Tel 2017-19

Page 1


vasteplanten in het openbaar groen

Een maatwerk oplossing van ontwerp en sortiment, grondbewerking, pot 11 kwaliteit planten en een maaien bemestingsplan. Met als resultaat binnen ĂŠĂŠn groeiseizoen een duurzame, attractieve beplanting met een hoogwaardige uitstraling en lage beheerskosten: Het GreentoColourÂŽ-concept.


klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716

gedrukt


In de circulaire economie bestaat afval niet. Wel spreek je van reststromen: wat bij het ene bedrijf als bijproduct wordt afgevoerd, vormt voor het andere bedrijf een waardevolle grondstof. De praktijk blijkt echter nog weerbarstig. Om de circulaire ontwikkeling te stimuleren heeft BlueCity in

Rotterdam daarom de Circular Challenge georganiseerd: vier opdrachtgevers bieden hun reststromen aan, waarvoor studenten en young professionals een circulaire oplossing ontwikkelen. De beste hiervan krijgt de kans om binnen BlueCity (in voormalig zwembad Tropicana) hun product verder uit te werken.

Welke reststromen de studenten van de vier groenbedrijven gaan gebruiken, ligt nog niet vast. UPP heeft van alle vier het afval in kaart gebracht: op jaarbasis worden er ettelijke tonnen groen, asfalt, plastics en puin geproduceerd waar niks mee wordt gedaan. Rob Luyk van Binder Groenprojecten in Poortugaal benadrukt dat de vier hun vraagstelling bewust open hebben gehouden, om daarmee de studenten ruimte te geven zo creatief mogelijk te zijn, bijvoorbeeld door verschillende reststromen aan elkaar

Herdenken is zo oud als de mensheid. Het is, goed beschouwd, wat mensen van dieren onderscheidt. Natuurlijk kennen we voorbeelden van olifanten die rouwen bij de botten van soortgenoten, maar begraven en herdenkingsrituelen zijn typisch menselijke activiteiten. Denk maar aan de vroege bewoners van ons land die de hunebedden bouwden, of aan de piramides van Egypte. Hiermee is meteen een tweede kenmerk benoemd: herdenkingsplekken grijpen in de omgeving in en veranderen het landschap. De behoefte om te herdenken lijkt in onze tijd alleen maar groter te worden. Was het in vroegere tijden in onze cultuur de gewoonte om je verdriet weg te stoppen, tegenwoordig rouwen we steeds openlijker en steeds massaler. Denk aan de enorme uitbarsting van rouw na de dood van prinses Diana. Of de uitvaart van AndrĂŠ Hazes in de Arena. Ook na rampen is er steeds meer behoefte aan een gezamenlijke plek

te koppelen. Dit in tegenstelling tot de drie andere partijen. Maandag 11 september was de kick-off en zijn de verschillende studenten en young professionals aan de opdrachtgevers gekoppeld. Behalve UPP zijn dit de gemeente Rotterdam die een oplossing wil voor de acht miljoen papieren koffiebekers die jaarlijks door de werknemers worden gebruikt, Stedin die de komende jaren ruim 170.000 kg bakeliet zal inzamelen, omdat ze oude energiemeters in huishoudens vervangt en het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard dat jaarlijks tienduizenden kilo's afval uit de riolen zuivert. UPP heeft aan de opdracht een aantal randvoorwaarden gesteld: de oplossing van de studenten moet volledig nieuw zijn, een grote impact hebben op de reststromen, binnen de bedrijven toegepast kunnen worden ĂŠn een marketingwaarde hebben.

om te rouwen en te herdenken. Zo zijn er voor alle grote vliegtuigrampen waar Nederlandse ingezetenen bij betrokken waren, monumenten opgericht in Nederland. De wensen van nabestaanden zijn bij het ontwerp en de locatie van deze monumenten leidend. Het ontwerpen van herdenkingsplekken is dan ook een vak apart. Het is zoeken naar een balans tussen intimiteit en openheid. Want vaak hebben herdenkingsplekken ook een publieke functie zoals uit de besproken projecten in dit themanummer blijkt. Een ander aspect dat onmisbaar is bij herdenkingsplekken is groen. Alle monumenten zijn ingebed in een groene ruimte of maken deel uit van een natuurlijke omgeving. Hiermee liggen herdenkingsplekken pontificaal op het terrein van de groene vakman. Na ontwerp komt immers aanleg, maar ook onderhoud om de hoek kijken. Het toont de veelzijdigheid van het groene vak.


Dat het weer bepalend is voor een buitenbeurs bevestigde ook Gerard Heerink, branchedirecteur van organisator Fedecom. Tijdens de openingsspeech sprak hij van geluk dat ondanks de 100 mm regen tijdens de opbouw van de beurs alles toch op tijd klaar was. In totaal stonden er dit jaar 170 deelnemers die ruim 450 verschillende merken lieten zien, verspreid over 12,5 ha beursterrein. In verband met de grote hoeveelheid aanmelding was dit jaar besloten het beursterrein te vergroten met 3 ha om alle standhouders ruimte te bieden voor demonstraties.

Heerink sprak ook over de trends in de sector. Zo speelt de

vernieuwde regelgeving rond middelengebruik een grote rol, waardoor onkruidbestrijding met vegers, branders en heet water relevanter is dan ooit. Dit was ook terug te zien in de getoonde machines op het beursterrein. Een andere trend die al enkele jaren speelt maar nog steeds relevant is, is het gebruik van duurzame machines. Elektrische apparaten beginnen steeds beter te worden met langere accuduur en krachtigere motoren. Ook het gebruiksgemak gaat er daardoor op vooruit door lichtere machines en minder trillingen en lawaai. Als laatste trend noemde Heerink het pop-up stadspark. Dit concept, ontwikkeld door Fedecom, was op de beurs te

zien in de vorm van een 3.000 m2 groot tijdelijk park.

Dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt, blijkt ook wel uit de nominaties voor het Gouden Klavertje Vier, de prijs voor beste noviteit. Van de elf genomineerde producten waren er zeven die zich richtten op duurzaamheid of elektrisch werken. Ramm bv won de eerste prijs met de Oeliatec Mollen Artiflex, een onkruidbestrijdingsvoertuig dat met heet water CO2-neutraal kan werken. De modulerende boiler werkt op biodiesel en het voertuig wordt volledig elektrisch aangedreven. Op de tweede plaats eindigde Stihl met het iMow TeaM: een team robotmaaiers die dankzij intelligente software gelijktijdig kunnen werken om grote oppervlakten te maaien. Derde werd Frisian Motors met de

FM-170, een volledig elektrisch aangedreven zero turn maaier die op een volle lithiumaccu maximaal drie uur kan werken.

Ondanks het slechte weer waren er uiteraard veel demonstraties en mochten bezoekers ook zelf aan de slag. Op een testparcours konden verschillende machines en dit jaar ook auto’s aan de tand worden gevoeld. Bij verschillende stands mochten bezoekers aan de slag met graafmachines, kettingzagen, maaiers en meer. Naast het pop-up stadspark was er ook een Smart Greenkeeping-paviljoen, waar getoond werd hoe machines voor greenkeeping tegenwoordig precies, duurzaam, elektrisch en autonoom kunnen werken. De volgende editie van GroenTechniek Holland zal plaatsvinden in september 2019. <


Hittestress zorgt voor een groeiend aantal zieken, ziekenhuisopnamen en sterfgevallen. Ook gaan arbeidsprestaties achteruit en neemt arbeidsverzuim toe. Met name kwetsbare groepen en ouderen ondervinden de nadelige gevolgen voor hun gezondheid. In onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam staat dat door het hitte-eilandeffect de temperatuur in de stad 5 tot 10 graden hoger ligt dan op het platteland. Dit levert schade op voor de economie. Tijdens een debat in de Tweede

Kamer naar aanleiding van de brief waren partijen eensgezind in hun roep om meer groen in de stad om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Zo is volgens Stientje van Veldhoven van D66 uitbreiding van het groen essentieel voor een klimaatbestendige, duurzame stad. „Groen verbetert het milieu, zorgt voor minder luchtvervuiling, betere waterberging, dempt geluidshinder en brengt verkoeling.” Remco Dijkstra van de VVD wil dat de bewustwording van het belang van groen wordt vergroot. Hij benadrukte dat steden leefbaar moeten blijven. Cem Lacin van de SP wil dat tegels worden vervangen door groen. Dijksma kondigde aan dat op Prinsjesdag het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie verschijnt. Hierin staan maatregelen die moeten zorgen voor het verminderen van schade door wateroverlast, hittestress, droogte en overstroming als gevolg van klimaatverandering.

Ik zit aan haar tafel voor een kennismakingsgesprek. Ze maakt koffie. Bij haar schrijfblok ligt een krantenknipsel dat over mij gaat vanwege het winnen van de Architectuurprijs Weert. In 2003. „Dat hebt u lang bewaard mevrouw”, zeg ik. Ze antwoordt: „Ik heb altijd gezegd, als ik ooit mijn tuin verander, dan vraag ik hem.” „Goed voornemen”, antwoord ik haar. „En nu is het dan zo ver?”„Ja”, verzucht ze. „Mijn man is een aantal jaar geleden overleden, en ik kan het onderhoud niet meer aan.” Dit is een bijzondere dame. Ik voel meteen een klik met haar. Ze woont in een prachtige jaren dertig villa, midden in de stad. Binnen heerst het minimalisme. Strakke meubels, modern maar ik zie ook art nouveau. En ze verzamelt kunst. Bij de koffie vertelt ze me haar levensverhaal. Belangrijk keerpunt: het overlijden van haar man, twee maanden nadat hij met pensioen ging. „Ik kan nu naar een appartement verhuizen maar ik blijf liever

Op 2 september vond de opening plaats van de Landschapstriennale in Park21 in de Haarlemmermeer. Voorzitter Eric Luiten legde het publiek uit wat een landschapstriënnale is. „We víeren het landschap. Met elkaar gaan we het gesprek voeren hoe we de ontwikkeling van Park21 op gang gaan brengen. Niet alleen met ‘deskundigen’, maar ook met de omwonenden en maatschappelijke organisaties.” Wethouder John Nederstigt las voor de kleinste bezoekers een verhaal voor over een olifantje dat op avontuur gaat door het landschap.

hier. Dan moet wel iets met de tuin gebeuren.” Ze heeft een diepe stadstuin en als ik er in loop, schrik ik met rot. Het lijkt wel een tuincentrum; buxushaagjes, een fontein, bolboompjes, perkjes, het houdt niet op. Dit staat in schril contrast met het ingetogen karakter van haar woning en interieur. We nemen plaats achter in de tuin. Hoe ga ik het haar zeggen? „We kunnen van deze tuin, met behoud van een aantal elementen, iets heel moois maken, maar u zult dan ook van veel zaken afscheid moeten nemen.” Ze schiet vol. De tuin is een monument voor haar man geworden: het was zijn passie. En, hoe zullen de kinderen reageren? Ik begrijp het en vraag haar welke elementen de trots van haar man waren: dan behouden we die. Haar kinderen leg ik het zwijgen op: ze wonen ver weg en helpen haar ook niet met het tuinonderhoud. Geen recht van spreken dus. „Maak maar een plan”, zegt ze.


is duidelijk over de oorzaken: „Winst gaat boven veiligheid, tijdelijke werknemers krijgen onvoldoende instructies of beheersen het Nederlands onvoldoende.”

In 2016 kwamen 70 mensen om het leven, 19 meer dan in 2015. Ook het totaal aantal arbeidsongelukken stijgt, 14% meer dan in 2015. De Inspectie SZW is in haar jaarverslag zeer kritisch over het bedrijfsleven: „Werknemers die de ultieme prijs betaalden voor vaak onnodige fouten. Als bedrijfsleven en overheid hebben we de morele plicht om van hun dood te leren.”

Het aantal arbeidsongevallen daalde decennia lang door veiligere machines en de verplichting van arboregelingen. In 2016 stijgt het aantal slachtoffers opeens weer. De Inspectie

In de agrarische en groene sector zijn hoveniers en groenvoorzieners koploper wat bedrijfsongevallen betreft met in 2016 een aandeel van 36 bedrijfsongevallen op een totaal van 127 voor de sector. Kuipers legt in de uitzending van De Monitor de verantwoordelijkheid voor ongevallen bij de bedrijven neer. De inspecteurgeneraal hekelt de houding van werkgevers die in slechte tijden geen geld hebben voor arbeidsveiligheid en als het goed gaat er geen tijd voor hebben.

Om het aantal ongevallen in de agrarische en groene sector

terug te dringen zijn onder meer SZW, RIVM, Stigas, LTO Nederland, Cumela Nederland en de VHG de campagne ’Op weg naar Zero Accidents in 2020’ gestart. De campagne moet werkgevers er bewust van maken wat ze kunnen doen om ongelukken te voorkomen. De focus van de campagne ligt op risico inventarisatie en evaluatie. Ad de Rooij, medisch adviseur bij Stigas: „We stimuleren werkgevers om na te denken of ze hun zaken goed op orde hebben. Bespreek veiligheid ook tijdens elk werkoverleg met werknemers. Welke risico's hebben jullie gezien de afgelopen tijd, hoe kunnen we veiliger werken?” Werkgevers kunnen via de servicedesk van Stigas een inlogcode krijgen om voor hun eigen bedrijf een risico-inventarisatie te maken. De Rooij: „In Zweden is van 2009 tot 2013 een vergelijkbare campagne gevoerd en daar

Ik weet niet of dit woord mag als je Scrabble speelt, maar er zitten heel wat letters in. Hoe kom je bij zo’n titel? Vorige week was Duurzame Dinsdag. Een initiatief van IVN. VHG is partner. We reiken dan de VHGGroenprijs uit, waarmee we het beste gezamenlijke groeninitiatief van burgers, gemeente én groenprofessional waarderen. Dit jaar mocht ik de prijs uitreiken aan Dakpark Rotterdam. Een initiatief waar het bruist van de activiteiten. Slimdak en Woodgrow waren de twee andere genomineerden. Tijdens Duurzame Dinsdag worden ook lintjes uitgereikt aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van duurzaamheid en ontvangt de staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu het Duurzaamheidskoffertje. Dit jaar zaten er zo’n 500 ideeën in variërend van het tegengaan van voedselverspilling tot het opruimen van de plastic soep in de zee. Hoogtepunt is de Duurzame Troonrede, die wordt uitgesproken

waren in 2013 geen dodelijke ongevallen meer.”

Bedrijfsongevallen waarbij werknemers betrokken zijn of zzp'ers die onder gezag werken moeten worden gemeld bij de Inspectie SZW. Toch schat deze dienst dat 30% tot ruim 50% van deze ongevallen niet wordt gemeld. Nog veel minder zicht is er op ongevallen met zelfstandigen die niet onder gezag werken. Deze ongevallen hoeven niet te worden gemeld bij de inspectie. Ook voor deze grote groep zelfstandige hoveniers is het echter mogelijk om een risico-inventarisatie te doen bij Stigas. Zij kunnen naar de Stigas-website gaan, hun gegevens invullen en een inlogcode aanvragen. De VHG trapt de campagne af op de Groene Sector Vakbeurs in januari. Voor meer informatie zie www.zeroaccidents2020. nl.

door de nummer 1 in de Duurzame Top 100. Dit jaar was dat Willem Ferwerda. Van hem heb ik het woord ‘restauratie-economie’ overgenomen. Zijn rede stond geheel in het teken van groen en de grote uitdaging die we de komende jaren hebben in het herstellen van ecosystemen. De kwaliteit van leven hangt sterk samen met de kwaliteit van onze leefomgeving. Willem betoogde dat boeren gewaardeerd moeten worden als de rentmeesters van het landschap. Ik vul dat aan met de stelling dat hoveniers en groenvoorzieners de rentmeesters zijn van de bebouwde omgeving. Zij zorgen er met groene oplossingen voor dat tuinen, parken en gebouwen bijdragen aan die duurzame leefomgeving. In de rede van Ferwerda zag ik de bevestiging dat het natuurlijke groen onlosmakelijk verbonden is met het begrip duurzaamheid. En daar was het bij de start van de VHG-Groenprijs een paar jaar geleden precies om te doen.


De speciale bestrating van Rain(a)way om regenwater op te vangen en voorbijgangers bewust te maken van klimaatproblematiek heeft de publieksprijs gewonnen van Making Waves.

H+N+S landschapsarchitecten heeft de Landezine International Landscape Award 2017 gewonnen. De jury loofde onder meer de ingenieuze en innovatieve aanpak van H+N+S.

Op Duurzame Dinsdag is de VHG Groenprijs uitgereikt. Het Dakpark in Rotterdam won onder andere dankzij de verbindende werking die het project heeft tussen bewoners, gemeente en Hoek Hoveniers.

Onderzoek van Naturalis en Wageningen Environmental Research laat zien dat noch ziekten, noch het landschap of voedsel, noch chemische middelen als enige oorzaak van wintersterfte aangewezen kunnen worden.

De Tuindagen in het Park van Beervelde in het hart van de Oost-Vlaamse Bloemenstreek zijn met 230 exposanten en ruim 20.000 bezoekers een begrip. Dit jaar op 6, 7 en 8 oktober met als thema paddenstoelen. Tuin en Landschap heeft via een Facebookactie 5 x 2 toegangskaarten mogen weggeven.


Vision-Mobile voor: o Besparing van kosten en tijd o Inzicht in up-to-date informatie o Meer samenwerking binnen-buiten o Veilig digitaal werken o Duurzaam en toekomstbestendig o Eenvoudige werkwijze

Software die uw urenregistratie een stuk makkelijker maakt, waar en wanneer u maar wilt.


ouw is rauw, maar ’rouw is ook de prijs die we betalen voor het vermogen lief te hebben’. Als we de plek voor onze doden met de inrichting die sfeer van liefdevolle herinnering kunnen geven, dan worden het troostrijke plekken die nabestaanden vooruit helpen. De filosofie van de begraafplaats Skogskyrkogården in Stockholm is op dat vlak baanbrekend geweest. Skogskyrkogården is in de eerste helft van de vorige eeuw aangelegd, de naam betekent in het Zweeds bosbegraafplaats. De filosofie was dat het ontwerp van het landschap en de gebouwen begint bij de ervaring van de bezoekers en de middelen die je als ontwerper kunt inzetten om de gevoelens rondom rouw en

afscheid te ondersteunen. Ze vonden dat de route naar een begraafceremonie qua beleving steeds donkerder en bedrukter werd naarmate men de kapel naderde. De terugweg was het tegenovergestelde: men keert terug naar het licht en de ruimte, en hervindt de moed om door te gaan met het leven. Het landschap en de natuur geven troost en het gevoel onderdeel te zijn van de eeuwigheid. De begraafplaats werd in 1994 op de Werelderfgoedlijst van Unesco gezet vanwege haar buitengewone en universele cultuurwaarde voor de mensheid. De inrichting van gedenkparken is essentieel om de herinnering aan een overledene los te maken van het stoffelijk overschot en met je mee te dragen,


waar je ook bent. Landschapsarchitectuur speelt daar een belangrijke rol in: ’Yet unless planners, architects and landscape designers take seriously the issue of how to create new kinds of cemeteries within the weave of the urban fabric, there is a real danger of creating cities without memory, cities in denial of death and humanity.’ (Ken Worpole, ’Last Landscapes, the architecture of the cemetery in the west’)

In 2016 kwam ’Het Groot Gedenkboek’ uit dat iedereen uitdaagt om na te denken over de wijze waarop je wilt herdenken en waarop je herdacht wilt worden. Hoofdredacteur van Het Groot Gedenkboek Gerrit-Jan Deunk, die onlangs vrij plotseling overleed, zei daarover het volgende: ’Wie wil ik waar gedenken? Moet er wel iets bedacht worden? Bij het eten van een warme Hemaworst kan ik ineens aan mijn eerste liefde Guus denken. Domweg even droevig in de Kinkerstraat.’ <



p begraafplaats Orthen in Den Bosch verbindt de Caroluslaan de oude kapel met het ossuarium, dat aan de rand van de begraafplaats ligt. Al wandelend langs de laan lonkt aan het einde een lichte opening in de bosschages naar het landschap erachter: heuvels met wuivende siergrassen waartussen houten blokken staan onder het gebladerte van enkele bomen. Vanaf een verhoogde steiger overzie je het vanaf een afstand. Je loopt er als het ware binnen en na een kort of lang ogenblik loop je weer terug. Dit ’ossuarium’ is in 2010 aangelegd. Het ontwerp is van architect Vincent de Gouw van het Ontwerperscollectief in Den Bosch en bouwkundig tekenaar Kim Brok van Bouwstudio Toon, eveneens gevestigd in de Brabantse hoofdstad. Die laatste geeft uitleg over hun visie achter dit bijzondere ontwerp. Want dit ossuarium is natuurlijk geen echt ossuarium. Ossuarium betekent letterlijk bottenhuis of knekelhuis, en dient om de beenderen van geruimde graven in op te slaan. Op deze manier blijven botten lang goed, soms wel eeuwenlang. De twee sloegen de handen ineen toen het Bosch Architectuur Initiatief (BAI) in 2009 een ontwerpprijsvraag uitschreef voor een ossuarium op begraafplaats Orthen. De meer dan 150 jaar oude begraafplaats voorzag op dat moment ruimtegebrek voor graven in de toekomst en de daaruit voortvloeiende noodzaak om regelmatig graven te ruimen. De opdracht luidde om iets waardigs te ontwerpen voor het herbegraven of bijzetten van de knekels die hierbij vrijkomen. Inmiddels is het voorziene probleem van gebrek aan ruimte door de tijd ingehaald: er wordt minder begraven en

er vinden meer crematies plaats. Desondanks is het ossuarium wel aangelegd omdat er nog steeds graven geruimd worden, alleen veel minder. „Een ossuarium is eigenlijk iets raars’’, begint Brok. „De botten van een overledene worden in een kistje op een plank gezet en bewaard, wie weet tot in het oneindige? Het terugkeren van het stoffelijke lichaam in de aardbodem gaat dan niet op, het bekende ashes to ashes, dust to dust, het tot stof vergaan, vindt dan niet plaats.’’ De bouwkundig tekenaar legt uit dat dat proces precies is wat hij en De Gouw wél willen laten plaatsvinden in hun ossuarium. „Daarom hebben wij geen huis, maar een landschap ontworpen.’’ Onder de houten blokken die zijn verspreid over de ruimte, zijn de botten van geruimde graven herbegraven. Het blok is van massief azobé; het hout zal er ongeveer zestig tot zeventig jaar over doen om te vergaan. „Net zolang als de botten eronder nodig hebben om op te gaan in de aarde’’, zegt Brok. De twee hebben het proces van tot stof vergaan dus ook letterlijk zichtbaar gemaakt: „Het hout bovengronds laat zien wat er ondergronds gebeurt.’’ Onder elk blok ligt één persoon. De blokken lijken op het eerste gezicht willekeurig over de ruimte te zijn verspreid, maar dat is niet zo. Ze staan in een raster, waarmee de beheerder van de begraafplaats precies kan bijhouden wie waar ligt. „Nabestaanden weten dus waar hun dierbare ligt, of kunnen dat in ieder geval eenvoudig te weten komen.’’ Brok en De Gouw vonden dit belangrijk naar aanleiding van een toevallig gesprek met een 70-jarige bezoeker van de begraafplaats. „Hij was al jarenlang niet op de begraafplaats geweest. Het

>


graf van zijn moeder was inmiddels geruimd en ze was bijgezet in een knekelput. Hij was die aan het zoeken en wilde precies weten waar zijn moeder lag. Blijkbaar willen mensen toch hun dierbaren terug kunnen vinden, ook al zijn ze heel lang niet meer bij het graf geweest.’’ Hoewel dus duidelijk is, wie waar is herbegraven, is het ossuariumlandschap anoniem. Het is niet de bedoeling dat er bij de blokken herdenkingstekens of bloemen neergezet worden.

De plek waar het 1.000 m2 grote ossuarium is aangelegd kent hoogteverschillen, ontstaan door vergravingen voor de aanleg van een nabijgelegen spoorweg en het ophogen van andere delen van de begraafplaats. Richting de groene ’rotonde’ ten oosten glooit het ossuarium-landschap enkele meters de laagte in. Brok en De Gouw hebben van dit hoogteverschil gebruikgemaakt. De as die aan de Fort Orthenlaan begint en via de Caroluslaan naar het ossuarium leidt, hebben zij verlengd door middel van een steiger. Van daaraf overzie je het glooiende landschap van houten blokken. De steiger wordt geflankeerd door heesters en bomen. „Op die manier hebben we een soort open plek in het bos gecreëerd, die vanaf de Caroluslaan een enorme aantrekkingskracht uitoefent.’’ Vanwege de houten steiger is het pad dat voorheen het oostelijke deel met het protestantse deel ten westen van het ossuarium verbond, weggehaald. „Het is echt de bedoeling dat je van bovenaf het knekelveld overziet’’, legt Brok uit. Langs dit pad, dicht tegen de steiger, bevinden zich de graven van enkele doodgeboren kinderen. En juist die graven, hoewel sommige al tientallen jaren oud zijn, worden veel bezocht en intensief bijgehouden door nabestaanden. Waar het voormalige pad lag, zijn daarom stalen roosters met gras geplaatst, zodat dit gedeelte goed te betreden is, maar er niet meer duidelijk een pad ligt. Om ruimte te maken voor het ossuarium zijn verschillende heesters en bomen weggehaald. Diverse Gymnocladus dioicia en Robinia pseudoacacia zijn blijven staan: die versterken de bosachtige sfeer. Als contrast ten opzichte van de rechttoe, rechtaan blokken en de steiger hebben De Gouw en Brok in een organisch gevormde ’vlek’ verschillende siergrassen geplant. Bij hun keuze voor Deschampsia flexuosa (bochtige smele) hebben zij zich laten adviseren door tuin- en landschapsarchitecten Martien van Osch en Alma Kennis, beiden verbonden aan de begraafplaats. De siergrassen verzachten met hun wuivende halmen de strakke vormen van de houten blokken. <


er

stappenpad

ossuar houtblok

t



entraal op het plein is het Luchtmachtmonument 'Aan de Gevallenen'. Hier vinden op 4 mei, tijdens Nationale Dodenherdenking, en 1 juli, de oprichtingsdatum van de Koninklijke Luchtmacht, herdenkingsbijeenkomsten plaats. Meeuwsen: „Het monument dateert van voor de oorlog. Het heeft als een van de weinige gebouwde objecten op de luchtmachtbasis de Tweede Wereldoorlog overleefd. Voor de rest is bijna alles door de Duitsers opgeblazen.” Het plein zelf was van na de oorlog met zwarte grindtegels. „Eigenlijk was het plein iets te groot voor zijn functie. Het was volledig open, je waaide er weg.” Om dit te ondervangen is het plein iets kleiner gemaakt. De zwarte grindtegels zijn vervangen voor zandkleurige natuursteen. In de oorspronkelijke opzet keken

de aanwezigen tijdens herdenkingsbijeenkomsten niet naar het monument. Daarom heeft Meeuwsen gekozen voor een trapeziumvorm. „Hierdoor richt je de bezoekers meer op het monument.” De trapeziumvorm is ook doorgevoerd in de tegels, die in een patroon van elf verschillende standaardvormen zijn gelegd. Hierdoor worden de rechte lijnen doorbroken. Ook lijken de tegels op scherven, wat symbool staat voor de vernietiging die oorlog aanricht en het verlies van mensenlevens. Verder is de trapeziumvorm doorgevoerd in de toeleidende paden.

Meeuwsen heeft vooraf een ceremonie bijgewoond op het Herdenkingsplein. Ook heeft hij zich verdiept in militaire historie. „Het is een wereld met veel

eigen ceremonie. Het is mooi om het verhaal achter het monument tot uitdrukking te brengen, het betekent iets voor de mensen.” De ontwerper heeft bij het inrichten van het plein vooral de militairen en nabestaanden als uitgangspunt genomen. Daarnaast wordt ook het algemene publiek betrokken en uitleg gegeven middels informatiepanelen die bij de ingang van het Herdenkingsplein en de nabijgelegen Stiltetuin staan. De Stiltetuin en het Herdenkingsplein vormen eigenlijk een twee-eenheid. Het plein is daarbij wat formeler en met name bedoeld voor ceremonies, terwijl de tuin zachter en intiemer is waarbij rouwverwerking en reflectie centraal staan. „Na de herdenkingsbijeenkomsten lopen mensen ook altijd via een pad naar de Stiltetuin.” Hier staan het Monument gesneuvelden meidagen 1940 en het

>


Gedenkteken Luchtvarenden. Bij de aanbesteding stond voor opdrachtgever Defensie en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) het gebruik van het plein centraal. Daarnaast moest het gebied kwaliteit uitstralen. „Zorgvuldigheid stond voorop in de tender. Je merkte dat dit gebied belangrijk is voor Defensie, we zijn dan ook 'all out' gegaan om kwaliteit toe te voegen. De prijs was niet doorslaggevend, het ging echt om de kwaliteit voor de lange termijn.” Dit blijkt ook uit het beheer dat voor een periode van 25 jaar is vastgelegd op A+-niveau, waarbij de nadruk ligt op de periodes rond de herdenkingen. In principe had de ontwerper de vrijheid om een andere locatie voor het herdenkingsmonument te kiezen. Dit is echter nooit een overweging geweest. In de zonering van het terrein van het Nationaal Militair Museum is nu juist een mooie tweedeling, waarbij het museum en de naastgelegen arena en speelplekken meer voor beleving en activiteiten zijn bedoeld, terwijl het stiltegebied met de herdenkingsplekken en de daar

rondom liggende natuur een ingetogen karakter heeft. Het plein is mooi geïntegreerd in de omgeving. Zo sluit de zandkleur van de tegels aan bij de zandgrond van het gebied. De heide in het natuurgebied loopt door tot aan de betonrand die als omkadering fungeert en tevens als zitrand.

Bij de inrichting van het terrein van het Nationaal Militair Museum is er ook voor gekozen om dit in een groter perspectief te plaatsen en aan te laten sluiten bij andere militaire objecten in de omgeving. Zo is vanaf een panoramatoren in het museum de Pyramide van Austerlitz te zien die door soldaten van Napoleon is aangelegd, en zijn er ook verbanden met de Grebbelinie die langs de Utrechtse Heuvelrug loopt en de Hollandse Waterlinie. „We proberen zo meer inzicht te geven in de invloed die militaire activiteiten hebben op ons landschap.” Voor Meeuwsen bestond zijn grootste uitdaging eruit om een ontwerp te

maken dat past bij de functie van het plein, en rust en eenvoud uitstraalt, maar tegelijk bijzonder is. „Het was zoeken naar een balans, maar ik denk wel dat we hierin zijn geslaagd.” Dit blijkt ook wel uit het feit dat opdrachtgever Defensie en de gebruikers er blij mee zijn. Die waardering van Defensie valt ook op te maken uit het verzoek om de zitrand aan de achterzijde uit te breiden met twee lagen. Op deze manier kunnen meer mensen de ceremonies bijwonen, en kan het plein eventueel voor andere gelegenheden worden gebruikt. Speciale aandacht is bij het ontwerp besteed aan de beplanting. Zo moest de beplanting rond de bijeenkomsten op 4 mei en 1 juli in bloei staan. Daarom is onder andere voor rododendrons gekozen. Om uitzaaiing van exoten naar het omliggende natuurgebied te voorkomen, is gekozen voor inheemse beplanting. Alleen de esdoorns die in een carré rond het plein zijn aangeplant, zijn uitheems; deze zijn afkomstig uit gebieden waar de luchtmacht actief is en benadrukken zo het internationale karakter. <




n het oudste deel van Rhijnhof ligt de oorspronkelijke vijver van het landgoed met oude bomen. Daarachter is begin jaren negentig een crematorium gebouwd. Ruim twintig jaar geleden kreeg Tuin- en landschapsarchitect Lia Copijn de eerste opdracht voor een renovatie- en uitbreidingsplan. Door de verplaatsing van de hoofdingang naar de oostzijde en de uitbreiding van de begraafplaats in 2006 is het crematorium met de aula centraal komen te liggen. In 2014 nam de begraafplaats het nieuwe theehuis Veldheim bij de ingang in gebruik. Bezoekers kunnen er terecht voor een kop koffie en een goed gesprek.

„We hadden in 1996 direct het voorstel voor de urnenmuur”, zegt Lia Copijn. „Die vormt de afronding van de oorspronkelijke begraafplaats. Ik zou het geen geluidswal willen noemen, maar de urnenmuur neemt flink wat lawaai van de snelweg erachter weg.” Bij de tweede uitbreiding van de begraafplaats in 2006, op het voormalige volkstuinencomplex Veldheim, was de locatie van de extra urnenmuur een logische keus. Ook deze urnenmuur staat met de rug naar de A44. Het bijzondere ontwerp van de organisch gevormde urnenmuren verraadt de liefde van J’ørn en Lia Copijn voor het werk van de Zwitsers-Franse architect Le Corbusier. Het echtpaar heeft een zomerhuis in Frankrijk, dichtbij de beroemde kerk van de architect in Ronchamps. „Ik wilde er geen rechte muur, maar een slangenmuur van maken”, zegt Lia Copijn. Het moest zowel horizontaal als in de rechte lijn bewegen. De nissen voor de urnen verspringen en er zijn

ook dubbele vakken tussen. Tijdens een reis naar Finland ontstond het idee voor de luifel, zodat mensen er goed kunnen verblijven. „Het is al 15 jaar oud, maar ik vind het ontwerp nog steeds heel bijzonder.”

Om alle bestuursleden van de Stichting Beheer Begraafplaats Rhijnhof (SBBR) te overtuigen hebben Copijn en uitvoerder Arcadis - destijds Heidemij - samen een proefopstelling op de begraafplaats gemaakt van jute met palen en een segment met alle gekozen materialen. Opstapjes brengen alle urnennissen binnen handbereik. „Ze waren bang dat het te hoog zou worden”, herinnert J’ørn Copijn zich. „Eén bestuurslid zei: ‘Ik moet er met m’n hoed bij kunnen’. Dat werd een soort norm.” De urnenmuur is gemaakt van red ceder en behandeld met een rode verf op basis van gluten. Een klein bordje waarschuwt bezoekers geen brandende kaarsen of waxinelichtjes in de vakken te zetten. De tweede urnenmuur heeft ook een herdenkingswand met naamplaatjes, voor de mensen van wie de as is uitgestrooid of het graf is geruimd. Tegenover de eerste urnenmuur ligt het ‘sterretjesveld’, voor de as van onvoldragen en levenloos geboren baby’s. In het oude deel van de begraafplaats heeft Lia Copijn alleen de padenstructuur iets aangepast en de zichtas naar het oude landhuis over de parkeerplaats verlengd tot de nieuwe begraafplaats. Bij de ingebruikname van de eerste urnenmuur in mei 2001 was de aanlegsteiger in de Rijn al gerealiseerd. Vanuit de Leidse binnenstad of elders kan een rouwstoet hier per boot aanmeren. Lia Copijn:

>


„Die steiger stond niet in het oorspronkelijke ontwerp, maar we hebben hem in de loop van het proces met elkaar bedacht.”

Rhijnhof is van oorsprong een 18e eeuwse buitenplaats aan de Leidse Rijn. Het landhuis staat nog aan het water, maar het landschapspark is in 1906 verkocht aan de Hervormde kerk. Door de enorme groei van de Leidse bevolking was er geen ruimte meer om te begraven. Van het oorspronkelijke park is de vijver met oude bomen eromheen bewaard gebleven. Om in drie lagen te kunnen begraven is het terrein opgehoogd, waardoor een flink hoogteverschil is ontstaan met de oorspronkelijke waterpartij. Om dit in het nieuwe gedeelte te voorkomen, heeft Copijn daar gekozen voor een terrasvormige opbouw. Achteraan - door een pad gescheiden van de urnenmuur - zijn keldergraven gekomen met ruimte voor vijf personen. De nieuwe eigenaar Dela verbouwt het crematorium nu, waarbij de aula zicht gaat bieden op de nieuwe waterpartij. Een flauw gebogen pad ontsluit de uitbreiding op Veldheim in de lengterichting. Er is ruimte voor kinderhofjes en graven die volgens islamitisch gebruik in de richting van Mekka wijzen. De tweede fase sluit qua materiaalgebruik en kleurstelling naadloos aan op de eerste uitbreiding. Lia Copijn ontwierp zowel voor de oude als de nieuwe begraafplaats tien bruggen. Als de renovatie van het crematorium klaar is, wordt de hoofdlaan nog hersteld met linden. Tussen de eerste schetsen van Lia Copijn en het eindresultaat ligt dan een periode van 23 jaar.

J’ørn (76) en Lia Copijn (72) hebben ruim 50 jaar samengewerkt en zijn nog dagelijks bezig met projecten. Zij studeerde tuin- en landschapsarchitectuur in Wageningen; hij is autodidact. Ze bouwden samen een zeer succesvol bureau op voor boomverzorging en tuin- en landschapsarchitectuur. „Toen J’ørn 65 werd hebben we het bureau verkocht en zijn we met z’n tweeën weer een klein ontwerp- en adviesbureau begonnen”, zegt Lia Copijn. Leiden kent Copijn al sinds de jaren zeventig als boomverzorger van de hortus botanicus en de eeuwenoude bruine beuken op de begraafplaats Groenesteeg. J’ørn Copijn houdt altijd vrienden en kennissen over aan zijn boomadvieswerk. „Mensen die van bomen houden, sluiten makkelijk vriendschap met elkaar”, zegt hij. <



n

n

n

n


Bezoek onze stand op Dag van de Openbare Ruimte STANDNR 3.6.16

Van Vliet Kastanjehout

t +31 (0)343 454 400

Gooyerdijk 41

f +31 (0)343 452 004

3947 NB Langbroek

e info@duurzaamhout.nl

Van ontwerp tot uitvoering Actueel en betrouwbaar Ga voor een voordelig abonnement naar www.tuinenlandschap.nl/abonneren of bel 071 5659644



en weidse vlakte met op het hoogste punt een eiland van dennen met uitzicht op een grote koepel van rhododendron. Sprinkhanen tsjirpen op een zomerse dag tussen veldbies en struikhei. Dagpauwoog en citroenvlinder fladderen van kruiskruid naar kleine leeuwentand. „De setting is prachtig”, zegt landschapsarchitect Berno Strootman over het Evertsbos in Anloo. „Maar de plek heeft een dramatische geschiedenis.” In de oorlog bevond zich in het toen nog dichtbegroeide dennenbos een onderduikershol die plaats bood aan twee tot drie mensen, maar er verbleven er soms meer dan tien. In september 1944 werd de schuilplaats ontdekt: vijf mensen konden ontkomen, drie mensen zijn opgepakt en op 12 oktober 1944 in Westerbork geëxecuteerd. Op 8 april 1945

zijn tien mensen die gevangen zaten in het Scholtenshuis in Groningen naar het verlaten en verwoeste hol gebracht. Ze zijn er door de Duitsers gemarteld, geëxecuteerd en begraven. Later zijn de lichamen van deze mensen elders herbegraven. Na de bevrijding ontfermde de natuur zich over de overblijfselen van het onderduikershol. Een novemberstorm in 1972 vernielde het bos, waardoor de schuilplek open en bloot in het heideveld kwam te liggen. In het landschap bleef slechts nog een flauwe rand zichtbaar die alleen door ingewijden herkend werd als de plek van het onderduikershol. De Vereniging Historisch Anloo vatte in 2013 het plan op om het onderduikershol in ere te herstellen. Na overleg met grondeigenaar Staatsbosbeheer werd in 2015 Berno Strootman van het gelijkna-

mige bureau uit Amsterdam benaderd voor het maken van een ontwerp voor het oorlogsmonument. Strootman is goed bekend met Drenthe. In 2003 en 2004 werkte de landschapsarchitect aan de landschapsvisie voor het stroomgebied van de Drentsche Aa. „Het was een van de eerste opdrachten die we met ons net opgerichte bureau binnenhaalden.” Sindsdien ontwikkelde het bureau inrichtings- en beheerplannen voor De Strubben-Kniphorstbos, het Ballooërveld en de belvedères. Recentelijk verscheen de landschapsvisie 2.0 voor de Drentsche Aa, de opvolger van de opdracht waarmee het allemaal begon. Het Drentse landschap spreekt Strootman aan. „Voor mij is het een gebied waar ik me thuis voel. Ik heb veel met de mensen die er wonen gesproken en gewerkt. Wat opvalt is dat ze een enorme >


band met het landschap hebben. Ze zijn niet alleen betrokken bij het eigen dorp, maar het gaat ze ook aan het hart als er kilometers verder iets met het landschap gebeurt.” Die betrokkenheid was er ook bij de realisatie van het oorlogsmonument. Veel werk is verzet door vrijwilligers met als grote voortrekker Albert Hovius, de voorzitter van de Vereniging Historisch Anloo. De voorzitter belde Strootman met de opdracht om een ingetogen plek om te herdenken te realiseren. „Iets wat past bij Drente en de Drentenaren. Geen circus.”, benadrukt de landschapsarchitect. Hij maakte een ontwerp dat de al aanwezige landschappelijke kenmerken accentueert. De bestaande rand van het onderduikershol die nog in het landschap zichtbaar was, werd verstevigd en iets opgehoogd met grond uit het gebied. Dertien manshoge veldkeien, half in en half buiten het hol om beweging te suggereren, symboliseren de dertien omgekomen mensen. Een informeel pad van uitwaaierende keien - Strootman noemt

het een klein duimpje-pad - leidt naar het monument. De entree naar het monument halverwege een dichte laan met Amerikaanse eik wordt gemarkeerd met een stevig houten hekwerk. Bij de poort staat een gedenksteen met bronzen plaat waarop de namen van de dertien omgekomen mensen en een korte toelichting zijn te lezen. Op een ’stilstaanbank’ een paar stappen binnen de poort, kunnen bezoekers uitkijken over het heideveld en denken aan de gebeurtenissen uit het verleden.

De bank was een expliciete wens van de opdrachtgever om mensen die slecht ter been zijn een rustplek te bieden. En op het pad moesten ook mensen die minder makkelijk uit de voeten kunnen hun weg vinden. Strootman: „Het is niet te strak, maar wel begaanbaar en gelegd door iemand die vroeger de voor Drente zo kenmerkende keienwegen maakte.” De bank, een ontwerp dat Strootman maakte voor de belvedères, is het werk van een gepensioneerde aannemer. „Een

man van tachtig. Ik ben bij hem wezen kijken toen hij ermee bezig was. Dat vind ik er ook zo mooi aan; dat het dorp het monument heeft gemaakt.” Bij het maken van een dergelijk monument is het de kunst om jezelf in te houden. „Je kunt hier heel snel te veel doen”, weet Strootman. Te veel borden met uitleg plaatsen, geeft hij als voorbeeld, waardoor het idee van een museum ontstaat. Of door te harde materialen als beton, asfalt of geslepen graniet te gebruiken wat een begraafplaatssfeer geeft. Of door het verleden te letterlijk te nemen en de namen van de overledenen op de keien te plaatsen waardoor het te persoonlijk wordt. Of door een kunstwerk te plaatsen waarin alleen de kunstenaar zich herkent maar anderen niet. „Het gaat erom een plek te maken waar je kunt herdenken zonder dat het te nadrukkelijk of te beladen wordt”, zegt Strootman. „Ik ben heel trots op het oorlogsmonument in Anloo. Het is robuust en tegelijkertijd verfijnd. De plek is op zichzelf al prachtig. We voegen iets toe, en daarmee is het ook klaar.” <




oewel Naarden-Vesting een toeristische trekpleister is, is het achter de Grote Kerk op het terras van een restaurant rustig zitten. Groepjes toeristen schuifelen voorbij, wandelaars maken er een tussenstop, kinderen spelen in de nabijgelegen speeltuin. Sommige mensen blijven net wat langer staan bij het kunstwerk ’De Klim’, dat op een 1,5 m hoge sokkel staat met een grote, rechthoekige rozenborder als podium. De Klim is het Nationaal Donormonument, gemaakt door beeldend kunstenaar Egbert Hermsen en uitgevoerd door Ben Overkamp, eveneens beeldend kunstenaar. Het verbeeldt de opstap naar een nieuw leven. Voor ’getransplanteerden’ mogelijk gemaakt door de vele anonieme donoren die met het beeld worden herdacht. In 2011 klopte de Stichting Nationaal

Donormonument aan bij de gemeente Naarden met de wens om ergens in de openbare ruimte een monument te plaatsen. „Zodat het voor iedereen toegankelijk is’’, legt Stef Stienstra uit, penningmeester van de stichting. De stichting kwam niet per toeval bij deze gemeente die in 2016 in gemeente Gooise Meren is opgegaan. Tweejaarlijks organiseert de stichting de zogenoemde TransplantERENdag: in een dankdienst worden door getransplanteerden en nabestaanden de donoren herdacht. Zo’n vijfhonderd mensen wonen deze dienst bij. Dit gebeurt al een aantal jaar in de Grote Kerk van Naarden. De laatste was in 2016 en de eerstvolgende dienst staat gepland voor juni 2018. Tlu landschapsarchitecten uit Utrecht had ten tijde van het verzoek al een

herinrichtingsplan voor het plein klaarliggen. Het bureau, en dan met name de landschapsarchitecten Hanneke Toes en José Olgers, is sinds 2009 betrokken bij de herinrichting van de openbare ruimte van de vestingstad. Het plan voor het plein was tijdelijk in de ijskast beland. De zoektocht naar een geschikte locatie voor het donormonument werkte echter als katalysator voor de uitvoering van een deel van het plan.

In nauw overleg met de omwonenden, heeft de gemeente samen met het landschapsarchitectenbureau en de stichting voor het kerkplein gekozen. „De kerk is dé centrale plek van Naarden, iedereen maakt er wel even een rondje’’, legt >


Toes uit. Bovendien was het goed in te passen in het ruimtelijk ontwerp dat tlu al had liggen. De bewoners stelden wel de voorwaarde dat het monument niet al te nadrukkelijk aanwezig zou zijn in de omgeving. „Logisch, want het is hun woonomgeving’’, zegt Olgers.

Het monument is geplaatst op een van de twee strakke gazons die aan weerszijden van de kerk zijn aangelegd. In tegenstelling tot de drukke Marktstraat waaraan de hoofdingang van de kerk zich bevindt, is deze kant een stuk rustiger. Het oorspronkelijke kerkpad van ijsselklinkers ligt nog altijd rondom de kerk. Dit pad, dat aan weerszijden geflankeerd wordt door Maaskeien, stamt uit de 15e eeuw. Binnen dit pad lag vroeger het kerkhof. Als verwijzing hiernaar had tlu in zijn oorspronkelijke plan diverse rechthoekige, grijskleurige zitbanken voorzien. Die banken zijn niet geplaatst, maar de vorm van het podium met zitbank waarin het monument staat, is hier

vanaf geleid. Voor het Belgische blauwe hardsteen is gekozen omdat de kleur van dit materiaal veel gelijkenis vertoont met de oorspronkelijke Naardense grafzerken. De afmeting van de verhoogde rozenborder, 9 x 3 m, is afgestemd op de lengte van de kerk, die een enorme baksteenkleurige achterwand vormt. „Het monument krijgt daardoor een verankering in de ruimte’’, legt Olgers uit. Eén kant van de border is een stuk breder (60 cm) en fungeert daarmee als zitbank. Aan de noordwestkant van de kerk, buiten het kerkpad, zijn een speeltuin en jeu-de-boulesbaan aangelegd. Om een duidelijke afscheiding met de ernaast lopende straat te creëren is een lange rij met iepen aangeplant met een lage beukenhaag als onderbeplanting. Tegen de haag is een lange rij met zitbanken geplaatst. Tezamen met de kerk vormt deze ruimte het decor voor allerlei activiteiten. Zo vinden er diverse fairs plaats, een antiekbeurs, wordt Sinterklaas in de kerk ontvangen en staat het tijdens de vermaarde Matthäus-Passion gedurende

de pauzes vol met concertgangers. Bij al deze activiteiten gaat het monument gewoon op in het geheel, letterlijk en figuurlijk. Het monument is niet nadrukkelijk aanwezig, precies zoals de bewoners dat wilden. Toes: „Het monument is iets vanzelfsprekends, je kunt er heel dichtbij komen en het helpt bij het herdenken.’’ Zo liggen er geregeld briefjes bij het kunstwerk en legt de plaatselijke bloemist er in opdracht van tijd tot tijd bloemen. Toes: „Maar het gaat niet alleen om het herdenken. Voor anderen is het gewoon een kunstwerk.’’

De landschapsarchitect wijst in dit kader op een uitspraak van tuin- en landschapsarchitect Hans Warnau, een leermeester voor Toes. De kruizen langs wegen vragen volgens hem evenmin veel aandacht, maar desondanks geven ze wel aan dat er op die plek wat aan de hand is. „Het donormonument is ook geen bombastisch geheel. Het is gewoon aanwezig in de openbare ruimte.’’ <




e komt dichter bij de aarde en dieper bij jezelf. Zo hebben we het bedoeld”, „ vertelt Anneke Nauta terwijl ze het graspad van de spiraalkuil naar beneden loopt en de begroeiing om haar heen verandert van Drentse krent naar bloemrijke kruiden. Het spiralende pad geeft een gevoel van rust doordat je aan alle kanten omringd bent door groen, om te eindigen bij een grote kei in het centrum van de kuil. „Eigenlijk hoor je dit pad ook in stilte af te lopen.” Die symboliek sluit helemaal aan bij de ideeën van Dolf van der Weij en Annetje Braat, de oprichters van Heidehof, het landgoed waar natuurbegraafplaats Hillig Meer deel van is. „De natuur is heel belangrijk in hun leven”, vertelt Marc Hesp van Heidehof. „Het is een plek van schoonheid en troost. Dat gevoel willen ze graag aan anderen overbrengen.”

Toen de oprichters in 1999 drie verschillende ontwerpbureaus benaderden voor de uitbreiding van hun landgoed, bleek het ontwerp van Ank Bleeker en Anneke Nauta het meest in de smaak te vallen. „We wilden iets maken dat echt bij hen past”, vertelt Anneke Nauta. „Landschapsarchitecten zoals wij neigen vaak naar recht en strak, maar de opdrachtgevers wilden wat anders. Wij integreerden gebogen lijnen in het strakke ontginningslandschap dat we aantroffen. En we maakten plekken waar je de natuur kunt ontdekken en beleven.” De spiraalkuil is zo’n plek, maar ook de piramidevormige heuvel aan de rand van de begraafplaats. „Je klimt omhoog uit het bos, voelt de lucht en ziet het weidse uitzicht. Het maakt de hevigheid van de natuur ervaarbaar.”

Het maken van een natuurbegraafplaats is een bijzondere opdracht, vindt Nauta. Sinds 2001 maakt ze deel uit van de stuurgroep die de uitbreiding van de Amsterdamse begraafplaats De Nieuwe Ooster begeleidt. „Daar maak je voor elk wat wils. Hier spreek je een specifieke doelgroep aan en voert de natuur de boventoon.” Al wandelend door de in 2001 aangeplante laan met lichte acacia’s bewondert ze de onderbegroeiing met veldbloemen, kruiden en grassen. „Je moet je voorstellen dat dit hier allemaal akkerland was. Het is fijn om hier te zijn; fantastisch hoe de natuur zich hier ontwikkelt.” Het beheer is gericht op vergroting van de natuurwaarden, legt Hesp uit. Het onderhoud wordt uitgevoerd door vier personen onder leiding van een bos-

>


wachter. Op een aantal plekken op het landgoed graast een kleine schaapskudde. Sommige plekken zijn ingezaaid met kruidenmengsels. Op andere locaties ontwikkelen zich spontaan bloemrijke vegetaties. En er wordt pas gemaaid als zaden zich hebben verspreid. „Er groeit hier brede wespenorchis, ogentroost en oranje havikskruid. Voor vlinders en insecten is Heidehof een paradijs. En kijk daar”, zegt hij verrast als in de verte een ree de acacialaan kruist. De aangelegde acacialaan is een van twee rechte lanen die vanuit het ontvangsthuis de twee zichtlijnen naar het oude landgoed Heidehof versterken. Nauta voegde in het ontwerp nog een derde, ovale lijn toe: een gebogen beukenlaan die het oude grondgebied koppelt aan het nieuwere deel aan de overkant van de provinciale weg waar de natuurbegraafplaats ligt. Dat de gebogen lijn duidelijk zichtbaar een eigentijdse toevoeging is aan het oorspronkelijke strakke ontginningslandschap is niet erg. „De verschillende geschiedenissen

van de samenstellende delen mogen tot uitdrukking komen”, vindt ze. „De beukenlaan is echt een hoofdlijn in het ontwerp. De zwaarte van de bomen past daarbij. De kromming is ook symbolisch: je ziet nooit het einde.”

Heidehof is een atypisch natuurgebied met veel menselijke invloeden, vertelt Hesp. Uit de Tweede Wereldoorlog stamt een onderduikershol, rond pingoruïnes zijn vijfduizend jaar oude sporen van jagers gevonden en er zijn meerdere grafheuvels op het landgoed. „Het begraven in de natuur voegt een nieuwe laag toe aan het landschap.” De mensen die kiezen voor een graf op Hillig Meer spreken vaak over de verbinding met de geschiedenis. En het opgenomen worden door de natuur vanuit het idee dat de mens een kleine schakel is in het grote geheel door de eeuwen heen. Het is belangrijk om al die verhalen uit het verleden zichtbaar te maken, zegt

Nauta. De historie geeft het landschap betekenis. Of het nu het baanlichaam is van de oude spoordijk tussen Assen en Gasselte uit 1905, of een bijna dichtgegroeid, kratervormig meer uit de ijstijd. „Het zijn cadeautjes voor de ontwerper. Al die verhalen maken een landschap extra interessant.” In de meest recente uitbreiding van de natuurbegraafplaats is, met dat idee voor ogen, net gestart met het opnieuw aanleggen van de contouren van een bijna weggeploegde pingowal. De 1,2 m hoge gebogen rand imponeert door de enorme maten, en geeft een indruk van de grootte van de ijsberg en de omvang van het meer, die vroeger op deze plek hebben gelegen. Nauta: „Je kan je voorstellen dat hier in de vroege prehistorie mensen hebben gebivakkeerd, veilig op de hoogte en vlakbij het water. Het zou mooi zijn als er binnen de wal over dertig, veertig jaar weer heide groeit.” „Dat maken wij niet meer mee”, reageert Hesp. „Waar we hier mee bezig zijn, is voor een volgende generatie.” <



LAAT JE GAZON NIET IN DE KOU STAAN! PRE-WINTER IS NU TE KOOP BIJ ONZE DEALERS

Lees alles over het belang van najaarsbemesting en onze dealers op www.landscaperpro.nl

Part of


100% succesvolle aanplant!

Myco-Haag 7-3-5

Beperkt de inboet en verbetert aanslaan door Mycorrhizae-schimmels Zorgt voor een betere weerstand Verhoogt de stresstolerantie bij de plant Met micro-organismen voor een verbeterde bodemstructuur en optimale voeding- en vochtopname

Voor mooie, sterke en dichte hagen!

Ideaal bij aanplant

Gerwin te Velde Noord Nederland e: g.tevelde@ecostyle.nl t: 06 - 54 67 30 79

Dennie van Renswouw Zuid Nederland e: d.vanrenswouw@ecostyle.nl t: 06- 10 88 77 84

Wilt u meer weten over Myco-Haag? Neem dan contact met ons op!

www.ecostyle.nl



et terrein Elsterbrug in park Lingezegen is een driehoekig terrein van ongeveer 3 ha groot waarop 7 eilandjes zijn aangelegd. Het middelste eiland is het grootst en voor publiek toegankelijk. Op dit eiland is de Berg Idylle aangelegd, een gestileerd berglandschap. Het bestaat uit een heuvel opgebouwd uit terrassen. De terrassen zijn dichtbegroeid met een bloemrijk kruidenmengsel dat naarmate het seizoen vordert, steeds een ander beeld geeft. Ieder terras heeft een ander grondmengsel en daarmee andere planten die domineren. Er zijn twee wegen om de heuvel te beklimmen. De ene bestaat uit een netwerk van gemaaide graspaden die tussen de kruidenvegetatie doorlopen. De ander uit een recht pad van halfverharding. Naast dit pad loopt een lange muur van

gestapelde stoeptegels waarin nissen zijn uitgespaard waarin mensen de urn van een gecremeerde dierbare kunnen plaatsen. De nissen zijn vooralsnog afgesloten met grijze natuurstenen platen. Idylles zijn eigenlijk korte gedichten. Vaak gaan ze over landschappen in een vredige en harmonische stijl. De idylle wordt vaak verbonden met het beeld van Arcadië, maar heeft een wat bredere betekenis die zich niet beperkt tot de dichtkunst. De idylles in Park Lingezegen zijn ’culturele natuur’, bedoeld om een archetypische verhevigde natuurervaring te beleven. Het zijn begrensde gebieden met een binnenwereld en eigen autonomie. Naast de Berg Idylle is er ook de Water Idylle en de Bos Idylle. Op alledrie de plekken bestaat de mogelijkheid om

gecremeerde dierbaren bij te zetten of uit te strooien.

De idylles zijn ontwikkeld om een band te smeden tussen de omwonenden en Park Lingezegen. Lingezegen is een enorm parklandschap van in totaal maar liefst 1700 hectare. De uitvoering is in 2012 van start gegaan. Omdat een park van deze omvang niet van het ene op het andere moment gereed is, mist het (nog) samenhang en identiteit. Het oogt nu nog grotendeels als open agrarisch landschap. Om de omwonenden een voorproefje te geven van wat het park kan gaan bieden schreef het bestuur een prijsvraag uit onder kunstenaars.

>


andersom.” Op de vraag hoe het landschap en de plek bijdragen aan de verwerking van het verlies van een dierbare antwoord Olthof: „Het is hier in eerste instantie andersom gegaan. De rouwverwerking betekent dat mensen een binding krijgen met de plek, daardoor winnen de plek en het park aan betekenis.” Uiteraard is het ook de bedoeling dat de idylle een geschikte plek is om overleden te herdenken. De lange muur schermt het gebiedje af van de snelweg en het daarlangs lopende ’snelfietspad’ tussen Arnhem en Nijmegen. Het gebied is ook alleen te bereiken via het entree-eiland. Zo heeft de Berg Idylle toch een besloten en stil karakter, waarin nabestaanden hun dierbaren in alle rust kunnen herdenken. De drukke snelweg vormt daarbij een contrast tussen de drukte van het leven dat doorgaat en de verstilling van een leven dat is geëindigd.

Een van de resultaten is een aantal Idylles van de kunstenaars van Event Architectuur. Juist doordat de Berg Idylle bedoeld is als plek om dierbaren te herinneren is het een plek waarmee mensen een band kunnen ontwikkelen. Initiatiefnemer Herman Verkerk: „Het grootste deel van het park gaat over actieve recretatie, over bewegen. Wij wilden daar iets aan toevoegen: stilstaan.” De Berg Idylle is een plek vol contrasten. Aan de westkant liggen de drukke A325 en het RijnWaalpad, de snelfietsroute tussen Arnhem en Nijmegen. Aan de noordkant stroomt de Linge en aan de oostkant strekt zich een groot agrarisch gebied uit. Het is een ’af’ stukje park in een omgeving waar van de rest van park nog niet veel te zien is. De idylle staat, door zijn geïsoleerde ligging op een eilandje, los van het park maar maakt er tegelijkertijd nadrukkelijk deel van uit. Zeker doordat het op een heuvel ligt en een uitzicht biedt over het omliggende landschap. Landschapsarchitecte Berdie Olthof: „Het landschap is dienstbaar aan de plek, maar zeker ook

Het terrein Elsterbrug heeft ook een ecologische functie. Door een deel van

LINGE

LINGE

KAMPSERAAT

WAL

+0.0

SIL L

ES TR

AA T

0

A 325

IGE SNELFIETS

PAD

ZEEG

LINGESTRAAT

TOEKOMST

DE BR

OEKA

KKER

S

Lingezegen lopen ’stapstenen’ die een ecologisch geheel vormen met als doelsoort de ijsvogelvlinder. Eén van deze stapstenen wordt gevormd door de eilandjes rond de Berg Idylle. De habitat van de ijsvogelvlinder bestaat uit structuurrijke vochtige loofbossen. In het ontwerp voor Elsterbrug is een uitgebreid plan opgenomen om zulke bossen te creëren met vooral elzen, iepen en essen. De bomen (en ook struiken) zouden in een wild heterogeen verband geplant worden, met dichte en open gedeelten zodat er structuren en contrasten ontstaan. Uiteindelijk is, in overleg met Staatsbosbeheer dat het terrein zou gaan onderhouden, uit praktische overwegingen gekozen voor een meer traditionele manier van aanplanten. Op twee eilandjes staan populieren in een grid, en op twee eilanden elzen en wilgen. Essen zijn niet geplant vanwege essentaksterfte. Andere eilandjes, waaronder het entree eiland hebben een meer open structuur met gras en solitaire bomen. <




andschapsarchitect Robbert de Koning is er zelf door verrast. Twee weken na de ingebruikname op 17 juli van het Nationaal Monument MH17, dat door hem is ontworpen, is het een komen en gaan van mensen in park Vijfhuizen. „Aan een fietsenstalling heb ik helemaal niet gedacht’’, en hij knikt naar de lange rij fietsen die naast het pad staan opgesteld. Blijkbaar hebben veel mensen behoefte om de slachtoffers te herdenken of ze zijn gewoon nieuwsgierig hoe het lint er in het echt uitziet. Dat het Nationaal Monument openbaar toegankelijk zou zijn, was een uitdrukkelijke wens van de nabestaanden. Omdat het belangrijk is dat de vliegramp waarbij 298 mensen om het leven kwamen, nooit vergeten wordt. Een openbare herdenkingsplek maakt het heel tastbaar voor nu en latere generaties. Dat er ook daad-

werkelijk zoveel mensen het monument bezoeken, daar is De Koning blij mee. „Veel paar ogen houden het monument in de gaten, dat is in ieders belang, het voorkomt vernielingen.’’ Het Nationaal Monument heeft de vorm van het lintje dat daags na de ramp op 17 juli 2014 door veel mensen uit solidariteit en steun werd gedragen. Het is 2 ha groot en rijst driedimensionaal op uit het vlakke land van de Haarlemmermeer nabij Schiphol. Het lint is beplant met 298 bomen in elf verschillende soorten, voor elk slachtoffer van de ramp één boom. In het hart bevinden zich het gedenkteken van Ronald Westerhuis en het amfitheater. Daar vond afgelopen 17 juli de herdenkingsdienst plaats. „Het monument ligt niet ín maar óp het park’’, legt De Koning uit, „het verheft zich boven het maaiveld, als een soort

podium, daarmee maak je het belangrijk. Je weet, dit is een andere type ruimte dan de omgeving.’’ Park Vijfhuizen vormde het ideale decor voor het lint, omdat het voorheen uit een groot grasveld bestond met als enige ruimtelijke interventie het fietspad met lindebomen.

De richting van het lint is hier ook deels op afgestemd. Het fietspad, dat de hoofdontsluiting van het park vormt, wilde De Koning deel laten uitmaken van het monument. Net onder de lus doorsnijdt het nu het verhoogde bomenlint. Aan weerszijden van de betonnen keermuren leiden cortenstalen trappen naar boven. „Je kunt niet anders dan vanaf het fietspad naar boven en dan kom je binnen in het hart van het bomenlint’’, zegt De Koning. Ontegenzeg-

>


gelijk oefent het centrale gedenkteken met het amfitheater aantrekkingskracht uit op de bezoekers. „Het is duidelijk: daar gebeurt het, daar moet je zijn, maar om daar te komen, moet je hoe dan ook eerst over het bomenlint met die enorme hoeveelheid aan bomen.’’ En dat is wat De Koning mensen wil laten ervaren: dat 298 een enorm aantal is. Elke boom vertegenwoordigt één van de passagiers van vlucht MH17. De bomen symboliseren hoop, geloof en verbondenheid. Op het bomenlint zelf is geen hiërarchie tussen de passagiers aangebracht, maar wel is door middel van elf verschillende boomsoorten duidelijk dat het om verschillende passagiers gaat. De slachtoffers die samen reisden, families bijvoorbeeld, hebben dezelfde soort boom gekregen en die staan bij elkaar. Verder wilde De Koning behalve een mooi ritme realiseren, ook dat de boomgroepen die naast elkaar staan, duidelijk van elkaar verschillen. Om ze op deze manier toe te passen had hij minimaal zeven verschillende soorten nodig. Uiteindelijk zijn het er elf geworden, waarbij één boom – de Tilia platyphyllos ’Örebro’ – alleen voor de bemanning is gebruikt. „Omdat zij de leiders van de vlucht waren.’’

Qua plantafstand staan de bomen in een vast patroon: overal zit 6 m tussen, zo hebben ze genoeg ruimte om te groeien. Daarnaast valt er nog genoeg licht op het gazon eronder. De lange rijen repeterende bomen zorgen voor een samenhangend beeld, ondanks hun verscheidenheid. De gekozen soorten zorgen jaarrond voor beleving, de Fraxinus ornus ’Ebben’s Column’ bijvoorbeeld bloeit met witte pluimen en het blad kleurt in de herfst geel, Malus ’Mokum’ bloeit in april met roze bloemen, die mooi kleuren bij het purperrood waarmee het blad eerst uitloopt. Voor Malus ’Evereste’ en M. ’Adams’ koos De Koning omdat hun vruchten doorgaans tot diep in de winter aan de bomen blijven hangen. En Parrotia persica zal er in de herfst met zijn bladkleur uitspringen.

De bomen zullen niet alleen gedurende het seizoen veranderen, maar ook in de tijd, als ze steeds groter worden. Ze geven hiermee de essentie van het monument weer: het is dynamisch, overal zit beweging in. „Net zoals het leven zelf niet stilstaat, maar voortdurend in beweging is. Het leven gaat door en vernieuwt zich telkens weer.’’

Behalve levende bomen heeft de landschapsarchitect ook andere middelen gebruikt om die symboliek te versterken en van het monument een dynamisch geheel te maken. Zo is geen lijn recht, overal zit beweging in. Niet alleen de horizontale lijnen, maar ook de verticale variëren. Daar waar het lint bijvoorbeeld naar binnen gevouwen wordt, op de twee hoekpunten van de lus, staan de zitbanken niet parallel aan elkaar. Bovendien wordt het talud richting de kruising steeds steiler. Evenmin lopen de vier zitranden van het amfitheater evenwijdig aan elkaar. Elke straal is net even anders. Het effect van beweging ervaar je onder meer wanneer je op een van de ’benen’ van het lint staat en richting het amfitheater kijkt. Bovenaan de trappen zijn twee hekken geplaatst met platte cortenstalen spijlen. Omdat het ene talud net wat meer opbolt dan het andere, zie je daardoor een soort Moiré-effect als je er langsloopt, aldus De Koning. Het Nationaal Monument MH17 is een levend monument, een vorm van landschapskunst zo omschrijft de architect. „Ten opzichte van veel andere, vaak statische monumenten, is het bomenlint uniek, omdat het leeft en voortdurend zal veranderen.” <



erinatale sterfte is de term die gebruikt wordt als een foetus vanaf 22 weken zwangerschap komt te overlijden, of als een baby in de eerste 7 dagen na de geboorte overlijdt. In Nederland gaat het om ongeveer 1% van de geboorten. Vroeger werd gedacht dat het niet goed was voor ouders om zich te hechten aan kinderen die te vroeg werden geboren en daardoor of om andere redenen niet levensvatbaar waren. De doodgeboren of overleden zuigelingen werden, vaak zonder mogelijkheid om afscheid te nemen, weggehaald bij de moeder en anoniem begraven of zelfs afgevoerd met het medisch afval van het ziekenhuis waar ze waren geboren. Rond de eeuwwisseling kwam er steeds meer aandacht voor het verborgen leed van ouders die hun kindje hadden verloren, vaak al decennia eerder.

Op verschillende plaatsen in het land werden gedenkplaatsen ingericht waar ouders de mogelijkheid kregen om stil te staan bij hun overleden kinderen. In 2004 was landschapsarchitecte Loes Lijmbach niet alleen werkzaam als landschapsarchitecte maar ook als raadslid in de gemeente Aalburg. In die hoedanigheid werd ze aangesproken door een inwoner van de gemeente die 20 jaar eerder een te vroeggeboren kindje had verloren. Deze vrouw wilde graag een plaats waar ze naartoe kon gaan om haar kindje te herdenken en vroeg zich af of dat op de nieuwe uitbreiding van de begraafplaats gerealiseerd kon worden. Lijmbach deed navraag via organisaties voor maatschappelijk werk en kwam erachter dat er bij meer mensen behoefte was aan een dergelijke gedenkplaats. De landschapsarchitecte nam contact

op met de gemeente om te zien of daar ook aandacht voor was. De beheerder van de gemeentelijke begraafplaats Rusthof wist nog een ’overhoekje’ in het oude gedeelte van de begraafplaats uit het begin van de 20e eeuw, waar ruimte was om de gedenkplaats te realiseren. Het is een beschut driehoekig stukje van de begraafplaats, aan twee zijden omsloten door beukenhagen. Het terrein van ongeveer 144 vierkante meter ligt bij de entree, naast het doodgravershuisje.

Lijmbach maakte voor deze locatie een ontwerp in samenwerking met lichtkunstenares Judi Gor. De kern van het ontwerp is een verharding van flagstones met in het midden een lichtgevende ’levenslijn’. Het licht komt van elemen-


>


ten met ledlampen die onder de stenen liggen. Door de grillige flagstones die over de lichtelementen liggen, heeft ook de levenslijn een grillige vorm. Dat was ook precies de bedoeling. De lijn verbeeldt de onvoorspelbaarheid van het leven. Zoals landschapsarchitecte Loes Lijmbach het verwoordt: „[Het licht] doorsnijdt soms als een brede baan, dan weer als een smalle en bijna verbroken lijn het flagstonesvlak en baant zich als het ware een weg door het leven. Soms positief, ruimte vragend, soms ook bepaald door verdriet en tegenslag. Elke bezoeker kan zich op zijn eigen wijze door de lijn van licht laten inspireren.” Een derde beukenhaag schermt het driehoekige terreintje af van de rest van de begraafplaats. zodat het nu een besloten karakter heeft. Tussen de hagen en de verharding is plek gevonden voor enkele kleine bomen, heesters en siergrassen.

Nergens op de bezinningsplek is te zien dat de plek bedoeld is voor niet levensvatbare zuigelingen. Daarvoor is bewust gekozen. Lijmbach: „We willen de bezoekers geen stempel geven en het ruimer zien. Mensen die deze plek op de begraafplaats om andere redenen opzoeken zijn ook welkom.” Wel staat er een steen met de volgende inscriptie: ”Liefdevolle herinnering kent geen tijd en geen afstand, zij leeft voort in de geest tot in lengte van dagen.”

Doordat de lijn met flagstones werd gemaakt kon de vorm ervan moeilijk op papier worden ontworpen, maar moest bij de aanleg vorm krijgen. Gelukkig was de medewerker van de gemeentelijke plantsoenendienst die de verharding aanlegde enthousiast over het idee en begreep hij helemaal wat de bedoeling was. Lijmbach: „Hij had er een

heel precies beeld bij wat de levenslijn betekende. De smallere stukken vertegenwoordigden voor hem de moeilijkere perioden in het leven, op bepaalde leeftijden, bij ziekte of natuurlijk bij het verlies van een dierbare. Bij de bredere stukken gaat het allemaal wat makkelijker, totdat het uiteindelijk vrij abrupt ophoudt.” Het hoogteverschil tussen de lichtelementen en de flagstones is opgevuld met glasgrind zodat het mooi afgewerkt is, maar wel licht doorlaat. De herdenkingsplek is gemaakt met een minimum aan middelen. Veel mensen wilden meewerken aan dit project. Een bijdrage uit een particulier fonds maakte het lichtkunstwerk haalbaar. De flagstones kwamen vrij na de reconstructie van een gemeentelijk project, stenen zuiltjes als zitelementen werden gratis geleverd door een lokale steenhandelaar en de arbeid werd verricht door de gemeentelijke plantsoenendienst die ook de beplanting verzorgde. <



Antoon Rijnbeek handelskwekerij b.v. Reijerskoop 283 2771 BL Boskoop E info@antoonrijnbeek.nl T 0172 213 823 F 0172 212 950 www.antoonrijnbeek.nl

Compleet goed geleverd


Gratis toegang

www.openbareruimte.nl


Professionele plantconcepten: onderhoudsarm, natuurlijk en kleurrijk


akblad Tuin en Landschap heeft, samen met de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL), een speciaal themanummer gemaakt over herdenkingsplekken. Op de Dag van de Openbare Ruimte (DOR) op donderdag 28 september wordt het huidige nummer gepresenteerd. Voorafgaand aan de presentatie geeft landschapsarchitect Robbert de Koning een keynote-lezing op het Hoofdpodium (Hal 2) over het Nationaal Monument MH17. Hij wordt bijgestaan door kunstenaar Ronald Westerhuis die het gedenkteken in het hart van het monument heeft ontworpen, Erwin Raar van groenbedrijf Krinkels die het monument heeft aangelegd en Jasper Haster van Boomkwekerij Ebben die alle 298 bomen heeft geschonken. Behalve dit themanummer, wordt ook een tentoonstelling samengesteld van de herdenkingsplekken. Deze is op de Dag van de Openbare Ruimte te zien op het zogenoemde ‘Plein’ waar NVTL zich samen met andere organisaties en bedrijven presenteert. De lezing van Robbert de Koning begint om 14.00 uur, om 14.45 uur presenteert NVTL-voorzitter Ben Kuipers het themanummer van Tuin en Landschap. Aansluitend is er een borrel op het Plein.

Er is dit jaar een aparte NL Greenlabel Lezingenzaal. In zaal Juliana 6 vinden beide dagen diverse lezingen plaats op gebied van duurzaamheid. Lodewijk Hoekstra van NL Greenlabel laat aan de hand van voorbeeldprojecten zien dat je al vanaf het prilste begin tot zelfs na de aanlegfase grote invloed kan hebben op zaken zoals klimaatverandering, gezondheid, sociale cohesie en economie. Integrale gebiedsontwikkeling met oog

voor klimaat, gezondheid en biodiversiteit is de nieuwe norm. De basis daarvan is groen. Ook is het mogelijk om een ontwerp of een gebied te voorzien van een nulmeting waarin relatief eenvoudig, door onafhankelijke toetsing, het duurzaamheidspotentieel te bepalen is. Naast de lezingen presenteert een selectie van de 160 aangesloten bedrijven zich dit jaar op de beurs in de NL Greenlabelstraat.

Branchevereniging VHG, Vereniging Stadswerk en VVM organiseren donderdag 28 september een werkatelier met als thema ‘Klimaatadaptatie, kwestie

van groen en techniek’. In dit werkatelier staan moderne technologieën centraal die groen optimaal kunnen laten functioneren. Samen met (groene) ingenieurs en praktijkmensen wordt de verbinding tussen groenbeheer en civiele techniek belicht. Sprekers van Arcadis, Van der Tol Groenprojecten en de gemeente Den Haag zullen projecten uit hun praktijk presenteren. Het werkatelier vindt plaats van 10.30 tot 12.30 uur in zaal Juliana 6. Aansluitend is er een lunch voor de deelnemers aan dit werkatelier. Op 28 september vindt op de beurs ook de bekendmaking plaats van het Boomproject van het Jaar door de VHG. <


DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN

' systems

URENBRIEF

HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !

www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS

TE DOEN KLANTEN

FACTUUR MEDEWERKER

Schans-/steenkorven Sedum dakcassettes Grastegels

www.firmusproducts.eu

3DTUIN Designer

Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!

Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%

✔ ✔

Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp

www.3dtuindesigner.nl


ZinCo Benelux B.V. Adviseur en leverancier van daktuinsystemen

Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag

Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl

www.foreestgroenconsult.nl

www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852

Daktuincentrum

• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels

Alles is op voorraad!

1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

www.tfi.nl

• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk

ntwerp O Academie Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering Boomstambescherming Beluchting & Bewatering Kantopsluitingen Amfibieënschermen

www.greenmax.eu


en W

e

â–

Tel. Web. E-mail

0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl

zaden van inheemse planten en kruidenmengsels


De Memory Stone van de Antwerpse ontwerper Axel Enthoven wordt gemaakt van licht beton wat glad gepolijst wordt. Deze strakke, sobere herdenkingssteen vergt geen onderhoud en verweert mooi. De Memory Stone is geschikt voor zowel een begraafplaats als een urnen herdenkings-

plaats. De vorm van de steen is gebaseerd op een suikerboon, wat staat voor het begin van het leven. De steen is in verschillende tinten en groottes te krijgen. Het is mogelijk om verschillende urnen in een steen te zetten, waardoor de Memory Stone ook als familie-grafsteen kan worden gebruikt.

Forest Outdoor uit het Brabantse Boekel heeft een tafel ontwikkeld met geïntegreerde barbecue. Naar keuze kunnen er 1 of 2 worden ingebouwd. De verrijdbare tafel kan in elk gewenste formaat te krijgen. Het onderstel wordt gemaakt van staal met soepel lopende wielen. Het bovenblad kan

van geschaafd steigerhout, eikenhout, beton, terrazzo of graniet worden gemaakt. Forest Outdoor kan desgewenst ook sfeerhaarden inbouwen of een eigen barbecue van bijvoorbeeld Green Egg, Weber et cetera inbouwen. Tafels beginnen vanaf €1.750, met ingebouwde barbecue vanaf €2.350.

De beveiligingscamera 'Presence' van het Franse Netatmo wordt eind 2017 toegevoegd aan het Gardena smart system. De slimme camera kan onderscheid maken tussen mens, auto en dier. De camera analyseert het beeld en geeft een gepaste melding aan de eigenaar. De camera heeft een schijn-

werper die het pad 's nachts kan verlichten of ongewenste bezoekers kan afschrikken. Het Gardena smart system bestaat uit een robotmaaier en geautomatiseerd watergeefsysteem. Met een smart sensor wordt bodemvochtigheid, temperatuur en lichtsterkte in de tuin gemeten.

Siergroentenmerk Ornamenties, ontwikkeld door Takii Seed en Pull Position, heeft Brassica toegevoegd aan haar assortiment. Deze sierkolen verdragen een nachtvorst tot -5 °C en zijn daarmee tot diep in de winter beschikbaar voor de tuin. Ze hebben natuurlijke kleuren en een langdurige

bloei. Bij lage temperaturen kleurt het hart van Brassica nog intenser. De sierkolen zijn beschikbaar via Plantenkwekerij Leo Ammerlaan. De sierkolen worden geleverd in potmaat 12. Het product wordt geleverd in speciale verpakking met sterke trayrand voor extra bescherming tijdens transport.


Zoekt (toekomstig) speelspecialist. Heb jij ervaring in hovenieren en wil jij je graag verder ontwikkelen? De Twee Heren maakt speel- en stadsnatuur in heel Noord-Holland, wij zijn volop in ontwikkeling en kunnen daar wel wat hulp bij gebruiken. Wij maken speelterreinen en -objecten die kinderen maximaal uitdagen. Geen saaie toestellen, maar klimmend en klauterend je grenzen verleggen in een zo groen mogelijke omgeving. Daar staat De Twee Heren voor. Naast het werken met groen bouw je bij ons constructies en objecten uit hout, staal, touw en metselwerk. Bij ons is niets standaard. Van klimparcours op een schoolplein tot een heel stadspark. Samen zetten we ons in om steeds weer iets bijzonders neer te zetten. Ervaring in spelen is natuurlijk prettig maar zeker geen must. Je krijgt bij ons de ruimte om te leren en wij leren ook graag van jou. Binnen onze werkwijze is er volop plek voor eigen inbreng en creativiteit, geen vastomlijnde werkzaamheden maar op basis van de situatie en beschikbare middelen het maximale maken.

Heb jij het idee dat je bij ons past? Neem dan contact op, zodat we snel kennis kunnen maken. info@detweeheren.nl

Bestel nu online uw bloembollen!

WWW.CSWLANDSCAPING.NL Voor de professionele gebruiker


Stihl levert met de instapmachine BGA 45 een kleine en lichte accubladblazer. Deze bladblazer is ontworpen voor kleine en middelgrote tuinen. Inclusief accu weegt de bladblazer 2 kg. Het geluidsdrukniveau bedraagt 76 dBA waarbij een maximale luchtsnelheid van 44 m/s wordt bereikt. De ingebouwde 18-Vlithium-ionaccu staat garant voor 10 minuten werking. Een statusaanduiding op de machine geeft via leds de resterende arbeids- of laadtijd aan. Met de bijgeleverde laadkabel is de accu in 5 uur volledig opgeladen. De activeringssleutel op de machine zorgt voor extra veiligheid bij het opbergen, onderhouden of vervoeren van de bladblazer. Adviesprijs is â‚Ź129,- inclusief btw.

Husqvarna presenteert de 572 XP kettingzaag. Deze 70cc zaag is vanaf voorjaar 2018 beschikbaar en is het topmodel van de nieuwe generatie kettingzagen met benzinemotor. Dit model heeft ten opzichte van oudere modellen 12% meer zaagcapaciteit en meer vermogen per kg. Ook zijn de koelprestaties

Natuurbegraafplaats De Utrecht in Hilvarenbeek presenteert op 24 september een brochure over de natuurbegraafplaats met aquarellen van Studio Droombeeld.

Internationaal baksteenproducent Vandersanden Group gaat samen met start-up Joseph Bricks. Joseph Bricks heeft een innovatief productieproces ontwikkeld voor in de mal gevormde baksteenstrips in huis.

Stierman De Leeuw neemt per direct afscheid van het merk TP Linddana. De reden is dat de visies voor optimale marktbewerking te ver uit elkaar liggen.

Zilverberg advies en KandT management hebben de E-land HOUT app ontwikkeld voor het omrekenen van biomassa naar energie. De app kan tien keer gratis gebruikt worden.

MEWA heeft een nieuwe merkencatalogus voor werkveiligheid uitgebracht. De catalogus kan besteld worden via de website van MEWA. De producten zijn ook online te vinden.

met 20% verbeterd. De motor reageert sneller op verhoging of verlaging van het toerental. Het totale gewicht is 6,6 kg met een vermogen van 4,3 kW. De kettingzaag wordt standaard geleverd met een X-Cut ketting voor langdurige scherpheid en hoge duurzaamheid. Adviesprijs is â‚Ź1090 ex btw.

MBI levert een brede reeks keramische tegels met houttinten. Binnen de keramische reeks 'Mirage' zijn de tegels 2 cm dik en verkrijgbaar in de maten 60x60, 120x30 en 120x20. Binnen de GeoCeramica-reeks is er een 4 cm dikke tegel verkrijgbaar in de maten 60x60 en 60x30. De tegels

zijn UV-bestendig en mos- en schimmelwerend. Het oppervlak heeft een antislip-rating van R11, waardoor ze ook toepasbaar zijn bij zwembaden. Per serie zijn er 4 tot 8 verschillende prints op de tegels beschikbaar en in verschillende houtkleuren leverbaar.


„Ik heb een plek ontworpen waar je kunt zitten, waar je even kunt zijn. Achterin staat een conifeer en links en rechts wordt deze plek geflankeerd door bomen. De grond loopt naar achteren schuin omhoog. Daar heb ik gebruik van gemaakt door er een soort theaterplek van te maken met de conifeer als rugdekking. De gouden wereldbol - het beeldmerk van Stichting Vliegramp Tripoli - staat op het verharde ’podium’. De bol lijkt wat te kantelen en staat daarmee voor de wankelheid van het leven. Op het verharde plein ervoor liggen goudkleurige plaatjes van geanodiseerd aluminium met daarin de namen van de 103 slachtoffers. De mensen die samen reisden, gezin-

nen, vrienden en partners, liggen gegroepeerd bij elkaar. Ik heb gekozen om de natuurstenen klinkers in elleboogverband te leggen, omdat daarmee de naamplaatjes op een mooie manier bij elkaar liggen. De plaatjes zijn door de nabestaanden zelf tijdens de herdenking op 12 mei 2016 bevestigd. Dat was een heel bijzonder moment, zij hebben het gezamenlijk afgemaakt.’’

„Op begraafplaats Noorderveld in Nieuwegein. Het ligt aan een van de rotondes die de begraafplaats ontsluiten en apart van de graven. Ik vond het belangrijk dat het monument aan nabestaanden de mogelijkheid biedt om er rustig te kunnen verblijven. De speciaal ontworpen bank is daarom een belangrijk element in het geheel.’’

„Ik geef namens Stichting TrösT een workshop over het ontwerpen van monumenten; TrösT wil de dood bespreekbaar maken. Iemand van Stichting Vliegramp Tripoli heeft dit opgepikt van internet.’’

„Monumenten zijn heel erg persoonlijk, ik vind het heel waardevol en leuk om iemands wensen voor een monument te vertalen in een ontwerp. Monumenten vertellen veel over de cultuur van een land, op de fysieke plekken waar we gedenken, houden we de geschiedenis van een land vast. Ik wil mensen door monumenten graag uitnodigen om stil te staan bij persoonlijke en collectieve herinneringen.’’ <




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.