TEL 2017-1516

Page 1


Nationale Gazon Demodag praktijkdag voor hoveniers en groenbeheerders

20 september 2017 ons z a g e j k a a m Zo n

e p p a t 5 s uw

in nie s l a r wee

2

1 BODEM

3 VOEDING

GRAS

4

5 ONDERHOUD

WATER

locatie: GRAMEFO | Te Veenweg Zuid 2 | 3755 ML Eemnes doorlopend programma van 09:00 - 17:00 uur

gratis toegang (normaal EUR 15,-) na voorinschrijving op:

www.nationalegazondemodag.nl


klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716

gedrukt


Jaarlijks brengt Sazas de verzuimcijfers over de agrarische en groene sector uit. In het rapport 'Een gezonde aanpak van verzuim' zijn de verzuimcijfers over 2016 gebundeld. Algemeen directeur Hans van Bussel: „De cijfers hebben als doel trends en ontwikkelingen te signaleren, zodat onderne-

Afgelopen weekend vond de negende Tuinvlindertelling plaats. Gezeten op mijn terras, kopje koffie in de ene hand, de app Vlindermee in de andere, was het geen straf om een kwartiertje vlinders te tellen. Al gauw werd duidelijk dat de meeste activiteit zich concentreerde rond de Buddleja die pontificaal midden in de tuin staat. Deze kreeg ik jaren geleden mee als klein plantje bij een duurzaamheidscongres van NL Greenlabel in Arnhem. Inmiddels is de struik uitgegroeid tot monsterlijke proporties en woekert hij flink her en der in de tuin. Maar ik vind het zonde om de struik terug te snoeien, nu hij net zo mooi in bloei staat. Al snel heb ik acht atalanta's geteld. En kijk, er komt ook een gehakkelde aurelia voorbij, een prachtige vlinder met opvallend vormgegeven vleugels. Allemaal doen ze zich tegoed aan de vlinderstruik. Iets later komt er een koolwitje de tuin in dwarrelen,

mers hier hun voordeel mee kunnen doen. Dat moet ertoe bijdragen dat de sector gezond blijft, nu en in de toekomst.” Volgens Van Bussel moet de sector flink zijn best moeten doen om de stijging van het verzuim in de toekomst beperkt te houden. „Dat is een punt van aandacht. Zet verzuim daarom op de agenda.” De grootste winst zit volgens Van Bussel aan de voorkant. „Meer aandacht voor preventie en duurzame inzetbaarheid is nodig om het tij te keren. We moeten allemaal langer doorwerken tot we met pensioen gaan. Dan moeten we er ook voor zorgen dat mensen een leven lang inzetbaar zijn op een verantwoorde manier.” De trend van schaalvergroting binnen de sector zet door. Deze trend kan invloed hebben op het ziekteverzuim in de nabije toekomst. „We zien dat het verzuim vaak hoger is bij grotere bedrijven. Dit past ook in het landelijke beeld. De

reden dat dit hoger ligt, kan zijn oorzaak hebben in sociale binding, variatie van het werk en betrokkenheid bij elkaar en het bedrijf. Grotere organisaties hebben ook veel mogelijkheden om het verzuim te verminderen. Bijvoorbeeld door werknemers tijdelijk aangepast werk aan te bieden waardoor terugkeer naar werk gemakkelijker kan plaatsvinden.” Ook vergrijzing vormt een serieus probleem binnen de groensector. „We zien dat de leeftijd van werknemers binnen de agrarische en groene sector gemiddeld verder stijgt. Ouderen zijn niet vaker ziek. De duur van het ziekteverzuim neemt wel toe met het stijgen van de leeftijd.” Uit het rapport blijkt ook dat hoveniers en groenvoorzieners koploper zijn wat bedrijfsongevallen betreft, met in 2016 een aandeel van 36 bedrijfsongevallen op een totaal van 127 voor de gehele agrarische en groene sector.

maar die vindt blijkbaar niets van zijn gading, want hij blijft nergens lang stil zitten. Volgens sommige is die vlinderstruik eigenlijk een invasieve exoot. Hij verdringt met zijn aanwezigheid andere, inheems planten en struiken. Deze dagen staan de kranten en bladen vol over invasieve exoten. Ik blijf het een lastige discussie vinden. Want wat is nou een exoot en wat niet? Neem de kastanjeboom, die kwam hier oorspronkelijk ook niet voor. Zoals zo veel planten en dieren. Dus waar trek je de grens? Natuurlijk snapt iedereen dat die halsbandparkieten hier niet thuishoren. En dat de rivierkreeft andere levensvormen in het water verdringt. Maar moeten we straks ook alle Buddleja's gaan rooien en vernietigen? Dan voorspel ik dat we volgend jaar een stuk minder vlinders zullen tellen tijdens de landelijke Tuinvlindertelling.


Op donderdag 13 juli heeft de Europese Commissie in haar publicatieblad twaalf extra verboden invasieve exoten gepubliceerd, waaronder negen planten. Twintig dagen erna, op 2 augustus, is het verbod daadwerkelijk ingegaan. De negen planten mogen vanaf die dag niet meer verhandeld en toegepast worden en moeten door de lidstaten worden bestreden of beheersbaar gemaakt. Het gaat om de volgende planten: alligatorkruid (Alternanthera philoxeroides), fraai lampenpoetsergras (Pennisetum setaceum), gewone gunnera (Gunnera tinctoria), Japans steltgras (Microstegium vimineum), ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllum heterophyllum), reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera), reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), smalle waterpest (Elodea nuttallii) en zijdeplant (Asclepias syriaca). De negen planten vormen een uitbreiding van de eerste lijst waarop nog eens veertien planten staan. Sinds 3 augustus 2016 mogen deze niet meer verhandeld en toegepast worden. Op deze lijst staan onder meer Eichhornia crassipes (waterhyacint), Lysichiton americanus (moeraslantaarn), Baccharis halimifolia (struikaster) en Persicaria perfoliata. De unielijst met verboden soorten vloeit voort uit de Europese Verordening Invasieve Uitheemse Soorten, die sinds 2015 van kracht is. Het doel van de verordening is het voorkomen en beheersen van schade

strafrechtelijke handhaving van de Verordening Invasieve Uitheemse Soorten. Dit betekent bijvoorbeeld dat zij boetes kan opleggen bij overtredingen. De RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) voert in opdracht van het ministerie van Economische Zaken de bestuursrechtelijke handhaving uit. Deze dienst controleert samen met de douane in- en uitvoerzendingen van invasieve uitheemse soorten. Daarnaast behandelt de dienst vergunningaanvragen voor het houden van verboden invasieve soorten, voor bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek, of ex situ bewaring zoals een zaadbank.

aan de inheemse biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Wanneer een plant of dier een risico is voor de volksgezondheid of grote economische schade aanricht, kan besloten worden deze op de lijst te zetten. Elke lidstaat kan soorten aandragen. Daardoor kan het dat de soorten op de lijst lang niet voor elke lidstaat een probleem vormen. Een van de doelen van het verbieden van planten is echter dat verdere verspreiding wordt voorkomen, en het verspreiden wordt vaak veroorzaakt door de handel in planten. Pennisetum setaceum bijvoorbeeld – niet te verwarren met P. alopecuroides – heeft zich in een groot deel van de Mediterrane landen gevestigd en gedraagt zich daar invasief. De plant verdringt de inheemse beplanting en is extreem brandbaar, hij vergroot niet alleen het gevaar op branden, maar koloniseert bovendien na een brand het

gebied veel sneller dan de inheemse beplanting. Omdat de kans vrij groot is dat de plant zich ook naar andere Mediterrane landen verspreidt, is de handel in deze plant vanaf augustus verboden, ook in Noord-Europa.

Voor de voorraden die handelaren op dit moment nog hebben, geldt in de verordening een overgangsregeling: nog een jaar na het ingaan van het verbod mogen de voorraden verkocht worden. De verboden planten die nu in particuliere tuinen staan, hoeven van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) niet weggehaald te worden. Eigenaren moeten echter wel voorkomen dat de plant zich uitzaait en verder verspreidt naar de omgeving. De autoriteit adviseert daarom toch om de verboden planten te verwijderen. De NVWA is belast met de

Behalve de volledige stopzetting van de handel in een aantal tuinplanten, betekent het verbod ook dat de Nederlandse overheid verplicht is soorten als reuzenberenklauw en reuzenbalsemien te gaan bestrijden, soorten die zich overal in Nederland hebben gevestigd. De beheerplannen voor reuzenberenklauw, reuzenbalsemien en de zeven andere extra verboden planten moeten in februari 2019 klaarliggen. Een jaar eerder, in februari 2018, moeten de lidstaten beheerplannen hebben gemaakt voor de veertien planten die op de eerste lijst staan. In die plannen moet duidelijk worden hoe de soorten uit de natuur worden verwijderd en verdere verspreiding wordt voorkomen. Momenteel ontwikkelt de NVWA samen met de provincies (vanuit de Wet Natuurbescherming verantwoordelijk voor het invasieve-exotenbeleid) en water- en terreinbeheerders zogenoemde eliminatie- en beheerplannen. <


Op een boomkwekerij werden half mei op vijf verschillende proefvlakken lieveheersbeestjes en gaasvliegen uitgezet in verschillende dichtheden. Per vierkante meter vijf lieveheersbeestjeslarven en 10, 18 of 40 gaasvlieglarven. Het vijfde proefvlak was onbehandeld. Op het overblijvende deel van het perceel werd chemische bestrijding toegepast. Het bleek dat de gaasvlieglarven een week nadat ze waren uitgezet al een duidelijk onderdrukkend effect hadden. Maar dat effect was van korte

duur. Na twee weken nam de aantasting weer toe. Dat zou te maken kunnen hebben met de levenscyclus van de gaasvlieg, denken de onderzoekers. Na twee weken verpoppen de larven en nemen geen voedsel meer op. Lieveheersbeestjes hadden geen onderdrukkend effect. En de onderdrukking door gaasvliegen was net zo sterk als bij een chemische bestrijding. Tijdens de eindbeoordeling, op 22 juni, bleek dat de aantasting door de beukenbladluis in de percelen met gaasvliegen minder hevig was dan in andere percelen, ook in de percelen waar chemische bestrijding was toegepast. Een verklaring kan zijn dat bij de chemische bestrijding ook de natuurlijke vijanden worden gedood. De onderzoekers concluderen dat dat het uitzetten van gaasvlieglarven de aantasting door de beukenbladluis sterk kan verminderen.

Al eens gehoord van waterlinzen? Ik tot voor kort eigenlijk niet. Een ander woord voor waterlinzen is eendenkroos of kortweg kroos, dat ken je natuurlijk wel. Misschien heb je het ook gelezen laatst: „Kroos kun je eten.” Het blijkt een vergeten groente te zijn. In 1644 werd kroos al uitgebreid beschreven in het eerste Nederlandse Medicinale Herbarium, het Cruydt-Boeck. Iets waar ik nooit over had nagedacht, kroos eten. Dat gekke plantje dat allerlei vijvers en sloten in korte tijd van een groen deken kan voorzien. Dat plantje wat mij als kind ooit in het water liet kukelen. Je kunt je vast voorstellen hoe dat gebeurde. Wat is nu zo geweldig aan kroos? Het groeit als een tierelier. Het verdubbelt elke 2 tot 3 dagen in het groeiseizoen. Kroos voelt zich thuis in sloten en plassen met een mestoverschot, met zo’n groeikracht kun je immers wel wat extra voedingsstoffen gebruiken.

Voor de negende keer vond afgelopen weekend de landelijke Tuinvlindertelling plaats. Andermaal won de atalanta met kop en schouders. Zondagavond was de vlinder liefst 7.769 keer gespot in Nederlandse tuinen. De tweede plaats was voor de kleine vos die 4.421 keer werd gezien, en brons was er voor de dagpauwoog die 3.497 keer werd geteld. De Vlinderstichting heeft ook de gratis app Vlindermee ontwikkeld, waarmee het tellen van de vlinders nog eenvoudiger gaat. Met een druk op de knop worden de tellingen doorgestuurd.

Daarenboven zuiveren ze het water waarin ze groeien. Allemaal goed en wel hoor ik je denken, maar daar red je de wereld nog niet mee. Het bijzondere is: „Kroos is een eiwitgewas. Het bestaat voor 40% uit eiwit en laten we daar nou een groot vraag naar hebben.” Momenteel gebruiken we soja om aan die eiwitvraag te voldoen, met de kap van duizenden hectaren regenwoud tot gevolg. Eén hectare kroos levert net zoveel eiwit op als tien hectare soja, reken zelf maar uit. Het is nog even wachten tot het in Brussel is goedgekeurd als nieuw voedingsmiddel. Daarna ligt het, al dan niet vermomd als vegaburger, binnenkort bij je in de supermarkt. Nieuwsgierig geworden hoe het smaakt? Er staat een waterlinzenkookboek online, daar staat in hoe je te werk moet gaan. Mijn schepnet staat alvast klaar. Ben benieuwd naar stampotwaterlinzen met spek. Bon appétit!


Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. De wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water komen allemaal onder de Omgevingswet te vallen. Hierdoor moet het makkelijker worden om bouwprojecten te starten. Uitgangspunten zijn hierbij: minder en overzichtelijke regels, meer ruimte voor initiatieven, lokaal maatwerk en vertrouwen. Het gehele proces moet hierdoor inzichtelijker worden voor burgers, ondernemers en overheden.

Maar de invoering loopt nu vertraging op. Volgens minister Schultz van Haegen komt het uitstel door de complexiteit van de ministeriële regelingen en de aanvullingswetten bodem, geluid, grond en natuur. De huidige planning werd te kort bevonden om alles goed uit te werken. Schultz van Haegen: „Je kunt zeggen: ik doe het zo krap mogelijk, maar dan moet je misschien over een tijdje wéér uitstellen. Maar als je het ruimer doet, gaan gemeenten wellicht achterover hangen.” Deze zomer komt er een definitief besluit over een nieuwe datum waarop de Omgevingswet moet ingaan. Vooralsnog heeft het uitstel geen gevolgen voor de uiteindelijke einddatum van de transitie naar de Omgevingswet in 2029.

Eerder hadden gemeenten al aangegeven niet op tijd klaar te zijn voor de implementatie

van de Omgevingswet, ondanks dat er al veel experimenten lopen met een omgevingsplan. De overheid zal zich moeten inspannen om gemeenten te blijven begeleiden met pilots, handboeken en experimenten. Ook het Digitaal Stelsel Omgevingswet, wat het gemeenten, burgers en bedrijven makkelijker moet maken om snel te zien wat kan en mag, zal bij de invoering nog niet gereed zijn. „Je kunt zo’n stelsel pas vormgeven als je de wet- en regelgeving duidelijk hebt. Het systeem is zo ingericht dat het met kleine stapjes verder opbouwt. Vanaf 2024 gaan we dat steeds interessanter maken”, aldus Schultz van Haegen.

In een reactie op het uitstel zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten dat ze begrip heeft voor de situatie, hoewel het niet per se nodig was: „Wij vinden kwaliteit van

Het is te merken tijdens de spits op de weg. De vakantieperiode is op zijn hoogtepunt. Ik hoop dat u aan het genieten bent. Thuis, ergens in Nederland of op een zonnige bestemming in het buitenland. Ik ga niet met vakantie. Mijn zomer is af en toe even thuis te zijn. Wat klussen op het dak, schilderwerk en werk in de tuin. Heerlijk om mijn hoofd leeg te maken of eigenlijk ook weer niet. We zijn bij VHG druk bezig met voorbereidingen voor een nieuwe verenigingsstructuur. Deze weken vinden er gesprekken plaats met alle vakgroep- en regionale afdelingsbesturen over hoe we van de huidige structuur overgaan naar de nieuwe. Doel van de nieuwe structuur is de leden met de marktnetwerken te verbinden en een extra impuls te geven aan het boeien en binden. Vele leden in deze besturen hebben hun vakantieplannen uitgesteld om bij dit gesprek te zijn. Samen met ons Algemeen Bestuur heb ik hier bijzonder veel waardering

wetgeving belangrijk. Wat ons betreft was uitstel niet nodig geweest. De gemeenten zijn volop bezig met de voorbereiding en zullen op tijd klaar zijn om met de wet te kunnen werken.” Hans Oosters, voorzitter Unie van Waterschappen: „Wij onderschrijven dat de implementatie van de Omgevingswet een uitermate ingewikkeld proces is en delen de wens van de minister om dit zorgvuldig te laten verlopen. Als dit meer tijd kost, is het verstandig om eerst goed overleg te voeren over lengte, redengeving en aard van het uitstel. Het bericht op dit moment verrast ons dus, omdat het afrondende overleg nog moet plaatsvinden. De waterschappen zijn al volop bezig met de voorbereidingen voor de Omgevingswet. Voorkomen moet worden dat de indruk wordt gewekt dat van uitstel afstel komt. Daar zit niemand op te wachten.” <

voor. Er komen vele goede ideeën en aandachtspunten naar boven. Het laat zien dat VHG een eigentijdse vereniging is van leden voor leden. Samen willen we onze branche verder brengen rondom nieuwe uitdagingen. Hoe creëren we nog meer ruimte voor professioneel groen ondernemerschap, zowel in de markt als rondom de baten van groen? Hoe laat je als ondernemer jouw bedrijfsvoering meegroeien in een veranderende markt? Hoe zorgen we voor voldoende instroom van jongeren? Zetten we samen onze schouders onder een breed gedragen cao, zodat we op het gebied van arbeidsvoorwaarden allemaal gelijk aan de streep staan? Hoe bereiken we nog meer enthousiasme voor wat we als VHG samen doen? De komende weken is er veel denk- en schrijfwerk te doen. Van grote lijnen tot op het niveau van het kleinste detail. Eind augustus moet het af zijn. Dan vergadert het Algemeen Bestuur erover.


Bij het nieuwsbericht 'Eerste Meesterhoveniers met trots door VHG gepresenteerd' is de naam van het bedrijf van Gerwin van de Pol weggevallen. Meesterhovenier Van de Pol is eigenaar van GroenXpert in Wijchen.

Hoogheemraadschap van Rijnland gaf in 2016 voor €390.000 uit aan de bestrijding van exoten. Dit is een stijging van ruim 3 ton ten opzichte van 2012.

Veertien bedrijven verspreid over Nederland hebben het Boomziektecertificaat van de Branchevereniging Organische Reststoffen BVOR om veilig zieke bomen te verwerken om verdere besmetting te voorkomen.

De tuin nodigt uit tot bezinning en reflectie, en is de plek waar menigeen op nieuwe ideeën en gedachten komt. De organisatie van het internationale tuinenfestival in Chaumont-sur-Loire heeft daarom als thema voor 2018 gekozen voor: Gardens of thought.

Industrieel ontwerper Anne Haldewang heeft een bij-achtige drone ontworpen die net als echte bijen bloemen kan bestuiven. Met een ultraviolet-camera kan de drone bloemen herkennen. Het project 'Plan Bee' is gestart om aandacht te vragen voor de wereldwijde achteruitgang van bijenpopulaties.


et als GalaBau is spoga+gafa een gigantische beurs, gericht op de groene sector. Er zijn wel grote fundamentele verschillen tussen beide reuzenbeurzen. GalaBau is vooral gericht op het werk van de hovenier en de groenvoorziener. De nadruk ligt op (nieuwe) machines en (nieuwe) technieken, systemen en materialen. Op de spoga+gafa ligt het accent duidelijk anders. Hier vind je op in totaal ongeveer 226.000 m2 beursvloer oneindige hallen vol met de laatste tuinmeubelen, buitenhaarden, buitenkeukens, barbecues en grills. Maar ook gereedschappen voor aanleg en onderhoud en boomkwekerijproducten zijn vertegenwoordigd. Voor de spoga+gafa 2017 verwachten de organisatoren ongeveer 2.000 exposanten uit 59 landen. In mei was al 95% van de geplande expositieruimte bezet.

De productgroepen zijn als volgt ingedeeld: Garden living: tuinmeubelen, decoratie, tuinuitrusting, sport en spel, camping en vrije tijd Garden creation & care: planten en bloemen, bodem en bemesting, machines, gereedschappen en accessoires, schuurtjes, water en verlichting Garden bbq: grill, barbecue en buitenkeukens Garden unique: exclusieve presentaties spoga+gafa is een goede gelegenheid om ideeën op te doen, trends te spotten en contacten te leggen met leveranciers.

De beursorganisatoren hebben hun licht laten schijnen over de trends op tuininrichtingsgebied. Een belangrijke tendens die ze waarnemen is dat er steeds meer

vraag is naar het topsegment luxeproducten. Daarbij gaat het om de hele linie van buitenmeubelen tot buitenkeukens. Aanjager van de hang naar luxe is de huidige generatie kapitaalkrachtige 50-plussers.Volgens de experts komt nu al elke tweede in Duitsland uitgegeven euro van een consument die ouder is dan 50 jaar. De producten die te vinden zijn op de beurs zijn dan ook zeker interessant voor de high-end hovenier die tuininrichting levert aan zijn klanten. Het thema ’smart gardening’ krijgt een eigen eiland op de beurs onder het motto ’Automatisering stopt niet meer

bij de tuinpoort’. Hier zullen de nieuwste technologieën met betrekking tot buitenverlichting, gazonverlichting, veiligheid, bbq, schaduwinrichtingen, zwembaden en tuinbesproeiing te vinden zijn.

Daarnaast komen nu ook steeds meer multifunctionele meubelen en comforten ergonomie-features naar buiten. Ook de trend om producten uit eigen tuin of van eigen balkon te eten zet door volgens de organisatoren van spoga+gafa. Wat kleur betreft draait alles om groen. spoga+gafa zal van 3-5 september plaatsvinden in de Koelnmesse. <


ls veel zomerbloeiers al bijna zijn uitgebloeid komt de guldenroede pas op gang. De heldergele bloemen in dichte pluimen trekken veel aandacht in een nazomerborder. Alle soorten Solidago zijn sterke en makkelijke vaste planten die weinig verzorging vragen. Dat is zeker te zien bij Solidago virgaurea, een woekerende plant die je niet makkelijk uit de tuin krijgt. Door het woekeren, en de gevoeligheid voor meeldauw, heeft de guldenroede een slechte naam gekregen. In het sortiment dat nu aangeboden wordt zitten eigenlijk geen woekeraars meer, en vooral de soorten uit de VS krijgen beslist geen meeldauw. Kijk ook eens naar interessante cultivars met een zachtgele bloemkleur. Zij zijn makkelijker te combineren met andere bloemkleuren. Het geslacht Solidago valt onder de Asteraceae en telt meer dan honderd soorten. De eerste bloemen verschijnen in juli of augustus, de bloei duurt ongeveer een maand. Soms is er een tweede bloei; dit wordt gestimuleerd door terugknippen. De bloemen bevatten veel nectar en stuifmeel. Insecten brengen daarom regelmatig een bezoek. Zo verhoogt Solidago de natuurwaarde van een beplanting.

Solidago is vanwege de rijke en late bloei goed in een border te gebruiken. In de zomer gaat het heldere geel mooi samen met violette en blauwe tinten van Salvia, Agastache, Echinops, Thalictrum en Aconitum. Het geel is heel fris met wit van Persicaria amplexicaulis ’Alba’, Veronicastrum virginicum ’Diana’ en witte Echinacea. Of kies voor warme kleuren met Rudbeckia, Crocosmia ’Lucifer’ en Helenium. Ook goed te combineren met late bloeiers, zoals herfstaster, Actaea en siergrassen. Kies voor een onderhoudsvriendelijke beplanting met grote groepen, zoals in openbaar groen, bijvoorbeeld Solidago caesia of Solidago ’Goldschleier’ samen met Caryopteris, Kalimeris, Rudbeckia en Pennisetum. Vooral de wat lagere cultivars vormen snel een gesloten beplanting. Solidago is ook geliefd in een prairiebeplanting.

Guldenroede groeit het beste in de volle zon of lichte schaduw in vruchtbare, kalkrijke en goed gedraineerde grond. Bloeien de planten minder, dan is het tijd om de pollen te delen. <





k weet nog dat ik verbaasd was toen ik ontdekte dat Lysimachia tot de Sleutelbloemfamilie (Primulaceae) behoort. Op een of andere manier vind ik wederik en sleutelbloem in niets op elkaar lijken. Maar goed, dat terzijde. Het geslacht Lysimachia omvat ongeveer 180 soorten, die vooral in de gematigde streken van het noordelijk halfrond voorkomen. Het zijn meestal kruidachtige vaste planten, hoewel er ook eenjarige soorten zijn. Geel en wit zijn de meest voorkomende bloemkleuren. De meeste soorten die geschikt zijn voor de tuin houden van vochtige grond; sommige soorten zijn zelfs

echte water- of moerasplanten. Behalve voldoende vocht, stellen ze verder weinig eisen aan de bodem. De sterk woekerende soorten zijn niet handig in een kleine tuin of in een border met veel andere soorten. In grootschalige, meer natuurlijke beplantingen zijn ze echter prima bruikbaar, net als in monobeplantingen in het openbaar groen. Daar is de woekerende eigenschap een kwaliteit die zorgt dat onkruid zich niet gemakkelijk vestigt in de beplanting. Een paar soorten uit Zuid-Europa zijn kortlevend en hebben graag een losse, doorlatende grond. <


>




an het gebouw van het Wellantcollege aan de Huis te Landelaan in Rijswijk wappert de Groene Vlag. Sinds verleden jaar draagt de school het predikaat Eco-school. Binnen de school zijn de nodige duurzame aanpassingen doorgevoerd, zoals een loods opgebouwd uit Platowood, waterdoorlatende bestrating en wadi’s, toepassing van gerecycled materiaal in de praktijklessen en zonnecollectoren op het dak. „Intern zijn we al heel duurzaam bezig. In de Green Days willen we die duurzaamheidsgedachte naar buiten brengen, naar de Rijswijkse samenleving waar we onderdeel van uitmaken”, zegt docent Outdoor design en initiatiefnemer Govert Visser. Bij de maatschappelijke activiteiten waren meerdere partijen betrokken:

de gemeente, het (burger) Platform Groen in Rijswijk, het Hoogheemraadschap Delfland, Operatie Steenbreek, COA, Welzijn Rijswijk, Rijswijk Wonen, Groenrijk ’t Haantje, de Gezamenlijke Kerken en GGZ Delfland.

De eerstejaars leerlingen konden zich tijdens de groene week inschrijven voor een van de activiteiten. Op dinsdag 6 juni stonden 17 eerstejaarsleerlingen (niveau 2, 3 en 4) klaar om twintig plantenbakken te timmeren en te beplanten voor het AZC-terrein. Dit tijdelijke terrein met woonunits voor vluchtelingen is sober ingericht en kon wel wat kleur en fleur gebruiken. Het idee was om dit samen met de be-

woners te doen, maar door de Ramadan was de opkomst minder dan verwacht. Wel hadden bewoners uit Afghanistan voor een heerlijke lunch gezorgd. De leerlingen zelf vonden het leuk en zinvol om op deze manier iets te kunnen betekenen voor de bewoners van het AZC. Het project is mogelijk gemaakt door een schenking van de Gezamenlijke Kerken uit Rijswijk. Doel dagbestedingstuin van GGZ-Delfland schonk een deel van de beplanting. Voordat de leerlingen zelf aan de slag konden, legde docent Sjoerd Hijgemann de leerlingen uit wat de maatvoering is van de verhoogde plantenbak (100 cm x 100 cm x 50 cm) en hoe deze in elkaar gezet moet worden. De palen en planken zijn van douglashout. De bodem is een


betonplexplaat waarin nog gaten geboord moesten worden voor de afwatering. Samen met de huismeester van het AZC-terrein, Kemal Kuru, plaatsten de jongeren de afkortzaag in het fietsenhok voor het zagen van de inkepingen (4,5 bij 4,5 cm) in de staanders (9 x9 cm). Twee leerlingen waren verantwoordelijk voor het zaagwerk om ongelukken te voorkomen. Een tweede afkortzaag stond onder de partytent vanwege het onstuimige weer. Hier werden de staanders en planken (30 x 20 x 97 cm) van douglashout op lengte gezaagd. Ook hier was een leerling verantwoordelijk voor het zaagwerk. Eenmaal op de plaats gezet bij de woonunits kwamen bewoners de plantenbakken bewonderen. De leerlingen zijn een ervaring rijker: „Ik heb me de >


laatste maand pas verdiept in vluchtelingen”, zegt Bryan van den Borselaar. „Nu weet ik hoe belangrijk het is dat je een plek hebt waar je veilig kunt zijn. Dat zouden we toch ook zelf willen als we in een land wonen waar oorlog is. Ik ben blij dat ik hier vandaag aan mee heb kunnen werken.”

Woensdag 7 juni gingen de leerlingen onder barre weersomstandigheden aan de slag in vijf voortuintjes in de Wijk Te Werve. In deze achterstandswijk zijn veel voortuinen verwaarloosd ofwel volledig versteend. Tien tuinen kwamen in aanmerking voor een opknapbeurt, aangedragen door de toezichthouder van woningbouwcoöperatie Rijswijk Wonen. Docenten Govert Visser en Sjoerd Hijgemann kozen er vijf uit. Vier tuinen zijn volledig klimaatadaptief ingericht in het kader van Operatie Steenbreek.

De tuinen van de leerlingen zijn bedoeld om de bewoners van Wijk Te

Werve te enthousiasmeren voor meer groen in hun tuinen. „We willen hiermee laten zien dat je beton eenvoudig kunt vervangen door een levende tuin”, zegt Visser. De tuinen zijn ingericht met hergebruik van materialen. De verharding is tot het minimum beperkt of deels vervangen door halfverharding van schelpen. Aan een regenpijp werd een innovatieve regenton bevestigd waar planten in groeien. Eén tuin kreeg een opknapbeurt. Door een handicap is de bewoonster niet in staat om de tuin goed te onderhouden. Marloes Borsboom, wethouder jeugd en participatie, duurzaamheid en cultuur, kwam langs om het werk van de leerlingen te bekijken en het belang van Operatie Steenbreek uit te dragen. Rijswijk is sinds begin dit jaar Steenbreekgemeente. Bewoonster Cheryl Kuiper wiens tuin onder handen werd genomen: „Ik vind het super dat de leerlingen dit voor mij willen doen. Ik ben blij dat ik met het aanbod van mijn tuin wat voor hen terug kan doen. Op deze manier doen ze ervaring op.” Als de tuin van Kuiper

klaar is, staat er een zandbak in speciaal gemaakt voor haar dochtertje. In de tuin is een deel van de bestrating behouden voor een terras. Dat was een uitdrukkelijke wens van de bewoonster. Onder de zandbak liggen schelpen, zodat het water daar in kan wegzakken. Aan weerszijden van het terras is beplanting aangeplant. In een tuin aan de Generaal de Vetterstraat (zie foto linksonder) is op de schanskorf een plank van douglashout aangebracht zodat er op gezeten kan worden. Een stapstenenpad leidt naar een klein terras. Water wordt opgevangen in een regenzuil en de tuin is nu voor het overgrote deel beplant.

Hoewel gepland was om de tuinen in één dag af te ronden, redden de leerlingen dat niet, mede door het slechte weer. Donderdag en vrijdag moest er ook nog aan gewerkt worden. De Green Days werden afgesloten met een No Waste Lunch die door studenten van de school gemaakt werd van voedsel dat eigenlijk bestemd was voor de afvalbak. <



et beleid van de overheid is er vaak op gericht om steeds meer producten gemaakt van hernieuwbare grondstoffen in te zetten. Desondanks gebruiken gemeenten nog maar mondjesmaat biobased producten bij de inrichting van de openbare ruimte, zo signaleerden Bert van Vuuren van Natural Plastics en Vincent van Rijsewijk van PEP Business Creators. „In de praktijk zagen we dat het proces meestal stokte in de ambtelijke organisatie: biobased staat nog niet op het netvlies bij ambtenaren, en inkopers kiezen uiteindelijk toch vaak voor de bekende weg”, vertelt Van Rijsewijk. „Jammer, want bestuurders willen vaak wel, en het bedrijfsleven is volop bezig met de ontwikkeling van nieuwe en duurzame producten.” Om de impasse te doorbreken, namen Van Rijsewijk en Van Vuuren het initiatief tot de Green Deal Stimuleren van biobased producten voor de openbare ruimte. Deze Green Deal heeft als doel om te komen tot een versnelling van de biobased economie. Het tweetal ontwikkelde een methode om de inzet van biobased producten ingebed te krijgen in de werkwijze van gemeentelijke organisaties (zie kader). Deze rolden ze het afgelopen jaar uit bij diverse Brabantse gemeenten, waaronder Tilburg en Breda. „We hebben bij meerdere gemeenten aangeklopt, met de vraag of we iets voor hen konden betekenen”, vertelt Van Rijsewijk, die is aangesteld als projectleider van de Green Deal. „In de gesprekken die volgden, merkten we dat veel gemeenten zich laten afschrikken door de kosten van biobased producten. De aanschafprijs is weliswaar vaak hoger, maar per saldo

kom je dikwijls goedkoper uit. Wanneer je bomen bijvoorbeeld niet verankert met traditionele boompalen, maar ondergrondse boomankers van zetmeel gebruikt, hoef je de palen niet weg te halen. Dat bespaart arbeid. Kortom: bij het werken met biobased producten moet je niet alleen focussen op de aanschafprijs, maar ook kijken naar de besparingen op onderhoud, de langere levensduur et cetera.” Van Rijsewijk ervoer tegelijkertijd dat gemeenten een grote hulpvraag hebben op het gebied van biobased werken. „Men wil wel, maar weet vaak niet hoe. Door hen bij de hand te nemen en verbindingen te leggen met leveranciers, helpen we hen op weg. Daarnaast moet een gemeente natuurlijk het lef hebben om dingen te proberen.” De inspanningen werpen hun vruchten af: afgelopen jaar werden diverse pilotprojecten uitgedacht en uitgewerkt. Zo wordt bij de herinrichting van het Anton van Duinkerkenpark in Bergen op Zoom sterk ingezet op duurzaamheid. „HASstudenten hebben een ontwerp gemaakt voor een zo biobased mogelijke inrichting van dit park. Er worden bijvoorbeeld bankjes en prullenbakken geplaatst van biobased materialen, zoals Miscanthus en andere grassoorten.” Ook de herinrichting van industrieterrein Loven in Tilburg kreeg een biobased karakter. Zo werden de bomen op het industrieterrein op natuurlijke wijze verankerd en is gebruikgemaakt van een gietrand van bioplastic. „Dit project is uitgevoerd door Dolmans Landscaping, dat deze en andere duurzame inrichtingsmaatregelen ook heeft doorgevoerd


op de High Tech Campus in Eindhoven. En in Breda worden inmiddels plannen gesmeed voor een biobased fietspad.” Volgens Van Rijsewijk is het geen toeval dat het nog vooral gaat om kleinschalige projecten. „Deze kunnen onderhands worden aanbesteed. Om ook grootschalige projecten een biobased karakter te kunnen geven, moeten de aanbestedingsregels worden aangepast. Dat vergt meer tijd. Hierover zijn we wel in gesprek met PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden van het Ministerie van Economische Zaken.” Naast het in gang zetten van concrete projecten, is het doel van de Green Deal om partijen bij elkaar te brengen. Zo werd begin mei een bijeenkomst georganiseerd voor geïnteresseerde partijen. „Inzet van de bijeenkomst was om ervaringen uit te uitwisselen. Dat is absoluut gelukt; er ontstonden levendige discussies en er werden praktische tips en wetenswaardigheden uitgewisseld. Zo ontstond een soort van kruisbestuiving. Ook leveranciers waren goed vertegenwoordigd; zij konden de overheid gericht advies geven. De Green Deal werd vorig jaar ondertekend door zes partijen, tijdens de bijeenkomst waren dertig betrokkenen aanwezig. Kortom: biobased leeft,

er is sprake van een olievlekwerking.” De Green Deal kent een looptijd van 2,5 jaar: er is dus nog een jaar te gaan. „Het komende jaar willen we in ieder geval meer kennisbijeenkomsten gaan organiseren en daarbij ook het veld in gaan”, zegt Van Rijsewijk. „Daarnaast blijven we aandacht vragen voor de pilotprojecten en de successen die we boeken. Naar aanleiding van artikelen in het Brabants

Dagblad hebben zich bijvoorbeeld enkele nieuwe gemeenten gemeld. Verder willen we komend jaar met nog meer Brabantse gemeenten in gesprek, maar hopen we de ‘biobased-beweging’ ook te kunnen uitrollen in andere provincies. Inmiddels zijn de eerste contacten gelegd met ZuidHolland, Zeeland en Gelderland. Kortom: er is al veel bereikt, maar ook nog een heleboel werk te verzetten.” <



mdat zijn vader en moeder naar Canada wilden emigreren, ging Albert van der Smit van Tuinverzorging STS als 17-jarige drie weken naar dit land om te kijken of hij mee zou gaan met zijn ouders. „Ik ben echter meer van het fijnere werk, dus besloot ik om in Nederland te blijven.” Op het moment dat Van der Smit achttien jaar was, ging de rest van zijn familie definitief naar Canada. Hij besloot om één dag naar school te gaan en vier dagen in de week te gaan werken via GroeneWelle in Zwolle. „Tijdens mijn opleiding kwam ik mijn huidige compagnon Edwin ter Stege tegen (STS staat dan ook voor Smit Ter Stege, red.). Van de vier jaar dat ik voor het Drentse hoveniersbedrijf G. van Boven heb gewerkt, werkte ik drie jaar samen met Ter Stege bij de aanleg en het onderhoud van tuinen.” Daarna begon Van der Smit voor zichzelf, waarbij de emigratie van zijn familie van grote invloed was. „Dat heeft me eigenlijk ertoe aangezet om voor mezelf te beginnen. Dat heb ik overigens heel geleidelijk gedaan. Na het afronden van de opleiding op mijn 21e had ik één dag over en ik

ben die dag begonnen voor mezelf te werken.” Zijn toenmalige werkgever accepteerde dat, omdat die wel zag dat de jonge hovenier zelf een bedrijf kon runnen. Van de tijd dat hij in loondienst was, heeft de Drentse hovenier veel geleerd. „Bij mijn eerste werkgever bijvoorbeeld; na de aanleg of het onderhoud van een tuin even met de bezem langs alle randjes zodat het er net weer iets beter uitziet. Net even die extra aandacht, daar gaat het om in onze sector. Bij de tweede werkgever heb ik vooral leren samenwerken met mijn compagnon Edwin.” Bij zijn laatste werkgever was hij samen met Edwin voorman. Een echte ‘baas’ is Van der Smit volgens hemzelf nooit geweest. „En dat is nog steeds mijn stijl. Wij staan naast ons personeel en zeggen bij problemen: hoe lossen we dit samen op?” Het vinden van een geschikte locatie was voor de beginnende hovenier ook nog een hele klus. Hij kon niet op zijn ouders terugvallen. In 2002 kon Van der Smit echter bij een kennis van de familie een loods huren. De compagnons hadden enorm geluk dat de eigenaar van deze loods een vergelijkbaar gebouw al na één jaar nieuw ging bouwen op het nieuwe industrieterrein Buitenvaart in Hoogeveen. „Het mooiste onderdeel van dit verhaal daarbij is dat we van de hoofdaannemer van dit industrieterrein ook nog eens alle bermen en openbaar groen aan mochten leggen en mochten onderhouden. We zijn dus letterlijk met onze neus in de boter gevallen.” In totaal heeft Tuinverzorging STS vijf jaar het onderhoud van Buitenvaart in beheer gehad. In 2006 konden de compagnons de kaasloods van de schoonvader van Van der Smit overnemen. Een aantal ruimtes werden verbouwd tot kantoor en kantine.

Het mooie van de samenwerking tussen de compagnons is volgens Van der Smit dat Ter Stege en hij niet alleen goed samen kunnen werken, maar ze elkaar met hun eigen specialismen ook goed aanvullen. „Dat zagen we al in de tijd dat we als voormannen samenwerkten in loondienst, maar nu is dat nog voordeliger.” Ter Stege is meer van de aanleg, hij kan ook goed tuinen tekenen, en Van der Smit meer van het onderhoud. In het begin kregen ze ook veel opdrachten van de rest van de familie die in Nederland gebleven was. „En, nee hoor, zonder dat ze korting kregen”, lacht de Drentse hovenier. „Mijn schoonvader zei altijd: van korting kun je niet leven.” Ze hebben in die begintijd overigens heel weinig aan reclame gedaan. >


Veel klanten kwamen via mond-tot-mondreclame. Ter Stege kan volgens Van der Smit ook goed bouwen en heeft bouwkundig inzicht. „Ik ben meer de regelaar, van bijvoorbeeld de onderhouds- en snoeiwerkzaamheden en het gezicht naar buiten toe. Ik maak dus ook alle folders, flyers en het andere reclamemateriaal.” Tuinverzorging STS heeft twee bijzondere diensten voor klanten. Een van deze diensten is dat ze de tuinen onderhouden van huizen die in de verkoop staan. Ze bieden deze dienst sinds kort aan. Van der Smit: „Dat komt omdat ik zag dat het vaak snel een rommeltje wordt rondom huizen die te koop staan. Vooral als ze langer in de verkoop staan. En juist die eerste indruk is zó belangrijk bij een huis dat te koop staat.” Ze hebben nog niet veel ervaringen met klanten die hun huis in de verkoop hebben staan en onderhoud aan deze tuin willen, maar ze merken wel dat de vraag toeneemt omdat de huizenprijzen weer stijgende zijn. “We merken dat de mensen weer meer geld hebben.” De andere dienst betreft het van tevoren waarschuwen van de buren als ze enige geluidsoverlast gaan veroorzaken. Daar hebben ze speciale ‘(Tuin)werk in uitvoering’-kaartjes voor. „De reden is dat we wel eens mensen hebben gehad die zeiden: wat een herrie. Dat zijn dan mensen die nachtdiensten draaien en overdag willen rusten.” Vandaar dat ze een paar dagen voor ze starten

met de werkzaamheden een kaartje bij mensen door de bus gooien. Als een van de buren het bezwaarlijk vindt dat ze op een bepaalde dag de werkzaamheden uitvoeren, dan zoeken ze altijd naar een oplossing. „Eventueel schuiven we met de planning de werkzaamheden naar een dag dat zo min mogelijk buren overlast ondervinden.” Ze begonnen in 2014 met deze dienst aan de klanten en het bevalt tot nog toe zeer goed. In 2011 werd Tuinverzorging STS benaderd door Jelle Westra van TuinKeur. Van der Smit: „Hij vroeg of we mee wilden doen aan dit keurmerk. Edwin en ik hebben van tevoren eerst goed gekeken of het wel van toegevoegde waarde was voor ons bedrijf en of we ons hiermee voldoende konden onderscheiden.” Dat was het geval, dus besloten ze om mee te doen. De kosten voor deelname vinden zij meevallen. Van der Smit geeft een voorbeeld van een klant die vanwege TuinKeur overstapte naar Tuinverzorging STS. „Die klant had een tuin die was aangelegd door een collegahovenier, maar was daar niet tevreden over. Die koos vervolgens specifiek ons bedrijf uit omdat wij bij TuinKeur zitten.” De compagnons zitten overigens ook bij Inkoopgilde. Van der Smit: „Meteen vanaf het eerste uur. Op het moment dat oprichter Pieter van der Linden zei dat hij daarmee wilde beginnen, hebben we meteen toegezegd dat we er aan mee zouden doen.” <


Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie.

‘Groenkeur in een bestek betekent maatschappelijk verantwoord inkopen van groenvoorzieningen.’

Stichting Groenkeur info@groenkeur.nl www.groenkeur.nl @groenkeur

media



e oude tuin in Barendrecht was aangelegd rond het jaar 2000, met ronde vormen en paden en terrassen van cobblestones en waalformaat betonklinkers. Voor de toen nog kleine kinderen was er een speelgazon, een schommel en een trampoline. Omdat die kinderen opgroeiden en de smaak van de tuineigenaren veranderde, werd Machteld Touburg van Hofplan Tuinontwerpen in 2014 benaderd om mee te denken over een geheel nieuwe tuin, een tuin met rust en ruimte voor samenzijn. „Passend bij de net gerenoveerde woonkamer. Die oogt minimalistisch, met klasse in materialen, uitvoering en detaillering. Dat moest in de tuin terugkomen.” Tijdens het eerste kennismakingsgesprek adviseerde Touburg de eigenaren een bezoek aan De Tuinen van Appeltern. Voor haar bekend terrein want ze won er in 2012, samen met Monique Wilmink-Groeneveld, het gouden potlood voor het beste ontwerp van het jaarlijkse tuinenfestival. „Omdat er veel tuinen in herkenbare afmetingen liggen, kan iedereen er ideeën opdoen, ontdekken wat hij of zij mooi én niet mooi vindt.”

De stille sfeer van het interieur bracht Touburg naar de tuin met kunststof Platoflex-wanden in RAL-kleur 7016, vlonders van Afri-Kulu-planken en betonnen Megasmooth-tegels in Cream Velvet. Bij het toepassen van de materialen was het uiteindelijke tuinontwerp bepalend. In de tuin staan verschillende Platoflex-wanden die in hoogte oplopen, naarmate ze verder in de tuin staan. „Dat zorgt voor rust en diepte.’’ De eerste wand staat dichtbij de woning, is laag (80cm) en dwingt je als het ware om over de vijver te kijken die heel dicht aan de woning ligt. Volgens Touburg de mooiste zichtlijn in de tuin. Het tuinmeubilair staat grotendeels achter deze lage wand en is zo uit het

zicht. Het schuttingdeel (ook van Platoflex) tegen de gevel kreeg dezelfde grijze kleur waardoor een sterke verbinding tussen deze twee elementen ontstaat. Tegen de achterste helft van de vijver staat een tweede, iets hogere wand van circa 120 cm, waaruit drie waterelementen voor kleine ’watervallen’ zorgen. Hier is subtiel gebruikgemaakt van Miscanthus sinensis ’Silberfeder’ die er lopende het seizoen langzaam bovenuit groeit. Achterin de tuin staan de hoogste wanden, circa 180 cm. Bij de wand parallel met de schutting groeit Phyllostachys aureosulcata ’Aureocaulis’ ervoor, bij de wand parallel met de achtergrens staat die bamboe erachter. De RAL-kleur van de wanden komt terug in de kozijnen van de woning en ook het basaltsplit op de paden – er is bewust gekozen voor een grove fractie in stabiliseringsplaten om ervoor te zorgen dat het goed op zijn plaats blijft liggen – heeft eenzelfde grijze tint.

Rust zit ook in de beplanting. De tuineigenaren wilden graag groepen en herhaling en niet te bont qua kleur. Ook siergrassen en varens stonden op de wensenlijst. Touburg koos als centrale kleuren groen en rood. „Voor warmte en contrast bij de vele grijstinten.” Vooraan in de vijver staat een roodbladige Japanse esdoorn op een klein ’eilandje’. Dat rood komt terug in onder andere Echinacea ’Hot Summer’, Geum chiloense ’Mrs Bradshaw’ en het blad van Imperata cylindrica ’Red Baron, Sedum ’Purple Emperor’ en Actaea simplex ’Atropurpurea’. Groen zit uiteraard in de bamboe, het blad van de vele siergrassen en de winterbloeiers Sarcococca hookeriana ’Purple Stem’ en Helleborus foetidus dicht tegen de schuifpui. Hier en daar is er wat grijs dat aansluit bij de Platoflex-wanden, bijvoorbeeld Stachys byzantina ’Silver Carpet’. <

>





edereen die de tuin bij Villa d'Este betreedt, beseft meteen dat hij of zij hier op een bijzondere plek terecht is gekomen. Die gewaarwording is mede het gevolg van de verscholen ligging van de tuinen, midden het stadje Tivoli op zo'n 25 km van Rome. Over een bescheiden pleintje met souvenirwinkeltjes kom je bij de weinig indrukwekkende entree van het paleis. Wanneer je echter door de beschilderde paleisgangen naar buiten komt op de Vialone, een 200 meter lang terras met panoramisch uitzicht over de tuinen en omgeving, zie je in de diepte onder je één van de mooiste voorbeelden van tuinen in Renaissancestijl liggen. Het paleis is in de 16e eeuw aangelegd door kardinaal Ippolito II d'Este. Este was hertog van Ferrara en kwam uit een rijk en machtig geslacht. Hij leek voorbe-

stemd om paus te worden, maar zijn pogingen daartoe mislukten keer op keer. Wel kreeg hij de functie van gouverneur van Tivoli, waar hij zich vestigde. De monumentaal vormgegeven tuin benadrukte de status van de kardinaal, die in die tijd niet alleen een religieuze functie had maar ook een politieke. Mensen die op audiëntie kwamen bij de kardinaal kwamen aan door de tuinen. Over een lang pad, geflankeerd door waterpartijen benaderden ze het paleis dat hoog boven hen uittorende. Vervolgens beklommen ze de lange trap omgeven door fonteinen naar boven. Verantwoordelijk voor het ontwerp van de tuinen was Pirro Ligorio, die behalve tuinarchitect ook architect, oudheidkundige en kunstschilder was. De bouw begon in 1560. Eerst kocht Este land aan om de tuin te kunnen

realiseren, daarvoor moesten woningen, openbare gebouwen en wegen wijken. Enorme hoeveelheden grond werden vervolgens verplaatst om de berg waarop de villa staat begaanbaar te maken en om terrassen aan te leggen waarop de tuin ligt. Daarbij moesten grote hoogteverschillen, zo'n 45 meter van het niveau van de tuin tot aan het paleis, worden overbrugd.

De tuin van Villa d'Este heeft zijn faam grotendeels te danken aan de waterpartijen. Er zijn 51 fonteinen en nymphaea, 398 watertuiten, 364 waterstralen, 64 watervallen en 220 bassins. Ligorio werd bij de aanleg van de waterpartijen geassisteerd door Tommasso Chiruchi, een van de beste hydrotechni-

>


sche ingenieurs van de 16e eeuw, Chiruchi werd weer geassisteerd door de Franse bouwer van waterorgels Claude Venard. De waterpartijen worden allemaal gevoed door een zijarm van de rivier de Aniene die speciaal voor de tuin ongeveer een kilometer is omgeleid, deels onder het stadje Tivoli door. In de tuin wordt het water met 875 meter aan kanaaltjes en leidingen naar de verschillende waterelementen gevoerd. De enige fonteinen die niet op louter zwaartekracht werken zijn de 15 meter hoge Fonteinen van Neptunus die pas in de jaren ’30 van de twintigste eeuw zijn aangelegd. Boven deze spectaculaire fonteinen staat het beroemde waterorgel van Venard, dat elke twee uur een muziekstuk speelt (zie kader). Andere bijzondere waterpartijen zijn de Fontein van Rometta die een miniatuurversie voorstelt van het oude Rome, de Ovale Fontein die het berglandschap rond Tivoli voorstelt en de langgerekte ’Honderd Fonteinen’ die de Ovale Fontein met

de Rometta Fontein verbindt. Deze honderd fonteinen (in werkelijkheid zijn het er bijna 300) symboliseren de aquaducten die de Romeinen gebruikten om water naar Rome te brengen.

De renaissance is de periode van wedergeboorte van de klassieke oudheid, na de donkere middeleeuwen. De renaissancetuin van Villa d'Este zit dan ook vol met verwijzingen naar de mythologie van de oudheid. Een van de mooiste voorbeelden daarvan is de Fontijn van de Draken. Deze waterpartij naar een ontwerp van Ligorio verbeeld het verhaal van Hercules die gouden appels steelt uit de tuin van de Hesperiden. De boom met de gouden appels werd bewaakt door de veelkoppige draak Ladon die het middelpunt vormt van de fontein. Aan weerszijden wordt de waterpartij omgeven door de trappen die

naar het paleis leiden en waarvan de armleuningen tevens dienen als waterlopen.

Na de dood van Ippolito d’Este in 1572 kenden de villa en de tuinen vele perioden van verwaarlozing, heropleving en restauratie, afhankelijk van de ambities en financiële middelen van de eigenaars. In de loop der tijd zijn er verschillende elementen aan de tuin toegevoegd. Zo heeft Gianlorenzo Bernini (bekend van onder meer het st Pietersplein en de Trevi-fontein) twee nieuwe fonteinen aangelegd. Eén daarvan, de Fontein van de Bichierone is er nog steeds te bewonderen. In 1922 verwierf de Italiaanse staat Villa d’Este. Sindsdien zijn de villa en de tuinen stukje bij beetje gerestaureerd. Omdat het een exceptioneel voorbeeld is van Rennaisancecultuur en van grote invloed is geweest op de Europese tuinarchitectuur is Villa d'Este inmiddels opgenomen in de lijst van Unesco werelderfgoed. <



LRRIERPHQ ]ÄŽ Q YDQ RXGVKHU LQWLHP YHUERQGHQ PHW KHW ODQGVFKDS 'LW ERHN EHVFKUÄŽ IW PHHU GDQ ORRIERRPVRRUWHQ HQ K\EULGHQ GLH R D EHODQJUÄŽ N ]ÄŽ Q YRRU RSHQEDDU JURHQ $DQ ERG NRPHQ KHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HFRORJLH HQ EHKHHU (HQ VWDQGDDUGZHUN YRRU OLHIKHEEHUV HQ YDNPHQVHQ 0HW YHHO DFKWHUJURQGLQIRUPDWLH HQ UÄŽ N JHÃŒOOXVWUHHUG

• • • • •

Bestel nu voor €49,90!

0HHU GDQ VRRUWHQ ORRIERPHQ K\EULGHQ HQ YDULÈWHLWHQ HHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HQ EHKHHU GHVFKLHGHQLV YDQ KHW ERRPJHVODFKW HQ VWDQGSODDWVHQ LĎ VW YDQ FROOHFWLHV YDQ ERRPJHVODFKWHQ HQ PRQXPHQWDOH ERPHQ 0HW PHHU GDQ NOHXUHQIRWRpV

Onmisbaar voor bomenliefhebbers, boomkwekers- en verzorgers, beheerders, hoveniers, tuin- en landschapsarchitecten. HHW ERHN LV WH EHVWHOOHQ YRRU b LQFO EWZ exFO YHU]HQGNRVWHQ GRRU HHQ PDLO WH VWXUHQ QDDU LQIR#KRUWLSRLQW QO



n

n

n

n


Thema: gazons in vijf stappen als nieuw

e Nationale Gazon Demodag wisselt iedere paar jaar van locatie. De afgelopen paar jaar was Kuypers Graszoden in Biezenmortel de gastheer, nu is het de beurt aan Gramefo in Eemnes waar de demodag in 2013 en 2014 ook al plaatsvond. Door de locatie te wisselen is het voor belangstellenden uit het hele land goed te doen om af en toe een Gazon Demodag te bezoeken. HettThema van de Gazon Demodag 2017 is: ’Zo maak je gazons in 5 stappen weer als nieuw’. Daarbij gaat de aandacht uit naar 1) De bodem, 2) Het gras, 3) Voeding, 4) Onderhoud, 5) Water.

Het thema wordt uitgewerkt op het demo-terrein. Hier worden acht haltes ingericht waar de leveranciers hun machines en technieken laten zien. Bezoekers krijgen uitgebreide tekst en uitleg over de verschillende onderdelen van grasonderhoud.

Limagrain Advanta en DCM hebben eerder dit jaar al proefveldjes voorbereid. Op die van Advanta staan verschillende gazon- en veldbloemenmengsels. Veldbloemen zijn erg populair de laatste jaren. Advanta heeft elf bloemenmengsels voor verschillende toepassingen met verschillende eigenschappen zoals groenblijvend, éénjarig et cetera. Op de proefveldjes van DCM is te zien hoe gras en vaste planten groeien met verschillende manieren van bemesting. Kraakman Perfors laat machines zien voor gazononderhoud zoals accumaaiers, walsmaaiers met cirkelmes en een parcours waar verschillende merken robotmaaiers te zien zijn, onder meer Etesia, John Deere en Viking.

De dag wordt georganiseerd door Limagrain Advanta, meststoffenleverancier DCM en mechanisatiebedrijf Kraakman Perfors.

Daarnaast zijn er standhouders en bedrijven die demonstraties geven zoals Stierman De Leeuw, Etesia, Vredo, Gramefo, Van den Borne, Fertilab, Veluwe Plant, Pireco, Biocontrole, AB en Josta. Volgens de organisatoren gaat het goed met de populariteit van gras in Nederland. René de Munnik van Limagrain: „Uit onderzoek naar het gebruik van gras in de openbare ruimte blijkt bijvoorbeeld dat gras veel teruggeeft aan de samenleving. De afvoer van hemelwater wordt bevorderd door gras, wat weer interessant is in combinatie met afkoppeling en pieken in de neerslag. Denk ook aan verminderde opwarming in stedelijk gebied waar grasoppervlakten voor veel verkoeling zorgen. Ook bij particulieren blijft gras onverminderd populair. Gastheer Frank Fokker van Gramefo: „Vaak is een hovenier al een maand bezig in een tuin voor uiteindelijk het gras erin gaat. Maar pas als het gazon verschijnt, ligt er een glimlach op het gezicht van de klant.” <


et bomencarrĂŠ met 32 jongvolwassen moseiken (Quercus cerris) ligt als een groen eiland van 41 bij 41 meter in de woestijn van het opgespoten Centrumeiland. Als de eerste bebouwing over 2 of 3 jaar wordt gerealiseerd hebben de bewoners dus al meteen een uit de kluiten gewassen groenelement op hun eiland. Dit brengt wel met zich mee dat de bomen geen enkele beschutting hebben op dit toch al winderige stukje Amsterdam in het IJmeer. De constructie van een windbreker was dan ook een van de eisen in het contract. Een ander punt van aandacht is de waterhuishouding. Het plein ligt op 5,5 meter boven NAP en bestaat uit sterk drainerend opgespoten zand. Van grond-

water of hangwater is dan ook geen sprake. Daarbij komt dat het eiland wordt gebouwd volgens het Rainproof-concept. Rainproof is een initiatief om samen met bewoners, bedrijven, kennisinstellingen en overheid de stad bestand te maken tegen de steeds vaker voorkomende hoosbuien. Consequentie hiervan is dat er wordt ingezet op afkoppeling van de hemelwaterafvoer en neerslag zoveel mogelijk op het eiland zelf moet worden opgevangen. Het bomencarrĂŠ dient daarom ook als waterberging dienen. Een derde uitdaging is dat het grasveld waarin de bomen staan geschikt moet zijn als speelgazon en voor evenementen. Zonder dat dit ten koste gaat


van de bomen die een levensduur van één generatie mensen moeten kunnen halen.

Nationale Bomenbank (NBB) kreeg de opdracht onder meer vanwege de ’natuurlijke’ windbreker die het bedrijf voorstelde. Aan twee zijden van het carré staan rijen bomen die de wind moeten vangen van de bomen in het carré. Dirk Doornenbal, directeur van Nationale Bomenbank: „Toen de tender werd uitgeschreven hebben we eerst met een man of tien een brainstormsessie gehouden over de aanpak. Toen al werd het idee geopperd om bomen te gebruiken als windbreker. Dat schoven we alleen >


weer terzijde omdat we geen bomen wilden misbruiken of opofferen om andere bomen te beschermen. Daarna zijn allerlei varianten de revue gepasseerd, van zeecontainers tot windbrekende doeken aan stellages. Uiteindelijk zijn we toch op bomen uitgekomen omdat dat gewoon de beste optie was.” In twee doorlopende plantstroken staan nu Carpinus, Ulmus en Tilia van 1213 meter hoog om de wind te breken. De plantstroken zijn ingezaaid met een bloemenmengsel dat bijen en vlinders aantrekt voor biodiversiteit en afgestrooid met houtsnippers om verdamping tegen te gaan. De windsingel krijgt water van een druppelleiding. Victor Nugter van de Gemeente Amsterdam: „De gemeente was erg gecharmeerd van het idee van de windsingel. Voor de eerste bewoners is het een stuk prettiger om naar te kijken dan een tien meter hoge muur van containers of winddoeken.” Nadat de bomen hun functie hebben vervuld kunnen ze eventueel elders op het eiland nog worden gebruikt. Vooralsnog heeft de gemeente de bomen in bruikleen.

De bomen staan in een grasveld waarop gespeeld moet kunnen worden en dat geschikt is voor evenementen. Voor de ‘fundering’ van de grasmat is daarom het zogenaamde Netlon systeem toegepast. Dit fungeert als bodembewapeningssysteem om de recreatieve functie van de grasmat te kunnen dragen. Netlon bestaat uit herbruikbare kunststofvezels die machinaal door de toplaag worden gemengd. De kunststof heeft een dubbele functie, enerzijds zorgt het voor bodemwapening en anderzijds draineert het uitstekend. Dit zorgt meteen voor een goede gasuitwisseling voor de bomen. Voor het aanslaan van de grasmat en de bomen ligt er een tijdelijk computergestuurd beregeningssysteem. Naar verwachting is het systeem maximaal 2 jaar nodig. De capillaire werking moet daarna dusdanig zijn dat het gazon altijd voldoende vocht krijgt. Om voldoende draagkracht te hebben voor het grasveld heeft NBB gekozen om

bomenzand met een korrelgrootte van 500 Mu toe te passen en niet het rijkere bomengrond. Het bomenzand is door NBB zelf geproduceerd wordt onder RAGkeur. Per boom is 52 kuub beschikbaar.

De grootste uitdaging van het project werd ongetwijfeld gevormd door de waterhuishouding van het carré. Er moest een valse grondwaterspiegel gerealiseerd worden. Hiervoor bedacht NBB samen met Tree Ground Solutions (TGS) een constructie waarmee water wordt opgevangen en kan optrekken in de laag bomenzand daarboven. Door een innovatief monitoringssyteem kan de watertoevoer en het vochtgehalte geregeld worden. Het door NBB en TGS bedachte wa-

tersysteem is op maat gemaakt en in deze vorm voor bomen nog niet eerder toegepast in Nederland. Permavoidunits met capillaire konen (zie afbeelding hieronder, 2) vormen een kunstmatige grondwaterspiegel. Het waterniveau in het systeem wordt gecontroleerd in een meet- en regelput (5) en varieert tussen de 2 en 6 cm in de 8,5 cm hoge units. In een vergelijkbare put komt het hemelwater (6) van het (nog te bouwen) schooldak uit. Eventueel vuil/zand bezinkt in de put en komt niet in het systeem. De put bevat ook een overstort (7) die ervoor zorgt dat het waterniveau in het systeem nooit te hoog komt te staan om te voorkomen dat het bomenzand te nat wordt. Het water van het


toekomstige schooldak voedt het carré. Mocht het waterniveau bij langdurige droogte zakken onder het minimum, dan wordt het automatisch aangevuld met leidingwater. Op termijn moet het carré zodanig ingeregeld zijn dat leidingwater niet meer nodig is. De sensoren verzamelen gegevens en sturen die via de control units (11) naar een database.

In de zomer functioneert het systeem als opslag-en-irrigatie systeem. In de winter wordt het systeem automatisch gedraineerd in diepte infiltratie-units (15) van in totaal 100 kuub. Zo is het lege Permavoid systeem maximaal beschikbaar als waterbuffer-en-infiltratie systeem. De kratten kunnen tot 142.000 liter regenwater van het dak van de school opvangen en daarna langzaam afvoeren. Zodra de bodemtemperaturen weer beginnen te stijgen in het voorjaar wordt het systeem weer met regenwater gevuld voor het begin van het groeiseizoen. Het systeem vervult dus afhankelijk van het seizoen met dezelfde onderdelen twee verschillende functies, allebei gericht op het afkoppelen van hemelwater en het faciliteren van gezonde boomgroei. Doornenbal: „De aanleg van met name het permavoid systeem luisterde erg nauw. Het carré is ruim 1600 vierkante meter groot en de ’kratjes’ zijn slechts 8,5 cm hoog. Wanneer de krattenlaag niet perfect waterpas gelegd wordt of ze verzakken later, ontstaan verschillen in waterhuishouding tussen stukken van de carré waardoor je verschillen in groei en

conditie krijgt tussen de bomen.” Zowel de gemeente Amsterdam als NBB hechten veel waarde aan duurzaamheid. NBB heeft daarom waar mogelijk een duurzame oplossing bedacht. De windsingel bestaat uit drie verschillende biologisch gekweekte boomsoorten (biodiversiteit) en bovendien worden de bomen hergebruikt. Gebeurt dat niet in Amsterdam zelf, dan wel ergens anders. De onderbeplanting levert nectar en stuifmeel voor bijen en vlinders. De rand van betonelementen die nu als grondkering om het carré ligt zal op termijn vervangen worden door een rand van natuursteen waarop mensen kunnen zitten. Met de leverancier is een soort statiegeldregeling getroffen zodat deze elementen terug kunnen om hergebruikt te worden. Voor de elektrische installatie van het watersysteem wordt gebruik gemaakt van zonne-energie. Door de aanleg van een capillair irrigatiesysteem voor de bomen en het gras, wordt gebruik van leidingwater beperkt en worden er minder liters verbruikt (verdamping bij irrigatie van bovenaf). Tot slot is er in de groeiplaats geïnvesteerd door onderzoek uit te voeren naar soortspecifieke Mycorrhizaschimmels, geschikt voor moseik.

NBB zal de komende 5 jaar verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van het bomencarré. Periodiek zal een nazorgadviseur metingen doen om de hergroei van de bomen te begeleiden en waar

nodig maatregelen te treffen. Het gaat onder meer om zuurstof- en vochtmetingen, en monitoring van wortelontwikkeling, bladkleur en -grootte, scheutlengte, beschadiging van topjes door de wind en eventuele aantastingen door ziekten en plagen. Periodiek zal er tevens een analyse van de wortels plaatsvinden om de mate van mycorrhizatie te bepalen. Om het bodemleven zoveel mogelijk te stimuleren zullen tijdens de onderhoudsperiode maatregelen worden uitgevoerd zoals het aanbrengen van regenwormen. <


H

et aantal buitendouches is vooral toegenomen door de toename van spa’s, jacuzzi’s en zwembaden c.q. -vijvers in tuinen. Veel mensen vinden het namelijk prettig om na gebruik hiervan te douchen. Er is een aantal grote merken op de markt zoals Jee-O, Fontealta, WWOO (ook buitenkeukens) en Gardena. Bij sommige duurdere merken zoals Jee-O kan in de douchepaal een verwarmingslint voor continu-verwarming worden ingebouwd om bevriezing tegen te gaan. De prijs van een professionele doucheset loopt uiteen van honderden tot duizenden euro’s (exclusief installatie). Bart Hagmole of ten Have van het gelijknamige hoveniersbedrijf specialiseerde zich 10 jaar geleden in de aanleg van buitendouches, spa’s en zwemvijvers. Volgens hem liep rond 2008 door de crisis de vraag naar buitendouches

terug, maar neemt de vraag momenteel enorm toe. Ik ben momenteel in Haaksbergen een Jee-O aan het plaatsen, maar sommige klanten vinden de luxe merken net iets te duur. Vandaar dat ik de afgelopen jaren een eigen douchesetsysteem heb ontwikkeld met diverse soorten douchekoppen met prijzen vanaf zo’n 250 euro.” De prijs van een buitendouche hangt volgens de hovenier vooral af van de afstand woonhuis – buitendouche en of er ook warm water beschikbaar moet zijn.

Als douchemuur wordt vaak een schanskorf met natuursteen gebruikt of een muur van steenstrips van natuursteen. Voordeel van natuursteen is dat het schoon blijft, waarbij basalt de beste variant is omdat het keihard is en het minste vocht opneemt. Een aantal klanten van Hagmole of ten Have hebben


Diderik Corts van

warmtepompen zodat ze duurzaam kunnen douchen. „Alleen zonnepanelen plaatsen voor een buitendouche is niet rendabel, tenzij je ze al op het dak hebt liggen natuurlijk.” Zelf heeft de hovenier zijn buitendouche op zijn combiketel aangesloten omdat dat de goedkoopste optie was. Ook Hendriks Hoveniers uit Didam plaatst regelmatig buitendouches en heeft hiermee eveneens zo’n 10 jaar ervaring. „Wij installeren overigens alleen douchesetmodellen van Jee-O,” aldus mede-eigenaar Diderik Corts. Volgens hem moet je bij de aanleg wel werken volgens bepaalde richtlijnen. „Als je bijvoorbeeld zwarte leidingen op een dak legt, dan heb je kans op legionella bij warm weer.”

Het was voor veel hoveniers flink pionieren met buitendouches die eerste jaren,

ook voor Hendriks Hoveniers. Corts: „Die eerste douches legden we bijvoorbeeld aan zonder afsluiters en aftappers, nu maken we het systeem makkelijker om af te kunnen sluiten. Je moet een buitendouche eenvoudig snel kunnen aftappen c.q. afsluiten voor onderhoud of de winterperiode.” Nog een hovenier die al jarenlang ervaring heeft met het installeren van buitendouches is Van Ooijen's Hoveniers. Volgens directeur-eigenaar Rik de Jong legt zijn bedrijf voor 60% buitendouches aan met douchesets van Jee-O. De resterende 40% bestaat uit merken als het Italiaanse Fontealta en WWOO. „Wij zien dat het toch een luxeproduct blijft.” Meestal wordt een buitendouche aangelegd in een compleet tuinproject. Dat is volgens De Jong een stuk goedkoper dan wanneer je apart alles weer open moet graven om leidingen te leggen. Van Ooijen's Hoveniers gebruikt soms

ook een houten vlonder als douchevloer. Daarbij is het wel opletten dat je de drain of afvoer daaronder goed aanlegt. Zowel Hendriks Hoveniers als Van Ooijen's Hoveniers plaatsen de doucheset met het bijbehorende leidingwerk altijd achter de douchevloer. Corts: „Zo kunnen we, bij problemen met leidingwerk, er altijd makkelijk bij.” <


e stenenreiniger ST850 van Stram Techniek koppel je met een snelsluiting aan een minishovel. De stenenreiniger bestaat uit een schepbak waarmee je de stenen in een trommel schept. Door de schepbak achterover te kantelen komen de stenen in een trommel. De trommel is gemaakt van staalplaten die rond zijn gebogen en op ĂŠĂŠn plaats aan elkaar gelast. In de wanden van de trommel zijn gaten gesneden. De trommel is met een gelagerde as verbonden aan een frame. Voor de ontlasting van deze lagers wordt de trommel, tijdens het ronddraaien, op een aantal plaatsen ondersteund door kunststof rollen.

Door het ronddraaien van de trommel wordt de aanhangende grond en het vuil van de stenen gescheiden. De grond en het vuil valt door de gaten in de trommel.

De soort stenen en de mate van vervuiling bepalen de snelheid en de duur van het reinigen. Voor een intensieve reiniging kun je ook de draairichting afwisselen. In de trommel kun je ongeveer 1 m2 stenen tegelijk reinigen. Bij de meest gangbare stenen is dit een gewicht van ongeveer 220 kg. De maximale belasting van de trommel is 340 kg. Na het reinigen kantel je de trommel weer voorover. Met een combinatie van draairichting, draaisnelheid en beweging van de giek van de shovel kun je de stenen in een regel neerleggen. De draairichting en de -snelheid bepaal je met het hydraulisch systeem van de minishovel. Voor de afstemming van het hydraulisch systeem, zit er een stroomregelklep op de hydromotor waarmee je de maximum snelheid kunt instellen. Het hydraulisch systeem is voorzien van een beveiliging als de trommel blokkeert. <



DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN

' systems

URENBRIEF

HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !

www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS

TE DOEN KLANTEN

FACTUUR MEDEWERKER

Schans-/steenkorven Sedum dakcassettes Grastegels

www.firmusproducts.eu

3DTUIN Designer

Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!

Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%

✔ ✔

Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp

www.3dtuindesigner.nl


VCA Europese Richtlijnen

7

CE-markering

Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht,

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995

op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo

Eisen machines en gereedschap Aan welke eisen moeten machines en aangedreven gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering

Groeiplaatsconstructies

• Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt Bewegende delen moeten afgeschermd zijn •

Wortelschermen

Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier

Boombakken & Exterieur

• De werkgever verzorgt de periodieke keuring

Boomverankering

• Geldigheidsduur met sticker of kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig?

Boomstambescherming

Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )

• Geschikt voor het uit te voeren werk • In goede staat zijn

Beluchting & Bewatering

Door dagelijks onderhoud van de werknemer

Kantopsluitingen Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen

Amfibieënschermen

www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!

foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany

€ 199

v.a.

www.greenmax.eu

excl. btw

,= * p.p.

www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl praktijk.nl

*bel voor info

& voorwaarden:

0651 126 942 Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag

ZinCo Benelux B.V. Adviseur en leverancier van daktuinsystemen

Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl

www.foreestgroenconsult.nl

ntwerp O Academie

www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852

Daktuincentrum

• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels

Alles is op voorraad!

1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

www.tfi.nl

• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk


en W

e

â–

Tel. Web. E-mail

0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl

zaden van inheemse planten en kruidenmengsels


edere hovenier kent het probleem: zodra de temperatuur oploopt, komt er al snel broei in een partij graszoden. Afhankelijk van het seizoen is de veldtemperatuur van gras hoog of laag, door de groeikracht van de graszoden loopt de temperatuur tijdens het bewaren op. Deze broei kan zo’n hitte veroorzaken dat de graszoden geel, bruin of zelfs zwart worden en het gras niet meer te verwerken is. Dat betekent voor de hovenier dus snel doorwerken met een mannetje meer en een groot gazon in meerdere partijen ophalen of laten bezorgen. Kuypers graszoden uit Biezenmortel heeft sinds vorig jaar een oplossing voor dit probleem. Alle zoden worden gekoeld voordat ze naar de klant gaan. Sindsdien zijn er geen klachten over broei meer ge-

weest volgens directeur Jorg Kuypers. Doordat de graszoden na het oogsten geen gewone koelcel in gaan maar een vacuümkoeler, dringt de kou door tot in de kern van de pallets met rollen gras. Kuypers: „Doordat we de temperatuur tot onder de 5 graden brengen staat het gras stil en gebeurt er niks mee. Je kunt het nu zonder problemen 2 tot 3 dagen bewaren. Dat betekent geen stress over broei en in gevallen waarin je een paar dagen bezig bent een besparing op transportkosten.”

Kuypers kwam op het idee van de vacuümkoeling door een collega graskweker uit Duitsland die ook groenten kweekt. Hij had een vacuümkoeler voor zijn groenten, maar die bleek ook uitstekend geschikt om graszoden te koelen. Op een grote kar kunnen twee lagen pallets met graszoden. In één tot anderhalf uur wordt zo maximaal 1800 m² gras gekoeld tot 3°C. op drukke dagen wordt 0,5 tot 1 ha gras geoogst en gekoeld. Vorig jaar was Kuypers de eerste Nederlandse kweker die het gras op deze manier goed hield. Inmiddels zijn er meerdere volgens Kuypers: „Maar die werken voornamelijk op een andere markt, wij richten ons vooral rechtstreeks op de hovenier.”


Accoya-hout wordt gemaakt van snelgroeiend naaldhout dat een kunstmatige behandeling ondergaat: acetylering. Door deze houtmodificatie is het materiaal geschikt voor allerlei buitentoepassingen, zoals constructiemateriaal, gevelbekleding, dekdelen, tuinbanken. Accoya-hout is slijtvast, heeft

een bestendige laklaag en verlengde duurzaamheid (hout dat niet rot), zelfs bij gebruik in de grond of in contact met water. Het materiaal is vlak, buigt en splijt niet, en bevat geen giftige stoffen. Het lichte hout kan in een brede kleurenrange gecoat worden. Een samplepakket bestellen kan via de website.

All Black is duurzaam straatmeubilair van Streetlife. Het product is gemaakt van hergebruikte kunststof. Inkt en verf hechten nauwelijks. Koude, warmte en uv-straling hebben geen impact op de balken, ze voldoen aan brandklasse 3 volgens NEN 6065. Dit maakt het materiaal geschikt voor

speelplaats of kustgebied. All Black vergt geen onderhoud en beschadigingen zijn nauwelijks zichtbaar omdat het door en door gekleurd is. Het materiaal gaat minimaal 50 jaar mee. De hele Rough&Ready Range van Streetlife is uitvoerbaar met de zwarte balken, bijvoorbeeld als bank of boombak.

Oerlemans Plastics heeft samen met grondstofleverancier Braskem en enkele potgrondproducenten een duurzame verpakking ontwikkeld voor potgronden. In plaats van folie op basis van aardolie, is deze verpakking gebaseerd op 40% plantaardige grondstoffen (PE uit suikerriet). De verpakking

heeft een lagere milieu-impact, is 100% recyclebaar en is geschikt om compostachtige producten lang te bewaren zonder zelf te composteren of af te breken. Inmiddels bieden meerdere potgrondproducenten hun product aan in deze zogeheten ’biobased’ verpakkingen.

Met de Growboxx plant cocoon kun je nu ook volwassen bomen planten. Door meer of minder bakken te rangschikken rondom de boom, zijn stamdiameters mogelijk van 10 tot 100 cm. Watergeven hoeft meestal alleen bij het planten. Het water in de Growboxx koelt de grond

rondom de boom en bij zijn wortels. Bovendien kan het deksel regenwater opvangen. Bij extreme hitte is handmatig de bak bijvullen eenvoudig mogelijk. Het systeem voorkomt de groei van onkruiden, terwijl je naast de boom perkplanten, struiken, groenten, of bodembedekkers kunt planten.


Husqvarna brengt vier nieuwe kledinglijnen: Technical Extreme, Technical, Functional en Classic. De beschermkleding bevat ventilatiegaten en -ritsen, reflecterende strips en enkelbanden tegen insecten. Tech-Knee is een innovatie bij de Technical Extreme veiligheidsbroek. Extra vezellagen beschermen de knieën tijdens het werken met de kettingzaag. Vooral als de stof strak rond de knie spant, komt dit de veiligheid ten goede. De kniezone is voorgevormd voor een fijne pasvorm, de binnenvoering is waterbestendig, de buitenlaag waterafstotend. Zo blijven knieën droog, ook bij knielen in de nattigheid. De Technical Extreme veiligheidsbroek - met TechKnee - kost €318,18 (ex btw).

Dekowood houtsnippers zijn op een duurzame wijze vervaardigd, gekleurd en gedroogd. In vergelijking met gewone ’onbewerkte’ houtsnippers, die vaak snel verteren, heeft Dekowood een langere levensduur. Met de snippers voorkom je onkruidgroei en snelle uitdroging van de grond.

De award voor Beste Tuinmeubelwinkel van Nederland in 2017 is op 12 juni uitgereikt aan Fonteyn Outdoor Living Mall. Volgens Tuinmeubelbranchevereniging B3 scoorde Fonteyn het beste op klantvriendelijkheid, presentatie en assortiment.

Het Arnhemse bedrijf Accoya hout heeft voor het zevende jaar op rij het Cradle to Cradle (C2C) Gold certificaat behaald. Dit betreft de categorie ’duurzaamheid van het gehele productieproces’. In de categorie ’C2C Material Health’ behaalde Accoya het hoogste niveau: C2C Platinum.

Grijsen lanceert de Augmented Reality (AR) app, waarmee je straatmeubilair virtueel in de openbare ruimte kunt plaatsen en in 3D kunt bekijken.De app is te downloaden via de site, of via Google Playstore of de Appstore.

Buginn organiseert in samenwerking met Vakgroep Wilde Weelde op vrijdag 8 september het congres ’Ecologisch Groenbeheer Kansen en mogelijkheden in de hedendaagse leefomgeving voor de biodiversiteit van berm en plantsoen’. Locatie: Tuinen van Appeltern. Aanmelden kan tot 21 augustus.

Dekowood is onder meer geschikt voor speelplaatsen, in de border, op paden en in perken. Een laagdikte van 5 cm is ideaal qua hechtbaarheid en vochtgehalte. In twee standaardkleuren beschikbaar: Ceder Goudbruin en Cipres Geel. Op aanvraag zijn andere kleuren mogelijk.

Stihl introduceerde onlangs de Stihl HSA 94 R (terugsnoeien) en de HSA 94 T (trimmen): twee stevige accuheggenscharen. Bij beide kun je het aantal slagen individueel via de bedieningshandgreep instellen. De actieve elektronische sturing houdt de slagen tijdens het gebruik constant - ook bij

zwaar snoeiwerk en ongeacht de lading van de accu. De greep is draaibaar en multifunctioneel zodat je zowel zijals bovenkanten van heggen makkelijk kunt snoeien. De accu gaat extern mee in rugzak of gordeltas. De heggenscharen zijn compatibel met alle accu’s van het Stihl Pro AccuSysteem.


„Op het dak van het Benno Premselahuis, een gebouw van de Hogeschool van Amsterdam. Dit pand staat aan een drukke weg midden in de stad waar veel fijnstof wordt uitgestoten. We hebben hier een proefopstelling staan met 50 m² sedum die fijnstof gaat afvangen. Volgens berekeningen van de Universiteit van Amsterdam zou 1 m² van dit sedum jaarlijks net zoveel fijnstof kunnen afvangen als de uitstoot van 3.000 autokilometers.”

„Sedumdaken zijn normaal heel gevoelig voor verschraling. Door gebruik te maken van onze algen als voeding hebben we, in samenwerking met firma Jongkind, een systeem gemaakt waarbij kliktrays met sedumplanten jaarrond

bloeien en gegarandeerd tien jaar blijven groeien. De trays kunnen optimaal de algenvoeding vasthouden terwijl ze wel waterdoorlatend zijn. De bloeiende sedum kan extra veel fijnstof afvangen. We zijn vijf jaar bezig geweest om dit systeem uit te werken. Het is de combinatie van de algen-voeding, het traysysteem en de sedum die het een uniek concept maakt.”

veel last is van fijnstof, maar ook langs snelwegen of bijvoorbeeld bij Schiphol. Op deze manier maak je de omgeving groener en de lucht schoner. De hele proef wordt kosteloos uitgevoerd; Jongkind heeft de planten gesponsord, wij leveren de algen en de Universiteit van Amsterdam heeft een potje waaruit het onderzoek wordt gefinancierd.”

„We willen aantonen dat deze opzet goed werkt om fijnstof af te vangen en dat de sedum blijft groeien. Het onderzoek zal in ieder geval een jaar blijven lopen waarbij constant de fijnstofafvang wordt gemeten. Maar eind van de zomer weten we wel of het werkt. Als dit lukt, kan het systeem niet alleen worden ingezet in steden waar

„We hebben nu gegevens van twee maanden verzameld waaruit blijkt dat het systeem 90% van het fijnstof op het dak weet te vangen. Dat is een zeer goed resultaat. We gaan in september op een rotonde in de Haarlemmermeer van start met een proef om te zien hoe het systeem het doet bij lagere fijnstofconcentraties.” <



De nieuwe standaard in Europa

Aqua XP & Aqua XP Fijn Waterdoorlatend • Kant en klaar, verwerkt snel en gemakkelijk • Op natte stenen toepasbaar • Ruikt minder en hecht beter • Oppervlak blijft schoon • Belastbaar tot 3500 kg • Na 2 maanden geschikt voor hogedrukreiniger • Geschikt voor alle soorten tegels en bestrating

Zwart

Basalt

Steengrijs

Goudgeel

Naturel

Het beste voegmiddel ter voorkoming van onkruid Voegen vanaf 1,5 mm

Kies voor kwaliteit en een interessante marge!

Aanbieding Aqua XP

Aqua XP is verwerkbaar op alle soorten stenen en garandeert onkruidvrije voegen. Werkt u in het zand of op een gestabiliseerde ondergrond, dan is Aqua XP de beste keuze. Ook met regen kan er gewoon gevoegd worden. Het oppervlak wordt schoon opgeleverd en de klant krijgt garantie op het eindresultaat.

• Verpakt in emmers van 12,5kg • Voegen vanaf 2,5 mm • Leverbaar in 5 kleuren • Ook leverbaar in 2 kg verpakking

Vraag bij uw dealer naar Aqua XP en verdien meer. Als uw dealer nog geen Aqua XP verkoopt, dan helpen we u graag verder. We leveren vanaf € 175,- franco (7 emmers)

Speciale actie! Gratis voegmaatje Bij 20 emmers Aqua XP Met het handige voegmaatje werkt u 30% sneller en het eindresultaat is stukken beter!

Adviespri

49,95

in cl . BT W

Hoveniersprijs € 26,42 exclusief BTW = 36% Gegarandeerd tevreden anders geld terug!*

Aanbieding Aqua XP Fijn • Verpakt in emmers van 12,5kg • Voegen vanaf 1,5 mm • Leverbaar in 3 kleuren • Ook leverbaar in 2 kg verpakking

js

korting

Advies

pr ijs

52 ,95

in cl. BT

Hoveniersprijs € 28,01 exclusief BTW = 36% Gegarandeerd tevreden anders geld terug!*

W

korting

*vraag naar de voorwaarden

normeco ECOLOGIC SOLUTIONS

www.normeco.nl Normeco BV • +31 (0)6 45 60 56 29 • info@normeco.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.