9 minute read

Fiesta Macumba-oprichter en muzikant Maurino Alarcón: Er is een wereld vóór en ná Despacito’

Maurino Alarcón (40) maakt heupen in Nederland al vijftien jaar los met Fiesta Macumba, het razend populaire latin-clubconcept. Maar zijn eigen muziek, die even dansbaar als maatschappijkritisch is, gaat altijd voor.

Latin: dat is toch zomerse feestmuziek om op te dansen en sjansen? Cocktail in de hand en meezingen met Despacito? Ja, zegt de Chileens-Amsterdamse Maurino Alarcón, de man achter clubconcept Fiesta Macumba. Maar het is nog veel meer. Dat bewijst hij met zijn eigen muziek, waarmee hij langs poppodia en festivals tourt. Hij noemt zijn sound ‘future Latin’: een mix van reggaeton, Latijns-Amerikaanse folklore en hiphop, met dikke analoge beats. En vooral: met maatschappijkritische teksten. Zo zingt hij in En camino over de vluchtelingenproblematiek, gaat Ahora sí over het leven als ‘slaaf van de maatschappij’ en schreef hij Esperanza , dat hij samen met de Spaanse band La Pegatina uitbracht na de Chileense presidentsverkiezingen van 2021. Gabriel Boric won: een 35-jarige, linkse jongen uit de studentenbeweging. ‘Voor het eerst sinds de staatsgreep in 1973 gaf de Chileense politiek ons weer hoop.’

Advertisement

Waar komt jouw engagement vandaan?

‘Dat moet van mijn ouders zijn gekomen. Ik ben een zoon van politiek vluchtelingen uit Chili; het streven naar een rechtvaardige wereld heb ik met de paplepel ingegoten gekregen. Ik ben geboren in Amsterdam en heb een goed leven, maar draag hun verhalen met me mee. In een perfecte wereld zou ik geen muziek maken, dan zou ik de behoefte niet voelen. Er zijn dingen in de wereld waarvan ik vind dat ze beter kunnen. Dat is mijn intrinsieke motivatie.’

Waarom zijn je ouders gevlucht?

‘Iedereen in Chili die links was of oogde, werd vervolgd. Wij komen ook nog eens uit een heel politieke familie. Mijn opa bekleedde politieke ambten onder Allende, de linkse president die werd vermoord tijdens de militaire coup, en mijn vader was actief binnen Allendes landhervormingen. Mijn moeder was diëtist, maar zij werd alleen al gearresteerd omdat ze zijn vrouw was. Mijn vader mocht pas twee jaar na het einde van de dictatuur officieel terug naar Chili, mijn moeder al eerder. Als klein kind ging ik met haar mee. Er was een avondklok, overal reden tanks en er werd traangas gespoten. Dat zijn levendige herinneringen uit mijn jeugd. De dictatuur duurde tot 1990, maar de gevolgen daarvan zijn tot op de dag van vandaag voelbaar in Chili. Maar er is hoop, dankzij die nieuwe president.’

Heb jij politieke ambities?

‘Zeker, maar ik denk niet dat ik op dit moment genoeg zou kunnen bijdragen. Ik denk dat ik meer kan betekenen met mijn muziek. Die politieke ambities moeten maar even wachten tot ik wat ouder ben.’

Ben je meer een activist dan een muzikant?

‘Ik heb weleens gehoord van de term artivism , maar ik vind het moeilijk om mezelf een activist te noemen. Of muzikant, trouwens. Daar heb ik niet voor gestudeerd. Ik heb ontdekt dat ik kan schrijven en dat ik daar heel gelukkig van word. En vooral: dat ik ongelukkig word als ik het niet doe. Muziek maken is voor mij ook therapie. Het enige label dat ik mezelf durf te geven, is dat van ‘papa’. Ik heb twee dochters, van 1 en 3 jaar. Verder probeer ik gewoon in alle bescheidenheid iets te doen waarmee ik iets van bewustzijn

MAURINO’S TIP

‘Ik ga in de zomer naar veel festivals, vooral omdat we er zelf spelen. Ik kijk uit naar Amsterdam Open Air en Lowlands, waar Fiesta Macumba een eigen podium heeft. Ook MadNes op Ameland is een parel: een fantastisch surffestival met heel toffe shows en allerlei clinics, van BMX tot surfen. En Festival Macumba natuurlijk, op 22 juli.’

Maurino Alarc N

• Werd geboren in 1982 in de Bijlmer.

• Groeide op met politiek geëngageerde muziek van Latijns-Amerikaanse artiesten als Mercedes Sosa, Silvio Rodríguez en Víctor Jara.

• Studeerde rechten, politicologie, Spaanse taal en cultuur, maar maakte niets af (‘Ik heb veel tijd op de UvA doorgebracht zonder iets te halen’).

• Richtte in 2008 met muzikant Jouke Schwartz de band TenTemPiés op.

• Zag Fiesta Macumba, waarmee hij ook in 2008 begon, uitgroeien tot het populairste latinfeest van Nederland. Op 22 juli vindt voor de vierde keer Festival Macumba plaats bij de Ouderkerkerplas (festivalmacumba.nl).

• Sloot met zijn allereerste nummer Que sera tien jaar lang de shows van TenTemPiés af.

• Tourt ook door Spanje, waar zijn muziek nog directer binnenkomt – en niet alleen vanwege de taal: ‘Men kan er meer relaten met de sociaaleconomische en maatschappelijke thema’s waar ik me vaak door laat inspireren.’

• Sluit niet uit ooit naar Chili te verhuizen, als dat de beste beslissing zou zijn voor zijn muziek en zijn gezin: ‘Mijn moeder woont er, mijn stiefvader, veel andere familie. We voelen ons er prettig.’

• Heeft plannen voor een eerste LatijnsAmerikaanse tour, op z’n vroegst in 2024. ‘We willen de muziek brengen naar de plek waar die op geïnspireerd is.’

• Werkt aan een nieuw album van zijn soloproject Maurino, dat deze herfst verschijnt. (maurinomusica.com) kan creëren. Mijn teksten kunnen trouwens best zwaar zijn, maar mijn muziek en shows zijn vermakelijk, uitnodigend en energiek. Op het podium is het echt feest.’

Zat die muzikaliteit altijd al jong in je?

‘Dat denk ik wel, als ik erop terugkijk. Hoewel niemand bij ons thuis een muziekinstrument speelt of zingt, stond ik op de basisschool al graag op de bühne. En tijdens mijn middelbareschooltijd heb ik van alles gedaan: graffiti, hiphop, rap. Maar het voelde altijd als een bijdingetje, een hobby. Dat veranderde toen ik op mijn 21ste naar Barcelona vertrok. Ik studeerde toen politicologie aan de UvA – verschrikkelijk, ik was heel slecht in studeren – en voelde: ik moet weg. Achteraf zou het best kunnen dat ik richting een depressie ging. In Barcelona kon ik weer ademen.’

Wat deed je daar?

‘Ik heb een halfjaar in een cocktailbar gewerkt – ik heb nog nooit harder gewerkt dan toen, ook al maak ik nu zeventig uur per week. En ik woonde samen met twee Mexicaanse kunstenaars, in een huis vol schilderijen van drie meter hoog, waar het rook naar olieverf. Alles ademde kunst, waanzinnig. Ik weet nog goed dat we op een nacht fl ink dronken en praatten over fi losofie, en een van die kunstenaars zei: ‘Jij hebt te veel takjes, je bent net een bos. Je wilt te veel doen.’ Ik wilde studeren, tekenen, schrijven. Die jongen zei dat ik me moest concentreren op één ding: ‘Als die stam sterk is, kun je verder groeien.’ Ik pakte een gitaar van de muur – de eerste keer dat ik dat instrument aanraakte sinds ik als kind gitaarles had gehad – en schreef die nacht mijn eerste nummer, Que sera . Toen had ik door: dit moet ik doen. Alle donkere gedachten die ik kan hebben, glijden van me af als ik muziek maak.’

Heb je iets gedaan met dat inzicht?

‘Een week later nam ik ontslag bij de cocktailbar en kwam ik terug naar Amsterdam. Ik ging samenwonen met een goede vriend, die technoproducent is. Van hem kreeg ik een gekraakte versie van Ableton Live, muzieksoftware. Ook kocht ik een computer en monitorspeakers – op krediet, want ik had geen cent. Toen ben ik gaan schrijven. Die muziek werd de basis voor TenTemPiés, de band die ik in 2008 oprichtte. Veel later heb ik ook mijn familie ervan kunnen overtuigen dat ik muziek moest maken. Als je geen advocaat of dokter bent, ben je in Chili namelijk niet snel geslaagd. Misschien maakten mijn ouders zich ook wel zorgen: |ga je niet dood van de honger als je hiervan wilt leven? Begrijpelijk. Maar uiteindelijk willen alle ouders dat hun kinderen gelukkig zijn, en dat is wat ze nu bij mij zien. Mijn ouders zijn mijn grootste fans.’

Je begon ook meteen met Fiesta Macumba. Om zekerheid in het artiestenbestaan in te bouwen?

‘Die clubavond heb ik samen met eventpromotor Stefan Krijnen bedacht omdat niemand TenTemPiés wilde boeken: dan hadden we tenminste een plek waar we konden optreden. Uiteindelijk is Fiesta Macumba nog veel meer ontploft dan TenTemPiés. We organiseren meer dan vijftig edities per jaar, in grote poppodia in twaalf steden in Nederland, we staan elk jaar op Lowlands en Amsterdam Open Air en hebben een eigen festival. Het mooiste festival van Nederland, durf ik te stellen. In een waanzinnig natuurgebied, Ouderkerkerplas. Er zijn zes podia met heel veel Latijns-Amerikaanse genres, fantastische internationale liveartiesten, heerlijk eten en cocktails. En een strandje, dus je kunt in je bikini of zwembroek gaan. En allemaal voor een heel redelijke prijs. Van een eigen festival droomde ik al toen we ons eerste Macumbafeestje organiseerden in Pakhuis Wilhelmina.’

Was latin toen al populair in Amsterdam?

‘Zeker niet. Maar de laatste jaren heeft het wel een vlucht genomen. Er is een wereld vóór en een wereld ná Despacito: dat nummer was de mainstream change voor echte grote sterren uit LatijnsAmerika. Die verkopen sindsdien in de hele wereld stadions uit, maar hier met een beetje geluk net de AFAS Live. Latin wordt in Nederland nog steeds als een niche gezien. In zekere zin is het dat ook wel, maar wij verkopen de Melkweg al acht jaar achter elkaar uit. Vreemd genoeg is latinmuziek voor veel media een blinde vlek. Terwijl het ’t op één na meest gestreamde muziekgenre ter wereld is.’

Wat gaat voor: Macumba of je eigen muziek?

‘Fiesta Macumba is fantastisch, maar ik heb altijd gezegd: mijn eigen muziek is het allerbelangrijkst. Als het nodig is, moet alles daarvoor wijken – behalve mijn gezin, natuurlijk. Deze zomer breng ik met de Chileense grootheid Manuel García een nieuwe track uit en ik leg nu de laatste hand aan een nieuw album. Daar ben ik superenthousiast over. Het worden energieke nummers met een vernieuwende, elektronische latin-sound.’

Voel je je even Nederlands als Chileens?

‘Ik noem mezelf weleens Chilandés: Chileno en Holandés. Ik ben hartstikke gelukkig opgegroeid in Amsterdam, maar was me er altijd van bewust dat ik hier eigenlijk niet moest zijn. Het was de bedoeling dat we teruggingen naar Chili. Mijn achtergrond vind ik belangrijk; mijn dochters worden Spaanstalig opgevoed. Maar in Chili ben ik nooit helemaal een Chileen, en in Nederland nooit helemaal een Nederlander. Ik heb altijd tussen twee werelden geleefd. De tatoeages op mijn onderarmen zeggen daar veel over: links staan Amsterdamse huisjes, rechts een Chileens berglandschap. Lang dacht ik dat ik het één of het ander moest zijn, maar sinds kort weet ik: daartussen zit een wereld op zich, waarin je ook gelukkig kunt zijn.

Dat geeft rust. Ik hoef me niet meer constant aan te passen of me zorgen te maken over hoe ik word gezien. Discriminatie of stereotypering raken me daardoor ook een stuk minder.’

Krijg je daar veel mee te maken?

‘Hoewel ik ben opgegroeid in de Bijlmer en gewoon Amsterdams praat, ben ik altijd degene die zijn paspoort moet laten zien, terwijl mijn Nederlandse vrienden gewoon mogen doorlopen. Als kind leerde ik om mensen bij de bushalte expres heel overdreven te groeten: ‘Goedemorgen, mevrouw.’ Dan werd dat tasje net even wat minder hard vastgehouden. Ik ben degene die security achter zich aankrijgt in een winkel. Mijn Nederlandse vrouw kon zich dat niet voorstellen, maar heeft het inmiddels al een paar keer meegemaakt.’

Verwerk je die gebeurtenissen ook in je muziek?

‘Het lastige aan discriminatie en racisme is: het gaat over wie je bent. Mijn gedrag, taal of houding kan ik veranderen. Maar aan wie ik ben, kan ik niets doen. Als je daar negatief op wordt beoordeeld, is dat heel pijnlijk. Dat raakt me heel erg. Daar zing ik niet over, bedenk ik me nu. Als iets zo direct betrekking heeft op mezelf, komt dat te dichtbij.’

Bestaat het Zuidoost uit je jeugd nog?

‘De gezelligheid is er nog steeds. Als ik naar de Bijlmer ga en daar de muziek hoor en het eten ruik, ben ik weer terug. Het is tof dat autochtoon en allochtoon daar fantastisch samenleven. Tuurlijk, het was normaal dat je werd beroofd, dat je ’s avonds niet alleen mocht lopen en dat je bij bepaalde flats over de spuiten heen moest springen. Maar ik heb veel liefde voor de Bijlmer. Ik groeide op in het groen, was veel buiten. Amsterdam heeft zijn multiculturaliteit voor een groot deel te danken aan de Bijlmer. Een rotirol is niet zomaar uit de keuken komen rollen.’

Wat betekent Amsterdam voor jou?

‘Thuis zijn. Al is er de laatste jaren veel veranderd qua tolerantie en openheid. In de Baarsjes, waar ik tot voor kort woonde, zag ik de sociale huurwoningen verdwijnen en kwamen er koopwoningen voor terug, bedoeld voor mensen met heel veel geld. Kraken is illegaal geworden, het wietbeleid strenger. Allemaal dingen die ik lastig vind. Mede daardoor zijn we verhuisd naar Watergang, net boven Amsterdam. We konden een mooi huisje krijgen en voor de meiden is het goed. We zitten midden in de natuur; wat dat betreft doet deze plek me soms zelfs aan de Bijlmer denken. Ik ben heel gelukkig hier. Maar ik voel me nog altijd thuis als ik in Amsterdam ben.’

This article is from: