10 juli 2015
14
Ondergronds druppelen tegen droogte 20
Greenpeace weer kritisch over tuincentra 10 Bomen op eigen wortel: doen of niet? 26 Beheerders krijgen bijles over herkomsten 34 Omslag_BKW15-14.indd 1
06-07-15 14:58
608404_.indd 2
6-7-2015 11:52:26
Inhoud
Omslag: Arno Engels
8
Nieuws
Interview Mans Vulto 4
Commentaar: Boodschap für Baumschuler
5
Stelling: Sector moet grof betalen voor pest free area’s
6
Teleurstelling over afwijzing versmalde teeltvrije zone
8
Cao-onderhandelaar Mans Vulto: ’Denk vanuit mensen, daarmee kom je het verst’
Bedrijf
10 Greenpeace: ’Tuincentra blijven hopeloos achter’ 11 Ondernemersvragen: Is het verstandig mijn mestboekhouding actueel te houden?
Teelt & Gewas
18 Nog groener met resterend PT-geld
14 Controles op bacterievuur vergroten afzet mogelijkheden binnen én buiten EU 17 In teeltvrije zones is wat te kiezen 18 Nog groener met resterend PT-geld 20 Druppelirrigatie houdt groei erin 22 Zomerserie eindexamen: Albert Arends: ’Boomkweker, dat wil ik worden’ 24 Teeltadvies: Meeldauwbestrijding vergt goede timing 26 Expo TCO: Bomen op eigen wortel: doen of niet? 29 Expo TCO: Ingewikkeld gebiedseigen 31 Emmenopterys henryi
36 Jaaraanvoermelding bij Rhein-Maas
Markt & Afzet
34 Wijze lessen over herkomst planten 36 ’Kwekers moeten klok serieus nemen’ 39 Marktnieuws: Hoe loopt het? 40 Marktnieuws
Service 42 LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten 43 Vaktaal en Agenda
Op www.DeBoomkwekerij.nl vindt u actueel nieuws, marktnieuws, fotoreportages, video’s, blogs en het magazine in digitale vorm. Problemen met inloggen? Kijk dan op www.DeBoomkwekerij.nl/inloghulp.
COLOFON Redactie
Schipholweg 1, Postbus 9324, 2300 PH Leiden E-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl Website: deboomkwekerij.nl Hoofdredactie Wim du Mortier (071) 565 96 82 Vakredactie Arno Engels 565 96 86 Ketura Haveman 565 96 83 Ron Barendse 565 96 84 Bureauredactie Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker Vormgeving Diseno vormgeving Fotografie Gerdien de Nooy Directie Elbert van den Berg Secretariaat Linda Laman 565 96 78 Alice Hoogenboom
Exploitatie
Koninklijke BDU Uitgevers B.V., Afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld Uitgever: Wiljo Klein Wolterink MBA T (0342) 494 263 F (0342) 413 141 Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Advertentie-exploitatie Media adviseur: Gert-Jan Bloemendal T (0342) 49 48 07 E g.bloemendal@bdu.nl, Internet: bdu.nl Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Abonnementenservice Aanvraag (ook via website deboomkwekerij.nl) en wijziging abonnement naar Koninklijke BDU Uitgevers, afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld, T (0342) 494 844, F (0342) 494 299, E abonnementen@bdu.nl. Op werkdagen
telefonisch bereikbaar van 8.30 – 14.00 uur Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via deboomkwekerij.nl of bij de abonnementenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor vervaldatum bij de abonnementenservice wordt opgezegd. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Jaarabonnement: €236,65 (exclusief 6% btw). Studenten en scholieren krijgen 25% korting. Buitenlandse abonnees betalen een kleine toeslag.
Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. 28ste jaargang ISSN-nummer: 0923-2443 De Boomkwekerij is een uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en de Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden: op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Koninklijke BDU Uitgevers B.V. zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK.
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Inhoudspagina-BKW15-14.indd 3
3
06-07-15 15:55
Foto: Tuinbranche Nederland
OPINIE
Brenda Horstra, Tuinbranche Nederland
’Tuinbranche zet echt forse duurzame stappen’ Greenpeace kwam recent met een nieuw rapport waaruit zou blijken dat tuincentra onvoldoende duurzaam zijn. Ook het tempo dat brancheorganisatie Tuinbranche Nederland hanteert om te verduurzamen noemt Greenpeace te laag. „Onterecht”, zegt Brenda Horstra, adjunct-directeur van Tuinbranche Nederland. „We zetten echt stappen.” Brenda Horstra
Tuincentra blijven volgens Green-
ming niet snel genoeg gaat. Zit hier
peace hopeloos achter op het gebied
wat in?
van duurzaamheid. Wat vindt u?
„Ook daar ben ik het niet mee eens. Bayer brengt veel kennis mee op het gebied van duurzame gewasbescherming en hebben bijvoorbeeld ook meegewerkt aan de totstandkoming van de consumentenbrochure ’Bestrijding volgens het boekje’. Daarnaast doet Bayer veel aan onderzoek naar - en het ontwikkelen van - biologische middelen. Inmiddels hebben zij hierin een groot sortiment middelen beschikbaar. Het klopt dat we misschien af en toe in een spagaat komen omdat we niet altijd hetzelfde belang hebben, maar het is zeker goed om deze partij bij ons aan tafel te hebben.”
„Hier ben ik het helemaal niet mee eens. We maken als branche juist enorme stappen vooruit. Het Greenpeace-rapport van vorig jaar is daarbij wel een goede wake-upcall geweest voor de branche en heeft de verduurzaming zeker versneld. Zo hebben we een Groen Brancheplan opgesteld waarin we bij onze leden onder andere de diversiteit in de tuin en het gebruik van biologische producten stimuleren. Daarnaast stimuleren we de reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zowel bij de teelt als ook voor particulier gebruik.”
Greenpeace verwijt Tuinbranche Bayer is lid van Tuinbranche Neder-
Nederland dat zij niet met cijfers de
land. Volgens Greenpeace is dit een
verduurzaming kunnen aantonen.
van de redenen waarom verduurza-
Kunnen jullie dat inderdaad niet?
COMMENTAAR
PEILING
Boodschap für Baumschuler Wat is belangrijk op een beurs, afnemers ontvangen en naar hen luisteren? Of praten met passanten over hoe mooi de beurs er uitziet, en ondertussen hoopvol wachten op nieuwe afnemers uit een ver land die de tijdloze slogan hebben opgevangen: ’Voor goede bomen moet men naar Opheusden komen’?
Boomkwekers onderling te verdeeld voor pest free area’s
Er kwam in ieder geval één afnemer naar Opheusden die eigenlijk namens vele Duitse afnemers van jonge bomen sprak. Hij, een grote kweker, stond op een podium met kunstzinnig bloeiende bomen, samen met de beheerder van een certificeringssysteem dat qua aanhang groeit – en dat ook openstaat voor niet-Duitse bedrijven. Arno Engels Vakredacteur
Het Duitse tweetal was er met een boodschap. Sehr geehrte Niederländische Baumschuler, zo ging het ongeveer, ’als u vanaf 2020 nog wilt meedoen op onze Duitse landschapsmarkt, dan moet u wel voor gebiedseigen zijn gecertificeerd’. Het weinige
Eens 63%
Oneens 37%
publiek had er niets op te zeggen. Was het Duits niet verstaan? Of werd het gewoon ter kennisgeving aangenomen? Of werd er gedacht: ’Dat wettelijk verplichte gebiedseigen in Duitsland gaat toch niet door, let maar eens op!’ Het lijkt onwaarschijnlijk dat de gebiedseigen beplantingseis wordt teruggedraaid. Duitsland komt met die eis immers tegemoet aan wat heel veel landen ooit in Rio hebben afgesproken: behoud eigen biodiversiteit voor de toekomst. Los van de discussie of gebiedseigen beter is dan regulier, ook bezien in het licht van klimaatverandering: de afnemer bepaalt nog altijd wat hij afneemt. Dat kan in dit
n op de
geval dus die grote Duitse kweker zijn, of zijn gecertificeerde collega’s. Maar ook een
De nieuwe peiling luidt:
Bij groot aanbod vakantiewerk kiest scholier toch voor boomkwekerij
Nederlands handelsbedrijf dat van u bacterievuurvrije waardplanten vraagt, of bosen natuurbeheerders die herkomstcertificaten verlangen bij hun plantmateriaal. Of die
Stem mee op deboomkwekerij.nl.
nieuwe afnemer in een ver land dat ook in Rio een afspraak heeft gemaakt.
4
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Nieuws opinie BKW15-14.indd 4
06-07-15 15:54
Opinie COLUMN COEN DEKKERS
Eigenlijk
„Deels wel. We hebben van 350 tuincentra inzicht in hun kassascans en kunnen zien dat de verkoop van Glyfosaathoudende middelen dit jaar met 60% is gedaald. Maar op andere gebieden is dat moeilijker inzichtelijk te maken.”
’Pff, wat is het warm hè? Hoe warm wordt het zo eigenlijk bij jou in de kas?’ ’Nou, zo rond de 38 graden was het vanmiddag’. ’Groeit je gewas dan nog?’ ’Eigenlijk niet nee, maar we sproeien, de hele dag loopt mijn sproeiboom door de kas met een nevelinstallatie erop. Die nevel is zo fijn dat het gewas er net niet nat van wordt. Maar eigenlijk heeft ie net te weinig capaciteit om het helemaal goed te doen. Met een goed geïnstalleerd nevelsysteem kun je 5 graden winnen’. ’Of krijt op het kasdek, of daksproeiers, of een open scherm. En dat heb je geen van allen, waarom eigenlijk niet?’ ’Ik weet het eigenlijk niet’. ’Wat weet jij eigenlijk wel?’ ’Nou, ik weet dat ik het wel graag zou willen hebben, maar ik heb eigenlijk andere keuzes gemaakt om mijn geld in te investeren’. ’Weet
Greenpeace zegt dat er nog steeds
je wat jij eigenlijk bent? Niet goed bij je hoofd! Dus eigenlijk zeg je, dat het beter voor je gewas is
’gifplanten’ in tuincentra worden
om goed te kunnen koelen, dit systeem kost je groei. Maar jij hebt eigenlijk gewoon je geld aan iets
verkocht. Is dat zo?
anders uitgegeven?’
„Ik merk dat het thema duurzaamheid bij kwekers juist enorm leeft. Organisaties uit de keten zoals Anthos, LTO en Tuinbranche Nederland zitten regelmatig om de tafel over dit onderwerp. Greenpeace mag blijven prikken maar uit het rapport van Greenpeace blijkt dat Nederlandse tuincentra inmiddels twee stappen verder zijn dan bouwmarkten.” <
’Eigenlijk heb je wel gelijk ja’. ’Weet je wat jij eigenlijk zou moeten doen?’ ’Nou?’ ’Je moet een blocnootje met een potloodje achter in je broekzak steken. Daar schrijf je met een grote stift ’Eigenlijk’ voorop. En elke keer als je dat woord per ongeluk, of expres, gebruikt, omschrijf je die situatie kort op papier’. ’Waarom eigenlijk?’ ’Dat zal ik je vertellen. Eigenlijk is het grootste excuuswoord wat er is. Het is nog erger dan ’Ja, maar… ’. En het is tegelijk een gratis advies aan jezelf. Want jij weet eigenlijk precies hoe het zit. Maar je maakt jezelf er veel te makkelijk vanaf. ’Eigenlijk had ik veel meer geld voor die planten moeten vragen, eigenlijk had dat hoekje al lang opgeruimd moeten zijn, eigenlijk had ik ze wat eerder moeten snoeien, eigenlijk had ik de hond beter gewoon eten kunnen geven voordat die vertegenwoordiger zomaar binnenliep’. ’Doe dat dan!’ Wat is eigenlijk eigenlijk een ontzettend verwarrend woord. Eigenlijk wil je eigenlijk nooit gebruiken,
Greenpeace-rapport zie pagina 10
maar eigenlijk is eigenlijk de allerbeste reden om dingen eindelijk eens een keer goed aan te pakken.
STELLING
Sector moet fors betalen voor pest free area’s Hans van Hage, Kwekerij
Bert Griffioen, Griffioen
Hendrik Hak, Kwekerij
de Bierkreek, IJzendijke:
Wassenaar BV, Wassenaar:
Vredebest, Waddinxveen:
„In het verleden heb ik nog
„De vraag is altijd wat ‘fors
„Protected zone is misschien
een jaartje bacterievuur-
betalen’ inhoudt. Anderzijds:
een beter woord. Maar dat
controleur mogen zijn. De
de druk om voorzorgsmaat-
het ons allemaal aangaat is
ervaring was dat de meeste
regelen te nemen, neemt
één ding wat zeker is. Wij
besmettingen binnen boomgaarden en kwe-
niet meer af en we hebben het steeds meer
moeten de handel ervan overtuigen dat het
kerijen gevonden werden. Volgens mij kun je
over de positie van Nederland als exportland.
gebied schoon is en daar moeten we met
beter investeren in onderzoek naar resistentie,
We zitten met zijn allen in die boot, het col-
elkaar als regio zorg voor dragen. Zo blijft
bijvoorbeeld door, in het geval van meidoorns,
lectief moet leidend zijn. Ik denk dat voorop
de infectiedruk laag. Als we de kosten van
te kijken naar autochtoon materiaal. Hoewel
blijven lopen belangrijker is dan alleen kijken
externe controles met elkaar dragen, blijft het
veel collega’s het niet met mij eens zullen zijn,
naar de kosten. Zoals altijd: de praktische uit-
betaalbaar en kunnen we op deze manier de
zie ik nog steeds dat autochtone meidoorns
voerbaarheid moet gewaarborgd zijn, maar
weg naar exportlanden op een goede manier
gezonder zijn en blijven dan meidoorns van
dat de sector bereid moet zijn de buidel te
openhouden. Kansen voor onze regio zijn gro-
onbekende, of bijvoorbeeld Italiaanse afkomst.
trekken is duidelijk. De voorbeelden van resul-
ter als we het met elkaar oppakken en zo niet
Het is ook logisch. De genetische basis is bre-
taten zijn er en zullen de bereidheid om mee
het risico lopen dat collega-kwekers vanwe-
der. Door gebruik te maken van stekken, enten
moeten betalen duidelijk maken. Hoe ‘fors’
ge hoge kosten de controles maar laten zit-
of oculaties, ben je toch aan het klonen en
dan ervaren wordt, zal de toekomst uitwijzen.”
ten. Eén geconstateerd geval in bijvoorbeeld
kloon je in feite ook de gevoeligheid voor
Boskoop en het hele gebied zit op slot. Zorg
bepaalde ziektes. Meer openheid naar elkaar
met elkaar dat we als Greenport Boskoop een
en meer onderzoek naar resistentie zet vol-
sterk en divers sortiment kunnen blijven voe-
gens mij dus meer zoden aan de dijk.”
ren met open vizier en… grenzen.”
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Nieuws opinie BKW15-14.indd 5
5
06-07-15 15:54
Foto’s: Arno Engels, Rozenhof Lottum
Teleurstelling over afwijzing versmalde teeltv Vooralsnog is er geen goedkeuring voor een versmalde teeltvrije zone bij het gebruik van 95% driftreducerende doppen. Zowel LTO als Greenport Boskoop zijn teleurgesteld over de afwijzing van TCT.
LTO vakgroep bomen en vaste planten deed begin dit jaar bij de Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) het verzoek tot toekenning van een versmalde teeltvrije zone bij gebruik van 95% drifreducerende spuitdoppen en kantdoppen. Om het verzoek te onderbouwen, heeft
Wageningen UR in opdracht van LTO berekeningen en een rapportage gemaakt, waarmee wordt aangetoond dat 95% driftreducerende doppen op veldspuiten voldoende driftreductie geven voor een teeltvrije zone van 0,5 m. Vooraf waren LTO en Greenport Boskoop positief gestemd over de uitkomst. Henk van der Smit namens Greenport: „Wij gingen er vanuit dat de aanvraag goedgekeurd zou worden. Wageningen UR heeft het vergelijk gemaakt met andere teelten, dus waarom zou het dan voor de boomkwekerij anders zijn?”
Afwijzing De TCT dacht daar echter anders over en wees het verzoek af. Als voornaamste reden voeren ze aan dat er in het rapport uitgegaan is van een talud van 1,5 m, terwijl in met name Boskoop vaak geen sprake is van een talud bij de slootkanten, maar van beschoeiing. Hierdoor zou de afstand tussen de buitenste spuitdop tot het wateroppervlak korter zijn dan
KORT
6
Salvia beste op Britse show
Waterzuiveringsplicht uitgesteld
Daminozide geen toelating
Op de HTA National Plant Show is Salvia Love and Wishes eind juni verkozen tot beste nieuwigheid: door zowel de vakjury als de beursbezoekers. De vaste plant was ingezonden door Darby Nursery Stock en Kernock Park Plants. Onder de heesters en klimplanten won Hydrangea Rendez-Vous (French Cancan), ingezonden door Javado UK. Onder de bomen en coniferen won kersenboom Stardust, van Frank P. Matthews.
De verplichte zuivering van afvalwater in de glastuinbouw is uitgesteld van 2016 naar 2018. De overheid geeft de sector meer tijd om aan die verplichting te voldoen en te investeren in zuiveringsoplossingen. Het was al bekend dat de meeste glastuinders, door de mindere economische omstandigheden, niet konden investeren. De overheid verhoogt het minimale zuiveringsrendement wel van 75% naar 95%.
Voor het middel Dazide Enhance (daminozide) is geen vrijstelling verkregen voor 2015. Dit meldt LTO Glaskracht Nederland. Ingezet was op een vrijstelling voor de onbedekte teelten van Forsythia, Ilex verticillata, Viburnum, Syringa, snij- en potchrysanten, Azalea, rozenbottel, Hydrangea en Aster voor een periode van 120 dagen vanaf 15 mei 2015.
’Kokos kan veen vervangen’
Oproep verbod neonicotinoïden
Bomen in 100% kokos groeien net zo goed als in 100% veen. Dat blijkt uit onderzoek door PPO in de gotenteelt. Dit onderzoek was aangevraagd en betaald door potgrondbedrijf Legro. PPO onderzocht de groei van Betula pubescens, Catalpa bignonioides, Prunus maackii en Robina pseudoacacia ’Myirzegi’. Legro ontwikkelt en test diverse substraten met kokos en/of veen.
Stichting Natuur & Milieu, Stichting Greenpeace en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels hebben gezamelijk het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen en biociden (Ctgb) verzocht tot een verbod op alle middelen uit de groep van de neonicotinoïden. Voor de boomkwekerij en vasteplantenteelt gaat het om middelen als Admire, Kohinor, Actara, Gazelle en Calypso.
Brabantse Bee Deal Donderdag 2 juli is de eerste Bee Deal in Brabant getekend. Waterschap Brabantse Delta, Gemeente Zundert, Treeport, Imkervereniging Zundert en enkele boomkwekers en aardbeientelers ondertekenden de Bee Deal voor het verbeteren van de leefomgeving van bijen. Boomkwekers en aardbeientelers gaan bijvriendelijk planten bij waterbassins en op het erf planten. Daarnaast streven ze naar minder gebruik van voor bijen gevaarlijke middelen.
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW15-14.indd 6
06-07-15 15:27
Nieuws
eeltvrije zone waar het onderzoek vanuit is gegaan. Tevens vinden ze dat er indertijd al bewust gekozen is om zowel bij de 90 als 95% driftreducerende doppen een versmalde teeltvrije zone van 100 cm toe te kennen in plaats van de gangbare 1,5 m. De TCT geeft aan dat de waterschappen een verdere versmalling niet wenselijk vinden, omdat de in de praktijk gebruikte spuitdruk niet aansluit bij de maximale spuitdruk waarmee de doppen zijn goedgekeurd. Hierdoor zou een verdere versmalling resulteren in meer emissie naar het oppervlaktewater. LTO betreurt de afwijzing en is het ook niet eens met de argumentatie. Mede omdat TCT volgende de onderzoeker van Wageningen UR, Jan van de Zande, een verkeerde aanname heeft gedaan over de berekening van insteek tot water in het rapport. LTO heeft dat ook in een reactie aan de TCT laten weten. LTO heeft de indruk dat bij de overweging andere dan de technisch-inhoudelijke aspecten en overwegingen een rol hebben gespeeld. Mede omdat recent meerdere aanvragen voor beperking van de teeltvrije zone tot 50 cm wel zijn gehonoreerd. „Wij hebben dit natuurlijk in onze reactie naar de TCT ook laten weten”, vertelt Peter van ’t Westeinde, specialist plantgezondheid van de
LTO vakgroep bomen en vaste planten. Van ’t Westeinde heeft niet de verwachting dat de TCT naar aanleiding van de reactie van LTO hun mening nog gaan herzien.
Boskoops probleem Met name voor Boskoop heeft de afwijzing veel invloed. Van ’t Westeinde: „Kwekers elders hebben veelal bredere percelen met aanzienlijk minder watergangen erom. Als een kweker een rijpad om zijn perceel heeft, wat je buiten Boskoop veel ziet, dan heb je eigenlijk al een teeltvrije zone van minimaal 1,5 m.” In Boskoop was de versmalde teeltvrije zone vooral bruikbaar voor kwekers die hun gewas laten spuiten door het loonbedrijf. „Dat zijn best veel kwekers, want AB rijdt hier met drie of vier spuitmachines rond. Ik denk dat het om ongeveer driekwart van de Boskoopse kwekers gaat”, vertelt Arie Schipper van DLV Plant. Omdat de uitslag zo lang op zich liet wachten, hebben kwekers volgens Schipper dit jaar geplant met 1 m teeltvrije zone. „De uitslag was eigenlijk in maart al verwacht, net voor het plantseizoen van start zou gaan. De reactie van TCT liet echter veel langer op
zich wachten. Je kan niet planten met een smallere teeltvrije zone volgens een regeling die er nog niet ligt. Dat is gelukkig ook niet gedaan, maar een gemis is het wel. Het verschil tussen 0,5 en 1 m teeltvrije zone kost heel veel teeltoppervlakte in Boskoop.”
Hoe verder Greenport Boskoop moet zich nog beraden over het vervolg, want het bestuur is nog niet bij elkaar geweest sinds de uitspraak van de TCT. Van der Smit wil bovendien eerst afwachten wat de reactie van het TCT is op de brief van LTO. „Officieel is de aanvraag van LTO, dus die twee partijen moeten het eerst afronden. Mocht de toekenning er definitief niet komen, dan kunnen wij als Greenport eventueel alsnog naar Rijnland met de vraag of ze voor dit gebied de maatregel alsnog willen toekennen.” Van der Smit ziet het echter somber in als het zover komt. „Hoogheemraadschap Rijnland heeft van tevoren duidelijk aangegeven dat ze alleen akkoord zouden gaan, als de TCT de aanvraag zou toekennen. Dat maakt het lastig om nu alsnog bij Rijnland aan te kloppen om een uitzondering voor regio Boskoop te krijgen”, aldus Henk van der Smit. <
Het laatste nieuws leest u elke dag op www.DeBoomkwekerij.nl
Export naar Duitsland blijft dalen
Beste presentatie potrozenshow
De export van boomkwekerijproducten naar Duitsland loopt al een aantal jaren terug, meldt het Landbouw-Economisch Bericht 2015 van LEI Wageningen UR. Dat komt door verandering van de markt, uitval van ketenpartijen en buitenlandse concurrentie. Groei van andere exportmarkten compenseert die daling niet volledig. De institutionele en professionele markt lijkt zich langzaam te herstellen. De consumentenmarkt verschuift naar goedkopere productsegmenten, meldt het LEI.
Laura Muijsers van Tuincentrum Rosarium Lottum heeft eind juni de potrozenkeuring in Lottum gewonnen, in de categorie totaalpresentatie (foto). ’Een wow-effect’, aldus de vakjury. ’Zeer bloeirijk, struik- en stamrozen in een perfecte balans.’ In de categorie individuele potrozen won Frank Coenders Kwekerijen met Rosa Berleburg. Totaal waren er 99 inzendingen gekeurd. <
MCPA De toelating van middelen op basis van MCPA is gewijzigd. MCPA is nu toegelaten in onder andere boomkwekerijgewassen, houtige beplanting en op onbeteeld terrein. Per 1 september vervallen een aantal toepassingen waaronder de toepassing in grasachtige groenbemesters en op taluds van watergangen en op droge slootbodems.
’Positieve reacties zomerexpo TCO’
Actie voor bufferzone
Vakbezoekers en deelnemers hebben algemeen positief gereageerd op de eerste zomereditie van Expo TCO, meldt de organiserende werkgroep. De laanbomenbeurs krijgt dus een vervolg, aldus woordvoerder Gijsbert van Setten. Het is nog niet duidelijk waar en wanneer, maar zeker is wel dat die komt. „We gaan nu wel werken aan een langetermijnvisie voor de beurs”, aldus Van Setten. „Om duidelijkheid te scheppen.”
Van de 132 bedrijven met bacterievuurwaardplanten in regio Zundert, betalen er dit jaar maar 54 mee aan het in stand houden van de bufferzone. Dat zijn er twintig minder dan vorig jaar. Komende periode worden de niet-deelnemende bedrijven persoonlijk benaderd om alsnog mee te doen omdat zij wel meeprofiteren van de bufferzone door een afgenomen ziektedruk. < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW15-14.indd 7
7
06-07-15 15:27
Tekst en foto: Wim du Mortier
Mans Vulto, cao-onderhandelaar namens de boomkwekerij, neemt afscheid
’Denk vanuit mensen, daarmee kom je het ve Boven een deur in de huiskamer van de boerderij van Mans Vulto in Schalkwijk hangt een prent van twee mensen die aan een koe trekken. Met er onder de tekst ’Pleit om een koe, geef er één toe’. Vulto beaamt die oude wijsheid. Ook al zijn de vakbonden nu misschien zwak, je wint er op termijn niets mee door ze nu een poot uit te draaien.
Al zo’n drie decennia is Mans Vulto (67) betrokken bij bepalen van de sociaal economische koers van wat nu LTO Nederland is en de cao-onderhandelingen voor de boomkwekerij, maar hij was bijvoorbeeld ook voorzitter van het pensioenfonds BPL. Zo iemand die niet op de voorgrond treedt maar achter de schermen in talloze functies vecht voor de belangen van ondernemers. Én werknemers, want de van huis uit boer maar ook afgestudeerd socioloog is er van overtuigd dat beiden in evenwicht moeten zijn. In zijn huiskamer kijkt hij terug én vooruit, want hij zit nog vol ideeën. De ene na de andere anekdote rolt over tafel, en hij krijgt als een kwajongen pretoogjes als hij vertelt over behaalde succesjes. Vaak geworteld in vindingrijke ideeën die in klein comité werden uitgedokterd. De prent boven de deur die de strijd om een koe uitbeeldt, kreeg hij bij het opheffen van het scheidsgerecht. Dat moest er aan omdat het FNV conflicten via de rechter wilde afwikkelen. Zaken oplossen met het wetboek in de hand; Vulto gruwt daarvan. „Ik heb altijd een bloedhekel gehad aan juristen.” Vulto stopt een denkbeeldig dik boek onder zijn oksel en trekt een zuur gezicht. „Waarom hebben die lui dat allemaal opgeschreven? Omdat ze zelf niet in staat waren om het onderling netjes te regelen. Als je het er samen met elkaar over eens bent en elkaar een hand geeft, dan is het prima. Lukt dat niet, dan heeft de samenleving daar een boek voor gemaakt om te zorgen dat mensen elkaar niet naar het leven staan. Dus eigenlijk waren die wetboeken alleen reserve.”
Creatief In Vulto’s ogen belemmeren regels het vinden van creatieve oplossingen voor problemen en beperkt het de mogelijkheid om invulling te geven aan wat mensen werkelijk willen. „Mijn idee is dat als je iets wilt doen, neem er in ieder geval geen jurist bij. Ga gewoon met weldenkende mensen filosoferen. Ga na wat de mensen willen en spreek af hoe het zou kunnen worden opgelost. Dan ga je naar een jurist en zegt: ’dit is wat ik wil, past in dat wetboek van jou’. Als je alleen kijkt naar het wetboek, dan doe je het verkeerd want je moet kijken naar wat de mensen willen.” Vulto verzucht dat het door de jaren moeilijker is geworden creatieve oplossingen te vinden door allerlei
8
’Ik heb altijd een bloedhekel gehad aan juristen’
’Transitievergoeding is geen gouden handdruk’
regelingen en toezichthouders. Uit zijn anekdotes uit het verleden valt op te maken dat dit ook ten koste gaat van zijn plezier in zijn bestuurswerk. „Als een van de weinige pensioenfondsen betaalden wij de premie door als iemand arbeidsongeschikt werd. Dat kostte een sloot geld. We hebben toen bedacht wat het zou opleveren als we het aantal arbeidsongeschikten met 10% zouden kunnen terugdringen. Dat scheelde 2 miljoen gulden. We hebben toen gezegd; neem dat nu uit de kas en ga daarmee proberen die 10% minder arbeidsongeschikten te bereiken. Zo is Stigas ontstaan. We hebben nu een sector met een laag ziekteverzuim. En daar geniet ik van. Dan denk ik, heerlijk, dat hebben we leuk opgezet.” Vulto neemt afscheid op een moment waarop de vakbonden zijn verzwakt, en collectieve arbeidsovereenkomsten onder vuur liggen. Werkgevers willen af van het knellende karakter en hervormingen die een soepeler invulling van de arbeidsvoorwaarden mogelijk maakt. Vulto maant tot voorzichtigheid in de onderhandelingen. „We moeten een inhoudelijke discussie voeren die moet leiden tot fundamentele veranderingen. Je kunt in al je enthousiasme dan proberen resultaat af te dwingen waar de bonden niet mee thuis kunnen komen. Dan kun je blij zijn en een borrel nemen op het feit dat je ze een poot hebt uitgedraaid. Maar hou er maar rekening mee dat jij de eerst volgende keer aan de beurt bent. Ergens moet altijd het midden gevonden worden; pleiten om een koe, geef er één toe.”
Uren op jaarbasis Vulto ziet mogelijkheden om uit de huidige cao-impasse te komen. Voor de opvolgende contracten bijvoorbeeld. „Het hoeft niet zo moeilijk te zijn. We hebben in de cao het uren op jaarbasis principe. Geef dus een vaste baan, eventueel parttime, en zet daarbij zwart op wit in welke perioden hoeveel uur wordt gewerkt. In die andere perioden kan iemand met vakantie of ergens anders gaan werken.” Daarbij past een oplossing voor de transitievergoeding. „Een soort verzekering binnen Sazas om er voor te zorgen dat iemand begeleiding krijgt om nieuw werk te vinden. De vakbond moet dan wel onderkennen, en dat is een fundamenteel punt, dat een transitievergoeding geen gouden handdruk is maar een
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Mans Vulto-BKW15-14.indd 8
06-07-15 13:31
Arbeidsvoorwaarden
het verst’
vergoeding om je te leiden naar een nieuwe baan. Alle ingrediënten voor een oplossing zijn er zo volgens mij.”
Eigen wil Vulto komt er weer op terug dat mensen een eigen wil hebben. „In de economische filosofie denken ze door op te telen en af te trekken te weten hoe processen werken. Maar mensen gaan toch hun eigen gang. Als je vanuit mensen blijf denken, kom je het verst. Dat is wat ik altijd heb geprobeerd; denken vanuit wat die boer en die tuinder wil. Daarom is het belangrijk praktische mensen te
hebben die mee kunnen denken, zoals in de regiegroep voor werkgeverszaken in de boomkwekerij. Ook als het om de cao gaat: wat willen mensen en hoe kun je daar op inspelen. Daar moet het eigenlijk om gaan. Vulto is duidelijk nog zeer betrokken bij de sector en nog boordevol ideeën. Toch zet hij er nu rigoureus een punt achter. „In de loop van de tijd is het steeds meer werk geworden. Rond het pensioenfonds BPL bijvoorbeeld, cirkelt een ongelofelijke hoeveelheid controle instrumenten. Ook de stukken die je door moet nemen zijn navenant toegenomen; tot wel zo’n 700 pagina’s per vergadering. Daar ben je gruwelijk zoet mee. Nu krijg ik dat hele pakket niet meer. Wat een zaligheid!” < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Mans Vulto-BKW15-14.indd 9
9
06-07-15 13:31
Duurzaamheid
Tekst: Ron Barendse Illustratie: Antoinette Schalke
Greenpeace: ’Tuincentra blijven hopeloos achter’ Greenpeace vindt dat tuincentra onvoldoende duurzaam zijn. In een recent rapport noemt zij Intratuin en Praxis op dit gebied voorlopers. De rest van de sector blijft volgens de milieuorganisatie echter ’hopeloos achter’. Greenpeace schrijft in haar recente rapport ’Hoe bijvriendelijk is jouw tuinwinkel’ dat Intratuin het voortouw heeft genomen om de tuinmarkt duurzamer te maken en dat Praxis snel volgde. Ranzijn, Hornbach en Groenrijk zouden volgens de milieuorganisatie ook aarzelend wat duurzame stapjes hebben gezet. Verder blijft de sector ’hopeloos achter’. Zij noemt daarbij Welkoop, Overvecht, Gamma en Karwei als ketens die bijen in de steek laten. Hierbij heeft Greenpeace onder andere gekeken naar de mate waarin kwekers wordt opgeroepen om minder middelen te gebruiken, maar ook in hoeverre de winkels bijonvriendelijke middelen verkopen of onkruidbestrijdingsmiddelen met Glyfosaat.
Positief over Intratuin Van de ketens die actief het pesticidegebruik onder kwekers willen verminderen springt Intratuin er volgens het rapport positief uit. De reden hiervoor is dat de keten heeft aangegeven dat in 2020 alle planten die zij verkoopt vrij zijn van de negen pesticiden die schadelijk zijn voor bijen. Ook Praxis heeft dit beloofd. Hornbach heeft volgens Greenpeace aangegeven dat zij per 1 januari 2016 geen neonicotinoïden accepteert bij de teelt van planten die de keten inkoopt. Hoe Hornbach dit gaat doen is volgens Greenpeace nog vaag. Ranzijn ging volgens Green-
10
peace niet zo ver als Intratuin en Praxis. De keten vroeg haar kwekers in een brief om minder pesticiden te gebruiken. De bovenstaande acties om het gebruik van pesticiden bij kwekers te verminderen vindt Greenpeace niet voldoende. Greenpeace haalt dan ook fel uit naar Tuinbranche Nederland. Zij vraagt zich in het rapport af of de brancheorganisatie wel wil dat haar leden verduurzamen. „De tuinbranche slaat zichzelf graag openlijk op de borst vanwege haar ’duurzame beleid’ omdat de tuincentrumondernemers weten dat bijvriendelijkheid goed verkoopt. In werkelijkheid zijn de gifplantjes en bijendodende pesticiden nooit uit de schappen verdwenen.” Misschien dat de leden van Tuinbranche Nederland wel willen verduurzamen, maar het tempo ligt volgens Greenpeace te laag. En dit is volgens de milieuorganisatie niet zo gek als je weet dat ’pesticidenfabrikanten’ als Bayer lid zijn van deze brancheorganisatie. Positief noemt Greenpeace het feit
dat Tuinbranche Nederland meer aandacht geeft aan alternatieven voor chemische middelen.
Eigen onderzoek In 2014 kwam Greenpeace met twee rapporten waarin de milieuorganisatie aangaf dat op tuinplanten zich veel residu van middelen bevindt. De tuinbranche beloofde hierop volgens Greenpeace beterschap. Een half jaar later wilde de milieuorganisatie weten hoe het met deze belofte staat en stuurde zij een vragenformulier naar negen grote ketens in Nederland. Deze ketens reageerden vervolgens niet zelf maar via hun brancheorganisaties Tuinbranche Nederland en Raad Nederlandse Detailhandel. Het leverde Greenpeace naar eigen zeggen onbevredigende resultaten op, waarop zij besloten tot een eigen onderzoek. Vrijwilligers hebben daarop in april en mei 47 tuincentra en doe-het-zelfzaken bezocht. Dit resulteerde in het rapport ’Hoe bijvriendelijk is jouw tuinwinkel’. <
Vrijwilligers van Greenpeace bezochten in april en mei 47 tuincentra en doe-hetzelfzaken. Resultaat: de verduurzaming gaat volgens de milieuorganisatie nog te traag.
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Greenpeace3.indd 10
06-07-15 14:59
Ondernemersvragen
Illustratie: Peter Moorman
Is het verstandig mijn mestboekhouding actueel te houden? Een collega-boomkweker heeft een boete gehad omdat hij te veel mest had aangevoerd. Hoe heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) deze boete kunnen opleggen? We hoeven toch geen gegevens meer aan te leveren?
Arie de Jong Van Oers Agro a.djong@vanoers.nl
Stuur uw vragen of suggesties naar Postbus 9324, 2300 PH Leiden. U kunt ook bellen of mailen met (071) 565 96 82, boomkwekerij@hortipoint.nl
U bent als boomkweker niet verplicht jaarlijks ongevraagd de mestgegevens aan te leveren bij het RVO. Wel wordt er van u verwacht dat u een mestboekhouding bijhoudt. Hoe u de administratie bijhoudt, kunt u zelf bepalen. Overigens ontvangt RVO wel een aantal gegevens met betrekking tot uw bedrijf. Zo ontvangen zij jaarlijks via de gecombineerde opgave informatie over de bij u in gebruik zijnde gronden. Daarnaast ontvangt RVO ook de vervoersbewijzen dierlijke meststoffen, vervoersbewijzen zuiveringsslib en compost en de analyseverslagen betreffende deze meststoffen. Aan de hand hiervan schat RVO in of u de gebruiksnormen heeft overschreden. Meestal vragen ze eerst nog extra informatie bij u op voordat zij een heffing gaan opleggen. Ze willen dan onder andere weten of u in het betreffende jaar nog kunstmest heeft aangevoerd en de begin- en eindvoorraden van de diverse meststoffen. Aan de hand van deze gegevens kunnen zij de heffing bepalen. De heffing bedraagt €7 per over-
schreden kilo stikstof voor de gebruiksnorm dierlijke meststoffen, €7 per overschreden kilo stikstof voor de gebruiksnorm stikstof totaal en €11 per overschreden kilo fosfaat voor de gebruiksnorm fosfaat totaal. Indien als gevolg van de overschrijding dierlijke meststoffen ook een heffing voor de andere gebruiksnormen volgt, worden de laatste gehalveerd tot €3,50 en €5,50 per kilo. Het is dan ook aan te raden om gedurende het jaar uw mestboekhouding bij te werken. Hiermee voorkomt u niet alleen eventuele heffingen maar kunt u ook vaststellen hoe u zo optimaal mogelijk kunt bemesten binnen de gestelde normen.
Gebruiksnormen In 2015 bedraagt de fosfaatgebruiksnorm per ha bouwland 50 kg. Dit is hoger indien u, onderbouwd met een analyserapport van de grond, via uw gecombineerde opgave heeft aangegeven dat de fosfaattoestand van de bodem lager is dan een Pw-getal van 55. Is dit Pw-getal lager dan 25, dan is er sprake van fosfaatarme en
fosfaatfixerende gronden. Hiervoor geldt een fosfaatgebruiksnorm van 120 kg. Het betreffende analyserapport mag niet ouder zijn dan vier jaar. De gebruiksnorm dierlijke meststoffen bedraagt 170 kg stikstof per ha. De stikstofgebruiksnorm is afhankelijk van het gewas en de grondsoort. Voor bos- en haagplantsoen geldt bijvoorbeeld een norm van 95 kg per ha per jaar. Deze normen kunt u vinden op de site van RVO. Voor de op uw bedrijf aangevoerde meststoffen kan voor het stikstofgebruik een werkingscoëfficiënt gelden. Indien u bijvoorbeeld vaste rundveemest op zandgrond toepast, telt de stikstof voor 40% mee. Gebruikt u een mengsel van mestsoorten dan mag u de verschillende werkingscoëfficiënt naar rato toepassen. Gebruikt u zo’n mengsel, vraag dan wel bij uw leverancier na wat de verhouding is en bewaar het bewijs in u mestboekhouding. Er zijn meer mogelijkheden om binnen de gestelde normen uw planten te bemesten en heffingen te voorkomen. Indien nodig, neem tijdig contact op met uw adviseur. < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Ondernemersvragen BKW15-14.indd 11
11
02-07-15 16:54
608406_.indd 12
3-7-2015 9:15:51
608407_.indd 13
3-7-2015 9:15:32
Tekst: Alfred Klaver, Naktuinbouw Illustratie en foto: Naktuinbouw
Controles op bacterievuur vergroten afzet m Begin juli starten de Naktuinbouw-keurmeesters met de controles op bacterievuur in de bufferzones. Alfred Klaver van Naktuinbouw geeft uitleg over wat bacterievuur is, wat bufferzones zijn en waarom het belangrijk is dat veel bedrijven in de bufferzones meedoen.
Bacterievuur (Erwinia amylovora) is een plantenziekte die schade aan planten op boomkwekerijen, fruitteeltbedrijven, openbaar groen en in particuliere tuinen kan veroorzaken. De ziekte verspreidt zich gemakkelijk naar andere gevoelige gewassen (waardplanten). Aantasting van bacterievuur vindt veelal plaats door infectie van bloesem (bloeseminfectie) of jonge scheuten (scheutinfectie). Scheuttoppen kunnen omkrullen en een zwart vlaggetje vormen; het zogeheten ’bacterievuurvaantje’. Aangetaste scheuten kunnen wit tot geelwit bacterievocht vertonen (slijmdruppels). De ziekte kan snel uitbreiden naar andere planten. Warm weer met een hoge luchtvochtigheid zijn ideale omstandigheden waarbij de bacterie actief wordt. Bacterievuur wordt overgebracht en/of verspreid door insecten, vogels, wind, regen, hagel en niet te vergeten de mens.
voor bacterievuur; wij hebben een aantal bufferzones ingericht. Deze gebieden, waar aanvullende maatregelen en voorwaarden voor gelden, worden streng gecontroleerd. Zodra een gebied is aangeduid als ’bufferzone’, dan wordt deze door Naktuinbouw gecontroleerd op bacterievuur. Dit in opdracht van de Raad voor de Boomkwekerij. Inspecties vinden binnen een bufferzone op zowel de kwekerijen (2x) als daarbuiten in de groene ruimte plaats. Buiten de bufferzone alleen op de kwekerijen (1x). Daarnaast is een toets op latente aanwezigheid van bacterievuur noodzakelijk. Zodra is vastgesteld dat de planten en de
omgeving in de bufferzone volledig vrij zijn van bacterievuur, dan kan het materiaal het handelsverkeer in met een ZP,b2-plantenpaspoort. De afzetmogelijkheden worden vergroot als materiaal geteeld is in een bufferzone. Zo vragen buiten de EU steeds meer landen bij import om inspecties volgens de ZP,b2-norm. In veel ’derde landen’, waaronder Rusland, China en Noorwegen, heeft bacterievuur de quarantaine status. Noorwegen is een goed voorbeeld om te laten zien wat het effect is van de inspecties in de bufferzones. Waardplanten kwamen tot voor kort Noorwegen niet binnen door de strenge importeisen. Inmiddels heeft dit land haar eisen bijgesteld. Naktuinbouw en NVWA hebben de Noren overtuigd van de werking van ons systeem. Hierdoor is export van bijvoorbeeld Malus en Pyrus nu onder voorwaarden mogelijk.
Schade Halverwege de jaren 80 waren er nog zo’n 4.000 vondsten per jaar. Door de extra inspecties is dit in de loop der jaren teruggebracht tot zo’n 100 per jaar. De infectiedruk is in Nederland dus flink afgenomen. Wordt er binnen een bufferzone toch bacterievuur aangetroffen, bijvoorbeeld in het openbaar groen in de directe omgeving van een perceel, dan beperkt dit de handel van dit perceel direct. Dit kan grote economische schade veroorzaken. Om dit
FEITEN
Controle binnen bufferzone Ω Twee veldinspecties per jaar op bacterievuur; bemonstering op percelen in verband met mogelijke latente aanwezigheid van bacterievuur. Ω Openbare ruimte in bufferzone wordt gecontroleerd op bacterievuur.
ZP,b2 bufferzone Een aantal EU-lidstaten of delen hiervan is aangewezen als beschermd gebied voor bacterievuur; de zogenaamde Zona Protecta (ZP). Nederland is geen beschermd gebied
14
Ω Perceel en zone van 500 meter rond bedrijven dient vrij te zijn van bacterievuur om te mogen verhandelen met ZP,b2 plantenpaspoort.
Controle buiten bufferzone Ω Jaarlijks een inspectie op bacterievuur. Ω Geen controle in de groene ruimte. Ω Geen ZP,b2 plantenpaspoort.
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Bufferzone Naktuinbouw BKW15-14.indd 14
02-07-15 16:54
Ziekten en plagen
et mogelijkheden binnen én buiten EU te voorkomen spoort Naktuinbouw binnen de bufferzones aantastingen van bacterievuur op en controleert zij op naleving van de maatregelen. Hiermee worden de productiepercelen in de zone beschermd.
Kosten en garantie van vrijwillige deelname De verdeling van de kosten wordt dit jaar, naast een vaste bijdrage, voor het eerst gekoppeld aan het aantal hectare waardplanten van een deelnemend bedrijf. Dit is in overleg met de sector door de Raad voor de Boomkwekerij vastgesteld. De verdeling van de kosten voor de inspecties van het openbaar groen in de zone wordt door het vak op deze manier als zuiverder ervaren. De hoogte van de bijdrage per bedrijf is afhankelijk van: grootte van de bufferzone, de te controleren hoeveelheid objecten in het openbaar groen in de bufferzone, het aantal boomkwekers waarover de kosten verdeeld worden en het aantal hectare waardplanten wat een (deelnemend) bedrijf in de zone heeft liggen. Hierdoor is het mogelijk dat de hoogte van de bijdrage per bedrijf per zone verschilt. Hoe meer bedrijven in een bufferzone deelnemen, hoe goedkoper het per bedrijf wordt. Het zou in de ogen van Naktuinbouw zonde zijn – en mogelijk ook problematisch – als er door te weinig belangstelling van bedrijven zones moeten verdwijnen. Bedrijven verliezen hierdoor mogelijk (een deel van) hun afzetmarkt. De zones worden wettelijk vastgesteld. Eenmaal geschrapte zones zijn dan ook niet zomaar terug te halen. Als een zone er niet meer is, wordt ook de omgeving niet meer specifiek gecontroleerd en waar nodig opgeruimd. Hierdoor bestaat het gevaar dat de infectiedruk weer flink toeneemt. Een kweker die deelneemt aan de ’Regeling bufferzones’ laat aan zijn afnemer zien dat hij alles er aan
12 bufferzones bacterievuur in Nederland Meeden (09BV01) Noordoostpolder (09BV04) Flevopolder (09BV05) Boskoop (09BV08) Opheusden (09BV10) Lichtenvoorde (09BV12) Steenbergen/Zundert (09BV14) Udenhout/St Oedenrode (09BV16) Bergeijk (09BV17) Uden (09BV18) Boxmeer/Venray (09BV19a) Nederweert/Venray (09BV19b)
heeft gedaan om bacterievuur te voorkomen op z’n bedrijf; waardplanten zijn visueel gecontroleerd, planten zijn getoetst op latente aanwezigheid van bacterievuur en het gebied rond de kwekerij is vrij bevonden. Bij een mogelijk meningsverschil met een afnemer sta je als deelnemer sterker in je schoenen, want een betere garantie is niet
Planten vatbaar voor bacterievuur Amelanchier Chaenomeles Cotoneaster Crataegus Cydonia Eriobotrya Malus Mespilus Photinia davidiana Pyracantha Pyrus Sorbus
mogelijk. Deelname aan de ’Regeling bufferzones’ is geheel vrijwillig.
Meer weten? Informatie over bacterievuur en deelname aan een bufferzone? Mail Gerben Mellema, manager Keuringen Boomkwekerijgewassen Naktuinbouw: g.mellema@naktuinbouw. < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Bufferzone Naktuinbouw BKW15-14.indd 15
15
02-07-15 16:54
kn Va aa na g f be dier nu i sc be s o h i h e ok kb e a a rs i r ng
spuitlicentie halen? â&#x20AC;&#x153;Gewoon vanuit huis,
10% korting! ervaring en eigen teelt
licentienl 608409_.indd 16
3-7-2015 9:15:09
Gewasbescherming
Tekst: Arie Schipper Foto: DLV Plant
In teeltvrije zones is wat te kiezen Driftarm spuiten met een grove dop gaat ten koste van de bedekking van het gewas. Gebruik van uitvloeier (onder) kan de werking verbeteren.
Boomkwekers kunnen een smallere teeltvrije zone aanhouden als ze gebruik maken van een overkapte spuitboom of andere alternatieve driftarme techniek. Ze moeten dit wel melden bij het waterschap.
Sinds 2014 is het nieuwe Activiteitenbesluit van kracht met daarin regels voor teeltvrije zones. Standaard geldt voor neerwaarts bespoten boomkwekerijgewassen en vaste planten een teeltvrije zone van 150 cm met toepassing van 50% driftarme doppen en een kantdop. Voor motorisch aangedreven handgedragen spuiten geldt een teeltvrije zone van 100 cm. Bij toepassing van een windscherm is geen teeltvrije zone noodzakelijk. In gebieden met intensieve teelt bestaat de wens bij kwekers om een smallere teeltvrije zone toe te passen. Dit kan met een alternatieve techniek of extra driftarme dop. Naast de standaardregels bestaat er een lijst van de Technische Commissie Techniekbeoordeling met adviezen aan de waterkwaliteitsbeheerders betreffende driftarme doppen én alternatieve technieken. Als een kweker wil afwijken van de standaard teeltvrije zone, dan kan hij kiezen voor een maatregel uit de TCT-lijst. Kwekers moeten dit vooraf melden bij de waterkwaliteitsbeheerder en toestemming vragen. Dit kan ook voor een gedeelte van het bedrijf.
Versmalling teeltvrije zone De teeltvrije zone is te versmallen door toepassing van 90% driftarme doppen of technieken op veldspuiten. Ook bijvoorbeeld zogenoemde lucht/vloeistof mengdoppen (bijvoorbeeld Airtec en Airjet)
vallen onder deze techniek. Verder kan de teeltvrije zone worden versmald tot 1 m met bijvoorbeeld luchtondersteuning, spuitboomverlaging, sleepdoek en Wingsprayer. Bij al deze technieken horen wel specifiek omschreven spuitdoppen en instellingen. Raadpleeg de TCT-lijst. Op de lijst staan ook enkele technieken met een teeltvrije zone van 50 cm. Voor bedrijven met een intensieve teelt van lage gewassen is de overkapte spuitboom toegestaan. Deze spuitboom is bedoeld voor bespuitingen in de spuitrichting loodrecht op de sloot en van de sloot af. Alleen aan de ’slootzijde’ van de spuitboom is een afscherming noodzakelijk.
Oprolbaar windscherm Binnen het Hoogheemraadschap van Rijnland is het onder voorwaarden ook toegestaan te werken met een oprolbaar windscherm. Voordeel hiervan is dat het gewas eerder opdroogt door wind bij het scherm in opgerolde toestand. Daarnaast kan het scherm worden gemaakt van
vrijwel waterdicht materiaal waardoor de driftreductie hoog is.
Toekomstige wetgeving De actuele TCT-lijst is te vinden op helpdeskwater.nl. Deze lijst wordt regelmatig aangepast en aangevuld met nieuwe technieken. Maatregelen die de emissie beperken zullen strenger worden. Het Activiteitenbesluit gaat uit van 50% driftreductie in de 14 m-zone van de sloot. In diverse nota’s wordt nu gesproken over 75% driftreductie op het hele perceel in plaats van 50% in de 14 m-zone. Ook wordt er gestreefd naar meer robuuste driftreducerende technieken die naleefbaar zijn. Gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen moeten er alert op zijn dat er naast de hier genoemde algemene regels ook ’zwaardere’ driftbeperkende regels op het etiket kunnen staan. Op de website www.toolboxwater. nl zijn verschillende praktische informatiekaarten te vinden om de emissie naar het oppervlaktewater te verminderen. < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Teeltvrije zone.indd 17
17
06-07-15 13:27
Tekst: Peter van 't Westeinde, Ketura Haveman Foto: Ketura Haveman
Nog groener met resterend PT-geld Kort geleden is het Koepelproject Plantgezondheid Bomen en Vaste planten gestart. In dit project wordt € 600.000 overgebleven PT-geld besteed aan een 22-tal deelprojecten. Dit gaat van een weerbare bodem tot vitale aanpak cylindrocladium en van het testen van de eigen spuit tot verantwoord omgaan met bijen. Het project heeft een looptijd van 3 jaar. De groene draad door het Koepelproject Plantgezondheidis de verminderde afhankelijkheid van chemie met een gelijkblijvende of betere bestrijding. Een verminderde afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen kan langs twee kanten bereikt worden. Je kan gebruik maken van ’groene’ middelen of je kan door het gebruik van onder andere plantversterkers en bodemverbeteraars de plant zo gezond maken dat er minder chemie nodig is. Er is al veel bekend en al veel onderzoek gedaan op het gebied van plantweerbaarheid. Tot op heden is de toepassing en vertaling naar de praktijk niet altijd goed geweest. Het doel van dit project is om zoveel mogelijk boomkwekers te bereiken, waardoor de opgedane kennis uit het verleden en tijdens dit project dieper doordringt in de sector.
Combineren Het probleem nu is dat er al veel oplossingen zijn maar dat door een gebrekkige communicatie of door onjuiste inzet de resultaten achterblijven. Vaak is het ook zo dat voor een goed (gewenst) effect meestal een combinatie van middelen en maatregelen nodig is. Tot nu toe zijn te veel middelen enkel afgerekend op de werking op één ziekte of plaag waarbij er alleen gekeken werd naar de werking van dat ene middel, terwijl er met een slimme combinatie veel meer winst te behalen is. De winst in dit project zal dan ook vooral moeten komen uit die slimme combinaties. Wanneer je bijvoorbeeld met een drone je perceel in kaart kunt brengen, kun je daarmee beter bemesten en irrigeren. Maar je kunt meer halen uit de gegevens die je vergaart. Zo kun je
FEITEN
met die gegevens ook kijken of je op bepaalde delen van je preceel meer plantversterkers moet toepassen om je gewas meer weerbaar te maken. Door een combinatie van gegevens en verschillende acties, houd je een gezonder gewas over.
22 projecten
Samenwerking
Het Koepelproject behelst 22 projecten ten aanzien van plantgezondheid. Deze projecten zijn ingedeeld in 4 groepen, namelijk preventie en weerbaarheid, biodiversiteit, nieuwe technieken en emissiebeperking. Binnen preventie en weerbaarheid zijn vallen 12 projecten. Deze 12 projecten hebben een heel diverse invulling, zo wordt er onder andere gekeken naar het creeeren van een weerbare bodem, gebruik van afdekmaterialen tegen onkruid, inzetten van plantversterkers en schimmelpreparaten en het voorkomen van Cylindrocladium. Bij biodiversiteit worden twee projecten uitgevoerd, namelijk het verantwoord omgaan met bijen en de functionele agrobiodiversiteit in de boomteelt. Voor dit laatste heeft HAS al de nodige onderzoeken uitgevoerd. Zes projecten zijn gericht op het vinden en inzetbaar maken van nieuwe technieken. Hierbij wordt onder andere gekeken hoe precisielandbouw ingezet kan worden in de boomkwekerij, maar er wordt ook gezocht naar nieuwe technieken om het knelpunt onkruidbestrijding op te lossen. Ten slotte Zijn er nog vier projecten geericht op emissiebeperking. De nadruk ligt in deze projecten vooral op het inzichtelijk maken van emissie op de kwekerij, zodat kwekers weten waar de knelpunten liggen en vervolgens samen kijken hoe dat met de vaak al voor handen zijnde technieken en middelen opgelost kan worden.
18
In dit project is er een unieke samenwerking tussen een 4-tal teeltadviesbedrijven, namelijk Agropili, Cultus, DLV Plant en Groeibalans samen met Hessel Marketing en de ZLTO. De projectleiding ligt bij de ZLTO. Boomkwekers konden voor het Koepelproject verschillende projecten indienen. Vervolgens is de Stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Raad voor de Boomkwekerij (Anthos en LTO Nederland vakgroep Bomen en Vaste planten), en de aanvragers van de projecten
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Koepelproject.indd 18
06-07-15 11:00
Gewasbescherming
d
Tijdens het project wordt er ook gezocht naar nieuwe technieken of verbetering van de bestaande om het onkruidknelpunt op te lossen.
met alle ingediende projecten aan de slag gegaan om te bekijken of en waar het paste met dit Koepelproject als resultaat. De verdere uitwerking van de afzonderlijke projecten die onder het Koepelproject vallen wordt ter hand genomen door de teeltadviesbedrijven. Zij zullen dat natuurlijk met de boomkwekers samen doen. Een zeer transparante werkwijze waarover kwekers zeer regelmatig op de hoogte gehouden zullen gaan worden via De Boomkwekerij, Nieuwe Oogst en andere bladen maar ook via de verschillende sociale media.
Emissie In het project is aandacht voor het gebruik van chemische en groene middelen en de effecten daarvan. Daarnaast gaat het in dit project ook om het voorkomen van ongewenste
emissies. Dit is grotendeels al te bereiken door bewust omgaan met de bestaande techniek maar zeker ook door gebruik te maken van nieuwe technieken. Op verschillende manieren zullen bestaande spuiten getest worden om de afgifte, het spuitbeeld en de emissie beter in kaart te krijgen. Daarnaast wordt er zeker ook aandacht besteed aan de manier van toepassen. Geen spuitboom over de sloot bijvoorbeeld en niet spuiten bij te veel wind. Het is daarbij van groot belang dat er inzicht komt in de gevolgen van een oogenschijnlijk kleine emissie.
Zichtbaar maken Naast veel nieuwe en oude technieken is er zeker ook ruimte om te laten zien wat onze sector nu al doet en te bieden heeft. De boomkwe-
kerijsector is leverancier van jaarrond biodiversiteit in tuinen, parken, straten en het buitengebied. Tal van bloeiende planten en bomen dienen als voedselbron voor zeer belangrijke bestuivende insecten. Ook voor een goede waterafvoer en berging in de toekomst is het van het allergrootste belang dat er meer beplanting komt in plaats van meer verstening. Hiermee kunnen extreme neerslagmomenten beter opgevangen worden. Ook is het al vastgesteld dat de temperatuur in een stad of dorp met meer groen op hete dagen enkele graden lager is dan in een ’kale’ omgeving. Uit al deze positieve effecten van groen kan de sector voordeel halen. Tot op heden komt dat echter nog te weinig voor het voetlicht. Door met de resultaten uit dit project nog meer naar buiten treden kan de sector laten zien dat het heel goed bezig is. Aan de andere kant moet de sector ook willen zien dat het op sommige onderdelen nog beter kan. Doel van het Koepelproject is in te zetten op die onderdelen om ze verder te verbeteren en te optimaliseren.
Aftrap Maandag 6 juli was de Kickoff van het Koepelproject. Deze bijeenkomst was de de officiële start. De proeven in de verschillende deelprojecten zijn voor een heel groot deel echter al opgestart, omdat het groeiseizoen ook al van start is. Komend jaar zal op verschillende manieren aandacht worden besteed aan deze reeds lopende projecten. Naast de al eerder genoemde artikelen, zullen er ook open dagen en excursies worden georganiseerd. Ook zullen de vier adviesorganisaties die in dit project werkzaam zijn, de projecten onder de aandacht brengen van kwekers. <
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Koepelproject.indd 19
19
06-07-15 11:00
Tekst en Foto’s: Arno Engels
Druppelirrigatie houdt groei erin Hitte en droogte teisteren het land, maar Joost Vlemminx maakt zich niet echt zorgen of zijn bomen wel voldoende water krijgen. Hij is een van de weinige boomkwekers die ervaring heeft met ondergrondse druppelirrigatie. Vier tot vijf uurtjes druppelen, en er zit 10-15 mm in de wortelzone.
„We kunnen gerust overdag beregenen, want er verdampt vrijwel niets”, zegt Joost Vlemminx (31) terwijl het kwik 37°C aangeeft. Zijn methode van beregenen, ondergrondse druppelirrigatie, is ook gelijk inzetbaar. „We hoeven het systeem maar gewoon aan te zetten.” De boomkweker uit Oirschot voegt de daad bij het woord en loopt naar de kopakker van een perceel. Even een hoofdslang koppelen aan een aftappunt. Zijn vader Piet plaatst ondertussen een drukmeter tussen twee slangdelen in. „Die meter is nodig om de druk rustig te kunnen opvoeren in de druppelslangen. Als je die rechtstreeks laat volpompen, komt er ineens zoveel druk op, dat de slangen uit elkaar kunnen knallen.” Vlemminx duikt een hutje in waar een elektropomp staat. Een simpele druk op de knop, en dan stroomt de slang gestaag vol met bronwater. Het komt van 12 m diepte. „Er zit hier onder de grond een waterader, er blijft maar water komen en dat is snel opgepompt. We hoeven praktisch niet met de handpomp te beginnen.” Het is de enige elektropomp voor de beregening. „We doen er de hele kwekerij mee”, vertelt de kweker, die alle percelen aan huis heeft liggen. Totaal 17 ha grond, waar-
Door druppelirrigatie blijven bomen frisgroen groeien, is de ervaring van Vlemminx.
20
van de helft beteeld met bomen. Verspreid zijn zes aftappunten, zodat blok na blok kan worden beregend. „Per blok zetten we ’m vier tot vijf uurtjes aan, en in drie dagen tijd zijn we de hele kwekerij rond. Dan hebben we 10-15 mm water gegeven.”
Bovengronds aangevreten De beregening is amper te zien. Vanaf de hoofdslang gaan de druppelslangen namelijk al gauw de grond in, langs de rijen bomen op. Op een enkele plek waar de slang nog aan de oppervlakte ligt, sproeit onbedoeld een straaltje water omhoog. „Aangevreten door konijnen”, verklaart Vlemminx. „Die hebben ook dorst.” Om vraatschade zoveel mogelijk te voorkomen, liggen de druppelslangen dus onder de grond, op een diepte van 3-4 cm. „Dieper moeten ze ook niet liggen, want dan groeien de wortels eromheen en krijg je de slangen bijna niet meer uit de grond. Nu komt het water ook precies waar het moet zijn: bij de wortels.” Bovengronds laat het effect van de beregening zich ook maar weinig zien. Na een kwartier druppelen kun je je afvragen of er wel water uit de sleufjes (om de 20 cm in de slang) komt, maar na een paar uur druppelen wordt een vochtige rij zichtbaar, zeker als de grond rul is. „Meters wijzen toch echt 10-15 mm uit”, geeft Vlemminx aan. „Hoeveel moet je wel niet met een haspel geven, om zoveel water bij de wortels te krijgen?”
Nadelen haspelberegening Vergeleken met haspelberegening verbruikt druppelirrigatie minimaal water, aldus de kweker. „Met een
Vanaf de hoofdslang gaan de druppelslangen al snel ondergronds.
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Druppelirrigatie.indd 20
06-07-15 11:50
Beregening
Boomkwekerij Vlemminx, Oirschot Sortiment: spillen en laan- en parkbomen,
tot
diktemaat
18-20 cm Afzet: grotere boomkwekerijen en handelsbedrijven Oppervlakte: 17 ha waarvan 8 ha beteeld Personeel: naast Joost en Piet Vlemminx enkele parttimers en vakantiekrachten Website: vlemminxbomen.nl
Bekijk meer foto’s van dit bedrijf op deboomkwekerij.nl.
Joost Vlemminx geeft doelmatig water via druppelslangen die net onder de grond liggen. „Het water komt precies bij de wortels.”
haspel verdampt al een deel van het water, dat is verloren. Bomen krijgen met warm weer ook een klap van dat water, omdat dat echt koud uit de grond komt.” Voor Vlemminx geen haspelberegening meer. Hij gebruikte voorheen wel eens een haspel, of verplaatste sproeiers over percelen, maar aan dit bovenover beregenen kleefde nog een belangrijk nadeel. Het grondwater bevat veel ijzer, waardoor er met beregenen ijzer op de bomen kwam. „Dat ging ten koste van de groei.” „Het beste water komt nog altijd van boven”, verwijst Vlemminx naar regenwater. „Maar als dat niet komt, wat dan?” Negen jaar geleden vond hij ondergrondse druppelirrigatie als antwoord. Bij een aardbeienteler in België. „Ik dacht eerst dat het niks was voor bomen.” Maar na twee jaar zonder beregening stapte Vlemminx naar een mechanisatiebedrijf. Dat bouwde voor hem een afrolmechanisme voor druppelslangen op de plantmachine. „Om tegelijk met het planten de slangen door de grond te trekken. Dat doen ze in de aardbeien ook.” Vlemminx deed die combinatie niet voor lang. „Als de rol op was, dan moest je in de grond zoeken naar het eindpunt van de slang. Dat werkt niet.” Nu gaan de slangen achter een aparte sleuventrekker machinaal de grond in. „In een dag tijd kunnen we nu 2 ha slangen bij de bomen rijden.” De druppelslangen zijn van John Deere Water en heten T-Tape. „Het zit op een rol van
3,3 km. De dikte van de slang is variabel en ook het aantal sleufjes per meter.”
Biologisch afbreekbaar gewenst Het beregeningssysteem werkt heel fijn, vindt de kweker, maar hij noemt gelijk een nadeel op van de slangen: die zijn van polypropyleen gemaakt. Plastic dus. „Het zou perfect zijn als de slangen, na drie jaar in de grond, biologisch afbreken. Want als je spillen die je doorkweekt als laanboom, om en om wilt rooien, dan zitten die slangen in de weg en rooi je ze kapot.” De spillen voor de handel worden per hele rij gerooid. „Dan is er niets aan de hand, want voordat we rooien, trekken we de slangen eruit en gaan ze weg als plastic afval – dat wordt gerecycled.” Het ontbreken van biologisch afbreken daargelaten, ziet Vlemminx de voordelen van druppelirrigatie terug in de bomengroei. „De groei blijft aan de gang vanaf het voorjaar, doordat er continu een vochtvoorziening is bij de wortels. Dan krijg je diktegroei. En we kunnen gelijk vloeibare meststoffen meegeven als dat nodig is. Tot half augustus is het systeem gewoon nuttig.” Vanaf half augustus/begin september, afhankelijk van het weer, beregent de kweker echter niet meer. „Dan is beregenen gevaarlijk, want toppen schieten dan door. Bomen kunnen dan te laat zijn afgehard.” < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Druppelirrigatie.indd 21
21
06-07-15 11:50
Tekst: Ron Barendse Foto: Gerdien de Nooy
’Boomkweker, dat wil ik worden’ Vanaf zijn 16e werkt Albert Arends vier dagen en ging hij een dag per week naar school. Na zijn eindexamen gaat veel energie naar de boomkwerij.
V
oor de 18-jarige Arends staat het al jarenlang vast dat hij boomkweker wil worden. Z’n grootvader was het, z’n vader is het en nu zijn examen achter de rug is gaat ook zijn energie straks vooral naar de laanboomkwekerij van zijn ouders. De afgelopen jaren hebben voor Arends met name in het teken gestaan van leren. Niet alleen in de schoolbanken, maar vooral in de praktijk. Arends vond het zoals hij het zegt ’altijd al leuk om te werken’. Tot zijn vijftiende was dit vooral in het bedrijf Arends Den Heuvel van zijn vader en oom. Daarna was dit ook bij andere boomkwekers. Zo werkte hij anderhalf jaar bij het nabijgelegen bedrijf van Otto van Setten jr. en twee jaar bij M. Willemsen en Zn. in Opheusden. „Het was op mijn vaders advies dat ik op andere bedrijven ben gaan werken en het is me goed bevallen. Ik heb veel gezien en geleerd.” Na zijn opleiding VMBO TL en naast zijn werk volgde Arends een dag in de week een cursus Plantenteelt bij AOC Oost locatie Dodewaard. Vorig jaar was dit niveau 1 en 2, en onlangs rondde hij niveau 3 met goed gevolg af. In september gaat hij twee maanden op een boomkwekerij in Engeland werken en wellicht komende winter nog op een bedrijf in Duitsland. „Talen vind ik belangrijk want van huis uit doen we veel export.” Arends weet wat hij wil, ondanks de vele economisch slechte geluiden. „Mijn vader werd ook al geadviseerd om geen boomkweker te worden. Maar mijn opa zei vroeger al ’het is hout of goud, maar groen blijft altijd’. En daar geloof ik ook in. Boomkweker zijn is bovendien een mooi vak.” <
22
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Zomerserie spread.indd 22
06-07-15 11:49
Eindexamen
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Zomerserie spread.indd 23
23
06-07-15 11:50
Foto: Cultus Agro Advies
Meeldauwbestrijding vergt goede timing Vanwege het schrale voorjaar hebben veel bespuitingen in de rozenteelt niet goed uitgepakt. Ondanks de lagere meeldauwdruk is het van belang de bespuitingen goed te timen.
Jeroen Pertijs Cultus Agro Advies jeroenpertijs@cultus.nl
De relatieve luchtvochtigheid (rv) was in het voorjaar extreem laag. Dit is vooral te wijten aan de windrichting, veelal vanuit het noorden, in combinatie met een hoge windkracht. Behalve dat de rozen hierdoor nauwelijks wilden groeien, was dit ook nadelig voor bespuitingen. Systemische middelen werken vaak pas goed vanaf 70% rv. Op meteorologische sites zoals buienradar. nl kunt u terugkijken op het verloop van rv gedurende een bepaalde tijdsperiode. U ziet dan dat op droge dagen de rv enkel tussen 0.00 en 6.00 uur boven 70% komt. Dat wil zeggen dat spuiten met een systemisch middel vóór middernacht en na 4.00 uur ’s morgens een beperkt effect geeft. Het middel moet namelijk ook de tijd krijgen om goed in het blad te worden opgenomen. Spuiten binnen dit tijdsbestek heeft vaak het nadeel dat het gewas te nat staat en de opname hierdoor ook beperkt is. Het beste moment om te spuiten is net na een regenachtige periode wanneer het blad weer droog is, het liefst op de vroege ochtend of in de avond. Vaak blijft de rv dan nog een tijdje hoog, vanwege de verdamping van bodemvocht en regenwater. Ter bestrijding van echte meeldauw zijn er verschillende middelen beschikbaar. In het preventieve stadium zijn er echter veel
middelen die een strobilurine verbinding bevatten. Deze groep is resistentiegevoelig. Middelen afwisseling is daarom belangrijk.
Aandachtspunten Luna Privilege Sinds dit jaar is het middel Luna Privilege beschikbaar. Dit is een systemisch middel met een werkzame stof (fluopyram) uit een nieuwe groep, dus zeer welkom in het kader van resistentiemanagement. Luna Privilege is toegelaten ter bestrijding van echte meeldauw en mag vier keer per twaalf maanden worden gespoten. Let wel: het interval tussen de bespuitingen moet wel 21 dagen zijn. In de rozenteelt is dit interval te lang. Spuit Luna Privilege daarom om en om met bijvoorbeeld Flint of Frupica, zodat u het interval kunt handhaven. Ook de werkzame stof van Luna Privilige is resistentiegevoelig; let daarop. Ook is onze ervaring dat Luna Privilege een vergroenend effect geeft en in enkele gevallen groeibevorderend werkt. Zodra de meeldauwdruk hoog wordt, zult u toch moeten overschakelen naar Nimrod en, bij aanhoudende druk, spuiten met Topaz of Folicur. Behalve middelenkeuze is het dus ook van groot belang op het goede moment te spuiten. Houd het weer goed in de gaten. <
Spuit tegen meeldauw bij voorkeur als het blad droog is na een vochtige periode. De rv blijft dan even hoog, waardoor het blad het middel goed kan opnemen.
24
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Teeltadvies BKW15-14.indd 24
06-07-15 12:18
Teeltadvies
Bemonster gietwater en potgrond coniferen Let bij coniferenteelt op een te hoge EC en te veel bicarbonaat in gietwater. Besteed daarnaast aandacht aan de vorm van coniferenstek en streef naar een beheerste groei.
Arie Schipper DLV Plant a.schipper@dlvplant.nl
Er is weinig voorraad in de gietwaterbassins. Met name in Boskoop is de EC van het oppervlaktewater opgelopen, met daarbij hogere gehalten aan bicarbonaat (opgeloste kalk). Dit bicarbonaat zorgt voor een oplopende pH van de potgrond. Wanneer water een EC bereikt van 0,8-1,0 is bemonsteren nodig. Bij hoge gehalten aan bicarbonaat (3,0-4,0 mmol/l) kan het noodzakelijk zijn aan te zuren. Bij veranderingen in de EC-gift moet u ook de dosering zuur aanpassen. Bemonster ook de potgrond om inzicht te houden in pH, EC, voeding en ballastzouten. Bij alle coniferen is een optimale pH van 4,5-5,5 van belang voor een goede groei en kleur. Beheersing van deze pH maakt de opname van de voedingselementen optimaal. Nu het nieuwe stekseizoen weer voor de deur staat, is het goed aandacht te besteden aan de vorm van het onbewortelde stek. Goed gevormd stek geeft een goed gevormde plant. Stek met een kaal steeltje geeft, zeker in pot, een minder mooie plant. Aan tijdelijke medewerkers is dit soms moeilijk over te brengen, maar vorm en uniformiteit blijven belangrijke aandachtspunten.
Het vorige groeiseizoen kenmerkte zich door een vroege start en een goede groei, met eind juli en augustus een natte koude periode. Gevolg daarvan is geweest dat de gewassen zacht en kwetsbaar het najaar zijn ingegaan. Gecombineerd met een vrij dichte gewasstand heeft dit tot veel taksterfte in de winter geleid, bijvoorbeeld in Juniperus. Gezien deze ervaringen dient u te streven naar een hardere, misschien wel wat kortere conifeer in pot. Een hardere plant is beter geschikt voor de afzet en export. Dit geldt zeker ook voor plantgoed voor doorteelt in pot. Maatregelen om te komen tot een beheerste groei zijn: een gematigde stikstofgift en voldoende kali, calcium, magnesium en spoorelementen. Bij bemesten via de beregening kunt u een kalirijke mengmest (bijvoorbeeld 12+12+36) of B-bak combineren met kalksalpeter en/of calciumchloride. Bemonsteren van de potgrond wordt nog belangrijker voor verdere optimalisatie. Snoeit u coniferen flink in het groeiseizoen, doe dit dan tijdig, rond half juli. Te late snoei geeft namelijk latere groei, en minder verhouting en afharding. <
Houd groei in vruchtbomen Tweejarige appelbomen zijn al behoorlijk goed vertakt, zaak is nu om lengte te krijgen en mogelijk nog een paar takken erbij. Let daarnaast vooral op roestmijt.
Jan van Lavieren AgruniekRijnvallei Plant j.vanlavieren@agruniekrijnvallei.nl
De groeiomstandigheden tijdens de vertakking zijn niet bijzonder geweest: te schraal, weinig neerslag en vooral te koude nachten. Na een week met bijzonder hoge temperaturen en weinig neerslag is het daarom belangrijk om de groei erin te houden. Watermarks zijn een hulpmiddel bij de beslissing wanneer u het best kunt beregenen, hoe vaak en hoeveel. Plaats de vochtsensoren op de droogste hoeken van het perceel, op 20 en 40 cm diepte. De ondiepste watermark geeft de urgentie aan in de bovenste grondlaag (waar de meeste wortels zitten), de diepere geeft aan in welke mate de grond opdrachtig is. Vanaf 20 kPa gemeten begint de boom droogtestress te ervaren. Komen de watermarks boven deze kritische grens, dan is beregenen gewenst. Probeer de zuigspanning te houden tussen 20-30 kPa. Naast de waterhuishouding dient u roestmijt en spint onder controle te houden. Vooral roestmijt gedijt goed vanaf 25°C, bij hogere temperaturen is de plaag geconcentreerd in de broek van de boom. Spint houdt meer van 18-20°C. Roestmijt is op dit moment dan ook een belangrijker item dan spint.
De enige manier om roestmijt te beheersen is met een juiste spuittechniek. De spuitvloeistof moet zoveel mogelijk aan de onderkant van de bladeren komen. Breng de spuitnevel met zakpijpen tussen het gewas. Voer de bespuiting het liefst uit bij een hogere luchtvochtigheid, ’s morgens vroeg. Gebruik Envidor; voeg eventueel een uitvloeier toe als u het middel apart verspuit. Controleer ook de peren zorgvuldig op roestmijt. Op een aantal plaatsen is er Movento of Vertimec ingezet tegen perenbladvlo. Het lijkt erop dat deze behandelingen ook goed tegen roestmijt hebben gewerkt. Ga er niet vanuit dat dit vanzelfsprekend is. De ontwikkeling van bloedluis gaat bij hoge temperaturen zeer snel, terwijl er vaak onvoldoende natuurlijke vijanden aanwezig zijn. Zet bij hoge temperaturen daarom Pirimor in, met veel water, uitvloeier en eenzelfde spuittechniek als bij roestmijt. Blijf beducht op bacterievuur, zeker na flinke (onweers)buien. Het is niet altijd duidelijk waar de aantastingen vandaan komen, maar ieder jaar zijn er weer percelen bekend met bomen en een aantasting. < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Teeltadvies BKW15-14.indd 25
25
06-07-15 12:18
Tekst en Foto: Arno Engels
Bomen op eigen wortel: doen of niet? In de toekomst vragen afnemers als gemeenten meer naar eigen wortel. Dat werd geconcludeerd op een symposium over wortelechte bomen op Expo TCO. Enkele kenners lieten hun licht schijnen op dit actuele thema. Teelttechnisch is stekken mogelijk, maar veel bomen worden niet voor niets traditioneel veredeld.
OPINIE
’Kweek geen biologische tijdbommen’
26
„Wat gaan jullie doen?”, zo daagde
ent-onderstam juist leiden tot extra
Jitze Kopinga laanboomkwekers uit
wortelopslag. „Zoals Populus x ca-
op het symposium. „Klanten blijven
nescens op P. alba”, zei Kopinga. „Be-
overtuigen van de superieure kwa-
heerders zitten niet te wachten op
liteit van bomen op onderstammen,
wortelopslag. Die grijpen wel in als
of de horizon verruimen met bomen
de onderstam gaat uitlopen, maar
op eigen wortel?”
de particulier? Die snapt niet wat er
Kopinga, zojuist gepensioneerd bo-
gebeurt.”
menonderzoeker bij Alterra en Cen-
Kopinga stelde dat je boomgeslach-
trum voor Genetische Bronnen Ne-
ten als Fraxinus, Ulmus en Aescu-
derland, en nu actief met Kopinga
lus niet op zaailingonderstammen
Boomadvies, verwees naar ontwik-
moet vermeerderen. „Zaailingon-
kelingen op de gemeentemarkt.
derstammen kunnen ziek worden.
„Het duurt niet lang meer of klanten
Bij Fraxinus is er een grote geneti-
worden slimmer. Ze willen geen bio-
sche variatie in gevoeligheid voor
logische tijdbommen zoals potlood-
essentaksterfte.” Zo’n variatie is er
iepen, maar iepen die ze kunnen
ook bij iepen en gevoeligheid voor
vertrouwen. Die staan dus op eigen
iepziekte, en kastanjes en kastanje-
’Bomen stekken heeft voor- en nadelen’
wortel. Of op een onderstam die ve-
bloedingsziekte. „Zet die bomen dus
„We hebben alle vermeerderings-
wel twintig wortels, soms maar
getatief is vermeerderd, iepziekte-
gewoon op eigen wortel.”
technieken nodig”, stelde Henk
één. Voldoende wortels zijn wel
resistent is en waarvan de compati-
Genetische variatie in zaailingonder-
Huibers van Batouwe Boomkwe-
nodig voor doorkweek in de volle-
biliteit met de veredeling op hogere
stammen leidt soms ook tot verschil
kerijen op het symposium. Dit
grond. De laatste jaren zijn er wel
leeftijd voldoende bekend is.”
in herfstverkleuring, zoals bij Pyrus
bedrijf vermeerdert bomen zowel
hulptechnieken bij gekomen zoals
calleryana. Enten op zaailingonder-
generatief als vegetatief, inclusief
teelt in (sleuf)potten en in goten.”
Andere voorbeelden
stammen, vanwege betere toleran-
op eigen wortel. Huibers noemde
Als ander nadeel noemt hij: „Stek-
Behalve potloodiepen noemde Ko-
tie tegen bijvoorbeeld een hogere
een aantal voordelen van wortel-
ken is duurder dan enten.”
pinga nog meer voorbeelden van
bodem-pH, noemde Kopinga „rom-
echt. „Geen last van onverenig-
bomen die traditioneel veredeld
melen in de marge. Het effect is ook
baarheid, minder opslag en min-
Pleidooi
zijn, maar waarbij (uitgestelde) on-
marginaal bij onderstammen met
der ziektedruk. Als een boom snel-
Afnemers vragen in de toekomst
verenigbaarheid optreedt. Met als
zouttolerantie. Als een boom te veel
ler groeit door bijvoorbeeld de on-
meer naar eigen wortel, aldus
gevolg dat bomen ineens kunnen
zout krijgt, gaat die sowieso kapot.”
derstam, is hij ziektegevoeliger.”
Huibers, maar hij hield wel een
omvallen op straat. Of dat de onder-
Hij nuanceerde ook de groeisnelheid
De kweker somde ook nadelen
pleidooi. „Als wij meer informatie
stam fors achterblijft in de groei van
van veredelde bomen ten opzichte
op van bomen stekken. „Er zijn
krijgen van eindgebruikers, welke
de ent, zoals bij Sorbus op Crataegus.
van wortelecht. „Door een onder-
kleinere aantallen te produceren,
bomen ze op eigen wortel willen,
„Die combinatie leidt vaak tot insta-
stam krijgt een boom al in het eerste
omdat de tijd zeer beperkt is om
dan kunnen we beter inspelen op
biliteit en wordt tegenwoordig daar-
jaar een behoorlijke scheut, maar na
zomerstek toe te passen.” De mate
de vraag. Want nu heb ik sterk het
om al wat minder toegepast.”
een jaar of drie groeien de meeste
van beworteling kan ook een na-
gevoel dat er een gat zit tussen
Ook kunnen bepaalde combinaties
bomen op eigen wortel even snel.”
deel zijn. „Soms maakt een stek
kwekers en eindgebruikers.”
ERVARING
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Symposium wortelechte bomen.indd 26
02-07-15 16:55
Expo TCO
Met bomen op eigen wortel, zoals deze Ulmus ’Columella’, hebben gemeenten onder andere niet het probleem van plotseling omvallen door uitgestelde onverenigbaarheid.
DISCUSSIE
Bedrijfsredenen en communicatiegebrek De presentaties van Bart van der
Anderzijds werd gezegd dat nog
Sluis, Henk Huibers en Jitze Kopinga
maar weinig kwekers hun bomen
zorgden voor enige discussie on-
volgen op de eindplaats.
derling en met kwekers in de zaal. De discussie spitste zich met name
Nazorg en opvoeding
toe op bedrijfskundige overwegin-
Nazorg zou geen kwaad kunnen,
gen om bomen te veredelen dan-
aldus Kopinga. „Vraag een paar jaar
wel te stekken, en op een gebrek
na aanplant aan de klant: hoe gaat
aan communicatie en voorlichting
het met de bomen? Als klanten het
in de afzetketen.
betere product herkennen, willen
Enerzijds werd gesteld dat bomen
ze er best een hogere prijs voor te
op een onderstam goedkoper zijn
betalen.” Klanten worden volgens
te produceren, en dat de huidige
Kopinga wel slimmer, maar er zijn
markt voor zulke bomen al te wei-
er ook die opvoeding nodig heb-
nig geld zou overhebben. Waarom
ben. „Communiceer helder over je
zou je dan bomen op eigen wortel
bomen. Hoe zijn ze vermeerderd?
zetten, wat duurder is in kostprijs?
En om welke redenen?”
ONDERZOEK
’Enorme spreiding aan resultaten’ „Stekken van laan- en sierbomen is mogelijk,
met name bij Tilia, Pyrus, Malus en Platanus. Met
slagingspercentage bij Acer platanoides liep bij-
maar het is specialistisch werk. Want binnen
het bevorderen van de beworteling middels de
voorbeeld op tot 90%. Spethmann behaalde nog
diverse soorten is er een enorme spreiding aan
zogeheten heated bin-methode (stekken op een
een betere slaging.”
resultaten”, zei Bart van der Sluis, onderzoeker
verwarmde bodem van 17-25°C) zijn goede re-
Uit onderzoek zijn echter ook lagere en zeer uit-
bij PPO Boomkwekerij, op het symposium. Hij
sultaten behaald, aldus Van der Sluis.
eenlopende slagingspercentages van stekken
haalde diverse onderzoeken in binnen- en bui-
Acer platanoides is ook op eigen wortel te kwe-
bekend. Liquidambar styraciflua ’Worplesdon’
tenland aan waarin gepoogd is de vermeerde-
ken. Die methode is bijvoorbeeld door PPO ook
bijvoorbeeld 45-95% slaging, Ginkgo biloba ’Au-
ring op eigen wortel te kunnen verbeteren.
gebruikt in onderzoek naar Verticillium-resisten-
tumn Gold’ 35% en G. biloba ’Mayfield’ slechts
In het cultuurwaardeonderzoek bijvoorbeeld,
te onderstammen van Acer.
5%. „In grote lijnen groeit materiaal uit langstek op dezelfde manier door”, aldus Van der Sluis.
dat liep van 2004 tot en met 2011, is aandacht besteed aan verbetering van bestaande ver-
Langstekmethode
„Want hét aandachtspunt bij stekken is wel de
meerderingstechnieken. Zo kwamen uit het on-
Van der Sluis noemde op het symposium verder
kwaliteit van de beworteling.”
derzoek 55 moeilijke combinaties naar voren van
de langstekmethode die de Duitse onderzoeker
De beworteling is volgens de onderzoeker goed
ent en onderstam, mede door (uitgestelde) on-
Spethmann heeft ontwikkeld. Hierbij wordt zo-
als deze fijn vertakt is rondom de stek. Liquidam-
verenigbaarheid. „Bij die lijst is vermeld of stek-
merstek gestoken in een kas of tunnel, waarbij
bar styraciflua ’Burgundy’ bewortelt bijvoorbeeld
ken wel tot de mogelijkheden behoort.”
de luchtvochtigheid tussen 95-100% wordt ge-
wel. „Maar de beworteling is eenzijdig. Dan moet
De PPO’er verwees ook naar laanbomenproef-
houden met een mistinstallatie. Het stek is on-
je oppassen: wat doet die later in de teelt? En
tuin De Boutenburg, waar in de periode 1990 tot
geveer tussen 40-100 cm lang. „Met langstek
Quercus frainetto maakte in de proeven alleen
2000 methodieken van winterstek zijn beproefd,
zijn in onderzoek mooie resultaten behaald. Het
maar calluspropjes. Daar hield het mee op.” De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Symposium wortelechte bomen.indd 27
27
02-07-15 16:55
608408_.indd 28
3-7-2015 9:14:38
Expo TCO
Tekst en Foto: Arno Engels
Ingewikkeld gebiedseigen Zonder certificering is de deur naar de Duitse gebiedseigen markt gesloten. Die boodschap hadden Duitse kenners op Expo TCO, op een symposium over het thema. De vraag is of die boodschap doordringt.
Voorafgaand aan Expo TCO zeiden organiserende kwekers dat Tree Centre Opheusden interesse heeft in Duits gebiedseigen en erop willen inspelen. Maar ze wilden wel weten hoe dat kan en erover discussiëren. Daarom was er een symposium over het thema. De belangstelling was echter gering, en er kwam geen vraag die aanzette tot een forumdiscussie. De geringe belangstelling kwam waarschijnlijk doordat kwekers in de stands waren en/of de Duitse materie moeilijk vinden. Op het symposium spraken twee Duitse kenners over gebiedseigen en over de certificering ervan middels het systeem ZgG: Niels Sommer, ZgG-beheerder, en Christoph Dirksen, bedrijfsleider van ZgG-deelnemer Wilhelm Ley Baumschulen. Hun boodschap was helder: als een bedrijf vanaf 2020 nog plantmateriaal wil leveren voor het Duitse landschap, rechtstreeks of via een Duits bedrijf, dan moet ieder bedrijf gecertificeerd zijn volgens ZgG of een ander systeem dat gebiedseigen waarborgt. „Anders is de deur naar die markt gesloten”, zei Sommer.
90% van Duitsland Vijf jaar geleden is toepassing van gebiedseigen opgenomen in de Duitse natuurbeschermingswet. Er geldt een tienjarige overgangstermijn; over vijf jaar is die toepassing dus verplicht. „In onze vrije natuur”, legde Dirksen uit. „Globaal is dat 90% van ons land; daar bepaalt de wetge-
ver wat we moeten planten. Stedelijk gebied is de andere 10%; daar mogen planologen het nog bepalen.” Dirksen hamerde op een correcte bedrijfsadministratie. Hij wees naar Nederlandse kwekers. „U heeft allemaal een goede boekhouding, maar u moet gebiedseigen herkomsten wel duidelijk onderscheiden van veredelde bomen, en niet mengen. Gebiedseigen zijn zaailingen, dus niet cultivars als Acer campestre ’Elsrijk’. Ook moet u bij gebiedseigen papieren leveren vanaf de zaadbron.” De Duitse materie is misschien ingewikkeld voor Nederlandse kwekers, maar ook de Duitsers vinden het niet eenvoudig, gaf Dirksen toe op Expo TCO. Zo is Duitsland voor gebiedseigen verdeeld in zes Vorkommensgebiete (VkG). „Stel dat u alleen maar de 20 belangrijkste boomsoorten wilt leveren in al die gebieden, dan moet u 120 verschillende herkomsten in productie nemen.” De VkG hebben landsgrenzen, ondanks dat de natuurlijke verspreiding van bomen en struiken feitelijk begrensd is door klimatologische omstandigheden. „Het is puur een
Duits verhaal om eigen natuur te behouden”, aldus Dirksen. „En dan hebben we het nog niet eens over klimaatverandering gehad. Maar zie de gebiedseigen markt als een kans.”
Meer aanmeldingen ZgG
De Duitse kweker Christoph Dirksen (links) en ZgGbeheerder Niels Sommer gaven op Expo TCO uitleg over Duits gebiedseigen. „Wij zien de gebiedseigen markt in Duitsland als een kans.”
Een langzaam toenemend aantal bedrijven neemt de marktkans. Er zijn in Duitsland verschillende regionale en landelijke certificeringen voor gebiedseigen. ZgG is het populairst met ruim vijftig deelnemers, waaronder vier Nederlandse bedrijven. „Iedere maand melden kwekers zich aan. Nu ook weer vier aanmeldingen uit Nederland.” Bedrijven die lid zijn van kwekersbond BdB, betalen ongeveer €1.000 per jaar voor ZgG-deelname. Nietleden ofwel buitenlandse bedrijven zijn het dubbele kwijt. „We staan open voor buitenlandse deelnemers”, verklaarde Sommer. „Maar de BdB heeft al tien jaar lang geïnvesteerd in het ZgG-systeem en in het praktisch omgaan met gebiedseigen. Dat heeft ons veel geld gekost. We willen dat graag terugverdienen.” < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Symposium gebiedseigen.indd 29
29
06-07-15 14:43
608405_.indd 30
6-7-2015 12:41:20
Tekst: Ronald Houtman Foto's: Plants and Pictures
Ongekend
Wilson noemde het ’één van de allermooiste bomen van de Chinese bossen’, maar in ons klimaat heeft de boom helaas moeite om tot rijke bloei te komen. Toch is Emmenopterys henryi een elegante kleine boom voor tuinen en parken. Als laanboom is deze soort ongeschikt.
Emmenopterys henryi
PLUS + Elegante kleine boom + Mooi blad
Emmenopterys henryi is genoemd naar de Ierse planthunter Augustine Henry die de boom aan het eind van de 19e eeuw meerdere keren in China zag. Toch was het de bekende planthunter E.H. Wilson die in 1907 zaden naar Engeland stuurde en daarmee deze soort in Europa introduceerde. Wilson was bijzonder gecharmeerd van de boom. De eerste naam, Emmenopterys, is afgeleid van de woorden ’emmenes’, wat ’blijvend’ betekent en ’pteryx’ wat ’vleugel’ betekent. Dit slaat op het opvallende kelkblad dat uitgroeit tot een soort vleugel en die tot lang nadat de bloemen zijn uitgebloeid blijft zitten. Dit kelkblad is circa 5 cm groot en crèmekleurig. Als de bloemen zijn uitgebloeid, kleurt het kelkblad lichtbruin crème met een iets roze gloed. De bloemen verschijnen in losse, brede pluimen in de tweede helft van de zomer, omstreeks juli-augustus. De pluimen zijn 10 tot 15 cm lang en breed. Boven de opvallende kelkbladen staan crèmekleurige klokvormige bloemen. De bloemen zijn circa 2,5 cm groot.
+ Fraaie bloei (zie minpunt) + Winterhard
MIN - Bloeit niet als jonge plant en heeft veel warmte nodig om te bloeien - Moeizame vermeerdering
Zeldzame bloei Overigens verschijnen de bloemen alleen in warme zomers en dan nog niet eens ieder jaar. Ook bloeit de boom pas na vele jaren en hebben de meeste bomen in cultuur nog nooit gebloeid. Pas in 1971 bloeide er voor het eerst een boom buiten China. Dit was in Villa Taranto, Lago Maggiore, Italië. In Nederland en België heeft de boom de laatste jaren verschillende keren gebloeid. Dit gebeurde in Arboretum Kalmthout in België en in De Dreyen, Wageningen en Plantentuin Esveld in Boskoop. Het feit dat de boom slechts zelden bloeit heeft in hoge mate bijgedragen aan zijn mysterieuze status. E. henryi is een kleine, vrij langzaam groeiende boom
die bij ons na vele jaren uiteindelijk circa 10 m hoog zal worden. In China kan de boom hoger worden. De bast is lichtbruin grijs, iets gegroefd en weinig spectaculair. De twijgen zijn glanzend donkergroen en glad. Ze dragen tegenover elkaar staande bladeren. Deze zijn elliptisch en 10 tot 15 cm lang. Bij uitlopen zijn de bladeren prachtig bronskleurig. Het jonge blad is vrij dun en kan gemakkelijk beschadigen bij nachtvorst. Het volwassen blad kleurt glanzend donkergroen en is vrij leerachtig van structuur. De bladeren bevinden zich steeds aan de twijguiteinden. In de herfst kan het blad geelachtig kleuren, maar gewoonlijk is dit niet spectaculair. Emmenopterys heeft geen Nederlandse naam. Het geslacht behoort tot de Rubiaceae en is daarmee familie van boomkwekerijgewassen als Cephalanthus, Coprosma, Gardenia en Phuopsis. Veel bekender is het familielid Coffea, de koffieplant. Emmenopterys is een zogenaamd monotypisch geslacht. Dit wil zeggen dat er slechts één soort is: E. henryi. Tot voor kort ging men ervan uit dat er nog een soort was (E. rehderi) maar recent onderzoek heeft ertoe geleid dat deze soort in een ander geslacht is geplaatst. Van nature komt E. henryi voor in Centraal- en Zuidwest-China. <
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Ongekend Emmenoptery.indd 31
31
02-07-15 16:56
608410_.indd 32
6-7-2015 11:52:37
608411_.indd 33
6-7-2015 11:52:47
Tekst en Foto’s: Arno Engels
Wijze lessen over herkomst planten Beheerders van bos- en natuurgebieden werden op 23 juni in Wernhout bijgespijkerd over de herkomst van plantmateriaal. Na theorielessen over zaadcategorieën, kwaliteitsnormen en controlemogelijkheden, volgden praktijklessen op bosplantsoenpercelen en in een bos met een bijzondere zaadopstand. Bijna vijftig beheerders van bos- en natuurgebieden zaten in de zaal. Ook waren er bosplantsoenkwekers aanwezig, vooral uit nieuwsgierigheid naar de lessen voor de beheerders. Want voor afnemers was de bijeenkomst bedoeld. Georganiseerd in het kader van de Green Deal ’Weet welk plantmateriaal je (ver)koopt’. De aanleiding was duidelijk. Eerder onderzoek door Probos toonde aan dat er in de Nederlandse afzetketen van bosplantsoen een groot kennisgebrek is. Beheerders weten niet goed waarop ze moeten letten bij bestellen van plantmateriaal, ze omschrijven het niet helder, en weten ook niet waarop ze bij levering moeten controleren. Schort het aan de opleiding, werd in de zaal gevraagd. Dat kan, maar beheerders hebben zoveel verschillende werkzaamheden die weinig te maken hebben met plantmateriaal. Zaken regelen met bijvoorbeeld ruiterclubs of waterschappen. „Maar u bent wel opdrachtgever van de aankoop van plantmateriaal”, hield Patrick Jansen van Probos de beheerders voor. „Voor een goed groeiende en vitale beplanting moet u wel weten wat u bestelt.”
NEN 7412 en Rassenlijst zijn hulpmiddelen Jansen vertelde eerst dat er allerlei wet- en regelgeving geldt voor bosbouwkundig teeltmateriaal. „Het mooie is: als beheerder hoeft u hiermee niets te doen. Als u heel erg geïnteresseerd bent in regels, dan kunt u zich erin
In café De Valk gaf onder andere Patrick Jansen (Probos) uitleg aan de beheerders. Welke kwaliteiten zaad zijn er, welke normen gelden, wat zijn controlemogelijkheden?
34
verdiepen. Aspecten die voor u belangrijk zijn: type, maat, leeftijd en verhouding lengte- en wortelhalsdiameter.” Bij het bestellen van kwaliteit verwees Jansen naar twee hulpmiddelen: de NEN 7412-normen en de Rassenlijst Bomen. „De NEN-normen zijn eisen en leveringsvoorwaarden voor de belangrijkste soorten bos- en haagplantsoen”, legde Jansen uit. „In de Rassenlijst staan zaadopstanden in diverse categorieën. Maar zaad is niet in elke categorie beschikbaar. Vraag dat dus eerst na.” Jansen benadrukte ook dat bestellen en leveren niet altijd gelijk opgaat. „Realiseert u zich goed dat kwekers niet duizenden producten op voorraad kunnen hebben. Stelt u hele specifieke eisen aan de herkomst, bestel deze dan één tot drie jaar vooruit, zodat kwekers de tijd hebben om het materiaal goed te kunnen kweken.”
Autochtoon en klimaatverandering? Er kwam nog specifieke uitleg over autochtoon plantmateriaal. Dit wordt steeds meer voorgeschreven in bestekken, maar uit onderzoek door Probos bleek dat niet alle opdrachtgevers weten wat autochtoon precies inhoudt. „Autochtone herkomsten staan in de Rassenlijst onder categorie SI, Source Identified. Is het doel van uw beplanting ecologisch, dan kunt u die herkomsten kiezen.” Onderzoekers veronderstellen dat autochtoon zich kan aanpassen aan klimaatverandering. „Maar er zijn nog geen bewijzen voor”, zei Martijn Boosten van Probos. In dit verband adviseerde Sven de Vries, van Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN), de beheerders wel om te kiezen voor genetische diversiteit aan herkomsten. „Door het totaal aan diversiteit is bijvoorbeeld de eik wel in staat zich aan te passen.” Het is al wel bewezen dat autochtoon tot minder uitval leidt, onder andere in een Duitse veldproef. „Uitval van autochtoon was 2-7%. Bij niet-autochtoon materiaal was er 10% tot zelfs 30% uitval, vooral veroorzaakt door droog-
De groep bestond uit beheerders van Staatsbosbeheer, Bosgroepen, Rijkswaterstaat of andere organisaties. Sommigen bleken voor het eerst op een kwekerij te komen.
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Beheerders plantmateriaal.indd 34
06-07-15 14:45
Bos- en haagplantsoenketen
Kweker Marc Lodders wees beheerders welke herkomsten van Prunus avium waren gezaaid. Op het perceel is het onderscheid te zien aan herkomstbordjes.
testress.” De aanplantkosten van autochtoon zijn 2-10% lager dan bij regulier materiaal. „Omdat inboet bij autochtoon dus minder nodig is. Ondanks dat de aanschafkosten van autochtoon hoger zijn.” Jansen zette uiteen hoe beheerders de geleverde kwaliteit het best kunnen controleren. „Met een visuele keuring. En met een administratieve controle, want genetische kwaliteit kun je niet zien. En vraag altijd om een herkomstcertificaat, want dat zit zelden bij planten.”
Amper op kwekerij geweest Na de theorie in de zaal stapten de beheerders in de bus, om als praktijkvoorbeeld enkele percelen van Lodders Boomkwekerijen te bekijken. Sommige beheerders bleken amper op een kwekerij te zijn geweest. Marc Lodders legde de teelt uit en maakte het onderscheid duidelijk tussen verschillende herkomsten. „We steken gelijk achter de zaaimachine bordjes en paaltjes in het bed om de herkomst aan te geven.” Pierre Domen liet een zakje autochtoon zaad zien. „Dit gaan we in september uitzaaien. Daarna is er een jaar nodig om de zaailingen op te kweken, en dan nog een jaar om ze te verplanten. We zijn dus al drie jaar verder voordat ze leverbaar
zijn.” Net als Jansen adviseerde Domen vroegtijdig bestellen. „Drie jaar vooruit is zeer wenselijk. En bij autochtoon vier jaar, omdat het zaad vaak beperkt beschikbaar is.” Om te bekijken waar autochtoon zaad vandaan kan komen, reed de bus naar de Krochten toe, een natuurgebied van Staatsbosbeheer net buiten Wernhout. Een slingerend pad leidde naar twee zeldzame opstanden: autochtone herkomsten van zwarte els en zachte berk. De Vries (CGN) legde uit wanneer een opstand op de Rassenlijst kan komen en gebruikt kan worden voor zaadoogst. „De opstand moet uit minimaal dertig genetisch verschillende individuen bestaan. Dat is de ondergrens, want het verlies aan genetische diversiteit is bij 25-30 individuen groter dan het verlies bij 30-35 individuen.” De autochtoniteit moet bewezen zijn door bijvoorbeeld historische gebiedskaarten. „Zijn er te weinig individuen, dan kun je een populatie kunstmatig maken met vegetatieve vermeerdering. Dat gebeurt in de genenbank.” Die genenbank ligt in Roggebotzand. Die kunnen de beheerders misschien een volgende keer bezoeken. Voorlopig hadden ze in Wernhout leerzame lessen gekregen, zeiden ze na afloop. Ook de aanwezige kwekers waren blij met de excursie. „Als ze in het rooiseizoen terugkomen, kunnen ze ook het sorteren in de praktijk zien.” <
Pierre Domen toonde autochtoon zaad van Crataegus monogyna. „Autochtoon zaad is vaak beperkt beschikbaar, wil je zeker dit gebruiken, bestel dan vier jaar vooruit.”
Tabe
Tabe TabelT
TabelN
Bij autochtone zaadopstanden in de Krochten kregen de beheerders uitleg over criteria waaraan een opstand moet voldoen, voor opname in de Rassenlijst. De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Beheerders plantmateriaal.indd 35
35
06-07-15 14:45
Tekst: Ank van Lier Foto’s: Veiling Rhein-Maas, Ron Barendse
Jaaraanvoermelding tool om klokaanvoer Veiling Rhein-Maas te stabiliseren
‘Kwekers moeten klok serieus nemen’
Kwekers moeten bij Veiling Rhein-Maas hun verwachte klokaanbod opgeven. Dit moet zorgen voor stabiel aanbod en stabiele prijzen voor de klok.
Kwekers die pot- of tuinplanten willen verkopen via de klok van Veiling Rhein-Maas in het Duitse Straelen-Herongen, zijn verplicht aan het begin van het jaar een indicatie te geven van het aantal stuks dat ze gaan aanvoeren. Via deze jaaraanvoermelding wil de veiling grip houden op de aanvoer en excessen in aantallen en prijsvorming voorkomen. Kwekers die meer of minder producten voor de klok brengen dan aangegeven, lopen het risico op sancties. Directe verkoop is de trend, ook bij Veiling Rhein-Maas. „Het aanbod pot- en tuinplanten dat voor de klok wordt gebracht, schommelt al jaren. Dit hangt nauw samen met vraag en aanbod bij de directe verkoop”, geeft René Siebers, Hoofd Assortimentsmanagement en Import bij Veiling Rhein-Maas, aan. „Desondanks is de klok nog altijd de motor van ons verkoopapparaat; de klokprijs vormt de basis voor de prijsvorming bij de bemiddeling.” In 2011, het eerste jaar van de nieu-
36
we Veiling Rhein-Maas, was sprake van grote fluctuaties in de productaantallen die voor de klok werden gebracht. Geen wenselijke situatie, benadrukt Siebers. „Als grootste tuinplantenveiling in West-Europa willen wij een stabiel aanbod en een stabiele prijsvorming realiseren, voor klokaanvoerders en voor kopers. In de praktijk bleek echter dat kwekers die focussen op directe verkoop de klok regelmatig als ’dumpplek’ gebruikten op momenten dat de bemiddelingsprijzen te wensen
overlieten. Kwekers die structureel producten voor de klok brachten, werden hier de dupe van.”
Jaaraanvoer- en weekmelding Om excessen in aanvoer en prijsvorming te voorkomen, de klokprijzen te stabiliseren en vaste klokaanvoerders op deze manier te behoeden voor grote schommelingen, besloot Veiling Rhein-Maas begin 2012 meer regie te nemen in de klokaanvoer. Kwekers werden verplicht om aan
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Jaarmelding layout.indd 36
06-07-15 14:26
Veiling
Voorkomen excessen ook aandachtspunt FloraHolland
het begin van het jaar een indicatie te geven van de productaantallen die zij in een bepaalde periode voor de klok verwachtten te brengen. „Naast deze jaaraanvoermelding bleef de weekmelding bestaan, waarbij kwekers één week van tevoren moeten aangeven welke aantallen van welk product zij op een bepaalde veildag voor de klok willen brengen”, vertelt Gerd Christ, teammanager assortimentsmanager potplanten bij Veiling Rhein-Maas. In eerste instantie bestond de jaaraanvoermelding uit het invullen en retourneren van een pdf. Vanaf begin 2015 is dit proces volledig gedigitaliseerd en kunnen kwekers deze melding doorgeven via een speciaal onlineportal. Hier kunnen ze op termijn ook inloggen voor de weekmelding. „Digitalisering van de jaaraanvoermelding geeft de assortimentsmanagers van onze veiling
Ook FloraHolland probeert de
sing kunnen komen. Zo kunnen
komen. Tegelijkertijd spreken we
klokaanvoer te regisseren. Voor
we sancties voorkomen.”
ook een minimum aanvoer af met
leden geldt daarom het zogehe-
Voor contractzenders - kwekers
kwekers, zodat ondernemers niet
ten ‘excessenbeleid’. „Sinds ja-
die geen lid zijn van FloraHolland
alleen meeliften op hoge prijzen
nuari 2014 hanteren we speciale
of daarnaast nog andere afzet-
of producten alleen voor de klok
rekenregels om afwijkingen in de
kanalen hebben - zijn eind 2014,
brengen wanneer ze deze elders
klokaanvoer te signaleren”, zegt
begin 2015 ook speciale ‘spel-
niet kwijt kunnen.”
perswoordvoerder Lex van Hors-
regels’ opgesteld om een gelijk-
Afgelopen maanden is het pro-
sen van FloraHolland. „Iedere dag
matig klokaanbod te creëren. „Dit
ces rondom de aanvoerafspraken
worden, net voordat het veilen
houdt in dat onze accountmana-
voor contractzenders vormge-
begint, aanvoerafwijkingen in
gers de producten van contract-
geven. Het nieuwe beleid wordt
kaart gebracht ten opzichte wat
zenders inventariseren en kijken
eerst uitgerold bij de product-
een kweker de dag en de week
hoeveel de klok hiervan op jaar-
groepen die vorig jaar onder de
ervoor leverde. De veilingmeester
basis kan ‘hebben’. Vervolgens
pilot ‘niet leden, niet veilen tenzij’
bepaalt vervolgens of er per veil-
hoort de kweker hoeveel produc-
groep en locatie een risico is op
ten hij per jaar kan aanvoeren.
excessen. Is een lid verantwoor-
De accountmanager bepaalt in
delijk voor een exces, dan wordt
overleg met de veilingmeester de
zijn aanvoer achteraan geveild.
gewenste
Bij contractzenders wordt aan-
per periode en per week op de
bod geweigerd. Als een kweker
drie exportlocaties. Ook dit wordt
vooraf het vermoeden heeft dat
teruggekoppeld naar de kwekers.
vielen (onder andere Calluna en Hedera). Gedurende de rest van het jaar worden de afspraken fasegewijs ingevoerd voor de andere productgroepen. „Een exacte planning volgt. Tot een bepaalde productgroep aan de beurt is, geldt de bestaande regelgeving.”
sprake is van een exces, kan hij
Door een maximum te stellen aan
dat overigens melden en kijken
de aanvoer willen we uitschieters
we of we samen tot een oplos-
in aanvoer en prijsvorming voor-
sneller en eenvoudiger inzicht in de verwachte aanvoer en in mogelijke knelpunten, in de vorm van een teveel aan aanvoer op een bepaalde veildag. Ook kunnen kwekers door deze digitalisering de verwachte aantallen van een bepaald product korter voor het aanvoertijdstip doorgeven. Kerststerren hoeven bijvoorbeeld niet al aan het begin van het jaar te worden doorgegeven, maar pas in de zomer.”
Sancties De vraag is natuurlijk hoe Veiling Rhein-Maas omgaat met de verkregen informatie, vooral wanneer een te grote aanvoer van een bepaald product wordt verwacht. „Meteen na het doen van de jaaraanvoermelding checken de assortimentsmanagers of in bepaalde perioden sprake is van buitensporige aanvoeraantallen van
aanvoerhoeveelheid
bepaalde producten”, legt Siebers uit. „De marktsituatie in het afgelopen jaar vormt hierbij het uitgangspunt. Dreigt er bij bepaalde producten een teveel aan aanvoer, dan gaan de managers in gesprek met de aanvoerders. We overleggen dan of zij andere afzetmogelijkheden hebben, bijvoorbeeld via de directe verkoop.” Daarnaast kijken de assortimentsmanagers kritisch naar de betrouwbaarheid van de jaaraanvoermeldingen van kwekers in de afgelopen jaren. Ofwel: is een kweker zijn beloften nagekomen? „Bij iemand die structureel meer of minder stuks voor de klok brengt dan opgegeven - en dan gaat het niet om enkele karretjes, maar om echte grote aantallen -, die vooral A2-kwaliteit voor de klok brengt of alleen in bepaalde perioden - bijvoorbeeld rondom Moederdag - aanvoert, nemen we sancties. Deze sancties bestaan
>
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Jaarmelding layout.indd 37
37
06-07-15 14:26
Veiling
Als dreigt dat op een veildag bij Veiling Rhein-Maas te grote aantallen van een bepaald product wordt aangevoerd, is uitwijken naar een andere veildag soms een mogelijkheid dit op te lossen.
meestal uit het terugschroeven van de te leveren aantallen. Dat is vervelend voor deze kwekers, maar is wel fair richting andere, regelmatige klokaanvoerders. En dit is ook nodig om hen te beschermen.”
Bijsturen Ook gedurende het jaar sturen de assortimentsmanagers bij, aan de hand van de opgegeven weekmeldingen. „Dreigen op een bepaalde veildag te grote aantallen van een bepaald product te worden aangevoerd, dan gaan we in gesprek met kwekers. Vaak komen we samen tot een oplossing; uitwijken naar een andere dag kan bijvoorbeeld soelaas bieden. Alleen wanneer we zien dat de betrouwbaarheid van een aanvoerder te wensen overlaat, nemen we harde sancties en worden soms producten geweigerd. Afgelopen jaar is er ruim driehonderd keer contact geweest met kwekers die andere aantallen en kwaliteiten leverden dan vooraf opgegeven. In een aantal
38
gevallen werd de aanvoer van een bepaald product door een kweker ook daadwerkelijk geblokkeerd. Hierbij ging het met name om kwekers van echte massaproducten, die sterk vertegenwoordigd zijn in deze regio, bijvoorbeeld perkgoed en Calluna. Bij de kleinere producten is actie vrijwel nooit geboden.”
Bewustzijn creëren Siebers benadrukt dat de veiling kwekers niet in een keurslijf probeert te dwingen; in overleg is er volgens hem veel mogelijk. „Krijgt een kweker een goed aanbod vanuit de directe verkoop, dan is het in principe geen probleem als hij hierop ingaat. Mits de ondernemer dit even meldt aan zijn assortimentsmanager en wij hierop kunnen anticiperen. We kunnen andere kwekers dan weer de kans bieden om wel te leveren. Communicatie is dus heel belangrijk; in feite vragen we kwekers om ons op de hoogte te houden en de klok serieus te nemen. Dit is ook een
bewustzijn dat moet groeien; we hopen dat sancties op termijn steeds minder en uiteindelijk helemaal niet meer nodig zullen zijn.” Siebers verwacht dat het digitaliseren van de jaaraanvoermelding ook zal bijdragen aan het vergroten van dit bewustzijn. „Aanvoerders kunnen nu immers op ieder moment zelf inzien hoeveel van de toegestane aantallen uit de jaaraanvoermelding al zijn geleverd. En ook voor ons als veiling is het makkelijker om de vinger aan de pols te houden.”
Minder excessen Heeft invoering van de jaaraanvoermelding tot nu toe ook het gewenste resultaat gehad? Ofwel: waren uitschieters in aanvoer en prijsvorming de afgelopen jaren beperkt? „Dit laatste is zeker het geval”, geeft Siebers aan. „Het is moeilijk te zeggen of de prijzen hierdoor ook echt beter zijn geworden. Maar er waren wel duidelijk minder excessen dan in het eerste jaar; een belangrijke winst.” <
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Jaarmelding layout.indd 38
06-07-15 14:26
Markt & Afzet
Foto’s: Arno Engels,
HOE LOOPT HET?
’Verloren in Rusland, goedgemaakt in Duitsland’ De handel voor de Garten- und Landschaftsbau (GaLaBau) verschilt per land, bemerkt Jan-Dieter Bruns, directeur van Bruns Pflanzen-Export GmbH. Volgens hem heeft de hele boomkwekerij in de export naar Rusland ongeveer 25% aan omzet verloren. Wat in dat land is verloren, heeft Bruns echter in de Duitse GaLaBau goedgemaakt. „De stemming in Rusland is slechter geworden, omdat de roebel zwak is en afnemers nog voorzichtig zijn. Wordt het komend seizoen beter in Rusland? Dat geloof ik niet zo, maar de afzet blijft daar wel doorgaan. Ook in Oekraïne is de handel moeilijk. Maar ook in Frankrijk zeggen architecten dat er te weinig projecten zijn. In Engeland is de handel daarentegen normaal, en zo ook in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Omdat er te veel bomen in Europa
waren, zijn er ook in Duitsland partijen vernietigd. Dat is gezond voor de markt en voor de firma zelf, vind ik. Gaan we ook minder opplanten? We zijn net terug van Opheusden. We hebben weer jonge bomen ingekocht, en inderdaad, algemeen iets minder. We merken meer vraag naar gebiedseigen bomen, en we zijn ook ZgG-gecertificeerd om deze te kunnen vermarkten. Maar gebiedseigen blijft een moeilijk politiek thema. Duitse architecten weten ook niet hoe bomen zijn vermeerderd. Ze vragen bijvoorbeeld gebiedseigen Tilia europaea ’Pallida’, maar gebiedseigen kunnen alleen zaailingen zijn. Firma Bruns behaalt 90% van de omzet in de GaLaBau. 10% op de tuincentrummarkt, en op die markt zijn Europawijd minder planten verkocht. We hebben dat laatst bij de European
Nurserystock Association (ENA) besproken, maar kunnen het moeilijk verklaren. Heeft de eindverbruiker minder interesse in planten? De handel op tuincentra loopt nu nog wel, maar rustig, want het was hier begin juli 30°C en de zomervakantie komt er weer aan.” <
‘Zomers worden belangrijker door vergrijzing’ Vanwege de tropische temperaturen had Eric Stuyt, eigenaar van Florahuis, in week 27 een veel mindere handelsweek verwacht. Toch bleven vooral de eerste helft van deze week veel Nederlandse en Belgische tuincentra enthousiast inkopen. ‘Maar nu wordt het even duimen draaien’, zegt hij.
„Omdat tuincentra het voorgaande weekend goed hadden gedraaid, moest er flink wat aangevuld worden. De meeste klanten gingen van de vijfde versnelling simpelweg over in de vierde, maar er waren ook tuincentra die meteen na het weekend op de rem trapten door het stijgende kwik. Donderdag (2 juli, red.) was het omslagpunt. Met het vooruitzicht op een lange, tropische periode en aan de vooravond van de zomervakanties, viel er een abrupte stilte. Maar tot dit moment liep alles wat groot en bloeiend is goed. De consument heeft geen zin om met een
plantje in p9 te starten en te wachten tot september op een volle, bloeiende plant. Een plant moet voldoende volume hebben zodat ze er direct van kunnen genieten. Lavendula is wat dat betreft een absolute topper, maar ook Delphinium, Digitalis en Coreopsis lopen goed. Trendy zijn nu de diverse carnavalsmixen: drie kleuren in een pot, of het nou Lobelia, Petunia of Verbena is. Het eerste halfjaar is voor ons prima verlopen. Dit komt door de afzet naar nieuwe klanten, maar ook zijn bestaande klanten meer gaan afnemen. De crisis is eindelijk voorbij. Vooral de maanden mei en juni waren goed. De prijsvorming lag stabiel op een hoger niveau, zonder extreme uitschieters rond de feestdagen. Ik hoop dat kwekers dat niet zien als een aanleiding om volgend jaar de aantallen weer op te voeren. Na dit hitte-intermezzo verwacht ik zeker weer een kleine opleving. Ik zie de afgelopen jaren een trend dat de zomer belangrijker wordt. Door
de toenemende vergrijzing hebben we met een grotere groep ouderen te maken die in de zomerperiode thuis blijven en druk in hun tuintjes bezig zijn. Ze besteden ook nog eens bovengemiddeld, dus ik zie dat als een positieve ontwikkeling.” <
Lees elke week beschouwingen over hoe de handel loopt op de boomkwekerij.nl De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Markt_Hoe-loopt-het BKW15-14.indd 39
39
06-07-15 14:48
Foto’s: Arno Engels, Sandra Sanders, De Boomkwekerij
P RO D U C TA N A LYS E
Wisselend beeld bij verkoop Rhododendron Qua verkoop noemt de ene kweker het afgelopen Rhododendron-seizoen redelijk goed, een ander noemt de verkoop juist moeizaam. Voor de totale markt lijkt de waarheid ergens in het midden te liggen. Het koele voorjaar zorgde in ieder geval voor een relatief lange verkoopperiode.
„Je raakt nooit alles kwijt”, zegt Erik Deckers van Boomkwekerij P. Braspenning. Toch spreekt hij van een goed seizoen wat de verkoop van Rhododendron betreft. Het bedrijf verkoopt Rhododendron in 2 to 7,5 lcontainer. Deckers zag de vraag naar de kleinere potmaten iets stijgen terwijl de vraag naar 7,5 l-container stabiliseerde. Op voorhand verkocht het bedrijf iets minder planten dan de voorgaande jaren omdat een grote order niet doorging, maar uiteinde-
lijk zorgde een relatief goede daghandel ervoor dat bijna alle leverbare planten het bedrijf verlieten. Ook Willem Rijsdijk spreekt bij het naastgelegen Floribras Garden Plants van een vrij goed seizoen. Het bedrijf verkoopt met name planten in 10 tot 80 l-container. „In februari ontstond al het vertrouwen bij onze klanten dat de winter wel voorbij was en zijn we begonnen met uitleveren. Maar uiteindelijk kwam de verkoop dit voorjaar op hetzelde niveau uit als vorig jaar. De najaarsverkoop was vorig jaar echter beter dan het jaar er voor. Per saldo hebben we iets meer stuks verkocht dan vorig seizoen. Sebastiaan Hoogenraad kijkt terug op een moeizaam seizoen. Hij zegt dat de markt voor zijn product in 4 l-container wordt ’overspoeld’ met Duits product. „Rhododendron in pot
is een supermarkt-artikel geworden. Bovendien zitten particulieren minder op Rhododendron te wachten.” Bij Van den Berk Boomkwekerijen noemt Hans van Rijsewijk het Rhododendron-seizoen wat betreft de aanlegmarkt vergelijkbaar met voorgaande jaren. „Het najaar was moeizamer dan normaal, maar het voorjaar heeft dit goedgemaakt”, zegt hij. <
HANDELSSTEMMING
Stekbedrijven tevreden over uitleveringen Veel kwekers verminderden door slechte marktomstandigheden de laatste jaren hun aantallen. Ook stekbedrijven schroefden hun productie daarom de laatste twee jaar fors terug, maar het lijkt er op dat dit jaar de markt weer meer in balans komt.
Stekbedrijven hebben de laatste jaren hun productie flink verminderd. Zij spreken hierbij in sommige gevallen van een afname van 20% ten opzichte van twee jaar geleden. Om van een keerpunt te spreken is volgens hen misschien wat vroeg, maar hun afnemers zijn duidelijk positiever gestemd dan voorgaande jaren. „Ik heb nog nooit zo weinig overgehouden”, zegt Bernd Rötjes van Rötjes Young Plants over het aantal stek dat hij nog leverbaar heeft. Hij heeft begin juli 90-95% van zijn productie uitgeleverd en heeft daarvoor geen klanten hoeven pushen. Dat hij weinig over heeft, kent een aantal oorzaken. „Klanten zijn vorig jaar
40
voorzichtig geweest met hun bestellingen en daarom hebben wij ook minder opgezet. Daarbij hebben we ook minder als vrije voorraad geproduceerd. En daarbij heeft een aantal klanten dit voorjaar toch ook nog wat bijbesteld.” Bij stekbedrijf de Biesplanken kwekerijen hoort René van Belkum van zijn klanten ’best positieve geluiden’. Hij zag dit voorjaar nog wel dat een aantal klanten hun stek wat later wilden hebben, sommigen schuiven deze zelfs door naar het najaar, maar hij mag zoals hij dat zelf zegt ’niet klagen’. Hij heeft dit jaar wel zo’n 20% minder stek opgezet ten opzichte van twee jaar geleden. Bij Stekbedrijf Bergs is begin juli 60% van het bestelde stek de deur uit en dat is vergelijkbaar met andere jaren. Mede-eigenaar Wim Bergs zegt dat ook zij de laatste twee jaar minder hebben opgezet, maar hij is ervan overtuigd dat komend jaar de productie weer gaat stijgen. „Er komen nu al meer bestellingen
binnen dan vorig jaar om deze tijd. Vorig jaar waren kwekers erg voorzichtig met hun orders, maar bijbestellen lukte dit voorjaar niet altijd. In sommige gevallen grepen ze er naast en daardoor bestellen ze nu toch iets eerder en in grotere aantallen. „Het zou wel eens een keerpunt voor de branche kunnen zijn dat na twee jaar van dalende aantallen klanten nu weer meer willen opzetten.” <
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Markt_Handelsstemming_Foto.indd 40
06-07-15 14:50
Markt & Afzet P RO D U C TA N A LYS E
Walnotenbomen in opmars De vraag naar walnotenbomen zit in een stijgende lijn, mede dankzij landelijk nieuws over wetenschappelijk bewijs dat noten eten zeer gezond is. De stijgende vraag komt niet alleen van particulieren af, maar ook van boeren en professionele telers die Juglans aanplanten. En van gemeenten die inwoners meer willen betrekken bij openbaar groen. Van oudsher zijn in de handel het meest bekend Juglans regia ’Broadview’ en ’Buccaneer’, en de zaailingsoorten J. regia en J. nigra. ’Broadview’ en ’Buccaneer’ worden het meest verkocht aan particulieren, omdat deze rassen allebei zelfbestuivend zijn waardoor je in principe maar één boom in een tuin hoeft te planten. Dan moeten het wel deze rassen daadwerkelijk zijn, want in de handel zijn onder die namen ook wel
eens gewone zaailingen in omloop – die minimaal noten produceren. Het sortiment Juglans is veel groter en diverser dan die twee soorten en twee rassen. Gespecialiseerde kwekers hebben wel tientallen tot meer dan honderd rassen in productie. De vraag hiernaar komt vooral van verzamelaars en van particulieren die iets specifieks wensen voor hun tuin, bijvoorbeeld een Juglans voor de sierwaarde met rood blad, of een Juglans met een bepaalde boomvorm. De laatste jaren zijn er ook dwergrassen op de markt gekomen, die bijvoorbeeld anderhalve meter hoog worden en daardoor geschikt zijn voor kleine tuinen, balkon en terras. Ook een ontwikkeling van de laatste jaren is grootschalig aanplant vanwege de notenproductie. Steeds
meer boeren in Nederland, Duitsland en andere landen planten bijvoorbeeld een hectare vol met Juglans, veelal voor de zelfvoorziening of particuliere verkoop. Daarnaast produceren professionele telers noten voor bijvoorbeeld industriële verwerking. <
LANGS DE KASSA
Jan-Paul Scheltinga:
‘Lavendel ‘Hidcote’ staat hier op nr. 1’ Naam bedrijf:
Tuincentrum J.P. Scheltinga Locatie:
Blesdijke (Fr) Medewerkers:
Geen
Waarom komen mensen bij u? „Vanwege de gemoedelijkheid, het advies en de service zoals even meelopen naar de auto. Zo’n 60 à 70% is vaste klant. Nieuwe groepen klanten aanboren vind ik lastig. De jeugd zoekt het liefst zelf, loopt rond met de smartphone en scant de QR-code als die er is, terwijl dit groencentrum
zich juist onderscheidt door goede advisering. De informatie op die labels klopt ook niet altijd. Dan staat er ’niet snoeien’ terwijl dat best kan.”
alleen nog in het voor- en najaar in bakjes. Mensen zien het misschien te veel als grafplant. Laurier is ook een stuk minder geworden.”
Welke producten zijn echt op hun retour? „Coniferen verkoop ik bijna niet meer. Heide voor de tuin ook niet,
Waar is juist veel vraag naar? „Lavendel staat op nr. 1. ’Hidcote’ is de meest verkochte. Verder doen alle hortensiasoorten het goed, zeker ’Limelight’. Hortensia Endless Summer is ook een heel mooi product, maar veel mensen vinden hem te prijzig. Verder verkopen Salvia, maagdenpalm, Verbena, Allium en de rode Heuchera heel goed. De laatste twee jaar zijn daar de kruiden bijgekomen. Eigenlijk is alles wat een beetje geurt wel in trek.” En bij de bomen? „Leilinde en plataan, gevolgd door Catalpa. Daarnaast een heleboel fruit, zeker ook leifruit, want dat heeft weinig ruimte nodig. Een kweker zei ooit tegen me dat als het crisistijd is, dat fruit dan in opmars komt. Daar denk ik nog weleens aan.” < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Markt_Handelsstemming_Foto.indd 41
41
06-07-15 14:50
Informatiebijeenkomsten over Xylella De bacterie Xylella fastidiosa vormt een potentieel grote bedreiging voor de teelt van veel boomkwekerijgewassen en een aantal vaste planten. Het is van groot belang dat een ieder die in de sector bomen en vaste planten actief is, zich bewust is van de risicoâ&#x20AC;&#x2122;s. Om die reden heeft de LTO Vakgroep Bomen en Vaste Planten het initiatief genomen voor twee informatiebijeenkomsten over deze bacterie. Tijdens deze bijeenkomsten zal door de NVWA een toelichting worden gegeven op de risicoâ&#x20AC;&#x2122;s, de EU maatregelen en de voorzorgsmaatregelen die u als teler kunt nemen. Daarnaast zal worden ingegaan op
de mogelijkheden om gezamenlijk aan preventie te werken en de bijdrage die een pestfree zone kan bieden. De informatiebijeenkomsten worden gehouden op 22 juli vanaf 19.00 uur in Boskoop in samenwerking met Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop, bij het bedrijf van Boot & Co en op 23 juli vanaf 19.30 uur bij de ZLTO in Den Bosch. De bijeenkomsten staan open voor alle boom- en vaste plantenkwekers. Leden van de LTO organisaties ontvangen nog een persoonlijke uitnodiging. Zie ook de website van LTO Noord/sector bomen en vaste planten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Anneke van Dijk (avdijk@ltonoord.nl).
Veel belangstelling voor Innovatieprogramma Het Innovatieprogramma Boomkwekerij is een van de laatste projecten waarvoor via het Productschap Tuinbouw sectorgelden beschikbaar zijn gesteld. Ondernemers konden tot en met vrijdag 12 juni kleinschalige innovatieve projecten in de boomkwekerijsector bij dit Innovatieprogramma indienen. Maar liefst veertig aanvragen werden er ingediend. Het programma is bedoeld voor lopende initiatieven die op de drempel naar toepassing in de praktijk staan, maar waar de innovatie nog een laatste zetje in de rug nodig heeft. Uiterlijk in 2017 is toepassing in de praktijk voorzien. Ondernemers zijn zelf betrokken bij de ontwikkeling en de innovatie wordt breed voor de sector beschikbaar gesteld. Veel van de ingediende aanvragen gaan over de knelpunten met betrek-
king tot plantgezondheid en ook de onkruidbestrijding is veel genoemd. Daarnaast ook veel robotiserende oplossingen en andere technische hoogstandjes in het veld om gewas en bodem te monitoren en te bewerken. De ondernemers die hun projecten hebben ingediend, horen in de zomerperiode of hun aanvraag voldoet aan de vooraf gestelde criteria. De Raad voor de Boomkwekerij bepaalt welke initiatieven in aanmerking komen voor verdere uitwerking. De verder uitgewerkte projecten worden in een tweede ronde in september wederom getoetst op kansrijkheid, innovativiteit en kwaliteit. Daarna starten de goedgekeurde projecten. Voor meer informatie kunt u mailen naar Henny van Gurp van de ZLTO (henny.van.gurp@zlto.nl) of Hester van Gent van Anthos (vangent@anthos.org).
Deze bijdrage valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. Voor informatie: (073) 2173263, e-mail: helma.hoff@zlto.nl., www.lto.nl.
42
Wet- en regelgeving Enkele jaren terug is er ons beloofd dat de wet- en regelgeving eenvoudiger zal gaan worden. Tot op de dag van vandaag kan ik er maar weinig van merken. Dan denk ik bijvoorbeeld aan gewasbescherming, onkruidbeheersing, grondontsmetting, mineralen, bestemmingsplannen, omgevingsvergunning, enzovoort. Het lijkt wel of we dit alles zomaar over ons heen laten komen. Niets is minder waar, dat hebt u kunnen lezen aan de hand van de bereikte resultaten van LTO in 2014. Vaak zijn regels onredelijk, zoals er vaak in bestemmingsplannen staat dat boomteelt niet wordt toegestaan in een gemeente. Net alsof boomteelt met zijn grote diversiteit onder een noemer gevat kan worden. Niet alleen onze sector komt deze beperkingen tegen. In de gemeente Ommen bijvoorbeeld mag geen bollenteelt op de open esgronden plaatsvinden. Wel bieten, sla, en dergelijke? Een ander voorbeeld is te vinden in het activiteitenbesluit: alle glas, ongeacht de oppervlakte, moet voldoen aan de regels voor glastuinbouw. Ondersteunend glas in de open teelten is totaal anders dan de glastuinbouw. Dit leidt tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ook handhavers gaan er verschillend mee om. Hier schijnt echter licht aan de horizon. Na lang aandringen is er, samen met de open teelten, waterschappen en VNG, een hoopgevende oplossingsgericht overleg. U ziet er wordt voor u gewerkt, ook voor diegene die geen lid is van LTO. Dit houdt mij bezig, zowel letterlijk in tijd als ook emotioneel en ik weet zeker dat dit na januari 2016 - dan stop ik met bestuurlijk werk - niet over zal gaan.
Bert Knol portefeuillehouder omgeving en water en voorzitter kring Midden en Oost van LTO-Noord
De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
LTO_BKW15-14.indd 42
06-07-15 14:57
Service
Foto: Paul Raps
BEDRIJFSNIEUWS
VAKTAAL
Boskoopse avond pest free area Woensdagavond 22 juli vindt bij Boot & Co in Boskoop een bijeenkomst plaats over pest free area, bacterievuur en Xylella. De bijeenkomst is een extra ingelaste tuinavond van de studieclub van Greenport Boskoop en wordt georganiseerd in samenwerking met LTO Nederland. Er zijn sprekers uitgenodigd vanuit de praktijk en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Het complete programma van de avond is nog niet bekend. Boot & Co is gevestigd aan Rijneveld 12, Boskoop. De studieclub is onderdeel van stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop. Ook niet-deelnemers aan deze stichting zijn welkom. Aanmelden via Helma van der Louw, info@vanderlouw.info of (06) 28 45 49 55.
Florall op 26 augustus De najaarseditie van de Belgische beurs Florall wordt op 26 augustus gehouden. Het handelsinitiatief wordt twee maal per jaar georganiseerd voor kamerplanten en boomkwekerijproducten. Tijdens de beurs kunnen de deelnemers nieuwe concepten of soorten aanmelden voor de Florall-Award. De winnaar wordt aan het einde van de dag bekendgemaakt. De beurs is van 9.00 tot 19.00 uur geopend en wordt gehouden in de Flanders Expo in Gent. Toegang is gratis.
AGENDA Binnenland 24 juli t/m 2 augustus Tuin-
evenement Bloem & Tuin, Nuenen bloem-en-tuin.nl 30 juli Themadag kleurenborders, Nunspeet. kijktuinen.nl 24 t/m 27 augustus Bestel- en verkoopbeurs Cash&Carry days, Hengelo twentheplant.nl 24 t/m 27 augustus Bestelen verkoopbeurs Najaarsbeurs Menkehorst, Hengelo menkehorst.nl 26 t/m 28 augustus Verkoopbeurs GROEN-direkt, Boskoop groen-direkt.nl 26 t/m 28 augustus Najaarsbeurs Floralis, Boskoop. floralisboskoop.nl 26 t/m 29 augustus Vakbeurs Plantarium, Hazerswoude. plantarium.nl
Buitenland 11 t/m 14 juli Sierteeltvakbeurs
Cultivate15, Ohio, Verenigde Staten americanhort.org 20 t/m 23 augustus Tuinbouwvakbeurs Flora Olomouc, Olomouc, Tsjechië flora-ol.cz 21 t/m 23 augustus Tuinbouwvakbeurs Flora Tech IPM, Bangalore, India ipm-india.com/horticulturalfair 26 augustus Najaarsbeurs Florall, Gent, België florall.be 27 t/m 29 augustus Boomkwekerijbeurs en symposia Farwestshow, Oregon, Verenigde Staten farwestshow.com 27 t/m 29 augustus Tuinbouwvakbeurs Flowers IPM, Moskou, Rusland ipm-moscow.com
Bijdragen Meer informatie op: DeBoomkwekerij.nl/Tips
Bijdragen voor de service-pagina’s kunnen worden gestuurd naar Redactie ‘De Boomkwekerij’, Postbus 9324, 2300 PH Leiden, e-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl.
Cees Barneveld (rechts) Leeftijd: 49 Opleiding: MTUS hoveniersopleiding Bedrijf: De Smallekamp Plaats: Nunspeet
Waren jullie verrast door de prijs bij Bingerden? „Behoorlijk. De andere kwekers hadden planten met kleurige en geurige bloemen. Binnen het getoonde sortiment vielen onze groene Juglansbomen niet echt op, vonden we. Maar daar hadden we ons dus in vergist.” Staan jullie vaker op Bingerden? „Dit was de eerste keer. Wij doen eigenlijk nooit mee aan plantenmarkten. Al wandelend over een markt, ga je niet plotseling een walnotenboom kopen. Deelname aan markten heeft voor ons daarom niet heel veel zin. Bingerden is anders, zij zijn vooral gericht op exclusieve planten. We hopen dat we door deelname onze naamsbekendheid vergroten.” Wat is jullie afzetmarkt? „Wij leveren zowel aan particulieren, bedrijven, als ook aan gemeenten. De walnoot is een boom die in populariteit toeneemt, mede dankzij de trend van de eetbare tuin. Het is een mooie boom, die in de loop der jaren een behoorlijk hoeveelheid noten kan produceren.” Is de walnoot geschikt voor ons klimaat? „Steeds meer, want in Nederland
Oppervlakte: 2,5 ha Sortiment: Juglans regia, Carya (pecannoot), Corylus en Castanea sativa
wordt het warmer. Maar we gebruiken hier natuurlijk ook andere soorten dan bijvoorbeeld in Frankrijk. Wij selecteren onze rassen op het noordelijke klimaat wat we hier hebben. Die gedijen hier prima.” Maar het aantal kwekers is heel beperkt. „Het enten is bij de walnoot lastig. Je moet in de winter enten, waarbij het klimaat en de luchtvochtigheid behoorlijk nauw komen. De plant mag niet gaan bloeden, want dan stoot de ent af. Vervolgens moet de ent rustig vergroeien, zonder dat de knop uitloopt. Na 21 dagen, als de ent vergroeit is, mag de knop langzaam uitlopen. Als dit te snel gaat, wordt de ent alsnog afgestoten. Drie kritieke momenten. Dat maakt de plant lastig voor kwekers met een groot sortiment.” Hoe belangrijk is sortiment binnen Juglans? „Voor ons, ik heb het bedrijf samen met Ton Friesen, erg belangrijk, omdat wij ook aan Arboreta leveren. Wij willen juist de breedte van het sortiment in stand houden, maar wij moeten ook zeker weten dat de geleverde planten soortecht zijn. Met de grotere walnotenkwekers en Naktuinbouw werken we daarom samen, om dit goed te regelen.” < De Boomkwekerij 14 (10 juli 2015)
Service rechterpag-BKW15-14.indd 43
43
06-07-15 15:00
608412_.indd 44
3-7-2015 9:13:34