TVVL magazine april 2012

Page 1

Samen voor goud! April 2012 | Jaargang 41 | Nr 4

JAARGANG 41 NR. 4 TVVL MAGAZINE APRIL 2012

Energieopslag in het net Smart grid voor comfort Is smart grid de oplossing?

Thema:

Smart grids Juist in deze tijd is het goed dat je op elkaar kunt bouwen en samen streeft naar een duurzame prestatie en relatie, met focus op het gezamenlijke eindresultaat: goud! Het sportjaar 2012 staat daarom bij Alklima - nog meer dan u al van ons gewend bent - in het teken van onze samenwerking met u. Het thema voor 2012 is dan ook: ‘Samen voor goud’. Het hele jaar door stellen we alles in het werk om samen met u een topprestatie te leveren.

www.alklima.nl

Adv A4 Samen voor goud_v2.indd 1 TM0412_cover.indd 1

www.mitsubishi-climatecare.nl

www.duraklima.nl

23-02-12 10:46 5-4-2012 9:10:20


Inhoudsopgave Redactieraad: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Ir. J. (Jan) Aufderheijde Mw. dr. L.C.M. (Laure) Itard H. (Henk) Lodder G.J. (Geert) Lugt Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. O.W.W. (Oscar) Nuijten Mw. drs.ir. I. (Ineke) Thierauf Ing. J. (Jaap) Veerman Ing. R (Rienk) Visser Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur)

TVVL MAGAZINE April 2012 TVVL visie op smart grids 1

Redactie: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Ir. J. (Jan) Aufderheijde Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur)

E. (Epko) Horstman MBSE Beng

Redactie-adres: TVVL: De Mulderij 12, 3831 NV Leusden Postbus 311, 3830 AJ Leusden Telefoon redactie (033) 434 57 50 Fax redactie (033) 432 15 81 Email c.mulder@tvvl.nl

F.G. (Friso) Lippmann MSc., ir. S.O (Steven) Lemain en ir. S. (Stefan) Valk 10

Energieopslag in het net van morgen

secretariaat: Email info@merlijnmedia.nl Abonnementen: Merlijn Media BV Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl Benelux € 109,Buitenland € 212,Studenten € 87,Losse nummers € 18,Extra bewijsexemplaren € 13,-

16

Slim bezig

H. (Harry) Stokman

20

Prepress: Yolanda van der Neut Druk: Ten Brink, Meppel ISSN 0165-5523 © TVVL, 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.

Is een smart grid de oplossing?

Is een smart grid de oplossing?

Prof.dr.ir. J.F.G. (Sjef) Cobben

22

Smart grid voor comfort

Prof.ir. W. (Wim) Zeiler, Ing. D.R. (Derek) Vissers, ing. H. N. (Rik) Maaijen, prof.ir. W.L. (Wil) Kling, ir. J.A.J. (Joep) van der Velden, drs. J.P. (Jan-Peter) 24 Larsen MBA

36

Interview: jan-Maarten Elias

Het abonnement wordt geacht gecontinueerd te zijn, tenzij 2 maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd. Advertentie-exploitatie: Merlijn Media BV Ruud Struijk Telefoon (0182) 631717 Email r.struijk@merlijnmedia.nl

22

Smart buildings voor smart grids

Ir. M. (Michiel) van Bruggen

Uitgave: Merlijn Media BV Zuidkade 173, 2741 JJ Waddinxveen Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl www.merlijnmedia.nl

6

editorial Actueel Uitgelicht berichten Interview Projectbeschrijving productnieuws regelgeving Internationaal summary voorbeschouwing Agenda

4 29 33 35

36 40 43 45 47 48 49 50

REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld ‘door redactieraadleden’. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden (‘peer reviewers’) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.

40

Project: PowerMatching City

TVVL Magazine is het officiele orgaan van TVVL Platform voor Mens en Techniek. De vereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel de bevordering van wetenschap en techniek op gebied van installaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kunnen toetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied, van wie mag worden verwacht, dat zij op grond van kennis en kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van de vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine is voor leden en begunstigers van TVVL gratis. De contributie voor leden bedraagt € 113,- per jaar. Informatie over de bijdrage van begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.

3

TM0412_inhoud.indd 3

6-4-2012 16:01:18


editorial

Smart grid Onze elektriciteitsvoorziening wijzigt al vanaf het eerste begin. De spanning ervan verandert maar ook zijn we de energie anders gaan distribueren door het aantal fasen te wijzigen. De belangrijkste reden hiervoor is om door harmonisatie de verschillen wereldwijd op te heffen, zodat apparaten in steeds grotere gebieden verkocht en gebruikt kunnen worden. Wie denkt dat er de afgelopen jaren geen wijzigingen zijn doorgevoerd, vergist zich.

Onze netspanning is bijvoorbeeld opgeschroefd van 220 naar 230 V. Dat lijkt een kleine wijziging, maar voor sommige apparaten verkort dit de levensduur. Ook passen we de manier waarop onze elektrische energiemarkt is georganiseerd aan, bijvoorbeeld door de opwekking en distributie te scheiden. We kunnen nu zelf het ‘merk’ van onze elektriciteit bepalen; niet op basis van de beste kwaliteit, maar op basis van de laagste prijs. De kwaliteit van onze elektrische stroom ligt immers vast en is voor alle leveranciers gelijk. Stel die situatie eens voor in de computer-softwaremarkt. Eén beproefd type ‘operating system’ dat vrij geproduceerd mag worden door verschillende fabrikanten en voor een door hen zelf te bepalen prijs.

Ing. Jaap Veerman, Redactieraad en Royal Haskoning   De wereld verandert Verlichtten we ons huis vroeger met een gaslamp, nu doen we dat met led’s. Straks tanken we kW-uren elektronen in plaats van liters benzine. Recent werd een doorbraak bekendgemaakt: de ontwikkeling van een zonnecel met een rendement van 70% en naar verwachting tegen aanzienlijk lagere kosten. Men verwacht dat over ongeveer vijf jaar de eerste werkende prototypen beschikbaar zijn. Die kunnen dan energie leveren tegen kosten die lager zijn dan van conventioneel opgewekte energie. Het zou de aanzet kunnen zijn om toch massaal over te stappen op onze eigen zonnestroom? Wat wordt in dat geval de rol van de grote energiebedrijven en hoe houden we ons elektriciteitsnet op orde? Het is overduidelijk dat ons gehele elektriciteitsnet, met alles wat zich daar omheen afspeelt, gaat veranderen. Hoe gaan we daar mee om? Waar gaat dit heen?

Gelijkstroom, internet? Moeten we bijvoorbeeld afstappen van ons wisselstroomnet en met gelijkstroom gaan werken? Hoe stabiel moet nu eigenlijk de spanning zijn? Of moet de elektriciteitswet overboord? Een klein kijkje in de wereld van wisselstroom en gelijkstroom vindt u in ‘Slim bezig’. Als ons dak vol ligt met zonnecellen kunnen we voortaan onze overtollige zonnestroom verkopen aan de buurman die geen eigen dak heeft of dit cadeau doen aan een familielid elders in het land. Iets te veel fantasie? Dit valt

TVVL Magazine | 04 | 2012 EDITORIAL

TM0412_editorial.indd 4

5-4-2012 9:49:09


misschien wel mee als we bijvoorbeeld kijken naar de ontwikkelingen met internet. Wat maakt het uit of je een pakketje energie over het grid stuurt of een pakketje data over het internet? Kunnen we ons elektriciteitsnet omvormen tot een zogenaamd smart grid; een energienet dat net zo slim is als ons internet? Er zijn veel overeenkomsten. Iedereen kan er bijvoorbeeld op aansluiten, er pakketjes overheen vervoeren, een provider kiezen, opslag aan toevoegen, op uitbreiden etc. etc.

Oplossing Dit themanummer van TVVL magazine gaat in op de vraag of een smart grid in de toekomst de oplossing biedt voor de problemen die we op ons af zien komen, zoals het balanceren van vraag en aanbod, decentraal opwekken van energie en distribueren over het net. Welke rol kan TVVL nu en in de toekomst spelen bij dit onderwerp en wat leeft er onder de TVVL-leden? TVVL heeft hiernaar onderzoek laten verrichten. De resultaten daarvan treft u aan in ‘TVVL-visie smart grid 1’, ‘Energieopslag in het net van morgen’ en ‘Smart Buildings voor smart grids’. Maar houdt het op bij een gebouw? Nee, de gebruiker heeft ook invloed op de energievraag van een gebouw en speelt dus ook een rol in het smart gridvraagstuk. Het artikel ‘Smart grid voor comfort’ bespreekt dit onderwerp en geeft inzicht waartoe dit kan leiden. Gelukkig wordt er niet alleen over smart grids geschreven maar worden smart grids ook met succes op projectbasis in de praktijk toegepast, zoals in Power Matching City. Dit project is allang geen experiment meer en wordt zelfs uitgebreid; zie hiervoor de projectbeschrijving in dit themanummer. Ik hoop met dit themanummer het smart grid dichter bij u te brengen. Maar ik besef ook dat hiermee slechts een tipje van de sluier wordt opgelicht, gezien bijvoorbeeld de ruim 13 miljoen hits op internet over dit onderwerp. De auteurs bedank ik voor hun interessante bijdragen over een vrij nieuw onderwerp dat naar onze overtuiging nog vaker in dit blad terug zal komen.

“Smart buildings?” Ja, dankzij Dynamic Flow Networking™!

www.belparts.com

TVVL Magazine | 04 | 2012 EDITORIAL

TM0412_editorial.indd 5

5

5-4-2012 9:49:12


TVVL visie op smart grids 1 De Expertgroep smart grids van TVVL heeft een tussenrapportage opgesteld van de TVVL-visie op smart grids 1. De behandelde vraagstukken in dit artikel geven een beeld hoe de expertgroep smart grids plaatst in de komende energietransitie. In latere uitgaven zullen publicaties verschijnen over een gezamenlijke visie en een ‘positionpaper’ met de rol van de expertgroep daarin. E. (Epko) Horstman MBSE Beng (Batenburg Techniek N.V.), bestuurslid TVVL, expertgroep ET en Impuls Dit visietraject is gefaciliteerd door de technische raad van TVVL. De expertgroep bestaat uit interne en externe experts op het gebied van energie, actieve TVVL-leden en bestuursleden. Dit team was verantwoordelijk voor het vormgeven van de aanpak en het proces van visieontwikkeling. Activiteiten die hebben geleid tot deze tussenrapportage waren onder andere workshops waarin aangemelde leden hebben gewerkt aan de vaststelling van de projectdoelstellingen. Bij dit onderzoek is tevens veelvuldig gebruik gemaakt van social media, zoals Twitter en LinkedIN. De resultaten uit de workshops en de statistische gegevens verkregen via social media poll’s zijn gebruikt als input voor deze eerste stap naar de TVVL-visie op smart grids. Van de twaalf discussieonderwerpen die behandeld zijn tijdens de workshops, zijn de vijf meest significantste vraagstukken in (drie rondes) poll’s opgezet in verschillende social media netwerken. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de mening van TVVL-ers (o.a. op de besloten TVVL LinkedIN groep), en de nationale en internationale meningen [8] over deze onderwerpen. De staafdiagrammen geven per discussieonderwerp het aantal respondenten weer. De focus van deze inventarisatie is toegespitst op de gebouwde omgeving met daarin de mens en techniek. Lezers van dit artikel worden uitgenodigd commentaar te leveren door deel te nemen aan de besloten TVVL linkedIN groep.

6

TM0412_horstman_2086f.indd 6

DEFINITIE Wat is volgens TVVL (de definitie van) een smart grid? Een smart grid blijkt veel verschillende betekenissen te hebben voor veel verschillende mensen. Lees er dit themanummer, andere literatuur over het onderwerp en vele discussies op internet maar op na. Kunnen netwerken bijvoorbeeld wel slim zijn. Discussies over slimme netten handelen vaak over het gedeelte voor de meter (netbeheerder) tot aan de leverancier (ms- en hs-netten). Maar dit is fysiek vaak een stuk koper of aluminium in de grond, waaraan geen intelligentie toegevoegd kan worden. Een slimme meter lijkt het toverwoord als er over smart grids gesproken wordt. Echter, het apparaat op zich bevat (nog) geen enkele intelligentie en de huidige ‘slimme meters’ zijn erg beperkt in hun mogelijkheden. De huidige ‘slimme meter’ kan wel meer energiebewustwording bij de eindgebruiker creëren, maar energie besparen en/of het afstemmen van vraag en aanbod –

ofwel het beïnvloeden van energiestromen in een netwerk met ‘slimme meters’ – gebeurt in de gebouwde omgeving nagenoeg niet. Dit gebeurt bijvoorbeeld wel in de glastuinbouw, waar de ondernemers ook handel drijven op de energiemarktplaats. Zowel nationaal, internationaal als binnen de vereniging zijn velen het er over eens dat smart grids niet een eenduidig omschreven concept en geen enkele tastbare technologie is. Het is eerder een verzameling van verschillende combinaties intelligente technieken en doelstellingen. Ook kwam sterk naar voren dat velen van mening zijn dat het niet gaat om het netwerk maar om de toestellen die er op aangesloten zijn, zoals opwekkers, buffers en afnemers. Deze toestellen moeten zich ten opzichte van elkaar intelligent gedragen om zodoende een maximale installatieprestatie te creëren. Werktuigbouwkundige TVVL-leden merken op dat deze tweerichtingsverkeer benaderingswijze van elektrische energiestromen al

-Figuur 1-

TVVL Magazine | 04 | 2012 ONDERZOEK

5-4-2012 9:50:54


langer wordt toegepast bij warmte/koude/ HVAC-installaties, het alom bekende integraal ontwerpen. Internationaal kreeg de volgende stelling de meeste stemmen: ‘smart grid concerns the integral design of the whole Energy system, rather than grid itself’. Uit de poll’s blijkt dat TVVL-leden zich hier bij aansluiten. TVVL-definitie smart grid: de integrale benadering en het integrale ontwerp van het hele energiesysteem, in plaats van het net zelf

-Figuur 2-

POLITIEK De Taskforce Intelligente Netten [1] van de overheid is in oktober 2009 ingesteld door de minister van Economische Zaken. De Taskforce heeft als taak een breed gedragen visie en actieprogramma op te stellen voor de realisatie van intelligente netten in Nederland. Een samenwerking tussen belanghebbende partijen op nationaal niveau moest gemobiliseerd en gestimuleerd worden. Echter, uit de samenstelling van de taskforce is af te leiden dat hierin veel belanghebbende partijen ontbraken, zoals eindgebruikers, consumentenorganisaties, fabrikanten, adviseurs/installateurs etc., en dat de visie van netbeheerders (te) prominente is. Dat andere belanghebbende partijen ook belangstelling hadden, bleek uit de grote belangstelling voor het Taskforcecongres en de verscheidenheid van partijen die daar aanwezig waren. Energiebedrijven, installatiebedrijven, overheden, fabrikanten, ingenieurs- en adviesbureaus, kennisinstellingen en brancheorganisaties waren breed vertegenwoordigd. Hoewel de ontwikkeling van intelligente netten zich nog in een beginstadium bevindt en er geen eenduidige visie vanuit de overheid is vastgesteld, willen vrijwel alle partijen op verschillende manieren betrokken zijn bij het vervolg. Er is met name veel belangstelling voor proeftuinen. Deze Taskforce meent dan ook dat, mits de randvoorwaarden aanwezig zijn, intelligente netten een kansrijke en waardevolle ontwikkeling tegemoet gaan in en betekenen voor Nederland. Het realiseren van proeftuinen is de belangrijkste aanbeveling van de Taskforce Intelligente Netten. Het toe te kennen subsidiebedrag bedroeg minimaal €125.000 per proeftuin, wat 40% van de meerkosten van het intelligent maken van een demonstratieproject mocht zijn. Subsidie voor het alleen aansluiten van energietoepassingen op de energievoorziening waren niet subsidiabel, net zomin als de kosten voor gangbare technologieën zoals pv-panelen, warmtepompen, huishoudelijke apparaten, elektrische voertuigen, micro-warmte/krachteenheden, boilers, windturbines en eenheden voor energieopslag. 40% van de (meer)investeringskosten om

TVVL Magazine | 04 | 2012 ONDERZOEK

TM0412_horstman_2086f.indd 7

-Figuur 3-

energienetten, energietoepassingen en/of de bredere energievoorziening met elkaar te laten integreren, op elkaar af te stemmen en aan elkaar diensten te laten leveren, waren dus wel subsidiabel. Met dit criteria [3] wordt een groot deel van de MKB-bedrijven uitgesloten van subsidie voor smart grid-proeftuinen binnen de gebouwde omgeving. Dit omdat een project wat voor subsidie in aanmerking komt, minimaal €312.500 aan toegevoegde intelligentie in zich moet hebben. In een volgend TVVLonderzoek is het wellicht interessant om te bekijken wat van de criteria [2] is overgebleven bij de toekenning van (19M€) subsidies [7]. Hoewel het subsidie-onderwerp uitvoerig bediscussieerd werd, kijkt de TVVL-er bij stemming toch meer naar de algehele duurzame context van het energievraagstuk. De TVVL-er meent dat het intelligente net politiek gezien niet het doel moet zijn, maar een middel om een voordeel mee te behalen. Daarnaast is volgens sommige TVVL-leden het politieke standpunt centraal/decentrale energieopwekking of het hoger belasten van fossiel opgewekte energie, veel bepalender voor de topologie van het smart grid in de toekomst. De politiek zou volgens TVVL: meer moeten inzetten op (duurzaam) decentraal opgewekte energie en daarnaast fossiel opgewekte energie hoger moeten belasten.

BUSINESS MODEL De smart grid-markt kan een van de snelst groeiende sectoren worden met een onge-

kende invloed op de gevestigde belangen en het ontstaan van nieuwe toetreders. De inrichting van slimme netten kan bijvoorbeeld bepalen hoe nutsbedrijven om moeten gaan met klanten, wat de toekomstige rol wordt van energiemaatschappijen en hoe eindgebruikers zijn te beïnvloeden met prikkels van prijs- en energie-efficiëntie. Nieuwe mogelijkheden creëren nieuwe verhoudingen tussen marktpartijen onderling en natuurlijk nieuwe business modellen. Een van de scenario’s is dat de eindgebruiker veel keuzevrijheid heeft en zelf medeproducent van energie wordt. Hiervoor zullen op termijn maatschappelijke keuzes gemaakt moeten worden, waarbij in cultuur en traditie een omslag in denken gemaakt zal moeten worden. De complexe relaties, belangen en verhoudingen tussen leveranciers, netbeheerders, gebruikers en nieuwe aanbieders van diensten zal in de komende energietransitie vorm gaan krijgen. Slimme netten zetten de klassieke rol van netbeheerders en energieleveranciers als (top-down) organisatie onder druk. Met de huidige technologie is het immers al mogelijk veel decentraler (bottem-up) te gaan werken. Verschillende eindgebruikers zetten eigen lokale netwerkjes op; zetten met hun business model de gevestigde orde buiten spel. Daar dit toekomstbeeld nog vele open einden heeft, is een eenduidig business model niet op voorhand vast te stellen. Wel is iedereen er van overtuigd dat in het kader van duurzaamheid een intelligenter net (volgens TVVL de integrale benadering van het hele energiesysteem)

7

5-4-2012 9:50:55


onvermijdelijk onderdeel is in elk business model. Volgens TVVL is het business model van smart grids: nog niet eenduidig vast te stellen

DE DRIE P’s People Planet Profit (ook wel: de drie P’s) is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor de drie elementen, people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit (opbrengst/ winst), die harmonieus gecombineerd dienen te worden. Goed samenwerken en slim combineren van de 3 P’s levert volgens TVVL-leden op alle fronten winst op. Bij de discussie kwam een interessante tegenstelling naar voren: wat als er géén initiatieven voor een toekomstig smart grid worden ontplooid? Iedereen was het erover eens dat dit alternatieve scenario het energievraagstuk op meerdere fronten veel complexer, duurder en milieuonvriendelijker zou maken (behalve als er een nieuwe duurzame vorm van onuitputtelijke energie gevonden zou worden). Volgens TVVL: is een smart grid noodzakelijk om een harmonieus evenwichtig te creëren tussen de 3 P’s

HAALBAARHEID Technisch gesproken zijn smart grids al haalbaar, maar op het gebied van regelgeving en standaardisatie moeten nog de nodige stappen gezet worden om belemmeringen weg te nemen. Inmiddels zijn er al diverse proefprojecten en studies [5] gestart die de grenzen opzoeken van de juridische kaders. Daarbij wordt de ontheffing van regels van bijvoorbeeld de exploitatie van windmolens opgezocht en bekeken of er met een regionale APX voor straten of wijken gewerkt kan worden. Een TVVL-er merkte op dat hij (om de Elektriciteitswet 1998 te omzeilen) een VVE (vereniging van eigenaren) moest vormen als hij de overtollig opgewekte energie van zijn pv-systeem rechtstreeks aan zijn buurman wilde leveren via een kabel door de muur. Deze Elektriciteitswet [6] zou moeten zorgen voor vrije marktwerking. Ook beoogt deze Elektriciteitswet voor een non-discriminatoire toegang tot de elektriciteitsnetten. Een vrije toegang tot het elektriciteitsnet wordt door de Elektriciteitswet voorgeschreven, echter voor initiatieven van kleinschalige decentrale energieopwekking zijn de beheereisen en technische voorwaarden onevenwichtig zwaar. Een netwerk vol slimme meters maakt nog geen slim netwerk; het gaat uiteindelijk om de intelligentie van het samenstelsel en de diensten achter de slimme meter die beïnvloed

8

TM0412_horstman_2086f.indd 8

-Figuur 4-

-Figuur 5-

kunnen worden. Sommige TVVL-ers storen zich dan ook aan publicaties over slimme netten met slimme meters als er verder niet wordt ingegaan op de intelligentie. Het is alsof je integraal aan het ontwerpen bent, maar niet weet met welk doel. Financieel zijn er ook nog een aantal haken en ogen, denk bijvoorbeeld lokaal aan het salderen van eigen elektriciteitsopwekking of de kosten voor de infrastructuur gezien vanuit de netbeheerders. Wie gaat die investeringen in het net betalen? Volgens TVVL: is een smart grid allang (technisch) haalbaar, maar wordt de uitrol ervan bemoeilijkt door de huidige wet en regelgeving Bij smart grids is volgens TVVL de slimme meter niet het belangrijkste fundament. Intelligente netten zijn nodig om de maatschappelijke voordelen die samenhangen met een duurzaam energiesysteem optimaal te realiseren. Met een proactieve houding wil de expertgroep smart grids van TVVL komen tot een visie die aansluit bij de doelstellingen van de vereniging. In de volgende uitgaven zal een gezamenlijke visie en ‘positionpaper’ gevormd worden met onze rol daarin. Lezers van dit artikel worden uitgenodigd commentaar te leveren op deze conceptstukken door deel te nemen aan de besloten TVVL linkedIN groep. Wordt vervolgd!

LITERATUUR

land-einddocument-taskforce-intelligentenetten-mei-201 2.  http://www.agentschapnl.nl/content/ factsheets-proeftuinen-intelligente-netten 3.  http://www.agentschapnl.nl/sites/default/ files/bijlagen/SEN203-1%20WTK%20 Handleiding%20iPin_WEB.pdf 4.  http://www.agentschapnl.nl/sites/ default/files/bijlagen/Actielijst_na_workshops_smart_grid_&_wet_en_regelgeving_2011.01.18.pdf 5.  http://www.tno.nl/downloads/handvatten_wet_regelgeving_in_smart_grid_ pilots_dl_1_03112011.pdf 6.  http://wetten.overheid.nl/BWBR0009755/ geldigheidsdatum_13-02-2012 7.  http://www.agentschapnl.nl/content/factsheets-proeftuinen-intelligente-netten 8.  http://www.linkedin.com/groups/IEEESmart-Grid-3188262?trk=myg_ugrp_ovr http://www.linkedin.com/ groups?gid=969627&trk=myg_ugrp_ovr http://www.linkedin.com/groups/SmartGrids-Nederland-2302421?trk=myg_ugrp_ ovr http://www.linkedin.com/groups/ Smart-Grids-Smart-Metering-en2356757?trk=myg_ugrp_ovr http://www.linkedin.com/groups/ SmartGrids-Energy-Water115900?trk=myg_ugrp_ovr http://www.linkedin.com/ groups?gid=1837591&trk=myg_ugrp_ovr

1.  http://www.agentschapnl.nl/content/ op-weg-naar-intelligente-netten-neder-

TVVL Magazine | 04 | 2012 ONDERZOEK

5-4-2012 9:50:57


39SQ

39HQ

fiscaal voordeel:

Luchtbehandeling met EIA A-klasse met Carriers serie AiroStar en AiroVision luchtbehandelingskasten. Beide ranges zijn gecertificeerd volgens Eurovent Label A en komen hierdoor in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek (EIA). Afhankelijk van de uitvoering kan hierdoor 41,5 % van de investeringskosten afgetrokken worden van de fiscale winst.

Carrier biedt voor elke toepassing de optimale klimaatoplossing. De AiroStar is de plug & play luchtbehandelingskast met warmteterugwinning. Compleet, voorzien van intelligente regeling en ‘easy to install’. De AiroVision is een modulair platform van omkastingen die volledig klantspecifiek samengesteld wordt. Dus, voor élke klimaatoplossing: turn to the experts. Carrier. Do you turn?

www.carrierhollandheating.nl

123car AiroStar210x297.indd 1 TM0412_09.indd 9

www.carrier.nl

02-03-12 15:25 5-4-2012 11:43:03


Energieopslag in het net van morgen Onze energievoorziening gaat veranderen. De traditionele fossiele bronnen maken plaats voor nieuwe duurzame bronnen. Deze verschuiving van energiebronnen creëert behoefte om onze energie-infrastructuur op een andere manier vorm te geven en toekomstbestendig te maken. Royal Haskoning heeft onderzocht hoe de (toekomstige) energievoorziening de gebruiker en decentrale energieproducent beter van dienst kan zijn. Specifiek is aandacht besteed aan de rol van opslag van elektrische energie en het ‘smart grid’ in de gebouwde omgeving. Een visie op het net van morgen. F.G. (Friso) Lippmann MSc., ir. S.O (Steven) Lemain en ir. S. (Stefan) Valk; Royal Haskoning

De weg naar een duurzame energievoorziening is ingeslagen. Veel landen over de wereld werken in toenemende mate met een energiemix van conventioneel en duurzaam opgewekte energie. Technologieën voor opwekking van duurzame energie worden steeds meer

toegepast, zowel centraal als decentraal. Dit is een gewenste ontwikkeling met het oog op klimaatverandering en voorzieningszekerheid. Echter, ons elektriciteitsnetwerk is hier niet op ingesteld. Een hervorming van het net, of op z’n minst het gebruik daarvan, is daarom

onvermijdelijk. Energieopslag en smart grids zijn veelbesproken onderwerpen, die moeten bijdragen aan optimalisatie van de energieinfrastructuur. Dit artikel geeft weer van hoe het net van morgen zich kan ontwikkelen, met daarbij

gebouwde omgeving

Hernieuwbare Productie (Centraal)

Hernieuwbare Productie (Decentraal)

Transmissie & Distributie

Traditionele Productie

Residentieel & Commercieel

Opvangen van oncontroleerbaar aanbod

Leverings- en Kwaliteitsoptimalisatie Handel

Periodieke piek en dal compensatie

Periodieke piek en dal compensatie

Leverings- en Kwaliteitsoptimalisatie

Leverings- en Kwaliteitsoptimalisatie

Opvangen van oncontroleerbaar aanbod

-Figuur 1- Redenen voor energieopslag

10

TM0412_lippmann_2086d.indd 10

TVVL Magazine | 04 | 2012 ENERGIEVOORZIENING

5-4-2012 10:24:40


specifieke aandacht voor de samenhang tussen opslag van elektrische energie en het ‘smart grid’ – ontwikkelingen die elkaar kunnen versterken maar ook kunnen bijten.

WAAROM OPSLAG? Het meest gehoorde argument om elektrische energie op te slaan is het opvangen van oncontroleerbaar aanbod, om zo de leveringszekerheid van het energiesysteem te vergroten. Tegelijk zou het net de grote verwachte groei van decentraal opgewekte duurzame elektriciteit niet aankunnen, waarbij opslag een uitkomst zou kunnen bieden. Er zijn echter nog meer toepassingen te definiëren [1] [2]. Figuur 1 geeft een gesimplificeerd beeld van de energie-infrastructuur en de stakeholders in relatie tot vier redenen voor energieopslag. 1.  Opvangen oncontroleerbaar aanbod (blauw) Bij (decentrale) productie van duurzame energie is het aanbod slechts beperkt te controleren (bijvoorbeeld zon- of windenergie). Energie kan echter opgeslagen worden op het moment dat er overschot is (bijvoorbeeld ‘s nachts bij wind) om de energie vervolgens te consumeren op het moment dat er een tekort is (bijvoorbeeld overdag en windstil). 2.  Leverings- en kwaliteitsoptimalisatie (groen) Opslag ter plaatse van centrale productie gaat om de aanwezigheid van ‘black start’voorraad: een voorraad energie om de centrale te herstarten wanneer deze stil is komen te liggen en energie van een nabijgelegen centrale niet voorhanden is. Ter plaatse van de eindgebruiker kan opslag dienen als stroomkwaliteitsoptimalisatie door uitval op te vangen en compensatie van schommelingen. Decentrale opwekking van duurzame energie kan overigens leiden tot overbelasting van het elektriciteitsnet. Lokale opslag van energie kan uitkomst bieden. 3.  Periodieke piek en dal compensatie (roze) Energie producerende partijen laden het opslagmedium tijdens dalperioden en ontladen het medium tijdens piekperioden. Hiermee kan een kostenefficiënte basislast continu worden gegenereerd en pieken kunnen worden opgevangen met elektriciteit die is opgeslagen als de vraag onder de basislast is. 4.  Handel (oranje) Handel is een essentieel onderdeel van onze energievoorziening. Nieuw is dat consumenten die elektriciteit gaan produceren ook aan deze handel kunnen deelnemen. Met een opslagmedium beschikt de consument over meer controle over de eigen vraag en het aanbod op de markt. Zo kan de consument

TVVL Magazine | 04 | 2012 ENERGIEVOORZIENING

TM0412_lippmann_2086d.indd 11

met een opslagmedium laden wanneer de elektriciteitsprijzen laag zijn en ontladen wanneer de prijzen hoog zijn. Opslag van energie op grote schaal heeft reeds zijn toepassing gevonden, denk bijvoorbeeld aan stuwmeren. In het kader van de decentralisering van het energiesysteem, mogelijk gemaakt door decentrale productie, is het daarom interessant te kijken naar de mogelijkheden voor decentrale opslag. Hierna volgt een weergave van diverse opslagmethoden met een focus op de toepassing in de gebouwde omgeving.

OPSLAGMETHODEN Niet elke methode voor opslag van elektrische energie is geschikt voor toepassing in de gebouwde omgeving. Toepassingen voor opslag van elektrische energie laten zich typeren aan de hand van vier technische prestatie-eigenschappen: vermogen, ontladingstijd, responstijd en energiecapaciteit. Duurzaamheid is een belangrijke eigenschap. Wat betekent dit voor een opslagmedium in de gebouwde omgeving? Vermogen Er is slechts een beperkt vermogen nodig. Er hoeft immers ‘slechts’ een wijk of gebouwcomplex voorzien te worden van elektriciteit vanuit het medium. Een gemiddelde wijk van 500 huishoudens is geraamd op een vraag van maximaal 1 MW (uitgaande van een maximaal gelijktijdig verbruik van 2 kW per huishouden). Decentraal opgewekte stroom is in productie eveneens beperkt. Ter indicatie: een kant-en-klaar zonnepanelenpakket voor een enkel huishouden produceert maximaal 2,66 kW. Het vermogen van het opslagmedium is daarom geraamd in de range tot 1 MW. Ontladingstijd De ontladingstijd is de tijd die een opslagsysteem nodig heeft voor volledige op- of ontlading. Gezien de drijvers voor opslag in de gebouwde omgeving (e.g. handel, leveringsoptimalisatie, dag-/nachtcompensatie) is een ontladingstijd van enkele uren een geschikt profiel. Responstijd De responstijd is de tijd waarin het systeem reageert op (verandering van) vraag en aanbod. Consumentengedrag wordt gekenmerkt door directe aanspraak op elektriciteit en veroorlooft daarom een responstijd van maximaal enkele seconden. Daarnaast wordt er met duurzaam opgewekte energie, door bijvoorbeeld zonnepanelen, veel fluctuatie in het aanbod van energie veroorzaakt. Om deze energie op te slaan, dient het opslagsysteem

direct te kunnen reageren en is een responstijd van maximaal enkele seconden vereist. Energiecapaciteit De capaciteit van het systeem volgt uit de hierboven beschreven ontladingstijd en het vermogen. Omdat de capaciteit een gevoelsmatig prettige maat biedt, is deze als aparte eigenschap vermeld. Het vermogen van het opslagmedium is geraamd op 1 MW. Met een ontladingstijd van enkele uren (2 tot 4 uur) komt de capaciteit in de orde van enkele megaWatturen (2 tot 4 MWh). Duurzaamheidscriteria In aanvulling op de technische uitsluitingscriteria is tevens een aantal duurzaamheidscriteria gehanteerd. In beginsel is de drijver voor de energietransitie de verduurzaming van de energievoorziening. Als criteria voor het opslagmedium zijn daarom naast de genoemde prestatie-eigenschappen enkele aan duurzaamheid gerelateerde eigenschappen van belang zoals kosten, efficiëntie, energiedichtheid (opgeslagen energie per gewicht of volume), levensduur, stadium van ontwikkeling, toxiciteit, veiligheid en beschikbaarheid van materiaal. In figuur 2, op de volgende pagina, is een overzicht gegeven van de opslagmethoden die op dit moment het meest voorkomen [3] [4] in relatie tot de vier prestatie-eigenschappen van het medium. Het roze kader geeft aan waarbinnen de opslagmethoden volgens de besproken technische selectiecriteria moeten vallen voor toepassing in de gebouwde omgeving. De twee systemen die in aanmerking komen zijn batterijen en waterstof. Batterijen We zijn gewend (oplaadbare) batterijen te gebruiken voor kleine applicaties (mobiele telefoons, fotocamera’s etc.). Batterijen kunnen echter ook op grotere schaal toegepast worden. Het principe van de batterij blijft hierbij gelijk: het elektrochemisch opslaan van elektrische energie. Batterij-varianten die al toegepast worden zijn bijvoorbeeld lood-zuur, redox flow, natrium-zwavel en lithium-ion. Mogelijke toekomstige technologieën met verbeterde eigenschappen zijn natrium-water, lithium-zwavel en lithium-lucht. De markt van (lithium-)batterijen breidt zich in hoog tempo uit vanwege de grootschalige toepassing van mobiele consumentenelektronica en door de verwachte opkomst van elektrische auto’s. Ze vormen daarmee een aantrekkelijke optie voor toepassing in de gebouwde omgeving. De levensduur van de huidige generatie Li-ionbatterijen is acceptabel en met betrekking tot

11

5-4-2012 10:24:40


Ontladingstijd bij gegeven vermogen

Responstijd: SECONDEN

Responstijd: MINUTEN

10 uur

Pumped Hydro

Batterijen CAES

Waterstof

1 uur

Vliegwiel

Super Condensator

1 minuut 1kW

10kW

100kW

1MW

10MW

100MW

1GW

1kW

10kW

100kW

1MW

10MW

100MW

1GW Vermogen

-Figuur 2- Selectie opslagmedia gebouwde omgeving

de toxiciteit, veiligheid en de beschikbaarheid van grondstoffen is de batterij de vandaag de dag meest geschikte optie [5]. Waterstof Met een zeer hoge energiedichtheid is de energiedrager waterstof fysisch gezien een zeer geschikt medium voor opslag van energie. Op kleine schaal echter is een volledig op waterstof gebaseerd opslagsysteem duur en inefficiënt. Dit wordt veroorzaakt doordat bij elke stap in de opslagcyclus (productie van waterstof uit water, opslag van waterstof en omzetting naar elektriciteit met behulp van een brandstofcel) energieverliezen optreden. Energieopslag met behulp van waterstof is nog volop in ontwikkeling. Bijvoorbeeld op het vlak van berging van waterstof: waterstof zou kunnen worden opgeslagen in de vorm van ammoniak. Een waterstof-ammoniaksysteem is energie-efficiënter dan een waterstof-watersysteem. Dit maakt het waterstof-ammoniaksysteem economisch gezien interessant. Maar op gebouw- en wijkniveau is deze vorm van opslag ongeschikt vanwege het toxische karakter van ammoniak. [6]

‘SMART GRID’ EN OPSLAG Of energieopslag een grote rol speelt in het net van morgen is nog maar de vraag. Zoals eerder aangegeven speelt een tweede ontwikkeling een belangrijke rol: het ‘smart grid’. Belangrijke eigenschappen van het smart grid zijn verbeterde meting en communicatie, meer verbondenheid en meer vraagsturing. Meting en communicatie Het smart grid gaat uit van zeer exacte meting van de vraag, exacter dan deze nu is. Hiermee maakt een smart grid een exactere sturing van aanbod mogelijk. Directe communicatie tussen centrale en decentrale producenten en afnemers zou het mogelijk moeten maken voor elke energieproducent, centraal of decentraal, real time een afnemer voor energie

12

TM0412_lippmann_2086d.indd 12

te vinden. De verbeterde voorspelbaarheid van vraag naar elektriciteit en de verbeterde communicatie zorgen ervoor dat er altijd voldoende afnemers zijn, waarmee overproductie tot een minimum wordt beperkt. Hiermee vermindert de behoefte aan opslag. Verbondenheid Het smart grid gaat uit van een sterk verbeterde infrastructuur: een net waarin op ieder punt energie kan worden aangeboden en afgenomen, en waar ook iedere aanbieder en afnemer aan verbonden is. De energiemarkt wordt zo sterk vergroot. De productie zal hierdoor, zo is de gedachte, altijd een afnemer vinden. De behoefte aan opslag zou dus kunnen verminderen. Vraagsturing Voor hernieuwbare energie uit zon en wind is sturing van het aanbod nagenoeg uitgesloten; de enige optie is het stellen van een maximum aan de capaciteit. In de context van smart grids wordt daarom gedacht aan het sturen van de vraag in tegenstelling tot het sturen van het aanbod. Dit houdt in dat een tijdspanne wordt vastgelegd waarbinnen een bepaalde hoeveelheid energie nodig is. Vervolgens bepaalt het smart grid welke tijdstippen binnen de aangegeven tijdspanne het meest geschikt zijn voor energieafname. Een voorbeeld hiervan zijn koelinstallaties die ’s nachts ‘overkoelen’ wanneer er een aanbodoverschot is en energieprijzen laag zijn. Overdag is dan minder koeling vereist: alle benodigde energie is in kortere tijd in de nacht opgenomen. Andere vormen van vraagsturing zijn bijvoorbeeld real-time-sturing of demand-response. Dit kan op basis van de actuele stroomprijs als prikkel of op basis van afspraken met de stroomleverancier. Een afnemer krijgt een betere stroomprijs als hij op verzoek in periodes van onbalans het verbruik verminderd; dat kan automatisch gebeuren voor sommige

apparaten (elektrische boilers, (vaat)wasmachines, airconditioners wasdroger, diepvriezer voor een korte periode etc.). Sturing van de vraag verbetert de afstembaarheid van vraag en aanbod, reduceert hiermee de kans op overof onderproductie en vermindert daarmee de behoefte aan opslag. De verbeteringen in meting, communicatie en verbondenheid creëren daarentegen ook een gunstig klimaat voor opslag doordat ze gedeeld gebruik van het opslagmedium mogelijk maken. Hierop wordt ingegaan onder ‘Scenario’s’.

KOSTEN Hoe nobel en doelstelling ook wezen mag, voor de daadwerkelijke toepassing van opslag in de gebouwde omgeving zijn de kosten doorslaggevend. Inzicht in de kostenstructuur van het huidige net zegt dus veel over hoe de markt zich kan ontwikkelen. Energie op de Europese energiemarkt kost gemiddeld ongeveer 4 ct/kWh. De maximale prijs die voor energie op de markt wordt betaald in ongeveer 7 ct/kWh. Voor de consument worden hier bovenop kosten in rekening gebracht (transmissie & distributie, energieleverancier en belasting) tot een totaal van rond de 23 ct/kWh. Energie uit decentrale opwekking (bij de consument) die de energiemarkt op gaat, wordt verhandeld voor ‘een redelijke prijs’; gelijk aan ongeveer de maximum prijs voor energie op de markt: zo’n 7 cent. In deze situatie zullen de kosten voor een kWh uit een opslagmedium 23 - 7 = 16 cent mogen bedragen om rendabel te zijn. Vandaag de dag geldt in Nederland de salderingsregeling. Deze regeling is een subsidie, bedoeld om startende technieken van de grond te krijgen, en maakt dat de consument geen 7 maar 23 cent voor een geleverde kWh krijgt (gelijk aan de prijs die ze betaalt). Deze regeling heeft voor opslag van energie tot gevolg dat bij toepassing het opslagmedium kosteloos zou moeten zijn om te renderen.

TVVL Magazine | 04 | 2012 ENERGIEVOORZIENING

5-4-2012 10:24:41


SCENARIO’S Bovenstaand zijn de theoretische mogelijkheden besproken van opslag van elektrische energie en enkele functionaliteiten van het smart grid. Maar wat betekent dit nu voor de Nederlandse energievoorziening? Welke praktische veranderingen kunnen we verwachten? Het Nederlandse net is bijzonder degelijk, m.a.w. het kan behoorlijk wat hebben voor ingrijpende veranderingen noodzakelijk zijn. Toch kunnen kleine veranderingen optimalisaties tot gevolg hebben nog voordat ze zijn geboren uit noodzaak. De toekomst van onze energievoorziening laat zich vormen door vele technische, sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen. Dit in combinatie met de tegenstrijdige belangen die gelden maakt dat het lastig is een exacte voorspelling te doen over het net van morgen, en specifiek opslag in de gebouwde omgeving. Er zijn daarom een viertal scenario’s geschetst:

Usage

DECENTRAL ENERGY

FEED-IN

Time

-Figuur 3- Collectivisme A Usage

DECENTRAL ENERGY

1.Collectivisme Terugleveren aan het net is voor de decentrale producent het meest kostenefficiënt. De oorzaken hiervan liggen in een uitblijvende daling in de prijs voor opslagmedia, nieuwe kostenconstructies met betrekking tot (lokale) teruglevering, aanhoudende subsidiëring op teruglevering (salderen) en een combinatie van deze (figuur 3). 2.Individualisme Dit scenario wordt gekenmerkt door moment A (figuur 4), aangegeven door de stippellijn in de figuur, waarop opslag van elektrische energie voor de consument even kostenefficiënt is als teruglevering. Scenario 2 start als scenario 1, terugleveren is het voordeligste alternatief voor decentrale overproductie, mede veroorzaakt door de salderingsregeling. Bij een aanhoudende stijging van decentrale duurzame productie is het aannemelijk dat deze subsidiëring af neemt. Moment A geeft het punt weer waarop subsidiëring op teruglevering dusdanig is verlaagd dat opslag voordeliger is voor de consument/decentrale producent. Individuele opslag zal vanaf dit punt stijgen, en teruglevering zal vanaf dit punt afnemen. In een reëel eindscenario is het gebruik van individuele opslag gestabiliseerd. 3.Gematigd collectivisme Om opslagmedia binnen een groter collectief (gebouwencomplex/wijk) toe te passen (wat schaalvoordelen biedt) hebben overheden het speelveld beïnvloed door het elimineren van tegenstrijdige belangen en het scheppen van de voorwaarden voor betere samenwerking. We zien een scenario als bij het toekomstbeeld Collectivisme, waarin teruglevering voor de

TVVL Magazine | 04 | 2012 ENERGIEVOORZIENING

TM0412_lippmann_2086d.indd 13

Li-ion

FEED-IN

Li-ion

INDIVIDUAL STORAGE

Time

-Figuur 4- Individualisme Usage

DECENTRAL ENERGY

Li-ion

FEED-IN

SHARED STORAGE

Time

-Figuur 5- Gematigd collectivisme

decentrale producent de beste optie is, met als uitbreiding de georganiseerde toepassing van gedeelde opslag op het niveau van gebouwencomplex of wijk (figuur 5). Nieuwe kostenconstructies, zoals het doorbelasten van de afstand van producent tot afnemer, kunnen hieraan bijdragen. 4.Vertraagd gematigd collectivisme Een vierde scenario laat een overgangsfase

zien van toekomstbeeld Individualisme naar Gematigd collectivisme. Op moment A (figuur 6) speelt dezelfde situatie als in het scenario bij Individualisme, het moment waarop opslag van elektrische energie voor de consument even veel opbrengt als teruglevering. Ontwikkelingen op het gebied van opslag zetten door tot een punt waarop schaalvoordelen kunnen worden uitgenut. Dit punt wordt aangegeven door stippellijn

13

5-4-2012 10:24:41


B in de figuur. Evenals in het toekomstbeeld Gematigd collectivisme hebben overheden het speelveld beïnvloed door het elimineren van tegenstrijdige belangen en het scheppen van de voorwaarden voor betere samenwerking, om zo gedeelde opslag renderend (kostenneutraal) te maken.

www.remon.com

Energieopslag in het net van morgen Gezien de ver ontwikkelende staat van het huidige Nederlandse net (hoge bedrijfszekerheid en belastbaarheid) en de potentiële toegevoegde waarde van informatie- en communicatietechnologie is het aannemelijk dat op korte termijn voornamelijk ontwikkelingen in de richting van optimalisatie van het bestaande net naar een smart grid zullen plaatsvinden. Wat kan worden verwacht van opslag in de gebouwde omgeving? Het speelveld binnen de energiesector kenmerkt zich door belangen en doelstellingen van stakeholders die voor een deel tegenstrijdig zijn. Van een vruchtbare samenwerking en degelijke onderlinge uitlijning van de belangen en doelstellingen lijkt op dit moment geen sprake te zijn. In het net van morgen is het schaalniveau (woning of wijk) waarop behoefte aan opslag kan ontstaan afhankelijk van de kostenstructuur en de onderlinge uitlijning van belangen. Als decentrale opslag zijn toevlucht vindt op korte termijn is er daarom een reële kans dat dit op individuele schaal zal gebeuren. Al met al kan worden gesteld dat wanneer opslag verder is doorontwikkeld het een welkome extensie kan zijn van het net; ook of juist wanneer dit tot smart grid is geëvolueerd.

LITERATUUR 1.  U.S. Department Of Energy, Office Of Electricity Delivery & Energy Reliability, Energy Storage Program Planning Document, February 2011 2.  Pike Research CleanTech Market Intelligence, Dehamna A., Bloom. E., Energy Storage on the Grid, Long Duration Energy Storage Systems: Compressed Air, Pumped Storage, NaS Batteries, Hydrogen Storage, Flow Batteries and Lithium Ion Batteries for Utility-Scale Storage, Q3 2011. 3.  Cole S., Van Hertem D., Meeus L., Belmans R.: Energy storage on production and transmission level: a SWOT analysis, WSEAS Transactions on Power Systems, Vol.1, Issue 1, ISSN 0885-8950, IF 0.922, January, 2006; pp. 31-38

A

B

DECENTRAL ENERGY

FEED-IN

14

TM0412_lippmann_2086d.indd 14

INDIVIDUAL STORAGE

Li-ion

SHARED STORAGE

Time

-Figuur 6- Vertraagd gematigd collectivisme

!

Waarom zo stellig? Omdat Remon het meest competente boorbedrijf van Nederland is en omdat we zorgvuldig geperfectioneerde techniek gebruiken.

Het volledige rapport is te downloaden is van de website van TVVL

Usage

Aardwarmte - ‚t zat‚ er al in ... ... en Remon haalt t er weer voor u uit Remon regelt voor installateurs, architecten en huiseigenaren het complete aardwarmtesysteem. En we leveren het sleutelklaar op tot aan de warmtepomp. Heel gemakkelijk, heel vertrouwd.

4.  Baxter R., Energy Storage – A nontechnical Guide, Pennwell Corporation, Tulsa, Oklahoma (USA), 2006 5.  Wagemaker, Marnix, Presentatie congres decentrale energieproductie en –opslag, 24, 25 en 26 okt 2011, presentatie Marnix Wagemaker 6.  Mulder, 2011, Interview met Prof.Dr.Ir. Mulder van de Faculteit Radiation, Radionuclides & Reactors (R3) van de Technische Universiteit Delft, afdeling Fundamental Aspects of Materials and Energy, afgenomen op 4 oktober 2011 te Delft

Wat betekent dat in de praktijk? • we boren snel de benodige schachten, tot 300 meter diep • we berekenen deskundig de bijbehorende leidingweerstanden • we werken netjes en schoon, zonder graafwerk in het terrein of boormateriaal dat achterblijft rondom het boorgat • we stemmen ‘t systeem af op uw behoeften • en we geven 25 jaar systeemgarantie

passie voor duurzame energie

Waarom Remon? • SIKB-erkend boorbedrijf • open en gesloten bronsystemen • grote en kleine boormachines, geschikt voor elk terrein • landelijk opererende servicedienst - 24/7 service • meer dan 25 jaar ervaring Marum | Dalfsen | Ospel 0594 64 80 80 0529 43 50 40 077 466 00 45

TVVL Magazine | 04 | 2012 ENERGIEVOORZIENING

5-4-2012 10:24:43


Remeha

GAS 310 -610 ECO PRO

De grote ketel

die nergens te groot voor is...

Staande HR-ketels van Remeha zijn het warm kloppend hart van hotels, zorginstellingen, scholen, kantoren en andere grote gebouwen. Toonaangevend in deze topklasse, introduceert Remeha de geheel nieuwe GAS 310-610 ECO PRO. Een 100% maatwerkproduct met vermogens oplopend tot meer dan 1 MW.

Standaard voorzien van transportwielen en slechts 72 cm breed rijdt het toestel door de kleinste deuropening naar binnen. Bovendien is hij binnen 20 minuten te ontmantelen in kleine, goed handelbare delen. Ook voor service en onderhoud zijn alle componenten optimaal toegankelijk. De GAS 310-610 ECO PRO bevat de nieuwste techniek en de intelligente,

! W U E NI

adaptieve Remeha Comfort Master besturingselektronica. Elke ketel wordt geheel naar specificatie geassembleerd, vooringesteld en getest voor levering.

Meer info over de GAS 310-610 ECO PRO en andere producten? Scan de QR-code hieronder met uw smartphone of ga naar

nl.remeha.com

the comfort innovators

TM0412_15.indd 15

Remeha B.V. Postbus 32, 7300 AA Apeldoorn T +31 (0)55 549 6969 E remeha@remeha.com

5-4-2012 11:47:07


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.