11 Vakblad voor de groenvoorziening | 36e jaargang | 22 mei 2014
Dakpark Vierhavenstrip Inspirerende FloraliĂŤn Gemeenten worstelen met Flora- en faunawet Nieuw elan voor Demo-Dagen
Voorplaat.indd 1
15-05-14 15:36
559398.indd 2
19-5-2014 14:46:53
Inhoud
Nummer 11 | 22 mei 2014
Nieuws 4 5 6 7 8 9
Drie huizen in brand door onkruidbrander Ontwerperswerkgroep: aansluiten bij bestaande vakverenigingen Beheerders ervaren knelpunten Flora- en faunawet ’Gemeenten breken af wat het Rijk aan groenkapitaal tracht op te bouwen’ Ecologisch tuinieren betekent werken in balans met de omgeving TuinenLandschap online
Sortiment 12
10 Inspiratie op eerste Nederlandse Floraliën 12 ’Pionierplant’ Penstemon
Bedrijf en Organisatie 18 Herinrichting centrum Vorden vereist strakke planning 20 Gemeenten worstelen met Flora- en faunawet 23 Zo-zit-dat: Nu al inspelen op veranderingen in arbeidsrecht 18
Ontwerp en Inrichting 24 Dakpark Vierhavenstrip nadert voltooiing 28 ’Elke ontwerper loopt een keer vast’
Aanleg en Onderhoud
Foto voorplaat Gerdien de Nooy
31 32 34 37 24
Gele houtrups berucht Vulkanisch steen verbetert verdichte bodem Watermanagement in de bodem Werk in uitvoering: 42 Linden verhuizen
Machines en Gereedschap 38 Interview met nieuwe eigenaar Demo-Dagen
Service 43 44 46 47
Gespot: Molwerenddoek tegen mollen en larven Leveranciersnieuws Agenda I Colofon Groene Gast: John Koomen
31
TuinenLandschap | 11 | 2014
Inhoud.indd 3
3 19-05-14 13:24
Nieuws
De Rooy Hoveniers wint Tuin van het Jaar Foto VHG
Drie huizen in brand door onkruidbrander
VHG voorzitter Rien van der Spek (rechts) reikte op 13 mei, tijdens de vakavond voor hoveniers op de Floraliën in Den Bosch, de prijzen uit voor de tuin van het jaar 2014. De vakjury koos een ’eigentijdse klassieke stadstuin’ in Woudrichem van De Rooy Hoveniers uit Dussen (tweede en derde van rechts) tot ’Tuin van het jaar 2014’. De publieksprijs was voor Frank Crooijmans Hoveniers uit Eindhoven (tweede van links). De Tuin van het Jaar-verkiezing werd dit jaar voor het eerst georganiseerd door de VHG, voorheen organiseerde het HIC de competitie (links op de foto Jan Poodt, voormalig voorzitter van het HIC). <
In Utrecht zijn op dinsdag 6 mei drie huizen in brand gevlogen als gevolg van werkzaamheden met een onkruidbrander. Een werknemer van Sight Landcaping brandde onkruid langs een schutting die vlam vatte. Het vuur sloeg over op een schuur en vervolgens naar een rijtje woningen aan de Lumeyhof. Drie huizen raakten flink beschadigd. De gevels zijn zwartgeblakerd en alle ruiten zijn gesprongen. Er raakte niemand gewond. De werkzaamheden gebeurden met een quad waarop een bosmaaier, een onkruidborstel, een onkruidbrander en een handlans (ook een brander) gemonteerd waren. Volgens de gemeente is bij het verwijderen van onkruid langs de schutting vermoedelijk de handlans gebruikt, waar een andere methode had moeten worden gekozen. De exacte toedracht van hoe het heeft kunnen gebeuren
wordt nog onderzocht. Het is dus nog niet bekend hoe de medewerker precies te werk gegaan is en of het ging om pech, een verkeerde inschatting of onoplettendheid. Duidelijk is wel dat er achter de schutting brandbare kunststoffen aanwezig waren die zorgden voor een felle brand. De bestuurder van de quad heeft nog geprobeerd het vuur te blussen met zijn brandblusser, maar doordat de schutting over ging in een dak was de brand slecht te bereiken. De gemeente Utrecht heeft voorlopig het gebruik van de handlans opgeschort bij alle groenvoorzieners die onkruid branden voor de gemeente. Eerst wordt overal nagegaan hoe de procedures en veiligheidsvoorschriften verankerd zijn in de organisatie en werkprocessen. Ook worden alle machines nagelopen en worden medewerkers opnieuw geïnstrueerd. <
Commentaar
Onderscheid Sinds zondag weet ik waar het paradijs ligt. Niet in Den Bosch in de Brabanthallen, hoewel het daar ook prachtig geweest schijnt te zijn, getuige het artikel op pagina 10 in dit blad. Nee, het aardse paradijs ligt in West-Friesland. In Wognum om precies te zijn. Afgelopen zondag opende daar, voor de vijfde keer alweer, de Kunstkwekerij op het bedrijf van hovenier John Koomen. Beeldende kunst op het snijvlak van groen en landschapsnatuur, tussen de bomen en de koeien in. Hoe vaak zie je meer dan honderd mannen, vrouwen en kinderen over een kwekerij struinen? Genietend van de tachtig boomsoorten en van tientallen beelden en sculpturen tussen het groen. Natuurlijk, het weer was goddelijk afgelopen weekend, dat helpt. Maar het begint allemaal met een idee. Een idee dat John Koomen ruim vijf jaar geleden oppakte en uitvoerde. Inmiddels staan werken van dertig gerenommeerde kunstenaars uit heel Ne-
4
TuinenLandschap | 11 | 2014
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 4
derland tussen de Acer platanoides 'Globosum' en de Carpinus betulus. Je moet er maar opkomen en je moet maar durven. Het Kröller-Müller van Noord-Holland, zei iemand in een speech tijdens de openingshandeling. Ga er maar aan staan. Groen en kunst vormen een natuurlijk huwelijk, zegt John Koomen in de rubriek Groene Gast op pagina 47. Ook lijken kunstenaars en hoveniers volgens Koomen op elkaar. Het zijn vrije geesten die werken met natuurkrachten en met duurzame materialen. Maar er wordt door de sector nog te weinig gedaan met groen en kunst. Daar liggen dus nog kansen, zeker in een aantrekkende economie. Voor de hovenier is het een geweldige manier om je als groenbedrijf te onderscheiden van je vakgenoten. Want daar draait het uiteindelijk allemaal om, onderscheid.
Ralph Mens vakredacteur
19-05-14 13:24
Ontwerperswerkgroep: aansluiten bij bestaande vakverenigingen Geen eigen vereniging, maar aansluiten bij VHG of NVTL. Dat is de beste manier om de meerwaarde van een onafhankelijk tuinontwerper onder een groot publiek bekend te maken. Dit is de conclusie van de ontwerperswerkgroep die is ingesteld naar aanleiding van de discussieavond eind 2013 in Apeldoorn. Tijdens die avond bleek dat onder tuin- en landschapsontwerpers een grote behoefte leeft om zich te verenigen. Voor kennisuitwisseling, belangenbehartiging en professionalisering van het vak, maar met name ook om het vak van de tuin- en landschapsontwerper bij consumenten onder de aandacht te brengen. De zevenkoppige werkgroep concludeert dat ontwerpers hiervoor het beste gebruik kunnen maken van bestaande structuren. „VHG
en NVTL zijn al in gesprek met overheden en opleidingsinstituten, en doen al veel om het vak onder het publiek bekend te maken. Voordat je als nieuwe zelfstandige vereniging diezelfde slagkracht hebt, gaat er heel veel tijd én geld overheen’’, zegt tuinontwerper Angela Warmerdam uit Lisse namens de werkgroep.
Eigen vakgroep Bij VHG kunnen ontwerpers sinds januari lid worden. Na gesprekken tussen de werkgroep en de VHG blijkt dat ontwerpers binnen de branchevereniging een eigen vakgroep zouden kunnen oprichten. En dat schept volgens de werkgroep mogelijkheden voor ontwerpers om gezamenlijk een eigen koers te varen. „Dat hangt natuurlijk wel helemaal af van hoe de ontwerpers daar-
op inspringen’’, benadrukt Warmerdam. De werkgroep ziet met name voor ontwerpers die vaak op kleinere schaal werken een meerwaarde in een VHGlidmaatschap. „Omdat deze bedrijven veel met hoveniers samenwerken.’’ Momenteel loopt binnen NVTL (Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur) een discussie om ontwerpers ook op de bureaulijst te zetten – nu staan alleen de tuin- en landschapsarchitectenbureaus vermeld. Daarmee wordt een lidmaatschap voor ontwerpers mogelijk interessanter. Momenteel kunnen ontwerpers zich wel inschrijven bij NVTL, maar zonder vermelding op de openbare bureaulijst. Het bestuur is vóór het openstellen van de lijst, zo bleek uit een discussieavond die de vakvereniging 6 mei organiseerde.
Eind juni tijdens de ledenvergadering moet blijken of ook de leden akkoord gaan. Volgens de ontwerperswerkgroep zou het openstellen van de bureaulijst kunnen betekenen dat binnen NVTL meer aandacht komt voor de kleinere schaal. „Nu zijn de activiteiten van de NVTL veelal landschappelijk gericht.’’ De werkgroep ziet voor tuin- en landschapsontwerpers die behalve tuinen ook geregeld complexe, grote projecten in de openbare ruimte ontwerpen, een meerwaarde om zich bij NVTL aan te sluiten. „Maar het ene lidmaatschap sluit het andere niet uit. Wat wij ontwerpers met name adviseren is om naar je doelgroep en naar je werkveld te kijken en aan de hand daarvan te besluiten bij welke groep je het beste past.’’ <
Aanplant Groot Vijversburg Foto Persbureau Noordoost
Medewerkers van Empatec Groen planten grassen en solitaire bloeiers in het nieuwe deel van park Vijversburg in het Friese Tytsjerk. Vijversburg is in omvang verdubbeld tot 30 ha. Het park is ontworpen door LOLA Landscape architects, Deltavormgroep en Piet Oudolf. Het ’Kleine Weiland’ valt op vanwege de heuveltjes die zijn aangebracht om een uitdagende omgeving voor kinderen te creëren. Daarnaast is de ’Dwaalster’ een opvallend element. Dit weilandpark combineert twee historische parkelementen: het sterrenbos en het labyrinth. De padenstructuur heeft de vorm van een dwaalster. Naar verwachting is Groot Vijversburg aan het einde van het jaar klaar. <
TuinenLandschap | 11 | 2014
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 5
5 19-05-14 13:24
Nieuws
Natuurbeheerders lopen bij de uitvoering van de Flora- en faunawet tegen knelpunten aan. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Universiteit in opdracht van Regelink Ecologie en Landschap. Om dit in kaart te brengen, werden 56 beheerders uit verschillende natuurgebieden ondervraagd over hun praktijkervaringen. De meeste beheerders hebben vrijwel dagelijks met de wet te maken en zien dit als een belangrijk onderdeel van hun werk. Uitgangspunt bij de uitvoering zijn vaak gedragscodes, met name de Gedragscode Bosbeheer en Gedragscode Natuurbeheer. Bij de implementatie van de wet lopen beheerders geregeld tegen knelpunten aan. Zo zijn de procedures voorafgaande aan ruimtelijke ontwikkelingen en grootschalige projecten te lang en te ingewikkeld. Het gebrek aan ecologische kennis bij ontheffingsverleners wordt
hiervoor als belangrijke oorzaak aangedragen. Daarnaast wordt door 40% van de beheerders de wet als te strikt en theoretisch ervaren. De nu gangbare procedures maken de uitvoering van de wet onwerkbaar. Dat beheerders toch goed uit de voeten kunnen met de wet komt mede door genoemde gedragscodes. De vooral passieve handhaving zorgt ervoor dat beheerders bij werkzaamheden soms een eigen uitleg van de wet aanhouden.
Expertisedagen Beheerders staan open voor uitwisseling van kennis en praktijkervaringen met andere beheerders. Het faciliteren van gesprekken met andere partijen, zoals boeren, waterschappen en gemeenten, zou een toegevoegde waarde kunnen hebben. De komende tijd worden over dit onderwerp expertisedagen georganiseerd. <
Foto Miranda Vrolijk
Beheerders ervaren knelpunten Flora- en faunawet
Jury keurt showtuinen op Chelsea Flower Show De jury van de Chelsea Flower Show keurt de showtuin van ontwerper Cleve West. De door M&G gesponsorde tuin is een eigentijdse interpretatie van de paradijselijke tuin. Centraal in de tuin staat een sculpturale fontein, daaromheen vasteplantenborders die overgaan in een lossere gravelbeplanting. In totaal keurt de jury 34 tuinen. De tuinen vallen in drie categorieën, Show, Fresh en Artisan. Ook is er een publieksprijs, de People’s Choice Award. De Britse tuinenshow vindt plaats in Londen van 20 tot en met 24 mei. <
c o l u m n
De Vergeetclub Mijn moeder is eenennegentig jaar geworden. Dat hebben we (ik heb een nogal grote familie) met elkaar nog afgelopen maand maart mogen vieren. Maar al enkele jaren houden we er rekening mee dat het wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat ze ons stralend middelpunt is. Daarom ook die dag weer een grote opkomst, wat haar tot tranen toe heeft geroerd. Dan toch, een maand later, gaat mijn telefoon en staat de wereld echt stil. Ma is getroffen door een beroerte en het blijkt meteen een aflopende zaak. Ze heeft gelukkig niet geleden en verlaat ons rustig, geheel in stijl, in de vroege ochtend van Stille Zaterdag. Ja, mijn wereld staat nog steeds stil. Niet even, maar al een paar weken. Iemand die er al was, toen ik kwam kijken, die iemand zou er voor altijd zijn. Mijn moeder, dacht ik, die haalt de tweehonderd wel, gelijk
6
TuinenLandschap | 11 | 2014
NieuwsPag_6-7B.indd 6
de grote beuk waar zij als kind haar eigen naam in heeft gekerfd. Anderzijds, ze heeft een mooi, rijk, interessant en lang leven geleefd. Ze is zelfs op het laatst een van de hoofdrolspeelsters geworden in een wekelijkse column van het NRC, op donderdag: ’De Vergeetclub’. Ook nu, na haar overlijden, komt ze nog in het stuk voor. Als mevrouw Map (pseudoniem voor mevrouw Hoes). Het gaat over het wel en wee van een klein groepje dames die, lijdend aan een mildere of ernstigere vorm van dementie, al enkele jaren samenwonen. Geschreven door een dochter van een van hen. En recent ook in boekvorm uitgebracht. Moet het nog kopen, maar dan denk ik: „Mooi toch. Ze wordt niet vergeten, ze blijft bestaan.”
Jack van Haperen ontwerper/hovenier Bart Hoes tuinontwerper Ruud Vermeer hovenier
Bart Hoes info@barthoes.nl
19-05-14 13:21
’Gemeenten breken af wat het Rijk aan groenkapitaal tracht op te bouwen’
Volgens Roozen is er sprake van een ’schurende tegengestelde ontwikkeling’ waar het gaat om initiatieven op rijksniveau en bezuinigingen op gemeentelijk niveau. „De rijksoverheid heeft in de afgelopen periode verschillende goede beleidsinitiatieven gelanceerd, zoals het Manifest De Klimaatbestendige Stad, Duurzaam Doen, Alles is Gezond, Actieagenda Bouw en de Greendeals. Groen kan hierin een sleutelrol vervullen. Los van goede projecten in de sfeer van bijvoorbeeld burgerparticipatie, kan ik er niet omheen dat gemeenten (soms) fors op het openbare groen bezuinigen zonder daar gelijkwaardige
alternatieven tegenover te kunnen stellen.”
Balans Roozen schrijft verder dat een goede balans moet worden gevonden tussen ’vrijwilligersgroen’ en het professionele groen. Hoveniers en groenvoorzieners kunnen met hun kennis van groen bijdragen aan het juiste groen op de juiste plek. „Het groen dichtbij, biedt kansen. Aandachtspunt is dat het groen past bij de functie die het op die plek moet vervullen. Zetten we groen in om bijvoorbeeld water op te vangen na een heftige regenbui? Willen we, dat het groen langs een drukke weg het fijnstof afvangt en daarmee de luchtkwaliteit verbetert? Dient groen om de zomerse hittestress in de stad tegen te gaan? Dit zijn een paar voorbeelden van hoe we groen als het ware professioneel inzetten.” Roozen denkt dat de groensector kan bijdragen aan het inzet-
ten van groen om verbindingen tussen diverse branches te leggen.
Europa Ook binnen Europa liggen kansen, aldus Roozen. „Europa start een programma rondom ’nature based solutions’, waarin de principes van de natuur centraal staan. Uitwerking van dit programma start op korte termijn.” VHG heeft al contacten op gebied van biobased economy met de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en op gebied van biomassa met de Algemene Vereniging van Inlands Hout (AVIH) en Cumela Nederland.
Versnipperd Roozen meent dat de initiatieven op dit gebied nog veel te versnipperd zijn. „Ik zou graag pleiten voor een breed Nederlands platform op dit gebied. De kansen die er nu met biomassa zijn, zouden naar mijn
inzicht nog veel meer kracht kunnen krijgen.” Roozen geeft als voorbeeld het initiatief van een groep hoveniers rondom het fermenteren van groene reststromen. „Dit initiatief ziet er zeer kansrijk uit, maar zou extra steun van uw ministerie goed kunnen gebruiken.”
Natuurvisie In de Natuurvisie van staatssecretaris Dijksma staat hoe het kabinet de komend twintig jaar vorm wil geven aan het publieke belang van natuur. Van een accent op natuur als waarde in zichzelf verschuift de focus naar natuur en economie die elkaar versterken. „Natuur gaat om veel meer dan afgebakende gebieden. Ook groen in parken en tuinen is van grote waarde. Het geeft economische kansen en is goed voor biodiversiteit.” Volgend jaar wordt €1,5 miljoen uitgetrokken voor groene initiatieven, oplopend tot €10 miljoen in 2018. <
Leeuwarden tekent Agenda Stadslandbouw De Leeuwardse wethouder Isabelle Diks ondertekende, aangemoedigd door staatssecretaris Dijksma, de Agenda Stadslandbouw. Leeuwarden is de 24ste gemeente die het ’pamflet voor de stadslandbouw’ onderschrijft. Volgens de wethouder wint iedereen in een eetbare, groene stad. Gaststad voor De Dag van de Stadslandbouw op 15 mei was Utrecht. De dag had als thema ’Stadslandbouw rijp voor de pluk?!’, waarmee de sector wil aangeven dat het stadsboeren uit de pioniersfase komt. Ook dit jaar was de uitreiking van de Rabo Stadslandbouw Award. Die ging naar de oesterzwammenkwekerij Rotterzwam in Rotterdam. <
Foto b2b productions
Foto Miranda Vrolijk
Wat op rijksniveau wordt nagestreefd om aan groenkapitaal op te bouwen, wordt op lokaal niveau afgebroken. Dat schrijft VHG-directeur Egbert Roozen aan staatssecretaris Dijksma, in reactie op de onlangs gepresenteerde Natuurvisie.
TuinenLandschap | 11 | 2014
NieuwsPag_6-7B.indd 7
7 19-05-14 13:21
Uitgesproken
„Al jaren werk ik met planten die zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden gekweekt. Het zijn sterke planten, met aandacht gekweekt. Eigenlijk heb ik er nooit over hoeven nadenken om ecologisch te tuinieren. Het heeft vooral te maken met vakkennis, met de juiste groeiplaats en gebruik van inheemse beplanting. Als je werkt in balans met de omgeving en het landschap, dan kom je automatisch op ecologisch tuinieren uit. Ik ga altijd uit van de bestaande omgeving. Als de invulling niet met de omgeving verbonden is, kun je moeilijk garanderen dat de planten het goed doen. Een opdracht voor een tuin met mediterrane beplanting in
Biologisch gekweekte planten zijn sterker en gaan daardoor langer mee
Nederland zou ik bijvoorbeeld niet aannemen. Ik ontwerp en doe de aanleg van tuinen in Spanje voor Noord-Europeanen die hier een tweede huis hebben. Ik neem de moeite om uit te leggen dat planten vaak worden gemanipuleerd en dat dit ongewenste effecten kan hebben op de ecologische balans van de omgeving. Klanten staan open voor alternatieven. Natuurlijk hangt het van het budget af, maar meestal accepteren ze een hogere prijs als ik vertel dat biologisch gekweekte planten meer aandacht krijgen en sterker zijn, dus langer meegaan. Ook is het resultaat beter. Daarnaast vind ik het belangrijk voor de gezondheid van de kweker en de hoveniers die ermee werken. Ik heb een vaste leverancier in de omgeving van Valencia, ik weet precies hoe
de planten worden gekweekt. Ook wordt er alleen met volle vrachtwagens gereden. Zowel de kweker als ik vinden het vanzelfsprekend dat we het zo doen, daar maken we eigenlijk geen woorden aan vuil. In het contact met de klant leg ik dit wel uit, maar ik wil geen dominee zijn. Ik heb nooit meegemaakt dat klanten toch kozen voor andere planten. In Nederland zijn we doorgeschoten in een kunstmatige manier van tuinieren, mede dankzij de vele tv-programma’s over tuinen. Toch komt er een kentering, dat zie je in de vakliteratuur en de groeiende aandacht voor planten die bij de omgeving horen. Aan de andere kant ben ik niet zo’n voorstander van allerlei keurmerken en labels. Ik ben wat meer piraatachtig, ik houd van eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheid nemen.” <
Foto Planthof Landschap
Ecologisch tuinieren betekent werken in balans met de omgeving
Margo Planthof Planthof Landschap
www.tuinenlandschap.nl
vhg
Deze kolom valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
Groeizaam Het is zaterdag als ik deze column schrijf. Buiten regent het na een lange periode van mooi, maar schraal weer. Het malse groen in mijn tuin steekt fleurig af tegen het grijs. In de regel ben ik maar één dag in de week thuis. Ik verwonder mij steeds weer over hoe de natuur zich in een week ontwikkelt. De eerste irissen en pioenen bloeien nu. De phloxen komen in een razend tempo op. Het is groeizaam weer buiten en dat komt voor mij goed uit. Mijn tas met huiswerk is stevig gevuld. De brief aan staatssecretaris Wiebes over de lage btw moet opgesteld worden. Ook onze reactie op de
8
TuinenLandschap | 11 | 2014
NieuwsPag_8-9.indd 8
Rijksnatuurvisie moet deze week naar staatssecretaris Dijksma. De resultaten van deze acties moeten zijn als de regen voor de planten in mijn tuin. Ertoe bijdragen, dat wij groeizaam kunnen verder bouwen aan de ontwikkeling van onze branche. De maatschappelijke baten van het groen voor de kwaliteit van onze leefomgeving en de gezondheid van mensen zullen hierin een rode draad vormen. Als ik eraan denk hoe initiatiefrijk en wijdverbreid wij inmiddels in ons netwerk opereren, dan moeten we niet te bescheiden zijn over onze betekenis als branche. Er liggen zoveel kansen. Om te groeien, als we dat samen doen. Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
19-05-14 13:23
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
Richtlijn boomveiligheidsregistratie bijna klaar
evert thomas @muskedier Mijn klomp breekt, een gevlekte orchis bij de brug over het Grolloerveen. Nooit eerder hier gezien.
CROW ontwikkelt de landelijke Richtlijn boomveiligheidsregistratie die tot doel heeft risico’s rond bomen te beperken. De richtlijn en het bijbehorende datamodel verschijnen naar verwachting rond de zomer.
Intratuin stopt met verkoop glyfosaat
Bomenrecht @Bomenrecht geef een timmerman een hamer en hij gaat slaan. Geef een ambtenaar een VTA rapport en hij gaat kappen #waanzin
Intratuin stopt met de verkoop van middelen met glyfosaat. Vestigingen kunnen de bestaande voorraad nog tot en met 1 september verkopen. Bekendste merken zijn RoundUp, Bayer Clear-up en Pokon STOP.
Olaf Janssen @OLMJanssen Nieuwe beurs @Welkomindezorg vanmiddag interessante #kennisbijeenkomst over helende kracht van #groen
Eikenprocessierupsen krijgen nu al brandharen
CDA Rotterdam @CDARotterdam Akkoord: "In elke nieuwe wijk is voldoende groen een randvoorwaarde. We introduceren een Rotterdams groen quotum."
De eerste eikenprocessierupsen hebben in de afgelopen week het vierde larvale stadium bereikt, waarin ze brandharen hebben. Dat meldde het Kenniscentrum Eikenprocessierups op de website Natuurbericht.nl.
Ferry Noordam @FerryNoordam Het is ieder jaar opnieuw een feestje als de Pioenen er zijn.
Tree Stability Monitoring voor Amerikaanse eiken De provincie Gelderland laat in totaal 250 Amerikaanse eiken langs de N819 onderzoeken met de Tree Stability Monitoring (TSM) methode. Aanleiding voor het onderzoek zijn drie bomen die binnen korte tijd spontaan zijn omgevallen.
Gemeente Rotterdam krijgt groenquotum tuinenlandschap.nl Rotterdam krijgt als eerste Nederlandse stad een groenquotum. Collegepartij CDA stelt voor om minstens 50% van nieuwe wijken uit groen te laten bestaan. Wat denkt u, is dit haalbaar?
Vlinderhof Máximapark open voor publiek
Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep
90% zei ja tegen de stelling: Foto Hans van Horssen
’Leuk zo’n promotieplatform 247Green, maar iVerde moet eigen koers blijven varen’ Stem mee over de volgende peiling:
’Floraliën is een aanwinst voor de groensector en smaakt naar meer’
Op zaterdag 24 mei wordt de Vlinderhof geopend in het Máximapark. De Vlinderhof is een siertuin naar ontwerp van tuinarchitect Piet Oudolf. Een grote groep vrijwilligers heeft in maart zo’n 15.000 plantjes gepoot.
ap
an
h dsc
Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s
Filmpjes
Dossiers
Documenten en links naar websites
Praat mee
nL ine
f
ie r b s uo eer euw n on Ni Ab e pd
Tu
TuinenLandschap | 11 | 2014
NieuwsPag_8-9.indd 9
9 19-05-14 13:23
Sortiment
Inspiratie op eerste Nederlandse Floraliën De Floraliën Gent is een organisatie die al sinds 1808 bestaat en door het organiseren van tentoonstellingen de belangen van de sierteeltsector behartigt. Van 9 tot en met 18 mei zijn de eerste Nederlandse Floraliën gehouden in de Brabanthallen in Den Bosch. In vijf werelden lieten kwekers en andere groenprofessionals zien wat ze te bieden hebben en wat de consument, maar ook de groene vakman daarmee kan. Tekst en beeld Peter Bennink
Indoor stadspark eyecatcher op Floraliën Het indoor stadspark vormde zonder meer het hoogtepunt van de Floraliën. In de grootste hal van de tentoonstelling had ontwerper Niek Roozen een compleet stadpark gemaakt met een indrukwekkende waterpartij als middelpunt. In het water stond een opvallend sortiment moerasplanten van waterplantenkwekerij R. Moerings. Onder andere Gunnera manicata, Zantedeschia aethiopica, Equisetum ’Japonicum’, Alisma parviflorum en Juncus effusus ’Spiralis’ sierden de vijver op. Naast de vijver had beplantingsspecialist Jacqueline van der Kloet zogenaamde ’Confettibeplantingen’ ontworpen. Een kleurrijke mix van vaste planten en bollen met onder meer Astilbe ’Icecream’, Tulipa ’Double You’, Tulipa ’Little Star’, Dryopteris erythrosora en Lilium ’Roselily’. Het stadspark werd verfraaid met indrukwekkende solitaire bomen van kwekerij Van den Berk die in enorme, witte, rechthoekige ’kooien’ van gaas stonden. In dit deel van de tentoonstelling was ook aandacht voor stadslandbouw en had Hans Blokzijl van Bomencentrum Nederland een stand gewijd aan de Keltische Bomenhoroscoop. Blokzijl gaf over dit onderwerp korte voordrachten tijdens het voordrachtenprogramma in het Theater. Andere voordrachten gingen onder meer over ’Zomersnoei en verzorging van planten’ (presentator/ hovenier Jurgen Smit), Groendaken (Roeland Pullen, BTL Realisatie) en ’Haal meer vlinders naar uw tuin’ (Kars Veling, Vlinderstichting).
10
TuinenLandschap | 11 | 2014
Floraliën.indd 10
19-05-14 12:43
Mogelijkheden van sortiment in de tuin Boomkwekerij/Groencentrum De Batterijen in Ochten viel in de prijzen met één van hun stands. Deze stand won de tweede prijs in de categorie collectie/assortiment eetbaar, en de derde prijs voor de beste Nederlandse exposant (de eerste prijs ging naar Veluweplant). De Batterijen staan bekend om hun fruitbomen en hadden op de stand sierlijk fruit zoals oude Pyrus communis ’Conference’, Vitis vinifera, Ribes rubrum ’Jonkheer van Tets’, Vaccinium en Rubus fruticosus ’Thornless Evergreen’ gecombineerd met onder meer Lavandula dentata, Quercus palustris in dakvorm en Pennisetum setaceum ’Rubrum’. Met stroken gras tussen het fruit en de sierplanten kreeg de stand een idyllisch karakter. De Batterijen speelde hiermee in op de trend om fruit in eigen tuin te kweken. De stand van De Batterijen lag in Hal 6 waar tuinen centraal stonden. Ook in deze ’tuinenhal’ lag de gemeenschappelijke
inzending van de Boskoopse kwekers. Hier toonden 28 Boskoopse kwekers hun waar, waaronder Arie en Erwin Maaijen. Zij toonden onalledaagse planten zoals Aesculus pavia ’Koehnei’ op stam, Laburnum anaqyroides ’Sun Spire’ en Viburnum plicatum ’Snowflake’. Zo lieten zij het publiek kennis-
maken met planten die je in de meeste tuincentra niet tegenkomt. Ook voor hoveniers kan zo’n verzameling bijzonder sortiment een bron van inspiratie zijn. Een minpunt bij de presentatie, maar dat geldt voor de hele Floraliën, is dat de (juiste) naamgeving bij de planten ontbrak.
Schurft-, meeldauw- en snoeivrije mini-appelbomen De Minitree is een echte innovatie op het gebied van sortiment. Minitrees zijn appelboompjes die klein blijven, maximaal 2m hoog en een 0,5 m breed. De kolomvormige
fruitbomen zijn een product waar al twintig jaar aan wordt gewerkt en dat sinds enkele jaren op de markt gekomen is. Ze zijn ontwikkeld door Boomkwekerij Fleuren in
samenwerking met een Tsjechisch onderzoeksinstituut. Bijzonder is dat de boompjes niet gesnoeid hoeven te worden. Ook zijn ze resistent tegen schurft en meeldauw. Het principe van de Minitree is ontwikkeld voor de fruitteelt. Doordat alle fruit dicht op de stam groeit, rijpt het tegelijkertijd. Het zal dan ook makkelijker worden om het fruit automatisch te laten plukken. Een ontwikkeling waarvan vermoed wordt dat die er vroeger of later zal komen. Het is nog niet zover dat de Minitrees gebruikt worden in de fruitteelt. Tot nu toe zijn de beschikbare rassen, Goldlane, Sunlight en Moonlight niet lang genoeg houdbaar voor commerciële teelt. Naast deze handappels zijn er twee sierappels: Redlane en Rosalie. De boompjes worden in verschillende vormen verkocht. In pot gekweekt en in geschenkverpakking worden ze als cadeauartikel op de markt gebracht. In het plantseizoen is er echter ook wortelgoed dat weer meer geschikt is voor de hovenier. De bomen worden niet alleen aangeprezen voor de moestuin of als plukappels, maar zijn ook geschikt als haagplanten.
<
TuinenLandschap | 11 | 2014
Floraliën.indd 11
11 19-05-14 12:43
Sortiment
Penstemon is al decennia lang bekend als dankbaar bloeiende tuinplant. Toch wordt hij mondjesmaat toegepast, vooral vanwege de beperkte winterhardheid. Wie zich echter even verdiept in de herkomst van het geslacht, kan er op de juiste plaats veel plezier aan beleven.
D
e meest bekende Penstemon is een aantal hybriden als ’Sour Grapes’, ’Garnet’ en ’Apple Blossom’. Stuk voor stuk zijn het prachtige planten die rond de 60 cm hoog worden en eindeloos lang bloeien. Door de langdurige, overvloedige bloei in een breed scala aan kleuren zouden het perfecte tuinplanten kunnen zijn, ware het niet dat ze vaak de winter niet goed doorkomen. Dat komt deels doordat deze hybriden bloed van soorten in zich hebben die niet echt winterhard zijn, maar ook doordat we ze niet goed ’begrijpen’. Veel soorten zijn namelijk pionierplanten; die houden van een verse, losse grond en worden van nature niet oud. Om ze goed
Tekst en beeld Gerard van Buiten, hortulanus Botanische tuinen Utrecht
te houden moet je ze regelmatig verjongen door te scheuren of te stekken en ze opnieuw planten in vers bewerkte grond. Daardoor zijn ze voor grote vaste plantentuinen en openbaar groen niet geschikt. Naast deze hybriden is er een aantal soorten dat het in ons klimaat verrassend goed doet. De soorten bloeien aanzienlijk korter dan de hybriden, maar er is een grotere verscheidenheid in vorm en toepassing: er zijn dankbare kleinoden voor de rotstuin, maar ook betrouwbare vaste planten voor de border. De soortbeschrijvingen zijn gebaseerd op decennialange ervaring vanuit onze grote collectie botanische soorten Penstemon.
’Pionierplant’ Penstemon Penstemon barbatus is een bijzonder mooie, variabele soort tot 70 cm hoog. Voor de tuin zijn meestal de meest rode vormen geselecteerd. De afkomst uit onder andere Arizona en Nieuw Mexico doet vermoeden dat deze plant niet erg winterhard is, maar dat valt mee. Als je voor de juiste standplaats en regelmatige verjonging (zie kader Verzorging) zorgt, is het een betrouwbare borderplant. De min of meer zodevormende plant heeft half wintergroen blad dat ongeveer 20 cm hoog wordt. De ijle bloemstengels met oranjerode buisbloemen zijn vaak wat slap maar weven zich mooi door andere planten heen. De bloei houdt lang aan: van juli tot in september. P. Barbatus ’Coccineus’ is een selectie die goed verkrijgbaar is.
12
TuinenLandschap | 11 | 2014
Penstemon_1.indd 12
15-05-14 15:37
Penstemon digitalis komt uit het oosten van de VS en heeft graag een wat vochtigere, voedzame grond. Daardoor is het bij ons een prima borderplant die heel veelzijdig te gebruiken is. De bladeren zijn half wintergroen en kleuren in de winter donkerpurperrood. In het wild varieert de bloemkleur van zuiver wit tot roze, het blad van frisgroen tot purperrood. ’Huskers Red’ is een doorgekweekte vorm waarop deze purperrode kleur is geselecteerd. De bloemen aan tot 120 cm hoge stengels verschijnen in juni en juli en trekken veel hommels. De plant zaait zich gemakkelijk uit, waardoor selecties makkelijk teruglopen.
Penstemon alpinus (officieel P. glaber subsp. alpinus) is een van de fraaie, klassiek blauwe Penstemon uit de Rocky Mountains. De lange, dichtbezette trossen met diepblauwe bloemen staan stevig rechtop en worden ongeveer 40 cm hoog. De donkergroene bladrozetten zijn wintergroen. De bloei duurt van eind mei tot juli. Een sterke plant, mits de drainage goed is en hij om de paar jaar wordt gescheurd. Mooi in rotstuinen en op de voorgrond van zonnige, droge borders. Zoiets moois is natuurlijk moeilijk verkrijgbaar, alleen is bij zeer gespecialiseerde kwekers te koop.
Penstemon hirsutus is de makkelijkste soort die net als P. digitalis uit het oosten van de VS komt. Het verspreidingsgebied loopt door tot ver in Canada. Het is een winterharde, behoorlijk langlevende vaste plant voor elke normale tuingrond. De stengels en de bloemen zijn zacht en soms wat kleverig behaard. De lila bloemen verschijnen van juni tot in september (!) aan tot 40 cm hoge stengels. De soort zaait zich soms bescheiden uit. P. hirsutus var. pygmaeus en de cultivar ’Albus’ worden tot zo’n 25 cm hoog. TuinenLandschap | 11 | 2014
Penstemon_1.indd 13
>
13 15-05-14 15:37
Penstemon euglaucus is een matvormende soort die een plaatsje vooraan in de border verdient. In de natuur komt de plant voor op droge, beboste hellingen in Washington en Oregon. Je zou daardoor verwachten dat hij moeite zou hebben met ons nattere klimaat, maar in de praktijk is het een van de makkelijkste soorten. Op een voedzame, goed doorlatende grond is het zelfs een bruikbare bodembedekker. Het blad is vrijwel wintergroen en overdekt met een blauwgrijze waas. De talloze bloemstengels worden 30 cm hoog en dragen massa’s lavendelblauwe bloemen. De planten bloeien in mei en juni en zijn zeer in trek bij hommels.
Penstemon cardwellii vormt een wintergroene plant van zo’n 30 cm hoog. De liggende stengels zijn enigszins verhout en wortelen vrij makkelijk waar ze de grond weer raken. Door de enorme rijke bloei kan de hele plant overdekt zijn met paarse bloemen die behoorlijk groot zijn; tot wel 3,5 cm lang. Ze verschijnen in mei en juni. Vergelijkbare soorten zijn P. barretiae en P. newberryi. Goede drainage is absoluut vereist, een plek in een zonnige stapelmuur is ideaal.
Penstemon pinifolius is een echte rotsplant die zo’n 20 cm hoog wordt. Het is een buitenbeentje: eigenlijk een wintergroen halfheestertje dat jarenlang op dezelfde plek kan blijven staan. Op een hete, droge plek is hij op zijn best. Deze oersterke en winterharde plant uit Nieuw Mexico groeit mooi in rotspartijen of stapelmuurtjes. De fijne, donkergroene bladeren zijn naaldvormig, de lange buisbloemen bij de soort oranjerood. De variëteit ’Mersea Yellow’ bloeit heldergeel. De bloei houdt aan van juni tot augustus. Onbegrijpelijk dat deze plant zo weinig wordt gebruikt en aangeboden.
14
TuinenLandschap | 11 | 2014
Penstemon_1.indd 14
15-05-14 15:37
oâ&#x20AC;&#x2122;n elen
uni. inage
Veelzijdig geslacht
Verzorging
Het geslacht Penstemon omvat meer dan 250 soorten, vrijwel allemaal afkomstig uit het westen van de VS en Mexico. Een groot deel daarvan bloeit in blauwe tinten en is moeilijk van elkaar te onderscheiden. Er zijn echter meer dan genoeg soorten die wit, rood of paars bloeien, zodat er veel variatie is om uit te kiezen. De hoogte kan variĂŤren van een paar centimeter bij alpiene soorten tot 120 cm bij soorten uit de prairie. Veel soorten uit woestijnen steppegebieden verdragen ons natte klimaat niet, maar soorten uit kust en bergachtige streken met meer neerslag zijn wel het proberen waard. De soorten die uit het nattere oosten van de VS komen, zijn betrouwbare planten voor elke border met normale tuingrond.
De standplaats en verzorging van de beschreven Penstemon-soorten zijn belangrijk voor succes. De herkomst van veel soorten uit het droge middenwesten van de VS geeft al aan dat ze goed hitte en relatief veel droogte verdragen. Alleen tijdens de ontwikkeling in de voorzomer moet de bodem niet te droog zijn. Ze zijn prima winterhard, maar een goed doorlatende grond en een zonnige standplaats zijn belangrijk. Humusrijke zand- of leemgrond, waar regenwater snel door wegzakt, is ideaal. Zure grond wordt niet gewaardeerd. Bemesting is voor de meeste soorten eigenlijk niet nodig. Wel belangrijk is het om de planten te verjongen, zo om de drie tot vijf jaar. Daarbij is het van belang om de grond direct te bewerken en te verbeteren met compost. De soorten zijn eenvoudig te verjongen door scheuren in het vroege voorjaar of stekken in de zomer. Knip de uitgebloeide stengels net onder de bloemen af, daardoor houdt de bloei langer aan. Eenmaal uitgebloeid, knip je bloemstengels helemaal af. Op deze manier wordt er een sterk rozet gevormd voor de winter.
Penstemon serrulatus heeft de Cascade Mountains langs de noordelijke westkust van Canada als thuisbasis. De jaarlijkse neerslag vanaf de oceaan kan daar oplopen tot 3.000 mm; dit is dus een soort die zich in ons klimaat aardig thuis voelt. Een losse, humusrijke bodem die niet al te droog is, voldoet prima. Een beetje schaduw wordt verdragen. De planten worden ongeveer 30 cm hoog en bloeien rijk met brede, eindstandige trossen in mei, juni, en juli. Ze zijn breedvertakt en aan de basis wat houtig. Zaait zich af en toe uit en is een betrouwbare, probleemloze tuinplant. Niet algemeen verkrijgbaar, en dat mag best veranderen.
<
TuinenLandschap | 11 | 2014
Penstemon_1.indd 15
15 15-05-14 15:37
559399.indd 16
19-5-2014 10:16:04
559400.indd 17
19-5-2014 10:16:34
Bedrijf en Organisatie
Herinrichting centrum Vorden vereist strakke planning Afgelopen jaar ging het centrum van Vorden op de schop. De riolering werd vervangen, de bestrating en de inrichting aangepast. Ook een deel van de bomen werd vervangen of verplaatst. BTL Bomendienst tekende voor de plantvakken terwijl Antea Group (voorheen Oranjewoud) de totale uitvoering voor haar rekening nam. Tekst Ralph Mens | Beeld BTL Bomendienst
D
e herinrichting van het centrum van Vorden (gemeente Bronckhorst) verliep in dertien fasen waarvan de laatste begin dit jaar is afgerond. Bij de werkzaamheden werd een strakke planning gehanteerd om de overlast voor winkeliers en bewoners zo beperkt mogelijk te houden. De gemeente wilde in het centrumgebied de eenduidige groenstructuur met inheemse bomen behouden. Om de inrichting toekomstbestendig te maken, moest worden gezorgd voor goede ondergrondse groeivoorzieningen. Het aantal bomen in het centrum is per saldo toegenomen. Namens BTL Bomendienst in Apeldoorn was Marc Lansink bij de herinrichting betrokken. BTL Bomendienst verzorgde de aanleg van stabiele plantplaatsen onder de verharding. Antea Group heeft deze vervolgens aangesloten op de bovengrondse plantvakken. Dit voorjaar zijn hierin de bomen geplant door Nationale Bomenbank.
Harde deadlines
In totaal zijn in het centrum van Vorden 47 nieuwe plantvakken aangelegd. De laanbeplanting versterkt het dorpse karakter. De informele inrichting creëert een erfachtige sfeer.
18
De faseringen kenden harde deadlines om de strakke planning niet in gevaar te brengen. BTL Bomendienst moest haar werkzaamheden binnen deze faseringen uitvoeren. Lansink: „Dat was best wel eens lastig om in te passen. Je moet dan opeens twee dagen opdraven. Voordeel is dat het materiaal ter plekke in een depot lag opgeslagen. Wij moesten zorgen dat de juiste mensen op het juiste tijdstip konden klaarstaan om ons deel van de werkzaamheden te verzorgen, zodat Antea daarmee zo min mogelijk vertraging opliep.”
BTL Bomendienst was betrokken bij de uitvoering van juli tot en met december 2013. „Je moet samen met de hoofdaannemer zorgen dat alle werkzaamheden binnen de planning passen. Ook wordt al het materiaal specifiek voor het betreffende project op maat ingekocht. Dat vereist de nodige planning.”
Boom Effect Analyse BTL Bomendienst was ook betrokken bij de voorbereidingen op de herinrichting. In opdracht van de gemeente maakte BTL Bomendienst een Boom Effect Analyse voor alle bestaande bomen in het plangebied. Lansink: „De vraag was welke bomen voldoende toekomst hadden in relatie tot de geplande herinrichting en konden worden ingepast in het plan. In het bestek heeft de gemeente ook als wens aangegeven om zo veel mogelijk bestaande bomen te behouden.” Aangezien de hele hoofdstructuur in het centrum op de schop ging, werd de groeiplaats van alle bomen bekeken. „Veel bomen hadden in de oude situatie te weinig ruimte en geen toekomst. Daarnaast stonden er diverse zuileiken in het centrum, deze zijn qua beeld en onderhoudsbehoefte niet op alle locaties geschikt. Ook een aantal lindes is op een andere plek teruggeplaatst.” Verder was er een rij kastanjes die waren aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Deze zijn allemaal verwijderd. „Alleen een monumentale kastanje bij de kerk is behouden. Uit onderzoek bleek dat deze gezond genoeg was om te laten staan.” In totaal zijn in het centrum 47 nieuwe bomen geplant. Hiervoor moesten
TuinenLandschap | 11 | 2014
Herinrichting.indd 18
15-05-14 15:37
n
Voor de plantplaatsen is gebruik gemaakt van een krattenlaag voor de stabiliteit en bomengranulaat als groeimedium.
nieuwe plantvakken met ondergrondse voorzieningen worden aangelegd. De gemeente legde bij de herinrichting de nadruk op een toekomstbestendige inrichting. Zo zijn in het centrum winterlindes geplant van grote omvang. Lansink: „Belangrijk bij de keuze van de bomen is de vraag of deze goed gedijen in een verharding. De winterlindes die zijn aangeplant, zijn makkelijke, sterke bomen die goed tegen de betreffende omstandigheden kunnen. Ze groeien mooi uit, laten zich goed snoeien en kennen weinig beperkingen. Het is een duurzame soort.”
Groeitijd Voor de plantplaatsen is gebruik gemaakt van een krattenlaag voor de stabiliteit en bomengranulaat als groeimedium. Tussen de plantvakken is een afstand van ongeveer 20 m aangehouden. De bomen krijgen zowel ondergronds als bovengronds meer ruimte. De doelstelling is om de bomen een lange groeitijd te gunnen. Gemeenten pakken de herinrichting van een wijk meestal tegelijk op met het vernieuwen van de riolering. Dan wordt meteen gekeken hoe de bomen erbij staan. Als dan blijkt dat bomen voor problemen zorgen,
worden deze vaak vervangen terwijl ze nog jaren mee kunnen. Lansink: „Bomen kunnen makkelijk tachtig jaar mee. Toch zie je in de praktijk dat de gemiddelde groeitijd rond de 35 jaar ligt. En dat terwijl oudere bomen juist goedkoper zijn in het onderhoud en effectiever in het afvangen van fijnstof en het opnemen van stikstof.” In het centrum van Vorden is bij de
aanleg van de groeiplaatsinrichting rekening gehouden met de toekomstige ontwikkeling van de bomen. Dit moet problemen zoals wortelopdruk zoveel mogelijk voorkomen. Helemaal uitsluiten kun je het volgens Lansink echter nooit. De herinrichting van het centrum van Vorden is inmiddels afgerond. Op Hemelvaartsdag (29 mei) wordt het dorpscentrum officieel geopend. <
’Centrum heel grondig aangepakt’ Projectleider in Vorden namens Antea Group (voorheen Oranjewoud) is Marc Hendrickx. „Het centrum van Vorden is heel grondig aangepakt. Van nieuwe riolering, bestrating en parkeervakken tot het verplaatsen en aanplanten van bomen en het realiseren van nieuwe straatverlichting. Wij hebben er alles aan gedaan om te zorgen dat bewoners en ondernemers zo weinig mogelijk overlast ervaren.” Voor iedere straat in het centrum stond een bepaalde tijd. Dit werd ook gecommuniceerd richting bewoners en winkeliers. „Door ons exact aan de planning te houden, hebben we alle betrokkenen tevreden kun-
nen stellen. Ook de gemeenten Vorden is tevreden met het project.” Over de samenwerking met BTL Bomendienst is Hendrickx ook te spreken. „De samenwerking met BTL was goed. De bomen zijn flink in de watten gelegd. We hebben BTL als onderaannemer gekozen vanwege de capaciteit. Onze eigen mensen waren we al kwijt aan het aanleggen van kolksystemen, rioleringen en dergelijke. Om aan het strakke schema te kunnen voldoen, hebben we BTL Bomendienst erbij gehaald voor de plantvakken en de Nationale Bomenbank voor het aanplanten van de bomen.”
TuinenLandschap | 11 | 2014
Herinrichting.indd 19
19 15-05-14 15:37
Bedrijf en Organisatie
Gemeenten worstelen met Flo ra Gemeenten vinden het vaak knap lastig om de Flora- en faunawet op een juiste manier na te leven. Met de komst van de nieuwe Natuurwet zal er nog meer veranderen. Tijdens zogenoemde Expertisemiddagen vertellen gemeenten hun succesverhalen, delen kennis en inspireren elkaar.
Tekst Kirsten Dorrestein | Beeld Ingimage
V
eel gemeenten worstelen met een goede uitvoering van de Flora- en faunawet, zegt Lucia Schat, projectleider ’Platform Natuur in de Gemeente’ bij Regelink Ecologie en Landschap. „Gemeenten met een ecoloog in dienst zijn meestal al een stuk beter op de hoogte dan gemeenten die dat niet hebben.” Toch hebben ook mensen met kennis van zaken moeite om een goede naleving binnen de gemeente te organiseren. Financiële middelen om ideeën tot uitvoer te brengen vormen vaak een knelpunt. Net als het vinden van de juiste informatie en het overbrengen van kennis op de inwoners. Voor de Expertisemiddagen vragen Regelink en Orange Logic elke keer een andere gemeente, die op een constructieve manier bezig is met de Flora- en faunawet een middag te organiseren. Genodigden zijn mensen vanuit heel Nederland die met deze wet te ma-
ken hebben, zoals medewerkers van overheidsinstanties, grondeigenaren, initiatiefnemers, projectleiders, -ontwikkelaars en -bureaus.
Zorg dragen Burgers die een schuur willen slopen, een dakkapel bouwen of een uitbouw aan het huis maken, weten vaak niet dat zij hiervoor een vergunning moeten aanvragen. Ambtenaren weten op hun beurt niet altijd dat het hun plicht is burgers te wijzen op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de Flora- en faunawet, om op een correcte manier om te gaan met beschermde planten en dieren. Ook gaat het vaak mis bij het uit handen geven van bouwprojecten. „In de voorbereidingsfase is iedereen er altijd wel van op de hoogte als in zo’n gebied beschermde soorten leven”, vertelt ecologisch adviseur Paul Moerman van
Sinds 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. Deze wet verbiedt het verstoren van dieren en het aantasten van vaste rust- en verblijfplaatsen of groeiplaatsen.
20
TuinenLandschap | 11 | 2014
Florafaunawet.indd 20
15-05-14 15:37
lo ra- en faunawet gemeente Westland, één van de gemeenten die onlangs een Expertisemiddag organiseerde. „Maar ik merk zo vaak dat die kennis tijdens de uitvoer opeens bij niemand meer aanwezig is. Op onze Expertisemiddag was mijn vraag dan ook: hoe kun je zorgen dat de Flora- en faunawet tot en mét de uitvoer in het vizier blijft?” De controle op naleving van de Floraen faunawet ligt bij het ministerie van Economische Zaken. De gemeente heeft die bevoegdheid niet, ook Handhaving niet. Moerman: „Als ik langs bouwwerkzaamheden in onze gemeente fiets, en ik vraag de uitvoerder naar zijn Ecologische Werkprotocol, weet hij vaak niet waar ik het over heb. Laatst had ik aan een aannemer van een klus doorgegeven dat hij van tevoren zo’n protocol moest hebben”, vervolgt Moerman. „In het gebied van de werkzaamheden leven namelijk modderkruipers en bittervoorns. In het
werkprotocol dat ik van hem kreeg, had hij standaardinformatie van internet geplukt, en daarbij ook nog alles wat voor de modderkruiper gold bij de bittervoorn geplaatst en andersom.”
Versnipperd Kennis over de Flora- en faunawet is vaak versnipperd aanwezig binnen gemeenten. Schat: „Uiteenlopende afdelingen werken aan hetzelfde onderwerp, maar soms kennen deze medewerkers elkaar niet eens. Het is van belang dat zij allemaal weten waar ze intern informatie kunnen halen.” Michèlle Schinkel, beleidsmedewerker Wijkbeheer van gemeente Heerhugowaard, organiseerde afgelopen maart een Expertisemiddag. Deze gemeente besloot een paar jaar geleden de fragmentatie van informatie over de Flora- en faunawet aan te pakken. „We wilden weten welke flora en fauna er eigenlijk in onze gemeente voorkomt”, zegt Schinkel. „Ik merkte al gauw dat verschillende afdelingen met verschillende aspecten van de wet te maken hebben en dat zij deze niet eenduidig naleven. De afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling kijkt er weer anders tegenaan dan bijvoorbeeld de groenmedewerkers. Op elke afdeling lagen losse rapporten in kasten opgeslagen. Niets was centraal vastgelegd.”
Ordenen Schinkel heeft de informatie die aanwezig was, verzameld en gezocht naar een manier om deze centraal te stellen. „Budget om een ecologisch bureau in te huren en onze gemeente geheel te inventariseren was er niet. Daarom hebben we besloten om elk jaar een vijfde deel van onze gemeente in kaart te laten brengen door middel van een quickscan. Dat is de afgelopen drie jaar gebeurd.” De Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) bood uitkomst als centraal informatiepunt. De Zoogdiervereniging, de Vlinderstichting en de waterschappen bleken al veel informatie over Heer-
Platform Natuur in de Gemeente Regelink en Orange Logic organiseren de Expertisemiddagen over natuurwetgeving op eigen initiatief. Door gemeenten intensiever met elkaar te laten samenwerken en kennis te laten uitwisselen, hopen deze organisaties dat de zelfstandigheid van gemeenten ten opzichte van de natuurwetgeving groeit en er minder fouten worden gemaakt. Regelink en Orange Logic zetten het Platform ’Natuur in de Gemeente’ op uit idealisme. Ze maken er geen winst op. Het Platform omvat een website, kwartaalmagazine, jaarlijks symposium en de Expertisemiddagen georganiseerd door individuele gemeenten. Kijk voor de eerstvolgende bijeenkomst op www.natuurindegemeente.nl.
hugowaard in deze database te hebben ingevoerd. „Een voordeel van de NDFF is dat de provincie en de andere natuurorganisaties ook gebruik kunnen maken van de gegevens die wij invoeren.” Vrijwilligers van natuurverenigingen en burgers worden bij het verzamelen van informatie betrokken. „Zij kunnen via de app waarneming.nl invoeren dat ze bijvoorbeeld op een bepaalde plek een ijsvogel hebben gezien.” Nu duidelijk is welke dieren en planten in de gemeente Heerhugowaard voorkomen, kan de natuur beter behouden worden, volgens Schinkel. De database wordt onder andere gebruikt bij het vaststellen van gedragscodes voor projectontwikkeling en bij bestendig beheer, bijvoorbeeld het maai- en snoeibeleid. Volgens Schinkel is het de ’aantoonbaarheid’ van een juiste naleving van de Flora- en faunawet die het verschil maakt. „Het staat nu zwart op wit dat een gebied waar veel orchideeën groeien op een andere manier moet worden beheerd dan een grasveldje waar niks bijzonders groeit. Het biedt de medewerkers duidelijkheid.” <
TuinenLandschap | 11 | 2014
Florafaunawet.indd 21
21 15-05-14 15:37
Watermanagement in uw eigen tuin!
Iedereen wil water in de tuin: in de vijver, op bloemen, planten en het gazon. Maar wateroverlast? Daar is niemand blij mee! Steeds meer tuinen hebben een ruim terras om heerlijk van te genieten. Intensieve of langdurige regenbuien kunnen in de tuin wateroverlast veroorzaken. Dit vraagt om oplossingen. ACO EasyGarden helpt met functionele, duurzame en esthetische oplossingen voor het watermanagement in de particuliere tuin! www.aco-easygarden.nl
ACO EasyGarden Regenwater verdient beter!
559401.indd 22
19-5-2014 14:45:50
Zo-zit-dat
Nu al inspelen op veranderingen in arbeidsrecht Hovenier Ruud Snelleman* heeft personeel waarvan de contracten binnenkort aflopen. Hij vraagt zich af hoe hij het beste kan inspelen op de wijzigingen in het arbeidsrecht. De meeste wijzigingen in het wetsvoorstel Werk en Zekerheid staan gepland per 1 juli 2015. Enkele wijzigingen gaan echter al per 1 juli 2014 in. Tekst Egbert Jan Blonk | Beeld Peter Moorman
H
et wetsvoorstel ligt nu ter beoordeling bij de Eerste Kamer. De verwachting is dat het wetsvoorstel in grote lijnen wordt aangenomen. Wat betekent dit voor u als werkgever? 1. U moet uw werknemer straks minimaal één maand voorafgaand aan de einddatum van een arbeidsovereenkomst schriftelijk meedelen of het contract al dan niet wordt verlengd. Dit geldt alleen voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden of langer. De sanctie is doorbetalen van salaris over (maximaal) één maand vanaf de aanzegging. Inventariseer voor welke contracten, die na 1 juli 2014 eindigen, u de aanzegtermijn van één maand in acht moet nemen. De aanzegtermijn van één maand gaat in per 1 juli 2014. Bij contracten die bijvoorbeeld per 1 augustus 2014 eindigen, moet u in juni 2014 al aankondigen dat u niet verlengt. 2. In het wetsvoorstel staat dat u in een tijdelijk contract van maximaal een halfjaar geen proeftijd mag overeenkomen. Maak bij indiensttreding van een werknemer vanaf 1 juli 2014 een
afweging tussen het aanbieden van een contract van maximaal zes maanden zonder proeftijd of een contract langer dan zes maanden met proeftijd. 3. Een concurrentiebeding in tijdelijke arbeidscontracten wordt straks verboden. Alleen wanneer u gemotiveerd in de arbeidsovereenkomst aangeeft dat u een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft, mag u een beding opnemen. Ga vanaf 1 juli 2014 per werknemer na of het, gelet op de functie, noodzakelijk is om in een contract voor bepaalde tijd een concurrentiebeding op te nemen en geef in het contract aan welk belang u hiermee wilt beschermen. 4. Let er op dat bij het verlengen van een contract voor onbepaalde tijd alsnog een concurrentiebeding wordt overeengekomen. 5. Op dit moment mag u binnen een periode van drie jaar maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aangaan met uw werknemer. Onderbrekingen van maximaal drie maanden worden daarbij meegeteld. Na deze keten ontstaat automatisch een arbeidsover-
eenkomst voor onbepaalde tijd. Deze ketenregeling verandert per 1 juli 2015. Het voorstel is om de ketenbepaling aan te passen door maximaal drie contracten in twee jaar met tussenpozen van zes maanden als uitgangspunt te nemen. In de nieuwe situatie ontstaat dus al na twee jaar automatisch een contract voor onbepaalde tijd en is een tussenpoos van minimaal zes maanden nodig om de keten te doorbreken (de zogenaamde 3x2x6-regel). Staat u rond 1 juli 2014 voor de keuze om een bestaand contract voor bepaalde tijd voor de eerste keer te verlengen, dan kunt u dit contract eerder dan 1 juli 2015 laten eindigen. Dan geldt de nieuwe ketenregeling namelijk nog niet. In verband met het overgangsrecht kan dan aansluitend een eventueel derde tijdelijk contract worden aangegaan met een zodanige looptijd dat het totaal van drie jaar niet wordt overschreden, zonder dat een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Ook de tussenpoos van drie maanden om de ketenregeling te doorbreken, blijft dus een jaar langer gelden. <
Egbert Jan Blonk is accountant bij Grant Thornton, E Egbertjan.blonk@gt.nl
Hoe-zit-dat?
* Deze naam is fictief
Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap | 11 | 2014
Zo-zit-dat.indd 23
23 15-05-14 15:37
Ontwerp en Inrichting
Dakpark Vierhavenstrip nadert voltooiing Het Rotterdamse dakpark Vierhavenstrip is bijna klaar. Bijna tien jaar geleden maakte landschapsarchitect Edwin Santhagens de eerste schetsen voor het grootste dakgroenproject van Europa. Het park is weids en open met een veelheid aan richtingen. In contrast hiermee zijn op sommige plekken beschutte tuinen aangelegd. Tekst Miranda Vrolijk Beeld Gerdien de Nooy
De watertrap is een highlight in het park, het ontwerp is van Sant en co, de gemeente en Rots maatwerk namen de uitwerking en de aanleg voor hun rekening. Onderaan op de zeekerende dijk is een hek geplaatst waarmee het park â&#x20AC;&#x2122;s avonds wordt afgesloten.
24
TuinenLandschap | 11 | 2014
Vierhavenstrip.indd 24
15-05-14 15:38
De watertrap ligt schuin op het talud. Santhagens heeft deze richting afgestemd op de Schippersstraat die hier op het dakpark uitkomt. „Zo trek je de stad door in het park. Helemaal aan het begin van de Schippersstraat vang je al een glimp op van de watertrap.’’ De trap leidt naar de waterspeelplek en het kassenrestaurant: de centrale ontmoetingsplek op het park.
H
et is ruim 1 km lang, slechts 80 m breed en 9 m hoog. Dakpark Vierhavenstrip ligt dan ook op een voormalig spoorwegemplacement dat de wijk Bospolder-Tussendijken van de havens scheidt. Het is een van vele binnenstedelijke emplacementen in de havenstad die in onbruik zijn geraakt toen het transport per spoor veel minder belangrijk werd. Landschapsarchitect Edwin Santhagens van het Haagse Buro Sant en co legt uit dat het rangeerterrein tussen de Vierhaven- en de Hudsonstraat destijds in een strook niemandsland veranderde. „Waar de stad met de rug naartoe lag.’’ Gemeente Rotterdam besloot om er bedrijfsruimtes te bouwen en dat er bovenop een park moest worden aangelegd dat wél verbonden zou zijn met de stad. „In die anonieme wereld moest een herkenbare openbare ruimte komen.’’ Als er in de toekomst nieuwe huizen langs de Hudsonstraat worden gebouwd, komt de wijk Bospolder wel met de voorkant richting het park te liggen. „De gemeente heeft hier heel duidelijk gekozen om eerst kwaliteit in de openbare ruimte te maken en pas daarna in de bebouwde ruimte’’, legt Santhagens uit. In 2005 en 2006 maakte hij het masterplan, het concept- en het voorlopig ontwerp. De VO-detaillering en het definitieve ontwerp zijn uitgewerkt door de gemeente zelf. De verwachting was dat het park in 2010 helemaal af zou zijn, dit is uiteindelijk vier jaar later geworden. Santhagens vermoedt dat de aanleg door de gemeente is uitgesmeerd over een langere periode vanwege de kosten. Want hoewel het dakpark een Rijksvoorbeeldproject is en daarmee uit het Stimulerings-
programma Stedelijke Vernieuwing €12 miljoen heeft gekregen, heeft het ook te lijden gehad van de in 2008 ingezette crisis. Het langgerekte park heeft twee duidelijk verschillende zijdes: vanaf de wijk BospolderTussendijken loop je vanaf de Hudsonstraat zo het groen in. Deze kant is bekleed met grasbegroeide taluds. De oude zeekerende dijk van 4 m hoog is in dit spel van op- en neergaande vlakken goed te zien. Trappen en betonpaden voeren je bovenop het park. De oostelijke zijde aan de Vierhavenstraat is van een heel ander kaliber: die bestaat uit een strakke rechte 9 m hoge gevel. Daarachter hebben zich inmiddels ’bigshops’ gevestigd, grote winkels van ketens als Blokker, Kwantum, Etos en Action. Een steile trap verbindt dit gedeelte met het dakpark. Santhagens heeft de weidsheid van de Vierhavenstrip willen benadrukken. „Op 9 m hoog staat er veel wind, dit is een plek om uit te waaien.’’ Hij heeft er daarom een open extravert park van gemaakt met grote gazons en gestrooide meerstammige bomen. Het strakke stelsel van dijken en vlakken aan de kant van de Hudsonstraat is uit functionaliteit ontstaan. Om het park ook toegankelijk te maken voor rolstoelers, rollators en kinderwagens zijn er paden aangelegd met een hellingshoek van 1 op 14. Daardoor liggen ze schrijlings tegen het talud, ze zijn van wit beton en trekken opvallende strepen door het groen die bij kruispunten omlaag of omhoog knikken. De natuurstenen trappen die dwars op het dakpark liggen, zijn veel steiler dan de betonpaden, zij hebben een hellingshoek van 1 op 3. Er zijn er zes: hun plaats en richting is afgestemd op de zes
Edwin Santhagens www.santenco.nl
> TuinenLandschap | 11 | 2014
Vierhavenstrip.indd 25
25 15-05-14 15:38
De centrale waterspeelplek bovenop het park is door Sant en co ontworpen; de (technische) uitwerking en de aanleg zijn door de gemeente en het bedrijf Rots maatwerk uit Brummen gedaan. Die laatste is ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de speelplek én de watertrap. Het complex van ribbels, spuitmondjes en fonteinen werkt als een magneet op kinderen. Zelfs op druilerige grijze dagen wordt er volop gespeeld.
straten van de Bospolder die op het dakpark uitkomen. „Zo wordt het park met de buurt verbonden.’’ Een eis die de gemeente aan het ontwerp van Santhagens stelde, was dat de bewoners van Bospolder-Tussendijken zich in het plan zouden kunnen vinden. Zij zijn per slot van rekening diegene die het park gaan gebruiken. Tijdens het ontwerpen heeft Santhagens daarom intensief met hen samengewerkt. „Wij tekenden, zij reageerden.’’ Onder meer werd er door de gemeente een busreis naar Parijs georganiseerd waar een groep bewoners samen met de landschapsarchitect een aantal hoogstedelijke parken heeft bekeken. Bij het bezoek aan park Bercy kon Santhagens de bewoners goed uitleggen wat het effect zou zijn van zijn watertrap-idee. Die trap is nu één van de opvallendste elementen in het park. „Met een gemeenschappelijk referentiekader is het makkelijker met elkaar praten. Daarom was het goed samen op reis te gaan”, verklaart Santhagens. Bovenop het park gaat de trap over in een groot waterelement met diverse waterspuiters. „Met mooi weer spelen hier tientallen kinderen.’’
Beschutte geborgen plekken
De westelijke kant van het dakpark bestaat uit een strakke gevel met daarachter winkels van grote ketens. Langs de Vierhavenstraat zijn door de gemeente zes rijen bomen geplant. De weg maakt onderdeel uit van de zogenoemde ’Park Lane’ die de groene gebieden in de stad met elkaar verbindt.
26
Verschillende thematuinen vormen beschutte geborgen plekken in het verder weidse en open dakpark. De buurtbewoners hadden hier sterk behoefte aan. Zo wordt aan de kant van de Marconitorens momenteel een speeltuin aangelegd met speelelementen die gebruik maken van het hoogteverschil.
Behalve aan de watertrap is de invloed van de bewoners ook terug te zien aan de verschillende thematuinen die op het dakpark zijn aangelegd of nog in aanleg zijn. Zo is rondom het centrale kassenrestaurant bovenop het park een mediterrane tuin aangelegd. Tegen het schuine talud in de buurt van de Marconitorens in het noorden komt een grote speeltuin en helemaal aan de andere kant van het park is een buurtmoestuin in aanleg die omzoomd wordt door een dichte haag van perenbomen. „De buurtbewoners hebben een grote behoefte aan beschutting op het dakpark. Daarom heb ik in contrast met de uitgestrektheid van de grastaluds ook geborgen plekken ingetekend. Die zijn stuk voor stuk ommuurd of omhaagd.’’ In de lengterichting verbindt een breed geasfalteerd pad de Marconitorens in het noorden met het bakstenen Diepenveengebouw in het zuiden. Die brede boulevard ligt niet lineair bovenop het dakpark, maar zigzagt. Vanaf de Marconitoren naar de kassen stijgt de boulevard geleidelijk naar 9 m hoog en volgt dan de uiterste westelijke zijde van het park om bij het restaurant een knik te maken en aan de andere kant weer verder te gaan, tot helemaal aan de andere kant van het park waar het brede pad afloopt tot maaiveldniveau. Onderlangs kun je langs de dijk naast de Hudsonstraat weer teruglopen naar het begin. „Als je wilt, kun je een rondwandeling maken. Op deze manier is het een dynamisch en volwaardig park geworden.’’ <
TuinenLandschap | 11 | 2014
Vierhavenstrip.indd 26
15-05-14 15:39
Functionaliteit en esthetiek gaan hier hand in hand volgens Santhagens. Het stelsel van op- en neergaande taluds en de strakke langzaamstijgende betonpaden voor rolstoelers zorgen samen voor een mooi beeld. De landschapsarchitect heeft de gemeente voorgesteld om op het dakpark meerstammige bomen toe te passen omdat het een winderige plek is. Door de lage vertakking zullen de bomen minder snel beschadigen. De bomen wortelen in 1 m substraat.
Dakpark Vierhavenstrip
>
▸Locatie Rotterdam, tussen de wijk Bospolder-Tussendijken en de oude fruithavens ▸Grootte 8 ha ▸Hoogte 9 m ▸Lengte 1.200m ▸Breedte 80 m ▸Ontwerp Buro Sant en co uit Den Haag ▸Detaillering VO en DO Gemeente Rotterdam ▸Jaar ontwerp 2005/2006 ▸Aanleg Koninklijke BAM Groep ▸Aanleg dakgroen Mostert de Winter uit Hardinxveld-Giessendam ▸Jaar aanleg 2011-2014 ▸Bomen Onder meer esdoorns, kersen en magnolia’s
Kijk voor extra foto’s op www.tuinenlandschap.nl
N TuinenLandschap | 11 | 2014
Vierhavenstrip.indd 27
27 15-05-14 15:39
Ontwerp en Inrichting
Het ontwerpinstituut bestaat twee jaar
’Elke ontwerper loopt een keer vast’ Twee jaar na het oprichten van het ontwerpinstituut concluderen Michel Lafaille en Jolanda Vreeken dat ontwerpers vooral behoefte hebben aan de blik van vakgenoten. Om aan die behoefte te voldoen zijn de activiteiten flink uitgebreid. „Als ontwerper moet je bij elk project weer helemaal opnieuw beginnen. Vroeg of laat loopt elke ontwerper daarom een keer vast.’’ Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Vera van den Broek
D
e ontwerperswereld is volop in beweging. Dat kunnen Michel Lafaille en Jolanda Vreeken wel stellen. Samen vormen zij de drijvende kracht achter het ontwerpinstituut dat is gevestigd in Apeldoorn. Als voorbeelden noemen zij het tuinenfestival in Appeltern dat dit jaar alweer voor de vijfde keer wordt georganiseerd ’en waarvan de inzendingen van de ontwerpers van een steeds hoger niveau zijn’, stelt Lafaille. De grote projecten van de Wilde Weelde Wereld en de Levende Tuin die op Appeltern zijn aangelegd. En branchevereniging VHG en de NVTL, die beiden hun deuren openzetten voor de ontwerpers (zie ook pagina 5).
Ontwerpers wezenlijk anders „Al die ontwikkelingen geven blijk dat er steeds meer besef is dat de ontwerpers een aparte groep binnen de groene vakwereld vormen. Er wordt wel eens beweerd dat een ontwerper een tuin- en landschapsarchitect in opleiding is, maar dat is niet zo. Beiden zijn niet opgeleid tot elkaars beroep. Het ontwerpen van een plek is wezenlijk anders dan van een landschap’’, stelt Lafaille. Het definiëren van ’de ontwerper’ blijft vooralsnog vanwege de vele overlappingen wel een heikele zaak, ook voor het ontwerpinstituut. Wat Lafaille en Vreeken echter wel benadrukken, is dat de ontwerper uitgaat van de mens en de menselijke schaal. Een ontwerper kan dus tuinen, parken, stedelijke pleinen en openbare ruimte inrichten, maar het landschap bijvoorbeeld is een te grote schaal, dat blijft het terrein van de tuin- en landschapsarchitect.
28
Het ontwerpinstituut wil in het volwassen worden van de ontwerpers als aparte beroepsgroep een bijdrage leveren. Door kennis beschikbaar te stellen via cursussen (Ontwerpkunde, Communicatie en Creatief Ontwerpen) en ontmoeting mogelijk te maken tussen ontwerpers door onder andere geregeld een Kantinegesprek te organiseren. Daarnaast wil het instituut ook zelf een aanjager zijn van nieuwe ontwikkelingen, het heeft zich met name tot doel gesteld om het onwerpersvak op een hoger niveau te brengen. Met dat laatste bedoelen Lafaille en Vreeken dat bij alle opleidingen en cursussen de opleiders keer op keer benadrukken dat het ontwerp begint met een concept, met een idee. „En dus niet met de vormgeving, het resultaat, de plantjes. Dan begin je namelijk met het einde. Je moet een plek eerst concipiëren: hóe moet die plek worden? En wát kan die plek worden voor de mensen? Die vragen moet je eerst beantwoorden voordat je met de invulling begint. En daar hebben de bestaande opleidingen veel te weinig aandacht voor’’, legt Lafaille uit. Hij geeft als voorbeeld de zogenoemde ’natuurlijke tuin’, die doorgaans een organische vormgeving krijgt. „Dan ben je dus met het resultaat begonnen, want de natuur is op zichzelf niet krom, dat wordt ze door wat er gebeurt.’’ De festivaltuinen in Appeltern zijn volgens Vreeken een goed voorbeeld van hoe het dan wel moet. „Die tuinen zijn het summum van éérst met een idee beginnen en pas daarna dat concept vormgeven.’’
TuinenLandschap | 11 | 2014
Ontwerpinstituut.indd 28
15-05-14 15:38
Michel Lafaille aan het doceren in de tuinen van Paleis het Loo in Apeldoorn, één van de vaste excursies van de cursus ’Ontwerpkunde’.
Slechtste ontwerp Na twee jaar opleiden heeft het ontwerpinstituut dit jaar besloten het cursussen- en dienstenaanbod uit te breiden naar aanleiding van kritiek en de behoefte van de deelnemers. „Wat zij willen, vinden we heel belangrijk’’, zegt Lafaille. Een van die nieuwe cursussen heet ’De Verbetering’. „We vragen ontwerpers om hun slechtste ontwerp mee te nemen, een ontwerp waarbij ze volledig de mist in zijn gegaan of domweg zijn vastgelopen, dat overkomt elke ontwerper wel een keer’’, zegt Vreeken. Dit ontwerp wordt gedurende een week herontworpen door de deelnemer waarbij hij steeds feedback krijgt van de medecursisten en de docent. „En precies daar hebben veel ontwerpers behoefte aan. Het ontwerpersvak is een eenzaam beroep, als je een keer vastloopt, heb je niet direct een vakgenoot die je op je werk kunt laat reageren. Of dat wordt gewoon niet gedaan’’, aldus Lafaille.
De tweede nieuwe cursus ’De Oude Tuin’ speelt in op de behoefte onder oudcursisten om de geleerde theorie in een bestaande situatie toe te passen. In deze cursus wordt een min of meer bekende tuin aangepakt. In een week tijd moeten de deelnemers een nieuw ontwerp maken waarbij één van hen zijn ontwerp ook daadwerkelijk mag uitvoeren. Dit jaar wordt de oude tuin van Appeltern aangepakt. Daar zijn de broers Van Ooijen ooit hun tuinenpark mee begonnen, maar inmiddels is de tuin gesloten. „We zullen jaarlijks een soortgelijke tuin onder handen nemen: een privétuin die ook openbaar toegankelijk is. Dat kan bijvoorbeeld ook een oude kruidentuin zijn’’, legt Lafaile uit.
Vier uur telefonisch contact Een derde belangrijke nieuwe dienst die het ontwerpinstituut heeft opgericht is het Bureau: de mogelijkheid voor ontwerpers om problemen tijdens het ontwerpproces aan een vakdeskundige voor te
leggen. „Het gaat dan om inhoudelijke ontwerpvragen en niet om vragen als: waar haal ik mijn plantjes vandaan of hoe krijg ik mijn geld binnen’’, benadrukt Lafaille. Het ontwerpinstituut biedt ontwerpers een telefoonabonnement aan: voor €360 hebben ze recht op vier uur telefonisch contact en feedback van één van de vakdocenten van het instituut. Met het oprichten van het Bureau speelt het ontwerpinstituut ook in op de behoefte van ontwerpers met vakgenoten hun ontwerpen onder de loep te nemen wanneer ze het zelf niet meer weten. „Elke opdracht is weer anders, daarin is ons beroep uniek’’, zegt Lafaille, „Neem een bakker of een tandarts, die doet elke dag hetzelfde. Wij niet. Niemand waarschuwt je daarvoor, maar wij moeten bij elk project weer helemaal opnieuw beginnen.’’ <
www.tuinenlandschap.nl
Bekijk het volledige aanbod van het ontwerpinstituut op www.ontwerpinstituut.nl
TuinenLandschap | 11 | 2014
Ontwerpinstituut.indd 29
29 15-05-14 15:38
559402.indd 30
19-5-2014 14:46:19
Aanleg en Onderhoud
Gele houtrups berucht De gele houtrups of gestippelde houtvlinder is een beruchte soort omdat de vingerlange rupsen flinke gangen knagen in stammen en takken van levende bomen. Hakwerk van spechten op zoek naar de vette rupsen geeft aanvullende schade waardoor takken nog eerder afbreken.
D
it fenomeen is onlangs waargenomen in wegbeplantingen met essen. Maar er zijn regelmatig aantastingen. Een kleine greep uit de Alterra-database: rupsen in een 7 cm dikke tak in de kroon van een volwassen plataan, een oude tamme kastanje met gaten in de stam op een NS rangeerterrein, een boomgaard met ’ingekachelde’ mispels met gaten van 4 mm. Steevast is de vraag - wat kan dit zijn? Uit de ingezonden rupsen of foto’s blijkt dat het steeds gaat om de gele houtrups, Zeuzera pyrina. Er zijn twee Nederlandse namen: gele houtrups (naar het uiterlijk van de rups) en gestippelde houtvlinder (naar het uiterlijk van de vlinder). Dit insect maakt gangen in stam en takken van es, eik, esdoorn, beuk, iep, els, populier, wilg, linde, berk, lijsterbes, meidoorn en hulst. Ook exoten zoals walnoot, plataan, tamme kastanje, paardenkastanje en rododendron zijn waardplanten. Van de fruitbomen worden vooral appel en peer aangetast.
Het schadebeeld kan versterkt worden door spechten die op jacht zijn naar de grote rupsen en daarbij de aangetaste takken nog verder vernielen (zie de foto rechtsboven). De vlinder heeft een spanwijdte van 40-60 mm, de vleugels zijn wit met kleine staalblauwe vlekken. Kop, borststuk en achterlijf zijn met witte haren bedekt. De vlinder vliegt ’s nachts in juniaugustus. De eitjes worden op knoppen, in schorsspleten en bij tak- en stamwonden afgezet. De jonge rupsjes boren zich in jonge twijgen die meestal afsterven. In een volgend stadium zitten ze in takken of stammen. Later komen de tot 40 cm lange gangen centraal in het hout te liggen. Tijdens de vraat worden boormeel en uitwerpselen door een opening naar buiten gewerkt. De volwassen rups heeft een lengte tot 60 mm, het lichaam is geel met zwartbruine punten. Kop en halsschild zijn donkerbruin. De rupsen overwinteren meestal twee keer en zijn in het derde jaar volgroeid. In mei-juni
Tekst en Beeld Leen Moraal, externe medewerker Alterra Wageningen UR
verpoppen ze in een met houtkruimels bedekte zijden cocon in de vraatgang. In juni verschijnen de eerste vlinders. De levenscyclus van deze soort is tweetot driejarig. Er kan, afhankelijk van boomsoort en schadebeeld verwarring optreden met wilgenhoutrups, elzensnuitkever, grote populierenboktor en Aziatische boktor.
Bestrijding In boomkwekerijen en boomgaarden kunnen economische verliezen ontstaan wanneer takken en stammetjes afbreken of afsterven. In beplantingen kunnen zwaar aangetaste bomen soms beter worden gekapt. Jonge boompjes en aangetaste twijgen kunnen worden weggesnoeid en verbrand om verdere besmetting te vermijden. Bij waardevolle bomen kan men de rupsen doden met nematoden of door met flexibele ijzerdraad in de gangen te porren. <
TuinenLandschap | 11 | 2014
Gele Houtrups.indd 31
31 15-05-14 15:38
Aanleg en Onderhoud
Vulkanisch steen verbetert ver di Om dichtgeslagen gronden beter bewerkbaar te maken kun je vulkanische bodemverbeteraars inzetten. Het maakt de klei of leem ruller en luchtiger. Toch is dit onder gemeentemensen en hoveniers nog maar weinig bekend. „Die kiezen vaak voor scherpzand, maar dat ben je zo kwijt.’’
Tekst Miranda Vrolijk Beeld Innogreen
Basaltgruis is een van de vulkanische gesteenten die als bodemverbeteraar kan worden toegepast.
32
M
eststoffenleveranciers als Innogreen, Ecostyle en DCM leveren allemaal bodemverbeteraars van vulkanische oorsprong. Zo bieden Innogreen en Ecostyle basaltmeel aan en DCM Lava Oxygen. Deze bodemverbeteraars zijn speciaal bedoeld voor klei- en leemgronden die verdicht of verslempt zijn. De producten worden gewonnen uit de Duitse Vulkaaneifel, een landschap dat is ontstaan door vulkaanuitbarstingen. De laatste dateren van 10.000 jaar geleden. De producten bestaan uit gestold lava. Vanwege die vulkanische oorsprong zijn de gesteentemelen rijk aan silicium (kiezelzuur), mineralen en sporenelementen. Ruud Snijders, eigenaar van Innogreen in Werkendam, legt echter uit dat het met name de structuurverbeterende eigenschap is waarom hij bij dichtgeslagen kleigronden basaltmeel adviseert. „Basaltmeel is positief geladen en bindt daarom aan het klei-humuscomplex dat negatief is geladen. Hierdoor verkruimelt
de klei, waardoor de structuur beter wordt. Bovendien verdwijnt basalt niet uit de grond vanwege die binding aan klei, en dat doet zand wél, dat ben je op een gegeven moment kwijt.’’ Bij bestaande gazons op kleigrond adviseert hij om na het verticuteren zo’n 10 kg basaltmeel per 100 m2 te strooien en dat nog twee tot drie jaar te herhalen. Bij nieuwe tuinen kun je volgens hem beter in één keer 20 tot 30 kg per m2 infrezen. Wel benadrukt hij dat dit altijd in combinatie met compost en eventueel micro-organismen moet gebeuren. „Omdat kleigrond arm aan organische stof is. Bovendien is door de verdichting het bodemleven aanzienlijk achteruit gehobbeld. Het is het samenspel van verschillende factoren dat uiteindelijk de structuur verbetert, basaltmeel is daarin een hulpmiddel, geen tovermiddel.’’ Bijkomend voordeel is volgens Snijders dat het basalt zelf uiteindelijk ook verweert waardoor het silicum en de
TuinenLandschap | 11 | 2014
Basaltmeel.indd 32
15-05-14 15:38
er dichte bodem sporenelementen beschikbaar komen voor de plant. Dit betekent wel dat om de zoveel jaar een nieuwe gift basaltmeel nodig is. Innogreen levert de basaltmeel in poeder- en - dit jaar voor het eerst in een gruisvorm met een fractie 2 tot 3 mm. De poedervorm heeft volgens Snijders als voordeel dat de voedingsstoffen sneller vrijkomen, de gruisvorm is echter veel makkelijker in te frezen voor de hovenier en gemeenteman.
Iets grovere vorm Bij DCM benadrukt Gerrit Klop dat uit Lava Oxygen 0-3 mm, het gesteenteproduct dat de meststoffenleverancier op sportvelden en in het openbaar groen adviseert, de kleinste 0-fractie is uitgezeefd. „Je moet een iets grovere ronde vorm gebruiken om de grond poreuzer en luchtiger te houden.’’ Als je in de bovenste 10 cm van een zware leemgrond lava infreest, levert dit 50% meer lucht op in de grond. Volgens Klop is het wel belangrijk dat het lava goed gemengd wordt met de grond, daarom moet het product met een hoog toerental worden ingefreesd. „Anders creëer je slechts een laag onderin.’’ Voor de toplaag van gazons is het product volgens hem ideaal, maar bijvoorbeeld ook voor aanplant van beuken in te natte kleigrond. Net als Snijders looft Klop de eigenschap van lava dat het veel sporenelementen bevat die langzaam vrijkomen. Borium bijvoorbeeld, dat goed is voor de celstevigheid van de plant. Dat hoveniers en gemeentes het materiaal vooralsnog maar mondjesmaat toepassen, wijt hij enerzijds aan de onbekendheid ervan en anderzijds aan de prijs. „Het is twee keer zo duur als zand, dat nu veel wordt toegepast. Maar dat ben je na een jaar kwijt en lava niet.” Om het gesteenteproduct ook onder hoveniers en groenbeheerders bekendheid te geven, zal DCM op de Nationale Gazon Demodag van 24 september (thema: een goede bodem is het halve werk) twee gazons tonen: allebei hebben ze een vettige grond, maar slechts één is bewerkt met lava. „Bezoekers kunnen dan zelf voelen dat die grond veel ruller aanvoelt.’’ <
Conno Moree, eigenaar Moree hoveniers
’Beter geen scherpzand gebruiken’ Basaltmeel werkt gewoon goed, verklaart hovenier Moree. Hij gebruikt het regelmatig als hij met een ’probleemgrond’ te maken heeft. En dat heeft hij vaak in de Hoeksche Waard waar veel zware zeeklei voorkomt (60% afslibbaar). Als voorbeeld geeft Moree een tuin in Piershil die hij zo’n vijf jaar geleden onder handen nam. Daarin lag een oude dijk die bestond uit zware kleigrond met een slechte structuur. „Vroeger wisten ze wel waarvan ze een goede stevige dijk moesten maken. Dat dijktalud was niet te bewerken.’’ Om de grond losser te maken heeft hij er per 100 m2 14 kg basaltmeel doorgewerkt in combinatie met compost. „Die grond is gigantisch opgeknapt. Hij is niet lichter geworden, maar hij valt veel beter uit elkaar, hij heeft nu een echte kruimelige structuur.’’ Het dijktalud is vervolgens beplant met vaste planten. Moree
looft met name de eigenschap van basaltmeel zich aan het klei-humuscomplex te binden, waardoor het gesteentemeel lang doorwerkt. „Veel hoveniers gebruiken scherpzand om kleigrond luchtiger te maken, maar dat werkt maar even; dat bindt zich niet aan de grond, op een gegeven moment spoelt het weg.’’ Wat hij wel benadrukt is dat je met een kleigrond nooit klaar bent. „Dat is een grondsoort die je moet blijven bewerken.’’ Om de luchtigheid te verbeteren bewerkt hij de kleigrond van plantenborders elk najaar. Met een ’ordinaire woeler’, zoals hij het zelf noemt, maakt hij de bovenste 10 cm los. „De meeste hoveniers vinden de woeler een idioot ding, maar het werkt prima. Bovendien keer je de grond er niet mee om, waardoor je het bodemleven slechts minimaal verstoort.’’
Ad Hulsbos, directievoerder groen/adviseur beplantingstechniek, gemeente Rotterdam
’Grond in arboretum veel losser’ Hulsbos werkt al meer dan dertig jaar bij de gemeente Rotterdam en de laatste jaren ziet hij daar een kentering wat de bodembewerking in openbaar groen betreft. „Er wordt meer gekeken of de bestaande grond kan worden opgewaardeerd en minder snel besloten om de grond maar af te graven en nieuwe aan te voeren.’’ Het gebruik van basaltmeel om verdichte kleigronden te verbeteren hoort daar bij. Als voorbeeld noemt hij het arboretum in Hoogvliet, waar de gemeente jaren geleden bijzondere bomen uit het depot heeft geplant. De grond bleek voor een groot deel uit afslibbare deeltjes te bestaan. „Het was één bonk ondoordringbaarheid.’’ De grond is door gemeentewerken opnieuw geprofileerd en opengetrokken. Bij die laatste bewerking is ervoor gezorgd dat de bovengrond boven bleef en de ondergrond onder om zo min mogelijk verstoring te veroorzaken. Daar waar de
bomen geplant zouden worden is door de bovenlaag basaltmeel, organisch materiaal en BioBodem van Innogreen (micro-organismen) gewerkt. Daarmee is de structuur van de bodem volgens Hulsbos enorm verbeterd. „Als je daar nu gaat graven is de grond veel homogener en losser, de extreme binding is duidelijk minder.’’ Hulsbos benadrukt wel dat dat niet alleen aan het gebruik van basaltmeel ligt, het is de combinatie van factoren die de grond heeft verbeterd. De goede resultaten in het arboretum hebben ertoe geleid dat Hulsbos ook bij de nieuwe aanplant langs de Laan op Zuid richting de Erasmusbrug basaltmeel heeft toegepast. Toch is het niet zo dat de gemeenteman het nu standaard toepast. Bij elk nieuw project worden er grondboringen genomen om de bodemgesteldheid te testen en afhankelijk daarvan wordt besloten welke bewerkingen nodig zijn.
TuinenLandschap | 11 | 2014
Basaltmeel.indd 33
33 15-05-14 15:38
Aanleg en Onderhoud
Watermanagement in de bodem Water in de bodem is vanzelfsprekend onmisbaar voor het leven in tuin en park, maar ook vaak een bron van problemen. Hoe zorg je ervoor dat je de juiste hoeveelheid water op de juiste plek krijgt en behoud? Tekst Peter Bennink Beeld Rasbak
W
ater in de bodem is niet alleen essentieel, maar ook complex. De hoeveelheid water, de beschikbaarheid ervan en de kwaliteit zijn afhankelijk van chemische, biologische en natuurkundige processen. Water in de bodem wordt vastgehouden in de grote en kleine poriën. Als een bodem uitdroogt, is het vocht dat achterblijft steeds sterker gebonden aan het bodemcomplex. De zuigspanning neemt toe. Uiteindelijk wordt de zuigspanning van de bodem zo sterk dat het water niet meer opneembaar is voor de planten. Jochem Knol, sr. Adviseur Buitensport bij Grontmij en specialist op het gebied van waterhuishouding: „Vergelijk het met een spons, als je een spons helemaal uitknijpt, komt er geen druppel meer uit, maar bevat de spons nog wel degelijk water in de kleine poriën. Dit punt noemen we het verwelkingspunt. Als je de spons onderdompelt in een emmer en vervolgens laat uitlekken, noem je dat veldvochtig of op veldcapaciteit. Dit is bijvoorbeeld het geval als het langdurig geregend heeft en het overtollige regenwater afgestroomd is.”
Zuigspanning De zuigspanning wordt uitgedrukt in een pF-waarde. Deze varieert tussen 0 (alle poriën verzadigd van water) en 7 (geen water meer aanwezig). Twee belangrijke
34
zuigspanningswaarden zijn pF 2, de bodem is dan op veldcapaciteit, en pF 4,2, dit is het verwelkingspunt. Met een pF tussen veldcapaciteit en verwelkingspunt is plantengroei mogelijk. De zuigspanning is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid water, maar ook van de grootte van de verschillende poriën in de bodem. Verschillende bodems zoals zand, klei, leem en veen hebben daarom bij dezelfde hoeveelheid vocht een verschillend vochtleverend vermogen. De verhouding tussen vochtgehalte van de bodem en zuigspanning is een kenmerk van deze bodemtypen en wordt weergegeven in pF-curves. Langs de x-as staat het vochtpercentage van de bodem, langs de y-as de zuigspanning. De vorm van deze curves zegt veel over de waterbergende capaciteiten van de bodem (zie grafieken) volgens Dan Assendorp, docent Aardwetenschappen en Landschapsecologie aan de Hogeschool Van Hall Larenstijn in Velp: „Als je een heel steile curve hebt, liggen veldcapaciteit en verwelkingspunt dicht bij elkaar. De bodem is dan snel te nat of te droog. Is de curve vlakker, dan blijft de bodem gemakkelijker vocht leveren.” Veel problemen in de bodem hangen samen met een overschot of een tekort aan water. „De waterhuishouding is eigenlijk het eerste waar je naar moet kijken bij een nieuw project”, vindt René
Jochems van adviesbureau Groeibalans. Allereerst is het van belang om vast te stellen met welk profiel je te maken hebt; een hangwaterprofiel of een grondwaterprofiel. In een hangwaterprofiel zit het grondwater zo diep dat plantenwortels er niet bij kunnen. In dit profiel ben je afhankelijk van het water dat in de bovenlaag blijft hangen. In Nederland komen hangwaterprofielen meestal voor op zandgronden die gemakkelijk afwateren. Het is dan dus zaak om de waterbergende capaciteiten van de bodem te optimaliseren. Dit kun je doen door het organische stofgehalte van de bodem te verhogen door het opbrengen van humus, verteerde mest, compost of bladaarde. Jochem Knol: „Er wordt ook wel klei bijgemengd, maar dat brengt het risico met zich mee dat het ten koste gaat van de waterdoorlatendheid van de bodem en je te maken krijgt met slechte afwatering, niet doen dus.” Een andere manier om uitdroging van de grond te voorkomen is het aanbrengen van een mulchlaag.
Beregening Op gronden die gemakkelijk uitdrogen, wordt vaak beregend. Een onderbelicht punt daarbij is de waterkwaliteit. Beregeningswater uit een diepe put of de kraan is vaak een stuk kouder dan de
TuinenLandschap | 11 | 2014
Bodem water.indd 34
15-05-14 15:39
Verschillende grondsoorten hebben eigen pF-curves. Deze geven de verhouding aan tussen de zuigspanning van de bodem en het percentage vocht in de bodem. De hoeveelheid vocht tussen veldcapaciteit en verwelkingspunt is de hoeveelheid voor planten beschikbaar water.
bodem. René Jochems: „Het bodemleven gedijt optimaal bij een temperatuur van 15-17˚C. Als je daar water van 4-5˚C opbrengt, zeker in grote hoeveelheden, dan koel je de bodem en valt het bodemleven stil. Dat heeft weer consequenties voor de humusopbouw en daarmee het bufferend vermogen van de bodem.” Een ander punt wat betreft de waterkwaliteit is de samenstelling. Regenwater is zacht, maar kraan-, bron- en oppervlaktewater kunnen allerlei mineralen en zouten bevatten die in de bodem voor ongewenste effecten kunnen zorgen. Jochems: „Zit er bijvoorbeeld veel natrium in het water, dan kan dat calcium en magnesium van het klei-humuscomplex verdringen. Wordt er bovendien veel water gebruikt, dan spoelen deze elementen ook nog uit. Daarom zijn druppelslangen meer geschikt zodat je minder water nodig hebt. Dat is beter voor het bodemleven en de minerale samenstelling van de bodem.” In een grondwaterprofiel kunnen de wortels van de plant bij het grondwater. Dat hoeft niet te betekenen dat ze bij de
grondwaterspiegel komen, maar wel dat ze de capillaire zone bereiken. De capillaire zone is het gebied waar de bodem vochtig is van het opgezogen grondwater. Het eerste stuk boven de grondwaterspiegel is de volcapillaire zone, hier is de bodem verzadigd van vocht. Daarboven komt de open capillaire zone waar een deel van de poriën met water gevuld is, maar een ander deel met lucht. Dit is een ideale zone voor wortelgroei.
Drainage Grote delen van Nederland, vooral de lager gelegen delen hebben een grondwaterprofiel. Hier is een teveel aan water meestal eerder een probleem dan een tekort. Als de bodem drassig is of slecht afwatert kun je dit oplossen door middel van drainage. Met drainage kun je zo nodig lokaal het grondwaterpeil verlagen. Wat daarbij belangrijk is volgens Jochem Knol is dat je de drainage diep genoeg legt: „Vaak wordt bijvoorbeeld bij bomen een drain
gelegd rond de wortelkluit. Dat is veel te hoog, de boom staat in natte perioden nog steeds met zijn wortels in het water, met wortelrot en slechte groei tot gevolg. Daarbij groeit de drain vol met wortels waardoor hij niet meer werkt. Er wordt vaak gedacht dat als je de drainage dicht aan de oppervlakte legt, het overtollige water eerder weg is. Dat is echter klinkklare onzin. Het gaat om het creëren van een potentiaalverschil.” De juiste diepte van drains hangt af van de onderlinge afstand, de gesteldheid van de bodem en de gewenste grondwaterstand. Knol: „Op sportvelden gaan we vaak uit van een maximale grondwaterstand van 50 cm en die bereiken we door om de 3 tot 4 m drains te leggen op een diepte van 80-90 cm. Een laatste manier om problemen met de watervoorziening op te lossen die Assendorp aandraagt, is even eenvoudig als doeltreffend: pas de beplanting aan aan de omstandigheden in plaats van andersom. Voor zowel droge als natte omstandigheden is er een breed sortiment beschikbaar (zie ook T&L 8 pp 12-15). <
TuinenLandschap | 11 | 2014
Bodem water.indd 35
35 15-05-14 15:39
559403.indd 36
19-5-2014 14:47:25
Werk in uitvoering
Wat Wie
Tekst en beeld Ton Stolk
Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar
pbennink@hortipoint.nl
42 Linden verhuizen BTL Bomendienst BTL Bomendienst verhuist 42 lindebomen. De linden, begin mei al volop in blad, zijn verplaatst naar de toegangsweg in aanleg van de nieuwe woonwijk Triangel in Waddinxveen. De bomen die met een kleine honderd soortgenoten langs een fietspad staan, moeten plaatsmaken voor een parallelweg langs de A12 bij het Gouwe-aquaduct. Met behulp van een telescoopkraan en twee diepladers gingen de linden voor slechts enkele
kilometers op transport. Volgens BTL Bomendienst gaat zoâ&#x20AC;&#x2122;n vol-zomer-verplanting ook zonder verplantvoorbereiding heel goed. De bomen hebben een fijn vertakt, betrekkelijk ondiep wortelstelsel. Voor het opnemen van de bomen heeft BTL gekozen voor een takelpen door de stam. Omdat de bomen volledig in blad staan zijn de kronen, liggend op de dieplader, behandeld met een antiverdampingsspray. <
TuinenLandschap | 11 | 2014
WerkInUitvoering.indd 37
37 15-05-14 15:39
Machines en Gereedschap
Nieuwe eigenaar Demo-Dagen:
De Demo-Dagen in Papendal zijn al meer dan een halve eeuw een begrip in hoveniersland. Door de concurrentie van Groentechniek Holland leek deze praktijkbeurs echter ten dode opgeschreven. Nu zijn de Demo-Dagen overgenomen door het Franse Profield Events, dat de beurs nieuw elan wil geven. Tuin en Landschap sprak met Profielddirecteur Frédéric Bondoux.
Tekst en beeld Peter Bennink
B
ij de laatste editie van de DemoDagen kwam maar een fractie van de bezoekers van eerdere edities, en maar de helft van de exposanten. Waarom heeft u zo’n zieltogende beurs overgenomen?
„De beurs bestaat al 55 jaar en is een begrip in Nederland. Ik geloof in het concept van de Demo-Dagen, dat sprekend lijkt op de beurzen die Profield Events in Frankrijk organiseert. Het unique selling point van de DemoDagen is dat de bezoekers de gelegenheid krijgen om de machines in actie te zien en/of uit te proberen. Dat is de grote meerwaarde van deze beurs. We willen exposanten dan ook zeker stimuleren om gebruik te maken van de mogelijkheid om hun producten te demonstreren. Daarnaast geloof ik dat Papendal een uitstekende locatie is. Het is ten eerste een groene omgeving, de machines die er gedemonstreerd worden zijn er dus in hun element. Daarnaast is Papendal
38
’Ik ben hier niet zomaar in gestapt, maar met een duidelijke visie’ voor het merendeel van het publiek uitstekend bereikbaar met de auto. Als je kijkt waar de hoveniers vandaan moeten komen en je bekijkt de wegenkaart van Nederland, dan is Papendal een hele centrale plaats. Een andere reden waarom ik geloof dat de Demo-Dagen een goede uitbreiding zijn van de Profield-portefeuille is dat ik Jan Harting goed ken. Hij spreekt ook goed Frans, dat is wel zo makkelijk in de communicatie.’’
Wat is Profield Events voor een bedrijf? „Profield Events is begonnen als organisator van landbouwbeurzen. Dat hebben we uitgebreid met beurzen op het gebied van onder meer groentechniek, bosbouw, openbare werken en bouw. We organiseren zelf beurzen maar doen ook de communicatie en marketing van de Duitse beurs voor openbare ruimte Galabau. Onze dienstverlening aan bedrijven is uitgebreider dan alleen het bieden van plaats op een beurs. We begeleiden bedrijven ook bij de manier waarop ze zich presenteren en de opzet van hun stands. Bedrijven kunnen ook bij ons terecht voor advies over marketing en productlanceringen. Daarnaast houden we ons bezig met de promotie van bedrijven en evenementen en hebben we grote databestanden die we verhuren.’’
Wat kunnen we verwachten van de DemoDagen dit jaar? Zal de invloed van Profield Events direct zichtbaar zijn? „De Demo-Dagen leken al erg op de Salon
Vert-beurzen die we in Frankrijk organiseren. Daar ligt ook het accent op praktijkdemonstraties. De beurs in Papendal zal voor de bezoekers dan ook gewoon herkenbaar blijven als de Demo-Dagen. Wel zijn er een aantal nieuwigheden. Eén daarvan is de looproute. Die is zo ingericht dat je langs alle stands komt, net als in Ikea. Dit heeft voor de bezoekers het voordeel dat zij alles te zien krijgen en voor de exposant dat alle bezoekers langskomen. Slechte standplaatsen zijn er dus niet meer in deze opzet. Om de doorstroming te bevorderen komen er wel twee ingangen. Net als de editie van 2012 kunnen bezoekers nu ook parkeren op het terrein zelf, er komen parkeerterreinen op loopafstand van de ingangen. Bezoekers hoeven dus niet meer met pendelbussen van de parkeerplaats naar de ingang te reizen. Verder worden de Demo-Dagen weer een totaalbeurs voor de openbare ruimte, dus naast tuin- en parkmachines zijn leveranciers van straatmeubilair en speeltoestellen en boomkwekers te zien op de beurs. Het is de bedoeling dat bezoekers op de Demo-Dagen alles kunnen vinden wat voor hun werk noodzakelijk is. Exposanten zullen merken dat de Demo-Dagen een nieuwe salesafdeling hebben. Voorheen gingen inschrijvingen veelal via de branchevereniging en liep de beurs bijna vanzelf vol. Nu zoeken we exposanten op en doen we aan actief relatiebeheer. Dat betekent ook dat we beter in staat zijn om in te spelen op hun
TuinenLandschap | 11 | 2014
Demo-Dagen.indd 38
15-05-14 15:39
Netwerk een aantal belangrijke beurzen op elkaar afstemmen, dat is gunstig voor de merken.’’
Wat is het Edge Netwerk en wat heeft dit voor invloed op de Demo-Dagen? „Het Edge Netwerk is een samenwerkingsverband tussen de Salon Vert in Frankrijk, Saltex in Engeland, Demo Verde in Spanje, Demo Groen in België en de Demo-Dagen in Nederland. We stemmen bijvoorbeeld de data van deze beurzen op elkaar af. Dit jaar vinden ze alle in of rond september plaats. Steeds met genoeg tijd ertussen om spullen van de ene beurs naar de andere te transporteren. Als er een nieuw model machine uitkomt waarvan nog maar een paar prototypes zijn, kunnen die zodoende op alle beurzen achter elkaar gedemonstreerd worden. Dat maakt het voor bedrijven ook aantrekkelijk om producten juist op deze Edge-beurzen te lanceren. De beurzen kunnen zo onderdeel uit gaan maken van een Europese marketingstrategie van de merken. We verwachten ook dat door deze samenwerking de Edge Award, de innovatieprijs die verbonden is aan de Edgebeurzen, in belang toeneemt. Dat kan ook weer een extra stimulans zijn voor bedrijven om juist op deze beurzen hun nieuwigheden voor het eerst te presenteren.’’
Profield directeur Frédéric Bondoux (r) en beursorganisator Jan Harting. wensen, of ze nu alleen een standplaats willen huren of een compleet pakket met turnkey afgeleverde stand en advies over de presentatie. We zijn ook actiever bij het promoten van de beurs, zowel via vakbladen als via social media.’’
Veel grote merken en importeurs hebben zich afgelopen jaar verbonden aan Groentechniek Holland, de vakbeurs van hun branchevereniging Fedecom. Waarom zouden ze nu weer teruggaan naar de Demo-Dagen? „In Frankrijk heb ik een vergelijkbare situatie meegemaakt. Daar heb ik een
landbouwbeurs helemaal van de grond af opgebouwd, terwijl de branchevereniging ook al een beurs organiseerde. Het eerste jaar was John Deere het enige grote tractormerk dat aan onze beurs meedeed, maar drie jaar later waren ze er allemaal, Fendt, New Holland, Iseki noem maar op. We willen ook niet de concurrentie aangaan met Groentechniek Holland of de Dag van de Openbare Ruimte of welke beurs dan ook. We gaan van onze eigen kracht uit. Ik geloof dat als we een goede beurs neerzetten dat leveranciers daarvan de waarde inzien en dat ze graag zullen komen om hun producten te laten zien. Daarnaast gaan we via het Edge
Hoe verloopt het met de inschrijvingen? Zijn er al merken over de streep? „Om te zeggen hoe het zal lopen met de inschrijvingen is het nog te vroeg. We merken wel een duidelijke verschuiving in positieve zin. Waar veel merken eind vorig jaar nog heel hard nee zeiden, is dat inmiddels al een misschien geworden. Het helpt bij het binnenhalen van grote merken natuurlijk dat we als Profield goede contacten hebben. We zitten sowieso al rond de tafel met vrijwel alle Europese directies van grote merken. Ze weten dus uit ervaring wat ze aan ons hebben. Ik ben hier ook niet zo maar ingestapt, maar met een duidelijke visie.” <
TuinenLandschap | 11 | 2014
Demo-Dagen.indd 39
39 15-05-14 15:39
559404.indd 40
19-5-2014 14:47:26
559405.indd 41
19-5-2014 14:49:40
BRANCHEWIJZER Personeelsdiensten
Steenkorven
Vijvers
Zaden en bollen
GREEN-PERSONEELSDIENSTEN.NL
Sierbomen - planten en struiken
Zaden en bollen
Bel of mail voor meer informatie over advertentiemogelijkheden: tel: 0342-494889, fax: 0342-494299, e-mail: svstraffic@bdu.nl
559406.indd 42
19-5-2014 14:49:23
Gespot ▸Gewicht: 90 g/m2 ▸Breedte rol: 200 cm ▸Lengte rol: 100 m ▸Gewicht: 90 g/m2 ▸Kleur: zwart-groen ▸Prijs: €225 per rol ▸Voor meer informatie: Jos Hoornstra (06) 16643408
Molwerend doek tegen mollen en larven Queen’s grass heeft een nieuw molwerend doek dat je 5-10 cm onder de grond aanbrengt. Het doek moet niet alleen tegen mollen beschermen, maar ook tegen engerlingen en emelten. Of het doek deze verwachtingen waarmaakt zal in de praktijk moeten blijken. Tekst Peter Bennink Beeld Queen’s Grass
M
ollen kunnen veel schade toebrengen aan de tuin en het gazon in het bijzonder. Daarbij zijn ze moeilijk te bestrijden. Molwerend doek van Queen’s Grass moet een definitieve oplossing bieden voor dit lastige probleem. Het idee is simpel: met een voor mollen ondoordringbare laag op 5-10 cm diepte kunnen de beestjes niet naar de oppervlakte komen en molshopen maken. Graaf je het molwerend doek aan de randen van de tuin/het gazon verticaal in tot een diepte van 80 cm, dan voorkom je helemaal dat de mollen de tuin in komen. Volgens de leverancier werkt het niet alleen tegen mollen, maar ook tegen engerlingen en emelten. Deze vraatzuchtige larven kunnen niet meer diep de grond in gaan om zich te beschermen tegen vorst.
Sceptisch over werking Insectendeskundige Silvia Hellingman, die benadrukt het product niet te kennen, is sceptisch over de werking tegen engerlingen en emelten. „Ik ken geen wetenschappelijk bewijs van de werking van dergelijke methoden. Rozenkevers kunnen nog gewoon komen aanvliegen van buitenaf en hun eitjes leggen, waarna de schade door engerlingen aan het eind van de zomer zichtbaar wordt. Pas daarna zoeken ze de diepte op. Meikevers hebben een langere cyclus die wellicht wel doorbroken zou kunnen worden.”
De werking tegen emelten is nog minder waarschijnlijk volgens de entomologe. „Emelten blijven het hele jaar vlak onder de oppervlakte. Zij kunnen dus gewoon in de 5-10 cm boven het doek hun levenscyclus voltooien.” Of het molwerende doek tegen engerlingen en emelten werkt moet dus in de praktijk blijken. Inmiddels heeft een aantal hoveniers het doek toegepast. Eén daarvan is Jaco Pelle van Tuin+ uit Nieuw Buinen: „Wij hebben een klant met een gazon van 240 m2 dat was geruïneerd door engerlingen. Toen ik dit product op de beurs in Hardenberg zag leek het me meteen een mooie oplossing voor dit probleem. We hebben het bestaande gazon afgevoerd, 10 cm grond afgeschraapt en het doek aangebracht. Vervolgens hebben we de grond verbeterd, weer op het doek aangebracht en de zoden gelegd. Bij elkaar heeft het leggen van het doek ons ongeveer een halve dag extra gekost.” Ook Richard Kleine van Tuinservice Richard Kleine kostte het een halve dag het doek met twee man aan te leggen op een gazon van 200 m2. „We hebben het afschrapen van de toplaag en het aanbrengen van het doek in gedeelten gedaan omdat je de grond anders te ver heen en weer rijdt en omdat je in een bestaande tuin niet de ruimte hebt om een grote bult zand kwijt te kunnen. Het doek is makkelijk te verwerken.” <
TuinenLandschap | 11 | 2014
Gespot molwerenddoek.indd 43
43 15-05-14 15:39
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Snoerloze buitenlamp Buitenverlichting van Gacoli geeft allure aan het terras. De lampen werken op zonneenergie en zijn daarom snoerloos en eenvoudig verplaatsbaar. Energie wordt uit het daglicht opgenomen. Dit wordt omgezet naar warm witte ledverlichting. De lampen
hebben een lange levensduur, zijn weer- en windbestendig en gemakkelijk schoon te maken. Lamp Monroe is verkrijgbaar in drie varianten: een hanglamp en twee soorten tafellampen. De kunststof lampenkappen zijn eventueel te bedrukken met een bedrijfsnaam of logo.
Poda levert omheiningen met een natuurlijke uitstraling. Bij een gebalanceerde inrichting van de natuurgebieden kunnen deze omheiningen van toegevoegde waarde zijn. Meer dan ooit zijn we op zoek naar duurzame oplossingen, we willen bedreigde dieren en planten beschermen en bio-
diversiteit stimuleren. Zowel grazers als bloemen vervullen een belangrijke rol in het ecosysteem en een open landschap trekt biodiversiteit aan. Poda heeft voor diverse toepassingen duurzame omheiningen in het assortiment opgenomen.
▸ Gacoli | (0547) 76 90 22 | www.gacoli.nl
▸ Poda Omheiningen | (033) 286 16 19 | www.poda.com
Maaiers met X-Torq motor
Hout op pootjes
Husqvarna komt op de markt met de 525-serie, negen nieuwe modellen bosmaaiers en trimmers. Allen zijn uitgerust met de X-Torq motor, die uitlaatgassen tot een minimum beperkt en elke druppel brandstof benut. Door het Low Vib-systeem heeft de gebruiker minder last
van trillingen. De bosmaaiers en trimmers zijn licht van gewicht en hebben een compacte vormgeving. De hoge stuurboom en het volledig verstelbare draagtuig zorgen ervoor dat de machines uitgebalanceerd zijn, ongeacht de lichaamsbouw van de gebruiker.
▸ Husqvarna | (036) 521 00 50 | www.husqvarna.com
44
Natuurlijk omheinen
Hillhout ontwikkelde de Nova-lijn, een serie houten producten op pootjes. Door de producten in de tuin te combineren ontstaat een fraai geheel. Nova omvat bloembakken en een tuinmeubelset. De kenmerkende pootjes geven de producten net iets meer dynamiek. Het hout is FSC-gecertificeerd en verduurzaamd geïmpregneerd tegen houtrot. De bloembakken zijn verkrijgbaar in twee verschillende maten: 60 x 50 x 50 cm en 75 x 90 x 25 cm. De tafel heeft een zwaar onderstel en is 204 cm lang. De solide banken meten 45 x 180 x 38 cm.
▸ Hillhout | (038) 421 53 69 | www.hillhout.nl
TuinenLandschap | 11 | 2014
LeveranciersTEL11.indd 44
15-05-14 15:40
Gras hoopt niet op Van der Haeghe introduceert als Iseki importeur twee nieuwe ruw terreinmaaiers: SRA 800 en 950 F. Deze machines hebben een laag zwaartepunt, groot vermogen en speciaal maaisysteem. SRA 800 heeft een werkbreedte van 80 cm en is voorzien van een hydrostatische
transmissie met twee groepen. SRA 950 F heeft een werkbreedte van 95 cm en dezelfde transmissie. Beide modellen hebben een bumper aan de voor- en achterzijde en het remsysteem heeft een afschermplaat. Een stofvin boven het maaidek zorgt ervoor dat het gras niet ophoopt.
▸ Van der Haeghe | (0345) 78 81 04 | www.vanderhaeghe.nl
Moderne koffiebonenzak B-bag mag inspiratie opgedaan hebben uit de beanbag, de hedendaagse zitzak is een stuk comfortabeler. B-bag is gemaakt van een waterbestendig materiaal. Een beanbag is een zak met koffiebonen waarop mensen die op het land werkten even konden uitrusten. De B-bag
▸ Extreme Lounging | 06 21 53 25 17 | www.extremelounging.com
Internet
Kort Stichting Veilig spelen is verhuisd van Zoetermeer naar Plotterweg 1 in Amersfoort. Het postadres van de stichting is Postbus 1230, 3800 BE Amersfoort.
wordt. Humaan ontwerp staat centraal. Omdat ontwikkeling en kennis van het vakmanschap centraal staat start het instituut een expertisecentrum: Het Bureau. Het Bureau biedt ondersteuning in ontwerp en hulp bij profilering van het eigen bedrijf.
aanstelling mag het praktijkcentrum als eerste partij het internationale European Chainsaw Certificate gaan uitgeven en de begeleiding op zich nemen van trainingsorganisaties die het nieuwe motorkettingzaagcertificaat willen gaan uitgeven.
In de nieuwe documentatiemap van ZinCo staat geactualiseerde informatie over het ZinCo daktuinsysteem. De informatie uit de map is ook digitaal verkrijgbaar. Daarnaast biedt ZinCo op locatie presentatie met passende praktijkvoorbeelden aan.
▸ Het ontwerp instituut | (0344) 63 02 86 | ontwerpinstituut.nl
▸ IPC Groene Ruimte | (026) 355 01 00 | www.ipcgroen.nl
AH Vrij heeft onlangs een nieuwe locatie feestelijk geopend. Het groen-, grond- en infrabedrijf is nu gevestigd aan de Stoelmatter in Wateringen.
▸ ZinCo | (020) 667 48 52 | www.zinco.nl
▸ AH Vrij | (0174) 71 25 55 | www.ahvrij.nl
Het ontwerp instituut ontwikkelt zich meer en meer tot een expertisecentrum waar de kennis over het ontwerpvak van tuin en park uitgedragen
IPC Groene Ruimte is door de European Forestry and Environmental Skills Council geaccrediteerd tot ’National agency’. Met deze Europese
Merijn Aldewereld is de nieuwe directeur van Gebr. de Vor Achterveld. Ook Agritech heeft een nieuwe directeur: Roeland Coopman. Met deze heren wil Mechan Groep ontwikkelingen het hoofd bieden. Daarnaast willen zij met de aanstellingen meerwaarde bieden aan het dealernetwerk en de marktpositie verder ontwikkelen.
▸ Stichting Veilig Spelen | (033) 750 10 22 | www.stichtingveiligspelen.nl
is een loungemeubel, in elke gewenste houding vormt het materiaal zich naar het lichaam. De bekleding is, naast waterbestendig, ademend, duurzaam en eenvoudig schoon te maken. B-Bag Mighty-B is geschikt voor buiten, weegt 5 kg en is leverbaar in tien frisse kleuren.
▸ Mechan Groep | (0521) 53 50 63 | www.mechangroep.nl
In de webwinkel van Rood met Zwarte stippen kan iedereen terecht voor producten om tuinplagen op de meest verantwoorde manier te bestrijden of te weren. Naast larven van lieveheersbeestjes, de natuurlijke vijand van bladluizen, zijn er bijvoorbeeld de natuurlijke bestrijders van de naaktslak, taxuskever, spint, wittevlieg, wol- en dopluis te vinden. De website bevat ook veel nuttige informatie over de natuurlijke plaagbestrijders. ▸ www.roodmetzwartestippen.nl
Becx Tuinmachines heeft een vernieuwde website. Op deze site is het assortiment te bekijken, maar ook een veiling en een actuele tweedehandsen verhuurpagina. ▸ www.becxtuinmachines.nl
TuinenLandschap | 11 | 2014
LeveranciersTEL11.indd 45
45 15-05-14 15:40
Agenda
Cursussen
250 jaar Copijn Tentoonstelling, t/m 1 augustus, Wageningen.
Flora Fauna Hack Ontdekkingsreis met vraagstukken, 23 en 24 mei, Wageningen.
▸ www.wageningenur.nl/library/ special-collections
▸ www.florafaunaheck.tumblr.com
EMVI - Gunnen op waarde Cursus voor aanbesteders, 25 juni, 24 september, 8 oktober, 3 december, diverse plaatsen.
Inspecteur veiligheid van speelgelegenheden Opfriscursus, 19 juni, 11 september, diverse locaties. ▸ www.keurmerk.nl
▸ www.crow.nl
Natuurkracht Zomertentoonstelling geïnspireerd op bomen en bos, t/m 7 september, Apeldoorn.
Update nieuwe aanbestedingswet Workshop, 27 mei, 11, 12, 17, 20, 25 juni, diverse locaties.
Speelruimtebeleid Cursus, 4 en 5 juni, Utrecht.
▸ www.coda-apeldoorn.nl/natuurkracht
▸ www.crow.nl
▸ www.speelruimte.nl
Planten uit de oertijd Tentoonstelling, t/m 1 oktober, Leiden.
Actuele insectenaanpassingen in bomen Cursus, 1 juni, Arnhem.
Werken aan de duurzame stad Bijeenkomst, 6 juni, Rotterdam.
▸ www.hortus.leidenuniv.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.ruimtevolk.nl
Kroonjuwelen Tentoonstelling, t/m 31 december, Amsterdam.
Natuurlijk spelen en het WAS Cursus, 2 juni, 24 september, 13 november, diverse locaties.
Duurzaam onkruidbeheer op verharding en in openbaar groen Verlenging spuitlicentie, 7 juni, Schinnen.
▸ www.dehortus.nl
▸ www.keurmerk.nl
NatuursteenVakdag 23 mei, Harderwijk.
▸ www.dlvplant.nl
▸ www.brancheplatformnatuursteen.nl
Landschapstriënnale Evenement over landschap, parken, kunst en cultuur, 25 mei t/m 21 september, Elst. ▸ www.landschapstriennale.nl
Japanse tuinen in de praktijk Duits/Engels seminar, 14 t/m 18 juli, Atami, Japan.
Botanisch tekenen Zomercursus, 15 t/m 19 juli, Leiden.
Beeldbestekken Cursus, 4 juni, Eindhoven.
Herkenning en toepassen van loofbomen en heesters Cursus, 10 en 11 juni, Wageningen en Ede.
▸ www.anitawalsmitsachs.nl
Permacultuur en duurzaam ondernemen Kennismakingsmodule cursus, 11 en 12 juni, Alkmaar.
Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 5 juni, 8 september, 16 oktober, 17 november, 12 december, diverse locaties.
Hoe kunnen we Growing Cities duurzaam vergroenen? SVS voorjaarssymposium, 12 juni, Odijk.
▸ www.keurmerk.nl
▸ www.sempergreen.com
Praktijkmiddag beeldkwaliteit Bijeenkomst CROW, 25 juni, Ede.
Excursie Platform Ontwerpers 14 juni.
▸ www.levende-stad.nl
▸ www.vhg.org/platformen/ontwerpers
▸ www.fleurig.nl
Festival of Plants 13 t/m 15 juni, 13, 14 september, Heers, België.
▸ www.dendrologie.nl
▸ www.gt.nl/jaarurenmodel
▸ www.onderwijsgroepnwh.nl
Fleurig Beurs, 11 t/m 15 juni, Bennekom (Ede).
Dendrologie Start tweede leergang, 5 juli, Geldrop.
▸ www.crow.nl
▸ www.vitalegroenestad.nl
▸ www.moerheim.com
▸ www.siergras.nl
▸ kosugi-zohen.co.jp/seminar_top.htm
Groene baten door slimme plantkeuze Kennisbijeenkomst, 5 juni, Leeuwarden.
Flower Trials 10 t/m 13 juni, Leimuiderbrug.
Prairietuin Cursus, 2 en 9 juli, De Wilp.
Is er meer dan het jaarurenmodel? Masterclass, 10 juni, Lunteren.
▸ bomenkennis@hotmail.com
▸ www.kunsthal.nl
▸ www.crow.nl
EMVI - Gunnen op waarde Cursus voor inschrijvers, 3 juni, 17 juni, 30 september, diverse plaatsen.
▸ www.crow.nl
IABR-2014 Urban by Nature Tentoonstelling, 29 mei t/m 24 augustus, Rotterdam.
Beeldkwaliteit Praktijkmiddag, 25 juni, Ede.
Succesvolle openbare ruimte Opleiding, 27 augustus, Breda. ▸ www.crow.nl
Kwekerijsafari 2 september, Regio Amsterdam. ▸ www.cobra-adviseurs.nl
Beeldbestekken Cursus, 3 september, Bunnik. ▸ www.crow.nl
Siergrassen en hun toepassingsmogelijkheden Cursus, 3 en 10 september, De Wilp. ▸ www.siergras.nl
▸ www.hex.be
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
46
Redactie Bakker hoofdredacteur (071) 565 96 55 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2014 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
TuinenLandschap | 11 | 2014
Agenda_Cursus3kolomTEL11.indd 46
19-05-14 12:42
Foto Ralph Mens
Groene Gast
John Koomen De Kunstkwekerij viert zijn eerste lustrum. Hoe is dit initiatief ontstaan? „Ik werd eigenlijk door de bomen getriggerd. ’Hoe krijg je mensen de kwekerij in?’, vroeg ik mij af. In eerste instantie begonnen we met kunst uit de regio. Daarna kwam Marianne Laan erbij als conservator, toen zijn we met echte broodkunstenaars verder gegaan. Ze komen nu uit heel Nederland, van Groningen tot Zeeland.”
Hoe worden de beelden geselecteerd? „Door veel te Googlen. Daarnaast krijgen we ook naamsbekendheid, kunstenaars tippen collega’s. Inmiddels werkt het veelal via referenties en krijg je een ’zwaankleef-aan’-effect.” John Koomen is eigenaar van John Koomen Tuinen uit Wognum.
Wat is de link tussen kunst en groen? „Het is één synergie. In de oudheid
was er altijd kunst aanwezig in de tuin, ze complementeren elkaar. Met kunst geef je het groen kracht en andersom. De kunst moet wel goed geplaatst worden. Je moet beelden omgeven met groen, niet als eiland op zichzelf laten staan. Verder is kunst ideaal om zichtlijnen te creëren en assen in de tuin te accentueren. Kunst brengt extra rust in de tuin. Wat mij betreft wordt er nog te weinig met kunst gedaan door de groensector. Natuurlijk moet de klant het ook willen. Vaak tekenen we het alvast in, en beslist de klant pas later om daadwerkelijk een beeld te plaatsen op die plek.”
Leidt de expositie ook tot meer werk voor het hoveniersbedrijf? „Mondjesmaat. Er is wel veel waardering voor en je kunt je ermee
onderscheiden. Vaak zie je dat de vrouwen voor de kunst komen en de mannen voor de bomen. Het zorgt ervoor dat je een verhaal hebt. Het gaat om de beleving, het gevoel, dat geeft een toegevoegde waarde.”
Wat is uw favoriete kunstwerk? „Er is ieder jaar één kunstwerk dat mij meer aantrekt dan andere. Dit jaar is dat dit beeld, Tegen de wind in, van Marten Groen. Waarom dat zo is, weet ik niet. Het is simpel, van cortenstaal gemaakt. Maar ik blijf er steeds naar kijken. Sowieso is het een kick om vandaag meer dan honderd man over de kwekerij te zien lopen. Vanaf deze week is de expositie voor iedereen vrij toegankelijk, tot 13 oktober. Dan moeten er weer bomen worden gerooid.” <
TuinenLandschap | 11 | 2014
GroeneGast.indd 47
47 19-05-14 12:42
559407.indd 48
19-5-2014 14:46:57