24 Vakblad voor de groenvoorziening | 37e jaargang | 19 november 2015
Nominaties Tuin van het Jaar Eerste editie Future Green City Chemotuin als healing environment Lobby onkruidbestrijding op volle toeren
Voorplaat.indd 1
12-11-15 15:55
719223_.indd 2
16-11-2015 12:29:23
Inhoud
Nummer 24 | 19 november 2015
Nieuws 4 5 6 7 8
EFSA-rapport zet glyfosaatdiscussie op scherp Nederlandse verftuin op Chelsea Flower Show 2016 Europese toelating voor iepziektevaccin Dutch Trig ’Heel triest, de medewerkers worden hier nu de dupe van’ Tuin en Landschap online
Sortiment 10 Historische en ecologische schatten in Tilburgse kloostertuin 15 Plus-min: Tetracentron sinense 10
Bedrijf en Organisatie 16 Van kennis naar investeren in groen 19 Future Green City stelt stad centraal 21 Geschil: Nieuw gazon zit vol onkruiden en ongewenste grassen
Ontwerp en Inrichting 22 Tuin van het Jaar 2016: deze tuinen dingen mee 26 Herstellen in unieke ziekenhuistuin 16
Aanleg en Onderhoud 32 Lobby onkruidbestrijding draait op volle toeren 34 Kwaliteit controleren met de Resultaatsmeter
Machines en Gereedschap 38 De Herder-Fermex SC-410H, smal en wendbaar
Foto voorplaat Cees Rijnen
Service 22
43 44 46 47
Gespot: Gerecyclede beschoeiingen Leveranciersnieuws Agenda en cursussen Groene Gast: Hein Koningen
38
TuinenLandschap l 24 l 2015
Inhoud.indd 3
3 16-11-15 13:44
Nieuws
14.000 vrijwilligers actief op 15e Natuurwerkdag Foto Ed Olivier
EFSA-rapport zet glyfosaatdiscussie op scherp
Twaalf vrijwilligers hielpen 7 november met het uitdunnen van bosplantsoen bij ’t Huys Dever in Lisse. De groep maakte deel uit van ruim 14.000 groenliefhebbers die tijdens de 15e Natuurwerkdag de handen uit de mouwen staken. Dit recordaantal zegt iets over de belangstelling voor de groene omgeving. „Lekker bezig zijn in de natuur”, zo motiveerden veel vrijwilligers hun deelname. Zagen, snoeien en opruimen; met een beetje begeleiding kan iedereen het. Door de enorme deelname is veel onderhoud aan bomen, hagen, boomgaarden en houtwallen mogelijk. Daarnaast stimuleert het de belangstelling van de deelnemers voor de natuur in de omgeving. <
Voor- en tegenstanders van een verbod op chemische onkruidbestrijding reageren naar aanleiding van het EFSA-rapport over glyfosaat. In het rapport concludeert de EFSA dat er geen bewijs is dat glyfosaat kankerverwekkend is. Branchevereniging Nefyto pleit in een brief aan staatssecretaris Dijksma van Milieu voor een heroverweging van het gewasbeschermingsbeleid buiten de landbouw. Nefyto stelt dat het aan het Ctgb en de EFSA, de Europese voedsel- en warenautoriteit, is om te oordelen of bestrijdingsmiddelen veilig kunnen worden gebruikt. „Als EFSA en Ctgb constateren dat een toelating kan worden afgegeven met daarbij behorende gebruiksrestricties, is er geen aanleiding om tot een gebruiksverbod over te gaan.” Nefyto wil verder dat er harmonisatie is van regelgeving op Europees niveau. „Als het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in nederland
wordt verboden, terwijl het in buurlanden nog is toegelaten, leidt dat tot illegale aankopen en illegale toepassingen.” Tot slot zegt Nefyto het onbegrijpelijk te vinden dat het kabinet aan de ene kant groene gewasbeschermingsmiddelen stimuleert via een green deal, maar tegelijkertijd inzet op het verbieden van laagrisicomiddelen. Greenpeace heeft samen met zo’n veertig andere organisaties een brief gestuurd naar Eurocommissaris voor gezondheid en voedselveiligheid Andriukaitis. Volgens de organisaties laat EFSA in haar rapport haar oren hangen naar de producenten van glyfosaat. „Dit kan een eerste stap zijn in de hertoelating van de meest gebruikte gifstof in onkruidbestrijdingsmiddelen ter wereld.” Volgens Greenpeace baseert EFSA zich in het rapport op niet-gepubliceerde studies die zijn geschreven in opdracht van producenten als Monsanto. <
Commentaar
Verwarring Alsof er nog niet genoeg verwarring was over glyfosaat en chemische onkruidbestrijding, zet een rapport van de EFSA de hele discussie weer op losse schroeven. De EFSA, zeg maar de Europese voedsel- en warenautoriteit, verwijst een studie waarin glyfosaat als ’waarschijnlijk kankerverwekkend’ werd bestempeld, naar de prullenbak. Als leek zijnde kun je er alleen maar meewarig naar kijken. Eerst komt de IARC, zeg maar de wetenschappelijke tak van de Wereld Gezondheidsorganisatie, met een studie waarin glyfosaat in de op-eenna-hoogste categorie van kankerverwekkende stoffen wordt ingedeeld. Een paar maanden later stelt een ander instituut doodleuk dat er helemaal geen bewijs is dat glyfosaat kankerverwekkend is. Wie moet je dan nog geloven? Het is inmiddels bij glyfosaat al net zo gesteld als bij bijensterfte; voor- en tegenstanders van chemische
4
TuinenLandschap l 24 l 2015
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 4
bestrijdingsmiddelen citeren uit verschillende rapporten waardoor het lijkt alsof iedereen de waarheid aan zijn kant heeft. De groene vakman staat er intussen bij en kijkt ernaar. Mag er nou wel of niet volgend jaar chemisch onkruid worden bestreden? Zoals het er nu voorstaat, zou het zo maar kunnen dat de Europese Commissie, op basis van het EFSA-rapport, glyfosaat een nieuwe Europese toelating geeft. En dan wordt het voor de Nederlandse politiek heel moeilijk om een gebruiksverbod voor hetzelfde middel stand te houden. Het kabinet heeft zichzelf intussen nog wat extra bedenktijd gegund door het debat over gewasbescherming, dat voor 24 november stond gepland, naar 13 januari te verzetten. De lobby van voor- en tegenstanders van chemische bestrijding zit daarbij ook niet stil en roert zich deze dagen opvallend veel. In een artikel op pagina 32 kunt u hier alles over lezen. Ralph Mens rmens@hortipoint.nl
16-11-15 13:44
Nederlandse verftuin op Chelsea Flower Show 2016
Hoe ben jij bij dit Nederlandse project betrokken geraakt? „Via Gitta Luiten, de eigenaar van de Priona Tuinen van Henk Gerritsen. Ik werk daar als vrijwilliger. Luiten is eveneens artistiek-directeur van Farm of the World, een cultureel project in het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018. Dit project zoekt nieuwe toepassingsmogelijkheden voor producten van het platteland. Drijvende kracht daarachter is kunstenaar Claudy Jongstra. Zij haalt al twintig jaar verfstoffen uit historische verfgewassen, door middel van oude technieken die honderden jaren geleden ook al werden gebruikt. Daarmee verft ze wol, afkomstig van haar eigen kudde schapen, waarmee ze vervolgens kunstwerken maakt. De Nederlandse ambassade in Londen vroeg haar om daar een tuin van te maken voor de Chelsea
Artist impression van The Dye Garden.
Flower Show, via Gitta Luiten kwam ze in contact met mij en samen hebben we het ontwerp voor de tuin gemaakt.’’ Wat waren haar wensen voor het ontwerp? „De tuin moest een organische vorm krijgen, dat was een heel belangrijk uitgangspunt want Claudy is in haar werk veel bezig met natuurlijke processen, duurzaamheid en ecologie. Water was een tweede belangrijke wens, omdat water in het verfproces een belangrijke rol speelt. Bij het verven van wol, wordt altijd gewerkt met gezuiverd water omdat daardoor de verf beter aan de stof hecht. Verder zijn heel alledaagse planten belangrijk, goudsbloem, brandnetel en kaardebol bijvoorbeeld, verfplanten die in deze tuin in een ander perspectief worden gezet.’’ Kun je het ontwerp toelichten? „In de tuin draait het allemaal
Foto’s Stefan Jaspers
Twee Nederlanders hebben een tuin voor de Britse Chelsea Flower Show in 2016 (24 t/m 28 mei) ontworpen. Kunstenaar Claudy Jongstra gebruikt al jaren oude technieken om van planten natuurlijke verfstoffen te maken. Dit thema staat centraal in de Dye Garden waarvoor tuinen landschapsontwerper Stefan Jaspers (27) de vormgeving bedacht. Sponsor is de Nederlandse ambassade in Londen. Aan het woord is Stefan Jaspers.
Stefan Jaspers, www.stefanjaspers.nl
om transformatie, dit verwijst naar het proces dat Claudy jongstra doorloopt van verfgewas tot kunstwerk. Wanneer je planten gebruikt om verfstoffen te maken, is het elke keer weer een verrassing welke kleur de verf zal hebben, daar zitten elke keer nuanceverschillen in, dat is het grote verschil met synthetische verven. Het transformatieproces van plant naar verf naar kunstwerk willen we in de tuin laten zien. Daarom heb ik gekozen voor een spiraalvorm als symbool voor ontwikkeling, een duidelijke en toch organische vorm die contrasteert met de veelal weelderige wilde verfplanten. Een tweede vorm van transformatie zit in de looproute, eerst daal je in drie stappen af naar een niveau van -60 cm waardoor je de planten in een ander perspectief ziet, daarna loop je naar boven tot +60 cm wat ook weer een ander zicht op de planten biedt. Een derde vorm van transformatie zit in de manier waarop de planten zijn toegepast. Eerst zijn ze in grote groepen aangeplant, zodat elke afzonderlijke plant voor het voetlicht komt, van groepen gaat het langzamer over in menging van planten, om ook te laten zien welke combinaties mogelijk zijn. Als achterwand komt er een stellage met de kunstwer-
ken van gekleurde viltstukken van Claudy, centraal in de tuin plaatsen we een Flowformwaterelement waarin gekleurd water circuleert.’’ Wat is het doel van de tuin? „We willen mensen bewust maken dat er veel meer mogelijkheden zijn met planten en natuurlijke materialen.’’ Vond je het niet raar om brandnetels in je beplantingsplan te verwerken? „Nee, door mijn vrijwilligerswerk in de Priona Tuinen kijk ik inmiddels niet meer raar op van brandnetels in de tuin. Waarom zou je die weghalen? Ze zijn immers belangrijke waardplanten. Overigens verdiep ik me al langer in de ecologie van de beplanting, in de natuurlijke processen. Wat gebeurt er in je tuin als je niets doet? En hoe gedragen planten zich ten opzichte van elkaar? Zelf experimenteer ik ook met planten in mijn proeftuin. Lang niet alle verfplanten kende ik al, maar daar heeft Claudy natuurlijk heel veel ervaring mee. Samen hebben we de planten uitgekozen.’’ Heb je al eerder een showtuin ontworpen? „Ja, vorig jaar heb ik voor de Tuinexpo van Luttenberg een tuin ontworpen. Zo’n 2,5 jaar geleden heb ik mijn studie tuinarchitectuur aan Van Hall Larenstein afgerond en vorig jaar wilde ik voor het eerst reclame voor mijn bureau gaan maken door een showtuin te maken. Die heeft me veel werk opgeleverd.’’ Ben je zelf al eens op de Chelsea Flower Show geweest? „Nee, vorig jaar was ik op vakantie in Engeland en toen heb ik wel bedacht dat ik zeker een keer naar deze show moest gaan. Maar dat dat niet als bezoeker, maar als ontwerper zou zijn, had ik niet kunnen bedenken.’’
TuinenLandschap l 24 l 2015
NieuwsPag_4-5_A_def.indd 5
5 16-11-15 13:44
Nieuws
Europese toelating voor iepziektevaccin Dutch Trig
Dutch Trig wordt al jaren ingezet in Nederland, Duitsland en Zweden (en de Verenigde Staten en Canada). In de rest van Europa was het middel echter nog niet toegestaan. De uitgebreide toelatingsprocedure voor ieder individueel land belemmerde een grootschalige Europese inzet van het middel.
Harmonisatie Al jaren is er in de Europese Unie een proces van harmonisatie van wet- en regelgeving op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen en biociden gaande. Om dubbel werk te vermijden, de administratieve belasting van bedrijven en lidstaten te verminderen en
een geharmoniseerde beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen te vergroten, moeten toelatingen die door een lidstaat worden verleend, door andere lidstaten met vergelijkbare landbouw-, fytosanitaire en ecologische (waaronder klimatologische) omstandigheden worden aanvaard.
Zones Europa is daarbij ingedeeld in drie zones waarvan de klimaten het meest op elkaar lijken. Nederland ligt in de Centrale Zone samen met België, Tsjechië, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. In Europa wordt Dutch Trig sinds 1992 gebruikt. Het is een preventieve vaccinatie voor iepen, in de jaren ’80 ontwikkeld door de universiteit van Amsterdam. Het middel op basis van een Verticillium-soort bereidt gezonde iepen voor op aanvallen van iepziekte. <
Foto Wim van de Meerendonk
Het biologische middel Dutch Trig - een vaccinatie tegen iepziekte - heeft een Europese toelating gekregen voor Zone B (Centraal). Dat betekent dat er voor landen in die zone geen uitgebreide toelatingsprocedure meer gevolgd hoeft te worden maar kan worden volstaan met het aanvragen van een ’wederzijdse erkenning’.
Eerste honingsnelweg ter wereld geopend langs A4 Vorige week is een begin gemaakt met het inzaaien van de bermen van het nieuwe stuk A4 tussen Delft en Scheidam. Initiatiefneemster van de Honey Highway is Deborah Post. Samen met Adri Franken van Rijkswaterstaat strooit ze bloemenzaad gemengd met zand uit op het talud van de A4 ter hoogte van Schipluiden. Het bloemen- en kruidenmengsel is samengesteld uit 44 streekeigen soorten. Rijkswegen zijn volgens Post uitermate geschikt voor bijen omdat de snelwegberm de enige onbespoten schrale grond is in Nederland. <
c o l u m n
Lodewijk Beeldvorming en imago: dat is waar het in dit visueel ingestelde tijdperk veelal om draait. Ook het succes van de hovenierssector is daarvan afhankelijk. Eigenlijk denk ik dat ons dat al decennialang parten speelt. Het Hendrik-Jan-de-Tuinman-imago schud je niet zomaar van je af. Het beeld van de tuinman met een rieten hoed, dat pronkt op elk stuk gereedschap werd een soort beeldmerk voor een hele sector. Een soft beeldmerk wel te verstaan. We werden, en worden, eigenlijk niet helemaal voor vol aangezien. Dat is geheel onterecht: een hovenier heeft een veel bredere opleiding en moet van veel meer markten thuis zijn dan menig andere middelbaar opgeleide vaktechnicus. Maar toch merk ik dat de consument nog steeds makkelijker zestig euro per uur betaalt voor een automonteur dan vijftig euro per uur voor een hovenier.
6
Gelukkig zijn er nu twee nieuwe tuingoden die de beeldvorming van de hovenierssector totaal veranderen: Tom en Lodewijk. Boer Tom was maandenlang de meest gewilde hunk van Nederland en Lodewijk is dat al jaren. Daarmee is onze sector sowieso sexy geworden. En wie beslist er meestal over de tuin? Juist! De vrouw des huizes. Daarbij komt dat Lodewijk ook nog eens heel goed is met kinderen en zich inzet ze te betrekken bij het groen middels Green Kids. Eveneens is Lodewijk de man achter NL Greenlabel dat zich inzet om tuinen en buitenruimtes duurzamer in te richten. Zo’n ambassadeur hadden wij nodig! Eén minpuntje: wel een verdomd onhandig kapsel voor een hovenier maar dat is hem vergeven. Gaat om de beeldvorming!
Bart Hoes tuinontwerper Jack van Haperen ontwerper/hovenier Mark Kino ontwerper
Jack van Haperen sales@formaverde.nl TuinenLandschap l 24 l 2015
NieuwsPag_6-7-8.indd 6
16-11-15 13:45
’Heel triest, de medewerkers worden hier nu de dupe van’
Foto Wim van de Meerendonk
Directeur Erwin Janssen van Dolmans Landscaping Group herkent zich niet in klachten van Presikhaaf Bedrijven over werkomstandigheden bij joint-venture Monsdal Arnhem. Presikhaaf beëindigde op 6 november onverwacht de samenwerking met Monsdal. Vierenveertig gedetacheerde SW’ers van Presikhaaf zijn per direct weggehaald bij Monsdal Arnhem. Volgens de directie van Presikhaaf gaven klachten over werkomstandigheden de doorslag om per direct de samenwerking op te zeggen. Dolmans en Presikhaaf startten in 2012 een joint-venture waarbij 110 medewerkers van het SW-bedrijf in de omgeving Arnhem in de groenvoorziening aan het werk gingen. Dolmans heeft via dochterbedrijf Monsdal vier van dergelijke jointventures. Naast Arnhem zijn er twee in Limburg en één in Noord-Nederland. Ook zijn er
Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
plannen voor nieuwe samenwerkingen met SW-bedrijven in 2016. Janssen zegt zich niet te herkennen in de klachten vanuit Presikhaaf. „Wij werken al sinds 2007 in deze markt en hebben 450 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die binnen Monsdal actief zijn. Wij weten dus waar we mee bezig zijn.” Janssen stelt ook nooit eerder klachten te hebben ontvangen uit andere samenwerkingen.
Beperkingen Woordvoerder Wim Kruyswijk van Presikhaaf stelt dat te weinig rekening werd gehouden met beperkingen van medewerkers, en dat bepaalde werkzaamheden te zwaar waren. „Deze klachten zijn doorgegeven aan de FNV. We zijn niet over één nacht ijs gegaan bij het opzeggen van de samenwerking.” Janssen zegt dat hij graag met de FNV hier-
over in gesprek wil, maar geen uitnodiging heeft ontvangen. Volgens Janssen heeft het conflict vooral een financiële achtergrond. „Wij waren met Presikhaaf in gesprek over uittreding van het bedrijf als aandeelhouder uit Monsdal. De bedoeling was dat we verder zouden gaan als strategisch partner. Er was echter een meningsverschil over de financiële afwikkeling. Hier zouden we vorige week verder over spreken, toen Presikhaaf opeens de mensen terughaalde. Heel triest, sommige medewerkers stonden hier huilend op kantoor. Zij worden hier de dupe van.” Monsdal Arnhem gaat door met groenactiviteiten in de regio met de 35 niet-SW’ers die er werkzaam zijn. Om de continuïteit te garanderen worden medewerkers van elders tijdelijk ’ingevlogen’. Janssen stelt dat zijn bedrijf imagoschade heeft opgelopen door
NieuwsPag_6-7-8.indd 7
Afspraken FNV-bestuurder Paul Lempens denkt dat de problemen zijn ontstaan doordat er vooraf onvoldoende goede afspraken zijn gemaakt tussen Presikhaaf en Monsdal. Lempens zegt dat er geen contact is gezocht met Monsdal, omdat Presikhaaf als werkgever voor de FNV het aanspreekpunt blijft. Verder bevestigt de FNV-bestuurder dat er vanuit andere joint-ventures van Monsdal geen klachten zijn vernomen. Volgens Lempens zijn er bij FNV zorgen over detachering van SW’ers in het algemeen. „De productie moet niet voorop staan. Toch lijkt het in het algemeen goed te gaan.” <
vhg
Ouderen Nederland is in een rap tempo aan het vergrijzen. Maar wat ik opvallend vind, is dat de zorg steeds kariger lijkt te worden. Tot nog niet zo lang geleden, voelden we ons als gemeenschap verantwoordelijk voor de zorg voor onze ouderen en waren er diverse voorzieningen voor beschikbaar. Nu lijken er steeds meer verzorgingstehuizen gesloten te worden, moeten senioren langer zelfstandig blijven wonen en voeren de kinderen zorgtaken mee uit. Kunnen wij als hoveniers en groenvoorzieners ook een bijdrage leveren aan het mogelijk maken, dat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen? Met die vraag in mijn achterhoofd ben ik gisteren voor het eerst aanwezig geweest bij de Doetank Zorg. Dit is
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
Presikhaaf en beraadt zich op nadere stappen tegen het SW-bedrijf. „Elders werkt de constructie wel en scoren we goed bij de SW-medewerkers. Dat maakt het extra zuur.”
een initiatief van thuiszorgorganisatie Actiz, woningbouwkoepel Aedes en MKB-Nederland. Naast deze organisaties waren VNG en de bouw- en installatiebranche vertegenwoordigd. Nu weet ik dat al veel hoveniers ouderen ontzorgen in het onderhoud van hun tuin. Zouden we nog meer kunnen doen en nieuwe verbindingen kunnen leggen? Al direct schoten mij diverse ideeën te binnen. Contacten met gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars en VvE’s. Op lokaal niveau onze hoveniers en groenvoorzieners laten aanhaken bij netwerken waar zorg voor ouderen centraal staat. Er ligt hier volgens mij een mooie rol voor onze groene branche weggelegd.
TuinenLandschap l 24 l 2015
7 16-11-15 13:45
Tuin en landschap o
nline
www. tuinenlandschap. nl
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
Onvoldoende kennis over gebruik vitale tuinen
wim kremer @wimkremer Leuke afsluiter van de week. Opdracht @DonkergroenNL van @Schageninfra voor groenwerk #zuidmaten #beilen #dank
De kwaliteit van vitale tuinen is niet overal hetzelfde omdat deze vaak worden aangelegd door niet-gespecialiseerde bedrijven. Dat staat in het afstudeeronderzoek ’De vitale tuin; De optimale vitale tuin, een illusie of een streven?’ van Bob Pruijssers in opdracht van CAH Vilentum Almere.
BomenOverLeven @BomenOverLeven De kapplannen vliegen je om de oren, wie er op let. Nederland is een buitengewoon boomonvriendelijk land.
Stadslandbouw draagt bij aan gezondheid Buurtmoestuinen kunnen bijdragen aan de gezondheid van de betrokken burgers en de kwaliteit van de leefomgeving. Dat blijkt uit literatuuronderzoek van het RIVM.
AugieVissers @AugieVissers Hoe kunnen de baten van stedelijk groen voor gezondheid en welzijn beter worden benut? Onderzoek gestart.
Waterplantenkweker Ronald Moerings verongelukt
Nefyto @NefytoNL vinden jullie het logisch: eerst groene #gewasbescherming stimuleren #GreenDeal en vervolgens gebruik ervan verbieden?
Waterplantenkweker Ronald Moerings (44) is overleden bij een verkeersongeval in Duitsland. Dat bevestigt een medewerker van het bedrijf uit Roosendaal. Moerings behoort tot de meest toonaangevende bedrijven in de internationale sierteelt.
Natuurbericht @natuurbericht Landbouwgebied een vlinderwoestijn?
Tulpen uit Amsterdam voortaan biologisch De gemeente Amsterdam gaat voortaan alleen nog biologisch geteelde bollen in de openbare ruimte planten. Dit gebeurt op initiatief van de Partij voor de Dieren. Uit onderzoek blijkt dat veel bloemen grote hoeveelheden bestrijdingsmiddelen bevatten.
Bio-tulpen uit Amsterdam tuinenlandschap.nl De gemeente Amsterdam plant voortaan alleen nog maar biologische bollen aan in de openbare ruimte. Goed voorbeeld doet volgen?
Zomerlindes voor bijen langs wandelroute
Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep.
63% Foto Het Groene Woud
zei ja tegen de stelling:
Ab
on
nee
r
Op 7 november is een wandelroute tussen Oisterwijk en Tilburg geopend. Langs de Wandelroute Duurzaamheidsvallei zijn door vrijwilligers bomen geplant. Voorzitter Duurzaamheidsvallei Henk Hoppenbrouwers: „Op de grond planten we diverse zomerlindes. Deze bomen verbeteren het leefklimaat voor bijen.”
’De huizenmarkt trekt aan, daar profiteren wij als groenbedrijf ook van’ Stem mee over de volgende peiling:
’Verbod glyfosaat terecht op losse schroeven na EFSA-rapport’
Ni u op de Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website eu Tuin Foto’s Filmpjes Dossiers Documenten en links naar websites Praat mee ws enL bri ands ef chap 8 TuinenLandschap Landschap l 2244 l 2015
NieuwsPag_6-7-8.indd 8
16-11-15 13:46
719224_.indd 9
16-11-2015 13:14:21
Sortiment
Rechthoekige vijver met gazon en haag rondom. Op de achtergrond de cirkelgroep van witte esdoorns met een beeld van de aartsengel MichaĂŤl. Linksachter een Magnolia.
10
Cirkelvormige groep van witte esdoorns met beeld van de aartsengel MichaĂŤl.
TuinenLandschap l 24 l 2015
Kloostertuin.indd 10
12-11-15 15:55
Historische en ecologische schatten in Tilburgse kloostertuin Er zijn van die groene parels uit lang vervlogen tijden die het behouden meer dan waard zijn. Een daarvan is de grote, deels openbaar toegankelijke kloostertuin van de Congregatie der Zusters van Liefde in Tilburg. Gelegen midden in de stad biedt de kloostertuin een rijkdom aan historische en ecologische waarden voor de hedendaagse gebruiker.
Tekst Bert Maes, Lucia Albers en Anja GuinĂŠe | Beeld Bert Maes
I
n 1832 vestigde de Rooms Katholieke Orde van de Zusters van Liefde zich aan de Oude Dijk in Tilburg. Het was de eerste vestiging van een internationale orde. Tilburg was toen nog een dorp maar had, vooral door de toename van wollenstoffenfabrieken, een groeiende bevolking. Het Tilburgse klooster van de Zusters van Liefde behoorde tot de grotere kloosters, waar onderwijs, wezenopvang, ziekenzorg, een internaat en een drukkerij onderdeel van uitmaakten. Rond 1900 was er in het centrum van Tilburg een ongekend groot kloostercomplex te zien. Het klooster was zoveel mogelijk zelfvoorzienend en had een groot gebied ter beschikking voor vee en de verbouw van groente en kruiden, fruit en tuinen voor recreatie en bezinning. Nu is het enorm lange gebouw met achtervleugels een rijksmonument, dat dienst doet als zorgcentrum. De onbe-
bouwde en ommuurde kloostertuin ligt nog steeds in het hart van de stad, die inmiddels meer dan 200.000 inwoners telt. In 1987 is ongeveer de helft van het terrein ingericht als een openbaar park en door een nieuwe muur afgescheiden. In opdracht van de gemeente Tilburg heeft bureau Albers Adviezen Historische Parken, in samenwerking met Anja GuinĂŠe Landschapsarchitectuur en Ecologisch Adviesbureau Maes een onderzoek uitgevoerd naar de cultuurhistorische en ecologische waarden van de tuinen. Ook hebben zij geadviseerd over het beheer en de toekomst ervan. In dit artikel beperken zij zich tot de niet-openbare kloostertuinen.
De tuinen nu De inrichting van de kloostertuinen is sterk bepaald door de herinrichting
in 1991 door Bureau Buys en Van der Vliet. Er is toen, in die tijdgeest, gekozen voor een vrij strakke tuininrichting met verschillende tuincompartimenten met een eigen sfeer. Bij het ontwerp werd rekening gehouden met de globale 19e eeuwse structuur en tuinassen. Enkele bijzondere, oudere tuinelementen en bomen werden behouden. Sommige heiligenbeelden werden verplaatst naar markante plekken. De bodem van het terrein is zandig en plaatselijk, vanwege het gebruik, enigszins humeus. Vroeger liep er een klein beekje doorheen. Kenmerkend voor het ontwerp van 1991 is de tweedeling van de tuin. Deze wordt gescheiden door een laan van zoete kersen. Hierdoor ontstond er een noordelijke groep van besloten kleine tuinen tussen de achtervleugels van de kloostergebouwen. Ten zuiden van de
TuinenLandschap l 24 l 2015
Kloostertuin.indd 11
>
11 12-11-15 15:55
laan zijn verschillende parkdelen ontstaan, omsloten door hagen. In de noordelijke, besloten tuindelen werden twee oudere hagen met haagbeuk gehandhaafd en op één plaats gecombineerd met een Calvarie-beeldengroep. Een Heilig Hartbeeld werd verplaatst naar een hoek bij de oostelijk gelegen oude neogotische kapel. Opmerkelijk zijn drie rond 1900 geplante treuressen die als onderstutte prieelbomen zijn gesnoeid. Ze stonden symbool voor de eeuwige gelofte van de zusters, de tijdelijke gelofte en de intrede van de novicen. Aardig in het ontwerp van 1991 zijn de vierkante buxus- en taxushaagjes. Opvallende bomen zijn hier Taxus, Prunus padus en Magnolia.
den van een kort gemaaid bloemloos gazon. Je treft er bruine beuk, kronkelwilg, kronkelhazelaar (een grillig oud meerstammig exemplaar van meer dan 4 m omtrek), Ilex acquifolium ’Rubricaulis Aurea’, Cedrus libani ’Glauca’, Prunus serrulata en en rode Acer platanoides aan. Een ronde groep van vijf Acer saccharinum in de as van de vijver vormt de achtergrond van een beeld van de aartsengel Michaël. De begraafplaats is vanaf 1929 sober ingericht met twee grote beuken aan weerszijde van de entree. De tuinen zijn geheel ommuurd en worden aan de binnenzijde begeleid door dichte soortenrijke boom- en heestergroepen.
Ecologische waarden De zuidelijke tuinen In het zuidelijk parkdeel wordt de beslotenheid aan de westkant prachtig geaccentueerd door halve loofgangen (berceau’s) van gesnoeide Carpinus betulus en deels van Crateagus monogyna. In het westelijke deel staat eveneens een monumentale cirkelvormige groep van Alnus x spaethii uit circa 1960. Dominant is een hoge Picea breweriana (sluierspar). De jongere hagen bestaan uit Fagus, Ligustrum, Elaeagnus, Buxus, Taxus, Ilex x meserveae, Lonicera nitida, Viburnum tinus en Thuja. Aan de oostzijde staat een opmerkelijke perenberceau, Pyrus communis ’Conference’, die eindigt bij een Sint-Jozefbeeld. In het meest oostelijke en grootste parkdeel ligt bij de entree een omhaagd, smal rechthoekig vijvertje. Er staan verspreide, ook grotere bomen te mid-
De ecologische of natuurwaarde heeft betrekking op de mogelijkheden voor spontane plantengroei en dieren. Voor steden heeft dat beperkingen, maar contact met natuur is ook voor de woonomgeving van groot belang. Met de omvang van het tuinen- en parkencomplex, midden in het stadscentrum, is Tilburg ecologisch geweldig gefaciliteerd. Het besloten deel is rijk aan heesterborders en hagen, het stadsparkdeel kent een natuurlijke aanleg en heeft oudere bomen. Hiermee zijn er voor allerlei vogelsoorten, zoogdieren en ongewervelde dieren schuil- en broedgelegenheden en voedselbronnen te vinden. Tijdens het onderzoek werd in het besloten deel zelfs een vos ontdekt, een eerste waarneming in het centrum. Daaruit blijkt dat er onverwachte mogelijkheden voor migratie aanwezig zijn. Ook zijn de bosuil, groene specht, dwergvleermuis en boomblauwtje er waargenomen.
Vooral het behoud van oude en grote bomen is van ecologisch belang. De natuurwaarden van het gebied zal met het ouder worden van de kloostertuinen alleen maar toenemen. Op onderdelen, zoals de mogelijkheden voor waterlevensgemeenschappen, muurvegetatie en bloemrijke gazons zijn er aanbevelingen voor verbeteringen.
Cultuurhistorie en religie Ofschoon met het ontwerp van 1991, en ook wijzigingen van daarvóór, de tuinen aan cultuurhistorische waarden hebben ingeboet, zijn er zeker pluspunten te benoemen. In de tuinen zijn de oude globale indeling en zichtlijnen herkenbaar. Met waardevolle historische elementen als loofgangen, hagen, beelden en een aantal oudere bomen en heesters zijn verschillende tijdslagen te herkennen. Ook kan het ontwerp van het Bureau Buys en Van der Vliet als een nieuwe tijdslaag geslaagd aangemerkt worden. Juist vanwege de kloostergeschiedenis is behoud van elementen die verband houden met kerkelijke en religieuze gebruiken extra van betekenis, zoals buxus (het palmtakje met Pasen) en de hulstbessen en sparrentakken. Deze geven sfeer en traditie aan kerst. De drie prieel-essen zijn als symbolische groenelementen interessant. Een nieuwe toevoeging is de uit Japan afkomstige kronkelwilg die het hier tot paastak heeft geschopt. Om de religieuze waarden van de kloostertuin te versterken, is het aan te bevelen om het religieus sortiment uit te breiden.
Het klooster van de Congregatie der Zusters van Liefde aan de tuinzijde met fruitbomen en berceau, circa 1920.
12
TuinenLandschap l 24 l 2015
Kloostertuin.indd 12
12-11-15 15:55
Tuingedeelte met buxushaagjes; op de achtergrond de neogotische kapel met Heilig Hartbeeld.
Oudere heg van haagbeuk met Calvarie-beeldengroep.
Een in etage gesnoeide treures.
Linksachter de halve loofgang van haagbeuk, de Japanse kers en rechts Chamaecyparis.
De perenberceau met op het einde het beeld van Sint Jozef.
Lange kloostergevel aan de straatzijde Oude Dijk in Tilburg.
<
TuinenLandschap l 24 l 2015
Kloostertuin.indd 13
13 12-11-15 15:55
719225_.indd 14
16-11-2015 12:29:35
Sortiment
Tetracentron sinense Niet veel mensen zullen direct een beeld hebben bij Tetracentron sinense en nog minder mensen zullen deze kleine boom direct herkennen. Het is een boom zonder een uitgesproken eigenschap als sierwaarde. Hij moet het vooral hebben van het totaalbeeld. Dus gewoon een sierlijke kleine boom: niets meer en niets minder. Tekst en beeld Ronald Houtman, sortimentsdeskundige
Z + Sierlijke plant-/ boomvorm + Stelt weinig eisen + Zeldzaam (plant eens wat anders)
– Vermeerdering – Weinig specifieke sierwaarde – Winterhardheid op jonge leeftijd
oals zoveel van onze tuinplanten komt ook Tetracentron sinense van origine uit Azië. Om precies te zijn komt de boom voor in Centraal- en West-China, Tibet, het noorden van Myanmar (Birma) en het oosten van Nepal. De boom groeit daar in gemengde bossen op berghellingen, samen met onder andere Cercidiphyllum en Davidia. In zijn natuurlijk verspreidingsgebied kan T. sinense uitgroeien tot een boom van circa 30 m. Maar in cultuur (in West-Europa) blijft de boom beduidend kleiner. Gewoonlijk wordt hij bij ons niet hoger dan een meter of 10. Vanuit een forse struikvorm groeit hij uit tot een kleine boom. Lange, sierlijk overhangende takken geven de boom een typisch en vrij herkenbaar beeld. De bladeren zijn eveneens vrij opvallend en lijken oppervlakkig wel iets op Cercidiphyllum. Ze zijn ovaal met een vrij lang toegespitste top, hartvormige voet en fijngezaagde bladranden. De bladeren zijn circa 10 cm lang, aan jonge planten vaak 15 cm of groter. Ze zijn dofgroen van kleur. Soms is de bladsteel purper(rood) gekleurd, evenals de eenjarige twijgen. Ook de herfstkleur, die over het algemeen niet veel voorstelt, kan purperachtig zijn. De afzonderlijke bloemen zijn zeer klein, lichtgroen en onopvallend. Ze hangen in tot
20 cm lange trossen onder de twijgen. Hoewel ook de bloemtrossen nog steeds geen bijzonder opvallende verschijning vormen, dragen ze wel bij aan de algehele sierlijke uitstraling van T. sinense. De kleine bruine doosvruchten met vier ’sporen’ verschijnen in ons klimaat niet of nauwelijks. Ze hebben geen sierwaarde maar hebben Tetracentron wel zijn naam gegeven. Deze is afgeleid van de Griekse woorden tetra (= vier) en kentron (= spoor).
Moeizame vermeerdering Dat deze boom weinig wordt toegepast, heeft niet alleen te maken met de vrij lage sierwaarde maar ook met de moeizame vermeerdering. T. sinense kan namelijk alleen door zaaien worden vermeerderd. Kwekers zijn dus afhankelijk van het aanbod aan zaden: vaak in geringe hoeveelheden en dan ook nog vrij duur. Qua toepassing is T. sinense vooral geschikt voor aanplant in tuinen en parken. Alleen al vanwege de (zeer) beperkte beschikbaarheid, en daarmee in verhouding staande prijs, is de boom ongeschikt voor toepassing in het openbaar groen. De boom is dus vooral geschikt om als solitair in tuinen te worden toegepast. Het is dus een typische liefhebbersplant. <
TuinenLandschap l 24 l 2015
Tetracentron.indd 15
15 16-11-15 12:18
Bedrijf en Organisatie
De Groene Agenda
Van kennis naar investeren in g In december 2014 kregen FloraHolland en iVerde groen licht van de Topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen om vier projecten te starten. Dit gebeurt onder de vlag van De Groene Agenda. Een overzicht van de initiatieven die op termijn moeten zorgen voor een gezondere stedelijke leefomgeving, gefundeerde argumenten om de economische waarde van groen in de besluitvorming mee te nemen ĂŠn kassa voor ondernemers.
Tekst Ron Barendse en Wendy Bakker | Beeld Zeilstra & Partners en Ralph Mens
16
TuinenLandschap l 24 l 2015
De Groene agenda.indd 16
12-11-15 15:55
is en op welke locatie. En dat is belangrijk volgens Albert Haasnoot, manager Corporate Affairs van FloraHolland en programmamanager van De Groene Agenda. ,,Zo krijgen wij goed op het netvlies waar de marktkansen liggen. Het is vervolgens aan de sector om deze kansen op te pakken en op die manier nieuwe verdienmodellen te creëren. De boodschap: ’Investeer in groen!’ krijgt door dit onderzoeksprogramma een nog steviger fundament.” Er is dan ook een Klankbordgroep ondernemers ingesteld waarin, naast de direct uitvoerenden van De Groene Agenda, iVerde en FloraHolland, ondernemers zitten die meedenken over welke concrete businesscases er zijn te realiseren. Investeren in groen levert uiteindelijk een gezondere, leefbare samenleving op, is de overtuiging van Roozen, Haasnoot en Leon Smet, secretaris Boomkwekerij van handelsbond Anthos. ,,Wij hebben als groene sector daarin een belangrijke verantwoordelijkheid naar de maatschappij toe.” In dat kader noemt Smet eveneens ’De Groene Health Check’, een van de projecten waarvoor volgend jaar een subsidie-aanvraag wordt gedaan. ,,We verwachten veel van deze tool die het effectief gebruik van stadsgroen door planners, ontwerpers, ontwikkelaars, hoveniers en groenvoorzieners ten behoeve van maatschappelijke doelstellingen (gezonde woon-/werk-/leefomgeving) moet stimuleren.”
Onderzoeksprogramma
„
n groen
D
e tijd is voorbij dat we groen alleen moeten zien als decoratie. Groen heeft talloze maatschappelijke voordelen en die eigenschappen moeten we functioneel inzetten”, zegt VHGdirecteur Egbert Roozen. De VHG, Anthos en LTO Vakgroep Bomen en vaste Planten vormen samen iVerde, die met FloraHolland De Groene Agenda inhoud geven. Een belangrijk onderdeel van De Groene Agenda is het inventariseren van wat er wereldwijd aan onderzoek heeft plaatsgevonden op het gebied van groen in de binnen- en buitenruimte, zoals in de projecen van ’Groen naar Gezond’ en ’Ecosysteemdiensten van Boomkwekerijproducten’ die dit jaar van start zijn gegaan. Onlangs is eveneens begonnen met twee grote effectmetingen, ’Groen voor Grijs’ en ’Groene gezonde ziekenhuizen’. Elk van deze projecten is een publiek-private samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. De kennis die uit deze onderzoeken voortvloeit moet vervolgens worden geborgd in een kennisbank.
Munt en maatschappij Het doel van de onderzoeken is om helder te krijgen welk groen op welke manier functioneel
De Groene Agenda heeft een looptijd van vijf jaar en kent vier thema’s: wonen, werken, leren en herstellen. Hierna volgen de vier projecten waarvoor iVerde en FloraHolland in december 2014 het groene licht kregen en die via De Groene Agenda worden uitgevoerd. In totaal is €2,2 miljoen beschikbaar voor deze projecten. Grotendeels zijn de projecten een doorvertaling van De Groene Stad-gedachte die het wonen, werken en leven in een natuurrijke stad nastreeft. 1. Van Groen naar Gezond Binnen dit kortlopende project wordt geïnventariseerd welke kennis er in Nederland en het buitenland voorhanden is voor wat betreft het effect van groen op gezondheid en welzijn van mensen. Het gaat dus niet om nieuw onderzoek, maar vooral om het ophalen van al aanwezige kennis. Gekeken wordt bijvoorbeeld naar de rol die groen speelt bij het voorkomen of verminderen van onder andere depressies, dementie of burn-out. Het bij betrokkenen onder de aandacht brengen van het feit dat groen het maken van ziektekosten kan voorkomen, is hierbij een belangrijk actiepunt. Het komt vooral neer op het benadrukken van de baten van groen. Wat moet het opleveren: inventarisatie van kennis als basis van groenconcepten rondom dit thema. >
TuinenLandschap l 24 l 2015
De Groene agenda.indd 17
17 12-11-15 15:55
Uitvoering: Alterra Wageningen UR. Duur: 2015. 2. Ecosysteemdiensten van Boomkwekerijproducten Dit project is in september van dit jaar gestart en voorziet in een deskresearch - het ophalen van bestaande kennis - naar de rol die bomen, heesters en vaste planten kunnen spelen bij het leefbaarder maken van steden. Thema’s waarnaar wordt gekeken zijn de luchtzuiverende en verkoelende werking van groen in de stad. Daarnaast wordt gekeken naar de positieve invloed van groen op de biodiversiteit en de mogelijkheid van waterretentie in de stad. De eerste resultaten worden in februari 2016 verwacht. Voor het eerste jaar is de financiering rond maar voor het tweede en derde jaar wordt nog gezocht naar financiers. Wat moet het opleveren: inventarisatie van kennis als basis voor de ontwikkeling van groenconcepten rondom de baten van groen en fact-sheets met sortimentsinformatie. Uitvoering: Jelle Hiemstra, PPO-Wageningen UR en andere partijen als hogescholen en gemeente Den Haag. Duur: 2015 - 2018. 3. Groen voor Grijs Groen voor Grijs erkent vergrijzing als een belangrijk maatschappelijk thema. In een wijk in Oisterwijk - met relatief veel oudere bewoners wordt onderzoek gedaan naar de invloed van een groene inrichting van de wijk op de vitaliteit van de bewoners. Onderzocht wordt onder andere wat het vervangen van laagwaardig groen door hoogwaardig groen betekent voor het welbevinden van de mensen uit de wijk. Dit moet leiden tot informatie waarmee gemeenten niet alleen kijken naar
wat groen kost, maar vooral ook wat de positieve effecten hiervan zijn. Wat moet het opleveren: inzicht in het belang van groen op het welbevinden van ouderen en bijpassende beplantingsconcepten. Uitvoering: bij het project zijn twaalf partijen betrokken waaronder de Nature Assisted Health Foundation en de provincie Noord-Brabant. Duur: 2015 - 2018. 4. Groene gezonde ziekenhuizen Uit Amerikaans onderzoek uit de jaren ’80 bleek dat groen, waarbij het niet uitmaakte of dit binnen- of buitengroen betrof, zorgde voor minder medicijngebruik bij patiënten die herstellende waren. Dit onderzoek krijgt in het project Groene gezonde ziekenhuizen een vervolg. Zo worden patiënten geïnterviewd die gebruikmaken van de chemotuin in het Tergooi ziekenhuis in Hilversum (zie artikel pagina 26). In deze overdekte tuin kunnen patiënten dichter bij de natuur hun chemotherapie ondergaan, waarmee verwacht wordt dat dit de stress rondom hun ziekte vermindert en zelfs zou kunnen leiden tot een lager aantal chemo-behandelingen. De verwachting is dat de komende jaren tweederde van de Nederlandse ziekenhuizen gaat verbouwen. Dat maakt het project Groene gezonde ziekenhuizen volgens de initiatiefnemers kansrijk. Wat moet het opleveren: inzicht in de effecten van binnen- en buitengroen op het herstelvermogen van patiënten en het welzijn van bezoekers en personeel. Daarbij moet groen hoger op de agenda komen van onder andere ziekenhuisdirecteuren en verzekeraars dan nu het geval is. Uitvoering: Jolanda Maas, VU Medisch Centrum Amsterdam. Duur: 2015-2019.
Kinderen die samen met hun leidster van de kinderopvangorganisatie moestuinieren in de Generatietuin Den Haag.
Subsidieaanvraag projecten 2016 Voor volgend jaar hebben iVerde en FloraHolland opnieuw voor vier projecten subsidieaanvragen gedaan bij Topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Het betreft hier zowel projecten voor binnen- als buitengroen. De verwachting is dat begin december duidelijk wordt of de aanvragen worden toegekend. ▸ 1. De groene health check. Hierbij wordt in de stedelijke omgeving zowel het particuliere als het openbaar groen in kaart gebracht, in relatie tot het effect en de beleving ervan. De uitkomst hiervan biedt beleidsmedewerkers van bijvoorbeeld gemeenten inzicht hoe het met het groen in hun gemeente staat. Verbeterpunten kunnen op deze manier naar voren komen. ▸ 2. Groen voor een prima binnenklimaat. Dit project wil werk maken van het positieve effect van binnengroen op het binnenklimaat van werkplekken en scholen. ▸ 3. Facility Management en vitale tuinen in de ouderenzorg. Dit project richt zich met name op mensen die verantwoordelijk zijn voor facility management in de ouderenzorg. Deze verantwoordelijken moeten worden bewogen om vaker voor groen te kiezen. ▸ 4. Gezond groen in en om scholen. Hierbij komt de focus te liggen op een cross-over met voeding. Het project gaat over het belang van gezonde voeding en besteedt aandacht aan waar ons voedsel vandaan komt. Het gaat hierbij om groen voor zowel in de klas als op het schoolplein. <
18
TuinenLandschap l 24 l 2015
De Groene agenda.indd 18
16-11-15 14:01
Bedrijf en Organisatie
Future Green City stelt stad centraal De eerste editie van Future Green City vindt plaats van dinsdag 24 tot en met donderdag 26 november in de Brabanthallen in Den Bosch. Het driedaagse event staat volledig in het teken van een duurzame en toekomstbestendige stadsinrichting.
Tekst Ralph Mens Beeld 2XPO
F
uture Green City heeft een uitgebreid programma van voordrachten om kennis te delen, netwerkbijeenkomsten en speeddates, maar ook inspirerende exposities. Op het vakevent tonen ruim honderd producenten hun noviteiten voor een stad met toekomst.
Dagthema’s Future Green City geeft met dagthema’s en toonaangevende sprekers elke dag een ander accent aan het evenement. Dinsdag staat in het teken van landschap, groen en stad. Keynotespreker is Niek Roozen, internationaal bekend landschapsarchitect. Roozen zal spreken over de noodzaak van groen in onze steden. Hij past zijn ’Groene Stad visie’ toe in zijn ontwerpen voor groenprojecten in alle delen van de wereld zoals in China. VHG houdt een speciaal event voor leden en partners. Er is een afwisselend programma samengesteld. De vakavond staat in het teken van ’De Levende Tuin’ en is ook toegankelijk voor niet-leden. Woensdag staat in het teken van innovatie en stedelijke ontwikkeling. Keynotespreker is kunstenaar en innovator Daan Roosegaarde. Hij zal een presentatie houden over ’Landschappen van de Toekomst’ en zijn visie geven op een duurzame leefomgeving. Roosegaarde werkt wereldwijd aan inventieve en inspirerende projecten die de grenzen van de verbeelding opzoeken. Stadswerk Nederland organiseert ’s avonds een bijeenkomst waarop Jelle Reumer, directeur van Bureau Stadsnatuur Rotterdam en bijzonder hoogleraar Universiteit Utrecht, een presentatie zal geven. Deze gaat over ’Wildpark Rotterdam’, nieuwe natuur en ecologische systemen. Donderdag staat in het teken van de wateropgave in de openbare ruimte.
Een duurzame en toekomstbestendige stad staat centraal op de eerste editie van Future Green City.
Keynotespreker is Deltacommissaris Wim Kuijken, hij zal een lezing geven over ’Leven met water’. Hierin vraagt hij aandacht voor een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Nederland. Daaropvolgend is er een bestuurlijk forum met Stefan Kuks, watergraaf Vechtstromen en bestuurslid Unie van Waterschappen, Hans Gaillard, voorzitter Stichting Rioned en burgemeester van Son en Breugel, Nicole Olland, voorzitter van de VNR taakgroep IJssel, bestuurslid van de VNR en wethouder gemeente Rheden en Sef Philips, strategisch adviseur Brabantwater. Op Future Green City is ook de tentoonstelling ’Volkstuinen als groene
motor’ te bezoeken. Deze expositie toont de bijdrage van volkstuinparken aan de leefbaarheid van steden. De vier subthema’s zijn natuur, oogst, medegebruik en ontmoeting. Op Expo Green Junkies zijn planten te zien die zo zijn gekweekt dat ze fijnstof uit de lucht halen en extra luchtzuiverende en CO2-reducerende eigenschappen hebben. Verder toont NLGreenlabel haar visie op het ’Levende Tuin’-concept. Future Green City is van dinsdag 24 tot en met donderdag 26 november geopend van 10.00 tot 17.00 uur in de Brabanthallen, Diezekade 2 in Den Bosch. Toegang is gratis na voorregistratie via www.futuregreencity.nl. <
TuinenLandschap l 24 l 2015
FutureGreenCity.indd 19
19 12-11-15 15:55
719226_.indd 20
16-11-2015 12:52:25
Het Geschil
Nieuw gazon zit vol onkruiden en ongewenste grassen
TuinenLandschap belicht geregeld uitspraken van de Geschillencommissie Groen, onderdeel van de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken, www.sgc.nl. De commissie behandelt geschillen tussen consumenten en vhg-hoveniers of Groenkeur certificaathouders. Zij doet uitspraak in de vorm van een bindend advies. Bij niet-nakomen van het advies door de hovenier, staat de vhg garant voor nakoming. De geschillencommissie zetelt in Den Haag.
Tekst Ralph Mens | Beeld Ingimage
H
et geschil vloeit voort uit een overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht een nieuw gazon aan te brengen. De klant is hiervoor op regiebasis €4.239,91 in rekening gebracht. Dit bedrag is aan de ondernemer betaald. Volgens de consument zijn de werkzaamheden niet goed uitgevoerd. Het nieuw ingezaaide gazon zit vol onkruiden en ongewenste grassen. Hardnekkig onkruid is niet met wortel en al gedood. De ondernemer biedt aan om het onkruid te spuiten. Het bemesten dient voor eigen rekening plaats te vinden. Beide partijen kennen elkaar al jaren, de ondernemer is een ervaren hovenier en voert al heel lang het tuinonderhoud uit bij de consument. Alleen bij de vernieuwing van het gazon is het niet goed gegaan. De consument wil in principe het herstel door de ondernemer laten uitvoeren. Hij wil hiervoor echter niet meer betalen. De ondernemer stelt dat hij het oude gazon heeft afgeschraapt om ongewenste grassen en onkruidzaden in de toplaag te verwijderen. Daarna is de grond bewerkt en ingezaaid. Na enige tijd was te zien dat zaden van ongewenste grassen zoals tuintjesgras, ruwbeemd en witbol tot ontkieming kwamen, naast gebruikelijk zaadonkruid als melde, herderstasje en perzikkruid. Na een aantal keer maaien waren de zaadonkruiden en ruw beemdgras grotendeels verdwenen. Wat overbleef was tuintjesgras en wat witbol en weegbree langs de randen. Dit zou bestreden worden met chemisch onkruidmiddel, maar deze bewerking is nog niet uitgevoerd.
Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige stelt vast dat er enorm veel onkruiden en ongewenste grassen in het gazon staan. De bezetting aan onkruid is op meerdere plekken 70% per m2. Oorzaak is dat het oude gazon niet vooraf is doodgespoten met Roundup om zo
alle aanwezige wortelstokken en penwortels van de grassen en onkruiden af te laten sterven. De omvang van de geconstateerde gebreken is volgens de deskundige ernstig te noemen. Herstel is mogelijk door het hele gazon dood te spuiten met Roundup. Daarnaast moet er worden bemest en na 2-3 weken fraisen, egaliseren en inzaaien met een gazonmengsel. Als na vijf maanden nog hardnekkige onkruiden aanwezig zijn, moet een lichte chemische onkruidbestrijding worden uitgevoerd. Herstelkosten bedragen €1.950. De commissie stelt dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in een juiste nakoming van de afspraken met de consument. Ondanks dat de werkzaamheden in regie zijn uitgevoerd, zijn de gehanteerde aanpak en de door hem gemaakte keuzes geheel voor rekening van de ondernemer. De ondernemer mag zelf kiezen op welke wijze het gewenste eind-resultaat alsnog wordt bereikt. Voor de herstelwerkzaamheden mag de consument niets in rekening worden gebracht. De ondernemer mag wel eventueel benodigd graszaad, bemesting en andere grondstoffen in rekening brengen, mits vooraf toestemming is gegeven. Het maaien van het gazon moet de consument in eigen beheer doen. Er is geen noodzaak voor het toekennen van aanvullende schadevergoeding. <
Beslissing De ondernemer verricht de werkzaamheden die volgens hem nodig zijn om de klachten van de consument over het slechte eindresultaat van het gazon te verhelpen. Beide partijen stellen elkaar in de gelegenheid om aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. De ondernemer brengt de consument geen kosten in rekening. Bovendien dient de ondernemer een bedrag van €50,84 aan de consument te vergoeden als klachtengeld. Daarnaast is de ondernemer het secretariaat een bedrag van €230 verschuldigd als bijdrage in de behandelingskosten.
TuinenLandschap l 24 l 2015
Geschil-1.indd 21
21 12-11-15 15:55
Ontwerp en Inrichting
Zes tuinen zijn genomineerd voor de Tuin van het Jaar 2016. De kleinste is slechts 40 m2 groot en de grootste beslaat 1.500 m2. Welke tuin mag zich volgend jaar de Tuin van het Jaar noemen? De vakprijs wordt door de jury bepaald, de publieksprijs door iedereen. In dit artikel worden de zes daarom kort aan u voorgesteld.
Tuin van het Jaar 2016: deze tuinen dingen mee Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Branchevereniging VHG, Cees Rijnen
D
ertien bedrijven hebben voor de Tuin van het Jaar-competitie 2016 een tuin ingezonden. Daarvan zijn er zes na een tuinbezoek door de jury genomineerd. Twee prijzen zijn er te winnen: de vakprijs en de publieksprijs. De winnaar van de vakprijs bepaalt de jury en wordt in februari bekendgemaakt. De juryleden zijn landschapsarchitedct Esther Kruit, tuinontwerper Gilbert de Jong, tuinontwerper en hovenier Harry Esselink, fotograaf Henk
Dijkman, tuin- en landschapsarchitect Jan-Hein Moors, tuinontwerper Pierre van der Heiden, tuin- en landschapsontwerper Ruud Aanhane en Tina Lenz, trendwatcher voor tijdschrift Groei & Bloei. De winnaar van de publieksprijs wordt bepaald door een verkiezing op Facebook. Daarvoor richt brancheorganisatie VHG speciaal een pagina in. Door middel van een filmpje worden alle zes de tuinen op de pagina voorgesteld. Vanaf medio januari
kan iedereen zijn stem uitbrengen. Sinds twee jaar organiseert de VHG de competitie. Daarom heeft zij dit jaar voor het eerst de eis gesteld dat voor een gratis deelneming aan de wedstrijd de bedrijven lid moeten zijn van de branchevereniging. Deelnemers die dat niet zijn, dienen een bijdrage te betalen. Een van de deelnemers heeft om die reden zijn inzending teruggetrokken.
Juryleden Harry Esselink (midden) en Henk Dijkman (rechts) in gesprek met Gert Jan Combee van B&C Hoveniersbedrijf tijdens de keuring van de tuin in Amstelveen.
22
TuinenLandschap l 24 l 2015
TuinvhJaar 2016.indd 22
12-11-15 15:56
Jan-Willem Willems: ’In een kleine tuin moet je creatief zijn’ Deelnemer New Art Groenprojekten Locatie tuin Veldhoven Grootte 50 m2 Jaar aanleg 2008 Waarom deze tuin ingezonden? „Omdat dit één van de kleinste tuintjes is die ik heb gemaakt en ik wil laten zien
dat daarin ook veel mogelijk is. En het is goed om als hovenier af en toe te checken of je nog op de goede weg bent.’’
Hoe heeft u de tuin ingericht? „Voorin ligt een terras van gegoten beton. Corresponderend met de
achterdeur loopt een verhoogde vlonder naar achter in de tuin. In het midden staat een grote robuuste pergola, die heb ik gecombineerd met een plek voor de hangmat. De eigenares wilde graag een hangmat, en in een kleine tuin als deze moet je dan creatief zijn.’’
En de tuin is behoorlijk groen „Ja, ik heb veel planten toegepast, maar wel eenvoudige, gemakkelijk te onderhouden beplanting. Het moet voor de eigenares wel te behappen zijn. Zo groeien er siergrassen, bamboe, Liriope, Tirarella, Buxus en Aesculus parviflora; over de pergola een druif. Overigens doe ik niks aan het onderhoud, dat doet ze zelf met haar vader, maar de tuin ligt er nog steeds zo bij zoals ik hem in 2008 verliet.’’
Waarom moet deze tuin Tuin van het Jaar 2016 worden? „Omdat hij qua vormgeving, indeling en beplanting goed is uitgevoerd en de beschikbare vierkante meters optimaal zijn benut.’’
Monique ten Hoeve-Tukkers: ’Zo veel mogelijk planten hergebruikt’ Deelnemer Tukkers en Ten Hoeve
ingezonden, toen werden we derde.’’
hoveniersbedrijf Locatie Zwolle Grootte 1.500 m2 Jaar aanleg 2012
Hoe zou u deze tuin typeren?
Is dit de eerste keer dat jullie meedoen? „Nee, in 2002 hebben we ook een tuin
„Het is een klassiek moderne tuin of modern klassiek - net hoe je het noemen wilt.’’
Wat hebben jullie in deze tuin gedaan? „De bestaande tuin was heel chaotisch,
we hebben er meer rust in gebracht. De buitenrand was al behoorlijk dicht, die hebben we gehandhaafd. Verder bestaat de tuin uit gazons - de eigenaren wilden ruimte voor de kleinkinderen om te kunnen spelen - drie plekken om te kunnen zitten en veel bloeiende borders. De aanwezige vaste planten en de bestrating hebben we zo veel mogelijk hergebruikt. Dat vinden we heel belangrijk.’’
Wat vindt u goed gelukt in deze tuin? „Met name het effect van de beplanting op de tuin en de uitstraling van de woning. Wij zijn erg van de beplanting, de bestrating moet vooral functioneel zijn. Meestal passen we in de tuin meer planten toe dan de eigenaar oorspronkelijk van plan was. En veelal is hij daar heel tevreden mee.’’
Welke plantcombinaties vindt u geslaagd? „Onder andere de hortensia’s tegenover de strakke donkere Taxus-hagen. Eerst bloeien de Annabelles en dan volgen de paniculata's.’’
>
TuinenLandschap l 24 l 2015
TuinvhJaar 2016.indd 23
23 12-11-15 15:56
Jan-Pieter Hooft: ’Alleen maar duurzame materialen toegepast’ Deelnemer Hooft Hoveniers en Tuinontwerpbureau Greta Bäcker Locatie tuin Groningen Grootte 56 m2 Jaar aanleg 2011
Wat maakt jullie inzending bijzonder? „De materiaalkeuze, die is volledig
duurzaam. We vinden deze tuin een mooi voorbeeld van een moderne strakke tuin waarin verantwoorde materialen zijn gebruikt gecombineerd met een weelderige beplanting. Eerder dit jaar hadden we de tuin daarom ook ingezonden voor de duurzaamste tuin-competitie van NL
Greenlabel, maar helaas waren daar te weinig inzendingen voor.’’
Welke materialen hebben jullie toegepast? „Bijvoorbeeld cortenstaal voor de plantenbakken en de poort, steigerbuizen en staaldraden voor de pergola, die zijn recyclebaar. Verder als verharding grind in combinatie met oud-Hollandse betontegels van Schellevis. Die is inmiddels ook partner van NL Greenlabel.’’
Wat vindt u als hovenier goed geslaagd in de tuin? „De toepassing van de materialen. Het cortenstaal bijvoorbeeld, hebben we allemaal op locatie gelast. Verder ligt de tuin er nog steeds picobello bij, terwijl we hem niet in onderhoud hebben. We zijn wel eens teruggeweest omdat er vanwege muizen wat tegels waren verzakt, maar de eigenaar onderhoudt hem in principe zelf.’’
Waarom zou deze tuin moeten winnen? „Om het duurzame karakter van de tuin. En omdat hij mooi opgaat in de omgeving, die is door Greta echt bij de tuin betrokken.’’
Jaap Sterk: ’Het hoogteverschil is optimaal gebruikt’ Deelnemer Jaap Sterk Hoveniers Locatie tuin Beek-Ubbergen Grootte 1.500 m2 Jaar aanleg 2014 Wat maakt deze tuin bijzonder? „Onder meer het gebruik van grote betontegels van Schellevis (1,20 bij 2,40 m), die
normaalgesproken alleen bij openbare werken worden gebruikt. Dit is een stoer en architectonisch materiaal dat goed bij het strakke moderne huis past. Daarnaast zijn wij vanaf het begin door de architect bij de verbouwing betrokken. De eigenaren hebben daardoor heel bewuste keuzes voor
de tuin gemaakt. Zo ging de geplande vide niet door omdat er anders niet genoeg budget voor de tuin meer was.’’
Wat vindt u goed geslaagd in de tuin? „Het gebruik van het hoogteverschil in de achtertuin. We zitten hier midden in een heuvellandschap, maar in plaats van dat glad te strijken, hebben we er gebruik van gemaakt. Zo ligt de vijver 80 cm lager dan het huis, de trap ernaartoe vormt als het ware een amfitheater met de vijver als podium en de de zwemmende kinderen als voorstelling. Het terras bij het huis vormt nu een soort bordes van waar je over de vijver kijkt.’’
De tuin oogt al heel volwassen ondanks dat hij pas in 2014 is aangelegd. „Ja, en dat terwijl we behalve de twee boomstruiken naast de zwemvijver, alles nieuw hebben aangeplant, onder meer Rhododendron van 2,5 m hoog. In nagenoeg alle tuinen die we aanleggen gebruiken we wat zwaardere beplanting, zodat ze er niet uitzien alsof ze gister zijn aangelegd.’’
24
TuinenLandschap l 24 l 2015
TuinvhJaar 2016.indd 24
12-11-15 15:57
Gert Jan Combee: ’Een gebruikstuin met de uitstraling van een kijktuin’ Deelnemer B&C Hoveniers Locatie tuin Amstelveen Grootte 1.000 m2 Jaar aanleg 2008 Hoe is de tuin ingedeeld? „Toen net met de bouw van deze vrijstaande villa was begonnen, zijn wij al bij de tuin
betrokken. Daardoor konden we het ontwerp optimaal afstemmen op het huis. Als je nu in huis alle deuren open zou zetten dan loopt van voor tot achter in de tuin over de zwemvijver de belangrijkste zichtlijn. Het tuindeel voor is omgeven door Taxus-hagen en bestaat uit een
spiegelvijver in een zee van Buxus-bollen en Alchemilla mollis. In de zijtuin bevindt zich een terras omgeven door bamboe en Rhododendron; een 1 m brede vlonder voert naar de achtertuin met de zwemvijver en het loungeterras. De hele tuin is omgeven door leilindes.’’
De borders rond de zwemvijver zijn heel kleurrijk. „Ja, we hebben daar een mix van vaste planten, kruiden en heesters toegepast, bijvoorbeeld Lavatera, Viburnum en Buddleja. Allemaal planten die veel bijen en andere insecten aantrekken. Een mooie kleurrijke omgeving om in te loungen’’
Is dit een kijk- of gebruikstuin? „Beide! Dat is de kracht van deze tuin, dat alles met elkaar gecombineerd is, met mooie overgangen. Hij is mooi om naar te kijken - bijvoorbeeld de spiegelvijver met de waterval in de voortuin - maar nodigt ook heel erg uit om hem te gebruiken, om ervan te genieten, met name in de achtertuin waar je heel goed kunt ontspannen.’’
Bart Biesot: ’Deze verdiepte daktuin is anders dan anders’ Deelnemer Biesot Tuinen en Parken Locatie tuin Haarlem Grootte 40 m2 Jaar aanleg 2012 Waarom deze tuin ingezonden? „Omdat we iets anders dan anders wilden insturen. En dat is deze tuin: het is een
daktuin, maar hij ligt verdiept ten opzichte van de omgeving.’’
of tuingevoel. Bovendien lopen alle lijnen ook nog eens schuin.’’
Een complexe locatie dus!
Hoe hebben jullie de ruimte ingericht?
„Ja, want het was een enorme stenen massa: de ondergrond van de ruimte is helemaal van beton en op de erfscheiding stonden schanskorven. Er was geen sfeer
„We hebben twee terrassen gemaakt: voorin een loungeplek met dezelfde antracieten tegels die binnen in de keuken en eetkamer liggen, waardoor de ruimte optisch groter lijkt. En achterin een eethoek op een hardhouten vlonder die iets verhoogd ligt. Een rechthoekige waterpartij onderbreekt de twee gedeelten. Langs de randen hebben we driehoekige plantenbakken gemaakt om de schuine lijnen weg te werken. Daarin staan naast vaste planten vier berken, een boom met een transparante kroon die niet te veel zonlicht wegneemt in deze verdiepte ruimte. Twee olijven, een reeks Buxus-bollen en de klimmer langs het bestaande hekwerk zorgen ook voor het groene kader.’’
Waarom is deze tuin een winnaar? „Omdat we erin geslaagd zijn om op een postzegel een hele tuin te maken, met verschillende ruimtes en alles erop en eraan.’’ <
www.tuinenlandschap.nl Voor extra foto’s van de tuinen
TuinvhJaar 2016.indd 25
TuinenLandschap l 24 l 2015
25 12-11-15 15:57
Ontwerp en Inrichting
Herstellen in unieke ziekenhuistuin Tergooi ziekenhuis in Hilversum heeft een wereldprimeur. Patiënten kunnen in de buitenlucht, omgeven door natuur hun chemobehandelingen ondergaan. Met healing environment als uitgangspunt ontwierp architect Bart van der Salm een natuurinclusief paviljoen. DS Landschapsarchitecten voegde beleving toe met een beplanting die mens en dier prikkelt. Een in velerlei opzicht bijzonder project waarvan het helende effect de komende jaren door de wetenschap wordt gevolgd.
Tekst Wendy Bakker beeld Ton Kastermans Fotografie, Bart van der Salm
P
atiënten op de oncologie-afdeling van Tergooi in Hilversum kunnen sinds juni 2015 in de buitenlucht hun chemobehandeling ondergaan. De diagnose kanker, de onzekerheid over de ziekte en de chemotherapie zorgen voor veel angstgevoelens en stress bij patiënten. Er komt steeds meer bewijs dat de fysieke omgeving van invloed is op het herstelproces - healing environment - en dat vooral natuur daarin positief werkt. Tergooi ligt midden in een bosachtige omgeving met lommerrijke bomen. De kamers waar de chemobehandelingen worden gegeven kijken uit op een bosrand. Je zou dus al kunnen spreken van een ’healing environment’. Alleen kijken naar natuur heeft immers al effect op het welbevinden. De aan Tergooi verbonden internist-oncoloog Pieter van den Berg (zie kader) wilde echter een stap verder,
26
vanuit het idee dat natuur voor de patiënt optimaal beleefbaar en tastbaar mag zijn. Hij stelde voor om de natuur niet het ziekenhuis binnen te halen, zoals je in een toenemend aantal medische instellingen ziet, maar de patiënt naar buiten te brengen, zodat deze zich nauw verbonden kan voelen met het omringende landschap. Daarvoor is in samenwerking met architect Bart van der Salm van VANDERSALM-aim uit Zwolle, DS Landschapsarchitecten uit Amsterdam en Stichting Vrienden van Tergooi een unieke buitenplek gerealiseerd: de chemotuin.
Open paviljoen De chemotuin ligt in een halfopen binnentuin die aan de achterzijde is geflankeerd door twee vleugels van het zieken-
huisgebouw en aan de voorzijde door een bomenrand. De tuin bestaat uit een open paviljoen van eikenhout met een glazen dak. De houten constructie heeft de vorm van een halve cirkel en opent zich naar het omringende landschap. Architect Bart van der Salm gebruikte hiervoor de strandstoel als referentie. ,,De strandstoel is een archetype om een plek te maken in een open landschap zonder de beschutting te verliezen.” In een strandstoel kun je helemaal wegkruipen en zit je beschut, maar je hebt eveneens contact met de omgeving. In de open structuur van het paviljoen bevinden zich vier individuele zitplekken en een grotere gemeenschappelijke zitplek die aan de zijkanten en achterkant zijn omgeven door beplanting. De patiënt wordt letterlijk geruggesteund door de natuur en kan zich in alle rust terugtrekken of met
TuinenLandschap l 24 l 2015
OntwerpInrichting_Park5.indd 26
16-11-15 12:36
mede-patiënten een gesprek aangaan. DS Landschapsarchitecten werd door Van der Salm betrokken bij het project. Zij kenden elkaar al van een eerdere samenwerking. ,,De kracht van Bart is dat zijn projecten ambachtelijkheid uitstralen en hij vanuit het maakproces ontwerpt. Hij werkt bijvoorbeeld graag met duurzaam hout en is geïnteresseerd in houtverbindingen. En dat zie je in dit paviljoen prachtig terugkomen”, zegt ontwerper Fred Booy van DS Landschapsarchitecten. ,,Daarbij heeft hij de biodiversiteit in het ontwerp van de houten structuur opgenomen.” Booy doelt op details als vogelkasten en vlinderhotels die in de eikenhouten kolommen zijn verwerkt. Aan de buitenkant zie je alleen de openingen waar vlinders en vogels de kolom kunnen binnenvliegen en een houten plaquette met een afbeelding van
de fladderaars om de bezoeker er opmerkzaam op te maken. ,,Het paviljoen is dus voor mens en dier interessant, het maakt de biodiversiteit beleefbaar.” Een ander wezenlijk element daarin is de beplanting.
Snelle actie Fred Booy stelde het beplantingsplan samen. ,,Eigenlijk was er geen sprake van een uitgewerkt beplantingsplan maar van een lijst met soorten en aantallen”, zegt hij lachend. ,,Dit project is zo’n ongelofelijk snelle actie. Ik heb de combinaties ter plekke gemaakt. Dat was ook goed te doen want de aantallen zijn niet groot.” In een tijdsbestek van acht maanden is de chemotuin gerealiseerd: van idee, opdracht, financiering tot daadwerkelijke oplevering. ,,Het is mooi wat de
(ex-)patiënten van de afdeling hierin betekend hebben en de stichting Vrienden van Tergooi. Door hun inzet is er in korte tijd veel geld beschikbaar gekomen.” Komende week plant een patiënt met haar dochter nog twee door haar gedoneerde vlinderstruiken in de tuin. Het tekent de betrokkenheid van (ex-)patiënten en hun familie en maakt dat dit project in velerlei opzicht bijzonder is. De ontwerper geeft aan dat als hij een uitgewerkt beplantingsplan had kunnen maken voor het 500 m2 te beplanten oppervlak, hij wellicht tot andere keuzes en combinaties had gekomen, ook gezien de lichtinval. Toch is er wel degelijk sprake van een visie op de beplanting met een daaraan gekoppeld beplantingsbeeld. ,,Een groene omgeving kan genezend werken. Maar hoe groen die omgeving dan moet zijn en waar dat groen dan
TuinenLandschap l 24 l 2015
OntwerpInrichting_Park5.indd 27
>
27 16-11-15 12:36
uit moet bestaan, weet niemand. Dat is nog onderwerp van onderzoek. Maar volgens ons kan de natuurbeleving nooit groot genoeg zijn. Daarom zijn er planten gekozen die alle zintuigen prikkelen en die een verscheidenheid aan dieren en insecten trekt, zodat het beleven van de natuur zo intens mogelijk is.” De basisbeplanting in het paviljoen, die als rugdekking en beschutting fungeert voor de patiënt, bestaat uit een mengsel van heesters, grassen en vaste planten. Buddleja davidii ’Nanho Blue’, Perovskia atriplicifolia en Viburnum setigerum staan tussen grassen als Bouteloua oligostachya (voorheen gracilis), Calamagrostis brachytricha, Chasmanthium latifolium en Deschampsia cespitosa ’Goldenschleier’ en vaste planten als Monarda ’Blaustrumpf’, Achillea ’Hannelore Pahl’, Echinacea purpurea, Salvia nemerosa ’Mainacht’ en Sanguisorba officinalis ’Tanna’. Aster x frikartii ’Monch’ toont nu nog zijn violetblauwe bloemen. Aan de ene kopse kant van het paviljoen
groeien grassen op het talud, want dat is qua standplaats de moeilijkste kant. De andere zijde is begroeid met bloeiende heesters. Langs de meeste houten kolommen staan geurende en kleurrijke klimplanten. ,,Niet elke kolom is begroeid omdat we de schoonheid van het paviljoen zichtbaar wilden houden.”
Natuurlijke uitstraling Om het paviljoen heen heeft de beplantingsdeskundige een natuurlijke uitstraling willen aanbrengen. Booy heeft aan de groene bosrand van bomen en rododendron meer kleur en variatie toegevoegd met Amelanchier lamarckii, Corylus avellana, Hamamelis ’Orange Peel’ en ’Arnold Promise’, Magnolia ’Galaxy’ en Cornus mas. De kleine meerstammige bomen en heesters zijn afkomstig van zijn eigen kwekerij omdat de financiën beperkt waren en de kosten zo bespaard konden worden. ,,Het komt zelden voor
dat ik mijn werk als boomkweker zo direct kan toepassen in mijn werk als landschapsontwerper”, licht hij toe. De grasrand langs het paviljoen zal in het voorjaar en vroege zomer getooid zijn met een variatie aan bollen van Crocus speciosus, Narcissus ’Thalia’ en ’Hawera’ tot Allium atropurpureum en Camassia cusickii. Overlopend richting bosrand krijgt de tuin een nog natuurlijker karakter met een verrijkt kruidenrijk grasland. ,,Er komen hier van nature al veel kruiden voor, want in de kalkrijke zandgrond hebben de kruiden weinig concurrentie van het gras. Je treft hier biggenkruid aan, teunisbloem, ooievaarsbek, knoopkruid en gewone brunel.” Het beplantingsbeeld wijkt af van de rest van de parkachtige en bosrijke omgeving. ,,De beplanting prikkelt omdat je het hier niet verwacht, maar waarvan je wel kunt denken: bijzonder dat het hier, én met een speciaal doel, is.”
Effect buitentherapie Internist-oncoloog Pieter van den Berg kwam op het idee van de chemotuin door, zoals hij zegt, dicht bij zichzelf te blijven. ,,Elke dag fiets ik een half uur door de bossen van mijn huis naar het ziekenhuis. Dat is voor mij essentieel om te functioneren in een hectische baan. Ik stelde me voor dat als de natuur voor mij zo goed werkt, het ook de kwaliteit van leven van patiënten, die in een stressvolle situatie verkeren, kan verbeteren. Pas later heb ik dat gevoel met al bestaand wetenschappelijk onderzoek onderbouwd.’’ De ziekenhuisdirectie reageerde direct positief op het plan van Van den Berg en heeft zich coöperatief opgesteld. De chemotuin past binnen het beleid van het ziekenhuis dat duurzaamheid en groen hoog in het vaandel heeft. ,,Ook in de toekomstige nieuwbouw krijgt dat ruimte”, legt de arts uit. Tot nu toe hebben 150 patiënten gebruikgemaakt van de tuin. ,,De aanloopperiode was bewust rustig om proef te kunnen draaien. Er zullen nog verbeteringen worden aangebracht om het gebruiksgemak te vergroten.” Tergooi gaat in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen en VUmc wetenschappelijk onderzoek doen naar de effecten van de buitentherapie. Uit een eerste meting van een kwaliteit van levenonderzoek bleek dat patiënten minder stress ervaren en minder misselijk zijn. ,,Maar er zijn minimaal twee metingen voor nodig om te kunnen zeggen of de tuin effectief is als het gaat om kwaliteit van leven. Volgend jaar zullen de eerste resultaten bekend worden.’’ Op de vraag of de buitentherapie ook zou kunnen leiden tot minder chemokuren antwoordt Van den Berg: ,,Je mag nooit concessies doen aan de effectiviteit van de chemotherapie. Wel willen we kijken of de patiënt hoge doseringen beter kan verdragen als gevolg van verblijf in de natuur, waardoor er een beter effect wordt bereikt in de chemotherapie. Dan gaat het erom hoe vaak je in de buitentherapie een dosering moet bijstellen in vergelijking tot het bijstellen van doseringen in het verleden. Die gegevens worden hier in het ziekenhuis bijgehouden. Dit deel van het onderzoek is er nog niet maar dat gaat er wel komen.” Verder hoopt de arts dat de chemotuin ertoe bijdraagt dat patiënten die fysiek en mentaal door een diep dal gaan weer eerder deel kunnen nemen aan het dagelijks leven.
28
TuinenLandschap l 24 l 2015
OntwerpInrichting_Park5.indd 28
16-11-15 12:36
Vanuit het paviljoen is er zicht op de bosrand. Om een diverser beplantingsbeeld te krijgen heeft ontwerper Fred Booy een variatie aan vruchtdragende en bloeiende heesters toegevoegd. Het gras krijgt in het groeiseizoen vanaf het paviljoen een natuurlijker verloop naar de bosrand toe. Om de zitplaatsen heen is een combinatie van vaste planten, grassen, kruiden en kleine (half)heesters aangeplant die voor mens, dier en insecten aantrekkelijk is.
Bart van der Salm construeerde het paviljoen geheel van eikenhout en met ambachtelijke houtverbindingen. Een techniek die nauwelijks meer wordt toegepast. Voor de realisatie is daarom een gespecialiseerd Duits aannemersbedrijf ingehuurd. De achterleuning van de stoelen zijn verstelbaar zodat de patiënt, eveneens ondersteund door kussens, prettig en naar eigen wens kan zitten. Alle faciliteiten zijn in het paviljoen aangebracht om de therapie daar mogelijk te maken, zo is er een knop om de verpleegkundige op te roepen. In de staander zijn de openingen van het vlinderhotel te zien.
Een overdekt pad tussen twee majestueuze beuken verbindt de afdeling met het paviljoen. De patiënten lopen via dit pad met hun infuus naar de zitplekken. Er is een speciale fundering aangebracht om het wortelpakket van de beuken te ontlasten. In het eerste ontwerp stond het paviljoen dichter bij het ziekenhuis. Maike van Stiphout van DS Landschapsarchitecten adviseerde het paviljoen verder naar voren te halen voor meer lichtinval.
De afgegraven grond is gebruikt in de taluds en plantbakken. Op deze manier wordt de patiënt letterlijk door het groen omarmd. De grond is afgestrooid met split. ,,Het glazen dak overdekt niet volledig de plantvakken waardoor er in de grond drupplekken ontstaan. Het split zorgt voor een egaler beeld.” De beregeningsslangen zijn nu nog zichtbaar maar straks uit het zicht verdwenen door de gesloten beplanting. Hoveniersbedrijf Eemnes, onderdeel van ZVS Eemnes, heeft de tuin aangelegd. Het bedrijf is verantwoordelijk voor het totale groenonderhoud bij Tergooi.
www.tuinenlandschap.nl
<
Meer over Chemotuin Tergooi lees je hier TuinenLandschap l 24 l 2015
OntwerpInrichting_Park5.indd 29
29 16-11-15 12:37
719227_.indd 30
16-11-2015 12:52:45
719228_.indd 31
16-11-2015 12:53:07
Aanleg en Onderhoud
Lobby onkruidbestrijding draait op volle toeren Komt er nu een verbod op chemische middelen op verhardingen of niet? En nog veel belangrijker voor wie en wat gaat het nu precies gelden? Zowel Monsanto, producent van Roundup, als Stichting NCO, waarin de fabrikanten van de niet-chemische methoden zijn verenigd, organiseerden begin november bijeenkomsten om hun kijk op de zaak nog eens voor het voetlicht te brengen. Tekst en Beeld Miranda Vrolijk
Medewerkers van Ergon demonstreren Tweede Kamerlid Henk Leenders (PvdA) hoe zij op lastig te bereiken plekken in de verharding het onkruid met heet water bestrijden.
O
p 13 januari staat een Kamerdebat gepland waarbij onder andere wordt gesproken over het mogelijke toekomstige verbod van het gebruik van chemische middelen op verhardingen. Tegelijkertijd bevindt de Europese herbeoordeling van glyfosaat zich in de laatste fase (zie kader ’Europese herbeoordeling glyfosaat’). Begin november nodigde Monsanto daarom pers en publiek uit om bij te praten. Stichting NCO ging samen met Kamerleden Rik Grashoff (GroenLinks) en Henk Leenders (PvdA) op werkbezoek bij Ergon in Eindhoven. Fabrikant Monsanto organiseerde de bijeenkomst in het Utrechtse stadion Galgenwaard voor leveranciers en distributeurs onder de titel ’Paniekvoetbal in de polder’, refererend aan de paniek die volgens het bedrijf is ontstaan naar aanleiding van het rapport van IARC (Internatio-
naal Agentschap voor Kankeronderzoek, onderdeel van de WHO). Dat verklaarde in maart dit jaar dat glyfosaat ’waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens’ zou zijn. Volgens Monsanto gaan de tegenstanders van het gebruik van Roundup hier onterecht mee aan de haal. Ten eerste rammelt het rapport van IARC zelf, zegt Wibke Meyer van Monsanto. „Er is alleen naar het theoretische risico gekeken en niet naar het reële risico.’’ Anderzijds weet Monsanto instanties als het RIVM (Rijksdienst voor Volksgezondheid en Milieu) en het Ctgb (College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen) aan zijn kant. Beide overheidsinstanties hebben verklaard dat zij tot nog toe in het IARC-rapport geen aanleiding zien om glyfosaat als kankerverwekkend te bestempelen.
Juridisch aanvechten? In het voorgestelde wetsvoorstel van de inmiddels ex-staatssecretaris Mansveld zitten volgens Sarah Driessens van Monsanto enkele eigenaardigheden. Een daarvan is het gebruiksverbod van chemische middelen door professionals voor alle onverharde terreinen (buiten de landbouw ) vanaf 2017, terwijl de middelen voor particulieren wel beschikbaar blijven. „Dit betekent dat hoveniers het in de border niet meer mogen gebruiken, maar particulieren wel.’’ Daarnaast bevreemdt het Driessens dat recreatieterreinen een uitzonderingspositie krijgen, terwijl het doel van het wetsvoorstel bescherming van de volksgezondheid is. Maar bovenal noemt ze de spanning tussen het gebruik enerzijds en de toelating anderzijds. Het wetsvoorstel van ex-staatssecretaris Mansveld wil namelijk alleen het gebrúik van chemische middelen verbieden, over de toelating gaat het Ctgb, als onafhankelijke organisatie. Wanneer het Ctgb naar aanleiding van de eventuele Europese herregistratie weer een toelating voor glyfosaat verleend, is een gebruiksverbod dan nog wel juridisch haalbaar? Naar aanleiding van een vraag uit de zaal of
32
TuinenLandschap l 24 l 2015
Monsanto versus NCO.indd 32
16-11-15 08:52
Europese herbeoordeling glyfosaat Sinds 2012 wordt de veiligheid voor mens en milieu van glyfosaat op Europees niveau opnieuw onderzocht om naar aanleiding daarvan al dan niet weer een toelating voor de werkzame stof te verlenen. Het herbeoordelingsrapport is inmiddels door de EFSA (European Food
Monsanto dit aanvecht, antwoordt Jo Oppenheim, die Nefyto, de brancheorganisatie van de agrochemische industrie in Nederland, juridisch bijstaat: „We kunnen het juridisch nu nog niet aanvechten, omdat er nog niets ligt. Pas als Willem-Alexander bij wijze van spreken zijn handtekening onder het wetsvoorstel zet, dan kan er een juridisch proces aangespannen worden.’’ Daarom steken de gewasbeschermingsleveranciers nu vooral energie in het beïnvloeden van Kamerleden.
Spuitlicentie niet nodig Voor Tweede Kamerlid Henk Leenders van de PvdA is het echter geen vraag meer of het gebruiksverbod erdoor komt. „Dat komt er sowieso’’, is zijn stellige overtuiging. Hij bracht 9 november op uitnodiging van Stichting NCO een werkbezoek in Eindhoven bij het bedrijf Ergon om zich voor te bereiden op het komende kamerdebat. Van de 2.000 man dat bij het bedrijf in dienst is, werken er 400 in de groenvoorziening. Velen daarvan werken in de onkruidbestrijding op verharding. Daarvoor worden alleen mechanische technieken gebruikt: onder meer de methoden borstelen, heet water en hete lucht. Het gaat om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Raymond van der Zande, businessunitmanager Groen & Reiniging van Ergon, benadrukt hiermee een belangrijk argument voor het gebruik van mechanische onkruidbestrijdingsmethoden. „Je helpt er meer mensen mee aan het werk, door het gebruik van chemische middelen sluit je deze mensen uit omdat je daarvoor een spuitlicentie nodig hebt.’’ Voor Kamerlid Leenders een belangrijk motief beaamt hij. Dat Stichting NCO Ergon als locatie voor het werkbezoek heeft gekozen is niet toevallig. Het bedrijf experimenteert in samenwerking met de gemeente en WAVE Weed Control met de inzet van zonne-energie. Door middel van zonnepanelen wordt het water voor de heetwatermethode op het depot van Ergon verwarmd tot minimaal
en Safety Agency) geëvalueerd. Die heeft 12 november geconcludeerd dat er op dit moment geen bewijs is om glyfosaat te classificeren als mogelijk of waarschijnlijk kankerverwekkend. Daarnaast is er volgens het agentschap aanvullend onderzoek nodig om vast te stellen of er milieu-
vervuiling plaatsvindt door glyfosaat via afwatering van verhardingen. De huidige toelating van glyfosaat loopt tot 31 december 2015. De Europese Commissie heeft in september de toelating verlengd tot juni 2016, om bij de herbeoordeling de EFSAstudie mee te kunnen nemen.
65 graden. Daarmee wordt de CO2-uitstoot van de machines zelf een stuk minder. Die CO2-uitstoot van de mechanische methoden, die hoger is dan bij het gebruik van chemische middelen, is een belangrijk tegenargument. Een argument dat volgens Sarah Driessens van Monsanto te weinig onder de aandacht gebracht wordt en volgens haar door Mansveld onterecht als aanvaardbaar wordt geacht. Volgens NCO-voorzitter Bert van Loon is zijn sector ondanks de remmende werking van het politieke gesteggel op dit gebied echter volop in ontwikkeling. Naast de zonnepanelen van WAVE noemt hij de Air Variator 100 van zijn bedrijf WeedControl, de hetelucht-onkruidbestrijder hergebruikt 70% van de geproduceerde warmte. Op de vraag van Leenders hoe het nu zit met de hogere kosten, antwoordt Van der Zande dat het voor zijn bedrijf slechts een fractie duurder is om de bestrating met de mechanische methoden schoon te houden. Dit komt met name omdat ze het integraal benaderen: het veegregime wordt op de onkruidbestrijding afgestemd, tegelijkertijd wordt het zwerfvuil weggehaald en de straatkolken schoongehouden. Wat Leenders echter het meeste zorgen baart, zijn de particulieren. Niet alleen omdat het verbod niet eenduidig is (vanaf 2016 mogen particulieren het evenmin op verharding gebruiken, maar wél in de borders), maar hij vraagt zich vooral af welke middelen (azijn, chloor?) ze gaan gebruiken op verhardingen als ze geen Roundup meer mogen toepassen. Leenders zou graag zien dat er voor hen ook meer – betaalbare – mechanische methoden op de markt zouden komen. Volgens Van Loon zijn die er, zo bestaan er branders die rond de €35 kosten en goed te gebruiken zijn op kleine terrassen. Momenteel loopt er overigens een onderzoek van Tuinbranche Nederland naar het gebruik van glyfosaat door particulieren, eind november worden de resultaten hiervan verwacht. Voorlopig is nu eerst de Tweede Kamer aan zet. <
TuinenLandschap l 24 l 2015
Monsanto versus NCO.indd 33
33 12-11-15 15:56
Aanleg en Onderhoud
Verdere professionalisering b o omb eheer
Kwaliteit controleren met de Res Het Norminstituut Bomen introduceert de Resultaatsmeter, een instrument waarmee je gestandaardiseerd kunt controleren of werk conform de eisen uit het Handboek Bomen is uitgevoerd. Dit lijkt een volgende stap in de standaardisering en professionalisering van het boombeheer.
Tekst Peter Bennink | Beeld Pim Mul
aantal vragen, in het geval van snoeien zijn dat er tien. Wanneer een boom op één van deze beoordelingscriteria een onvoldoende scoort, wordt dat geregistreerd als een foutscore. De Resultaatsmeter drukt het aantal bomen met een foutscore vervolgens uit in een percentage van de steekproef.
Afspraken over kwaliteit
O
p de goedbezochte Landelijke Gebruikersdag van het Norminstituut Bomen van 10 november presenteerde Henri Rogaar de Resultaatsmeter, het nieuwste instrument van het Norminstituut. De Resultaatsmeter is een online programma waarmee werk, waar de kwaliteitseisen van het Handboek Bomen zijn voorgeschreven, gecontroleerd kan worden. De opdrachtgever kan het werk zodoende eenvoudig, gestandaardiseerd (laten) controleren volgens de normen die in het contract staan. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de resultaatsmeter te gebruiken is voor alle werken die volgens het Handboek Bomen uitgevoerd worden. In de pilotfase is er alleen gewerkt met het hoofdstuk over snoeien. Hiervoor is gekozen omdat het zich goed leent voor een test. Je kunt nadat een rijtje bomen gesnoeid is immers direct controleren of het goed gedaan is. Bij de pilot zijn verschillende boomadviesbureaus, opleiders en gemeenten betrokken geweest.
Startdocument De basis van de Resultaatsmeter is een startdocument. Hierin staan de afspraken die opdrachtgever en opdrachtnemer hebben gemaakt, zowel over de opdracht als over de criteria waarop het werk getoetst wordt als de manier van controleren. Het systeem werkt op basis van autorisatie. De aannemer en controleurs krijgen alleen de onderdelen te zien die ze nodig hebben voor het project. De opdrachtgever krijgt een compleet overzicht en heeft de mogelijkheid mensen
34
autoriseren. Ook kun je vanuit de resultaatsmeter gemakkelijk schakelen naar andere instrumenten van het Norminstituut zoals het Handboek Bomen en de Bomenmonitor. De aannemer houdt online een logboek bij. Daarin legt hij vast welke werkzaamheden uitgevoerd zijn en vermeldt hij alle noemenswaardigheden die de kwaliteit van het werk kunnen beïnvloeden of de reden dat van een eis wordt afgeweken. Omdat het gaat om een online systeem kan de aannemer het logboek vanuit kantoor bijwerken, maar ook in het veld. Aangezien er op straat niet overal voldoende bereik is om de gegevens draadloos door te geven, kan het systeem de ingevoerde data bufferen en pas als er wel bereik is, doorgeven. Vaak werkt een gemeente al met een boombeheersysteem. De boombeheerder kan de gegevens gewoon in het bestaande systeem invoeren en vervolgens via Excel in de Resultaatsmeter importeren. Alles wat daarvoor nodig is een x en y coördinaat. De opdrachtgever of directievoerder kan via het online logboek meekijken en meldingen voorzien van commentaar en eventuele verzoeken accorderen of afwijzen.
Aselecte steekproef Als de opdrachtgever aangeeft dat het werk gecontroleerd moet gaan worden, maakt de Resultaatsmeter een aselecte steekproef. Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben geen invloed op de inhoud hiervan. De controleur beoordeelt vervolgens de bomen uit de steekproef volgens een vast
Om het systeem goed te laten functioneren is het belangrijk om consequenties te verbinden aan de behaalde resultaten. Door van tevoren afspraken te maken over de kwaliteit van het geleverde werk en daaraan bijvoorbeeld een bonus/ malus systeem te koppelen prikkel je de aannemer om het werk volgens afspraak uit te voeren. Wanneer een gemeente een eigen bomenploeg heeft kan de Resultaatsmeter ingezet worden om de kwaliteit van het geleverde werk te toetsen en te bekijken waar eventueel verbetering mogelijk is. Jeroen van Gaalen van de Gemeente Utrecht, deelnemer aan de pilot: „Wij hebben een eigen bomendienst en gebruiken de Resultaatsmeter in eerste instantie om gericht aan te kunnen geven wat er anders kan of moet. Objectieve meetgegevens helpen zeer in zo'n gesprek. De uitvoerende partij is overigens niet de enige die geprikkeld wordt. Ook de opdrachtgever en de controleur worden gedwongen om de normen in het Handboek Bomen van dichtbij te bekijken en te ervaren hoe die in de praktijk uitpakken. Van Gaalen: „De Resultaatsmeter maakt ook duidelijk welke zaken er bij de opdrachtgever (licentiehouder) zelf nog niet of onvoldoende op orde zijn. Je zal een goed overzicht van je bomen moeten hebben om er goed mee te kunnen werken. Je moet bijvoorbeeld inzicht hebben in de staat van het huidige boombestand. Is het verwaarloosd, achterstallig, regulier of aanvaardbaar. En waar heb je het over vrij uitgroeiende bomen en waar niet.”
TuinenLandschap l 24 l 2015
Resultaatsmeter.indd 34
16-11-15 12:44
Resultaatsmeter Certificering Controleurs Om de controles allemaal eenduidig en objectief te laten uitvoeren, worden ze alleen door gecertificeerde controleurs uitgevoerd. Pas als iemand een training met goed gevolg heeft afgerond, mag hij of zij de controles uitvoeren. Deze trainingen worden niet door het Norminstituut zelf verzorgd maar door bestaande opleiders zoals IPC Groene Ruimte, Cobra of Helicon. Het Norminstituut bewaakt de eenheid en kwaliteit van de opleidingen en de trainers. De examens worden dan ook wel door het Norminstituut afgenomen. Om de kennis van de controleurs actueel en op peil te houden, zullen er
jaarlijkse terugkom- en instructiemomenten zijn georganiseerd worden. Op die manier ontstaat langzamerhand een steeds completer systeem van standaardisering en professionalisering van het boombeheer. Deelnemers aan de pilot zijn enthousiast om de Resultaatsmeter ook op andere onderdelen dan snoeien in te zetten. Van Gaalen: „Ik zelf zou graag ook aan de hand van tien vragen willen kunnen zien of bomen goed geplant zijn en of de goede bomen geplant zijn en met het juiste substraat.” <
Norminstituut Bomen Het Norminstituut is een onderneming met als doel de kwaliteitszorg rond bomen te verbeteren. Het heeft samen met een aantal andere organisaties zoals de VHG en Stadswerk instrumenten ontwikkeld zoals posters voor communicatie over werk rond bomen en het snoeien van bomen. De Boommonitor Online is een rekenprogramma dat kengetallen en ontwerpcriteria voor bomen op projectbasis doorrekent. Het belangrijkste instrument is het Handboek Bomen met richtlijnen en kwaliteitseisen voor allerhande soorten werk op, met en in bomen. Het Norminstituut groeit gestaag en heeft inmiddels ongeveer 150 licentiehouders waaronder zo’n 100 gemeenten. Een groot deel van het boomgerelateerde werk in Nederland gebeurt dus al volgens de normen van het Handboek Bomen. Veel groene aannemers zullen de komende jaren dan ook te maken krijgen met de nieuw geïntroduceerde Resultaatsmeter.
Henri Rogaar presenteert de Resultaatsmeter op de gebruikersdag van het Norminstituut Bomen in Utrecht. TuinenLandschap l 24 l 2015
Resultaatsmeter.indd 35
35 16-11-15 12:44
719421_.indd 36
16-11-2015 13:12:12
719230_.indd 37
16-11-2015 12:30:15
Machines en Gereedschap
De Herder-Fermex SC-410H, sm De Herder-Fermex SC-410 HC is een stobbenfrees met een volledig hydraulische aandrijving. De machine heeft twee dubbele wielen aan de voorzijde en ĂŠĂŠn stuurwiel aan de achterkant. Het freeswiel met vierentwintig freesmessen heeft een groot zwenkbereik en is gemakkelijk te bedienen door de smoring in de leidingen. Tekst en beeld Johan Simmelink
38
Bediening
Motor
Free
Met drie hendels laat je het freeswiel horizontaal en verticaal bewegen van het freeswiel en bedien je de rijaandrijving. Tijdens het werken sta je naast de machine en heb je een goed overzicht op het freeswiel. In de leidingen naar de cilinders zitten smoringen waarmee je de snelheid van de bewegingen kunt regelen.
De Lombardini 4-cilinder diesel is een watergekoelde motor met een vermogen van 23 kW (32 pk). Deze motor drijft de hydraulisch pomp aan die een capaciteit heeft van 33 l/min bij een werkdruk van 360 bar. De wielen worden ook hydraulisch aangedreven. De maximale rijsnelheid is 5 km per uur.
Het fr hieraa de be widia dig ku van d
TuinenLandschap l 24 l 2015
Herder Stobbenfrees.indd 38
12-11-15 15:56
Ervaringen
Bertram Tiemessen, eigenaar van Boom- en Groenverzorging in Loenen: „Wij gebruiken de machine vooral voor het frezen van stobben in particuliere tuinen en voor gemeenten. Bij gemeenten gaat het dan om het frezen van hier en daar een stobbe. Om van de ene plek naar de andere te gaan, verplaatsen wij de machine op een aanhanger. De machine is zeer gemakkelijk te bedienen en heeft voldoende capaciteit. Bij de bediening kom je soms met je armen tegen de hijsogen aan. Dat is een klein minpuntje. De buitenste beitels frezen meer dan de binnenste en daardoor moet je deze ook eerder een slagje draaien. Wanneer de boutjes niet te veel zijn weggesleten, gaat het verdraaien heel gemakkelijk. Je kunt ze twee keer een slag draaien en daarna moet je ze vervangen. Door de capaciteit en de wendbaarheid is dit voor mij is de beste machine van deze klasse.”
Cees van Winsen, eigenaar van Van Winsen – Hoveniers & Boomverzorgers in Voorhout:
Chris Verstappen, eigenaar van Verstappen Boomverzorging en landschapsonderhoud in Sevenum:
„Wij werken veel in particuliere tuinen waarbij we door brandgangen in een tuin moeten komen. Door het grote zwenkbereik van de freesarm in combinatie met één stuurwiel kun je bijna een haakse bocht maken. Bij een smalle deur halen we van de dubbele wielen, aan elke kant er één af. Maar deze moet er daarna direct weer aan. Hierdoor blijft de machine stabiel. Dat is ook van belang bij het oprijden op de aanhanger met vouwklep. De hydraulisch aandrijving is ook prettig. Wanneer je te snel wilt frezen, smoort het freeswiel zonder dat er iets kapot gaat. Met de hendels kun je het freeswiel goed sturen. Wij ervaren het als een prettige machine met voldoende capaciteit.”
„Met deze machine kunnen wij overal komen. Vooral in kleine ruimtes en door smalle poortjes. Door de dubbele wielen voor en één stuurwiel achter, kun je ermee over het gazon rijden zonder dat er sporen achterblijven of dat het gazon wordt beschadigd bij het draaien. Bij een smalle doorgang kun je het tweede wiel er gemakkelijk van afhalen waardoor de machine minder dan 80 cm breed is. Het freeswiel met de 24 beitels doet het prima. Maar voor ons zou de motor nog wel 5 pk meer vermogen mogen hebben. Een positief punt vinden wij de gemakkelijke en prettige bediening. Door de hydrauliek is alles heel goed te besturen met de drie hendels die naast elkaar staan. En voor het dagelijks onderhoud kun je overal heel goed bij.”
H, smal en wendbaar
koel). e een van ngeur.
Herder-Fermex SC-410H Motor Lombardine Focs dieselmotor Vermogen 23 kW(32 pk) Freeswieltoerental 1.080 omw./min Diameter freeswiel 410 mm Snijsnelheid 28 m/sec Freesbereik boven maaiveld 460 mm Freesbereik onder maaiveld 420 mm Aantal beitels 24 Gewicht 808 kg Prijs vanaf €26.600 excl. btw
Freeswiel
Wielen
Het freeswiel heeft een diameter van 410 mm en hieraan zitten 24 beitels. In de draairichting zijn de beitels in drie rijen naast elkaar geplaatst. Elke widiabeitel heeft drie scherpe standen, die eenvoudig kunnen worden gedraaid door het losdraaien van de bevestiging. Het zwenkbereik is 1.375 mm.
De stobbenfrees heeft voor de stabiliteit dubbele wielen aan de voorzijde. Wanneer je door een smalle poort van 80 cm wilt rijden kun je het buitenste wiel gemakkelijk verwijderen. Dit doe je door het wiel aan één zijde omhoog te drukken met het freeswiel. Met dubbele wielen is de breedte 112 cm.
Wim van Breda b.v. (0345) 58 50 50 www.wimvanbreda.nl
TuinenLandschap l 24 l 2015
Herder Stobbenfrees.indd 39
39 12-11-15 15:56
Gespot
▸Producent: HIP Groen (HIP = Hogendoorn Innovatieve Producten) ▸Materiaal: Europees naaldhout met gerecycled kunststof (HDPE) ▸Afmeting: hoogte varieert tussen 50 en 180 cm, de schotten zijn 125, 250 of 375 breed. ▸Voorzien van NL Greenlabel A
Gerecyclede beschoeiingen Beschoeiingen worden doorgaans uitgevoerd in hardhout, omdat dat nu eenmaal lang meegaat, ook bij een wisselende waterstand. HIP Groen uit Driebruggen bedacht samen met gemeente Gouda een alternatief door gerecycled kunststof met hout van Europese bodem te combineren. Tekst Miranda Vrolijk Beeld HIP Groen
D
e bovenste 40 cm van de beschoeiing van HIP Groen is uitgevoerd in gerecycled kunststof HDPE. Het deel dat onder water staat, is gemaakt van Europees naaldhout. Dit hout is doorgaans goedkoper dan tropisch hardhout en volgens HIP Groen een duurzamer alternatief. „Want ondanks dat het hout een FSC-label heeft, je kapt er nog steeds bomen in de tropen voor.’’ Omdat het naaldhout bij deze toepassing altijd onder water staat, en daardoor minder gevoelig is voor aantasting van bacteriën en schimmels, gaat het lang mee. „Zo'n veertig jaar’’, schat HIP Groen in. De schothoogte is afhankelijk van wat de klant wil en kan variëren tussen 50 en 180 cm. De kunststof bovenkant van het
type Gouda steekt maximaal 20 cm boven de waterlijn uit. Dit zal in andere gemeenten met grote schommelingen van het waterpeil te laag zijn, daarom brengt HIP Groen in 2016 ook een beschoeiing op de markt die maximaal 40 cm boven de waterlijn uitkomt. Het plaatsen is relatief eenvoudig: éérst worden de gecombineerde schotten de grond in gedrukt of getrild, daarna worden de palen in de kunststof kokers geslagen. Die palen zijn ook van Europees naaldhout.
Afdekrand van bamboe Voor klanten die vinden dat het kunststof een onnatuurlijke uitstraling heeft, heeft HIP Groen een extra toevoeging bedacht. Zo kan de bovenkant worden afgewerkt met een voor- en dekplank van geperst bamboe. De bruine rand oogt landschappelijker dan het zwarte kunststof. Ook is het mogelijk om voor een afdekrand van cortenstaal te kiezen, een goedkopere optie dan bamboe. De beschoeiing kan worden uitgebreid met zogenoemde faunatrappen. Die maken het voor watervogels, kikkers en andere dieren gemakkelijker om in en uit het water te komen. Verder kunnen de buizen waar de palen ingaan worden afgewerkt met kunststofdoppen. De prijs voor de beschoeiing is volgens HIP Groen te vergelijken met die voor tropisch hardhout. <
TuinenLandschap l 24 l 2015
Gespot.indd 43
43 16-11-15 12:18
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Boeken Walnoot+ beschrijft de veelzijdigheid van de walnoot. Er zijn zeventig verschillende rassen beschikbaar. In het boek komen diverse onderwerpen aan bod, als walnotenbeplanting, oogst en verwerking en walnotenhout. Het hoofdstuk Groei en bloei gaat in op groei, uitlopen, bloei, ziekten en plagen, invloed van weer en maximale leeftijd.
Volgens Nieuwe Business Modellen wordt duurzaamheid volwassen. Dit vraagt om nieuwe manieren van met elkaar omgaan, om nieuwe transactiemodellen en business modellen. Meer dan dertig auteurs hebben hun inzichten uitgewerkt. Het resultaat biedt een leidraad om te komen tot een volwaardig alternatief voor conventionele business modellen.
Iedereen wil een moestuin, maar niet iedereen heeft er de ruimte voor. In Moestuin in pot zijn de succesvolste groenten, vruchten en kruiden samengebracht. De rassen in het boek zijn afgestemd op ons klimaat en geselecteerd op teelt in pot. De aandacht in het boek gaat naar de juiste planten, niet alle rassen zijn geschikt voor de beperkte omvang van een pot.
Eenjarigen & Co beschrijft een groot sortiment eenjarige planten in combinaties met tweejarigen en nietwinterharde soorten. Het uitgangspunt is het aanbod dat te vinden is bij gespecialiseerde, kleinschalig werkende kwekerijen. Het sortiment komt aan bod, evenals borders en combinaties, natuurlijk tuinieren, hanging baskets en eetbare planten.
▸ Nieuwe Business Modellen | ISBN 978 94 6220 086 9 | €39,50
▸ Moestuin in pot | ISBN 978 90 7743 709 4 | €14,99
▸ Eenjarigen & Co | ISBN 978 94 6250 015 0 | €19,95
In het boek Plantaardig zet filosoof Oudemans het uitgangspunt dat planten en bomen niet kunnen bewegen, denken en samenwerken op zijn kop. Aan de hand van ideeën van filosofen, recente wetenschappelijke inzichten en eigen waarneming blijkt dat planten en bomen wel degelijk intelligent zijn. Ze manipuleren, bedriegen, belonen, streven en werken samen.
Moderne leiders worstelen nog steeds met delegeren. In het boek Schaamteloos delegeren worden taboes doorbroken en leert de lezer alles over slim delegeren. Het boek is geen droge kost, maar een leesbaar managementboek met praktijkvoorbeelden. Praktische tips, methodes en concepten maken het boek beeldend. Bij het boek hoort een gratis online training.
In 1965 is de basis gelegd voor het Nationaal beek- en esdorpenlandschap. Nu, vijftig jaar later, is het Drentsche Aa het best bewaarde beek- en esdoornlandschap van WestEuropa. Dertig deskundigen ontsluiten in Landschapsbiologie van de Drentsche Aa vijftig jaar wetenschappelijk onderzoek en beschrijven de levensloop van het landschap.
Het Engelstalige boek Urban Catalyst laat zien dat in veel steden braakliggende en leegstaande terreinen veranderen in uitbundige plaatsen. Een onderzoeksteam onderzocht in de loop van een aantal jaren deze plaatsen in steden als Amsterdam, Berlijn, Londen en Rome. De verlaten locaties zijn vaak getransformeerd naar levendige en culturele locaties.
▸ Plantaardig | ISBN 978 90 5011 526 1 | €24,95
▸ Schaamteloos delegeren | ISBN 978 94 622 0168 2 | €19,95
▸ Walnoot+ | ISBN 978 94 6233 067 2 | €20
44
▸ Landschapsbiologie van de Drentsche Aa | ISBN 978 90 2325 271 9 | €34,95
▸ Urban Catalyst | ISBN 978 3 86922 261 5 | €38
TuinenLandschap l 24 l 2015
Leveranciers_Boeken_16xTEL.indd 44
12-11-15 15:57
Rotterdam staat als architectuurbestemming in de top van veel internationale lijstjes. De Markthal, het nieuwe Centraal Station, De Rotterdam en iconen als de Kunsthal en de Van Nellefabriek zijn reden om de stad te bezoeken. Rotterdam Architectuur Stad is een handzame architectuurgids. In het boek zijn ook de mooiste tuinen en parken van Rotterdam te vinden.
Veldgids Rompgemeenschappen is een nieuw standaardwerk voor ecologen, beheerders, studenten en plantenliefhebbers over de flora van Nederland. Het beschrijft 260 Nederlandse romp- en derivaatgemeenschappen, ingedeeld naar biotoop en is een tweeluik met het eerder verschenen Veldgids Plantengemeenschappen.
De Plukalmanak beschrijft per seizoen eetbare planten en ander lekkers uit de natuur. Meer dan honderd eetbare planten, vruchten, noten, paddenstoelen en planten en dieren uit zee worden in dit boek beschreven. In de uitgebreide soortbeschrijvingen is aandacht besteed aan de seizoenen, groeiplaatsen en oogsttijd. Inclusief rode lijst en index.
In het Bomenboek staat het sortiment van ruim 1.000 boomsoorten en variëteiten beschreven van boomkwekerij Udenhout. Het boek dient als handboek voor iedereen die zich professioneel bezighoudt met ontwerpen en inrichten van tuinen, parken, straten, lanen en groenstroken, is kleurrijk geïllustreerd en voorzien van professionele aanbevelingen en adviezen.
▸ Rotterdam Architectuur Stad | ISBN 978 94 6208 229 8 | €19,95
▸ Veldgids Rompgemeenschappen | 978 90 5011 516 2 | €39,95
▸ Plukalmanak | ISBN 978 90 5011 549 0 | €29,95
▸ Bomenboek | www.udenhout-trees.nl
Alterra-onderzoekers Bart Masaske en Gilbert Maas schreven in samenwerking met het kenniscentrum van de regionale waterbeheerders STOWA een leidraad voor het stapsgewijs en integraal ontwerp van beken bij beekherstelprojecten. Dit boek, het handboek Geomorfologisch Beekherstel, bevat zowel een praktisch stappenplan als een theoretisch kader.
Veel vijgenplanten kunnen perfect aarden in een noordelijk klimaat. Welke beschutting hebben vijgen nodig en zijn de planten winterhard? Deze en andere vragen worden beantwoord in de praktische handleiding Vijgen in de lage landen. Het boek beschrijft de geschiedenis, bijzondere botanische eigenschappen en de verschillende soorten.
Snoeien doet bloeien is een handboek op zakformaat, waarin precies aangegeven staat in welke maand gesnoeid moeten worden om planten en bomen gezond en productief te houden. De tweehonderd meest voorkomende tuinplanten, bomen en fruitsoorten worden beschreven. Het boek bevat veel praktische snoeitips en vertelt hoe een plant geleid kan worden.
Living Roofs is het eerste boek in een reeks over onderzoek op het regenwater en het beheer van levende daken vanuit het perspectief van ingenieurs en architecten. Het boek voorziet de lezer met tools om levende daken te plannen en te ontwerpen, compleet met methoden voor technische berekening, mogelijke invloeden en interacties en montage-elementen.
▸ Het handboek is te downloaden op www.stowa.nl
▸ Vijgen in de lage landen | ISBN 978 94 625 0077 8 | €19,95
▸ Snoeien doet bloeien | ISBN 978 90 8989 583 7 | €14,99
▸ Living Roofs | ISBN 978 0 415 53553 3 | €86,99
TuinenLandschap l 24 l 2015
Leveranciers_Boeken_16xTEL.indd 45
45 12-11-15 15:57
Agenda
Cursussen
Flori Mundi Orchideeënspektakel t/m 29 november, Meise, België
Nederlands landschap als unique selling point Jaarcongres, 26 november, Velp
SketchUp Tweedaagse basiscursus, 4 en 11 december, Capelle aan den IJssel
▸ www.vva-larenstein.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
Takeuchi demodagen 20 en 21 november Zeewolde, 28 en 29 november Maarheeze, 11 en 12 december Berkel en Rodenrijs
Mycological Tree Assessment Tweedaagse masterclass, 27 november Vught
▸ www.verhoevenbv.com
▸ www.boom-kcb.nl
Werkvoorbereiding, organisatie en planning Tweedaagse workshop, 8 december, 19 januari, 16 februari, Elspeet/Waddinxveen
▸ www.plantentuinmeise.be
▸ www.hoveniersacademie.nl
Voorlichtingsavond Ontwerpacademie 23 november, Capelle aan den IJssel
Ontwerpanalyse Tweedaagse cursus, 27 november, Utrecht ▸ www.ontwerpacademie.nl
Landelijk congres openbare ruimte 9 december, Tilburg ▸ www.lcor.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
Paysalia Beurs voor landschap, tuin en sport, 1 t/m 3 december, Lyon, Frankrijk ▸ www.paysalia.com
Open demodagen 11 t/m 13 december, Ammerzoden
Vleermuizen in de stad Symposium, 27 november, Amsterdam
UAVgc Cursus, 10 december, Ede
▸ www.hva.nl
▸ www.crow.nl
Gedragscode Flora- en faunawet Tweedaagse cursus, 30 november, Barendrecht
Plantenkennis bomen Driedaagse cursus, start 15 december Roermond, 4 januari Eindhoven, 5 januari Steenbergen
▸ www.tritrainingen.nl
▸ www.tritrainingen.nl
▸ www.ahlmann.nl
Groenbeurs 20 en 21 januari, Haaren
Mest & Bodem Landelijke kennisdag, 1 december, Niewer Ter Aa ▸ www.brooswater.nl
▸ www.groenbeurshaaren.nl
Landelijke dag Vlinderstichting 5 maart, Wageningen ▸ www.vlinderstichting.nl
Klanten binden, opdrachten winnen! Tweedaagse workshop, 1 december, 27 januari, 24 februari, Elspeet/Waddinxveen ▸ www.hoveniersacademie.nl
Floraliën Bloemen- en plantenevent, 22 april t/m 1 mei, Gent, België ▸ www.floralien.be
Öga Vakbeurs, 29 juni t/m 1 juli, Koppigen, Zwitserland ▸ www.oega.ch
Begroten en offertes 2 - Onderhoud Workshop, 2 december, 3 februari, 16 maart, Elspeet/ Waddinxveen ▸ www.hoveniersacademie.nl
Plantenkennis combinatieles Driedaagse cursus, start 15 december Roermond, 4 januari Eindhoven, 5 januari Steenbergen ▸ www.tritrainingen.nl
Plantenkennis module wk Cursus, 16 december, locatie passend bij het onderwerp ▸ www.ontwerpacademie.nl
Begroten en offertes 1 - Aanleg Tweedaagse workshop, 6 januari, 17 februari, Elspeet/Waddinxveen ▸ www.hoveniersacademie.nl
SketchUp Cursus voor gevorderden, 4 december, Capelle aan den IJssel ▸ www.ontwerpacademie.nl
Werken met mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt Cursus, 11 januari Steenbergen,
12 januari Eindhoven, 13 januari Roermond ▸ www.tritrainingen.nl
Houtconstructies voor de hovenier Vijfdaagse workshop, 15 januari, Piershil ▸ www.hoveniersacademie.nl
Plantenkennis hovenierspraktijk I Zevendaagse workshop, 19 januari Opende/Pijnacker/Arnhem ▸ www.hoveniersacademie.nl
Plantenkennis hovenierspraktijk III Zevendaagse workshop, 19 januari Opende/Pijnacker/Arnhem ▸ www.hoveniersacademie.nl
Veilig werken aan en langs de weg Cursus, 19 januari Roermond/ Horst, 22 januari Breda ▸ www.tritrainingen.nl
Budgetbewaking en nacalculatie Workshop, 26 januari, 8 maart, Elspeet/Waddinxveen ▸ www.hoveniersacademie.nl
Wintersnoei appel- en perenbomen Tweedaagse workshop, 9 februari, Frederiksoord ▸ www.fruithof-frederiksoord.nl
Herkennen van winterkenmerken Cursus, 10 februari, 17 november, Hilversum ▸ www.cobra-adviseurs.nl
Wintersnoei appel- en perenbomen Workshop, 28 februari, Frederiksoord ▸ www.fruithof-frederiksoord.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
46
Redactie Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Wendy Bakker hoofdredacteur 06 35115617 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Ralph
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2015 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
TuinenLandschap l 24 l 2015
Agenda_Cursus3kolomTEL24.indd 46
16-11-15 12:18
Foto Ronald Bakker
Groene Gast
Hein Koningen Welke plas ligt achter u? „De oude veenplas van De Braak in Amstelveen. Deze is ontstaan door een dijkdoorbraak van het toenmalige Haarlemmermeer. Er ontstonden oeverlanden met een eigen sfeer omheen. Het is het oudste heempark (5 ha) in Amstelveen.’’
Wat maakt de plek bijzonder?
Hein Koningen was tot 2001 Hoofd Buitendienst Amstelveen en medeoprichter van de opleiding Tuinkunst en Parken.
„In jaren ’20 en ’30 begon Amstelveen te groeien. Het toenmalig gemeentebestuur besloot de plas te behouden en vroeg landschapsarchitect Chris P. Broerse een ontwerp te maken. Hij ging uit van de genius loci en wilde die versterken door een park aan te leggen met wilde planten. Uniek voor die tijd. Hij ging niet alleen uit van de plantensociologie en succesie maar ook van de esthetiek. Hij koos mooie soorten en plantte die in grote groepen aan, uitgaande van de geschikte groeiplaats. Zo
ontstond een harmonisch geheel met combinaties die je in de natuur niet ziet. Hij maakte tuinkunst met wilde planten. Daarop zijn de heemparken in Amstelveen nog steeds gebaseerd.’’
Welke bijdrage levert beheer daarin? „De plantensociologie was en is richtlijn in het beheer, maar niet in absolute zin. De natuurlijke processen gaan door maar er is sprake van afgebogen successie. Soorten die op plekken komen die we daar vanwege het beeld niet willen, wieden we of verplanten we. Het is een geleide natuurlijkheid die bedrieglijk echt lijkt: gesublimeerde natuur. Als beheerder moet je dan ontwerpend beheren.’’
U heeft onlangs afscheid genomen van de leergang Groen Ruimtelijk Erfgoed, voorheen Tuinkunst en Parken. „Ik ben nu 75 en het is goed
geweest. Voor mijn afscheid is op 17 oktober een symposium georganiseerd: ’Het heempark als monument’. Ik heb daar een verhaal gehouden over het werk van Broerse die een sleutelpositie heeft gehad in de relatie wilde planten en tuinkunst.’’
Nog een tip voor de toekomst? „Wie ben ik om hoog van de toren te blazen, maar toch: Laten we de verbinding tussen mens en natuur niet veronachtzamen. Vooral natuurlijk groen is belangrijk omdat dat de verbinding laat zien tussen allerlei levensvormen die met elkaar samenleven. Die harmonie brengt rust en versnelt het herstel bij ziekte.’’
Laat het u ooit los? „Nooit. Toen ik mijn ogen opendeed was ik al geïnteresseerd in planten en dat gaat door tot ik ze sluit.’’ <
TuinenLandschap l 24 l 2015
GroeneGast-Hein Koningen.indd 47
47 16-11-15 12:18
719234_.indd 48
16-11-2015 12:31:21