Incident april 2008

Page 1

Jaargang 8, nummer 4, 2008

Multidisciplinair vakblad voor hulpverleners

Civiel-militaire samenwerking

Genietroepen slaan bruggen naar civiele doelen   KLPD Waterpolitie

Schippers worden agenten en omgekeerd   Congres natuurbrandbestrijding

Nederland nog niet klaar voor grote natuurbrand


6OOR DE UITBREIDING VAN ONZE ORGANISATIE OP HET GEBIED VAN RESUSCITATIE IN .EDERLAND ZOEKEN WIJ PER DIRECT EEN

B V

'RAl-EDICS IS GESPECIALISEERD IN DIAGNOSTISCHE EN THERAPEUTISCHE APPARATUUR OP HET GEBIED VAN RESUSCITATIE CARDIOGRAlE EN FOETALE BEWAKING )N DEZE EERSTE CATEGORIE ZIJN WIJ INTRA MURAAL MARKTLEIDER 'RAl-EDICS IS VOOR DEZE APPARATUUR BINNEN DE "ENELUX DEALER VAN 0HILIPS (EALTHCARE )N EEN DRUKKE EN INFORMELE WERK OMGEVING STAAN BIJ 'RAl-EDICS SERVICE EN RESULTAATGERICHTHEID EN COLLEGIALITEIT HOOG IN HET VAANDEL

!CCOUNT -ANAGER n $ElBRILLATOREN n %XTRA -URAAL M V HEEL .EDERLAND

5W FUNCTIE s 6ERKOOP EN APPLICATIE VAN MEDISCHE APPARATUUR VOOR DE !MBULANCEMARKT s (ET REALISEREN VAN EEN AANZIENLIJKE GROEI VAN DE OMZET EN CONTINUÕTEIT s 3YSTEMATISCHE EN EFlCIÑNTE BEWERKING VAN DE DOELGROEP s (ET VERZORGEN VAN PRODUCT DEMONSTRATIES s %VALUEREN VAN HET GEBRUIK VAN ONZE PRODUCTEN BIJ AFNEMERS s (ET ONDERHOUDEN VAN BESTAANDE RELATIES EN HET PROSPECTEREN NAAR NIEUWE RELATIES IN DE MARKT s $EELNAME AAN CONGRESSEN WORKSHOPS EN BEURZEN s 2APPORTAGE s (ET VERDER UITWERKEN EN COÚRDINEREN VAN EEN 2ITREGISTRATIE VERSLAGLEGGINGSYSTEEM 5W PROlEL s ("/ WERK EN DENKNIVEAU s !ANTOONBARE WERKERVARING IN DE AMBULANCE MARKT s %RVARING IN EEN VERGELIJKBARE FUNCTIE IS EEN PRÏ s +ENNIS VAN DE %NGELSE TAAL s 7OONACHTIG IN HET MIDDEN VAN HET LAND s 5W BELANGRIJKE KENMERKEN ZIJN COMMERCIÑLE INSTELLING PROFESSIONEEL STERKE DRIVE VISIE RESULTAAT EN SERVICEGERICHT RELATIEBOUWER INZICHT IN COMPLEXE SITUATIES OPLOSSINGSGERICHT TACTVOL CREATIEF OVERTUIGEND /NS AANBOD s 7IJ BIEDEN U EEN UITDAGENDE FUNCTIE BIJ EEN INTERESSANTE EN DYNAMISCHE ORGANISATIE s 5 KRIJGT DE MOGELIJKHEID EEN BELANGRIJKE POSITIE TE VERVULLEN

WAARBIJ U VEEL RUIMTE KRIJGT VOOR EIGEN INITIATIEF EN ONTWIKKELING s 4EGENOVER UW INSPANNINGEN STAAN EEN MARKTCONFORM STARTSALARIS EN UITSTEKENDE SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN WAARONDER EEN BONUSREGELING EN EEN LEASE AUTO )NTERESSE 'ELIEVE UW MOTIVATIE CURRICULUM VITAE EN SALARISWENS BIJ VOORKEUR TE STUREN NAAR VACATURE GM NL BINNEN TWEE WEKEN NA PLAATSINGSDATUM ADVERTENTIE OF NAAR 'RAl-EDICS B V 4 A V AFDELING 0ERSONEELSZAKEN !MBACHTSMARK %% !LMERE (AVEN +IJK VOOR NADERE INFORMATIE OVER ONS BEDRIJF OP ONZE WEBSITE WWW GM NL


Colofon

8e jaargang nr 4, april 2008 Incident verschijnt tien keer per jaar, rond de 24e van de maand De juni/juli en augustus/september­ nummers zijn gecombineerd. Vakblad Incident is een uitgave van Incident B.V.

Postadres:

Postbus 221, 3360 AE  Sliedrecht

Vestigingsadres

Stationsweg 109, 3362 HC  Sliedrecht Telefoon: +31 (0)184 750810 Fax + 31 (0)184 750811 info@vakbladincident.nl www.vakbladincident.nl

Redactie

Marcel Debets (hoofdredacteur) redactie@vakbladincident.nl Gerard Pijnenburg (webredacteur) webredactie@incidentonline.nl

Bladmanagement en marketing

Jeroen Zaunbrecher bladmanagement@vakbladincident.nl

Advertentie-exploitatie

Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Tel. 023-5714745 Fax. 023-5717680 zandvoort@bureauvanvliet.com

Account managers Mariëlle Groot Ruud F. van Viersen

Ontwerp & Opmaak JB&A Raster, Delft

Druk

JB&A, Wateringen

Aan dit nummer werkten mee: Rob Jastrzebski, Rudgeri de Kort, Ko van Leeuwen, Tina Reinders

Voorwoord

Rampen Robbie Aan alles komt een eind, dat heeft u vorige maand ook weer kunnen lezen in de column van Ed Oomes, die na vijf jaar stopt met zijn bijdragen aan Incident. De zoektocht naar een nieuwe columnist was weliswaar intensief, maar niet lang. Dat komt omdat hij al vanaf het begin als meest waarschijnlijke kandidaat op de shortlist stond: onze eigen Rampen Robbie. Als hulpverlener ter plaatse – en zeker bij incidenten van een redelijke omvang – kunt u hem bijna niet missen: warrige haardos, steevast met camera en blocnote in de aanslag. U treft hem in ieder geval op zeker moment aan bij de OvD om verhaal te halen. Enkele weken later – uiterlijk - leest u dan zijn fotoverslag hier in de bladzijden van uw vakblad. Voor ons dus uiteindelijk een logische keuze: zo kan Rob Jastrzebski eindelijk eens zijn mening ventileren over al die zaken waarbij hij al zoveel jaren journalistiek betrokken is. U vindt zijn column maandelijks op de vertrouwde pagina 13 – geen garantie – onder de naam JSTRZBSK! Met zo’n naam volstaan alleen de medeklinkers. Onze razende reporter was ook aanwezig op de test voor de test: in Waalre werden ruim 90 brandweermensen onderworpen aan een proef voor de nieuwe periodieke gezondheidstest. Over enige tijd zullen alle brandweermensen regelmatig deelnemen aan een keuring die aansluit bij de dagelijkse praktijk: sjouwen met slangen, traplopen en een slachtoffer verplaatsen, om maar eens een paar dingen te noemen. Beslist geen kattepis, maar wel van groot belang voor een goede hulpverlening. Overigens is de column van Rob Jastrzebski niet het enige nieuwe dat u in deze Incident aantreft. Vaste bezoekers van onze website incidentonline.nl – en daar hoort u natuurlijk ook bij! – kennen hem al: Eb Mouse, ons ambulance-besturende knaagdier, dat vele hachelijke situaties meemaakt, al dan niet uit uw dagelijkse beroepspraktijk. Vanaf deze maand onze vaste opener op de nieuwspagina’s. De belevenissen van Eb Mouse worden op de website overigens wekelijks ververst en er zitten geen dubbele met de papieren uitgave bij. Marcel Debets Hoofdredacteur

Voortzetting en opzegging

Uw abonnement wordt automatisch ­verlengd aan het einde van jaar. Wilt u uw abonnement opzeggen, dan moet u dat schriftelijk doen, minimaal twee maanden voor het einde van het jaar, naar: Vakblad Incident, Postbus 221, 3360 AE  Sliedrecht. Zodra wij uw opzegging hebben ontvangen, sturen wij u een schriftelijke bevestiging met einddatum van uw abonnement. Dit is uw bewijs van opzegging.

Incident 4-2008



Inhoud

6 Discussie over takenpakket heli-MMT’s laait weer op Over de rol van het Mobiele Medische Team in zijn huidige vorm is het laatste woord nog niet gezegd. Dat bleek na publicatie van het artikel “Hooggespecialiseerde traumazorg kan goedkoper” in Incident van ­februari 2008. Op verschillende fora laaiden de discussies weer op en van alle kanten stroomden de reacties binnen bij de redactie van Incident. Het Amsterdamse heli-team besloot zelfs tot het organiseren van een ­bijeenkomst, om samen met het ambulancepersoneel uit de regio elkaars standpunten te verkennen.

14 “Betere waarborg voor gezond en fit ­brandweerpersoneel”

10 Congres Natuurbrandbestrijding

13 Regionalisering, een garantie voor kwaliteit? Column JSTRZBSK!

17 De Bruggenbouwers van Defensie

26 Opening oefencentrum BOCAS

29 Kort Nieuws

Het repressieve brandweervak vertoont overeenkomsten met topsport. Het grote verschil is dat topsporters hun prestaties leveren in luchtige sportkleding, terwijl brandweerlieden dit moeten doen in dikke beschermende kleding en met tientallen kilo’s aan uitrusting en gereedschappen bij zich. Niet voor niets is het repressieve brandweervak een van de zwaarste beroepen. Drie regio’s nemen deel aan een pilot van een nieuwe periodieke gezondheidstest. Incident keek mee vanaf de zijlijn.

20 Utrechtse brandweerlieden aan de lijn Brandweer Utrecht heeft recent de inzetprocedure voor ­brandbestrijding in complexe gebouwen geactualiseerd. Na invoering van de nieuwe ­methodiek voor binnenbrandbestrijding, de zogenaamde ‘3D-blussing’, is de procedure ‘Bruggenhoofd’ ingevoerd. Tegelijk heeft het korps een nieuw type loodslijnen in gebruik genomen, die brandweerlieden in geval van nood een veilige terugweg uit het brandende gebouw moeten bieden.

23 Specialisatie leidt tot beroepsvaarders en -speurders Je staat er eigenlijk niet bij stil, maar de waterpolitie is niet zo maar politie. Na de reguliere opleiding volgt er nog eens vier voor de specialisatie. Schippers worden agenten, maar ook worden agenten schippers.

*AARGANG NUMMER

-ULTIDISCIPLINAIR VAKBLAD VOOR HULPVERLENERS

#IVIEL MILITAIRE SAMENWERKING

'ENIETROEPEN SLAAN BRUGGEN NAAR CIVIELE DOELEN +,0$ 7ATERPOLITIE

3CHIPPERS WORDEN AGENTEN EN OMGEKEERD #ONGRES NATUURBRANDBESTRIJDING

.EDERLAND NOG NIET KLAAR VOOR GROTE NATUURBRAND

Incident 4-2008

Nederland moet alle zeilen bijzetten om voorbereid te zijn op grote natuurbranden.


Over de rol van het Mobiele Medische Team in zijn huidige vorm is het laatste woord nog niet gezegd. Dat bleek na publicatie van het artikel “Hooggespecialiseerde traumazorg kan goedkoper” in Incident van februari 2008. Op verschillende fora laaiden de discussies weer op en van alle kanten stroomden de reacties binnen bij de redactie van Incident. Het Amsterdamse heli-team besloot zelfs tot het organiseren van een bijeenkomst, om samen met het ambulancepersoneel uit de regio elkaars standpunten te verkennen.

Discussie over takenpakket heli-MMT’s laait weer op

Taakverschuiving richting ambulance levert tijdwinst Door Rudgeri de Kort

Gras: “Je moet je afvragen hoeveel medische kennis en ervaring je op straat nodig hebt, als je maar beperkte mogelijkheden hebt. Het is zonde om artsen te verkwisten aan het ambulancewerk, als ze veel meer van nut kunnen zijn in het ziekenhuis, met alle middelen die ze dagelijks gebruiken.”

Tijdsdelay

D

rs. Thijs Gras, ambulanceverpleegkundige, OVDG en MKA-centralist belicht in dit artikel aspecten die tot nu toe in de schaduw zijn gebleven en illustreert met ­praktijkvoorbeelden waarom de toekomst van de ­pre-hospitale zorg in Nederland vraagt om taakverschuivingen - ook op het raakvlak ambulance/MMT. Gras hoopt hiermee bij te dragen aan diepgang in de discussie over een betere traumazorg.

Domeindenken

Alles lijkt te draaien om een pakket aan handelingen dat momenteel alleen door het MMT mag worden uitgevoerd. De mogelijkheid bestaat om deze handelingen over te laten aan de ambulanceteams, waardoor de dure helikopter­voorziening veel minder hoeft te worden ingezet en er meer patiënten geholpen kunnen worden. Het bestaansrecht van het helikopter-MMT in haar huidige vorm komt dan echter in gevaar. Maar, vind Thijs Gras: “We moeten af van het domeindenken. Competenties zijn aan te leren. In het verleden deden artsen ook moeilijk over bloeddrukmeten, infusen inbrengen en injecteren. Tegenwoordig zijn dat verpleegkundige taken en de artsen hebben het nog steeds druk genoeg met andere zaken.” Het MMT is niet weg te denken uit de ketenzorg, maar het huidige takenpakket en het bijbehorende kosten­niveau is binnen de ambulancesector onderwerp van felle kritiek.

Incident 4-2008

Al in 1999 liet een promotieonderzoek van de Amsterdamse arts B. Hubner zien dat een MMT niet alleen lang op zich laat wachten, maar ook leidt tot een langere ‘on-scene time’. Gemiddeld duurde het 59 minuten vanaf melding tot aankomst in het ziekenhuis, als er een MMT werd ingeschakeld, tegenover gemiddeld 41 minuten als er allen een ambulance werd ingezet. Daarvan bleef het MMT gemiddeld 36 minuten ter plaatse, tegenover de ­ambulance die gemiddeld na 21 minuten al richting ­ziekenhuis vertrok. In 2007 was één van de belangrijkste conclusies van de Utrechtse arts Rob Lichtveld, in zijn proefschrift, dat uitgebreide diagnostiek en behandeling ter plaatse geen levens redt. Bepalend voor het overleven van een zwaar ongeval is hoeveel het lichaam van het slachtoffer kan verdragen: leeftijd en het bestaan van onderliggende medische problemen spelen een cruciale rol. In dat geval maakt het niet uit of er een arts of een verpleegkundige op het toneel verschijnt. De enige echte remedie is in bijna alle gevallen een spoedoperatie in het ziekenhuis. Het advies van Lichtveld is dan ook om spaarzaam om te gaan met de tijd en zo snel mogelijk een traumacentrum zien te bereiken. In PHTLS*-termen heet dat ‘Sweep and treat’: opvegen, binnen de tien minuten wegrijden en onderweg zoveel mogelijk proberen te doen. De term is een recent

*

PHTLS: Prehospital Trauma Life Support (systematische benadering van ongevalsslachtoffers die in veel landen is geimplementeerd, waaronder Nederland)


c­ ompromis tussen de PHTLS-recepten ‘Scoop and run’ (inladen en wegwezen) en ‘Stay and play’ (zoveel mogelijk ter plaatse stabiliseren). Gras kent het probleem van tijdsdelay als geen ander. Vooral in het Westland zijn er in de nachtelijke uren enorme aanvliegtijden, als de helikopter uit Nijmegen wordt opgeroepen. In de noordelijke polders van Flevoland zijn de afstanden naar een groot ziekenhuis sowieso al lang. Men doet er soms wel drie kwartier over naar de Isala Klinieken in Zwolle.

Rendez-vous

Ambulanceteams wachten daar niet op de helikopter, maar spreken een rendez-vous af. De ambulance rijdt ­richting het ziekenhuis en wordt tegemoet gevlogen door de helikopter. Thijs Gras: “Als je patiënt hard achteruit gaat, is het niet handig om van ver een MMT te laten komen. Zelfs als deze beschikbaar is, is het niet vanzelfsprekend dat deze ook snel ter plaatse kan zijn. Wat je dan nodig hebt is de kennis en de middelen om zonder vertraging de handeling uit te voeren die aangewezen is.” Het argument dat ambulanceteams te weinig ervaring hebben met ­traumaslachtoffers, gaat niet op, vindt hij: “We behandelen regelmatig, zonder tussenkomst van een MMT, reanimatie­patiënten, acuut longoedeem, acute aneurysma’s en hersenbloedingen. Dat zijn evengoed instabiele patiënten die complexe handelingen en kritieke beslisvorming nodig hebben. Daarbij komt nog dat het verloop onder ambulance­verpleegkundigen niet groot is, waardoor er expertise wordt opgebouwd.” Artsen blijven daarentegen maar enkele jaren op de helikopter en zijn soms nog in opleiding tot chirurg of anesthesioloog.

Iatrogene letsels

Thijs Gras wijst ook op de onderbelichte nadelen van ­helikopterinzetten: ,,Er zijn wel gegevens over het aantal en de aard van specialistische handelingen die worden uitgevoerd, maar niet over de uitkomst. Het is onbekend hoeveel patiënten er overlijden ondanks de inzet van een MMT. Bij primaire inzetten zien we bovendien vaak gebeuren dat de handelingen van het MMT beperkt blijven tot wat wij ook zouden doen als ze er niet bij waren geroepen.” Dan is er nog het risico op iatrogene letsels. Volgens Gras is er tot nu toe in geen enkel onderzoek aandacht voor fouten en risico´s van een helikopterinzet. Ambulanceteams in het hele land kennen diverse praktijkvoorbeelden van handelingen die niet goed zijn uitgevoerd of waar patiënten te lang of te agressief werden behandeld. Deze gevallen worden echter niet geregistreerd en blijken ook niet makkelijk bespreekbaar in MMT-kringen. Ook is elke helikopterlanding in een bewoond gebied in principe een riskante onderneming. In Nederland zijn tot zover twee ongevallen bekend waarbij een traumahelikopter ­betrokken was.

Ontwikkelingen

Gras wijst erop dat sommige rapporten over dit onderwerp zijn al tien jaar oud zijn. “De ontwikkelingen in de ambulance­sector zijn doorgegaan. Er wordt onderzoek gedaan en de scholings- en toetsingseisen zijn op een iets hoger niveau gekomen. De ‘profchecks’ zijn werkelijkheid geworden en het landelijk protocol ambulancezorg is inmiddels voor de zevende keer aangepast en verbeterd.” Incident 4-2008

• Elk kwartier beginnen 27 ambulances in Nederland aan een nieuwe rit. • Bij 2 van de 100 ambulance-inzetten is er een MMT nodig. • De trefkans dat er een traumahelikopter wordt ingezet als het nodig is, is maximaal 50%.

De sector staat sterker dan tien jaar geleden. Er is product­ differentiatie ontstaan: de ene ambulance is de andere niet. Nurse practitioners bemannen nu solo-ambulances en er zijn aparte eenheden voor zwaarlijvige patienten, intensive care-transporten en laagcomplex besteld vervoer. Meldkamers in het hele land worden centraal ondersteund door een landelijke meldkamer ambulance­ zorg en rampenplannen zijn tot in detail uitgewerkt en geimplementeerd. Nederland kent één van de beste ambulance-systemen ter wereld.

Goed verhaal

Onder het motto “Meer voor Minder” schreef een groep ambulanceverpleegkundigen van VZA een brief aan het ministerie van VWS. Het geld wat nu jaarlijks wordt uitgegeven aan de vier traumahelikopters, kan veel meer patiënten ten goede komen, wanneer het in de ambulance­ sector wordt geïnvesteerd. Gras: “Waar het ons als ambulancesector aan ontbreekt, is een sterke lobby in Den Haag. Dat is bij de artsen veel beter op orde. Hun machientje draait veel beter geolied dan dat van ons. We leggen het op dat punt altijd af, terwijl we wel een goed verhaal hebben.” Het is echter de opdracht van de overheid om kritisch te kijken naar de opbrengst van de ­investeringen en mogelijke alternatieven, vindt Gras. Uit reacties van ambulance­medewerkers in het hele land blijkt dat het vooral de ongenuanceerde uitspraken van sommige heli-MMT-artsen in de media zijn die nare bijwerkingen hebben: ”Het publiek denkt dat hen zorg wordt onthouden als er geen helikopter komt.” Ook wordt het moeilijk om patiënten ter plaatse te laten, waarbij geen vervoer nodig is, want - zo krijgen ambulance­medewerkers steeds vaker naar hun hoofd geslingerd - “jullie zijn geen dokter!”.


t r o t s

b e t r o k k e N

Aan de rand van het Groene Hart, op het laagste punt van Nederland (-6,76 N.A.P.) ligt Nieuwerkerk aan den IJssel. Een dynamische gemeente met ruim 22.000 inwoners. Landelijke ligging,

o p e N

De gemeenten Zevenhuizen-Moerkapelle en Nieuwerkerk aan den IJssel hebben een structureel samenwerkingsverband op brandweergebied. De gemeentelijke brandweer van Nieuwerkerk aan den IJssel vervult de brandweertaken voor beide gemeenten. Hierbij dekt zij de basiszorg in beide gemeenten op alle terreinen. Brandweer Nieuwerkerk aan den IJssel heeft haar organisatie ingedeeld naar het model van de veiligheidsketen. De repressieve brandweertaken worden verzorgd vanuit 2 brandweerposten. Het korps bestaat uit 55 personen, waarvan 9 in vaste dienst. Versterking van het korps is noodzakelijk om alle taken uit te kunnen voeren. Daarom zijn wij op zoek naar een:

1MBBUTWFSWBOHFOE DPNNBOEBOU CSBOEXFFS N W

36 uur per week

recreatie en scholen,

Wat ga je doen? Wat verwachten we van jou? • HBO werk- en denkniveau Als plaatsvervangend commandant heb je een soort combi• Diploma (adjunct)hoofdbrandmeester (oude stijl) functie. Enerzijds heb je een belangrijke taak op beleidsmatig winkelcentra en vlak. Je ontwikkelt beleid en adviseert het management en of HBO brandweermanagement module operationeel het bestuur. Aan de andere kant heb je een belangrijke taak manager (nieuwe stijl) • Leidinggevende ervaring bij (lokale) overheidsorganisatie kantoren. Rotterdam in de zorg voor de paraatheid van het korps. Je bewaakt de paraatheid en de kwaliteit van het product repressie en bent en of brandweer • Bestuurlijke en politieke sensitiviteit en Gouda liggen indien nodig bevelvoerder. Voor een meer uitgebreide functie• Open houding naar bestuur en medewerkers met een warm hart beschrijving verwijzen we je naar onze website ongeveer op www.nieuwerkerk-ijssel.nl voor de brandweervrijwilligers • Woonachtig in het verzorgingsgebied van de brandweer 10 km afstand. Het spreekt vanzelf dat je ook buiten reguliere kantoortijden Nieuwerkerk aan den IJssel of bereid hier te vestigen binnen beschikbaar bent voor (repressieve) taken. 6 maanden na aanstelling • Pragmatisch, overtuigingskracht en communicatief vaardig.

bedrijventerreinen,

Wat bieden wij? Naast een uitdagende functie bieden wij, afhankelijk van opleiding en ervaring, een aantrekkelijk salaris. Het salaris bedraagt maximaal ` 3.914,bruto per maand (schaal 10A – salarispeil 1 februari 2007) op basis van een 36-urige werkweek. Verder hebben wij uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden. Conform de nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren vindt aanstelling in de functie plaats voor maximaal 20 jaar. De gemeente zal samen met de medewerker, door middel van loopbaanplanning, zorgen voor een eventuele loopbaan na die 20 jaar. Een assessment kan onderdeel uitmaken van de procedure.

Interesse? Wil je meer weten over de functie-inhoud, neem dan contact op met: Ed Molenaar, Commandant Brandweer, tel. (0180) 31 41 19 of 06 51 29 39 50. Wil je meer weten over de selectieprocedure, neem dan contact op met: Perry Alderliesten, P&O adviseur, tel. (0180) 33 03 11. Als je denkt dat je de collega bent die we zoeken, stuur dan je schriftelijke sollicitatie vóór 9 mei 2008 naar ons. Vermeld het vacaturenummer BRA/07/27 in de brief en richt deze aan: College van burgemeester en wethouders, Postbus 100, 2910 AC NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL Reageren per e-mail kan uiteraard ook: vacature@nieuwerkerk-ijssel.nl. Acquisitie naar aanleiding van deze advertenties wordt niet op prijs gesteld.

Hoog niveau voor het laagste punt van Nederland


Het bestrijden van natuurbranden vergt specialistische inzet van manschappen en materieel. In de regio’s met veel natuur zit het over het algemeen wel goed met de kennis en kunde en de beschikbaarheid van blusvoertuigen. Maar wat als een brand zo groot is dat hulp moet worden gevraagd aan regio’s met minder ervaring?

Congres ‘Natuurbrandbestrijding in Nederland’

Grote natuurbranden, zijn we er klaar voor? Door Rob Jastrzebski

I

n Nederland worden extreme weerssituaties meestal gerelateerd aan ‘natte toestanden’. Hoog water in de rivieren, wateroverlast, overstromingsgevaar. Maar het Nederlandse klimaat kent ook andere uitersten, namelijk langdurige droogte en hitte, zoals in 2003. In zulke situaties worden zelfs de doorgaans zompige Nederlandse bossen uiterst brandbaar. Situaties die zich als gevolg van de voortschrijdende klimaatverandering in de toekomst veel vaker kunnen voordoen. Het risico van grote ­natuurbranden in ons land neemt daarom volgens deskundigen toe. Is Nederland daar organisatorisch klaar voor? Om die vraag draaide het tijdens het congres ‘Natuurbrandbestrijding in Nederland’, dat op 14 februari in Arnhem werd gehouden. Het congres werd georganiseerd door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid in samenwerking met het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC). Om maar direct met de deur in huis te vallen: Nee, we zijn er nog niet klaar voor. Althans, niet voldoende. Weliswaar

hebben de regionale brandweren in de klassieke natuurregio’s de afgelopen decennia fors geïnvesteerd in hun organisatie en materieel; er zijn nog knelpunten. Zo ontbreekt het nog aan krachtige planvorming op ­nationaal niveau, wordt nog te weinig aan scenario-ontwikkeling gedaan en stemmen natuurbrandgevoelige regio’s hun plannen en procedures nog te weinig op elkaar af. Natuurbrandbestrijding is dus relatief versnipperd, terwijl een echt grote natuurbrandcatastrofe in Nederland een enorme operationele inspanning en krachtenbundeling vereist. Ziedaar de opgave waarvoor brandweerkorpsen, veiligheidsregio’s en de landelijke overheid zich zien geplaatst.

Specialistisch materieel

Wie de jaarlijks terugkerende beelden van kolossale natuurbranden in de Verenigde Staten, Zuid-Europa en Australië voor ogen houdt, zal aanvankelijk de conclusie trekken dat het met die dreiging van natuurbranden in

>

Inzet van grondeenheden en luchtsteun bij een grote heidebrand.

Incident 4-2008


Nederland wel meevalt. In de meeste gevallen is dat ook zo. De meeste natuurbranden in ons land beperken zich tot een paar vierkante meter smeulend gras en laag vuur in struikgewas. Zelfs de grootste natuurbranden in ons land staan in geen verhouding tot de apocalyptische vuurzeeën die in andere landen hele landstreken blakeren en soms honderden huizen en gebouwen in de as leggen. Toch wordt ook ons land met enige regelmaat geconfronteerd met een natuurbrand die voor Nederlandse begrippen ‘groot’ genoemd mag worden: branden met een oppervlak van 100 hectare of meer en rondom gemeten een ­kilometers lang vuurfront. Recente grote natuurbranden vonden plaats in de Kroondomeinen bij Apeldoorn in mei 2006, op het Artillerieschietkamp bij Oldebroek in het voorjaar van 2003 en langs de rijksweg A1 bij Kootwijk in augustus 1995. “Negentig procent van alle natuurbranden in Nederland kan met inzet van de beschikbare regionale capaciteit klein gehouden worden”, stelt Peter Glerum, clusterhoofd brandweer van het LOCC. Maar een echt grote natuurbrand, doet een dermate groot beroep op operationele slagkracht, dat interregionaal opgeschaald moet worden. “Daar komt bij dat gespecialiseerd materieel voor natuurbrandbestrijding, gezien de specifieke eisen die aan dat materieel worden gesteld, schaars is. Voertuigen die op alle assen worden aangedreven en die over een grote watertank beschikken en rijdend kunnen spuiten, vinden we vrijwel uitsluitend in natuurbrandgevoelige regio’s. Het effectief inzetten van dat materieel en personeel, met behoud van voldoende restdekking binnen de regio, vraagt om een sterkere bovenregionale afstemming dan nu het geval is.”

Dat erkent ook Jan Slakhorst, plaatsvervangend directeur brandweer van Hulpverlening Gelderland-Midden. Hij voegt eraan toe dat het in het kader van interregionale bijstandverlening ook van belang is dat inzetprocedures en training op elkaar aansluiten. “De Veluwse regio’s hebben veel energie gestoken in bestrijdingsplannen en procedures om bij grote natuurbranden effectiever te kunnen optreden. Alle gemeenten met een natuurbrandrisico beschikken over voertuigen die aan de eisen voor natuurbrandbestrijding voldoen en die dus op alle assen zijn aangedreven. Maar als wij bijstand vragen van één of meer compagnieën uit andere regio’s, voldoet dat materieel dan aan dezelfde eisen? En is het personeel ook getraind en geoefend volgens dezelfde strategieën en procedures? Dat is wel van belang om veilig te kunnen werken, want grote natuurbranden zijn onvoorspelbaar en kunnen grote ­risico’s opleveren voor het ingezette personeel en ­materieel. Dan moet je feilloos op elkaar kunnen bouwen.”

De lessen van Kootwijk

Brandweerlieden van de Veluwse korpsen die de grote bosbrand bij Kootwijk in de zomer van 1995 hebben meegemaakt, zullen die risico’s kunnen beamen. Arnoud Buiting, interim hoofd van de Sector Operationele Voorbereiding, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, blikte terug op de vuurzee en vertelde welke operationele lessen uit de inzet konden worden geleerd. De brand op 11 augustus dat jaar begon met een bescheiden bermbrandje in de zuidelijke berm van de rijksweg A1 tussen Kootwijk en Apeldoorn. Nog vóór aankomst van de eerste blus­eenheden had de brand onbeheersbare propor-

foto’s: Eric Vorstenbosch, fotosectie vliegbasis Soesterberg

Luchtmacht blust in Griekse hel

10

Incident 4-2008


De intensiteit van een brand wordt sterk bepaald door de aanwezigheid van brandbaar materiaal op de bodem. ties aangenomen en zich honderden meters langs de zuid-, midden- en noordberm verplaatst, alsmede in het bosgebied ten noorden van de snelweg. Niet minder dan 32 brandweerkorpsen uit vier regio’s kwamen in actie; een marathoninzet die inclusief nablussing vijf dagen duurde en waarvoor de belangrijke verkeersader A1 ruim twee dagen moest worden afgesloten. Volgens Buiting heeft een flinke dosis geluk meegespeeld bij de nog relatief gunstige uitkomst van de brandbestrijding. Zo draaide op een gegeven moment de wind, waardoor het benedenwinds gelegen bungalowpark ‘Rabbit Hill’ op het nippertje aan de vlammenzee ontsnapte. Ook het Commando Plaats Incident aan de Kootwijkerweg, dat aanvankelijk veilig leek te staan, maar dat alsnog in de baan van het oprukkende vuur kwam te liggen, kon ter­nauwernood worden gered door een snelle inzet van enkele bluseenheden. “Van deze brand in 1995 hebben we veel geleerd”, aldus Buiting. “Zo kwam een gebrek aan geschikte terreinvaardige verkenningsvoertuigen aan het licht, bleken de geografische kaarten en bluswaterkaarten niet verder te reiken dan de gemeentegrens van Apeldoorn, was de toegankelijkheid van het bosgebied op veel plaatsen slecht en was de operationele leiding en de technische ondersteuning van de command- en controlvoorzieningen voor verbetering vatbaar. Veel van deze lessen hebben we nadien vertaald in verbeterde procedures en betere technische en logistieke voorzieningen. Bovendien konden we in 1995 nog niet beschikken over luchtsteun door blus­ helikopters. Ook dat is vandaag de dag anders.”

goed toegankelijk voor zwaar materieel. De bospercelen waren door brede paden gecompartimenteerd, zodat brandhaarden snel konden worden ingesloten. Die situatie is op veel plaatsen drastisch veranderd. Brede paden die voor brandweervoertuigen gemakkelijk toegankelijk zijn, worden steeds schaarser en bospercelen worden groter. Ook wordt vanuit natuuroverwegingen minder onderhoud uitgevoerd, waardoor veel dood tophout na stormen in het bos blijft liggen. Die twee factoren; een forse toename van brandbaar materiaal en afnemende toegankelijkheid, in combinatie met de effecten van klimaatverandering, kúnnen vroeg of laat leiden tot een onbeheersbare natuurbrand met vergaande gevolgen. Om op zo’n natuurbrandramp voorbereid zijn, moeten de regio’s en de landelijke overheid, met als motor het LOCC met een meer bovenregionale focus werken aan gerichte planvorming en krachtenbundeling.

Andere tijden, veranderende risico’s

Incident 4-2008

Toegankelijkheid van natuurgebieden voor brandweer­ voertuigen wordt op steeds meer plaatsen een knelpunt.

Foto’s Rob Jastrzebski

Er is en wordt dus hard gewerkt aan verbeterde planvorming en operationele voorbereiding; niet alleen in de Veluwse regio’s, maar ook in andere natuurbrandgevoelige regio’s in het land. Toch leven er nog genoeg zorgpunten bij brandweerfunctionarissen in natuurrijke regio’s. Die zorgen werden tijdens het congres nadrukkelijk geuit. Afgezien van de mogelijke gevolgen van de klimaat­ verandering voor Nederland, die kan leiden tot verschuivingen in het natuurbrandseizoen en langere perioden van droogte, zijn er nog meer factoren die leiden tot een toe­nemend natuurbrandrisico. Een van die factoren is het ‘nieuwe’ natuurbeleid dat op steeds meer plaatsen zijn intrede doet. Natuurbeheerders hanteren andere filosofieën over terreinbeheer, waarbij natuurwaarde en recreatieve aspecten geleidelijk de economische motieven achter het bosbeheer verdringen. In de tijd dat bossen nog voornamelijk een productiebestemming hadden, voor de levering van hout aan de mijnbouw en houtverwerkende industrieën, waren bossen

11


Kleurprofiel: Algemeen CMYK-printerprofiel Samengesteld Standaardscherm

Brandweerzorg op maat !

VanDoClean Oil cleaning products

Artesis Consulting: Organisatieadvies, projectmanagement (pro-actie, preparatie, preventie), crisismanagement, interim management, detachering brandweerpersoneel midden- en hoger kader

Artesis Academy: CoPi en ROT oefeningen, training OVD en bevelvoerders, lezingen, presentaties en workshops, persoonlijkheidstrainingen

Artesis Virtual Training: Virtueel trainen a.d.h.v Leidraad Oefenen, bouwen specifieke scenario’s, beoordelingssysteem o.a. met behulp van competentiemeting

AQUAQUICK 2000 wegdekontvetter Hosemasters (AQUAQUICK 2000+SVM) Absorptie-, afdicht- & opvangmaterialen Schuimvormende middelen Opslagmaterialen gevaarlijke stoffen Tijdelijke (opzet-) & permanente roetfilters

Artesis Firefighting: Opzetten en/of begeleiden (bedrijfs)brandweer, uitvoeren repressieve brandweertaken

Artesis Plantijnweg 22, postbus 371 4101 XC Culemborg

T +31 (0)345 687000 F +31 (0)345 687001

incident-artesis 071213.indd 1

E info@artesis.nl W www.artesis.nl

VanDoClean Stevenshof 21 5109 TX 's Gravenmoer (NB)

Tel: 0162-370 390 Fax: 0162-370 392 info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

11-02-2008 12:02:31 D:\data artcom\Vandoclean\Advetentie 3dec2006 B90xh131 PMS-ZW.cdr donderdag 7 december 2006 15:59:07

E8E Efad_ 8[dWÌ YZf[`Y Egbbadf

7W` g`[W] TWVd[\X [` VW TdS`ViWWdeWUfad

GVcYffc

haWdfg[YW` T^geba_bW` W` TdS`ViWWd_SfWd[S^W`

GVc\``a 8E Efad_ 8[dWÌ YZf[`Y Egbbadf 4H E 6[`fW^iWY *+ %#+* >4 7gdabaadf DaffWdVS_ FW^WXaa` , "#*# &') "#" 8Sj , "#*# &') "#+ 7 _S[^ , [`Xa2eXe Th `^ ;`fWd`Wf , iii eXe Th `^

bT_Ãe _SfWd[S^W` W` YWdWWVeUZSbbW`

DVcgZTVd

fdS`ebadf _a`fSYW [`ebWUf[W a`VWdZagV dWbSdSf[W W` fdS[`[`Y


JSTRZBSK!

Safety Equipment bv leverancier van diensten en materialen voor BEDRIJFSHULPVERLENING * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

AED alarm nooduitgang alarmbel anglia evacuatiedoek armbandherkenning bedrijfsnoodplan bedrijfsnoodplankoffer blusdekens brancards brandblustoestellen brandmeldcentrale brandslanghaspel brandwondenkompres break a light cursus BHV cursus brandbest. cursus EHBO deurcontroller eerste hulppaneel eerste hulptas m/cap evacuatiestoel handstaaflantaarns helmen heuptas BHV instructieplaten isolatiedekens keybox kiss of life koolmonoxyde meld. mag charger megafoon metaaldetector micro mask mini-pictogrammen nalichtende borden noodsleutelkastje noodverlichting omikron ontruimingsplattegronden oogspoelhulppost oogspoeldouche ontruimingssticker opbergkast BHV opslagkast chem.stoffen personenzoeksysteem pictogrammen portofoons powerflare rook/vluchtmaskers rookmelders safety firestop signalisatie sirenes sleutelbeveiliging smokeXcape stroboscoopflitser veiligheidsbrillen veiligheidsmes veiligheidsvesten verbandtrommels vluchtladders vluchtweganalyse vluchtwegmarkering vluchtwegplattegronden "wat te doen bij brand"

Regionalisering, een garantie voor kwaliteit?

Vraag brochure: Safety Equipment bv Bosrand 29 3121 XA Schiedam tel.010-4705354 / fax 010-4490137 E-mail: info@safetyequipment.nl Internet: www.safetyequipment.nl

Incident 4-2008

incident-safety equipment.indd 1

17-01-2007 13:47:36

H

et zijn rumoerige tijden in hulpverleningsland. Onlangs klom de politie massaal op de barricaden om bij minister Ter Horst een betere beloning voor het zware werk af te dwingen en bij de brandweer heerst onrust over de door dezelfde minister gelanceerde plannen om de brandweer te regionaliseren. Veel mensen in de ‘rode kolom’ zijn bang dat die regionalisering het einde betekent voor de vrijwilligheid en de lokale brandweercultuur en dat de brandweer ‘vervreemdt’ van de lokale samenleving waarin zij zo diep is geworteld. Dat was toch immers ook met de politie gebeurd, toen die een kleine twintig jaar geleden werd geregionaliseerd? U begrijpt het waarschijnlijk al; dit wordt een vergelijking tussen de twee oercomponenten in de hulpverlening, politie en brandweer. Met als insteek het thema ‘kwaliteit’, want dáár draait het bij die regionalisering allemaal om. Kwaliteitsverbetering van de hulpverlening kost kennelijk erg veel tijd. De brandweer is wat dat betreft al bijna twee decennia onderweg. Wijlen minister Ien Dales probeerde het begin jaren ’90 al met het Project Herstructurering Brandweer, dat beoogde provinciale brandweerkorpsen te vormen. Daarna namen diverse opvolgers het dossier over onder de noemer ‘Project Versterking Brandweer’. Dit project leidde niet tot het gewenste resultaat. Anders zou anno 2008 niet nog steeds de roep klinken dat er moet worden geregionaliseerd, omdat het vereiste kwaliteitsniveau niet wordt gehaald. Maar wat mankeert er dan aan de kwaliteit van de brandweer? Voor veel brandweerlieden is dat een grote vraag. Onlangs woonde ik een informatieavond bij in het midden des lands, waar een vrijwilligerskorps werd geïnformeerd over de voordelen van regionalisering voor de kwaliteit van het brandweerwerk. Een bevelvoerder stelde daar de vraag: “Kan iemand mij uitleggen wat er mis is met onze kwaliteit? Het ene na het andere onderzoeksrapport heeft kritiek op ons werk, maar als je het mij vraagt hebben we als brandweer alleen maar tevreden klanten! Dus waar praten we eigenlijk over?” Dat was een eye-opener. Tja, waar praten we over... Als het gaat om kwaliteit, praten we volgens mij over het ‘primaire product’ van de hulpverlening; de taken waar de burger in nood op rekent. Bij de brandweer gaat het dan om branden blussen en het redden van mens en dier uit penibele situaties; bij de politie gaat het

om boeven vangen. En hier komt de vergelijking, die ik eigenlijk pas kon maken nadat een nieuwsbericht op teletekst half maart mij de ogen opende. Want wat las ik daar tot mijn stomme verbazing? Boeven hebben in Nederland vrij spel, omdat minder dan een kwart van de misdrijven wordt opgelost. Dat bleek uit een conceptrapport van een vergelijkend onderzoek van de Universiteit Twente naar de prestaties van een grootstedelijk politiekorps in Nederland en een vergelijkbaar korps bij onze oosterburen. Volgens de onderzoekers slaagde het Nederlandse korps er in 2006 in slechts 23 procent van alle misdrijven op te lossen, waar de Duitse collega’s met 55 procent een stuk beter scoren! Het kabinet oordeelde in 2002 al dat het aantal opgeloste misdrijven in acht jaar tijd met vijftien procent zou moeten toenemen, maar halverwege die termijn bleek slechts een schamele vijf procent winst geboekt. Jawel, kwaliteitsverbetering is een weerbarstig en tijdrovend proces. Uit het onderzoek van de Universiteit Twente bleek ook dat binnenkomende aangiften vaak uiterst gebrekkig worden opgenomen, wegens gebrek aan ‘deskundig personeel’ en dat 80 procent van de aangiften onbehandeld op de plank komt te liggen... Hmmm, over kwaliteit gesproken! Welke dienst moet nu eigenlijk dringender worden gereorganiseerd? De brandweer? Of de politie, die nota bene al bijna 20 jaar geleden is geregionaliseerd? Zolang we nog geen onderzoeksrapporten zien waarin staat dat de brandweer erin slaagt slechts 23 procent van de branden te blussen of slechts 23 procent van alle ongevalsslachtoffers te bevrijden, valt het met die kwaliteit van de brandweerzorg volgens mij best mee. Toegegeven, in de kwaliteitsdiscussie gaat het om meer dan alleen de repressieve brandweertaken. Natuurlijk kunnen veel taken door intensievere samenwerking effectiever en efficiënter worden uitgevoerd. Maar kijkend naar het genoemde onderzoek naar de effectiviteit van de politiezorg, kunnen we tenminste stellen dat regionalisering als instrument niet zaligmakend is en geen garantie biedt dat de kwaliteit ook daadwerkelijk verbetert... Een wijze les, dunkt mij. Rob Jastrzebski

13


Het repressieve brandweervak vertoont overeenkomsten met topsport. Het grote verschil is dat topsporters hun prestaties leveren in luchtige sportkleding, terwijl brandweerlieden dit moeten doen in dikke beschermende kleding en met tientallen kilo’s aan uitrusting en gereedschappen bij zich. Niet voor niets is het repressieve brandweervak een van de zwaarste beroepen. Drie regio’s nemen deel aan een pilot van een nieuwe periodieke gezondheidstest. Incident keek mee vanaf de zijlijn.

Functiespecifieke gezondheidstest voor uitrukpersoneel brandweer

“Betere waarborg voor gezond en fit brandweerpersoneel” Door Rob Jastrzebski

D

e nieuwe functiespecifieke gezondheidstest vindt zijn oorsprong in de CAO voor de gemeenten 2005. Daarin is bepaald dat werknemers met een ‘fysiek bezwarende functie’, waaronder repressief brandweerpersoneel, perio­ diek medisch en conditioneel getest moeten worden. Zo kan beter worden bewaakt of de medewerkers fysiek aan de eisen voldoen die het zware werk aan hen stelt en komen eventuele gezondheidsproblemen tijdig aan het licht.

‘Test de test’

In de brandweersector hebben de sociale partners - werkgevers (gemeenten) en werknemersorganisaties - samen opdracht gegeven om een up to date keuringssystematiek te ontwikkelen. De bestaande keuringsmethode dateert al van de jaren ’60 van de vorige eeuw en is tot op heden niet aangepast aan veranderde inzichten en opvattingen over de relatie tussen leeftijd en zware werkomstandigheden. Bovendien was er landelijk gezien weinig uniformiteit. Zowel aanstellingseisen als eisen voor periodieke keuringen konden door de lokale werkgevers zelf worden vastgesteld. De nieuwe periodieke gezondheidstest is ontwikkeld door het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, onderdeel van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Dat instituut heeft een uitgebreide expertise op dit gebied. Bij het opzetten van de systematiek is onder andere gebruik gemaakt van de ervaringen van de Brandweer Rotterdam. Dat korps had zelf al een functiespecifieke gezondheidstest ontwikkeld, die als voorbeeld heeft gediend voor de nieuwe methodiek. De regio’s Rotterdam-Rijnmond, ZuidoostBrabant en Amsterdam-Amstelland zijn betrokken bij een pilot, om in de praktijk te toetsen of de test realistisch en uitvoerbaar is. Onder het motto ‘Test de test’ zijn in de drie regio’s tientallen brandweerlieden aan de nieuwe test­ systematiek onderworpen, waaruit moet blijken hoe zij de test ervaren en of de methode aan de verwachtingen beantwoordt.

Preventief karakter

Wat is het belang van de nieuwe periodieke gezondheidstest voor brandweerlieden en hun werkgevers? Wytse Borst, hoofd Brandweerzorg Eindhoven in de regio Zuidoost-Brabant, wijst op het preventieve karakter. “Wat ik belangrijk vind is dat we naar een systeem gaan waarin

14

Incident 4-2008

keuringseisen landelijk uniform zijn voor alle repressieve brandweerlieden. Beroeps en vrijwillig, man en vrouw. Gezondheid en conditie kunnen zo op een veel objectievere wijze en functiegericht worden gemeten. Door repressieve medewerkers periodiek volgens realistische criteria te testen, komen gezondheidsproblemen of een teruglopende conditie in een vroeg stadium aan het licht. Daardoor kan tijdig worden ingegrepen, bijvoorbeeld met aanvullende conditietraining. Óf, als blijkt dat een functie op een bepaalde leeftijd te belastend voor iemand wordt, in overleg met de medewerker worden gezocht naar een andere geschikte functie. Een periodiek preventief medisch onderzoek wordt dus ook mede sturend in het loopbaanbeleid. Samenvattend denk ik dat de nieuwe gezondheidskeuring betere waarborgen biedt voor een gezond en fit brandweerkorps.”

Meer praktijkgericht

Een ander vernieuwend element, behalve de grotere landelijke uniformiteit in testcriteria en uitvoering, is het feit dat de gezondheidskeuring is geschoeid op de dagelijkse brandweerpraktijk. Waar de bestaande gezondheidskeuringen en conditietests vaak niet veel meer inhouden dan een afstand hardlopen of fietsen binnen een bepaalde tijd, sluit de nieuwe systematiek aan op de taakuitoefening van het repressief brandweerpersoneel. Marie-Christine Plat, verbonden aan het eerdergenoemde Coronel Instituut voor Arbeid en gezondheid, licht toe: “In samenwerking met het brandweerveld is een test ontwikkeld die de bijzondere functie-eisen van het repressieve brandweervak weerspiegelt. Het gaat dan om aspecten als klimmen, tillen, hurken, knielen, kruipen, in combinatie met het verplaatsen van gewicht. Taken die brandweerl­ieden in de dagelijkse praktijk uitvoeren. Brandweerlieden moeten heel wat bepakking, gereedschappen en ­materialen meeslepen en moeten ook bij de redding van een slacht­ offer veel gewicht kunnen verplaatsen; zowel over een zekere afstand als in de hoogte. Om mensen op al die functie-eisen objectief te kunnen beoordelen, hebben we een parcours van realistische oefensimulaties opgezet, dat zij binnen een bepaalde tijd moeten doorlopen.” In maart werd op het regionaal opleidingscentrum van de Regionale Brandweer Zuidoost-Brabant in Waalre zo’n


Foto’s Rob Jastrzebski

Representatieve uitvoeringstaken uit de brandweerpraktijk zijn in de test verwerkt.

parcours opgezet, waar in enkele dagen tijd 90 tot 100 brandweerlieden aan de test werden onderworpen. Niet met het doel hun gezondheid en conditie te beoordelen, maar om de test zelf te beproeven. Twaalf verschillende handelingen moesten worden uitgevoerd; handelingen die representatief zijn voor de lichamelijke belasting bij de operationele inzet. Te beginnen met aantrekken van de bluskleding en het correct omhangen van ademlucht in het voertuig, waarna een serie van praktijkopdrachten moest worden uitgevoerd. Slangen uitrollen en koppelen, een ladder beklimmen, het verslepen van een gevulde drieduims slangleiding, een deur forceren met een ram, een slachtoffer verplaatsen, een evenwichtsbalk belopen, een slang in gebukte houding doorvoeren door een lage ruimte, over een balkonhek klimmen en sloopwerkzaamheden aan een plafond uitvoeren met een pikhaak. Na dit parcours volgde in het GGD-gebouw in het centrum van Eindhoven nog een traplooptest, waarbij de deelnemers met ademlucht en uitrusting een trap van 130 treden moesten beklimmen. Kortom, activiteiten waarbij veel wordt gevraagd van conditie en uithoudingsvermogen. Enkele deelnemers aan de test gaven aan het parcours als ‘pittig’ maar realistisch te ervaren. Mensen die in goede conditie zijn, goed geoefend en getraind, zouden de test dan ook zonder problemen moeten kunnen doorlopen. Tijdens de test wordt via een borstband het hartritme van de deelnemers geregistreerd, dat na afloop wordt uitgelezen. Na een medisch onderzoek door een arts worden de resultaten van de test in een slotgesprek teruggekoppeld, waarbij de deelnemer te horen krijgt hoe hij ervoor staat: ‘fit for duty’ of niet.

Evaluatie

Henk van Beers, die tijdens de test optrad als oefeninstructeur, en sportinstructeur René Theelen, zijn positief over de periodieke gezondheidstest. “Tijdens het testparcours krijgen de deelnemers te maken met aspecten uit hun dagelijkse praktijk”, aldus Van Beers. “Het is allemaal heel herkenbaar. Deze opzet maakt de mensen duidelijk dat de conditie-eisen die aan hen gesteld worden niet overdreven zijn, maar dat het hele realistische eisen zijn. Wat ze tijdens Incident 4-2008

de test moeten kunnen, moeten ze in de dagelijkse praktijk ook kunnen. Het is wel wennen, zowel voor de testdeel­ nemers als voor de instructeurs, omdat het een heel nieuwe manier van conditietesten is. Persoonlijk vind ik het een leuke manier van samen werken aan verbetering van ­conditie en vaardigheden.” Sportinstructeur René Theelen vult aan: “Deze ­periodieke gezondheidstest gaat verder dan alleen het testen van uithoudingsvermogen. Een stuk hardlopen binnen een bepaalde tijd is niet genoeg om te beoordelen of brandweerlieden alle fysieke aspecten van hun werk goed aankunnen. Bij deze keuringsvorm is tijd niet het belangrijkste meetaspect. Juist het actieve karakter en de veel­zijdigheid van de keuring is van belang. Door represen­ tatieve uitvoeringstaken in de test te verwerken, kunnen we precies vaststellen waarin mensen fysiek sterk zijn en waar ze nog kunnen verbeteren. Gaat het puur om uithoudingsvermogen? Dan kan je mensen aanvullende training

Deze periodieke gezondheidstest gaat verder dan alleen het testen van uithoudingsvermogen ­ dviseren. Gaat het om zaken als tiltechniek en ­belasting a van bepaalde lichaamsdelen, dan kun je daar meer aandacht aan besteden. De test is dus meer dan alleen een gezondheidsmonitor, maar biedt actieve input voor conditie­ verbetering.” Op basis van de pilot in Zuidoost-Brabant, RotterdamRijnmond en Amsterdam-Amstelland, zal de nieuwe keuringsmethode de komende tijd tot in detail worden geëvalueerd. De ervaringen van deelnemers en instructeurs zullen hierbij in belangrijke mate meewegen. Daarna zal de brandweerbranche definitief beslissen of de nieuwe periodieke gezondheidskeuring landelijk wordt ingevoerd of dat de systematiek nog moet worden aangepast.

15


Galvanibaan 1-3 | 3439 MG Nieuwegein | Postbus 1533 T: 030 600 50 50 | F: 030 600 04 27

| 3430 BM Nieuwegein

| www.acertys.nl | info.nl@acertys.com

certain to care

Inruilactie afzuigpompen wegein | 3439 MG Nieu Galvanibaan 1-3 27 | F: 030 600 04 T: 030 600 50 50 l@acertys.com info.n | l tys.n www.acer certain to care

Asp irat ie om te

Tegen inlevering van

Laerdal LSU

zui gen ?

uw oude afzuigpomp ontvangt u bij Acertys

tot 20% korting p n nieuwe pom Korting op ee e afzuigpomp er merk elektrisch

bij inlevering van

Weinmann Accuvac Rescue

bij aanschaf van een

ied

en mei 2008 is geldi g in april Deze inruil -actie

Deze actie is in maart per post naar alle ambulancediensten verstuurd. Heeft u deze brief gemist? Neem dan contact op met onze verkoopafdeling, zodat wij u een nieuw formulier kunnen toesturen.

nieuwe aspiratiepomp Deze actie is geldig in mei en april 2008

De aspiratiepompen van Acertys bv: Laerdal LSU en Weinmann Accuvac. Beide zijn leverbaar met wandhouder 12 Volt en 230 Volt en in disposable en reusable uitvoering.

Vakbeurs

De Brandweer Vakdagen zijn drie dagen lang hĂŠt trefpunt waar alle toeleveringsbedrijven aan de brandweer, o.a. op het gebied van preventie, communicatie, bestrijdingsmaterieel, brandweervoertuigen en aan de branchegerelateerde bedrijven, elkaar ontmoeten. U kunt informatie uitwisselen, contacten leggen, inspiratie opdoen in een sfeervolle ambiance.

Vakdagen 27, 28 en 29 mei 2008

Exposanten

Bent u toeleverancier aan de brandweer, dan is dit uw kans om uw gemotiveerde doelgroep te ontmoeten.

Bezoekers In samenwerking met:

OPENINGSTIJDEN: Dinsdag 27 mei 2008 14.00-22.00 uur Woensdag 28 mei 2008 14.00-22.00 uur Donderdag 29 mei 2008 14.00-22.00 uur

De bezoekers van de Brandweer Vakdagen worden zorgvuldig door u, als exposant, uitgenodigd en bestaan uit opdrachtgevers zoals diverse overheidsinstellingen, vele brandweerkorpsen, beroeps-, bedrijfs-, en vrijwillige brandweer, zowel nationaal alswel grensoverschrijdend. Indien u geĂŻnteresseerd bent in een bezoek of deelname, neemt u dan contact op met de beursorganisatie: Tel. (0523) 289 898

Evenementenhal Hardenberg Energieweg 2, 7772 TV Hardenberg, Tel. (0523) 28 98 98 E info@evenementenhalhardenberg.nl I www.evenementenhalhardenberg.nl


Civiel-militaire samenwerking: de kracht van de ‘groene kolom’ De Nederlandse krijgsmacht is hoofdzakelijk actief bij vredesmissies in het buitenland, maar Defensie heeft ook een aantal structurele nationale taken. Het leveren van militaire bijstand aan de civiele rampenbestrijding is één van die taken. Tot enkele jaren geleden had Defensie op dit terrein een ondergeschikte rol, maar die situatie is drastisch veranderd. In maart 2005 is een convenant gesloten tussen de ministeries van Defensie, BZK en Justitie. Doel is een gegarandeerde inzet van militair personeel en materieel te verzekeren ter ondersteuning van de civiele rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het project ‘Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking’ is een uitvloeisel van dit convenant. In een serie artikelen willen we u inzicht geven in de kracht van de ‘groene kolom’ van de rampenbestrijding.

Bij samenwerking gaat het om het spreekwoordelijke ‘slaan van bruggen’ tussen organisaties. Maar in het convenant civiel-militaire samenwerking hebben die bruggen ook een letterlijke betekenis. Noodbrugcapaciteit is namelijk een van de specialistische geniespecialiteiten die door de krijgsmacht beschikbaar worden gesteld aan de civiele rampenbestrijdingspartners.

De Bruggenbouwers van Defensie Door Rob Jastrzebski

I

n december 2007 schoten de bruggenbouwers van Defensie te hulp in de Bommelerwaard, bij de ­reparatie van een hoogspanningsmast in de overstroomde uiterwaarden van de Waal. En wellicht zien we dit genie-onderdeel later dit jaar nog in actie tijdens de nationale oefenweek ‘Waterproef’ in het kader van de voorbereiding op overstromingsrampen. Bruggen bouwen is het specialisme van de 105 Brug­ compagnie uit Wezep, onderdeel van het 101 Geniebataljon. Alles wat met bouwen en constructie te maken heeft, is in dit legeronderdeel verenigd. Van noodbruggen tot complete basiskampen in uitzendgebieden. Om dichter bij huis te blijven: Nederland is een waterrijk land en bij tal van ramp- en crisisscenario’s kan water de hulpverleners op het land voor beperkingen plaatsen. Pontons of noodbrugpontonbrugdeel in opgevouwen staat.

Incident 4-2008

gen kunnen een welkome voorziening vormen om ­plaatsen te bereiken die voor de hulpverlening met de reguliere middelen niet meer toegankelijk zijn.

Pontons in de Bommelerwaard

Hurwenen, Bommelerwaard, december 2007. In de vroege ochtend van 13 december krijgt compagniescommandant majoor Marcel Rot een telefoontje van zijn eenheid. Via de ‘koninklijke weg’ is door de burgemeester van Maasdriel militaire bijstand gevraagd bij een lastige klus in haar gemeente. Vijftigduizend huishoudens in vijf gemeenten in de Bommeler- en Tielerwaard zitten al sinds de vorige avond zonder stroom, nadat een Apache-helikopter van de luchtmacht tijdens een oefenvlucht boven de Waal onzacht in aanraking was gekomen met hoogspannings­kabels. Van twee hoogspanningsmasten aan weerszijden van de rivier > Compagniescommandant majoor Marcel Rot.

17


Om 11 uur die ochtend vertrok een brugpeloton van 35 man met 24 voertuigen vanuit Wezep richting Hurwenen en enkele uren later lagen enkele pontons, opgebouwd uit gekoppelde brugdelen, in de overstroomde uiterwaarden. De reparatieploegen van Nuon hadden hun gewenste ‘werkeiland’ om de gebroken kabels te repareren. Voor de reparatie van de mast zelf werd gewacht op laag water. Tegen middernacht konden de militaire ­bruggenbouwers weer inrukken. De volgende ochtend moest echter nogmaals bijstand worden geleverd, omdat aan een van de kabels nogmaals een operatie moest worden uitgevoerd. Gedurende de werkzaamheden werd het ponton door duwboten van de eenheid op zijn plaats gehouden in de stroming. Het materiaal van de brugpelotons staat ‘uitrukgereed’

zijn de zijarmen afgebroken en de stroomkabels liggen op de bodem van de rivier. Eén van de masten staat in de uiterwaarden van de Waal en is door het hoge water onbereikbaar voor de reparatieploegen van netbeheerder Nuon. Waar kunnen snel pontons worden geregeld om personeel en materieel bij de beschadigde mast en hoogspanningskabels te krijgen? Defensie weet vast wel raad! “De bijstand van Defensie had in dit specifieke geval een bijzondere betekenis”, vertelt ­compagniescommandant Marcel Rot. “De crisissituatie in de Bommeler- en Tielerwaard was immers veroorzaakt door een ongelukkige actie van een krijgsmachtonderdeel. Logisch dus dat Defensie er ook alles aan gelegen was om de getroffen gemeenten snel te helpen om de problemen op te lossen.”

De 105 Brugcompagnie aan het werk in de overstroomde uiterwaarden van de Waal.

18

Incident 4-2008

Pontonbrug en vaste brug

De inzet in de Bommelerwaard laat goed zien wat er met het materiaal van de 105 Brugcompagnie mogelijk is. In totaal telt de eenheid 131 militairen, verdeeld over twee brugpelotons, een duikpeloton en een logistiek peloton. Met het materiaal van de eenheid kan een drijvende pontonbrug over een lengte van maximaal 170 meter worden aangelegd. De genisten beschikken ook over materiaal om twee vaste oeverbruggen te bouwen met een overspanning van maximaal 50 meter. De pontonbrug wordt opgebouwd uit losse componenten, met een breedte van 8 meter, die op speciale vrachtwagenchassis worden aangevoerd en die zich na het ‘te water laten’ uitvouwen. De 105 Brugcompagnie beschikt over twaalf krachtige duwboten, die kunnen worden ingezet om de pontons naar de gewenste locatie te manoeuvreren. De multifunctionele inzetbaarheid van het materiaal bleek tijdens de operatie in de Bommelerwaard. Want


behalve als drijvende brug kunnen de elementen in ­gekoppeld verband ook als stevige vlotten worden ingezet, die met behulp van een duwboot als ‘veerpont’ voor de hulpverlening kunnen worden ingezet. Ook kunnen ze dienen als drijvend werkplatform voor bijvoorbeeld duikers of aannemers. “De pontons zijn zeer robuust en zijn, eenmaal gekoppeld tot een vlot, berekend op een last van 70 ton. Ze moeten immers tijdens militaire operaties een Leopard-tank kunnen dragen, als die een waterweg moet oversteken. Voor de civiele hulpverlening is er echter wel een beperkende factor, namelijk de oprit naar de brug. Die is zonder aanpassing voor civiele hulpverleningsvoertuigen wat moeilijk te gebruiken. Met name de bodemvrijheid is een probleem. Militair gemotoriseerd materieel is berekend op het opereren in zware terreinomstandigheden en heeft daar minder moeite mee. Verder geldt voor de pontondelen zelf de voorwaarde dat het water minimaal 60 centimeter diep moet zijn, anders kunnen ze niet worden uitgevaren. Dat was ook de reden waarom we tijdens de najaarsstorm van november 2006 niets konden ­uitrichten toen onze hulp werd gevraagd bij de redding van een kudde ingesloten paarden in het buitendijksgebied bij Marum in Friesland. Het water was simpelweg te ondiep om de pontonbrug te kunnen uitleggen.”

De beschadigde Apache-helikopter wordt met behulp van een kraan van 105 Brugcompagnie geborgen.

De stroomstoring in de Bommelerwaard was overigens niet de eerste gelegenheid waarbij de pontons van de genie te hulp werden geroepen. Ook tijdens de hoog­ watercrisis van januari 1995 werden ze ingezet, onder andere ter ondersteuning van een noodreparatie aan de Waaldijk bij Ochten, die in combinatie met het duiker­ peloton van 105 Brugcompagnie werd uitgevoerd.

Oefengelegenheid

Fotografie: Defensievoorlichting.

Volgens majoor Marcel Rot maakt het voor zijn onderdeel niet veel uit of ze voor een militaire operatie of een rampenbestrijdingstaak worden ingezet. “Het verandert niets aan hun uitvoerende taak. Een pontonbrug bouwen is in beide situaties hetzelfde. Alleen voor de leiding­ gevenden binnen de compagnie is het van belang dat zij bij de rampentaak met civiele partners te maken krijgen voor wie zij de voorziening moeten realiseren. Verder is onze eenheid volledig self-supporting qua organisatie en logistiek.”

Incident 4-2008

Het houden van samenwerkingsoefeningen met de rampenbestrijdingsorganisatie is volgens majoor Rot wel belangrijk voor de eenheid en hij hoopt hiervoor door de veiligheidsregio’s zoveel mogelijk in de gelegenheid te worden gesteld. “Het is vooral belangrijk om de civiele partners in een realistische oefensetting te kunnen laten zien wat wij kunnen en hoe onze faciliteiten hen bij hun taakuitvoering kunnen ondersteunen. Recent hebben we al samen met civiele partners geoefend in Hendrik Ido Ambacht en dit jaar staat rond de zomer een oefening in de planning met de regio Flevoland. Eind dit jaar wordt onder de vlag van de Taskforce Management Overstromingen een week lang geoefend op zware overstromingsscenario’s. We hopen dat daarbij ook de militaire samenwerkingscomponent nadrukkelijk wordt betrokken. In dat geval zullen wij bij de operationele oefenonderdelen zeker van de partij zijn.”

19


Brandweer Utrecht heeft recent de inzetprocedure voor brandbestrijding in complexe gebouwen geactualiseerd. Na invoering van de nieuwe methodiek voor binnenbrandbestrijding, de zogenaamde ‘3D-blussing’, is de procedure ‘Bruggenhoofd’ ingevoerd. Tegelijk heeft het korps een nieuw type loodslijnen in gebruik genomen, die brandweerlieden in geval van nood een veilige terugweg uit het brandende gebouw moeten bieden.

“Kennis basisroutines moet veiligheid binnenaanval waarborgen”

Utrechtse brandweerlieden aan de lijn Door Rob Jastrzebski

O

p 29 maart overhandigde directeur Raymond Mouws van Mouws Veiligheid & Advies veertien Specamon loodslijnsets aan Brandweer Utrecht. Alle tankautospuiten van de zeven posten van het Utrechtse korps zijn nu van deze veiligheidsmaterialen voorzien. De nieuwe lijnen vervangen de ‘Refinders’ die in de jaren ‘90 zijn aangeschaft, maar die in de praktijk nooit zijn gebruikt en waarmee ook nauwelijks is geoefend. De sets die door Raymond Mouws in samenwerking met Brandweer Den Haag zijn ­ontwikkeld, onderscheiden zich door compactheid en moderne lichte materialen. Niet onbelangrijk; manschappen met volledige bepakking moeten immers al genoeg gewicht meeslepen.

‘Codering’ op de lijn

De lijnensets die door Raymond Mouws zijn ontwikkeld, moeten een eerste aanvalsploeg een veilige terugtocht bieden uit een gebouw waar overzicht en oriëntatie door zware rookontwikkeling in combinatie met gecompliceerde bouwkundige indeling wordt bemoeilijkt. Iedere tankautospuit is voorzien van twee sets. Iedere set bestaat uit twee hoofdlijnen met een lengte van 30 meter, vier zijlijnen van 9 meter en 6 ‘deurlijnen’, waarmee de hoofdlijn op deurkozijnen kan worden gezekerd. Twee koppelriemen vormen de schakel waarmee de aanvalsploeg via de zijlijnen aan de hoofdlijn wordt bevestigd. De zijlijn biedt de manschappen bewegingsvrijheid tot 9 meter afstand van de hoofdlijn, bijvoorbeeld om een ruimte te verkennen op aanwezige personen of een brandhaard.

Richard Mouws overhandigt de eerste set loodslijnen aan Marco Stuivenberg van Brandweer Utrecht.

20

Incident 4-2008

De lijnen zijn gemaakt van aramide (kevlar) wat een zeer hoge hittebestendigheid heeft. Het bijzondere aan de sets is dat de hoofdlijn is voorzien van een ‘codering’ in de vorm van knopen, die de ploeg bij desoriëntatie als een soort ‘morse-signaal’ feilloos de goede kant op wijst. Ook dit is een belangrijk voordeel ten opzichte van andere typen loodslijnen

Procedure Bruggenhoofd

Tot zover de theorie. De praktijk ligt genuanceerder en bevat meer aspecten dan alleen de loodslijnen. Marco Stuivenberg, verantwoordelijk voor inkoop en materieelbeheer van Brandweer Utrecht, en Edwin Brouwers, bevelvoerder/ploeginstructeur op de post Tolsteeg, zien de nieuwe loodslijnen als een stuk extra zekerheid voor ploegen die onder moeilijke omstandigheden in complexe ­gebouwen moeten optreden. “Belangrijker is de achterliggende procedure”, vertelt Brouwer. “Tot voor kort kenden we in Utrecht twee verschillende inzetprocedures voor ‘complexe gebouwen’ en ‘hoge gebouwen’. Die twee hebben we samengevoegd in één nieuwe procedure, die we ook wel de procedure ‘Bruggenhoofd’ noemen. Concreet houdt dit in dat we voor verkenning en brandbestrijding in een hoog of complex gebouw een uitgangsstelling inrichten in een veilige ruimte onder of nabij de brandhaard. Vandaar uit start de inzet en in die ruimte regelen we ook de logistiek, ondersteuning en aflossing van de ingezette eenheden.” Volgens Edwin Brouwers bestaat die procedure op zich al langer binnen de Nederlandse brandweer, maar is de structurele aandacht hiervoor in de loop der jaren bij veel korpsen weggezakt. Specifieke inzetprocedures en ook het werken met loodslijnen, werden ingevoerd bij de Nederlandse brandweer, nadat zich in de jaren ’80 en ‘90 enkele dodelijke ongevallen voordeden tijdens de brandweerinzet. Zoals de beruchte ‘cellenbrand’ in het politie­ bureau van Den Haag in 1987 en de brand in een lompenloods aan de Amsterdamse Motorkade in 1995. In beide gevallen raakten brandweerlieden tijdens de inzet ingesloten en gedesoriënteerd, waarna zij door collega’s niet tijdig konden worden opgespoord. “Ook in Utrecht hebben we de nodige complexe gebouwen, waar desoriëntatie een risico is. Het Universitair Medisch Centrum heeft bijvoorbeeld enorme labyrinten van technische ruimten. Daarnaast is de jaarbeurs een groot en


gecompliceerd complex en in de stad staan veel grote kantoor- en bedrijfscomplexen en gesloten parkeergarages. De kernvraag voor de operationele leiding is overigens tot hoever je nog verantwoord kan gaan bij het betreden van dergelijke bouwwerken. Dat hangt sterk af van de mate van ontwikkeling van de brand. Bij een al fors ontwikkelde brand zal de OVD of bevelvoerder tegenwoordig niet snel besluiten nog een binnenaanval te doen; zeker niet als er geen mensenlevens gered hoeven te worden. Dáár begint de risicobeperking in feite al.” Maar een binnenaanval kan wel degelijk noodzakelijk zijn. En om procedureel beter voorbereid te zijn op dergelijke situaties, heeft het Utrechtse korps daarom met hulp van een stage-officier de bestaande procedures tegen het licht gehouden en vernieuwd, waarbij tevens besloten werd om de loodslijnen aan te schaffen als extra fysieke zekerheid. De gedachte achter de procedure is dat die vooral simpel en doeltreffend moet zijn. “Hoe ingewikkelder je een ­procedure maakt, hoe groter de kans op fouten”, verklaart Marco Stuivenberg. “Daarom gaan de manschappen de komende tijd ook intensief trainen en oefenen met de procedure èn het gebruik van de loodslijnen. Nadat de ploeginstructeurs op de posten zijn opgeleid, zullen zij op hun beurt de manschappen ploegsgewijs gaan opleiden en zo routine in de nieuwe systematiek gaan kweken.” Over die routine is volgens Edwin Brouwers nog wel meer te zeggen. “Binnen de ploegen mag niet de gedachte ontstaan dat het gebruik van de loodslijnen onder alle omstandigheden hun veiligheid garandeert, want dat is niet zo. Een brand wordt er niet minder gevaarlijk door. Essentieel is dat de aangeleerde basisroutines voor verkenning en binnenaanval onverkort worden toegepast. Hoe verken je een ruimte? Hoe tast je je omgeving af? Brandweerlieden moeten niet meer risico gaan nemen, omdat ze denken dat het wel goed zit met de veiligheidslijn. Als die gedachte gaat overheersen, bieden de loodslijnen alleen maar schijnveiligheid. Het is dus een combinatie van toepassing van de juiste procedure, kennis van basisroutines én de loodslijn als extra waarborg voor veilige terugtocht.” Brouwers voegt er nog aan toe dat de loodslijnen beslist niet bij iedere inzet zullen worden gebruikt, althans niet in eerste instantie. “Het bevestigen van de lijnen en het aankoppelen van de ploegen moet wel correct gebeuren en dat kost tijd. Die tijd heb je niet altijd als er mensenlevens gered moeten worden. Bij een eerste inzet en verkenning Aankoppelen aan startpunt in veilig gebied.

Incident 4-2008

Foto’s Rob Jastrzebski

Simpel en doeltreffend

Aangelijnd op verkenning.

moet de ploeg in eerste instantie vertrouwen op de meegenomen hogedrukstraal. Die vormt immers ook een loodslijn naar buiten. Wat dat betreft werkt de vernieuwing op het gebied van binnenbrandbestrijding op basis van landelijke inzichten in ons voordeel. Vroeger werd vaak zonder straal een eerste verkenning uitgevoerd en dan heb je inderdaad geen oriëntatiepunt voor de terugweg. Nieuwe inzichten op het gebied van de binnenaanval zorgen ervoor dat dit tijdperk ten einde loopt. Ik zie de loodslijnen dan ook vooral als een aanvulling voor de vervolginzet en voor het verder verkennen van andere ruimten dan waar de eerste ploeg met de blussing bezig is. Onderdelen van de sets kunnen natuurlijk wel gebruikt worden. Zo is het heel goed mogelijk om voor een verdere verkenning in de buurt van de brandhaard met een zijlijn vanaf de hogedrukstraal te werken. Kortom; we hebben het materiaal in onze standaard­ uitrusting op de tankautospuit, maar toepassing in de praktijk zal afhankelijk van de omstandigheden flexibel en naar het inzicht van de bevelvoerder of de OVD gebeuren.” Zijlijntje voor verkenning in de breedte.

21


Samen sterk in veiligheid! De samenleving stelt steeds meer eisen aan haar veiligheid en aan adequaat optreden van overheid en hulpdiensten. De AVD Groep begrijpt deze wereld en vindt energie in het bedenken van werkende oplossingen voor spelers in het veld. Wij helpen onder andere brandweerkorpsen, politieorganisaties, ambulancediensten, meldkamers, overheden en waterschappen hun verantwoordelijkheid op dit terrein zo volledig mogelijk in te vullen. Dit doen we met hoogwaardig advies, interim management, gespecialiseerde ICT-oplossingen en realistische opleiding en training vanuit onze eigen oefenterreinen en in samenwerking met onze strategische partner Falck Denmark A/S. Wij zoeken enthousiaste collega’s om onze organisatie verder te versterken. Collega’s die onze passie voor veiligheid delen en zich in deze dynamische en internationale omgeving willen ontwikkelen. Groei, samenwerking, kwaliteit en dienstbaarheid aan de klant zijn voor ons belangrijke waarden, je prestaties bepalen wie je bent. Is dit jouw wereld en jouw ontwikkelrichting, dan is het de moeite waard dat we met elkaar spreken. AVD-ICT is leverancier van ICT dienstverlening aan Nederlandse en Internationale politie, brandweer en ambulancediensten. Tot onze producten behoren de webbased Safety Portal software voor de werkprocessen van de brandweer en de CARE module, een geografisch informatiesysteem voor het visualiseren van de procesgang bij onze klanten. Voor de uitbreiding van onze activiteiten is AVD-ICT op zoek naar een:

ICT Consultant Jouw werkzaamheden

www.avd-ict.nl

Je adviseert bij de klant over proces en performance verbeteringen. Daarnaast draag je zorg voor de implementatie en opleidingen van onze producten en je creëert draagvlak voor veranderingen in de organisatie, systemen en technische infrastructuur. Je hebt grondige inhoudelijke kennis van IT-servicemanagement en boekt succes op basis van een goede relatie met de klant. Bovendien ben je bereid om eventueel werkzaamheden in het buitenland te verrichten.

Jouw profiel Je beschikt over een HBO werk- en denkniveau en hebt minimaal twee jaar relevante werkervaring. Je hebt kennis van (ITIL) beheerprocessen en de ICT ontwikkelingen houd je goed bij. Je vindt het leuk om je te verdiepen in innovatieve technologieën en deelt dat graag met je collega’s. Je hebt een sterk ontwikkeld analytisch vermogen en je vindt het een uitdaging om problemen op te lossen bij de klant. Je bent communicatief ijzersterk, klantgericht en beschikt over een rijbewijs B. En wij zoeken een:

Software Engineer (standplaats Gorinchem) Jouw werkzaamheden • Realisatie van (webbased) software d.m.v. Microsoft ontwikkel omgeving • Analyse werkprocessen • Opstellen FO en TO • Voorbereiden software implementaties • Werkzaamheden Service Desk • Documenteren en testen

Jouw profiel Je beschikt over een HBO werk- en denkniveau en hebt minimaal één jaar ervaring met het ontwikkelen van software in Microsoft omgevingen. Je bent analytisch en creatief en functioneert optimaal in een team. Je bent communicatief vaardig, klantgericht en beschikt over een rijbewijs B. Als je beschikt over een afgeronde Informatica opleiding, affiniteit hebt met de sector Openbare Orde & Veiligheid en ervaring hebt met MS. Net (VB.Net), SQL server, GIS, MapInfo, Object Oriëntatie en ITIL wordt je gegarandeerd uitgenodigd!

Ons aanbod Wij bieden je een uitdagende functie in onze professionele en collegiale Groep. Er zijn mogelijkheden om opleidingen te volgen en je onder begeleiding te ontwikkelen op het vakgebied. Jouw drive om ver te komen is daarbij ons uitgangspunt. Het salaris past bij de geleverde inspanningen en groeit met je mee. Dat geldt ook voor de secundaire arbeidsvoorwaarden en de beloning van bijzondere prestaties.

Interesse? Meer informatie over AVD-ICT vind je op www.avd-ict.nl en www.avdgroep.com. Je sollicitatiebrief en C.V. stuur je naar kathy.zaagman@avd.nu. Voor aanvullende informatie over de functie kun je contact opnemen met Anthony Leckie, Directeur AVD-ICT, bereikbaar op telefoonnummer 0183-508150. Acquisitie op basis van deze advertentie wordt uitdrukkelijk niet op prijs gesteld. AVD GROEP werkt samen met Falck Denmark A/S

www.avdgroep.com


Je staat er eigenlijk niet bij stil, maar de waterpolitie is niet zo maar politie. Na de reguliere opleiding volgt er nog eens vier voor de specialisatie. Schippers worden agenten, maar ook worden agenten schippers. Tina Reinders voer mee.

Specialisatie leidt tot beroepsvaarders en -speurders

Van politie tot waterpolitie Tina Reinders

W

erken bij de Waterpolitie is heel anders dan werken op straat. Politiemensen hebben op straat veel met het publiek te maken en er gebeurt altijd wat. De Waterpolitie heeft vooral te maken met de beroepsvaart. Daar gaat het om de nautische kennis, de expertise en de aparte middelen die gebruikt worden. Het werk is veel meer inhoudelijk en daardoor is er meer ruimte voor verdieping. Mensen die werken bij de waterpolitie zijn uiteindelijk én schippers én politiemensen. De opleiding tot waterpolitie is dan ook een zware specialisatie binnen het politievak.

Feeling

De opleiding tot waterpolitie bestaat uit twee delen: de gewone opleiding tot politieagent en de opleiding voor het water. Politieagenten moeten na hun opleiding de speciali­ satie volgen, mensen die vanuit de scheepvaart bij de politie komen, moeten eerst de algemene politieopleiding volgen voor ze weer het water op kunnen. “Soms maken we van politiemensen schippers en soms maken we van schippers politiemensen”, zegt Harm Bergsma, coördinator van het bureau opleidingen van de KLPD Waterpolitie. “Het is een relatief zware opleiding. Niet iedereen kan zomaar intekenen op de opleiding Waterpolitie. Wanneer aspirant waterpolitiemensen van buitenaf solliciteren bij het KLPD Paul Broere, Harm Bergsma en Daniëlle Kaashoek bij het hoofdkantoor van de Waterpolitie in Dordrecht.

en aangeven dat ze bij de Waterpolitie willen, geven we ze eerst een extra test. We willen graag weten of zo iemand geschikt is voor de Waterpolitie. In die test zit een theore­ tische en een praktische vaartest om te kijken of ze een beetje feeling voor water hebben. Het hoeven zeker geen mensen te zijn die al helemaal in de binnenvaart thuis­ horen, maar het moeten wel mensen zijn waar je schippers van kan maken.” Paul Broere zit al ruim zeventien jaar bij de politie en is een van de twaalf mensen die bijna vier jaar geleden begonnen aan de specialisatie Waterpolitie. Met het onlangs behalen van het groot vaarbewijs is Paul nu geslaagd voor zijn ­opleiding. “Om bij de Waterpolitie te komen moet je wel iets van gevoel voor scheepvaart hebben. Het specialisme komt je niet aanwaaien, je moet er in investeren en er voor open staan. Tijdens de opleiding krijg je genoeg tijd en mogelijkheden om je de stof eigen te maken, maar je moet het ook leuk vinden en er zelf ook veel energie in steken. Zelf kom ik uit een familie van scheepsbouwers. Eigenlijk wilde ik de binnenvaart in, maar mijn vader wilde niet dat ik dat ging doen. Toen ben ik bij de politie gegaan, maar het bleef kriebelen en nou heb ik de omslag gemaakt en ben via ­politieagent toch schipper geworden.”

Eerste jaar

Tijdens het eerste studiejaar na de algemene politie­ opleiding, volgt de aspirant Waterpolitieagent een flink Incident 4-2008

>

23


aantal cursussen. In de opleiding tot het vaarbekwaamheidsbewijs politie zit veel leerstof over de toepassing van de wetgeving. Natuurlijk varen de studenten ook al onder begeleiding van hun coach, maar pas zelfstandig nadat ze het interne certificaat hebben gehaald. Tijdens die cursus leren ze varen in hun eigen werkgebied, maar ook over ­praktische zaken zoals wat te doen bij lekkage, brand of andere omstandigheden. Paul Broere: “In het begin is het eigenlijk een grote stage. Je hebt een coach en die leert je varen en de kneepjes van het vak. Na een jaar moet je dan een test doen en daarna mag je los.” Veiligheid is een belangrijk onderwerp in het eerste jaar en wordt onderwezen in de basic safety training. Daarvoor gaan ze bijvoorbeeld naar DHTC in Den Helder en Nutec in Rotterdam. Ze leren daar onder andere wat te doen bij onderkoeling en krijgen blustechnieken aangeleerd. Maar de training gaat er vooral om dat de studenten zich bewust worden van noodzaak van veiligheid. Na de vaartraining voor snelle motorboten hebben de studenten een certifi­ caat waarmee ze op de speedboten van de Waterpolitie mogen varen. In het eerste jaar halen de studenten ook het marifoonbedieningscertificaat, het wettelijk verplichte certificaat om een marifoon te mogen bedienen. Op een schip met marifoon moet altijd iemand aanwezig zijn die dit certificaat heeft.

Tweede jaar

Het tweede studiejaar bestaat uit zes praktijkbegeleidingsblokken. De studenten verdiepen zich in de wetgeving waarop ze de schippers controleren: de binnenschepenwet, de vaartijdenwet, vervoer gevaarlijke stoffen, milieu, visserij, (zee)schepenwet en controle methodiek. In die blokken leren de studenten ook alles over de technische

De Nederlands politie bestaat uit 25 regionale politiekorpsen en het Korps landelijke politiediensten (KLPD). De KLPD is een landelijke organisatie en richt zich vooral op drie thema’s: internationale informatie & intelligence, georganiseerde criminaliteit en terrorisme en verkeersstromen. Dankzij dat laatste thema heeft de KLPD drie gespecialiseerde diensten op het gebied van vervoer: verkeerspolitie, spoorpolitie en Waterpolitie.

inrichting van schepen. Nadat de theorie behandeld is, gaan ze in kleine groepjes met begeleiders een aantal dagen de ­praktijk in. Ze gaan kijken op ­binnenvaartschepen voor zand, voor containers, tankers, maar ook ­bijvoorbeeld ­sleepboten. Net zolang tot ze werkelijk vrijwel alle mogelijke schepen van binnen hebben gezien die ze in de ­dagelijkse praktijk tegen kunnen komen. Wat ze leren is ‘de APK van schepen’. De technische uitrusting van schepen, welke papieren schippers moeten hebben en de valkuilen van ieder type schip.

Derde jaar

De praktijkbegeleiding en de lessen rond de wetgeving worden vervolgd in het derde jaar en tegen het einde van dat jaar begint de opleiding voor het groot vaarbewijs.

Vierde jaar

In het laatste jaar wordt het groot vaarbewijs gehaald en volgen de studenten de radarcursus en een cursus snelle radarvaart. De radaropleiding volgen de politiestudenten samen met schippers uit de binnenvaart. De twee groepen studenten volgen exact dezelfde cursus en bovendien is het voor de aankomende politiemensen leuk en leerzaam om alvast een aantal schippers te leren kennen. Natuurlijk is samen studeren ook heel goed voor het wederzijds begrip. Het Scheepvaarttransportcollege in Rotterdam geeft een aanvullende cursus varen met snelle schepen. De studenten trainen op een simulator om zo snel en zo veilig mogelijk van A naar B te varen. Deze training is vooral goed omdat de politie zich dan beter kan inleven in bijvoorbeeld de snelle veerboten die tegenwoordig rond Rotterdam en Amsterdam varen.

Groot vaarbewijs

De doop van de P94 in Nijmegen op 6 maart 2008. De P94 is een van tien hypermoderne nieuwe schepen van de Waterpolitie.

24

Incident 4-2008

De vier jaar vaartijd die nodig is voor het groot vaar­ bewijs bouwen de agenten op tijdens hun opleiding bij de Waterpolitie. Het groot vaarbewijs hebben de politie­ agenten in principe niet nodig om te varen met de meeste politievaartuigen omdat die daarvoor niet groot genoeg zijn. Wel hebben ze het nodig om zich goed in te kunnen leven in de situatie van de schipper en vooral ook omdat in de scheepvaartverkeerswet staat dat om aan een schipper een verkeersaanwijzing te geven, de agent hetzelfde vaarbewijs moet hebben als de schipper. Een proces verbaal mag iedereen die bij de Waterpolitie werkt uitschrijven: ze hebben de politieopleiding al afgerond en zijn dus bevoegd ambtenaar van de politie. Een verkeersaanwijzing mogen alleen degenen met het groot vaarbewijs en het vaarbekwaam­heidsbewijs politie geven. Een verkeers­ aanwijzing moet er voor zorgen dat een schipper iets gaat doen. De politie kan hem zeggen dat hij ergens anders moet gaan liggen, moet stoppen of een andere route moet varen vanwege een ongeval.


Studenten van de politie aan het werk voor hun groot vaarbewijs op de Prinses Maxima, het opleidingsschip van het Scheepvaartcollege in IJmuiden.

Specialiseren

Bij de Waterpolitie werken betekent dat je nooit bent uitgeleerd. Is de Waterpolitie zelf al een specialisatie binnen de politie, daarbinnen zijn nog verdere specialisaties. Er zijn agenten die zich richten op milieu, gevaarlijke stoffen, ongevallen of recherche. Paul Broere: “Ik ben nu klaar met de opleiding Waterpolitie, maar ik ben al bezig door te leren over milieu. Ik verdiep me nu in EVOA, dat gaat over de import en export van gevaarlijke stoffen en bijvoorbeeld over zwaar vervuilde grond. Vervuilde grond kun je niet zomaar laden, dat stelt weer extra zware eisen aan het schip en aan de bemanning.” Werken bij de Waterpolitie betekent ook constante bij­scholing. De wetgeving verandert regelmatig en die moet iedereen toch weer leren. In 2009 bijvoorbeeld vervalt het ADNR en wordt vervangen door het ADN. Dan gaan een aantal politiemensen zich in zo’n wetswijziging verdiepen en zij brengen tijdens cursussen hun kennis weer over op alle collega’s. Op die manier is maar liefst 36 man Waterpolitie betrokken bij opleiding en instructie.

KLPD Waterpolitie

In het begin van de jaren negentig beschikte de Waterpolitie over maar liefst zeshonderd man. Deze sterkte ging door nieuw politiebeleid naar beneden. Daarom is jarenlang de natuurlijke uitstroom nauwelijks aangevuld. De Waterpolitie leidde van 1993 tot 2004 zelf geen mensen op de politieschool op. Incidenteel werden vacatures vervuld door politiemensen uit de eigen regiokorpsen. Nu werken er 350 mensen bij de Waterpolitie, waarvan er circa 280 varen. Sinds 2003 volgen jonge mensen weer de politie­opleiding en gaan daarna naar de dienst waar ze voor gekozen hebben: verkeer, spoor of water. De basis­opleiding voor de politie is voor iedereen hetzelfde, of ze nu in Amsterdam gaan werken of op het platteland, bij het spoor of op het water. Incident 4-2008

Daniëlle Kaashoek, personeel en management adviseur van de Waterpolitie, is een van de mensen die zich bezig houden met het werven van nieuw personeel. “Bij de Waterpolitie hebben we eigenlijk twee soorten instroomgroepen. Aan de ene kant mensen die vanaf het begin al weten dat ze bij de Waterpolitie willen. Maar er zijn ook zij-instromers: politiemensen die al jaren werken en alsnog besluiten zich te specialiseren in Waterpolitie. Onze Dienst willen die mensen graag hebben, want dat scheelt een hoop in opleidingstijd. Ze hebben de basisopleiding tot agent of hoofdagent al.” De Waterpolitie heeft de laatste tijd moeite om voldoende mensen te vinden voor de opleiding. Het imago van de Waterpolitie kan binnen de politie wel wat beter. Agenten die op straat werken hebben meer met actie te maken en hebben het idee dat het bij de Waterpolitie maar saai is. Bovendien hebben de mensen van de Waterpolitie een wat hogere gemiddelde leeftijd omdat er de laatste jaren weinig instroom is geweest. Het risico bestaat dan ook dat de Waterpolitie de studenten tijdens de eerste drie jaar, de normale politieopleiding, kwijt raakt aan de ­diensten Verkeer of Spoor. Daarom houdt het hoofdkantoor al tijdens de basisopleiding contact. Er zijn contactdagen en we nemen ze mee tijdens de diensten zodat ze zich al thuis beginnen te voelen bij de Waterpolitie. Daniëlle: “De zij-instromers, de politiemensen die van andere korpsen komen, werven we zelf. Daar zijn we vijf jaar geleden mee begonnen. De eerste jaren waren er voldoende mensen die wilden overstappen, maar inmiddels is die vijver een beetje leeg. Nu bestaat de instroom vooral uit mensen die helemaal aan het begin moeten beginnen. Die werving gebeurt voor alle KLPD diensten door de centrale afdeling ‘werving en selectie’. Als mensen aan het begin van hun opleiding aangeven dat ze bij ons willen komen, houden we gelijk vanaf de eerste dag contact met ze.”

25


Op 3 maart van dit jaar werd het nieuwe oefencentrum Bocas nabij Schiphol geopend. Het biedt behalve diverse stadsscenario’s ook veel andere mogelijkheden voor oefenen van brandbestrijding. Maar uniek is de combinatie met wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe blusmethoden en materialen.

Nieuw opleidingscentrum combineert oefening en wetenschap Door Rob Jastrzebski

D

e opening van het Brandweer Opleidingscentrum Amsterdam-Amstelland Schiphol (BOCAS) op 3 maart, markeert de start van een nieuw tijdperk voor de hulpverleningssector. De inrichting van een ‘fieldlab’ van TNO in het nieuwe trainingscentrum, stelt wetenschappers en hulpverleners in staat om in een gecontroleerde praktijk­ omgeving intensiever samen te werken aan het ontwikkelen van nieuwe producten en technieken voor hulpverlening en brandbestrijding. Minister Ter Horst van BZK stelde het nieuwe centrum in gebruik door met behulp van een afstandbediening een oefenbrandhaard te ontsteken. Het BOCAS opent ook de deur naar een nieuw tijdperk voor Brandweer Amsterdam-Amstelland zelf, wat De storm van 1 maart gooide bijna roet in het eten, omdat de reeds opgebouwde tent voor de ontvangst van de genodigden werd weggeblazen. In allerijl werd een nieuwe tent gebouwd.

26

Incident 4-2008

betreft opleidings- en oefenfaciliteiten. De voormalige ­‘zuidergasfabriek’, die decennialang diende als dé plek voor realistische brandweertrainingen in Amsterdam en omstreken, heeft zijn langste tijd gehad. Het oefencentrum op die lokatie was lokaal en landelijk bij menig brandwacht en instructeur berucht vanwege de intense hitte die de houtgestookte vuurhaarden teweegbrachten. Het BOCAS is een gasgestookt high-tech oefencentrum, dat een verantwoorde en geconditioneerde trainingsomgeving biedt, met ingebouwde veiligheidswaarborgen voor de cursisten en oefendeelnemers.

Voor stad en land

Het BOCAS is een samenwerkingsinitiatief van Brandweer Amsterdam-Amstelland, Amsterdam Airport Schiphol en TNO. Het nieuwe centrum is gebouwd op een terrein grenzend aan de reeds bestaande oefenlocatie van de luchthaven Schiphol, gericht op training in vliegtuigbrandbestrijding. Door de uitbreiding is een centrum ontstaan waar behalve het specialisme vliegtuigbrandbestrijding ook tal van scenario’s in het kader van de basisbrandweerzorg kunnen worden beoefend. De gemeente Amsterdam was enkele jaren geleden initiatief­nemer en opdrachtgever voor het project, toen duidelijk werd dat de eerdergenoemde oefen- en opleidingslocatie op het terrein van de zuidergasfabriek sterk verouderd was en niet meer aan de hedendaagse eisen van veilig, verantwoord en milieuvriendelijk oefenen voldeed. Terwijl de realisatie van het BOCAS in volle gang was, voltrokken zich nogal wat bestuurlijke en organisatorische veranderingen in de brandweerzorg en rampenbestrijding. Brandweer Amsterdam werd op 1 januari dit jaar met de korpsen van Amstelveen, Aalsmeer, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn samengevoegd tot één geregionaliseerd

Foto’s Rob Jastrzebski

BOCAS niet alleen voor training, maar ook voor onderzoek


De klimtoren moet vanwege de ligging naast Schiphol ‘laag’ worden gehouden.

Gasgestookte en dus ‘schone’ brandhaarden.

korps: Brandweer Amsterdam-Amstelland. Schiphol en de gemeente Haarlemmermeer, waarin de luchthaven èn het nieuwe opleidings- en oefencentrum liggen, zijn sindsdien geografisch gezien deel van buurregio Kennemerland. Hoewel het centrum dus in eerste instantie is gebouwd om in de eigen opleidings- en oefenbehoefte van het Amsterdamse korps te voorzien, moet de inmiddels gereorganiseerde brandweerorganisatie nu over de regiogrens heen. Dat doet niets af aan het grote belang dat het BOCAS heeft voor Brandweer Amsterdam-Amstelland. Het korps heeft de beschikking over een modern high-tech ­opleidingsen oefencentrum dichtbij huis. Maar de meerwaarde geldt niet alleen voor het korps Amsterdam-Amstelland. Regionaal commandant Carolien van der Wiel en Marc Treling, hoofd van BOCAS, onderstreepten tijdens de drukbezochte openingsceremonie op 3 maart dat het centrum zijn ­diensten beschikbaar stelt aan brandweerkorpsen en overige hulpdiensten in heel Nederland.

met ladders en valbeveiliging. Aan de bouw van de toren werden door de naastgelegen luchthaven Schiphol wel strenge eisen verbonden. Omdat het centrum dichtbij de start- en landingsbanen ligt, mocht dit bouwwerk niet hoger zijn dan 15 meter. Het paradepaardje van BOCAS is het multifunctionele oefengebouw. Multifunctioneel, omdat tal van brandbestrijdings- en reddingssituaties kunnen worden ­gesimuleerd in verschillende gebouwtypen die door slimme constructies in één gebouw zijn verenigd: woongebouwen, industrie- en kantoorgebouwen. Marc Treling, hoofd van het BOCAS, legt uit wat het oefengebouw ècht bijzonder maakt. “Om te beginnen de inrichting. Het is voor brandweerlieden heel belangrijk dat zij worden opgeleid en getraind in situaties en risico’s die zij in hun dagelijkse praktijk kunnen tegenkomen en die kenmerkend zijn voor hun verzorgingsgebied. Wat dat betreft had brandweer Amsterdam een probleem, want de typische bouwwijze van de Amsterdamse binnenstad; smalle en hoge grachtenpanden met hele smalle gangetjes en smalle steile wenteltrappen, kon in geen enkel ander ­oefencentrum in het land worden nagebootst.

>

Marc Treling, hoofd van BOCAS.

Binnenstadscenario’s

Een overzicht van de faciliteiten die BOCAS biedt. Naast een gebouw met leslokalen bevinden zich op het terrein een multifunctioneel oefengebouw, een oefenbassin annex bluswateropvang, een klimtoren en een ‘puinveld’. Met deze elementen kunnen in principe alle taken behorend tot de basisbrandweerzorg en tal van specialistische taken worden beoefend. Van binnenbrandbestrijding tot technische hulpverlening bij ongevallen en auto of persoon te water tot het bevrijden van mensen die onder puin liggen. De klimtoren, gebouwd van staal en voorzien van diverse bordessen, balkons en trappen, biedt tal van mogelijkheden voor het beoefenen van taken rond het werken op hoogte, Incident 4-2008

27


Het BOCAS is een gasgestookt high-tech oefencentrum, dat een verantwoorde en geconditioneerde trainingsomgeving biedt. Daarom hebben we de bouw en inrichting van dit oefengebouw heel gedetailleerd op die lokale trainingsbehoefte ­afgestemd.” Het oefengebouw lijkt van buiten niet overdreven groot, maar door een slimme indeling en combinaties van ruimten en situaties, kunnen negen standaardbrandscenario’s in ruim 50 verschillende varianten worden gesimuleerd. Zoals een binnenbrand in een grachtenpand, rijtjeshuis, portiekwoning of galerijflat, winkelpand, opslagruimte, fabriekshal, kelder, parkeergarage of zolder. Branden in één ruimte of meerdere ruimten, naar wens opschaalbaar met doorslag in horizontale of verticale richting. Het oefengebouw wordt volledig gasgestookt, waardoor de milieubelasting minimaal is. Bovendien heeft de instructeur via een afstandbediening en een noodknop volledige controle over het brandscenario en kan in noodgevallen met één druk op de knop de brandhaard worden ‘uitgeschakeld’ en het pand binnen een minuut rook- en hittevrij worden gemaakt. De veiligheid van gebruikers van het complex is hierdoor optimaal gewaarborgd.

Wetenschap voor veiligheid

Volgens de Amsterdamse initiatiefnemers van het BOCAS is het nieuwe centrum een unicum in de wereld. Niet zozeer door de faciliteiten voor realistisch oefenen die worden geboden, maar vanwege een andere bijzonderheid; de combinatie van wetenschappelijk onderzoek en de hulpverleningspraktijk. Die combinatie komt tot uiting in een zogenaamd ‘fieldlab’, dat onderzoeksinstituut TNO op het terrein heeft gevestigd. Brandweer en wetenschap komen via dit praktijklaboratorium dichter bij elkaar en kunnen Onder grote belangstelling van genodigden steekt minister Guusje ter Horst met behulp van de afstandbediening het oefengebouw ‘in brand’...

28

Incident 4-2008

En een ploeg Amsterdamse spuit­gasten maakt het vuur weer uit...

samen praktijkgericht onderzoek doen op het gebied van innovatie en veiligheid in de hulpverlening. Peter Werkhoven, directeur Kennis van TNO Defensie en Veiligheid ziet grote kansen voor deze unieke combinatie. Een van de eerste speerpunten waarop het fieldlab zich richt is de ontwikkeling van een nieuw uitrukpak voor de brandweer, dat door middel van ingebouwde sensoren de fysieke belasting van brandweerlieden tijdens een binnenaanval in een brandend pand bewaakt. Een prototype van zo’n pak bestaat al en wordt al in laboratoriumcondities getest. In het BOCAS kan uitgebreider veldonderzoek in een realistische praktijkomgeving worden gedaan. Een tweede thema waar TNO aan werkt is een systeem dat dwars door stenen of betonnen muren heen vuurhaarden en levenssignalen kan opsporen. Het zijn twee voorbeelden van innovatieve producten die kunnen helpen het werk van hulpverleners veiliger te maken en effectiever te werken in moeilijke en gevaarlijke inzetsituaties. Werkhoven voorziet een krachtige samenwerking van de wetenschappelijke onderzoekswereld en hulpverleners met het BOCAS als gemeenschappelijk praktijkplatform. Peter werkhoven: “In het verleden zaten wetenschappers achter een bureau in een onderzoekslaboratorium dat ver af staat van de praktijksituaties waarin hulpverleners hun werk doen. Door deze unieke samenwerkingsconstructie hebben we die twee werelden meer met elkaar verweven. In dit nieuwe oefen- en opleidingscentrum kunnen wetenschappers en brandweerlieden aan de lunchtafel met elkaar in gesprek raken, waardoor zij meer begrip en inzicht in elkaars werkterrein krijgen.”


Kort Nieuws strip NIFV organiseert Eerste Nationale Congres Fire Safety Engineering Op 4 en 5 juni organiseert het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV) het Eerste Nationale Congres Fire Safety Engineering. Hoofdthema’s van dit unieke congres zijn Zelfredzaamheid en Simulatie. Het doel van het congres is het uitwisselen van (wetenschappelijke) kennis en informatie over het veilig vluchten bij brand en de toepassing van simulatiemodellen op

het gebied van brandveiligheid. Het thema Zelfredzaamheid staat op 4 juni uitgebreid op de agenda; het thema Simulatie komt op 5 juni aan de orde. Op de tweede dag organiseert het NIFV bovendien workshops en masterclasses rondom beide thema’s. Prominente sprekers uit binnen- en buitenland nemen deel aan het programma. Het congres is bedoeld voor zowel weten-

3.200 / 7.500 lumen brandduur 7 / 3 uur oplaadbaar

G

in hoogte verstelbaar (tot 2.20m)

D

MAXI 9000

Uitgekiend en betaalbaar! Steek uw licht op over de technische prestaties op www.safety-lux.nl

Safety-Lux Nederland B.V. - Nijverheidswerf 37 - NL-1402 BV Bussum Tel.: +31-(0)35 - 69 14 476 - E-mail: info@safety-lux.nl - Internet: www.safety-lux.nl

Incident 4-2008

schappers als mensen uit de praktijk: preventiedeskundigen van brandweer, veiligheidsregio’s en woningcorporaties, gemeentelijke functionarissen Bouw- en Woningtoezicht, brandveiligheidsadviseurs, architecten, bedrijfshulpverleners, onderzoekers, beleidsmakers en andere geïnteresseerden in brandveiligheid. Meer informatie en aanmelding: www.nifv.nl

Drie kwart Nederlanders weet niet te vluchten Onderzoek van de Brandwonden Stichting toont aan dat ruim 75% van de Nederlanders géén vluchtplan heeft. Door verkeerd of te laat vluchten bij een woningbrand, overlijden jaarlijks tientallen mensen. De laatste jaren is het aantal dodelijke slachtoffers ten gevolge van woningbranden flink gestegen (25 naar 43 doden). De Brandwonden Stichting start daarom de campagne ‘Maak een vluchtplan zolang het nog kan’. Rookmelders en een goed vluchtplan zorgen ervoor dat iedereen snel en veilig een brandend pand kan verlaten. Na effectieve campagnes is het aantal huishoudens met rookmelders gestegen tot meer dan 60%. Dit staat in schril contrast met de slechts 25% van de Nederlandse huishoudens dat een vluchtplan heeft. Rob Baardse, hoofd Preventie van de Brandwonden Stichting vindt de vluchtwegcampagne een logische stap: “Brand ontstaat vaak ‘s nachts. Stap één is dat mensen dan worden gewekt door een rookmelder. Stap twee is uiteraard ‘vluchten’. Je bent slaapdronken, de rookmelder piept akelig en je huis staat vol rook...Dan is het van levensbelang dat je weet wat je moet doen. Je moet er bijvoorbeeld niet aan denken dat je als ouder hoestend buiten komt en je dan pas realiseert dat de kinderen nog binnen zijn...” Een vluchtplan is een verzameling afspraken over het ‘vluchten bij brand’. Centrale vragen daarbij zijn ‘wat zijn de snelste en veiligste vluchtroutes?’, ‘Wie is er verantwoordelijk voor de kinderen en de huisdieren?’ en ‘Waar liggen altijd de huissleutels?’. Deze afspraken tussen huisgenoten zijn binnen 10 minuten te maken. De Brandwonden Stichting biedt hier een online checklist voor aan, die een printbaar vluchtplan oplevert. Elk jaar kost het dan opnieuw 10 minuten om het vluchtplan te oefenen. De vluchtwegcampagne bestaat uit een televisiecommercial, ABRI-posters, een online-module waarmee je zelf een vluchtweg kunt opstellen en een folder met uitgebreide informatie. De meerjarencampagne is op 2 april gestart.

29


"%7*&4 7&3,001 7&3)663 4&37*$&

Nieuwe virtuele oefenruimte in gebruik genomen Op woensdag 26 maart werd de nieuwe virtuele oefenruimte van het NIFV officieel in gebruik genomen. De deelnemers aan de kennismakings­middag NIFV-ADMS waren de eersten die een kijkje konden nemen in de oefenruimte die is voorzien van de nieuwste snufjes op technisch gebied, waar­ onder alle moderne audiovisuele apparatuur, plasma-, plot- en projectieschermen, beamers en laptops. Behalve voor oefeningen met het virtueel oefensysteem NIFVADMS is de nieuwe ruimte ook geschikt voor diverse andere doeleinden. Zo kunnen er trainingen met de Interactive Disaster Management (IDM) Trainer of met GasMal, een simulatieprogramma voor chemische incidenten, worden gehouden. Verder leent de ruimte zich voor oefeningen van bijvoorbeeld een COPI, Operationeel Team of Beleidsteam. Ook de studenten van onze leergangen Brandweermanagement kunnen gebruikmaken van de nieuwe ruimte. Daarnaast is het houden van een Group Decision Room mogelijk.

.PCJFMF XFSLQMFLLFO t /BVXLFVSJH (14 t 1SPGFTTJPOFMF 1%" T t 3PCVVTUF 5BCMFU 1$ T

t )BOEIFME DPNQVUFST t (14 IFSTUSBMFST WPPS CJOOFO

t %BUB JOXJOOJOH FO OBWJHBUJF

#&- XXX HFPNFUJVT OM

Meer informatie: www.nifv.nl

Nieuwe catalogus Rebo Rebo Beletteringssystemen heeft een nieuwe catalogus uitgebracht op het gebied van veiligheidssignalisatie, weg­signalisatie en afbakening, noodverlichting en voertuigsignalisatie. Door de toenemende arboregelgeving en de bijbehorende strengere controles is er een duidelijke groei in de vraag naar pictogrammen, keuringslabels en op maat geproduceerde signalisatie. Met de PIKT-O-NORM Veiligheidsgids heeft u een compleet overzicht van wat er op ­signalisatie gebied door Rebo geleverd kan worden, belooft de leverancier.

Intersafe Groeneveld B.V. is toonaangevend marktleider op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen.

>>Ă€Â˜>>ĂƒĂŒĂŠÂœÂ˜`iĂ€ĂƒĂŒiĂ•Â˜iÂ˜ĂŠĂœiĂŠÂœÂ˜âiĂŠÂŽÂ?>Â˜ĂŒiÂ˜ĂŠLˆÂ?ĂŠÂ…Ă•Â˜ĂŠ>Ă€LÂœLiÂ?iˆ`ĂŠ ­, E ]ĂŠ ÂœÂ˜ĂƒĂ•Â?ĂŒ>˜VÞÊiÂ˜ĂŠ"ÂŤÂ?iˆ`ˆ˜}i˜Ž°ĂŠ

In verband met groeiambitie zijn wij op zoek naar een:

Technisch Service Medewerker m/v (fulltime)

30

De afdeling De afdeling Rental & Services en Intersafe Mobile Safety Services verhuren diverse beschermingsmiddelen. Het verhuurpakket bestaat uit o.a.: UĂŠ `i“LiĂƒVÂ…iĂ€Â“ÂˆÂ˜}ĂƒÂ“Âˆ``iÂ?i˜ UĂŠ6>Â?LiĂ›iˆÂ?ˆ}ˆ˜}ĂƒÂ“Âˆ``iÂ?i˜ UĂŠ >Ăƒ`iĂŒiVĂŒÂˆiĂŠ>ÂŤÂŤ>Ă€>ĂŒĂ•Ă•Ă€ UĂŠ Â?Ă•ĂƒÂ‡ĂŠiÂ˜ĂŠ "ĂŠÂ“Âˆ``iÂ?i˜ UĂŠ Â…i“ˆiĂŠÂŽÂ?i`ˆ˜} UĂŠ œœ``ÂœĂ•VÂ…iĂƒ

Wij vragen: UĂŠ,iÂ?iĂ›>Â˜ĂŒiĂŠ "ĂŠÂœÂŤÂ?iˆ`ˆ˜}Æ UĂŠ,ˆÂ?LiĂœÂˆÂ?ĂƒĂŠ ĂŠ­LˆÂ?ĂŠ`iâiĂŠvĂ•Â˜VĂŒÂˆiĂŠÂ…ÂœÂœĂ€ĂŒĂŠiiÂ˜ĂŠLi`Ă€ÂˆÂ?vĂƒ>Ă•ĂŒÂœÂŽĂ† UĂŠĂŠ iÂ˜Â˜ÂˆĂƒĂŠiÂ˜ĂŠiÀÛ>Ă€ÂˆÂ˜}ʓiĂŒĂŠ>`i“LiĂƒVÂ…iĂ€Â“ÂˆÂ˜}ĂƒĂŠÂ“Âˆ``iÂ?iÂ˜Ă† UĂŠ ÀÛ>Ă€ÂˆÂ˜}ĂŠÂœÂŤĂŠiiÂ˜ĂŠĂ›>Â˜ĂŠ`iĂŠ>˜`iĂ€iĂŠ}iLˆi`iÂ˜ĂŠÂˆĂƒĂŠiiÂ˜ĂŠÂŤĂ€jÆ UĂŠĂŠ,iÂŤĂ€iĂƒiÂ˜ĂŒ>ĂŒÂˆiv]ĂŠvÂ?iĂ?ˆLiÂ?]ĂŠVÂœÂ“Â“Ă•Â˜ÂˆV>ĂŒÂˆiv]ĂŠÂˆÂ˜ÂˆĂŒÂˆ>ĂŒÂˆivĂ€ÂˆÂ?ÂŽĂŠiÂ˜ĂŠ âiÂ?vĂƒĂŒ>˜`ˆ}°

De functie Wordt uitgevoerd op de eigen servicelocatie en op locatie bij klanten in de industrie in Nederland. Het brede werkpakket bestaat uit: UĂŠĂŠ"˜`iĂ€Â…ÂœĂ•`ĂŠiÂ˜ĂŠÂŽiĂ•Ă€ÂˆÂ˜}ĂŠĂ›>Â˜ĂŠVÂœÂ“ÂŤÂ?iĂ?iĂŠ>`i“LiĂƒVÂ…iĂ€Â“ÂˆÂ˜}ĂƒÂ‡ middelen; UĂŠ iĂ•Ă€ÂˆÂ˜}ĂŠĂ›>Â˜ĂŠĂ›>Â?LiĂ›iˆÂ?ˆ}ˆ˜}ĂƒÂ“Âˆ``iÂ?iÂ˜ĂŠiÂ˜ĂŠÂ‡ĂƒĂžĂƒĂŒi“iÂ˜Ă† UĂŠ*iĂ€ÂˆÂœ`ˆiÂŽĂŠÂœÂ˜`iĂ€Â…ÂœĂ•`ĂŠiÂ˜ĂŠÂŽ>Â?ˆLĂ€>ĂŒÂˆiĂŠĂ›>Â˜ĂŠ}>Ăƒ`iĂŒiVĂŒÂˆiĂŠ>ÂŤÂŤ>Ă€>ĂŒĂ•Ă•Ă€Ă† UĂŠ ÂœÂ&#x;Ă€`ˆ˜>ĂŒÂˆiĂŠiÂ˜ĂŠĂ€i}ÂˆĂƒĂŒĂ€>ĂŒÂˆiĂŠĂ›>Â˜ĂŠ`iĂŠĂ›iÀ…ÕÕÀÆ UĂŠĂŠ ˜Vˆ`iÂ˜ĂŒiiÂ?ĂŠÂŽ>Â˜ĂŠÂ…iĂŒĂŠĂ•ÂˆĂŒĂ›ÂœiĂ€iÂ˜ĂŠĂ›>Â˜ĂŠÂ“iĂŒÂˆÂ˜}iÂ˜ĂŠÂˆÂ˜ĂŠÂŤĂ€Âœ`Ă•VĂŒÂˆi‡]ĂŠ kantooromgevingen en de industrie deel van het werk uitmaken. Dit betekent onder meer het nemen van chemische en/of “ˆVĂ€ÂœLˆœÂ?Âœ}ÂˆĂƒVÂ…iĂŠÂ?Ă•VÂ…ĂŒÂ‡ĂŠiÂ˜ĂŠĂœ>ĂŒiĂ€Â“ÂœÂ˜ĂƒĂŒiĂ€Ăƒ°

Solliciteren iÂ˜ĂŠÂ?iĂŠĂŒÂœiĂŠ>>Â˜ĂŠiiÂ˜ĂŠÂ˜ÂˆiĂ•ĂœiĂŠĂ•ÂˆĂŒ`>}ˆ˜}œÊ >ˆÂ?ĂŠ`>Â˜ĂŠiiÂ˜ĂŠLĂ€ÂˆivʓiĂŒĂŠ 6ĂŠ >>Â˜ĂŠÂ“iĂ›Ă€ÂœĂ•ĂœĂŠ °7°ĂŠ*iÂ?ĂŠ­*E"ÂŽ]ĂŠi‡“>ˆÂ?\ĂŠi°iÂ?JÂˆÂ˜ĂŒiĂ€Ăƒ>vi‡…œÂ?`ˆ˜}°Â˜Â?°

Incident 4-2008

6ÂœÂœĂ€ĂŠÂ“iiĂ€ĂŠÂˆÂ˜vÂœĂ€Â“>ĂŒÂˆiĂŠÂœĂ›iÀÊ`iâiĂŠvĂ•Â˜VĂŒÂˆiĂŠâˆiĂŠÂœÂœÂŽĂŠÂœÂ˜âiĂŠĂœiLĂƒÂˆĂŒi\ĂŠ ĂœĂœĂœ°ÂˆÂ˜ĂŒiĂ€Ăƒ>vi‡}Ă€Âœi˜iĂ›iÂ?`°Â˜Â?°ĂŠ


Abonneer nu en ontvang Incident tot eind 2008 voor slechts € 20,00*! Naast deze korting krijgt u een exclusieve leren GSM- tas met

Ambulance- of Brandweerlogo (t.w.v. e 29,95)

gratis!

* CC-abonnement

Incident wordt in Nederland en België verspreid in controlled circulation; een engelse term voor het in besloten kring verspreiden. Dat betekent in dit geval dat Incident tegen lage verzend- en administratiekosten verkrijgbaar is voor uitsluitend particulieren werkzaam in de hulpverlening, bij hulpverlenende organisaties (waaronder ook bijvoorbeeld adviesbureaus, opleidingsinstituten), in de toeleverende industrie of aanverwante ­bedrijven.

Bedrijfsabonnement

Wilt u Incident ontvangen op het adres en/of op rekening van uw organisatie, kazerne, bureau of gemeente in Nederland of België? Dat kan na het afsluiten van een bedrijfs­ abonnement. Dit kost e 72,40 inclusief BTW per jaar en u ontvangt hiervoor een factuur. Het aanvraagformulier vindt u op ­ www.vakbladincident.nl.

Groepsabonnement (v.a. 10 personen)

Voor hulpverleningsorganisaties uit Nederland en België is het mogelijk tegen een aantrekkelijk tarief een groepsabonnement af te sluiten. Hiervoor kunt u contact opnemen met de abonnementenadministratie. Telefoon: +31 (0)184 – 750 810.


Abonneer nu en ontvang Incident tot eind 2008 voor € 20,00 en ontvang een leren GSM-tas met ambulance- of brandweerlogo gratis CC Aanvraagformulier

Let op! Leest u svp onderstaande instructies aandachtig door alvorens het formulier in te vullen: Invul instructies • Vul het formulier volledig in en gebruik blokletters of schrijf duidelijk leesbaar • Persoonsgegevens met een * dient u verplicht in te vullen • Vergeet het formulier alstublieft niet te ondertekenen • Het volledig ingevulde formulier dient u te retourneren naar: Vakblad Incident, t.a.v. lezersregistratie, Postbus 221, 3360 AE Sliedrecht, Fax: +31 (0)184 – 750 811

JA!

Voorwaarden • Voor ontvangst van vakblad Incident op uw privé-adres betaalt u als ­individuele hulpverlener alleen de per kalenderjaar vastgestelde admini­stratie­kosten. • Voor het jaar 2008, geldend vanaf april 2008, zijn de administratiekosten vastgesteld op � 20,00 incl. portikosten voor Nederland en BTW. Bij deze actie ontvangt u gratis een GSMtas met logo t.w.v. � 29,95. • Met het afgeven van een door­lopende machtiging geeft u ons toestemming om per kalenderjaar de vastgestelde administratiekosten van uw privé bank- of girorekening af te schrijven.

• Afgegeven machtigingen zijn door­lopend en worden éénmalig in januari van enig kalen-

derjaar geïncasseerd. • Het opzeggen van een afgegeven machtiging dient vóór 1 november van enig kalenderjaar schriftelijk aan ons te geschieden. • Na ontvangst van uw schriftelijke opzeg­ging voor 1 november van enig kalenderjaar wordt met ingang van 1 januari van het volgende kalenderjaar de automatische incasso gestopt en vindt geen toezending van vakblad Incident meer plaats. • Verzendkosten voor België bedragen  25,00 voor een heel jaar.

• Bij tussentijdse opzegging vindt geen restitutie plaats van betaalde ­administratiekosten. • Toezending van het vakblad Incident vindt alleen plaats naar het privé-adres van de ontvanger (=geadresseerde), incasso uitsluitend via de privé-rekening van de ontvanger. • BELANGRIJK: helaas kunnen wij uw aanvraag niet honoreren als: 1. de gegevens niet compleet zijn 2. de handtekening ontbreekt 3. u niet tot onze doelgroep behoort 4. u geen privé bank- of gironummer invult en wij dus geen automatische incasso kunnen uitvoeren.

Ik wil graag vanaf nu Incident ontvangen! Tot december 2008 betaal ik slechts � 20,00 (incl. portikosten voor Nederland en BTW). Ik geef toestemming aan Incident b.v. om tot wederopzegging d.m.v. automatische incasso de per kalenderjaar verschuldigde ­administratiekosten van mijn privé-rekening te mogen afschrijven. Bij deze actie ontvang ik een leren GSM-tas met logo. brandweer-uitvoering    ambulance-uitvoering    alleen met Incident logo      Kruis aan: Merk Telefoon: Type aanduiding: I.v.m. de handmatige productievan deze GSM- tas kan de levertijd bij afwijkende telefoontypen of minder gangbare typen/merken minimaal 3 weken bedragen, na ontvangst van uw formulier.

Persoonsgegevens Dhr. *

Mevr.*

Hoogst genoten opleiding:

Voorletters*:

Universitair

Achternaam*:

HBO

MBO

LBO

Middelbaar

Privé adres (tevens toezend adres) Straatnaam*:

Huisnummer*:

Postcode*:

Woonplaats*:

Telefoon*:

E-mail:

Specifiek 1. Waar(in) bent u (vrijwillig) werkzaam?

code

(niet invullen a.u.b.)

2. Wat is uw functie/specialisatie?

code

(niet invullen a.u.b.)

3. Wat is uw rang? (indien van toepassing)

code

(niet invullen a.u.b.)

Betaling Voor Nederland Bank

Giro

Plaats (Post-)Bank:

Voor Nederland én België

Voor België (toeslag van  25,00 voor een heel jaar i.v.m. extra portikosten) Abonnees uit België ontvangen na aanmelding een factuur, omdat incasso op een Belgische bankrekening voor ons niet mogelijk is. Toezending van de GSM tas vindt uitsluitend en pas plaats nadat een betaling van de toegezonden factuur binnen 30 dagen door ons is ontvangen. Bij het niet binnen 30 dagen betalen (na factuurdatum) van de ontvangen factuur, vervalt het recht op deze aktie alsmede het recht op toezending van de gekozen GSM tas.

Privé rekening nummer: Naam rekeninghouder: Datum:

32

Handtekening:

Belangrijk: Dit controlled circulation abonnement kan uitsluitend op persoonlijke titel worden afgesloten en alleen worden betaald via een privé rekening van de abonnee. Toezending van Incident naar een organisatie, kazerne, bureau of gemeente enz. is uitsluitend mogelijk via een bedrijfsabonnement ( 72,40 incl. BTW, na toezending van een factuur). Voor de aanvraag van een bedrijfsabonnement kunt u contact opnemen met de abonnementenadministratie, tel. +31 (0)184 – 750 810 of info@vakbladincident.nl Indien u niet in aanmerking komt voor een cc abonnement ontvangt u hiervan schriftelijk bericht en vervalt automatisch uw machtiging. Uw gegevens worden vastgelegd in de database van Incident. Te allen tijde kunt u een overzicht opvragen van uw gegevens in onze database. Uw gegevens kunnen door Incident en haar adverteerders gebruikt worden voor promotionele activiteiten. Indien u hier bezwaar tegen heeft kunt u contact met ons opnemen.

Incident 4-2008


Pioner boten voor professionals. Oersterk en door-en-door betrouwbaar.

POWERED BY YAMAHA BUITENBOORDMOTOREN. PIONER 11 IS VOORZIEN VAN DCI CERTIFICERING NR EN 1914:1997

www.yamaha-marine.nl

Octopus gelanceerd met loeiende sirene Op maandag 31 maart werd Octopus, een landelijk systeem voor ambulancebijstand, gewondenspreiding en registratie, gelanceerd. Octopus wordt ingezet tijdens calamiteiten. Alle meldkamers in Nederland zijn vanaf 1 april 2008 aangesloten op dit systeem en operationeel. Tijdens deze bijeenkomst droeg Koos Kranenburg als vertegenwoordiger van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het systeem over aan Dick de Cloe, Voorzitter Bestuur GHOR Nederland. Bij calamiteiten moet ook in meldkamers van hulpdiensten onder grote tijdsdruk een veelheid aan activiteiten worden uitgevoerd. Octopus is een landelijk dekkend systeem voor ambulancebijstand, gewondenspreiding en –registratie en bespaart tijd. Octopus staat symbool voor het naar je toehalen van ambulances en deze vervolgens weer uitsturen naar de verschillende ziekenhuizen. Een passende naam voor een multifunctioneel en dynamisch systeem. Had een regio vroeger behoefte aan bijstand van extra ambulances, dan moesten de centralisten aangrenzende meldkamers ambulance­ zorg persoonlijk bellen met de vraag hoeveel capaciteit zij konden leveren. Per 1 april 2008 hoeft dit niet meer. Octopus kijkt dan hoeveel ambulances er op dat moment in heel Nederland beschikbaar zijn. Met een paar muisklikken kunnen regio’s gealarmeerd worden. Het systeem zoekt automatisch naar de dichtstbijzijnde ambulancepost, waar de hulpregio’s hun ambulances naar toe kunnen sturen. Naast het ambulancebijstandsprogramma bevat Octopus een module gewondenspreiding waarmee slachtoffers zo efficiënt mogelijk over de ziekenhuizen worden verspreid. Door gebruik te maken van een database weet de centralist heel snel hoeveel gewonden per uur naar welk ziekenhuis kunnen worden gestuurd. In de toekomst zal het dynamische systeem nog meer informatie aanbieden. Ook is

Incident 4-2008

Octopus uitermate geschikt voor de toevoeging van andere functionaliteiten zoals het verschaffen van informatie aan de ziekenhuizen of het slachtoffervervolgsysteem. Het heeft zelfs de potentie voor gebruik van dagelijkse zorg en niet alleen bij grotere calamiteiten. De bijeenkomst vond plaats bij de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) te ‘s-Hertogenbosch. Zeer dicht bij het werkveld gelegen en daarmee een ideale locatie voor deze overdracht. Koos Kranenburg overhandigde het systeem Octopus namens BZK met een ­symbolische handdruk aan Dick de Cloe, Voorzitter Bestuur GHOR Nederland. Dick de Cloe lanceerde het systeem met een druk op de knop oftewel het activeren van de sirene. Octopus is hiermee officieel in werking en in beheer van de GHOR. Aan het eind van de bijeenkomst kon men deelnemen aan een rondleiding in de meldkamer om live de werking van het systeem Octopus te bekijken.

33


Wilt u hier ook

VER

HUUR

-VERKOOP-ONDERHOUD ING (Ex)PORTOFOONS & TRUNK

uw bedrijfsgegevens plaatsen?

www.flash-services.com

Voor tarieven en reserveringen

Ascent Safety bv

kunt u contact opnemen met:

Siliciumweg 61A 1812 SW Amersfoort

Werken Op Hoogte Hoogteredding

De Brandweer-Winkel

T F E i

www.hollemanmachine.nl Paltrokstraat 35 1508 EJ Zaandam tel. 075-6123272 fax 075-6123272

+31 (0) 334480680 +31 (0) 334480490 jeroen@ascent.nl www.hoogwerk.nl

tel 023-5714745 e-mail m.groot@bureauvanvliet.com

waterkanonnen

De BrandweerWinkel

Holmatro Rescue Equipment

Van der Takstraat 70 3071 LM  Rotterdam T F E I

Mariëlle Groot

Postbus 33 4940 AA Raamsdonksveer

(010) 4863201 (010) 4233056 info@brandweerwinkel.nl www.brandweerwinkel.nl

T F E I

(0162) 589200 (0162) 422482 info@holmatro.com www.holmatro.com

P. v. Midd. Gelderland rood 15 6666 LS  HETEREN Leverancier van o.a. afzet­­­materiaal, handlampen, voertuiguitrusting, signa­lering, onderzoeksmateriaal

Mag-Lite Peli ATEX

Nijverheidswerf 37 1402 BV  Bussum Importeur van o.a.

Specialistisch wassen vraagt om de aandacht van een specialist.

T. 010-4379233 info@Lambert-co.com • www.Lambert-co.com

Rondven 4 Postbus 2674 NL-6026 ZH  Maarheeze ) +31 (0)495 - 59 22 90 2 +31 (0)495 - 59 10 14 info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl

Wisselwerking 52 1112 XR Diemen Tel: 020-5692911 Fax: 020-5692239 www.dewas.nl

(035) 6914476 (035) 6915474 info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl

Mierloseweg 30b 5666 KA Geldrop Signaleringsapparatuur

Mapping Solutions ®

Verkeersvideoregistratie Ademanalyse-apparatuur Handlampen

Eme Prevent & Rescue International

T F E I

(040) 2801837 (040) 2801838 info@tbta.nl www.tbta.nl

VanDoClean

Gespecialiseerd in de levering van: • ReFra © Deurcontroller (Ambulance, BHV, Brandweer, Politie) • Aed - & Zuurstofkoffers • Aed - & Zuurstoftraining • Aed Diefstalpreventie (RVS kast met codeslot) • Instructeursopleidingen (Aed, Bhv, Ehbo...Zuurstof)

Stevenshof 21 5109 TX  ’s Gravenmoer (NB) Voor brandwachten en beveiliging!

Uw (bedrijfs) veiligheid ! Onze Zorg ! Peelmanserf 10 5706 JZ Helmond Tel : +31 (0) 492 - 590 591 Fax : +31 (0) 84 - 7470 140 GSM : +31 (0) 6 - 5496 3793 E-mail: info@eme.nl

T F E I

TBTA bv

Electrolux Laundry Systems

Voor meer informatie kijkt u op www.eme.nl

(026) 4790111 (026) 4790112 politietechniek@pol.nl www.pol.nl

Safety-Lux Nederland bv

Lambert & Co. Safety Flashlights / Cases

De Heze 21, NL-4824 BW BREDA T: +31(0)76 888 65 18, F: +31(0)84 745 90 79 M: +31(0)655 33 42 14 E: info@ctasafety.nl I: www.ctasafety.nl

T F E I

Tel. 0297 - 230590 www.paraatveiligheidsdiensten.nl

T F E I

(0162) 370390 (0162) 370392 info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

Adverteerders index

34

advParaatVeiligheidsdiensten.indd 1

Acertys BV Adviesbureau Van Dijke Artesis Brandweertrainingen.nl Evenementenhal Hardenberg Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel Geometius B.V. GrafiMedics BV incidentonline.nl

Incident 4-2008

16 22 12 36 16 8 30 2 35

19-12-2007 08:57:07

Intersafe Groeneveld J. Hörmann B.V. Safety Equipment B.V. Safety Lux Nederland B.V. Storm Firefighting Support Tec Traffic Systems VanDoClean BV

Yamaha Motor Nederland

30 4 13 29 12 4 12 33


Website Incident is vernieuwd!

www

Online.nl GEZOCHT

Ben jij die (amateur) fotograaf of filmer die bij nacht en ontij op pad gaat om hulpverleningsacties vast te leggen en wil jij je beelden delen met IncidentOnline en zo een groot publiek bereiken? Eeuwige roem, naamsbekendheid en terugkerende kansen op een aanmoedigingsbonus vallen je ten deel.

IncidentOnline is niet alleen op zoek naar spectaculaire beelden. Ook foto’s en filmpjes en artikelen van symposia, (multidisciplinaire) oefeningen, sportevenementen en bedrijfsuitjes van hulpverleningsorganisaties zijn hier op hun plaats. Als ze maar te maken hebben met hulpverleningsdiensten in brede zin. Tips, evenementen, beurzen, goede doelen initiatieven, weblinks en reacties: ze zijn allemaal welkom op IncidentOnline, de interactieve lifesite van hulpverlenend Nederland. Ook dossiers, discussiestukken en achtergrondartikelen vinden een plaats op de site, vaak in combinatie met de inhoudelijke artikelen van Vakblad Incident. Ondernemers en organisaties binnen de hulpverlening kunnen ter kennismaking tot nader bericht productnieuws en vacatures gratis op de site laten plaatsen. Surf naar www.incidentonline.nl : kijk, lees en reageer!

IncidentOnline – de lifesite van hulpverlenend Nederland!


De trein staat niet stil... Nu ‘treinincidenten’ in Vlissingen en Wijster!

Zuidbroek

Wijster Markenbinnen

Baak

Tilburg

Vlissingen Boxmeer Weeze (D)

Op onze ‘stations’ Vlissingen en Wijster zijn twee passagierstreinen gearriveerd. Dit maakt het mogelijk om op deze locaties diverse soorten treinincidenten en treinbranden te oefenen. Dit kan zowel mono - als multidisciplinair. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.

Samen sterk... www.brandweertrainingen.nl Brandweertrainingen.nl Postbus 28 7220 AA Steenderen

T (0575) 438 590 F (0575) 438 599 E info@brandweertrainingen.nl

Graag informeren wij u over de oefenmogelijkheden voor uw organisatie. Wilt u meer weten? neem dan vrijblijvend contact op met ons secretariaat, telefoon: (0575) 438 590 of via e-mail: info@brandweertrainingen.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.