TEL_24-2013

Page 1

24 Vakblad voor de groenvoorziening | 35e jaargang | 21 november 2013

Historische eenjarigen Amsterdams groenonderzoek Trendtuinen 2014 Ondergrondse jungle is goud waard

Voorplaat.indd 1

18-11-13 13:35


533853.indd 2

18-11-2013 13:05:08


Inhoud

Nummer 24 | 21 november 2013

Nieuws 4 5 6 7 8 9

Ontwerpers kunnen mogelijk lid worden van VHG Dijksma: ’Ondernemers moeten zelf inspelen op duurzaamheidstrend’ Subsidieregeling praktijkleren vervangt WVA Campagne ’Vergeten tuinseizoen’ wil discussie over herfst en winter aanzwengelen Uitgesproken: ’Breng balans tussen natuurgras- en kunstgrasvelden terug’ Tuin en Landschap online

Foto voorplaat Hans Clauzing

Sortiment 12

12 Historische eenjarigen bij Paleis Het Loo 16 Grote toekomstbestendige bomen

Bedrijf en Organisatie 22 Hoe benut je kansen in moeilijke tijden? 24 Amsterdammers zoeken groen dicht bij huis 27 Het Geschil: Conflict met klant over lekkende vijver

Ontwerp en Inrichting 24

28 Tuinbranche Nederland presenteert Trendtuinen: Klassiek, modern, natuurlijk 30 Ziekenhuistuin beschermt en verbindt

Aanleg en Onderhoud 34 Ondergrondse jungle bevat het goud voor de tuin 37 Werk in uitvoering: Verplanten Seqouia sempervirens

Machines en Gereedschap 38 Hinowa HS1102 minidumper met dieselmotor 28

Service 44 Leveranciersnieuws 46 Agenda I Colofon 47 Groene Gast: Dik Vonk

38

TuinenLandschap | 24 | 2013

Inhoud.indd 3

3 18-11-13 13:37


Nieuws

Oudolf krijgt Prins Bernhard Cultuurfondsprijs Foto Prins Bernhard Cultuurfonds

Ontwerpers kunnen mogelijk lid worden van VHG

Uit handen van koningin Máxima ontving Piet Oudolf op 11 november de Prins Bernhard Cultuurfondsprijs. Oudolf krijgt de prijs vanwege zijn verdiensten op het gebied van tuin- en landschapsontwerp. Volgens het cultuurfonds is zijn werk binnen deze disciplines uniek en toonaangevend. Aan de prijs is €150.000 verbonden. De helft daarvan gaat naar het ’Piet Oudolf Groen in de Buurt Fonds’. Doelstelling van dit fonds is om projecten mogelijk te maken die tijdelijk braakliggende terreinen in de stad omvormen tot een groene omgeving. Oudolf: „Voor mij zijn kleinschalige lokale initiatieven net zo belangrijk als de grote werken waarbij ik betrokken ben.” <

Vanaf 2014 kunnen ontwerpers mogelijk lid worden van branchevereniging VHG. Dit is een gevolg van de veranderde lidmaatschapseisen. Tijdens de ledenraadvergadering van 19 november is hierover een besluit genomen. Een van de nieuwe lidmaatschapseisen is dat een bedrijf in hoofdzaak actief moet zijn als hovenier, groenvoorziener, boomspecialist, interieurbeplanter, dak- en gevelbegroener of in een aanverwant vaksegment dat zich richt op de aanleg en het onderhoud van groenprojecten. Deze lidmaatschapseis maakt het mogelijk dat aanpalende beroepsgroepen als ontwerpers of zorghoveniers zich kunnen aansluiten bij branchevereniging VHG. Om lid te kunnen worden van branchevereniging VHG geldt momenteel maar één toelatingseis: kandidaat-lidbedrijven moeten zijn ingeschreven bij het Productschap Tuinbouw. Met het oog op de opheffing

van het Productschap, is deze eis binnenkort niet langer houdbaar. Voor nieuwe leden zal een intakeprocedure gaan gelden, gevolgd door een kennismakingsgesprek waarbij de verschillende toelatingseisen worden afgevinkt. Bestaande leden worden geacht aan de nieuwe eisen te voldoen. Om de drie jaar zal echter aan de hand van een korte checklist worden gevraagd of dit nog steeds zo is. In het geval van afwijking kan besloten worden tot een bedrijfsbezoek.

Ledenvergadering Tijdens de ledenraadvergadering van de VHG op 19 november wordt een definitief besluit genomen of ontwerpers al dan niet lid kunnen worden van de branchevereniging. Bij het ter perse gaan van TenL was de uitslag hiervan nog niet bekend. Bekijk de website www. tuinenlandschap.nl voor het laatste nieuws. <

Commentaar

Nico en Piet Deze week is vanuit Spanje een bekend duo in ons land gearriveerd. Maar ik wil het hier over een ander duo hebben, Nico en Piet. En nee, ze komen niet uit Spanje, maar gewoon uit de Gelderse Achterhoek. Ik heb het over Nico Wissing en Piet Oudolf, twee internationale ambassadeurs voor de groene sector. En ook twee ontwerpers die een crossover maken naar andere sectoren. Niet voor niets heeft Piet Oudolf vorige week de oeuvreprijs van het Prins Berhard Cultuurfonds ontvangen. Deze prijs werd vorig jaar uitgereikt aan trendforecaster Lidewij Edelkoort en daarvoor aan fotograaf Anton Corbijn. Stuk voor stuk creatieve geesten die Nederland internationaal op de kaart hebben gezet. En geesten die het eigen werkterrein ontstijgen en iets creëren wat raakt aan universele waarden van schoonheid. Ook voor Nico Wissing was het een belangrijke

4

TuinenLandschap | 24 | 2013

NieuwsPag_4-5_A.indd 4

week. Samen met Lodewijk Hoekstra organiseerde hij een congres rond NL Greenlabel waarbij en passant ook een nieuw park werd aangelegd in Arnhem. Zonder andere sprekers tekort te willen doen, was het Wissing die het publiek ademloos op het puntje van de stoel liet zitten met een bijna eindeloze stroom ontwerpen van tuinen, parken, landschappen en woningen. Terloops toonde hij hoe ingenieus zijn ideeën zijn. In een taxi in Japan vroeg de opdrachtgever voor een showtuin wat hij eigenlijk ging maken. Wissing verfrommelde een stuk papier tot een prop en zei: „Dit.” Die prop werd uiteindelijk een opvallend object met openingen waar groen uitsteekt. Is het toeval dat deze groenambassadeurs beiden in de Achterhoek wonen en werken? Of is dit weggestopte stukje Nederland, waar vaak laatdunkend over wordt gedaan, voor groen wat Silicon Valley voor computers is? De vraag stellen is hem beantwoorden. Ralph Mens vakredacteur

18-11-13 13:34


Dijksma: ’Ondernemers moeten zelf inspelen op duurzaamheidstrend’ Bedrijven moeten niet op de overheid wachten, maar zelf inspelen op de huidige duurzaamheidstrend. Dat zei staatssecretaris Sharon Dijksma vorige week in Arnhem tijdens het NL Greenlabel-congres over de duurzame buitenruimte. Dijksma reageerde op vragen over het beleid duurzaam inkopen van de overheid dat niet van de grond komt. Centraal op het congres van NL Greenlabel stond de vraag hoe de buitenruimte duurzamer kan worden ingericht. Volgens Dijksma is het gezamenlijk inkopen van duurzame producten door de overheid een ingewikkeld proces waarbij gemeenten en het Rijk soms tegen internationale aanbestedingsregels aanlopen. De staatssecretaris hield de groenondernemers daarom voor om niet af te wachten wat de

overheid gaat doen, maar om zelf actief aan de slag te gaan met duurzaamheid. „Alles wat duurzaam is, is een enorme trend, dat is niet te stuiten. Een slimme ondernemer speelt hier op in.” Volgens Dijksma moeten ondernemers niet alleen de nadruk leggen op de totstandkoming van producten en het milieu, maar ook op de economische duurzaamheid. „Gemeentebudgetten krimpen. Laat inkopers zien dat aanschaf van een product een langjarig goede investering is, dat een product bij aanschaf duurder is maar wel slijtvaster.”

Gezondheid Op het congres waren diverse sprekers uitgenodigd om iets te vertellen over de relatie tussen groen en gezondheid, biodiversiteit en omgevingskwaliteit.

Zo vertelde VU-onderzoeker Jolanda Maas dat 90% meer groen in de omgeving leidt tot anderhalf keer zo gezonde bewoners. Volgens Maas moeten gemeenten leren om op een andere manier naar groen te kijken en met name de relatie met gezondheid, beweging enzovoort en deze meenemen in hun overwegingen. Maas stelde dat, dankzij wetenschappelijk bewijs, de politiek groen meer op het netvlies heeft.

Overtuigen VHG-directeur Egbert Roozen stelde dat de sector de slag aan moet gaan met gemeenten om hen te overtuigen dat investeren in groen belangrijk is. Volgens Roozen dreigen ondernemers die niet op duurzaamheid inzetten de boot te missen. Gert Olbertijn van RoyalHaskoningDHV legde de nadruk op

het verbinden van partijen, bijvoorbeeld groen en duurzaam bouwen. Zo ziet Olbertijn nog een groot hiaat tussen duurzaamheid binnen en buiten de gevels bij nieuwe gebouwen.

Senseo-apparaat Initiatiefnemer Nico Wissing vertelde dat de sector samen met de maakindustrie op zoek moet naar nieuwe vormen en nieuwe producten. Zo liet hij een concept zien voor een hybride landschap dat zelf stroom opwekt, door middel van zonnepanelen in hagen en bomen. „We moeten op zoek naar het Senseo-apparaat voor de groensector’’, hield Wissing zijn publiek voor. Zo riep hij partijen op om zich te verbinden aan de bouw van een Eco Dome, een soort groen winkelcentrum waar zorg en welness samenkomen. <

Nieuw park voor Arnhemse Coehoorn Foto Ralph Mens

Met vereende krachten vullen staatssecretaris Sharon Dijksma, tv-hovenier Lodewijk Hoekstra en wethouder Gerrie Elfrink (links) het plantgat voor de eerste boom in het nieuwe Coehoornpark. Nico Wissing kijkt vanachter de boom toe. Het park is een initiatief van NL Greenlabel, samen met buurtbewoners en gemeente, en is in twee weken tijd uit de grond gestampt. Materialen en producten in het park zijn door partners van NL Greenlabel ter beschikking gesteld. Samen met leerlingen van een nabijgelegen school zijn ook bollen geplant. Buurtbewoners lieten tijdens het congres van NL Greenlabel in Arnhem weten heel blij te zijn met het duurzame park in de herontwikkelingswijk. Ook wethouder Elfrink toonde zich zeer tevreden: „Als gemeente blijven we dit ondersteunen en faciliteren.” <

TuinenLandschap | 24 | 2013

NieuwsPag_4-5_A.indd 5

5 18-11-13 13:34


Nieuws

Subsidieregeling praktijkleren vervangt WVA

De Subsidieregeling praktijkleren heeft als doel het stimuleren van werkgevers om praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen te bieden. De subsidie is een tegemoetkoming voor een werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. De subsidieregeling richt zich vooral op kwetsbare groepen binnen de arbeidsmarkt, bij wie jeugdwerkloosheid een groot probleem is en op studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat

aan gekwalificeerd personeel. Bedrijven kunnen subsidie aanvragen. Het subsidiebedrag voor een werkgever of opleidingsbedrijf per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor een categorie gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijk- of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie binnen die categorie. Het maximum is €2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats.

Informatiebijeenkomsten In maart 2014 worden informatiebijeenkomsten georganiseerd in het land, waarbij de aanvraagprocedure wordt toegelicht. Tijdens de sessies zijn adviseurs van Agentschap NL aanwezig zijn om direct vragen te beantwoorden. Deze data worden medio januari bekendgemaakt. <

Foto Halsema Hoveniers

Op 1 januari 2014 treedt de Subsidieregeling praktijkleren in werking. De nieuwe regeling geldt als vervanging voor de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) voor het onderwijsdeel. De afschaffing van de WVA maakt onderdeel uit van het Regeerakkoord en is opgenomen in het Belastingplan 2014.

Den Haag investeert in groene schoolpleinen De gemeente Den Haag investeert €21 miljoen in projecten om de stad leefbaarder te maken. Een deel hiervan wordt besteed aan groenere, avontuurlijkere schoolpleinen. Als eerste is het schoolplein van de Carolusschool aan de Kortenbos onder handen genomen. Hierbij is samengewerkt met Halsema Hoveniers uit Den Haag. De gemeente wil zo lokale ondernemers laten profiteren van de wijkwerkzaamheden. Directeur Paul Halsema: „We zijn zeer verheugd over deze samenwerking aan een plan dat een sociale functie heeft.” <

c o l u m n

Psycholoog Ik zit met een knagend schuldgevoel. Een goede klant kwam langs op de zaak en al vrij snel was duidelijk dat mevrouw niet over haar tuin kwam praten. Haar man was voor zaken naar het buitenland. Haar kinderen waren alle twee op stage: eentje zat er in Londen en eentje in Zwitserland. „Het is zo stil in huis”, verzuchtte ze. „En dan is het weer ook nog zo kil en grauw”, kwam er achteraan en ik voelde de waterlanders al komen. „Mevrouw, het spijt me maar het komt me echt niet gelegen nu. Ga lekker naar de stad, koop iets leuks voor uzelf en het zal u goed doen”, zei ik terwijl ik haar bijna letterlijk de deur uitwerkte. Als hovenier kom je bij veel relaties jarenlang over de vloer. Bij menig gesprek aan de keukentafel vertellen sommige klanten je de meest persoonlijke dingen. De ins en outs van de echtscheiding, familieruzies, de coming out van zoonlief, het legenest-

6

TuinenLandschap | 24 | 2013

NieuwsPag_6-7B.indd 6

syndroom; ik heb ze allemaal voorbij zien komen de afgelopen jaren. Dat ze het mij vertellen, komt waarschijnlijk omdat dat veiliger is dan het iemand vertellen uit de eigen kring. Heb er ook geen moeite mee. Wat is er mooier dan iets voor een ander kunnen betekenen? Gelukkig heb ik thuis een vrouw die gezondheidszorgpsycholoog is, zodat ik af en toe wat advies in kan winnen. Het moet natuurlijk niet uit de hand gaan lopen. Mijn collega’s noemen mij soms gekscherend dokter Rossi naar de zielenknijper uit Gooische vrouwen. Dus moet ik er paal en perk aan stellen. Zoals daarnet. „Dat was natuurlijk niet echt netjes van me”, zegt een stemmetje in mezelf. Maar ik kan toch niet de hele dag beschikbaar zijn met een luisterend oor? Misschien moet ik over dit schuldgevoel zelf eens met iemand praten.

Bart Hoes tuinontwerper Jack van Haperen ontwerper/hovenier Ruud Vermeer hovenier

Jack van Haperen sales@formaverde.nl

18-11-13 13:30


Campagne 'Vergeten tuinseizoen' wil discussie over herfst en winter aanzwengelen

Zo'n 25 jaar geleden waren het najaar en de winter bij uitstek dé seizoenen waarin de tuin werd veranderd. Nu lijken de meeste consumenten ervan overtuigd dat er alleen nog in het voorjaar in de tuin kan worden gewerkt. De Tuinen van Appeltern en Wageningen Universiteit hebben daarom de handen ineen geslagen om op zoek te gaan naar de oorzaken en de gevolgen van het vergeten van de herfst en de winter door middel van de campagne 'het Vergeten Tuinseizoen'. De aftrap vond plaats met een pers- en expertdag op Appeltern. Een elfkoppig panel, met daarin kwekers, hoveniers en tuincentra, discussieerde samen met de zaal onder leiding van Arnold van Vliet van de Natuurkalender.

Als eerste oorzaak voor het vergeten van de herfst werd het 'slechte' weer genoemd, of beter gezegd hoe de Westerse gemakszuchtige consument daarmee omgaat. „Die laat zich leiden door de aangezette berichtgeving dat het weer bar en boos is, nog even en er komt niemand meer buiten’’, verklaarde Ben van Ooijen. En dat is gek, want dat het weer in de herfst door veel mensen als slecht wordt ervaren, wordt tegengesproken door de cijfers: de laatste jaren worden september en oktober juist steeds zonniger en neemt de gemiddelde neerslag af, zo liet Arnold van Vliet de zaal zien. Een tweede belangrijke oorzaak voor het vergeten van de herfst en de winter zijn de tuincentra die na de zomer een schraal assortiment aanbieden. „Het is voor ons riskant om met een breed assortiment de winter in te gaan, vanwege de geringe belangstelling van de consument’’, legde Gerard Berkelmans uit van Intratuin. Dit ontlokte aan

de Belgische tuinboekenauteur Harry van Trier de tegenwerping dat er in de winter wel degelijk belangstelling is van consumenten: „In januari en februari komen duizenden bezoekers naar het Arboretum in Kalmthout om de bloeiende Hamamelis te zien en de Helleborusdagen zijn ook altijd afgeladen vol.’’ „Ligt het ook niet aan de hoveniers en ontwerpers zelf, dat de consument de herfst en winter links laten liggen?’’, opperde ontwerper Gert-Jan Schouwenaar, „want wie van ons heeft geadverteerd dat het nú de beste tijd is om beukenhagen te planten?’’

Moestuinieren Behalve dat alle oorzaken voorbijkwamen, werd er ook geconcludeerd dat er een groeiende groep van jonge huisbezitters is die steeds meer belangstelling heeft voor hun tuin. Dat zijn de consumenten die geïnteresseerd zijn in moestuinieren en een gezonde levensstijl en gevoelig zijn voor begrippen als

duurzaamheid en biodiversiteit. Voor het promoten van de herfst zou die groep consumenten door de sector - en dan het liefst gezamenlijk - moeten worden aangesproken. Omdat de kans dat de boodschap landt, daar het grootst is. Zo opperde Marco Hoffman van Wageningen Universiteit om het begrip biodiversiteit veel meer uit te buiten: „Waar vinden bijen nu nog voedsel? In planten als Aconitum, Persicaria en Hedera. En hoe krijg je meer vogels in je tuin? Door besdragers aan te planten.’’ Andere ideeën waren het oprichten van biologische tuincentra of het goedkoper maken van het aanleggen van een tuin in de herfst of winter. Initiator Van Ooijen sprak aan het eind van de discussie de hoop uit dat er volgend jaar concrete opbrengsten liggen, van wat er tijdens de pers- en expertdag teweeg is gebracht. „We moeten blijven nadenken hoe we het vergeten seizoen en de vergeten tuin belangrijk maken.’’ <

Modeltuin 'De Levende Tuin' opgeleverd Samen met Ben van Ooijen van de Tuinen van Appeltern onthulde Jacco Wisman, voorzitter van de VHG-vakgroep Hoveniers, 6 november 'De Levende Tuin'. De tuin is aangelegd in Appeltern en wil natuur in de tuin onder consumenten promoten. De tuin bestaat uit vijf cirkels met elk een eigen thema, bijvoorbeeld 'goed voor kleine dieren' en 'een tweede leven'. De vakgroep hoveniers heeft in 2009 het concept van De Levende Tuin ontwikkeld. Dit biedt hoveniers handvatten om tuinen natuurrijker en duurzamer in te richten. De nu aangelegde modeltuin in Appeltern kan zowel de consument als de groene vakman inspireren. <

Foto Miranda Vrolijk

Foto Halsema Hoveniers

De Tuinen van Appeltern vraagt samen met Wageningen Universiteit aandacht voor het 'Vergeten Tuinseizoen'. Woensdag 6 november was de aftrap met een pittige paneldiscussie op de Tuinen zelf.

TuinenLandschap | 24 | 2013

NieuwsPag_6-7B.indd 7

7 18-11-13 13:30


Uitgesproken

„Wie goed naar de markt kijkt, ziet de laatste jaren een duidelijke disbalans in de aandacht voor kunstgras en natuurgras. De balans slaat negatief door voor natuurgras. Dat lijkt begrijpelijk, maar als je er zorgvuldiger naar kijkt, is dat het niet. Natuurlijk heeft kunstgras voordelen in vergelijking met gras. Denk aan ‘bedrijfszekerheid’, de grotere bespelingscapaciteit in vergelijking met gras, et cetera. Verkoopargumenten als onderhoudsvrij (later onderhoudsarm), kunnen inmiddels in de prullenbak. Kosten voor beheer en onderhoud liggen globaal op hetzelfde niveau als bij grassportvelden. En daarbij hebben wij het nog niet eens

We moeten anticiperen op sterk krimpende investeringsen onderhoudsbudgetten

over het vervangen of renoveren van een kunstgrasveld na een jaar of tien. Ik ben ervan overtuigd dat de ‘portefeuillehouders’ zich op geen stukken na realiseren welke kosten er op hen afkomen als zij de kunstgrasvelden moeten vervangen. Inmiddels zijn er zo’n 1.500 kunstgrasvelden in Nederland… Kunstgras is een ‘modeverschijnsel’ geworden. Ik ken gemeenten die een kunstgrasveld willen, maar met maximale inspanning slechts 400 speeluren ingeboekt krijgen. En op welk veld speelt men echt 1.200 uur? En kijk dan eens naar de investering, minimaal een factor vier ten opzichte van een grassportveld. Kunstgras voor voetbal is een prachtige ontwikkeling, maar we slaan met z’n allen behoorlijk door op dit moment. We zullen moeten anticiperen op de recessie en sterk krimpende investerings-

en onderhoudbudgetten. Een van de gevolgen van de kunstgrashype is dat de doorontwikkeling van capaciteitsvergrotende grastoplagen bijna stilgevallen is. Ik zeg bijna, omdat onze graszaad- en zodenproducenten nationaal en internationaal best de vinger aan de pols houden. Een jarenlang succesvol exportproduct hebben wij hierdoor bijna in de uitverkoop gedaan. Als ik naar de toekomst kijk, verwacht ik dat er altijd kunstgras- en grasvelden naast elkaar zullen blijven bestaan. Verenigingen die zowel kunstgrasvelden hebben als grasvelden zijn klaar voor de toekomst. Deze verenigingen zijn optimaal geëquipeerd om in te spelen op wisselende weersomstandigheden en wisselingen in benodigde capaciteit. Daarbij behouden hun leden ook het plezier om te spelen op écht gras.”

Foto BSNC

Breng balans tussen natuurgras- en kunstgrasvelden terug

Pleun Lok voorzitter BSNC

www.tuinenlandschap.nl

vhg

Deze kolom valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.

Intogreen Ik had recent het genoegen om de nieuwe website Intogreen (www.intogreen.nl) mee te mogen lanceren. De website bevat allerlei wetenschappelijke informatie over de effecten van interieurbeplanting op het binnenklimaat en op de gezondheid van mensen. Geen droge rapporten, maar in toegankelijke vorm. VHG heeft de site samen met de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten ontwikkeld. Op dezelfde dag van de lancering trad ik op als spreker tijdens een congres over Groen en Gezondheid. Mijn gehoor bestond uit wetenschappers uit achttien verschillende landen. De link met de nieuwe site was snel gelegd. Ik heb benadrukt dat het weten-

8

TuinenLandschap | 00 | 2012

NieuwsPag_8-9.indd 8

schappelijke onderzoek moet bijdragen aan nieuwe kennis en innovaties in onze branche. Dat er bij ons allerlei ideeën leven over wat we verder onderzocht willen hebben en dat het er nu op aan komt om het onderzoek en de praktijk met elkaar te verbinden. Die boodschap werd enthousiast ontvangen en er zijn interessante contacten uit voortgekomen. Later die week mocht ik het congres van de Europese koepel van interieurbeplantingsbedrijven EILO toespreken. Over de lobby in Brussel, waarbij ook wetenschappelijk onderzoek op het lijstje staat. Ook hier werd www.intogreen.nl positief ontvangen. Ik nodig ook u uit om een kijkje op deze nieuwe site te nemen.

Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org

18-11-13 13:37


Tuin en landschap o

nline

www. tuinenlandschap. nl

Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap

Donkergroen en Verwijmeren Groen samen verder

Groen Cement @GroenCement #kinderopvang in stedelijke omgeving? Kleine buitenruimte? Kiezen voor natuurbeleving is ALTIJD en OVERAL mogelijk. Kwestie van doen!

Donkergroen en Verwijmeren Groen uit Etten-Leur gaan samen verder als Donkergroen-Verwijmeren. Verwijmeren ging vorige week failliet. Ad Verwijmeren wordt bedrijfsleider in de nieuwe opzet en is daarmee naar de markt het gezicht van Donkergroen-Verwijmeren.

Guy De Kinder @gdekinder Starten met #fruit in uw tuin? Kleinfruit zoals frambozen, trosbessen, bramen, taybessen geven snel een eerste oogst

Green Deal Tijdelijke Natuur wint prijs Tijdens de InnovatieEstafette op dinsdag 12 november is de Green Deal Tijdelijke Natuur uitgeroepen tot winnaar van de Runner Up Award. De jury geeft aan dat de Deal Tijdelijke Natuur hoog scoort als het gaat om vernieuwing en samenwerking.

Modeste Herwig @Modesteherwig Vandaag een beplantingsplan afgerond waarin de pluimhortensia Hydrangea paniculata Pinky Winky zit, bijzondere kleur!

Drie tuinen genomineerd voor 'Duurzaamste Tuin'

ProductschapTuinbouw @Tuinbouwschap Red de Essen! Oproep voor financiering van onderzoek naar #essentaksterfte bit.ly/HTftgU #crowdfunding

Drie tuinen zijn in de race om in 2014 tot duurzaamste tuin te worden verkozen. De tuinen zijn aangelegd door Eco-care, Acacia Groenkunst en hoveniersbedrijf Giel van der Palen.

Eervolle vermelding hoveniersbedrijf Living-Garden Hoveniersbedrijf Living-Garden uit Vlaardingen heeft bij de verkiezing van het Leerbedrijf van het Jaar van Aequor een eervolle vermelding gekregen. De prijs van de vakjury ging dit jaar naar Campina Friesland Domo uit Borculo.

Meebetalen aan onderzoek essentaksterfte tuinenlandschap.nl Een onderzoeker van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland roept bedrijven en beheerders op om mee te betalen aan onderzoek naar essentaksterfte. Goede zaak?

Rustieke bruggen voor Huijgensplantsoen

Doe mee aan de discussie in de tuinenlandschap-groep

76% zei nee tegen de stelling: Foto ipv Delft

’De najaarsstorm van eind oktober maakt de omzet voor 2013 voor een deel goed’ Stem mee over de volgende peiling:

’Goede zaak dat ook ontwerpers straks lid kunnen worden van de VHG’

ipv Delft ontwierp voetgangersbruggen en een visvlonder voor het Huijgensplantsoen in Berkel en Rodenrijs. Omdat de gemeente om onderhoudsarme bruggen vroeg, is gekozen voor staal en composiet. Het bronskleurige hekwerk is geïnspireerd op het karakter van het park.

ap

an

enL

Filmpjes

Dossiers

Documenten en links naar websites

f

ie r b ws u ie

Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s

h dsc

Praat mee

N

TuinenLandschap | TuinenLandschap Tuin enLandschap 24 | 2013

NieuwsPag_8-9.indd 9

9 18-11-13 13:49


533854.indd 10

18-11-2013 12:09:27


533855.indd 11

18-11-2013 15:35:23


Sortiment

Koningstuin met Ilex crenata parterres en eenjarigen.

Historische eenjarigen bij Paleis Het Loo De tuinen van Paleis Het Loo zijn zo authentiek mogelijk ingericht. Zowel het ontwerp als de beplanting is gebaseerd op de situatie zoals deze aan het einde van de 17e eeuw vermoedelijk bestond. Door onderzoek in oude bronnen is de beplanting, waaronder vele eenjarigen, zo veel mogelijk historisch verantwoord. Tekst en beeld Hans Clauzing

12

TuinenLandschap | 24 | 2013

historische beplanting.indd 12

15-11-13 12:17


Fragment koningstuin met Buxus-vervanger Ilex crenata.

Uit Mexico afkomstige Tagetes erecta.

De Princenbloem, Convolvus tricolor.

Amaranthus caudatus is een opvallende verschijning, hier in combinatie met Zinnia haageana.

D

e planten die aan het eind van de 17e eeuw op Het Loo werden gekweekt, kunnen er tegenwoordig door eeuwenlange selectie heel anders uitzien of zelfs zijn verdwenen. Om toch zoveel mogelijk de authenticiteit van de beplanting te benaderen, zijn in de tuinen van Paleis Het Loo de botanische soorten aangehouden als uitgangspunt. Overigens zijn de 21e eeuwse vormen wel toegestaan.

Onderzoek Door onderzoek naar verschillende historische documenten is er achterhaald welke planten aan het eind van de 17e eeuw werden toegepast. Ook aquarellen van bloemen en planten geven een goed beeld van de historische beplanting voor de tuinen van Paleis Het Loo. De Paleistuin vormde in die tijd een per seizoen

wisselende tentoonstelling van bijzondere bloemen en planten. Tegenwoordig is de oorspronkelijke opzet zo nauwkeurig mogelijk gereconstrueerd. Nog steeds wisselt een deel van de beplanting op Het Loo. In de lente, zomer en herfst zijn er bloemen in veel kleuren, terwijl in de winter de decoratieve patronen van de Buxus-parterres beter in zicht komen. Overigens heeft de 27 km lange Buxus-haag veel schade ondervonden van de Buxus-schimmel Cylindrocladium. Inmiddels is men begonnen met het rooien van de 300.000 Buxus. Een tijdrovende maar noodzakelijke operatie die enkele jaren in beslag zal nemen. Het Buxus-struikje wordt gefaseerd vervangen door de Japanse hulst (Ilex crenata). Naast de kuipplanten, vaste planten en bollen, worden er in de tuinen van Paleis

Het Loo, ook verschillende historisch verantwoorde eenjarigen toegepast.

Oude eenjarigen Amaranthus caudatus, de kattenstaartamarant is een opvallende verschijning in de Koningstuin, de privétuin van Willem III. Deze eenjarige heeft donkerrode bloemen in lange, overhangende bloeiaren en is ook goed als snijbloem te gebruiken. De amarant wordt ook toegepast in de boeketten die in het Paleis staan. In oude tuinen werd Amaranthus vaak gebruikt om het midden van een rond perk wat hoogte te geven. Uit historische bronnen is herleid dat de Amaranthus in 1646 ook in de Snippendaal tuin in de Amsterdamse Hortus stond. Een andere opvallende eenjarige, die ook wordt toegepast in de historische tuinen is het bekende ’afrikaantje’. Aan het >

TuinenLandschap | 24 | 2013

historische beplanting.indd 13

13 15-11-13 12:18


Fors uitgroeiende Nicotiana sylvestris in de koningstuin.

Antirrhinum majus, kleurrijke beplanting tussen Ilex crenata haagjes.

eind van de 16e eeuw werden de soorten Tagetes patula en Tagetes erecta in Europa door de Spanjaarden vanuit Mexico ingevoerd. De naam ’afrikaantje’ slaat dus niet op het gebied van herkomst. Vooral de hogere soorten Tagetes waren in de 17e eeuw in trek in de Paleistuinen. Nog een eenjarige die haar oorsprong vindt in Mexico en eveneens door de Spanjaarden is geïntroduceerd, is de Zinnia met haar gele bloemen. In de Paleistuinen wordt veel gebruikgemaakt van Zinnia haageana, omdat sommige variëteiten van deze soort het meest lijken op de originele wilde planten zoals ze in de 16e eeuw voorkwamen. Bijzonder decoratief in de tuinen van Het Loo is Beta vulgaris, de snijbiet, een plant uit de amarantenfamilie (Amaranthaceae). Het bladgewas, ook wel warmoes genaamd, is een oude groente waarvan de smaak deels overeenkomt met die van spinazie. In de tijd van Mary en William werd deze plant, net als de tomaat en aardappel, toegepast als sierplant. Men wist toen nog niet dat de snijbiet eetbaar was. Tegenwoordig is de snijbiet in allerlei gekleurde variëteiten te verkrijgen en wordt behalve als ’vergeten groente’ ook weer toegepast als siergewas.

Princenbloem In de Koningstuin op Het Loo is Convolvus tricolor, de driekleurige winde, geplant tegen flinke klimvormen. In de kringen van Willem III heette deze bloem Princenbloem, vanwege de blauwe en goudgele, heraldische kleuren. De driekleurige winde komt van nature voor in het Middellandse-Zeegebied, Portugal en Noordwest-Afrika. De soort komt daar voor in cultuur- en braakland en langs wegbermen en wordt ook als sierplant gehouden. Nicotiana sylvestris met haar lange, witte, buisvormige bloemen mag zeker niet ontbreken als historische eenjarige in de Paleistuinen. Deze siertabaksoort is ook bekend is onder de namen: bossentabak, bloeiende tabak, en de Zuid-Amerikaanse tabak. Nicotiana sylvestris werd in het midden van de 16e eeuw door de Spanjaarden

Historisch correcte eenjarigen als onderbeplanting van oud leifruit.

14

TuinenLandschap | 24 | 2013

historische beplanting.indd 14

15-11-13 12:18


De donkere bladen van deze snijbietvariëteit toegepast om haar sierwaarde.

naar Europa gehaald. Uit documenten van Columbus blijkt dat hij inwoners van Cuba en Haïti al de gedroogde bladeren zag gebruiken als genotmiddel. Nicotiana is inheems in Zuid- en Midden-Amerika en wordt vaak gekweekt in tuinen voor zijn geurende bloemen. De geur is het sterkst in de nacht, om zo nachtvlinders te trekken voor de bestuiving. Deze Nicotiana sylvestis wordt beschouwd als een van de ouders van Nicotiana tabacum, de plant die gebruikt wordt in de moderne tabakproductie.

Amerika Bijzonder in die tijd waren zeker de planten die uit Amerika afkomstig waren zoals de zonnebloem, de Oost-Indische kers, Tropaeolum minus en sinds 1682 Tropaeolum majus. Oost-Indische kers

komt niet uit Oost-Indië (of Indonesië, zoals het tegenwoordig wordt genoemd). De oorsprong van de plant ligt in Midden- en Zuid-Amerika, mogelijk dat de ’Indische’ naam te danken is aan de peperige smaak van de eetbare parasolvormige bladeren en grote, bijna ronde zaden, immers, ’Indische kruiden’ waren in de koloniale tijd van Nederlands-Indië al een begrip. Oost-Indische kers wordt in de Paleistuin tegen een klimvorm geplant en is op deze wijze toegepast een opvallende verschijning. Tropaeolum telt ongeveer tachtig soorten planten, waaronder enkele populaire tuinplanten. Antirrhinum majus, de grote leeuwenbek, is een kruidachtige plant uit de weegbreefamilie (Plantaginaceae). Deze soort is het meest opvallende en bekende

lid van de leeuwenbekken en wordt sinds de 16e eeuw al gecultiveerd. In oude bronnen is ontdekt dat Antirrhinum majus sinds 1583 al wordt aangeplant, oorspronkelijk voornamelijk in kloostertuinen. Er zijn inmiddels talrijke cultivars van bekend, in de meest uiteenlopende kleuren. Hoewel niet winterhard, heeft de plant de neiging te verwilderen op beschutte plaatsen, zoals oude muren. Het is een plant uit het Middellandse-Zeegebied, die in België en Nederland verwilderd gevonden wordt. In de tuinen van Het Loo wordt de Antirrhinum veel gecombineerd met andere eenjarigen, maar ook in grotere hoeveelheden in de meest uiteenlopende kleuren aangeplant. <

TuinenLandschap | 24 | 2013

historische beplanting.indd 15

15 15-11-13 12:18


Sortiment

Grote toekomstbestendige bomen Vorstbestendig en tevens thermofiel, dus houden van een relatief hoge temperatuur. Daar komt het in de toekomst op neer voor boombeplantingen in een stedelijke omgeving. Veel soorten uit Europa, Azië en Noord-Amerika beantwoorden hieraan. In drie artikelen worden bomen voorgesteld die het kunnen opnemen tegen al die weersextremen. In het derde en laatste deel: grote bomen. Tekst en beeld Ton Stolk

Carya ovata Carya ovata, de hickorynoot uit de oostelijke helft van de Verenigde Staten is een trage groeier. Hij vormt uiteindelijk een hoge boom met rechte stam. De kroon blijft slank met omhoog gerichte gesteltakken, maar met onderin afhangende takken. De kroon blijft betrekkelijk open van structuur. Prachtig is in de herfst de goudgele kleur van de vrij grote, oneven geveerd samengestelde bladeren met doorgaans vijf blaadjes. Bijzonder aan deze boomsoort is ook dat de grauwe en gladde bast op latere leeftijd – na zo’n 30 tot 40 jaar – in verticale schorsrepen loslaat en daarbij aan beide uiteinden als houten dakspanen opkrult.

16

In zijn herkomstgebied wordt Carya ovata onder gunstige omstandigheden tot 40 m hoog, maar komt hij hier doorgaans niet verder dan zo’n 20 m hoogte. Dit gekoppeld aan zijn bescheiden breedte, goede windvastheid en tolerantie voor schaduw is het een boom die zeker meer aandacht verdient. De standplaatseisen zijn niet echt uitgesproken en lopen van matig droge tot vochthoudende minerale tot zandig-humeuze grond, die zuur tot neutraal mag zijn. Toch wordt deze Carya weinig aangeplant en staat hij als gevolg slechts in kleine aantallen in boomkwekerijen.

TuinenLandschap | 24 | 2013

toekomstbomen3.indd 16

15-11-13 12:18


Fagus orientalis ’Iskander’

Phellodendron amurense

Fagus orientalis ’Iskander’, de oosterse beuk, is een zeer smal opgaande selectie, gevonden door boomkwekerij Biloba. Voor zover de kennis reikt, blijft deze zuilboom smaller dan de bekende Fagus sylvatica ’Dawyck’. Zo’n zuilvorm leent zich uitstekend voor aanplant als solitair, maar ook als straatboom daar waar ’Dawyck’ toch nog te breed wordt. In het kader van het opwarmende klimaat krijgt, zo is de verwachting, de inheemse Fagus sylvatica het hier op den duur moeilijk. In het zuiden en oosten van zijn verspreidingsgebied heeft hij nu al een duidelijke voorkeur voor hogere, dus koelere standplaatsen. Met het oog op warmere zomers is aanplant van Fagus orientalis, zoals deze ’Iskander’ in Nijverdal, een goede keus. De soort komt namelijk uit lager gelegen, warmere gebieden rond de Zwarte Zee, Kaspische Zee en de oostelijke Middellandse Zee. Overigens zijn de uiterlijke verschillen tussen de twee soorten klein, zo klein zelfs dat er ideeën onder botanici leven om er twee natuurlijke variëteiten van Fagus sylvatica van te maken. Het blad van de oosterse beuk is wat langer, bijna ruitvormig en aan de top duidelijk toegespitst. Een prettige bijkomstigheid is dat jonge bomen beduidend sneller groeien, tot wel twee keer zo snel als de gewone beuk.

Phellodendron amurense, de kurkboom, ontleent zijn Nederlandse naam aan de kurkachtige, diep gegroefde, bruingrijze schors bij oudere bomen. De stam is doorgaans kort met schuin opgerichte gesteltakken. De kroon is vrij breed. Deze aanvankelijk vlotte groeier kan op een optimale standplaats tot 15 m hoog worden. De boom bloeit in mei-juni met pluimen bijna witte geelgroene bloemen die veel insecten trekken. Later volgen de erwtgrote steenvruchten met een naar zwart verkleurend vlezig omhulsel. Rijp lijken ze wat op kleine, zwarte kersen, die overigens alleen door koperwieken worden gegeten. Daardoor blijven de vruchten vaak tot het vroege voorjaar aan de boom. Evenals het blad, hebben de vruchten een geur van terpentine. In Noord-China, in een gebied dat zich uitstrekt van Mongolië tot in Korea, groeit Phellodendron amurense in gemengde bossen op goed doorlatende, niet te droge, voedsel- en humusrijke, lemige gronden. In tuinen en parken neemt de boom de meeste bodems – van licht zuur tot weinig alkalisch – voor lief, al bereikt hij dan niet altijd de maximaal aangegeven hoogte. Ook het drogere stadsklimaat levert doorgaans geen groeiproblemen op. Voor straatbeplanting is deze boomsoort minder geschikt door zijn lage vertakking en brede kroon.

>

TuinenLandschap | 24 | 2013

toekomstbomen3.indd 17

17 15-11-13 12:18


Populus lasiocarpa Populus lasiocarpa, de ruwvruchtige populier valt vooral op door zijn grote, hartvormige bladeren. Afmetingen van 15 tot 30 cm lang en 12 tot 20 cm breed zijn normaal voor deze middelgrote boom uit China. Hoewel een populier, wijkt hij in meerdere opzichten af van de bekende populieren. Zo groeit hij relatief langzaam; wordt doorgaans weinig hoger dan 15 m; komen de grote bladeren leerachtig over; kleuren bladsteel en hoofdnerf – in mindere mate de zijnerven – in de zon tot dieprood; en is als een van de weinige populieren eenhuizig, dus met mannelijke en vrouwelijke katjes aan dezelfde boom. De gesloten kroon is eivormig. Oudere

18

Pterocarya stenoptera bomen krijgen een meer open kroon met afhangende twijgen. Populus lasiocarpa kan het lang uithouden op elke gecultiveerde bodem. Maar mooi wordt hij slechts op opdrachtige, voedselrijke en niet verdichte grond, zonder sterk wisselende grondwaterstanden of stagnerend water. De hoofdwortels zoeken graag de diepte op, de fijnere wortels groeien juist meer oppervlakkig. Helaas kiezen kwekers nogal eens voor enten op een onderstam in plaats van vermeerdering van zomerstek, Geënte bomen laten een lelijk verschil tussen ent en onderstam zien. Over de windgevoeligheid lopen de meningen sterk uiteen.

Pterocarya stenoptera ’Fern Leaf’ kan een alternatief zijn voor de veel bekendere Kaukasische vleugelnoot, Pterocarya fraxinifolia, een breed en laag vertakte, grote boom. Vooral diens gulle gift aan wortelopslag is een nadeel. Pterocarya stenoptera veroorzaakt geen opslag en dat geldt ook voor de cultivar ’Fern Leaf’, een selectie uit een partij zaailingen van Geoff Locke. Bijzonder aan deze selectie zijn de dubbel tot driedubbel geveerde bladeren. Ze geven een idee van varenbladeren. De snelgroeiende Pterocarya stenoptera ’Fern Leaf’ kan zeker meer dan 15 m hoog worden. Winterhard is hij absoluut, maar late nachtvorst kan overgroeibare schade

TuinenLandschap | 24 | 2013

toekomstbomen3.indd 18

15-11-13 12:19


Tilia mongolica ’Buda’ veroorzaken. Zijn windvastheid is nog onvoldoende getest, wel zijn de eerste berichten uit Noord-Nederland positief. Hier geldt vermoedelijk dat zacht hout niet automatisch breukgevoelig hoeft te zijn. De groenige bloemen stellen op zich weinig voor. Wel opvallend zijn de zeer lange, hangende katjes (tot 30 cm lang) met later de gevleugelde nootjes. In zijn bodemeisen is ’Fern Leaf’ zeer tolerant. Voor een krachtige groei verlangt hij echter een sterk vochtleverende bodem.

Tilia mongolica ‘Buda’ kan worden aangemerkt als een stadsboom met grote toekomst. Sowieso spreekt de linde tot ieders verbeelding. De ongemakken van honing- en roetdauw weerhouden echter velen om lindebomen in stedelijk gebied aan te planten. ’Buda’ heeft echter geen last van luizen op zijn bladeren en geeft dus ook geen overlast van honingdauw. Of hij op termijn ook honderd procent luisvrij zal zijn, zoals door producenten wordt gesteld, valt nog niet te voorspellen. ’Buda’ is geselecteerd door de universiteit van Budapest, Hongarije uit de Mongoolse linde. Deze gezonde lindesoort heeft grof getand, glanzend donkergroen blad.

De herfstkleur is geel. ’Buda’ is mede geselecteerd om zijn grotere groeikracht. Hij wordt namelijk groter (15 tot 20 m hoog) dan de gemiddelde Mongoolse linde en heeft dan een smal piramidale, losse kroon met dunne, afstaande tot afhangende takken. Belangrijk is dat hij geënt is op Tilia cordata. Op T. platyphyllos bestaat er kans op onverenigbaarheid. In combinatie met de juiste onderstam is Tilia mongolica ’Buda’ een boom die opgewassen is tegen het droge en warme stadsklimaat. De bodemeisen lopen sterk uiteen: van nat tot vrij droog, van zwak zuur tot kalkhoudend en van rijke, zware kleigronden tot lichte zandgronden.

TuinenLandschap | 24 | 2013

toekomstbomen3.indd 19

19 15-11-13 12:19


533856.indd 20

18-11-2013 12:09:56


533863.indd 21

18-11-2013 13:05:55


Bedrijf en Organisatie

Hoe benut je kansen in moeil ijk De huidige economische situatie in Nederland is nog steeds moeizaam. Ook hoveniers merken dat. Ondanks de economisch mindere tijden zijn er nog altijd bedrijven die goed draaien. Wat is het geheim van deze ondernemers? Wim van Werven van Hoveniersupport laat zien waar de kansen liggen.

Tekst Ralph Mens | Beeld Ingimage

G

emeenten, bedrijven en woningcorporaties zijn terughoudend met het uitbesteden van werk. Nieuwe particuliere tuinen worden door stagnatie in de woningbouw minder verkocht en de stevige onderlinge concurrentie leidt tot lagere marges. Maar het is gelukkig niet alleen maar kommer en kwel. Ook in deze lastige markt zijn er altijd weer kansen. Sommige hoveniers weten die prima te benutten en draaien in 2013 een topjaar. Anderen vergaat het duidelijk minder. Wim van Werven van Hoveniersupport, een dienstverleningsbureau voor de hovenierssector: „Zo’n sterk wisselend beeld is een interessant verschijnsel en de moeite waard om beter naar te kijken. Voor ondernemers is het belangrijk om lering te trekken uit het verschil in prestatie en dat te vertalen naar verbeteracties voor het eigen bedrijf.”

Oorzaken Wat veroorzaakt nu het verschil in prestaties? Van Werven signaleert vanuit zijn praktijkervaring een aantal hoofdoorzaken die het verschil in bedrijfsprestaties verklaren. Daarbij is het goed te bedenken dat deze zaken niet op iedere bedrijfssituatie van toepassing zijn. ▸ De winterdip De derde lange winter op rij heeft grote invloed op de bedrijfsresultaten. Ook in de afgelopen winter verdampte bij veel bedrijven de winst van 2012 door personeelslasten van vaste medewerkers. Een fors deel van het resultaat uit 2013 is nodig om deze achterstand in te lopen. Van Werven: „Wij spraken meerdere hoveniers die de afgelopen drie jaar flink hebben ingeteerd op hun reserves en meer externe financiering nodig hebben. Voor veel hoveniers is het noodzaak om hun arbeid flexibeler te maken.”

Maak concrete verbeterdoeleinden die passen bij je persoonlijke ambitie en mogelijkheden en zorg voor een goede planning. Meet regelmatig de voortgang.

22 Kansen.indd 22

TuinenLandschap | 24 | 2013

15-11-13 12:18


eil ijke tijden? ▸ Marketing en commercie Verschillende hoveniers melden dat hun orderportefeuille zo groot is dat zij extra personeel moesten aannemen. Dit succes blijkt steeds gebaseerd op een voortdurende aandacht aan de commerciële presentatie van hun bedrijf. „Meerdere jaren investeren leidt uiteindelijk tot resultaat. Succesvolle bedrijven doen dat op basis van een goed plan waarin aandacht wordt gegeven aan netwerken, publiciteit, gerichte acties, professionele offertes en een klantgerichte bedrijfscultuur.” ▸ Letten op de kleintjes De krappere marges vragen om een zorgvuldigere bedrijfsvoering. Stroomlijning van het bedrijfsproces, goede automatisering, kritisch zijn op investeringen en het verbeteren van de werkvoorbereiding zijn belangrijke maatregelen om marges te verbeteren.

’Professionaliseer en innoveer’ „Dit is niet eenvoudig, maar wel haalbaar. Probeer dit niet allemaal zelf te realiseren, maar benut het potentieel van je medewerkers. Aandacht voor je medewerkers en het geven van vertrouwen en verantwoordelijkheid helpt enorm.”

Bedrijfsvoering Volgens Van Werven heeft het geen zin om als bedrijf af te wachten tot de economie weer aantrekt. „Wachten op de ontwikkeling van onze conjunctuur levert alleen negatieve energie op. Stel je er daarom op in dat de huidige marktsituatie zo blijft en ga op zoek naar de kansen die binnen jouw bereik liggen. Speel in op marktontwikkelingen door te focussen op zaken die je zelf kunt beïnvloeden: je eigen bedrijfsvoering.” Van Werven weet als ondernemer uit eigen ervaring dat het draaiend houden van een bedrijf veel van mensen vraagt en voor een hoge persoonlijke belasting zorgt. Dan is het niet gemakkelijk om ook nog aandacht te hebben voor relevante maatschappelijke ontwikkelingen. „Organiseer daarom mensen om je heen die in staat zijn om knelpunten voor jouw bedrijf in beeld te brengen, en die je helpen je blikveld te verruimen door kansen aan te dragen. Want het doorvoeren van veranderingen in je bedrijf begint met het concreet maken van je eigen mogelijkheden en beperkingen.”

Veranderen Het veranderen van de bedrijfsvoering is volgens Van Werven te vergelijken met het beklimmen van een berg. „Het gaat niet snel, kost energie en de omstandigheden werken niet altijd mee. Maar als je boven bent en geniet van het uitzicht, ben je al die inspanningen en tegenslag opeens vergeten en ben je tevreden met wat je hebt bereikt.” Een spoorboekje voor een veranderingsproces heeft Van Werven niet, want ieder bedrijf is anders. Wel heeft hij een aantal aanraders: ▸ Stel je in op een proces van enkele jaren.

Ondanks alle veranderingen in de markt zijn er bedrijven die twijfelen aan de noodzaak van het bijstellen van de ondernemingskoers. Van Werven: „Graag refereer ik aan recente uitspraken van premier Rutte. Hij gaf aan dat het na de crisis nooit meer wordt zoals daarvoor. De reden is dat de bestedingsruimte in Nederland afneemt. ’De snelste manier om kwijt te raken wat we hebben, is krampachtig vasthouden aan wat we hebben’, stelde de premier en deze analyse deel ik van harte.” In ondernemerstermen vertaald betekent dat: professionaliseer en innoveer je bedrijf zodat het weer aansluit op de nieuwe maatschappelijke werkelijkheid. Neem snel afscheid van bedrijfsbeleid dat daar niet meer bij past.

Wim van Werven

▸ Maak een goede externe analyse van de markt in jouw werkgebied en een interne analyse van je bedrijf. Toets die analyse door mensen te betrekken die niet in het bedrijf werkzaam zijn. Zo creëer je een klankbord. Selecteer daarvoor personen die als ondernemer denken en kritisch zijn. Van meepraters leer je niets. ▸ Maak je verbeterdoelen concreet in tijd, geld en resultaat. Vergeet niet te beoordelen of de doelen passen bij jouw persoonlijke ambitie en mogelijkheden. ▸ Maak een goede planning, faseer die realistisch en meet de voortgang. ▸ Evalueer ieder half jaar met je klankbordgroep. ▸ Betrek je medewerkers van meet af aan bij het proces en nodig ze uit om mee te denken. ▸ Zorg voor een paar snelle succesjes. <

TuinenLandschap | 24 | 2013

Kansen.indd 23

23 15-11-13 12:18


Bedrijf en Organisatie

Resultaten derde Grote Groenonderzoek

Amsterdammers zoeken groen d Inwoners van Amsterdam zoeken groen vooral in hun directe omgeving op. Dat blijkt het uit derde Grote Groenonderzoek dat de gemeente Amsterdam heeft laten uitvoeren. De resultaten werden woensdag 20 november tijdens een symposium gepresenteerd.

Tekst Kirsten Dorrestijn | Beeld Ronald Bakker

I

n het Grote Groenonderzoek worden de bezoeken aan parken, recreatiegebieden en woonomgevingsgroen tegen het licht gehouden. In 1996 werd voor het eerst een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Dit werd in 2008 herhaald en nu, vijf jaar later, nog eens. Door de resultaten met elkaar te vergelijken worden verschuivingen zichtbaar. „In 2008 was het gebruik van groen vergeleken met 1996 explosief gegroeid”, vertelt planoloog Jos Gadet die het onderzoek heeft geleid. „Die trend heeft zich de afgelopen vijf jaar niet voortgezet. Terwijl in 2008 bijna alle ondervraagden, 97%, aangaven wel eens een park te bezoeken, hebben we nu te maken met een daling van 10%. Maar dit kan ook komen door het slechte weer gedurende de maanden van het onderzoek. Dat kan een vertekend beeld geven.”

Alternatief om de hoek Het bezoek aan het bekendste park van Amsterdam, het Vondelpark, is in de loop van de jaren afgenomen. In 1996 zei 42% van de respondenten het vaakst in dit park te komen, in 2008 was dat 27% en in 2013 nog 25%. Daar staat tegenover dat een aantal andere parken binnen de Ring in populariteit zijn gestegen: Erasmuspark, Rembrandtpark, Westerpark, Vliegenbos, Flevopark en Frankendael. „Mensen die het Vondelpark te druk vinden, zoeken nu eerder een alternatief om de hoek”, verklaart planoloog Niek Bosch die de resultaten heeft geanalyseerd. „Gingen gezinnen met kinderen uit het postcodegebied van het Rembrandt-

24

park in 2008 nog naar het naastgelegen Vondelpark om te recreëren, nu doen zij dat meer en meer in het Rembrandtpark zelf.” Volgens Bosch komt de spreiding ook door de investeringen die in de verschillende parken zijn gedaan. „Maar we merken dat investeringen alleen werken als de buurt er klaar voor is. Dat bleek wel uit de cijfers van het Noorderpark en het Bijlmerpark. In die parken is flink geïnvesteerd, maar de stedelijke vernieuwing rondom is achtergebleven. Er zijn wandelroutes aangelegd, sportvelden en er worden activiteiten geprogrammeerd, maar de bezoekersaantallen vallen tegen.” De populariteit van de parken groeit mee met de populariteit van de stadsdelen. „Op dit moment trekken veel kapitaalkrachtige mensen naar Bos en Lommer en Westerpark, in die wijken wordt nu geïnvesteerd. Daarom slaan de investeringen in die parken aan.”

Vermaak De gemeente juicht investeringen van private ondernemers in groen toe. „Amsterdammers vinden het vooral leuk als er iets te doen is in een park”, merkt Gadet. „Natuurlijk moet een park groen zijn, maar er moet ook voldoende gelegenheid zijn voor activiteiten. Mensen willen er de krant kunnen lezen, een kop koffie kunnen drinken en er moet een speelplek voor kinderen zijn. Ook programmering doet het goed.” De Amsterdamse parken worden vooral bezocht door hoger opgeleiden,

blijkt uit het Grote Groenonderzoek. „Zij zijn vaak uithuiziger dan laagopgeleiden”, volgens Gadet. Parken worden steeds vaker gebruikt als werkplek. Van de bezoekers van het Westerpark, waar gratis wifi beschikbaar is, geeft 10% aan wel eens in het park te werken. De bezoekersaantallen van de recreatiegebieden buiten de Ring, zoals het Noordzeestrand en de duinen, zijn over het algemeen gedaald. Het gebruik van het woonomgevingsgroen is juist licht gestegen. De afgelopen twee collegeperiodes zijn groengelden beschikbaar gesteld voor parken en voor groenprojecten in de buurt: postzegelparken, daktuinen en moestuinen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat mensen het groen voor hun deur nog meer zijn gaan waarderen. Gadet: „Mensen vinden het prima om de stad nog verder te verdichten, maar dat mag niet ten koste van de kwaliteit van het groen gaan.”

Minder beheer De gemeente staat voor grote bezuinigingen. Daarom verkent Amsterdam nieuwe financieringsmodellen. Bosch: „Gebieden laten verruigen, omwonenden inzetten bij het beheer, activiteiten in het park organiseren of ondernemers bij het groen betrekken, zijn allemaal mogelijke alternatieven. We zijn nu met pilots bezig. Aan de hand van de antwoorden van de respondenten kan nauwkeurig gekeken worden waar het beste experimenten kunnen worden gehouden. Stadsdelen kunnen aan de slag met de mening van de omwonenden. Ook kunnen we voorspellen welke parken gaan opkomen in populariteit en waar het dus slim is te investeren.” In het onderzoek zijn Amsterdammers naar hun mening over mogelijke bezuinigingen gevraagd. Het merendeel van de ondervraagden wil niet dat er bezuinigd wordt op groen. Als het dan toch moet, zien Amsterdammers het liefst bepaalde gebieden verwilderen en ecologisch beheer. Dit is iets waar de gemeente meer mee wil gaan experimenteren.

TuinenLandschap | 24 | 2013

Groenonderzoek.indd 24

15-11-13 12:18


oen dicht bij huis Ook wil de gemeente haar betrokkenheid bij bepaalde recreatiegebieden verminderen, zoals het Goois Natuurreservaat en de Vinkeveense plassen. Gadet: „Uit het onderzoek blijkt dat daar relatief weinig Amsterdammers komen, terwijl de gemeente er financieel veel aan bijdraagt. Het is misschien zinvoller dat geld in te zetten voor een kwaliteitsverbetering van het groen in de stad.”

Bijdrage Aan de Amsterdammers is gevraagd in welke vorm zij zelf een bijdrage zouden

willen leveren aan het groen. De meeste Amsterdammers willen wel betrokken worden bij de inrichting van parken en bij onderhoudsactiviteiten. Slechts 5% zou een financiële bijdrage willen leveren. Uit het Grote Groenonderzoek blijkt dat groen als vestigingsmotief binnen de Ring voor zowel bewoners als bedrijven de afgelopen jaren is toegenomen. Bijna alle politieke partijen hebben groen dan ook in hun verkiezingsprogramma’s. Gadet: „Iedereen ziet gelukkig in dat we groen nodig hebben om een succesvolle stad te zijn.” <

Grote Groenonderzoek bepaalt groenbeleid De gegevens van het Grote Groenonderzoek zijn verzameld door Bureau Onderzoek en Statistiek. In totaal zijn er 3.640 mensen online geënquêteerd. Daarnaast hebben 269 mensen via het Amsterdamse O+S panel de enquête ingevuld. Gevraagd is naar welke recreatiegebieden en parken ze gaan, waarom, hoe vaak, met wie, hoe lang ze er blijven, wat ze er doen, et cetera. De geënquêteerden vormen een representatieve groep van boven de 16 jaar, die uiteenloopt qua leeftijd, etniciteit, huishoudcompositie en geslacht. Het Grote Groenonderzoek is een meetinstrument waarmee Amsterdam het groenbeleid uitzet.

Inwoners van Amsterdam zoeken voor recreatie en ontspanning steeds vaker groen in hun directe omgeving op, zo blijkt uit het derde Grote Groenonderzoek van de gemeente.

TuinenLandschap | 24 | 2013

Groenonderzoek.indd 25

25 15-11-13 12:18


533858.indd 26

18-11-2013 12:10:26


Het Geschil

Conflict met klant over lekkende vijver

TuinenLandschap belicht geregeld uitspraken van de Geschillencommissie Groen, onderdeel van de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken, www.sgc.nl. De commissie behandelt geschillen tussen consumenten en vhg-hoveniers of Groenkeur certificaathouders. Zij doet uitspraak in de vorm van een bindend advies. Bij niet-nakomen van het advies door de hovenier, staat de vhg garant voor nakoming. De geschillencommissie zetelt in Den Haag.

Tekst Ralph Mens | Beeld Archief

K

arel van Klaveren* heeft hoveniersbedrijf Van Puffelen* opdracht gegeven om werkzaamheden uit te voeren en materialen te leveren voor een bedrag van â‚Ź899. Volgens Van Klaveren heeft de hovenier de werkzaamheden echter niet deugdelijk uitgevoerd. Zo was de vijver na de werkzaamheden niet schoon en is deze lek geraakt. De klant wil dat de ondernemer het lek gratis herstelt, maar deze heeft vervolgens alleen een offerte gestuurd voor de werkzaamheden die benodigd zijn voor het herstel. Volgens Van Klaveren hadden de werkzaamheden die daarin staan al op grond van de eerste offerte moeten worden uitgevoerd. De klant verwijt de ondernemer dat hij een ondeugdelijk advies heeft gegeven en een ondeugdelijke offerte. Volgens Van Klaveren had hij tegen de hovenier gezegd dat de vijver lek was. Deze had dus moeten opmerken dat de vijverfolie vervangen moest worden. Dat heeft hij niet gedaan. De hovenier is van mening dat de klant het lek zelf heeft veroorzaakt. Bij aankomst van het personeel van de hovenier bleek de vijver half leeg te zijn. Ook was deze door de consument vol gegooid met tuinafval en doornentakken. De werknemers hebben toen meteen gemeld dat de vijver door het dumpen van het afval lek zou kunnen zijn.

Opdracht correct uitgevoerd De ondernemer vindt dat hij de opdracht correct heeft uitgevoerd en de schade aan de vijver is veroorzaakt door de consument. Hij acht zich dan ook niet gehouden aan het gratis uitvoeren van de herstelwerkzaamheden. De hovenier stelt dat hem alleen is gevraagd om een offerte te maken voor het schoonmaken van de vijver en voor nog enkele werkzaamheden in de tuin. Die offerte is gemaakt, waarna de opdracht is gegeven en het werk is uitgevoerd. Volgens

Van Puffelen heeft de consument noch bij het bekijken van het werk van tevoren, noch tijdens de uitvoering van het werk opgemerkt dat de vijver lek is. De deskundige die door de Geschillencommissie is ingeschakeld, constateert dat de consument het vijverdoek inmiddels in eigen beheer heeft vervangen. Daardoor was het voor hem niet meer mogelijk om een vaktechnische beoordeling van de ingediende klacht te maken. In de eerste offerte van de ondernemer staat vermeld dat hij advies geeft over schoonmaken en straatwerk. De werkzaamheden aan de vijver waren schoonmaken, planten scheuren, vijverrand bijwerken en herstellen, vijvergrond, kosten en grind. De commissie stelt vast, nu de consument tijdens de zitting stellig was in zijn uitlating dat de vijver al lek was voordat de ondernemer werd ingeschakeld, dat het lek dus niet door de hovenier veroorzaakt kan zijn. Er is dan ook geen enkele reden om de ondernemer te verplichten de vijverfolie te vervangen. De ondernemer heeft de consument een duidelijke offerte gegeven waarin het uit te voeren werk was omschreven. De consument kon hierdoor eenvoudig zien dat vervanging van de vijverfolie niet bij het werk was inbegrepen. <

Beslissing Dat de ondernemer het geoffreerde werk niet deugdelijk heeft uitgevoerd, is niet gebleken. Er zijn dan ook geen redenen waarom de ondernemer een vergoeding zou moeten betalen voor de vervanging van de vijverfolie. Een aanspraak op schadevergoeding ontstaat doorgaans pas na ingebrekestelling van de opdrachtnemer. In deze zaak is niet gebleken dat een dergelijke ingebrekestelling heeft plaatsgevonden. Er kan om die reden van een verplichting tot vergoeding van schade dan ook geen sprake zijn. De commissie beslist dat het door de consument verlangde wordt afgewezen.

* Deze naam is fictief

TuinenLandschap | 24 | 2013

Geschil-1.indd 27

27 15-11-13 12:18


Ontwerp en Inrichting

Tu i n b r a n c h e N e d e r l a n d p r e s e n t e e r t Tr e n d t u i n e n :

Klassiek, modern, natuurlijk De huidige tijdgeest is door Tuinbranche Nederland vertaald in drie tuinstijlen voor 2014. De nostalgische tuinbezitter zal zich thuisvoelen in de Golden Age Garden, een klassieke tuin die teruggrijpt op het verleden. De moderne mens is op zijn plaats in de Twisted Garden, een strakke tuin met een geometrische vormentaal. Het type dat meegaat in de trend van gezond en natuurlijk leven, kiest voor de Biotope Garden, die plant en dier ruim baan geeft. In de kaders staan de drie trendtuinen beschreven. Twee daarvan, de Golden Age Garden en de Twisted Garden, zijn aangelegd op de Tuinen van Appeltern. Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Tuinbranche Nederland en Emiel van den Berg

De Twisted Garden: geometrische vormen De Twisted Garden is modern en vernieuwend. Een tuin voor mensen die op zoek zijn naar een nieuwe vormgeving, een nieuw ritme en harmonie. De tuin is strak vormgegeven, waarbij wordt gespeeld met hoogteverschillen, geometrie, zwevende vlakken en een monotype beplanting. In de Twisted Garden domineert de vorm. Materialen en kleuren voegen zich daarnaar en zijn relatief onopvallend, strak en functioneel. De vormen lijken uit hun verband: ze zijn gebogen en gevouwen, ritmisch en zes- of achtkantig. In de tuin worden gladde, constructieve materialen gebruikt als metaal, kunststof, glad natuursteen en glad hout. Wit speelt de hoofdrol in de tuin, aangevuld met limoengroene tinten, grijze en bruine naturellen. Planten met compact blad waardoor ze goed in een strakke vorm te snoeien zijn, zoals Asarum en Ilex, passen goed in deze tuin. Evenals compacte grassoorten en hangplanten voor verticale beplanting. Ook Pennisetum, Hosta, Phlox en Hydrangea paniculata kunnen goed in deze moderne tuin worden toegepast.

28

TuinenLandschap | 24 | 2013

Trendtuinen.indd 28

15-11-13 12:19


www.tuinenlandschap.nl

De Golden Age Garden: oud in een nieuw jasje De Golden Age Garden is een decoratieve tuin die zijn wortels heeft in de Gouden Eeuw. Omdat de wereld razendsnel verandert, grijpen mensen terug naar het verleden waarin alles nog overzichtelijk was. Oude vormen worden in een nieuw jasje gestoken. De 16e en 17e eeuw staan momenteel volop in de belangstelling. Dat leidt in de tuin tot hernieuwde aandacht voor klassieke elementen zoals pilaren, kapitelen en grote vormen, evenals klassieke tuinbeplanting zoals Buxus die in elegante en decoratieve vormen geknipt kan worden. Ook het koloniale verleden is een inspiratiebron. Dit is in de tuin terug te zien in grote potten en vazen op voet, decoratief vlechtwerk en inlegwerk. In de tuin worden luxe, kwalitatief hoogwaardige materialen gebruikt als natuursteen, donker hout, koperkleurig metaal en kunststof. De hoofdkleuren zijn zwart, warme naturellen, goud en koper. Vormsnoei en planten met donker blad zoals Heuchera worden gecombineerd met elegante bloemen zoals Lilium en Iris.

De Biotope Garden: natuurlijk en gezond De Biotope Garden is een natuurlijke tuin, waarin planten centraal staan. Een groene oase, waarin de tuinbezitter contact maakt met de natuur en zich gezond voelt. De tuin heeft een licht verwilderde uitstraling omdat de natuur er vrij spel heeft. Toch is de tuin niet armoedig, want kostbare, natuurlijke materialen zoals hout, natuursteen, leisteen en marmer zorgen voor een luxe karakter. De elementen in de tuin zijn ambachtelijk en handgemaakt met onregelmatige, gestapelde vormen. Qua kleur worden blauwgroene tinten gecombineerd met een fris natuurlijk geelgroen en accenten van warmbruin, koper en zalmoranje. In de tuin staan allerlei behuizingen voor kleine dieren. De diversiteit aan planten zorgt in deze tuin voor een uitstraling van natuurlijke rijkdom. In de borders en potten worden met name eetbare en diervriendelijke planten toegepast. Planten met een natuurlijke, haast rommelige uitstraling passen goed in deze tuin, bijvoorbeeld varens, Amaranthus, Santolina, Astilbe of Digitalis. Ook is er volop plaats voor Sedum-soorten. TuinenLandschap | 24 | 2013

Trendtuinen.indd 29

29 15-11-13 12:19


Ontwerp en Inrichting

Het slingerende pad van dolomiet komt uit op het open plein, de ingang naar de patiotuin is links van het gebouw. De hoge muur eindigt in twee losstaande, iets naar binnen geplaatste delen. Rechts is het raam van een van de interne patiotuinen te zien. Achteraan links Cornus florida, rechts Choysia ’Aztec Pearl’.

30

Sterke, deels wintergroene planten vullen het vak voor de gevel van het ziekenhuis. Ook hier forse exemplaren van Magnolia x loebneri ’Merrill’, helemaal rechts Hamamelis x intermedia. De witte bloemen zijn van Choysia ’Aztec Pearl’, een compacte heester met smal, wintergroen blad voor een beschutte standplaats. Links midden Aralia californica.

TuinenLandschap | 24 | 2013

MaggiesLonden.indd 30

15-11-13 12:19


Dan Pearson www.danpearsonstudio.com

Ziekenhuistuin beschermt en verbindt Deze semi-openbare tuin bij een ziekenhuis in Londen is ontworpen door Dan Pearson. De tuin vormt de verbinding tussen het ziekenhuis en het vrijstaande moderne gebouw waarin Maggie’s Cancer Caring Centre is gevestigd. Het is een tuin met een simpele en functionele vormgeving maar vooral met een warme, prettige sfeer voor de patiënten en hun familieleden.

Tekst en beeld Modeste Herwig

M

aggie’s London geeft ondersteuning aan mensen met kanker en ligt direct naast het ziekenhuis Charing Cross Hospital. Het gebouw is ontworpen door Rogers Stirk Harbour + Partners en heeft in 2009 de prijs RIBA Building of the Year gewonnen. De moderne stijl en de oranje tint van de gevels en muren contrasteren met de gevel van het ziekenhuis en de klassieke gebouwen langs Fulham Palace Road. De bekende Engelse tuinarchitect Dan Pearson kreeg de opdracht het apart staande gebouw met een tuin te verbinden met het ziekenhuis. Het moest een opvallende buitenruimte worden, een therapeutische omgeving voor de patiënten. De tuin is vooral bedoeld voor de bezoekers van Maggie’s, maar ook vrij toegankelijk vanaf de stoep. Pearson ontwerpt vanuit de klassieke Engelse traditie, waarin de beplanting

vooropstaat. Deze succesvolle tuinarchitect ontwerpt grote projecten over de hele wereld en heeft al vijf showtuinen voor de Chelsea Flower Show gemaakt. Bij zijn ontwerpen werkt hij graag nauw samen met architecten. Doel is altijd een tijdloze ruimte te ontwerpen die mensen aanmoedigt in contact te komen met de natuur. De beplantingen van Pearson zijn naturalistisch te noemen. Hij heeft veel plantenkennis opgedaan tijdens talloze buitenlandse reizen. Het begrijpen van de natuurlijke habitat van een plant is erg belangrijk voor hem, hij weet voor elke plek in een tuin de juiste plant te vinden. Voor elk project kijkt hij uitgebreid naar de groeiomstandigheden ter plaatse, zodat er passende planten gekozen kunnen worden. De beplanting moet bovendien het hele jaar door attractief zijn.

Bij Maggie’s wilde Pearson een ruimte maken waarin de bezoekers zich prettig voelen, beschermd. Prettig om doorheen te lopen of even te gaan zitten. Passend bij het uitgesproken gebouw, simpel en functioneel. De vormgeving is eenvoudig gehouden en er zijn slechts twee verschillende harde materialen gebruikt. Betontegels voor het plein en het pad bij de ingang, dolomiet voor het pad in de bostuin. Zorgvuldig gekozen en geplaatste decoratieve elementen zorgen voor verbinding en eigenheid. Hier is gekozen voor zeven zandkleurige keramische elementen, ontworpen door Hannah Bennett. Het perceel is ingedeeld in een serie door beplanting omsloten ruimtes, elk met een eigen sfeer. Een bostuin, het open plein en een patiotuin bij de entree. De bostuin is een smalle groene

TuinenLandschap | 24 | 2013

MaggiesLonden.indd 31

>

31 15-11-13 12:19


strook met enkele reeds aanwezige oude platanen, tussen de drukke weg en de parkeerplaats van het ziekenhuis. Onder de bomen een natuurlijk ogende onderbeplanting met schaduwplanten zoals Euphorbia amygdaloides var. robbiae, Geranium macrorrhizum, Brunnera macrophylla, Sarcococca en Hedera helix als bodembedekker. Vanaf de stoep of het parkeerterrein loop je over een slingerend pad van dolomiet tussen de dikke stammen naar het open plein. De bestrating bestaat uit stroken tegels in drie breedtes, parallel aan de gevel. Een lange bank van betonelementen met daarop een houten zitting biedt zitruimte. Vanuit de groene strook komen organisch gevormde plantvakken het grote plein op, het kleurenschema is wit, blauw en groengeel. Langs de randen groeien bodembedekkers zoals Brunnera macrophylla en Galium odoratum, daarachter hogere soorten. Als aanvulling narcissen voor kleur in het vroege voorjaar. Een lange muur vormt de begrenzing van een smalle patiotuin naast het

gebouw, waar tevens de ingang is. Deze ruimte naast het gebouw is voor het grootste deel overdekt door het overstekende ’zwevende’ dak. Er komt wel regenwater door het halfopen dak, zodat de beplanting voldoende water krijgt. Langs de randen liggen onregelmatig gevormde plantvakken, gevuld met bladplanten: Astilboides tabularis, Anemanthele lessoniana, Hakonechloa macra en diverse varens. De klimmende Parthenocissus henryana versiert de muren. Fargesia robusta ’Campbell’ vormt een losse haag tegen de achterwand, Hamamelis zorgt voor geurende bloemen in de winterperiode. De ramen van het gebouw liggen verzonken in de gevel, hierdoor is er ruimte voor een echte ’vensterbank’ om even te gaan zitten. Dit wordt herhaald in de lange muur die de tuin van de weg scheidt, het raam is hier van matglas. Een prettige plek om even te wachten. De planten die Dan Pearson heeft gekozen, groeien allemaal goed onder het bladerdak van de oude platanen. Alleen in het midden is het zonnig, hier groeien soorten zoals Aralia californica, Magnolia x

loebneri ’Merrill’ en Choisya ’Aztec Pearl’. In diverse vakken tussen het gebouw van Maggie’s en het ziekenhuis zijn meer dan honderd Betula albosinensis vrij dicht op elkaar geplant met als bedoeling een beschermend effect te creëren. De bruine stammen komen fraai uit tegen de oranje muren. Op den duur camoufleert het blad vanuit de ruimtes op de eerste verdieping de gevel van het ziekenhuis.

Drie interne patiotuinen In het gebouw zijn drie binnenplaatsen die gebruikt worden als extra verblijfsruimte. Ook als het minder goed weer is kun je buiten zijn, in de buurt zijn van mooie planten. Hiervoor is een exotisch ogende beplanting gekozen. Deze patiotuinen zijn aan de bovenzijde open, maar natuurlijk wel heel beschut zodat minder winterharde soorten hier goed kunnen groeien. In plantvakken en bakken groeien Tetrapanax papyrifer, Albizia julibrissin, Libertia grandiflora, Trachelospermum jasminoides en Pelargonium tomentosum. <

Maggie’s Londen

>

Opdrachtgever Maggie’s Londen, Charing Cross Hospital, Fulham Palace Road Ontwerper Dan Pearson Studio Opgeleverd 2008 Vaste planten Anemanthele lessoniana, Anemone ’Honorine Jobert’, Aralia californica, Astilboides tabularis, Brunnera macrophylla, Euphorbia amygdaloides var. robbiae, Geranium macrorrhizum ’Spessart’, Galium odoratum, Hakonechloa macra, Helleborus orientalis, Iris foetidissima, Libertia grandiflora, Luzula sylvatica ’Marginata’ Bomen Betula albosinensis, Platanus x hispanica, Magnolia x loebneri ’Merrill’ Heesters Albizia julibrissin, Choisya ’Aztec Pearl’, Cornus florida, Fargesia robusta ’Campbell’, Ficus carica, Hedera helix, Parthenocissus henryana, Sarcococca confusa, Tetrapanax papyrifer, Trachelospermum jasminoides, Vitis coignetiae

N

32

TuinenLandschap | 24 | 2013

MaggiesLonden.indd 32

15-11-13 12:19


De hoge oranje muren contrasteren opvallend met de klassieke gebouwen aan de overkant van de straat. In het vak bij de bank Magnolia x loebneri ’Merrill’, vooraan Galium odoratum, Brunnera macrophylla, Helleborus orientalis en Aralia californica. De grond is afgestrooid met houtsnippers.

De vensterbank in de muur biedt zitruimte voor wachtende patiënten. Langs de muur zijn plantvakken uitgespaard in de bestrating, gevuld met siergrassen, varens en Hamamelis. Tegen de muur Parthenocissus henryana. Op de achtergrond de bostuin met oude platanen.

Het blad van Parthenocissus henryana komt mooi uit tegen de oranje muur. De nerven zijn bijna wit, de onderkant van het blad is paars getint. Op een beschutte plaats zoals in deze patiotuin voldoende winterhard. Bij de bamboe een keramische vogeldrinkschaal.

De patiotuin bij de entree heeft een intieme sfeer dankzij de hoge muren. Siergrassen, varens en planten met groot blad worden afgewisseld in de plantvakken. Tegen de muur Fargesia robusta ’Campbell’ met opvallende witte schutbladen. Het smalle plantvak langs de rechtergevel is gevuld met Hakonechloa macra en varens. Achteraan Hamamelis x intermedia.

De witte bloemen van bodembedekkende Galium odoratum combineren in mei fraai met de blauwe bloemen van Brunnera macrophylla. Ook na de bloei een goede combinatie vanwege de contrasterende bladvorm en –kleur.

De bruine stammen van Betula albosinensis met als onderbeplanting Luzula sylvatica ’Marginata’. De Chinese berk vult hier een in de bestrating uitgespaard vak. Ook in de strook tussen de stoep en het gebouw bestaat de beplanting uit deze traaggroeiende boom.

TuinenLandschap | 24 | 2013

MaggiesLonden.indd 33

33 15-11-13 12:19


Aanleg en Onderhoud

Ondergrondse jungle bevat het go De bodem wordt wel ’the poor man’s tropical rainforest’ genoemd, omdat de biodiversiteit te vergelijken is met die van een tropisch regenwoud. Een divers en rijk bodemleven is goud waard voor een tuin. Het geeft goede structuur, voeding voor planten en afweer tegen ziekten.

Tekst Peter Bennink | Beeld Van Gent van der Meer Nuyens bv

P

er gram grond zijn er wel een miljard bacteriën te verwachten van duizen” den verschillende soorten. In diezelfde gram grond leven ook meters schimmeldraden, wormen, pissebedden, duizendpoten, larven, protozoa, mijten, springstaarten en nematoden”, aan het woord is Jaap Bloem, onderzoeker bij Alterra en specialist op het gebied van bodemleven. Al het ondergrondse leven samen vormt een jungle van eten en gegeten worden, die bekend staat als het bodemvoedselweb. Bloem: „Per hectare grond is, afgezien van plantenwortels, zo’n 3.000 kg biomassa te verwachten, vrijwel allemaal in de bovenste 20 cm.”

Onontgonnen terrein Hoewel het bodemleven dicht bij ons staat en onmisbaar is voor onze gezondheid en voedselvoorziening, is het nog een goeddeels onontgonnen terrein. De functies van het overgrote deel van de tienduizenden soorten bacteriën en duizenden schimmels in de bodem zijn nog niet in kaart gebracht. Wel is bekend dat bacteriën en schimmels zorgen voor een goede, kruimelige bodemstructuur door minerale delen van de grond aan elkaar te kleven tot aggregaten. Ook zet het bodemleven dode plantenresten om in (stabiele) humus en maken schimmels en bacteriën mineralen vrij in een voor planten opneembare vorm. Ondergrondse plantendelen spelen een belangrijke rol in het bodemvoedselweb. In de mycorrhizosfeer, de directe omgeving van de haarwortels van de plant, waar deze contact maakt met de mycorrhizaschimmels, wisselen plant, bacteriën

34

en schimmels stoffen uit. De plant ’lekt’ via zijn wortels suikers die door het bodemleven worden opgenomen. Bacteriën en vooral mycorrhizae, de schimmels die in symbiose leven met plantenwortels, leveren op hun beurt mineralen, bevorderen de opname van vocht en beschermen de plant tegen ziekten. Bodemleven is dus een belangrijke voorwaarde voor een gezonde plantengroei, maar hoe weet je nu of je een gezonde bodem hebt? Pier Oosterkamp, technisch directeur bij ECOstyle: „De makkelijkste manier is om aan de grond te ruiken. Als de grond ’lekker’ ruikt naar vochtige bosgrond, dan zit het met het bodemleven waarschijnlijk wel goed. Als de grond muf ruikt, dan

is de grond dood of zit er maar weinig leven in”. Ook de structuur is een goede indicator. Oosterkamp: „Een mooie, rulle structuur met ronde kruimels is een aanwijzing dat het bodemleven gezond is. Het meest nauwkeurig is om het bodemleven uitgebreid in een laboratorium te meten, maar dat is voor de praktijk meestal te kostbaar. Jaap Bloem gebruikt daarnaast een meer praktische manier om het bodemleven te meten: „Je kunt ook indicatoren meten die verbonden zijn met de biomassa van de microorganismen, zoals de hoeveelheid labiele organische stof. Dit is organisch materiaal dat gemakkelijk wordt afgebroken door micro-organismen.”

Bevorderen Wat kun je doen, of nalaten, om het bodemleven te bevorderen? Allereerst moet de grond een voldoende open structuur hebben, zodat de bodem afwatert en de poriën zich met lucht kunnen vullen. Het bodemleven zorgt weliswaar voor een goede structuur, maar heeft zelf wel minimale condities nodig om dit tot stand te kunnen brengen. Zit je dus met een dichtgereden bodem, dan kunnen regenwormen hierin niet doordringen om hun heilzame werk te doen. Heb je te maken met een storende laag dan kunnen hierdoor zuurstofloze omstandig-

TuinenLandschap | 24 | 2013

Bodemleven.indd 34

15-11-13 12:19


et goud voor de tuin heden ontstaan waarin het bodemleven deels verstikt wordt. Vaak is eerst een mechanische handeling nodig voordat de bodemstructuur op biologische wijze verbeterd kan worden. Als je de bodem losmaakt, doe dat dan met een niet-kerende grondbewerking, bijvoorbeeld met een woelpoot of cultivator. Het meeste leven zit in de bovenste 20 cm van de bouwvoor. Bij kerende grondbewerkingen zoals (diep)ploegen, begraaf je de aanwezige bacteriën en schimmels diep onder de grond. Gebruik bij voorkeur organische mest. Dit voedt het bodemleven en bevordert een geleidelijke natuurlijke levering van voedingsstoffen door het bodemleven (mineralisatie). Zorg voor voldoende organische stof in de bodem. Koolstof is dé voedingsstof voor het bodemleven. Laat afgevallen blad liggen of breng een mulchlaag van compost of ander organisch strooisel aan.

Ziekteverwekkers Bij de tienduizenden levensvormen die in de grond voorkomen, zitten natuurlijk niet alleen gunstige organismen, maar ook ziekteverwekkers en planteneters. Uit onderzoek blijkt echter dat hoe groter de ondergrondse biodiversiteit (en onderlinge competitie) is, hoe kleiner de kans dat een groep ziekteverwekkers dominant wordt. Door het hele bodemle-

ven te stimuleren, bevorder je de balans in de grond. Toch wordt er ook wel geprobeerd om specifieke gunstige organismen te kweken. Er zijn producten met mycorrhiza’s, wormen en goedaardige bodembacteriën in de handel, om arme bodems ’op te starten’. Het toevoegen van met name mycorrhiza’s en wormen kan zeker effect hebben, maar nut van deze toevoegingen wordt ook wel in twijfel getrokken omdat ze vanzelf verschijnen in goede bodems. Vooral de effectiviteit van toegevoegde bacteriën staat ter discussie. Jaap Bloem: „Er zijn wel bacteriën die de plantengroei bevorderen, maar ik ken geen wetenschappelijke publicaties waaruit blijkt dat het nut heeft om die in het veld toe te voegen. Volgens de meeste onderzoekers overleven gekweekte bacteriën slecht en kun je beter het bestaande bodemleven stimuleren.” Toch zijn er steeds meer preparaten op de markt met gekweekte, goedaardige bodembacterien. Pier Oosterkamp, van ECOstyle (dat producten met bacteriën op de markt brengt) heeft er goede ervaringen mee: „Vooral de bacteriën die fosfaat vrij maken, geven opvallend snel zichtbaar resultaat. Dat blijkt ook uit onderzoek door onafhankelijke onderzoeksinstituten.” Hoewel het nut van het enten van de bodem met bodemleven wetenschap-

Pendelaars en bodemwoelers Wormen hebben een belangrijke rol bij het omzetten van dood plantenmateriaal in humus en het open houden van de grond. Er worden drie categorieën onderscheiden: pendelaars, bodemwoelers en strooiselbewoners. Pendelaars zijn vaak grote, dikke wormen tot wel 25 cm lang die dode plantenresten de grond in trekken en van boven naar beneden soms metersdiepe gangen maken. Zo brengen ze organisch materiaal in de bodem, bevorderen de toetreding van zuurstof en een goede ontwatering. Bodemwoelers leven in de bovenste laag van de bodem. Ze spelen een belangrijke rol bij het luchtig houden van de bodem, het omzetten van bladresten in humus en het vermengen van dit organisch materiaal door de bouwvoor. De strooiselbewoners breken organisch materiaal af in de strooisellaag, maar dringen niet verder de bodem in.

pelijk dus omstreden is, is het nut van bodemleven dat zeker niet. Vriend en vijand zijn het erover eens dat een gezond bodemleven voor elke grond van grote waarde is. Met een acceptabele structuur en voldoende organische stof verbetert het bodemleven iedere grond in tuin, park of openbaar groen. <

TuinenLandschap | 24 | 2013

Bodemleven.indd 35

35 15-11-13 12:19


533859.indd 36

18-11-2013 13:05:53


Werk in uitvoering

Wat Wie

Tekst Peter Bennink Beeld Copijn

Boomspecialisten

Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar

pbennink@hortipoint.nl

Verplanten Sequoia sempervirens Copijn Boomspecialisten Enigszins uit zijn element hangt een Sequoia sempervirens aan een torenkraan, metershoog boven de daken van de binnenstad van Den Haag. De boom is een half jaar eerder rondgegraven, waarbij wortelbarrière van folie rond de kluit is geplaatst. Daarbinnen heeft de boom nieuwe wortels gevormd. In 1995 nam de opdrachtgever de zaailing mee uit de Verenigde Staten voor zijn vader. Als liefheb-

ber van bomen heeft zijn vader het plantje uit laten groeien tot een boom van 8 m hoog. Op zijn sterfbed heeft hij zijn zoon gevraagd een goede plek voor zijn Sequoia te vinden om zich verder te ontwikkelen. Die plek is gevonden in het Trompenburg Arboretum in Rotterdam. De boom komt in een ruim plantgat te staan, voorzien van bomengrond. Een drainerende zandlaag onder de kluit beschermt de boom tegen optrekkend water.

TuinenLandschap | 24 | 2013

WerkInUitvoering.indd 37

37 15-11-13 12:20


Machines en Gereedschap

Hinowa HS1102 minidumper m De Hinowa HS1102 is een minidumper op rupsbanden met een bakinhoud van 350 l. Deze minidumper met een 2-cilinder dieselmotor wordt volledig hydraulisch aangedreven en heeft een schepbak waarmee hij zichzelf vol kan scheppen.

Tekst en beeld Johan Simmelink

38

D

e Hinowa HS1102 is een minidumper met een breedte van 72 cm. Ook is er een versie met een breedte van slechts 62 cm. Door de geringe breedte kun je gemakkelijk door een deur of een smalle steeg. Voor moeilijkere omstandigheden kun je kiezen voor een uitvoering waarbij de rupswagen hydraulisch kan worden verbreed tot 105 cm. De 10,8 kW (14,6 pk) dieselmotor wordt elektrische gestart en heeft een beveiliging voor het olieniveau. De brandstoftank heeft een inhoud van 9 l en zodra het brandstofniveau te laag wordt, gaat er een lampje branden op het bedieningspaneel. De inhoud van de bak is 350 l en daarmee kun je maximaal 700 kg vervoeren. Met de schepbak voor op de dumper kun je gemakkelijk de dumperbak vullen. Vooral in een kleine ruimte, zoals een container met tuinaarde kun je met deze machine goed werken.

Hydrauliek Het gesloten hydraulisch systeem heeft drie achter elkaar geplaatste pompen. Twee voor de rijaandrijving en de derde voor de schepbak en het kiepen van de bak. De oliestroom gaat zoveel mogelijk door stalen leidingen die weggewerkt zijn tegen het frame van de machine. Met de twee pompen voor de rijaandrijving kun je maximaal 2,4 km per uur halen. Met de hendel voor hogere kun je de olie van de derde pomp ook naar de wielmotoren sturen en ga je maximaal 4,1 km per uur. De wielmotoren worden op de rem gezet zodra de olietoevoer stopt. Zo blijft de machine staan als je hem op een helling stilzet. Voor het kiepen van de bak is er een dubbelwerkende hydraulische cilinder onder de bak geplaatst. Beide armen van schepbak zijn ook voorzien van een dubbelwerkende cilinder. <

TuinenLandschap | 24 | 2013

Hinowa dumper.indd 38

15-11-13 12:20


Motor De Kubota 2-cilinder, watergekoelde, dieselmotor levert een vermogen van 10,8 kW (14,6 pk). De machine heeft een elektrische startmotor en een massaslot onder de beschermkap van de motor. Dit massaslot is een extra beveiliging om het starten door onbevoegden te voorkomen. Ook voorkomt het ontladen van de accu door kleine lekstroompjes.

Bedieningshendels Alle hendels voor de bediening zitten naast elkaar binnen een rek waar de chauffeur zich aan kan vasthouden. De twee langste hendels zijn voor de aandrijving van de rupswielen. Tussen deze twee zit een handel voor het kiezen van twee snelheden. De twee rechtse zijn voor het bedienen van de schepbak en het kiepen van de bak.

Treeplank De chauffeur staat tijdens het werken met deze machine op een treeplank, die scharnierend bevestigd is. Hierdoor kan deze tijdens transport worden opgeklapt. In werkstand wordt de treeplank met veren ondersteund. Deze veren vangen tijdens het rijden de schokken op waardoor dit minder belastend voor de chauffeur is.

er met dieselmotor Hinowa HS1102 Gewicht 720 kg Lengte met schepbak omhoog 191 cm Hoogte met schepbak omhoog 163,5 cm Breedte 72 cm Motor Kubota 2-cilinder dieselmotor Vermogen 10,8 kW (14,6 pk) Rijsnelheid tot 4,1 km/u Prijs vanaf € 14.000 excl. btw

Rupsaandrijving Deze compacte minidumper staat op twee rupsbanden. De rupsbanden zorgen voor een groot draagvlak waardoor er zo min mogelijk insporing ontstaat. De rupsen worden door een vetcilinder op spanning gehouden. Wanneer de spanning te slap wordt kun je met een vetspuit de veerspanning verhogen.

Hydrauliekpompen

▸ Hinowa Nederland ▸ (0172) 49 92 97 ▸ www.hinowa.nl

De rupsen worden aangedreven door hydraulische wielmotoren. Deze wielmotoren worden gevoed door een hydrauliekpomp. Elke wielmotor heeft een eigen pomp. De derde pomp zorgt voor de olie voor de hydrauliekcilinders van de bak en de schepbak. Hierdoor kun je tijdens het rijden ook de schepbak en bak bedienen zonder dat dit ten koste gaat van de rijsnelheid.

TuinenLandschap | 24 |2013

Hinowa dumper.indd 39

39 15-11-13 12:20


533860.indd 40

18-11-2013 12:09:24


533861.indd 41

18-11-2013 12:09:51


533862.indd 42

18-11-2013 12:11:26


533857.indd 43

18-11-2013 15:35:52


Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers

Reservoir met overloop Scheurich introduceert Skypot, een bloembak met een waterreservoir en mogelijkheid om overtollig water weg te laten lopen. Skypot is goed te combineren met hangplanten of kruiden. In de bodem van de bak is een klein reservoir bevestigd, waaruit de plant zijn water krijgt. Als het waterniveau te hoog is, wordt het overtollige water onttrokken aan de roestbestendige aluminium buis, direct de grond in. Zelfs met zware regenbuien is de kans op beschadiging van plantwortels te voorkomen. Skypot is vervaardigd van glanzend plastic en is verkrijgbaar in de kleuren wit, groen en violet.

▸ Scheurich | 0049 93 71 50 70 | www.scheurich.com

Brandstof besparen Met de nieuwe ECO-Twin frontaftakas van Zuidberg Frontline Systems is het mogelijk tot 20% brandstof te besparen. Dit kan omdat de mogelijkheid om te kiezen geboden wordt tussen verschillende toerentallen. Keuze in normale overbrenging en spaaroverbrenging maakt dat het motortoerental tot ongeveer 1564 rpm gereduceerd kan worden. Door niet met vol motorvermogen te werken als dat niet nodig is, wordt volgens

onafhankelijk onderzoek brandstof bespaard. ECO-Twin is met name geschikt voor werkzaamheden waarbij het beschikbare trekkervermogen het toelaat om met een lager motortoerental te werken, met alleen de frontaftakas of met gecombineerde front- en achtertakas. Behalve brandstofbesparing wordt ook het geluidsniveau aanzienlijk gereduceerd en heeft de gebruiker comfortabelere omstandigheden.

▸ Zuidberg Frontline Systems | (0527) 25 35 50 | www.zuidberg.nl

Plantenbak met kas Tijdens de Dutch Design Week was te zien hoe slimme oplossingen en inventieve ontwerpen nieuwe perspectieven bieden. BeConcrete bracht tijdens deze week plantenbakprogramma Facet onder de aandacht. Facet is een programma met als basis een betonnen plantenbak met verschillende mogelijkheden: los als plantenbak, gecombineerd met een bankje en tafels, maar ook samen met een kleine plantenkas. Voor de plantenbak kan uit verschillende maten en vormen gekozen worden. Facet speelt in op de trend ’vierkantemetertuin’ waarin groenten en fruit in eigen tuin gekweekt wordt. Het ontwerp is van Joen Verheijen van B-TOO en Dimitri Kruithof. ▸ BeConcrete | (0487) 59 57 29 | www.beconcrete.nl

44

TuinenLandschap | 24 | 2013

LeveranciersTEL24.indd 44

18-11-13 13:28


Altijd een datareeks

Eijkelkamp lanceert de Global Data Transmitter Multiple, een modem dat wereldwijd altijd een aaneengesloten datareeks voorziet. Het apparaat is ontwikkeld voor gebruikers van een telemetriesysteem zoals waterschappen, overheid (gemeentes) en ingenieursbureaus. Op de Global Data Transmitter Multiple zitten zes aansluitin-

gen voor e-Sense sensoren en Diver water level loggers. Dubbele servers van Eijkelkamp zorgen ervoor dat het modem altijd een aaneengesloten meetreeks van de sensor aflevert. Bij slechte GPS-verbinding wordt de reeks de eerstvolgende keer alsnog aangevuld. De data staat op de logger, maar kan ook op de server van Eijkelkamp worden gezet.

▸ Eijkelkamp | (0313) 88 02 00 | www.eijkelkamp.com

Geluidloos draad leggen

Accu-kabellegger KV-1 kan snel, nauwkeurig en geluidloos draad leggen tijdens de installatie van een maairobot. De machine is milieuvriendelijk en heeft een hoog bedieningsgemak. KV-1 wordt aangedreven door twee 24V-accu’s en heeft een traploze snelheidsregeling. De acculader heeft zes uur nodig om te laden en heeft een

Kort Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud gaat verder onder de naam Antea Group. Het adviesbureau werd ruim 60 jaar geleden opgericht vanuit het dorp Oranjewoud, maar is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een internationale onder-neming. Als Antea Group levert het bureau wereldwijd advies- en ingenieursdiensten. ▸ Antea Group | (0513) 63 45 71 | www.anteagroup.com

Verheij Integrale groenzorg heeft het certificaat van de CO2-prestatieladder niveau 3 uitgereikt gekregen. Duurzaam en sociaal verantwoord ondernemen is voor Verheij een belangrijk aspect, door middel van de certificering en een vervolgtraject wordt meer invulling gegeven aan duur-

automatische uitschakeling, overladen is niet mogelijk. Het werkbereik is 1.500 m op een acculading. Met een draaiknop is de werkdiepte traploos in te stellen tot 50 mm. Ook de snelheid (tot 4 km/u) is traploos regelbaar.

▸ Gebr. Bonenkamp | (030) 688 09 99 | www.gebrbonenkamp.nl

Internet zaam ondernemen. ▸ Verheij Integrale groenzorg | (0184) 43 07 77 | www.verheijbv.nl

Stichting Bosbeheer Fryslân is onlangs opgericht. De stichting staat voor beheer, behoud en verbetering van boselementen, natuurwaarden en het landschap. Het gebied waarin de stichting opereert richt zich op noordwest Friesland. De stichting levert diensten aan gemeenten, provincie, overige overheden, particuliere eigenaren en lokale belangen. ▸ Stichting Bosbeheer Fryslân | (0518) 41 96 12 | www.sbbf.nl

Wienerberger heeft met NLGreenlabel een premium partnership gesloten. NLGreenlabel zet zich in voor duurzame buitenruimtes en

stelt zich ten doel gebruik van duurzame materialen en producten te bevorderen. De gebakken bestrating van Wienerberger past in het duurzame plaatje. De samenwerking tussen NLGreenlabel en Wienerberger wordt de komende tijd verder uitgewerkt. ▸ Wienerberger | www.wienerberger.nl

Kramp heeft een nieuwe webshop. Met overzichtelijke vormgeving en eenvoudige navigatie is het vinden van artikelen eenvoudiger geworden. Kramp is totaalleverancier en technisch specialist voor bedrijven in de landbouw, tuin- en parkbranche, grondverzet en industrie. ▸ www.kramp.com

Bonekamp Turf Care heeft haar activiteiten van De Meern naar het hoofdkantoor in Zuidland verplaatst. Om de verkoop, service en onderdelenvoorziening voor Ransomes in de oude regio te kunnen garanderen en continueren is Veldhuysen Groentechniek aangesteld als nieuwe Ransomesdealer. ▸ Veldhuysen Groentechniek | (0343) 41 20 94 | www.vanveldhuysen.nl

Met de nieuwe versie van Vectorworks 2014 Tuin & Landschap is het mogelijk interactieve schaduwen voor planten in een 2D-presentatie of 3Dterreininformatie te maken. Daarnaast zijn bouwvolumes en objecten in planzicht te zien, instelbaar voor het hele document of voor afzonderlijke planten. 3D-presentaties zijn realistischer dan ooit. ▸ www.vectorworks.nl

TuinenLandschap | 24 | 2013

LeveranciersTEL24.indd 45

45 18-11-13 13:28


Agenda

Cursussen

Landschappen van Bas Smets Tentoonstelling, t/m 5 januari, Antwerpen, België.

Bomen in de winter Zondagwandeling, 12 januari, Leiden. ▸ www.hortusleiden.nl

▸ www.desingel.be

Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl Zoektochtevent, 22 november, 13 december, 16 januari, Amersfoort.

Gebruikersdagen 20 en 28 november, Den Haag. ▸ www.norminstituutbomen.nl

▸ www.gebiedsparticipatiecongres.nl

Vakmanschap | ontwerp en sense of place Lezing, 17 januari, Houten.

▸ www.infocentrumijssel.nl

▸ www.makeblijde.nl

Abemec-show Beurs en demonstraties, 22 t/m 24 november, Veghel.

IPM Vakbeurs, 28 t/m 31 januari, Essen, Duitsland.

▸ www.abemec.nl

▸ www.messe-essen.de

Tuinbouw Relatiedagen 26 t/m 28 november, Venray.

Vakmanschap | wetenschap en ontwerptraditie Lezing, 7 februari, Houten.

Zorgvuldig handelen Flora- en faunawet Cursus, 22 en 26 november (verschillende niveaus), Arnhem. ▸ www.ipcgroen.nl

▸ www.evenementenhal.nl

▸ www.makeblijde.nl

Gertrude Jekyll, art and restored at Upton Grey Rosamund Wallinger, 23 november, Beveren, België.

Varens en mierenplanten Zondagwandeling, 9 februari, Leiden.

▸ www.cultureelerfgoed.nl

▸ www.hortusleiden.nl

Houthakken voor het KWF Training, 23 november, Hoenderloo.

Tuinbouw Relatiedagen 11 t/m 13 februari, Gorinchem.

▸ www.verkeerenmobiliteit.nl

▸ www.evenementenhal.nl

Boomklimmen 2 Training, 25 november, Arnhem.

De groene stad als gezonde leefstijl Lezing, 25 november, Utrecht. ▸ www.aorta.nu

Vakmanschap | handvaardigheid en detaillering Lezing, 29 november, Houten.

Tuinidee Beurs, 20 t/m 23 februari, ’s-Hertogenbosch. ▸ www.tuinidee.nl

▸ www.makeblijde.nl

B-VCA Hercertificering, 25 november, Lelystad. ▸ www.degroenepraktijk.nl

Rondleiding tropische kassen Zondagwandeling, 8 december, Leiden.

Huis & Tuin Beurs, 27 februari t/m 2 maart, Leeuwarden. ▸ www.huis-tuin-beurs.nl

▸ www.hortusleiden.nl

Hoogwerker hercertificering Examen, 26 november, Arnhem. ▸ www.ipcgroen.nl

Winterpaleis Het Loo Paleistuin in wintersfeer, 14 december t/m 5 januari, Apeldoorn. ▸ www.paleishetloo.nl

Stinzenplanten Lezing door Heilien Tonckens, 2 maart, Leiden. ▸ www.hortusleiden.nl

De groene sector Vakbeurs, 7 t/m 9 januari, Hardenberg.

Wabo Natuur onder Wabo Workshop, 27 november, Driebergen. ▸ www.EKootree.nl

Florall Beurs, 4 en 5 maart, Gent, België. ▸ www.florall.be

Bomenbeleid en strategisch bomenbeheer Tweedaagse cursus, 26 november, Doorn. ▸ www.opleidingscentrumbomenopenbareruimte.nl

Opstellen van een plan van aanpak voor de flora- en faunawet Regionale informatiebijeenkomsten, 26 t/m 28 november. ▸ www.jonkershoveniers.nl

▸ www.ipcgroen.nl

Verkeer & Mobiliteit Vakbeurs, 28 november, Houten.

▸ www.keurmerk.nl

▸ www.hof-ter-saksen.be

▸ www.ipcgroen.nl

Een socratische dialoog over waarde Symposium, 27 november, Amersfoort.

WAS Studieochtend, 22 november, Zwolle.

Veilig werken langs de weg Cursus, 27 november, Maarn. ▸ www.degroenepraktijk.nl

▸ www.evenementenhal.nl

Nationaal congres beheer openbare ruimte 27 november, Zoetermeer. ▸ www.crow.nl

Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 2 december, Utrecht. ▸ www.keurmerk.nl

Motorkettingzagen Opfristraining, 2 december, Arnhem. ▸ www.ipcgroen.nl

Machineveiligheid Cursus greenkeepers, 2 december, Batouwe, 3 december, Zaanstad. ▸ www.degroenepraktijk.nl

Hoe voer ik de regie over ons groen? Workshop, 4 december, Driebergen. ▸ www.EKootree.nl

Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl

Redactie Bakker hoofdredacteur 06 35 11 56 17 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Marrit Molenaar, Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Bert Hassing, John Jennissen vormgevers ▸ Wendy

▸ Basisvormgeving

46 Agenda.indd 46

Gerrie van Adrichem

Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld (0342) 49 48 44 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.

Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint

©BDUmedia, 2011 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.

TuinenLandschap | 24 | 2013

18-11-13 13:28

Foto Ralph Mens

Een reis naar Parijs Expositie, vanaf 21 november, IJssel Den Nul.


Foto Ralph Mens

Groene Gast

Dik Vonk U neemt afscheid als stadsecoloog van Haarlem. Hoe is het begonnen? „Mijn vader was vroeger chefbloemist bij de Stadskweektuin. Daar ging ik als scholier in de pauze al soorten kijken, de naambordjes interesseerden mij minder. In 1979 meldde ik mij als werkloos bioloog bij de plantsoenendienst met de opmerking dat ik verstand had van wilde planten en natuur. Dankzij een tijdelijke subsidie voor werkloze academici kon ik aan de slag. In 1983 kreeg ik een vaste aanstelling.”

U was de eerste stadsecoloog in Nederland, hoe ging u te werk? Dik Vonk was 35 jaar werkzaam als stadsecoloog bij de gemeente Haarlem.

„We vormden natuurbeheer om tot kleinschalig stedelijk groen. We probeerden alles uit. Hoveniers hadden geen verstand van

inheemse gewassen, daarom verzorgde ik interne scholing. Tegenwoordig is alles in procedures gevangen, er is geen ruimte voor innovaties. In Haarlem hebben we natuurbeheer vanuit de praktijk uitgebouwd naar de theorie. Het begint bij de plant en de burger die er naar kijkt.”

Hoe kijkt u tegen het fenomeen burgerparticipatie aan? „Burgerparticipatie is niet nieuw, maar het staat niet in de boekjes. Die lopen altijd achter bij de praktijk. Je moet niet zeuren over verstening van tuinen, maar mensen aanmoedigen om eetbaar groen te planten. Laat ze een appelboom planten en een bessenstruik. Daarna verleid je ze om ook buiten hun eigen tuin het stedelijk groen te verfijnen.”

Bent u optimistisch over de toekomst van natuurbeheer? „Ik ben optimistisch over de natuur, die is sterker dan het incidentele beheer. Als de aanleg goed in elkaar steekt, dan blijft de essentie overeind. Natuur regelt het meeste zelf, ondanks alle golven van modes en bezuinigingen. Wat ik na vele jaren heb geleerd is dat wat zeldzaam is bij groenbeheer, minder belangrijk is dan wat veelvuldig voorkomt.”

Hoe wordt u opgevolgd binnen de gemeente Haarlem? „Ik krijg geen opvolger. Vanuit mijn erfenis wordt aan beheerplannen gewerkt. Op opdrachtbasis wordt een ecologisch bureau ingeschakeld. Verder blijf ik beschikbaar om collega’s met advies bij te staan.” <

TuinenLandschap | 24 | 2013

Agenda.indd 47

47 18-11-13 13:28


533864.indd 48

18-11-2013 12:12:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.