Welke invloed heeft de stad op sociale interactie?
Indra131788 Kooge
INLEIDING We beschouwen steden als de kern van de menselijke beschaving. Van Babylon tot aan New York, de steden waren het hart van onze maatschappij. Maar wat is een stad nu eigenlijk precies en wat voor invloed oefent deze uit op de mens op cultureel en sociaal vlak? Deze link wordt vaak niet besproken, want volgens de meeste mensen zit er nauwelijks geld in cultuur en het sociaal welzijn. Omdat ontwikkelaars en ontwerpers steden vaak zien als alleen iets fysieks en niet zo zeer iets sociaals. Maar de mens is een sociaal wezen en moet met elkaar kunnen leven om zo een goede maatschappij te kunnen vormen. Dit maakt het een boeiend onderwerp om te bestuderen. Men kan hier eindeloos op door blijven gaan, hebben vele sociologen hier over gefilosofeerd, gediscuseert en diverse methodieken voor ontwikkelt. Enkele bekende sociologen die zich hier in hebben verdiept en ook aanbod komen in deze paper zijn Wirth, Sennet, Baumann, Gehl, Park, Florida, Weber, Sassen en zukin. Om grenzen te stellen aan het onderzoek wordt er in deze paper onderzocht naar Welke invloed de stad heeft op de sociale interactie? In het eerste hoofdstuk Wat is een stad, wordt er ingegaan hoe op de stad kan worden gedefineerd. Hierna wordt er gekeken naar De verschillende vormen van interactie, waarbij er zal worden gekeken naar hoe mensen nu eigenlijk met elkaar omgaan in een stad en hoe dit tot stand is gekomen. Dit wordt aangevuld door het hoofdstuk De gevolgen van sociale evolutie, waarin wordt gekeken wat het gevolg is van het gedrag van de mens op de stad en haar inwoners. Ook zal er in deze paper op een praktische manier gekeken worden op sociologie. In het hoofdstuk Het sturen van de mens, wordt er gekeken hoe het gedrag van de mens te sturen is door middel van ruimtelijke ingrepen. En ook wordt er ingegaan op hoe deze ingrepen werken. In het laatste hoofdstuk De stad in de toekomst, wordt er een beeld geschetst op hoe steden zich momenteel aan het ontwikkelen zijn en welke gevolgen dit kan gaan hebben in de toekomst op de stad en haar inwoners. Aan de hand van deze hoofdstukken waarin de gedachtegangen van diverse sociologen worden behandeld, wordt er getracht antwoord te geven op Welke invloed heeft de stad op de sociale interactie?
WAT IS EEN STAD? Landelijke leefomgevingen en steden verschillen op diverse vlakken van elkaar. Om te kunnen bevatten welke invloed de stad heeft op de sociale interactie is het essentieel om de diverse verschijningsvormen van woonsoorten te ontleden. De sociale omgangsvormen in steden kunnen erg verschillen met de sociale omgangsvormen in landelijke leefomgevingen. Maar hoe zijn de sociale omgangsvormen en waardoor wordt dit veroorzaakt? Wirth stelt dat de begrippen stad en landelijke leefomgevingen niet ingekaderd kan worden door het gebruiken van inwoner aantallen maar door de combinatie van grootte, dichtheid en diversiteit. Wat volgens Wirth een stad onderscheidt van een landelijke leefomgeving is dat een stad relatief groot is, het een hoge bevolkingsdichtheid heeft en sociale diversiteit kent onder haar inwoners. Deze combinatie van verschillende elementen zorgen voor een andere manier van leven in tegenstelling tot op het landelijk wonen. De stad wordt meestal alleen gedefinieerd door haar grootte en dichtheid, echter Wirth’s derde punt, diversiteit, geeft de doorslag naar het definiÍren van een stad in tegenstelling tot een landelijk woongebied. In landelijke leefomgevingen heerst gebruikelijk een eenheid van de bevolking, waar iedereen elkaar kent. Ze hebben veelal dezelfde afkomst, cultuur, inkomen e.d. en er heerst een groepsgevoel met diepgaande sociale contacten en controle. In een stad is dit juist niet het geval. Hier verschillen de inwoners heel erg van elkaar op vlak van afkomst, cultuur, inkomen e.d. en is er individuele apartheid. Groepsgevoel komt hier minder vaak voor op niveau van een complete stad maar komt meer voor bij mensen die raakvlak met elkaar hebben, denk hierbij weer aan afkomst, inkomen. De stad is dus een plek wat een groot ruimtelijk oppervlak beslaat, wat bebouwd is, een hoge dichtheid heeft en waar mensen met diverse achtergronden wonen die gezamenlijk een nieuwe cultuur vormen.1 VERSCHILLENDE VORMEN VAN INTERACTIE Waarbij een landelijke leefomgeving grofweg gezegd een samenhangende groep kent, bestaat de stad uit vele verschillende groeperingen. Met elk een eigen mening en agenda. Sennet stelt dat steden zich pas echt in deze vorm ontwikkelde tijdens de industriele revolutie. De verandering die de steden destijds ondergingen gebeurden in een rap tempo. Voor deze tijd was de stad een administratief gegeven, waar de burgerij, militairen en handelaren leefden. Echter in de industriele revolutie trokken mensen van de landelijke leefomgeving naar de stad om te gaan werken in de fabrieken. Zo kwamen er zeer diverse groepen met verschillende achtergronden samen in de stad.2 Dit nieuwe economische systeem in de steden, wat mensen van buitenaf in de stad opnam, had moeite met het opnemen van de gebruiken en verplichtingen van deze nieuwe inwoners. Deze grootte samenkomst van vreemden zorgde ervoor dat het noodzakelijk werd om geschillen opzij te zetten, om zo als een goed geoliede machine te kunnen werken in de nieuwe industriele maatschappij. Dit zorgde voor een nieuwe manier van algehele omgang. Dit werd de nieuwe norm in de steden en het leven en laten leven van de ander.3 1 - Louis Wirth, Urbanism as a Way of Life, The American Journal of Sociology, Chicago 1938. 2 - Richard Sennet, Classic essays on the culture of cities an introduction, New Jersey 1969. 3 - Zygmunt Bauman, City of fears, City of hopes, London 2003.
Park gaat dieper in op de interactie tussen inwoners van een stad en beweerd dat dankzij de samenkomst van al deze verschillende groepen mensen, met diverse achtergronden en hun clustervorming binnen de stad, zorgen voor het onderscheiden en ontwikkelen van de stads cultuur. De samenkomst zorgt voor het ontmoeten van andere denkwijzen en het vormen van nieuwe ideeën, waardoor mensen los zouden kunnen koppelen van culturele dogma’s die heersten in hun landelijke leefomgeving en zo vrij in hun keuzes konden worden. Hierdoor werd er een nieuwe cultuur ontwikkelt. Dit wordt veroorzaakt door het ontbreken van de gemeenschapsdruk zoals men die kent in landelijke leefomgevingen. Met eventueel een gevolg van uitsluiting uit de groep, wat uitsluiting uit de maatschappij zou betekenen. Er is in eens stad altijd een gelijkgestemde groep waar men zich bij kan aansluiten. Dit concept is niet terug te vinden in landelijke leefomgevingen en onderscheid zo de stad.1 DE GEVOLGEN VAN SOCIALE EVOLUTIE De gevolgen van deze sociale evolutie zijn op meerdere manieren te interperteren en heeft zo haar positieve als negatieve kanten. Weber gaat vooral in op de positieve kanten van deze evolutie en hoe deze de mens in de stad beinvloedt. In de stad is het individu vrij en kan losbreken van de groep, er is niet één levenstijl maar elke levenstijl is hier mogelijk. De inwoner noemt hij in deze theorie de wereldburger, want de burger kan in elke stad wonen en hoeft niet meer verbonden te blijven met de plek van oorspronkelijke herkomst. Met deze vrijheid kan hij zich vrij bewegen in de sociale structuren van de stad en staat individualiteit en innovatie centraal. Dit zorgt namelijk voor de veranderingen in de algehele culturele ontwikkeling. Dit transformeert een stad met een eigen karakter, veroorzaakt door een mix van diverse ingredienten (inwoners), wat uniek is aan de desbetreffende stad. Dit noemt hij de defintie van het stadsleven.2 Florida gaat hier dieper op in en stelt dat deze diversiteit in steden zorgt voor een toename van talent en creativiteit, die uiteindelijk zorgen voor een high tech industrie. Door de tollerantie, wat de nieuwe maatstaaf is geworden in deze stedelijke maatschappij, is de stad erg laagdrempelig geworden en worden mensen makkelijker naar een stad toegetrokken. Als een belangrijk aspect hierin benoemd hij ook de immigranten, want deze zijn verbonden met high tech industrie door middel van arbeid. Florida noemt dit de melting pot, waar hoog en laaggeschool samenkomen, en elkaar nodig hebben op economisch vlak. Hierdoor is het dus nog onmogelijk om een goed draaiende stad te hebben zonder deze mix van diverse groepen mensen.3 HET STUREN VAN MENS Steden gaan niet over gebouwen maar om cultuur, de menselijke maat en het leven tussen de gebouwen. De mens vormt de stad en de stad vormt de mens, is de vicieuze cirkel die volgens Gehl in de stad is. De filosofie van Gehl draait om de natuurlijke mens, het gedrag in haar omgeving en hoe deze invloed hebben op elkaar. Hij ziet de stad als een ontmoetingsplek voor mensen om daar op verschillende niveaus in contact te komen met elkaar. Hij heeft onderzocht hoe de mens zich gedraagt en kan gedragen in de stad door middel van sturing, ruimte, beweging, activiteiten, schaal en zintuigen.4
1- Robert E. Park, The city, Chicago 1925. 2- Louis Wirth, Urbanism as a Way of Life, The American Journal of Sociology, Chicago 1938. 3- Richard Florida, Cities and the creative class, Washington 2003. 4 - Jan Gehl, Cities for people, Copenhagen 2010.
De mens valt in de stad, zoals verkeer, erg te sturen. Echter stelt Gehl dat het gross van de stedenbouwkundige meer zijn gaan denken om de kwaliteiten voor onmenselijke bewegingen zoals de auto te bevorderen. De 21e eeuw moet volgens Gehl de eeuw van de voetganger gaan worden. Om hierop te kunnen inspelen als ontwerper heeft Gehl het gedrag van de natuurlijke mens ontleed. Met informatie over de zintuigen kan er op menselijke manier ontworpen worden. Afstanden en zicht is essentieel in stedenbouw, binnen 100 meter is een menselijke vorm te herkennen maar is deze anoniem. Echter van 0 tot en met 25 meter is er contact mogelijk tussen mensen en dienen openbare ruimtes maximaal deze grootte te hebben. Hoe kleiner de afstand hoe persoonlijker het contact wordt tussen mensen. Tussen 25 en 100 m kan men alleen kijken en is er zo goed als geen contact. Echter tussen 7 en 25 meter is er afstandelijk contact mogelijk en kunnen mensen praten met elkaar rond de 7 meter en emoties lezen van elkaar. Maar de afstand waar het meest gebeurt en vol is met emotie is tussen 0 en 7 meter. Tussen 0 en 0.45 m is er hecht contact tussen liefdes koppels en familieleden, tussen 0.45 en 1.2 is de ruimte voor goede vrienden en tussen de 3.7 en 7m is de publieke afstand, de ruimte voor formeel contact. Gehl is van mening dat de mens gebruikt wat haar wordt aangeboden en dus niet moet focussen op de auto maar op fiets- en voetpaden, zodat er meer contact ontstaat tussen mensen. Zijn theorie is onderbouwd door het project van lively cities. Wanneer men rekening houdt met deze maatstaven en de denkwijze van Gehl, zal de stad levendiger worden en worden sociale contacten bevorderd. Met als gevolg een beter gevoel van leefbaarheid. Een goed voorbeeld van lively cities, waar er rekening is gehouden met de theorie van Gehl, is de omvorming van een parkeerterrein tot een tuin-cema. Hier kreeg een parkeerplaats gelegen in het centrum een andere functie, namelijk een stadstuin en werd zo de openbare ruimte aan de voetganger terug gegeven. Een van de belangrijkste redenen dat dit zo goed werkte was de maatvoering. Het plein was niet groot en anoniem maar klein en persoonlijk. Vanaf de ene kant van het plein kan je een persoon aan de andere kant van het plein herkennen. Deze werd door de inwoners snel gebruikt omdat de stad openbaar groen miste en zorgde zo voor een erg levendig en interactief straatbeeld, waar mensen recreerde en contact met elkaar hadden.1 DE STAD IN DE TOEKOMST Volgens Sassen vestigt de economie zich niet meer landelijk op bepaalde plekken maar de economie is internationaal. Hierdoor zijn steden onderdeel geworden van een werelds economische proces. De nationale en de internationale markt heeft centrale plekken nodig, waar zij zich kunnen vestigen en waar het werk van globalisatie plaats kan vinden. De informatie industrie heeft plekken nodig waar faciliteiten intensief geclusterd zijn met de daarbij komende goed functionerende infrastructuur. Tevens zijn er plekken nodig voor de fysieke elementen, zoals machines voor productie. De informatie industrie laat blijken dat dit niet nodig is terwijl dat wel het geval is. De macht van multinationals als verklaring voor de globaliserende wereldeconomie is niet voldoende. Een plek voor productie en de daarbij horende activiteiten zijn hier belangrijk voor en onderdeel van de globaliserende economie. Deze plekken zijn erg belangrijk om het globale netwerk van fabrieken in stand te houden.2
1- Jan Gehl, Cities for people, Copenhagen 2010. 2- Saskia Sassen, Whose City Is It? Globalization and the Formation of New Claims, Chicago 1996.
In de toekomst komt de focus dus te liggen op wereldsteden. Dit zijn de centrale plekken voor het financieren van de wereldhandel en het zijn de plekken waar hoofdkantoren vestigen en waar investeringen plaatsvinden. De groei van telecommunicatie heeft grenzen doen vervagen. Sassen ziet dat er een verschuiving en kloof onstaat door de groeiende wereldeconomie. Als voorbeeld neemt zij de stijgende huizenprijzen. Deze wordt veroorzaakt door de vraag van hoger betaalde mensen, meestal werkzaam in de wereldeconomie. Deze ontwikkelingen veroorzaken storingen op verschillende vlakken binnen een stad en uiteindelijk land. Een ander effect van de wereldeconomie is de internationalisering van werk. De wereldsteden zijn niet alleen een strategische plek voor kapitaal maar ook voor de internationalisering van werk. Zo worden steden een plek voor nieuwe typen van politiek. In wereldsteden komen mensen van allerlei verschillende identiteit samen. De stad is niet slechts een centraal punt voor internationale telecommunicatie en internationale bedrijven maar bevat verschillende gebieden met verschillende identiteiten en culturen. De dominante cultuur kan slechts een deel van de stad bevatten. Verschillende etnische groepen zorgen zelf voor een toevoegend verscheidend beeld van de stad. Kunstenaars spelen een belangrijke rol in deze steden. De status van een stad wordt verhoogd door de aanwezigheid van bijvoorbeeld kunstenaars.1 De ontwikkeling die nu veel gaande is in steden is volgens Zukin the symbolic economy, waarin de culturele ontwikkeling en comsumptie de motor is van de stad. Dit bestaat uit twee producties; de productie van ruimte, waarbij de esthetische idealen, thema’s en culturele betekenissen worden opgenomen. En ook de productie van symbolen, waarin abstracte culturele gedachten worden gekoppeld aan de ruimte in de stad. Dit zorgt voor een polariteit, want van wie is de openbare ruimte dan nog en wie bepaald dan nog de cultuur. Deze wordt veelal ingevuld door ontwikkelaars en gemeenten en niet de gewone burger. De cultuur wordt dan dus gemaakt door een externe partij. Dit betekend dat de openbare ruimten van vroeger niet meer voor en door iedereen gemaakt is maar specifiek voor een bepaalde doelgroep wordt ontwikkeld.2 Als we dan terug grijpen naar de theorien van weber en florida zien we dat dit een probleem kan gaan geven, omdat de diversiteit in steden verminderd en veranderd. Dit zal negatief zal zijn voor de stad op sociaal vlak en de stad erg zal afvlakken en monotoon worden. Want in deze trend zal de stad uiteindelijk niet meer bestaan uit diverse groepen, die zorgen voor de verschillende flows in de stad maar neigt de stad te groeien naar een specifieke doelgroep. Hierdoor zullen de aantal flows verminderen en kan er als resultaat een gemaakte en saaie maatschappij uit ontstaan. DIverse projecten proberen weer de diverse groeperingen binnen een stad samen te laten komen op verschillende manieren. Zo is er in de stad Doornik een project opgestart wat Maaltijden delen heet. Dit project probeerde sociale banden te verbeteren tussen buurtbewoners door in de openbare ruimte soep aan te bieden. Hierdoor kwamen de buurtbewoners die normaal gesproken geen tot weinig contact hadden met elkaar in aanraking. Het gevolg ervan was dat de angscultuur verminderd is in de buurt, want men kent elkaar nu. Echter een project wat meer aanhaakt bij de gedachtegang van Weber is het concept van de straat bibliotheek die in diverse steden zoals Wever is toegepast. Door in de openbare ruimte op diverse plekken aan te bieden waar men tijdschriften, boeken e.d. kan achterlaten die zij hebben uitgelezen. Dit bied een kans voor een buurtbewoner of voorbijganger deze mee te nemen. Dit zorgt misschien niet voor direct contact tussen mensen maar wel het indirect uitwisselen van ideeen. Diverse literatuur is nu voor iedereen beschikbaar die men normaal gesproken misschien niet zou lezen. Hierdoor wordt de culturele diversiteit indirect gepromoot en is hierdoor erg positief voor de stad.
1 - Saskia Sassen, Whose City Is It? Globalization and the Formation of New Claims, Chicago 1996. 2 - Sharon Zukin, Whose culture? Whose city?, Oxfort 1995.
CONCLUSIE Aan de hand van de voorgaande hoofdstukken waarin de gedachtegangen van diverse sociologen zijn behandel, is er getracht inzichten geven op Welke invloed de stad heeft op de sociale interactie? De vraag is ontleed naar de essentie en er is tot de conclusie gekomen dat de stad een plek is wat een groot ruimtelijk oppervlak beslaat wat bebouwd is, een hoge dichtheid heeft en waar mensen met diverse achtergronden wonen, die gezamenlijk een nieuwe cultuur vormen. De cultuur en sociale omgang in deze steden is ontstaan tijdens de economische revolutie. Waarbij er in een kort tijdsbestek een groot scala aan nieuwe inwoners kwam wonen in de stad van buiten af. Deze nieuwe inwoners hadden allemaal verschillende culturele en sociale achtergronden en gingen niet altijd hand in hand met elkaar en leerden zij, door de economische druk, elkaar te tollereren. Door deze samenkomst van diverse mensen vermengden ideeen, culturen en sociale omgangs vormen met elkaar. Dit zorgde voor een culturele en sociale bloei, mensen leerden bewust en onbewust van elkaar en maakte steden creativer en toegankelijker. Door deze sfeer kon de moderne tollerantie ontstaan en werd dit de nieuwe norm. Ook werd het mogelijk om los te breken van oude tradities, andere gebruiken te verkennen en creeeren. Door de trek naar de stad en de sociale veranderingen in de stad werd de mens zowel van lichaam als geest vrij. De invloed van de stad op sociale interactie is zeer groot en heeft een zeer positief effect bijgedragen aan onze moderne tollerante maatschappij, die ontwikkeling stimuleerde. Met de diverse tools die zijn behandeld in deze paper, kan een ontwerper rekening gaan houden met manieren van ontwerpen. Wanneer de ontwerper deze toepast zal de mens, dankzij de menselijk maat, zich meer op haar gemak voelen in de stad. Kunnen er makkelijker contacten worden gelegd. Dit zorgt weer voor een verdraagzamere en uiteindelijk beter cultureel functionerende stad. De toekomst van de stad is nog erg onzeker, alles is mogelijk. Maar wanneer we de theorien van de sociologen in gedachte houden weten we wat we niet moeten doen. Wanneer bevolkingsgroepen niet meer met elkaar vermengt worden, zoals gebeurde bij vinex wijken, zal dit voor haar bewoners en voor de stad negatief uitpakken. Het is essentieel dat de mens met elkaar vermengd wordt en dat contact tussen deze mensen wordt gestimuleerd. Niet alleen voor het menselijk welzijn maar ook voor de culturele en economische welvaart van een stad. Hoewel de mens de stad maakt, maakt de stad op haar buurt weer de mens. Deze hebben invloed op elkaar en is het eigenlijk onmogelijk om een stad echt te begrijpen wanneer er alleen wordt gekeken naar fysieke elementen. Dit maakt het essentieel voor een stedenbouwkundige om de sociale netwerken in een stad te begrijpen, wilt hij goed willen werken in een stad. Positieve sociale interactie maakt een stad tot een goed werkend cultureel en economisch geheel, waarin de burger kan zeggen dat zij volledig vrij is. Want de stad is een plek waar ontwikkeling plaats vindt.