12 minute read
Schrijver Cindy Hoetmer: Als je weinig verwacht, kan het ook niet tegenvallen’
Schrijver – en Uitkrantcolumnist – Cindy Hoetmer (55) deed in januari
mee aan De slimste mens en was bij de kijkers zowel geliefd als gehaat.
Advertisement
Ze had het vlak voor de uitzending nog gevraagd aan haar (3500+) volgers op Twitter: ‘Vanavond op tv bij een spelletje met een gewichtige naam. @ me asjeblieft niet.’
Cindy Hoetmer hield het toch liefst drie De slimste mens-afleveringen vol – niet slecht voor iemand die spelletjes haat en weinig verwachtingen heeft van zichzelf of het leven. Ze was direct trending op Twitter en haar Wikipedia-pagina was op 18 januari – de derde dag dat ze meespeelde en verloor – de meest bekeken pagina. ‘Ik vond het heel zwaar. Niet om mee te doen, maar wel om later die Twitter-reacties te lezen. Want allerlei gemene mensen hadden me, ondanks mijn verzoek, natuurlijk toch getagd. Ik heb ook een heleboel aardige reacties gekregen, maar die wegen toch minder zwaar. Ik ben er echt ziek van geweest.’
Wat stak het meest?
‘Dat je kennelijk als vrouw alleen maar soort van mag glimlachen en niet karakteristiek kan zijn, of grappig. Als jij daar niet zit te glimlachen met gemanicuurde wenkbrauwen, dan ben je gewoon een idioot. Terwijl ik daar tegenover Maarten van Rossem zit, die waarschijnlijk helemaal niks aan zijn wenkbrauwen doet –ik heb daar niet op gelet, want ik ben helemaal niet geïnteresseerd in wenkbrauwen. Maar dat je denkt: hij mag er toch ook zijn? Waarom zou ik dan een klassieke schoonheid moeten zijn?’
Ze noemden je dan ook ‘de vrouwelijke versie van Maarten van Rossem’. Vond je dat een belediging?
‘Nee, een compliment, want hij is heel slim en loopt niet in de pas. Ik weet wel dat ik soms een beetje ongemakkelijk overkom, maar het hele idee dat mensen over mijn wenkbrauwen beginnen vind ik heel treurig, of zeggen dat ik een rare gezichtsuitdrukking heb. Alleen mannen mogen er een beetje gekkig, chagrijnig of droevig eruitzien.’
Je hebt last van schaamte-aanvallen en faalangst, schrijf je. Dan is meedoen aan De slimste mens best een bijzondere keuze. Waarom deed je mee?
‘Ik weet eigenlijk niet hoe ik me eroverheen heb gezet, want ik schaam me inderdaad altijd overal voor. Toen ik werd gevraagd, dacht ik: ja doei, dat ga ik echt niet doen. Ik heb vroeger eens Catherine Keyl enorm zien afgaan bij De nationale IQ test, terwijl ze journalist en volgens mij prima slim is. Maar ja, toen werd er een beetje aangedrongen en mijn uitgever vond het ook een goed idee. Dus toen zei ik tegen mezelf: luister, íemand moet dat spel verliezen en aangezien ik me toch al profileer als loser, kan ik dat zijn. Zo heb ik het voor mezelf goed gepraat, en natuurlijk vooral omdat ik meer boeken wilde verkopen.’
Cindy Hoetmer maakte in 2020 haar comeback als schrijver, na acht jaar geen letter meer op papier te hebben gezet. Als twintiger was ze columnist van HP/De Tijd, Nieuwe Revu en het hippe BLVD, een periode die ze zelf haar ‘eerste moment’ noemt. Daarna volgde een crisis: de roman waar ze tien jaar aan had gewerkt, kreeg vernietigende recensies, de roman daarna werd compleet genegeerd, ze werd ontslagen en had een flinke depressie. Tot ze twee jaar geleden vrij onverwacht doorbrak met het autobiografische Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar – haar ‘tweede moment’. Het boek is een bundeling van droogkomische stukjes over dingen die Cindy meemaakt als vrijgezelle vijftiger zonder geld of kinderen, die woont in een eenkamerappartement zonder centrale verwarming en last heeft van verlammend uitstelgedrag. In 2022 kwam het vervolg hierop: Goed, naar omstandigheden, dat na haar deelname De slimste mens een herdruk kreeg. Over haar leven tijdens de coronapandemie en haar hondendroom die in duigen viel (haar Griekse adoptiehond geraakte in een oorlogssituatie met haar kat, waardoor ze hem weer moest wegdoen).
Cindy Hoetmer
• Werd 4 juli 1967 geboren in Amsterdam.
• Rondde de mavo af op het Spinoza Lyceum.
• Is schrijver, columnist en grafisch vormgever (DTP’er).
• Was jarenlang een veelgevraagd columnist, met opdrachtgevers als HP/De Tijd, BLVD, Nieuwe Revu, Viva en Elle.
• Schreef twee romans: Het beest in Daisy (2005) en Schop me! (2007).
• In 2020 kwam haar ‘autobiografische fictieboek’ Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar uit, dat vier ballen kreeg in NRC en op de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2021 verscheen.
• In 2022 volgde Goed, naar omstandigheden, dat opnieuw werd geprezen door recensenten.
• Schrijft nu columns voor o.a. Saar magazine, de Volkskrant en natuurlijk de Uitkrant
• Is vrijgezel en woont in de Jordaan met kat Joetje.
Twee goedverkopende boeken, lovende recensies, een tv-optreden. Voor iemand die lage verwachtingen heeft van het leven, heb je aardig veel bereikt.
‘Ja, maar dat lijkt toch wel meer dan het is, want ik zit nog steeds in dat ijskoude huis bij mijn gaskachel te bibberen in vijf lagen fleece. Ik schrijf nu meer en mensen herkennen me op straat, maar wezenlijk is er niks veranderd. Vroeger kon ik heel vaak net mee als mensen uit eten gingen, dan zei ik: ik kom wel op het laatst, bij de koffie. Nu hoef ik daar minder over na te denken. Maar ik hou er wel rekening mee dat het succes uiteindelijk stopt.’
Waarom laat je geen centrale verwarming aanleggen?
‘Dat vind ik toch gek in een huis dat niet van mij is, dat ik huur van iemand die me liever ziet gaan. De verhuurder komt nooit als ik bel over iets, behalve als het water uit het plafond regent.’
In De slimste mens vroeg Philip Freriks je of het leven na je veertigste begint, en jij antwoordde: ‘Nee, ik heb het leukste al wel gehad.’ Wanneer was dat?
‘Ik denk tussen mijn 24ste en 40ste. Ik heb vrij uitbundig geleefd, qua uitgaan, vakanties, pret maken en mensen kennen. Het leukste aan jong zijn is dat je heel vaak in onverwachte situaties terechtkomt. Je gaat gewoon iets doen en dan eindig je op een boot of in Parijs. Als je jong en een beetje knap bent, nemen mensen je nog mee naar plekken omdat ze seks met je willen. Dat stopt als je ouder wordt; mensen willen niet meer per se seks met je en gaan ook geen moeite meer voor je doen. Het leven is volkomen voorspelbaar geworden. Je gaat gewoon van A naar B, zoals je had bedacht, en dat was het. Mijn leven is supergezellig, maar het is ook een herhaling van zetten.’
Je bent geboren en getogen in Amsterdam en hebt een vrij zorgeloze jeugd gehad. Kun je je het moment herinneren dat je zo weinig van het leven bent gaan verwachten?
‘Dat is volgens mij heel vroeg begonnen, op de lagere school al. Ik leerde veel langzamer fietsen dan andere kinderen, was niet handig, kon niet goed leren. Als je het niet zo goed doet op school, denk je al snel: ik heb waarschijnlijk niet een supersuccesvolle toekomst voor me. En er was ook nog dat ganzenbord-incident: toen mijn nichtje en ik dat spel speelden en zij begon te lachen omdat ik verloor, werd ik zo boos dat ik haar met het bord sloeg. Waarna ik op mijn kop kreeg van mijn moeder, want dat kon natuurlijk niet. Toen bedacht ik: wat als ik het nou niet meer belangrijk vind? Als het me niet uitmaakt of ik win, kan het me ook niet meer raken. Een soort zelfhypnose: als je weinig verwacht, kan het ook niet tegenvallen. Dat idee heb ik later op zo’n beetje alles toegepast.’
Je kampte een tijd met depressies en hebt last van ‘verlammend uitstelgedrag’. Wat vond je therapeut van jouw geval?
‘Die snapte er niet zo veel van. Ik ben twee keer in therapie geweest, omdat het me niet lukt om bepaalde taken uit te voeren. Eerst bij een man, heel lang geleden, dat was gewoon een beetje praten. Ik heb altijd het idee gehad dat hij me als een soort entertainment zag; ik kan heel goed vertellen en ik zag die man gewoon genieten van mijn verhaal. Maar daar kom je niet voor bij een therapeut. Daarna heb ik eens cognitieve gedragstherapie gedaan, bij een vrouw. Die wilde me al die dingen laten doen die ik zelf niet gedaan kreeg, omdat je er dan gehard in wordt. Zo van: ga die stapel belastingbrieven maar openmaken. Wat een onzin. Ik zeg dat al honderdduizend keer per dag tegen mezelf, dus als zo’n therapeut dat dan ook nog zegt, helpt dat heus niet. Het werkte niet. Ik denk dat zij nooit een baan had mogen krijgen.’
Je was als twintiger een veelgevraagd columnist. Wat is er gebeurd met die ambitie?
‘In het eerste stukje van ‘mijn moment’ had ik mijn twee dromen al waargemaakt: een boek schrijven – dat was weliswaar gelukt, maar zonder geweldig resultaat – en columnist worden bij Nieuwe Revu. Heel gek, want daarna waren mijn dromen op. Ik stopte met schrijven nadat ik na twaalf jaar ontslagen werd bij Nieuwe Revu. De damesbladen, waar ik ook lange tijd voor had geschreven, hadden een beetje genoeg van me. Bij de Varagids was een nieuwe hoofdredacteur aangesteld. Dus ineens belde er niemand meer. Mijn moment was gewoon voorbij. Ik vond dat niet zo erg, eerder logisch. Dat gebeurt bij muzikanten ook.’
Na acht jaar DTP-werk ben je weer begonnen met schrijven: elke dag een stukje op Facebook – een soort dagboeknotities. Voelt het naakt dat iedereen alles van je weet?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik was op mijn 27ste al columnist, dus ik ben eraan gewend. Mijn ouders zijn er ook aan gewend dat ze in mijn stukjes voorkomen. Mijn broertje niet, die vindt het niet leuk en beschrijf ik dus niet of nauwelijks. En ik hou rekening met anderen; als ik op een feestje ben waar drugs worden gebruikt, noem ik die mensen niet bij naam. Maar ik zie daar eigenlijk de winst niet van, negatieve eigenschappen voor jezelf houden.’
Waarom niet?
‘Stel, je hebt geen haar meer en je draagt altijd een pruik. Dan zullen mensen schrikken als je je pruik afzet. Maar als je geen pruik draagt, schrikt ook niemand van je kale hoofd. Dat is een beetje mijn idee hierover: ik ben heel eerlijk, altijd, dus je kunt nooit in mij teleurgesteld zijn. Dat had ik als kind al, dat ik niet kon liegen.’
Werk je al aan een vervolg op Goed, naar omstandigheden?
‘Niet echt. Ik schrijf soms wel stukjes die ik niet op Facebook zet. Over De slimste mens bijvoorbeeld, toen ik na de uitzending mocht meerijden in de Tesla van een youtuber. En over Lowlands vorig jaar, waar ik iets naar binnen probeerde te smokkelen toen ik er ging voorlezen. Dat kan weer een boek worden, maar ik wil niet dat dat mijn ambitie is, want ik vind dat eigenlijk te makkelijk. Ik wil een stapje maken.’
Een roman?
‘Er staat nog niks op papier, maar ik ben van plan een halve fictie te schrijven over mijn tante. Mijn ouders overwinteren altijd in Spanje, in een huisje dat ze geërfd hebben van haar. Mijn tante was een hartstikke leuke, flamboyante vrouw, maar toen haar man overleed werd ze toch een soort alcoholistisch boos vrouwtje. Zo iemand voor wie mensen zich stilhielden als ze op de deur stond te kloppen. Ze is kinderloos gebleven, en ik zag dat altijd als voorbeeld, toen het nog goed met haar ging. Ze had een heel horecagevuld, vrolijk leven met heel veel vrienden, en ze eindigde met nul vrienden in een rommelig huisje vol wildplassende katten.’
Is dat meteen ook je grootste angst?
‘Eh, nee, want mijn partner kan niet dood.’
Maar die kun je toch nog krijgen?
‘Ja, het kan, technisch gesproken. Maar ik ben er niet erg naar op zoek. Misschien is het een zelfhypnose, maar ik zie op dit moment meer nadelen dan voordelen.’
Heb je grote liefdes gehad?
‘Een paar, ja. Een van zeven jaar, met samenwonen, en een paar van drie, vier jaar. Daarna had ik wat kleine liefdetjes, die werden steeds korter en toen hield het helemaal op. Wat ik lastig vind, is als iemand steeds appt met de vraag wat ik aan het doen ben. En dat ik dan niks aan het doen ben – want ik doe heel vaak niks. Dan voel ik me daar heel rot over. Je wil een beter verhaal hebben, maar je wil niet je hele leven aanpassen aan andermans verwachtingen. Dus nee, vroeger vond ik relaties wel leuk, maar het wordt steeds moeilijker. Als je jong bent, kun je nog samen een kant op groeien, maar ik ben in mijn eentje al een kant op gegroeid.’
Heb je nooit kinderen gewild?
‘Het was nooit een groot ding voor me. Ik dacht altijd: ik wil eigenlijk niet per se kinderen, het lijkt me een enorm gedoe, maar als ik met iemand ben die het heel graag wil, dan valt erover te praten. Ik trok alleen nooit mensen aan die het heel graag wilden, of ze wilden het alleen maar na mij. Niet met mij.’
Je gaat al ruim zestien jaar elke vrijdag naar je stamkroeg de Pels in De Negen Straatjes. Is dat je grote liefde?
‘Ja, sinds 2006 ongeveer. Iedereen zegt: je moet in Spanje gaan zitten en daar je boek schrijven. Maar ik denk dan: wil ik dat? Want als ik drie maanden daar ga zitten, verveel ik me de pleuris en mis ik gewoon mijn kroeg.’
Je kunt niet zonder de Pels.
‘Het is net als met Amsterdam: eigenlijk zou ik qua klimaat liever niet in Nederland wonen, maar je kunt niet heel Amsterdam meenemen naar een ander land. Dat is ook zo met de Pels. Ik heb heus niet zo gek veel met die muren, maar we hebben daar gewoon een gemeenschapje met elkaar. We zouden allemaal ergens anders heen kunnen gaan, maar dat is toch een heel gedoe.’
Waar droom je nog van?
‘Ik heb alleen nog kleine dromen, zoals een keer capibara’s aaien in Zuid-Amerika. Daar lopen ze gewoon op straat – al moeten ze maar net zin hebben om door mij geaaid te worden. En eventueel nog: een hond hebben, maar niet onmiddellijk. Ik ben nu nog een beetje in de rouw en mijn kat leeft nog. En nou ja, dat fictieboek over mijn tante schrijven, maar dat is meer mijn volgende voornemen.’
Stel dat ze je vragen voor een nieuw tv-programma. Zou je ja zeggen?
‘Waarschijnlijk, want ik ben heel slecht in nee zeggen. Maar het moet wel leuk blijven. Ik ga niet op een onbewoond eiland insecten zitten eten. Schrijver Marion Pauw, die ik een beetje ken, werd in Expeditie Robinson metéén naar huis gestuurd. Dat lijkt me heel erg. Ik stel me zo voor dat je vooraf maandenlang naar de sportschool gaat om er niet al te walgelijk uit te zien in bikini, en dan kun je na een dag alweer naar huis.’
Zit je uitgever niet te pushen voor een tv-carrière?
‘Nee, ze heeft nog niet gezegd: goh, bedankt dat je voor lul ging staan.’
‘Cindy Hoetmer’ was wel de meest bekeken Wikipedia-pagina van 18 januari 2023. Wat vind je daarvan?
(schiet in de lach) ‘Ik denk dat elke nieuwe De slimste mens-kandidaat de volgende dag de best bekeken pagina is.’ Dan, serieuzer: ‘Het enige wat je kunt zeggen over mij en dat optreden, is dat mensen er wel wat van vonden. Dat was voor mij dus lastig eraan, maar het is waarschijnlijk ook positief.’
Maak
BOB’S BOAT BASH
Livemuziek – échte muziek – is er niet in Amsterdam, constateerden Martijn Roos van Club Dauphine, Mike Bruijnesteijn en Douwe Bob. Dat moest veranderen en dan kun je het maar beter zelf doen, vonden ze. Het werd Bob’s Boat Bash, oftewel: ‘a music extravaganza’. Met optredens van minimaal drie artiesten per show en de wekelijkse huisband, eten én een boot. Douwe Bob selecteert de artiesten eigenhandig en uiteraard staat hij zelf ook geregeld op het podium. Er zijn tickets voor alleen de show (à € 65), maar je kunt ook kiezen voor een complete avond met driegangendiner of ruimgevulde borrelplank (vanaf € 79). bobsboatbash.nl
Taste Like Chicken
Deze maand aten onze recensenten bij kiprestauranthype Ladybird Fried Chicken (zie pag. 35), en dat was bepaald geen straf. Niet zo’n carnivoor? Met Taste Like Chicken – afgekort: TLC – heeft de stad er een hip alternatief voor kip bij. Inderdaad: het proeft als kip, maar dat is het niet. Het allereerste veganistische kiprestaurant – inclusief wauw-interieur –in Nederland voorziet in al je fried chicken cravings, denk: chicken & waffles, krokante kip katsu en een bucket boneless chicken. In De Pijp voel je je verdomd rijk met deze twee kiphotspots.
Van Woustraat 29H
Mister Nata
Wie ooit in Portugal is geweest, weet: daar móét je pastel de nata eten, liefst warm met kaneel en poedersuiker en een espresso. Het recept van het custardtaartje is in handen van de Fábrica dos Pastéis de Belém, dicht bij Lissabon, en wordt heldhaftig geheimgehouden. Maar dat houdt koks en banketbakkers natuurlijk niet tegen om de pasteis na te maken. Met room, eieren en bladerdeeg kom je een heel eind. De Amsterdamse bakker José Cruz, geboren in Portugal, heeft zijn eigen recept geperfectioneerd en bezorgde zijn pasteis door heel Nederland, maar heeft nu eindelijk een fysieke locatie: een shop en bakery ineen – hállo vakantiegevoel.