I
Naam: ...................................................................... Klas: ..................... .
OPDRACHTEN BEELDENDE VORMING
LEERJAAR 1 TRIMESTER 1
THEMA: STILLEVEN
Intro Een stilleven is een verzameling van voorwerpen die geordend zijn tot één geheel. Stillevens zijn er in vele soorten. Zo zijn er bijvoorbeeld bloemstillevens, pronkstillevens en · jachtstillevens. Je kunt stillevens onder andere tekenen, schilderen, boetseren of assembleren. Een kunstenaar denkt na over de plaats die voorwerpen in een stilleven moeten hebben. Hij schuift daarmee totdat hij tevreden is. Dat noemen we componeren. De manier waarop de voorwerpen uiteindelijk bij elkaar staan noemen we de compositie. In dit trimester gaan we met stillevens aan de slag. Je onderzoekt hoe je ruimtelijke voorwerpen op een plat vlak kunt weergeven en hoe je hiermee ruimtelijk kunt werken.
BEWAAR DIT BOEKJE GOED!!!
I Lesbrief 1
Leerjaar 1
Onderzoeksopdracht 1: Volgnr: Aantal lessen: Weging: Materiaal:
Trimester 1
Thema: Stilleven
Het tekenen van een kastanje en een witte steen 1 2 1
Potlood hb en 3b
Wat moet je doen? Leg de kastanje en de witte steen op een wit papier voor je op tafel. Ga zo zitten dat het licht van de zijkant op je stilleven valt. (voor rechtshandige heeft links de voorkeur). Teken met hb potlood op ware grootte met lichte (dunne) contourlijn. Breng toon aan je werk door van licht naar donker te werken. Er is schaduw op het voorwerp zelf eigenschaduw) en je ziet de schaduw op het papier (slagschaduw). De allerlichtste delen kun je laten zien door het papier 'uit te sparen'. Benadruk je donkerste toonwaarden met 3b potlood. Hoe bereid je je voor? Zorg er voor datje de voorwerpen bij je hebt. Bewaar deze in je tekendoos.
Waar moet je op letten? Hou je potlood goed vast (Het is geen balpen!). Schets niet te dik. Vermijd dikke contourlijnen. Probeer te werken zonder een gum te hoeven gebruiken. Teken het voorwerp op ware grootte na. Kijk goed naar het voorwerp en teken alleen dat watje ziet (Naar de waarneming). Zorg voor een goede weergave van de schaduwen (plasticiteit). Wat is de theorie? Beeldende aspecten
Ruimtelijk schetsen/tekenen d.m.v. lijn, contourlijn, arceren, tweedimensionale vorm, ruimtelijke vorm,organische vorm, grondvorm, toon, plasticiteit d.m.v eigenschaduw, geleidelijke toonovergang, slagschaduw. Realistisch, natuurgetrouw, naar de waarnemmg. Stofuitdrukking, glimlicht voor de snelle leerlingen. Materiaal en techniek Eigenschappen van potlood hb en 3b
Hoe wordt je werk beoordeeld?
Ruimtesuggestie d.m.v. eigen- en slagschaduw als gevolg van lichtrichting. Gebruik van verschillende grijswaarden door tonaal potloodgebruik Heb je getekend naar de waarneming. Is het verschil tussen beide voorwerpen zichtbaar in de tekening?
I Lesbrief2
Leerjaar 1
Onderzoeksopdracht 2: Volgnr: Aantal lessen: Weging: Materiaal:
Trimester 1
Thema: Stilleven
Het tekenen van vier verschillende stereometrische vormen 2 2 1 Potlood hb en 3b
Wat moet je doen? Leg het blokje schuin voor je op tafel en teken het met je potlood na alsof je er doorheen kan kijken (transparant). Je geeft de vorm weer door gebruikmaking van lijnen (dus gĂŠĂŠn schaduwen). Teken dus ook datgene wat niet zichtbaar is.
Waar moet je op letten? Hou je potlood goed vast (Het is geen balpen!). Schets niet te dik. Vermijd dikke contourlijnen. Probeer te werken zonder een gum te hoeven gebruiken. Teken het voorwerp op ware grootte na. Maak gebruik van hulp- en schetslijnen. Gebruik de juiste verhoudingen. Werk altijd vanuit een basisvorm. Teken de wijkende lijnen parallel.
Wat is de theorie? Beeldende aspecten Ruimtelijk schetsen/tekenen d.m.v. hulplijn, contourlijn, tweedimensionale vorm, ruimtelijke vorm,basisvorm, grondvorm, stereometrische vorm, verkorting, scherpe toonbegrenzing op hoekige vormen, geleidelijke toonovergang op ronde vormen. Hoe wordt je werk beoordeeld? Is het voorwerp schetsmatig onderzocht met behulp van hulplijnen. Zijn de verhoudingen correct? Is het voorwerp transparant getekend? Voor de snelle leerlingen: is er ruimtesuggestie door overlapping en hogerplaatsen, zijn de blokjes onderling in verhouding tot elkaar?
I Lesbrief3
Leerjaar 1
Trimester 1
Thema: Stilleven
Hoofdopdracht 1:
Het tekenen van een stilleven van 5 organische en stereometrische voorwerpen.
Volgnr: Aantal lessen: Weging: Materiaal:
3 6 (inclusief schetsles) 3 Potlood hb en 3b
Charley Toorop: Stilleven met schedel
Wat moet je doen? Componeer op de tafel de voorwerpen zodanig datje te maken hebt met overlapping. Als geheugensteuntje kun je een kasakaondergrond nemen waarbij je met je potlood aangeeft hoe je de spullen hebt geordend. Je kiest voor een zijlichtsituatie die je verder consequent moet aanhouden. Je gekozen standpunt t.o.v het stilleven blijft ook hetzelfde. Teken op ware grootte. Je maakt eerst een voorstudie op schetspapier waarvoor je 1 les de tijd hebt.
Waar moet je op letten? Opbouw stilleven, schetsmatige ruimtelijke opzet van losse voorwerpen. Beginnen met achterste vorm en dan naar voren werken. "Doorzichtig" tekenen. Opbouw van plasticiteit en stofuitdrukking. Je kunt het best beginnen met je donkerste voorwerp, begin niet te donker maar bouw langzaam je stilleven op in toonwaarden. Teken de voorwerpen in samenhang. Let op de verhoudingen, licht-donkerverhouding en verschijningsvorm. Let ook op ruimtesuggestie d.m.v. overlapping, hogerplaatsing en plasticiteit.
Wat is de theorie? Beeldende aspecten Hulplijn, contourlijn, tweedimensionale vorm, ruimtelijke vorm,basisvorm, grondvorm, stereometrische vorm, organische vorm, vertekening, verkorting Ruimtesuggestie d.m.v. plasticiteit; eigen en slagschaduw, stofuitdrukking, eventueel glimlicht, overlapping en hogerplaatsen. Compositie m.b.t. vlakverdeling, de voorwerpen worden in samenhang tot elkaar getekend en er wordt nagedacht over een plaatsing in het platte vlak. Materiaal en techniek
Hoe wordt je werk beoordeeld? Heb je goed gekeken en is dat zichtbaar in je werk? Is er sprake van ruimtesuggestie d.m.v licht, eigen- en slagschaduw, overlapping en hogerplaatsen? Is er samenhang tussen de voorwerpen in toon, verhoudingen en stofuitdrukking? Ruimtelijke opbouw van het stilleven (getoond in schets). Verzorging en netheid van het werkstuk.
I Lesbrief 4
Leerjaar 1
Onderzoeksopdracht 3: Volgnr: Aantal lessen: Weging: Materiaal:
Trimester 1
Thema: Stilleven
Fantasiedier met texturen 4
3 2 fijne witte chamotteklei
-
•
.
"
Wat moet je doen? Boetseer een fantasiedier uit klei. Deze moet bestaan uit verschillende onderdelen van diverse diersoorten. Combineer bijvoorbeeld vishuid (schubben) met vleugels (veren) en vacht (haren). In de kleivorm maak je met behulp van het aanbrengen van zichtbare en tastbare veranderingen in het oppervlak onderscheid tussen deze zogenaamde texturen. Hoe bereid je je voor? Huiswerkopdracht: Verzamel diverse texturen van dierhuiden. Deze afbeeldingen dienen als voorbeeld en inspiratiebron voor je werk. Stel van de gevonden texturen of onderdelen van dieren je eigen fantasiedier samen. Plak deze op een vel papier. Bewaar dit goed in je map. Hiervoor krijg je een apart punt met de weging 1.
Waar moet je op letten? Maak je fantasiedier niet groter dan 15 centimeter. Zorg datje de kleiverbindingen stevig maakt (gebruik hiervoor een kleipapje). Voorkom lange, dunne uitsteeksels (breekbaar en droogt snel uit). Zorg dat je fantasiedier uit duidelijk herkenbare diervormen is opgebouwd. Zorg dat elk onderdeel een passende textuur en oppervlaktebehandeling krijgt.
Zie ommezijde!
Wat is de theorie? Beeldende aspecten
Organische vorm, massieve vorm, ruimtelijke vorm, textuur, (Rode boekje) Materiaal en techniek Klei, mirette, vouwbeen, mesje, boetseren, keramisch werken. (Groene boekje)
Hoe wordt je werk beoordeeld?
Het punt datje voor dit werkstuk krijgt is afhankelijk van: Is het werkstuk niet te groot? Zit het stevig in elkaar? Zijn er duidelijk herkenbare diervormen zichtbaar? Zijn er voldoende verschillende toepasselijke texturen aangebracht? Ben je in je keuzes origineel geweest?
I Lesbrief5
Leerjaar 1
Hoofdopdracht 2: Volgnr: Aantal lessen: Weging: Materiaal:
Trimester 1
Thema: Stilleven
We hebben gegeten als beesten! (Een stilleven van een tafel) 5 7 3 fijne witte chamotteklei
Een werkstuk van de kunstenaar Spoerri
Wat moet je doen? Deze opdracht doe je samen met een klasgenootje. Jullie krijgen een plankje van 20x30 centimeter. Dit is het tafelblad. Hierop maken jullie van klei een stilleven dat moet uitbeelden dat er net een gigantisch (vr)eetfestijn is geweest. De mensen zijn vertrokken en hebben de rotzooi z贸 achtergelaten. Denk aan het tafelkleed en servetten! Maak ook bewust gebruik van het aanbrengen van texturen. Je mag ook enkele sporen van een vreetmonster laten zien (happen uit een vorm, klauwsporen, etc.) Hoe bereid je je voor? Bespreek eerst samen wat er allemaal te zien moet zijn. Maak hiervan een lijstje. Van sommige objecten kun je misschien een schetsje op papier maken. Maak vervolgens een verdeling tussen de werkzaamheden: wie gaat wat doen? Waar moet je op letten? Maak het werkstuk niet groter dan het plankje. Zorg datje de kleiverbindingen stevig maakt (gebruik hiervoor een kleipapje). Voorkom lange, dunne uitsteeksels (breekbaar en droogt snel uit). Zorg dat elk onderdeel een passende textuur en oppervlaktebehandeling krijgt.
Zie ommezijde!
Wat is de theorie? Beeldende aspecten
Organische vorm, massieve vorm, ruimtelijke vorm, textuur, (Rode boekje) Materiaal en techniek Klei, mirette, vouwbeen, mesje, boetseren, keramisch werken. (Groene boekje)
Hoe wordt je werk beoordeeld?
Het punt datje voor dit werkstuk krijgt is afhankelijk van: Is het werkstuk niet te groot? Zit het stevig in elkaar? Zijn er voldoende verschillende toepasselijke texturen aangebracht? Is het thema duidelijk zichtbaar in het beeld? Hebben jullie actief gezocht naar de best mogelijke opstelling? Is er sprake geweest van een eerlijke en evenredige verdeling van het werk?
Lesbrief 1
Leerjaar 3
Trimester 1
Thema: Scheve verhoudingen
Rene Magritte: The sun of man (detail)
Rene Magritte: The listening room
Intro Oefenopdracht 1: Volgnr: Aantal lessen: Weging: Materiaal:
Een collage met scheve verhoudingen 1 1 (huiswerk) 1 Afbeeldingen, schaar, mesje, snijmat, lijm.
Wat moet je doen? Verzamel een groot aantal kleurenafbeeldingen uit weekbladen. Op de foto's moeten mensen staan of details van het gezicht of lichaam. Ook moet je zoeken naar een aantal afbeeldingen van diverse gebruiksvoorwerpen of objecten. De onderdelen die je zou kunnen gaan gebruiken voor je collage ga je zorgvuldig uitknippen of uitsnijden. Vervolgens ga je combinaties maken met de verschillende onderdelen. Omdat alle objecten een andere grootte hebben zullen ze onderling zorgen voor een vreemde, scheve verhouding. Als achtergrond voor je collage kun je een blanco vel papier gebruiken of een grote kleurenafbeelding van bijvoorbeeld een reclame.
Hoe bereid je je voor? Zorg er voor datje de voorwerpen bij je hebt. Bewaar deze in je tekendoos.
Zie ommezijde!
Waar moet je op letten?
Zorg voor goede, duidelijke kleurenfoto's die niet te klein zijn. Zorg voor voldoende variatie in de afbeeldingen. Haal niet alles uit ĂŠĂŠn soort magazme. Ga eerst spelen en schuiven met de losse onderdelen. Plak ze pas vast als je de beste combinaties hebt gevonden. Wat is de theorie? Beeldende aspecten
Compositie, verhoudingen, onderlinge samenhang Materiaal en techniek
Hoe wordt je werk beoordeeld?
Is er sprake van een vervreemdende werking door middel van een scheve verhouding? Heb je voldoende goed materiaal verzameld? Heb je de goede keuzes gemaakt uit je verzamelde materiaal? Is er sprake van een nieuw geheel?
Lesmodel beeldende vorming
schooltype
leerjaar
trimester
VOORBEREIDINGSMODEL Thema
We hebben gegeten als beesten!
volgnr 5
Kategorie
Naar de aanschouwing en naar de verbeelding
Weging
2
Werkwijze:
Fijne witte chamotteklei
aantal lessen 7
Mirette, vouwbeen, mesje, kleirol, latjes, plankje, kleislib, plastic zakje Keramisch en plastisch (massief), hechten van kleionderdelen
Zienswijze - vakinhoudelijke aspecten Een stilleven dat is samengesteld uit stereometrische en organische vormen die plastisch en keramisch zijn opgebouwd met verschillende texturen. Kunstbeschouwing Daniel Spoerri, Richard Notkin, Pablo Picasso
UITVOERINGSMODEL Aanbieding thema- aspecteren Klassengesprek, gesprek in duo's die gaan samenwerken, beeldenstorm. Aanbieding werkwijze Opbouw hanteringwijzen (plastisch en keramisch). Aanbieding zienswijze Demonstratie kleitechnieken en aanbrengen texturen (o.a. metjute). Beeldend bezig zijn - individuele begeleiding Technische vaardigheden in de gaten houden, juiste manier van materiaalhantering (o.a. werkstuk goed luchtdicht inpakken), samenwerking blijven stimuleren. Kunstbeschouwing Zie boven, aangevuld met beeldenstorm. Evaluatie •
Het werkstuk mag niet te groter zijn dan het plankje.
•
Het werkstuk moet technisch goed in elkaar zitten.
•
De verzameling objecten moeten tezamen één geheel vormen.
Lesmodel beeldende vorming
schooltype
•
Textuur en oppervlaktebehandeling is goed uitgevoerd.
•
Er is sprake van goede samenwerking
Alternatieve thema's I onderwerpen
leerjaar
trimester
21essen
Thema
Ruimte: 'Futuristisch architectonisch bouwwerk'
Categorie
Tweedimensionaal naar de waarneming
Weging
Huiswerkopdracht (1x)
Werkwijze:
materiaal:
Papier, lijm, tijdschriftfoto's, digitale afbeeldingen
gereedschap:
Schaar, PowerPoint
hanteringwijze:
Collage I Sfeerblad I PowerPoint presentatie
Wat moet je doen? Deze huiswerkopdracht dient ter inspiratie voor de uiteindelijke hoofdopdracht waarbij je een ruimtelijk futuristisch architectonisch bouwwerkje gaat maken in metaal. De huiswerkopdracht begint zelfstandig met het zoeken van afbeeldingen van bouwwerken die jij als futuristisch bestempeld. Dit mogen zowel afbeeldingen zijn van bestaande als fictieve architectuur. De verzamelde afbeeldingen worden tijdens de les in kleine groepjes besproken om vervolgens (deels buiten de les) een selectie te verwerken tot een presentatie die klassikaal wordt voorgedragen. Dit kan in de vorm van een collage, sfeerblad of PowerPoint presentatie. Bij de mondelinge onderbouwing van de presentatie kun je gebruik maken de theorie die tijdens de les is behandeld.
Waar moet je goed op letten? Probeer ervoor te zorgen dat de bouwwerken zoveel mogelijk in zijn geheel afgebeeld zijn. Let op de kwaliteit in het geval van digitale afbeeldingen. Let ook op de afmetingen van de afbeeldingen zodat ze goed te zien zijn in het geval van een collage of sfeerblad. Zoek achtergrondinformatie over het bouwwerk en de architect die je kunt verwerken in de presentatie (Google, Wikipedia).
Wat is de theorie? Form fellows function, less is more, ordening en verhoudingen, contrast en rust, fictie en werkelijkheid.
Waarop wordt jouw werk beoordeeld? Verzorging van de presentatie en aanbieding van het gevonden beeldmateriaal. Mondelinge onderbouwing van de presentatie d.m.v. achtergrondinformatie en behandelde vaktheorie.
Thema
Ruimte: 'Futuristisch architectonisch bouwwerk'
Categorie
Tweedimensionaal/ driedimensionaal naar de verbeelding
Weging
Onderzoeksopdracht (2x)
Werkwijze:
materiaal:
Papier, karton, lijm
gereedschap:
HB, 38 potlood, liniaal, schaar, mes, snijmatje
hanteringwijze:
Perspectief of aanzichten, assembleren van uitslagen
3 lessen
Wat moet je doen? Deze onderzoeksopdracht dient ter voorbereiding op de hoofdopdracht en is bedoeld als ontwerpfase voor een functieloos futuristisch architectonisch bouwwerk. Op kasaka papier kun je allereerst schetjes I studies maken, om vervolgens tot een ontwerp te komen. Dit kun je doen d.m.v. een ontwerptekening waarbij je werkt met perspectief of aanzichten. Daarnaast zou je ook uitslagen kunnen maken van papier en deze samenvoegen of je zou kunnen assembleren met stukjes karton.
Waar moet je goed op letten? Denk bij het maken van het ontwerp aan de materialen die bij de uitvoering van de hoofdopdracht tot je beschikking staan, namelijk blik, draad en gaas. Werk met contrasten, maar zorg er ook voor dat de onderdelen van het bouwwerk toch een geheel blijven vormen. Verlies de verhoudingen dus niet uit het oog. Als je met perspectief werkt, denk er dan aan dat je het ontwerp toch van alle kanten weergeeft, Denk goed na bij het bepalen van de plakranden van een uitslag, zodat je er geen tekort komt. Indien mogelijk, probeer dan op ware grootte te werken. Dan kun je het ontwerp als mal gebruiken. De afmeting van het eindwerkstuk is maximaal20x20x20cm.
Wat is de theorie? Regelmatig-onregelmatig, hoekig-gerond, open-gesloten, symmetrisch-asymmetrisch, vormrijm, aanzicht, uitslag, doorsnede, plattegrond, stereometrische vorm, basisvorm/grondvorm, ritme, herhaling, functioneel en functieloos. De voorbeelden uit de kunstbeschouwing tijdens de les.
Waarop wordt jouw werk beoordeeld? Diversiteit tijdens de schetsfase. De toepassing van de vakinhoudelijke aspecten op het ontwerp. Nauwkeurigheid bij uitvoering.
Thema
Ruimte: 'Futuristisch architectonisch bouwwerk'
Categorie
Driedimensionaal naar de verbeelding
Weging
Hoofdopdracht (3x)
Werkwijze:
materiaal:
Blik, draad, gaas, tin
gereedschap:
Soldeerbout, blikschaar, zijkniptang, combinatietang, platbektang, ijzerzaag, schuurpapier
hanteringwijze:
Assembleren d.m.v. solderen
51essen
Wat moet je doen? De hoofdopdracht is een verwerking van het ontwerp (al dan niet met aanpassingen na overleg) in metaal. Hierbij kun je variêren met blik, draad en gaas en wordt er gesoldeerd.
Waar moet je goed op letten? De afmeting van het werkstuk is maximaal 20x20x20cm. Wees precies met aftekenen en probeer niets op het oog op maat te maken. Probeer zoveel mogelijk af te wisselen tussen aftekenen I op maat maken en solderen, aangezien het aantal soldeerplekken beperkt is. Afwisseling zorgt ervoor dat iedereen voldoende mogelijkheden krijgt voor het vervaardigen van het werkstuk. Volg goed de juiste stappen bij het solderen: •
Ruw de te solderen plekken op met schuurpapier;
•
Soldeervet toe voegen daar waar het tin moet vloeien;
•
Voorkom te veel tin op het werkstuk en klop de soldeerbout dus eerst lichtjes af;
•
Hou de te solderen onderdelen goed tegen elkaar zonder speling en zonder te bewegen;
•
Probeer het tin niet teveel te 'smeren' maar laat het tin juist vloeien;
•
Wacht tot het tin dof wordt en dus is afgekoeld alvorens het werkstuk te bewegen;
•
Verwijder overtollig soldeervet
Wat is de theorie? Al het voorafgaande uit de huiswerk- en onderzoeksopdracht
Waarop wordt jouw werk beoordeeld? Eventuele aanpassingen t.o.v. het ontwerp m.b.t. toepassing van de vakinhoudelijke aspecten. Nauwkeurigheid I zuiverheid van het werkstuk.
Lesmodel beeldende vorming
schooltype vmbo/havolvwolgym
leerjaar 1
trimester 1
VOORBEREIDINGSMODEL Thema
twee organische vormen, kiezel en kastanje
volgnr
1
aantal lessen
2
Kategorie
tweedimensionaal 1 waarneming! onderzoeksopdracht
Weging Werkwijze:
materiaal:
potlood hb, 3b, wit 160 grams % vel
gereedschap:
gum
hanteringswijze
schetsen, arceren, tonaal potlood gebruik
Zienswijze - vakinhoudelijke aspecten Ruimtelijk schetsen/tekenen d.m.v. lijn, contourlijn, arceren, tweedimensionale vorm, ruimtelijke vorm,organische vorm, grondvorm, toon, plasticiteit d.m.v eigenschaduw, geleidelijke toonovergang, slagschaduw. Realistisch, natuurgetrouw, naar de waarneming. Stofuitdrukking, glimlicht voor de snelle leerlingen. Deze begrippen moeten de leerlingen kennen. Er wordt getekend naar de waarneming bij een gekozen zijlichtsituatie waarbij toon en plasticiteit, eigen en slagschaduw wordt onderzocht.
Kunstbeschouwing Klassegesprek over stilleven in verschillende vormen en hoedanigheden. In deze opdracht houden we ons alleen nog bezig met losstaande (ge誰soleerde)voorwerpen. Morandi, Gerhard Richter, Luc Tuymans, Dick Ket In deze voorbeelden worden de verschillende benaderingen van ruimtelijke vormen door contourlijn, plasticiteit, eigen en slagschaduw, stofuitdrukking besproken.
UITVOERINGSMODEL Aanbieding thema - aspecteren Klassegesprek over het thema stilleven n.a.v. enkele K.B. -voorbeelden. Zie Kunstbeschouwing
Aanbieding werkwijze Leg voorwerpjes voor je op tafel met een witte ondergrond. Ga zo zitten dat het licht van de zijkant op je stilleven valt. (voor rechtshandigen heeft links de voorkeur). Teken met hb potlood op ware grootte met lichte contourlijn. Breng toon aan je werk door van licht naar don ker te werken. De allerlichtste zijde kun je laten zien door het papier 'uit te sparen'. Benadruk je donkerste toonwaarde met 3b potllod.
Aanbieding zienswijze Demonstratie schetsen en tekenen. Gebruik van verschillende hardheden potloden en papiersoorten (materiaal) Demonstratie licht/schaduw d.m.v daglicht/kunstlicht, lichte vormen op witte ondergrond Demonstratie (eventueel op bord) plasticieit door eigenschaduw zonder contourlijn
Beeldend bezig zijn- individuele begeleiding Controle op voortgang probleembewustheid Controle op schetsen van ruimtelijke vormen/ vermijden dikke contourlijnen Aandacht voor plasticiteit d.m.v licht en schaduw Klassikale tussenbeschouwingen
Kunstbeschouwing Voorbeelden gebruik arceringen en plasticiteit, stofuitdrukking Duidelijke voorbeelden van getekende stillevens. Klassikaal analyseren van voorbeelden van stillevens kunstgeschiedenis Dick ket, Sint-Nicolaasstilleven, 1933
Evaluatie Ruimtesuggestie d.m.v. eigen- en slagschaduw als gevolg van lichtrichting Gebruik van verschillende grijswaarden door tonaal potloodgebruik Kwaliteit waarneming en hanteringswijze
Lesmodel beeldende vorming
schooltype vmbo/havolvwo/gym
leerjaar 1
trimester 1
VOORBEREIDINGSMODEL Thema
geometrische blokjes uit de blokkendoos
volgnr
2
aantal lessen
2
Kategorie
tweedimensionaal 1 waarneming! onderzoeksopdracht
Weging Werkwijze:
materiaal:
potlood hb, 3b, kasaka
gereedschap:
eventueel gum
hanteringswijze
schetsen
Zienswijze - vakinhoudelijke aspecten Parallelprojectie (begrip hoeft niet gekend) Ruimtelijk schetsen/tekenen d.m.v.hulplijn, contourlijn, tweedimensionale vorm, ruimtelijke vorm,basisvorm, grondvorm, stereometrische vorm, verkorting, abrupte toonovergang op hoekige vormen (alleen demonstreren) Hantering potlood, tekenhouding Ingewikkelde vormen, overlapping en hogerplaatsen voor de snelle leerlingen. Deze begrippen moeten de leerlingen kennen. Er wordt getekend naar de waarneming waarbij de leerlingen het blokje (s) voor zich neerleggen op tafel.
Kunstbeschouwing Schetsmatig gebruik van lijnen, verschillende lijnsoorten, voorstudies van schilderijen, tekeningen.
UITVOERINGSMODEL Aanbieding thema - aspecteren Middels voorbeelden laten zien dat schetsen onderzoekend kijken is. Het belang van diverse functies van lijnen
Aanbieding werkwijze Leg het blokje schuin voor je op tafel. Potlood losjes in de hand, niet voren vasthouden, eventueel steunen met pink. Armen los, verschil met schrijfhouding. Lichtjes schetsen, bij juiste hantering is een gum niet nodig.
Aanbieding zienswijze Demonstratie schetsen en tekenen. Gebruik van verschillende hardheden potloden en papiersoorten (materiaal) Probeer het voorwerp zo te bekijken dat het transparrant is. Teken ook datgene wat niet zichtbaar is. Teken op ware grootte. Let op verkorting. Je kunt begrijpen wat je ziet! Je ziet niet wat je weet.
Beeldend bezig zijn - individuele begeleiding Kijkt de leerling naar de hoofdvorm. Ribben en hoekpunten. Paralelliteit van lijnen. Verhoudingen van de blokjes. Controle op schetsen van ruimtelijke vormen/hulplijnen/ vermijden dikke contourlijnen
Kunstbeschouwing Voorbeelden van schetsen en tekeningen ook van leerlingenwerk
Evaluatie Is het voorwerp schetsmatig onderzocht met behulp van hulplijnen. Zijn de verhoudingen correct? Zijn de blokjes in verhouding tot elkaar getekend? Is verkorting gezien? Is het voorwerp transparant getekend? Voor de snelle leerlingen: is er ruimtesuggestie door overlapping en hogerplaatsen,
Lesmodel beeldende vorming
schooltype vmbo/havolvwolgym
leerjaar 1
trimester 1
VOORBEREIDINGSMODEL Thema
tekening, een stilleven van 5 voorwerpen (organisch en geometrisch)
volgnr
3
aantal lessen
6 , waarvan 1 schetsles
Kategorie
tweedimensionaal 1 waarneming! hoofdopdracht
Weging
3
Werkwijze:
materiaal:
potlood hb, 3b, wit 160 grams
gereedschap:
eventueel gum
hanteringswijze
schetsen, tonaal gebruik van potlood
Zienswijze - vakinhoudelijke aspecten Verzameling voorwerpen uit de natuur en tekendoos naar de waarneming waarin gebruik wordt gemaakt van de eerder onderzochte beeldaspecten. Hulplijn, contourlijn, tweedimensionale vorm, ruimtelijke vorm,basisvorm, grondvorm, stereometrische vorm, organische vorm, vertekening, verkorting Ruimtesuggestie d.m.v. plasticiteit; eigen en slagschaduw, stofuitdrukking, eventueel glimlicht, overlapping en hogerplaatsen. Compositie m.b.t. vlakverdeling, de voorwerpen worden in samenhang tot elkaar getekend en er wordt nagedacht over een plaatsing in het platte vlak.
Kunstbeschouwing
realistisch stilleven als onderwerp voor de kunstenaar en de de kijker.
UITVOERINGSMODEL Aanbieding thema- aspecteren Middels voorbeelden laten zien dat schetsen onderzoekend kijken is. Het belang van diverse functies van lijnen
Aanbieding werkwijze Leg de verzameling voorwerpjes op de tafel zodanig dat je te maken hebt met overlapping van enkele voorwerpen. Als geheugensteuntje kun je een kasakaondergrond nemen waarbij je met je potlood aangeeft hoe je de spullen hebt geordend. Je kiest voor een zijlichtsituatie die je verder consequent moet volgen. Je gekozen standpunt t.o.v. het stilleven blijft hetzelfde. Teken op ware grootte. Je maakt eerst een voorstudie op schetspapier waarvoor je 1 les de tijd hebt.
Aanbieding zienswijze Verzamelen de leerlingen zelf voorwerpen en op welke manier ordenen zij zelf of hebben zij al eens geordende verzamelingen gezien? Laten zien van bijvoorbeeld een pronkstilleven. Demonstratie hogerplaatsen en overlapping
Beeldend bezig zijn - individuele begeleiding Opbouw stilleven, schetsmatige ruimtlelijke opzet van losse voorwerpen. beginnen met achterste vorm en dan naar voren werken. "Doorzichtig" tekenen Opbouw van plasticiteit en stofuitdrukking. Je kunt het best beginnen met je donkerste voorwerp, begin niet te donker maar bouw langzaam je stilleven op in toonwaarden. Worden de voorwerpen in samenhang tot elkaar getekend (verhoudingen, licht-donker, verschijningsvorm)
Kunstbeschouwing Hans Holbein de Jonge, De Gezanten, 1533, 207 210 cm, olieverf op eiken paneel Verschillende zeventiende eeuwse stilleven genres Pyke Koch, Dick Ket, Carel Willink
Evaluatie Heeft de leerling goed gekeken naar het stilleven en is dit zichtbaar in de tekening? waarneming en ruimtesuggestie d.m.v licht, eigen- en slagschaduw ,overlapping en hogerplaatsen samenhang tussen de voorwerpen in toon, verhoudingen., stofuitdrukking ruimtelijke opbouw van stilleven (getoond in schets) verzorging en netheid van het werkstuk
Lesmodel beeldende vorming
schooltype vmbolhavolvwo/gym
leerjaar 1
trimester 1
OVERZICHT_page2
opdracht
pagina 1 van 2
*******plasticiteit- reflectie - groot/klein- donkerAichter- overlapping- afsnijding- repoussoir- sferisch horizon -..9limJil;ht -llQggliktl1 - eigenschaduw -slagschaduw-~
-.lli!!- kikvors - vogelvlucht perspectief-~
~-Silhouet
. "<1
pagina's
Ruimtesuggesti~~_og - •.• ~~
• .t!
'"t..~~.
~--------------------------------------,
1.
pJa1te vlak
• 1
• g •
;!
• 1 •
§
A. opdrachten
.. ...
• 1
..
~
~ ~ ~
~
• I ~ ~
Plasticteil Dit is de suggestie van ruimte binnen de vorm . Hoe ontstaat deze ruimtewerking? Dit komt door de belichting van de vorm! Waar komt het licht vandaan dat op de vorm schijnt en de aard van de oppervlakte van de vorm (bv. glad of ruw). Het gedeelte waar het licht rechtstreeks opvalt is het lichtst, dus wit. Dat gedeelte wordt glimlicht of hooglicht genoemd. Naar mate het licht langs de vorm strijkt of schampt wordt de vorm donkerder van (grijs)toon en tint (bij kleur). Waar het licht helemaal niet meer bij de vorm kan komen is het donkerst. Daar begint zoals je bij de Rembrandt les geleerd hebt de eigen schaduw. Dit verloop van tonen maakt de vorm ruimtelijk of met een mooi woord "Plastisch". Het komt van het Griekse woord plasein, dat vorm betekent. Als het oppervlak van de vorm bedekt is met kleine of grotere oneffenheden dan vindt de lichtwerking ook plaats (zie bv. hieronder het oppervlak van de maan met de inslagkraters).
Reflectie Een bijkomende invloed op de vorm, is de weerspiegeling van de directe omgeving op de vorm zelf. Ongeacht of een vorm zelf donker of licht is vindt deze weerspiegeling (reflectie) plaats. Kijk maar bij het eerste plaatje met de pingpong bal. Onder in het ballelje zie je de slagschaduw en het wit papier uit de directe omgeving. weerspiegelt (gereflecteerd). Het is weliswaar net als bij een lachspiegel vervormd. Opgepast ik heb hier niet over de slagschaduw op het papier, maar over het donkere en lichte onderaan in het ~n.nr;•r:~rr
·1.
Maak het zwarte cirkeltje en de witte cirkel in de bovenste plaaljes rechts (A. en B.)PLASTISCH met potlood. Gebruik je potlood "aaiend" om de juiste grijstonen te maken.
Ruimte door groot en klein Grote vormen lijken dichterbij te zijn. Kleinere vormen lijken verder weg te staan. Zie de balletjes hieronder.
Opdracht 2. Teken in het tweede en derde vakje telkens 3 vormen. Een keer dezelfde en een keer verschillende vormen in het groot-klein principe.
http ://www.vestdijkfraneker.nl/Beeldend/Perspectiefl /0 VERZICHT_page2.htrn
27-1-2009
OVERZICHT_page3
opdracht
pagina 1 van 2
"******plasticiteit- reflectie- grootlklein - donkernichter-overlapping -afsnijding -repoussoir- sferisch horizon -..9!im!imt- ~- eigenschaduw -slagschaduw-~
-.!!i!!- kikvors- vogelvlucht perspectief-~
~-silhouet
platte vlak
pagina's
•
2.
.!:!.
• !
.
• .?. ~
• 1 • Q
opdrachten
..
• 1
..
~ ~ ~ ~
Ruimte door voor detail - donker voor en achter vager - lichter Wanneer je naar het linker plaatje kijkt en je ogen een beetje dichtknijpt, zie je dat het donkere balletje vooraan lijkt te liggen. Het witte balletje ligt het verste weg. Ook heeft het donkere balletje meer détails als de andere twee. In de werkelijkheid is het ook zo datje aan de dingen dichtbij veel meer détails kan zien. Des te vager de dingen te zien zijn, des te verderweg ze lijken.
• §
• I • §
• i
Opdracht3Maak met potlood in het middelste plaatje het middelste bollelje zodanig dat deze het dichtste bij lijkt te zijn de andere twee mag je naar keuze verder weg in de ruimte maken. Opdracht4. In het rechter plaatje teken je vormen naar eigen keuze waarin je deze ruimtesuggestie door détail/donker en vager/lichter ook duidelijk laat zien ..
' I~:~.~~~-
.
Ruimte door overlapping Met passer zijn een aantal cirkels over elkaar gemaakt Deze tekening is erg RIID. Je kunt niet zien welke cirkel dichtbij is en welke verder afligt In het middelste plaatje zijn dezelfde cirkels met gum op hun plaats In de "ruimte" gezet. De vormen die je helemaal kan zien staan vooraan. De vormen die deels verscholen zijn achter hun voorligger staan verder weg. Je kunt ook zeggen; de ene vorm overlapt de andere vorm
Opdracht5. Doe hetzelfde door met passer 10 cirkels door elkaar te tekenen. Vervolgens pak je je gummetje en zorg je ervoor, dat elke cirkel zijn eigen plaats krijgt in de ruimte
http://www.vestdijkfraneker.nl/Beeldend/Perspectiefl/OVERZICHT_page3 .htm
27-1-2009
OVERZICHT_page4
pagina 1 van 2
~
•
r
·~·
""':~)(--:-.
Ruimtesugg~·~ll-~ ~-og
pagina's
..
.!:!_
• 1
.
~
~ ~
• Q
opdrachten
.. .. ..
• 1 ~ ~ ~ ~
• §_
• I
Nogmaals Ruimte door Donker voor en Lichter achter In een landschap is het ruimte gevoel erg sterk aanwezig wanneer er niet veel vormen te zien zijn. In het linker plaatje is het lichtste gedeelte het verste weg. Omdat er geen enkele vorm te zien is maar wel een dieptegevoel ontstaat door de grijstonen is het een sfeer van ruimte, die je beleeft. Niet voor niets wordt dit wel het sferisch of atmosferisch perspectief genoemd. In het middelste plaalje is een dunne lijn ingebracht en in het rechter plaatje heeft deze lijn, een duidelijker vorm gekregen. Het lijkt wel een silhouet van een horizon. Door de herkenbaarheid van de vorm, lijkt ruimte minder ver te worden.
~
~
nogmaals ruimte door overlapping, afsnijding en repoussoir In middels weet je al wat overlapping is en wat we met sferisch perspectief bedoelen. Een bijzondere manier van overlapping kan ontstaan. wanneer vormen niet geheel op het beeld (tekening/plaatje) passen. Zulke vormen lopen voor ons gevoel buiten het beeld verder. Zulke vanmen worden, als het ware, door het beeld afgesneden. Dit noemen we daarom afsnijding. Kijk maar naar de 3 plaatjes hierboven. Zelrs heell:ll:lflvoudige afgesneden lijnen en vormen kunnen al ruimte suggereren, omdat ze helemaal vooraan lijken te staan. Wanneer dat het geval is dan noemen we dit met een Frans woord repoussoir. Dit betekent in het Nederlands terug drukken. De ruimte lijkt, achter deze vorm (die repoussoir is). naar de horizon te worden ingedrukt Ook een bijzondere manier van afsnijding en overlappmg is het coulisseneffect Coulissen zijn objecten, die gebruikt worden in het theater om het podium een diepte effect te geven. Vaak kunnen ze snel omhoog of naar de zijkanten weg getrokken worden. Heel eenvoudig bekeken zijn het verschîllende gordijnen, die achterelkaar aan het plafond hangen, Door de voorste gordijnen een klein beetje en volgende rijen telkens iets meer naar het mldden te schuiven. lijkt het podium veel dieper en daardoor groter. Dit Coulisseneffect zie je vaak ook in een landschap. Zoals je dat op het plaatje hieronder links ziet.
Opdracht 6. In het plaatje rechtsboven heb je 3 overlappende bolvormen. Twee ervan zijn afgesneden. Slechts 1 heeft het repoussoir effect. WELKE? Zet daar een kruisJe!
Opdracht 7. Teken hiernaast met potlood j eigen Coulissenlandschap Gebruik ook de ander ruimtesuggesties om di landschap ruimtelijk te late lijken
http ://www. vestdijkfraneker.nl/Beeldend/Perspectiefl /0 VERZICHT_page4 .htm
27-1-2009
OVERZICHT_page5
pagina 1 van 2
opdracht *******plasticiteit- reflectie - groot/klein-donkernichter - overlapping-afsnijding -repoussoir - sferisch -.lli!! - kikvors - vogelvlucht perspectief-~ horizon -~t -llQQgliklll- eigenschaduw -slagschaduw
~-silhouet
pagina's •
.
.!::!_
Ruimtesugg~§fie. ·om :~'r·:Y~."
4.
• 1
•
~
;!
• 4. • Q
opdrachten
...
• 1 ~
~ ~
• § • §
..
• I ~ ~
Ruimte door lijnperspectief Vaak wordt gedacht dat lijnperspectief de grootste truc is om diepte te kunnen suggereren op het platte vlak. Zoals je op de vorige 3 bladzijden hebt kunnen zien zijn de andere ook niet mis. Maar ja, lijnperspectief heeft nu een maal zijn grote naam gekregen, omdat het binnen de Wiskunde is opgenomen. De ontdekking van het lijnperspectief rond 1450 wordt toegeschreven aan een Italiaans kunstenaar, die Masaccio heette. Met een zeker in die tijd zeer dure glasplaat op zijn ezel ging Masaccio in Florence buiten op straat zitten en volgde, al kijkend door de glasplaat, de lijnen van de straat, van de deuren en ramen, de dakgoten en indien mogelijk de nokken van de huizen . De buren zullen wel vreemd opgekeken hebben naar hun buurman. Is die gek geworden? Stel je voor, dat die 100 florijnen kostende glasplaat van de ezel valt. Gaandeweg kreeg hij in de gaten, dat wanneer hij zijn hoofd stil hield, dat bepaalde lijnen in een punt bij elkaar kwamen. Andere lijnen deden dat niet of kwamen in een andere punt terecht of veel beroerder ze kwamen en buiten de glasplaat in een punt. Na een aantal dagen prutsen kreeg hij in de gaten dat je; je hoofd wel heel erg stil moest houden om de lijnen in één punt te krijgen. Eindelijk kwam de gouden vondst. Eén in plaats van twee ogen gebruiken bij het kijken. Even later; ik moet een stokje tussen de straatkeien drukken, zodat ik met één oog over de punt van de stok door de glasplaat heen kan kijken. Dit was het grote wiskundige moment van de wiskunde; de uitvinding van het lijnperspectief. Lijnen die evenwijdig zijn van elkaar en die ik verleng met een liniaal op mijn glasplaat, zoals die van de stoep, de drempel, de bovenkant van de deur, van de vensterbank, de dakgoot komen bij elkaar. Of ze nu op de grond of hoog in de lucht zijn; ze komen bij elkaar in hetzelfde punt, het vlucht -of verdwlinpunt. Andere "groepen" van evenwijdige lijnen deden dat ook. Wanneer ik een liniaal over deze verschillende punten leg, kan ik een rechte lijn trekken. Wat heeft dat te betekenen? Wel toevallig hé, als je heel ver de straat uitziet, je daar nu een stukje horizon ziet. Na wat gekrabbel achter de oren; die lijn moet de horizon zijn, dwars door alles heen kijkend. Bij dat punt van de straat zie ik niets meer van de straat. De straat lijkt daar wel e verdwijnen in een punt. Dit was de tweede uitvinding; het verdwijnpunt. De derde uitvinding kwam toen Massaccio alles nog eens overdacht. Het is allemaal wel toevallig maar dat gaat alleen op, wanneer ik met één oog over het stokje kijk. Daar zit ook telkens de horizon. Kijk ik over een hoger stokje dan gaat de horizon hoger in het beeld (glasplaat). De hoogte van mijn oog is net zo hoog als de horizon . Dan noemen we dat gewoon ooghoogte. Dus ooghoogte is de horizon hoogte. Kijk je zo hoog als een kikker dan is de horizon erg laag en noem je het kikvorsperspectief. Vlieg je als een vogel hoog in de lucht dan noem je dat vogelvluchtperspectief. Bekijk de plaaijes hieronder.
oven
dri•
. ,;·~
http ://www. vestdijkfraneker.nl/Beeldend/Perspectiefl /OVERZICHT_page5 .htm
27-1-2009
pagina 1 van 1
OVERZICHT_page6
opdracht *"'*****plasticiteit- reflectie- groot/klein- donker/lichter- overlapping -afsnijding -repoussoir- sferisch -li.i!:!- kikvors- vogelvlucht perspectief-~ YIJJ.cl!lwnl- sjlhouet horizon -~t- ~- eigenschaduw -slagschaduw pagina's
•
platte vlak .!:!_
• !
. .
• g ~
• 1
..
-~
• 1
..
~ ~
~ ~
• §
.
• I ~
• i
Nogmaals Ruimte door lijnperspectief Om te laten zien dat je leuke dingen kan uithalen met lijnperspectief moet je deze plaatjes maar eens bekijken. Je moet echter nog wel een jaartje wachten. In de tweede klas gaan we verder met lijnperspectief.
(Hoofd) opdracht 9 Maak op een A-4tje een tekening van een landschap met vliegende bollen. waarin J9 laat zien dat je verschillende ruimte suggesties toepast. Op de achterkant schrijf je op welke je toegepast hebt. Je mag de tekening met potlood. kleurpotlood of wanneer je in Franeker op school zit met de computer maken
http://www.vestdijkfraneker.nl/Beeldend/Perspectiefl/OVERZICHT_page6.htm
27-1-2009