19 Vakblad voor de groenvoorziening | 37e jaargang | 10 september 2015
Beplantingsconcepten
Kleur en biodiversiteit in openbare ruimte ’Concept geeft hogere belevingswaarde’ Vaste planten op A-locaties en in de wijk
Voorplaat.indd 1
03-09-15 15:43
620109_.indd 2
7-9-2015 12:43:50
Inhoud
Nummer 19 | 10 september 2015
Themanummer Beplantingsconcepten In Tuin en Landschap 19 is het themanummer Beplantingsconcepten opgenomen. Hierin komen diverse groenconcepten voor de openbare ruimte aan bod. Sommige concepten bestaan al langer, andere zijn nog maar net op de markt. Omdat beplantingsconcepten steeds vaker worden toegepast in het openbaar groen, zetten we de tien opvallendste op een rij.
Nieuws Foto voorplaat Gerard-Jan Vlekke
4 5 18 6 7 8 9
BTL test middel tegen kastanjebloedingsziekte Kamer lijkt voor verbod chemische bestrijding, maar tegen verbod laagrisicomiddelen Bentheimers kunnen duizendknoop niet aan Stelling 2.0 wint duurzaamheidsprijs Maak van Nederland een bloemenland Tuin en Landschap online
Beplantingsconcepten
32
42
12 Interview: ’Ontzorgen van gemeenten heeft de toekomst’ 14 ’Met ’Green to Colour’ is de angst voor vaste planten weggenomen’ 18 ’Wij willen een succes maken van stedelijke bloemenweides’ 24 Kleurrijke boeketten in de volle grond 28 ’Heem-vegetatie blijft tot in lengte van jaren goed’ 32 Bollenmengsels brengen kleur en biodiversiteit in openbare ruimte 38 Vaste planten op A-locaties en als wijkgroen 42 Darthuizer wil met Fleur & Kleur-concept maatwerk leveren 48 ’Met Zorgeloos Groen heb je het hele jaar kleur in de border’ 52 Garantie op eindbeeld met Clever Green Solutions
Service 60 Leveranciersnieuws 62 Agenda en cursussen 63 Groene Gast: Ben en Günther de Rooy 48
TuinenLandschap l 19 l 2015
Inhoud.indd 3
3 07-09-15 13:31
Nieuws
De Levende Tuin in spotlights op Plantarium Foto Lex Fioole, Boskoop
BTL test middel tegen kastanjebloedingsziekte
Op donderdagavond 27 augustus konden Alphenaren die zich inzetten voor hun gemeente maar ook 150 bestuurders uit buurtgemeenten en Provincie een bezoek brengen aan Plantarium by Night op uitnodiging van het college van B&W van Alphen aan de Rijn. De ruim 500 genodigden kregen in kleine groepen een rondleiding langs stands en presentaties, waaronder die van De Levende Tuin. In het ontwerp van Studio Nico Wissing werd getoond hoe je een moderne, duurzame groene oase kan maken van de tuin waarmee je de biodiversiteit bevordert, maar ook een oplossing biedt voor vraagstukken als wateroverlast en fijnstof. <
De afgelopen jaren hebben BTL Bomendienst en Wageningen UR gewerkt aan een middel tegen kastanjebloedingsziekte. In samenwerking met een aantal gemeenten wordt het middel nu getest. Het middel wordt op verschillende manieren op en in de boom aangebracht. Uiteraard zijn er ook controlebomen om te zien of eventuele veranderingen in het ziektebeeld niet door externe factoren worden veroorzaakt. Volgend voorjaar zullen de bomen weer worden onderzocht, en over een jaar weer. Dan verwacht BTL de eerste resultaten. Het project loopt al sinds 2012. Het team boomziekten en -aantastingen van BTL werkt daarbij samen met bacteriologe Joeke Postma van Wageningen UR. Het onderzoek is begonnen met het zoeken naar een middel waarop de Pseudomonas syringae bacterie, die de ziekte
veroorzaakt, reageert. In petrieschaaltjes werden verschillende middelen bij de ziekteverwekker gevoegd. De beste resultaten werden behaald met een bacterie. In vervolgonderzoek is getest of de bacterie ook toegepast kon worden op geïnfecteerde zaailingen. In eerste instantie leken de resultaten tegen te vallen volgens Ron Schraven, hoofd Boomziekten en Aantastingen bij BTL. „We hadden eigenlijk het idee dat we op een dood spoor zaten, maar een jaar later zijn we toch weer eens gaan kijken en toen bleken er significante verschillen te zijn tussen de behandelde bomen en de controlegroep.” De onderzoekers gingen op zoek naar beheerders die wilden participeren om het middel ook in de praktijk te kunnen toetsen. Die vonden ze in de gemeenten Boxtel, Den Haag, Ermelo, Huizen, Leiden en Maastricht, waar nu de experimenten plaatsvinden. <
Commentaar
Concepten Dit nummer van Tuin en Landschap staat geheel in het teken van beplantingsconcepten voor de openbare ruimte. Deze concepten zijn sterk in opmars de laatste jaren, iets waar vreemd genoeg onder andere gemeentelijke bezuinigingen aan ten grondslag liggen. Dat lijkt onlogisch, maar is het niet. Door een slim beplantingsconcept aan te leggen, kan worden bezuinigd op beheerkosten. Daarnaast zien we dat het omvormen van openbaar groen, waarbij heester- en plantvakken plaats maakten voor gazon, veel burgers tegen de borst stuit. Deze burger roept vervolgens om meer kleur in de plantsoenen en voilà, het beplantingsconcept komt weer om de hoek kijken. Ook burgerparticipatie lijkt een rol te spelen bij de opmars van beplantingsconcepten. Want waar gemeenten de groendiensten de deur uit hebben gedaan, en waar burgers worden betrokken bij de
4
TuinenLandschap l 19 l 2015
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 4
inrichting van het openbaar groen, daar is het fijn om een specialist in de arm te kunnen nemen die weet welke beplanting aanslaat en welke niet. Als laatste spelen biodiversiteit en bijensterfte een belangrijke rol. Niet voor niets voeren de drachtplanten van bijen en vlinders de boventoon in de diverse beplantingsconcepten. We zien zelfs een verschuiving in sortiment, bijvoorbeeld bij bloembollen, van klassieke bloemen als narcis en hyacint, naar bijvriendelijke bollen als Allium en Camassia. Wordt het niet een beetje veel van hetzelfde met al die standaard concepten? Dat valt erg mee. En daarbij, er komen steeds nieuwe concepten bij met andere accenten, ander sortiment en andere combinaties. De opmars van de concepten lijkt dus voorlopig wel even door te gaan. Voor groenbedrijven ligt hier een kans, om aan te haken bij een bestaand concept, of door zelf een concept in de markt te zetten. Ralph Mens vakredacteur
07-09-15 13:38
Kamer lijkt voor verbod chemische bestrijding, maar tegen verbod laagrisicomiddelen Er tekent zich een kamermeerderheid af vóór een gebruiksverbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen. Het verbod op laagrisicomiddelen kan echter niet op steun van de Tweede Kamer rekenen. Dit blijkt uit de inbreng van diverse partijen voor het schriftelijk overleg over de Wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Vlak voor het zomerreces verraste staatssecretaris Mansveld van Milieu de Kamer met een brief waarin zij aangaf de uitzondering op laagrisicomiddelen in te trekken. Aanleiding was een onderzoek van het RIVM waarin het mogelijke risico van grootschalig gebruik van laagrisicomiddelen voor het milieu werd benadrukt. Ook stelde Mansveld dat het risico bestaat dat deze middelen
op den duur alsnog worden verboden onder Europese regelgeving. Uit de inbreng van de diverse politieke partijen voor het schriftelijk overleg blijkt dat een meerderheid van de Tweede Kamer inmiddels overtuigd is dat er een algemeen gebruiksverbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen moet komen. Alleen de VVD en het CDA lijken nog tegen zo’n algemeen verbod te zijn.
Uitzonderingen Andere partijen zetten met name vraagtekens bij de uitzonderingen, bijvoorbeeld op het gebruik van chemische middelen op sport- en recreatieterreinen waar kinderen worden blootgesteld aan deze stoffen, en op de uitzondering voor particulier
gebruik op onverhard terrein. Hierbij vragen partijen zich af hoe de staatssecretaris denkt te voorkomen dat particulieren niet toch hun stoepje of terras met chemische middelen gaan behandelen.
Laagrisicomiddelen Minder begrip hebben diverse partijen voor het intrekken van de uitzondering op laagrisicomiddelen. Het CDA, ChristenUnie en SGP vragen de staatssecretaris om de uitzondering op laagrisicomiddelen alsnog toe te staan. Diverse partijen, waaronder VVD, CDA en SGP, maken zich zorgen over de uitstoot van schadelijke stoffen door alternatieve bestrijdingsmethoden zoals branden en stomen, en vragen zich af of de risico’s voor het milieu en de volksgezondheid van deze methoden zijn onderzocht.
De PvdA vindt professioneel gebruik van laagrisicomiddelen geen optie in verband met de negatieve invloed op de waterkwaliteit. De partij zou echter wel een uitzondering voor particulier gebruik willen toelaten. Zorgen maakt de PvdA zich over gebruik van niettoegelaten middelen zoals azijn en zout. De partij wil dat het kabinet onderzoek doet naar het effect hiervan op het milieu en het gebruik gaat monitoren.
Begraafplaatsen D66 vraagt of het klopt dat gemeenten begraafplaatsen willen aanwijzen als ’recreatieterrein’, om zo onder het verbod op chemische onkruidbestrijding uit te komen. De partij vindt het onwenselijk dat overheden zo de regelgeving proberen te ontwijken. <
Natuurspeelplaats voor Mañana Mañana Foto Ton van Vliet
Daags voordat het muziekfestival Mañana Mañana in het Achterhoekse Hummelo losbarst, bouwen medewerkers van vijf groene bedrijven aan een natuurlijke speelplaats op het terrein. De vijf hebben geheel belangeloos menskracht en materiaal ter beschikking gesteld aan het festival „zodat jong en oud even old school los kunnen gaan met weer eens wat anders dan muziek en cultuur’’. Het gaat om De Tuinen van Geerdink, Oswald Hovenier, Boomkwekerij Rendering, boomsculpturist Hans Nijmeijer en Van Vliet Kastanjehout. Mañana Mañana vond eind augustus voor de derde keer plaats. De drie dagen vol muziek, theater en cultuur trokken ruim 13.000 bezoekers. <
TuinenLandschap l 19 l 2015
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 5
5 07-09-15 13:38
Nieuws
De Japanse duizendknoop staat niet bovenaan het menu van de Bonte Bentheimers in Oosterbeek. De zes varkens, die sinds april een strook van 5.000 m2 moeten vrijhouden van het onkruid, blijken de voorkeur te geven aan kastanjes en eikels. Volgens gemeente Renkum zijn de Bentheimers wel aan de Japanse duizendknoop begonnen, maar dat gebeurde pas toen de voorraad eikels en kastanjes op was. De zes bestrijden de duizendknoop daarmee minder effectief dan de gemeente zou willen. „Mogelijk is het terrein te groot voor de het aantal varkens’’, laat een woordvoerder van de gemeente weten. Of het een kwestie is van meer varkens inzetten, daarover beslist de gemeente pas nadat het experiment eind oktober wordt beëindigd. „We willen ook niet te veel varkens op een te klein stukje zetten, ze moeten zich natuurlijk kunnen gedragen. Het blijft zoeken naar
een evenwicht daartussen. Wellicht kunnen we volgend jaar met wat volwassener dieren kunnen.’’ De zes biggen waren in april namelijk nog erg jong. Andere media berichtten onlangs dat de gemeente de Japanse duizendknoop met een chemisch middel heeft bestreden omdat de varkens het onkruid niet aankunnen. Volgens de gemeente is dit echter alleen in het aangrenzende perceel gebeurt, en zeker niet in de strook waar de varkens grazen. De gemeente heeft hiervoor het middel Ultima ingezet in combinatie met het afmaaien van de duizendknoop. De varkens blijven tot eind oktober op de locatie langs de Nico Bovenweg in Oosterbeek. Vervolgens evalueert de gemeente het experiment qua resultaat en kosten. Ook wordt de mening van de omwonenden meegenomen. Aan de hand van de evaluatie besluit de gemeente of ze volgend jaar doorgaat met het project. <
Foto Van Gogh Museum Amsterdam
Bentheimers kunnen duizendknoop niet aan
Zonnebloemenlabyrint voor Van Gogh Vorige week is op het Museumplein in Amsterdam een zonnebloemenlabyrint aangelegd. Dit gebeurde ter ere van de nieuwe entree van het Van Goghmuseum. In totaal gingen 24 vrachtwagens met zonnebloemen van vijf verschillende bloemenkwekers richting het Museumplein. Bezoekers werden via het labyrint naar de nieuwe entree van het museum geleid. In totaal zijn er 125.000 zomerbloemen verwerkt in het labyrint. Zondag zijn de zonnebloemen uitgedeeld aan het publiek. <
c o l u m n
Synoniemen Wat een bijzonder thema voor ons vakblad dit keer. Vind het nogal gewaagd eerlijk gezegd: Conceptie van beplantingen en dan nog wel in de openbare ruimte. Hoe moet je je nu zoiets voorstellen? Moet ik dat zien als de naakte natuur op straat? Een gangbang van groepjes vaste planten, midden op een rotonde? Wellustige eenjarigen die, voordat ze zijn uitgebloeid, nog even de bloemetjes buiten zetten? Een datingpleintje, speciaal voor solitairen? Met als hoogtepunt een heuse Green Parade in de grachten van Amsterdam. Het zou wereldnieuws zijn met krantenkoppen als ’Een uit de hand gelopen geheim genetisch project in Aalsmeer’, ’Planten zorgen nu zelf voor nageslacht’ en ’De natuur neemt heft in eigen hand’. Het gaat ons voorstellingsvermogen bijna te boven en... Oei, excuus, zie nu tot mijn schrik dat ik toch echt aan een leesbril toe ben, maar het kan net zo
6
TuinenLandschap l 19 l 2015
NieuwsPag_6-7.indd 6
goed een tijdelijke vorm van dyslectie zijn geweest. Het thema blijkt namelijk te gaan over beplantingsconcepten voor de openbare ruimte. Totaal andere koek natuurlijk. Helaas, geen tijd meer om de inhoud aan te passen. Deadlines zijn nu eenmaal deadlines en de redactie is daar nogal strikt in. Nu maar hopen dat ze niet te streng zijn op censuur. Ondertussen nog even snel gegoogled. En wat blijkt, het begrip conceptie kent gelukkig nogal wat synoniemen. Naast impregnatie, ontvangenis en bevruchting staat het voor denkbeeld, voorstelling, gedachte, begrip , idee... Pfff, als lezers van Tuin en Landschap laten jullie je eigen fantasie er maar op los. Ben benieuwd naar alle voorstellen rond het thema. Zelf denk ik dat ik wel goed weg kom met dit conceptje en het mag wat mij betreft gerust de openbare ruimte in worden gestuurd.
Jack van Haperen ontwerper/hovenier Bart Hoes tuinontwerper Ruud Vermeer hovenier
Bart Hoes info@barthoes.nl
07-09-15 13:38
Stelling 2.0 wint duurzaamheidsprijs
Een innovatief groenrecept dat is Stelling 2.0, zo staat op de site destelling2.nl geschreven. Initiatiefnemer Ton van Oostwaard, die in zijn dagelijks werk senior adviseur visie&ontwikkeling van de gemeente Amstelveen is, wil de inmiddels 101-jarige Stelling van Amsterdam een nieuwe verdedigingsfunctie geven: die tegen fijnstof. De metropoolregio Amsterdam zal zich economisch blijven ontwikkelen, maar dat heeft negatieve consequenties voor de omgevingskwaliteit en gezondheid van de bewoners. Van Oostwaard ziet in de natuur daar een oplossing voor. Met
een groene gordel van klimaatadaptieve planten rondom het stedelijk gebied kan economische groei samengaan met verbetering van luchtkwaliteit en leefbaarheid. Van Oostwaard deed samen met kwekers uit Greenpoort Aalsmeer onderzoek naar plantensoorten die het meest effectief zijn in het afvangen van fijnstof en CO2. Ze selecteerden een Lonicera die zowel op blad, stamper als bloem bovengemiddeld behaard is en daardoor veel fijnstof afvangt. De kamperfoelie kreeg de toepasselijke, niet officiële naam ’Green Junkie’.
Klimaatbestendig In samenwerking met Wageningen Universiteit en Research werd onderzocht of deze Lonicera ook klimaatbestendig is. De plant kan een temperatuur aan die 5°C boven het huidige Nederlandse gemiddeld ligt. Hij groeit dan sneller, langer en rijker dan andere soorten. Dat heeft als voordeel dat de plant goed is in te zetten als biomassa. Berekend is dat
hij 12 ton biomassa per hectare oplevert. Daarbij groeit hij goed op elke standplaats; langs snelwegen, op balkons, in vegetatiewanden en op daken.
Biomassa en recreatie De ruimte voor de klimaatgordel vond de initiatiefnemer in het 135 km lange lint van dijken, wegen en 46 verdedigingswerken die als een grote ’G’ om de metropool ligt. „Als je dat beplant met de kamperfoelie en andere klimaatadaptieve soorten als wollige sneeuwbal en olijfwilg zal dat 3 biljoen km aan luchtvervuiling van auto’s kunnen afvangen en 60.000 ton biomassa opleveren. Daar kun je de huishoudens in Amsterdam mee verwarmen”, legt Van Oostwaard uit in zijn TEDx-lezing. De visionair ziet in de groene gordel ook een meerwaarde voor de natuur- en cultuurbeleving van de metropoolbewoners. Een groot ringpark, waarin Fort Vijfhuizen als galerie en een ander fort als wijnchateau dienst kan doen, of waar meerdaagse festivals
kunnen worden georganiseerd. Vanuit de Groene klimaatgordel zouden er groene wiggen de stad in moeten lopen, zodat de natuur dicht bij huis komt en je in een groene oase naar het ringpark zou kunnen wandelen en fietsen.
Erkenning Met zijn plannen die de luchtkwaliteit, de biodiversiteit maar ook de werkgelegenheid verbeteren krijgt Van Oostwaard steeds meer bijval. Rijkswaterstaat, Provinciale Staten en de Dienst Ruimtelijke ordening van Amsterdam staan er positief tegenover. De gemeenten Haarlemmermeer, Uithoorn, Aalsmeer en Amstelveen willen ruimte bestemmen voor de luchtzuiverende beplanting. De Groene Klimaatgordel staat genoemd in de Green Deal voor biobased economy Grassen & Gewassen die in januari 2014 door achttien organisaties werd ondertekend. Zelf zou Van Oostwaard het klimaatthemapark in 2022 gerealiseerd willen zien aansluitend op de Floriade in Almere. <
Hermitage voorziet Hortus van warmte Minister Jet Bussemaker (op de foto rechts, naast v.r.n.l. Cathelijne Broers, directeur Hermitage, Taeke Kuipers, directeur Hortus Botanicus en Sebastiaan Lagendaal, hoofd Facilitaire Zaken, Hermitage) opende op 2 september het project ’Tussen kunst en kas. Energie delen aan de Amstel’. De Hermitage en de Hortus Botanicus worden het komende jaar door 425 m lange buizen met elkaar verbonden. Zo kan de geaccumuleerde bronwarmte van de Hermitage gebruikt worden voor de verwarming van de monumentale palmenkas in de Hortus en levert de Hortus gekoeld water terug aan de Hermitage voor de koeling van de kunst. <
Foto Evert Elzinga
Foto Van Gogh Museum Amsterdam
Project Stelling 2.0 heeft de VHG Samen groen en doen-prijs gewonnen. Initiatiefnemer Ton van Oostwaard ontving de prijs uit handen van VHG-directeur Egbert Roozen. Met een 135 km lang thema-klimaatpark op de stelling van Amsterdam wil Van Oostwaard de luchtvervuiling stoppen. De prijs werd uitgereikt in het kader van Duurzame Dinsdag.
TuinenLandschap l 19 l 2015
NieuwsPag_6-7.indd 7
7 07-09-15 13:38
Uitgesproken
Maak van Nederland een bloemenland
Er is ook een harde economische reden om ons eens in de bloemetjes te verdiepen. Bloemen verschaffen werk aan laaggeschoolden en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bloemen zijn arbeidsintensief. Ze moeten geplant, water krijgen, er moeten dode
Een impuls voor bloemen is óók een impuls voor de vraag naar arbeid
bloemetjes geknipt, onkruid dient verwijderd te worden, meststoffen tijdig toegediend. En ze moeten worden vervangen, waarna het hele circus opnieuw begint. Dit is precies de reden waarom bloemen nagenoeg verdwenen zijn uit de openbare ruimte in Nederland. Gemeenten, die opdraaien voor de kosten, hebben de afgelopen pakweg twintig jaar sterk gestuurd op dalende onderhoudskosten per vierkante meter. Gras erin en maaien maar, dat is het parool. Er zijn esthetische redenen om te vinden dat een terugkeer van het rozenperk een goed idee zou zijn. En redenen die te maken hebben met het welbevinden van burger en bezoeker - volgens de Fransen gaat het bij les villes et villages fleuris om niet meer of minder dan de kwaliteit van leven. Maar ik zie dus ook nog een goede econo-
mische reden voor intensivering van de bloemenhouderij: de hiervoor benodigde arbeid. Groenvoorzieningen zijn bij uitstek een werkveld voor mensen zonder of met een lage opleiding, en ook voor mensen met een arbeidshandicap. Sociale werkplaatsen zijn er groot in, en menig hoveniersbedrijf is erin gespecialiseerd om met arbeidsgehandicapten te werken. Een impuls voor de bloemen is dus óók een impuls voor de vraag naar arbeid van deze groepen. En de onvrijwillige werkloosheid en inactiviteit in deze groep zijn uitzonderlijk hoog. Maar dat kost toch belastinggeld? Ja, dat kost belastinggeld. En mijn stelling is dus dat de baten ruimschoots opwegen tegen de kosten: werk voor groepen die dat goed kunnen gebruiken en een mooiere publieke ruimte.” (Bron: De Volkskrant, 1-8-2015) <
Foto De Argumentenfabriek
„In Frankrijk zijn ze niet te missen: les villes et villages fleuris, bloemensteden en bloemendorpen. Bij het binnenrijden van een gemeente staat er vaak een bordje met een, twee, drie en een enkele keer vier blommekes erop, een aanduiding van de kwaliteit van het bloemenleven in de betreffende gemeenschap. Charmante toestanden.
Frank Kalshoven Directeur De Argumentenfabriek frank@argumentenfabriek.nl
www.tuinenlandschap.nl
vhg
Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
Buxusrups Hoort u veel klachten over de buxusrups? Het beestje kan behoorlijk vraatzuchtig zijn en mooie planten in een mum van tijd toetakelen. Ik zag het met mijn eigen ogen toen ik recent bij een prachtig hoveniersbedrijf op bezoek was. In hun opkuilhoek stonden vijf grote buxusplanten, waarvan er een paar stevig door de rupsen waren aangetast. Mijn gastheer vertelde over de reactie van zijn klanten toen zij na hun vakantie door de rups in hun tuin verrast werden. Er moest iets gebeuren. Omdat er nog geen afdoende alternatieve bestrijdingsmogelijkheden voor deze buxusrups blijken te zijn, was de gifspuit het enige alternatief.
8
TuinenLandschap l 19 l 2015
NieuwsPag_8-9.indd 8
Mijn gastheer vertelde dat zeker niet van harte te doen, want het gebruik van insecticiden past niet bij het imago van de hovenier die met de natuur en met natuurlijke materialen werkt. Wat nu te doen? Communicatie met de klant hierover is bijzonder belangrijk, maar het lost probleem van de rupsen niet op. Daarom ben ik onder de indruk van de enorme motivatie bij mijn gastheer om met milieuvriendelijke bestrijdingsmethoden te experimenteren. Net zoiets als bijvoorbeeld in kassen, waar sluipwespen in de paprikateelt worden ingezet. Ook dit vind ik een mooie vorm van innovatie en verrijking van ons hoveniersvak. Ik volg dat met belangstelling.
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
07-09-15 13:30
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
Galmug in Britse Agapanthus breidt uit
BORZoetermeerWest @BOR_ZoetermeerW Hebt u onze jongens al gespot? Zij zijn druk bezig met hagen knippen in uw wijk.
Een nog vrij onbekende galmug tast steeds meer Agapanthus aan in Britse tuinen. Dat meldt de Royal Horticultural Society (RHS) op haar website. De mug veroorzaakt misvormingen en verkleuringen van de bloemknoppen.
MijnTuin.org @mijntuin_org Op Park(ing) Day een parkeerplaats omvormen tot een stukje groen in de stad #parkingday
Roosegaarde gaat Smog Free Park aanleggen Ontwerper Daan Roosegaarde gaat in Rotterdam het eerste Smog Free Park aanleggen. Via crowdfunding haalde hij het startbedrag van €50.000 binnen om het project te realiseren. Het systeem is te vergelijken met een luchtreiniger in gebouwen.
Zuidkoop @Zuidkoop Het #Museumplein kleurt geel! Labyrint van 125.000 #Zonnebloemen voor opening @vangoghmuseum krijgt vorm.
Bermen langs N470 gaan stroom opwekken
Hester van Gent @HestervanGent #Bloemen #Verbena bonariensis (ijzerhard) lokken veel #vlinders, vandaag Groot Koolwitje. Onze kat volgt ze op de voet
De provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap Delfland hebben Plant-e opdracht gegeven om in het natte grasland bij de provinciale weg N470 stroom op te wekken uit levende planten. Het is het eerste gebied waar de nieuwe manier van stroomwinning op grote schaal wordt getest.
DeBomenridders @DeBomenridders Bomenkap langs N-wegen is in strijd met Europese richtlijn bescherming vleermuishabitat.
Alle seinen op groen voor Floriade 2022 De gemeente Almere, de Nederlandse Tuinbouwraad (NTR) en de International Association of Horticultural Producers (AIHP) hebben 1 september drie overeenkomsten ondertekend. Hiermee is de komst van de Floriade Almere definitief.
Alle seinen op groen voor Floriade 2022 tuinenlandschap.nl Almere en de NTR hebben voor de Floriade Almere 2022 getekend. De groensector moet nu over haar input gaan nadenken.
Buitenlandse journalisten in Sortimentstuin
Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep
65% Foto VanderLouw communicatie
zei nee tegen de stelling: ’De crisis is nu wel echt voorbij, dat merken we ook aan onze eigen bedrijfsresultaten’ Stem mee over de volgende peiling:
’Groensector moet nu gaan nadenken over input voor Floriade 2022 in Almere’
Een groep buitenlandse vakjournalisten bezocht tijdens Plantarium de vernieuwde Sortimentstuin in Boskoop. Nieuwe soorten en planten staan er in hun natuurlijke omgeving met de juiste benaming. Ideaal om foto’s te maken dus. <
ap
an
h dsc
Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s
Filmpjes
Dossiers
Documenten en links naar websites
Praat mee
nL ine
f
ie r b s uo eer euw n on Ni Ab e pd
Tu
TuinenLandschap l 19 l 2015
NieuwsPag_8-9.indd 9
9 07-09-15 13:30
MOBIELE EN STATIONAIRE HOUTZAGERIJEN • benzine, diesel of E-motor • manueel of hydraulisch • tot 95 cm Ø
BEL / MAIL ONS VOOR MEER INFORMATIE
BREUKERS BOSBOUWMACHINES Hazenweg 5, Haaksbergen telefoon: 0031 (0)53-5741326 • mobiel: 0031 (0)6-20419412
www.breukersbosbouw.nl IMPORTEUR VAN:
620110_.indd 10
VOOR NEDERLAND EN BELGIË
7-9-2015 11:28:36
De Enk groen & golf... de Vernieuwers
620111_.indd 11
7-9-2015 11:28:49
Kansen voor groene concepten
’Ontzorgen van gemeenten he Overheden hebben steeds minder kennis van groen in huis en willen zo min mogelijk risico lopen op aanleg en beheer van nieuwe groenprojecten. Landschapsarchitect Wolfgang Holz ziet daarom veel toekomst voor beplantingsconcepten die de risico’s en zorg bij de gemeente weghalen. Tekst Peter Bennink Beeld Christel Kitzen
E
r wordt veel gesproken over beplantingsconcepten, maar wat verstaat u daar eigenlijk onder?
„Onder een groen concept versta ik een beplanting die als een pakket wordt aangeboden. Een vooraf vastgesteld sortiment met een standaard werkwijze. Een sortiment en een manier van werken die zich hebben bewezen en waarvan je dus, als je de procedures volgt, vrijwel zeker weet wat je krijgt en dat het goed gaat. Een mooi voorbeeld is het vasteplantenconcept van Griffioen. Uit duizenden planten hebben ze er enkele tientallen uitgezocht die geschikt zijn. Daarna hebben ze vastgesteld waaraan de bodem moet voldoen, hoe en wanneer de planten in het voorjaar moeten worden afgemaaid en hoe vaak er moet worden gewied. Zo heb je een compleet en afgerond geheel. Je weet precies wat je krijgt, wat ervoor nodig is en wat het kost.’’
Waarom zou je kiezen voor een concept? Gemeenten leggen toch al sinds mensenheugenis zelf groenstructuren aan. „Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste zijn gemeenten risicoschuw. Je kunt als gemeente zelf gaan experimenteren, een ontwerp maken, planten uitzoeken, de bodem verbeteren, een
12
Wolfgang Holz is landschapsarchitect bij gemeente Helmond
beheerplan maken et cetera. Maar elke schakel in de keten brengt risico’s met zich mee. Zelf kun je heus wel een mooie geslaagde beplanting aanleggen, maar het gebeurt maar al te vaak dat een beplanting werkt als een strovuur. Mooi en fel bij oplevering als het lint wordt doorgeknipt, maar na een paar jaar is er niets meer van over. Als er dan al een uitgerijpte manier van werken is, die zichzelf in de praktijk heeft bewezen en die tientallen jaren meegaat, dan is dat een heel aantrekkelijke optie. Dan zijn de risico’s klein en de baten groot. Niet elke gemeente hoeft het wiel zelf uit te vinden.
Ten tweede neemt de groene kennis bij gemeenten in het algemeen af, met een concept koop je die kennis dus eigenlijk in.’’
Zijn het daarom vooral de regiegemeenten waarvoor concepten aantrekkelijk zijn? „Ik denk wel dat hoe meer je als gemeente gewend bent om zaken uit handen te geven, hoe makkelijker je voor een concept kiest. Veel gemeenten hebben geen eigen groendienst meer. Helmond, waar ik werk, ook niet. Alles wordt uitbesteed. En als je het dus toch allemaal uitbesteedt, dan kun je misschien het beste kiezen voor een methode die zich in de praktijk heeft bewezen.
TuinenLandschap l 19 l 2015
Algemeen interview Holz.indd 12
03-09-15 15:43
n heeft de toekomst’ Dus je verwacht dat er nog wel meer concepten komen?
Veel kleinere gemeenten hebben al geen landschapsarchitect meer. Die hebben vaak nauwelijks groene kennis en geen eigen groenvoorziening meer, maar wel behoefte aan groen. Er ligt een enorme kans voor de markt om in dat gat te springen. Bedrijven zouden daarin nog veel verder kunnen gaan dan ze nu doen. Ze weten precies wat er nodig is om een project te laten slagen. Als ze dat regelen voor hun klanten, denk ik dat daarvoor veel belangstelling zal zijn. Ik denk dan ook dat bedrijven die de gemeente zoveel mogelijk ontzorgen op het gebied van groen, de toekomst hebben.’’
„Ik denk het wel. Er zijn nog genoeg problemen met groen in het stedelijk gebied waarvoor ik nog geen kant-en-klare oplossingen heb gezien vanuit de markt. Neem de bomen in het binnenstedelijk gebied. Jarenlang zijn er overal in Nederland bomen van de 1e en 2e grootte in plantvakjes van 1 x 1 m geplant. Die bomen groeien meestal slecht en drukken overal de bestrating omhoog. Die opdruk moet je weer ongedaan maken omdat je wilt voldoen aan de vlakheidseisen van het CROW en omdat je zit met je aansprakelijkheid. Dat brengt gigantisch veel werk met zich mee en hoge kosten. Dan wordt de straat weer opengemaakt, de wortels doorgezaagd - met alle gevolgen voor de boom vandien - en tot slot de bestrating weer hersteld. Vervolgens moet er een paar jaar later op dezelfde plek weer hetzelfde gebeuren. Het is dweilen met de kraan open. En dat in vrijwel heel Nederland. Er zijn wel concepten met bomen in bakken, maar die zijn vooral bedoeld en geschikt voor de aankleding van bijvoorbeeld winkelstraten. Voor het groen in de woonstraten is dat te duur. Maar ook daar zitten we veelal met een tekort aan ondergrondse groeiruimte. Ik denk dat als je bijvoorbeeld een goed en betaalbaar concept hebt voor bomen in de openbare ruimte dat dat wel eens heel succesvol zou kunnen zijn.’’
Het voorwerk dat zo’n leverancier doet, en eventuele garanties en het op de markt brengen van een concept hebben natuurlijk wel hun prijs. De budgetten voor groen gaan juist steeds omlaag. Kunnen gemeenten die concepten nog wel betalen? „Je hoeft het niet overal toe te passen. Je kunt voor een aantal hotspots waar je het echt mooi wilt hebben, kiezen voor een mooie beplanting met relatief veel zekerheid dat die slaagt. Het voordeel is ook dat je van tevoren
weet welke kosten je kunt verwachten. In het beste geval kun je de kosten van voorbereiding tot nazorg overzien. Je kunt dus voldoende geld reserveren voor onderhoud. Als je dat hebt vastgelegd voor bijvoorbeeld tien jaar, valt daar niet meer aan te tornen. Wanneer je een project in eigen beheer bedenkt, uitvoert en beheert is de kans nu eenmaal groter dat er lijken uit de kast komen, dan als hetzelfde trucje al tien keer gedaan is. En als het dan misgaat, probeer dan nog maar eens opnieuw geld te krijgen om het weer goed te krijgen. Juist in tijden van crisis wil je zekerheid dat elke euro die je uitgeeft rendement oplevert. Je moet er natuurlijk wel voor zorgen dat je niet je hele budget al vastlegt en je al je speelruimte kwijtraakt als er in de toekomst bezuinigd moet worden. Dan zou de rest van het groen lijden onder de conceptbeplantingen.’’
Is het niet vreemd dat juist u als landschapsarchitect pleitbezorger bent van concepten? Dat beperkt toch juist uw creatieve vrijheid? „Ha ha, ja ik ben misschien ook niet echt representatief. Ik ben altijd vrij beheerminded geweest. Een ontwerp dat niet handhaafbaar is, is in mijn ogen niet goed. Ik kan het meestal ook goed vinden met beheerders. Die zijn naar mijn mening te vaak de underdog. Zeker vroeger, dan maakte de ontwerper een plan en dan had de beheerder dat maar te slikken. Gelukkig worden ze nu vaak al eerder bij het proces betrokken maar nog steeds gebeurt het in gemeenteland maar al te vaak dat een beheerder zorgen uit over een plan, maar dat de politiek zich al lang geconformeerd heeft aan de mooie praatjes van het gerenommeerde architectenbureau dat die plannen bedacht heeft. Als het dan na een paar jaar misgaat, ligt het probleem wel weer op het bordje van de beheerder.’’ <
TuinenLandschap l 19 l 2015
Algemeen interview Holz.indd 13
13 03-09-15 15:43
Het Green to Colour-concept kan in verschillende situaties de buitenruimte verfraaien, zoals hier op een talud langs een watergang in een nieuwbouwwijk.
14
In de middenberm van een winkelstraat is in 2014 een combinatie van onder meer Hemerocallis-variëteiten, Rudbeckia fulgida ’Goldsturm’, Persicaria amplexicaulis, Phlomis russeliana, Geranium cantabrigiense in variëteiten, Nepeta ’Walker’s Low’ en Aster ageratoides ’Asran’ toegepast.
TuinenLandschap l 19 l 2015
Griffioen-colour to green.indd 14
03-09-15 15:44
’Met ’Green to Colour’ is de angst voor vaste planten weggenomen’ Omdat de vraag naar vaste planten in het openbaar groen ruim tien jaar geleden in hoog tempo afnam, stelde Griffioen in Wassenaar zich tot doel om vaste planten weer terug te brengen in de openbare ruimte. Met behulp van het Green to Colour-concept, waarbij de beheerkosten centraal staan, werd dit doel bereikt.
Tekst Wendy Venhorst | Beeld Vasteplantenkwekerij Griffioen, Gemeente Steenwijkerland en Nissewaard
B
egin deze eeuw stond vasteplantenkwekerij Griffioen voor een grote uitdaging. Het bedrijf merkte dat gemeenten steeds terughoudender werden om vaste planten toe te passen. Daarom organiseerde het in 2003 een symposium voor gemeenten, hoveniers en ontwerpers. „We wilden graag weten waarom vaste planten niet meer in trek waren”, legt Bert Griffioen uit. „Al snel bleek dat gemeenten vaste planten te duur in onderhoud vonden.” Het duurde even voordat Griffioen wist hoe hij het probleem moest tackelen. In eerste instantie vertelde hij de gemeentelijke ontwerpers welke soorten heel sterk zijn, maar dat leverde niets op. „Ik denk dat ze het niet zo leuk vonden om van een kweker te horen wat zij moesten tekenen”, vertelt hij lachend. „Toen hebben we besloten om zelf te gaan ontwerpen. Daarop kregen we steeds vaker de vraag of we ook voor plantwerk
en onderhoud konden zorgen. Daar is het Green to Colour-concept uit ontstaan.”
Vier pijlers ’Green to Colour’ is gebaseerd op vier pijlers: de juiste plant op de juiste plaats, een goede grondbewerking, het gebruik van planten in P11 in plaats van in P9 (acht planten per m2) en onderhoud door middel van extreem kort afmaaien in maart. De toegepaste vaste planten moeten aan 21 voorwaarden voldoen, die onder andere betrekking hebben op droogte, dichtgroei en winterhardheid. Inmiddels bestaat het concept uit zo’n honderd soorten. Griffioen licht toe dat het toevoegen van soorten een traag proces is. „De soort moet echt aan alle voorwaarden voldoen. We willen bijvoorbeeld niet dat er water wordt gegeven. Als een plant doodgaat vanwege droogte, staat hij op de
verkeerde plek. Water geven is altijd een verborgen post in bestekken en er wordt vaak veel geld aan uitgegeven.” Om te testen welke soorten geschikt zijn, heeft het bedrijf een 2.000 m2 tellende proeftuin. Hier wordt gekeken of de planten tegen bijvoorbeeld strooizout, maaien en droogte kunnen. „In de praktijk blijkt 10% van het sortiment geschikt voor de openbare ruimte.” Volgens Griffioen leidt deze werkwijze tot een kleurige, fleurige en volledig gesloten beplanting met veel waarde voor de biodiversiteit en aantrekkelijke onderhoudskosten. „Eigenlijk doen we met ’Green to Colour’ niets anders dan denken vanuit beheerkosten.”
Aanleg en onderhoud Waar Griffioen het ontwerp maakt en de planten levert, worden de aanleg en het onderhoud door anderen geregeld. Zo
TuinenLandschap l 19 l 2015
Griffioen-colour to green.indd 15
>
15 03-09-15 15:44
werkt het bedrijf veel samen met lokaal en regionaal werkende partijen. „Daar zijn we naar opdrachtgevers open over. En als een gemeente graag met eigen mensen werkt, trainen wij ze zodat ze het op onze manier doen. Zo kunnen we onze garantie overeind houden.” Het concept biedt Griffioen zeker financiële voordelen. „Je denkt mee met de klant en biedt een totaaloplossing. Het resultaat wordt dan belangrijker dan de prijs. Dat betekent overigens niet dat je maar kunt vragen wat je wilt. Wij voeren realistische prijzen die we tegenover iedereen kunnen uitleggen. In de groensector is daar ernstig behoefte aan.” De kweker benadrukt dat de omzet van het bedrijf vooral uit de levering van planten komt en niet zozeer uit het bijkomende werk. „Op de beplantingsplannen en het grondwerk zit marge, maar niet veel. De opbrengsten komen hoofdzakelijk uit de kwekerij.” Griffioen zit inmiddels veertig jaar in het vak en weet dat het geen zin heeft om mensen iets op te dringen. „Bij elke gemeente zit wel iemand die slechte ervaringen heeft met vaste planten. Dan heeft het geen zin om daar tegenin te gaan. Je moet ook niet proberen om zoveel mogelijk producten in de markt te stampen; je moet het probleem van je opdrachtgever oplossen. Als je dat naar eer en geweten doet, kun je je kennis in geld omzetten.” De animo voor het concept is het afgelopen jaar hard gegroeid. Zo steeg de omzet van ’Green to Colour’ in 2014 met 35%. „Daar gaan we dit jaar weer 5 tot 8% overheen.” Of deze groei zich
’Het concept geeft een veel hogere belevingswaarde’ Art Oosting, groenbeheerder bij de voormalige gemeente Bernisse (nu gemeente Nissewaard, fusiegemeente van Bernisse en Spijkenisse) „Als groenbeheerder heb ik samen met Johan van Putten, adviseur bij Beheer in Ontwikkeling, het groenbeleidsplan Bernisse opgesteld en uitgerold. Naast versobering van een groot deel van de beeldkwaliteit, wilden we op een aantal beeldbepalende plekken juist meer kleur en variëteit. En dat zonder dat de onderhoudskosten zouden stijgen. Bovendien verwachtten we door de fusie verschuivingen in het beheer, waardoor we een concept wilden dat snel aanslaat, duurzaam is en weinig onderhoud vraagt. ’Green to Colour’ leek dit in zich te hebben. En dat blijkt nu ook te kloppen. De vakken met vaste planten zijn volledig gesloten en springen er echt uit! Ook hebben ze minder aandacht nodig. Door bewust nuances aan te brengen, wordt bovendien het gevoel van de burger bij de buitenruimte beter. Het concept geeft een veel hogere belevingswaarde. Waar de aanlegkosten hoger zijn, liggen de onderhoudskosten lager dan bij een gemiddelde heesterbeplanting. Op langere termijn liggen de totale kosten dus lager. Als beheerder is het belangrijk te sturen op de lange termijn en verder te denken dan het huidige budget!”
doorzet, heeft volgens de ondernemer te maken met de gemeentelijke budgetten. „Het blijven onzekere tijden; we zorgen daarom dat we flexibel blijven.”
Garantie Bijzonder aan het concept is volgens Griffioen de langjarige garantie. „Als een soort na een tijd niet meer voldoet of als we iets beters vinden, vervangen we het op eigen initiatief. Als de opdrachtgever een nette prijs betaalt, moet hij ook een goed product krijgen.” Daarnaast speelt ook de onderdrukking van onkruid een belangrijke rol in het concept. „Beplanting die niet sluit, zoals prairiebeplanting, maken wij principieel niet. Niet omdat we het niet kunnen, maar omdat er naar onze ervaring
Een nagenoeg gesloten onderbeplanting in het monumentale stadspark Rams Woerthe in gemeente Steenwijkerland. Het park is een ontwerp uit eind 19e eeuw van Hendrik Copijn.
16
onkruid en dus onderhoudsproblemen kunnen ontstaan. We denken continu vanuit beheer.” Naast ’Green to Colour’ is Griffioen bezig met twee andere concepten voor het openbaar groen. Eén heeft betrekking op de uitstraling en het andere is een onderhoudsconcept. „We zijn ze nu aan het testen. In 20 6 willen we ermee op de markt komen. Meer wil ik er nog niet over kwijt…” Terugkijkend zegt Griffioen: „Waar ik best een beetje verguld mee ben, is dat wij het gebruik van vaste planten in het openbaar groen een flinke duw in de goede richting hebben gegeven. Door ons concept hebben we bij veel beheerders de angst voor vaste planten weggenomen. En die opdracht hadden we onszelf tien jaar geleden gegeven!”
Rotonde beplant met Rudbeckia fulgida ’Goldsturm’, Salvia nem Low’, Geranium ’Patricia’, Verbena bonariensis en Calamagrostis a
TuinenLandschap l 19 l 2015
Griffioen-colour to green.indd 16
03-09-15 15:44
Een kleurig tapijt van onder meer Phlomis russeliana, Hemerocallis-variëteiten, Nepeta, Persicaria, Geranium, Sedum spectabile zorgt voor een warm en aantrekkelijk straatbeeld.
In de gemeente Nissewaard liggen de vakken met vaste planten op beeldbepalende plekken, zoals hier langs het fietspad van een toegangsweg.
Een verhoogd plantvak waarin Nepeta ’Walker’s Low’ en Salvia nemorosa, Alchemilla mollis en Geranium in bloei staan.
’De verwachtingen worden waargemaakt’ Chris Teurlinckx, regisseur sport, spelen en groen bij de gemeente Steenwijkerland „De gemeente Steenwijkerland past het ’Green to Colour’-concept pas sinds dit voorjaar toe; op een aantal rotondes en in een woonwijk waar behoefte was aan meer kleur en variatie. Samen met de bewoners is een groenrenovatieplan opgesteld. Daarbij zijn vaste planten aangeplant bij de entrees van de straten, de hoofdontsluitingsweg en een buurtpark in de wijk. Omdat sommige stukken vrij laat zijn aangeplant, kunnen we het nog niet overal goed beoordelen. Maar waar we wel op tijd waren, zie je dat het werkt. Het knalt er echt uit! We krijgen ook veel positieve reacties van burgers. Dat is weer eens wat anders dan het gemopper… We denken niet dat we de hele gemeente zo inrichten. Maar op punten waar je accenten wil, is het heel geschikt. Bovendien worden de ontwerpen zorgvuldig in elkaar gezet. Er wordt echt nagedacht over compositie, kleur en structuur. Met het concept worden bepaalde verwachtingen neergelegd, maar die worden waargemaakt. Wel is het een vereiste dat mensen kennis van zaken hebben en dat er met schone grond wordt gewerkt. Anders is het concept gedoemd te mislukken. Ook het onderhoud vraagt aandacht, waarbij de piek in het voorjaar ligt. Waar de onderhoudskosten vergelijkbaar zijn, is de kwaliteit aanmerkelijk hoger!”
sturm’, Salvia nemorosa ’Mainacht’, Nepeta ’Walker’s en Calamagrostis acutiflora ’Karl Foerster’.
<
TuinenLandschap l 19 l 2015
Griffioen-colour to green.indd 17
17 03-09-15 15:44
’Wij willen een succes maken van stedelijke bloemenweides’ Behalve het kweken van wildeplantenzaden, richt de CruydtHoeck zich meer en meer op kennisdeling over de aanleg en het beheer van natuurlijke vegetaties. Dat is nodig, want succesvolle bloemenweides krijg je niet door lukraak wat restruimtes in te zaaien. „Het begint met een visie op het creëren van meer biodiversiteit in de stad. Zoek daar dan de juiste locaties bij.’’ Tekst Miranda Vrolijk beeld Gerard-Jan Vlekke en Miranda Vrolijk
Langs de Marnixlaan in Vlaardingen groeit al zo’n twintig jaar een kruidenrijke vegetatie, rond deze tijd bloeien met name moerasrolklaver, zeepkruid, blaassilene en knoopkruid.
18
TuinenLandschap l 19 l 2015
Cruydt-Hoeck.indd 18
03-09-15 15:44
Een combinatie van boerenwormkruid en zeepkruid in Vlaardingen. Ger Stam van de gemeente legt uit dat hij bij een nieuw aan te leggen stuk groen vaak kiest om twee standaardmengsels met elkaar te combineren: het bloemrijk graslandmengsel met het akkerbloemenmengsel dat uit éénjarigen bestaat. „Daardoor ziet het er meteen in het eerste jaar spectaculair uit.’’
E
igenlijk kweken wij hier allemaal onkruid.’’ Jasper Helmantel moet er zelf wel om lachen wanneer hij ’’ langs de kweekvelden loopt vol vlasbekje, donzige klit en kattenstaart. Helmantel die samen met Jojanneke Bijkerk wildezadenkwekerij de Cruydt-Hoeck runt, bedoelt uiteraard dat veel van de wilde planten die op de kwekerij worden vermeerderd door veel mensen als ongewenst ervaren worden. „Maar ja, onkruid bestaat niet hè.’’ In 2007 hebben de twee de kwekerij overgenomen van de vrouw van Rob Leopold, samen met Dick van den Burg oprichter van de Cruydt-Hoeck. Inmiddels kweken ze op diverse locaties in Nijeberkoop honderden soorten. Door samenwerkingsverbanden met andere kwekers kunnen ze in totaal zo’n vijfhonderd verschillende wilde planten leveren. Ze hebben een duidelijk doel. „We willen zo veel mogelijk wilde bloemen in de stedelijke ruimte realiseren’’, zegt Helmantel. Daarom richt de Cruydt-Hoeck zich naast het leveren van zaden de laatste jaren meer en meer op kennisdeling. „Ons doel is om bloemenweides succesvol te laten zijn. Daarom willen we de hele groensector opleiden tot goede groenadviseurs.’’ Een hoge ambitie die zich concreet vertaalt in de ontwikkeling van een uitgebreide website waarop gemeentelijk groenbeheerders, bestekschrijvers en plannenmakers veel praktische informatie kunnen vinden over de aanleg en het beheer van bloemenweides. De tips variëren van het maken van een vals zaaibed tot het op het hart drukken van de opdrachtgever zelf zijn met zorg uitgekozen Cruydt-Hoeck-zadenmengsel te bestellen. Hiermee voorkomt hij dat de aannemer zelf ergens zaad op de kop tikt. Daarnaast geeft het bedrijf regelmatig een zadencatalogus uit met daarin inspiratie en advies. Maar de plannen gaan verder. Zo wil de Cruydt-Hoeck dit najaar beginnen met cursussen over de aanleg en beheer van
bloemenweides, het nieuwe duurzame pand dat ze hebben laten bouwen op de locatie in Nijeberkoop biedt daar geschikte ruimte voor. Maar op locatie ergens in Nederland kan ook. Wat ze daarbij belangrijk vinden, is, om alle schakels in de keten om tafel te krijgen: van de groenbeheerder en de ecoloog tot de financiële man en de aannemer. „Het verkrijgen van een uitgebalanceerde ecologische beplanting is een langdurig proces’’, legt Bijkerk uit. „Daarvan zouden ze allemaal doordrongen moeten zijn om het tot een succes te laten maken.’’ Want nog veel te vaak gaat het in de praktijk ergens in die keten mis. Wat de Cruydt-Hoeck vooral wil voorkomen is dat het enthousiaste plan van een gemeentelijk groenbeheerder na één jaar naar de prullenbak wordt verwezen omdat het stuk wilde bloemen als mislukt wordt bestempeld. „Om traditionele beleidsmakers te kunnen overtuigen, moet je in het eerste jaar direct scoren’’, legt Helmantel uit. „Wij willen de groenbeheerders daarbij helpen.’’ Ten eerste door hen kennis bij te brengen zodat ze allerlei tegenargumenten van de beleidsmakers kunnen pareren. Maar ook met veel praktische hulp. Door de locatie in kaart te brengen: hoe voedselrijk is de bodem? Hoe zit het met de vochthuishouding? Ook is het belangrijk te weten wat er in het verleden is gebeurd, is de bodem bijvoorbeeld flink verstoord? En wat gaat er op de plek gebeuren? „We helpen om daarbij het juiste mengsel te zoeken en bijvoorbeeld het juiste zaaimoment te kiezen. Daarna volgt advies over het maaibeheer, welke machines kun je het beste inzetten en wanneer? Als je alles in een keer goed doet, bespaar je daarmee uiteindelijk ook veel geld’’, zegt Helmantel. Die advisering gebeurt op afstand via de telefoon of per mail, maar bij complexe projecten kan de Cruydt-Hoeck ook worden ingehuurd om op locatie mee te denken.
>
TuinenLandschap l 19 l 2015
Cruydt-Hoeck.indd 19
19 03-09-15 15:44
Verder benadrukt Bijkerk om binnen een gemeente kleinschalig te beginnen. „Maak een aantal kruidenrijke pareltjes die verfijnd beheerd worden. Na opgedane ervaring kan het areaal bloemenweides verder vergroot worden. Liever een klein areaal op een goede manier aangelegd en beheerd, dan een groot areaal matig.’’ De twee wijzen echter ook op een belangrijke stap die voorafgaat aan het daadwerkelijke aanleggen van bloemrijke vegetatie. Bijkerk: „Het begint met een goede visie op het creëren van meer biodiversiteit binnen een gemeente. Nog te vaak zien we dat restruimtes ’waar men nog wat mee moet’ zomaar worden ingezaaid nadat er eerst is gefreesd. Dan kan je ervanuit gaan dat het een woeste bende wordt. Het begint met een goed overkoepelend plan. Zoek daar dan de juiste locaties bij.’’
Foto Cruydt-Hoeck
Dertien standaardmengsels
Een bloemenweide is volgens de Cruydt-Hoeck heel geschikt voor een middenberm, zoals hier in het Amsterdamse IJburg.
Hoe meer verschillende inheemse wilde bloemen worden toegepast, hoe beter dit is voor de biodiversiteit, aldus de Cruydt-Hoeck. Op de foto links een blauwtje op boerenwormkruid en rechts een bij op duifkruid.
20
De Cruydt-Hoeck levert dertien standaardmengsels. Deze zijn samengesteld op basis van de functie van de toekomstige bloemenweide en de bodemsoort. Zo heb je het mengsel M4, een ’laag, bloemrijk graslandmengsel voor schrale, droge, bij voorkeur kalkrijke grond’, maar bijvoorbeeld ook M5 dat ’Bloemrijk graslandmengsel Nectar onder het maaimes’ heet. Die laatste is geschikt om mee te zaaien met reguliere gazonmengsels. De soorten vormen ondanks een intensief maaibeheer toch bloemen die benut kunnen worden door insecten. In een zaadmengel zitten zo’n twintig tot dertig verschillende zaden. Behalve de standaardmengsels kan de Cruydt-Hoeck ook een speciaalmengsel samenstellen. „Een speciaalmengsel is meestal niet duurder, maar kost ons wel vaak meer tijd’’, zegt Helmantel. De zaden van de Cruydt-Hoeck kennen allemaal een inheemse herkomst. Per plantensoort wordt op diverse plekken in Nederland geoogst om een ruime genetische bandbreedte te behouden. „En dezelfde soort kan zich daardoor aan verschillende omstandigheden aanpassen’’, zegt Bijkerk. Behalve dat met wilde bloemen het openbaar groen mooier wordt en het doorgaans gemakkelijker en goedkoper te beheren is, dragen ze ook fors bij aan de biodiversiteit. Die laatste is één van de belangrijkste argumenten voor het realiseren van kruidenrijke vegetaties, vinden Helmantel en Bijkerk. Dat je al binnen enkele jaren een forse toename hebt qua soortenrijkdom bewijst hun eigen kwekerij. Sinds 2010 groeit voor het kantoor en de kweekvelden een bloemrijke vegetatie, onder meer een mengsel met ruderale soorten. Tijdens de laatste nachtvlindertelling in augustus werden maar liefst tachtig verschillende soorten geteld. Maar ook allerlei soorten vogels, kevers, bijen en vlinders varen wel door de bloemrijke inrichting. Helmantel en Bijkerk willen meer van dit soort demovelden op hun bedrijf gaan aanleggen. „Om groepen professionals hiermee te inspireren. We streven ernaar om hét bloemenweidecentrum van Nederland te worden.’’ <
TuinenLandschap l 19 l 2015
Cruydt-Hoeck.indd 20
03-09-15 15:44
De Cruydt-Hoeck heeft ruim 5 ha aan eigen productievelden. Daarop worden honderden soorten planten geteeld. Van sommige daarvan worden jaarlijks kilo’s verkocht, en van anderen slechts 5 à 10 zakjes per jaar (de kwekerij verkoopt ook aan particulieren). De afgelopen maanden stonden vooral in het teken van oogsten, dit gebeurt machinaal met bijvoorbeeld de combine of pluiszuigmachine of met de hand.
’Natuurlijk ecologisch groen draagt bij aan leef baarheid stad’ Ger Stam, beleidsmedewerker gemeente Vlaardingen Vlaardingen ligt temidden van grote steden en industrie, van oorsprong geen groene stad, toch kreeg het in 2009 de titel ‘Groenste Stad van Nederland’ en een jaar later die van Europa. Vogens Ger Stam beleidsmedewerker van de gemeente heeft de bloemrijke vegetatie waarmee de stad is doorspekt daar zeker aan bijgedragen. De omvorming van traditionele grasbermen tot bloemrijk grasland is dertig jaar geleden begonnen en inmiddels groeit langs alle doorgaande wegen een kruidenrijke vegetatie, als groene aders door de stad. Daarnaast wordt bij nieuwbouw altijd gekeken waar er stukken natuurlijk ecologisch groen kunnen worden aangelegd. De zaden hiervoor bestelt Stam namens gemeente Vlaardingen bij een gespecialiseerde leverancier. „Soms kies ik voor een standaardmengsel, maar ik stel zelf ook wel mengsels samen. Door onze jarenlange ervaring weet ik inmiddels wel wat hier mogelijk is.’’ In speciale gevallen roept Vlaardingen de hulp in van een leverancier, bijvoorbeeld de Cruydt-Hoeck. Bijvoorbeeld onlangs nog toen er over een strook van 400 m klachten van de bewoners binnenkwamen dat er steeds minder bloemen bloeiden. „Die
strook was aan het vergrassen, de kwaliteit ervan liep terug. De omstandigheden variëren nogal, zo is een deel wat natter omdat het wat dieper ligt, een ander stuk ligt in de schaduw onder bomen en een volgende juist pal in de zon. Op zo’n moment is het prettig om voor het samenstellen van een nieuw mengsel met een specialist te kunnen brainstormen.’’ De aanleg en het beheer van de bloemrijke vegetatie besteedt Vlaardingen aan. In het aanlegbestek staat onder meer dat het zadenmengsel door de gemeente geleverd wordt, dat de grond niet geroerd mag worden, dat door het opbrengen van een laag zand de grond moet worden verschraald maar bijvoorbeeld ook het moment van zaaien. Voor het beheer gebruikt de gemeente het ecologisch maaibestek uit de RAWsystematiek. „Het maaitijdstip is zo afhankelijk van het weer, dat je geen star bestek moet gebruiken.’’ In het bestek staat onder meer welke machines ingezet mogen worden (klepelen is uit den boze), hoe de aannemer het maaisel moet afvoeren en waar hij gefaseerd moet maaien. De gemeente hanteert hierbij tekeningen waarop met kleuren aangegeven staat welke delen maar één
keer en welke twee keer gemaaid moeten worden. De gemeente monitort in het eerste jaar zelf intensief de ontwikkeling van de vegetatie. „Welke zaden ontkiemen? En hoe ontwikkelen ze zich verder? Dat houden we zelf in de gaten. Hierdoor kan het juiste tijdstip van maaien worden bepaald. En mochten er ongewenste kruiden opkomen - distels bijvoorbeeld - dan halen we die zelf weg’’, legt Stam uit. De reacties van de bewoners zijn over het algemeen positief. Met name de kleurrijke bloei en de insecten en vlinders die de beplanting aantrekt, worden gewaardeerd. „Maar leg je de vegetatie te dicht bij woonhuizen aan, dan kun je vragen verwachten over het rommelige beeld dat de beplanting geeft.’’ Ook worden niet alle beheermaatregelen begrepen, is de ervaring van Stam. Wanneer vanwege de verkeersveiligheid de beplanting op verkeerskruispunten wordt gemaaid, dan krijgen we vragen van de bewoners. „Omdat de beplanting dan net begint te bloeien. Maar we doen dat omdat door het maaien de beplanting gedrongener blijft en dus veiliger, bovendien bloeien de planten uiteindelijk nog wel een tweede keer.’’ TuinenLandschap l 19 l 2015
Cruydt-Hoeck.indd 21
21 03-09-15 15:44
620112_.indd 22
7-9-2015 11:28:57
620121_.indd 23
7-9-2015 13:25:18
Kleurrijke boeketten in de volle grond De Fransen zijn er maar wat trots op. Hun villes et villages fleuris ingericht met jaarlijks wisselende, kleurrijke plantcombinaties. Nederland heeft hierin een meer sobere traditie. Joyce Oomen van Blooming Business laat zien dat dat ook anders kan. Zij ontwerpt wisselbeplantingen met een natuurlijke uitstraling die direct kleur brengen, de biodiversiteit verhogen en niet onderhoudsintensief zijn.
Tekst Wendy Bakker, Beeld Joyce Oomen, Ruud Vermeer,
Marie-José Kallenfels, Wendy Bakker
H
et is niet de vraag vanuit de markt en het vakgebied die beplantingsontwerper Joyce Oomen van Blooming Business uit Breda ertoe heeft aangezet een methode te ontwikkelen waarin eenjarige, tweejarige en kortlevende vaste planten de hoofdrol spelen. Opgegroeid in een kwekersfamilie kwam zij al jong in aanraking met de ongekende diversiteit in eenjarige en tweejarige planten die zo goed samen kunnen gaan met andere gewasgroepen. Geschoold als bloemenarrangeur zag zij de schoonheid van de variatie in bloem- en bladkleuren, vormen en texturen. Joyce Oomen ziet het meer als haar missie om de voordelen van deze veelal onbekende en ondergewaardeerde planten onder de aandacht van de vakwereld te brengen. ,,Niet als perkbeplanting waarbij je al snel de associatie met een platgeslagen kleurvlekje hebt, maar als wisselbeplanting die vanaf aanplant tot in de herfst het plantvlak
24
mooi in bloei zet en een natuurlijke uitstraling heeft.” De beplantingsontwerper past hiervoor onder andere planten toe die ook als snijbloemen geteeld worden. ,,Eigenlijk maak ik boeketten met wortels in de grond.”
Wisselbeplanting De methode van wisselbeplanting is gebaseerd op drie beplantingslagen. Deze hebben elk een eigen functie in het beplantingsplan en volgen elkaar deels op in bloei waardoor de bloeiperiode van de border wordt verlengd. De planten zijn gemengd aangeplant, gebaseerd op percentages per soort die zijn afgestemd op het beplantingsbeeld dat Oomen wil neerzetten. De basislaag bestaat uit soorten die na aanplant de grond snel bedekken en de onkruidgroei onderdrukken. Ze geven direct een beeld aan het beplantingsvlak.
,,Het zijn planten waar je altijd op kunt rekenen.” De sieraardappels Ipomoea batatas ’Green’ en ’Bronze’ en het witte tandzaad Bidens ’Bellamy White’ zijn bijvoorbeeld planten die ze graag toepast in deze basislaag. De tussenlaag bestaat eveneens uit zekere planten. Ze groeien boven de basislaag uit en geven het plantvak ’body’. Deze soorten houden de border tot het einde toe overeind. De laatste laag is die van de verrassing. Daarin lijken de planten als van nature te zijn neergedaald. Zij prijken hier en daar boven de rest uit en weven zich door de beplanting heen. Het zijn de wat meer ijlere, transparantere soorten als Verbena Bonariensis en Nicotiana ’Tinkerbell’. Of die beweging brengen als Stipa tenuissima ’Ponytails’, Hordeum jubatum en Gaura lindheimeri ’Whirling Butterflies’. Een wisselbeplanting heeft als voordeel dat je in het eerste jaar al direct een
TuinenLandschap l 19 l 2015
Wisselbeplanting- Blooming Business.indd 24
03-09-15 15:44
uitbundige en aaneengesloten bloei ziet. ,,Als je een vaste aanplant realiseert is dat vaak pas na twee à drie jaar prachtig. Maar waarom zou je zo lang wachten als je in het eerste jaar al karakter aan het plantvak kan geven? Daarbij verandert het beeld gedurende het seizoen en zijn de eenjarigen goed te combineren met vaste planten die na enkele jaren het plantvak overnemen.” De planten die Oomen toepast, trekken veel vlinders en bijen aan. Samen met de grote variatie aan soorten draagt dit bij aan de verhoging van de biodiversiteit. ,,Maar door die grote variatie wordt ook de bodem verrijkt.”
Meerwaarde De onbekendheid met de plantensoorten maar zeker ook de angst voor onderhoud leidt ertoe dat aanplant van een- en tweejarigen nog geen gemeengoed in de
openbare ruimte is. Die angst is volgens de beplantingsontwerper niet nodig. Juist door een wisselbeplanting toe te passen wordt de onkruidgroei onderdrukt. Vooral in het eerste jaar bij een nieuwe aanplant is dat vaak een kostenpost. Net als beregening. ,,De eerste twee weken na aanplant is het toedienen van vocht natuurlijk cruciaal, maar dit reguleert zichzelf als de planten eenmaal geworteld zijn en de bodem is bedekt. De beplanting sluit zich snel waardoor de bodem minder uitdroogt. ,,Met de beplantingsmethode worden vier schoffelrondes gereduceerd tot nul”, geeft zij aan, waarbij ze zich staaft op ervaring van gemeentelijk opdrachtgevers. ,,En daar kan je een hele mooie beplanting voor neerleggen.” Wat hierbij helpt is dat de planten in een schone afstrooilaag van 10 cm worden aangeplant. Blooming Business levert deze afstrooilaag waarvan het mengsel wordt afgestemd
op de bodemsamenstelling. Door hierin te planten worden de onkruidzaden die dieper in de ondergrond zitten niet geactiveerd. Ook zorgt de laag ervoor dat het vocht uit de ondergrond minder verdampt. ,,Bij heel warm weer ontstaan er door de droogte scheuren in de strooisellaag maar dan zien de planten er toch nog goed uit. Deze hebben zich inmiddels geworteld in de ondergrond waar nog vocht is. Je hoeft dus minder te beregenen. Dit heeft zich na jaren wel bewezen.” Oomen adviseert niet te gaan wieden of schoffelen tussen de planten. ,,Laat het gewoon door elkaar heen groeien. Onkruid dat toch nog opkomt valt dan weg tussen de beplanting.”
Maatwerk Het werk van Blooming Business tref je aan bij grote projecten als De Floriade
TuinenLandschap l 19 l 2015
Wisselbeplanting- Blooming Business.indd 25
>
25 03-09-15 15:44
2012, attractieparken als De Efteling en dierentuin Artis, langs toegangswegen, in stadscentra en op A-locaties in gemeenten. Elke beplanting is maatwerk, afhankelijk van de wens van de opdrachtgever en de functie en uitgangssituatie van de locatie. ,,De ene keer ontwerp ik een beplanting voor een berm die de verkeersveiligheid niet mag belemmeren, een andere keer moet een gemeentehuis met de beplanting extra uitgelicht worden. Ik lever dus geen standaardpakket. Dat zou ik overigens ook niet willen, want dat vind ik persoonlijk niet boeiend genoeg.” In juni werd Blooming Business benaderd door een gemeente met de vraag of ze een aanplant van zonnebloemen wilde realiseren in het kader van het Van Gogh-jaar. Daarvoor had ze een tijdsbestek van twee weken. Zonnebloemen bloeien gemiddeld twee weken, daarna wordt de aanblik minder. Ze stelde daarom een gemengde beplanting voor die wel het zonnebloemgevoel oproept maar waarbij de bloeiperiode van het vak verlengd wordt, de beplanting interessanter is en forser uitgroeit en waarbij de bodem bedekt wordt. Oomen maakte een ontwerp met een betrekkelijk klein
sortiment van Gaillardia ’Red Shades’- om het geel enigszins af te vlakken - en een combinatie van G. ’Arizona Sun’ en G. ’Arizona Apricot’, Rudbeckia hirta ’Marmalade’ - voor de groeikracht en hoogte - en R. ’Tiger Eye’ - vanwege zijn donkere oog en naar bronsverkleurende blad. Daaraan voegde ik Coreopsis grandiflora ’Presto’ toe, een enkelbloemige meisjesogen met een gevuld hart. Deze is zelfschonend, er blijven geen uitgebloeide knoppen achter. Op verkeerspunten kregen kleinere en lagere soorten zonnebloemen een plek die, als ze uitgebloeid zijn, wegvallen in de overige beplanting.”
Samenwerking De beplantingsmethode van Blooming Business is geen totaalconcept met vaste samenwerkingspartners waarbij de opdrachtgever van A tot Z wordt ontzorgd. Wel is het zo dat het bedrijf de realisatie van de beplanting van kweek tot en met aanleg begeleidt, als ook adviezen geeft over het onderhoud. Joyce Oomen wordt meestal gevraagd door tuin- en landschapsarchitecten, ontwerpers of groene aannemingsbedrijven om een beplanting te ontwerpen die zich onderscheidt van
andere. Het komt ook voor dat ze direct opdracht krijgt van een gemeente. De soorten die worden aangeplant, komen voor 98% van eigen kweek. Deze worden aangeleverd op Deense containers die elk een nummer hebben corresponderend met de plantlijsten. De planten zijn gesorteerd op soort en cultivar overeenkomend met bijbehorende beplantingslijst. Omdat Oomen werkt met mengsels gebaseerd op percentages per soort is er eveneens een lijst met soortverdeling en soms ook (afhankelijk van de oppervlakte) aantallen per m2. Afhankelijk van de hoeveelheid verschillende soorten mengt een mengploeg de soorten voor in een krat van waaruit wordt aangeplant. Bij grotere oppervlakten met minder soorten wordt er direct in het plantvak ’gestrooid’ en vervolgens zet een ploeg de planten in de grond. Voorafgaand aan de aanplant wordt het systeem goed doorgesproken met de voorman of teamleider van de ploegen. ,,Op deze manier kunnen we garant staan voor in uitstraling natuurlijke beplantingen die het hele seizoen aantrekkelijk zijn en de openbare ruimte verfraaien.”
’Ik vind het een uitdaging om van de regels af te wijken’ De beplantingsarrangeur gaat graag buiten de gebaande paden in haar werk. Opgegroeid en gewerkt in de kwekerijwereld is ze doordrongen van de juiste plant op de juiste plaats, maar ze houdt ook van experimenteren. Dat doet ze in de voorbeeldborders bij haar bedrijf. ,,Ik probeer uit of een plant ook groeit op een standsplaats waar deze niet van nature voorkomt. Het resultaat kan dan fantastisch zijn. Ook daag ik mezelf uit soorten te gebruiken die ik eigenlijk minder mooi vind, zoals Begonia ’Dragon Wing Red’.” Deze schaduwminnende Begonia heeft groot glanzend blad en staat bij Oomen in de volle zon. ,,In het begin heeft hij het best even moeilijk gehad, het blad krulde om, maar daar is hij doorheen gegroeid.” Ze combineerde roodbloeiende B. ’Dragon Wing Red’ met een roodbladige Coleus (bonte netel) ,,Ik wilde het beeld neerzetten van een rood hoteltapijt.” De architecturale Ricinus communis torent erboven uit. Ze plaatste daarbij Pennisetum glaucum ’Purple Baron’, een rode Canna die ze van een klant gekregen heeft en Chenopodium giganteum (boomspinazie). Het roze van het jonge blad van de boomspinazie komt terug in de knoppen van de Canna. De lage, violetblauwe Verbena rigida en de hoge Verbena bonariensis weven zich, net als Tagetes patula ’Jolly Jester’, tussen de planten door en maken de verbinding met het plantvak ernaast. ,,Dit is een voor mij totaal nieuwe combinatie, maar zo dwing ik mezelf om anders naar bepaalde planten te kijken.”
26
TuinenLandschap l 19 l 2015
Wisselbeplanting- Blooming Business.indd 26
03-09-15 15:45
Een combinatie van Amsoi ’Fringes leaved Red’, Agastache mexicana en Agastache urticifolia ’Alba’, Ammi majus, Leonurus sibiricus, Ocimum hybr. ’Magic Blue’ en reseda alba.
Joyce Oomen combineert eetbare gewassen met eenjarigen zoals Brassica oleracea ’Nero di Toscane’ en Borago officinalis met Bidens ’Bellamy White’, Ocimum hybr. ’Magic Blue’, Cosmos bipinnatus ’Carmine’, Nicotiana ’Tinkerbell’, Zinnia ’Envy’.
Boomspiegel met Surfinia sanguna ’Atomic Blue’, Salvia viridis ’White Swan’, Ocimum hybr. ’Magic Blue’, Gaura lindheimeri ’Geyser Pink’, Verbena ’Temari Pink’ en Agastache urticifolia ’Coerulea’.
Foeniculum vulgare, Helichrysum bracteatum ’Orange’, Antirrhinum majus ’Coronette Bronze’, Begonia ’Champagne’, Begonia ’Dragon Wing Red’ en Ipomoea batatas ’Bronze’ (i.s.m. Marjo Dieltjes).
< TuinenLandschap l 19 l 2015
27
Op het dak van Nemo Science Center in Amsterdam (grote foto) heeft Heem een kruidenvegetatie aangelegd evenals in de wijk Kernhem in Ede (foto boven). In een zaadmengsel zitten zowel één, twee- als meerjarige planten. In het eerste jaar komen de eenjarige pioniers op. Het jaar daarop heeft een overgangsfunctie; dan domineren in de halfopen grond de tweejarigen. In het derde groeiseizoen komt de vaste vegetatie op die het eindbeeld moet gaan vormen.
28 HEEM.indd 28
De Heem-partners houden tijdens hun monitoringsrondes bij welke soorten vlinders, insecten en bijen ze tellen (bijvoorbeeld de kleine vos op de foto) en of er Rode-lijstsoorten voorkomen. „Die laatste zijn geen doel maar een bonus.”
TuinenLandschap l 19 l 2015
03-09-15 15:45
’Heem-vegetatie blijft tot in lengte van jaren goed’ Als de klant dat wil, kan Heem alles voor een succesvolle kruidenrijke vegetatie uit handen nemen. De wildeplantenzaden komen van de eigen kwekerij en de aanleg en het beheer gebeurt door acht vaste hoveniersbedrijven. Meer kruiden betekent meer bloemen, meer insecten en meer vogels en andere dieren. „Het is natuur en die blijft tot in lengte van jaren goed.’’ Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Heem, Gerdien de Nooy en Paulien Varkevisser
H
eem legt wilde plantenvegetaties aan in het stedelijk gebied. Na zo’n vijftien jaar heeft het bedrijf ruim 150 ha gerealiseerd. Drijvende kracht achter het bedrijf is Gert-Jan Koopman, hij runt de kwekerij in Overberg, waar zo’n 150 verschillende bloemenzaden worden gekweekt. Daarnaast is Koopman diegene die de beoogde projectlocaties onderzoekt en adviseert over de toe te passen vegetaties. Ook geeft hij advies over het beheer. Acht vaste hoveniersbedrijven leggen de projecten van Heem aan. Deze zogenoemde Heem-partners zijn: Binder Groenprojecten in Rhoon, Groenvoorziening A.J. v.d. Werf in Bedum, Jonkers Hoveniers in Venlo, Hoek Hoveniers in Voorhout, Koninklijke Ginkel Groep in Veenendaal, Verhoeve Groen in Jirnsum, Van de Haar Groep in Wekerom en
Van Helvoirt Groenprojecten in BerkelEnschot. Wanneer een opdrachtgever daarvoor kiest, dan kunnen deze bedrijven ook worden ingezet voor het beheer. Door de jarenlange samenwerking hebben de Heem-partners volgens Koopman inmiddels waardevolle kennis opgebouwd over de aanleg en het beheer van bloemrijke vegetaties. Dit gebeurt bijvoorbeeld door cursussen die Koopman binnen de bedrijven geeft. „Bovendien heb ik door de vaste samenwerkingspartners niet elke keer met andere mensen te maken die ik alles van voren af aan weer opnieuw moet uitleggen’’, benadrukt hij. Volgens de natuurtechnisch adviseur zijn de acht met elkaar vergelijkbaar qua kwaliteit die ze leveren. Tevens zijn het grotere bedrijven die al langer bestaan én ze leveren behalve Heem-vegetaties ook diensten als zwemvijvers, groene daken
en vegetatiewanden. Overigens staat Heem wel open voor nieuwe partners. Want hoewel het bedrijf in het hele land actief is, zou het best in Zeeland en de regio Zuid-Limburg nog een partner kunnen gebruiken. Binnen een project van Heem staat Koopman garant voor het zaadmengsel en de Heem-partner voor de aanleg. Koopman geeft bijvoorbeeld wel advies over de te gebruiken machines en dergelijke, maar het is de partner die de offerte opstelt en zijn prijs bepaalt. Alle zaden die Heem voor een project levert, komen van de kwekerij in Overberg. „Ze komen dus altijd uit Nederland.’’ Voor nieuwe aanwas – genetische variatie binnen een soort is heel belangrijk – oogst Koopman ’s zomers langs wegbermen af, verlaten industriegebieden en oude spoorlijnen.
TuinenLandschap l 19 l 2015
HEEM.indd 29
>
29 03-09-15 15:45
De zaadmengsels zijn volledig op de projectlocatie afgestemd. Daarvoor maakt Koopman gebruik van de Floradistricten waarmee Heukels’ Flora de verschillende bodemsoorten van Nederland indeelt. Maar nog veel belangrijker, is het monitoren van de plek zelf. Wat tref je al wandelend rondom de locatie aan? Wat groeit er tussen de stoeptegels en in de bermen? „Aan de hand van de soort planten die er voorkomen, bepalen we het beeld dat we op die bepaalde bodemsoort kunnen realiseren. De aanwezige planten vertellen ons genoeg over de omstandigheden, over het vochtgehalte en de voedingswaarde van de bodem bijvoorbeeld.’’ In combinatie met de wensen van de opdrachtgever wordt op de kwekerij een geschikt zaadmengsel samengesteld; per project is een zaadmengsel dus uniek. Wordt het een stuk kijkgroen of juist een vegetatie waarin ’s zomers de schooljeugd rondstampt? „En wanneer er vanwege de verkeersveiligheid vaker dan één keer per jaar wordt gemaaid – het regime dat wij vaak hanteren – dan moet je daar
de geschikte soorten bij zoeken. Bijvoorbeeld biggenkruid kan wel zo’n vier keer per jaar worden gemaaid.”
Drie tot vijf groeiseizoenen Voor het gewenste eindbeeld trekt Heem drie tot vijf groeiseizoenen uit. „Wilde bloemen zijn uiteindelijk gewoon vaste planten en wanneer je een vaste plant zaait, zoals wij doen, heeft hij minimaal drie jaar nodig om tot volle wasdom te komen’’, legt Koopman uit. „Op zandgrond haal je je gewenste bloemrijke eindbeeld meestal wel binnen drie jaar, maar op rijke kleigrond is de concurrentie groter en heb je meestal vier tot vijf jaar nodig.’’ Het liefst heeft Heem dat opdrachtgevers zich voor zo’n periode aan het bedrijf binden en de samenwerkingspartner de vegetatie laten monitoren en onderhouden. Die kan dan garantie geven op het eindbeeld (een gegarandeerd aantal soorten en de verhouding tussen gras en kruiden). Maar het is ook mogelijk om Heem alleen de levering van de zaden en de
aanleg te laten verzorgen. „Een gemeente die zelf een dure maaimachine heeft staan, zal die liever inzetten dan dat hij een nieuw hoveniersbedrijf daarvoor inzet, die zijn eigen machines gebruikt of die inhuurt. Heem bepaalt dan wel de datum waarop gemaaid gaat worden en de maaihoogte’’, legt Koopman uit. Projecten die door een Heem-partner worden onderhouden, worden tijdens het groeiseizoen drie keer gemonitoord. Wanneer bepaalde soorten andere wegconcurreren, wordt bijgestuurd door de uitgebloeide bloemen af te knippen of het maaischema aan te passen. Na de eerste drie jaar beperkt het onderhoud zich veelal tot het één keer maaien van de kruidenvegetatie en het afvoeren van het maaisel. „Hoe ouder de vegetatie, hoe minder onderhoud.” En daarmee benadrukt Koopman een belangrijk voordeel van een kruidenvegetatie: „Het is duurzaam, in principe blijft een Heem-vegetatie omdat het natuur is tot in lengte van jaren goed, je hoeft de planten niet te vervangen en dus ook niet af te schrijven, wat financieel voordelig is.’’
’Het is de truc om met natuurlijke processen mee te werken en daar is Heem heel goed in’ Roel ter Horst, gemeente Utrechtse Heuvelrug, destijds bureauhoofd groenvoorzieningen gemeente Veenendaal Meer dan tien jaar geleden zijn in Veenendaal op meerdere locaties met name in nieuwbouwwijken, bloemrijke vegetaties van Heem aangelegd. Roel ter Horst – nu werkzaam bij gemeente Utrechtse Heuvelrug maar destijds bij gemeente Veenendaal – legt uit waarom. „We wilden de natuur dichtbij brengen, dat mensen in de bebouwde omgeving in contact kunnen komen met de natuur. Ook wilden we met de bloemrijke vegetaties een bijdrage aan de biodiversiteit leveren en daarmee aan het natuurlijk evenwicht. Én het beeld is natuurlijk belangrijk. We wilden meer variatie in het totale openbare groen en tegemoetkomen aan mensen die dit soort groen waarderen.’’ Veenendaal koos voor Heem om een aantal redenen. „Ten eerste wordt het zaad voor de kwekerij in het wild verzameld, alles is inheems, dat vonden we heel belangrijk. Daarnaast levert het bedijf geen standaardpakket aan zaden, maar maatwerk. De situatie wordt ter plekke bekeken en de lokale omstandigheden – klimaat, bodem en water – goed onderzocht.’’ Het onderhoud van de diverse locaties is door Veenendaal zelf uitgevoerd, daarbij heeft ze zich wel laten adviseren door Heem. „Over het tijdstip van maaien bijvoorbeeld, over de machines die we daarbij moesten inzetten, wanneer voer je het maaisel af? Waar kunnen we beter gefaseerd maaien?’’ Volgens Ter Horst is het grote voordeel van het in zee gaan met een bedrijf als Heem, dat je daarmee specialistische kennis inkoopt, die nog maar bij weinig gemeenten aanwezig is. „Of je moet net het geluk hebben dat iemand als hobby natuurvriendelijk beheer heeft, maar meestal is dat niet het geval.’’ Bij natuurlijke vegetaties is het de truc om met de natuurlijke processen mee te werken. „En daar is Heem heel goed in.’’
30 HEEM.indd 30
De bloemrijke vegetaties worden goed gewaardeerd volgens de gemeenteman. Met name in het voorjaar wanneer er van alles in bloei staat. „Máár over de fase van afsterven en rijpen van de zaden kregen we veel klachten en meldingen binnen.’’ Het goed uitleggen dat deze fase erbijhoort voor een nieuwe bloei volgend jaar, is het advies van Ter Horst. Daarnaast wordt langs wegen en fietspaden een 1 m brede strook wat vaker gemaaid, zodat de beplanting in ieder geval niet over de bestrating hangt. „Daarmee laat je zien dat je wat doet, dat het de aandacht heeft van de gemeente. Dat scheelt een hoop klachten.’’ Ook concludeerden bewoners nadat na het eerste jaar de korenbloemen en de klaprozen niet meer terugkwamen, dat het project was mislukt. „Terwijl juist de vegetatie van deze eenjarige soorten juist heel soortenarm is en de soortenrijkdom met de jaren toeneemt.’’ Om meer draagvlak onder bewoners te creëren is het volgens Ter Horst belangrijk om contact te zoeken met lokale groengroepen en organisaties zoals de IVN en de Vlinderstichting. „Die hebben veel lokale kennis van het groen, zijn vaak al heel erg actief, willen graag de handen uit de mouwen steken en kunnen heel goed het verhaal vertellen over de natuurlijke successie en de bijdrage van een stuk Heem aan de biodiversiteit. Bijvoorbeeld dat een natuurlijke vegetatie vlinders, insecten en vogels aantrekt en dat een stuk strakgemaaid gazon dat niet doet. Ook leggen die organisaties vaak een verbinding met de eigen tuin van particulieren, dat zij door het aanplanten van bepaalde planten en het ophangen van nestkastjes en insectenhotels ook zelf vlinders, insecten en vogels kunnen lokken. Zo’n verhaal slaat aan.’’
TuinenLandschap l 19 l 2015
03-09-15 15:45
Voor het project Stad in de Stad in de wijk Petenbos in Veenendaal heeft Heem de natuurvriendelijke oevers ingericht met inheemse waterplanten. Zonder de Heem-begroeiing zou de wijk ondanks het water een stenige sfeer hebben aldus Roel ter Horst (zie kader).
Langs de Wageningselaan in Veenendaal groeit al jarenlang een Heemvegetatie. Om te voorkomen dat de beplanting over de weg gaat hangen wordt de eerste meter wat vaker gemaaid.
Met een kruidenrijke vegetatie breng je de natuur in de stad zoals hier aan de Dagpauwooglaan in Veenendaal. Met de jaren neemt de soortenrijkdom toe.
Voor het inzaaien laat Heem de bodem zo veel mogelijk met rust. „We passen de bodem niet aan de soorten aan, maar andersom.” Een grondbewerking in de vorm van spitten of frezen vindt daarom niet plaats. „Daardoor komt er te veel zuurstof in de bodem waardoor mineralisatie optreedt en je een heel welige, ruige vegetatie krijgt.” Om dit te voorkomen wordt bij voorkeur het bovenste laagje grond van de projectlocatie afgeschraapt. De bovenste 3 cm wordt vervolgens geroteerd met een roterende ploeg zodat er een kiembedje voor de zaden ontstaat, waarin gezaaid kan worden. Omdat het mengsel maatwerk is, volstaat Heem met 0,2 g tot 0,5 g zaad per m2. <
TuinenLandschap l 19 l 2015
HEEM.indd 31
31 03-09-15 15:45
Bollenmengsels brengen kleur en biodiversiteit in openbare ruimte JUB uit Noordwijkerhout is een van de weinige bedrijven in de groensector die juist weet te profiteren van bezuinigingen bij gemeenten. Door omvormingen van plantvakken naar gazon komen bollen in beeld als betaalbaar alternatief om kleur in de openbare ruimte te brengen. Toverwoord daarbij is ontzorgen.
Tekst Ralph Mens | Beeld JUB
R
obbert Uittenbogaard van JUB (Jac. Uittenbogaard & Zonen BV) richt zich sinds een aantal jaren met een team medewerkers vrijwel geheel op de openbaar groenmarkt. „Als gevolg van de bezuinigingen bij gemeenten zijn de laatste jaren veel plantsoenen omgevormd naar gras. Ons concept van bollenmengsels vormt een goedkoop alternatief om kleur én biodiversiteit terug te brengen in de openbare ruimte. Deze concepten garanderen een bloeitijd van vier tot vijf maanden en hebben bijna geen onderhoud nodig.” JUB kweekt de bollen niet alleen grotendeels zelf, ze zijn ook van A tot Z betrokken bij projecten. „Eerst kijken we naar de grondsoort, de omgeving, het maaibeheer en de toepassing. Dan bekijken we welk bollenmengsel het beste past in een bepaald project. We maken
32
voor iedere gemeente een plan met advies op maat.” Niet alleen verzorgd JUB het beplantingsplan en de aanplant van de bollen, sinds kort doen ze ook een deel onderhoud erbij. „We zorgen voor milieuvriendelijke organische bemesting in het najaar en doen de bijbemesting in het voorjaar. Op deze manier ontzorgen we de gemeente volledig.” De investering van bollen is in principe eenmalig. Naast de éénjarige tulpen zijn er bollen die ieder jaar weer terugkomen. „Nog steeds denken veel mensen dat bollen maar één keer bloeien en dat je ze daarna weer uit de grond moet halen. Onze bollen komen echter jaar na jaar steeds terug. Met een goed plan en de juiste soortkeuze kunnen wij garanderen dat de bollen tien jaar terugkomen.”
Naast omvormingen in het openbaar groen is aandacht voor biodiversiteit een belangrijke pijler onder het succes van de bollenmengsels. Sinds vier jaar werkt JUB samen met de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV) en de Vlinderstichting. Daarmee is de functie van de bollen steeds meer opgeschoven van puur decoratief naar voedsel voor bijen en insecten. „Bollen werden eigenlijk altijd als luxeproduct gezien, maar ze hebben ook een nuttige functie voor de biodiversiteit. Bollen zijn in het vroege voorjaar het enige voedsel voor insecten die nectar zoeken.” Voor de zogenoemde bijen- en vlindermengsels maakt JUB gebruik van de kennis van de NBV en de Vlinderstichting. „Zij hebben onderzoek gedaan welke bollensoorten het meest aantrekkelijk zijn voor insecten. Dat zijn met name de
TuinenLandschap l 19 l 2015
Bollenconcept.indd 32
03-09-15 15:45
Bij een goed bollenmengsel volgen de bollen elkaar op qua bloeitijd en hoogte. In het vroege voorjaar bloeien de lage krokussen terwijl in de zomer de hoge alliums als laatste bloeien, tegelijk met grassen en andere bloemen. Bewoners accepteren het hogere gras zolang er ook bloei te zien is. Voordeel van Allium daarbij is dat het loof al tijdens de bloei afsterft, zodat deze al twee weken na de bloei kunnen worden afgemaaid. JUB geeft gemeenten ook advies over het maaibeleid. Bermen met bollenmengsels hoeven in principe maar een of twee keer per jaar te worden gemaaid. Bij gazons moet goed in kaart worden gebracht waar de bollen geplant zijn, zodat dit in het bestek van de maaiers kan worden opgenomen.
>
TuinenLandschap l 19 l 2015
Bollenconcept.indd 33
33 03-09-15 15:46
krokus, blauwe druif, botanische tulpen, anemonen, sneeuwroem, alliums en camassias.” De laatste jaren zijn de zogeheten biodiversiteitsmengsels ook het meest populair bij gemeenten, waar daarvoor de narcissenmengsels populair waren. „Je ziet een verschuiving naar een natuurlijker sortiment. Tulpen, hyacinten en narcissen zijn minder aantrekkelijk voor bijen en vlinders, en worden steeds minder aangeplant.”
Burgerparticpatie Uittenbogaard merkt ook de invloed van burgerparticipatie op het groenbeleid bij gemeenten. „Bewoners willen meer bloei in het straatbeeld zien. Wij begeleiden daarom ook burgerinitiatieven. Zo hebben we samen met bewoners bollen aangeplant in het Maximapark. Samen met de NBV hebben we daar ook een en ander over het belang van bollen voor bijen verteld.”
Gemeenten hebben zelf uiteraard ook invloed op de samenstelling van de mengsels. „We hebben een bollenmengmachine ontwikkeld die mooi egale mengsels maakt. Ook kunnen we de mengsels visualiseren en op een bepaalde plek projecteren. De gemeenteambtenaar kan zo gemakkelijker een beplantingsplan intern 'verkopen'.” Een stadsecoloog of ontwerper kan ook inbreng geven voor een bepaald mengsel. Op deze manier zijn diverse standaardmengsels ontstaan die de naam van een gemeente dragen: Volendam, Veenendaal, Breda en Lisse.
Certificeren JUB is inmiddels ook bezig om de bollen te laten certificeren. Op de Dag van de Openbare Ruimte in Houten lanceert het bedrijf haar Milieukeur-label. „Tot nu toe was er geen apart certificaat voor bloembollen, terwijl gemeenten er wel naar vragen. Wij zijn een duurzame kwekerij
met milieuvriendelijk geteelde bollen. Bij de totstandkoming van het label was ook Greenpeace betrokken die erg te spreken waren over onze plannen.” Uittenbogaard merkt dat bollen nog altijd niet standaard worden meegenomen in plannen voor bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten. Bomen en heesters worden wel ingetekend, maar bollen worden in de tekeningen vaak vergeten. Hierdoor wordt er later ook geen geld voor gereserveerd bij beheer. „En dat terwijl bollen juist voor weinig geld kleur kunnen geven aan doorgaans kale nieuwbouwwijken. Zonde dat dit niet standaard wordt meegenomen door ontwerpers.” Behalve voor grootschalige projecten zijn de mengsels van JUB ook te gebruiken voor kleinschalig groen. „Wij werken samen met ontwerpers voor de inrichting van openbare ruimte, golfbanen, parken en tuinen. De mengsels zijn inspirerend zowel voor grootschalig als kleinschalig groen. Je ziet de bollen overal terugkomen.”
’Bollenmengsel goed voor de stadsecologie en voor de bewoners’ Joop Spaans, adviseur bijzonder gebruik openbare ruimte Utrecht „We wilden in het Maximapark in vinexwijk Leidsche Rijn een zo hoog mogelijke natuurlijke waarde realiseren. De bijen- en vlindermengsels sluiten goed aan bij het bloemrijke hooiland. Ook het maaibeheer hoefden we niet aan te passen. In totaal zijn vorig jaar 400.000 bollen aangeplant. Na het eerste jaar kunnen we zeggen dat het concept voldoet aan de verwachtingen. Als gemeente zijn we er erg tevreden over. Ook krijgen we goede reacties uit het publiek. Vooraf is er ook overleg geweest met omwonenden en het enthousiasme is erg groot. De meeste bollen zijn machinaal aangeplant, maar samen met bewoners hebben we een deel van de bollen met de hand aangeplant. Vooral de kinderen vinden dat prachtig. Dit najaar gaan we nog een stukje toevoegen in de buurt van de pergola in het park. Het is een goede investering waar je jaren plezier van hebt. Het is goed voor de stadsecologie en ook goed voor de bewoners. Door een biologe is namens de Vlinderstichting onderzoek gedaan naar het effect op vlinders en bijen. De vele nectar en stuifmeel hebben een positief effect op de biodiversiteit.”
34
TuinenLandschap l 19 l 2015
Bollenconcept.indd 34
03-09-15 15:46
Het Maximapark in Utrecht is een mooi voorbeeld van een samenwerking tussen bewoners en gemeente. Hierbij is ook gekeken welke kleuren het beste bij de omgeving passen, om zo een optimaal eindbeeld te creĂŤren.
Krokussen en sneeuwklokjes zijn de eerste voorbodes van de lente. Voor bijen en andere insecten vormen de bloemen een belangrijke voedselbron in het vroege voorjaar, wanneer er nog weinig andere bloemen in bloei staan.
<
TuinenLandschap l 19 l 2015
Bollenconcept.indd 35
35 03-09-15 15:46
620114_.indd 36
7-9-2015 13:32:57
NIEUWSBRIEF
TIJD OM DOOR TE GROEIEN! TABLET
MOBIEL
SOCIAL
TABLET Tuin en Landschap is er niet alleen in de papieren versie, maar ook als website en e-magazine. Zo kan je waar en wanneer je wilt via je tablet het laatste vaknieuws lezen.
613078.indd 620115_.indd 39 37
MOBIEL Nu ook het laatste nieuws 24/7 op je smartphone, via de nieuwe en overzichtelijke mobiele website.
NIEUWSBRIEF Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Door de nieuwsbrief van Tuin en Landschap ben je op de hoogte van wat er in de sector speelt. Meld je nu aan via www. tuinenlandschap.nl/nieuwsbrief en ontvang wekelijks het laatste nieuws per mail.
SOCIAL Volg jouw vakblad ook via social media. We zijn actief op LinkedIn, Twitter (@ tuinenlandschap) en Facebook.
15-12-2014 13:29:11 7-9-2015 12:45:24
In het beplantingsconcept Fleur Robuste is er de keuze uit 25 makkelijke plantensoorten en cultivars die snel dichtgroeien en tegen een stootje kunnen zoals Aster ageratoides â&#x20AC;&#x2122;Asranâ&#x20AC;&#x2122;.
38
De gemeente Doetinchem heeft de routes naar het centrum toe aantrekkelijk gemaakt met Fleur Dansante. Deze beplantingen maken onderdeel uit van een breder plan om Doetinchem aantrekkelijker te maken voor het winkelend publiek uit de omgeving.
TuinenLandschap l 19 l 2015
Lageschaar.indd 38
03-09-15 15:45
Vaste planten op A-locaties en als wijkgroen Lageschaar Vaste planten is een van de eersten met een beplantingsconcept voor het openbaar groen. In 2004 introduceerde de achterhoekse kweker ’Fleur Robuste’, een serie van vijftien vaste planten die door hun manier van uitlopen, ’hufterbestendigheid’ en lage onderhoudsbehoefte bijzonder geschikt zijn voor gemeentelijke borders. Tekst en beeld Peter Bennink
A
l vanaf midden jaren ’80 legde kweker Laurens Lageschaar zich toe op het kweken van vaste planten voor professionele gebruikers, in plaats van voor de tuincentra. Lageschaar: „In het begin ging er nog wel eens wat mis, we kwamen er al snel achter dat vaste planten in het openbaar groen aan heel andere eisen moesten voldoen dan in particuliere tuinen. Tegelijkertijd mochten we eigenlijk geen fouten maken omdat vaste planten al de naam hadden moeilijk en duur te zijn en we moesten concurreren met heesterbeplantingen. Wilden we de markt veroveren dan moesten de beplantingen dus wel slagen.” Lageschaar ontwikkelde een sortiment dat voldoet aan de eisen van openbare aanplant, dat wil zeggen: ze moeten minstens tien jaar meegaan, op alle grondsoorten gedijen, vandalismebestendig
zijn, vroeg in het voorjaar veel bladmassa maken zodat onkruid onderdrukt wordt, en de planten moeten zich snel weer kunnen herstellen (bijvoorbeeld na een periode van droogte).
Fleur Robuste Na verloop van tijd had de kweker een sortiment van vijftien soorten verzameld die voldeden en in samenspraak met marketingadviseurs besloot hij deze planten in 2004 als concept op de markt te brengen. Dit werd Fleur Robuste. Fleur Robuste is niet alleen een verzameling van (inmiddels 25) robuuste planten, er hoort ook een manier van werken bij. De werkwijze van aanleg en onderhoud zijn erop gericht om de beheerkosten tot een minimum te beperken. Ten eerste moet een plantvak bij aanleg vrij zijn van wortelonkruiden. Vervol-
gens moet het plantvak een halve meter diep worden doorgespit voor voldoende ontwatering. Ook wordt een bodemonderzoek gedaan. De belangrijkste punten daarbij zijn het humusgehalte en de pH-waarde volgens Lageschaar. Deze moeten dan ook zonodig op peil worden gebracht. Met de aanplant van tien Fleur Robuste planten (p9) per vierkante meter vroeg in het seizoen, moet het plantvak in augustus zijn dichtgegroeid. Voordat de beplanting gesloten is in het eerste jaar dient er onkruid gewied te worden. Dit moet zeker handmatig gebeuren. Door het schoffelen van de plantvakken kunnen de uitlopers van de planten gemakkelijk beschadigen, zodat het plantvak niet snel genoeg dicht groeit. Als er in het eerste jaar consequent onkruid wordt gewied, vermindert
TuinenLandschap l 19 l 2015
Lageschaar.indd 39
>
39 03-09-15 15:45
het onderhoud in de volgende jaren aanzienlijk, aldus Lageschaar. De planten mogen in het najaar niet worden teruggeknipt. Het bruin geworden blad en de bloemstengels zorgen voor een fraai winterbeeld, beschermen de plant en vergroten de biodiversiteit. Voordat de planten uitlopen in het voorjaar worden de afgestorven delen van de plant verwijderd. Dit kan door ze af te maaien op circa tien centimeter hoogte. Vaste planten hoeven niet per se te worden afgeknipt. Als de plant, zoals bijvoorbeeld Aster ageratoides ’Asran’ of Symphytum, blijft staan, groeit in het voorjaar de uitlopende plant door de afgestorven delen heen. De afgestorven delen verdwijnen tijdens de groei onder de plant. Bijmesten is meestal niet nodig. Het op peil houden van het organische stofgehalte is belangrijker. Aanleg en beheer doet Lageschaar niet, wel kan de kweker indien gewenst een aannemer of ontwerper aanraden. Of adviseert Lageschaar ’Zorgeloos Groen’
waarin het bedrijf ook participeert (zie artikel op pagina 48).
Andere concepten Na Fleur Robuste introduceerde Lageschaar nog twee beplantingsconcepten: Fleur Dansante en Prairie Garden. Fleur Dansante is een afgeleide van Fleur Robuste. Het is een hoogwaardige variant waarin de vaste planten met bloembollen worden gecombineerd. Waar Fleur Robuste bedoeld is als gunstig geprijsd wijkgroen is Fleur Dansante ontwikkeld voor zichtlocaties. Het sortiment voor Fleur Dansante is ook aanmerkelijk uitgebreider en de mogelijkheden voor de ontwerper dus ook groter. Veelal worden in Fleur Dansante beplantingen bodembedekkers afgewisseld met hogere vaste planten. Prairie Garden is een heel ander concept. Het is geïnspireerd op het werk van Cassian Schmidt op de Hermannshof in Weinheim. Diepwortelende sterke vaste planten (veelal afkomstig van de NoordAmerikaanse prairie) worden door elkaar
heen geplant in een laag van 8 cm lava. De lava onderdrukt het onkruid en zorgt voor een goede vochthuishouding. Het beeld van Prairie Garden is natuurlijk en afwisselend door de seizoenen heen. Prairie Garden is niet alleen geschikt voor het openbaar groen, maar ook voor instellingen, bedrijfstuinen en particuliere tuinen. Net als Fleur Dansante is Prairie Garden geschikt voor zichtlocaties waar hoogwaardig groen gewenst is. Het ontwerp voor de Prairie Garden wordt door een ontwerper van Lageschaar in samenspraak met de opdrachtgever gemaakt. Ook kan worden gekozen voor de kant-en-klare combinaties van Easy Prairie Garden. Aanleg en onderhoud worden door de aannemer van de opdrachtgever uitgevoerd op aanwijzing van Lageschaar. De planten worden door Lageschaar op locatie uitgezet en de aannemer kan gebruikmaken van speciaal ontwikkelde plantschop die voorkomt dat de lava mengt met de ondergrond.
Ervaringen De gemeente Doetinchem is in 2007 begonnen met een aantal proefvakken Fleur Dansante en Fleur Robuste. Sjoerd de Boer, medewerker stedelijk beheer: „Die brachten zoveel positieve reacties teweeg bij wethouder en bewoners dat we besloten om in een ring rond het centrum meer vaste plantenborders aan te leggen. Inmiddels hebben we zo’n 4.000 m2 vaste planten.” Het onderhoud besteedt Doetinchem uit in een apart vasteplantencontract nadat bleek dat er ondeskundig werd gewied binnen het reguliere onderhoudscontract. De ervaringen in gemeente Westervoort zijn vergelijkbaar. Beleidsmedewerker cultuurtechniek Albert Hoogenkamp: „Bewoners vragen soms waar we die planten vandaan hebben omdat ze ze zelf ook willen hebben. Voor de medewerkers van de gemeente brengen mooie beplantingen meer plezier in je werk. Wel vind ik dat de onderhoudsprijzen hoog zijn terwijl de bewerkingspercentages meevallen.” Een rotonde met prairiebeplanting in Westervoort.
40
TuinenLandschap l 19 l 2015
Lageschaar.indd 40
03-09-15 15:46
Waar vaste planten veelal alleen toegepast worden op zichtlocaties, is Fleur Robuste bij uitstek bedoeld als wijkgroen.
Een beplanting van Fleur Robuste die in mei dit jaar is aangeplant in Westervoort, is in augustus al grotendeels dichtgegroeid.
Fleur Dansante in de middenberm rond het centrum van Doetinchem.
Aster ageratoides â&#x20AC;&#x2122;Asranâ&#x20AC;&#x2122; (Fleur Robuste) in combinatie met Fraxinus in Westervoort.
TuinenLandschap l 19 l 2015
Lageschaar.indd 41
<
41 03-09-15 15:46
Darthuizer wil met Fleur & Kleur-concept maatwerk leveren Boomkwekerij Darthuizer heeft onlangs het beplantingsconcept Fleur & Kleur op de markt gebracht. Het concept richt zich voornamelijk op de openbaar groenmarkt. Fleur & Kleur komt voort uit eerdere concepten die zich op biodiversiteit en burgerparticipatie richtten. Tekst Ralph Mens | Beeld Boomkwekerij Darthuizer
W
e hebben het concept eerst kleinschalig ingezet in het Canadapark ” in Doetinchem”, vertelt Arnoud Oortwijn, commercieel directeur bij Darthuizer in Leersum. Samen met scholieren en buurtbewoners is daar een deel van het park opgeknapt en de beplanting vervangen. Dit was eigenlijk een voorloper van het huidige Fleur & Kleur-concept.” Het concept speelt in op de tendens dat gemeenten steeds meer één aanspreekpunt willen voor bepaalde diensten. „In een tijd van regiegemeenten is ontzorgen de belangrijkste trend. Wij kunnen voor de gemeente de regie nemen, vanaf het ontwerp, de aanleg tot het onderhoud aan toe. Wij doen alles in eigen beheer, waarbij we samenwerken met diverse partijen zoals SW-bedrijven en grootgroenvoorzieners.” Darthuizer wil vooral maatwerk leve-
42
ren, aangezien iedere gemeente andere wensen heeft. „Sommige gemeenten hebben een eigen groendienst die aanleg en onderhoud doet, of het onderhoud wordt door een aannemer of SW-bedrijf gedaan. Het hangt af van wat de klant wil, hoe onze rol in het geheel is. Er bestaat dan ook niet één standaardconcept.”
Cafetariamodel Het bedrijf werkt volgens het cafetariamodel. „Gemeenten kunnen kiezen hoe ze het willen hebben; alleen planten, of een beplantingsadvies, aanleg en onderhoud, of samen met burgers een plan maken en aanplanten. Alles is mogelijk.” Gemeenten kunnen kiezen voor een ’all-in’ pakket voor drie tot vijf jaar waar ook onderhoud en eventuele inboet bij
inbegrepen zijn, of voor een contract waarbij het onderhoud jaarlijks wordt afgerekend. „Het wisselt per gemeente wat voor hun het makkelijkst is. Uiteindelijk streven wij naar een partnership met als doel een fleurige, mooie openbare ruimte.” Uitgangspunt bij het Fleur & Kleurconcept is een jaarrond kleurrijke uitstraling. „Veel beplantingsconcepten gaan uit van één plantgroep. Dat geeft een beperking met als nadeel dat het winterbeeld vaak minder is. Door een mix van heesters en vaste planten zorgen wij ervoor dat het groen er zomers en winters fleurig uit ziet.” Darthuizer geeft al enkele jaren een catalogus uit met de titel ’De 500 beste planten voor het functioneel groen’. Hiermee wil de boomkwekerij gemeenten een idee geven van wat er mogelijk is op
TuinenLandschap l 19 l 2015
Darthuizer.indd 42
03-09-15 15:46
Het beplantingsconcept Fleur & Kleur van Boomkwekerij Darthuizer is ontwikkeld vanuit een beheersvisie. De plantvakken zijn 1,50 m breed zodat deze ook machinaal kunnen worden gemaaid. Daarnaast worden zo min mogelijk verschillende soorten door elkaar aangeplant, om het onderhoud zo eenvoudig mogelijk te houden. Binnen het concept worden soorten gebruikt die bekend staan als drachtplanten van bijen en vlinders zoals Nepeta faassenii â&#x20AC;&#x2122;Six Hills Giantâ&#x20AC;&#x2122; (foto links) en Persicaria amplexicaulis (foto boven). Verder worden veelal laagbloeiende planten gebruikt.
>
TuinenLandschap l 19 l 2015
Darthuizer.indd 43
43 03-09-15 15:46
gebied van beplanting. In de laatste editie wordt ook aangegeven welke planten geschikt zijn voor bijen. „De laatste vijf, zes jaar is er steeds meer vraag naar beplanting die biodiversiteit stimuleert. Je ziet dat de duurzaamheidsgedachte begint door te druppelen, bij burgers maar ook bij gemeenten. Vooral in de grote steden en versteende gebieden is de hang naar meer groen erg groot, en zie je ook een andere beleving van de openbare ruimte. Vooral grotere gemeenten hechten groot belang aan groen in de leefomgeving.” Om hieraan tegemoet te komen, kwam Darthuizer eerder al met een aparte catalogus met drachtplanten voor bijen en vlinders. Ook dit is verder uitgewerkt in het Fleur & Kleur-concept. Darthuizer is hiervoor te rade gegaan bij imkers, een bijenvereniging en heeft daarnaast deskresearch laten doen. Soms kwamen er uit dit onderzoek verrassende soorten naar voren. „Grappig is dat een heel minuscule bloem toch belangrijk is als voedsel voor bijen in het voorjaar.
Bijvoorbeeld Mahonia aquifolium ’Hillary’. Of een Potentilla fruticosa die in de zomer bloeit. Maar ook Sedum die tot diep in het najaar bloeit.”
Beheervisie Belangrijk bij het concept is dat soorten worden aangeplant vanuit een beheersvisie. „We leggen plantvakken aan van 1,50 m breed, zodat ze ook machinaal gemaaid kunnen worden. Dat is ook de reden dat we zo min mogelijk verschillende soorten door elkaar aanplanten. Als we dat doen, dan kiezen we voor een minimale breedte, zodat de beplanting handmatig kan worden bijgehouden. We raden aan niet te schoffelen, omdat de planten hierdoor worden beschadigd.” Darthuizer doet ook de grondbewerking, waarbij bemesting wordt aangebracht en de grondstructuur wordt verbeterd. „Hierdoor krijg je snel een gesloten beplanting waardoor onkruidontwikkeling wordt tegengegaan. Dankzij
een mooie, gesloten beplanting worden ook de beheerkosten gedrukt.” Oortwijn signaleert dat gemeenten ondanks de bezuinigingen toch investeren in kleurrijke beplanting. „Het is eigenlijk begonnen met de beplanting van rotondes als stadsentree waar de uitstraling hoger moest zijn. Nu zie je dat ook op andere plaatsen accentpunten worden aangebracht, tot in de wijken aan toe. Je ziet een beweging van buiten naar het centrum toe.” Alle planten van Darthuizer zijn Milieukeur gecertificeerd. Daarnaast heeft het bedrijf sinds kort het Groenkeur-certificaat Duurzame Boomkwekerij-producten. „We willen vooral duurzame, resistente soorten kweken die het goed doen in de openbare ruimte. Je wilt geen planten die na een jaar alweer moeten worden vervangen. Daarnaast is er meer vraag naar laagbloeiende soorten in verband met beheer. Bij aanbestedingen wordt altijd gevraagd naar gecertificeerde producten.”
’Beplanting openbaar groen is maatwerk’ Sjoerd de Boer, medewerker Stedelijk Beheer Doetinchem „Boomkwekerij Darthuizer is onze leverancier van sierheesters en af en toe vaste planten. Voor het openbaar groen maken we zelf ontwerpen en stemmen die af met Darthuizer. Zo ook in het geval van het Canadapark in Doetinchem. Dit is een park met historische waarde dat na de oorlog met hulp van Canadezen is aangelegd. Na vele jaren was de beplanting een ratjetoe, er zat weinig lijn meer in. Samen met bewoners en AOC-studenten hebben we het park opgeknapt. Een gedeelte is met heesters ingeplant, een ander deel met vaste planten. Belangrijk bij de beplantingskeuze was, naast variatie en kleur, dat ze ook goed voor insecten zijn. Vandaar dat we Sedum en leverkruid hebben aangeplant. Daarnaast wilden we soorten die zich bewezen hebben zoals Persicaria en Molinia. De heesters in het park zijn in 2009 aangelegd, de vaste planten in 2013. Belangrijk bij een beplantingsconcept is dat het in het onderhoudsplan past. Ook moet het geen eenheidsworst worden. Op woonerven en in bloemkoolwijken is het goed om kleurconcepten toe te passen tussen het gazon. Mensen waarderen dat en gaan ook hun eigen tuin beter onderhouden. Beplanting in openbaar groen blijft maatwerk, vakkennis is daarbij heel belangrijk.”
44
TuinenLandschap l 19 l 2015
Darthuizer.indd 44
03-09-15 15:47
Darthuizer doet vooraf aan de beplanting de grondbewerking waarbij bemesting wordt aangebracht en de grondstructuur wordt verbeterd. Hierdoor ontstaat snel een gesloten beplanting waardoor onkruidontwikkeling geen kans krijgt en de beheerskosten worden gedrukt.
Centraal bij het beplantingsconcept van Darthuizer staat de combinatie van vaste planten met heesters. De vaste planten zorgen voor bloei in de zomer, terwijl de heesters in de winter voor een groen beeld zorgen. Zo is er jaarrond een kleurrijke uitstraling.
TuinenLandschap l 19 l 2015
Darthuizer.indd 45
<
45 03-09-15 15:47
620116_.indd 46
7-9-2015 13:33:11
620117_.indd 47
7-9-2015 11:28:43
Foto: Xxxx
In de wijk De Droo-Zuid in Duiven is de groene ruimte door Bureau Mien Ruys verdeeld in gemaaid gazon, Liguster-hagen en borders met vaste planten, grassen en heesters. „Het ritme en de compositie maken het boeiend’’, aldus Scholma. „De ruimtelijke compositie is zo opgebouwd zoals we ook een tuin zouden inrichten.’’ In de border op de foto is Deschampsia gecombineerd met Rudbeckia en Persicaria. Bij de keuze van de soorten heeft de kleur van de gevel ook meegespeeld: „De heldere diepgele rudbeckia’s kleuren mooi bij de oranjebruine baksteen.’’ Voor kleur in de winter zorgen vroegbloeiende (januari/februari) solitaire Mahonia en Cornus sanguineum ’Winter Beauty’. In andere delen van de wijk De Droo-Zuid is Rudbeckia gecombineerd met blauw- en witbloeiende vaste planten. Cotinus is toegepast voor bladkleur in de hele zomer.
48
TuinenLandschap l 19 l 2015
ZorgeloosGroen.indd 48
03-09-15 15:47
’Met Zorgeloos Groen heb je het hele jaar kleur in de border’ Zowel het ruimtelijk ontwerp, als de aanleg en het onderhoud van de openbare ruimte kan Zorgeloos Groen voor een gemeente uit handen nemen. Twee vaste kwekers leveren de planten. Voor elk project wordt een unieke mix samengesteld van vaste planten mét grassen, heesters en rozen. „Zodat je het hele jaar door kleur hebt in de border.’’ Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Gerdien de Nooy en Buro Mien Ruys
Z
even jaar werkt Buro Mien Ruys uit Amsterdam nu samen met De Enk Groen & Golf en kwekers Lageschaar in Aalten en Boot&Co uit Boskoop. Samen hebben ze onder de naam Zorgeloos Groen zo’n zestig projecten in het openbaar groen aangelegd. Buro Mien Ruys tekent het ontwerp en bepaalt welke planten - een combinatie van vaste planten, grassen, rozen en heesters er worden toegepast. Lageschaar en Boot&Co leveren de planten en De Enk Groen & Golf verzorgt de aanleg en het onderhoud. Door een uitgekiende keuze van de planten leveren de projecten weinig onderhoud op én zijn ze het hele jaar door mooi. „Ook in het vroege voorjaar, de herfst en de winter’’, verzekert Scholma. Wat Zorgeloos Groen uniek maakt is dat er een tuin- en landschapsarchitectenbureau bij is betrokken. „Mijn drive
is om een alternatief te bieden voor de verschraling’’, legt Scholma uit. De projecten van Zorgeloos Groen gaan verder dan het eenvoudig leeghalen van bijvoorbeeld heestervakken en het volzetten met iets anders. „Wij doen nog een stap terug en kijken naar het gehele plaatje’’, legt Scholma uit. „Wanneer dat nodig is en dat is het bijna altijd, pakken wij de gehele omgeving aan; uiteindelijk gaat het niet om de planten zelf, maar om de rol die ze in het geheel spelen. Het toepassen van sortiment heeft pas meerwaarde wanneer er ook structuur wordt aangebracht.’’ Per project levert Zorgeloos Groen dus maatwerk. Wat Scholma in het samenwerkingsverband zo aanspreekt is het appèl dat het doet op plantenkennis. „Om dit goed te kunnen doen, moet je de beplanting echt heel goed in de vingers hebben.’’ Want er zijn nogal wat voorwaarden
waaraan het toegepaste sortiment moet voldoen. Ten eerste moeten de vaste planten snel de bodem bedekken en dat blijven doen: ook in droge zomers mogen er geen krimpgaten ontstaan. De planten mogen niet woekeren of gemakkelijk wegvallen. Daarnaast moeten ze lang bloeien en het liefst moet er ook na de bloei wat overblijven dat de moeite waard is. De heesters die Scholma toepast zijn bossig, bodembedekkend en compact. „De nieuwe serie buddleja’s van Boot&Co bijvoorbeeld, worden niet hoger dan 1 tot 1,20 m. Dit scheelt enorm in het onderhoud. Ze voorkomen dat er licht op de grond komt en hoeven nauwelijks gesnoeid te worden’’, legt Scholma uit. Het grote voordeel van het mixen van vaste planten met heesters is de grotere variatie aan kleur in de border en de extra seizoensbeleving door de herfstverkleu-
TuinenLandschap l 19 l 2015
ZorgeloosGroen.indd 49
>
49 03-09-15 15:47
ring en bijvoorbeeld een bessendracht. „Neem de lage Weigela met donkerbruin blad die tot laat in november zijn blad behoudt.’’ Ook zijn het met name de heesters die in de winter voor kleur zorgen. De oranje takken van Cornus sanguinea ’Winter Beauty’ bijvoorbeeld, de bruingrijze bloemen van uitgebloeide Hydrangea of het wintergroen van Prunus laurocerasus. „Bovendien vergroten de toegepaste heesters de biodiversiteit in de borders dan wanneer er alleen vaste planten zouden worden toegepast’’, zegt Scholma. „Neem een simpele plant als Symphoricarpos, die een geweldige drachtplant is voor bijen en hommels.’’ Voor de rozen gelden soortgelijke eisen. Ze moeten laag blijven, veel bladmassa maken en lang doorbloeien, daarnaast moeten ze op eigen wortels groeien. Het mixen van de vier soorten planten is ingewikkeld. Scholma is daarom geregeld bij Boot&Co en Lageschaar te vinden om samen met hen te overleggen over welke soorten ze zou kunnen toepassen. Daarnaast worden de door haar voorgestelde soorten door de kwekers kritisch onder de loep genomen. „En in hun selectieprogramma’s houden ze rekening met de wensen die ik heb voor Zorgeloos Groen’’, zegt Scholma. Ook door het beheer door De Enk wordt waardevolle kennis opgebouw. „Zo zal ik Aster divaricatus,
een oersterke plant, niet meer langs bestrating toepassen, omdat die zich heel gemakkelijk in verharding uitzaait.’’
Minimaal drie jaar Een opdrachtgever verbindt zich minimaal drie jaar met Zorgeloos Groen. „Dat is de tijd die we nodig hebben om het eindbeeld dat we voor ogen hebben te realiseren”, zegt Wilfried Wouters van De Enk Groen & Golf. Hij is uitvoerder en locatieverantwoordelijke voor de regio Nijmegen bij het bedrijf. „De vaste planten groeien verrassend snel, die hebben de grond binnen een half jaar wel dichtgegroeid. Bij de heesters en de rozen duurt dat wat langer, meestal twee jaar.’’ Volgens Wouters staat of valt een project van Zorgeloos Groen met de kwaliteit van de plantplaats. „Die moet brandschoon zijn en goed bemest. Dat scheelt je later enorm in de onderhoudskosten.’’ Voordat de planten de grond ingaan, neemt De Enk Groen & Golf daarom de grond kritisch onder de loep. Welke onkruiden groeien er en wat is het humus- en voedingsgehalte? Om het humusgehalte te verbeteren bemest het bedrijf de grond met een laag organische bemesting die speciaal voor het betreffende project wordt samengesteld. „Om te zorgen dat de beplanting jaren meegaat moet de basis goed zijn.’’
Het onderhoud is in het eerste jaar intensief en bestaat voornamelijk uit het onkruidvrij houden van de beplanting. Het wieden gebeurt met de hand omdat door schoffelen de vaste planten worden beschadigd. „En het langer duurt voordat ze zijn dichtgegroeid.’’ De werknemers van De Enk lopen in het eerste jaar in het groeiseizoen één keer in de twee à drie weken de beplanting na. „Om de vinger aan de pols te houden, vaak duurt zo’n rondje maar even en plukken ze hier en daar een enkel onkruidje weg.’’ In de daaropvolgende jaren wordt de frequentie van de onderhoudsbeurten minder, al blijft De Enk er met minimaal één keer in de vier weken er wel scherp bovenop zitten. Mocht dat nodig zijn, dan krijgen de heesters en rozen in het najaar een snoeibeurt. In de winter blijft de vaste beplanting staan om in het voorjaar te worden afgemaaid. Waar dat kan laat De Enk het maaisel, dat met de bosmaaier kapot wordt gemulcht, liggen. „Ter bescherming van de grond, daarnaast is het goed voor de humusopbouw.’’ De werknemers schatten zelf in waar dat kan; ook houden zij in de gaten wanneer er ergens bijbemest moet worden. „Er komt veel meer vakmanschap bij kijken, daarom vinden ze dit werk ook leuker. Het is geen kwestie van je verstand op nul zetten en meters maken.’’
’De bundeling van vakkennis geeft vertrouwen’ Huib Aalders, adviseur Groen, Natuur en Landschap bij gemeente Duiven Drie jaar geleden ging de wijk De Droo-Zuid in Duiven op de schop. Niet alleen zijn de riolering en de kabels en leidingen vervangen, ook het openbaar groen dat vooral uit verouderd bosplantsoen bestond, is compleet vernieuwd. Daarvoor koos Duiven voor Zorgeloos Groen. „Vanwege het totaalconcept, door het combineren van vaste planten met heesters heb je ook in de winter kleur, dat vonden we echt een meerwaarde van het concept.’’ Dat er een tuin- en landschapsarchitectenbureau bij betrokken is en dat de aanleg en het onderhoud in handen is van één partij trok de gemeente uiteindelijk over de streep. „Die bundeling van vakkennis geeft vertrouwen, als je zo veel geld uitgeeft, dan wil je ook dat het goed gebeurt. In principe heb je er als gemeente nu verder geen omkijken meer naar.’’ In totaal is ruim 5.000 m2 in de wijk ingericht door Zorgeloos Groen. Daarvan bestaat 700 m2 uit gazon, 870 m2 uit hagen en zo’n 3.500 m2 kreeg een begroeiing van vaste planten, grassen en sierheesters. Niet alleen de entrees tot de wijk, de hotspots, zijn door Zorgeloos Groen ingericht, ook de parkeerhavens achter de huizen. „We wilden het in één keer goed doen en de hele wijk een boost geven en niet alleen de plekken die in het oog lopen’’, zegt Aalders.
50
Al dat groen wordt nu op beeldkwaliteitsniveau A onderhouden. In fases is het groen in de wijk aangelegd: de eerste heesters en bomen gingen in het najaar van 2013 de grond in en afgelopen voorjaar zijn de laatste vaste planten gezet. Dit najaar wil Aalders onder bewoners gaan enquêteren om hun mening over het nieuwe groen te peilen. „Maar de eerste reacties zijn erg positief. Zwerfvuil was bijvoorbeeld altijd een enorm issue, maar dat is helemaal weg. Ook wordt er niet meer in het groen geparkeerd, mensen zijn er veel zuiniger op. In plaats van de klachten die we binnenkregen, krijgen we nu juist vragen uit andere wijken die ook dit groen willen.’’ Of het de gemeente uiteindelijk in aanleg- en onderhoudskosten zal schelen, dat kan Aalders nog niet zeggen. „In het eerste jaar na aanplant zijn de onderhoudskosten juist hoog door het intensieve beheer. Dat zal later nog afnemen.’’ En hoewel hem door Zorgeloos Groen is verzekerd dat de planten dusdanig geselecteerd zijn dat het niet nodig is om ze na zeven jaar te vervangen, wil hij dat moment toch afwachten voordat hij daar uitspraken over doet. „Maar wat je wel ziet is dat het aan de andere kant heel veel oplevert in termen van bewonerstevredenheid en respect voor de leefomgeving.’’
TuinenLandschap l 19 l 2015
ZorgeloosGroen.indd 50
03-09-15 15:47
Het is ook mogelijk om de beplanting van Zorgeloos Groen te combineren met bomen. Dit was in Duiven bijvoorbeeld een voorwaarde. Samen met de gemeente zijn voor de hoofdwegen in de wijk De Droo-Zuid Quercus palustris, Fraxinus angustifolia ’Raywood’, Acer freemanii ’Autumn Blaze’, en Tilia cordata ’Greenspire’ uitgezocht. De woonstraten kregen diverse Prunus, Sophora, Malus en Crataegus. Voor de aanplant en de nazorg is De Enk verantwoordelijk.
In Duiven is ook de achterkant van de wijk, de parkeerhavens met blinde gevels, door Zorgeloos Groen mee ontworpen. „De wijk is hierdoor maximaal opgeknapt.’’
De door Zorgeloos Groen ontworpen borders brengen kleur en seizoensbeleving in de openbare ruimte.
De Enk Groen & Golf onderhoudt de projecten van Zorgeloos Groen voor minimaal drie jaar. De medewerkers van het bedrijf lopen de beplanting regelmatig na op onkruid en herstellen de border wanneer deze is beschadigd, zoals hier aan het Keizer Karelplein in Nijmegen.
TuinenLandschap l 19 l 2015
ZorgeloosGroen.indd 51
<
51 03-09-15 15:47
Clever Green Solutions biedt garantie op eindbeeld Bij prestigieuze bouwprojecten worden vaak artist’s impressions gemaakt van het gewenste eindresultaat, inclusief groen. Na oplevering lijken de gebouwen meestal wel op de tekening, maar het groen blijft vaak ver achter. Clever Green Solutions biedt garantie op het eindbeeld, ook na tien jaar. Tekst en beeld Peter Bennink
C
lever Green Solutions (Clever) is een samenwerkingsverband tussen Van den Berk Boomkwekerijen en de Koninklijke Ginkel Groep, waarbij langdurige garantie gegeven wordt op vooraf bepaalde doelstellingen. Die doelstellingen kunnen uiteenlopen van het realiseren van een bepaalde reductie in temperatuur in stedelijk gebied, het vergroten van de capaciteit van waterberging met een bepaald volume, het verbeteren van de luchtkwaliteit tot het vergroten van de biodiversiteit of het vergroten van de waarde van het onroerende goed in de omgeving. „Je kunt er ook voor kiezen om (alleen) garantie te krijgen op de groei van de bomen”, legt Brenda Swinkels van Van den Berk uit. „Voor elke boom in het project wordt er een groeischema gemaakt
52
met daarin de gegarandeerde hoogte en dikte na elk jaar.” Om zulke vergaande garanties te kunnen bieden moet Clever wel het hele proces van kweken, planten en beheer en onderhoud in eigen hand hebben. Al in de ontwerpfase zijn de boomkwekers en hoveniers dus bij het project betrokken. Samen met de architect, opdrachtgever en andere betrokkenen wordt gezocht naar de optimale groeiplaatsoplossing. Om in te kunnen grijpen als het mis gaat met de bomen op het project, staan er op de kwekerij schaduwbomen van dezelfde soort of variëteit en dezelfde omvang klaar.
Toplocaties Het mag duidelijk zijn dat er aan zo’n
manier van werken ook een prijskaartje hangt. Het hele proces van een Cleverproject is erg arbeids- en kapitaalsintensief. Het is zeker geen manier van werken die in iedere willekeurige woonwijk gebruikt gaat worden. Het is echt bedoeld voor toplocaties waarvoor een ambitieuze doelstelling geformuleerd wordt. Die beperking is meteen de achilleshiel van Clever Green Solutions. De laatste jaren zijn er maar weinig grote ambitieuze projecten van de grond gekomen. Het concept bestaat nu vier jaar maar het is nog maar één keer toegepast, bij de Grolsch Veste in Enschede (zie kader). Een ander obstakel is dat aanleg en beheer bij veel gemeenten aparte werelden zijn. Bij een Clever-project worden aanleg en beheer integraal bekeken. Wat je extra
TuinenLandschap l 19 l 2015
Clever Green Solutions.indd 52
07-09-15 13:30
Het stationsplein Enschede-Drienerlo moest een hoogwaardig en drukbezocht plein worden. De gemeente Enschede wilde voor deze prominente locatie dan ook de zekerheid dat de bomen goed zouden groeien. Tegelijkertijd was het een erg moeilijke plek vanwege de ondergrondse omstandigheden. Clever Green Solutions claimt de Artistâ&#x20AC;&#x2122;s impression waar te maken en ging met het project aan de slag. Voor een succesvolle aankleding met mooie goed groeiende bomen was een zorgvuldig ontworpen groeiplaatsoplossing nodig. Die is ontwikkeld door Van den Berk, Van Ginkel en de landschapsarchitect van de gemeente. Ook na oplevering van het plein blijft Clever Green Solutions verantwoordelijk voor het volledige beheer inclusief snoei, bemesting, water geven en VTA. TuinenLandschap l 19 l 2015
Clever Green Solutions.indd 53
>
53 07-09-15 13:30
investeert in een goede groeiplaats, kun je terugverdienen in het beheer. Maar in de praktijk blijkt het vaak moeilijk om de afdelingen aanleg en beheer op één lijn achter een Cleveroplossing te krijgen. Swinkels: „We nemen het wel standaard mee in projectbesprekingen met opdrachtgevers, maar het concept heeft de tijd nu niet mee.” Ondanks dat er nog niet veel van Clever Green Solutions gebruik wordt gemaakt, gelooft Mark Rotteveel, projectadviseur bij Van Ginkel wel dat deze manier van werken toekomst heeft. Rotteveel: „Wat we veel zien is dat er elementen uit Clever Green Solutions in tenders zitten. Bijvoorbeeld de eis van garantie voor 15 of 20 jaar op de beplantingen.” De blik op de langere termijn zorgt er volgens Rotteveel ook voor dat er anders naar aanleg en beheerkosten wordt gekeken. Dan blijkt dat, zeker wanneer projecten 20-30 of misschien wel 50 jaar mee moeten gaan, het loont om meer
te investeren in aanleg en in kwalitatief goede materialen. Rotteveel: „Als je het gaat berekenen dan kan het heel goed zo zijn dat het op den duur goedkoper is om bijvoorbeeld natuursteen te gebruiken in plaats van betonklinkers die eerder vervangen moeten worden. Je zult dus eerder hoogwaardige materialen gebruiken die een lange levensduur hebben. Dat is een aspect van duurzaamheid dat vaak onderbelicht blijft. Je kunt beter materialen gebruiken met een lange levensduur dan ecologisch gefabriceerde onderdelen die na vijf jaar vervangen moeten worden.” Een andere reden waarom een concept als Clever een duidelijke meerwaarde heeft, is dat het voor overzicht zorgt in een wereld die steeds ingewikkelder wordt.
ken en overal wordt specialistische kennis vandaan gehaald. Je hebt al snel te maken met een groenaannemer, een boomkwekerij, een ontwerper, een civieltechnische partij enzovoort. Daarbij komt dat er tegenwoordig in binnenstedelijk gebied vaak op daktuinachtige constructies gewerkt moet worden met alle complicaties vandien. Als het uiteindelijk misgaat in een project is het vaak niet meer duidelijk door wie dat komt. Iedereen is verantwoordelijk en daardoor is niemand verantwoordelijk en kan de opdrachtgever uiteindelijk voor de kosten opdraaien. Door als bedrijf of combinatie van bedrijven de verantwoordelijkheid naar je toe te trekken neem je dat risico bij de opdrachtgever weg.
Specialistische kennis Bij projecten zijn veel bedrijven betrok-
’Na slechte ervaringen wilden wij garantie’ Jacques van den Hof, gedelegeerd opdrachtgever gemeente Enschede Het eerste Clever Green Solutions-project dat is gerealiseerd, is de beplanting van het Stationsplein Enschede-Drienerlo, vlak voor de Grolsch Veste, het stadion waar FC Twente zijn thuiswedstrijden speelt. Jacques van den Hof is gedelegeerd opdrachtgever namens de gemeente: „We wilden zekerheid dat de bomen gingen groeien. We hadden wat slechte ervaringen met projecten waarbij bomen in grote maten gebruikt werden. Bij de aanleg worden vaak fouten gemaakt. Zeker als het civieltechnische bedrijven zijn die de aanleg verzorgen. Dan is er bijvoorbeeld teveel verdicht of is de drainage niet goed aangelegd waardoor de waterhuishouding niet goed is. De projectbegroting wordt op een bepaald moment afgesloten en als problemen zich daarna openbaren, wat bij bomen vaak het geval is, dan komt alles op het bordje van beheer terecht. We wilden dan ook garantie en die kon Clever Green Solutions bieden. Uiteindelijk hebben we om financiële redenen niet gekozen voor 10 jaar garantie maar voor 3 jaar. Omdat de groeiplaatsen zorgvuldig cultuurtechnisch zijn ingericht met het oog op de lange termijn, hebben we er alle vertrouwen in.”
54
TuinenLandschap l 19 l 2015
Clever Green Solutions.indd 54
07-09-15 13:30
Alle bomen op het plein staan in grote cirkels die met gras begroeid zijn. Ondergronds hebben ze echter nog meer groeiruimte, in totaal ongeveer 6 x 6 m per boom. De bomen staan aangesloten op de waterleiding maar als ze eenmaal aangeslagen zijn moeten ze voldoende hebben aan de regen die in deze cirkels valt en wat er tussen de stenen door komt.
Ongeveer anderhalve meter onder de grond ligt een grote betonnen plaat die nodig is om kwel tegen te houden. Die plaat sluit echter de bomen af van het grondwater. Een deel van de bomen staat dan ook in een daktuinconstructie met kunstmatige grondwaterstand. <
TuinenLandschap l 19 l 2015
Clever Green Solutions.indd 55
55 07-09-15 13:30
620113_.indd 59
7-9-2015 11:31:08
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Vlakke overdekking Abrisud introduceert een gemotoriseerde zwembadoverkapping. Omdat de overkapping vlak is, blijft het zicht op de tuin optimaal. Met behulp van een afstandsbediening of sluitel schuift de kap open. De afdekmodules zijn allemaal even breed en stapelen al glijdend op elkaar. De
geopende afdekking integreert in de natuurlijke omgeving. Voordeel is dat dit systeem weinig ruimte inneemt. De vlakke vorm waarborgt de veiligheid en biedt privacy. De samenstelling van polycarbonaat met cellenstructuur zorgt voor extra stevigheid en isolatie van het zwembad.
Ronde vormen, vrolijke kleuren en gewaagde prints, het is een tuintrend om terug te gaan naar de jaren ’60. In de tuincollectie van Fonq zijn de vintage invloeden duidelijk terug te zien. Diverse klassiekers zijn in een nieuw jasje gestoken, maar hebben wel de doorleefde look.
Een daarvan is de bekende vlinderstoel, maar ook de bistrotafel, kettinglamp en klapstoel zijn in het assortiment terug te vinden. Wie retro zegt, zegt kleur: voor de collectie is gebruikgemaakt van de retrokleuren geel, oranje, bruin, mosgroen en vintageblauw.
▸ Abrisud | www.abrisud.nl
▸ Fonq | www.fonq.nl
Maaidraad op maat
Fantasie stimuleren
Stierman de Leeuw heeft het assortiment van Oregon uitgebreid met Spyro maaidraad. Het draad is van nylon en is verkrijgbaar in drie varianten: de doorsnedes 2,1, 2,5 en 3 mm. Het maaidraad zit op een disk, die past in een broekzak en de vulling van een maaikop
bevat. Afmeten en afknippen op lengte behoren hiermee tot het verleden, iedere Spyro-disk staat voor een maaikopvulling. Het zogenaamde puzzel-kliksysteem heeft drie snijkanten en zorgt voor betere maaiprestaties. Omdat de disk niet verpakt is, wordt belasting voor het milieu verminderd.
▸ Stierman de Leeuw | (0575) 59 99 99 | www.stiermandeleeuw.nl
60
Nostalgie
Van Tasie heeft een serie inspirerende speelplekken gelanceerd. Deze is ontwikkeld om de fantasie van kinderen te stimuleren. Van Tasie levert een totaalbeleving. De toestellen laten zich combineren met bijpassende ondergronden, achterwanden en accessoires. Omdat de
speelomgeving samenhangend is, wordt de verbeeldingskracht van kinderen optimaal geprikkeld. Volgens Lex Hubert, oprichter van Van Tasie, helpt spelen kinderen zich lichamelijk te ontwikkelen, maar is de ontwikkeling van de fantasie minstens zo belangrijk voor een kind.
▸ Van Tasie | (071) 203 20 98 | www.vantasie.nl
TuinenLandschap l 19 l 2015
Leveranciers_1 TEL19.indd 60
03-09-15 15:47
Kort
Hulp bij voegen Het Voegmaatje is een handig stuk gereedschap waarmee voegmateriaal in de voegen aan te drukken is. Dit is toepasbaar op voegzand, epoxy en polymeer. Trillen van de tegels is met dit hulpmiddel niet meer nodig. De voegen worden beter gevuld en zijn uiteindelijk sterker. Door verwisselbare schijven van 1, 3 en 5 mm kan gewerkt worden in diverse breedtes van voegen. De voeg over het voegmateriaal rollen volstaat, zonder druk uit te oefenen. Het eigengewicht van het gereedschap geeft voldoende druk op de voeg. De stalen steel van Voegmaatje is verzinkt en in kleur gespoten. De steel ligt met zijn 28 mm dikte goed in de hand.
QuickHedge had al 25 haagsoorten in het assortiment, onlangs heeft het bedrijf een aantal hagen aan het assortiment toegevoegd. Nieuw in 2015 zijn Larix kaempferi, Picea abies, Tilia cordata, Prunus l. Caucasica, Prunus l. Herbergii en Prunus l. Rotundifolia. ▸ QuickHedge | (0492) 32 14 42 | www.quickhedge.nl
De Tuinen van Appeltern is voor het volgende seizoen op zoek naar innovaties en nieuwe ontwerpen. Appeltern wil de hoveniersvondsten tentoonstellen. Dat kan in bestaande tuinen, maar bijvoorbeeld ook op de website als het om een technisch procédé gaat. Ideeën kunnen tot 1 november 2015 worden ingezonden. ▸ Appeltern | (0487) 54 17 32 | www.appeltern.nl
Begroeide daken met extra waterberging kunnen de gevolgen van hevige regenbuien verminderen. Deze groen-blauwe daken helpen bij de aanpassing aan de klimaatverandering. De publicatie Groene daken nader beschouwd bevat onder meer ontwerpprincipes voor regenwateropvang. ▸ STOWA - Stichting RIONED | www.stowa.nl - www.riool.net Het werkgebied voor Ransomes voor DEM is uitgebreid. DEM is hoofddealer voor de kooi- en cirkelmaaiers van Ransomes voor Friesland, Groningen, Drenthe en delen van Flevoland. ▸ DEM | (0511) 42 19 41 | www.dem.nl
▸ Normeco | 06 45 60 56 29 | www.normeco.nl
Boeken Basisgids Grassen is een gids voor beginners. Met de kleurenfoto’s is het mogelijk snel en betrouwbaar honderd algemene soorten gras te herkennen. Van riet tot straatgras, van zandzegge tot wollegras. De gids bevat handige informatie over vindplaats, vorm en verschillende plantdelen als bloeiwijze, zaden, stengels en wortelstokken.
Landschaftarchitekten 2015 is de derde editie, waarin twintig Duitse landschapsarchitectenbureaus zich voorstellen. In het jaarboek staat een selectie van hun projecten, een aantal succesvolle voorbeelden van hedendaagse landschapsarchitectuur. Daarnaast bevat het bijdragen over actuele vraagstukken met betrekking tot de stedelijke ontwikkeling.
In Leve de herfsttuin geeft tuinexpert en kweker Cor van Gelderen zijn geheimen prijs om van een sombere herfsttuin en vlammende, vrolijke tuin te maken. Met een beetje moeite zijn de kleuren van Indian Summer en de Japanse esdoorn in de tuin te verwezelijken. In het boek staat voor welke planten gekozen moet worden.
Voor iedereen die zijn tuin een nieuw of meer eigen karakter wil geven, is het boek Je Persoonlijke Tuin een aanrader. Aan de hand van talrijke voorbeelden laat de auteur zien hoe je met onverwachte combinaties van kleuren, vormen, planten, ornamenten en meubels de tuin kunt aanpassen. Ze put hiervoor uit kunst, cultuur, design et cetera.
▸Basisgids Grassen | ISBN 978 90 5011 5117 | €21,95
▸Landschaftarchitekten 2015 | ISBN 978 3 7667 2160 0 | €19,95
▸Leve de herfsttuin | ISBN 978 94 6250 095 2 | €19,95
▸Je Persoonlijke Tuin | ISBN 978 94 6250 079 2 | €29,95
TuinenLandschap l 19 l 2015
Leveranciers_1 TEL19.indd 61
61 03-09-15 15:47
Agenda
Cursussen
Planten uit de oertijd Tentoonstelling, t/m 4 oktober, Hilversum.
Natuurwet- en regelgeving in de praktijk Tweedaagse cursus, 24 september, Utrecht
Boomveiligheidscontroleur Cursus incl. examentraining en examen, 1, 8 en 15 oktober, Oosterbeek
Succesvolle inrichting van de openbare ruimte Cursus, 8 oktober, Amersfoort
▸ www.sbo.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.crow.nl
Bomen aan Zee Seminar, 24 september, Noordwijk
Ontwerpkunde Cursus, 1 oktober, Apeldoorn
Compositieleer Cursus, 9 oktober, Apeldoorn
▸ www.bomenaanzee.com
▸ www.ontwerpinstituut.nl
▸ www.ontwerpinstituut.nl
Toepassen van vaste planten, innovatie in het openbaar groen Cursus, 24 september, Nieuwerkerk a/d IJssel
Tuinplantenkennis Driedaagse workshop, 3 oktober, Utrecht
Mycological Tree Assessment Tweedaagse masterclass, 12 oktober, 27 november Vught, 19 oktober, 23 november Assen, 30 oktober, 12 november Baarn
▸ www.pinetum.nl
Eetbaar hout Rondleiding kwekerij boomstammen geënt met eetbare paddenstoelen, half septembereind oktober, Voorst ▸ www.groenetakken.nl
Nationale gazon demodag 23 september, Biezenmortel ▸ www.nationalegazondemodag.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Nationale groendag 23 september, Bergen op Zoom ▸ www.nationalegroendag.nl
Tuinen van de toekomst Evenement, 26 september, Wageningen ▸ www.tuinenstichting.nl
Open dagen De Schans 2 en 3 oktober, Hedel
Module ontwerpen Apart te boeken onderdeel van de opleiding tuinarchitectuur, 24 september, Utrecht of Capelle aan den IJssel ▸ www.ontwerpacademie.nl
Spuitlicentie 1 Tweedaagse cursus, 28 september, Ochten
▸ www.modesteherwig.eu
Presenteren van jezelf en de opdracht Driedaagse persoonlijke coaching, 5 oktober, Apeldoorn
▸ www.boom-kcb.nl
▸ www.ontwerpinstituut.nl
Zwammen en boomveiligheid Cursus, 13 oktober, Midden-Nederland
Houtrot Cursus, 5 oktober, 19 november Vught, 8 oktober, 9 november Assen, 26 oktober, 5 november Baarn
▸ www.cobra-adviseurs.nl
▸ www.boom-kcb.nl
▸ www.fruitpark.nl
Contractmanagement openbare ruimte Vijfdaagse cursus, 15 oktober, 's Hertogenbosch ▸ www.haskennistransfer.nl
Ziekte- en plaagmanagement Tweedaagse cursus, 30 september en 7 oktober, Oosterbeek
Mycological Tree Assessment Cursus, 6 oktober, 20 november Vught, 9 oktober, 16 november Assen, 27 oktober, 6 november Baarn
Toepassen van boomsoorten in stedelijk gebied Cursus, 15 oktober, Oosterbeek
▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.boom-kcb.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Presentatie herfst en meer 13 t/m 15 oktober, Boskoop
Omgevingsrecht Opleiding, start 1 oktober, Utrecht
Begraafplaatsen, bewaren tot in de eeuwigheid? Platform groen erfgoed, 7 oktober, Amersfoort
Bomen en buren Juridische verdieping, 5 november, Cuijk
▸ www.deschansbv.nl
Voorlichtingsavond OntwerpAcadamie 5 oktober, Capelle aan den IJssel
▸ www.floralisboskoop.nl
▸ www.sbo.nl
Chrysantenshow 10 oktober t/m 1 november, Kasteeltuinen, Arcen
Het keuren van bomen op kwekerij, de aankoopkwaliteit van bomen Cursus, 1 oktober, Nettetal (Duitsland)
▸ www.cobra-adviseurs.nl
▸ www.cultureelerfgoed.nl
▸ www.kasteeltuinen.nl
Water in de openbare ruimte Vakbeurs, 15 oktober, Houten ▸ www.waterindeopenbareruimte.nl
Hoe leer je ontwerpen? Symposium, 7 oktober, Den Bosch
Juridische aspecten van bomen in de openbare ruimte Cursus, 11 november, Oosterbeek
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.dutchschooloflandscapearchitecture.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Zwamaantastingen in bomen Basiscursus, 1 oktober, Arnhem
Ontwerpen kleine natuur Cursus, 7 oktober, Apeldoorn
Herkennen van winterkenmerken Cursus, 12 november, Cuijk, 10 februari, 17 november, Hilversum
▸ www.cursuscentrumcambium
▸ www.ontwerpinstituut.nl
▸ www.cobra-adviseurs.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
62
Redactie Bakker hoofdredacteur (06-35115617 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2015 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
TuinenLandschap l 19 l 2015
Agenda_Cursus3kolomTEL19.indd 62
03-09-15 15:47
Foto De Rooy Hoveniers
Groene Gast
Ben en Günther de Rooy De Rooy Hoveniers bestaat 75 jaar, zijn er bijzondere acties gepland? „We wilden eens iets anders doen dan een open dag of een receptie. Daarom hebben we bedacht om 75 uur lang ons in te zetten voor tuinklussen bij hulpbehoevenden of mensen die het zich niet kunnen veroorloven.”
Hebben jullie al reacties ontvangen?
Ben (links) en Günther de Rooy zijn eigenaars van De Rooy Hoveniers in Dussen.
„Het is via de media breed opgepikt. Tot nu toe hebben we zestien aanmeldingen binnen. We gaan straks met z’n allen om tafel zitten om er drie of vier uit te halen waar we iets mee kunnen. De aanmeldingen moeten wel binnen een straal van 30 km van ons bedrijf liggen. Daarna gaan we een aantal zaterdagen met een ploeg op pad.”
Hoe lopen de zaken? „Het gaat bij ons hartstikke goed, we hebben niets te klagen. We proberen dicht bij ons zelf te blijven en vanuit onze passie mooie dingen te maken. Mondtot-mondreclame is de motor van onze portefeuille. Daarnaast zijn we heel erg actief op social media. Je kunt via Facebook of Twitter heel snel een leuk project of bericht verspreiden. Of je er werk uit krijgt, moet je afwachten, maar het zorgt wel voor naamsbekendheid.”
Vorig jaar wonnen jullie de Tuin van het Jaar, veel reacties op gekregen? „Na het winnen van de juryprijs van de Tuin van het Jaar kregen we meer publiciteit dan we hadden verwacht. Dat levert weer een hoop reuring op. Sinds 2010 zijn we ook Tophovenier, dat heeft ons veel
gebracht. Het was een hele sprong, maar je krijgt er ook erkenning voor terug.”
Wat is er in 75 jaar veranderd? „Het familiebedrijf is door onze opa begonnen, daarna namen onze vaders het over, en sinds 2009 wij als neven. Voorheen richtten we ons op grootschalig groen, nu doen we in de openbare markt alleen de inrichting en uitvoering van projecten. Daarnaast doen we vooral veel ontwerp en inrichting van particuliere tuinen van klein tot groot, maar alles op hoog niveau.”
Staan er nog andere acties gepland? „Misschien gaan we aan het eind van het jaar nog een feestje bouwen voor de medewerkers. En volgend jaar houden we weer een open dag.” <
TuinenLandschap l 19 l 2015
GroeneGast_1pag.indd 63
63 03-09-15 15:48
620122_.indd 64
7-9-2015 11:30:43