c h am bre s de s c an aux
the tolerant home 1 - 17 november 2013 35 contemporary artists 20 classic canal houses
IN HOUD HERENGRACHT 68-I
4
Huis met de Hoofden - KEIZERSGRACHT 123
8
KEIZERSGRACHT 114
22
KEIZERSGRACHT 134
28
WESTERMARKT 14
36
Westerkerk - PRINSENGRACHT 281
40
Huis van Brienen - HERENGRACHT 284
44
Woonboot - PRINSENGRACHT 465-K
52
LOOIERSGRACHT 60
58
De Vergulde Ster - KEIZERSGRACHT 387
70
De Cromhouthuizen/Bijbels Museum - HERENGRACHT 366-368
76
Castrum Peregrini - HERENGRACHT 401
80
KEIZERGRACHT 584
84
Goethe Institut - HERENGRACHT 470
88
Manifesta - HERENGRACHT 474
94
De Bazel (Stadsarchief Amsterdam) - VIJZELSTRAAT 32
100
Ambstwoning Burgemeester - HERENGRACHT 502
104
HERENGRACHT 520
108
Amstelkerk - AMSTELVELD 10
114
De Uitkijk (bioscoop) - PRINSENGRACHT 452
118
Herengracht 68-I Bouwjaar: 1617, verrijkt in 1765
Kunstenaars
• Matthew Lutz-Kinoy
Dit pand uit 1617 was een van de eerste gebouwen aan de gracht. De eerste eigenaar en bewoner van dit pand heette Jan van Alderwerelt (1586-1636). In 1939 werd een gevelsteen geplaatst die hieraan herinnert (Daer de Werelt voor staet). In 1740 ging het bezit over in handen van Barend Luyking, wiens schoonzoon Hendrik Willem Cramer het in 1765 zijn huidige aanzien gaf met een rechte kroonlijst waaronder vijf consoles met tussenlichten. Tegenwoordig is het pand opgesplitst in appartementen. De huidige bewoner van het appartement is ondernemer en actief in het Amsterdamse politieke leven.
herengracht 68-I
Matthew Lutz-Kinoy
1984, New York Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Berlijn
Natsuko Uchino
1983, Kumamoto, Japan Woont en werkt in Parijs
Keramikos 2: The Travelling Dinner Party Performance Collectie kunstenaars
Aan de gracht, naast het keramiekatelier van de Rijksakademie van beeldende kunsten, werkten voormalig artist in residence Matthew Lutz-Kinoy en kunstenaar Natsuko Uchino in het voorjaar van 2011 aan een grootschalige set handgemaakt servies, getiteld Keramikos 2: The Travelling Dinner Party. Ze produceerden het servies ten tijde van een verschuiving binnen de Nederlandse politiek, die resulteerde in verwoestende bezuinigingen op vele culturele instellingen, waaronder ook de Rijksakademie: de helft van de medewerkers en kunstenaars zou moeten vertrekken. Met het oog op deze bezuinigingen organiseerden Lutz-Kinoy en Uchino een diner om het belang en de schoonheid van het keramiekatelier en de creatieve gemeenschap eromheen te benadrukken. Dit diner werd het begin van een tweejarig programma met evenementen, dat een platform vormde voor kunstenaars en andere creatieve denkers. Het tentoonstellen van Keramikos 2 tijdens The Tolerant Home betekent het einde van dit programma, waarmee de cirkel rond is; de collectie is te zien in de stad waar het werk gemaakt en voor het eerst gebruikt werd. In Amsterdam stellen Uchino en Lutz-Kinoy de vraag: hoe worden creatieve en politieke organisatie beïnvloed door de geschiedenis van (stedelijk) landgebruik? En hoe beïnvloedt dit de productie van sociale platformen? Naast de formele tentoonstelling van het keramiek wordt een nieuwe publicatie gepresenteerd en is er een evenement over georganiseerde ruimtes en het gebruik van land, voor Amsterdammers die werkzaam zijn op het gebied van ecologie, muziek, huisvesting of politiek, of binnen de creatieve sector. De kunstenaars bedanken Pieter Kemink voor zijn begeleiding en expertise. Matthew Lutz-Kinoy is een kunstenaar uit New York, die momenteel in Berlijn werkt. Zijn
6
werkwijze is interdisciplinair: zijn meest recente werk omvat keramiek, prints en grootschalige schilderijen. Het werk van Lutz-Kinoy was te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam; New Museum, New York; Elaine MGK, Basel; Hayward Gallery Project Space, Londen; Kunsthalle Baden-Baden: en X initiative, New York. Lutz-Kinoy voltooide de internationale artist residency van de Rijksakademie van beeldende kunsten in 2011 en behaalde zijn Bachelor aan The Cooper Union School of Art in 2007. Interdisciplinair kunstenaar Natsuko Uchino woont en werkt in Parijs. Ze is medeoprichter van de Art and Agriculture foundation. Ze werkte eerder als boerin, keramist en filmmaker in de Catskills, New York, van 2007 tot 2010. Ze nam deel aan de Tweede Land Art Biënnale in Mongolië en aan de Zevende Global Conference in Evian, waar ze discussieerde over de relatie tussen kunst, ecologie en landbouw. In 2013 maakte ze keramiek in het eeuwenoude Minguei-dorpje Tamba in Sasayama, Japan. Dit werk is momenteel in gebruik in Social Kitchen in Kyoto en was eerder te zien in onder meer de Rocket Gallery, London, Cook & Co en Sakumotto. Uchino voltooide het CCA Kitakyushu onderzoeksprogramma in 2012 en haalde haar Bachelor aan The Cooper Union School of Art in New York in 2007. Bronnen: Vivian Ziherl/METROPOLISM.COM De kunstenaars
herengracht 68-I
7
Keizersgracht 123 Huis met de Hoofden Bouwjaar: 1622
Kunstenaars • • • • • •
Lonnie van Brummelen & Siebren de Haan David Claerbout Guido van der Werve Sara van der Heide Yeal Bartana Atelier Van Lieshout/Joep van Lieshout
Het Huis met de Hoofden is een van de drie nog bestaande voorbeelden van een vroeg zeventiende-eeuws huis, compleet met een kleiner zijhuis . De andere voorbeelden zijn Singel 140-142 (De Dolphijn, circa 1600) en Herengracht 170-172 (het Huis Bartolotti, circa 1617). Het Huis met de Hoofden ontleent zijn naam aan zes hoofden van Grieks/Romeinse goden aan de voorgevel ter hoogte van de bel-etage. De bewoner van het pand liet zo impliciet, maar overduidelijk weten, dat hier iemand woonde, die machtig was en de kunsten, wetenschap en handel een warm hart toedroeg.
Keizersgracht 123
10
Keizersgracht 123
Lonnie van Brummelen
Soest, 1969 Studeerde aan de Rijksakadamie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Siebren de Haan
Dordrecht, 1966 Studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en de Universiteit van Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Monument of Sugar, 2007 16mm-filmessay, kleur, geen geluid, suikerklontjes Duur: 67 minuten Collectie kunstenaars en Motive Gallery, Brussel
De installatie Monument of Sugar bestaat uit een zwijgend 16mm-filmessay en een sculptuur van suikerklontjes. De installatie onderzoekt het breukpunt van sociale en politieke kwesties aan de hand van artistieke en esthetische praktijken. Uitgangspunt van Monument of Sugar is de suikerhandel tussen Europa en andere landen, die door het subsidiebeleid complex van aard is. Europese suiker blijkt goedkoper buiten de Europese Unie dan daarbinnen. Omdat Nigeria vermoedelijk een van de grootste afnemers van Europese suiker is, onderzochten de kunstenaars de suikerhandel tussen Europa en Nigeria. Ze reisden naar Lagos om het proces in de gesubsidieerde handel om te keren door een teveel aan Europees suiker in dit Afrikaanse land voor een lage prijs op te kopen en te verschepen naar Nederland. Import van suiker naar Europa is echter onderhevig aan belastingrestricties. Om deze barrière te vermijden, importeerden de kunstenaars suiker in de vorm van een ‘monument’. Ze verwerkten suiker ter waarde van 1000 euro in piepkleine, rechthoekige blokjes en importeerden ze onder de zogenaamde ‘Harmonization Code 9703’, een wettelijk reglement waarin staat dat ‘alle monumenten en originele kunstwerken, ongeacht het materiaal waarvan ze zijn vervaardigd’, geïmporteerd mogen worden. Het resultaat, twee modules suikerblokjes, wordt vertoond, samen met een filmessay waarin het onderzoek van de kunstenaars naar de suikerhandel te volgen is. Zwijgende documentairebeelden laten het trage, moeizame productieproces van suikerblokjes zien, evenals de verbouw van suikerriet, de industrie, de markt en het transport. De filmbeelden worden doorspekt met teksten op suikerwitte achtergronden die langzaam over het scherm rollen. Hoewel zowel beeld als tekst hetzelfde kunstproject vertegenwoordigen, zijn ze
relatief autonoom. Het één biedt geen tekst en uitleg bij, of verantwoording van, het ander. Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan studeerden aan de Gerrit Rietveld Academie en de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2001 werken ze samen aan locatiegebonden tentoonstellingen, essays en filminstallaties. In hun zwijgende films onderzoeken ze klanken, bewegingen en texturen van culturele en geopolitieke landschappen, zoals de nieuwe grenzen van Europa (Grossraum, 2005) en de ‘non-ruimtes’ van cultureel erfgoed (Monument to Another Man’s Fatherland, 2008). Deze films gaan vaak gepaard met tekstuele toevoegingen die de contingentie van hun veldwerk en onderzoek blootleggen. De kunstenaars zijn betrokken zijn bij alle aspecten van hun werk, van cameravoering en montage tot de teksten en het grafisch ontwerp van hun publicaties. Het werk van Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan was te zien in The Project, Dublin; Stedelijk Museum, Amsterdam; Palais de Tokyo, Parijs; Kunsthaus Zürich; Argos, Brussel; SMBA en De Appel, Amsterdam; CCA Vilnius; en de Biënnales van Shanghai en Guangju. Hun werk is opgenomen in de collecties van Les Abattoirs, Toulouse; MUDAM Luxemburg; FRAC Marseille; Museum of Modern Art, New York; Julia Stoschek Collection, Düsseldorf; Hoffmann Sammlung, Berlijn; en Stedelijk Museum, Amsterdam.
11
Keizersgracht 123
David Claerbout
1969, Kortrijk, België Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam
Werkt en woont in Berlijn en Antwerpen Oil workers (from the Shell company of Nigeria) returning home from work, caught in torrential rain, 2013HD-kleuranimatie, geen geluid Duur: oneindig Collectie kunstenaar en galerieën Yvon Lambert, Micheline Szwajcer, Hauser & Wirth.
Dit portret is een minutieuze reconstructie van een gevonden foto en laat een groep Nigeriaanse mannen zien die schuilen voor de moessonregen. Op het eerste gezicht lijkt het of de mensen op het snel genomen snapshot vlug verder zullen lopen zodra de regen ophoudt. Maar sommige foto’s vergen een tweede blik: wie beter kijkt, ziet dat de mensen vast lijken te zitten. Claerbout gebruikt 3D-computertechnieken en een simpele camerabeweging om de zekerheden van de oorspronkelijke foto langzaam te verdrijven. Wachten is een van de moeilijkste tijdverschijnselen, omdat het betekent dat je improductief bent. En aan minuten, uren en dagen hangt nu eenmaal een prijskaartje. In tijden waarin tijd geld is, is het moeilijk om improductieve tijd te beschouwen als vrije tijd. Voor sommigen betekent wachten een nieuwe ervaring; anderen kunnen het simpelweg niet uitstaan. Droogte, conflicten en armoede hangen boven Afrika als een zwerm vliegen. Ze bepalen het beeld dat we van het continent hebben. Zelden wordt het afgeschilderd als nat, en dat is nou juist het onderwerp van dit werk en het ideale uitgangspunt voor een verhaal over de olie-industrie. “Ik teken en schilder al sinds mijn zevende, en ik neem het de kunstacademie kwalijk dat ze het idee in stand houden dat alleen schilderijen kunst kunnen zijn. Dat vind ik te zwaarwichtig. Ik zocht naar een kunstvorm die niet uit objecten bestond, dus ik leerde mezelf filmen en fotograferen.” - David Claerbout David Claerbout fotografeert, filmt en tekent, en werkt met geluid en digitale middelen. Hij is vooral bekend om zijn groot-
12
schalige videoprojecties waarin hij vaak bewegende en stilstaande beelden combineert, om zo de scheidslijn tussen heden en verleden te doen vervagen. Zijn vroege video’s verlengen een fotografisch moment, waarna het filmmoment gestopt wordt om een perceptie van tijd te bewerkstelligen. In recent werk definieert Claerbout tijd op een bredere, meer formele en panoramische manier. Claerbouts werk was onlangs te zien in solotentoonstellingen in het Tel Aviv Museum of Art; Secession, Wenen; Parasol Unit, Londen (2012); Wiels Centrum voor Hedendaagse Kunst, Brussel; San Francisco Museum of Modern Art (2011); en Pinakothek der Moderne, München(2010). Zijn werk is opgenomen in museumcollecties over de hele wereld.
Keizersgracht 123
13
Keizersgracht 123
14
Keizersgracht 123
Guido van der Werve
1977, Papendrecht Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam, Berlijn en Hassi, Finland
Nummer Negen: The day I didn’t turn with the world, 2007 24-uursperformance op 90 graden noorderbreedte, lengtegraad 00 De geografische noordpool, de noordas van de aarde Timelapse-foto, 9 minuten, noordpool Collectie kunstenaar en Juliette Jongma, Amsterdam.
Het lijkt erop dat Van der Werves kunst is gestoeld op een reeks ontkenningen: de ontkenning om volledig in zijn culturele monument te leven, de ontkenning om volledig te accepteren dat een reis of een overgang van de ene naar de andere toestand ooit definitief tot een einde komt. Zulke ontkenningen worden gedramatiseerd in zijn film Nummer Negen: The day I didn’t turn with the world (2007), waarvoor de kunstenaar van 28 tot 29 april van dat jaar op de Noordpool stond. In een timelapse van negen minuten is die prestatie te zien. Het is natuurlijk de ultieme eenzaamheid – van de 6,76 miljard zielen op onze planeet was hij de enige die 24 uur lang niet om de as van de aarde draaide. En daarmee de enige die vrij was van de tirannie van agenda’s en tikkende klokken. Hij klappertandde er als een metronoom en ervoer een lineaire opeenvolging van gebeurtenissen. Een klein, tijdelijk wonder, al is het er allerminst een die zich laat vergelijken met het stoppen van de tijd. Van der Werves besluit om op de Noordpool te staan heeft een briljante nukkigheid in zich. Het is het existentiële equivalent van een puber die zichzelf opsluit in zijn slaapkamer, terwijl zijn ouders beneden tevreden het avondeten klaarmaken of het journaal kijken, in de wetenschap dat hij vroeg of laat wel naar beneden komt en het leven gewoon verder gaat.
lingen. We kunnen onze dromen nergens anders dromen. Guido van der Werve was ooit klassiek pianist, maar verruilde muziek voor beeldende kunst en leerde zichzelf films maken. Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Met zijn films, die hij nummert en waarin hij altijd zelf de hoofdrol speelt, oogst hij internationale waardering. Satire en ernst gaan hand in hand in het werk van Van der Werve. Terugkerende thema’s in zijn films zijn melancholie, vervreemding en door hem zelf gecomponeerde klassieke muziek. Van der Werve heeft verschillende prijzen gewonnen, waaronder de Charlotte Köhler Award in 2012. Zijn werk was te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam, De Hallen in Haarlem, Sammlung Goetz in München, het MoMA in New York en het Hirshhorn Museum in Washington.
Nummer Negen gaat zoals al zijn films over het uiteindelijke mislukken van het grote gebaar en de vreemde troost die dit ons biedt. Wij mogen dan stilstaan, onze planeet blijft evengoed draaien. Ooit, als het filmmateriaal op raakt of de kou te hard snijdt, moeten we weer met de wereld meedraaien. We hebben deze malle wereld nodig, met zijn vernederingen en teleurstel-
15
Keizersgracht 123
Sara van der Heide
1977, Busan, Zuid-Korea Studeerde aan De Ateliers in Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Zur Farbenlehre, Colour and Background (after Goethe), 2011 Olieverf op doek op een tafelpoot 240 x 200 cm © Sara van der Heide, fotografie: Johannes Schwartz
“Het kunstwerk […] is allereerst een wordingsgeschiedenis, het wordt nooit uitsluitend als gevolg ervaren.” - Paul Klee in Creative Credo, 1920 Claim to Universality, Colour Theory Exercise 1-20 is gebaseerd op een tekening van Lena Bergner uit 1927. Bergner was een leerling van Paul Klee op de Bauhaus School. De school was opgericht ten tijde van de Weimarrepubliek en stond bekend om zijn invloedrijke theorieën over kunst en design en om zijn liberale karakter. In 1933 sloten de nazi’s het Bauhaus. De tekening van Lena Bergner heet Belichtung/ Beschattung. Er is een kleine cirkel op te zien, van waaruit verschillende kleur- en lichtstralen een grotere cirkel vormen. Met twintig variaties op Bergners tekening wil Van der Heide de fundamentele kenmerken van het aquarelleren onderzoeken: kleur en licht. De tekeningen vormen samen een golvende lijn, terwijl de ruimte ertussen geladen is met ‘kosmische energie’, een begrip uit de methodiek van Paul Klee. Klee wilde niet alleen de zichtbare materiële wereld tonen, maar ook de immateriële: de wereld van ideeën. Zur Farbenlehre, Colour and Background (after Goethe) uit 2011 is gebaseerd op Zur Farbenlehre (1805) van Johann Wolfgang von Goethe. Het is een staand scherm met abstracte kleurvlakken. De compositie en primaire kleuren van dit werk doet onmiddellijk denken aan de abstracte schilderkunst uit het begin van de twintigste eeuw, zoals die van Mondriaan. Zur Farbenlehre gaat uit van een van Goethes kleurenschema’s, ontwikkeld naar aanleiding van Sir Isaac Newtons ontdekking dat licht is samengesteld uit deeltjes met verschillende kleuren. Goethe hanteerde een meer contextuele aanpak, waarbij hij aantoonde dat de achtergrondkleur een belangrijke rol speelt bij het tonen van andere kleuren op het moment dat licht door een prisma schijnt. Deze verwijzing naar negentiende-eeuwse
16
wetenschap en esthetiek vormt een levendige herinnering aan de invloed die de Verlichting nog altijd heeft op onze hedendaagse kijk op de wereld. Sara van der Heide volgde een Master aan De Ateliers in Amsterdam (1999-2001). In 2007 studeerde ze aan het ISCP in New York. Van der Heide gebruikt vaak kleur, licht en woordspelingen (zowel als materiaal als onderwerp) om onze ideeën over de kunstgeschiedenis en historische politieke zekerheden te verruimen. Enkele recente tentoonstellingen: Interventions 02: The Goethe-Institut’s Reading Room Pyongyang, Goethe-Institut Amsterdam (2013); de performancereeks Abstract Background with One or Two Figures in het Stedelijk Museum Amsterdam (2012); en Hollands Kabinet (20102012) in De Appel, Amsterdam (2011) en het Van Abbemuseum, Eindhoven (2012). Bronnen: Maxine Kopsa - Conceptual Sex; Modernism Acknowledges Colour De kunstenaar
Keizersgracht 123
17
Keizersgracht 123
18
Keizersgracht 123
Yael Bartana
1970, Kfar-Yehezkel, Israël Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Werkt en woont in Berlijn en Tel Aviv
Low relief II, 2004 Video-installatie, één kanaal Videoprojectie, kleur Soundtrack door Daniel Meir Duur: 5:30 minuten Collectie Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Binnen de context van de tentoonstelling maakt Low Relief II een krachtige vergelijking tussen de gastvrijheid van Amsterdam ten opzichte van Joodse vluchtelingen aan het einde van de zestiende eeuw, en de tegenwoordige staat Israël. De film toont burgers die tegen de bouw van de ´scheidingsmuur´ en het daardoor veroorzaakte onrecht protesteren. De Israëlische autoriteiten gaven de naam ´scheidingsmuur´ aan de betonnen muur van 700 kilometer lang en acht meter hoog tussen Israël en de Palestijnse Westelijke Jordaanoever. De film laat ook zien hoe de macht van het leger op de burgerbevolking steeds groter is geworden. Het – sterk aangezette - reliëfeffect in dit werk refereert aan klassieke bas-reliëfs waarop historische oorlogen afgebeeld zijn, en aan het gebruik om de kronieken van overwinnaars in steen te vereeuwigen. Bron: Galit Eilat, tentoonstellingscatalogus Wherever I am; Yael Bartana, Emily Jacir, Lee Miller; Modern Art Oxford, Oxford, 2004. Ad De ‘lo Yoda, 2003 Een jongen staat met zijn rug naar de toeschouwer. Hij kijkt naar een ruimte waar orthodox-joodse jongens en mannen hand in hand in een cirkel dansen. De jongere dansers zijn Perzisch gekleed, met goud- en zilverkleurige vesten met daaronder witte overhemden; de oudere dansers dragen zwarte pakken en hoeden. In één ononderbroken filmopname registreert de camera hoe Poerim gevierd wordt – een feest dat eraan herinnert hoe het Joodse volk in de vijfde eeuw voor Christus ontsnapte aan het dreigende gevaar in het Perzische Rijk. De viering vindt plaats in een Yeshiva-school in een orthodoxe voorstad van Bnei Brak. De naam van het werk, Ad De’lo Yoda, verwijst
naar het Poerim-gebruik om feest te vieren en te drinken ‘totdat men niet meer weet’ (‘ad de’lo yoda’) wat het verschil is tussen de ‘slechte Haman’ en de ‘gezegende Mordechai’. Poerim is het enige feest waarbij orthodoxe Joden alcohol mogen drinken. De jongen op de voorgrond, ook gekleed in Perzische kledij, kijkt vanaf de zijlijn nieuwsgierig toe en het lijkt erop dat hij overweegt mee te doen aan de festiviteiten. De muziek waarop de dansers zich bewegen noch hun stemmen zijn te horen. Ad De’lo Yoda is een van de weinige video-installaties van Yael Bartana zonder geluid. Bron: Yael Bartana, tentoonstellingscatalogus, Der Kunstverein, Hamburg; Hatje Cantz, 2007. Yael Bartana is een videokunstenaar die de beeldtaal van culturele identiteit verkent. In haar foto’s, films en installaties onderzoekt ze met een kritische blik de identiteitsstrijd van haar geboorteland Israël. Bartana studeerde aan de Bezalel Academy of Arts and Design in Jeruzalem, de School of Visual Arts in New York en de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Haar solotentoonstellingen waren onder meer te zien in het Moderna Museet in Malmö, het Museum of Modern Art in Warschau, PS1 in New York, het Center for Contemporary Art in Tel Aviv en het Van Abbemuseum in Eindhoven.
19
Keizersgracht 123
Atelier Van Lieshout / Joep van Lieshout 1963, Ravenstein Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Rotterdam
Samen met zijn Atelier Van Lieshout (AVL) onderzoekt Joep van Lieshout de natuurlijke toestand van de mens en de omstandigheden die hij voor zichzelf heeft gecreÍerd. AVL is vooral gefascineerd door het gemeenschapsbestaan van de mens. In zijn doorlopende serie Slave City (2005-) onderzoeken Van Lieshout en zijn atelier terugkerende thema’s als de organisatie van arbeid, machtsstructuren, zelfvoorziening, gemeenschappelijke waarden, ethiek, esthetiek, moraal, voedselproductie, energie, economie, management- en marketingsystemen en de omstandigheden van voortplanting en dood. Tijdens The Tolerant Home toont AVL werk op twee locaties. De grote, subversieve sculptuur Monument 2010 is buiten op een woonboot te zien, aan de Prinsengracht 465-K. In het Huis met de Hoofden is een aantal sculpturen te zien die pijn van het menselijk bestaan onderzoeken. De mens heeft de behoefte om te beschermen, maar bezit tegelijkertijd ook het verlammende vermogen om de meest gruwelijke wreedheden te begaan. Sinds Joep van Lieshout in 1992 de Prix de Rome won, staat hij in de internationale schijnwerpers. Hij won negen prijzen, waaronder de Wilhelminaring in 2000 en recent de Stankowski Award van de Stankowski Stiftung in Stuttgart (2009). Hij studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en De Ateliers in Amsterdam (1985-1987). In 1995 richtte Van Lieshout zijn Atelier Van Lieshout op, een werkplaats in een pakhuis in de Rotterdamse havens. Het pand, Katoenveem, is een industrieel mo-
20
nument. Het is een van de eerste pakhuizen van gewapend beton. De werkplaats bestaat uit verschillende afdelingen, met glasvezel-, sculptuur-, hout- en metaalwerkplaatsen. AVL heeft twintig medewerkers, die nauw betrokken zijn bij het productieproces van ieder product. Het hele proces vindt hier plaats in atelier, van ontwerp tot eindproduct. Het werk van AVL was te zien in diverse solotentoonstellingen, zoals The Butcher I Marseille 2013 in La friche belle de mai in Marseille, Frankrijk; Manufactuur/SlaveCity in het Amsterdamse Grimm (2012); en Infernopolis in de Onderzeebootloods van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam (2010). Een greep uit de vele groepstentoonstellingen: Art-O-Rama I Marseille 2013 in La friche belle de mai, Marseille; en Gwangju Biennale in Gwangju in Korea (2011). Het werk van Joep van Lieshout is opgenomen in de collecties van het Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam; Stedelijk Museum, Amsterdam; en Van Abbemuseum, Eindhoven. Bronnen: Galerie Grimm, Amsterdam De kunstenaar Lutz-Kinoy, Matthew en Uchino, Natsuko
Keizersgracht 123
21
Keizersgracht 114 Bouwjaar: circa 1800
Kunstenaars
• Jan Andriesse • Erik van der Weijde
Ondanks het feit dat het gesitueerd is in een van de vroegste stadsuitbreidingsgebieden, dateert dit pand uit circa 1800. Het is een klassiek ingedeeld grachtenhuis met twee ruimten aan de grachtzijde, een binnenhof en een zaal aan de achterzijde, die uitkijkt op de tuin. Tegenwoordig herbergt het pand appartementen en kantoren.
keizersgracht 114
24
keizersgracht 114
Jan Andriesse
Variaties op Yves Klein, Symphonie Monotone Silence (1949/1960), geproduceerd en uitgevoerd door het Qcumber Orchestra
Torrentius, 2013 I.s.m. met Maarten de Kroon Duur: 10’55 minuten Collectie kunstenaar
Credits Camera: Sander Snoep,Grip: André Plug, Licht: Erno Das, Assistent camera: Flip Bleekrode, Visuele effecten en grading: Ruud Kouwenberg/Martin Klein, Geluid: Ronald & Jeroen Nadorp, Bob Kommer Sound Studios, Productie: Get Organised Met dank aan: Zbigniew Herbert, Rijksmuseum Amsterdam
1950, Jakarta, Indonesië Studeerde aan Ateliers ’63 in Haarlem Woont en werkt in Amsterdam
Schilderij Emblematisch stilleven met kan, glas, kruik en breidel, 1614, Johannes Torrentius (1589-1644), Rijksmuseum, Amsterdam Muziek Het levensverhaal van de zeer begaafde schilder Johannes Torrentius (Johannes Symoonisz. van der Beeck, 1589-1644) illustreert de dubbelhartigheid van de tolerantie van de Nederlandse samenleving ten tijde van de grote stadsuitbreidingen van de zeventiende eeuw. Op het gebied van kunst en wetenschap werden humanistische en seculiere denkbeelden verkend, maar tegelijkertijd was de macht van de kerk en haar predikanten nog altijd erg groot; de kerk schuwde extreme maatregelen niet om haar onderdanen in toom te houden. Torrentius werd geboren in Amsterdam en stierf in diezelfde stad. In de tussentijd leidde hij een wild en losbandig leven, eerst in Amsterdam en later ook in Haarlem, waar hij door zijn levensstijl in de problemen kwam met de kerk. Hij werd gearresteerd en gemarteld en tenslotte, op basis van valse bewijzen, veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Al zijn werken werden verbrand. Na twee jaar kwam koning Karel I hem te hulp, samen met de ambassadeur van Oostenrijk. De Engelse koning was onder de indruk van Torrentius’ werk en benoemde hem tot hofschilder. Torrentius bleef vervolgens twaalf jaar in Engeland, maar vanwege zijn vrije opvattingen over seks kwam hij uiteindelijk ook daar in moeilijkheden. In 1644 keerde hij als min of meer gebroken man terug naar Amsterdam. Hij herstelde nooit volledig van de martelingen die hij had ondergaan.
In deze prachtige korte film onderzoeken de Nederlandse schilder Jan Andriesse en journalist en filmmaker Maarten de Kroon het leven van Torrentius en zijn enige overgebleven schilderij. De Nederlandse schilder Jan Andriesse heeft een grote fascinatie voor ons kijkproces en de complexe manier waarop het oog licht opvangt. Hij werd geboren in Indonesië, een voormalige Nederlandse kolonie, groeide op in El Salvador en verhuisde als jongeman naar New York. Daar begon hij water te schilderen. Sinds zijn terugkeer naar Nederland richt hij zich volledig op de verschillende manieren waarop licht in Nederland zich gedraagt en de rol van licht in de Nederlandse schilderkunst vanaf de zeventiende eeuw.
In 1913 werd in Haarlem bij toeval een van zijn schilderijen ontdekt dat aan een vlammenzee ontsnapt was. Dit schilderij, Emblematisch stilleven met kan, glas, kruik en breidel uit 1614, is opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het is het enige nog bestaande werk van Torrentius.
25
keizersgracht 114
Erik van der Weijde 1977, Dordrecht
Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Natal, Brazilië
Der Baum Series, 2010 Inkt op photo rag 50 x 65 cm (acht foto’s) Collectie kunstenaar en CHERT Gallery, Berlijn
Het werk van Erik van der Weijde werpt licht op gewone, weinig spectaculaire beelden uit ons dagelijks leven – het huis waarin we wonen, een straatlamp, ons toeristisch gedrag, familieportretten en andere veel voorkomende onderwerpen. In zijn nauwkeurige fotoreeksen bewandelt Van der Weijde een weg tussen geschiedenis, cultuur, onderwijs, clichés en alledaagse gewoonten. Door zijn aandacht voor kleine, vreemde details waarachter de grotere onderwerpen schuilgaan, weet de kunstenaar verbanden te leggen. Hij verzamelt en toont beelden die symbool staan voor de onderwerpen die ze verbeelden en laat ons daarmee de waarde en soms vergeten ernst van hun bestaan zien. Der Baum is een serie van 44 foto’s van bomen, die Van der Weijde op verschillende locaties in Europa en Brazilië maakte. De beschrijvingen bij de foto’s variëren van historische bezienswaardigheden, zoals de basisschool die Adolf Hitler bezocht of de straat waar de ontvoerde Natascha Kampusch werd vastgehouden, tot weinig specifieke plaatsen als ‘school’, ‘weg’ of ‘park’. De fotoreeks Der Baum is geïnspireerd op het boek Der Baum im Bilde der Landschaft, een Duits boek uit 1931 van K.R Langewiesche. Deze titel was onderdeel van een boekenreeks met de naam Der Eiserne Hammer (De ijzeren hamer), bedoeld als goedkoop lesmateriaal voor de ongeschoolde massa. De serie had als motto ‘Das Gute für Alle’ (‘Het goede voor iedereen’). Het boek Der Baum werd uitgegeven door 4478zine. De op het boek gebaseerde fotoreeks was te zien in Van der Weijdes solotentoonstelling Der Baum in galerie CHERT in Berlijn in oktober 2010. Erik van der Weijde studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en aan de
26
Universiteit van Amsterdam en was vervolgens artist in residence aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in 2008. Behalve op tentoonstellingen zijn er veel boeken en andere uitgaven waarin Van der Weijdes werk te zien is – in eigen beheer uitgegeven of in samenwerking met befaamde redacteuren. Deze uitgaven benadrukken het idee van herhaling en samenhang zoals dat voorkomt in zijn fotoreeksen. Zijn publicaties maken daarmee onderdeel uit van zijn fotografische onderzoek. Om die reden richtte Van der Weijde uitgeverij 4478zine op. Enkele tentoonstellingen: Niemeyer and my Wife, Chert, Berlijn (2012); Deer Park, the forever ending story presents Erik van der Weijde’, Wäscherei, Kunstverein Zürich (2011); en Siedlung, Foam, Amsterdam (2008). Bron: De kunstenaar
keizersgracht 114
27
Keizersgracht 134 Bouwjaar: circa 1755
Kunstenaars
• Amalia Pica • Vincent Vulsma • Fiona Tan
Ondanks het feit dat het pand op de Keizersgracht 134 op het gebied staat van de vroegste stadsuitbreiding, dateert het uit circa 1755. Het is een klassiek ingedeeld grachtenhuis met twee ruimten aan de grachtzijde, een binnenhof en een zaal in het achterhuis, die uitkijkt op de tuin. De stucdecoraties en de zandstenen kroonlijst met kuif boven het vlieringluik zijn origineel. Tegenwoordig herbergt het pand appartementen.
Keizersgracht 134
30
Keizersgracht 134
Amalia Pica
1978, Neuquén, Argentinië Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Londen
Unintentional Monument (A Tribute to the Nagoya TV Tower) 1-7, 2010 Replica’s van zelfgemaakte antennes voor analoge televisies, gevonden materialen Collectie Stigter Van Doesburg, Amsterdam
Wellicht kwam Amalia Pica op het idee om te communiceren met humor en speelsheid door de rijke poëtische en surrealistische traditie van de literatuur en het vertellen van verhalen in haar geboorteland Argentinië. Maar laat er geen misverstand over bestaan: zoals ook het geval is met de Latijns-Amerikaanse literatuur, zo schuilt er achter het schijnbaar lichte werk van Pica een diepe, donkere betekenis. Pica houdt zich bezig met communicatie voorbij culturele grenzen, met specifieke aandacht voor de koloniale impact op communicatie op haar geboortecontinent. Ze groeide op in de jaren tachtig in Argentinië, tijdens de laatste jaren van revolutie en dictatuur. Dit verklaart grotendeels de belangstelling van de kunstenaar voor middelen die spraak en gehoor mogelijk maken, evenals haar sympathie voor organisaties die zich wereldwijd inzetten voor vrijheid van meningsuiting. Binnen deze context moeten we Pica’s fascinatie voor het ontsporen - of zelfs de totale onmogelijkheid van communicatie beschouwen. Voor The Tolerant Home verkende Pica de fijne kneepjes van het communiceren op voor haar onbekende plekken. In Unintentional Monument (A Tribute to the Nagoya TV Tower) reconstrueert Pica bijvoorbeeld de tv-antennes die mensen in Afghanistan maken in een poging om, niettegenstaande hun gebrekkige infrastructuur, toch naar de talentenjacht Afghan Star te kunnen kijken. Ze getroosten zich deze inspanningen niet alleen voor het entertainment, maar, zoals verklaard in het bijschrift, om hun democratische spieren enigszins aan te spannen en deel te nemen aan een vorm van communicatie – het publieke discours dat zo velen van ons voor lief nemen. Wie de antennes van dichterbij bekijkt, ziet hoe gammel ze in elkaar steken. De hoop op communicatie verdwijnt als je je realiseert dat deze prachtige knutselwerken alleen een enorme stilte zullen uitstralen.
Amalia Pica volgde in Buenos Aires opleidingen aan de Escuela Nacional de Bellas Artes P.P. (2001) en het Instituto Universitario Nacional del Arte (2003)en was artist in residence aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (2005). Ze won onder meer het Cisneros Fontanals Foundationʼs Grants & Commissions Program in 2011. Enkele recente solotentoonstellingen: When Attitudes Became Form Became Attitudes in het Museum of Contemporary Art in Detroit en het CCA Wattis Institute for Contemporary Arts in San Francisco; Artificial Amsterdam in De Appel in Amsterdam; en Ruins in Reverse in de Tate Modern Project Space in London en in het Museo de Arte de Lima in Peru. Amalia Pica nam deel aan vele groepstentoonstellingen, waaronder Au loin, une ile! in de Fondation d’entreprise Ricard in Parijs; FRAC Bordeaux in Frankrijk; en Incheon Women Artistsʼ Biennale in Korea. Haar werk was ook te zien in de Hayward Gallery in Londen, het Stedelijk Museum Amsterdam en het Museo Municipal de Bellas Artes Juan Manuel Blanes, Montevideo, Uruguay. Bronnen: http://art.newcity.com/2013/05/07/review-amalia-picamuseum-of-contemporary-art/ JACOB PROCTOR Artforum; Amalia Pica/ 02.08.13-04.07.13 MIT List Visual Arts Center, Cambridge, MA http://www.bigredandshiny.com/cgi-bin/BRS. cgi?article=2013-02-25-054309573267140318 #sthash.KK01Drwm.dpuf Galerie Stigter Van Doesburg, Amsterdam De kunstenaar
31
Keizersgracht 134
Vincent Vulsma
1982, Zaandam Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam en Berlijn
141 E ̊ , 2010 Plexiglas vitrine met de helft van een hardhouten schild: reliëfdecoratie, polychroom (zwart, rood wit); Brazzarivier-regio, Oostelijk Centraal Asmat Binnenland, Zuidwest Nieuw-Guinea, Papoea, Indonesië; ongedateerd 230 x 95 x 18 cm Foto: © Roy Villevoye, 1995 Collectie kunstenaar
Het werk 141 E ̊ ontleent zijn naam aan de grens van Nederlands Nieuw-Guinea, die in 1848 op 141 ̊ Oosterlengte werd vastgelegd door de regering van Nederlands-Indië. De westelijke helft van het eiland, dat tegenwoordig Papoea heet, werd door Nederland opgeëist en stond tot 1963 onder Nederlands koloniaal bestuur. Na dekolonisatie werd het in 1963 onderdeel van de Republiek Indonesië en werden de bewoners van Papoea opnieuw onderdrukt, maar nu door de Indonesiërs. Vulsma liet zich inspireren door deze incisie in het politieke vlees van het eiland, en meer in het algemeen door het in kaart brengen van een land als middel om het zich toe te eigenen. Hij zette deze procedure om in een artistieke productie. Zo herverdeelt én herdistribueert hij een Papoea-artefact, in dit geval een soort schild zoals je die vaak tegenkomt bij Nederlandse huiskamers van mensen met interesse voor etnografie. Dit schild werd gemaakt door een houtsnijder in het Citakdorp Amásu, aan de rivier Dairam Hitam in het noordoosten van Asmat. Nederlandse kunstenaar Roy Villevoye kwam het schild tegen in Amásu tijdens een reis naar Asmat in 1995. Hij verhandelde het met Piet van Mensvoort, een Nederlandse missionaris in Merauke. Vervolgens werd het schild naar de Missionarissen Van Het Heilig Hart in Tilburg verzonden ten behoeve van hun missie in het Indonesische Nieuw-Guinea. Vervolgens kwam het in handen van handelaren en verzamelaars terecht, waarna Vulsma het voorwerp overnam voordat het in de museumwinkel van Rotterdamse etnografiemuseum Wereldmuseum belandde. Hoewel het Papoea-schild, na zo vaak van eigenaar te zijn verwisseld, gestaag in marktwaarde was gestegen, werd het in opdracht
32
van Vulsma uiteindelijk in tweeën gezaagd. Die handeling doet denken aan ons koloniale verleden met zijn tactische politieke manipulaties en de gevolgen daarvan, die nog altijd merkbaar zijn. Tegelijkertijd zien we de onheilspellende verschijning van het schild op een nieuwe marktplaats. In zijn sierlijke, maar sobere werken onderzoekt Vulsma de contextuele parameters van kunstproductie; in het bijzonder de geschiedenis en economie van culturele toe-eigening. Vincent Vulsma studeerde in 2006 af aan de Gerrit Rietveld Academie en was artist in residence aan De Ateliers tussen 2006 en 2008, beide in Amsterdam. Zijn werk was onlangs te zien in de tentoonstelling A Sign of Autumn in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam; de zesde editie van de Berlijnse Biënnale; ARS NOVA E5305-B in Galerie Cinzia Friedlaender, Berlijn; en Birds (een installatie van Willem de Rooij) in Cubitt, Londen. Ook nam hij deel aan groepstentoonstellingen als Beyond Imagination in het Stedelijk Museum in Amsterdam en Etna Carrara in het Ludwig Forum für Internationale Kunst in Aken, Duitsland. Bronnen: Ellen de Bruijne Projects, Amsterdam De kunstenaar
Keizersgracht 134
33
Keizersgracht 134
34
Keizersgracht 134
Fiona Tan
1966, Pekan Baru, Indonesië Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Empty House, 2010 Tien foto’s: Sink, Cupboard, Doll, Telephone, Clock, Fan 1, Letters, Broken Glass, Fan 2, Watergod Altar Kleur, pigmentdruk op duurzaam, zuurvrij papier 41,3 x 27,5 cm Collectie kunstenaar en Frith Street Gallery, Londen
“Alle werkelijk bewoonde ruimtes belichamen de essentie van het begrip thuis.” – Gaston Bachelard in The Poetics of Space Fiona Tan werkt binnen het betwiste gebied van representatie. Hoe representeren we onszelf en wat zijn de mechanismen die bepalen hoe we de representaties van anderen interpreteren? Foto’s en film - gemaakt door haarzelf, door anderen of een combinatie van beiden - zijn haar middelen; onderzoek, classificatie en het archief haar strategieën. Voor The Tolerant Home exposeert Tan een reeks van tien foto’s waarop interieurs zijn afgebeeld, waarmee ze het gevoel van onbeschaamdheid bij het kijken naar de intieme wereld van vreemden ter discussie stelt. Tan maakte de foto’s tijdens de productie van haar film Cloud Island op het kleine eilandje Inujima voor de Japanse kust. Verlatenheid is een van de onderwerpen waarmee Fiona Tan speelt in deze foto’s. Kathryn Brown schreef een diepgravende tekst over Tans werk. Zo zegt ze over foto 4: “Als we de lijst op de pagina van boven naar beneden volgen, zien we sporen van namen en nummers die zijn uitgewist. Hoewel de telefoon het huis aansluit op een communicatienetwerk, lijkt de steeds korter wordende lijst erop te wijzen dat de groep mensen met wie het mogelijk is te communiceren, steeds kleiner wordt.” Groeiende onbeduidendheid is het lot van alle huizen in deze reeks, die met veel eerbied zijn gefotografeerd.
Photographers Gallery in Londen (2012). De reeks (2006-2012) van honderden foto’s in de familiefotostijl geeft inzicht in de levens en levensstijlen van uiteenlopende groepen mensen in grote steden en afgelegen dorpjes. Het werk van Fiona Tan is wereldwijd gepubliceerd te zien en is opgenomen in prestigieuze collecties, waaronder die van het Centre Pompidou in Parijs; Rubell Family Collection in Miami; Stichting De Pont in Tilburg; Hammer Museum in Los Angeles; Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam; Neue Nationalgalerie in Berlijn; Stedelijk Museum in Amsterdam; en Tate Collection in Londen. Bronnen: Kathryn Brown, ‘Photography, Building, and Dwelling: Fiona Tan’s Empty House’, Universiteit Tilburg De kunstenaar
In 2009 vertegenwoordigde Tan Nederland tijdens de 53ste Biënnale van Venetië. Cloud Island I was een solotentoonstelling die dit jaar te zien was bij het Inujima Art House Project. Tan maakte Cloud Island I aanvankelijk voor de Architectuur Biënnale van Venetië in 2010. Haar nieuwste toevoeging aan de reeks Vox Populi was te zien in de
35
Westermarkt 14 Bouwjaar: circa vroege zeventiende eeuw
Kunstenaars
• David Haines
In de negentiende eeuw is dit pand aanzienlijk veranderd toen de gevel werd vernieuwd en aangepast aan de toen heersende smaak. Dat deze gevel niet geheel paste bij de bestaande structuur van het huis was blijkbaar geen bezwaar. Op 7 september 1756 werd in dit pand Willem Bilderdijk geboren. Hij was geschiedkundige, taalkundige, dichter en advocaat. De blijvende betekenis van Bilderdijk voor de Nederlandse cultuur ligt vooral in zijn werk als privédocent vaderlandse geschiedenis in Leiden. Hier verzamelde hij een groep jonge mannen om zich heen die later belangrijk zijn geweest in het zogenoemde Het Réveil, een internationale opleving in de christelijke wereld aan het begin van de negentiende eeuw. Bilderdijk kan als de geestelijke vader van het Nederlandse Het Réveil worden aangemerkt. Hij is in de Westerkerk begraven, waar een gedenkteken te zien is.
Westermarkt 14
David Haines
1969, Nottingham, Verenigd Koninkrijk Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam en Londen
Two Boys Kissing, Kerkstraat, Amsterdam 2011 Potlood op papier, 12 x 18 cm, Privécollectie No Nacis, 2011, Potlood op papier, ingelijst, 13 x 17 cm, Privécollectie Infinite Equation X and Y, 2009, Potlood op papier, 112 x 120 cm, The Ekard Collection Nike Air Sneaker vs Colonel Sanders, 2009, Potlood op papier, 181 x 140 cm, Collectie Zabludowicz The Boys Next Door, 2001, MiniDV, kleur, stereo, Duur: 18:56 minuten, Collectie kunstenaar en Upstream Gallery, “David Haines is een kunstenaar die beelden uit onze wereld van eindeloze virtualiteiten haalt en ze zich eigen maakt: vreemde verlangens, fantasieën en dagdromen. Hij maakt tekeningen, aquarellen en video’s; hij gebruikt potloden, penselen, woorden, geluiden, melodieën, stemmen en acteurs als materialen van zijn gedachten. Tegelijkertijd is hij een kunstenaar die afrekent met technieken en media zoals we die kennen; hij maakt ze vreemd en raadselachtig. Daardoor is zijn werk traditioneel noch experimenteel. Het blikt niet terug, maar ook niet vooruit. Zijn werk verbeeldt een geheimzinnige moderne tijd, doordat hij hedendaagse beelden op een tijdloze manier verwerkt. Dat doet hij zoals renaissancekunstenaars emblemataboeken gebruikten om figuren, dromen en symbolen op te zoeken. Maar in tegenstelling tot de renaissancekunstenaar verwerkt Haines emblemen niet tot een nieuw, samenhangend verhaal, maar brengt hij ons in verwarring met zijn verzamelde vondsten. Dit is de kunst van de werkelijkheid; het bezorgt ons nieuwe gevoelens, beelden en kortstondige relaties met de beelden.” Adrian Rifkin. De werken in The Tolerant Home geven inzicht in de schijnbaar hermetische wereld van Haines. Hij gebruikt zowel zijn potloden als, in zijn videowerk, zijn camera als gereedschap. De video The Boys Next Door werd gemaakt vóór de opkomst van sociale media en YouTube. Voor dit werk filmde de kunstenaar drie jaar lang stiekem een groep (veelal allochtone) mannen die elkaar ontmoetten in een Amsterdamse coffeeshop. Hij creëerde daarbij een eigen verhaallijn. Het werk kan gezien worden als een uiting van Haines’ fantasieën en verlangens (grenzend aan een lichte psychopathie), maar ook, twaalf jaar na dato, als een tijdsbeeld van het Amsterdamse leven. De tekeningen op de tentoonstelling zijn even obsessief van aard als het videowerk, wat te
38
zien is aan het obsessieve oog voor detail en de – op het eerste gezicht – esoterische taal. De kunstenaar gebruikt de symboliek van een website over homofetisjisme om zijn zelfportret te maken. Zo gebruikt hij zijn versleten sneaker als masker, waarmee hij zowel iets zegt over versluiering als over de unieke identiteit van de vuile schoen zelf. Lege flesjes amylnitriet, de afgedankte overblijfselen van de nachten die de kunstenaar in Amsterdamse clubs doorbracht, vormen een gevoelig, melancholiek stilleven. Een obscuur internetmeme (waarin mensen proberen een kip met een aansteker te koken) wordt op een zodanige manier ’heruitgevoerd’ dat de opvattingen van de kunstenaar erin doorklinken. Hierdoor wordt een proces op gang gebracht van visuele verbindingen en taal, waarmee Haines nieuwe, belangrijke, indringende boodschappen blootlegt. David Haines studeerde aan de Camberwell School of Art in Londen en, van 1994 tot 1995, aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Zijn werk was te zien in het Stedelijk Museum, De Appel en de New Art Space (NASA) in Amsterdam. In het Verenigd Koninkrijk was zijn werk te zien in: Turner Contemporary, Margate; MIMA, Middlesborough; Fruitmarket Gallery, Edinburgh; Drawing Room, London; en Bluecoat, Liverpool. In 2011 was zijn werk onderdeel van de twaalfde Biënnale van Istanbul. Haines’ solotentoonstellingen waren te zien in de Upstream Gallery, Amsterdam en Luisa Strina Gallery, São Paulo. Enkele videofestivals die zijn video’s vertoonden: World Wide Video Festival, Amsterdam; Impakt; Kasseler Dokumentarfilm- und Videofest, Kassel; en The Pandaemonium Biennial in het Lux Centre, Londen. In 2012 ontving hij de Jeanne Oosting Prijs.
Westermarkt 14
39
Prinsengracht 281 Westerkerk Bouwjaar: 1620-1631
Kunstenaars
• Alicia Framis
De protestantse Westerkerk aan de Prinsengracht is voor velen het symbool van het oude Amsterdam. De Westerkerk is gebouwd in opdracht van het Amsterdamse stadsbestuur. Het monumentale gebouw is door architect Hendrick de Keyser ontworpen en werd op eerste pinksterdag 1631 in gebruik genomen. Het gebouw was niet de eerste kerk in Amsterdam, maar wel de grootste die als protestantse kerk werd gebouwd. In 1489 gaf de Keizer van Heilige Roomse Rijk Maximiliaan I de stad Amsterdam het recht de kroon in haar wapen te voeren Deze kroon prijkt nu als spits bovenop de beroemde ‘Ouwe Wester’, met zijn 85 meter de hoogste kerktoren van Amsterdam. Meer informatie: www.westerkerk.nl.
Prinsengracht 281
42
Prinsengracht 281
Alicia Framis
1967, Barcelona, Spanje Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam
Woont en werkt in Amsterdam en Barcelona Room to Forget, 2012/2013 Glas, metyrapone Variabele afmetingen Collectie kunstenaar en Annet Gelink Gallery, Amsterdam
In haar vroege carrière maakte Alisia Framis werk als Dreamkeeper (1998), waarmee ze probeerde om met haar publiek in contact te komen. Mensen die graag iemand bij zich wilden hebben als ze sliepen, bood Framis haar gezelschap aan. In 2013 maakte ze Room to Forget, bestaande uit een transparante ruimte gevuld met metyrapone. Dit chemische middel doet mensen vergeten: het blokkeert herinneringen met een emotionele lading, maar laat neutrale herinneringen onaangetast. Het middel wordt gebruikt bij de behandeling van slachtoffers van geweld en soldaten die terugkeren uit de oorlog. Metyrapone zou wellicht gebruikt kunnen worden door iedereen die emotioneel ernstig lijdt. Maar is iedereen bereid om te vergeten? Hebben we onze persoonlijke en collectieve catastrofes niet juist nodig om verder te komen in het leven, om ons ervan bewust te worden wat niet opnieuw mag gebeuren? Room to Forget vertegenwoordigt een ruimte die volledig in strijd is met de retoriek van de monumenten die sinds de laatste decennia in westerse steden te vinden zijn. Denk aan Peter Eisenmans holocaustmonument in Berlijn, dat met zijn enorme aantal rechthoekige volumes de menselijke maat overschrijdt. Dit monument vormt een retorische parallel met de metyrapon-ruimte: het maakt zo’n overweldigend onderdeel uit van het stadsbeeld, dat het de rol van traumaverwerker op zich neemt. De noodzaak om stil te staan bij het verdriet verdwijnt voor de inwoners van de stad, omdat het monument die taak al volledig op zich heeft genomen. Daarmee doet het monument juist vergeten.
het geheugen confronteren of een deel van hun ervaringen verwijderen – permanent en door middel van kunstmatige middelen, met onbekende en onvoorspelbare psychische effecten. Room to Forget maakt deel uit van een prachtig labyrint van ruimtes waar Framis momenteel aan werkt. Alicia Framis studeerde beeldende kunst aan de Universiteit van Barcelona en aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Ze haalde haar Master aan het Institut d’Hautes Études in Parijs en was artist in residence aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Framis is een multidisciplinaire kunstenaar, die architectuur, design, mode en performance combineert. Ze werkt projectmatig en richt zich op verschillende aspecten van het menselijk bestaan in de hedendaagse stedelijke samenleving. Uitgangspunt van Framis zijn vaak actuele maatschappelijke vraagstukken van waaruit ze fictieve omgevingen laat ontstaan. In samenwerking met kunstenaars uit andere disciplines ontwikkelt ze vervolgens platformen voor interactie. Haar solowerk was onlangs te zien in Instituto Cervantes, Beijing; CIAXA Forum, Barcelona; Santa Monica Art Center, Barcelona; en Museum of Design, Zürich. Alicia Framis werd in 2000 onderscheiden met de Prix Lleida Contemporary Art (Spanje) en in 1997 met de Prix de Rome.
Met Room to Forget wil Alicia Framis stadsbewoners doen terugkeren naar een morele situatie waarin ze een keuze moeten maken:
43
Herengracht 284 Huis van Brienen Bouwjaar: 1728-1733
Kunstenaars
• David Jablonowski • Germaine Kruip • Ina van Zyl
Huis Van Brienen is een uitzonderlijk grachtenhuis met een interieur dat in de top 100 van belangrijkste interieurs in Nederland staat. De tijd lijkt er te hebben stilgestaan. De laatste bewoonster, AngĂŠlique van Brienen, gebruikte het huis alleen tijdens de kerstdagen. In 1933 schonk haar zoon het huis aan Vereniging Hendrick de Keyser om het zo voor de toekomst veilig te stellen. Vereniging Hendrick de Keyser is vernoemd naar de beroemde beeldhouwer en bouwheer uit de zeventiende eeuw en zet zich in voor het behoud van architectonisch of historisch waardevolle huizen en interieurs in heel Nederland. De Vereniging doet dit door panden te verwerven en ze vervolgens te restaureren en te verhuren. Meer informatie: www.hendrickdekeyser.nl.
Herengracht 284
David Jablonowski
1982, Bochum, Duitsland Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
The Golden Rules of Flaming, 2011-2013 Mixedmedia-installatie, herkomst: onbekend, herziening 1: 2 december 1987 door Joe Talmadge Collectie Galerie Fons Welters en Lüttgenmeijer, Berljn Location: Herengracht 284 (Huis Van Brienen) “Flaming of bashing verwijst naar de vijandige en beledigende interactie tussen internetgebruikers, waarbij godslastering vaak niet geschuwd wordt.” - Wikipedia, 2013
David Jablonowski: ”Sinds ik berichten plaats op internet, heb ik flame-oorlogen van epische proporties meegemaakt (Brahms Gang versus Tim Maroney) en flame-oorlogen van meer bescheiden aard (MIT versus CIT). Flaming heeft zich ontwikkeld tot een hoogst gestileerde kunstvorm, compleet met ongeschreven regels en richtlijnen. Ik heb geprobeerd om de Kunst van het Flamen te documenteren: 1. Verzin dingen over je tegenstander: het is belangrijk om je leugens waarachtig te laten klinken. Begin je betoog met het woord ‘duidelijk’. 2. Wees een psycholoog van de koude grond: je bent slim. Je hebt gehoord van Freud. Je hebt een lesje psychologie gevolgd op school. Het is duidelijk, je bent gekwalificeerd om je tegenstander psychologisch te analyseren. 3. Plaats je flames overal: Iedereen op internet wacht met smart op het volgende literaire hoogstandje dat jij plaatst. Van rec. arts.wobegon tot alt.gourmand, iedereen houdt z’n adem in, in afwachting van jouw volgende flame. Laat daarom overal berichten achter. 4. Samenzweringen zijn alomtegenwoordig: als iedereen tegen je gekeerd is, kan de reden gewoonweg niet zijn dat jij een idioot bent. Het mag duidelijk zijn dat er een samenzwering gaande is, en je bewijst het hele internet een dienst door die tot op de bodem uit te zoeken. 5. Dreig met een rechtszaak: dit is regel #4, maar dan omgekeerd. Dreigen met een rechtszaak is altijd goed. 6. Dwing ze om hun beweringen te bewijzen: zelfs als Harry Hoinkus hardop zegt dat hij van tomatensaus op zijn pasta houdt, moet je om bewijs vragen. Als Newsweek geen artikel heeft geschreven over Harry’s pastavoorkeuren, liegt Harry overduidelijk. 7. Gebruik buitenlandse woorden: Frans is goed, maar Latijn is de lingua franca van
46
het flamen. 8. Laat weten hoe slim je bent: Waarom zou je intelligente argumenten gebruiken om ze ervan te overtuigen dat je slim bent, terwijl je ze dat alleen maar hoeft te vertellen? 9. Beschuldig je tegenstander van censuur: Als Amerikaanse burger is het je recht om alles wat je maar wil op internet te plaatsen. 10. Zet vraagtekens bij hun bestaan: je hebt je tegenstander nooit in het echt gezien, toch? En aangezien jij het centrum van het universum bent, had je ze inmiddels weleens moeten tegenkomen, nietwaar? Zie je wel, ZE BESTAAN NIET! Dit is de schoonheid van de logica van flamers. 11. Lieg, bedrieg, steel, laat de toiletbril omhoog. 12. Bij twijfel: beledig. Mocht je de andere elf regels vergeten, onthoud dan in elk geval deze. Op een bepaald punt in je prachtige carrière als flamer zul je ongetwijfeld in een flame-oorlog terechtkomen met iemand die beter is dan jij. Deze persoon brengt je leugens naar buiten en maakt korte metten met je argumenten, kortom: hij zorgt ervoor dat je een idioot lijkt. Op dat moment kun je nog maar één ding doen: beledig die eikel!!! ‘Oh ja? Nou, je moeder doet rare dingen met groenten.’” David Jablonowski studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, de Kunstakademie Düsseldorf in Duitsland, De Ateliers in Amsterdam en het ISCP in New York. Jablonowski wordt gezien als een belangrijke stem als het gaat om het verbeelden van de huidige digitale cultuur. Sinds 2007 heeft hij vele tentoonstellingen gehad. Jablonowski woont en werkt in Amsterdam. Zijn solotentoonstelling Prosumer is onderdeel van de Debuut Serie van De Ateliers (Gemeentemuseum Den Haag; te zien tot begin november 2013).
Herengracht 284
47
Herengracht 284
48
Herengracht 284
Germaine Kruip
1970, Castricum Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam
Woont en werkt in Amsterdam en Brussel Aesthetics as a way of survival, 2013 Mixedmedia-installatie Collectie kunstenaar en The Approach Gallery, Londen
Aesthetics as a way of survival kan binnen de context van deze tentoonstelling gezien worden als een onderzoek naar de dichotomie van verheerlijking en afwijzing van culturele elementen in onze samenleving. Waar wij direct bereid zijn om bijvoorbeeld financiële of medische kennis als maatschappelijk relevant te zien, blijven we cultuuruitingen zien als marginale manifestaties. Cultuur is daarom ook een van de grote verliezers in de huidige bezuinigingen. Interessant hierbij is dat de geschiedenis ons leert dat juist culturele aspecten van een samenleving - schilder- en beeldhouwkunst, architectuur en muziek bewaard en beschermd worden en door latere generaties als kenmerkend voor een tijdperk worden gezien. Tijdens een reis naar Australië maakte Germaine Kruip een film die het betoverende gedrag van de prieelvogel belicht. In plaats van zijn mooie veren of verleidelijke melodieën te gebruiken om een partner te verleiden, decoreert deze vogel zijn nest, dat op een prieeltje lijkt. De vogel lokt vrouwtjes met een bouwwerkje van takjes, dat hij versiert met kleurrijke patronen van bloemen, bessen, bladeren en materiaal dat hij vindt in de menselijke habitat. Het theatrale baltsritueel dat het mannetje opvoert voor het vrouwtje - hijzelf blijft hierbij vakkundig onzichtbaar - symboliseert zijn kennis en originaliteit. De vogel communiceert door middel van een ingenieus gebouwd nest: een staaltje architectuur waarin kleur, compositie, symmetrie, vorm en eigenheid kwaliteiten zijn waarmee hij de dames kan inpalmen. Germaine Kruip werkte voor haar project samen met de lokale ornithologen Cliff en Dawn Frith, die al dertig jaar onderzoek doen naar deze fascinerende vogels. Germaine Kruip werd gegrepen door het idee dat esthetiek binnen de natuur zich manifesteert als manier om te overleven, en door de ‘designs’ die daar het gevolg van zijn. Dit gegeven biedt nieuwe mogelijkheden en ingangen
om naar kunst te kijken. De noodzaak van kunst wordt vaak getoetst aan direct meetbaar maatschappelijk en praktisch toepasbaar nut. Het volkomen natuurlijke gedrag van de prieelvogel toont echter dat esthetiek noodzakelijk is om voort te bestaan. Het gefilmde materiaal is chronologisch gemonteerd zodat het beeld als het ware ‘aan’ en ‘uit’ gaat. Het geluid speelt hierin een verbindende rol doordat het doorloopt wanneer het beeld zwart is. Terugkerende thema’s in het werk van Germaine Kruip zijn licht, de perceptie en het verstrijken van tijd, natuur versus cultuur, een fascinatie voor kunststroming De Stijl en expliciet gebruik van architectonische ruimten en de kenmerken daarvan. Haar werk was onlangs te zien in onder meer: Parra & Romero, Madrid; List Visual Arts Center in MIT, Boston; Stedelijk Museum, Amsterdam; Art Basel 41; The Approach, Londen; Museum De Paviljoens, Almere; Centro Cultural Montehermoso, Vitoria-Gasteiz, Spanje; Kunstverein für die Rheinlande und Westfalen, Düsseldorf; David Roberts Art Foundation, Londen; Hiroshima City Museum of Contemporary Art; The Drawing Centre, New York; en MARZ Gallery, Lissabon.
49
Herengracht 284 Ina van Zyl
1971, Ceres, Zuid-Afrika Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Schoot, 2012 Olifverf op linnen, 60 x 60 cm Collectie De Heus-Zomer Dick by Dawn, 2009 Olieverf op canvas, 60 x 50 cm Privécollectie Siblings, 2011 Olieverf op linnen, 50 x 100 cm Privécollectie Instinct, 2011 Olieverf op linnen, 60 x 100 cm Privécollectie Tunnel, 2009 Olieverf op linnen, 24 x 30 cm Pirvécollectie “Zoals een zeeolifant eens per jaar verhaart, maak ik eens per jaar een zelfportret. En ieder jaar schilder ik mijzelf vanuit een ander perspectief: frontaal, in profiel, van achteren, ogen gesloten, liggend. Ik registreer er mijn manier van schilderen mee, van jaar tot jaar, en daarmee het vervliegen van mijn tijd.” – Ina van Zyl De gefragmenteerde, warm gekleurde schilderijen van Ina van Zyl doen denken aan de flarden van dromen als we net wakker zijn; we kunnen ze ons nog herinneren, maar tegelijkertijd zijn ze al aan het vervagen. De schilderijen bieden ons een kijkje in de onaangetaste wereld van emoties die achter ons bewustzijn schuilgaat. Zoals dromen zich niet laten tegenhouden door conventies of taboes, zo geldt dat ook voor de onderwerpen van Van Zyls werk. De onderwerpen komen vaak voort uit onbeduidende voorvallen in haar leven, waarover ze lang nadenkt voordat ze ze verwerkt in een schilderij. Ze beschouwt deze levende en levenloze zaken als ‘buiten elke context gesitueerd’: ze worden afgezonderd en op een objectieve manier afgebeeld. Haar vormen zijn zwaar, helder, herkenbaar en soms geometrisch. Het volledige oppervlak van het doek is doordrenkt, vol met verf. Elke notie van beweging is afwezig, maar toch is elk schilderij voor haar een implosie van onstuimigheid – verlangens en herinneringen, verdriet en dronkenschap. Elk geschilderd voorwerp is in zichzelf gekeerd. Zoals Van Zyl het omschrijft: ”Elk voorwerp heeft net genoeg beenruimte om te bestaan. Alleen de essentie blijft over: net genoeg voedsel en water en een beker om uit te drinken.” Ina van Zyl woont en werkt sinds het midden van de jaren negentig in Amsterdam. Ze studeerde aan de University of Stellenbosch in Zuid-Afrika en aan De Ateliers in Amsterdam.
50
Retour, 2011 Olieverf op linnen, 50 x 60 cm Privécollectie Naamloos, 2013 Olieverf op linnen, 70 x 50 cm Die Mond, 2012 Olieverf op linnen, 50 x 90 cm The Road, 2010 Olieverf op linnen, 30 x 30 cm Pramberg, 2012 Olieverf op linnen, 60 x 80 cm Baken, 2011 Olieverf op linnen, 50 x 50 cm Lul, 2010 Olieverf op linnen, 60 x 40 cm Sy-val, 2012 Olieverf op linnen, 75 x 60 cm Collectie kunstenaar en Galerie Onrust, Amsterdam Van Zyl won verschillende prijzen, waaronder de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst & Publieksprijs 1998, en de Wim Izaksprijs in 2010. Enkele solotentoonstellingen: Schaamstukken/Shame Pieces in het Gemeentemuseum Den Haag; Ina van Zyl La painter à fleur de peau, Institut Néerlandais, Parijs; Ina van Zy, Dordrechts Museum; en Ina van Zyl Drawing, The Planet Contemporary Art Site, Kaapstad. Ina van Zyl is ook een productief striptekenaar.
Herengracht 284
51
Prinsengracht 465-K Woonboot Bouwjaar: 1917
Kunstenaars
• Atelier Van Lieshout/ Joep van Lieshout • León & Cociña
Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw maken woonboten vast onderdeel uit van het stadsgezicht. In die periode was er in Amsterdam grote woningnood ontstaan. Tegenwoordig telt de stad zo’n 2400 huishoudens op woonboten, waarvan 750 in de historische grachtengordel. De woonboot Prinsengracht 465-K is een uit de vaart genomen binnenvaartschip waar in principe weinig aan veranderd is. Met een lengte van 24 meter is deze woonboot even groot als een gemiddeld appartement in Amsterdam.
Prinsengracht 465-K
54
Prinsengracht 465-K
Atelier Van Lieshout / Joep van Lieshout 1963, Ravenstein Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Rotterdam
Samen met zijn Atelier Van Lieshout (AVL) onderzoekt Joep van Lieshout de natuurlijke toestand van de mens en de omstandigheden die hij voor zichzelf heeft gecreÍerd. AVL is vooral gefascineerd door het gemeenschapsbestaan van de mens. In zijn doorlopende serie Slave City (2005-) onderzoeken Van Lieshout en zijn atelier terugkerende thema’s als de organisatie van arbeid, machtsstructuren, zelfvoorziening, gemeenschappelijke waarden, ethiek, esthetiek, moraal, voedselproductie, energie, economie, management- en marketingsystemen en de omstandigheden van voortplanting en dood. Tijdens The Tolerant Home toont AVL werk op twee locaties. De grote, subversieve sculptuur Monument 2010 is buiten op een woonboot te zien, aan de Prinsengracht 465-K. In het Huis met de Hoofden is een aantal sculpturen te zien die pijn van het menselijk bestaan onderzoeken. De mens heeft de behoefte om te beschermen, maar bezit tegelijkertijd ook het verlammende vermogen om de meest gruwelijke wreedheden te begaan. Sinds Joep van Lieshout in 1992 de Prix de Rome won, staat hij in de internationale schijnwerpers. Hij won negen prijzen, waaronder de Wilhelminaring in 2000 en recent de Stankowski Award van de Stankowski Stiftung in Stuttgart (2009). Hij studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en De Ateliers in Amsterdam (1985-1987).
nument. Het is een van de eerste pakhuizen van gewapend beton. De werkplaats bestaat uit verschillende afdelingen, met glasvezel-, sculptuur-, hout- en metaalwerkplaatsen. AVL heeft twintig medewerkers, die nauw betrokken zijn bij het productieproces van ieder product. Het hele proces vindt hier plaats in atelier, van ontwerp tot eindproduct. Het werk van AVL was te zien in diverse solotentoonstellingen, zoals The Butcher I Marseille 2013 in La friche belle de mai in Marseille, Frankrijk; Manufactuur/SlaveCity in het Amsterdamse Grimm (2012); en Infernopolis in de Onderzeebootloods van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam (2010). Een greep uit de vele groepstentoonstellingen: Art-O-Rama I Marseille 2013 in La friche belle de mai, Marseille; en Gwangju Biennale in Gwangju in Korea (2011). Het werk van Joep van Lieshout is opgenomen in de collecties van het Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam; Stedelijk Museum, Amsterdam; en Van Abbemuseum, Eindhoven. Bronnen: Galerie Grimm, Amsterdam De kunstenaar Lutz-Kinoy, Matthew en Uchino, Natsuko
In 1995 richtte Van Lieshout zijn Atelier Van Lieshout op, een werkplaats in een pakhuis in de Rotterdamse havens. Het pand, Katoenveem, is een industrieel mo-
55
Prinsengracht 465-K
Cristóbal León
1980, Santiago, Chili Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Santiago, Chili
Joaquín Cociña
LUIS Door Joaquín Cociña, Cristóbal León & Niles Atallah, 2008 Duur: 4 minuten Collectie Upstream Gallery Amsterdam
1980, Concepción, Chili Woont en werkt in Santiago, Chili
LUCIA door Joaquín Cociña, Cristóbal León & Niles Atallah, 2007 Duur: 3:50 minuten Collectie Upstream Gallery Amsterdam Lucia, Luis & el Lobo bestaat uit twee korte animaties die samen een video-installatie vormen. Het werk is opgenomen in respectievelijk 2007 en 2008 en is het resultaat van een samenwerking tussen de Chileense kunstenaars Cristobal León en Joaquin Cociña. Het tweeluik gaat op verschillende manieren in op de dichotomische kanten van de klassieke menselijke liefdesrelatie: bezorgdheid en roddels, woede en angst, veroordeling, vernietiging en liefde – allemaal verbeeld vanuit het verschil tussen mannen en vrouwen. De twee video’s stellen twee kanten van een liefdesverhaal voor, uitgedrukt in terloopse, weifelende gedachten. Beide partijen proberen elkaar te tolereren, accepteren en waarderen, maar missen het vermogen om te communiceren, wat te zien is in een unieke combinatie van filmbeelden en tekentechnieken die de angsten van de hoofdpersonen onderstreept. León and Cociña werken voor hun animaties regelmatig samen met filmmaker Niles Atallah (Californië, 1978), waarbij ze allen een even groot aandeel hebben in het productie- en postproductieproces. Alle drie vervullen ze de taken van regisseur, scenarist, fotograaf en editor. Door tekeningen, sculpturen en bewegend beeld te combineren, hebben ze een reeks werken gemaakt die met een eigen beeldtaal bijdragen aan het cinematografisch gedachtegoed. León & Cociña hebben veel in Europa, Amerika en China geëxposeerd. Momenteel is hun werk te zien op de 55e Biënnale van Venetië (in het Latin Pavillion). Ze zijn onderscheiden met diverse prijzen, waaronder de Grand Prix and Audience Award op het Festival Court-Bouillon in Frankrijk (2010). Cristobal León werd in 1980 geboren in
56
Chili. Hij haalde zijn Bachelor in Design aan de Universidad Católica de Chile, kreeg een beurs van de DAAD in 2007 en vertrok in 2009 naar Berlijn voor een eenjarig studieprogramma aan het UdK. In 2011 werd León deelnemend kunstenaar aan De Ateliers in Amsterdam. Joaquín Cociña werd ook geboren in Chili, in hetzelfde jaar. Hij haalde een Bachelor in Fine Arts aan de Universidad Católica de Chile. Hij nam deel aan diverse tentoonstellingen in Chili en daarbuiten, en was daarnaast schrijver, illustrator en decorontwerper voor theaters.
Prinsengracht 465-K
57
Looiersgracht 60 Bouwjaar: negentiende eeuw
Kunstenaars • • • • •
William Monk Charlotte Dumas Nathaniel Mellors Daya Cahen Gert Jan Kocken
Aan de Looiersgracht 58-62 was de Bierbottelarij van die Port van Cleve gevestigd. Kenmerkend voor dit industriĂŤle erfgoed zijn onder meer de hoge toogdeuren (waardoor paarden en wagen de fabriek verlieten, afgeladen met bier), de historische lift en de ijskelder met zijn gietijzeren vloerroosters, dat deel uitmaakte van een koelsysteem dat gebruik maakte van ijsblokken uit de Zuiderzee om het bier te koelen. In 1894 vestigde zich hier de kartonnage- en reclamekaartenfabriek van J.F. Schwendemann. Onlangs heeft dit industriĂŤle pand, na een zorgvuldige verbouwing en restauratie, een nieuwe bestemming gekregen als projectruimte voor kunst, wetenschap, vormgeving en architectuur. Meer informatie: www. looiersgracht60.org.
Looiersgracht 60
60
Looiersgracht 60
William Monk
1977, Kingston upon Thames, Verenigd Koninkrijk Gestudeerd aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Londen
How to Stop Whining and Start Living, 2005 Aquarel op papier 187 x 212 cm (203 x 228 cm) In bruikleen van ING Collectie Nederland
Een van de belangrijkste doelstellingen van de Britse schilder William Monk is het verweven van zijn ideeën met zijn kunst. Met dat doel in gedachten is zijn werk de afgelopen jaren steeds abstracter geworden. How to Stop Whining and Start Living (2005) kan daarom beschouwd worden als een zeldzaam moment: Monk is hierin zowel expliciet als ongrijpbaar, net als de informatie die het werk geeft. Gelet op de vier verschillende beelden kan het werk geïnterpreteerd worden als een onderzoek naar politieke overtuigingen. In onze hedendaagse samenleving is een dergelijke samensmelting niet ongebruikelijk, want we worden gevoed met een continue stroom van beelden en weten inmiddels onze weg te vinden in hun stompzinnige relaties. De titel van het werk is afkomstig van een Australisch pamflet over anarchisme, gemaakt door het mysterieuze collectief The Question Mark. Het pamflet heeft de ongrijpbare ondertitel How to Make Trouble and Influence People. De anarchistische titel staat in contrast met het beeld van de harmonieuze groep negentiende-eeuwse kolonisten die hand in hand rond een sequoiaboom dansen, vermoedelijk om te vieren dat ze een steentje hebben bijgedragen aan het creëren van de nieuwe wereld (of het veroveren ervan, ten koste van de inheemse bewoners). Het veld vol olieboorinstallaties op de achtergrond kan gezien worden als een directe bedreiging voor dit feestje, zowel vanuit ecologisch als geopolitiek oogpunt. Sinds de introductie van de verbrandingsmotor is er namelijk een onverzadigbare behoefte aan olie. Deze grondstof is lang de belangrijkste, zo niet de enige, antagonist in de wereldpolitiek geweest. Het vierde en laatste beeld, of eigenlijk een beeldenreeks, toont een wereld-
atlas. Monk koos ervoor om niet de kaarten, maar de index van de atlas te gebruiken als achtergrond van het wereldbeeld dat hij schilderde. William Monk werd in 1977 geboren in Kingston upon Thames en woont in Londen. Hij studeerde beeldende kunst aan de Kingston University en was artist in residence van De Ateliers in Amsterdam van 2004 tot 2006. Hij werd onderscheiden met de Jerwood Contemporary Painting Prize in 2009 en de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst in 2005. Zijn werk was te zien in het Fries Museum, Jerwood Space in London, het Gemeentemuseum Den Haag en in het Van Gogh Museum en de Frankendael Foundation, beide in Amsterdam.
61
Looiersgracht 60
Charlotte Dumas
1977, Vlaardingen Studeerde aan de Rijksakademie van Beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in New York en Amsterdam Anima, 2012
Video en foto’s Collectie kunstenaar en Galerie Paul Andriesse
Vorig jaar fotografeerde Charlotte Dumas enkele paarden die zich in voorbereiding op de nacht hadden teruggetrokken in hun stal en op het punt stonden in slaap te vallen. Dankzij de zeer scherpe timing en het zwakke licht werd de ongelooflijke sierlijkheid en kwetsbaarheid van de dieren knap vastgelegd. Hun verschillende rustposities zeggen iets over hun persoonlijkheden en de dieren zijn in al hun schoonheden en oneffenheden te zien. De paarden behoren tot het Derde Regiment Infanterie van het Amerikaanse leger en hun stallen zijn te vinden op de Nationale Begraafplaats Arlington in Washington. Het zijn begrafenispaarden; ze brengen koetsen met daarin gesneuvelde militairen en anderen die de Verenigde Staten dienden naar hun laatste rustplaats. Later in 2012 maakte Dumas een videokunstwerk, gebaseerd op filmbeelden die ze maakte toen ze de paarden fotografeerde. In de tentoonstelling The Tolerant House is deze video te zien. Het toont het geheimzinnige en tegelijkertijd tedere ogenblik waarop de paarden in slaap vallen. We zien het zeldzame moment waarop een levend wezen in een wereld terechtkomt waarvan we niets weten. Een toestand die doet denken aan de dood. Naast hun individuele, intrinsieke kwaliteit leggen de foto’s en de video een ander onderwerp vast: ze tonen de tweedeling tussen de neutrale, niet-veroordelende posities van de dieren en de kronkelingen en gecorrumpeerde waarden die kenmerkend zijn voor zowel oorlogsvoering als politiek. In 2002 voltooide Dumas haar eerste grote werk, getiteld Four Horses, waarvoor ze vier politiepaarden in Rotterdam fotografeerde. Dit project diende ter inspiratie voor haar volgende fotoreeks in 2004, Day is Done. Hierbij fotografeerde ze paarden van de
62
Carabinieri a cavallo in Rome. In 2006 nam ze voor haar reeks Palermo 7 het onderwerp opnieuw ter hand; dit maal fotografeerde ze racepaarden in Palermo. In 2005 richtte ze haar aandacht op wolven. Ze reisde naar Noorwegen en Zweden om portretten te maken van hun majestueuze hoektanden in de reeks Reverie. Hoewel Dumas in haar foto’s dicht bij de wolven komt, toont ze de enorme afstand tussen de wereld van mensen en die van wolven. In haar werk zijn wolven raadselachtige, niet waarneembare wezens. Voor haar series Heart-Shaped Hole (2008) en Heart of a Dog (2009) fotografeerde Dumas zwerfhonden in Palermo en New York. In 2011 fotografeerde Dumas de vijftien overgebleven zoek- en reddingshonden die de reddingsdiensten hadden ingezet na de aanslagen in het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington op 11 september 2001. Tien jaar later spoorde Dumas de honden op en fotografeerde ze in hun huizen verspreid over de Verenigde Staten – ze woonden nog altijd bij hun eigenaren. De fotoreeks die hieruit voortkwam heet Retrieved. Momenteel werkt Dumas aan een nieuw project, over wilde paarden in Nevada die door de woestijn zwerven. Het Londense oodee brengt een boek met dit werk uit. Bronnen Galerie Paul Andriesse De kunstenaar
Looiersgracht 60
63
Looiersgracht 60
64
Looiersgracht 60
Nathaniel Mellors
1974, Doncaster, Verenigd Koninkrijk Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam en Londen
The Saprophage, 2012 Film Duur: 10:08 minuten Collectie kunstenaar en Stigter Van Doesburg, Amsterdam
“Ik […] beschouw Pasolini als een soort visionair als het gaat om zijn blik op de West-Europese samenleving. Hij voorspelde een hoop zaken waarmee de westerse economie en maatschappij zich momenteel bezighouden, zoals de ineenstorting van het neoliberalisme en de banken. Hij sprak daarover – wat gebeurt er als het kapitalisme ongereguleerd wordt?” - Nathaniel Mellors Een saprofyt, of detrivoor, is een organisme dat zich voedt met dood, rottend, organisch materiaal. De detrivoor onderscheidt zich van organismen als schimmels doordat het een absorptievermogen heeft en echt voedsel kan verteren. De regenworm is een goed voorbeeld van een detrivoor. De Britse kunstenaar Nathaniel Mellors laat zich sterk inspireren door de Italiaanse cineast Pier Paolo Pasolini (1922-1975). Volgens Mellors was een simpel idee van Pasolini uitgangspunt van zijn werk The Saprophage: dat van de heilige die spiritualiteit naar Amerika brengt. Drie weken voor het aangekondigde ‘einde van de wereld’ op 21 december 2012 was The Saprophage voor het eerst te zien. De film werd, in samenwerking met Gwendoline Christie, Johnny Vivash en David Birkin, volledig met iPhones opgenomen in Los Angeles, Londen and Griekenland. De video gaat om het personage De Saprofyt (gespeeld door David Birkin). De Saprofyt is een predikant die gebaseerd is op een personage in een onvoltooide film van Pasolini: de heilige Sint Paul die spiritualiteit naar Amerika wil brengen en zich voedt met rot voedsel. Vervolgens verplaatst de actie in Mellors’ eerbetoon aan de Italiaanse regisseur zich naadloos naar de baai van Lindos op het eiland Rhodos, en naar Los Angeles, om te eindigen in een achtertuin in Oost-Londen. De personages, gespeeld door Christie (Shemihaza de
Nephilin) en Vivash (Terry), rouwen om een ‘culturele apocalyps’ die ze mogelijk als enige overleefd hebben. Nathaniel Mellors werd in 1974 geboren in Doncaster, Engeland. Hij woont en werkt momenteel in Amsterdam en Londen. In zijn werk combineert hij experimenten met verschillende artistieke disciplines, zoals film, video, muziek, sculptuur, performancekunst en literatuur. Zijn werk was te zien in: ILLUMInations, de 54ste Biënnale van Venetië; British Art Show 7, Hayward Gallery, Londen en toernee in het VK (2010); Altermodern Tate Triennial, Tate Britain, Londen (2009); en Art Now, Tate Britain, Londen (2008). In 2002 was Mellors medeoprichter van Junior Aspirin Records, een platenlabel zonder winstoogmerk dat in beperkte oplage muziek van kunstenaars uitbrengt. Mellors speelt bas in de kunstrockgroep Skill 7 Stamina 12, samen met Dan Fox, Ashley Marlowe en Maaike Schoorel. Ook bracht hij muziek uit met Toilet, God in Hackney, Mysterius Horse en onder zijn eigen naam. Bron: Frieze/Mike Watson
65
Looiersgracht 60
Daya Cahen
Amsterdam, 1969 woont en werkt in Amsterdam
Nashi (De Onzen), 2008 HD video Duur: 26 min
Op 11 september van dit jaar publiceerde de Russische president Vladimir Poetin een opiniestuk in de New York Times. Hij besloot President Barack Obama en het hele diplomatieke circus te omzeilen en het Amerikaanse volk direct toe te spreken over het onderwerp Syrië. Los van het feit dat deze stap niet eerder vertoonde is binnen het ingewikkelde politieke spel dat wereldleiders spelen om hun zaak te bepleiten, bevatte dit artikel een opmerkelijke conclusie: “...we mogen niet vergeten dat God ons allemaal als gelijken heeft geschapen.” Deze opvatting stond in schril contrast met de anti-homo wetten die Poetin slechts een maand eerder had bekrachtigd, en ook met zijn algemene kijk op de suprematie van blanke inheemse Russen. De Nederlandse cineaste Daya Cahen kreeg toestemming om een zomerkamp te filmen van Nashi, Poetins radicale jeugdbrigade, die bekend staat om het geweld tegen opponenten. Het is een kamp waar je zo wordt uitgegooid vanwege alcohol- of drugsgebruik. Goed onderwijs en het ontwikkelen van leidinggevende kwaliteiten staan hoog in het vaandel, samen met traditionele waarden, paramilitaire discipline, eendracht tegenover de leider en het algemene doel om Rusland de geschiedenis te doen ingaan als ‘s werelds grootste rijk. In haar film Nashi maakt Cahen gebruik van split screen-techniek om de dreiging van naderend fascisme te versterken. Daarmee toont ze hoe een onschuldig zomerkamp een belangrijk instrument kan worden voor indoctrinatie en radicalisering. Haar film geeft inzicht in de gedachtenwereld van de leiders van het systeem en in het systeem zelf. Daya Cahen is geboren in Amsterdam waar ze fotografie studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie (2002-2006). Ze fotografeert, filmt en maakt video-installaties. Sinds kort
66
maakt ze ook kleine schilderijen. De belangrijkste thema’s in haar werk zijn propaganda, indoctrinatie en de manipulatie van massamedia. Cahen onderzoekt de iconografie en het symbolisme van macht en politiek. Ze besteedt daarbij aandacht aan de rol van het publiek en het individu. Ze toont de verbanden tussen politiek en het dagelijkse leven, gebruik makend van archiefmateriaal en actuele beelden. Vaak vervagen daarbij de grenzen tussen feiten en fictie. Haar werk is geëxposeerd op diverse tentoonstellingen in binnen- en buitenland, waaronder het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, het Moskou’s Museum Voor Moderne Kunst, de Rotterdamse MKgalerie, het Nationaal Museum voor Schone Kunsten in Taiwan en het Kunstmuseum Bonn. Daya Cahen heeft deelgenomen aan diverse internationale filmfestivals en screenings, onder andere in het arts centre van de Appel in Amsterdam, het WIELS Centrum voor hedendaagse kunst in Brussel, het Platform Garanti in Istanbul, het International Short Film Festival in Oberhausen, het International Film Festival Rotterdam en Rencontres Internationales Parijs/Berlijn/Madrid. In 2007 werd ze genomineerd voor een Gouden Beer op het Filmfestival van Berlijn.
Looiersgracht 60
67
Looiersgracht 60
68
Looiersgracht 60
Gert Jan Kocken
1971, Ravenstein Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Depictions of Amsterdam 1940-1945, 2010 C-print, 296 x 392 x 27,5 cm In bruikleen van het Stedelijk Museum Amsterdam Collectie kunstenaar Foto: Stedelijk Museum
Het werk van Gert Jan Kocken is een doorlopend onderzoek naar de herinnering aan en visuele representatie van belangrijke gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis. Als die gebeurtenissen eenmaal in het collectieve geheugen zijn gegrift, bestaan ze uit ingewikkelde samenstellingen van feiten en interpretaties, meningen en visuele indrukken. Dit proces van in gedachtenis houden wordt beïnvloed door officiële vertellingen en massamedia, die rechttoe rechtaan verslag doen van gebeurtenissen die toch voor velerlei uitleg vatbaar zijn. Kocken benadert deze verslaggeving kritisch en biedt meerdere invalshoeken om de geschiedenis op een alternatieve manier te interpreteren. Centraal punt in zijn werk is het keerpunt in een historische periode, het moment waarop de geschiedenis een radicale wending nam, of op zijn minst de mogelijkheid daartoe had. Depictions of Amsterdam 1940-1945 bestaat uit vijftig plattegronden van Amsterdam, gemaakt en gebruikt door de Duitsers, het Nederlandse verzet en de geallieerden. Samen schetsen ze een beeld van de wreedheden die in de stad zijn begaan tijdens de bezetting. Bianca Stigter schrijft over het werk: “Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden heel wat plattegronden gemaakt of opnieuw bewerkt met daarop andere informatie dan gebruikelijk. […] Het bekendste voorbeeld is de ’stippenkaart’. In 1941 plaatste het Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek stippen op de kaart van Amsterdam, waarbij elke stip tien joden vertegenwoordigde. Op een andere plattegrond gaven overijverige ambtenaren de verspreiding van joden per wijk aan met verschillende kleuren. Hoe roder de wijk, hoe meer joden er woonden – tot 1943, toen ze volledig uit het straatbeeld waren verdwenen.”
de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (2011-2012). Hij deed fellowships bij Teva Europe in 2012 en het Prins Bernhard Cultuurfonds - Straver Fonds in 2011. Kocken nam onlangs deel aan de groepstentoonstelling The Glorious Rise and Fall… in KW14 in ’s-Hertogenbosch. Enkele andere recente tentoonstellingenwaren: Identity, Sammlung Hoffman, Berlijn; How much Fascism, Gallery Nova, Zagreb; Extra City, Antwerpen; Kochi-Muziris Biënnale 2012; Positions, Stedelijk Museum, Schiedam, (2010); en Monumentalism, Municipal Acquisitions in Stedelijk Museum, Amsterdam, (2010). Zijn werk is opgenomen in de collectie van onder meer het Stedelijk Museum Amsterdam, Stedelijk Museum Schiedam, Huis Marseille in Amsterdam en Sammlung Hoffmann in Berlijn. Kocken ontving in 2002 de Encouragement Award van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst. THE OFFICE nodigde hem uit voor de reeks The world according to…, waarin een kunstenaar het onderzoeksproces uit de doeken doet dat voorafging aan zijn werk. The World according to Gert Jan Kocken werd uitgegeven door Argobooks, Berlijn (2012). Bronnen: Bianca Stigter, Depictions of Amsterdam 1940-1945, 2010 Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam De kunstenaar
Gert Jan Kocken was artist in residence aan
69
Keizersgracht 387 De Vergulde Ster Bouwjaar: 1668
Kunstenaars
• Amie Dicke • Carlos Amorales
Dit koopmanshuis werd gebouwd in opdracht van Coenraad Segers en Catharina van Heyst en ademt nog de sfeer van de verschillende tijdperken van bewoning. Achter een zeventiende-eeuwse gevel bevindt zich een prachtig negentiende-eeuws interieur. In 1955 werd het huis door mevrouw Worst-Kalff nagelaten aan Vereniging Hendrick de Keyser. Vereniging Hendrick de Keyser zet zich in voor het behoud van architectonisch of historisch waardevolle huizen en interieurs in heel Nederland. De Vereniging doet dit door panden te verwerven en ze vervolgens te restaureren en te verhuren. Meer informatie: www.hendrickdekeyser.nl.
Keizersgracht 387
Amie Dicke
1978, Rotterdam Woont en werkt in Amsterdam
Butterflies IV, 2006 (Corrected Artwork I) 2011, collectie kunstenaar Butterflies III, 2006 (Corrected Artwork II) 2012, privécollectie, Amsterdam Butterflies II, 2006 (Corrected Artwork III) 2013, collectie kunstenaar The Background Men, 2012, in bruikleen van Gemeentemuseum Den Haag The Ring and the Finger, 2012, privécollectie, Amsterdam X-173- Key, 2013, collectie kunstenaar Met dank aan Stigter Van Doesburg, Amsterdam en Anat Ebgi, Los Angeles
Er bestaat een ideale wereld die kan worden beschouwd als de representatie van onze gezamenlijke verlangens, onze behoefte aan verbetering en vooruitgang, onze angst voor de dood en onze fascinatie voor schoonheid, macht en ego. Deze wereld, die voortdurend mee beweegt met onze collectieve wispelturigheid, openbaart zich het duidelijkst in modebladen en glossy’s. Het is niet alleen een wereld van luxe, jeugdigheid en Botox-schoonheid, maar ook een wereld van yoga, diëten en zelfs van moderne religie en het bedrijfsleven. Een wereld die de sleutel tot ons geluk lijkt. Maar in feite is het een catch 22, want hoewel we deze wereld zelf gecreëerd hebben, wordt het een op zichzelf staande maatstaf. We streven ernaar eraan te voldoen, maar door onze eigen veroordeling of die van anderen, falen we voortdurend, waardoor we eindeloos lijden. Sinds haar afstuderen houdt Amie Dicke zich intensief bezig met het ontsluieren van de mythen en angsten van deze imaginaire wereld. Ze doorboorde foto’s uit mode- en lifestylemagazines met haar nagels en met scherpe voorwerpen, waarmee ze hun schoonheid letterlijk doordrong. Vervolgens verbrandde en verminkte ze de beelden, waarbij ze ook de ogen van de modellen op de foto’s wegsneed – en daarmee hun verleidelijke blikken. Het zijn handelingen die enigszins lijken op die van een voodoopriester. In deze tentoonstelling verkent Dicke niet alleen dit bekende thema, maar gaat ze verder: ze onderzoekt ook de illusies achter locaties en beelden. In The Background Men (2012) en andere fotografische werken bijvoorbeeld, waarin ook Dickes bekende verwijdertechniek zichtbaar is. In grootschalige werken als Butterflies IV, 2006 (Corrected Artwork I) uit 2011, gebruikt ze de inkt van BIC-pennen
72
om delen van het beeld te verbergen. Dicke blaast de inkt uit de plastic buisjes van enkele duizenden pennen, zodat deze door middel van haar eigen adem op het doek terechtkomt. Het werk van Amie Dicke is sinds 2000 erg geliefd bij curatoren en museumdirecteuren. Dit resulteerde onlangs in de grote tentoonstelling Nabeeld in het GEM Museum voor actuele kunst in Den Haag (2012). Enkele andere solo- en groepstentoonstellingen: Zabludowicz Collection, Londen (2011); Hiromi Yoshii Gallery, Tokio (2010); Museum of Old and New Art, Tasmanië (2010); Museum voor Moderne Kunst, Arnhem (2009); en Tate Modern, Londen (2004). Amie Dicke werkt samen met de stichting Castrum Peregrini.
Keizersgracht 387
73
Keizersgracht 387
74
Keizersgracht 387
Carlos Amorales
1970, Mexico-Stad, Mexico Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Mexico-Stad
Amsterdam, 2013 Digitale film, zwart/wit, met geluid Duur: 21 minuten Collectie Museum Bijmans Van Beuningen, Rotterdam
Amsterdam is een korte speelfilm op basis van een script van Amorales en de Argentijnse schrijver Reinaldo Laddaga. De film onderzoekt en gebruikt non-semantische talen, iets wat Amorales in eerder werk ook al deed. De onbegrijpelijke taal maakte het mogelijk voor de acteurs en regisseur om te improviseren tijdens het draaien. Hoe abstracter de gesproken taal werd tijdens het filmen, hoe meer de lichamelijke expressie van de acteurs de voornaamste vorm van communicatie werd. Op deze manier raak je door het maken van een film in een ‘uitzonderingstoestand’, vergelijkbaar met momenten van sociale anarchie. Uiteindelijk kun je Amsterdam misschien beschouwen als een liefdesverhaal dat van de rails is gelopen. Carlos Amorales studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (19961997). In 2011 ontving hij een beurs van het Smithsonian Artist Research Fellowship (SARF) in Washington en het jaar daarop een Production Residency bij Mac/Val, Valde-Marne in Frankrijk. Sinds 2008 is hij als adviseur verbonden aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam en van 2008 tot 2011 was hij lid van het National System of Art Creators in Mexico-Stad.
organiseerde. Sinds 2010 richt Amorales zich vooral op abstractie, taal en typografie. Zijn performanceprojecten waren te zien in Tate Modern, Londen, (2003), SF MOMA, San Francisco (2003) en Centre Georges Pompidou, Parijs, (2001). Enkele solotentoonstellingen: Germinal, Museo Tamayo (Mexico); Supprimer, modifier et preserver, Mac/Val, Val-de-Marne, (2011); Remix, Palazzo delle Esposizioni, Rome (2010); Discarded Spider, Cincinnati Art Center and Orange County Museum (2008-2009); en Four Animations, Five Drawings and a Plague, Philadelphia Art Museum (2008). Groepstentoonstellingen: onder meer grote biënnales als Manifesta 09 (Genk, 2012), Performa (New York, 2007) en de Biënnale van Venetië (2003).
Van 1996 tot 2003 werkte Carlos Amorales aan een reeks performanceprojecten over de worstelwereld en het gebruik van fictieve identiteiten. In 2003 richtte hij een atelier op in Mexico-Stad, dat uitgegroeid is tot een samenwerkingsverband met grafisch ontwerpers, schrijvers, musici en een psychoanalyticus. Zijn werk ontwikkelde zich in de richting van onderzoek, animatiefilm, verhalen vertellen en installaties. Tegelijkertijd realiseerde hij tussen 2003 en 2009 het project Nuevos Ricos, een platenlabel dat popmuziek uitbracht en in verschillende landen concerten
75
Herengracht 366-368 De Cromhouthuizen/ Bijbels Musuem Bouwjaar: 1662
Kunstenaars
• Viviane Sassen
De Cromhouthuizen zijn gebouwd door architect Philips Vingboons, in opdracht van Jacob Cromhout. Tot ver in de achttiende eeuw bewoonden de Cromhouts de huizen. In 1887 kocht het Nederlands Bijbelgenootschap een van de panden (nr. 366) en in 1904 ook het buurhuis. In 1975 nam het Bijbels Museum, dat al sinds de negentiende eeuw bestaat en op diverse locaties gehuisvest was, zijn intrek in de Cromhouthuizen. Meer informatie: www.cromhouthuizen.nl en www.bijbelsmuseum.nl.
Herengracht 366-368
Viviane Sassen
1972, Amsterdam Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Werkt en woont in Amsterdam
Foto’s Arusha, 65 x 80cm Bokkie, 65 x 80cm Darkuman Junction, 65 x 80cm Entebbe, 65 x 80cm Francisca, 65 x 80cm Lilac, 80 x 100 cm Traveller, 80 x 100cm CMYK, 100 x 125cm Victoria, 100 x 125cm Mimosa, 110 x 125cm Menthe, 120 x 150cm “In de tropen moet men bovenal rustig blijven.” - Joseph Conrad, Heart of Darkness Door haar sociale en visuele interesses te combineren heeft Vivianne Sassen een fascinerende verzameling beelden gecreëerd, en daarmee een uniek idioom. Haar manier van werken, die de ene keer om zorgvuldige compositie en de andere keer om puur toeval draait, draagt bij aan het surrealistische karakter van dit amalgaam van beelden. Sassen bracht haar vroege jeugd door in Kenia en keerde als fotograaf onlangs terug naar Afrika. Dit continent is haar grootste inspiratiebron. Daarnaast speelt in elk van haar werken schaduw een belangrijke rol. Daarover zegt Sassen: “Het spel van schaduwen zorgt voor verschillende invalshoeken. Je kunt ze op verschillende manieren interpreteren. Je moet altijd in staat zijn om een foto op verschillende vlakken te beoordelen – op politiek, sociaal, emotioneel, maar ook op persoonlijk vlak.” Voor The Tolerant Home werd een selectie gemaakt uit twee groepen beelden, die een eerbetoon vormen aan vrouwen in het Afrika van Sassen. Op elk portret is te zien dat Sassens werkwijze (waarbij ze ideeën over sculptuur, grafiek en sociale kwesties met elkaar vermengt) een zoektocht is naar de kern van Afrika, om voorbij de stilte en ondoordringbaarheid van dit continent te komen. Vooral in de portretten van vrouwen is deze zoektocht tastbaar, want de zoektocht is inherent aan de vrouw; zij is het mysterie, het subject van de mannelijke blik, zij brengt mannen in verwarring. Vivianne Sassen werd in Amsterdam geboren, waar ze nog altijd woont. Een gedeelte van haar jeugd bracht ze door in Afrika, wat haar grote fascinatie voor de visuele en sociale cultuur van dit continent verklaart. Ze studeerde mode aan de Artez Hogeschool voor de Kun-
78
Rudebo, 120 x 150cm Spring of the Nile, 120 x 150cm Collectie kunstenaar
sten in Arnhem en aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Vervolgens was ze artist in residence bij De Ateliers in 1996-1997. Sassen werd onderscheiden met de International Centre for Photography’s Infinity Award (2011) en de prestigieuze Prix de Rome (2007). Enkele van haar vele tentoonstellingen: New Photography in het Museum of Modern Art in New York (2011) en de tentoonstelling In and Out of Fashion in het Huis Marseille (2012). Bij de laatste tentoonstelling verscheen een uitgebreide catalogus met dezelfde titel. Haar werk is opgenomen in collecties van het Los Angeles County Museum of Art; Museum of Modern Art, New York; Maison Européenne de la Photographie, Parijs; Fotomuseum Winterthur, Zwitserland; en Centre National des Art Plastiques, Parijs. Enkele publicaties: Flamboya (Contrasto, Rome, 2007); Parasomnia (Prestel, München, 2011); Die Son Sien Alles (Libraryman, Zweden, 2012); en Roxane (oodee, Londen, 2012). Sassen is ook een zeer productief modefotograaf. Naast eigen werk fotografeert ze veel in opdracht voor mode- en modegerelateerde merken als Missoni, Diesel en Stella McCarthy. Ook werkt ze voor gerenommeerde magazines als Dazed & Confused en Wallpaper.
Herengracht 366-368
79
Herengracht 401 Castrum Peregrini Bouwjaar vóór 1677, verbouwd in 1724 en 1919
Kunstenaars
• Ahmet Öğüt
Dit bijzondere hoekhuis dateert uit de zeventiende eeuw en is in de loop der jaren meermaals aangepast. Castrum Peregrini was een onderduikplek gedurende de Tweede Wereldoorlog en is vandaag een cultureel centrum vol geschiedenis, boeken en kunst. De thema’s vrijheid, vriendschap en cultuur slaan een brug tussen de diverse generaties en disciplines die het pand bewonen. Gisèle d’Ailly van Waterschoot van der Gracht en Wolfgang Frommel hadden in de oorlog de rol van leraren, beschermers en vrienden. Ze waren de sleutel tot het overleven van de groep onderduikers (in zowel fysieke als spirituele zin) en alle verdere ontwikkelingen van Castrum Peregrini. Meer informatie: www.castrumperegrini. org.
Herengracht 401
82
Herengracht 401
Ahmet Öğüt
1981, Diyarbakir, Turkije Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam en Berlijn
Between Waiting and Hiding, 2013 Banner, gemaakt voor deze locatie 215 x 60cm Collectie kunstenaar
Ahmet Öğüt zoekt met zijn werk naar manieren om sociale protocollen te verstoren, door kleine veranderingen aan te brengen. Zo veranderde hij eens één letter in een bordje in de openbare ruimte, waardoor de tekst veranderde in: HIER VINDT 23 UUR VIDEO- EN AUDIOTOEZICHT PLAATS. De verwarring over dit bordje verspreidde zich snel via internet, waar het lang duurde voor iemand de mogelijkheid opperde dat het om een kunstwerk kon gaan.
vertegenwoordigde hij Turkije in het Turkse Paviljoen tijdens de 53ste International Art Exhibition van de Biënnale van Venetië. Öğüt behaalde in 2003 zijn Bachelor aan de Faculteit voor Beeldende Kunst van de Hacettepe Universiteit, gevolgd door een Master in Beeldende Kunst in 2006 aan de Kunst en Design Faculteit van de Yildiz Technische Universiteit. Öğüt was artist in residence aan de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten in 2007-2008.
Meestal gaan Öğüts ingrepen verder dan dit grapje, maar zulke lichtvoetige humor gebruikt hij vaker om zijn soms zware boodschap lichter verteerbaar te maken. Voor The Tolerant Home creëerde Ahmet Öğüt een interventie in de Castrum Peregrini-stichting aan de Herengracht. In de Tweede Wereldoorlog was Castrum Peregrini een onderduikadres. Meer dan zes decennia later is het uitgegroeid tot een plek waar geleerden en kunstenaars elkaar ontmoeten om literaire uitgaven te verzorgen en kleinschalige, kwalitatief hoogwaardige culturele evenementen te organiseren. In zijn installatie, deels zichtbaar op de gevel en deels gesitueerd op de begane grond, trekt Öğüt een parallel tussen de jongeren die ondergedoken zaten in het huis dat zij Castrum Peregrini doopten, en de manier waarop Nederland op dit moment met asielzoekers omgaat. Dit alles in het licht van de radicale mentaliteitsverandering van de laatste tien jaar, die zowel bij officiële procedures als bij de man in de straat te merken is. Ahmet Öğüt is een conceptueel kunstenaar die in Amsterdam en Berlijn woont en werkt. Hij gebruikt een breed scala aan media, waaronder video, fotografie, installaties, tekeningen en drukwerk. In 2009
83
Keizersgracht 584 Bouwjaar: 1687
Kunstenaars
• Marlene Dumas
De panden Keizersgracht 584 en 586 maken deel uit van een viertal typisch Amsterdamse grachtenhuizen, gebouwd in 1687. Het interieur is grotendeels in de originele staat bewaard gebleven. De huidige bewoner is een groot ondersteuner van het culturele leven in Amsterdam en heeft dit jaar een Koninklijke onderscheiding ontvangen. Het pand aan de Keizersgracht 586 huisvest ook het privĂŠmuseum Nihon nohanga met een collectie van bijna 2000 Japanse prenten. Het museum geeft een uitvoerig overzicht van de Japanse prentkunst uit de twintigste eeuw, met de nadruk op de vooroorlogse periode. Meer informatie: www.nihon-no-hanga.nl.
Keizersgracht 584
Marlene Dumas
1953, Kaapstad, Zuid-Afrika Studeerde aan Ateliers ’63, Haarlem Woont en werkt in Amsterdam
Werken uit de serie M D-light (1999) Love, 2013 Olieverf op canvas 100x65cm Collectie kunstenaar
M D-light It’s the pleasures of painting the poses of pleasure the privilege of being looked at the play of seduction the light of the night it’s nothing personal it’s plain delight
Turkish Girl, 1999 Olieverf op canvas 100x65cm Privécollectie ”Iemand zei eens dat ik niet tegelijkertijd een Zuid-Afrikaanse en een Nederlandse kunstenaar kon zijn, dat ik niet van twee walletjes kon eten. Ik wil niet van twee walletjes eten. Ik wil van meer walletjes eten.” - Marlene Dumas Marlene Dumas (1953) groeide op in Jacobsdal in Zuid-Afrika. In 1972 ging ze naar de Universiteit in Kaapstad. Daar behaalde ze een bachelorgraad in beeldende kunst. Met een studiebeurs voor twee jaar koos ze voor Europa, meer specifiek voor Nederland, vanwege de taalverwantschap. Taal is voor Dumas naast kunst een belangrijk uitdrukkingsmiddel. In Nederland werkte zij van 1976 tot 1978 bij Ateliers ‘63 in Haarlem. Twintig jaar later, in 1998, keerde ze als vaste begeleider terug naar de kunstopleiding De Ateliers, inmiddels gevestigd in Amsterdam. Daarnaast heeft Marlene Dumas op verschillende andere Nederlandse kunstinstituten les gegeven. In 1978 werd haar werk voor het eerst tentoongesteld, in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Tijdens deze expositie, Atelier 15 (10 jonge kunstenaars), was ook werk te zien van René Daniëls en Ansuya Blom. In 1984 nodigde het Centraal Museum in Utrecht haar uit om haar eerste solotentoonstelling te maken. Haar eerste grote buitenlandse solotentoonstelling opende drie maanden na de geboorte van haar dochter in de Kunsthalle in Bern. In 1992 waren alle zalen van het Van Abbemuseum in Eindhoven gewijd aan haar tentoonstelling Miss Interpreted. In 1995 was Dumas een van de drie Nederlandse kunstenaars op de Biënnale van Venetië. In 1996 waren onder anderen Mike Kelley, Thomas Schütte, Robert Gober en Rachel Whiteread haar sparringpartners in het Hirshhorn Museum in Washington D.C. Het betrof de tentoonstelling Distemper: Dissonant Themes in the Art of the 1990s. Het oeuvre van Dumas omspant inmiddels
86
meer dan dertig jaar. In 2001 stelde Jonas Storsve van het Centre Pompidou haar eerste retrospectief van werk op papier samen onder de titel Nom de Personne. Deze tentoonstelling was aansluitend te zien in het New Museum, New York en in museum De Pont in Tilburg. Tussen 2007 en 2009 toerde een retrospectief van haar gehele oeuvre in wisselende samenstelling langs drie continenten. In Zuid-Afrika heette de tentoonstelling Broken White; het was de eerste keer dat er zoveel werk van Dumas in haar geboorteland te zien was. Voor haar activiteiten ontving Marlene Dumas verscheidene prijzen en onderscheidingen waaronder de Sandberg Prijs (1989) en de David Röell Prijs/Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Beeldende Kunst (1998). In 2011 werd zij in Stockholm onderscheiden met de Rolf Shock Prize for Visual Arts. Haar gehele oeuvre werd in 2012 bekroond met de Johannes Vermeer Prijs, de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten.
Keizersgracht 584
87
Herengracht 470 Goethe-Institut Bouwjaar vóór 1677, verbouwd in 1724 en 1919
Kunstenaars
• Zachary Formwalt • Sara van der Heide
Herengracht 470 werd in 1669 gelijktijdig gebouwd met nummer 468. De voorgevels van deze tweelingpanden vormden lang een visuele eenheid van tien vensterassen breed. Die werd omstreeks 1875 drastisch verbroken toen nummer 468 werd bepleisterd. Sinds de bouw is het pand in handen geweest van zestien eigenaren, onder wie mr. Jacob Jacobsz Hinlopen (1644-1705), burgemeester en bewindhebber van de VOC. De laatste particuliere eigenaren waren Carolina Janssen en Heinrich Carl Rehbock. De weduwe Carolina Rehbock-Janssen verhuisde in 1939 naar de Oranje Nassaulaan, waarna het pand in gebruik was als kantoor. In 1970 werd het huis gekocht door de Bondsrepubliek Duitsland. Na een verbouwing huisvest het pand sinds 1976 het Goethe-Institut. Meer informatie: www.goethe.de/amsterdam.
Herengracht 470
90
Herengracht 470
Sara van der Heide
1977, Busan, Zuid-Korea Studeerde aan De Ateliers in Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Zur Farbenlehre, Colour and Background (after Goethe), 2011 Olieverf op doek op een tafelpoot 240 x 200 cm © Sara van der Heide, fotografie: Johannes Schwartz Locatie Herengracht 470 (Goethe-Institut) Tot 13 november Claim to Universality, Colour Theory Exercise no. 11 (1-20), 2011-2012 Oost-Indische inkt en waterverf op papier 26 x 36 cm © Sara van der Heide, fotografie: Johannes Schwartz “Het kunstwerk […] is allereerst een wordingsgeschiedenis, het wordt nooit uitsluitend als gevolg ervaren.” - Paul Klee in Creative Credo, 1920 Claim to Universality, Colour Theory Exercise 1-20 is gebaseerd op een tekening van Lena Bergner uit 1927. Bergner was een leerling van Paul Klee op de Bauhaus School. De school was opgericht ten tijde van de Weimarrepubliek en stond bekend om zijn invloedrijke theorieën over kunst en design en om zijn liberale karakter. In 1933 sloten de nazi’s het Bauhaus. De tekening van Lena Bergner heet Belichtung/ Beschattung. Er is een kleine cirkel op te zien, van waaruit verschillende kleur- en lichtstralen een grotere cirkel vormen. Met twintig variaties op Bergners tekening wil Van der Heide de fundamentele kenmerken van het aquarelleren onderzoeken: kleur en licht. De tekeningen vormen samen een golvende lijn, terwijl de ruimte ertussen geladen is met ‘kosmische energie’, een begrip uit de methodiek van Paul Klee. Klee wilde niet alleen de zichtbare materiële wereld tonen, maar ook de immateriële: de wereld van ideeën.
wetenschap en esthetiek vormt een levendige herinnering aan de invloed die de Verlichting nog altijd heeft op onze hedendaagse kijk op de wereld. Sara van der Heide volgde een Master aan De Ateliers in Amsterdam (1999-2001). In 2007 studeerde ze aan het ISCP in New York. Van der Heide gebruikt vaak kleur, licht en woordspelingen (zowel als materiaal als onderwerp) om onze ideeën over de kunstgeschiedenis en historische politieke zekerheden te verruimen. Enkele recente tentoonstellingen: Interventions 02: The Goethe-Institut’s Reading Room Pyongyang, Goethe-Institut Amsterdam (2013); de performancereeks Abstract Background with One or Two Figures in het Stedelijk Museum Amsterdam (2012); en Hollands Kabinet (20102012) in De Appel, Amsterdam (2011) en het Van Abbemuseum, Eindhoven (2012). Bronnen: Maxine Kopsa - Conceptual Sex; Modernism Acknowledges Colour De kunstenaar
Zur Farbenlehre, Colour and Background (after Goethe) uit 2011 is gebaseerd op Zur Farbenlehre (1805) van Johann Wolfgang von Goethe. Het is een staand scherm met abstracte kleurvlakken. De compositie en primaire kleuren van dit werk doet onmiddellijk denken aan de abstracte schilderkunst uit het begin van de twintigste eeuw, zoals die van Mondriaan. Zur Farbenlehre gaat uit van een van Goethes kleurenschema’s, ontwikkeld naar aanleiding van Sir Isaac Newtons ontdekking dat licht is samengesteld uit deeltjes met verschillende kleuren. Goethe hanteerde een meer contextuele aanpak, waarbij hij aantoonde dat de achtergrondkleur een belangrijke rol speelt bij het tonen van andere kleuren op het moment dat licht door een prisma schijnt. Deze verwijzing naar negentiende-eeuwse
91
Herengracht 470
Ahmet Öğüt
1981, Diyarbakir, Turkije Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam en Berlijn
Between Waiting and Hiding, 2013 Banner, gemaakt voor deze locatie 215 x 60cm Collectie kunstenaar
Ahmet Öğüt zoekt met zijn werk naar manieren om sociale protocollen te verstoren, door kleine veranderingen aan te brengen. Zo veranderde hij eens één letter in een bordje in de openbare ruimte, waardoor de tekst veranderde in: HIER VINDT 23 UUR VIDEO- EN AUDIOTOEZICHT PLAATS. De verwarring over dit bordje verspreidde zich snel via internet, waar het lang duurde voor iemand de mogelijkheid opperde dat het om een kunstwerk kon gaan. Meestal gaan Öğüts ingrepen verder dan dit grapje, maar zulke lichtvoetige humor gebruikt hij vaker om zijn soms zware boodschap lichter verteerbaar te maken. Voor The Tolerant Home creëerde Ahmet Öğüt een interventie in de Castrum Peregrini-stichting aan de Herengracht. In de Tweede Wereldoorlog was Castrum Peregrini een onderduikadres. Meer dan zes decennia later is het uitgegroeid tot een plek waar geleerden en kunstenaars elkaar ontmoeten om literaire uitgaven te verzorgen en kleinschalige, kwalitatief hoogwaardige culturele evenementen te organiseren. In zijn installatie, deels zichtbaar op de gevel en deels gesitueerd op de begane grond, trekt Öğüt een parallel tussen de jongeren die ondergedoken zaten in het huis dat zij Castrum Peregrini doopten, en de manier waarop Nederland op dit moment met asielzoekers omgaat. Dit alles in het licht van de radicale mentaliteitsverandering van de laatste tien jaar, die zowel bij officiële procedures als bij de man in de straat te merken is. Ahmet Öğüt is een conceptueel kunstenaar die in Amsterdam en Berlijn woont en werkt. Hij gebruikt een breed scala aan media, waaronder video, fotografie, installaties, tekeningen en drukwerk. In 2009
92
vertegenwoordigde hij Turkije in het Turkse Paviljoen tijdens de 53ste International Art Exhibition van de Biënnale van Venetië. Öğüt behaalde in 2003 zijn Bachelor aan de Faculteit voor Beeldende Kunst van de Hacettepe Universiteit, gevolgd door een Master in Beeldende Kunst in 2006 aan de Kunst en Design Faculteit van de Yildiz Technische Universiteit. Öğüt was artist in residence aan de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten in 2007-2008.
Herengracht 470
93
Herengracht 474 Manifesta Bouwjaar: 1669
Kunstenaars
• Julika Rudelius • Jan Rothuizen
Gebouwd in 1669, op een kavel dat in 1665 voor 7400 gulden was gekocht. Het is het enige enkele huis - een huis met een gewone breedte - in dit deel van de Gouden Bocht van de Herengracht. In 1979 kwam het pand in handen van het Rijk. Het werd al vanaf 1950 gebruikt door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). Na het vertrek van het RIOD naar Herengracht 380-382 werd Herengracht 474 aangekocht door het Prins Bernhardfonds (dat zelf in het buurpand Herengracht 476 is gevestigd). Tegenwoordig biedt het pand onderkomen aan Manifesta - The European Biennial of Contemporary Art en DutchCulture - centre for international cooperation. Meer informatie: www.manifesta.org en www.dutchculture.nl.
Herengracht 474
96
Herengracht 474
Julika Rudelius
1968, Keulen Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam en New York
The Embodiment, 2013 HD–video, Engels gesproken Duur: 12 minuten Collectie kunstenaar
Het filmische werk van Julika Rudelius, over de dynamiek tussen macht en afhankelijkheid, en tussen roem en kwetsbaarheid, laat zien hoe ons idee over androgynie verandert. Over haar nieuwe film The Embodiment, die in première gaat tijdens de expositie The Tolerant Home, zegt Rudelius: ”Ik vind het interessant om te zien hoe sommige jonge transgendervrouwen nieuwe, uitbundige en voluptueuze ideeën ontwikkelen over hoe androgyne mensen eruit kunnen zien. Deze overdreven versierde, wulpse en vrouwelijke look komt voor onder alle seksuele voorkeuren: hetero en homo, voor en na de operatie, transgender en cisgender. In het verleden werd deze look vaak ‘drag’ genoemd, maar het is ook een extravagant en barok schoonheidsideaal dat ik vaak heb gezien bij heteroseksuele vrouwen buiten de transgendergemeenschap.”
zien, onder meer in Tate Modern, Londen; Stedelijk Museum, Amsterdam; Zentrum für Kunst und Media, Karlsruhe; Brooklyn Museum; en MoCA North Miami. In 2009 nam ze deel aan de International Center of Photography Triënnale, de International Incheon Women Artists’ Biennale en de Heartland Exhibition in het Smart Museum of Art, Chicago. Daarnaast werd haar werk geëxposeerd in solotentoonstellingen in het Swiss Institute of Contemporary Art, het Centre Culturel Suisse, het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam en het Frans Hals Museum in Haarlem. In 2008 won Julika Rudelius de Amsterdam Prijs. Ze studeerde fotografie aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, en was artist in residence aan de Rijksakademie van beeldende kunsten en het International Studio and Curatorial Program in New York.
Zou er een nieuwe plek zijn waarop de twee geslachten elkaar ontmoeten – een voluptueuze, ultravrouwelijke plek in plaats van de dominante mannelijke ontmoetingsplaats waaraan we voorheen neigden te denken? Hoewel ze streven naar iets dat alledaags is, noemt Rudelius deze jonge groep verantwoordelijk voor de vorming van een nieuwe esthetiek: een sterke, vrouwelijke schoonheidsnorm. Ze wijken af van de gepolariseerde seksebepaalde beelden van de oude transgenderman die mascara aanbrengt in een poging er vrouwelijk uit te zien, en optreedt in louche clubs. Deze nieuwe beweging is onbescheiden en bestaat uit vrouwen die expressief willen zijn, ongeacht hun economische en sociale status. Julika Rudelius is een video- en performancekunstenaar. Haar werk was wereldwijd te
97
Herengracht 474
Jan Rothuizen
1968, Amsterdam Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
Woongroep Vredenburgh, 2011 Inkt op papier 50 x 65 cm Slaapkamer gesneuvelde soldaat, 2011 Inkt op papier 50 x 65 cm Slaapkamer Sylvia Willink, 2009 Inkt op papier 50 x 65 cm Chinees illegaal, 2009 Inkt op papier50 x 65 cm Alle werken: collectie van kunstenaar
De Amsterdamse fotograaf en filmmaker Ed van der Elsken (1925-1990) maakte in 1983 een prachtige documentaire van Amsterdam in haar hoogtijdagen als liberale stad, My Amsterdam. De film is volledig op straat opgenomen en laat zien hoe drugsdealers, hippies en bon vivants tussen andere Amsterdammers leven. Van der Elsken wisselt close-ups van voorbijgangers af met totaalbeelden van de stad, die in verhoogde snelheid worden afgedraaid en door hem van commentaar worden voorzien. Kort na het verschijnen van de film veranderde grootscheepse renovaties het imago van de stad voorgoed. Amsterdam werd een keurig aangeharkte toeristische trekpleister. De buitengewone vrijheid waar Amsterdam sinds de jaren zestig om bekend stond, verdween grotendeels. Nooit meer slapen in het Vondelpark. In 2011 gebruikte Jan Rothuizen de beelden waarin Van der Elsken de stad doorkruist voor een nieuw werk: hij nam de hele route opnieuw op. Het resultaat is een fascinerend tweeluik dat een duidelijk verband legt tussen de ondergang van het vrije denken en het ‘opschonen’ van de stad. Jan Rothuizen is een geboren en getogen Amsterdammer en woont nog altijd, naar eigen zeggen met redelijk plezier, in Amsterdam. Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en was vervolgens artist in residence bij De Ateliers (1992-1994). Tussen 1995 en 1998 woonde Rothuizen in New York, waar hij tien jaar later betrokken was bij de tentoonstellingenreeks Museum as Hub in het New Museum in New York (2008). Jan Rothuizen is zeer productief en staat vooral bekend om zijn uitvoerige en speelse topografische verhalen, gebaseerd op zijn aantekeningen bij wandelingen door steden en gebouwen. In de loop der jaren heeft hij een grote verscheidenheid
98
aan stadsplattegronden en tekeningen van ruimtes en andere gestalten van de werkelijkheid gemaakt. Bekende voorbeelden van zijn werk zijn Beyroutes (2009), waarin hij de vernieuwingen van Beiroets binnenstad in kaart bracht, en recent de routing van het nieuwe Rijksmuseum. Verder maakt hij films en animaties en publiceert hij boeken. Rothuizen werkte in landen over de hele wereld. Zo maakte hij The Last Tourist in het Chinese Guangzhou (2004) en in Caïro, Egypte (2008). Zijn werk is verzameld in de publicatie On a Clear Day You See Forever, die online te bekijken is. Bron De kunstenaar
Herengracht 474
99
Vijzelstraat 32 De Bazel(Stadsarchief Amsterdam) Bouwjaar: 1919-1926
Kunstenaars
• Marien Schouten
De Bazel, vernoemd naar haar architect K.P.C. de Bazel (1869-1923), is gebouwd voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM), de latere ABN AMRO. In maart 1991 kreeg het gebouw de status van rijksmonument. Het geldt als hoogtepunt in het oeuvre van De Bazel. Het Stadsarchief is het historisch documentatiecentrum van de stad Amsterdam met 35 kilometer archieven, een historisch-topografische collectie met miljoenen kaarten, tekeningen en prenten, een bibliotheek en omvangrijke geluids-, film- en fotoarchieven. Meer informatie: www.stadsarchief.amsterdam.nl.
Vijzelstraat 32
102
Vijzelstraat 32
Marien Schouten
1965, Andel Studeerde aan Ateliers ’63, Haarlem Woont en werkt in Amsterdam
Kamer, 2013 Mixedmedia-installatie Collectie kunstenaar en Galerie Paul Andriesse, Amsterdam
“Of we nu uitgaan van het mythische scheppingsverhaal uit Genesis of de hypothese van de moderne natuurkunde, het ontstaan van de wereld zoals wij die kennen ging in beide gevallen gepaard met verdeeldheid. Maar als verdeeldheid het archetype van de schepping is, en de tragiek waaronder wij en de wereld gebukt gaan, dan blijven we voor altijd in zekere mate in de greep van een verlangen naar hereniging.” ─ Marcel Vos in Division and Unification in the Work of Marien Schouten. De afgelopen drie decennia heeft Marien Schouten uitputtend de grenzen van de beeldhouwkunst, de keramiek en de schilderkunst afgetast, op zoek naar het gebied waar ze in elkaar overlopen. Waar Schouten in zijn eerdere werk naar mediavormen zocht die buiten de gebaande paden traden, heeft in zijn meer recente werk zijn toenemende fascinatie voor het begrip ‘begrenzing’ fysiek gestalte gekregen. Schoutens installatie in het Stedelijk Museum Amsterdam toont zowel voor het eerst een idioom van de gevangenis als grens als van grenzen die niet zichtbaar zijn. Voor The Tolerant Home gaat Schouten tot het uiterste als het om zijn gevangenisidioom gaat: hij creëerde een hermetisch gesloten cel. Andere grenzen gaan de strijd aan met dit krachtige statement. We worden niet toegelaten: we nemen gedwongen de positie van toeschouwer aan; alleen kan onze blik het interieur niet doordringen. Binnenin vinden we een verzameling van thema’s in een nieuwe context. Wat het meest opvalt is het enorme keramische beest van Schouten. Het dient als katalysator voor de meer abstracte gebaren die hij maakt, zoals glazen afscheidingen en schilderijen. Het beest wordt sculptuur, trofee of gered wild dier.
Marien Schouten studeerde aan Ateliers ’63 in Haarlem en werkt momenteel op de faculteit van De Ateliers, de voortzetting van dit instituut in Amsterdam. Schouten is ook bestuurslid van het European Ceramic Work Center in Den Bosch. Schouten woont en werkt in Amsterdam. Zijn werk was op vele tentoonstellingen te zien, zoals recent Nepheline in Galerie Paul Andriesse in Amsterdam. In 2009 nam hij deel aan de groepstentoonstelling De Nederlandse identiteit? in De Paviljoens in Almere (samen met Job Koelewijn en David Jablonowski). De keramische installaties van Schouten waren te zien in het Bonnefantenmuseum in Maastricht en De Pont in Tilburg. Ook is zijn werk opgenomen in de befaamde collectie van De Pont. Enkele publicaties: Marien Schouten, Kunsthalle Bern, (tentoonstellingscatalogus, tekst door Ulrich Loock en Marcel Vos) en Het vieze tafeltje/The dirty table, Stedelijk Museum Amsterdam (tentoonstellingscatalogus, tekst door Rudi Fuchs en Marcel Vos, 1997). Bronnen: Marcel Vos, Division and Unification in the Work of Marien Schouten, 1992, Kunsthalle Bron De kunstenaar
103
Herengracht 502 Ambstwoning van de burgemeester Bouwjaar: 1672
Kunstenaars
• Sarah van Sonsbeeck & John Snijders
In 1671 kocht Paulus Godin, koopman en bewindhebber van de West-Indische Compagnie, het perceel Herengracht 502. Meteen na de aankoop van de grond begon hij met de bouw van het huis, dat een jaar later werd voltooid. De vermoedelijke ontwerper was de bekende architect Adriaen Dortsman. In 1907 gaf de toenmalige eigenaar Jacob Theodoor Cremer de architect H.J.M. Walenkamp de opdracht het pand te verbouwen en aan te passen aan de eisen van eigentijds comfort. Cremers opvolger als directeur van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, Cornelis Johannes Karel van Aalst, kocht het huis in 1913. Hij schonk het in 1926 aan de gemeente Amsterdam, om dienst te doen als ambtswoning van de burgemeester.
Herengracht 502
Sarah van Sonsbeek
1976, Amsterdam Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam
John Snijders 1963, Heemskerk
Increasing Decreasing, 2013 Performance in opdracht van The Tolerant Home Concept: Sarah van Sonsbeeck Compositie en uitvoering: John Snijders Collectie kunstenaars en Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Tolerantie komt vaak voort uit een verhoogde staat van bewustzijn en de mogelijkheid om een bepaalde kwestie vanaf verschillende kanten te bekijken. Sarah van Sonsbeeck en John Snijders behandelen dat idee in een nieuwe performance. De bezoekers worden ontvangen in een statige, halfdonkere kamer, waar de enige verlichting afkomstig is van de glow-in-thedark-werken van Van Sonsbeeck. In een ruimte naast deze kamer speelt een pianist het nieuwe muziekstuk van John Snijders. Als het licht van de glow-in-the-darkwerken geleidelijk afneemt, wordt tegelijkertijd ook het pianospel zachter. Wat overblijft zijn stilte en een verhoogd bewustzijn van de ruimte. Deze acute bewustwording is het doel van de kunstenaar en de componist. Sarah van Sonsbeeck Sarah van Sonsbeeck staat bekend als een architect van anti-geluid en een meester van ’ontkoppeling’. Ze portretteert stilte en maakt ons bewust van het gebrek eraan. Van Sonsbeeck (Amsterdam, 1976) richt zich in haar werk op het definiëren en zich toe-eigenen van ruimte. In 2008 schreef ze een brief aan haar buren, waarin ze hen vroeg tachtig procent van haar huur te betalen, aangezien hun geluidsoverlast haar tachtig procent van haar woonruimte kostte. Sindsdien houdt ze zich bezig met de betekenis van geluid, of de afwezigheid ervan. Van Sonsbeeck studeerde aan de TU Delft en de Gerrit Rietveld Academie en was in 20082009 artist in residence aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. John Snijders John Snijders werd geboren in 1963 te Heemskerk. Hij studeerde vanaf 1981 piano bij Geoffrey Madge aan het Koninklijk
106
Conservatorium te Den Haag en studeerde in 1989 af. In 1985 won hij het Berlage concours voor Nederlandse kamermuziek en in augustus 2008 ontving hij de Muziekgebouwprijs voor zijn vertolking van Richard Rijnvos’ NYConcerto voor piano en kamerorkest. Als solist trad hij op met vele orkesten. Diverse componisten schreven speciaal voor hem werken, onder wie Christopher Fox, Richard Rijnvos, Gerard Brophy, Ivo van Emmerik, Rodney Sharman, Richard Ayres en Clarence Barlow. Snijders is bijzonder geïnteresseerd in het maken van connecties tussen hedendaagse muziek en hedendaagse beeldende kunst. Ook houdt hij zich intensief bezig met de Amerikaanse avant-garde, en dan met name de muzikale nalatenschap van Morton Feldman en John Cage. Van 1988 tot 2013 was hij vaste pianist van het Nieuw Ensemble. Hij is oprichter, artistiek leider en pianist van het Ives Ensemble. In 2013 werd hij aangesteld als hoofd Music Performance aan de Durham University in het Verenigd Koninkrijk. Bronnen: Nicola Bozzi, MetropolisM #1 2012 De kunstenaars
Herengracht 502
107
Herengracht 520 Bouwjaar: 1686 verrijkt in 1726-1727
Kunstenaars
• Carlos Amorales • Rossella Biscotti
Het familiewapen in de middenverhoging op de kroonlijst van dit dubbele huis is in 1781 gewijzigd, toen Hendrik Hoeufft en Margaretha Geelvinck het pand betrokken. Het huis staat bij stadsgidsen bekend om de anekdote dat Lodewijk Napoleon hier gelogeerd zou hebben, voordat hij zich vestigde in het voormalige stadhuis, het huidige Paleis op de Dam. Tegenwoordig is het pand in particulier bezit en wordt als kantoor verhuurd.
Herengracht 520
110
Herengracht 520
Carlos Amorales
1970, Mexico-Stad, Mexico Studeerde aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Mexico-Stad
Coal Drawing Machine, 2012 Installatie met plotter, papier en houtskool Variabele afmetingen Collectie All Art, Amsterdam
Dit papieren labyrint werd voor het eerst geëxposeerd in een voormalige kolenmijn in België tijdens Manifesta 9 (met als thema The Deep of the Modern). Het werk is het product van een machine die tekeningen maakt met houtskool. Omdat een vergelijking wordt gemaakt tussen een ondergrondse mijn en de hel, zouden de herhalende patronen van magische symbolen bedoeld kunnen zijn om demonen te bezweren, maar ze kunnen ook worden beschouwd als voorlopers van de elektronische printplaten in computers. De machine beslaat de volledige tentoonstellingsruimte; de productie neemt met de dag toe. De Coal Drawing Machine onderzoekt het spanningsveld tussen de handgemaakte kwaliteit van traditionele houtskooltekeningen en het feit dat ze machinaal worden geproduceerd. Het werk refereert aan de mythe van robots en machines met een bewustzijn, zoals die onder meer voorkomen in de roman Do Androids Dream of Electric Sheep? van Philip K. Dick, die later verfilmd werd als Blade Runner.
Enkele solotentoonstellingen: Germinal, Museo Tamayo (Mexico); Supprimer, modifier et preserver, Mac/Val, Val-de-Marne, (2011); Remix, Palazzo delle Esposizioni, Rome (2010); Discarded Spider, Cincinnati Art Center and Orange County Museum (2008-2009); en Four Animations, Five Drawings and a Plague, Philadelphia Art Museum (2008). Groepstentoonstellingen: onder meer grote biënnales als Manifesta 09 (Genk, 2012), Performa (New York, 2007) en de Biënnale van Venetië (2003).
Van 1996 tot 2003 werkte Carlos Amorales aan een reeks performanceprojecten over de worstelwereld en het gebruik van fictieve identiteiten. In 2003 richtte hij een atelier op in Mexico-Stad, dat uitgegroeid is tot een samenwerkingsverband met grafisch ontwerpers, schrijvers, musici en een psychoanalyticus. Zijn werk ontwikkelde zich in de richting van onderzoek, animatiefilm, verhalen vertellen en installaties. Tegelijkertijd realiseerde hij tussen 2003 en 2009 het project Nuevos Ricos, een platenlabel dat popmuziek uitbracht en in verschillende landen concerten organiseerde. Sinds 2010 richt Amorales zich vooral op abstractie, taal en typografie. Zijn performanceprojecten waren te zien in Tate Modern, Londen, (2003), SF MOMA, San Francisco (2003) en Centre Georges Pompidou, Parijs, (2001).
111
Herengracht 520
Rossella Biscotti
1978, Molfetta, Italië Gestudeerd aan de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
We Will Be Here Forever, 2006 Geluidsinstallatie MP3-speler en –bestand, actieve speakers Collectie Wilfried Lentz Gallery, Rotterdam
In We Will Be Here Forever wordt een uitspraak van de Afro-Amerikaanse activist en rapper KRS-One (Lawrence Krisna Parker) voortdurend herhaald: “We will be here forever. Do you understand that? We will be here for ever and ever...” Uit de stem spreekt spanning en passief verzet, veroorzaakt door een langdurige, fysieke aanwezigheid. Biscotti’s werk omvat video’s, foto’s en, in mindere mate, sculpturen. Vaak belichten ze de geschiedenis en verhalen van mensen die een bron van reflectie op het individuele of collectieve geheugen en op identiteit zijn; mensen die door hun acties of kritische houding hebben bijgedragen aan belangrijke maatschappelijke en politieke veranderingen. Uitgangspunt van Biscotti’s werk is altijd een maatschappelijke of politieke gebeurtenis al dan niet uit een ver verleden - waar ze in een archiefmap of krantenbericht op stuit. Vervolgens begint ze aan een nauwgezet onderzoek. Biscotti bewerkt haar bevindingen tot een subtiel samenspel van verborgen of meervoudige identiteiten, fictie en realiteit, en verschillende tijdsperiodes die elkaar overlappen. Met haar werk deelt ze verboden of vergeten verhalen uit onze geschiedenis. Biscotti ziet de waarde in van vertellingen die opnieuw de samenleving ingestuurd worden. Biscotti heeft solo-exposities gehad in het CAC Vilnius (2012), Fondazione Galleria Civica di Trento (2010) en de Nomas Foundation in Rome (2009). Ze nam deel aan groepstentoonstellingen bij dOCUMENTA (13) en Manifesta 9 (2012), MAXXI National Museum for 21st Century Art in Rome (2010–11), Witte de With in Rotterdam (2010) en Museu Serralves in Porto (2010). Ze won de Premio Italia Arte Contemporanea Award (2010).
112
Herengracht 520
113
Amstelveld 10 Amstelkerk Bouwjaar: 1668-1670
Kunstenaars
• Jan Rothuizen
Om in de onmiddellijke behoefte aan zielzorg te voorzien, werd in 1668 op het Amstelveld een noodkerk gebouwd. De Amstelkerk is de enige overgebleven houten noodkerk in Amsterdam. Het gebouw werd ontworpen door stadsbouwmeester Daniel Stalpaert (1616-1676), die zelf een van de vier kerkmeesters was. Tegenwoordig is in de kerk het kantoor van de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel gevestigd, een organisatie die zich inzet voor het behoud en de restauratie van monumentale gebouwen in de stad. De middenruimte van het gebouw wordt regelmatig verhuurd
Amstelveld 10
Jan Rothuizen
1968, Amsterdam Studeerde aan De Ateliers, Amsterdam Woont en werkt in Amsterdam
My Amsterdam (nog een keer), 1983-2011 Film, Duur: 11:55 minuten Collectie kunstenaar Crew 2011:Jan Rothuizen, Stijn van Santen en Wendela Scheltema Met dank aan: Ed van der Elsken Camalot Audiovisual Facilities Limboland TV Pakhuis de Zwijger De Amsterdamse fotograaf en filmmaker Ed van der Elsken (1925-1990) maakte in 1983 een prachtige documentaire van Amsterdam in haar hoogtijdagen als liberale stad, My Amsterdam. De film is volledig op straat opgenomen en laat zien hoe drugsdealers, hippies en bon vivants tussen andere Amsterdammers leven. Van der Elsken wisselt close-ups van voorbijgangers af met totaalbeelden van de stad, die in verhoogde snelheid worden afgedraaid en door hem van commentaar worden voorzien. Kort na het verschijnen van de film veranderde grootscheepse renovaties het imago van de stad voorgoed. Amsterdam werd een keurig aangeharkte toeristische trekpleister. De buitengewone vrijheid waar Amsterdam sinds de jaren zestig om bekend stond, verdween grotendeels. Nooit meer slapen in het Vondelpark. In 2011 gebruikte Jan Rothuizen de beelden waarin Van der Elsken de stad doorkruist voor een nieuw werk: hij nam de hele route opnieuw op. Het resultaat is een fascinerend tweeluik dat een duidelijk verband legt tussen de ondergang van het vrije denken en het ‘opschonen’ van de stad. Jan Rothuizen is een geboren en getogen Amsterdammer en woont nog altijd, naar eigen zeggen met redelijk plezier, in Amsterdam. Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en was vervolgens artist in residence bij De Ateliers (1992-1994). Tussen 1995 en 1998 woonde Rothuizen in New York, waar hij tien jaar later betrokken was bij de tentoonstellingenreeks Museum as Hub in het New Museum in New York (2008). Jan Rothuizen is zeer productief en staat vooral bekend om zijn uitvoerige en speelse topografische verhalen, gebaseerd op zijn aantekeningen bij wandelingen door steden en gebouwen. In de loop der jaren heeft hij een grote verscheidenheid aan stadsplattegronden en tekeningen van ruimtes en andere gestalten van de werkelijkheid gemaakt. Bekende voorbeelden van zijn werk zijn Bey-
116
routes (2009), waarin hij de vernieuwingen van Beiroets binnenstad in kaart bracht, en recent de routing van het nieuwe Rijksmuseum. Verder maakt hij films en animaties en publiceert hij boeken. Rothuizen werkte in landen over de hele wereld. Zo maakte hij The Last Tourist in het Chinese Guangzhou (2004) en in Caïro, Egypte (2008). Zijn werk is verzameld in de publicatie On a Clear Day You See Forever, die online te bekijken is. Bron De kunstenaar
Amstelveld 10
117
Prinsengracht 452 Filmtheater De Uitkijk Bouwjaar: 1630-1631
Kunstenaars
• Steve McQueen
De Uitkijk is het oudste filmtheater van Nederland. Op de Prinsengracht 452 is sinds 1912 een bioscoop gevestigd. In 1929 adopteerde de avant-gardistische Filmliga deze bioscoop en veranderde de naam in De Uitkijk. De directeur Mannus Franken had grootse plannen. De films zouden door artiesten en filmconnaisseurs worden uitgekozen om de kwaliteit ervan te waarborgen. Franken wilde “een filmtheater creëren in plaats van een bioscoop – een filmtheater dat kunst laat zien, geen entertainment.” Tot op de dag van vandaag doet De Uitkijk zijn best het filmtheater voor alle liefhebbers van goede films voort te zetten. Sinds de heropening in 2007 wordt het gerund door een groep enthousiaste studenten. Meer informatie: www.uitkijk.nl.
Prinsengracht 452
120
Prinsengracht 452
Steve McQueen
1969, Londen Woont en werkt in Amsterdam en Londen
Hunger, 2008 Film Duur: 96 minuten Shame, 2011 Film, 2011 Duur: 101 minuten
Steve McQueen is een Britse kunstenaar en filmmaker. In The Tolerant Home zijn twee speelfilms van zijn hand te zien. De ene film gaat over de intolerantie die religieuze dogma’s in Noord-Ierland met zich meebrengen. De andere behandelt sociale stigma’s en vooroordelen rondom verslaving. In deze films richt McQueen zich meer op de menselijke aspecten van deze issues dan de sociaal-politieke. Hunger is gebaseerd op een waargebeurd verhaal dat zich in 1981 afspeelde in de Maze-gevangenis in Belfast (Noord-Ierland). De gedetineerden (IRA-leden) werd de status van politieke gevangene ontnomen en werden beschouwd als criminelen. De gevangenen protesteerden hiertegen door hun cellen niet te verlaten en zich niet te wassen. De film ging in 2008 in première op het filmfestival van Cannes, waar McQueen als debuterend regisseur de Camera d’Or won. Daarmee was hij de eerste Britse regisseur die de prijs in de wacht sleepte. In Shame speelt Michael Fassbender een seksverslaafde New Yorker. Met als uitgangspunt dat porno de katalysator is van onpersoonlijke seks zonder gevoelens, volgt de film een succesvolle stedeling die wegglijdt in een bestaan van obsessief seksueel gedrag en persoonlijk isolement. De film, die daarnaast geïnspireerd is door een mediabeeld waarin seksuele activiteit een maatstaf is voor succes en populariteit, laat zien dat het grootste taboe in de samenleving niet seks, maar eenzaamheid is – een gevoel dat maar weinig eenzame mensen durven toe te geven.
Prize, Tate Gallery, Londen (1999), en de Sydney Film Prize, Sydney Film Festival (2008). McQueen werd benoemd tot Commander of the Order of the British Empire (CBE) in 2011. Hij nam deel aan Documenta X (1997), XI (2002) en XII (2007) en de Biënnale van Venetië (2003, 2009 en 2013). Zijn werk was meerdere malen te zien in solotentoonstellingen, onder meer in de National Portrait Gallery, Londen (2010), het Art Institute in Chicago (2009), de Fondazione Prada, Milaan (2005), het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris (2003) en het San Francisco Museum of Modern Art(1998). Onlangs was een retrospectief van zijn werk te zien in het Art Institute of Chicago (2012) en het Schaulager, Bazel (2013). Steve McQueens meest recente film, 12 Years a Slave, met Bratt Pitt en Michael Fassbender, verschijnt in oktober dit jaar. De film gaat over negentiende-eeuwse praktijken waarbij vrije Afro-Amerikanen in het noorden van de Verenigde Staten ontvoerd werden en vervolgens als slaaf verkocht in de zuidelijke staten. Bronnen: Marian Goodman Gallery, Paris/New York The Telegraph, London
Steve McQueen studeerde aan de Chelsea School of Art en het Goldsmith College in Londen en aan de Tisch School of the Arts van de New York University. Hij ontving een ICA Futures Award (1996), een DAAD Artist in Residence Grant in Berlijn (1999), de Turner
121