HOOFDSTUK1
1Enhetgeschieddeindedagen,datderichtershetbestuur voerden,daterhongersnoodinhetlandwas.Eneenman vanBethleheminJudagingheen,omalsvreemdelingin hetlandvanMoabteverblijven,hij,enzijnvrouw,enzijn tweezonen
2EndenaamvandiemanwasElimelech,endenaamvan zijnvrouwNaomi,endenaamvanzijntweezonen MachlonenChiljon,EfrathietenvanBethleheminJuda EnzijkwameninhetlandvanMoab,enblevenaldaar
3ToenElimelech,demanvanNaomi,stierf,bleefzijmet haartweezonenachter
4EnzijnamenzichvrouwenuitMoabsvrouwen;denaam vandeenewasOrpa,endenaamvandeandereRuth;en zijwoondendaarongeveertienjaar
5OokMachlonenChiljonstiervenbeiden,endevrouw bleefachtermethaartweezonenenhaarman.
6Toenmaaktezijzichmethaarschoondochtersopomuit devlaktevanMoabterugtekerenZijhadnamelijkinde vlaktevanMoabgehoorddatdeHEEREomgezienhad naarzijnvolkdoorhunbroodtegeven
7Daaromverlietzijdeplaatswaarzijwas,enhaartwee schoondochtersmethaar,enzijgingenopwegomterugte kerennaarhetlandJuda
8ToenzeiNaomitegenhaartweeschoondochters:Ga heen,keeriedernaarhethuisvanhaarmoederterug.Moge deHEEREgoedvoorjulliezijn,zoalsjullievoordedoden envoormijgedaanhebben
9DeHEEREgeveu,datgijrustvindt,iederinhethuis vanhaarmanToenkustezijhen,enzijverhievenhun stemenweenden.
10Enzijzeidentothaar:Wijzullenzekermetunaaruw volkterugkeren
11ToenzeiNaomi:Keerterug,mijndochters!Waarom wiltumetmijmeegaan?Zijnernogmeerzoneninmijn buik,dieutotmannenkunnenzijn?
12Keertweder,mijndochters,gaatheen;wantikbente oudomeenmantehebbenIndienikzouzeggen:Ikheb hoop,indienikookhedenavondeenmanzouhebben,en ookzonenzoubaren;
13Zoudenjulliewillenwachtentotzevolwassenzijn?
Zoudenjulliewillenwachtentotzegeenmannenmeer hadden?Nee,mijndochters,wanthetdoetMijveel verdrietomjullie,datdehandvandeHEEREtegenmijis uitgegaan
14Toenverhievenzijhunstemenweendenopnieuw.Orpa kustehaarschoonmoeder,maarRuthbleefaanhaar vastklampen
15Enzijzeide:Zie,uwschoonzusteristeruggekeerdnaar haarvolkennaarhaargoden;keerterug,uwschoonzuster achterna
16EnRuthzeide:Dringerbijmijnietopaan,datikuzou verlaten,endatikvanachteruzouwederkeren;wantwaar gijheengaat,zalikookheengaan,enwaargijvernacht,zal ikvernachten;uwvolkismijnvolk,enuwGodmijnGod.
17Waarjijsterft,zalikstervenendaarzalikbegraven wordenDeHEEREdoemijalzo,ja,nogerger,indien slechtsdedoodjouenmijscheidt.
18Toenzijzagdatzijvastbeslotenwasommethaarmee tegaan,hieldzijopmethaartespreken
19EnzijbeidengingentotzijteBethlehemkwamen.En hetgeschiedde,alszijteBethlehemkwamen,datdegehele stadoverheninberoeringraakte,enzijzeiden:Isdit Naomi?
20Enzijzeidetothen:NoemmijnietNaomi,maarnoem mijMara,wantdeAlmachtigeheeftmijzeerbitter behandeld.
21Ikgingvolweg,maardeHEEREheeftmijmetlege handenweerthuisgebrachtWaaromnoemtumijdan Naomi?DeHEEREheeftimmerstegenmijgetuigdende Almachtigeheeftmijverdrukt
22ToenkeerdeNaomiterug,enmethaarRuth,de Moabitische,haarschoondochter,dieuitdevlaktevan MoabwasteruggekeerdZijkwameninBethlehemaan, toendegersteoogstbegon
HOOFDSTUK2
1EnNaomihadeenbloedverwantvanhaarman,een vermogendman,uithetgeslachtvanElimelech;zijnnaam wasBoaz.
2EnRuth,deMoabitische,zeidetotNaomi:Laatmijnu naarhetveldgaan,enarenlezenachterhem,bijwiens ogenikgenadezalvindenEnzijzeidetothaar:Gaheen, mijndochter.
3Enzijgingheen,kwamterugenlasarenophetveld, achterdemaaiersaanBijtoevalkwamzijterechtopeen stuklandvanBoaz,uitdefamilievanElimelech
4Enziet,BoazkwamvanBethlehem,enzeidetotde maaiers:DeHEEREzijmetu!Enzijantwoorddenhem: DeHEEREzegeneu
5ToenzeiBoaztegenzijnknecht,dieoverdemaaierswas aangesteld:Vanwieisditmeisje?
6Toenantwoorddededienaardieoverdemaaierswas aangesteldenzei:HetishetMoabitischemeisjedatmet NaomiuitdevlaktevanMoabisteruggekeerd.
7Enzijzeide:Laatmijtocharenlezenenverzamelenna demaaierstussendeschovenEnzijkwam,enisdaar geblevenvandemorgenaftotnutoe,enisnogeenweinig inhuisgebleven
8ToenzeideBoaztotRuth:Hoortgijniet,mijndochter?
Ganietheenomineenanderveldarentelezen,enganiet vanhierweg,maarblijfhierbijmijndienstmaagden
9Houduwogengerichtophetveld,waarzijmaaien,enga henachterna.Hebikdejongemannennietbevolenuniet aanteraken?Enalsudorsthebt,gadannaardevatenen drinkvanwatdejongemannengeschepthebben
10Toenwierpzijzichmethetgezichtteraarde,boogzich teraardeenzeitegenHem:Waaromhebikgenade gevondeninUwogen,datGijmijkent,terwijlikeen vreemdeben?
11ToenantwoorddeBoazenzeidetothaar:Mijisalles verteld,watgijaanuwschoonmoedergedaanhebt,nade doodvanuwman;enhoegijuwvaderenuwmoederen uwgeboortelandverlatenhebt,enhoegijgekomenzijttot eenvolk,datgijtevorennietgekendhebt
12DeHEEREvergeldeuwdadenendeHEERE,deGod vanIsraël,zaluhetloongevendatvolkomenisOnder Wiensvleugelsunubentkomenschuilen
13Toenzeize:Laatmijgenadevindeninuwogen,mijn heer,omdatumijgetroosthebtenomdatuvriendelijk
tegenuwdienstmaagdgesprokenhebt,hoeweliknietben alseenvanuwdienstmaagden.
14EnBoazzeidetothaar:Komgijhierbijdemaaltijd,en eetvanhetbrood,endoopuwbeteindeedik.Enzijzat naastdemaaiers;enhijkwambijhaargeroosterdkoren,en zijat,enwasverzadigd,engingweg
15Toenzijopstondomarentelezen,gafBoazzijn knechtenbevel:Laathaarooktussendeschovenarenlezen, enbeledighaarniet
16Enlaatookeendeelvandehandenvolvanhetzaad voorhaarvallen,enlaatzeliggen,zodatzijzekanoplezen Bestrafhaarniet
17Zijbleefophetveldarenlezentotdeavond,enzij sloegopwatzijhadgelezenHetwasongeveereenefa gerst
18Enzijnamhetopengingnaardestad.Enhaar schoonmoederzagwatzijverzameldhad;enzijbrachthet naarvorenengafhethaar,nadatzijgenoeghadgehad
19Enhaarschoonmoederzeidetothaar:Waarhebtgij hedenarengelezen?enwaarhebtgijgewerkt?Gezegend zijhij,diekennisvanugenomenheeftEnzijgafhaar schoonmoedertekennen,metwiezijgewerkthad,enzeide: Denaamvandeman,metwieikhedengewerktheb,is Boaz
20EnNaomizeidetothaarschoondochter:Gezegendzij hijdesHEEREN,diezijngoedertierenheidaande levendenendedodennietnagelatenheeftEnNaomizeide tothaar:Diemanisonzenaastebloedverwant,eenvan onzenaastebloedverwanten
21EnRuth,deMoabitische,zei:Hijheeftooktegenmij gezegd:Jijmoetbijmijnjongemannenblijven,totdatzij heelmijnoogsthebbenafgemaakt
22ToenzeiNaomitegenRuth,haarschoondochter:Hetis goed,mijndochter,datjemetzijndienaressenoppadgaat, zodatzejenergensandersophetveldtegenkomen
23ZijbleefbijdemeisjesvanBoazomarentelezen,tot heteindevandegersteoogstendetarweoogst,enzijbleef bijhaarschoonmoederwonen
HOOFDSTUK3
1ToenzeiNaomi,haarschoonmoeder,tegenhaar:Mijn dochter,zaliknietrustvoorjezoeken,zodathetjegoed gaat?
2EnnuisBoaznietvanonzebloedverwanten,bijwiens maagdengijwaart?Ziet,hijwaantdezennachtgerstopde dorsvloer
3Wasudan,zalfu,trekuwklerenaanendaalafopde dodeMaarmaakuaandemannietbekend,totdathijklaar ismetetenendrinken
4Enhetzalgebeuren,wanneerhijgaatliggen,datude plaatsmarkeertwaarhijzalliggen,enuzulterheengaan, debedekkingvanzijnvoetenontblotenenugaan neerleggen;enhijzalutekennengeven,watudoenmoet
5Enzijzeidetothaar:Alwatgijtotmijzegt,zalikdoen
6Toendaaldezijafopdedodeendeedovereenkomstig alleswathaarschoonmoederhaarhadopgedragen.
7ToenBoazgegetenengedronkenhadenzijnhartvrolijk was,ginghijaanhetuiteindevandekorenhoopliggenEn zijkwamzachtjesnaarhemtoe,ontbloottezijnvoetenen legdezichneer
8Enhetgebeurdetemiddernacht,datdemanbevreesd werdenzichomkeerde;enzie,daarlageenvrouwaanzijn voeten
9Enhijzeide:Wiezijtgij?Enzijantwoordde:IkbenRuth, uwdienstmaagd;spreiddanuwslipuitoveruw dienstmaagd,wantgijzijteenbloedverwant
10Enhijzeide:GezegendzijtgijdoordenHEERE,mijn dochter,wantgijhebtinhetlaatsttoemeer goedertierenheidbewezendaninhetbegin,voorzovergij geenjongeliedengevolgdzijt,hetzijarm,hetzijrijk 11Ennu,weesnietbang,mijndochterIkzalallesdoen watjenodighebtWantdehelestadvanmijnvolkweet datjeeendeugdzamevrouwbent.
12Ennuishetwaar,datikuwnaastebloedverwantben; maareriseenbloedverwantdiedichterbijisdanik
13Blijfvannachtnogevenliggen,enhetzal morgenochtendzijnAlshijdandetaakvaneen bloedverwantvooruwilvervullen,danzalhijdetaakvan eenbloedverwantvervullen.Maaralshijdetaakvaneen bloedverwantvoorunietwilvervullen,danzalikdetaak vaneenbloedverwantvooruvervullen,zowaarde HEEREleeft.Blijfliggentotdemorgen.
14Enzijlagaanzijnvoeteneindtotdemorgen;enzij stondop,eerdeeendeanderkonkennenEnhijzeide: Laathetnietbekendworden,datereenvrouwinde dorsvloergekomenis
15Enhijzeide:Brenghetvoorhangsel,datgijopuhebt, enhoudhetop.Enalszijhetophield,mathijzesmaten gerst,enlegdehetophaar;enzijgingindestad
16Entoenzijbijhaarschoonmoederkwam,zeidezij:Wie zijtgij,mijndochter?Enzijverteldehaaralleswatdeman haargedaanhad
17Enzijzeide:Dezezesmatengerstheefthijmijgegeven, omdathijtotmijgezegdhad:Ganietmetlegehandennaar uwschoonmoeder
18Toenzeize:Blijfstilzitten,mijndochter,totdatjeweet hoedezaakzalaflopen.Wantdemanzalgeenrusthebben totdathijvandaagdezaakheeftafgerond
HOOFDSTUK4
1ToengingBoazopnaardepoort,enzettezichaldaar neer;enziet,daarkwamdebloedverwant,vanwieBoaz gesprokenhad,totwiehijzeide:Hé,zoiemand!keeruaf, zetuhierneerEnhijkeerdezichaf,enzettezichneer 2Enhijnamtienmannenvandeoudstenderstad,enzeide: ZithiernederEnzijzatenneder
3Enhijzeidetotdeknecht:Naomi,dieuithetlandMoab teruggekeerdis,verkoopteenstukland,datvanonze broederElimelechwas
4Enikdachtubekendtemaken,zeggende:Koophetvoor deinwoners,envoordeoudstenmijnsvolks.Indiengijhet lossenwilt,loshet;maarindiengijhetnietlossenwilt,zo zeghetmij,opdatikhetweet;wanterisniemandomhette lossenbehalveu;enikbennauEnhijzeide:Ikzalhet lossen
5ToenzeiBoaz:OpdedagdatuhetveldvanNaomi koopt,moetuhetookkopenvanRuth,deMoabitische,de vrouwvandegestorvene,omdenaamvandegestorvene opzijnerfdeelinereteherstellen.
6Endelosserzeide:Ikkanhetmijnietloskopen,opdatik mijneigenerfdeelnietzouvernietigen;koopmijdanmijn rechtopuzelfaf,wantikkanhetnietloskopen
7ZowashetvroegerinIsraëlbijhetlossenenruilende gewoonte,omalledingentebevestigen:iemandtrokzijn schoenuitengafdieaanzijnnaasteEnditwaseen getuigenisinIsraël
8ToenzeideknechttotBoaz:Koophetvooru.Toentrok hijzijnschoenuit
9ToenzeiBoaztegendeoudstenenhethelevolk:Jullie zijnvandaaggetuigendatikalleswatvanElimelechwas, enalleswatvanChiljonenMachlonwas,vandehandvan Naomihebgekocht.
10OokhebikRuth,deMoabitische,devrouwvan Machlon,voormijtotvrouwgenomen,omdenaamvande gestorveneopzijnerfdeelineretehouden,opdatdenaam vandegestorvenenietuitgewistwordeonderzijnbroeders enuitdepoortvanzijnwoonplaats;gijzijthedengetuigen 11Enalhetvolk,datindepoortwas,endeoudsten, zeiden:WijzijngetuigenDeHEEREmaakedevrouw,die inuwhuisgekomenis,alsRachelenalsLea,diebeiden hethuisvanIsraëlgebouwdhebben;endoewaardiglijkin Efratha,enwordberoemdinBethlehem 12EnlaatuwhuiszijnalshethuisvanPerez,dieTamar aanJudabaarde,doorhetnageslachtdatdeHEEREuuit dezejongevrouwgevenzal
13BoaznamRuthenzijwerdzijnvrouwToenhijbijhaar kwam,gafdeHEEREhaardegavedatzijzwangerwerd eneenzoonbaarde
14ToenzeidendevrouwentotNaomi:Geprezenzijde HEERE,Dieuhedennietheeftnagelateneen bloedverwanttehebben,opdatzijnnaamberoemdzou wordeninIsraël
15Enhijzalvooruzijneenverkwikkervanuwlevenen eenverzorgervanuwouderdom,wantuwschoondochter, dieuliefheeft,heefthemgebaard,diebetervooruisdan zevenzonen.
16EnNaominamhetkind,legdehetophaarborstenwerd devoedsterervan
17Enhaarburengavenheteennaam,zeggende:Eriseen zoongeborenaanNaomi;enzijnoemdenhemObed;hijis devadervanIsaï,devadervanDavid 18DitzijndeafstammelingenvanPerez:Perezverwekte Hezron,
19EnHezronverwekteRam,enRamverwekte Amminadab, 20EnAmminadabverwekteNahesson,enNahesson verwekteSalmon, 21EnSalmonverwekteBoaz,enBoazverwekteObed, 22EnObedverwekteIsaï,enIsaïverwekteDavid