig jaar, wat is er veranderd in die tijd? „Toen ik begon met bostochten en natuurbeleving was er nog geen vocabulaire voor. Ik heb dat zelf moeten ontwikkelen. Door de jaren heb ik heel veel mensen meegenomen om ze de natuur te laten beleven. Op een bepaald moment bereik je een kritische massa. Nu is het heel normaal om je persoonlijke verhaal te vertellen.”
Wat doet u op deze bostochten?
Jeroen Heindijk is eigenaar van Geronimo Training en Advies
„Ik probeer mensen de sfeer die bomen oproepen te laten voelen. Bijna iedereen voelt dat een beuk rust oproept, terwijl een linde juist een lichter gevoel veroorzaakt. Ook mensen in de groensector heb ik dit mee mogen geven, om hun gevoel te openen. Nog steeds zijn er mensen die dit zweverig vinden,
maar het gaat erom met je ene hersenhelft een woord te vinden voor wat je met je andere hersenhelft voelt. Dat is best lastig.”
U houdt zich ook bezig met beheer? „Ik werk veel met landgoedeigenaren. Ik laat ze zien dat je bomen op een landgoed kunt beheren en ook voor productie kunt gebruiken. Een essenhakhoutbos dat niet meer wordt gekapt, raakt lagen kwijt. De cultuurhistorie verdwijnt en het hout wordt niet gebruikt. Ook probeer ik mensen bij gemeenten of Rijkswaterstaat te laten zien dat je bomen beter kunt verplanten dan kappen. Of als je toch moet kappen, maak dan van het hout een bankje dat je terugplaatst.”
Speelt duurzaamheid een rol? „Duurzaam beheer verdient
zichzelf terug. Ik moedig landgoedeigenaren ook aan om dit verhaal te vertellen aan hun klanten, laat zien dat je circulair bezig bent. Gebruik hout dat je kapt voor lokale productie. Ik wil natuur weer dichter bij de mensen brengen, mensen verantwoording laten nemen voor hun eigen omgeving.”
U werkt ook met internettechnologie? „Ik ben een groot fan van GIS (geografisch informatiesysteem, red.). Hiermee kun je kennis koppelen aan een locatie. Nu verdwijnt onderzoek over een gebied vaak in een la. Ik wil die informatie toegankelijk en vindbaar maken. Zo kun je bijvoorbeeld laten zien dat mensen die bij een drukke weg wonen vaker naar de dokter gaan dan mensen in een groene omgeving.” <
TuinenLandschap | 10 | 2014
GroeneGast.indd 47
47 05-05-14 12:41
557303.indd 48
5-5-2014 9:52:53