Tenl25 2014 def

Page 1

25 Vakblad voor de groenvoorziening | 36e jaargang | 4 december 2014

Groen schoolplein Berberis als sierheester Villatuin in arts&crafts stijl Zelfrijdende sleuvenfrees



m

Inhoud

r

Nieuws 4 5 6 7 8 9

Boomspecialisten maken leidraad EMVI-criteria Ontheffing Tijdelijke Natuur wordt voor grondeigenaren nog eenvoudiger gemaakt ’Elke gemeente moet beheer anders organiseren’ Voorzitter Keukenhof Herman Hollander: ’Ecodome wordt etalage van groensector’ Bezuinigingen op boomonderhoud kunnen leiden tot schade op langere termijn Tuin en Landschap online

Foto voorplaat Gerdien de Nooy

Sortiment 18

12 Bladverliezende Berberis 16 Kleur en beweging in Vlinderhof

Bedrijf en Organisatie

28

18 Groene schoolpleinen: Kinderen willen klauteren en ontspannen 20 Wijkbewoners tekenen mee aan groen lint door de wijk 23 Zo zit dat: Wat zijn de belangrijkste punten Wet Arbeid en Zekerheid? 26 Eindejaarstips: Werkkostenregeling vanaf 1 januari verplicht

Ontwerp en Inrichting 28 Hedendaagse villatuin in arts&crafts stijl

Aanleg en Onderhoud

34

32 Ken James op Boominfodag: ’Innemen kroon kan windbelasting vergroten’ 34 Ecologische rijkdom vestingwerken beleefbaar maken 36 Efficiënt onderhoud van vaste planten 41 Werk in uitvoering: Blad ruimen

Machines en Gereedschap 42 Compacte zelfrijdende sleuvenfrees van Garbin

Service

42

48 Leveranciersnieuws 50 Agenda 51 Groene Gast: Rob Herwig

TuinenLandschap | 25 | 2014

3


Nieuws

Foto Jan Willem De Groot

Boomspecialisten maken 150 bezoekers voor Nederlandse Boominfodag leidraad EMVI-criteria

De zevende Nederlandse Boominfodag is op 20 november gehouden in Residence Rhenen op de Utrechtse Heuvelrug. Met 150 boomverzorgers, adviseurs, hoveniers en beheerders was de dag uitverkocht. In de plenaire lezingen namen achtereenvolgens de Australische wetenschapper Ken James (over windbelasting, zie ook pagina 32-33), hoofdstedelijk bomenconsulent Hans Kaljee (over beheer van ziekten en plagen) en Ceciel van Iperen van CROW (over de nieuwe standaard boomveiligheidscontrole) het woord. Olivier Copijn presenteerde de EMVI Criteria Boombestekken (zie bericht hiernaast). Tussen de lezingen door bezochten de bezoekers workshops over aanbesteden, rapporten schrijven en het meten van prestaties. <

De VHG heeft met een aantal partners een leidraad ontwikkeld voor boombestekken met EMVIcriteria. Olivier Copijn, voorzitter van de Vakgroep Boomspecialisten, presenteerde op de Boominfodag het eerste exemplaar. Met de leidraad willen de boomspecialisten opdrachtgevers van boomspecialistische werkzaamheden inspireren en ondersteunen bij het kiezen en uitwerken van EMVI-aspecten. Naast de VHG waren CROW, ondernemers, aanbestedende diensten en adviesbureaus betrokken. De leidraad is een aanzet om de aanbesteding van boomgerelateerde werken te professionaliseren. Veel bestekken bevatten standaard EMVIcriteria, die volgens de boomspecialisten niet goed aansluiten bij de opdracht. Remco Valk van de vakgroep: „Goede criteria geven de boomspecialisten de mogelijkheid zich te onderscheiden van de

concurrentie die weinig innoveert en vooral inschrijft op bulkwerk tegen lage prijzen.”

Handhaving Eén van de aanbevelingen in de leidraad betreft de handhaving na gunning. De opdrachtgever moet de opdrachtnemer houden aan de kwaliteit die is aangeboden. Valk: „Zo wordt voorkomen dat inschrijvers op papier mooie beloften doen en daar ook punten voor krijgen, terwijl daar in de uitvoering weinig van te zien is. Het plan van aanpak moet een nadrukkelijk onderdeel zijn van het contract. En dus ook worden getoetst.” Het document bevat suggesties voor EMVI-criteria voor de thema’s duurzaamheid, communicatie en kwaliteitsborging. Daarnaast zijn aanbevelingen voor de aanbesteding en beoordeling en gunning opgenomen. De leidraad is te downloaden van de VHG website (www.vhg.org). <

Co men aar

Apengedrag Onlangs vond in de Apenheul de eerste landelijke onderwijsdag van TRI plaats. Als u er niet bij was, kunt u op onze website een verslag lezen. Ik vond het in ieder geval een heel leerzame bijeenkomst. Zo leerde ik dat verschillende apensoorten er heel verschillende sociale gewoontes op nahouden. Bij de ene soort is het mannetje de baas en bij de andere het vrouwtje. De ene soort is monogaam en de andere doet aan polygamie. De term ’apengedrag’ is wat dat betreft misleidend. Pubers wordt ook weleens apengedrag verweten. Toch stelde een van de sprekers dat onderwijsinstellingen juist meer moeten aansluiten bij gewoontes en interesses van jongeren. Dat lijkt een open deur, maar scholen blijken in de praktijk weinig rekening te houden met het feit dat jongeren veel kennis halen uit sociale online netwerken. Ook zou er meer aandacht aan creatieve vaardigheden moeten worden geschon-

4

TuinenLandschap | 25 | 2014

ken zoals het maken van Youtube-video’s, een prima manier om je te profileren. De vraag waarmee veel scholen worstelen, is of je leerlingen moet bijbrengen waar bedrijven vandaag behoefte aan hebben, of dat je ze moet klaarstomen voor de snel veranderende werkelijkheid van vijf of tien jaar verder. Digitalisering, robotisering, we krijgen er allemaal mee te maken, en sneller dan we denken. Ook als vakblad worstelen we hier soms mee, en proberen we zo goed mogelijk mee te gaan met de veranderende manier van kennisvergaren van onze lezers. Vandaar dat u steeds vaker nieuws en andere interessante zaken op onze website aantreft, en niet meer in het blad. Actualiteit online en verdieping in het blad, is hierbij leidend. Recent is de inlogprocedure voor onze website vereenvoudigd, zodat u nog makkelijker van deze online content gebruik kunt maken. Doe er uw voordeel mee. Ralph Mens vakredacteur


Ontheffing Tijdelijke Natuur wordt voor grondeigenaren nog eenvoudiger gemaakt De beleidslijn Tijdelijke Natuur zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 wijzigen. De aanvraag van de ontheffing wordt eenvoudiger. Zo hoeven grondeigenaren niet meer vooraf aan te geven welke soorten zij denken te verwachten op het braakliggend terrein. Dit bleek uit de bijeenkomst ‘Tijdelijke natuur, permanente winst’ van Vereniging Stadswerk die vorige week in Ede plaatsvond. De ophanden zijnde wijzingen zijn het gevolg van de Green Deal Tijdelijke Natuur. Hoewel de ontheffing al sinds 2009 werkzaam is, bleken er in de praktijk problemen te zijn in de uitvoering. Het doel van deze Green Deal is om uitvoeringsproblemen in drie jaar op te lossen. Hierdoor kan er meer dan 35.000 ha aan

tijdelijke natuur bijkomen in Nederland.

Wijzigingen Hoewel de nieuwe beleidslijn nog niet volledig is uitgewerkt, is er wel al een aantal wijzigingen bekend. In de huidige regeling moet je als eigenaar aangeven welke soorten je denkt te verwachten op het terrein. In de aangepaste regeling hoeft de eigenaar dat niet meer te doen. De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) die de aanvragen behandelt, maakt dan gebruik van vastgestelde biografische soortenlijsten die aangeven welke soorten in een bepaald gebied kunnen voorkomen. Mocht er een voor Nederland nieuwe soort zich in het gebied vestigen, bijvoorbeeld door klimaatverandering, dan zal het

Ministerie van Economische Zaken deze toevoegen op de soortenlijst. Ook hoeft er na vijf jaar geen tussentijdse monitoring van de soorten plaats te vinden. Aan het einde vindt een finale monitoring plaats. Wat ongewijzigd blijft is de nulmeting voorafgaand aan de ontheffing. Het is namelijk zo dat voor beschermde soorten, die al op het terrein aanwezig waren vòòr de aanvraag, geen ontheffing wordt verleend en dus de compensatieplicht uit de Floraen faunawet blijft gelden.

Bestemming De ontheffing maakt het voor grondeigenaren mogelijk om op braakliggend terrein, dat in de toekomst een andere bestemming krijgt, de natuur tijdelijk zijn gang te laten gaan.

De terreineigenaar mag de ontstane natuur weer weghalen als het gebied zijn nieuwe bestemming daadwerkelijk krijgt, ook als er zich soorten hebben gevestigd die beschermd zijn. Er is dan geen compensatieplicht. Bij ontruiming van het natuurterrein geldt wel de zorgplicht, zoals vastgelegd in de Flora- en faunawet.

Kraamkamer Op deze manier ontstaat er op meerdere plekken in Nederland een kraamkamer van heel veel soorten die gunstig zijn voor de biodiversiteit. Vooral pioniersen vroege soorten, waarvan er in ons land niet veel zijn, hebben er baat bij. Op dit moment zijn 29 ontheffingen aangevraagd door grondeigenaren voor een gebied van ruim 2.000 ha. <

Rode beuk krijgt ruimte in Lingezegen Foto Ivo Hutten

Op 28 november werd in Park Lingezegen een rode beuk aangeplant door het Nederlands Openluchtmuseum. Door herinrichting van het Openluchtmuseum moeten daar bomen worden gekapt. Om dit te compenseren plant het museum 2,2 ha nieuw bos aan langs de Bemmelse Zeeg in Park Lingezegen. De rode beuk komt uit de eigen kwekerij van het museum en is een ent van de honderd jaar oude rode beuk die beschadigd raakte tijdens herbouw van de Amsterdamse Westerstraat in het museum. Wethouder Johan Sluiter, bestuurslid van Park Lingezegen, en museumdirecteur Willem Bijleveld plantten, na een korte toespraak, gezamenlijk de boom. Naast het museum zijn Staatsbosbeheer, de provincie Gelderland en de gemeente Arnhem betrokken bij de aanplant. <

TuinenLandschap | 25 | 2014

5


Nieuws

Het tweede Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte trok 27 november in Zwolle zo’n 250 deelnemers. Het door CROW gekozen thema ’Onomkeerbare veranderingen’ was een schot in de roos. Want hoe je het ook wendt of keert, gemeentelijke beheerdiensten moeten zich anders organiseren. Efficiënter werken, hogere productienormen en klantgericht werken. Het zijn zomaar wat termen die allemaal te maken hebben met de nieuwe werkelijkheid waarvoor gemeentelijk beheerders van de openbare ruimte zich gesteld zien. In een workshop legde gemeente Zwolle uit, dat zij daarom gekozen heeft voor een samenwerking met beheerorganisatie ROVA. Samen met negentien gemeenten is zij aandeelhouder van het bedrijf, dat het structurele onderhoud van het openbaar groen in beheer heeft. Alle tachtig medewerkers

van de buitendienst van Zwolle zijn door ROVA overgenomen. Rutger Ekhard van Zwolle legt uit: „Wij wilden het beheer niet meer zelf doen, maar ook niet helemaal de markt op. Deze organisatiestructuur past goed bij ons.’’ Behalve het beheer uitbesteden kun je ook je eigen buitendienst behouden; toch zul je ook die binnenste buiten moeten keren, want op dezelfde voet doorgaan is tegenwoordig geen optie meer. Hoe je dit kunt doen, werd uitgelegd door Cyber Adviseurs Rob Ellenbroek en Remko Kamstra. Zij begeleiden diverse gemeenten die de eigen buitendienst behouden. Ook Jan van Ginkel, gemeentesecretaris van Schiedam, hield ’s middags een wervelend pleidooi om de gemeenteorganisatie blijvend te innoveren. „Omdat we als overheid verschrikkelijk hard moeten rennen om de veranderingen in de maatschappij bij te houden.’’ <

Foto Ton van Vliet

’Elke gemeente moet beheer anders organiseren’

Inspecteurs NVWA controleren bomen op boktorren De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) heeft vorige week in Winterswijk de jaarlijkse boktorinspectie gehouden. In 2012 is in de gemeente de Aziatische boktor (Anoplophora glabripennis) aangetroffen in één boom. Er zijn vervolgens maatregelen genomen om de boktor uit te roeien. Om na te gaan of de boktor inderdaad is uitgeroeid, controleren inspecteurs van de NVWA nog tot en met 2015 in een strook van 1.000 m rondom de vondst alle loofbomen en struiken. Zowel het openbare groen als particuliere tuinen worden gecontroleerd. <

o l

Gekleurde tradities De maand november stond er toch maar mooi gekleurd op. Hij heeft zich dit keer echt van zijn beste kant laten zien. Overduidelijk getoond in welke periode van het jaar we ons bevinden. Nu eens geen trip hoeven boeken naar het westen van Canada. Ons eigen landje vormde namelijk zelf het decor voor het bijzondere natuurfenomeen dat we ook kennen als Indian Summer. Aan alle voorwaarden bleek te zijn voldaan. Relatief droog, weinig wind, warme zonnige dagen, open luchten en bovenal pas later de koele, heldere nachten. Het staat garant voor pracht en praal. Een kleuroffensief, zo intens, dat het bijna onwerkelijk leek. Goud, geel, bloedrood, oker, zilver, purper en chocoladebruin (oeps voorzichtig nu...). Niet zo gek dat velen de herfst prefereren boven de andere jaargetijden. Maar jeetje, wat zijn die weken snel voorbij gevlogen. Alles alweer over het hoogtepunt heen.

6

TuinenLandschap | 25 | 2014

Jammer hoor, kan mij niet lang genoeg duren. Als daar nou eens massaal aandacht aan wordt geschonken door de media. Dan worden al die doemdenkers vanzelf wel omdenkers en is de wereld om ons heen meteen een stuk vrolijker gestemd. Wat te denken van die energieverspilling over wel of geen donker gekleurde Pieten. Zeurpieten zijn het. Straks moeten we nog uitkijken of we wel of niet iets moeten doen aan onze nomenclatuur. Worden we aangesproken omdat een Helleborus niger echt niet meer kan hoor. Stel je voor. Ik durf zelfs een zwarte walnoot al niet meer aan te bevelen. Terwijl het een zegen is als je last van muggen in je tuin hebt. Dus, zwarte berk, opgepast, straks ben je uit ons landschap verbannen. Zou het? Tradities zijn niet voor niets tradities. Gekleurd of niet!

Jack van Haperen ontwerper/hovenier Bart Hoes tuinontwerper Ruud Vermeer hovenier

Bart Hoes info@barthoes.nl


Vo orzitter Keukenhof Herman Hollander:

Op Landgoed Keukenhof in Lisse moet een ecodome verrijzen die de etalage van de groensector wordt. Hiertoe is stichting Dutch Green Inspiration Center (DGIC) opgericht. „Hét visitekaartje voor duurzaam Nederland”, zegt voorzitter Herman Hollander. Waarom is het DGIC op Landgoed Keukenhof gepland? „Vorig jaar was ik op een congres van NL Greenlabel waar Nico Wissing sprak over zijn visie voor een groen inspiratiecentrum, voor consumenten en de zakelijke wereld. Ik heb contact gezocht en hem de mogelijkheden van ons landgoed voorgelegd. We hebben een internationaal bekende naam, de perfecte locatie, de ruimte, het bestemmingsplan laat het toe. Een snelle ontwikkeling van de plannen is hier mogelijk.”

als buitenplaats ontstaan. De eigenaren genoten hier van natuur en kunst. Het landgoed is een voorbeeld van duurzaamheid; de bomen die hier staan, zijn soms al 200 jaar oud. De historische omgeving wordt gekoesterd. De opdracht voor onze stichting is dit groen erfgoed te koesteren en deze ook naar de toekomst te brengen. Daar past het DGIC perfect bij.”

Zo’n modern ecodome en een oud kasteel, bijt dat elkaar niet? „Wij hebben te maken met de landgoedbiotoop; de cultuurhistorie is leidend bij nieuwe ontwikkelingen. We moeten dus goed kijken of het nieuwe gebouw in het plaatje past. De provincie Zuid-Holland is positief, zij zien het DGIC als leidend naar de toekomst. De sleutel bij wat we doen is duurzaamheid.”

Past dit plan wel binnen het historische karakter van het landgoed?

Loopt de groensector al warm voor de plannen?

„Keukenhof is in de 17e eeuw

„We hebben al diverse bedrij-

ven aan ons verbonden. Zo wordt deze week een nieuwe siertuin, de Hof van Jan Boot, geopend door bloembollenbedrijf C.S. Weijers uit Hillegom. Daarnaast is door boomkwekerij Gebroeders Van den Berk uit Sint-Oederode een arboretum aangelegd. Andere groenpartners zijn Griffioen uit Wassenaar en Uittenbogaard uit Noordwijkerhout. In totaal willen we dat zo’n 80 tot 100 bedrijven zich hier presenteren.”

Wat kunnen bezoekers straks verwachten? „Het moet een soort vierseizoenenpark worden met uitsluitend duurzaam geteelde producten. We zijn al bezig met het aanleggen van een trail die bezoekers voert langs vaste planten, eenjarigen, bolbloemen en struiken, en dwars door de ecodome, zodat men langs tienduizenden soorten beplanting wandelt. Het moet het visitekaartje worden van

Foto Michel ter Wolbeek

’Ecodome wordt etalage van groensector’

groen en duurzaam Nederland.”

Welk publiek willen jullie trekken? „Dat is heel breed. Consumenten kunnen hier genieten van kunst en de groene trail. In de ecodome worden zakelijke producten gepresenteerd, bijvoorbeeld voor buitenlandse delegaties. We zitten op rijafstand van Den Haag en Schiphol met zo’n 7 miljoen inwoners. Onze ambities zijn groot.” <

Tulpen planten bij Kröller-Müller Museum Foto Keukenhof

Voor de hoofdingang van het Kröller-Müller Museum in Otterlo zijn 26 november tulpen aangeplant. Dit gebeurde door de directie van het museum en die van Keukenhof in Lisse. Volgend jaar tijdens het Van Gogh-jaar 2015 werken de twee musea samen. Het Kröller-Müller Museum presenteert dan de tentoonstelling ’Van Gogh & Co. Dwars door de collectie’. Zijn werken worden hierin vergeleken met die van zijn tijdgenoten. Keukenhof eert de schilder met een 250 m2 groot bloembollenmozaïek van een zelfportret van Vincent van Gogh. Bij het Kröller-Müller Museum zijn in totaal 17.000 tulpenbollen in de voortuin geplant. <

TuinenLandschap | 25 | 2014

7


Uitgesproken

„Veel gemeenten bezuinigen momenteel op beheer en onderhoud van bomen. De gevolgen daarvan zijn nu nog niet zichtbaar, maar kunnen op termijn zorgen voor achterstand in het onderhoud, met alle gevolgen van dien. Ook zijn er gemeenten die de vta-controle een jaar overslaan. Het beeld wisselt per gemeente, sommige houden het onderhoudsbudget redelijk op peil. Maar er zijn ook gemeenten waar minder wordt gesnoeid en de vta-controle wordt teruggeschroefd. Dit kan op den duur voor problemen zorgen. Vooral de begeleidingssnoei bij jonge bomen is belangrijk. Als je daar nu op bezuinigt, gaat de boom al na vier jaar grote tak-

Overslaan van de vta-controle kan potentieel tot gevaarlijke situaties leiden

ken vormen en blijf je aan het snoeien. Daarbij kom je niet aan het eindbeeld wat je voor ogen had, wat tot waardevermindering van de bomen leidt. Ook zorgt dit voor klachten van burgers, wat gemeenten ook geld kost. Een ander punt waarop wordt bezuinigd zijn groeiplaatsen. Dit is in gemeenten met een goede grondslag niet zo’n probleem, daar blijven de bomen wel vitaal. Maar in grote steden, waar je zit met verhardingen en kabels en leidingen in de grond, heb je behoorlijk wat kunst- en vliegwerk nodig om bomen vitaal te houden. Veel gemeenten verzuimen nu te investeren in een goede groeiplaats, maar dit zorgt na een jaar of tien voor problemen met wortelopdruk of een slechte conditie van de boom. Zo’n boom wil niet de hoogte in. Wanneer de vta-controle wordt overgeslagen, kan dit

tot gevaarlijke situaties leiden. Zo kan de Amerikaanse eik binnen een jaar zware dode takken ontwikkelen. Daar kan het overslaan van de vta-controle potentieel tot gevaarlijke situaties leiden, doordat takken afbreken. Als zo’n tak op een auto, of erger nog, op een voorbijganger valt, is het leed niet te overzien. Een goed beheerplan is heel belangrijk, daardoor weet je als gemeente wat je hebt staan en wat er aan beheer moet worden gedaan. Zo kun je zelfs besparen op onderhoud. Als je bijvoorbeeld relatief veel Amerikaanse eiken hebt, kun je gaan denken aan vervanging voor een onderhoudstechnisch goedkopere boomsoort. Op dit moment heeft naar schatting 60% van de gemeenten een beheerplan. De vraag is natuurlijk in hoeverre dit wordt nageleefd, ook daar spelen bezuinigingen een rol.” <

Foto Archief

Bezuinigingen op boomonderhoud kunnen leiden tot schade op langere termijn

Martijn van der Spoel Voorzitter Kring Praktiserende Boomverzorgers

www.tuinenlandschap.nl

vhg

Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.

Jubilea Laatst vroeg iemand mij of hij eens een dag met mij mee zou mogen lopen om een indruk te hebben van hoe mijn agenda eruitziet. Dat lijkt mij erg leuk en heb ik toegezegd. Stel dat hij gisteren met me mee zou zijn gegaan, dan had hij kennisgemaakt met twee inspirerende ondernemers. Onlangs vierden zij het 75-jarig bestaan van het hoveniersbedrijf met onder andere een succesvolle open dag. Ruim 1.500 bezoekers kwamen er. Aan de hand van een fotopresentatie kreeg ik een indruk van hoe de dag verlopen was. De medewerkers toonden zich ware ambassadeurs en ook de mensen van het eerste uur waren er.

8

TuinenLandschap | 25 | 2014

Geweldig om te zien hoe een bedrijf zo midden in de samenleving kan staan. Geleid door betrokken ondernemers, die zich in willen zetten voor de ontwikkeling van het vak, van goed onderwijs en die mensen een kans willen geven. Die ook naast het werk maatschappelijk actief zijn. Zij geloven in de kracht van samenwerken. Misschien is dat ook wel het geheim om zulke mooie jubilea te bereiken. Ik maak er diverse mee. Van 5, 10, 25, 50, 75 en ja, zelfs 111 jaar jong. Het zijn momenten waar je terecht trots op mag zijn en die het verdienen om te vieren.

Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org


Tuin en landschap o

nline

www. tuinen andschap. n

Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap

Limburg verhoogt subsidie Leefbaarheid en Groen

Ben van Ooijen @BenvanOoijen Van Gogh, ’kassa in 2015’, miljoenen extra inkomsten. Als het regent in A’dam druppelt het in Appeltern

Gedeputeerde Staten van Limburg verhogen het budget voor subsidieregeling Leefbaarheid en Groen met €1,6 miljoen. Het subsidieplafond bedroeg tot nu toe €5,8 miljoen.

Hans Kaljee @bomenconsulent Koud hè? Inmiddels hebben > 50 bomen langs N247 Oosthuizen hun eigen ’winterjas’ #breien

’Herstel positie tuin als waterbuffer’ Tuinbranche Nederland heeft deze week haar ’Groen Brancheplan’ vastgesteld. Belangrijkste punten zijn het terugdringen van middelengebruik en het diervriendelijker maken van tuinen. Ook moeten tuinen en openbaar groen als waterbuffer worden ingezet.

Hilde Backus @hildebackus Wandel in de natuur en je brein komt tot rust en je krijgt ruimte voor reflectie. @MTnieuws

Nieuwe Ooster wint Gouden Piramide

De Groene Stad @DeGroeneStad Groningers willen in binnenstad minder bussen en meer bomen

Begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam heeft de Gouden Piramide 2014 gewonnen. De Nieuwe Ooster krijgt de Rijksprijs voor de meerjarige restauratie van het park en de gebouwen.

Ronald Kusters @KustersRonald Goed nieuws Nederlandse #flora. Toename van Bleek bosvogeltje. Een zeldzame wettelijk beschermde #orchidee

Correctie: Financiën Entente Florale In Tuin en Landschap 24 staat dat Entente Florale „voor een groot deel financieel ondersteund wordt door het ministerie van Economische Zaken”. Dit is niet helemaal correct. Entente ontvangt van het ministerie jaarlijks €65.000. Dit is een kwart van het totale budget. Overige gelden zijn afkomstig van andere partners van Entente Florale.

Wijziging Aanbestedingswet leidt tot fouten tuinenlandschap.nl De Unie van Waterschappen vreest dat wijzigingen in de Aanbestedingswet leiden tot fouten. Deze fouten kunnen leiden tot aanbestedingen die verkeerd lopen. Heeft de UvW een punt?

Internationale prijs voor verticaal bos

Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep

94% zei ja tegen de stelling: Foto Paolo Rosselli

’iVerde en Entente moeten gezamenlijk groene boodschap uitdragen in plaats van ieder apart’ Stem mee over de volgende peiling:

'Jongeren zijn actief met social media en gaming. Het groene onderwijs moet hier bij aansluiten'

De woontorens Bosco Verticale (’Verticaal bos’) in Milaan zijn bekroond met de International Highrise Award. Uniek zijn de 900 bomen die op de terrassen zijn geplant. Verder telt het groene gebouw 5.000 struiken en 11.000 bloemen.

ap

an

h dsc

Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s

Filmpjes

Dossiers

Documenten en links naar websites

Praat mee

nL ine

f

ie r b s uo eer euw n on Ni Ab e pd

Tu

Landschap | 25 | 2014

9




Sortiment

De waarde van Berberis in het openbaar groen is al decennia lang bewezen. Maar de laatste jaren komen er ook steeds meer cultivars die bij uitstek geschikt zijn voor gebruik als sierheester, border- of terrasplant. Het gaat hierbij vooral om cultivars van B. thunbergii. Maar er zijn meer bruikbare bladverliezende soorten en cultivars.

Tekst en beeld Ronald Houtman

Bladverliezende Berberis H

et geslacht Berberis bestaat uit bladverliezende en bladhoudende soorten. Enkele hybriden (o.a. B. x media en B. x ottawensis) zijn halfwintergroen. De bladeren zijn altijd enkelvoudig. De meeste soorten en cultivars hebben scherpe, driedelige doorns die direct onder de bladknoppen staan. Ook zijn er veel soorten en cultivars met (scherp) getande bladeren. De wintergroene Berberis zijn vrij kleine tot middelgrote struiken. De bladeren variëren sterk in vorm en kleur. Soms zijn ze klein, ovaal of (omgekeerd ei) rond, bij andere soorten zijn ze langwerpig tot bijna lijnvormig. De meeste soorten en cultivars bloeien erg rijk waarbij de bladeren een mooie achtergrond vormen. De bladverliezende soorten, waar dit artikel om draait, kunnen bijzonder fraaie herfstkleuren hebben, meestal oranje tot paarsrood. De bloemen zijn in de regel opvallend en variëren in kleur van bleekgeel tot donkergeel. Berberis bloeit in het (vroege) voorjaar. De besvormige vruchten zijn vaak opvallend gekleurd. Ze variëren van oranjerood tot zwart en zijn in sommige gevallen

12

TuinenLandschap | 25 |2014

grijsblauw berijpt. In tegenstelling tot de meeste bladhoudende Berberis kunnen sommige bladverliezende soorten uitgroeien tot behoorlijke struiken. Helaas zijn het de doorns en stekels die Berberis in sommige opzichten een wat negatieve naam hebben gegeven. Mensen houden niet van doorns. Dit maakt van Berberis een prima plant voor defensieve toepassingen. Anderzijds willen bewoners niet dat spelende kinderen in een groep Berberis terechtkomen. Natuurlijk, kinderen horen niet in beplantingen te komen, maar feit is dat het wel gebeurt, bij Berberis met alle negatieve gevolgen van dien. Toch heeft dat de veredelaars er niet van weerhouden om visueel aantrekkelijke Berberis (thunbergii) te ontwikkelen. Deze compacte planten zijn dicht vertakt en bebladerd waardoor de vrij kleine doorns niet opvallen. De bladeren zijn in de regel aantrekkelijk gekleurd. Voor het overzicht zijn de cultivars van B. thunbergii hier in vier groepen verdeeld. De hier genoemde soorten en cultivars zijn in Nederland en België prima winterhard, alleen B. wilsoniae kan enige schade lijden in een strenge winter.


Berberis x media Ontstond uit een kruising tussen B. x hybridogagnepainii ’Chenaultii’ en B. thunbergii. Het zijn bossig groeiende planten die in milde winters groenblijvend zijn, maar gewoonlijk toch in januari of februari hun blad laten vallen. Vaak nadat het roodachtig is verkleurd. De oudste cultivar is de groenbladige ’Parkjuweel’, in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gevolgd door de roodbladige ’Red Jewel’. De jongste cultivar is de geelbladige ’Dual Jewel’ (zie foto), die met fraaie oranjerode scheuten uitloopt. Het zijn sterke en gezonde planten met glanzend blad.

Berberis x ottawensis Eveneens een hybride, deze keer tussen B. thunbergii en B. vulgaris. Vrij forse en sterk groeiende heester met vrij grote bladeren. De bekendste cultivar is ’Superba’ (zie foto). Deze heeft bruinrode twijgen en dof, donker wijnrood blad. De bloemen zijn geel en worden gevolgd door rode vruchten. De cultivar ’Decora’ heeft dof purpergroen blad met een blauwachtige glans. Helaas zijn deze cultivars enigszins meeldauwgevoelig. Maar de groeikracht en het formaat maakt ze toch waardevol in gebruik.

Naam en herkomst Samen met onder andere Epimedium en Mahonia behoort Berberis tot de Berberidaceae (zuurbesfamilie). Het geslacht Berberis is met meer dan vijfhonderd soorten veruit het grootste geslacht in deze familie. Van nature komen deze voor in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika, Midden- en Oost-Azië en Europa. De bladverliezende Berberis vulgaris is de enige in het wild in Nederland voorkomende soort. Het merendeel van deze soorten is bij ons niet in cultuur. In de meeste gevallen omdat deze niet winterhard zijn maar in sommige gevallen zijn fraaie soorten gewoon aan de aandacht ontsnapt. Maar een beperkt aantal is op (redelijk) grote schaal gekweekt. De belangrijkste soort is de bladverliezende B. thunbergii. De naam Berberis is de gelatiniseerde, oude Arabische naam voor de vruchten van één van de soorten. > TuinenLandschap | 25 |2014

13


Berberis wilsoniae

Berberis thunbergii – zuilvormig

Berberis thunbergii – bontbladig

Bossig groeiende breed opgaande struik tot circa 1 m. De bladeren zijn dof grijzig groen en kleuren rood in de herfst. In de vroege zomer verschijnen lichtgele bloemen die gevolgd worden door fraaie zalmkleurig rozerode vruchten. Deze hangen in dichte trossen bijeen en zijn een belangrijke sierwaarde van deze soort.

De standaard zuilvormige cultivar is ’Helmond Pillar’. De takken groeien strak rechtop en de bladeren zijn donker purperbruin en blijven lang op kleur. ’Maria’, een sterke Poolse cultivar, heeft eenzelfde habitus met heldergeel blad, dat in de herfst oranjerood kleurt. ’Rosy Rocket’ (foto) lijkt wel op ’Rose Glow’, maar dan zuilvormig. ’Orange Rocket’ heeft oranjerode, jonge scheuten en steenrood, volwassen blad.

Bontbladige cultivars zijn er in veel variëteiten. ’Golden Ring’ (zie foto) is een bossige struik met groenpurperen blad met een dun geelgroen randje. ’Rose Glow’ heeft purperbruin blad met roze, witte en grijze vlekjes. Dit is ook het geval bij ’Pink Attraction’, die lager en compacter blijft. ’Powwow’ loopt licht groengeel uit en krijgt vervolgens witgevlekte, lichtgroene blaadjes die in de herfst oranjerood kleuren.

14

Berberis thunbergii – bolvormig/compact

Berberis thunbergii – bossig

Deze groep bestaat uit compact groeiende, dichtvertakte, aantrekkelijke tuinplanten die in de regel niet veel hoger worden dan 0,5 m. De oudste is ’Atropurpurea Nana’ (zie foto) met purperrood blad. Later ontstond ’Bagatelle’, een compactere versie van ’Atropurpurea Nana’. ’Admiration’ heeft opvallend steenrood blad met een dun groengeel randje. De vrij nieuwe ’Tiny Gold’ is een zeer compacte plant met diepgeel blad. De jonge scheuten zijn oranjerood en geven extra sierwaarde.

In deze groep bevinden zich de purperbladige variant van de soort ’Atropurpurea’ en ’Aurea’, de geelbladige, wat lager groeiende cultivar die zeer gevoelig is voor bladverbranding. ’Aurea’ is inmiddels overtroffen door de Amerikaanse cultivar ’Bogozam’. ’Dart’s Red Lady’ (zie foto) en ’Red Chief’ zijn eveneens purperbladige cultivars. Eerstgenoemde blijft relatief laag en heeft donker purperrood blad. ’Red Chief’ groeit losser en hoger en heeft lichter purperrood blad. De nieuwere ’Golden Dream’ heeft kleiner groengeel blad dat contrasteert met de roodachtige twijgen.

TuinenLandschap | 25 |2014


Standplaats

Toepassing

Bladverliezende Berberis groeit in de praktijk goed op vrijwel alle gronden. De bodem moet wel voldoende vochtig, maar gedraineerd zijn. Toch wordt ook droogte nog redelijk verdragen. De standplaats mag variëren van halfschaduw tot volle zon. Helaas is met name B. thunbergii gevoelig voor meeldauw en valse meeldauw. Verder hebben de planten weinig last van ziekten en plagen.

Hoveniers en tuin- en landschapsarchitecten lijken een haat-liefde verhouding met Berberis te hebben. Wordt Berberis in het openbaar groen veel toegepast, in particuliere tuinen blijft het gebruik wat achter. Dit lijkt een kwestie van imago. De nieuwe kleurrijke cultivars van B. thunbergii kunnen hierin wellicht verandering brengen. Tuincentra verkopen deze planten al volop. Nu de hoveniers en architecten nog.

Naam B. aggregata B. jamesiana B. koreana B. x media ’Dual Jewel’ B. x m. ’Parkjuweel’ B. x m. ’Red Jewel’ B. x ottawensis ’Decora’ B. x o. ’Superba’ B. ’Red Tears’ B. thunbergii B. t. ’Admiration’ B. t. ’Atropurpurea’ B. t. ’Atropurpurea Nana’ B. t. ’Aurea’ B. t. ’Bagatelle’ B. t. ’Bogozam’ (BONANZA GOLD) B. t. ’Dart’s Red Lady’ B. t. ’Golden Dream’ B. t. ’Golden Ring’ B. t. ’Green Carpet’ B. t. ’Helmond Pillar’ B. t. ’Maria’ B. t. ’Orange Rocket’ B. t. ’Pink Attraction’ B. t. ’Powwow’ B. t. ’Red Chief B. t. ’Rose Glow’ B. t. ’Rosy Rocket’ B. t. ’Tiny Gold’ B. vulgaris B. v. ’Atropurpurea’ B. wilsoniae

Hoogte 1,5 m 2,0 m 1,5 m 1,0 m 1,0 m 1,0 m 2,0 m 2,5 m 2,0 m 1,5 m 0,6 m 1,5 m 0,5 m 1,0 m 0,3 m

Vruchten* zalmrood helder koraalrood helderrood n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. helderrood rood rood n.v.t. rood n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Toepassing** O O O O/T O O/T O O O O T/V O O/T T O/T

1,0 m 1,0 m 0,8 m 1,25 m 0,8 m 1,25 m 0,8 m 1,0 m 0,8 m 0,8 m 1,75 m 1,25 m 1,0 m 0,3 m 2,0 m 2,0 m 1,0 m

n.v.t. rood n.v.t. rood rood rood n.v.t. rood n.v.t. n.v.t. rood rood n.v.t. n.v.t. rood rood zalmkleurig rood

O/T O/T O/T O/T O O/T T/V T O/T T O O/T T T/V O O O/T

Opmerkingen onbekende soort, rode herfstkleuren fraaie herfstkleuren halfwintergroen; loof geel halfwintergroen halfwintergroen; loof purperrood purpergroen blad, weinig vruchten donker wijnrood blad rode herfstkleuren rode herfstkleur heldere bladkleuren gevoelig voor bladverbranding compacter dan ’Atropurpurea Nana’ verbetering van ’Aurea‘ donker purperrood blad groengeel blad donker blad met geelgroen randje goede bodembedekker nauwelijks bladverbranding steenrood blad, jonge scheuten oranje bontbladig, purper, roze en wit bladeren witbont, jonge scheuten geel licht purperrood blad bontbladig, purperbruin, roze, wit en grijs bontbladig en zuilvormig zeer compact, geelbladig kan in strenge winters lijden

* Waar ’n.v.t.’ staat worden niet of nauwelijks vruchten gevormd of is de sierwaarde ervan van ondergeschikt belang ** O = openbaar groen / T = (particuliere) tuin / V = visueel aantrekkelijk (border, pot- of terrasplant)

<

TuinenLandschap | 25 |2014

15


Sortiment

Kleur en beweging

Calamagrostis brachytricha Lythrum virgatum ’Swirl’ Persicaria amplexicaulis ’Alba’

16

TuinenLandschap | 25 2014

Echinace pallida

Succisa pratensis


Tekst Wendy Bakker Beeld Hans Clauzing Beplantingsontwerp Piet Oudolf Locatie Vlinderhof, Maximapark Utrecht

in Vlinderhof

D

e Vlinderhof ligt in het Binnenhof, het hart van het Máximapark in Utrecht. De 4.000 m² omsloten tuin is een rustige, kleurrijke plek voor bezinning die elk seizoen een andere beleving oproept. Het beplantingsontwerp is, op verzoek van enthousiaste bewoners uit de Leidsche Rijn, door Piet Oudolf gemaakt. Deze koos voor vlinder- en insectentrekkende planten die in herhalende plantgroepen zijn aangeplant. Siergrassen zorgen voor transparantie en beweging in de plantvakken. Ze doorbreken de plantmassieven en verzachten deze met een natuurlijke waas. De grassen en vaste planten zorgen door successie in groei voor verandering in kleur, structuur en gelaagdheid. Dit veranderende perspectief gedurende de seizoenen nodigt mensen uit om terug te komen. Niet alleen de bloem, maar ook de zaden, het blad en de plantresten dragen hieraan bij. In de tuin zijn 97 verschillende plantensoorten toegepast. 15.000 planten zijn samen met vrijwilligers geplant. Afgelopen 15 november zijn de bloembollen in de Vlinderhof gepoot. Het bloembollenontwerp is van Hans van Horssen van het gelijknamige tuinontwerpbureau en Edwin van Barendrecht van Van Ooijen’s Hoveniers. Een groep vrijwilligers beheert en onderhoudt de tuin.

Solidago ’Golden Mosa’

Molinia caerulea ’Moorhexe’

Eryngium yuccifolium Scutellaria incana

Helenium ’Rubinzwerg’

Eupatorium maculatum ’Snowball’

TuinenLandschap | 25 | 2014

17


Bedrijf en Organisatie

Groene schoolpleinen

Kinderen willen klauteren en Draagvlak creëren blijkt één van de belangrijkste ingrediënten voor een succesvol groen schoolplein. Risico’s waar de ontwerper en hovenier mee om moeten gaan, zijn ’speelerosie’ en de creatieve geest van spelende kinderen. Onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Hogeschool Leiden maakt duidelijk wat de succes- en faalfactoren van groene schoolpleinen zijn. Tekst Kirsten Dorrestijn | Beeld Hovenier van der Heijden

J

olanda Maas, senior onderzoeker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en gespecialiseerd in onderzoek naar groen en gezondheid, onderzocht afgelopen jaar waar landschapsarchitecten en hoveniers op kunnen letten bij de aanleg van groene schoolpleinen. Het onderzoek maakt onderdeel uit van een vierjarige studie genaamd ’De ’leer’kracht van groene schoolpleinen’. Eerder beschreef Maas vooral de effecten van natuurlijke schoolpleinen op de ontwikkeling van kinderen. Daaruit bleek dat kinderen uit groep 4 en 5 zich prettiger voelen op een groen schoolplein. Ook kunnen jongens na het buitenspelen op een groen plein zich beter concentreren dan jongens die op een grijs plein hadden gespeeld. Voor het vervolgonderzoek heeft Maas, samen met Dieuwke Hovinga van de Hogeschool Leiden, dertig kinderen

geïnterviewd op twaalf scholen met groene pleinen. Het ging om kinderen van groep 4, 5 en 6. Maas: ,,We hebben deze kinderen mee naar buiten genomen en ze een foto laten maken van de fijnste en naarste plek op het plein. Daarbij hebben we interviews gehouden met directie en leerkrachten van 25 scholen met een groen schoolplein, tien ontwerpers en vijf hoveniers. We hebben gevraagd wat zij zien als de succes- en faalfactoren.” Het eerste wat Maas noemt is dat de scholen over het algemeen heel positief zijn over de vergroening van hun plein. ,,Zij somden vooral de baten op”, legt Maas uit. ,,Volgens leerkrachten en directeuren bevordert het groene schoolplein divers speelgedrag, biedt het uitdagingen waardoor de kinderen hun grenzen verleggen, hebben de kinderen meer rust in hun spel waardoor ze energieker de klas

Over de baten van een groen speelplein is iedereen het eens: kinderen voelen zich er prettiger dan op een regulier plein. Maar het succes ervan hangt af van het gecreëerde draagvlak onder leerkrachten, ouders én kinderen.

18

TuinenLandschap | 25 | 2014


ontspannen binnenkomen en lijkt er minder ruzie te zijn. Ook de leerkrachten zelf hebben er baat bij, zij ervaren het als een prettige omgeving.”

Speelerosie Toch noemen de geïnterviewden ook nadelen op. Het onderhoud kost tijd en geld. Daar verkijken scholen zich wel eens op. Maas: ,,Het is niet zo dat een groen schoolplein na de aanleg ervan ’klaar’ is: wilgentakken moeten bijgevlochten worden, onkruid moet gewied, een schelpenpad moet aangevuld. Sommige scholen kiezen ervoor om twee keer per jaar een hovenier te laten komen, bij andere verzorgen ouders, kinderen, de conciërge of de directeur het onderhoud.’’ Het groen blijkt niet altijd bestand tegen de speeldruk. Veel kinderen spelen tegelijkertijd op een klein oppervlak tijdens de pauze. Over de slijtage, de zogenoemde ’speelerosie’, van groene schoolpleinen hoorde Maas veel terug tijdens haar onderzoek. ,,Een heuvel is al snel niet meer groen maar bruin. Ook een grasveld is bijna niet groen te houden. Om die reden is het belangrijk om afspraken te maken met de kinderen. Eén school heeft bijvoorbeeld een vlaggensysteem ingesteld, waarbij de kleur vlag aangeeft waar je op die dag wel of niet mag spelen. Ook plaatsen sommige scholen in de winter hekjes om het groen, zodat de planten niet onbewust kapot worden gelopen.’’ Om speelerosie te voorkomen, gaven ontwerpers die al meerdere groene schoolpleinen hadden aangelegd, het advies om te werken met robuuste planten, zoals bamboe, wilg en sterke kruidachtingen als brunel of klaver. Ook is het volgens hen slim om kinderen niet via één paadje een heuvel op te leiden maar meerdere paadjes aan te leggen. Anders klauteren ze toch over het groen naar boven. Het neerzetten van ’prikkelplantjes’ om kinderen te leiden heeft geen succes; die worden vervelend gevonden. ’Kijkgroen’ met een hekje eromheen waar de kinderen zich

achter kunnen verstoppen, valt wel in de smaak. Ontwerpers zien dat hun ontwerp soms aangepast moet worden aan het gebruik. ,,Zij hebben van tevoren bedacht hoe op het plein gespeeld gaat worden, maar in de praktijk gaat dat soms anders. Een grote boomconstructie moest bijvoorbeeld anders worden neergezet om hem veiliger te maken. En een rioolbuis met zand erover in de vorm van een heuvel blijkt niet altijd houdbaar. Om die in stand te houden moet er een brug overheen worden gebouwd”, zegt Maas.

Belangrijkste ingrediënt Het creëren van draagvlak is het belangrijkste ingrediënt voor een succesvol groen schoolplein, ontdekte Maas. Het is volgens haar dan ook van belang om zo veel mogelijk doelgroepen bij het ontwerp en onderhoud te betrekken. ,,Als kinderen hebben geholpen met het maken van het plein, hebben zij echt het gevoel dat het hun plein is. Maar het is ook verstandig ouders, leraren en omwonenden erbij te betrekken. Om die reden adviseren ontwerpers het budget te verdelen over meerdere jaren, zodat het plein niet in één keer klaar is maar kinderen elk jaar opnieuw een bijdrage kunnen leveren.” Er ontstaat eveneens betrokkenheid door een duidelijk startmoment en eindmoment te organiseren waarbij de hele school bijeenkomt. Een andere manier is om het plein te integreren in de lessen. Je kunt bijvoorbeeld kinderen meenemen naar de kruidentuin en daar pizza’s bakken of ze tijdens de handwerkles mozaïekjes op het plein laten plaatsen. Uit het onderzoek van Maas blijkt echter dat de leerkrachten in de praktijk maar weinig gebruikmaken van de buitenruimte voor hun lessen. Leraren geven aan hier meer handvatten voor nodig te hebben. Het creëren van draagvlak kost tijd en energie. ,,Het is niet eenvoudig om alle doelgroepen op één lijn te krijgen en

iedereen het gevoel te geven dat ze iets over het ontwerp te zeggen hebben. Het communiceren over beslissingen kost tijd, maar het bepaalt wel het uiteindelijke succes.” Maas geeft aan dat het belangrijk is dat het plein aansluit bij het pedagogische concept van de school en dat daar in het ontwerp rekening mee wordt gehouden.

Fijne en nare plekken Bij haar onderzoek heeft Maas de kinderen gevraagd naar fijne en nare plekken op het schoolplein. De kinderen gaven aan plekken prettig te vinden waar zij tot rust kunnen komen, zoals een grasveld om in te liggen of een boom om in te zitten. Maar ook waar verschillende speelmogelijkheden zijn als klimmen, voetballen, een zandbak om taarten te bakken of een waterpomp en speelbosjes. De zintuigen moeten geprikkeld worden en ze willen graag overzicht hebben door middel van hoogteverschillen. Vooral meisjes vinden de aanwezigheid van dieren leuk zoals kikkers in de vijver of bloemen met vlinders. Zij wijzen dat vaak aan als de mooiste plek. Kinderen vinden plekken waar het te druk is, waar niets te doen is, waar ze een nare ervaring hebben gehad of waar een obstakel in de weg staat bij het rennen vervelend. Braakliggende terreintjes zonder gedefinieerd doel worden op prijs gesteld. Hier wordt hun creativiteit gestimuleerd. Ze gaan vanuit zichzelf hutten bouwen of beestjes zoeken. Het onderzoek geeft duidelijk aan dat succes niet bij één bepaald ontwerp verzekerd is, maar juist dat een verscheidenheid aan speelmogelijkheden van belang is. Dan is er voor ieder wat wils. Het rapport over het onderzoek verschijnt half december. De VHG gaat het onderzoek vertalen in een handboek voor hoveniers en ontwerpers. <

Meer over het onderzoek op: www.hsleiden.nl/ lectoraten/natuur-ontwikkeling-kind/

TuinenLandschap | 25 | 2014

19


Bedrijf en Organisatie

Burgerparticipatie:

Wijkbewoners tekenen mee aan groen lint door de wijk De Enschedese jaren zeventig wijk Stroinkslanden Zuid was toe aan een grondige opknapbeurt. Ook het groen in de wijk vroeg om een upgrade om de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel van de bewoners in de wijk te verbeteren. De nieuwe groenstructuur kwam tot stand samen met de bewoners. Hun stem was leidend. Zij tekenden letterlijk mee aan het ontwerp. Tekst Suzan Crooijmans | Beeld Gemeente Enschede

20

TuinenLandschap | 25 | 2014


De bewoners tekenden vanaf het begin mee aan de nieuwe groenstructuur in Stroinkslanden onder begeleiding van Henk Visscher (links).

Projectinformatie ▸ Locatie Wijk Stroinkslanden Zuid, Enschede ▸ Oppervlakte verbindingspad L. 2.000 m x B. 80 cm. velden: gemiddeld 3.600 m² ▸ Aantal stuks beplanting 512 stuks bosplantsoen, 74 laan- en klimbomen, 74 hoge heesters, 13.041 lage heesters, 2.501 vaste planten, 39 fruitbomen, weidemengsel van gras, kruiden en bloemen ▸ Sortiment onder meer Broussonetia papyrifera, Carpinus betulus ’Frans Fontaine’, Ostrya carpinifolia, Tilia x europaea, Juglans regia ’Buccaneer’, Malus domestica ’Notarisappel’, Prunus avium ’Mierlose Zwarte’ Amelancier lamarckii, Cornus mas, Rhododendron ’Catawbiense Grandiflorum’, Abelia x grandiflora ’Prostata’, Mahonia aquifolium ’Apollo’, Spiraea japonica ’Anthony Waterer’, Anemone hupehensis, Ballota nigra, Helenium ’Moerheim Beauty’, Kalimeris incisa ’Alba’.

H

et non-conformistische idee van landschapsarchitect Henk Visscher van de gemeente Enschede werd met gejubel ontvangen door de bewoners van de wijk Stroinkslanden. De ontwerper liet bij de inrichting van de groenstructuur in de wijk alle ruimte voor wensen en voorkeuren van de bewoners zelf. ,,Er waren drie presentaties en die van mij vonden ze het leukst. En waarom? Ik had geen ontwerp! Ik wilde samen met de mensen tot een ontwerp komen”, legt Visscher uit. Met zijn persoonlijke aanpak, de laagdrempeligheid, de menselijke maat en de invoelende houding slaagde hij erin een plan te maken van, voor en door de wijk. Iedereen was laaiend enthousiast. Gemeente, woningcorporatie en bewoners trokken samen op in het verbinden van ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen. De coalitie bleek een groot succes.

Lint van verbinding Tot 2012 kenmerkte Stroinkslanden Zuid zich als een groene wijk zonder uitstraling. De beplanting was her en der verspreid en droeg niet bij aan het woongenot. De bewoners vonden de plantsoenen

rommelig en het aangrenzende Stroinksbos, met grote landschappelijke waarde, ontoegankelijk. De bestaande beplanting was verwilderd, de plantsoenen niet onderhouden en de bewoners voelden zich onveilig. De gemeente, woningbouwcorporatie en bewoners waren het erover eens: er moest ruimte gecreëerd worden in de wijk voor een nieuwe groenstructuur. Een groen lint dat de wijk met het bos verbindt, zodat mensen door het groen naar het bos kunnen wandelen, kinderen kunnen spelen en ouderen met elkaar op een bankje kunnen zitten. Dat was zo ongeveer waaraan gedacht werd toen de eerste stappen naar een nieuwe groenstructuur werden gezet. Toen kwam Visscher in beeld met zijn credo: ’alles kan’. Bewoners werden door hem aangemoedigd om mee te praten over de groene ruimte in hun directe omgeving. Er waren zes deelgebieden en zes bewonersgroepen. Henk organiseerde voor elke groep afzonderlijk keukentafelbijeenkomsten, hetgeen een beproefde methode is om wensen van mensen boven tafel te krijgen. Door deze laagdrempelige bijeenkomsten creëerde Visscher directe betrokkenheid van aanwonenden en bood hij de mogelijkheid om samen te participeren in het ontwerpproces, de uitvoering en in het beheer. Om de mensen een handje te helpen legde hij honderdvijftig foto’s van inrichtingen van openbare ruimtes in Nederland op de tafel. Hij gaf zelf een voorzetje: ,,Wat ik zou willen, is een lekkere stoel want ik hou van relaxen, maar dan moet ik wel iets te zien hebben. Mijn dochter houdt van breakdance, dus daar zou een ruimte voor kunnen komen.” De foto’s bleken een bruikbaar middel om mensen op gedachten te brengen van een moestuin, een bloemenwei, een speelplek, een hondenuitlaat, een waterpartij, een boomgaard en een kruidentuin. De bewonerswensen vertaalde de ontwerper vervolgens in zes moodboards waarvoor opnieuw zes keukentafelbijeenkomsten werden georganiseerd. En weer was er gelegenheid voor ideeën, voor veranderingen, voor toevoegingen. ,,Het deelgebied moet worden van de mensen die er wonen en die er gebruik van maken. Met die insteek is het traject vormgegeven. Het slingerende pad dat die zes veldjes met elkaar verbindt, heb ik geopperd”, licht de ontwerper toe. Van de randvoorwaarden die gemeente en woningbouwcorporatie vooraf hadden opgesteld, trok de architect zich niet zoveel aan. ,,Eerlijk gezegd denk ik dat het uiteindelijke ontwerp, met uitzondering van het budget van €800.000, over alle grenzen heen is gegaan. Maar ik heb er nooit een opmerking over gehoord. Waarom niet? Omdat alle partijen zich gekend voelden en het proces volledig transparant verliep. Bovenal telde het resultaat.”

TuinenLandschap | 25 | 2014

>

21


Facebook

De gemeente zette Facebook in als communicatiepodium van het project. Op deze manier blijven bewoners betrokken.

De gemeente en de woningbouwcorporatie namen het initiatief voor het aanmaken van de Facebookpagina ’Henk ontwerpt’. Deze moest zorgen voor een blijvende betrokkenheid bij het ontwerp en de uitvoering. ,,Om het persoonlijk te maken heb ik er mijn gezicht voor geleend. Wel in illustratievorm, voor net genoeg afstand”, zegt Visscher lachend. ,,Het is een ontzettend doeltreffend en leuk medium gebleken om de voortgang van het project te delen met de bewoners. Andersom konden de volgers vragen en opmerkingen plaatsen over de werkzaamheden en het proces.” Vooral de persoonlijke inzet van ontwerper Visscher is een succesfactor gebleken. Het persoonlijke contact om de keukentafel en het onlinecontact via de Facebook-pagina blijken een prima mix om bewoners te bereiken en in beweging te krijgen voor de verbetering van de leefbaarheid in hun wijk. Vooral voor degenen die een grote afstand tot de overheid voelen, op zichzelf gericht zijn, veel gebruikmaken van internet en die voorkeur hebben voor een persoonlijke benadering. Woningbouwcorporatie De Woonplaats en de gemeente Enschede, die als opdrachtgevers over de schouders meekeken bij de inrichting van de groenstructuur, zijn vol lof over de werkwijze van

Visscher. ,,Met zijn natuurlijke stijl slaagt hij er in mensen op een formidabele wijze te motiveren en te enthousiasmeren”, zegt Bert Timmen, programmamanager wijken van De Woonplaats.

Loslaten Gemeente en woningbouwcorporatie hebben de grond waarop het groene lint moet ontstaan samen in eigendom. De samenwerking lag dan ook voor de hand. Dat deze ook succesvol is geworden, komt volgens Timmen doordat de samenwerkingspartners dezelfde mindset hadden. ,,Ten faveure van het groen hebben wij 39 woningen gesloopt." De keuze om de bewoners een stem te geven viel in 2008, ver voordat de participatiesamenleving een politiek item werd. ,,Dit is ontstaan vanuit de visie dat het goed is burgers te laten participeren. Dan boren ze hun eigen kracht aan, nemen verantwoordelijkheid en zijn ze zelfredzaam”, zeggen Timmen en Remco van Hogen, teamleider stadsdeelbeheer bij de gemeente. ,,Je moet mensen serieus nemen, verantwoordelijkheid geven en leren te reflecteren. Stapje voor stapje geef je dan als gemeente of corporatie de touwtjes in handen van de bewoners.” <

Groen van de buurt Nadat de bewoners akkoord waren met het ontwerpplan, is de aannemer aan de slag gegaan. Beplanting is gerooid, grondboringen zijn verricht, bodemmonsters genomen, grond verzet, greppels gegraven, paden gemaakt, bestrating gelegd, bomen en struiken geplant, gras ingezaaid en bollen gepoot. De aannemer had hierin de leiding, de bewoners staken de handen uit de mouwen. Zij vormden subgroepen voor de verschillende werkzaamheden. Ook nemen de bewoners het beheer van het groene lint op zich. Hiervoor ondertekenden ze contracten met de gemeente waarin is aangegeven voor welk deel van het openbaar groen de bewoners gezamenlijk verantwoordelijk zijn. In deze beheercontracten staat wat de bewoners van de gemeente mogen verwachten en andersom. Aangegeven is hoe het groen eruit moet zien en wat de consequenties zijn als het openbare ruimte niet conform deze afspraak wordt onderhouden. Mocht het misgaan, dan is uiteindelijk de eigenaar van de grond en daarmee dus de gemeente en de woningbouwcorporatie verantwoordelijk.

22

TuinenLandschap | 25 | 2014


Zo-zit-dat

Wat zijn de belangrijkste punten Wet Arbeid en Zekerheid? Hovenier Frank den Besten* heeft vernomen dat hij vanaf 1 januari 2015 anders naar arbeidsovereenkomsten van flexwerkers moet gaan kijken. Hij vraagt zich af wat de belangrijkste aandachtspunten zijn binnen de regelgeving van de nieuwe Wet Arbeid en Zekerheid.

Tekst Egbert Jan Blonk | Beeld Peter Moorman

D

e Wet Arbeid en Zekerheid wordt in tranches ingevoerd. Met ingang van 1 januari 2015 wil het kabinet de positie van flexibele arbeidskrachten versterken door een aantal maatregelen in te voeren, die oneigenlijk gebruik van de flexibele schil zal ontmoedigen. Het kabinet gaat daarbij in tegen de niet te stuiten ontwikkeling van flexibilisering. Arbeidsmarktonderzoek van TNO heeft uitgewezen, dat in 2020 een op de drie personen in een organisatie werkzaam zal zijn als flexwerker. Is het dan wel zo logisch om het flexwerken te ontmoedigen? Afgezien van de omstandigheid dat ondernemers zich nu vaak niet voor onbepaalde tijd willen binden aan werknemers, die moeilijk en kostbaar te ontslaan zijn, wordt de positie van flexwerkers versterkt. De wetgever begint met het uitdelen van een aantal speldenprikken; de harde dreun volgt later. Wij zetten de maatregelen die per 1 januari 2015 van kracht worden op een rij.

Geen proeftijd Contracten die op of na 1 januari 2015 worden gesloten voor een periode van zes maanden of korter, mogen geen proeftijd bevatten. Is er toch een proeftijd, dan is die van geen waarde. Het is niet nodig voor zo korte tijd een proeftijd af te spreken; het risico voor de werkgever is in tijd beperkt, aldus de wetgever. Egbert Jan Blonk is accountant bij Grant Thornton, E Egbertjan.blonk@gt.nl

* Deze naam is fictief

Geen concurrentiebeding

Aanzegtermijn

Verder kan in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, ongeacht de looptijd, in beginsel geen concurrentiebeding worden opgenomen. Bestaat de wens om dit toch te doen, dan kunt u 贸f een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangaan, 贸f gemotiveerd in de arbeidsovereenkomst aangeven dat sprake is van zwaarwichtig bedrijfsof dienstbelang en waarom een dergelijk belang de opname van een concurrentiebeding rechtvaardigt. U zult bij het motiveren al meer over uw onderneming en klantenkring op papier zetten dan u lief is, hetgeen al reden vormt om dit niet te doen. En, dat is nu precies wat de wetgever beoogt: u begint er niet aan! Kortom, de verwachting is dat een concurrentiebeding bij een contract voor bepaalde tijd lastig zal worden.

Tot slot wordt de werkgever verplicht om uiterlijk 茅茅n maand voordat het contract van zes maanden of langer afloopt, de werknemer schriftelijk te informeren of de arbeidsovereenkomst wel of niet zal worden verlengd, en zo ja, onder welke voorwaarden.Vergeet u dit, dan bent u een schadevergoeding ter hoogte van het loon voor het niet in acht genomen gedeelte van de aanzegtermijn verschuldigd. Het sluitstuk van de flexibilseringsmaatregelen komt met de introductie van de ketenbepaling waarover wij u op een later moment zullen informeren. Wilt u in een arbeidsovereenkomst van zes maanden (of korter) toch een concurrentiebeding afsluiten, doe dat dan voor 31 december. Inventariseer ook voor welke contracten die na 1 januari 2015 eindigen u een aanzegtermijn in acht moet nemen. <

Hoe-zit-dat? Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap | 25 | 2014

23


Event GRO N BOOM | R CREA IE = i ZkZci de ]Zi \ZW^ZY kVc \gdZckddgo^Zc^c\! Wddb`lZ`Zg^_Zc Zc gZXgZVi^Z

KZcgVn

.! % :C & 9 8:B7 G '%&)

ID 9D

d Z hd Z dd V X `V X Z Z ZX Z Z Z o Z d Z o d Z ! d X Z 8 h d V V Z d h Z d Z V É Z Z Z Z Z V Z

vene en enha Ve ay

0 0 78 5 7 I . ve e E e a e

ay

. a.

Ons evenemen UW MOMENT.



Bedrijf en Organisatie

Eindejaarstips 2014

Werkkostenregeling vanaf 1 ja Voor het einde van het jaar nog flink besparen op uw belastingen? Tuin en Landschap zet de belangrijkste tips voor snelle besparingen aan het einde van het kalenderjaar op een rij. Let op: de werkkostenregeling is vanaf 1 januari voor alle werkgevers verplicht.

Tekst Egbert Jan Blonk | Beeld Ingimage

den gesteld op 100% van het salaris van de best betaalde werknemer. Vanaf 2015 is het gebruikelijk loon het hoogste van de volgende bedragen: > 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; > hoogste loon van werknemers die in dienst zijn; > €44.000.

Heroverweeg uw fiscale eenheid

P

er 1 januari 2015 is de werkkostenregeling voor alle werkgevers verplicht. Binnen deze regeling kunt u in 2015 maximaal 1,2% van uw totale fiscale loon (de ’vrije ruimte’) besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt u loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. Daarnaast kunt u bepaalde zaken onbelast blijven vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen door gebruik te maken van de zogenoemde gerichte vrijstellingen. Zorg dat u op tijd klaar bent voor de invoering hiervan.

Willekeurige afschrijving starters Startende ondernemers kunnen ervoor kiezen om bedrijfsmiddelen willekeurig, dat wil zeggen sneller of trager, af te schrijven. Zij kunnen de aanschafwaarde (exclusief de restwaarde) zelfs in één keer ten laste van het resultaat brengen. Het moet gaan om bedrijfsmiddelen die ook in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Een personenauto valt hier dus niet onder, een bestelauto weer wel. U bent een startende ondernemer als u ook in aanmerking komt voor startersaftrek.

Verrekening ondernemingsverliezen Ondernemingsverliezen van eenmanszaken kunt u verrekenen met winsten van de drie voorafgaande jaren (carry back) en negen volgende jaren (carry forward). Bij ondernemingsverliezen van vennootschappen is deze termijn beperkt tot één jaar (carry back). De termijn voor

26

TuinenLandschap | 25 | 2014

carry forward bedraagt eveneens negen jaar. Met planning kan verliesverdamping mogelijk worden voorkomen.

Schenken van uw onderneming Indien u een onderneming of aandelen in een bv ’gratis’ (of tegen een te lage prijs) overdraagt aan uw kind, kunt u onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van de Successiewet. Ondernemingsvermogen dat wordt geschonken of wordt vererfd is tot circa €1 miljoen geheel vrijgesteld voor de successiewet en het meerdere boven €1 miljoen is voor 83% vrijgesteld.

WBSO en innovatiebox Maak gebruik van WBSO en innovatiebox voor Speur- en Ontwikkelingsactiviteiten. In de innovatiebox bedraagt het tarief voor de vennootschapsbelasting 5%.

Toets uw salaris Als directeur groot aandeelhouder (DGA) moet u voor de werkzaamheden voor uw vennootschap een salaris ontvangen. Dit salaris dient in 2014 ten minste 70% te bedragen van een salaris dat u zou kunnen krijgen als u dezelfde werkzaamheden voor een niet-gelieerde werkgever zou verrichten met een minimum bedrag van €44.000. U kunt aannemelijk proberen te maken dat een lager salaris zakelijk is. Omgekeerd kan de belastingdienst aannemelijk maken dat een hoger salaris zakelijk is. Indien er meerdere werknemers naast u werkzaam zijn, dient het fictief salaris ten minste te wor-

Heeft u meerdere bv’s en vormen zij tezamen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting? Dan kan het voordelig zijn om één of meer bv’s te ontvoegen. Hierdoor kunt u meerdere keren gebruikmaken van de eerste schijf van 20%, waardoor u over de totale winst minder vennootschapsbelasting betaalt.

Eigen bijdrage voor privégebruik Voor het privégebruik van een door de bv aan u ter beschikking gestelde auto dient een bijtelling van bijvoorbeeld 25% op uw fiscaal loon plaats te vinden. Hierover bent u derhalve loonbelasting verschuldigd. Als de bijtelling plaatsvindt tegen het hoogste belastingtarief van 52%, kunt u er voor kiezen om een eigen bijdrage ter hoogte van de bijtelling aan de bv te betalen. Deze bijdrage vormt dan een aftrekpost op de fiscale bijtelling, zodat de 52% loonbelasting niet verschuldigd is. De vergoeding vormt een belaste opbrengst voor uw vennootschap. Doordat de belastingdruk op resultaten van de bv (vennootschapsbelasting en aanmerkelijkbelangheffing) minimaal 40% en maximaal 43,75% bedragen, kunt u een belastingbesparing realiseren van 12% respectievelijk 8,25%.

Aflossen vordering vennootschap Heeft u een vordering op uw eigen vennootschap, dan is op deze vordering het zogenaamde ’terbeschikkingstellingsregime’ van box 1 van toepassing. Als u deze vordering wilt laten aflossen door de vennootschap, dan kunt u het beste nog even wachten tot na 1 januari 2015. Op die manier bespaart u de box 3 belastingheffing over 1,2% van het afgeloste bedrag.


nuari verplicht Pensioenopbouw

Verlaagd aanmerkelijk belang tarief

Uw nog niet ingegane pensioenregeling moet per 1 januari 2015 voldoen aan de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (Witteveen 2015). Zowel nieuwe als bestaande pensioenovereenkomsten moeten vanaf die datum voldoen aan het gewijzigde fiscale regime. Wijzigingen zijn met name de lagere opbouwpercentages en het maximeren van het pensioengevend loon op €100.000.

In 2014 geldt een verlaagd aanmerkelijk belang tarief van 22% voor inkomen tot en met €250.000 uit aanmerkelijk belang (€500.000 samen met uw fiscale partner). Vanaf 2015 geldt weer het normale tarief van 25%. Houd hierbij wel rekening dat het uitgekeerde dividend in uw box 3vermogen op 1 januari kan vallen. Dit kan voorkomen worden door eerst in rekening courant uit te keren en dit pas in 2015 op te nemen. <

Zorg voor een herinvesteringsvoornemen Hebt u als ondernemer een boekwinst behaald bij de verkoop van een bedrijfsmiddel, dan kunt u belastingheffing daarover uitstellen, mits u het voornemen heeft om de boekwinst te herinvesteren. De herinvestering hoeft in beginsel geen betrekking te hebben op een vergelijkbare zaak: zo kan de boekwinst die behaald is op een auto worden afgeboekt op de aanschafkosten van de inventaris. Een bijzondere regeling geldt wel voor bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaar wordt afgeschreven, zoals panden. Deze boekwinsten mogen worden afgeboekt op bedrijfsmiddelen waarop in minder dan tien jaar wordt afgeschreven dan wel bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaar wordt afgeschreven, mits het vervangende bedrijfsmiddel dezelfde economische functie heeft. Om behaalde boekwinsten onder te kunnen brengen in een herinvesteringreserve, dient u het voornemen te hebben om te herinvesteren.

Voor het einde van het jaar kunt u nog snel besparingen realiseren door nu maatregelen te nemen. TuinenLandschap | 25 | 2014

27


Ontwerp en Inrichting

Hedendaagse villatuin in arts&crafts stijl Bij de restauratie van deze 85-jarige villatuin hield Anita van der Weele zo veel mogelijk vast aan de ontwerpideeĂŤn uit die tijd. Omdat de tuin vanuit het hoger gelegen huis goed zichtbaar is, was het uitgangspunt dat deze jaarrond interessant moest zijn. Een duidelijke vormgeving en seizoensbeplanting staan daarom centraal. Tekst en Beeld Emiel van den Berg

28

TuinenLandschap | 25 | 2014


Het terras tegen het huis ligt beduidend hoger dan de siertuin die via trapjes is te betreden. Tegen de gerestaureerde keermuren groeien verschillende klimplanten waaronder druiven. In de muurtjes groeien diverse uitzaaiers als Centranthus ruber, Verbascum, Digitalis en bieslook. „Dat wilde de eigenares graag. Het voorkomt dat de stenen onderdelen te dominant worden.’’

L

Anita van der Weele www.bloemrijk.com

andgoed De Wildenborch in Vorden kent een rijke historie en bestaat uit een groot groengebied in Engelse landschapsstijl met boerderijen, schuren en villa’s. De meeste gebouwen hebben nu particuliere eigenaren; de sfeer van het gebied is echter onaangetast. De villa waarvan tuinontwerper Anita van der Weele de groene ruimte restaureerde, stamt uit 1929. Het huis is gebouwd onder invloeden van de toentertijd vanuit Engeland overgewaaide arts&crafts stijl en ook in de tuin zijn die invloeden terug te vinden. Over de historie van de tuin was echter weinig bekend. „Ik heb enkel wat oude foto’s van het landgoed gevonden met daarop de muren van de oude groentetuin, dicht bij de huidige siertuin.’’ Van der Weele bezocht de tuin voor het eerst in november 2009. „Een gunstig moment want alles was kaal waardoor de oude kenmerken redelijk zichtbaar waren.’’ Ze refereert daarbij aan Dirk Frederik Tersteeg (1876-1942). „De eerste Nederlandse tuinarchitect die de principes van de arts&crafts stijl in ons land introduceerde. Centraal staan strengheid, herhaling en symmetrie.’’ Speurend door de tuin ontdekte Van der Weele keermuren, trappen en restanten van een pergola en waterbassin. Allemaal in dezelfde stijl. Al deze vondsten nam ze mee in het nieuwe ontwerp en bij het tweede bezoek aan de eigenaren introduceerde ze haar theorie. Met foto’s van tuinen uit die tijd overtuigde ze de eigenaren van haar plan van aanpak. Hoveniersbedrijf Luijendijk uit Warnsveld legde de tuin vervolgens aan. Aan de achterzijde van het huis creëerde Van der Weele drie compartimenten met doorkruisende assen. „Een geometrisch patroon dat past bij het huis.’’ Belangrijk aandachtspunt was het zicht vanuit het hoger gelegen huis. Verder wilden de eigenaren een bloemrijke tuin met ’planten van toen’ en een zwemvijver.

De vijver kwam rechts. De zonnestand bleek hier het best en ook bouwtechnisch was dit de handigste plek, dicht bij de toegangsweg. Rondom de zwemvijver is een dubbele pergola geplaatst met klimmers om zoveel mogelijk privacy te garanderen. Extra beschutting is gecreëerd door de zwemvijver iets verdiept te leggen. De verharding bestaat uit gebakken klinkers - Wienerberger retro-omber waalformaat - waarmee ook de vijverrand en de staanders van de pergola zijn gemetseld. Met deze stenen werden eveneens de afgebrokkelde bordesmuren gerestaureerd. Is het kleurgebruik rondom de zwemvijver nog bescheiden, de bloementuin ernaast mocht knallen. Hier is een dubbele border gemaakt waardoorheen de hoofdas loopt die alledrie de tuindelen doorsnijdt. Als achtergrond voor beide borders staat er een Taxus-haag die in de winter voor een sterk groen accent zorgt. De kleur in de borders loopt op van wit via geel en rood naar paars en blauw. De planten staan in grote groepen die worden herhaald en het bloeiaccent ligt op de zomer en nazomer. „Bewust zijn hier geen voorjaarsbollen geplant. In het voorjaar zorgen de stinzenplanten in het omringende gebied voor veel kleur.’’

Apothekerstuin Het pad in de bloementuin is van dezelfde gebakken retro-omber klinkers, net als de verharding in de kruidentuin. Die kruidentuin kreeg in het midden een cirkel en heeft verder hetzelfde geometrische padenpatroon als de andere tuindelen. „Ik heb gekozen voor grijze bladtinten. Dat geeft rust.’’ Meer aan de buitenkant groeien bottelrozen, rode bes en heemst. „Zo is een link gelegd met de traditionele apothekerstuin.’’ Ook groeien er heesters als Elaeagnus x ebbingei, boerenjasmijn en Buddleja alternifolia. „Behalve het grijze blad staat dus ook geur centraal.’’

TuinenLandschap | 25 |2014

>

29


30

Jaarrond is de tuin vanuit het hoger gelegen huis te bewonderen. Daarom bestaat de beplanting in het centrale deel van de kruidentuin uit grijsbladige wintergroene planten. Tegen de Taxus-haag die het tuindeel begrenst, groeien hogere bladverliezende heesters.

In de bloementuin groeien planten die ook vroeger al veel in tuinen voorkwamen. Phlox paniculata, Echinops en Helenium zijn enkele voorbeelden. Het natuurlijke karakter wordt versterkt door schermbloemen van Selinum en grassen als Pennisetum en Molinia. Deze verlengen de sierwaarde tot in de winter.

De kleurstelling in de zwemvijvertuin bestaat uit blauwpaars, wit, zachtgeel en geelgroen. Planten die er groeien zijn onder andere Trifolium ochroleucon, Geranium ’Jolly Bee’, Nepeta faassenii ’Walker’s Low’ en Phlomis russeliana. Tezamen hebben zij een zachte uitstraling ten opzichte van de aansluitende vlammende bloementuin en de uitzaaiende Centranthus op de bordesmuren.

In de voortuin werden restanten van een lage trap in ere hersteld. Met het accent op jaarrond sierwaarde zijn in de voortuin onder de bomen en dicht tegen het huis voorjaarsbloeiende stinzenplanten aangeplant. Ook groeit er Halesia die in de vroege zomer bloeit; er staan diverse in de nazomer bloeiende Hydrangea paniculata ’Limelight’ en er is wintergroene struikklimop geplant. Zowel vanuit de voortuin als vanuit de kleine zijtuin zijn er open aansluitingen naar het aansluitende parkachtige gebied.

TuinenLandschap | 25 |2014


Uitgelicht

Dubbele pergola

>

N

De dubbele pergola staat langs twee zijden van de zwemvijvertuin en zorgt voor privacy en beschutting. „Door te kiezen voor een dubbele pergola met dwarsbalken is het effect ook dubbel.’’ Van der Weele koos bewust niet voor een muur – „te massief’’ – of voor een enkele pergola met veel klimmers. „Dat oogt weer te rommelig, dan levert de lijnvoering aan kracht in.’’ Het bouwkundige element werd opgemetseld met dezelfde retro-omber klinkers die in de drie tuincompartimenten werden verwerkt. Aan de binnenzijde van de dubbele pergola is de zwemvijvertuin op de plek van de hoofdassen van het ontwerp via trapjes te betreden. Aan de buitenzijde is over de gehele lengte een circa 50 cm hoge muur gemetseld. „Anders zou het te makkelijk overlopen in de aansluitende weide. Ik wilde juist een besloten wandelgang maken, met hier en daar een zitgelegenheid.’’ Op de stenen pilaren (43 x 43 cm) liggen houten balken van Tanimbuca-hout waarover haaks dwarsbalken liggen. „De inspiratie voor het ontwerp haalde ik in Landgoed Remmerstein in Rhenen waar zich een tuin van Tersteeg bevindt. In die tuin is een vergelijkbare pergola gebouwd.’’ Het loopgedeelte is opgevuld met Hollands riviergrind. „Dat heeft na-

tuurlijke kleuren, het mocht niet te wit zijn. Verder ligt het ook op de gehele oprijlaan, in dezelfde gradatie, dus daar sluit het mooi op aan. De keuze viel bewust niet op de, een eeuw geleden zo populaire flagstones. „Ik heb bewust voor weinig materiaalverschillen gekozen, dat maakt het rustig.’’ De 3 cm dikke grindlaag ligt op een bed van puingranulaat. Over de dubbele pergola groeien twee verschillende, elkaar in bloei opvolgende Wisteria sinensis: ’Prolific’ en ’Amethyst’. Op verschillende plaatsen groeit Rosa ’Guirlande d’Amour’ en Akebia quinata. De snelgroeiende bruidssluier, Fallopia baldschuanica, is als wijker aangeplant. De eerste jaren zorgt de plant voor volume, op den duur zal hij echter worden weggehaald.

TuinenLandschap | 25 |2014

31


Aanleg en Onderhoud

Ken James op Boominfodag:

’Innemen kroon kan windbelasting vergroten’ De kroon van een boom wordt vaak vergeleken met een zeil dat wind vangt en de boom bij gebrekkige verankering omver duwt. De Australische wetenschapper Ken James legde op de Nederlandse Boominfodag uit hoe wind op een boom werkt en dat in een complexe kroon de takken tegen elkaar in kunnen bewegen en zo de windbelasting juist dempen. Tekst en beeld Peter Bennink

K

en James is van oorsprong geen boomexpert maar een ingenieur in de civiele techniek. Hij heeft dan ook een andere benadering van windworp en windbelasting dan de meeste boomexperts, die vooral kijken naar zaken als beworteling, schimmelaantastingen en conditie. James stelde zich basale vragen als: wat doet wind met een boom? En hoe reageert de boom op die wind? Het analyseren van filmopnamen van bomen in storm leverde hem een aantal interessante inzichten op. In 2010 promoveerde hij op zijn onderzoek naar windbelasting op bomen. Een van de dingen die James observeerde, was dat verschillende bomen verschillend op wind reageren. Daarbij gaat het niet om de boomsoort maar om de kroonvorm en de grootte van de boom. Kleine bomen buigen vaak in hun geheel met de wind mee. De buitenkant van de kroon vouwt naar binnen en de kroon vormt zich als een druppel naar de

32

TuinenLandschap | 25 | 2014

wind, waardoor het oppervlak en daarmee de windbelasting vermindert. Bosbomen staan, zeker in een productiebos, vaak dicht op elkaar en hebben naar verhouding lange dunne stammen en alleen bovenin taken en blad. Deze vorm is relatief ongunstig bij sterke wind, maar bomen in een bos houden elkaar uit de wind en ondersteunen elkaar. Het wordt pas een probleem na kap van een deel van het bos of rigoureuze dunning. Extreem grote bomen van boven de 60 m zoals sommige Sequoiadendron giganteum, Sequoia sempervirens en Eucalyptus regnans hebben een zeer zware stam en relatief weinig takken. Zij ont-

lenen hun stabiliteit vooral aan de massa van de stam die ze een natuurlijke traagheid verleent. Windstoten hebben weinig invloed op dit type bomen. Tot slot is er de groep bomen waarop James zijn onderzoek heeft toegespitst, de grote bomen van ongeveer 10 tot 60 m hoog met uitgebreide kronen. De typische laan en straatbomen dus, die het vaakst te vinden zijn op plekken met een hoge gevaarzetting.

Demping In de traditionele benadering van windbelasting op bomen wordt de kroon


takken die haaks op de wind bewegen of omhoog en omlaag. De kroon beweegt zich dus in allerlei richtingen tegelijk en er zijn veel bewegingen die tegen elkaar in werken. Per saldo dempen al deze willekeurige bewegingen de impact van de wind op de boom.

Ken James geeft uitleg tijdens een workshop.

Consequenties voor dagelijks werk

gezien als een zeil dat wind vangt. Hoe groter de kroon, hoe meer wind de boom vangt en hoe groter de kracht die op de stam komt te staan. Wat James zag bij het (versneld) afspelen van video-opnames van boomkronen in harde wind, was echter iets anders. Hij zag dat de kroon niet als één geheel in de wind heen en weer beweegt, maar dat de afzonderlijke bladeren, twijgen, takken, gesteltakken en kroondelen hun eigen bewegingen maken. Op het moment dat sommige takken met de wind mee waaien, buigen andere juist weer terug, zich herstellend van een vorige windvlaag. Tegelijkertijd zijn er

Dit heeft directe consequenties voor de dagelijkse praktijk van de boomverzorger. Vaak wordt de kroon van een boom ingenomen om de kans op windworp te beperken. Je zou je dus af moeten vragen of die ingreep wel het gewenste effect heeft. Tegelijk met het verkleinen van het ’zeiloppervlak’, verklein je immers ook de dempende werking van de verschillende kroondelen. Hoe complexer de kroon, hoe groter de demping. Je zou dus in een ongunstig geval het risico op windworp wel eens kunnen vergroten door de kroon in te nemen. In zijn boek ’Up by Roots’ uit 2008 maakt de Amerikaanse boomdeskundige James Urban dezelfde observatie. Hij voegt daaraan toe dat bomen waarvan de onderste armen zijn verwijderd, vaker takken verliezen in een storm dan bomen met een intacte kroon. Een andere observatie van James is dat wind doorgaans bijzonder complex is. Veelal waait de wind niet gelijkmatig, maar vlagerig en kan door allerlei omstandigheden zoals gebouwen of begroeiing ineens uit een andere hoek waaien. Daarbij gedraagt wind zich op ook weer anders op verschillende hoogten. Zeker in het stedelijk gebied met veel bebouwing is de kracht die wind op een boom uitoefent moeilijk te meten, laat staan te modelleren.

Tree Motion Sensors Zowel de kracht en richting van de wind als de windlast op de kroon zijn dus moeilijk vast te stellen. Om de door wind uitgeoefende krachten op een boom toch te kunnen meten, liet James een speciaal meetinstrument ontwikkelen. Hij nam een inclinometer (hellingshoekmeter) zoals die ook bij windworpsimulaties (trekproeven) gebruikt wordt. Aan de

inclinometer voegde hij een klok, een batterij en een registratiesysteem toe. Dit instrument plaatste hij op de stamvoet waar het vervolgens de bewegingen van de stamvoet/wortelkluit in de tijd registreert. Deze ’Tree Motion Sensor’ (TMS) wordt inmiddels al enkele jaren door het Duitse Argus Electronic verkocht (zie ook Tuin en Landschap 26, 2012). De sensor registreert bewegingen van de stamvoet, ofwel het kiepen van de kluit. Door op deze manier de windbelasting te onderzoeken houd je vanzelf rekening met de dynamiek in de kroon en met de grilligheden van de wind. De kracht die de wind uitoefent ,wordt uiteindelijk overgebracht op de stamvoet, waardoor die beweegt ten opzichte van de bodem. Hoe slechter de verankering, hoe groter de hellingshoek.

Aanvaardbaar Maar welke hoek is nog aanvaardbaar? Wanneer is de boom instabiel? Hiervoor grijpt James terug op ouder onderzoek. In de jaren ’80 plaatste de onderzoeker M.P. Coutts microfoons onder de grond tijdens een trekproef. Vanaf een hellingshoek van 0,6° kon je de wortels horen knappen. Men gaat er daarom vanuit dat bij een hellingshoek van 0,6° voor het eerst wortelschade optreedt. Vanaf een helling van 1° neemt de beweging van de boom steeds sneller toe bij meer kracht op de boom. Er is dan steeds minder ’extra kracht’ nodig om de boom verder te doen hellen. Op basis van deze gegevens is de volgende indeling gemaakt: bij een hellingshoek van minder dan 0,6° is sprake van het gebied van weinig kanteling, tussen de 0,6° en de 1° van een middelmatige en boven de 1° van een grote mate van kantelen. Het is onduidelijk bij welke hellingshoek windworp te verwachten valt. Er is nog een andere manier om een norm te stellen en te bepalen of een ’verdachte’ boom instabiel is. Door tijdens het onderzoek met de TMS tegelijkertijd vergelijkbare bomen in de directe omgeving te onderzoeken, heb je een referentiepunt. Als er grote verschillen in stabiliteit zijn ten opzichte van de buurbomen, dan is er wellicht toch iets aan de hand met de onderzochte boom. <

TuinenLandschap | 25 | 2014

33


Aanleg en Onderhoud

E u r o p e e s p r o j e c t M u r e n e n Tu i n e n :

Ecologische rijkdom vestingwerken beleefbaar maken In de regio rondom de Noordzee (Engeland, Frankrijk, Vlaanderen en het zuiden van Nederland) zijn nog altijd veel verdedigingswerken van vroegere oorlogsvoering te vinden. Muren, forten, kazematten, citadels, noem maar op. In het project ’Muren en Tuinen’ hebben 22 steden samengewerkt om de ecologische rijkdom van die restanten te versterken en tegelijkertijd voor een groot publiek beleefbaar te maken. Tekst en Beeld Michel Lafaille

I

n 2009 ging het Europese project ’Muren en Tuinen’ van start. In dit project werkten 22 steden in het zuiden van Nederland, Vlaanderen, Frankrijk en Engeland samen om de restanten van hun vestingwerken op te waarderen en beleefbaar te maken. Op basis van inventarissen en kritische analyses van de bestaande praktijken werd een beheermethode bepaald die inspeelt op de gemeenschappelijke moeilijkheden op het gebied van ecologisch en landschapsbeheer. Daarnaast staat in de methode de gemeenschappelijke benadering vermeld hoe de vestingwerken bekend te maken bij het publiek. Het totale budget hiervoor bedroeg meer dan tien miljoen euro, waaraan de EU ruim de helft bijdroeg. Eerder dit jaar werd het project afgesloten.

Eerste Wereldoorlog

De gids ’Groenbeheer van versterkte sites’ is te downloaden op de website van Muren en Tuinen (www.murenentuinen.eu) en bevat veel praktische tips en adviezen.

34

TuinenLandschap | 25 | 2014

Hetgeen de tweeëntwintig steden gemeen hebben, dat zijn hun vestigingen. Het zijn plekken in Noord-Frankrijk, Vlaanderen en het zuiden van Nederland, waar een van de grootste concentraties van versterkte steden in Europa te vinden is. Ook aan de oostkust van Engeland - die van oudsher een defensieve rol heeft gespeeld tegen de ambities van de oude vijand op het vasteland - zijn vele versterkingen te vinden. Deze regio aan de Noordzeekust is lang het toneel van strijd geweest, tot en met de Eerste Wereldoorlog. Wat te doen met deze overblijfselen van een oorlogsmachine, die nu niet meer deze taak hoeft te vervullen? Door hun ligging in of vlakbij de stad en hun oppervlaktes, bieden deze oude fortificaties een uitzonderlijk open of groene plek aan bewoners van de stad,

uitermate geschikt voor recreatie en natuur. Dit soort kunstmatige plekken zijn weliswaar puur cultuur, maar ze hebben ook natuurlijke kwaliteiten die de natuurliefhebbers zullen behagen, met name de rust en de grote biodiversiteit. Dit laatste kan verklaard worden door onder meer de oorspronkelijke ligging van die forten (diepe en natte dalen, kuststroken, oevers van een rivier of rotsachtig voorgebergte). Maar ook door de originaliteit en de diversiteit van deze habitats die werden gemaakt (walmuren, onderaardse gewelven, sloten, taluds of bijvoorbeeld aardglooiingen). Deze combinatie van oorspronkelijk milieu en artificiële toevoegingen die samen gevarieerde ecologische situaties opleveren, leidt tot speciale woongebieden van aparte of bedreigde gemeenschappen, hetgeen de natuur die ze opbrengt zo apart maakt. Dat levert soorten op die de mens graag ziet in deze omstandigheden, zoals vleermuizen, muurplanten en hagedissen. Want deze milieus vervangen de natuurlijke habitats die er vaak niet meer zijn in de steden, zoals grotten of rotswanden of natuurlijke holtes.

Gids groenbeheer Om deze plekken voor de natuur interessant te maken moeten enkele factoren goed geregeld zijn: huidig gebruik, inrichting en beheer van de plek en de milieucontext ervan. Daarom is de technische gids ’Groenbeheer van versterkte sites’ opgesteld en uitgeschreven. Alle kennis die op de verschillende plekken is vergaard, is gebundeld in deze gids. Van het inmetselen van speciale nestkastjes in de muren, tot veiligheidsvoorschriften


In de kalkmortel van de Ieperse vestingmuren heeft muurbloem (Erysimum cheiri) zich gevestigd. Van origine groeien ze in het Middellandse zeegebied op kalkrijke grond. Om de muur met zijn planten beleefbaar te maken is een trap en een wandelsteiger aangelegd.

of de soortensamenstelling van aanwezige zaden. Vragen ’hoe inheemse soorten terug te krijgen’ of ’hoe bepaalde biotopen te laten overleven’ zijn samen onder handen genomen en opgelost. Op de site van Muren en Tuinen is de technische gids te downloaden. Het 160 pagina’s tellende groenbeheerplan gaat in op onderwerpen als Ecologisch beheer, Grachten en waterpartijen, Grondgedekte gebouwen, Planten en beplanting, Vleermuizen, maar er is bijvoorbeeld ook een hoofdstuk over Participatie en samenleving.

Publiek trekken Het succes van de forfiticaties hangt immers niet alleen af van de natuurvorderingen, maar ook van het aantal bezoekers die de vestingwerken ontvangen. Vanaf het begin zijn de tweeëntwintig partners gezamenlijk aan het werk gegaan om de plekken meer te integreren in de stad. Vestingen midden in de stad vormden immers voor iedereen een probleem, omdat ze geen functie meer hadden en er veelal verwaarloosd bij lagen. Gezamenlijk hebben de 22 steden reclame gemaakt voor hun fortificaties. Er is een website gebouwd en een campagne met diverse onderdelen (zoals een

fotowedstrijd) opgezet. Overal zijn kleine tentoonstellingen ingericht die de bezoekers voorlichtten over wat er gedaan werd op de vestingwerken, wat bewaard en waarom. Er werd voor de mensen inzichtelijk gemaakt welke flora en fauna er bij het gekozen geheer wel bij zou varen en bovenal werden overal kleine ingrepen gedaan waardoor de mensen beter en makkelijker op het terrein konden. Om er te wandelen, te joggen, mee te werken of simpelweg te genieten. Toch werd niet klakkeloos overal hetzelfde gedaan. Per locatie werd onderzocht waar behoefte aan was, met welke ingrepen de lokale situatie kon worden verbeterd. In Brugge bijvoorbeeld werd een doorgang gemaakt door het aanwezige groen waardoor het Minnewaterpark nu beter aansluit op de Vesten die de oude stad omsluit en een ecologische ring vormt. Daarmee is ook de sociale veiligheid gestegen en durven mensen er meer te wandelen. In Lille werkt men aan de groene aansluiting met de stad, de Champs de Mars die de oude stad en de Citadel zal verenigen en een gebied voor sport en recreatie wordt. In Ieper heeft men een kleine tuin aangelegd met daarin alle bijzondere planten die op de vesten en de muren te

vinden zijn. In Vlissingen is men volop bezig in de Kazematten die aan de kade van de Scheldemonding liggen, een permanente expositie in te richten die ook het hoge water kan trotseren met een speciale beveiliging. En zo heeft iedere stad, Hellevoetsluis of Maubeuge, Watten of Boulonge sur Mer, Cassel of Chatham zijn eigen ontwikkeling.

Meeneemboekje natuur Veel van de activiteiten hebben een blijvend karakter. Natuurlijk weet nog niemand hoe de samenwerking tussen de 22 steden en hun diensten, met al die mensen, zal verlopen nu de subsidie uit Europa gestopt is. Zullen er eigen contacten blijven, kleine subgroepjes ontstaan? Zal men de ervaringen blijven delen en kenbaar maken? De wil is er in elk geval bij die vele medewerkers die barsten van het enthousiasme. Een van de mooie kleine initiatieven die gerealiseerd kon worden is een meeneemboekje genaamd ’De geheimen van de natuur’, waarin per maand wordt uitgelegd wat men kan gaan zien in het gebied of wat er bijzonder is. Van de slaap van de vleermuizen, de broedtijd van het ijsvogeltje of de rijkdom van de hooilanden met hun bloemenweides. <

TuinenLandschap | 25 | 2014

35


Aanleg en Onderhoud

36

TuinenLandschap | 25 | 2014


Efficiënt onderhoud van vaste planten Vaste planten zijn ’in’. Steeds vaker zie je vak- en mixbeplantingen, ook in het openbaar groen. Maar zijn dergelijke beplantingen echt onderhoudsarm, zoals wel wordt beweerd? Een aantal basisprincipes die elke hovenier zou moeten kennen. Tekst en beeld Gerard van Buiten, hortulanus

Botanische Tuin Utrecht

G

eïnspireerd door de ’Dutch Wave’ en de prairiebeplantingen uit Hermannshof in Weinheim is er volop belangstelling voor vaste planten. In de particuliere tuin, maar ook in het openbaar groen wordt de vaste plant steeds meer op waarde geschat. De uitbundige bloei van vele soorten verhoogt de belevingswaarde bij het publiek en is een verrijking voor het insectenleven.

Daar komt bij dat de nieuwe ’mixbeplantingen’ vergezeld gaan van het gerucht dat ze weinig onderhoud behoeven. Dat laatste is alleen maar waar als er aan een aantal voorwaarden voldaan wordt. De bodem moet bij aanplant absoluut schoon zijn, het gebruikte sortiment moet je goed op de standplaats en op elkaar afstemmen en het onderhoud vraagt veel kennis en ervaring van vaste

planten bij het uitvoerend personeel. Verder is de eerste jaren na aanleg een gemengde beplanting arbeidsintensief. Pas wanneer de beplanting goed gesloten is, neemt het onderhoud af. Als op deze voorwaarden wordt bezuinigd, zie je dat de beplantingen teleurstellend verruigen en aftakelen. Goed aangelegd en onderhouden zijn ze goedkoper dan elke andere perkbeplanting. Echter niet goedkoper dan een maaiberm of bosplantsoen. Voor iedereen die duurzame, kruidachtige beplantingen wil ontwerpen en beheren, zijn twee boeken onmisbaar. De klassieker ’Die Stauden und ihre Lebenbereiche’ van Richard Hansen en Friedrich Stahl en het nieuwe ’Handbuch der Staudenverwendung’ van Jürgen Bouillon. Dit is een gedegen voortzetting van het werk van Hansen en Stahl.

Mixen of groeperen Je kunt een beplanting op verschillende manieren opbouwen. De meest bekende benadering is in groepen of blokken van een soort. Zo’n beplanting kan strak zijn met geometrische vakken, maar ook natuurlijk ogen met meer organisch gevormde vakken. De bloei vindt plaats in vlekken. Als een groep is uitgebloeid, is het op die plek meestal ook echt gedaan. Het onderhoud van een blokbeplanting is statisch: het instandhouden van de groepen. Een groot voordeel is dat voor iedereen helder is welke plant waar hoort. Onkruiden vallen gemakkelijk op. Een nadeel van zo’n beplanting is dat deze staat of valt met de zwakste groep. Als een of meerdere soorten niet goed aanslaan, of na een paar jaar terugvallen, ontstaan er gaten. Vanuit die kale plekken

kunnen onkruiden de gehele beplanting overnemen. Een andere vorm is de mixbeplanting. Daarbij stel je een afgewogen mengsel van soorten samen dat je min of meer at random over de oppervlakte verspreidt. De bloei vindt door opeenvolging van de soorten gedurende het hele seizoen over de hele oppervlakte plaats. Deze methode komt natuurlijker over dan een blokbeplanting. Sommige mensen ervaren dat als rommelig. Het onderhoud is dynamisch en vraagt veel kennis. Je moet goed kunnen onderscheiden hoe de totale plantengemeenschap zich ontwikkelt en hoe en wanneer je moet ingrijpen. Onkruid wordt lastiger herkend in zo’n beplanting. Groot voordeel is dat een soort niet gemist wordt als deze het niet goed doet omdat andere soorten het overnemen. > TuinenLandschap | 25 | 2014

37


Bodem bedekken Of je nu een blokbeplanting of een mixbeplanting aanlegt, of kiest voor een mengvorm hiervan, het bedekt houden van de bodem is de belangrijkste voorwaarde om onkruidgroei te voorkomen. In een blokbeplanting kies je voor soorten die van zichzelf liefst een groot deel van het jaar een gesloten blok vormen. Soorten als Persicaria, Alchemilla, en Geranium macrorrhizum zijn om die reden populair. In een mixbeplanting moet je het mengsel dusdanig samenstellen, dat soorten die zich laat in het seizoen ontwikkelen tussen soorten staan die al vroeg in het seizoen de grond bedekken. Op die manier krijg je ook op-

Aanpassen aan de groeiplaats volging in bloei: Anemone nemorosa of Cardamine quinquefolia kunnen als onderlaag dienen in een halfschaduwborder. Latere soorten als Phlox, Eupatorium en Aster groeien daar prima tussendoor. De eerste jaren na aanplant kan een mulchlaag helpen de bodem bedekt te houden. Een flinke laag gecomposteerde boomschors, steenslag, lava of zelfs zand voorkomt uitdroging van de bodem en zorgt dat onkruidzaden in de ondergrond minder kiemen. Inwaaiend onkruid is gemakkelijker te verwijderen. In een mixbeplanting kun je successie in soorten inbouwen: sommige kortlevende soorten als bijvoorbeeld Gaura, Gaillardia en Achillea ontwikkelen zich heel snel en bedekken rap de bodem. Later nemen dan forsere, langzaamgroeiende soorten het over. Maai of knip de beplanting pas laat in de winter terug. De afgestorven plantendelen geven behalve een mooi winterbeeld een natuurlijke bedekking, waardoor onkruidgroei en dichtslaan van de grond wordt tegengegaan. Direct na het maaien en afvoeren kun je de beplanting secuur op onkruid controleren en eventueel soorten bijsturen die zich minder goed of juist te goed ontwikkelen. Na enkele jaren is het plantvak dicht en de bodem bedekt met vaste planten.

38

TuinenLandschap | 25 | 2014

Kijk eerst naar de plek waar de beplanting moet komen. Is die plek zonnig, beschaduwd, vochtig of droog? Is de bodem voedselarm of juist voedselrijk? Misschien wel de belangrijkste vereiste om een goede beplanting samen te stellen, is een goede plantenkennis. Dat betekent niet alleen de naam van de plant kennen, maar ook de omstandigheden waarin de soorten van nature voorkomen. Al te vaak zie je in tuinen een verzameling planten staan die groeien op de meest uiteenlopende standplaatsen in de natuur. Buxus, afkomstig uit lichte loofbossen, staat broederlijk naast Lavendula uit de mediterrane steppen. Eupatorium uit natte, voedselrijke graslanden staat samen in de border met Monarda die juist uit drogere gebieden komt. Dat kan natuurlijk best, maar een dergelijke diverse beplanting vraagt onnodig veel onderhoud. Planten die afkomstig zijn uit droge, stenige steppen, zijn perfect aangepast aan deze omstandigheden. Door ze in beplantingen op een hete, droge plek toe te passen maak je optimaal gebruik van hun eigenschappen, waardoor ze een grote voorsprong hebben op veel onkruidsoorten. Op een natte, moerassige plek op rijke grond plant je juist een combinatie van soorten die aan deze omstandigheden


Reageren op wortelonkruiden zijn aangepast. Soorten die in de natuur onder vergelijkbare omstandigheden groeien, zijn qua concurrentiekracht vaak redelijk aan elkaar gewaagd. Het boek van Hansen en Stahl geeft een zeer bruikbare indeling op groeiplaatsen.

De moerasaronskelk, Lysichiton americanus, houdt van natte plantomstandigheden zoals zijn naam al doet vermoeden.

Zorg er altijd voor dat de grond volledig vrij is van wortelonkruiden voordat je een beplanting aanlegt. Haagwinde, riet, akkerdistel en zevenblad zijn natuurlijk bekende en geduchte voorbeelden, maar ook smeerwortel, zuring, boterbloem en kweekgras kunnen zorgen voor een drama. De beste manier om de grond vrij te maken van deze wortelonkruiden is de grond minstens een groeiseizoen lang schoon houden. Dat kan milieutechnisch het beste mechanisch gebeuren. Chemisch lijkt misschien gemakkelijker, maar ook met de meest effectieve bestrijdingsmiddelen ben je dit soort onkruiden pas na een aantal keren toepassen kwijt. Een wijs advies dat ik ooit van mijn vader kreeg: verbouw eerst een jaar aardappelen op je grond en leg dan pas je tuin aan. Dat is natuurlijk lang niet overal te realiseren, maar de boodschap is duidelijk: reken eerst af met wortelonkruid! Hoe schoon je ook begint en hoe gesloten je de beplanting ook weet te houden, je kunt niet voorkomen dat een of meerdere van de bovengenoemde onkruidsoorten toch je beplanting binnen sluipen. In een blokbeplanting zie je dat vrij gemakkelijk, maar in een

hogere mixbeplanting zie je een paar stengels haagwinde snel over het hoofd. In alle gevallen is alert en snel optreden gewenst. Denk nooit: ,,dat komt de volgende keer wel.” Duik er meteen bovenop en verwijder het onkruid zoveel mogelijk met wortel en tak. Mocht dat niet voldoende resultaat hebben, neem dan het deel van de beplanting op, verwijder alle onkruidwortels (ook uit de terug te plaatsen planten) en houd het gedeelte de komende tijd goed in de gaten. Wortelonkruid uit de hand laten lopen, betekent uiteindelijk volledig opnieuw beginnen. <

Jong zevenblad tussen maagdenplant.

TuinenLandschap | 25 | 2014

39



Werk in uitvoering

Wat Wie

Tekst en beeld Peter Bennink

Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar

pbennink@hortipoint.nl

Blad ruimen Maikel Miltenburg Hoveniers Een aangename herfstzon schijnt door de wolk van blad die Maikel Miltenburg voor zich uit blaast. De hovenier is bezig met najaarsonderhoud in een klassieke Gooise villatuin. Voor veel klanten hoort het terugknippen van de vaste planten en het bladvrij maken van de paden en borders daar ook bij. Miltenburg: „Voor de planten is het natuurlijk beter als er een laagje blad blijft liggen, maar veel mensen vinden het toch wel zo

netjes als de borders ’schoon zijn’, zeker voor de feestdagen. Ik probeer er altijd wel voor te zorgen dat de tuin niet helemaal steriel wordt. Onder de Rhododendron-partijen hier blijft het blad bijvoorbeeld gewoon liggen.’’ Hoe de tuin onderhouden wordt, kiest Miltenburg in overleg met de klant. „Sommige klanten willen een meer natuurlijke tuin, daar laat ik meer blad liggen en snoei ik de leibomen en vaste planten pas in het voorjaar.” <

TuinenLandschap | 25 | 2014

41


Machines en Gereedschap

Compacte zelfrijdende sleuven De reeds vijftig jaar in sleuvenfrezen gespecialiseerde Italiaanse fabriek Garbin heeft een compacte frees ontwikkeld die zelfrijdend is en hydrostatisch wordt aangedreven. Staande op de trede heb je over de machine heen goed zicht op de freesketting en het werk waar je mee bezig bent.

Tekst en beeld Marein Kolkmeijer

42

TuinenLandschap | 25 |2014

A

chteruit werken met een sleuvenfrees, ook al is hij zelfrijdend, blijft lastig. Bij de TZ A Traction sta je echter op een uitklapbare trede aan de machine en hoef je dus niet continu zelf achteruit te lopen. Dat is een stuk comfortabeler. De nieuwe TZ A Traction is geschikt voor het frezen van sleuven tot 16 cm breed voor het leggen van bijvoorbeeld elektrakabels, beregeningsleidingen of drainagebuizen op een diepte tot 60 cm. De TZ A Traction is met name geschikt voor hoveniers. Ook voor verhuurbedrijven kan de machine interessant zijn want de bediening en het onderhoud zijn eenvoudig. Het werken met de machine heb je snel onder de knie en je kunt er weinig verkeerd mee doen. Voor hoveniers die minder vaak sleuven moeten frezen, zal de aanschaf van de machine niet vanzelfsprekend zijn. Dan kan het huren van de machine als ze wel eens een keer flink wat kabels of

leidingen in de grond moeten leggen een flinke verlichting van het werk betekenen. De werksnelheid ligt tussen 60 en 180 m per uur. Alles werkt bij de TZ Atraction hydraulisch. Er zijn, afgezien van de bougie van de Honda motor, geen elektronische onderdelen die problemen op kunnen leveren. De machine heeft een hydroliekpomp die rechtstreeks op de krukas van de 4-takt Honda benzinemotor is gemonteerd. Met die hydrauliekpomp worden drie onafhankelijke hydromotoren aangedreven: twee voor de rupsen en een voor de aandrijving van de freesketting. De machine is standaard uitgerust met een 11 cm brede freesketting die hydraulisch de grond in wordt geduwd tot de gewenste diepte. Er zijn verschillende typen freesketting mogelijk voor verschillende grondsituaties. <


Rijsnelheid Met een totale machinebreedte van 70 cm passeer je met de TZ A Traction ieder tuinpoortje. De rijsnelheid is traploos regelbaar tot circa 2,5 km/u. Het is geen machine waar je lange transportafstanden mee aflegt. Sleuven frezen doe je in de slow-stand bij een snelheid van 0 tot 0,3 km/u.

Hydrauliek De TZ A Traction heeft een grote tank voor de hyrauliekolie. Door het grote volume (30 l) wordt de olie nooit te warm. De aandrijving van frees en rupsen door de hydromotoren gebeurt door middel van mechanische overbrenging met kettingen in een gesloten stalen overbrengingskast.

Bediening De bediening is overzichtelijk. De rode handgreep moet altijd vast worden gehouden, als je hem loslaat stoppen alle hydraulische functies en slaat de machine af. Met de pook links daarvan duw je met een hydraulische cilinder de frees de grond in tot de gewenste diepte.

frees van Garbin Garbin TZ A Traction Motor 9,5 kW/13 pk 4-takt Honda 390 GX benzinemotor Afmetingen 70 x 136 x h120 cm Gewicht 300 kg Sleuf breedte 11 cm optioneel tot 16 cm Diepte tot 60 cm Werksnelheid van 60 - 180 m/u Transportsnelheid tot 2,5 km/u Optioneel sleuvenreiniger, klepelbak Prijs vanaf €9.895 excl. btw

Mogelijkheden Er zijn verschillende typen freesmessen mogelijk aan de graafketting. Buckets worden het meest toegepast in klei- en zandgronden. Een worm schuift de opgegraven grond opzij zodat deze niet terugvalt in de sleuf. De sleuvenreiniger die losse grond naar de graafketting trekt, is optioneel.

Rupsen De rubberen rupsen hebben een afmeting van 180 x 60 x 28 cm. Ze worden onafhankelijk van elkaar door twee hydromotoren aangedreven en bediend met twee hendels. Ze hebben voldoende kracht en grip om over slecht terrein te manoeuvreren of via rijplaten zelf een aanhanger of pick-up op te rijden.

▸ Lankhaar, Eethen ▸ www.lankhaartechniek.nl

TuinenLandschap | 25 |2014

43


BRANCHEWIJZER ha

nt um

u

i ri

t m

n

a tu

m n

akt

m

CALCULEREN EN MEER! Een volledig calculatieprogramma dat aansluit bij het ideale beeld van u als hovenier en ondernemer; practisch en doeltreffend

Probeer vrijblijvend een gratis proefperiode met support wanneer het bij u uitkomt

www espalier nl info@espalier nl 0413 - 26 09 37

WWW.EKOGRAS.COM SPECIALE PRIJZEN VOOR PROFESSIONALS

OOK VOOR SEDUMROLL MATTEN/PLUGS

Eenvoudig meer controle

telefoon: 06 1029 2513 email: info@ekogras.com

Bet n EasySedum tegel

ALLES VOOR UW TUIN

INFOGROEN Software BV T +31 (0)172 23 54 44 www.groenvision.com/hovenier Powered by

Ruim 30 jaar ervaring in: - Siertegels

Complete software oplossingen voor de hovenier en groenvoorziener

- Gebakken stenen

MOOI EN GEMAKKELIJK! Daktuincentrum de Mient Verkoop drainagematerialen Daktuinsubstraat Terra Top 40 ltr. Kwekerij sedumpluggen XL 1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

- Sierbestrating - Natuursteen - Muur-/Stapelelementen - Voor ieder budget

Buiter Beton, verrassend‌ veelzijdig... flexibel !!

www.buiterbeton.nl

Bel of mail voor meer informatie over advertentiemogelijkheden: tel: 0342-494889, fax: 0342-494299, e-mail: svstraffic@bdu.nl


BRANCHEWIJZER r

l

www.tfi4000.nl info@tfi4000.nl

t ri

On ha k ijk

h ne

um

n o

t 035-5770970 f 035-5770971 m 06-10961851

KWALITEIT, VAKMANSCHAP EN GARANTIE

ts

n

Het onafhankelijke keurmerk voor groene kwaliteit Geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie Aangesloten bij de Geschillencommissie Groen Vermeld op Consuwijzer

-

Silva Cell Groeiplaatsconstructie Wortelschermen Boombakken Boomverankering Boomstambescherming Beluchting en Bewatering en diverse aanverwante producten

Stichting Groenkeur T 030 - 659 5663 F 030 - 659 5655

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

n

E info@groenkeur.nl I www.groenkeur.nl

d n t

a at

www.greenmax.eu

ene

tm

MET HOVENIERSUPPORT EEN HOGER RENDEMENT GREEN-PERSONEELSDIENSTEN.NL

WWW.HOVENIERSUPPORT.NL

Bel of mail voor meer informatie over advertentiemogelijkheden: tel: 0342-494889, fax: 0342-494299, e-mail: svstraffic@bdu.nl


BRANCHEWIJZER d n n

ll

d n

l

n

Bel of mail voor meer informatie over advertentiemogelijkheden: tel: 0342-494889, fax: 0342-494299, e-mail: svstraffic@bdu.nl

De

Hardenberg

Sector Vakbeurs

13, 14 en 15 januari 2015 r

DĂŠ vakbeurs voor de groene branche

I

Houd dit blad in de gaten voor een gratis beursbezoek!

HAL

N

N

C

Evenementenhal Hardenberg Energieweg 2, 7772 TV Hardenberg

HARDENBERG T 0523 - 28 98 98 GORINCHEM I www.evenementenhal.nl/hardenberg VENRAY E hardenberg@evenementenhal.nl

PL

S

EIN



Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers

Stijlvol met scherpe prijs VelopA heeft het assortiment banken uitgebreid met drie nieuwe bankenseries. Deze zijn goedkoper dan de huidige standaard in de markt. Budgetten staan onder druk en VelopA wil met de nieuwe banken klanten helpen het maximale uit het budget te halen. Bank Raya is een stijlvolle

lattenbank met een ontspannen zit. Serie Camino is vernieuwd: de bank is eigentijdser geworden zonder zijn typische uitstraling te verliezen. Camino Staal is oersterk en comfortabel. Deze bank heeft een onderhoudsvrij stalen rooster en is door een korte lengte niet aantrekkelijk voor slapers.

Sinds dit najaar heeft Mobilane het assortiment kant-enklaarhagen uitgebreid met de Pyracantha ’Dart’s Red’, een vuurdoorn. Deze haag is geschikt als defensief groen. De kant-en-klare Pyrancantha is geschikt voor zowel de particuliere tuin als voor het openbaar groen en is 155 cm hoog en

120 cm lang. In het najaar zit de haag vol met oranje besjes en in het voorjaar verschijnen witte bloemetjes. Door de stekens en het roestvaste raster van de haag worden ongewenste doorsteekroutes van bijvoorbeeld honden en katten voorkomen. Daarnaast trekken de besjes vogels aan.

▸ VelopA | (071) 541 03 21 | www.velopa.nl

▸ Mobilane | (0343) 42 08 65 | www.mobilane.nl

Verbetert de luchtkwaliteit

Belgische gezelligheid

Green4Walls is een groene, zuiverende schermoplossing voor de stedelijke omgeving. Dit scherm is ontwikkeld als integrale oplossing voor het realiseren van groene gevels. De basis van Green4Walls is hedera. Deze plant is groen en dicht, waardoor 25% van de fijnstof afgevangen wordt.

Daarnaast zorgt de plant voor groenere omgeving, geluidsreductie en gevelisolatie. De geleiding bestaat uit een stalen draadnet of korf, dat met roestvaststalen bevestigingsmiddelen aan de gevel wordt bevestigd. Het scherm kan worden gemodificeerd in kleur en materiaaltoepassing.

▸ Green4Walls - Green4Roads | (0252) 41 29 46 | www.green4roads.com

48

Kant-en-klaar en defensief

TuinenLandschap | 25 | 2014

XALA brengt verlichtingsobject Olly op de markt, voor buiten. Nu heeft de lamp nog een stopcontact nodig, binnenkort komt een versie op de markt met een oplaadbare led. De gestylde lamp straalt gezelligheid uit en wordt geleverd met een energiezuinige spaarlamp. De variant met de

▸ XALAstudio | www.xala.be

oplaadbare led zal ook spatwaterdicht zijn. Olly is ontworpen door de Belgische ontwerper NUUV en de LUNGO GOLD. XALA heeft een innovatieve collectie innovatieve producten voor huis en tuin. Bijna alle producten worden gemaakt in België en zijn toegankelijk, duurzaam en betaalbaar.


Kort

Sfeer in een draagtas Harrie Leenders haarden heeft een draagbare houtkachel op de markt gebracht, Fältovn. De kachel is voor buitengebruik. Fältovn is vervaardigd van gestraald en hittebestendig gelakt staal en weegt slechts 10 kg. Wie er graag in de natuur op uit trekt, kan hem eenvoudig meenemen. De kachel wordt geleverd met drie pijpen en een zijrekje, waarop bijvoorbeeld een pannetje kan worden gezet. Het onderstel is inklapbaar en de pijp en het zijrekje passen voor transport in de kachel. Optioneel is een speciale draagtas leverbaar, een speciale tentdoorvoer en een 45° bocht. Ingeklapt meet de kachel 46,2 x 19,3 x 26,3 cm. De dikke bovenplaat is gemaakt om te koken.

GroeiBalans en Agropoli leveren cursussen en lezingen op maat over bodembeheer, bodemgezondheid, bemesting en plantgezondheid. In sommige gevallen kan de lezing of cursus meetellen voor verlenging van de spuitlicentie. ▸ Groeibalans | René van Gastel | (06) 43 90 06 28 | www.groeibalans.nl Agropoli | Wilma Windhorst | (06) 24 82 27 69 | www.agropoli.nl

Keurmerkinstituut organiseert de vijfdaagse opleiding Inspecteur Veiligheid van Speelgelegenheden bij open inschrijving. De opleiding gaat van start zodra er vijf deelnemers zijn. De cursus wordt gegeven in de gemeenten waaruit deelnemers afkomstig zijn. ▸ Keurmerkinstituut | (079) 363 70 00 | www.keurmerk.nl

Sinds november 2014 zal het merk Solo door Van der Haeghe op de Nederlandse markt worden vertegenwoordigd. Solo is opgesplitst in twee productlijnen: kettingzagen, bosmaaiers, heggenscharen et cetera en spuiten en doorslijpen. De eerste lijn is verkocht aan Alko, de tweede zal worden vertegenwoordigd door Van der Haeghe. ▸ Van der Haeghe | (0345) 78 81 02 | www.vanderhaeghe.nl Vijverplantenland heeft met Corine Streng het team versterkt. Streng wordt opgeleid tot expert op het gebied van biologisch evenwicht in vijvers. ▸ Vijverplantenland | (0315) 38 64 78 | www.vijverplantenland.nl

▸ Harrie Leenders | (0499) 57 27 10 | www.leenders.nl

Boeken OASE 93 belicht de recente aandacht voor de relatie tussen landschap en stedenbouw. Historische en hedendaagse pogingen om landschap als publiek project te (her)definiëren, alsook de nieuwe contellaties van overheid, ontwerper en burger die daarmee samenhangen worden in het boek onderzocht.

1 Boom en 73 Vormgevers laat 73 manieren zien om hout te gebruiken. Het boek is rijk geïllustreerd en gaat over de boom, de vormgevers en de producten en kunstwerken die zij maakten. Verwijderde bomen gaan over het algemeen de versnipperaar in, de initiatiefnemers van 1boom wilden dat veranderen.

De Veldgids Nederlandse Flora is herzien. Meer dan 2.000 soorten kunnen met deze gids snel op naam opgezocht worden, aan de hand van een nieuwe methode. De determinatiesleutels zijn compact en overzichtelijk. Steeds is duidelijk zichtbaar wat onderscheidende en wat aanvullende kenmerken zijn.

▸OASE 93 | ISBN 978-94-6208-152-9 | €19,95

▸1 Boom en 73 vormgevers | ISBN 978-90-75271-77-5 | €24,90

▸Veldgids Nederlandse Flora | ISBN 978-90-5011-491-2 | €39,95

Innovatieve benaderingen en toekomstige onwikkelingen in landschapsarchitectuur worden in Specifics besproken. Dit gebeurt door landschapsarchitecten, maar ook door wetenschappers, planologen, kunstenaars en studenten. Onderwerpen die besproken worden, zijn onderzoek, onderwijs, planning en bouw. ▸Specifics | ISBN 978-3-86859-299-3 | €39,80

TuinenLandschap | 25 | 2014

49


Agenda

Cursussen

Kroonjuwelen van de Hortus Tentoonstelling, t/m 31 december, Amsterdam.

Spuitlicentie Verlengingsbijeenkomst, 11, 18 december, 22 januari, 5 februari, Lunteren.

Coördinator gladheidsbestrijding voor weggebruikers Opleiding, 14 januari, 11 maart, diverse locaties.

▸ www.dehortus.nl

▸ www.veluweplant.nl

▸ www.crow.nl

Groen | Boom | Recreatie Event, 9 t/m 11 december, Venray.

Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 12 december, diverse locaties.

Houtconstructies voor de hovenier Vijfdaagse workshop, start 16 januari, Piershil.

Spuitlicentie 2 Driedaagse cursus, 29 januari, Lunteren.

▸ www.keurmerk.nl

▸ www.hoveniersacademie.nl

▸ www.veluweplant.nl

Flora en fauna BB niveau 1 en 2 Hercertificering, 16 december, Arnhem.

Bomenbeheer van A tot Z Zesdaagse opleiding, 20 januari, Doorn.

Boomanatomie en -fysiologie Cursus, 29 januari, Oosterbeek.

Greensales Huisbeurs, 26 t/m 31 januari, Noordscheschut.

▸ www.ipcgroen.nl

▸ www.ocbor.nl

▸ www.pietervanderlinden.nl

Flora en fauna BB niveau 3 Hercertificering, 17 december, Arnhem.

IPM Vakbeurs, 27 t/m 30 januari, Essen, Duitsland.

▸ www.ipcgroen.nl

Werkvoorbereiding, organisatie en planning Tweedaagse workshop, 20 januari (en 3 februari), 10 (en 24) februari, Elspeet.

▸ www.ipm-essen.de

Facebook voor hoveniers Workshop, 6 en 13 januari, Elspeet.

▸ www.hoveniersacademie.nl

Dag van de openbare ruimte Beurs, 4 en 5 februari, Brussel, België.

▸ www.hoveniersacademie.nl

Lanenbeheer voor vleermuizen Cursus, 22 januari, Rheden.

▸ www.openbareruimte.be

Begroten en offertes 1 - Aanleg Tweedaagse workshop, 7 (en 21) januari, 11 (en 25) februari, Elspeet.

▸ www.boscursus.nl

Spuitlicentie 1 Driedaagse cursus, 22 januari, Lunteren.

Begroten en offertes 2 - Onderhoud Workshop, 4 februari, 11 maart, Elspeet.

▸ www.tuinidee.nl

▸ www.hoveniersacademie.nl

▸ www.veluweplant.nl

▸ www.hoveniersacademie.nl

Huis & Tuin Beurs, 5 t/m 8 maart, Leeuwarden.

Ontwerpkunde Start tiendaagse cursus, 8 januari, Apeldoorn.

Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 22 januari, 21 mei, Utrecht.

Implementatie flora- en faunawet in gemeentelijk beleid Cursus, 5 februari, Oosterbeek.

▸ www.keurmerk.nl

▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Inspecteur veiligheid van speelgelegenheden Opfriscursus, 26 januari, Utrecht.

Communiceren met je opdrachtgever Driedaagse cursus, 9, 16 en 23 februari, Apeldoorn.

▸ www.keurmerk.nl

▸ www.ontwerpinstituut.nl

Budgetbewaking en nacalculatie Workshop, 27 januari, 10 maart, Elspeet.

Effecten van bomen op het stedelijk klimaat Cursus, 10 februari, Oosterbeek.

▸ www.hoveniersacademie.nl

▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Klanten binden, opdrachten winnen Tweedaagse workshop, 28 januari (en 11 februari), 3 (en 17) maart, Elspeet. ▸ www.hoveniersacademie.nl

▸ www.evenementenhal.nl

De Groene Sector Vakbeurs, 13 t/m 15 januari, Hardenberg. ▸ www.evenementenhal.nl

Tuinidee Beurs, 26 februari t/m 1 maart, 's Hertogenbosch.

▸ www.wtchuistuin.nl

▸ www.ontwerpinstituut.nl

Landelijke Dag van de Vlinderstichting 7 maart, Wageningen.

Projectmanagement openbare ruimte Zevendaagse cursus, 13 januari, 's-Hertogenbosch.

▸ www.vlinderstichting.nl

▸ www.haskennistransfer.nl

Green Roof Association Congres, 20 en 21 april, Istanbul, Turkije. ▸ www.greenroofworld.com

Bomen Fotoworkshop, 14 januari, Leiden. ▸ www.hortusleiden.nl

▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Ontwerpen en bouwen van speeltoestellen Cursus, 30 januari, Zwolle. ▸ www.keurmerk.nl

Herkennen van bomen, winterherkenning Tweedaagse cursus, 3 en 4 februari, Wageningen. ▸ www.cursuscentrumcambium.nl

Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl

50

Redactie Bakker hoofdredacteur (071 565 96 55 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy

TuinenLandschap | 25 | 2014

Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.

Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint

©BDUmedia, 2014 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.


Foto Karin Herwig

Groene Gast

Rob Herwig Waarom een nieuw boek over de moestuin „In 1985 kwam mijn eerste moestuinboek uit. Van daaruit ben ik verder gegaan. Ik heb in de loop der jaren nieuwe kennis verworven en nieuwe groenten toegepast. Al die ervaring heb ik gebundeld in het nieuwe e-boek Moestuin. Dat mensen steeds meer hun eigen groenten verbouwen, ook in buurtmoestuinen, vind ik een prima idee. Mijn boek sluit aan op die ontwikkeling. Het geeft tips en adviezen over groenten kweken; van balkon tot aan honderden vierkante meters moestuin.’’

Wat is het voordeel van een e-book? Rob Herwig is groenauteur, www.herwiggarden.info.

„Je kunt het helemaal zelf produceren. Als je een beetje technisch bent is dat niet moeilijk. Je kunt eenvoudig nieuwe informatie

toevoegen en het is goedkoop in aanschaf. Het boek heeft 900 pagina’s, zo’n 500 foto’s, en links naar Youtube-filmpjes die ik heb gemaakt. In druk zou het boek veel te duur worden. En het is zo gemaakt dat de pagina’s op de smartphone goed te lezen zijn zonder te scrollen. Het boek is voor €3,99 te koop op www.herwiggarden.info.’’

En altijd de plant in de hoofdrol?

Wat drijft u om op hoge leeftijd nog steeds te schrijven?

Luieren in de moestuin? Het is toch juist werken…

„Het is mijn hobby. Ik vind schrijven een feest. Als je iets met plezier doet, is het geen opgave. Ik schrijf nu ongeveer vier à vijf uur per dag, maak foto’s en filmpjes. Daarnaast werk ik in mijn tuin. Ik vind het leuk om nog met interessante zaken bezig te zijn. Ik zou eigenlijk ook niet weten wat ik anders zou moeten doen.’’

„Niet als je het slim aanpakt. Onkruid kan je ook weghalen als het hoger staat, dat gaat nog makkelijker ook. En als je de groenten op rijtjes zet, kun je eenvoudig tussen de rijen schoffelen. Je kunt heel arbeidsbesparend werken in de groentetuin. Dan heb je tijd over om te luieren.’’ <

„Daar ben ik van huis uit mee opgegroeid. Mijn vader was kweker en bloemist. Op achtjarige leeftijd was ik al aan het zaaien, verspenen, wieden en oogsten. Ik heb kennis van de plant en ik heb er ervaring mee. Ik zou ook wel willen schrijven over koken, maar daar ben ik toch minder in thuis.’’

TuinenLandschap | 25 | 2014

51



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.