TEL_23-2015

Page 1

23 Vakblad voor de groenvoorziening | 37e jaargang | 5 november 2015

Willem-Alexanderpark Snoek dringt ziekteverzuim terug Seizoensbeplantingen in Artis Ruggedragen bladblazer met elektrostart

Voorplaat-23.indd 1

29-10-15 15:25


695218_.indd 2

2-11-2015 10:07:55


Inhoud

Nummer 23 | 5 november 2015

Nieuws 4 5 6 7 8

Doek valt voor Weed-IT Hoveniers licht positief over groei in werk WUR vindt schimmels die engerlingen aanpakken Johan Heystek: ’Zoveel mogelijk mensen besmetten met het groene geloof’ Tuin en Landschap online

Sortiment 10 Les bes(t) in de herfst 15 Parthenium integrifolium 10

Bedrijf en Organisatie 16 ’Innovatiegolf op gang brengen in sector en onderwijs’ 18 Snoek realiseert halvering ziekteverzuim: ’Ik behandel medewerkers als profvoetballers’ 21 Zo zit dat: Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd

Ontwerp en Inrichting 22 Kleurrijke bloemenpracht in dierentuin Artis 26 Bloemrijke siergrassenberm op hoogte 18

Aanleg en Onderhoud 32 Jitze Kopinga: ’Beheersbaarheid is belangrijkst bij stadsbomen’ 34 Metselen voor hoveniers 37 Japanse thujabastkever

Machines en Gereedschap Foto voorplaat Gerdien de Nooy

38 Starten en stoppen met bladblazer op de rug 26

Service 43 44 46 47

Gespot: Buiten Beter, Beter Buiten Leveranciersnieuws Agenda en cursussen Groene Gast: Mark Kino

38

TuinenLandschap l 23 l 2015

Inhoud.indd 3

3 02-11-15 13:37


Nieuws

Foto Miranda Vrolijk

’Te weinig bekend over Auteursrecht op tuinontwerp’ Doek valt voor Weed-IT

The Clash of the Titans noemt ontwerper Carien van Boxtel de rechtszaak tussen de Britse topontwerpers Diarmuid Gavin en Andy Sturgeon. De eerste daagde de tweede voor de rechter vanwege het kopiëren van een bouwwerk in een tuin. Het is nagenoeg de enige rechtszaak die Van Boxtel kon vinden waarbij aanspraak gemaakt werd op het auteursrecht op tuinontwerp. Een veeg teken want tuinontwerpen worden wel veelvuldig gekopieerd of aangetast, maar blijkbaar laten de meeste ontwerpers - soms uit ontwetendheid - het daarbij zitten. Mede om die reden organiseerde Van Boxtel samen met collega-ontwerpers op 23 oktober een bijeenkomst over dit onderwerp in de Hortus van Amsterdam. Zo’n veertig man kwam daarop af. In TenL 25 volgt een artikel. <

Kamps de Wild en Rometron stoppen per 1 januari met de bouw en distributie van de WeedIT MKII. Door de lange politieke onzekerheid over het verbod op chemische middelen is de handel in de Weed-IT’s nagenoeg stil komen te liggen. De Weed-IT MKII bestrijdt onkruid op verhardingen met een sensorgestuurde techniek. Alleen daar waar de machine onkruid detecteert wordt glyfosaat gespoten. De afgelopen jaren is daar de Weed-IT MKII Eco bijgekomen: deze machine is geschikt voor het gebruik van de alternatieve middelen Ultima en Cito. Beide machines worden vanaf volgend jaar niet meer op de markt gebracht. Volgens Roel de Jonge van fabrikant Rometron is het eindeloze politieke gesteggel over het verbod op chemische middelen de voornaamste oorzaak voor het stopzetten van de bouw van nieuwe Weed-IT’s. „Er is geen handel. Niemand in

Nederland investeert in nieuwe machines zolang niet duidelijk is waar het naartoe gaat.’’ Bovendien verwacht de fabrikant dat de politiek uiteindelijk voor chemievrij gaat. „Daarom hebben we onze focus verlegd naar de landbouw waar we nu volop onze detectietechniek toepassen.’’ De Jonge legt uit dat de ontwikkeling van de Weed-IT daar een mooie opstap voor was. „Die heeft ons groot gemaakt. De politiek hielp ons daarbij door het selectief gebruik van glyfosaat te verplichten, maar nu zit het voor ons politiek tegen.’’ Bij distributeur Kamps de Wild zegt productmanager Evert Langebeeke eveneens dat het momenteel een lastige markt is voor fabrikanten. „Het is noodzakelijk dat de politiek een beslissing neemt en een einde maakt aan de onzekerheid.’’ Tot 1 januari 2017 levert Kamps de Wild service en garantie voor de Weed-IT’s; Rometron blijft beschikbaar voor onderdelen. <

Commentaar

Zwanenzang Eén dag voor haar aftreden stuurde staatssecretaris Mansveld een 43 pagina’s tellend document met antwoorden op vragen over chemische onkruidbestrijding naar de Tweede Kamer. Het is haar zwanenzang geworden. Ondanks het forse aantal pagina’s levert het document meer vragen dan antwoorden op. Nog steeds is veel onduidelijk rond het dossier chemische onkruidbestrijding. De grootste onduidelijkheid betreft de ingangsdatum van de maatregelen. In haar antwoord stelt Mansveld nog steeds dat de voorschriften voor verhardingen vóór aanvang van het onkruidbestrijdingsseizoen in werking treden. Gelet op het traject dat een wetsvoorstel af moet leggen alvorens het bekrachtigd kan worden, is dit maar zeer de vraag. Zo is inmiddels schriftelijk overleg (VSO) aangevraagd, waarbinnen moties kunnen worden ingediend. Een tijdstip voor dit VSO is nog niet bekend,

4

TuinenLandschap l 23 l 2015

NieuwsPag_4-5_A_def.indd 4

maar kan volgens ingewijden soms lang op zich laten wachten. Daarna moet de ontwerp-wetgeving voor advies naar de Raad van State. Wat ook moet worden afgewacht is of de opvolger van Mansveld, naar alle waarschijnlijkheid staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken, nog zaken gaat veranderen. Dijksma lijkt meer het toelatingsbeleid van het Ctgb te volgen, terwijl Mansveld vooral inzette op het beleid ter bescherming van de waterkwaliteit. Inmiddels heeft het gedraal van de politiek een eerste slachtoffer geëist. Kamps de Wild en Rometron gooien de handdoek in de ring en halen de Weed-IT van de markt. De distributeur en producent geven aan dat de lange politieke onzekerheid debet is aan het drastische besluit. Laten we hopen dat de zwanenzang van Mansveld geen lelijk eendje blijkt te zijn. Ralph Mens hoofdredacteur

02-11-15 13:41


Hoveniers licht positief over groei in werk Het aantal tuinklussen is door de aantrekkende huizenmarkt flink gestegen ten opzichte van vorig jaar, zo blijkt uit de Klusmonitor van Werkspot.nl. De redactie van Tuin en Landschap vroeg hoveniers door heel Nederland hoe zij de particuliere markt ervaren ten opzichte van voorgaande jaren. Er zit weer lichte groei in de markt. In het algemeen zien de hoveniers een lichte stijging in het aantal opdrachten. Peter Hoek van Peter Hoek Tuinontwerp en aanleg in Alblasserdam merkt duidelijk dat de markt weer aantrekt: „We worden meer gebeld en dat resulteert in meer aanlegopdrachten. Voorgaande jaren was het rustiger. De omzet neemt toe. De klanten zijn positief gestemd, ze hebben er weer zin in!” Ook Gerard van der Park van het gelijknamige bedrijf uit het Noordhollandse Anna Paulowna ziet dat het

particuliere werk toeneemt. „We gieren van het werk en we zien dat de consument kiest voor duurdere materialen.” Het aantal opdrachten bij Frank Crooijmans hoveniers in Eindhoven is eveneens toegenomen, „maar”, zo zegt de hovenier, „dat is vooral het gevolg van de publieksprijs Tuin van het Jaar die we in 2014 hebben gewonnen. We hebben ons daarmee goed kunnen profileren en dat gaf een ’boost’ ten opzichte van het jaar daarvoor.” Crooijmans geeft wel aan dat de algemene tendens positiever is en dat ook bij collega’s meer opdrachten binnenkomen.

Onderhoudsopdrachten De aantrekkende markt lijkt vooral gericht op de aanleg. „Wij hebben nauwelijks schommelingen in omzet van onderhoudsopdrachten gehad”, zegt Crooijmans. De

onderhoudsopdrachten waren redelijk constant tijdens de crisis. „Tijdens die periode is de renovatie uitgesteld maar het onderhoudswerk gaat door. De eerste jaren na aanleg weten tuineigenaren hun tuin nog wel te onderhouden, maar naarmate de tuin volwassener wordt, groeit de aanleg hen boven het hoofd en willen ze dat het bijgehouden wordt.” Ook Jos van den Akker uit het Friese Oosterwolde geeft aan dat de onderhoudsmarkt redelijk stabiel is en zelfs licht stijgt. Dat heeft volgens hem met de vergrijzing te maken. Maar belangrijker nog is het vasthouden van bestaande klanten. „Onderhoudscontracten zijn heel wat waard en je vaste klanten moet je koesteren. Daar doen wij alles aan.” De hovenier ziet niet zo heel veel toename in aanlegwerkzaamheden. „Er wordt hier in

de provincie niet gebouwd. Bij grote steden als Assen of Heereveen is dat anders.”

Fragiel Volgens de hoveniers wordt er minder onder de prijs aangeboden dan in voorgaande jaren, maar het gebeurt nog steeds. Ook laten consumenten nog shopgedrag zien. Ton Greeve van Ton Greeve Groen uit Berkel en Rodenrijs ziet dat hoveniers nog steeds op korte termijn aan een opdracht kunnen beginnen. ,,Als jij de klant vertelt dat hij drie maanden moet wachten, dan ben je hem kwijt.” De hovenier merkt dat de opdrachtgever weer optimistisch is, maar de markt is nog wel fragiel. Jos van den Akker deelt deze mening. „De wereld staat in vuur en vlam. Het is afwachten of de positieve tendens doorzet.” <

Pop-up park op de Dam Foto Peter Bennink

Op de Dam in Amsterdam verscheen zondagmiddag 1 november een heus pop-up park. Gras, grindpaden, bomen en struiken zorgden ervoor dat het stenen hart van Amsterdam even groen kleurde. Onder de noemer ’Rainproof Rave and Ride’ trokken initiatiefnemer OneWorld met partners Amsterdam Rainproof en Amsterdam International Water Week, en vele anderen, aandacht voor de overlast door extreme buien waarmee klimaatverandering gepaard gaat. In het pop-up park waren tal van workshops te volgen die te maken hadden met opvangen en gebruiken van regenwater, zoals het vergroenen van gevel, balkon en dakterras, het ’upcyclen’ van gebruikte plastic flessen tot verticaal kruidentuintje of het doorspoelen van de wc met regenwater. <

TuinenLandschap l 23 l 2015

NieuwsPag_4-5_A_def.indd 5

5 02-11-15 13:41


Nieuws

Wageningen UR heeft vijf schimmels gevonden die 90 tot 100% van de engerlingen en emelten doden. Een nieuwe biologische aanpak van bodemplagen is daarmee een stap dichterbij, concluderen onderzoekers. De verwachting is dat deze insecten-dodende schimmels ook effectief zijn tegen andere plaaginsecten in de bodem. De onderzoekers uit Wageningen gingen voor het onderzoek naar Zwitserland. Zij groeven er tachtig planten met kluit uit in extensief beheerde weiden. In nabijgelegen intensief beheerde weiden gaven de engerlingen grote schade terwijl de extensief beheerde weiden daar geen last van leken te hebben. De Wageningse onderzoekers isoleerden schimmels van de wortels en testten de werking tegen engerlingen en emelten (larven van de langpootmug, een plaag in graslanden). De resultaten zijn volgens de onderzoekers veelbelovend. Vijf van

de isolaten doodden meer dan 90% van de engerlingen en zes isolaten doodden zelfs 100% van de emelten. De schimmels blijken bovendien prima in de bodem te overleven als er geen plaaginsecten zijn. De onderzoekers hebben goede hoop dat de gevonden schimmels ook effectief zullen blijken in het bestrijden van andere plaaginsecten in de bodem, zoals snuitkevers. Uiteindelijk moet dit onderzoek leiden tot een werkzaam product met schimmels die zich goed in de wortelomgeving van de plant kunnen handhaven. Zover is het nog niet. Zo is nog niet bekend wat het met de plant doet als deze schimmels daarin leven: groeit de plant bijvoorbeeld minder goed omdat de schimmel veel energie van de plant gebruikt? En dan is er natuurlijk nog de vraag hoe je de schimmel kunt verwerken tot een geschikt product voor de praktijk. <

Foto Branchevereniging VHG

WUR vindt schimmels die engerlingen aanpakken

Zes tuinen genomineerd voor Tuin van het Jaar 2016 Een vakjury heeft uit dertien inzendingen zes tuinen genomineerd voor de Tuin van het Jaar 2016. De competitie wordt sinds twee jaar georganiseerd door branchevereniging VHG. Dit jaar gold voor het eerst de eis dat de bedrijven lid moeten zijn van de VHG. Anders dienen de deelnemers een bijdrage te betalen. Een van de deelnemers heeft om die reden zijn inzending teruggetrokken. In februari wordt de winnaar bekendgemaakt. Op de foto de tuin van Hooft Hoveniers/Tuinontwerpbureau Greta Bäcker. In TenL 24 worden de zes voorgesteld. <

c o l u m n

Topbaan „Wat maakt ontwerper zijn leuk voor jou?”, vroeg iemand mij onlangs. Poeh wat een vraag. Die kon ik ook eigenlijk niet één, twee, drie beantwoorden. Het is zo veel omvattend en ook vaak niet zo heel leuk als ik eerlijk ben. Ontwerpen is een strijd voor mij. Een slagveld met het witte schetsvel, een strubbeling met mezelf, de verwachtingen van de klant, de tegenstrijdige eisen en het nooit honderd procent zeker weten. Ook is het moment dat ik naar de klant rij, met de eerste ideeën op papier, een ware beproeving. Ik vreet mezelf op van spanning. Buikpijn, klamme handen, het is vaak zo dat ik rechtsomkeer wil maken. Nu denk je vast als lezer: „Volgens mij moet die vent iets anders gaan doen met zijn leven. Dit komt niet goed.” Maar nee, dit vak is het echt voor mij. Want net als een zaadje wat ontkiemt, groeit en daarna bloeit, groeit het vertrouwen bij elk plan. Het moment dat ik de deur binnenstap bij de klant

6

TuinenLandschap l 23 l 2015

NieuwsPag_6-7-8.indd 6

met die eerste schetsen, is het vertrouwen daar, rechtsomkeer maken is onnodig. Maar het ware genot van ontwerper zijn, ligt voor mij vaak aan het einde van het proces, als een soort licht aan het einde van de tunnel. De oplevering, de realisatie van een ontwerp. Het moment dat je letterlijk in je ontwerp staat. Het moment dat je ziet hoe al de gedachtes van de afgelopen maanden vorm hebben gekregen. Het ogenblik dat dat kleine beetje aarde wat je ontworpen hebt, kan gaan groeien en tot volle wasdom komt. Het moment dat de natuur het weer van je overneemt, het moment dat je dode ontwerp, transformeert en levend wordt. Het moment waar alles weer start, het nieuwe nulpunt. Dat is voor mij het mooiste moment als ontwerper. Dat maakt deze baan, een topbaan. :)

Jack van Haperen ontwerper/hovenier Mark Kino ontwerper Bart Hoes tuinontwerper

Mark Kino bericht@gedeelderuimte.nl

02-11-15 13:42


Johan Heystek:

Foto Branchevereniging VHG

Van 24 t/m 26 november organiseren VHG en Vereniging Stadswerk Nederland in de Brabanthallen in Den Bosch Future Green City. Het driedaagse event staat in het teken van een duurzame en toekomstbestendige stadsontwikkeling. Beursorganisator Johan Heystek van 2XPO blikt vooruit.

Wat kan de bezoeker aantreffen? „Er is veel aandacht voor verticaal groen en daktuinen, maar ook vind je er planten die meer CO2 opvangen, natuurlijke oeverbeschoeiing, groene onderzoeksbureaus, energiezuinige stadsverlichting en milieuvriendelijke onkruidbestrijding. Allemaal producten die passen bij de thematiek.”

Voor wie is het event bedoeld? „Het is het eerste event met meerdere disciplines bij elkaar, gericht op de leefbare stad met toekomst. Er zijn exposanten vanuit milieu, bouw, water, infra, energie en groen aanwezig, zo’n honderd in totaal. Wat betreft bezoekers richten wij ons op hoveniers, groenvoorzieners, groenbeheerders en tuin- en landschapsarchitecten, maar ook op gemeentebestuurders, bouwkundigen, projectontwikkelaars, waterschappen en kwekers.”

Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.

Wat is het verschil met de Dag van de Openbare Ruimte? „De focus is op producten waarbij groen de rode draad vormt. Je ziet bijvoorbeeld hoe een woonwijk energieneutraal kan worden ingericht en zelf afval herbruikt. Alles is gericht op duurzaamheid en leefbaarheid. Denk bijvoorbeeld aan wegen waaronder regen kan worden opgevangen. Niet het esthetisch aspect staat centraal maar de functionaliteit.”

Er wordt gewerkt met thema’s?

„Het evenement bestaat uit een beurs, exposities en voordrachten. Bij dit laatste onderdeel werken we met drie thema’s: groen, innovatie en stedelijke ontwikkeling, en watermanagement. In het expositiedeel is de tentoonstelling ’Volkstuinen als groene motor’ te zien. Daarnaast zijn er voorbeeldprojecten van stedelijke ontwikkeling en projecten op gebied van CO2-reductie.”

Is drie dagen niet erg ambitieus? „We hebben een breed programma voor een brede doelgroep. Voor bezoekers als hoveniers en groenvoorzieners is het belangrijk dat ze de keuze hebben op welke dag ze willen komen. We willen zoveel mogelijk mensen besmetten met het groene geloof.”

Ziet u het als een eenmalig event? „Het is georganiseerd in het kader van het Jaar van de

NieuwsPag_6-7-8.indd 7

Johan Heystek 2XPO

Ruimte. Na afloop evalueren we het event, we hebben de ambitie om door te groeien. Het mooist zou zijn als we er een jaarlijks terugkerend evenement van kunnen maken.”

Wat kost de entree? „De toegang is gratis nadat men zich heeft geregistreerd via de website futuregreencity. nl. Normaal zou een bezoek aan een dergelijk evenement met sprekers als Daan Roosegaarde honderden euro’s kosten. Dankzij de financiering door diverse partijen kunnen we dit kosteloos aanbieden.” <

vhg

Generaties Groen verbindt. Twee simpele woorden, maar met vele voorbeelden. Van mensen die in hun wijk een vlinderperk aanleggen of samen een groentetuin opzetten. Gisteren had ik een inspirerend gesprek met de vertegenwoordiger van het Earth Charter. Onlangs heb ik samen met Ruud Lubbers een boom geplant ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van dit charter. Het doel is een leefbare en duurzame wereld, waarin mensen kansen hebben om zich te ontplooien. Samen dachten we na over hoe we een vervolg aan het planten van die boom konden geven. Want een boom is een mooi symbool van dit grote doel en iets wat als van nature bij hoveniers en groenvoorzieners past.

Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org

Foto 2XPO

’Zoveel mogelijk mensen besmetten met het groene geloof’

We kwamen op het voorbeeld van de aanleg van generatietuinen, waar kinderen en ouderen met elkaar in contact worden gebracht. Een plek waar kinderen de natuur ontdekken en ouderen uit hun isolement komen. Nu weet ik dat er al mooie voorbeelden van generatietuinen in Nederland zijn. Graag zou ik er meer over willen weten om mogelijk een nieuw initiatief van de grond te tillen. Deze column wil ik gebruiken als een oproep. Heeft u zo’n tuin aangelegd of weet u zo’n tuin te liggen? Laat me weten via e.roozen@vhg.org. Alvast dank!

TuinenLandschap l 23 l 2015

7 02-11-15 13:42


Tuin en landschap o

nline

www. tuinenlandschap. nl

Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap

Elbert van den Berg verlaat SVS

Fred Geers @FredGeers Wat deden we eigenlijk met de blaadjes op de grond vóór de uitvinder van de bladblazer?

Directeur Elbert van den Berg (62) verlaat Stichting Vakinformatie Siergewassen (SVS). Van den Berg was sinds 1984 directeur van de SVS dat de vakbladen De Bloemisterij, De Boomkwekerij, Tuin en Landschap en Bloem en Blad maakt.

OneWorld Water @OneWorld_Water Prachtige planten en bomen (van 4m hoog!) midden op #deDam? Het kan @Natuurvisies!

Zes tuinen genomineerd voor Tuin van het Jaar 2016 Een vakjury heeft zes tuinen genomineerd voor de Tuin van het Jaar 2016. In februari wordt de winnaar bekendgemaakt.

Schoffelstudent @Schoffelstudent Een prachtige dag én een prachtige tuin, beter kan bijna niet!

BAM verkoopt Mostert De Winter aan Elkarij

dick veerman @dickfoodlognl 'Wie is de geschikte opvolger van Sharon Dijksma?' Eerste antwoord: een goeie lobbyist uit Brussel.

BAM Infra Nederland heeft dochteronderneming Mostert De Winter bv uit Hardinxveld-Giessendam verkocht aan Elkarij bv uit Wouw. Mostert De Winter is specialist op het gebied van daktuinen, gevelbegroeiingen en groenvoorzieningen.

roos vonk @roosvonk Waar media blij kopten dat natuur in NL floreert, negeerden ze gemakshalve populatieverlies v 40 à 50% tgv landbouw.

Haags Westbroekpark krijgt eetbare tuin Op het voormalige midgetgolfterrein in het Haagse Westbroekpark komt een eetbare tuin. Ontwerpers van het plan zijn de Groene Helden.

Sempergreen genomineerd voor award Sempergreen is een van de genomineerden voor de High Growth Awards 2015, waarbij ondernemingen strijden om de titel van beste groeibedrijf in Nederland.

Weinig vertrouwen in green deal tuinenlandschap.nl Vewin en De Natuur en Milieufederaties ondertekenen de Green Deal chemievrij beheer sportvelden niet. Dit geeft weinig vertrouwen op een goed resultaat. Eens?

Stille bladblazers voor safaripark

Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep

Foto Alpha Communications

76%

Ab

on

nee

r

Medewerkers van Burgers’ Zoo krijgen praktijkles van Laurens Grit van Husqvarna-dealer Wolfswinkel uit Hoenderloo. De nieuwe bladblazers zijn zo stil dat de van nature geluidsschuwe giraffen en zebra’s in het safaripark nieuwsgierig een kijkje komen nemen.

zei ja tegen de stelling: ’Overheden benadelen bedrijven in de groensector door zelf voor bedrijfje te spelen’ Stem mee over de volgende peiling:

’De huizenmarkt trekt aan, daar prof iteren wij als groenbedrijf ook van’

Ni u op de Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website eu Tuin Foto’s Filmpjes Dossiers Documenten en links naar websites Praat mee ws enL bri ands ef chap 8 TuinenLandschap Landschap l 2233 l 2015

NieuwsPag_6-7-8.indd 8

02-11-15 13:42


695219_.indd 9

2-11-2015 15:15:45


Sortiment

Het warme licht, verkleurend blad en spinnenwebben tussen de late bloeiers geven de tuin tegen het einde van het groeiseizoen een bijzondere sfeer. Besdragende gewassen versterken deze seizoensbeleving en zorgen voor extra kleur in de nazomer en herfst.

D

e rijke besdracht van veel bomen en heesters wordt al heel lang gewaardeerd. Denk alleen maar aan Symphoricarpos, Pyracantha en Cotoneaster die al heel lang worden aangeplant. Hoewel de belangstelling voor deze besdragende gewassen is afgenomen, zijn ze zeer waardevol. De kleur van de bessen contrasteren vaak fraai met de herfstkleur van het blad, maar besdragers hebben nog meer te bieden: het is een belangrijke voedselbron voor veel vogels. Bijzonder vind ik dat de vogels sommige soorten bessen altijd opeten als ze nog maar amper rijp zijn, terwijl andere soorten tot diep in de winter blijven hangen; een mooie spreiding van het voedsel-

Tekst en beeld Gerard van Buiten, hortulanus Botanische Tuinen Utrecht, beeld Marco van Buiten

aanbod. Door hier in de soortkeuze rekening mee te houden, kun je zo het ’bessenseizoen’ enorm verlengen. De variatie in grootte, vorm en kleur is enorm. Rode, bijna zwarte en oranje bessen komen het meeste voor, maar er zijn ook soorten met gele, witte, roze, paarse en felblauwe bessen. Behalve de bekende heesters en bomen die massa’s bessen dragen, zijn er ook vaste planten met bessen. Zeker wanneer de soorten eerder in het seizoen ook nog eens rijk en opvallend bloeien en/of andere bruikbare eigenschappen hebben, bieden ze dubbel plezier en zijn ze het aanplanten meer dan waard.

Lest bes(t) in de herfst Arum italicum De bloemen van Arum italicum en A. maculatum zitten onopvallend verscholen onder het blad. Bij A. maculatum verschijnt dat blad in het voorjaar, bij A. italicum al in het najaar. De laatste soort heeft daarmee een flinke meerwaarde: het fraai gemarmerde blad zorgt de hele winter voor een groen tapijt onder bomen en struiken. Beide soorten kunnen zich op niet te droge grond behoorlijk uitzaaien en zijn zeer geschikt voor verwildering. In de juli en augustus, als het blad verdwenen is, blijven de ongeveer 30 cm hoge kolven staan en rijpen de feloranje bessen. Die kunnen voor een verrassend effect zorgen zoals hier op landgoed de Vanenburg in Putten.

10 Bessen.indd 10

TuinenLandschap l 23 l 2015

29-10-15 15:25


Triosteum

Symplocos paniculata

Triosteum behoort tot de kruidachtige ’kamperfoelies’ uit NoordAmerika en Oost-Azië. De twee mooiste soorten zijn T. himalayanum en T. pinnatifidum. De stengels zijn onderaan halfverhout en ongeveer 60 cm hoog. Het forse, donkergroene blad is ruwbehaard, bij T. pinnatifidum fraai ingesneden. De bloei in juni - juli is niet bijzonder maar de bessen die vanaf augustus verschijnen des te meer. Bij T. pinnatifidum zijn ze zuiver wit; bij T. himalayanum donkerrood. De bessen zijn groot en blijven lang aan de planten zitten. Planten voor humeuze, vochtige grond in de (half) schaduw.

Weinig bekend is Symplocos paniculata (de saffierbes) die zijn naam eer aan doet met trossen wonderbaarlijk blauwe bessen in okober en november. De massa’s kleine witte bloemen die in mei verschijnen zijn ook niet onverdienstelijk. Op humeuze, liefst wat zure grond die niet te droog wordt, bereikt de struik uiteindelijk zo’n 2 m hoogte. Een enigszins beschaduwde plek wordt op prijs gesteld. Plant meerdere planten bij elkaar voor de bestuiving.

Actaea pachypoda Actaea pachypoda is een typische bosplant uit Noord-Amerika, die houdt van een beschaduwde plaats op humeuze, vochthoudende grond. De ongeveer 70 cm hoge plant bloeit in mei en juni met witte bloemtrossen. De bloemen worden gevolgd door witte bessen aan opvallend rode stelen, die de plant bijzondere sierwaarde geven. De bessen blijven heel lang aan de plant en zijn bijzonder giftig. >

TuinenLandschap l 23 l 2015

Bessen.indd 11

11 29-10-15 15:25


Callicarpa japonica

Ilex verticillata

Schoonvrucht (Callicarpa spp.) is een ouderwetse heester die vooral bekend is vanwege de paarse besjes die van oktober tot in december de takken sieren. Soms hangen de bessen wel tot in januari aan de struik. De plant wordt uiteindelijk zo’n 2,5 m hoog en heeft een vrij open groeiwijze; je kunt er prima bodembedekkers onder laten groeien. Bijkomende sierwaarde is de bijzondere herfstkleur van het blad: warm oranjegeel met allerlei tinten paars. Er zijn verschillende soorten, hier afgebeeld is C. japonica. Hiervan is ook een vorm met witte bessen: C. japonica ’Leucocarpa’.

De kale takken met knalrode besjes die voor kerst in de bloemenwinkel verkocht worden, zijn afkomstig van Ilex verticillata, een bladverliezende hulst uit Noord-Amerika. De brede, tot 2 m hoge struiken groeien gemakkelijk op humusrijke grond. Ze zijn door snoei gemakkelijk kleiner te houden. De bessen verschijnen in oktober, terwijl het blad nog aan de plant zit. Als het blad valt, kunnen de bessen lang blijven zitten, maar ze zijn zo in trek bij vogels dat ze december meestal niet halen. De soort is tweehuizig: er moeten dus mannelijke en vrouwelijke planten worden geplant om bessen te krijgen.

Crataegus Meidoorn is nauw verwant aan Cotoneaster en Pyracantha. Ze hebben de uitbundige bloei en besdracht met elkaar gemeen, net als de vatbaarheid voor bacterievuur. Waar de inheemse C. monogyna en C. laevigata al bekend zijn vanwege hun bessen, zijn er met name in Noord-Amerika soorten met veel grotere bessen. Het worden kleine bomen tot 5 m, van nature vaak met meerdere stammen. Afgebeeld is Crataegus coccinea met felrode vruchten van zeker 2 cm doorsnede, die vaak vroeg door de vogels worden verorberd. Bij de vergelijkbare Crataegus x persimilis en C. x lavalleei blijven de vruchten meestal langer hangen, vaak tot in de winter. C. persimilis heeft ook nog eens een fraaie herfstkleur.

12 Bessen.indd 12

TuinenLandschap l 23 l 2015

29-10-15 15:25


winvern makhet g blijestal vrou-

Eetbare bes

Botanische bes

Allemaal prachtig die bessen, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat ze worden opgegeten door met name vogels en soms ook door andere dieren. De zaden in de bessen komen meestal ongeschonden door het spijsverteringskanaal waardoor ze elders worden uitgepoept. In de natuur vind je ’besdragers’ daarom vooral in het bos en aan de bosrand. Daar is het een bijzonder efficiënte methode om je zaden door vogels te laten verspreiden, de wind is hiervoor in het bos heel wat minder geschikt dan in het open veld. Planten hebben allerlei trucs om ervoor te zorgen dat de vruchten pas worden opgegeten als de zaden klaar zijn: onrijpe bessen bevatten vaak giftige stoffen of zijn onopvallend gekleurd. Pas wanneer de zaden kiemkrachtig zijn, kleuren de bessen opvallend en worden in sommige gevallen gifstoffen afgebroken. Overigens betekent dat nadrukkelijk niet dat alle rijpe bessen niet meer giftig zijn. Sommige bessen zijn ook in rijpe toestand gevaarlijk giftig voor de mens, terwijl ze voor vogels onschadelijk zijn.

De definitie van wat een bes is lijkt op het eerste gezicht niet zo moeilijk. Volgens van Dale is een bes ’een vlezig, sappig vruchtje’, en die definitie hanteer ik hier voor het gemak. Botanici kijken wat gedetailleerder en maken het (dus) ingewikkelder. Als het vruchtbeginsel van een enkele bloem uitgroeit tot een vlezige vrucht, waarbij de hele vruchtwand (pericarp) vlezig is, spreekt men van een bes. Zo’n bes kan een of vele zaden bevatten. Een tomaat is een goed voorbeeld. Een pruim lijkt op het eerste gezicht een bes, maar als je goed kijkt zit het zaad van een pruim nog eens verpakt in de harde pit. Deze harde wand van de pit heet het ’endocarp’ en maakt deel uit van de vruchtwand. Dat noemt men een steenvrucht. Een braam is nog ingewikkelder, dat is een samengestelde steenvrucht. Bij onder andere appels, peren en lijsterbes vergroeit de bloembodem met de vruchtwand en vormt het vlezige deel van de vrucht; zoiets heet officieel een pitvrucht.

Pyracantha Vuurdoorn (Pyracantha cv’s) is bekend, vooral als leiplant die in de jaren ’70 van de vorige eeuw veel werd aangeplant. Vrij groeiend zie je ze niet zoveel, waarschijnlijk omdat het snoeien geen pretje is: de takken zijn dichtbezet met venijnige takdoorns. Toegepast als ondoordringbare haag verdient de soort een nieuwe toekomst. De wintergroene struiken bloeien rond juni massaal met crème-witte tuilen en vormen dan een belangrijke voedselbron voor bijen. De bessen kleuren vanaf eind augustus en kunnen, per jaar verschillend, lang aan de plant blijven. Vogels zijn er gek op. Er zijn cultivars met rode, oranje en bijna gele bessen; in opgaande, brede en zelfs bijna bodembedekkende vormen.

<

TuinenLandschap l 23 l 2015

Bessen.indd 13

13 29-10-15 15:25


695220_.indd 14

2-11-2015 13:59:45


Sortiment

Parthenium integrifolium De leden van het geslacht Parthenium zijn nauwelijks bekend. Sterker nog: ze staan niet eens in de meeste standaardboeken genoemd. Vreemd, want met name P. integrifolium is in theorie toch een bruikbare vaste plant, rijkbloeiend en volledig winterhard. Hopelijk wordt deze zeldzaamheid populairder. Tekst Ronald Houtman, sortimentsdeskundige Beeld Plants and Pictures

D

+ Opvallende bloei + Zeer winterhard + Gemakkelijk en veelzijdig

– Zeldzaam (verkrijgbaarheid)

e bloeiwijze van Parthenium integrifolium lijkt oppervlakkig wat op schermbloemige planten, zoals bijvoorbeeld fluitenkruid of berenklauw. Ook de witte bloemkleur versterkt deze vergelijking. Toch behoort deze plant tot de samengesteldbloemigen (Asteraceae); van dichtbij zijn de kleine buis- en lintbloemetjes wel te onderscheiden. Van enige afstand lijken de bloemen op kleine pluizige bolletjes. Deze blijken te bestaan uit ongeveer vijf kleine lintbloemen en veertig buisbloemen. De lintbloemen zijn als kleine uitsteeksels langs de rand zichtbaar en de buisbloemetjes vallen voornamelijk op als de zwarte meeldraden eruit steken. Het geheel is ongeveer 1 cm groot, maar doordat er vele van dergelijke bloeiwijzen in grotere schermen staan valt het behoorlijk op. De gehele plant wordt ongeveer 100-120 cm hoog. De plant groeit opgaand met vrij grote ovale bladeren. De bladranden zijn grof getand en gegolfd en geven de plant, ook zonder bloemen, een speels uiterlijk. De ruw aanvoelende bladeren zijn grijzig groen en vormen een mooie achtergrond voor de witte bloemen. De bloemschermen verschijnen aan de toppen van de stelen. Deze openen vanaf eind mei tot begin augustus. De hoofdbloei vindt dus plaats in juni en juli.

Onbekende soorten De vijftien soorten van het geslacht Parthenium zijn nauwelijks bekend. Dit komt gedeeltelijk doordat de soorten onvoldoende winterhard zijn, maar dat mag voor P. integrifolium geen reden zijn. Deze is bijzonder winterhard (USDA zone 3). Hoewel de plant (korte) wortelstokken maakt, woekert

deze niet. Andere soorten hebben trouwens wel enige ’nadelen’. De niet-winterharde Parthenium hysterophorus is een invasief onkruid in met name India en Australië. Daarbij veroorzaakt aanraking met de huid dermatitis en kan tot serieuze ademhalingsproblemen leiden, zowel bij mensen als bij dieren (vee). Een andere soort, P. argentatum, afkomstig uit het zuidwesten van de Verenigde Staten en Mexico, levert rubber. Toen de Japanners tijdens WO II de toevoer van rubber vanuit Maleisië naar de Verenigde Staten blokkeerden, werd P. argentatum gebruikt voor de productie van rubber.

Naamgeving De naam Parthenium is overigens afkomstig van het Griekse Parthenos wat maagd of jonge vrouw betekent. In de Griekse oudheid werd de plant die tegenwoordig Matricaria heet, met Parthenion (Parthenium) aangeduid. Deze werd gebruikt als menstruatiebevorderend en vruchtafdrijvend en tegen aandoeningen aan de baarmoeder. Maar dit heeft dus niets met de planten te maken die we nu Parthenium noemen. P. integrifolium verdraagt volle zon en is tevens zeer winterhard. De plant houdt van goed doorlatende, niet te droge grond. Kan zowel in borders als in een zogenaamde prairiebeplanting met een minder intensief onderhoudsniveau worden toegepast. De bloemen trekken veel bijen aan terwijl de witte bloemkleur makkelijk is te combineren met andere vaste planten en heesters. Kortom, weinig redenen om Parthenium integrifolium niet te proberen. <

TuinenLandschap l 23 l 2015

SortimentPlusMinRH.indd 15

15 29-10-15 15:25


Bedrijf en Organisatie

Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving

’Innovatiegolf op gang brengen in sector en onderwijs’ Ervoor zorgen dat de groene sector, nu en in de toekomst, kan blijven beschikken over goed opgeleide professionals. Dat is één van de belangrijkste doelstellingen van het nieuwe Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving, waarin onderwijs, overheid en bedrijfsleven samenwerken. Concrete projecten moeten de innovatie binnen de groene sector een stimulans geven en onderwijs en praktijk beter op elkaar laten aansluiten. Tekst Ank van Lier Beeld Citaverde

Human Capital Agenda Natuur & Leefomgeving In november 2013 werd de Human Capital Agenda (HCA) Natuur & Leefomgeving opgesteld, die is ondertekend door een tiental publieke en private partijen in de groene sector. Zij willen ervoor zorgen dat er in ons land ook in de toekomst voldoende goed gekwalificeerde groene professionals zijn. De HCA Natuur & Leefomgeving focust op het leggen van verbindingen tussen werkveld, onderwijs en overheid, om zo vakbekwame mensen op te leiden en oplossingen te bieden voor innovatievragen in het werkveld. Het Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving geeft hier concreet handen en voeten aan.

16

H

et Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving, dat voortkomt uit de zogeheten Human Capital Agenda Natuur & Leefomgeving (zie kader), is een publiek-private samenwerking tussen een twintigtal partijen uit de groene sector, waaronder mbo- en hbo-onderwijsinstellingen, de VHG, De 12Landschappen en Staatsbosbeheer. ,,Binnen het kenniscentrum verzamelen we, en gaan we aan de slag met, kennis- en innovatievragen uit de praktijk om de innovatie binnen de sector te stimuleren. Ook haken we hier als onderwijs bij aan. Bijvoorbeeld door studenten te laten werken aan innovatievraagstukken, het aanpassen van de bestaande groene opleidingen of door het ontwikkelen van nascholingen voor medewerkers in de groene sector.” Aan het woord is Ton van Hoof, adjunct-directeur van Citaverde, een Limburgse onderwijsinstelling voor vmbo- en mbo-onderwijs in de groene sector. Citaverde is één van de partners in het Kenniscentrum en daarnaast de regionale trekker voor Zuidoost-Nederland. Ook heeft Van Hoof zitting in het landelijke kernteam van het kenniscentrum. ,,Het gaat overigens om een virtueel centrum; er is geen fysieke locatie.”

Regionale meetingpoints Het kenniscentrum, dat op korte termijn officieel wordt opgericht, heeft ook een sterke focus op de regio. Er zijn zes regionale ’meeting points’ in het leven geroepen waarin bedrijven, organisaties, onderwijsinstellingen en overheden samenwerken aan het bevorderen van innovatie binnen de sector en binnen het groene onderwijs. ,,Iedere regio heeft een ’trekker’ - meestal een onderwijsinstelling - die bijeenkomsten en gesprekken arrangeert voor onderwijs en bedrijfsleven in de regio. Op deze manier worden de kennis- en innovatiebehoeften van het bedrijfsleven in kaart gebracht. Ook worden verbindingen gelegd met

partijen buiten het groene domein, denk aan gezondheidsinstellingen en bouwbedrijven. ,,Als kenniscentrum willen we namelijk bijdragen aan een meer integrale aanpak van gebiedsontwikkeling en nieuwe functiecombinaties creëren. De harde grenzen tussen rood, groen en blauw vervagen immers steeds meer.”

Concrete projecten De inhoudelijke doelen van het kenniscentrum focussen op de ontwikkeling naar een duurzame stad en naar maatschappelijke natuurbeheer, waarin bijvoorbeeld ook burgerparticipatie een belangrijke rol speelt. Dit zal worden gerealiseerd via concrete projecten, die via de regionale meetingpoints worden opgezet. ,,Deze projecten komen voort uit de innovatievragen en -behoeften van praktijkpartijen. De projecten worden uitgevoerd in samenspraak met onderwijspartijen. Ook moet binnen ieder project aandacht zijn voor de ontwikkeling van mensen; er zit dus altijd een onderwijscomponent in.” De kennis die uit de projecten naar voren komt, wordt volgens Van Hoof breed gedeeld binnen alle regionale netwerken. ,,We willen een innovatiegolf op gang brengen, zowel binnen de groene sector als binnen het groene onderwijs.” Als voorbeeldproject noemt Van Hoof het bijenconvenant dat, vooruitlopend op de oprichting van het kenniscentrum werd ondertekend door twintig partijen binnen de provincie Limburg. Hierbij gaan diverse ondernemers - zowel uit de groene sector als daarbuiten - samen met het onderwijs op zoek naar antwoorden op praktische uitvoeringsvragen rondom bijen en het versterken van biodiversiteit. ,,De landelijke overheid heeft tot en met 2019 in totaal vier miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van dergelijke projecten, onderwijs en werkveld doen hier eenzelfde bedrag bovenop.”

TuinenLandschap l 23 l 2015

Kennisnetwerk natuur en leefomgeving.indd 16

02-11-15 13:44


en

Doelstellingen van het Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving Ω Het uitbouwen van multidisciplinaire en regionale netwerken. Hiertoe zijn - onder supervisie van het landelijke kernteam zes regionale ’meeting points’ gerealiseerd waarin bedrijven, organisaties, onderwijsinstellingen en overheden samenwerken aan een regio-agenda Natuur en Leefomgeving. Ook wordt kennis gedeeld met partijen

Bijscholing vakman Belangrijke vraag is natuurlijk wat het kenniscentrum concreet gaat opleveren voor hoveniers en groenvoorzieners. ,,Zij krijgen handvatten om de kennis en vaardigheden te vergaren die ze nodig hebben om werk te kunnen leveren waar de markt om vraagt. Een hovenier die tien jaar geleden zijn opleiding heeft afgerond, heeft op school bijvoorbeeld niets geleerd over zaken als groene daken,

buiten de groene sector. Ω Het versneld creëren en opstarten van innovatieprojecten. De vragen en behoeften van het bedrijfsleven vormen hierbij de leidraad. Ω Het vergaren van beschikbare kennis in het werkveld en het onderwijs. De kennis en informatie uit de projecten worden uitgewisseld en beschikbaar

gesteld via onder meer Groen Kennisnet en via bijeenkomsten. Ω Het versterken van de brug tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Onder andere door het ontwikkelen van specifieke kennis, opleidingen en cursussen rondom de thema’s ondernemerschap, omgevingsbewustzijn, integraliteit en maatschappelijk natuurbeheer.

verticaal groen, biodiversiteit en stadslandbouw. De markt vraagt daar echter wel om. Op dat vlak moet de vakman worden bijgeschoold; daar wil het kenniscentrum een bijdrage aan leveren!” Daarnaast wil het centrum het kennisniveau van afgestudeerden dus beter laten aansluiten op de praktijkbehoefte. ,,Deze onderwijsinnovatie maakt het groene vak hopelijk ook interessanter voor jongeren.” <

Citaverde zet zich met negentien andere partijen in voor het creëren van een goede leefomgeving van de bij en verhoging van de biodiversiteit in Limburg. Plaatsing van bijenkasten en een goed maai en akkerrandenbeheer voor bloemrijke bermen zijn daar voorbeelden van.

TuinenLandschap l 23 l 2015

Kennisnetwerk natuur en leefomgeving.indd 17

17 02-11-15 13:44


Bedrijf en Organisatie

Snoek realiseert halvering ziekteverzuim

’Ik behandel medewerkers als pr Tot zo’n tien jaar geleden had directeur-eigenaar Douwe Snoek van Snoek Hoveniers uit Grouw weinig aandacht voor het ziekteverzuim binnen zijn bedrijf. Door een voorval in 2004 gooide hij het roer abrupt om. De nieuwe aanpak heeft zichtbaar effect. Snoek schreef zelfs mee aan de ’schijf van vijf’ voor duurzameinzetbaarheid.nl, een initiatief van het ministerie van SZW.

Tekst Dick van Doorn | Beeld Dick van Doorn,

Snoek Hoveniers

T

ien jaar geleden besloot Douwe Snoek het helemaal anders aan te pakken. „Eén van mijn mannen kwam als gevolg van een scheiding met psychische klachten thuis te zitten, dat liep behoorlijk in de papieren.” Uiteindelijk kwam de medewerker via een zogeheten vaststellingsovereenkomst in de WAO terecht. „Dit betekende dat onze gedifferentieerde premie, die destijds nog door de Belastingdienst werd opgelegd aan bedrijven met personeel, steeg van 0,39 naar 1,39% van de totale loonsom van alle medewerkers. Toch nog een flinke extra post van €20.000 op de toenmalige omzet van zo’n €2,5 miljoen. En aan deze extra kosten zit je dan tien jaar vast.” Inmiddels kun je je voor dit risico verzekeren, maar in die tijd nog niet. „Ik dacht: als ik tien jaar lang extra premie moet betalen als iemand ziek wordt, dan kan ik beter preventief gaan werken en voorkomen dat hij ziek wordt.”

Snoek besloot met andere ogen naar zijn ploeg te gaan kijken. Hij organiseert zijn hoveniersbedrijf nu als een betaaldvoetbalclub. „Een elftal heeft een heel team van mensen om zich heen die ze fit en mentaal in balans houden. Mijn medewerkers krijgen alle ondersteuning die ze nodig hebben om beter te presteren en vitaal te blijven”, aldus Snoek. „Net als een sportploeg hebben ook mijn mensen coaching en begeleiding nodig om dagelijks een topprestatie te leveren en veilig en efficiënt te werken.”

Stijging gedifferentieerde premie Snoek Hoveniers had in haar vestiging in Emmen al een ambulante fysiotherapeut die af en toe langskwam en waar medewerkers gesprekken mee hadden. „Vanaf dat moment hebben we deze fysiotherapeut vaker ingehuurd. Zodra een medewerker een gezondheidsprobleem

Een belangrijk onderdeel om werknemers van Snoek fit te houden is de wekelijkse bootcamp training in samenwerking met de sportleraar van de plaatselijke voetbalclub.

18

TuinenLandschap l 23 l 2015

Ziekteverzuim.indd 18

29-10-15 15:26


ls profvoetballers’ had, stuurde we hem of haar naar deze fysiotherapeut.” Snoek is daarbij scherp op signalen. „Bij griep hoor je mij niet, maar als ik zie dat er wat anders aan de hand is, zet ik direct het traject in dat nodig is. Ik heb inmiddels ook de ervaring dat de meeste medewerkers vaak eerst ogenschijnlijk fysieke klachten krijgen die uiteindelijk vaak een mentale achtergrond blijken te hebben.” Als er medewerkers zijn die niet zo lekker in hun vel zitten, vraagt Snoek of hij eens een avondje langs kan komen. „Dan praat ik met mijn medewerker, maar soms ook gezamenlijk met de partner erbij als hij of zij daarmee akkoord gaat.” Vaak kan hij tijdens zo’n gesprek al een oplossingsrichting geven. In zo’n 90% van de gevallen wordt het probleem dan al opgelost, in 10% van de gevallen niet. Als hij er niet uitkomt, schakelt hij externe hulp in. Dat kan een medicus zijn, maar ook een financieel adviseur. Snoek:

tbalclub.

„Waarom aanmodderen als je een keer met een deskundige kunt praten?” De aanpak kan niemand binnen het bedrijf ontgaan en in de beginfase moesten medewerkers wennen aan de plotselinge ’bemoeizucht’, maar het mes snijdt volgens Snoek aan twee kanten. „Voor ons is het natuurlijk van groot belang om onze medewerkers vitaal te houden. En van een gebroken voet of depressie heb je niet alleen op de werkvloer, maar privé vaak ook last.”

Duurzame inzetbaarheid Als de fysiotherapeut of een andere deskundige constateert dat bepaald werk ongeschikt is, valt de medewerker niet uit, maar zoekt Snoek in overleg met de uitvoerder naar tijdelijk ander werk. „Hij of zij blij, wij blij. Het maakt mij niet uit hoe ver ik moet gaan. We hebben ook wel eens iemand op kosten van mijn bedrijf via een ’total body scan’ laten doorlichten.” Dat de maatregelen effectief zijn, toont het lage ziekteverzuimpercentage ruimschoots aan. In de hoveniers/groenvoorzienersbranche is het gemiddelde 3,29%, Snoek schommelt tussen de 0,8 en 1,2%. De directeur heeft veel contact over ’duurzame inzetbaarheid’ met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met een collega uit Joure die een schoonmaakbedrijf heeft, schreef hij zelfs mee aan de ’schijf van vijf’ voor duurzameinzetbaarheid.nl, een initiatief van het ministerie. Sporten wordt door Snoek gestimuleerd. „Mijn stelregel naar de jongens is kraakhelder: wij hebben een contract en daarin staat dat jij jouw lijf en inzet voor acht uur per dag aan mij verhuurt”, aldus de directeur. „Om dat te kunnen doen, moet je ervoor zorgen dat jouw lichaam dat aan kan. Als je echter dagelijks een blikje RedBull en drie Snickers nodig hebt om op lange termijn productief te blijven, heb ik daar moeite mee. Evenals met roken.” Een andere mening hebben mag, vindt Snoek, maar niet binnen zijn bedrijf.

Douwe Snoek

Deelname aan Fleet Services Snoek heeft ook veel aandacht voor preventie van risico’s die zich tijdens het werk kunnen voordoen. Vandaar dat hij de app Fleet Services van Husqvarna op zijn iPhone heeft staan. „Onze handgedragen machines zijn van Husqvarna. Wij zijn een van de twintig bedrijven wereldwijd die gevraagd zijn mee te denken over de ontwikkeling van Fleet Services. Hiermee kun je een van de belangrijkste beroepsziektes, het ’witte vinger syndroom’ dat veroorzaakt wordt door trillingen van machines, voorkomen. De app stuurt namelijk trillingsrapporten en waarschuwt bij verkeerd gebruik van de machine. Tevens is de app gekoppeld aan het managementsysteem waarin ook alle urenboekingen staan. Snoek: „Via een tablet vertelt het systeem straks precies waar je bent en wat je moet doen. We gebruiken het overigens niet als controlemiddel, maar als iemand echt herhaaldelijk uit de bocht vliegt, zullen we vragen wat er speelt. We zullen echter altijd in de menselijke maat blijven denken.”

„Ik kan ze niet dwingen om een bruine boterham met kaas te eten, maar ik kan ze wel meenemen in mijn gedachtegang.” Een belangrijk onderdeel van die gedachtegang is de wekelijkse bootcamp training in samenwerking met de sportleraar van de plaatselijke voetbalclub. Er gaan echter te weinig personeelsleden naartoe, dus heeft Snoek het plan opgevat om zelf mee te gaan doen. Hij is hiervoor momenteel volop aan het hardlopen. „Ik wil mijn conditie voldoende op peil hebben om aan de training mee te kunnen doen”, zegt hij lachend. <

TuinenLandschap l 23 l 2015

Ziekteverzuim.indd 19

19 29-10-15 15:26


695222_.indd 20

2-11-2015 10:08:08


Zo-zit-dat

Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd Hovenier Bert de Boer* heeft een werknemer die bijna de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Bert zou langer gebruik willen maken van deze kracht die veel ervaring en kennis heeft. De medewerker heeft aangegeven best door te willen werken. Bert is echter huiverig voor de verplichting van loondoorbetaling als de medewerker ziek wordt.

Tekst Tessa Viragh | Beeld Peter Moorman

M

et ingang van 1 januari 2016 komt de wetgever Bert tegemoet en wordt werken na de AOW-gerechtigde leeftijd gemakkelijker gemaakt. Het volgende pakket aan maatregelen treedt op die datum in werking. De mogelijkheid om tijdelijke contracten aan te gaan met AOW’ers (de ketenregeling) wordt verruimd: na (maximaal) zes contracten voor bepaalde tijd en/of na een periode van 48 maanden, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Uitsluitend de arbeidsovereenkomsten na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd zullen meetellen in de keten.

Beëindiging en opzegtermijn Sinds 1 juli 2015 mag een werkgever de arbeidsovereenkomst van een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt tegen of na die dag opzeggen, zonder dat toestemming van het UWV of ontbinding door de rechter nodig is. De transitievergoeding is niet ook verschuldigd bij beëindiging op of na het bereiken van de AOW-leeftijd. Voor werknemers die pas ná het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in dienst komen is dat anders. Op hen zijn de reguliere regels voor opzegging (of ontbinding) van de arbeidsovereen-

komst van toepassing. De wetgever heeft hiervoor gekozen omdat een werknemer erop moet kunnen vertrouwen dat een werkgever die het dienstverband niet verder wil voortzetten, de arbeidsovereenkomst niet zo maar op elk door hem gewenst moment kan opzeggen. De opzegtermijn voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst met AOW-ers wordt beperkt tot een maand (in plaats van een tot vier maanden, afhankelijk van de lengte van het dienstverband). Beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden kan natuurlijk altijd door middel van een beëindigingsovereenkomst.

Ziekte De loondoorbetalingsplicht, de re-integratieverplichtingen van de werkgever en het opzegverbod bij ziekte worden beperkt tot dertien weken (in plaats van nu 104 weken). Deze onderdelen van de

wet treden pas op 1 juli 2016 in werking. Voor AOW-gerechtigden wordt een recht op ziektewet-uitkering geïntroduceerd voor de duur van maximaal zes weken. Dit is met name van belang voor uitzendkrachten die werken op basis van een uitzendovereenkomst met een uitzendbeding en voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt tijdens de loondoorbetalingsperiode van zes weken. Het ziekengeld wordt wel verhaald op de werkgever. Tot slot wordt de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag ook van toepassing op AOW-gerechtigden. Is er een cao van toepassing, dan moet een AOW-er hetzelfde cao-loon ontvangen als andere werknemers met hetzelfde werk. De Wet Aanpassing Arbeidsduur wordt buiten toepassing verklaard voor AOW’ers, zodat de werkgever niet wordt verplicht in te gaan op verzoeken om uitbreiding (of vermindering) van het aantal te werken uren. <

Tessa Viragh is juridisch adviseur bij Grant Thornton, E Tessa.viragh@gt.nl

Hoe-zit-dat?

* Deze naam is fictief

Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap l 23 l 2015

Zo-zit-dat.indd 21

21 29-10-15 15:26


Ontwerp en Inrichting

22

TuinenLandschap l 23 l 2015

ArtisTuin.indd 22

29-10-15 15:26


Elk jaar bedenkt ontwerper Ton Hilhorst een andere kleurencombinatie voor de seizoensbeplanting. Dit jaar was het kleurenschema voor de Papegaaienlaan wit, roze en heel donker paars. Tulpen, hyacinten en Fritillaria persica kleuren bijzonder bij de donkere boerenkool. De ruimte tussen de bloembollen is opgevuld met Viola, Myosotis en Heuchera.

(Foto boven en grote foto) Bij de hoofdentree is een opvallende dubbele border aangelegd, de Papegaaienlaan. In april en mei is die gevuld met tulpen, narcissen en tweejarigen. Bijzonder is de donkerbladige Brassica ’Redbor’, die in deze periode bloeit met zachtgele bloemen. Het donkere blad laat de felle kleuren van de tulpen beter uitkomen, de boerenkool geeft ook hoogte aan de beplanting.

Kleurrijke bloemenpracht in dierentuin Artis In 2013 bestond Artis 175 jaar. Vele duizenden bloembollen gingen de borders in. De bezoekers werden hiermee getrakteerd op een kleurige bloemenpracht. Inmiddels zijn er jaarlijks drie verschillende seizoensbeplantingen te bewonderen, ontworpen door Ton Hilhorst. Tekst en beeld Modeste Herwig Ton Hilhorst

E

en team van specialisten werkte ter gelegenheid van het jubileum aan het plan ’Artis in bloei’. Artis-professor Erik de Jong, landschapsarchitect Michael van Gessel, tuinontwerper en beplantingsdeskundige Jacqueline van der Kloet en Artis-plantenexpert Ton Hilhorst. Op diverse plekken werden nieuwe plantvakken aangelegd, bij de hoofdentree werden grote kuipen geplaatst en langs de Papegaaienlaan kwamen aan weerszijden bloemenborders. Met de hulp van studenten van groene opleidingen zijn in het najaar van 2012 ruim 175.000 bloembollen geplant, waaronder meer dan 80 verschillende tulpen. Natuurlijk ook de zachtgele Tulipa ’Natura Artis Magistra’, die op 27 maart 2013 door Prinses Margriet gedoopt is. In het voorjaar werd de beplanting aangevuld met tweejarigen en

vaste planten. Voor de zomerperiode zijn 26.000 eenjarigen in 150 verschillende soorten en 2.000 zomerbollen in de grond geplant.

Traditie Het resultaat was overweldigend en werd zeer gewaardeerd door de bezoekers. Daarom besloot Artis om een traditie te maken van deze rijkgevulde borders en plantvakken. Nu wordt elk jaar een andere seizoensbeplanting gemaakt op diverse plekken in het park. Direct bij binnenkomst word je in het voorjaar omgeven door tulpen, narcissen, viooltjes en vergeet-mij-nietjes in bijpassende tinten. Dit jaar was ’de eetbare tuin’ het thema voor de zomer, hiervoor werden 35.000 planten in 162 soorten aangeplant.

Paarsbloeiende salie bloeide naast rode boerenkool, tijm, prei, rode spruitjes en vergeten groenten zoals palmkool en ganzenvoet. Via de Artis-app kunnen bezoekers een route volgen langs de eetbare planten en bloemen in het park. Op deze manier is er veel extra’s te beleven in Artis, bezoekers komen zelfs speciaal nog eens langs voor de bijzondere beplanting. De uitbundige borders leveren bovendien veel extra publiciteit op. Ongeveer 65% van de beplanting in het park is inmiddels onder handen genomen. Aan deze restauratie wordt voortvarend door gewerkt, zodat de bezoekers binnen korte tijd van nog meer bloemen kunnen genieten. Ton Hilhorst is verantwoordelijk voor het groen in Artis en ontwerpt elk jaar de nieuw seizoensbeplanting. Omdat Artis

TuinenLandschap l 23 l 2015

ArtisTuin.indd 23

>

23 29-10-15 15:26


veel vaste bezoekers kent, is het belangrijk elk jaar iets anders te laten zien. Hij kiest een bepaald kleurenschema als basis voor zijn ontwerp, vaak geïnspireerd door toevalligheden, bepaalde thema’s, de omgeving, een nieuwe soort of zoals voor dit jaar door de schilderijen van Vincent van Gogh. Als de kleuren eenmaal bepaald zijn, zoekt hij hier passende planten bij voor drie bloeiseizoenen: voorjaar, zomer/ herfst en winter. Bloembollen vormen de basis voor het voorjaar, zowel zeer vroegbloeiende zoals Crocus als laatbloeiende zoals de late tulpen en de hoge Fritillaria imperialis. De bloembollen worden gecombineerd met vaste planten, tweejarigen en eetbare planten zoals kolen met fraaie bladkleuren. Vanwege praktische overwegingen zijn de bloembollen als eenjarige beplanting toegepast. Ze kunnen dan zeer dicht op elkaar gezet worden, de bollen liggen zelfs bijna tegen elkaar aan. Na de bloei worden de voorjaarsbollen vervangen door eenjarigen en andere soorten om de zomer en herfst kleur

te geven. Voor de winterperiode is er weer een nieuwe beplanting, deze wordt samen met de voorjaarsbollen geplant. Deze zogenoemde ’winterdekking’ bestaat dit jaar onder andere uit Pernettya, Arabis ’Old Gold’, diverse pompoenen, Viola, Hebe buxifolia, Calluna en Euphorbia amygdaloides var. robbiae. Ton Hilhorst verzamelt foto’s van alle soorten en kan zo goed beoordelen of elk kleurenschema goed is ingevuld.

Eetbaar voor dieren Voor volgend jaar zomer staat een beplanting met vooral eetbare planten op de planning. Met eetbaar wordt zeker ook eetbaar voor de dieren bedoeld, dit past bij de wens om Artis zo duurzaam mogelijk te maken. Dagelijks wordt er door de dierenverzorgers geoogst uit de borders, zodat de kleine planteneters in Artis vers groen kunnen krijgen. Grote grazers zoals olifanten en giraffen krijgen de oogst aan het eind van het seizoen. Ook belangrijk in het ontwerp van Ton Hilhorst is ’wild Artis’. Hiermee wordt het leven buiten

de verblijven bedoeld zoals wisselende bloei voor de insecten, waardplanten en bijvoorbeeld vruchten en zaden voor de vogels. Niet alleen in de grote borders zijn bloembollen toegepast, ook rondom en zelfs in de dierenverblijven. Bij de kleine panda’s bloeit Narcissus ’Delnashaugh’, in de volière van de fazanten is Tulipa ’Apricot Foxx’ te bewonderen en tussen de zeeleeuwen zie je de blauwe Allium caeruleum. Ook bakken en schalen krijgen per seizoen een wisselende beplanting. In het voorjaar zijn kuipplanten zoals palmen omringd door onder andere Hyacinthus ’Woodstock’ en de lage Phlox subulata. Een deel van de plantvakken is gevuld met vaste planten, hier zijn verwilderingsbollen toegepast om de beplanting in het voorjaar kleur te geven. Bij de entree, goed te zien vanaf de stoep, is een beplanting in wit, geel en rood die in mei zeer kleurig is. Ook in diverse randen, boomspiegels en verhoogde plantvakken worden steeds meer verwilderingsbollen geplant.

Seizoensbeplanting Artis Opdrachtgever Natura Artis Magistra, Amsterdam. Oppervlakte plantvakken voor de seizoenbeplanting totaal beplanting 2.000 m2, 300 m2 (dubbele border bij hoofdentree), 350 m2 (palmentuin), 50 m2 (vak in geeltinten bij oude muziektent). Ontwerper Ton Hilhorst. Aanleg in eigen beheer, met hulp van scholieren groenopleidingen. Onderhoud eigen groendienst, negen tuinmannen. Opgeleverd in seizoenbeplanting vanaf 2013, sinds 175-jarig bestaan Artis. Bollen 150.000 bloembollen (verwilderingsbollen, Tulipa, Narcissus, Hyacinthus, Fritillaria, bijgoed). Winterdekking en tweejarigen als winterdekking worden in het najaar rond de 25.000 planten in de grond gezet, zoals Viola, pompoenen, Erica, Calluna, Hebe, grassen etc. In februari en maart worden er nog rond de 7.000 tweejarigen zoals Myosotis, Viola en Erysimum geplant. Zomerseizoen eetbare planten: 35.000 in 180 soorten.

24

TuinenLandschap l 23 l 2015

ArtisTuin.indd 24

29-10-15 15:26


De tulpen in zachte pasteltinten in de Palmentuin zijn dicht op elkaar geplant, samen met Narcissus ’Petrel’ en Fritillaria persica ’Alba’. Tussen de bloembollen bloeit op diverse plekken Euphorbia amygdaloides, witte Myosotis en oranje Viola. Voor het vroege voorjaar zijn Crocus chrysanthus ’Ard Schenk’ en Leucojum vernum geplant. In 2016 is het kleurenschema rood met wit.

In de Palmentuin is een ontwerp gemaakt in wit, oranje en roze. De inspiratie hiervoor was een steen die je in het water gooit, waardoor kringen ontstaan. Zo zijn er concentrische ringen ontstaan die dicht beplant zijn met Tulipa in achttien cultivars, Narcissus ’Thalia’, Fritillaria persica ’Alba’ en Fritillaria raddeana.

Bij de oude muziektent is het kleurenschema wit, geel en oranje. Hier is een mix van witte en gele narcissen geplant, zoals Narcissus ’February Gold’ en Narcissus ’Jenny’. Enkele zachtgele en oranje tulpen vullen de mix aan. De hoge Fritillaria imperialis ’Maxima Lutea’ komt goed boven de narcissen en tulpen uit.

In een plantvak met een oude boom en een palm bloeien Tulipa batalinii ’Bright Gem’ en Narcissus ’Petrel’ tussen Symphytum azureum, Euphorbia amygdaloides ’Purpurea’, Helleborus en siergrassen.

Vanaf de stoep buiten Artis is door het hek deze beplanting met heesters, sterke vaste planten en verwilderingsbollen al goed te zien. De basis bestaat uit Cornus alba, Symphytum grandiflorum ’Hidcote Blue’, Euphorbia amygdaloides var. robbiae, Geranium nodosum en de wat later bloeiende Ornithogalum magnum. Tussen de vaste planten zijn Myosotis, de kleinbloemige Narcissus ’Petrel’ en Tulipa ’Icestick’ geplant. De bloembollen blijven hier vast staan. < TuinenLandschap l 23 l 2015

ArtisTuin.indd 25

25 29-10-15 15:26


Ontwerp en Inrichting

Bloemrijke siergrassenberm op hoogte Tien meter boven het maaiveld ligt de bloemrijke border van het Willem-Alexanderpark in Utrecht. De berm bestaat uit siergrassen, veldbloemen en heesters. Fred Booy van DS Landschapsarchitecten stelde het beplantingsplan samen. „We wilden de sfeer van een bloemrijke berm realiseren, maar dan met siergrassen.’’

Fred Booy www.dsla.nl

Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Gerdien de Nooy

W

anneer je vanuit de wijk Oog in Al in Utrecht het AmsterdamRijnkanaal passeert en via de Stadsbaan dieper Leidsche Rijn in rijdt, passeer je 1 km lang een verrassend bloemrijke berm. Zomers bloeit hij weelderig paars en later in de herfst nemen de bruintinten van de vele siergrassen het over tot ver in de winter. De beplanting is ontworpen door DS Landschapsarchitecten, dat ook de rest van het WillemAlexanderpark ontwierp. Het park ligt boven op de A2-tunnel en heeft een langgerekte vorm. Omdat het tunneldak 9 m boven het maaiveld ligt, zijn de omstandigheden extreem. „Er staat heel veel wind’’, zegt ontwerper Fred Booy van DS Landschapsarchitecten. Het hoofdpad voor fietsers en voetgangers ligt nog eens 1,20 m hoger. Het pad verdeelt het park in twee delen: aan de

26 A2-Park.indd 26

ene kant ligt de border met vaste planten en heesters en aan de andere kant een reeks gebruikersvelden, sportvelden en picknickplaatsen bijvoorbeeld. Omdat de border richting het hoofdpad oploopt, liggen de gebruikersvelden in de luwte daarvan. „Ze liggen net wat lager, waardoor je daar de auto’s van de drukbereden Stadsbaan kwijt bent.’’ De siergrassenberm is in 2014 ingeplant en heeft nu een tweede groeiseizoen achter de rug. Bijzonder aan de beplanting is de kruidenlaag. Daarin zijn zowel cultuurvariëteiten als inheemse veldbloemen toegepast. Booy stelde het beplantingsplan samen, hij legt uit dat ook die laatste soorten in P9-potjes zijn aangeleverd. Dipsacus fullonum en Eryngium planum bijvoorbeeld, planten die meestal gezaaid worden. Het idee van DS was om langs de Stadsbaan de sfeer

van een bloemrijke berm te realiseren, maar dan eentje met siergrassen. Bloeit een doorsnee berm normaliter in veel verschillende kleuren, DS heeft gekozen voor één hoofdkleur: paars, een kleur die volgens Booy zeldzaam is in de Nederlandse bermen. De kleur geeft de berm identiteit. Zowel de cultuurlijke vaste planten als de inheemse natuurlijke planten bloeien paars of hebben purpertinten in hun blad. Zowel Veronica spicata ’Romiley Purple’ als Centaurea nigra (zwart knoopkruid) en zowel Foeniculum vulgare ’Bronze giant’ als Tragopogon porrifolius (paarse morgenster). „Cultuur en natuur zijn hier letterlijk door elkaar geweven’’, aldus Booy. Op de koppen van het park zijn bomen geplant en door de vaste planten zijn heesters gemengd. Bomen en heesters zijn op een vooraf vastgestelde vaste plek

TuinenLandschap l 23 l 2015

29-10-15 15:26


Boven: Tweederde van de border bestaat uit siergrassen. Briza media, Calamagrostis brachytricha, Deschampsia cespitosa ’Goldtau’ en Eragrostis curvula bijvoorbeeld. Alsmede Bouteloua gracilis, Molinia caerulea ’Edith Dudszus’, Stipa gigantea en Melica ciliata. In de wind die in het hogergelegen park altijd voelbaar is, maken ze geluid, buigen en verkleuren. Links: De border van vaste planten en heesters ligt tussen de Stadsbaan en het fietspad. Die laatste verbindt de twee bruggen die aan de uiteinden van het WillemAlexanderpark liggen en het AmsterdamRijnkanaal overspannen. De vaste planten en heesters bloeien allemaal paars of in een afgeleide kleur daarvan. Op de foto zijn dat bijvoorbeeld Eryngium planum, Perovskia atriplicifolia ’Blue Spire’ en Verbena bonariensis.

TuinenLandschap l 23 l 2015

A2-Park.indd 27

>

27 29-10-15 15:26


gezet. Voor de vaste planten werd een andere methode gehanteerd. De berm is in vakken verdeeld, per vak werd aan de hand van percentages een mengsel van grassen, vaste planten en bollen samengesteld. Grofweg bestaat de border uit tweederde siergrassen en eenderde vasteplanten. Die zijn in het betreffende vak in groepen aangeplant naar inzicht van de hoveniers ter plekke. „In kleine groepen omdat zowel automobilisten als fietsers langs de Stadsbaan rijden. Daarom moet de beplanting enerzijds niet te pointillistisch zijn, maar anderzijds ook niet in te grote groepen worden aangeplant’’, aldus Booy. Omdat alle vaste planten (zowel de cultuurvariëteiten als de inheemse soorten) zich rijkelijk uitzaaien, zal de siergrassenberm een soortgelijke dynamiek hebben als die van een wildebloemenberm, die pas na een paar jaar na inzaaien in balans komt. „Af en toe is het angstaanjagend dynamisch.’’ Bij het onderhoud van de border is werkvoorbereider Jos Vernooij van gemeente Utrecht nauw betrokken. Jaarlijks wordt de border net zoals dat doorgaans bij een wildebloemenweide gebeurt met een vingerbalk afgemaaid, het maaisel wordt afgevoerd. Dit gebeurt door aannemer Agterberg die het tunneldak ook heeft aangelegd en drie jaar lang het onderhoud verzorgt. Voor het inventariseren van de dynamiek van de border heeft Vernooij de hulp ingeroepen van ecologisch hovenier Rob van der Steen. Die houdt bij welke

soorten domineren, welke wegvallen, welke nieuwe soorten zich vestigen en of die gewenst of ongewenst zijn. Canadese fijnstraal, kamille, boerenwormkruid en lancetbladig kruiskruid hebben zich dit jaar weten te vestigen. Met name de fijnstraal is volop aanwezig. Toch laat Vernooij die niet weghalen. „Ons doel is een mooie berm voor de bewoners, waar het plezierig is om doorheen te rijden. Daarnaast willen we de grond zo veel mogelijk met rust laten. Als de berm dan hier en daar wat verruigt, is dat niet erg. Storende wortelonkruiden zijn wel ongewenst, die halen we weg.’’ Voor Booy en zijn collega’s bij DS is dit af en toe even slikken. „Als ontwerper ben ik dan bang voor mijn paars. Anderzijds is het beplantingsplan zo sterk dat die witte en gele bloeiers uitzonderingen zijn. Bovendien zijn het de siergrassen die domineren, met name nu in de herfst, nu er meer rust in de border is gekomen.’’ Op termijn zal bepaald moeten worden of het nodig is bepaalde soorten bij te planten of juist weg te halen. Sommige soorten herstellen zichzelf. Vorig najaar had het park bijvoorbeeld veel last van veldmuizen, met name de wilde cichorei en de venkel hebben daar vanwege hun smakelijke wortels last van gehad. Dit jaar hebben ze zich echter wonderwel hersteld. Wellicht dat dit te maken heeft gehad met de vele roofvogels die in het park zijn gesignaleerd. Booy: „Het is een experiment, een work in progress, en dat zal het nog wel even blijven.’’

Willem-Alexanderpark ▸ Locatie: Utrecht, boven op de A2 langs het Amsterdam-Rijnkanaal ▸ Grootte: 4 ha ▸ Ontwerp: DS Landschapsarchitecten in Amsterdam ▸ Aanleg: Agterberg Bedrijven in Groenekan ▸ Onderhoud: Agterberg Bedrijven in Groenekan ▸ Advies: Ecologisch hovenier Rob van der Steen ▸ Heesters: Buddleja davidii ’Black Night’, B. davidii ’Nanhoe Purple’, Callicarpa bodinieri ’Profusion’, Perovskia atriplicifolia ’Blue Spire’, Rosa gallica, R. canina, Rubus idaeus, Sambucus. ▸ Grassen: Briza media, Bouteloua gracilis, Calamagrostis brachytricha, C. acutiflora ’Karl Foerster’, Deschampsia cespitosa ’Goldtau’, Eragrostis curvula, Melica ciliata, Molinia caerulea ’Edith Dudszus’, Panicum virgatum ’Shenandoah’, Stipa gigantea en S. tenuissima. ▸ Vaste planten: Agastache rugosa, Amsonia tabernaemontana, Aquilegia vulgaris, Baptisia australis, Centaurea nigra, Cichorium intybus, Dipsacus fullonum, D. pilosus, Eryngium planum, E. yuccifolium, Foeniculum vulgara ’Bronze Giant’, Hyssopus officinalis, Knautia macedonia, Limonium vulgare, Linum perenne, Salvia pratensis, Tragopogon porrifolius, Verbena bonariensis en Veronica spicata ’Romiley Purple’

28 A2-Park.indd 28

TuinenLandschap l 23 l 2015

29-10-15 15:27


Aan de uiteinden van het park zijn bomen geplant, in het zuiden zijn dat ratelpopulieren in zuilvorm. De noordelijke boomgroep bestaat uit gewone ratelpopulieren met een onderlaag van magnolia’s. De beide boomgroepen zorgen ervoor dat je het park al in de verte ziet liggen. Het park wordt aan de oostzijde begrensd door sierkersen.

In de border hebben zich dit jaar ook kamille, boerenwormkruid en fijnstraal gevestigd. De zonnebloemen zijn er door de nabijgelegen school geplant. Zolang de ’onkruiden’ geen afbreuk doen aan de border laat werkvoorbereider Jos Vernooij van de gemeente Utrecht ze staan. Alleen storende wortelonkruiden worden weggehaald.

Om de omwonenden bij het park te betrekken, organiseert de gemeente in samenwerking met DS Landschapsarchitecten jaarrond verschillende wandelingen door het park aan de hand van een thema. DS hoopt dat de mensen zich het park gaan toe-eigenen, in het zuiden van het park is bijvoorbeeld plek om een moestuin te beginnen. „Om ons plan in stand te houden en verder te ontwikkelen, hebben we de bewoners nodig’’, verklaart Booy.

Uit het Willem-Alexanderpark kan volop gegeten worden. Voor de mens zijn onder meer frambozen, bramen, kruisbessen en japanse wijnbessen aangeplant. Daarnaast sluit het park aan op het thema van de A2 als trekvogelroute. Vogels kunnen zich tegoed doen aan onder meer Rosa canina en Sambucus. <

TuinenLandschap l 23 l 2015

A2-Park.indd 29

29 29-10-15 15:27


MCB-E

Q h c s i r t k e l E

✓ Milieuvriendelijk onkruidbeheer ✓ Reiniging

ONKRUIDBEHEER MET HEET WATER

Volg ons

ONKRUIDKOKEN

695221_.indd 30

onkruidkoken.nl

2-11-2015 14:21:24


695223_.indd 31

2-11-2015 14:00:05


Aanleg en Onderhoud

Jitze Kopinga:

’Beheersbaarheid is belangrij Jitze Kopinga blijft voorlopig nog wel actief met Kopinga Boomadvies, maar als bomenonderzoeker is hij bij Wageningen UR met pensioen gegaan. Bijna veertig jaar lang deed hij onderzoek naar stedelijk groen, ziekten en andere problemen. „Problemen zijn vaak op te lossen, maar het gaat erom: hoe beheersbaar zijn ze in stedelijk groen?”

Tekst en beeld Arno Engels

J

itze Kopinga kwam in 1976, na zijn studie plantenziektenkunde, in dienst bij De Dorschkamp. De naam van dit rijksinstituut voor onderzoek in bosen landschapsbouw verdween op een gegeven moment wel, maar het wetenschappelijk onderzoek niet. Kopinga (en collega’s) zetten het voort onder de paraplu van Wageningen UR, bij Centrum voor Genetische Bronnen Nederland en Alterra. In al die jaren hield Kopinga zich vooral bezig met stedelijk groen. Het eerste onderzoek waarbij hij betrokken was, was een inventarisatie onder gemeenten: wat hadden zij aan kennis in huis over bomen in een stadsmilieu, en welk onderzoek hadden ze hiertoe zelf uitgevoerd? Dit speelde al enige tijd na problemen met gasschade. „Veel stadsbomen gingen dood door lekkages in gasleidingen”, herinnert Kopinga zich. „En toen het mechanisme van de gasschade bekend was, bleek dat er nog veel meer boomellende was die ook onderzoek verdiende.” Dat was aanleiding voor de Nederlandse Vereniging van deskundige Hoofden van Gemeentelijke Beplantingen om de

32

OBIS in het leven te roepen: de studiecommissie Onderzoek Bomen In Stadsmilieu. De vereniging had behoorlijk wat zwaargewichten met een berg aan kennis over stadsbomen. Maar landelijk was het kennisniveau al begonnen te dalen. „De expertise van bomen werd gaandeweg minder, omdat van leidinggevenden andere dingen werden verwacht”, aldus Kopinga. „De vakkennis bij gemeenten is er nog wel, maar is nu versplinterd.”

Hoe zag u die dalende kennis terug in stadsgroen? „Het eeuwige probleem is: gemeenten laten een beplantingsplan maken zonder de beheerder erbij te betrekken. Tuin- en landschapsarchitecten van gemeenten of projectontwikkelaars hebben wel les gehad in bomensortiment, maar het schort bij hen nogal eens aan kennis over technische zaken: kunnen bomen wel tegen bijvoorbeeld zout, of een hoge bodem-pH? En vreemde gedragingen zoals wortelopslag zijn vaak helemaal onbekend.’’

De laatste jaren duiken gemeenten op meerdere boomaantastingen. Is dat terecht? „Ik vind het terecht dat er naar massaria in platanen wordt gekeken, maar vaak is de aandacht vanuit gemeenten over de top. In sommige gemeenten is het druipen bij lindes een probleem, maar dan denk ik: weinig om je druk over te maken, in werkjargon noem je druipen een schoonheidsfoutje. Er lijkt nu bijvoorbeeld een hetze gaande tegen Canadese populieren, vanwege stambreuk. Stambreuk is een intrinsieke eigenschap van bepaalde populieren. De vraag is dan gewoon: is stambreuk beheersbaar of niet?”

Hoe zit het met bastknobbels? Alphen aan den Rijn dacht dat deze door elektromagnetische straling werden veroorzaakt. „Ik twijfel eraan, maar sluit die mogelijkheid niet uit, omdat het tegendeel nog niet is bewezen. De bastknobbels zijn binnen Wageningen UR onderzocht, maar dat onderzoek heeft geen aankno-

pingspunten opgeleverd. In Alphen was wel een tiental opmerkelijke verschijnselen in bomen. Allemaal waren te verklaren, alleen bastknobbels niet.”

Waarom is er zoveel gemeentelijke aandacht voor aantastingen? „Dat heeft te maken met het Burgerlijk Wetboek, dat in de jaren ’90 is aangepast. Daardoor hebben boomeigenaren meer dan voorheen een zorgplicht, en ze moeten dat ook kunnen aantonen. Dat heeft bij sommige gemeenten een ongemakkelijk gevoel veroorzaakt. Was er voorheen een probleem met bomen, dan moest de benadeelde aantonen dat deze waren verwaarloosd door de eigenaar. Nu moet de eigenaar aantonen dat hij zijn bomen regelmatig controleert op veiligheid.”

Door klimaatverandering komen er meer boomziekten, wordt gezegd. Is dat zo? „Laat ik beginnen: ik zou me zorgen maken als het klimaat niet verandert, want klimaatverandering is al millennia gaande. En lang niet alle ontwikkelingen van ziekten en plagen passen in een klimaatveranderingsmodel. De kastanjemineermot heeft zich bijvoorbeeld binnen vijftien jaar vanuit Macedonië naar Malmö in Zweden verspreid. Dit laat zich niet verklaren door welk klimaatmodel dan ook. Ik denk dat de meeste ziekten introducties zijn geweest. Een ziekte kan zich steeds makkelijker over land verspreiden. Bij insecten, en dan vooral houtboorders, verloopt de verspreiding puur door transport. Door de toename van het vrije vervoer, door de lucht en over de weg, krijg je meer kans op verspreiding van insecten. Dat zijn ontwikkelingen die je niet tegenhoudt. Maar de schimmel die essentaksterfte veroorzaakt, kan zich ook op natuurlijke wijze door de lucht verspreiden, ongeveer 50 km per jaar.”

Hoe ziet u de toekomst van nieuw onderzoek, nu financiering alleen maar moeilijker is door terugtrekkende overheden en afgeschaft Productschap Tuinbouw? „Vraaggestuurd onderzoek zal blijven,

TuinenLandschap l 23 l 2015

Interview_Jitze Kopinga.indd 32

29-10-15 15:27


ngrijkst bij stadsbomen’ maar wel vaak met laag budget. Dat gaat wel door, want het is behapbaar voor de beheerder of de kweker. Maar als er voor onderzoek nationaal of internationaal een zwaar programma wordt opgetuigd, zijn onderzoeksvragen nogal abstract en weinig gericht op concrete problemen. Zulk onderzoek vraagt ook tonnen aan cofinanciering. Waar haal je dat vandaan? Niet iedere beheerder of kweker trekt dan zijn portemonnee. Het verlies van het PT vind ik dan ook heel jammer. Vroeger was het qua financiering een comfortabele tijd. Was er een goed onderzoeksvoorstel, dan kreeg je budget en kon je je gang gaan. Toen ging het ook om het resultaat en dat mocht best wel wat tijd in beslag nemen, want je werkt tenslotte met bomen en die nemen ook hun tijd. Maar als onderzoek zelf de broek moet ophouden, moet je al in korte tijd resultaat kunnen laten zien, want opdrachtgevers willen tegenwoordig snel antwoord. Dan zegt de baas al gauw ’Goed is goed genoeg’. Dat is frustrerend want een onderzoeker draagt graag bij aan het opbouwen van nieuwe kennis.”

Wat de toekomst van stadsbomen betreft: moeten die bestand zijn tegen klimaatverandering, tegen bijvoorbeeld extreme hitte zoals begin juli? „Bomen die zich via zaad voortplanten, hebben een zekere elasticiteit, die passen zich aan aan klimaatverandering. Als je een bos met voldoende genetische diversiteit aan herkomsten zijn gang laat gaan, dan komen vanzelf de types naar voren die beter bestand zijn tegen klimaatverandering. Dit is puur een natuurlijk verhaal, niet een stedelijk verhaal. In stedelijk gebied is het veel makkelijker om bomen aan te passen, en ook op korte termijn vergeleken met de natuur. Ik behoor tot de klimaatsceptici, maar bij klimaatverandering in stedelijk groen hoef je echt niet in paniek te raken. Experimenteer met andere soorten als stadsbomen. Gewoon doen!” <

Jitze Kopinga TuinenLandschap l 23 l 2015

Interview_Jitze Kopinga.indd 33

33 29-10-15 15:27


Aanleg en Onderhoud

Metselen voor hoveniers Sommige technieken, zoals metselen, gebruik je als hovenier niet dagelijks maar wil je wel beheersen. Een groep hoveniers volgde daarom de cursus metselen voor hoveniers. In één dag leren ze hoe je een muurtje metselt.

Tekst en beeld Peter Bennink

34

H

oveniers zijn meestal echte generalisten, ze zijn timmerman, stratenmaker, (kraan-)machinist en vaak ook nog electricien, loodgieter en metselaar ineen. Daarbij worden ze geacht een onberispelijke plantenkennis te hebben, tuinen te kunnen ontwerpen, verstand te hebben van de bodem en zelfs een bedrijf succesvol te kunnen leiden. In de praktijk is een ’vakbekwaam hovenier’ na een driejarige mbo-opleiding natuurlijk niet in al deze aspecten van zijn vak even sterk. De tijd ontbreekt om alles even goed onder de knie te krijgen, en je leert de fijne kneepjes van het vak vaak pas in de praktijk. Voor grotere klussen die niet de ’core business’ zijn van de hovenier, zoals het timmeren van een schuur, het metselen van een stal, het aanleggen van elektra in de tuin, roepen de meeste hoveniers de hulp in van specialisten. Die doen het elke dag en werken daardoor sneller en vaak (maar lang niet altijd) netter.

De hovenier komt in de praktijk echter vaak tegen dat er een tuinmuurtje verzakt of beschadigd is, of dat een klant graag wil dat hij een pergola maakt of repareert of tuinverlichting aanlegt. Het is dan ook belangrijk als hoveniersbedrijf dat je de basis van deze vakken in huis hebt bij één of meer van je medewerkers. Je kunt zo werk naar je toe trekken en vakmanschap tonen. Om hoveniers voor uiteenlopende klussen de nodige vaardigheden te leren heeft Rebel opleiding en advies uit Huizen cursussen ontwikkeld. De onderwerpen worden vanaf de basis behandeld en zijn toegespitst op de praktijk van de hovenier. In dit artikel wordt metselen onder de loep genomen. In één dag leren hoveniers een fundering van beton storten. Hoe je een profiel stelt om de draad waterpas en op hoogte te kunnen spannen, hoe je specie aanmaakt, met het materiaal omgaat en een muurtje metselt.

TuinenLandschap l 23 l 2015

Metselen voor hoveniers.indd 34

02-11-15 13:38


1

2

Fundering

Bekisting

Als de bodem stevig is kun je zonder bekisting storten. Op zandgronden is een fundering vaak helemaal overbodig. Door 60 cm onder het maaiveld te beginnen voorkom je vorstschade. Bedek de bodem voor je het beton stort met folie, anders loopt het water uit het beton en ’verbrandt’ het en wordt het minder sterk. Plaats de wapening onder in de betonconstructie, maar wel minstens 4 cm van de rand om corrosie te voorkomen.

De bekisting voor de betonfundering is gemaakt van steigerplanken. Niet te duur en erg stevig. De bekisting krijgt heel wat krachten te verduren aangezien beton een gewicht van 2.400kg/ mÂł heeft. Juist geplaatste koppellatjes, schoorlatjes of spatlatjes houden de bekisting bij elkaar als het beton gestort wordt. De verticale spatlatjes zijn in dit voorbeeld kort, maar lopen in de praktijk een stukje in de grond door zodat ze de bekisting op de juiste plaats fixeren.

3

4

Profielen stellen

Lagenmaat bepalen

Om de muur mooi recht te krijgen, begin je met profielen te stellen. Opgaande elementen die stevig geschoord staan waarlangs je de draad kunt spannen.

Bakstenen zijn er in verschillende standaardmaten, de bekendste zijn Vechtformaat, Waalformaat en Dikformaat. Hoewel dit standaardmaten zijn, wijken partijen altijd een beetje af. Stapel daarom een stuk of tien stenen op om je lagenmaat te bepalen (de dikte van een steen + 1 cm voeg).

TuinenLandschap l 23 l 2015

Metselen voor hoveniers.indd 35

>

35 02-11-15 13:38


36

5

6

Hoogteverdeling op profielen

Steen op maat maken

Als je de lagenmaat bepaald hebt, kun je deze overnemen op de profielen. Precies op die hoogtes span je de draad tijdens het opmetselen van de muur. Je kunt nu ook alvast de stenen nat maken, want metselspecie hecht niet aan te droge stenen. Ook kun je de mortel aan gaan maken. Die bestaat in dit geval uit een deel cement met kalk op drie delen zand. Voor verschillende materialen en toepassingen bestaan er verschillende normen voor de samenstelling van de mortel. Je maakt de mortel aan met water tot een ’aardvochtige’ specie.

Je kunt de stenen in verschillende metselverbanden leggen zoals halfsteensverband, koppenverband, staand verband en wildverband. Om te voorkomen dat de voegen van twee opeenvolgende lagen direct recht boven elkaar komen te zitten, moet je vrijwel altijd stenen delen. Je gebruikt hiervoor een sabel, een hamer en een keephoutje dat je eenvoudig zelf kunt maken. Het keephoutje geeft de maat aan die de steen moet krijgen, veelal drieklezoor (driekwart van een hele steen).

7

8

Metselen

Afwerken

Je kunt nu de muur opmetselen. De troffel heeft een ronde kant waarmee je een stukje van een steen kunt afhakken en een platte kant waarmee je de specie uit de kuip haalt en op de stenen aanbrengt. Breng de specie aan en smeer hem op tegen de naastgelegen steen voor hechting aan de kopse kant.

Je kunt de muur op verschillende manieren afwerken. Je kunt de voegen een beetje uitkrabben en dan opvullen met speciale voegspecie. Je kunt er ook voor kiezen om de voegen gelijkmatig op te vullen met metselspecie en dat vervolgens uit te borstelen voor een mooi egaal beeld.

<

TuinenLandschap l 23 l 2015

Metselen voor hoveniers.indd 36

02-11-15 13:38


Aanleg en Onderhoud

Na elf jaar nog steeds sterfte

Japanse thujabastkever In de zomer van 2004 trad sterfte op bij honderden Thuja, Chamaecyparis en Juniperus in Rotterdam en omgeving. In de schors zaten kleine ronde gaatjes met daaronder gangenstelsels met kevers en larven. Het bleek te gaan om de Japanse thujabastkever.

D

e Japanse thujabastkever Phloeosinus rudis was nooit eerder in West-Europa gesignaleerd tot hij elf jaar geleden in Nederland ontdekt werd. Mogelijk is de kever via de Rotterdamse haven ons land binnengekomen. De kever is een zwakteparasiet die verzwakte bomen aantast. Door de extreme droogte in 2003 waren veel bomen verzwakt en dat heeft de kever in de kaart gespeeld. Na 2004 bleven grootschalige aantastingen uit, dankzij de normale neerslaghoeveelheden. Maar kleine populaties kunnen overleven in verzwakte bomen. Dat bleek in 2008 met de vondst van kevers in door schimmels verzwakte bomen in Rotterdam en Wageningen. In juli 2015 werden meerdere oude Thuja aangetast op een begraafplaats in Oosterbeek. Deze bomen waren verzwakt door wortelbeschadigingen bij het delven van graven. Elf jaar na de eerste ontdekking zijn er dus nog steeds kleine populaties aanwezig. Een nieuwe

droogteperiode zou kunnen leiden tot veel verzwakte bomen en vervolgens tot een grootschalige sterfte.

Levenswijze De Japanse thujabastkever legt de eitjes in stammen van vers dode of pas gevelde bomen. Levende bomen die verzwakt zijn door droogte, vuur, ziektes en wortelbeschadigingen, zijn ook geschikt. De volwassen 2,5-3,0 mm grote donkerbruine kevers boren zich in de schors en knagen in de lengterichting van de stam 5-16 cm lange moedergangen waarin ze aan weerszijden hun eitjes afzetten. De uitkomende larven maken hun gangen dwars op de moedergang die eindigen in een popkamer. De larven overwinteren in de gangen waar ze verpoppen. In het voorjaar komen de jonge kevers via 1-2 mm grote gaatjes uit de boom. De jonge kevers zoeken nieuwe verzwakte bomen

Tekst en beeld Leen Moraal

om er hun eitjes te leggen. Daarmee is de cyclus rond. Er is ĂŠĂŠn generatie per jaar.

Bestrijding Men kan proberen de planten in een goede conditie te houden door het geven van water in droge zomers. Een mooi voorbeeld was te zien in Ridderkerk waar twee buren lang geleden een gemeenschappelijke haag met Chamaecyparis hadden geplant. De buurman die zijn deel van de haag in de droge zomer van 2003 water had gegeven, behield een groene levende haag. Bij de andere buurman die geen water had gegeven, gingen bijna alle struiken dood. Aangetaste planten kan men beter verbranden om een verdere populatieopbouw van kevers te voorkomen. <

TuinenLandschap l 23 l 2015

Thujabastkever.indd 37

37 02-11-15 13:38


Machines en Gereedschap

Starten en stoppen met bladbla De Stihl BR450 C-EF is een ruggedragen bladblazer met elektrostart. Voor het starten hoef je de bladblazer niet van de rug af te halen. Dit bespaart brandstof en vermindert geluidsoverlast, want de motor hoeft niet te draaien op momenten dat blazen niet nodig is.

Tekst en beeld Johan Simmelink

38

H

et grote voordeel van de elektrostart op de Stihl BR450 bladblazer komt naar voren bij werkzaamheden waarbij korte momenten van blazen afgewisseld worden met bijvoorbeeld een stukje lopen. Tijdens het niet gebruiken kan de motor worden uitgezet en op het volgende moment, zonder dat de bladblazer van de rug af moet, weer worden gestart. Voor de omgeving kan het geluid van de bladblazer hinderlijk zijn. Een elektrostart kan er dan voor zorgen dat de gebruiker de motor uit zet op moment dat het blazen niet nodig is en zo de overlast beperken. Een Stihl 2-Mix motor met een cilinderinhoud van 63,3 cc drijft de BR450 aan. Deze motor heeft een hoog koppel over een breed toerengebied en dit maakt het mogelijk dat er ook bij een lager toerental voldoende vermogen is om een goede

luchtstroom op te wekken. De motor voldoet aan de strenge EU-II normen voor de uitstoot van uitlaatgassen.

Draagstel De bladblazer wordt met een draagstel op de rug gedragen. Tussen het draagstel en de motor zitten rubberen buffers. Deze verminderen het doorgeven van de trillingen van de motor aan de gebruiker. Besteed aandacht aan het afstellen van het draagstel. Door het aantrekken van de buikband en de schouderbanden kun je een goede verdeling van het gewicht krijgen. Het gewicht drukt dan niet alleen op je schouders, maar een deel wordt gedragen door de rugspieren. Het draagcomfort van de bladblazer kun je verder verbeteren door het afstellen van de handgreep en de blaaspijp.

TuinenLandschap l 23 l 2015

Bladblazer electrostart.indd 38

29-10-15 15:27


Electrostart De ruggedragen Stihl 450 C-EF bladblazer is uitgerust met een elektrostart. De veer wordt bij deze uitvoering opgewonden door een elektromotor. Onder in het huis waar ook het startkoord zit, is het tandwiel van de elektromotor zichtbaar. Het gewicht is hierdoor ongeveer 0,6 kg hoger.

Laden De Lithium-ion accu van de electrostart wordt geladen door de extra spoel die op de krukas van de motor is geplaatst. Er ontstaat een elektrische stroom door de inductie van de magneet op de spoelen. Door de oranje draad wordt de stroom naar de Lithium-ion accu gevoerd.

Startknop Op de achterkant van de handgreep zit de startknop. Door het knopje in te drukken en naar beneden te bewegen gaat de elektromotor draaien en wordt de veer opgewonden. Zodra de motor is gestart laat je de knop los en door een veer komt deze weer in de uitgangspositie.

dblazer op de rug Stihl BR 450 C-EF Motor Stihl 2-Mix Cilinderinhoud 63,3 cc Luchtdebiet met ronder blaasmond 1.090 m3 per uur Luchtsnelheid 83 m per sec Gewicht 11,5 kg Prijs vanaf €799 incl. btw

Handgreep Aan de voorzijde van de handgreep zit de gasknop, waarmee het toerental wordt geregeld. Op de zijkant zit de stopknop, die automatisch weer terugkomt in open stand. Een gebruiker kan de handgreep op de blaaspijp verschuiven en instellen naar armlengte en de meest prettige stand.

Blaaspijp De lengte van de blaaspijp is traploos in lengte te variëren door de oranje ring los te draaien. Hiermee kun je de lengte aanpassen aan de lengte van je. Maar ook kun je de lengte aanpassen aan de verschillende werkzaamheden.

▸ Andreas Stihl Nederland Tel: 076 – 52 44 888 www.stihl.nl

TuinenLandschap l 23 l2015

Bladblazer electrostart.indd 39

39 29-10-15 15:27


695224_.indd 40

2-11-2015 10:08:19


695225_.indd 41

2-11-2015 10:08:29


695226_.indd 42

2-11-2015 14:02:52


Gespot

▸Titel Buiten Beter, Beter Buiten ▸Auteur Martin Knol ▸Vormgeving en illustraties Corien Bögel ▸Verkrijgbaar via leerlingstichting Stijlvol Ondernemen: www.mijnwebwinkel.nl/winkel/ stijlvol-design/ ▸Architectura & Natura (www.architectura.nl) ▸Prijs €15

Buiten Beter, Beter Buiten Een groene leefomgeving maakt mensen gezonder en de stad leefbaarder. Maar hoe kun je de omgeving zo inrichten dat het een positief effect heeft op het welbevinden en de gezondheid? Deze vraag inspireerde Martin Knol, docent Tuin en Landschap aan het Terra mbo Groningen en ontwerper. Hij vond het antwoord in de piramide van Maslow en bundelde zijn ervaringen, good practices en wetenschappelijk onderzoek in het boek Buiten Beter, Beter Buiten. Tekst Wendy Bakker Beeld Martin Knol

I

n het boek biedt Martin Knol, die zich al jaren bezighoudt met het maatschappelijk rendement van groen, ontwerpsleutels voor de inrichting van de buitenruimte op verschillende schaalniveaus: van particuliere tuin, zorgtuin, groen schoolplein, kantoortuin tot stedelijke landschappen. De eindgebruiker is hierbij uitgangspunt. Het gaat immers om het effect dat de leefomgeving heeft op wat er in de hoofden van mensen gebeurt en daarmee ook op hun gedrag. Als je dat positief wilt beïnvloeden, moet de buitenruimte aan een aantal voorwaarden voldoen. De ontwerper zoekt de theoretische basis voor deze voorwaarden in de Piramide van Maslow. Ook in de buitenruimte is er een hiërarchie in behoeften. De ontwerper onderscheidt er vijf (in hiërarchische volgorde): basale veiligheid (de eerste trede in de piramide), sociale veiligheid, sociale interactie, ego behoeftes en zelfverwerkelijking (de vijfde, boven aan de piramide). Zo brengt het plaatsen van een volleybalnet en de barbecue in het park mensen niet automatisch bij elkaar. Eerst zal aan de primaire behoeften van veiligheid moeten worden voldaan voordat sociale cohesie ontstaat. ’Mensen die elkaar niet aankijken op straat, gaan ook niet samen barbecueën en volleyballen’.

Matrix

ruimtelijke invulling, voorbeelden en kenmerken per buitenruimte. Of dit nu een woonomgeving is of een zorgtuin. Deze matrix kan elke ontwerper, maar ook beleidsmaker, als leidraad nemen voor de ruimtelijke inrichting van tuin en openbare ruimte. Een voordeel is dat de toepassing heel praktisch is met duidelijke en vooral veel voorbeelden. De vele foto’s die het boek illustreren, bieden inspiratie voor die praktische toepassingen. Een ander pluspunt is dat de auteur de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek in zijn maatschappelijke context zet en dat koppelt aan de ontwerppraktijk. En hij doet dat in een klare, heldere taal in vrij korte hoofdstukken waardoor het boek makkelijk en prettig leest. De vrolijke illustraties van de vormgever geven het boek een aardige kwinkslag. Wat alleen ontbreekt is de ’hiërarchie in hoofdstukken’. Hierdoor is het soms zoeken naar de lijn in het boek. Anderszins biedt dit wel de mogelijkheid om de hoofdstukken afzonderlijk, als aparte items, te lezen en dat komt het praktische gebruik weer ten goede. Met ’Buiten Beter, Beter buiten’ geeft Martin Knol inzicht in hoe je met het beter inrichten van de buitenruimte het effect van buiten op het beter zijn, beter worden en beter voelen groter maakt. <

De auteur werkt in het boek de verschillende behoeften uit in een matrix met

TuinenLandschap l 23 l 2015

Gespot-boekbuitenbeter.indd 43

43 29-10-15 15:27


Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers

Duurzaam douglashout Hillhout introduceert een houten veranda van duurzaam douglashout. Deze houtsoort valt in klasse 3 en is daarmee een van de duurzaamste houtsoorten in Nederland. De veranda is verkrijgbaar in vijf breedtematen, van 300 tot 700 cm en drie dieptematen, 300, 350 en 400 cm.

De robuuste gelamineerde staanders zijn 14x14 cm en vormen een solide basis. Het dak is gemaakt van meerwandige polycarbonaatplaten, waarbij de keuze gemaakt kan worden tussen doorzichtig en ondoorzichtig. Een bijpassende dakgoot is leverbaar.

CityGrate is een kunststof boomrooster dat geheel gemaakt is van gerecycled materiaal en ook weer recyclebaar is. Het rooster is licht van gewicht, duurzaam en gemakkelijk te hanteren. Kunststof is aanzienlijk goedkoper dan bijvoorbeeld metaal. Bovendien roest het niet

en is het niet nodig het over te schilderen. Een CityGrate van 153x153 cm weegt slechts 26,5 kg en is eenvoudiger door een persoon te verwerken. Als de boom groeit, vergt het groter maken van de opening weinig inspanning. Het rooster is verkrijgbaar in diverse variaties en maten.

▸ Hillhout | www.hillhout.nl

▸ International Tree Service | 06 53 49 13 03 | www.its-poel.nl

Laag toerental

Dubbellaags parkeren

Stierman de Leeuw komt met de Limpar AR FWB-A01 op de markt, een compacte onkruidborstel voor mechanisch onkruid verwijderen. Het toerental van deze machine is met zijn 1.300 min-1 maximaal, 800 min-1 minimaal bijzonder laag. De Limpar is voorzien van

een onkruidborstelkop met snelwisselsysteem en kan maximaal zes borstelstaafjes bevatten. Omdat de borstel zijdelings verstelt kan worden, kan hij net buiten het linkerwiel borstelen. De machine wordt geleverd inclusief beschermkap en een extra set borstelbezetting.

▸ Stierman De Leeuw | (0575) 59 99 94 | www.stiermandeleeuw.nl

44

Kunststof boomrooster

Het nieuwe Falco etagerek FalcoLevel Premium+ voldoet aan de eisen van FietsParKeur voor dubbellaags fietsparkeren. Dit maakt het een oplossing voor het fietsparkeerprobleem in drukbezochte gebieden. Het etagerek is gebruiksvriendelijker dan zijn voorgangers. De handvatten hebben bij-

voorbeeld een ergonomische greep en de goten zijn geoptimaliseerd. Zowel op de onderste als de bovenste laag is parkeren eenvoudig. De goten zijn gemaakt van aluminium en v-vormig uitgevoerd. Een speciaal systeem voorkomt dat de goot vanzelf terugloopt.

▸ Falco | (0546) 55 44 44 | www.falco.nl

TuinenLandschap l 23 l 2015

Leveranciers_8-Kaders23.indd 44

29-10-15 15:27


Mechanische aandrijving Iseki brengt twee nieuwe transporters op de markt, XG 350 en XG 500. Beide modellen hebben een mechanische aandrijving. De XG 350 heeft een 4,5 pk benzinemotor, twee versnellingen voor- en twee achteruit. De transporter is voorzien van een kipbare bak. Met zijn

650 mm kan deze machine eenvoudig door smalle doorgangen. De laadcapaciteit van dit model is 350 kg. Model XG 500 heeft laadcapaciteit van 500 kg, een 6 pk benzinemotor en van elke versnelling vier. De kipbare bak is voor deze transporter hydraulisch.

Flora en fauna beschermen Maaiwerkzaamheden vormen een groot deel van de werkzaamheden in groen, natuur en landbouw. Bij deze werkzaamheden is de kans op toebrengen van schade aan beschermde flora en fauna groot. In de werkgids faunatechnisch maaien is een prakti-

sche handleiding te vinden voor het voorkomen en beperken van maaischade aan deze flora en fauna. De bestaande Flora- en faunawet heeft als uitgangspunt dat alles wat schadelijk is voor beschermde soorten verboden is. Er staan hoge boetes op overtreding van deze wet.

Werkgids faunatechnisch maaien

▸ Van der Haeghe | (0345) 78 81 04 | www.vanderhaeghe.nl

▸ IPC Groene Ruimte | (026) 355 01 00 | www.ipcgroen.nl

Waterdicht opbergen

Mini-boomgaard

Botenbouwer Davy&Ørsted introduceert een robuuste en praktische serie tuinmeubelen. De meubelen zijn vervaardigd van aluminium traanplaten. Een praktisch aspect is dat de stoelen en banken een veilig afsluitbare, waterdichte opbergruimte hebben voor de

kussens. De leverancier geeft een uitgebreide keuzemogelijkheid omtrent bekleding, zodat elke set zijn eigen karakter heeft, van sober en strak tot een vrolijke symfonie van kleuren en patronen. In de collectie zijn losse stoelen te vinden, maar ook luxe loungemeubelen.

▸ Davy&Ørsted | 06 53 24 44 51 | www.davy-orsted.nl

Bakker Hillegom twee nieuwe planten voor de boomgaard. De trio-appelboom en trioaalbessenstruik zijn geschikt voor de kleine buitenruimte. Aan de trio-appelboom groeien drie rassen: Jonagored, Golden Delicious en Elstar. De boom is zelfbestuivend en heeft een stamhoogte van on-

geveer 60 cm. Wordt hij in een pot gekweekt, dan groeit hij tot een hoogte van 1,25 m. In de volle grond groeit de boom verder uit. Ook aan de aalbessenstruik groeien drie soorten aalbessen: Jonkheer van Tets, White Pearl en Titania. De aalbes op stam heeft weinig onderhoud nodig.

▸ Bakker Hillegom | (0252) 43 83 00 | www.bakker-hillegom.nl

TuinenLandschap l 23 l 2015

Leveranciers_8-Kaders23.indd 45

45 29-10-15 15:28


Agenda

Cursussen

Paesaggi Invisibili / Onzichtbare landschappen t/m 13 november, tentoonstelling, Amsterdam

Snoeien muurfruit Cursus, 7, 14, 21, 28 november, 12 december, 16, 23 januari, 19, 26 maart, Achterveld

▸ www.iicamsterdam.esteri.it

▸ www.tonsandig.nl

Flori Mundi Orchideeënspektakel t/m 29 november, Meise, België

Gladheidbestrijding handmatig en met klein materiaal Cursus, 9 november Eindhoven, 13 november Steenbergen

▸ www.plantentuinmeise.be

Presentatie winter en meer 17 t/m 19 november, Boskoop

▸ www.tritrainingen.nl

▸ www.floralisboskoop.nl

Budgetbewaking en nacalculatie Workshop, 10 november, 26 januari, 8 maart, Elspeet/Waddinxveen

Takeuchi demodagen 20 en 21 november Zeewolde, 28 en 29 november Maarheeze, 11 en 12 december Berkel en Rodenrijs ▸ www.verhoevenbv.com

Voorlichtingsavond Ontwerpacademie 23 november, Capelle aan den IJssel ▸ www.ontwerpacademie.nl

▸ www.hoveniersacademie.nl

Juridische aspecten van bomen in de openbare ruimte Cursus, 11 november, Oosterbeek ▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Groen in de stad Tweedaagse masterclass, 11 november en 2 december, Arnhem en Leersum

Paysalia Beurs, 1 t/m 3 december, Lyon, Frankrijk

▸ www.elba-rec.nl

▸ www.paysalia.com

Begroten en offertes 2 - Onderhoud Workshop, 11 november, 2 december, 3 februari, 16 maart, Elspeet/Waddinxveen

Open demodagen 11 t/m 13 december, Ammerzoden ▸ www.ahlmann.nl

▸ www.hoveniersacademie.nl

Groenbeurs 20-21 januari, Haaren

Boom anatomie en fysiologie Cursus, 12 november, Oosterbeek

▸ www.groenbeurshaaren.nl

▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Floraliën Bloemen- en plantenevent, 22 april t/m 1 mei, Gent, België ▸ www.floralien.be

Öga Vakbeurs, 29 juni t/m 1 juli, Koppigen, Zwitserland ▸ www.oega.ch

Aandacht voor groen, communicatietechnieken opkomen voor groen en bomen Tweedaagse cursus, 12 en 19 november, Goudriaan ▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Beeldbestek 2 Cursus, 12 novem-

ber Steenbergen, 16 november Eindhoven, 19 november Roermond

vember Steenbergen ▸ www.tritrainingen.nl

▸ www.tritrainingen.nl

Zorgplicht en bezuiniging Cursus, 26 november, Cuijk

Houtconstructies voor de hovenier Vijfdaagse workshop, 13 november, 15 januari, Piershil

▸ www.cobra-adviseurs.nl

▸ www.hoveniersacademie.nl

Mycological Tree Assessment Cursus, 16 november Assen, 20 november Vught ▸ www.boom-kcb.nl

Landelijk congres openbare ruimte 19 november, Schiedam, 9 december, Tilburg ▸ www.lcor.nl

Implementatie flora- en faunawet in gemeentelijk beleid Cursus, 19 november, Oosterbeek ▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Zintuigmechanisme en leereffecten van de natuur Symposium, 20 november, Delft ▸ www.levenswerken.eu

Plantenkennis module coniferen Vierdaagse cursus, 20 november, locatie passend bij het onderwerp ▸ www.ontwerpacademie.nl

B-VCA Cursus, 20 november Sommelsdijk, 4 december Goes, 15 december en 28 januari Veghel, 20 januari Roermond, 22 januari Breda ▸ www.tritrainingen.nl

EMVI uitleg en methodiek Cursus, 23 november Eindhoven, 24 no-

Beheer openbare ruimte Congres, 26 november, Arnhem ▸ www.ncbor.nl ▸ www.cobra-adviseurs.nl

Klanten binden, opdrachten winnen! Tweedaagse workshop, 1 december, 27 januari, 24 februari, Elspeet/Waddinxveen ▸ www.hoveniersacademie.nl

Ontwerpanalyse Tweedaagse cursus, 27 november, Utrecht ▸ www.ontwerpacademie.nl

Vleermuizen in de stad Symposium, 27 november, Amsterdam ▸ www.hva.nl

Gedragscode Flora- en faunawet Tweedaagse cursus, 30 november, Barendrecht ▸ www.tritrainingen.nl

Mest & Bodem Landelijke kennisdag, 1 december, Nieuwer Ter Aa ▸ www.brooswater.nl

SketchUp Cursus gevorderden, 4 december, Capelle aan den IJssel ▸ www.ontwerpacademie.nl

SketchUp Tweedaagse basiscursus, 4 en 11 december, Capelle aan den IJssel ▸ www.ontwerpacademie.nl

Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl

46

Redactie Bakker hoofdredacteur (06-35115617 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy

Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.

Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint

©BDUmedia, 2015 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.

TuinenLandschap l 23 l 2015

Agenda_Cursus3kolomT23.indd 46

29-10-15 15:28


Foto Gerdien de Nooy

Groene Gast

Mark Kino Volop bollen aan het planten? „Zeker, dit is in Leiden op het talud aan de Jan van Houtkade waar ik met bollen die op verschillende momenten bloeien, de levenscyclus van de honingbij uitbeeld. Het ontwerp luistert nauw, daarom wilde ik de bollen graag zelf planten. Sowieso vind ik het belangrijk om als ontwerper zelf het beplantingsplan uit te zetten.’’

Waarom ben je online ook te vinden onder de naam Gedeelde Ruimte? „Omdat je een ruimte nooit alleen gebruikt, die deel je. Altijd verwelkom je wel iemand in je tuin, de speelplaats of een andere groene ruimte. Dat neem ik mee in mijn vormgeving. Daarnaast is de naam van mijn bedrijf Ruimte: kort, stellig en krachtig.’’

Wat is belangrijk in een ontwerp? Hoe lang heb je al een eigen bureau? „Sinds 2010. Daarvoor heb ik de opleiding Tuin- en landschapsinrichting gedaan aan Larenstein. Ik kom uit België, maar de opleiding in Velp leek me veel leuker dan Mark Kino is tuin- en diezelfde nabij Gent. Tijdens mijn landschapsontwerper en kunstenaar. Zijn bureau studie heb ik zo’n groot sociaal netRuimte is gevestigd in Amersfoort; vanaf dit nummer werk opgebouwd en omdat ik het vervangt hij Ruud Vermeer als in Nederland een fijne plek vind columnist (zie p.6). om te wonen, ben ik gebleven.’’

„Dat het past bij de persoon voor wie ik het maak. Vaak hebben mijn klanten helemaal geen duidelijke tuinwens, daar vraag ik dan ook niet naar. Wel vraag ik naar hun smaak, hun reisbestemmingen, ik bekijk hun interieur. Wie zijn ze? Wat past bij ze? Wat mijn ontwerpen voor de openbare ruimte betreft, mogen ze mensen best een beetje prikkelen. Ik doe nu dan ook

veel projecten die tegen kunst of landart aanschurken.’’

Is daar de Levenscyclus van de honingbij een voorbeeld van? „Ja precies, en bijvoorbeeld ook de smiley van narcissen, die ik in verschillende gemeenten heb aangeplant. Een ander voorbeeld is de markering van een wandelknooppunt in Amersfoort. Daar heb ik samen met omwonenden tweeduizend gele en zwarte bamboestokjes in de grond gestoken, samen maken ze een golfbeweging. Het is een soort landmark geworden.’’

Waar haal je je inspiratie vandaan? „Uit vanalles, van Oerol tot de Biënnale in Venetië. Maar ook dicht bij huis zie ik veel inspirerends, want uiteindelijk kan alles tot inspiratie leiden.’’ <

TuinenLandschap l 23 l 2015

GroeneGast_1pag.indd 47

47 29-10-15 15:28


695227_.indd 48

2-11-2015 10:08:49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.