klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716
gedrukt
De Gemeente Leudal organiseerde op 14 juni een demodag onkruidstrategie in openbaar groen en groenvoorziening. Eén van de deelnemers was het Engelse Weedingtech dat een bestrijdingsmethode heeft met heet water en schuim. Het schuim dient om het hete water te isoleren zodat het langer heet blijft. Het wordt gemaakt van olijfolie en biologische suikers. Naast de schuimmethode werden hetelucht- en heetwatermachines gedemonstreerd en was er aandacht voor een gezonde bodem, de problematiek van bestrijdingsmiddelen en drinkwater en vaste planten als alternatief voor heesterbeplanting of gazon.
„Ich hab' noch einen Koffer in Berlin” zong Marlène Dietrich in de jaren 50. De stad lag toen nog deels in puin, maar verrees opnieuw uit zijn as, om begin jaren 60 in tweeën te worden gespleten door de Berlijnse Muur. Inmiddels is de Muur geschiedenis en is Berlijn een van de hipste en groenste steden van Europa. Voor wie geen koffer in Berlijn heeft, maar toch een keer naar de Duitse hoofdstad wil afreizen, is er nu een goede aanleiding. Tot en met 15 oktober vindt hier de Internationale Gartenschau Berlin plaats, kortweg de IGA Berlin. Zeg maar de Duitse Floriade. Reeds 450.000 bezoekers gingen u voor. Na een wat moeizame start vanwege natte weersomstandigheden lijkt de IGA af te stevenen op 2 miljoen bezoekers. Wat opvalt aan deze tuinententoonstelling is dat een groot deel van de tuinen al veel eerder is aangelegd. Zo is een oosterse tuin met de titel 'The
Ook de tuinplanten Asclepias syriaca, Gunnera tinctoria en Pennisetum setaceum zijn verboden en mogen niet meer verhandeld en toegepast worden. Behalve deze planten zijn ook de landplant Microstegium vimineum en de waterplanten Alternanthera philoxeroides, Elodea nuttallii en Myriophyllum heterophyllum verboden. Daarnaast staan er twee zoogdieren (de wasbeerhond en de muskusrat) en één vogel (de nijlgans) op. De Europese Raad stemde maandag 19 juni in met de uitbreiding van de lijst met verboden invasieve exoten. Op de eerste lijst staan in totaal 37 soorten (planten en dieren). Sinds 3 augustus 2016 mogen deze niet meer verhandeld en
toegepast worden. Daarnaast moeten de lidstaten uiterlijk eind februari volgend jaar beheerplannen hebben gemaakt hoe de soorten uit de natuur te verwijderen en verdere verspreiding te voorkomen. Op deze lijst staan onder meer Eichhornia crassipes, Lysichiton americanus, Baccharis halimifolia en Persicaria perfoliata. De beheerplannen voor de extra soorten moeten een jaar later, in februari 2019 klaarliggen.
Tijdens een door de Vereniging voor Milieuprofessionals (VVM) georganiseerd symposium op vrijdag 16 juni in de Week van de Invasieve Exoten, bleek dat nog veel onduidelijk is over de rol van Rijk, provincie en terreinbeheerders hierin. Volgens het Platform Stop Invasieve Exoten zou het ministerie van Economische Zaken steviger de leiding moeten nemen en het publiek er meer bij moeten betrekken.
Garden of the Four Streams' al in 2005 aangelegd. De tegenhanger van deze islamitische tuin, de 'Christian Garden', werd in 2011 aangelegd. Ook zijn reeds bestaande parken, zoals het Jelena-Santic-Friedenspark en het Erholungspark Marzahn, bij de tentoonstelling getrokken. Is dat vernieuwend? Nou, nee. Is dat erg? Op zich niet. Want aan het einde van de tentoonstelling ligt er een uitgebreide groenstructuur van 100 hectare waar bewoners uit de Oost-Berlijnse wijken met voornamelijk hoogbouw kunnen recreëren. Verder geeft het toeristen een reden om dit deel van Berlijn, dat vooral bekend is vanwege de Plattenbau, ofwel de grauwe flatblokken uit de DDR-tijd, te bezoeken, een plek waar ze normaliter niet zo snel naar toe zouden gaan. En zo wordt de scheiding tussen oost en west weer een stukje geheeld. Dankzij het groen.
Het symposium was onderdeel van een reeks aan activiteiten die tijdens het O’fest, festival van het tuinontwerp, door het Ontwerpinstituut werd georganiseerd. Op de woensdag stond de laatste tuin centraal, de plek waar we onze doden herdenken, en de rol die de ontwerper hierin speelt. Vier deskundigen hielden ’s avonds voor het dertigkoppige publiek een lezing over dit onderwerp. Wim Cappers, cultuurhistoricus en hoofdredacteur van Terebinth, Tijdschrift voor Funeraire Cultuur, beet het spits af. Volgens hem kun je bij het ontwerpen en beheren van een herdenkingsplek de nabestaanden niet veronachtzamen, zij zullen hun recht om te herdenken opeisen. Hij illustreerde dit met een voorbeeld uit het begin van de vorige eeuw. De begraafplaats Westerveld in Driehuis kreeg het eerste crematorium van Nederland, ontworpen door Marius Poel. Echter, onder druk van de nabestaanden, kwam er ook een urnentuin in de vorm van een columbarium waar de urnen werden opgeslagen – een mengvorm van cremeren en begraven. Een ander recent voorbeeld is het besluit van een begraafplaats in Apeldoorn om het ruimen van de graven (wat doorgaans om de tien jaar gebeurt om ruimte te creëren voor nieuwe graven) niet meer machinaal te doen maar met de hand. De overgebleven botresten zijn opnieuw begraven. „Aan het gedenken is gestalte geven.’’
Ook in de opkomst van de asverstrooiingsvelden ziet Cappers de behoefte van nabestaanden om hun dierbaren te herdenken. Dit werd bevestigd door de tweede spreker Martin Hoondert, universitair docent Muziek, Religie & Ritueel aan de Universiteit in Tilburg. Niet alleen het cremeren zelf in de aula van het crematorium, ook het verstrooien van de as is een sacraal ritueel geworden, waarbij de nabestaanden zich onderdeel weten van een groter geheel wat zij niet in de greep hebben. „De zeggenschap van de nabestaanden is aanzienlijk vergroot en daarmee hun behoefte aan gemarkeerde herdenkingsplekken.’’ Herinneringsplekken zijn volgens Hoondert plekken voor de levenden, waarbij de stilering van het landschap met groen en water als metaforen voor oneindigheid een sterk symbolische waarde kunnen
hebben. „In de laatste tuin vindt de levende rust, daar kan hij ervaren dat de mens meer is dan het geleefde leven, de dood wordt er verzacht.’’ Claudia Venhorst is religiewetenschapper bij het Centre for Thanatologie aan de Radboud Universiteit. Thanatologie is de studie naar de menselijke omgang met de dood. Zij heeft een jaar lang twaalf individuele graven elke maand gefotografeerd (te zien op www. claudiavenhorst.nl). Die heeft zij willekeurig gekozen. Wat daarbij opviel, is dat ook op de natuurbegraafplaats de graven worden aangekleed door de nabestaanden, terwijl dit eigenlijk niet mag. Datzelfde geldt voor de islamitische graven, die zijn doorgaans rijkelijk versierd, ondanks dat de Koran dit verbiedt.
Na de voordrachten werd er door het publiek nog enige
tijd gediscussieerd over de behoefte van nabestaanden hun dierbaren met tastbare zaken te herdenken. Als ontwerper kun je mensen helpen zich uit te drukken door een ontwerp te maken waarin daarvoor ruimte is. De vraag of je het op een natuurbegraafplaats kunt verbieden of dat je het toch oogluikend zou moeten toestaan, hield de gemoederen nog enige tijd bezig. Filosoof Maarten Doorman, de vierde spreker, wierp een interessante vraag op: „Is het individu hierin volledig autonoom?’ Hij wees op de soortgelijke discussie die gevoerd wordt bij het euthanasievraagstuk. Als de overledene zelf heeft gekozen voor een graf in de natuur zonder enige versiering, zijn zijn nabestaanden dan gedwongen om zich hieraan te houden? Die vraag laat zich uiteraard niet ééntwee-drie beantwoorden.
Zo zijn er bij een onderzoek van de Vlinderstichting naar de biodiversiteit onder eikenlanen, dit jaar in de provincie Gelderland al bijna zes keer meer nesten waargenomen dan in 2016 en maar liefst negen keer meer dan in 2015.
Afgelopen najaar werd een recordaantal eikenprocessievlinders gevangen en zijn er veel eitjes afgezet. De eieren kwamen zeer vroeg uit door de warme maartmaand. De vrij koude aprilmaand zorgde voor een trage ontwikkeling van zowel eikenbomen als rupsen, maar mei en juni hadden weer optimale groeiomstandigheden voor eikenprocessierupsen. Ze ontwikkelen zich momenteel zeer snel en overal worden de karakteristieke nesten zichtbaar. Alles wijst erop dat er dit jaar, zoals verwacht, zeer veel nesten zijn.
Door de hitte verplaatsen de rupsen zich naar de lagere delen van de boom waardoor de kans toeneemt dat mensen en dieren, bijvoorbeeld honden en paarden, in contact komen met brandharen. Het kenniscentrum verwacht dat een deel van de rupsen al aan het einde van hun cyclus is en binnenkort gaat verpoppen in de nesten. Maar bij rupsen die in kaalgevreten bomen zitten, is de ontwikkeling vertraagd en kan nestvorming nog tot in juli plaatsvinden. Na verpopping kunnen de nesten nog lang aanwezig blijven.
Wat een geweldig nieuws: voor het derde kwartaal op rij realiseerde de hovenierssector een omzetstijging van 10%! Echt super! Hoveniers zijn dan ook hardwerkende mensen. Dat zie je en dat hoor je. Elke collega die ik spreek weet niet hoe hij het werk klaar moet krijgen. We zijn ook bijna altijd aan het werk. Ook ’s avonds en op zaterdag rijden we rond. En zelfs op zondag kom ik hoveniersbusjes tegen. Logisch: we hebben een prachtig beroep en daar krijg je nooit genoeg van! De vraag is of wij aan die omzetstijging iets verdienen? Want daar draait het uiteindelijk toch allemaal om? Ik moet eerlijk zeggen dat ik in de praktijk nog prijzen tegen kom waar ik van schrik. Uurlonen van €25? Een opdrachtgever liet mij zelfs laatst een offerte zien waarbij 6% BTW op arbeid voor tuinonderhoud was geteld… Laten we onze gezinnen dan alleen thuis
De 21e Europese Klimkampioenschappen voor Boomverzorgers (ETCC) werden het afgelopen weekend gehouden in park De Worp in Deventer. Bij de mannen ging de eerste plaats naar de Zweed Johan Phil, beste Nederlander was Jotte Brand. Bij de dames was de Engelse Josephine Hedger de sterkste. Hedger en Phil verdienden hiermee een ticket voor de Wereldkampioenschappen die eind juli in Washington plaatsvinden. Tegelijk met de kampioenschappen vierde de Kring Praktiserende Boomverzorgers haar 35-jarig bestaan.
zitten om vervolgens met lege handen aan te komen? Dan zijn we toch slechts hardwerkende sukkels? Ik durf best te bekennen dat het rendement van mijn onderneming de eerste vijf jaar van dit decennium te wensen overliet. De cijfers waren wel altijd positief, maar stonden niet in verhouding tot het aantal uren dat ik maakte en het risico dat ik liep. Het was crisis, ik wilde daar samen met mijn werknemers doorheen komen. Dat is gelukt. Nu het kon, heb ik de afgelopen twee jaar het schrijfloon eindelijk weer verhoogd. Niet om een dure auto te kunnen kopen, maar om weer beter te kunnen ondernemen: investeren in materialen, scholing en machines. En voor meer vrije tijd: ook hoveniers hebben maar één leven. De tijd is er rijp voor: tis tijd om geld te verdienen.
„De Ontwerpers Vereniging Tuin en Park (OVTP) is een belangenorganisatie voor de in Nederland werkende tuin- en parkontwerpers. Op tuinenlandschap.nl staat de stelling ’Goed dat er nu ook een beroepsvereniging voor tuinontwerpers is’. Deze wordt positief beantwoord. Niet verwonderlijk want zo'n belangenvereniging staat al een aantal jaar op ’ons’ verlanglijstje en kwam bij eerdere pogingen niet van de grond. Nu heeft Michel Lafaille, initiatiefnemer en docent van het Ontwerp Instituut, het toch voor elkaar gekregen, petje af! Volgens voorzitter Bart Hoes vormt „de OVTP een podium voor de leden om naar buiten te treden.’’ Daarnaast is de vereniging een plek „waar je beroepsmatig lief en leed kunt delen”. Ik beschouw dit als een uitnodiging een aantal
kritische vragen te stellen. In het OVTP-persbericht lees ik dat de leden jaarlijks minstens 18 uur aan bij- of nascholing dienen te volgen om de ’eigen deskundigheid en vakbekwaamheid op peil te houden’. Een beoordeling van kwaliteit en professionaliteit van de aangesloten ontwerpers was nu juist één van de punten waarop de eerdere oprichtingspogingen strandden. Mijn interesse is gewekt, op de OVTP-website vind ik onder ’lidmaatschap’ de voorwaarden. Naast een financiële bijdrage dienen leden drie competentiepunten per jaar te halen wat gelijk staat aan 18 uur scholing. In het lijstje cursussen en trainingen die in aanmerking komen voor punten is het Ontwerp Instituut rijk vertegenwoordigd: deelname Kantinegesprek 0,25 pt, Ontwerptafel 1 pt, excursie 0,5 pt. Ook worden punten toegekend voor het bijwonen van
een TOG-excursie 0,5 pt, een NVTL-themabijeenkomst 0,5 pt, NTS- en NDV-excursies 0,5 pt, NDV-bomencursus 1 pt, VHG Ontwerpplatform-bijeenkomst 0,5 pt, Vakgroep Groen Erfgoed studiedag 0,5 pt, excursie 0,5 pt en cursus 1 pt, Vakgroep Wilde Weelde cursusdag 1 pt en studiedag 0,5 pt. Er wordt wat af georganiseerd! Heb je als ontwerper onverhoopt geen volle agenda dan volgt nu een schrale troost. De meeste punten scoor je door een cursus te gaan volgen bij... het Ontwerp Instituut (HOI). HOI Ontwerpkunde 5 pt, HOI Schetsen en opwerken 3 pt, HOI Ontwerpen met beplanting 5 pt, HOI Creatief Ontwerpen 5 pt. Behaalde punten worden door de OVTP openbaar gemaakt om opdrachtgevers een beeld te geven van onze vakbekwaamheid. Is deskundigheid af te lezen aan dit puntensysteem? Ik mis onderwijsinstellingen zoals Van Hall Larenstein, de
Het wordt vandaag 33 graden. Ik las dat in bepaalde delen van Nederland het hitteprotocol van kracht wordt. Dat betekent extra aandacht voor kwetsbare groepen. Ook bedrijven in onze branche nemen maatregelen. De hitte heeft effect op ons werk. Nieuwe aanplant heeft water nodig. Voor de rest wordt het werkschema aangepast. Goed dat wij het jaarurenmodel hebben. Ook in deze periode bewijst dit model, waarmee de inzet van medewerkers kan worden afgestemd op het beschikbare werk, zijn nut. VHG heeft zich hiervoor in cao-overleg met de vakbonden enige jaren geleden sterk gemaakt. Wij zijn één van de weinige sectoren in Nederland waarin we zoiets kennen. Ik hoop dat ook in deze uitzonderlijke periode goed gebruik wordt gemaakt van de flexibiliteit binnen het jaarurenmodel. Als we deze hitte mogen koppelen aan de klimaatverandering, dan kunnen we binnen afzienbare periode ook weer flinke hoosbuien
OntwerpAcademie en Linnartz. En het bijwonen van een excursie, cursus of training zegt weinig over opgedane kennis en individuele verbetering. Er zijn geschoolde ontwerpers die niet verder komen dan het creëren van iets dat de benaming tuin niet waardig is. Ook ken ik ongeschoolde ontwerpers die dankzij doorzettingsvermogen, creativiteit en enthousiasme, jaloersmakend mooie tuinen en parken creëren. Worden individuele ondernemerskwaliteiten en vaardigheden ook meegenomen in de beoordeling of start ieder lid met 0 punten en kan men zich slechts onderscheiden op grond van jaarlijks behaalde punten? Je moet er niet aan denken dat opdrachten aan je neus voorbij gaan op grond van ’niet behaalde competentiepunten’. En masse aanmelden bij het Ontwerp Instituut dus! Of niet?’’ Iverna Zaalberg, tuinontwerper Natuur bij huis
verwachten. Het andere uiterste. Vorige week heb ik namens VHG mijn handtekening gezet onder de oprichting van een Climate Campus in Zwolle. Ik deed dat samen met 38 andere organisaties. Van diverse overheden tot projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, ingenieursbureaus en onderwijsinstellingen. Het doel is dat we in de IJssel-Vechtdelta aan de slag gaan met het onderzoeken en innoveren van klimaatrobuuste oplossingen. De campus is een soort broedplaats waar netwerken samenkomen van partijen die elkaar vanuit hun dagelijkse praktijk kunnen versterken. Hierbij wordt ook naar ons gekeken en daar ben ik blij mee. Het geeft aan dat we gezien worden als een serieuze partij met oplossingen. Met mijn handtekening heb ik de verbinding met het groene bedrijfsleven kunnen maken. We gaan het idee van de campus nu verder uitwerken en de aanknopingspunten voor onze achterban concreet maken.
Volgens Staatsbosbeheer dreigt Fraxinus excelsior bijna volledig uit het Nederlandse landschap te verdwijnen. De schimmel Chalara fraxinea grijpt razendsnel om zich heen zonder zicht op een remedie.
Groenbedrijf Krinkels haalde vorig jaar voor ruim â‚Ź8,5 miljoen aan aanbestedingen van Rijkswaterstaat binnen. Daarmee laat het bedrijven als BAM en Ballast Nedam achter zich, blijkt uit onderzoek van vakblad Cobouw.
Een Europees burgerinitiatief om glyfosaat te verbieden heeft meer dan een miljoen handtekeningen verzameld. Dit is voldoende om in behandeling te worden genomen door de Europese Commissie.
Het gehele bedrijfsleven kampt met personeelstekort, blijkt uit onderzoek van ADP Nederland, Berenschot en Performa Uitgeverij. Ruim de helft van de werkgevers heeft moeite met de werving en selectie van nieuwe medewerkers.
Begin juni is in Hengelo het Solarpark De Kwekerij geopend. Met het loslaten van tientallen vlinders door burgemeester Besselink en diverse buurtkinderen werd het startsein gegeven. Daarnaast onthulde Wouke van Scherrenburg samen met Nico Wissing en buurtkinderen de Beeloft, een mega-insectenhotel.
e leeftijd voor het volwassen minimumloon gaat op 1 juli 2017 omlaag van 23 naar 22 jaar. Het minimumjeugdloon voor 18- tot en met 21-jarigen gaat omhoog. Het is de bedoeling dat op 1 juli 2019 de minimumloonleeftijd naar 21 jaar gaat. Ook gaat in 2019 het minimumjeugdloon voor 18- tot en met 20-jarigen omhoog. De werkgevers krijgen voor de hogere loonkosten van 18- tot en met 21-jarigen compensatie via het minimumjeugdloonvoordeel. Deze regeling gaat in per 1 januari 2018 en compenseert werkgevers met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2017 voor jonge werknemers met een laag loon. Ook de regels voor stukloon en extra uren (het zogeheten meerwerk) veranderen per 1 januari 2018.
De wijzigingen betekenen dat u uw loonadministratie moet aanpassen, zodat u uw werknemer het juiste loon betaalt.
Belastingdienst automatisch aan u uit in de tweede helft van 2019 op basis van gegevens van het UWV. U krijgt dan het voordeel over zowel het tweede halfjaar van 2017 als 2018. U hoeft daarvoor niets te doen. Voor werknemers van 22 jaar of ouder (en vanaf 1 juli 2019 van 21 jaar en ouder), die nu het volwassenenminimumloon gaan verdienen, geldt het lageinkomensvoordeel. Om in aanmerking te komen voor het lage-inkomensvoordeel moet de werknemer per kalenderjaar ten minste 1.248 uur bij u gewerkt hebben en tussen de 100 en 125% van het minimumloon verdienen.
Het minimumjeugdloonvoordeel voor 18- tot en met 21-jarigen betaalt de
Het verhoogde minimumjeugdloon voor 18- tot en met 20-jarigen geldt niet als
een mbo’er bij u een leerwerkplek heeft in het kader van de Beroepsbegeleide Leerweg (BBL). Deze werknemers behouden het huidige minimumjeugdloon. Als de mbo’er 21 of 22 jaar is, krijgt hij wel het bijbehorende minimumjeugdloon.
In de cao wordt rekening gehouden met de minimum jeugdlonen. Een werknemer onder de 23 mag tot 1 juli 2017 een lager salaris ontvangen dan een 23-jarige die in de zelfde functieklasse valt. Geleidelijk aan gaan de kortingen dus lager worden of verdwijnen. Het is daarom goed de check te doen of de werknemers op de juiste wijze worden beloond. <
ijna alle bomen en struiken die uit andere werelddelen komen, zijn in ecologisch opzicht haast steriel. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld onze bijen of vlinders er niets mee aankunnen. Toch is het merendeel van onze tuinen en parken met deze exoten aangekleed. Dit gaat wellicht veranderen, want de visie op uit- en inheemse bomen en struiken is aan het kantelen. Een direct gevolg van de Europese lijst met invasieve soorten. Veel exoten mag je immers niet meer toepassen, omdat ze hier voor problemen zorgen: ze belemmeren de waterafvoer in sloten of overwoekeren de natuurlijke begroeiing. Denk maar aan de Japanse Duizendknoop. Natuurlijk kunnen ook inheemse soorten zich explosief uitbreiden. Gewone esdoorn en es doen dat onder gunstige omstandigheden enorm. Maar de inheemse bomen en struiken dragen wĂŠl ecologisch hun steentje bij, in tegenstelling tot hun exotische broeders.
Een interessant voorbeeld van een inheemse struik die naast ecologische waarde ook veel sierwaarde biedt, is de gewone vlier, Sambucus nigra. Toch tonen hoveniers en groenvoorzieners nauwelijks belangstelling voor dit gewas. Vaak is het oordeel zelfs negatief: een struik die men liever kwijt dan rijk is (zie kader). Dit omdat de plant zich via het darmkanaal van vogels flink kan verspreiden.
Dat de gewone vlier het nodige te bieden heeft, bewijzen de lange lijsten cultivars van Sambucus nigra. Die lijsten tonen aan dat er kwekers zijn met belangstelling voor afwijkende vlieren. Zo staan in de Naamlijst van Houtige Gewassen (9e druk, 2016) onder Sambucus nigra al bijna veertig cultivarnamen. En het dubbele aantal biedt de collectielijst Sambucus op de website van de Nederlandse Planten Collecties. Wim Kleyburg uit Rockanje beheert die vlierencollectie, bestaande uit
inheemse en niet-inheemse soorten en cultivars. Dat er zo veel cultivars binnen een soort bestaan, wijst erop dat de vlier de nodige diversiteit en afwijkende groei- en bladvormen vertoont. Die verscheidenheid aan vooral bladvormen en –kleuren wekt vooral de belangstelling van plantenliefhebbers en plantenverzamelaars. Met name het fijn ingesneden blad van de peterselievlier en de opvallende bladkleuren als geel, bont en purper trekken de aandacht (zie tabel). Maar er zijn ook cultivars die extra rijk bloeien, met grotere bloemschermen en/of grotere bessen. Daarmee zijn ze extra geschikt voor de besproductie.
In de gemeentelijke groenpraktijk in Nederland vindt de gewone vlier, Sambucus nigra, vanouds hooguit een volwaardige plek in natuurtuinen en -parken. Een recente ontwikkeling in het gemeentelijk groen is het ’eetbare’ plantsoen. Ook hier verdient de vlier zeker een plek, en maakt de cultivar minder uit. Het gaat immers in hoofdzaak om de bloemen en bessen. Want zowel de bloesem als de vruchten zijn culinair interessant. Maar dat is nog slechts op bescheiden schaal bekend, hoewel in onder meer Duitsland vlierboomgaarden bestaan (vermoedelijk hoofdzakelijk de cultivar ’Haschberg’). De belangstelling voor vlier als eetbaar gewas – vooral bloesemsiroop, vruchtensap en wijn – is gering. Dat heeft alles te maken dat we ver van de natuur zijn afgedwaald. Men kent het nut van planten nauwelijks meer. Velen staan zelfs argwanend tegenover oogsten in het plantsoen.
De gewone vlier is niet de enige soort die inheems mag worden genoemd. De trosvlier, Sambucus racemosa is dat ook, al >
komt hij slechts beperkt in het wild voor, in Zuid-Limburg en Noord-Brabant. De scheidslijn tussen Nederland en BelgiĂŤ is namelijk de noordgrens van zijn verspreidingsgebied. De trosvlier elders is aangeplant, onder meer in bosranden en zoombeplantingen. De bloei in april-mei valt een maand eerder dan van de gewone vlier. De geelgroene bloemen staan in pluimen, de rijpe, helderrode vruchten zitten in hangende trossen. Ook van deze vlier zijn de vruchten eetbaar. De belangstelling voor Sambucus racemosa is nog beperkter dan voor de gewone vlier. Toch bestaan er ook van deze soort enkele cultivars die vooral een variatie vormen op de bladkleur (al dan niet tijdens uitlopen) en op de bladvorm door insnijding.
Historisch bezien is de vlier als inheems houtig gewas sterk met onze cultuur verweven geweest. Zo was het sap uit de bessen een absolute topper als natuurgeneesmiddel tegen de meest uiteenlopende gezondheidsproblemen. Toch staat vlier ook als giftig te boek. Dat geldt echter alleen voor groene plantendelen (blad, bast en onrijpe vruchten). Die bevatten
net als amandel, appel- en kersenpitten een beperkte hoeveelheid blauwzuurglycosiden. De hoeveelheid is bij de gewone vlier gering en verdwijnt door verhitting. Overigens bestaan glycosiden voor een aanzienlijk deel uit suikers, zoals druivensuikers.
De enige vlier waarvoor moet worden gewaakt, omdat hij te giftig is, is de nauwelijks inheemse kruidvlier, Sambucus ebulus. Dit is geen struik maar een vaste plant uit Midden- en Zuid-Europa, WestAziĂŤ en Noord-Afrika. Volgens de Flora van Nederland is hij hier zeer zeldzaam in Zuid-Limburg en het rivierendistrict. De plant vormt zeer grote bloemschermen, met daarna purperzwarte bessen die sterk op die van de gewone vlier lijken. Helaas bevatten deze bessen aanzienlijk meer glycosiden van een giftiger samenstelling dan van de gewone vlier. Door de langere chemische keten breekt dit gif ook minder makkelijk af. Het meest giftig is de plant rond de bloeitijd. Daarnaast heeft de plant de neiging om te woekeren, een eigenschap die tot voorzichtigheid noopt hem toe te passen. <
ls tuinplant is vooral Thalictrum delavayi redelijk algemeen, en zijn bekendste cultivar ´Hewitt´s Double´. Daarnaast wordt de inheemse poelruit toegepast en komen we de laatste jaren ook de enorme hybride ’Elin’ vaker tegen. Al deze soorten zijn vrij fors, en ruim boven 1 m hoog. Er zijn echter ook interessante lagere vormen. In de gematigde wereldstreken komen zo’n 190 soorten voor, meestal op vochtige, soms halfbeschaduwde plaatsen. De naamgeving van al deze soorten is verwarrend en ze zijn vaak lastig uit elkaar te houden. Daarnaast zijn sommige soorten flink variabel en kruisen ze makkelijk.
Als tuinplant zijn de meeste soorten sterk en vrij gemakkelijk als aan een paar eisen wordt voldaan. De eerste eis is een vochthoudende, luchtige en voedselrijke bodem; de tweede een windbeschutte standplaats in de zon of eventueel halfschaduw. Een jaarlijks gift organische mest doet ze altijd goed. Vaak start Thalictrum langzaam en duurt het een aantal jaren voor een mooie, stevige plant is gevormd. Zeker in de eerste jaren, maar bij sommige soorten ook daarna is wat extra steun gewenst. Het fijne varenachtige en vaak blauwgrijze blad vormt samen met de zachte bloemtinten een mooie aanwinst in de beplanting. <
>
prijs bij hoort’. Maar nu komen er maar 5 mensen per jaar op de kwekerij. Nu wordt er vooral vanaf papier gekocht. En de laagste prijs telt.”
„Dat klopt, maar het gebeurt verdomd weinig. Iedere gemeente, Staatsbosbeheer of Rijkswaterstaat doet het aanbesteden op zijn manier. De leukste inschrijving die ik heb gezien: er stond geen boom op de lijst! Er stond onder andere wel bij of je duurzaam bezig bent, of je in de bak hebt gezeten, of je zielige mensen in dienst hebt. Op maximaal één A4-tje moest je motiveren waarom je wilt meedoen. Dat was de voorselectie. Daarna was toch weer de prijs bepalend. Een berk voor €12 of voor €11. De laagste was een tientje. Die mocht leveren.”
„Al 10 jaar. Ik doe al 30 jaar zaken met ruim 2.500 mensen uit de professionele groene wereld. Het hoofd van de plantsoendienst kwam dan met de architect en de wethouder naar de kwekerij. ’Dit staat ons wel aan, die boom van die kwaliteit, en wij begrijpen dat daar een
„Ik ken iemand die de bomen voor 12 gemeenten inkoopt. Ze vragen alle 12 offertes aan. Het gebeurt allemaal vanaf papier. Maar zakendoen is emotie. Die was er altijd bij de overheid. Emotie was één, als het product je aanstond was dat twee, en prijs was tertiair. De groene overheidsjongens van vroeger kwamen op de kwekerij hun kennis verrijken, om te presteren voor hun opdrachtgever. Ook had je toen directeuren van plantsoendiensten. Die zaten met wethouders als gelijkwaardige gesprekspartners aan tafel. ’Zó doen we het’. Wat hebben zij hun gemeenten goed behandeld, zowel financieel als kwalitatief. Maar nu…”
„Ik zal je dit vertellen. Een grote gemeente belde mij op: ’Meneer, ik moet 75 seredut robut hebben!’ Ik kon hem niet verstaan. ’Er staat de afkorting EIK bij! O, Quercus robur? En nog een getal, 25-30, wat betekent dat? Aha, is dat de maat? Zijn die bomen dus 25 m lang? Met kluit of kale wortel? Er moeten gewoon wortels aanzitten, want ik mot toch planten?’ Die inkoper was een econoom, zonder kennis van het product. Die moet je dus opvoeden.”
„In Duitsland is het aanmerkelijk beter. Daar is vaak de architect die de bomen laat aanplanten verantwoordelijk voor de inkoop. Die gaat met de gemeente Keulen naar de kwekerij. ’Dat moeten ze voor ons worden’. Ook in Zweden doen ze het goed, ook daar wordt elke boom uitgezocht. Ik ken niet van elk land het systeem, maar hoe zuidelijker in Europa, hoe rommeliger.”
„Bijna niet meer, omdat er dus op prijs vanaf papier wordt ingekocht. Ik doe wel veel paradeprojecten in het buitenland, bijvoorbeeld bij een vliegveld. Of de Wereldtentoonstelling in 2015 in Milaan, zeven trailers gingen ernaartoe. In Nederland heb ik nu meer particulieren als klanten. Het is niet de gemiddelde consument, maar de plus-klasse. Die kopen een Ferrari, of een plataan. De bomen komen ze hier uitzoeken. Er zijn nog wel wat maasjes in de Aanbestedingswet, en onder de €25.000 kun je buiten de aanbestedingsregels werken. Er zijn gelukkig groenmensen die hun kanalen wel vinden om op verantwoorde wijze een project uit te voeren. Ook die hebben vaak lak aan al die pagina’s formulieren die alleen een jurist snapt.”
„Iets wat jij en ik niet kunnen: veranderen van het systeem bij de overheid. Zoals het voor de Aanbestedingswet al 100 jaar ging. Dus rondlopen op kwekerij-
houden zich aan de wet. Als burgers vinden dat hun wijk groener moet worden, proberen ze niet wethouders te beïnvloeden, maar raadsleden. Want die zijn de vertegenwoordigers van de bevolking.”
„Ja, en dat doe ik ook. Ik kan de overheid niet veranderen, ik kan alleen informeren en mijn kennis op dat ene specialistische vakgebied met ze delen. Preken voor eigen parochie heeft geen zin, maar je kunt wel preken voor een andere parochie. Elke week heb ik hier wel mensen uit een niet-groene sector, zoals van Rolls Royce, Unilever, Nike of ABN AMRO. Voor hen houd ik altijd een verhaal over het belang van groen. Die masseer ik daarmee. Misschien zitten er onder die private bankiers en ICT’ers wel gemeenteraadsleden.”
en, bandjes om de A-selectie, ’die willen we hebben, hoeveel kost-ie?’. Dan kun je ook de genetische voorlopers eruit halen, want bomen zijn levende producten. Geen gebakken betonstenen.”
„Ik heb vele duizenden contacten… Als ze hier zijn promoot ik altijd ons vak, en ik vertel wat er mis is aan aanbestedingen. Ik laat die overheidsjongens ook voorbeelden zien van eiken die door
verkeerd beleid twee keer zijn doodgegaan! Ze herkennen het, ze bevestigen het. ’Maar we hebben helaas geen geld’. Niemand doet er wat aan. En daardoor is groen al jaren sluitpost op de begroting. Ondanks dat iedereen roept dat bomen belangrijk zijn.”
„LTO niet, want die zitten in de productie, dat is commercieel. Vereniging van Nederlandse Gemeenten ook niet, want om hen gaat het juist. Wat bestuurders zeggen, moeten ze doen. Wethouders
„Het maakt natuurlijk verschil of je gasten in een keet ontvangt of hier, in mijn nieuwe Jardin d’Hiverre of in mijn Groene Paviljoen. Ik sta er ook altijd chic op, alleen op zaterdag zit ik op een trekker met een overall aan. Maar overheidsmensen moeten zich aan integriteitsregels houden. Er is een verbod op een vriendschappelijke relatie met ondernemers die hun leveranciers kunnen zijn. Als we hier uren door de blubber hebben gelopen, en ik wil even met hen een snee brood eten – dat hoeft niet voor €500, ook al gaat het om €20: dan is dat dodelijk voor je zakendoen, want dat kunnen ze zien als omkoping. Daar doen ze niet aan mee, want ze zijn zo bang voor hun baan. Erg is dat. Dus: emotie en kwaliteit zijn van de kaart geveegd.”
„Die ketencertificering wel, als je je maar houdt aan gemaakte afspraken. Maar ISO, Milieukeur en al dat gezever: allemaal gelul, want er is nooit iemand die het komt controleren. Daarom doe ik aan geen enkele certificering mee. Het gaat om vertrouwen in elkaar.” <
ijdens het tuinieren bewegen mensen in de buitenlucht, ze nemen vitamine D op uit het zonlicht en ze komen in aanraking met groenten en fruit. Bovendien kan er op een laagdrempelige manier contact worden gelegd met lotgenoten. Dat is het idee achter het project ‘Healing Gardens’ dat Wageningen University & Research samen met AMS uitvoert bij Het Parkhuys, een inloophuis voor kankerpatiënten in Almere. Het pilot-project is begin april gestart: sindsdien werken zes (ex-) kankerpatiënten elke dinsdagmiddag in de moestuin, onder begeleiding van een ervaren tuinder. Er is plek voor maximaal vijftien tuinders. De moestuinbakken zijn door Donkergroen gesponsord en de bakken zijn door twee Rotaryclubs uit de buurt gevuld met aarde. Esther Veen, die als docent en onderzoeker bij de leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen University & Research werkt en een postdoc-positie heeft bij AMS Institute, begeleidt het project: „Mensen die ziek zijn, hebben vaak geen zin om te sporten. Als je een zware tijd achter de rug hebt, wil je juist lief zijn voor jezelf”, zegt ze. „Maar juist als je ziek bent, is het belangrijk om veel te bewegen. Het helpt om iets te doen wat je leuk vindt, moestuinieren bijvoorbeeld.” Mensen die kanker hebben (gehad) zitten vaak veel thuis. Het gebrek aan beweging heeft soms overgewicht tot gevolg, wat op haar beurt de kans op andere ziektes zoals diabetes en hart- en vaatziekten vergroot. Hoogleraar Ellen Kampman van Wageningen University & Research initieerde het project Healing Gardens. Zij is overtuigd van het nut van gezond
eten en veel bewegen. Op de website Healing Gardens legt zij in een filmpje uit waarom zij denkt dat moestuinieren kan bijdragen aan een gezonde leefstijl. „Mensen hebben vaak geen zin om naar de sportschool te gaan, ze zijn moe, lusteloos, hebben geen zin in iets. Maar als je dan begint over een moestuin, beginnen er toch wat ogen te glimmen... Is dat ook bewegen? Ja, dat is ook bewegen.” Het idee achter het moestuinieren is dat mensen het makkelijker volhouden omdat ze er plezier in hebben. Veen: „We hopen dat mensen het leuk vinden om er wekelijks bij te zijn. Het is onder begeleiding en er zit een lichte vorm van druk achter, want je committeert je aan het clubje.”
Een ander effect dat het moestuinieren kan hebben, is dat mensen gestimuleerd worden gezond te eten. Doordat de patiënten de groenten en het fruit zelf hebben zien groeien en vervolgens oogsten, is de stap klein om er een maaltijd mee klaar te maken. Veen: „Zelf verbouwen spreekt tot de verbeelding. Ook komen mensen sneller in aanraking met groenten die ze normaal nooit zouden kopen, zoals schorseneren of pastinaak.” Binnen Wageningen University & Research werkt de leerstoelgroep Humane Voeding voor het onderzoek samen met Rurale Sociologie. De tuinierende kankerpatiënten worden één groeiseizoen gevolgd. Veen: „We kijken naar het effect van de fysieke activiteit, maar ook proberen we te achterhalen of mensen er iets aan hebben dat ze samen met lotgenoten tuinieren. Aan het begin, in het midden en aan het eind van het tuinierseizoen
nemen we vragenlijsten en tests af. Mijn collega’s van Humane Voeding meten bijvoorbeeld de spierkracht met een handknijpmeter, doen een zit-sta-test, kijken hoe ver de patiënt in zes minuten kan lopen en laten hen een stappenteller dragen om te achterhalen hoeveel zij bewegen.” Ook worden er vragenlijsten afgenomen over vermoeidheid, pijn in handen en voeten, de kwaliteit van leven en het nuttigen van groenten en fruit. Eerder bleek uit Amerikaans onderzoek dat kankerpatiënten baat kunnen hebben bij tuinieren. In Birmingham werden patiënten onderzocht die een moestuin aan huis hebben. Zij werden begeleid door een ‘master gardener’. Deelnemers gingen meer bewegen en meer groenten en fruit eten. De pilot is bedoeld als proef voor een meerjarig onderzoeksproject waarvoor nog financiering wordt gezocht. Voor statistisch betrouwbare resultaten zullen aan dit onderzoek twee groepen van zeventig deelnemers moeten meedoen. Dan zal ook aan de medisch-ethische commissie toestemming worden gevraagd om bloed af te nemen om te zien of het zonlicht daadwerkelijk voor meer vitamine D zorgt. Veen: „Door middel van deze pilot willen we nu eerst leren wat
werkt en wat niet. We vragen ons af hoe de patiënten het moestuinieren ervaren, of deze vorm aansluit bij hun wensen. Willen ze liever in hoge bakken werken of in de volle grond? Is anderhalf uur per week genoeg? Wil ieder zijn eigen bak hebben of tuinieren de deelnemers liever gezamenlijk?’
De onderzoekers van Healing Garden denken eraan om op de Floriade 2022 in Almere een tuin in te richten om hun onderzoek aan de buitenwereld te tonen. „We denken er ook over om tuinen verspreid over de stad aan te leggen, zodat patiënten altijd dichtbij wonen. Maar we moeten dit nog verder uitdenken.” <
Internationale Gartenausstellung Berlin
>
>
>
<
uf, kom nou! We gaan kijken of de sla al is gegroeid”, roept een meisje uit de kleutergroep en„ thousiast. Ze rent naar de zes moestuinbakken op het schoolplein van OBS De Parachute in Voorburg. „Veel van de kinderen hier hebben thuis geen tuin, maar ze vinden het prachtig”, legt schooldirecteur Mariella Ditmar uit. En dat is te zien. Een groep kinderen helpt ouder Loes Zwenger bij het water geven van de nog jonge aanplant. ,,In plaats van dat we de kinderen naar het groen brengen, hebben we het groen naar de kinderen gehaald. Loes heeft daar een grote rol in gehad. Zij heeft als betrokken ouder het hele project getrokken”, zegt Ditmar. De school vroeg meerdere ontwerpbureaus om een visie te geven en een beeld te schetsen voor de omvorming van het plein voor het schoolgebouw. Bureau RIS uit Gouda kreeg de opdracht. ,,Het schoolteam en Loes wilden het plein groener en gevarieerder maken, maar hoe was nog niet duidelijk”, zegt Mariska Thieme die samen met Donny Thieme Bureau RIS vormt. ,,Vanwege het enthousiasme en de wil er echt iets van te maken, stelden we voor om een stap verder te gaan en een groenblauw schoolplein te ontwerpen dat nog duurzamer is dan enkel een groen plein.” Het grote oppervlak van het voorplein van de school (1.500 m2) maakte dit ook mogelijk. Bureau RIS nam in hun ontwerp waterdoorlatende verharding als optie op. Daarmee kreeg het Natalie Lorenz, beleidsadviseur van het Team Ruimtelijke Planvorming van het Hoogheemraadschap Delfland aan hun zijde. Delfland zocht vijf voorbeeldprojecten van schoolpleinen waarin het afvoeren van water zichtbaar en beleefbaar wordt
gemaakt om de bewustwording van klimaatadaptatie al op jonge leeftijd te stimuleren (zie kader).
Als onderdeel van het ontwerp heeft Bureau RIS een meanderend pad van vijfkantige parkstenen in drie tinten grijs ontworpen. Deze breekt het plein dat grotendeels is bestraat met 30/30 betontegels. Het pad fungeert tevens als speelaanleiding voor de kinderen. De vijfkantige tegels zijn poreus en de voegen waterdoorlatend. Het water stroomt via het ondergrondse, bufferende Aquaflow-systeem af richting een wadi. Hierdoor konden alle kolken, putten en leidingen weggehaald worden. Als het regent zie je de wadi vollopen via een pijp die is verbonden met het Aquaflow-systeem. Bij droog weer verdwijnt het water weer, tot verrassing van de kinderen. Het meanderende pad verbindt de twee entrees naar het schoolplein met de hoofdingang voor het gebouw. Voor de waterpomp bij de moestuin zijn de parkstenen herhaald. ,,Het zou het meest duurzame zijn als regenwater hier opgevangen zou worden in een ondergronds tank, maar dat was geen optie omdat de naastgelegen kinderopvang het plein ook gebruikt en er met stilstaand water risico is op het ontstaan van ziektekiemen.” Ook wil de school het drinken van water stimuleren in plaats van de calorierijke vruchtensappakjes. De waterpomp is daarom aangesloten op de waterleiding en kan eenvoudig worden afgesloten. Hierdoor is geen waterverspilling mogelijk. De school wilde graag dat het voorplein voor alle leeftijden geschikt zou zijn. Bureau RIS heeft het voorplein grofweg opgedeeld in twee zones
>
waarin kinderen door verschillende speelaanleidingen worden uitgedaagd tot spelen en ontdekken. De zone voor de jongsten ligt bij de kleuterklassen. Daar kunnen de kinderen zich optrekken aan een oploop, zich verstoppen in een kruipbuis, rommelen in de zandbak of hun balans vinden op stapstammen. Voor de wat oudere kinderen is er de houten klimwand met voetje van de vloer. Actief spelen, creatief spelen, fantasie, motoriek en behendigheid worden in deze zone gestimuleerd. Alle zintuigen komen hier aan bod, onder meer door de gevarieerde beplanting. In de andere zone staat natuurlijk spelen en natuureducatie centraal. Een behendigheidsparcours achter de berging leidt naar de moestuin waar de kinderen in verhoogde bakken groenten en kleinfruit telen. Naast de moestuin is een plek voor buitenlessen gecreëerd. Aanvankelijk wilde de school niet dat de ruimte achter de berging meegenomen zou worden in het ontwerp. De plek stond vol met bosplantsoen. De kinderen bleven achter de berging uit het zicht van de leerkrachten rondhangen. ,,Het is de taak van de ontwerper oplossingen te bedenken voor dit soort vraagstukken. We hebben er een parcours gemaakt dat uitnodigt om er niet te blijven hangen. De berging is door ouders opnieuw geverfd en de drukke tekeningen die er op geschilderd waren, zijn verwijderd. Het geheel oogt rustig. Het is een prettige plek geworden.”, leggen Mariska en Donny Thieme uit. Mariella Ditmar vult aan: ,,De kinderen hebben nu zo veel uitdaging dat er minder conflicten zijn. Ze zijn niet meer zo erg met elkaar bezig. Het speelgedrag is nu al veranderd.”
Naast het deel van de moestuin is de enige echt ruige zone van het plein gesitueerd. Hier bevindt zich ook de wadi. Op een heuvel houden grote klimbomen elkaar in evenwicht. De kinderen klauteren via de bomen naar een boomhut van waaruit je het hele plein kunt overzien. ,,Die boomhut moest er echt komen. Uit tekeningen van kinderen die Loes had verzameld kwam dat heel duidelijk naar voren”, laten de ontwerpers weten. De beplanting is hier inheems, een combinatie van bosplantsoen en een meerjarig ingezaaid kruidenmengsel. De speelaanleidingen, door Bureau RIS ontworpen, liggen grotendeels langs de randen van het plein. Het midden is open gehouden zodat de kinderen kunnen rennen en fietsen, er voldoende ruimte is voor de ouders om te wachten en om evenementen te organiseren. De plantvakken omlijsten de verschillende speelaanleidingen, vol
kleur, geur én sommige om van te snoepen. Wat opvalt zijn de stapelmuurtjes van hergebruikte stenen in verschillende kleuren en formaten. Ze bieden een zitplek, markeren de speelplekken maar beschermen eveneens de beplanting. ,,De zitmuren hebben we door de jaren heen steeds verder uitgewerkt. Ze zijn strak gemetseld van verschillende restpartijen. Door de verschillende kleurnuances is er ook in de herfst en winter een kleurtoevoeging op het plein”, legt Donny Thieme uit. Zeventig mozaïektegels zijn in de muren gemetseld. ,,De kinderen hebben de afbeeldingen hiervoor getekend. Samen met mozaïekkunstenares Christl Mulder en de ouders zijn de tegels gemaakt”, vertelt Loes Zwenger. Donny vult aan: ,,Wij hebben het plan met aandacht gemaakt, maar ook alle betrokken partijen: het team, de groep actieve ouders, Hovenier van der Heijden, leverancier Speelmaatje en de metselaars hebben alles met zorg en aandacht gedaan.” Het leverde een compliment op van de juryleden van de Entente Florale 2017, die onlangs een bezoek aan Voorburg en het schoolplein brachten. ,,Maar het grootste compliment zijn toch de enthousiaste leerkrachten en de blije kinderen die genieten van hun groenblauwe schoolplein’’, besluiten de ontwerpers. <
wordt, te oogsten. De composteerruimte bestaat feitelijk uit een ademende binnenbak van bamboe en worteldoek. Rondom is een laag lucht van 5 cm waardoor voldoende gasuitwisseling tussen compost en buitenlucht plaatsvindt.
n de stad wordt een heleboel afval gemaakt, dat voor een groot gedeelte uit organisch materiaal bestaat. Het gft-afval in veel steden verdwijnt, zeker waar het gaat om hoogbouw, nu nog samen met het restafval in de prullenbak. En dat is zonde. Wanneer het op de juiste wijze gecomposteerd wordt, kan het gebruikt worden om de buurt te vergroenen en voor voedselproductie in en rondom de stad. Om dit mogelijk te maken, bedacht Rowin Snijder het wormenhotel. De wormenhotels zijn rechthoekige meubels van douglashout, die onder de naam Le Compostier op de markt worden gebracht. De bovenkant van het meubel bestaat uit twee lades met substraat waarin planten groeien, en die afgesloten zijn met een cijferslot. Maak je het slot open, dan kun je de bovenkant met planten en al in twee delen naar achteren schuiven. Daardoor wordt de composteerruimte zichtbaar, en kun je je groenafval erin storten. Ook aan de onderkant kan de bak open, hier om de compost en percolaat waarvan compostthee gemaakt
De onderkant van de binnenbak bestaat uit dikke bamboeliggers met een open tussenruimte van 9 cm. Door samenhang in de compost valt het materiaal niet vanzelf door de openingen tussen liggers naar beneden. Om de compost te oogsten, moeten de gebruikers deze met een drietand tussen de bamboe aan de onderkant van de compostbak los krabben. Wanneer een wormenhotel ergens geplaatst wordt, krijgen de gebruikers eerst een workshop van Snijder om de werking van de bak en het gebruik ervan te begrijpen. Vervolgens wordt de bak opgestart: onderin de bak op de bamboeliggers wordt een laag karton van 5 cm gelegd, die vangt vocht af en voorkomt in eerste instantie dat het nog losse materiaal eronderuit valt. Bovenop het karton komt een laag rijpe compost waarin 2 kg wormen van verschillende soorten wordt losgelaten. Vervolgens kunnen de gebruikers hun gft-afval erin kwijt. Na 6 tot 8 maanden is het karton onderin verteerd, en de eerste compost klaar om gebruikt te worden. Bij de eerste oogst komt Snijder uitleg geven en zo nodig helpen.
Behalve dat de wormenhotels nuttig zijn in de zin dat ze afval lokaal verwerken tot een goed bruikbaar product, zijn het ook echte eyecatchers. Met de beplanting bovenop en aan de zijkant zijn de meubels erg ’knuffelbaar’. Aan de kopse kant zit een raam waardoor je de wormen en het composteringsproces kunt zien. Het publiek reageert enthousiast en is erg betrokken bij het concept. Alleen al tijdens het korte interview ten behoeve van dit artikel stopten drie mensen om vragen te stellen of enthousiast te vertellen dat ze dagelijks hun groenafval in de bak deponeren. De beplanting is ook gericht op gebruik om zo de betrokkenheid van omwonenden te vergroten. Zij kunnen de eetbare planten zoals aardbeien, sla, munt, rozemarijn uit de bak gebruiken. Afhankelijk van het model kan er zo’n 700 liter afval in de bak. Als de Compostier goed werkt kan er 6x die hoeveelheid afval per jaar door de wormen verwerkt worden. Dat is volgens Snijder voldoende voor gemiddeld zo’n 20 huishoudens en levert dan zo’n vijfhonderd kilo compost per jaar op. Snijder wil de Compostiers niet alleen bij gemeenten plaatsen maar ook bij restaurants, hotels en bedrijfskantines met een (moes-)tuin. <
n
n
n
n
→
→
De verstedelijking zorgt er vaak voor dat het wortelpakket van bomen in de verdrukking komt; een keienstrook in cement die geen water door laat, fundering onder wegen die te ver doorloopt of dichtgeslibde boomroosters. Alex van Diermen van TFI Vitaler Groen in De Bilt komt in het hele land soms schrijnende voorbeelden tegen. Met zijn collega Germon Offereins helpt hij in Hoogezand 197 bomen aan een beter
leven. In zeventien geboorde gaten net buiten het wortelplan van elke boom injecteert hij een substraat, dat uit wormencompost bestaat. ,,Zo sturen we de wortels dieper en meer buiten het plantvak.'' De 30 platanen krijgen elk zo'n 250 liter uit de voorraadtank van een speciale vrachtwagen, de 167 lindes iets minder. De bomen staan langs de doorgaande weg en om parkeerterreinen.
anneer half-verharde paden niet intensief worden gebruikt neemt de onkruiddruk toe. Vooral aan de zijkant zie je een sterke onkruidgroei ontstaan en daardoor wordt het pad steeds smaller. De onkruidzeef van Van de Bijl & Heierman zeeft het onkruid uit de toplaag en profileert het pad opnieuw. Aan de voorkant loopt de machine op twee wielen waarmee je de diepte van het frezen instelt. De diepte kun je traploos instellen tot maximaal 6 cm. De gewenste diepte wordt in overleg met de opdrachtgever bepaald en hangt af van de onkruidvegetatie en de onderlaag van de half-verharding. De machine wordt met een trekboom gekoppeld aan de hefinrichting van een smalspoortrekker. De aftakas drijft de freesas aan met 540 toeren. De beitels werpen het materiaal op de zeefketting die net als de afvoerband hydraulisch
wordt aangedreven. Het toerental van de zeefketting is afhankelijk van de werkomstandigheden en de soort toplaag die op het pad is aangebracht. Vanaf de zeefketting gaat het onkruid naar de afvoerband. Deze kan naar links en naar rechts het onkruid uitwerpen. Je kunt het onkruid opvangen door bijvoorbeeld met de bak van een minishovel ernaast te rijden. Bij veel paden wordt het direct naast het pad in de overige begroeiing neergelegd. Vanuit de trekker stel je het toerental in en daarmee bepaal je de afstand waarover het wordt weggeworpen. Een egalisatiebalk strijkt het losse materiaal onder de zeefketting vlak, waarna twee rollen het vlakstrijken. Door deze bewerking is het pad weer in de volle breedte te gebruiken en kan een volgende onkruidbestrijding eventueel ook met een warmtebehandeling worden uitgevoerd. <
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
' systems
URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS
TE DOEN KLANTEN
FACTUUR MEDEWERKER
Schans-/steenkorven Sedum dakcassettes Grastegels
www.firmusproducts.eu
3DTUIN Designer
Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!
✔
Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%
✔ ✔
Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp
www.3dtuindesigner.nl
www.buiterbeton.nl
ntwerp O Academie
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
ZinCo Benelux B.V. Adviseur en leverancier van daktuinsystemen
VCA Europese Richtlijnen
www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852
7
CE-markering
Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht, betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995
op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo
Eisen machines en gereedschap Aan welke eisen moeten machines en aangedreven gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering • Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt
Daktuincentrum
• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels
Bewegende delen moeten afgeschermd zijn • Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier
• De werkgever verzorgt de periodieke keuring
Alles is op voorraad!
1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
• Geldigheidsduur met sticker of kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig? Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )
• Geschikt voor het uit te voeren werk
Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak
Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering Boomstambescherming Beluchting & Bewatering
• In goede staat zijn Door dagelijks onderhoud van de werknemer
Kantopsluitingen Amfibieënschermen Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen
www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!
foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany
€ 199
v.a.
www.greenmax.eu
excl. btw
,= * p.p.
www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl praktijk.nl
*bel voor info
& voorwaarden:
0651 126 942
www.tfi.nl
• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk
W
â&#x2013;
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
e
Vo o r a l i n s t e d e l i j k g e b i e d
e perenprachtkever Agrilus sinuatus is een circa 9 mm grote kever met een groene of roodkoperen metallic kleur. De kever is warmteminnend en vooral actief bij hoge temperaturen. Een reeks warme zomers kan een plaag dan ook bevorderen. De kever leeft eerst in de boomkroon waar hij het blad aanvreet. Na de paring worden de eitjes afgezet op ruwe plaatsen in de bast, bij voorkeur in het jongere, dunne hout. De uitkomende larven vreten het eerste jaar smalle zig-zag verlopende gangen in het grensgebied van hout en bast. De larven zijn wit, plat, pootloos en gesegmenteerd met een brede kop. Ze overwinteren in de gangen. In het tweede levensjaar kunnen de larven tot 25 mm lang worden. Na een tweede overwintering vindt in maart de verpopping plaats. De jonge kevers verschijnen van juni tot augustus Ze verlaten de boom via een kenmerkend D-vormig uitvlieggaatje.
Onder de schors lopen zig-zag larvengangen, die een meter lang kunnen worden. Aan de buitenkant kan de aantasting te herkennen zijn aan ingezonken schors. Deze ingezonken plekken, met een soms blauw-zwartachtige kleur, lijken op vorstplekken of bacterievuur. In de zomerperiode, wanneer de larve een tak ’geringd’ heeft, sterft de tak langzaam af waardoor de bladeren verkleuren en verdorren. Pas bij het aansnijden is te zien welke aantaster in het spel is.
In het verleden zijn vele honderden meidoorns gerooid. Een voorbeeld is de kap van 200 aangetaste, 25 jaar oude meidoorns. De kronen hadden zich, in verhouding tot het wortelgestel, te sterk ontwikkeld. De bomen stonden in de klei, terwijl het plantgat destijds geen behandeling
heeft gehad. De perenprachtkever trad hier op als zwakteparasiet. Ook verschillen in variëteiten spelen een rol. Zo is uit de Alterra-insectenmonitoring van 1946-2011 gebleken, dat Crataegus x lavalleei ‘Carrierei’gevoeliger is dan bijvoorbeeld Crataegus laevis ‘Paul’s Scarlet’. Problemen met de perenprachtkever bij meidoorn doen zich vooral voor in de stedelijke omgeving en worden nauwelijks in landschappelijke beplantingen waargenomen. Vanwege hun verborgen levenswijze zijn de larven niet te bestrijden. Ernstig aangetaste bomen of takken kunnen het best worden gerooid of afgezaagd en versnipperd. Een aanbeveling is om minder vatbare soorten of rassen te gebruiken en te zorgen voor optimale groeiplaatsen. Een te droge of te natte standplaats, een te dichte stand, voedselarme grond of een recente verplanting vergroot de kans op aantasting. <
Bruine vlekken in het gras en een losliggende grasmat: engerlingen kunnen fikse schade veroorzaken. ECOstyle biedt aaltjes aan die effectief zijn tegen de larven van bladsprietkevers. Deze bodemtoepassing is mogelijk van juni - oktober. Let op: engerlingen groter dan 2 cm zijn niet meer goed aan te pakken met aaltjes. De aaltjes zijn onder meer via de webshop van ECOstyle te bestellen. Een Handleiding Aaltjes kun je hier ook downloaden. Prijs aaltjes: € 21,95 voor een oppervlakte tot 10 m2, € 129,95 tot 500 m2.
ct op de
nselijk.
Een ouderwetse waslijn vind je bij Ouwe Jans. Hij kan een mooi item vormen in de tuin en zorgt voor frisruikende, windgedroogde was. De standaard versie is van duurzaam Douglas-hout. Nieuw is dat de palen nu ook in diverse andere houtsoorten te verkrijgen zijn, zoals onbehandeld eiken.
Ouwe Jans waslijnpaal is er in vier modellen: het Luxe model, Luxe XL, Basis model en Basis XL model. Bovendien is custom made mogelijk. De waslijnen worden compleet geleverd met waslijn, grondankers en zijn 1 x wit gegrond. Zelf monteren, schuren en aflakken in de gewenste kleur.
Een geranium is meer dan een balkonplant of een plant waarachter je kunt zitten...Die boodschap draagt Perlargonium for Europe uit, een samenwerking van onder andere Dümmen Orange en Florensis. De plant kan ook het label modern, pittig, divers of zelfs lekker krijgen. Met zowel de hanggeranium als de staande
geranium zijn allerlei nieuwe toepassingen mogelijk. Zo kun je met geraniums een wand bedekken, als variatie op de traditioneel opgehangen manden en plantenbakken. Verticaal tuinieren hoeft niet duur te zijn: een simpele pot aan een muur of hek met daarin vrolijke gekleurde bloemen is al een eyecatcher.
s)
den
Het Norminstituut Bomen heeft samen met onder meer Naktuinbouw en VHG een nieuwe bomenposter uitgebracht. De poster geeft weer wat de aandachtspunten zijn bij het bestellen en planten van bomen, en dient als hulp bij het Handboek Bomen, vooral hoofdstuk 5 en 6: Leveren en Planten Bomen. De bomenposter toont relevante verificatiepunten bij het bestellen en controleren van de levering. Ook bevat hij specifieke informatie over bijvoorbeeld veredelde bomen. Licentiehouders kunnen de bomenposter ’Leveren en Planten Bomen’ downloaden achter de login, overige geïnteresseerden via de gast-login.
Aaltjes 400 x vergr oot
Stihl introduceert de accukantenmaaier STIHL FSA 45, voor kleine en middelgrote tuinen. De machine weegt 2,3 kg (met accu) en wordt aangedreven door de geïntegreerde 18 V lithiumionaccu, die gehoorbescherming overbodig maakt. De telescoopsteel is traploos zonder gereedschap tot 17 cm uit te schuiven. Ook de hoek van de maaikop en die van de beugelgreep kun je instellen op het soort maaiwerk. Om verticale kanten te snijden, is de maaikop 90° draaibaar. Verder bevat de kantenmaaier een uitklapbare afstandsbeugel die de juiste veiligheidsafstand aanhoudt om planten niet te beschadigen. De FSA 45 is standaard uitgerust met een maaikop met kunststof messen. Maaidraad optioneel.
Een biografie over tuinarchitecte Mien Ruys. In zo’n 325 pagina’s en 300 afbeeldingen geeft het boek een zo volledig mogelijk beeld van haar leven en werken. Een begeleidende oeuvrelijst omvat al de bekende werken. Ruys’ oeuvre wordt geduid op basis van gegevens uit de toenmalige context en hedendaagse inzichten. Een eerbetoon aan deze invloedrijke vrouw.
Marten Scheffer en Jan Cuppen schreven een natuurgids voor iedereen met interesse in het water om ons heen. Aan bod komen onder meer de samenstelling van het water en de rol van waterorganismen. Ook tips, bijvoorbeeld hoe je een vijver of slootaquarium maakt. Het tweede deel toont de meest voorkomende waterdieren en waterplanten. Met WATERLEVEN-app.
Kidzy en Kanopé zijn twee nieuwe, op de natuur geïnspireerde speeltoestellen van Proludic. De materialen bestaan uit HPL, polyethyleen en roestvrij staal. Kidzy is een lijn met eenvoudige, veilige structuren voor kinderen vanaf twee jaar in de stijl van Japanse zen-tuinen
en pagodes. Ze bevat onder meer een tunnel en klimmuren. De vormgeving van Kanopé (foto) is gebaseerd op wild gras en door de wind gebogen boomstammen. De speelpaden kunnen horizontaal, verticaal, steil en wankel zijn. In diverse variaties en combinaties beschikbaar.
Olivijn is in staat om CO2 te binden en kent nog veel meer praktische toepassingen. Auteur Olaf Schuiling, geoloog, bundelde al deze kennis in ’Olivijn, de steen der wijzen’. Hiermee kan een ieder bijdragen aan het behoud van het leven op aarde. De groenwereld heeft al kennisgemaakt met de ’toversteen’. Zo verwerkte Nico Wissing olivijn in de Floriade-tuin van 2012.
Eetbare bloemen zijn vrolijk, feestelijk, smaakvol en verbinden je met de natuur. ’Bloemenconnaisseur’ Anna Koster laat in dit boek zien welke bloemen geschikt zijn om in je salade, soep of cocktail te doen. Ook vele andere toepassingen, creatieve tips en recepten. Met de eetbarebloemen-top 5’s van 20 experts, waaronder Modeste Herwig en inspirerende foto’s.
„In de Weide Nes, een 3,6 ha groot natuurgebiedje in het Noord-Hollandse Bergen. Dit is m’n achtertuin en m’n hobby: grootschalig natuurvriendelijk groen. Ik kwam hier vaak met leerlingen van de hoveniersopleiding. Samen met een vrijwilligersgroep beheer ik dit gebied al 25 jaar.”
„Dit gebied is begin jaren ’90 aangekocht door een particulier die bang was dat het zou worden omgezet tot bollenland. Nu is het van Natuurmonumenten en natuurvriendelijk ingericht. Het gebied is afgeplagd om te verarmen. Het grasland wordt van april tot november begraasd door IJslandse paardjes, dat zijn onze grasmaaiers.”
„Er is een glooiende overgang gemaakt tussen land en water en er is hooi gestrooid, waardoor je sneller rietorchis krijgt. Daar staat het nu achter de afrastering barstensvol mee. En koningsvarens, heel bijzonder in deze regio. Zo’n plant kan wel 100 jaar oud worden. We proberen een vegetatiegradiënt van hoog naar laag te creëren waardoor de soortenrijkdom toeneemt. Kijk die ratelaar eens; dat is een halfparasiet. Die houdt het gras eronder. Dit raakt me, hier gaat m’n liefde naar uit.”
„Nee, ik ben de zoon van een veehouder. Mijn vader wilde alleen Engels raai en ik wist alleen Engels raai. Toen ik een jaar of 13 was mocht ik van m’n biologiedocente
een herbarium maken van bomen. Ik kon geen zwarte els van een eik onderscheiden. Toen is bij mij de verwondering begonnen en dat ben ik gaan uitbouwen. Na de middelbare school ben ik naar de bosbouwschool in Arnhem gegaan.”
„In mei was ik 65 jaar en 9 maanden. Officieel met pensioen dus, maar ik maak de avondhoveniersopleiding waar ik les geef nog wel af. Eerst in september een maand fietsen en dan ben ik in oktober weer als 0-urencontractant beschikbaar voor lessen op het gebied van de Wet Natuurbescherming. Ik doe dat op locatie, bij gemeenten en groenbedrijven of op school. Elke groenvoorziener die zichzelf serieus neemt moet floraen fauna-gecertificeerd zijn.” <
MACHINAAL VERWIJDEREN VAN ONKRUID OP HALFVERHARDING • De halfverharding wordt losgewoeld, met een werkbreedte van 120 cm. • De te bewerken laagdikte is verstelbaar. • Onkruid wordt met wortel en al gezeefd uit de halfverharding. • De halfverharding wordt, in verband met waterafvoer, onder profiel gelegd. • Door middel van walsen wordt de verharding verdicht.
ONKRUIDVRIJ ZONDER GEBRUIK TE MAKEN VAN CHEMISCHE BESTRIJDING
Chemische middelen mogen door hoveniers niet meer gebruikt worden en daarom organiseert Tuin en Landschap op donderdag 21 september het Seminar Onkruidbeheersing met het Wellantcollege Houten. Als je de oplossing zoekt voor dit probleem, dan moet je bij dit seminar zijn met workshops en demonstraties van machines en apparaten, voor de hovenier die actief is in particuliere tuinen en op bedrijfsterreinen.
DE WORKSHOPS A. Actuele wet- en regelgeving rond Onkruidbeheersing Lucas Florijn (ministerie van Infrastructuur en Milieu). B. Onderzoek naar vier methoden van thermische onkruidbeheersing Martin Rakké (gemeente Houten). C. Onkruidvrije inrichting van de tuin vanaf de tekentafel Hoe richt je de tuin zo in (ontwerp, materialen, plantenkeuze) dat je zo min mogelijk onkruiddruk hebt? D. Duurzaam onkruidbeheer in de tuin, Meijaard Agrarisch Advies Hoe werkt onkruid en hoe gaat het dood? Welke mogelijkheden heb je als hovenier nog over om de tuin netjes bij te houden? E. Ervaringen uit de praktijk met alternatieve onkruidbeheersing in de particuliere tuin Vanuit het eigen h2O-concept met heet water en hete lucht deelt Wilco Boender van Verheij Integrale Groenzorg ervaringen met deelnemers op interactieve wijze. F. Demonstraties onkruidmachines en -apparaten, diverse leveranciers
PROGRAMMA (onder voorbehoud)
KENNISBIJEENKOMST SPUITLICENTIE
9.30 uur: Ontvangst Wellantcollege Houten (locatie ‘Tuin’) 9.00-12.00 uur: Kennisbijeenkomst Spuitlicentie 10.00-10.40 uur: Workshopsessie 10.50-11.30 uur: Workshopsessie 11.40-12.20 uur: Workshopsessie 12.30-13.30 uur: Lunch 13.00-16.00 uur: Kennisbijeenkomst Spuitlicentie 13.30-14.10 uur: Workshopsessie 14.20-15.00 uur: Workshopsessie
Ook heb je deze dag de mogelijkheid om een bijeenkomst voor verlenging van je spuitlicentie te volgen. Een interessante en actieve bijeenkomst waarbij je de gelegenheid krijgt om ervaringen met collega’s en toeleveranciers uit te wisselen. Deze wordt gegeven door Margareth van der Horst, docente en adviseur Plant Care Education.
Datum en plaats: donderdag 21 september, Wellantcollege Houten
Ga naar www.tuinenlandschap.nl/seminar om je in te schrijven