Tel 2017 2526

Page 1


Wij danken u voor de prettige samenwerking van het afgelopen jaar en wensen u prettige feestdagen toe.


klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716

gedrukt


Basisschool De Vendelier heeft de wedstrijd ‘Vergroen je Eigen Schoolplein’ gewonnen. Burgemeester Blanksma van Helmond reikte de prijs uit tijdens het seminar voor het 75-jarig bestaan van Du Pré groenprojecten. Du Pré schreef de wedstrijd uit in het kader van het jubileum van het bedrijf. Du Pré zal samen met de school het ontwerp uitvoeren. Daarvoor is een bedrag beschikbaar gesteld van €5.000. Dat wordt nog aangevuld met bijdragen van de bezoekers van het jubileumfeest. Verder loopt er nog een subsidieaanvraag bij het Prins Bernard Cultuurfonds voor verdubbeling van het bedrag. In dat geval zal er minimaal €10.000 beschikbaar zijn.

Soms vraag je je af waarom je na 1 januari de moeite neemt om de kerstspullen op te ruimen, zo snel gaat een jaar voorbij. Maar terugkijkend realiseer je je dat er toch weer heel veel gebeurd is. Neem 2017. Het jaar begint met een flink pak sneeuw. Groenkeur kondigt aan dat het stopt met het certificaat Tuinaanleg en Tuinonderhoud. GrownDownTown wordt Interieurbeplanter van het jaar. De Kunst van het Scheppen wint de Tuin van het Jaar. UWV kwalificeert hovenier als krapteberoep. In Zwolle wordt het eerste NL Greenlabel gebiedslabel uitgereikt. Op 2 maart vindt de kickoff plaats van de Floriade in Almere. De Nationale Boomfeestdag viert haar 60-jarig bestaan. Op de Philadelphia Flower Show vallen Nederlandse ontwerpers in de prijzen. Hoveniers behalen de grootste omzetstijging in zes jaar tijd. ECHA verklaart dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. Volgens de NVWA wordt het gebruiksverbod op verhardingen onvoldoende na-

Nederland Zoemt is een project van Landschappen NL, Naturalis, IVN en Natuur & Milieu en heeft als doel om het voedselaanbod en de nestgelegenheid structureel te vergroten voor wilde bijen. De campagne vraagt gemeentes die zich inzetten voor de bij om zich aan te melden via de website. Via een aanmeldformulier kunnen de gemeenten aangeven wat ze doen op het gebied van voedsel voor bijen - dit gaat met name over de verschillende soorten beplantingen - nestgelegenheid, het beheer en de communicatie met bewoners over dit onderwerp. Via dit formulier kunnen ook bewijsstukken als bestekken en CAD- of GIS-uitdraaien worden meegestuurd.

Het formulier wordt door Nederland Zoemt inhoudelijk beoordeeld. Als een gemeente goed bezig is voor de bij krijgt het een titelbord van Nederland Zoemt. De eerste vijf gemeentes - Leiden, Leiderdorp, Alphen a/d Rijn, Zoetermeer en Zoeterwoude - hebben onlangs zo'n bord gekregen.

Daarnaast doen deze gemeenten automatisch mee met de verkiezing van bijvriendelijkste gemeente in 2018. Ook mogen ze een aantal bijvriendelijke bomen uitkiezen (maximaal twintig). Nederland Zoemt wil de komende 2,5 jaar duizend bomen gratis weggeven. Gemeenten kunnen kiezen uit een lijst van elf soorten. Welke en hoeveel is afhankelijk van waar en hoe de gemeente de bomen wil toepassen. Volgens Nederland Zoemt zijn bomen als drachtplant voor wilde bijen een zekere voedselbron voor jaren.

geleefd. In april overlijdt oud-VHG-voorzitter Herman Haverkort. In mei gaat het achtste Tuinenfestival van start. In juni wordt de Ontwerpers Vereniging Tuin en Park opgericht. In Baarn worden de eerste VHG Meesterhoveniers gepresenteerd. Atalanta wordt het meest geteld tijdens de Tuinvlindertelling. Amersfoort bestrijdt Japanse duizendknoop met injecties Roundup. GroenTechniek Holland krijgt te kampen met een fikse storm. Dakpark Rotterdam wint de VHG Groenprijs. Den Haag en Lisse worden verkozen tot groenste gemeenten van Nederland. Nefyto en Artemis starten een procedure tegen het gebruiksverbod. Natuurorganisaties reageren teleurgesteld op het Regeerakkoord. In Den Haag wordt een petitie tegen verlies van biodiversiteit overhandigd. De VHG breekt met Stichting De Groene Stad. De Europese Commissie keurt glyfosaat voor nog eens vijf jaar goed. In Almere wordt de eerste boom voor de Floriade geplant. Wát een vol jaar....!


waterdoorlatende tegels of olivijnsplit. Onkruidbeheersing zit vooral in de inrichting waarbij veel vaste planten worden gebruikt om de borders te bedekken. Daarbij worden zo veel mogelijk biologische planten en schoon sortiment gebruikt.

Willemstein Hoveniers uit Waddinxveen heeft de verkiezing eerder gewonnen in 2013. Sjaak Willemstein is op veel fronten actief qua duurzaamheid. Zo werkt hij volgens de principes van de Levende Tuin waarbij groen en grijs met elkaar in balans zijn. Samen met Grant Thornton is Willemstein bezig om het rendement van een duurzame tuin door te rekenen. Als Willemstein al verhardingen gebruikt, dan vooral

Centraal in de tuinen van Loek Gorris van Eco-care in Zutphen is water. Afkoppelen is een tweede natuur. Ook heeft Gorris een klepsysteem bedacht waardoor eenvoudig water voor de tuin kan worden afgetapt van de regenpijp. Gorris gebruikt enkel inheemse planten waarbij hij zoveel mogelijk verschillende soorten aanplant, om vervolgens te kijken welke het goed doen. Dit kan lokaal per grondsoort erg verschillen. Meestal werkt hij

met hergebruikt materiaal. Als hij nieuwe verhardingen moet kopen, dan alleen gebakken materiaal. Gorris doet veel met eetbare planten, voor dier en mens. Zo heeft hij in Zutphen een eetbare parkeerplaats aangelegd met fruitbomen, bessenstruiken, kruiden en druiven. Ook heeft hij een ecologisch stadspark ingezaaid waarbij hij werkte met gehandicapten.

Michiel Coesel uit Groningen werkt vanuit huis en beheert de tuin rond het appartementencomplex waar hij woont. Hij werkt veel met hergebruikt materiaal en probeert zoveel mogelijk de biodiversiteit te bevorderen, bijvoorbeeld door een boomstam op te hangen waar vleermuizen zich in vestigen. Biodiversiteit staat ook centraal

bij een project, de Ark van Noach, dat hij voor een Groningse kerk heeft gemaakt. Coesel was actief binnen Operatie Steenbreek in Groningen en heeft een passie voor stadsnatuur. Hij stimuleert het kweken van voedsel uit eigen tuin, om mensen zo meer bewust te maken van de natuurlijke omgeving. Zijn beplanting betrekt hij bij biologische kwekers, daarnaast stekt hij veel zelf. Coesel geeft ook les aan het Nordwin College in Leeuwarden waar hij de Levende Tuin van de VHG doceert.

De winnaar van de verkiezing van de Duurzaamste hovenier van Nederland wordt op 11 januari bekendgemaakt tijdens de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg.


zijn: de opening met formele hand-over ceremony (de gemeente Essen die in 2017 Green Capital is, draagt het ’groene hoofdstadsschap’ over aan Nijmegen), de Europese ’Green Week’ met de Green Capital 2020 awarding ceremony en een slotevent.

De European Green Capital Award wordt elk jaar uitgereikt aan een Europese stad die vooroploopt in duurzaamheid en zo fungeert als inspiratiebron voor andere steden. De winnaar mag zich een jaar lang de duurzame hoofdstad van Europa noemen. Het gaat daarbij om duurzaamheid in brede zin, dus niet alleen om levend groen. Nijmegen heeft een uitgebreid programma samengesteld dat bestaat uit een kalender met congressen, symposia en groene routes. Drie ijkpunten van het Green Capital-jaar

De kalender bevat inmiddels meer dan 60 evenementen, bijvoorbeeld een bomencursus van IVN, een werkconferentie 'Groen, gezondheid en beweging' op 12 april, het driedaagse Europese Agroforestry-congres in mei, een opentuinendag op 9 juni, een netwerkdag Steenbreek op 13 juni en een conferentie over duurzaam inkopen in september. Naast de Green Capital Award reikt de EC ook de Green Leaf Awards uit. Eén of twee kleinere steden (20.000 - 100.000 inwoners) kunnen die winnen. Voor 2019 dingt Horst aan de Maas mee naar deze prijs. <

Kijkend naar buiten, van achter mijn bureau, zie ik sneeuwvlokken naar beneden dwarrelen, kersthits schallen uit de radio. Ik zak weg en droom van een heerlijke zomerse dag. Bijna verblind door de zon stap ik door de openslaande deuren de tuin in. Ik voel de warmte van de zon op mijn huid. Vanaf het terras kijk ik over het gazon waar twee jonge honden met elkaar stoeien. Het gazon is omzoomd met rijkelijk bloeiende borders, waar bijen zoemen en vlinders van bloem naar bloem fladderen. Allerlei kleuren en geuren vullen de lucht. Links van me, in de border, ligt aansluitend aan het gazon een zwemvijver. Vanaf het puntje van het terras duik ik zo het verkoelende water in. Het water spettert alle kanten op. Een kikker springt weg de filterzone in. Ik trek een kort baantje en duik op aan de andere kant. Ik druk me op uit het water aan de kant, en ga in het gefilterde zonlicht in de schaduw van een

Gladheidbestrijders konden aan het begin van het strooiseizoen meteen flink aan de bak. Zondag en maandag waren twee dagen met extreme sneeuwval waardoor code oranje werd afgekondigd. Sinds zaterdagavond heeft Rijkswaterstaat in totaal al 10 miljoen kilo zout gestrooid over een meer dan 144.000 kilometers snelwegen en provinciale wegen. Op lokale wegen en terreinen zijn veelal plaatselijke strooidiensten actief, waaronder veel hoveniers en groenvoorzieners, maar ook gemeentelijke strooidiensten.

boom zitten. Vanaf hier kan ik de gehele tuin overzien. Voor in de tuin staat, midden op het gazon, en in de border, een trampoline opgesteld. Ik hoor er twee meiden gierend van het lachen op spelen. Nog één ligt er naast in het gras uit te puffen. In de voortuin zetten de uitbundig bloeiende borders zich door. Er staan enkele bessenstruiken waarvan de vruchten al hier en daar rijp worden. Een merel vliegt verstoord op. Ik hoor mijn telefoon trillen, en schrik op uit mijn zomerse droom. Ik zit terug in mijn atelier, de sneeuw is opgehouden met vallen. Ik kijk naar het ontwerp wat voor me ligt, een droomplaatje. Ja, die tuin met bijpassende zwemvijver, dat wordt wel wat. Het einde van het jaar is het ideale moment om te dromen, zodat we die dromen volgend jaar kunnen realiseren. Droom van een witte kerst en een groen 2018.


hebben er plaats gemaakt voor eiken, wilgen en linden. „Een typisch Hollands bos, lekker inheems”, zegt Keukenhofdirecteur Bart Siemerink. Het bos mag er traditioneel en saai uitzien. Des te opvallender zijn straks de ‘knallende’ combinaties van bollen en vaste planten.

Zonder het klimaatvingertje te heffen maakt Keukenhof duidelijk dat het de komende decennia weleens een beetje natter zou kunnen worden. Op de plek van de vroegere Japanse tuin – tussen de molen en het Beatrixpaviljoen – zijn waterpartijen gegraven die het laaggelegen stukje Keukenhof nog wat natter maken. Net zoals het nieuwe, droge Julianapark aan de andere kant van het expositieterrein, is het Molenpark ook een paar jaar gegund om een natuurlijke uitstraling te krijgen. Essen

Tussen Heuchera micrantha 'Palace purple', Elaeagnus pungens 'Maculata' en Gunnera manicata die je op deze plek kunt verwachten, zijn de bollensoorten Tulipa, Anemone, Chionodoxa, Iris, Leucojum, Fritillaria en Ornithogalum geplant. De varensoorten Dryopteris erythrosora (rode varen), Dryopteris affinis (geschubde varen) en Polystichum polyblepharum ‘Jade’ (glansschilvaren) zorgen voor afwisseling. Parkmanager Henk de Mooij durft de gok met Fatsia japonica ook aan. Eigenlijk een kamerplant, maar na de eerste try

out – twee jaar geleden – is hij het buiten goed blijven doen en onder de bomen staan de planten ook redelijk veilig voor vorst. Duurzaam ontwerp, aanleg en onderhoud is op Keukenhof inclusief. „Het is onze eer te na om er dan een sticker met het opschrift duurzaam op te plakken”, zegt Siemerink. „Wij vinden dat er van ons wordt verwacht dat het klopt. Maar, op bepaalde plekken kun je met bolgewassen geen risico’s nemen. Onze hoveniers zijn getraind op ziektebeelden en als we het zelf niet weten, dan halen we er externe deskundigen bij.”

Ook de onkruidbestrijding is bijna helemaal ‘handjeswerk’, weet De Mooij. „Alleen op bepaalde plekken ontkom je niet aan het gebruik van Roundup. Keukenhof is geen biologisch park”, vult Siemerink aan.

In het Algemeen Dagblad las ik een artikel over de beroepen met toekomst. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt heeft hier onderzoek naar gedaan. Zij stelden een lijstje op met beroepen waarin je als instromer op de arbeidsmarkt een hoge kans op een baan hebt. En bij zo’n lijstje hoort natuurlijk ook een overzicht van minder perspectiefvolle banen. De eerste zin van het artikel ging in de stijl van ‘een slimme knul of meid is op haar toekomst voorbereid’ en die herkennen we nog van een vroegere campagne van het Ministerie van Onderwijs. Welke beroepen bieden de komende jaren goede kansen op een baan? Verpleegkundige, ingenieur, receptionist, chauffeur van auto’s of manager van een zorginstelling. Welke beroepen kun je volgens het Researchcentrum maar beter niet kiezen? Militair, medewerker drukkerij, secretaresse, manager verkoop, medewerker in een callcenter of agrariër. Lees ik het goed? Hoveniers zijn

Van de zeven miljoen bloembollen die elk jaar worden geplant zit 95% al in de grond; een resultaat waar Siemerink door het regenachtige najaar eigenlijk niet op durfde te hopen. Als de poorten van de bloemententoonstelling op 22 maart opengaan, verwacht Keukenhof in acht weken tijd meer dan een miljoen bezoekers.

Doordat het Julianabos al eerder bij het expositieterrein is getrokken, is er 4 ha Keukenhof bijgekomen. En dat is hard nodig om op drukke dagen met 40.000 tot 45.000 bezoekers uit de voeten te kunnen. Afgelopen seizoen waren er op de zaterdag van het bloemencorso meer dan 60.000 bezoekers op het terrein. Op dat soort dagen heeft de bloemententoonstelling het meeste last van de files en politieafzettingen. Voor het eerst in de geschiedenis klonk via de <

onder de categorie ‘agrariër’ geplaatst. Wij worden gelijk geschakeld aan kwekers en tuinders. Ik herken mij niet in deze conclusie van het Researchcentrum. Hoe komen zij hier nu bij? We doen het als sector economisch erg goed. Nog niet zo lang geleden werd ons beroep door het UWV aangemerkt als een krapteberoep. Er is in onze sector een grote vraag naar nieuwe instroom. En dat geldt ook voor vakbekwaam personeel. Het werk van de hovenier is heel divers; van vaktechniek tot de omgang met mensen. De waardering van groen in maatschappelijke vraagstukken groeit enorm. Nieuwe technieken zoals domotica doen in ons vak hun intrede. Volgens mij biedt ons vak geweldige perspectieven. Wij zijn dienstverleners en geen agrariërs. Ik zou het Researchcentrum willen aanbevelen nog eens goed te kijken naar de indeling van beroepen en vooral ook naar de ontwikkelkansen. Dan komen we heel anders op het lijstje uit.



De Technische Universiteit Delft werkt aan nieuwe, baanbrekende inzichten en oplossingen voor urgente, maatschappelijke vraagstukken in de wereld. Dankzij de verschillende faculteiten en de unieke, vele onderzoekslaboratoria biedt de universiteit multidisciplinair onderzoek en onderwijs van wereldklasse. Écht een buitenkans voor een ervaren hovenier met managementervaring die op zoek is naar een niet-alledaagse werkomgeving. In de Botanische Tuin Delft komen wetenschap en natuur samen. De Botanische Tuin beheert planten uit verschillende werelddelen en kritische soorten die speciale aandacht en kennis nodig hebben. De buitencollectie van de Botanische Tuin bevat naast gematigde en polaire klimaatzones ook soorten uit Mediterrane milieus.

Faculteit/afdeling Niveau Functie-omvang Contract Salaris

Technische Natuurwetenschappen MBO+ 38 uur (1,0 FTE) 1 jaar met uitzicht op vast min € 2.465,- en max € 3.292,-

In de functie van Meewerkend Tuinchef ben je verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van het team van 6 hoveniers en 10 tuinvrijwilligers. Naast de dagelijkse aansturing - het aan het werk zetten en coördineren van de hoveniers/vrijwilligers - werk je zelf mee waar dit mogelijk is. Daarnaast zorg je voor een adequate planning, administratie en draag je zorg voor de benodigde materialen en bestellingen.

Voor meer informatie ga naar www.vacaturesindelft.nl


Van Aart Boomkwekerijen, Boomkwekerij Mart Brugel

en klant wil een boom in de kleine achtertuin van een rijtjeshuis. Wat kan een hovenier hier zoal adviseren? In kwekerijen is het sortiment bomen omvangrijk, maar het merendeel ervan wordt op den duur te fors voor de gemiddelde tuin achter een hedendaagse eengezinswoning. Een boompje moet dus klein blijven en liefst meer sierwaarde bieden dan alleen mooi groen blad. Bladkleur bij het uitlopen, bloei, vruchtdracht en herfstkleur zijn dan aspecten waarop kan worden gelet. Bovendien zijn factoren belangrijk als de precieze grootte

van de tuin, de ligging ten opzichte van de zon, de grondsoort en de zuurgraad, de waterhuishouding van de grond en de wensen en verwachtingen van de tuinbezitters wat betreft de sierwaarde.

Diverse boomkwekers toonden de afgelopen jaren op bomenbeurzen als Plantarium en GrootGroenPlus aparte boompjes die zeer geschikt zijn om in kleine tuinen aan te planten. Hiervoor hebben die kwekers hun keuze met name laten vallen op heesters die

normaal gesproken meerstammig opgroeien en zo’n meter of vier tot vijf hoog worden. Juist die tot boompjes omgetoverde heesters bezitten verschillende sierwaarden. Dat het die kwekers lukt om die heesters op te leiden tot boom heeft in een aantal gevallen te maken met de min of meer opgaande groeiwijze. Uiteraard zijn ze langs een stok opgekweekt en krijgen ze een gedegen begeleidingssnoei. Vakmanschap is dus essentieel om uit dergelijke heesters fraaie boompjes op te kweken. Het spreekt voor zich dat eenmaal in een tuin aan-

geplant, de aandacht voor snoeien belangrijk blijft. De meeste hier genoemde soorten hebben nu eenmaal een genetische aanleg om terug te vallen op hun oorspronkelijke struikvorm. Alleen voldoende aandacht met snoeien kan dit tegengaan. Het hier voorgestelde sortiment is afkomstig van verschillende bedrijven: Van Aart Boomkwekerijen en Boomkwekerij Mart Brugel, beiden uit Oudenbosch, Boomkwekerij Albert Leemreize uit Ruurlo en Boomkwekerij Anrob uit Zele, BelgiĂŤ.


>




p deze herfstdag zorgen zomerse temperaturen ervoor dat er nog een behoorlijk aantal bezoekers door de tuin van Paleis Het Loo wandelt. „Soms vraagt nog wel eens iemand wanneer de Buxus wordt vervangen”, zegt Zieleman. „Die heeft dan wel gehoord dat we problemen hebben gehad met Buxus, maar ziet niet dat hier inmiddels al Ilex crenata staat. En niet alleen bezoekers, ook vakmensen die hier komen zien soms het verschil niet.” Maar met deze constatering zijn nog niet alle problemen uit de wereld. Zieleman noemde een paar jaar geleden het vervangen van Buxus al een hoofpijndossier en de keuze voor Ilex crenata een oplossing met ’mitsen en maren’. En nu, vier jaar nadat de eerste exemplaren van Ilex crenata ’Dark Green’ zijn geplant, is het nog steeds lastig.

„We wisten al dat Ilex geen makkelijke plant is en dat is ook gebleken. Maar, en dat is het goede nieuws, de tuin ziet er nu niet slecht uit. Maar om tot dit beeld te komen hebben we veel leergeld

betaald”, zegt Zieleman. Zo waren er problemen met de juiste pH-waarde, het juiste snoeitijdstip, de grootte van de gebruikte planten, de beworteling en het verslempen van de grond. „Nu weten we dat Ilex een pH-waarde van de grond nodig heeft van 4,5 tot 5. Op sommige plaatsen is grond gebruikt met een pH-waarde van 7 en dat zorgde voor verminderde groei. Ook moet de grond luchtig zijn: organische stof, toegevoegd in de vorm van turf, zorgt daar nu voor. Ilex op veenof zure zandgrond zal het prima doen, maar op kleigrond zou ik deze Ilex niet planten.”

Veel van de problemen die Ilex de laatste jaren in de paleistuin had, zijn volgens Zieleman terug te voeren op het feit dat de grond onvoldoende doorlatend was. Bij de aanleg had de tuin minimaal 50 cm doorgespit moeten worden, maar gebleken is dat dat op veel plaatsen te weinig is gebeurd. De planten staan in een smalle border in een stalen frame, en alleen met een smalle schep is de grond los te maken. Dat is lastig en zwaar handwerk en waarschijnlijk daarom is het volgens Zieleman onvoldoende gedaan. Delen van deze borders zijn onder meer hierdoor verslempt. Bovendien krijgen de borders nog eens extra veel water te verwerken aangezien ze ongewild fungeren als drainage voor de omliggende constructie met staal en grind. Zieleman: „Als gevolg van verslemping is soms jonge aanplant minder goed weggegroeid, en kregen ook planten van een paar jaar oud last


van uitval. Een goede doorworteling is voor Ilex van belang en voor de jeugdfase geldt dat in het bijzonder.”

Juiste snoei heeft volgens Zieleman eveneens effect op de groei. Aanvankelijk werd de Ilex op 7 à 8 cm boven de grond gesnoeid, maar inmiddels wordt gestart met een snoei op 12 à 13 cm. „Ilex heeft een beetje body nodig om aan te slaan, snoeien op 7 à 8 cm is te kort gebleken. En om te zorgen voor voldoende body gebruiken we nu ook geen planten meer in p9, maar alleen nog planten in p13.” Inmiddels is zo’n 6 km Ilex helemaal vervangen door nieuwe Ilex en is op andere plekken Ilex ingeboet, waarbij de grond 60 cm is losgemaakt. „Alles wat we dit voorjaar hebben geplant of ingeboet doet het goed. Ik ben daar erg tevreden over en ik denk dat we nu het goede systeem te pakken hebben.” Bij Zieleman was vanaf het begin bekend dat Ilex twee keer per jaar moet worden gesnoeid, tegen Buxus één keer. Uit kostenoogpunt werd dit dan ook al snel geautomatiseerd. In samenwerking met Frits van den Elst van Elstec Ontwerp & Advies is snoeiapparatuur ontwikkeld die de ijzeren randen van de tuin als geleider gebruikt. „Hierdoor valt de extra snoeitijd mee. Bovendien kan dit werk nu ook door minder gekwalificeerd personeel – bijvoorbeeld via sociale werkvoorziening – worden gedaan.” En verder over het snoeien: „De eerste keer

snoeien we relatief laat, vanaf half juni. Bij Buxus deden we dat altijd wat eerder, maar van Ilex komt de groei later op gang. De tweede keer snoeien we vanaf eind augustus. Een nadeel van Ilex is trouwens de doorwas die op de planten komt. Incidenteel schieten er scheuten omhoog en dat is geen fraai gezicht.”

Ondanks dat Zieleman inmiddels goede ervaringen heeft met Ilex crenata ’Dark Green’, heeft hij een terugkeer van Buxus nog niet uit z’n hoofd gezet. „Ons uitgangspunt voor de tuin blijft de 17e eeuw en toen stond hier Buxus. Ongeveer iedere 25 jaar wordt de tuin opnieuw ingericht, dus een beslissing hierover is aan mijn opvolger. Maar vooralsnog zie ik geen Buxus die ons voldoende zekerheid biedt dat hij gezond blijft, ook gelet op de huidige problemen met de buxusmot. <


Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie.

‘Groenkeur in een bestek betekent maatschappelijk verantwoord inkopen van groenvoorzieningen.’

Stichting Groenkeur info@groenkeur.nl www.groenkeur.nl @groenkeur

Bezoek onze stand op de Groene Sector STANDNR 247

Van Vliet Kastanjehout

t +31 (0)343 454 400

Gooyerdijk 41

f +31 (0)343 452 004

3947 NB Langbroek

e info@duurzaamhout.nl


ster ageratoides is een variabele soort die voorkomt in een groot gebied in Oost-Azië, zuidelijk tot in Noord-India. In 1837 werd de soort voor het eerst beschreven door de Russische botanicus Nicolai Turczaninov (1796-1864). In de daaropvolgende eeuw werd de plant nauwelijks gekweekt en pas in 1983 verzamelde het Deense Institut for Landskabsplanter materiaal van A. ageratoides in Japan. In de daaropvolgende jaren selecteerden de Denen een superieure cultivar uit het verzamelde materiaal: ’Asran’. Deze werd in 1988 geïntroduceerd en begon vanaf midden jaren ’90 van de vorige eeuw aan een indrukwekkende opmars. Vanaf de introductie waren de positieve eigenschappen overduidelijk. Allereerst zijn de planten bijzonder sterk en ongevoelig voor meeldauw. De uitstoelende pollen zorgen voor dichte bossige planten die bijzonder rijk bloeien. Door deze dichte groei hebben onkruiden geen kans zich te ontwikkelen. Welbeschouwd zijn er niet veel nadelen aan A. ageratoides, of het moet de beperkte keus aan bloemkleuren zijn. De oudste cultivar, ’Asran’, is met een hoogte van circa 80 cm (en hoger onder goede omstandigheden) ook meteen één van de meest forse. De planten kunnen beduidend breder dan 1 m worden. De donkergroene bladeren zijn gezond en vanaf half september tot in november openen de licht violetpaarse bloemen in compacte tuilen. De bloemkleur is wat bleek, maar in combinatie met vallend herfstblad heeft de plant wel een mooie herfstachtige uitstraling.

Een tweede Deense cultivar is ’Ashvi’. Deze heeft dezelfde habitus als ’Asran’, maar het blad is wat lichter groen en de bloemen zijn wit met een geel hartje. In 2002 en 2003 introduceerde het toenmalige Praktijkonderzoek Plant & Omgeving in Boskoop twee vroeger bloeiende cultivars van A. ageratoides uit een eigen veredelingsprogramma: ’Stardust’ en ’Starshine’. ’Stardust’ bloeit vanaf begin september tot half oktober en ’Starshine’ van half augustus tot in oktober. Ze zijn met een hoogte van circa 60 cm iets compacter dan de oudere cultivars. ’Stardust’ bloeit met lilapaarse bloemen met een klein geel hartje en is een verbetering van de Deense cultivar ’Asmø’ die beduidend later bloeit. ’Starshine’ heeft zuiverwitte bloemen met een geel hartje, bloeit rijk en heeft stevige stengels die ook bij slecht weer niet omvallen.

Een aanplant van A. ageratoides ziet er, vanwege de dichte, bossige groei, massief uit. Het uitstoelende karakter versterkt dit. Al met al maakt ze dit wat minder geschikt voor toepassing in (kleine) tuinen. Maar het maakt ze prima geschikt voor toepassing in het openbaar groen. En dat is exact wat er de afgelopen decennia is ingezet. Toch kan ook hier een plantvak vrij statisch en eentonig overkomen. Afwisseling met andere (vaste) planten is dus aan te bevelen. Helaas is het beschikbare kleurenpalet niet erg groot. Maar daar mogen we niet te veel over klagen; de planten zijn sterk en gezond en geven kleur tijdens zonnige, maar ook tijdens sombere herfstdagen. <



zekere schaalgrootte hebt, geeft dat een dusdanige uitstraling dat ondernemers die hun bedrijf willen verkopen zich vanzelf melden.” Volgens Cortenraad vergt de samenwerking met en de overname van bedrijven ook veel specifieke kennis en expertise. „Je moet bijvoorbeeld de waarde van een bedrijf kunnen inschatten, maar ook juridisch onderlegd zijn. Wij hebben hiervoor speciale teams in huis; iets wat onmogelijk is voor kleinere ondernemers.” Janssen geeft aan dat een landelijke dekking en meerdere locaties ook een andere bedrijfsvoering vergt. In de visie van Dolmans is het essentieel om hierbij een samenwerking aan te gaan met lokale ondernemers. „Nemen we een

bedrijf over, dan laten we de betreffende ondernemers bij voorkeur aan het roer staan. Zij kennen de lokale markt en hebben een bepaalde positie verworven. Haal je hen weg, dan haal je de ziel uit het bedrijf. Wel proberen we de efficiency en kennis die hoort bij een landelijke speler in het bedrijf te brengen. En heel belangrijk: je moet een klik hebben met de ondernemer wiens bedrijf je overneemt en de medewerkers meenemen in jouw filosofie en strategie. Het is en blijft mensenwerk.” Tot slot: is er een aanwijsbare reden waarom juist twee Limburgse bedrijven in de landelijke groen-top 5 staan? Beide heren menen van niet. Janssen: „Dat is toeval, niets meer en niets minder. Het gras is niet alleen groen in Limburg!” <


msterdam staat bekend als de iepenhoofdstad van de wereld. En niet zonder reden. Er staan nergens zoveel iepen bij elkaar als in het centrum van Amsterdam: zo’n 75.000 stuks. Volgens bomenconsulent Hans Kaljee kiest Amsterdam bij voorkeur voor bomen op eigen wortel. „Bij de iep hebben we nadrukkelijk gezegd: alle iepen op eigen wortel, tenzij er een goede reden is om daarvan af te wijken. Bij veel veredelde iepen heb je te maken met uitgestelde onverenigbaarheid. Ze vallen letterlijk om. Dat is nu al zo vaak voorgekomen, dat we geen risico meer willen lopen.” Ook de lagere beheerkosten spelen een rol. Het verschil zit volgens Kaljee vooral in de inspectiekosten. In het centrum wordt iedere boom jaarlijks gecontroleerd; daarbuiten driejaarlijks. „Als we buiten de ring een iep op een onderstam hebben, inspecteren we die vanwege de veiligheid jaarlijks. Dat zijn meerkosten.” Om dit soort problemen te voorkomen, is

de gemeente bezig met een lijst met ongewenste boomsoorten en veredelingscombinaties. Kaljee verwacht dat deze lijst in 2018 klaar is. „Wat je hier zoal op kunt vinden? Dat we bijvoorbeeld Ulmus ’Plantijn’ en Quercus frainetto alleen nog maar op eigen wortel willen hebben. Of dat we Tilia tomentosa ’Brabant’ niet meer aanplanten, omdat deze boom op termijn plakoksels geeft en er takken uitbreken.” Dit wil volgens Kaljee niet zeggen dat er in de stad helemaal geen plaats meer is voor veredelde bomen. „Er zijn zeker combinaties die nooit problemen geven. Ook zijn er soorten die slecht op eigen wortel te vermeerderen zijn, zoals Ulmus glabra ’Exoniensis’. Bovendien geven sommige combinaties een prachtige entknobbel, die zelfs voor extra sierwaarde zorgt.”

Evenals Amsterdam maakt ook de ge-


meente Den Haag bij voorkeur gebruik van bomen op eigen wortel. „Je weet nooit of een boom op een onderstam het op de lange termijn volhoudt”, licht Leendert Koudstaal, beleidsadviseur bomen en groen, toe. „Sommige bomen blijken na zestig jaar nog onverenigbaar. Ook heb je bij soorten als lindes en esdoorns te maken met wildopslag. Wil je dit voorkomen, dan is het verstandig om een boom op eigen wortel te kiezen.” Koudstaal weet dat dit een langere teeltduur en dus ook een duurdere boom betekent. Hij realiseert zich dat niet alle gemeenten geld (over) hebben voor bomen op eigen wortel. „Maar op lange termijn is het wel de beste investering.”

Hoewel de animo voor bomen op eigen wortel dus toeneemt, blijkt het in de praktijk niet altijd even makkelijk om

eraan te komen. Er is nog onvoldoende aanbod. Kaljee: „Als je Ulmus ’Dodoens’ in 20-25 op eigen wortel vraagt, heeft geen enkele kweker deze op voorraad. Ze zijn nog niet voorbereid op een actieve vraag naar bomen op eigen wortel.” Volgens Kaljee hebben kwekers zo hun eigen redenen om vast te houden aan het enten van bomen. „De een kan geen bomen op eigen wortel maken, de ander wil het niet omdat hij van mening is dat ze trager groeien en daardoor duurder zijn. Vaak heeft het ook met traditie te maken; dan zit het gewoonweg niet in hun systeem. Wat dat betreft is een deel van de sector tamelijk conservatief. Zolang er geen grote vraag is, beginnen ze er niet aan.” Ook weet Kaljee dat er in de praktijk nog wel eens wordt gerommeld met partijen. „Dan worden er veredelde bomen geleverd in plaats van bomen op eigen wortel.” Het gebrek aan groenkennis bij veel gemeenten helpt daar volgens hem niet bij. „Wij hebben veel expertise in huis en ons overkomt het af en toe nog dat er verkeerde bomen worden geplant. Bij overheden die deze kennis niet in huis hebben, is het schering en inslag. Daar krijgen kwekers die een andere kwaliteit voor ogen hebben, gewoon de ruimte om die partijen in de markt te zetten.”

Om hierop in te spelen, overweegt de gemeente Amsterdam om bomen op contract te laten kweken. „Nu selecteren we de bomen zelf en rijden we het hele land af. Dat kost veel tijd en daar willen we vanaf.” Amsterdam en Den Haag zijn aangesloten bij de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen, waarin de 32 grote gemeenten van Nederland verenigd zijn. Het onderwerp contractteelt staat steeds vaker op de agenda. „Met name vanuit de invalshoek van de biologische teelt”, vertelt Koudstaal, voorzitter van de studiegroep. „Als grote gemeenten zijn wij op zoek naar biologische bomen en dat zal

zeker ook op eigen wortel zijn. Daarom zijn we in gesprek met grote boomkwekers of dat op contract kan.” De bedoeling is dat de contracten gelden voor een langere periode. „Dan heeft zowel de boomkweker als de gemeente zekerheid. Er lijkt nu schaarste te ontstaan, de afzet groeit enorm. Als je de producten vastlegt, hoef je je daar geen zorgen meer over te maken. Bovendien is de kwaliteit dan gegarandeerd.” Koudstaal ziet daarbij wel iets in een model waarin kwekers de gemeenten ontzorgen. Zoals Van den Berk dat al jaren doet voor de gemeente Eindhoven. „Van den Berk kweekt en verzorgt bomen op contract, waardoor de gemeente over tien jaar een gegarandeerd eindbeeld heeft. Dat heeft de toekomst.” <


p het Floriadeterrein wordt met een trekker de grond bewerkt, netjes om de bomen die mogen blijven staan heen. Mezen doen zich tegoed aan de restanten van als groenbemester ingezaaide zonnebloemen. Jaap Smit buigt zich voorover en pakt wat vers opengetrokken grond. „Ik was bang dat het dichte klei zou zijn, maar dit valt me helemaal niet tegen. Ik had ook een open vlakte verwacht waar de wind vrij spel zou hebben. Dat is niet zo. Het is een beschutte plek. Hier is goede groei mogelijk.” De eerste contouren van de Floriade en wat daarna een woonwijk van Almere zal zijn, worden met het grondwerk nu zichtbaar. Op 2 maart van dit jaar werd de groensector over de plannen geïnformeerd. Sindsdien zijn die verder uitgewerkt en op 30 november vindt de aftrap plaats voor de aanplant van bomen en dus de uitvoering van die plannen. Dendroloog Jaap Smit is door de gemeente Almere aangetrokken om dat in goede banen te leiden. Een klus waar hij zichtbaar zin in heeft. Wat Smit drijft is tweeledig. In dienst van de gemeente moet hij ervoor zorgen dat de bomen nog tot in lengte van jaren dienst kunnen doen. De beplanting wordt immers niet alleen voor de tentoonstelling neergezet, maar doet daarna dienst in de woonwijk die Almere met de Floriade wil realiseren. Daarnaast voelt de dendroloog het als een opdracht om ervoor te zorgen dat de bomen van de kwekers goed voor de dag komen. Daarom maakt hij zich hard voor een gedegen

groeiplaatsonderzoek en maatregelen die moeten waarborgen dat de bomen er goed kunnen groeien. Teleurstelling als bij voorgaande edities van de tentoonstelling moeten hoe dan ook worden voorkomen. „Wat ik belangrijk vind, is dat het goed gaat met de bomen op de Floriade. Dat het goed groeit en er fantastisch uitziet in 2022 én ook daarna.”

Het beplantingsplan voor de Floriade is klaar. Smit pakt zijn telefoon en opent een app waarin het plan van het Weerwatereiland is te zien. Over het hele Floriadeterrein staan alle soorten op alfabetische volgorde, gegroepeerd in kavels. Langs de randen van die kavels komt beplanting. Meest in de klei; bomen die daarin niet gedijen, komen in bakken te staan. De grote variatie en het speelse karakter in de aanplant worden nog eens versterkt doordat gebruik wordt gemaakt van veertig jaar oude bomen. Deze staan al op het terrein en worden door ontwerpers Winy Maas, Ria van Dijk en Christiaan Pfeiffer aangeduid als ’cadeautjes’. Smit wijst ze wandelend over het terrein aan: een hazelaar, een rij elzen. De zorg van Smit gaat uit naar goede groeiomstandigheden voor de bomen. Er is groeiplaatsonderzoek gedaan, er zijn profielkuilen gegraven en met een penetrologger is de indringingsweerstand gemeten. Die is gemiddeld laag genoeg om goede groei mogelijk te maken, verzekert de dendroloog. Ook het organischstofgehalte is gunstig en met een pH van gemiddeld net boven 7 is er voor de meeste

soorten geen vuiltje aan de lucht. Vanaf 30 november start een website waarop kwekers kunnen aangeven welke bomen zij willen aandragen. Zij kunnen er een profiel aanmaken met hun naam, adresgegevens en e-mailadres. Daarna kunnen zij de kaart van het beplantingsplan inzien en de lijst van gezochte bomen, en aankruisen wat zij willen inzenden. De ingezonden bomen worden na de Floriade 2022 eigendom van de gemeente Almere. Volgens plan krijgt een kweker na inschrijving een keer bezoek en worden de bomen gekeurd volgens kwaliteitsvoorwaarden die gebruikelijk zijn in de handel in boomkwekerijproducten. Smit wil bomen die binnen een straal van 250 km van de Floriade zijn opgekweekt, om er zeker van te zijn dat ze gezond en goed geacclimatiseerd zijn. Medio februari 2018 start dan het afroepen van de bomen. Een vervoerder haalt de bomen in opdracht van de gemeente op en brengt ze naar een depot. „Ik wil het zo makkelijk mogelijk maken voor de kwekers”, zegt Smit. Die dragen met hun bomen en het werk dat zij daar in steken immers al heel wat bij. De gemeente zorgt voor het transport, de aanplant en de nazorg.

Via meervoudige onderhandse aanbesteding worden partijen gezocht die dat gaan uitvoeren. Daarbij gaat de voorkeur uit naar bedrijven die ervaring hebben met de omstandigheden in de polder. Smit wil ook op de ’Almeerse manier’ planten. De gemeente is het gewoon een ruimte van 2 bij 2 m te nemen, de grond los te maken en daarin te planten. Daar zijn goede ervaringen mee. Drainage zorgt dat water makkelijk weg kan en voorkomt dat de bomen in die plantgaten verzuipen. „Er is straks veel toezicht op het planten. Ik heb er vertrouwen in dat het zo goed komt”, zegt de dendroloog, zich bewust van scepsis bij boomkwekers, mede op basis van ervaringen bij voorgaande edities van de Floriade. Wat kwekers in ruil voor de bomen



NIEUW

Buurtweg 42 6971 KM OEKEN tel. 0575 476 555 www.hissink-oeken.nl

De Collectie (deel 6) , 64 pagina s full colour, gebonden ISBN: 978-94-92571-01-4 Een boekje vol inspiratie: van een feestelijk kerstboeket tot een vernuftig arrangement, van eenvoudige tafelschikkingen tot ingenieuze constructies, kransen, alternatieve kerstboompjes, taarten en schalen. Alles is voorzien van materialenlijsten en uitleg van de werkwijze.

Bestellen via e-mail: info@hortipoint.nl o.v.v. Kerstbloemwerk Prijs: â‚Ź 15,50 (inclusief btw en verzendkosten) Bloem&Blad is een uitgave van Hortipoint.

vanaf 0,99% rente


ans weet dat hij in het verleden moest afwachten totdat het duidelijk was dat de vordering niet meer betaald zou gaan worden. Vaak was dat op het moment dat de curator de crediteuren hierover ging informeren. Het gevolg was dan ook dat de ondernemer al wel de btw had voorgeschoten, omdat het al moest worden afgedragen zodra er gefactureerd was. Het werd in de aangifte over dat tijdvak meegenomen. Omdat dit voor bedrijven toch wel erg bezwaarlijk was en ook impact kon hebben op de liquiditeiten, is deze regeling aangepast vanaf dit jaar. De Belastingdienst heeft op zijn site een uitleg geplaatst hoe vanaf 1 januari 2018 btw teruggevraagd kan worden als een klant de factuur niet (volledig) heeft betaald.

Vorderingen die nog niet betaald zijn en waarvan de uiterste betaaldatum vóór 1 januari 2017 lag, worden op 1 januari 2018 als oninbaar aangemerkt. De btw

over deze oninbare vorderingen moet worden teruggevraagd in de eerste btwaangifte van 2018. Het bedrag dat wordt teruggevraagd, moet als negatieve omzet en negatieve btw bij vraag 1a of vraag 1b van die aangifte worden ingevuld.

Ook bij oninbare vorderingen met een uiterste betaaldatum ná 1 januari 2017 waarover de btw wordt teruggevraagd vanaf 1 januari 2018, moet het bedrag dat wordt teruggevraagd als negatieve omzet en negatieve btw bij vraag 1a of vraag 1b van de btw-aangifte worden ingevuld. Dit moet worden gedaan in de aangifte over het tijdvak waarin duidelijk is dat de klant niet meer zal betalen. Of uiterlijk 1 jaar na de uiterste betaaldatum.

Betaalt een klant later toch nog (een deel van) de factuur, dan moet in de eerstvolgende btw-aangifte bij vraag 1a of 1b

worden aangegeven dat hierover btw moet worden betaald.

Vaak wordt het bij het opstellen van de jaarrekening of bij de laatste aangifte een herberekening gemaakt van de omzetbelasting. In het verleden werd er dan zo nodig een btw-suppletie gedaan door middel van een formulier dat op de website van de belastingdienst verkrijgbaar was.

Het doorgeven van een correctie ('suppletie') kan vanaf 1 januari 2018 alleen nog maar digitaal. Dat kan via de website van de Belastingdienst, via eigen software of de adviseur kan de suppletie digitaal doorgeven. Wijzigingen waarbij €1.000 of minder wordt teruggekregen of €1.000 of minder moet worden bijbetaald, mogen ook in de eerstvolgende btw-aangifte worden verwerkt. <


p het terrein was voorheen de kwekerij van hoveniersbedrijf Esselink gevestigd. „Wij zijn zo’n twaalf jaar geleden begonnen met de inrichting van deze kavel, we wilden er graag onze nieuwe woning bouwen. Mijn vrouw en ik waren geïnspireerd door de bibliotheek van de TU in Delft, een prachtig vormgegeven gebouw met gras op het hellende dak. Het moest wel wat organischer worden, en natuurlijk zo duurzaam mogelijk. Eigenlijk een moderne plaggenhut”, zegt Harry Esselink. Hij is in 1973 voor zichzelf begon>




nen, na een korte werkperiode bij een hoveniersbedrijf. „Eigenlijk ben ik te snel zelfstandig geworden. Misschien een tip voor jonge hoveniers: het is erg belangrijk om eerst veel ervaring op te doen bij een goed bedrijf. Door alleen te werken was het voor mij veel moeilijker om op het gewenste niveau te komen, dat heeft tijd gekost. Pas toen ik in de dertig was, maakte ik de mooiere tuinen.’’ Esselink heeft vanaf 1982 aan alle Floriades meegedaan en heeft diverse prijzen gewonnen. Ook zit de tuinontwerper in de jury van de Tuin van het Jaar en in de Examencommissie Meesterhovenier. In 1978 gebruikte Esselink als een van de eerste tuinontwerpers cortenstaal in de tuin bij de Bestuursacademie in Velp. Daar werd toen van op gekeken. Inmid-

dels wordt het veel toegepast in tuinontwerpen; ook voor de aardwoning is het een belangrijk materiaal.

De tuin van de familie Esselink heeft alles wat je als tuinbezitter kunt wensen: beschutte terrassen, forse vijvers, gazons, kleurrijke borders en zelfs een boomgaard. „Een tuin moet passen bij de bewoners en het huis, je moet je als ontwerper goed in de opdrachtgever verplaatsen. Mijn ontwerpen zijn daarom heel divers, ik heb niet een vaste stijl. Rust en ritme vormen belangrijke uitgangspunten, maar ook geborgenheid en welbehagen. Een tuin moet goed voelen, daar gaat het om.’’ Inmiddels heeft zoon Ard Esselink het

>


hoveniersbedrijf overgenomen. „Daar heb ik veel geluk mee. Hij is een zeer goede bedrijfsvoerder, maar geen ontwerper. Daarom hebben we de aparte ontwerpafdeling De Hofmeesters opgericht, met Douwe Wessels als vaste ontwerper. Zo kunnen we alle opdrachten goed verwerken. Zelf bemoei ik me ook nog met van alles, zolang ik niet in de weg loop, blijf ik heel graag nog betrokken.’’

ziet de border er fraai uit. Esselink: „In februari of begin maart begin ik met het afknippen van de planten. Dat doe ik met een accuheggenschaar, steeds een stukje en dan langzaam naar beneden. Zo krijg je allemaal kleine snippers, perfect als mulchlaag. Allerlei vogels en egels vinden het ook fantastisch.” De oprit wordt geflankeerd door Acacia, volgens Esselink de mooiste bomen die er zijn.

De verhoogde vijver met een lengte van 28 m is de blikvanger in het ontwerp. Als je naar de voordeur loopt, zie je in het verlengde van de entree, door de glaspui heen, het spiegelende wateroppervlak al. De royale waterpartij markeert de zichtas die door de aardwoning heen loopt en leidt de blik naar de border met halfronde haag aan de rand van het perceel. De betonnen waterbak ligt op een plaat van gewapend beton. Bij het terras is de diepte 30 cm, aan het eind 140 cm. „Deze vijver is eigenlijk een zwemvijver, bedoeld om ’s morgens even een paar baantjes in te trekken. Nu ligt er tijdelijk gaas in om de vijver veilig te houden voor onze kleinkinderen”, zegt Esselink. „Het was de bedoeling dat het water werd rondgepompt en over de rand zou weglopen, via gootjes weer terug naar een reservoir. Maar we hadden geen rekening gehouden met de wind: bij zo’n grote bak lukt het je niet om het water gelijkmatig over de rand te laten stromen.” Als er ’s winters ijs op het water komt, pompt Esselink wat water uit de bak zodat er lucht onder het ijs komt. Zo kan het ijs niet dikker worden en ontstaat er een isolerende luchtlaag.

In de beschutting van twee halfronde hagen van Thuja occidentalis ’Brabant’ liggen twee borders, allebei even groot. „Ik heb voor een ronde haag gekozen vanwege het beschermende gevoel dat je ervan krijgt. De voorste haag begint hoog en omarmt het terras, langzaam loopt de heg af richting het pad. Door de haag 20 cm in het pad door te laten steken, lijkt het of hij oversteekt naar de andere kant. Ook lijkt de vijver hierdoor langer.’’ Voor de border die dicht bij het huis ligt, zijn pittige kleuren gekozen. Hoe verder van het huis des te zachter en natuurlijker de kleuren worden om de diepte te benadrukken. In de achterste border is tien jaar geleden een prairiemengsel geplant. Tijdens het maken van de foto's in september bloeide er nog Persicaria, Aster, Salvia en Solidago, opvallend is de gele herfsttint van Amsonia. „In het begin hebben we het aantal uren voor onderhoud bijgehouden, dat was slechts eenvijfde van de tijd die je nodig hebt voor een klassieke border. Na vier tot vijf jaar was dit voordeel echter verdwenen. Het kiezen van precies de goede soorten is erg belangrijk bij een prairiebeplanting. Nu gaat deze border er in het voorjaar helemaal uit en maak ik iets nieuws.” Het tuinonderhoud doet Esselink voor 80% zelf. Vooral omdat tuinieren echt zijn hobby is. „Werken in de tuin doe ik heel graag. Genieten van al die mooie planten, de dieren die je ziet, de geuren. Graag sluit ik af met het maaien van het gras, natuurlijk wel op blote voeten.” <

Naast de slingerende oprit, geïnspireerd op een karrenspoor, ligt een enorme grassenborder. De border is aangeplant op een heuvel, waardoor de beplanting nog indrukwekkender oogt. Van het vroege voorjaar tot ver in de winter



uxcom in Veghel is gespecialiseerd in het vervaardigen van tuinproducten uit polymeercomposiet. Overkappingen, muren, meubilair en waterelementen: het kan allemaal van dit materiaal gemaakt worden. Bijzonder eraan is de natuurlijke uitstraling. Het kunststof is niet zoals gewoonlijk glad gepolijst, maar heeft een natuurlijke look. Je kunt bijvoorbeeld een gestuukte muur of beton imiteren, en in allerlei kleuren. Het product bestaat uit een schuimkern die voorzien is van meerdere lagen glasvezelversterkte composiet. De maximale maat is 24 m. Doordat het een lichtgewicht materiaal is, is het bijvoorbeeld mogelijk om grote overkappingen uit één stuk te maken. Luxcom denkt graag technisch mee met ontwerpers en hoveniers over hun specifieke wensen. Zo is het ook mogelijk om vensters in de muren aan te brengen, het materiaal als waterelement toe te passen of tuinmeubilair te maken. „In principe is elke vorm mogelijk’’, stelt

industrieel ontwerper Rob van der Heijden. Alles wordt op maat gemaakt in de fabriek in Veghel. Dit scheelt veel tijd bij de aanleg in de tuin, maar vergt wel eerder in het proces een heel goede inventarisatie van de gewenste afmetingen en bijzonderheden als de gewenste verlichting. Het materiaal is niet alleen flexibel in vorm en uitstraling, maar ook weerbestendig. Volgens Luxcom kan het zowel tegen vocht als vrieskou, iets waar bijvoorbeeld een gestuukte muur minder goed tegen kan. Daarnaast gaat het decennia lang mee. Mocht het tuinelement niet naar de smaak zijn van de volgende tuineigenaar, dan is het mogelijk om het product weer bij Luxcom in te leveren. De twee materialen (de schuimkern en de glasvezelversterkte composiet) kunnen van elkaar worden gescheiden en hergebruikt. Beter nog is het om het in zijn geheel ergens anders opnieuw te gebruiken. <




oloff onderscheidt in zijn beoordelingsmethode vier treden van vitaliteit, ofwel ’Vitalitätsstufen’ in het Duits. Deze vier vitaliteitstreden (VT 0 t/m 3) hebben vooral betrekking op de levensfasen van bomen. De treden staan achtereenvolgens voor de volgende levensfasen: VT 0 exploratie (sterke kroonontwikkeling, lengtegroei), VT 1 degeneratie (zijwaartse vertakking neemt af terwijl er nog wel lengtegroei plaatsvindt), VT 2 stagnatie (kroon groeit niet verder en verliest geleidelijk haar samenhang) en VT 3 retractie (eerste kroondelen beginnen af te sterven). In de jongere levensfasen van een boom is de vitaliteit sterk gerelateerd aan de potentie om te groeien. Van nature neemt de lengtegroei na het bereiken van een culminatiepunt echter weer af, als de boom zijn maximaal kroonvolume min of meer heeft bereikt. Dat betekent echter niet dat de boom minder vitaal is. Bij de beoordeling van de vitaliteit moet daarom rekening worden gehouden met de leeftijd van een boom. Vitaliteitstrede 2 bijvoorbeeld, is bij een boom in de eerste volwasfase problematisch, maar kan bij een ouder exemplaar blijk geven van een gezonde ontwikkeling binnen de natuurlijke cyclus van een soort.

Nadat de boom de vier vitaliteitstreden heeft doorlopen begint hij zich terug te trekken door het vormen van een kleinere (secundaire) kroon en wordt het een echte veteraan. Deze fase kent een geheel eigen dynamiek en blijft in de methode buiten beschouwing. Het begrip vitaliteit zoals gedefinieerd door Roloff is overigens niet hetzelfde als het begrip vitaliteit dat in Nederland bij bomen wordt toegepast (Stadsbomenvademecum 3A). Het Duitse model gebruikt elementen van de conditie- en vitaliteitsbeoordeling en kijkt daarnaast ook naar de ontwikkeling van de boomkroon als geheel. In dit artikel wordt ’vitaliteit’ bedoeld in de betekenis van de term ’Vitalität’ zoals Roloff die gebruikt.

Omdat verschillende boomsoorten hun levensfasen van nature op verschillende leeftijden doormaken, maakt Roloff in

de herziene versie onderscheid tussen kortlevende bomen, middellang levende bomen en langlevende bomen. De verschillende boomsoorten worden hiervoor in drie categorieën ingedeeld:

’Korte levenscyclus’ (80 – 100 jaar levensverwachting): berk, els, hybride populieren en wilgen, diverse fruitbomen, meelbes, hemelboom et cetera.

’Middellange levenscyclus’ (150 – 300 jaar levensverwachting): beuk, haagbeuk, Noorse en gewone esdoorn, paardenkastanje, Turkse hazelaar, es, gleditsia, walnoot, amberboom, den, Amerikaanse eik, robinia, schietwilg, fladderiep, honingboom et cetera.

’Lange levenscyclus’ (meer dan 400 jaar levensverwachting): zomer- en winterlinde, zomer- en wintereik, tamme kastanje, ginkgo et cetera.

De combinatie van de lengte van de levenscyclus, leeftijd en vitaliteitstrede levert in het schema een bepaalde score op uitgedrukt in een kleur. Groen: goed of optimaal, geel: waarschuwing; potentieel vervroegde ouderdom of rood: problematisch; vergrijzing. De grenzen in de grafiek hierboven zijn niet scherp doordat de overgang naar een volgende vitaliteitstrede zich over een langere periode voltrekt. De indeling naar levensverwachting van bomen is een belangrijke toevoeging aan de methode. Als immers een berk of els met een leeftijd van minder dan 40 jaar binnen vitaliteitstrede 2 wordt ingedeeld, is dat een teken voor een problematische ontwikkeling die duidt op vergrijzing. Maar bij een beuk van meer dan 125 jaar of een zomereik ouder dan 150 jaar is vitaliteitstrede 2 een goed en gezond beeld gerelateerd aan leeftijd en soort. De vitaliteitstrede 0 valt altijd binnen groen (optimaal). Daarentegen is vitaliteitstrede 3 altijd een waarschuwing geel (potentieel vervroegde ouderdom) of rood (vergrijzing). Maar later in de levenscyclus kan deze indeling bij bomen binnen de categorieën ML en LL het natuurlijke beeld weerspiegelen dat bij de leeftijd hoort en dus als normaal worden beschouwd.

>


Wanneer boomkronen, bijvoorbeeld omwille van de veiligheid, sterk zijn ingekort of zelfs gekandelaberd (hoofd- of gesteltakken op dikke stompen teruggezet) moet dit meegewogen worden in de beoordeling van de vitaliteit. Door het sterk veranderde kroonbeeld kun je het schema met de vitaliteitstreden echter niet zomaar meer toepassen. Daarom introduceert Roloff de zogenaamde regeneratietreden als tussenstap totdat de boom een secundaire kroon heeft gevormd en de boom weer volgens de vitaliteitstreden kan worden beoordeeld. In het onderstaande voorbeeld worden de vier regeneratietreden (RT 0 t/m 3) beschreven, met een volwassen, niet gekandelaberde, linde (> 150 jaar, VT 2) als referentiepunt.

VT 2 (referentieboom, niet gekandelaberd): Ouder exemplaar in natuurlijke toestand en een vertakkingspatroon conform natuurlijke habitus in deze leeftijd. Verwachting: toekomstige ontwikkeling goed conform soort en leeftijd, regulier kroonbeheer met onder andere verwijderen dood hout.

Hier is een vakkundige kroonreductie conform de snoeiregels uitgevoerd. Bij de grootte van de snoeiwonden is rekening gehouden met de boomsoort. Van de functionele takken (takken die bij de snoei niet verwijderd zijn en een rol blijven spelen in de structuur van de kroon) is de diameter groter dan 1/3 van het snoeivlak dat naast of vlakbij de

aanhechting van deze tak is ontstaan door het kandelaberen (genoteerd als: functionele takken D>1/3). De boom kan verder beoordeeld worden conform de bestaande indeling van de vitaliteitstreden VT 0 t/m 3.

Omvangrijke vorming van nieuwe scheuten, lange scheuten vooral vlakbij snoeivlakken. Functionele takken ontbreken of D<1/3. Analyse van de vitaliteit op basis van vertakkingspatroon pas weer mogelijk na 5-10 jaar. Verwachting: ontwikkeling van een secundaire kroon binnen 10 jaar, de boom bereikt vaak binnen enkele jaren weer zijn oorspronkelijke hoogte. Beperkt risico op aantastingen of houtrot in de ingekorte kroondelen. Nieuwe kroontakken selecteren en/of na 5 en 10


jaar inkorten. Verhoogde beheerinspanning noodzakelijk om een duurzame en veilige (secundaire) kroon te ontwikkelen.

Matige vorming van nieuwe scheuten, lange scheuten langs zware takken tot aan de snoeivlakken. Functionele takken ontbreken of D<1/3. Analyse van de vitaliteit op basis van vertakkingspatroon is pas weer mogelijk na 5-10 jaar.

Verwachting: Vertraagde ontwikkeling van een secundaire kroon, risico op aantasting door houtpathogene organismen en houtrot in de ingekorte kroondelen, beperkt toekomstperspectief in combinatie met hoge inspanningen betreffende beheer en veiligheid.

Nieuwe scheuten ontstaan alleen op grotere afstand van de snoeivlakken. Functionele takken ontbreken of D<1/3.

Analyse van de vitaliteit op basis van vertakkingspatroon is pas weer mogelijk na 5-10 jaar. Verwachting: Geen vorming van een secundaire bovenkroon, hooguit van een secundaire onderkroon. Afsterven en/of inrotting bij de bovenste delen van de ingekorte kroondelen, (zeer) beperkt toekomstperspectief in combinatie met hoge inspanningen betreffende beheer en veiligheid. <


e gemiddelde klant weet maar weinig over het onderhoud van zijn of haar tuin en huurt daarom een vakbekwame hovenier in. Vaak juist voor de snoeiwerkzaamheden, want dat wordt als het meest ingewikkelde ervaren. Klanten die mij inschakelen zijn meestal ontevreden over hun tuin, maar kunnen er niet precies de vinger opleggen waar het aan schort. Helaas moet ik dan vaak constateren dat alle struiken op dezelfde manier zijn behandeld: met de heggenschaar. Jarenlang hebben tuineigenaars aangenomen dat het zo hoort, want zij weten niet beter. De beplanting vormt vaak een ondoorzichtige groene ’muur’ van gelijkvormige struiken, met weinig bloemen, oud blad bij de bladhoudende struiken en nagenoeg geen vruchten. Teleurgesteld geven mijn klanten aan dat ze van hun hovenier hadden verwacht dat die de juiste werkwijze per struik toe had gepast. Hoveniers die alles met de heggen-

schaar snoeien, geven soms aan dat de klant dit nu eenmaal zo wil, dat de klant dan tenminste kan zien dat hij langs is geweest, of dat het sneller en dus goedkoper is als je met de heggenschaar werkt. Die argumenten snijden echter geen hout. De klant huurt een hovenier juist in vanwege diens expertise. Leg die klant dus uit hoe snoeien in zijn werk gaat en waarom je het doet zoals je het doet. Met de heggenschaar gaat het ook niet sneller. Een goed begeleide struik hoeft niet twee keer per jaar geschoren te worden maar vergt juist weinig ingrepen. De vakbekwame hovenier zou zich van de beunhaas met zijn onafscheidelijke heggenschaar moeten onderscheiden, door te zorgen voor een optimaal onderhoud van iedere individuele struik. Door een struik op de juiste wijze te snoeien gaat hij langer mee, ziet er natuurlijker uit, bloeit uitbundiger en geeft meer vruchten.


Het is eigenlijk heel simpel. Alle bomen en struiken die ná 21 juni bloeien, snoei je in het voorjaar, liefst in april-mei. Ook bij een vroeg voorjaar, waarbij de vlinderstruiken, hortensia’s en rozen al in maart uitlopen, kan je best nog in april snoeien. Het maakt het juist eenvoudiger, want dan kan je goed zien waar de nieuwe scheuten ontstaan. Je kan daardoor beter kiezen welke scheuten je handhaaft. Alle bomen en struiken die vóór 21 juni bloeien, zoals Forsythia, boerenjasmijn en Rhododendron, snoei je na de bloei. Kijk goed naar de natuurlijke vorm van de struiken en naar waar ze gaan bloeien. Rhododendron bijvoorbeeld, bloeit aan het eind van de scheut die hij meteen na de bloei al begint aan te leggen. Dat zie je aan de dikke knoppen die in de herfst al goed zichtbaar zijn. Forsythia bloeit op het tweejarige hout. Daardoor zul je een manier moeten vinden om de struik aantrekkelijk te houden met voldoende tweejarig hout. De leeftijd van de takken is vaak af te lezen aan de kleur die ze hebben. Groen voor het nieuwe hout, dan grijs en vervolgens bruinig. Snoei struiken en bomen die makkelijk waterloten vormen, zoals de appel en de roodbladige Prunus, wat later in het jaar, vlak voordat ze hun reserves uit de bladeren trekken.

Hoe meer je snoeit, hoe harder het groeit. Zware snoei veroorzaakt dan ook zware reactiegroei. Er worden veel lange, dunne scheuten geproduceerd die vaak steil rechtop groeien. Snoeien in de zomer zorgt voor meer rust in de struik dan snoeien in de winter. Zomersnoei voorkomt ook problemen met struiken die bloeden, zoals de esdoorn of de druif. Snoei dus altijd als de plant vol in het blad staat en de sapstromen optimaal zijn. Dan sluit de struik de snoeiwon>


den het snelst af, waardoor infecties door schimmels, virussen en bacteriën beperkt worden. Snoei ook nooit meer dan 20% van de bladmassa weg. Snoei je zwaarder, dan ontstaan zelfs bij zomersnoei lelijke waterloten of zuigers. Snoei om struiken klein te houden is onbegonnen werk. Elke plant streeft naar zijn maximale grootte. Is een tuin te vol, dan zal er soms rigoureus opgetreden moeten worden door hele struiken te verwijderen. Vaak worden bij de aanleg eigenlijk te veel planten gebruikt om de tuin eerder body te geven. Dat houdt in dat je later moet ingrijpen om alle overblijvende struiken goed tot hun recht te laten komen.

Struiken die hun sierwaarde door hun takkleur hebben (bijvoorbeeld Cornus alba) of in de zomer bloeien aan het einde van de nieuwe scheut (Hypericum en bepaalde Spiraea) kunnen ook ieder jaar tot op de grond afgeknipt worden. Laat géén stompjes staan. Deze veroorzaken op termijn rot in de wortelkluit en de nieuwe scheuten hebben meer

moeite om zich een weg te banen door het oerwoud van stompjes. Op de knieën dus. Snoei hortensia’s zoals de befaamde Annabelle, nooit op deze manier. De bloemen worden veel te zwaar voor de lange, slappe scheuten. Na een regenbui liggen de bloemen als slappe vaatdoeken op de grond. Beter is om ieder jaar 1/3e van de oudste takken weg te halen tot op de grond. Dit is ook een methode om sterkgroeiende struiken continu te verjongen. Zorg dat het hart van de struik open is, dus ook vrij van bodembedekkers. Daardoor komt er licht op de wortelhals, waardoor jonge scheuten uit kunnen lopen. Zonder licht is er geen of minder verjonging mogelijk.

Het belangrijkste bij het snoeien is een geoefend oog. Je moet ontzettend goed kunnen kijken en - op termijn - in één oogopslag kunnen zien welke takken kunnen zorgen voor schade aan elkaar, disbalans in de kroon, elkaar teveel beconcurreren of voor overlast voor mensen en/of andere struiken zorgen.

Haal bij het snoeien van een heester eerst alle dode, aangetaste en kruisende takken weg. Kijk daarna goed naar de struik. Wanneer, waar en op welk hout bloeit hij? Hoe snel groeit de struik? Snelgroeiende heesters maken veel makkelijker grondscheuten dan langzaam groeiende struiken. Als de plant gevoelig is voor waterlot snoei je het liefst zo min mogelijk, want is zo'n plant eenmaal fors gesnoeid, dan ben je nog jaren bezig om weer rust in de struik te krijgen. Ook van belang is de lichtbehoefte van een plant. Heb je met een lichthoutsoort te maken, zorg dan dat hij vrijgesnoeid wordt van concurrentie, anders legt hij het loodje of produceert minder bloemen. Snoeien vergt dus plantenkennis en kennis van de regeneratieprocessen in een plant. De vakbekwame hovenier is degene die ziet welke takken het beste weggehaald kunnen worden en dat vergt enige oefening. Als je de regels vanaf de aanplant toepast, behaal je vaak met een minimale inspanning een maximaal resultaat. Het is dan een kwestie van goed kijken en op tijd de juiste tak wegnemen. <




Een medewerker van Mostert de Winter verankert een meerstammige fruitboom op het dak van het nieuwe Erasmus MC in Rotterdam. De boom staat uiteraard in daktuinsubstraat en de hovenier zet hem met spanbanden aan een ingegraven bouwstaalmat vast. Een tweede boom hangt al aan de hijskraan. De bomen wegen bij het planten al zo'n 1.000 kg, ze worden daarom precies boven de pilaren die het

dak ondersteunen geplaatst. Er komen in totaal 38 meerstammige fruitbomen die samen een boomgaard vormen in de daktuin van 3.000 m². De tuin ligt weliswaar op de achtste verdieping, maar in de luwte van de hogere verdiepingen. Daardoor is het toch mogelijk om voldoende plekken te creÍren waar patiÍnten in alle rust van het uitzicht op de Rotterdamse skyline kunnen genieten. <



tihl gaat er vanuit dat door de omschakeling van de merknaam Viking naar Stihl de omzet van tuinmachines verder zal stijgen. Vandaar dat eind september de eerste spade de grond in ging voor een uitbreiding van de productielocatie in het Oostenrijkse Langkampfen van 20.000 m2. Met deze uitbreiding zal Langkampfen een vast onderdeel worden van de wereldwijde productiecapaciteit van Stihl en zal deze een belangrijke rol spelen als montagevestiging van vele tuinmachines. Dit betekent ook dat de hoveniers- en groenvoorzieningssector de komende jaren vanuit Langkampfen nog veel innovaties op

tuinmachines of wereldprimeurs kan verwachten. Voorlopig zal dit bedrijfsonderdeel nog bezig zijn met de reusachtige opdracht om van de merknaam Viking om te schakelen naar Stihl. Een van de meest bijzondere innovaties van Viking is het iMow Team van 2 tot 10 robotmaaiers voor sportvelden, golfbanen en andere grote terreinen. Dit systeem is dermate geavanceerd dat als de maairobots bepaalde zones extra grondig moeten maaien, je met de app tot vier intensieve zones kunt instellen (de intensiteit is regelbaar op drie niveaus). Dankzij de intelligente technologie zullen deze machines

daarom de gedefinieerde oppervlakken intensiever onderhouden. De MI 632 M modellen kunnen voor een optimale doeltreffendheid van richting veranderen als ze een obstakel tegenkomen, zoals een boom. Nog iets bijzonders aan de MI 632 M is dat hij als een van de weinige steile hellingen aan kan tot 45% en ook nog eens reageert op zeer steile terreinen door snelheid te minderen. Verder detecteren de sensoren op de robotmaaier wanneer het regent, wanneer de batterijcapaciteit laag is of wanneer het werk klaar is. In teammodus kan elke robotmaaier het basisstation van zijn keuze gebruiken indien het vrij is. <

>




DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN

' systems

URENBRIEF

HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !

www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS

TE DOEN KLANTEN

FACTUUR MEDEWERKER

3DTUIN Designer

Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!

Schans-/steenkorven Sedum dakcassettes Grastegels

www.firmusproducts.eu

Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%

✔ ✔

Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp

www.3dtuindesigner.nl


ZinCo Benelux B.V. Adviseur en leverancier van daktuinsystemen

www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852

Daktuincentrum

• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels

Alles is op voorraad!

1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

www.tfi.nl

• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

Groeiplaatsconstructies Wortelschermen

O A

ntwerp cademie

Boombakken & Exterieur Boomverankering Boomstambescherming Beluchting & Bewatering Kantopsluitingen Amfibieënschermen

www.greenmax.eu


Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag

Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen

en W

e

Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl

www.foreestgroenconsult.nl

Tel. Web. E-mail

0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl

zaden van inheemse planten en kruidenmengsels

â–


Feestdagen Actie


Ferris introduceert de 400S: een zero-turn maaier die een snelheid haalt van 13 km per uur. De machine is uitgerust met het Hydro-Gear Commercial ZT-3100 transmissiesysteem. De 400S is geschikt voor kleine gazons, waar hij zeer wendbaar en effectief is. Met dank aan het gepaten-

teerde ophangingssysteem kan de bestuurder de snelheid behouden, ook op ongelijk terrein, en zo meer vierkante meters maaien per uur. Met het all-in-one 122 mm brede, stalen maaidek kun je achteruit en opzij lossen, en mulchen in twee standen. De maaidek-lift is met de voet te bedienen.

Onella is een van twee nieuwe buitenlampen van ontwerper Wietse Mélotte. De lampen bestaan uit een combinatie van robuust beton, grove staalverbindingen en een stukje natuur. Als de warme gloed van de ledlamp gaat schijnen heeft dit effect op de hele tuin. Onella heeft dankzij het ruwe smeedwerk een krachtige uitstraling. De lamp wordt geleverd inclusief beplanting. Water geven is eenvoudig dankzij een ingebouwd watergeefsysteem. Hoogte: 105 cm, diameter: 60 cm, gewicht voet: 25 kg, gewicht plantenkap: 75 kg. Plantkeuze: Waldsteinia Ternata. Prijs €2126 per stuk.

Naast 80 mm beluchtingsbuis biedt GreenMax de AirMaxbuis nu ook aan in 100 mm buis. Deze extra geperforeerde buizen komen van pas voor extra beluchting in het erg verdichte plantvak. De AirMax 45 is 45% geperforeerd en door de hoge drukvastheid is dit ideaal voor toepassing in granulaat.

De extra dikke AirMax 100 mm is ontworpen om boomwortels van extra lucht te voorzien. Gemaakt van HDPE, en omhuld met een nylon filterkous, die zeer lang meegaat. In alle lengtes verkrijgbaar, net als alle bijbehorende hulpstukken; denk aan T-stukken, bochten en eindkappen.

De volledig elektrische kniklader 130E is qua prestaties en gewicht nagenoeg identiek aan de Knikmops KM130. De 130E heeft een eigen gewicht van 1.800 kg en is standaard uitgerust met een batterijcapaciteit van 320Ah. Hierdoor is hij bij zeer intensief gebruik 1 uur onafgebroken te gebruiken en tot

3 uur bij minder veeleisende taken. Op deze manier kun je de machine inzetten op plaatsen die anders ontoegankelijk zijn. Zoals in gesloten ruimtes of op locaties waar het geluidsniveau beperkt moet blijven. Standaard komt de 130E met een loodzuur accu; ook o.a. lithium-ion is een optie.


Met Mewa Slim kunnen bedrijven vrijblijvend werkkleding en service uitproberen. Er zijn twee collecties voor industrie en handwerk, tien producten en twaalf weken om te testen. Bedrijven kiezen het gewenste pakket en starten zo de full-service qua textiel: Mewa levert de werkkleding, haalt ze na het dragen weer op, bezorgt ze na het wassen en, indien nodig, repareert of vervangt. Daarna kan, indien gewenst, het pakket worden omgezet in een vast contract met tal van opties. Eén van de collecties uit de Slim-formule, is Mewa Performance: robuuste werkkleding met handige details. Er zijn onder andere overalls, werkbroeken en werkjassen.

Het Nederlandse designlabel Net-Echt maakt al 20 jaar betonlook meubelen volgens een eigen recept van glasvezelsterke polymeer-composiet. Het label lanceert nu ook een serie meubelen voor de particuliere markt. De betonlook tafels kunnen het hele jaar door buiten staan dankzij het materiaal

De nieuwe HelixCAD 3.0 is beschikbaar. De gebruikersinterface is vernieuwd en het programma werkt intuïtiever. Ook is er de nieuwe module ’online kadastrale gegevens’. Te zien op de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg.

Vier verkoopbeurzen in het zuiden van Nederland zijn in januari in dezelfde week geopend. Op 17 en 18 januari zijn dit: Groenbeurs Haaren (www.groenbeurshaaren.nl), groenbeurs Brabant (www.groenbeursbrabant.nl) en vakbeurs GrootGroenPlus (www. grootgroenplus.nl). En op 21 en 22 januari vindt TreeVention plaats (www.treevention.eu).

Kawasaki heeft drie nieuwe instructievideo’s op zijn website staan. Hiermee kan de gebruiker stap voor stap uitleg krijgen over het opstarten van zowel horizontale als verticale tweetakt machines, in zowel koude als warme situaties.

Michelin neemt PTG en TéléFlow over, twee industriële leiders in luchtdrukwisselsystemen voor banden. Hiermee wordt Michelin de grootste in deze systemen voor de landbouwmarkt.

dat 100% niet-capillair is. De serie bestaat onder andere uit loungebanken, picknickbanken en tafels in vrijwel ieder gewenst formaat. De look is beton, maar de meubelen zijn licht van gewicht en dus eenvoudig te verplaatsen of te verhuizen. Een 3 m lange tafel weegt slechts 70 kilo.

EverColor Carex is geïntroduceerd in 2014 en bestaat inmiddels uit acht variëteiten. De selecties zijn veredeld door Pat Fitzgerald van Fitzgerald Kwekerijen in Ierland. Het zijn alle winterharde, makkelijk te kweken, kleurrijke planten. Ze doen het uitstekend in het plantsoen en in de tuin, maar

als pot- of containerplant zijn ze ook zeer de moeite waard. Ze kunnen als blikvanger fungeren of als opvulling in een kuipcombinatie. De serie bestaat uit Carex EverColor Evercream, Everdi, Everest, Everillo, Everlime, Everlite en Everoro. Elk met zijn eigen kleuren en streepbreedte.


„We laten chronologisch het leven en werk van Mien Ruys zien; met onder meer aandacht voor de familiekwekerij Moerheim waar de kiem is gelegd voor haar omvangrijke plantenkennis, de proeftuin van Dedemsvaart en de vruchtbare wederopbouwperiode waarin Mien samenwerkte met de architectenclub de 8 en Opbouw. We laten ook wat persoonlijke spullen zien: een pagina uit haar dagboek, notitieboekjes waarin ze eindeloze lijsten met vaste planten noteerde en twee werkjassen waarin ze steevast in de tuin werkte. Het gaat echt ook om de persoon Mien Ruys.’’

„Jazeker, in de laatste zaal hangt het werk van tien eigentijdse ontwerpers als Jacqueline van der Kloet, Sander Rombout en Sanne Horn. Daaraan kun je zien dat zij schatplichtig zijn aan Mien Ruys wat de toepassing van vaste planten betreft. Daarnaast vertellen tuin- en landschapsarchitecten Pieter Buys, Anet Scholma en Piet Oudolf op video wat Mien Ruys voor hen heeft betekend. Ook hebben we de jongste generatie betrokken: 25 studenten van Van Hall Larenstein hebben oplossingen in de geest van Mien bedacht voor de renovatie van de Tuinen in Dedemsvaart.’’

„De expositie maakt duidelijk waar de huidige trend vandaan komt om

meer vaste planten in de tuin én het openbaar groen toe te passen. Mien Ruys is daarmee begonnen! Als je daarin geïnteresseerd ben, mag je dit niet missen.’’

„Ja, ik realiseer me nu hoe belangrijk zij is geweest voor de modernisering van de tuinkunst in Nederland. En ik heb meer bewondering gekregen voor haar als persoon, de discipline waarmee ze te werk ging, hoe ze zonder zich te laten afleiden recht op haar doel afging.’’

„Na half januari gaat hij naar het provinciehuis in Zwolle. De eerste tuin daar is 54 jaar geleden door Buro Mien Ruys ontworpen.’’ <



Tijd en geld besparen met

Steenfix randprofielen De vervanger van de opsluitband!

• Geen opsluitband nodig • Eenvoudig en snel verwerkt • Zeer sterk en direct belastbaar • Verschuift niet • Gazon blijft langer groen

Informeer naar de mogelijkheden!

De juiste partner in het voorkomen van onkruid Normeco levert gebruiksvriendelijke oplossingen voor een langdurige onderhoudsvrije tuin en bestrating. Met een uitgebreid verwerkingsadvies, begeleiding op locatie en meer dan 20 jaar ervaring met voegen zijn wij de juiste partner in het voorkomen van onkruid. Hieronder een greep uit ons assortiment.

VOEGMAATJE

POWERCLEAN

STROPELLETS

Voor tegels met aaneengesloten voeg • Werkt snel en eenvoudig • Voor een nog beter eindresultaat • RVS schijven van 1-3-5 mm breed

Voeg - verwijder machine • Verwijdert zandvoegen • Zonder water • Snel en schoon

De ecologische bodembedekker • Tegen mos- en onkruidgroei • Werkzaam 12-18 maanden • Ecologisch en duurzaam

FUGENSAND

AQUA XP

AQUA XP FIJN

• Geschikt voor alle soorten bestrating • Duurzaamheidslabel A+ • 100% ecologisch • Vanaf 1 mm

• Waterdoorlatend voegen • Verwerkbaar op natte stenen • Optimale hechting • Aantrekkelijk geprijsd

• Voegen vanaf 1,5 mm • Verwerkbaar op natte stenen • Belastbaar tot 3500 kg • Geschikt voor alle soorten tegels en bestrating

normeco ECOLOGIC SOLUTIONS

www.normeco.nl Normeco BV • +31 (0)6 45 60 56 29 • info@normeco.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.