7 Vakblad voor de groenvoorziening | 37e jaargang | 26 maart 2015
Laatste rustplaats
Stadslandbouw als ruimtelijke opgave Muscari, niet alleen in blauw verkrijgbaar Sleuven graven met de Ditch Witch
Inhoud Nieuws 4 5 6 7 8 9
’Criteria middelenverbod voor 1 juni naar Kamer’ Oud werknemers gerenommeerde boombedrijven starten nieuwe ondernemingen Platform Ontwerpers onderzoekt positie ontwerper Groen zit in de lift dankzij eetbare tuin en toenemend aantal verhuizingen Duurzaamheid is een gezamenlijk proces, geen lijstje Tuin en Landschap Online
Sortiment 10
10 14 16 19
De hemel op aarde met Muscari ’Vlekkeloos’ longkruid Pulmonaria gecombineerd Rhododendron ’Ostara’
Bedrijf en Organisatie 20 Stadslandbouw als nieuwe ruimtelijke opgave 23 Zo zit dat: Welke producten komen in aanmerking voor aftrek? 20
Ontwerp en Inrichting 24 Landschapstuin wint Tuin van het Jaar 2015 28 Begraven onder de rook van de Botlek
Aanleg en Onderhoud
Foto voorplaat Gerdien de Nooy
34 Overijssel kent geen geheimen meer voor Brabantse groenman 37 Rododendroncicade: Insect bevordert mogelijk schade door schimmel 28
Machines en Gereedschap 38 Met borsteltechniek sneller en veiliger graven 43 Werk in uitvoering: Aanleg rotondetuin
Service 44 Leveranciersnieuws 46 Agenda en cursussen 47 Groene Gast: Jan Jette Donker 34
TuinenLandschap l 7 l 2015
3
Nieuws
Oudolf en Kingsbury presenteren nieuw boek Foto Clauzing Photography
’Criteria middelenverbod voor 1 juni naar Kamer’
Piet Oudolf en Noel Kingsbury (midden) toosten in Boekhandel de Vries in Haarlem op hun nieuwe boek ’Oudolf | Hummelo’. In het boek beschrijft tuinontwerper en journalist Kingsbury dertig jaar tuingeschiedenis en de weg van Piet Oudolf naar wereldfaam aan de hand van de tuin en de voormalige kwekerij die hij samen met zijn vrouw Anja heeft aangelegd in het Gelderse Hummelo. Het is het vijfde boek dat Oudolf en Kingsbury samen hebben geschreven. Eerder verschenen onder meer ’Landschap in landschap’ en ’Planten voor morgen’. <
Er komt voor 1 juni duidelijkheid over criteria voor een verbod op chemische onkruidbestrijding. Dat schrijft staatssecretaris Mansveld in een brief aan de Tweede Kamer. Eerder zou ze voor 1 maart duidelijkheid geven. In december zei Mansveld tijdens een debat in de Tweede Kamer dat de ingangsdatum van november 2015 voor een verbod op chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet haalbaar was. Waarschijnlijk wordt dit begin 2016. Enerzijds komt dit door juridische onzekerheden rond een verbod op chemische middelen, anderzijds is er onduidelijkheid over de criteria voor het verbod. Nu is het zo dat alle middelen, ook zogeheten laagrisicomiddelen, onder het verbod vallen. Staatssecretaris Mansveld komt nu voor 1 juni met een conceptwijziging waarin de criteria voor het verbod uiteen worden gezet.
Vaart maken Niet geheel toevallig riep CDATweede Kamerlid Jaco Geurts het kabinet recent in een interview in het Nefytobulletin op om haast te maken met de regelgeving voor het definiëren van laagrisicomiddelen. Volgens Geurts duurt het definiëren van criteria voor laagrisicomiddelen op Europees niveau te lang. Nederland zou daarom het voortouw moeten nemen in dit traject. Geurts zegt verder zich zorgen te maken over de argwaan tegen chemische middelen. „Dit heeft gevolgen voor het toelatingsbeleid en werkt remmend op innovatie.” Volgens Geurts betekent duurzaamheid niet het uitbannen van chemische middelen. „Het gaat om het vinden van een evenwicht, waarin je geen chemische middelen gebruikt als het zonder kan, maar ze wel inzet als dat nodig is.” <
Co mentaar
Duidelijkheid Deze week ontving de redactie twee bezorgde brieven van lezers naar aanleiding van advertenties voor chemische onkruidbestrijding in Tuin en Landschap. Zoiets hoort niet thuis in een groen vakblad, was grofweg de strekking van de mails. En hoewel de redactie het met de strekking van de brieven best eens kan zijn, is het volgens de letter van de wet zo dat wij geen advertenties voor chemische bestrijdingsmiddelen weigeren, zolang deze binnen de Nederlandse wet- en regelgeving zijn toegestaan. Overigens heb ik in mijn antwoord aan de brievenschrijvers nogmaals benadrukt dat wij als redactie geen enkele bemoeienis hebben met advertenties of commerciële bijlages die worden meegestuurd met Tuin en Landschap. Ook nemen wij als redactie geen standpunt voor of tegen chemische onkruidbestrijding in, zoals wij al eerder in ons themanummer Onkruid op verhardingen (TenL 19a, 2014) uiteen hebben
4
TuinenLandschap
l 7 l 2015
gezet. Wat we wel doen is proberen zo goed mogelijk de voor- en nadelen van chemische bestrijding én van alternatieve bestrijding in kaart te brengen. En als er op onderzoeksgebied nieuwe inzichten zijn over milieu-effecten van bepaalde middelen of methodes, dan delen we die met onze lezers. Dát is de taak van een vakblad zoals wij die zien; lezers op onafhankelijke wijze informeren over ontwikkelingen in het vakgebied, en niet het innemen van standpunten voor of tegen. Wel uiten we af en toe onze zorgen over bepaalde zaken, bijvoorbeeld over het nieuwe uitstel van het kabinet om duidelijkheid te verschaffen over een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen, en over het uitblijven van de criteria voor dit verbod. De sector en de leveranciers wachten met smart op duidelijkheid van de staatssecretaris. Maar die lijkt vooral in allerlei juridische knopen te zijn verstrikt. Ralph Mens vakredacteur
Oud-werknemers gerenommeerde boombedrijven starten nieuwe ondernemingen Deze maand hebben, na reorganisaties bij Copijn en IPC Groene Ruimte, groepjes oud-werknemers een nieuwe start gemaakt. Daarmee heeft de Nederlandse groensector er twee bedrijven bij die meteen kunnen bogen op jarenlange ervaring in het vak. Op 6 maart is het Praktijkcentrum Bomen van start gegaan, een opleidingscentrum voor boom-, groen-, bos- en natuurbeheer. Vier oud-medewerkers van IPC Groene Ruimte - Willem van Delft, Bart Exterkate, Peter Bongen en Frits Spek hebben hun krachten en ervaring gebundeld. De directe aanleiding voor deze stap was de reorganisatie bij IPC Groene Ruimte waarbij alle medewerkers boventallig werden verklaard. Dit bood de gelegenheid voor de vier oudmedewerkers om de handen
ineen te slaan en een nieuw full service opleidingscentrum te beginnen. Praktijk Centrum Bomen biedt onder meer cursussen motorzagen, boomveiligheid, Flora- en Faunawet en snoeien, maar ook complete opleidingen tot ETW’er en ETT’er. De standplaats is Apeldoorn, maar cursussen worden op verschillende locaties in Nederland gegeven. Volgens Bongen heeft de reorganisatie ze aan het denken gezet. Alle vier zijn ze individueel tot de conclusie gekomen dat ze met het vak door willen gaan en dat de beste manier om dat te doen samen in een eigen bedrijf is. Bongen ziet ook voldoende ruimte in de markt voor Praktijk Centrum Bomen. „Er is een constante vraag naar kennis, het vak groeit en er is een groeiende vraag naar
ETW’ers. Er is niet één bedrijf dat die vraag naar opleiding in de boomverzorging alleen aan kan, dus er is werk genoeg voor ons.”
ETS Boomexperts Op 23 maart is die andere nieuwkomer begonnen: European Tree Services Boomexperts. ETS Boomexperts bestaat uit zes oud-werknemers van Copijn: Maarten Vroklage, Willem Koot, Bram van der Weerden, Rik van der Schief, Jaap Kaspers en Wiljan Zwolsman. De twee ETT’ers en vier ETW’ers zijn op iets andere manier weggegaan bij hun oude werkgever dan de mannen van PC Bomen. De ex-Copijners waren juist overgebleven na de laatste reorganisatie en vormden het leeuwendeel van de overgebleven bomenploeg.
De zes stonden echter niet achter de nieuwe koers van Copijn, waarbij het bedrijf steeds meer de regierol op zich neemt en de uitvoering vaker over laat aan partners (de werkwijze die directeur Tjeerd van der Schee al uitlegde in TenL 3, pag. 7). Bij ETS Boomexperts staan advies en uitvoering dan ook dicht bij elkaar. Manager/adviseur Vroklage: „We willen een organisatie zijn van korte lijnen, ook met de opdracht-gever, die gericht en kordaat kan optreden. We gaan korte, praktijkgerichte adviezen geven.” Kansen ziet Vroklage voldoende in de huidige markt: „Je ziet steeds meer projecten van de grond komen. We hebben een uitgebreid netwerk en de eerste opdrachten zijn inmiddels binnen. We zitten de komende weken al volop in het werk.” <
Natuurbegraafplaats vele bomen rijker Foto Jack Tummers
Jong en oud plantten zaterdag 14 maart loofbomen en heesters op landgoed ’De Utrecht’ in Esbeek. Joyce Sengers van bureau Landinzicht heeft in samenwerking met verzekeringsmaatschappij ASR op het landgoed een nieuwe natuurbegraafplaats ontwikkeld. Deze zomer gaat de begraafplaats open. De loofbomen en heesters komen in plaats van de naaldbomen die in januari zijn gekapt. Volgens Sengers bevordert het afgevallen blad van de nieuwe aanplant de opbouw van de bodem en de biodiversiteit van het terrein. Zo’n zevenhonderd exemplaren moesten de grond in. De vrijwilligers die meehielpen, mochten als dank een speciale boom planten voor een dierbare. <
TuinenLandschap l 7 l 2015
5
Nieuws
Platform onderzoekt positie ontwerper
Normaliter worden op de avonden van het VHG-Platform vakinhoudelijke onderwerpen uitgediept zoals ’inspiratie’ of ’de hortus conclusus’. Volgend jaar wil de commissie, bestaande uit Hans Bouwens, Rob Cox, Michel Lafaille en Machteld Touburg, de avonden gebruiken om samen met ontwerpers uit alle geledingen ’het niveau en de inhoud van het vakgebied dieper te bepalen en te onderzoeken’. ’Wie zijn we? Waar moeten we naartoe en hoe gaan we ons organiseren?’, dat zijn vragen die de commissie wil onderzoeken tijdens de bij-
o l
eenkomsten van het Platform. De commissie verwijst naar de bijeenkomst die eind 2013 in Apeldoorn plaatsvond en waarop de ontwerpers ook over dergelijke vragen in discussie gingen. Aansluiten bij de NVTL of de VHG, luidde het advies van de onderzoekscommissie die daaruit voortvloeide. Op voorwaarde dat de NVTL de bureaulijst zou veranderen en de laatste een aparte vakgroep zou oprichten.
Foto Vidiphoto
De commissie van het Platform Ontwerpers van de VHG wil het seizoen 2015/2016 gebruiken om de positie van de tuinontwerper te onderzoeken. Dit naar aanleiding van het besluit van het Algemeen Bestuur van de VHG geen aparte vakgroep voor de ontwerpers in te stellen.
Belangen niet behartigd Nu de VHG anders heeft besloten, ligt alles weer open volgens de commissie. „Wij zijn het niet met dit besluit eens, omdat dit niet goed is voor de ontwikkeling van het vakgebied van de ontwerpers in het algemeen. Hun belangen worden nu niet behartigd.’’ De discussieavonden worden ingeleid door sprekers die hun sporen hebben verdiend in de tuinarchitectuur. <
Nieuwe aanplant omgeving kasteel Doornenburg Tientallen kinderen van basisschool De Doornick in het Gelderse Doornenburg gingen tijdens de Nationale Boomfeestdag aan de slag om de omgeving van kasteel Doornenburg te beplanten met 750 haagbeuken. Door het hele land werden 200.000 nieuwe boompjes geplant. Thema was dit jaar Bomen & Water. Aan de boomfeestdag deden ruim 300 gemeenten en zo’n 100.000 kinderen mee. Vorig jaar deden 115.000 kinderen mee, in 2008 waren het er nog 125.000. Directeur Peter Derksen noemt het teruglopend aantal deelnemers zorgwekkend. <
m n
TuinIdee Voor een tuinontwerper en hovenier is het natuurlijk van het grootste belang dat hij zich van tijd tot tijd afvraagt wat de gemiddelde tuinbezitter nou eigenlijk wil? En dus toog ik begin maart naar de Brabanthallen in Den Bosch waar de consumentenbeurs TuinIdee plaatshad. Het festijn staat bekend als de grootste tuinbeurs van Nederland, dus daar moet je toch een aardig beeld krijgen van de ’gemiddelde’ tuinbezitter. Bij binnenkomst werd de bezoeker meteen door een aantal prachtig aangelegde groene tuinen geleid. Ik zag veel mensen er gehaast doorheen lopen. Alsof ze op zoek waren naar iets anders? En dat terwijl de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners al een tijdje bezig is met het promoten van ’De Levende Tuin’. Uit onderzoek zou blijken dat de consument daar behoefte aan heeft. Deze campagne maakt de tuinbezitter duidelijk op welke manier in de tuin meer aandacht kan worden gegeven aan levende
6
TuinenLandschap
l 7 l 2015
aspecten van de tuin zoals beplanting en dierenleven. Een stuk verderop werd duidelijk waar de bezoeker van TuinIdee echt naar op zoek leek. Bij de aanbieders van infraroodcabines was het een drukte van jewelste. En ook bij het tuinmeubilair en de jacuzzi’s was het dringen geblazen. Ik sprak een verkoper met een verhaal dat niet aan crisistijden doet denken. Hij had in de afgelopen vijf jaar tijd zes filialen geopend in Nederland en België. TuinIdee bevestigde mijn beeld dat veel huidige tuinbezitters een mooie tuin willen met weinig onderhoud, waarin ze gewoon lekker kunnen genieten. Samen eten op het terras, loungen in het tuinpaviljoen of bubbelen in de jacuzzi. Is toch niets mis mee? Hoe zit het dan met de levende tuin? Zijn dat andere consumenten? Of willen wij, groene vakbroeders, graag dat ’de consument’ een levende groene oase wil?
Bart Hoes tuinontwerper Jack van Haperen ontwerper/hovenier Ruud Vermeer hovenier
Jack van Haperen sales@formaverde.nl
Groen zit in de lift dankzij eetbare tuin en toenemend aantal verhuizingen De groensector zit in de lift, blijkt uit recente cijfers. Hieraan liggen twee ontwikkelingen ten grondslag. Ten eerste is tuinieren ’hip’, met name eetbaar groen. Ten tweede worden meer tuinen aangelegd doordat mensen meer verhuizen. Tuincentra hebben afgelopen jaar een lichte groei laten zien, blijkt uit het GfK consumentenbestedingsonderzoek 2014. Volgens Tuinbranche Nederland wordt de groei vooral veroorzaakt door mensen die verhuizen. Vorig jaar kwam de woningmarkt weer in beweging. Deze trend zet zich ook dit jaar voort. Waar mensen verhuizen, worden ook nieuwe planten en struiken, bestrating en schuttingen gekocht. De totale verkoop van bloemen, planten en andere producten voor de tuin kwam afgelopen jaar uit op €3,8 miljard, iets hoger dan in 2013.
De omzetcijfers van de tuincentra geven aan dat het weer grote invloed blijft houden op marktontwikkelingen. De positieve stemming bij het relatief warme voorjaar resulteerde niet in een hoger bestedingsniveau. Veel plantmateriaal overleefde de zachte winter, wat zich vertaalde in minder vervangingsaankopen. Bij zowel eenjarige als meerjarige planten doken omzetcijfers in de min. De categorie ’levend’ kwam met een omzet van bijna €925 miljoen 7% lager uit. De categorie ’niet-levend’ scoorde met een verkoopwaarde van ruim €1,2 miljard een klein plusje.
Tuinkasjes De verkopen in de productgroepen ’klein onderhoud’ en ’tuingereedschap’ plusten beide met 8%. Samen waren ze in 2014 goed voor slechts 6% van de afzetmarkt, maar
ze geven een goed beeld van de trends. Tuinmateriaal voor klein onderhoud was vooral gericht op bestrijden van groene aanslag en onkruid, dat door de zachte winter meer bestrijding vergde. De aankopen van gereedschap bevestigt dat de consument meer zelf in de tuin aan de slag gaat. Hetzelfde geldt voor de verkopen van tuinkasjes, vierkantemetertuinen en het groen voor deze productgroepen. Frank van der Heide, directeur Tuinbranche Nederland: „Die lijn zet zich in 2015 sterk door. Mensen willen zelf moestuinieren. Kijk naar het succes van de actie van een grote supermarktketen met moestuinpotjes en naar het tv-programma ’Van Hollandse bodem’ met een tuinierwedstrijd. Groen is hip.” Ook andere bronnen bevestigen dit beeld. Zo meldt online winkelcentrum beslist.nl dat de vraag naar tuinkassen ex-
plosief stijgt. „De moestuintjesspaaractie lijkt de vraag naar tuinkassen en kweekbakken sterk aan te wakkeren. Sinds de start van de actie zochten online shoppers twee keer zo vaak naar tuinkassen als in dezelfde periode vorig jaar.” Met name de kleinere kassen en kweekbakken zijn in trek. Beslist.nl signaleert ook grote belangstelling voor plantenbakken. De vraag naar tuinaarde vervijfvoudigde in de afgelopen weken.
Eetbare tuin Ook internetplatform TuinTuin bevestigt de populariteit van de eetbare tuin. Tuin- en landschapsarchitect Arjan Boekel ziet deze trend terug bij zijn klanten. „De eetbare tuin is onmiskenbaar een trend. Dat hangt volgens mij sterk samen met een steeds groter bewustzijn over wat we eten en waar ons eten vandaan komt.” <
Foto Wendy Bakker
Eetbare siertuin in Botanische Tuinen Utrecht Tuinman Kees van der Laan van Kees tuint legt in de kas van de hortus in Utrecht uit wat voor lekkers je kunt maken van alles wat in de tuin groeit en bloeit. Zelfs een eetbare minimoestuin om aan te knabbelen met aarde van zwarte olijven en croutons en een composthoop van kiemen en bloemen. De tuinman combineert al jaren sier- en nutsgewassen in zijn tuinplannen. Dit jaar stond het voorjaarsweekend van de Botanische Tuinen in het teken van dit thema. Er waren lezingen van onder andere Wouter van Eck over het Voedselbos Ketelbroek en van hortulanus Gerard van Buiten over welke gewassen fraai en eetbaar zijn. Bezoekers konden zich op de plantenmarkt door kwekers laten adviseren over fruitgewassen, eetbare sierheesters, vaste planten en eetbare bollen. <
TuinenLandschap l 7 l 2015
7
Uitgesproken
„Regelmatig verschijnen er lijstjes waarop staat hoe gemeenten scoren qua duurzaamheid. Voor zulke lijstjes zijn allerlei aspecten van duurzaamheid bij elkaar opgeteld. En voilà, er rolt een score uit. Leuk als je in de top 10 staat. Minder leuk als je gemeente ergens tussen plaats 100 en 400 staat. Werken aan duurzaamheid moet motiveren, inspireren. Anders gaat het niet werken. Werken aan duurzaamheid is leuk als je vooruitgang kunt laten zien. En als je van elkaar kunt leren en elkaar verder helpt. Veel duurzame projecten vinden plaats in de openbare ruimte. En omdat de openbare ruimte bijna overal is, hebben
Werken aan duurzaamheid moet motiveren, inspireren. Anders gaat het niet werken
ook kleine stapjes grote impact. In de openbare ruimte kunnen overheden daadwerkelijk aan de slag met duurzaamheid. Laten zien dat duurzaamheid kán, werkt en meerwaarde levert. Iets is pas écht duurzaam als alle aspecten van people, planet en profit worden meegenomen. Ik onderscheid vier niveaus qua duurzaamheid. Niveau 1.0 is een enkelvoudig project met één aspect van duurzaamheid. Denk aan led verlichting in de openbare ruimte of chemievrije onkruidbestrijding. Niveau 2.0 is een meervoudig project. Hierin wordt aan minimaal twee aspecten gewerkt. Denk aan groen inzetten voor sociaal, maar ook voor klimaatadaptatie. Niveau 3.0 is een geïntegreerd project met een hoge mate van integratie van sociaal, milieu en kosten. Daar horen bij: asset management, social
return, aanzet voor cradle to cradle, hoge mate van kostenbewustzijn. Niveau 4.0 is échte duurzaamheid: maximale integratie van milieu, sociaal en kosten. De beleidscyclus en de beheercyclus sluiten optimaal aan. 100% cradle to cradle in beleid en uitvoering. Het doel is: toewerken naar niveau 4.0. Dat gaat niet vanzelf. Hier moet kennis voor ontwikkeld worden en kennis gedeeld. Door aan projecten te werken met de wens te klimmen in deze vier niveaus wordt bij elk project structureel nagedacht over duurzaamheid. Door hier over na te denken, kennis te delen en goede ideeën toe te passen, draagt elk project bij aan échte structurele verduurzaming. Duurzaamheid is een gezamenlijk proces, geen lijstje. Dat is motiverend, want elk jaar kun je als bestuur en als medewerkers laten zien dat er vooruitgang is.”
Foto PR
Duurzaamheid is een gezamenlijk proces, geen lijstje
Lex Stax, redacteur www.publicspaceinfo.nl
www.tuinenlandschap.nl
vhg
Deze column valt onder redactionele verantwoordelijkheid van vhg.
Wethouders Het is opvallend dat er steeds meer afspraken met wethouders in mijn agenda komen. Almere, Apeldoorn, Houten, Meerssen, Woerden. Eerder ben ik al voor presentaties in Breda, Den Bosch en Zwolle geweest. Deze week verzorg ik een workshop voor wethouders in de regio Leiden. De lobby van VHG breidt zich hiermee, naast op Europees en nationaal niveau, steeds verder uit. Groen is een uitgesproken lokaal thema. De directe baathouders van de waarde van groen bevinden zich daar. Gemeenten zien zich gesteld voor verdere bezuinigingen op het groen, maar er lijkt hiervoor steeds minder draagvlak bij burgers. Hoe kunnen we
8
TuinenLandschap
l 7 l 2015
ons groen op peil houden? Wat zijn de mogelijkheden om burgers hierbij te betrekken? Kun je ons helpen met ideeën voor verduurzaming met groen? Het levert elke keer weer inspirerende gesprekken op. Mijn gesprekspartners zijn verrast over hoe ver we al zijn en wat we te bieden hebben. Daarbij leg ik steeds de verbinding naar het betrekken van professionele ondernemers om plannen te bedenken en uit te voeren. Gemeenten staan daar open voor en willen in contact komen met onze hoveniers en groenvoorzieners. Dat wil ik graag faciliteren. Daarna is het aan de gemeente en de lokale deelnemers om hieraan samen verder handen en voeten te geven.
Egbert Roozen directeur vhg e.roozen@vhg.org
Tuin en landschap o
nline
www. tuinen andschap. n
Van onderstaande berichten staat een uitgebreide versie op de site van TuinenLandschap
’Ervaringen met stadsbomen inventariseren’
BomenAchterhoek @BomenAchterhoek Kap 45 bomen @gemeentedruten voor creëren van ’’#Duurzaam #Groen’’ oftewel GRAS oftewel #hondenpoepveldjes..
Het gebruikswaardeonderzoek laanbomen krijgt mogelijk een vervolg in de vorm van een bomeninventarisatie onder gemeenten. Dat is het resultaat van een bijeenkomst van de LTO-cultuurgroep voor laanbomen.
Niels de Zwarte @stadsnatuur Bij groen dak verdampt 70% van het water. Belast dus niet rioolsysteem en voorkomt urban heat island effect; stimuleren dus! #ecosymposium
’Neonicotinoïden niet hoofdoorzaak bijensterfte’ Het lijkt onwaarschijnlijk dat de neonicotinoïde imidacloprid de hoofdoorzaak is van bijensterfte. Dat is de conclusie van onderzoek aan de Universiteit van Maryland. Blootstelling aan middelen lijkt bijen wel gevoeliger te maken voor de varoamijt.
Angela Warmerdam @AngelasTuinen De week van de #vasteplant komt eraan... Geen #tuin kan zonder...
Fusie Kasteel Keukenhof met tentoonstelling
CBS Statistiek @statistiekcbs Nederland heeft 24.000 ha #bloembolvelden, op de helft daarvan groeien #tulpen
Kasteel Keukenhof en bloemententoonstelling Keukenhof hebben besloten hun organisaties per 1 januari 2016 te fuseren tot een nieuwe organisatie. Al op korte termijn worden de plannen concreet gemaakt. De bestaande plannen van de twee organisaties worden voortgezet.
Aanvulling Tuin en Landschap 6 In het artikel ’Dakplatanen krijgen tweede leven’ in Tuin en Landschap 6 staat abusievelijk niet vermeld wie de tuin heeft aangelegd. Dat is Hoveniersbedrijf Jan van Egmond uit Heemskerk.
Commissie onderzoekt positie ontwerpers tuinenlandschap.nl De commissie van het Platform Ontwerpers is het niet eens met het besluit van de VHG om geen aparte vakgroep voor ontwerpers op te richten. Wat vindt u van dit besluit?
Nieuwe rozenrassen in diverse rosariums
Discussieer mee in de tuinenlandschap-groep
71% zei ja tegen de stelling: Foto Excellence Roses
’Eén zwaluw maakt geen zomer, maar economische groei lijkt nu echt door te zetten’ Stem mee over de volgende peiling:
’Opnieuw uitstel rond besluit middelenverbod. Het kabinet moet nu snel duidelijkheid geven.’
Afgelopen weken zijn nieuwe rozenrassen geplant in Nederland en België. De rozen dingen mee naar het predicaat Excellence Roses. De rozen staan in Den Haag, Winschoten, Boskoop (foto), Lottum en Antwerpen.
ap
an
h dsc
Bij sommige artikelen in dit blad staan icoontjes, deze verwijzen naar extra informatie op de website Foto’s
Filmpjes
Dossiers
Documenten en links naar websites
Praat mee
nL ine
f
ie r b s uo eer euw n on Ni Ab e pd
Tu
Landschap l 7 l 2015
9
Sortiment
Velden vol blauwe druifjes lijken op een blauwe hemel, maar dan blauw in alle variaties, van licht- tot donker- tot ijsblauw. Af en toe drijft er een wit wolkje voorbij en soms kleurt de hemel roze bij een zonsondergang. De diversiteit in Muscari-cultivars is er de laatste jaren niet minder op geworden. Tekst Hanneke van Dijk,
beeld George Otter
E
r gebeurt veel in de blauwe druifjeswereld. Het blauwe druifje is allang niet meer alleen blauw. De witte waren er het eerst. In elke wilde populatie kun je albino’s vinden en van veel soorten is er dan ook een witte vorm benaamd. Ook komen er steeds meer blauwe tinten en vergeet de roze niet. De nieuwe cultivars onderscheiden zich niet alleen in kleur, er wordt ook steeds meer aandacht aan het blad besteed. Het blad van het meest bekende blauwe druifje, Muscaria armeniacum, heeft alle blauwe druifjes voorgoed een slechte naam bezorgd. Het blad van deze soort
verschijnt al in de herfst en blijft lang na de bloei nog aanwezig als slordige omvallende groene bosjes die in een particuliere tuin lastiger over het hoofd te zien zijn dan in de openbare ruimte. De telers die blauwe druifjes in potten broeien, zijn bijna allemaal overgestapt op de ’Magic Serie’. Dit zijn cultivars van Muscari aucheri, waarvan het blad laag en mooi blijft en de bloei rijk is. De tuin volgt de potteelt want deze cultivars zijn ook uitstekend voor buiten. Van de circa dertig in het wild voorkomende soorten zijn er maar een stuk of tien algemeen bekend.
De hemel op aarde met Aladdin’s Carpet Blauwe druifjes laten zich goed combineren met gelijktijdig bloeiende bolgewassen als Scilla, Chionodoxa, Anemone blanda, Ipheion, wildtulpjes en vroege narcissen. Aladdin’s Carpet mix is een bijzonder mengsel van verschillende blauwe druifjes en wildtulpjes. Deze, zoals Tulipa clusiana, zijn juweeltjes en worden nog veel te weinig gebruikt. De soort zelf wordt weinig gekweekt en is daarom duur. Voor grotere aanplant kan beter een van de meer geteelde, dus minder dure variëteiten gebruikt worden, zoals Tulipa clusiana ’Cynthia’, Tulipa clusiana var. chrysantha of Tulipa clusiana var. stellata.
10
TuinenLandschap
l 7 l 2015
Muscari azureum
Muscari ’Grape Ice’
Dit azuurblauwe druifje, dat al in 1859 uit het oosten van Turkije werd geïntroduceerd, is een van de mooiste soorten voor de tuin. De blauwe bloempjes zijn niet klokvormig, maar staan meer open en ze zijn voorzien van dunne blauwe streepjes. De tros bestaat uit veel bloempjes die dicht op elkaar zitten. Een Nederlandse kweker selecteerde in 1939 een zuiver witte vorm en noemde deze Muscari azureum ’Album’. De grijsgroene bladeren van beide druifjes blijven lager dan de bloemen. Ze bloeien iets vroeger dan de andere blauwe druifjes en blijven iets lager.
Muscari ’Grape Ice’ is van recente datum en combineert donkerpaarse bloemetjes met een witte top. Een bijzondere en opvallende combinatie van kleuren. Een andere redelijk nieuwe selectie is Muscari ’Peppermint’. Deze heeft geen witte bloemen zoals de naam doet vermoeden maar lichtblauwe met een witte top. Een mooie voorjaarsmix is Muscari ’Peppermint’ met Anemone blanda ’White Splendour’ en Narcissus ’Rip van Winkle’. Muscari ’Valerie Finnis’, genoemd naar een bekende Engelse fotografe lijkt sterk op ’Peppermint’, maar is iets grijsblauwer van kleur.
Muscari
Muscari ’Baby’s Breath’ Muscari ’Baby’s Breath’ is een nieuwe selectie met sterk geurende, lichtblauwe bloemen. Deze laat zich uitstekend combineren met de witte Ipheion uniflorum ’Alberto Castillo’.
>
TuinenLandschap l 7 l 2015
11
Muscari latifolium
Sail Away Mix
Muscari latifolium, de breedbladige druifhyacint komt uit Turkije waar ze in de dennenbossen groeit. M. latifolium heeft donkerblauwe bloemetjes met een toefje lichtblauwe steriele bloempjes. Deze soort bloeit vanaf april, lang en wordt ongeveer 20 cm hoog. Op de foto vormt deze druifhyacint een fraaie combinatie in blauw met Scilla siberica. Muscari neglectum heeft donkerblauwe bijna zwarte bloemetjes en blauwe, eveneens steriele, topbloemetjes. M. latifolium en M. neglectum doen het uitstekend in de volle grond en verwilderen.
De Sail Away Mix is een toepasselijke naam voor een combinatie van Narcissus ’Sailboat’ en Muscari armeniacum. Blauwe druifjes laten zich ook uitstekend met elkaar combineren. Op een paar uitzonderingen na bloeien ze allemaal in april en mei. Om helemaal zeker te zijn van gelijktijdige bloei kunnen cultivars van de Magic Serie met elkaar gecombineerd worden. Houd er wel rekening mee dat de bollen voor het effect dicht geplant moeten worden. Veel bij elkaar zorgt ook hier voor veel meer effect. In een pot doen ze het ook uitstekend.
Muscari armeniacum en cultivars Het bekendste blauwe druifje, Muscari armeniacum (1), wordt nog altijd het meeste aangeplant en is vooral voor massale aanplant zeer geschikt. Het nadeel van het vele blad telt hier niet mee. Bovendien is deze soort voordeliger in aanschaf. Dit blauwe druifje werd al in 1877 in Klein-Azië geïntroduceerd. De soort verwildert uitstekend net als de cultivars ervan. De groenblauwe bloemetjes Muscari armenicacum ’Saffier’ (2) zitten dicht tegen elkaar. De bloemen van Muscari armeniacum ’Siberian Tiger’ (3) zijn eerst zuiver wit en verbloeien naar een violetblauwe tint. Muscari armeniacum ’Touch of Snow’ (4) is zeer toepasselijk benaamd. De steriele bloemetjes bovenop lijken op een toefje sneeuw.
12
TuinenLandschap
l 7 l 2015
1 2 3 4
Betrouwbaar
Verwildering
Blauwe druifjes zijn betrouwbare planten die net als andere bolgewassen houden van goed doorlatende grond en zon. Lichte schaduw verdragen ze ook. De soorten die uit het mediterrane gebied afkomstig zijn zoals M. armeniacum, M. aucheri, M. latifolium, M. neglectum, M. azureum en M. comosum doen het bij ons allemaal goed. Muscari macrocarpum waarvan meestal alleen de cultivar M. macrocarpum ’Golden Fragrance’ wordt aangeboden, verdraagt niet meer dan vijf graden vorst en heeft een speciaal plekje nodig. Ook wat kleur betreft, wijkt dit druifje af. Het is geel en geurt heerlijk. Blauwe druifjes laten zich uitstekend met elkaar en met andere bolgewassen combineren. Er zijn kant-en-klare mengsels in de handel van combinaties van verschillende kleuren blauwe druifjes, van blauwe druifjes met tegelijkertijd bloeiende narcissen en wildtulpjes. De Keukenhof oogst altijd veel succes met een ’rivier’ van blauwe druifjes.
Blauwe druifjes verwilderen goed. Er zijn twee soorten, Muscari botryoides en Muscari comosum, die zich bij ons zo thuis voelen dat ze als stinzenplanten beschouwd worden. Ze vermeerderen zich vegetatief door bolletjes en een aantal ook door zaad. Blauwe druifjes zijn uitstekende bijen-, hommel- en vlinderplanten die er nectar en stuifmeel vandaan halen. De bloemen hebben hun wetenschappelijke naam, Muscari te danken aan het Griekse woord muskarimi, wat muskus betekent. Ze geuren naar muskus. De Nederlandse naam blauw druifje of druifhyacint duidt op de vorm van de tros, een omgekeerde druiventros. Het toefje bloemen bovenaan bestaat uit steriele bloemetjes bedoeld als insectenlokkers. Blauwe druifjes kunnen op een arme zure bodem licht bemest worden met een organische mest. Ze houden er ook van als de grond af en toe omgewoeld wordt, want anders lopen ze terug en houd je op den duur alleen blad over.
Muscari aucheri en cultivars
>
1 2 3 4
Een Nederlands bloembollenbedrijf, op zoek naar nieuwe blauwe druifjes selecteerde van Muscari aucheri als eerste resultaat, Muscari aucheri ’Blue Magic’(1). Als snel volgende ’White Magic’ (4), ’Ocean Magic’(2) en sinds kort ook ’Early Magic’. Voor de hele Magic Serie geldt kwekersrecht en een select aantal kwekers in NoordHolland mag deze cultivars kweken. Ook is een aantal broeibedrijven geselecteerd die deze blauwe druifjes mogen broeien. Hoewel ze oorspronkelijk zijn ontwikkeld voor de potteelt, voldoen ze ook uitstekend in de tuin en geven minder en steviger blad. Muscari aucheri ’Sky Blue’ (3) is een in het wild gevonden hemelsblauwe hybride.
TuinenLandschap l 7 l 2015
13
Sortiment
’Vlekkeloos’ longkruid Pulmonaria siert de tuin in het vroege voorjaar weken lang met hemelsblauwe, paarse, roze en witte bloemen. Het prachtig zilverig gevlekte blad is het hele jaar door decoratief. Er zijn de laatste tijd veel nieuwe tuinvormen van het longkruid op de markt gekomen, waarbij vooral de planten met geheel zilvergrijs blad opvallen. Pulmonaria ’Raspberry Splash’ is een kruising tussen P. longifolia en P. rubra, te zien aan het smalle, scherp gepunte blad. Flinke zilverkleurige vlekken. Bloeit zeer rijk in dieproze en paars, heel gezond. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
Tekst en beeld Modeste Herwig
P
ulmonaria of longkruid is een vaste plant die behoort met zo’n dertig soorten tot de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). Het blad is inderdaad behaard waardoor het niet aantrekkelijk is voor slakken. Longkruid is dus een uitstekend alternatief voor de bekende Hosta. Het bijna wintergroene blad kan effen groen zijn, opvallend zilverig gevlekt of zelfs helemaal zilvergrijs. De lichte tint van de vlekken ontstaat door een luchtlaagje tussen bladmoes en opperhuid als bescherming tegen felle zon. De trechtervormige bloemen van longkruid verschijnen vanaf begin maart. Ze blijven de hele maand april door verschijnen en sommige soorten bloeien in juni nog. De bloemen verkleuren vaak van rozerood naar violet of blauw. In één bloemscherm zijn zo meerdere kleuren tegelijk te zien.
Pulmonaria combineren Longkruid is een vroege bloeier voor de schaduwtuin en voor de border, maar ook een prima bodembedekker. Fraai in combinatie met andere voorjaarsbloeiers, zoals Helleborus, Epimedium, Primula, Anemone blanda en voorjaarsbollen zoals Muscari,
14
TuinenLandschap
l 7 l 2015
Tulipa en Narcissus. Of zet het longkruid in de buurt van een wat latere bloeier voor een opeenvolgende bloei op die plek. Geschikt zijn bijvoorbeeld Alchemilla, Geranium en Paeonia. Staan er hoge, laatbloeiende planten achter in de border, zet het longkruid er dan tussen om hier ook in het voorjaar kleur te hebben. De schaduw die de hoge plant in de zomer geeft, wordt prima verdragen door het Pulmonaria. Ook combinaties met bladplanten als Bergenia, Heuchera, Carex en varens zijn prachtig voor een schaduwrijke plek.
De beste plek Een plek in de halfschaduw en rijke, vochthoudende grond voldoet het best voor Pulmonaria. Een zonnige plek is ook geschikt, mits de bodem koel en voldoende vochtig blijft. Knip uitgebloeide bloemstengels helemaal weg om de vorming van nieuwe bladeren voor de zomerperiode te stimuleren. Het blad kan last krijgen van meeldauw, vooral in geval van droogte na de bloei. Knip door meeldauw aangetast blad helemaal af. Geef ook wat mest en extra water, de plant zal dan snel weer fraai nieuw blad maken. Strooi jaarlijks een laagje compost rond de planten.
Pulmonaria ’Cotton Cool’ is een van de nieuwe cultivars met volledig grijsgroen blad, het jonge blad is nog iets gevlekt. Het blad is smal, de kleine bloemen zijn lichtroze naar blauw verkleurend. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
Soorten en cultivars ▸ Pulmonaria angustifolia. Langwerpig, effen groen blad en rozerode bloemen die blauw verkleuren. ’Blaues Meer’ heeft diep violetblauwe bloemen. ▸ Pulmonaria-cultivars. ’Blue Ensign’ is een van de mooiste blauwe, donkergroen ongevlekt blad. ’Lewis Palmer’ wordt wel tot 35 cm hoog en bloeit met grote,
Pulmonaria rubra is een zachtbehaarde plant met wintergroen blad, licht groen en niet gevlekt. De bloemen zijn lichtrood en verkleuren niet. ’Redstart’ bloeit extra vroeg, ’David Ward’ heeft bont blad. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
Pulmonaria angustifolia ’Mawson’s Variety’ heeft hemelsblauwe bloemen en ongevlekt blad. Een goed alternatief is P. ’Blue Ensign’, afkomstig uit de tuin in Wisley, groot donkergroen blad en grote blauwe bloemen. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
Pulmonaria officinalis ’White Wings’ is een nieuwe cultivar met zachtgroen, zilverig gevlekt blad en witte bloemen. Zou nog iets beter zijn dan de bekende ’Sissinghurst White’. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
Pulmonaria ’Excalibur’ heeft bijna effen zilvergroen blad met een smalle groene rand, hangt sierlijk over. De bloemen zijn roze en blauw in één tros. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
violetblauwe bloemen. ’Victorian Brooch’ heeft lichtgetint, vrij rond blad en grote roze bloemen, verkleurt violetblauw. ’Roy Davidson’ is een compacte groeier met helderwitte vlekken op het smalle blad en dichte bloemhoofdjes van zacht paarsblauwe bloemen. ▸ De mooiste bladeren vind je bij: P. Longifolia ’Diana Clare’ heeft
lang, iets gegolfd zilvergrijs tot bijna wit blad en grote violetblauwe bloemen. P. ’Majesté’ bloeit blauw en heeft glanzend zilvergroen blad. P. ’Tim’s Silver’ is een nieuwe met bijna helemaal zilverkleurig blad, het blad aan de bloemsteel is gespikkeld, de roze bloemen verkleuren naar zuiver blauw.
Pulmonaria saccharata ’Dora Bielefeld’ heeft zachtgroen gespikkeld blad en fijne zachtroze bloemen die niet verkleuren. De bloemstengels staan goed boven het blad. Een van de mooiste roze. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 3 - 4, 7 per m2.
Pulmonaria ’Ocupol’ (OPAL) is een favoriet, heeft regelmatige rozetten van vrij smal, intens gevlekt blad. Grote lichtroze bloemen op lange stelen, verkleurend naar helder lichtblauw tot bijna wit. Hoogte 20 - 30 cm, bloei 4 - 5, 7 per m2.
▸ Pulmonaria longifolia. Smal, gevlekt blad en kleine violetblauwe bloemen. ▸ Pulmonaria officinalis. Deze inheemse bosplant heeft gevlekt blad (meestal niet zo duidelijk) en roze/blauwe bloemen. ’Sissinghurst White’ bloeit wit. ▸ Pulmonaria saccharata. Deze soort heeft het mooiste gevlekte
blad: grote, zilverachtige vlekken. De roze bloemen verkleuren blauwviolet. ’Frühlingshimmel’ is zachtpaars. ’Leopard’ heeft duidelijk zilverwit gevlekt blad en rozerode bloemen, een vroege bloeier.
<
TuinenLandschap l 7 l 2015
15
Sortiment Tekst en beeld Modeste Herwig
Pulmonaria gecombineerd Bladplant
Locatie Familie Kuipers
Een perfect gekozen combinatie van vaste planten die lang decoratief zijn. In het voorjaar zijn er bloemen van zilvergrijze Pulmonaria ’Cotton Cool’, Epimedium, Primula, Helleborus en Arum. Na de bloei is het blad van alle planten nog mooi, tot ver in de herfst (de foto is in oktober genomen). Bijzonder is het grote gevlekte blad van Podophyllum ’Kaleidoscope’ (linksboven). De beplanting is geschikt voor een plek in de halfschaduw of schaduw, in deze situatie onder een bladverliezende boom. Humusrijke, niet de droge grond is wel een vereiste.
Bodembedekker
www.tuinenlandschap.nl
Namen van soorten en cultivars op deze foto’s
16
TuinenLandschap
l 7 l 2015
Locatie Familie Dwarshuis
Locatie Great Dixter
In de borders van Great Dixter wordt elke plek optimaal benut. Onder bladverliezende struiken groeien bodembedekkers die schaduw verdragen. Pulmonaria is een van de meest geliefde planten voor deze toepassing. Tijdens de bloei komt er nog voldoende licht door de takken van de heesters, ’s zomers is de schaduw van de heester geen probleem en is het blad van Pulmonaria nog decoratief. Hier bloeit Pulmonaria ’Blue Ensign’, samen met de inheemse Primula vulgaris die zich uit mag zaaien in de borders. Vooraan de sprieten van Libertia grandiflora, niet helemaal winterhard. Een goede vervanger is Carex brunnea.
Voorjaarsmix Pulmonaria is mooi in grote groepen, maar kan ook prima tussen andere planten door kruipen. Hier is op een halfbeschaduwde plek een combinatie gemaakt van Pulmonaria saccharata, Brunnera macrophylla ’Jack Frost’ en Dicentra formosa ’Langtrees’. Door bladvormen en -kleuren af te wisselen ontstaat een interessant groen ’tapijt’. Witte tulpen en narcissen zorgen in mei voor een fris accent. Ook in de zomer zal de beplanting nog sierwaarde hebben. Voeg voor zomerbloei eventueel nog eenjarigen toe, zoals Bupleurum rotundifolium.
TuinenLandschap l 7 l 2015
17
Sortiment
Rhododendron ’Ostara’ Nu het voorjaar weer in zicht komt, barst ook de bloemenpracht van Magnolia, Prunus en Rhododendron weer los. Een van de vroeger in het seizoen bloeiende Rhododendron-hybriden is ’Ostara’. Deze kleinbloemige Rhododendron heeft een bescheiden formaat maar zeer sterke bloemkleuren.
Tekst en beeld Ronald Houtman, sortimentsdeskundige
T
+ Vroege, rijke bloei + Verfijnde uitstraling + Zeer winterhard
– Van nature een wat warrige struik – ’Harde’ bloemkleur wat lastiger te combineren
ussen het geweld van de grootbloemige Rhododendron en de Japanse azalea wordt de kleinbloemige Rhododendron wel eens vergeten. Geheel ten onrechte overigens; de kleinbloemige soorten en cultivars hebben een veel verfijndere uitstraling en de bloemvormen en kleuren zijn net zo veelzijdig als bij de grootbloemige verwanten. De kleinbloemige Rhododendron is bij uitstek geschikt om toe te passen in combinatie met groenblijvende bodembedekkers, bollen en andere voorjaarsbloeiende heesters en bomen zoals Magnolia. Er zijn soorten, hybriden en cultivars met zacht gekleurde bloemen, maar ook planten met uitzonderlijk hard gekleurde bloemen. Rhododendron ’Ostara’ behoort tot de laatste categorie. Het is een opgaand groeiende, halfbladverliezende struik met een ietwat grillige, vrij open habitus tot circa 2 - 2,5 m hoogte. De elliptische bladeren zijn tot circa 4,5 cm lang en 1,5 cm breed. Ze zijn donkergroen en voelen ruw aan. Bij wrijven verspreiden ze een sterke maar aangename geur, typisch voor veel kleinbloemige Rhododendron. De bloemen verschijnen in dichte bolvormige trossen. De knoppen zijn donker purperroze. Afhankelijk van de winterkoude openen de bloemen vanaf begin maart, ongeveer tegelijk met R. ’Praecox’. De bloemen zijn 3,5 - 4,5 cm groot en diep zuurstokroze. Omdat de kleur zo ’hard’ is, kan het gebeuren dat ’Ostara’ wat moeilijker in een ontwerp in te passen is. Vooral combinaties met geel- en roodbloeiende planten kunnen lastig zijn. Door de uitgesproken kleur vindt niet iedereen
’Ostara’ mooi. Maar opvallend is die zeker. De vermeerdering geschiedt door zomerstekken en is gewoonlijk probleemloos. Vanwege de ietwat grillige en vrij losse groei verdient het aanbeveling om op jonge(re) leeftijd enige vormsnoei toe te passen. Hierdoor zullen oudere struiken er beduidend beter uitzien qua vorm. De plant kan vervolgens zowel in pot als in de vollegrond worden afgekweekt. Net zoals alle andere Rhododendron houdt ook R. ’Ostara’ van een voldoende vochtige zure bodem. De bodem moet genoeg doorlatend zijn en de toplaag niet te veel verdicht. Plant ’Ostara’ bij voorkeur op een zonnige tot licht beschaduwde plaats.
Verwarring over naam ’Ostara’ werd voor het eerst in Europa getoond in de Japanse inzending op de Floriade 1982. Na afloop van de tentoonstelling werd de plant gekocht door enkele Boskoopse boomkwekerijen. Aanvankelijk leek de naam ’Ostara’ niet geaccepteerd te worden door het International Rhododendron Register en moest de naam veranderd worden in ’Boskoop Ostara’. Deze naam heeft echter nooit opgang gemaakt en later is deze beslissing teruggedraaid, ten faveure van de oorspronkelijke cultivarnaam ’Ostara’. Dat het een hybride is, is wel duidelijk. Maar over de ouders blijft discussie; soms wordt de plant beschouwd als R. dauricum-hybride, soms als R. mucronulatum-hybride of zelfs -cultivar. Onder deze laatste naam stond de plant in de Japanse inzending op de Floriade 1982. <
TuinenLandschap l 7 l 2015
19
Bedrijf en organisatie
Stadslandbouw als nieuwe ruim Een beetje stad heeft tegenwoordig een of meerdere stadslandbouwprojecten binnen zijn grenzen. Hierbij staan duurzame voedselproductie en sociale cohesie centraal. De groeiende populariteit van stadslandbouw brengt nieuwe ruimtelijke opgaven met zich mee. Het Van Hall Larenstein lectoraat ’Ontwerpen aan Stadslandbouw’ zoekt naar ontwerpoplossingen en -strategieën.
Tekst en beeld Kyra Kuitert
I
nitiatieven op het gebied van stadslandbouw en stedelijk voedsel spelen in op de vraag hoe steden wereldwijd op lange termijn kunnen voorzien in de groeiende vraag naar voldoende voedsel. Ook in Nederland zijn steeds meer burgers en ondernemers met het onderwerp bezig. Voorlopig is de bijdrage aan de voedselproductie echter marginaal: slechts zo’n 0,002% van onze dagelijkse voedselconsumptie wordt in de stad geproduceerd. Het uitgangspunt van het lectoraat ’Ontwerpen aan Stadslandbouw’, dat september 2013 is gestart, is dat stadslandbouw een bijdrage kan leveren aan een duurzame stedelijke woon- en werkomgeving. Landschapsarchitect Dr. Rob Roggema werd benaderd door de Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) om de eerste lector ’Ontwerpen aan Stadslandbouw’ te worden. Roggema: ,,Juist omdat VHL het onderwerp stadslandbouw breed benaderde,
inclusief de stedenbouwkundige inrichting, was ik enthousiast. Gelukkig blijkt de animo onder de studenten minstens zo groot.”
Ruimtelijke uitdaging Gedurende de looptijd van het lectoraat (vier jaar) wordt, samen met studenten en docenten van buitenlandse universiteiten, een aantal projecten gedaan. Al tientallen studenten landschapsarchitectuur, realisatie en management bestudeerden, vanuit de invalshoek van de stadslandbouw, nieuwe landschapsarchitectonische concepten voor duurzame stedelijke omgevingen. In ontwerpstudio’s of als afstudeeropdracht. Zo hebben twee studenten in Rio de Janeiro op een dak in een sloppenwijk een FoodRoof ontworpen en aangelegd, een daktuin van circa 30 m2 waar de bewoners voor hun gezin gezond voedsel
In Amsterdam Noord aan het IJ ligt de voedseltuin IJplein die wordt gerund door vrijwilligers. De opbrengst van de tuin gaat naar de voedselbank.
20
TuinenLandschap | 6 | 2015
mtelijke opgave kunnen verbouwen. Dit succesvolle voorbeeld wordt binnenkort opgevolgd door grotere projecten met meerdere daken. „Er is veel enthousiase voor stadslandbouw”, vertelt Roggema, „maar er zijn evenzoveel vragen; van de kwaliteit van stadsgroente tot de rol van burgers en overheden. En hoe pas je het ruimtelijk in? Het lectoraat richt zich vooral op die laatste vraag: hoe kan het ontwerpen van de stad ruimte bieden aan een substantiele voedselproductie?”
Schaalniveaus Binnen het lectoraat wordt dit op drie schaalniveaus uitgewerkt. Het laagste schaalniveau zijn de individuele projecten, zoals een binnentuin, daktuin of een stuk braakliggend grond die een groep buurtbewoners samen omtoveren tot een community garden of buurtmoestuin. Roggema: „Dit soort initiatieven zijn
geweldig maar het is wel bedenkelijk dat het bijna altijd om tijdelijke projecten gaat. Zo’n tuin heeft tijd nodig om tot ontwikkeling te komen en ik vind daarom eigenlijk dat gemeenten hiervoor blijvende plekken ter beschikking moeten stellen.” Op dit niveau leren de studenten ontwerp- en inrichtingsprincipes en gaat het onder andere over het ontwerp van de plek, de beplanting, beleving, productiviteit, bodemkwaliteit en beschikbaarheid van water, maar ook over afzetmogelijkheden en sociale aspecten. Ook het beheer verdient aandacht want er is een risico dat dergelijke projecten, zeker als ’de kartrekker’ wegvalt, op termijn verloederen. Een stadsboer, die er een bescheiden inkomen uithaalt, een vaste vrijwillige beheerder of een stichting of vereniging waar de tuinders lid van zijn, kunnen dan uitkomst bieden. Het tweede schaalniveau betreft de grotere groen- en waterstructuren in de stad. Hoe kun je deze ecologische systemen zo efficiënt mogelijk inzetten voor stadslandbouw? Wat de studenten leren is het ontwikkelen van ontwerpconcepten, zoals het ontwerpen van samenhangende groene of blauwe raamwerken. Twee studenten hebben bijvoorbeeld voor hun afstuderen een plan gemaakt voor de inrichting van een groene scheg in Leeuwarden met zoveel mogelijk ruimte voor stadslandbouw. Ze hebben hun concept vervolgens op detailniveau uitgewerkt: van binnenteelt in leegstaande bedrijfspanden tot het omvormen van parkeerterreinen en slim hergebruik van regenwater.
Langetermijnvisie De hele stad en zijn omgeving tenslotte behoren tot het hoogste schaalniveau. Hier gaat het om het ontwikkelen van een ontwerpstrategie, een langetermijnvisie rond de vraag hoe de stad zich, op het gebied van voedselproductie, wil onderscheiden. Roggema: ,,Het gaat dan over ambities en hoe je de samenleving wilt inrichten, bijvoorbeeld of je wel of niet wilt stimuleren dat bewoners samen initiatieven ontplooien en uitvoeren of dat de stad zichzelf op termijn groten-
Lectoraat, schakel tussen school en praktijk Hogeschool Van Hall Larenstein heeft verschillende lectoraten. Deze vormen een schakel tussen het onderwijs en het bedrijfsleven, overheid en instellingen. Het lectoraat ’Ontwerpen aan Stadslandbouw’ verzorgt onder andere projectgebonden onderwijsmodules, maakt afstudeerprojecten mogelijk, organiseert lezingen en doet zelfstandig onderzoek, al dan niet in samenwerking met andere partners. Het Ministerie van Economische Zaken ondersteunt het lectoraat en er wordt onder andere samengewerkt met het lectoraat ’Metropolitane landbouw’, diverse overheden en het bedrijfsleven.
Rob Roggema, lector Ontwerpen aan Stadslandbouw
deels van groente en fruit kan voorzien. Vervolgens kun je kijken hoe je de individuele projecten en structuren kunt koppelen aan deze visie.” Op beide hoogste schaalniveaus blijft volgens de lector de vraag: hoe kun je in de bestaande stad ruimte creëren voor stadslandbouw? „Dat is namelijk niet zo eenvoudig. De trend is immers om in de stad in steeds hogere dichtheden te bouwen. Tegelijkertijd blijken er volop ongebruikte ruimten te zijn; zo is kortgeleden berekend dat circa 17% van het Amsterdams grondgebied (los van de daken) geschikt is om voedsel te produceren.” <
TuinenLandschap l 7 l 2015
<
21
Zo-zit-dat
Welke producten komen in aanmerking voor aftrek? Hovenier Jan Plaats* wil als ondernemer fiscaal voordelig investeren in milieuvriendelijke technieken. Hij heeft gehoord dat er diverse groene producten zijn die in aanmerking komen voor investeringsaftrek. Hij vraagt zich af om welke producten het precies gaat.
Tekst Ralph Mens | Beeld Peter Moorman
D
it jaar zijn er weer diverse groene producten en systemen die in aanmerking komen voor investeringsaftrek. Deze vallen onder de Milieu Investeringsaftrek (MIA) of de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Het ministerie van Infrastructuur en Milieu stimuleert hiermee milieuvriendelijke investeringen. Met de codes achter de producten kunt u in de Milieulijst zoeken. Vegetatiedak (F 6420): a. bestemd voor het afdekken en isoleren van een dakconstructie van een bedrijfsgebouw door waterbufferende lagen met vegetatie ter voorkoming van overlast of overbelasting van het riool door regenwater, ter zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en foerageergelegenheid voor dieren; b. bestaande uit waterkerende folie, teeltlaag, drainagelaag, kunstmatige bevloeiing en verankering, constructieve aanpassingen bij bestaande daken en nestelvoorzieningen. Gevelbegroeiingssysteem (F 6421): a. bestemd voor het bedekken van verticale buitenzijden van een bedrijfsgebouw door een vegetatielaag voor verkoeling en zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en foerageermogelijkheden van dieren; b. bestaande
uit een frame met substraat en gevelbeschermende laag, constructieve aanpassingen bij bestaande muren, irrigatieleidingwerk en nestelvoorzieningen. Muurbegroeiingssysteem (G 6422): a. bestemd voor het beperken van geluidsoverlast en bevorderen van broed-, schuil- en/of foerageermogelijkheden voor dieren door middel van een muurbegroeiingsysteem met dubbelzijdige begroeiing; b. bestaande uit een metalen frame met beschermende laag, substraat en dubbelzijdige begroeiing, irrigatieleidingwerk en nestelvoorzieningen. Natuurzwemvijver (B 6425): a. bestemd voor het stimuleren van natuurrecreatie en lokale biodiversiteit door een openbare of commerciële zwemvijver met helofytenfilter, waarbij het zwemwater wordt gerecirculeerd en géén gebruik wordt gemaakt van chemische desinfectie; b. bestaande uit een zwemvijver, helofytenfilter en aansluiting op warmte-/koudebron. Infiltratiesysteem (G 6440): bestemd
voor 1. het bufferen en infiltreren van regenwater in geperforeerde containers, waarbij het regenwater na verblijf in deze containers infiltreert in de bodem; 2. het transporteren van regenwater naar een infiltratiesysteem en/of infiltreren van regenwater met geperforeerde leidingen; 3. het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi. Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken (F 5100): a. bestemd voor het op land door apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren en voor het verminderen van stedelijke warmte-eiland effecten, voorzien van natuurlijke speelelementen en begroeiing voor kinderen om buitenspelen te stimuleren; b. bestaande uit apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit en natuurlijke speelelementen. <
Ralph Mens is vakredacteur bij Tuin en Landschap, E rmens@hortipoint.nl
Hoe-zit-dat?
* Deze naam is fictief
Heeft u vragen of problemen die geschikt zijn voor bespreking in de rubriek Zo-zit-dat, laat het de redactie weten. Met behulp van een deskundige trachten wij het juiste antwoord of de juiste aanpak van uw probleem te vinden. TuinenLandschap l 7 l 2015
23
Ontwerp en Inrichting
Landschapstuin wint Tuin van het Jaar 2015 Een stuk bedachte natuur temidden van gecultiveerde akkers. Wilfried Reuvers won er dit jaar de Tuin van het Jaar mee. De Drentse tuin valt op vanwege de grote zwempoel en de diverse bloemenweiden, waardoor een gevarieerd landschap is ontstaan dat makkelijk is te onderhouden en waar volgens de eigenaar altijd wat te ontdekken valt. Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Branchevereniging VHG, Wilfried Reuvers en Miranda Vrolijk
24
TuinenLandschap
l 7 l 2015
Vanuit de woonkamer en het centrale terras heb je een optimaal uitzicht over de tuin. Rechts achterin op de foto is nog net een deel van het aangeplante bosplantsoen te zien. Deze zogenoemde vogelbosjes met een streekeigen sortiment - Cornus mas bijvoorbeeld - blokkeren het zicht op een verderop gelegen dominerend gebouw.
O
ntwerper Wilfried Reuvers uit het Drentse Aalden heeft jarenlang zelf in de jury van de Tuin van het Jaar gezeten. Sinds twee jaar jureert hij niet meer. Vorig jaar al een eigen tuin inzenden vond hij nog te vroeg. Hij wilde de schijn niet tegen zich hebben. Maar het kriebelde wel. „Ik heb bewust deze tuin ingezonden omdat hij al wat ouder is, veel te vaak worden er te jonge, pas aangelegde tuinen ingezonden.’’ Ook heeft Reuvers bewust een heel groene tuin ingezonden. „Ik wilde het vakmanschap qua planten laten zien.’’ En met succes, de jury oordeelde dat ’het langdurig ecologische beheer van de wilde bloemenweides van vakmanschap getuigt. Er ligt een (visueel) gedifferentieerd landschap, het ontwerp en het ruimtelijk inzicht zijn van hoog niveau.’ Twaalf jaar oud is de tuin in Dalen. De eigenaren verhuisden van een bovenwoning in het centrum van Emmen naar een vrijstaande woning in het Drentse buitengebied. Een woning die ze zelf lieten bouwen; een oude compleet vervallen boerderij ging hiervoor tegen de vlakte. In een klap hadden ze er ook 1 ha grond bij. Omdat hun kennis van tuinieren nihil was – dit is hun eerste tuin – klopten ze aan bij Buro Reuvers voor Groene Ruimtes voor advies.
Wilfried Reuvers www.burovoorgroeneruimtes.nl
Zwempoel De eigenaren hadden geen speciale wensen. „Ze wilden gewoon een mooie tuin, zonder al te veel onderhoud.’’ Een tuin waar ze vooral van kunnen genieten, maar waar ook hun kleinkinderen lekker kunnen ravotten. Reuvers besloot daarom om centraal in de tuin een natuurlijke zwempoel van zo’n 70 m2 groot aan te leggen. Op basis van de grondwaterstand is die tot zo’n 2 m diep uitgegraven. De grond die vrijkwam – de kraan heeft er wel een week gestaan – is in de tuin hergebruikt om glooiingen te creëren. „Daarmee krijg je dynamiek in de tuin. Ze zijn heel subtiel en dat past goed
in het golvende essenlandschap’’, legt Reuvers uit. In de vijver kunnen de kleinkinderen zomers zwemmen, ’s winters wordt er geschaatst. Daarnaast trekt het water allerlei dieren aan, kikkers, hagedissen en vele vogels, zo zijn er zelfs al eens zwarte ibissen gespot. Rondom de vijver is een natuurlijk landschap gecreëerd met extensief te beheren bloemenweides. Zo is de bovenste laag vruchtbare grond die uit de vijver kwam – de tuin ligt op een voormalige akker – gebruikt voor bloemenmengsels die gedijen op voedzame grond. Het gele zand dat dieper uit de bodem vrijkwam, is gebruikt voor mengsels die een schrale grond vragen, zo zijn er stukken met heide aangelegd (zie ook kader ’Bloemenweiden’). De bloemenweides vragen weinig onderhoud, zo’n een à twee keer per jaar worden ze gemaaid. Dichter bij de woning maait de eigenaar het gazon vaker. Wat Reuvers zelf erg geslaagd vindt, zijn de overgangen van de woning naar de tuin en van de tuin naar het landschap. Dichtbij de woning is de vormgeving strak en de toegepaste beplanting gecultiveerd en intensief. Strakgeschoren Taxus-hagen vormen het geraamte waartussen de terrassen en de borders zich bevinden. In de borders is een stevig weelderig sortiment toegepast. Reuvers heeft met name grassen en vaste planten uit het Fleur Robuste-sortiment van kwekerij Lageschaar toegepast. Bomen, onder meer twee noten, een Tilia tomentosa ’Brabant’ en een oude uit de bestaande tuin overgebleven beuk zorgen rondom de woning voor beschutting en hoogte. De strakke inrichting gaat verder van de woning af, over in het organischer vormgegeven landschap, met meer dynamiek. Inmiddels zijn de eigenaren besmet met het tuinvirus. Met name de eigenares doet elke dag wel een rondje in de tuin. „Elke dag is hier wat te ontdekken ,de tuin is nooit hetzelfde.’’
TuinenLandschap
l 7 l 2015
>
25
26
Voor het terras heeft Reuvers Oud-Hollandse betontegels (1x1 m) van Schellevis gecombineerd met een gebakken dikformaat. De betontegels lopen door in het gazon. Dit stapstenenpad ligt rondom het gehele huis, aan de zijkant is er een kleiner formaat gebruikt. Het terras is aan weerszijden begrensd door een lage Taxus-haag waardoor de ruimte wat intiemer wordt.
Een pad van dikformaat klinkers verbindt de voor- met de achtertuin. Ook hier heeft Reuvers met lage Taxus-hagen voor beschutting gezorgd. „Nodig omdat deze ruimte tussen het bijgebouw en de woning een behoorlijk tochtgat was.’’ Voor hoogte zorgen onder meer een Juglans nigra, een Pyrus salicifolia ’Pendula’ en een sierappel.
Het huis staat op een hogergelegen es, daardoor bevindt de voortuin zich op droge zandgrond. Reuvers heeft in de voortuin vooral planten toegepast die opvallen vanwege hun herfstkleur. De Parrotia persica bijvoorbeeld die in het najaar dieprood verkleurt. Ook groeit er een Mespilus germanica die donkergeel wordt. Daarnaast veel grassen, heideachtigen zoals Empetrum nigrum (kraaiheide), bosbessen en vliegdennen.
Rond de zwempoel heeft Reuvers drie knotwilgen aangeplant. „Die horen hier eigenlijk niet, maar de eigenaren vonden ze mooi en ze misstaan hier ook niet.’’ Bij het uitgraven van de poel kwamen veldkeien vrij. Die heeft Reuvers gebruikt voor een stapstenenpad door het water. Dit is niet alleen leuk voor de kleinkinderen, ook bieden de kale keien vogels een plek om te badderen.
TuinenLandschap
l 7 l 2015
Uitgelicht
Bloemenweiden ze sinds enkele jaren ook schapen, die houden de eigenaren sinds ze hun grond met 1 ha hebben uitgebreid. Reuvers legt uit dat het bij het onderhouden van bloemweides vooral ook een kwestie is van laten gaan. „Je moet niet koste wat het kost bepaalde bloemen willen, maar gewoon kijken hoe de natuur zich ontwikkelt.’’ In de tuin in Dalen groeien door de verschraling en het extensieve beheer spontaan allerlei bijzondere soorten. „De rietorchis bijvoorbeeld (foto onder), dat zaad zat misschien hier al honderd jaar in de grond.’’ Toch is ingrijpen soms onvermijdelijk. „Er zit nu eenmaal te veel fosfaat in de lucht en het regenwater om het helemaal te kunnen laten gaan’’, zegt Reuvers. Omdat de boel te veel vergraste, zijn er stukken met een eg bewerkt en op de onstane open plekken is bijgezaaid.
>
Voor het inzaaien van de bloemenweiden heeft Reuvers mengsels van Advanta en de Cruydt-Hoeck gebruikt. De mengsels zijn afgestemd op de grondsoort. Op de lemige vruchtbare grond langs de oever van de zwemvijver groeien onder meer lissen, dotters en zwanebloemen. Op de hogere voedzame grond is een mengsel gezaaid waarvan nu nog steeds onder meer boerenwormkruid, duizendschoon, wilde peen, fluitekruid, lupine en margrieten als overblijvende kruiden groeien. Op de schrale gronden zijn onder meer stukken met heide gemaakt. Na het inzaaien, vond na de eerste zes weken de eerste maaibeurt plaats omdat het onkruid zich sneller ontwikkelt dan de gewenste kruiden. Inmiddels hoeft de eigenaar nog maar een keer per jaar te maaien en afvoeren met een vingerbalk. Voor de stukken heiden gebruiken
N www.tuinenlandschap.nl Kijk hier voor meer foto’s
TuinenLandschap
l 7 l2015
27
Ontwerp en Inrichting
Wilfred Hilbers www.burostadenland.nl
Begraven onder de rook van de Botlek Op een voormalig baggerdepot van Rijkswaterstaat heeft gemeente Maassluis een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen. Wilfred Hilbers van Buro Stad en Land tekende voor het ontwerp. Hij gebruikte de gebarsten droge slib als inspiratie voor de vormgeving van het begraafpark. Tekst Miranda Vrolijk Beeld Buro Stad en Land
H
et is niet een voor de hand liggende locatie voor een begraafplaats, het voormalige baggerdepot langs de Nieuwe Waterweg onder de rook van de Botlek. Toch koos gemeente Maassluis voor deze plek. De bestaande gemeentelijke begraafplaats raakt vol, ruimen is voorlopig niet aan de orde en dichter bij de stad is de grond voor een nieuwe begraafplaats beperkt. „Bovendien lag deze grond al jaren braak. Het is door Rijkswaterstaat gebruikt om de bagger te deponeren die uit de Nieuwe Waterweg kwam om de vaarroute op peil te houden’’, zegt Wilfred Hilbers, van Buro Stad + Land in Meppel. Hij maakte voor de nieuwe begraafplaats het ontwerp. De begraafplaats ligt buitendijks langs de Vlaardingsedijk, is 2 ha groot en heeft min of meer de vorm van een rechthoek. „Hij ligt in een harde omgeving, alles
28
TuinenLandschap
l 7 l 2015
is groot, grof en industrieel’’, schetst Hilbers de omstandigheden. Volgens de landschapsontwerper lag daarom een efficiënte rechthoekige vormgeving voor de hand. Toch heeft hij daar niet voor gekozen. Toen hij in 2010 de omgeving van het voormalig baggerdepot ging inventariseren, trof hij daar een natuurverschijnsel dat hem inspireerde voor een meer organischer vormgeving. Dagen van hevige regenval gevolgd door een periode van intense droogte hadden in de slibslaag een cracquelé structuur achtergelaten: de bagger was gebarsten. De aarde lag in grote brokken met de scheuren als diepe kloven ertussen. Aan de randen groeiden grote pollen gras als metafoor voor de groenstructuur. „Ik dacht: zo moeten we het gaan doen’’, verklaart Hilbers. De uitgesproken vormgeving van de opgedroogde kleistructuur is de basis
voor de inrichting. Drie centrale hoofdpleinen vormen het hart van de begraafplaats; vanuit de pleinen kun je de verschillende grafvelden op; onderling zijn ze met elkaar verbonden door het hoofdpad van rode klinkers. De grafvelden zijn met zo’n 1,5 m opgehoogd. „Dit was noodzakelijk om droog te kunnen begraven, in het opgebrachte slib kan dat natuurlijk niet’’, zegt Hilbers. De pleinen en de paden ertussen liggen wel op maaiveldhoogte, samen met de grafheuvels vormen zij als het ware een reusachtige craquelé structuur.
Vijf hoekige betonplaten Die structuur wordt versterkt door de tegels waarmee de centrale pleinen en een deel van de paden is verhard. Hilbers heeft een vijfhoekige betonnen tegel
Foto boven: Dicht langs de Nieuwe Waterweg is een ontmoetingsplek gecreĂŤerd. Evenals de paden en de urnenmuur ligt deze op maaiveldniveau. Het grafveld links is opgehoogd. Een grindpad verdeelt de heuvel in tweeĂŤn. De paden tussen de grafrijen blijven van gras, dit is vooral uit functioneel oogpunt: de graven worden verdicht aangelegd. Foto links: De 2 m hoge urnenmuur bestaat uit schanskorven en betonnen nissen. De schanskorven zijn gevuld met het voor het havengebied van de Nieuwe Waterweg zo kenmerkende basaltsteen. In het talud achter de schanskorven en achter de bankjes worden diverse Aralia elata geplant, de heester is een persoonlijke favoriet van Hilbers. Met name vanwege de parapluvorm waardoor uiteindelijk een schaduwrijk scherm zal ontstaan en de ruimte wordt beschut.
TuinenLandschap l 7 l 2015
>
29
vakken en het extensieve groen. Rondom de pleinen en de ontmoetingsplek (zie grote foto) dichtbij het water is een meer gecultiveerde bloemrijke beplanting toegepast van vaste planten en heesters. Strakgeschoren Taxus-hagen begrenzen de grafheuvels, daarbinnen bestaan de hagen tussen de grafrijen uit Fagus sylvatica (zie foto voorplaat). Buiten dit groen zijn grote delen van de begraafplaats ingezaaid met een bloemrijk mengsel, dat mag verruigen. Hilbers heeft hier bewust voor gekozen om de beheerkosten van de Maassluise begraafplaats laag te houden. „Er is bijna geen begraafplaats in Nederland die budgettair neutraal te onderhouden is.’’ Volgens hem zouden zelfs schapen het begraafpark kunnen begrazen, dat gaat de gemeente echter nog te ver. Voorlopig zal de kruidenrijke vegetatie twee keer per jaar worden gemaaid. Om snel massa te creëren heeft Hilbers veel bomen laten planten: in een stramien van 9 bij 9 m zijn - waar dat
>
ontworpen (2,65 m lang en 2 m breed) waarin 10 cm brede lijnen zijn uitgestraald. Ze hebben allemaal dezelfde vorm, er zijn echter wel vier verschillende lijnenpatronen. Daardoor lijken ze lukraak te zijn gelegd. „Door het grafische effect is geen enkele situatie gelijk’’, zegt Hilbers. Omdat de tegels dicht tegen elkaar aan liggen, is langs de buitenranden nog een 5 cm brede strook uitgestraald. „Bij zulke grote tegels liggen de naden nooit echt helemaal strak, door die uitgestraalde rand lijken de tegels nu in elkaar over te lopen.’’ Vanwege de gesloten verharding heeft Hilbers even overwogen om het beton in een keer te laten storten, dat idee wees hij snel van de hand omdat in de instabiele sliblaag nog veel zetting zit. De tegels zijn geproduceerd door Betonfabriek Vrijenban in Delft, die volgens Hilbers maatvast is en in korte tijd de gevraagde hoeveelheid betonplaten kon leveren. Qua beplanting is er een scherp contrast tussen de intensief te beheren
N
30
TuinenLandschap
l 7 l 2015
kon - populieren gezet. Een vraag van de gemeente was namelijk om het klimaat op de begraafplaats wat te veraangenamen. „Het waait hier altijd’’, benadrukt Hilbers. Hoewel de aangeplante bomen nu nog klein zijn merk je volgens Hilbers nu al dat onder de populieren een aangenamer microklimaat ontstaat. De bomen zijn in een wijker- en blijversysteem aangeplant: behalve de populieren zijn ook de hoofdsoorten berk, eik en plataan aangeplant. Als over een jaar of tien de populieren worden gekapt, blijven die laatste staan. Een opvallend element op de begraafplaats is de urnenmuur. Net als de tegels en de grafheuvels heeft deze een organische fantasievorm met vele richtingen. De muur is 2 m hoog met aan de achterkant een talud. De schanskorven zijn gevuld met basaltsteen, wat een verwijzing is naar het havengebied van de Nieuwe Waterweg. In het talud komen diverse Aralia elata die uiteindelijk een schaduwrijk scherm zullen vormen.
Begraafplaats De Dijk ▸ Opdrachtgever gemeente Maassluis ▸ Grootte 2 ha waarvan 12.000 m2 grafvelden voor 1.700 graven, verder ruimte voor 175 asbestemmingen, 50 parkeerplaatsen en een aula voor zo’n 150 bezoekers ▸ Ontwerp Buro Stad en Land ▸ Uitvoering Dura Vermeer ▸ (Deels) opgeleverd in 2014 ▸ Beheer gemeente Maassluis ▸ Craquelé tegels Betonfabriek Vrijenban in Delft ▸ Meubilair Falco in Vriezenveen ▸ Urnennissen Den Boer Econorm in Heemstede
De bomen zijn in een wijker- en blijversysteem aangeplant: in een stramien van 9 bij 9 m staan populieren (behalve in de verharding). „Om zo snel mogelijk massa te maken en het klimaat te veraangenamen.’’ Daarnaast zijn de hoofdsoorten berk, eik en plataan aangeplant. Als over een jaar of tien de populieren worden gekapt, blijven zij staan.
De grafvelden (rechts en uiterst links op de foto) zijn met 1,5 m opgehoogd om genoeg ruimte te creëren om twee lagen diep te kunnen begraven. De hoofdpadenstructuur en de drie pleinen zijn wel op maaiveldhoogte gehouden.
<
TuinenLandschap l 7 l 2015
31
Aanleg en Onderhoud
Overijssel kent geen geheimen meer voor Brabantse groenman Links: Wim Slijkhuis; rechts: Herman Wevers
Het beheren van het provinciale groenbestand kan volgens Alles over Groenbeheer efficiënter. Voor Overijssel nam het al het groen langs de wegen en kanalen onder de loep. De zaag werd er fors in gezet; dit resulteerde in een landschappelijke beplanting die veiliger, gevarieerder en beter te beheren is volgens directeur Herman Wevers. Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Alles over Groenbeheer en Miranda Vrolijk
H
Foto boven: Die situatie voordat er randsnoei heeft plaatsgevonden. In de rand groeiden te veel bomen. Foto onder: Tijdens de derde werkgang werden alle gebleste bomen geklemd met de digitale houtklem. Dit apparaat is door Wevers zelf opgebouwd uit verschillende meetinstrumenten.
34
TuinenLandschap
l 7 l 2015
et groen van de provincie Overijssel kent geen geheimen meer voor Herman Wevers van Alles over Groenbeheer in Eersel. Samen met drie van zijn TreeTechnicians heeft hij deze zomer elke meter uitgekamd om de bomen te blessen. Vooral op warme dagen was dat een pittige klus „Als je bij dertig graden met al je pbm’s aan al zwetend je aan een tak probeert op te trekken en je grijpt in een nest vol eikenprocessierupsen, dan is de romantiek van het vak ver te zoeken’’, schildert Wevers kleurrijk de soms moeilijke omstandigheden. En dan heeft hij het nog niet eens over de muggen, teken, dazen, bramen en brandnetels gehad, waar hij en zijn medewerkers zich een weg door moesten banen. „Stoer werk, dat wel.’’ Liters water werden er dagelijks doorheen gejaagd. Uiteindelijk is al het provinciale groen langs de 25 km aan waterweg en 644 km langs wegen in kaart gebracht en beoordeeld.
Dunnen en randsnoei Wim Slijkhuis, verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de wegen in de provincie Overijssel, legt uit dat zijn provincie allang geen uitvoerende organisatie meer is, maar een regisserende. Voorheen onderhield de provincie zelf dagelijks al het groen langs de wegen, dit onderhoud gebeurde vooral ad hoc. „We misten een goede beheersstrategie om het werk te kunnen uitbesteden’’, zegt hij. Daarnaast was het nodig om het geregistreerde bestand te actualiseren, omdat dit inmiddels door allerlei nieuw opschot niet meer up-to-date was. Bovendien was het hard nodig om de groenstroken te dun-
nen omdat de bomen veel te dicht op elkaar groeiden. Ook moest er in de randen worden gesnoeid omdat daar inmiddels veel te veel boomvormers zich gevestigd hadden die een gevaar vormden voor het verkeer. „En bovendien de onderhoudskosten omhoog joegen omdat wanneer ze gesnoeid moesten worden allerlei verkeersmaatregelen genomen moesten worden.’’ Voor het in kaart brengen van al het provinciale groen werd Alles over Groenbeheer in de arm genomen, nadat dit bedrijf op een proeflocatie in Markelo zijn werkwijze had laten zien. Wevers legt uit dat het ’Planmatig beheer landschappelijke beplantingen’ zoals Alles over Groenbeheer het beheer van provinciaal groen heeft genoemd gebaseerd is op kosten, ecologie en veiligheid. „De onderhoudskosten worden verlaagd omdat de bomen langs de randen worden weggenomen. Op die plekken wordt de mantelzoomvegetatie gestimuleerd, waardoor de beplanting gevarieerder en dus ecologisch waardevoller wordt. Daarnaast vergroot het de verkeersveiligheid, want minder bomen in de rand betekent minder afgevallen takken en blad op de weg.’’ „Bovendien verhoog je de levensduur van de weg omdat er meer zonlicht op valt en hij daardoor droger blijft’’, vult Slijkhuis aan.
Brem en vuilboom Langs de N755 laat Wevers zien wat hij bedoelt met het stimuleren van de mantelzoomvegetatie. Het plantvak dat tussen de provinciale weg en het fietspad ligt, heeft aan beide zijden een strook die
Door het dunnen en de randsnoei van het groen langs de provinciale wegen blijft een stabiele en veilige beplanting over. De doorstroom van het verkeer wordt bevorderd omdat er veel minder takken op de weg vallen.
ontdaan is van de boomvormers. Wevers wijst op de heesters Cytisus scoparius en Rhamnus frangula die hier spontaan zijn komen groeien. „Die hebben zich nu kunnen vestigen, wat onder andere ook goed is voor de bijen.’’ Voor het afzetten van de bomen in de randen, maar ook voor het dunnen in de kern van de groenstroken, had Overijssel geen kapvergunning nodig. De provincie wordt gezien als bosbouwonderneming en het afzetten en dunnen kan gezien worden als een bosbouwmaatregel om de rest van het bos meer overlevingskans te bieden. „Zolang het areaal bos maar niet kleiner wordt, de randen moeten niet bij de grazige berm betrokken worden, maar ruimte bieden aan een mantelzoomvegetatie’’, aldus Wevers.
Vier werkgangen Voordat het provinciale groen door Alles over Groenbeheer werd uitgekamd werd eerst het gewenste beplantingstype (bos, bos en mantel, houtwal en hakhout) bepaald en de daarbijbehorende beheersmaatregelen, zowel de cyclische maatregelen als de benodigde eenmalige
acties. Vervolgens is het groen in kaart gebracht door het bedrijf. Dit gebeurde in vier werkgangen: het actualiseren van het bestand, het blessen, het klemmen van de bomen en het verwerken van de meetgegevens. De eerste drie gebeurde in het veld, de laatste achter de computer. Tijdens het actualiseren van het beplantingsvak bepaalden Wevers en zijn medewerkers het type beplantingsvak en registreerden die in GB GEO van Groenestein Beheersoftware waarmee de provincie werkt. Staat het beplantingsvak goed op de kaart? Hoe groot is het? Wat is de ligging ten opzichte van de rijbaan? Wat is de hoofdboomsoort? Wanneer is het vak aangelegd? Wat is de boomhoogteklasse? Zijn er speciale functies aanwezig voor flora en fauna? De antwoorden op deze vragen en tal van andere gegevens werden in deze werkgang opgenomen.
Houtopbrengst Voor het blessen van de bomen trokken de TreeTechnicians in teams van twee de kilometers groen door om de te kappen bomen te bepalen. Door vervolgens het
klemmen van de bomen tijdens de derde werkgang (zie foto) werd aan de hand van XY-coördinaten de plek van de gebleste bomen opgenomen, hun dikte en de soort. Deze werkgang is volgens Wevers erg belangrijk, omdat de aannemer al bij de inschrijving met deze gegevens rekening kan houden. „Hij kan inschatten wat de houtopbrengst wordt’’, legt Wevers uit. „Bovendien kan de aannemer door de nauwkeurige plaatsbepaling direct naar de te kappen bomen rijden, wat onnodige verkeersbewegingen voorkomt en dus goedkoper is.’’ Het uitkammen van de provincie door Alles over Groenbeheer heeft een geactualiseerd groenbestand opgeleverd waarmee Overijssel het werk kon aanbesteden. Nu twee jaar later zijn de laatste kapwerkzaamheden gedaan en de eerste resultaten te zien in de randen langs de wegen waar zich een gevarieerdere vegetatie heeft ontwikkeld. „Typische bosplanten zoals bosbessen en salomonszegel bijvoorbeeld’’, zegt Wevers. Na Overijssel wordt nu ook een deel van Gelderland onder handen genomen door Alles over Groenbeheer. <
TuinenLandschap l 7 l 2015
35
Aanleg en Onderhoud
Insect bevordert mogelijk schade door schimmel
Rododendroncicade Onderop rododendronblad zitten in het voorjaar vaak bleekgroene insecten; jonge rododendroncicaden. In de loop van de zomer ontwikkelen ze vleugels en mooie kleuren. Deze prachtige insecten worden ervan verdacht het afsterven van bloemknoppen te bevorderen.
D
e rododendroncicade Graphocephala fennahi komt oorspronkelijk voor in Noord-Amerika waar ook de Rhododendron een inheemse soort is. De cicade is rond 1930 met plantgoed in Engeland ge誰ntroduceerd, en sinds 1983 is hij in Nederland aanwezig. Sindsdien wordt in parken, tuinen en landgoederen melding gemaakt van knopafsterving. De knoppen zijn overdekt met vele zwarte speldenkopjes van de schimmel Pycnostysanus azaleae. Deze ziekte zou worden verspreid door de cicade omdat die haar eitjes via insnijdingen in de bloemknoppen legt. Daardoor kan de schimmel binnendringen. De knoppen worden bruin en sterven af waardoor minder bloemen ontstaan. De aangetaste knoppen vallen niet af, maar kunnen jarenlang op de plant blijven zitten zonder te bloeien. Dikwijls kunnen aangetaste en volkomen gezonde knoppen naast elkaar worden aangetroffen.
Levenswijze De bleekgroene jonge cicaden zuigen vanaf mei aan de onderkant van de jonge bladeren en produceren kleverige honingdauw. Door het zuigen kunnen gele vlekjes op het blad ontstaan, maar dit heeft weinig effect op de vitaliteit van de plant. Begin augustus zijn de cicaden volwassen. Ze zijn dan lichtgroen met twee opvallende zijdelingse rode strepen. De tot 10 mm grote cicaden kunnen springen, rennen en vliegen. Het is lastig om ze goed te bekijken want ze zijn snel weg. De jonge cicaden zijn volledig afhankelijk van de sappen van de Rhododendron, maar als ze volwassen zijn zuigen ze ook aan andere planten zoals Pieris en Viburnum. De cicaden zijn van mei tot november te vinden. Vanaf september worden de eitjes in de knoppen afgezet om er te overwinteren. De cicaden zijn tamelijk selectief in de keuze van hun waardplanten, ze leggen
Tekst Leen Moraal, externe medewerker
Alterra Wageningen UR Beeld A. van Frankenhuyzen en F. Tutert
meer eitjes in middelgrote dan in grotere of kleinere knoppen.
Meer factoren Lange tijd is aangenomen dat alleen de cicade verantwoordelijk is voor het binnendringen van de schimmel in de knoppen, maar experimenten hebben dat niet kunnen bewijzen. Bij de infecties zijn meer factoren betrokken want uit onderzoek blijkt dat de schimmel vooral gedijt bij planten op vochtige groeiplaatsen en bij planten in grotere dichtheden. Sommige cultivars lijken ongevoelig waarbij soorten met kleverige knoppen sterker worden aangetast dan andere. Het is aannemelijk dat het verwijderen van aangetaste bloemknoppen, met daarin schimmels en eitjes, een positief effect op het verdere verloop kan hebben. <
TuinenLandschap l 7 l 2015
37
Machines en Gereedschap
Met borsteltechniek sneller en Soms kom je in andere sectoren machines tegen waarvan je denkt; die zouden perfect in de groensector gebruikt kunnen worden. De Amerikaanse borstelsleuvengraver Ditch Witch is daar een mooi voorbeeld van.
Tekst en beeld Dick van Doorn
38
TuinenLandschap
l 7 l 2015
D
e borstelsleuvengraver Ditch Witch, die door Ditch Witch The Netherlands wordt geïmporteerd, wordt voornamelijk ingezet voor het graven van sleuven van kabels en leidingen bij civieltechnische projecten, maar is ook uitermate geschikt voor hoveniers- en groenvoorzieners. Door de borsteltechniek kun je zowel snel als nauwkeurig werken. De machine maakt gebruik van roterende kunststof borstels gemonteerd op een ketting die een smalle sleuf met een vlakke bodem maakt die vrijwel waterpas is. Mocht de machine een kabel of leiding tegenkomen, dan zal deze zachtjes geraakt worden door de borstel en dus niet beschadigd raken. „Vaak merk je dit vanzelf; hij begint dan enigszins te trillen of hij slaat er overheen”, zegt Rick Passies, operator bij Harry Renting ondergrondse infrastructuur uit Dalen. „Het grote voordeel hiervan is dat je één man personeel
uitspaart die voor moet steken.” Voor tuinen geldt dit zeker aangezien daar vaak geen kloppende KLIC-info van is. Nog een groot voordeel ten opzichte van een minikraan met twee rupsen is dat je met de Ditch Witch met knikbesturing op vier rupsen vrijwel geen wringingsschade aan de bodem hebt. De snelheid van de machine ligt volgens Passies stukken hoger dan bij een minikraan met smalle graafbak, maar hangt wel af van het soort zand en de diepte. „Ik schat in dat je bij wit zand 1 m per 10 seconden kunt halen bij zo’n 35 cm diepte, bij kleigrond zal dit 1 m per 30 seconden zijn.” Reductie van graafschade is een groot voordeel, maar ook bewoners ervaren minder overlast doordat de grondroerders sneller hun werk kunnen doen. De machine is CO2gecertificeerd, de CO2-uitstoot blijft dus beperkt.
Bedieningsconsole Op de overzichtelijke bedieningsconsole is onder meer cruisecontrol te vinden en kan de 4 x 4 optie worden ingeschakeld. De machine is er in dieseluitvoering, maar die is iets duurder en alleen verkrijgbaar met twee rupsbanden. Doordat de machine maar 87 cm smal is en 585 kg weegt, past hij in vrijwel elke tuin en brengt hij minder schade toe aan de bodem of bestrating dan een minikraan.
Veiligheidspedaal Zodra de bestuurder zijn voet van het veiligheidspedaal haalt, stopt de ketting met borstels direct. Alhoewel de borstelsleuvengraver op vier verschillende rupsen staat, is hij zeer stabiel. Een stoeprand rijdt hij zonder problemen op.
Graafsnelheid De borstelmachine bereikt een graafsnelheid tot ongeveer acht meter per minuut. Dit betekent dat deze machine veel sneller graaft dan een kraantje met een smalle graafbak. Doordat de aarde op de graafrand wordt gelegd, is ook het herstelproces van de grasmat in de tuin makkelijker.
veiliger graven Ditch Witch ZAHN R300 Lengte 1,78 m Breedte (wielbasis) 86,9 cm Gewicht 585 kg Motor luchtgekoelde 2 cil. Kohler CH750S (22,4 kW) Aandrijving hydrostatisch met ondersteunende versnellingpomp Graafsnelheid 8 m/min. Chassis vier rupsen met knikbesturing Optioneel vier banden met/ zonder dubbel lucht Aantal modules 70 Prijs vanaf €36.000
Eenvouding wisselen Iedere module is eenvoudig te verwijderen of aan te koppelen door de module op de grond te zetten en vervolgens aan de twee pennen met vering te trekken. Daarna kunnen de twee hydraulische slangen losgekoppeld worden en kan direct een andere module aan de machine gezet worden. Het is zelfs mogelijk om van de Ditch Witch een klein dumpertje te maken.
Zeventig modules De machine is zeer multifunctioneel aangezien er maar liefst zeventig modules zijn die eenvoudig aan de Ditch Witch gemonteerd kunnen worden. Bijvoorbeeld een grondboor, schovelbakje, rolbezem, vorkgreep, graafbakje, palletvork, kleine/ grote kettingfrees, grondfrees of klepelbak.
▸ Ditch Witch The Netherlands ▸ (030) 639 46 15 ▸ www.ditchwitch.nl
TuinenLandschap
l 7 l2015
39
Werk in uitvoering
Wat Wie
Tekst Peter Bennink Beeld Erik Geuze
Zelf een bijzondere aanlegof onderhoudsklus voor deze rubriek? Mail naar
pbennink@hortipoint.nl
Aanleg rotondetuin Leef! je tuin, Halsteren Op aanwijzing van Machteld Touburg van Hofplan Tuinontwerpen plaatst een vrachtwagenchauffeur asfaltschollen op een rotonde in Halsteren. De schollen komen op drie grondlichamen te liggen, ertussen staan grote rood- en zwartgeschilderde palen. Tussen en om de schollen heen komt beplanting in vlammende kleuren. De grondlichamen lopen van laag naar hoog met de rijrichting mee, ook de meeste palen staan met
de rijrichting mee. Dat maakt het geheel gevoelsmatig ’kloppend’ als je er langs rijdt, volgens hovenier Erik Geuze van Leef! je tuin. Samen met Touburg hercreëert hij op de rotonde de tuin ’Confrontatie’ waarmee de ontwerpster in 2012 het Gouden Potlood won op het tuinenfestival van Appeltern. Confrontatie symboliseert de strijd tussen natuur en cultuur, waarbij de natuur - als de mens niet ingrijpt - steeds terrein terugwint. <
TuinenLandschap l 7 l 2015
43
Leveranciersnieuws De informatie in deze rubriek is verstrekt door de leveranciers
Staal in twintig kleuren Belgisch fabrikant WALFiLii komt met een serie stalen plantenbakken in diverse kleuren. De bakken zijn op maat verkrijgbaar. Twintig nieuwe kleuren heeft WALFiLii in het assortiment opgenomen, zowel frisse bloemenkleuren als de industriële look van cortenstaal of
Metabo presenteert zes nieuwe boormachines, drie met een accu en drie met 230 Volt. De machines zijn voor verschillende toepassingsgebieden. Voor het zwaardere schroefwerk zijn typen SE 2500 en SE 18 LTX 2500 het meest geschikt. SE 4000 en SE 18 LTX zijn universeel inzetbaar. SE 6000 en SE 18 LTX 6000 maken maar liefst 6.000 omwentelingen per minuut, wat ze bijzonder snel maakt. De bedieningselementen van alle zes modellen zijn ergonomisch vorm-
gegeven en ontworpen voor comfortabel en moeiteloos werken.
▸ WALFiLii | 0032 3 605 18 84 | www.walfilii.be
▸ Metabo | (0346) 25 90 60 | www.metabo.nl
Gras vergelijken
Kleurrijk zitten
Onlangs verscheen Grasgids 2015. In deze gids staat objectieve informatie over de prestaties van grassen. Met de gids is het mogelijk om verschillende nieuw ontwikkelde grasrassen en -mengsels te vergelijken met bestaande rassen. Aan de hand van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek wordt de Grasgids samengesteld. Dit onderzoek, het cultuur- en gebruikswaardeonderzoek grasrassen, is een gezamenlijk initiatief van vijf kweekbedrijven en
▸ Grasgids | www.grasgids.nl
44
de kleuren van de kust. De plantenbakken kunnen qua lengte tot 5 m gaan. Verlichting, water of automatische beregening, het is allemaal in te bouwen. Ook een logo, isolatie of antigraffitilaag is aan te brengen. De handgemaakte plantenbakken worden in België geproduceerd.
Comfortabel en moeiteloos
TuinenLandschap
l 7 l 2015
brancheorganisatie Plantum en wordt uitgevoerd door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving.
Kees Smit bewijst met Sondrio en Andrea van Minfesto van kleurrijke meubelen te houden. Sondrio is een stapelbare stoel, verkrijgbaar in zes kleuren. Andrea is een loungeset met multicolour vlechtwerk. Het frame van de stoelen is van gepoedercoat aluminium, het vlechtwerk van
stevig kunststof. Sondrio is met een lage rugleuning een diningstoel met actieve zit en is te combineren met diverse stijlen tafels. Andrea is een loungefauteuil met een bijzettafeltje. De stoelen zijn licht in gewicht, makkelijk te verplaatsen en kunnen winter en zomer buiten staan.
▸ Kees Smit | (0546) 81 94 93 | www.keessmit.nl
Waterval en plantenpot WaterFall is een waterornament en plantenpot ineen. De kringloop van water is continue en zorgt voor een rustpunt. Het object is gemaakt van weerbestendig, zwart, glasvezelversterkt polystone. In het midden van de pot kan een (water)plant geplaatst worden.
Via de buitenring stroomt het water over de rand van de pot, als een waterval. Het water wordt halverwege de pot, via een kier, opgevangen in een waterreservoir, om vervolgens weer naar boven gepompt te worden. Het is een compleet systeem, inclusief pomp en reservoir.
▸ Velda | (053) 432 43 20 | www.velda.nl
Onkruid tegengaan Beaulieu Technical Textiles heeft met gronddoek Ökolys een milieuvriendelijk antwoord op recent pesticidenverbod. Het is biodegradeerbaar en composteerbaar, een ecologische keuze in onkruidbestrijding. Geweven doeken zijn makkelijk te plaatsen bij nieuwe
▸ Beauliey Technical Textiles | www.beaulieutechnicaltextiles.com
Internet
Kort In het kinderboekje ’Vier vrienden vinden een nieuw thuis’ staat informatie over groene daken. Het doel van het boekje is van jongs af aan begrip kweken voor het fenomeen dakbegroeiing. ▸ Optigroen | ISBN 978-3-00043565-2 | www.optigroen.nl
Husqvarna heeft Kees van Opdorp benoemd tot Regional Director voor Gardena in Noord-Europa. Van Opdorp blijft daarnaast verantwoordelijk voor de Nederlandse activiteiten van de Husqvarna. ▸ Husqvarna | www.gardena.com
Schaafsma Drainage bestaat 65 jaar. Het jubilerende bedrijf levert alles met betrekking tot een efficiënter waterbeheer. ▸ Schaarsma Drainage | (0592) 38 84 96 | www.schaafsmadrainage.nl
aanplant en maken dat het groen onderhoudsvrij wordt. Ze beschermen jonge aanplant tegen onkruid en zorgen voor een optimaal microklimaat, waardoor het groen sneller groeit en minder afsterft. Ökolys is water- en luchtdoorlatend en houdt vocht vast in de bodem.
De vakopleiding tuinarchitectuur van de Ontwerpacademie start drie keer per jaar, in januari, mei en september. In 32 weken worden diverse thematische modules gevolgd, als bodem, water en basisecologie, tekenvaardigheid, ontwerpen, beplantingsstructuren en wet- en regelgeving. 21 mei start de volgende cyclus. ▸ OntwerpAcademie | www.ontwerpacademie.nl
Vos Capelle is sinds dit jaar Nederlands exclusief distributeur voor producten van Aqua Aid Europe. Vos draagt zorg voor de verkoop en de technische ondersteuning. ▸ Vos Capelle | (0416) 31 13 26 | www.voscapelle.nl
Ruyteninstituut komt met de nieuwe cursus over integrale beplantingspraktijk en de IBR
’Meer natuur tegen lagere kosten’. De meerdaagse cursus vindt plaats op een onderling afgesproken datum. Een bezoek aan het Prins Bernhardbos is in het programma opgenomen en zowel vakgerichte als concrete onderwerpen komen aan bod. ▸ Ruyteninstituut | (0317) 31 84 78 | www.ruyteninstituut.nl
Gemeenten die nog chemische bestrijdingsmiddelen op verharding gebruiken, moeten binnen een jaar overgestapt zijn naar chemievrij beheer. Volgens CLM is dat haalbaar. Tijdens de drie landelijke bijeenkomsten ’Beheer van verharding zonder chemie’ staan kennisoverdracht en ervaringen delen centraal. ▸ CLM | (0345) 47 07 58 | www.clm.nl | 2 april Leeuwarden, 13 april Haarlemmermeer, 23 april Arnhem
In de nieuwe catalogus van Dolmar is het assortiment tuinmachines, accessoires en verbruiksartikelen gebundeld. De catalogus is op te vragen en online te raadplegen. ▸ Dolmar | www.dolmar.nl
Michel Oprey & Beisterveld heeft een nieuwe website gelanceerd. De vele projectfoto’s van de leverancier van natuursteen en keramiek zijn bedoeld als inspiratiebron. ▸ Michel Oprey & Beisterveld | www.mo-b.nl
Groen Boven Alles heeft een vernieuwde website. Uitgebreide informatie over daken gevelgroen, actuele nieuwsberichten en aansprekende voorbeelden zijn op de site te vinden. ▸ Groen Boven Alles | www.groenbovenalles.nl
TuinenLandschap l 7 l 2015
45
Agenda
Cursussen
Avant Road Show 28 en 29 maart Kontich, 16 april Kasterlee, 22 april Bocholt
Rites de Passage Symposium, 2 april, Tilburg ▸ herinneringsbos@gmail.com
Het keuren van bomen op kwekerij Cursus, 14 april, Nettetal, Duitsland
Europees zaagbewijs Cursus, 17 april, Arnhem ▸ www.ipcgroen.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.avantbenelux.be
Lente-explosie 29 maart t/m 10 mei, Kasteeltuinen, Arcen
Communicatie met bewoners en belanghebbenden Cursus, 2 april, Arnhem
▸ www.kasteeltuinen.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Inrichten en verbeteren groeiplaatsen Tweedaagse cursus, 14 april, Oosterbeek
Botanical garden in a changing world Tweedaags engelstalig symposium, 17 en 18 april, Leiden ▸ www.hortus.leidenuniv.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
1boom Expositie, 5 t/m 28 april, Rotterdam
WAS Studieochtend, 6 april, Utrecht
▸ www.trompenburg.nl
▸ www.keurmerk.nl
De groene ronde Evenement groen onderwijs, 8 en 9 april, Leeuwarden
Ziekte- en plaagmanagement Tweedaagse cursus, 7 april, Oosterbeek
▸ www.degroeneronde.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Presentatie volop lente en meer 14 t/m 16 april, Boskoop ▸ www.floralisboskoop.nl
Toepassen van duurzame materialen in de openbare ruimte Workshop, 15 april, Oosterbeek
Flora- en faunabestendig beheer Hercertificering, 21 april, Arnhem ▸ www.ipcgroen.nl
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Bomen en heesters voor bijen Cursus, 21 april, Oosterbeek
Slim ontwerpen met bomen en infrastructuur Cursus, 16 april, 12 november (2015), Ede
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Bomen en buren Juridische verdieping, 9 april, 5 november, Cuijk
▸ www.crow.nl
▸ www.cobra-adviseurs.nl
Inspecteur veiligheid van speelgelegenheden Opfriscursus, 16 april, Delft
Verzorgen van monumentale bomen Cursus, 22 april, Arnhem ▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Toepassen van geluid en elektrische weerstand Cursus, 22 april, Oosterbeek
Hortulanuswandeling Diverse thema’s, 18 april, 14 juni, 12 juli, 16 augustus, 13 september, Rotterdam
Conceptueel ontwerpen Cursus, 9 april, Capelle aan den IJssel
▸ www.trompenburg.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
Limburg Bloembollenland Festijn 19, 26 april, 3 mei, Hout-Blerick
Ontwerpen met beplanting Cursus, 9 april, Capelle aan den IJssel
▸ www.decarishof.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.crow.nl
▸ www.natuursuper.nu
Green Roof Association Congres, 20 en 21 april, Istanbul, Turkije
Boomveiligheidscontroleur Cursus, 9 april, Oosterbeek
European treetechnician Opleiding, 16 april, Arnhem
▸ www.greenroofworld.com
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.ipcgroen.nl
Kracht van samenspel in de wijk Tweedaagse training en terugkommiddag, 23 april, Utrecht
Bloemenpaleis Het Loo ’de tuin aangelegd en omgespit’ Expositie, 21 april t/m 30 augustus, Apeldoorn
Tuinplantenkennis Cursus, 10, 17, 24 april, Utrecht
Handvatten voor succesvolle sociale wijkteams Tweedaagse masterclass, 16 april, Utrecht
▸ www.ontwerpacademie.nl
▸ www.paleishetloo.nl/bloemenpaleis
Week van de openbare ruimte Themadagen, 21 t/m 23 april, Putten
Veilig werken langs de weg voor uitvoerenden Cursus, 14 april, Arnhem
▸ www.weekvandeopenbareruimte.nl
▸ www.ipcgroen.nl
▸ www.keurmerk.nl
Succesvolle inrichting van de openbare ruimte Cursus, 16 april, 8 oktober, Amersfoort
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
Natuursuper Leerlokaal, 23 april Deurne, 29 mei Geldrop, 30 juni
▸ www.vngacademie.nl
Veiligheid van speelgelegenheden Praktijkcursus, 24 april, Sevenum
▸ www.vngacademie.nl
▸ www.keurmerk.nl
Beheer van bomen in parken en domeinen Cursus, 16 april, Arnhem
SketchUp Basiscursus, 24 april, Utrecht
▸ www.cursuscentrumcambium.nl
▸ www.ontwerpacademie.nl
Colofon Tuin en Landschap is een tweewekelijkse uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia, Vak- en Publieksmedia, Issnnummer 016 533 50 Schipholweg 1 Postbus 9324, 2300 PH Leiden www.tuinenlandschap.nl Secretariaat: Linda Laman en Alice Hoogenboom (071) 565 96 78 tuinenlandschap@hortipoint.nl
46
TuinenLandschap
Redactie Bakker hoofdredacteur (071 565 96 55 / wbakker@hortipoint.nl ▸ Peter Bennink vakredacteur (071) 565 96 53 / pbennink@hortipoint.nl ▸ Ralph Mens vakredacteur (071) 565 96 52 / rmens@hortipoint.nl ▸ Miranda Vrolijk vakredacteur (071) 565 96 56 / mvrolijk@hortipoint.nl ▸ Alice Hoogenboom redactie-assistent (071) 565 96 79 / ahoogenboom@ hortipoint.nl ▸ Gerdien de Nooy fotograaf ▸ Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker bureauredacteuren ▸ Diseno vormgeving ▸ Wendy
l 7 l 2015
Abonnementenservice Aanvraag en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T (0342) 49 48 44 F (0342) 41 31 41 abonnementen@bdu.nl Abonnementsprijs per jaar: €240 (excl. 6% btw). Studenten en scholieren €180 (25% korting, excl. btw). Buitenlandse abonnees betalen een toeslag voor portokosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan, lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen en voor vragen aan externe auteurs kunt u contact opnemen met de redactie.
Exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Wiljo Klein Wolterink mba uitgever (0342) 49 42 63 Advertentie-exploitatie BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia ▸ Gert-Jan Bloemendal media adviseur (0342) 49 48 07 / g.bloemendal@bdu.nl ▸ Ron van de Hoef verkoopleider (0342) 49 42 63 / r.v.d.hoef@bdu.nl Druk BDUprint
©BDUmedia, 2015 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van BDUmedia zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
Foto Vidiphoto
Groene Gast
Jan Jette Donker Jullie zijn verkozen tot Duurzaamste hovenier. Kwam het als verrassing? „Voor ons was het een bevestiging dat we op de goede weg zitten. Toen we ons inschreven vroegen we ons af of er bedrijfsbreed zou worden gekeken of alleen naar machines en materiaalgebruik. Bij het invullen van de vragen werd iedereen enthousiast en zeiden collega’s: We doen meer dan we zelf denken.”
Hoe belangrijk is duurzaamheid voor Het Groenbedrijf?
Jan Jette Donker, Directeur Het Groenbedrijf Deventer
„Heel belangrijk, het is een bewuste keuze. Onze opdrachtgevers, waaronder de gemeente Deventer, kijken ook hoe duurzaam wij zijn ten opzichte van onze omgeving. We zijn ons ervan bewust dat we een rol spelen in de regio, waarbij we niet alleen naar economisch,
maar ook naar sociaal en maatschappelijk rendement kijken.”
Wat betekent deze prijs voor jullie? „Het is naar het personeel toe een ontzettend belangrijke prijs. We doen het met z’n allen, iedereen heeft zijn steentje bijgedragen. Ook richting opdrachtgevers is het een mooie bevestiging, zij willen immers een voorbeeldfunctie vervullen. Er wordt vaak geroepen dat gemeenten voor de laagste prijs kiezen, maar de gemeenten in de Sallandregio nemen echt hun verantwoordelijkheid wat dit betreft.”
Is duurzaamheid voor jullie als bedrijf een onderscheidende factor? „We proberen vooral uit te stralen dat we al een keuze hebben gemaakt. We wachten niet af tot zaken zoals CO2-neutraliteit of
niet-chemische bestrijding als eis worden opgelegd, maar geven hieraan al aan de voorkant invulling. Zo zijn we bezig met biogas, elektrische apparaten en energie uit zonnecollectoren. Verder kijken we naar alternatieven voor chemische bestrijding zoals minder verhardingen en een andere inrichting.”
Kan het nóg duurzamer? „Het kan altijd duurzamer. We zijn nu heel scherp op afvalscheiding, dat scheelt enorm qua milieu. Ook willen we houtsnippers het liefst in de regio hergebruiken in een biovergistingscentrale, zodat snoeihout daar heen kan en er biogas voor ons autopark terugkomt. Zo krijg je gesloten cirkels. Als we over een paar jaar geheel CO2-neutraal zijn, dan zijn we een heel eind.” <
TuinenLandschap l 7 l 2015
47