Maritime Delta Monitor 2018 Analyse van de maritieme sectoren in de provincie Zuid-Holland & Werkendam EINDRAPPORTAGE
Opdrachtgever: Innovation Quarter Rotterdam, september 2018
Onno de Jong (Ecorys) Marjan van Schijndel (Ecorys) Menno Wester (Ecorys) Laura Sprengers (Ecorys) Max Lagemann (NMT) Marnix Krikke (NMT) Martijn Streng (Erasmus UPT)
Maritime Delta Monitor 2018
1
Inhoudsopgave 1
Economie van de Maritime Delta 2014-2016
4
1.1
Inleiding
4
1.2
Aantal vestigingen
4
1.3
Werkgelegenheid
5
1.4
Observaties per sector
9
1.4.1
Binnenvaart
1.4.2
Havens
10
9
1.4.3
Maritieme Dienstverlening
11
1.4.4
Scheepsbouw
12
1.4.5
Zeevaart
13
1.4.6
Waterbouw
14
1.4.7
Maritieme toeleveranciers
15
1.4.8
Visserij
16
1.4.9
Marine
17
1.4.10 Offshore 1.5 2
Toegevoegde waarde
19
Arbeids- en onderwijsmarkt in de Maritime Delta
22
2.1
Opleidingsaanbod in de Maritime Delta
22
Instroom en gediplomeerde uitstroom in de maritieme en ‘bredere’ opleidingen
23
2.2
2.2.1
Instroom in de maritieme opleidingen
23
2.2.2
Gediplomeerde uitstroom van de maritieme opleidingen
24
2.2.3
Instroom in de ‘bredere’ technische opleidingen
24
2.3
Mbo-studenten per opleiding
25
2.4
Hbo-en wo-studenten per opleiding
26
Ontwikkelingen op het gebied van onderwijs in de Maritime Delta
28
2.5
2.6
3
18
2.5.1
Samenwerking
30
2.5.2
Ontwikkelingen op het gebied van mbo-opleidingen
30
2.5.3
Ontwikkelingen op het gebied van hbo en wo-opleidingen
31
Personeelsvraag en vacatures
32
2.6.1
Aantallen vacatures stijgen volgens het UWV
33
2.6.2
Aantal personen met een WW-uitkering daalt
36
Innovatie, vestigingsklimaat en energietransitie
39
3.1
Inleiding
39
Innovatie
39
3.2
3.3
3.2.1
Richtlijnen voor innovatiebudget
39
3.2.2
Innovatie is verborgen
40
3.2.3
Innovatie snel in de praktijk brengen
40
3.2.4
Aan de voorkant betrokken
41
3.2.5
Samenwerking met start-ups
41
3.2.6
Innovatie thema’s
42
3.2.7
Winnen op Zee
43
3.2.8
Schone schepen
45
3.2.9
Slim en veilig varen
46
3.2.10 Effectieve infrastructuur
47
Financiering & investeringen
47
3.3.1
Investeren in innovatie
47
3.3.2
Toegang tot kapitaal
48
Maritime Delta Monitor 2018
2
3.3.3 3.4
3.5
4
Overheidssteun
49
Vestigingsklimaat & regelgeving
51
3.4.1
Alles aanwezig in de regio
51
3.4.2
Uitblinken in testfaciliteiten
51
3.4.3
Voedingsbodem voor start-ups
52
3.4.4
Overheid als facilitator
52
Vergroening & energietransitie
53
3.5.1
Vergroening van de scheepvaart
53
3.5.2
Groene voortstuwing en uitstoot
54
3.5.3
Energietransitie
55
3.5.4
Stimuleren van vergroening en energietransitie
55
3.5.5
Belemmeringen voor vergroening
56
Vergelijking maritieme clusters in Noordwest-Europa
57
4.1
Resultaten op hoofdlijnen
57
4.2
Het maritieme cluster in Zuid-Holland
59
4.3
Het maritieme cluster in Vlaanderen
61
4.4
Het maritieme cluster in Noord – Duitsland
61
4.5
Het maritieme cluster in Denemarken
62
4.6
Het maritieme cluster in Noorwegen
63
4.7
Het maritieme cluster in Zuidoost – Verenigd Koninkrijk
64
4.8
Het maritieme cluster in Noordwest – Frankrijk
64
Bijlage 1 Methodiek herziening vorige edities
65
Bijlage 2 Afbakening van de sectoren
67
Bijlage 3 Werkwijze bij vaststellen economische kentallen
69
Bijlage 4 Lijst van geïnterviewde personen
71
Bijlage 5 Vragenlijst
73
Bijlage 6 Lijst van opleidingen
76
Bijlage 7 Lijst met afkortingen
82
Bijlage 8 Economische kentallen
83
Maritime Delta Monitor 2018
3
1
Economie van de Maritime Delta 2014-2016
1.1
Inleiding Dit hoofdstuk brengt de ontwikkelingen in beeld met betrekking tot algemene economische data van de maritieme cluster en de onderliggende deelsectoren in de Maritime Delta. Conform de methodiek van de Havenmonitor en de Maritieme Monitor zijn cijfers uit eerdere editie(s) herberekend en komen eerdere edities daarmee te vervallen. Voor een overzicht van de uitgevoerde herberekeningen wordt verwezen naar Bijlage 1. Omwille van de vergelijkbaarheid wordt in dit hoofdstuk alleen gebruikt gemaakt van de herziene cijfers. Hieronder zal eerst ingegaan worden op een aantal algemene observaties over de sociaal-economische ontwikkeling van de sector. Later in dit hoofdstuk worden er sectorspecifieke inzichten geboden.
Aantal vestigingen Het aantal bedrijfsvestigingen in de Maritime Delta-regio (zijnde de provincie Zuid-Holland plus Werkendam1) in de onderscheiden sectoren bedroeg in 2016 naar schatting 5.165. In 2014 waren dit er circa 4.165, hetgeen een groei in aantal bedrijfsvestigingen van 24% betekent. Vooral in de scheepsbouw, binnenvaart en havens is het aantal vestigingen flink gegroeid (resp. met 45%, 19% en 39%). Opvallend is de groei van het aantal vestigingen met 1 werkzaam persoon. Bestudering van de brondata doet vermoeden dat ook in de maritieme sector steeds meer personen als ZZP’er werkzaam zijn. Wanneer we de groei in bedrijfsvestigingen corrigeren voor bedrijven met slechts 1 werkzaam persoon bedraagt de procentuele toename in het totaal aantal bedrijven “slechts” 16%. Ook in een traditioneel kapitaalintensieve sector als de maritieme zien wij de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt. Mogelijkerwijs heeft een deel van deze ‘starters’ in de sector voorheen via een uitzendbureau of detacheerder in de sector gewerkt. Aantal vestigingen naar sector in de Maritime Delta in 2014 en 2016
1385 1920
Figuur 1.1
230 225
365 365
200 200
500
60 60
1000
195 245
1500
75 105
2000
15 15
1345 1595
2500
310 450
1.2
0
2014
1
2016
In het navolgende wordt de naam Maritime Delta zowel gebruikt voor het samenwerkingsverband van bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen in de Maritime Delta-regio, als de regio aanduiding, zijnde in dit onderzoek de Provincie Zuid-Holland en Gemeente Werkendam.
Maritime Delta Monitor 2018
4
In de hele Maritime Delta bedroeg het aantal vestigingen van bedrijven volgens het CBS circa 277.350 in 20142, in 2016 was dit aantal gegroeid naar 300.500, ofwel een stijging met ruim 8%. Dit betreft het totaal van alle type vestigingen dus inclusief overheid, culturele voorzieningen, sport en recreatie etc. De onderscheiden maritieme sectoren hebben een aandeel van 1,7% in het totaal aantal vestigingen. Dit is een toename ten opzichte van 2014, toen was 1,5% van alle bedrijfsvestigingen in de Maritime Delta maritiem gerelateerd.
Werkgelegenheid In 2014 bood het maritieme cluster in de Maritime Delta directe werkgelegenheid aan circa 70.300 mensen. Twee jaar later is de directe werkgelegenheid met 700 personen toegenomen tot afgerond 71.000 banen. In absolute termen een groei van circa 1%. Gelet op de lastige jaren 2014-(2015)2016 met een (toen nog) mager economisch herstel en een zeer zwakke olie- en gassector is dit een nette prestatie. Wanneer dit cijfer in landelijk perspectief geplaatst wordt; zowel over 2015 als over 2016 nam de directe werkgelegenheid in de maritieme sector op landelijk niveau af.3 Figuur 1.2
Omvang werkgelegenheid naar sector in de Maritime Delta in 2014 en 2016 (afgerond op honderdtallen)
19200 20400
Ontwikkeling werkgelegenheid Maritime Delta (afgerond op honderdtallen) 16000 15500
25.000 20.000
1100 1000
6500 6000
7200 7300
5000 4600 500 500
5.000
5.500 6.200
10.000
5300 5600
15.000
4.000 3.900
1.3
-
2014
2016
De maritieme cluster heeft een aandeel van 4,1% in de totale werkgelegenheid binnen de Maritime Delta (2014: 4,4%).4 Dit betekent dat, gegeven het aantal vestigingen van circa 5.165, een vestiging gemiddeld 13,7 personen in dienst had (2014:16,8). Ook deze statistiek laat de toename van het aantal ZZP’ers in de Maritime Delta zien. Nogmaals, deze trend zien wij ook in landelijke cijfers terugkomen maar geeft wel een interessante structuurverandering in de economie aan.
2
3 4
Bron: CBS http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81575NED&D1=0&D2=a&D3=516&D4=7&VW=T en http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81644NED&D1=0&D2=a&D3=13&D4=4&VW=T Zie voor meer duiding: https://www.maritiemland.nl/maritieme-monitor-2017-moeizaam-maar-kansrijk/ In 2014 was het totaal aantal banen in de provincie Zuid-Holland 1,600 miljoen en in 2016 schatte het CBS het aantal banen op 1,659 miljoen (CBS Regionale Kerncijfers)
Maritime Delta Monitor 2018
5
Figuur 1.3
Aandeel directe maritieme werkgelegenheid in de totale werkgelegenheid van de Maritime Delta 2016
4,1%
95,9%
Totale werkgelegenheid Maritime Delta Werkgelegenheid onderscheiden maritieme sectoren
71.000 personen werken in 2016 in de maritieme cluster van de Maritime Delta De meeste werkgelegenheid is te vinden in de sector havens, gevolgd door de offshore. Tezamen hebben deze twee sectoren in 2016 een aandeel van 51% in de totale (directe) maritieme werkgelegenheid in de Maritime Delta. De marine en de visserij zijn nauwelijks vertegenwoordigd in de Maritime Delta. Van alle directe werkgelegenheid in de onderscheiden maritieme sectoren in Nederland is bijna 43% gesitueerd in de Maritime Delta in 2016, in 2014 was dit 42%. Figuur 1.4
Verdeling directe maritieme werkgelegenheid in de Maritime Delta over de sectoren (2016)
1%
6%
Zeevaart 8%
29%
Scheepsbouw Binnenvaart
9% 1%
Visserij Waterbouw
6%
Offshore Maritieme dienstverlening Maritieme toeleveranciers
8% 10%
22%
Havens Marine
Maritime Delta Monitor 2018
6
Binnen de Maritime Delta is de circa de helft van de maritieme werkgelegenheid terug te vinden in de gemeente Rotterdam5 en omringende gemeenten (Schiedam, Capelle a/d IJssel, Vlaardingen, Krimpen a/d IJssel). De Drechtsteden hebben een aandeel van 13% in de maritieme werkgelegenheid. Figuur 1.5
Aandeel regio’s in totale directe maritieme werkgelegenheid in de Maritime Delta 2016
Totaal Maritime Delta 2016 (71000)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
4% 1%2%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
7% 4% 2%
Delft
13%
Drechtsteden Overig Maritime Delta
39% Rotterdam Schiedam 28%
Voorne-Putten Werkendam
De ontwikkeling in werkgelegenheid 2014-2016 per gebied binnen de Maritime Delta laat een gemengd beeld zien. De groei in de Alblasserwaard is onder meer te danken aan een toename (+200) van het aantal banen in de waterbouw en een forse toename in de sector havens (afgerond +300) is te danken aan de nieuwe vestigingen van opslagactiviteiten ten behoeve van andere maritieme sectoren in dit gebied. De terugval in werkgelegenheid in Schiedam laat de eerder genoemde malaise in de olie en gassector treffend zien. De totale werkgelegenheid neemt hier af van 3200 naar 3000 banen.
5
bestaande uit de Rotterdam, Hoek van Holland, Rozenburg, Hoogvliet, Pernis, Vondelingenplaat, Botlek, Europoort, Maasvlakte.
Maritime Delta Monitor 2018
7
2014
1.100 1.100 Werkendam
3.200 3.000 1.100 1.000
-
Voorne-Putten
Schiedam
20.000
19.100 19.800
27.500 27.500
30.000
Rotterdam
9.600 9.400
25.000
Overig Maritime Delta
1.500 1.600
3.000 3.100
10.000
Drechtsteden
Delft
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
4.100 4.600
5.000
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
Werkgelegenheid Maritime Delta per gebied (afgerond op 100-tallen)
15.000
2016
Maritime Delta Monitor 2018
8
1.4
Observaties per sector
1.4.1 Binnenvaart
Binnenvaart 2016 (6200)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
7% 4% 0%
4%
4%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
1%
Delft Drechtsteden
20%
26% Overig Maritime Delta Rotterdam Schiedam
34%
Voorne-Putten Werkendam
Voor de binnenvaart geldt dat er in 2016, ten opzichte van 2014, een forse toename van het aantal bedrijven is te zien: we zien een groot aantal nieuwe vestigingen. Regelmatig zijn dit losse schippers of VOF firma’s die zich (nieuw) laten registeren. Het totaal aantal banen groeide van 5500 naar 6200. Wel blijft er sprake van rekenkundige correcties voor de aansluiting van regionale cijfers bij de landelijke cijfers.6
6
Zie voor toelichting de bijlage Werkwijze bij vaststellen economische kentallen
Maritime Delta Monitor 2018
9
1.4.2 Havens
Havens 2016 (20400)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
02% % 3%0% 2% 1% 4%
Delft 17%
Drechtsteden Overig Maritime Delta Rotterdam
71%
Schiedam Voorne-Putten Werkendam
De sector havens kenmerkt zich door sterke groei van het aantal banen ten opzichte van 2014 (van 19.200 naar 20.400). De gemeente Rotterdam omvat het merendeel van de werkgelegenheid in de sector havens. Het beeld van groei komt is in lijn met de observaties uit de Havenmonitor die voor de jaren 2014-2016 ook groei laat zien in de directe werkgelegenheid in de Nederlandse (zee)havens. Belangrijke opmerking die gemaakt dient te worden is de andere afbakening dan die in de Havenmonitor gekozen is. De Maritieme Monitor en Maritime Delta Monitor hanteren een beperktere afbakening van deze sector.
Maritime Delta Monitor 2018
10
1.4.3 Maritieme Dienstverlening
Maritieme Dienstverlening 2016 (7300)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
1% 1% 4% 1% 2%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
4%
Delft 12% Drechtsteden Overig Maritime Delta 14% Rotterdam 61% Schiedam Voorne-Putten Werkendam
In de sector maritieme dienstverlening zien we een sterke concentratie van werkgelegenheid in Rotterdam. Gelet op de kantoorfunctie en de sterke verbondenheid van onderwijsinstellingen met de stad Rotterdam is dit goed te verklaren. De werkgelegenheid bij de set van bedrijven en instellingen binnen de scope van de Maritieme Monitor met vestigingen in de Maritime Delta groeit met ongeveer 1,5% ten opzichte van 2014 (van afgerond 7200 banen naar afgerond 7300 banen).
Maritime Delta Monitor 2018
11
1.4.4 Scheepsbouw
Scheepsbouw 2016 (5600)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
7%
2%4%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
14%
Delft 10%
16%
Drechtsteden
0% Overig Maritime Delta 11% Rotterdam
36%
Schiedam Voorne-Putten
Belangrijke vestigingslocaties zijn Rotterdam, Kinderdijk (Alblasserwaard) en de Stormpolder (gemeente Krimpen a/d IJssel). Ondanks de zware tijden voor de scheepsbouw, mede als gevolg van moeilijke marktomstandigheden in zeevaart maar ook de offshore, is het aantal werknemers in deze sector licht gegroeid (2014: 5300 banen). Dit lijkt te komen door bijvoorbeeld personeelstoename bij een aantal reparatiewerven.
Maritime Delta Monitor 2018
12
1.4.5 Zeevaart
Zeevaart 2016 (3900)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
0% 0% 1% 0% 5% 2%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
10%
Delft Drechtsteden 26%
Overig Maritime Delta Rotterdam
56%
Schiedam Voorne-Putten Werkendam
Opvallend binnen de zeevaart is de dominantie van Rotterdam qua werkgelegenheid. Deze dominantie was ook in 2014 te zien. De Drechtsteden kennen ten opzichte van 2014 een terugval in werkgelegenheid in de zeevaart. Het verplaatsen van een groot kantoor (200+ banen) van een (Duitse) tankerrederij in 2016 is hier debet aan. De afgeronde netto afname van de werkgelegenheid in deze sector bedraagt ongeveer 100 banen.
Maritime Delta Monitor 2018
13
1.4.6 Waterbouw
Waterbouw 2016 (4600)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
5% 3%0%
Delft Drechtsteden Overig Maritime Delta 52% 40%
Rotterdam Schiedam
0%
Voorne-Putten Werkendam
De waterbouw kenmerkt zich door het kleine aantal spelers met daartussen een aantal grote bedrijven. In deze sector zijn de Drechtsteden en de Alblasserwaard traditioneel sterk gespecialiseerd. De twee grootste spelers in de sector laten een wisselend beeld zien. Bij de een is het personeelbestand in 2016, ten opzichte van 2014, gegroeid en bij de ander is er juist sprake van inkrimping (mede door reorganisaties). De nauwe verwantschap met de offshore sector (en dus de olie- en gasmarkt) is hier mede verklarend voor de afgeronde afname met 400 banen ten opzichte van 2014.
Maritime Delta Monitor 2018
14
1.4.7 Maritieme toeleveranciers
Maritieme Toeleveranciers 2016 (6000)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
1% 3% 3% 9%
6%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
0%
Delft 12% Drechtsteden Overig Maritime Delta Rotterdam
35% 31%
Schiedam Voorne-Putten Werkendam
De maritieme toeleveranciers zitten verspreid over vrijwel de gehele regio. In deze sector zijn een aantal bedrijven tussen 2014 en 2016 door herclassificatie in andere sectoren ingedeeld. In de periode 2014-2016 heeft deze sector het door mindere vraag vanuit de afnemende industrieĂŤn het moeilijk gehad. Zowel bij grote als bij kleine partijen in deze sector zien wij een terugval qua werkgelegenheid (netto -500 banen).
Maritime Delta Monitor 2018
15
1.4.8 Visserij
Visserij 2016 (500)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
0% 1% 0% 1% 20%
Delft Drechtsteden
1% 1% Overig Maritime Delta Rotterdam Schiedam 76%
Voorne-Putten Werkendam
De visserij in de Maritime Delta kent een zeer sterke regionale focus. Vooral rond Goedereede en omstreken (Voorne-Putten) en Den Haag (Scheveningen, Katwijk) is er een sterke concentratie van dit type bedrijvigheid. Er is sprake van een lichte stijging van werkgelegenheid maar afgerond blijft het aantal werkzame personen in 2016 gelijk ten opzichte van 2014.
Maritime Delta Monitor 2018
16
1.4.9 Marine
Marine 2016 (1000)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen) Delft 38%
Drechtsteden Overig Maritime Delta 62%
Rotterdam Schiedam Voorne-Putten Werkendam
De Marine biedt in de Maritime Delta voornamelijk werkgelegenheid op kazernes en shared service centers. Belangrijke locaties zijn onder meer Den Hoorn en de Marinierskazerne in Rotterdam. Tussen 2014 en 2016 is de werkgelegenheid licht teruggelopen. Dit ligt in lijn der verwachting gelet op de taakstelling en bezuinigingen op defensie in de afgelopen kabinetsperiodes.
Maritime Delta Monitor 2018
17
1.4.10 Offshore
Offshore 2016 (15500)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
11%
0%4%
Regio Rotterdam (Capelle a/d IJssel + Krimpen a/d IJssel + Vlaardingen)
6%
Delft
7% 10%
Drechtsteden
16%
Overig Maritime Delta Rotterdam Schiedam
46%
Voorne-Putten Werkendam
In de sector offshore zien we ten opzichte van 2014 de werkgelegenheid met ongeveer 3 procent dalen. Vooral bij firma’s die actief zijn in het olie- en gassegment van de offshore sector loopt de werkgelegenheid terug als gevolg van de slechte marktomstandigheden in deze jaren. In de offshore sector zien we een interessante spreiding van werkgelegenheid. In deze sector speelt Delft met vestigingen van Allseas en Ampelmann een duidelijke rol van betekenis. In de regio Overig Zuid-Holland betreft dit vestigingen van onder andere Heerema in Leiden en Fugro in Leidschendam.
Maritime Delta Monitor 2018
18
Toegevoegde waarde De onderscheiden maritieme sectoren in de Maritime Delta genereerden in 2016 een directe toegevoegde waarde van circa â‚Ź 8,2 miljard (2014: â‚Ź 8,0 miljard). De maritieme cluster genereert hiermee circa 5,2% (2014: 5,7%) van het Bruto Binnenlands Product van de provincie ZuidHolland7. De geschatte omzet van de maritieme sectoren binnen de Maritime Delta lag in 2016 op afgerond 20,4 miljard euro (dit was 20,1 miljard in 2014). Toegevoegde waarde en omzet zijn sterk afhankelijk van de marktomstandigheden in de verschillende deelsectoren. Een aantal sectoren binnen de maritieme sector kennen een zeer hoge toegevoegde waarde per persoon, de zeevaart is hier een voorbeeld van. Het herstel in de havensector, zie ook de eerder geobserveerde groei in werkgelegenheid in deze sector, vertaalt zich door in een hogere toegevoegde waarde in deze sector. Toegevoegde waarde per sector in de Maritime Delta
Toegevoegde waarde Maritime Delta per sector 20142016 (afgerond op 50 mln euro) 9.000
8.000 8.150
Figuur 1.6
8.000 7.000 6.000
500 400
50 50
600 600
50 50
1.000
650 700
2.000
1.450 1.400
3.000
500 550
4.000
850 800
3.050 3.250
5.000
300 350
1.5
-
2014
7
2016
O.b.v. CBS data bewerkt door bureau Tympaan via http://www.waarstaatjeprovincie.nl/Paginas/Economie/Bruto%20binnenlands%20product.aspx )
Maritime Delta Monitor 2018
19
Figuur 1.7
Aandeel TW van de onderscheiden maritieme sectoren in 2016 in de totale TW van de Maritime Deltaa),
Aandeel maritieme sectoren binnen gehele economie Zuid-Holland (o.b.v. toegevoegde waarde) 5,2%
94,8% Aandeel overige sectoren in de TW van de Maritime Delta
TW Maritime Delta
Tabel 1.1- Verdeling van toegevoegde waarde over de verschillende sectoren (ontwikkeling 2014-2016) Belang verschillende sectoren in TW Scheepsbouw
2014
2016
6%
6%
11%
10%
Binnenvaart
4%
5%
Marine
1%
1%
Visserij
1%
1%
Waterbouw
6%
5%
18%
18%
Maritieme dienstverleners
8%
9%
Maritieme toeleveranciers
8%
8%
Havens
38%
40%
Totaal
100%
100%
Zeevaart
Offshore
Het belang van de havensector in de toegevoegde waarde is dus verder toegenomen. Opvallend is dat er verder weinig schommelingen zijn, gelet op de totale verandering, van 8,0 miljard euro toegevoegde waarde in 2014 naar 8,2 miljard euro in 2016.is dit an sich te verklaren.
Maritime Delta Monitor 2018
20
46% 47%
44% 45%
9% 9%
22% 20%
37% 36%
58% 58%
57% 57% 40% 44%
43% 52%
48% 48%
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
76% 75%
TW sectoren in Maritme Delta t.o.v. totale TW sectoren geheel Nederland
2014
2016
De toegevoegde waarde van de Maritime Delta ten opzichte van de totale toegevoegde waarde die de Nederlandse maritieme cluster genereert is toegenomen. Het belang van de Maritime Delta binnen het Nederlandse maritieme cluster is daarmee licht toegenomen. Opvallend is de toename van het belang van de in de Delta gevestigde bedrijven actief in de zeevaart. Daar waar in 2014 43% van de toegevoegde waarde in de Nederlandse zeevaartsector binnen de Delta gegenereerd werd is dit in 2016 toegenomen tot 52%. Daarnaast blijft de Delta veruit de belangrijkste regio voor de waterbouwsector in Nederland.
Maritime Delta Monitor 2018
21
2
Arbeids- en onderwijsmarkt in de Maritime Delta
2.1
Opleidingsaanbod in de Maritime Delta Het relatieve belang van de Maritime Delta komt onder andere tot uiting in het aantal studenten dat in deze regio een maritieme opleiding volgt. Hiervoor zijn zowel de instroom als de gediplomeerde uitstroom geanalyseerd, op basis van de aantallen zoals die door de onderwijsinstellingen bij OCW (DUO) zijn gemeld. De selectie van opleidingen zoals gepresenteerd in de vorige Delta Monitor is tot stand gekomen in samenspraak met de brancheorganisaties in de maritieme cluster. Deze selectie is voor de huidige Delta Monitor geĂźpdate vanwege veranderende opleidingsnamen en crebo nummers8. Dit betekent dat met name in het mbo de aantallen studenten per opleiding in veel gevallen niet meer met elkaar te vergelijken zijn. Daarnaast is een aantal hbo- en woopleidingen toegevoegd op basis van onderzoek door de Erasmus Universiteit 9. Definitie van maritiem onderwijs Net zoals in de voorgaande monitor uit 2015, is maritiem onderwijs in deze monitor gedefinieerd als alle opleidingen die een maritiem-technisch of maritiem-logistiek karakter hebben. Dat betekent dat alleen die opleidingen zijn meegenomen die opleiden voor varende beroepen (in de zeevaart, binnenvaart, visserij) en voor beroepen die gericht zijn op het bevrachten van schepen (havenlogistieke opleidingen) en opleidingen die specifiek gericht zijn op de maritiem-technische sector. Zoals bijvoorbeeld scheeps- en jachtbouw of opleidingen gericht op het ontwerpen, onderhouden, bouwen en repareren van schepen. Opleidingen ten behoeve van het onderhoud van schepen (lassers, metaalbewerkers, schilders, timmerlieden e.d.) vallen buiten onze definitie. Deze opleidingen zijn weliswaar relevant voor de maritieme sector, maar zij leiden niet exclusief of overwegend op voor de maritieme sector.10
Het opleidingsaanbod lijkt redelijk verspreid te zijn over Nederland, maar met de aanwezigheid van het STC in Rotterdam heeft de Maritime Delta een dominante positie in het onderwijsaanbod van specifiek maritieme opleidingen. Daarnaast biedt de TU Delft een aantal specifiek maritiemtechnische opleidingen. Zoals we hierboven stelden zijn er ook verscheidene ‘bredere’ technische opleidingen op verschillende niveaus in de Maritime Delta die opleiden voor een baan in de maritieme sector. Uit de Monitor 2017 van de Nederlandse Maritieme Cluster bleek al dat de technische beroepen, naast branche specifieke beroepen, voor de meeste sectoren een belangrijk wervingspotentieel vormen.11 Binnen de Maritime Delta zijn de aanbieders van brede technische opleidingen onder andere opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs bij het Techniek College (een samenwerkingsschool van Zadkine en Albeda) en het Da Vinci College. In het hoger onderwijs zijn dit onder andere de Hogeschool Rotterdam, Haagse Hogeschool en de TU Delft. De brede technische opleidingen die bij deze instituten worden aangeboden, zoals werktuigbouwkunde, zijn niet specifiek op de maritieme sector gericht en worden daarom niet als maritieme opleidingen aangemerkt. Een deel van de leerlingen van deze opleidingen komt echter wel in de maritieme
8 9 10
11
De lijst met geselecteerde opleidingen staat in de bijlage Onderzoek uitgevoerd door Maurice Jansen van de Erasmus Universiteit. Een nuancering op de definitie is dat (op verzoek van de maritieme brancheorganisaties) voor het hoger onderwijs opleidingen aan de definitie zijn toegevoegd die breder opleiden dan voor de maritieme sectoren (voorbeelden hiervan zijn: technische vervoerskunde en logistiek, logistiek en economie, civiele techniek en land- en watermanagement). De Nederlandse Maritieme Cluster 2017. (2017). Ecorys blz. 45
Maritime Delta Monitor 2018
22
sector terecht, bijvoorbeeld als werktuigbouwkundige of als IT-deskundige. In de volgende paragraaf wordt daarom tevens aandacht besteed aan deze ‘brede’ technische opleidingen.
2.2
Instroom en gediplomeerde uitstroom in de maritieme en ‘bredere’ opleidingen Het aanbod aan specifiek maritieme opleidingen bestaat uit opleidingen op mbo-, hbo- en woniveau. Daarnaast zijn er een aantal Associate Degree (AD) opleidingen12. Van de opleidingscijfers worden in de tekst alleen de meest recente cijfers van 2017 met het voorgaande jaar vergeleken. Dit omdat vergelijkingen met 2014 niet goed mogelijk zijn. Door een herindeling van crebonummers en opleidingsnamen in 2015 is niet goed te bepalen of het absolute aantal studenten met een maritiem-technische of maritiem-logistieke opleiding sterk is veranderd ten opzichte van 2014. Met name in de haven-logistieke mbo-opleidingen zijn de verandering groot. Logistieke opleidingen specifiek voor de maritieme sector hebben een meer algemene administratieve code gekregen, waardoor deze in de databestanden niet meer te traceren zijn. Wel kan worden vastgesteld dat in 2017, ten opzichte van 2016, het aantal studenten in de Maritime Delta dat is gestart met een maritiem-technische of maritiem-logistieke opleiding is gedaald met circa 90 leerlingen.
2.2.1 Instroom in de maritieme opleidingen In 2017 zijn 2.379 studenten in de Maritime Delta gestart met een maritiem-technische of maritiemlogistieke opleiding. Dit is 52% van alle studenten die in Nederland in dat jaar aan één van deze opleidingen begonnen. Het aandeel van de Maritime Delta in specifiek maritiem-technische of maritiem-logistieke opleidingen lijkt over de afgelopen jaren redelijk stabiel. Dit betekent dat ongeveer de helft van alle studenten in Nederland die een opleiding volgt in de maritiem-technische of logistieke hoek, dit doet in Zuid-Holland. De Maritime Delta heeft daarmee een strategische rol in het opleiden van toekomstig personeel voor de maritieme cluster in Nederland. In Figuur 2.1 staat voor 2017 de verdeling van de studenten-instroom naar opleidingsniveau weergegeven voor de Maritime Delta en voor de rest van Nederland. Figuur 2.1 Aandeel instroom van de maritieme opleidingen naar opleidingsniveau, in Maritime Delta vergeleken met de rest van Nederland (2017)
Maritime Delta
11%
Rest van Nederland (excl. Maritime Delta) 4%
mbo (n=1038) associate degree (n=71)
17%
mbo (n=682) 31%
associate degree (n=19)
44%
hbo (n=587)
wo - bachelor (n=415) 25% 3%
hbo (n=1377) 63%
1%
wo - master (n=268)
wo - bachelor (n=86) wo - master (n=19)
Bron: DUO, bewerking Ecorys
12
Sinds 1 september 2013 heeft de Associate degree, naast de master en de bachelor, een vaste plek in het hoger beroepsonderwijs. Deze is vooral bedoeld voor mbo'ers die na hun opleiding nog door willen studeren, maar die niet direct willen beginnen aan een 4-jarige hbo-bacheloropleiding. Afronding van de tweejarige opleiding wordt afgesloten met een (nieuwe) wettelijke graad, de Associate degree geheten. De opleidingen sluiten aan bij de behoefte uit het bedrijfsleven aan personeel met een opleidingsniveau dat ligt tussen mbo niveau 4 en een hbo-bachelor.
Maritime Delta Monitor 2018
23
In de Maritime Delta nam het aantal mbo-studenten ten opzichte van 2016 af met ongeveer 150 studenten. De instroom voor de wo-bachelor opleidingen nam toe met ongeveer 106 studenten. In vergelijking met geheel Nederland zijn er relatief veel studenten op mbo-niveau. Bijna 45% van de instroom in de maritieme opleidingen in de Maritime Delta is op mbo-niveau, tegen circa eenderde in de rest van Nederland. Het gaat dan vooral om mbo-opleidingen voor de koopvaardij en de logistieke opleidingen voor de haven, die het STC aanbiedt, maar ook om operationele technici en (scheeps)interieur. Ten opzichte van 2016 is het aandeel van de mbo-opleidingen in de instroom iets afgenomen (4 procentpunt) en is het aandeel dat instroomt in een wo-bachelor opleiding iets toegenomen. Het aandeel van hbo-opleidingen in de Maritime delta schommelt de laatste jaren rond een kwart van het totaal aantal instromende mbo en wo studenten in de Delta. Dit is aanzienlijk lager dan in de rest van Nederland (63%). Het aandeel maritieme wo-bachelor opleidingen is met 17% van de instroom relatief sterk in de Maritime Delta aanwezig; voor de rest van Nederland bedraagt dat aandeel 4%. Dit komt met name door de aanwezigheid van de TU-Delft in de Maritime Delta.
2.2.2 Gediplomeerde uitstroom van de maritieme opleidingen In totaal behaalden in 2016 bijna 3.500 studenten een diploma in de Maritime Delta. De verdeling van deze gediplomeerden naar opleidingsniveau staat weergegeven in Figuur 2.2. Logischerwijs volgt de verdeling van de gediplomeerden naar opleidingsniveau ongeveer dezelfde verhouding als de verdeling van de instroom. De verhoudingen van gediplomeerden naar opleidingsniveau is de afgelopen jaren nagenoeg stabiel. Figuur 2.2
Aandeel gediplomeerden van de maritieme opleidingen naar opleidingsniveau in de Maritime Delta vergeleken met Nederland (2016)13
Maritime Delta
Rest van Nederland (excl. Maritime Delta) 10%
mbo (n=2039)
22%
5%
hbo (n=357)
mbo (n=2210) hbo (n=1138)
47% 9%
59% 10%
wo - bachelor (n=309)
wo - bachelor (n=8602) 38%
wo - master (n=773)
wo - master (n=10584)
Bron: DUO, bewerking Ecorys. Peildatum 1 oktober 2017
2.2.3 Instroom in de ‘bredere’ technische opleidingen Naast de specifiek maritieme opleidingen zijn er ook verschillende ‘bredere’ technische opleidingen in de Maritime Delta waarvan afgestudeerden terecht kunnen komen in de maritieme sector. Dit zijn opleidingen op het gebied van bijvoorbeeld metaalbewerking of infratechniek.
13
Ten tijde van deze rapportage waren de uitstroomcijfers over 2018 nog niet beschikbaar.
Maritime Delta Monitor 2018
24
Onderstaande figuur geeft een totaal overzicht van de instroom van deelnemers aan deze belangrijkste niet specifiek maritieme opleidingen binnen het technisch onderwijs op het Albeda College, STC, Da Vinci College en Zadkine college. De grootste instroom in 2017 vond plaats in de opleidingen tot operationeel technicus, elektrotechnisch installateur en tot technicus engineering. Ten opzichte van 2016 bleef de instroom bij deze opleidingen nagenoeg stabiel. De opleidingen tot operator, constructiewerker, werktuigkundige installaties en mechatronica laten een daling zien, de opleidingen tot elektrotechnisch installateur, metaalbewerker en service- en onderhoudstechniek laten een stijging zien. Voor de getoonde ‘bredere’ opleidingen in onderstaande figuur, gaat het bij deze vier onderwijsinstellingen in totaal om ruim 950 aanmeldingen in 2017, dat is een daling van ongeveer 100 leerlingen ten opzichte van 2016. In de volledige Maritime Delta vertoont de instroom voor deze ‘bredere’ opleidingen eenzelfde beeld. In de volledige Delta zijn er bijna 1.500 aanmeldingen in 2017 voor deze bredere opleidingen, dat is een daling van ongeveer 70 leerlingen ten opzichte van het voorgaande jaar. Figuur 2.3
Instroom ‘brede’ technische opleidingen (zijnde niet specifiek maritieme technische) in Maritime Delta in 2016 en 2017
Bron: DUO, bewerking Ecorys. Peildatum 1 oktober 2017
2.3
Mbo-studenten per opleiding In Figuur 2.4 staat voor de verschillende maritieme mbo-opleidingen het aantal studenten en de verhouding tussen de Delta en de rest van Nederland weergegeven.
Maritime Delta Monitor 2018
25
Figuur 2.4
Aandeel van de maritieme mbo-studenten in Nederland dat in de Maritime Delta een opleiding volgt (o.b.v. instroom 2017) Aankomend medewerker maritiem (n=40)
53%
48%
Aankomend onderofficier maritiem (n=22) 0%
100%
MBO Koopvaardij officier alle schepen (n=242)
42%
58%
MBO manager, coordinator en medewerker havenlogist (n=243)
91%
MBO manager, coordinator en medewerker havenoperat (n=47)
9%
94%
MBO binnenvaart (n=218)
55%
45%
Mbo Meubel en (scheeps)interieurbouw (n=645)
55%
45%
MBO Operationeel technicus (n=54)
100%
MBO Scheeps- en jachtbouwkundige (n=49)
86%
MBO Schipper / machinist beperkt werkgebied (n=40)
14%
75%
MBO Stuurman / werktuigkundige kleine schepen en zeevisvaart (n=97)
25%
39%
MBO Waterbouwer (n=23)
61%
78% 0%
Maritieme Delta
0%
20%
40%
22% 60%
80%
100%
Nederland (excl Maritieme delta)
Bron: Duo, bewerking door Ecorys. Peildatum 1 oktober 2017
In de figuur is te zien dat de haven als grootste werkgever in de maritieme cluster heeft ook een groot aandeel in de maritieme opleidingen. Ongeveer een derde van de mbo-studenten die in 2017 aan een maritieme opleiding in de Maritime Delta begonnen volgen de mbo-opleiding havenlogistiek of de opleiding tot coĂśrdinator havenoperaties. Dit aandeel in lager dan in 2014 doordat vanwege de administratieve herindeling veel logistieke opleidingen dezelfde registratiecode hebben gekregen. De havenlogistieke opleidingen zijn opleidingen waarin de Maritime Delta, met het STC als aanbieder, (vrijwel) een opleidingsmonopolie heeft. Daarnaast zijn de mbo-opleidingen tot koopvaardij officier kleine schepen en koopvaardij officier alle schepen (samen in 2017 ongeveer 140 studenten) relatief grotere opleidingen. Van alle studenten in Nederland die voor deze opleidingen kiezen wordt ongeveer de helft in de Maritime Delta opgeleid. De mbo-opleidingen voor stuurman/werktuigkundige voor de zeevisvaart vinden voor het overgrote deel buiten de Delta plaats.
2.4
Hbo-en wo-studenten per opleiding Figuur 2.5 geeft een overzicht van de relevante maritieme en ‘bredere’ hbo- en wo-opleidingen in de Delta. Hierin staat het aantal studenten per opleiding en de verdeling van het aantal studenten landelijk of in de Delta. Ten opzichte van de vorige Delta Monitor zijn hier de wo-opleidingen Econometrics & Management science, Commercial Law en Transport, Infrastructure and Logistics (allen van de Erasmus Universiteit), Civiele Techniek en International Land- and Water management toegevoegd.
Maritime Delta Monitor 2018
26
Ditzelfde geldt voor de hbo-opleidingen Watermanagement, Ocean Technology en Logistiek en economie. Figuur 2.5 Aandeel van de maritieme hbo-en wo- studenten in Nederland dat in de Maritime Delta een opleiding volgt (o.b.v. instroom in 2017) WO (M) Offshore and Dredging Engineering (n=17)
100%
WO (M) Marine Technology (n=20)
100%
WO (M) Econometrics and Management Science (n=10)
100%
WO (M) Commercial Law (n=50)
100%
WO (M) Civiele Techniek (n=154)
95%
WO (M) Transport, Infrastructure and Logistics (n=25)
100%
WO (M) Int. Land- and Water Management (n=11)
100%
WO Maritieme techniek (bachelor) (n=77)
100%
WO Civiele Techniek (bachelor) (n=424)
5%
80%
HBO Watermanagement (n=122)
20%
51%
HBO technische vervoerskunde en logistiek (n=229)
49%
21%
79%
HBO Scheepsbouwkunde (n=89)
72%
HBO Ocean Technology (n=15)
28% 100%
HBO Maritiem Officier (n=228)
26%
HBO logistiek en economie (n=725)
74%
30%
70%
HBO Land- en Watermanagement (n=108) 0% HBO Civiele Techniek (n=448)
100%
30%
AD logistiek en economie (n=88)
70% 81%
0% Maritieme Delta
20%
40%
19% 60%
80%
100%
Nederland overig
Bron: Duo, bewerking door Ecorys. Peildatum 1 oktober 2017
Evenals in het mbo zijn ook in het hbo de logistieke opleidingen in de Maritime Delta dominant aanwezig. Met de TU Delft in de regio heeft de regio daarnaast een dominante positie in het opleiden van maritiem wo-personeel. De universitaire studie Msc Marine Technology wordt uitsluitend in de Delta gegeven. Zo biedt de TU Delft een Msc Offshore & Dredging Engineering. Op bachelorniveau biedt de universiteit de Bsc Maritieme Techniek. Dit betekent dat de TU-Delft een belangrijke leverancier is van maritiem-technisch geschoold personeel op wo-niveau. Ook op andere maritieme terreinen verzorgt de Maritime Delta de opleiding van wo-geschoold personeel. Want daarnaast biedt de Erasmus Universiteit verschillende niet-technische opleidingen met een maritieme component zoals Urban, Port and Transport Economics, Maritime and Transport Law en Maritime Economic and Logistics. Naast een sterke positie in de maritieme wo-opleidingen heeft ook voor de hbo-opleiding Maritieme Techniek de Delta een zeer sterke positie. Ruim driekwart (72%) van de ingestroomde studenten volgt deze opleiding in de Delta (2014: 79%). De Hogeschool Rotterdam biedt verschillende brede technische opleidingen aan waarmee studenten terecht kunnen in de maritieme sector zoals werktuigbouwkunde, civiele techniek, logistics engineering of elektrotechniek. Ook op de Haagse
Maritime Delta Monitor 2018
27
Hogeschool (met een campus in Delft) kunnen studenten hbo-opleidingen volgen met mariteme focus. Op de RDM Campus in de haven (als onderdeel van de Hogeschool Rotterdam) kunnen hbo-studenten (maar ook studenten op mbo- en wo-niveau) samen met het bedrijfsleven werken aan projecten. Van de hbo-opleiding Maritiem Officier volgt een kwart zijn opleiding in de Delta, net als in 2014. Van de hbo-opleiding logistiek en economie volgt 30% van de Nederlandse studenten zijn opleiding in de Delta. Dit aandeel is onveranderd ten opzichte van 2014. Van de hbo-opleiding civiele techniek volgt 30% een opleiding in de Delta, dit aandeel is verdubbeld ten opzichte van de situatie in 2014. De hbo opleidingen Land en watermanagement en Ocean Technology worden alleen buiten de Delta gegeven (bij Van Hall Larenstein resp. de NHL Stenden Hogeschool en het Maritiem Instituut Willem Barentz); afgestudeerden hiervan zijn interessant voor de sectoren waterbouw en offshore. Ten opzichte van de vorige monitor zien we dat het aantal studenten over het algemeen gedaald zijn, maar de verhoudingen in het aandeel studenten tussen Nederland en de Maritime Delta zijn over het algemeen weinig veranderd. Het aandeel HBO Civiele Techniek studenten voor de Maritime Delta is ten opzichte van 2014 gestegen met 15 procentenpunten tot 30 procent in 2017.
2.5
Ontwikkelingen op het gebied van onderwijs in de Maritime Delta Op basis van diverse interviews in de Maritime Delta en een literatuuranalyse is gekeken in hoeverre er veranderingen plaatsvinden in het onderwijsaanbod wegens technologische ontwikkeling en innovatie in het bedrijfsleven. In algemene zin lijkt er zich op middellange termijn een ontwikkeling van upgrading van en binnen opleidingen te voltrekken voor technische banen, waarbij zich dit niet alleen voordoet bij hoger opgeleiden (hbo en wo) maar ook op mbo-niveau (van mbo 3 naar mbo 4).14 Het ontstaan van Associate Degrees is eveneens een teken dat de behoefte aan hoger opgeleid personeel toeneemt. Zoals aan het begin van dit hoofdstuk reeds vermeld heeft sinds 1 september 2013 de Associate Degree, naast de master en de bachelor, een vaste plek in het hoger beroepsonderwijs. Deze is vooral bedoeld voor mbo'ers die na hun opleiding nog door willen studeren, maar die niet direct willen beginnen aan een 4-jarige hbo-bacheloropleiding. Afronding van de tweejarige opleiding wordt afgesloten met een (nieuwe) wettelijke graad, de Associate degree geheten. De opleidingen sluiten aan bij de behoefte uit het bedrijfsleven aan personeel met een opleidingsniveau dat ligt tussen mbo niveau 4 en een hbo-bachelor. Een andere belangrijke ontwikkeling die van invloed is op zowel scholing als de werkgelegenheid in de regio is de toenemende rol van ICT en technologische ontwikkelingen. In de Monitor van 2017 van de Maritieme Cluster werd al gesignaleerd dat er door een toename van innovaties en icttoepassingen er meer vaardigheden nodig zouden zijn op het gebied van ict en data-analyse. Deze trend zet zich op dit moment voort. Er is behoefte aan anders geschoold personeel, zoals naar technisch informatici of mensen geschoold op het gebied van smart technology 15. Voor wat betreft kennis over smart technology zijn het enerzijds gastdocenten (afkomstig van bedrijven) die deze kennis binnen brengen en anderzijds studenten zelf (bijvoorbeeld van de TU Delft) die op basis van
14 15
Eindrapport Arbeidsmarktonderzoek HIC, blz 16 Op basis van een door SEOR uitgevoerde enquĂŞte Onder smart technology verstaan wij binnen de scope van dit onderzoek technologie die in staat is zichzelf en zijn gedrag aan te passen aan de omgeving door gegevens van sensoren te analyseren en daar conclusies uit te trekken. Zie ook https://www.s-bb.nl/node/61404/smart-technology-1
Maritime Delta Monitor 2018
28
hun afstudeeropdracht nieuwe technologieën tegenkomen. Uit een interview met de TU Delft blijkt dat smart technology, voor wat betreft data uitwisseling momenteel minder geïntegreerd zit in de opleidingen. Om het op te nemen in de opleidingenmoet er eerst meer kennis worden ontwikkeld. De verwachting is dat er door middel van smart technology data beschikbaar komen die goed bruikbaar zijn voor verder onderzoek.16 Bij specifiek technische opleidingen zoals bijvoorbeeld aangeboden door STC komen nieuwe technologieën aan bod zoals het werken met nieuwe composieten. Op verschillende manieren wordt gewerkt met toekomstgericht onderwijs in samenwerking met het bedrijfsleven, zoals bijvoorbeeld een skills lab en een Nautech lokaal voor maritieme opleidingen. Specifiek voor de sector havens binnen de Maritime Delta heeft Deltalinqs zich daarnaast samen met het Havenbedrijf Rotterdam en CNV Vakmensen georganiseerd in het Rotterdamse Initiatief Sociale Innovatie (RISI). Binnen het samenwerkingsverband wordt kennisuitwisseling met bedrijven over de toekomst van het werken in het havengebied gestimuleerd.17 Voor bepaalde groepen (zoals voor technische en logistieke functies) wordt ICT een steeds belangrijkere ontwikkeling omdat bepaalde processen geautomatiseerd worden of zijn en hierdoor registratie en protocollen belangrijker worden. Ook ICT als onderdeel van nieuwe technologische ontwikkelingen gaat een steeds grotere rol spelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het gebruik van de eerdergenoemde smart technology, dat ook in de maritieme sector wordt toegepast. Dit betekent dat aandacht geven aan vaardigheden op het gebied van werken met ICT en met data van belang is. Dit komt, zo blijkt uit een interview tot uiting in onder andere mbo- en hboopleidingen. Een van de geïnterviewden echter heeft aangegeven dat Rotterdam als havenstad geen profiel heeft op het gebied van smart technology. Zo zouden maritieme bedrijven vaak geen eigen informatici in huis hebben, maar extern detacheren. Dit kan een probleem zijn in tijden van schaarste, omdat deze bedrijven voor net afgestudeerden niet aantrekkelijk zijn als werkgever. Het technische vakgebied ontwikkelt zich snel. Dat betekent in de praktijk dat studenten (als starter op de arbeidsmarkt) soms niet direct ingezet kunnen worden maar zich moeten blijven ontwikkelen en hierin begeleid moeten worden. Sinds de tweede helft van 20e eeuw hebben technologische ontwikkelingen hebben elkaar steeds sneller opgevolgd. Ter illustratie "De adoptie van technologie verloopt steeds sneller. Deed de telefoon er honderd jaar over om overal door te dringen, het internet deed dat in twintig jaar, sociale media in zeven jaar en de smartphone in drie jaar." 18 Er zijn grote stappen in digitalisering en automatisering gemaakt en deze trend zal naar verwachting doorzetten. Literatuur en de experts zijn het erover eens dat de technologische ontwikkelingen veel invloed (gaan) hebben op de arbeidsmarkt. Beroepen gaan verdwijnen, veranderen en er komen nieuwe beroepen bij. Meningen verschillen echter over de impact (en het moment waarop die merkbaar wordt) van technologische ontwikkelingen op het aantal en ook het niveau van de banen.19 Die snelle ontwikkeling kan betekenen dat de hieraan gerelateerde kennis snel veroudert.20 Bedrijven zijn soms verder met het implementeren van bedrijfsspecifieke toepassingen, dan de opleidingen. Dat betekent in de praktijk dat studenten (als starter op de arbeidsmarkt) soms niet
16 17
18
19
20
Interview TU Delft, 9 juli 2018 Rotterdam zet in op sociale innovatie: startsein project RISI. https://www.hetnieuweproduceren.nu/rotterdam-zet-opsociale-innovatie-startsein-project-risi/ zoals gezien op 18 juli Kennisnet (2016) Technologiekompas voor het onderwijs, Kennisnet Trendrapport 2016-2017: Hoe slimme ict onze leerlingen voorbereidt op de toekomst Zoetermeer: Stichting Kennisnet https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/trendrapport/Technologiekompas_voor_het_onderwijs_Kennisnet_ Trendrapport_2016_2017.pdf Ende M. van de, Wester M., Pol G. van de, Litjens I., Vos P., Bakker H. (2017) De toekomst in het vizier, Scenario’s ten behoeve van strategisch HRM Defensie Rotterdam: Ecorys. SER (2016), Mens en technologie samen aan het werk. Den Haag: SER.
Maritime Delta Monitor 2018
29
direct ingezet kunnen worden maar zich moeten blijven ontwikkelen en hierin begeleid moeten worden. De snelle technologische ontwikkelingen (in combinatie met het gegeven dat personeel langer actief dient te blijven op de arbeidsmarkt door de verhoging van de AOW-leeftijd), zorgt ervoor dat het belang van opleidingen en continue bijscholing groeit. Dit geldt natuurlijk voor iedereen, ook voor het personeel in de Maritime Delta.
2.5.1 Samenwerking In de onderwijswereld wordt samengewerkt, zowel als onderdeel van een samenwerkingsverband als op incidentele basis. Dit eerste vorm doet zich bijvoorbeeld voor tussen onderwijsinstellingen zoals Albeda en Zadkine in het Techniek College. Of tussen STC en het Da Vinci College bij het Maritiem Techplatform in Dordrecht. Gelegenheidssamenwerking vindt bijvoorbeeld plaats bij de TU Delft in de incidentele ondersteuning van hbo-studenten (van het STC en Maritiem Instituut Willem Barentsz) die een afstudeeropdracht nodig hebben op het gebied van maritieme techniek oplossingen.21 Deze afstudeeropdracht kunnen ze in dit geval doen bij de TU-Delft. Ook tussen opleidingsniveaus vindt er samenwerking plaats en spreken de instellingen met elkaar over doorlopende leerlijnen. Dit gebeurt bijvoorbeeld tussen STC en het technische vmbo Gilde in Gorinchem.22 Daarnaast zijn er ook publiek-private samenwerkingen zoals bij de RDM Campus (als onderdeel van de Hogeschool Rotterdam) waar onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven elkaar weet te vinden.23 Hoewel RDM zich niet specifiek oriënteert op de maritieme sector, is een gevolg van de locatie van de campus in de haven, dat veel projecten een maritiem karakter hebben. In het onderwijs in de regio is als gevolg van tekorten aan technisch personeel er in toenemende mate aandacht voor het technische vak en het werken in de haven. Dit gebeurt via verschillende initiatieven bij basisscholen en het vmbo. Ook is het Maintenance College opgericht, een uitstroomrichting binnen bestaande opleidingen van onder andere het Albeda College, het Zadkine College en het STC. Deze scholen werken onder deze constructie samen met bedrijven in de chemische-, petrochemische en onderhoudsbedrijven in de regio Rijnmond.24 Brancheorganisaties en onderwijsinstellingen spelen een rol bij het vragen van aandacht voor het technische vak. Verschillende geïnterviewden geven aan dat het van belang is om de maritieme sector al vroeg bekend te maken bij leerlingen in het basisonderwijs, zoals ook bijvoorbeeld meer en meer gebeurt met techniek. Dit kan een positieve invloed hebben op de instroom in het maritieme onderwijs en vervolgens de maritieme sector.
2.5.2 Ontwikkelingen op het gebied van mbo-opleidingen Er zijn met een aantal mbo-instellingen gesprekken gevoerd om de ontwikkelingen op het gebied van de diverse mbo-opleidingen te schetsen. Over het algemeen wordt de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven als goed beoordeeld. Zo blijkt uit de interviews dat er gesprekken worden gevoerd in bedrijfstakcommissies, waar scholing regelmatig op de agenda staat. Volgens een geïnterviewde van STC worden ontwikkelingen op de markt door vertaald naar opleidingen, ook in relatie tot doorstroomprofielen. In dat kader wordt bijvoorbeeld momenteel een mbo-3 leerlijn scheeps- en jachtbouw ontwikkeld om de doorstroom vanuit het vmbo te bevorderen en omdat hier vraag naar is vanuit het bedrijfsleven. Ook start vanaf schooljaar 2019-2020 een haven havo.25 Opleidingen waar onvoldoende vraag naar is, ook als gevolg van ontwikkelingen in het 21 22 23 24 25
Interview TU Delft – afdeling Bachelor maritieme opleidingen, 9 juli 2018 Interview STC, 5 juli 2018 Interview RDM, 3 juli 2018 Arbeidsmarktonderzoek HIC Rotterdam, blz 40 Interview STC, 5 juli 2018
Maritime Delta Monitor 2018
30
bedrijfsleven, worden uit het aanbod genomen, Bij STC heeft zich dit bijvoorbeeld voorgedaan bij de opleiding tot baggermeester 26. Over het algemeen zijn er ruim voldoende stages beschikbaar voor de specifiek maritieme opleidingen. Alleen bij MAROF-opleidingen (zeevaart) en bij de waterbouwopleiding is het krap met stages. Dat komt doordat er veel studenten zijn en onvoldoende stageplekken. Op schepen heeft dit vaak met de beschikbare ruimte te maken (kooien). In overleg met de KVNR en de waterbouwers kijkt men naar manieren om deze problematiek het hoofd te bieden en er voor te zorgen dat er zo weinig mogelijk studie vertraging optreedt. Onder schoolverlaters in het mbo verwacht men een stijging van het aantal op niveau 4 en een daling op niveau 2 bij technische opleidingen. Bij logistieke opleidingen verwacht men een toename op niveau 3 en 4.27 Dit zien de opleidingen terug in de vraag die ze uit het bedrijfsleven krijgen. Volgens geïnterviewden lijkt er een trend waarneembaar te zijn bij bedrijven om hun werknemers naar een hoger niveau te krijgen, bijvoorbeeld van mbo 2 niveau naar mbo 3. Ook wordt er in toenemende mate aandacht gevraagd in opleidingen (vooral op hoger mbo- en op hbo niveau) voor andersoortige vaardigheden, zoals data analyseren, integreren, communiceren. 28 Er is een trend om meer modulair of kortlopend aanbod van opleidingen aan te bieden op mboniveau voor professionals. Dit gebeurt bijvoorbeeld via cursussen en trainingen die bedrijven onderling beschikbaar stellen aan elkaar, zoals zich voordoet bij de Netherlands Maritime Academy.29 Ook bij specifiek maritieme opleidingen is deze ontwikkeling zichtbaar en bieden onderwijsinstellingen zoals STC de mogelijkheid om certificaten op onderdelen van opleidingen te behalen.30 Deze aanpak leidt ertoe dat baanopeningen beter ingevuld kunnen worden. Tegelijkertijd, zo signaleert een van de geïnterviewden, is het proces voor het ontwikkelen en aanbieden van keuzedelen met certificaten dermate complex als gevolg van wet- en regelgeving, dat het effectiever is om een training te ontwikkelen.31 Dergelijke initiatieven vinden plaats in gesprek met het bedrijfsleven.
2.5.3 Ontwikkelingen op het gebied van hbo en wo-opleidingen Bij de TU Delft is in toenemende mate aandacht voor andere (groene) manieren van energiewinning ten opzichte van olie-en gaswinning. En deze methoden krijgen dan ook aandacht in het curriculum. Het gaat hier bijvoorbeeld om energiewinning met windmolens of golfenergie. 32 Tegelijkertijd wordt de ontwikkeling van soft skills steeds meer geïntegreerd in de opleiding, zoals bijvoorbeeld communicatieve vaardigheden, werken in een team en onderzoeksvaardigheden. Ook komt er meer aandacht in het onderwijs voor andere vormen van energie (bijvoorbeeld windenergie), verduurzaming en digitalisering. Studenten kiezen steeds vaker vakken die bij deze onderwerpen aansluiten. Naar verwachting zal ook de ontwikkeling van het autonome schip aandacht krijgen, met name in de masteropleiding. Op het gebied van vaardigheden is er steeds meer aandacht voor soft skills, zoals communicatieve vaardigheden of werken in een team, en voor onderzoeksvaardigheden (op bachelor niveau).
26 27 28 29 30 31 32
Interview STC, 5 juli 2018 Arbeidsmarktonderzoek HIC Rotterdam, blz 37 Interview Da Vinci College, 2 juli 2018 Interview NMT, 5 juli 2018 Interview STC, 5 juli 2018 Interview NMT, 5 juli 2018 Interview TU Delft – bachelor maritieme opleidingen. 9 juli 2018
Maritime Delta Monitor 2018
31
De aansluiting tussen onderwijs (zowel hbo als wo) en bedrijfsleven is goed, volgens verschillende geïnterviewden bij de onderwijsinstellingen. Bij de TU Delft vindt regelmatig overleg plaats over het curriculum in beroepenvelden commissies. Het onderwijsaanbod wordt regelmatig afgestemd met het bedrijfsleven en ook door de stages en afstudeeropdrachten vindt er wisselwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen plaats. Masterstudenten vinden dan ook goed aansluiting bij het bedrijfsleven met de afstudeeropdrachten die zij vervullen. De stagebegeleiders in het bedrijfsleven kennen de TU Delft doorgaans goed omdat ze er zelf studeerden en zijn daardoor goed in staat de studenten te begeleiden. Over het algemeen stellen geïnterviewden van onder andere de TU Delft en STC dat studenten na afstuderen vrij snel een baan vinden Voor zowel hbo-opleidingen als universitaire opleidingen gericht op de maritieme sector, is er geen gebrek aan stageplaatsen of afstudeeropdrachten. Uit een interview met de TU Delft kwam naar voren dat deze studenten erg gewild zijn en het voor bedrijven een manier is om te werven. Het zou dan ook regelmatig gebeuren dat studenten na hun afstudeeropdracht aan de slag gaan bij het bedrijf waar ze onderzoek hebben gedaan. Doorgaans oriënteren de afgestudeerden op mbo- en hbo-niveau zich regionaal. Voor technische studenten aan de universiteit geldt dit niet per definitie. De TU Delft is echter wel een belangrijke leverancier van technisch geschoold personeel in de regio.33 Dit komt mede doordat de TU Delft ook landelijk gezien een belangrijk aandeel heeft in het verzorgen van deze opleidingen, zoals ook uit de cijfers in paragraaf 2.4 bleek.
2.6
Personeelsvraag en vacatures Uit een arbeidsmarktonderzoek van het Haven- en Industriecomplex Rotterdam komt naar voren dat er een groei is in vacatures in deze regio. Dit is deels toe te schrijven aan de flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt en aan de toegenomen mobiliteit.34 Op basis een relatief hoge vacaturegraad in 2017 en algehele verwachtingen voor de Nederlandse economie, is de verwachting dat er veel baanopeningen zullen zijn voor technisch en logistiek geschoold personeel in het havengebied. Het betreft hier hoog- en middelbaar opgeleiden, maar ook personeel op elementair en laag niveau in de logistiek en personeel op laag niveau in de techniek. 35 Tegelijkertijd zal de behoefte aan hoger opgeleid technisch personeel sterker toenemen dan gemiddeld. 36 Ditzelfde beeld komt terug in de dertien interviews37 die zijn gehouden met bedrijven en een onderwijsinstelling in de Maritime Delta. Nadat de werkgelegenheid de afgelopen jaren in een dal zat, zien de bedrijven nu de vraag naar personeel toenemen. Niet alleen hebben ze zelf meer vacatures, de geïnterviewde personen geven aan dat het ook lastiger is om mensen te vinden. Zo geeft één persoon aan: “Het aantal vacatures neemt langzaamaan toe, maar beschikbaarheid van goede kandidaten neemt af. Ook is het lastig om mensen te vinden, waar ze in het verleden gemakkelijk binnen kwamen is werving nu hard nodig.” Het aantal openstaande vacatures verschilt per geïnterviewd bedrijf. Zo heeft een van de gesproken scheepsbouwers momenteel twee openstaande vacatures (circa 10% ten opzichte van
33 34 35 36 37
Eindrapport Arbeidsmarktonderzoek HIC. Blz 25 Eindrapport Arbeidsmarktonderzoek HIC, blz 1 Eindrapport Arbeidsmarktonderzoek HIC, Samenvatting I Eindrapport Arbeidsmarktonderzoek HIC, blz 37 Zie bijlage 4 voor de lijst met geïnterviewde bedrijven of personen.
Maritime Delta Monitor 2018
32
totaal aantal medewerkers), terwijl een van de gesproken waterbouwers aangeeft twintig openstaande vacatures te hebben (6% ten opzichte van totaal aantal medewerkers). Het aantal vacatures blijft gelijk of neemt toe, zo blijkt uit de interviews. Alle gesproken bedrijven zien daarmee kansen voor werkzoekenden. Maar de vraag naar nieuw personeel verschilt per branche en per type werknemer. Een onderwijsinstelling geeft aan dat de personeelsvraag verschilt per branche: “Er zijn enorm veel vacatures in de maritieme sector. Bijna baangarantie. Ze zijn bijna niet aan te slepen. Terwijl in de zeevaart het lastig is om een baan te vinden.” Maar uit de gesprekken blijkt ook dat de personeelsvraag in de offshore olie en gasmarkt minder groot is. Dit is conform de trend die ook uit de gesprekken voor de landelijke Maritieme Monitor 2017 bleek. Daarnaast lijkt de vraag naar technisch personeel bij de gesproken bedrijven in de Maritime Delta het grootst. Dat is niet verwonderlijk, want op dit moment is er op de totale Nederlandse arbeidsmarkt ook een grote vraag naar technisch opgeleide mensen en de verwachting is de vraag naar technisch personeel de komende jaren groter wordt. 38 Als er wordt gekeken naar de vraag en behoefte aan bepaalde type medewerkers en opleidingen dan ontstaat er een lijst aan verschillende wensen. De niche of het segment waarin de bedrijven opereren speelt hierin een belangrijke rol. Het type medewerker waar de ondernemingen naar op zoek zijn, is te omschrijven in termen zoals: ‘Kennis van zaken’, ‘multidisciplinair’, ‘vaardig’, ‘harde werkers’, ‘innovatieve krachten’, ‘digitaal en data gerichte developers’, ‘technisch geschoold’ en ‘vak specialisten’. Wel spelen bij alle gesproken bedrijven binnen de Maritime Delta regio dezelfde problemen:
Een tekort aan zowel praktisch, technisch als hoger opgeleid (maritiem) personeel.
De overgang van theorie naar praktijk die op dit moment volgens de geïnterviewden nog niet genoeg aansluit op elkaar vanwege een gebrek aan praktijk gerichte kennis in opleidingen.
Nieuwe richtingen zoals elektrische systemen, automatisering, robots, 3D printen, big data analysis, augmented en virtual reality zijn vaak onderbelicht of kennen te weinig opleidingsplaatsen.
Alle gesproken bedrijven, zowel groot als MKB, erkennen het feit dat toestroom belangrijk is en dat er op dit moment te weinig goed opgeleid personeel beschikbaar is. Hieruit komt ook naar voren dat samenwerking hierin belangrijk is. Er worden voorbeelden genoemd als het maritiem gebied in het Noorden, maar ook de bouwsector waarin bedrijven opleidingen sponsoren en samen met onderwijsinstellingen eraan werken om goed opgeleid personeel te creëren, door zowel praktische als theoretische samenwerking aan te gaan en hier nauw betrokken bij te zijn. Er is behoefte aan meer samenwerking tussen het bedrijfsleven en de kenniswereld.
2.6.1 Aantallen vacatures stijgen volgens het UWV Dat het aantal vacatures toeneemt, blijkt ook uit de vacature data van het UWV. Voor de maritieme branches voor Visserij, Waterbouw, vervoer over water, Opslag en Dienstverlening geeft het UWV aan dat landelijk de vraag naar personeel in 2018 iets lijkt te zijn toegenomen ten opzichte van twee jaar geleden. De personeelsvraag voor de scheepsbouw leek in 2017 gedaald, maar lijkt begin 2018 weer te zijn gestegen. Door een herziening in de methodiek van de vacatureramingen door het CBS zijn hier helaas geen gedetailleerde cijfers over publiceerbaar. Wel zijn er 38
Ende M. van de, Wester M., Pol G. van de, Litjens I., Vos P., Bakker H. (2017) De toekomst in het vizier, Scenario’s ten behoeve van strategisch HRM Defensie. Rotterdam: Ecorys.
Maritime Delta Monitor 2018
33
vacaturedata naar de beroepsgroepen beschikbaar. Deze data is voor dergelijke rapportagedoeleinden beschikbaar over 2017 t/m heden. Daarmee loopt deze arbeidsmarkt data voor op de werkgelegenheidsdata die in de monitor gebruikt is. De vacaturedata laat dus al de tekenen van herstel zien die nog niet in de werkgelegenheidsdata te zien zijn. In Tabel 2.1 staat de raming van de openstaande vacatures (gebaseerd op steekproefdata en afgerond op honderdtallen) in de Maritime Delta, naar beroepsgroepen met bepaalde vaardigheden die voor de Maritieme sectoren interessant kunnen zijn. Dit geeft een indicatie van de vacatureontwikkeling in de Delta, deze vacatures zijn niet exclusief in de maritieme sector aanwezig. Uit de tabel kan geconcludeerd worden dat maritieme bedrijven ook met andere branches dienen te concurreren als het gaat om het werven van personeel met juiste vaardigheden en opleiding. Vacatures voor ‘buschauffeurs’ lijken op het eerste gezicht niet maritiem gerelateerd maar iemand met een groot rijbewijs kan zowel in het personenvervoer als in het goederenvervoer aan de slag. Iets soortgelijks geldt bijvoorbeeld voor meubelmakers en stoffeerders: met de huidige hausse op de vastgoedmarkt kunnen personen met deze vaardigheden zowel terecht in deze markt als bijvoorbeeld bij bedrijven in scheepsbetimmeringen of de grote jachtbouw. Met andere woorden; de zoektocht naar schaars personeel voor de maritieme sector is sectoroverstijgend. In Tabel 2.1 is te zien dat de vraag naar Transport en logistiek beroepen, dus zeer relevant voor bijvoorbeeld de sector havens, in de Maritime Delta met 1.500 openstaande vacatures toenam ten opzichte van vorig jaar. Waren dit in het eerste kwartaal van 2017 ongeveer 4.000 vacatures, in het eerste kwartaal van 2018 waren dit er 5.500. De vraag naar ‘Hulpkrachten transport en logistiek’ (zoals laders, lossers en vakkenvullers) is in een jaar tijd bijna verdubbeld. Maar ook de vraag naar vrachtwagenchafffeurs (+63%) en Transportplanners en logistiek medewerkers (+ 31%) is toegenomen. Uit de gesprekken met bedrijven bleek al dat er grote behoefte was aan technisch personeel. Dit zien we ook terug in de ramingen. De vraag naar Technische Beroepen steeg van 8.500 openstaande vacatures begin 2017 naar 10.400 openstaande vacatures begin 2018. Het geraamde aantal openstaande vacatures voor Ingenieurs (niet electrotechniek gericht) steeg met bijna 75%. De vraag naar Ingenieurs (in het algemeen), onderzoekers in de beta-wetenschappen en voor Vakspecialisten natuur en techniek steeg in het afgelopen jaar met ongeveer 38 procent. Ook de vraag naar productiemachinebedieners en assemblagemedewerkers, hulpkrachten bouw en industrie, machinemonteurs nam met een derde toe. Tabel 2.1
Raming openstaande vacatures (stand einde kwartaal) die van toepassing zijn op de Maritieme Sector, in de arbeidsmarktregio’s Zuid-Holland Centraal, Holland Rijnland, Midden-Holland, Haaglanden, Gorinchem en Rijnmond (Martime Delta). 2017 1e Kw
2e Kw
3e Kw
4e Kw
1e Kw
8.500
9.000
9.700
9.700
10.400
800
900
900
900
1.100
Biologen en natuurwetenschappers
100
100
100
100
100
Ingenieurs (geen elektrotechniek)
400
500
500
500
700
Elektrotechnisch ingenieurs
200
200
200
200
200
Technische beroepen
2018
Ingenieurs en onderzoekers wis-, natuuren technische wetenschappen
Architecten
100
100
100
100
100
Vakspecialisten natuur en techniek
800
800
800
1.000
1.100
Technici bouwkunde en natuur
600
600
600
700
800
Productieleiders industrie en bouw
200
200
200
300
300
Maritime Delta Monitor 2018
34
2017
2018
1e Kw
2e Kw
3e Kw
4e Kw
1e Kw
Procesoperators
*
*
*
*
*
Bouwarbeiders
2.200
2.500
2.400
2.200
2.600
Bouwarbeiders ruwbouw
400
600
400
300
400
Timmerlieden
700
800
600
800
1.000
Bouwarbeiders afbouw
400
400
700
400
400
Loodgieters en pijpfitters
400
400
500
500
500
Schilders en metaalspuiters
300
300
200
200
300
2.000
2.000
2.300
2.200
2.100
Metaalbewerkers en constructiewerkers
500
400
500
400
400
Lassers en plaatwerkers
300
300
400
300
200
Automonteurs
300
300
300
400
300
Metaalarbeiders, machinemonteurs
Machinemonteurs
900
1.000
1.100
1.100
1.200
overige ambachten
200
300
400
400
300
Productcontroleurs
100
200
200
200
200
Meubelmakers, kleermakers en stoffeerders
100
100
200
200
100
Elektriciens en elektronicamonteurs
800
800
800
900
900
Elektriciens en elektronicamonteurs
800
800
800
900
900
Productiemachinebedieners en
600
600
800
800
800
Productiemachinebedieners
400
400
500
600
500
Assemblagemedewerkers
200
200
300
200
300
Hulpkrachten bouw en industrie
1.100
1.100
1.300
1.300
1.500
Hulpkrachten bouw en industrie
1.100
1.100
1.300
1.300
1.500
Transport en logistiek beroepen
4.000
4.900
5.100
5.100
5.500
1.600
2.100
2.000
1.900
1.900
*
*
*
*
*
Chauffeurs auto's, taxi's en bestelwagens
200
200
300
300
200
Buschauffeurs en trambestuurders
200
100
100
100
*
Vrachtwagenchauffeurs
800
1.300
1.100
1.100
1.300
Bedieners mobiele machines
400
500
500
400
400
Hulpkrachten transport en logistiek
1.000
1.200
1.400
1.700
1.800
Laders, lossers en vakkenvullers
1.000
1.200
1.400
1.700
1.800
Logistiek
1.400
1.600
1.700
1.500
1.800
assemblagemedewerkers
Bestuurders voertuigen en bedieners mobiele machines Dekofficieren en piloten
Managers logistiek Transportplanners en logistiek medewerkers
Eindtotaal
100
100
100
100
100
1.300
1.500
1.600
1.400
1.700
12.500
13.900
14.800
14.800
15.900
Maritime Delta Monitor 2018
35
Bron: UWV en https://www.arbeidsmarktcijfers.nl/ geraadpleegd op 7 augustus 2018, bewerking door Ecorys. Het betreft vacatures naar beroepsgroep. Deze vacaturedata bieden een indicatie van de ontwikkeling van vacatures in de Maritieme Delta, maar zijn niet exclusief in de maritieme sector aanwezig. Het betreft ook vacatures voor andere sectoren. Cijfers betreffen een benadering van het aantal openstaande vacatures, afgerond op honderdtallen voor de Technische, transport en logistieke beroepen in de arbeidsmarktregio’s Zuid-Holland Centraal, Holland Rijnland, Midden-Holland, Haaglanden, Gorinchem en Rijnmond (ruwweg de Martime Delta). De cijfers zijn afgerond naar hondertallen. Indien er geen vacatures bekend zijn wil dit niet zeggen dat er geen vacatures zijn maar dat deze niet afgerond konden worden naar honderd. Cijfers zijn afkomstig van het UWV en gebaseerd op steekproefdata. Het betreft een benadering van de standcijfers per einde kwartaal. Daarom is het niet correct op de kwartalen bij elkaar op te tellen tot een jaarcijfer. Totalen van de categorieën “technische beroepen” en “transport en logistieke beroepen” kunnen afwijken van de data die UWV op de website presenteert, omdat alleen voor de Maritieme sector interessante beroepsgroepen zijn geselecteerd. Ter illustratie, de beroepsgroep “Vuilnisophalers en dagbladenbezorgers” is bijvoorbeeld weggelaten, waardoor de totalen veranderen.
2.6.2 Aantal personen met een WW-uitkering daalt Uit de gesprekken met bedrijven en de ramingen van het UWV komt naar voren dat de personeelsvraag groeit. Enkele bedrijven vragen zich af hoe ze aan nieuw personeel komen. Het is dan interessant om te kijken naar het aantal personen met een WW-uitkering: dit zijn mensen die werkzaam zijn in de sector en in principe beschikbaar zijn om weer aan het werk te gaan. Het geeft een indicatie van de beschikbaarheid aan potentieel personeel. Via het UWV zijn het aantal personen met WW-uitkering in 2017 en 2018 verkregen in de provincie Zuid-Holland. Het betreft standcijfers aan het einde van de maand.39 Dit staat weergegeven als indexcijfer in Figuur 2.6 en in aantallen personen in Tabel 2.2 Aantallen personen met lopende WW-uitkering(en) (standcijfer einde maand) in de provincie Zuid-Holland.Tabel 2.2. Figuur 2.6
Aantallen personen met lopende WW-uitkering(en) (standcijfer einde maand) in de provincie Zuid-Holland, in indexcijfers (januari 2017 = 100)
200
Baggerbedrijf
180 160
Havenclassificeerders 140 120
Koopvaardij
100 Havenbedrijven
80 60
Binnenscheepvaart
40
20 0 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun
2017
2018
Bron: UWV, ontvangen 9 augustus 2018, bewerking door Ecorys. Aantallen kleiner dan 10 personen mogen van UWV niet weergegeven worden, daarom ontbreekt de visserij in dit figuur.
De dalende trend van het aantal personen met een WW-uitkering in de maanden vanaf 2018, is een indicatie voor een toename in de werkgelegenheid van de betreffende branches. 40
39 40
Doordat het standcijfers aan het einde van de maand betreft, kunnen de maanden niet bij elkaar opgeteld worden. Het betreft een indicatie. Want uitstroom uit de WW kan naast het verkrijgen van betaald werk ook geschieden door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, doordat het maximum aantal maanden dat men recht had op WW is bereikt,door ziekte die langer duurt dan 13 weken of door overlijden.
Maritime Delta Monitor 2018
36
De koopvaardij vormt een uitzondering op deze dalende trend, hier neemt tussen januari en mei 2018 het aantal personen met een WW-uitkering toe tot 103 personen. Dit komt overeen met het beeld uit de interviews met de bedrijven, die aangeven dat de zeevaart minder werkgelegenheid is. Maar uit de cijfers van UWV blijkt in de koopvaardij het aantal personen met een WW-uitkering in juni 2018 afneemt tot 88 personen. Of deze daling vanWW’ers in de koopvaardij zich verder gaat doorzetten, moet blijken. Meer gedetailleerd, is in Figuur 2.6 verder te zien dat het aantal personen met een WW-uitkering, afkomstig uit het Baggerwezen en de havenclassificeerders tot eind 2017 toenam (respectievelijk met 85 en 25 indexpunten). Vanaf begin 2018 is een dalende lijn te zien en eindigen deze beroepsgroepen op een indexcijfer van respectievelijk 156 (baggerbedrijven, 84 personen) en 95 (havenclassificeerders, 53 personen). De havenbedrijven en de binnenvaart laten een dalende lijn zien, ten opzichte van januari 2017 nam het aantal personen met een WW-uitkering af tot respectievelijk 88 personen (75 indexpunten) en 1.606 personen (56 indexpunten). Het aantal personen met een WW-uitkering afkomstig uit de Visserij betreft minder dan 10 personen. Dit kleine aantal is deels te verklaren doordat in de Visserij veel gewerkt wordt met zzpers. Tabel 2.2
Aantallen personen met lopende WW-uitkering(en) (standcijfer einde maand) in de provincie Zuid-Holland.
2017
2018
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Visserij
10
10
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Baggerbedrijf
54
61
60
63
62
65
64
76
81
85
92
99
100
98
96
91
87
84
Binnenvaart
98
98
90
87
84
79
70
62
63
58
61
61
65
60
56
54
56
55
Koopvaardij
92
97
97
98
88
86
87
86
84
87
88
89
89
90
99
99
103
88
Havenbedrijven
2.142
2.261
2.301
2.237
2.108
2.060
1.959
1.921
1.843
1.770
1.756
1.705
1.741
1.720
1.754
1.681
1.660
1.606
Havenclassificeerders
56
57
63
59
60
59
58
58
56
61
63
67
70
70
71
64
57
53
totaal
2.452
2.584
2.620
2.553
2.411
2.357
2.246
2.211
2.135
2.069
2.067
2.026
2.070
2.043
2.081
1.993
1.968
1.891
In aantallen
Bron: UWV, ontvangen 9 augustus 2018 * Aantallen kleiner dan 10, deze mogen van UWV niet weergegeven worden
De daling van het aantal personen met een WW-uitkering is in heel Nederland (Figuur 2.7) over het algemeen sterker dan in Zuid-Holland. De WW’ers afkomstig uit het baggerbedrijf laten eind 2017 een minder grote piek zien. In heel Nederland is januari-juni 2017 een sterke daling van het aantalWW’ers afkomstig uit de binnenvaart te zien, maar in de tweede helft van 2017 groeit het weer gestaag, waarna er in 2018 weer een daling inzet.
Maritime Delta Monitor 2018
37
Figuur 2.7 Aantallen personen met lopende WW-uitkering(en) (standcijfer einde maand) in Nederland (incl Zuid-Holland), in indexcijfers (januari 2017 = 100) 160 Baggerbedrijf
140 120
Havenclassificeerders
100
Koopvaardij
80 Havenbedrijven 60 Binnenscheepvaart
40 20 0 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun
2017
2018
Bron: UWV, ontvangen 9 augustus 2018, bewerking door Ecorys. Aantallen kleiner dan 10 personen mogen van UWV niet weergegeven worden, daarom ontbreekt de visserij in dit figuur.
Maritime Delta Monitor 2018
38
3
Innovatie, vestigingsklimaat en energietransitie
3.1
Inleiding Een twintigtal bedrijven en instellingen in de regio van de Maritime Delta (Provincie Zuid-Holland plus de gemeente Werkendam in Noord-Brabant), zijn geïnterviewd in het kader van dit onderzoek. Daarbij hebben de geïnterviewde personen vragen voorgelegd gekregen over de thema’s 41:
Innovatie;
Financiering/investeringen;
Vestigingsklimaat/regelgeving;
Vergroening /energietransitie.
Een overzicht van de geïnterviewde bedrijven/personen alsmede de vragenlijst is opgenomen als bijlage bij dit rapport. Door zowel grote als kleinere bedrijven mee te nemen en alle (sub)sectoren te bestrijken is gepoogd een zo compleet mogelijk beeld van het maritieme cluster in de regio neer te zetten. Door de beperkte hoeveelheid interviews moeten de resultaten echter als indicatief worden gezien. Voor de uitwerking van deze monitor is de Maritime Delta Monitor 2015 als benchmark gebruikt. In de uitwerking is de focus gelegd op het beschrijven van trends en veranderingen ten opzichte van de vorige monitor.
3.2
Innovatie In dit deel wordt besproken wat de innovatierichtingen zijn, welke initiatieven er lopen en op welke thema’s bedrijven in de Maritime Delta cluster vooroplopen.
3.2.1 Richtlijnen voor innovatiebudget De eigen RD&I inspanningen van grote ondernemingen zijn vrij constant in omvang. De omvang van die inspanningen in menskracht varieert tussen de 10 en 100 personeelsleden. In de hoogte van onderzoeksbudgetten is echter een daling zichtbaar. Ook het percentage van de totale omzet dat aan RD&I activiteiten wordt uitgegeven ligt dit jaar lager. Gemiddeld investeren grote ondernemingen 1,6% van de omzet in RD&I activiteiten met een maximum van 2,5% (3% in 2016). Daarbij wordt aangetekend dat er trend is waarbij steeds meer investeringen in innovaties verborgen zijn. Dit wordt toegelicht in de paragraaf ‘Innovatie wordt verborgen’. Door MKB-bedrijven en startups worden investeringen in RD&I niet apart geoormerkt. Dit komt doordat RD&I activiteiten, zoals onderzoek, een deel van de werktijd in beslag nemen naast de reguliere werkzaamheden. In de meeste bedrijven is er geen afzonderlijke afdeling of RD&I verantwoordelijke. Op basis van de antwoorden van respondenten kan een schatting worden gegeven van 1 tot max 6 FTE toegewijd aan RD&I (1 tot 5 FTE in 2016). Bij start-up bedrijven is continue productontwikkeling core-business. Het grootste deel van de RD&I activiteiten wordt binnen de bedrijven door eigen personeel uitgevoerd. Daarnaast maken ondernemingen ook gebruik van instellingen als de TU Delft en 41
Ook zijn er vragen gesteld over het thema arbeidsmarkt. De resultaten hiervan zijn verwerkt in het hoofdstuk over Arbeidsmarkt en Onderwijs.
Maritime Delta Monitor 2018
39
MARIN om kennis binnen te halen en om verbindingen te leggen. Het MKB werkt veel samen met ontwerp- en ingenieursbureaus die een groot deel van het ontwikkelwerk uit handen nemen. Wanneer er wordt gevraagd naar de RD&I activiteiten geven de bedrijven aan het grootste deel zelf uit te voeren, maar wanneer er door wordt gevraagd is in voor bijna alle projecten samenwerking vereist.
3.2.2 Innovatie is verborgen In de maritieme sector ontstaan veel innovaties in ketensamenwerking en worden innovaties door meerdere partijen gerealiseerd. De innovaties worden wisselend aangedragen door de opdrachtnemers en door opdrachtgevers. Uit onderstaand praktijkvoorbeeld blijkt dat het niet altijd duidelijk is bij welke partij de innovatie ligt. Praktijkvoorbeeld: Een reder wil de energieprestatie van zijn schip verbeteren en minder brandstof verbruiken. Hij heeft onderzoek gedaan en wil graag dat er een flettner rotor42 aan boord komt. De reder schetst de specificaties en geeft opdracht aan de engineeringsafdeling van een werf om dit verder uit te werken in het scheepsontwerp.
Het onderscheid tussen innovatie-activiteiten en projectengineering is diffuus. Incrementele innovaties zijn veelal onderdeel van de engineering activiteiten en worden dan veelal niet bestempeld als RD&I. In vergelijking met de MDM 2015 heeft het gebruik van ‘big data’ behoorlijke invloed gehad op incrementele innovaties. Zo is er meer geïnvesteerd in analyse en uitwerking van data om producten en diensten te verbeteren. Grote ondernemingen hebben zelfs vaste afdelingen met data scientists en analisten, die hun werk toespitsen op afzonderlijke productportfolio’s. Daarnaast worden er meer investeringen in sensoriek en andere meetinstrumenten gedaan om beter inzicht te krijgen in de omgevingscondities, de operaties, de prestaties en de eigenschappen van een schip. Hierdoor kunnen sneller en meer gericht systemen aan boord aangepast worden, nieuwe systemen en componenten verbeterd worden en scheepsontwerpen beter worden afgestemd op werkelijke operationele omstandigheden. Twee jaar geleden werden ‘big data’ activiteiten nog beschreven als innovatie, maar inmiddels zijn die ingebed in de lopende processen van de organisatie.
3.2.3 Innovatie snel in de praktijk brengen Ondanks het optimisme in de sector (in de meeste segmenten) is de maritieme maakindustrie op dit moment nog terughoudend in het investeren in meer radicale innovaties, omdat de investeringskosten en de risico’s hoog zijn. Onzekerheid over de invulling, de fasering en de implicaties van nieuwe regelgeving, bijvoorbeeld op het vlak van emissies, speelt een belangrijke rol. Zo is het nog niet duidelijk welk prijskaartje er hangt aan de uitstoot van CO2. De duurzame oplossingen van vandaag zijn niet automatisch compliant met wet- en regelgeving over 10 jaar. Toeleverende bedrijven en werven brengen nieuwe oplossingen naar de markt en reders nemen een investeringsbeslissing met grote onzekerheid over ontwikkelingen binnen de regelgeving. Welke oplossingen zijn in 2030 nog afdoende en blijken het geld waard? Om een deel van de investeringsrisico’s weg te nemen werken toeleverende bedrijven, werven en eindgebruikers al in een vroeg stadium van ontwikkeling samen. Samenwerking in de keten in een vroeg stadium van ontwikkeling vergroot de kans van slagen. Niet alleen op technisch vlak, maar ook vanuit commercieel perspectief. Diverse respondenten geven aan dat hun innovatietrajecten heel iteratief zijn en de eindklant nauw betrokken is. Een oplossing wordt bedacht en uitgewerkt, in het klein getest, aangepast, getest bij de eindgebruiker, aangepast, et cetera. Op deze wijze wordt 42
Een toepassing op het schip die kracht genereert en daardoor helpt bij brandstofbesparing.
Maritime Delta Monitor 2018
40
er stapsgewijs een nieuw product of dienst naar de markt gebracht. Snelheid en flexibiliteit zijn hierbij drijvende factoren. Om een eindgebruiker te betrekken, wordt in sommige gevallen afspraken gemaakt over exclusiviteit en bescherming van intellectueel eigendom. De versnelling van marktintroductie is duidelijk zichtbaar in het gebied van filtersystemen (zoals scrubbers), ballastwater managementsystemen, aandrijvingen en soorten brandstoffen. Twee jaar geleden werd hier nog volop onderzoek naar gedaan terwijl nu dit soort systemen in praktijk worden toegepast, getoetst en verbeterd. In vergelijking met de MDM 2015 is ketensamenwerking een échte innovatieversneller en wordt dit door meer bedrijven in de Maritime Delta opgepakt.
3.2.4 Aan de voorkant betrokken Zoals hierboven bescrheven is er een versnelling in het innovatieproces te zien. De tijdlijn van idee naar marktintroductie is korter geworden. Het onderzoek wordt verdeeld in drie categorieën: fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en product- of dienstontwikkeling, inclusief de marktintroductie. In de maritieme maakindustrie ligt net als twee jaar geleden de focus nog steeds op product- en dienstontwikkeling. Wel is er een verschuiving naar ondernemingen die steeds vroeger in het RD&I traject actief willen zijn. Verschillende MKB’ers geven aan dat het belang van toegepast onderzoek en fundamenteel onderzoek toeneemt. Reden hiervoor is om aan de voorkant betrokken te zijn bij radicale nieuwe ontwikkelingen die een concurrentievoordeel kunnen opleveren. Omdat het nu nog ontbreekt aan capaciteit en middelen wordt dit voornamelijk ingevuld door middel van samenwerkingsverbanden. Twee jaar geleden gingen de grote ondernemingen en een aantal MKB’ers samenwerkingen aan met universiteiten en onderwijsinstellingen. Dit beeld is nu veranderd doordat bijna alle geïnterviewde organisaties aangeven met één of meerdere onderwijsinstellingen samen te werken. Dit betreft: TU Delft, STC, TNO, MARIN en de Erasmus Universiteit. Met uitzondering van MARIN zijn al deze partijen in de regio gevestigd. Er wordt samengewerkt door bijvoorbeeld traineeships, begeleidend leren (lesgeven aan mbo studenten op de werkvloer), afstudeeropdrachten, het delen van data en samenwerking in onderzoek. Uit gesprekken met onderwijsinstellingen blijkt dat onder meer tussen markt en onderwijs overlegd wordt over curricula. Kleine MKB’ers geven aan dat het begeleiden van studenten veel tijd kost, terwijl men eigenlijk te druk is om goede begeleiding te bieden. Het werken met multidisciplinaire teams (verschillende opleidingen/niveaus) aan projecten wordt door steeds meer bedrijven gedaan. Het wordt steeds meer gangbaar om studenten in te zetten op onderzoek en innovatieprojecten.
3.2.5 Samenwerking met start-ups Samenwerking tussen gevestigde bedrijven en start-ups heeft voor beide partijen voor- en nadelen. Het levert echter ook synergie op. Het kan voor een start-up lonen om met gevestigde bedrijven samen te werken, omdat die bedrijven kunnen optreden als ‘launching customer’ voor de start-up. Deze bedrijven delen kennis, data en geven feedback op het product, wat de marktintroductie versnelt. Er zijn ook nadelen aan samenwerking. Zo wordt een start-up niet altijd begrepen door commerciële vertegenwoordigers van een bedrijf. Hier zit een spanningsveld tussen productie en winst versus technologische ontwikkeling.
Maritime Delta Monitor 2018
41
Voor gevestigde bedrijven zijn start-ups zijn niet alleen interessante samenwerkingspartners omdat ze goede, nieuwe ideeën hebben. Ook de gedrevenheid, flexibiliteit en besluitvaardigheid van startende ondernemers inspireert. Bovendien zijn ze in staat om risico’s te nemen die gevestigde organisaties zelf niet kunnen/ durven nemen. Zij kunnen sneller en met meer slagkracht opereren zodra zij de funding hiervoor hebben. Ook wordt aangegeven dat subsidies goed zijn aangepast op startups waardoor zij – als zij innovatieve ideeën hebben – aanspraak kunnen maken op deze fondsen en in beeld komen bij overheden. De mogelijkheid om snel te groeien en te schakelen, maakt start-ups voor bepaalde producten en toepassingen geduchte concurrenten van gevestigde bedrijven. Door vroege samenwerking en investering, stelt het gevestigde bedrijven tegelijkertijd in staat om hun eigen productportfolio uit te breiden en zelf te profiteren van (een deel van) de opbrengsten van de nieuwe technologie. Eén van de respondenten vatte dit mooi samen; “Startups zijn levensgevaarlijk, tenzij je met ze samenwerkt.” Ook hier wil men dus aan de voorkant betrokken zijn (zie paragraaf ‘Aan de voorkant betrokken’).
3.2.6 Innovatie thema’s Sinds eind vorig jaar is het sentiment in de maritieme sector over het algemeen meer positief (m.u.v. de offshore – olie & gas, hetgeen ook al bleek uit het vorige hoofdstuk). In diverse segmenten in de maritieme sector begint de marktvraag weer aan te trekken. Dit blijkt ook uit de gehouden interviews. Orderboeken trekken aan en vooral in sectoren offshore wind, visserij, marine en de jachtbouw gaat het goed. In het marine segment zal de vervanging van schepen en onderzeeërs door de Koninklijke Marine mogelijk ook orders opleveren voor bedrijven gevestigd in de Maritime Delta. De invloed van marktontwikkelingen zien we ook terug in de innovatietrajecten. In het innovatiecontract (versie 2018-2019) van de Topsector Water & Maritiem worden, voor de subsector Maritiem, vier hoofthema’s van innovatieve ontwikkelingen benoemd. In elk van deze thema’s zijn innovatieve ontwikkelingen van maritieme bedrijven in de Maritime Delta terg te vinden. Offshore ‘winnen op zee’: betreft technologische oplossingen om op zee energie en grondstoffen te winnen. Denk hierbij aan olie, gas, wind- en getijdenenergie, diepzee mijnbouw, visserij/aquacultuur én het opruimen van de enorme plasticvervuiling in de oceanen.
Schone Schepen gaat over de reductie van uitstoot van de schadelijke gassen door schepen, minder brandstofverbruik en alternatieve brandstoffen zoals LNG. Maar ook gebruik van duurzame materialen of een duurzame levenscyclus van schepen.
Slim en Veilig Varen gaat over autonoom varen, lagere onderhoudskosten, reductie van bemanning, vergroten van inzetbaarheid van schepen en platforms, verminderde afhankelijkheid van mensen, en tot slot alles wat te maken heeft met veilige schepen en platforms.
Effectieve infrastructuur beoogt het gehele proces vanaf de haven aanloop tot de overslag aan de kade van schepen efficiënter te maken. Bijvoorbeeld door ontwikkelingen in Big Data: het bruikbaar maken van de grote hoeveelheid beschikbare data over schepen en hun bewegingen.
Naast deze thema’s worden er zogeheten cross-sectorale verbindingen gelegd met andere topsectoren. De belangrijkste cross overs zijn die met logistiek (topsector logistiek) en met duurzame energiewinning op zee (topsector energie). Daarnaast met High Tech Systems etc. (Topsector High Tech Systems en Materials) bijvoorbeeld voor het gebruiken van vernieuwende
Maritime Delta Monitor 2018
42
coatings en composieten, of voor de toepassing van slimme ICT oplossingen voor productie van schepen of systemen aan boord. Nieuwe technologieën worden vooral toegepast om de bouw en operaties van schepen sneller, duurzamer of eenvoudiger maken. Denk hierbij aan software en technologieën die de beweging van golven kunnen voorspellen, robots die op een duurzame manier zeeschepen kunnen schoonmaken, software waarmee brandstofverbruik van schepen eenvoudig gemonitord kan worden en oplossingen om schepen meer (of volledig) autonoom te kunnen laten varen.
3.2.7 Winnen op Zee Dankzij de aanwezigheid van enkele zeer grote offshore-gerelateerde bedrijven in de regio ZuidHolland blijft winnen op zee een zeer belangrijk thema voor de geïnterviewden. Offshore olie- en gasindustrie Het sombere klimaat in de offshore sector, dat werd ingezet eind 2014 verslechterde in de periode tot 2016. Hoewel de offshore markt nog niet is hersteld, zijn er wel enkele nieuwe orders verkregen. Bijzonder is de toegevoegde waarde van Nederlandse scheepsbouwers. Zij blijven zich onderscheiden op complexe innovatieve ontwerpen en duurzaamheid. Zo wist Royal IHC een opdracht te verwerven voor het ontwerpen, bouwen en leveren van een zelf aangedreven snijkopzuiger op LNG43. Voor de komende jaren is de verwachting dat de offshore olie en gas markt langzaam gaat aantrekken. Van 2015 op 2016 is er een enorme daling geweest in de wereldwijde CAPEX (Capital Expenditure) van oliemaatschappijen met 62% ten opzichte van 2014 44. Dit is een grote klap geweest voor alle betrokken ketenpartijen. In de vorige Maritime Delta Monitor zagen de offshore bedrijven deze klap al aankomen. Zij hebben op voorhand gezegd dat zij verwachten dat de CAPEX terug zou lopen met meer dan 50% (in 2016) ten opzichte van 2014. Nu zijn de verwachtingen beter en geeft McKinsey Energy Insight’s zelfs de verwachting dat de CAPEX van oliemaatschappijen naar 2021 toe met 113% zal groeien ten opzichte van 2016. Dit zou komen door een hogere olieprijs (85 UDS in 201945). Dit betekent niet dat de hoogtijdagen van 2014 weer bereikt gaan worden (-19%), maar wel dat de offshore olie en gas markt weer aantrekt. Offshore wind meer volwassen industrie Waar de offshore wind sector in Nederland tijdens de MDM 2015 nog in de aanloop was naar volwassenheid, is de sector in 2018 een meer volwassen industrie. In december 2017 maakt Minister Wiebes (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) nog de aanbesteding 46 voor het bouwen en exploiteren van een windpark op kavels I en II van Hollandse Kust (zuid) bekend, dat vanaf 2022 als eerste subsidievrije windpark ter wereld in gebruik gesteld wordt. In 2017 werd 957 megawatt (MW) opgewekt door windmolens in zee. In 2023 staat er voor minimaal 4.450 MW vermogen aan windmolens op zee. Deze afspraak is opgenomen in het ‘Energieakkoord voor duurzame groei47’ van de Rijksoverheid. Windmolens op zee leveren dan 3,1% van alle energie in Nederland in 2023 en voorzien dan jaarlijks ongeveer 5 miljoen huishoudens van elektriciteit.
43 44 45 46 47
Royal IHC: https://www.royalihc.com/en/news/royal-ihc-to-build-worlds-largest-cutter-suction-dredger-for-deme McKinsey Energy Insight’s: McKinsey Energy Insight's Global Liquids and North American supply models ABN Amro: https://insights.abnamro.nl/2018/08/energiemonitor-hogere-olieprijs-in-2019/ RVO: Windgebied Hollandse Kust – zuid – Kavels I en II https://www.energieakkoordser.nl/
Maritime Delta Monitor 2018
43
Bij deze ontwikkeling is een belangrijke rol weggelegd voor de Maritime Delta. De scheepsbouw in de Maritime Delta levert schepen die bijdragen aan installatie van windmolenparken en offshore energie-installaties. Een voorbeeld daarvan zijn de schepen “Rotra Vente” en “Rotra Mare” die Holland Shipyards heeft opgeleverd48. Deze schepen zijn bedoeld voor het vervoer van zware onderdelen van windmolens. Daarnaast worden werkschepen gebouwd voor onderhoud aan de windmolenparken. Bedrijven zoals Ampelmann leveren de systemen om veilig en efficiënt personeel en equipment af te leveren. Offshore wind is daarom een potentieel aantrekkelijke markt voor Nederlandse bedrijven. Positionering van de haven als offshore wind hub De haven van Rotterdam neemt een duidelijke positie in als Offshore Wind Hub. Hierbij wordt offshore wind als één van de nieuwe pijlers gezien onder de economische activiteiten in de Rotterdamse haven. Offshore wind zal niet alleen zorgen voor energielevering aan deze regio, maar juist ook mogelijkheden bieden voor bedrijven actief in deze markt. Bijvoorbeeld bij de bouw, exploitatie en onderhoud van windturbineparken en andere services, zoals opleidingen en trainingen. Om dit kracht bij te zetten is een deel van het Maasvlakte 2 terrein beschikbaar als testen demonstratie locatie voor heitechnieken, kabel leg technieken en het testen van drones en turbines. Op dit terrein bevindt zich onder meer een offshore put van meer dan 25 meter diep (Offshore PIT). I n de MDM 2015 kwam naar voren dat toegepast onderzoek populair is in de zeevaart die op dat moment voornamelijk onderzoek deden naar brandstofverbruik van schepen. Dit speelt nu nog wel, maar nu ligt de populariteit voornamelijk bij toegepast onderzoek naar offshore wind. Port of Rotterdam speelt hierbij een belangrijke rol met de offshore PIT en de ambities om Europa’s belangrijkste Offshore Wind Hub te worden.
Bron: Havenbedrijf Rotterdam
Visserij en aquacultuur Sinds de verschijning van de MDM 2015 is er veel gebeurd op het gebied van visserij. Hoewel de mogelijke gevolgen van de Brexit, het verbod op de pulsvisserij en de aanlandplicht nog niet duidelijk zijn, blijven bedrijven in de Maritime Delta investeren in innovatie. Dit doet men onder meer via het Visserij-innovatiecentrum Zuidwest Nederland. In dit centrum is een zoutwaterbassin
48
Holland Shipyards: http://www.holland-shipyards.com/projects/67/rotra-vente-and-rotra-mare.html
Maritime Delta Monitor 2018
44
aanwezig, voorzien van een zandbodem waarbij nieuwe vistechnieken en aanpassingen van technieken kunnen worden getest. Aquacultuur in de vorm van drijvende visfarms vindt in Nederland (nog) niet zo veel plaats, maar het is een bloeiende bedrijfstak in Noorwegen en Schotland. Hoewel aquacultuur voor Nederlandse bedrijven nog steeds een bescheiden markt is, zijn er afgelopen jaren interessante ontwikkelingen geweest. Zo heeft Damen Shipyards Group in 2017 opdracht gekregen om voor een Noorse partij een schip te bouwen dat bedoeld is om aan boord zalmen te ontluizen en andere diensten te leveren op de Noorse Zalmkwekerijen en in mei 2018 hebben zij de UV4312 Fish Farm Support Vessel opgeleverd49. Ook Heerema Fabrication Group (HFG) verkent deze markt actief door verder onderzoek te doen naar het aquacultuur concept AquaBarge50. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar een grootschalig, gesloten kweeksysteem voor zalm en andere vissoorten. Aquacultuur blijft daarmee een interessante, immer bescheiden, exportmarkt voor werkschepen uit de Maritime Delta.
3.2.8 Schone schepen Het verduurzamen van de scheepvaart en toepassen van technologieën om emissies te reduceren is een ontwikkeling die zich, ook na de MDM 2015, blijft doorzetten. Door regelgeving die alsmaar strenger lijkt te worden (uiteindelijk tot zero-emissie schepen) zien toeleverende bedrijven kansen in producten voor alternatieve brandstoffen en systemen om brandstofverbruik en uitstoot van schadelijke emissies te reduceren. Eerder werd al geschetst dat onzekerheid over emissieregelgeving een belangrijk risico is voor investeringen in innovaties. Het palet aan keuzes wat betreft aandrijving (LNG, CNG, waterstof, elektriciteit – batterijen / solar, hybride systemen) is zeer breed, evenals brandstofbesparingsmethoden en nabehandelingssystemen (scrubbers, SCR-katalysatoren). Het gebruik van dergelijke systemen wordt zowel door de Rijksoverheid als door havens gestimuleerd, bijvoorbeeld via de Milieu Investerings Aftrek (MIA) 51 en korting op havengelden in Rotterdam, Dordrecht en Werkendam (via de ESI52 en/of Green Award53). De markt hiervoor groeit sterk. Clarksons verwacht bijvoorbeeld dat de LNG markt in 2018 gaat groeien met 11%54. Respondenten bij dit onderzoek geven aan dat LNG de komende jaren een efficiënte en duurzamere oplossing is, maar zij denken dat dit slechts een transitiebrandstof is en uiteindelijk ingehaald zal worden door hernieuwbare energiebronnen. In de Maritime Delta zijn er verschillende toeleverende bedrijven die met succes duurzame innovaties naar de markt brengen. Zo won Kotug in 2017 de Maritime Innovation Award voor een innovatieve methode van warmteopslag en hergebruik van warmte op sleepboten. Onlangs nog presenteerde start-up Skoon samen met binnenvaartonderneming The Blue World hun samenwerking om een binnenvaartschip volledige elektrisch aan te drijven door middel van een uitwisselbaar batterijpakket55. Dit binnenvaartschip (ms Borelli) was in 2016 al omgebouwd naar een hybride voortstuwing bestaande uit generatoren en elektromotoren voor de aandrijving. De eigenaar wilde met deze ombouw een daad stellen en aantonen dat elektrificatie bijdraagt aan
49 50 51 52
53
54 55
Damen: Damen shows its first completed UV 4312 Fish Farm Support Vessel Europa om de hoek: https://www.europaomdehoek.nl/projecten/aquabarge RVO: https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil Port of Rotterdam: https://www.portofrotterdam.com/nl/scheepvaart/zeevaart/zeehavengelden/kortingen-op-hethavengeld/esi-korting Port of Rotterdam: https://www.portofrotterdam.com/nl/scheepvaart/zeevaart/zeehavengelden/kortingen-op-hethavengeld/green-award-korting Clarksons Research: LNG Market predicted to grow by 11% in 2018 RTL Z: Hollands glorie: elektrisch binnenvaartschip gaat in de zomer het water op
Maritime Delta Monitor 2018
45
vermindering van brandstofverbruik. De eigenaar verwacht dat de trend naar elektrificatie van de binnenvaart door zal zetten Het Nederlandse bedrijf Port-Liner gaat elektrische binnenvaartschepen inzetten tussen Nederland en België. Voor deze wereldprimeur ontvangt het bedrijf van ‘Europa’ 7 miljoen euro subsidie uit het programma Connecting Europe Facility56 (CEF). Naar verwachting zullen maritieme bedrijven uit de regio van de Maritime Delta substantieel bijdragen aan de engineering en bouw van deze schepen. Logistiek dienstverlener GVT (Versteijnen) uit Tilburg gaat deze ‘Tesla onder de binnenvaart’ als eerste testen. De afdeling Maritieme techniek van de TU Delft heeft NWO subsidie gekregen voor het programma “Gasdrive”57. In dit programma wordt technologie ontwikkeld voor vergaande reductie van scheepsemissies, zoals op het gebied van brandstofcellen en waterstof. Dit programma wordt uitgevoerd in samenwerking met Wageningen University, Twente University, NL Defence Academy, Damen, Royal Schelde, BosKalis, Pon/Caterpillar, Wartsila, FeadShip, Oceanco, DMO. In het Horizon 2020 project Prominent58 van de EICB is een hulpmiddel voor binnenvaartondernemers ontwikkeld om de effecten van toepassing van groene technologieën door te rekenen, ter ondersteuning van investeringsbeslissingen.
3.2.9 Slim en veilig varen Het thema slim en veilig varen is al beperkt aan bod gekomen, data wordt echter niet alleen gebruikt om prestaties van producten en van schepen op incrementele wijze te verbeteren. Gebruik van data draagt ook bij aan het verbeteren van de veiligheid en effectiviteit. Een ander belangrijk thema is multifunctioneel gebruik van schepen. Schepen worden zo ontworpen dat deze voor meerdere taken ingezet kunnen worden. Een treffend voorbeeld hiervan is de Pioneering Spirit59: Dit bijzondere schip vestigde een record door een boorplatform van 22.000 ton in één keer op het onderstel te zetten. Hiermee werd het schip niet ingezet voor decommissioning, maar juist voor installatie. Het schip is echter ook inzetbaar voor het leggen van pijpleidingen. In de maritieme sector is ook de doorgezette trend van digitalisering zichtbaar, bijvoorbeeld op het vlak van autonoom varen. Verschillende partijen uit de Maritime Delta zijn actief in het nationale Joint Industry Project Autonoom Varen60. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft onlangs ook een ‘floating lab61’ beschikbaar gesteld, waarop ondernemers autonome systemen kunnen testen aan boord van het schip RPA-3. Binnenvaartondernemer ‘Shipping Factory62’ uit Papendrecht haalde onlangs eveneens het nieuws met de ambitie om binnen vijf jaar een autonoom varend binnenvaartschip te realiseren. Een andere trend die zich doorzet is de bewustwording en kennisdeling op het vlak van cyber security. Hoewel dit weinig genoemd werd door de respondenten, zijn er sinds de MDM 2015 wel diverse initiatieven ontplooid. Een voorbeeld daarvan is het Dare2Cross event ‘Offshore meets Cyber Security’63 en de samenwerking FERM Rotterdam64.
56 57 58 59 60 61 62 63 64
European Commision: https://ec.europa.eu/inea/en/connecting-europe-facility Wageningen University: https://www.wur.nl/en/project/GASDRIVE-2.htm EICB: https://www.eicb.nl/projecten/prominent/ Allseas: https://allseas.com/equipment/pioneering-spirit/ Autonomus shipping: www.autonomousshipping.nl Smash: Floating Lab Shipping Factory: Partnership in autonoom varen Innovation Quarter: https://www.innovationquarter.nl/nieuws/dare2cross-offshoreenergy-meets-cybersecurity/ FERM Rotterdam: https://ferm-rotterdam.nl/nl/wat-ferm
Maritime Delta Monitor 2018
46
3.2.10 Effectieve infrastructuur Het thema ‘effectieve infrastructuur’ is vooral relevant is voor de logistiek en de havens. In de interviews is dit onderwerp niet vaak genoemd, met uitzondering van één technologie: blockchain. Blockchain-technologie maakt het mogelijk om data te verzamelen in een centrale database, een soort gedistribueerd grootboek, dat transacties registreert. Pakketjes van data in een blockchain, zogenaamde ‘blocks’, worden digitaal opgeslagen en kunnen niet worden gewijzigd. Voor de overslag van goederen en alle papieren administratie kan blockchain een enorme impact hebben, omdat het vertragingen vermindert en de noodzaak van tussenpersonen weg neemt. Met name voor de maritieme dienstverleners is blockchain van interesse, denk hierbij aan verzekeraars van ladingen, inspectiediensten, maar ook klassebureaus. In de Maritime Delta zijn verschillende partijen bezig met onderzoek naar de toepassing van blockchain. Dit gebeurd in het Blocklab65, een fieldlab gericht op het identificeren van geschikte cases voor energie en logistieke toepassingen. Ook havenbedrijven kijken intensief naar de mogelijkheden die ontstaan op het gebied van digitalisatie en data. Zij maken voornamelijk gebruik van data om logistieke efficiëntie te verhogen. Een voorbeeld hierbij is de nieuwe (april 2018) digitale applicatie Pronto66, die een efficiencyverbetering van 20% en een reductie in CO2 uitstoot moet opleveren. Pronto zorgt ervoor dat de haventerminals beter zijn bezet en dat allerlei diensten aan het schip, zoals bunkering, onderhoud en bevoorrading nauwkeurig kunnen worden gepland en op elkaar afgestemd.
3.3
Financiering & investeringen In dit deel wordt besproken waar investeringen op gericht zijn, hoe men aan kijkt tegen R&D investeringen en hoe de beschikbaarheid van kapitaal is.
3.3.1 Investeren in innovatie Zowel MKB als de grote organisaties geven aan dat investeringen over de afgelopen jaren vrij stabiel zijn gebleven. Wel moet hierbij de kanttekening gemaakt worden dat investeringen in locatie of andere assets een grote piek met zich mee brengen, maar over het algemeen blijven de onderliggende investeringen gelijk. Sinds 2014 is er voornamelijk geïnvesteerd in locatie, productontwikkeling en personeel. De hoeveelheid van de investeringen sinds 2014 variëren bij MKB tussen een half miljoen euro tot 7 miljoen euro . Grote organisaties investeerden tientallen miljoenen euro’s in deze periode. In de toekomst verwachten bedrijven in de Maritime Delta meer te gaan investeren, ook hier zitten plannen bij om in locatie uit te bouwen en daarnaast gaat er grotendeels geïnvesteerd worden in product- en dienstontwikkeling. Ook is de toename van investeringen afhankelijk van het segment waarin men opereert. Het grootste deel van de investeringen heeft plaatsgevonden in de regio (Gemiddeld 85% van de investeringen). In de investeringen vindt niet echt een verschuiving plaats. Wel geven de bedrijven aan dat er net als twee jaar geleden voornamelijk ingezet op investeringen in assets en digitale innovatie.
65 66
http://www.blocklab.nl/ Port of Rotterdam: Havenbedrijf Rotterdam lanceert nieuwe digitale applicatie Pronto
Maritime Delta Monitor 2018
47
Het effect van de – in veel segmenten - aantrekkende markt is terug te zien in de piekinvesteringen in locaties en andere vaste activa. Veel bedrijven hebben faciliteiten uitgebreid of zijn van plan dat op korte termijn te gaan doen. Dit geldt voor verschillende segmenten, zoals jachtbouw, binnenvaart en visserij. Hierbij moet vooral worden gedacht aan het verhogen van de productiecapaciteit en het upgraden van de faciliteiten om grotere of meer complexe schepen te kunnen bouwen. Deze investeringen vallen niet of voor maar een klein deel onder de RD&I investeringen, omdat dit geen nieuwe innovatie methodes betreft om schepen te bouwen. Alle ondernemingen geven aan de focus te houden op de huidige productmarkten die zij bedienen. Bij de MKB’ers valt het op dat zij veelal zich nog specifieker gaan richten op de huidige productmarkt en kiezen in toenemende mate voor specialisatie. De grotere ondernemingen geven aan open te staan voor nieuwe ontwikkelingen en markten die zij bij hun huidige portfolio of corebusiness kunnen betrekken. “Wij vinden liever zelf de concurrent uit dan dat anderen dit doen.” Deze quote heeft met name betrekking op het feit dat grotere ondernemingen zo nu en dan nieuwe markten moeten betreden die overlappend zijn met hun huidige business. Een voorbeeld hierbij is de verschuiving naar elektrisch varen als de corebusiness dieselmotoren is.
3.3.2 Toegang tot kapitaal De toegang tot kapitaal wordt in de Maritime Delta regio als positief ervaren. De financiering van schepen en innovaties wordt voornamelijk met eigen vermogen en door privé investeerders gefinancierd. Daarnaast wordt er gewerkt met financiële instellingen (als banken en Atradius), aandeelhouders en subsidies. Eigen vermogen en private investors Vooral de grotere ondernemingen hebben geld om projecten met eigen vermogen te kunnen dekken. Naast het eigen vermogen dat zij investeren in projecten wordt er gebruik gemaakt van commerciële banken en particuliere investeerders. De voornaamste reden waarom er bij deze organisaties genoeg eigen vermogen aanwezig is om (grote delen van) innovatieve projecten te kunnen investeren is doordat een groot deel van de winst wordt terug gestoken in productontwikkeling. De kleinere ondernemingen moeten het vooral hebben van commerciële banken, Atradius en subsidies wanneer zij projecten moeten voorfinancieren. Ook merken zij op, dat de toegang tot kapitaal over het algemeen goed is. Samenwerking door subsidies De ondernemingen in de Maritime Delta regio geven bijna allemaal aan betrokken te zijn in verschillende samenwerkingen met partijen zowel uit de sector als cross sectoraal. Wanneer dit soort samenwerkingen worden gedaan, wordt dit meestal gedaan met behulp van subsidies. Toch zijn de Nederlanders op het gebied van samenwerking in het belang van het gehele scheepsbouwcluster niet de koploper in Europa. Een belangrijke concurrent op het gebied van samenwerking is het maritiem cluster in Noorwegen67. De Noren vormen samen een internationaal competitief, expertise gebaseerde industrie. Dit doen zij door zeer nauwe samenwerking tussen scheepswerven, toeleveranciers, kennisinstellingen, scheepseigenaren, classificatiebureaus en financiële instituties. Door deze nauwe samenwerking zijn zij in staat om gunstige financiële voordelen te bieden aan klanten.
67
http://www.norwayexports.no/sectors/articles/norways-maritime-cluster/
Maritime Delta Monitor 2018
48
Een voorbeeld van een gunstige financiële regeling is een leengarantie tot maximaal 10 miljard Noorse Kronen wanneer een schip op een Noorse werf wordt besteld en in Noorwegen gebruikt gaat worden (NOK 10 Bilion scheme68). De regeling wordt gebruikt voor vissersschepen, ferries, wellschepen69 en hogesnelheidsboten en is ingesteld door de Noorse overheid om de bouw van schepen te stimuleren om ervoor te zorgen dat Noorwegen vitale kennis op het gebied van scheepsbouw behoud. Belemmeringen bij het verkrijgen van kapitaal Zoals hiervoor beschreven ervaren de respondenten de toegang tot kapitaal over het algemeen als goed. Wanneer er wel belemmeringen of vertragingen bij het verkrijgen van kapitaal worden ervaren heeft dit voornamelijk te maken met de duur van het proces; van aanvraag van kapitaal tot het moment dat het kapitaal beschikbaar is. Ook het gebrek van het durven nemen van ondernemingsrisico kan investeringen tegen houden. De duur van het proces bij zowel de aanvraag van financiën bij commerciële instellingen als bij subsidies is gemiddeld redelijk lang. Dit zit vaak niet de bedrijfsvoering in de weg aangezien hierop geanticipeerd wordt, maar dit zou wel een stuk sneller kunnen wanneer er minder wordt vastgehouden aan regelgeving en bureaucratie en meer ondernemersrisico wordt genomen. Ook noemen de grote ondernemingen dat wanneer er eigen vermogen of kapitaal gebruikt wordt er ook tegen interne hindernissen aangelopen wordt. Er zullen altijd keuzes gemaakt moeten worden waar het geld in wordt geïnvesteerd en het is dus niet altijd mogelijk om alle investeringen die op de wensenlijst staan tegelijkertijd door te voeren. Dit betekent dat af een toe de stekker uit een bepaald project wordt gehaald.
3.3.3 Overheidssteun Organisaties in de Maritime Delta maken goed gebruik van zowel lokale, regionale, landelijke als internationale (Europese) subsidies. Zoals eerder genoemd betreffen de projecten waar subsidies op aangevraagd worden vaak samenwerkingsprojecten. De meest gebruikte regeling is de WBSO, daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een grote verscheidenheid aan subsidie-instrumenten en fiscale instrumenten die gericht zijn op innovatie en duurzaamheid. De genoemde subsidies zijn TENT, subsidies uit het Europese programma Horizon 2020, STW take off fase 1 en 2, MIT R&D samenwerking, Linked to Innovate, Deal en de Hernieuwbare Energieregeling. En genoemde fiscale regelingen zijn: RDA en de Innovatiebox. Nederlandse bedrijven werken goed samen met de overheid op het gebied van subsidies en andere financiële instrumenten. Wel zijn er een aantal bedreigingen. Chinese werven (en toeleveranciers) worden bijvoorbeeld zwaar gesubsidieerd en overeind gehouden door de Chinese overheid (staatsteun). Dit zorgt ervoor dat Chinese werven en toeleveranciers goedkopere schepen en scheepsonderdelen kunnen aanbieden en dat er een vorm van oneerlijke concurrentie heerst op dit moment. Volgens een artikel zou de kostenbesparing door subsidies van de Chinese overheid bij scheepswerven tussen de 13 en 20% liggen70. Sterk staan binnen Europa Ook binnen Europa ontstaat er steeds meer concurrentie. Subsidies als de SDS-regeling zijn daardoor van cruciaal belang om risicovolle innovaties mogelijk te maken. Wel geeft een respondent aan dat meerdere landen een vorm van een SDS-regeling hebben, maar als Nederland 68 69 70
Noorse Ministerie: https://www.eksportkreditt.no/en/2017/10/12/new-ship-financing-scheme/ Vissersboten met tanks of andere opslagruimten om vissen levend te kunnen transporteren Micronomic Insights: Geheime Chinese subsidieregelingen
Maritime Delta Monitor 2018
49
– op het gebied van innovatie – voor wil blijven op de concurrentie zal er publiek-privaat moeten worden samengewerkt. En zal innovatie meer gestimuleerd moeten worden, door unieke subsidieregelingen of andere vormen van (onderscheidende) ondersteuning aan te bieden aan de Nederlandse maritieme industrie. Er is een goed Nederlands innovatiebeleid nodig en er zal meer kracht in het topsectoren beleid moeten worden gestopt. Subsidies in de praktijk Door dit rapport heen zijn meerdere projecten geïllustreerd die gebruik maken van diverse fiscale en financiële regelingen. Opvallend is dat bij al deze voorbeelden minimaal 3 partijen betrokken zijn en dit geeft ook wel aan dat samenwerking op het gebied van innovatie een must is. JIP Autonoom Varen is hier een goed voorbeeld van: JIP Autonoom Varen Het Joint Industry Project Autonomous Shipping71 (JIP Autonomous Shipping) is een nationaal project dat zich richt op een belangrijke ontwikkeling in de maritieme sector: varen zonder bemanning. In de JIP Autonoom Varen werken bijna twintig partijen (bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen én overheden) samen aan een twee jaar durend praktijkgericht onderzoek. Doel van dit onderzoek: de integratie en demonstratie van bestaande, beschikbare technologieën die nodig zijn om autonoom te kunnen varen.
Voorbeelden van andere subsidieprojecten op Europese (Horizon 2020) basis zijn: Leanships Leanships72 is een Europees Horizon 2020 innovatie project dat zich richt op het demonstreren van de effectiviteit en de betrouwbaarheid van energie besparende en emissie reducerende technologieën. Het project ondersteunt ontwikkelingen die nieuwe en bestaande schepen efficiënter en minder uitstotend maken.
NOVIMAR Het NOVIMAR-project73 is eveneens een Europees H2020 project waarin in vier jaar tijd een geheel nieuw transportconcept voor vervoer over water gebaseerd op platooning wordt ontwikkeld; de Vessel Train. Een bemande ‘Leader Vessel’ wordt daarbij gevolgd door één of meer ‘Follower Vessels’ met minder of zelfs zonder bemanning. Het verwachte kostenvoordeel zal het gebruik van kleinere schepen rendabeler maken.
Tevredenheid financieringsinstrumenten Over het algemeen zijn bedrijven tevreden over de financieringsinstrumenten en regelingen die beschikbaar zijn en wordt hier dankbaar gebruik van gemaakt. Bij de meeste bedrijven sluiten de financiële instrumenten goed aan op de behoefte die zij hebben. Wel geven zij hierbij aan dat veel financieringsinstrumenten een grote administratieve last met zich meebrengen, maar dit vinden zij meer dan logisch aangezien zij beseffen dat uitgeven van publiek geld goed verantwoord moet worden. “Wat logisch is, want gratis geld bestaat natuurlijk niet.” Sommige ondernemingen vinden de complexiteit en de regels die aan subsidies vast zitten te complex en zien om deze reden hiervan af, maar dit is geconstateerd bij slechts enkele van de geïnterviewde bedrijven. Wat nog ontbreekt zijn subsidies voor bedrijven die buiten de standaard bedrijfsvorm of werkwijze vallen. Een voorbeeld hierbij is een subsidie waarbij binnen een bepaalde tijd tot een contract moet worden gekomen om in aanmerking te komen voor de subsidie. Bij meer gecompliceerde projecten 71 72 73
NMT: https://maritimetechnology.nl/projecten/jip-autonomous-shipping/ Lean Ships: https://www.leanships-project.eu/home/ Novimar: https://novimar.eu/
Maritime Delta Monitor 2018
50
is het ondertekenen van een contract binnen de termijn die gesteld wordt niet haalbaar. Een ander voorbeeld is de WBSO die niet geldt voor ingeleende krachten of werk dat uitbesteed wordt. Ook is er nog geen innovatieondersteuning voor projecten die bestaan uit een combinatie van bestaande technieken of procesinnovatie.
3.4
Vestigingsklimaat & regelgeving In deze paragraaf wordt ingegaan op de Maritime Delta regio als vestigingslocatie. Verwachten bedrijven in de regio gevestigd te blijven of overwegen ze (onderdelen) te verplaatsen naar andere regio’s/ landen en wat is de motivatie.
3.4.1 Alles aanwezig in de regio De reden dat bedrijven binnen de Maritieme Delta gevestigd zijn, is in vrijwel alle interviews gerelateerd aan de ontstaansgeschiedenis van een bedrijf. Met de aanwezigheid van de Rotterdamse haven en rivieren naar het achterland is het van oudsher de regio voor scheepvaart en maritieme industrie. Die aanwezigheid blijft, ook vandaag de dag, bedrijven naar de regio trekken. Aanwezigheid van haven, reders, werven, toeleverende bedrijven, diensteverleners en kennis-en onderwijsinstellingen speelt voor veel respondenten een belangrijke rol in het succes van de Maritieme Delta regio. Naast aanwezigheid van maritieme bedrijven, is ook de toegankelijkheid en betrouwbaarheid van de overheid op het gebied wet en regelgeving binnen Nederland een reden tot een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Het is belangrijk voor de bedrijven om een stabiele basis te hebben op het gebied van regelgeving en ondersteuning en dit is wat de Maritieme Delta regio kan bieden. Eén bedrijf heeft zich speciaal vanuit het buitenland in Nederland gevestigd vanwege de mogelijkheden die de maritieme industrie in deze regio biedt. Hoewel bijna alle geïnterviewde internationaal actief zijn, werken de meesten voor het grootste deel samen met bedrijven in de regio. De respondenten geven aan dat tussen de 60 en 70% van de samenwerkingspartners zich in Nederland bevindt waarvan het grootste deel in de Maritieme Delta regio. Dit is met name van belang voor toeleverende bedrijven. Zij worden door de klant gevraagd mee te denken in oplossingen en snel te leveren van goede kwaliteit. Omdat er in de regio veel complexe schepen gebouwd worden, is het zaak om in de nabijheid te zijn van de eindklant, zodat de gevraagde oplossing snel geleverd kan worden. Het betreft niet alleen preferred suppliers voor inkoop, maar ook partners voor innovatietrajecten. Het overgrote deel van de RD&I activiteiten vindt plaats in de Maritieme Delta regio. Van de geïnterviewde kandidaten zijn er geen bedrijven die van plan zijn om de regio te verlaten. Wel zijn er plannen om meer internationaal te gaan werken en de daarbij horende uitbreidingen door te voeren.
3.4.2 Uitblinken in testfaciliteiten Nederland – en vooral de Maritime Delta regio –blinkt uit in de beschikbare testfaciliteiten en de ruimte die havenbedrijven en overheden bieden om te experimenteren. Maasvlakte 2 en het Calandkanaal bieden uitgebreide faciliteiten voor offshore-schepen (maximale diepgang 26 en 23,65 meter en bieden plek aan schepen met een maximale lengte van 380 meter). Daarnaast
Maritime Delta Monitor 2018
51
biedt het Rotterdamse Havenbedrijf ruimte voor allerlei soorten testfaciliteiten op het gebied van offshore wind, olie en gas, hei- en installatietechnieken, kabel leg technieken, turbine testing, drone testing en andere vormen van energieopwekking (zie ook “Winnen op zee”). Het waterloopkundig laboratorium RAMLAB74 is het eerste fieldlab met 3D metaalprinters dat zich richt op haven gerelateerde industrie. RAMLAB bevindt zich in de RDM campus. Ook het eerder genoemde visserij innovatiecentrum in Stellendam (zie de paragraaf “winnen op zee”) is een veel gebruikte locatie die door een publiek-private samenwerking wordt gefinancierd. Ook het Smart Shipping loket van SMASH75 is een testfaciliteit waar maritieme specialisten gebruik van kunnen maken. Dit loket begeleidt experimenten, deelt kennis en helpt bedrijven om samenwerkingspartners te zoeken.
3.4.3 Voedingsbodem voor start-ups Startups met (vaak) innovatieve ideeën zijn afhankelijk van gevestigde organisaties om van kennis, data en testfaciliteiten gebruik te kunnen maken. Ook op financieel gebied is het voor startups een uitdaging om innovaties in de markt te brengen. Een belangrijke speler in de ondersteuning van startups is het Havenbedrijf Rotterdam. Initiatieven als de RDM-campus, PortXL en de Buccaneer worden steeds interessanter (ook voor gevestigde ondernemingen) om bij betrokken te zijn. Naast dit soort initiatieven wordt er ook door grote ondernemingen steeds vaker het initiatief genomen om test faciliteiten, kennis of data aan te bieden aan startups. Een voorbeeld hierbij is het uitlenen van een schip om op zee een technologie te kunnen testen met betrekking tot het kunnen voorspellen van golfbewegingen. Ook veel kennisinstellingen zien er waarde in om betrokken te zijn bij startups. Een van de, zo niet de belangrijkste ‘toeleverancier’ van startups in de maritieme sector is de TU Delft. Bedrijven als Ampelmann, Next Ocean, We4Sea, 4FOLD, AeroVinci en Airborne Composites zijn allemaal voortgekomen uit oud-studenten van de TU Delft. Rondom de TU Delft ontstaat hierdoor een ware hub van startups aldus een interview kandidaat. Het is niet alleen nuttig om kennisinstellingen als de TU Delft in de buurt te hebben voor startups, maar ook de samenwerking met andere startups biedt toegevoegde waarde voor startups.
3.4.4 Overheid als facilitator De bedrijven in de Maritime Delta zijn over het algemeen tevreden over de manier waarop zij gesteund worden door lokale, regionale en landelijke overheid. Zij beschouwen hen – voornamelijk op lokaal en regionaal gebied – als goede samenwerkingspartners. Sommige bedrijven hebben zelfs bij de lokale of regionale overheid een aan hen toegewezen aanspreekpunt. Ze zijn hierover zeer tevreden over aangezien dit communicatie sneller en gemakkelijker maakt. Er is behoefte uitgesproken aan stimuleren van investeringen in innovatie in plaats van het opleggen van wet en regelgeving. En er kan beter gebruik worden gemaakt van slimme stimulering van innovatie: “Er zullen slimme (financiële) oplossingen moeten worden bedacht”. Een voorbeeld van een dergelijke regeling is een heffing op vervuilende schepen waarvan de opbrengst in een fonds wordt gestopt om vervolgens uit dit fonds vergroeningsinitiatieven te financieren.
74 75
RAMLAB: http://www.ramlab.com/ SMASH: https://smashnederland.nl/
Maritime Delta Monitor 2018
52
Daarnaast werd als belangrijk punt genoemd dat overheden in de ogen van ondernemers op dit moment naar verhouding te veel bezig zijn met wet en regelgeving (rond nieuwe ontwikkelingen) en (nog) te weinig met acquisitie en promotie van de maritieme sector. “Minder handhaven en meer acquisitie en promotie van regionale overheid”
Bedrijven vragen om een meer proactieve houding in plaats van reactief. De manier waarop dit gedaan kan worden is door:
Het ondersteunen en promoten van cross-sectorale initiatieven
Blijven promoten van de beschikbare instrumenten
Creëren van innovatiehubs
Stimuleren van kwalitatief goede opleidingen en instroming hierin
Meer faciliteren in matchmaking en de juiste partijen hierbij betrekken
Subsidies voor innovaties in stand te houden of te verhogen
Meer slagvaardigheid en ondernemerschap vanuit regionale overheden bij initiatieven vanuit de bedrijven, hierbij kan specifiek op de maritieme sector gerichte regelgeving helpen.
Organisaties als Innovation Quarter en initiatieven voor het stimuleren van netwerken (zowel binnen de sector als cross-sectoraal) helpen om ontwikkelingen en innovatie te bevorderen. Wel maken sommige respondenten de kanttekening dat de verantwoording om te verduurzamen en te innoveren bij het MKB zelf hoort te liggen. Naast deze initiatieven is het belangrijk dat samenwerking tussen lokale, regionale en landelijke overheden en brancheverenigingen en kennisinstellingen bevordert wordt. Hierdoor wordt ook matchmaking binnen en promotie van de sector gestimuleerd.
3.5
Vergroening & energietransitie In deze paragraaf wordt besproken in welke mate de regio actief is het ontwikkelen van innovatie en het toepassen van innovatie ten behoeve van de energietransitie. Op welke projecten richt zich men, welke samenwerkingsverbanden zijn er en welke obstakels bedrijven ondervinden om de energietransitie te laten slagen (bijvoorbeeld belemmerende wet- en regelgeving).
3.5.1 Vergroening van de scheepvaart Vergroening en energietransitie zijn niet hetzelfde. Voor maritiem staat centraal de vergroening van de scheepvaart. Het streven is om zowel de CO2-uitstoot als de uitstoot van emissies met meer lokale effecten, zoals NOx, SOx en fijnstof te verminderen. Dat begint bij het vaargedrag van de bemanning van schepen. Die wordt daarnaast gerealiseerd in een aantal technische stappen: 1. verminderen van energiebehoefte van schepen door bijvoorbeeld andere rompvormen en voortstuwers 2. efficiëntere energiesystemen aan boord 3. gebruik van alternatieve schone brandstoffen en 4. nabehandeling van uitlaatgassen. Zie paragraaf ‘schone schepen’ voor verschillende voorbeelden van vergroeningsprojecten die op dit moment relevant zijn. Een belangrijke ontwikkeling sinds de vorige monitor is dat het einddoel van emissievrij varen als meer realistisch wordt gezien. Denk aan initiatieven als die van Portliner en Skoon (zoals eerder in
Maritime Delta Monitor 2018
53
dit hoofdstuk toegelicht). maar ook onderzoek bij de TU Delft en een recent opgestart programma emissievrij varen bij MARIN. Deze trend zal de komende jaren doorzetten. Dominante factoren voor introductie van deze duurzame oplossingen zijn:
Regelgeving
Incentives door bijvoorbeeld havenbedrijf
Financiële instrumenten (subsidies, fondsen, fiscale maatregelen, garantiestellingen)
Infrastructuur voor elektrische energie en schone brandstoffen
Schaalvergroting en kostenverlaging
3.5.2 Groene voortstuwing en uitstoot De voortstuwing of brandstof die over 30 jaar gebruikt gaat worden is voor de maritieme sector op dit moment nog een groot vraagteken. Op dit moment lijken rederijen te kiezen voor LNG en Scrubbers om aan regelgeving van 2020 te voldoen. De laatste tijd is er een scherpe groei in de vraag naar scrubbesr (alleen al 71 scrubbers in mei 2018). Ook heeft Bilfinger aangegeven op zijn minst 42 (Griekse) schepen te gaan voorzien van scrubbers. Het leeuwendeel van de scrubberinstallaties (60%) worden momenteel geïnstalleerd door Aziatische werven. Ook binnen de Maritime Delta zijn de eerste tekenen van scrubbers te bekennen, namelijk Verolme die op 1 augustus 2018 de eerste van een serie van vijf scrubbers heeft geproduceerd. Een interessant feit hierbij is dat dit op moment van schrijven de grootste scrubbers ter wereld zijn. De verwachting van de EGCSA (Exhaust Gas Cleaning Systems Association) is dat er in de komende 5 jaar meer dan 20 miljard dollar in scrubbers geïnvesteerd gaat worden. Ook LNG lijkt op dit moment de keuze voor rederijen te zijn om te voldoen aan IMO 2020 regelgeving. In 2018 zijn er tot en met juli 30 grote LNG tankers besteld. Opvallend hierbij is dat al de opdrachten voor deze dertig schepen naar Koreaanse werven zijn uitgegaan. Dit heeft volgens analisten voornamelijk te maken met de opgebouwde kennis op dit gebied, de technologieën die zij kunnen bieden en de competitieve prijzen die zij aanbieden. Toch is LNG volgens de deelnemers aan dit onderzoek slechts een transitiebrandstof om aan de regelgeving van de IMO te kunnen voldoen. De daadwerkelijke brandstof die over dertig jaar gebruikt gaat worden durven zij nog niet te raden. Wat zijn de opties? LNG, CNG, Methanol, Gas to liquid (GtL), waterstof, Wind, elektriciteit – batterijen / solar en hybride systemen. Op het gebied van al deze aandrijvingen wordt op dit moment onderzoek gedaan door verschillende toeleveranciers, werven en kennisinstellingen. Enkele voorbeelden zijn: De Energy Observer Het eerste schip van de wereld met een brandstofcel (22kW) voor ‘groene waterstof’. Het is een omgebouwde catamaran die vol ligt met zonnepanelen en twee windturbines. Op dit moment is de Energy Observer bezig om een ontdekkingsreis (van 6 jaar) rond de wereld te maken. Op dit schip wordt zeewater gebruikt om zuurstof en waterstof te maken. Een tegenvaller is dat het waterstof alleen gebruikt wordt wanneer er geen wind of zon is en de batterij leeg is. De bouw van dit schip heeft plaatsgevonden in Canada.
Elektrisch binnenvaartschip Dit project is al eerder benoemd in ‘Schone Schepen’. Het eerste elektrische binnenvaartschip van Nederlandse makelij. Als dit een succes is dan volgen er als het goed is nog 10. Deze technologie neemt voornamelijk als voordeel met zich mee dat deze pilot laat zien dat mogelijk ook bestaande schepen
Maritime Delta Monitor 2018
54
kunnen worden omgebouwd tot elektrische schepen. Dit is dus mogelijk een belangrijke stap voorwaarts. De opdrachtgever van het project is van mening dat de ultieme oplossing voor het emissieprobleem gebruik van waterstof -voor vermogens tot 400 kW een realistische volgende stap is in de elektrificatie.
Hybride schepen voor Rijkswaterstaat Maart 2018 is het eerste duurzame en multifunctionele schip voor Rijkwaterstaat te water gelaten. Het schip is de eerste van de drie MPV 30’s (Multi Purpose Vessel). De schepen gaan hybride varen en kunnen dagelijkse werkzaamheden op oplaadbare batterijen uitvoeren. Daarnaast is de hydrodynamica van de romp zo ontworpen dat er een lage weerstand in het water ontstaat, waardoor het schip nog minder energie verbruikt. Daarbij zorgen zonnepalen voor de energievoorziening van de bemanning.
3.5.3 Energietransitie De energietransitie in de Maritieme Delta is veel breder en omvat alle processen in de omschakeling van fossiele energie naar opwekking en gebruik van duurzame energiebronnen. Voorbeelden zijn de snelle groei van windmolenparken op zee en de opkomst van biobrandstoffen en waterstof. De maritieme industrie levert daaraan een belangrijke bijdrage. Anderzijds helpt de brede energietransitie bij het verbeteren van infrastructuur voor bijvoorbeeld bio brandstoffen en waterstof. De beschikbaarheid van een infrastructuur in de vorm van een netwerk van bunkerpunten met deze brandstoffen is een noodzakelijke voorwaarde voor versnelling van de vergroening van de scheepvaart. Door de infrastructuur voor verschillende soorten gebruikers beschikbaar te maken kan schaalvergroting worden gerealiseerd die nodig is om de kostprijs te drukken. De versnelling van de aanleg van windmolenparken op zee kan ook bijdragen aan de vergroening van schepen door bijvoorbeeld bij uitgifte van vergunningen voor windparken eisen te stellen aan het duurzaam uitvoeren van installatie van en onderhoud aan windmolens. Hiermee wordt toepassing van schone technologie aan boord van schepen gestimuleerd.
3.5.4 Stimuleren van vergroening en energietransitie Vergroening/ energietransitie is een van de belangrijkste vormen van innovatie op dit moment. Bijna alle oplossingen (innovaties) die worden bedacht hebben betrekking op energietransitie of het verduurzamen van scheepvaart. In het proces naar vergroening zijn er een aantal belangrijke stimuli, die er voor zorgen dat vergroening geactiveerd wordt of versneld wordt. Als eerste is samenwerking, zowel binnen de sector als cros-sectoraal, de sleutel tot zowel innovatie als verduurzaming. Door gesubsidieerde samenwerkingen zoals in paragraaf ‘subsidies in de praktijk’ zijn benoemd ontstaan nieuwe denkwijzen en technologieën die de maritieme industrie vooruit helpen. Naast samenwerking is ook (wereldwijde) regelgeving een positieve stimulans. Een voorbeeld hierbij is wet en regelgeving van de IMO 76 (International Maritime Organization); die vanaf 1 januari 2020 een maximum zwavel uitstoot van 0,50% toestaat. Verder in de toekomst ziet de IMO zelfs een emissieloze scheepvaart gerealiseerd. De rederijen moeten voldoen aan deze eisen en zoeken naar efficiënte en betaalbare oplossingen. Als laatst speelt de eindgebruiker of de klant een belangrijke rol. De scheepsbouwindustrie is uiteindelijk een producent die maakt wat de klant vraagt.. De scheepvaartondernemingen kunnen veel meer doen aan duurzaamheid. Door bijvoorbeeld schepen voor specialistische taken te optimaliseren. Of door inspiratie op te doen bij pioniers en bij de maakindustrie. Kennisdeling 76
http://www.imo.org/en/Pages/Default.aspx
Maritime Delta Monitor 2018
55
draagt ook bij aan vergroening, bijvoorbeeld in het Platform Schone Scheepvaart. Wel geven de bedrijven aan altijd duurzaamheid en innovatie te stimuleren bij klanten aangezien dit voor hen vaak ook voordelen heeft, zoals: naamsbekendheid, imago en het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden op het gebied van dit soort innovaties.
3.5.5 Belemmeringen voor vergroening De uitvoering van regelgeving die is ondergebracht bij classificatiebureaus kan ook een innovatieremmer zijn. Classificatiebureaus brengen vaak controles of inspecties onder bij commerciële partijen die niet bereid zijn om enig ondernemersrisico te nemen en niet de kennis hebben om nieuwe technologieën (goed) te kunnen beoordelen. Bestaande regelgeving is in het algemeen niet geschikt voor innovatieve ontwikkelingen, waardoor voor elke innovatie een risico analyse moet worden gedaan. Dit is en kostbaar en langdurig traject doordat zij gebrek aan kennis hebben en de risico’s niet goed kunnen inschatten voelt alles als een risico en wordt er risicomijdend gedrag vertoond. Er is een inspanning noodzakelijk om de classificatietrajecten te verkorten en meer af te stemmen op de snelle innovatieve ontwikkelingen in de sector.
Ook staan de risico’s verbonden aan duurzaamheid innovaties nauwelijks in verhouding met de businesswaarde die het oplevert. Er moeten grote investeringen worden gedaan, maar de beloning die bedrijven hiervoor terugkrijgen is relatief beperkt. Vaak is de terugverdienperiode lang of is het de vraag of het geld dat geïnvesteerd wordt überhaupt wordt terugverdient aangezien de toekomst – onder andere op het gebied van wet en regelgeving – nog onzeker is.
Maritime Delta Monitor 2018
56
4
Vergelijking maritieme clusters in NoordwestEuropa
Doel van dit deel van het onderzoek is een vergelijking te maken tussen het Nederlandse maritieme cluster in Zuid-Holland en diverse andere maritieme clusters in Noordwest-Europa. Het gaat om de volgende maritieme clusters:
Het maritieme cluster in Vlaanderen
Het maritieme cluster in Noord – Duitsland
Het maritieme cluster in Denemarken
Het maritieme cluster in Noorwegen
Het maritieme cluster in Zuidoost – Verenigd Koninkrijk
Het maritieme cluster in Noordwest – Frankrijk
Deze clusters zijn in meer of mindere mate vergelijkbaar met het Zuid-Hollandse maritieme cluster en doel van deze vergelijking is om een nadere specificatie van karakteristieken van de respectievelijke clusters te geven. Deze karakteristieken bieden handvatten om de sterktes en zwaktes van het Nederlandse maritiem cluster aan te geven en een advies te geven waar mogelijke kansen liggen. Het is niet de bedoeling van deze vergelijking om een volwaardig advies te geven over de te nemen stappen met het Nederlandse cluster, maar geeft een idee voor een mogelijke richting.
4.1
Resultaten op hoofdlijnen Het Nederlandse maritieme cluster concurreert op een aantal sectoren met andere clusters in Noordwest Europa. Tabel 4 geeft een overzicht weer voor de vergelijking van de maritieme clusters op het gebied van de volgende sectoren: havenclusters, offshore, maritieme toeleveranciers, scheepsbouw, zeevaart, waterbouw, maritieme dienstverlening (incl. kennisinstituten), binnenvaart, Koninklijke Marine, maritieme maakindustrie en visserij. De afbakening van de verschillende sectoren is gebaseerd op basis van de maritieme monitor, identiek aan de sectorale afbakening in de rest van het onderzoek en toegevoegd in de bijlage van dit rapport. Qua havens zijn naast Nederland, de Noord-Duitse en Vlaamse havens de belangrijkste havenclusters in Noordwest Europa. Op het gebied van offshore zijn de Scandinavische landen Denemarken en Noorwegen belangrijke clusters, zowel op het gebied van traditionele fossiele brandstoffen alsook op het gebied van offshore wind. Op dit moment wordt de offshore sector nog voornamelijk gedomineerd door olie en gas, maar vormt offshore wind een belangrijke kans richting de toekomst. Maritieme toeleveranciers clusteren zich voornamelijk in Noord-Duitsland, waar ook de zeevaart een belangrijke component is. Naast Noord-Duitsland is ook in Noorwegen veel zeevaart activiteit te vinden. Op het gebied van waterbouw is het Nederlandse cluster, samen met het Vlaamse cluster toonaangevend. Grote bedrijven als van Oord en DEME zijn belangrijke spelers wereldwijd. Maritieme dienstverlening clustert zich op meerdere plekken binnen Noordwest Europa, waarbij Zuidoost – Verenigd Koninkrijk, met Londen als grote hub, eruit springt. Qua binnenvaart is het Nederlandse maritieme cluster dominant in Europa, waarbij ook in België en Duitsland het binnenvaart vervoer een relatief belangrijke modaliteit is. Marine is, voor zover bekend en
Maritime Delta Monitor 2018
57
meegenomen in deze analyse, veelal geclusterd in Noord-Duitsland en Noordwest-Frankrijk. De maritieme maakindustrie vindt primair plaats in Nederland, Noord-Duitsland en Noorwegen. Visserij clustert zich in Noorwegen (fish farming), maar ook in Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. In het algemeen kan worden geconstateerd dat het Nederlandse maritieme cluster vooral concurreert met het Noord-Duitse en Vlaamse cluster, in die volgorde. Qua haven en waterbouw is het Vlaamse cluster de belangrijkste concurrent, maar op het gebied van maritieme toeleveranciers, scheepsbouw en maritieme maakindustrie vormt het Noord-Duitse cluster de grootste bedreiging. Binnen andere sectoren zijn andere maritieme clusters in Noordwest-Europa beter gepositioneerd, zoals de offshore in Scandinavië of de zeevaart in Noorwegen en NoordDuitsland. Tabel 4.1
Kenmerken analyse maritieme clusters
Onderscheiden clusters voor analyse
Onderscheiden sectoren voor analyse
Zuid-Holland
Havencluster
Vlaanderen
Offshore
Noord-Duitsland
Maritieme Toeleveranciers
Denemarken
Scheepsbouw
Noorwegen
Zeevaart
Zuid Oost – Verenigd Koninkrijk
Waterbouw
Noordwest Frankrijk
Maritieme Dienstverlening Binnenvaart Marine Maritieme Maakindustrie Visserij
De vergelijking heeft het de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende clusters in kaart gebracht. Op een aantal vlakken is het Nederlandse maritieme cluster een van de dominante clusters in deze geografische regio, waar binnen andere sectoren andere clusters in NoordwestEuropa een competitief voordeel hebben. Het blijft uiteindelijk een politieke keuze om te kiezen voor een diversificatie of specialistische strategie, maar gebaseerd op deze vergelijking lijkt het efficiënter en effectiever om in te zetten op bepaalde sectoren, zoals de havens of de waterbouw. Er is in deze vergelijking geen uitsplitsing gemaakt naar gerealiseerde toegevoegde waarde per sub sector, zoals bijvoorbeeld wel in de maritieme monitor wordt gedaan, maar de gerealiseerde toegevoegde waarde kan een andere onderbouwing vormen voor de focusgebieden. Interessante constatering is dat in Noorwegen er diverse (financiële) ondersteuningsmogelijkheden zijn voor bedrijven in de maritieme sector. Dit soort initiatieven en bedrijven zijn er ook wel in andere maritieme clusters uit de vergelijking, maar op minder grote schaal. Deze ondersteuning zorgt er mede voor dat het Noorse maritieme cluster binnen bepaalde sectoren een van de belangrijke clusters is. Er is geen causaal verband aangetoond in deze vergelijking, maar het is een interessant gedachtegoed en een verder onderzoek naar hoe deze ondersteuning in Noorwegen exact geregeld is en in welke mate dit verschilt van bijvoorbeeld Nederland, kan interessante handvatten opleveren voor het eventuele Nederlandse beleid.
Maritime Delta Monitor 2018
58
4.2
Het maritieme cluster in Zuid-Holland Eerste cluster wat besproken wordt is het maritieme cluster in Zuid-Holland. Kern van dit maritieme cluster wordt gevormd door de grootste haven van Europa, Rotterdam, maar het cluster bestaat daarnaast uit meerdere componenten. De maritieme maakindustrie – denk bijvoorbeeld aan offshore en baggerschepen of superjacht bouw - en toeleveranciers aan het maritieme netwerk zijn ook belangrijke componenten in het maritieme cluster. Ook op het gebied van offshore en waterbouw is het cluster relatief sterk. Ook op het gebied van binnenvaart is het Nederlandse cluster sterk; binnen Europa maakt Nederland het meest gebruik van binnenvaart als vervoersmodaliteit. De haven van Rotterdam vormt een belangrijke verbindende link in veel maritieme cluster processen. De haveninfrastructuur, -activiteiten en -overslag zorgen voor een sterke uitgangspositie voor het maritieme cluster. De logistieke corridor naar het achterland is een van de factoren die ervoor zorgt dat Rotterdam kan functioneren als een mainport en hub in het maritieme transportnetwerk en in het maritieme cluster. Maar naast de logistieke corridor vormen ook de maritieme toeleveranciers en maritieme dienstverleners (incl. kennisinstituten) een belangrijke pijler onder de mainport. Figuur 4.1 geeft een overzicht van de maritieme kennisinfrastructuur in Rotterdam, waaruit blijkt hoe de verschillende delen van het maritieme cluster met elkaar verbonden zijn. Figuur 4.1 Maritieme kennis infrastructuur Rotterdam (bron: Rotterdam Maritime Capital of Europe, Erasmus UPT, 2018)
Maritime Delta Monitor 2018
59
Het maritieme cluster in Zuid-Holland is relatief groot van omvang en van relatief groot belang voor de provincie Zuid-Holland. Het aantal direct werkzame personen in Rijn- en Maasmond in 2016 is ruim 118 duizend werkzame personen (bron: Havenmonitor 2016 – Erasmus UPT)77. Binnen dit aantal vormen wegvervoer, dienstverlening ten behoeve van het vervoer, groothandel en overslag/opslag, met elk meer dan 10.000 werkzame personen de belangrijkste sectoren. De havengerelateerde sectoren leveren bij elkaar ruim 17 miljard euro directe toegevoegde waarde op in Rijn- en Maasmond, waarbij de chemische industrie (€3,3 miljard), aardolie industrie (€1,1 miljard), wegvervoer (€2,0 miljard) en groothandel (€1,3 miljard) de grootste bijdrage leveren (bron: Havenmonitor 2016, Erasmus UPT). Deze werkgelegenheid en toegevoegde waarde worden gerealiseerd binnen ruim 2.200 directe zeehaven gerelateerde bedrijven binnen Rijn- en Maasmond (exclusief binnenvaart, wegvervoer, spoorvervoer en pijpleiding). Deze cijfers zijn niet noodzakelijkerwijs direct te vergelijken met andere clusters, omdat de bepaling afhankelijk is van de uitgangspunten van het onderliggende onderzoek. In het geval van de havenmonitor is sprake van een geografische afbakening van de havengebieden, waarbinnen op basis van bedrijfsklasse indelingen (SBI) bedrijven als wel of niet relevant worden aangemerkt. Naast de haven zijn er ook eerder genoemde andere pijlers van het maritieme cluster. Grote bedrijven als van Oord en Boskalis zijn wereldwijd toonaangevende bedrijven in de offshore en waterbouw. Maar ook ‘tweedelijns’ bedrijven als de Boer of van den Herik (beide uit Sliedrecht) zijn voorbeelden van de kracht van het maritieme cluster op het gebied van waterbouw. Nederland is een van de koplopers binnen Europa op het gebied van binnenvaart vervoer; België en Duitsland volgen op enige afstand. Op dit gebied heeft het Nederlandse maritieme cluster dus een relatief sterke positie. Ook de maritieme maakindustrie vormt een belangrijke pijler van het maritiem cluster. Vooral op het gebied van het bouwen van speciale schepen (complexe baggerschepen, offshore vaartuigen, superjachtbouw en innovatieve toepassingen voor de maritieme industrie) is Nederland sterk. Hoewel deze segmenten relatief goed ontwikkeld zijn kan het verschuiven vanuit of zelfs ontbreken van fysieke scheepsbouw in andere dan de genoemde categorieën een bedreiging vormen voor het Nederlandse cluster. Het is de vraag of louter het bezitten van ontwikkel- en engineering kennis een solide basis is voor het behouden van de concurrentiepositie. Het is dus van belang deze sectoren te blijven stimuleren en ondersteunen, om de concurrentiepositie te behouden of te verbeteren. De studie van Erasmus UPT en SEOR (2018)78 laat zien dat er ongeveer 28.500 werkzame personen – denk aan commodity traders, maritieme verzekeraars en advocaten - zijn in de maritieme zakelijke dienstverlening in Rotterdam; zij het met een enigszins brede afbakening. In deze, voorliggende studie wordt in hoofdstuk 1 de maritieme dienstverlening gekwantificeerd, waardoor deze niet 1 op 1 te vergelijken is met de studie van Erasmus UPT en SEOR (2018). Qua maritieme zakelijke dienstverlening is er zeker sprake van substantiële aanwezigheid in Rotterdam, maar nog niet in omvang van Londen, het maritieme cluster in Europa op het gebied van maritieme zakelijke dienstverlening. Door ontplooide activiteiten – denk aan Rotterdam Maritime Capital of Europe – en omstandigheden – denk aan Brexit – is de maritieme zakelijke dienstverlening de laatste jaren gegroeid in het maritieme cluster en liggen er ook richting de toekomst kansen om deze soort werkgelegenheid verder aan te trekken richting Rotterdam en andere delen van het maritieme cluster.
77 78
Havenmonitor 2016 (2017), Erasmus UPT Erasmus UPT-SEOR (2018) Arbeidsmarktmonitor Maritiem Zakelijke Dienstverlening, opdracht in onderzoek van Gemeente Rotterdam
Maritime Delta Monitor 2018
60
4.3
Het maritieme cluster in Vlaanderen Tweede cluster dat wordt besproken is het maritieme cluster in Vlaanderen. Net als het Nederlandse maritieme cluster wordt ook het cluster in Vlaanderen gekenmerkt door aanwezigheid van een belangrijke maritieme hub, namelijk de haven van Antwerpen. Door de aanwezigheid van een luchtvracht hub in Luik vormt de logistieke component een belangrijk onderdeel van het Vlaamse maritieme cluster. Hoewel niet direct onderdeel van het maritieme cluster zorgt de aanwezigheid van diverse Europese distributie centra – denk bijvoorbeeld aan Nike en Pfizer – ervoor dat havendoorvoer en logistiek een van de kerncomponenten van het Vlaamse maritieme cluster vormt. Dit komt ook tot uiting door bijvoorbeeld de Ro-Ro stromen in de haven van Zeebrugge, de grootste Ro-Ro haven van Europa. Tweede belangrijke pijler wordt gevormd door de baggerbedrijven en baggeractiviteiten. Wereldspelers als DEME en Jan de Nul Group zijn toonaangevend in de bagger en offshore wereld en daarmee een directe concurrent voor het Nederlandse maritieme cluster. Daarnaast zijn er nog kleinere maritieme toeleveranciers en scheepsbouwers zoals Engine Deck Repair, Multi Engineering en Hydrex. Het economisch belang van Vlaamse havens (Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oosteinde) wordt elk jaar gemeten door de Belgische Nationale Bank. Qua werkgelegenheid bieden de havens in 2016 plaats aan ongeveer 100 duizend FTE, waarvan Antwerpen met bijna 61 duizend FTE de grootste werkgever is en Gent met bijna 28 duizend FTE een goede tweede. Gent is ook de enige van de Vlaamse havens waar het aantal werkzame personen toeneemt; de andere drie havens zijn ongeveer constant qua werkgelegenheid. (NBB, 2018)79. De Vlaamse havens leveren bij elkaar in 2016 ongeveer 16 miljard euro directe toegevoegde waarde, waarbij Antwerpen met ongeveer 11 miljard euro het leeuwendeel verzorgt. Deze toegevoegde waarde is licht afgenomen (-0,5%) ten opzichte van 2015. Het grootste deel van de toegevoegde deel van de toegevoegde waarde wordt gerealiseerd in niet maritieme activiteiten (chemie, industrie, handel en overige niet maritieme activiteiten) (NBB, 2018).
4.4
Het maritieme cluster in Noord – Duitsland Het maritieme cluster in Noord-Duitsland wordt net als de clusters in Nederland en België gekenmerkt door de aanwezigheid van een grote mainport haven, Hamburg. Met nog meer grote havensteden in de omgeving zoals bijvoorbeeld Wilhelmshaven, Bremerhaven en Kiel speelt de maritieme industrie en transport vooral in het noorden van Duitsland traditioneel een belangrijke rol. Maar in tegenstelling tot Nederland en Vlaanderen vormen in Noord-Duitsland maritieme toeleveranciers, (high end) scheepsbouw en rederijen/scheepvaart een relatief belangrijk onderdeel van het maritieme cluster; de functie van de haven is relatief minder dominant. Duitsland behoort tot de grootste Europese maritieme toeleveranciers. Vooral op het gebied van scheepvaart en rederijen is Noord-Duitsland nog steeds één van de belangrijke clusters binnen Europa. Hamburg Süd, Hapag Lloyd en Hamburg bulk carriers zijn slechts drie voorbeelden van grote rederijen in diverse maritieme markten die in Hamburg geregistreerd staan. Mede deze rederijen zorgen vanuit een historisch perspectief ook voor de aanwezigheid van (scheeps)financiering. Ook bevinden zich veel eigenaren van schepen zich in Noord-Duitsland, vooral ook eigenaren van short sea schepen.
79
Nationale Bank van Belgie (NBB) (2018), The economic importance of the Belgian ports: Flemish maritime ports, Liège port complex and the port of Brussels – Report 2016
Maritime Delta Monitor 2018
61
Ook op het gebied van (high end) scheepsbouw vormt het Duitse cluster een concurrent van het Nederlandse cluster (RVO, 2016)80. Cruiseschepen, luxe jachten, marineschepen en offshore schepen worden gebouwd door bedrijven als Meyer Werft Gruppe, Ferus Smit, Lurssen, Blohm en Voss en Thyssen Krupp Marine Systems, hoewel het met laatstgenoemde niet goed gaat momenteel. De as Leer-Bremen-Hamburg vormt een keten van maritieme activiteiten. Hieronder vallen ook allerlei activiteiten op het gebied van maritiem technologie en nieuwe maritieme activiteiten voor offshore wind op zee. Naast de fysieke productie bedrijven of toeleveranciers zijn er ook diverse maritieme onderzoeksinstituten te vinden in Noord-Duitsland. Het Center of Maritime Technologies e.V. (CMT) en het Fraunhofer-Gesellschaft zijn voorbeelden van grote maritieme onderzoekspartijen die bijdragen aan het maritieme cluster. Volgens een presentatie van het maritimes cluster norddeutschland zijn er circa 135 wetenschappelijke instituten in Noord-Duitsland (bron: maritimes cluster norddeutschland)81 Qua omvang van het Noord-Duitse cluster zegt het maritimes cluster norddeutschland dat er ongeveer 113.000 werkzame personen voor ongeveer 4.600 bedrijven werken (bron: maritimes cluster norddeutschland).
4.5
Het maritieme cluster in Denemarken Denemarken is het volgende maritieme cluster dat besproken wordt; een cluster dat van oudsher gekenmerkt wordt door een diversiteit aan maritiem gerelateerde bedrijven. Grote bedrijven als het Maersk conglomeraat zorgen voor een innovatieve maritieme omgeving waarin ontwikkeling zoals real time platform performance en container tracking twee actuele voorbeelden zijn van dit soort maritieme innovaties. Naast Maersk zijn ook andere reders zoals J. Lauritzen A/S vertegenwoordigers van de Deense redersvereniging. Het Deense scheepsregister functioneert vaak als best practice voorbeeld. Naast de rederijen is het cluster in Denemarken ook sterk in offshore en offshore wind, onder andere in en rondom Esbjerg. Hierbij is olie en gas vaak nog dominant, maar heeft offshore wind een toenemend belang. In en rondom Kopenhagen bevinden zich diverse maritieme toeleveranciers, scheepseigenaren, visserij en wat werven voor nieuwbouw van visserijschepen. Veel van deze bedrijven zijn verenigd in Blue Denmark, een organisatie die het Deense maritieme cluster representeert, waaronder scheepseigenaren, havens, logistieke bedrijven, rederijen, maritieme tussenpersonen, scheepswerven en maritieme toeleveranciers. Blue Denmark classificeert het Deense maritieme cluster en Denemarken als een “high quality and innovative shipping nation� (Danish Maritime Authority, 2018)82. Volgens een rapport van de Economic Council of the labour movement vormt het Blue Denmark netwerk een belangrijke schakel in de Deense economie. In 2015 zorgde Blue Denmark voor een directe werkgelegenheid van ruim 60 duizend personen, wat ongeveer 2,2% was van de totale werkgelegenheid in Denemarken. Deze mensen genereerden samen bijna 99 miljard DKK (ruim 13 miljard euro bij hedendaagse wisselkoersen), wat bijna 6% van de landelijke toegevoegde waarde is. Het cluster is verantwoordelijk voor bijna een kwart van alle Deense export; DKK 246
80 81
82
RVO (2016), Sectorschets Cruisevaart Industrie NBSO Hamburg Maritimes cluster norddeutschland (no date), Maritime Cluster Northern Germany, presentation via http://www.ostsam.no/wp-content/uploads/2016/11/Maritime-Cluster-Northern-Germany.pdf Danish Maritime Authority (2018) via https://www.dma.dk/Vaekst/MaritimErhvervspolitik/DetBlaaDanmark/Sider/default.aspx#
Maritime Delta Monitor 2018
62
miljard in 2014 (ruim 33 miljard euro), wat neerkomt op 23,8% van het totaal (Economic Council of the Labour Movement, 2016)83.
4.6
Het maritieme cluster in Noorwegen Het Noorse maritieme cluster bestaat eigenlijk uit meerdere sub-clusters, die samen een substantiële omvang hebben, vooral op het gebied van offshore. Samen hebben deze maritieme industrieën in Noorwegen ongeveer 80 tot 90 duizend werkzame personen in dienst (Norway Exports, 2003)84. Grof gezegd bestaat de kern van het Noorse maritieme cluster uit 3 delen: 1) het dienstencentrum in en rond Oslo, 2) het ‘scheepsbouw’ cluster rond Alesund en Trondheim en 3) het olie en gas cluster rondom Stavanger. Het cluster in en rond Oslo (en deels Stavanger) kenmerkt zich door een clustering van maritieme financiering en – wetgevingsbedrijven. Ook zitten er diverse scheepseigenaren van en voor de grote vaart – denk aan tankers en containers (Menon, 2017)85. John Frederiksen is een welbekende Noorse scheepseigenaar, die de grootste vloot van olietankers bezit. Het ‘scheepsbouw’ cluster rond Alesund en Trondheim is uiting van de voortrekkersrol die het Noorse maritieme cluster heeft op het gebied van ‘groene’ en autonoom varende schepen. Overigens is dit cluster niet louter in het gedefinieerde geografische gebied van toepassing; Kongsberg Gruppen ASA (in Kongsberg) is een van de bedrijven achter het Yara Birkeland initiatief, waarbij een volledig autonoom containerschip in het zuiden van Noorwegen moet gaan varen op relatief korte termijn. Sowieso is het Noorse maritieme cluster een voorlopen op het gebied van ontwikkeling van maritieme technologie, mede door aanwezigheid van bijvoorbeeld Rolls Royce (in Alesund, Bergen en Longva), VARD scheepswerf en Walhenius Willemsen. Derde, en zeker niet het meest onbelangrijke deel van het Noorse maritieme cluster is het offshore gedeelte. Traditioneel gezien is Noorwegen erg afhankelijk van olie en gas, waarin het een belangrijke wereldwijde speler is. Grote bedrijven als Statoil of het Government Pension Fund Global (GPFG), waarin veel olie en gas geld zit, zijn voor een substantieel deel van hun inkomsten afhankelijk van de offshore olie en gasindustrie. Er zijn wel nieuwe initiatieven – denk aan offshore wind – maar deze zijn nog in opkomst. De afhankelijkheid van olie en gas is in het kader van de energietransitie wel een zwakte van het Noorse maritieme cluster. Andere belangrijke opkomende maritieme sector in Noorwegen is fish farming, waarbij op grote schaal vis wordt gekweekt. Deze vorm van zeelandbouw is sterk in opkomst in Noorwegen en Noorwegen heeft hierin een belangrijke positie binnen Europa. Belangrijk onderdeel van het Noorse maritieme cluster zijn de onderzoeksinstituten (Sintef, Marintek), waar veel maritiem onderzoek gedaan wordt, vooral ook op het gebied van high tech maritieme toepassingen. Naast de onderzoeksinstituten, waar een deel van de inhoudelijke basis van het maritieme cluster wordt gelegd, vormt ook de uitgebreide ondersteuning door middel van financiering en hulp vanuit publiek-private partijen richting het maritieme cluster een sterk punt van het maritieme cluster. Organisaties als Norwegian Guarantee Institute for Export Credits (GIEK), Export Credit Norway (ECN) NORDEA bank and Norwegian Energy Partners (voormalig INTSOK) bieden ondersteuning aan bedrijven binnen het Noorse maritieme cluster, waardoor deze
83
84
85
Economic Council of the Labour Movement, 2016) via https://www.dma.dk/Documents/Publikationer/Employment%20and%20production%20in%20blue%20denmark%202016Summary.pdf Norway Exports (2003) Norway’s maritime cluster via http://www.norwayexports.no/sectors/articles/norways-maritimecluster/ Menon (2017) The leading maritime capitals of the world, MENON Publication no. 28/2017
Maritime Delta Monitor 2018
63
gefaciliteerd worden bij de productie en (internationale) afzet van producten. Deze uitgebreide (publiek-private) ondersteuning is één van de krachten van het Noorse maritieme netwerk.
4.7
Het maritieme cluster in Zuidoost – Verenigd Koninkrijk Het maritieme cluster in het zuidoosten van het Verenigd Koninkrijk kenmerkt zich voornamelijk door Londen als centrum voor maritieme financiering, -wetgeving en -verzekeringen. Hoewel het stuk maritieme financiering minder sterk is dan voorheen (deels overgenomen door bijvoorbeeld Hamburg), vormt Londen nog altijd hét centrum voor maritieme dienstverlening in Europa (Jacobs en Kuipers, 2018)86. Londen is wat dat betreft dominant in het maritieme netwerk in Europa, zonder echte maritieme productie of ontwerpen. De maritieme bedrijven en diensten uit Londen vormen de basis van diverse maritieme processen (Department for Transport, 2015)87. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Bimco contracten qua maritieme wetgeving of de Lloyds market voor maritieme verzekeringen of de Baltic Exchange. Ook wat betreft shipbroking en maritieme informatie vormt Zuidoost – Verenigd Koninkrijk een sterk cluster. Bedrijven als Clarckson, IHS en Drewry publiceren toonaangevende maritieme rapporten en analyses, die de basis vormen voor vele maritieme analyses en praktijken wereldwijd.
4.8
Het maritieme cluster in Noordwest – Frankrijk Voor Frankrijk wordt gekeken naar het maritieme cluster in Noordwest-Frankrijk, grofweg de as Nantes-Parijs-Calais. Hierbinnen kunnen net als in Noorwegen weer een aantal sub clusters worden onderscheiden, waarbij de as Le-Havre – Rouen – Parijs (HAROPA) de eerste is. Hier vindt een verzameling van allerlei maritiem activiteiten plaats, van passagiersvervoer en Ro-Ro richting het Verenigd Koninkrijk via Le Havre en Duinkerke tot de fossiele brandstoffen en de bulk in Rouen en Le Havre. De potentiele aanleg van het Seine – Schelde kanaal zal naar alle waarschijnlijkheid zorgen voor een substantiële uitbreiding van het aantal binnenhavens en het aandeel van de logistieke bedrijvigheid in deze regio. Tweede deel van het Noordwest Franse cluster bevindt zich in Bretagne (in en rondom Brest), Normandië en het noordelijke deel van de Vendee (in en rondom Nantes), waar diverse scheepsbouwers en maritieme toeleveranciers zitten. STX (scheepsbouw en weven) en Naval Group zijn twee voorbeelden van bedrijven die zich hier bevinden en op bepaalde maritieme scheepssegmenten grote spelers zijn in Frankrijk. In het geval van Naval Group vooral op het gebied van kleinere marineschepen, patrouille- en surveyschepen. Maar ook bedrijven als Piriou, Kership, CMN en Ocea vormen een onderdeel van dit scheepsbouw cluster (NMT, 2018) 88. Ook op het gebied van cruise- en ander soortige oorlogsschepen is het Noordwest Franse cluster relatief sterk. STX is een van de grote zeewaardige cruiseschepen bouwers in Europa, samen met Duitsland (Meyer Werft) en Italië (Fincantieri). Laatste onderdeel, niet per se louter geografisch gebonden aan de eerder genoemde regio’s is het de visserij, welke in Frankrijk een relatief belangrijke rol speelt.
.
86 87 88
Jacobs, W. en Kuipers, B (2018), Rotterdam Maritime Capital of Europe? Report Department for Transport (2015), Maritime Growth Study: keeping the UK competitive in a global market Netherlands Maritime Technology (NMT) (2018). Ralph Dazert.
Maritime Delta Monitor 2018
64
Bijlage 1 Methodiek herziening vorige edities
Conform de methodiek van de Havenmonitor en de Maritieme Monitor zijn cijfers uit eerdere editie(s) herberekend en komen eerdere edities daarmee te vervallen. Redenen hiervoor zijn het definitief vaststellen van cijfers bij het CBS maar soms ook het beschikbaar komen van betere databronnen. Ook kunnen bedrijven schuiven tussen sectoren, zeker bij de niet op basis van SBI cijfers afgebakende sectoren kan dit door voortschrijdend inzicht gebeuren. Dit zijn belangrijke kanttekeningen ook bij deze monitor. Het totaal aantal gerapporteerde banen in de Maritime Delta Monitor 2015, dus de vorige editie (zichtjaar 2014) bedroeg 72.300, in de herziene cijfers gaan wij uit van een werkgelegenheid van 70.300 banen in dat jaar (2014). Deze afwaardering komt primair voort uit een herziening van het berekend aantal banen in de binnenvaart. Voor de koppeling tussen de cijfers uit de LISA bestanden en de gepubliceerde cijfers op landelijk niveau van het CBS worden bij sommige sectoren correctiefactoren gebruikt89. Specifiek voor de binnenvaart is er sprake geweest van grote onder- of overrapportage in ofwel landelijke, danwel LISA cijfers. In onze herziene reeks over 2014 is dit hersteld. Hieronder staat een tabel met de in de Maritime Delta Monitor 2015 gerapporteerde banen per sector in 2014, het herziene aantal banen voor dit zichtjaar en het aantal banen voor het zichtjaar 2016 Tabel B 1 Vergelijk werkzame personen in 2014 volgens de Maritime Delta Monitor 2015, de herziene cijfers over 2014 en de cijfers over 2016 (afgerond) Sector
2014 volgens
Herziene cijfers over
Maritime Delta
2014
2016
Monitor 2015 Zeevaart
4.000
4.000
3.900
Scheepsbouw
5.400
5.300
5.600
Binnenvaart
7.400
5.500
6.200
500
500
500
Visserij Waterbouw
4.400
5.000
4.600
1.4000
16.000
15.500
Maritieme dienstverlening
7.200
7.200
7.300
Maritieme toeleveranciers
9.100
6.500
6.000
Havens
19.200
19.200
20.400
Marine
1.100
1.100
1.000
Totaal
72.300
70.300
71.000
Offshore
Ook bij een doorvertaling naar het aantal vestigingen zien we door herziene cijfers enkele wijzigingen optreden in totalen. Een algemene trend die hier alvast opgemerkt kan worden is de forse toename van het aantal ZZP’ers; ook in de maritieme sector zien wij steeds meer ‘bedrijven’ met 1 werkzaam persoon.
89
Deze werkwijze staat toegelicht in de bijbehorende bijlagex.
Maritime Delta Monitor 2018
65
Tabel B 2 Vergelijk aantal vestigingen in 2014 volgens de Maritime Delta Monitor 2015, de herziene cijfers over 2014 en de cijfers over 2016 (afgerond) Aantal vestigingen
2014 volgens
Herziene cijfers over
Maritime Delta
2014
2016
Monitor 2015 Scheepsbouw
315
310
450
Zeevaart
195
195
245
Binnenvaart
1.345
1.345
1.600
Marine
15
15
15
Visserij
80
75
105
Waterbouw
55
60
60
Offshore
195
200
200
Maritieme dienstverlening
405
365
365
Maritieme toeleveranciers
370
230
225
Havens
1.395
1.385
1.920
Totaal
4.370
4.185
5.180
Maritime Delta Monitor 2018
66
Bijlage 2
Afbakening van de sectoren
Voor de afbakening van de maritieme sectoren is dezelfde indeling gehanteerd zoals ontwikkeld en gehanteerd in de Maritieme Monitor. Zeevaart De drie SBI-klassen die gebruikt zijn om de sector in kaart te brengen zijn: 5010 Zee- en kustvaart (passagiersvaart), 50201 Zee-, kustvrachtvaart (vracht- en tankvaart, geen sleepvaart) en 50202 Zee- en kustsleepvaart. Scheepsbouw De SBI-klassen die gebruikt werden om de scheepsbouwsector in kaart te brengen zijn 3011 (Bouw van schepen en drijvend materiaal, geen recreatieschepen), 3315 (Reparatie en onderhoud van schepen, incl. sport- en recreatievaartuigen) en 3012 (Bouw van sport- en recreatievaartuigen) Offshore De maritieme offshore sector levert toe aan de kernspelers in de offshore: de grote gas-, olie- en energie maatschappijen. Deze laatsten maken zelf geen deel uit van de cijfers die voor deze sector worden gepresenteerd: het gaat in de definitie van de maritieme offshore om alle bedrijven die het deze grote bedrijven mogelijk maken zo efficiĂŤnt mogelijk te produceren via levering van hoogwaardige maritieme producten en diensten. Voor de offshore sector zijn er geen publieke data op sectorniveau beschikbaar omdat er geen SBIklassen zijn specifiek voor de offshore. Daarom is data op bedrijfsniveau gebruikt voor alle bedrijven in de provincie Zuid-Holland plus Werkendam zoals deze is opgenomen in de Maritieme Monitor 2017. Binnenvaart De binnenvaart is in kaart gebracht op basis van de SBI-klassen 5030 (passagiersvaart), 50401 (vrachtvaart), 50402 (tankvaart) en 50403 (sleep- en duwvaart). Waterbouw Voor de waterbouw sector is data op bedrijfsniveau verzameld voor alle bedrijven in de populatie zoals opgenomen in de Maritieme Monitor 2016. De lijst is samengesteld op basis van informatie van de Vereniging van Waterbouwers en op basis van Lisa data aangaande de SBI code 4291 (natte waterbouw). Havens De haven is in kaart gebracht op basis van de SBI codes 52241 (laad-, los- en overslagactiviteiten t.b.v. zeeschepen), 5210 (opslag), 5222 (dienstverlening voor vervoer over water), 52242 (laad-, los- en overslagactiviteiten niet t.b.v. zeeschepen) en 5229 (expediteurs, cargadoors en bevrachters, weging en meting). Van deze laatste twee sectoren is slechts een deel meegenomen. Marine De sector marine bestaat uit 1 'bedrijf', met name het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) van de Nederlandse krijgsmacht. De omvang van de werkgelegenheid en de regionale verdeling is verkregen van de Marine zelf.
Maritime Delta Monitor 2018
67
Visserij De drie SBI-klassen die gebruikt werden om de sector in kaart te brengen zijn: 0311 Zee- en kustvisserij, 0312 Binnenvisserij en 0321 en 0322: Kweken van vis en schaaldieren. Maritieme dienstverlening De sector is in kaart gebracht met behulp van bedrijfslijsten omdat deze sector niet via SBI-codes te identificeren is. Uitgangspunt vormt de lijst zoals deze voor de Maritieme Monitor 2017 is opgesteld. Hieruit zijn de bedrijven uit Zuid-Holland plus Werkendam gefilterd. Maritieme toeleveranciers De sector is in kaart gebracht met behulp van bedrijfslijsten omdat deze sector niet via SBI-codes te identificeren is. De bedrijvenlijst voor heel Nederland, zoals vastgesteld in de Maritieme Monitor 2017, vormt hierbij het startpunt. Hieruit zijn de bedrijven uit Zuid-Holland plus Werkendam gefilterd. De bedrijvenlijst is gebaseerd op de ledenlijst van de brancheorganisatie van Netherlands Maritieme Technology (NMT).
Maritime Delta Monitor 2018
68
Bijlage 3 Werkwijze bij vaststellen economische kentallen
De economische kentallen in deze studie zijn afgeleid uit de studie De Nederlandse Maritieme Cluster, Monitor 2017 die Ecorys eind 2017 heeft afgerond. De maritieme cluster in deze studie beslaat de sectoren zeevaart, scheepsbouw, offshore, binnenvaart, waterbouw, havens, marine, visserij, maritieme dienstverlening, watersport industrie en maritieme toeleveranciers. In voorliggende studie zijn dezelfde sectoren onderscheiden met uitzondering van de watersportindustrie. Deze sector is in voorliggende studie buiten beschouwing gelaten. Wel is de bouw van kleine recreatie schepen (<24 meter) die tot de watersport industrie wordt gerekend in deze studie meegenomen (in de sector scheepsbouw). In de Monitor 2017 zijn de sectoren offshore, waterbouw, marine, maritieme dienstverlening en maritieme toeleveranciers met behulp van bedrijfslijsten in kaart gebracht. Aan de hand van de postcodes is vervolgens een uitsnede gemaakt om te komen tot de bedrijven in de Maritime Delta. Op basis van landelijke kentallen (omzet en TW per werknemer) per sector is vervolgens de totale omzet en TW in de Maritime Delta berekend. De sectoren zeevaart, scheepsbouw, binnenvaart en visserij zijn de Monitor 2017 bepaald via CBS cijfers. Deze cijfers zijn echter niet op regionaal niveau beschikbaar. Daarom is voor deze sectoren in de Delta Monitor gewerkt met gegevens uit het Lisa databestand. Vergelijking van de Lisa cijfers op landelijk niveau en de CBS cijfers laat echter zien dat het aantal bedrijven en de werkgelegenheid niet aan elkaar gelijk is. Om te kunnen komen tot een vergelijking tussen de resultaten op regionaal en landelijk niveau en er van uitgaande dat de CBS cijfers de beste zijn, zijn er voor deze sectoren correctiefactoren berekend die zijn toegepast op de gebruikte (regionale) Lisa cijfers. Deze correctiefactoren staan hieronder vermeld. Voor de scheepsbouw zijn uiteindelijk geen correctiefactoren gebruikt omdat de afwijking relatief beperkt is. 2014
Werkgelegen Werkgelegen
Correctie
heid volgens heid volgens
factor
Aantal
Aantal
Correctie
vestigingen
bedrijven
factor
Lisa
CBS
(landelijk
(landelijk
(landelijk
(landelijk
niveau)
niveau)
niveau)
niveau)
8.100
7.560
0,93
575
768
1,34
Scheepsbouw
14.262
14.053
0,99
1.934
2.248
1,16
Binnenvaart
10.727
13.587
1,27
3.246
4.067
1,25
3.211
2.363
0,74
1.010
909
0,90
Aantal
Aantal
Correctie
vestigingen
bedrijven
factor
Zeevaart
Visserij
2016
volgens Lisa volgens CBS
Werkgelegen Werkgelegen
Correctie
heid volgens heid volgens
factor
Lisa
CBS
(landelijk
(landelijk
(landelijk
(landelijk
niveau)
niveau)
niveau)
niveau)
8.161
7.506
0,92
635
786
1,24
Scheepsbouw
14.448
13.826
0,96
2.032
2.271
1,12
Binnenvaart
12.046
13.932
1,16
3.630
4.018
1,11
2.992
2.251
0,75
1.076
929
0,86
Zeevaart
Visserij
volgens Lisa volgens CBS
Maritime Delta Monitor 2018
69
De sector havens bestaat uit de SBI codes 52241 (laad-, los- en overslagactiviteiten t.b.v. zeeschepen), 52242 (laad-, los- en overslagactiviteiten niet t.b.v. zeeschepen), 5210 (opslag), 5222 (dienstverlening voor vervoer over water) en 5229 (expediteurs, cargadoors en bevrachters, weging en meting). Van de sectoren 52242 en 5229 is wordt in de Monitor 2017 slechts een percentage van de bedrijven in de analyse meegenomen. Deze percentages zijn ook in deze studie gebruikt.
Maritime Delta Monitor 2018
70
Bijlage 4 Lijst van geïnterviewde personen
Voor het hoofdstuk over Arbeidsmarkt en Onderwijs is gesproken met de volgende personen: Naam bedrijf of
Sector
Persoon
Functie (ten tijde van
instelling
interview)
Da Vinci College
Locatie Directie MBO – Da
Ton den Breejen
Vinci College vestiging Gorinchem STC
Astrid Kee
Lid van het College van
TU Delft
Robert Hekkenberg
Bestuur van de STC Groep Associate Professor Ship Design, Production & Operation en tevens directeur BA opleidingen Maritieme Techniek TU Delft
Jeroen Pruijn
Assistance Professor Maritieme Techniek en tevens directeur MSc opleidingen Maritieme Techniek
RDM Campus
Directeur RDM Campus –
Hans Maas
tevens verbonden aan Hogeschool Rotterdam Netherlands Maritime
Annette Opstal
Human Capital Manager
Jena de Wit
Arbeidsmarktadviseur
Technology UWV
Voor het hoofdstuk over Innovatie, vestigingsklimaat en energietransitie is gesproken met de volgende personen Naam bedrijf of
Sector
Persoon
Functie (ten tijde van
Anthony Veder
Reder (gas/short sea)
Benne Engelen
Manager Operations
CB & More
Dienstverlener
Conny Roozen
Partner
instelling
interview)
Bestuurslid Rotterdam Maritime Services Community Damen Maaskant
Werf - Visserij
Eric Moerkerk
Deputy director
Damen Shipyards
Werf
Peter van Terwisga
Directeur Group's Research
Heerema
Offshore
Arnold Jongbloed
Lead marine engineering
Holland Marine Lifts
Maritieme toelevering
Emile van der Starre
Directeur
Holland Shipyards
Werf
Edo Dolfin
Managing Director
IHC
Werf
Erik van der Blom
Manager Development &
Kotug
Reder (sleepvaart)
Harrold van der Meer
COO
Next Ocean
Offshore (start-up)
Karel Roozen
Business development
Oceanco
Jachtbouw
Dirk de Jong
Commercieel directeur
Pon Power
Maritieme toelevering
Kees Jan Mes
Algemeen Directeur
Port of Rotterdam
Haven
Marianne Monster
Business manager Maritime
Shipyards
Innovation
Industry
Maritime Delta Monitor 2018
71
Naam bedrijf of
Sector
Persoon
Functie (ten tijde van
Port of Rotterdam
Haven
Twan Romeijn
Business analist
STC
Onderwijs
Leonie van der Kuij
Projectmanager
STC
Onderwijs
Johan Kom
Docent Scheeps- en
instelling
interview)
Jachtbouw The Blue World
Binnenvaart
Patrick Hut
Directeur
Van den Herik
Waterbouw
Jan Huijbers
Managing Director & Voorzitter
Sliedrecht
Markt - Vereniging van Waterbouwers
Maritime Delta Monitor 2018
72
Bijlage 5 Vragenlijst
VRAGENLIJST MARITIME DELTA MONITOR Bedrijf: Naam geïnterviewde(n): Datum gesprek: INTERVIEWVRAGEN INNOVATIE:
1) Onderzoek valt te verdelen in drie categorieën: fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en product- of dienstontwikkeling, inclusief de marktintroductie. Kunt u aangeven hoe uw activiteiten op het gebied van onderzoek verdeeld zijn over deze drie categorieën qua uitgaven en indien mogelijk qua personeelsinzet? 2) Hoeveel medewerkers in totaal binnen uw organisatie (in FTE) houden zich bezig met Research, Development & Innovation (RD&I)? 3) Welk deel van uw RD&I activiteiten doet uw bedrijf geheel zelf? Welk deel wordt samen met andere partijen gedaan (indien van toepassing)? Zitten daar onderwijsinstellingen bij, of partijen uit andere sectoren dan de uwe? Zitten uw innovatiepartners vooral in deze regio of ook daarbuiten? Ziet u internationale samenwerking als aanvulling op bestaande uw activiteiten en heeft u daar voorbeelden van?
4) Vinden uw RD&I activiteiten voor een belangrijk deel in de regio van de Maritime Delta (Zuid-Holland plus Werkendam, hierna te noemen “de regio”) plaats?
5) Kunt u de hoogte van uw RD&I uitgaven aangeven als een percentage van uw omzet in 2016? Hoeveel is dat in Euro’s? En fluctueren deze uitgaven erg over de jaren? 6) Komt er uit uw RD&I activiteiten ook een behoefte voort aan bepaalde typen medewerkers en opleidingen?
7) Loopt u in het innovatieproces tegen belemmeringen of vertragingen aan? Zo ja, welke redenen zijn hiervoor aan te geven? 8) Maakt u gebruik van financiële of fiscale instrumenten van de landelijke of regionale overheid bij uw RD&I activiteiten? Zo ja, welke regelingen? Sluiten deze instrumenten goed aan bij de specifieke vraag van uw bedrijf/instelling?
Maritime Delta Monitor 2018
73
9) Zou de regionale of lokale overheid uw organisatie kunnen ondersteunen bij de RD&I activiteiten? Zo ja, wat zou uw bedrijf dan het meeste helpen? Financiële ondersteuning, verbetering van de kennisinfrastructuur (steun van opleidingen en onderzoeksinstellingen) of een andere vorm van ondersteuning, zoals testfaciliteiten of incubatormogelijkheden? Denk bijvoorbeeld aan de Duurzaamheidsfabriek. 10) Ondersteunt u de groei van startende innovatieve bedrijven (“startups”) en zo ja, op welke wijze? Of in geval van start-up; wat doet u samen met gevestigde bedrijven in deze sector?
FINANCIERING/INVESTERINGEN:
1) Hoeveel heeft uw organisatie sinds 2014 geïnvesteerd? Betrof het hier voornamelijk investeringen in locaties en personeel of investeert u meer in productontwikkeling? 2) Was dat jaarlijks ongeveer gelijk of zaten er grote schommelingen in de hoogte van de investeringen? 3) Kunt u aangeven welk deel van deze investeringen in de regio heeft plaatsgevonden? 4) Verwacht u de komende jaren meer, minder of ongeveer hetzelfde te investeren als in de laatste vijf jaar? Kunt u de redenen daarvoor toelichten? 5) Ziet of verwacht u een verschuiving in het aandeel RD&I investeringen ten opzichte van investeringen in ander bedrijfskapitaal (zoals personeel, huisvesting, etc.)? 6) Verwacht u over 10 jaar met uw bedrijf nog actief te zijn in dezelfde productmarkt of verwacht u hierin een en verschuiving richting nieuwe markten? 7) Hoe ervaart uw organisatie de toegang tot kapitaal en financiële instrumenten als garanties op dit moment? Kunt u aangeven wat daarbij uw voornaamste bronnen van kapitaal zijn? -Financiële instellingen (commerciële banken, EIB etc. ) -Financiële en fiscale arrangementen van de overheid (NB: fiscaliteiten zijn meer een stimulans dan een bron van kapitaal) -Participatiemaatschappijen / private investeringsfondsen -Anders, namelijk… 8) Indien u bij het zoeken naar kapitaal tegen hindernissen aanloopt, kunt u deze dan benoemen?
REGELGEVING/VESTIGINGSKLIMAAT:
1) Wat zijn voor uw organisatie de specifieke redenen om in deze regio gevestigd te zijn?
Maritime Delta Monitor 2018
74
2) In hoeverre speelt de aanwezigheid van bepaalde toeleverende bedrijven een rol bij uw keuze om zich in deze regio te vestigen? Zijn de kennis en de producten die u nodig heeft voldoende aanwezig in de regio? 3) Wat zouden regionale of lokale overheden volgens u kunnen doen om bedrijvigheid en investeringen in de maritieme sector in deze regio te stimuleren? Denk hierbij aan zaken als bereikbaarheid, bedrijventerreinen, maar ook regelingen en verkrijgbaarheid van risicodragend kapitaal. 4) Ervaart u op dit moment de regionale of lokale overheid als een goede samenwerkingspartner als het gaat om uw investeringen in de regio? 5) Leven er binnen uw organisatie gedachten om de regio te verlaten? Zo ja, waar naartoe en welke overwegingen spelen hierbij een rol?
VERGROENING / ENERGIETRANSITIE
1) Veel maritieme bedrijven en instellingen in de regio besteden steeds meer aandacht aan het gebruik van alternatieve energiebronnen en/of het ontwikkelen van andere manieren om emissies en/of het energieverbruik te verminderen. Wat doet u op dit gebied? Ziet u hier ook business waarde in? 2) Tegen welke belemmeringen loopt u hierbij aan? En wat zou gedaan kunnen worden op dit te versnellen? 3) Waar liggen uw prioriteiten ten aanzien van ontwikkeling op dit gebied de komende jaren? Doet u dit alleen of in samenwerking met partners? 4) Welke bedrijven ziet u als koplopers op dit gebied in uw sector? Denk daarbij zowel aan langer bestaande bedrijven als aan start-ups. En waarom?
ARBEIDSMARKT
1) Hoe beoordeelt u het aantal vacatures binnen uw sector sinds 2014? Zijn deze toe- of afgenomen? 2) Verschilt het aantal vacatures naar type (maritiem-technisch/nautisch versus algemene functies zoals management of secretariaat). Zo ja: kunt u duiden hoe groot dit verschil is? 3) Hoeveel vacatures heeft u momenteel? En hoeveel werkzame personen/banen zijn er binnen uw bedrijf?
Maritime Delta Monitor 2018
75
Bijlage 6 Lijst van opleidingen
Opleidingsco
DUO naam
Maritieme
Coördinator havenlogistiek
Mbo manager, coördinator en
de mbo -
25393
opleidingen
medewerker havenlogistiek (niv. 24) 95240
Havenlogistiek (Medewerker
Mbo manager, coördinator en
havenlogistiek)
medewerker havenlogistiek (niv. 24)
95250
Havenlogistiek (Coördinator
Mbo manager, coördinator en
havenlogistiek)
medewerker havenlogistiek (niv. 24)
95260
Havenlogistiek (Manager
Mbo manager, coördinator en
havenlogistiek)
medewerker havenlogistiek (niv. 24)
25417
Aankomend medewerker maritiem
Aankomend medewerker maritiem
25419
Aankomend onderofficier maritiem
Aankomend onderofficier maritiem
25394
Manager havenlogistiek
Manager havenlogistiek
25358
Baggermeester
Mbo Baggermeester
93020
Baggermeester
Mbo Baggermeester
23211
Binnenvaart
Mbo binnenvaart
25512
Bootman
Mbo Bootman
93030
Bootman
Mbo Bootman
92711
Medewerker industriële
Mbo jachtschilderen/ lakverwerken
lakverwerking (Jachtschilder) 92721
Medewerker industriële
Mbo jachtschilderen/ lakverwerken
lakverwerking (Vakkracht jachtschilder) 94570
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo jachtschilderen/ lakverwerken
wer 94580
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo jachtschilderen/ lakverwerken
wer 25511
Kapitein binnenvaart
Mbo Kapitein binnenvaart
93110
Kapitein binnenvaart (Kapitein
Mbo Kapitein binnenvaart
binnenvaart) 95640
Binnenvaart (Kapitein binnenvaart)
Mbo Kapitein binnenvaart
23202
Koopvaardij
Mbo Koopvaardij
10642
Maritiem Officier (Zeevaart)
Mbo Koopvaardij officier alle
22124
Koopvaardij officier alle schepen
schepen Mbo Koopvaardij officier alle schepen 25516
Maritiem officier alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle schepen
25517
Stuurman alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle schepen
Maritime Delta Monitor 2018
76
Opleidingsco
DUO naam
Maritieme
Scheepswerktuigkundige alle
Mbo Koopvaardij officier alle
schepen
schepen
Koopvaardij officier alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle
(Maritiem officier alle schepen)
schepen
Koopvaardij officier alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle
(Scheepswerktuigkundige alle
schepen
de 25518
91931
91932
schepen) 91933
Koopvaardij officier alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle
(Stuurman alle schepen)
schepen
95728
Maritiem officier alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle
95729
Scheepswerktuigkundige alle
Mbo Koopvaardij officier alle
schepen
schepen
Stuurman alle schepen
Mbo Koopvaardij officier alle
schepen
95730
schepen 25396
Coördinator Havenoperaties
Mbo manager, coördinator en medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
25397
Gevorderd medewerker
Mbo manager, coördinator en
Havenoperaties
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
25398
Medewerker Havenoperaties
Mbo manager, coördinator en medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
90201
Logistiek teamleider (Logistiek
Mbo manager, coördinator en
teamleider)
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
90202
Logistiek teamleider (Logistiek
Mbo manager, coördinator en
teamleider)
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
90215
Logistiek supervisor (Logistiek
Mbo manager, coördinator en
supervisor Innovam)
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
90216
Logistiek supervisor (Logistiek
Mbo manager, coördinator en
supervisor KC Handel)
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
90217
Logistiek supervisor (Logistiek
Mbo manager, coördinator en
supervisor VTL)
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
91870
Manager transport en logistiek
Mbo manager, coördinator en
(manager transport en logistiek)
medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
93070
Medewerker havenoperaties
Mbo manager, coördinator en medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
95726
Manager Havenoperaties
Mbo manager, coördinator en medewerker havenoperaties (niv. 2-4)
Maritime Delta Monitor 2018
77
Opleidingsco
DUO naam
Maritieme
Medewerker Havenoperaties
Mbo manager, coรถrdinator en
de 95727
medewerker havenoperaties (niv. 2-4) 95725
Coรถrdinator Havenoperaties
Mbo manager, coรถrdinator en medewerker havenoperaties (niv. 2-4)ies (niv. 2-4)
23144
Maritieme techniek
Mbo Maritieme techniek
25509
Matroos binnenvaart
Mbo Matroos binnenvaart
91881
Matroos (Matroos binnenvaart)
Mbo Matroos binnenvaart
95620
Binnenvaart (Matroos binnenvaart)
Mbo Matroos binnenvaart
22024
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer
(scheeps)interieurbouw
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer
(scheeps)interieurbouw
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer (Allround meubelmaker)
(scheeps)interieurbouw
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer (Allround interieurbouwer)
(scheeps)interieurbouw
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer (Allround
(scheeps)interieurbouw
25018
94581
94582
94583
scheepsinterieurbouwer) 94591
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer (Meewerkend leidinggevende
(scheeps)interieurbouw
meubelindustrie/(scheeps)interieurb ouw) 94592
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer (Ondernemer
(scheeps)interieurbouw
meubelindustrie/(scheeps)interieurb ouw) 95580
Meubelmaker/(scheeps)interieurbou
Mbo Meubel en
wer (Allround
(scheeps)interieurbouw
meubelmaker/(scheeps)interieurbou wer) 25346
Operationeel technicus
Mbo Operationeel technicus
91670
Operationele techniek (Operationeel
Mbo Operationeel technicus
technicus) 91680
Operationele techniek (Allround
Mbo Operationeel technicus
operationeel technicus) 91890
Planner wegtransport
Mbo Operationeel technicus
25374
scheeps- en jachtbouwkundige
Mbo Scheeps- en jachtbouwkundige
93080
Scheeps- en jachtbouwkundige
Mbo Scheeps- en jachtbouwkundige
25294
Scheepsbouwer
Mbo Scheepsbouwer
25521
Scheepswerktuigkundige waterbouw
Mbo Scheepswerktuigkundige waterbouw
Maritime Delta Monitor 2018
78
Opleidingsco
DUO naam
Maritieme
Maritiem waterbouwer
Mbo Scheepswerktuigkundige
(Scheepswerktuigkundige
waterbouw
de 93101
waterbouw) 95734
Scheepswerktuigkundige waterbouw
Mbo Scheepswerktuigkundige waterbouw
25519
93090
95736
Schipper-machinist beperkt
Mbo Schipper / machinist beperkt
werkgebied
werkgebied
Schipper-machinist beperkt
Mbo Schipper / machinist beperkt
werkgebied
werkgebied
Schipper-machinist beperkt
Mbo Schipper / machinist beperkt
werkgebied
werkgebied
25510
Schipper binnenvaart
Mbo Schipper binnenvaart
91900
Schipper binnenvaart
Mbo Schipper binnenvaart
95630
Binnenvaart (Schipper binnenvaart)
Mbo Schipper binnenvaart
10644
Stuurman/Werktuigkundige Kleine
Mbo Stuurman / werktuigkundige
Schepen (Zeevaart)
kleine schepen
22123
Koopvaardij officier kleine schepen
Mbo Stuurman / werktuigkundige
25513
Stuurman-werktuigkundige kleine
Mbo Stuurman / werktuigkundige
schepen
kleine schepen
Stuurman kleine schepen
Mbo Stuurman / werktuigkundige
kleine schepen
25514
kleine schepen 25515
91941
Scheepswerktuigkundige kleine
Mbo Stuurman / werktuigkundige
schepen
kleine schepen
Koopvaardij officier kleine schepen
Mbo Stuurman / werktuigkundige
(Scheepswerktuigkundige kleine
kleine schepen
schepen) 91942
91943
Koopvaardij officier kleine schepen
Mbo Stuurman / werktuigkundige
(Stuurman kleine schepen)
kleine schepen
Koopvaardij officier kleine schepen
Mbo Stuurman / werktuigkundige
(Stuurman-werktuigkundige kleine
kleine schepen
schepen) 95731
Scheepswerktuigkundige kleine
Mbo Stuurman / werktuigkundige
schepen
kleine schepen
95732
Stuurman kleine schepen
Mbo Stuurman / werktuigkundige
95733
Stuurman-werktuigkundige kleine
Mbo Stuurman / werktuigkundige
schepen
kleine schepen
Stuurman werktuigkundige
Mbo Stuurman / werktuigkundige
zeevisvaart
zeevisvaart
Stuurman/Werktuigkundige
Mbo Stuurman / werktuigkundige
Zeevisvaart SW-IV
zeevisvaart SW4
Stuurman alle vissersschepen S4
Mbo Stuurman / werktuigkundige
kleine schepen
95767
10649
25523
zeevisvaart SW4 95737
Stuurman alle vissersschepen S4
Mbo Stuurman / werktuigkundige zeevisvaart SW4
95739
Werktuigkundige alle
Mbo Stuurman / werktuigkundige
vissersschepen W4
zeevisvaart SW4
Maritime Delta Monitor 2018
79
Opleidingsco
DUO naam
Maritieme
Stuurman-scheepswerktuigkundige
Mbo Stuurman / werktuigkundige
vissersschepen SW5
zeevisvaart SW5
Visserij officier (Stuurman-
Mbo Stuurman / werktuigkundige
werktuigkundige zeevisvaart SW5)
zeevisvaart SW5
Stuurman-scheepswerktuigkundige
Mbo Stuurman / werktuigkundige
vissersschepen SW5
zeevisvaart SW5
Stuurman-werktuigkundige
Mbo Stuurman / werktuigkundige
zeevisvaart SW6
zeevisvaart SW6
Stuurman werktuigkundige
Mbo Stuurman / werktuigkundige
zeevisvaart sw6
zeevisvaart SW6
25520
Stuurman waterbouw
Mbo Stuurman waterbouw
93102
Maritiem waterbouwer (Stuurman
Mbo Stuurman waterbouw
de 25522
91910
95738
25525
93130
waterbouw) 95735
Stuurman waterbouw
Mbo Stuurman waterbouw
25098
Waterbouwer
Mbo Waterbouwer
94020
Waterbouwer
Mbo Waterbouwer
94031
Waterbouwer (Allround
Mbo Waterbouwer
waterbouwer) 25395
Medewerker havenlogistiek
Medewerker havenlogistiek
23008
Meubels en (scheeps)interieurs
Meubelmaker/(scheeps)interieurbo
maken
uwer
Ondernemend
Ondernemend
meubelmaker/(scheeps)interieurbou
meubelmaker/(scheeps)interieurbo
25019
hbo -
wer
uwer
25295
Scheepsmetaalbewerker
Scheepsmetaalbewerker
80115
Ad Logistiek en Economie
AD logistiek en economie
80133
Ad Logistiek Management
AD logistiek en economie
80067
Ad Maritieme Techniek
Ad Maritieme Techniek
34279
B Civiele Techniek
HBO Civiele Techniek
34226
B Land- en Watermanagement
HBO Land- en Watermanagement
39204
B Kust en Zee Management
HBO Land- en Watermanagement
34436
B Logistiek en Economie
HBO logistiek en economie
34384
B Maritiem Officier
HBO Maritiem Officier
49122
M Marine Shipping Innovations
HBO master - Marine Shipping
opleidingen
Innovations 34190
B Ocean Technology
HBO Ocean Technology
34276
B Maritieme Techniek
HBO Scheepsbouwkunde
34390
B Logistics Engineering
HBO technische vervoerskunde en
34074
B Watermanagement
HBO Watermanagement
56952
B Civiele Techniek
WO Civiele Techniek (bachelor)
56957
B Maritieme Techniek
WO Maritieme techniek (bachelor)
60026
M Civil Engineering and
WO Civiele Techniek (Master)
logistiek
wo opleidingen
Management
Maritime Delta Monitor 2018
80
Opleidingsco
DUO naam
Maritieme
M Econometrics and Management
WO Econometrics and
Science
Management Science
M International Land- and Water
WO International Land- and Water
Management
Management (maste
M Offshore and Dredging
WO (M) Offshore and Dredging
Engineering
Engineering
60352
M Civil Engineering
WO Civiele Techniek (Master)
60361
M Transport, Infrastructure and
WO Transport, Infrastructure and
Logistics
Logistics (master
60452
M Commercial Law
WO Commercial Law (master)
66957
M Marine Technology
WO (M) Marine Technology
de 60079
60104
60178
Maritime Delta Monitor 2018
81
Bijlage 7 Lijst met afkortingen
CAPEX
Capital Expenditure – investeringskosten
CEF
Connecting Europe Facility
CNG
Compressed Natural Gas
DMO
Defensie Materieels Organisatie
EICB
Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart
ESI
Environmental Ship Index
FERM
Geen afkorting, maar de Rotterdamse vertaling van resilience
FTE
Full Time Equivalent – arbeid op basis van volledige werkweek
ICT
Informatie en Communicatietechnologie
IMO
International Maritime Organsiation
LNG
Liquefied Natural Gas
MARIN
Maritiem Research Instituut Nederland
MDM 2015
Maritime Delta Monitor 2015
MIA
Milieu Investerings Aftrek
MIT
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren
NOx
Stikstofoxiden
NWO
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
RD&I
Research, Development en Innovation
SCR
Selectieve katalytische reductie
SDS
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw
SOx
Zwaveloxiden
STC
Onderwijs- en kennisinstelling voor scheepvaart, transport en havenindustrie
STW
Omgezet in TTW – Toegepast Technische Wetenschappen
WBSO
Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk
Maritime Delta Monitor 2018
82
Bijlage 8
Economische kentallen
In deze bijlage zijn werkgelegenheidscijfers (WP201X) per regio afgerond op tientallen. Vestigingen worden afgerond op vijf. Toegevoegde waarde is afgerond op 10 miljoen euro, idem voor omzet. Een â&#x20AC;&#x201C; betekent niet aanwezig of afgerond 0. Deze afronding vindt tevens plaats omwille van vertrouwelijkheid van gebruikte microdata. Bij het gebruik van deze kentallen dienen mogelijke afwijkingen in totalen als gevolg van deze afrondingen in acht genomen te worden. Sector
Binnenvaart
WP 2014
WP2016
Vestigingen
Vestigingen
2014; afgerond
2016; afgerond
TW2014 in mln
TW2016 in mln
euro; afgerond
euro; afgerond
op 10 mln euro
op 10 mln euro
Omzet 2014
Omzet 2016
5.500
6.200
1.340
1.600
320
370
930
990
Havens
19.200
20.400
1.385
1.930
3.040
3.240
6.000
6.280
Marine
1.100
1.000
15
15
50
50
120
120
Maritieme dienstverlening
7.200
7.300
365
365
650
690
1.130
1.170
Maritieme toeleveranciers
6.500
6.000
230
225
620
610
1.440
1.420
16.000
15.500
200
200
1.430
1.420
3.550
3.550
5.300
5.600
310
450
510
530
2.180
2.400
500
500
75
95
60
70
90
100
Waterbouw
5.000
4.600
60
60
480
400
1.480
1.270
Zeevaart
4.000
3.900
195
220
850
810
3.220
3.000
70.300
71.000
4.165
5.165
8.030
8.220
20.100
20.400
Offshore Scheepsbouw Visserij
Totaal
Maritime Delta Monitor 2018
83
Rotterdam
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen Binnenvaart Havens Marine
2016 Vestigingen
1.270
210
70
155
1.240
200
70
185
14.030
4.400
2.230
550
14.570
4.500
2.310
755
340
40
20
5
390
40
20
5
Maritieme dienstverlening
4.300
680
390
175
4.480
720
420
180
Maritieme toeleveranciers
2.480
550
230
40
2.130
500
210
35
Offshore
1.910
430
170
45
1.560
360
140
45
900
370
90
45
920
390
90
55
Visserij
-
-
-
-
-
-
-
5
Waterbouw
-
-
-
-
-
-
-
-
2.220
1.790
510
75
2.190
1.680
450
80
27.450
8.450
3.710
1.085
27.480
8.390
3.720
1.340
Scheepsbouw
Zeevaart Totaal
Maritime Delta Monitor 2018
84
Regio Rotterdam (Capelle a/d
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
IJssel + Krimpen a/d IJssel +
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen
2016 Vestigingen
Vlaardingen) Binnenvaart
200
30
10
80
260
40
20
95
Havens
380
120
60
75
600
190
100
115
Marine
-
-
-
-
Maritieme dienstverlening
450
70
40
30
310
50
30
25
Maritieme toeleveranciers
420
90
40
25
340
80
30
25
Offshore
970
220
90
15
970
220
90
15
Scheepsbouw
570
230
50
15
580
250
50
25
-
-
-
-
-
-
-
-
Waterbouw
10
-
-
5
10
5
-
5
Zeevaart
30
20
10
10
40
30
10
10
3.030
780
300
255
3.110
865
330
315
Visserij
Totaal
Maritime Delta Monitor 2018
85
Schiedam
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen Binnenvaart
2016 Vestigingen
20
-
-
10
30
10
-
15
180
60
30
35
130
40
20
40
Maritieme dienstverlening
60
10
10
5
140
20
10
10
Maritieme toeleveranciers
590
130
50
10
510
120
50
10
1.830
410
160
15
1.670
380
150
15
230
90
20
10
370
160
30
10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Havens Marine
Offshore Scheepsbouw Visserij
-
Waterbouw Zeevaart Totaal
-
-
-
-
-
260
210
60
5
190
150
40
5
3.170
910
330
90
3.040
880
300
105
Maritime Delta Monitor 2018
86
Drechtsteden
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen Binnenvaart
2016 Vestigingen
1.400
230
80
365
1.620
260
100
425
600
190
100
115
810
250
130
165
Maritieme dienstverlening
820
130
80
40
910
150
90
40
Maritieme toeleveranciers
780
170
70
40
730
170
70
40
2.480
550
220
35
2.440
560
220
35
590
240
60
40
640
270
60
50
-
-
200
-
-
-
-
-
2.460
720
230
10
1.870
510
160
10
Havens Marine
Offshore Scheepsbouw Visserij Waterbouw Zeevaart Totaal
-
-
-
-
460
370
100
20
360
280
75
30
9.590
2.600
1.140
665
9.380
2.450
905
795
Maritime Delta Monitor 2018
87
Delft
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen Binnenvaart
2016 Vestigingen
40
10
-
5
40
10
-
5
110
30
20
5
100
30
20
10
Maritieme dienstverlening
310
50
30
-
310
50
30
5
Maritieme toeleveranciers
-
-
-
-
-
-
-
1.010
230
90
5
1.160
260
110
10
10
10
-
-
10
10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Havens Marine
Offshore Scheepsbouw Visserij
-
Waterbouw Zeevaart Totaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.480
330
140
15
1.620
360
160
30
Maritime Delta Monitor 2018
88
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen
2016 Vestigingen
Binnenvaart
170
30
10
55
240
40
10
80
Havens
140
50
20
30
360
110
60
40
Marine
-
-
-
-
-
-
-
-
Maritieme dienstverlening
80
10
10
10
50
10
-
5
Maritieme toeleveranciers
170
40
20
10
180
40
20
10
Offshore
530
120
50
5
550
130
50
5
Scheepsbouw
790
330
80
10
810
340
80
10
-
0
-
-
-
-
-
-
2.240
660
210
5
2.410
660
210
10
Visserij Waterbouw Zeevaart Totaal
10
10
-
5
10
10
-
5
4.130
1.250
400
130
4.610
1.340
430
165
Maritime Delta Monitor 2018
89
Voorne-Putten
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen
2016 Vestigingen
Binnenvaart
300
50
20
15
250
40
20
15
Havens
450
140
70
70
330
100
50
110
Marine
-
-
-
-
-
-
-
-
Maritieme dienstverlening
30
10
-
15
30
-
-
15
Maritieme toeleveranciers
80
20
10
5
80
20
10
5
Offshore
30
10
-
-
30
10
-
-
Scheepsbouw
50
20
10
15
80
40
10
25
110
20
10
30
90
40
10
30
Visserij Waterbouw Zeevaart Totaal
-
-
-
-
90
80
20
5
90
70
20
5
1.140
350
140
155
980
320
120
205
Maritime Delta Monitor 2018
90
Werkendam
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen Binnenvaart Havens Marine
2016 Vestigingen
430
70
30
140
400
60
20
120
40
10
-
20
-
-
-
10
-
-
-
-
-
-
-
-
Maritieme dienstverlening
60
10
-
10
50
10
-
10
Maritieme toeleveranciers
180
40
20
15
180
40
20
15
10
-
-
-
10
-
-
-
210
90
20
30
200
80
20
25
-
-
-
-
-
-
-
-
210
60
20
5
220
60
20
5
Offshore Scheepsbouw Visserij Waterbouw Zeevaart Totaal
10
10
-
5
10
10
-
-
1.150
290
90
225
1.070
260
80
185
Maritime Delta Monitor 2018
91
Overig Maritime Delta
WP 2014
2014 Omzet
2014 TW
2014
WP 2016
2016 Omzet
2016 TW
Vestigingen
2016 Vestigingen
Binnenvaart
1.700
280
100
510
2.130
340
130
660
Havens
3.230
1.010
510
485
3.470
1.070
560
690
Marine
780
80
40
10
640
70
30
15
Maritieme dienstverlening
1.050
170
100
80
1.010
160
100
80
Maritieme toeleveranciers
1.840
400
180
85
1.870
440
190
85
Offshore
7.200
1.600
640
75
7.130
1.630
650
75
Scheepsbouw
1.930
790
190
150
2.030
860
190
250
Visserij
340
60
40
45
350
150
80
60
Waterbouw
130
40
10
30
130
40
10
30
Zeevaart Totaal
920
740
210
75
1.000
770
210
90
19.120
5.170
2.020
1.545
19.760
5.530
2.150
2.035
Maritime Delta Monitor 2018
92
Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland
Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Nederland
T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E netherlands@ecorys.com
W www.ecorys.nl
Sound analysis, inspiring ideas
BELGIË – BULGARIJE – INDIA – KROATIË - NEDERLAND – POLEN – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK