21 Vakblad voor de groenvoorziening | 37e jaargang | 8 oktober 2015
De Spelende Mens Buitenspelen in een stadse omgeving Speeltuin: oefenplek om risico’s te nemen Spelenderwijs landschap transformeren
Voorplaat.indd 1
01-10-15 14:19
673985_.indd 2
5-10-2015 12:23:12
Inhoud
nummer 21 | 8 oktober 2015
Themanummer De Spelende Mens In Tuin en Landschap 21 is het themanummer De Spelende Mens opgenomen. Samen met de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL) zijn tien projecten geselecteerd waarin spelen een meerwaarde levert aan de openbare ruimte en aan de samenleving. Spelen is niet een geïsoleerde functie voor een specifieke doelgroep, maar ingebed in de stad en samenleving. Daarnaast behandelen we twee studentenprojecten die ook opvallen vanwege die combinatie aan functies.
Nieuws 10
4 5 6 7 8
Rotterdamse regentuin test watertegels GrootGroenPlus presenteert goed gevulde beurs met voor ieder wat wils Plantenwand maakt klas aangenamer Tuinstichting gaat zich meer op gemeenten richten Tuin en Landschap online
Ontwerp en Inrichting
Foto voorplaat Gerdien de Nooy
20
48
10 Buiten spelen: Amsterdam voor alle leeftijden 16 ’Speeltuin is voor kinderen oefenplek om risico’s te nemen' 20 In Meijendel maakt de natuur het spel 24 Terloops spelen op Stationsplein Apeldoorn 30 Spelen op straat en in plantsoen in Utrechtse retrowijk 34 Samen maken om samen te fitnessen en chillen 40 Landschapspark aan het einde van de wereld 44 Experimenteren op De Ceuvel 48 ’Aardvarken ook mooi zonder spelende kinderen’ 54 Spelen op een oude Romeinse nederzetting 58 Met kleine aanpassingen, grote veranderingen teweegbrengen 64 Spelenderwijs het landschap transformeren 66 Mobiele speelcontainers
Service 72 Leveranciersnieuws 74 Agenda en cursussen 75 Groene Gast: Johan Geerdink 66
TuinenLandschap l 21 l 2015
Inhoud.indd 3
3 05-10-15 13:54
Nieuws
Rotterdamse regentuin test watertegels De Rain(a)way-garden ligt voor het Katshoekgebouw nabij station Hofplein. Een langgerekte strook van 400 m2 aan parkeerplaatsen is vervangen door tien vakken met Rain(a)way-tegels. Die worden afgewisseld met vaste planten en heesters. Het beplantingsontwerp is gemaakt door De Urbanisten, bekend Foto Miranda Vrolijk
In Rotterdam is dinsdag 29 september de eerste steen van de Rain(a)way-garden gelegd. Hierin zijn tegels toegepast die bij hevige regenval het water bovengronds opvangen en het langzaam laten infiltreren in de bodem. Zo draagt de tegel bij aan een klimaatbestendige stad.
Deltacommissaris Wim Kuijken (l) legt samen met watergezant Henk Ovink de eerste steen van de Rain(a)way Garden.
van het nabije Waterplein. De strook is aangelegd door Binder Groenprojecten uit Poortugaal. Fien Dekker is de bedenker van de Rain(a)way-tegel. Zij studeerde ermee af aan de Design Academy in Eindhoven. De tegels zijn gebaseerd op de Japanse architectuur die regenwater integreert in de publieke ruimte.
Tien variaties De Rain(a)way-garden is een proefproject: in de teststrook zijn tien verschillende tegels verwerkt. Alle tegels (30x30x10) zijn van beton maar ze variëren in kleur, waterdoorlaatbaarheid, waterzichtbaarheid, detaillering en vulling. Elke tegel bestaat uit een visuele bovenlaag en een waterdoorlatende onderlaag. Die onderlaag is er in drie variaties: de eerste is dicht, het water loopt alleen via de voegen weg. Bij hevige regenval lopen de opengewerkte tegels snel vol zodat een wirwar van kleine geultjes
ontstaat. Deze onderlaag is vooral bedoeld om het gevallen regenwater zichtbaar te maken. Bij de tweede zijn uitsparingen langs de randen gemaakt om het water sneller te laten weglopen. De derde onderlaag is poreus, hierdoor wordt het water sneller geïnfiltreerd in de bodem. Bij deze tegels is het mogelijk om het opengewerkte patroon te vullen met split of grind zodat over de verharding kan worden gelopen. De Rain(a)way-garden ligt in de zogenoemde ZOHO-wijk, waaronder het Rotterdamse Zomerhofkwartier en de Agniesebuurt vallen. De ZOHO-wijk dient als proeflocatie voor de Rotterdam Climate Adaptation Strategy. In de wijk worden projecten gerealiseerd die de stad enerzijds beter bestand moeten maken tegen hevige regenval en extreme droogte en anderzijds de publieke ruimte aantrekkelijker maken. Voorbeelden zijn het Waterplein en de vergroening van de Hofbogen. <
Commentaar
Dichtbij Laatst was ik met mijn dochter in Speelnatuur Tiengemeten. Binnen no time zat ze van top tot teen onder de modder. Dolle pret op de modderglijbaan. Er werd gezwommen, gestruind en met takken gebouwd. Aan het einde van de dag onder de koude douche met een afwasborstel, goed schrobben en ’schoon’ in de auto naar huis. ,,Dit was de leukste dag van het jaar, mam.” Een uurtje later waren we weer thuis. Ik dacht aan mijn eigen jeugd. Het trapveldje om de hoek, rollenbollen van de dijk, de hut in het bosplantsoen en de struintochten langs het water van het IJsselmeer naar Andijk, soppend in mijn laarzen. Het buitenplezier op loopafstand, elke dag. ,,Volg het plezier en je komt tot de essentie”, zei wetenschapsjournaliste Mark Mieras tijdens een van zijn lezingen waarin hij inging op de invloed van spelen op de werking van hersenen. Ik maakte vroeger mijn eigen plezier in de buurt waar ik woonde. Mijn
4
TuinenLandschap l 21 l 2015
NieuwsPag_4-5_B.indd 4
’stadse’ dochter maakt plezier op de plek waar haar moeder haar brengt. Speelnatuur Tiengemeten, Monkey-bos in Meijendel of de Efteling en de Apenheul. Stuk voor stuk met visie ontworpen gebieden, een lust voor het oog en een genot voor het spel. Maar mag het ook ietsjes dichterbij? En dan niet via Google Street View naar de 25 gebieden van natuurmonumenten. Naast de deur, aan de overkant van de straat. Of gewoon op plek waar je het niet verwacht, in de vorm van terloops spelen, zoals landschapsarchitect Lodewijk Baljon in dit themanummer zegt. Spelen is van alle tijden en de uitgangspunten voor het spel van het kind zijn nooit veranderd. De vraag is echter: creëren we er nog voldoende ruimte voor in de directe leefomgeving? In dit themanummer worden tien exemplarische projecten getoond waarbij spelen in de breedste zin van het woord is vertaald in de leefomgeving; veraf en dichtbij. Wendy Bakker hoofdredacteur
05-10-15 13:54
De 25e editie van GrootGroenPlus in Zundert had over het weer niet te klagen. De goed gevulde boomkwekerijbeurs kende drie dagen lang prachtig weer. Verder was er een vol programma met discussies en noviteiten. De beursorganisatie had ook deze editie weer gekozen voor doelgroependagen. Woensdag was de Dag van de Retail, donderdag de Dag van het Openbaar Groen en vrijdag de Dag van de Hovenier/Ontwerper. Gekoppeld aan de doelgroep waren er iedere dag discussies aan de Grote Groene Ronde Tafel. Stond de groene tafel andere jaren wat verloren bij de entree van het beursgebouw, dit jaar was de tafel midden in de grote eetzaal gesitueerd. Dit zorgde ervoor dat er meer publiek aanwezig was bij de discussies, maar ook dat de gesprekken af en toe moeilijk te volgen waren.
Integrale samenwerking
Meerwaarde keurmerk Op de Dag van de Hovenier/ Ontwerper zaten hovenier Ben de Rooy, Dirk van der Poel van Groenseizoen, Peter van Rijssen van Plantipp en Michel Lafaille namens het Ontwerpinstituut aan tafel. In de discussie kwam de vraag aan de orde wat de meerwaarde van een keurmerk is voor de hovenier. Volgens ontwerper Van der Poel wordt er nauwelijks om gevraagd. Ook voor De
Een grote diversiteit aan sortiment was te zien op GrootGroenPlus.
Rooy heeft het geen meerwaarde. „Ik investeer liever in het maken van mooie producten dan in een keurmerk. Onze jarenlange ervaring is ook een keurmerk.” Ontwerper Lafaille was het daar niet mee eens. „Een keurmerk geeft aan dat je kennis van zaken hebt.” Volgens Lafaille kunnen hoveniers zich onderscheiden met kennis. „In de plantkeuze zit het vakmanschap.”
Beste nieuwigheid Chamaecyparis pisifera ’Blue Moon’ van sierteeltkwekerij Kools is op GrootGroenPlus
uitgeroepen tot beste nieuwigheid. ’Een gezonde, uniforme blauwe dwergconifeer met een hoge aaibaarheidsfactor’, zo oordeelde de jury. De plant werd als winnaar gekozen uit drie gouden medaille-winnaars. Naast ’Blue Moon’, kregen ook Skimmia japonica ’Moerings1’ (White Dwarf) en Skimmia japonica ’Moerings 2’ (Red Dwarf), beide ingezonden door Van Vliet New Plants, goud. In totaal werden er 3 gouden, 4 zilveren en 5 bronzen medailles uitgereikt. Er werden 23 planten beoordeeld door de jury van Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen. < Foto’s Ralph Mens
Tijdens de sessie op donderdag discussieerden Marjan Huijgens van Bergen op Zoom, Cees Barneveld van Kwekerij De Smallekamp, Gert-Jan Vos van Buro Buitenom en Ronald Kusters van Brouwers Groenaannemers over de toekomst van
openbaar groen. Ze waren het alle vier met elkaar eens dat er meer integrale samenwerking zal komen: door gemeentelijke bezuinigingen worden beheerders meer bij aanlegontwerp betrokken, door achteruitgaande sortimentskennis meer kwekers bij het ontwerp. Burgers worden ook meer betrokken bij het onderhoud, maar dat is niet vanwege bezuinigingen. „Burgers voelen zich zo meer verantwoordelijk voor het groen”, aldus Huijgens. „Burgers zien anderen ook bezig in het groen, dat trekt elkaar aan.” Volgens Vos is het wel belangrijk dat burgers zo vroeg mogelijk bij een beplanting te betrekken. „Al bij het ontwerp. Dat wordt ook geadviseerd door gemeenten.”
Foto Wendy Bakker
GrootGroenPlus presenteert goed gevulde beurs met voor ieder wat wils
Aan de groene tafel vonden levendige discussies plaats.
Er is steeds meer aandacht voor milieu op de beurs, zoals uitgedragen door deze imker.
TuinenLandschap l 21 l 2015
NieuwsPag_4-5_B.indd 5
5 05-10-15 13:54
Nieuws
Groene wanden in klaslokalen zorgen voor een aangename leeren werkomgeving en verbeteren de stemming van leerlingen. De plantenwand heeft nauwelijks effect op concentratie, gezondheid en luchtkwaliteit. Dat blijkt uit het onderzoek ’Groene Wand in de klas’ van omgevingspsychologe Agnes van den Berg. Vanaf oktober 2014 doen zeventien basisscholen in Haarlemmermeer mee aan het gelijknamige project. In de klassen zijn vegetatiewanden geplaatst (H 200 cm x B 125 cm) met luchtzuiverende planten. In de groepen 5, 6 en 7 van vier basisscholen is een evaluatie en effectstudie uitgevoerd. Twee groepen kregen een plantenwand, twee parallelgroepen niet. De gedachte achter het project is dat een groene wand kan zorgen voor verbetering van luchtkwaliteit in de klas, vermindering van gezondheidsklachten en voor positief effecten op sfeer, stemming
en concentratie. Resultaten uit eerder onderzoek van Fytagoras ’Planten in de klas’ uit 2011 ondersteunden deze verwachting. Een lichte verbetering van de concentratie kwam uit een van de testresultaten van het onlangs gepubliceerde onderzoek naar voren. Het verwachtte effect op luchtkwaliteit en gezondheidsklachten bleef uit. Mogelijk komt dit doordat de luchtkwaliteit in de klassen al heel goed was bij aanvang van het experiment, denken de onderzoekers. De plantenwand had wel effect op het psycho-sociaal welbevinden en de leeromgeving. De klas is gezelliger, mooier, de stemming vrolijker en de wand geeft rust. Kanttekening is het onderhoud van de planten, maar dat kan door serviceonderhoud of gezamenlijk onderhoud van docenten en leerlingen opgelost worden. In het laatste geval kan dat ook een positieve invloed hebben op het sociale klimaat. <
Foto Ronald Bakker
Plantenwand maakt klas aangenamer
Amsterdams Oosterpark weer open Het Oosterpark in Amsterdam is na een grootscheepse renovatie zaterdag 26 september feestelijk geopend. In het ontwerp van Buro Sant & Co uit Den Haag is het park verdubbeld tot 120.000 m2. Tot aan de Mauritskade is het park beleefbaar gemaakt, waar dit voorheen niet het geval was. Onderdeel daarvan is de uitbreiding van de vijver richting Hotel Arena. Langs de oever zijn grote rotsblokken geplaatst met daartussen waterspuiters met gekleurd ledlicht: een ideale speelplek voor kinderen. <
c o l u m n
De Slopende Mensjes Toen ik zo’n twintig jaar geleden eigenaar werd van onze huidige privétuin gingen alle remmen bij mij los. Hier ging ik al mijn kunnen op botvieren! Het werd een soort Engelse cottagetuin opgedeeld in tuinkamers met verschillende sferen, zichtlijnen naar het landschap en een rijk sortiment tuinplanten. Mijn vrouw besloot zich te gaan storten op een universitaire studie dus ik had zeeën van tijd voor aanleg en onderhoud van de tuin die er, al zeg ik het zelf, na een aantal jaren prachtig uit zag. Een jaar of vijf later werden wij gezegend met de geboorte van een dochter. En weer een paar later kwam zoonlief in ons leven. Weldra werd duidelijk dat in onze tuin ruimte moest worden gemaakt voor ’De spelende mens’. Dat begon voorzichtig met de inbeslagname van het plantenkasje door mijn dochter. Zij had na vier jaar behoefte aan eigen woonruimte en vond het kastje zeer geschikt. Daar kwam dus
6
een buitenkeuken in voor juffrouw Pollewop waar zij vrijwel dagelijks de ’heerlijkste’ brouwsels vandaan toverde. Weldra werd de tuin ook opgesierd met onder meer een speelhuis met schommel en glijbaan, een trampoline en (waarom ook niet?) een heuse kabelbaan. In dit minipretpark verdrong ’De Spelende Mens’ de esthetica naar de achtergrond. Maar wat was ik blij dat ik mijn kinderen dit tuinplezier kon bieden. Wel werd duidelijk dat ’De Spelende Mens’ in ons geval beter kon worden uitgelegd als ’De Slopende Mensjes’. Los van het vertier dat de speeltoestellen boden, werd geklommen in bomen, verrezen er hutten en werd het gazon door voetballende jongetjes vaker geverticuteerd dan eigenlijk nodig was. Inmiddels wordt het in onze tuin al weer wat rustiger en ben ik bang dat ik over een aantal jaar ’De Spelende Mens’ heel erg ga missen.
Bart Hoes tuinontwerper Jack van Haperen ontwerper/hovenier Ruud Vermeer hovenier
Jack van Haperen sales@formaverde.nl TuinenLandschap l 21 l 2015
NieuwsPag_6-7-8.indd 6
05-10-15 13:55
Tuinenstichting gaat zich meer op gemeenten richten
Foto Ronald Bakker
Om het groene culturele erfgoed te behouden, zowel het historische als het moderne, gaat de Tuinenstichting zich meer op gemeenten richten. Dit beloofde voorzitter Beline Geertsema-Key zaterdag 26 september tijdens de viering van het 35-jarig jubileum van de stichting in Wageningen. Zo’n 250 belangstellenden woonden de viering van de Tuinenstichting bij. Onder hen bevonden zich wel diverse tuinontwerpers en hoveniers, maar slechts enkele gemeentemensen en dat is ’bedroevend weinig’ volgens hoogleraar Erik de Jong. De Jong nam samen met Eric-Jan Pleijster van Lola Landscape Architects, filosoof Ann Meskens en voorzitter Geertsema-Key, deel aan de paneldiscussie waarmee de viering begon. Thema daarvan was ’tuinen van de toekomst’.
Ontbreken van visie Doel van de Tuinenstichting is
Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
het behoud van zowel particuliere als openbare tuinen en parken van belang. Tijdens de introductie van Pleijster, die onder meer zijn ontwerp voor de voedseltuin in de Haven van Rotterdam toelichtte, kwamen de eerste verwijten uit de zaal aan het adres van de gemeenten over het ontbreken van visie op het groen. Volgens De Jong valt er inderdaad nog een wereld te winnen. „Het beleid is volledig onder de maat’’, aldus de hoogleraar. Dat er zo weinig gemeentemensen de 26e aanwezig waren, bevestigde dat volgens hem eens te meer. „Daar moet echt wat gebeuren.’’ Ook Geertsema-Key betreurde het in haar inleiding dat de aandacht voor het kwalitatieve groen volgens haar onder gemeenten tanende is, wijzend op de omvorming van gemeenteplantsoen naar relatief makkelijk te onderhouden gazons. Ook uitte zij haar zorgen over de vele tuinvrou-
wen en -bazen die maar weinig uren ter beschikking staan om hun buitenplaats of landgoed te onderhouden. Als voorbeeld noemde zij de tuinvrouw van Kasteel Sypesteyn in Loosdrecht die slechts twee dagen heeft en daarnaast afhankelijk is van dertig vrijwilligers.
Meer samenwerken Naar aanleiding van de geuite zorgen beloofde Geertsema-Key stellig dat de Tuinenstichting zich in de toekomst meer op de gemeenten in Nederland te gaan richten. „Maar voor zulk lobbywerk heeft de vereniging wel meer mankracht en vooral meer donateurs nodig.’’ Daarnaast wil de Tuinenstichting meer gaan samenwerken met andere partijen die opkomen voor het groen. Zo is de stichting inmiddels in gesprek met de stichting Heemschut Hulpfonds, die als doel heeft het behoud van het culturele erfgoed.
NieuwsPag_6-7-8.indd 7
Overigens was er ook veel positiefs te melden. Zo noemde De Jong tijdens zijn voordracht de toekenning van de Prins Bernhard Cultuurfondsprijs aan Piet Oudolf en later de Rotterdamse Maaskantprijs, een zeer belangrijk moment. „Het bewijst dat de omgang met beplanting tot de cultuur van Nederland behoort.’’ Daarnaast lichtte Suze Peters naar aanleiding van de oproep aan de Tuinenstichting om vooral ook te laten zien wat er goed gaat, het Sociaal Tuinieren project in Amsterdam toe. Daarin knappen groepen vrijwilligers in achterstandswijken tuinen van ouderen en kwetsbare bewoners op. Dit is opgemerkt door woningcorporatie Eigen Haard waarmee de stichting inmiddels samenwerkt. <
vhg
Finnen De afgelopen week hadden we een delegatie uit Finland op bezoek. Volgend jaar organiseren zij een groen event. Hiervoor wilden zij graag in Nederland inspiratie komen opdoen. Tijdens ontmoetingen bij de ELCA had ik hen al verteld over hoe we in Nederland bezig zijn met duurzaamheid en groen. Vooral het concept De Levende Tuin had de aandacht getrokken. De delegatie bestond uit hoveniers, groenvoorzieners en tuin- en landschapsarchitecten. Zij wilden weten hoe we in Nederland duurzame projecten realiseren. Zoals de groene schoolpleinen, tuinen, parken en groene daken. Kers op de taart tijdens het bezoek waren diverse tuinen in de Achterhoek, de tuin bij het Rijksmuseum en het Polderdak in Amsterdam.
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
Ook veel positiefs
Na afloop ontving ik leuke reacties. Diep onder de indruk van wat we hier allemaal doen. Prima aanknopingspunten voor het groene evenement in Finland volgend jaar. Tegelijkertijd heb ik onze Finse vrienden om een gunst gevraagd. Kunnen we samen optrekken bij het agenderen van de waarde van groen op de politieke agenda tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in 2016? Vol enthousiasme is daar ’ja’ op gezegd. Zo heeft dit werkbezoek naar twee kanten toe positief uitgewerkt. Voor hen inspiratie en voor ons steun in onze lobby om de maatschappelijke waarde van groen nog verder te profileren.
TuinenLandschap l 21 l 2015
7 05-10-15 13:55
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
Wehkamp-tuin wint Heem Natuurprijs
Heleen Eshuis @In_het_wild Kinderen voelen zich beter en vrolijker als ze een groene wand in de klas hebben. Goed onderzoek!
Koninklijke Ginkel Groep heeft de Heem-prijs gewonnen met de kruidenrijke tuin bij het nieuwe distributiecentrum van Wehkamp. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan één van de groenbedrijven die zijn verbonden aan Heem.
Man komt om tijdens rooien bomen
Ellen Alzer @e_alzer Nog een reden om lekker veel buiten te spelen: ’buiten spelen voorkomt bijziendheid’ #groendoetgoed en #worteltjesook
Een 23-jarige eigenaar van een boomrooierij uit Aarle-Rixtel is vorige week omgekomen bij werkzaamheden in het Groningse Bellingwolde. De man kwam onder een boom terecht.
Huisje Boompje Beter @HuisjeBeterApp Maak je tuin klimaatbestendig met acties uit @HuisjeBeterApp tegel eruit groen erin, groen dak, waterbuffervijver...
Waterschap gaat reuzenberenklauw chemisch bestrijden
Barend de Jong @barenddejong Nieuwe website: ’Kansen voor biodiversiteit in de stad’ Leuk qua opzet, beetje mager van inhoud.
Waterschap Scheldestromen gaat de komende drie jaar als proef de reuzenberenklauw chemisch bestrijden. Mechanisch bestrijden van de reuzenberenklauw werkt volgens het waterschap averechts.
Haarlem Groener @HaarlemGroener Hoe belangrijk is buitenspelen? Van levensbelang! Dank aan Jantje Beton voor zoveel jaar speelplezier
SP wil verbod Roundup op sport- en speelterreinen De SP heeft een motie ingediend om gebruik van Roundup op speelterreinen en sportvelden voor het groeiseizoen 2016 in te laten gaan. In het wetsvoorstel van staatssecretaris Mansveld geldt een uitzondering voor sport- en recreatieterreinen.
'Keurmerk heeft geen meerwaarde’ tuinenlandschap.nl Op GrootGroenPlus discussieerden hoveniers en ontwerpers over de meerwaarde van keurmerken. De één ziet geen meerwaarde, de ander vindt het vakmanschap tonen. Wat vindt u?
Dijksma huldigt jonge natuurbeschermers
Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep
50% Foto Sanoma
zei ja tegen de stelling:
Ab
on
nee
r
Staatssecretaris Dijksma overhandigde onlangs een Jonge Woudlopers-medaille aan de beste natuurbeschermers van Zuid-Holland. De prijs is onderdeel van het programma Groen doet goed van IVN en Donald Duck weekblad. Dit zorgt dat kinderen die weinig buiten komen toch natuur kunnen beleven.
’De kabinetsplannen die op Prinsjesdag zijn gepresenteerd stemmen positief ’ Stem mee over de volgende peiling:
’Een speelplaats is niet compleet zonder groen of natuur’
Ni u op de Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website eu Tuin Foto’s Filmpjes Dossiers Documenten en links naar websites Praat mee ws enL bri ands ef chap 8 TuinenLandschap Landschap l 2211 l 2015
NieuwsPag_6-7-8.indd 8
05-10-15 13:55
673995_.indd 9
5-10-2015 11:43:46
Buiten spelen: Amsterdam voor alle leeftijden Van het vooroorlogse ravotten op straat tot het natuurspelen en de centrale speel- en sportplekken van nu. Hoe heeft het buiten spelen zich ontwikkeld in de stadse openbare ruimte? Een historische schets met Amsterdam als voorbeeld. Tekst Saskia de Wit, universitair docent leerstoel landschapsarchitctuur, TU Delft en Johan Meeus, Onderzoek & Ontwerp, Arnhem
A
msterdammers van vlak na de oorlog vertellen sterke verhalen over op straat spelen. Samen naar school, slootje springen en boompje wisselen op braakliggende landjes. Van touwtje springen tot steppen en hinkelen op de stoep. Vanaf de jaren zestig moest de ’achterbankgeneratie’ de buitenruimte op straat delen met oprukkende auto’s. Tussen de flats en rijtjeshuizen verschenen aparte speelplaatsen voor kinderen. Veel gezinnen namen na 1960 de benen naar een buitenwijk. Van de 800 Amsterdamse speelplaatsen uit de jaren zeventig heeft de helft de eeuwwende niet gehaald en op straat spelen is nog
steeds weinig populair. Daarom dienden er zich inmiddels experimenten aan: natuurspeelplaatsen en woonbuurten waar spelen voor kinderen en volwassenen volledig is geïntegreerd met het beheer. Enkele voorbeelden uit Amsterdam voor alle leeftijden. Kinderspel was een dankbaar onderwerp van de schilderkunst uit de Lage Landen in de 16e eeuw. Een plein vol spelende kinderen verbeeldt het eeuwige conflict tussen lering en vermaak, gehoorzaamheid en vrijheid, veiligheid en experiment. Simon Schama stelt in ’Overvloed en onbehagen’ dat kinderspel bij bekende openbare gebouwen
’Kinderspelen’ heet het schilderij van de Vlaamse schilder Pieter Bruegel de Oude uit 1560. Er staan tachtig verschillende kinderspelletjes op die in de Lage Landen populair waren.
10
TuinenLandschap l 21 l 2015
InleidendArtikel.indd 10
01-10-15 14:13
Eerste openbare speeltuin De speeltuin, waar kinderen zich uit kunnen leven, lijkt het alternatief voor spelen op straat. Op 8 mei 1880 werd aan het Tweede Weteringsplantsoen, tegenover de Heinekenbrouwerij, de eerste openbare kinderspeeltuin van Nederland geopend, op initiatief van de gegoede burgerij van Amsterdam. De speeltuin kwam voort uit bezorgdheid over de baldadigheid van kinderen die geen andere speelgelegenheid hadden dan de straat. De burgerij zag de kinderen in krottige volksbuurten met zorg opgroeien tot zedeloosheid en criminaliteit. Kinderen konden gratis in de speeltuin terecht. Scholen regelden de toegang en verstrekten kaartjes aan kinderen die een gunst verdienden. Het omheinde speelterrein was niet groter dan een voetbalveld en er stonden klimladders, schommels, een draaimolen, wippen en rekstokken. Daarnaast waren er een croquetveld en een kegelbaan aanwezig alsmede bikkels en springtouwen. Het ging er streng aan toe. Bij de dagelijkse openstelling van de tuin werd de bel geluid en de kinderen werden geacht zich in rijen op te stellen. Daarna werd het reglement van orde voorgelezen,
Foto Publieke Werken 1954
verwees naar publieke deugden. Op deze schilderijen – die model stonden voor speelplaatsen in de daarop volgende drie eeuwen – hebben kinderen de openbare ruimte overgenomen. Spel zondert zowel kinderen als volwassenen af van de dagelijkse beslommeringen. Johan Huizinga concludeert in ’Homo ludens’ dat een cultuur niet kan bestaan zonder spel. Spelen is volgens Huizinga een vrije verpozing in het alledaagse bestaan, complementair aan het leven en er een onderdeel van. Elk spel definieert een eigen speelruimte, die fysiek of denkbeeldig van de omgeving is afgebakend. Spelen gebeurt op afgesloten plaatsen en is begrensd in de tijd. Binnen het spel heerst een eigen orde met unieke spelregels, daarbuiten heerst de chaos en sleur van het echte leven. Speeltoestellen die zelf niets voorstellen, waar je alle kanten mee op kan en die juist daarom de fantasie prikkelen. Speelplaats aan de Dijkstraat, Amsterdam-Centrum. 1953-1954.
hoofdzakelijk een opsomming van wat verboden was: anderen hinderen, stenen gooien, beschadigen van de beplanting en, niet te vergeten, onwelvoeglijk taalgebruik als vloeken en schelden. Het spel kon pas beginnen na het gezamenlijk zingen en ook tegen sluitingstijd moesten de kinderen zich in rijen opstellen voor gezang. Voor de handhaving van de orde werden oppassers aangewezen: wat oudere kinderen met een rode band om de arm. Wie zich niet aan de regels hield, kon meteen vertrekken. Desondanks was de belangstelling voor de speeltuin groot. Het Algemeen Handelsblad wist op 5 juni 1880 te melden dat de tuin tussen 8 en 31 mei werd bezocht door 10.560 kinderen.
Voor en door buurtbewoners In 1902 werd de Oosterspeeltuin aan de Czaar Peterstraat opgericht door scheepstimmerman Ulke Klaren. Het was de eerste speeltuin van, voor en door buurtbewoners. Klaren pleitte voor het opzetten van een speeltuin, louter voor leden van de speeltuinvereniging. De beweging die
zo op gang kwam, bleek levenskrachtiger dan de initiatieven van welgestelde burgers. Klaren omschreef zijn uitgangspunt aldus: ’Zoo overtuigd ben ik dat wij arbeiders het zijn, het moeten zijn, die door onze krachten in dien zin ten dienste te stellen, het beste toonen dat er een onweerlegbare behoefte aan dusdanige ontspanningsplaats voor kinderen bestaat.’ In 1900 werd de vereniging opgericht. De speeltuin kwam met eigen werk van ouders tot stand in 1902. Een jaar later waren er meer dan 1.500 leden. In heel Nederland vonden de ideeën van Klaren navolging. De eerste speeltuinen waren voorzien van houten toestellen, die leken op wat er in de gymzaal te vinden was: rekstokken, ringen en klimrekken. Vanaf de jaren twintig worden de houten toestellen meer en meer vervangen door metalen exemplaren. Die vormen het beeld van de speeltuin zoals we die nog steeds kennen, met schommels, glijbaan, klimrekken en een wip. Waren speeltuinen voor de oorlog nog gericht op de schoolgaande jeugd, na de
TuinenLandschap l 21 l 2015
InleidendArtikel.indd 11
>
11 01-10-15 14:13
oorlog ontstonden er ook speelplaatsen dichtbij huis, voor kinderen die amper kunnen lopen. Spelen op straat werd steeds gevaarlijker. De gezinnen waren direct na de oorlog groot en de woningen klein. Smalle stoepen werden ingenomen door auto’s en de resterende braakliggende landjes werden in rap tempo bebouwd. De Amsterdamse Dienst Publieke Werken signaleerde dit verschijnsel en kwam in 1949 tot de conclusie: „In menig dichtbebouwde wijk van Amsterdam mist de jeugd vrijwel elke geschikte gelegenheid voor spel en ontspanning in de open lucht. Vooral voor de kleinere kinderen, tot een leeftijd van 6 à 8 jaar, die niet zonder toezicht ver van huis kunnen gaan, bestaat weinig andere speelgelegenheid dan ’de straat’.” Vlak na de oorlog, in 1947, werd de architect Aldo van Eyck aangesteld bij de Amsterdamse Dienst Publieke Werken. Een van zijn eerste ontwerpen was een speelplaats aan het Bertelmanplantsoen in Amsterdam-Zuid. Van Eyck droeg
Wipkip als stoplap Hoe kan een uiterst saaie wipkip uitgroeien tot icoon van het buiten spelen? De eerste wipkip kwam uit een flatwijk in de Deense stad Odense en veroverde vervolgens de hele wereld. In 1972 stond het geveerde en gekleurde exemplaar voor het eerst in de catalogus. De geestelijk vader heette Tom Lindhardt, een Deense kunstenaar die eind jaren zestig werkte met kleurrijke objecten in de openbare ruimte. Een van zijn grote, felgekleurde beelden werd in een nieuwbouwwijk neergezet om extra kleur in de saaie omgeving te brengen. Toen hij zich realiseerde dat kinderen zijn beelden vooral beklommen, begon Lindhardt een onderneming in speeltoestellen. Sindsdien staat de wipkip synoniem voor buiten spelen. Echter door zijn verkoopsucces en willekeurige plaatsing ontwikkelde het kleurrijke, verende geval zich tevens tot stoplap van een moeilijk te bespelen omgeving.
12
bij aan bijna 800 speelplaatsen in de hoofdstad, aangelegd tussen 1947 en 1974. Zijn ontwerpen bevatten steeds dezelfde elementen, telkens in een andere rangschikking. Opvallend waren vooral de aluminium klimkoepels in de vorm van een iglo. Die werden uitgevoerd in aluminium, nadat bleek dat staal snel sleet. Om ouders te betrekken bij het spel van de kinderen plaatste hij er zitbanken naast. De speelplekken waren wonderlijk eenvoudig: rekken om te klimmen, een zandbak van beton en enkele betonnen blokken om op en af te springen. Dingen die zelf niets voorstellen, waar je alle kanten mee op kan en die juist daarom de fantasie prikkelen. Schommels, glijbanen, wippen en wipkippen maken louter een bepaalde beweging mogelijk. Van Eycks toestellen sporen kinderen juist aan om zelf te klimmen, te springen, te slingeren of te duikelen. Een kwart van die 800 speelplaatsen werd door Aldo van Eyck tot in detail ontworpen. Die plekken kregen een eigen karakter, een eigen gezicht, een plaats waar de afgebakende ruimte even belangrijk was als de dingen zelf. De rest werd door andere gemeenteambtenaren ontworpen. Enkele vaste ontwerpprincipes stonden borg voor een beproefd resultaat. De plattegrond had een dynamische compositie waarmee de overheersende stedenbouwkundige structuur werd ontregeld, zodat de plek zich kon verbijzonderen van de omgeving. Daarbinnen diende een asymmetrisch ankerpunt, meestal een zandbak, als verbinding met de omgeving. De speelplaatsen zijn in zichzelf gekeerde, autonome composities, maar tegelijkertijd werden ze ontworpen vanuit de ruimtelijke waarneming van de stad en voor de beleving van het kind.
Tussenruimtes Al spelend de stad verkennen komt in de naoorlogse jaren neer op stuiteren van de ene naar de andere speelplaats. Volgens Cornelis van Eesteren, gemeentearchitect van de westelijke tuinsteden, hoorden speelplaatsen bij de kwaliteit van het leven in de grote stad. Liane Lefaivre schreef hierover: „Wat deze speelplaatsen van Amsterdam nu zo uniek maakt in vergelijking met de speelplaatsen in alle andere steden, is dat ze interstitieel
zijn, het zijn tussenruimtes, ingevoegd in het levende weefsel van de stad. Dit heeft tot gevolg dat elke speelplaats zijn eigen unieke configuratie heeft, waar uitsluitend de beperkingen van de lokatie zelf een rol spelen.’’ Als je gezinnen met kinderen in de binnenstad wil behouden, valt daar anno 2015 lering uit te trekken. Door hun grote aantal vormden de kindgerichte plekken een informeel netwerk in de stad, wat echter vanaf de hoogtijdagen in de jaren zeventig langzaam begon af te brokkelen. Veel speelplaatsen werden verwaarloosd, vielen ten prooi aan vandalisme en werden gesloopt. Van de bijna 800 speelplekken in 1974 resteert rond de eeuwwisseling ongeveer de helft, de rest is tijdens de stadsvernieuwing bebouwd of opgeruimd. Spelen is experimenteren, grenzen verkennen, en dat gaat soms iets te onbesuisd. Het aantal ’speelongelukken’ neemt sinds de jaren negentig nog steeds toe en dat blijft in de media niet onopgemerkt. In 1997 wordt het Attractiebesluit ingevoerd, waarbij de Keuringsdienst van Waren in speeltuinen periodieke controles instelt om preventief ongelukken te voorkomen. Speeltoestellen moeten voldoen aan strenge veiligheidseisen. Glijbanen dienen bijvoorbeeld niet alleen horizontaal te beginnen maar ook te eindigen. Om ongewilde botsingen met schommels te vermijden, zijn afschermende hekwerken verplicht. Sindsdien is het aantal ongevallen op publiek toegankelijke speeltoestellen aantoonbaar teruggedrongen. Als neveneffect van het Attractiebesluit staat de buitenruimte vol kooien en heeft een aantal speeltuinen de poorten moeten sluiten.
Vies worden Rond de eeuwwisseling raakt Amsterdam in de ban van het zogenoemde ’natuurspelen’. Verspreid over de stad zijn er in 2010 al tien natuurspeelterreinen. Daar worden de zintuigen geprikkeld, grensverleggende avonturen beleefd en kunnen kinderen zelf bepalen wat ze willen maken of breken. In een halfnatuurlijke setting werken ze met materialen, afkomstig uit de omgeving, zoals water, aarde, modder, planten, takken en bomen. De vormgeving blijft beperkt tot het aanbieden van een grote diversiteit
TuinenLandschap l 21 l 2015
InleidendArtikel.indd 12
01-10-15 14:13
Foto CARVE
aan aanleidingen. Ook het voortraject, de terreinaanleg en het onderhoud hoort in veel gevallen bij het spel. Kinderen participeren samen met buurtbewoners bij het ontwerp, visualiseren hun dromen en bemoeien zich met de uitvoering en het onderhoud. In 2006 realiseerde landschapsarchitect Sigrun Lobst met een aantal participanten het natuurspeelterrein ’Plan West’ aan de Van Speyckstraat. In plaats van speeltoestellen en zandbakken overheersen wilde bloemen, vlonders, grienden, boomhutten, klimrotsen en zandvlaktes. Vies en vuil wordt iedereen, dat is juist de bedoeling. Maar spelen is niet voorbehouden aan kinderen alleen. Nieuwe ruimtelijke vraagstukken vragen om experimenten, om spel. Een speelse kijk op een somber vraagstuk als de transformatie van een vervuild haventerrein leidt tot een broedplaats voor de creatieve industrie, waar kinderen en volwassenen samen experimenteren. Op ’De Ceuvel’, een voormalige scheepswerf in AmsterdamNoord, zijn enkele jaren geleden zeventien woonboten op de wal gezet. Grienden van wilgentenen en ruige grassen onttrekken gif aan de grond, dat met het maaisel wordt afgevoerd en vergist. Verhoogde vlonders ontsluiten het terrein. Op advies van DELVA landschapsarchitecten zijn er soorten aangeplant die de vervuiling actief opnemen en wordt het terrein na tien jaar schoner opgeleverd dan bij de start in 2014. De bewoners passen duurzame kringlopen van water en energie toe. Het resultaat is een ruig terrein waar kinderen, ouders en gasten gezamenlijk experimenteren met speurtochten, onderzoek en rondleidingen. Spelen is een intermezzo, afgezonderd van en tegelijkertijd opgenomen in het leven van alledag. De naoorlogse speelplaats van Aldo van Eyck, de natuurspeelplaats van Sigrun Lobst, de tijdelijke woonbuurt van DELVA maar ook een hedendaags speelpark zoals dat van CARVE in het Bijlmerpark laten zien dat een goed speelontwerp opgaat in het stadsweefsel en er tevens een uitroepteken bij plaatst. In het Bijlmerpark wordt geëxperimenteerd met een immense speeltuin die het verschil tussen sportveld en speelplek laat vervagen. Vergroting van de sociale controle is het doel, naast toevoeging van extra woonblokken langs de flanken.
Een iconisch speelobject, zorgvuldig ingebed in het Bijlmerpark.
Landschapsarchitect Marie-Laure Hoedemakers realiseerde in 2010 samen met CARVE midden in het park een omvangrijke speeltuin. Evenwijdig aan de hoofdroute voor langzaam verkeer ligt een langgerekte strook met een balspeelveld, kabelbaan, skatepark en waterspeelplaats, voorzien van unieke toestellen. De zogenoemde ’king crawler’ is een kooi van verschillende verdiepingen, waarin diverse speeltoestellen zijn geïntegreerd. Dankzij de zorgvuldig gekozen plaats, bijzondere vorm en opvallende kleur is het geen geïsoleerd object, maar een integraal onderdeel van het Bijlmerpark in de wijk.
Een stad om in te spelen Spelen in de breedste zin van het woord maakt de openbare ruimte leefbaar. Ook het omgekeerde is het geval: een leefbare openbare ruimte daagt uit tot spelen en zet aan tot ongekende experimenten. In de loop der tijd lijkt de stad soms meer en soms minder bespeelbaar. Spelen op straat was in voorgaande eeuwen net zo normaal als vissen in de vijver. In de 19e eeuw werd spel iets voor kinderen in afgesloten speeltuinen. Het naoorlogse Amsterdamse netwerk van speelplekken stimuleert het besef dat spel en stad niet zijn te scheiden, dat de gehele openbare ruimte bespeelbaar hoort te zijn voor alle leeftijden, jong en oud, kinderen en volwassenen.
Volwaardig buiten spelen Hoe creëer je een stad waarin grote en kleine mensen spelen met anderen en experimenteren met de omgeving? Uit de voorbeelden in dit artikel zijn zes criteria af te leiden waar de openbare ruimte aan moet voldoen om volwaardig buitenspel mogelijk te maken: Veilig een plek waar men zonder gevaar (fysiek, sociaal en mentaal) kan verblijven. Ruimtelijk onderscheidend in het stadsweefsel, afgeschermd van en verknoopt met de omgeving. Afwisselend aanleidingen voor allerhande spelvormen, aanwezigheid van andere kinderen en volwassenen, plaats om te zien en gezien te worden. Toegankelijk op eigen houtje bereikbaar, dichtbij huis, gunstig gelegen, uitnodigend. Betrokken meerdere partijen participeren in ontwerp, aanleg en onderhoud; sociale controle. Avontuurlijk experimenteel, on-alledaags, uitdagend, grensverleggend voor jong en oud, groot en klein. <
TuinenLandschap l 21 l 2015
InleidendArtikel.indd 13
13 01-10-15 14:13
673987_.indd 14
5-10-2015 11:13:48
673986_.indd 15
5-10-2015 12:47:26
’Speeltuin is voor kinderen oefenplek om risico’s te nemen’ Midden in de Rijn/Maasdelta ligt 4,5 ha speelnatuur, op het voormalige landbouweiland Tiengemeten. Sinds de opening van het speeleiland in 2012 hebben ruim 60.000 bezoekers er gespeeld. En dat terwijl er op het eiland bijna geen speeltoestel te vinden is. De speelnatuur begint feitelijk pas bij de opening, dan begint het gebied zich te ontwikkelen en neemt de natuurlijke waarde toe. „Bij een reguliere speeltuin neemt de waarde door afschrijvingen vanaf de opening alleen maar af, maar bij speelnatuur begint het dan pas. De dynamiek van de natuur en de kinderen zorgen samen voor de ontwikkeling van het gebied.” Tekst Ralph Mens | Beeld Gerdien de Nooy
De modderglijbaan is door de kinderen zelf gemaakt. Door het intensieve gebruik was de glijbaan na twee jaar verdwenen. Lobst wilde het zo laten en alles zoveel mogelijk autonoom laten ontwikkelen, maar er is besloten om de modderglijbaan toch opnieuw aan te leggen.
16
Het evenwicht tussen de natuurontwikkeling en de dynamiek van het spelen, wordt steeds in de gaten gehouden. Soms worden paden met de bosmaaier opnieuw vrijgemaakt als de beplanting te hard groeit. Als er genoeg door de kinderen wordt gestruind, blijven de paden vanzelf open.
TuinenLandschap l 21 l 2015
Tiengemeten.indd 16
01-10-15 14:13
Sigrun Lobst aardrijk-sigrunlobst.nl
S
igrun Lobst raakte na haar opleiding als landschapsarchitect geïnteresseerd in speelprojecten, omdat ze voor haar opgroeiende dochter geen geschikte plek vond om natuurlijk te spelen. Er waren in Nederland enkele pioniers zoals Gerrit Roukens. Lobst legde haar eerste natuurlijke speeltuin als vrijwilliger aan. Daarna werd ze gevraagd om de Speeldernis in Rotterdam om te vormen. Inmiddels geldt dit als schoolvoorbeeld voor hoe een natuurspeeltuin eruit kan zien. „De opdracht voor de Speeldernis kwam precies op het goede moment. Natuurspelen was in opkomst, maar het kwam nog niet naar buiten. Er was budget bij de afdeling Sport en Recreatie van de gemeente Rotterdam vanwege nieuwe wetgeving om de veiligheid van verouderde speeltoestellen te verbeteren. Alles
is zonder bestek aangelegd”, aldus Lobst. Ironisch genoeg is er nauwelijks een speeltoestel te vinden in de Speeldernis. Maar de nieuwe opzet was een doorslaand succes en het aantal bezoekers steeg van 1.000 naar 30.000 per jaar. Mede dankzij haar werk in de Speeldernis werd Lobst gevraagd om een plan te maken voor Speelnatuur Tiengemeten. „Samen met beheerder Henk Meijer en andere medewerkers heb ik een plan ontwikkeld voor 4,5 ha speelnatuur zonder één enkel speeltoestel. Opdrachtgever Natuurmonumenten was in het begin verbijsterd. Zij dachten aan schommels en dergelijke. Vreemd genoeg zien mensen die zelf bij natuur betrokken zijn, vaak niet dat natuur speelwaarde in zichzelf heeft.” Toch kreeg Lobst de ruimte en het vertrouwen van de organisatie om een
deel van het eiland om te vormen tot speelnatuur. Bij de aanleg werd sterk ingezet op participatie van toekomstige gebruikers. „Het eiland ligt afgelegen. We hebben daarom alle scholen uit de dichtsbijzijnde dorpen betrokken bij het proces. Op het terrein hebben we ouders en kinderen laten nadenken over wat wel en wat niet kan. Daardoor zien ze welke belangen allemaal meespelen. Aan het einde hebben we samen overlegd over alle mogelijkheden. Vervolgens hebben we ze laten terugkomen op verschillende momenten van de aanleg. Je moet niet wachten tot de opening van het gebied, maar gebruikers er steeds bij betrekken.” Het beheer van het gebied luistert heel nauw. „Je moet de natuurlijke waarde in de gaten houden, maar niet te veel ingrijpen. Juist de afwisseling zorgt voor natuurlijke waarde. Daarom hebben we >
TuinenLandschap l 21 l 2015
Tiengemeten.indd 17
17 01-10-15 14:14
eerst 42 kg inheems bloemenmengsel gezaaid, en daarna bloem- en bessenrijke inheemse struiken en bomen aangeplant. Deze ontwikkelen zich pas later.” Bij speelnatuur gaat het nadrukkelijk niet om de objecten, de prikkels voor de kinderen komen uit de omgeving zelf. Zo ontstond op Tiengemeten een modderglijbaan waar kinderen gretig gebruik van maakten. Door het intensieve gebruik was deze na twee jaar verdwenen. Lobst wilde het zo laten en kijken of de kinderen een andere plek kozen om een nieuwe glijbaan te maken. Anderen wilden de modderglijbaan echter herstellen. Behalve het spelen is een belangrijke functie van Tiengemeten natuureducatie. „Kinderen moeten eerst een band met de natuur hebben, daarna krijgt het pas betekenis voor ze. Tiengemeten is heel intensief qua beleving, kinderen kunnen er echt dwalen, of anderhalf uur lang op een vlot varen. Daardoor beklijft de ervaring meer dan in een ander gebied.” Een dergelijke ervaring moet een vervolg krijgen in het dagelijks leven van het kind, zodat het geen eenmalige attractie
blijft. „Tiengemeten is een waardevolle stap, maar de natuurervaring moet ook op andere plekken te vinden zijn. Bijvoorbeeld op het schoolplein, maar je kunt ook in een bloempot een natuurervaring vinden.”
Schouw Drie keer per jaar is er een schouw om te zien wat er qua onderhoud moet gebeuren. „Er wordt gekeken hoe het evenwicht tussen gebruik en ontwikkeling is. Als de beplanting in een bepaalde periode heel sterk is gegroeid, worden paden met een bosmaaier vrijgemaakt. Al er genoeg kinderen door het gebied struinen is dit niet nodig. Ook konijnen zorgen voor een deel van het onderhoud. Hoe natuurlijker het speelgebied, hoe lastiger de ontwikkeling te voorspellen is.” Het onderhoud gebeurt door een groep vrijwilligers. In de praktijk bleken professionele beheerders vaak te weinig affiniteit te hebben met speelnatuur om de ontwikkeling in goede banen te leiden. Bij het inrichten van het eiland is goed
nagedacht over de veiligheid. Uitgangspunt bij de aanleg is niet ’zo veilig mogelijk’ maar ’zo veilig als nodig’. „Spelen is nooit zonder risico. Het gaat erom wat aanvaardbaar is qua risico. Water betekent altijd risico. Als je uitgaat van ’zo veilig mogelijk’ zou je nooit ergens water kunnen aanleggen.” Lobst hekelt regelgeving rond veiligheid en spelen die door technische mensen wordt gemaakt. „Fabrikanten van speeltoestellen zitten in commissies over veiligheid, maar onafhankelijke partijen met een pedagogische visie op de gezonde ontwikkeling van het kind ontbreken. Gemeenten zijn bang voor de risico’s en gaan mee in de regelgeving. De vraag is echter: wat is een speeltoestel? Zolang een object, zoals een boomstam of steen, een aanvaardbaar risico vormt, zou het niet hoeven te worden gekeurd. De angst voor aansprakelijkheid speelt een grote rol, terwijl kinderen juist moeten leren omgaan met risico’s. Kinderen hebben het recht om te vallen. Een speeltuin is een oefenplek voor kinderen om risico's te nemen.” <
Speelnatuur Tiengemeten Ω Locatie Speelnatuur Tiengemeten Ω Functie Natuurlijk spelen en Natuureducatie Ω Opdrachtgever Natuurmonumenten Ω Projectperiode 2009-2012 Ω Jaar van aanleg: 2011-2012 Ω Oppervlakte 4,5 ha Ω Ontwerp Sigrun Lobst | AARDRIJK ism Gerrit Roukens en Reinhard Witt (inzaai) Ω Technische uitwerking GKB Barendrecht Ω Aanleg BTL Realisatie Ω Beheer Natuurmonumenten Ω Bomen en heesters bloem- en besrijke inheemse struiken en bomen Ω vaste planten wilde, inheemse bloemenmengsels
>
N
18
TuinenLandschap l 21 l 2015
Tiengemeten.indd 18
01-10-15 14:14
In het gebied is 42 kg inheems bloemenmengsel ingezaaid. Het zaaien op deze manier leerde Lobst van de Duitse plantenkenner Reinhard Witt. In Duitsland heeft hij veel gewerkt met grote zaaiprojecten van wilde planten. Hij gaf ook een workshop op Tiengemeten. Alles is met de hand ingezaaid en ingeharkt.
Boomstammen en andere natuurlijke objecten die geen onaanvaardbaar risico opleveren, hoeven vaak niet te worden gekeurd. Een zogeheten beslisboom van de NVWA geeft hierover uitsluitsel. Volgens Lobst is een speeltuin juist een plek waar kinderen leren om risicoâ&#x20AC;&#x2122;s te nemen.
Voor het onderhoud van het gebied wordt gewerkt met een groep vrijwilligers. Drie keer per jaar, in het voorjaar, zomer en najaar, vindt een schouw plaats om te zien wat er moet gebeuren en hoe de natuur zich ontwikkelt.
Ontwerper Lobst gelooft dat in de natuur zelf meer dan voldoende speelprikkels zitten voor kinderen. Daarom heeft ze zo min mogelijk niet-natuurlijke objecten in Speelnatuur Tiengemeten aangebracht.
Kinderen leren via een speelervaring in de natuur de betekenis en waarde van natuur. Op deze manier draagt Tiengemeten niet alleen bij aan het spelen, maar ook aan de natuureducatie van kinderen.
<
TuinenLandschap l 21 l 2015
Tiengemeten.indd 19
19 01-10-15 14:14
H
De waterspeelplaats bestaat uit een uniek speelobject van eikenhout en roestvaststaal dat Jos van de Lindeloof in samenwerking met Spereco uit Weert heeft ontworpen. De kinderen kunnen er al draaiende aan kraantjes zelf bepalen waar het water voor gebruikt wordt en leren zo hoe het traject van bron naar kraan verloopt.
20
et waterwingebied Meijendel (1.875 ha) tussen Scheveningen en Wassenaar wordt sinds jaar en dag druk bezocht door volwassenen en kinderen. Het duinlandschap met zijn hoogteverschillen, plassen, grillige bomen en struikgewas nodigt uit om te wandelen en te struinen. Aan een van oorsprong oude brink ligt het bezoekerscentrum van drinkwaterbedrijf Dunea, De Tapuit, en het pannenkoekenrestaurant, Boerderij Meijendel. Vandaaruit kun je het binnen-, midden,- en buitenduin met zijn karakteristieke vegetatie en bewoners ontdekken. In De Tapuit wordt jong en oud geleerd hoe het water in het duingebied gezuiverd wordt en welke weg het aflegt tot aan de kraan in huis. Ook kom je er alles te weten over het planten- en dierenleven in het uitgestrekte natuurgebied. De â&#x20AC;&#x2122;oude brinkâ&#x20AC;&#x2122; met de opstallen heeft
TuinenLandschap l 21 l 2015
Monkeybos-Meijendel-LIndeloof.indd 20
01-10-15 14:14
Vlnr: Gijs ten Napel, Els van der Weijde, Jos van de Lindeloof. www.josvandelindeloof.nl
In Meijendel maakt de natuur het spel In natuurgebied Meijendel in Wassenaar ligt sinds verleden jaar een waterspeelplaats en een 2 ha groot speelbos, het Monkeybos. Voor dat laatste bood de natuur de juiste ingrediënten. Jos van de Lindeloof Tuin- en Landschapsarchitecten maakte de receptuur, geholpen door kinderen uit groep 7 van de Montessorischool Wassenaar. Het resultaat is een natuurlijk klim- en klauterlandschap waar de fantasie wordt geprikkeld en de motoriek wordt uitgedaagd. Tekst Wendy Bakker | Beeld.Gerdien de Nooy
de laatste jaren een grondige metamorfose ondergaan. Het bezoekerscentrum verhuisde naar de oude paardenstallen, er werden nieuwe stallen en een nieuw pannenkoekenrestautant gebouwd, de routing naar en in het gebied werd aangepast en er werd een heldere verbinding met de omliggende vallei gemaakt. Tuin- en landschapsarchitectenbureau Jos van de Lindeloof uit Delft kreeg de opdracht om het gebied van een nieuwe landschappelijke inrichting te voorzien gestoeld op de cultuurhistorische waarden. Ook werd hem gevraagd een waterspeelplaats en een speelbos te ontwerpen. Deze moesten Meijendel als het gaat om natuureducatie en natuurbeleving nog attractiever maken.
Van bron tot kraan De waterspeelplaats ligt tussen het
bezoekerscentrum en de pannenkoekenboerderij in. ,,Het meer technische verhaal over wat het drinkwaterbedrijf doet, wordt hier voor jonge kinderen spelenderwijs tastbaar en inzichtelijk gemaakt”, legt Gijs ten Napel, beheerder bij Dunea uit. Bij de ’watertoren van Wassenaar’ kunnen kinderen het water oppompen dat via kanaaltjes wegstroomt. Door het openstellen van sluizen in de kanalen kunnen ze ervoor kiezen het water te laten stromen naar de wasmachine of het toilet of de kraan. Deze zijn in rvs-opvangbakken afgebeeld. Aan het eindpunt van het kleine waterleidingsysteem ligt een grote zandbak. ,,We willen ze op deze manier leren dat water kostbaar is en dat je het niet moet verspillen. Natuurlijk hebben ze vooral pret met het kliederen met water en zand, maar we hopen dat het voor ouders, juffen en meesters aanleiding geeft
om hierover met de kinderen in gesprek te gaan.”
Slingeren als een aapje Vanaf het ontvangstgebied loopt een pad de duinvallei in. Een grote houten aap wijst de weg naar het Monkeybos. Hier kun je klimmen en klauteren op bomen, takken slepen en hutten bouwen, zwieren en zwaaien aan lianen. ,,Dit is een landschap dat van zichzelf al veel aanleiding geeft tot spelen. Daar hoef je niet veel aan toe te voegen”, zeggen Van de Lindeloof en zijn collega Els van der Weijde. ,,We hebben ervoor gekozen om een verbinding aan te brengen tussen de verschillende speelaanleidingen zodat kinderen uitgedaagd worden om van de ene plek naar de andere te gaan. Hierin ontdekken ze zelf hoe ver ze kunnen gaan en wordt hun fantasie geprikkeld.”
TuinenLandschap l 21 l 2015
Monkeybos-Meijendel-LIndeloof.indd 21
>
21 01-10-15 14:14
Die verbinding bestaat uit een slingerende hoofdroute, een voetjevan-de-vloer-parcours met natuurlijke speelaanleidingen en speeltoestellen. De kinderen kunnen er balanceren aan evenwichtstouwen, in een groot spinnenweb klimmen, slingeren aan takken en van de ene boomstam op de andere springen. Naast deze hoofdroute is er ook een alternatieve route die ze leidt naar plekken waar ze kunnen klauteren over boomstronken, zich kunnen verstoppen of waar ze kunnen kruipen door grote betonnen buizen die voorheen gebruikt werden als hoofdwaterleidingbuis. Een klein amfitheater biedt de mogelijkheid om natuureducatie te geven. Aan de rand van het speelbos liggen takken en sprokkelhout die door de beheerders zijn neergelegd. De kinderen slepen ze naar het speelgebied om er hutten van te bouwen ,, Het is ongelofelijk hoeveel er met het hout wordt gesjouwd”, zegt de beheerder lachend. Een poort van hout en cortenstaal markeert de toegang en de uitgang van
het speelbos. „Bij de ingang zwaaien kinderen met een stevig roodkleurig touw het bos in, aan de andere kant gaan deze het gebied binnen met de kabelbaan”, legt Els van der Weijde uit. ,,Natuurlijk werd er in dit duingebied al gespeeld. Overal werden hutten gebouwd”, vult de beheerder aan, „maar door nu een duidelijke plek te markeren, houden we er beter zicht op. Het is volgens de beheerder beter georganiseerd en begrensd en dat is prettig omdat je als beheerder verantwoordelijk bent voor wat er gebeurt in het gebied. „Wel wilden we dat ook het bos rondom het zandpad gebruikt zou worden, dus dat kinderen ook kunnen afwijken van de route. En dat gebeurt. We zien langs de routes overal paadjes verschijnen.”
School betrokken Bureau Jos van de Lindeloof werd bij het ontwerp van het Monkeybos gevoed door ideeën van groep 7 van de Montessorischool uit Wassenaar. Aan hen werd
gevraagd wat zij zouden doen als zij in het gebied een speelplek mochten ontwerpen. De kinderen gingen in groepjes aan de slag en struinden door het bos. In een door het bureau begeleide workshop presenteerden ze hun ideeën met PowerPointpresentaties en 3D-maquettes. „We hebben ons daar door laten leiden. Zo had een groepje een ondergrondse infrastructuur getekend, de monkey-mine. Hoe ga je dat dan op een realistische manier vertalen? We kozen ervoor om in een cultuurhistorische wal een doorgang te maken met de waterleidingbuizen.” De naam van het Monkeybos, dat refereert aan het computerspel monkey-games, was snel gekozen uit een verkiezing van drie door de kinderen voorgestelde namen. „De meest geslaagde speelplekontwerpen ontstaan door een continue wisselwerking tussen opdrachtgever, gebruiker en ontwerper”, zegt Jos van de Lindeloof. Dat daar sprake van is, staat hier buiten kijf: al van verre komen de ’apengeluiden’ je tegemoet.
Waterspeelplaats en Monkeybos
>
▸ Locatie De Tapuit, bezoekerscentrum Dunea, natuurgebied Meijendel ▸ Functie Waterspeelplaats - educatief spelen, thema waterwinning en natuurbeleving ▸ Opdrachtgever Dunea Duin & Water ▸ Ontwerpteam Jos van de Lindeloof, Els van der Weijde en Wouter Vroom ▸ Projectperiode 2012 -2014 ▸ Realisatie 2013 – 2014 ▸ Oppervlakte waterspeeltuin – 200 m2, Monkey-bos – 1,5 ha ▸ Aanleg waterspeeltuin – Spereco uit Weert, Monkey-bos – BV Koek uit Werkendam ▸ Speeltoestellen Speelmaatje uit Spankeren ▸ Beheer Dunea Duin & Water ▸ Beplanting inheems sortiment
N
22
TuinenLandschap l 21 l 2015
Monkeybos-Meijendel-LIndeloof.indd 22
01-10-15 14:14
Het begin en het einde van het bos worden gemarkeerd door een poort van hout en cortenstaal, materialen uit de huisstijl van Meijendel. Op het bord aan de paal staan de spelregels die gelden in het speelgebied. Het eerste speelobject na de toegangspoort bij het grote open veld is een kabelbaan. Hiermee zwaait het kind het monkeybos binnen.
De waterleidingbuis is de vertaling van de Monkey-mine. Het ligt in een cultuurhistorische wal dat oude akkertjes van elkaar scheidde. Over de buis lag grond maar dat is inmiddels weggesleten door het intensieve gebruik. Aan de andere kant ligt een klein amfitheater geschikt voor natuureducatielessen.
Een kunstenaar maakte uit oude bomen grote, markante apen. Op de hoofdroute van het speelbos staan de luisterapen die via een onderlinge buis met elkaar zijn verbonden. Zo kunnen de kinderen op een speelse wijze over een afstand met elkaar communiceren.
Aan de andere kant van het speelbos kun je aan een stevig rood touw het voetjevan-de-vloer-parcours binnen slingeren. Het touw is volgens de normen aan een eik bevestigd. Touw en eik zijn gekeurd en worden regelmatig gecontroleerd tijdens de rondes van de beheerders. Ze houden een logboek bij. Jaarlijks worden alle speeltoestellen geïnspecteerd door Spereco.
Speeltoestellen zijn verbonden met natuurlijke speelaanleidingen zoals omgevallen boomstammen. Op deze manier heeft bureau Jos van de Lindeloof optimaal gebruik weten te maken van wat het bos aan speelmogelijkheden biedt. Hoveniersbedrijf Koek uit Werkendam plaatste de toestellen.
De waterspeelplaats wordt intensief gebruikt. „Elke maandag en vrijdag halen we takjes uit de kranen en moeten de waterlopen vrij van zand gemaakt worden”, zegt beheerder Gijs ten Napel.
TuinenLandschap l 21 l 2015
Monkeybos-Meijendel-LIndeloof.indd 23
<
23 01-10-15 14:14
Lodewijk Baljon www.baljon.nl
Kinderen vermaken zich goed op de watertafel. ,,Het opborrelende water geeft een mooi kringenpatroon op het strakke vlak.â&#x20AC;? Op oogafstand ligt de rode boomrand.
24
TuinenLandschap l 21 l 2015
Stationsplein-ApeldoornNieuw.indd 24
01-10-15 14:14
Terloops spelen op stationsplein Apeldoorn Als je de ogen sluit, waan je je haast in een bos. Het ruisen van de wind door de boomkronen, de geur van den. Toch sta je midden in een intensief gebruikte ruimte in de stad, het stationsplein in Apeldoorn. LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten uit Amsterdam maakte het inrichtingsplan voor het plein dat de voorbijganger subtiel verleidt tot langer verblijven en tot spelen. Tekst Wendy Bakker | Beeld Gerdien de Nooy, Lodewijk Baljon
H
et bureau, dat deze meerjarige opdracht in 2005 kreeg, heeft negen jaar aan de ruimtelijke opgave van het plein kunnen werken. Het gaf tijd om al studerend op de omgeving na te denken over een ander gebruik van het plein dan de specifieke vereisten die een stationsplein stelt. ,,We wilden ook meer dan een esthetisch plein alleen. Spelen hebben we bewust ingebracht in het ontwerp als verlevendiging van de plek”, legt landschapsarchitect Lodewijk Baljon uit. Het plein moet het komen en gaan van reizigers, auto- en fietsverkeer en van bussen kunnen opvangen en via een logische, veilige routing kunnen afwikkelen. Daarbij moest het passen binnen het stedebouwkundige ontwerp dat de vorm van een halve maan heeft. Ook was het van belang dat fietsers veilig van het centrum naar de achterliggende wijken
kunnen fietsen, waarbij het spoor de lineaire blokkade vormt. Een fietstunnel onder het station bleek de oplossing, maar daarvoor was het nodig het ontstane hoogteverschil op te vangen. Het team van Baljon vond inspiratie in het prachtige, komvormige plein Il Campo in Sienna. Dat is qua afmeting net zo groot als het Apeldoornse stationsplein. ,,In schoonheid natuurlijk niet te evenaren en ook geen mooi stadspaleis, maar een relatief klein station”, aldus Baljon. De andere inspiratiebron is het landschap van de Veluwe met haar zandverstuivingen en bossen die Apeldoorn omringen.
Zand en vliegdennen Het stationsplein volgt in lijn de halve maan van de gebouwen en loopt af
naar de fietstunnel, waardoor het een grote kom vormt die in een uitnodigend gebaar de bezoeker verwelkomt. De vloer bestaat uit zandkleurige Portugese keitjes en het dak uit Pinus sylvestris. Het is een directe verwijzing naar de Veluwe. ,,De vliegdennen zijn een vrij uitzonderlijk keuze, want die zie je in een dergelijke situatie in de openbare ruimte nergens toegepast”, zegt Baljon. Het eerste deel van het plein is open en overzichtelijk, daarachter staan in willekeurig verband de vliegdennen. ,,Het lijkt alsof ze zo uit het bos zijn geplukt, zijn neergestrooid en met kracht in de bestrating zijn gedrukt.” Vanaf de bomen loopt, als het craquelé van opgedroogde grond, een boeiend lijnenspel van dilataties over het plein. Dit basaltpatroon van ijzeren gootjes verlevendigt het beeld maar zorgt er ook deels voor dat het >
TuinenLandschap l 21 l 2015
Stationsplein-ApeldoornNieuw.indd 25
25 01-10-15 14:14
hemelwater bij de bomen terechtkomt in de verder volledig gesloten verharding. Over het plein lopen twee fietspaden in een lichtglooiende V-vorm richting de fietstunnel. De twee paden staan in verbinding met de hoofdroutes vanuit het station naar het centrum. Gemiddeld 26.0000 fietsers passeren nu dagelijks het plein. Het hoogteverschil tussen plein en station is opgevangen door een glazen wand waarin 1,3 miljoen ledlampjes zijn verwerkt. Het is een kunstwerk van lichtkunstenaar Giny Vos dat een levendige zandverstuiving simuleert. Afhankelijk van de dynamiek op het plein verandert het lichtspel van intensiteit.
Terloops zitten ,,We wilden het plein verder zo inrichten dat mensen het leuk vinden om er te verblijven. Daarbij hadden we een gevarieerd publiek voor ogen, zowel degenen die op weg zijn, als kinderen, jong volwassenen en mensen uit de omringende kantoorpanden.” Plek om te zitten lag voor de hand, maar dan niet in de vorm van bankjes. ,,Als die leeg zijn krijgt het plein ook een lege uitstraling. We hebben dan ook overal informele zitranden gemaakt, zoals de
grote granieten blokken met een visueel zachte, leather finish. Mensen gaan erop zitten en liggen, kinderen klimmen erop en springen eraf. Wanneer de randen niet gebruikt worden, blijven deze mooi in het geheel passende elementen. Het gebruik is terloops, want natuurlijk ga je niet de hele middag op de rand zitten”, legt de architect uit. In de granieten watertafel zijn de functies zitten en spelen gecombineerd. Water borrelt lichtjes op zodat er mooie belletjes op het strakke vlak verschijnen. De waterlaag is dun en valt vlak voor de zitrand weg. ,,Kinderen lopen met hun blote voeten door het water heen. Ze vinden het geweldig”, zegt Baljon. Enkele meters verder staat een grote, monumentale plataan met zijn wortels in een rood stalen omhuizing. Ook deze nodigt uit tot zitten, liggen, klimmen en klauteren. ,,Vroeger was daar het busstation. De grond is hierdoor aan de ene kant van de boom enorm verdicht. Er zijn nauwelijks wortels. Aan de andere kant heeft de plataan een volledig wortelpakket, maar dat viel juist in de schelpvorm. Om de boom te behouden is het grootste stalen boomrooster van Nederland gemaakt. De boom is nu in superconditie en heeft weer een mooie volle kroon.”
Skaten en fietsen Samen met een groep skaters uit Apeldoorn heeft het tuin-en landschapsarchitectenbureau de skatepool op het plein ontworpen. Ook hier worden functies gekoppeld en maakt een brede zit-ligrand onderdeel uit van het ontwerp. ,,De omvang van de baan hebben wij bepaald. De skaters hebben hun input vanuit het gebruik gegeven.” De skatepool is zowel geschikt voor beginners als voor gevorderden, maar ook mountainbikers weten de baan te vinden om hun stunts uit te voeren. De baan wordt veel gebruikt. ,,Als je de doelgroep erbij betrekt, wordt een ontwerp een succes”, is de ervaring van Baljon. De verschillende activiteiten op het plein zijn zo ten opzichte van elkaar geplaatst dat er interactie kan plaatsvinden tussen de gebruikers. Al ijsje etend op het rode boomrooster volg je de capriolen van de skaters. Zittend op de rand luister je naar het borrelende water en het gespetter van kindervoetjes. Luierend op de granieten zitblokken sla je de voorbijgangers gade. Even later zet je de gang naar het centrum voort.
Spelen op stationsplein
>
Ω Locatie Stationsplein Apeldoorn Ω Functie spelen in drukke stedelijke situatie Ω Opdrachtgever gemeente Apeldoorn Ω Ontwerpteam LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten, Amsterdam Ω Realisatie 2005 – 2009 Ω Oppervlakte 1 ha Ω Aanleg hoofdaannemer Heijmans NV en BAM Bouw en Vastgoed Ω Beheer gemeente Apeldoorn Ω Advies boomstandplaats Ingenieursbureau SmitsRinsma, Zutphen Ω Materiaal graniet, portugese keitjes, rood graniet, staal en ijzer Ω Elementen glazen wand met kunstwerk, watertafel, skatepool, robuuste zitelementen, rood boomrooster Ω Beplanting Pinus sylvestris
N
26
TuinenLandschap l 21 l 2015
Stationsplein-ApeldoornNieuw.indd 26
01-10-15 14:15
De drie speel-zitelementen zijn zo ten opzichte van elkaar geplaatst aan de oostzijde van het plein dat er interactie kan plaatsvinden tussen de gebruikers. Voor de aanleg van de verharding zijn vakmensen uit Portugal gekomen. De zandkleurige keitjes zijn met vaste voeg gelegd. Dit voorkomt onkruidgroei.
Het landschapsarchitectenbureau maakte het boomspiegeldetail waarbij de bestrating nagenoeg tot aan de boom doorloopt. Het is opgebouwd uit ringen die bij diktegroei verwijderd kunnen worden, zonder dat het beeld verandert. Een ondergrondse boombunker zorgt ervoor dat de vliegden voldoende doorwortelbare ruimte heeft.
Op de voorgrond de verdieptliggende skatepool van beton met gecoate schildering. Lichtkunstenares Giny Vos creëerde ’Reizend zand’ met 1,3 miljoen ledjes. Vooraf is een mock-up gemaakt om te kijken wat het effect zou zijn. Hoe meer dynamiek op het plein, hoe intensiever het lichtspel. ’s Avonds is het licht zachter vanwege de contrastwerking in het donker.
De granieten zitelementen, waarin het lijnenpatroon van de verharding is doorgezet, komen uit het talud van het voetgangerspad naar voren. Ze nodigen uit tot zitten, erop klimmen, van de een op de ander springen of er overheen rennen.
Het roodgecoate stalen boomrooster geeft ruimte aan het wortelpakket van de plataan. Ook hier dilataties zodat het water zijn weg vindt naar de ondergrond. Op de voorgrond de watertafel die op moment van fotografie niet in gebruik was.
<
TuinenLandschap l 21 l 2015
Stationsplein-ApeldoornNieuw.indd 27
27 01-10-15 14:15
673989_.indd 28
5-10-2015 11:13:59
673990_.indd 29
5-10-2015 11:14:15
Spelen op straat en in plantsoen in Utrechtse retrowijk
De Woerd is een gewilde autoluwe retrowijk in het Utrechtse Leidsche Rijn. Bureau VlugP ontwierp hier de buitenruimte met volop gelegenheid om in het groen, maar ook op straat veilig te spelen, te struinen en te sporten. Tekst Peter Bennink Beeld Gerdien de Nooy
30
TuinenLandschap l 21 l 2015
De Woerd, Utrecht.indd 30
01-10-15 16:18
Niet alleen groene ruimtes en speelterreintjes zijn geschikt om te spelen voor kinderen, ook de autoluwe straten in De Woerd
D
e Woerd is een wijk van 475 woningen in Vinex-locatie Leidsche Rijn, onderdeel van de stad Utrecht en gelegen aan de rand van het dorp De Meern. Architectenbureau Mulleners + Mulleners heeft een concept verkavelingsplan opgesteld, dat in samenwerking met buro VlugP verder is uitgewerkt. VlugP heeft verder zorggedragen voor het ontwerp van de openbare ruimte. Er is bij de inrichting gestreefd naar een dorpse sfeer. Parkeren gebeurt aan de rand van de wijk en op de binnenplaatsen van de bouwblokken. Landschapsarchitect Henk Schuitemaker van VlugP legt uit dat de openbare ruimte autoluw is gemaakt door de inrichting juist niet al te verkeerskundig aan te leggen, dus zonder scheiding tussen rijbaan, fietspad, stoep of parkeervakken. Schuitemaker: „Op veel plekken mag je wel met de auto komen, maar heb je als automobilist het idee dat je niet helemaal op je plaats bent. Mensen rijden daardoor zachter en voorzichtiger en voor kinderen wordt het dan ook veiliger op straat.”
Gewoon op straat spelen Veel van het spelen vindt dan ook gewoon in de wijk op straat plaats, net als vroeger in de dorpen waarnaar de sfeer van De Woerd verwijst. Hier en daar zijn subtiel spelaanleidingen verwerkt, zoals ingebouwde knikkerpotjes op een pleintje. De architectuur van De Woerd doet denken aan de kernen van dorpjes uit het veenweidegebied, de gevels van de huizen wijken van elkaar af, en de panden en daken verspringen steeds. Iedere straat heeft een iets ander profiel, en is anders ingericht. Hoewel sommige ontwerpen op meerdere
plaatsen terugkomen heeft elke plek in De Woerd zo zijn eigen karakter. Dat wordt versterkt door de beplanting. Iedere straat is anders beplant. Sommige met bomen in een rij, andere met her en der een boom. Sommige straten zijn beplant met Cornus mas, andere met Gleditsia, Platanus, of verschillende bomen door elkaar. Op die manier is de wijk nergens een eenheidsworst. Het stedebouwkundig plan is er ook op gericht om contacten met buren en ontmoetingen op straat te stimuleren. Veel woningen hebben een erfstrook waar bankjes staan en burencontact vanzelf ontstaat. Naast enkele traditionele speelplekken zijn er vooral groene ruimtes met een landschappelijke sfeer waar kinderen kunnen spelen. Deze ruimtes zijn aantrekkelijk om in te verblijven en hebben vooral informele spelaanleidingen. Het Bert Voetenplantsoen is zo’n groene ruimte. De plek ligt lager dan de omgeving en wordt aan drie kanten omsloten door water. Deze natuurlijke speelruimte doet ook dienst als calamiteitenopvang bij wateroverlast. In de oorspronkelijke ontwerpschets (zie afbeelding) waren geen echte speeltoestellen ingetekend maar alleen spelaanleidingen zoals het raster van knotwilgen, boomstammen, afwisselend gemaaid gras en een brede plasberm met oeverplanten om te vissen, libellen te kijken en lekker met modder te klooien. Een rondlopend schelpenpaadje verbindt de onderdelen met elkaar. In de uiteindelijke uitvoering zijn aan dit ontwerp toch wat speeltoestellen toegevoegd, zoals een huisje en wat klimrekken.
Henk Schuitemaker www.vlugp.nl
> TuinenLandschap l 21 l 2015
De Woerd, Utrecht.indd 31
31 01-10-15 16:18
Een ’dorpspleintje’, waar kinderen in de schaduw van Gleditsia kunnen spelen. Ook hier staan geen speeltoestellen, maar doordat kinderen de ruimte hebben en er geen auto’s rijden gaan ze er vanzelf spelen.
Het uiterlijk van het Bert Voetenplantsoen dat wordt gedomineerd door gemaaid gras, knotwilgen en begroeide oevers, is een directe verwijzing naar het omliggende UtrechtsHollandse veenweidegebied.
Vasalisplantsoen
Een voetbalveldje op het Vasalisplantsoen is een van de weinige inrichtingselementen. Verder kunnen kinderen de groene ruimte naar eigen inzicht gebruiken om in te struinen, spelen en sporten.
32
Een klein pleintje waar in het straatwerk knikkerpotjes zijn verwerkt nodigt uit om de openbare ruimte te gebruiken om in te spelen.
Een tweede opvallende groene ruimte is het Vasalisplantsoen. Dit is een uitloper van het Maximapark die dwars door de nieuwe woonwijk loopt. Het Vasalisplantsoen deelt de wijk in twee delen die wat waterhuishouding en bodem van elkaar verschillen. De oostelijke helft bestaat uit kleigrond, de westelijke uit zavelig zand van de oeverwallen van de Oude Rijn die vlak achter de wijk langs loopt. De helft van de wijk die op zand gebouwd is, watert af op een grote wadi die over de gehele lengte door het Vasalisplantsoen loopt. De met gras begroeide wadi loopt met een flauwe helling over in een groot grasveld dat van noord naar zuid door de wijk loopt. Er staan hier voetbaldoelen, maar er wordt ook honkbal gespeeld of gepicknickt. Her en der verspreid op het grasveld staan groepjes Taxodium distichum.
TuinenLandschap l 21 l 2015
De Woerd, Utrecht.indd 32
01-10-15 16:18
De Woerd ▸Ontwerp VLUGP Stedebouw en Landschapsarchitectuur ▸Locatie De Woerd, Leidse Rijn, Utrecht ▸Functie spelen, recreatie, verblijf ▸Opdrachtgever VOF de Woerd (BDP, ASR Vastgoed, Bon Groep ▸Aanleg 2007 ▸Ontwerpperiode 2002 - 2007 ▸Uitvoering Sky infra BV ▸Oppervlakte plangebied 24 ha, waarvan 12 ha groen en openbare ruimte Het Vasalisplantsoen is een langgerekte uitloper van het Maximapark. Het doet dienst als centrale speelruimte, deelt de wijk in tweeën en speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding: een groot deel van De Woerd watert af op de wadi aan de westkant van het plantsoen.
<
>
Het Vasalisplantsoen is asymmetrisch ontworpen. Aan de ene kant is het plantsoen van de wijk afgescheiden door een lange beukenhaag waarlangs een verzameling verschillende Quercus-soorten staat. Aan de andere zijde is er geen afgrenzing tussen wijk en plantsoen en sluit het gras aan op de bestrating. Het plantsoen wordt doorkruist door enkele grondwalletjes met schelpenpaadjes die uitlopen op bruggetjes over de wadi. Deze delen het plantsoen in verschillende ruimtes en vormen door de hoogteverschillen ook spelaanleidingen. De bedoeling was om door een gevarieerd maaibeheer toe te passen en de grasvelden afwisselende hellingen te geven verschillende gebruiksmogelijkheden te laten ontstaan, zoals voetballen (vlakke en gemaaide velden), struinen (op de ruige hellingen) en met modder spelen (in de wadi). In de praktijk lijkt het er echter op dat het gras in het hele plantsoen kort gemaaid wordt.
<
N TuinenLandschap l 21 l 2015
De Woerd, Utrecht.indd 33
33 01-10-15 16:18
Samen maken om samen te fit
34
TuinenLandschap l 21 l 2015
Fitness chill Park3.indd 34
01-10-15 14:15
te fitnessen en chillen Hoe fijn is het, als je nauwelijks geld hebt voor de sportschool, om buiten in het groen met je vrienden te kunnen sporten en ook te relaxen. Een groep allochtone jongeren uit de Arnhemse wijk Malburgen zag dat wel zitten. Samen met tuin- en landschapsarchitecten van de (voormalige) Dienst Landelijk Gebied maken ze een fitness- en chilltuin. Ze helpen bij de aanleg en straks, als de tuin af is, ook bij het onderhoud. Spelen staat hier in het teken van ’samen maken’. Tekst Wendy Bakker | Beeld Gerdien de Nooy
J
ongeren willen zich graag fit voelen, er goed uitzien en actief zijn. Daarbij hebben ze, in een samenleving die steeds hogere eisen aan hen stelt, behoefte aan rust en relaxen. Uit onderzoek van Stichting wAarde blijkt dat een meerderheid van de jongeren het vanzelfsprekend vindt dat natuur gezond is. Ze staan ook positief tegenover het idee om groene, gezonde plekken in en rondom de stad in te richten. Hoe kun je dan een groene, natuurlijke omgeving creëren die aansluit bij de behoeften en belevingswereld van de jongeren, vanuit het idee dat dat hun gezondheid en welzijn verbetert? Ondersteund door directie Natuur en Biodiversiteit van EZ, in de persoon van Elze Hemke, ontwikkelde Stichting wAarde het concept Fit&Rustplek. Op basis hiervan is in de gemeente Arnhem een pilotproject gerealiseerd door ontwerpers Marian van de Hulsbeek, Teddy Buningh en Maurice Wenker van (voormalig) DLG. Het pilotproject dient als inspiratie en voorbeeld voor uitwerking op andere plekken in Nederland. ,,Maar”, zo zeggen de ontwerpers, ,,het is geen blauwdruk. Elke Fit & Rustplek zal zijn eigen karakteristiek hebben, samenhangend met de omstandigheden van plek en de wensen van de groep jongeren.”
Participatief planproces Een van de uitgangspunten in het concept van de Fit&Rustplek is dat de jonge-
Frank ter Hedde, Marian van de Hulsbeek, Maurice Wenker, www.mauricewenker.wordpress.com
ren in het hele planproces betrokken zijn. De plek wordt niet alleen samen met ze ontworpen, maar ook gerealiseerd. Het ’fitnessen’ en elkaar ontmoeten begint al voordat het eerste toestel in de buitenruimte is geplaatst. ,,Maar hoe vind je die jongeren?”, zegt Van de Hulsbeek. ,,Het concept lag er, de gemeente Arnhem was enthousiast en wilde meewerken. We hadden zelfs een natuurlijk en mooi park op het oog, maar de jongeren waren moeilijk te bereiken.” De ontwerpers kregen hulp van jongerenwerker Mustafa Amezrine van Rijstad Jongerwerk Arnhem. Alleen stelde hij een andere plek voor, in de wijk Malburgen, gelegen naast het Cruyffcourt. Een kaal veldje van nauwelijk 2.500 m2 met twee doelen. Niet bepaald het toonbeeld van een natuurlijke omgeving. Toch gingen de ontwerpers daar aan de slag, want de jongerenwerker wist 25 à 30 allochtone jongeren te interesseren om van die kale plek iets moois te maken. ,,Je moet je ook realiseren dat deze groep jongeren nooit in de natuur komt. Wat hier nu ligt, is voor hen al veel natuur: gras, vrucht, noot- en fruitdragende bomen en straks, op hun verzoek, ook kruiden”, legt Van de Hulsbeek uit.
Schetssessies Een fit&rustplek heeft drie kenmerkende ingrediënten: fit, rust, groen. Fit in de vorm van eenvoudige fitnessaanleidin-
gen variërend van robuuste trainingsapparaten tot boomstammen, rust middels meditatieve (zit)plekken met rugdekking van heesters en een open uitzicht, groen in de vorm van decoratieve maar ook eetbare natuur. Met deze elementen als onderlegger voor het ontwerp gingen de landschapsarchitecten in schetsessies met de jongeren aan de slag. ,,Wij gingen er blanco in, alsook de jongeren. We hebben ze vooraf wel gevraagd of ze de tuin ook wilden bouwen, omdat er maar weinig budget was. En door samen een tuin te maken wordt het meer je eigen plek”, aldus Maurice Wenker.
Trainen en relaxen De jongeren maakten moodboards, maquettes en toonden YouTube filmpjes van bootcamp en soortgelijke activiteiten. ,,Ze wilden hangmatten om te chillen en een tribune om naar het naastgelegen Cruyffcourt te kijken. De tribune staat er nu nog niet, maar die komt er wel. Verder wilden ze een specifieke plek om te kunnen bidden, op het oosten georiënteerd. De plek moet echter door iedereen te gebruiken zijn ongeacht het geloof. We hebben er dus een stilteplek van gemaakt”, licht Wenker toe. Het resultaat van de sessies verwerkten Wenker en Van de Hulsbeek in een uitvoerbaar ontwerp. Hoewel de fitness&chilltuin een eenheid vormt en in een oogopslag is te overzien bestaat >
TuinenLandschap l 21 l 2015
Fitness chill Park3.indd 35
35 01-10-15 14:15
deze uit een binnenruimte van gras en een buitenruimte van beplanting. Een ’klavervormig’ zandpad vormt de begrenzing tussen deze ruimten. Het pad is een hardloopcircuit dat de tuin in afgebakende plekken met verschillende activiteiten verdeelt. Twee rijen van acaciahouten palen met eetbare klimplanten doorkruizen de lijn van het pad en benadrukken de verschillende ruimten. Aan de ene kant van de tuin kun je de spieren trainen aan een stalen fitnesstoestel, aan de andere kant is er ruimte om stil te zijn en te relaxen. De jongeren chillen in hangmatten tussen de palen of trekken zich terug voor meditatie of gebed op een meer besloten plek.
Bouwdagen Voor de aanleg van de tuin werd tuinbedrijf Frank ter Hedde van de Vrije Ruimte uit Arnhem gevraagd. ,, Hij vond het
een interessante opdracht vanwege het betrekken van jongeren bij de uitvoering. Hij weet ook de juiste snaar bij hen te raken. Daarbij bracht hij de realiteitsgehalte aan in het plan met betrekking tot techniek en materiaal.” De tuin moest in een zeer kort tijdsbestek ontworpen worden en had slechts een beschikbaar startbudget van €8.000. ,,Het is immers een experiment. Een pilot om te onderzoeken of het concept ook werkt. Stichting wAarde zal het gebruik, alsook de effecten twee à drie jaar monitoren.” De aanleg gebeurt in fases. Daarvoor introduceerde Ter Hedde bouwdagen. De eerste bouwdag met de jongeren was in januari. ,,Ze moesten toen zand kruien. Het vroor -5°C en er lag sneeuw. Het was echt bikkelen, ook voor Frank, maar de sfeer was leuk.” Op 13 mei werd de tuin geopend. ,,De plek is nog niet af. Voor september wordt
de tribune nog gebouwd en worden de boomstambanken op de goede plek gelegd. Ook komt er nog een kist met fitness-spullen bij het toestel.” Voor de jongeren was het werken buiten onwenning, is de ervaring van tuinman Ter Hedde. ,,Ze vonden het moeilijk om de plek in een later stadium te verbeelden, omdat de tuin letterlijk nog moet groeien. Ook vinden ze het leuk om twee uur met de handen te werken, maar niet veel langer.” Hij geeft aan dat de jongens nadruk legden op robuuste en duurzame materialen. ,,Ze zijn behoedzaam op hun imago. Als er iets kapot gaat, wordt er al gauw gezegd dat zij het hebben gedaan. Toen we aan het spitten waren zei een van de jongens:,,De mensen zullen wel denken dat we een taakstraf hebben.” Ook in dat opzicht is er nog een wereld te winnen.”
Fitness & Chilltuin Ω Locatie Malburgen Oost in Arnhem Ω Oppervlakte 2.500 m2 Functie sporten, ontmoeten en saamhorigheid Ω Opdrachtgever ministerie van EZ, gemeente Arnhem Ω Ontwerpteam Marian van de Hulsbeek, Teddy Buningh, Maurice Wenker Ω Samenwerkingpartners Stichting wAarde, Sportbedrijf Arnhem, Rijnstad Jongerenwerk Arnhem. Ω Ontwerpfase oktober-november 2014 Ω Realisatie drie bouwdagen, vanaf januari 2015 Ω Aanleg hoveniersbedrijf De Vrije Ruimte samen met groep jongeren uit Malburgen Oost Ω Beheer gemeenten en de jongeren Ω Beplanting o.a. Salix alba, Pyrus communis ’Willliams’, Pyrus communis ’Conference’, Pyrus communis ’Doyenné du Comice’, Prunus domestica ’Opal’, Actinidia arguta en Vitis ’Boskoop Glory’, Castanea sativa, Juglans regia, Rubus fruticosus, Rubus phoenicolasius en kruiden.
TuinenLandschap l 21 l 2015
Fitness chill Park3.indd 36
>
36
N
01-10-15 14:15
De landschapsarchitecten hebben de tuin opgedeeld in een binnen- en buitenruimte met het klavervormige pad van zand aan beide zijde grotendeels geflankeerd door wilg. Aan de Robinia-palen zijn haken bevestigd waaraan hangmatten kunnen worden opgehangen.
Langs de Robinia-houten palen groeit onder meer Vitis ’Boskoop Glory’. Op verzoek van de jongeren is de beplanting in de tuin meer dan decor. Vruchtnoot- en fruitdragende planten zijn bij uitstek in staat om mensen te ’binden’ aan groen, de seizoenen en aan buiten.
De bedoeling was om tussen de Robinia-palen stangen te plaatsen waaraan allerlei fitnessinstrumenten zouden kunnen worden bevestigd. Uiteindelijk is gekozen voor een robuust roestvaststalen fitnesstoestel. Er komt nog een kist met fitnesspullen om aan het toestel te bevestigen. Ook wordt er nog een tribune geplaatst, gericht op de Cruyffcourt.
De jongens hebben het klavervormige circuit zelf gegraven. Vanwege het beperkte budget is gekozen voor zand. Als de wilgen volwassener zijn ontstaat een meer besloten circuit.
Op de heuvel staan besdragende heesters en fruitboompjes. Later zullen kruiden worden aangeplant, zoals munt. De dieren hebben de heuvel ook ontdekt. De grond is afkomstig uit de cunetten van de paden, er is gewerkt met een gesloten grondbalans. <
TuinenLandschap l 21 l 2015
Fitness chill Park3.indd 37
37 01-10-15 14:15
673988_.indd 38
5-10-2015 11:14:21
673992_.indd 39
5-10-2015 11:14:33
Het park heeft een landschappelijke uitstraling gekregen dankzij gebruik van bloemrijk grasland. Ontwerper Hilke Floris: „Ik wilde meer een landschap dan een park creëren. Dus geen afgebakende speeltuin in een park, maar gewoon overal spelen in het landschap, zonder onderscheid tussen toestellen en speelaanleidingen.”
40
Speeltoestellen liggen niet langs de paden, maar enigszins verstopt tussen het gras. Op deze manier worden kinderen gestimuleerd om door het gras te struinen. De beheerder heeft na verloop van tijd banen gemaaid en zo toch paden gecreëerd naar de toestellen.
TuinenLandschap l 21 l 2015
Noordrand.indd 40
01-10-15 14:15
Landschapspark aan het einde van de wereld Landschapspark Noordrand ligt ingeklemd tussen de A15 en woonwijk Carnisseland-Portland, op de grens van Rhoon en Barendrecht. Opdrachtgever Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde (OMMIJ) wilde een parkachtig gebied met recreatiemogelijkheden voor de buurt. De speeltoestellen staan niet langs de paden, maar her en der verstopt tussen het kruidige gras, om kinderen deze zelf te laten ontdekken, en het struinen door het gras te stimuleren. „Ik zocht iets om de buurtbewoners van de paden af het park in te trekken.”
Hilke Floris www.hosper.nl
Tekst Ralph Mens | Beeld Gerdien de Nooy
U
itgangspunt voor het spelen in het park waren twee speelvoorzieningen; een skateplein op een eiland voor jongeren van 12 tot 18, en een speelvoorziening voor kinderen van 6 tot 12 nabij de woningen. De opdrachtgever deed geen uitspraken over de aard van het spelen. Wel was aangegeven dat het park zodanig kon worden ingericht dat de jeugd wordt uitgedaagd om te spelen, zonder dat het gebied direct als speelvoorziening is benoemd. Ontwerper Hilke Floris van HOSPER landschapsarchitectuur en stedebouw: „We hebben alles geïntegreerd tot een samenhangend gebied dat uitnodigt tot ontdekken en spelen. Dus geen afgebakende speeltuin in een park, maar gewoon overal spelen in het landschap, zonder onderscheid tussen toestellen en speelaanleidingen. Kinderen maken
dat onderscheid immers ook niet; die vlechten bloemen in het schommelnest en maken modderkastelen op de stapstenen.” Oorspronkelijk was het een braakliggend terrein, bestemd als overgangszone, ter compensatie van de uitbreiding van de A15. Floris: „Het lijkt een beetje alsof de wereld hier ophoudt, het gebied ligt echt tussen de rand van de stad en de geluidswallen van de snelweg.” Opdrachtgever OMMIJ gaf met name de beperkingen aan. Er was een beperkt budget, de bodem lag vol met leidingen en kabels, en aan de grondlichamen mocht men niet komen. „Naast de praktische randvoorwaarden hadden we te maken met een dominante infrastructuur. Een duidelijke visie was er vooraf niet. Daarom zijn we begonnen met kijken wat er is, en wat het gebied nodig heeft.
We wilden meer een landschap dan een park creëren. Het voelt als het begin van een groter gebied.” De buurtbewoners hadden nauwelijks aanmerkingen op het ontwerp. Zij waren vooral blij dat er iets met het braakliggend terrein gebeurde. „Ik zocht iets om de buurtbewoners het park in te trekken. Het moest geen formele speeltuin worden of een aangeharkt park. Daarom staan de speeltoestellen bewust niet langs de paden, maar her en der verstopt tussen het gras, om kinderen deze zelf te laten ontdekken, en het struinen door het gras te stimuleren.” Als we door het park lopen, blijkt de beheerder banen in het gras te hebben gemaaid naar de speeltoestellen toe. „De laatste keer waren dit nog een soort olifantenpaadjes. Blijkbaar wilde de beheerder dit toch accentueren.” Oorspron-
TuinenLandschap l 21 l 2015
Noordrand.indd 41
>
41 01-10-15 14:15
kelijk zou alleen rond de speeltoestellen worden gemaaid, en het gras van een trapveldje waar vier bomen fungeren als doelpalen. Aan de redelijke gave grasmat te zien, wordt er nog niet erg veel gevoetbald. De speeltoestellen, die door HOSPER zelf zijn uitgekozen, zijn gemaakt van robinia. Floris stelt dat er een paar jaar geleden nog niet zo heel veel keuze was qua speeltoestellen op gebied van ’natuurlijk spelen’. „Als je gewoon wat boomstammen en rotsen neerlegt, krijgen deze geen keurmerk. En de gemeente vraagt daar wel om. Daarom hebben we bij het water toch gekozen voor gekeurde stapstenen in plaats van gewone rotsblokken. Op het strandje liggen wel rotsen, maar die dienen niet expliciet als speeltoestel.”
Bomen Uitgangspunt bij het inrichten van het gebied waren voor Floris de grondlichamen en de bomen. „Het was een vrij kale plek, je voelde je er niet geborgen.
Ik miste vooral bomen, enerzijds om de menselijke maat in het gebied terug te brengen, en anderzijds om de geluidswallen te verzachten.” Door het hele park heen zijn krentenboompjes geplant. „Door de leidingen in de grond mochten de bomen niet te groot zijn. Vandaar dat we gekozen hebben voor krentenboompjes. Feitelijk zijn het heesters, maar als je ze op de juiste manier snoeit, kunnen ze zich tot bomen ontwikkelen. Daarbij geven ze vooral in het voor- en najaar kleur aan de omgeving.” Daarnaast koos HOSPER vooral wilgen en meidoorns, en waar mogelijk lindes die wel groot kunnen worden. Verder bestaat het park uit bloemrijk gras. Rond de speeltoestellen is gekozen voor een plukmengsel, elders voor een bijenmengsel. Verder zijn er clusters van heesters zoals vlier, duinroos en appelbes geplant, met name voor de biodiversiteit. Naast de speeltoestellen en het strandje met water, ligt er een skatebaan op een eiland en is er een heuvel waar in de winter vanaf kan worden gesleed.
Het skatepark is ontworpen door 2MOVE. Floris zat in de selectiecommissie voor de skatebaan. „Uitgangspunt was dat de skatebaan in het landschap moest worden ingebed, en niet de uitstraling van een standaard baan met halfpipes moest krijgen. Ook mocht de skatebaan geen hangjongeren aantrekken.” Voor de heuvel met sleemogelijkheden is van te voren goed gekeken naar de ideale afdaling. „Het moest niet te stijl en niet te vlak zijn. Door de zachte winters is de heuvel jammer genoeg nog niet in de praktijk uitgeprobeerd.” Floris vindt het park als speelnatuur goed gelukt. „Het werkt zoals ik had gehoopt. Het gebied heeft een bepaalde ruigheid. Ook voelt het niet alsof bepaalde dingen er niet mogen.” Het enige wat ze jammer vindt, is dat er kleine maten krentenboompjes zijn aangeplant, terwijl het oorspronkelijke plan voorzag in grotere maten. „Deze bleken niet in grote aantallen op stam voorradig. Daarbij was het budget niet toereikend. Over tien jaar ziet het park er helemaal uit zoals het bedoeld was.” <
Noordrand
>
▸ Locatie Carnisselande-Portland, RhoonBarendrecht ▸ Functie Natuurlijk spelen in stedelijk gebied ▸ Opdrachtgever Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde (OMMIJ) ▸ Projectperiode 2011-2013 ▸ Jaar van aanleg 2012-2015, deelgebied met spelen in 2012-2013 ▸ Oppervlakte 45 ha, deelgebied met spelen circa 2,5 ha ▸ Ontwerp HOSPER landschapsarchitectuur en stedebouw, ism DG Groep ▸ Aanleg GKB Groep ▸ Beheer gemeente Albrandswaard ▸ Bomen basis van lindes en krentenboompjes op stam, af en toe wilg of meidoorn ▸ Heesters heestergroepen met egelantier, kruidvlier, duinroos en zwarte appelbes ▸ Vaste planten bloemrijk grasland
N
42
TuinenLandschap l 21 l 2015
Noordrand.indd 42
01-10-15 14:15
Onder het schommelnest is zand aangebracht, afgezet met stootbanden. Floris wilde eigenlijk gewoon gras als ondergrond bij alle speeltoestellen, maar de regels voor een valdempende ondergrond lieten dat niet toe.
Gekozen is voor speeltoestellen van robinia. Volgens ontwerper Hilke Floris was de keuze in natuurlijke speeltoestellen een paar jaar geleden vrij beperkt; tegenwoordig is het aanbod veel ruimer. Kiezen voor natuurlijke materialen zoals boomstammen en rotsen geeft het probleem dat deze geen keurmerk hebben, iets wat gemeenten wel eisen.
Op een eiland is het skatepark aangelegd, ontworpen door 2Move. Uitgangspunt was dat de skatebaan in het landschap moest worden ingebed. Ook mocht het skatepark geen hangjongeren aantrekken. Daarom is gekozen voor een niet-standaard skatepark met hoogteverschillen en plantvakken.
Het strandje met water nodigt uit tot spelen, zwemmen en vissen. Het strandje was niet aangelegd met de bedoeling dat mensen er zouden zwemmen en zonnebaden, maar als speelaanleiding. Nu dat wel gebeurt, heeft de gemeente er een bord neergezet met de tekst â&#x20AC;&#x2122;Geen zwemwater. Zwemmen op eigen risicoâ&#x20AC;&#x2122;.
Onderdeel van het speelgebied is een trapveldje. Vier krentenboompjes op stam (Amelanchier lamarckii) dienen als doelpalen. Hier is een ander grasmengsel dan elders gebruikt; het gaat â&#x20AC;&#x2122;minder snel stuk. Aan het gras te zien wordt er niet heel frequent gevoetbald op het veldje. <
TuinenLandschap l 21 l 2015
Noordrand.indd 43
43 01-10-15 14:16
Experimenteren op De Ceuvel Het is een speelplek, bedrijventerrein en onderzoeksproject ineen: De Ceuvel in Amsterdam. Alle duurzame experimenten, van ontgiftende planten tot compost-wc’s, zijn een vorm van spel. Met desalniettemin niet te onderschatten resultaten voor toekomstige energietoepassingen. „De Ceuvel is bedoeld om van te leren.’’
Pieter Theuws www.delva.la
Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Gerdien de Nooy
Grote foto: De grond tussen de woonboten is ingeplant met fytoremediatie-planten. De vaste planten hebben veel concurrentie omdat de oorspronkelijke grond nog vol zit met zaad. Na de eerstvolgende maaibeurt moet er worden bijgeplant. Foto boven: De Ceuvel is toegankelijk voor publiek. Links achterin vind je café De Ceuvel dat dagelijks veel bezoekers trekt.
44
Op het terrein zijn vier monumentale bomen behouden. Zo’n 55 bomen zijn gekapt, daarvoor zijn Populus deltoides voor teruggeplant. De Amerikaanse (zwarte) populier breekt organische verontreiniging af. Daarbij zuigt de boom veel vocht naar zich toe, waardoor de bodemverontreiniging zich minder makkelijk verspreidt.
TuinenLandschap l 21 l 2015
DeCeuvel.indd 44
01-10-15 15:23
E
en speelplek voor de creatieve mens, zo zou je De Ceuvel in Amsterdam kunnen omschrijven. Op het 4.000 m2 grote terrein in de havens van Buiksloterdam liggen zeventien woonboten op het droge. Ze zijn in gebruik als werkateliers voor kunstenaars, fotografen, reclamemakers en architecten. De boten zijn voorzien van allerlei duurzame snufjes zoals helofytenfilters die het afvalwater zuiveren, zonnepanelen, warmtewisselaars en compost-wc’s. De Ceuvel ligt op een steenworpafstand van het hoofdstedelijk centrum. Het is een voormalige scheepswerf en de grond is daardoor vervuild. Gemeente Amsterdam schreef in 2012 een prijsvraag uit voor de transformatie van het terrein. De gemeente zou het gebied voor tien jaar beschikbaar stellen aan het meest innovatieve project. Voorwaarde
was dat het economisch haalbaar zou zijn. „Maar de omstandigheden waren zo moeilijk dat er uiteindelijk maar twee projecten zijn ingediend’’, zegt Pieter Theuws destijds werkzaam bij Delva Landscape Architects (inmiddels werkt hij bij KCAP in Rotterdam). Het plan dat Delva samen met onder meer Space&Matter en Metabolic indiende, werd uiteindelijk uitgekozen.
Fytoremediatie Een belangrijk aspect in dat ontwerp is de inzet van fytoremediatie, planten die de bodem zuiveren. Theuws is als landschapsarchitect afgestudeerd op onderzoek naar de vraag wat je ruimtelijk kunt doen met dit soort planten. „Massale aanplant van één soort gebeurt al geregeld, je hebt bijvoorbeeld velden vol Miscanthus, maar een gevarieerde
beplanting in de publieke ruimte komt nog zelden voor.’’ Het beplantingsplan dat Delva voor De Ceuvel maakte, is dan ook volledig geënt op het zuiveren van de grond. Tussen de woonboten is de grond ingeplant met verschillende gras- en rietsoorten, wilgen, populieren, wilgenroosje en vingerhoedskruid (zie kader). Over tien jaar wanneer het terrein weer leeg zal moeten worden opgeleverd, zullen zij de grond een stuk schoner hebben gemaakt, is de verwachting van Theuws. Hoe goed de planten hun zuiverende werk doen, wordt nauwlettend in de gaten gehouden door wetenschappers van de Universiteit van Gent. Theuws werkte tijdens zijn afstudeeronderzoek ook al met hen samen. Voordat de planten de grond in gingen hebben zij de hoeveelheid vervuiling in de grond gemeten. Jaarlijks zullen zij dit herhalen. Daar>
TuinenLandschap l 21 l 2015
DeCeuvel.indd 45
45 01-10-15 15:24
naast meten ze per plantensoort de hoeveelheid gif die in de plant wordt opgeslagen. Door de beplanting slingert een verhoogde vlonder die lussen rond de boten maakt. Het ontsluit het park en tegelijkertijd zorgt de slingerende beweging voor een wisselend blikveld. „Je zou kunnen zeggen dat dat het stedenbouwkundige plan is’’, zegt de landschapsarchitect. Die verhoogde steiger is bewust bedoeld als de leefwereld. Het is niet de bedoeling dat er tussen de planten op het maaiveld wordt gelopen. „Echt gevaar loop je daar niet, maar we willen wel mensen bewust maken dat de grond vervuild is.’’ De makers richten zich met name ook op kinderen; overdag is De Ceuvel namelijk gewoon voor iedereen toegankelijk en door het café-restaurant is het inmiddels een geliefde pleisterplaats voor jonge gezinnen. Overal hangen bordjes die bezoekers wegwijs maken op het terrein. Op verschillende plekken kun je via een slingertouw een stuk van de vlonder afsnijden. „In het weekend staan kinderen in rijen dik te wachten op hun beurt.’’
Behalve het onderzoek naar de effectiviteit van de zuiverende planten wordt er op de Ceuvel volop geëxperimenteerd op het gebied van energievoorziening. Met name het bedrijf Metabolic probeert er allerlei nieuwe duurzame toepassingen in de praktijk. Zo zijn de kantoorboten wel voorzien van stroom en drinkwater via de reguliere netten, maar daartegenover staat dat ze niet zijn aangesloten op het riool. Ze maken allemaal gebruik van een eigen dubbel helofytenfilter dat het afvalwater zuivert. Daarnaast zijn de boten voorzien van een compost-wc, dit is een droog toilet waarbij de fecaliën door middel van bijvoorbeeld zaagsel worden opgevangen en uiteindelijk gecomposteerd. Theuws legt uit dat Metabolic momenteel proeven doet om de opbrengst van de compost-wc’s om te zetten in kunstmest. Verder maakt de helft van de boten gebruik van zonnepanelen en een warmtepomp.
heeft het plan opgevat om in de toekomst een mobiele biomassacentrale te huren om het maaisel te verwerken. Twee keer per jaar wordt het gras, het riet en de wilgensoorten afgemaaid, onder meer om nieuwe groei te stimuleren omdat jonge planten over het algemeen meer vervuiling openemen. Wat De Ceuvel volgens Theuws bijzonder maakt, is dat het terrein voortdurend in ontwikkeling is. Zo ligt er inmiddels in de haven ook een drijvende tuin en deze zomer is er op het terrein een kas gebouwd. Daarin gaan groenten worden verbouwd voor het restaurant. Onder leiding van Metabolic hebben de huurders van de atelierboten de warmewisselaar zelf in elkaar gezet en geïnstalleerd evenals het helofytenfilter. „De mensen hier vinden dat heel leuk om dat allemaal zelf te doen. Samen hebben we hier de voorwaarden geschapen waardoor mensen zich kunnen ontwikkelen.’’
Mobiele biomassacentrale Vereniging de Ceuvel (waarin de huurders van de boten zich hebben verenigd)
De Ceuvel
>
▸ Locatie Amsterdam-Noord ▸ Oppervlak 4.000 m2 ▸ Ontwerp in 2012-2014 ▸ Aangelegd in voorjaar 2014 ▸ Opdrachtgever Vereniging de Ceuvel ▸ Ontwerp door DELVA Landscape Architects in samenwerking met Space&Matter en Metabolic ▸ Functie duurzaam experimenteren ▸ Aanleg door Koninklijke Ginkel Groep ▸ Toegepaste planten voor fytoremediatie Epilobium angustifolium (wilgenroosje), Typha latifolia (grote lisdodde), Digitalis purpurea (vingerhoedskruid), Achillea millefolium (duizendblad), Salix nigra (zwarte wilg), Lolium perenne (raaigras), Agrostis capillaris (struisgras) en Festuca arundinacea (rietzwenkgras)
46
TuinenLandschap l 21 l 2015
DeCeuvel.indd 46
N
01-10-15 15:52
De zone grenzend aan de verharding van de scheepshelling was het zwaarst vervuild. Deze sterk verontreinigde grond is daarom afgegraven en op de plek op de foto ingepakt met worteldoek en ingekapseld met betonnen elementen. De sculptuur doet nu dienst als podium. „Het is nu een ruimtelijk element in het gebied dat een verhaal vertelt.”
De verhoogde steiger slingert rondom de boten en biedt daardoor afwisselend uitzicht naar binnen op De Ceuvel zelf of zoals hier naar buiten op het omringende water.
Vereniging De Ceuvel heeft de woonboten en schepen voor bijna niets over kunnen nemen, omdat de eigenaren er vanaf wilden. De meeste van de boten zijn afkomstig uit Amsterdam. Een dag lang is een kraan bezig geweest om ze alle zeventien op het land te takelen. De grond onder de boten is met zand verstevigd. Overigens blijft die grond hoogstwaarschijnlijk net zo vervuild als voorheen omdat de planten hier niet bij kunnen. Delva claimt dan ook niet de grond volledig schoon op te leveren, maar wel schonér. „Wellicht dusdanig dat er over tien jaar woningbouw mogelijk is.’’
Bordjes maken bezoekers wegwijs op De Ceuvel. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat er op het maaiveld tussen de beplanting wordt gelopen en gespeeld.
Elke boot heeft zijn eigen helofytenfilter dat uit twee compartimenten bestaat. Hierin wordt het afvalwater gezuiverd. Dit schone water kan bijvoorbeeld worden gebruikt in de kas waar groenten worden gekweekt voor het café-restaurant.
De Ceuvel noemt zichzelf de CleanTech Playground. Op het terrein test het bedrijf Metabolic dan ook in hoeverre het mogelijk is om qua energieverbruik zelfvoorzienend te zijn. <
TuinenLandschap l 21 l 2015
DeCeuvel.indd 47
47 01-10-15 15:26
Het aardvarken ligt in een getransplanteerd heidelandschap: de plaggen zijn rechtstreeks afkomstig van de Veluwe. De beplanting bestaat uit heide, bochtige smele en pijpenstrootje. Voor hoogte zorgen berken en grove dennen. De Japanse duizendknoop die helaas ook is te zien, is hoogstwaarschijnlijk meegekomen met het aangevoerde zand. Dit, en ander onkruid wordt er zo veel mogelijk met de hand uitgetrokken. Schoffelen en harken zijn uit den boze.
48
TuinenLandschap l 21 l 2015
BartokPark.indd 48
01-10-15 14:16
’Aardvarken ook mooi zonder spelende kinderen’ Het is kunst en tegelijkertijd een enorm speelobject voor kinderen: het reusachtige feestaardvarken dat temidden van een kingsize zandbak rustig ligt te slapen in het centrum van Arnhem. Landschapsarchitect Harro de Jong transplanteerde voor dit Bartokpark een deel van de Veluwse heide. „Dit landschap is ook mooi als er niet gespeeld wordt.’’
Harro de Jong www.buroharro.nl
Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Gerdien de Nooy
B
urgers’ Zoo bestond in 2013 honderd jaar. Vanwege dit jubilieum wilde de Arnhemse dierentuin de stad een cadeau doen, en wel in de vorm van een kunstwerk van Florentijn Hofman. Die liet zich inspireren door het aardvarken, waarvan er in Burgers’ Zoo een aantal rondlopen. Alleen zul je ze als bezoeker zelden zo aantreffen want het aardvarken is een nachtdier en brengt de dag hoofdzakelijk slapend door. Zelfs zo diep dat je op het dier kunt gaan ziten, zo gaat het verhaal. Hofman koos als bed voor zijn reusachtige aardvarken het recentelijk ingerichte Bartokpark in het centrum van de stad. In het met heide beplante terrein zag hij de ideale locatie voor het slapende dier. „Wij vonden dat uiteraard fantastisch’’, zegt landschapsarchitect Harro de Jong van Buro Harro. Een jaar
eerder had hij samen met Peter Groot van het Departement Tijdelijke Ordening (DTO) op eigen initiatief het braakliggende terrein aan het begin van de Korte Straat ingericht. Dit deel van de stad lag sinds 2008 braak door de sloop van de Bartokzaal. De nieuwbouwplannen voor het terrein staan al een tijd in de wacht. „Een ontzettend lelijke plek, zo midden in het centrum.’’ Gezamenlijk vatten ze het plan op om de plek dan maar zelf in te richten. Dat dat een heidelandschap zou worden, lag voor De Jong voor de hand. „Arnhem ligt geweldig mooi, enerzijds heb je de Rijn en aan de andere kant de prachtige Veluwe. Alleen voor die laatste hebben Arnhemmers een blinde vlek. Nergens in de stad zie je iets van trots op die naburige natuur.’’ En dat is zonde vindt
De Jong, want de Veluwe is een prachtgebied dat Arnhem veel meer zou moeten uitbuiten. „Daarom hebben we de Veluwe maar naar de stad gehaald’’, verklaart hij. Nadat projectontwikkelaar Synchroon (eigenaar van de grond) en de gemeente (die de aanleg bekostigde) akkoord gingen, werd het gebied in 2012 ingericht met een heuvelachtig zandlandschap en ingeplant met berken, grove dennen en heideplanten. „Toch was het niet overtuigend genoeg, er miste wat’’, zegt De Jong. Daarom was Peter Groot van DTO al bezig met een kunstwerk, om de plek daarmee nog meer een boost te geven, „maar wat we destijds in gedachten hadden, was veel kleiner dan wat er nu ligt.’’ De heideplanten waren per stuk ingeplant. „Het was te tuttig, te aangeharkt.’’ De oplossing bedacht De Jong naar aanleiding van >
TuinenLandschap l 21 l 2015
BartokPark.indd 49
49 01-10-15 14:16
trouw landschap, maar zijn tegelijkertijd ook een kingsize zandbak – zoals De Jong het noemt – en een plek om je verstoppen. Dat het landschap daardoor hier en daar beschadigd raakt – op sommige plekken zijn olifantenpaadjes ontstaan en hier en daar treedt wat verruiging op, vindt de landschapsarchitect niet erg. „Dat hoort erbij op zo’n plek in de stad.’’ Met een bruikbaar landschap bedoelt De Jong ook dat het Bartokpark eveneens mooi is wanneer er géén kinderen in spelen. „Een speeltuin zonder kinderen is treurig, vooral op een regenachtige dag of in de winter. Het aardvarken is dat niet, daar word je altijd vrolijk van.’’ Het feestaardvarken werkt inmiddels als katalysator voor de rest van de omgeving. Tegelijk met het park werd aan de Kortestraat een gloednieuwe bibliotheek gebouwd naar ontwerp van Neutelings Riedijk Architecten. Het interieur is speels ingericht, zo kan de trapleuning gebruikt worden als glijbaan en zijn er overal holletjes om je in terug te trekken. „Gezinnen met jonge kinderen komen nu in het weekend hiernaartoe voor een totaaluitje: voor de bibliotheek, het
een tv-documentaire waarin wetenschapper Martijn Bezemer van Wageningen Universiteit een pleidooi houdt voor natuurtransplantatie: „Ik speelde zelf al met het idee om complete heideplaggen van de Veluwe naar de stad te verhuizen, maar nu had ik ook wetenschappelijk bewijs dat dat een goede kans van slagen zou hebben.’’ Toen Hofman het Bartokpark aanwees voor zijn aardvarken, kwam alles bij elkaar. „We wilden al een kunstwerk en toen kregen we dit aanbod. Bovendien was dit ook hét moment dat we de vegetatie konden aanpassen.’’ De heide die er nu ligt, komt rechtstreeks van de Veluwe, in 30 cm dikke plaggen is de natuur naar de stad getransplanteerd. Het aardvarken ligt neergevleid in zand dat afkomstig is van een bouwlocatie uit de buurt.
Bruikbaar landschap
11
„Een bruikbaar landschap’’, noemt De Jong het Bartokpark. Het aardvarken is niet alleen een kunstwerk, maar ook een speelobject: via zijn staart en oren kun je bovenop het dier klimmen. De heide en het zand vormen samen een natuurge-
aardvarken en de omringende horeca.’’ In een nabijgelegen verlaten kantoorpand is inmiddels een hotel gerealiseerd. Daarnaast gaat het naastgelegen Theater aan de Rijn zijn ingang verplaatsen naar de parkzijde. Dit alles bleef niet onopgemerkt, zo werd het Bartokpark dit jaar bekroond met De Gulden Feniks in de categorie ’Gebiedstransformatie’. Volgens de jury is het het vrolijkste plein van Nederland en een symbool voor de kracht van het doen. Hoe lang het aardvarken zal blijven liggen, is niet zeker. Projectontwikkelaar Synchroon wil op termijn het gebied transformeren tot een woon- en winkelgebied, maar wanneer dat gaat gebeuren, is niet bekend. Die tijdelijkheid is voor De Jong nooit een argument geweest om er niet aan te beginnen. „Wat we vooral geleerd hebben van dit project, is dat je kansen moet benutten als ze langskomen. We hadden dit nooit in een gewone opdracht kunnen realiseren, daarvoor is het veel te extreem. In plaats daarvan hebben we nu geen concessies hoeven doen en ligt er een reusachtige 3d-advertentie voor ons in de stad.’’
Bartokpark Ω Locatie Arnhem Ω Oppervlakte 2.500 m2 Ω Ontwerp in 2012-2013 Ω Aangelegd in 2012-2013 Ω Opdrachtgever eigen initiatief in samen-
140
40
werking met DTO (Departement Tijdelijke Ordening) en Studio Florentijn Hofman Ω Ontwerp Buro Harro Ω Functie kunstzinnig en landschappelijk experiment Ω Aanleg door Van de Haar Groep in Wekerom Ω Eigenaar grond projectontwikkelaar Synchroon Ω Financiering aanleg heidepark gemeente Arnhem Ω Financiering feestaardvarken Burgers’ Zoo
100
120 60 80
20
20 40 60 80 100 14.01+
120
V
180
+
140
14
.07
120 150
195 /2
0
N VB
Kle
ine
tk
TB
Oo
rd
18
85
3
tk
L0
18
>
TB
VB PB
20
x4
0
/2
0 VB
50
VB
tk
Projectnaam:
UITBREIDING BARTOKPARK
Tekeningnaam:
TuinenLandschap l 21 l 2015
BartokPark.indd 50
WERKTEKENING
Bladen:
1
Datum:
17-05-’13
Schaal:
1:50
Formaat:
A0
Buro Harro St.Peterlaan 70 6821 HK Arnhem t: +31 654692908 e: mail@buroharro.nl
01-10-15 14:16
Tegenover het Bartokpark is in 2013 de nieuwe bibliotheek gebouwd, ontworpen door Neutelings Riedijk Architecten uit Arnhem. Samen met het aardvarken vormt het gebouw één van de hotspots van de stad.
Het aardvarken is 30 m lang, 9 m hoog en 13 m breed; het kunstwerk bestaat uit veertien delen en weegt 150.000 kg. Voor de fundering heeft Van de Haar Groep stelconplaten gebruikt.
Het heidelandschap rondom het kunstwerk glooit licht, die hoogteverschillen zijn ter plekke tijdens het werk aangebracht.
De hei bloeit nu niet alleen op de naburige Veluwe maar ook in Arnhem zelf. Volgens De Jong biedt de stad in principe de ideale schrale omstandigheden voor heide. „Omdat er altijd wordt opgehoogd met zand.’’
Van binnen is het kunstwerk hol. Op een stalen constructie bekleed met folie (ruim 400 m2) is het beton gespoten. Daarna kreeg het aardvarken zijn definitieve vorm.
TuinenLandschap l 21 l 2015
BartokPark.indd 51
<
51 01-10-15 14:16
673993_.indd 52
5-10-2015 12:47:05
673994_.indd 53
5-10-2015 13:33:16
Spelen op een oude Romeinse nederzetting In de nieuwbouwwijk Westeraam in Elst heeft BTL Advies een groot natuurspeelterrein ingericht, boven op een vindplaats van Romeinse en Bataafse nederzettingen. Van die vondsten is niets te zien, maar de inrichting van het terrein verwijst subtiel naar de lang vervlogen tijden.
Tekst Peter Bennink Beeld BTL Nederland, Gerdien de Nooy
54
TuinenLandschap l 21 l 2015
BTL Elst.indd 54
05-10-15 12:03
Twee grondlichamen delen het terrein in tweeën. Dit dient enerzijds om de menselijke maat te bewaren op het grote open terrein. Anderzijds zorgt de verhoging ervoor dat de wortels van de populieren die erop staan de archeologische resten niet aantasten. De heuvels zijn verder beplant met bloeiende kruiden die worden gebruikt voor natuureducatie.
E
lst kent een rijke historie van Romeinen en Bataven, die hier woonden en werkten. Hun nederzettingen lagen hier destijds aan de Rijn, die inmiddels een andere loop heeft gekregen. Op één van de vindplaatsen van oude Bataafse en Romeinse nederzettingen heeft BTL Advies een natuurlijk speelterrein ingericht. Het terrein is aangewezen als rijksmonument maar de archeologische vondsten zelf zijn niet te zien. Ze liggen verborgen in de bodem, het terrein is bovendien een halve meter opgehoogd om de onderliggende archeologische resten te beschermen. Rond het gehele rechthoekige terrein van circa 3 ha groot ligt een aarden wal, die het toch grote terrein een besloten karakter geeft. De taluds zijn aan de buitenkant vrij flauw en aan de binnenkant een stuk steiler. Het terrein ligt in een woonwijk, ingeklemd tussen een cluster van drie basisscholen aan de ene kant en een middelbare school aan de andere kant.
Cool Nature De provincie Gelderland heeft het initiatief genomen voor het speelterrein en dit ook financieel ondersteund. De inrichting van de speelplek is deels gefinancierd met een Cool Nature-subsidie, een project dat de provincie heeft opgezet in het kader van klimaatbeleid. Twaalf grote, koele natuurspeelterreinen zijn gerealiseerd. Deze moeten een bijdrage leveren aan het klimaat- en hittebestendig maken van dorpen en steden en tegelijkertijd mooie speelnatuur voor kinderen opleveren. Cool Nature is onderdeel van het klimaatprogramma ’Aanpakken en Aanpassen’ van de provincie Gelderland.
Begin 2011 kreeg BTL opdracht van de gemeente Overbetuwe, in samenspraak met de provincie, voor de herinrichting van het terrein. Aangezien de Cool Nature-subsidie alleen gold voor projecten die voor 2012 gerealiseerd werden, moest het project van eerste schets tot realisatie in sneltreinvaart uitgevoerd worden. Het hielp daarbij dat BTL niet alleen het ontwerp voor zijn rekening nam, maar ook de aanleg.
Bart van der Westen www.btl.nl
Participatie In die korte tijd moest ook uitgebreid overlegd worden met belanghebbenden over de invulling van het terrein. De opdracht die BTL van de gemeente kreeg, was namelijk om er een speelterrein van te maken, met natuureducatieve waarde, in samenspraak met onder meer de omwonenden en de leerlingen van de scholen. BTL startte dan ook al snel een uitgebreid participatietraject op. Met de verschillende groepen van de scholen werd drie keer gesproken. De eerste twee keer konden de leerlingen inhoudelijk bijdragen aan de inrichting van het terrein. De derde keer presenteerden de ontwerpers het uiteindelijke plan. Daarnaast was er een klankbordgroep met de scholen, het wijkplatform, buurtbewoners, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang, zorginstelling de Driestroom en Natuur en Milieueducatie (NME) Overbetuwe in de klankbordgroep. Opvallend bij de inspraak van de scholen was de mate waarin de verschillende leeftijdsgroepen rekening hielden met elkaar, vertelt projectleider Bart van der Westen van BTL Advies. „De jonge kinderen van de basisscholen drongen erop aan dat de leerlingen van de middelbare school wel
> TuinenLandschap l 21 l 2015
BTL Elst.indd 55
55 05-10-15 12:03
een plek moetsen hebben om te zitten, terwijl de middelbare scholieren zich druk maakten om speeltoestellen voor de kleinere kinderen.” Verdere wensen van de kinderen waren dat ze wilden kunnen glijden, toneelstukken wilden kunnen opvoeren en een plek hadden om te ’chillen’.
Ontwerp
Op verzoek van de kinderen van de basisscholen is er een amfitheater gekomen waar toneelvoorstellingen gegeven kunnen worden. De liggende stammen op het talud dienen als tribune terwijl tussen de staande palen op het veld een decor gebouwd kan worden.
Samen met de leerlingen zijn tegels gemaakt die verwijzen naar de vroegere Romeinse nederzetting.
56
Een halfverzonken ’schip’ is enerzijds een verwijzing naar het verleden en anderzijds voor de meeste kinderen gewoon een leuke speelaanleiding.
Het uiteindelijke ontwerp is grotendeels uitgegaan van de situatie zoals die was. De structuur van een groot met gras begroeid stuk land met een aarden wal eromheen, is door de ontwerpers intact gelaten. Ook de bestaande bomen mochten blijven staan. De inrichting is verder zodanig dat het zwaartepunt van de speelaanleidingen aan de kant van de basisscholen ligt, terwijl het voetbalveld met zitplaatsen van boomstammen eromheen aan de andere kant gesitueerd is, dichtbij de middelbare school. De tweedeling is versterkt door twee grondlichamen op het terrein, beplant met populieren en bloeiende kruiden. Deze elementen geven vooral aan de kant van de basisscholen een gevoel van beschutting en brengen de menselijke maat in het ontwerp. De bijzondere achtergrond van het terrein is gebruikt als inspiratiebron voor de inrichting van de speelplek. Veel van de speeltoestellen en de inrichting van het terrein zijn met een knipoog naar de geschiedenis ontworpen. Zo is er een spelaanleiding in de vorm van een schip, zijn er hutjes van wilgentenen die verwijzen naar de hutten van de Batavieren en er is een amfitheater waar voorstellingen gegeven kunnen worden. Van der Westen: „Ik vind het vooral belangrijk om de fantasie te prikkelen. Mensen en zeker kinderen hebben allemaal een ander beeld bij zoiets als Romeinen of Batavieren. Door daar af en toe naar te verwijzen, kun je ze erover laten nadenken hoe het hier vroeger geweest moet zijn. Maar als de kinderen dat er niet in zien en gewoon spelen, is dat ook goed.” De speelplek is ingericht volgens het BTL-concept ’Spelen in ’t Groen’ waarin het initiatief van het kind centraal staat. Binnen dit concept wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van natuurlijke elementen voor de inrichting van een avontuurlijke speelplek en wordt gezocht naar een combinatie van natuur en educatie. Speeltoestellen zoals klimrekken, schommels of wipkippen zijn er niet of nauwelijks op het terrein. Het zijn vooral meer abstracte spelaanleidingen die de kinderen prikkelen om te gaan spelen.
TuinenLandschap l 21 l 2015
BTL Elst.indd 56
05-10-15 12:04
Een houten buste van een Romein overziet het voetbalveld aan de kant van de middelbare school. Het weidse veld wordt niet alleen gebruikt om te voetballen na schooltijd, maar ook voor lessen lichamelijke opvoeding.
Westeraam ▸Ontwerp BTL Advies ▸Functie spelen, recreatie, sport/lichamelijke opvoeding ▸Opdrachtgever Gemeente Overbetuwe ▸Aanleg BTL Realisatie ▸Ontwerpperiode begin 2011 ▸Uitvoering eind 2011 ▸Oppervlakte 3 ha ▸Bomen Fraxinus excelsior, Castanea sativa, Carpinus betulus, Populus nigra ’Italica’ Salix alba, Malus Domestica (’Notarisappel’, ’James Grieve’, ’Groningerkroon’), Prunus avium (’Merton premier’, ’Dubbele Meikers’, ’regina’), Pyrus communis (’Conference’, ’Gieser Wildeman’, ’Doyenné du Comice’), Alnus glutinosa ▸Heesters Physocarpus opulifolius, Amelanchier lamarckii, Corylus avellana, Ribes rubrum, Vaccinium myrthillus, Rubus procerus, Ribes nigrum, Rosa rugosa, Aronia melanocarpa, Sambucus nigra, Amelanchier lamarckii, Cornus mas, Corylus avellana, Ribes sanguineum ▸Overig kruidenrijk grasland, plukweide
>
N <
TuinenLandschap l 21 l 2015
BTL Elst.indd 57
57 05-10-15 12:04
Met kleine aanpassingen, grote ve
Maar weinig kinderen kunnen de verleiding weerstaan om de apenrotsen te beklimmen als ze er toevallig langslopen.
58
De apenrots wordt door allerlei verschillende doelgroepen gebruikt. Door spelende kinderen, maar ook door skaters, freerunners en mensen uit de omliggende kantoren.
TuinenLandschap l 21 l 2015
De Apenrots Laplab.indd 58
01-10-15 14:17
te veranderingen teweegbrengen
Sander Lap www.laplab.eu
Voor de Internationale Architectuurbiënnale van Rotterdam onderzocht Lap Landscape & Urban Design de mogelijkheden om de binnenstad te vergroenen voor een klein budget. Vervolgens brachten ze hun bevindingen in de praktijk door op het plein voor de Erasmusbrug, de apenrots te realiseren. Tekst Peter Bennink | Beeld Gerdien de Nooy, LAP Landscape & Urban Design
D
e binnenstad van Rotterdam heeft betrekkelijk weinig inwoners. Na kantoortijd kan het gebied dan ook verlaten aandoen. Daarom vroeg de gemeente in het kader van de biënnale in 2012 een aantal partijen waaronder DSA stedenbouw architectuur, TNO en Lap Landscape & Urban Design (Laplab) te onderzoeken of de binnenstad leefbaarder zou worden als er meer mensen wonen en of er mogelijkheden waren om de binnenstad verder te ’verdichten’. Uit het onderzoek kwam naar voren dat het inderdaad beter voor de sfeer in de binnenstad zou zijn als er meer mensen zouden wonen. Allerlei voorzieningen, zoals restaurants krijgen dan bestaansrecht en de stad wordt een aan-
genamere plek om te verblijven en voor duurzaamheid heeft het ook voordelen als mensen in de stad wonen en er niet alleen werken.
Voor elke extra bewoner een boom Laplab constateerde in het onderzoek dat het dan wel belangrijk is om ook het groen in de stad te intensiveren. ’Voor elke extra bewoner een boom erbij’, aldus Sander Lap van Lap Landscape & Urban Design. Dat hoeft niet in de vorm van grote parken, maar juist kleine groene initiatieven kunnen de leefbaarheid vergroten. Lap: „Wij denken dat je met kleine veranderingen, grote veranderingen teweeg kunt brengen.” Het grote obstakel bij de aanleg van
meer groen in crisistijd is uiteraard de financiering. Volgens Laplab moest het echter kunnen om met een zeer klein budget toch een fraaie groene aankleding te verzorgen. Het Rotterdamse bureau binnenstad daagde Lap daarop uit om te bewijzen dat dat ook echt kan. Lap kreeg carte blanche om ergens in de binnenstad zonder budget een nieuwe groene plek te creëren. Al snel viel het oog van Lap op het Willemsplein, een nogal guur en kaal plein aan de voet van de Erasmusbrug. Er liggen al jaren plannen klaar voor de herinrichting van het plein, maar vanwege geldgebrek komt het er niet van. Ondanks dat het een onaantrekkelijke plek is komen er toch veel mensen langs
TuinenLandschap l 21 l 2015
De Apenrots Laplab.indd 59
>
59 01-10-15 14:17
omdat hier touringcars parkeren, er een parkeergarage onder de brug is en omdat mensen hier opstappen op de Spido rondvaartboot. Het doel van de vergroening was om te laten zien wat voor impact je kunt hebben als landschapsinrichter als alles binnen strakke financiële kaders moet gebeuren. Daarnaast wilde Lap een plek creëren die op verschillende manieren gebruikt zou kunnen worden door verschillende groepen.
Betonnen zuiltjes De kern van het ontwerp is in hoogte verspringende betonelementen in een grid van acht. Deze ’zuiltjes’ van 30 bij 30 cm zijn in samenwerking met firma Sterringhart geproduceerd. Er staan twee van deze apenrotsen op het Willemsplein. Ze zijn omgeven door plantvakken met kleurige combinaties van heesters en vaste planten. De apenrotsen zijn een schot in de roos gebleken. Ze worden intensief gebruikt, werknemers uit kantoren komen er hun lunch opeten of werken er op hun laptop. Kinderen die op de bus wachten
of erlangs lopen klauteren erop en springen er vanaf, skaters doen er hun trucs op en ook ’freerunners’ hebben de apenrots ontdekt. Lap: „Bovendien heeft de groene aankleding ervoor gezorgd dat een kaal stuk plein er aantrekkelijk uitziet.”
Besparing De besparingen zitten onder meer in de ligging van de plantvakken. Vaak moeten voor de aanleg van een plantsoen de kabels en leidingen worden verlegd. De plattegrond van de apenrots is echter gebaseerd op de Klic melding. Alle kabels en leidingen zijn blijven liggen waar ze lagen en daartussen zijn de plantvakken aangelegd. De aanleg van die plantvakken is ook zo eenvoudig mogelijk gehouden. De stenen en het zand zijn eruit gehaald en 50 cm grond en de planten zijn erin gegaan. De plantvakken zijn omrand door de standaard banden die op de rest van het plein ook gebruikt zijn en die op de gemeentewerf nog op voorraad lagen. De zitbankjes die al op het plein stonden zijn geïntegreerd in het ontwerp.
Beplanting Voor het beplantingsplan is gekozen om aan te sluiten bij het project de Groene Loper van de Gemeente Rotterdam. De beplanting bestaat uit boompjes, heesters en vooral grassen en vaste planten die roze, wit en paars bloeien. De verschillende groene structuren in de plantvakken moeten het hele jaar rond voor een aantrekkelijk beeld zorgen. De Gemeente Rotterdam heeft de aanleg verzorgd en voert het beheer uit. Lap heeft zich bij de aanleg beperkt tot de esthetische directievoering. Met dit project bewijst het bureau dat je met zeer beperkte middelen een aantrekkelijke groene structuur kunt aanleggen op overbodige stukken verharding. Het project is zo een schoolvoorbeeld geworden van een ’quick win-groenvoorziening’. Inmiddels komen er steeds meer postzegelparkjes en kleine groenvoorzieningen in de stad
De Apenrots
>
Ω Ontwerp Lap Landscape & Urban Design Ω Locatie Willemsplein Rotterdam Ω Functie spelen, recreatie, zitplek, aankleding Ω Opdrachtgever Gemeente Rotterdam, Bureau Binnenstad Ω Aanleg Gemeente Rotterdam Ω Ontwerpperiode eind 2013 Ω Uitvoering begin 2014 Ω Oppervlakte 1.650m² Ω Bomen Amelanchier lamarckii, Malus ’Courtabri’ Ω Heesters Buddleja davidii (wit en paars) Ω Vaste planten Persicaria amplexicaulis ’Speciosa’, Allium giganteum, Sedum ’Matrona’, Echinacea purpurea, Sanguisorba obtusa, Phlox ’Bright Eyes’, Nepeta racemosa, Carex morrowii, Molinia arundinacea ’Transparent’
60
TuinenLandschap l 21 l 2015
De Apenrots Laplab.indd 60
N
01-10-15 14:17
Het bepl
Het Willemsplein, waarop de apenrots zich bevindt, ligt midden in het moderne Rotterdam, aan de Nieuwe Maas, omgeven door moderne woontorens en natuurlijk de Erasmusbrug.
Het beplantingsplan sluit aan bij het project De Groene Loper in Rotterdam.
De beplanting laat een fraai verschil in seizoenen zien met zomerbloeiers als Sanguisorba en Buddleja, siergrassen in de herfst en onder meer bloeiende krenten in het voorjaar.
De plattegrond van de apenrots is gebaseerd op de Klic melding. Alle kabels en leidingen zijn blijven liggen waar ze lagen en daartussen zijn de plantvakken aangelegd.
TuinenLandschap l 21 l 2015
De Apenrots Laplab.indd 61
<
61 01-10-15 14:17
673991_.indd 62
5-10-2015 11:14:53
673996_.indd 63
5-10-2015 12:22:00
Spelenderwijs het landschap transformeren Het is een radicaal andere manier van denken: niet het landschap inrichten zodat mensen er kunnen spelen, maar mensen laten spelen waardoor het landschap wordt ingericht. Twee jonge landschapsarchitecten pionieren met deze werkwijze. Hester Annema en Elizabeth Floris www.slem.org/projecten/landschapsspelen Tekst Miranda Vrolijk Beeld Hester Annema,
Elizabeth Floris en Miranda Vrolijk
H
ester Annema en Elizabeth Floris studeerden dit jaar af aan Wageningen Universiteit. In hun afstudeeronderzoek ’Shifting the Sands’ onderzochten ze of spel kan worden ingezet om het landschap te transformeren. Kan de menselijke energie die tijdens spelen vrijkomt, onderdeel worden van een landschappelijk ontwerp? Denk bijvoorbeeld aan patronen op de grond waar veel gelopen wordt bij het spelen van boompje verwisselen, is dit ook te sturen in een gewenste richting? Annema en Floris hebben hiermee het gangbare proces omgedraaid: ze ontwerpen geen ruimte om te kunnen spelen, nee, door het spelen te sturen ontstaat de ruimte. Als proeflocatie richtten ze zich op de Kop van Schouwen in Zeeland. Hier test Rijkswaterstaat het dynamische kustbeheer. Deze methodiek stimuleert zandverstuiving landinwaarts. Zo kunnen de duinen meegroeien met de stijgende zeespiegel en wordt de ecologische waarde verhoogd. Hoewel het achterland hiermee beschermd is
tegen de zee, staat dit haaks op het gevoel van de bewoners van de Kop van Schouwen. Zij zijn bang dat de verhoogde dynamiek de veiligheid in gevaar brengt. „Dit wordt versterkt omdat ze alleen van een afstand mogen toekijken hoe grote machines de duinbegroeiing afplaggen’’, zegt Floris. „Wanneer je mensen onderdeel laat uitmaken van de verandering, door middel van spelen waardoor ze zelf de verandering in gang zetten, krijgen ze er grip op en daarmee creëer je veel meer draagvlak’’, vult Annema aan. Spelen wordt daarmee een communicatiemiddel. Het strand is het strand volgens de twee de ideale locatie om verschillende spelen door jong en oud te laten testen. Floris: „Omdat mensen op het strand zichzelf de vrijheid geven om te spelen, meer dan op andere plekken.’’ De landschapsarchitecten ontwikkelden diverse spelen voor het dynamische kustbeheer. Een daarvan is Tug-of-War. Dit is een touwtrekspel waarbij honderden mensen tegelijkertijd mee kunnen doen. „Ideaal voor een evenement, bijvoorbeeld de
Een impressie van hoe al touwtrekkend een kerf in de duinen ontstaat.
64
TuinenLandschap l 21 l 2015
Studenten Hester en Annema.indd 64
01-10-15 14:17
Deze zomer testten Annema en Floris de spelen Mensduin en Duinslinger in een workshop voor de ELASA (European Landscape Architecture Student Association) op Ameland. Studenten uit veertien verschillende landen deden mee.
start van het seizoen of de Koningsspelen. Het stimuleert bovendien het gevoel van erbij horen, omdat je met zoveel mensen tegelijkertijd iets teweegbrengt’’, aldus Annema. Op gerichte plekken in de eerste duinenrij worden de touwen neergelegd: door het touwtrekken ontstaan openingen waardoor de wind het zand kan verstuiven van kust naar land. Een tweede spel is de Quad Race. Door het rijden op elektrische quads in het achterliggende duinengebied ontstaan openingen in de vegetatie, zodat ook daar het zand kan stuiven. Dit is te sturen in de gewenste richting door het uitzetten van paaltjes en daar een puntensysteem aan te verbinden. Floris: „Op de plekken waar meer zandverstuiving gewenst is, plaats je palen met hogere punten. Hier zullen automatisch meer spelers naartoe racen. Op deze manier geef je richting aan de gewenste transformatie zonder een vaste route uit te zetten, want mensen willen juist ook vrijheid in een spel.’’ Tijdens de spelen worden aanzetten gevormd die de natuur zelf verder zal ontwikkelen. In de twee bovenstaande voorbeelden komen daar nog allerlei gebruiksvoorwerpen aan te pas, maar de twee denken ook aan spelen die veel eenvoudiger te realiseren zijn. „Hoe simpeler, hoe beter.’’ Als voorbeeld geeft Floris een schoolklas die je op het strand in een rij laat springen, en dat vijftig keer met een klas van dertig kinderen, dan zou er een richel kunnen ontstaan waarmee de natuur verder gaat. Het ontwikkelen van een spel was nieuw voor Annema en Floris. Om te doorgronden wat een spel interessant en leuk maakt, hebben ze eindeloos spelletjes gespeeld. „Van pim pam pet tot schaken.’’ Daarnaast hebben ze veel spelen geobserveerd en literatuuronderzoek gedaan. Met name het werk ’Homo Ludens’ van Johan Huizinga was een grote inspiratiebron. Aan de hand daarvan formuleerden ze negen elementen waaraan een spel moest voldoen: spanning, competitie, sociale interactie, schoonheid, verrassing, verbeelding, uitdaging, structuur en flexibiliteit. De volgende stap was het spel te vertalen naar het landschap. Daarbij konden ze hun wetenschappelijke kennis inzetten. Annema en Floris hebben bewust de grenzen van hun
vakgebied willen verkennen. Om hen hierin te begeleiden, hebben ze Bruno Doedens van SleM gevraagd. Doedens heeft hen uitgedaagd om hun creativiteit aan te spreken. „Waarom niet het onmogelijke mogelijk maken?’’ Hij stimuleerde hen om meer speelsheid in de dagelijkse werkelijkheid te brengen. „Spreek eens vreemde mensen aan, loop andere routes, ontbijt eens ’s avonds, draai de dingen om. Wat gebeurt er dan?’’ Dit was uiteraard niet makkelijk, maar heeft de twee wel geholpen om buiten de gebaande paden te treden.
Oerol 2016 Na hun afstuderen is het onderzoek van Annema en Floris naar landschapsspelen een tweede fase ingegaan. Via het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie hebben ze een startsubsidie gekregen om het concept verder te ontwikkelen. Zo hebben ze afgelopen zomer diverse landschapsspelen getest in workshops. Eén op Ameland met een groep internationale studenten landschapsarchitectuur en één in Amsterdam met studenten van de Academie van Bouwkunst. „Wat vinden de deelnemers leuk? Wanneer zijn ze er klaar mee? En wat doet het spel, is dit een goed middel om bepaalde natuurlijke processen in gang te zetten?’’, legt Floris uit. Ook is al zeker dat ze meewerken aan een project van Bruno Doedens op Oerol 2016. „We zoeken naar plekken waar mensen open staan voor dit soort experimenten en waar veel energie aanwezig is. De Koningsspelen, de Nieuwjaarsduik en festivals zoals Oerol zijn ideale plekken’’, zegt Annema. Hoewel zij in hun onderzoek het strand en de duinen als onderzoekslocatie hebben gekozen, en ook het vervolgonderzoek aan de kust plaatsvindt, benadrukken de twee dat het om een concept gaat. „Het is een manier van denken die je ook in andere landschappen kunt toepassen.’’ Het gaat om het inzetten van menselijke energie om bepaalde natuurlijke ontwikkelingsprocessen op gang te brengen. „Het eindbeeld is open, in plaats daarvan hebben we een proces ontworpen waarin tussentijds kan worden bijgestuurd en dat een flexibel beheer vraagt.’’
<
TuinenLandschap l 21 l 2015
Studenten Hester en Annema.indd 65
65 01-10-15 14:17
Mobiele speelcontainers Hoe krijg je volwassenen aan het spelen in de stadse openbare ruimte? De jonge ontwerper Erik Weug bedacht de mobiele speelcontainer: een tijdelijke speelvoorziening om een doorsnee locatie weer bruisend te maken. Tekst Miranda Vrolijk Beeld Erik Weug
Erik Weug www.erikweug.nl
De speelcontainer hoeft niet altijd uitgeklapt te worden. Het doolhof bevindt zich bijvoorbeeld in de container.
V
olgens Erik Weug spelen volwassenen veel te weinig. En dat is jammer want door te spelen word je creatiever, ontspannener en beweeg je meer. In zijn laatste jaar (2014/2015) als student Landscape Design aan de HAS Hogeschool in Den Bosch bedacht hij daarom zogenoemde speelcontainers. Dit zijn zeecontainers die zijn omgebouwd tot speelvoorzieningen. Ze zijn mobiel en kunnen op elk moment op een willekeurige locatie worden geplaatst. De containers zitten zo in elkaar dat ze binnen een uur volledig gemonteerd kunnen worden en vrijwel geen eisen stellen aan de omgeving. De spelmogelijkheden in de containers zijn eindeloos volgens Weug. Bijvoorbeeld containers die tot klimmuur of
66
surfbaan zijn uit te vouwen. Of een levensgroot spelbord waarop je ganzenbord of monopoly kunt spelen. In een derde voorbeeld wordt de container niet uitgeklapt. In het doolhof binnenin moeten mensen op handen en voeten zelf de uitgang vinden. Een apekooiveld ontstaat door twee uitgeklapte containers aan elkaar te schakelen. De mobiele containers zijn bedoeld als tijdelijke oplossing, ze kunnen worden gebruikt om een doorsnee saaie locatie een impuls te geven. „Als je op je dagelijkse route van huis naar werk opeens langs een speelobject loopt, dan wekt dat je nieuwsgierigheid’’, zegt Weug. Mensen zullen gaan kijken en gaan spelen, is de overtuiging van de ontwerper. Tegelijkertijd zal het toeschouwers trekken. „Er ge-
beurt wat met de plek, het gaat bruisen.’’ En omdat mensen met elkaar in contact komen, straalt dit af op de wijk waarin de container is geplaatst. „Het is goed voor de sociale cohesie.’’ Het verrassingselement is binnen het concept heel belangrijk. Wanneer het nieuwtje er na een paar weken af is, wordt de speelcontainer op de vracht-
TuinenLandschap l 21 l 2015
StudentErikWeug.indd 66
01-10-15 14:18
Door twee uitgeklapte containers aan elkaar te schakelen kun je een apekooiveld samenstellen.
wagen geladen en naar een andere plek gebracht.
Testruimtes Behalve de stadse openbare ruimte ziet Weug meer mogelijke locaties voor zijn speelcontainers. Braakliggende terreinen bijvoorbeeld of nieuwbouwlocaties waar de eerste bewoners lang moeten
wachten voordat voorzieningen zoals speelplekken worden aangelegd. De mobiele speelcontainers zouden deze lacune kunnen vullen. Ook ziet de jonge ontwerper mogelijkheden voor de containers als testruimtes. In de zeecontainers worden dan bijvoorbeeld toestellen voor ouderen of kinderen gemonteerd. Om te onderzoeken of die de doelgroep
aanspreken kunnen ze respectievelijk bij een bejaardentehuis of in een kinderrijke woonwijk worden geplaatst. Daarnaast zijn festivals, buurtfeesten of toernooien uitgelezen evenementen om containers te plaatsen. Die zouden dan bijvoorbeeld verhuurd kunnen worden door een bedrijf dat ook speelkussens levert. <
TuinenLandschap l 21 l 2015
StudentErikWeug.indd 67
67 01-10-15 14:18
674000_.indd 71
5-10-2015 12:22:12
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Interactie en beweging De HealthBeat outdoor fitnesstoestellen van Samson hebben een nieuw uiterlijk gekregen en een handmatige weerstandregelaar. Er zijn drie nieuwe workouts: de Elliptical crosstrainer, de Parallel Bars en de Plyometrics steps. Sport in de openbare ruimte stimuleert beweging en inter-
Met de lijn Moments wil Kompan de voorschoolse educatie stimuleren. De speeltoestellen zijn een symbiose van spelen en leren. In elk speeltoestel zijn twee thema’s toegepast. Het ergonomische design is toegespitst op kinderen van 0 tot 4 jaar. Kinderen kunnen de elemen-
ten verschuiven, draaien en verplaatsen zodat nieuwe speelmogelijkheden gecreëerd worden. In hun zoektocht naar oplossingen worden de kinderen gestimuleerd samen te werken en van elkaar te leren. Door de compacte vormgeving wordt op een beperkte ruimte gespeeld.
▸ Samson | (0575) 58 39 11 | www.samson.nl
▸ Kompan | (0418) 68 14 68 | www.kompan.nl
Uitdaging en creativiteit
Kunstgras op maat
Met Satellite wordt ontspanning en beweging gecombineerd in één object. Het kan op vier verschillende manieren worden opgesteld. Omdat Satellite een uitdagend speelelement is, wordt de manier waarop jongeren zich gedragen in de openbare ruimte veranderd. Wordt het
▸ Tjinco | (070) 361 59 35 | www.tjinco.nl
72
actie. Voor minimaal ruimtegebrek is het mogelijk twee toestellen aan elkaar te koppelen. Voordeel hiervan is dat sociaal contact bij gebruikers eenvoudiger wordt en kosten bespaard worden. Bij elk toestel wordt een instructiebord geplaatst en een link naar de online instructievideo.
Voorschoolse educatie
toestel rechtop gezet, dan kan er in geklommen worden, staat hij op zijn kant dan is het mogelijk trainingsoefeningen te doen of er in te kruipen. Plaatst men twee of drie Satellites bij elkaar, wordt een bijzondere sfeer gecreëerd. Het object is in diverse RALkleuren verkrijgbaar.
Steeds meer speelterreinen en sportvelden worden uitgerust met kunstgras. Makita maakt kunstgras op maat snijden eenvoudig met de Multitool. Het multifunctionele mes TMA04 is voorzien van twee messen, een voor duwen en een voor trekken. Ook bijvoorbeeld rubberen matten
kunnen met dit gereedschap op maat gemaakt worden. De multitool is geschikt om mee te schuren, schrapen, snijden, zagen en renoveren zonder van machine te hoeven wisselen. Makita levert het apparaat met een veertiendelig pakket verbruiksartikelen voor de diverse bewerkingen.
▸ Makita | (040) 206 40 40 | www.makita.nl
TuinenLandschap l 21 l 2015
Leveranciers_8-KadersSPEEL.indd 72
01-10-15 14:19
Valdemping GrassLok Eco is een duurzame en onderhoudsarme oplossing voor valdemping op natuurlijk gras. Het systeem heeft een natuurlijke uitstraling. De valdemping kan aangebracht worden op bestaande grasoppervlakten, ingezaaide grond of teelaarde. Het aanbrengen moet nauwkeurig
Sierlijk en seniorvriendelijk uitgevoerd worden, zodat het oppervlakte vlak toont. Onder Grasslok Eco wordt TechMeshLite gaas gebruikt, als stabilisatie en om het wegzakken bij nat weer te voorkomen. Het gaas voorkomt het naar boven komen van steentjes. Als het gras door de mat gegroeid is, kan gemaaid worden.
Eelco Koppelaar ontwerp & advies is een samenwerking aangegaan met fysiotherapeut Hanna van Eijsden. Het duo ontwerpt beweegtuinen voor ouderen, een totaalconcept voor sierlijke en seniorvriendelijke tuinen. De tuinen bieden ouderen mogelijkheden tot bewegen. Een goede beweegtuin is meer dan een ruimte met toestellen voor bewegingsoefeningen. Naast algemene toegankelijkheid worden in de tuin elementen verwerkt om dagelijkse handelingen als wandelen, traplopen, opstaan en gaan zitten te stimuleren en te oefenen.
▸ GoedeSpeelprojecten | (013) 455 16 05 | www.speelprojecten.nl
▸ Eelco Koppelaar | (055) 750 44 38 | www.eelcokoppelaar.nl
Voor en door kinderen
Prikkelend en uitnodigend
Klimtorens Netplex worden ontworpen voor en door kinderen. Met de verschillende onderdelen zijn speelsheid, creativiteit en spontaniteit gecombineerd. Voor de basis kan gekozen worden uit zeven of veertien palen die onderling verbonden zijn door klimkabels. Naast
daken zijn verschillende speelelementen toe te voegen, als de Watermill Climber, de Boogie Board of de Swiggleknots Brug. Door samen met kinderen een ontwerp te maken wordt betrokkenheid gestimuleerd. Netplex is te combineren met onderdelen uit de productlijn Playbooster.
▸ Samson | (0575) 58 39 11 | www.samson.nl
Een goede speelplek maakt nieuwsgierig, nodigt uit en prikkelt de fantasie, volgens speeltoestellenleverancier Van Tasie. Met hun inspirerende toestellen proberen zij de fantasie van alle kanten te stimuleren. De toestellen zijn veilig en solide uitgevoerd, gemaakt
van duurzame materialen en vervaardigd in vriendelijke kleuren. Van Tasie richt zich op de doelgroep 1 tot 5 jaar en levert een totaalconcept: speeltoestellen, accessoires, achterwanden en ondergronden. Alle producten zijn los te bestellen en met elkaar te combineren.
▸ Van Tasie | (071) 203 20 98 | www.vantasie.nl
TuinenLandschap l 21 l 2015
Leveranciers_8-KadersSPEEL.indd 73
73 01-10-15 14:19
Agenda
Cursussen
Eetbaar hout Rondleiding kwekerij, half september-eind oktober, Voorst
Mycological Tree Assessment Tweedaagse masterclass, 12 oktober, 27 november Vught, 19 oktober, 23 november Assen, 30 oktober, 12 november Baarn
▸ www.groenetakken.nl
Presentatie herfst en meer 13 t/m 15 oktober, Boskoop ▸ www.floralisboskoop.nl
Chrysantenshow 10 oktober t/m 1 november, Kasteeltuinen, Arcen ▸ www.kasteeltuinen.nl
▸ www.waterindeopenbareruimte.nl
Enchanted gardens 17 oktober t/m 1 november, Kasteeltuinen, Arcen ▸ www.kasteeltuinen.nl
Paesaggi Invisibili / Onzichtbare landschappen 30 oktober t/m 13 november, tentoonstelling, Amsterdam ▸ www.iicamsterdam.esteri.it
Bomen en stedelijke omgeving Informatieavond hbo-leergang, 3 november, Velp ▸ www.hogeschoolvhl.nl
Presentatie winter en meer 17 t/m 19 november, Boskoop ▸ www.floralisboskoop.nl
Paysalia Beurs voor landschap, tuin en sport, 1 t/m 3 december, Lyon, Frankrijk ▸ www.paysalia.com
Open demodagen 11 t/m 13 december, Ammerzoden ▸ www.ahlmann.nl
▸ www.boom-kcb.nl
▸ www.boom-kcb.nl
Klanten binden, opdrachten winnen! Tweedaagse workshop, 13 oktober, 1 december, 27 januari, 24 februari, Elspeet/Waddinxveen ▸ www.hoveniersacademie.nl
Water in de openbare ruimte Vakbeurs, 15 oktober, Houten
Mycological Tree Assessment Cursus, 27 oktober, 6 november Baarn, 16 november Assen, 20 november Vught
Begroten en offertes 1 - Aanleg Tweedaagse workshop, 14 oktober, 4 november, 6 januari, 17 februari, Elspeet/Waddinxveen
Mens en natuur: onlosmakelijk met elkaar verbonden Miniseminar, 3 november, Velp ▸ www.hogeschoolvhl.nl
Werkvoorbereiding, organisatie en planning Tweedaagse workshop, 3 november, 8 december, 19 januari, 16 februari, Elspeet/Waddinxveen
Cursus, 12 november, Cuijk, 10 februari, 17 november, Hilversum ▸ www.cobra-adviseurs.nl
Slim ontwerpen bomen-infrastructuur Cursus, 12 november, Ede ▸ www.crow.nl
Watermanagement Opleiding, start 12 november, Utrecht ▸ www.sbo.nl
Boom anatomie en fysiologie Cursus, 12 november, Oosterbeek ▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.hoveniersacademie.nl
Aandacht voor groen, communicatietechnieken Tweedaagse cursus, 12 en 19 november, Goudriaan
▸ www.hoveniersacademie.nl
Bomen en buren Juridische verdieping, 5 november, Cuijk
Bevorderen biomassa ketensamenwerking Bijeenkomst, 14 oktober, Rhenen
▸ www.cobra-adviseurs.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Budgetbewaking en nacalculatie Workshop, 10 november, 26 januari, 8 maart, Elspeet/Waddinxveen
Houtconstructies voor de hovenier Vijfdaagse workshop, 13 november, 15 januari, Piershil
▸ www.avih.nl
Contractmanagement openbare ruimte Vijfdaagse cursus, 15 oktober, ’s Hertogenbosch ▸ www.haskennistransfer.nl
Toepassen van boomsoorten in stedelijk gebied Cursus, 15 oktober, Oosterbeek ▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Houtrot Cursus, 26 oktober, 5 november Baarn, 9 november Assen, 19 november Vught ▸ www.boom-kcb.nl
▸ www.hoveniersacademie.nl
▸ www.hoveniersacademie.nl
Juridische aspecten van bomen in de openbare ruimte Cursus, 11 november, Oosterbeek
Landelijk congres openbare ruimte 19 november, Schiedam, 9 december, Tilburg
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.lcor.nl
Groen in de stad Tweedaagse masterclass, 11 november en 2 december, Arnhem en Leersum
Implementatie flora- en faunawet in gemeentelijk beleid Cursus, 19 november, Oosterbeek
▸ www.elba-rec.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Begroten en offertes 2 - Onderhoud Workshop, 11 november, 2 december, 3 februari, 16 maart, Elspeet/Waddinxveen
Zorgplicht en bezuiniging Cursus, 26 november, Cuijk ▸ www.cobra-adviseurs.nl
De meerwaarde van duurzaamheid Start leergang, 27 oktober, diverse locaties in Oost-Nederland
▸ www.hoveniersacademie.nl
Beheer openbare ruimte Congres, 26 november, Arnhem
▸ www.groeipunt.nl
Herkennen van winterkenmerken
▸ www.ncbor.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
74
Redactie Bakker hoofdredacteur (06-35115617 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2015 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
TuinenLandschap l 21 l 2015
Agenda_Cursus3kolom21.indd 74
01-10-15 14:19
Foto Robin Britstra
Groene Gast
Johan Geerdink U bevindt zich in goed gezelschap. „Absoluut, dit zijn kinderen van basischool De Waaier in Zutphen. Docenten van de school gaan geregeld met de kinderen op pad, zoals hier naar de buurtspeelplek in het Hugo de Grootplantsoen. Deze natuurlijke speelplek is een initiatief van de gemeente Zutphen en twee buurtbewoners. Het is ook een participatieve speelplek, de kinderen hebben een halve dag meegeholpen met de aanleg.’’
Waar komt uw interesse voor natuurlijk spelen vandaan?
Johan Geerdink is eigenaar van De Tuinen van Geerdink, www.tuinenvangeerdink.nl
„Ik ben al heel lang lid van Wilde Weelde. Natuurlijk spelen ligt dicht bij de aanleg van natuurlijke tuinen. Je kunt het zien als een verlengstuk van de natuur. Mede door het lidmaatschap kom je in contact met opdrachtgevers die meer natuur in hun directe omge-
ving willen en zo rol je erin. Maar uiteraard heeft het ook te maken met mijn eigen ’drive’ om een natuurrijke omgeving te creëren in het algemeen.’’
Wat is wezenlijk anders dan bij een reguliere speelplek? „De speelaanleiding. Je probeert het eigen spel te bevorderen waardoor kinderen zich fysiek en mentaal kunnen ontwikkelen. Je kunt een waterpomp neerzetten met goten die het water naar een bepaalde plek leiden of je zet deze in het zand. Kinderen bouwen dan zelf dammetjes van stenen, ze maken wat van takken die ze vinden of afbreken van een boom. Ze ontdekken zelf hoe je dat kunt doen en wat de gevolgen daar van zijn. Dat staat heel dicht bij de manier waarop kinderen leren. En de natuur is op vele manieren aan-
wezig, zoals in de vorm van allerlei beestjes. Het voordeel van natuurlijk ontwerpen is dat het op zich al een vorm van spelen is. Het is een organische manier van ontwerpen, je boetseert met wat je tegenkomt, zelfs tijdens de aanleg.’’
Wipkip of modderbaan? „Nou dat spreekt voor zich; modderbaan. Maar daarmee kom je direct in een spanningsveld terecht. Iedereen vindt het leuk maar de kinderen moeten niet smerig thuiskomen. Maar ik vind: je moet kijken naar wat kinderen nodig hebben en ze de ruimte geven om te ontdekken. Als het sociaal en maatschappelijk verantwoord is dan doet die vieze broek er toch niet toe. Wel is het aan ontwerpers om de ruimte zo in te richten dat de overlast beperkt is.’’ <
TuinenLandschap l 21 l 2015
GroeneGastJohanGeerdink.indd 75
75 05-10-15 13:47
674001_.indd 76
5-10-2015 11:15:49