Geloof ons. Het origineel is beter!
Mei 2013 | Jaargang 42 | Nr 5
g ó n nu
JAARGANG 42 NR. 5 TVVL MAGAZINE MEI 2013
VRV van Daikin. Het origineel is nu nog beter!
Betonkernactivering
®
Soms scheelt het maar één letter en is het toch een wereld van verschil. In de installatiemarkt vormen de drie letters VRV al jaren een begrip. VRV maakte het als eerste mogelijk om meerdere ruimtes individueel te koelen en te verwarmen met één buitendeel. Andere aanbieders volgden met het VRF-systeem. Inderdaad, dat scheelt maar één letter. Maar het is niet het origineel. En de originele VRV overtreft nu ook zichzelf. De 4e generatie VRV biedt drie revolutionaire innovaties: continue verwarming met warmtepomp (dus ook tijdens de ontdooicyclus), variabele verdampingstemperatuur en de VRV-configurator voor een eenvoudigere inbedrijfstelling.
Geothermische warmtepompen Prestatiesimulatie
Thema:
Geotabs... Bright Future Ahaed
Ga naar www.daikin.nl/VRV-IV voor meer informatie over deze innovaties. Hier kunt u ook het boekje "VRV IV, nóg meer originele voordelen" aanvragen.
Daikin maakt het u steeds comfortabeler.
TM0513_cover.indd 1
25-4-2013 14:05:41
Climate Ceiling Systems
DE JONGH PIPESYSTEMS B.V.
The perfect
Toonaangevend en de specialist De Jongh Pipesystems is een dynamisch bedrijf, gespecialiseerd in PE-HD kunststofleidingsystemen voor gas- en waterdistributie, persriolering, druk- en vrijvervalbuizen, alsmede voor industriële toepassingen. Een gemotiveerd en goed opgeleid team met ruime ervaring in haar branche staat u graag te hulp.
PE-HD kunststof leidingsystemen
Hulpstukken
Betonbescherming
Gereedschappen
Werkplaats
Geothermie
islands.
Duurzame vorm van energie Onuitputtelijke energiebron Verticale sonde in woonhuis
Biedt comfortverhoging Positieve impact op energielabel
Voetsondemet gewicht
HDPE verdeelput
Buizen voorzien van een voorgemonteerde sondevoet
Postbus 11 - 4670 AA Dinteloord Sluisweg 2 - 4794 SW Heijningen Telefoon 0031 (0) 167 521739 Telefax 0031 (0) 167 521837 E-mail info@dejonghpipesystems.nl Internet www.dejonghpipesystems.nl
TM0513_omslag_binnen_02_59.indd 662287_DJP_Advertentie.indd 1 1
4/17/13 12:27 PM
Kenmerken: -
INTEGRA Klimaateilanden
Hoog comfortniveau Snelle responstijd Verhoging van het ruimtelijk effect Hoge geluidabsorptie Hoge capaciteit per m2 eiland Optimalisatie bron- en distributiesysteem (gebruik free-cooling) - Eenvoudig plaatsen/verwijderen van wanden - Veel esthetische vrijheid
De energiezuinige ontwerpen van Integra klimaateilanden leveren een hoge koel- en verwarmingscapaciteit. In het ontwerp van de verschillende eilandvarianten kunnen akoestische voorzieningen, licht- en luchttechniek volledig worden geïntegreerd. Het resultaat: een zeer comfortabel binnenklimaat èn maximale esthetische vrijheid voor de architect.
hi tech comfort Aesthetics.
www.integra–groep.com
4-5-2013 18:58:10
Inhoudsopgave Redactieraad: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Mw. dr. L.C.M. (Laure) Itard M. (Michiel) van Kaam H. (Henk) Lodder G.J. (Geert) Lugt Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. O.W.W. (Oscar) Nuijten Mw. drs.ir. I. (Ineke) Thierauf Ing. J. (Jaap) Veerman Ing. R (Rienk) Visser Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur) Redactie: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur) Redactie-adres: TVVL: De Mulderij 12, 3831 NV Leusden Postbus 311, 3830 AJ Leusden Telefoon redactie (033) 434 57 50 Fax redactie (033) 432 15 81 Email c.mulder@tvvl.nl
TVVL MAGAZINE Mei 2013 Geothermische warmtepompen én betonkernactivering Prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, ing. J. (Jan) Hoogmartens, dr.ir. M. (Maarten) Sourbron, dr.ir. C. (Clara) Verhelst, dr.ir. J.L.M. (Jan) Hensen 6
Grond gekoppelde warmtepompsystemen Dr.ir. S.D. (Clara) Verhelst en prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen 10
Een kijk op lange termijn Dr.ir. S.D. (Clara) Verhelst en prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen 16
Uitgave: Merlijn Media BV Zuidkade 173, 2741 JJ Waddinxveen Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl www.merlijnmedia.nl secretariaat: Email info@merlijnmedia.nl Abonnementen: Merlijn Media BV Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl Benelux € 109,Buitenland € 212,Studenten € 87,Losse nummers € 18,Extra bewijsexemplaren € 13,Het abonnement wordt geacht gecontinueerd te zijn, tenzij 2 maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd. Advertentie-exploitatie: Merlijn Media BV Ruud Struijk Telefoon (0182) 631717 Email r.struijk@merlijnmedia.nl Prepress: Yolanda van der Neut Druk: Ten Brink, Meppel ISSN 0165-5523 © TVVL, 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
Comfortervaring in kantoren mét en zonder Geotabs Ing. J. (Jan) Hoogmartens, Msc.ing. J. (Johan) Coolen, prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen
20 Geotabs-gebouw
Regeling van betonkernactivering Dr.ir. M. (Maarten) Sourbron, prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen
24
20
Prestatiesimulatie van een bestaand Geotabs-gebouw Ir. W. (Wout) Parys, ing. J. (Jan) Hoogmartens, prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, em.prof.dr.ir.-arch. H. (Hugo) Hens, prof.dr.ir. -arch. D. (Dirk) Saelens
28
Comfort in thermisch actieve gebouwen Ir. B. (Bert) Swart en ir. F.W.M. (Frank) Lambregts
32
Computersimulatie van Geotabs-systemen Dr. D. (Daniel) Cóstola, A. (Alessia) Arteconi, prof.dr.ir. J.L.M. (Jan) Hensen 34
EDITORIAL 4 Interview 38 Projectbeschrijving 42 45 Actueel 49 Uitgelicht Promotie-onderzoek 50 nieuws 52 53 regelgeving 55 Internationaal 56 summary 57 voorbeschouwing 58 Agenda
REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld ‘door redactieraadleden’. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden (‘peer reviewers’) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.
Interview: Gert Jan Koele
Project: Venco Campus
38 42
TVVL Magazine is het officiele orgaan van TVVL Platform voor Mens en Techniek. De vereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel de bevordering van wetenschap en techniek op gebied van installaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kunnen toetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied, van wie mag worden verwacht, dat zij op grond van kennis en kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van de vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine is voor leden en begunstigers van TVVL gratis. De contributie voor leden bedraagt € 139,15 incl. BTW per jaar. Informatie over de bijdrage van begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.
3
TM0513_inhoud.indd 3
4-5-2013 19:29:43
editorial
Geotabs...
Bright Future Ahead De eis voor bijna-nul-energie-gebouwen (Nearly Zero Energy Buildings (NZEB)) zet warmtepompen en energieopslagsystemen extra in de kijker. Geothermische warmtepompen hebben een streepje voor door hun hoge energie efficiëntie, de mogelijkheid tot passief koelen en seizoensopslag. Gecombineerd met betonkernactivering (thermally activated building systems (TABS)) leiden ze tot het Geotabs-concept: een pareltje van energie ef-
Lieve Helsen
ficiëntie en slim gebruik van energieopslag, mits het ontwerp en de regeling van het globale systeem deel uitmaken van een geïntegreerde holistische aanpak. Prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, hoogleraar aan afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, KU Leuven - Geotabs projectcoördinator; prof.dr.ir. J.L.M. ( Jan) Hensen, hoogleraar aan Unit Building Physics & Services, TU Eindhoven Jan Hensen Het EraSME Geotabs-project (2011-2013), uitgevoerd door acht onderzoeksinstellingen en 17 bedrijven uit vijf Europese landen, streefde naar optimaal ontwerp en regeling van Geotabs-kantoren. Hiertoe werd een combinatie van metingen, comfortenquêtes, modelsimulaties en ontwikkeling van nieuwe regelstrategieën ingezet. De resultaten van elk van deze onderdelen worden in deze uitgave verder uitgediept. De belangrijkste boodschappen zijn alvast: (1) een holistische aanpak van het globale systeem met al haar interacties is de enige juiste, (2) dynamische simulaties (met oog voor het gebruikersgedrag) en een aangepaste regelmethodiek zijn cruciaal, (3) metingen en opvolging komen alle partijen ten goede en (4) het globale systeem moet geëvalueerd worden op energiegebruik, comfort én lange-termijn duurzaamheid. De resultaten van het Geotabs-project bevestigen dat er een mooie toekomst is voor Geotabs-gebouwen en vormen een ideaal startpunt voor verder onderzoek en ontwikkeling, o.a. in andere gebouwtypen.
4
TM0513_editorial.indd 4
Op 22 januari 2013 werden de resultaten van het Geotabs-project voorgesteld in een afsluitend symposium in Hannover, waaraan een honderdtal professionelen en onderzoekers deelnam. Het enthousiasme en de tevredenheid waren zeer groot, mede dankzij het uitwisselen van ervaringen en kennis. Dit heeft geleid tot een interdisciplinaire en internationale kruisbestuiving. Meerdere projectpartners zijn vastberaden het Geotabsverhaal op één of andere manier door te zetten. In juni dit jaar is er alvast een Geotabs-workshop gepland tijdens het Clima 2013 congres in Praag. In het najaar zal er ook in België een congres georganiseerd worden, waar de resultaten en het vervolgonderzoek worden voorgesteld. Als Geotabs-projectcoördinator en -partner blikken we heel tevreden terug en kijken we hoopvol vooruit. Jammer van één aspect: dat het Geotabs-project maar twee jaren kon duren. Ga voor meer informatie over het Geotabs-project naar: www.geotabs.eu.
TVVL Magazine | 05 | 2013 EDITORIAL
4-5-2013 19:34:00
Bij alles wat we doen, denken we voortaan groen Duurzaamheid is niet alleen een woord. Duurzaamheid moet je doen. Vandaar dat we ons assortiment en onze diensten meer ‘groen’ kleuren. Het vinden van zogenaamde ‘groene’ producten via de website is een stuk makkelijker geworden. Of het nu gaat om producten die energie besparen of zelfs energie opleveren. We geven adviezen voor alternatieve oplossingen die het milieu minder belasten, bijvoorbeeld op het gebied van efficiënt installeren. En we dragen ook ons steentje bij. Zo heeft Technische Unie de Lean and Green Award én is gecertificeerd voor niveau 3 van de CO2 -prestatieladder. Het bewijs dat techniek en ‘groen’ prima samen gaan. Technische Unie. Daar heb je meer aan.
www.technischeunie.com
advDuurzaamTU210x297.indd 1 TM0513_05_tu.indd 5
26-06-12 15:52 4-5-2013 18:47:36
Optimaal ontwerp en regeling van kantoorgebouwen
Geothermische warmtepompen én betonkernactivering De combinatie van geothermische warmtepompen (GEO-WP) en betonkernactivering (BKA) in kantoorgebouwen heeft een energiebesparingspotentieel van 20 tot 70% vergeleken met conventionele verwarmings- en koelinstallaties [4,5,10,20]. Beide kunnen beschouwd worden als state-of-the-art technologieën. Toch worden deze potentiële energiebesparingen in de praktijk zelden gehaald omwille van niet optimale integratie van componenten in het globale systeem, evenals inefficiënte regeling [5,7,13,14,15,16,17]. Prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen1,3, ing. J. ( Jan) Hoogmartens1,4, dr.ir. M. (Maarten) Sourbron1, dr.ir. C. (Clara) Verhelst1, dr.ir. J.L.M. ( Jan) Hensen2 1 Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven), Departement Werktuigkunde, Afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, België; 2 Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Bouwkunde, unit Building Physics & Services; 3 Geotabs Project Coördinator; 4 Geotabs Project Manager
GEO-WP danken hun energiebesparingspotentieel aan de grondkoppeling en de combinatie met lage temperatuur warmteafgiftesystemen of hoge temperatuur koelsystemen (zoals vloerverwarming en BKA). Hierdoor kan het temperatuurverschil tussen bron en afgifte laag gehouden worden, wat een positief effect heeft op de prestatie van de warmtepomp. Bovendien kan de koude, die tijdens het stookseizoen in de bodem wordt opgeslagen, tijdens de zomer gebruikt worden voor directe koeling (via eenvoudige warmtewisselaar, zie figuur 1). Voldoende aandacht moet hierbij uitgaan naar de thermische balans in de bodem, zodat ook het gebruik hiervan op lange termijn aan de duurzaamheidseisen voldoet. Daarom is het belangrijk dat het gebouw gekarakteriseerd wordt door zowel een koel- als een warmtevraag (zie figuur 2).
ACTIEF BETON
-Figuur 1- Geothermisch warmtepomp voor verwarming, natuurlijke koeling en actieve koeling
6
TM0513_helsen_2141b.indd 6
Door het gebruik van BKA wordt de betonnen structuur van het gebouw geactiveerd (warm of koud water wordt door leidingen
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONTWERP
22-4-2013 15:44:44
-Figuur 2- Bodembalans via verwarmen en koelen met een geothermisch warmtepomp
in het beton gestuurd), wat op zijn beurt het thermisch comfort in het gebouw moet garanderen. De functie van beton verschuift dus van een louter structureel element naar een cruciale component in het globale energiesysteem. Beton doet dienst als energieopslagsysteem voor koude en warmte, waardoor thermische vermogenspieken kunnen worden uitgevlakt, wat op zijn beurt kan resulteren in kleinere geïnstalleerde vermogens, en dus lagere investeringskosten [3,9]. Watertoevoertemperaturen zijn relatief laag voor verwarming (< 30°C), en relatief hoog voor koeling (> 15°C), wat aanleiding geeft tot ideale werkingsvoorwaarden voor GEO-WP. Gebouwen met BKA worden wel gekarakteriseerd door licht schommelende binnenluchttemperaturen omwille van de trage warmteoverdracht tussen beton en lucht. Kennis van het dynamisch gedrag is cruciaal in de ontwikkeling van efficiënte regelstrategieën, die vereist zijn voor een succesvolle implementatie [13,16]. De watertoevoertemperatuur beïnvloedt de warmteoverdracht naar en van het beton met een tijdsconstante in de orde van grootte van 10 uren. Dit terwijl de luchttemperatuur mee bepaald wordt door interne warmtewinsten (zoals aanwezigheid van mensen, elektrische toestellen, verlichting) en zonnewinsten, gekenmerkt door veel kleinere tijdsconstanten [19]. Bovendien leidt de vereiste thermische balans in de bodem tot een extra beperking met een nog grotere tijdschaal (orde van grootte van meerdere jaren). Deze complexe interactie van proces-
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONTWERP
TM0513_helsen_2141b.indd 7
sen, gekarakteriseerd door een breed bereik van tijdsconstanten, vraagt om een volledig nieuwe aanpak in regeling [1,15]. Verschillende studies (b.v. [7,14,15]) tonen immers aan dat het gebruik van conventionele regelstrategieën resulteert in suboptimale werking. De integratie van het dynamisch gedrag van alle componenten binnen het globale systeem is cruciaal voor het verzekeren van goede systeemprestaties én thermisch comfort in het gebouw. Deze integratie is grensverleggend en tilt de kennis voorbij de huidige state-ofthe-art.
GEOTABS-PROJECT Het Europese EraSME project Geotabs (20112013) wil via de combinatie van metingen in reële gebouwen, modelsimulaties, comfortenquêtes en een kritische evaluatie van huidige praktijken wetenschappelijk gefundeerde richtlijnen formuleren voor een verbeterd ontwerp en een efficiënte regeling van kantoorgebouwen uitgerust met geothermische warmtepompen gekoppeld aan betonkeractivering. Verbeterd ontwerp moet hierbij leiden tot hogere energieprestaties, terwijl thermisch comfort gegarandeerd blijft, waarbij continue opvolging een belangrijk aandachtspunt is. Het meten van gebouwprestaties is uitermate belangrijk voor evaluatie en detectie van problemen of fouten. Meten is weten! Bovendien is het terugkoppelen van de inzichten die men uit deze metingen haalt naar de ontwerpfase nog steeds innovatief, zeker voor GEO-WPBKA systemen. Meetdata vormen, samen met
modelsimulaties, een uitgebreide bron aan informatie die nog niet volledig geëxploiteerd wordt om het systeemontwerp en haar regeling te verbeteren. Bovendien is er nog maar bitter weinig bekend over de comfortervaring van gebruikers in gebouwen uitgerust met BKA, die tussen twee comforttheorieën (actief geconditioneerd versus natuurlijk geventileerd) invallen [11,18]. De ontwikkeling van een generische internationale comfortenquête (Comfortmeter) biedt dan ook een grote meerwaarde. De voornaamste drijfveren voor het Geotabsproject waren volgende vaststellingen: - wereldwijd vertegenwoordigen gebouwen 38% van het totale energiegebruik, waarvan 45% toekomt aan de OESO-landen [6]; - de koelvraag stijgt, wat resulteert in een jaarlijkse marktgroei van 14% voor aircoinstallaties. Verwacht wordt dat de Europese markt tegen 2018 verzadigd zal zijn, waarbij 60% van de tertiaire sector één of andere vorm van koeling toepast [2]; - de interesse in GEO-WP-BKA systemen stijgt, maar de leercurve is nog niet helemaal doorlopen; - het gebrek aan kennis en ervaring (bij ingenieurs, bouwbedrijven, installateurs, uitvoerders en opdrachtgevers) leidt dikwijls tot lagere prestaties dan verwacht. Kennisverspreiding en technologieoverdracht zijn nodig op grote schaal [12]; - voorafgaand onderzoek heeft aangetoond dat kwaliteitscontrole heel belangrijk is voor de werking van GEO-WP-BKA systemen
7
22-4-2013 15:44:46
[8,13,15]; - de efficiënte regeling van GEO-WP-BKA systemen vormt een extreme uitdaging. Deze systemen verschillen o.a. in de thermische inertie van de BKA, de temperatuurafhankelijkheid van de systeemprestatie, en de interactie met snel reagerende back-up systemen (zoals het ventilatiesysteem). Bovendien moet er geanticipeerd worden op een lange termijn thermische balans in de bodem. Modelgebaseerde voorspellende regeling (Engels: Model Predictive Control (MPC)) is een mogelijke kandidaat om deze uitdaging aan te gaan; - huidige regelaars voorzien geen interfaces om regelparameters te checken; - het GEO-WP-BKA systeem is heel gevoelig voor fouten en falen door de thermische inertie en kleine temperatuurverschillen tussen bodem koude/warmteopslag en koel/ verwarmingsysteem in het gebouw [8]; - de huidige ontwerpmethodieken hebben de neiging het back-up systeem te overdimensioneren, waarbij de investeringskosten de hoogte ingaan, wat deze technologie minder aantrekkelijk maakt. Bovendien kunnen de snel reagerende systemen de overhand nemen (en dus de BKA wegduwen) bij het gebruik van onvoldoende aangepaste regelaars; - ontwerpers, installateurs en gebruikers willen vertrouwen opbouwen in het gebruik van GEO-WP-BKA systemen. Er zijn nog meer vragen dan antwoorden, vooral met betrekking tot het type, het aantal en de locatie van sensoren, en de regeling; - slechts weinig ingenieursbureaus installeren meetapparatuur in nieuwe gebouwen met de intentie de gebouwprestaties op te volgen. Zelfs indien er gemeten wordt, vinden de nieuwe inzichten nog maar zelden hun weg terug naar verbeterde ontwerpen; - voor gebouwen uitgerust met een GEO-WPBKA systeem gaan de metingen verder dan de klassieke uitlezingen van verwarming- en koelinstallaties. Ook voorspelling van toekomstige vragen, beton- en bodemtemperaturen zijn belangrijk en vragen om integratie van meerdere expertisedomeinen; - opvolging van gebouwprestaties is een aspect dat reeds in de ontwerpfase de nodige aandacht krijgt. Een verbeterd ontwerp zal de opvolging ook vergemakkelijken; - er is een gebrek aan inzicht in de werkelijke comfortervaring van gebruikers in gebouwen uitgerust met GEO-WP-BKA systemen; - elke stakeholder, over de volledige ketting gaande van putboorders, over ingenieursbureaus, tot WP-, BKA- en regelexperten, kan met zijn/haar expertise en activiteiten een grote toegevoegde waarde hebben in
8
TM0513_helsen_2141b.indd 8
verbeterd ontwerp en regeling.
warmtepompen als bron voor betonkernactivering, Kluwer MilieuTechnologie, Tijdschrift Veiligheid en
De richtlijnen die resulteren uit het Geotabsproject geven aanbevelingen voor ontwerp, regeling en gebouwopvolging (via metingen en simulaties), samen met de beschrijving van een aantal gerealiseerde GEO-WP-BKA kantoorgebouwen en resultaten van comfortenquêtes. Dit wordt gebundeld in een nieuw Rehvahandboek dat een grote meerwaarde biedt voor architecten, bouwheren, putboorders, ingenieursbureaus, consultants, installateurs, WP-leveranciers, BKA-leveranciers, regelbedrijven, energieagentschappen, onderzoekers, docenten en studenten actief in duurzaam bouwen. Deze en andere resultaten van het Geotabsproject zijn ook beschikbaar op: http://www.geotabs.eu.
Milieu, november 2008, nr.10-extra, jaargang 15 6. IEA, 2008, Energy Technology Perspectives 2008, Scenarios and strategies to 2050, International Energy Agency 7. IEA-ECBCS-Annex 48: Design Handbook. 8. Kipry H., Bockelmann F., Plesser S., Fisch M.N., Evaluation and optimization of UTES systems of energy efficient office buildings, Presented at the EFFSTOCK Conference, Stockholm, Sweden, 2009. 9. Lehmann B., Dorer V. and Koschenz M., Application range of thermally activated building systems tabs, Energy and Buildings, 2007, 39: p. 593–598 10. Lund J., Sanner B., Rybach L., Curtis R., and Hellström G., Geothermal (ground-source) heat pumps - A world overview Renewable Energy, 2003 11. Pfafferott J.Ü., Herkel S., Kalz D.E., Zeuschner A., Comparison of low-energy office buildings in summer using different thermal comfort criteria,
DANKWOORD Het Geotabs-consortium bestaat uit acht universiteiten/hogescholen uit België, Nederland, Duitsland, Denemarken en Tjechië (KU Leuven (coördinator), Thomas More - Campus De Nayer, Université Liège, Technische Univeriteit Eindhoven, Georg Simon Ohm University of Applied Sciences Nuremberg, Technische Universität Braunschweig, Technische Universiteit Praag) en 18 bedrijven. De auteurs bedanken het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) voor de financiële steun in het kader van het EraSME – Geotabsproject (100403), en Agentschap-NL van het Ministerie van Economische Zaken voor de financiële steun door middel van Innovatie Vouchers in 2010.
Energy and Buildings, 2007, Vol. 39: p. 750-757 12. Rybach L. Geothermal Heating and Cooling of Buildings, Presentation at the IEA Demand Side Workshop, 20 March 2008, Available from http:// www.iea-gia.org/documents/ybachatIEADemandSideWorkshopPPTRybach20Mar08.pdf 13. Sourbron M., De Herdt R., Van Reet T., Van Passel W., Baelmans M., Helsen L., How efficiently produced heat and cold is squandered by inappropriate control strategies: a case study, Energy and Buildings, vol. 41, 2009, pp. 1091-1098. 14. Thermac ‘Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van Thermisch Actieve Gebouwen’ resultaat van het IWT-TETRA project Thermac 50108, W&K De Nayer, 2008. 15. Tian Z., Love J.A., Energy performance optimization of radiant slab cooling using building simulation and field measurements, Energy and Buildings, 2009, 41 (3): p. 320-330 16. Todtli J., Gwerder M., Lehmann B. , Renggli F., Dorer V., TABS Control – Steuerung und Regelung van
REFERENTIES 1. Armstrong P.R., Leeb S.B., Norford L.K. Control with Building Mass - Part I: Thermal Response Model,
thermoaktiven Bauteilsystemen, Faktor Verlag, Zurich, 2009 17. Verhelst C. , Helsen L., Modelgebaseerde regeling van
Ashrae Transactions, 112, Part 1 (2006) CH-o6-5-1,
grondgekoppelde warmtepompsystemen in kantoor-
1-13
gebouwen, in Proceedings of the KVIV Symposium
2. Ecoheatcool, The European Cold Market, 2005-2006, Euroheat & power 3. EN15377-3:2007, Heating systems in buildings -
“Mooi bedacht, nuttig toegepast”, Sessie Energie (Nov. 28, 2007, Brussels, Belgium), 2007 18. Wagner A., Gossauer E. Moosmann C., Gropp Th.,
Design of embedded water based surface heating
Leonhart R., Thermal comfort and workplace occu-
and cooling systems - Part 3: Optimizing for use of
pant satisfaction-Results of field studies in German
renewable energy sources, CEN
low energy office buildings, Energy and Buildings,
4. Ground-Reach, Reaching the Kyoto Targets by Ground Source Heat Pumps, Project Report D7
2007, 39(7): p. 758-769 19. Weber T., et al., Validation of a FEM-program
Technical, environmental and economic feasibility
(frequency-domain) and a simplified RC-model
of ground coupled heat pump technologies under
(time-domain) for thermally activated building com-
defined conditions, Arsenal Research, 2008. Available
ponent systems (TABS) using measurement data,
from http://www.groundreach.eu/script/tool/forg/ doc820/D7%20Feasibility%20of%20GCHP%20 technology.pdf, consulted on March 15, 2010 5. Helsen L., Verhelst C., Sourbron M., Grondgekoppelde
Energy and Buildings, 2005, 37: p. 707-724 20. Zogg M., Gekoppelte Kälte- und Wärmeerzeugung mit Erdwärmesonden, Bundesamts für Energie, Zwitserland 2001.
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONTWERP
22-4-2013 15:44:46
Easy and available De MEPcontent Browser is een handige app die naadloos integreert in uw werkomgeving. Zo zoekt u vanuit uw eigen Revit en CAD-software zowel online als oďŹ&#x201E;ine artikelen en plaatst ze direct in uw installatiemodel. Gratis. - Revit en CAD-bestanden, direct beschikbaar voor gebruik - up-to-date productinformatie van alle bekende fabrikanten - vind snel wat u zoekt dankzij krachtige ďŹ lters en zoekfunctie
400.000+ Europese producten
Download de gratis app via www.mepcontent.eu
Leading in MEP design
20350000256-STA-AdvMEPContent.indd 1 TM0513_09_stabiplan.indd 9
25-04-13 15:32 4-5-2013 18:50:16
Ontwerp, regeling en langetermijnprestatie
Grond gekoppelde warmtepompsystemen Dit artikel gaat in op het belang van de regeling van warmtepompsystemen, in zowel de ontwerp- als gebruiksfase, gekoppeld aan een traag reagerend afgiftesysteem zoals betonkernactivering (BKA) en een boorveld met verticale warmtewisselaars (figuur 1). Aangetoond wordt de aanzienlijke meerwaarde van een modelgebaseerde predictieve regelstrategie (MPC) ten opzichte van een conventionele regelgebaseerde strategie (RBC) voor het reduceren van zowel de investeringskosten als werkingskosten. Dr.ir. S.D. (Clara) Verhelst en prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven), Departement Werktuigkunde, Afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, België
ONTWERP WARMTEPOMPSYSTEEM In gebieden waar de bodemgesteldheid geen koude/warmteopslag in aquifers toelaat, biedt een boorveld met gesloten verticale warmtesondes een goed alternatief. De diepte,
het aantal en de configuratie van de boorputten hangt af van de bodemeigenschappen en het warmte- en koudevraagprofiel. Ontwerpsoftware zoals EED (Earth Energy Designer) bepaalt de boorputlengte op basis van de gemiddelde maandelijkse warmte- en
koudevraag, de maandelijkse piekvermogens en de bijhorende piekduur. Met deze input wordt het verloop van de fluïdumtemperatuur (in en uit de grondwarmtewisselaar) over een vooropgestelde periode, typisch 20 jaar, gesimuleerd. De totale boorputlengte wordt iteratief aangepast. De optimale lengte is die waarbij de fluïdumtemperatuur op het einde van de simulatieperiode de maximale of minimale limiet bereikt (zie figuur 2). Hoe groter de onbalans tussen warmte- en koudevraag op jaarbasis en hoe groter de vermogenspieken, hoe groter de benodigde lengte. Omdat de investeringskost quasi lineair stijgt met de boorgatlengte, is het dus nuttig om zowel de onbalans tussen de warmte- en koudevraag als de grootte van de vermogenspieken, te reduceren.
IMPACT THERMISCHE ONBALANS
-Figuur 1- Met een grond gekoppeld warmtepompsysteem met betonkernactivering aan afgiftezijde en een boorveld aan bronzijde is het mogelijk om met een hoge COP te verwarmen en passief te koelen. Het warmte- of koudevermogen dat niet aan het boorveld wordt onttrokken, wordt door de backup gasketel en koelmachine geleverd.
10
TM0513_verhelst_2141c.indd 10
Omwille van de impact van thermische onbalans op de benodigde boorveldgrootte zijn grondgekoppelde warmtepompsystemen (GGWP) economisch interessanter voor kantoorgebouwen dan voor residentiële gebouwen, gezien kantoorgebouwen naast
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK
4-5-2013 19:39:27
een warmtevraag typisch ook een substantiële koudevraag hebben. Bij kantoorgebouwen ziet men zelfs steeds vaker dat de koudevraag de warmtevraag overschrijdt. In dat geval stellen ontwerprichtlijnen voor om bijkomend een traditionele koelmachine te voorzien om die onbalans op te vangen en zo de investeringskosten van het boorveld te beperken. Analoog wordt voor warmtevraag gedomineerde gebouwen een bijkomende verwarmingsinstallatie, zoals een gasketel, aangeraden. Deze combinaties vallen onder de noemer “hybride grondgekoppelde warmtepompsystemen (HyGGWP) ”.
IMPACT VERMOGENSPROFIEL Een tweede manier om de boorveldgrootte te beperken, is om grote vermogenspieken in de warmte- en koudevraag te vermijden. Daarom is BKA een ideaal afgiftesysteem voor een (Hy) GGWP. BKA laat immers toe om exergetisch optimaal te gaan verwarmen en koelen, namelijk via lage-temperatuurverwarming met een warmtepomp (WP) en hoge-temperatuurkoeling met passieve koeling (PK). Maar ook om een vlak vraagprofiel te realiseren. Het potentieel van BKA om op die manier de benodigde boorveldgrootte, en dus de investeringskost van (Hy)GGWP te reduceren, heeft in de literatuur nog weinig aandacht gekregen. Hoe komt dit? Voor kleinere systemen wordt het vermogensvraagprofiel vaak bepaald op basis van statische warmte- en koellastberekeningen. Voor grotere projecten wordt het vermogenprofiel bepaald via dynamische gebouwsimulaties in bijvoorbeeld Trnsys, EnergyPlus of Modelica. Deze simulaties laten toe om de impact van zonnewinsten en interne winsten accuraat in te schatten, rekening houdend met de thermische massa van het gebouw. Het vermogenprofiel aan installatiezijde bij systemen met BKA hangt echter niet enkel af van de warmte- en koudelasten op het niveau van de zone, maar ook – omwille van de thermische massa van BKA – van de regeling. De vraag luidt welke regeling toelaat om de thermische massa van BKA daadwerkelijk in te zetten voor het afvlakken van het vraagprofiel, rekening houdend met de impact op de energiekosten en het thermische comfort. Hier zit nu net de pijn. Huidige regelstrategieën zijn gebaseerd op het principe van de stooklijn en koellijn. Deze geven de vertrek- of terugvoertemperatuur die nodig is om de thermische verliezen in stationaire toestand te compenseren bij een gegeven buitentemperatuur en een gewenste binnentemperatuur. Het probleem bij afgiftesystemen met een grote thermische massa zoals BKA, is dat het systeem zelden of nooit
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK
TM0513_verhelst_2141c.indd 11
-Figuur2- De dimensionering van het boorveld gebeurt op basis van een dynamische simulatie van het verloop van de fluïdumtemperatuur Tf in functie van de specifieke bodemkarakteristieken en het opgelegde warmte- en koudevraagprofiel. De boorveldgrootte wordt iteratief aangepast totdat de fluïdumtemperatuur Tf de minimale of maximale grens bereikt na de vooropgestelde tijdshorizon tontwerp, (typisch 20 jaar). Hoe groter de onbalans tussen de warmte- en de koudevraag en hoe groter de vermogenspieken, hoe groter het benodigd boorveld.
-Figuur3- Dimensionering van een grondgekoppeld warmtepomsysteem gebeurt op basis van een dynamische gebouwsimulatie. Deze grafieken voor een kantoorgebouw met BKA gesimuleerd in Trnsys, illustreren het belang van de geïmplementeerde regeling bij het ontwerp van installaties in het algemeen, en van boorvelden in het bijzonder. Links boven: vermogenprofiel met een stooklijngebaseerde regeling. Rechts boven: met een modelgebaseerde predictieve regeling. In dit voorbeeld geven beiden aanleiding tot eenzelfde jaarlijkse warmte- en koudevraag (zie grafiek midden) terwijl de vermogensvraag verschilt met een factor 4 (zie grafiek bovenaan). Het benodigd aantal boorputten om een zekere fractie van de warmtevraag (GEOh, rood) of van de koudevraag (GEOc, blauw) te dekken is hierdoor significant verschillend (zie grafiek onderaan).
11
4-5-2013 19:39:28
stationaire toestanden bereikt. Het is daarom nodig om te voorspellen wat het gebouw thermisch nodig zal hebben om deze warmte of koude tijdig naar de BKA te sturen. Dit gebeurt nu door de start- en stoptijd van de installatie manueel of adaptief aan te passen, de dode band op de zonetemperatuur te verschuiven etc. Het is niet evident om deze parameters te ‘tunen’, omdat ze aangepast moeten worden aan de gebouwparameters, de toestand van het systeem, de geïnstalleerde vermogens... en ze elkaar onderling beïnvloeden. Wanneer verschillende installaties warmte en koude kunnen leveren, zoals het geval is bij een hybride GGWP-systeem, komen daar extra regelparameters bovenop om de warmte- en koudeproductie over de verschillende componenten, i.e. GGWP en PK versus backup installatie, te verdelen. Bovendien kan een bepaalde set van parameterwaarden goed zijn in het stookseizoen, maar falen in het tussenseizoen en koelseizoen, en vice versa. Kortom, huidige regelstrategieën zijn niet in staat om het volledige potentieel van het (Hy)GGWP systeem met BKA – zijnde goed thermisch comfort aan een lage energiekost en met een laag vermogen – te realiseren. De vraag of huidige regelstrategieën toereikend zijn, is niet enkel voor de gebruiksfase maar ook voor de ontwerpfase cruciaal. De regeling waarmee de dynamische simulatie wordt uitgevoerd bepaalt immers in grote mate de energievraag en het vermogensprofiel. Het antwoord is dat er regelstrategiëen zijn die veel performanter zijn. Een vergelijking (zie figuur 3) van een stooklijngebaseerde of ‘regelgebaseerde (RBC)’ strategie met een modelgebaseerde predictieve regeling (MPC) toont aan dat het piekvermogen met MPC een factor 4 lager is dan met een goed ingestelde RBC, waarbij hier bovenop zowel het thermisch comfort als de energetische performantie verbeteren. Het hoeft geen betoog dat dit significante implicaties heeft voor de dimensionering van het boorveld en/of van de backup installatie. Vanuit het oogpunt van investeringskost loont het zeker de moeite om aandacht te besteden aan de regeling tijdens het uitvoeren van dynamische simulaties.
VERSCHIL MET HUIDIGE REGELSTRATEGIE In tegenstelling tot de huidige, regelgebaseerde regeling (RBC), vertrekt een modelgebaseerde predictieve regelstrategie (MPC) van een welomlijnde, optimalisatiegebaseerde aanpak. Het concept van MPC is heel intuïtief te begrijpen. MPC vervangt het denkproces van een ervaren gebouwbeheerder. Hierbij zijn volgende elementen cruciaal: - kennis van het systeem (gebouwdynamica,
12
TM0513_verhelst_2141c.indd 12
-Figuur 4- Een modelgebaseerde predictieve regeling (MPC) bepaalt de ingangsvariabelen op basis van een optimalisatie. De optimalisatie houdt rekening met de actuele systeemtoestand, bepaald op basis van terugkoppeling van de metingen (Toestandsschatter), met de systeemdynamica (Systeemmodel) en met de voorspelling van storingen zoals de buitentemperatuur, de zonne-instraling, het gebruikersgedrag (Storingen). De optimale ingang is deze die de kostfunctie over een bepaalde tijdshorizon minimaliseert, rekening houdend met de beperkingen op de ingang en de uitgang.
afgiftesysteemdynamica, efficiëntie van de installatie, geïnstalleerd vermogen); - kennis van de weersvoorspellingen; - kennis van het toekomstig gebruiksprofiel (aanwezigheid, aantal personen, thermische comforteisen); - objectieven (maximaal thermisch comfort en minimale energiekosten). Bij MPC worden deze elementen in een optimalisatieprobleem gegoten. Op basis van een heel eenvoudig systeemmodel, weersvoorspellingen en voorspelling van het gebruikersgedrag, wordt voor elk van de componenten van de HyGCHP het vermogensprofiel over een gegeven tijdshorizon (voor BKA minstens drie dagen) bepaald. De optimalisatie zoekt naar die oplossing waarbij het vermogenprofiel het vereiste thermische comfortniveau haalt met minimale energiekosten, rekening houdend met het geïnstalleerd vermogen. De berekening wordt om de zoveel tijdsstappen (in te stellen) herhaald, om gebruik te maken van de terugkoppeling van het systeem via metingen en om de voorspellingen te actualiseren (zie figuur 4). De oplossing van het optimalisatieprobleem levert rechtstreeks een antwoord op de vragen: ‘Wanneer de installatie starten en stoppen?’, ‘Wanneer het backup-systeem gebruiken?’ en ‘Wanneer switchen tussen koelmodus en verwarmingsmodus?’. Het basisprincipe van MPC, i.e. ‘predictief, modelgebaseerd en optimaal’
is dus totaal verschillend van de stooklijngebaseerde, regelgebaseerde aanpak van een typische regelaar, waarbij deze vragen eigenlijk via allerhande vuistregels worden beantwoord. Bij een RBC worden de regelparameters in de eerste plaats getuned om het gewenste thermische comfort te bereiken en om pendelgedrag van de warmtepomp te voorkomen. Het is echter – zelfs met een professionele opvolging van de systeemprestatie en bijhorende fijnregeling van de instelwaarden – moeilijk om een laag bijhorend energiegebruik te garanderen. Uit een vergelijkende studie op basis van Trnsyssimulaties blijkt dat het verschil in energiekosten tussen een goede, fijngeregelde RBC en een MPC 20% tot 40% kan bedragen (Verhelst, 2012). Het kleinste verschil tussen MPC en RBC (20%) nemen we waar bij relatief eenvoudige en groot gedimensioneerde systemen (bijvoorbeeld een groot Boorveld met een relatief groot geïnstalleerd WP-en PK-vermogen). De meerwaarde van MPC is hier tweeërlei. Het predictieve karakter van MPC laat toe de warmte- en/of koudevraag van de volgende dagen goed in te schatten. Het modelgebaseerde karakter laat toe deze warmte/koude op het juiste ogenblik te genereren en naar de BKA te sturen, rekening houdend met de traagheid van de BKA. Bovendien maakt MPC optimaal gebruik van het verschil tussen dag- en nachttarief voor elektriciteit om de energiekosten te minimaliseren.
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK
4-5-2013 19:39:29
5a
5b
5c
5d
5e
(a) winterweek met RBC-regeling (c) zomerweek met RBC-regeling (e) tussenseizoenweek met RBC-regeling
5f
(b) winterweek met MPC-regeling (d) zomerweek met MPC-regeling (f) tussenseizoenweek met MPC-regeling
-Figuur 5- De vergelijking van de temperatuurprofielen en vermogensprofielen met een standaard regeling (‘RBC’, links) en een modelgebaseerde predictieve regeling (‘MPC’, rechts) voor een typische werkweek in de winter (bovenaan), in de zomer (midden) en in het tussenseizoen (onderaan), toont aan dat RBC en MPC beide een goed thermisch comfort realiseren. De zonetemperaturen blijven tijdens de kantooruren (groen) binnen de ISO7730temperatuursgrenzen. MPC realiseert deze doelstelling echter met lagere energiekosten: er wordt minder warmte en koude geleverd, de gasketel (magenta) en de koelmachine (licht blauw) worden nauwelijks gebruikt en er is minder pendelgedrag van de warmtepomp (rood) en van de passieve koeling (blauw).
Het grootste verschil (40%) tussen MPC en RBC nemen we waar bij de complexere hybride systemen, met een kleiner vermogen van de WP en de PK omwille van het kleiner Boorveld.
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK
TM0513_verhelst_2141c.indd 13
De bijkomende meerwaarde van MPC is hier dat MPC kennis heeft van het vermogen dat uitgewisseld kan worden met het Boorveld. MPC tracht de benodigde warmte of koude
te genereren met het beschikbare WP- en PK-vermogen en vermijdt hierdoor het gebruik van het backupsysteem. Het afvlakken en het verschuiven van het vermogensprofiel is
13
4-5-2013 19:39:31
mogelijk door gebruik te maken de thermische massa van de BKA en het gebouw.
MPC VOOR ALLE SEIZOENEN Zowel in het stookseizoen, het koelseizoen als het tussenseizoen is de meerwaarde van MPC ten opzichte van RBC significant. Figuur 5 (vorige pagina) geeft het temperatuurverloop en het vermogensprofiel van de installatie van een typische werkweek weer in respectievelijk het stook-, koel- en tussenseizoen. Op het niveau van de zone stellen we vast dat beide regelaars in staat zijn de zonetemperatuur in de noord- en zuidzone tijdens de kantooruren (aangegeven in het groen) binnen de thermische comfortgrenzen te houden. Op het niveau van de installatie merken we volgende verschillen op: - MPC anticipeert beter op het weekend. De installatie werkt op vrijdag en zaterdag nauwelijks of niet, en start op zondag tijdig op; - in het stookseizoen begint de MPC vroeger te verwarmen dan de RBC, waardoor meer gebruik van het nachttarief wordt gemaakt. Bovendien is het hierdoor niet nodig om het backup systeem aan te schakelen. Wat niet te zien is in figuur 5, maar een belangrijke impact heeft op het elektriciteitsverbruik van de WP, is dat een vlak vermogensprofiel aanleiding geeft tot een gemiddeld lagere aanvoertemperatuur naar de BKA. Dit resulteert bijgevolg in een hogere COP; - in het koelseizoen kiest de MPC ervoor om de BKA continu te koelen. Het bijhorend koelvermogen is laag en kan quasi volledig met passieve koeling gedekt worden. Dit is
niet het geval met de RBC, die aanleiding geeft tot een aan/uit-werking van de passieve koeling en een groot gebruik van de backup koelmachine; - in het tussenseizoen is het verschil tussen MPC en RBC nog het meest frapant. Terwijl RBC alterneert tussen verwarmen en koelen, dekt MPC slechts de netto behoefte – in dit geval een beperkte hoeveelheid koeling.
COMMERCIËLE IMPLEMENTATIE MPC is een standaard regeltechniek in de chemische procesindustrie, waar het ook haar oorsprong kent. Ook in de ruimtevaart, luchtvaart en automobielsector wordt MPC met succes toegepast. Voor de toepassing in de gebouwensector staat MPC echter nog in haar kinderschoenen. Dit is enerzijds te wijten aan de aanwezigheid van moeilijk te voorspellen storingen, zoals zonne-instraling en gebruikersgedrag, en anderzijds aan het feit dat voor ieder gebouw een eigen dynamisch gebouwmodel moet geïdentificeerd worden. Op dit ogenblik worden verschillende methoden onderzocht die moeten toelaten om op basis van een beperkte meetperiode en een beperkt aantal sensoren een goed regelaarmodel te identificeren [2-6]. Als we hierin slagen, is de weg naar een commerciële implementatie van MPC geopend.
DANKWOORD De auteurs bedanken het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
(IWT-Vlaanderen) voor de financiële steun in het kader van de doctoraatsbeurs ‘Modelgebaseerde Predictieve regeling van grondgekoppelde warmtepompsystemen in kantoorgebouwen’ van auteur Clara Verhelst en het EraSME – Geotabs-project (100403).
REFERENTIES 1. C. Verhelst, Model predictive control of ground coupled heat pump systems for office buildings (PhD thesis); KU Leuven; 2012 2. P. Bacher and H. Madsen. Identifying suitable models for the heat dynamics of buildings. Energy and Buildings, 43(7):1511– 1522, 2011 3. M. Bianchi. Adaptive Modellbasierte Prädiktive Regelung einer Kleinwärmepumpenanlage. PhD thesis, ETH Zürich, 2006 4. Rabl. Parameter Estimation in Buildings: Methods for Dynamic Analysis of Measured Energy Use. Journal of Solar Energy Engineering, 110(1):15, 1988 5. M. Sourbron, C. Verhelst, L. Helsen. Building models for model predictive control of office buildings with concrete core activation. Journal of Building Performance Simulation, accepted 2012. 6. E. Zacekova, Z. Vana, J. Cigler, J. Hoogmartens, C. Verhelst, M. Sourbron, L. Ferkl and L. Helsen. System identification of controller building models based on real measurements in a Geotabs offce building. 11th Rehva World Congress for Building Technologies - Clima, Prague, 2013
Alles voor een gezond binnenklimaat Solid Air levert alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingkasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiënt warmte-/koude transport, lagetemperatuurverwarming, hogere lekdichtheidsklasses en het gebruik van duurzame materialen.
tel +31 (0)20 696 69 95 mail@solid-air.nl www.solid-air.nl Luchtbehandeling
14
TM0513_verhelst_2141c.indd 14
Luchtverdeeltechniek
Klimaatplafonds
TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK
4-5-2013 19:39:32
High Performance Gegarandeerd
AquaStream™ 3G 50-460kW luchtgekoelde Chillers en Warmtepompen.
Met Eurovent energieklasse A en een laag geluidsniveau van 46db(A) combineert de AquaStream™ 3G eigenschappen die energie-efficient, stille en betrouwbare prestaties, comfort en betrouwbaarheid in een productie proces garanderen. · · · ·
Door Trane ontworpen ventilatoren met laag geluid Uitermate efficiënte scroll compressoren en warmtewisselaars Toerengeregelde aandrijving Adaptive Control™ met een zeer brede toepasbaarheid.
Ondersteund door een uitgebreid Trane service netwerk om levenslange topprestaties te garanderen.
Bel naar +31 35 6039300 Voor meer informatie over de AquaStream™3G bezoek onze website engineer.trane.com. © Trane. Alle rechten voorbehouden. Trane is een onderdeel van Ingersoll rand met merken als Club Car® en Thermo King®. Ingersoll rand is een marktleider op het gebied van de ontwikkeling en handhaving van veilige, comfortabele en energiebesparende omgevingen.* Geluidsniveau op 10 meter.
TRANE_AquaStream 1 TM0513_15_trane.indd Ad-NL_0513.indd 15
3/05/13 14:53 4-5-2013 19:09:09