Tel 21-2016

Page 1





VHG en NVTL geven met het Deltaplan Groen een aanzet voor een groene paragraaf in het Regeerakkoord van het volgende kabinet. Het plan werd deze maand gepresenteerd tijdens de Groene Poort in het Haagse perscentrum Nieuwspoort. VHG-directeur Egbert Roozen: „Er is veel energie in Nederland om de leefomgeving te vergroenen, maar we missen op nationaal niveau beleidskaders en raamwerken waarin alles samenvalt.� In het Deltaplan Groen staan concrete suggesties voor meer

groen in tuinen en de openbare ruimte. Zo moet er een nationale bewustwordingscampagne komen over het belang van 'levende' tuinen. Ook moet er een raamwerk komen met financiĂŤle prikkels voor aanleg en beheer van duurzame tuinen. Hierbij moet worden gedacht aan verlaging van het btw-tarief op hoveniersdiensten van 21% naar 6%. Wat betreft de openbare ruimte moet er een beleidskader komen waarin de groene en blauwe infrastructuur als basis voor ruimtelijke ontwikkeling geldt. Ook moet er een actieplan worden ontwikkeld voor vergroening van de ruimte langs infrastructuurwerken in het kader van luchtkwaliteit. Denk aan groene bermen en groene geluidswanden. Groene initiatieven ter bevordering van biodiversiteit en

gezondheid moeten hoger op de agenda komen. Samen met lagere overheden moet een waarderingsgrondslag voor groen worden vastgesteld. Ook moeten Europese mogelijkheden in nationale en lokale groenprogramma's beter worden benut. Denk aan subsidies voor vergroening van de openbare ruimte of inzet van groen voor wateropvang en klimaatadaptatie.

Verder zijn er acties opgesomd om groen in, om, op en aan gebouwen te stimuleren. Zo moet er versneld een vergunningstraject komen voor groene daken en gevels. Een voorbeeld is de 'green permit' of groene leges zoals de gemeente Enschede die hanteert. Hierbij hoeven bewoners of bedrijven die duurzame plannen

hebben, geen leges te betalen voor de vergunningsaanvraag. Verder moet er een verplichting komen voor het vergroenen van grote dakoppervlakken bij nieuwbouw. Om het goede voorbeeld te geven worden alle overheidsgebouwen binnen en buiten vergroend. Deze laatste twee punten sluiten aan op de nota 'Groen en water in de stad' die de PvdA onlangs presenteerde en die speerpunt wordt tijdens de verkiezingen.

Volgens VHG en NVTL moet het deltaplan de milieudoelstellingen van het klimaatakkoord realiseren en de biobased economie stimuleren. Ook ondersteunt het programma het behoud en herstel van biodiversiteit en bevordert het de gezondheid en het welbevinden van de bevolking.










m het volledige verhaal over Salvia te vertellen, heb je een hele jaargang van Tuin en Landschap nodig. Het enorme geslacht omvat ruim 900 soorten; een- en tweejarigen, vaste planten en halfheesters. Er komen Salvia voor in bijna alle delen van de wereld. In Centraal-Azië, het Middellandse Zeegebied, Oost-Azië, en Midden- en Zuid-Amerika komen de meeste soorten voor. Het geslacht is het grootste binnen de lipbloemenfamilie (Lamiaceae) en is net als veel verwante geslachten erg aantrekkelijk als nectarplant voor insecten. Een ander kenmerk uit de familie is de aanwezigheid van etherische oliën, die voor een sterke geur en smaak zorgt. Wij

vinden dat vaak lekker, maar in de natuur beschermt het de planten tegen vraat. Het geslacht omvat alle bloemkleuren, maar bij de soorten die bij ons winterhard zijn, hebben blauw en paars de overhand. Ruwweg kun je Salvia indelen in twee groepen: afkomstig uit grasland of steppen en afkomstig uit bosranden en ruigten. De eerste groep staat graag op een plek in de volle zon en een goed doorlatende grond. Deze soorten verdragen behoorlijk wat droogte. De tweede groep stelt een vochthoudende en voedselrijke bodem op prijs, en doet het ook nog goed in de halfschaduw. Goede drainage is voor alle soorten belangrijk. <




<



uim anderhalf jaar geleden zette voormalig stadsecoloog van Groningen Wout Veldstra Operatie Steenbreek op (zie kader). Een campagne die burgers in beweging wil krijgen om hun stenige tuin te vergroenen. Vanuit het besef dat een versteende omgeving leidt tot minder biodiversiteit, meer wateroverlast en meer hittestress in de stad. Steenbreek bundelt de kennis die er op al deze gebieden is en wordt opgedaan. Gemeenten krijgen toegang tot deze kennis als zij zich aansluiten bij Steenbreek; voor €2.500 of €5.000 per jaar, afhankelijk van de groottevan de gemeente. Ook krijgen ze promotiemateriaal aangereikt om inwoners tot vergroenen te stimuleren. Gemeenten doen volgens Veldstra mee om via Steenbreek meer draagvlak te creëren voor vergroening: bij de burger en soms ook bij de politiek. Voor Leeuwarden was groener maken van de stad reden om direct aan te sluiten, meldt Christa van der Weyde, docent bij hogeschool Van Hall Larenstein, die het Steenbreek-project voor Leeuwarden coördineert. Ze legt uit dat eerst veel tijd en energie is gestoken in een stabiele samenwerking tot stand brengen tussen de gemeente en de diverse organisaties die zich in Leeuwarden met natuur, milieu en duurzaamheid bezighouden. Echter ook in samenwerking met onderwijsinstellingen en met hoveniers, woningcorporaties en bewoners zelf. Van der Weyde: „Door gebruik te maken van elkaars kracht en bevoegdheden, kan je - ondanks beperkte middelen - meer bereiken dan ieder voor zich.” Met het ondertekenen van een convenant in juni hebben al deze partijen hun samenwerking voor een klimaatadaptieve stad inmiddels bekrachtigd.

de dichtbebouwde stenige stad de politieke wind mee, en ook financiën beschikbaar. Verhoging van de biodiversiteit en klimaatadaptatie maken sinds eind 2015 deel uit van Leids duurzaamheidsbeleid.

Ook in Eindhoven wordt de samenwerking gezocht met derden. De gemeente participeert in Steenbreek vanuit de klimaatopgave en omdat zij biodiversiteit hoog in het vaandel draagt. Coördinator Natuur- en Duurzaamheidseducatie Jannie Landa legt uit dat Eindhoven de groenboodschap wil overbrengen via onder andere hoveniers, groenaannemers en actieve bewoners. De hoveniersgroep bestaat al uit zo’n zestig bedrijven. Vooral hoveniersbedrijf Soontiëns is consequent in het uitdragen van de groene boodschap, weet Landa. „Het bedrijf weigert om te veel tegels aan te leggen bij particulieren. Als een particulier verharding wil, dragen ze een waterdoorlatende variant aan.” Leiden doet sinds een jaar mee aan operatie Steenbreek, omdat „dit goed paste in de lijn waar ze zelf al heel wat jaren op zaten”, aldus beleidsmedewerker Mirte van Daalen. Groen heeft in

De problemen met de wateroverlast en hittestress spelen vooral in de naoorlogse, veelal zeer versteende wijken, weet Steenbreek-voorzitter Veldstra. Van der Weyde bevestigt dit en vertelt dat Leeuwarden voor een wijkgerichte aanpak kiest in wijken waar voortrekkers al actief zijn met vergroenen van hun buurt. „We haken aan bij de motivatie en energie die er al is. Niet van buitenaf opleggen, maar deze mensen financieel en organisatorisch ondersteunen om ook andere bewoners mee te krijgen.” Ook Leiden en Eindhoven richten zich voornamelijk op de versteende ’corporatiewijken’ omdat hier de Steenbreek-boodschap het hardste nodig is. Van der Weyde van Van Hall Larenstein: „Uit onderzoek van onze studenten blijkt elke keer dat mensen natuur als een ver-van-mijn-bed-show beschouwen. Natuur is het bos, of het strand. Dat je tuin zou kunnen bijdragen aan de kwaliteit van >


de leefomgeving, het weglopen van water, meer vlinders en bijen beseft men totaal niet.”

In de wijken moet het dus gebeuren. En inderdaad, er zijn in anderhalf jaar heel wat acties uitgevoerd. In Leeuwarden zijn boomspiegels geadopteerd, bloembollen geplant en tomaten- of aardbeienplanten aangeboden in ruil voor tegels. Ook in Leiden leverden inwoners tegels in voor planten, werden gratis tuinontwerpen getekend en geveltuinen gestimuleerd en gefaciliteerd. Vooral de tuinadviesavond in het Stadhuis ziet Van Daalen als een succes: „Er zijn zo’n zestig mensen met een ontwerp voor een groenere tuin naar huis gegaan. En er is heel veel publiciteit voor geweest, zodat mensen steeds opnieuw over het belang van groen lezen.” Wat haar ook deugd deed, was dat veel jonge nieuwbouwbewoners voor een tuinontwerp kwamen. „Geweldig, want op dat moment moet je ze bereiken. Als die auto met tegels aan komt rijden, ben je te laat.” Een andere actie waar de Leidse beleidsmedewerker veel van verwacht is ‘Jouw Groene Straat.’ Een bedrijfje levert – met subsidie van de gemeente en Fonds 1818 – complete plantpakketten voor geveltuinen. Bewoners kunnen kiezen voor zon- of

schaduwplanten. De pakketten bevatten zelfs kleine heesters. Van Daalen: „Er gaat wat meer geld in zitten, maar het geeft daarom ook meer volume. Ik denk dat het effect ervan heel zichtbaar is.” De eerste pakketten zijn in april uitgereikt; binnenkort zal ’Jouw Groene Straat’ in meer wijken van start gaan. Naast dit soort kleinschalige acties zetten de Steenbreek-deelnemers educatie in als middel, maar ook voorlichting, en zoveel mogelijk de boodschap herhalen in lokale kranten. De Steenbreek-folder zelf vindt Van Daalen voor Leiden niet zo geslaagd, omdat er grote villa’s en veel gazon op de foto’s staan. „De waterproblematiek speelt in de stenige wijken in de binnenstad. Leidenaren zullen zich door deze plaatjes niet laten inspireren.” Veldstra erkent dat de eerste folder minder goed gelukt is, en belooft dat de nieuwe meer op maat zal zijn. Gemeenten kunnen zelf natuurlijk ook het goede voorbeeld geven. Dit gebeurt ook. In Leiden is onder meer het versteende terrein van het oude Nuon-gebouw enorm vergroend, aldus Van Daalen. Stedelijk Beheer zoekt actief naar plekken waar steen weg kan en groen ervoor in de plaats. In Eindhoven idem dito. Landa meldt dat er in Eindhoven gifvrij wordt gewerkt en bij herinrichting zoveel mogelijk geprobeerd wordt te vergroenen. Landa: „Soms lukt dit helaas niet, omdat er bijvoorbeeld veel kabels in de grond liggen of omdat er toch veel parkeerplaatsen nodig zijn.” Bewonersparticipatie pakt hier ook wel eens nadelig uit.

Hebben alle voorlichting en acties al tot meer groen geleid? Volgens de tegelteller op de Steenbreek-website wél. Den Haag staat aan top met 40.000 verwijderde tegels. Dit zegt natuurlijk niet alles. Christa van der Weyde kan in ieder geval nu niet aangeven in hoeverre Leeuwarden groener is geworden. Zij hoopt dat het groen tezijnertijd opnieuw in beeld kan worden gebracht met luchtfoto’s. Ook Van Daalen heeft geen cijfers paraat over de vergroening, evenals Landa van gemeente Eindhoven. Voor inzicht in concreet meer groen is het wellicht nog wat vroeg. De campagne sluit pas in 2022 – het Floriadejaar. Toch hangt voorzitter Wout Veldstra ook aan deze stip op de horizon liever geen resultaat in meters groen: „Op de Floriade willen we kunnen zeggen: we hebben de trend van verstening omgedraaid. Dat het normaal is om groen in je tuin te hebben.” <




veiligheid op twee handen te tellen. „Dat zijn er dus zeer weinig. Naast kennisoverdracht aan ons personeel organiseren wij deze dag ook om jongeren die van school komen en bij ons komen werken, kennis bij te brengen. Wij merken dat heel veel jongeren nog veel moeten leren, zowel qua kennis als praktisch.” Wat volgens Van der Veen ook belangrijk is tijdens deze dag is het groepsproces tussen alle deelnemers. Echt iedereen, dus ook kantoorpersoneel en directie, moet verplicht aanwezig zijn tijdens de Veiligheidsdag. „Als collega-hoveniers besluiten om ook zo'n dag te organiseren, dan adviseer ik ze om dit ook echt met het hele bedrijf te doen.” Volgens Van der Veen is het verstandig om personeel zelf te vragen wat er nog

verbeterd kan worden in de bedrijfsvoering. „Personeel zit op de werkvloer en weet dat vaak beter dan bijvoorbeeld een directie.” De belangrijkste twee punten waar het personeel zelf mee kwam in 2015 was het verder ontwikkelen van de boomverzorging binnen Groentotaal. De ETW'ers binnen het bedrijf gaven aan dat het verstandig zou zijn om in de regio meer reclame te maken voor het feit dat Groentotaal deze werkzaamheden verricht. Volgens de werknemers zouden vooral de bestaande klanten daar op geattendeerd kunnen worden. Een ander verbeterpunt waar werknemers mee kwamen, was een betere werkvoorbereiding. Van der Veen: „Dus zorgen dat materialen en machines altijd tijdig aanwezig zijn op de werkplek.” <












Geert Top tapt in de stand van Agriton op de GreenExpo nog maar eens een glaasje Microferm. Onder de naam TerraBiome brengt het bedrijf diverse producten op de markt die bedoeld zijn om de bodemvitaliteit te verbeteren, maar in principe kun je de vloeibare Microferm ook gewoon opdrinken. Microferm bestaat uit zogenoemde Effectieve Micro-organismen (EM: bacteriën, schimmels en gisten) die de organische omzetting of fermentatie bevorderen. Het middel kan zowel op de bodem als in snoeisel, maaisel en bladeren worden toegepast. De EM zetten het organisch materiaal om tot voor planten makkelijk opneembare voedingsstoffen. Daarnaast concurreren ze rottingsbacteriën weg, aldus Top. Door Microferm regelmatig te vernevelen, stimuleer je de vitaliteit van de bodem en de plantweerstand. En dat is handig volgens Top, nu er steeds minder gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn voor de groenprofessional. Agriton adviseert om bij tuinplanten op 100 liter water 2 liter Microferm te gebruiken voor 100 m2 en eens in de maand te spuiten. Voor gazons luidt het advies 3 tot 4 liter per 100 m2 toe te passen en dat twee keer per jaar.

Stichting Milieukeur (SMK) deelde op de Dag van de Openbare Ruimte narcissenbollen uit die voorzien zijn van het Milieukeurstempel. Onlangs hebben drie telers dit nieuwe certificaat ontvangen: WAM Pennings, JUB Holland en Vink Holland. Het certificaat garandeert onder meer dat de bloembollen zonder neonicotinoïden zijn geteeld en dat de hoeveelheid andere gewasbeschermingsmiddelen zijn beperkt. Ook is de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar het grond- en oppervlaktewater zo veel mogelijk beperkt. Stefanie de Kool van SMK benadrukte dat het certificaat een productcertificaat is en geen bedrijfscertificaat. Zij drukt gemeenten op het hart om bij het inkopen van Milieukeur producten - bloembollen én boomkwekerijgewassen - altijd op de factuur te controleren of het uiteindelijk ook gecertificeerde producten zijn die ze binnenkrijgen. Het uitdelen van de bollen gebeurde aan het einde van de lezing van Greenpeace. De milieu-organisatie onderzoekt momenteel in hoeverre de tien grootste gemeenten van Nederland duurzaam inkopen. Helaas kwam de Dag van de Openbare Ruimte te vroeg om uit de onderzoeksresultaten harde conclusies te trekken volgens Michiel van Geelen van Greenpeace. De presentatie van het onderzoek werd daarom een maand uitgesteld.


Stoneheart uit Leeuwarden stond op de Dag van de Openbare Ruimte met een nieuw product om verschillende straatsteensoorten (bak-, beton- en natuursteen) te beschermen. Onder de merknaam Imper(S)hield is een plantaardig impregneermiddel gemaakt uit de hars van de Mexicaanse boom Protium grandifolium. Dat is volgens Herre van der Haag van Stoneheart een groot voordeel van het product boven chemische geproduceerde impregneermiddelen die veelal milieubelastende stoffen bevatten zoals siliconen en siloxanen. Imper(S)hield beschermt de steen tegen UV-stralen, vuil en vocht. Zo laat de foto het verschil zien wanneer onbehandelde (onder) en behandelde stenen nat worden. Wanneer het middel wordt aangebracht, kristalliseert het met de steen zelf, het ligt er dus niet als een laagje bovenop. Dit zorgt er onder meer voor dat de steen langer schoon blijft waardoor het onderhoud makkelijker wordt, aldus Van der Haag. In het Amsterdamse industriegebied Westpoort start

Stoneheart binnenkort een pilot. Zo’n 200 m2 bestrating wordt door het bedrijf zelf schoongemaakt en behandeld met het impregneermiddel. Na de winter worden de resultaten opgemaakt. Het begeleiden van het gehele traject, het schoonmaken en aanbrengen, is ook wat het bedrijf gemeenten en tuinen landschapsontwerpers kan aanbieden. Daarnaast kan het product los worden gekocht.

Het Belgische ECO-oh! recycled jaarlijks 1,5 miljoen aan restplastics. Dat staat gelijk aan wat 1,5 miljoen Vlamingen aan dit ’afval’ produceren. Wat in de jaren tachtig begon als een proefproject om de in onbruik geraakte sorteermachines van de mijnbouw nieuw leven in te blazen, is een succesverhaal gebleken. In 2010 vergrootte de nieuwe eigenaar de capaciteit van ECO-oh!. Het bedrijf kan jaarlijks in totaal 22.000 restplastics sorteren en verwerken tot nieuwe producten. Van de grondstof maakt ECO-oh! een aantal producten voor de buitenruimte. Onder meer de afboording die op de foto staat en waarmee gazons, borders en paden kunnen worden opgesloten. Met zogenoemde Ecopic-paaltjes van hetzelfde materiaal kunnen de banden in de grond worden bevestigd. De grijze kleur is de oorspronkelijke kleur: die ontstaat als je verschillende kleuren plastic mengt. Aan de bruine boord is een kleurstof toegevoegd. De afboording heeft echter niet de gladde kunststof uitstraling die door menigeen wordt verfoeid. Ze zijn dof en hebben enigszins reliëf waardoor met name de grijze variant wat wegheeft van leidakpannen. Behalve de afboording maakt het bedrijf van het gerecyclede plastic ook compostbakken en zitbanken voor de openbare ruimte. Een nadeel van het materiaal is dat het bij hoge temperaturen uitzet, daar staat tegenover dat het lang meegaat omdat het niet rot. ECO-oh! geeft een garantie van tien jaar, maar de verwachting is dat het 25 jaar meegaat. Bovendien is het materiaal dan opnieuw te recyclen. „In principe kan dit eindeloos doorgaan’’, verzekert een woordvoerder in de stand. In het kader van de circulaire economie heeft ECO-oh! plannen om in contracten met gemeenten af te spreken dat het

bedrijf eigenaar blijft van de kunststof zitbanken. Na twintig jaar neemt ECO-oh! de banken dan terug om ze weer te recyclen. „De gemeente blijft dan niet met de rotzooi zitten.’’











Het vogelhuisje ‘Look at the bird’ is gemaakt van watervast multiplex en afgewerkt met een watergedragen beits. Het huisje staat op drie poten en is 1.90 m hoog. Het ontwerp is gebaseerd op de oude klassieke camera. Het gat is 32 mm. De vogelhuisjes van designer Floris Hovers worden gemaakt in de houtwerkplaatsen op de dagbestedingscentra van zorgorganisatie Siza. Design X Ambacht, het designlabel van Siza, brengt ze op de markt. Het maakproces van het vogelhuisje is in delen opgeknipt. Meerdere cliëntmedewerkers kunnen zo met hun specialisme een bijdrage leveren aan het geheel. Het huisje is verkrijgbaar via de webshop.

GreenWell is een gepatenteerde Australische gietrand. Er is in Australië jarenlange ervaring met het gebruik van Greenwell, onder meer in grote steden als Sydney. Door de vorm van de rand is deze extra stevig. Greenwell kan daardoor in tegenstelling tot veel andere gietranden ook gebruikt

Combi West Mechanisatie en Kioti Benelux zijn een samenwerking aangegaan waarmee vier extra verkooppunten voor Kioti tractoren ontstaan: Gebroeders Heemskerk in Nieuw-Vennep, Van den Berg Mechanisatie in Kockengen, Smit en Alles in Uitgeest/Assendelft en Fa. Evenboer in Broek in Waterland De Giant Tendo verreikers zijn onlangs getoetst op de nieuwste internationale veiligheidseisen. Ze voldoen aan de EN ISO 12100 en de EN 1459 norm. Per 1 juni heeft Boer Speeltoestellen Urbania Products overgenomen. Urbania vertegenwoordigt fabrikanten van straatmeubilair. Peter Laan is op 1 oktober in dienst getreden van DCM Nederland als commercieel directeur voor de professionele markt. Hij volgt Erwin Weening op die aan de slag gaat als business developer in nieuwe exportlanden. Sinds 1 september is Marwin Dekkers de nieuwe algemeen directeur van Boomkwekerijen M. van den Oever & Zonen. Etesia en Stierman De Leeuw hebben hun samenwerking beëindigd. Vanaf 1 oktober verzorgt Etesia de verkoop, distributie en aftersales zonder tussenkomst van een distributeur.

worden bij nieuwe aanplant waarbij geen boompalen worden gebruikt. Greenwell is na een aantal jaren makkelijk te verwijderen en te reinigen en kan daarna opnieuw gebruikt worden. Greenwell is leverbaar in 2 maten. Greenwell klein (30 liter, €15,40) en Greenwell groot (60 liter, €28,00).

Door de intrede van de stof Dyneema als beschermingsmateriaal kunnen beschermingsmiddelen dunner en lichter gemaakt worden zonder aan veiligheid in te boeten. De Tegera 951 handschoenen hebben een zaagbe-

scherming van Dyneema vezels. Ze zijn verder opgebouwd uit 1,0 – 1,2 mm rundleer, de rug van polyester in High-Vis gele kleur. De wijsvinger en de vingertoppen zijn versterkt. Aan de pols is de handschoen afsluitbaar met klittenband. Deze handschoen voldoet aan EN 381-7 zaagklasse 1 (20m/ sec). CAT II - EN 388 – 3 1 2 2. Prijs €50,00 excl. BTW.





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.