Regiomonitor 2018 NEO Observatory

Page 1

Regiomonitor 2018

In opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Provincie Zuid-Holland

8 juni 2018 Walter Manshanden Olaf Koops Netherlands Economic Observatory Rotterdam


Regiomonitor 2018

Regiomonitor 2018 Onderzoek in opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid-Holland

Juni 2018 NEO Observatory Rotterdam www.neo-observatory.nl

Gebruik van informatie uit deze publicatie is op voorwaarde van bronvermelding toegestaan.

2


Regiomonitor 2018

Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 5 Executive Summary.................................................................................................................................. 7 Uitgebreide samenvatting ..................................................................................................................... 13 1 Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid: doelstelling en uitwerking........................................... 21 1.1 Aanleiding .................................................................................................................................... 21 1.2 Doelstelling, functie en uitgangspunten ..................................................................................... 23 1.2 Internationaal perspectief ........................................................................................................... 24 1.3 Leeswijzer .................................................................................................................................... 28 2 Economie en arbeidsmarkt................................................................................................................. 29 2.1 Bruto regionaal product .............................................................................................................. 29 2.2 Investeringen en export .............................................................................................................. 34 2.3 Bevolking ..................................................................................................................................... 40 2.4 Arbeidsmarkt ............................................................................................................................... 43 2.5 Onderwijs en wetenschap ........................................................................................................... 51 2.6 Sectoren en Clusters .................................................................................................................... 54 3 Vernieuwen economie ....................................................................................................................... 60 3.1 Research & Development en kennisintensieve sectoren ............................................................ 61 3.2 Snelgroeiende bedrijven ............................................................................................................. 68 3.3 Hotspots ...................................................................................................................................... 71 4 Energie en duurzaamheid................................................................................................................... 75 4.1 Energieverbruik en CO2 uitstoot.................................................................................................. 76 4.2 Hernieuwbare energie................................................................................................................. 79 4.3 Scheiding huishoudelijk afval ...................................................................................................... 82 4.4 Electrische laadpunten ................................................................................................................ 84 5 Vernieuwen connectiviteit ................................................................................................................. 85 5.1 Versterken van de bereikbaarheid in Zuid-Holland .................................................................... 86 5.2 Internationale connectiviteit van Zuid-Holland .......................................................................... 88 5.3 Mobiliteitsontwikkelingen in Zuid-Holland ................................................................................. 93 5.4 Digitale bereikbaarheid ............................................................................................................... 98 6 Vernieuwen Stad en Omgeving ........................................................................................................ 101 6.1 Internationale aantrekkingskracht ............................................................................................ 103 6.1.1 Internationale congressen...................................................................................................... 103 6.1.2 Toerisme ................................................................................................................................. 105 6.1.3 Buitenlandse investeringen .................................................................................................... 107 6.1.4 Internationale dynamiek en migratie ..................................................................................... 109 6.2 Zuid-Holland als aantrekkelijk woongebied .............................................................................. 113 3


Regiomonitor 2018 6.2.1 Woningmarkt.......................................................................................................................... 113 6.2.2 Cultuuraanbod en kwaliteit voorzieningen ............................................................................ 117 6.2.3 Veiligheid ................................................................................................................................ 121 6.3 Natuur en recreatie in Zuid-Holland.......................................................................................... 123 6.3.1 Recreatiegebieden.................................................................................................................. 123 6.3.2 Binnenstedelijk groen............................................................................................................. 128 6.4 Werklocaties in Zuid-Holland .................................................................................................... 129 6.4.1 Kantoren ................................................................................................................................. 129 6.4.2 Bedrijventerreinen ................................................................................................................. 131 6.4.3 Detailhandel ........................................................................................................................... 132 Literatuur en bronnen ......................................................................................................................... 134

4


Regiomonitor 2018

Voorwoord Voor u ligt de derde editie van de Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid, die in opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid-Holland is opgesteld door NEO Observatory. De Regiomoniter omvat een brede keuze van kwantitatieve indicatoren die een beeld geven van Zuid-Holland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en onderscheiden deelregio’s op de de investeringslijnen van de regio: • • • •

Vernieuwen verbindingen Vernieuwen economie Vernieuwen energie Vernieuwen stad en omgeving

Langs deze lijnen uit het Regionaal Investeringsprogramma werken de overheden samen om bij te dragen aan de noodzakelijke vernieuwing van de economie met als inzet tussen de 25.000 en 50.000 banen extra. Dat houdt een groeipad van de regionale economie in dat past bij een aantrekkelijke grootstedelijke regio van de 21e eeuw, waarin agglomeratievoordelen, leefkwaliteit, innovatie, optimale bereikbaarheid en duurzaamheid samenkomen. Volgens de OESO kan een dergelijk investeringsprogramma leiden tot een structurele economische groei van 2 tot 4 procent. Met deze thema’s geeft de Regiomonitor inzicht in de recente ontwikkelingen die voor de investeringsagenda’s van de partners in de regio relevant zijn. Het doel van de Regiomonitor is een gemeenschappelijk en gedragen beeld van de relevante ontwikkelingen te vormen, synergie tussen de investeringsagenda’s te ontwikkelen en strategische informatie voor het beleid te verkrijgen. De Regiomonitor beoogt daarin te voorzien. Hoewel de Regiomonitor een jaarlijks terugkerend instrument is, is deze zodanig uitgevoerd dat deze zelfstandig leesbaar is. De vergelijkbaarheid is zoveel mogelijk in stand gehouden door van dezelfde definities als in de voorgaande editie uit te gaan. Tevens is er naar gestreefd om voor elke indicator zoveel mogelijk jaren op te nemen, zodat zowel de recente positie van Zuid-Holland kan worden bezien, als de ontwikkeling in de tijd. De nu volgende samenvatting, voorafgegaan door een ‘executive summary´, schenkt achtereenvolgens aandacht aan de doelstellingen, de feitelijke ontwikkelingen en aanbevelingen voor de regionale investeringsstrategie. De samenvatting bevat een beknopt kwantitatief overzicht van de kernindicatoren van de regionale investeringsstrategie.

5


Regiomonitor 2018 Tabel S.1 Kernindicatoren regionale investeringsstrategie Zuid-Holland ten opzichte van de ambitie, Nederland, het gemiddelde van de Europese grootstedelijke regio en het gemiddelde van de Top-5 Europese stedelijke regio's Ambitie

ZuidHolland

Nederland

Gemiddeld

Top 5

Bruto regionaal product Gemiddelde groei 2014-17 in %

3

2,2

2,3

2,2

3,4

Werkgelegenheid Gemiddelde groei 2014-17 in %

1,5

0,8

1,0

1,5

2,2

BRP/hoofd van de bevolking Gemiddelde groei 2014-17 in %

1,6

1,8

1,3

2,2

Participatie Beroepsbevolking als % bevolking 15-74, 2016

69

70

69

73,3

Werkloosheid Werklozen als % van beroepsbevolking, 2016

6,9

6,0

5,9

3,5

2,2

2,0

2,3

4,2

Scheiding huishoudelijk afval Ingezameld en achteraf als % totaal, 2016

48

66

Duurzame energie als % van bekend energiegebruik, 2016

4,4

6,0

R&D intensiteit Uitgaven R&D als % van brp, 2015

2,5

6


Regiomonitor 2018

Executive Summary De bestuurlijke partners in Zuid-Holland hebben gezamenlijke ambities geformuleerd: ZuidHolland/MRDH als Europese topregio. Dat dient te gebeuren door het vernieuwen van verbindingen, economie, energie en stad en omgeving. Concreet heeft de regio op termijn de volgende opbrengsten voor de regio voor ogen: 25 tot 50 duizend extra banen, een structurele economische groei van twee tot vier procent per jaar en koploper in de slimme en circulaire economie van de 21e eeuw. Deze doelstellingen zijn op middellange termijn haalbaar. Agglomeratievoordelen, zichtbaar aan een hoger dan landelijke groei, zijn een noodzakelijk middel om dat te bereiken. De Regiomonitor 2018 brengt de realisatie van deze doelen in beeld. Per onderdeel worden hieronder per ontwikkelingslijn conclusies, onderliggende trends en aanbevelingen gegeven.

Economie en arbeidsmarkt Conclusies: •

• • •

Het macroeconomisch klimaat van Zuid-Holland is gunstiger geworden. Recent drijft de economische groei van Nederland behalve op export en investeringen ook op consumptieve bestedingen. De overheid bezuinigt niet meer, en dat komt ten goede aan de regio Den Haag. Het momentum om extra groei te realiseren is er nu. De economische groei trekt in Zuid-Holland (gemiddeld 2,2 procent over 2014-’17) in ongeveer hetzelfde tempo aan als landelijk (2,3 procent). Het is nog niet hoog genoeg voor een voldoende aantrekkende werkgelegenheid en om van agglomeratievoordeel te spreken. Zuid-Holland staat met dit groeicijfer nu in de middenmoot van Europese stedelijke regio’s. In 2017 groeit de economie van Zuid-Holland met 3,1 procent, maar dat is in een hoogconjunctuur. Het zou ook in deze gunstige jaren een procent hoger moeten zijn om tegemoet te komen aan de doelstelling van structureel 3 procent per jaar. Recent trekt de werkgelegenheid aan, en is de werkloosheid in Zuid-Holland flink gedaald van 8,3 procent in 2014 naar 5,5 procent in 2017. Het verschil tussen de werkloosheid in Nederland en Zuid-Holland neemt in recente jaren af; vooral lager en middelbaar opgeleiden vinden werk. Hoger opgeleiden hebben reeds een baan. Positief is dat de de huidige groei wordt gedragen door consumptieve diensten en specialistische diensten als ICT en media. De regionale economie diversifieert en deelt mee in de huidige hoogconjunctuur. De groei van het brp blijft in de regio’s Den Haag en Leiden ook in de hoogconjunctuur onder het landelijk gemiddelde. Hoewel de overheid niet langer bezuinigt, blijft de groei daar beneden het gemiddelde. Terugkijkend heeft Zuid-Holland en in het bijzonder de regio Den Haag de bezuinigende overheid gevoeld over de jaren 2009-2013. Dat heeft de krimp van het brp aanzienlijk versterkt, vooral in de tweede dip. Internationale crisis die juist gevolgen hebben voor het bestedingsgedrag van de overheid raken juist de regio Den Haag en Zuid-Holland. Het aandeel hoger opgeleiden nam in de MRDH relatief snel toe. Bij hoger opgeleiden is sprake van te weinig aanbod (schaarste), hetgeen verdere groei kan belemmeren, bij lageren middelbaar opgeleiden is daarentegen sprake van gebrek aan vraag. Juist voor hen dient de extra werkgelegenheid in de dienstensector gecreeërd te worden. De groei van de dienstensector is in dat licht positief. Verdere activering van lager opgeleiden is noodzakelijk.

7


Regiomonitor 2018 Onderliggende trends •

De 2 tot 4 procent structurele groei dient mede gerealiseerd te worden door potenties te verzilveren, markten te ontwikkelen en openbreken, in het bijzonder die van de productie van duurzame energie en gebruik te maken van agglomeratiekrachten. Dan gaat het om onderlinge leveringen tussen samenhangende bedrijfstakken, synergie tussen innovatie en bedrijvigheid op basis van nabijheid, diversificatie van het bedrijvigheid en aantrekkelijke, gemengde woon-werkmilieu’s en samenhangende verbindingen tussen woon- en werkgebieden, juist door hoogwaardig en frequent openbaar vervoer.

Dan ontstaan op termijn de extra banen in de industrie en vooral de arbeidsintensieve dienstensector, juist voor middelbaar- en lager opgeleiden. De regionale samenhang van investeringen staat centraal, omdat er dan minder weglekeffecten zijn. Een impuls heeft dan een relatief groot effect in de regio, juist voor de werkgelegenheid in de dienstensector.

De Regiomonitor 2018 laat zien dat op de genoemde onderdelen van agglomeratiekrachten de eerste stappen gezet zijn in de transitie van de economie van Zuid-Holland, met name met attractiviteit en innovatie. Aanhoudend beleid is nodig en aanscherping daarvan noodzakelijk om de doelstellingen op de middenlange termijn te bereiken. Wat betekenen de huidige feitelijke ontwikkelingen voor de investeringsstrategie?

Aanbevelingen: •

Samenhang en ruimtelijke focus zijn essentieel in de investeringsstrategie. Agglomeratievoordeel, als middel om extra groei te realiseren, dient in de eerste plaats in de grote steden gerealiseerd te worden. Dat betekent focus op Rotterdam en Den Haag. Daar dienen de hoogwaardige, grootstedelijke woon- en werkmilieus ontwikkeld te worden, zodat de consumenten- en productendiensten kunnen ontwikkelen. Daarnaast zijn de kennis- en innovatiecomplexen in Delft, Leiden en Rotterdam de zwaartepunten in economische ontwikkeling van de regio. Van daar uit treedt ruimtelijke spill-over op de rest van de regio op, zoals in Drechtsteden, met de gevarieerde industrie. De urgentie van de investeringslijnen blijft ondanks het gunstige conjuncturele beeld onverminderd hoog. Met name op het gebied van bereikbaarheid, duurzame energie en locale en regionale ‘quality of life’ is de urgentie hoog. Innovatie ontwikkelt zich zoals gewenst. De internationale aantrekkelijkheid ziet er tevens positief uit.

Hieronder volgen de conclusies, onderliggende trends en aanbevelingen per investeringslijn.

8


Regiomonitor 2018 Vernieuwen economie Conclusie • Bij het vernieuwen van de economie is Zuid-Holland op de goede weg en worden resultaten zichtbaar. Zuid-Holland besteedt nationaal bovengemiddeld aan R&D, en heeft in de afgelopen 10 jaar een sterke inhaalslag gemaakt met R&D investeringen. Wel blijven de private R&D investeringen achter en is er gebrek aan synergie tussen innoverende bedrijfstakken in Zuid-Holland. • Zuid-Hollandse nieuwe groeibedrijven timmeren aan de weg in de hotspots bij de universiteiten. Startups in Zuid-Holland vinden vooral plaats als spinoff of met een link met de universiteten van Rotterdam, Delft en Leiden, scaleups zijn vooral sterk vertegenwoordigd in Rotterdam. Den Haag blijft achter met nieuwe groeibedrijven, ook met groei van private R&D. Onderliggende trends •

• • •

Er treedt diversificatie van de economie op naar meer hoogwaardige diensten. Naast consumenten diensten zien we dat kennisintensieve diensten zoals ICT en media, specialistische zakelijke diensten en financiële diensten belangrijke aanjagers zijn van herstel van economie Zuid-Holland. Universiteiten in Zuid-Holland leveren meeste groei van aantal afgestudeerden, waarbij ook aanwas van techniek op HBO/WO positieve groei laat zien. Jonge, hoogopgeleid talent kiest vanuit de universiteit vaker voor het ondernemerschap in duurzame productmarkten in plaats van werken bij een multinational. Veel dynamiek en vernieuwing is afkomstig van startups en scaleups. Dit zijn jonge bedrijven, vaak met een op digitalisering gebouwd businessmodel, die in korte tijd een enorme groei doormaken door een sterk concurrerend nieuw product in de markt te zetten.

Aanbeveling • •

• • •

Inzetten op meer private innovatie-activiteiten. Uitbreiding van ruimte en financiering van nieuwe groeibedrijven en hotspots. Bij de financiering van startups in Zuid-Holland is er onbenut potentieel en groeiruimte. Jaarlijks wordt er nu gemiddeld ca. 30 miljoen euro geïnvesteerd aan groeikapitaal in startups in Zuid-Holland. Ter vergelijking: in de regio Amsterdam gaat het jaarlijks om bijna 250 miljoen euro voor startups. Inzetten op clustervorming en het versterken van de onderlinge samenhang en synergie van innovatieve bedrijven en bedrijfstakken in Zuid-Holland. Hotspots zijn hierbij een succesvol instrument gebleken voor startups en hoogwaardige bedrijvigheid. Meer en grotere hotspots zijn nodig, waarbij ook ruimte voor middelgrote en grote private spelers en bedrijven. Nabijheid van stedelijke voorzieningen, kennisinstellingen en OV-bereikbaarheid zijn belangrijke succesfactoren. Het openbreken van de markt voor productie van duurzame energie heeft grote potentie voor bedrijvigheid en werkgelegenheid. Doorzetten innovatiebeleid en aandacht voor hoger opgeleiden uit binnen- en buitenland. Een tekort aan hoger opgeleiden is een belemmering voor groei; een numerus fixus in relevantie studies is een rem op toekomstige groei van de regio, zeker in het licht van de belangstelling die internationaal leeft voor sommige technologische ontwikkelingen. 9


Regiomonitor 2018 Energie en duurzaamheid Conclusie • Het aandeel duurzaam opgewekte energie is in Zuid-Holland op 4,4 procent gekomen. Uitbreiding daarvan is een grote en kansrijke uitdaging, zeker voor de nationale doelstelling van CO2 neutraliteit in 2025 in het kader van het Klimaatakkoord van Parijs. • De realisatie van windenergie op land (735,5 megawatt in 2020) ligt in Zuid-Holland op 49 procent; nationaal is dat 55 procent. Voor het overige deel zijn er plannen in voorbereiding. • Het percentage huishoudelijk afval dat in Zuid-Holland wordt hergebruikt is flink gestegen en kwam in 2016 op 48 procent. • Het aantal electrische laadpalen in Zuid-Holland is in maart 2018 op 2.887 per miljoen inwoners gekomen en is vergelijkbaar met Utrecht (3.107) en Noord-Holland (2.980). • De doelstelling is om, uitgaande van het huidige energieverbruik, in 2020 op 8,6 procent duurzame energie te komen. Het bereiken van deze doelstelling is een grote en kansrijke uitdaging. Dit is een oefening in het licht van de doelstelling voor het jaar 2050. Onderliggende trends •

Toenemend hergebruik van huishoudelijk afval drukt het aanbod voor afvalverbranding en daarmee het aandeel van duurzaam opgewekte energie. Daarmee raakt de mogelijkheid om de doelstelling voor 2020 te realiseren verder uit zicht en zeker die van 2050.

Aanbeveling •

• • •

Directe aandacht voor de duurzame energievoorziening en circulaire economie. Verdere verhoging van het aandeel gescheiden afval, door inzameling of scheiding achteraf, is noodzakelijk om ambities op het gebied van de circulaire economie te realiseren. Aanscherping van de doelstellingen is een eerste stap. Om CO2 neutraliteit te realiseren zal afvalverbranding op den duur moeten worden afgebouwd, daar dit deels CO2 produceert uit plastic afval van fossiele oorsprong. Dit vergt benutting van bestaande technologie, productontwikkeling en nieuwe technologie. De TU Delft heeft de kennis beschikbaar; benutting ervan ligt voor de hand. Het openbreken van de markt voor de productie van duurzame energie is een grote kans in samenhang met innovatie. Dit bewerkstelligt allerlei crossovers tussen bedrijfstakken in de regio.

10


Regiomonitor 2018 Vernieuwen verbindingen Conclusie • Voor het verbeteren van de interne bereikbaarheid van de regio is meer nodig. De afname van het autogebruik blijft achter in Zuid-Holland en neemt zelfs weer toe in 2015-2016 met toenemende congestie als gevolg. • De bestaande plannen in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid zijn niet toereikend om de top-eis op gebied van CO2-reductie van verkeer in de MRDH in 2025 te realiseren. • De internationale connectiviteit en digitale infrastructuur van Zuid-Holland is sterk in vergelijking met Europese stedelijke regio’s. Onderliggende trends •

Door de toename van het opleidingsniveau en de aantrekkende economie neemt de mobiliteit toe in de regio, in het bijzonder het openbaar vervoer. De bereikbaarheid heeft voortdurend aandacht nodig met het oog op agglomeratiekracht door hoogwaardige, goed bereikbare stedelijke vestigingsmilieus voor wonen en werken met het oog op de kansen voor de dienstensector. Woningbouw en vastgoed dient in elkaars nabijheid en in samenhang met hoogwaardige OV met het oog hierop ontwikkeld te worden.

Grote verschillen in bereikbaarheid over de weg of per OV van wijken en werklocaties. Laagen middelbaaropgeleiden wonen vaker in minder bereikbare wijken en werken elders op slecht bereikbare bedrijventerreinen aan de rand van de stad en zijn aangewezen op de auto. De groei in OV-gebruik komt door de stijging van het opleidingsniveau, de aantrekkende werkgelegenheid en het toenemend aantal studenten in Zuid-Holland. Hoogopgeleiden reizen meer met het openbaar vervoer, ook omdat zij vaker werken en wonen op goed bereikbare plekken per OV. De overstap van auto naar openbaar vervoer en fiets blijft in Zuid-Holland achter bij andere stedelijke regio’s door de samenstelling van de beroepsbevolking.

Aanbeveling •

Oplossingen voor mobiliteitsopgaven moeten gezocht worden in combinatie met opgaven op gebied van wonen en werken. Zet in op aantrekkelijke, gemengde woon-werkmilieu’s en samenhangende verbindingen tussen woon- en werkgebieden, juist door hoogwaardig en frequent openbaar vervoer. Inzet op synergie en samenhang tussen investeringen van verschillende beleidsopgaven is cruciaal voor het maatschappelijk rendement en de eigen beleidsdoelen van de MRDH. Er ontstaat extra maatschappelijk rendement als investeringen in OV en fiets gekoppeld worden aan de ontwikkeling van woon- en werklocaties nabij bestaande en/of nieuwe hoogwaardige OV-verbindingen. Ook is verandering in het mobiliteitsgebruik onontkoombaar met de toekomstige inwoners- en werkgelegenheidsgroei. Agglomeratiekrachten realiseren kan alleen door ruimtelijke samenhang aan te brengen in de projecten van de regionale investeringsstrategie: slimme combinaties. Dat is juist nu in een opgaande conjunctuur van belang, omdat er momenteel vele investeringsprojecten, initiatieven en plannen zijn. Meer ambitie, draagkracht en middelen nodig voor het ontwikkelingen van goede en snelle OV-verbindingen per trein/metro.

11


Regiomonitor 2018 Vernieuwen stad en omgeving Conclusie • De internationale aantrekkingskracht en branding van de regio verbetert. • De aantrekkelijkheid van Zuid-Holland als woonregio blijft achter doordat de regio minder scoort op lokale en regionale ‘quality of life’ factoren. Voor het aantrekkelijker maken van Zuid-Holland als woongebied zijn investeringen nodig in het woningaanbod en de kwaliteit van de leefomgeving, zoals nabijheid van groen en voorzieningen. • Positieve uitzondering is de regio Den Haag, waar de woningmarkt en het woningaanbod gunstig ontwikkelt, oa door transformatie van leegstaande kantoren in afgelopen jaren. Onderliggende trends • •

Internationale congressen, toerisme en buitenlandse investeringen ontwikkelen zich gunstig en laten zien dat potenties verzilverd worden. Vooral in de regio Rotterdam en regio Dordrecht blijven investeringen in nieuwbouwwoningen achter.

Aanbeveling • •

• •

Koppel het verbeteren van de leefomgeving in wijken aan de mobiliteitsopgaven van de regio. Een van de opgaven voor het aantrekkelijker maken van de regio als woongebied is het transformeren van het leegstaand vastgoed in de regio. In het bijzonder de regio Rotterdam heeft een overaanbod is van kantoren en bedrijventerreinen. Hier ligt een transformatieopgave voor het vernieuwen van de stad en omgeving naar nieuwe functies zoals wonen en natuur. Ook sluit de kwaliteit van de woningvoorraad niet aan op de woningbehoefte van vandaag. Het verder uitbreiden van een regionaal hoogwaardig OV-netwerk. Andere mogelijkheden voor het bevorderen van duurzaam en effectief vervoer benutten: beprijzing en slimme vervoerswijzen.

12


Regiomonitor 2018

Uitgebreide samenvatting Regionale doelstellingen De bestuurlijke partners in Zuid-Holland, namelijk de provincie, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Drechtsteden, Holland Rijnland en de Economic Board Zuid-Holland hebben een Regionaal Investeringsprogramma voor de regio vastgesteld. Dat programma bestaat uit vier investeringslijnen: • • • •

Vernieuwen verbindingen Vernieuwen economie Vernieuwen energie Vernieuwen stad en omgeving

Langs deze lijnen uit het Regionaal Investeringsprogramma werken de overheden samen om bij te dragen aan de noodzakelijke vernieuwing van de economie met als inzet tussen de 25.000 en 50.000 banen extra. Volgens de OESO kan een dergelijk investeringsprogramma leiden tot 2 tot 4% extra economische groei. Hieronder worden conclusies en toelichtingen per onderwerp gegeven. In een volgende paragraaf wordt een overkoepelende verdieping van de hoofdconclusies gegeven, gevolg door relevante aanbevelingen voor beleid.

De macroeconomische omgeving De macroeconomische omgeving van Zuid-Holland is zowel structureel als conjunctureel gunstig. Nederland was in 2017 qua concurrentiekracht de vierde economie ter wereld (IMD, 2018)1. Daarnaast is de Nederlandse economie inmiddels op stoom (CPB, 2018) na een fase van herstel vanaf 2013. De huidige hoogconjunctuur van de Nederlandse economie heeft in vergelijking met eerdere perioden van hoge groei een bijzonder element. De wereldhandel, van groot belang voor de economie van Rotterdam, ontwikkelde zich in vergelijking met voorgaande perioden van hoge groei gematigd. Daarnaast ontstond onzekerheid in de energiemarkt, in het bijzonder door de lagere olieprijs in 2014 en 2015. Dat werkte door in de off-shore industrie. Daartegenover staat dat de huidige hoogconjunctuur voor een groot deel steunt op binnenlandse factoren, waarbij met name de bestedingen van consumenten aantrekken. Daarnaast bezuinigt de Rijksoverheid niet langer. Tegenover de gematigder ontwikkeling van de wereldhandel en onzekerheid in de energiemarkt en offshore industrie, staan aantrekkende consumentnbestedingen en een niet verder bezuinigende Rijksoverheid. Zuid-Holland staat in de driejaarlijkse Regional Competitiveness Index van 275 Europese regio’s uit 2016 op een 18e plaats. Dat duidt op een hoge concurrentiekracht, maar is lager na een tiende plek in 2013. De lagere plaats in de RCI van 2016 is toe te schrijven aan de tweede dip na de grote recessie van 2009 die juist in Zuid-Holland extra doorwerkte als gevolg van een bezuinigende overheid. Wel werd in de RCI 2016 de verbetering van Zuid-Holland op het gebied van innovatie al zichtbaar. Inmiddels is het beeld van Zuid-Holland ten opzichte van enige jaren terug verbeterd, zo blijkt uit deze Regiomonitor.

1

International Institute for Management Development (2018), World Competitiveness Ranking 2018. Lausanne: IMD

13


Regiomonitor 2018 De overheidsfinanciën van Nederland zijn weer in balans, zodat omvangrijke bezuinigingen niet langer in het bijzonder de regio Den Haag treffen. Het is gebleken dat de aantrekkende consumptieve bestedingen relatief sterk bijdragen aan de economische groei van Rotterdam. Over het geheel genomen volgt Zuid-Holland de economische ontwikkeling van Nederland, echter zonder deze te overtreffen. Hoewel er verbetering is, is de gebleken groei nog niet toereikend voor de realisatie van de ambities.

Economie en arbeidsmarkt De economische groei trekt aan in Zuid-Holland en loopt in de pas met Europese stedelijke regio’s en Nederland. De werkgelegenheid trekt pas in 2017 door na-ijleffecten aan. De groei van het bruto regionaal product (plus 3,1 procent) en de werkgelegenheid (plus 2,2 procent) komen in 2017 op het gewenste niveau. De werkloosheid daalde in 2017 substantieel tot 5,5 procent. De economie van Zuid-Holland volgt met een gemiddelde jaarlijks van 2,2 procent over de periode 2014-2017 de nationale groei en het gemiddelde van de Europese grootstedelijke regio’s. Dat is weliswaar een verbetering naar het gemiddelde van deze benchmark, maar een bovengemiddelde groei is de ambitie. Ondanks het sterke herstel van de economie is de huidige groei van 3,1 procent in 2017 in Europees perpectief nog niet voldoende in het licht van een gewenste structurele groei van 2 tot 4 procent procent. De structurele, gemiddelde groei van de vijf snelst groeiende stedelijke regio’s in Europa is namelijk 3,4 procent; ruim een procent meer dan die van Zuid-Holland en de MRDH (2,2 procent). Hoewel de groei van 3,1 procent in 2017 zonder meer positief is, dient dat tijdens een aantrekkende economie en beginnende hoogconjunctuur in het licht van die doelstelling minstens één procent hoger te liggen. De gebleken economische groei in Zuid-Holland is daarmee nog niet toereikend voor de groei van de werkgelegenheid. De toename van de werkgelegenheid over de periode 2014-2017 is namelijk nog een van de laagste in vergelijking met de Europese grootstedelijke regio’s. Dit is het gevolg van het na-ijl effect van de zwakke ontwikkeling van de economie in de voorgaande jaren. De aanzwellende groei van het brp over de afgelopen jaren leidt pas in 2017 tot een zichtbare toename van de werkgelegenheid in Zuid-Holland en de MRDH. In dat jaar groeit de werkgelegenheid in Zuid-Holland en de MRDH met respectievelijk 2,2 en 2,3 procent. Dat is weliswaar hoger dan het gemiddelde voor Europese stedelijke regio’s, maar betreft één jaar en dient over een reeks van jaren volgehouden te worden. De werkloosheid is dan ook nog hoog in Zuid-Holland en de MRDH in de Europese vergelijking. In 2016 is deze 6,9 procent in Zuid-Holland versus 5,9 procent in het totaal van Europese stedelijke regio’s. Wel daalt de werkloosheid in Zuid-Holland relatief snel; deze bedroeg in 2014 nog 8,3 procent van de beroepsbevolking. In de recente herstelperiode 2014-2016 is zichtbaar dat de economie van Zuid-Holland diversificeert en dat de consumptieve en zakelijke diensten de trekkers zijn van de economische groei: de bouw, horeca, detailhandel, overige zakelijke diensten (flexibele en gedetacheerde werknemers), en ICT en media. Ook de clusters recreatie en toerisme, clean tech, en agrofood dragen bij aan de werkgelegenheidsgroei in de regio. Daartegenover staat de gematigde groei in de twee sterke specialisaties van de regio, transport en overheid, die daarmee bij het recente economisch herstel geen rol spelen. Dat geldt ook voor de offshore-industrie en de petro-chemie.

14


Regiomonitor 2018 De aantrekkende consumptie, onderdeel van het huidige groeipad van de Nederlandse economie, blijkt een van de drijvers van het herstel van de MRDH. Dat is in het bijzonder in Rotterdam zichtbaar. Juist de genoemde diensten, waaronder de ICT en media, genereren werkgelegenheid; ze zijn arbeidsintensief. Het past bij de ontwikkeling van de agglomeratie, waarin verschillende bedrijfstakken in gemengde woon-werkmilieu’s door synergie, innovatie en leefkwaliteit extra waarde en bedrijvigheid creëren. De ontwikkeling van deze noodzakelijke elementen waar de investeringsstrategie op is gericht is zichtbaar in Zuid-Holland.

De groei in Zuid-Holland wordt met deze sectorale ontwikkeling op de lange termijn gedragen door de regio’s Rijnmond, Drechtsteden, Delft en Westland en Oost Zuid-Holland. Agglomeratie Den Haag en Leiden en Bollenstreek laten over de jaren 2014-2017 een gemiddeld herstel zien. De economie van Rijnmond is nauw met die van de wereldhandel en die van geheel Nederland verbonden en wijkt daarom niet al te sterk af van die van Nederland; niettemin dragen consumptieve bestedingen nu bij aan de groei aldaar. Dat houdt diversificatie van de economie in. De economie van Drechtsteden is gebaseerd op een gevarieerde industrie die minder gevoelig bleek voor de grote recessie. Recent trekt de groei er relatief sterk aan, vooral gedreven door de export. De groei in Delft en Westland vanaf 2013 kan toegeschreven worden aan de bestedingsimpuls voor de aanleg van de spoortunnel en de positieve ontwikkeling van het kenniscluster rond de TU Delft. De economie van de Agglomeratie Den Haag stagneerde vanaf 2008 als gevolg van bezuinigingen van de overheid; er trad vraaguitval en baanonzekerheid op. Werknemers bij de overheid werden hierdoor terughoudend met uitgaven. Hoewel de Haagse economie recent herstel vertoont, blijft het herstel onder het gemiddelde van geheel Nederland. De overheid bezuinigt weliswaar niet meer, maar breidt niet significant uit. Nieuwe activiteiten in de regio Den Haag, zoals het composietencluster, zijn niet omvangrijk genoeg om door te werken in het totale groeicijfer. Agglomeratie Leiden en Bollenstreek laat een op de lange en korte termijn benedengemiddeld groeipad zien. De investeringen zijn in 2015, het meest recente jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn, in Den Haag sterk aangetrokken. Dit zijn hoofdzakelijk investeringen in vastgoed in het centrum van Den Haag en de aanleg van de Randstadrail. Omdat het vastgoed in hoofdzaak bestemd is voor relocatie van ministeries, is het niet de verwachting dat dit tot extra groei leidt. Wel draagt het bij aan de verlevendiging en waarde van het centrum van Den Haag. Voor extra economische groei in Den Haag is diversificatie van de economie, meer private bedrijvigheid en Research & Development nodig.

Het aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking van Zuid-Holland is gemiddeld in vergelijking met Europese grootstedelijke regio’s. Echter, over de jaren 2014-2017 neemt dit aandeel in ZuidHooalnd vergeleken met die andere regio’s toe, in de MRDH zelfs sterk. De toenemende aantrekkelijkheid van de MRDH en Zuid-Holland werpt zijn vruchten af. Niettemin heeft de regio bij hoger opgeleiden een beperking bij het aanbod van arbeidskrachten, en bij lager en middelbaar opgeleiden een tekortschietende vraag naar arbeidskrachten. Nieuwe, kennisgedreven bedrijvigheid in industrie en diensten is afhankelijk van hoger opgeleiden uit binnen- en buitenland. Juist hoger opgeleiden hebben een hoge participatiegraad en lage werkloosheid. Zij zijn schaars. In de regio is daarentegen een ruim aanbod van met name lager- en deels ook middelbaar opgeleiden.

15


Regiomonitor 2018

Innovatie Investeringen in innovatie, nieuwe groeibedrijven en hotspots zijn belangrijk voor het versterken van de concurrentiekracht van Zuid-Holland. De bestedingen in Zuid-Holland aan research & development (R&D) zijn nationaal bovengemiddeld en bedrijven en instellingen in Zuid-Holland hebben in de afgelopen 10 jaar een sterke inhaalslag gemaakt met R&D investeringen. Zo steeg Zuid-Holland onlangs van plaats 12 naar plaats 2 provinciale Innovatiekracht-index 2017 van ING. Wel blijven de private R&D investeringen achter en is er gebrek aan synergie tussen innoverende bedrijfstakken in Zuid-Holland. Ook vlakt in 2015 de groei van de R&D intensiteit in Zuid-Holland af. Een verdere stijging is echter noodzakelijk om aan de doelstelling van de Nederlandse overheid te voldoen, namelijk een R&D intensiteit van 2,5 procent, en nog een half tot één procent extra om tot de top van de Europese kennisregio’s te behoren. De R&D uitgaven in Zuid-Holland leunen sterk op publieke R&D uitgaven door de aanwezigheid van drie universiteiten en grote publieke kennisinstellingen als TNO, Deltares, CBS, NFI, ESA en de Planbureaus. Het aandeel private R&D uitgaven blijft achter in Zuid-Holland, vooral in de regio Den Haag. Groot-Rijnmond is in Zuid-Holland de belangrijkste concentratie voor private R&D uitgaven. In recente jaren komt de groei van private R&D uitgaven in Zuid-Holland voort uit de nietlooncomponent van private R&D uitgaven in de regio’s Leiden en Delft, die via de RDA-aftrek fiscaal gestimuleerd wordt de aanschaf van o.a. materiaal en apparatuur. Daarnaast vernieuwt de economie door de komst van nieuwe bedrijven. Start-ups en scale-ups zijn vernieuwers met (internationale) groeiambitie, die ook in Zuid-Holland opduiken. Dit zijn jonge bedrijven, vaak met een op digitalisering gebouwd business model, die in korte tijd een enorme groei doormaken door een sterk concurrerend nieuw product in de markt te zetten. Investeringen in startups in Zuid-Holland vinden vooral plaats in de universiteitssteden Rotterdam, Delft en Leiden, scaleups zijn vooral sterk vertegenwoordigd in Rotterdam. Nieuwe groeibedrijven clusteren graag samen op centrale locaties en profiteren daar van elkaars nabijheid en de nabijheid van stedelijke voorzieningen, goede (OV-)bereikbaarheid en/of kennisinstellingen. Deze ‘hotspots’ spelen daarbij een belangrijke rol voor het creëren van spillovers tussen bedrijven, universiteiten, en onderzoeksinstellingen. Hotspots genereerden in de periode 2005-2017 11,5 duizend extra hoogopgeleide banen. In de laatste twee jaar zijn de hotspots in en rond het centrum van Rotterdam en rond de TU-wijk in Delft het meest succesvol in het creëren van extra werkgelegenheid. Bij de financiering van startups in Zuid-Holland is er onbenut potentieel en groeiruimte. Jaarlijks wordt er nu gemiddeld ca. 30 miljoen euro geïnvesteerd aan groeikapitaal in startups in Zuid-Holland. Ter vergelijking: in de regio Amsterdam gaat het jaarlijks om bijna 250 miljoen euro voor startups.

Energie en duurzaamheid Zuid-Holland heeft een relatief laag aandeel duurzame energie en het aandeel gescheiden huishoudelijk afval is beneden het nationale gemiddelde. Echter, het aandeel gescheiden en hergebruikte huishoudelijke afval neemt recent sterk toe en het aandeel verbranding nam af. Afvalverbranding heeft niettemin nog een fors aandeel in de productie van duurzame energie in Zuid-Holland. Met de realisatie van windenergie op land ligt Zuid-Holland redelijk op koers, met laadpunten voor elektrische auto’s zijn forse stappen gezet. Het aantal laadpunten per 1000 inwoners is in Zuid-Holland relatief hoog.

16


Regiomonitor 2018 Het energiegebruik van huishoudens in Zuid-Holland is relatief laag en afgenomen in de afgelopen jaren vanwege zachtere winters. Het energieverbruik per euro toegevoegde waarde door bedrijven en instellingen is tegen de nationale trend in daarentegen toegenomen. Dat is toe te schrijven aan de industrie in Zuid-Holland; daar is het gasverbruik in de afgelopen jaren gestegen. De gasleverantie aan energiecentrales is afgenomen in Zuid-Holland; dit is vervangen door steenkool. Het vrijkomende gas wordt deels door de (petrochemische)-industrie in Zuid-Holland verbruikt. Bij andere bedrijfstakken, vooral de agro-industrie in Zuid-Holland, nam het energiegebruik af. Evenals bij huishoudens droegen zachtere winters daar aan bij. Het Klimaatakkoord van Parijs houdt in dat de opwarming van de aardse dampkring tot 2 graden Celcius beperkt wordt. Om daar invulling aan te geven is de ambitie dat het Nederlandse energieverbruik in 2050 CO2 -neutraal zal zijn. Het percentage hernieuwbare energie lag in 2016 met 19,6 petajoule duurzame energie in Zuid-Holland nog op 4,4 procent (bron: Provincie ZuidHolland/DCMR). De doelstelling is om in 2020 39 petajoule duurzame energie op te wekken. Afgemeten tegen een gelijkblijvend totaal energieverbruik komt dat neer op een aandeel van 8,6 procent. Absoluut houdt dat een verdubbeling van de opwekking van duurzame energie in twee jaar tijd in. Het is echter een oefening met CO2 neutraliteit in 2050 in het verschiet. Daarbij moet rekening worden gehouden met het volgende. Een aanzienlijk deel van de hernieuwbare energie in Zuid-Holland is echter afkomstig uit afvalverbranding. Nu ligt het scheidingspercentage huishoudelijk afval in Zuid-Holland met 48 procent in 2016 onder het landelijke cijfer van 66 procent. Wel laat het scheidingspercentage na 2014 een sterke stijging zien in ZuidHolland; dit nam toe van 42 procent in 2014 naar 48 procent in 2016. Hierdoor is het aandeel verbranding en storten afgenomen, maar is nog altijd aanzienlijk. Volledige recycling van huishoudelijk afval en het afbouwen van afvalverbranding (met plastic afval van fossiele oorsprong) om CO2 neutraliteit te realiseren, betekent dat deze component in de opwekking van duurzame energie op den duur verdwijnt. Net zoals voor geheel Nederland is dit voor Zuid-Holland een grote en kansrijke uitdaging. Dit vergt nieuwe technologie en bedrijvigheid. Diversificatie van bedrijvigheid en nieuwe toetreders op de markt voor duurzame energieproductie komt ten goede aan zowel doelstellingen op het gebied van duurzaamheid als werkgelegenheid. De afgelopen jaren is namelijk gebleken dat de ingezakte olieprijs tot afnemende investeringen in de offshore-industrie leidde, maar juist kansen gaf aan de realisatie van windenergie op de Noordzee. Bijvoorbeeld, er zijn kansen in de markt voor opslag van elektriciteit. Er zijn tal van technologische ontwikkelingen op dit gebied. Bijvoorbeeld, lithium, voor de lithium-ion accu, is uiteindelijk niet schaars, en decentrale opslag van elektriciteit in woningen en bedrijven vangt in potentie een deel van de grote overschotten en tekorten in de productie van zonne-energie op en vermijdt zo deels omvangrijke investeringen in het publieke elektriciteitsnet. Met het opgesteld vermogen van windenergie op land heeft Zuid-Holland 49 procent van de doelstelling van 736 megawatt voor 2020 gerealiseerd; niet veel onder het landelijk gemiddelde van 55 procent. Absoluut gaat het in 2016 om 3,6 petajoule; realisatie van het doel houdt dus 7,2 petajoule in. Echter, Zuid-Holland komt de huidige plannen in voorbereiding voor windenergie in totaal boven de doelstelling van 736 megawatt uit. Met de ontwikkeling van laadpunten voor electrisch aangedreven auto’s heeft Zuid-Holland forse stappen gezet. Het aantal laadpunten in ZuidHolland is in maart 2018 op 10.426 gekomen; 2.887 per miljoen inwoners. Dat is vergelijkbaar met Noord-Holland en niet veel onder dat van Utrecht.

17


Regiomonitor 2018

Bereikbaarheid Een goede bereikbaarheid geldt als belangrijke voorwaarde om het potentiële agglomeratievoordeel van Zuid-Holland beter te benutten. Voor het verbeteren van de interne bereikbaarheid van de regio is meer nodig. De afname van het autogebruik blijft achter in Zuid-Holland en neemt zelfs weer toe in 2015-2016 met toenemende congestie als gevolg. De bestaande plannen in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid zijn niet toereikend om de top-eis op gebied van CO2-reductie van verkeer in de MRDH in 2025 te realiseren. Verschuiving van vervoerswijze is niet alleen van belang voor optimale bereikbaarheid en het benutten van agglomeratievoordeel door connectiviteit, maar ook de vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen. Uit de eerste periodieke meting van de haalbaarheid van de vijf beleidsdoelen van de MRDH op gebied van bereikbaarheid blijkt dat de top-eis van het realiseren van een CO2-reductie van verkeer in de MRDH met 30 procent in 2025 niet gehaald wordt ondanks volledige uitvoering van de bestaande plannen voor de periode 2016-2025. De overige doelen zijn goed op koers of haalbaar, waarbij wel aandacht gevraagd wordt voor het integrale en complexe karakter van mobiliteitsopgaven. De internationale connectiviteit van Zuid-Holland is sterk in vergelijking met Europese stedelijke regio’s. De Rotterdamse haven is de grootste haven van Europa voor goederen- en containeroverslag, op afstand gevolgd door Antwerpen en Hamburg. In recente jaren heeft de haven van Antwerpen een sterke groei in container- en goederenoverslag gerealiseerd en zorgt toegenomen concurrentie tussen Europese zeehavens voor prijsdruk op haventarieven. De capaciteit de eigen luchthaven van Zuid-Holland, Rotterdam The Hague Airport, is beperkt maar Zuid-Holland profiteert mee van de groei en nabijheid Schiphol, luchthavens in België waaronder Zaventem en Eindhoven Airport. Tot slot is de congestie op de weg in Zuid-Holland in vergelijking met andere grootstedelijke regio’s in Europa beperkt. Zuid-Holland laat een positieve groei zien van het gebruik van openbaar vervoer, vooral door meer treinreizigers. Tegelijkertijd blijft de afname in het autogebruik achter en is in 2015-2016 sprake van een stijging waar andere stedelijke regio’s juist meer overgaan op openbaar vervoer. De groei in OV-gebruik komt door de stijging van het opleidingsniveau, de aantrekkende werkgelegenheid en het toenemend aantal studenten in Zuid-Holland. Hoogopgeleiden reizen meer met het openbaar vervoer, ook omdat zij vaker werken en wonen op goed bereikbare plekken per OV. De sterkste toename is zichtbaar in de stations van de regio Delft en regio Leiden in 2015-2016. Ondanks de toename blijft het OV-gebruik in Zuid-Holland relatief achter bij Utrecht en Noord-Holland. Veranderingen in het gebruik van mobiliteit leiden tot nieuwe mobiliteitsopgaven voor de toekomst. Het pendelverkeer in recente jaren is aan het toenemen in Zuid-Holland, dat leidt tot een grotere piekbelasting in de ochtend- en avondspits. Dit is het gevolg van de aantrekkende economie en structurele veranderingen op de arbeidsmarkt. De stijging van het gemiddeld opleidingsniveau van werkenden zorgt ervoor dat de gemiddelde woon-werkafstand toeneemt en het gebruik van openbaar vervoer groeit. Het aantal treinreizigers neemt bovengemiddeld toe in Zuid-Holland, in het bijzonder toe bij de grote stations in Den Haag en Rotterdam. In de Intercity-Direct naar Amsterdam is in de spits geen zitplaats meer vrij. Daar neemt bij het autoverkeer de congestie toe. Oplossingen moeten gezocht worden in combinatie met opgaven op gebied van wonen en werken. Inzet op synergie en samenhang tussen investeringen van verschillende beleidsopgaven is cruciaal voor het maatschappelijk rendement en de eigen beleidsdoelen van de MRDH. Er ontstaat extra maatschappelijk rendement als investeringen in OV en fiets gekoppeld worden aan de ontwikkeling van woon- en werklocaties nabij bestaande en/of nieuwe hoogwaardige OV-verbindingen. Ook is verandering in het mobiliteitsgebruik onontkoombaar met de toekomstige inwoners- en werkgelegenheidsgroei. Bijvoorbeeld, beprijzing is een effectief middel om tijdwinst voor iedere weggebruiker te realiseren. Dat is letterlijk welzijnswinst tegen een prijs die de helft is van de gehele 18


Regiomonitor 2018 tijdwinst van alle weggebruikers. Deze prijs in de vorm van een belasting is bovendien financieeleconomisch neutraal, maar kan ook als andere verdeling van de wegenbelasting over de weggebruikers worden ingevoerd. Met de huidige digitale technologie kan het. Juist in Zuid-Holland met een grote hoeveelheid weggebruikers ligt deze potentiële winst voor het oprapen en zou fors bijdragen aan de attractiviteit en leefkwaliteit van de regio. Tot slot heeft Zuid-Holland een goede digitale ontsluiting voor bedrijven en huishouden op snel breedbandinternet. De verdere uitrol van glasvezelnetwerken is voor de digitale infrastructuur van de nabije toekomst belangrijk om aan de toekomstige databehoeften te blijven voldoen. Het aantal aansluitingen op glasvezel blijft nog achter in Zuid-Holland, waarbij er tussen Zuid-Hollandse gemeenten grote verschillen zijn. Koplopers met de uitrol van glasvezel zijn o.a. Dordrecht, Westland Schiedam, Lansingerland, Noordwijk en delen van de Alblasserwaard.

Attractiviteit Een belangrijk doel van de investeringsstrategie is om het vestigingsklimaat van de regio te versterken en de regio aantrekkelijk te maken om te wonen, werken en/of te verblijven. Voor de internationale aantrekkelijkheid is de algehele conclusie dat Zuid-Holland en de MRDH op de goede weg zijn. Op alle indicatoren zijn gunstige ontwikkelingen zichtbaar. De absolute omvang van het toerisme in Zuid-Holland is in vergelijking met Europese stedelijke regio’s bescheiden, maar in recente jaren wordt een deel van het potentieel om substantieel meer toeristen aan te trekken ingelost. Dit draagt onder meer bij aan de groei van de horeca-bestedingen in Zuid-Holland en het aantal bezoekers aan musea. Ook groeit het aantal internationale congressen in Rotterdam en Den Haag. Deze kernsteden dragen bij aan de gunstige aantrekkelijkheid van de Randstad voor internationale congressen. Het aantal banen uit buitenlandse investeringen is in Zuid-Holland wederom toegenomen, vooral door de aanwezigheid en inspanningen van de drie regionale partners binnen het ‘Invest in Holland’-netwerk in Zuid-Holland. De aantrekkelijkheid van Zuid-Holland als woonregio blijft niettemin achter doordat de regio minder scoort op lokale en regionale ‘quality of life’ factoren. Voor een aantrekkelijker maken van ZuidHolland als woongebied zijn investeringen nodig in het woningaanbod, de publieke ruimte en de kwaliteit van de leefomgeving, zoals het aanbod van hoogwaardige voorzieningen als cultuuraanbod en natuur- en recreatiegebied. Deze hebben een positief effect op de gemiddelde woningwaarde, de investeringsbereidheid in woningen en de aantrekkelijkheid van een gebied. De ontwikkeling van het centrum van Rotterdam, mede aangezwengeld door de snelle treinverbindingen met capaciteit, laat zien wat er mogelijk is. De ontwikkeling van de gemiddelde woningwaarde en het investeringen in nieuwbouwwoningen in Zuid-Holland blijven als geheel achter bij het nationaal gemiddelde en bij andere stedelijke gebieden. Positieve uitzondering is de regio Den Haag dat over een lange periode en ook recent een bovengemiddelde groei laat zien van de WOZ-waarde en dat door de transformatie van kantoren naar woningen extra investeert in het woningaanbod. Vooral in de regio Rotterdam en regio Dordrecht blijven investeringen in nieuwbouwwoningen achter. Zo blijft het aantal opgeleverde woningen in Rotterdam met meer dan de helft achter t.o.v. Amsterdam (1.516 om 4.918 woningen In het aanbod van hoogwaardige stedelijke voorzieningen loopt Zuid-Holland achter, maar is in recente jaren een eerste verbetering zichtbaar. Zo is in Zuid-Holland de dalende trend van het aantal podiumbezoekers per inwoner in 2016 gekeerd, vooral door meer bezoek aan muziekvoorstellingen.

19


Regiomonitor 2018 Ook het aandeel natuur- en recreatiegebied in het bodemgebruik blijft in Zuid-Holland achter in vergelijking met Nederland en andere stedelijke regio’s. Het ontbreekt aan bosgebieden in het buitengebied in Zuid-Holland, met uitzondering van de hoogwaardig natuur- en recreatiegebieden in de kustgebieden. De natuur- en recreatiegebieden nabij Rotterdam-Zuid en tussen Rotterdam en Dordrecht lijken minder aantrekkelijk gezien de relatief lage aantallen bezoekers. Een van de opgaven voor het aantrekkelijker maken van de regio als woongebied is het transformeren van het leegstaand vastgoed in de regio. In het bijzonder de regio Rotterdam heeft een overaanbod van kantoren en bedrijventerreinen. Hier ligt een transformatieopgave voor het vernieuwen van de stad en omgeving naar nieuwe functies zoals wonen en natuur. De grootste transformatieopgave voor het leegstaand winkelvastgoed in Zuid-Holland lijkt aangepakt, waarbij in een aantal gemeenten (Rijswijk, Nissewaard, Schiedam) de problemen hardnekkig zijn.

20


Regiomonitor 2018

1 Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid: doelstelling en uitwerking 1.1 Aanleiding Het doel van de Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid is om politici, bestuurders en beleidsmakers in Zuid-Holland, de MRDH, deelregio’s en gemeenten te voorzien van consistente cijfers en eenduidige beelden over de ontwikkeling van welvaart en welzijn in de regio. Daarbij heeft de regionale investeringsstrategie bijzondere aandacht. Het doel is om de belangrijkste ontwikkelingen te signaleren en daaruit voortvloeiende onderwerpen te agenderen. Bestuurders in de regio kunnen daarmee keuzes maken en beleid vormen of bijstellen. Regionaal Investeringsprogramma De Regiomonitor neemt de investeringsstrategie en doelstellingen van de MRDH en de provincie Zuid-Holland als uitganspunt. De MRDH heeft, in nauwe samenwerking met de provincie ZuidHolland, Drechtsteden, Holland Rijnland en de Economische Programmaraad Zuidvleugel, het initiatief genomen om een regionale investeringsstrategie te ontwikkelen.2 Het uitgangspunt van deze regionale investeringsstrategie is de ambitie van de MRDH, zoals die is neergelegd in de regionale Agenda Economisch Vestigingsklimaat en de Strategische Bereikbaarheidsagenda. InnovationQuarter en de Economische Programmaraad hebben een actieve rol in deze investeringsstrategie. De basis daarvoor is de studie van Pieter Tordoir uit 2015 (Prioriteiten voor investeringsstrategie MRDH), waarin vier kernopgaven voor de regio worden benoemd, namelijk connectiviteit, duurzaamheid, innovatie en attractiviteit. Inmiddels is deze strategie verder geëvolueerd in een regionaal investeringsprogramma met vier duidelijke ambities en bijbehorende lijnen: Ambities en lijnen in Regionaal Investeringsprogramma, MRDH 2016 Ambitie

Lijnen

Europese topregio

Vernieuwen verbindingen

Sterke en circulaire economie

Vernieuwen energie

Meer werkgelegenheid

Vernieuwen economie

Hoge mate quality of life Bron: MRDH

Vernieuwen stad en omgeving

De beoogde opbrengsten van het regionale investeringsprogramma zijn 50 duizend extra banen, een structurele economische groei van 2 tot 4 procent per jaar en koploper in de slimme en circulaire economie. Hoofdlijnenakkoord Staten provincie Zuid-Holland De doelstellingen van het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 van Gedeputeerde Staten sluiten daar bij aan. Hoewel het coalitieakkoord in de uitwerking gedetailleerd is, geeft het akkoord de volgende ‘Hoofdlijnen van de Hoofdlijnen’3 (tussen haakjes de kernopgaven van de investeringsstrategie) geformuleerd:

2 3

Factsheet Regionaal Investeringsprogramma, MRDH, 2016 Website Provincie Zuid-Holland

21


Regiomonitor 2018 1 Voor inwoners en transporteurs betere mogelijkheden om vlot en veilig van A naar B te gaan, over de weg, het water, met openbaar vervoer en de fiets. (kernopgave connectiviteit) 2 Een energiefonds voor herbruikbare en schone energie uit zon, wind, waterkracht, aard- en restwarmte, biomassa. Transitie naar meer voorzien in eigen energiebehoefte. (kernopgave duurzaamheid) 3 Met kennis en innovatie toewerken naar een nieuwe economie. Innovatiepotentieel beter benutten. Goed voor economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Zuid-Holland op de kaart. (kernopgave innovatie) 4 Slim gebruik maken van ruimte die er is voor woningen, kantoren, bedrijven en winkels. Leegstand tegengaan door ruimte te bieden aan hergebruik en functieverandering. 5 Bevorderen van groen, diversiteit aan planten en dieren en behoud cultureel erfgoed. Voor duurzaam agrarisch ondernemen en wandelen, fietsen en recreëren. (kernopgave attractiviteit)

Roadmap Next Economy Naast de gezamenlijke investeringsstrategie van de Provincie Zuid-Holland en de MRDH is in 2016 een Roadmap Next Economy opgesteld, met als doel de regio gereed te maken voor de uitdagingen van de 21e eeuw. In deze Roadmap zijn actieprogramma’s opgesteld die gericht zijn op vijf transitiepaden: • • • • •

Smart Digital Delta (verbindingen, bereikbaarheid) Smart Energy Delta (energie) Circular Economy (energie & duurzaamheid) Entrepreneurial Region (innovatie) Next Society (vernieuwen economie)

Evenals de hoofdlijnen van de doelstellingen van de provincie komen de transitiepaden van de RNE terug in de vijf onderwerpen van deze Regiomonitor.

Keuze onderwerpen Regiomonitor De doelstellingen van de Provincie Zuid-Holland komen op de vierde hoofdlijn ruimtegebruik na overeen met die van de regionale investeringsstrategie. De transitiepaden van de Roadmap Next Economy komen volledig terug in de lijnen. De Regiomonitor richt zich op deze vier onderwerpen, aangevuld met de ontwikkeling van economie en arbeidsmarkt van Zuid-Holland/MRDH. In totaal wordt de regio daarmee op vijf onderdelen gemonitord: 1. 2. 3. 4. 5.

Economie en arbeidsmarkt, innovatie, energie & duurzaamheid, verbindingen/bereikbaarheid en attractiviteit.

Vanuit de ambitie Europese Topregio wordt waar mogelijk een plaatsbepaling van ZuidHolland/MRDH in een vergelijking met grootstedelijke regio’s in Europa gegeven.

22


Regiomonitor 2018 Achtergrond investeringsstrategie De door de provincie en de MRDH geformuleerde ambities zijn ten eerste om waarde te creëren met oplossingen voor economische en maatschappelijke vraagstukken die min of meer grote transities verlangen. De tweede, ruimtelijke, ambitie vloeit voort uit het concept van de metropoolregio: het aaneensmeden van het Rotterdamse en Haagse stadsgewest tot een functionerend, veelzijdig en aantrekkelijk daily urban system (één stedelijk woon-werkgebied), vooral door gebruik te maken van de wederzijdse kwaliteiten en de synergie.4 Bijvoorbeeld, een beter werkende arbeids- en woningmarkt (met meer keuzevrijheid), draagvlak voor topvoorzieningen, economische synergie en een internationaal en nationaal aantrekkelijk woon-, werk- en verblijfsklimaat. Bereikbaarheid, intern en extern, is daarvoor een voorwaarde. Deze ambities hangen met elkaar samen, stelt Tordoir 2015: ‘een internationaal concurrerende economie vergt metropolitane kwaliteit en aantrekkingskracht van het vestigingsklimaat’. De ambities van de MRDH zijn een antwoord op wereldwijde ontwikkelingen, die zich laten samenvatten als de ontwikkeling van de Next Economy en Metropolitane kwaliteit. De term Next Economy betreft de informatisering, robotisering en het Internet of Things (Rifkin, 2014). Dit leidt enerzijds tot vervanging van arbeid, en anderzijds tot welvaartsgroei. Een groeiende welvaart leidt ook tot een groeiende vraag naar diensten als kennis, zorg, onderwijs, cultuur en toerisme. In de Next Economy is er ook sprake van een energietransitie van fossiele naar duurzame productie, waarbij het IoT de sleutel is tussen vraag en aanbod van energie. Metropolitane kwaliteit is tevens een belangrijke ambitie om na te streven, omdat de verschuiving van werkgelegenheid naar kennis- en persoonsgerichte diensten metropolitane regio’s in de kaart speelt. Dat komt omdat juist deze activiteiten gevoelig zijn voor nabijheid van arbeids- en afzetmarkten. Goed opgeleide werknemers en ondernemers verlangen een hoogwaardige omgeving en voorzieningen waarvoor metropolitane regio’s het draagvlak bieden. Daarom zien we internationaal en nationaal een hogere economische groei van dergelijke metropolitane regio’s. Agglomeratievoordelen nemen in belang toe (Van Oort e.a. 2014).

1.2 Doelstelling, functie en uitgangspunten De monitor biedt consistente en samenhangende informatie voor in totaal vijf strategische nota’s, namelijk de drie hierboven genoemde, aangevuld met die van de EPZ en het Bestuurlijk overleg MIRT: •

Agenda Economisch Vestigingsklimaat (2014), Rotterdam/Den Haag: MRDH, omvat investeringsagenda en bereikbaarheid (Strategische Bereikbaarheidsagenda); • Roadmap Next Economy • Zuid-Holland: slimmer, schoner en sterker. Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 GS Zuid-Holland; • Koers 2020: Van schone slaapster tot lichtend voorbeeld (2014), Den Haag: Economische Programmaraad Zuidvleugel; • Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2040. Een uitnodigend perspectief van Rijk en regio voor markt en samenleving (2013). Den Haag: Bestuurlijk overleg MIRT/Zuidvleugelpartners; De opdracht aan de Regiomonitor is om de ontwikkeling van het vestigingsmilieu van Zuid-Holland en de MRDH ten behoeve van economie, innovatie, bereikbaarheid, duurzame energie en attractiviteit in de MRDH te monitoren met het oog op strategische beslisinformatie. Door het grote aantal overheden, partijen en organisaties in één en dezelfde grootstedelijke regio ontstaan mogelijk

4

OECD Territorial Reviews: The Metropolitan Region Rotterdam-The Hague, Netherlands. OECD: PARIS, 2016

23


Regiomonitor 2018 verschillende beelden van de feiten en perceptie op het beleid. Om nu eenduidig en samenhangend beleid te kunnen voeren, is overeenstemming over de feiten en de ontwikkelingen noodzakelijk. Gedeelde informatie op basis van dezelfde definities in een gezamenlijke monitor draagt daar sterk aan bij. Transparantie en eenduidigheid van cijfers hebben daarbij de hoogste prioriteit; dat vormt de basis voor gezamenlijk samenhangend beleid. De doelstelling van de Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid is als volgt: Het bieden van eenduidige, strategische beslisinformatie op regionaal economisch gebied zodat in de complexe bestuurlijke omgeving van Zuid-Holland een gedeeld en eenduidig beeld van de regio ontstaat met een gezamenlijk uitgangspunt voor het voeren beleid. De functie van de monitor is: • • • • •

Het delen van informatie en conclusies over Zuid-Holland en deelregio´s met betrekking tot een beperkt aantal strategische nota´s; Consistentie qua definitie, over de tijd en in ruimtelijke schaalniveaus; Gericht op beslissers, beleidsmakers en onderzoekers in Zuid-Holland; Signalerend en agenderend; Een basis voor de begroting van de MRDH.

Met het oog op eenduidigheid en consistentie ten behoeve van het beleid worden indicatoren alleen uitgewerkt als de data voldoen aan de volgende criteria: • • • • • • • • •

Betrouwbaarheid en geldigheid: relevantie; meet wat deze moet meten; Maakt zoveel mogelijk gebruik van bestaand werk en cijfermateriaal volgens algemene definities (geen primaire dataverzameling), met name CBS en Eurostat; Publiek toegankelijke data verkrijgbaar tegen lage kosten; Zo eenduidig mogelijke indicatoren en geen samengestelde indices; Jaarlijks herhaalbaar en kwantitatief; Data beschikbaar voor meer jaren; Gebaseerd op de begrippen concurrentiekracht en vestigingsmilieu; Actualiteit; Geografische consistent; regionale data voor meer jaren zijn gecorrigeerd voor wijzingen in grenzen

Deze criteria zijn ook in de Randstad Monitor gehanteerd bij de keuze van variabelen.

1.2 Internationaal perspectief De Regiomonitor start vanuit een internationaal, macroeconomisch perspectief. Zuid-Holland heeft een aantal assets met een internationale reputatie, zoals de Technische Universiteit Delft, de 24


Regiomonitor 2018 grootste haven Europa in Rotterdam, supranationale functies uit hoofde van de VN op het gebied van Vrede & Recht en kunst zoals het Mauritshuis in Den Haag. Zuid-Holland concurreert dan ook met vergelijkbare grootstedelijke regio’s in Europa. Tegelijk is het internationale speelveld de laatste decennia groter en opener geworden. De concurrentiepositie van Zuid-Holland en de MRDH wordt dan ook in dit Europese grootstedelijke perspectief geplaatst. De grootstedelijke regio’s waarmee Zuid-Holland en de MRDH worden vergeleken zijn gelegen in Noord-, Midden- en West-Europa en hebben een mate van spreiding op kenmerken die voor de regio van belang zijn: aanwezigheid van een zeehaven, supranationale functies, kennis & innovatie, financiële functies, hoofdsteden en industriële activiteit.

1 Londen

x

2 Stockholm

x

x

3 Parijs

x

x

4 Kopenhagen/Malmö

x

x

5 MRDH/Zuid-Holland

x

x

6 Hamburg

x

x

7 München

x

8 Antwerpen

x

9 Roergebied

x

x

Industrie

Hoofdsteden

Financieel

Innovatie

Supranat. functies

Haven

Midden-NW EU

Tabel 1.1 Keuze van grootstedelijke regio´s in Noordwest-Europa voor de Regiomonitor

x x

x

x x

x

x

x

x x

x x

10 Frankfurt/Main

x

11 Berlijn

x

12 Le Havre/Nord Pas de Calais

x

13 Genève

x

x

14 Brussel

x

x

15 Eindhoven

x

16 Metropoolregio Amsterdam

x

17 Utrecht

x

18 Bonn

x

19 Wenen

x

20 Stuttgart

x

x x x

x x x

x

x x

x X

x x

x

X

Deze grootstedelijke regio’s zijn door de de EU, DG Regio, vergeleken op concurrentiekracht in de Regional Competiviness Index, waarvan in 2016 de laatste meting is gepubliceerd. De RCI-index is een samengestelde indicator op basis van een aantal onderliggende dimensies die van belang zijn voor concurrentiekracht zoals basisinstituties, goedwerkende markten, marktbereik, innovatie en 25


Regiomonitor 2018 technologisch absorptievermogen. Nederlandse provincies doen het goed op de ranglijst, mede door de goede basisvoorzieningen in Nederland zoals kwaliteit basisonderwijs en van het rechtssysteem. Zuid-Holland staat in de laatste RCI 2016 op de 18e plaats van 275 Europese regio’s. Van de gekozen grootstedelijke regio’s in deze Regiomonitor hebben de meeste een positie bij de eerste 25. Alleen Nord-Pas de Calais/Le Havre heeft een significant lagere concurrentiekracht in de middenmoot van Europa volgens de RCI. Alleen Berlijn en Wenen hebben een lagere concurrentiekracht in de RCI, maar nog wel bij de eerste vijftig regio’s. Zuid-Holland stond in de voorgaande editie van de RCI uit 2013 nog tiende; hoewel nog altijd een plaats in de hoogste regionen van de RCI is het een teruggang. De reden daarvan is een teruggang op de onderdelen arbeidsmarkt en opleiding. Op het onderdeel innovatie heeft Zuid-Holland vooruitgang geboekt (zie figuur 1.3). Omdat de RCI gebruik maakt van regionale data, die met vetraging vrijkomen, lijkt de RCI 2016 vooral de tweede dip van de Nederlandse economie met gevolgen voor de positie van Zuid-Holland te hebben gesignaleerd.

Figuur 1.1 Zuid-Holland op de 18e plaats op de ranglijst van meest concurrerende regio’s in Europa Positie Zuid-Holland op de Regional Competitiveness Index 2016 0

1

2

4

6

8

9

12

13

14

16

18

19

20

20

21

23

23 45

40

49

60

80 100 120 136

140 160

Bron: Regional Competitiveness Index 2016, bewerking NEO Observatory

Figuur 1.2 Zuid-Holland is op de RCI index gezakt van plaats 10 naar plaats 18 door verslechtering arbeidsmarkt en opleidingsniveau, innovatie ontwikkelt positief. Positie Zuid-Holland op de Regional Competitiveness Index, 2016 en 2013, totaal RCI Index en de drie subindices

26


Regiomonitor 2018 30

RCI2013

26

RCI2016

25

20

20

19

18

15

10

10

5

5

5

6

0

Basis sub-index

Efficiency sub-index

Innovatie sub-index

RCI index

Bron: Regional Competitiveness Index 2016 en 2013, bewerking NEO Observatory Basis: O.a. instituties, macro-economische stabiliteit, infrastructuur, gezondheid, basisonderwijs Efficiency: O.a. Opleidingsniveau, arbeidsmarkt, marktomvang Innovatie: O.a. Gebruik van internet, specialistische zakelijke diensten, R&D, patenten, export

De actualiteit is inmiddels verder dan de RCI. In de recente meting van het Zwitserse IMD van de concurrentiekracht van landen in het World Competitiveness Yearbook, staat Nederland vierde na de Verenigde Staten, Hong Kong en Singapore en is daarmee de meeste concurrerende economie in Europa. Volgens de auteurs is dit toe te schrijven aan de sterke recente economische prestaties van de Nederlandse economie en verbetering van efficiĂŤntie van de overheid en het bedrijfsleven. Dit heeft betrekking op de doorgevoerde bezuinigingen en de toegenomen productiviteit. De verbetering van het nationale vestigingsklimaat en het macroeconomisch klimaat verbetert de kansen voor Zuid-Holland. De doelstellingen komen daardoor dichterbij, maar een extra inspanning blijft vereist. De Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid beoogt een voldoende breed spectrum aan eenduidige indicatoren te beschouwen, om aan de hand daarvan tot relevante conclusies voor het bestuur te komen, juist in een complexe grootstedelijke regio als Zuid-Holland - en de MRDH.

Figuur 1.3 Zuid-Holland is op de RCI index gezakt van plaats 10 naar plaats 18 door verslechtering arbeidsmarkt en opleidingsniveau. Innovatie ontwikkelt zich daarentegen positief. Nationaal verslechtert de relatieve positie voor de kwaliteit van het basisonderwijs en neemt de macroeconomische stabiliteit toe door verbetering van het overheidstekort en de staatschuld. Positie Zuid-Holland op de Regional Competitiveness Index 2016 t.o.v. 2013, overall, sub-indices en 11 pillars*

27


Regiomonitor 2018

-100

-80

-60

-40

-20

Institutions

0

20

-5

Macroeconomic Stability

8

Infrastructure

-2

Health Basic Education

-20 -63

Basic sub-index

0

Higher Education and Lifelong Learning

-19

Labor Market Efficiency -95 Market Size

-6

Efficiency sub-index

-14

Technological Readiness

-8

Business Sophistication

1

Innovation

14

Innovation sub-index

7

RCI Zuid-Holland

-8

*De onderdelen van de sub-indices hebben verschillende gewichten. De subindex ‘basic’ kan daardoor op 0 komen, ondanks de overwegend negatieve waarden van de onderdelen daarvan. Macro-economische stabiliteit heeft een relatief groot gewicht in deze subindex. Bron: Regional Competitiveness Index 2016 en 2013, bewerking NEO Observatory

1.3 Leeswijzer De Regiomonitor kent vijf thema’s die elk een hoofdstuk beslaan. De informatie wordt hoofdzakelijk aan de hand van figuren gegeven, waarin noodzakelijke cijfers meegegeven zijn. De koppen van de figuren bevatten de belangrijkste conclusies. In elk hoofdstuk zijn beknopte toelichtingen dan wel overkoepelende conclusies gegeven. Hoofdstuk 2 opent met de onderwerpen economie, bevolking 28


Regiomonitor 2018 en arbeidsmarkt. Dit is meteen het grootste hoofdstuk, daar deze onderwerpen een sterke samenhang hebben. Het hoofdstuk sluit af met informatie over sectoren en clusters. Het daarop volgende hoofdstuk 2 gaat over innovatie. Hoofdstuk 3 geeft de indicatoren die voor de Roadmap Next Economy van belang zijn: Energiegebruik, productie van hernieuwbare energie, verwerking huishoudelijk afval en realisatie van windenergie en laadpunten voor elektrische auto’s. Hoofdstuk vier volgt met bereikbaarheid, verbindingen en pendel. Tenslotte gaat hoofdstuk 5 in op attractiviteit aan de hand van internationale congressen, toerisme, buitenlandse investeringen, migratie van en naar de regio, veiligheid en woningbouw.

2 Economie en arbeidsmarkt 2.1 Bruto regionaal product

29


Regiomonitor 2018 Figuur 2.1 Zuid-Holland en de MRDH behoren met een bruto regionaal product van 156 en 109 miljard euro tot de middelgrote en kleinere grootstedelijke regio’s in Europa. Bruto regionaal product naar Europese grootstedelijke regio’s, 2017 (prijzen 2016), miljard euro miljard euro 900 800 700

817 691

600 500

454

400 300 200

203 180 175 175 155 153 152 147 145 145

115 112 110 109

100

81

63

40

0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.2 De economische groei van Zuid-Holland (2,2%) en de MRDH (2,2%) over 2014-2017 ligt rond het gemiddelde van de Europese grootstedelijke regio’s (2,2 %) en de EU28 (2,1%). De MRA behoort tot de Top-5 van Europa. Groei van het bruto regionaal product naar Europese grootstedelijke regio’s, 2014-2017

30


Regiomonitor 2018

% 5 4

4,0

3,7 3,1 3,1 3,0 2,9

3

2,4 2,4 2,3 2,3 2,2 2,2 2,2 2,1

2

1,8 1,7

1,4 1,4 1,3 1,2 1,2 0,7

1 0

-0,3

-1

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.3 In de jongste herstelfase volgt de economie van Zuid-Holland en de MRDH het nationale groeipad. Agglomeratie Den Haag heeft vooral in de tweede dip na de grote recessie een groeiachterstand opgelopen. Index ontwikkeling bruto regionaal product Nederland, Zuid-Holland/MRDH en deelregio’s 1995-2017, 1995 = 100. De ontwikkeling van Zuid-Holland en MRDH is identiek. NB ontwikkeling MRDH is nagenoeg identiek aan die van Zuid-Holland, zodat die lijn niet volledig zichtbaar is. Index, 1995 = 100 160 150 140 130 120 110 100 1995

2000

2005

2010

2015

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Agglomeratie 's-Gravenhage (CR)

Delft en Westland (CR)

Rijnmond

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Tabel 2.1 De economie van Rijnmond groeide voor 2008 relatief snel en volgt het nationale pad in de periode 2014-2017. Delft en Westland groeit relatief snel over de jaren 2014-17. Agglomeratie Den Haag liep tussen 2008-2013 een achterstand op. Over 2014-2017 groeien Delft en Westland, Oost Zuid-Holland en Zuidoost Zuid-Holland (Drechtsteden) bovengemiddeld. Gemiddelde jaarlijkse procentuele groei van het brp naar regio en periode

31


Regiomonitor 2018

2017 1996-17 1996-00 2001-08 2008-13 2014-17

2017

miljard euro

%

Nederland

725

2,0

4,3

1,9

-0,4

2,3

3,2

Zuid-Holland

155

1,8

4,2

2,0

-1,1

2,2

3,1

MRDH

109

1,8

3,9

2,2

-1,3

2,2

3,1

Agglomeratie Leiden en Bollenstreek

15

1,8

4,1

1,6

-0,4

1,8

2,7

Agglomeratie 's-Gravenhage

37

1,6

4,0

1,6

-1,3

2,1

2,6

Delft en Westland

11

1,8

5,0

1,1

-1,2

2,9

3,2

Oost-Zuid-Holland (CR)

11

1,4

4,6

1,1

-2,7

3,3

4,0

Groot-Rijnmond (CR)

66

2,0

3,8

2,8

-1,1

2,0

3,3

15

1,9

5,4

1,1

-0,6

2,4

3,4

Zuidoost Zuid-Holland Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.4 Het bruto regionaal product per hoofd van de bevolking van MRDH en Zuid-Holland ligt in 2017 met 47 en 42 duizend euro per inwoner onder het gemiddelde van de grootstedelijke regio’s in Europa. Bruto regionaal product per inwoner, 2017, in prijzen 2016 brp per inwoner, 1000 euro 100 90 80 70 60 50

66

63 62

58 57

53 52 50 49 49 48 47 46 45 44 44 43 42 42

40

39 33

30

30

27

20 10 0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.5 De groei van het bruto regionaal product per inwoner van Zuid-Holland en de MRDH ligt in de middenmoot van de Europese grootstedelijke regio’s. Groei van het bruto regionaal product per inwoner, 2014-2017

32


Regiomonitor 2018

% 5 4 2,8

3

2,4

2 1

2,2

2,0 1,8 1,8 1,8 1,8 1,6 1,5 1,5 1,3 1,2 1,1 1,0 1,0 0,8 0,6 0,6 0,6

0,3

0 -0,4

-1

-1,2

-2

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.6 De arbeidsproductiviteit ligt in de MRDH (60 euro per uur) en Zuid-Holland (57 euro per uur) onder het gemiddelde van de grootstedelijke regio’s in Europa Euro per gewerkt uur, 2017, prijzen 2016 % 100 90 80 70 60

74 72

68 66 66 65 65 63 62 60 60 59 58 57 57 56 56 55 54 53

50

48 47 40

40 30 20 10 0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.7 De groei van de arbeidsproductiviteit is in Zuid-Holland en de MRDH hoger dan het gemiddelde van de Europese grootstedelijke regio’s en die van Zuid-Holland behoort tot de bovenkant van de middenmoot. Groei van arbeidsproductiviteit in brp per gewerkt uur, 2014-2017

33


Regiomonitor 2018

% 3,0 2,5 2,0 1,5

1,5 1,5 1,5 1,5 1,3

1,2 1,1 1,1

1,0 1,0

1,0

0,9 0,8 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,6 0,6

0,5 0,0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

2.2 Investeringen en export

34

0,5 0,4 0,4

0,3


Regiomonitor 2018 Figuur 2.8 De totale investeringen in vaste activa in Zuid-Holland en de MRDH laten herstel zien. In Delft en Westland trokken deze aan na 2011, in Agglomeratie Den Haag trekken deze plots aan in 2015. Dat betreft hoofdzakelijk investeringen in vastgoed en infrastructuur, zoals de Randstadrail. Totale investeringen als percentage van het bruto regionaal product, 1995-2015

% 30 25 20 15 10 5 0 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Rijnmond

2015

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.9 De overheidsinvesteringen liggen in Zuid-Holland en de MRDH hoger dan in Nederland. In Delft en Westland lopen de overheidsinvesteringen fors op na 2011 (aanleg van de spoortunnel), in de Agglomeratie Den Haag stijgen deze plots in 2015 door investeringen in Rijksvastgoed en railinfrastructuur. Investeringen door de sectoren overheid en zorg als percentage van het brp, 1995-2015

% 10

8

6

4

2

0 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Rijnmond

2015

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.10 In de Agglomeratie Den Haag lopen na 2008 ook de private investeringen terug, maar recent herstel door investeringen in kapitaalgoederen. Private investeringen als percentage van het brp, 1995-2015

35


Regiomonitor 2018

% 25

20

15

10

5

0 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Rijnmond

2015

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Tabel 2.2 Zuid-Holland heeft op de lange termijn een investeringsquote die enigszins toeneemt ten opzichte van Nederland. Investeringen 2015 en gemiddelde investeringsquote, per regio 1995-2015* 1995-15 Miljoen euro Nederland

1995-00

2001-08

2009-13

2014-15

Gemiddelde investeringsquote per jaar, %

135.984

21,5

22,7

21,9

20,1

19,2

Zuid-Holland (PV)

29.592

21,5

22,1

21,9

21,0

19,6

MRDH

22.720

21,4

22,3

21,7

20,3

19,8

Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR)

2.412

21,2

20,6

21,6

21,9

20,0

Agglomeratie 's-Gravenhage (CR)

8.778

20,7

22,2

21,8

17,2

20,5

Delft en Westland (CR)

2.004

19,9

18,8

19,7

20,4

22,7

Oost-Zuid-Holland (CR)

1.565

22,0

21,2

22,9

22,1

20,5

12.767

22,0

23,0

21,9

22,2

19,0

Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2.066 22,9 *Investeringsquote is de totale investeringen als percentage van het brp Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

22,4

24,0

24,0

17,2

Groot-Rijnmond (CR)

Het belang van internationale handel is voor Zuid-Holland groot dankzij de aanwezigheid van de grootste haven van Europa. Er vindt relatief meer export, wederuitvoer, import en doorvoer plaats in Zuid-Holland. In de samenstelling van de export van Zuid-Holland zien we relatief meer grondstoffen 36


Regiomonitor 2018 en energieproducten, en minder industriĂŤle producten en machines. De daling van de olieprijs zorgt ervoor dat de waarde van de goederen sterk is afgenomen in 2014-2016, vooral bij de wederuitvoer en de invoer. De onderstaande cijfers zijn afkomstig uit de internationale handelsstatistiek met daarin export van goederen. Bij export gaat het om het leveren van goederen vanuit Nederland aan het buitenland. Wederuitvoer (dit zijn geĂŻmporteerde goederen waarop een kleine bewerking wordt gedaan) maakt ook deel uit van de export, in tegenstelling tot doorvoer. Er vindt ook export van diensten plaats en die worden steeds belangrijker in het internationaal handelsverkeer en voor de concurrentiepositie van Nederland. Regionale cijfers over de export van diensten zijn minder goed beschikbaar en alleen via steekproefonderzoek uit de Statistiek Internationale Handel in Diensten (IHD). Specialistische zakelijke diensten, waaronder ingenieursbureaus, accountantskantoren e.d. dragen voor ruim 10 miljard bij aan de export van Zuid-Holland in 2014. Figuur 2.11 In 2016 is de exportwaarde van goederen in Zuid-Holland 71,5 miljard euro, inclusief wederuitvoer. Zuid-Holland is een netto-importeur van minerale brandstoffen (hoofdzakelijk ruwe aardolie). Een groot deel wordt via wederuitvoer naar de rest van Noordwest-Europa doorgevoerd. Door de lagere olieprijs zijn de import en wederuitvoer in Zuid-Holland na 2014 sterk gedaald in waarde. Ook zien we een stijging van de export, exclusief wederuitvoer, na 2014 in Zuid-Holland. Export en import van goederen in Zuid-Holland in 2008-2016 (in miljoenen euro, lopende prijzen) miljard euro 120

100

80

60

40

20

0 2008

2009

2010

Export (incl. wederuitvoer)

2011

2012

Import

2013 Wederuitvoer

2014

2015

2016

Export (excl.Wederuitvoer)

Bron: CBS

Figuur 2.12 Nederland is een netto exporteur van goederen, vooral door de sterke exportpositie van de industrie in Noord-Brabant. De Randstad draagt niet bij aan de netto export van goederen. 37


Regiomonitor 2018 Exportoverschot van goederen (het saldo van export minus import) in 2016, per provincie en Nederland, in miljard euro Miljard euro 25 20 15 10 5 0 -5 -10 Zuid-Holland

Noord-Holland

Noord-Brabant

Utrecht

Rest van Nederland

Nederland

Bron: CBS

Figuur 2.13 Zuid-Holland heeft een exportoverschot in chemische producten (+3,7 miljard euro in 2016) en overige grondstoffen (+4,0 miljard euro in 2016) en is een grote netto-importeur van minerale brandstoffen. De daling van de olieprijs zorgt per saldo voor een sterke daling van het negatieve exportoverschot in de minerale brandstoffen in de periode 2014-2016. Ook is er een sterke toename in het exportoverschot van machines en vervoermaterieel, waaronder de maritieme maakindustrie valt. Exportoverschot (het saldo van export en import) van goederen in Zuid-Holland, naar goederensoort, 2016 groei 2014-2016 (in miljard euro, lopende prijzen) miljard euro

Exportoverschot 2016

groei 2014-16

14 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8

Bron: CBS

Tabel 2.3 Zuid-Holland exporteert relatief meer minerale brandstoffen (aardolieproducten) en grondstoffen en relatief minder machines, transportmiddelen en industriĂŤle fabrikaten. 38


Regiomonitor 2018 Export van goederen in Zuid-Holland en Nederland, 2016, per goederensoort, in miljoenen euro en als % van het totaal Goederensoort

Zuid-Holland

Voeding en levende dieren

Nederland

ZH als %

NL als %

ZH t.o.v. NL

6.632

35.676

15

18

-4

743

2.711

2

1

0

5.232

11.305

11

6

6

8.941

20.006

20

10

9

554

2.122

1

1

0

Chemische producten

8.179

30.543

18

16

2

Fabrikaten

2.053

18.782

5

10

-5

Machines en vervoermaterieel

6.565

41.704

14

21

-7

Diverse gefabriceerde goederen

1.842

12.387

4

6

-2

26

82

0

0

0

4.768

21.608

10

11

-1

45.535

196.926

100

100

0

Dranken en tabak Grondstoffen, niet eetbaar, behalve brandstoffen Minerale brandstoffen, smeermiddelen e.d. Dierlijke en plantaardige oliĂŤn en vetten

Niet afzonderlijk genoemde goederen Onbekend Totale Exportwaarde (excl. Wederuitvoer) Bron: CBS

Tabel 2.4 Diensten worden steeds belangrijker in het internationaal handelsverkeer en voor de concurrentiepositie van Nederland. In 2014 is ongeveer 1/3 van de totale export een dienst, voor Zuid-Holland ligt dit percentage hoger. Specialistische zakelijke diensten, waaronder ingenieursbureaus, accountantskantoren e.d. dragen voor ruim 10 miljard bij aan de export van Zuid-Holland in 2014. Exportwaarde van diensten in 2014, Zuid-Holland en Nederland, per sector, in miljoenen euro en als % van het totaal Sector

Zuid-Holland

A Landbouw, bosbouw en visserij

Nederland

ZH als % NL als %

ZH t.o.v. NL

36

177

0

0

0

B Delfstoffenwinning

1364

2315

4

2

2

C Industrie

2545

12551

8

13

-5

.

.

.

D Energievoorziening

.

.

E Waterbedrijven en afvalbeheer

114

288

0

0

0

F Bouwnijverheid

1162

1870

3

2

2

G Handel

3125

10847

9

11

-2

H Vervoer en opslag

9368

28270

28

29

-1

.

.

.

3363

10763

10

11

-1

L Verhuur van handel van onroerend goed

17

218

0

0

0

M Specialistische zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke dienstverlening

10869

22771

32

23

9

1459

7466

4

8

-3

R Cultuur, sport en recreatie

150

375

0

0

0

S95 Overige dienstverlening

27

215

0

0

0

33599

98126

100

100

0

I Horeca J Informatie en communicatie

Export van diensten Bron: CBS

.

.

Figuur 2.14 In het havenindustrieel complex in Groot-Rijnmond concentreren zich de exportactiviteiten van minerale brandstoffen en chemische producten, de belangrijkste 39


Regiomonitor 2018 exportproducten van Zuid-Holland. Bij de overige grondstoffen speelt ook de regio Delft en Westland met o.a. DSM een belangrijke rol. De export van agrofood producten is afkomstig uit alle regio’s in Zuid-Holland. De maritieme maakindustrie in de regio Dordrecht en regio Rotterdam domineren bij de export van machines en vervoermaterieel. Opvallend is de beperkte bijdrage van de regio Den Haag aan de export van goederen. Exportwaarde van goederen, exclusief wederuitvoer, per COROP-regio in Zuid-Holland en goederensoort, 2016

Bron: CBS

2.3 Bevolking 40


Regiomonitor 2018 Figuur 2.15 Zuid-Holland is met 3,7 miljoen inwoners na Londen, Parijs en het Ruhrgebied een middelgrote grootstedelijke regio. De MRDH heeft met 2,3 miljoen inwoners een relatief kleinere omvang. Bevolkingsomvang Europese grootstedelijke regio’s, in miljoen inwoners, 2017 miljoen inwoners, 2017 14

13,0

12,2

12

11,7

10 8 5,3

6

4,1 4,0 3,7 3,4 3,3 3,0 2,9 2,8 2,5 2,5 2,5 2,3 2,3

4 2

1,8

1,3 0,9

0

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.16 De bevolkingsgroei in de MRDH en Zuid-Holland is over de jaren 2014-2017 relatief laag. De bevolkingsgroei is met name hoog in de Zweedse, Deense en Duitse grote steden. Gemiddelde groei van de bevolking in procenten, 2014-2017 % 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5

1,7

1,6 1,4 1,3 1,3 1,2 1,1

1,0 1,0

0,9 0,9 0,9 0,8 0,7 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0,5 0,4

0,3 0,1

0,0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

41


Regiomonitor 2018 Figuur 2.17 De bevolkingsgroei van Zuid-Holland ligt weinig onder de ontwikkeling van Nederland; die van de MRDH ligt er boven. De bevolkingsgroei van Agglomeratie Den Haag heeft een structureel hoger niveau; die van Rijnmond is relatief lager. Index ontwikkeling bevolking naar regio, 1995-2017, 1995 = 100 Index, 1995 = 100 120 118 116 114 112 110 108 106 104 102 100 1995

2000

2005

2010

2015

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Agglomeratie 's-Gravenhage (CR)

Delft en Westland (CR)

Rijnmond

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Tabel 2.5 In recente jaren is de bevolkingsgroei van Zuid-Holland hoger dan landelijk het geval is. Dat geldt voor alle deelregio’s, met uitzondering van Zuidoost Zuid-Holland. Agglomeratie Den Haag en Delft en Westland laten de hoogste bevolkingsgroei zien. In Groot-Rijnmond is de bevolkingsgroei in recente jaren hoger dan landelijk; dat was voordien niet het geval. Bevolking naar regio, 2017, jaargemiddelde, en groei naar deelperiode 1996-2017 2017 1996-17 1996-00 2001-08 2008-13 2014-17

2017

x 1000

%

17.120

0,5

0,6

0,4

0,4

0,5

0,5

Zuid-Holland

3.661

0,5

0,5

0,3

0,6

0,6

0,7

MRDH

2.335

0,5

0,5

0,4

0,7

0,7

0,7

Agglomeratie Leiden en Bollenstreek

424

0,4

0,4

0,2

0,5

0,7

1,1

Agglomeratie 's-Gravenhage

858

0,8

0,5

0,8

1,0

0,9

1,0

Delft en Westland

228

0,6

0,7

0,2

0,7

0,8

1,0

Oost-Zuid-Holland

324

0,2

0,3

0,0

0,1

0,5

0,4

1.424

0,4

0,5

0,2

0,5

0,5

0,5

403

0,3

0,5

0,2

0,4

0,2

0,3

Nederland

Groot-Rijnmond Zuidoost Zuid-Holland Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

42


Regiomonitor 2018

2.4 Arbeidsmarkt Figuur 2.18 Zuid-Holland en de MRDH hebben respectievelijk 1,9 en 1,2 miljoen werkzame personen en behoren daarmee tot de middelgrote en kleinere grootstedelijke regio’s Aantal werkzame personen naar grootstedelijke regio, 2017, in miljoenen werkzame personen miljoen werkzame personen, 2017 10 9 8

7,5 6,4 6,1

7 6 5 4

2,7

3

2,3

2

1,9 1,9 1,9 1,8 1,7 1,5 1,5 1,4 1,4 1,3 1,3 1,2

1

0,8 0,8 0,5

0,0

0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.19 De groei van de werkgelegenheid in Zuid-Holland en de MRDH over de jaren 2014-2017 behoort tot de achterhoede van Europa. Hoewel de economie herstelt, ijlt de arbeidsmarkt na. De MRDH laat in 2017 een betere positie zien als gevolg van het eerder ingezette en aanhoudende herstel. Groei van het aantal werkzame personen naar grootstedelijke regio, 2014-2017 %, 2014-2017 3,0 2,6 2,5

2,4 2,2

2,0 1,5

1,9 1,9

1,7 1,7 1,4

1,4 1,3 1,3

1,2 1,2

1,0 0,5

1,1 1,1 1,1

1,0 0,9 0,9 0,8 0,8 0,8 0,3

0,0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

43


Regiomonitor 2018 Figuur 2.20 De werkgelegenheid van Zuid-Holland laat in recente jaren (2014-2017) een gelijke toename zien als Nederland, maar heeft in de jaren 2010-2013 een achterstand opgelopen. Index ontwikkeling werkgelegenheid Nederland, Zuid-Holland/MRDH en deelregio’s 1995-2017, 1995 = 100. De ontwikkeling van Zuid-Holland en MRDH is identiek Index, 1995 = 100 130 125 120 115 110 105 100 1995

2000

2005

2010

2015

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Agglomeratie 's-Gravenhage (CR)

Delft en Westland (CR)

Rijnmond

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Tabel 2.6 De werkgelegenheid van Zuid-Holland en de MRDH trekt aan in 2017. Over de jaren 20142017 groeit deze enigszins trager dan die van Nederland. Delft en Westland laat over de jaren 2014-2017 een bovengemiddelde ontwikkeling van de werkgelegenheid zien. Agglomeratie Den Haag en vooral Groot-Rijnmond ontwikkelen zich recent positief. Jaarlijks gemiddelde groei van de werkgelegenheid naar regio en deelperiode, 1996-2017 2017 1996-17 1996-00 2001-08 2008-13 2014-17

2017

x 1000

%

Nederland

9.092

1,0

2,4

1,0

-0,4

1,0

2,1

Zuid-Holland

1.859

0,9

2,4

1,1

-0,8

0,8

2,2

MRDH

1.241

1,0

2,3

1,2

-0,9

1,1

2,3

Agglomeratie Leiden en Bollenstreek

198

0,8

1,9

1,1

-0,6

0,4

1,8

Agglomeratie 's-Gravenhage

440

1,0

2,4

1,1

-0,4

0,9

2,0

Delft en Westland

139

0,8

2,4

0,0

-0,2

1,5

2,9

Oost-Zuid-Holland

147

0,4

2,6

0,6

-2,5

1,2

2,0

Groot-Rijnmond

736

1,1

2,4

1,7

-1,0

0,9

2,3

198

0,7

2,9

0,1

-0,2

0,2

1,8

Zuidoost Zuid-Holland Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

44


Regiomonitor 2018 Figuur 2.21 De bruto participatie ligt in Zuid-Holland en de MRDH rond het gemiddelde van de Europese grootstedelijke regio’s. Aantal werkenden en werklozen als percentage van de bevolking 15-74 jaar, 2016 bruto participatie, % 100 90 80

76

70

73 73 72 72 72 71 71 70 70 69 69 69 69 68 67 67 66 66 64

60

62 60 58

50 40 30 20 10 0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.22 De bruto participatie heeft in Zuid-Holland en de MRDH een stijgende tendens. Aantal werkenden en werklozen als percentage van de bevolking 15-74 jaar, 5-2016 Bruto participatiegraad, % 74 72 70 68 66 64 62 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Agglomeratie 's-Gravenhage

Delft en Westland

Rijnmond

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

45

2016

2017


Regiomonitor 2018 Figuur 2.23 De werkloosheid in MRDH en Zuid-Holland is ten opzichte van het gemiddelde van de Europese grootstedelijke regio’s relatief hoog. Werkloosheid als percentage van de beroepsbevolking, 2016 % 20 18 16 14 13,3 12

10,9

10

9,2

8,6 8,4

8 6

7,8

7,1 6,9 6,5 6,5 6,1 6,0 6,0 5,9 5,5 5,2

4

4,6 4,5

4,0 3,9 3,9

3,3

2,4

2 0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.24 De werkloosheid is tussen 2013 en 2016 in de MRDH en Zuid-Holland in een gemiddeld tempo afgenomen. Verandering van de werkloosheid als percentage van de beroepsbevolking tussen 2013 en 2016, in procentpunt % 5 4 3 2 1

0,0 0,2

0 -1 -2 -3

-2,6 -2,6 -2,3

-1,9 -1,8

-0,8 -1,2 -1,1 -1,0 -1,5 -1,5 -1,4 -1,4 -1,2 -1,2 -1,2

-4 -5

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

46

-0,1 -0,4 -0,4 -0,3 -0,1


Regiomonitor 2018 Figuur 2.25 De werkloosheid is in de MRDH en Zuid-Holland hoger dan Nederland en liep vooral op tussen de jaren 2011 en 2014 (‘de tweede dip’). Vanaf 2014 neemt de werkloosheid betrekkelijk snel af en wordt het verschil in werkloosheid met Nederland kleiner. Ontwikkeling werkloosheid als percentage van de beroepsbevolking Nederland, Zuid-Holland, MRDH en deelregio’s, 2005-2017 Werkloosheid, % 12 10 8 6 4 2 0 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Agglomeratie 's-Gravenhage

Delft en Westland

Rijnmond

2016

2017

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Tabel 2.7 De participatie ligt in Zuid-Holland en de MRDH lager dan landelijk, de werkloosheid is er hoger. Met name Agglomeratie Den Haag en Groot Rijnmond hebben een lagere participatiegraad en hoge werkloosheid, met name onder lager en middelbaar opgeleiden. In Groot Rijnmond valt de hoge werkloosheid onder hoger opgeleiden op. De overige deelregio’s laten een lager dan landelijke werkloosheid zien, en een hogere participatie. Participatie (beroepsbevolking als percentage van de bevolking 15-74 jaar) en werkloosheid (als percentage van de beroepsbevolking), Nederland, Zuid-Holland en deelregio’s, 2017 Participatie Werkloosheid Werkloosheid naar opleiding Totaal Laag Midden Hoog Totaal

Nederland Zuid-Holland Metropoolregio Rotterdam Den Haag Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie 's-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost Zuid-Holland Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

% 70,1 69,4 68,1

4,9 5,5 6,1

8 10 11

5 5 6

3 3 3

71,9 67,8 71,4 71,6 68,4 70,7

4,3 6,3 4,8 4,0 6,2 4,3

9 12 10 8 11 8

4 7 5 4 6 4

2 3 2 2 4 3

47


Regiomonitor 2018 Figuur 2.26 Het aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking van Zuid-Holland/MRDH ligt onder het gemiddelde van de grootstedelijke regio’s in Europa, maar het verschil is niet groot Aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking, 2017, definitie Eurostat % 60 50

53

51 50 49 47

44 43 42

40

40 39 38 38 37 36 36 35 34 34 33 32 31 27 27

30 20 10 0

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

Figuur 2.27 Het aandeel hoger opgeleiden neemt in Zuid-Holland/MRDH relatief sterk toe over de periode 2014-2017. De MRDH bevindt zich bovenin de subtop. Het verschil in aandeel hoger opgeleiden tussen de MRDH en concurrerende regio’s neemt de laatste jaren af. Verandering aandeel hoger opgeleiden tussen 2014-2017, definitie Eurostat % 6 5 4 3 2

4,3 4,3

3,9

3,5 3,3 3,1 3,0

2,6 2,4 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,0 2,0 2,0 1,9 1,8 1,6 1,4

1 0 -0,1

-1 -2

Bron: Eurostat, CBS/bewerking NEO Observatory

48

-0,3


Regiomonitor 2018 Figuur 2.28 In de MRDH is het aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking tussen 2014 en 2017 met 3,1 procent relatief snel gestegen. Vooral in Delft en Westland nam dat aandeel toe. Verandering aandeel lager, middelbaar en hoger opgeleiden in de beroepsbevolking Nederland, Zuid-Holland, MRDH en deelregio’s 2014-´17 procentpunt 4 3

3,5

3,1

3,1

3,0

2,4

2,3

2 1 0,1 0 -0,2 -1 -2

-0,4

-0,7

-0,7

-1,3 -1,7

-1,8 -2,2

-3

-2,5

-4

Nederland

Zuid-Holland

MRDH laag

-2,7 -3,6 Agglo Den Haag Delft en Westland midden

Bron: CBS, bewerking NEO Observatory

49

hoog

Rijnmond


Regiomonitor 2018 Tabel 2.8 De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe in de MRDH, Zuid-Holland en Nederland. De grootste tekorten in Zuid-Holland doen zich voor in respectievelijk ICT beroepen, high tech technische beroepen, verzorgende (‘cure’) beroepen in de sector zorg en welzijn, en bij bedrijfseconomische, specialistische beroepen. Over het algemeen is de arbeidsmarkt in ZuidHolland net iets ruimer ten opzichte van het nationaal gemiddelde, met uitzondering van de verzorgende (‘cure’) beroepen in de zorg. Krapte op de arbeidsmarkt naar beroepsgroep in vierde kwartaal 2017, voor MRDH, Zuid-Holland en Nederland, arbeidsmarkt is krap als waarde groter is dan 1,5 MRDH Zuid-Holland Nederland Q4 2017

Q4 2017

Q4 2017

Agrarische beroepen

0,7

0,8

1,0

Bedrijfseconomische en administratieve beroepen

1,0

1,1

1,2

w.v. specialist

2,4

2,3

2,6

w.v. ondersteunend

0,8

0,8

0,9

Commerciële beroepen

1,3

1,5

1,5

Creatieve en taalkundige beroepen

0,5

0,5

0,5

Dienstverlenende beroepen

1,0

1,0

1,6

w.v. horeca

1,4

1,4

2,1

w.v. zakelijk

1,0

1,0

1,7

w.v. persoonlijk

0,4

0,3

0,3

ICT beroepen

3,8

3,5

4,3

Managers

1,1

1,1

1,1

Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen

1,1

1,1

1,5

Pedagogische beroepen

0,9

0,9

0,6

Transport en logistiek beroepen

1,3

1,5

1,6

Technische beroepen

1,2

1,4

1,8

w.v. bouw

0,9

1,0

1,2

w.v. high tech

2,5

3,0

3,8

w.v. overig

1,7

2,0

2,4

Zorg en welzijn beroepen

1,2

1,3

1,4

w.v. cure

2,6

2,6

2,4

w.v. care

0,9

1,0

1,2

Totaal

1,2

1,3

1,5

Bron: UWV/CBS, bewerking NEO Observatory Toelichting: De spanningsindicator die UWV WERKbedrijf heeft ontwikkeld geeft een indicatie van een krappe of ruime arbeidsmarkt. Deze indicator deelt het geschatte aantal openstaande vacatures in de markt op een bepaald moment door het aantal korter dan een half jaar ingeschreven niet-werkende werkzoekenden. Het aantal openstaande vacatures is gebaseerd op Jobfeed. Dit bestand met internetvacatures is ontdubbeld, herwogen en opgehoogd naar het totaal aantal openstaande vacatures volgens het CBS. Het gaat hier dus om een schatting van de totale vacaturemarkt, niet slechts de vacatures die bij UWV worden gemeld. Als er veel vacatures zijn en er weinig kortdurend ingeschreven werkzoekenden staan ingeschreven is sprake van een krappe arbeidsmarkt. Als het omgekeerde het geval is, is er sprake van een ruime arbeidsmarkt. De spanningsindicator werkt met een vijfpuntschaal: • 4,0 of meer: Zeer krap • 1,5 tot 4,0: Krap • 0,67 tot 1,5: Gemiddeld • 0,25 tot 0,67: Ruim • 0 tot 0,25: Zeer ruim

50


Regiomonitor 2018

2.5 Onderwijs en wetenschap Hoogwaardig onderwijs is essentieel voor het kwalitatief verbeteren van de arbeidsmarkt op lange termijn. Ook gaan studenten steeds vaker studeren in het buitenland op goed aangeschreven universiteiten in aantrekkelijke steden. Het aantal ingeschreven studenten op universiteiten in ZuidHolland neemt de laatste jaren sterk toe op alle drie de universiteiten. Bij het aantal gediplomeerden zien we een sterke groei in de techniek op HBO en WO-niveau in 2015-2016. Figuur 2.29 Totaal aantal studenten aan universiteiten in Zuid-Holland ligt op het gemiddelde van de Europese stedelijke regio’s door bovengemiddelde groei in recente jaren. 40 35 30 25 20 15 10 5 0

Bonn Genève Kopenhagen-Malmö München Utrecht Frankfurt Stockholm Wenen EU28 Londen MRA Parijs Grootstedelijke… Zuid-Holland MRDH Berlijn Nord-Pas de Calais Nederland Stuttgart Brussel Hamburg Ruhrgebied Antwerpen Noord-Brabant

Aantal universitaire studenten per 1000 inwoners in 2015/2016

Bron: Times Higher Education – World University Rankings 2018

Figuur 2.30 Zuid-Holland en de MRDH in het bijzonder hebben relatief veel internationale studenten, en ook Nederland ligt boven het EU gemiddelde. Internationale studenten als percentage van het totaal aantal universitaire studenten, 2015/2016

Genève Londen Brussel Wenen MRDH Grootstedelijke regio's Berlijn Parijs Zuid-Holland Kopenhagen-Malmö Nederland Antwerpen Frankfurt EU28 Stuttgart Noord-Brabant Bonn Stockholm Nord-Pas de Calais Ruhrgebied Hamburg MRA München Utrecht

45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%

Bron: Times Higher Education – World University Rankings 2018

51


Regiomonitor 2018 Figuur 2.31 Het aantal ingeschreven studenten op universiteiten groeit het sterkst in Zuid-Holland. In totaal zijn er per 1 oktober 2017 77 duizend ingeschreven studenten op de drie universiteiten van Zuid-Holland. De bovengemiddelde groei geldt voor alle drie universiteiten. De sterkste groei is op Universiteit Leiden, mede door de ontwikkeling van de Campus Den Haag, en TU Delft, dat profiteert van de toegenomen aantrekkelijkheid van techniek-studies. Ontwikkeling aantal ingeschreven universiteitsstudenten, per provincie en Nederland, geĂŻndexeerd en 2009 op 100 gesteld 150 140 130 120 110 100 90 2009

2010

Nederland

2011 Zuid-Holland

2012

2013 Noord-Holland

Bron: VSNU, op basis van DUO

52

2014

2015

2016

Noord-Brabant

2017 Utrecht


Regiomonitor 2018 Tabel 2.9 Zuid-Holland heeft relatief veel afgestudeerden in de techniek op WO-niveau vanwege de TU Delft. Landelijk en in Zuid-Holland zet de krimp in het aantal MBO-afgestudeerden door, waarbij de krimp in de techniek op MBO-niveau in Zuid-Holland meer geleidelijk gaat. In 20152016 is een sterke groei geweest van het aantal afgestudeerden in de techniek op HBO en WOniveau in Zuid-Holland. Aantal gediplomeerden totaal en sector techniek, MBO, HBO en WO, Nederland en Zuid-Holland, 2011-2016 Nederland 2016 2011-2016 2011-2016 2015-2016 2015-2016

MBO

Totaal Techniek als %

HBO

Totaal Techniek als %

WO

Totaal Techniek als %

aantal

aantal

in % pj

aantal

in % pj

151.855

-28.485

-3,4%

-3357

-2,2%

38.657

-8.174

-3,8%

-3104

-7,4%

73.867

2.779

0,8%

2946

4,2%

12.485

1.250

2,1%

745

6,3%

77.349

1.141

0,3%

1417

1,9%

8.949

929

2,2%

465

5,5%

2016

2011-2016

2011-2016

2015-2016

2015-2016

aantal

aantal

in % pj

aantal

in % pj

28.578

-4.519

-2,9%

-1322

-4,4%

7.868

-584

-1,4%

-218

-2,7%

15.628

922

1,2%

929

6,3%

2.508

224

1,9%

227

10,0%

20.461

2.973

3,2%

1088

5,6%

5.042

530

2,2%

376

8,1%

25

17

12

Zuid-Holland

MBO

Totaal Techniek als %

HBO

Totaal Techniek als %

WO

Totaal Techniek als %

28

16

25

Bron: DUO

53


Regiomonitor 2018

2.6 Sectoren en Clusters De economische ontwikkeling van regio’s wordt voor een deel bepaald door de samenstelling van sectoren (bedrijfstakken). De groei van bedrijfstakken heeft een natuurlijke variatie; een regio die door toeval meer snelgroeiende bedrijfstakken heeft zal als geheel een gunstiger beeld laten zien. Regio’s zijn gespecialiseerd in specifieke bedrijfstakken en hebben elk een unieke sectorstructuur. De specialisatiegraad drukt dat uit: het laat zien waar de regio sterk in is. Dat wordt afgezet tegen een referentie. Dat is doorgaans de nationale sectorstructuur. Als een sector in een regio 20 procent groter is dan landelijk, is de specialisatiegraad 120. Als dit wordt gecombineerd wordt duidelijk waar de groei van een regio vandaan komt; wordt deze gedragen door de bedrijfstakken waar een regio in is gespecialiseerd of niet? Figuur 2.32 De MRDH kent een sterke specialisatie in transportdiensten en overheidsdiensten door het havenindustrieel complex in Rotterdam en de Rijksoverheid in Den Haag. Over de afgelopen ruim 20 jaar zijn ICT en media, overige zakelijke diensten (inclusief uitzendkrachten) en groothandel de sterkste groeisectoren in de MRDH, gevolgd door transport, zorg, en cultuur, sport en recreatie. Transport, groothandel, cultuur, sport en recreatie en landbouw zijn ook sectoren die bovengemiddeld zijn gegroeid ten opzichte van Nederland, in combinatie met specialisatie duidt dat op een sterk regionaal concurrentievermogen. Groei en specialisatie van de toegevoegde waarde van sectoren in de MRDH, 1995-2016 Vier dimensies: groei (verticale as), specialisatie (horizontale as), omvang (grootte van de bol), en bovengemiddelde sectorale groei t.o.v. Nederland (oranje)

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

54


Regiomonitor 2018 Figuur 2.33 In de recente herstelperiode 2014-2016 zijn de op consumptieve bestedingen gedreven diensten de trekkers van de groei in de MRDH, zoals horeca en bouw. Daarnaast groeien de overige zakelijke diensten sterk door als gevolg van de flexibilisering van de Nederlandse arbeidsmarkt. Ook ICT en media, energie, water en afvalbeheer, en detailhandel zijn sterke groeisectoren. De twee sterke specialisaties van de regio, transport en overheid, dragen niet bij aan het economisch herstel van de MRDH. Groei en specialisatie van de toegevoegde waarde van sectoren in de MRDH, 2014-2016 Vier dimensies: groei (verticale as), specialisatie (horizontale as), omvang (grootte van de bol), en bovengemiddelde sectorale groei t.o.v. Nederland (oranje)

Bron: CBS/bewerking NEO Observatory

Naast het brede sectorale beeld, wordt specifiek ingegaan op een aantal clusters waar het regionaaleconomische beleid zich op richt in Zuid-Holland. Net als in de Regiomonitor 2016 en Regiomonitor 2017, zijn dat de volgende negen clusters: • • • • • • • • •

Clean Tech, Health & Life Sciences, Agro & Food, Safety & Security, Maritime, Transport and Logistics, Smart Industry, Energy en Tourism & Leisure.

Health & Life Sciences, Smart Industry, Agro & Food en Recreatie en Toerisme zijn in omvang van het aantal banen de vier grootste clusters in Zuid-Holland. Zuid-Holland is bovengemiddeld sterk in Maritime, Safety & Security, Transport and Logistics en Energy. 55


Regiomonitor 2018 Toelichting afbakening en nieuwe werkgelegenheids- en bedrijvenregister voor Zuid-Holland De afbakening van de clusters op het meest gedetailleerde bedrijfstakniveau is ongewijzigd ten opzichte van de Regiomonitor 2016 en 2017. Hier is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van definities uit bestaande clustermonitors (bronnen: CBS, NML, LISA/IPO, Policy Research Corporation, Panteia). In een aantal bestaande clustermonitors wordt echter aanvullend gebruik gemaakt van fijnmazige, niet openbaar beschikbare informatie op bedrijfsniveau. Dit geeft enerzijds een nauwkeuriger beeld van ontwikkelingen in een cluster maar is anderzijds voor brede monitor-doeleinden minder geschikt omdat de aanvullende methode niet of verminderd vergelijkbaar, herhaalbaar en transparant is. Dit speelt in het bijzonder bij de clusters Clean Tech, Safety & Security (niet-traditionele veiligheidscluster) en Maritime (maritieme toeleveranciers en maritieme dienstverleners). Met behulp van wegingsfactoren is met name bij Maritime per bedrijfstak een robuuste raming gemaakt van de werkgelegenheid en het aantal vestigingen. De clusters houden geen rekening met dubbeltellingen; sommige bedrijfstakken komen in meer dan 1 cluster voor. In de optelling van clusters is hiervoor gecorrigeerd. Bijlage II geeft een toelichting per cluster. De lijst van bedrijfstakken is te vinden op de website van de MRDH (www.mrdh.nl/regiomonitor) De gegevens over het aantal banen en vestigingen per bedrijfstak zijn afkomstig van LISA. Binnen de regionale bronhouder van LISA in Zuid-Holland heeft in 2016 een grote wijziging plaatsgevonden. Het bedrijvenregister Zuid-Holland (BRZ) en het Werkgelegenheidsregister Haaglanden zijn samengevoegd tot het ‘Werkgelegenheids- en bedrijvenregister Zuid-Holland’. Bij de samenvoeging is ook de registratiemethode gestroomlijnd met de aanpak conform het LISA handboek. De nieuwe uitkomsten laten zien dat voorheen ongeveer 10 procent van de werkgelegenheid in Zuid-Holland niet werd meegenomen in het register, voornamelijk bij zzp-ers in verband met twijfel over de economische activiteit van de zelfstandigen. De wijzigingen zijn met terugwerkende kracht teruggelegd over de tijd door LISA. Figuur 2.34 De negen clusters zijn in de periode 2005-2017 licht bovengemiddeld gegroeid ten opzichte van de totale banengroei in Zuid-Holland. Na 2015 trekt de werkgelegenheidsgroei aan in Zuid-Holland en de 9 clusters. Groei van het aantal banen in Zuid-Holland, 9 clusters en totale economie, 2005-2017 (geïndexeerd en 2005 op 100 gesteld) 120

115

110

105

100

95 2005

2006

2007

2008

2009

9 Clusters

2010

2011

2012

2013

2014

Totale Economie Zuid-Holland

Bron: LISA 2018, bewerking NEO Observatory

56

2015

2016

2017


Regiomonitor 2018 Tabel 2.10 De werkgelegenheid bij de clusters recreatie en toerisme, clean tech en agro & food ;aat in de periode 2014-’17 sterke groei van de werkgelegenheid zien. Aantal banen, gemiddelde jaarlijkse groei en aandeel in Nederland van de negen clusters in Zuid-Holland 2017

Clean Tech

Aandeel NL

2005-17

2005-08

2008-14

2014-17

2017

x1000 als % van NL

in % pj

in % pj

in % pj

in % pj

in % pj

30

20%

1,5

3,1

0,0

2,7

0,8

Health & Life Sciences

222

20%

1,8

3,9

1,4

0,4

1,4

Agro & Food

106

19%

0,6

0,9

-0,1

1,9

0,7

Safety & Security

27

26%

-0,8

-1,0

-1,1

0,1

-0,7

Maritime Transport and Logistics Smart Industry

44

30%

0,0

0,6

-0,7

1,0

-0,3

77

24%

0,3

2,1

-0,8

0,6

-0,5

108

19%

1,5

4,2

0,1

1,4

1,5

Energy

38

24%

0,7

1,4

0,1

1,4

0,1

Recreatie en Toerisme

96

17%

2,2

3,7

1,1

3,0

2,3

1726

20%

0,9

2,3

0,0

1,5

0,8

681

20%

1,2

2,8

0,4

1,3

1,1

Totale Economie Totaal Clusters

Bron: LISA 2018, bewerking NEO Observatory

57


Regiomonitor 2018 Figuur 2.35 Over de lange periode 2005-2017 zijn de dienstenclusters Recreatie en Toerisme en Health & Life Sciences de grootste trekkers van de werkgelegenheidsgroei in Zuid-Holland. Ook Smart Industry en Clean Tech dragen bovengemiddeld bij. De mate van specialisatie in de negen clusters in Zuid-Holland is relatief beperkt. Sterke specialisatie kent Zuid-Holland alleen in het maritieme cluster, daarnaast ook oververtegenwoordiging in Safety en Security, Transport en Logistics en Energy. Deze clusters dragen ondergemiddeld bij aan de groei na 2005. In aantal banen is het cluster Health & Life Sciences het grootste cluster in Zuid-Holland, op afstand gevolgd door Smart Industry, Agro & Food en Recreatie en Toerisme. Negen clusters naar banengroei 2005-2017 (verticale as), specialisatie 2017 (horizontale as) en omvang in aantal banen in 2017 (grootte van de bol), Zuid-Holland

Bron: LISA 2018, bewerking NEO Observatory

58


Regiomonitor 2018 Figuur 2.36 Voor de MRDH zien we hetzelfde beeld terug als hiervoor bij de provincie Zuid-Holland, met een aantal accentverschuivingen zoals de sterkere specialisatie in Safety & Security en de lagere vertegenwoordiging van Agro&Food. Negen clusters naar banengroei 2005-2017 (verticale as), specialisatie 2017 (horizontale as) en omvang in aantal banen in 2017 (grootte van de bol), MRDH

Bron: LISA 2018, bewerking NEO Observatory

59


Regiomonitor 2018

3 Vernieuwen economie Voor het versterken van de concurrentiekracht van Zuid-Holland is vernieuwing van de economie van groot belang. Nieuwe bedrijvigheid draagt bij aan de economische groei van de bedrijvigheid, zeker als het daarbij potentie heeft tot opschaling. Ook zal in de toekomst extra groei voor een relatief groter deel leunen op toename van de arbeidsproductiviteit, hetgeen meer innovatie, kennis en kwaliteit vergt. Bestaande bedrijvigheid investeert in research en development om nieuwe en verbeterde producten en diensten te ontwikkelen. Hiermee versterken zij hun concurrentiekracht en daarmee de concurrentiekracht van de regio. Daarnaast vernieuwt de economie door de komst van nieuwe bedrijven. Startups en scaleups zijn vernieuwers met (internationale) groeiambitie. Dit zijn jonge bedrijven, vaak met een op digitalisering gebouwd businessmodel, die in korte tijd een enorme groei doormaken door een sterk concurrerend nieuw product in de markt te zetten. Nieuwe groeibedrijven clusteren graag samen op centrale locaties en profiteren daar van elkaars nabijheid en de nabijheid van stedelijke voorzieningen, goede (OV-)bereikbaarheid en/of kennisinstellingen. Deze ‘hotspots’ spelen daarbij een belangrijke rol voor het creëren van spillovers tussen bedrijven, universiteiten, en onderzoeksinstellingen. Hogere R&D uitgaven in stedelijke regio’s hangen vaak samen met een hoger economisch groeicijfer van het bruto regionaal product, dit zien we bijvoorbeeld bij Europese koplopers München, Kopenhagen en Stockholm. Zuid-Holland besteedt nationaal bovengemiddeld aan R&D, maar in vergelijking met de Europese stedelijke regio’s blijft Zuid-Holland achter. In 2015 is de groei van de R&D intensiteit in Zuid-Holland afgevlakt. De R&D uitgaven in Zuid-Holland leunen sterk op publieke R&D uitgaven door de aanwezigheid van grote publieke kennisinstellingen als de Technische Universiteit Delft, de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit, TNO, Deltares, CBS, NFI, ESA en de Planbureaus. Het aandeel private R&D uitgaven blijft achter in Zuid-Holland, vooral in de regio Den Haag. Uit de WBSO en RDA aftrek van bedrijven per regio blijkt een concentratie van private R&D uitgaven in Groot-Rijnmond. In recente jaren zit de groei in Zuid-Holland in de RDA aftrek in de regio’s Leiden en Delft. Dit is fiscale financiering van de niet-looncomponent van private R&D uitgaven voor de aanschaf van o.a. materiaal en apparatuur. Naast R&D vindt vernieuwing plaats via snelgroeiende bedrijven. Ook in Zuid-Holland ontstaat er nieuw elan van startups en scaleups. Investeringen in startups in Zuid-Holland vinden vooral plaats in de universiteitssteden Rotterdam, Delft en Leiden, scaleups zijn vooral sterk vertegenwoordigd in Rotterdam. Ook in de banengroei op hotspots zien we de laatste twee jaar is de sterkste banengroei op hotspots in en rond het centrum van Rotterdam en rond de TU-wijk in Delft. Nieuwe groeibedrijven kiezen vaak om zich te vestigen in de nabijheid van andere groeibedrijven om te profiteren van elkaars nabijheid en de nabijheid van agglomeratievoordelen. In de periode 20052017 is de werkgelegenheid op hotspots dan ook sterk toegenomen met ruim 11,5 duizend banen. Bij de financiering van startups in Zuid-Holland is er onbenut potentieel en ruimte voor groei. Jaarlijks wordt er nu gemiddeld ca. 30 miljoen euro geïnvesteerd aan groeikapitaal in startups in ZuidHolland. Ter vergelijking: in de regio Amsterdam gaat het jaarlijks om bijna 250 miljoen euro voor startups.

60


Regiomonitor 2018

3.1 Research & Development en kennisintensieve sectoren Figuur 3.1 Zuid-Holland heeft in vergelijking met Europese grootstedelijke regio’s een ondergemiddelde R&D intensiteit van 2,2 procent en bevindt zich boven het nationaal en Europees gemiddelde van 2,0 procent. Stuttgart, München, Kopenhagen-Malmö en Stockholm zijn Europese koplopers. R&D intensiteit zijn de verrichte R&D-uitgaven door eigen personeel als percentage van de bruto regionaal product, 2015, Zuid-Holland en Europese referentieregio’s R&D als percentage van BRP (Intensiteit), 2015 10 9 8 7

6,2

6 5 4 3

4,3 3,8 3,7

3,1 3,1 2,9 2,9 2,9 2,7 2,7

2

2,3 2,2 2,2 2,0 2,0 2,0 1,7 1,7 1,6 1,0

1 0

Bron: Eurostat, bewerking NEO Observatory

61


Regiomonitor 2018 Figuur 3.2 Zuid-Holland heeft nationaal een bovengemiddelde R&D intensiteit van 2,2 procent in 2015. Alleen Noord-Brabant voldoet aan de nationale ambitie van 2,5 procent. De R&D uitgaven in Zuid-Holland nemen toe in 2014-2015, maar minder dan de groei van het bruto regionaal product. Ook blijft de groei achter bij de sterke groei van 2013-2014. R&D intensiteit zijn de verrichte R&D-uitgaven door eigen personeel als percentage van de bruto regionaal product, 2011-2015, Nederland en per provincie 2,8% 2,6% 2,4% 2,2% 2,0% 1,8% 1,6% 2011 Nederland

2012 Zuid-Holland

2013

2014

Noord-Holland

Utrecht

Bron: CBS

62

2015 Noord-Brabant


Regiomonitor 2018 Figuur 3.3 In Zuid-Holland worden de meeste R&D uitgaven verricht in 2015, meer dan in NoordBrabant. Het aandeel private R&D uitgaven blijft achter in Zuid-Holland, zeker in vergelijking met Noord-Brabant. Noord-Brabantse bedrijven geven per jaar bijna een miljard euro meer uit aan research en development activiteiten. De publieke R&D uitgaven in Zuid-Holland zijn hoog door de aanwezigheid van grote publieke kennisinstellingen als de Technische Universiteit Delft, de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit, TNO, Deltares, CBS, NFI, ESA en de Planbureaus. R&D-uitgaven voor eigen research en development activiteiten, gesplist naar bedrijven (privaat) en instellingen en hoger onderwijs (publiek), 2015, Zuid-Holland en Nederlandse provincies 3.500 Privaat

Publiek

3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0

Bron: CBS

Figuur 3.4 De R&D intensiteit van de economie van Zuid-Holland neemt gestaag toe. Na 2012 komt deze boven het nationaal en internationaal gemiddelde uit R&D intensiteit zijn de verrichte R&D-uitgaven door eigen personeel als percentage van de bruto regionaal product, 2005-2015, Zuid-Holland en Europese referentieregio’s

R&D als percentage van BRP 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2000

2005 EU28

2010

Stedelijke regio's

Nederland

Bron: Eurostat, bewerking NEO Observatory

63

2015 Zuid-Holland


Regiomonitor 2018 Figuur 3.5 Nederlandse regio’s, waaronder Zuid-Holland, hebben relatief weinig werkgelegenheid in kennisintensieve sectoren. In Zuid-Holland zijn relatief veel kennisintensieve diensten, maar weinig medium- en high-tech banen. Werkgelegenheidsaandeel van high en medium tech sectoren en kennisintensieve dienstensectoren, als % van totale werkgelegenheid, 2017, Zuid-Holland en Europese referentieregio’s Als aandeel in totale werkgelegenheid, 2017 30

25

20

15

10

5

0

High and medium tech manufacturing

knowledge intensive high technology services

Bron: Eurostat, bewerking NEO Observatory

64


Regiomonitor 2018 Figuur 3.6 Zuid-Holland is sterk vertegenwoordigd in de Top 30 van R&D bedrijven in Nederland in 2017, met zowel grootbedrijf (KPN, Shell, Janssen, DSM) als midden- en kleinbedrijf (Priva, Lely, Rijk Zwaan, Batenburg Techniek). Demcon opende dit jaar een vestiging op de hotspot en incubator Yes!Delft nabij de TU in Delft. Er is weinig overlap in activiteiten van de acht toonaangevende R&D bedrijven in Zuid-Holland. Ze zijn actief in verschillende sectoren (energie, chemie, telecom, pharma, agro&food, high-tech, maritiem). Top 30 van R&D bedrijven in Nederland in 2017, op basis van R&D uitgaven in miljoenen euro’s, Oranje: bedrijven met hoofdvestiging in Zuid-Holland. Licht-oranje: bedrijven met een R&D nevenvestiging in Zuid-Holland. 900 800 700 600 500 400 300 200 100

ASM International NV

Royal Haskoning

Neways

DEMCON

Priva BV

Batenburg Techniek

VMI Group

Teijin Aramid BV

KeyGene

Marel Stork poultry processing

Lely

SKF

Sanquin Bloedvoorziening

Enza Zaden

Prodrive Technologies

Synthon

Tata Steel

Rijk Zwaan

FrieslandCampina

VDL Groep

OcĂŠ-Technologies

Thales Nederland

Royal DSM

DAF Trucks NV

Royal Dutch Shell

NXP Semiconductors

KPN

Janssen pharmaceuticals

ASML

Royal Philips

0

Bron: Technisch Weekblad, www.tw.nl Noot: Er ontbreken een aantal grote R&D bedrijven in de Top30 van Technisch Weekblad, omdat ze geen cijfers wilden of konden aanleveren. Voor Zuid-Holland is dat dit jaar o.a. Royal IHC dat vorig jaar wel in de Top30 R&D bedrijven genoteerd stond op plaats 22 met 23,1 miljoen euro aan R&D uitgaven.

65


Regiomonitor 2018 Figuur 3.7 In de groei van R&D uitgaven in Zuid-Holland zijn er positieve ontwikkelingen bij Janssen Pharmaceuticals in Leiden en Rijk Zwaan in De Lier en een daling bij Shell en KPN. Groei van R&D uitgaven bij de Top30 van R&D bedrijven in Nederland, in 2016-2017, in miljoenen euro’s, Oranje: bedrijven met hoofdvestiging in Zuid-Holland. Licht-oranje: bedrijven met een R&D nevenvestiging in Zuid-Holland. 120 100 80 60 40 20 0 -20

Royal Dutch Shell

KPN

Synthon

DEMCON

Royal DSM

NXP Semiconductors

Neways

Marel Stork poultry processing

SKF

Lely

Royal Haskoning

Priva BV

Teijin Aramid BV

Batenburg Techniek

Sanquin Bloedvoorziening

KeyGene

ASM International NV

Tata Steel

VMI Group

FrieslandCampina

Prodrive Technologies

Rijk Zwaan

Thales Nederland

DAF Trucks NV

VDL Groep

Océ-Technologies

Enza Zaden

Royal Philips

ASML

Janssen pharmaceuticals

-40

Bron: Technisch Weekblad, www.tw.nl Noot: Er ontbreken een aantal grote R&D bedrijven in de Top30 van Technisch Weekblad, omdat ze geen cijfers wilden of konden aanleveren. Voor Zuid-Holland is dat dit jaar o.a. Royal IHC dat vorig jaar wel in de Top30 R&D bedrijven genoteerd stond op plaats 22 met 23,1 miljoen euro aan R&D uitgaven.

66


Regiomonitor 2018 Figuur 3.8 Binnen Zuid-Holland vindt de groei in RDA aftrek, de fiscale financiering van de nietlooncomponent van private R&D uitgaven, plaats in de regio’s Leiden en Delft. Op het Leiden Bio Science Park en in de TU-wijk in Delft vinden er veel test- en ontwikkelactiviteiten plaats door innovatieve bedrijven. WBSO aftrek, de fiscale financiering van de looncomponent voor private R&D activiteit, is geconcentreerd in Groot-Rijnmond en dit is ook de enige regio waar groei zichtbaar is. De regio Den Haag blijft achter in private R&D activiteiten. Financiering private bestedingen aan R&D, opgesplitst naar WBSO en RDA 1, exclusief zelfstandig ondernemers, Zuid-Holland, 2012-2016

Bron: RVO (2017) 1 WBSO en RDA: fiscaal instrument voor het stimuleren van private investeringen in R&D. Bedrijven ontvangen subsidie op hun R&D uitgaven en zijn opgebouwd uit een looncomponent (via de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk, WBSO) en een niet-looncomponent (de Research & Development Aftrek, RDA). De RDA biedt de mogelijkheid voor aftrek van overige kosten en uitgaven aan bijvoorbeeld prototypes en onderzoeksapparatuur.

67


Regiomonitor 2018

3.2 Snelgroeiende bedrijven Figuur 3.9 De Top 250 groeibedrijven zijn verspreid over het hele land, waarbij Amsterdam (37 bedrijven) en Rotterdam (28 bedrijven) de belangrijkste steden zijn. Het bekendste Rotterdamse groeibedrijf is Coolblue op plaats 3 in de Top 250. Het aantal scaleups in Zuid-Holland is bijna een kwart van Nederland en vergelijkbaar in omvang met de Metropoolregio Amsterdam. Buiten de sterke concentratie in Rotterdam, blijft het aantal scalups in de Top 250 uit de overige ZuidHollandse steden beperkt tot hooguit drie. Aantal snelgroeiende bedrijven in de periode 2014-20176, per provincie. Een bedrijf wordt een snelgroeiend bedrijf of scaleup genoemd als het over een periode van drie jaar een gemiddelde jaarlijkse groei in omzet en/of werkgelegenheid laat zien van 20 procent of meer (en het bedrijf heeft aan het begin van de periode minimaal 10 werknemers of een omzet van 5 miljoen euro).

Bron: Erasmus Centre for Entrepreneurship (2017) Scale Up Monitor 2018, bewerking NEO Observatory

68


Regiomonitor 2018 Tabel 3.1 Top 10 groeibedrijven in Zuid-Holland bevestigen beeld van concentratie in Rotterdam en zijn onder andere actief in ICT, detachering en e-commerce. Top 10 Scaleups in Zuid-Holland, op basis van groei absoluut aantal banen 2014-2017, in alfabetische volgorde Bedrijf Agium Financiële Detachering

Stad

Sector (ECE)

Productomschrijving

Delft

Professional, scientific and technical activities

Detachering

Bynder

Rotterdam

Information and communication

Online marketing

CoolBlue

Rotterdam

Wholesale and retail trade

E-commerce

Daan

Rotterdam

Administrative and support service activities

Detachering

DWG Automation

Schiedam

Information and communication

ICT automatisering

FINTREX

Rotterdam

Administrative and support service activities

Detachering

MOB

Rotterdam

Financial and insurance activities

Health care services

Otolift Trapliften Prowareness WeOn

Bergambacht

Manufacturing

Delft

Financial and insurance activities

Trapliften ICT dienstverlening en software

Sana Commerce Rotterdam Information and communication E-commerce Bron: Erasmus Centre for Entrepreneurship (2017) Scale Up Monitor 2018, bewerking NEO Observatory

Figuur 3.10 Bij startups met groeiambitie is een sterke concentratie in Amsterdam zichtbaar, vooral als de geïnvesteerde bedragen toenemen. De financieringsmarkt voor startups is substantieel in Nederland. Jaarlijks wordt er meer dan 400 miljoen euro geïnvesteerd in Nederlandse startups. In Zuid-Holland is de marktomvang geringer met een gemiddeld jaarlijkse investering in groeikapitaal voor startups van ca. 30 miljoen euro. Investeringen in Nederlandse startups met groeikapitaal (venture capital, seed capital, vroege fase financiering, angel investors, crowdfunding), periode 2014 - 2017, in miljoenen euro (links) en aantal investeringen 5 (rechts), naar regio

Bron: Startupjuncture, bewerking NEO Observatory

5

Het is mogelijk dat een startup over de periode 2014 t/m 2017 meerdere investeringsrondes heeft gedaan om groeikapitaal op te halen.

69


Regiomonitor 2018 Tabel 3.2 Investeringen in startups in Zuid-Holland vinden vooral plaats in de universiteitssteden Rotterdam, Delft en Leiden. Jong, hoogopgeleid talent kiest vanuit de universiteit vaker voor het ondernemerschap in plaats van werken bij een multinational. Voorbeelden zijn kamerverhuurderssite Housing Anywhere, medisch ICT-bedrijf Quantib, en The Ocean Cleanup van Boyan Slat dat een technologie heeft ontwikkeld om grootschalig plastic uit oceanen te verzamelen. GeĂŻnvesteerde bedragen in groeikapitaal in startups die gevestigd zijn in Zuid-Holland, in miljoenen euro, 2017 Bedrijf

Gemeente

Omvang investering 2017

Housing Anywhere

Rotterdam

5

Quantib

Rotterdam

4,5

The Ocean Cleanup

Delft

2,7

Pluriomics

Leiden

2,5

TRVL

's-Gravenhage

2,2

Travis the Translator

Rotterdam

Hyperloop/Hardt

Delft

0,6

Semiotic Labs

Leiden

0,6

DashTag

Rotterdam

0,6

Green Basilisk

Delft

0,5

MOCS

Delft

0,5

VarmX

Leiden

0,5

We4sea

Delft

0,4

Amylon

Leiden

0,3

Hercules Pharmaceuticals

Leiden

0,3

1

Fibriant Leiderdorp Bron: Startupjuncture, bewerking NEO Observatory

0,3

Tabel 3.3 Er is een sterke concentratie van jonge, succesvolle techbedrijven met groeiambitie in de Metropoolregio Amsterdam, met ook in Zuid-Holland positieve dynamiek, met name in Rotterdam. In 2017 zijn er twee Rotterdamse tech-bedrijven in de Top 10: Bynder en Wearereasonablepeople. Zuid-Hollandse bedrijven in de Top50 van de Deloitte Fast50 technologie, 2017 Ranking

Bedrijf

Productcategorie

Plaats/regio

2

Bynder

Online marketing

Rotterdam

1

8

Wearereasonablepeople

Digitale innovatie

Rotterdam

1

22

DENSsolutions

Nanotechnologie

Delft

1

31

Gracious Studios

Digitaal bureau

Den Haag

1

33

Yellowstar

Logistieke software

Barendrecht

1

36

WORKSTREAMPEOPLE

Business software

Rotterdam

1

39

PimmÂŽ Solutions

E-commerce

Rotterdam

1

MRDH/Zuid-Holland

7

Metropoolregio Amsterdam

20

Utrecht

3

Bron: Deloitte Fast50 technologie, bewerking NEO Observatory

70

Aantal bedrijven

Noord-Brabant

7

Rest van Nederland

13

Nederland

50


Regiomonitor 2018

3.3 Hotspots Figuur 3.11 In totaal zijn er op 16 hotspots bijna 35 duizend banen in 2017. Hotspots in ZuidHolland verschillen in omvang en samenstelling. Het Bio Science Park in Leiden en het Technopolis Innovation Park in Delft laten een gebalanceerde mix zien tussen bedrijven, onderzoek en onderwijs Hotspots zijn een belangrijke aanjager van werkgelegenheidsgroei in Zuid-Holland. Erasmus MC Incubator en Space Business Park zijn geclusterd rond ĂŠĂŠn groot instituut (respectievelijk Erasmus MC en ESA). Bij Leerpark Dordrecht, ZOHO, Rotterdam Science Park is er een sterke link tussen onderwijs en startende bedrijvigheid. De andere hotspots zijn bedrijfsverzamelgebouwen of bedrijvenparken met een concentratie van kleine en middelgrote bedrijven. Aantal banen per hotspot in Zuid-Holland, 2017

Bron: LISA 2018, ruimtelijke afbakening hotspots afkomstig van Buunk (2015)

Noot: Gegevens over het aantal banen en bedrijfsvestigingen zijn afkomstig van LISA2018/Bedrijvenregister Zuid-Holland, deze wijken af van de door de hotspots zelf gepubliceerde indicatoren.

71


Regiomonitor 2018 Figuur 3.12 Hotspots zijn een belangrijke aanjager van werkgelegenheid in Zuid-Holland. In 20052017 zijn per saldo ruim 11,5 duizend banen bijgekomen op hotspots in Zuid-Holland. De gemiddelde jaarlijkse banengroei op hotspots is daarmee 3,4 procent per jaar, fors hoger ten opzichte van het provinciale gemiddelde van 0,9 procent per jaar. Groei van het aantal banen, voor totaal 16 hotspots en totaal provincie Zuid-Holland, 2005-2017, geĂŻndexeerd en 2005 op 100 gesteld

Bron: LISA 2018, ruimtelijke afbakening hotspots afkomstig van Buunk (2015)

Noot: Gegevens over het aantal banen en bedrijfsvestigingen zijn afkomstig van LISA2018/Bedrijvenregister Zuid-Holland, deze wijken af van de door de hotspots zelf gepubliceerde indicatoren.

72


Regiomonitor 2018 Figuur 3.13 Hotspots in Zuid-Holland verschillen in ontwikkelingsstadium en groeicapaciteit. Het Bio Science Park in Leiden en het Technopolis Innovation Park in Delft zijn de afgelopen 12 jaar sterk gegroeid. De meeste hotspots dragen substantieel bij aan werkgelegenheidsgroei in ZuidHolland met een groei van enkele honderden banen per hotspot over de laatste 12 jaar. Uitzonderingen zijn de Biotech Campus Delft, en ZOHO en de RDM-campus in Rotterdam. De transformatie van deze gebieden zorgt voor nieuw bedrijvigheid, maar genereren per saldo (nog) geen extra werkgelegenheid. Groei aantal banen per hotspot in Zuid-Holland, 2005-2017 -1000

-500

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

Bio Science Park Leiden Technopolis Innovation Park Erasmus MC Incubator Space Business Park Delftechpark Groothandelsgebouw (CIC) HSD Campus Rotterdam Science Tower Leerpark Dordrecht Van Nelle Fabriek De Caballero Fabriek Den Haag Composite Valley- Ypenburg YES!Delft RDM-Campus ZOHO Biotech campus Delft Bron: LISA2016, ruimtelijke afbakening hotspots op basis van Buunk (2015) Noot: Gegevens over het aantal banen en bedrijfsvestigingen zijn afkomstig van LISA2018/Bedrijvenregister Zuid-Holland. Deze wijken af van de door de hotspots zelf gepubliceerde cijfers.

73


Regiomonitor 2018 Figuur 3.14 In de recente groeiperiode 2015-2017 is er veel positieve dynamiek zichtbaar op hotspots in en rond het centrum van Rotterdam en in Delft rond de TU-wijk. Een aantal hotspots zit aan zijn capaciteitsgrenzen en laat in recente jaren geen groei meer zien. Groei aantal banen per hotspot in Zuid-Holland, 2015-2017 -400

-200

0

200

400

600

800

Erasmus MC Incubator Groothandelsgebouw (CIC) Rotterdam Science Tower Delftechpark Technopolis Innovation Park Space Business Park HSD Campus ZOHO Van Nelle Fabriek Composite Valley- Ypenburg Leerpark Dordrecht De Caballero Fabriek Den Haag RDM-Campus YES!Delft Biotech campus Delft Bio Science Park Leiden Bron: LISA2018, ruimtelijke afbakening hotspots op basis van Buunk (2015) Noot: Gegevens over het aantal banen en bedrijfsvestigingen zijn afkomstig van LISA2018/Bedrijvenregister Zuid-Holland, deze wijken af van de door de hotspots zelf gepubliceerde indicatoren.

74


Regiomonitor 2018

4 Energie en duurzaamheid De 21e eeuw biedt grote uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en energietransitie. Met het oog op het reduceren van emissies van kooldioxide heeft het de Nederlandse regering zich aangesloten bij het Klimaatakkoord van Parijs en een koolstofvrij energiesysteem in 2050 ten doel gesteld. De doelstelling van de regionale investeringsstrategie van Zuid-Holland is om koploper van de circulaire economie en duurzame energie te zijn. Uitvoering vergt grote inspanningen op internationale, nationale en regionale schaal. Voor Nederland is het een relatief zware opgave omdat de economie sterk leunt op de exploitatie, doorvoer en verwerking en gebruik van fossiele brandstoffen. Binnen Nederland geldt dat in het bijzonder voor het Rotterdamse haven-industriÍle complex en het Westland. De MRDH heeft tegen die achtergrond de Roadmap Next Economy ontwikkeld, waarin regionale partners zich inspannen de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs ten uitvoer te brengen. Met het oog op de RNE zijn er indicatoren ontwikkeld om de energie-intensiteit van huishoudens en bedrijven in Zuid-Holland te meten en te volgen in de tijd. Dan gaat het om geleverd gas en elektriciteit ten behoeve van consumptie en productieprocessen door huishoudens, bedrijven en instellingen in Zuid-Holland. Benadrukt wordt dat dit het eindverbruik is; na verbruik is er geen energie meer over. Gebruik van steenkool voor de productie van elektriciteit en warmte valt in die optiek buiten beschouwing, omdat dit een omzetting is van energie. De elektriciteit en de warmte die zijn bedoeld voor eindverbruik worden wel gemeten. Het energieverbruik door verkeer en vervoer is afzonderlijk bepaald. Tevens wordt de CO2-uitstoot gemonitord. Tegenover het energieverbruik wordt de productie van duurzame energie in beeld gebracht. Hierbij wordt gekeken naar de productie van duurzame energie als aandeel van het totale energieverbruik. Windenergie is afzonderlijk in beeld gebracht vanuit de doelstelling van zesduizend megawatt opgesteld windvermogen in 2020 die in het Inter Provinciale Overleg is overeengekomen en de mate van realisatie daarvan per provincie. Behalve de aandacht voor de consumptie van energie en de productie van hernieuwbare energie, is er aandacht voor de ontwikkeling van de productie van huishoudelijk afval over de tijd en de mate van scheiden door inzameling en scheiding achteraf. Tenslotte is ten behoeve van elektrisch rijden de ontwikkeling van het aantal laadpunten voor auto’s met elektrische aandrijving per provincie in beeld gebracht.

75


Regiomonitor 2018

4.1 Energieverbruik en CO2 uitstoot Over het algemeen nam de consumptie van energie af tussen 2012 en 2016. In 2016, het meest recente jaar waarvoor regionale cijfers beschikbaar zijn, nam de energieconsumptie ten opzichte van 2015 licht toe. Zwakke economische groei hield de vraag in toom en zachte winters leidden tot minder gasafzet ten behoeve van verwarming van gebouwen en kassen. De licht toenemende trend in het gebruik van energie bij huishoudens vanaf 2014 is toe te schrijven aan iets koudere winters in 2015 en 2016 (op basis van het koudegetal van Hellmann; bron: KNMI). In een normale winter (2012, 2013) verbruiken huishoudens in geheel Nederland circa 200 petajoule meer energie dan in een buitengewoon zachte winter (2014, 2015 en 2016). In deze cijfers wordt uitgegaan van daadwerkelijk verbruik (bron: CBS). In Zuid-Holland wordt tegen de trend in meer energie per euro brp verbruikt. De achtergrond is het extra kolenverbruik van elektriciteitscentrales op de Maasvlakte. Het gevolg ervan was dat de (petro-)chemische industrie meer gas is gaan afnemen. Hierdoor steeg het energieverbruik van juist de energie-intensieve industrie in Zuid-Holland. De petro-chemische industrie in Zuid-Holland verbruikte in 2016 circa 30 procent meer aardgas dan in 2012. Bij elkaar verbruikten de industrie en de energiecentrales in Zuid-Holland in 2012 nog 5,7 miljard M3 aardgas, in 2016 was 4,8 miljard m3 geworden. Het verschil is opgevangen door steenkool in de energiecentrales. Dit steenkoolverbruik is echter geen finaal, maar primair (intermediair) verbruik en is derhalve niet in deze analyse opgenomen. Een deel van de opgewekte elektriciteit uit energiecentrales verschijnt namelijk eindverbruik van stroom bij huishoudens, bedrijven & instellingen en transport (railverkeer en elektrische auto’s). Absoluut gezien verbruiken huishoudens in Zuid-Holland in vergelijking met inwoners uit andere regio’s in Nederland minder energie in de vorm van gas, stroom en warmte dan gemiddeld in Nederland. Bedrijven (landbouw, industrie en energiecentrales) en instellingen in Zuid-Holland verbruiken juist aanzienlijk meer dan gemiddeld in Nederland en het verschil loopt op. In Nederland daalt het energieverbruik per euro, in Zuid-Holland niet. De Nederlandse economie wordt minder energie-intensief, terwijl die van Zuid-Holland juist de neiging heeft energie-intensiever te worden.

76


Regiomonitor 2018 Tabel 4.1 Huishoudens in Zuid-Holland verbruikten in 2016 gemiddeld 45 gigajoule per jaar aan aardgas, elektriciteit en stadswarmte; dat is 6 gigajoule minder dan het Nederlands gemiddelde. Bedrijven en instellingen in Zuid-Holland verbruikten meer energie per euro en dit heeft, anders dan voor Nederland het geval is, een stijgende tendens. Het extra verbruik komt voor rekening van landbouw en (petro)-chemische industrie. Eindverbruik van gas, elektriciteit en warmte door huishoudens en bedrijven en instellingen, Nederland en de Randstadprovincies, hoeveelheid 2012-2016, en gemiddelde jaarlijkse groei 2013-16 Totaal (Peta joule) 2012 2013 2014 2015 2016 2013-16

Nederland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Koudegetal van Hellmann

Petajoule 2106 61 104 273 422

% -1,9 -4,0 -1,9 -1,9 0,7

2216 59 105 279 450

1911 53 92 246 413

1939 52 94 249 433

1947 51 97 252 434

88,4

73,2

0

7,8

9,6

2012

2013

2014

2015

2016

2013-16

49 38 44 45 43

50 39 46 46 44

51 39 48 47 45

% -3,3 -3,2 -2,7 -3,0 -3,3

2013

2014

2015

2016

2013-16

Megajoule per euro 1,7 1,9 1,6 1,6 0,5 0,6 1,0 1,1 1,8 2,0

1,6 1,3 0,5 0,9 1,8

1,6 1,2 0,5 0,9 1,9

1,5 1,1 0,5 0,9 1,9

% -2,8 -7,8 -2,2 -4,3 1,5

Huishoudens

Nederland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland

Gigajoule per huishouden 58 61 44 45 53 56 53 56 51 54

Bedrijven en instellingen 2012

Nederland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Bron: CBS, bewerking NEO Observatory

77


Regiomonitor 2018 Figuur 4.1 In Zuid-Holland werd in 2015 32 miljoen ton CO2 uitgestoten en is daarmee de provincie met de grootste productie van CO2. CO2 uitstoot naar provincie, exclusief internationale bunker, 2016, miljoen ton miljoen ton 35

32

30 25 21 20

19 15

15

12

12

10

8

8

7 5

5

4

3

0

Bron: Klimaatmonitor, bewerking NEO Observatory

Figuur 4.2 De CO2 uitstoot in Zuid-Holland is relatief groot vanwege de energie-intensiteit van onder andere de landbouw en industrie. Woningen in Zuid-Holland zijn minder energie-intensief*. CO2 uitstoot in Zuid-Holland en Nederland naar functie, als percentage van totale CO2 uitstoot, 2016 % 70 61 60

52

50 40 30

28

30 22

17

20

28

20 13 7

10 0 Bedrijven & Instellingen

Verkeer & Vervoer

Woningen

Zuid-Holland

Industrie, energie, afval en water

Landbouw

Nederland

Bron: Klimaatmonitor, bewerking NEO Observatory * Oranje en grijs tellen beide op tot 100 procent. Geel en lichtgrijs zijn onderdeel van bedrijven & instellingen van respectievelijk Zuid-Holland en Nederland.

78


Regiomonitor 2018

4.2 Hernieuwbare energie Tabel 4.2 Het aandeel hernieuwbare energie van het totale energieverbruik in Zuid-Holland is in 2016 met 4,4 procent lager dan landelijk (5,5 procent)*.

Groningen

Drenthe

Overijssel

Noord-Brabant

Gelderland

Noord-Holland

Zuid-Holland

Limburg

Zeeland

Utrecht

5,5 24,5 10,1

9,9

9,1

7,1

7,0

6,1

5,7

4,4

3,8

3,5

3,2

Hernieuwbare elektriciteit naar bron

42

86

34

61

32

32

27

20

48

41

16

73

20

Wind op land

21

81

21

36

3

3

7

3

17

15

1

66

8

4

4

17

8

4

5

20

9

Flevoland

Aandeel hernieuwbaar in verbruik

Nederland

Friesland

Hernieuwbare energie aandeel van totaal energieverbruik, en naar bron als aandeel van totaal hernieuwbare energie, per provincie, 2016, op volgorde aandeel hernieuwbare energie

%

Afvalverbrandingsinstallatie

7

Zonnestroom

5

3

5

4

7

8

4

6

4

4

8

5

9

Bijstook biomassa decentraal

5

0

0

12

0

9

8

3

6

3

1

0

0

Overig (WKK)

5

2

4

4

6

3

4

3

1

10

6

2

2

Hernieuwbare warmte naar bron

48

11

59

36

57

59

61

67

41

48

70

21

47

Houtkachels woningen

18

6

19

10

31

24

18

31

9

7

27

13

27

Afvalverbrandingsinstallatie

12

17

13

4

18

24

7

4

21

Biomassaketels bedrijven

9

1

16

2

6

8

6

21

12

2

22

2

4

Overig (WKO,warmte WKK)

8

3

8

12

15

8

13

7

16

19

22

6

16

Biobrandstoffen 10 3 7 4 8 10 9 *het officiĂŤle cijfer van het CBS komt voor Nederland in 2016 op 5,97 procent. Bron: Klimaatmonitor, Staat van Zuid-Holland; bewerking NEO Observatory.

12

10

11

12

6

30

79


Regiomonitor 2018 Figuur 4.3 De productie van duurzame energie in Zuid-Holland neemt toe. Een belangrijke component van de toename in 2015 en 2016 is afvalverbranding. De bijstook van biomassa is afgenomen. Productie duurzame energie naar bron, Zuid-Holland, 2010-2016, in Terajoule

Bron: Staat van Zuid-Holland (2018), op basis van DCMR Milieudienst Rijnmond

80


Regiomonitor 2018 Tabel 4.3 In 2016 had Zuid-Holland 363 MW aan opgesteld vermogen uit windenergie staan. Daarmee ligt Zuid-Holland met de realisatie van windenergie op land op 49 procent van de doelstelling van 735,5 MW; in Nederland is de realisatie het gemiddeld 55 procent. Inclusief toekomstige realiatie van nu in voorbereiding zijnde projecten zal het het totaal aan windenergie op land in Zuid-Holland met 855 MW boven de doelstelling uitkomen.

Megawatt

%

Groningen

444

3

262

114

Friesland

193

7

316

36

Drenthe

21

155

Overijssel

43

27

Flevoland

1186

6

Gelderland

82

85

Utrecht

25

6

Noord-Holland

353

Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg

Gerealiseerd/Doel

Doel

Totaal

Voortraject

Procedure

Vergunning

Bouw in voorbereiding

Stand 2016

Gerealiseerd

Windenergie naar opgesteld vermogen, doelstelling 2020 en status van de voorbereiding tot realisatie, 2016

222

105

363

62

83

354

172

219

15

21

943

856

52

553

530

36

117

293

286

7

21

90

86

50

313

245

1750

1391

85

27

42

236

231

36

34

65

66

38

680

686

52

332

855

736

49

46

572

571

62

239

523

471

46

77

89

96

13

1272

6648

6001

55

15 30

12

Nederland 3297 667 Bron: RVO, Monitor Wind op land, 2017

877

81

535

120


Regiomonitor 2018

4.3 Scheiding huishoudelijk afval Figuur 4.4 Zuid-Holland heeft in 2016 ten opzichte van het Nederlands gemiddelde en grote steden in Nederland met 48 procent een lager percentage huishoudelijk afval dat gescheiden wordt ingezameld dan wel achteraf wordt gescheiden en nuttig wordt gebruikt, dan wel wordt gecomposteerd. Echter, dat percentage is de afgelopen jaren in Zuid-Holland jaren sterk toegenomen van 42 procent in 2014 naar 48 procent in 2016. Gescheiden ingezameld en achteraf gescheiden huishoudelijk afval als percentage van het totale huishoudelijke afval, Nederland, Zuid-Holland en gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, 2000-2016 % 70

65 60 55 50 45 40 35 30 2000

2005 Nederland

2010 Zuid-Holland

Bron: CBS

82

Gemeenten > 100 dzd inw.

2015


Regiomonitor 2018 Figuur 4.5 Zuid-Holland heeft jaarlijks minder kilo huishoudelijk afval per inwoner dan gemiddeld in Nederland, maar meer dan het gemiddelde van de gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners. Van 2008 tot 2014 is de hoeveelheid per inwoner afgenomen vanwege afnemende consumptie; de recente stabilisatie is het gevolg van een aantrekkende economie. Hoewel 2016 een jaar was met een aantrekkende consumptie, nam de hoeveelheid afval niet toe. Nieuwere vormen van consumptie, zoals toerisme, ICT-gebruik en de deeleconomie, kunnen dat wellicht verklaren. Kilo huishoudelijk afval per inwoner per jaar, Nederland, Zuid-Holland en grote steden, 2000-2016 kilo per inwoner 600

550

500

450

400

350

300 2000

2005 Nederland

2010 Zuid-Holland

Bron: CBS

83

Gemeenten > 100 dzd inw.

2015


Regiomonitor 2018

4.4 Electrische laadpunten Tabel 4.4 Zuid-Holland heeft met in totaal 10.426 laadpunten en 2887 per miljoen inwoners in 2018 een relatief groot aanbod van elektrische laadpunten in vergelijking met de andere provincies in Nederland. Met Utrecht is de absolute toename in Zuid-Holland tussen 2013 en 2018 het grootst van de Nederlandse provincies. Aantal laadpunten voor auto’s met elektrische aandrijving per provincie en per miljoen inwoners, mei 2013 en maart 2018 Aantal Per miljoen inwoners Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland Bron: Oplaadpunten.nl

mei '13

maart '18

mei '13

maart '18

526 777 357 1.261 783 3.168 3.941 8.264 10.426 515 3.999 1.068

toename 2013-‘18 463 662 298 1.093 696 2.776 3.524 7.180 9.819 382 3.506 855

109 178 120 148 223 196 340 404 173 349 201 190

901 1.203 731 1.104 1.943 1.560 3.107 2.980 2.887 1.352 1.604 956

toename 2013-‘18 792 1.025 611 955 1.720 1.364 2.766 2.575 2.715 1.003 1.402 766

63 115 59 168 87 392 417 1.084 607 133 493 213 3.857

35.085

31.228

232

2.071

1.839

Figuur 4.6 Zuid-Holland heeft met 2887 elektrische laadpunten per miljoen inwoners een relatief groot aantal laadpunten. Het blijkt dat juist de grootstedelijke provincies in de Randstad het grootste aanbod van laadpunten voor elektrische auto’s hebben. Aantal laadpunten voor auto’s met elektrische aandrijving per miljoen inwoners naar provincie, maart 2018 Aantal per miljoen inwoners 3,5 3,1 3,0

3,0

2,9

2,5 2,1 2,0

1,9 1,6

1,6 1,4

1,5 1,0 0,5 0,0

Bron: Oplaadpunten.nl, bewerking NEO Observatory

84

1,2

1,1

1,0

0,9

0,7


Regiomonitor 2018

5 Vernieuwen connectiviteit Een goede bereikbaarheid geldt als belangrijke voorwaarde om het potentiĂŤle agglomeratievoordeel van Zuid-Holland beter te benutten. Een betere bereikbaarheid zorgt ervoor dat meer personen, bedrijven en voorzieningen elkaar snel en gemakkelijk kunnen vinden. Investeringen in het verkeeren vervoersysteem dragen hieraan bij, in het bijzonder als deze geĂŻntegreerd worden met verstedelijkingsopgave op gebied van wonen, werken en recreĂŤren. Uit de eerste meting van de haalbaarheid van de beleidsdoelen van de MRDH op gebied van bereikbaarheid blijkt het doel om het doel om de CO2-uitstoot van verkeer in de MRDH in 2025 met 30% te verminderen niet gehaald wordt met succesvolle uitvoering van de bestaande plannen voor 2016-2025. Het integrale karakter van mobiliteitsopgave en de vele betrokken verantwoordelijke partijen zorgen ervoor dat voor het behalen van de doelstellingen veel buiten de invloedssfeer van de MRDH plaatsvindt. Inzet op synergie en samenhang tussen investeringen van verschillende beleidsopgaven is cruciaal voor het maatschappelijk rendement en de eigen beleidsdoelen van de MRDH. Er ontstaat extra maatschappelijk rendement als investeringen in OV en fiets gekoppeld worden aan de ontwikkeling van woon- en werklocaties nabij bestaande en/of nieuwe hoogwaardige OV-verbindingen. Ook is verandering in het mobiliteitsgebruik onontkoombaar met de toekomstige inwoners- en werkgelegenheidsgroei. De internationale connectiviteit en digitale infrastructuur van Zuid-Holland staat er nationaal en internationaal relatief goed voor. Zuid-Holland kent in vergelijking met andere grootstedelijke gebieden in Europa weinig congestie over de weg. Wel neemt deze in 2016 sterk toe door de aantrekkende werkgelegenheid en pendel in Zuid-Holland. De capaciteit van Rotterdam The Hague Airport voor internationale bereikbaarheid door de lucht is beperkt, maar de regio profiteert mee van de nabijheid van Schiphol, Zaventem en Eindhoven Airport. De Rotterdamse haven is de grootste haven van Europa voor goederen- en containeroverslag, op afstand gevolgd door Antwerpen en Hamburg. In recente jaren heeft de haven van Antwerpen een sterke groei in container- en goederenoverslag gerealiseerd, maar Rotterdam blijft veruit de grootste zeehaven van Europa. Wel is de concurrentie tussen Europese zeehavens voor containeroverslag hevig, waardoor er prijsdruk staat op tarieven en winstgevendheid van havenactiviteiten. Zuid-Holland laat een positieve groei zien van het gebruik van openbaar vervoer, vooral door meer treinreizigers, maar er is meer nodig voor verbetering van de interne bereikbaarheid van ZuidHolland. De groei in OV-gebruik komt door de stijging van het opleidingsniveau, de aantrekkende werkgelegenheid en het toenemend aantal studenten in Zuid-Holland. Hoogopgeleiden reizen meer met het openbaar vervoer, ook omdat zij vaker werken en wonen op goed bereikbare plekken per OV. De sterkste toename is zichtbaar in de stations van de regio Delft en regio Leiden in 2015-2016. Ondanks de toename blijft het OV-gebruik in Zuid-Holland relatief achter bij Utrecht en NoordHolland. Tot slot scoort Zuid-Holland het hoogst van alle provincies in Nederland op digitale infrastructuur, gemeten aan de hand van ontsluiting van bedrijven en huishouden op snel breedbandinternet. Breedbandinternet is beschikbaar via kabel, ADSL en glasvezel, waarbij glasvezel door de hogere uploadsnelheid het best is voorbereid voor toekomstige datagebruiksbehoefte. Het aantal aansluitingen op glasvezel blijft nog achter in Zuid-Holland, waarbij er tussen Zuid-Hollandse gemeenten grote verschillen zijn. Koplopers met de uitrol van glasvezel zijn o.a. Dordrecht, Westland Schiedam, Lansingerland, Noordwijk en delen van de Alblasserwaard.

85


Regiomonitor 2018

5.1 Versterken van de bereikbaarheid in Zuid-Holland In de Strategische Bereikbaarheidsagenda (SBA) van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag zijn vijf hoofddoelen geformuleerd voor de bereikbaarheidsopgave van de regio. Daarmee biedt de SBA het inhoudelijk kader voor de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB). Deze agenda geeft invulling aan de gezamenlijke regionale mobiliteitsopgave en bevat een samenhangend pakket aan maatregelen voor de periode 2016 – 2025. Na de nulmeting in 2016 van de geformuleerde doelen en top-eisen, is in 2018 een eerste monitoring uitgevoerd van de UAB. De monitoring is beleidsmatig en kijkt op hoofdlijnen naar realisatie van de uitvoeringsagenda. De beoordeling van de voortgang concentreert zich op de verwachte haalbaarheid van de topeisen en hoofddoelen. In de planning van de uitvoering lijkt 2020 een goed moment voor een kwalitatieve en kwantitatieve monitoring van de beleidsuitwerking en projectresultaten (bron: Advin (2018)).

Tabel 5.1 Van de vijf hoofddoelen van de Strategische Bereikbaarheidsagenda voor de periode 2016-2025 van de MRDH is het hoofddoel op gebied van duurzaamheid niet haalbaar. Bij de andere vier hoofddoelen liggen er twee op koers en twee vragen om aandacht. Stand van zaken vijf hoofddoelen Strategische Bereikbaarheidsagenda (SBA) van de Metropoolregio RotterdamDen Haag, kwalitatieve toets op haalbaarheid ambitie 2025 per mei 2018 Bereikbaarheidsdoel Top-eis Ambitie in 2025 t.o.v. Huidige stand SBA huidige situatie Concurrerende Op koers • Aantal mensen dat • Toename van 10% economie economische voor de 10 toplocaties6 in 45 belangrijkste minuten kan locaties bereiken • Betrouwbaarheid • 95% op van reistijd op de hoofdwegennet en belangrijkste 90% op verbindingen, in het onderliggend bijzonder voor het wegennet goederenvervoer Kansen voor mensen Aantal arbeidsplaatsen/ Toename van 10% voor Op koers voorzieningen dat 90% van de mensen vanuit woongebieden woongebieden in 45 minuten kunnen bereiken Kwaliteit van plekken Gebruikerswaardering Minimaal 7,5 op 90% van Vraag aandacht van de stedenbaande knopen knopen De duurzame regio Uitstootreductie Afname van 30% voor Niet haalbaar vervoersysteem (CO2) het gehele vervoersysteem Efficiënt en rendabel Reductie beheer- & Afname van 10% voor Vraag aandacht exploitatielasten OV het gehele OV-systeem Bron: Advin Adviseurs en Ingenieurs (2018) – Monitoring UAB Tussenstand mei 2018

6

De 11 geselecteerde toplocaties zijn: Scheveningen, Internationale Zone, Den Haag Centrum, Plaspoelpolder, Zoetermeer Stationslocatie, TU Delft, RTHA (Rotterdam The Hague Airport), Rotterdam Alexandrium, Rotterdam centrum, KralingseZoom/Brainpark, en Rotterdam Zuidplein.

86


Regiomonitor 2018 Met haar beleid draagt de MRDH bij aan het bereiken van de gestelde ambities voor de regio op gebied van bereikbaarheid. Tegelijkertijd vinden er meer ingrepen in het mobiliteitssysteem plaats, buiten de invloedssfeer van de MRDH, die van invloed zijn op het behalen van deze ambities. Voor de beleidsuitwerkingen en projecten zijn veel verschillende verantwoordelijke partijen zoals gemeenten, RWS, ProRail, en de provincie Zuid-Holland. Bij openbaar vervoer kent de MRDH een belangrijke sturende verantwoordelijkheid, bij andere modaliteiten is de rol meer indirect. Daarbovenop hebben ingrepen in mobiliteit een integraal karakter en vragen om samenhang met beleidsopgaven op andere gebieden zoals wonen, werken, duurzaamheid en energie. Juist de synergie en hefboomwerking bepalen uiteindelijk het maatschappelijk rendement van publieke investeringen en daar zou bij investeringsprojecten op moeten worden getoetst (Koops en Manshanden, 2017). Figuur 5.1 Het doel om de CO2-uitstoot van verkeer in de MRDH in 2025 met 30% te verminderen, ofwel 1,35 Megaton CO2-reductie, wordt niet gehaald in 2025 met de uitvoering van de bestaande plannen. Er blijft nog een reductie-opgave over van 196 kton CO2-reductie (~15%). Een deel van de reductiedoelstelling wordt behaald door internationale en nationale maatregelen (o.a. zuinigere auto’s en tolheffing voor vrachtwagens). Van de regionale maatregelen biedt Stadslogistiek en ZEzone vracht in potentie de hoogste milieuwinst. Bij maatregelen gericht op modal shift naar fiets & OV (door de vervuiler te laten betalen), is weerstand bij lokale bestuurders voor invoering. Uitwerking effect bestaande CO2-reductie plannen 2016-2025 voor van EU, Rijk en regio op CO2reductiedoelstelling MRDH in 2025, in kton CO2

Bron: CE Delft/ Route Zero (2018) - COâ‚‚-reductie mobiliteit Regio Rotterdam Den Haag

87


Regiomonitor 2018

5.2 Internationale connectiviteit van Zuid-Holland De internationale connectiviteit van Zuid-Holland is goed. Rotterdam is de grootste container- en goederenhaven van Europa. De provincie heeft met Rotterdam The Hague Airport een eigen luchthaven en profiteert van de nabijheid van Schiphol, Zaventem en Eindhoven Airport. Ook is de congestie op snelwegen in internationaal perspectief relatief beperkt.

Figuur 5.2 Fileproblematiek op de snelweg is in internationaal perspectief relatief beperkt in ZuidHolland en andere Nederlandse stedelijke regio’s*. Gemiddelde congestietijd op snelwegen in 2017, op werkdagen, in uren per jaar per automobilist 80 70 60 50 40 30 20 10 0

Bron: INRIX 2017 Traffic Scorecard * Zuid-Holland is het gemiddelde van vier steden (Rotterdam, Den Haag, Leiden, Dordrecht)

88


Regiomonitor 2018 Figuur 5.3 Wel neemt de congestie op snelwegen in de Randstad en Zuid-Holland toe met het aantrekken van de Nederlandse economie. Dit beeld geldt voor alle stadsregio’s in Zuid-Holland, waarbij de sterkste toename zichtbaar is in de regio Rotterdam en regio Dordrecht*. Ontwikkeling in gemiddelde congestietijd op snelwegen, op werkdagen, in uren per jaar per automobilist, 20162017 5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4

Bron: INRIX 2017 Traffic Scorecard * Zuid-Holland is gemiddelde van vier steden (Rotterdam, Den Haag, Leiden, Dordrecht)

89


Regiomonitor 2018 Tabel 5.2 Het aantal luchtvaartpassagiers in Europa groeit sterk, waarbij de groei van Schiphol een van de trekkers is. In 2017 vlogen 1,7 miljoen passagiers via Rotterdam The Hague Airport (RTHA). In vergelijking met de Europese stedelijke regio’s heeft de regio een bescheiden luchtvaartfunctie. Wel profiteert het van de nabijheid van Schiphol, Zaventem en Eindhoven Airport. Ontwikkeling aantal passagiers luchthavens naar grootstedelijke regio, aantal 2017 en ontwikkeling 2009-2017 en 2016-2017 Regio

2017

2009-2017

2009-2017

2017

x 1 mln

x 1 mln

in % pj

in %

33 12 25 65 17 18 29 170 68 45 6 1,9 102 37 27

12 3 8 10 6 5 9 42 25 12 4 0,8 18 9 11

6,6% 3,0% 3,6% 1,5% 5,6% 4,1% 5,7% 3,6% 5,8% 3,7% 15,5% 6,5% 2,3% 3,7% 6,3%

1,3% 4,0% 13,6% 6,1% 5,0% 8,6% 0,5% 4,7% 7,7% 5,5% 19,3% 7,0% 4,5% 4,5% 7,9%

24 1,7

6 0,7

3,7% 5,0%

4,5% 5,4%

681

183

4,0%

5,5%

29,7

6,4%

8,4%

Antwerpen Berlijn Bonn Brussel Frankfurt Genève Hamburg Kopenhagen-Malmö Londen MRA München Noord-Brabant Nord-Pas de Calais Parijs Ruhrgebied Stockholm Utrecht Wenen Zuid-Holland Totaal regio's

Nederland 76,2 Bron: Airports Council Europe, bewerking NEO Observatory

Tabel 5.3 De groei van het aantal luchtvaartpassagiers in Nederland wordt geaccommodeerd door Schiphol en Eindhoven Airport. De (groei-)capaciteit van Rotterdam The Hague Airport (RTHA) is beperkt. Ontwikkeling aantal passagiers luchthavens naar regio, aantal 2017 en ontwikkeling 2007-2017 en 2015-2017 Regio

2017

2007-2017

2007-2017

2015-2017

x 1 mln

x 1 mln

in % pj

in % pj

Amsterdam

68,4

20,7

3,7%

8,4%

Rotterdam

1,7

0,7

5,0%

2,8%

Eindhoven

5,7

4,3

14,7%

14,2%

Maastricht

0,2

0,0

2,2%

-7,3%

Groningen

0,2

0,1

4,0%

5,6%

Nederland

76,2

25,7

4,2%

8,6%

Bron: CBS, bewerking NEO Observatory

90


Regiomonitor 2018 Tabel 5.4 De haven van Rotterdam is veruit de grootste haven van Europa, op gepaste afstand gevolgd door Antwerpen en Hamburg. De fysieke volumegroei van goederenoverslag in Europa is bescheiden met gemiddeld 0,8 procent per jaar in 2010-2016 en concentreert zich in de 20 grootste havens van Europa. Rotterdam laat in 2016 een krimp zien, waar Antwerpen sterk doorgroeit. De Zuid-Europese havens van Sines (Portugal), Algeciras (Portugal) en Peiraias (Griekenland) groeien sterk na de Euro crisis. Goederenoverslag in de twintig belangrijkste zeehavens van Europa, in miljoen ton, niveau 2016 en ontwikkeling 2010-2016 en 2015-2016 2016 2010-2016 2010-2016 2016 Mln ton

Mln ton

in % pj

in % pj

Rotterdam Antwerpen Hamburg Amsterdam Algeciras Botas Marseille Izmit Le Havre Valencia Immingham Bremerhaven London Aliaga Trieste Sines Genova Bergen Peiraias Gรถteborg

432 199 120 96 83 78 76 66 60 58 54 52 50 50 49 48 45 45 41 41

36 39 16 6 25 10 -6 12 -6 5 0 6 2 13 9 23 4 -5 28 -2

1,5% 3,7% 2,4% 1,2% 6,1% 2,3% -1,3% 3,5% -1,5% 1,6% 0,1% 2,2% 0,8% 5,0% 3,3% 11,7% 1,4% -1,8% 21,0% -0,8%

-1,1% 4,5% 0,1% -2,5% 5,1% 0,4% -1,4% 2,8% -4,6% 1,3% -8,0% 5,1% 10,9% 3,6% 0,4% 16,6% 3,7% 2,5% 7,0% 8,4%

Top 20 ports

1746

172

1,7%

1,3%

EU ports Bron: Eurostat

3861

190

0,8%

0,5%

91


Regiomonitor 2018 Tabel 5.5 Voor containeroverslag is de concurrentie tussen Europese zeehavens heviger. Ook hier domineren Rotterdam, Hamburg en Antwerpen, maar veel minder dan bij goederenoverslag. Ook zien we in recente jaren dat de haven van Antwerpen een sterke groei doormaakt in containeroverslag. Containeroverslag in zeehavens in Top 20 van Europese containerhavens, in TEU (x1000), niveau 2016 en ontwikkeling 2010-2016 en 2015-2016 2016 2010-2016 2010-2016 2016 1000 TEU

1000 TEU

in % pj

%

Rotterdam

11.675

658

1,0%

0,8%

Antwerpen

9.891

1.747

3,3%

5,6%

Hamburg

8.929

1023

2,0%

0,9%

Bremerhaven

5.510

652

2,1%

0,8%

Algeciras

4.762

1989

9,4%

5,4%

Valencia

4.693

482

1,8%

1,8%

Felixstowe

4.016

601

2,7%

-0,7%

Gioia Tauro

3.796

-101

-0,4%

25,3%

Peiraias

3.736

2.886

28,0%

11,2%

Ambarli

2.781

317

2,0%

-9,2%

Le Havre

2.480

111

0,8%

-3,1%

Genova

2.356

1.336

15,0%

13,3%

Barcelona

2.225

297

2,4%

14,1%

Southampton

2.040

473

4,5%

4,3%

La Spezia

1.605

424

5,2%

1,6%

Gdansk

1.559

1.049

20,5%

49,8%

Sines

1.513

1.131

25,8%

13,6%

London

1.492

759

12,6%

25,9%

Mersin

1.406

390

5,6%

-1,5%

Marseille

1.244

213

3,2%

-1,0%

77.710 96.531

14.617 18.852

3,5% 3,7%

4,7% 5,1%

Top 20 ports EU ports Bron: Eurostat

92


Regiomonitor 2018

5.3 Mobiliteitsontwikkelingen in Zuid-Holland Het totaal aantal reiskilometers ligt in Zuid-Holland onder het nationaal gemiddelde door minder gebruik van de auto. Het totaal aantal reiskilometers in Zuid-Holland en Nederland laat een dalende trend zien door afnemend autogebruik. Deze ontwikkeling blijft achter in Zuid-Holland. Tegelijkertijd is het pendelverkeer in recente jaren aan het toenemen, dat leidt tot een grotere piekbelasting in de ochtend- en avondspits op het spoor en over de weg. Dit is het gevolg van de aantrekkende economie en structurele veranderingen op de arbeidsmarkt. De stijging van het gemiddeld opleidingsniveau van werkenden zorgt ervoor dat de gemiddelde woon-werkafstand toeneemt en het gebruik van openbaar vervoer groeit. In Zuid-Holland gaat dit niet gepaard met afname van het autogebruik. Figuur 5.4 Het totale aantal reizigerskilometers per persoon is in Zuid-Holland lager dan landelijk, en lager dan de andere provincies in de Randstad en Noord-Brabant. Dit wordt verklaard door de dichtheid van Zuid-Holland. In 2016 neemt de mobiliteitsvraag toe in Zuid-Holland als gevolg van de aantrekkende arbeidsmarkt en meer gebruik van openbaar vervoer. Totaal aantal reizigerskilometers per persoon, 2010-2016, Zuid-Holland en referentieregio’s

Bron: CBS OViN, bewerking NEO Observatory

93


Regiomonitor 2018 Figuur 5.5 In Zuid-Holland is het aantal reizigerskilometers lager dan landelijk door gemiddeld kortere ritten met de auto. Het aantal OV-kilometers blijft achter bij Utrecht en Noord-Holland. Langzaam verkeer ((brom-)fietsen, lopen) ligt op het nationaal gemiddelde in 2016. Totaal aantal reizigerskilometers per modaliteit per persoon, 2016, Zuid-Holland en referentieregio’s 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Auto Nederland

Openbaar Vervoer Zuid-Holland

Noord-Holland

Langzaam Verkeer Noord-Brabant

Utrecht

Bron: CBS OViN/ bewerking NEO Observatory Toelichting: In het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) meet het CBS het absoluut aantal reizigerskilometers naar vervoerswijze (modaliteit) door personen op Nederlands grondgebied. Voor- en natransport voor bijvoorbeeld een treinreis worden apart geregistreerd en tellen apart mee.

Figuur 5.6 Per saldo neemt in 2015-2016 het aantal reizigerskilometers toe, vooral door meer gebruik van het openbaar vervoer (in het bijzonder de trein). Ook in het autogebruik is een toename zichtbaar in Zuid-Holland, in tegenstelling tot Noord-Holland en Utrecht. Totaal aantal reizigerskilometers per modaliteit per persoon, 2015-2016, Zuid-Holland en referentieregio’s 300 200 100 0 -100 -200 -300 -400 -500 -600 Auto Nederland

Openbaar Vervoer Zuid-Holland

Noord-Holland

Bron: CBS OViN/ bewerking NEO Observatory

94

Langzaam Verkeer Noord-Brabant

Utrecht


Regiomonitor 2018 Figuur 5.7 Over een langere periode, de periode 2010-2016, is de landelijke trend dat het totaal aantal reizigerskilometers afneemt, vooral door de afname in het aantal kilometers met de auto. In Zuid-Holland blijft de afname in het autogebruik achter. Ook vindt er deels een verschuiving plaats van de auto naar openbaar vervoer. In Zuid-Holland neemt het OV-gebruik sterk toe. Onderliggende factoren hiervoor zijn de toename van het opleidingsniveau en de arbeidsparticipatie die zorgen voor meer en langere pendelafstanden. Totaal aantal reizigerskilometers per modaliteit per persoon, 2010-2016, Zuid-Holland en referentieregio’s 400 300 200 100 0 -100 -200 -300 -400 -500 Auto Nederland

Openbaar Vervoer Zuid-Holland

Noord-Holland

Langzaam Verkeer Noord-Brabant

Utrecht

Bron: CBS OViN/ bewerking NEO Observatory

Tabel 5.6 Met het aantrekken van de economie en het toenemend aantal studenten neemt ook het OV-gebruik sterk toe in Zuid-Holland en Nederland. De sterkste groei in 2015-2016 in ZuidHolland is in de regio’s Delft en Leiden. Het aantal treinreizigers per 1000 inwoners ligt boven het Nederlandse gemiddelde maar blijft achter bij de andere Randstadprovincies, vooral in GrootRijnmond, regio Dordrecht en regio Gouda. Gemiddeld aantal in- en uitstappers op treinstations, 2016 en groei 2015-2016 2016

2016

2015-2016

gem. werkdag

per 1000 inw

in % pj

563.250

155

5,7

2.472.580

145

4,0

Utrecht

324.326

254

2,6

Noord-Holland

756.566

270

5,1

66.893

165

2,9

266.623

106

4,1

96.134

229

6,3

161.823

190

5,4

Delft en Westland

39.429

175

8,6

Oost-Zuid-Holland

42.807

133

4,9

191.799

135

5,4

31.258

78

4,2

Zuid-Holland Nederland

Flevoland Noord-Brabant Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie 's-Gravenhage

Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Bron: Treinreiziger.nl, bewerking NEO Observatory

95


Regiomonitor 2018 Tabel 5.7 Rijnmond heeft een hoog percentage mensen dat in dezelfde regio woont en werkt. Netto zijn Rijnmond, Agglomeratie Den Haag en Delft en Westland de werkregio’s; daar is een positief inkomend pendelsaldo. Agglomeratie Leiden en Bollenstreek en Oost Zuid-Holland zijn woonregio’s met een netto uitgaande pendel. In Zuidoost Zuid-Holland zijn de inkomende en uitgaande pendel in balans.

Aggl. Leiden

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Rijnmond

Overig Groot Rijnmond

Oost-Zuid-Holland

ZO-Zuid-Holland

Arbeidsmarktbalans Zuid-Holland naar deelregio, aantal werkzame personen x 1000, tenzij anders aangegeven, 2016*

Arbeidsplaatsen Woont in eigen regio Inkomende pendel wv Zuid-Holland wv buiten Zuid-Holland

dzd 195 118 77 38 40

432 236 196 121 74

135 59 76 56 20

647 390 257 138 119

72,9 37 36 17 19

145 74 70 35 36

195 109 86 36 50

Werkzame beroepsbevolking Werkt in eigen regio Uitgaande pendel wv Zuid-Holland wv buiten Zuid-Holland

dzd 216 118 98 -53 53

394 236 158 -64 64

117 59 58 -13 13

572 390 182 -70 70

91 37 54 -11 11

162 74 88 -37 37

196 109 87 -36 36

-21

38

18

75

-18

-18

-1

Inkomend - uitgaand

% van totaal arbeidsplaatsen Werkt/woont in de eigen regio 60 55 44 60 50 51 56 Woont in overig Zuid-Holland 19 28 41 21 24 24 19 Woont buiten Zuid-Holland 20 17 15 18 26 25 26 *Evenals in de voorgaande editie van de Regiomonitor is de pendel voor het jaar 2016 opgesteld. Het CBS heeft de pendeldata voor 2014, 2015 en 2016 recent gereviseerd. Om voor 2017 een raming op te stellen is een langere reeks nodig. Bron: CBS, bewerking NEO Observatory

96


Regiomonitor 2018 Tabel 5.8 De grootste pendelstromen zijn die tussen Rijnmond met Agglomeratie Den Haag en Zuidoost-Zuid-Holland, en tussen Delft en Westland met Agglomeratie Den Haag en GrootRijnmond.

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Rijnmond

Overig Groot Rijnmond

Oost-Zuid-Holland

ZO-Zuid-Holland

Overig Nederland

Totaal werkzame beroepsbevolking

Aggl. Leiden Aggl. Den Haag Delft en Westland Rijnmond Overig Groot Rijnmond Oost-Zuid-Holland ZO-Zuid-Holland Overig Nederland Totaal arbeidsplaatsen Bron: CBS, bewerking NEO Observatory

Aggl. Leiden

Woon-werkverkeer tussen de deelregio’s in Zuid-Holland, 2016, aantal werkende personen x 1000

118 17 3 5 1 11 1 40 195

27 236 25 44 5 15 6 74 432

3 27 59 21 2 2 1 20 135

8 37 14 390 26 17 36 119 647

0 1 0 9 37 3 3 19 73

6 8 1 11 4 74 4 36 145

1 4 1 22 5 3 109 50 195

53 64 13 70 11 37 36

216 394 117 572 91 162 196

Tabel 5.9 Rijnmond heeft tussen 2014 en 2016 de grootste absolute groei van de werkgelegenheid doorgemaakt. In Rijnmond kwamen vierduizend mensen extra wonen en werken; dit past bij het beeld van een ontwikkelende grootstedelijke dynamiek. Niettemin nam de inkomende pendel er toe, terwijl concentratie van wonen en werken het doel is. Deze toename kan toegeschreven worden aan onvoldoende woningaanbod in Rijnmond zelf.

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Rijnmond

Overig Groot Rijnmond

Oost-Zuid-Holland

ZO-Zuid-Holland

Overig Nederland

Totaal werkz. Beroepsbev.

Aggl. Leiden Aggl. Den Haag Delft en Westland Rijnmond Overig Groot Rijnmond Oost-Zuid-Holland ZO-Zuid-Holland Overig Nederland Totaal arbeidsplaatsen Bron: CBS, bewerking NEO Observatory

Aggl. Leiden

Verandering woon-werkverkeer tussen de deelregio’s in Zuid-Holland, 2016, aantal werkende personen x 1000

3 0 0 -1 0 0 0 -1 1

1 2 0 3 0 1 0 4 12

0 2 2 1 1 0 -1 -3 2

0 4 1 4 -1 3 1 5 17

0 -1 0 -2 3 0 0 -5 -6

-4 0 0 1 -1 0 0 7 4

-1 1 0 -2 0 -1 3 -2 -1

4 2 0 2 0 0 -1

4 9 3 7 2 3 3

97


Regiomonitor 2018

5.4 Digitale bereikbaarheid De breedbandontsluiting van Zuid-Holland scoort het hoogst van alle provincies in Nederland. Het dataverkeer groeit exponentieel. Breedbandinternet is beschikbaar via kabel, ADSL en glasvezel, waarbij glasvezel door de hogere uploadsnelheid het best is voorbereid voor toekomstige datagebruiksbehoefte. Het aantal aansluitingen op glasvezel blijft nog achter in Zuid-Holland. In Rotterdam heeft slechts 3% van de huishoudens direct toegang tot glasvezel, in Den Haag is dat 9%. Figuur 5.8 In Zuid-Holland is het percentage huishoudens en bedrijven dat over snel breedband beschikt het hoogste van de Nederlandse provincies. Schaalvoordeel in de aansluitingen door de omvangrijke bevolking en het dichtbevolkte karakter van de regio draagt hieraan bij. Percentage huishoudens zonder snel breedband, 2016, naar provincie

Bron: Stratix BreedbandAtlas

98


Regiomonitor 2018 Figuur 5.9 Snel breedbandinternet is beschikbaar via kabel, ADSL en glasvezel, waarbij glasvezel door de hogere uploadsnelheid het best is voorbereid voor toekomstige datagebruiksbehoefte. Het aantal aansluitingen op glasvezel blijft achter in Zuid-Holland, op gemeentelijk niveau zijn grote verschillen. Gemeenten die met de uitrol van glasvezel voorop lopen zijn o.a. Dordrecht, Westland Schiedam, Lansingerland, Maassluis, Noordwijk en delen van de Alblasserwaard. Hier kan meer dan 80 procent van de huishoudens zonder veel directe aanspanningen aangesloten worden op glasvezel. Het percentage van de woningen dat ‘home passed’ is voor aansluiting op glaskabel per gemeente (stand Q1 2018), dat wil zeggen het percentage woningen dat zonder veel inspanningen (direct) aangesloten kan worden op een glasvezelkabel (inclusief de woningen die al glasvezel hebben tot in de meterkast)

Bron: Stratix BreedbandAtlas

99


Regiomonitor 2018 Figuur 5.10 De aanwezigheid van datacenters is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven die online actief zijn met grote hoeveelheden data en gebruikers zoals ICT, media en finance. De data capaciteit voor de online economie is geconcentreerd in Amsterdam, nabij de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), na Frankfurt het grootste internetknooppunt van Europa. In Zuid-Holland is het aanbod van datacenters van beperkte omvang. Vloeroppervlakte datacenters in 2017, als aandeel van totaal aanbod Nederland in m2 (in totaal 283.000 m2 netto data vloeroppervlak)

Bron: Dutch Datacenter Association

100


Regiomonitor 2018

6 Vernieuwen Stad en Omgeving Een belangrijk doel van de investeringsstrategie is om het vestigingsklimaat van de regio te versterken. Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag moeten een aantrekkelijke plek zijn om te wonen, werken en/of te verblijven. Voor de internationale aantrekkingskracht van de regio kijken we daarbij naar de extra werkgelegenheid uit buitenlandse investeringen, het toerisme, de migratiedynamiek en het aantal internationale congressen. Deze laatste is voor de branding van de regio van groot belang. Via internationale congressen maken potentiële investeerders kennis met de kwaliteiten en mogelijkheden van de regio en bouwen hier een netwerk op dat op langere termijn kan bijdragen aan economische groei via investeringen en handel. Om de aantrekkelijkheid van de regio als woongebied kijken we naar de ontwikkelingen op de woningmarkt en de nabijheid van voorzieningen, cultuur en natuur en milieu. Deze laatste zorgen niet alleen voor een aantrekkelijk woonmilieu, maar trekken ook bezoekers aan vanuit andere regio’s en internationale toeristen. Voor het vernieuwen van Stad en Omgeving is de algehele conclusie dat Zuid-Holland en de Metropoolregio MRDH op de goede weg zijn. De meest recente ontwikkelingen van nagenoeg alle indicatoren in dit hoofdstuk laten zien dat de aantrekkelijkheid van Zuid-Holland toeneemt en beter gevonden wordt. De omvang van het toerisme in Zuid-Holland is in vergelijking met Europese stedelijke regio’s bescheiden, maar in recente jaren wordt een deel van het potentieel om substantieel meer toeristen aan te trekken ingelost. Ook in 2016 groeide het toerisme in ZuidHolland stevig door met 4,8 procent per jaar. De extra groei in Zuid-Holland ten opzichte van Nederland komt vooral van het toenemende internationale toerisme, daarnaast profiteert het mee van de groei van het nationaal toerisme als gevolg van de aantrekkende binnenlandse consumptie. Dit zorgt onder meer voor een groei van de horeca-bestedingen in Zuid-Holland en het aantal bezoekers aan musea. Ook groeit het aantal internationale congressen in Rotterdam en Den Haag, zij profiteren mee van de gunstige vestigingsplaatsfactoren voor internationale congressen in Nederland. En het aantal banen uit buitenlandse investeringen is in Zuid-Holland wederom toegenomen, vooral door de aanwezigheid en inspanningen van de drie regionale partners binnen het ‘Invest in Holland’-netwerk in Zuid-Holland. De aantrekkelijkheid van Zuid-Holland als woonregio blijft niettemin achter. Voor een aantrekkelijker maken van Zuid-Holland als woongebied zijn daarnaast investeringen nodig in het woningaanbod en de kwaliteit van de leefomgeving, zoals het aanbod van hoogwaardige voorzieningen als cultuuraanbod en natuur- en recreatiegebied. Deze hebben een positief effect op de gemiddelde woningwaarde, de investeringsbereidheid in woningen en de aantrekkelijkheid van een gebied. Hierop scoort Zuid-Holland niet goed. De gemiddelde WOZ-waarde in Zuid-Holland blijft achter bij het nationaal gemiddelde en zeker bij andere stedelijke gebieden. Ook in de recente ontwikkeling van de WOZ-waarde volgt Zuid-Holland het nationaal groeipad, waar Noord-Holland en Utrecht bovengemiddeld groeien. Positieve uitzondering is de regio Den Haag dat over een lange periode en ook recent een bovengemiddelde groei laat zien van de WOZ-waarde. Een van de oorzaken zijn de achterblijvende investeringen in nieuwbouwwoningen in de regio Rotterdam en regio Dordrecht terwijl juist in deze regio’s het bestaande woningaanbod niet goed aansluit op de vraag. Door de relatief dichte bebouwing van Zuid-Holland is de nabijheid van basisvoorzieningen goed op orde, met uitzondering van de OV-bereikbaarheid in de regio Rotterdam en de wegbereikbaarheid in de regio Den Haag. In het aanbod van hoogwaardige stedelijke voorzieningen loopt Zuid-Holland, maar is in recente jaren een eerste verbetering zichtbaar. Zo is in Zuid-Holland de dalende trend van het aantal podiumbezoekers per inwoner in 2016 gekeerd, vooral door meer bezoek aan muziekvoorstellingen. Wel blijft in Rotterdam en Den Haag, in vergelijking met Amsterdam en 101


Regiomonitor 2018 Utrecht, het aanbod en aantal bezoekers aan podiumkunsten achter. Ook het aandeel natuur- en recreatiegebied in het bodemgebruik blijft in Zuid-Holland achter in vergelijking met Nederland en andere stedelijke regio’s. Het ontbreekt aan bosgebieden in het buitengebied in Zuid-Holland. Het grondgebruik voor natuur en recreatie neemt in de drie MRDH-deelregio’s wel toe door de groei van parken en plantsoenen en open nat natuurlijk terrein. Uitzondering voor de aanwezigheid van hoogwaardig natuur- en recreatiegebied zijn de kustgebieden, die een belangrijke asset zijn voor het vestigingsklimaat van de regio. Dat is terug te zien in de hogere WOZ-waarden in de regio Den Haag en Leiden. Ook trekken deze recreatiegebieden, met de Biesbosch, veruit de bezoekers aan. De natuur- en recreatiegebieden nabij Rotterdam-Zuid en tussen Rotterdam en Dordrecht lijken minder aantrekkelijk gezien de relatief lage aantallen bezoekers. Op de markt voor werklocaties zien we dat er in Zuid-Holland, en in het bijzonder de regio Rotterdam, een overaanbod is van kantoren en bedrijventerreinen. Hier ligt een transformatieopgave voor het vernieuwen van de stad en omgeving naar nieuwe functies zoals wonen en natuur. Hier kan het transformeren van het leegstand kantorenvoorraad in de regio Den Haag of de aanpak van de winkelleegstand in Zuid-Holland als inspiratie dienen. De grootste transformatieopgave voor het leegstaand winkelvastgoed in Zuid-Holland lijkt aangepakt, waarbij in een aantal gemeenten (Rijswijk, Nissewaard, Schiedam) de problemen hardnekkig zijn.

102


Regiomonitor 2018

6.1 Internationale aantrekkingskracht 6.1.1 Internationale congressen Figuur 6.1 Zuid-Holland heeft als geheel een solide positie in het tweede echelon van Europese congressteden, samen met steden als Stockholm en Brussel. Zuid-Holland maakt in 2016 een pas op de plaats na het zeer sterke jaar 2015. In 2015 groeide Zuid-Holland voor een deel als gevolg van de daling in de MRA dat tegen zijn capaciteitsgrenzen liep voor congressen en toerisme. Aantal internationale congressen naar stedelijke regio, 2016 200 175 150 125 100 75 50 25 0

Bron: International Congress and Convention Association

103


Regiomonitor 2018 Figuur 6.2 Grote steden in Nederland profiteren van de gunstige vestigingsplaatsfactoren voor internationale congressen in Nederland zoals de internationale luchthaven Schiphol, hotelcapaciteit en de veiligheid. Op de Europese congresmarkt zit Nederland in de lift, net als Zweden, Frankrijk en Duitsland, wat ten koste gaat van Turkije, BelgiĂŤ, Spanje en ItaliĂŤ. In 2016 groeit het aantal internationale congressen in Amsterdam weer sterk door. Ook Rotterdam en Den Haag worden aantrekkelijker voor internationale congressen, in Delft is een afname. Aantal internationale congressen per stad en jaar in 2012-2016

Bron: International Congress and Convention Association

104


Regiomonitor 2018

6.1.2 Toerisme Figuur 6.3 Het aantal overnachtingen van toeristen per inwoner in Zuid-Holland is 3. Zuid-Holland neemt daarmee een bescheiden positie in Europa in en het laat zien dat er potentie is om substantieel meer toeristen aan te trekken. Aantal overnachtingen per inwoner, alle accommodaties, van toeristen (binnen- en buitenlands) in Europese grootstedelijke regio’s, 2016 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0

Bron: Eurostat

Figuur 6.4 Het toerisme in Zuid-Holland zit al een aantal jaar in de lift en groeit ook in 2016 sterk door met een groei van 4,8 procent per jaar. Samen met de Metropoolregio Amsterdam, Kopenhagen-Malmö, Hamburg en Stockholm behoort het tot de kopgroep van snelste groeiers op gebied van toerisme in de lijst van grootstedelijke regio’s. De groei wordt gedreven door het toenemende internationale toerisme, waar ook Zuid-Holland van profiteert*. Gemiddelde jaarlijkse groei van het toerisme (overnachtingen in alle vormen van accommodaties) naar Europese stedelijke regio’s, 2016

Bron: Eurostat *data voor Londen en Genève ontbreken

105


Regiomonitor 2018 Tabel 6.1 In de periode 2012-2017 is het aantal hotelgasten in Zuid-Holland het sterkst gegroeid met gemiddeld 8 procent per jaar. Het aantal Nederlandse hotelgasten groeit in alle provincies sterk als gevolg van de aantrekkende economie en binnenlandse consumptie, vooral in Den Haag. De extra groei in Zuid-Holland komt vooral van het toenemende internationale toerisme in ZuidHolland in vergelijking met de andere provincies. Na Rotterdam in 2016, is in 2017 ook Den Haag door de grens van 1 miljoen hotelgasten per jaar gegroeid. Aantal hotelgasten in 2017 en groei 2012-2017, uitgesplitst naar Nederlandse en buitenlandse hotelgasten, voor Nederland, provincies en de belangrijkste steden voor het toerisme Regio

Hotelgasten

NL-gasten

Groei 2012-2017

Groei 2012-2017

Groei 2012-2017

x1000 28.555

als % totaal 51%

tot, in % pj 6,3%

BL, in % pj 5,2%

NL, in % pj 7,6%

4.341

56%

8,0%

7,7%

8,3%

Noord-Holland

12.133

29%

7,2%

5,8%

7,8%

Noord-Brabant

2.258

64%

6,7%

6,4%

7,2%

Utrecht

1.370

67%

5,9%

5,1%

7,3%

Amsterdam

8.168

18%

7,3%

6,9%

7,4%

Rotterdam

1.144

54%

8,0%

8,3%

7,7%

Den Haag

1.074

49%

7,9%

7,1%

8,9%

Utrecht

1.370

48%

5,9%

5,1%

7,3%

693

66%

6,6%

4,7%

10,5%

Nederland Zuid-Holland

Maastricht Bron: CBS

106


Regiomonitor 2018

6.1.3 Buitenlandse investeringen Figuur 6.5 In Zuid-Holland zijn in 2017 ruim 2350 banen toe te schrijven aan buitenlandse investeringen waarin de Netherlands Foreign Investment Agency en/of ĂŠĂŠn van de regionale partners een rol heeft gespeeld. Het aantal banen voortkomend uit buitenlandse investeringsprojecten neemt in Zuid-Holland en Nederland al een aantal jaren op rij sterk toe. Hoewel de extra werkgelegenheid in aantal op het totaal aantal banen in Zuid-Holland beperkt is, kunnen de investeringen een strategische waarde hebben voor de ontwikkeling van de concurrentiekracht van de regio. Banen voortkomend uit gevalideerde buitenlandse investeringsprojecten waarbij de Netherlands Foreign Investment Agency en regionale partners betrokken zijn geweest, in aantal en als percentage van het totaal aantal banen door buitenlandse investeringen door het Invest in Holland netwerk.

Bron: InnovationQuarter, Rotterdam Partners, The Hague Business Agency en NFIA

107


Regiomonitor 2018 Figuur 6.6 China en de VS zijn de belangrijkste landen voor buitenlandse investeringen in ZuidHolland; high-tech en IT vormen daarbij de belangrijkste sectoren met bijna een kwart van de investeringsprojecten. Aantal buitenlandse investeringsprojecten per sector en land van herkomst in 2017

Bron: InnovationQuarter, Rotterdam Partners, The Hague Business Agency en NFIA

Figuur 6.7 De rol van regionale partners bij het binnenhalen van buitenlandse investeringen groeit in Zuid-Holland en Nederland, dankzij de toename van de gemiddelde omvang van de investeringsprojecten van de regionale partners. Zuid-Holland kent met InnovationQuarter, Rotterdam Partners en The Hague Business Agency drie regionale partners binnen het ‘Invest in Holland’-netwerk die actief betrokken zijn bij het binnenhalen van buitenlandse investeringen. Banen voortkomend uit gevalideerde buitenlandse investeringsprojecten bij projecten waar het Netherlands Foreign Investment Agency en/of regionale partners betrokken zijn geweest in 2014-2017

Bron: NFIA, InnovationQuarter, Rotterdam Partners en The Hague Business Agency

108


Regiomonitor 2018

6.1.4 Internationale dynamiek en migratie Figuur 6.8 Het aandeel inwoners met een niet-Nederlandse herkomst in Zuid-Holland in de bevolking 15-74 jaar is in de loop van de tijd sneller toegenomen dan dat van de Randstad en Nederland en is bijna 18 procent van de bevolking. Inwoners met een niet-Nederlandse herkomst als procentueel aandeel van de bevolking, 1996-2017 %

%

10

9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1996

2001

2006 Nederland

Randstad

2011

2016

Zuid-Holland

Bron: CBS

Figuur 6.9 Het aandeel inwoners met een niet-westerse herkomst in Zuid-Holland is in de loop van de tijd toegenomen tot 9 procent in 2017 en is voortdurend hoger dan het gemiddelde van de Randstad en hoger dan Nederland en neemt enigszins sneller toe. Inwoners met een niet-westerse herkomst als aandeel van de totale bevolking, 1996-2017 % 12

10

8

6

4

2

0 1996

2001

2006 Nederland

Randstad

Bron: CBS

109

2011 Zuid-Holland

2016


Regiomonitor 2018 Figuur 6.10 Het aandeel inwoners in Zuid-Holland met Europa (excl. Nederland) als herkomst neemt vanaf 2007 fors toe als gevolg van de eerdere uitbreiding van de EU. Het aandeel inwoners met Azië als herkomst (inclusief Japan en Indonesië) is in recente jaren flink toegenomen. Inwoners in Zuid-Holland naar werelddeel van herkomst, 1996-2017, 1996 = 100 Index, 1996 = 100 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 100 1996

2001 Afrika

2006 Noord- en Zuid-Amerika

2011 Azië

2016 Europa

Bron: CBS

Figuur 6.11 Evenals in Nederland neemt de immigratie na 2005 toe in Zuid-Holland, met name in Delft en Westland en Agglomeratie Den Haag. Immigratie naar regio, aantal per 1000 inwoners, 1995-2016 promille 35 30 25

20 15 10 5 0 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Groot-Rijnmond

Bron: CBS

110

2015


Regiomonitor 2018 Figuur 6.12 De emigratie neemt vooral in Delft en Westland toe. In Groot Rijnmond neemt de emigratie de laatste jaren af. Emigratie naar regio, aantal per 1000 inwoners, 1995-2016 promille 30 25 20 15 10 5 0 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Groot-Rijnmond

2015

Bron: CBS

Figuur 6.13 Vestiging uit het binnenland neemt recent sterk toe in Zuid-Holland, in een gelijk tempo met Nederland. De oorzaak is de aantrekkende arbeidsmarkt waardoor mensen verhuizen. Binnen Zuid-Holland neemt deze vooral toe in Agglomeratie Den Haag en Delft en Westland. In Groot-Rijnmond neemt deze ook toe, maar op een enigszins lager niveau dan de rest van de regio, ondanks de hogere groei van de werkgelegenheid in Groot-Rijnmond. Dit verschil kan mogelijk toegeschreven worden aan het verschil in kwaliteit van het woonmilieu. Vestiging uit binnenland naar regio, aantal per 1000 inwoners, 1995-2016 promille 55

50

45

40

35

30 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Groot-Rijnmond

Bron: CBS

111

2015


Regiomonitor 2018 Figuur 6.14 Het binnenlandse migratiesaldo (vestiging min vertrek) ontwikkelt zich gunstig in ZuidHolland en de MRDH. Het saldo is rond 2005 negatief, maar daarna voortdurend geklommen. Recent is het 2 promille van de gehele bevolking in de plus. Met name Groot-Rijnmond laat een gunstige ontwikkeling van het binnenlandse migratiesaldo zien. Binnenlands migratiesaldo Zuid-Holland, MRDH en deelregio’s, aantal per 1000 inwoners, 1995-2016 promille 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 1995

2000

2005

2010

Nederland

Zuid-Holland

MRDH

Aggl. Den Haag

Delft en Westland

Groot-Rijnmond

Bron: CBS

112

2015


Regiomonitor 2018

6.2 Zuid-Holland als aantrekkelijk woongebied 6.2.1 Woningmarkt Tabel 6.2 De gemiddelde woningwaarde is de beste indicator voor de attractiviteit van een regio als woongebied. De gemiddelde WOZ-waarde in Zuid-Holland blijft achter bij het nationaal gemiddelde en zeker bij andere stedelijke gebieden. De ontwikkeling van de WOZ-waarde volgt het nationaal groeipad in Zuid-Holland, waarbij alleen de regio Den Haag bovengemiddelde groei doormaakt over de periode 2005-2017 en het laatste jaar. Gemiddelde woningwaarde per 1 januari, 2017 (nader voorlopig) en groei 2005-2017, 2015-2016 en 2016-2017 Regio

WOZ 2017

groei 2005-2017

2015-2016

2016-2017

in dzd euro

in % pj

in % pj

in % pj

Nederland

216

0,6%

1,5%

3,3%

Zuid-Holland

203

0,7%

1,5%

3,0%

Noord-Holland

259

1,4%

3,4%

7,9%

Noord-Brabant

234

0,3%

0,4%

3,1%

Utrecht

252

0,7%

1,3%

3,7%

Zuid-Holland

203

MRDH

191

0,7% 0,9%

1,5% 1,5%

3,0% 3,1%

Leiden en Bollenstreek

256

0,5%

2,0%

2,4%

Agglomeratie 's-Gravenhage

212

1,0%

2,0%

3,9%

Delft en Westland

218

0,6%

1,0%

2,8%

Oost-Zuid-Holland

221

0,1%

-0,5%

2,3%

Groot-Rijnmond

178

0,8%

1,2%

2,3%

Zuidoost-Zuid-Holland

192

0,6%

2,2%

2,1%

Bron: CBS

113


Regiomonitor 2018 Figuur 6.15 De Nederlandse huizenmarkt raakt oververhit als gevolg van de lage rente door acties van de Europese Centrale Bank (ECB), ook in Zuid-Holland. In de vorige twee hausseperioden, in 1996-2000 en 2005-2008, bleef Zuid-Holland achter bij het nationaal gemiddelde. In de periode 2014-2017 ligt Zuid-Holland boven het nationaal gemiddelde door de gunstige ligging in de Randstad, achter koplopers Noord-Holland en Utrecht. Prijsindex van bestaande koopwoningen, op basis van transactieprijzen van verkochte woningen, prijsontwikkeling in procenten t.o.v. vorig jaar, 1996-2017 25

20

15

10

5

0 1996199719981999200020012002200320042005200620072008200920102011201220132014201520162017 -5

-10 Nederland

Zuid-Holland

Noord-Holland

Noord-Brabant

Utrecht

Bron: CBS

Tabel 6.3 In Zuid-Holland zijn in 2017 13,1 duizend nieuwbouwwoningen gebouwd en per saldo is de woningvoorraad met 10,8 duizend woningen toegenomen. Aantal woningmutaties per type mutatie, in duizenden, 2017 Woningmutaties 2017

Nieuwbouw

Overig toe

Sloop

Overig af

Saldo

X 1000 Nederland

62,4

27,2

12,8

23,0

54,6

Zuid-Holland

13,1

6,2

2,9

4,9

10,8

7,8

4,5

1,5

4,0

6,0

Noord-Holland

10,9

4,3

2,4

2,1

11,0

Noord-Brabant

10,4

3,8

1,0

1,6

11,7

Utrecht

5,8

3,2

0,5

5,3

3,3

Leiden en Bollenstreek

1,8

0,7

0,6

0,6

1,5

Agglomeratie 's-Gravenhage

3,2

2,0

0,7

1,3

2,4

Delft en Westland

1,3

1,2

0,3

1,8

0,5

Oost-Zuid-Holland

1,8

0,4

0,3

0,1

1,8

Groot-Rijnmond

3,9

1,5

0,6

1,1

3,9

Zuidoost-Zuid-Holland

1,0

0,4

0,4

0,2

0,9

MRDH

Bron: CBS

114


Regiomonitor 2018 Tabel 6.4 Investeringen in nieuwbouw blijft de afgelopen vijf jaar achter in Zuid-Holland en daarmee de groei van de woningvoorraad. Dit komt door achterblijvende nieuwbouw in de regio Rotterdam en regio Dordrecht. De overige deelregio’s in Zuid-Holland groeien per saldo juist bovengemiddeld. In de regio Den Haag wordt de achterblijvende nieuwbouw gecompenseerd door het transformeren van o.a. kantoren naar woningen. Aantal woningmutaties per type mutatie in 2012-2017, als % van de beginvoorraad Overig Woningmutaties 2012-2017 Nieuwbouw Sloop Overig af toe % % % %

Saldo %

Nederland

4,2

3,1

1,0

1,7

4,8

Zuid-Holland

4,0

2,9

1,0

1,6

4,5

MRDH

3,3

3,2

0,8

1,9

4,0

Noord-Holland

4,4

3,1

1,0

1,6

5,2

Noord-Brabant

4,8

3,0

0,8

1,0

6,2

Utrecht

5,3

2,8

0,7

2,0

5,6

Leiden en Bollenstreek

5,9

3,2

1,1

1,8

6,5

Agglomeratie 's-Gravenhage

3,5

4,2

0,4

1,7

5,8

Delft en Westland

6,0

2,6

1,0

2,2

5,4

Oost-Zuid-Holland

6,6

2,2

1,2

0,7

7,0

Groot-Rijnmond

3,0

2,5

1,1

1,8

2,9

Zuidoost-Zuid-Holland

3,6

1,6

1,4

0,6

3,1

Bron: CBS

115


Regiomonitor 2018 Figuur 6.16 Investeringen in de woningvoorraad in Rotterdam, Delft en Dordrecht blijven achter bij Den Haag, Leiden, Gouda en het nationaal gemiddelde. Dit wordt verklaard doordat het bestaande woningaanbod niet goed aansluit op de vraag, wat hierboven ook tot uiting kwam bij de achterblijvende groei van de gemiddelde WOZ-waarde in de regio’s Rotterdam, Delft en Dordrecht. Vlaardingen, Alphen aan den Rijn, Zuidplas en Katwijk laten per saldo de sterkste groei zien van de woningvoorraad in 2017. Toevoegingen aan de woningvoorraad in 2017, per gemeente, uitgesplitst naar nieuwbouw en overige toevoegingen, en per gemeente de saldo groei als % van de beginvoorraad 0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

Den Haag

0,7%

Rotterdam

0,5%

Delft

0,0%

Leiden

1,1%

Gouda

2,0%

Westland

0,8%

Waddinxveen

0,8%

Alphen aan den Rijn

2,9%

Vlaardingen

3,9%

Teylingen

0,4%

Goeree-Overflakkee

2,1%

Pijnacker-Nootdorp

0,7%

Lansingerland

1,4%

Hendrik-Ido-‌

4500

0,2%

Rijswijk

1,1%

Hillegom

1,5%

Katwijk

2,6%

Dordrecht

0,3%

Zuidplas

2,9%

Ridderkerk

1,1%

Zoetermeer

1,3%

Nieuwbouw Overige toevoeging

Bron: CBS

116


Regiomonitor 2018

6.2.2 Cultuuraanbod en kwaliteit voorzieningen Tabel 6.5 Stedelijke gebieden profiteren van de nabijheid van voorzieningen. Ook is Zuid-Holland de dichtstbevolkte provincie van Nederland, waardoor alle type voorzieningen gemiddeld dichterbij liggen dan elders in Nederland. Ten opzichte van Noord-Holland en Utrecht scoort ZuidHolland daarentegen minder goed op connectiviteit. Zowel over de weg (afstand tot de snelweg) als per spoor (afstand tot treinstation) blijft Zuid-Holland en de MRDH achter; de eerste als gevolg van de slechte autobereikbaarheid van de regio Den Haag, de tweede door de slechte spoorbereikbaarheid van de regio Rotterdam. Gemiddelde afstand van alle inwoners tot voorzieningen, in kilometers, 2016 ZuidNoordThema Voorziening Nederland MRDH Holland Holland Gezondheid Detailhandel Horeca Kinderopvang Kinderopvang Onderwijs Onderwijs Onderwijs Verkeer en vervoer Verkeer en vervoer Verkeer en vervoer Vrije tijd en cultuur Vrije tijd en cultuur Vrije tijd en cultuur Vrije tijd en cultuur Bron: CBS

Afstand tot huisartsenpraktijk Afstand tot grote supermarkt Afstand tot restaurant Afstand tot kinderdagverblijf Afstand tot buitenschoolse opvang Afstand tot school Afstand tot VMBO Afstand tot Havo/VWO Afstand tot oprit hoofdverkeersweg Afstand tot treinstations totaal Afstand tot belangrijk overstapstation

NoordUtrecht Brabant

1

0,7

0,7

0,8

1

0,9

0,9

0,7

0,6

0,7

0,9

0,8

0,8

0,6

0,5

0,6

0,8

0,7

0,8

0,7

0,6

0,7

0,7

0,7

0,8

0,6

0,5

0,7

0,7

0,7

0,7 2,6 3,2

0,6 2 2,3

0,5 1,6 1,8

0,6 2,2 2,5

0,7 2,7 3,3

0,6 2,2 2,5

1,8

1,9

2,1

1,7

2,1

1,7

5

4,7

4,1

3,5

6,2

3,9

10,6

9,6

8,7

6,8

10,4

8,1

Afstand tot bibliotheek

1,9

1,6

1,5

1,7

2

1,6

Afstand tot zwembad

3,2

2,5

2,1

2,7

3,4

2,8

Afstand tot bioscoop

6,4

5,3

4,2

4,3

6,4

4,8

Afstand tot attractie

6,2

4,7

3,4

4,6

7,1

6,1

117


Regiomonitor 2018 Figuur 6.17 Zuid-Holland telt 3,8 miljoen bezoekers aan podiumkunsten in 2016, waarvan 64 procent in de G4-steden Rotterdam en Den Haag. De twee centra van de MRDH hebben hiermee een minder centrale functie voor podiumkunsten als Amsterdam voor Noord-Holland en de stad Utrecht voor de gelijknamige provincie. Aantal bezoekers aan podiumkunsten in 2016, x1000, per provincie en bijhorende G4 steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht 7000 6000

82%

5000 4000 3000

64%

2000

79%

1000 0 Noord-Holland

Zuid-Holland

Noord-Brabant

Provincie

Utrecht

G4

Bron: CBS

Figuur 6.18 Het aantal bezoekers per inwoner in Noord-Holland ligt ver boven het nationaal gemiddelde en de overige provincies. In Zuid-Holland is de dalende trend van het aantal podiumbezoekers per inwoner in 2016 gekeerd. Het aantal bezoekers in Zuid-Holland aan podiumkunsten neemt in 2016 met 250 duizend toe, vooral door meer bezoek aan muziekvoorstellingen. Aantal bezoekers aan podiumkunsten per inwoner, 2005-2016 2,5 2,3 2,1 1,9 1,7 1,5 1,3 1,1 0,9 0,7 0,5 2005

2006 Nederland

2007

2008 Utrecht

2009

2010

2011

Noord-Holland

Bron: CBS

118

2012

2013

Zuid-Holland

2014

2015

2016*

Noord-Brabant


Regiomonitor 2018 Figuur 6.19 Aanbod van podiumkunsten is een factor die bijdraagt aan hoogwaardige stedelijke kwaliteit en toestroom van bezoekers aan de stad. Steden hebben hiervoor een (boven-)regionale functie en dat verklaart dat het aantal bezoekers per inwoner in de G4-steden hoger is voor provincies. De komst van Ziggo Dome in Amsterdam (juni 2012) en Tivoli-Vredenburg in Utrecht (juni 2014) zorgden in Amsterdam en Utrecht voor een impuls aan het aantal bezoekers aan podiumkunsten. In de steden Rotterdam en Den Haag blijft het aanbod en bezoek aan podiumkunsten achter. Aantal bezoekers aan podiumkunsten per inwoner, 2005-2016 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 2005

2006

2007

2008

Amsterdam

2009

2010

Rotterdam

Bron: CBS

119

2011

2012 Den Haag

2013

2014 Utrecht

2015

2016*


Regiomonitor 2018 Figuur 6.20 Zuid-Hollandse musea hadden in 2016 8,1 miljoen bezoekers. Alleen in Noord-Holland ligt het aantal bezoekers hoger met 14,5 miljoen, de overige provincies volgen op ruime afstand. In Noord-Holland komen de bezoekers uit binnen- en buitenland, waar in Zuid-Holland ruim 80 procent afkomstig is uit Nederland. Het hoge binnenlandse bezoek laat zien dat Zuid-Holland een aantrekkelijk en hoogwaardig aanbod heeft van collecties en tentoonstellingen in musea. Aantal bezoekers aan musea, x1000, opgedeeld naar binnenlandse en buitenlandse bezoekers, 2016 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 Zuid-Holland

Noord-Holland

Noord-Brabant

Binnenlandse bezoekers

Utrecht en Flevoland

Buitenlandse bezoekers

Bron: CBS

Figuur 6.21 De musea profiteren van het toenemend toerisme naar Zuid-Holland uit binnen- en buitenland. Het aantal binnenlandse bezoekers neemt in 2015-2016 met ruim 1,3 miljoen toe, een groei van 25 procent. Ook het aantal buitenlandse bezoekers aan musea groeit in 2015-2016 sterk met 350 duizend extra bezoekers; de groeiomvang is vergelijkbaar met de groei in Noord-Holland. Groei aantal bezoekers aan musea, x1000, opgedeeld naar binnenlandse en buitenlandse bezoekers, 2015-2016 2000

1500

1000

500

0 Zuid-Holland

Noord-Holland

Noord-Brabant

-500 Binnenlandse bezoekers

Bron: CBS

120

Buitenlandse bezoekers

Utrecht en Flevoland


Regiomonitor 2018

6.2.3 Veiligheid Figuur 6.22 Het veiligheidsgevoel verbetert de laatste jaren, minder mensen in Nederland, ZuidHolland, Den Haag en Rotterdam voelen zich onveilig. In Zuid-Holland, Rotterdam en Den Haag neemt het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt sterker af ten opzichte van Nederland, Noord-Holland en Utrecht. Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt, 2012-2017

Bron: CBS

Figuur 6.23 In Zuid-Holland scoren de middelgrote steden Gouda, Schiedam en Zoetermeer het slechtst op veiligheidsbeleving. Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt, per gemeente in Zuid-Holland met meer dan 70.000 inwoners, 2017 0

5

10

15

20

Gouda Schiedam Zoetermeer Rotterdam Den Haag Delft Leiden Vlaardingen Dordrecht Leidschendam-Voorburg Nissewaard Alphen aan den Rijn Westland

Bron: CBS

121

25

30

35

40

45

50


Regiomonitor 2018 Figuur 6.24 Een verklaring hiervoor is dat het aantal geregistreerde misdrijven in Zuid-Holland en andere regio’s afneemt. Aantal geregistreerde misdrijven per 1000 inwoners, 2010-2017

Bron: CBS

Figuur 6.25 Rotterdam is de stad in Zuid-Holland met het hoogste aantal geregistreerde misdrijven per inwoner, op afstand gevolgd door Den Haag en Schiedam. Aantal geregistreerde misdrijven per 1000 inwoners, per gemeente, 2017 0

10

20

30

40

Rotterdam Den Haag Schiedam Delft Rijswijk (ZH.) Gouda Dordrecht Vlaardingen Leiden Noordwijk Bron: CBS

122

50

60

70

80

90

100


Regiomonitor 2018

6.3 Natuur en recreatie in Zuid-Holland 6.3.1 Recreatiegebieden Figuur 6.26 Zuid-Holland kent in vergelijking met Nederland en andere stedelijke regio’s een hoge bebouwingsdichtheid, dat ten koste gaat van ruimte voor natuur en recreatiegebied. In totaal beschikt Zuid-Holland over ruim 40 duizend hectare natuur- en recreatiegebied, waarvan de helft in de MRDH. Aandeel van type terrein in totale landoppervlak, per provincie, 2012

Bron: CBS Toelichting: Bebouwd: verkeer, bebouwd, semi-bebouwd Natuur en recreatie: recreatieterrein, bos en open natuurlijk terrein Agrarisch: glastuinbouw, overig agrarisch

123


Regiomonitor 2018 Figuur 6.27 Zuid-Holland heeft weinig bos. Aantal hectare per type terrein die vallen onder natuur en recreatie als % van het totaal landoppervlak in 2012, Zuid-Holland en Nederland 12% 10%

Zuid-Holland

Nederland

8% 6% 4% 2% 0%

Bron: CBS

Figuur 6.28 De ligging aan de kust is een belangrijke asset voor het vestigingsklimaat en de natuuren landschapswaarde in Zuid-Holland. De kustregio’s Den Haag en Leiden zijn de regio’s met het hoogste aandeel natuur en recreatie in het bodemgebruik. In de Top 5 gemeenten staan Wassenaar, Noordwijk, Westvoorne en Den Haag, samen met Vlaardingen. De MRDH-regio’s Delft en Westland, regio Den Haag en regio Rotterdam laten een sterke groei zien in het grondgebruik voor natuur en recreatie. Aandeel van type terrein in totale landoppervlak, per regio, 2000 en 2015 35

2000

30 25 20 15 10 5 0

Bron: CBS Toelichting:

Bebouwd: verkeer, bebouwd, semi-bebouwd Natuur en recreatie: recreatieterrein, bos en open natuurlijk terrein Agrarisch: glastuinbouw, overig agrarisch

124

2015


Regiomonitor 2018 Figuur 6.29 In de periode 2000-2015 is het aantal hectare natuur en recreatiegebied met bijna 5200 hectare toegenomen in Zuid-Holland, een groei van 15 procent. Het aandeel natuur en recreatie in het bodemgebruik neemt toe in Zuid-Holland door de groei van parken en plantsoenen en open nat natuurlijk terrein. Open droog natuurlijk terrein en bos blijven de grootste categorieĂŤn natuuren recreatiegebied. Aantal hectare per type terrein die vallen onder natuur en recreatie landoppervlak, Zuid-Holland, 2015, ontwikkeling 2000-2015 en als percentage van totaal groen

Bron: CBS

125


Regiomonitor 2018 Figuur 6.30 De natuur- en recreatiegebieden van Zuid-Holland trekken in 2017 48,8 miljoen Nederlandse bezoekers. De meest aantrekkelijke natuur- en recreatiegebieden zijn de duingebieden, kuststrook en de Biesbosch. Deze trekken tevens veel bezoekers van buiten de regio. Het Haagse Bos en de groengebieden ten noorden van Rotterdam en tussen Rotterdam en Delft trekken juist veel bewoners aan uit de aangrenzende woongebieden. De natuur en recreatiegebieden nabij Rotterdam-Zuid en tussen Rotterdam en Dordrecht lijken minder aantrekkelijk en trekken weinig bezoekers aan. Aantal bezoekers van 35 natuur en recreatiegebieden in Zuid-Holland, 2017

Bron: NBTC NIPO Research

126


Regiomonitor 2018 Figuur 6.31 De nabijheid van hoogwaardige natuur- en recreatiegebieden zorgen voor een hogere kwaliteit van de woonomgeving en komt tot uitdrukking in de woningprijzen. Daarnaast hebben natuur- en recreatiegebieden een positief effect op de gezondheid en welzijn van bezoekers en zorgen ze voor consumptieve bestedingen in de regio. Wandelen is veruit de belangrijkste activiteit voor bezoekers aan recreatiegebieden, op afstand gevolgd door fietsen, horecabezoek, sporten en recreĂŤren. Belangrijkste motieven voor een bezoek zijn genieten van de natuur, buiten zijn, gezelligheid en bewegen. Gemiddeld geeft een bezoeker 7,40 euro uit voor entree, parkeren en horeca in 2017. De gemiddelde besteding verschilt sterk per natuur en recreatiegebied en hangt af van motief van bezoek en verblijfsduur.

127

Goudse Hout

Sophiapolder

Haagse Bos

Balij-Bieslandse Bos

Lingebos

Broekpolder

Bentwoud

Groengebieden noordrand van R'dam

Vlietland

Groengebieden rond Leiden

Groengebieden R'dam-Delft

Groengebieden a.d. Oude Maas

Recreatiegebieden Zuidkant K'waard

Landgoederen ten noorden van Den Haag

Reeuwijkse Hout

Bron: NBTC NIPO Research

Groengebieden in Krimpenerwaard

Groene Zoom

Duinen van Voorne

Totaal Recreatiegebieden ZH

Brielse en Oostvoornse meer

Eendragtspolder

Duinen van Goeree

Nieuwkoopse Plassen

Duinen tussen Katwijk en Den Haag

Duinen tussen Katwijk en Noord-Holland

Biesbosch

Groengebieden omgeving Lisse

Tiengemeten

Brouwersdam en Grevelingenzijde

12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0

Duinen tussen Den Haag en Hoek van‌

Gemiddelde besteding per persoon bij laatste bezoek, per natuur en recreatiegebied in Zuid-Holland, in euro, 2017


Regiomonitor 2018

6.3.2 Binnenstedelijk groen Figuur 6.32 Binnenstedelijk is er relatief veel groen in Zuid-Holland. De meest stedelijke wijken in Zuid-Holland hebben een bovengemiddeld hoog aandeel van het bodemgebruik voor natuur en recreatie. Juist in het buitengebied, in de weinig stedelijk en niet stedelijke wijken, blijft het aandeel natuur en recreatie sterk achter door het ontbreken van bosgebieden in de provincie. Aantal hectare natuur en recreatie in 2012, in hectares en als % van het landoppervlak, uitgesplitst naar mate van stedelijkheid van wijken in Zuid-Holland

Bron: CBS Bodemgebruik Wijken en Buurten 2012

Figuur 6.33 Zuid-Holland kent bovengemiddeld veel bodemgebruik voor park en plantsoen en sportterreinen. Dat is in het bijzonder zichtbaar in de meest stedelijke wijken. De duingebieden aan de kust verklaart de grote hoeveelheid open droog en nat natuurlijk terrein. Aantal hectare per type terrein die vallen onder natuur en recreatie in 2012, uitgesplitst naar mate van stedelijkheid van wijken in Zuid-Holland

0

2000

4000

6000

8000

10000 12000 14000

Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk Park en plantsoen

Sportterrein

Volkstuin

Dagrecreatief terrein

Verblijfsrecreatief terrein

Bos

Open droog natuurlijk terrein

Open nat natuurlijk terrein

Bron: CBS Bodemgebruik Wijken en Buurten 2012

128


Regiomonitor 2018

6.4 Werklocaties in Zuid-Holland 6.4.1 Kantoren Figuur 6.34: Zuid-Holland heeft een ruime voorraad kantoren en er is sprake van bovengemiddelde leegstand, vooral in de regio Gouda en Zoetermeer. Ook in de regio’s Den haag en Rotterdam ligt het aandeel kantoren dat leeg staat ruim boven het nationaal gemiddelde. Ook de provincie Utrecht kampt met veel kantorenleegstand, de kantorenleegstand in de regio Amsterdam en Noord-Brabant ligt beneden het nationaal gemiddelde. Leegstand van kantoren als % van de voorraad, per Corop-plusgebied, stand per 1 april 2017

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (2017), www.clo.nl/nl215205, op basis van Bak

129


Regiomonitor 2018 Figuur 6.35 Van de grote steden in de MRDH hebben Rotterdam en Zoetermeer de grootste leegstand van kantoren, in Delft en Den Haag ligt het leegstandspercentage onder het nationaal gemiddelde. Historisch is er begin 2017 een ruime voorraad in alle steden en Nederland. Er is voor de crisis van 2009 te veel aanbod van kantoren gerealiseerd dat niet aansluit op de nieuwe behoefte in de 21e eeuw (kleiner, duurzamer en met flexibelere contractvormen). Investeringen en transformatie van leegstaande kantoren en de aantrekkende werkgelegenheid zorgen ervoor dat de leegstand afneemt. Ontwikkeling van de leegstand als % van de kantorenvoorraad in m2 in 2000-2017, in Nederland en per gemeente

Bron: Bak, via Compendium voor de Leefomgeving

Figuur 6.36 Het aanbod van kantoren daalt in rap tempo door na het eerste kwartaal van 2017. Uit de meest recente ontwikkelingen in de regio Haaglanden is te zien dat het beschikbare kantorenaanbod daalt tot het niveau van voor de economische crisis per 31 december 2017. Beschikbaar kantorenaanbod in Haaglanden, stand per 31 december in m2

Bron: Steenworp Vestigingsadviseurs Haaglanden (2018) - Monitor bedrijfsonroerendgoed Haaglanden 2017

130


Regiomonitor 2018

6.4.2 Bedrijventerreinen Figuur 6.37 Er is ruim voldoende aanbod van bedrijventerreinen in Zuid-Holland. Het blijkt dat het aandeel terstond beschikbaar bedrijfsterrein de afgelopen jaren sterk is toegenomen van 400 ha in 2012 naar ruim 600 ha per 1 januari 2017. Aanbod van bedrijventerrein in Zuid-Holland, in ha (netto), 2012-2017, stand per 1 januari en uitgifte in het voorgaande jaar

1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2012

Aanbod

2013

2014

Terstond uitgeefbaar

2015

2016

Niet-terstond uitgeefbaar

2017

Uitgifte

Bron: Infodesk Bedrijventerreinen Zuid-Holland en enquĂŞte bedrijventerreinen t.b.v. beschikbare bedrijventerreinen per januari 2017

Figuur 6.38 In Zuid-Holland is het leegstandpercentage van bedrijventerreinen (in hectares oppervlak) in 2014-2016 licht afgenomen door een sterke daling in de regio Midden-Holland. Ook in de regio Zuid-Holland-Zuid regio Holland Rijnland daalt de leegstand. De Regio Rotterdam is de regio in Zuid-Holland met het grootste leegstandspercentage van 16,9 procent en ook is in de regio Rotterdam de leegstand op bedrijventerreinen toegenomen na 2014. Beschikbaar aanbod van bedrijventerrein als percentage van de voorraad (netto), exclusief zeehaventerreinen, per 1 januari 2014 en 1 januari 2016

Bron: Provincie Zuid-Holland

131


Regiomonitor 2018

6.4.3 Detailhandel Figuur 6.39 Zuid-Holland heeft een ruime voorraad kantoren en er is sprake van bovengemiddelde leegstand, vooral in de regio Gouda en Zoetermeer. Ook in de regio’s Den haag en Rotterdam ligt het aandeel kantoren dat leeg staat ruim boven het nationaal gemiddelde. Ook de provincie Utrecht kampt met veel kantorenleegstand. De kantorenleegstand in de regio Amsterdam en Noord-Brabant ligt beneden het nationaal gemiddelde. Leegstand van winkels als % van de voorraad, per Corop-plusgebied, stand per 1 april 2017

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (2017), www.clo.nl/nl215105, op basis van Locatus

132


Regiomonitor 2018 Figuur 6.40 Het aantrekken van de consumptieve bestedingen en het transformeren van het leegstaande winkelvastgoed naar nieuwe functies zorgt voor een afname van de leegstand in de winkelvoorraad in 2017. De toenemende winkelleegstand is na 2016 gekenterd in Nederland en in Zuid-Hollandse steden, wel is het gemiddelde winkelleegstandspercentage historisch in 2017 nog aan de hoge kant. Ontwikkeling van de leegstand als % van de winkelvoorraad in m2 in 2000-2017, in Nederland en per gemeente

Bron: Locatus, via Compendium voor de Leefomgeving

Figuur 6.41: De winkelleegstandproblematiek verschilt sterk per gemeente. De grootste opgaven voor de transformatie van winkelgebieden liggen in de middelgrote steden Rijswijk, Brielle, Schiedam en Nissewaard. Rotterdam en Den Haag liggen op het Nederlands gemiddelde en hebben ook te maken met overaanbod van winkelvastgoed. Daarnaast zien we dat in een groot aantal gemeenten, waaronder Delft er ook sprake is van een gezonde balans tussen vraag en aanbod naar winkelvastgoed met leegstandspercentages onder de 5 procent. Leegstand van winkels als % van de voorraad in m2, per gemeente in de MRDH, 2017

Bron: Locatus, via Compendium voor de Leefomgeving

133


Regiomonitor 2018

Literatuur en bronnen Beleidsdocumenten: -

Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2040. Een uitnodigend perspectief van Rijk en regio voor markt en samenleving (2013). Den Haag: Bestuurlijk overleg MIRT/Zuidvleugelpartners Agenda Economisch Vestigingsklimaat (2014), Rotterdam/Den Haag: MRDH Kansen zien, kansen grijpen. Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012-2015, Den Haag: Provincie Zuid-Holland Koers 2020: Van schone slaapster tot lichtend voorbeeld (2014), Den Haag: Economische Programmaraad Zuidvleugel Strategische Bereikbaarheidsagenda Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag (2013) Zuid-Holland: slimmer, schoner en sterker. Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 GS Zuid-Holland MRDH (2016), Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025, Rotterdam/Den Haag: MRDH Advin adviseurs en ingenieurs (2018), Monitoring UAB – Tussenstand mei 2018, Hoofddorp: Advin

Monitoring en onderzoek: -

-

-

Annoni, P. and L. Dijkstra (2013), EU Regional Competitiveness Index 2013. Brussels: Joint Research Centre Scientific and Policy Reports Buunk, J. (2015), Hotspots in Zuid-Holland. CBS (2017), Veiligheidsmonitor 2017, Leidscherveen: CBS. CE Delft en Route Zero (2018), CO₂-reductie mobiliteit Regio Rotterdam Den Haag, Delft. Den Haag ´Internationale stad van Vrede en Recht´ (2015), Amsterdam: Decisio Erasmus Centre for Business Innovation (2018), Economische bijdrage van speerpuntsectoren van Zuid-Holland - Historische analyse en toekomstscenario's van werkgelegenheid en toegevoegde waarde, Rotterdam. Erasmus Centre for Entrepreneurship (2017), Scale Up Monitor 2017, Rotterdam: Erasmus Universiteit. Goudappel Coffeng (2017), Uitwerking Topeisen Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid MRDH, Zoetermeer. Hotspots 2025. Benchmarking the future competitiveness of cities (2013). London: The Economist Intelligence Unit ICCA (2017), The International Association Meetings Market 2016, Amsterdam. Inrix (2018), INRIX GlobalTraffic Scorecard 2018, Kirkland/Altrincham. Jonkhoff, W. O. Koops en W. Manshanden (2013), De provinciale chemie van Zuid-Holland. In ESB, 98 pp 340-343 Koops, O. en W. Manshanden (2016), Verkenning werkgelegenheidseffecten investeringsprogramma MRDH, NEO Observatory Policy paper 2016-2, Rotterdam: NEO Observatory. Manshanden, W.J.J. (2016), Investeringen voor groei in de MRDH; balans tussen industrie en diensten. Rotterdam. NEO Observatory. Manshanden, W.J.J. en O. Koops (2016), Regiomonitor Economie en Bereikbaarheid. Rotterdam: NEO Observatory. 134


Regiomonitor 2018 -

-

Manshanden, W.J.J. en O. Koops (2017), Regiomonitor Economie in transitie. Rotterdam: NEO Observatory Manshanden, W.J.J. en O. Koops (2017), Randstad Monitor 2016; De Top-20 van Europese grootstedelijke regio’s 1995-2016. Rotterdam: NEO Observatory. Metropoolvorming: kansen en opgaven. Reflecties uit de wetenschap (2014), Rotterdam/Den Haag: MRDH Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2017), Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse 2017 (NMCA), Den Haag: Ministerie van IenM NBTC NIPO Research (2017), Bezoek Natuur- en recreatiegebieden Zuid-Holland 2017, Amsterdam/Den Haag. NFIA (2018), NFIA resultaten 2017, Den Haag. OECD 2016, The Metropolitan Area Rotterdam The Hague, The Netherlands. Paris: OECD Oort, F. van (2014), Arbeidsmarkt cross-overs in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag: kansen voor economie en beleid. In: P. Tordoir (2014), Metropoolvorming: kansen en opgaven. Reflecties uit de wetenschap. Pp 69-88. Den Haag: MRDH Provincie Zuid-Holland en ING (2017), Regionale innovatie-index 2017 versus 2014, Den Haag. Provincie Zuid-Holland (2017), Bedrijventerreinen - Voortgangsrapportage en beleidsaanbevelingen t.b.v. vraaggericht bedrijventerreinenbeleid Zuid-Holland, Den Haag. Rifkin, J. (2014), The Third Industrial Revolution. Palgrave: Macmillan Rifkin, J. (2014), The zero marginal cost society. The internet of things, the collaborative commons and the eclipse of capitalism. Palgrave: Macmillan Ronald Berger 2012: Zuidvleugel, economische topregio van Nederland. Naar een nieuwe economische agenda Zuidvleugel 2010-2020 RVO (2017), Monitor Wind op Land 2016, Den Haag. Steenworp vestigingsadviseurs Haaglanden (2018), Monitor Bedrijfsonroerendgoed Haaglanden 2017, Den Haag. Tordoir, P.P. (2015), Prioriteiten voor investeringsstrategie Metropoolregio Rotterdam Den Haag Provincie Zuid-Holland. Amsterdam Wereldspeler met groeikansen: Economische monitor Zuid-Holland 2015. Provincie ZuidHolland/IQ/EPZ/MRDH

135


Regiomonitor 2018 Databronnen: -

Buunk, J. (2015), Hotspots in Zuid-Holland, Den Haag. CBS (2015), Monitor Topsectoren 2015 – Methodebeschrijving en tabellen set, Den Haag. NML (2015), De Nederlandse Maritieme Cluster – Monitor 2015, Den Haag Panteia (2015), Monitor economische clusters in de regio Rotterdam - nulmeting, Zoetermeer Policy Research Corporation (2016), Ontwikkeling veiligheidscluster HSD, Rotterdam

-

Online: www.CBS.nl www.eurostat.eu www.klimaatmonitor.databank.nl www.LISA.nl www.oecd.org www.werk.nl www.tw.nl www.breedbandatlas.nl www.stratix.nl www.treinreiziger.nl www.aci-europe.org www.deloitte.com www.rvo.nl www.timeshighereducation.com www.staatvan.zuid-holland.nl www.duo.nl www.startupjuncture.com www.ece.nl/top250scaleups2018 www.oplaadpunten.nl www.clo.nl

136


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.