19 minute read

Trending nieuws

4Blauwe-waterstof in Den Helder Een onderzoek gaat de haalbaarheid van een waterstoffabriek in Den Helder vaststellen. Het gaat om een fabriek die waterstof maakt uit aardgas en de CO 2 die bij het proces vrijkomt, afvangt voor opslag. Deze blauwe waterstoffabriek is van strategisch belang voor een toekomstige waterstofeconomie, stellen de initiatiefnemers. Den Helder heeft een goede positie voor de productie van blauwe waterstof. De bestaande gasinfrastructuur is beschikbaar voor het transport van waterstof. Bovendien is de nabijheid van de Noordzee gunstig voor de opslag van CO 2 in lege gasvelden. En op termijn kan ook waterstofgas worden geproduceerd met groene energie van grote windmolenparken op zee. Deze worden in de komende decennia gebouwd.

5Neste krijgt elektrolyzer De raffinaderij van Neste in Rotterdam krijgt begin 2023 een primeur. Het project Multiplhy integreert een hoge-temperatuur elektrolyser met het bioraffinageproces op de Rotterdamse site. De elektrolyzer gaat groene waterstof produceren voor de productie van biobrandstoffen. Het gaat om ’s werelds eerste multi-megawatt hoge-temperatuur elektrolyser voor waterstofproductie.

6Grootste daling energievraag De Covid-19-pandemie heeft de wereldeconomie massaal ontwricht. Het mondiale energiesysteem kent de grootste schok sinds de Tweede Wereldoorlog, stelt het International Energy Agency (IEA). De daling van de mondiale energievraag zal dit jaar zeven keer zo groot zijn als die na de financiële crisis van 2008. Dit leidt tot een recorddaling van de koolstofuitstoot met bijna acht procent, het laagste niveau in tien jaar.

7Groot CO 2 -opslagproject Shell, Equinor en Total hebben een definitief investeringsbesluit genomen voor een CO 2 -opslagproject in Noorwegen. Equinor leidt het Northern Lights project, dat moet zorgen voor de opslag van 1,5 miljoen ton CO 2 per jaar. Het project wordt in fases opgestart. Fase 1 moet het mogelijk maken om CO 2 te transporteren, injecteren en op te slaan in een leeg gasveld 2500 meter onder de zeebodem.

8Coronacrisis en CO 2 -heffing Het kabinet houdt rekening met de coronacrisis bij de invoering van CO 2 -heffing voor de industrie. Dat blijkt uit een concept-wetsvoorstel dat aan de markt is voorgelegd. De Nederlandse CO 2 -heffing sluit nauw op elkaar ETS aan. Wordt het ETS strenger, dan wordt de nationale heffing automatisch minder streng.

9Subsidie afvalvergassing Afvalverwerkingsbedrijf S4 GroNext krijgt 2,8 miljoen euro subsidie voor een nieuwe fabriek in de Eemshaven. Het bedrijf gaat plastic afval dat niet recyclebaar is verwerken tot gas. Dit gas kan vervolgens in de chemische industrie gebruikt worden als duurzame grondstof.

10 Irrigatie met afvalwater Europarlementariër Jan Huitema meldt dat het wetsvoorstel over kwaliteitseisen van hergebruikt afvalwater formeel is goedgekeurd in het Europees Parlement. Daarmee kan de landbouwsector gezuiverd afvalwater gebruiken voor irrigatie. In het voorstel staan Europese kwaliteitscriteria voor het hergebruikte water, die in alle lidstaten voedselveiligheid en volksgezondheid waarborgen.

INTERVIEW

Waterstof verovert plaats in energiesysteem

Hoewel waterstof niet de silver bullet is die fossiele energie overbodig maakt, leveren de duurzame moleculen wel degelijk een belangrijke bijdrage aan de energietransitie. Waterstofgezant Noé van Hulst ziet dan ook zowel topdown als bottom up veelbelovende initiatieven. ‘ Er zijn momenteel tal van parallelle ontwikkelingen gaande die ervoor zorgen dat de komende vijf tot tien jaar echt grote sprongen kunnen worden gemaakt.’

De coronacrisis drukt veel ander nieuws naar de achtergrond, maar goed nieuws is er zeker te melden. Alleen al de Kamerbrief die minister Wiebes stuurde over de visie van het kabinet op de basisindustrie 2050 getuigt van lef. Want waar de industrie de afgelopen jaren niet altijd direct op het netvlies van de politiek leek te staan, is de visie van de minister van Economische Zaken en Klimaat zeer volledig en realistisch te noemen. Ook zo’n over het hoofd gezien pareltje is het rapport van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie. Daarin geeft de taskforce inzicht in de infrastructurele voorwaarden voor decarbonisering van de industrie. In beide visies speelt waterstof een belangrijke, zo niet de hoofdrol. Al worden andere CO 2 -uitstoot beperkende oplossingen zeker niet overgeslagen. En wie het concreter wil, kan ook nog de aankondiging van Neste Oil over het hoofd hebben gezien. Dat investeert in ’s werelds eerste multi-megawatt hogetemperatuur elektrolyser voor waterstofproductie. Shell heeft vergelijkbare plannen en koppelt een investering in een offshore windpark aan plannen voor een tweehonderd megawatt elektrolyzer op de Tweede Maasvlakte.

Elektriciteitstransitie Het nieuws lijkt koren op de molen van Noé van Hulst. De econoom is geen onbekende in de energiewereld. Zo was hij directeur generaal Energie bij EZ en zat hij een aantal jaren in de raad van bestuur van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Sinds 2018 is Van Hulst waterstofgezant namens het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. ‘Het is natuurlijk mooi dat de nationale waterstofstrategie vorm begint te krijgen, maar we kunnen dit niet alleen’, is de overtuiging van Van Hulst. ‘De waterstofketen is een brede, mondiaal georiënteerde markt met grote internationale spelers. Nederland kan zeker een onderdeel worden van die keten en wij kunnen ook internationale bedrijven verleiden om zich hier te vestigen. Als je ecologie en economie met elkaar verbindt, stimuleer je de lokale initiatieven en snijdt het mes aan twee kanten.’ Het valt Van Hulst op dat de energietransitie tot nog toe vooral een elektriciteitstransitie is. ‘Dat het aandeel wind- en zonne-elektriciteit toeneemt, is goed nieuws. Maar tot nog toe is maar twintig procent van het energieverbruik elektrisch. De overige tachtig procent decarboniseren zal dan ook een veel grotere opgave zijn. Nu zijn sommige processen wel te elektrificeren, maar de realistische scenario’s laten zien dat je dan niet verder komt dan veertig a vijftig procent van het finale energieverbruik. Dan moet je nog steeds een alternatief vinden voor de andere helft. Er zijn nu eenmaal sectoren die lastig afscheid kunnen nemen van fossiele brandstoffen vanwege de grote energiedichtheid van olie en aardgas. Het zware wegtransport, de scheepvaart en de luchtvaart zijn allemaal zo

Kleuren De industrie produceert al jarenlang grijze waterstof uit aardgas via steamreforming. Deze waterstof is met name bedoeld voor hydrogeneringsprocessen, de productie van ammoniak voor kunstmestproducten en de ontzwaveling van fossiele brandstoffen. De bij de scheiding van het aardgas overgebleven kooldioxide afvangen en ondergronds opslaan kan een eerste stap zijn in decarbonisatie. Het voordeel van deze blauwe waterstofroute is dat er snel grote volumes kunnen worden geproduceerd. Wat betreft het afvangen, transporteren en opslaan van CO 2 moet nog wel een infrastructuur worden aangelegd. Een stapje verder zou zijn om de afgevangen kooldioxide te gebruiken als grondstof. Inmiddels onderzoeken meerdere partijen de mogelijkheid om aard

Er zijn nu eenmaal sectoren die lastig afscheid kunnen nemen van fossiele brandstoffen vanwege de grote energiedichtheid van olie en aardgas.

energie-intensief dat ze lastig te elektrificeren zijn. Hetzelfde geldt voor de industrie, die nauwelijks alternatieven heeft voor bepaalde hogetemperatuurprocessen. Een deel van de energievraag zou kunnen worden vervangen voor biogas. Daar zitten echter wel volumebeperkingen aan omdat biomassa niet altijd in grote hoeveelheden beschikbaar is. Met name voor die sectoren zou duurzame waterstof een hele belangrijke nieuwe systeemdrager kunnen worden. Bijkomend voordeel van groene waterstof is dat het een oplossing biedt voor de langdurige opslag van wind- en zonne-energie. Moleculen zijn nu eenmaal goedkoper en eenvoudiger op te slaan dan elektronen. Nu moet je ook bij deze energiedrager geen onrealistisch hoge verwachtingen scheppen. Als er iets steeds duidelijker wordt bij de transitie van fossiel naar duurzaam, dan is het dat er geen silver bullet bestaat. We zullen dan ook alle wegen moeten bewandelen en nog niet te veel op voorhand uitsluiten. En dus zullen we ook op het gebied van waterstof zowel ontwikkelingen zien in blauwe, turquoise en groene waterstof.’ gas via methaanpyrolyse te scheiden in waterstof en vaste koolstof. Omdat deze variant tussen blauwe en groene waterstof in zit, wordt deze ook wel turquoise waterstof genoemd. Groene waterstof is de enige echte fossielvrije variant van waterstof. Door duurzaam opgewekte elektriciteit te gebruiken voor het scheiden van water in waterstof en zuurstof ontstaat groene waterstof. Nadeel van deze variant is dat ze sterk afhankelijk is van de elektriciteitsproductie van windturbines en zonnepanelen. Behalve dat die niet altijd produceren, is het ook verstandiger om de opgewekte elektriciteit zoveel mogelijk direct te gebruiken. Pas bij productieoverschotten zouden de elektrolyzers moeten worden ingezet voor waterstofproductie. Door het mooie zomerweer en een aantal voorjaarsstormen zijn er dit jaar al meerdere malen dergelijke overschotten geweest. Met het toenemende opgesteld vermogen van met name offshore wind, verwacht men dat deze situaties zich steeds meer zullen voordoen.

Begin Ondanks de hoge verwachtingen, bevinden de meeste concrete

DELTAVISIE 2020 INNOVATIEKRACHT | SPIJKENISSE | 3 SEPTEMBER OOK TE VOLGEN VIA EEN INTERACTIEVE LIVESTREAM SCHRIJF NU IN

OPEN DE POORT

Industrie en samenleving worden vaak gezien als twee aparte werelden met daartussen een hek. Dat terwijl ze juist niet zonder elkaar kunnen om de grote uitdagingen op het gebied van klimaat, veiligheid en economische ontwikkeling aan te pakken. Zo heeft de industrie betrokken en goed opgeleide mensen nodig om te werken aan de energie- en grondstoffentransitie. De industrie wil iedere dag samen met andere partners innovatieve oplossingen ontwikkelen. Daarom is het van groot belang om in contact met elkaar te blijven, met elkaar te discussiëren, elkaar te inspireren en ook samen nieuwe richtingen uit te zetten. Deltavisie 2020 zet daarom op 3 september de poort tussen samenleving en industrie wagenwijd open. Wij mogen maximaal honderd bezoekers in de zaal ontvangen. Via een livestream houden wij interactief contact met het publiek elders.

Denk en debatteer je met ons mee?

Founding partners:

Verkiezing Plant Manager of the Year 2020

De Plant Manager of the Year-verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie. Dit doet zij door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit, efficiëntie en duurzaamheid. Om dit voor het voetlicht te brengen, verschijnen er interviews en films van de genomineerden in het blad en op de website.

2020

Partners:

waterstofprojecten in Nederland zich nog in de haalbaarheids- of planfase. Zo nam Gasunie vorig jaar de eerste elektrolyzer in gebruik en investeerde in ondergrondse opslagcapaciteit. De aangekondigde plannen van Neste en Shell zijn veelbelovend, maar moeten nog worden uitgevoerd. Chloorchemiebedrijf Nouryon onderzoekt de mogelijkheden voor groene waterstofproductie. Ook Vattenfall overweegt om waterstof in te zetten als brandstof in één van de turbines van de Magnumcentrale in de Eemshaven. Dit zou overigens in eerste instantie blauwe waterstof zijn. Van Hulst: ‘De bijdrage van waterstof aan het energiesysteem is momenteel niet groot. Maar vergeet niet dat we aan het begin staan van een totaal nieuwe ontwikkeling. Om emissieloze waterstof echt te laten vliegen, zijn ingrepen nodig aan zowel de kant van productie, transport en opslag als aan de gebruikerskant. Er zijn momenteel tal van parallelle ontwikkelingen gaande die ervoor zorgen dat de komende vijf tot tien jaar echt grote sprongen kunnen worden gemaakt. De productieplannen zijn hoopgevend. Maar ik denk ook dat we blij mogen zijn dat Gasunie zich zo proactief opstelt. Daar staat ze overigens niet alleen in. In april verscheen nog het Gas for Climate-rapport van de Europese transmission system operators (TSO’s, red.). Hierin staan een drietal scenario’s naar een emissieloze energievoorziening in 2050. Biogas en waterstofgas spelen in alle scenario’s een grote rol. De Europese gasnetten zijn redelijk eenvoudig aan te passen aan de kleinere waterstofmoleculen. De opstellers van het rapport denken zelfs dat duurzame moleculen de energievoorziening in 2050 zo’n tweehonderd miljard dollar per jaar goedkoper maken dan andere decarbonisatiescenario’s.’

Bottom up Aan de gebruikerskant ziet Van Hulst zowel top down als bottom up hoopgevende initiatieven ontstaan. ‘Bij de ontwikkeling van een waterstofmarkt wordt al snel naar de overheid gekeken. Maar ik denk dat we realistisch moeten blijven en er van uit gaan dat we niet alles vanuit een kantoor in Den Haag kunnen of moeten sturen. Als een bewonerscollectief in Naarden kiest voor waterstof voor verwarming in de binnenstad helpt dat net zo goed als de plannen van havenbedrijven voor een industriële waterstofleiding. Ik denk juist dat de meer premium toepassingen zoals bijvoorbeeld waterstof voor zwaar transport de joint businesscase een stuk interessanter maakt. De rol van de overheid zal dan ook meer faciliterend zijn. Er zijn genoeg publiek private-samenwerkingen te bedenken waarin overheden en semi-overheden een verbinding aangaan met private havens zijn nu nog vooral ingericht op de in- en doorvoer van fossiele brandstoffen. Als we deze transitie goed gebruiken, kunnen ze die hub-functie houden, maar dan wel voor duurzame alternatieven zoals waterstof. De Rotterdamse haven is daar al zeer actief mee bezig. Maar, net als bij de windturbines, kunnen we ook samenwerken met buitenlandse partijen. Er zijn in Europa al grote spelers op het gebied van elektrolysers, dus is het de vraag of we die slag gaan win

Dit soort nieuwe technologieën zullen alleen van de grond komen als je bereid bent samen te leren door domweg projecten uit te voeren.

partijen. Dat werkt beter dan een overheid die alleen iets neerzet en tegen de markt zegt: “zoek het maar uit”. Dit soort nieuwe technologieën zullen alleen van de grond komen als je bereid bent samen te leren door domweg projecten uit te voeren. Natuurlijk kan de overheid wel bepaalde risico’s beter alloceren dan private partijen. Het feit dat zowel blauwe als groene waterstof is opgenomen in de lijst van opties voor SDE++ subsidie geeft aan dat de overheid bereid is mee te betalen aan de extra operationele kosten die gepaard gaan met nieuwe technologie in een nieuwe markt.’

Internationaal De duidelijk keuze van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor een duurzame en circulaire economie sterkt de Nederlandse economie op meerdere vlakken. Van Hulst: ‘Natuurlijk helpt een gezond energiesysteem mee aan een gezond vestigingsklimaat, maar de waterstofmarkt biedt ook kansen voor Nederlandse bedrijven. We kunnen wat dat aangaat lessen trekken uit het verleden. Neem bijvoorbeeld de offshore windindustrie. Hoewel Nederland geen grote turbinebouwers meer heeft, zijn we zeer goed in het offshore bouwen van de fundatie en pijlers. Ook in de waterstofmarkt zijn kansen genoeg voor Nederlandse bedrijven. Als de vrachtwagens en bussen van VDL straks ook op waterstof kunnen rijden, opent dit een wereldmarkt. De Nederlandse nen. Maar FME telde onlangs al 260 Nederlandse bedrijven die op een of andere manier een bijdrage leveren aan de waterstofwaardeketen. Het zou al mooi zijn als we een grote bestaande partij kunnen verleiden om zich in Nederland te vestigen. Deze transitie is zo groot dat je veel ruimer moet kijken naar kansen. Japan heeft ambitieuze plannen voor duurzame waterstof. Maar ook minder voor de hand liggende landen zoals Brunei, Marokko en Saoedi-Arabië kijken naar hun rol in een veranderende energiewereld.’

Prijsdaling Of de coronacrisis nu gunstig of ongunstig is voor het opschalingstempo van de waterstofmarkt durft Van Hulst nog niet te zeggen. ‘Bedrijven als BP en Shell kijken ook serieus naar hun rol in de waterstofmarkt. Ze zouden de huidige coronacrisis en de val van de olieprijzen kunnen aangrijpen om plannen naar voren te halen. Maar als de winst onder druk staat, kan dat juist ook vertragend werken. Ik weet in ieder geval zeker dat de transitie niet wegloopt, die gaat door. Ik zie het als mijn taak om via beleid het goede spoor aan te houden. En voor de pessimisten die dachten dat verduurzaming energie alleen maar duurder zou maken: tot nog toe zijn de energieprijzen alleen nog maar gedaald. Dat schept ruimte voor verduurzamingsmaatregelen die dan een wat geringere energieprijsdaling impliceren.’ •

INDUSTRIEBRIEF

Industriebeleid versnelt verduurzaming clusters

De Visie verduurzaming basisindustrie die minister Eric Wiebes stuurde naar de Tweede kamer is hoopgevend voor de verduurzamingsplannen die de industrie heeft klaarliggen. Elektrifi catie, schoon fossiel, groene waterstof, biologische en circulaire productie zijn de hoofdthema’s waar de Nederlandse industrie zich onderscheidt. De regering zal daarbij een regiefunctie vervullen in de uitrol voor de broodnodige infrastructuur.

Uit de uitgebreide industriebrief van

Eric Wiebes blijkt dat de minister wel zeker luistert naar de bezwaren van de industrie rondom verduurzaming van het productieareaal. Tegenstrijdige regelgeving, gesteggel over scope 2 en 3 emissies, lastige procedures en de hoge investeringsrisico’s van innovatieve technologie zetten momenteel een rem op de zo gewenste vergroening van de industrie. Intussen zijn er al vergevorderde plannen en haalbaarheidsstudies uitgewerkt voor de productie van groene en blauwe waterstof, het afvangen en ondergronds opslaan van CO 2 (CCS) en de uitwisseling van warmte. De businesscases zijn echter lastig rond te krijgen zonder duidelijkheden over de benodigde infrastructuur. Zoals Wiebes terecht opmerkt, acteert de Nederlandse basisindustrie in een (warmte) op elkaar af te stemmen.

mondiaal speelveld waar vooral de prijs dominant is. Prijsopdrijvende investeringen met een lange terugverdientermijn, zullen dan ook moeilijk te verdedigen zijn naar aandeelhouders of concernmanagement. Bovendien ligt carbon leakage op de loer als Nederland uit de pas loopt met andere landen binnen en buiten Europa. Hier vraagt de industrie om financiële participatie van publieke partijen zoals havenbedrijven, distributiebedrijven en andere staatsdeelnemingen. Behalve financiering, vraagt aanleg en aanpassing van de infrastructuur aan de nieuwe eisen om een sterke regie. De aanleg van een waterstof- of CO 2 -net vraagt meer ruimte in de fysieke leefomgeving, terwijl deze in Nederland redelijk beperkt is. Dit kan dan ook eigenlijk alleen door een publieke partij worden gedaan. Het kabinet werkt momenteel dan ook aan een Programma Hoofdstructuur (PEH) om tijdig ruimte te kunnen bieden aan de nationale energiehoofdinfrastructuur. Hoewel de minister het niet expliciet noemt, lijkt het daarmee op dat TSO’s Gasunie en TenneT meer ruimte krijgen de regie te nemen en infrastructuur voor moleculen, elektronen en Joules transport en opslag, dan wel utilisatie (CCUS). Belangrijke aanvulling is dat de commissie voorstelt om de modaliteiten integraal te bekijken. Als partijen de keuze moeten maken tussen moleculen en elektronen moeten ze naast de transportkosten ook de kosten voor opwek, en conversie meenemen. Daarnaast zouden ze in hun overweging moeten meenemen hoe de energie vervolgens kan worden gebruikt in de industrie, de transportsector of gebouwen. Daarbij zouden moleculen voorrang moeten krijgen op elektronen: ofwel waterstof tenzij. Als laatste adviseert de TIKI ook om niet blind te staren op de Nederlandse ontwikkelingen rondom de energieinfrastructuur. Duitsland en België moeten dezelfde transitie doorgaan en samenwerking met onze buurlanden kan economische kansen bieden voor Nederland.

Behalve fi nanciering, vraagt aanleg en aanpassing van de infrastructuur aan de nieuwe eisen om een sterke regie.

TIKI De minister lijkt een en ander ook te laten afhangen van het rapport van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI). Die was ten tijde van de publicatie van de industriebrief nog niet overhandigd. Dat is inmiddels wel gebeurd en in lijn met de koers van de minister ziet ook de TIKI een grote rol weggelegd voor de overheid als regisseur. Zij stelt een Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) voor: een strategische visie van hoofdinfrastructuur en systeemintegratie met een periodiek afwegingskader in samenspraak met industrie en infrabeheerders. En niet geheel verrassend ziet TIKI de grootste kansen in de aanleg van een waterstofbackbone en het mogelijk maken van CO 2 afvang,

Forse investering De Industriebrief van Wiebes is in die zin hoopgevend dat het de belemmeringen voor emissiebeperkende projecten benoemt. Hoe slagvaardig de minister is om de belemmeringen weg te nemen, moet uiteraard nog blijken. Met name de toewijzing van door derden gemaakte CO 2 besparingen (scope 2 en 3) aan de industrie is cruciaal voor groene waterstofprojecten en de uitkoppeling van warmte. Uiteraard is het ook de vraag in hoeverre de overheid wil meebetalen aan zowel de opwek als transport van waterstof en het transporteren en opslaan van CO 2 . De TIKI raamt de totale investeringskosten voor de publieke infrastructuur, inclusief een CO 2 -infrastructuur op veertig tot vijftig miljard euro. De industrie zal vervolgens ook zelf nog behoorlijk moeten investeren om aan te sluiten op de publieke infrastructuur. Wiebes rekende uit dat de industrie alleen al tot 2030 zo’n tien tot vijftien miljard euro moet investeren in klimaatoplossingen. Inmiddels zijn er meer instrumenten beschikbaar om de onrendabele top af te vlakken. Via Stimulering Duurzame Energie en Klimaat(SDE++), Energie Investeringsaftrek (EIA) en Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI) ondersteunt het kabinet de industrie. Daarnaast hoopt Wiebes een graantje mee te pikken van de Europese subsidieregelingen. Maar het mag duidelijk zijn dat er een forse bijdrage van de industrie zelf wordt verwacht.

Exploitatiesteun Meer concreet wil Wiebes in de komende vier jaar voor elke techniek minimaal één of twee installaties hebben op commerciële schaal. Voor CCU, chemische recycling, elektrificatie en biobased grondstoffen wil het kabinet flagship-projecten realiseren waarmee nationaal ervaring kan worden opgebouwd. Om ervoor te zorgen dat (internationale) bedrijven daartoe voor Nederland als locatie kiezen, moet Nederland slagvaardiger zijn en sneller grote opschaling kunnen ondersteunen. Om opschaling mogelijk te maken, is naast investeringssteun ook een tijdelijke exploitatiesteun noodzakelijk als overgang tussen de demo- en de uitrolfase. Het kabinet beoogt daarom, als eerste stap, opschaling te faciliteren door per 2021 een deel van de bestaande klimaatenveloppemiddelen voor tijdelijke exploitatiesteun beschikbaar te stellen. Hiervoor zal het kabinet circa 35 miljoen euro per jaar inzetten. •

This article is from: