Schoolgids OBS Molenakker, 2014 2015

Page 1

SCHOOLGIDS

2014 – 2015 Molenakker 1: Oude Laarderweg 15 Molenakker 2: Molenakkerdreef 103

* Postbus 10051

6000 GB Weert ( 0495-539067 :j.franssen@obsmolenakker.nl


2

Een woord vooraf De bedoeling van onze schoolgids is drieledig :

1. ouders – zo optimaal mogelijk - informeren over wat onze school is, wat zij doet, wat zij kan en op welke punten de school het onderwijs in de komende tijd wil verbeteren.

2. een - eerste - informatiemiddel voor ouders die nog een schoolkeuze moeten maken. 3. een verantwoording naar ouders. In die zin moet deze gids ook gezien worden als een middel tot dialoog tussen ouders en school. In deze schoolgids treft u veel algemene informatie aan over onze school. We hopen u met deze gids een goede indruk van onze school te geven. Vanzelfsprekend zijn we graag bereid in een persoonlijk gesprek nadere toelichting te geven en al uw vragen te beantwoorden. Schooljaarspecifieke informatie vindt u vooral in onze jaarlijkse schoolkalender. Zowel de schoolgids als schoolkalender heeft de instemming van de Medezeggenschapsraad (MR). De schoolgids staat op onze website en wordt op verzoek aan u verstrekt. De schoolkalender wordt aan het begin van nieuwe schooljaar aan alle ouders uitgereikt (en staat natuurlijk ook op onze site) Middels onze bijna wekelijkse INFO houden wij u zo volledig mogelijk op de hoogte over het reilen en zeilen in onze school. U ontvangt deze INFO via uw opgegeven mailadres. Een papieren exemplaar kunt u altijd bij de balie vragen. Voor onze schoolgids, schoolkalender, wekelijkse INFO en nog veel meer nieuws : kijk op onze goed verzorgde website

www.obsmolenakker.nl Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat onze gids aan uw verwachtingen voldoet. Vanzelfsprekend staan wij open voor verbeteringen en dat betreft natuurlijk ook de schoolkalender, INFO en website. Jacques Franssen directeur

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


3 Inhoudsopgave

1. De school 1.1. Openbaar onderwijs Onze school is een openbare basisschool en dus een school waar iedereen van harte welkom is, ongeacht maatschappelijke, culturele en / of levensbeschouwelijke achtergrond, een school waar eenzijdige beïnvloeding niet kan, een school met eerbiediging voor ieders godsdienst of levensbeschouwing, een school waar actief en op veelzijdige basis aandacht besteed wordt aan de diverse levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden die onze samenleving kent, een school die uitgaat van principiële gelijkwaardigheid, een school waar respect voor elke opvatting voorop staat. En een school met oog en oor voor open communicatie, waar niet de confrontatie, maar de ontmoeting, de dialoog, voorop staat, met actieve betrokkenheid van ouders en leerlingen, met aandacht voor de individuele verschillen en mogelijkheden van elk kind, die duidelijk stelling neemt tegen elke vorm van discriminatie.

1.2. Bestuur Per 1 augustus 2010 is de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Weert (BOOW) gefuseerd met de Stichting Katholiek Onderwijs Weert-Zuid (SKOWZ) De nieuwe stichting, met de mooie naam Eduquaat, bestaat uit 7 basisscholen. Openbaar Onderwijs : • OBS Molenakker (Molenakker) • OBS de Uitkijktoren (Boshoven)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


• •

4 OBS de Graswinkel (Graswinkel) OJBS de Duizendpoot (Jenaplan onderwijs in Stramproy),

Katholiek Onderwijs : • BS Het Dal (Keent, gehuisvest in Markeent) • Brede School Moesel (Moesel) • BS St. Jozef (Altweerterheide)

Onze organisatie kent een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. De scholen en dus ook OBS Molenakker worden bestuurd door het College van Bestuur. Dit College bestaat uit 1 persoon. Via onze INFO en website informeren wij u over bestuurlijke ontwikkelingen. Zie ook: www.eduquaat.nl

1.3. OBS Molenakker (van toen 1991 naar nu 2014) OBS plan Molenakker is in het schooljaar 1991-1992 van start gegaan met 11 leerlingen verdeeld over nagenoeg alle groepen. Die start vond plaats in 1 lokaal in OBS de Uitkijktoren in Boshoven. In april 1992 werd ons schoolgebouw in de nieuwbouwwijk Molenakker in gebruik genomen. Toentertijd bestond de school uit 5 lokalen en een speelzaal ......... er was voldoende ruimte voor de 21 leerlingen die onze school bezochten. Op 25 september 1992 vond de officiële opening plaats. Vanaf die tijd heten we officieel

OBS Molenakker Onze school was een zgn. groeischool. Dat betekende dat het aantal leerlingen voortdurend toenam en - helaas niet in gelijke tred - ook het aantal lokalen. De huisvesting van onze school was dan ook een voortdurend aandachtspunt. In april 1995 is de school "rond" gebouwd en in het schooljaar 1995-1996 werd al gestart met meer dan 200 leerlingen. Snel werd duidelijk dat - ook - de ronde school te klein zou worden. Een nieuwe uitbreiding werd noodzakelijk en die werd met ingang van het schooljaar 1999-2000 in gebruik genomen. Een volgende uitbreiding met 2 lokalen stond toen alweer in de steigers en vanaf het schooljaar 2000-2001 bestaat Molenakker 1 uit 14 lokalen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


5 In het schooljaar 1999-2000 hebben we de 400 e leerling welkom kunnen heten en in het schooljaar 2000-2001 hebben we op bescheiden wijze aandacht besteed aan het feit dat het leerlingenaantal de grens van 500 passeerde. Tot en met schooljaar 2005-2006 maakten we gebruik van een dependance aan de Noordkade: Molenakker 2. Molenakker 2 bestond uit een verbouwd kantoorpand, het voormalige reisbureau Kupers, en een 5-tal noodlokalen. Hier waren de hoogste groepen geplaatst.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


6

In een extra raadsvergadering van 13 juni 2002 werd door de gemeenteraad besloten dat ons schoolgebouw aan de Oude Laarderweg uitgebreid zou worden met een 5-tal lokalen en een speelzaal en aan de overzijde nog eens 6 semi-permanente lokalen. Onze school zou dan volledig gehuisvest zijn in de wijk Molenakker, een wens van alle betrokkenen. Het schooljaar 2002-2003 heeft echter niet gebracht wat we n.a.v. het raadsbesluit van juni 2002 mochten verwachten. Door allerlei omstandigheden, waaronder bezwaren vanuit de buurt en een te klein gebleken bouwlocatie aan de overzijde, is van alle plannen niets terecht gekomen. In april 2003 heeft de gemeenteraad het raadsbesluit van juni 2002 ingetrokken en zijn er nieuwe afspraken gemaakt om op zo kort mogelijke termijn een definitieve oplossing voor de huisvestingsproblemen van OBS Molenakker in de wijk Molenakker te realiseren. Zo kort mogelijke termijn??? Dat is rekbaar gebleken, want het heeft nog tot juli 2005 geduurd alvorens de eerste spade de grond inging. Na lang wachten is de bouw van onze permanente dependance “Molenakker 2” in de loop van schooljaar 2005-2006 op het trainingsveld van voetbalclub Laar aan de Molenakkerdreef gerealiseerd. Een heel mooi gebouw met 13 lokalen en een ICT-ruimte.

Hiermee kwam een einde aan de “bouwperikelen” van onze school. Na vele jaren was uitbreiding huisvesting geen agendapunt meer. Toch bleef / blijft huisvesting een aandachtspunt. Door – jaarlijkse - lichte daling van het aantal leerlingen zal het noodzakelijk aantal leslokalen de komende jaren steeds iets minder worden. Om die reden, maar ook vanwege de bestuurlijke verplichting voor- en na/buitenschoolse opvang (VSO en BSO) te realiseren, is vanaf het schooljaar 2007-2008 in ons gebouw Molenakker 1 VSO en BSO gehuisvest. De toenemende vraag naar voor- en naschoolse opvang én naar kinderopvang heeft er toe geleid dat we in overleg met de gemeente Weert en Kinderopvang Humanitas in het schooljaar 2010-2011, na een interne verbouwing, een Brede School hebben kunnen realiseren :

Brede School Molenakker.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


7

Sinds september 2011 zijn we dus een Brede School. Dat betekent, Kinderopvang, Voor- en Naschoolse opvang én basisschool onder één dak. We plannen jaarlijks gezamenlijke activiteiten voor de kinderen van de peuteropvang en groep 1-2 om zo de doorgaande lijn en de overstap naar ons basisonderwijs te bevorderen. Ook gaan pedagogisch medewerkers en leerkrachten bij elkaar op werkbezoek om van en met elkaar te leren. Speerpunten hierbij zijn rekenen en taal en de pedagogische afstemming. Op deze manier, door als Brede School met elkaar samen te werken en te overleggen, bieden we “onze” kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar, optimale ontwikkelingskansen. De komende jaren wordt deze samenwerking verder uitgediept en versterkt.

In ons schoolgebouw Molenakker 1 wordt nu onderwijs gegeven aan de jongere leerlingen van onze school (de groepen 1 t/m 3). Er is ruimte voor Kinderopvang, voor- en naschoolse opvang en we hebben natuurlijk ook Peuteropvang in ons gebouw. In onze locatie Molenakker 2 krijgen de oudere leerlingen onderwijs. We mogen met recht zeggen: OBS Molenakker is een voorziening voor leerlingen van 0-12 jaar. In Molenakker 2 heeft medio 2010 een kleine “verbouwing” plaatsgevonden. Vanaf augustus 2010 is in ons schoolgebouw Molenakker 2 het bestuurskantoor van het samenwerkingsverband (Centroz) gevestigd. In Molenakker 1 is sinds begin 2011 het bestuurskantoor van onze stichting Eduquaat gehuisvest. In het kader van onderwijskundige vernieuwingen is in schooljaar 2011-2012 de hal van Molenakker 1 aangepast. In de vorm van een “theatertje” hebben we een mooie plek gecreëerd voor dramaactiviteiten en daarnaast zijn voor de kinderen nog enkele speciale werkplekken voor bijv. zelfstandig werken, lezen en ICT aangebracht. Voor de komende schooljaren staan geen bouw- of verbouwplannen meer op de agenda. In het schooljaar 2011-2012 hebben we ook het 20-jarig bestaan van onze school gevierd. De projectweek met als thema “FEEST” was een groot succes. Op bijzondere wijze hebben we deze feestweek op 16 maart 2012 in sporthal Boshoven met z’n allen afgesloten met een geweldige show “Ik hou van OBS Molenakker” en spectaculaire optredens van leerlingen. We zien nu al uit naar het 25-jarig bestaan.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


8

2. Waar onze school voor staat 2.1. Onze visie Een aantal jaren geleden hebben we onder leiding van een extern bureau met het gehele team een visietraject doorlopen. In dit traject is aandacht geweest voor de persoonlijke waarden en normen van alle leerkrachten, de verwachtingen van ouders en kinderen, de ontwikkelingen in de samenleving die gevolgen hebben voor de school en de manier waarop wij goed onderwijs willen verzorgen voor kinderen. Zo is een gezamenlijk gedragen visie ontstaan waar ieder zijn bijdrage aan heeft geleverd en zich in kan vinden. Deze visie is gevisualiseerd in een mindmap voor ouders en kinderen, door hem in deze schoolgids op te nemen en in de klassen op te hangen. (zie pagina 12) De visie is voor ons het uitgangspunt om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Als school streven we naar goede resultaten en hebben we hoge verwachtingen van leerlingen.

Toelichting op de visie: De uitgangspunten zijn de “poten” van de mindmap :

• • • • • •

veilige school communicatie aansluiten bij kinderen samenwerken omgaan met verschillen samenhang

Veilige school We vinden het van groot belang dat kinderen zich in onze school veilig en geborgen voelen. Kinderen moeten zich thuis voelen; vanuit een geborgenheid kunnen kinderen zich het beste ontwikkelen. Kinderen moeten met elkaar leren omgaan; elkaar en elkaars verschillen leren accepteren. In school besteden we hier veel aandacht aan. Bijvoorbeeld d.m.v. gesprekken met als leidraad onze gedragscode, waarin omschreven staat hoe leerlingen, leerkrachten en ouders met elkaar omgaan. Deze gedragscode is als bijlage in deze schoolgids opgenomen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


9

In elke groep hangen voor ieder duidelijk zichtbaar onze gedragsregels, in de laagste groepen ondersteund door pictogrammen; in de hoogste groepen is de tekst aangepast aan het niveau van deze groepen. 1. elk kind is anders 2. praat netjes tegen elkaar 3. zeg het als je iets niet leuk vindt 4. vraag of je de spulletjes van een ander mag gebruiken 5. niet uitlachen en uitschelden 6. laat iedereen meedoen en meespelen 7. doe elkaar geen pijn 8. heb je problemen : praat erover • op school • thuis • met vriendjes of vriendinnetjes deze regels gelden op school en daarbuiten In een open, eerlijke en prettige sfeer/relatie (pedagogisch klimaat) willen we ons onderwijs invulling geven. Kinderen, ouders en leerkrachten moeten zich prettig/thuis voelen. In onze gedragscode staat aangegeven op welke wijze we dit willen realiseren. In ieder geval vinden we eerlijkheid en duidelijkheid belangrijke fundamenten in de omgang met elkaar. Dit houdt o.a. in: je gevoelens leren uiten, leren opkomen voor je eigen mening, openstaan voor andere ideeën, leren dat fouten maken mag. Het verhogen van de betrokkenheid van ouders bij het schoolgebeuren en leerlingen bij het onderwijs vinden we zeer belangrijk.

Communicatie Wij vinden het belangrijk dat kinderen op een goede en voor iedereen prettige manier met elkaar communiceren. Wij leren kinderen dat iedereen voor zijn mening uit mag komen en mag zeggen wat hij vindt of denkt. Ook leren we de kinderen om goed te luisteren naar elkaar en te accepteren dat er andere meningen zijn. Er is veel aandacht voor kringgesprekken, zowel in de grote kring (alle kinderen van de groep) als in kleine kringen. Ook tijdens de lessen waarin kinderen moeten samenwerken om tot oplossingen en/of (groeps)resultaten te komen is er veel aandacht voor een juiste communicatie met elkaar.

Aansluiten bij kinderen In onze school willen we “zoveel mogelijk” betekenisvol leren. Uitgaan van ervaringen die leerlingen hebben en meebrengen. We willen hierop inspelen, te meer omdat eigen ervaringen de betrokkenheid van leerlingen en dus het leren verhogen. In ons onderwijs proberen we dan ook voortdurend uit te gaan van het bekende; wat weten kinderen al, welke ervaringen hebben ze al. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan actuele situaties / gebeurtenissen en proberen we geregeld echt materiaal in de klas te brengen. De school is een leer- en leefgemeenschap. Naast inspanning moet er echter ook veel tijd zijn voor ontspanning; naast “moeten” ook ruimte voor “mogen”; naast minder leuke dingen ook aandacht voor leuke zaken; naast vakgericht werken ook aandacht voor thematisch werken enz. Tijdens thema- en projectdagen/projectweek worden onderwerpen, zoals bijv. Kinderboekenweek, op een creatieve wijze ingevuld. Kinderen werken in alle groepen - op eigen niveau - aan hetzelfde thema.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


10

Samenwerken Onderlinge samenwerking vinden we in onze school wezenlijk: kinderen leren samenwerken, leren met elkaar communiceren, leren om rekening te houden met elkaars sterke en zwakke punten. Gezamenlijk worden taken en opdrachten tot een goed einde gebracht, waarbij we kinderen leren dat iedereen verantwoordelijk is voor een goede uitvoering en dat iedereen naar eigen kunnen een bijdrage levert. Daarnaast willen we kinderen ook leren zich verantwoordelijk te voelen voor hun eigen leerproces en dat van anderen: leren van en met elkaar. In onze school leren kinderen dat door niet direct de leerkracht om hulp te vragen, maar zelf naar oplossingen te zoeken en/of elkaar te helpen bij opdrachten en taken. Dit betekent ook dat we kinderen niet alleen dingen willen leren die ze moeten weten, maar ook dingen die ze moeten kunnen. We willen kinderen de houding en de vaardigheden bijbrengen, die maken dat ze nu en in de toekomst steeds nieuwe dingen willen en kunnen leren. Juist in een zo snel veranderende samenleving is dat een noodzaak

Omgaan met verschillen Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich anders. Ook kinderen in de klas zijn verschillend: in wat ze kunnen, in leerstijl en intelligenties, in wat ze leuk vinden, in hun leerbehoeften. Goed om leren gaan met verschillen binnen en tussen leerlingen is een belangrijk aspect in onze school. De kern van ons onderwijs wordt gevormd door de gedachte dat elke leerling uniek is, maar dat betekent niet dat elke leerling ook een eigen leerprogramma krijgt. Binnen de groep werken we aan dezelfde doelen, maar om dat doel te bereiken is er een variatie in de aanpak. We groeperen leerlingen op basis van overeenkomstige kenmerken en behoeften. De middenmoot is het ankerpunt van ons leerstofaanbod. Leerkrachten kijken goed hoe de leerling reageert op dit aanbod. Als dit voldoende is, dat gaan we door met wat we deden (basisaanbod) of we gaan het aanbod verrijken(verdiept aanbod). Als het onvoldoende is dan gaan we het aanbod intensiveren (intensief aanbod). Zo zijn er dus 3 arrangementen en daarmee komen we tegemoet aan de onderwijsbehoeften van het merendeel van de kinderen op school. Voor een enkele leerling wordt, wanneer nodig, een specifieke didactische of pedagogische maatregel genomen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


11 Met deze manier van werken (handelingsgericht werken) wordt bereikt dat we het merendeel van de leerlingen ‘op maat’ kunnen bedienen en leerlingen het bij hen passende onderwijsaanbod krijgen. We willen "uit de leerling halen wat er in zit". Omdat ieder kind verschillend is en ieder kind zich op eigen wijze ontwikkelt is het belangrijk om de individuele ontwikkeling van iedere leerling goed in beeld te brengen. In onze school hebben we een uitgebreid leerlingvolgsysteem (LVS) waarmee we de ontwikkeling van elk kind systematisch kunnen volgen. Onze interne begeleiders zijn speciaal belast met de begeleiding en coördinatie hiervan.

Samenhang De wereld verandert in een hoog tempo. Kennis, die het ene moment nog voor “waar” wordt gehouden, kan een volgend moment al achterhaald zijn. Dat betekent dat “leren” nooit een einde krijgt en levenslang duurt. Behalve kennis is het dus van wezenlijk belang ook duurzame aspecten te leren aan kinderen: samenwerken, problemen oplossen, ICT geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren, sociale en culturele vaardigheden. Deze vaardigheden worden de vaardigheden genoemd, die belangrijk zijn voor de 21e eeuw. We willen hier in onze school steeds meer aandacht aan besteden. Niet in aparte lessen, maar tijdens alle activiteiten die we doen.

Tevens willen we in onze school het openbaar karakter duidelijk profileren. Voortdurend dienen we alert te zijn op de kenmerken van openbaar onderwijs en zullen we hieraan actief gestalte geven. Het interculturele karakter van onze samenleving moet duidelijk herkenbaar zijn.

mindmap visie ________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


12

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


13

2.2. Onze missie Toelichting op de missie: Om in één statement uitdrukking te geven aan waar we voor staan met onze school is in een gezamenlijk overleg besloten tot : “OBS Molenakker, samen maken we school”. Deze missie onderstreept wat wij willen uitdragen: mét leerlingen, mét ouders, mét de omgeving, mét elkaar zullen we de school vormgeven. Ieders bijdrage en inspanning is daarvoor onontbeerlijk. Dit hebben we gevisualiseerd in ons logo, waarbij het ronde en het vierkante schoolgebouw verbonden worden door de acht groepen en zo een eenheid vormen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


14

2.3. Onze aandachtspunten Kwalitatief onderwijs verzorgen gaat, zoals gezegd, niet vanzelf. Dat vraagt een grote inspanning van alle betrokkenen. Het is van groot belang om met elkaar goede afspraken te maken, duidelijk te maken wat we willen en op welke wijze we ons onderwijs "voortdurend" kunnen verbeteren. Veel overleg en afstemming is hiervoor noodzakelijk. Om onze school / onderwijs te analyseren maken we gebruik van diverse “instrumenten”. Enerzijds om vast te stellen wat goed gaat en anderzijds om verbeterpunten te formuleren. In school evalueren we regelmatig “spontaan” het onderwijs op bouw- en teamniveau. Waar zijn we goed in, wat kan beter. Middels verslagen wordt eenieder geïnformeerd. We stellen bij, maken nieuwe plannen en afspraken. Ons uitgebreide leerlingvolgsysteem is een gedegen instrument waarmee we ons onderwijs zowel didactisch als pedagogisch goed in beeld kunnen brengen. Alle gegevens worden digitaal verwerkt. Dit maakt het mogelijk om trends te bepalen en op basis daarvan veranderingsprocessen op te starten. Inspectierapporten (externe audit) geven aan waar scholen goed in zijn en waar verbeterpunten liggen. Inspectierapporten liggen op school ter inzage en zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl Daarnaast vinden analyses plaats op basis van enquêtering. Elke 4 jaar worden ouders, leerlingen en leerkrachten middels een uitgebreide enquête in staat gesteld hun mening over onze school / ons onderwijs te geven. Ook deze analyses leveren aandachtpunten ter verbetering op. Vanzelfsprekend worden de “goede dingen” niet uit het oog verloren. Uit de 2-jaarlijkse ouderenquête - die we ook in het schooljaar 2012-2013 hebben afgenomen - is wederom gebleken dat ouders zeer tevreden zijn over onze school (we kregen weer een 8). Ook de enquêtes van leerlingen gaven weer een positief beeld (rapportpunt 8,1). De uitslagen van de enquêtes liggen op school ter inzage en staan op onze website. Vanzelfsprekend willen we als team, samen met eenieder die bij onze school betrokken is, die tevredenheid handhaven. Ook in de komende periode willen we onze school “voortdurend” onderwerpen aan analyses (bijv. onze kwaliteitsrapportage) om aan te kunnen geven wat we kunnen, wat we goed doen, maar ook om te bepalen waarin we ons moeten/kunnen verbeteren. Naast het realiseren van de “poten” van de visie spelen de analyses een belangrijke rol bij de schoolontwikkeling. Op basis hiervan worden speerpunten bepaald en jaarlijks bijgesteld.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


15

De komende jaren zullen we o.a.

o blijvend aandacht besteden aan coöperatief leren / leren samenwerken o het leerkrachthandelen voortdurend versterken o het werken met groepsplannen (arrangementen) verder ontwikkelen : HandelingsGericht en o o o o o o o o o o o o o

OpbrengstGericht Werken. realistisch invulling geven aan Passend Onderwijs specifieke aandacht voor taal en rekenen (referentieniveaus) methodes – waar nodig – vernieuwen (aangepast aan meest recente ontwikkelingen) de doorgaande lijn onderbouw-middenbouw-bovenbouw verder uitwerken en ook de overgang PO naar VO specifiek de aandacht richten op de doorgaande lijn Peuterspeelzaal/ Kinderopvang – groep 1 (VVE) doorontwikkeling van onze Brede School het computergebruik in alle groepen structureel toepassen en uitbreiden; het gebruik van onze smartborden optimaliseren nieuwe mogelijkheden ICT voortdurend onderzoeken (en uitproberen) -> werken met tablets in alle groepen het techniekonderwijs verder invoeren het kunst- en cultuurmenu verder invulling geven de aandacht richten op een veilige school(omgeving) / verkeersonderwijs onze gedragscode blijvend evalueren ………………..

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


16

2.4.

De met het onderwijsleerproces bereikte resultaten

Onderstaand schema maakt dit duidelijk waar het onderwijsleerproces uit bestaat.

Opbrengsten

Onderwijsleerproces 1. 2. 3. 4. 5.

6. opbrengsten

leerstofaanbod leertijd pedagogisch klimaat didactisch handelen leerlingenzorg

Aan de hand van de onderdelen zoals vermeld in het schema, proberen we jaarlijks vast te stellen wat de “opbrengsten� van het voorafgaande jaar zijn. De analyse van de opbrengsten kan tot gevolg hebben dat op de onderdelen 1 t/m 5 aanpassingen dienen plaats te vinden. In die zin is er sprake van een voortdurende wisselwerking.

1.

Leerstofaanbod

We beschikken over methodes die voldoen aan de kerndoelen. Toch is gebleken dat we op basis van analyses van toetsresultaten en ook wel veroudering tot aanschaf van nieuwe methodes moeten overgaan. Na de taal en leesmethode en een specifieke methode voor studievaardigheden staat voor schooljaar 2014-2015 een nieuwe rekenmethode op het programma. Met behulp van o.a. methode-onafhankelijke CITO-toetsen in diverse groepen en de CITOeindtoets in groep 8 vormen we een zo duidelijk mogelijk beeld van ons leerstofaanbod op de onderdelen taal, rekenen en informatieverwerking. De resultaten van de CITO-eindtoets, uitgedrukt in standaardscores, geven een positief beeld over een reeks van jaren (zie grafiek). We constateerden een iets teruglopende score. Dat vroeg om een nadere analyse en dit heeft geleid tot de aanschaf van de eerder genoemde nieuwe methodes. Komend jaar gaan we leerstofaanbod m.b.t. de WO-vakken en Engels bestuderen. De score van 2012 is gebaseerd op 71 van de 73 leerlingen van groep 8. De score van 2013 is gebaseerd op 71 van de 72 leerlingen van groep 8. De score van 2014 is gebaseerd op 62 van de 62 leerlingen van groep 8

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


17

Op dit moment (2014) hebben we de volgende methodes in gebruik :

Aanvankelijk lezen Technisch lezen Begrijpend lezen Rekenen

Taal Aardrijkskunde Geschiedenis/maatschappijleer Natuurkunde/biologie Engels Muziek (groep 1 t/m 8) Schrijven Creatieve vakken (groep 3 t/m 8)

Bewegingsonderwijs

Verkeer

Sociaal-emotionele ontwikkeling Studievaardigheden

• Veilig leren lezen (groep 3) • Estafette (groep 4 t/m 6) • Nieuwsbegrip(groep 4 t/m 8) • Rekenlijnen (groep 1 en 2) • Pluspunt nieuw (groep 3 t/m 6) • Pluspunt (groep 7-8 ) • Taallijnen (groep 1 en 2) • Taalactief 4 (groep 3 t/m 8) • Een wereld van verschil (groep 3 t/m 8) • Bij de tijd (groep 3 t/m 8) • Natuurlijk (groep 3 t/m 8) • The team (groep 7 en 8) • Moet je doen • Diverse bronnenboeken • Pennenstreken (gr.3 en 4) • Schrijven in de basisschool (gr. 5 en 6) Een selectie uit : • Handvaardig • Tekenvaardig • Textielvaardig en diverse bronnenboeken • Bewegingsonderwijs in het speellokaal (groep 1 en 2) • Basislessen bewegingsonderwijs (groep 3 t/m 8) • Verkeerskalender • Rondje verkeer (3vo) • Op voeten en fietsen (3vo) • Jeugd VerkeersKrant (3vo) • •

Eigen ontwikkelde lijn Blits (groep 6 t/m 8)

In de kleutergroepen hebben we de ontwikkelingslijnen en afspraken m.b.t. de werkwijze in kaart gebracht. Hiermee is een praktische en duidelijke afstemming voor het werken in deze groepen tot stand gekomen. Voor nieuwe leerkrachten is dit een steun in de rug. Dit alles is voortdurend in ontwikkeling, waarbij ook de groepen 3 en 4 betrokken worden.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


18

Wat heeft het afgelopen schooljaar de aandacht gehad en wat zal het komende jaar de aandacht krijgen ?

In het schooljaar 12-13 zijn we gestart met de nieuwe taalmethode Taalactief 4 in de groepen 4 tot en met 6. De methode stelt beduidend hogere eisen en duidelijke doelen (en voldoet aan de referentieniveaus). In het schooljaar 13-14 is de methode ingevoerd in de groepen 7 en 8.

Onderzoek heeft aangetoond dat het eenvoudiger is direct te starten met het “aan elkaar” schrift en niet eerst het blokschrift aan te leren aan kinderen en vervolgens over te gaan naar het “aan elkaar” schrift. Dat was voor ons een belangrijke reden om over te gaan tot de aanschaf van de schrijfmethode Pennenstreken. Na een goede start in schooljaar 2012-2013 in groep 3 volgde afgelopen jaar groep 4. In de volgende schooljaren gaan ook de andere groepen geleidelijk over op de nieuwe methode.

Veel bewegen is belangrijk voor kinderen. Een van de doelstellingen van het gymonderwijs is het plezier beleven aan bewegen. Vandaar dat we gekozen hebben voor de nieuwe versie van de gymnastiekmethode “Basislessen Bewegingsonderwijs” die geheel inspeelt op de huidige tijd. Uitleg van bewegings- en spelvormen kan in klas geschieden m.b.v. het smartboard, waardoor in de gymtijd weinig tijd verloren gaat aan ‘uitleg en luisteren’ en veel tijd ‘echt bewogen’ wordt. Vanaf schooljaar 2013-2014 is deze methode in de groepen 3 t/m 8 in gebruik.

Studievaardigheden zijn vakoverstijgende vaardigheden die kinderen nodig hebben bij het leren studeren, nu al op de basisschool, maar ook en vooral in het voortgezet onderwijs. Het gaat hier bijv. om het leren lezen van kaarten, schema’s en tabellen, het leren omgaan met studieteksten en het gebruiken van informatiebronnen, waaronder bijv. internet. Deze vaardigheden worden op dit moment ook vakoverstijgend aangeboden, bijv. tijdens de lessen rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. Omdat veel kinderen erbij gebaat zijn deze lessen gestructureerd aangeboden te krijgen in een doorgaande lijn, hebben we het afgelopen jaar voor de groepen 7 en 8 de methode Blits ingezet die de studievaardigheden expliciet in thema’s aanbiedt. Het afgelopen schooljaar is deze methode ook ingezet in groep 6. Hier werken we met de tablet-versie.

Het technisch lezen blijft in de groepen 4 t/m 8 een aandachtspunt. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen steeds minder lezen en lezen ook steeds minder leuk vinden. Kinderen meer plezier in lezen geven vinden we een taak van onze school. Met aantrekkelijke materialen (een aanbod van allerlei boeken in de klas, voor elke klas een bibliotheekabonnement) wordt lezen gestimuleerd. In schooljaar 13-14 is een nieuwe leesmethode (Estafette) voor de groepen 4 tot en met 8 in gebruik genomen. Met deze veelzijdige methode willen we het aanbod en de

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


19 leesresultaten versterken. In het komend schooljaar willen we “het lezen” nog meer stimuleren. Met Nieuwsbegrip XL gaan we het begrijpend lezen een impuls geven. Daarnaast willen we met “leespromotie” (allerlei leesactiviteiten) de zin in lezen, “het-lekker-lezen”, bevorderen. Het leesplan 2014-2015 moet hierin voorzien

In de kleutergroepen zijn rekenleerlijnen uitgezet, die een doorlopende lijn garanderen naar groep 3. Leerkrachten van de onderbouw hebben afgelopen schooljaren in diverse vergaderingen en bijeenkomsten een goede invulling gegeven aan het rekenaanbod voor kleuters. Deze ontwikkeling wordt verder doorgezet naar groep 4 en ook expliciet naar de voorschoolse periode.

Onze rekenresultaten (CITO) zijn prima op orde. Desondanks gaan we het komende schooljaar de nieuwe versie van Pluspunt in gebruik nemen. In groep 3 nog met de papieren versie; de groepen 4 t/m 6 middels tablets. Groepen 7 en 8 starten later (de overstap naar de nieuwe Pluspunt in hogere leerjaren vraagt een gefaseerde invoering). Met de nieuwe methode voldoen we nu aan de referentieniveaus.

ICT-ontwikkelingen gaan ook onze school niet voorbij. Het werken met tablets zal in schooljaar 2014-2015 in vele groepen herkenbaar zijn. In de hogere groepen zetten we ICT het komend schooljaar ook en vooral in voor kinderen met speciale / individuele leerlijnen.

2.

Leertijd

We hebben de verdeling van de leertijd per leerjaar in het groepsrooster vastgelegd. Er is geen aanleiding om de leertijd te wijzigen. Wel is gebleken dat er een steeds groter aanbod aan buitenschoolse activiteiten op scholen afkomt. Leuke en ook leerzame uitstapjes, die veel organisatie, maar ook veel leertijd vragen. We hebben besloten heel kritisch te kijken naar dit aanbod en steeds opnieuw af te wegen of het rendement van een uitstapje wel opweegt tegen het “verlies” aan leertijd.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


20

3.

Pedagogisch klimaat

We vinden het van groot belang om voortdurend en gezamenlijk te zorgen voor een prettig leef- en leerklimaat in onze school. Een jaarlijkse evaluatie van onze gedragscode is een vast onderdeel. Uit reacties van kinderen en ouders (o.a. enquêtes) blijkt dat duidelijkheid m.b.t. regels en afspraken, omgaan met elkaar in de vorm van gedragsregels/gedragscode en de wijze waarop we hiermee omgaan gewaardeerd wordt. Een aantal jaren hebben we een time-out-voorziening: kinderen die ongewenst gedrag vertonen in de groep, op de speelplaats of bijv. tijdens het overblijven moeten zich melden bij IB-ers of directie. Er wordt hiervan kort verslag gemaakt en zo nodig en/of waar nodig worden adequate maatregelen genomen. Groot voordeel van de time-out is dat ongewenst gedrag “bijgehouden” wordt. Vaker blijven maatregelen uit omdat kinderen in verschillende situaties bij verschillende leerkrachten/begeleiders ongewenst gedrag vertonen dat niet altijd vastgelegd wordt. Ook deze vorm van leerlingbegeleiding wordt door ouders en leerkrachten gewaardeerd. In de groepen 3 t/m 8 volgen we de leerlingen op sociaal emotioneel gebied met Viseon, een pedagogisch leerlingvolgsysteem. In de groepen 3 en 4 vullen leerkrachten deze vragenlijsten in op de computer. In de groepen 5 t/m 8 vullen alle leerlingen deze vragenlijsten in en leerkrachten van groep 5 t/m 7 doen dat ook, maar niet voor alle leerlingen. De interne begeleiders selecteren de leerlingen waarvoor het invullen van de gegevens van belang wordt geacht om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen. In groep 8 wordt door de leerkracht wel voor alle kinderen Viseon ingevuld. In de groepen 1 en 2 wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling gevolgd aan de hand van het Ontwikkelingsvolgmodel van het Jonge Kind (OVMJK).

Wat heeft het afgelopen schooljaar de aandacht gehad en wat zal het komende jaar de aandacht krijgen?

Onze school heeft geen methode sociaal-emotionele vorming. De reden daarvoor is dat wij vinden dat de sociaal-emotionele vorming een vast onderdeel moet zijn in al ons handelen en tijdens alle activiteiten en lessen. Gesprekken voeren naar aanleiding van zaken die zich voordoen, gedrag bespreekbaar maken, gevoelens benoemen, elkaar accepteren zoals we zijn; het moet verweven zijn in het dagelijkse reilen en zeilen op school. We hebben ‘gedragsposters’ aangeschaft en elke twee weken staat een bepaalde gedragsregel of afspraak centraal. De posters met de regels staan steeds twee weken bij de ingangen van de school. De gedragsregel waar we speciale aandacht aan besteden wordt benoemd in de wekelijkse “info” van de school en leerkrachten bespreken in de kring die twee weken het goede gedrag dat hoort bij de betreffende regel. Zo wordt – naast onze gedragscodeschoolbreed goed gedrag regelmatig aan de orde gesteld en zijn alle kinderen op de hoogte van dezelfde omgangsregels en afspraken. Het komende jaar komen landelijke afspraken m.b.t. pestprogramma’s. We nemen in de loop van het schooljaar een besluit welk pestprogramma we zullen gaan invoeren.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


21

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


22

4.

Didactisch handelen

Het didactisch handelen van de leerkracht vormt natuurlijk de spil van het onderwijsproces. In de groep wordt aan het onderwijs invulling gegeven. De interactie (het proces) tussen leerling en leerkracht is de basis voor goed onderwijs. Schoolontwikkeling staat in dienst van het versterken van het didactisch handelen. Het coachen van leerkrachten, onderlinge samenwerken, scholing, groepsbesprekingen en klassenbezoeken zijn elementen om het werken in de groep te verbeteren. Het versterken van het didactisch handelen is een teamactiviteit, maar ook een persoonlijke inspanning. Wat heeft het afgelopen schooljaar de aandacht gehad en wat zal het komende jaar de aandacht krijgen?

Coöperatief leren is een aandachtspunt en zal dat nog langer blijven. Binnen alle vakken wordt gezocht naar lessen of lesonderdelen die zich goed lenen voor coöperatief leren. De bouwcoördinatoren onderbouw en bovenbouw zullen dit regelmatig tijdens bouwvergaderingen bespreken met de teamleden.

Met de aanschaf van smartborden voor alle groepen zijn onze mogelijkheden om boeiend onderwijs te bieden nog meer uitgebreid. Zo zijn de lessen van onze spelling-, reken- en wereldoriënterende methodes reeds gedigitaliseerd. In de groepen 1 / 2 worden projecten uitgebreid met presentaties en werkvormen op en met het smartbord. De buitenwereld kan makkelijker in de klas gebracht worden en soms zeggen beelden daarbij meer dan woorden. De school heeft zich geabonneerd op enkele digitale lespakketten waarmee actuele onderwerpen bespreekbaar worden in de klas. Ook komend schooljaar zal er versterkt worden ingezet op het maken van digitale lessen en het uitbreiden van de leerkrachtvaardigheden in het gebruik van het smartboard. Alle nieuwe methodes gaan uit van smartbord gebruik. Het werken met tablets zal, zoals al gezegd, worden uitgebreid. Het afgelopen jaar zijn hiermee positieve ervaringen opgedaan in groep 6. Ook in de groepen 1-2 hebben we tablets ingezet. Het komende schooljaar wordt dit geïntensiveerd.

In het onderwijs neemt het handelingsgericht en opbrengstgericht werken (HGW en OGW) een steeds grotere plaats in. In de praktijk betekent het dat leerkrachten meer gaan werken met groepsplannen in plaats van met individuele plannen. Afgelopen schooljaar zijn groepsplannen gemaakt voor rekenen (groep 1-3) en spelling (groep 4-8). Ook komend schooljaar is HGW en OWG speerpunt van onze schoolontwikkeling.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


23

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


24

5.

Leerlingenzorg

De zorg voor elke leerling staat voorop. In hoofdstuk 4 beschrijven we hoe we die zorg vorm geven. De komende jaren willen we proberen om die zorg nog dichter bij de leerling te brengen. Dat betekent bijv. dat we zullen proberen de individuele hulp aan leerlingen steeds meer in de groep te laten plaatsvinden. Het versterken van het leerkrachthandelen (omgaan met verschillen) is een voortdurend aandachtspunt. De organisatie van de leerlingenzorg is een taak van de interne begeleiders. Wat heeft het afgelopen schooljaar de aandacht gehad en wat zal het komende jaar de aandacht krijgen? Het afgelopen schooljaar is er veel aandacht uitgegaan naar de voorbereidingen die nodig waren om voorbereid te zijn op de komst van het “passend onderwijs”. De nieuwe wet gaat in op 1 augustus 2014 en daardoor verandert er nogal wat voor scholen. In hoofdstuk vier kunt u daar meer over lezen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


25

3. Organisatie van de school 3.1. Het gebouw Onze school heeft 2 locaties: Molenakker 1 (Oude Laarderweg) en Molenakker 2 (Molenakkerdreef). Molenakker 1 Met ingang van het schooljaar 1999-2000 heeft onze school – Molenakker 1 - 14 groepslokalen. Naast deze groepslokalen beschikken we over een hal, een speelzaal (waar o.a. spellessen voor de groepen 1 en 2 worden gegeven), een ruimte voor onze interne begeleiders, een speciale ruimte voor het toetsen/begeleiden van kleine groepjes leerlingen (tevens bestemd voor de logopedist en schoolarts), een speciale ruimte voor de ICT-coördinator, een leraren- en directiekamer en een balie waar u welkom wordt geheten door onze baliemedewerker. Vanaf schooljaar 2007-2008 heeft jaarlijks een herschikking van de lokalen plaatsgevonden i.v.m. verhuur. Ons schoolgebouw is vanaf begin 2011 een echte Brede School (zie ook hoofdstukje 1.3) In locatie Molenakker 1 hebben we nu :  8 lokalen voor onderwijs aan onze jongste leerlingen (groepen 1 t/m 3)  2 lokalen voor VSO en BSO  1 lokaal is voor peuteropvang  2 ruimtes voor Kinderopvang (waarvan 1 ruimte van de gemeente Weert)  1 lokaal is het bestuurskantoor van onze stichting Eduquaat

Molenakker 1

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


26 Molenakker 2 In Molenakker 2 beschikken we ook over 14 groepslokalen, waarvan 1 ICT-lokaal.. Daarnaast hebben we ruimtes voor onze interne begeleiders, spreekkamers, teamkamer en directiekamer. Het voormalig speellokaal doet nu vooral dienst als overblijfruimte. De groepslokalen in Molenakker 2 zijn bestemd voor de leerlingen van de groepen 4 t/m 8. Vanaf 1 augustus 2010 is in Molenakker 2 ook het bestuurskantoor van het samenwerkingsverband “Centroz” gevestigd.

Molenakker 2

3.2. Groepssamenstelling Bij de verdeling van de leerlingen over de verschillende groepen hanteren we de volgende uitgangspunten :

• • • • • •

gecombineerde kleutergroepen : leerlingen van groep 1 en 2 in één groep. zo mogelijk alle andere groepen enkelvoudig, dus niet gecombineerd. als er combinaties gemaakt moeten worden, worden die groepen samengesteld uit aaneensluitende leerjaren (dus groep 4/5 en niet groep 4/6). evenredige groepsgrootte - zo mogelijk in alle groepen evenveel leerlingen. evenwichtige verdeling van jongens en meisjes. evenwichtige verdeling van problematieken (gedrag- en/of leerproblemen).

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


27

Het is ons streven om de groepsgrootte in alle groepen "in de hand te houden". Met name in de onderbouw streven we naar “kleine” groepen. Dat is helaas steeds moeilijker te realiseren. Door financiële krimp (vele bezuinigingen) zijn wij en alle scholen nauwelijks meer in staat om “kleine” groepen te formeren. Het is ook niet meer mogelijk om combinatiegroepen te vermijden. De groepsgrootte is wel een blijvend aandachtspunt. Nieuwe leerlingen worden in 1e instantie geplaatst in de kleinste groep. Indien er sprake is van een bepaalde problematiek zal intern overlegd worden in welke groep de leerling geplaatst wordt. Bij overgang naar een volgende groep kan de directie – na overleg met leerkrachten en ouders – besluiten een leerling in een andere groep te plaatsen. Ook kan de directie een dergelijk besluit in de loop van een schooljaar nemen. De groepsverdeling voor een nieuw schooljaar wordt door de directie vastgesteld.

3.3. De activiteiten voor de kinderen De activiteiten voor de kinderen zijn in alle basisscholen - in grote lijnen - dezelfde. De wet schrijft immers voor aan welke vakken aandacht besteed moet worden en tevens heeft de overheid kerndoelen geformuleerd die aangeven wat kinderen moeten kunnen en kennen als zij de basisschool verlaten. De (grote) verschillen tussen basisscholen ontstaan vooral door de manier waarop aan en met de verschillende vakken gewerkt wordt (verschillende methodes bijv.). Ook ontstaan verschillen doordat scholen de lesstof over de verschillende leerjaren anders verdeeld hebben en niet in het minst door de wijze waarop de school het kind en de leerstof benadert. In onze school proberen we veel en vaak aan te sluiten bij wat kinderen bezighoudt, waarin kinderen geïnteresseerd zijn. We proberen uit te gaan van de eigen ervaringen van kinderen en de leerstof zo interessant mogelijk te maken, waardoor de leerlingen betrokken zijn of worden bij de verschillende activiteiten. Natuurlijk zijn er ook voldoende momenten van "moeten".

3.3.1.

Activiteiten in de groepen 1 t/m 3

Wanneer kinderen als 4-jarige voor het eerst naar school komen is hun ervaringswereld heel verschillend. Ook is er sprake van een diversiteit aan o.a. karakters, interesses en niveaus. Om het onderwijs hier goed op af te stemmen, werken we zoveel mogelijk ervaringsgericht.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


28

Ons onderwijs is erop gericht kinderen in de juiste situatie en op het juiste moment te prikkelen om iets te leren. De juiste situatie is een situatie waarin de kinderen heel gemotiveerd met een bepaalde activiteit of een bepaald onderwerp aan de slag gaan. De kinderen zijn betrokken. Het goede moment is het moment waarop de kinderen zich lekker, prettig voelen om te leren. Op zo'n moment pikken de kinderen het meeste op, omdat ze openstaan voor het leerproces : er is dan sprake van fundamenteel leren. De juiste activiteit is die activiteit die de kinderen kiezen of aangeboden krijgen wanneer deze daadwerkelijk aanspreekt. Ditzelfde geldt voor het onderwerp waaraan de activiteit gekoppeld is. Om nóg beter op de actuele ontwikkelingen in te gaan, maken we als school deel uit van een netwerk van scholen uit het Weerter land. De afgevaardigden van deze scholen bespreken met elkaar alles wat hen bezighoudt rondom ‘het jonge kind’. Dit resulteert in nieuwe discussies of nieuwe concrete ideeën die toepasbaar zijn in de groepen. Een heleboel activiteiten vinden plaats in de kring, een werkvorm die veelvuldig wordt toegepast in de onderbouw. We gebruiken een ‘vaste kring’: de bankjes die u in elke kleutergroep kunt terugvinden. Zo is de kring gemakkelijker te gebruiken als overgang tussen verschillende activiteiten: geen gesjouw met stoeltjes! Ook werken we regelmatig met een “kleine themakring” waarin een kind zelf het onderwerp van de kring bepaalt. Dit doet hij/zij via plaatjes, tekeningen en/of foto’s in een kletstheater, een voorwerp in een geheime zak of doos. Zo stimuleren we de eigen inbreng van de kleuters in het aanbod en ook expliciet de taalontwikkeling; één van de innovaties die de afgelopen jaren zijn ingevoerd. (Zie kleine kring bij het kopje” taalonderwijs”).

Kortom : kinderen leren het meeste wanneer ze betrokken bezig zijn. Hoe hoger de mate van betrokkenheid, hoe boeiender het leerproces en hoe hoger het leerrendement.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


29

Groep 1-2 De basis voor het onderwijs aan jonge kinderen ligt in de groepen 1 en 2. Hier wordt het fundament gelegd voor het latere leerproces. In de kleutergroepen krijgen onderstaande ontwikkelingsgebieden dagelijks inhoud.

Grote motoriek Kleuters hebben veel beweging en bewegingsvrijheid nodig, zowel tijdens het buitenspel als in de gymlessen in de speelzaal wordt hiervoor veel ruimte gecreëerd. Doordat kinderen veel rennen, klimmen, klauteren en bewegingsspelletjes doen, verfijnen ze de motoriek. Zo zullen ze eigen lichamelijke mogelijkheden ontdekken en uitbreiden. Ook leren ze hierbij samenspelen, op de beurt wachten (sociale ontwikkeling) en al spelend de omgeving en ruimte verkennen. Aan de hand van de methode: bewegingsonderwijs aan kleuters zetten we wekelijks lessen op om allerlei motorische (en sociale) vaardigheden (in circuitmodel) aan te leren, in te oefenen en te herhalen. Ook krijgen de groot-motorische vaardigheden vanuit de schrijfmethode “pennenstreken” hun plek binnen de bewegingslessen in het speellokaal.

Kleine motoriek De verfijning van de vinger- en polsspieren is belangrijk voor het later leren schrijven. We noemen dit ook wel voorbereidend schrijven. In de kleutergroep zijn er ontelbaar veel activiteiten die de kleine motoriek bevorderen: kralen rijgen, blokjes stapelen, kleien of de meer specifieke oefeningen als tekenen en schrijfpatronen maken. Kinderen maken een overgang van de in eerste instantie grove armbewegingen naar meer soepele polsbewegingen. In de nieuwe methode “pennenstreken” die we vanaf schooljaar 2012-2013 als eerste in groep 1-2-3 in school hebben ingevoerd, staan hiervoor gerichte tips en activiteiten die we in de motorische ontwikkeling van kinderen kunnen meenemen en toepassen. Zie ook “grote motoriek”

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


30

Taalonderwijs Talig-bezig-zijn is zeer belangrijk. Elke dag wordt er in de kleutergroepen veel aandacht aan taal besteed. Het voorlezen of vertellen van verhalen is niet alleen belangrijk, maar ook boeiend en ontspannend. Ook vertellen kinderen zelf graag tijdens het dagelijks kringgesprek in de grote of kleine kring. De versjes die ze leren worden door hen eindeloos opgezegd. De veelheid aan taalactiviteiten (zoals rijmspelletjes, poppenkast, waarnemingslesjes, leergesprekken) is een voorfase voor het latere leren lezen. We spreken ook wel van voorbereidend lezen. We schenken binnen ons taalonderwijs ook veel aandacht aan de werkvorm “kleine kring”. Binnen deze werkvorm is het belangrijk dat de kinderen zoveel mogelijk zelf aan het woord zijn en aan elkaar vragen stellen. De taak van de leerkracht hierbij is verdiepende vragen te stellen en het proces van het kringverloop goed te observeren en waar nodig bij te sturen. Kinderen leren zo in een klein groepje met elkaar te praten en gespreksvaardigheden te ontwikkelen. (De andere kinderen die niet in de kring zitten werken zelfstandig, met elkaar aan de tafel. Om dit mogelijk te maken worden de kinderen in de kleutergroep al begeleid in het zelfstandig werken). Regelmatig evalueren we deze werkvorm met de leerkrachten van de groepen 3 en 4 die dit ook in hun programma hebben opgenomen, zodat er sprake is van een doorgaande lijn. In groep 2 bieden we, vanaf de herfstvakantie, tweewekelijks, de letter van de week aan. Rondom deze letter doen we allerlei activiteiten, zoals de letter naschrijven, woorden zoeken met deze beginletter, een tafel inrichten met voorwerpen die met deze letter beginnen, enz. De letter van de week wordt toegevoegd aan de lettermuur in de klas. Kinderen worden zo nog gerichter begeleid op weg naar het leesproces. Ook voor groep 1 worden er al allerlei ondersteunende oefeningen aangeboden, zoals het rijmen, woordstukjes klappen of het herkennen van klanken. Daarnaast biedt de verteltafel een scala aan mogelijkheden om de taal in het algemeen, maar ook specifiek het leesproces te stimuleren. Kinderen vertellen samen aan de hand van voorwerpen een prentenboek na op de daarvoor ingerichte verteltafel. Voor de groepen 1 t/m 4 is er een groot aantal prentenboeken omgezet tot een verteltafel. Kinderen die al kunnen lezen, kunnen aan elkaar het boek voorlezen, terwijl een ander het uitbeeldt. (Zie kleine kring bij het kopje “ lezen en taalonderwijs groep 3”) Voor de groepen 1-2 staan alle taal-ontwikkelingslijnen met bijbehorende doelen per periode beschreven en zijn met bijpassende lessen opgenomen in een taal-klapper. Dit is de handleiding voor de leerkracht. Deze lessen worden in de betreffende periodes aan de kinderen gegeven en tevens aangepast aan het thema wat op dat moment in de groep draait.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


31

Rekenonderwijs Al spelenderwijs zijn kleuters bezig met rekenen. Ze tellen vaak, ze meten lang en kort, ze wegen in de poppenhoek met de weegschaal of meten en doseren vloeistoffen in de waterbak. Het voorbereidend rekenen vindt ook plaats in de bouwhoek tijdens kringlesjes en m.b.v. specifieke rekenmaterialen. Ook worden er in de kring wekelijks verschillende rekenactiviteiten aangeboden, gericht op o.a. het tellen, hoeveelheids – en getalbegrip, (tijd, afstand) meten, wegen en ruimtelijke problemen. Door middel van coöperatieve werkvormen proberen kinderen zoveel mogelijk samen oplossingen te bedenken om het rekeninzicht te stimuleren. De afgelopen schooljaren is het rekenonderwijs nog specifieker onder de loep genomen om de doorgaande lijn binnen het rekenonderwijs binnen groep 1 t/m 4 nog meer te waarborgen. Zo werken we in deze vier groepen met de ondersteunende rekenmaterialen van “met sprongen vooruit” om het handelend en inzichtelijk rekenen in een doorgaande lijn te bevorderen. Ook voor rekenen in groep 1-2 geldt dat de rekenontwikkelingslijnen met bijbehorende doelen per periode zijn uitgewerkt met bijbehorende lessen die de leerkracht kan omzetten naar het thema om het rekenonderwijs voor de kinderen betekenisvol te maken.

Muziek en muzikale expressie Tijdens de muzieklessen wordt er veel aandacht besteed aan het leren zingen van liedjes, het luisteren naar en bewegen op muziekstukjes en het zelf musiceren met instrumenten. Dagelijks vindt er een muziekles plaats waarbij ontspanning en sfeer een belangrijke rol spelen. De liedjes die worden aangeleerd horen bij de thema’s en worden van het internet gehaald of uit de daarvoor bestemde bronnenboeken.

Dramatische expressie Toneelspelen noemen we ook wel dramatische expressie. Het is niet alleen leuk, maar ook belangrijk dat kinderen gevoelens en situaties kunnen uitspelen bijv. in de poppenhoek. Wanneer kinderen iets spannends (gaan) meemaken is het goed dat ze d.m.v. een rollenspel meer greep krijgen op de (komende) gebeurtenis. Ook tijdens kringactiviteiten kan een toneelspel gespeeld worden. Hierbij leren de kinderen iets voor te dragen voor de groep en leren ze in de belangstelling te staan. Dit komt ook terug tijdens de week- of maandsluitingen.

Beeldende expressie Bij beeldende expressie (tekenen, schilderen, kleien, knutselen enz.) is het goed dat kinderen uiting durven te geven aan persoonlijke gevoelens. Ze moeten genoeg vrijheid krijgen om eigen creativiteit uit te drukken in hun werkstukjes. Door samen creatief bezig te zijn, leren ze omgaan met verschillen in smaak, idee en schoonheid.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


32

Sociaal-emotionele vorming De sociaal-emotionele vorming neemt een zeer belangrijke plaats in de ontwikkeling van kinderen. Kinderen in groep 1 zijn over het algemeen nog erg op zichzelf gericht. Dat hoort bij hun leeftijd. Doordat ze dagelijks veel met andere kinderen omgaan, zien en leren ze steeds meer van een ander. Zo ontdekken ze dat het fijn is om samen te spelen en te werken. Kinderen van groep 2 zijn al meer gericht op het zoeken naar een (vast) speelkameraadje en verdelen al vaker rollen en taken binnen hun spel. Vrijwel voortdurend leren kinderen samen delen, werken en hoe om te gaan met conflictjes en de bijbehorende gevoelens.

Wereldoriëntatie en ervaringsgericht onderwijs In de kleutergroepen werken we voornamelijk met projecten. Wanneer kinderen zelf met thema's komen die hen boeien gaan we hier zoveel mogelijk op in. Door allerlei activiteiten te organiseren binnen zo'n (wereldoriënterend) thema zullen ze dit op verschillende manieren beleven en er veel van leren. Ook de reken-, taal-, muziek- en evt. bewegingslessen worden aan het thema aangepast.

Groep 3 In groep 3 neemt het leesonderwijs een voorname plaats in. Het schrijfonderwijs biedt hierbij een belangrijke ondersteuning. Ook rekenen staat dagelijks op het programma. Met name 's middags vinden creatieve vakken plaats.

Lezen en taalonderwijs De kinderen leren bij ons op school lezen volgens de methode "Veilig leren lezen”. Het doorlopen van het leesproces kan heel verschillend zijn. Aan het begin van groep 3 worden de kinderen getoetst op letterkennis. Daarnaast wordt informatie doorgegeven door de leerkrachten van groep 2. Op basis van deze informatie worden de kinderen op hun eigen niveau ingedeeld. We werken met 4 niveaus oplopend in moeilijkheidsgraad: ster, maan, raket en zon. Kinderen die in het zonprogramma werken, doorlopen een taalprogramma met veel uitdaging en er wordt een beroep gedaan op een hoge mate van zelfstandigheid. De rest van de groep doorloopt in principe het basisprogramma. Het leesprogramma bestaat uit 12 kernen die afgesloten worden met een of meerdere testen. Aan de hand daarvan worden de kinderen steeds opnieuw ingedeeld op hun niveau. Op vastgestelde momenten in het schooljaar worden de kinderen individueel getoetst en wordt het leesproces in kaart gebracht en bewaakt. We streven ernaar dat de kinderen eind groep 3 leesniveau E3 halen. Spellingsoefeningen (dictee) en creatief taalgebruik (bijv. verhaaltjes maken) krijgen in de loop van groep 3 steeds meer vorm.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


33

Kring Taal wordt in groep 3 ook gestimuleerd in de verschillende kringen. We hebben de gewone vertelkring waarin de kinderen hun belevenissen mogen vertellen. Ook zijn er taalkringen en rekenkringen waarin de leerkracht een actievere rol inneemt en een gerichte activiteit met de kinderen behandelt. Om het lezen te stimuleren wordt er in kringen ook veel voorgelezen. Een kring waarin het kind centraal staat is het kletstheater. Een kind kiest van te voren een thema ( hobby, sport, dier), en neemt hier spulletjes over mee. (zie voor een aanvullende taalactiviteit “de verteltafel” bij groep 1-2: taalonderwijs)

Schrijfonderwijs Bij het schrijfonderwijs hanteren we de methode “Pennenstreken”, waarbij de kinderen de letters en cijfers op de juiste manier leren schrijven. De kinderen leren meteen het verbonden schrift (geen blokletters).De letters die de leerlingen leren lezen, leren ze ook meteen schrijven. De kinderen werken met potlood.

Rekenonderwijs In het nieuwe schooljaar starten we met de nieuwe versie van de methode “Pluspunt”. Met de rekenmethode Pluspunt leren kinderen op de basisschool evenwichtig rekenen: de kinderen verwerven inzicht én oefenen hun vaardigheden. De lesstof wordt in duidelijke, kleine stappen aangeboden en regelmatig herhaald. Na de instructie zijn er oefenopgaven op drie niveaus, die met herkenbare sterretjes zijn aangeduid: minimum, basis en plus. Naast deze methode maken wij veelvuldig gebruik van diverse rekenspellen afkomstig uit de rekenkist “Met sprongen vooruit”. Hier leren kinderen spelenderwijs en met elkaar hun rekeninzicht te verbreden.

Bewegingsonderwijs De bewegingslessen vinden plaats in een gymzaal. In een opbouw leren ze allerlei technieken als koprollen, (touw)klimmen, kastspringen enz. Daarnaast vinden er regelmatig tik- en wedstrijdspelen plaats en wordt er aan bewegen op muziek gedaan. Dit alles aan de hand van de vernieuwde gymmethode: bewegingsonderwijs in de basisschool. Naast ontwikkeling van de motoriek vindt binnen het bewegingsonderwijs ook sociale ontwikkeling plaats. De kinderen werken aan de hand van een circuit in kleine groepjes. Tijdens buitenspel wordt ook aan bewegingsonderwijs aandacht besteed.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


34 Handvaardigheid en tekenen Het is de bedoeling dat kinderen de in de groepen 1 en 2 opgedane ervaringen met de verschillende materialen uitbreiden. Er worden allerlei nieuwe technieken aangeleerd om tot een bepaald resultaat te komen. Het blijft echter belangrijk dat er veel ruimte is voor de eigen creativiteit van de kinderen.

Muziekonderwijs Van de voornamelijk experimenterende vaardigheden in de groepen 1 en 2 wordt er al meer aandacht besteed aan maat en ritme binnen de muzieklessen. Verder worden de muzikale activiteiten zoals vermeld in groep 1/2 uitgebreid. Dit alles aan de hand van de methode “Moet je doen”. Ook worden er in groep 3 nog veel liedjes rondom een bepaald thema aangeboden.

Wereldoriëntatie en ervaringsgericht onderwijs In de lagere groepen, dus ook in groep 3, vindt er met name projectonderwijs plaats. Als leidraad worden hiervoor de methoden “Natuurlijk”, “Bij de tijd”, “Wereld van verschil” en “Rondje verkeer” gebruikt. De thema’s die aan de orde komen zijn afhankelijk van de interesses van de kinderen. Per groep kunnen deze dus verschillen. In alle groepen begint de dag meestal met een gesprek in de kring, een open gesprek, maar het kan ook een gesprek zijn over een actueel onderwerp. Tijdens de kring wordt even stilgestaan bij de activiteiten van de schooldag. Er wordt ook regelmatig een “vrije kring” georganiseerd. Tijdens deze activiteit kunnen kinderen zelf kiezen of ze hierbij aansluiten, afhankelijk van bijvoorbeeld het onderwerp. De kring wordt, vooral bij de jonge kinderen, gedurende de gehele dag vaker gebruikt. Bijvoorbeeld om een verhaal voor te lezen, een liedje te leren of te zingen of samen het “tussendoortje” te eten of te drinken.

In school wordt naast specifieke activiteiten/vaardigheden aandacht besteed aan - laten we het noemen - algemene vaardigheden. Dit zijn vaardigheden die betrekking hebben op alle leergebieden. Zo wordt in alle groepen aandacht besteed aan bijv. een goede werkhouding aandacht vasthouden planmatig werken samenwerken en overleggen omgaan met elkaar elkaar respecteren opkomen voor jezelf en anderen vergroten van het zelfvertrouwen concentratievaardigheden zelfstandig werken leerlingen motiveren verantwoordelijkheden durven nemen

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


35

3.3.2.

Basisvaardigheden in de groepen 4 t/m 8

Nederlandse taal Luisteren, spreken, (technisch) lezen, schrijfvaardigheid, spelling, begrijpend lezen, studerend lezen………kortom TAAL. Taal is in alle groepen een belangrijk vakgebied. Naast mondelinge taalvaardigheid (luisteren en spreken), wordt natuurlijk ook veel aandacht besteed aan de schrijfvaardigheid. Belangrijke aspecten hiervan zijn naast spelling, de leesbaarheid van het handschrift, de zinsbouw e.d. Taal moet functioneel zijn en dat betekent dat het taalonderwijs erop gericht moet zijn dat kinderen zowel mondeling als schriftelijk - volgens regels - leren communiceren. Enkele voorbeelden hiervan zijn: iets uitleggen, een verslag maken, een spreekbeurt houden, deelnemen aan (kring)gesprekken, teksten schrijven, brieven schrijven en een werkstuk maken. Voor taal zijn de volgende domeinen beschreven:

• Mondelinge taalvaardigheid • Lezen • Schrijven • Begrippenlijst en taalverzorging We zorgen voor een efficiënt en effectief onderwijsprogramma waarin deze domeinen gestructureerd en meer dan voldoende aan bod komen. We beschikken over een gestructureerde methode en hanteren duidelijke werk- en oefenvormen. We werken heel gericht aan wat uw kind moet kennen en kunnen als het om de basiskennis en basisvaardigheden gaat. Ons taalprogramma sluit daardoor goed aan bij de verschillende typen vervolgonderwijs. Vanaf het schooljaar 2013-2014 werken wij in alle groepen met de nieuwste methode Taal Actief (versie 4). Door invoering van deze methode, door (na)scholing en het werken met de nieuwste software kunnen we zeggen dat we volledig “up to date” zijn. Echter …… we willen in de toekomst ons onderwijs nog beter afstemmen op de onderwijsbehoeften van kinderen, waarbij we nog meer rekening gaan houden met de manier waarop we instructie geven: de meeste kinderen krijgen daarbij basisinstructie, een aantal kinderen zal verlengde of extra instructie krijgen en sommige kinderen hebben mogelijk geen instructie, maar verdieping nodig. Om hieraan nog beter invulling te geven, werken we in schooljaar 2014-2015 met tablets voor alle kinderen van de groepen 4 tot en met 8 binnen een onderwijskundig totaalconcept genaamd SNAPPET. Dit concept staat onder “computers in school: ICT” verder uitgewerkt.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


36

Onder taalonderwijs valt ook het leesonderwijs. Goed leren lezen begint met plezier in het lezen te hebben of te krijgen. Voorlezen, samen lezen en vertellen stimuleert het zelf gaan lezen door kinderen. Bij de keuze van een boek is het behaalde leesniveau minder belangrijk dan de interesse die kinderen tonen voor een bepaald boek. Al te moeilijke of al te gemakkelijke boeken leggen ze toch wel terug. Voor technisch lezen maken we in alle groepen gebruik van de nieuwste versie van de methode “Estafette”. Het tempo waarin kinderen leren lezen kan heel verschillend zijn. Sommige kinderen doorlopen de verschillende leesniveaus in sneltreinvaart. Zij leren vrijwel zonder moeite lezen en beheersen in groep 4 of groep 5 al alle leesmoeilijkheden. Andere kinderen hebben een gerichte begeleiding en oefening nodig om het technische lezen onder de knie te krijgen. Daarop speelt de methode “Estafette” in. In kleine oefengroepjes met gerichte begeleiding van een leerkracht of geheel zelfstandig kan uw kind het leesonderwijs volgen.. Een aantal keren per jaar wordt gekeken op welk leesniveau het kind zit en wordt een nieuwe indeling gemaakt voor de volgende oefenperiode. De groepssamenstelling kan per periode wisselen.

Niet minder belangrijk is het begrijpend lezen. Begrijpend lezen (vanaf groep 3) is vanzelfsprekend van groot belang om het gelezene te kunnen begrijpen en verwerken. Vanaf groep 7 wordt aan het leesonderwijs ook studerend lezen toegevoegd. Vanaf het schooljaar 2006-2007 hebben we gewerkt met de begrijpend leesmethode: “Tekstverwerken”. Aanvullend gebruikten we nog de methode Nieuwsbegrip. In het schooljaar 2014-2015 starten we vanaf groep 4 tot en met groep 8 met de Nieuwsbegrip XL. Actuele aansprekende teksten en opdrachten worden via internet wekelijks aangeleverd. Doelen van Nieuwsbegrip XL: meer plezier in begrijpend lezen krijgen, meer kennis over de wereld opdoen, leren hanteren van lees- en woordenschatstrategieën. Wellicht is het goed om hier op te merken dat lezen niet alleen het lezen van teksten ("verhaaltjes") inhoudt, maar ook het lezen van poëzie, stripverhalen, informatieve teksten, krantenberichten, advertenties, dialogen enz. Leesbeleving (plezier in lezen) is een belangrijk aandachtspunt binnen ons leesonderwijs Om hieraan nog beter invulling te geven, werken we vanaf schooljaar 2014-2015 ook binnen dit vak- en vormingsgebied met ………… de tablets van SNAPPET. Zie wederom: “computers in school: ICT” .

Engels In groep 7 en 8 maken de kinderen kennis met de Engelse taal. Uitgaande van thema's uit hun eigen belevingswereld wordt op een eenvoudige wijze vooral aandacht besteed aan luister- en spreekvaardigheid.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


37

Schrijven Het methodisch leren schrijven gaat door t/m groep 6. Kinderen leren hier het schoolschriftschrijven. Elke groep kent specifieke schrijfaspecten, waaronder tempo-schrijven. In groep 4 leren de kinderen bijv. de hoofdletters. Ook na groep 6 wordt het schoolschrift aangehouden, terwijl kinderen uiteraard alle gelegenheid krijgen om hun "eigen" handschrift te ontwikkelen. De (schrijf)motorische ontwikkeling heeft onze aandacht! In het schooljaar 2012-2013 zijn we in groep 3 gestart met een nieuwe schrijfmethode “Pennenstreken”. Het daarop volgende schooljaar was groep 4 aan de beurt en komend schooljaar krijgt dit een vervolg in groep 5. In school werken we met schoolmaterialen. Alle leerlingen krijgen een schoolvulpen. Kinderen zijn verplicht deze te gebruiken.

Rekenen/wiskunde Pluspunt, onze rekenmethode is een realistische methode. De sommen en opdrachten gaan veelal uit van voor de kinderen herkenbare - dagelijkse – situaties, zoals bijv. de vakantie, het zwembad, groente en fruit, verjaardag. Rondom deze thema’s worden de vele verschillende rekenactiviteiten (hoofdrekenen, cijferen en toegepast rekenen) geoefend. In groep 4 wordt voortgebouwd op het begrip van de telrij t/m 100 zoals dat in groep 1 tot en met 3 is ontwikkeld. Verder vinden er bewerkingen t/m 100 plaats en wordt een aantal tafels van vermenigvuldiging aangeleerd; in groep 5 sommen t/m 1000 en het automatiseren van de vermenigvuldig- en deeltafels. In alle groepen wordt aandacht besteed aan o.a. wegen, meten, verhoudingen, eenvoudige meetkunde en schattend rekenen (globaal de uitkomst bepalen). Eind groep 5 en in de groepen die daarop volgen leren de kinderen cijferend rekenen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen). In de hoogste groepen maken de leerlingen ook kennis met “gewone’ breuken, decimale breuken en procenten. Het leren omgaan met de rekenmachine is vanaf groep 6 ook een onderdeel van het rekenonderwijs. Voor rekenen gaat het daarbij om de volgende domeinen: • Getallen • Verhoudingen • Meten en Meetkunde • Verbanden

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


38

De afgelopen jaren heeft het ministerie van onderwijs aan het onderwijsveld duidelijk gemaakt dat het rekenonderwijs een nog betere invulling moet krijgen door niet alleen de genoemde rekendomeinen aandacht te geven, maar ook door ervoor te zorgen dat elk van deze onderdelen op te bouwen rondom drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt kort te karakteriseren:

1. paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken; 2. functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak;

3. weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.

OBS Molenakker zet dan ook nadrukkelijk in op deze veranderde inzichten en heeft van rekenen een speerpunt gemaakt. Daarbij past…. een nieuwe methode.

schooljaar 2013-2014 is er een keuze gemaakt voor een nieuwe rekenmethode: Pluspunt 3

schooljaar 2014-2015: wordt Pluspunt 3 ingevoerd in de groepen 3-4-5-6. De groepen 7 en 8 werken de rest van de basisschoolperiode nog met Pluspunt 2. De verschillen in onderwijsleerstofaanbod maken het erg lastig om tussentijds ook met deze groepen de overstap te maken.

De pilot met het zgn. tabletonderwijs is dermate positief verlopen dat besloten is integraal met dit onderwijsleermiddel te gaan werken. Dit betekent dat: - de groepen 4-5-6 rekenonderwijs middels de tablets krijgen op basis van de systematiek van Pluspunt 3. - de groepen 7 en 8 krijgen rekenonderwijs middels de tablets op basis van de systematiek van Pluspunt 2. - voor de groepen 3 is het tabletonderwijs nog niet ontwikkeld; hier werken de kinderen met de bekende werkschriften. Daarnaast wordt veel gewerkt met de leermiddelen van “met sprongen vooruit”; gevarieerde leermiddelen afgestemd op meer handelend en ervarend leren rekenen. Zie wederom: “computers in school: ICT” .

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


39

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


40

Zaakvakken. In alle groepen komen wereldoriënterende aspecten aan de orde. Vanaf groep 3 wordt aan aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde aandacht besteed middels afzonderlijke methodes. Waar mogelijk worden thema's in samenhang behandeld in de vorm van projecten. Binnen onze aardrijkskundemethode "Wereld van verschil" wordt ook ingegaan op kaartkennis: de topografie van Nederland in groep 6, Europa in groep 7 en de wereld in groep 8. Onze geschiedenismethode “Bij de tijd" behandelt de geschiedenis vanaf het allereerste begin: historische gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen. Ook staatsinrichting valt hieronder. De natuurkundemethode "Natuurlijk" omvat kennis van het menselijk lichaam, biologie, milieu en techniek. Voor ons vakonderwijs hebben wij ook nog een aparte website. Hier kunt u per leerjaar, per vakgebied en per lesblok informatie vinden over de leerstofinhoud. Altijd interessant om te kijken waar uw kind het over heeft in de klas…………………

http://molenakker.yurls.net/nl Expressievakken In de groepen 4 en 5 hebben de kinderen gym- en zwemles. Vanaf groep 6 gaan de kinderen 1 keer per week gymmen; een lange gymles van ongeveer 2 uur. In de gymlessen vinden zowel oefeningen als spelactiviteiten plaats. Tijdens handvaardigheids- en tekenlessen wordt in alle groepen volgens een speciaal plan gewerkt, zodat de verschillende technieken voldoende aan bod komen. Verder werken we met het zgn. “creatief uur” om bepaalde technieken aan bod te laten komen die meer begeleiding nodig hebben. Daarbij maken we graag gebruik van de kennis en kwaliteiten van ouders! In alle groepen worden muzieklessen gegeven. Van groot belang vinden we dat kinderen plezier beleven in muziek d.m.v. zingen, instrumenten bespelen, muziek beluisteren, teksten maken, musicals enz. Voor deze vakken gebruiken we naast methode-boeken ook nog een digitaal aanbod. Hiermee waarborgen we een doorgaande lijn binnen de school.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


41

3.3.3.

En ..... er is nog meer.

Er zijn nog veel meer aspecten of activiteiten waaraan in school aandacht wordt besteed. Niet alles is "samen te vatten" in een vakgebied en vaak zijn activiteiten leerstof overschrijdend. We noemden al de algemene vaardigheden. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan bijvoorbeeld :

Huiswerk In de groepen 7 en 8 krijgen de leerlingen wekelijks huiswerk zoals: taal, rekenen, een werkstuk maken, een spreekbeurt voorbereiden en een leesverslag maken. Ook in de andere groepen is regelmatig sprake van enig huiswerk; het betreft hier vooral het voorbereiden van een spreekbeurt, een boekbespreking of extra oefening in overleg met de leerkracht. Het is ook mogelijk dat kinderen werk mee naar huis krijgen dat in de thuissituatie afgemaakt moet/mag worden. Alle opdrachten/taken van het weekprogramma kunnen tijdens schooluren afgewerkt worden. Als een kind het werk niet af heeft (wegens bijv. verlof, ziekte, onvoldoende inzet), zal de leerkracht werk mee naar huis geven. Ouders worden in voorkomende situaties hiervan in kennis gesteld. In de laagste groepen wordt ook vaker - in overleg met ouders - werk meegegeven dat bestemd is als extra oefening. Komend schooljaar wordt onderzocht in hoeverre het mogelijk is huiswerk in digitale vorm aan te bieden.

Intercultureel onderwijs Onze samenleving kent vele culturen. In school wordt hier natuurlijk bij stilgestaan. Vaker zijn actuele gebeurtenissen of feesten aanleiding om hieraan aandacht te besteden, maar ook onze methodes, project- en/of themadagen bieden vele mogelijkheden om het interculturele karakter van onze samenleving te "bespreken".

Jeugd EHBO In groep 8 krijgt een cursus EHBO. Onder leiding van een aantal vrijwilligers en ouders worden er 4 workshops verzorgd over hulpverlening aan slachtoffers. In een vijfde bijeenkomst wordt “levensecht” gewerkt met de inzet van een LOTUSslachtoffer (iemand die speciaal is getraind om ongevallen en verwondingen na te spelen). De kinderen leren o.a. verbanden aan te leggen, de stabiele zijligging uit te voeren en hoe te handelen bij kleine ongelukken. Kortom een nuttige, leerzame en leuke cursus.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


42

Ku&cu (kunst en cultuur) Onze school maakt gebruik van het kunst en cultuur-menu aanbod voor het basisonderwijs in de gemeente Weert. De volgende instellingen doen hieraan mee: Het Rick, Gemeentearchief, Gemeentemuseum, Munttheater en de Openbare Bibliotheek. Zo krijgen kinderen elk jaar een gevarieerd aanbod van groep 1 tot en met 8.

Levensbeschouwing Onze samenleving kent ook vele geloven en levensovertuigingen. Ook hieraan wordt in school aandacht besteed, waarbij respect voor ieders opvatting het uitgangspunt is. Onze methodes, maar veelal ook actuele situaties/gebeurtenissen, geven aanleiding om kinderen met elkaar kennis te laten maken met de diversiteit aan waarden en normen die onze samenleving kent.

Onze school biedt ouders die dit wensen de mogelijkheid om hun kinderen godsdienstonderwijs te laten volgen van een bepaalde richting. In overleg met die ouders zal bekeken worden hoe dit vorm gegeven wordt. Godsdienstonderwijs valt niet onder de verantwoordelijkheid van Stichting Eduquaat, maar onder de verantwoordelijkheid van de kerkelijke of levensbeschouwelijke instelling.

Natuur Als toevoeging op het methodisch natuuronderwijs wordt in onze school aandacht besteed aan “kennismaken en omgaan met de natuur binnen de wijk/rondom de school”. De natuurwerkgroep heeft als doel de kinderen kennis te laten maken met en bewust te worden van de natuur rondom onze school en in onze wijk. Twee keer per jaar wordt aan thema’s gewerkt zoals: paddenstoelen in de herfst, water en waterdiertjes, de verschillende boomsoorten, bermplanten en kriebeldiertjes in het voorjaar. De werkgroep natuur bestaat uit een scholengids, natuurouders en leerkrachten.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


43

Sport Binnen onze school is een werkgroep “sport” actief. Het doel van deze werkgroep is om kinderen zowel binnen als buiten school meer te laten bewegen/sporten. Onder de taken van de werkgroep vallen o.a.:

het aanbod aan sportactiviteiten onder de aandacht te brengen van leerlingen, leerkrachten en ouders om zo het sporten te stimuleren.

een zorgvuldige selectie te maken uit het grote aanbod.

verdelen van sportkennismakingslessen over de groepen. Deze lessen worden verzorgd tijdens de gymlessen.

coördinerende rol voor leerkrachten.

contacten onderhouden met sportverenigingen

berichten vermelden in de info over alles wat met het aanbod van sport te maken heeft.

versterken van het bewegingsonderwijs in de school.

Techniek in de klas Kinderen zijn geïnteresseerd in de dingen om hen heen. Ze vragen waarom en hoe iets gemaakt is én waarom en hoe het werkt. Hoe komt het dat een boot blijft drijven? Hoe werkt een stofzuiger? Waarom komt de regen niet door mijn paraplu en wel door mijn trui? Deze uitvindingen zijn voortbrengselen van menselijk vernuft en technologische denk-, ontwerp- en productieprocessen. Elk product, of het nu een vervoersmiddel, verpakking, een meubelstuk, apparaat of een beeldscherm is, is het resultaat van een ontwerpproces. Producten door mensen bedacht om dagelijkse, simpele en ook heel complexe handelingen gemakkelijker, beter of sneller te kunnen uitvoeren. Met behulp van techniek kun je leerlingen leren steeds meer van hun omgeving te begrijpen. Leerlingen gaan zelf problemen oplossen maar ook technische producten onderzoeken. De activiteiten worden gekozen uit de vier technische gebieden; constructie, transport, communicatie en productie. In alle groepen werken leerlingen met materialen die met techniek te maken hebben. Dit varieert van de bouwhoek voor de allerkleinsten tot het ontwerpen en maken van bouwwerken en machines en excursies naar bedrijven voor de oudere kinderen. Met techniek wordt een uitdagende leeromgeving gerealiseerd, die ook invloed heeft op vakken als rekenen en taal. Zelfs in vakken als geschiedenis en aardrijkskunde komt techniek aan bod.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


44

Typecursus Via onze website maken we ouders en kinderen attent op de vele (internet)mogelijkheden tot het volgen van en typecursus.

Verkeer Het is belangrijk dat kinderen zich veilig en zelfstandig in het verkeer kunnen “bewegen”. Om dit te bereiken gebruiken we de verkeersmethode (verkeerseducatielijn) van “Veilig Verkeer Nederland”. Leerlingen uit alle groepen kunnen hiermee op eigen niveau aan de slag met verkeer en verkeersveiligheid.

Verkeersexamen Jaarlijks nemen onze leerlingen in groep 7 deel aan het landelijke schriftelijk verkeersexamen (Veilig Verkeer Nederland - VVN). Naast dit schriftelijk examen is er ook een praktische verkeersproef. De kinderen testen hun kennis dan middels een praktijkexamen. Hiervoor wordt een speciale route uitgezet. Voor beide examens ontvangen de kinderen, als ze voldoende scoren, een diploma. Leerlingen die in groep 7 een of beide examens onvoldoende scoren nemen verplicht deel aan de herkansing in het volgende schooljaar: zowel het schriftelijke als het praktijkexamen. In de lessen worden de kinderen vanzelfsprekend goed voorbereid op het toepassen van regels en kennis in verkeerssituaties.

Het bevoegd gezag kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen van het deelnemen aanbepaalde onderwijsactiviteiten. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd gezag vastgestelde gronden. Het bevoegd gezag bepaalt bij de vrijstelling welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in de plaats komen van die waarvan vrijstelling is verleend.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


45 3.3.4.

Computers in school: ICT

ICT staat voor Informatie en CommunicatieTechnologie. Het onderwijs hecht groot belang aan de inzet van computers, omdat:  we kinderen moeten zien toe te rusten op een toekomstig beroepsmatig en sociaal functioneren in een samenleving die steeds meer digitaal georiënteerd is. Probeert u maar eens een beroep te bedenken waarin ICT geen rol speelt.

De school anno 2014 “een plek” is, waar “alle leerlingen ongeacht ‘rugzakjes’ of speciale onderwijsbehoeftes bij elkaar in de klas zitten. Het reguliere onderwijs moet met de invoering van de Wet Passend Onderwijs vanaf augustus 2014 ieder kind een goede onderwijsplek bieden. Dit zal in de praktijk betekenen dat er steeds meer leerlingen met verschillende onderwijsbehoeftes bij elkaar in de klas zitten. Uitgaande van de gedachte dat op onze school goed onderwijs op basis van pedagogische en didactische uitgangspunten voorop staat, zullen computers meer en meer een ondersteunende rol spelen om in onderwijsbehoeften van alle kinderen, eender welk prestatieniveau, te voorzien.

Om een computer optimaal in te zetten moet aan een aantal basisvoorwaarden voldaan worden:

1. Beschikken over goede apparatuur. Doordat onze school op diverse terreinen samenwerkt met andere scholen en bedrijven weten we onze apparatuur én de onderwijskundige inzet van apparatuur “bij de tijd” te houden. We beschikken over één centraal netwerk voor beide locaties van OBS Molenakker.

2. Leerkrachten moeten vaardig en gemotiveerd zijn om met de computer te werken. Alle leerkrachten zijn op dit gebied geschoold en gebruiken in toenemende mate de computer; in de klas maar óók voor de groepsadministratie én de onderlinge communicatie.

Hoe zetten wij de computers in: 1. De computer speelt een steeds grotere rol bij de interne en externe communicatie. Via e-mail wordt informatie aan elkaar doorgegeven. Leerkrachten communiceren ook via e-mail met ouders!

2. We gebruiken programma’s die het ons mogelijk maken om alle onderwijskundige gegevens en toetsresultaten op te slaan en te raadplegen als basis om vervolgens planmatig te gaan handelen. Zo gebruiken we:

Ontwikkel-Volg-Model voor Jonge Kinderen (OVMJK) in de gropen 1 en 2

Eduscope (groep 3 t/m 8),

Cito leerling- en onderwijsvolgsysteem (alle groepen)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


46

3. Elke groep kan in de eigen klas of aan centraal opgestelde computers de kinderen gedurende de dag laten werken aan een aantal verschillende programma’s die afgestemd zijn op ons onderwijsleerpakket.

Groepen 1 / 2: begripsvorming omtrent ruimte, kleuren, omgaan met hoeveelheden, taal, rekenen. (Bas gaat digitaal, Bas telt mee, Schatkist lezen)

Groepen 3 t/m 8 , Veilig Leren Lezen, spelling (Ambrasoft), rekenen (Pluspunt), speciale remediërende programma’s (Maatwerk, Leesladder) Computerprogramma’s kunnen niet worden gebruikt op tablets. Er worden echter steeds meer “apps” ontwikkeld die dezelfde functionaliteit hebben. Gelet op de functionaliteit en flexibele manier van inzet, zetten we dan ook steeds meer tablets in voor ons onderwijs. Bij de kleuters zijn we dit jaar dan ook een met een speciaal tablet-project begonnen.

4. Centraal opgestelde computers: We hebben op beide locaties computers centraal opgesteld, waardoor het mogelijk is om op efficiënte wijze met meerdere leerlingen tegelijkertijd aan de computer te werken.

Molenakker 1: in de ronde hal en teamkamer

Molenakker 2: In het computerlokaal.

5. Naast het werken met educatieve software willen we de kinderen vanaf groep 6 ook computervaardigheden leren die ze kunnen inzetten bij het maken van:

Werkstukken

Boekverslagen

Presentaties (actuele kring, boekbespreking, spreekbeurt)

Naast computervaardigheden leren kinderen ook verantwoord om te gaan met e-mail en internet

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


47

Wat zijn we nog van plan .......

We oriënteren ons voortdurend op aanschaf en gebruik van nieuwe software.

We houden onze website www.obsmolenakker.nl actueel. In schooljaar 2014-2015 zult u een nieuwe frisse omgeving zien. De website is voor ons hét actuele medium waarmee de gehele school zich direct kan presenteren. Individuele kinderen, alle groepen, de leerkrachten, de directie, de OR, de MR.; eenieder publiceert en presenteert zich via de website. Zo kunt u de inhoud van deze algemene schoolgids ook op onze website naslaan

Actueel houden van onze (web)site voor de zaakvakken: http://molenakker.yurls.net/nl

Smartborden: Alle groepen beschikken over een smartbord dat de leerkracht én kinderen vele mogelijkheden biedt:

o lessen worden uitgewerkt in het bijbehorende programma o kinderen kunnen middels (powerpoint)presentaties hun boekbesprekingen of spreekbeurt een toegevoegde waarde geven.

o Hulpmiddelen bij taal en rekenen kunnen worden gepresenteerd. o Internet is rechtstreeks te gebruiken in klassikaal verband. o Films en tv kunnen erop geprojecteerd worden. •

Tabletonderwijs In het schooljaar 2013-2014 zijn we begonnen we met een pilot. Die pilot was dermate succesvol, dat besloten is om in het schooljaar 2014-2015 integraal in alle

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


48 groepen 4-8 te gaan werken met Snappet-tablets bij de vakgebieden: rekenen, spelling, taal (deels), begrijpend lezen en studievaardigheden (alleen groep 6)

Kinderen krijgen een gestructureerd onderwijsaanbod op het gebied van rekenen, taal, begrijpend lezen, spelling en studievaardigheden, waarbij de leerkracht in staat is tijdens de les en daarna de resultaten van leerlingen te monitoren. De leerkracht krijgt realtime, oftewel direct, inzicht in:

welke kinderen vlot door de leerstof heen gaan,

welke leerlingen er moeite mee hebben,

welke leerlingen extra instructie nodig hebben,

welke leerlingen extra werk (extra oefening) nodig hebben,

welke leerlingen verdiepingsstof aangeboden kunnen krijgen.

En dat allemaal via de tablets van Snappet. Onze visie hierbij: kinderen (en leraren) worden niet slimmer van tablets. Wel geven ze de mogelijkheid bepaalde leertaken slimmer uit te voeren. Zo gaan we gebruikmaken van animaties en simulaties en krijgen kinderen directe feedback en hulp. Leerlingen zullen zeker niet voortdurend met tablets bezig zijn, maar ze gebruiken het tablet als onderdeel van een groepsles waarbij er (kort) zelfstandig of in kleine groepjes met of via de tablet wordt geleerd. Het is ons niet te doen om de tablet, maar om een goed onderwijsconcept waardoor we nog beter in staat zijn “eruit te halen wat er in zit”. Door de gerichte inzet is het een handig instrument dat het leren kan helpen versnellen, flexibiliseren en verdiepen. In de loop van het schooljaar zullen we u blijven informeren over dit project.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


49

Hoe ziet het nieuwe lesgeven eruit? Lesgeven Een klassieke les bestaat uit klassikale instructie, eventueel een verlengde instructie, verwerken en afronden. De leerkracht bereidt de les voor, en evalueert na afloop. Snappet Tabletonderwijs ondersteunt de leerkracht bij al deze stappen, voor meer passend en opbrengstgericht onderwijs.

Lesvoorbereiding De leerkracht maakt het lesplan en kiest de bijpassende module van Snappet. In de leerkrachtmodule van het tablet, het ‘dashboard’, wordt de les klaargezet. Dan wordt deze zichtbaar voor de leerlingen, zodat ze eraan kunnen werken.

Klassikale instructie De leerkracht geeft de gewone lesinstructie, al dan niet met het digibord. Op het dashboard is aanvullend materiaal beschikbaar, zoals educatieve filmpjes over het specifieke onderwerp die op het digibord getoond kunnen worden.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


50

Verlengde instructie Op basis van individuele leerresultaten geeft Snappet inzicht welke leerlingen mogelijk meer aandacht nodig hebben bij deze les; extra instructie.

Verwerken Voor het toepassen en oefenen van de leerstof pakken de leerlingen hun tablet (in plaats van boeken en schriften). De verwerkingsperiode is steeds zo’n twintig minuten per les. In die periode werken de leerlingen in eerste instantie aan het lesmateriaal van die dag. Tabletonderwijs biedt een heel directe leerervaring. Ieder kind heeft zijn eigen werk. De lesstof wordt op diverse manieren aangeboden. De leerling voert het antwoord digitaal in en krijgt meteen feedback: een groene krul of een rode streep. Bij een rode streep is er direct de kans het antwoord te verbeteren. Vervolgvragen worden moeilijker of makkelijker op basis van de resultaten. De leerkracht ziet op het dashboard de voortgang van iedere leerling: een antwoord dat in één keer goed was, is een groen blokje, na twee of meer keer proberen goed geeft een oranje blokje, en fout is rood. Het dashboard geeft het overzicht van de hele klas. Zo weet de leerkracht welke leerlingen extra hulp nodig hebben, of dat een bepaalde opgave meer toelichting nodig heeft. Gericht complimenten geven gaat ook eenvoudiger. Na het afronden van de les van die dag heeft de leerling de mogelijkheid extra te werken. Achter elke les staat een plusje (+). Hiermee komen de kinderen in het programma van het extra werk. Dit kan zowel remediëring zijn of verrijking, afhankelijk van hoe de kinderen de lessen gemaakt hebben. Daarboven is nog de ‘grote plus’: extra werk op basis van individuele leerdoelen die de leerling met de leerkracht afspreekt.

Afronden Omdat de resultaten van de verwerkingsfase direct zichtbaar zijn, speelt de leerkracht daar direct op in. Het voortgangsrapport voor de hele klas kan bijvoorbeeld (zonder namen) worden gedeeld, en lastige vragen nogmaals doorgesproken.

Evaluatie Aan het einde van de dag hoeft de leerkracht geen werkboeken en schriften na te kijken: de resultaten zijn direct beschikbaar. Snappet vergelijkt de voortgang van een leerling tegen de leerdoelen, tegen de rest van de klas, en de hele klas tegen de rest van Nederland. De leerkracht heeft zo extra informatie om de volgende les zo goed mogelijk in te richten. Bron: http://nl.snappet.org

3.3.5.

ICT bovenschools

Om het ICT-beleid op alle scholen onder het bestuur op elkaar af te stemmen en te leren van elkaars kennis en kwaliteiten zijn er overlegmomenten tussen de ICT-ers van onze (Eduquaat)scholen en werken wij nauw samen met de scholen van Sichting. Meerderweert.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


51

4. De zorg voor de leerlingen 1.1. Aanmelding Iedereen is van harte welkom. Dat is het uitgangspunt van onze school. De zorg voor de leerling begint al op het moment dat de eerste kennismaking met de school plaatsvindt; we willen dat uw kind op de juiste school terecht komt. Als u uw kind wilt aanmelden of als u meer informatie wenst over de school, vindt een persoonlijk gesprek plaats met de onderbouwcoördinator, de IB-er (Interne Begeleider) of directeur. Tijdens dit gesprek wordt u uitvoerig geïnformeerd over onze school en kunt u uiteraard met al uw vragen terecht. Vooraf kunt u te allen tijde de schoolgids al digitaal inzien, zodat veel over onze school duidelijk is/wordt. Tijdens het gesprek, evt. met uw kind, maken we natuurlijk ook kennis met de school. Een rondgang geeft u een eerste indruk van de dagelijkse praktijk van het schoolgebeuren. Een gesprek kan ook na schooltijd geregeld worden; het kennismaken met de school "in bedrijf" kan dan op een ander moment plaatsvinden. Tijdens het gesprek moet voor u duidelijk worden of onze school de juiste school voor uw kind is. Wij zullen u vertellen hoe wij werken, wat wij kunnen maar ook wat u niet van ons kunt of mag verwachten. Elke school heeft zijn specifieke kenmerken en kwaliteiten, maar ook zijn grenzen. Natuurlijk laat u zich ook informeren door anderen; de beste ambassadeurs van onze school zijn de ouders die reeds kinderen op onze school hebben of gehad hebben. Als u besluit uw kind aan te melden, moet u een inschrijfformulier invullen. Als de inschrijving door de bouwcoördinator of de IB-er wordt verzorgd, is het mogelijk om alsnog een kennismakingsgesprek met de directeur te plannen. Nadat de inschrijving schriftelijk is bevestigd, is uw kind officieel ingeschreven. U kunt uw kind doorlopend aanmelden; er zijn geen wachtlijsten. In verband met de organisatie is het wel wenselijk dat u uw kind tijdig aanmeldt.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


52

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


53

In februari organiseren wij een informatie / inloopavond voor belangstellende ouders. Via onze info en de plaatselijke weekbladen wordt u hierover geïnformeerd. Ook wordt u via deze weg over de centrale aanmeldingsweek geïnformeerd. Met het in werking treden van de wet op het Passend onderwijs (01-08-2014) hebben scholen ‘zorgplicht’. In de praktijk wil dat zeggen dat de school ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een passende onderwijsplek gaat bieden. Het kan dan gaan om kinderen met bijvoorbeeld een handicap, leer- of ontwikkelingsachterstanden of kinderen met sociaal-emotionele of gedragsproblemen. Deze kinderen hebben specifieke onderwijsbehoeften. In principe proberen we een kind met specifieke onderwijsbehoeften te laten instromen op onze school, omdat dat de voorkeur heeft van ouders, maar wij kunnen niet alle kinderen opvangen. Daarom zijn basisscholen steeds meer gaan samenwerken en kan het voorkomen dat een andere basisschool of een school voor speciaal (basis) onderwijs meer geschikt is om de ondersteuning te bieden die het kind nodig heeft. Wanneer uw kind heel specifieke onderwijsbehoeften heeft, wordt samen met ouders en deskundigen gekeken of onze school wel de juiste deskundigheid en voorzieningen heeft om uw kind te begeleiden in zijn schoolloopbaan. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel gemaakt, waarin wordt aangegeven, naast alles wat we wel kunnen, ook begrenzingen liggen en welke kinderen dus niet opgevangen kunnen worden. Voor onze school ligt de begrenzing zeker al bij blinde en dove kinderen en bij kinderen die meervoudig gehandicapt zijn. Wij zijn van mening dat deze kinderen meer verdienen dan dat wij aan zorg en begeleiding kunnen geven. Het schoolondersteuningsprofiel en de procedure die gevolgd wordt voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften (aannamebeleid) ligt op school ter inzage.

4.1. Voor het eerst naar school Als uw kind nog vier jaar moet worden is de kennismaking als volgt geregeld : een 6-tal weken voor de eerste schooldag neemt de leerkracht contact met u op voor een kennismakingsgesprek (zo mogelijk bij u thuis). er worden afspraken gemaakt om uw kind een aantal dagen (maximaal 5) of dagdelen kennis te laten maken met de klasgenootjes en de groep. de dag nadat uw kind 4 jaar is geworden, mag uw kind naar school. Voor hele dagen of - en dat wordt tijdens het kennismakingsgesprek besproken - er wordt gestart met een gewenningsfase. kinderen die in juni 4 jaar worden, starten m.i.v. het nieuwe schooljaar.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


54

Kinderen die met ingang van een nieuw schooljaar onze school bezoeken, maken kennis met de school, de nieuwe klasgenootjes en de nieuwe leerkracht tijdens een kennismakingsmiddag. Deze kinderen worden hiervoor per brief uitgenodigd.

4.2. De eerste weken ...... De eerste kennismaking met de school is heel belangrijk. Kinderen moeten zich op school snel prettig en thuis voelen. In de eerste weken wordt aan dit "thuis voelen" door de leerkracht veel aandacht besteed; de kinderen maken kennis met hun klasgenootjes, de school, de andere leerkrachten en ... met heel veel nieuwe materialen, methodes, regels en afspraken. Na ongeveer 10 schoolweken maakt de leerkracht (vanaf groep 3) met u een afspraak om de eerste ervaringen te delen. Vanzelfsprekend hoeft u niet op dit gesprek te wachten. Ouders van leerlingen in de groepen 1 en 2 hebben - in de regel - dagelijks contact (tijdens de inloop 10-minuten.) Bij problemen of schoolinhoudelijke vragen is het raadzaam om een aparte afspraak te maken.

4.3. Regelmatig contact Een goed contact met school stellen we zeer op prijs. Op die manier leren wij het kind beter kennen en blijft u op de hoogte van de ontwikkeling van uw kind. Regel is: maak liever een afspraak te veel dan te weinig. Als er problemen zijn, van welke aard dan ook, wordt vanuit school onmiddellijk contact met u opgenomen. En zoals al eerder gezegd : u kunt te allen tijde contact opnemen met de leerkracht van uw kind.

4.4. De ondersteuning van uw kind Als school hebben we ervoor te zorgen dat uw kind zich in alle opzichten goed ontwikkelt. Er kunnen zich situaties voordoen waardoor de ontwikkeling niet naar wens verloopt. Zodra daar sprake van is, moet er zorgvuldig en in overleg bekeken worden hoe we uw kind in onze school het beste kunnen begeleiden. We hebben de zorg(plicht) voor een zo goed mogelijke begeleiding van alle leerlingen die onze school bezoeken.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


55

We onderscheiden in onze leerlingbegeleiding vier ondersteuningsniveaus: Niveau 1: BASISONDERSTEUNING IN DE GROEP/ HET ONDERWIJSLEERPROCES In dit niveau gaat het om het basisaanbod voor alle kinderen / leerlingen. In de groep gaat de leerkracht professioneel om met de verschillen in kennis, vaardigheden, gedrag en ontwikkelings- en /of onderwijsbehoeften. Afhankelijk van deze behoefte krijgt het kind een passend onderwijsaanbod. De beslissing over het passend onderwijsaanbod wordt genomen door de leerkracht en vastgelegd in het groepsplan. Voor het merendeel van de leerlingen loopt het daarmee op school lekker en de kinderen komen met plezier naar school. Er is geen extra ondersteuning nodig; dat wat er gebeurt in de klas bij de leerkracht sluit goed aan bij wat de leerling nodig heeft om zich naar vermogen te ontwikkelen. Voor een enkele leerling wordt er wanneer nodig een specifieke didactische of pedagogische maatregel genomen. Voor de werkwijze op onze school zie hoofdstuk 2. Niveau 2: DE LICHTE ONDERSTEUNING OP SCHOOLNIVEAU In dit niveau gaat het om de leerling waar meer ondersteuning voor nodig is, dan de leerkracht in de klas kan bieden. Een leerkracht kan dan terecht bij zijn collega’s, maar zal in veel gevallen contact opnemen met de interne begeleider van de school. Op elke school van ons bestuur is een interne begeleider (IB-er) werkzaam. Hij/zij wordt gezien als “de spil” van de ondersteuning, de coach van de leraar en de schakel tussen de school en de externe deskundigen”. Samen met de leerkracht en de ouders gaat de IB-er op zoek naar een passende oplossing voor de ondersteuningsvraag van de leerling en de leerkracht. De IB-er heeft door ervaring en opleiding een brede kennis op het gebied van didactische en pedagogische hulpvragen, maar kan daarbij ook altijd een beroep doen op interne (andere IBers van het bestuur) of externe hulpbronnen (ambulante begeleider, onderwijsbureaus of jeugdhulpverleninginstanties). Nadat een juiste ondersteuning is gevonden, wordt aan de oplossing gewerkt in de klas door de leerkracht en de leerling en waar nodig thuis met en door de ouders. In de regel is dit afdoende voor het merendeel van de leerlingen die de lichte ondersteuning ‘even’ nodig hebben. Niveau 3: DE ZWARE ONDERSTEUNING OP BOVENSCHOOLS NIVEAU. In dit niveau gaat het om de leerling, waarbij de lichte ondersteuning op schoolniveau niet tot die adequate oplossing heeft geleid. De aanpak op school (en thuis) laat, ondanks ieders inspanning geen verbetering van de situatie zien. De IB-er kan de leerling inbrengen in het Interne OndersteuningsTeam (IOT). Binnen het bestuur is m.i.v. 01-08-2014 een IOT werkzaam, bestaande uit drie personen met verschillende expertise. Met de komst van de wet passend onderwijs gaat voor scholen veel veranderen; bestaande structuren / organen / formulieren verdwijnen of krijgen een andere plek in het onderwijs en daar speelt het IOT op in. Dit team kijkt samen met de IB-er en de ouders welke hulp nodig is voor de leerling. Het kan gaan om een speciaal onderwijsarrangement (OA) of een onderwijsjeugdhulparrangement (OJA). Om dit laatste te kunnen verwezenlijken is het in de toekomst mogelijk dat een jeugd- en gezinswerker het IOT komt versterken. Gezamenlijk wordt gezocht naar een juist arrangement, waardoor de leerling, samen met de leerkracht en de ouders (eventueel met externe hulp) zijn eigen ontwikkelingstaken weer op zich kan nemen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


56

Niveau 4: HET NIVEAU VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND. In dit niveau gaat het om de leerling waarbij de bovenstaande procedure niet tot een daadwerkelijke oplossing heeft geleid. Het is met de bovengenoemde ondersteuning niet gelukt de leerling de hulp te bieden die hij nodig heeft om zich naar vermogen te ontwikkelen. Het reguliere onderwijs schiet te kort en de leerling is aangewezen op speciaal onderwijs. Op dat moment wordt de hulp ingeroepen van het samenwerkingsverband*. In overleg met ouders, het IOT en externe deskundigen wordt gekeken welke school het meest geschikt is om deze leerling te ondersteunen. Er wordt door het SWV een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven waarmee de leerling, tijdelijk of permanent, op een speciale school wordt opgevangen. Dit geldt maar voor een heel klein percentage van onze leerlingen en is eerder uitzondering dan regel. * Alle scholen van Weert en Nederweert werken samen in een samenwerkingsverband. Gezamenlijk zijn afspraken gemaakt op welke wijze gewerkt wordt aan de ondersteuningsstructuur van de scholen, opdat zoveel mogelijk leerlingen het basisonderwijs kunnen blijven volgen. De afspraken hieromtrent zijn vastgelegd in een ondersteuningsplan en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad. Dit plan ligt op school ter inzage. Hierin wordt o.a. aangegeven aan welke eisen een goede basisondersteuning op de scholen moet voldoen en hoe scholen hun ondersteuning steeds beter kunnen vorm geven.

Het samenwerkingsverband Weert-Nederweert heeft onderstaande informatie voor de schoolgids aangeleverd: Passend Onderwijs

Met de invoering van passend onderwijs op 1 augustus 2014 krijgt het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Weert-Nederweert de taak voor alle leerlingen die wonen binnen haar gemeentegrenzen passend onderwijs te bieden. Dit noemen we de zorgplicht van het samenwerkingsverband. Passend onderwijs is in principe voor alle leerlingen bedoeld en zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften.

Het samenwerkingsverband (swv) bestaat uit besturen voor regulier en speciaal onderwijs. Het bestuur van het swv stelt het ondersteuningsplan vast. In dit plan beschrijft men het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het swv voor de periode 2014-2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad, afvaardiging van ouders en personeel en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld. De besturen en scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze worden daarbij ondersteund door organisaties als bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin, de Jeugd Gezondheidszorg e.d. Beide gemeenten ondersteunen de realisering van de ambitie en doelstellingen van passend onderwijs.

Het bestuur van het swv PO Weert-Nederweert heeft het niveau van de basisondersteuning vastgesteld. De scholen beschrijven in hun schoolondersteuningsprofielen hoe hun concrete inrichting en organisatie van de ondersteuning eruit ziet. Zij zijn daarbij door de medezeggenschapsraad van de school geadviseerd.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


57 Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school c.q. de reguliere scholen overstijgt, kan de school bij het Loket Passend Onderwijs (LPO) een aanvraag doen voor een specifiek arrangement.

Wettelijk gezien dient het LPO voor de toegang tot speciaal basisonderwijs/speciaal onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af te geven. De criteria daarvoor zijn door het eigen samenwerkingsverband vastgesteld. Een dergelijk verzoek wordt daarvóór besproken binnen het interne ondersteuningsteam (IOT) van de school. Dit geschiedt in samenspraak met de ouders. Daarbij dienen de ouders in te stemmen met het ontwikkelingsperspectief dat voor betreffende leerling is gemaakt. Het LPO, dat valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het samenwerkingsverband, kan de TLV afgeven met een maximale looptijd van het lopende schooljaar plus het daarop volgende schooljaar. In het LPO zitten de coördinator van het samenwerkingsverband en twee inhoudelijk deskundigen, zijnde een orthopedagoog en/of psycholoog. Voor het LPO tot haar besluit komt heeft zij contact met een vertegenwoordiger/vertegenwoordiging van het Intern Ondersteuningsteam van de school/het bestuur. Voor verdere informatie over het IOT en het LPO kunt u contact opnemen met de interne begeleiders van de school.

Met de komst van Passend Onderwijs vervalt de leerling gebonden financiering (rugzak). Daarvoor in de plaats werken scholen met de inrichting van arrangementen die aansluiten op de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen.

De locatie van het LPO is gekoppeld aan het bureau van het samenwerkingsverband onder de naam Centroz, Molenakkerdreef 103 te Weert. Telefoonnummer 06 218 19 868, of secretariaat@centroz-weert.nl.

Het ondersteuningsplan is te vinden op www.centroz-weert.nl. Meer algemene informatie is te vinden op www.steunpuntpassendonderwijs.nl.

In de praktijk zult u als ouder altijd het meest te maken krijgen met de leerkracht. Maar het bovenstaande lezend, kan het zijn dat op enig moment de hulp ingeroepen wordt van de interne begeleider. Interne begeleiders zijn speciaal daarvoor opgeleide leerkrachten, belast met taken rondom • in het algemeen de begeleiding van alle kinderen in de groep. In dat geval merkt u, als ouder daar weinig van, want de interne begeleider voert gesprekken met de leerkracht, bewaakt de voortgang van alle kinderen in de groep en coacht/ondersteunt de leerkracht waar nodig. • meer specifiek de begeleiding van leerlingen met meer ondersteuningsbehoefte. In dat geval kan het zijn dat de interne begeleider bij de oudergesprekken aansluit, een onderzoek(je) uitvoert bij uw kind, externe hulp initieert of een hulptraject opstart. Dit gebeurt altijd en voortdurend in overleg met en met toestemming van de ouders. U wordt altijd op de hoogte gebracht als er extra activiteiten plaatsvinden, zowel binnen als buiten de klas. Daarnaast blijven interne begeleiders op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. Zij nemen deel aan diverse netwerkbijeenkomsten en houden het schoolteam op de hoogte van deze ontwikkelingen. Meer informatie over “de ondersteuning van uw kind” vindt u in de zorggids van Eduquaat die op school ter inzage ligt.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


58

4.4.1.

Leerlingvolgsysteem

Om de leerling van onze school zo goed mogelijk te kunnen begeleiden is het van groot belang dat zijn/haar ontwikkeling zo duidelijk mogelijk in kaart wordt gebracht met behulp van o.a. observaties en toetsen. In de groepen 1 en 2 wordt de ontwikkeling van kinderen gevolgd met het ontwikkelingsvolgmodel jonge kinderen van het Seminarium voor Orthopedagogiek. Door de kinderen tijdens allerlei momenten in de groep (spel, werk, kring) op verschillende aspecten te observeren en die gegevens vast te leggen, ontstaat een duidelijk en compleet beeld van het kind. Daarnaast wordt bij alle kleuters 1 of 2 keer per jaar twee toetsen afgenomen: de toets “rekenen voor kleuters” en de toets “taal voor kleuters”. Met deze toetsen wordt gemeten of de kleuter op niveau zit voor wat betreft de voorwaarden voor rekenen en taal. Wanneer een kleuter langer dan twee jaar in groep 1/2 blijft, zullen deze toetsen niet altijd worden afgenomen. Hierover wordt u dan geïnformeerd. Vanaf groep 3 gebruiken we gegevens uit het dagelijks werk van de kinderen, terwijl er daarnaast regelmatig toetsen afgenomen worden, zowel methode-gebonden als methode-onafhankelijke toetsen, veelal CITO-toetsen (CITO staat voor Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). De extra waarde van CITO-toetsen is dat de gegevens landelijk genormeerd zijn, waardoor je niet alleen de ontwikkeling van de kinderen kunt volgen, maar die ontwikkeling ook kunt vergelijken met landelijke normen. Naast de didactische toetsen (dat zijn toetsen waarmee we de leerprestaties van kinderen volgen) worden kinderen ook pedagogisch gevolgd. Leerkrachten en in de hogere groepen ook de leerlingen zelf, vullen 1x per jaar een digitale vragenlijst in, waardoor er een beeld ontstaat over het kind voor wat betreft bijv. zijn werkhouding, gedrag, zelfvertrouwen en relaties met de leerkracht en de leerlingen. Voor ons is het belangrijk dat kinderen zich veilig en vertrouwd voelen op school. Wanneer er signalen komen van niet-welbevinden willen we daar vroegtijdig op in kunnen gaan en zo snel mogelijk actie kunnen ondernemen. Als een leerkracht een achterstand in vorderingen constateert of signalen krijgt van niet-welbevinden, zoekt hij/zij de oorzaak. Daarna bespreekt hij/zij met de Intern Begeleider welke aanpak gehanteerd wrodt om de achterstand of het probleem - zo mogelijk - te verhelpen. De resultaten van de speciale begeleiding worden regelmatig besproken. Ouders worden voortdurend geïnformeerd.

4.4.2.

Registratie / dossiervorming

In het digitaal journaal verzamelt elke leerkracht gegevens over de voortgang van de ontwikkeling van de leerling, zoals observatiegegevens en uitslagen van toetsen. Tevens worden in een leerlingjournaal verslagen gezet van gesprekken die plaatsvinden over de leerling met ouders, collega’s tijdens leerlingbespreking, Intern Begeleider, externe instanties of met de Preventief Ambulant Begeleider (PAB-er). Specifieke gegevens, zoals inschrijfformulieren, onderwijskundige rapporten, onderzoeksverslagen en andere gegevens van derden worden- indien van toepassing- bewaard in een afgesloten dossierkast.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


59

4.4.3.

Rapportage / rapporten / oudergesprekken / overgang

Tijdens oudergesprekken wordt u geïnformeerd over de ontwikkeling van uw kind: na 10 schoolweken vindt er een gesprek plaats met ouders van leerlingen vanaf groep 3 en verder met ouders van leerlingen van groep 1/2 als daar aanleiding toe is. in februari en juni vinden zgn. rapportgesprekken plaats met alle ouders. Tijdens deze gesprekken worden de vorderingen/resultaten van uw kind besproken aan de hand van rapportageformulieren (groep 1 en 2) en rapporten (vanaf groep 3). Vanaf groep 7 vinden gesprekken over de rapporten plaats met ouders en leerling. Ook tussentijds kunnen er gesprekken plaatsvinden op verzoek van ouders of leerkracht.

Van alle leerlingen die onze school verlaten (naar een speciale school voor basisonderwijs of een andere basisschool) wordt een onderwijskundig rapport opgesteld en naar de nieuwe school verstuurd. Dit rapport wordt - vooraf – met de ouders besproken. Voor de groepen 8 gebruiken we een Digitaal Overdrachts Dossier (DOD). In principe stromen alle leerlingen door naar een volgende groep. Het kan echter zinvol zijn dat een leerling een groep doubleert (functioneel zittenblijven). In overleg met de ouders wordt dit tijdig aangegeven en besproken. Veelal komen we samen tot een juiste beslissing. In een situatie waarin geen overeenstemming bereikt wordt, is het advies van de school bindend.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


60

4.4.4.

Herfstkinderen

De zogeheten herfstkinderen, zijn de kinderen, geboren in de periode van 1 oktober tot 31 december. Volgens de inspectie moeten deze kinderen in het jaar nadat ze op school zijn gekomen doorstromen naar groep 2, anders is er sprake van kleuterverlenging. Mocht er sprake zijn van zo’n kleuterverlenging, wat vaker het geval is, dan gebeurt dit op een zorgvuldige manier, in overleg met ouders en a.d.h.v. een uitgebreide verslaglegging. Gekeken vanuit onze visie op kinderen is het in de regel te vroeg om al na krap anderhalf jaar kleuteronderwijs, over te gaan naar groep 3. Het komt in praktijk minder vaak voor dat kinderen die na september geboren zijn in hun totale ontwikkeling “vervroegd” toe zijn aan groep 3. Deze kinderen zijn vaak nog heel speels en te “jong” om al volop deel te nemen aan o.a. het lees- en schrijfonderwijs, mede doordat ze nog te weinig taakbewust zijn en nog niet heel lang geconcentreerd bezig kunnen zijn. Gaat het te snel, dan komt het kind zichzelf vaak in een hogere groep tegen. Maar het kan van de andere kant ook voorkomen dat een kind wel aan ruim een schooljaar kleuteren genoeg heeft en daar moeten we dan ook positief op insteken. Hier wordt dan ook vroegtijdig op geanticipeerd door kinderen in de kleutergroep tijdig de werkjes van groep 2 aan te bieden, om daarna een positieve aansluiting te kunnen maken in groep 3. Het belangrijkste is dat we uitgaan van het kind en in gesprek met ouders de juiste stappen zetten en de juiste beslissingen nemen. Het beleid van de school hieromtrent is dan ook afgestemd op de behoefte van elk kind afzonderlijk.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


61

4.4.5.

Speciale hulp tijdens school, buiten school (externe hulpverlening)

Steeds vaker krijgen we de vraag van ouders voor remedial teaching, logopedie of andere hulpverlening door externen tijdens schooltijd. Speciale hulpverlening tijdens schooluren kan alleen na toestemming van de school/directeur. Voor een korte periode (maximaal 2 maanden) kan de directeur toestemming geven; indien langere tijd hulp noodzakelijk is, moet toestemming gevraagd worden aan de leerplichtambtenaar van de Gemeente Weert (dit is van toepassing voor leerlingen van 5 jaar en ouder). De school zal het verzoek om vrijstelling van schooluren alleen ondersteunen als externe hulpverlening dringend gewenst is. In alle gevallen gaat de voorkeur uit naar externe hulp na schooltijd.

4.5.6.Omgaan met signalen van kindermishandeling Zoals al eerder vermeld, wordt binnen onze school veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen (o.a. middels onze gedragscode) en proberen we die ontwikkeling zo goed mogelijk te volgen. Daar waar sprake is van een tijdelijke verstoring van deze ontwikkeling, is meestal extra begeleiding – in samenspraak met ouders – voldoende. Soms is er echter sprake van problemen waardoor de ontwikkeling van het kind lange tijd of blijvend verstoord raakt. Kindermishandeling is een voorbeeld van zo’n probleem. Kindermishandeling heeft als kern dat er misbruik van macht plaatsvindt. Onder kindermishandeling verstaan wij emotionele en lichamelijke verwaarlozing, emotionele en lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik. We beschouwen het als onze zorgtaak alert te zijn op signalen van kindermishandeling en hiermee zorgvuldig om te gaan. Wij hebben een protocol opgesteld m.b.t. het omgaan met signalen van kindermishandeling. Dit protocol (vermoeden van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik) met bijbehorende achtergrondinformatie ligt op school ter inzage. Ouders en leerkrachten kunnen in voorkomende situaties terecht bij de directeur en/of de vertrouwenspersoon van onze school. De verplichte meldcode per 1 juli 2013 is onderdeel van het genoemde protocol.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


62

4.5.7.Convenant veilige school Een veilig schoolklimaat en een veilige (school)omgeving is van groot belang voor de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen. Om die reden hebben we meegewerkt aan het convenant “veilige school”. Het convenant ligt voor eenieder op school ter inzage. In samenspraak met het schoolbestuur, politie, bureau Halt en de gemeente Weert is vastgesteld hoe we in school omgaan met normoverschrijdend gedrag (strafbare feiten en ongewenst gedrag) zoals bijv. overlast, vandalisme, diefstal, graffiti, pesten, discriminatie, bedreiging en geweld. In onze gedragscode - zie bijlage - hebben we dit opgenomen. Van strafbare feiten wordt altijd aangifte gedaan bij de politie. Van ander ongewenst gedrag kan melding gemaakt worden. U wordt hiervan - vanzelfsprekend - altijd op de hoogte gesteld.

4.5. En dan ......... 8 jaar later : het voortgezet onderwijs. In principe doorlopen de kinderen de basisschool in 8 jaar. Na 8 jaren basisschool verlaten ze onze school op weg naar een nieuwe fase. In de groepen 7 en 8 is het al steeds meer duidelijk geworden welk type VO het beste bij het kind zal gaan aansluiten. Er zijn kinderen die naar het VWO (Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs) zullen gaan en kinderen die beter passen op het PRO (Praktijkonderwijs) en alle vormen van VO die daartussen liggen. De verschillende types VO vragen van kinderen ook een andere beginsituatie, wat wil zeggen dat een kind dat naar het VWO gaat andere dingen moet weten en kennen dan een leerling die naar het PRO gaat. De regering heeft dat vastgelegd in doelen behorend bij functioneringsniveaus: het 1S niveau is wat leerlingen moeten weten die naar HAVO/VWO gaan en het 1F niveau is wat leerlingen moeten weten die naar een vorm van VMBO uitstromen. Wij streven voor zoveel mogelijk leerlingen het 1S niveau na, maar willen kinderen waarvan het heel duidelijk is dat ze niet op dat niveau gaan uitstromen ook niet frustreren, door ze leerstof aan te bieden die ze niet nodig hebben op hun type VO. Vandaar dat we deze kinderen vanaf begin groep 8 een eigen programma aanbieden, dat helemaal gericht is op hun eigen uitstroomniveau d.w.z. het 1F niveau. We werken heel gericht aan die doelen die zij moeten beheersen om goed te kunnen starten op hun type voortgezet onderwijs. Hiermee sluiten we beter aan bij de kinderen. U, als ouder, wordt altijd op de hoogte gebracht als dit voor uw kind van toepassing is. De stap naar het Voortgezet Onderwijs (VO) is een grote en belangrijke stap. Om die reden besteden we in onze school veel aandacht aan de overgang naar het VO.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


63

Groep 6 In juni zal de leerkracht van groep 6 tijdens het rapportgesprek een indicatie geven over het uitstroomniveau van uw kind na groep 8. Deze indicatie is gebaseerd op alle gegevens die tot dan toe verzameld zijn, uitgaande van de kindkenmerken en de gegevens van het Cito Leerlingvolgsysteem. Hierbij wordt de zogenaamde Advieskaart ingezet. Groep 7 In groep 7 sluiten de kinderen aan bij de rapportgesprekken. Behalve over de rapporten zal dan ook gesproken worden over het te verwachten uitstroomniveau. Kindkenmerken en het Cito Leerlingvolgsysteem zijn hierin de leidraad. In beide gesprekken wordt de Advieskaart ingevuld om het te verwachten uitstroomniveau te kunnen bepalen. In juni zal de leerkracht tijdens het rapportgesprek aangeven of het kind mogelijk in aanmerking komt voor het Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) of het Praktijkonderwijs (PRO). Wanneer dit het geval is wordt de leerling hiervoor al in het begin van groep 8 aangemeld en dan volgt een heel eigen traject, o.a. bestaande uit een extern onderzoek. Dit traject noemen we de gele route. Ook wanneer het kind specifieke onderwijsbehoeften heeft zal in juni besproken worden dat dit kind in een eerder aanmeldingstraject zal komen. Dit traject wordt de oranje route genoemd. Groep 8 In oktober wordt door de leerkrachten van groep 8 een ouderavond over het VO gehouden. Er worden dan ook verschillende brochures meegegeven, waarin ouders alles nog eens rustig kunnen nalezen. De kinderen krijgen deze informatie in de klas. Ook in oktober is er een informatieavond op een school voor Voortgezet Onderwijs waarvoor alle ouders van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften (de oranje route) worden uitgenodigd. Eind oktober en begin november worden de Citotoetsen van het Leerlingvolgsysteem afgenomen. Eind november vindt voor de kinderen van groep 8 en hun ouders het eerste gesprek van dat schooljaar plaats. De scores van de Citotoetsen worden besproken en de Advieskaart wordt aangevuld. In december maken de kinderen de proefcitotoets. De uitslag hiervan wordt in januari besproken met ouders en kind, tegelijk met het eerste rapport. Op basis van alle verzamelde gegevens die in de Advieskaart worden opgenomen, wordt dan in hetzelfde gesprek een definitief advies gegeven. De ervaring leert dat het schooladvies veelal overeenkomstig is met de ideeĂŤn van de ouders en het kind. In januari/februari kunnen ouders en kind de open dagen van de diverse VO-scholen bezoeken. De leerkracht vult een Digitaal OverdrachtsDossier (DOD) in. Ouders ontvangen hier een uitdraai van. In maart melden ouders hun kind aan bij de school die de geadviseerde richting aanbiedt. De betreffende school krijgt middels een toestemmingsverklaring van ouders toegang tot het DOD. Voor het eerst dit schooljaar wordt de Eindtoets* pas in april afgenomen. Adviezen en aanmeldingen zijn dan al afgerond. School zorgt dat de scores van de kinderen worden doorgegeven aan de betreffende VO-scholen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


64

In mei komen de brugklascoördinatoren van de verschillende scholen naar onze school om de aangemelde kinderen met de leerkracht van groep 8 te bespreken. De scholen voor VO beslissen over de toelating en plaatsing, waarbij het advies van de basisschool doorslaggevend is. In juni hebben ouders en kinderen een kennismakingsavond op de toekomstige school. In het eerste jaar van het Voortgezet Onderwijs wordt de basisschool op de hoogte gehouden van de resultaten van de leerlingen door middel van rapporten en gesprekken. Ook over de verdere schoolloopbaan in het VO wordt de basisschool geïnformeerd.

* Alle leerlingen in groep 8 doen mee met de eindtoets van CITO. Een uitzondering daarop wordt niet gemaakt. Kinderen maken de Eindtoets Basis (bedoeld voor kinderen die uitstromen op het niveau gemengde/theoretische leerweg of hoger) of de Eindtoets Niveau (bedoeld voor kinderen die uitstromen op basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg). De leerkracht bepaalt in overleg met de IB-er welke toets een kind gaat maken.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


65

4.6. De juiste plaats In de 8 jaren basisschool hebben we uw kind gevolgd, begeleid, extra aandacht gegeven, gestimuleerd, gecorrigeerd, geholpen, enz. enz. En na die 8 jaren basisschool hopen we dat uw kind met plezier terugziet op OBS Molenakker. dat uw kind zich later nog vele leuke momenten herinnert. dat uw kind die aandacht gekregen heeft die hij/zij nodig had. dat uw kind zich ontwikkeld heeft overeenkomstig zijn/haar mogelijkheden. dat we uit de leerling gehaald hebben “wat er in zit”. Kortom : we hopen dat de keuze voor onze school de goede/juiste keuze is geweest voor ouders en kind. In die zin vinden we het heel belangrijk dat uw kind na de basisschool op de juiste vervolgschool terecht komt. En in die zin is het prettig dat de schoolkeuze van ouders, kinderen en school een gezamenlijke keuze is. En ........ het is ook prettig te kunnen vertellen dat uit de praktijk blijkt - volgens gegevens m.b.t. schoolvorderingen die wij van het VO ontvangen - dat ons schooladvies bijna altijd een goed/juist advies is (geweest). Onze leerlingen zijn op scholen terecht gekomen waar ze zich prettig voelen en zich verder kunnen ontwikkelen naar de volgende stap. Als u geïnteresseerd bent in de schoolkeuze van onze leerlingen kunt u op school informeren naar de uitstroomgegevens van de leerlingen die naar het VO gaan of zijn gegaan.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


66

5. Personeel 5.1. Samenstelling van het schoolteam Ons schoolteam bestaat uit : directeur intern begeleiders groepsleerkrachten bouwcoördinatoren onderwijsassistent en baliemedewerker De directeur van onze school is de gehele week belast met directietaken, zowel op school- als bovenschools niveau. De Intern Begeleider (IB-er) draagt zorg voor de optimale begeleiding van onze leerlingen en ondersteunt hierbij de leerkrachten. De IB-er coördineert o.a. het leerlingvolgsysteem, de leerlingbesprekingen en de speciale hulp voor leerlingen. Naar aanleiding van onderzoek geeft de IB’er handelingsadviezen voor leerlingen aan leerkrachten en ouders. Verder is de IB-er belast met de inrichting van de orthotheek en onderhoudt contacten met andere instanties. De groepsleerkrachten zijn in principe werkzaam in de groepen. Enkele groepsleerkrachten hebben echter ook speciale taken bijv. in het kader van ondersteuning, ICT of invulling van het compensatieverlof (in verschillende groepen). Een aantal leerkrachten heeft als speciale taak “bouwcoördinatie”. De bouwcoördinator regelt alle zaken voor de betreffende bouw* en is tevens voorzitter van het bouwoverleg. Hij/zij is ook lid van het coördinatieoverleg (COO) dat uit bouwcoördinatoren, IB-ers en directie bestaat.

 Onze school kent 2 bouwen. Onderbouw (de groepen 1 t/m 3/4) en bovenbouw (de groepen 4/5 t/m 8) (De bouwcoördinatie bovenbouw wordt ingevuld door directie en IB-ers) De onderwijsassistent ondersteunt leerkrachten in de groepen en werkt verantwoordelijkheid van de leerkrachten - ook met kleine groepjes of individuele leerlingen.

onder

Onze baliemedewerker / conciërge verzorgt diverse administratieve- en onderhoudswerkzaamheden en zorgt er o.a. ook voor dat u bij de balie welkom wordt geheten.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


67

5.2. Groepstaken en schooltaken De groepsleerkrachten hebben als primaire taak het verzorgen van het onderwijs aan de leerlingen in de groep. Dat betekent o.a. en in willekeurige volgorde: lessen voorbereiden en verzorgen, projecten samenstellen, observeren, toetsen, corrigeren, speciale programma's voor leerlingen samenstellen, gesprekken voeren met leerlingen, ouders, intern begeleider en evt. ondersteunende instanties, verslagen maken en bijhouden van activiteiten en gesprekken Daarnaast is elke leerkracht belast met een aantal schooltaken. Hierbij kan gedacht worden aan vertegenwoordiging in MR of OR, taken m.b.t. de schoolomgeving, de speelplaats, bestellingen, abonnementen, beheer van materialen en middelen, het documentatiecentrum, ICT, techniek, werkgroep taal, werkgroep VVE (voor- en vroegschoolse educatie), werkgroep kunst en cultuur en werkgroepen projectdagen (zoals sinterklaas, carnaval).

5.3. Vervanging Gedurende een schooljaar worden de groepstaken van leerkrachten vaker waargenomen door een vervangende leerkracht. Als een leerkracht langdurig afwezig is, wegens ziekte of andere omstandigheden, wordt u hiervan in kennis gesteld. Als school proberen we zoveel mogelijk de vervangingen te laten plaatsvinden door vaste vervangers. Dit is prettig voor leerlingen en de schoolorganisatie. We hebben enkele leerkrachten in ons bestand die we in voorkomende situaties kunnen vragen. Tijdens de compensatiedagen van de leerkrachten in de groepen 1/2 en enkele compensatiedagen van de leerkrachten in de groepen 3/4 hebben de leerlingen een vrije dag. De compensatiedagen in de groepen 3 t/m 8 worden ingevuld door verschillende leerkrachten; in principe in 1 groep steeds dezelfde leerkracht.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


68 5.4. Stageplaatsen Omdat we studenten graag de gelegenheid willen geven kennis te maken met de praktijk, kunt u zowel binnen als buiten de groepen stagiair(e)s tegenkomen van verschillende opleidingen. Van de PABO krijgen we studenten die worden opgeleid tot leerkracht. Afhankelijk van hun leerjaar zijn stagiair(e)s ĂŠĂŠn, twee of drie dagen per week op school. LIO-stagiair(e)s zijn 4 e jaars die al zover met hun opleiding gevorderd zijn dat ze een groep zelfstandig kunnen begeleiden (mede verantwoordelijk voor de groep). Van de Gilde Opleidingen Weert zijn er jaarlijks onderwijs- en klassenassistenten, ICT-stagiair(e)s en baliemedewerkers in onze school. Verder heten we ook leerlingen van het Voortgezet Onderwijs welkom in het kader van hun maatschappelijke stage / snuffelstages. En tot slot komt het incidenteel voor dat er stagiair(e)s zijn van opleidingen die een link hebben met het basisonderwijs, zoals bijvoorbeeld de Opleiding Leraar Lichamelijke Opvoeding. In principe kunnen studenten in alle groepen terecht.

5.5. Scholing Scholing is een belangrijk gegeven in het huidige onderwijs. Het onderwijs in onze school en het eigen functioneren steeds verbeteren - in het belang van onze leerlingen - is hierbij het uitgangspunt. Jaarlijks wordt in overleg een scholingsprogramma opgesteld voor individuele leerkrachten en het gehele schoolteam. De scholing vindt in principe plaats buiten de schooluren. Het kan evenwel ook voorkomen dat leerkrachten bepaalde studie/themadagen of congressen volgen die tijdens schooluren gepland zijn. Studiedagen voor het gehele team worden tijdig ingepland en opgenomen in het vakantie- en vrije dagenoverzicht (staan op onze kalender). Elke leerkracht is verplicht om zijn deskundigheid, bijv. door scholing, te bevorderen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


69

6. De ouders Een goed contact en een goede samenwerking met ouders is heel belangrijk. Kinderen voelen zich beter thuis als er een goed contact is tussen school en ouders en kinderen vinden het ook prettig als ouders op de hoogte zijn van en belangstelling hebben voor wat er op school gebeurt. Een goed contact bevordert de noodzakelijke samenwerking tussen school en thuis. Een goed contact en samenwerking is o.a. mogelijk door : 1* even binnen te lopen tijdens de inlooptijd, 2* een praatje met de leerkracht voor of na schooltijd te maken, 3* regelmatig te informeren, 4* even belangstelling tonen voor waar de kinderen in de groep mee bezig zijn, 5* een afspraak te maken met de leerkracht, 6* het bezoeken van ouderavonden, 7* zgn. 15-minuten-gesprekken, 8* mee te werken aan thema- en projectdagen, 9* mee te werken tijdens onze jaarlijkse projectweek, 10* als lees-, knutsel-, documentatieouder enz. mee te helpen in school, 11* het bezoeken van onze jaarlijkse OPEN DAG, 12* met uw kind kennis te maken met leerkracht en de groep tijdens de inloopavond, 13* het bezoeken van informatieavonden. Er zijn dus vele mogelijkheden om "te weten" wat er op school gebeurt. Daarnaast informeren ook wij u graag over het reilen en zeilen in school middels onze bijna wekelijkse INFO en onze website : www.obsmolenakker.nl Vanzelfsprekend nemen leerkrachten met u contact op als daar aanleiding toe is.

Ingeval van gescheiden ouders verloopt de rechtstreekse informatie naar de ouder bij wie het kind dagelijks verblijft. De andere ouder heeft evenwel hetzelfde recht op informatie. Op verzoek wordt dan ook aan die ouder alle informatie verschaft, tenzij anders bepaald is door de rechter.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


70 6.1. Medezeggenschapsraad

Wat is de medezeggenschapsraad (MR)? De MR is opgericht op basis van de “Wet Medezeggenschap Scholen” (WMS) en is een inspraakorgaan. Op dit moment bestaat onze MR uit 4 personen, 2 leerkrachten en 2 ouders. Wat doet de MR? De school wordt bestuurd door het College van Bestuur (CvB). Het bestuur vertegenwoordigt de Raad van Toezicht (RvT). De MR vertegenwoordigt het personeel en de ouders. Zij heeft als taak om het bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren en om bestuursvoornemens te beoordelen, steeds vanuit de belangen van het personeel en van de ouders en hun kinderen. Hoe doet de MR dit? Een reglement regelt de taken en bevoegdheden van de MR. Dit reglement kan iedereen op school inzien (staat ook op de website). Ongeveer 6 keer per jaar vergadert de MR over bestuursvoornemens op de data die in de INFO staan. Soms heeft het bestuur advies nodig van de MR, soms instemming, afhankelijk van het onderwerp. De onderwerpen waarover advies of instemming moet worden verleend, zijn vastgelegd in het reglement. De bevoegdheden van ouders en leerkrachten in de MR zijn hierin soms verschillend. De MR publiceert de notulen op de website. Alle ouders mogen MR-vergaderingen als toehoorder bijwonen omdat ze openbaar zijn. U bent van harte welkom. Wat doet de MR nog meer? Ons schoolbestuur bestuurt 7 scholen. Sommige beleidspunten zijn van belang voor al die scholen. Dit heet schooloverstijgend beleid. Sinds 1997 is er een aparte MR voor deze zaken : de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Onze MR vaardigt één leerkracht en één ouder af naar de GMR. De MR en GMR werken veel samen, zo organiseren ze bv thema bijeenkomsten (thema’s vorig schooljaar: communicatie en ICT). Waarom een MR? De MR vertegenwoordigt uw belang en dat van uw kind. Als u inspraak in bestuursbeslissingen belangrijk of nuttig vindt, aarzel dan niet om u kandidaat te stellen als er een vacature is. MR- werk valt niet erg op in het dagelijks schoolgebeuren, maar is wel belangrijk. Als bestuursbeslissingen eenmaal genomen zijn, liggen ze vast. De MR zorgt ervoor dat het bestuur steeds weet wat er leeft onder personeel en ouders. Heeft u over geagendeerde onderwerpen een mening, aarzel dan ook niet die aan een MR-lid kenbaar te maken. De contactadressen vindt u in onze schoolkalender en op de website.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


71

6.2. Ouderraad Op school worden gedurende elk schooljaar diverse project- en themadagen georganiseerd. Deze dagen waaronder, het sinterklaas- en kerstfeest, carnaval, de schoolfotograaf en het schoolreisje, worden door de ouderraad georganiseerd. Dit in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding De ouderraad vertegenwoordigt de ouders van alle leerlingen.

De ouderraad wordt gevormd door: het dagelijks bestuur: een voorzitter, een secretaris en een penningmeester; een aantal ouders dat de projecten vrijwillig organiseert; twee teamleden (leerkrachten van de school) De OR vergadert ongeveer 6 keer per jaar zijn voor alle ouders toegankelijk. Altijd welkom Het lidmaatschap van de ouderraad staat open voor alle ouders en verzorgers van de leerlingen op school. U bent van harte welkom op de vergadering. U kunt zich altijd aanmelden als ouderraadslid. Als OR-lid kunt u een positieve bijdrage leveren aan de gang van zaken op de school van uw kind. U bent nauw betrokken bij de school, krijgt meer contact met andere ouders, het team en het bestuur en u doet een schat aan ervaring op. Ook als u geen lid van de OR bent, kunnen we uw hulp goed gebruiken. Elk schooljaar doen we met enige regelmaat een beroep op de hulp van (groepen)ouders (-> 6.3 ouderhulp). Niet alleen om organisatorische redenen, maar vooral omdat we zoveel mogelijk ouders bij de school willen betrekken. Uw ideeĂŤn, meningen en suggesties zijn altijd welkom.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


72

Prijskaartje Aan alle gezellige projectdagen hangt een prijskaartje. De OR vraagt daarom voor elk kind per schooljaar een vrijwillige bijdrage voor het financieren van de activiteiten, zoals schoolreisjes, vieringen, sinterklaas- en kerstfeest. De bijdrage is weliswaar geheel vrijwillig, maar zonder geld kunnen we geen projectdagen en extra activiteiten organiseren. Voor kinderen die ná de kerstvakantie op school instromen, geldt overigens een kleinere bijdrage. Aan ouders van kinderen die na 1 mei de school bezoeken wordt geen bijdrage voor het lopende schooljaar meer gevraagd. Als u vragen heeft ten aanzien van de financiële bijdrage kunt u altijd contact opnemen met de directeur. De ouderbijdrage en de bestemming van de bijdrage wordt, op voordracht van de OR, vastgesteld door de Medezeggenschapsraad (MR).

“Elfstedentocht 2012” Voor het overmaken van de bijdrage ontvangt u een kennisgeving. Omdat het bedrag afhankelijk is van het tijdstip en het aantal kinderen uit uw gezin dat onze school bezoekt, vragen we u om zelf het bedrag in te vullen. Als u geen kennisgeving heeft ontvangen, kunt u contact opnemen met de penningmeester.

6.3. Ouderhulp Op diverse manieren kunnen ouders op school behulpzaam zijn. Wij vinden het prettig als u in de gelegenheid bent om af en toe bij activiteiten in school te ondersteunen. Vaak zijn activiteiten alleen mogelijk met hulp van vele ouders. Wij denken hierbij aan:

onze thema- en projectdagen, excursies

onze jaarlijkse projectweek

de OPEN DAG

hulp bij de organisatie van onderwijsactiviteiten zoals o.a. handvaardigheidlessen

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


73

Elke groep heeft ook nog een groepenouder die de leerkracht ondersteunt bij het organiseren van activiteiten, bijvoorbeeld het regelen van auto's voor uitstapjes en het versieren voor de projecten. Aan het begin van het schooljaar kunt u zich via een speciale brief hiervoor opgeven. De ouderraad regelt dit verder.

Wij vinden het prettig te mogen constateren dat vele ouders zich beschikbaar stellen. In het belang van uw kinderen zullen wij ouderhulp in school blijvend stimuleren. Met ouders worden vooraf duidelijke afspraken gemaakt. De afspraken worden “voortdurend” geëvalueerd.

6.4. Overblijven Op onze school bestaat uiteraard de mogelijkheid tot overblijven. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de overblijfvoorziening. De praktische organisatie van het overblijven is in handen van de overblijfcommissie. Overblijfkrachten - zo mogelijk vaste krachten - zorgen voor de dagelijkse gang van zaken. Kinderen kunnen elke dag (m.u.v. woensdag) of incidenteel overblijven. Voor ouders die hun kinderen willen laten overblijven hebben wij een overblijfgids klaarliggen. Hierin staan alle ins en outs m.b.t. het overblijven. Als u gebruik wilt maken van de overblijfregeling, neemt u contact op met een van de overblijfkrachten die elke morgen m.u.v. woensdag op school aanwezig is. De kinderen moeten zelf eten en drinken meebrengen. De overblijfregeling is vastgelegd in een overblijfplan: “Overblijven op OBS Molenakker”. Dit plan ligt op school ter inzage en staat ook op de website. Zowel de leerlingen als ook de overblijfkrachten zijn tijdens het overblijven verzekerd middels onze collectieve scholierenongevallenverzekering (zie ook 6.9.). De WA-verzekering is eveneens van toepassing. Voor kinderen die overblijven is natuurlijk ook onze gedragscode van toepassing.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


74

6.5. Kinderopvang Humanitas Vanaf 1 augustus 2009 is BSO HighFive van Kinderopvang Humanitas gevestigd in basisschool OBS Molenakker. Na een interne verbouwing die eind maart 2011 werd afgerond, zijn nu ook Peuteropvang Molenakker en Kinderdagverblijf 4Me, gevestigd in deze school. Samen vormen we de nieuwe Brede School, waar kinderen tussen 7.30 uur en 18.30 uur opgevangen kunnen worden.

6.5.1.

Kinderdagverblijf 4Me

Een vertrouwde plek voor uw kind: dat bieden wij bij KDV4Me. Een plek waar uw kind zich welkom voelt, waar hij mag zijn wie hij is. Geen twee kinderen zijn hetzelfde. Voor de pedagogisch medewerkers van Kinderopvang Humanitas is kijken en luisteren naar elk kind daarom het uitgangspunt van hun pedagogisch handelen. Zij ondersteunen en stimuleren uw kind, geven bevestiging en helpen hem over de drempel bij iets wat nog nieuw en spannend is. Naast elkaar spelen wordt samen spelen als kinderen ouder worden. Grenzen en afspraken geven daarbij duidelijkheid. Luisteren naar elkaar, zorgvuldig omgaan met speelgoed en materiaal, weer vrienden worden als je ruzie hebt gehad of een oplossing bedenken als je allebei met hetzelfde wilt spelen. Kinderen leren daar heel vanzelfsprekend mee om te gaan.

6.5.2.

POV Molenakker (voorheen peuterspeelzaal)

Lekker spelen, andere kinderen ontmoeten en ook nog een extra stapje zetten in de ontwikkeling. Dat is wat peuters doen op de peuterspeelzaal, een omgeving die helemaal voor hen is ingericht. Gemiddeld twee dagdelen per week van 7.30 tot 13.00 uur komen peuters vanaf twee jaar naar de peuteropvang. Samen spelen, samen speelgoed delen, grenzen leren kennen, ontwikkelen van de

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


75 woordenschat: peuterspeelzalen zijn niet alleen leuk, maar ook goed voor kinderen. In onze maatschappij wordt steeds meer waarde gehecht aan deze voorschoolse periode.

6.5.3.

Buitenschoolse opvang HighFive

Samen spelen, ontdekken, grenzen leren kennen, je gewaardeerd voelen, vriendschappen sluiten: dat is het leven van kinderen in de basisschoolleeftijd. Kinderen willen vanuit zichzelf de wereld verkennen en leren van nieuwe ervaringen. Pedagogisch medewerkster van de BSO stimuleren hen hierin ze. De Buitenschoolse opvang op beide locaties organiseert voor kinderen van 4 tot 13 jaar na school en in de vakanties talloze leuke activiteiten. We stimuleren hen op alle ontwikkelingsgebieden, motorisch, emotioneel, creatief en intellectueel. Knutselen, muziek maken, voetballen, sport en spel, techniek, hutten bouwen en uren spelen met K’nex of de lego: het behoort allemaal tot de mogelijkheden. Activiteitenruimte Volgens onze visie op de Ruimte als derde pedagoog, hebben wij diverse hoeken in de groepsruimtes ingericht. Verschillende activiteiten hebben een eigen plek. Verder gaan we iedere dag naar buiten, weer of geen weer. Gewoon lekker spelen op de speelplaats, een boodschap doen of een uitstapje naar een van de speelgelegenheden in de omgeving. Samen maken we er een gezellige boel van en als de ouders komen, zeggen de kinderen: ‘Hé, nu al!’. Kinderopvang Humanitas heeft op basis van haar pedagogische visie een aantal speerpunten ontwikkeld, passend bij de ontwikkelingsfase van uw kind(eren): • Ruim baan voor baby’s

Activiteitengericht werken

Buiten zijn en buiten spelen

Wiskids (methode uitgebracht door kinderopvang Humanitas), spelend leren rekenen

Kinderparticipathie

Kinderopvang is ons vak. Dat betekent dat wij voortdurend nadenken over ons handelen en onze ideeën toetsen aan het meest recent pedagogisch onderzoek. Maar natuurlijk is onze belangrijkste informatiebron de ouder. Want u kent uw kind het best. Kinderopvang Humanitas is uw partner in de opvoeding en verzorging. Onze professionele pedagogisch medewerkers stimuleren het kind en begeleiden het op zijn ontdekkingstocht, want Kinderopvang Humanitas biedt meer dan opvang!

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


76 Een vertrouwde plek voor u als ouder: dat bieden wij ook. U kunt van ons op aan, van onze deskundigheid en onze beschikbaarheid. Niet alleen uw kind moet zich prettig bij ons voelen, maar u ook. Pas dan kunt u met een gerust hart aan het werk. Wij zijn ons bewust van onze gezamenlijke verantwoordelijkheid, van ouders én pedagogisch medewerkers. Daarom hechten wij grote waarde aan goede communicatie en wederzijdse betrokkenheid. Voor meer informatie raadpleeg onze website: www.kinderopvanghumanitas.nl

6.6. Klachtenregeling Vanaf 1 augustus 1998 is er voor het basisonderwijs een officiële klachtenregeling, die aangeeft op welke wijze met klachten van ouders, leerlingen en personeel moet worden omgegaan. In onze school gebeuren heel veel goede dingen. Maar, waar gehakt wordt vallen spaanders. Dat betekent dat er altijd wel eens omstandigheden zullen zijn waarover u op- en/of aanmerkingen heeft, of misschien wel een klacht. Natuurlijk gaat u dan in eerste instantie naar de leerkracht van uw kind. Mocht dit niet tot de gewenste oplossing leiden, dan neemt u contact op met de directeur (zie ook verderop : probleemsituaties met ouders). De directeur is tevens de contactpersoon, die u - zo nodig - verwijst naar een door het bestuur aangestelde vertrouwenspersoon*. U kunt vanzelfsprekend ook rechtstreeks contact opnemen met de vertrouwenspersoon. Veelal zullen problemen binnen school opgelost (kunnen) worden. Met alle klachten, op- en/of aanmerkingen, zoals bijv. onderwijskundige klachten, klachten over leerkrachten, vermoedens van - seksuele - intimidatie, kunt u bij de directeur terecht. Schroom niet om in voorkomende situaties meteen contact op te nemen. Voor klachten m.b.t. de directeur kunt u terecht bij het College van Bestuur. Indien uw klacht door de school / bestuur niet naar tevredenheid wordt afgehandeld, kunt u terecht bij de Klachtencommissie Basisonderwijs. Deze commissie onderzoekt de klacht en beoordeelt of deze gegrond is of niet. Voor meer informatie : www.onderwijsgeschillen.nl/klachten De klachtenregeling is ook bestemd voor leerlingen en leerkrachten. De procedure is dezelfde. *Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is een persoon binnen een bedrijf of school aan wie men vertrouwelijk zaken kwijt kan. De vertrouwenspersoon heeft veelal een speciale cursus of opleiding gevolgd en heeft geheimhoudingsplicht.

Probleemsituaties met ouders Zoals gezegd hebben ouders wel eens op- en/of aanmerkingen op het functioneren van een leerkracht. Een goed gesprek lost veelal problemen op. Helaas worden we incidenteel ook

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


77 geconfronteerd met moeilijkere situaties. Dit was aanleiding om een duidelijke procedure “hoe omgaan met problemen / probleemsituaties met ouders” voor de leerkrachten vast te stellen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


78

Algemeen

 Indien zich vervelende problemen/situaties – van welke aard dan ook – met ouders voordoen: informeer meteen de directeur.  Ouders die tegen een leerkracht “kletsen” over de vorige/andere leerkracht worden naar die leerkracht verwezen. Niet op ingaan. Geef ook aan dat je de vorige/andere leerkracht informeert.  Probeer altijd d.m.v. een gesprek de situatie op te lossen. Indien een gesprek “uit de hand dreigt te lopen” of een gesprek niet tot het gewenste doel leidt, maak dan een nieuwe afspraak. Pas op voor het plaatsen van kwetsende opmerkingen / dreigementen / ongenuanceerde opmerkingen e.d.  Er wordt - hoe dan ook – een professionele instelling van je verwacht.  Probeer in ieder geval te voorkomen dat problemen / meningsverschillen escaleren.  Problemen met ouders worden in 1e instantie door de leerkracht zelf besproken / opgelost. Indien dat niet bevredigend verloopt (ouders uiten kwetsende, ongenuanceerde opmerkingen, dreigementen) zal de directeur de ouders op hun handelen aanspreken (gesprek ouders, leerkracht, directeur). Opmerking: ouders die kinderen op onze school aanmelden / inschrijven conformeren zich aan de gedragscode. De gedragscode is als bijlage opgenomen in deze schoolgids.  Bij (voorzienbare) moeilijke gesprekken wordt de IB-er of de directeur betrokken.  Leg alle gesprekken helder en duidelijk vast in het journaal/dossier. Indien gesprekken niet tot een gewenste oplossing leiden

 Plan een nieuw gesprek met ouder(s) en derde (IB-er, andere leerkracht, directeur). Ouders niet naar directeur verwijzen.

 Indien ouders zich tot de directeur wenden, vindt in principe het gesprek plaats met ouders – leerkracht – directeur. De directeur bepaalt of dat – gezien de omstandigheden – mogelijk is. Zo niet, dan vindt er eerst een gesprek plaats directeur-ouders, vervolgens directeurleerkracht (liefst dezelfde dag) en z.s.m. daarna ouders-leerkracht-directeur. Opmerking: Ouders kan het recht niet ontzegd worden de directeur “onder 4 ogen” te spreken. In de klachtenregeling is dit vastgelegd.

 Probleemgesprekken worden in een zo kort mogelijk tijdsbestek afgerond.  Indien probleemgesprekken met leerkracht/directeur en ouders niet tot gewenste oplossingen leiden, zullen we de ouders aangeven: • dat een andere school mogelijk de beste oplossing is; • wat ouders van onze school nog mogen/kunnen verwachten (wordt schriftelijk vastgelegd).

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


79

Opmerking: Gedragsmatig onhandelbare leerlingen (wangedrag) kunnen door het College van Bestuur geschorst of van school verwijderd worden. Definitieve verwijdering kan alleen nadat een andere school bereid is gevonden de leerling op te nemen of dat aantoonbaar gemaakt kan worden dat gedurende 8 weken tevergeefs gezocht is naar een andere school of instelling waarnaar verwezen kan worden (zie ook 6.9.) Voor leerlingen met verwijzingen naar bijv. het speciaal basisonderwijs (sbo) is geen regelgeving. Als school zullen we – zoals vermeld - aangeven welke inspanning ouders vanuit school nog mogen verwachten.

 Indien tijdens probleemgesprekken kwetsende opmerkingen, ongenuanceerde en/of ongefundeerde beschuldigingen, dreigementen of iets dergelijks geuit worden kan ook door de leerkracht een klacht neergelegd worden bij de vertrouwenspersoon van onze school c.q. de Klachtencommissie Basisonderwijs.

6.7. Financiële bijdragen Basisonderwijs is gratis. De school zorgt voor alle materialen en middelen die nodig zijn voor goed onderwijs. Toch is er een aantal regelingen met financiële consequenties, zoals : • vrijwillige ouderbijdrage per kind per jaar • bijdrage in de kosten van de schoolverlaterdagen van groep 8 • overblijfbijdrage – indien van toepassing • zwemdiploma • foto’s schoolfotograaf (vrijwillig). Daarnaast wordt u via school de mogelijkheid geboden (geheel vrijwillig) • uw kind te abonneren op een of enkele tijdschriften • boeken- en/of cd-rompakketten aan te schaffen Zowel toelating van leerlingen als deelname aan (bijzondere) activiteiten is niet afhankelijk van betaling (ouder)bijdrage. Kinderen worden dus niet uitgesloten van deelname vanwege financiële redenen. Financiële problemen zijn altijd bespreekbaar. Indien van toepassing worden ouders verwezen naar de Stichting Leergeld Weert (voor meer informatie -> onze website en schoolkalender).

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


80

6.8. Verzekering Ons schoolbestuur heeft voor alle leerlingen, leerkrachten en hulpouders een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Leerlingen, leerkrachten en (hulp)ouders zijn - tijdens alle schoolactiviteiten - verzekerd voor ongevallen met persoonlijk letsel. Ook buiten school en tijdens vervoer (bijv. excursies) geldt de verzekering. Indien er sprake is van schade is - door ongeval of andere omstandigheden - neem dan altijd even contact op met de leerkracht van uw kind. De volgende tekst is opgesteld door de verzekeringsmaatschappij.

6.8.1.

Aansprakelijkheidsverzekering

Stichting Eduquaat heeft haar aansprakelijkheid verzekerd via een speciale Aansprakelijkheidsverzekering. Deze polis biedt Stichting Eduquaat bescherming indien zij aansprakelijk wordt gesteld voor het doen en/of laten van haar “ondergeschikten” (leerkrachten, ondersteunend personeel, leerlingen, uitzendkrachten, gedetacheerd personeel etc.). Ook vrijwilligers zoals bijvoorbeeld ouders die op verzoek van Stichting Eduquaat bepaalde activiteiten verrichten vallen onder deze verzekering. Of er een beroep kan worden gedaan op deze Aansprakelijkheidsverzekering hangt af van de schuldvraag. Het is een misverstand om aan te nemen dat Stichting Eduquaat per definitie aansprakelijk kan worden gesteld indien er binnen de school schade aan bezittingen of personen wordt toegebracht. Dit geldt ook voor schade die binnen werktijd wordt toegebracht of schade die tijdens een door Stichting Eduquaat georganiseerde activiteit wordt toegebracht. Altijd dient de vraag te worden gesteld of Stichting Eduquaat schuld heeft aan de schade die is ontstaan. Concreet zal de docent, leerling, vrijwilliger etc. voor schade die Stichting Eduquaat niet te verwijten is zijn/haar eigen (particuliere) Aansprakelijkheidsverzekering moeten aanspreken. Praktijksituatie 1: Een medewerkster van Stichting Eduquaat staat op en blijft met haar broekzak achter de leuning van de stoel hangen waardoor haar broek uitscheurt. Zij wil de kosten van een nieuwe broek op Stichting Eduquaat verhalen. De schuldvraag dient hier aan de orde te worden gesteld. Stichting Eduquaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de kosten van een nieuwe broek omdat Stichting Eduquaat geen schuld heeft aan het feit dat de medewerkster achter de leuning blijft hangen. Het feit dat dit op school gebeurt en dat dit eventueel onder werktijd gebeurt, speelt hierbij geen rol. Stichting Eduquaat zou bijvoorbeeld wel aansprakelijk te stellen zijn wanneer een scherpe rand aan de stoel had gezeten waardoor het slechts een kwestie van tijd was dat dit een keer zou gaan gebeuren. Praktijksituatie 2: Op het terrein van de school staan fietsen van leerlingen gestald. Een leerling wil na de lessen naar huis en constateert dat zijn fiets is beschadigd. De ouders van de leerling stellen Stichting Eduquaat aansprakelijk voor de schade omdat de schade binnen schooltijd is ontstaan. Om antwoord te geven of Stichting Eduquaat inderdaad aansprakelijk is, moeten we de wet raadplegen. De wet stelt dat een (rechts)persoon alleen aansprakelijk kan worden gesteld indien deze ook daadwerkelijk schuld heeft aan een voorval.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


81

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


82

Heeft Stichting Eduquaat schuld aan het feit dat de fiets van de jongen beschadigd is? Nee, Stichting Eduquaat heeft geen schade toegebracht aan de fiets van de leerling. De betreffende leerling is verantwoordelijk voor zijn eigen spullen en kiest er zelf voor om met de fiets naar school te komen. Het feit dat een eventuele beschadiging onder schooltijd is toegebracht speelt hierbij geen enkele rol. Denk in het kader van dit voorbeeld ook eens aan het feit dat men met de fiets naar het werk gaat en dat men de fiets voor kantoor stalt. Na werktijd wordt geconstateerd dat de fiets is gestolen. De werkgever kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor deze diefstal omdat hij dat niet heeft gedaan. De werkgever kan dus evenmin aansprakelijk worden gesteld voor de schade.

6.8.2.

Ongevallenverzekering

Stichting Eduquaat heeft een Collectieve Ongevallenverzekering. Deze Ongevallenpolis biedt leerlingen, personeelsleden en begeleiders van Stichting Eduquaat verzekeringsdekking bij een ongeval.1 De Ongevallenverzekering gaat niet uit van het begrip schuld. M.b.t. de rubriek geneeskundige kosten (incl. tandbeschadiging) geldt het volgende. Indien geneeskundige kosten moeten worden vergoed kan aanspraak worden gemaakt op de ongevallenpolis van Stichting Eduquaat, mits de kosten niet verzekerd zijn onder de eigen Ziektekostenverzekering van de benadeelde. De verzekering geldt tijdens schooluren en tijdens alle activiteiten die in schoolverband plaatsvinden alsmede de reistijd van huis naar school en weer terug, via de normale route en zonder een noemenswaardige onderbreking van de reis. Verzekerde bedragen: Bij overlijden : € 5.000,Bij blijvende invaliditeit : € 50.000,Geneeskundige kosten verzekerd tot : € 2.500,Tandbeschadiging verzekerd tot: € 2.500,De begunstigden van de verzekering zijn de ondergeschikten en bestuurders van de Stichting Eduquaat en/of de ouders/verzorgers van de leerlingen (eventueel de wettige erfgenamen). Hierbij is van belang om te weten dat de afwikkeling van een letselschade soms zeer lang kan duren. Met name bij jonge mensen kan het jaren duren voordat een medische eindsituatie is aan te geven. Die eindsituatie is van belang voor het bepalen van de mate van invaliditeit. Omdat al die tijd de mate van invaliditeit nog niet is te bepalen, zijn verzekeraars bereid om op verzoek voorschotbetalingen te doen, met een definitieve eindbetaling op het moment dat de mate van invaliditeit wel valt te bepalen.

1) Een ongeval is een van buiten op het lichaam inwerkend geweld (ongeval) dat resulteert in overlijden of blijvende invaliditeit

1 ________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


83

6.9. Verplicht naar school / leerplicht / schorsing of verwijdering Kinderen mogen naar onze school de dag na hun 4e verjaardag; 4-jarigen zijn niet leerplichtig. Zodra uw kind 5 jaar wordt is het wel leerplichtig en moet uw kind naar school. 5-jarigen mogen 1 dag per week de school (uiteraard na overleg) verzuimen. Als school zijn wij verplicht de inschrijving van uw kind te melden bij de woongemeente, veelal de gemeente Weert. Ook berichten wij de gemeente als uw kind van school gaat. Schorsing of verwijdering : dit gebeurt alleen als een leerling zich ernstig misdraagt (wangedrag). De beslissing wordt genomen door het College van Bestuur nadat overleg is geweest met de directie, de groepsleerkracht en de ouders. Definitieve verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat een andere school bereid is gevonden de leerling aan te nemen of dat aantoonbaar gemaakt kan worden dat gedurende 8 weken tevergeefs is gezocht naar een andere school of instelling waarnaar kan worden verwezen. Ouders kunnen binnen 4 weken schriftelijk bezwaar aantekenen. Het College van Bestuur beslist binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift.

6.10. Schooltijden De juiste schooltijden staan vermeld in onze schoolkalender. Vakanties en vrije dagen zijn voor alle groepen hetzelfde m.u.v. de vrije dagen voor de groepen 1 tot en met 4 i.v.m. compensatieverlof van de leerkrachten. De minimale onderwijstijd voor de gehele basisschoolperiode bedraagt 7520 uur. De verdeling over de verschillende leerjaren kan verschillend zijn. In totaal moet iedere leerling minimaal die 7520 uur onderwijstijd maken. De groepen 1 en 2 “maken” ongeveer 900 uur, de groepen 3 en 4 iets minder dan 1000 uur en de groepen 5 t/m 8 iets meer dan 1000 uur per jaar. (zie ook schooljaarkalender)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


84

6.11. Vakanties en vrije dagen Bij het plannen van vakanties en vrije dagen verzoeken wij u rekening te houden met de vastgestelde schoolvakanties (zie hiervoor ook onze schoolkalender). Vrije dagen mogen alleen worden toegestaan voor ten hoogste 10 schooldagen wegens bijzondere - gewichtige - omstandigheden (zoals huwelijk, begrafenis, medische of sociale redenen). Voor alle leerplichtige leerlingen geldt dat vrije dagen tijdig schriftelijk moeten worden aangevraagd bij de directeur middels een speciaal aanvraagformulier, verkrijgbaar bij de balie. Hierna ontvangt u deze aanvraag al dan niet gehonoreerd retour. Bij vermoeden van ongeoorloofd schoolverzuim is de directeur verplicht de ambtenaar leerplichtzaken hiervan in kennis te stellen. U ontvangt van ons hiervan een afschrift. U wordt door de leerplichtambtenaar altijd uitgenodigd om een toelichting te geven. Op ongeoorloofde afwezigheid staat een boete (1e melding/keer) van € 100,00 per kind/per dag.

Vrije dagen voor vakantie buiten de schoolvakanties zijn dus niet toegestaan. Uitzondering wordt gemaakt voor leerlingen waarvan de ouders beroepsmatig buiten de schoolvakanties hun vakantie moeten plannen (denk hierbij aan ouders werkzaam in de agrarische sector, de horeca of de toeristische sector). Bij de verlofaanvraag dient een verklaring van de werkgever gevoegd te worden, waaruit de specifieke aard van het beroep en de verlofperiode blijken. Voor een dergelijke gezinsvakantie buiten de schoolvakantie kan overigens slechts éénmaal per jaar voor ten hoogste 10 schooldagen toestemming gegeven worden. Voor de eerste 2 lesweken van het schooljaar mag geen verlof worden gegeven.

Aanvragen voor vrije (mid)dagen voor vakanties worden alleen gehonoreerd als ze voldoen aan de wettelijke mogelijkheden. * de volledige regelgeving staat op onze website.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


85

6.12. Sponsoring Met betrekking tot sponsoring hanteren wij het door het Ministerie opgestelde convenant. Uitgangspunt van dit convenant is dat de overheid zorg draagt voor de bekostiging van het onderwijs. Elke vorm van sponsoring zal worden voorgelegd aan de MR. Na goedkeuring door de MR wordt melding gemaakt bij ouderraad, ouders en leerlingen. Uit het convenant: Van sponsoring is sprake wanneer het gaat om geld, goederen of diensten die door een sponsor worden verstrekt aan bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor door de sponsor een tegenprestatie wordt verlangd waarmee leerlingen of hun ouders/voogden/verzorgers in schoolverband worden geconfronteerd. Enkele belangrijke gedeelten uit een aantal artikelen van dit convenant* :

♦ Artikel 3.

Taak en doelstelling scholen Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen.

♦ Artikel 4.

Positie scholen Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.

♦ Artikel 5.

Onderwijsinhoud Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de door de school aan het onderwijs gestelde kwalitatieve eisen.

♦ Artikel 6.

De continuïteit van het onderwijs mag niet in gevaar komen doordat op enig moment sponsormiddelen wegvallen. Het uitvoeren van de aan de school wettelijk opgedragen kernactiviteiten mag niet afhankelijk worden van sponsormiddelen.

♦ Artikel 7.

Partijen zullen met kracht bevorderen dat alle bij het onderwijs betrokkenen duidelijk is dat zij zich met klachten over sponsoring kunnen melden bij de klachtencommissie.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


86

Enkele concrete voorbeelden van situaties, waarin het betwistbaar is of een tegenprestatie die door de sponsor verlangd wordt moet worden aanvaard, zijn: •

• • • •

Bij sponsoring met het oog op de bouw, inrichting en exploitatie van de school mag in geen geval bemoeienis ontstaan met de onderwijsinhoud of de organisatie van het onderwijs of met de bouw, inrichting en exploitatie zelf. Voorts moet worden voorkomen dat de school in een afhankelijke positie terechtkomt: de continuïteit van het onderwijs mag niet in gevaar komen doordat op enig moment sponsormiddelen wegvallen. In lesmaterialen en leermiddelen mag geen (impliciete of expliciete) reclame voorkomen. Voorts mag geen sprake zijn van onvolledige of subjectieve informatie. Bij de aanschaf van computerapparatuur mag geen sprake zijn van een verplichte afname van software bij de sponsor of van een verbod op het gebruik van software van een ander bedrijf dan dat van de sponsor. Reclame die gericht is op leerlingen mag niet stimuleren tot ongezonde en/of gevaarlijke activiteiten en mag niet de leerlingen aanmoedigen om ouders te stimuleren producten of diensten van de sponsor af te nemen. Sponsoring mag niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid of misleidend zijn. De sponsor mag geen voordeel trekken uit onkunde of goedgelovigheid van leerlingen, waar bijvoorbeeld sprake van kan zijn in het geval de leerprestaties worden beloond met sponsorproducten. Voorts moet rekening worden gehouden met het bevattingsvermogen en verwachtingspatroon van leerlingen.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


87

6.13. Bedrijfshulpverlening (BHV) Op school willen we zorgdragen voor gezonde arbeidsomstandigheden (ARBO). Vanuit de ARBO-wet moeten wij systematisch aandacht besteden aan mogelijke knelpunten op gebieden als veiligheid, gezondheid en welzijn. Middels een plan van aanpak worden knelpunten voorkomen en /of opgelost. Binnen onze school is een aantal gediplomeerde teamleden belast met de taak van bedrijfshulpverlener. Zij zijn speciaal geschoold en opgeleid om:      

De hulpverlening te organiseren. Het schoolgebouw te ontruimen. Hulp te verlenen bij persoonlijk letsel (Levensreddende Eerste Hulp). Beginnende branden te bestrijden (te beheersen). Een noodsituatie te coördineren. Alle hulpmiddelen binnen school te controleren.

Ook heeft een aantal overblijfouders BHV-cursus gevolgd, zodat er iedere overblijfdag een BHVouder aanwezig is. Voor de school is een ontruimingsplan opgesteld waarin precies is vastgelegd hoe alle personeelsleden en kinderen moeten handelen om iedereen zo snel mogelijk in veiligheid te brengen. Om te beoordelen of het theoretische plan in de praktijk ook daadwerkelijk werkt, wordt jaarlijks een aangekondigde (begin van het jaar) en een onaangekondigde ontruiming (in de loop van het jaar) geoefend. Aan de ontruimingsoefeningen doen alle gebruikers van de school mee, dus ook de medewerkers (en kinderen) Kinderopvang, Centroz en Bestuurskantoor.

6.14. Medisch protocol Zonder toestemming van ouders en/of overleg worden door leerkrachten of andere medewerkers van onze school geen medicijnen verstrekt. Ook worden er geen medische handelingen verricht. Natuurlijk blijft recht overeind “in noodsituaties moet altijd hulp worden verleend, naar beste weten en kunnen” De toestemming en alle daarbij behorende afspraken worden schriftelijk vastgelegd op speciale formulieren (toestemmingsverklaringen). Vanaf schooljaar 14-15 wordt de verklaring “uw kind wordt ziek op school” opgenomen in het inschrijfformulier. We willen er nog eens nadrukkelijk op wijzen om alle wijzigingen m.b.t. de lichamelijke gezondheid direct door te geven aan de school.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


88 Het volledige medisch protocol staat op onze website.

7. Overige informatie in alfabetische volgorde

1.2. Bewegingsonderwijs De kinderen van de groepen 1/2 krijgen elke dag bewegingsles. Deze lessen vinden plaats in onze speelzaal of buiten op de speelplaats. Wilt u uw kleuter s.v.p. gymschoenen meegeven. Voorzien van naam !!!! Andere gymkleren zijn niet nodig. De schoenen blijven op school en kunt u voor de zomervakantie weer mee naar huis nemen. De gymlessen vanaf groep 3 vinden plaats in een sporthal of gymzaal. De kinderen gaan per bus naar de betreffende locatie. Douchen na de gymles is voor kinderen vanaf groep 6 verplicht. De kinderen van de groepen 4 en 5 gaan zwemmen in zwembad "De IJzeren Man". Natuurlijk ook per bus. De leerlingen ontvangen aan het begin van het schooljaar een programma, waarin staat aangegeven welke lessen gepland zijn. Het is ook mogelijk om op te gaan voor zwemdiploma’s. Hiervoor wordt per diploma een eigen bijdrage gevraagd.

1.3. Brigadieren Bij de oversteek van de Molenakkerdreef (Molenakker 2) worden ouders en leerlingen van groep 7 en 8 ingezet als brigadier. Na het volgen van een korte opleiding door de Politie worden ouders en kinderen officieel aangesteld als brigadier. Ouders kunnen zich hiervoor opgeven bij de leerkracht of balie van Molenakker 1. Alle kinderen van de groepen 6 krijgen de opleiding als onderdeel van verkeerslessen en worden als ze in groep 7 zitten ingezet. Kinderen (vanaf 10 jaar) mogen alleen brigadieren na schriftelijke toestemming van de ouder(s). De brigadiercoĂśrdinator maakt een schema zodat iedereen evenredig aan de beurt komt.

1.4. Communie en Vormsel

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


89 Door de Deken van Weert worden, in samenspraak met school en in overleg met ouders, de voorbereidingen voor de communieviering en het vormsel geregeld. Ouders van katholieke kinderen van de groepen 4 (communie) en 8 (vormsel) worden hierover tijdig geïnformeerd door de Deken.

1.5. Eigen materialen De school verstrekt alle noodzakelijke materialen, waar de kinderen mee moeten werken.

• Kinderen van de groepen 3 tot en met 8 mogen een etui en viltstiften meebrengen. • De groepen 7 en 8 krijgen een agenda van school. Dus geen eigen agenda meenemen!! 1.6. Fietsenstalling In verband met de beperkte mogelijkheden om fietsen te stallen en ook vanwege het feit dat de fietsenstalling niet overdekt/afgebakend is, verzoeken wij "het met de fiets naar school komen" zoveel mogelijk te beperken. Zeker voor leerlingen die dicht bij school wonen! De school draagt geen verantwoordelijkheid voor schade aan fietsen die in de fietsenstalling of op het schoolterrein of rondom school geplaatst worden.

“Fietsen is goed maar wanneer het kan liever te voet!”

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


90

1.7. Foto’s en video-opnames. Regelmatig worden in school (door OR of leerkrachten) foto’s genomen en/of video-opnames gemaakt. In het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is publicatie alleen toegestaan als ouders en leerkrachten geen bezwaar hebben. Foto’s in bijv. de schoolgids, INFO en website of op klassendeuren en video-opnames van bijv. een Open Dag, schoolverlaterdagen, verjaardag of WTV. Voor activiteiten in school worden (door OR of leerkrachten) vaker ouders gevraagd om foto’s / film te maken. In de groepen mag door ouders niet gefotografeerd en/of gefilmd worden zonder toestemming. Indien u bezwaar heeft dat foto’s en/of video-opnames openbaar gemaakt worden, verzoeken wij u dat bij aanvang van het schooljaar schriftelijk bij de directie kenbaar te maken. Voor speciale video-opnames in het kader van School Video Interactie Begeleiding (SVIB)* zijn wij verplicht ouders van de betreffende leerling om toestemming te vragen. In voorkomende gevallen nemen wij contact met u op. * Bij SVIB wordt een leerling tijdens diverse groepsactiviteiten gefilmd. De video-opname wordt daarna met de begeleider en de leerkracht besproken om te bezien welke afspraken er gemaakt kunnen worden om het betreffende kind beter te begeleiden. Deze videobeelden zijn alleen voor intern gebruik.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


91

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


92

1.8. Fruit In de groepen 1/2 eten of drinken de kinderen 's morgens één tussendoortje. Hiervoor kunt u uw kind b.v. een appel, peer, of iets te drinken meegeven. Een koek mag ook. Andere groepen gebruiken het tussendoortje tijdens de pauze.

1.9. Hoofdluis Om hoofdluis tegen te gaan en op tijd te kunnen ontdekken hebben wij als school ervoor gekozen om na elke schoolvakantie alle kinderen te controleren op hoofdluis. Dit gebeurt door ouders die van te voren ingelicht zijn over de manier van controleren. Toch valt hoofdluis niet altijd te voorkomen en het kan dus gebeuren dat er in een klas hoofdluis voorkomt. Daarom is het raadzaam om ook thuis regelmatig het haar te controleren door middel van het kammen met een luizenkam. Dan wordt de kans op hoofdluis op school nog kleiner. Indien er thuis hoofdluis geconstateerd wordt verzoeken wij u dit direct te melden op school zodat ook daar de nodige maatregelen genomen kunnen worden. Aan het begin van het schooljaar krijgen alle ouders een informatiebrief, waarin alles nog eens duidelijk beschreven staat. Voor vragen kunt u bij onze hoofdluiscoördinatoren terecht.

1.10. Huisbezoek De leerkracht maakt met ouders van nieuwe leerlingen een afspraak. Bij meerdere kinderen uit één gezin wordt in onderling overleg met de leerkrachten afgesproken wie op huisbezoek gaat. Het huisbezoek voor kinderen die met ingang van het nieuwe schooljaar of in de eerste maand na het begin van het schooljaar onze school (gaan) bezoeken - en waarvan nog geen broertje of zusje op school zit - vindt plaats in de loop van dat nieuwe schooljaar. Bij de inschrijving kunt u kenbaar maken of u een huisbezoek al dan niet op prijs stelt.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


93

1.11. Ideeën !!!!!!!! Heeft u een idee : om iets voor onze school te maken om iets op school te laten zien om iets op school aan de kinderen te vertellen om ons ergens op te attenderen laat het ons weten!!!!!

1.12. Info

Ieder schooljaar ontvangt u, via uw kind, de nodige informatie middels onze – bijna - wekelijkse INFO. Onze INFO wordt (op donderdag) digitaal verstrekt. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website. Een papieren versie kunt u vragen aan de balie.

1.13. Inloop 10-minuten De deuren van de groepen 1/2/3 gaan elke ochtend om 8.20 uur open. Ouders en kinderen zijn vanaf die tijd welkom in de groep. Om half 9 beginnen de groepsactiviteiten. Wilt u hier rekening mee houden!!!! Deze inloop 10-minuten zijn bedoeld voor kinderen én ouders. De ouders van kinderen in de andere groepen kunnen op vastgestelde dagen (zie kalender) de school binnenkomen. Vanaf 8.20 uur zijn hier de klassendeuren open. Om half 9 beginnen de lessen.

1.14. Kinderziektes We verzoeken u kinderziektes direct te melden bij de leerkracht van uw kind. In voorkomende gevallen worden noodzakelijke maatregelen getroffen (bijv. brief naar ouders). De school is verplicht om bepaalde infectieziektes te melden bij de GGD

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


94

1.15. Kleding  Petten en/of andere hoofddeksels mogen alleen buiten gedragen worden.  Het dragen van hoofddoekjes o.g.v. geloofsovertuiging is toegestaan, behalve bij gym- en zwemles. Geheel of gedeeltelijke gelaatsbedekking (bijvoorbeeld gezichtssluier, burka) is niet toegestaan.

1.16. Leerlingenraad De leerlingenraad bestaat uit leerlingen van de groepen 7 en 8 (1 vertegenwoordiger per groep). Eind groep 6 wordt de nieuwe vertegenwoordiger door de groep gekozen. Wat doet de leerlingenraad? • Voorstellen en ideeën van klasgenoten (of van kinderen uit andere groepen) bespreken • Goed luisteren naar wat medeleerlingen “vinden” en dat bespreken • Eigen voorstellen/ideeën bespreken • Wat gaat goed / wat kan beter? • Samen oplossingen bedenken voor probleempjes • Je groep laten weten wat er besproken is Ongeveer 1x per 2 maanden is er een vergadering.

1.17. Materialen 

Vaak willen kinderen iets mee naar school brengen om te laten zien of om over te vertellen. Dat is geen probleem. Sluit dit wel even kort met de desbetreffende leerkracht. We willen u wel laten weten dat het meebrengen van spulletjes gebeurt op eigen verantwoordelijkheid en evt. schade niet verhaald kan worden.

Als uw kind schoolmaterialen kwijtraakt of stuk maakt, vragen wij hiervoor een vergoeding.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


95 

Voorzie gym- en/of zwemtassen van naam. Het is overigens raadzaam om alle jassen, tassen, mutsen, gymschoenen, broodtrommels enz. van naam te voorzien.

1.18. Mobieltje en i-pod Mobieltjes of i-pods mogen uitsluitend buiten school en buiten het schoolterrein gebruikt worden. In de pauze, ook tijdens het overblijven, blijven de mobieltjes en i-pods in de la van de kinderen of van d eleerkracht. Op school lopen kinderen het risico dat ze het toestel verliezen en daarnaast vinden wij het als school niet goed wanneer er foto’s of filmpjes van elkaar gemaakt worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van kinderen of ouders. Ons advies: laat deze spullen thuis. Moet een leerling een mobieltje van de ouders meenemen dan mag dat uitsluitend buiten schooltijd gebruikt worden. Mobieltjes die tijdens schooluren gebruikt worden, worden – minimaal voor 1 dag – ingenomen.

1.19. Parkeren Met betrekking tot het parkeren hebben we een aantal afspraken gemaakt. Deze afspraken dragen er toe bij dat onze kinderen op een veilige wijze de school kunnen bereiken en er zo weinig mogelijk overlast is voor buurtbewoners :

1* breng/haal kinderen zoveel mogelijk per fiets of te voet, 2* niet parkeren op de ventweg voor de school (Oude Laarderweg) - wel kiss-and-drive (kinderen stappen uit, ouders rijden weer weg),

3* parkeer in de parkeervakken aan het Molenakkerplein (een stukje lopen!!), 4* parkeer niet op onoverzichtelijke plaatsen (vlak voor de uitgang of op hoeken bijv.), 5* parkeer niet voor een uitrit van buurtbewoners, 6* laat uw auto niet onnodig stationair lopen, 7* wijs elkaar op gevaarlijke situaties. De parkeerverboden bij het hoofdgebouw hebben er toe geleid dat kinderen veiliger en overzichtelijker onze school kunnen bereiken.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


96

Helaas is het parkeergedrag van meerdere ouders of oppassers nog steeds een bron van ergernis voor velen. Ook in het komende schooljaar zal (in overleg met de politie) weer speciale aandacht besteed worden aan het foutparkeren. Er zal ook handhavend (=verbaliserend) worden opgetreden Naast Molenakker 2 is een ruime parkeergelegenheid (van SV Laar), waar wij als school gebruik van mogen maken. Daarom vragen we met nadruk om alleen daar te parkeren. Via een achterompaadje kan vervolgens iedereen veilig de speelplaats bereiken. (Dus niet via de Molenakkerdreef naar de speelplaats lopen!!)

Veilig naar school. Ook dat doen we samen! 1.20. Rommel ????????? Wat voor velen rommel is, is voor scholen vaak heel bruikbaar materiaal. Wij vragen u dan ook zo nu en dan attent te zijn op materialen die in uw (werk)omgeving de kortste weg naar de container volgen en wellicht voor onze school nog heel goed bruikbaar zijn. Tijdens handvaardigheidslessen kunnen vele soorten materialen gebruikt worden. Twijfelt u over de bruikbaarheid, neem dan even contact op. Wat we altijd kunnen gebruiken:papier (alle soorten, kleuren en maten) karton hout

1.21. School-TV Alle groepen zullen in de loop van het schooljaar één of meerdere school tv-programma's volgen. Bij diverse programma's kan een lespakket aangeschaft worden met o.a. opdrachten voor de leerlingen.

1.22. Spelen op de speelplaats Na schooltijd mogen de kinderen op de speelplaats spelen totdat de laatste leerkracht naar huis gaat (buiten verantwoordelijkheid van de school!!!). Daarna, en dus ook in het weekend en vakanties, is spelen op de speelplaats niet toegestaan. De speelplaats Molenakker 1 is na schooltijd in principe bestemd voor kinderen die gebruikmaken van de buitenschoolse opvang.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


97

1.23. Te laat op school Leerlingen die na het belsignaal binnenkomen moeten buiten het lokaal wachten tot de leerkracht het teken geeft dat hij/zij naar binnen mag. Bij herhaling moet de leerling zich melden bij de time-out en wordt een brief meegegeven waarin staat wanneer en hoe lang nagebleven moet worden. Bij een volgend “te laat” worden ouders door de directeur uitgenodigd voor een indringend gesprek.

1.24. Time-out Kinderen die ongewenst gedrag vertonen in de groep, op de speelplaats of bijv. tijdens het overblijven moeten zich melden bij IB-ers of directie. Er wordt hiervan kort verslag gemaakt en zo nodig en/of waar nodig worden adequate maatregelen genomen. Groot voordeel van de time-out is dat ongewenst gedrag “bijgehouden” wordt. Vaker bleven maatregelen uit omdat kinderen in verschillende situaties bij verschillende leerkrachten/begeleiders ongewenst gedrag vertoonden dat niet altijd vastgelegd werd.

1.25. Verjaardag Een verjaardag vieren is altijd een bijzondere gebeurtenis in de klas. In de eerste plaats voor de jarige zelf, maar ook voor de groep. Een traktatie hoort daarbij! Helaas constateren wij als leerkrachten dat er steeds meer ongezonde traktaties worden uitgedeeld. Een snoeptraktatie is al heel normaal geworden, terwijl wij dat toch echt niet onder een “gezonde” traktatie verstaan! Wij willen U dan ook vriendelijk vragen geen snoep te trakteren. Daarnaast is één traktatie voldoende, extra cadeautjes erbij uitdelen is niet nodig. Uitnodigingen voor kinderfeestjes worden niet op school uitgedeeld. Dit om te voorkomen dat er kinderen te vaak teleurgesteld worden. De verjaardag van kinderen die 4 jaar worden, wordt niet op school gevierd. Deze kinderen vieren de verjaardag al op de peuteropvang. De verjaardag in de groepen 1/2 wordt iets uitgebreider gevierd dan in de hogere groepen. In de groepen 1 t/m 3 mogen de ouders hierbij aanwezig zijn. Kleuterbroertjes en zusjes mogen met hun ouders - indien gewenst - meekomen. Ook wordt de verjaardag van de leerkracht gevierd. Namens alle kinderen van de groep wordt een cadeautje aangeboden, dat door enkele kinderen met de groepenouder van de groep wordt gekocht en betaald wordt uit de ouderbijdrage.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


98 Het is niet de bedoeling dat kinderen individueel nog een gekocht cadeautje meebrengen. Een kaartje, een tekening of een knutselwerkje is natuurlijk wel fijn.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


99

1.26. Weerter ScholenToernooi (WST) Elk jaar neemt onze school deel aan het WST. Het WST is bedoeld voor leerlingen van groep 7/8. Voetbal, handbal en trefbal zijn vaste onderdelen van deze sportieve ontmoeting tussen Weerter basisschoolleerlingen. Aan dit toernooi nemen alle Weerter basisscholen deel.

1.27.

Ziekte of verzuim

Als uw kind wegens ziekte of andere dringende reden niet naar school kan komen - of later komt vragen wij u ons dit schriftelijk of telefonisch te laten weten vóór schooltijd. Zonder bericht van afwezigheid gaan we er natuurlijk vanuit dat uw kind naar school komt. Het is een onprettige start van de dag als een leerling onafgemeld afwezig is. We nemen dan ook meteen telefonisch met u contact op. Mag of kan uw kind niet meedoen met de gym- of zwemles, geeft u dat dan - liefst schriftelijk - even door aan de leerkracht van uw kind. Ook in 4.5.5. hebben we al geschreven : Steeds vaker krijgen we de vraag van ouders voor remedial teaching, logopedie of andere hulpverlening door externen tijdens schooltijd. Speciale hulpverlening tijdens schooluren kan alleen na toestemming van de school/directeur. Voor een korte periode (maximaal 2 maanden) kan de directeur toestemming geven; indien langere tijd hulp noodzakelijk is, moet toestemming gevraagd worden aan de leerplichtambtenaar van de Gemeente Weert (dit is van toepassing voor leerlingen van 5 jaar en ouder). De school zal het verzoek om vrijstelling van schooluren alleen ondersteunen als externe hulpverlening dringend gewenst is. In alle gevallen gaat de voorkeur uit naar externe hulp na schooltijd.

Info externe instanties Voor informatie van externe instanties verwijzen wij u naar onze website:

WWW.OBSMOLENAKKER.NL (zie kopje informatie)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


100

Bijlage

gedragscode

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


101

Inleiding

Met deze gedragscode formuleren we gedragsafspraken voor leerkrachten, hulpouders en leerlingen. De code maakt duidelijk hoe we in onze school met elkaar omgaan en geeft derhalve tevens aan waarop we eenieder kunnen aanspreken. Bij het opstellen van deze code zijn we uitgegaan van de algemene uitgangspunten van onze school, zoals opgenomen in onze schoolgids en ons schoolplan.

Algemene uitgangspunten van onze school:  onze school gaat uit van principiële gelijkwaardigheid  eenzijdige beïnvloeding is niet toegestaan  actief en op veelzijdige basis moet aandacht besteed worden aan de diverse levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden die onze Nederlandse samenleving kent.

 niet de confrontatie, maar de ontmoeting - dialoog - staat voorop (openheid)  ouders en leerlingen hebben recht op actieve betrokkenheid  veiligheid en geborgenheid staan centraal  ieder mens is uniek (tegelijk individu en sociaal wezen)  ieder mens heeft rechten en plichten  respect voor eenieder vanuit een positieve grondhouding  elke vorm van discriminatie is uitgesloten (onder discriminatie wordt verstaan: elke handeling of praktijk die tot gevolg heeft dat mensen worden achtergesteld op grond van ras, geloof, levensovertuiging, sekse, seksuele voorkeur, culturele achtergrond, sociaal-economisch milieu en fysieke verschijning)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


102

Leerkrachten

Omgang met collega’s • • • • • • • • • • •

accepteer de ander zoals hij/zij is heb vertrouwen in elkaar / steun elkaar ben eerlijk, meelevend (toon belangstelling) en hulpvaardig openheid naar elkaar: bespreek problemen - eerst - met elkaar / vraag om duidelijkheid als je iets dwars zit. corrigeer / help elkaar door zaken te benoemen roddel niet over anderen / ga in gesprek of verwijs naar de plaats waar de kritiek uitgeproken moet worden maak je eigen mening kenbaar draag bij aan een voor ieder gezellig werk- en leefklimaat begroet elkaar 's ochtends en neem afscheid uit geen seksistische taal / seksistisch getinte grappen naar anderen toe : houd er rekening mee dat voor ieder, ook wat dit onderwerp betreft, de grens anders ligt spreek elkaar er op aan als je vindt dat een collega “te ver” gaat in uitlatingen en/of gedragingen

Omgang met leerlingen • • • • • • •

neem elke kind serieus / laat ieder in zijn waarde / respecteer eenieder toon - daadwerkelijke - belangstelling (persoonlijk / taak) maak duidelijke afspraken en kom ze na respecteer de eigendommen van kinderen wees open en eerlijk / oordeel - waardeer positief praat onder alle omstandigheden rustig / correct taalgebruik (reversibel) zeg nooit iets negatief over een kind als kind / zeg niets ongunstigs van een kind in het bijzijn van anderen (bespreek het gedrag als zodanig)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


• • • • • • •

• • •

103 bespreek problemen / misverstanden / moeilijkheden met diegenen die erbij betrokken zijn sluit een vervelende situatie altijd positief af (stuur een kind niet met een negatief gevoel naar huis) van fouten / onenigheid / ruzie e.d. kun je leren zorg voor een veilige / prettige / gezellige sfeer in de groep begroet leerlingen en neem afscheid laat kinderen buiten schooltijd – in principe - niet alleen bij jou in de klas zijn of bij je thuis komen stel ouders ervan op de hoogte in gevallen dat dit toch noodzakelijk is

loop niet zonder meer kleed- en/of doucheruimtes binnen, maar klop eerst aan om kinderen gelegenheid te bieden om bijvoorbeeld een handdoek om te slaan. Dit geldt zeker in situaties waar de omgang in het algemeen wat losser is zoals tijdens kamp, schoolreis, sportdagen schakel eventueel hulp in van ouders bij aan- en uitkleden bij bijvoorbeeld gym- en zwemlessen neem kinderen vanaf groep 4 – in principe - niet op schoot

Omgang met ouders • • • • • • • • • •

neem elke ouder / probleem(pje) serieus - luister goed en probeer te begrijpen – praat niet - negatief - over andere ouders, leerlingen, collega’s informeer ouders tijdig als er zich problemen voordoen ben duidelijk in gesprekken / eerlijk / tactvol / oplossingsgericht toon belangstelling voor zowel de ouder persoonlijk als de taak als hulpouder maak duidelijke afspraken en kom ze na (noteren in journaal) vraag bij (te verwachten) "moeilijke" gesprekken een collega als gesprekspartner blijf vriendelijk en correct, ook na minder plezierige ervaring; communicatie open houden verwijs voor klachten (evt. naar collega, naar contactpersoon voor klachten - directeur - en/of vertrouwenspersoon) moedig ouders aan om contact op te nemen met school

Opmerking: Elk vermoeden van ongewenste intimiteiten / fysiek of psychisch geweld wordt gemeld bij de directeur en/of vertrouwenspersoon. Bij ongewenste intimiteiten gaat het om sexueel gerichte aandacht, tot uiting komend in verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag, dat opzettelijk of onopzettelijk kan zijn. De gedragingen vinden plaats

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


104 binnen of in samenhang met de onderwijssituatie en worden door degene die ze ondergaat als ongewenst ervaren. Meestal is er sprake van machtsongelijkheid tussen betrokkenen.

Leerlingen

Omgang met medeleerlingen • • • • • • • • • • •

accepteer de ander zoals hij/zij is - iedereen is anders (niet discrimineren) spreek elkaar op een correcte wijze aan (bij naam, rustig, verontschuldigend, waarderend, eerlijk) vertel de ander wat je voelt als je iets niet prettig vindt heb respect voor het mijn en dijn (vraag of je andermans eigendom mag gebruiken) niet uitschelden / uitlachen / roddelen / buitensluiten / te snel oordelen luister naar een ander zijn verhaal geen fysiek geweld los problemen op door erover te praten (eerst zelf - daarna evt. met leerkracht en/of thuis) help elkaar (als iemand iets moeilijk vindt of problemen heeft) - werk/speel samen maak goede afspraken en hou je eraan begroet elkaar

Omgang met leerkrachten - ouders • • •

spreek de leerkracht en ook het ondersteunend personeel aan met juf of meester ……….. / je-jij (niet verplicht; afhankelijk van wat thuis gebruikelijk is) hulpouder aanspreken bij voornaam, tenzij anders aangegeven andere, "onbekende" ouders / personen aanspreken met mevrouw of meneer

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


• • • • • •

105 kom niet ongevraagd aan eigendommen van leerkrachten / ouders houd je aan gemaakte afspraken wees eerlijk / behulpzaam luister naar elke leerkracht / ouder reageren - vragen - spreken: ga beleefd met elkaar om bespreek problemen (evt. op een ander tijdstip)

Ouders

Omgang met leerkrachten • • • • • • • • •

zorg voor een prettige relatie met de leerkracht maak onprettige maar ook prettige ervaringen kenbaar geen moeilijke gesprekken tijdens inloopkwartier neem contact op met de leerkracht over onduidelijkheden of vragen maak duidelijke afspraken met elkaar maak een afspraak om over uw kind te praten (voorkom vluchtige gesprekjes over belangrijke onderwerpen) bespreek problemen / misverstanden / moeilijkheden met de betrokken leerkracht (leerkracht en/of directeur zal u hiernaar verwijzen en de betrokken leerkracht in kennis stellen) hou gesprekken in een prettige en/of zakelijke sfeer met respect voor elkaar wees open en eerlijk

Hulpouders tijdens schoolactiviteiten Omgang met leerlingen •

neem elke kind serieus / laat ieder in zijn waarde / respecteer eenieder

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


• • • • • • • • • •

106 maak duidelijke afspraken en kom ze na respecteer de eigendommen van kinderen wees open en eerlijk / oordeel positief praat onder alle omstandigheden rustig / correct taalgebruik (reversibel) zeg nooit iets negatief over een kind als kind / zeg niets ongunstigs van een kind in het bijzijn van anderen (bespreek het gedrag als zodanig) bespreek problemen / misverstanden / moeilijkheden met diegenen die erbij betrokken zijn sluit een vervelende situatie altijd positief af (stuur een kind niet met een negatief gevoel naar de groep) van fouten / onenigheid / ruzie e.d. kun je leren zorg voor een fijne sfeer begroet leerlingen en neem afscheid

Omgang met leerkrachten • •

neem bij problemen altijd contact op met de groepsleerkracht bespreek alle zaken waarover vragen zijn / die onduidelijk zijn meteen

Omgang met andere hulpouders • • • • • •

accepteer de ander zoals hij/zij is heb vertrouwen in elkaar - steun elkaar ben eerlijk, meelevend (toon belangstelling) en hulpvaardig roddel niet over anderen / ga in gesprek of verwijs naar de plaats waar de kritiek uitgesproken moet worden maak duidelijke afspraken (bespreek problemen/onduidelijkheden) begroet elkaar en neem afscheid

Opmerking:

Ga vertrouwelijk met gegevens om!

Wat te doen bij problemen ________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


107 Leerkrachten: • • • • • •

eerst proberen problemen zelf op te lossen bespreken met collega/ouder evt. directeur bij ernstige problemen bijv. discriminerende uitingen / pestgedrag / storend gedrag ouders van leerling informeren (telefonisch of schriftelijk - na overleg met directeur en evt. ook collega) is het convenant veilige school van toepassing (zie ook volgende pagina “convenant veilge school”) bij sexuele intimidatie directeur en/of vertrouwenspersoon informeren bij signalen van kindermishandeling dit melden bij de directeur en/of vertrouwenspersoon

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


108

Leerlingen: • •

eerst proberen problemen zelf op te lossen bespreken met leerkracht/ouder evt. directeur

Ouders: • •

probeer eerst problemen met de betrokken leerkracht op te lossen bespreek het probleem zo nodig met de leerkracht en een andere leerkarcht of directeur

Hulpouders: • • •

eerst proberen problemen zelf op te lossen altijd bespreken met leerkracht evt. bespreken met directeur

Consequenties voor de praktijk - in de groep: • • • •

bespreek deze code n.a.v. gebeurtenissen of tijdens (kring)gesprekken maak de code waar mogelijk duidelijk m.b.v. bijvoorbeeld protocollen (pesten / discriminatie) bespreek de consequenties - "strafwerk" - ouders informeren (na overleg met collega / directeur) te nemen sancties zullen in teamvergaderingen - aan de hand van concrete voorbeelden besproken worden

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


109

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


110

gedragsregels 1. elk kind is anders 2. praat netjes tegen elkaar 3. zeg het als je iets niet leuk vindt 4. vraag of je spulletjes van een ander mag gebruiken 5. niet uitlachen en uitschelden 6. laat iedereen meedoen en meespelen 7. doe elkaar geen pijn 8. heb je problemen: praat erover op school thuis met vriendjes of vriendinnetjes

deze regels gelden op school en daarbuiten (deze gedragsregels hangen in de groepen 1 t/m 5. In de laagste groepen ondersteund door pictogrammen)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


111

gedragsregels 1.

accepteer de ander zoals die is

2.

spreek elkaar op een correcte wijze aan

3.

zeg de ander wat je voelt als je iets niet prettig vindt

4.

vraag of je andermans eigendom mag gebruiken

5.

niet uitschelden - uitlachen - roddelen- buitensluiten - te snel oordelen

6.

luister naar elkaar en help elkaar

7.

gebruik geen geweld

8.

los problemen op door erover te praten met bijv. medeleerlingen je ouders je leerkracht of andere leerkracht de directeur de kindertelefoon deze regels gelden op school en daarbuiten (deze gedragsregels hangen in de groepen 6 t/m 8)

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


112

CONVENANT VEILIGE SCHOOL

In 2010 hebben alle Weerter basisscholen het nieuwe/aangepaste convenant veilige school getekend. Dit convenant ligt op school ter inzage. Hiermee zijn voor alle scholen duidelijke afspraken gemaakt “hoe om te gaan met ongewenst gedrag”.

Uit dit convenant : Afhankelijk van de situatie die wordt aangetroffen, de aard van het gedrag, de persoonlijke gegevens van betrokkenen, is een aantal reacties mogelijk die ook weer andere gevolgen kunnen hebben.

Normoverschrijdend gedrag Wat wij onder normoverschrijdend gedrag verstaan is niet strafbaar volgens het strafrecht, maar wel in overtreding tegen normen en waarden, zoals opgenomen in onze gedragscode. Meestal gaat het om incidenteel gedrag waarvoor een waarschuwing vaak al een afdoende reactie zal zijn: bijv. een brutale mond opzetten, ruw spel, gevaarlijk of experimenteel gedrag waarbij niet wordt gedacht aan de mogelijke gevolgen. Al wat zwaarder zijn plagerijen wat al snel tot pesten kan leiden of waar discriminerende uitlatingen aan te pas komen. Dit soort zaken wordt vaak opgelost met een reprimande. Ouders worden hiervan wel in kennis gesteld. Op school hebben wij een time-out voorziening ingesteld. Normoverschrijdend gedrag wordt vastgelegd in het leerlingdossier.. Wanneer bovenstaand gedrag zich bij herhaling manifesteert, ook na waarschuwingen of reprimandes, zal in overleg met de ouders een gezamenlijke strategie afgesproken worden, die - als er geen verbetering op volgt - kan leiden tot hulp van buitenaf, te denken valt aan het Meldpunt Jeugd.

Strafbare feiten Er zijn verschillende categorieën van strafbare feiten mogelijk. Bij minder zware valt te denken aan het met viltstift schrijven op deuren/stoelen of tafels, vernielinkjes, spelen met vuurwerk en baldadigheid. Onder de wat zwaardere strafbare feiten valt bijvoorbeeld diefstal.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


113

Om stoer of ruig te doen kunnen kinderen soms ook dingen meenemen (bijv. een zakmes) met het doel om anderen te imponeren. De strekking van het convenant is dat wij dit gedrag zullen melden bij de politie wat na overleg ook kan leiden tot het doen van aangiften. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Erger wordt het als het om meer moedwillig gedrag gaat of als de gevolgen ernstiger zijn. Denk aan diefstal van spullen van de school of van personen, afpersing, bedreiging. In dat soort gevallen is het doen van aangifte noodzakelijk, ook omdat het signalen kunnen zijn van eventuele onderliggende problemen. Minimaal 2 keer per jaar hebben we een overleg met de politie

Vervolgtraject Wanneer een zaak bij de politie is gemeld of wanneer er aangifte is gedaan en de dader(s) is/zijn bekend, is er een aantal mogelijkheden. Kinderen die 12 jaar of ouder zijn, zullen afhankelijk van enkele criteria door de politie naar Bureau HALT worden verwezen. Zij zijn namelijk volgens de wet strafrechtelijk (justitieel) te vervolgen. HALT zorgt voor een pedagogische reactie op het gepleegde feit. Dat gebeurt na een paar gesprekjes (waar ook de ouders bij mogen zijn) in de vorm van wat klussen moeten doen, een leerproject moeten maken, excuses moeten aanbieden, schade vergoeden etc. Kinderen tot 12 jaar zijn strafrechtelijk niet te vervolgen. Maar ook zonder toepassing van het strafrecht wordt er steeds vaker gereageerd. Zeker als kinderen mee hebben gedaan met anderen die wel vervolgd worden. Nieuw in dit kader is het experimenteel project: de STOP-reactie die onder auspiciĂŤn van het O.M. kan worden uitgevoerd door het bureau HALT als het gaat om groepjes of individuele kinderen, jonger dan 12 jaar die strafbare feiten hebben gepleegd. Kinderen gaan dan niet werken, maar er vinden gesprekken plaats met HALT/STOP en ze krijgen enkele opdrachtjes mee of moeten die bij HALT/STOP maken. Ouders dienen in beide gevallen wel eerst toestemming te geven aan HALT. HALT gaat overigens altijd na of er mogelijk andere problematieken aan het gedrag van de betrokkenen ten grondslag liggen, bijvoorbeeld thuis of op school. Is dat het geval dan wordt in overleg met de betrokkenen bekeken of verwijzing naar Meldpunt Jeugd of direct naar een hulpverlenende instantie aan te bevelen is. Er geldt overigens nog een aantal criteria voor het vervolgtraject, bijvoorbeeld de hoogte van de schade of de waarde van gestolen spullen. De politie is hiervan op de hoogte.

________________________________________________________________ OBS Molenakker Algemene schoolgids 2014 – 2015


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.